Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op...

44
Gerard van Beusekom-Fretz Wat doen we hier eigenlijk?

Transcript of Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op...

Page 1: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

Gerard van Beusekom-Fretz

Wat doen we hier eigenlijk?

Page 2: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

1

Inleiding

Je gaat heel anders tegen je eigen leven aankijken wanneer je je realiseert dat je een afstammeling bent van een lange, lange reeks mensen die lang vóór jou geleefd hebben. Als je toevallig een Europeaan bent dan heb je waarschijnlijk twee tot vier procent van je genetische bouwstenen te danken aan een Neanderthaler of Neanderthaalse. En nog niet eens de eerste de beste, maar een die in elk geval oud genoeg is geworden om zich voort te planten. Maar zij, en ook die andere vroege mensen (die van de familie Sapiens), die langs kwamen, waren niet je éérste voorouders.

Het begon allemaal bij die wonderbaarlijke wezens die de dageraad van het denken aan de duisternis ontworstelden, die net zo lang doorstotterden tot er taal uit hun mond kwam, die het vuur temden en die langzamerhand leerden dat die ander er eentje was waar je je niet voortdurend tegen hoefde te beschermen, maar dat je daar samen dingen mee kon doen die je in eentje nooit zouden lukken. Ouders waar je trots op kunt zijn. Hoe langer je hier over nadenkt hoe meer kleuren het gevoel krijgt dat je overkomt. Verbazing, een gevoel van bedremmeldheid ook. Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel valpartijen overleefd, hoeveel vijanden ontvlucht? Hoeveel keer moesten juist die twee elkaar treffen, om tot jouw geboorte te leiden? En als je daar ontvankelijk voor bent, kan het je overkomen dat je gevoel van ontzag overgaat in een niet precies te omschrijven gevoel van dankbaarheid jegens al diegenen vóór jou.

Mocht het daarbij blijven, dan zouden we kunnen volstaan met in onze gedachten een monumentje op te richten, of een ritueel te bedenken waarmee we onze schatplichtigheid tot uitdrukking brengen.

Maar als Homo Sapiens kom je daar niet mee weg, want onze logica wijst er onverbiddelijk op dat de tijdlijn niet ophoudt bij het moment wat we beleven.Ons nu, onze tijd, is een venster, waar de tijd (en het leven, waarin de tijd zijn beleving vindt) doorheen stromen. En zodra we ons dat realiseren, kan de vraag waarheen niet meer ontweken worden. Natuurlijk kennen we allemaal wel een Homo Iets Minder Sapiens die zal zeggen ‘Da’s na mijn tijd, dat boeit me niet’. Maar die lezen dit soort boeken toch niet, dus daar hoeven we hier in elk geval niet op in te gaan. Het is natuurlijk wat anders als mensen waar je in je persoonlijke leven mee te maken hebt, met zulke frasen aankomen. Een onthutsende, voor anderen misschien eerder inspirerende, maar in ieder geval prikkelende conclusie waartoe dit kan leiden is dat wij in zekere zin de Neanderthalers in de ogen van de toekomstige mens zullen zijn.

Je gaat ook heel anders tegen je eigen leven aankijken wanneer je je realiseert dat alle atomen waaruit jij en alle andere levende wezens en alle materie om je heen bestaat al kort na de oerknal is ontstaan, en sindsdien vrijwel onveranderd (zij het in verschillende verbintenissen) hebben voortbestaan. Het is dus eerbiedwaardig historisch materiaal, waar we uit bestaan. Het calcium in jouw botten is dus ook al zo’n 13,8 miljard jaar lang calcium en het maakte misschien onlangs nog (zeg amper twee eeuwen geleden) deel uit van de metselspecie van een oud postkantoor

Page 3: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

2

ergens in de provincie Utrecht. Het kwam daarna door erosie of menselijk ingrijpen wellicht in de bodem terecht waar het opgenomen werd door het gras dat door een koe, die door de boer Klara werd genoemd, werd opgegeten. En laat die melk van Klara nu gedronken zijn door dat schattige baby'tje, dat opgroeide tot jouw over over over grootmoeder.

Maar omdat we, zoals we weten stof zijn en dus ook t.z.t. tot stof zullen wederkeren, is het best mogelijk dat calcium uit dat gewricht waar je je laatste jaren zo’n last van had ooit nog eens terecht komt in de hand van iemand die, met die hand (dus mede dank zij voorheen jouw calcium) heel mooi kan schilderen. Een postkantoor zit er voor jouw stof helaas niet meer in.

Wat er gebeurt is dus eigenlijk precies het tegenovergestelde van wat de mensen die in reïncarnatie geloven denken: Er is niet een eeuwige ziel die van de ene tijdelijke materiele vorm naar de andere verhuist, maar een eeuwige materie waarvan delen tijdelijk kunnen dienen als huisvesting voor een persoonlijk bewustzijn. Een persoonlijk bewustzijn dat eveneens tijdelijk is, maar onderdeel is van een bewustzijnsstroom die zo oud is als het menselijk denken.

Je gaat dus heel anders tegen je eigen leven aankijken als je dit doet in het perspectief

van de eeuwigheid ofwel sub specie aeternitatis zoals Spinoza dat noemde.

Heeft dit nu praktische consequenties? Niet voor alle beslissingen die je in het dagelijks leven neemt, maar toch nog wel voor verassend veel beslissingen die tamelijk alledaags zijn en daardoor ten onrechte onbelangrijk lijken. Voor de volgende aspecten van je leven kan het nuttig zijn er vanuit dit grote perspectief naar te kijken.

Het helpt je de moedeloosheid te bestrijden, die je kan overvallen als je geconfronteerd wordt met gruwelijkheden die veraf of dichtbij op de wereld begaan worden.

Het geeft je inzicht in de tijd die de mensheid blijkbaar nodig heeft om een harmonieuze en duurzame samenleving te ontwikkelen.

Het inspireert je na te denken over de richting waarin de mensheid zich zou kunnen en misschien wel zou moeten ontwikkelen.

We kunnen als we dit beeld voor ogen hebben, bedenken welke concrete stappen we zelf kunnen nemen om die betere wereld te creëren en welke ideeën daarover we met onze omgeving zouden moeten delen om deze in een dialoog te toetsen.

Maar na dit alles en daarna voor alles: Het helpt je de zin van jouw leven te ontdekken en een antwoord te vinden op de beroemde vraag, ‘waartoe is de mens op aarde’.

We gaan kijken hoe dit werkt, en waar we dan terecht komen.

Page 4: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

3

Hoofdstuk 1

Een doorgeefluik

Misschien moeten we maar beginnen met na te denken over de tijd. Bijna had hier gestaan stil te staan bij de tijd, maar dat zou een te ongemakkelijke paradox zijn om een verhaal mee te beginnen wat juist probeert duidelijk te zijn.

Tijd is een mysterieus begrip waar veel denkende mensen, wetenschappers en filosofen hun tanden in gezet hebben, zonder dat daar een ooit tot een uitleg heeft geleid die voor ons gewone mensen te bevatten is. Dat komt waarschijnlijk omdat ons leven zelf tijdgebonden is en het voor een onderdeel van een systeem waarschijnlijk principieel onmogelijk is het systeem als geheel te overzien en te grijpen.

Wat in elk geval wel duidelijk is, dat het voor ons vermogen om dingen te begrijpen noodzakelijk is om in ieder geval een ervaring van tijd te hebben We worden hierbij geholpen door ons vermogen om ons dingen te herinneren. Ten eerste kunnen we dan dingen of gebeurtenissen herkennen en, minstens zo belangrijk, we krijgen een besef van volgorde. Die beide mogelijkheden hebben we bij onze geboorte weliswaar in aanleg, maar het is alsof we de gebruiksaanwijzing nog niet gelezen hebben en het is fascinerend om te zien hoe een baby die dingen ontdekt en gaat gebruiken. Zeker als het je eigen kind is waarin je ziet hoe er zich een soort verkorte versie van de evolutie ontrolt. Omdat het babybestaan (voor de ouders althans) veel te kort duurt, kunnen we proberen om ons voor te stellen hoe ons eigen bestaan was tijdens de dageraad van ons bewustzijn. Toen we nog dobberden in een onopgedeelde kosmos van ervaringen die hooguit te onderscheiden werd in meer of minder behaaglijk. Om ons heen veranderde van alles. Sommige verschijnselen verdwenen plotseling andere geleidelijk. Vlekken werden vormen, geluiden leken bij bepaalde vormen te horen, die regelmatig terug kwamen en er voor zorgden dat onbehagelijkheid verdween. Ze maakten vaak dezelfde geluiden als ze bij je terug kwamen, Andere vormen leek je zelf te kunnen bewegen….

Was het zó? Was het zo, toen we nog onderdeel van alles waren en er nog geen ervaring was van een zelf, van een ik, dat naar alles keek maar zichzelf daardoor van alles losmaakte. Hoewel we in ons bestaan zonder dat we het ons bewustzijn doorlopend gebruik maken van onze ervaring en dus van onze herinnering blijft een geheimzinnig iets dat we niet allen maar het ondeelbare stukje wat wij nu noemen beleven. Wat daarvoor was is alleen een herinnering en we hebben alleen maar een idee van wat en wie we later zullen zijn, en hoe lang later voor ons persoonlijk zal duren. Terwijl we toch het idee hebben dat de tijd zelf wel een duur heeft. Wij leven in een nu, waar de tijd doorheen schuift. Onze waarneming functioneert hierbij als een virtuele zeef. Wat op deze zeef achterblijft en waar we vervolgens patronen in herkennen en begrippen aan toe kennen levert kennis op vormt tegelijkertijd ons bewustzijn en onze persoonlijkheid. Het is dit vermogen wat ons mens maakt.

Page 5: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

4

Het is fascinerend dat datgene wat ons als mens onderscheid van de andere levensvormen, een uitgebreid bewustzijn, stoelt op ons vermogen om ons dingen te herinneren, en dat tegelijkertijd de aard en de werking van ons geheugen ondoorgrondelijk blijft.

Twee voorbeelden: We hebben een visueel geheugen waaruit we een beeld kunnen oproepen van een bepaalde plek in de omgeving waar wij wonen. Bepaalde delen daarvan kunnen we ons zelf gedetailleerd voor de geest halen. Bijvoorbeeld een belangrijk of beeldbepalend gebouw. Maar als we proberen naar de grenzen te gaan van dat beeld dan zullen we merken dat onze hersens het af laten weten. We kunnen ons zelf niet voorstellen hoe die grenzen er uit zien. Ons voorstellingsvermogen weigert gewoon die grens te projecteren.

Een ander voorbeeld is hoe wij ons een bepaald muziekstuk herinneren. Niet alleen de melodische lijn, maar ook het tempo van uitvoering, de klank en fortissimo’s en pianisimo’s. Hoe kan zoiets allemaal in dat hoofd van jou opgeslagen zijn. En dan zijn er nog al die muziekjes waar je de naam niet van weet, maar waarvan je weet hoe het verder gaat als je ze hoort. Zelfs van muziek die je verschrikkelijk vindt.

Dit fantastische instrument nu heeft ons in staat gesteld om uit opeenvolgende waarnemingen patronen af te leiden, en uit de volgorde waarin dingen gebeuren oorzaken en gevolgen te onderscheiden. Waarbij het van belang is te onderkennen dat dit proces zich vanaf de geboorte in ieder persoon afspeelt, maar dat dit ook van af de geboorte van het menselijk bewustzijn zich in de mensheid afspeelt.

Adriaan Roland Holst beschreef deze laatste ontwikkeling in zijn dichtregels voor het Nationaal Monument op de Dam als volgt:

Nimmer, van erts tot arend, was enig schepsel vrij onder de zon,

noch de zon zelve, noch de gesternten.

Maar geest brak wet en stelde op de geslagen bres de mens.

Op dat moment waar de dichter op doelt, veranderde er iets fundamenteels in wat wij als de evolutie omschrijven. Niet langer was de ontwikkeling van het leven afhankelijk van kopieerfouten die soms tot een mismaakt exemplaar leidden en soms tot een exemplaar dat beter paste in de omgeving van dat moment. Er ontstond een levensvorm die niet alleen probeerde zich zo goed mogelijk aan te passen aan de omgeving, maar er steeds meer in slaagde de directe omgeving aan te passen. Wat hier echter omschreven wordt als een gebeurtenis, geest brak wet, is echter een proces dat rond 2 miljoen jaar geleden bij de eerste primaten begon, en zoals hier betoogd zal worden, nog steeds voortduurt. Deze opvatting van het ontstaan van de mens wijkt af van het scheppingsverhaal dat wij uit de Bijbel kennen, maar grote delen van de christelijke geloofsgemeenschappen erkennen inmiddels wel de evolutietheorie. Niettemin wordt in elk geval in de katholieke geloofsleer nog wel uitgegaan van een voltooide schepping. Ook voor een ongelovige toeschouwer is dat te begrijpen, omdat je een volmaakte Schepper moeilijk een onvolkomen werk kunt toeschrijven, en dat maakt de stof waarover we hier nadenken wat lastig bespreekbaar met gelovigen.

Page 6: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

5

Gelukkig leven we in dit deel van de wereld al in een tijdperk waarin kerk en staat gescheiden zijn en het verkondigen van ideeën die van de geloofsleer afwijken niet langer als strafbaar feit gezien wordt. Van beide zijden van die scheidslijn zijn wel pogingen ondernomen om tot een synthese te komen tussen de evolutionaire en de creationistische interpretatie van de menselijke ontwikkeling. Maar bij Teilhard de Chardin leidde dit tot plaatsing op de index. Teilhard was onder meer beïnvloed door het gedachtegoed van Henri Bergson, die die synthese al verwoordde in de titel van zijn in 1907 verschenen boek L’evolution créatrice in 1925 in Nederlandse vertaling uitgegeven door de Wereldbibliotheek onder de titel De

scheppende evolutie. Bergson karakteriseert ons bestaan als de resultante van onze ervaring van het ‘onafgebroken

voortschrijden van het verleden dat de toekomst opknaagt en al vorderende zwelt’.

Hij stelt dat niet alles wat wij beleven in oproepbare herinnering opgeslagen wordt, maar dat het ons wel vormt. ‘Vooruitgaande op den weg des tijds, blaast mijn zielstoestand zich

voortdurend op met den tijdsduur, dien hij verzamelt; hij maakt, om zoo te zeggen, met

zichzelf een sneeuwbal. Hoeveel te meer is zulks dan niet het geval met diepere en innerlijker

zielstoestanden als daar zíjn: gevoelens, aandoeningen, wenschen, enz., die niet, als eene

eenvoudige waarneming met het oog, betrekking hebben op een onveranderd object buiten

ons. Maar het is gemakkelijker, om op die onafgebroken verandering geen acht te slaan, en

haar slechts op te merken, wanneer zij groot genoeg wordt, om aan het lichaam een nieuwe

houding -- en aan de aandacht een nieuwe richting te geven.

Op dat bepaalde moment vindt men dan, dat zijn zielstoestand is gewijzigd. De waarheid is

echter, dat men onophoudelijk verandert, en dat de toestand zelf reeds verandering is.’

Bergson concludeert dat wij daarom nooit iets opnieuw kunnen beleven, omdat de eerste keer dat wij een hooguit vergelijkbare situatie meemaakten, die reeds haar sporen in ons achtergelaten heeft, ons veranderd heeft en wij ieder nieuw moment niet meer zijn wie wij waren. Hij trekt de vergelijking met een geschilderd portret, dat wij achteraf kunnen relateren aan het model, de schilder, de kleuren die hij gebruikt heeft, maar dat wij nooit, - ook de schilder zelf niet - vooraf hadden kunnen voorzien hoe het portret zou worden. Want, zegt hij ‘zulk

“voorzien”zou gelijkstaan met het scheppen van het portret , alvorens het geschapen was’. Hetzelfde, zegt hij verder, geldt voor de afzonderlijke momenten van ons leven waarvan wij de

makers zijn. Elk daarvan is een soort schepping. En evenals het talent des schilders zich

vormt en vervormt, althans zich wijzigt onder den invloed zelven van de werken, die hij

voortbrengt, zoo wijzigt ieder onzer zielstoestanden, op het oogenblik dat hij voortkomt uit

onszelf, als nieuwe vorm de wij zoo juist onszelven hebben gegeven, onze persoonlijkheid.

Terecht zegt men dus, dat hetgeen wij doen, afhankelijk is van wat wij zijn; maar men

voege daar nog aan toe, dat wij tot op zekere hoogte zijn, het geen wij doen, en dat wij zonder ophouden onszelf scheppen.

Voorts is deze zelfschepping te completer al naar mate men juister beredeneert wat men doet.

