GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door...

36
Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2012 - jaargang 9 GEO- INFO 1 pagina 5 Vierde GIN-congres doorbrak grenzen pagina 14 De invloed van gemeentelijke herindelingen op de regionale statistieken van het CBS pagina 24 Global Geospatial Information Management in Seoul Minder dan -10 % -10 tot 0 % 0 tot 10 % 10 tot 20 % 20 % of meer CBS bevolkingsprognose

Transcript of GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door...

Page 1: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2012 - jaargang 9

GEO-INFO 1

pagina 5

Vierde GIN-congres doorbrak grenzenpagina 14

De invloed van gemeentelijke herindelingen op de regionale statistieken van het CBSpagina 24

Global Geospatial Information Management in Seoul

Minder dan -10 %-10 tot 0 % 0 tot 10 % 10 tot 20 %20 % of meer

CBS bevolkingsprognose

Page 2: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Aan het werk met geostagesOnder dit motto lanceert SAGEO deze maand Geoplaza, internetplatform voor bemiddeling van stageplaatsen en startervacatures. Op Geoplaza kunnen geostudenten aan het mbo, hbo en wo laagdrempelig contact leggen met rele-vante werkgevers voor een stageplaats of eerste baan. Voor werkgevers biedt Geoplaza in een vroeg stadium toegang tot nieuw talent.

Met een splinternieuw logo heeft Geo-plaza nu ook een eigen gezicht gekregen. In het logo herkent u natuurlijk de wereldbol. Daarbinnen kunt u de gesty-leerde letters G en P onderscheiden, die

als twee naar elkaar bewegende krullen de werkgevers en studenten verbeelden.Geoplaza mag zich in een grote belang-stelling verheugen, zowel bij werkgevers als bij studenten. De afgelopen weken zijn gebruikt om proef te draaien met enkele tientallen studenten van de Hogeschool Utrecht en het Radius College. In de loop van deze maand gaat Geoplaza daadwerkelijk live, waarna de werving van deelnemers zal worden geïntensiveerd. Voor informatie: Marcel Oostland, projectmanager Geoplaza, 06-50680573.

Educatieplein op de Geo-Info Xchange trekt veel bezoekersHet was druk op het Educatieplein, de gezamenlijke stand van de geo-oplei-dingen en SAGEO op de vakbeurs bij het GIN Congres. De open opzet van de stand nodigde mensen uit om te komen buurten. Onder de bezoekers waren ook zo’n 50 werkzoekenden uit Groningen, die de beurs bezochten op initiatief van SAGEO en het UWV. De kennismaking met de geosector leidde tot verschil-lende spontane vervolgafspraken met werkgevers op de beurs.

Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en

aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak is gebaseerd op drie pijlers: vernieuwing van het onderwijs, werving

van jongeren voor het geovak, en bevorderen van samenwerking tussen onderwijs en werkgevers.

Kijk voor meer informatie op www.arbeidsmarktgeo.nl.

Sta je bovenop aardgas of loop je over een voormalig romeinse nederzetting? Je kunt luchtfoto’s en kaarten bekijken van de plek in het mini-Nederland waar je staat.

Water Management

Page 3: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Inhoudsopgave

Global Geospatial Information Management in Seoul 24

Vierde GIN-congres doorbrak grenzen 5

GIN congres en beursvloer: traditioneel feest der herkenning 9

‘Geo onder Rutte 1’ 28Oogstjaar voor Publieke Dienst verlening

Op de Kaart (PDOK) 20

Redactioneel - Vette jaren 3Voorstellen nieuwe bestuursleden 4Verslag - Vierde GIN-congres doorbrak grenzen 5Verslag - GIN congres en beursvloer:

traditioneel feest der herkenning 9Verslag - ALV met beursbezoek als toetje 11GIN start vanaf 2012 met nieuwe vorm

partnerprogramma 12Column - App-store voor de overheid? 13De invloed van gemeentelijke herindelingen

op de regionale statistieken van het CBS 14Verslag - ‘Blauwdruk van de Grachtengordel’ 18

Interview - Oogstjaar voor Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) 20

Open Kaart - ‘Nederland van Boven’ met beide benen op de grond? 23

Global Geospatial Information Management in Seoul 24

Verslag - ‘Geo onder Rutte 1’ 28Verslag - Kartografie van een Hanzestad:

ook in de TOP10 en op het Web 30Column - Open deur 32Bedrijven en diensten 33Colofon 33

Geo-Info 2012-1 1

Page 4: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

De vereniging Geo-Informatie Nederland (GIN) is opgericht op 14 februari 2003 en heeft ten doel de kennis over en de toepassing van geo-informatie te bevorderen. De vereniging GIN is een ontmoe-tingsplaats en een kennisnetwerk voor iedereen die zich professioneel bezighoudt met geo-informatie. De vereniging kenmerkt zich door de brede aandacht voor geo-informatie, de onafhankelijke positie en het sterk betrekken van de leden bij de uitvoering van haar activiteiten.GIN organiseert activiteiten ter ontplooiing van de individuele leden en ter versterking van de positie van het vakgebied geo-informatie in de maatschappij.

GIN gebruikt voor de communicatie met haar leden de volgende middelen:• vakblad Geo-Info;• website;• mailings en brieven;• regionale bijeenkomsten en een jaarlijks congres/symposium.