Dit zijn inspirerende gedachten waardoor je je persoonlijke leven in een nieuw perspectief kunt zien. Maar nog veel inspirerender wordt het als we deze zienswijze toepassen op de mensheid als geheel. Schept ook die zichzelf zonder ophouden en is ook hier die zelfschepping completer naar mate men juister beredeneert wat men doet?

Page 7: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

6

Hoofdstuk 2

Het groeien van de wolk

We worden geboren met een schone lei. Maar gelukkig zijn we niet alleen. We worden niet alleen geknuffeld, gevoed en verschoond, er wordt ook tegen ons gepraat. En als we zelf de klanken beginnen na te bootsen die die grote dieren tegen ons uiten, wordt dat met groot enthousiasme begroet. Ze klappen in hun handen en als wij dat ook een keer proberen is het eind zoek. Dolle pret in de kinderkamer. Maar het is niet altijd zo geweest. De primaten waar we van afstammen moesten het met hooguit genuanceerd gegrom doen. OK, we moeten nog steeds allemaal leren praten, maar de taal is er al. Hoe dat vermogen om dingen te benoemen en ideeën een naam te geven ontstaan is, is niet meer na te gaan. Maar het is een gigantische sprong voorwaarts geweest in onze ontwikkeling. Susanne K. Langer schrijft in Philosophy in a new key; A study in the symbolism of reason, rite, and art over de innige relatie tussen taal en symbool. Taal is meer dan een verzameling klanken die etiketten zijn waarmee je objecten aanduidt. Zelfs je een woord dat een concreet ding aanduidt bijvoorbeeld ‘hek’ dan denkt iedereen die de taal spreekt waarin een hek ‘hek’ genoemd wordt aan een zelfde soort ding, maar niet aan één specifiek hek ergens op de wereld. Het woord is ook een categorie aanduiding geworden, en daarmee al enigszins abstract. En als wij zeggen ‘dan is het hek van de dam’ dan is het tastbare hek al eigenlijk niet meer nodig. Taal is dus haast een eenvoudige vorm van toveren: Als iemand paard zegt dan roept hij bij iedereen die het hoort en het woord kent een beeld op van zo’n dier. We kunnen dus bijzonder veel meer sinds we kunnen praten. We kunnen iemand anders iets vertellen wat hij nog niet weet, of iemand iets vragen omdat we zelf iets willen weten, en we kunnen iemand iets voorstellen. Samenwerken wordt een stuk eenvoudiger. En onze kennis blijft niet langer beperkt tot onze eigen ervaring.

Hoewel we hiermee een onoverbrugbare voorsprong namen op onze sprakeloze mededieren, was er toch een beperking. Alle kennis die we deelden moest altijd mondeling worden overgedragen. En we weten allemaal wat er met een verhaal of een boodschap kan gebeuren als hij keer op keer wordt doorverteld. De uitvinding van het schrift was dus een tweede reuzensprong voorwaarts.

Maar ook dit opslagmedium had zijn beperkingen. Om te beginnen was het schrift handschrift. Elk exemplaar dat men wilde hebben moest dus van het vorige overgeschreven worden, wat niet altijd foutloos gebeurde. Bovendien was het een bijzonder arbeidsintensief gesprek. Het gevolg was dat alleen zeer rijke personen of instellingen zich manuscripten konden veroorloven. Een middeleeuwse handwerksman zou zijn levenslange inkomen op moeten sparen om zich op zijn sterfbed één boek te kunnen veroorloven, mits hij gedurende zijn leven van de wind had geleefd. Een andere tekortkoming was dat niet elk materiaal dat als drager voor het schrift werd gebruikt even duurzaam was. Steen ging eeuwen mee, kleitabletten ook, maar waspanelen en papyrus hadden een kortere levensduur.

Page 8: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

7

Sprong drie was dan ook de boekdrukkunst. Een wat ongelukkige benaming want al voor de uitvinding van Gutenberg werden er al boeken gedrukt. Wat hij echter bedacht was om de boekpagina’s samen te stellen uit losse letters, die na het drukken van zoveel vel weer konden gebruikt om de volgende pagina’s samen te stellen en die af te drukken. Nu moesten elk boek wel letter voor letter worden gezet en dat bleef enige eeuwen het geval totdat zetmachines werden uitgevonden die letters produceerden die met een toetsenbord werden ingevoerd. Elke technische verbetering die hier op volgde maakte het drukwerk (niet alleen boeken, maar ook kranten!) goedkoper. De massale verspreiding van het woord wachtte dus alleen nog op een volk dat kon lezen.

In de tweede helft van de twintigste eeuw was de techniek zo ver gevorderd dat het voor een meerderheid van de bevolking mogelijk was een pamflet uit te geven. In de oorlog was de stencilmachine de drukpers van de gewone man, daarna de kleinoffset machine. Toen in de zeventiger jaren van die eeuw een democratiseringsgolf door de Nederlandse instituties werd nagestreefd, werd ook de geestelijke gezondheidszorg daar mee geconfronteerd. Dit leidde tot een conflict op de Willem Arntszhoeve in Den Dolder. Daar werd op het paviljoen Dennendal geëxperimenteerd met alternatieve werkvormen, wat tegen de zin van de directie was. Rechts Nederland was daar erg op tegen en vermoedde dat ‘langharig werkschuw tuig’ zoals linkse activisten nog al eens werden aangeduid daar een poel van verderf aan het aanleggen waren, en zoals gewoonlijk zag de Telegraaf hier een smakelijk onderwerp voor campagne journalistiek in.

Een Amsterdamse actievoerder bedacht toen dat het publiek eigenlijk geen duidelijk beeld had wat er nu eigenlijk wel en niet op Dennendal gebeurde en dat het geschreven woord eigenlijk altijd een door de waarnemer gefilterd beeld weergaf. Eigenlijk, dacht hij zou je een visueel equivalent van de stencilmachine moeten hebben. En omdat de handheld videocamera nog niet bestond dacht hij aan 8mm smalfilm. Je zou eigenlijk gewoon daarheen moeten gaan en moeten laten zien hoe de verzorgers daar met de bewoners (patiënten mocht je niet meer zeggen) omgingen. Hij besprak dat idee in het café met een cineast en die kwam met de briljante opmerking ‘jij moet daar niet gaan filmen, maar je moet die bewoners zelf zo’n camera in handen geven’. Ja, natuurlijk, moest de activist beamen, anders zou het ene filter alleen maar door het andere filter vervangen worden. De verzorgers van Dennendal werden gepolst en die vonden het een prima idee. Fuji film werd aangeschreven en het idee werd aan ze voorgelegd. Zouden zij misschien acht camera-tjes willen uitlenen? Ja hoor, dat wilden ze wel en ze leverden er per camera ook nog een filmcassette van 3 minuten bij.

De bewoners van Dennendal waren jonge mensen die zoals toen officieel heette geestelijk gehandicapt waren. Maar de camera-tjes waren eenvoudig te bedienen; zolang je op een knopje drukte werd er gefilmd. Scherpstellen hoefde niet. En drie minuten was ook uit te leggen, dat was zo lang als een liedje op een 45 toerenplaatje duurde.

De resultaten waren verbluffend. Alle camera trucs werden ad hoc uitgevonden. Er werd gepanoramiseerd bij het leven en met één klantje in een rolstoel met de camera en één er achter werd er perfect ingezoomd. Een bewoner filmde achtereenvolgens het plafond en de wanden, zijn bed vervolgens werd

Page 9: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

8

naar de keuken gereden en daar werd een pak melk en de radiator gefilmd. Onderdak, beschutting, voeding en warmte. Die ervaring, dat die kinderen al die cinematografische kunstgrepen spontaan gebruikten deden de actievoerder denken aan een verhaal dat hij ooit in een boek had gelezen. Waarschijnlijk in Design foor the Real World, van Victor Papanek. Het ging over een film die ontwikkelingswerkers hadden gemaakt over hygiëne en die ze vertoonden aan een jagersvolk, dat nog nooit eerder een film had gezien. Er ontstond paniek toen de toeschouwers mensen op onbegrijpelijke wijze drie keer zo groot zagen worden, of mensen plotseling verdwenen, of het landschap ineens in het interieur van een hut veranderde. De ontwikkelingswerkers in het boek leerden van deze ervaring en lieten in het vervolg films maken waarin mensen op een natuurlijke manier onzichtbaar werden, omdat ze het bos inliepen bijvoorbeeld. De kinderen in Dennendal hadden echter al honderden films op televisie gezien en kenden de conventies van deze vorm van storytelling. Helaas kon er geen omroep gevonden die dit wilde gebruiken in een uitzending. Het medium was er maar het distributienetwerk was nog in handen van de instituties. Het internet moest nog uitgevonden worden en bereikbaar worden voor grote delen van de wereldbevolking.

Een van de nieuwe uitdrukkingen die het internet ons gebracht heeft is ‘iets opslaan in the cloud’ waarmee we bedoelen dat we een bestand of een kopie van een bestand dat we belangrijk vinden ergens op de wereld op een server zetten, in de verwachting dat het daar veilig voor ons bewaard blijft. Maar deze voorziening was al heel lang in ontwikkeling zoals hierboven is weergegeven. En deze drang van de mensen om het resultaat van hun ervaringen en denken neer te slaan is niet alleen een van de meest karakteristieke trekken waarin het menselijk leven zich van het dierlijke leven onderscheidt, het is ook een van de meest noodzakelijke om de richting waarin we ons als menselijke samenleving ontwikkelen aan te blijven houden. Het is een kantelpunt in de ontwikkeling van het leven op aarde, daar waar het geheugen zich dusdanig gaat ontwikkelen dat er een bewustzijn ontstaat. Zeker wanneer dat bewustzijn instrumenten gaat ontwikkelen om de inhoud van dat geheugen buiten de menselijke geest vast te leggen. Ons menselijk bewustzijn heeft hiermee het vluchtige karakter van de tijd bedwongen. Niet alleen kunnen tijdgenoten hierdoor in principe toegang krijgen tot elkaars kennis, maar hierdoor kunnen ook de volgende mensen voortbouwen op wat hun voorgangers reeds uitgevonden en uitgedacht hadden. Het gaat hierbij echter niet alleen om feitelijke kennis, how-to’s, maar ook om meningen, waardeoordelen en een geheel wat zich ontwikkelt tot een verzameling van culturele en morele inhouden. En zoals hiervoor bleek bij de kinderen in Dennendal, ook van communicatiepatronen en de daarvoor ontwikkelde symbolen. Je kunt dit zien als een in omvang toenemende wolk waaruit iedere volgende generatie kan putten en aan kan bijdragen. Zonder die wolk zouden we niet zijn waar we nu zijn, qua mogelijkheden, kennis en inzichten. Moeten we dan niet constateren dat we schatplichtig zijn aan al dat voorwerk dat er reeds gedaan is en waarmee wij verder kunnen gaan in ons streven om een rechtvaardige veilige een duurzame samenleving tot stand te brengen? Anders - en ouderwets geformuleerd ligt hier niet een antwoord op de vraag: “Waartoe is de mens op aarde?”

Page 10: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

9

Hoofdstuk 3

De veranderende aard van het beestje

Een van de dingen die we van in vrijheid levende primaten weten, is dat ze in groepen leven, en dat er in die groepen een zekere structuur zit. Dat er gedragspatronen zijn die een zekere orde in stand houden en dat die door afwijkend gedrag tijdelijk verstoord kunnen worden maar dat er dan weer dingen ondernomen worden om de oorspronkelijke loop der dingen weer te herstellen. Er is een zekere rolverdeling. Je zou het ook een vorm van samenleven kunnen noemen, en we ervaren het dan ook wel als meer voor de hand liggend dat we van zo’n soort dier afstammen dan van een soort dat alleen maar uit solitairen bestaat.

Maar wat weten we eigenlijk over het gedrag van die primaten rond de tijd dat wij mensachtigen ons afsplitsten? Leefde de primaten waar we van afstamden toen ook al in groepen, of hebben zij dat gedrag ontwikkeld in de tijd dat wij naar onze tegenwoordige staat op te klauteren? En stel dat wij ons als mensen een beetje gaan gedragen en de biodiversiteit niet verder aantasten, kunnen we dan in de komende vijf miljoen jaar of daaromtrent nog andere leuke verrassingen uit de dierenwereld verwachten? Moeilijk te zeggen wat er gebeurt, maar het is natuurlijk nergens op gebaseerd om de evolutie (of voor wie dat wil de schepping) iets is wat in het verleden plaats heeft gevonden en dat de boel nu klaar is.

Hamlet lijkt , als je niet door zijn ironie heenkijkt, dan ook wat te flatteus met zijn mensbeeld als hij zegt:

“What a piece of work is a man,

how noble in reason,

how infinite in faculties,

in form and moving how express and admirable,

in action how like an angel,

in apprehension how like a god!

the beauty of the world,

the paragon of animals…”

We moeten ons realiseren – en dat gaat tegen onze intuïtie in – dat wij, mensen, net zo min het eindproduct zijn als de Cro Magnon, de Neanderthal of de Denisova uitvoering dat waren. Wij zijn een episode in een project. Een bijzonder project, omdat we het zelf sturen, of althans deels kunnen sturen.

Deze constatering is al eerder in dit verhaal gemaakt, en zal ongetwijfeld nog een paar keer herhaald worden, omdat we nu eenmaal in een cultuur van de korte termijn leven, waarin transcendentie – een moeilijk woord voor dingen die de duur van ons leven overstijgen of buiten onze directe belevingswereld schijnen te liggen – iets lijkt wat achter ons ligt en hooguit nog iets is voor gelovige mensen.

Wat we deels kunnen vermoeden en deel kunnen reconstrueren van wat achter ons ligt, is dat de mens op zijn reis van jager/verzamelaar tot de stadsmens van nu in vele opzichten

Page 11: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

10

veranderd is. Zowel fysiek als mentaal. Die veranderingen waren en zijn voor wat de fysieke veranderingen betreft voor een deel toe te schrijven aan het klassieke evolutionaire proces. Hierdoor overleefden groepen die met klimaatveranderingen te maken kregen. Aanpassingen die bij vermenging met andere takken soms overdraagbaar bleken. Zo bleek uit tamelijk recent onderzoek dat Homo Sapiens in tegenstelling tot wat eerder gedacht werd zich wel degelijk vermengde met de reeds eerder naar Europa geëmigreerde stammen, en dat zij van hen het reeds verder ontwikkelde immuunsysteem overnamen. Een pikant gegeven als je ziet hoe krampachtig bepaalde groeperingen in het door massa-immigratie en volksverhuizingen ontstane Europa reageren op een instroom van mensen in deze tijd.

Wat ook veranderde waren de vaardigheden van mensen en dat was van invloed op grootte en de structuur van onze hersenen. Maar wat het meest veranderde was en is de relatie tussen mensen. Vooral sinds de tijd dat de mensen op een vaste plek gingen wonen. Dit was iets wat noodzakelijk was voor- en mogelijk werd door het uitvinden en ontwikkelen van de landbouw. Het is duidelijk dat de bestaanszekerheid hierdoor in hoge mate toenam, maar tegelijkertijd werd hierdoor autonomie vervangen door onderlinge afhankelijkheid. In onze huidige situatie zijn we voor ons bestaan afhankelijk van ontelbare aantallen anderen, die over gespecialiseerde kennis en geavanceerde middelen beschikken om aan een bepaalde levensbehoefte van ons te voldoen. Hoewel veel mensen op een bepaald gebied zonder hulp van derden in een deel van hun behoeften kunnen voorzien kan vrijwel niemand dat meer in het geheel. Natuurlijk hangt dit af van hoeveel wij onmisbaar achten voor een redelijke manier van leven. Leven zonder televisie zal door de een als deprivatie, door een ander als bevrijding ervaren worden. Maar zonder medicijnen komen te zitten zal door iedereen als een noodsituatie worden opgevat. Als ergens de stroom uitvalt komen mensen tot de ontdekking dat niet alleen je licht uitgaat, maar je vaste telefoon (en afhankelijk van de aard van de storing wellicht ook je mobiele telefoon) het niet meer doet. Dat de lift waar je in staat de volgende verdieping niet bereikt. Dat de deur van de supermarkt waar je snel kaarsen wilt halen niet open wil, of dat je in de winkel met een ouderwetse deur die nog wel werkt ook niet kunt pinnen. Hoe lang de storing duurt moet je maar afwachten want de rampenzender doet het misschien nog wel, maar daar merk je alleen maar wat van als je nog zo’n ding van vroeger hebt wat ze een radio noemden en dat ding bovendien nog op batterijen werkt. Er zijn weinig mensen die de meeste dingen die ze kopen zelf hadden kunnen fabriceren. Er zijn weinig mensen die de meeste dingen die ze gebruiken zelf zouden kunnen repareren. Er zijn ook weinig mensen die de werking van alle dingen die ze gebruiken begrijpen. Het comfortabele bestaan van mensen in het welvarende deel van de wereld is dus een leven in een vergaande afhankelijkheid van anderen. Daar is niets mis mee, als die afhankelijkheid een wederzijdse afhankelijkheid is en berust op een wederzijdse goedgezindheid.