Voor deze activiteiten maakt GIN gebruik van professionele organi-saties, die de actieve leden van de vereniging ondersteunen.De vereniging richt zich zowel op de ondersteuning van personen en organisaties die zich met geo-informatie bezig houden, als op de maatschappelijke omgeving waarin de geo-informatiesector opereert. Zij wil op onafhankelijke wijze de belangstelling bevor-deren voor de studie over en de promotie en het gebruik van geo-informatie. De vereniging initieert, stimuleert en participeert in overleg tussen overheid, bedrijven en (onderwijs-)instellingen met betrekking tot geo-informatie. Zij participeert in en onderhoudt samenwerkingsverbanden met andere organisaties op het gebied van geo-informatie, zowel nationaal als internationaal.

Geo-Informatie Nederland

Het vakblad Geo-Info wordt toegezonden aan alle leden van de vereniging, ook zijn er vrije abonnees en bedrijfsabonnementen. Geo-Info komt tien maal per jaar uit. Het karakter van het vakblad is het informeren van en kennis overdragen aan de leden van GIN.

GIN is bereikbaar per e-mail op [email protected] en via de website www.geo-info.nl

Het bestuur

Peter Hoogwerf

Voorzitter

Roelof Keppel

Hoofdredacteur

Marien de Bakker,

a.i. secretaris

Onderwijs en Onderzoek

Guido Quik

Penningmeester

Roel Luis

Regio coördinator

Hendrik Westerbeek

Historie & Internationaal

Foto omslag: Kantoor CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) aan de Henri Faasdreef in Den Haag.Inzet: ook een product van CBS. Bevolkingsprognose gevisualiseerd.

Agenda GIN

Bijeenkomst Regio NoordOnderwerpen: Gasunie-leidingen,

Ring Groningen-Zuid en Apps

Datum: 20 februari 2012

Locatie: Gasunie Groningen (Concourslaan 17)

Tijd: 17.00-19.45 uur

Meer informatie: www.geo-info.nl

Geo Spatial World ForumGeospatial Industry & World Economy

Datum: 23 t/m 27 april 2012

Locatie: RAI Amsterdam

Info en aanmelden:

www.geospatialworldforum.org

Topografisch GeheugenTentoonstelling topstukken

uit de verzameling Nederlandse topografie

Datum: 13 januari t/m 27 april 2012

Locatie: Universiteitsbibliotheek Leiden (Witte Singel 27)

www.geo-info.nl [email protected]

2 Geo-Info 2012-1

Page 5: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Redactioneel Milo van der Linden

2012 is begonnen. We begroeten een nieuwe voorzitter. Na een periode van ruim vijf jaar heeft Jan Willem afscheid genomen. Er breekt een nieuwe periode aan. Hoe die periode er uit gaat zien kunnen we alleen gissen, iets waar velen van ons vakmatig goed in zijn. Waren de voorgaande jaren de zogenaamde vette jaren en gaan we nu de magere jaren tegemoet? Of is het juist andersom? Dit blijft een lastig vraagstuk. Vette jaren kun je namelijk op vele manieren beleven. Vaak worden de vette jaren afgemeten aan financiële welvaart. Maar is dit wel altijd de ultieme vorm van overvloed?Laat ik dat eens proberen te bekijken in de lijn van de revoluties die voor de mensheid belangrijk zijn geweest. Rond de 17e eeuw werd in de wetenschappelijke revolutie de wetenschap los-gemaakt van religie. In deze periode ontstond onder meer de moderne natuur- en wiskunde. In de 18e eeuw vond de agrari-sche revolutie plaats. Het was een beweging die er met name voor zorgde dat de bevolking explosief groeide. Vervolgens kregen we de industriële revolutie. Steeds meer mensen werkten onder één dak, er ontstonden op grote schaal fabriekshallen. De industriële revolutie zorgde ervoor dat de welvaart in het algemeen toenam. Ook werd de rol van vrouwen in het arbeids-proces steeds prominenter. Dit was onder andere te danken aan de behoefte van grote mannen om oorlog te voeren, terwijl intussen voor een flinke uitdunning van de mannelijke beroeps-bevolking werd gezorgd.

Huidige revolutieDe periode waarin wij nu leven noem ik vaak de administratieve revolutie; anderen noemen het de digitale revolutie. We zijn ons steeds meer bezig gaan houden met het vastleggen van gege-vens én het bedenken van gegevens en systemen (ons wereld-wijde monetaire systeem is in mijn optiek een bedacht systeem). De welvaart is nog meer toegenomen, we houden ons als mensheid steeds minder bezig met basale zaken omdat in onze eerste levensbehoefte al is voorzien. Het lijkt vanzelfsprekend dat er eten is, dat we stroom hebben en dat we auto kunnen rijden. De administratieve revolutie is te herkennen aan de vele

kantoorpanden. Panden waar we in de ochtend massaal naar toe forenzen. Panden waar mensen hele dagen naar schermen zitten te staren, bellen en met elkaar overleggen over schijnbaar ontastbare zaken.