Immanuel Kant een Duitse filosoof , die van 1724 tot 1804 leefde heeft in zijn boek Grundlegung zur Metaphysik der Sitten getracht een grondregel te formuleren waarop alle verdere regels van fatsoenlijk gedrag gebaseerd kunnen worden.

Page 12: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

11

Hij noemde die regel een kategorische Imperativ. Kant kende ook hypothetische imperatieven, dat zijn gedragsregels die in een bepaalde situatie gelden, maar een kategorische Imperativ geldt altijd en overal. Kant verwoordde zijn kategorische Imperativ in twee verrassend eenvoudige beschrijvingen: “Handle so, dass du die Menschheit sowohl in deiner Person, als in der Person eines jeden

andern jederzeit zugleich als Zweck, niemals bloß als Mittel brauchst”

Handel zo dat je de mens, zowel in de persoon die jij bent als in ieder ander persoon altijd ook als doel, en nooit uitsluitend als middel gebruikt. “handle nur nach derjenigen Maxime, durch die du zugleich wollen kannst, dass sie ein

allgemeines Gesetz werde”

Handel slechts volgens die stelregel, waarvan je tegelijk kunt willen dat deze een algemene wet werd.

Waarbij opgemerkt moet worden dat de vertaling van de eerste verwoording slechts een benadering is, omdat het Duitse brauchen zowel gebruiken als nodig hebben en nodig zijn kan betekenen!

Het is duidelijk dat in de wereld waarin wij leven over het algemeen niet naar Kant geluisterd wordt. Die wederzijdse goedgezindheid treffen we alleen maar aan in kleine groepen als het gezin, de vriendenkring en andere kleine gemeenschappen.

In de thans overheersende vorm van uitwisseling van goederen en diensten is het basisprincipe geworden dat diegene die op enig gebied een sterkere positie inneemt – dat kan zijn in de vorm van kennis, vermogen of macht – er naar streeft op een manier uit te wisselen die zijn voordeel maximaliseert. En dat leidt altijd tot strijd. Strijd die de vorm kan aannemen van concurrentie, monopolisering, kartelvorming en andere oneerlijke handelspraktijken, uitbuiting, corruptie en uiteindelijk oorlog. Terwijl de degenen die een zwakkere positie innemen, daar slechts organisatie in een vakbond tegenover kunnen stellen (in die landen waar dat mag tenminste) of een kopersstaking.

Als deze tekst geschreven wordt, wordt in Maastricht een grote tunnel gebouwd, waar de A2 doorheen geleid gaat worden. Dit is buitengewoon omvangrijke klus waarvoor een deel van de stad wordt opgebroken huizen worden gesloopt en het verkeer moet worden omgeleid. In die huizen die gesloopt moeten worden huisvest een onderaannemer Poolse en Portugese arbeiders. Daarvoor wordt maandelijks 968 euro ingehouden op hun loon dat ook al niet overeenkomt met de bouw CAO. Er volgt een rechtzaak. De rechter in Utrecht eist dat de aannemer 1 miljoen terugbetaalt ende loonadministratie inlevert. De aannemer doet geen van beide. Ze dreigen de BV waar ze hun handel in ondergebracht hebben failliet te laten gaan. Het stelsel waarin dit kan gebeuren zonder dat de overheden die opdracht voor dit project hebben geven ingrijpen, en evenmin maatregelen om deze uitbuiting in de toekomst te voorkomen, noemt men wel een vrije markt economie. En het is de vraag of we daarmee wel mee door moeten gaan en mee door kunnen gaan.

Want waarom staat dit verhaal hier? Omdat de hiervoor beschreven hoofdrichting van de evolutie van de menselijke samenleving vrijwel zeker niet zal veranderen. We zullen de steden niet verlaten en met pijl en boog en een zelf gevlochten mandje op stap gaan om voedsel te bemachtigen.

Page 13: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

12

De vuursteenmijnen in het Limburgse Rijckholt en de vuursteengroeven op de Lousberg in Aken zullen niet heropend worden. We zullen blijven vasthouden aan een samenleving die gebaseerd is op specialisatie taakverdeling en de uitruil van goederen en diensten. Er is echter één groot maar: De bronnen waaruit we kunnen putten zijn eindig. Ons energieverbruik is binnen bepaalde grenzen in principe te verduurzamen. Maar anders is het met de materiele grondstoffen en met de beschikbare ruimte. Twee groeifactoren zullen dus geleidelijke afgeremd moeten tot een nulgroei en vervolgens moeten overgaan in een afname. De omvang van de wereldbevolking en onze ecologische voetafdruk. Dat vraagt om een immense gedragsverandering, die alleen maar plaats kan vinden als er ook een mentaliteitsverandering in de zelfde orde van grootte plaats vindt bij een groeiend deel van de mensheid.

Twee dingen staan hierbij sowieso in de weg. Pessimisme en onrealistisch optimisme dat gelooft dat alle problemen met technische middelen op te lossen zijn. Er is niets minder nodig dan wat de Duitsers zo mooi noemen Umwerting aller Werten, een herwaardering van al onze waarden. (Zij het in andere zin als de bedenker van deze uitdrukking Friedrich Nietzsche bedoelde).

In ons land is een tijd een periode geweest dat er vanuit de overheid veel gesproken werd over normen en waarden. Dat was in twee opzichten opmerkelijk, of eigenlijk maar in één opzicht. Het kwam van de overheid, en daarom misschien ook die merkwaardige volgorde. Want normen zijn afspraken die in een bepaalde groep overeengekomen worden op basis van waarden waar men het in grote lijnen over eens is geworden. De normen komen dus voort uit de ervaren waarden. Nu kunnen overheden (dat wil zeggen de nette soort) zich alleen maar handhaven als ze door een meerderheid gedragen worden. Je kunt van een overheid dus niet verwachten dat ze ver vooruitloopt op wat ‘de mensen in het land’ normaal vinden. En je kan evenmin verwachten dat het stellen van een norm veel bijdraagt tot een andere waardebeleving. Kijk wat er met de tien geboden in de praktijk gebeurt.

Er moet dus iets anders gebeuren. Er moet op een of andere manier een urgent verlangen ontstaan naar veranderingen die een eerlijke, vreedzame en duurzame samenleving mogelijk maakt.

Maar hoe?

De misdeelden van deze wereld zullen zeker voelen voor een eerlijker verdeling van welzijn, en zeker als die op een vreedzame manier tot stand gebracht wordt, De mensen die als ze verstandig leven zich goed kunnen handhaven, zullen naarmate ze het beter hebben al eerder vragen, of en hoeveel zij dan in moeten leveren als we iedereen een kans geven, en degenen die meer hebben dan ze nodig hebben, zullen het minst gecharmeerd zijn van een herverdeling van welzijn.

In de volgende hoofdstukken zal worden getracht de grootste struikelblokken te identificeren en gezocht worden naar het beste aangrijpingspunt om ze op te ruimen zonder daarbij ongelukken te maken.

Page 14: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

13

Hoofdstuk 4

De niet bedenkbare en de wel bedenkbare toekomst

Er zijn veel dingen die wij niet weten over de toekomst, zoals de omvang waarop de wereldbevolking zich uiteindelijk zal stabiliseren. Maar daarnaast zijn er een aantal dingen waar we ons niet eens een voorstelling van kunnen maken.

Een van die laatste is hoe de mensen van de toekomst zich zullen gedragen, welke dingen zij het belangrijkste van hun bestaan vinden.

Om onze oudoom, de Neanderthaler er maar weer eens bij te halen, die zou je niet kunnen uitleggen wat een discussie over het wel of niet subsidiëren van podiumkunsten inhoudt. Hoe prikkelend het ook is om je een verder ontwikkelde mens voor te stellen, daar zijn we nog te jong voor.

We kunnen ons dus beter bezighouden met de zaken die we wel kunnen voorzien.

“De vos weet veel dingen, maar de egel weet één groot ding” is een regel van een Griekse dichter uit de 7e eeuw voor Christus, die onder filosofen bekend is geworden omdat Isaiah Berlin er een essay op baseerde. Wat zou de egel over de toekomst weten? Als hij de streken van een Zen meester had, zou hij natuurlijk geen antwoord geven asl hem daarnaar gevraagd werd, maar zich als een bal oprollen, en de leerling zou dan geacht worden in een flits te begrijpen: Met deze bol moeten we het doen.

Want aangenomen dat we deze planeet niet collectief kunnen verlaten om ons elders te vestigen, dan kunnen we hoog en laag springen, maar we zijn gebonden aan de mogelijkheden die de omvang en de inhoud van onze planeet inclusief dampkring biedt.

En dat betekent eveneens dat wat daarvan per persoon beschikbaar is enerzijds afhangt van het aantal personen waarmee we tegelijkertijd op aarde leven, en anderzijds hoe eerlijk deze bronnen verdeeld zijn of worden. Dit is inderdaad een groot ding. Want we weten van de laatste paar honderd jaar dat de wereldbevolking alleen maar gegroeid is en de neiging heeft steeds sneller te groeien. Nu zijn er optimisten die roepen dat wetenschap en techniek de problemen die hierdoor kunnen ontstaan wel zullen oplossen, maar dit is een soort optimisme dat we beter verdringing kunnen noemen. Want je kunt dit alleen met droge ogen beweren, als je diezelfde ogen sluit voor de klimaatproblemen die die onstuimige groei van technische mogelijkheden sinds de industriële revolutie hebben aangericht.

Hoe komen we hier uit? Er zijn logisch gesproken drie oplossingsrichtingen:

• De bevolkingsgroei moet afnemen of misschien wel veranderen in een bevolkingskrimp.

• We gaan zuiniger met onze bronnen om. • We gaan onze bronnen eerlijk verdelen.

Ga er maar aan staan.

Page 15: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

14

Bij alle drie kan je je afvragen hoe reëel is het is om van de mensen – zo als ze nu zijn – te verwachten dat ze vrijwillig aan deze oplossingen bij gaan dragen. Je kan je ook afvragen of het zou werken als deze dingen van hogerhand opgelegd werden. Zeker als je bedenkt dat hogerhand meestal een onbedwingbaar verlangen heeft herkozen te willen worden, of dat per grondwetswijziging even regelt.

Dus toch richting afgrond? Dat hoeft niet per se. Want een en ander hoeft niet allemaal deze week nog geregeld te worden. En we hebben één ding mee: de menselijke geest. Niet alleen zijn groeiende kennis, maar ook zijn groeiende wijsheid en zijn groeiende moraal.

Nu zul je, als je dit laatste beweert ongetwijfeld van veel mensen onmiddellijk een repliek krijgen in de trant van: “Kijk eens om je heen man, kijk je nooit naar het nieuws?” En vaak zul je gewezen worden op de ten hemelschreiende mensenrechtenschendingen die overal in de wereld plaatsvinden.

En die mensen verzinnen dat niet natuurlijk, maar wat ze niet beseffen is dat het feit dat we over mensenrechtenschendingen spreken al wijst op een vooruitgang van de moraal. Vroeger vonden wij Europeanen het ook normaal om een veroveringsoorlog te voeren. Al willen we dat graag wegmoffelen. Op 14 mei 2015 de dag dat onder andere het bombardement op Rotterdam herdacht werd, werd ook de Karel de Grote prijs uitgereikt. Deze prijs wordt toegekend aan een persoon die zich op een bijzondere wijze heeft ingespannen voor de eenwording van Europa. Nu hield de aanstichter van dat bombardement zich op zijn bijzondere wijze ook bezig met de eenwording van Europa, en wel onder één leider. Karel de Grote had daar ogenschijnlijk een nobeler motief voor: één rijk, één geloof. Hij schuwde daar echter evenmin het geweld bij. In 782 liet hij meer dan vierduizend gevangen genomen Saksen die zich niet tot het Christendom wilden laten bekeren het hoofd afslaan. Methode IS zou je kunnen zeggen.

Geen vooruitgang dus? De groei van het besef van mensenrechten verloopt dus niet overal in het zelfde tempo. Net zoals in een rivier het water globaal van hoog naar laag loopt, maakt de rivier soms omwegen en stroomt het water aan de oevers trager dan in het midden en in kolkingen zelfs tijdelijk stroomopwaarts.

Of je als optimist of als pessimist naar deze dingen kijkt is niet alleen een kwestie van persoonlijk temperament, maar hangt vooral af van de objectiviteit waarmee je de voorbeelden kiest waarop je je oordeel over de mensheid baseert. Maar daarnaast ook in belangrijke mate van de tijdsspanne waaruit je je voorbeelden haalt. Als je niet alleen de tegenslagen aanhaalt en je niet alleen fixeert op de actuele gebeurtenissen, dan zal iedereen moeten toegeven dat we ons grosso modo steeds menselijker gaan gedragen, of op zijn minst steeds beter weten dat we dat zullen moeten doen. Pessimisme is dus met een rationele therapie te genezen. Optimisme hoeft niet genezen te worden, want het is geen ziekte, maar juist een levensvoorwaarde, of beter gezegd een overlevensvoorwaarde.

OK het gaat niet zo snel als wij willen. Maar we mogen ook niet verwachten, dat uitgerekend in ons leven de hemel op aarde tot stand gebracht zal worden. Maar dat is nu juist het mooie

Page 16: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

15

van onze sterfelijkheid: Dat we afgelost zullen worden door nieuwe jonge mensen die met hun bruisende energie verder zullen gaan, kennis nemend van – en misschien ook wel gebruikmakend van – wat hun voorgangers al hebben uitgevonden over wat wel en wat niet werkt. En misschien zit daar zelfs wel iets bij wat jij hebt toegevoegd.

Ook hier helt het advies van Spinoza om vanuit het perspectief van de eeuwigheid naar het leven (waaronder ook jouw leven) te kijken.

Wat nu zou de bereidheid van de mensen – zo als ze nu zijn – om zichzelf beperkingen op te leggen ten gunste van een gemeenschappelijk doel of zelfs ten gunste van een nog niet bestaande generatie kunnen vergroten?

Wat zeker zal helpen is het erkennen van de noodzaak van die beperkingen. Maar het is garantie dat dit direct tot een gedragsverandering leidt. Veel mensen realiseren zich wel dat ze ‘eigenlijk’ minder zouden moeten eten of drinken of roken, maar veranderen hun gedrag niet of niet blijvend.

Het is echter wel mogelijk dat op langere termijn zoveel mensen overtuigd kunnen worden van de onwenselijkheid van een bepaald gebruik dat mensen al niet beginnen aan dat gedrag of een overheid het zich permitteert om beperkende maatregelen in te voeren, zoals het terugdringen van plaatsen waar gerookt mag worden of de leeftijd waarop drank aangeschaft mag worden of het afdwingen van informatie over bestanddelen van voedingsmiddelen, zonder dat daar politieke verliezen mee worden geleden.

In die gevallen begint de verandering dus bij het inzicht. En inzicht is iets wat woont in mensen, niet in instituties. Kant, die hier al eerder opgevoerd wordt, zegt dat onze moraal ook ontstaat om dat wij met rede begiftigde wezens zijn. Nu is die redelijkheid zoals bekend ongelijk verdeeld over de mensen en zeker ongelijk verdeeld over de mensen die ons vertegenwoordigen en besturen. Het is dus zaak dat er een voldoende grote meerderheid ontstaat die van een bepaald principe van redelijkheid overtuigd raakt, dan gaat de rest wel mee.

De snelheid waarmee dit gebeurt, zal daarbij afhangen van de omvang en de urgentie van de dreiging. Die snelheid lijkt momenteel toe te nemen. Of dit een blijvend verschijnsel is, valt nog te bezien, maar nu zien mensen in hun eigen leven duidelijke veranderingen van opvatting en gedrag, die voorheen generaties lang vast lagen.

Voorbeelden zijn de toenemende tolerantie voor van het rekenkundig gemiddelde afwijkende gedrag, en het toenemend milieubewustzijn.

Wat echter niet te voorspellen is, is of dit voldoende zal zijn.

Laten we nog eens kijken, naar die drie oplossingsinrichtingen.

Regulering van de bevolkingsomvang, is een moeilijk punt omdat de effectuering daarvan afhankelijk is van persoonlijk gedrag, als je draconische overheidsmaatregelen uitsluit.

Veel zal al gewone zijn als geboorteregeling op gezinsniveau niet verhinderd wordt door ideologische opvattingen en sociale wantoestanden als armoede en onwetendheid.