Overeenkomsten revolutiesIn alle revoluties meen ik een aantal generieke zaken te herken-nen: een steeds groter deel van de mensheid kan probleemloos in de eerste levensbehoefte voorzien. Het aantal personen dat de absolute macht bezit is steeds verder afgenomen. We acteren steeds meer als één mensheid én we weten steeds meer van elkaar, wat we doen, hoe we denken. Persoonlijk ben ik, zoals velen van jullie weten, een enorme fan van ‘open’. Open source, open data, open standaarden. Niet zozeer omdat ik alles gratis wil, maar omdat ik denk dat de volgende revolutie de mensheid zal leiden naar een ‘gemeen-schappelijk brein’. Toegang tot en gebruik maken van kennis wordt straks hopelijk gemeengoed, ongeacht afkomst, financiële positie of geografische locatie.

Oproep GINLaten we als GIN alvast proberen om deze revolutie te steunen. Laten we als vereniging elkaar nog meer informeren over trends, maar ook over het verleden. Ontsluit gegevens zonder voorbe-houd. Deel kennis zonder daar iets voor terug te verwachten. Maak software waar anderen gebruik van kunnen maken en die anderen kunnen verbeteren. En houd vervolgens de wereld in de gaten om te ontdekken welke (nu nog) ondenkbare zaken er mogelijk zijn dankzij geo-informatie.

Mijn ideale wereldVoor mij is de ultieme vorm van overvloed een wereld zonder macht, zonder oorlogen en met genoeg voedsel voor iedereen. Laat de vette jaren maar komen!

Milo van der Linden

Vette jaren

Partners Geo-Informatie Nederland

Via MIJNGIN wordt de GIN-ledendatabase up-to-date gehouden. Zodoende kunnen we leden beter informeren en gerichte uitnodi-gingen voor activiteiten sturen. In juli 2011 is aan alle persoonlijke leden per brief gevraagd in te loggen op MIJNGIN en het persoonlijk profiel aan te vullen. Ben je er nog niet aan toegekomen? Ga naar de website, log in met je lidnummer en je postcode. Nadat je bent ingelogd leidt elke volgende muisklik naar je profiel. Dit profiel moet je aanvullen voor je verder kunt in de site. Voor meer informatie over MIJNGIN en inloggen op www.geo-info.nl

Geo-Info 2012-1 3

Page 6: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Voorstellen nieuwe bestuursledenPeter HoogwerfGraag maak ik van de gelegenheid gebruik me even kort voor te stellen.Mijn naam is Peter Hoogwerf, 57 jaar en ik woon in Maassluis. Ik ben getrouwd met Mari-

anne en wij hebben drie zoons, waarvan een nog thuis woont. Ik studeerde Rechten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en rondde mijn MBA-studie af aan de uni-versiteit van Keele (VK). Oorspronkelijk kom ik uit de openbare orde sector; ik heb lang bij de politie en de gemeente Rotterdam gewerkt. In 2002 begon ik bij het Kadaster: eerst als directeur van de regio Zuid-West en sinds 2005 als directeur van de lande-lijke Directie GEO. In de zorgsector heb ik jarenlang bestuurlijke functies bekleed. Momenteel ben ik ook lid van de Raad van Advies van de stichting Geofort.

Binnen de Directie GEO van het Kadas-ter worden alle topografische en land-meetkundige werkzaamheden verricht en vinden GIS Maatwerk-toepassingen en leveringen plaats. Er wordt hard gewerkt aan landelijke voorzieningen als de BAG, BGT, BRT etc. KLIC en PDOK (en SSO GEO) staan ook hoog op de agenda. Luchtfoto’s

en cyclorama’s zijn dagelijkse kost binnen onze primaire systemen en GIS-technolo-gieën worden breed toegepast.Innovatief wordt onder meer nagedacht over en meegewerkt aan aspecten als crowdsourcing en 3D. Kortom: geo-infor-matie door alle afdelingen heen.Nu sta ik voor een nieuwe uitdaging die ik met veel enthousiasme en plezier tegemoet ga.

Als voorzitter van Geo-Informatie Neder-land wil ik een bijdrage leveren aan de volle breedte van de geo-sector (bedrijfsleven, overheid en wetenschap) en de verbin-dende rol versterken. Samenwerking en kennisdeling staan daarbij voorop. Het is daarbij onmisbaar de jeugd meer te betrek-ken bij en te interesseren voor het vakge-bied. Kwalitatieve opleidingen zijn daarbij een voorwaarde. Momenteel worden daarin goede stappen gezet, onder meer door de Stichting Arbeidsmarkt GEO. Stappen die wat mij betreft met veel enthousiasme moeten worden vervolgd.Veel werk te doen dus! Ik wil me graag inzetten om met dit enthousiaste GIN-bestuur samen te werken. Maar ik kan u nu al zeggen, dat het GIN-bestuur dit niet alleen wil en kan doen; we hebben uw hulp daarbij hard nodig!

Roelof Keppel“Wat ging er door je heen toen ze je vroegen? Wat was je eerste reactie hierop? En over die pot van daarnet: hoe voelt dat nou, deze eerste keer?”Dat zouden zo

maar wat vragen aan de nieuwe trainer kunnen zijn na afloop van een belangrijke wedstrijd die net is gewonnen.

Meestal volgt er dan een betoog in de tweede persoon enkelvoud. Waarin “je kon zien hoe hun” hun best hadden gedaan.Ik hoop dat de redactie van Geo-Info ook weer vragen krijgt. Vanuit de volle breedte van het werkveld. Kritisch op wat we publiceren. En dat we dan regelmatig kunnen zeggen dat we ons best hebben gedaan en dat we ook steeds beter gaan worden. En dat succes of een mindere wedstrijd nooit op een persoon afstraalt, maar altijd op het team. Dat geldt voor de vereniging en voor ons clubblad. Ik ben dan ook heel blij met het vertrouwen dat ik heb gekregen om Louis Smit op te volgen als hoofdredacteur van Geo-Info.Met de huidige redactie van Geo-Info heeft hij de laatste jaren al een aantal belangrijke veranderingen doorgevoerd. Ik hoop die lijn van onherstelbare verbete-ringen door te trekken.

We zitten als vereniging in een turbulente en uitdagende tijd. Welke dingen moeten we doen om te binden en boeiend te zijn? Wat zouden we moeten doen (of laten) met de sociale media? Wat kunnen we organiseren voor de nieuwkomers in het geo-werkveld. Wat is voor hun belangrijk? In hoeverre sluit Geo-Info aan bij hun informatiebehoefte? Zijn we voor hen bij de tijd of juist allang uit de tijd? Vragen die rap beantwoord moeten worden en van groot belang zijn voor de manier waarop we met Geo-Info verder gaan. Ik ga de uit-daging aan iets moois mooier te maken. Daarbij is een kritische betrokkenheid van GIN-leden meer dan welkom. Doet u ook mee?

Middelpunt of toch zwaartepunt?In de nummers 2011-6 (p. 31) en 2011-7/8 (p. 9) is aandacht besteed aan de strijd tussen Chaam en Oisterwijk (Moergestel) over welke van de twee locaties het middelpunt van de Benelux is. Men had verschillende professionele plaatsbepalers: Geodan en het Kadaster. Aan de balie van het Kadaster in Apeldoorn zijn nog vóór de toegangspoortjes voor een ieder twee bladen mee te nemen en die leren meer.Het augustusnummer van het relatiemagazine Ter Zake van het Kadaster besteedde er aandacht aan onder de kop ‘Hart van de Benelux’ en stelde: ‘Er zijn verschillende methoden om van een gebied het middelpunt te bepalen. Het ‘enige juiste middel-punt’ van de Benelux bestaat daarom niet.’Het septembernummer van het personeelsmagazine Onder Ons van het Kadaster (‘uitsluitend bestemd voor intern gebruik’) had onder de kop ‘Zwaartepunt of mid-delpunt?’ een ander verhaal. ‘Het Kadaster gaf aan dat Moergestel het zwaartepunt van de Benelux was. Zwaartepunt, dus niet het middelpunt!’ Adri den Boer

4 Geo-Info 2012-1

Page 7: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Vierde GIN-congres doorbrak grenzen‘Geo doorbreekt grenzen’ was de titel van het vierde GIN-congres in de Jaarbeurs. Voor beide

beursdagen 30 november en 1 december schreven zich meer deelnemers in dan de 2600 die in 2009

feitelijk verschenen. Bezoekers, merendeels nog geen lid van GIN, namen vaak ook deel aan het gratis

congres met tien keynotes en 25 parallel-lezingen. Van de laatste werd voor dit verslag dezelfde selectie

gemaakt als de meeste deelnemers deden. (Voor latere historici: het waren soms andere boeiende

sprekers dan die waren gepubliceerd in het programma en zelfs de ter plekke verstrekte hand-out

bevatte voor de eerste dag viermaal de spannende lezingnaam ‘Titel nog niet bekend’.)

KeynotesSessievoorzitter Peter Hoogwerf gaf als eerste het woord aan Ed Nijpels, heel duidelijk van GeoBusiness Nederland (GBN) en met deels dezelfde statements als op hun themamiddag (zie p. 28/29). Ook hier was de ‘gouden driehoek’ juist in de geosector voorbeeldig ingevuld en de open overheidsdata door de ministers Verhagen en Schultz in drie minuten geregeld. Nijpels sprak ook op het vorige GIN-congres en vond wat er nadien was gebeurd een ‘grandioze ontwikkeling’. De GBN-voorzitter: ‘Geo-informatie wordt op een groot aantal terreinen benut waar we twee jaar geleden geen weet van hadden. De 80% kan nog 100% worden.’ (Hij wist dat de zaal wist dat 80% van alle infor-matie al jaren ruimtelijk heet.) Bedrijven moeten volgens hem gaan nadenken over wat overheden niet meer doen. “Toch zal de compacte overheid een beroep doen

op het bedrijfsleven vanwege het markt-tenzij, waarvoor wij zo gestreden hebben”, zo voegde hij er aan toe, wetend dat

men niet alleen risicodragend financieel wil participeren. “Geo-informatie is een verouderde term, daar moeten we hier op deze dagen misschien wel afscheid van nemen, het is ruimtelijke informatie”, aldus een ander statement. De BGT kon men verder volgens hem “de bijbel van de geo-informatie noemen”. Wat hij betitelde als “mijn lieve vriendin Dorine Burmanje” werd vanuit de zaal gevraagd en vanuit het Kadaster wat de rol van het bedrijfs-leven bij open data was. “Op dit moment nog niets. We zijn te passief geweest als bedrijfsleven. Het is een oproep aan ons-zelf om toegevoegde waarde te leveren”, zo was zijn eerlijke antwoord.IPO-directeur Gerard Beukema, evenals Nijpels zonder sheets, vond dat “de schaal van de bestaande provincies geen belemmering mag zijn.” Dat mag natuurlijk voor geen enkel terrein en dus is de IPO-samenwerking breder dan die

Verslag 30 november 2011

Beukema mét inspirator Marjan Bevelander.