Page 17: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

16

Het zuiniger omgaan met bronnen, dat wil zeggen energie, het ecosysteem en grondstoffen valt maar ten dele in het bereik van de eindgebruiker. Niet iedereen heeft het geschikte dak of inkomen om op zonne-energie over te gaan en is dus afhankelijk van wat leveranciers ter plaatse aanbieden. Wat dat betreft heeft een milieubewuste Duitser momenteel meer mogelijkheden dan een milieubewuste Fransman, ook al schijnt er misschien meer zon in het laatstgenoemde land.

Het meest cruciale punt is echter dat van de verdeling van de bronnen. Je hoeft geen zwartkijker te zijn om te verwachten dat wanneer er door klimaatveranderingen in delen van de wereld een te kort aan water ontstaat en aangrenzende landen wel over water beschikken en van dit gegeven misbruik maken, dit tot oorlog kan leiden.

Het zelfde zou met grote verschillen in de aanwezigheid van voedsel of brandstof het geval kunnen zijn. En omdat groei van het aantal gebruikers bij gelijkblijvend of achterblijvend aanbod vroeg of laat tot een situatie van grote tekorten moet leiden, hebben we het niet over een hypothetische situatie maar een reëel vooruitzicht waarvan we alleen de datum van intreding nog niet exact kunnen vaststellen, omdat er nog wat vindingen in de pijplijn kunnen zitten die het uur U kunnen uitstellen.

Het is dan ook niet zo zeer een kwestie van kiezen of delen, maar het enige wat te kiezen

valt is de beste methode om te delen!

Delen is echter niet eenvoudig. Verdelen klinkt neutraal en kan ook zonder problemen geschieden als dat gene dat verdeeld wordt daarvoor niet aan iemand toebehoorde. Maar herverdelen is een andere zaak.

Stel dat een aantal mensen gezamenlijk iets ondernemen. Ze kopen samen grondstoffen, maken daar iets moois of nuttigs mee, en verkopen die dingen vervolgens. Dat levert winst op en die verdelen ze gelijkelijk. Geen enkel probleem, is zelfs vooraf geen enkele afspraak voor nodig geweest.

Ander geval: Zelfde situatie, alleen een van de deelnemers heeft andere dingen te doen en kan daardoor veel minder aan de werkzaamheden bijdragen. Dan zal iedereen er mee kunnen instemmen dat deze persoon dan ook minder in de winst deelt. Hoeveel minder kan nog wel lastig te berekenen zijn.

Nu kan het ook dat één van de leden van het samenwerkingsverband zegt. ‘Ja hoor eens even, het was allemaal mijn idee, en ik heb het ontwerp voor dat ding gemaakt, en dat is een belangrijke reden dat dat ding zo goed verkoopt. Ik zou het dus niet onredelijk vinden dat ik een groter aandeel in de opbrengst uitgekeerd krijg’. Daar begint het al lastig te worden. Want een andere participant kan dan reageren met ‘Ja hallo, als jij met die cirkelzaag aan de gang had gemoeten, had je nu al geen vingers meer over gehad om ontwerpen te schetsen, dus wees maar blij dat ik je daarvoor behoed heb.

Zulke conflicten zullen zich niet voordoen als twee kinderen uit een gezin samen kersen plukken in hun tuin en daar jam van maken die op een tafeltje voor de deur gezet wordt.

Want hoewel cynici wel opgemerkt hebben dat de stelling dat het zaliger is te geven dan te ontvangen alleen maar wordt onderschreven door boksers, is het wel degelijk zo dat dit wel

Page 18: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

17

degelijk opgaat als je iets geeft aan mensen waar je (en die uitdrukking is niet voor niets zo) om geeft.

Er is dus duidelijk een relatie tot het gemak waarmee je deelt en de band met degene met wie je deelt. Je naaste lief te hebben gelijk je zelve, is dus nog wel te doen, als je naaste bijvoorbeeld je naaste bloedverwant is of je geliefde. Je beste vrienden mogen zich ook nog in je ruimhartigheid verhogen en een stel andere mensen die je best aardig vindt. Met onbekenden wordt het al wat minder en dit geldt ook voor mensen die je wel kent, maar voornamelijk omdat ze altijd hun fiets tegen jouw raam zetten.

Nu werkt dit voor de een anders dan voor de ander. Er zijn mensen die, als je ze vraagt wat het tegengestelde van geven is, krijgen of ontvangen zullen zeggen. Er zullen ook mensen zijn die als tegengestelde van geven nemen zien. Mensen die zich thuis voelen in een partij die als motto ‘Eigen volk eerst’ voert. Die het land dicht willen spijkeren voor mensen die niet precies zijn zoals wij.

Er is ook een grote innerlijke ongelijkheid onder de mensen.

Hoe komt het, dat onze toenemende onderlinge afhankelijkheid binnen een samenleving, niet geleid heeft tot een even sterk toenemende onderlinge betrokkenheid?

Dit is een vraag waar sociologen waarschijnlijk een beter antwoord op kunnen geven, maar ook zonder die kennis kan je wel bedenken dat de vervreemding die gepaard is gegaan met urbanisatie en industrialisering de afstand tot degene die iets doet waar jij baat bij hebt steeds groter heeft gemaakt. Je haalt de melk voor je kind niet meer bij de boer verderop. Laat staan dat je de koe die de melk voor jouw kind geeft (en die toevallig ook door de boer Klara is genoemd) bijna dagelijks in de wei ziet lopen.

Het is niet alleen een kwestie van afstand die betrokkenheid in de weg staat het is het wegvallen van wederzijdsheid. Jij bent meer afhankelijk geworden van je leverancier dan de leverancier van jou. Er is een machtsverschil ontstaan dat doorlopend groter wordt en dat uiteindelijk dicteert wat jij wel en niet kunt afnemen. Dat machtsverschil is ontstaan om dat de bronnen voor een steeds groter deel in handen zijn gekomen van een relatief klein aantal ondernemingen.

Deze ondernemingen hebben als doel zichzelf in stand te houden en zo mogelijk te versterken en daarbij hun winst en hun toekomstige winst te handhaven en zo mogelijk te vergroten. Uiteraard beroepen ze zich daarbij op hun essentiële maatschappelijke functie. Zoals het scheppen van werkgelegenheid en het verwennen van de consument met prachtige gelukkig makende producten. (En de overheid dient natuurlijk te begrijpen dat zij dit alleen maar kunnen doen in een vestigingsvriendelijk klimaat).

Page 19: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

18

Hoe kan je in een dergelijke situatie nu komen naar een stabiele toestand van een rechtvaardige verdeling van bronnen en productiemiddelen, die rekening houdt met de uitputtelijkheid1 van de natuurlijke bronnen.

Om die maatschappelijke omwenteling – want minder is het niet – mogelijk te maken, zullen er een aantal ogenschijnlijk onaantastbare uitgangspunten eens goed bekeken moeten worden en zal er nagegaan moeten worden of we daar niet is beters voor kunnen bedenken. Jazeker is dit ambitieus. Maar zoals al eerder gezegd, het hoeft niet deze week af, en er zijn heleboel slimmere mensen die hierover mee kunnen denken. De eerste kandidaat voor nadere analyse is het idee dat er zoiets bestaat als een natuurlijk recht op persoonlijk eigendom.2 Hoe zijn we hier aan gekomen? En hoort dit begrip eigenlijk wel in het rijtje van mensenrechten thuis?

Hierover gaan de volgende twee hoofdstukken.

1 Dat bij het schrijven van deze tekst het de spellingscontrolefunctie van het tekstverwerkingsprogramma het woord uitputtelijkheid als niet bestaand aanmerkt, is veel betekenend. Bedoelde ik misschien gewoon onuitputtelijkheid? Gelukkig biedt het programma de mogelijkheid een woord aan de vocabulaire toe te voegen, wat bij deze dus gedaan is. 2 De Nederlandse taal kent het woord eigendom in twee betekenissen. Of eigenlijk zijn er twee woorden die je allebei schrijft als eigendom: Namelijk de eigendom en het eigendom. Als je een huis koopt en de notaris heeft de koopakte verleden, dan is dat huis daarmee het eigendom van de koper geworden. De eigendom van het huis van het huis van het huis is hiermee overgegaan van de verkoper naar de koper. In dit boek wordt zo veel gestreefd naar het gebruik van spreektaal, dus met dat de en het kan het wellicht wel eens mis gaan.

Page 20: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

19

Hoofdstuk 5.

De lemen voeten van het liberalisme

In 1973 verscheen een boekje dat (conform de toenmalige spellingsregels) “De demokratisering van het geluk” heette. Het kreeg vriendelijke recensies en slechte verkoopcijfers. In dit boekje werd (bijna onontkoombaar) verwezen naar de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring en met name de tweede alinea, die begint met: We hold these

truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their

Creator with certain unalienable Rights, that among these are Life, Liberty and the pursuit of

Happiness. Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend, dat alle mensen als gelijken worden

geschapen, dat zij door hun schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd, dat

zich daaronder bevinden het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk.

Een belangrijke tekst, en het zou mooi zijn als de leiders van sommige Amerikaanse instituten deze tekst nog eens nalazen en ontdekten dat er verdikkeme staat dat alle mensen met onvervreemdbare rechten uitgerust zijn en niet alleen US citizens.

De opstellers van de onafhankelijkheidsverklaring stoelden hun opvattingen op de filosofen van de Verlichting en in het noemen van het nastreven van geluk in één adem met leven en vrijheid heeft waarschijnlijk het werk van de Ierse filosoof Francis Hutcheson een rol gespeeld, voor wie ethiek inhoudt het streven naar “the greatest happiness for the greatest

number”. Een uitspraak waarmee hij vooruitloopt op Bentham die meestal als de grondlegger genoemd wordt van dit idee, dat bekend staat als utilitarisme.

Page 21: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

20

Page 22: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

21

Die verlichtingsfilosofen en met name degenen die zich met de rol van de staat hebben beziggehouden spelen een grote rol in het denken van latere beoefenaars van de politieke filosofie en het is vooral de bron waaruit de grondleggers en verdedigers van het liberalisme graag drinken. Hier dient opgemerkt te worden dat de woorden liberaal en liberalisme hier gebruikt worden in de Europese betekenis van het woord en niet in de betekenis van linkse losbandigheid die veel Amerikanen aan ‘liberals’ toeschrijven. Wat wel opvalt, is dat de latere politieke filosofen (van de 20ste eeuw) minder over dat geluk spreken maar bij het opsommen van grondrechten veel nadruk leggen op het door Locke geïntroduceerde en door andere Verlichtingsfilosofen overgenomen recht op individuele eigendom. En in hun geschriften worden die grondrechten vaak als natuurlijke rechten betiteld.

Mag dat wel, natuurlijke rechten als lemen voeten omschrijven? Natuurlijk mag dat, als je dat met een logische redenering rechtvaardigen kunt. We hold these truths to be self-evident, heet het, Wij beschouwen deze waarheden als

vanzelfsprekend. Iets vanzelfsprekend noemen is een deftige manier om te zeggen ‘dat is nu eenmaal zo’, wat ongeveer neer komt op: ‘dat hoef ik niet bewijzen, en vaak zit daar achter dat de spreker ook het nu zou kunnen bewijzen. Maar zo makkelijk gaat het hier niet. Blijkbaar voelden de Founding Fathers en de meeste filosofen uit die tijd dat ook wel aan, want ze voegden er meestal aan toe dat die dingen die vanzelfsprekend zijn dat waren omdat het geschenken van hun (en volgens hen ook uw) schepper waren. Nu kan je de schepper van alles in de schoenen schuiven en daar kom je in een sharia samenleving of ander theocratisch regime misschien nog wel mee weg, maar in een democratisch stelsel, kan je je toch moeilijk baseren op een van de vele interpretaties van de bedoelingen van een veronderstelde schepper. Goed, laten we die schepper even buiten beschouwing, hoe kom je dan weg met vanzelfsprekende waarheden? Van zelf sprekend? Een soort onzichtbare autonome luidsprekertjes die ons de ganse dag de waarheid zeiden? In sommige beroepen zou dit als een hel op aarde worden ervaren, vrees ik. Laten we de schepper wel toe in ons verhaal, dan kan je je afvragen, had die schepper ook niet bepaalde verwachtingen van zijn schepselen? Zouden we dan misschien ook niet moeten spreken van natuurlijke plichten? Het lijkt me duidelijk dat aan de basis van de filosofie van het liberalisme een aantal met de hand geplukte uitgangspunten staan die geen enkele redelijke onderbouwing hebben.

Maar is het überhaupt mogelijk om rechten te onderbouwen? Er worden daar tegenwoordig in elk geval al pogingen toe gedaan. En in een volgend hoofdstuk zal daar een poging aan toegevoegd worden. Maar laten we nu even bij het liberalisme blijven, veruit de populairste politieke stroming onder ondernemers en de aanhangers van de huidige economische ordening.

De eenvoudigste manier om recht te definiëren is te zeggen: recht is wat in de wet staat. Maar daar schiet je niets mee op want dat vertelt je nog niet wat er in die wet staat of liever gezegd zou moeten staan. En als je die vraag probeert te beantwoorden, kom je altijd uit bij moraal en ethiek. Als je gelovig bent zal je daarbij een openbaring als de voornaamste bron beschouwen,

Page 23: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

22

maar zelfs Thomas van Aquino stelde dat er naast een eeuwige wet (van goddelijke oorsprong) ook nog een natuurlijke wet en een menselijke wet op ons van toepassing is.

Dat laatste probeerde John Rawls (1921-2002) die in de 20ste eeuw de politieke filosofie weer leven inblies weer op de agenda te zetten met zijn opvatting van ‘justice as fairness’ en in het algemeen voor een socialer liberalisme pleitte, waarin wel plaats was voor ongelijkheid in economisch opzicht mits dat verschil ook ten goede zou komen van de minstbedeelden.

Dit ging echter zijn critici al te ver en zij beriepen zich op John Locke die een soort oertoestand schetste, waarin de mensen zich een deel van alles wat de schepper aan de mensheid geschonken had in de vorm van de natuur konden toe-eigenen door, zoals hij dat formuleerde, hun arbeid te mengen met de natuur. De simpele handeling van het plukken van een appel van een ergens in het wild groeiende appelboom, maakte jouw de rechthebbende exclusieve eigenaar van die appel, omdat jij de inspanning van het plukken had opgebracht.

OK, valt nog iets voor te zeggen. Iets verder gaat het idee dat je op een stuk land komt, dat van niemand hoort, en je gaat dat bewerken. Gevolg: het stuk grond is nu van jou. Kost al wat meer moeite. Land wat van niemand is? Stel dat daar mensen woonden die nog niet in termen van grondbezit dachten? Maar goed, laten we dit even buiten beschouwing laten, en echt onbewoond en onbewerkt stukje land verondersteld. Je ploegt, zaait en oogst daar de rest van je leven en onderhoud daar je gezin mee en verkoopt of ruilt misschien ook nog een deel van je opbrengst. Zullen al je nakomelingen dan ook voor een deel eigenaar zijn, ook als ze er nooit een hand naar hebben uitgestoken?

Trouwens, wat heb je aan dit soort theorieën als elk stukje aarde al in het kadaster vermeld staat met een eigenaar? Nozick, een van de meest uitgesproken criticasters van Rawls’ sociale liberalisme poneert een rechtvaardigingsprincipe voor privé-eigendom dat berust op drie vereisten: rechtmatige verwerving, rechtmatige overdracht, en een mechanisme om tekortkomingen in de voorgaande twee te herstellen.

Het vervelende is echter, dat zowel in de theorie van Nozick als in de huidige economische en politieke praktijk die dingen niet uitgewerkt noch toegepast zijn of worden. De rechtmatig verwerving volgens de theorie sowieso al niet omdat er nauwelijks nog natuurlijke bronnen zijn die vrij van eigendom zijn, en de rechtvaardige overdracht niet omdat vererving al helemaal niet strookt met de initiële eis van arbeid die tot bezit leidt. Kortom, kaartenhuis.

Het beginsel van Rawls dat hoe die eigendommen ook verkregen zijn, eigendomsverschillen gerechtvaardigd zijn als die in het voordeel van de minstbedeelden werken, zien we in populaire uiteenzettingen vaak verpakt in een verhaal over het verdelen van een koek. Het komt er op neer dat de grootkoekbezitters er door hun ondernemingsgeest en hun deskundigheid en bereidheid risico’s te nemen die koek laten groeien en dat daardoor iedereen, ook de kruimelhouders er op vooruitgaan. Dat is een mooie gedachte, zij het dan dat in de praktijk de kruimelhouders er (zelfs percentueel) vrijwel altijd minder op vooruit gaan dan de grootkoekbezitters. Waar niet over gepraat wordt, is dat een belangrijke oorzaak van de groei van de koek de factor arbeid is.