Hoogwerf en Nijpels.

Geo-Info 2012-1 5

Page 8: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

bij geo-informatie en “ProGideon, dat in elk geval tot 2013 doorloopt.” Vanaf 2012 zullen steeds meer provinciale gegevens centraal beschikbaar komen, zoals ook bij Inspire gebeurde. In 2007 was al afge-sproken dat provinciale geo-gegevens van een ieder en dus open data zijn. Al heeft naast het IPO al “elke provincie zijn eigen ICT geo-opgave”, toch vond hij dat de laatste technologische ont-wikkelingen beter aan de markt en de community kunnen worden overgelaten. Nieuwtjes gingen niet alleen over zwem-water: hij noemde ook de noaber-app uit virtueel Twente! Zowel de versnippering als de technologie was typerend. Onlangs kwam het 20.000ste ruimtelijke plan op RO-online. Overal gaan ruimtelijke pro-cessen nu sneller en efficienter, zo wist

Beukema, goed van input voorzien door columnist Bevelander van dit blad.

BGT-track overvolNa een koffiepauze met té lange rijen werd het BGT-cafetariamodel gepresenteerd en dat trok ook veel volk. (De mensen van Openheid 2.0 in de congreszaal ernaast konden hun toehoorders niet in honderden, maar slechts in tientallen tellen.) Kwartiermaker Ernst Koperdraat (Inno-gration) mocht van trackvoorzitter Murre praten over “Wat mag u van de SVB-BGT verwachten?” Het ‘BGT-bijbelbombarde-ment van Nijpels’ maakte indruk op de kwartiermaker en hij dacht dan ook dat zijn verhaal “er wel zou ingaan als Gods Woord in een ouderling.” Bij het bron- en spaghettirijke pilotplaatje van de sluizen bij Tiel was de toelichting ‘zal u misschien wel bekend voorkomen’ een knap understate-ment (voor mij althans). Gekozen is voor een landelijke stichting, die eind maart wordt opgericht met alle zeven bronhou-derslagen in het bestuur. Kantoorruimte zocht men in het Waterschapshuis in Amersfoort. Er is 4,5 fte nodig voor de com-munity (alle bronhouders) en 14,5 fte voor de facility (naar wens). Dat laatste kon zo precies worden geraamd op basis van het SVB-GBKN. De landelijke voorziening krijgt dankzij dit samenwerkingsverband maar één poort in plaats van circa 500 poorten. De transitiekosten liggen tussen de 29 en 45 miljoen euro. In deze bezuinigingstijd

gaat I&M een transitie-impuls van een kleine 12 miljoen voor bronhouders aan het SVB-BGT geven. Zie verder de nieuwe web-site www.svb-bgt.nl, zo zei Koperdraat al.Adrie Noorlander (Kadaster) sprak over operationele aspecten. Nieuwe termen als ‘ontzorgen bronhouders’ en ‘zelfas-semblerende bronhouders’, waarvan hij er

maar één in een bepaald domein wil, komen vast bij gemeen-ten terecht.

Taalkundig helder was ook dat voor de community het werk uit ‘producten’ bestaat en voor de facility uit ‘diensten’. Bij het deelproduct BGT-assemblage sloot hij goed aan bij het congresthema: “Het barst van de grenzen en daar moet je echt doorheen!” Deze spreker vond ‘veel vergelijkbaar met de GBKN, al gaat het om een ander product’.Bart van der Lely (Grontmij) had als titel ‘BGT: de mist trekt op’. Hij liet aspecten van verdiepingsslagen in IMGeo 2.0 zien: men deelt de verhardingssoort Onverhard dan bijvoorbeeld in in Boomschors en Zand. Aan de hand van een Rotterdams plaatje (normaal bij hem Amsterdams!) bleek inderdaad de verdergaande detaillering bij plus- en beheertopografie boven de BGT. (“Wat kan een landmeter nog behappen? Niets qua iep of eik, dat moet de groenbeheerder zelf maar doen in zijn BOR-applicatie.”) Ongevraagd bracht Grontmij de transitiekosten van GBKN naar BGT voor gemeenten in. Die zijn het laagst voor Schiermonnikoog (€ 20.000) en

‘Geo-informatie is een verouderde term’

Koperdraat.

Van der Lely. Noorlander en Murre.

6 Geo-Info 2012-1

Page 9: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

het hoogst voor Rotterdam (€ 1.000.000). Per inwoner geeft dat allicht een ander plaatje en is Den Haag het goedkoopste uit (€ 0,9) en Schiermonnikoog het duurst (€ 21). Ook het aantal terreinvlakken kan per inwoner worden uitgerekend. In Vlie-land zijn dat er 0,4 en in Krimpen aan den IJssel wel 20, maar heel het westen lijkt ook bij vlakken weer het meest versnipperd en rijk. Vanuit de zaal was er in plaats van dank voor de gratis service de lastigere vraag naar de baten van de transitie…

Track over het nieuwe werken‘Het syndroom van de bureaugebonden ontwerper’ was de titel van de lezing van bosbouwer Joost Verhagen. Hij was al directeur-eigenaar van Cobra Boom-, Plan- en Eco-Adviseurs in Wilbertoord (NB) toen

hij door het bezuinigen op groen Cobra Geo-Adviseurs oprichtte. Enthousiast toonde hij wat er bij bomen fout kan gaan als locaties niet exact gemeten zijn. Of dia-meters van stammen en kronen man-keren. Op basis-kaarten hebben bomen ‘allemaal hetzelfde rondje’ en op basis daar-van worden wer-ken voorbereid en stadsbomen vernield, weet hij. Dus schafte hij Mobile Mapper en 3D omgevingsscanner aan en kon daarmee beheerders en ontwerpers hele puntenwolken bieden. Uit één meting zijn er zodoende posities, dimensies, terrein-

hoogten en panoramafoto’s beschikbaar. Grondradar en geo-gerefereerde lucht-foto’s kunnen het nog verrijken. Stelde deze spreker eerder al de vraag “Waar zijn de landmeters?” (bij kaarten die verkeerd

waren geïnterpre-teerd), tot slot vroeg hij ook: “Waar zijn de softwareverkopers, mensen die dingen verkopen die ze niet

waar kunnen maken?” (Ze waren niet in de zaal, maar misschien op de beurs?)Geodeet Joost van Loon (NSO) verving Marlène van Benthem uit de hand-out die Radkoop Koop uit het programma zou vervangen en sprak over meten vanuit de

Van Loon.

Jantien Stoter.

Vraag uit de zaal naar BGT-baten.

Verhagen met ‘vergeten in te meten’.

‘BGT de bijbel van de geo-informatie’

Geo-Info 2012-1 7

Page 10: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

ruimte. Optische beelden met nog betere resoluties (nu 50 cm) komen er nog steeds aan. Qua beschikbaarheid overtreffen ze luchtfoto’s tot voor en na tsunami’s toe. Hij verkondigde de zegeningen van de van 2013-2019 te lanceren Sentinel-satellieten met gratis en open data. In een groeimodel is er voor Nederland nu al een satellietdatabank met gratis ruwe data en een pilotcase precisielandbouw.Jantien Stoter (Kadaster) belichtte in plaats van ‘Ben Bruns - titel nog niet bekend’ de stand van zaken van BRT-generalisaties. Was er in een interactief proces met de grootste middenschaal op het scherm de kartograaf die het werk deed, nu lukte het automatisch. Haar voorbeeld overtuigde. Voordeel is dat naast de betere homogeniteit en flexibili-teit - zo wist zij - “automatisering uiteraard kostenreductie betekent.” Allicht is meer gekeken naar wensen van de toekomst dan naar die van het verleden. Details als het doortrekken van terreingrenzen tot aan hartlijnen van wegen, samenvoegen van kleine terreinen en van dezelfde terreintypes, uitdunnen van (spoor)wegennetwerken en tot slot kartografische generalisatie: ze kwamen allemaal aan bod. “Snelwegen mogen niet verplaatst worden, gebouwen wel en zelfs automatisch”, aldus een fraaie zin in althans het kartografisch model. Na 2012 worden TOP50 en TOP100 automatisch gegeneraliseerd uit Top10, en TOP250 en TOP500 vervangen door Europese producten.

Keynotes met ‘slimme stad’Al was het vergeleken met ‘s ochtends onvermijdelijk een kleiner publiek, ook van 16.00-17.15 uur waren er keynotes. Geoloog Joris van Enst, secretaris-direc-teur van Het Waterschapshuis (HWH), zou spreken over de nu 25 waterschappen en zijn HWH als partners in geo-informatie, maar er kwam al snel een sheet met ‘GI bestaat wel/niet’. Hij vond het een onderdeel van bredere informatie. “Voor Het Waterschapshuis staat info centraal en of het geo-info is, daar mogen schrift-geleerden heel lang over praten”, zo vond hij haast onverschillig. Hij vroeg verder als fietser in een voorbeeld over Nederlandse

bergen waar de app bleef op basis van het AHN, dat volgens hem om goede redenen niet open beschikbaar kon zijn. GIN-bestuurder Marien de Bakker in de rondvraag: “Als het AHN vrij is, is de app er in drie dagen.”Historicus Lucas Bolsius, nu burgemeester van Amersfoort, zou ook spreken over ‘titel nog niet bekend’, maar zei al snel en zonder GIN-contractkennis: “Ik voel de argumenten waarom u de volgende keer met uw congres in Amersfoort zit.” Sinds anderhalf jaar wist hij ook van het RD-nulpunt en van de term ‘Amersfoorts stelsel’. Kern van zijn verhaal was dat 20 bedrijven en organisaties in de keistad sinds 2011 deelnemen in een actief GeoCluster. Werkgroepen kwamen er al rond toptalent en aanbod stageplaat-sen/docenten, Virtuele tour/Imago Geo Amersfoort, Innovatie en Open Date en ten slotte Cross-overs. En wat zijn gemeente zelf betreft: “Vanuit ons econo-misch programma ‘Amersfoort Innovatief