Page 24: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

23

Wat ook niet vermeld wordt in het verhaal, is dat wie een groot deel van de koek bezit ook de meeste macht heeft en kan bepalen hoe de koek verdeeld wordt, en dat als die grootkoekbezitters in meerdere landen opereren fiscale en wettelijke controle bijzonder moeilijk is. Dat naarmate de parten van de koek groeien monopolies en handelsverdragen de uitdrukking vrije markt een steeds grotere leugen doen worden.

Hoewel corruptie fraude en kartelvorming met steeds grotere regelmatigheid aan het licht komen, moet je toch constateren dat een groot gedeelte van handel en productie volgens nationale en internationale regels plaatsvinden. Dat wil zeggen dat uitbuiting door middel van hongerlonen en lage grondstoffenprijzen legaal zijn. En hieruit blijkt dat rechtmatigheid en rechtvaardigheid twee verschillende dingen zijn.

Hier vinden wij het normaal, ja zelfs noodzakelijk dat een kind naar school gaat. (Al zullen sommige kinderen het daar misschien niet altijd mee eens zijn). Kinderarbeid vinden we daarom moreel verwerpelijk. Niettemin was in de 19e eeuw kinderarbeid in ons land heel gewoon. Totdat de liberale(!) politicus Van Houten in 1874 een wet indiende ‘houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarloozing van kinderen’. Wat niet wegnam dat kinderarbeid toch bleef doorgaan omdat er weinig controle op werd uitgeoefend. Huishoudelijke arbeid en veldarbeid vielen sowieso al niet onder het verbod en kinderen van boven de twaalf jaar mochten wel te werk gesteld worden. Pas de invoering van de algemene leerplicht van 6 tot 12 jaar in 1900 bracht hierin verandering.

Dit voorbeeld illustreert duidelijk dat ons gevoel van rechtvaardigheid aan ontwikkeling onderhevig is. En dat houdt in dat het dat je daar in de politieke filosofie rekening mee moet houden. Een filosofie die dit niet doet is een ondeugdelijke filosofie en een politieke stroming die zich baseert op een ondeugdelijke filosofie is een ondeugdelijke politieke stroming. Politiek is een activiteit die dient om de dynamiek van een samenleving in een optimale vorm van rechtvaardigheid te laten resulteren. Je kunt daarom niet volstaan om terug te grijpen op gedachteconstructies die in de Verlichting werden geformuleerd over de oer toestand en het gedrag van de daarin levende mens. Die mens hebben we achter ons gelaten. Wij moeten voortdurend beseffen dat wij een tussenstadium zijn in een evolutionair proces dat leidt naar de sociale mens. Het is trouwens niet alleen in de politieke filosofie waar dit inzicht ontbreekt.

Waarom heet het eigenlijk liberalisme?

Het woord liberalisme is gebaseerde op het Latijnse woord voor vrijheid: libertas. Liberalisme is dus te vertalen met vrijheidsliefde, vrijzinnigheid of zelfs vrijheidsstrijd. Het is een populaire term onder oprichters van politieke partijen. Wat voor partijen er dan ontstaan hangt af van het soort vrijheid dat men beoogt en wat voor middelen men wil gebruiken om die vrijheid te bewerkstelligen.

Nederlandse fietsers die in Duitsland komen kunnen daar op een bord stuiten waarop een fiets wordt afgebeeld met het woord Frei er naast. Bedoelen ze hier mee vrij zoals wij dat gebruiken in ‘autovrije zondag’? Of bedoelden ze vrije toegang voor fietsen? Het blijkt het laatste te zijn. Die twee opvattingen van vrijheid zijn door Isaiah Berlin beschreven als negatieve vrijheid en positieve vrijheid, waarbij negatieve vrijheid bestaat uit het vrij zijn of bevrijd zijn van iets en positieve vrijheid de vrijheid is tot iets. Dat is nog al een verschil, en dat betekent dat je onder de vlag van vrijheid alle kanten op kan. En je hoeft maar de beginselprogramma’s van twee politieke partijen die het woord vrijheid in hun naam hebben te bekijken om te zien wat vrijheid allemaal vermag.

Page 25: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

24

En zo geschakeerd als het gebruik van het woord vrijheid is, is ook het palet van liberale stromingen.

Maar over welk soort vrijheid hebben de Urheber van het liberalisme het nu. Het is dan gebruikelijk om terug te grijpen op John Locke maar soms gaat men nog verder terug te weten tot Thomas Hobbes, die zijn ideeën over de staat als noodzakelijk kwaad ontwikkeld op grond van een door hem geschilderde oer toestand waarin iedereen in oorlog is met iedereen, je dus altijd gevaar loopt en hij omschrijft het leven als ‘solitary, poore, nasty,

brutish, and short’. Dan is het nog beter vindt hij om te leven onder een heerser die een geweldsmonopolie heeft en zich daardoor kan opwerpen als beslechter van geschillen.

De bewoners van de vrijbuitersstaat leveren hierbij een deel van vrijheid in (te weten die om elkaar te beroven en de koppen in te slaan) en krijgen daar een zekere mate van veiligheid voor terug.

Dit is een interessant gegeven, want die uitruil van individuele vrijheid tegen maatschappelijke zekerheid is iets wat in heel veel praktische politieke tot op de dag van vandaag een rol speelt. Of het nu gaat om de vraag hoeveel je van je verdiende geld inlevert aan de fiscus of om de vraag tot hoever een overheid zijn burgers mag bespieden. En je zou dus kunnen zeggen dat Hobbes als een soort proto-liberaal een vorm van negatieve vrijheid op het oog had. Dat persoonlijke belang en de afscherming daarvan ten opzicht van de rest is een thema wat altijd in het liberalisme een rol is blijven spelen. Individuele vrijheid is een woord wat vaak in de mond genomen wordt, al laat men er als de eeuwen voorbij gaan steeds vaker op volgen dat dit natuurlijk niet de vrijheid van een ander mag beperken.

Het is goed zo’n uitspraak vanuit het perspectief van Isaiah Berlin te bezien. Die individuele vrijheid (ook vaak in een adem genoemd met individuele ontplooiing) is een positieve vrijheid. Een vrijheid tot, alleen begrenst door de aantasting van die vrijheid van iemand anders, door de negatieve vrijheid van de ander dus.

Dit ligt wel ver af van dat begrip van Hutcheson waarmee we begonnen, ‘the greatest happiness for the greatest number’, maar waarin de rechten van een individu dat door geboorte of een ndere omstandigheid buiten eigen schuld tot ’the smallest number’ behoort onder het vloerkleed zijn verdwenen.

Page 26: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

25

Hoofdstuk 6

Een ecologie van rechten

Hiervoor werd getwijfeld aan de logische fundering van een aantal grondrechten die in de politieke filosofie als uitgangspunt gelden voor het huidige liberalisme. Die twijfel moet echter op een daarvoor gelegen niveau al beginnen, omdat, wanneer je wilt discussiëren over een rechtvaardige samenleving, je moet nadenken wat rechten precies zijn.

• Wat we eigenlijk onder rechten verstaan • Waar rechten vandaan komen • Op welke gronden je rechten hebt • Bij wie je ze kunt opeisen • En welke voorwaarden er eventueel aan verbonden zijn om op die rechten aanspraak

te maken.

Veel van die vragen zijn volgens mij niet beantwoord wanneer er gesproken wordt over die grondrechten waar met name de liberale politieke filosofen op voortbouwen.

In het vorige hoofdstuk werd de Onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten in oprichting al aangehaald, waarin de opstellers ‘self-evident truths’ vanzelfsprekende waarheden opvoeren: Namelijk dat alle mensen gelijk geschapen zijn en dat ze door hun schepper zijn uitgerust met een aantal onvervreemdbare rechten, en dat daar toe behoren leven, vrijheid en het nastreven van geluk.

Dat de verlichte politieke denkers destijds toch nog een en ander aan hun schepper toeschreven, kan je begrijpen als een politieke levensverzekering. Toen de Verlichting echter voortschreed en een aantal filosofen voorzichtig als atheïst of als maar-een-beetje-theïst uit de kast durfden te komen, bleven een aantal van die grondrechten een gelegitimeerd leven leidden al was hun bron niet langer geldig als ontstaansreden. Niet helemaal onbegrijpelijk. Als een aantal grote geesten je uitrusten met een aantal eigenschappen en mogelijkheden die voor het gevoel heel behaaglijk aankomen, moet je wel tamelijk rechtlijnig zijn om daar moeilijk over te gaan doen. Dat is zo’n beetje hetzelfde als tegen die man die met een overdreven bos bloemen en een cheque van vier ton van de Postcodeloterij aan de deur komt te zeggen, “Sorry, u vergist u, ik

heb helemaal niet meegedaan met uw loterij.” Als het, zoals hier, over fundamentele kwesties als mensenrechten gaat kan je echter niet rechtlijnig genoeg zijn.

Als we het hebben over rechten in de zin zoals we bedoelen in 'de rechten van de mens' dan hebben we het over een idee dat in een bepaalde samenleving is ontstaan over zaken waarop mensen aanspraak kunnen maken. In de loop van de geschiedenis zijn er meerdere documenten opgesteld waarin de grondrechten van mensen werden geformuleerd. Aanvankelijk hadden die betrekken op de burgers van een bepaald land, maar in 1948 werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aangenomen.

Dat Universele wijst er op dat dit ging over alle mensen. Maar in de vele uitwerkingen van deze verklaring in verdragen worden er toch wel beperkingen tot bepaalde groepen mensen geaccepteerd. Zo zal men het recht om een eigen regering te kiezen vertalen in een stemrecht

Page 27: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

26

voor personen vanaf een bepaalde leeftijd. En zal men een verbod om alcoholhoudende dranken te verkopen aan kinderen niet zien als een inperkingen van mensenrechten. Ook worden mensen die niet als handelingsbekwaam worden beschouwd bepaalde rechten onthouden.

Het is dus niet zo eenvoudig als te zeggen 'iedereen mag alles' of op zijn minst 'iedereen mag hetzelfde'. Het idee 'iedereen mag alles' gaat sowieso al niet op, omdat onze rechten, de zaken dus waarop wij aanspraak zouden moeten mogen maken, niet alleen bestaan uit zaken die voor iedereen beschikbaar zouden moeten zijn, maar ook uit zaken waarvan iedereen verschoond zou moeten blijven.

Maar hoe stellen we nu op een eerlijke en logisch navolgbare wijze vast welke rechten op het kunnen beschikken over - en gevrijwaard blijven van - we kunnen doen gelden.

Wat alle formuleringen van mensenrechten gemeen hebben is dat er doorlopend gesproken wordt over ‘alle mensen’ of ‘iedere burger’ Er ligt dus een gelijkheidsbeginsel ten grondslag aan het rechtsidee. Het lijkt daarom niet onlogisch om gelijkheid als basis voor rechtgelijkheid te kiezen.

Waarin nu zijn alle mensen gelijk? In het feit dat ze leven. Maar tegelijk ook in het feit dat dat leven ze toegevallen is, zonder dat ze daarvoor iets hebben moeten doen. Dat het dus onvoorwaardelijk aan ieder mens verbonden is. Niemand kan er vooraf een recht op doen gelden om het verkrijgen, omdat de simpele reden, dat er pas sprake is van iemand als dat leven begint. Een grotere gelijkheid is niet denkbaar, en dientengevolge kan geen enkel mens meer aanspraak maken op het verkregen leven dan welk ander. We hebben dus niet een recht op het krijgen van een leven, maar wel een gelijk recht op het behouden van dat leven tijdens de natuurlijke duur ervan.

Als je iemand de vraag stelt ‘heb jij recht op leven?’ dan zal het antwoord in eerste instantie meestal ja zijn. Dat is wel begrijpelijk, want je stelt die vraag aan iemand die al leeft. De persoon aan wie de vraag gesteld wordt zal deze dan ook opvatten als ‘vind je dat je het recht

hebt om in leven te blijven?’ en ook hierop zullen de meeste mensen zoiets zeggen als , ‘voorlopig wel, ja’. Het is natuurlijk niet mogelijk die vraag te stellen aan een nog niet-levend persoon, omdat de persoon pas ontstaat als het leven daar is en we mogen dus concluderen dat rechten ontstaan waar personen ten tonele verschijnen. En we hebben het over een persoon zodra een levensvorm zich van zich zelf bewust is. Zodra er leven is in een vorm die zich van dat leven bewust is, zodra er dus sprake is van een van zich zelf bewuste levensvorm en niet van bijvoorbeeld een pantoffeldiertje, zal er bij die levensvorm een gevoel ontstaan dat hij er recht op heeft in leven te blijven zo lang het leven natuurlijkerwijze strekt. Weinig mensen zullen menen dat ze recht hebben op een eeuwig leven, althans niet in de aardse biologische vorm.

Wat we weten is dat het leven er sinds lange tijd is en dat twee belangrijke kenmerken er van zijn dat het zich zelf vermeerdert, dat die vermeerdering tot het ontstaan van meerdere vormen leidt, dat het bestaan van leven in een bepaald exemplaar tijdelijk is, en dat mettertijd een vorm van bewustzijn is ontstaan in de levende wezens.

Page 28: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

27

Dat bewustzijn is bij de levensvorm mens ontwikkeld tot een zelfbewustzijn dat zich nog verder vult en vormt nadat het bestaan als levend wezen begonnen is. Mede dank zij de ontwikkeling van dat bewustzijn en via kennis die tijdens het leven wordt opgedaan en dankzij het geheugen toegankelijk blijft, kan het levende wezen zich bekwamen om het leven zo lang mogelijk te behouden. Nu is dat leven iets waar een nieuwgeborene niet om gevraagd heeft. Dat is logisch, wie niet bestaat kan niets vragen. Het leven valt je dus toe. Je leest wel eens de tekst dat ‘een moeder het leven schonk aan een gezonde zoon of dochter’ maar dat is een vorm van romantisch taalgebruik: Noch bij de bevalling noch bij de conceptie (zelfs wanneer dit in een Petrischaaltje gebeurt) wordt leven geschonken, hooguit gehoopt dat het doorgegeven wordt. In plaats van een eigenschap die aan een bepaalde hoeveelheid stof is toegevallen, zou je dus ook kunnen zeggen dat het leven een gegeven is. Niet in de zin van iets wat door een gever aan een ontvanger is overhandigd, maar een gegeven zoals je zegt dat het een gegeven is dat er even en oneven getallen zijn of dat er links – en rechtsdraaiend melkzuur bestaat.

Nu zou je het volgende kunnen concluderen: Op iets dat zonder voorwaarden vooraf aan ieder levend wezen op dezelfde wijze en in

dezelfde mate toevalt, kan logischerwijs de een niet meer of minder aanspraak maken

dan de ander.

(Laten we dit de gelijkheidsstelling noemen) En uit deze stelling vloeit zowel een fundamenteel gelijkheidsargument, en een bepaald rechtsargument voort.

Wat dat eerste argument betreft, die gelijkheid heeft vooralsnog alleen betrekking op onze relatie als persoon tot het verschijnsel leven. Je kunt niet op grond hiervan zeggen dat alle mensen gelijk zijn, maar wel dat ze in zoverre gelijk zijn dat ze het in leven zijn gemeen hebben en dat ze dat leven hebben verkregen los van welke voorwaarde of verplichting achteraf dan ook. Wat het rechtsargument betreft, dit ontstaat vanuit de gelijkheidsstelling en slaat ook niet op het mogen verkrijgen van dat leven, maar op het behoud daarvan binnen de natuurlijke duur. Wat gelijkelijk verkregen is, zal ook gelijkelijk behouden blijven.

In filosofische zin zou het grondrechtsbeginsel dus kunnen luiden.

Ieder (bewust) levend wezen heeft voor de natuurlijke duur ervan recht op het in stand

houden van dat leven.

Waarom staat hier nu bewust tussen haakjes? Omdat de vraag of het hier ook over ongeboren leven, of het leven van dieren en planten gaat een aparte discussie verdient.

Als deze redenering klopt, dan zou dat verstrekkende gevolgen hebben. Immers geen enkel individu is in staat – in het huidige ontwikkelingsstadium van zowel de mens als de maatschappij – voort te bestaan zonder gebruik te maken van de hulp en de voortbrengselen van anderen, omdat zowel ons lichaam als onze geest gevoed moet worden en we beide voedingsstoffen onmogelijk meer zelf in voldoende mate kunnen produceren. We zijn dus afhankelijk van elkaar en die onderlinge afhankelijkheid pleit er voor dat we dat

Page 29: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

28

recht op het in stand houden van het leven ook als een wederkerige verplichting moeten ervaren, wil het persoonlijke recht ook vervuld worden.