Sterk’, dat met Europese EFRO-subsidies moge-lijk gemaakt is, spannen wij ons

in om data beschikbaar te gaan stellen.” Hij vond de al beschikbaar gestelde CBS-indeling van Nederland lastig bruikbaar vond dat moet van hem anders. “In de mooie wijk Het Bergkwartier is het cijfer van fietsendiefstallen ongekend groot en daarmee zeer verontrustend. Wat is er aan de hand? Nu blijkt dat het Cen-traal Station van Amersfoort tegen het Bergkwartier aanligt. En de cijfers van de fietsendiefstallen krijgen wij op CBS-wijk aangeleverd”, aldus de burgemeester van wat een ‘Open en Slimme Stad’ wil wórden.Laatste spreker was de bedrijfseconoom Arie Versluis, sinds bijna twee jaar directeur Data van Rijkswaterstaat-DID. Van weer een Ondernemingsplan met informatievoorziening wist hij dat zijn dienst weer een andere naam krijgt: Cen-trale Informatieverwerkingsdienst. Hij gaat voor verbindende informatievoorziening aan ‘Mass Customization’ doen. Versluis memoreerde dat zijn nieuwe diensthoofd Kees van der Kaa net een samenwer-kingsovereenkomst had getekend met de TU Delft over geo-informatie. Hoewel die term dus éénmaal viel stelde toch een

befaamd geodeet van het Kadaster de vragen waarom de spreker “het woord geo niet had genoemd en of er nog iets bijzon-ders aan zit.” Versluis deelde de genoemde bredere informatievisie van Van Enst van HWH, maar “zag echt wel dat een kaart een krachtig instrument is.” De grenzen waren doorbroken…

Adri den Boer

Burgemeester Bolsius.

Versluis.

‘Geo-informatie bestaat wel/niet’

Onder Ede‘Wageningen is onder Ede verklaard. Dat maakten landmeters vandaag bekend na een meting naar de exacte locatie van de gemeente.’(Bron: De Pers, 9 november 2011)

8 Geo-Info 2012-1

Page 11: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Verslag

GIN congres en beursvloer: traditioneel feest der herkenningVerslag van het GIN-congres van 1 december 2011

Op deze tweede dag leek het er alle-maal wat rustiger aan toe te gaan. Leek. Want gaandeweg bleek al snel dat de zalen voor de lezingen en de beursvloer druk werden bezocht.Jan Willem van Eck haalde bij de aftrap van de lezingen nog even aan dat het percentage ‘no-show’ bij het GIN-congres en de GeoXchange opmerkelijk laag genoemd kan worden in vergelijking met andere evenementen die in andere branches worden georganiseerd. We zijn blijkbaar een trouw volkje.

Open DataDirect daarna nam Henk Ovink van Ministe-rie I&M het woord. Hij benadrukte de rol die de centrale overheid wil nemen in het dos-sier ‘Open Data’. Hij deed dat aan de hand van het drieluik context, perspectief en te nemen stappen. Afkomstig uit het bedrijfs-leven en nu anderhalf jaar actief vanuit I&M zet hij vaart achter de geformuleerde doelstellingen. De ambities spatten van het scherm. Duidelijk werd dat men haast maakt met het uitvoeren van voorgenomen beleid. Ambitieuze politiek.De centrale overheid heeft zichzelf opge-legd sterk te willen dereguleren. De meer dan 80 wetten en de meer dan 100 rege-lingen zijn niet de schuld van juristen: zij hebben slechts vastgelegd wat de samen-leving als een probleem ervoer. Dat kan eenvoudiger en meer integraal.

Voor vrijwel alle ruimtelijke processen is goede informatievoorziening onontbeerlijk.Open Data kan hieraan een bijdrage leve-ren. Juist door ook burgers hierin te betrek-

ken (zie ook het initiatief van Obama uit 2009: Open Government Ini-tiative), waartoe ook in een recente notitie van

Donner wordt opgeroepen. I&M zet zich in voor open data op het geo-beleidsterrein en draagt bij aan het overheidsbrede gebruik ervan. Werkt aan het wegnemen van drempels.Er horen ook wat stevige uitspraken bij: per 1 januari 2015 zijn alle I&M-data open, tenzij er een wel heel goed gemotiveerde reden is dat niet te doen.Dat er door deze koerswijzigingen ook vra-gen ontstaan over verantwoordelijkheden van de overheid is evident. Het gebruiken van Open Data vraagt ook om een cultuur-omslag: geen voorwaarden, geen tarieven en zo te krijgen. Dat betekent dat de gebruiker vertrouwen moet hebben in de data. ‘Trust and control’ gaan hand in hand. De overheid faciliteert opbouw en ziet toe op kwaliteit. De verstrekker dient zich te houden aan de spelregels. De rijksoverheid wil een integere partner zijn. Dat dat beeld wel eens bijgesteld moet worden hoort bij deze cultuuromslag.Niet de overheid maar het innoverende bedrijfsleven bedenkt dan de toepassingen.