Omdat het menselijke leven uit twee lagen bestaat, een materiële en een geestelijke laag, en beide gevoed moeten worden is er enerzijds een gezond biologisch milieu nodig en anderzijds een gezond cultureel milieu. Dat betekent dat de samenleving zodanig ingericht behoort te zijn dat de middelen die daarvoor nodig zijn voor iedereen toegankelijk zijn en dat bij schaarste een zo rechtvaardig mogelijke verdeling ontworpen moet worden, waarbij de objectieve behoefte vooralsnog het meest logische uitgangspunt lijkt.

Als we deze uitgangspunten honoreren, dan ontstaat er een heel ecosysteem van mensenrechten. Van recht op schoon drinkwater tot recht op betaalde arbeid, van recht op gezondheidszorg tot recht op onderwijs.

Houtsnijdende argumenten over de hiërarchie van deze rechten zijn te vinden in het werk van Henry Shoe. En het argument voor het recht op een gezond biologisch milieu bij Edith Brown Weiss.

Page 30: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

29

Hoofdstuk 7

Wat te doen?

De vraag wat we moeten doen om onze aanwezigheid op aarde goed te doen aflopen is om verschillende redenen complex. In logisch/filosofische zin alleen al daarom omdat wij ons vanuit ons huidige ontwikkelingsstadium alleen maar een vage voorstelling kunnen maken van de ethische opvattingen en mogelijkheden van een volgroeide mensheid.

Wat dat betreft verkeren we in een situatie die te vergelijken is met wat de christelijke apostel Johannes beschrijft in de eerste brief aan de Korintiërs in de verzen 9-12. Maar hoewel we zoals Paulus zegt onvolkomen zijn in ons kennen, hebben we ook nog een andere faculteit, onze intuïtie, onze aan stelligheid grenzende vermoedens over wat beter zou zijn, dan wat we nu weten, denken, voelen en meestal doen. Over de aard van dat fenomeen wordt verschillend gedacht. Je kunt zoals Kant de opvatting hebben dat onze moraal voortkomt uit het feit dat wij met rede begiftigde wezens zijn. Je kunt ons ook zoals Aristoteles een bestemming (telos) toedenken. Je kunt veronderstellen dat er zoiets is als ‘the milk of human kindness’, zoals Shakespeare dat noemt, al is dat volgens hem niet bij iedereen in dezelfde mate aanwezig en vind ook niet iedereen dat een wenselijke eigenschap, omdat hij Lady MacBeth tegen haar echtgenoot laat zeggen, ‘Yet do I fear thy nature, It is too full of the milk of human kindness’.

Maar deze verschillende interpretaties maken niet uit voor de aanpak van het vraagstuk hoe we vanuit de huidige situatie kunnen komen naar een waarvan wij vermoeden dat die beter, veiliger, duurzamer en eerlijker is. Een situatie die wij vaak omschrijven als menselijker of menswaardig, waarmee we impliciet lijken te erkennen dat we op dat punt (vooral) daar, en misschien ook wel hier en nu nog wel tekortschieten.

Zoals ook het opstellen van verklaringen aangaande de rechten van de mens een onzinnige bezigheid zou zijn, als die overal door iedereen als een vanzelfsprekendheid werden gerespecteerd.

Een andere tegenvraag op de vraag wat er gedaan zal moeten worden is de vraag: door wie moet er wat gedaan worden.

Het even gemakkelijke als weinig behulpzame antwoord hierop is 'door iedereen'. Maar wat wel een practische reactie is, is om onderscheid te maken in dingen die je als persoon kunt en dingen die je alleen maar als groep of beweging kunt realiseren.

Hier zal de pessimist onmiddellijk te berde brengen dat je als eenling toch machteloos staat, en dat is natuurlijk een leuk bedoeld excuus om een innerlijke luiheid te maskeren, want de invloed van het handelen van een enkele persoon kan veel groter zijn dan menigeen vermoedt. En dan hoeft die ene persoon niet eens een uitzonderlijk persoon te zijn.

Wie in de 90-tiger jaren van de vorige eeuw besloot om zo veel mogelijk biologisch geteelde groenten te gaan eten moest meer tijd uittrekken om te winkelen dan hij gewend was. Nu vind

Page 31: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

30

je in vrijwel elke supermarkt een toenemende keuze aan producten met het label biologisch. Het zelfde geldt voor vleesvervangers en andere vegetarische producten. Natuurlijk zal het zo zijn dat er wel eens mensen zijn die door dit grotere aanbod op het idee komen om ook eens zo'n product te proberen, maar een veel sterkere economische tendens is die van het aanbod dat de vraag volgt. Wie overweegt zijn consumptiegedrag te veranderen zal misschien geremd worden door de gedachte dat dit hooguit een druppel op de gloeiende plaat zal zijn, maar dam vergist hij zich. Ten eerste omdat hij de reikwwijdte van zijn beslissing onderschat. Wie stopt met vlees eten, redt niet alleen het leven van een aantal runderen varkens of kippen, maar vermindert ook de ammoniak uitstoot en het verbouwen van dierenvoedsel op plaatsen waar mensenvoedsel verbouwd had kunnen worden of regenwoud had kunnen blijven. Maar een minstens net zo groot effect is het veldeffect. Als ouders een dergelijke beslissing nemen is de kans dat hun kinderen dit ook nadat ze uitgevlogen zijn die keuze zullen volgen groter, dan wanneer ze zonder dit voorbeeld zouden zijn opgegroeid. Vrienden die een vegetarisch vorkje bij jou meeprikken, zullen wellicht verbaasd zijn dat ze geen blokjes voorgezet krijgen die naar gemarineerd karton smaken. Op die manier duw je de markt toch in een bepaalde richting en zal je door deze en andere initiatieven die tot een gezondere, en milieubewustere leefstijl leiden, ook politici prikkelen voor maatregelen te stemmen, die ze eerder om electorale redenen niet durfden te ondersteunen.

De schoorvoetende manier waarop het rookverbod in openbare ruimten werd en wordt ingevoerd toont aan hoe veel moeite het de powers that be kost om het goede te doen en hoe groot de invloed van lobbyisten is.

Elke druppel op een gloeiende plaat kan dus onderdeel zijn van een aanzwellende regenbui of misschien zelfs het begin er van. Maar de belangrijkste multiplier van een persoonlijke beslissing is het gezin.

Page 32: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

31

Hoofdstuk 8

De broedstoof van de beschaving

Verreweg de meeste 50 plussers die nu leven zijn opgegroeid in een gezin waarvan een van de ouders de kostwinner was en de andere ouder de verzorgende taken op zich nam. En in vrijwel de meeste gevallen kwam dat er op neer, dat de vader de kost verdiende en de moeder voor huis en gezin zorgde. Alleen in de agrarische sector en bij kleine zelfstandigen werkte beide partners vaker allebei in hun familiebedrijf.

De ouders van die 50 plussers vonden het vanzelfsprekend dat je zelf je kind of je kinderen verzorgde en opvoedde. Wie anders? Maar tegenwoordig zijn er meerdere partij en die dat een ouderwets stoffig idee vinden. De overheid vindt bij voorbeeld dat vrouwen veel meer moeten deelnemen aan het arbeidsproces, en als de overheid het over 'het arbeidsproces' heeft , dan bedoelen ze buitenshuis betaald werk. De kinderopvang sector vindt dat je je kind de deur uit moet doen, omdat dat veel beter voor je kind is. Veel ouders vinden dat ze wel moeten, want van één inkomen kunnen ze niet rondkomen. En een aantal spraakmakende vrouwen vinden dat zelfs parttime werken nog niet feministisch genoeg is.

Wat daarbij over het hoofd gezien wordt is dat het gezin aan het begin staat van de vorming van ieder individu. Dat het gezin op twee manieren het doorgeefluik van onze beschaving voor ons kind opent:

Ten eerste omdat we het leren communiceren en met de taal het basis instrument geven om onderwijs te volgen en zelfstandig kennis te vergaren. In de tweede plaats doordat we ons kinderen kennis laten maken met belangeloze liefde. Dat we het kennis laten maken met een omgeving waarin delen de gewoonste zaak van de wereld is. Een opvatting die in de verdere levensloop behoorlijk aangetast kan worden, maar die herwonnen zal moeten worden om de mensheid de kans te geven te overleven.

Dat zal niet gemakkelijk zijn, maar een belangrijk gegeven is dat de meesten van ons in elk geval in het begin van ons leven hebben ervaren dat het kan! Anders gezegd, het vermogen tot altruïstisch gedrag zit in ons. Het zijn de omstandigheden die bepalen of we het tot expressie laten komen. Anderzijds is het ook zo dat onze opvattingen over gerechtigheid ons er toe brengen om de maatschappelijke omstandigheden aan te passen.

Deze twee kanten van de zaak kunnen het misverstand oproepen dat we hier met een kip-of-ei situatie te maken hebben, die een gemakkelijke uitweg bieden voor de pessimist, de scepticus of gewoonweg de luie mens in ons.

Want je kunt je dan gemakkelijk verschuilen achter de redenering dat eerst maar eens het een moet gebeuren dan komt het andere vanzelf Maar dat werkt natuurlijk niet zo. Zoals meestal is er ook geen sprake van een ‘kip of ei’ situatie maar van een ‘zowel kip als ei’ situatie. Wanneer je begint met eieren kun je kippen krijgen en als je met kippen begint kun je eieren krijgen. De gemeenschappelijke factor is dat je begint! En dat is nu net wat we in een pessimistische of moedeloze bui voor ons uit proberen te schuiven.

Page 33: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

32

In het gezin werkt dus een belangrijke multiplier. Niet zo zeer numeriek, want de tijd van de grote gezinnen is - in het westen althans - wel voorbij maar omdat we onze vorderingen verduurzamen.

Onze individuele aanwezigheid op aarde dient ( kan dienen in elk geval) als het instrument waarmee de cultuur, de beschaving wordt doorgegeven. Over een aantal jaren zullen we zien wat het effect is van een geleidelijke ontmanteling om niet te zeggen privatisering van een aantal gezinsfuncties. Als een verdrietig kind niet door papa of mama op schoot wordt genomen, maar moet wachten tot die 0,12 fte begeleiding voor haar of hem beschikbaar is. Als de enige kennismaking met het koken van een maaltijd er uit bestaat dat papa (of gewoon Wim) op een zomerse zondag een schort met een olij ke tekst voordoet en in de tuin op een duur toestel dierlijke resten gaat staan roosteren in een gezelschap dat naarmate de avond vordert steeds luidruchtiger wordt. Als er geen vrije tijd meer is die je zelf kan invullen als de school uitgaat, maar je in de buitenschoolse opvang terecht komt.

De verleiding is niet te weerstaan om hier de briljante titel van een essay over management van Jaap Peters te gebruiken, Intensieve menshouderij. Het begint al vroeg.

Gelukkig is het zo dat je niet per se hoeft te trouwen en een traditioneel gezin hoeft te stichten om de loop van de geschiedenis te beïnvloeden. Wat we ons niet vaak realiseren is dat bij heel veel dingen die we doen het effect daarvan zich niet alleen beperkt tot het onderwelp van ons handelen, maar dat we daarmee ook een veldeffect veroorzaken.

Elke keer dat we ook als er geen verkeer aankomt toch blijven wachten bij dat rode licht, dragen we bij aan de gedachte dat dit normaal gedrag is. Elke keer als we even inhouden of stoppen om iemand rustig te laten oversteken, of de deur voor iemand open houden, veranderen we de wereld een beetje. En omdat we hier elke keer een dankbare glimlach voor terugkrijgen veranderen we zelf ook een beetje. Dit lijkt op het eerste gezicht wellicht een futiel middel in een tijd waarin op grote schaal gruweldaden worden bedreven, maar het is contraproductief om je te laten verhinderen om de dingen te veranderen die je kunt veranderen, door te lamenteren over dingen die je niet kunt veranderen.

Ook hier help het sub specie aeternitatis recept. Tussen aap en Einstein zaten vele generaties en ook de morele ontwikkeling heeft zijn tijd nodig. Maar die tijd moet dan wel gebruikt worden. Wie twintig, dertig jaar geleden besloot geen vlees meer te eten, werd door een groot deel van de mensen aangekeken als een wat vage idealistische figuur, die waarschijnlijk met geitenwollen sokken in sandalen gestoken door het leven wandelde.

In die tijd werd idealisme als een soort geestelijke handicap werd gezien. "Ideologische veren" noemde een vakbondsman op weg naar het commissariaat dat toen, die wij ook maar net als hij deed, van ons af moesten schudden. We hebben het geweten.

Page 34: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

33

Wat de toenmalige vleesverlater maar uit moest zien te zoeken, was hoe hij aan zijn eiwitten kwam. In grote steden had je wel winkeltjes met veel zonnebloemen en Jugendstil op de ruiten waar je naast zaaikalenders en antroposofische traktaten ook pittig geprijsde sojaderivaten kon vinden. Maar tegenwoordig vind je in elke supermarkt een uitgebreid assortiment aan vegetarisch en min of meer biologische producten.

Is dat nu het effect van die ene dappere ‘vegetariër’ die de beelden van een ruiming zag en zich realiseerde dit een effect van de industriële veehouderij was, die er voor zorgde dat er voor de dieren zelfs geen leven voor de dood was en voelde dat hij zich dit niet langer door de strot kon laten duwen? Nee, dat heeft hij niet veroorzaakt, maar dat kwam omdat er steeds meer van die zogenaamd machteloze enkelingen zo'n besluit namen. Die zich realiseerden dat wat je in elk geval wél kon veranderen was je eigen deelname aan iets wat je niet aanstond en zich misschien nog niet eens bewust waren van het multiplier effect. Die zich misschien niet eens realiseerden dat behalve dat ze een paar biggetjes en kalveren een ellendig leven bespaarden, ze ook nog iets voor de regenwouden betekenden en zinloze transporten van dode en levende have en methaan en ammoniakuitstoot verminderden.

Yes we can is meer dan een slim gevonden verkiezingsslogan. Het verwoordt het besef dat progressiviteit, de wil om de wereld ten goede te veranderen, behalve kennis inzicht en wijsheid ook geloof en hoop nodig heeft. Waar geloof en hoop is, ontstaat van zelf liefde voor het leven, en omdat het leven van iedereen is, houdt liefde voor het leven automatisch naastenliefde in. Zo eenvoudig is het eigenlijk.

Page 35: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

34

Hoofdstuk 9

Een economie van het nodige

Wanneer de ontwikkeling van de mensheid zo ver gevorderd zal zijn dat een overgrote meerderheid van de wereldbevolking zal inzien dat de bronnen van deze planeet beperkt zijn en hergebruik nooit volledig zal zijn, zal de conclusie onontkoombaar zijn dat er einde zal moeten komen aan de groei. Niet alleen aan de groei van de wereldbevolking, maar ook en vooral aan de groei van de consumptie. Sterker nog het meest welvarende deel van de wereldbevolking zal moeten afzien van vormen van consumptie die – indien zij door de hele wereldbevolking bedreven zouden worden – tot uitputting van de bronnen zou leiden.

Is zo’n economie denkbaar en hoe zou die er uit zien? En is het denkbaar dat je zo’n model aan de mensen zou kunnen ‘verkopen’? Wie de klimaatonderhandelingen volgt zal beseffen dat dit laatste de mensheid in zijn huidige ontwikkelingsstadium daar nog grote moeite mee heeft. Maar we hebben het niet over de mensen van nu, maar over de mensen die we graag willen worden.

Het bestaan van allerlei klimaatinitiatieven wijst er op dat er in elk geval bij een (gelukkig groeiende) minderheid een besef is van de noodzaak iets te doen. Maar waar deze mensen gehoor krijgen is voorlopig overwegend toch een reactie waar te nemen die veel weg heeft van crisismanagement, en waarvoor oplossingen bedacht worden die in een verkeerd perspectief worden geplaatst. Enerzijds stelt men een einddatum vast waarin een bepaald doel bereikt moet zijn, maar geen doel voor het lopende jaar en schuift men te veel naar voren, anderzijds denkt men alleen maar na over oplossingen voor deze generatie en denkt men juist te weinig vooruit. Toegegeven, er zijn politici, die met bijna eentonig wordende regelmaat bepleiten dat het zittende kabinet een stip aan de horizon moet zetten, maar als iemand die het bedrijfsleven een warm hart toedraagt zoiets zegt, moet je niet verbaast zijn als die stip bij nadere beschouwing het puntje van een boorplatform blijkt te zijn.

Het gaat echter niet om de horizon en ook niet wat daar vlak achter ligt, het gaat om dingen die wij niet kunnen zien en ook niet kunnen gaan zien, maar waarvan wij wel weten dat ze komen gaan als we onszelf niet voortijdig vernietigen. En wat we dan maar het beste wel kunnen doen is een inschatting te maken van de richting die het op gaat.

De Engelse taal kent zowel de uitdrukking ‘blue sky thinking’ als ‘black sky thinking’. Blue sky thinking is nadenken over altematieven zonder je direct er om te bekommeren of de dingen die bij je opkomen direct realiseerbaar zouden zijn binnen de huidige omstandigheden of met de thans beschikbare middelen. Met black sky thinking ga je een stap verder. Voorbij de dampkring waar op het eerste gezicht geen leven mogelijk lijkt. Je zou kunnen zeggen dat het International Space Station een resultaat is van black sky thinking.

Page 36: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

35

Andere economie vraagt andere samenleving

Een andere samenleving vraagt een amdere economie

Een economie van het nodige is alleen maar mogelijk in een samenleving die tevreden is met het nodige. Een stelling die alleen maar inhoud heeft als je verduidelijkt wat je onder het nodige verstaat. In deze context is dit al wat nodig is om voort te bestaan zonder bronnen uit te putten die volgende generaties nodig hebben om met hetzelfde voorzieningenniveau voort te kunnen bestaan. Als je hier over nadenkt, dan besef je al gauw dat dit niet eenvoudig zal zijn. We verbruiken nu eenmaal ontzettend veel grondstoffen voor doelen die we beschouwen als het vervullen van basisbehoeften. En dan wordt hier bewust het woord verbruiken gebruikt in plaats van gebruiken.

Naast grondstoffen gebruiken we ook energie en het zou in principe mogelijk zijn zo te leven dat we geen grondstoffen verbruiken om energie op te wekken, maar om al onze gebruiksvoorwerpen te vervaardigen uit plantaardig materiaal, lijkt moeilijk realiseerbaar dus daar zal je heel ver moeten gaan in je hergebruik.

Alvorens te speculeren op welk voorzieningen en consumptie niveau we dan terecht zullen komen, zou je na kunnen denken onder welke omstandigheden mensen bereid zijn soberheid als ‘de normale situatie’ te beschouwen en deze daarom te aanvaarden.

Omstandigheden van grote schaarste zijn al vaak voorgekomen in de geschiedenis. En er leven in Nederland op het moment dat dit geschreven wordt nog flink wat mensen (waaronder de schrijver) die zich de Hongerwinter van 1944-45 goed herinneren. De oplossing van de toenmalige min of meer Nederlandse overheid was een distributie stelsel voor voedingsmiddelen, wat het gebrek niet ophief maar alleen maar enigermate gelijkelijk verdeelde. Met als gevolg hongertochten, ruilhandel en een zwarte markt. Brandstoffen waren er nauwelijks en werden ook niet gedistribueerd met als gevolg dat er grootschalig hout gekapt en gesloopt werd. Een dergelijk systeem zal dus niet werken. Grondoorzaak was natuurlijk dat de oorzaak was dat de bezetter stelselmatig het land leeggeplunderd had. De schaarste was niet een gekozen soberheid maar een bewust veroorzaakte situatie veroorzaakt door een mensvijandig systeem.

Iets heel anders is natuurlijk een situatie die niet een reactie is op een ontstane crisis, maar een systeem dat met instemming van iedereen gekozen is om een crisis te voorkomen. De hamvraag (of een vegetarisch alternatief daarvan) is natuurlijk, hoe krijg je mensen zover

om in te stemmen met soberheid?

Hierboven is de vraag gesteld onder welke omstandigheden mensen bereid zijn soberheid als ‘de normale situatie’ te beschouwen en deze daarom te aanvaarden, en het antwoord hierop is als die soberheid inderdaad de normale situatie in de zin van de standaard situatie is. Dit zou dan in moeten houden dat er geen afwijkingen van enige betekenis van die situatie zijn. Met andere woorden dat iedereen even sober leeft. Rijkdom en armoede krijgen namelijk hooguit een theoretische inhoud als er geen verschillen zijn. Dus afgunst als bron van conflicten verdwijnt. De kunst zal echter zijn om op een geweldloze manier tot die situatie van gelijkheid te geraken. Op basis van de huidige opvattingen over wat eerlijk en rechtmatig is zal dit niet lukken, dus

Page 37: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

36

als we naar een duurzame samenleving toe willen zullen we kritisch naar onze uitgangspunten moeten kijken.

De Amerikaanse filosoof John Rawls heeft in zijn werk Een theorie van rechtvaardigheid een gedachte-experiment gebruikt om de richting aan te geven waarin je tot een rechtvaardige inrichting van de samenleving zou kunnen komen. Hij stelde zich daartoe voor hoe een groep personen die onwetend waren van welke positie zij zelf in de maatschappij innamen en ook onwetend waren over wat hun talenten waren de samenleving zouden inrichten. Uiteraard is dit in werkelijkheid niet uit te voeren. En het is ook typisch een benadering die je van een filosoof bedacht verwachten, die immers tracht zo dicht mogelijk bij de waarheid te komen en dat vereist dat je alle subjectieve oordelen uitsluit. In de werkelijkheid waar wij het mee moeten doen hebben we echter te maken met mensen die alleen maar kunnen proberen objectief te zijn. Wanneer dan ook ooit het plan zou ontstaan om onder auspiciën van de Verenigde Naties een denktank op te richten met het doel een weg naar een ‘economie van het voldoende’ uit te stippelen, zou het waarschijnlijk het beste zijn om daar niet te veel politici of bestuurders van nu in te zetten, en ook liever geen belangrijke spelers in het huidige economisch stelsel, maar een beroep te doen op filosofen, maar dan wel aangevuld met een stel psychologen en sociologen. Het gaat immers voor een belangrijk deel over menselijk gedrag. Al hebben voornoemde vakmensen wel verstand van het gedrag van de tegenwoordige nog niet geheel uitontwikkelde versie van de mens. Ontwikkelingspsychologen, die zouden wellicht ook wel iets kunnen bijdragen.

Het is lastig om te speculeren op welk materieel voorzieningenniveau de gestabiliseerde wereldbevolking zal kunnen en willen leven. Ten eerste omdat we niet weten hoeveel van de natuurlijke hulpbronnen de voorgaande nog hebberige generaties verstookt zullen hebben. Ten tweede weten we niet wat er nog aan technologie ontwikkeld zal worden waarmee we zuiniger kunnen leven. En tenslotte kunnen we net zo min bevroeden wat de behoeften van de homo finalis zullen als de Cro-magnon mens zich konden voorstellen hoe men over 40.000 jaar over verdergaande urbanisatie zou denken. Waar men wel over kan denken is echter hoe je tot een systeem komt waar gerechtigheid is voor allen. We mogen er immers vanuit gaan dat het basisbegrip van ethisch handelen zich niet zal veranderen, maar dat de invulling daarvan afhankelijk kan zijn van gegroeide verhoudingen, die de schijn van natuurlijkheid hebben aangenomen omdat ze al lang tot de cultuur behoren. Het zou dus goed kunnen zijn om de oorsprong van begrippen als recht en gelijkheid opnieuw uit te graven.

Wat we in een eerder hoofdstuk al beredeneerd hebben is dat er maar een ding is waarin alle mensen gelijk zijn: het feit dat ze leven. Dat leven overkomt ieder menselijk wezen, zonder dat ze daarvoor zelf iets hoeven te doen. Ieder krijgt het leven dus toegeworpen zonder voorwaarden of verplichtingen vooraf. En omdat dit voor ieder mens geldt kun je dus zeggen, dat dit bestaansrecht een universeel recht is en omdat bijgevolg niemand meer recht op een leven kan doen gelden dan de drager van dat leven zelf dit recht op leven ook een onaantastbaar recht is. Dit laatste houdt in dat tijdens de natuurlijke duur van een mensenleven dit recht ook niet aangetast mag worden door derden of door welke institutie dan ook.

Page 38: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

37

Dat wil zeggen dat niet alleen het leven zelf maar ook aan de levensvoorwaarden voor iedereen in gelijke mate voldaan moet worden.

In het huidige ontwikkelingsstadium van de mens zijn dat er al heel wat: huisvesting, onderdak, voedsel en water, kleding, afvalverwerking, onderwijs, gezondheidszorg, veiligheid en hulpverlening, om de belangrijkste te noemen.

Het ligt niet voor de hand dat voltooide mens een autonoom wezen zal zijn, dus zal het hele voorzieningenpakket altijd een rol blijven spelen. De conclusie die we uit deze redenering kunnen trekken is dat de vraag van welke rechten mensen kunnen doen gelden alles te maken heeft met de omvang en duurzaamheid van onze bronnen en van het beschavingsniveau wat wij bereikt hebben en de eerlijkheid waarmee wij dat huidige niveau beoordelen.

Ten tijde dat dit geschreven wordt, wordt Europa door een grote stroom vluchtelingen uit oorlogsgebieden in Afrika en het Midden-Oosten bezocht. Historici zullen later op deze periode terugkijken en de cultuurhistorisch georiënteerden onder hen zullen het dan wellicht hebben over een menselijkheidstest voor Europa. Wat we nu echter al kunnen waarnemen is dat de politieke leiders in Europa op één enkele uitzondering na weinig of geen inspirerend moreel leiderschap vertonen, maar voornamelijk door electorale overwegingen gedreven worden. Dit gebrek wordt dan nog vaak verkocht als een democratisch argument, door zich te beroepen op het maatschappelijk draagvlak, of het gebrek daaraan. Enkele tientallen demonstranten met spandoeken en spreekkoren zijn vaak al voldoende om de burgemeester van het dorp in kwestie de knieën te doen knikken. Niemand roept de vraag op waarom een gemeenschap van 900 mensen wel een vakantieoord voor 1500 mensen kan verdragen maar 1500 asielzoekers hun verdraagkracht te boven zou gaan. Nogmaals, de rivier van de beschaving, kent de (nodige?) omwegen en kolkingen.

Maar terug naar onszelf. Welke stappen kunnen wij zelf zetten, daarbij denkend aan het directe effect en het uitstralings- en het doorgevend effect, maar vooral ook het richting zoekend aspect.

Het volgende experiment zou je op een idee kunnen brengen: Loop met je partner door de keuken of de kamer waar je bent, en ga van elk ding wat je daar aantreft na wanneer je het voor het laatst gebruikt hebt. Pas deze procedure ook toe op dingen als een kledingkast, een schoenenrek en je koelkast en vriezer Ga bij al die dingen die je tegen komt ook eens na of je nou echt veel ongelukkiger of ongemakkelijker geleefd zou hebben als je dat artikel niet had gehad. Wanneer de uitkomst van dit onderzoek is dat je eigenlijk toch wel veel spullen hebt waar je best buiten had gekund, dan zou je de vraag in overweging kunnen nemen of je niet over zou kunnen stappen naar een leefpatroon waarin je minder dingen om je heen hoeft te hebben. Om het niet al te eng te maken zou je kunnen beginnen met een gedachte-experiment. Samen maak je een lijstje op van misbare en onmisbare luxe. Vervolgens ga je verder met het lijstje "misbaar". Als taal, zeg maar, helemaal jouw ding is, realiseer je dan ook ineens waar het woord misbáár vandaan komt, maar dat terzijde. Het zal blijken dat wanneer je die misbare zaken zou verwijderen, je iets anders terug krijgt. In ieder geval ruimte. Soms alleen maar ruimte in je huis, in andere gevallen ruimte in de

Page 39: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

38

vorm van tijd, ruimte in de vorm van stilte, ruimte in de vorm van rust en soms zelfs van financiële ruimte. Maar er zit nog een andere, niet-materiële kant aan. Die opmerking over misbaar en misbáár is niet alleen maar een woordgrap. Die zaken om je heen die je kan missen hebben blijkbaar geen doel, of geen doel meer. Het is een zinloze aanwezigheid in je bestaan. Door ze te verwijderen verwijder je dus een stukje on-zin uit je leven. Op die manier kan er een bepaalde helderheid ontstaan, die aan het befaamde motto ‘Less is more’ een nieuwe dimensie geeft. Wat je praktisch vorm kan geven door in plaats van te filosoferen over de zin van het leven (lees jouw leven), je bezig te houden met het opruimen van de on-zin in het (lees jouw) leven. Nuchtere lieden, zullen hier misschien denken: 'Kale boel’ en ze zouden gelijk hebben als ruimte per se leegte zou betekenen. Maar ruimte betekent ook de mogelijkheid voor iets nieuws. Onthechting biedt ruimte voor een ander soort hechting. 'Wat hier staat zal lastiger zijn als je al voorbij het midden van je leven bent en je vast zit aan een hypotheek en je bedolven bent onder een dikke laag dingen en gewoonten. Maar als je aan het begin staat van een nieuw gezin, dan is het nog mogelijk om in zekere mate te kiezen. Kies je dan voor minder franje, dan zou je rond kunnen komen van één fulltime inkomen en kan je beslissen hoe je het verdienen daarvan gaat verdelen. In twee keer een half of een andere verdeling, of in de tijdsvolgorde als er ook nog opleidingen afgemaakt moet worden. Maar kies vooral heel zorgvuldig degene met wie je dit avontuur aangaat. Nu wordt er in de werk en zorg discussie nog al vaak gesproken over de gefnuikte carrière mogelijkheden van vrouwen. Maar je moet werk en carrière niet met elkaar verwarren. De overgrote meerderheid van de werkende mensen in Nederland hebben een uitvoerende baan en zijn helemaal niet bezíg met een carrière. Dat geldt zowel voor mannen als vrouwen. Er zijn ook een aantal mannen en vrouwen die een sterke wens hebben om carrière te maken en dat is leuk voor ze en soms ook nog wel leuk voor de maatschappij, maar je mag je in gemoede afvragen of deze mensen dan maar niet beter met hun werk kunnen trouwen, in plaats van een gezin een groot deel van hun tijd en hun vermogen tot aandacht en betrokkenheid te onthouden.

Een inenting tegen vervreemding

Onthechting van zinloze of zin-arme materiële zaken biedt ruimte voor hechting aan zinrijkere zaken. Dat dreigt al gauw abstract of zweverig te klinken, maar schrik niet, het gaat juist om hele basale dingen zoals koken. Weliswaar vind ik persoonlijk dat koken liefde is, maar dat zal ik nooit opschrijven om bepaalde lezers niet af te schrikken, en dus staat hier alleen maar dat koken een uiting van zorg en van aandacht is. Zorg en aandacht zijn ingrediënten die niet op het boodschappenlijstje staan, maar die wel aan het gerecht bijdragen. Daarbij gaat het niet alleen om de kwaliteit van de maaltijd, die natuurlijk rekening houdt met de smaak van degenen voor wie je kookt en om de gezondheid van het gerecht, maar ook om de handeling van het koken zelf. De sfeer die dat in huis brengt. Zeker voor je kinderen gebeurt hier iets ongelofelijk belangrijks, ook al zullen zij het als doodgewoon ervaren, omdat doodgewoon nu eenmaal dat is wat er thuis gebeurt. Voeden en opvoeden valt hier samen. Kinderen zien namelijk dat een maaltijd bestaat uit verschillende dingen waarvan je sommige ook los kunt eten, maar dat andere eerst gekookt of gebakken of opgelost moet worden. En dat je van twee verschillende soorten poeder en boter bijvoorbeeld koekjes kunt maken. Dat het eigenlijk wel een beetje op toveren lijkt. En vrijwel alle kinderen zullen het dan ook prachtig vinden om zelf koekjes te bakken. En helemaal spannend om brood te bakken. Dat moet je dan als ouder eerst wel zelf kunnen natuurlijk. Nee, niet met zo'n mix uit een pakje in een broodbakmachine maar het echte werk met gist. Voor wie dat nog nooit gedaan heeft: Ga niet naar een bakker om een half onsje gist te kopen, want er is een grote kans dat de winkelbediende niet weet wat dat is, gist. De bakker is

Page 40: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

39

namelijk geen bakker maar een fabrieksbrooddistributeur ook al staat er misschien wel het woord ambachtelijk op zijn pui en op het verpakkingsmateriaal. Zoek een molen op die bakspullen verkoopt, die heeft wel verse gist of als er een Jumbo in je buurt is kan je het daar ook krijgen, maar gedroogde gist werkt ook. Als je kinderen een gal laat vlechten, zullen ze hun ogen niet geloven als ze hem terugzien nadat hij gerezen is. Je hebt je kind kennis laten maken met een wezenlijke en heel basale bezigheid en daarmee heb je het ingeënt tegen de vervreemding. Wezenlijke zaken zijn zaken waar aandacht of emotie of creativiteit aan te pas komt. Als je een brood gebakken hebt heb je iets beleefd, iets gemaakt, iets geleerd. Als je een halfje volkoren uit de buurtsuper meeneemt niet.

Zoek ook naar andere dingen die je kan doen waardoor je directer in contact komt met de werkelijkheid.

• Kijk of je een volkstuintje kan huren. • Repareer dingen die kapot gaan. • Ga met de fiets naar school. • Leer je kinderen hoe je een band plakt. • Vind uit of kamperen bij je past (je hebt tegenwoordig luchtbedden die niet leeglopen,

en tenten waarin je kunt staan!).

Waarom al die dingen? In de eerste plaats omdat het goed is en je kinderen het ook nog leuk zullen vinden. Het geeft precies die combinatie van avontuur en zelfvertrouwen waar ze behoefte aan hebben. Je zou misschien vrezen dat ze te veel af zullen wijken van andere kinderen, maar het tegendeel zal blijken, er zullen genoeg kinderen zijn die graag bij jouw kinderen willen spelen omdat ook zij daar precies vinden wat ze nodig hebben. In de tweede plaats omdat je je kind daarmee uitrust met het vermogen om om te gaan met schaarste. Dat dit laatste belangrijk is, zal niet iedereen even duidelijk zin. De bejaarden en hoogbejaarden van nu zijn opgegroeid in een gezin,waarin de klap van de crash van de dertiger jaren nog nadreunde. Vervolgens kwamen ze ín de tweede wereldoorlog terecht om daarna de kosten van de wederopbouw van Nederland op te brengen. Deze generatie hoeft het woord bestedingsbeperking niet op te zoeken met het zij Google of Van Dale. Latere generaties zijn opgegroeid in een tijd van groeiende welvaart. Een periode die zo lang duurde dat je dat als de normale situatie kon gaan beschouwen. Het salaris onderging getrouw elk jaar een verhoging en de vakantievluchten werden steeds goedkoper. In zo'n patroon zal stilstand ervaren worden als achteruitgang. De eerstgenoemde generatie is bezig te verdwijnen en dat is op zichzelf niet dramatisch want dat doen generaties nou eenmaal , maar wat wel ernstig is, is dat daarmee tevens een bepaalde ervaring uit het collectieve bewustzijn verdwijnt. En dat is de ervaring hoe je om moet gaan met schaarste. Een vaardigheid die voor een toekomstige generatie noodzakelijk zal zijn om te overleven. Dat zal misschien nog niet de volgende generatie zijn of de generatie die daar op volgt, maar als die schatten van kleinkinderen die we zo graag een zonnige toekomst wensen grootouders zijn geworden zullen zij dat ook hun kleinkinderen toewensen.

Als we echter toegeven dat wat we onze (klein)kinderen toewensen iets is wat we alle (klein)kinderen moeten gunnen, dan zullen er een aantal voorzieningen slecht op een beperktere schaal beschikbaar zijn. Voor veel gebieden zou deze globale beperking echter een aanmerkelijke vooruitgang zijn. Als je een schoon milieu plus een schoon geweten meetelt kan je beamen dat minder meer kan zijn.

Page 41: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

40

Ten aanzien van het merendeel van het aanbod van producten en diensten kan je je echter de oer Amsterdamse vraag stellen: ‘waar heb dat allemaal voor nodig?’ Zou het erg zijn als je in plaats van34 soorten yoghurt maar 4 soorten kon kopen? En dat je.als je per se vindt dat yoghurt nanr iets anders moet smaken dan yoghurt, je er dan thuis zelf maar iets doorheen moet roeren. Is dat internet (wat op vele plaatsen heeft bijgedragen rum bronnen voor deze tekst) echt nodig in elk huis? Zouje niet veel efficiënter werken als je eerst naar buurthuis of bibliotheek moest fietsen om in te kunnen loggen? En zouden we niet een enorÍne verspilling van grondstoffen en energie kunnen stoppen als we eens ophielden door kunstmatige behoeften die ons door ondernemers wordt aangepraat uit te.bannen. Een van de duurste en onzinnigste industrieën op dit gebied is wel de mode industrie. Duur omdat hierdoor bewust producten die materieel nog bruikbaar zijn door psychologische intimidatie als onbruikbaar bestempeld worden. Onzinnig omdat deze industrie door zijn slachtoffers in stand gehouden wordt. Als je foto's ziet van het begin van de vorige eeuw waarop mensen op straat te zien zijn dan zie je dat ze allemaal op bijna dezelfde manier gekleed zijn. Alleen beroep of stand geeft een zichtbaar onderscheid. Maar alle mannen dragen een zelfde soort pet, en alle heren ongeveer dezelfde soort hoed. Nu heeft ieder individu een eigen uitmonstering, zijhet. ook weer binnen een bepaalde trend.Want willen allemaal we laten zijn dat we een unieke persoonlijkheid zijn. Maar tegelijk ook wel ergens bijhoren. Deze behoefte is zelfs zo sterk geworden dat criminelen die een overval plegen of inbreken en het liefst onzichtbaar zouden zijn, soms toch nog een opvallend kledingstuk aan hebben zoals we in Opsporing Verzocht kunnen zien.

Blijkbaar heeft een groot deel van de westerse bevolking zich laten overtuigen dat je a) de uniciteit van je persoonlijkheid kenbaar moet maken, en b) dat je dit doet door middel vanzichtbare symbolen. Dat is tamelijk raar alsje er over nadenkt. V/ant dat er geen twee volkomen gelijke mensen op aarde rondlopen is algemeen bekend en behoeft dus niet geadverteerd te worden. En bovendien zijn de verschillen tussen mensen zo complex en subtiel dat je zelfs in een hecht en langdurig huwelijk nog wel eens verrast kan worden door de ander. En dat je die uniciteit dus alleen maar kleineert door hem te trachten uit te drukken door kleding, kapsel of tatoeage. Wanneer mensen een innerlijke zekerheid hebben bereikt zullen ze minder of geen behoefte hebben aan een trendy look. Het perverse aan het systeem is, dat het niet werkt, en omdat een nieuw uiterlijk een nieuw gadget niets aan je persoon bijdraagt, de amulettenindustrie voortdurend nieuwe hebbedingen moet produceren om de suggestie in stand te houden en de winst te continueren. De voor het voortbestaan van de mens noodzakelijke versobering kan en zal dan ook alleen maar lukken door innerlijke verandering van een grote meerderheid van de bevolking. En zoals het milieubewustzijn nu kwantitatief groeit, zal het ook mogelijk moeten zijn om de inhoud van dit milieubewustzijn te verbreden, zodat er ook aandacht komt voor het innerlijk milieu dat ons gedrag bepaalt.

Vriendelijke technologie

Technologie is een van de middelen die we als mensheid ontwikkeld hebben sinds we de dingen die we opraapten gingen bewerken. Met welk doel we die technologie gebruiken is afhankelijk van de keuzes die wij maken. Maar wie is wij in dit verband? Voorlopig is het de industrie die grotendeels bepaald wat er geproduceerd wordt.

Page 42: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

41

Weliswaar wordt er in theorie alleen maar gemaakt wat er gebruikt wordt en zou de consument dus in principe uit kunnen maken wat er gemaakt wordt, maar we kunnen alleen maar dingen niet gebruiken die er zijn en niet dingen wel gebruiken die er niet zijn.

Ziehier het probleem en tevens het antwoord. Want sinds enige tijd slagen mensen er in nieuwe dingen te maken of te laten maken zonder afhankelijk te zijn van de bestaande industrie of financieringsmaatschappijen, met behulp van crowd funding. Stel dat we een aantal ontwerpers kunnen vinden die generatiebestendige gebruiksvoorwerpen willen ontwikkelen. Daar zijn geen grote technologische doorbraken voor nodig. Tachtig, negentig jaar geleden werden er al Singer naaimachines geproduceerd die het nu nog steeds doen. Leg daar nu nog eens de vermeerdering aan materialen waarover we kunnen beschikken de geavanceerde productietechnieken kunnen toepassen overheen, dan moet het mogelijk zijn gebruiksvoorwerpen en gereedschappen te produceren die minsten vijf, zes generaties meegaan. Hiermee boek je niet alleen vooruitgang voor het milieu maar het geeft ook een extra gevoelsmatige dimensie aan het gebruik.

Het is een heel ander gevoel als je een bloesje voor je kind maakt met de machine waar ook de trouwjurk van je oma op gemaakt is, dan wanneer je dat op een anonieme machine doet, ook al kan je daar op kiezen uit 42 verschillende steken. Je scheert je met een scheermes dat al een paar keer van vader op zoon is overgegaan en dat je op een leren riem scherp houdt anders dan met zo'n akelig blauw plastic wegwerpmesje.

OK daar zitten drie of vier esjes achter elkaar in, wat op zich een teken is hoe slecht één zo'n mesje scheert, maar je kunt er op rekenen dat vijf- en zesmessige uitvoeringen al ontworpen zijn en wachten om op de markt gebracht te worden als iedereen al viermessige gebruikt.

Romantiek? Noem het hoe je wilt. Je kunt het ook zien als je zelf plaatsen in de tijd, wat een belangrijke motivatie kan zijn om duurzaamheid te betrachten en daarnaast je ook bewust maakt dat de eeuwigheid uit niets anders bestaat dan een voortdurend nu. Dat leven in het perspectief van de eeuwigheid beleefd kan worden in alledaagse handelingen en in dit nu ook richting gegeven wordt.

Wat een ander sympathieke kant van die Singer machines is, is dat ze het ook doen zonder software en zelfs zonder stekker. Dat betekent inderdaad 41 steken minder om uit te kiezen maar daar staat tegenover dat je niet naar een fitness center hoeft om je spieren of je gewicht op peil te houden. Als je er goed over nadenkt is een groot deel van al die dingen in je huis waar een stekker aan zit ook denkbaar in een mechanische uitvoering. Een elektrische strijkbout is wel zo makkelijke natuurlijk als je geen kachel hebt en een elektrische stofzuiger is ook wel prettig, maar verder is veel wat we nu doen ook wel handmatig te doen. Een goede wandkoffie molen doet precies wat je nodig hebt. En het maakt van het koffiezetten een geurig ritueel wat meer teweeg brengt dan een pot koffie, zoals de theeceremonie ook meer inhoudt dan een pot thee zetten. Een van de namen voor koffie is niet voor niets een bakkie troost. Het kost meer tijd. Maar het is tijd die aandacht en toewijding genereert en het behoedt je voor gedachteloos en te veel consumeren. Het ligt voor de hand dat mensen die gewend zijn geluk te ontlenen aan het bezit en gebruik

Page 43: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

42

van dingen een energiezuinige samenleving zullen zien als een van beperkingen. En inderdaad zullen veel dingen die we ons nu nog permitteren in de toekomst niet meer mogelijk zijn. Maar het is niet uitgesloten dat we een boel dingen toch nog wel kunnen doen maar dan op een andere plaats, of op een andere manier. Het gemeenschappelijk gebruik van gereedschappen is iets wat nu al in opkomst is. Het is ook mogelijk om gemeenschappelijke werkplaatsen in te richten, waar machines of energie beschikbaar zijn waarmee je dingen kunt bewerken en waar misschien ook mensen zijn die nog handiger of érvarener zijn dan jij, die je kunnen helpen.

En misschien is er wel een werkzoekende die bedenkt dat die aanduidingen werknemer en werkgever eigenlijk wel heel merkwaardig zijn, omdat de gene die het werk doet werknemer wordt genoemd terwijl hij het werk juist levert, en de gene die werkgever wordt genoemd zich de meerwaarde die geschapen wordt juist inpikt. Dus wat gebiedt de rede? Zelf je werkgelegenheid te creëren.

Als je kritisch leest en denkt dan levert het volgende citaat uit Wikipedia wel de nodige kanttekeningen op: “Vandaag de dag is de scharensliep bijna geheel uit het straatbeeld verdwenen. Mede door de

komst van het onderhoudsarm gereedschap en het gemak waarmee men nieuwe materialen

kan aanschaffen om de oude versleten te vervangen is de scharensliep overbodig geworden.”

En anders wel deze passage: “De persoon had meestal een grote duwkar bij zich, soms een bakfiets, waarop hij alle

benodigde gereedschappen voorhanden had. Ook het slijpen van schaatsen was een

werkzaamheid waar hij zich mee bezighield. Daarbij maakte de persoon ook gebruik van zijn

eigen diesel- of benzinemotortje om de machine met slijpstenen en -banden aan te drijven,

terwijl ook vaak met voetkracht via een riem het wiel werd aangedreven.”

Die bakfiets was wel een idee en de trap-aandrijving eveneens. Een dakje er boven zou plaats kunnen bieden aan een zonnepaneel. Wat dit paneel voor zou hebben op de panelen die op daken staan was de mogelijkheid om ze op een doodsimpele manier op de zon te richten. Met een scharnier aan één kant en een tandheugel aan de andere kant zou het zelfs mogelijk zijn het paneel in de ideale helling te zetten. Een accu zou de opgewekte energie kunnen bufferen, om wanneer er geslepen moest worden voor trapondersteuning te zorgen en aan het eind van de dag de scharensliep nog een duwtje in de rug kunnen geven als hij naar huis fietst met zijn kar!

Page 44: Gerard van Beusekom-Fretz · 2016. 9. 20. · Zoiets van jeetje, was dat allemaal nodig om mij op de wereld te zetten? Hoeveel sabeltandtijgers moesten er ontweken worden, hoeveel

43

Epiloog

Er is één thema dat het hele voorafgaande verhaal doordrenkt en wat je kunt aanmerken als het zwakste deel van het betoog als je het vanuit een logisch perspectief bekijkt, maar ook kunt zien als het sterkste vanuit een moralistisch perspectief. Namelijk dat er zoiets bestaat als de mensheid. Dat er bovendien zoiets is als een ontwikkelingsrichting in de ethiek van ons soort. En dat daar bovendien een positieve trend in te ontwaren valt als je maar let op de lange termijn. Dit is allemaal niet met statistisch materiaal hard te maken. Maar als je het leven serieus neemt, dat wil zeggen jouw leven en dat van degenen die je dierbaar zin, of in ruimere zin het leven, dan kan je niet om de vraag heen die op de voorkant van dit boekje staat. Of je het nu in deze vorm zegt of in de klassieke formulering ‘Waartoe is de Mens op Aarde’, maakt geen verschil, vroeg of laat doemt de vraag op wat de zin is van waar we mee bezig zijn. Soms vanuit een bepaald aspect van je leven: Wil ik dit werk eigenlijk wel de rest van mijn leven blijven doen? Is dit wel de persoon waarmee ik verder wil? Ben ik wel een persoon waar iemand mee verder zou willen? Maar je kunt het ook breder ervaren, al zal dat vaker gebeuren als je leven al voor een groot deel verstreken is. Dat je gaat nadenken over de vraag wat je achter laat als jouw tijd voorbij is. Heb je alleen maar verbruikt of heb je ook iets toegevoegd? En het kan zijn dat je dan de vraag bespringt of er misschien een bepaalde bedoeling zit in jouw aanwezigheid. Met andere woorden was of is er een bestemming? Gelovige mensen weten wel zeker dat er zo iets als een bestemming is en ze vinden die in de geschriften die voor hen het fundament van hun geloofsrichting vormen. Niet-gelovigen moeten het antwoord zelf zien te vinden, maar als ze zo'n antwoord vinden, ontkomen ze net zo min als de gelovigen aan de nieuwe vraag die dan opdoemt: In hoeverre draagt mijn manier van leven aan het naderbij brengen van die bestemming? Wat dat betreft maakt de levensbeschouwelijke richting van de diverse passagiers, (want we zitten nu eenmaal allemaal in dezelfde bus) weinig verschil, want het is voor ons allemaal en voor al de nieuwe passagiers die gedurende de reis door de tijd zullen instappen bijzonder belangrijk om te weten waar de reis heen gaat. Het soort vragen waar we het hier over hebben worden ook wel zinsvragen genoemd, en het proces van het zoeken naar – het soms vinden van – en het (al dan niet gevraagd) geven van antwoorden op zinsvragen wordt ook wel een zingevingproces genoemd. Dat woord zingeving is wel een mooi bemoedigend woord voor degenen die naar die zin op zoek zijn. Want het suggereert dat het in principe mogelijk is om een zin te geven aan iets wat op het eerste gezicht zinloos of zinledig lijkt. Want wat we ook mogen denken vinden en geloven, we hebben binnen de grenzen van het fysiek of maatschappelijk mogelijke vrijwel altijd een bepaalde keuzevrijheid. Die keuzes, klein of groot, bepalen gezamenlijk hoe men zich jou later zal herinnen, wie jij was. Maar tijdens je leven bepalen al die nano beslissingen al wie je bent. Of liever gezegd wie jij – al wordend – nu bent. Een stap groter bepalen al die bijdragen van individuele mensen waar wij als mensheid zullen eindigen. Als dat geen zin is...

Goede reis.