3D: de grens van het pionieren voorbij?! In een rap tempo toonde Jantien Stoter in krap 30 minuten 3D in de huidige praktijk, de resultaten van de 3D-pilot en de plannen van Kadaster voor 3D. 3D wordt inmid-dels wijdverbreid toegepast en 3D data is ruimschoots verkrijgbaar, zelfs als open data. Maar vanwege het projectmatige karakter van deze toepassingen worden de potenties niet volledig benut en is de investering in 3D ad hoc en soms redundant. De recent afgeronde eerste fase van de 3D-pilot heeft getracht hier wat aan te doen. Naast een enthousiast deelnemersveld (ruim 60 organisaties leverden een bijdrage) is er richting gegeven aan de ontwikkelin-gen en is IMGeo 2.0 nu met gebruikmaking van CityGML toch tenminste 3D-voorbereid. Afspraken zijn gemaakt over de wijze van

3D-modellering en tus-sen de bedrijven door is ook nog even een OGC-award gescoord. Al met al voldoende energie

om te beginnen aan het vervolg van de pilot. Deze is aanzienlijk concreter dan het eerste deel. Gereedschappen en technieken worden ontwikkeld als onderdeel van een ‘starterskit’ die de potentiële nieuwkomer tools biedt om gericht aan de slag te gaan.

Niet de schuld van juristen

Ingang van de Geo Info Xchange/GIN Congres 2011.

Alle I&M-data open voor 1 januari 2015

Geo-Info 2012-1 9

Page 12: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Ook heel mooi dat bedrijfsleven, overheid en onderwijswerkveld allen hun 3D-kennis bijeenbrengen en dat nu verder gaan ont-wikkelen. 80 partners zijn in deze tweede fase aan de slag en de activiteiten zijn verdeeld over een zestal actielijnen. Bij het Kadaster wordt onderzocht welke richtlijnen er dienen te zijn voor 3D-inschrijvingen en er loopt een onderzoek naar het gebruik van de 3D TOP10NL-dataset als 3D-referentieset. Vorig jaar heeft Geo-Info een artikelen-reeks gewijd aan 3D-Kadaster. Gelet op het enthousiasme bij de doorstart van de 3D-pilot zien we vanuit deze initiatieven

weer een paar mooie artikelen voor 2012 aankomen.Zoveel werd in de presentatie wel duidelijk: de fase van pionieren ligt achter ons. Er ligt

nu een solide basis om vanaf te vertrek-ken. Dat bleek ook uit een aantal vragen dat aan het einde gesteld

werd: hoe gaan we het nu verder vormge-ven en verkoopbaar maken?

Algehele indrukEn ondertussen op de beursvloer: je kon zien dat het er lekker druk was, er veel verbindingen werden gemaakt en afspra-ken voor de volgende weken. Mijn indruk

is dat de Geo-Info Xchange 2011 voor de meesten van ons een geslaagd evenement is geweest. Wel bijzonder dat donder-dagmiddag, nog voor het einde van alle activiteiten, de opruimingsploegen al aan de slag gingen. Met een beetje geluk werd je met stand en al in het carpet gerold voor een volgende editie. Eenmaal thuisgeko-men konden de bezoekers via een korte enquête hun ervaringen kwijt over de beurs. Uw bevindingen over het congres mag u bij de redactie melden.

De presentaties zijn te vinden op www.geo-info.nl.

Roelof Keppel

3D is praktijk, maar nog geen mainstream

Trots op Utrechts aandeel

“Wij zijn trots op ons aandeel in de bouw van het nieuwe station.” Dat wordt bouw-vakkers rechts van de witte pijl in de mond gelegd bij de werkfoto’s van wat nu nog de Jaarbeurszijde van Utrecht CS heet, maar

waar snel een nieuw Stadskantoor komt. De instrumentele grens tussen bouwme-ten en landmeten is ook daar niet hard, zoals de driepoot en het instrument links laat zien. Wie al meer over hun resultaat

wil zien, kijkt op de websites cu2030.nl en prorail.nl. En let wel: bij de opening zijn de foto’s en de vaklui verdwenen!

Adri den Boer

10 Geo-Info 2012-1

Page 13: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

ALV met beursbezoek als toetje De Algemene Ledenvergadering (ALV) van GIN van 30 november vorig jaar stond weer in het teken van bestuursvertrouwen. Werd in nummer 2011-6 in het verslag ‘ALV met lezingen als voorafje’ nog gehoopt dat er tijdens het congres meer dan circa 20 leden zouden komen: het waren er weer net zo weinig. (De vereniging kent 2400 persoon-lijke leden.) Voorzitter Van Eck signaleerde dat op de conferentie 60% van de bezoekers nog geen lid is. Dat leek hem uit balans en correctie daarvan vond hij een mooie taak voor het vernieuwde bestuur.DHC-voorzitter Herman Quee had milde kritiek op de concept-notulen van de ALV van 19 april 2011 “dat hij op de website de uitgave van De Hollandse Cirkel zou missen.” Hij miste in weerwil van een toezegging van januari 2010 in de tijdschriftendatabank van De Hollandse Cirkel juist Geo-Info. De notulen werden verbeterd en omdat zijn vraag nog actueel was, deed waarnemend GIN-secretaris Marien de Bakker de toezeg-ging opnieuw! Statuten en Huishoudelijk Reglement werden gewijzigd en ook dat gebeurde unaniem. Versimpelen en flexibe-ler maken waren de enige doelen en ‘gewone leden’ werden zo nu ook ‘persoonlijke leden’. De contributies werden voor 2012 marginaal verhoogd (voor persoonlijke leden van € 55 naar € 57). Zeker buiten de BVK is men vooral lid voor het tijdschrift. “Zonder blad hebben we niet veel als vereniging” was een uitspraak van de voorzitter naar aanleiding van de productiekosten en de teleurstel-lende advertentie-acquisitie. De begroting 2012 met behoud van de aantallen nummers (10) en pagina’s (32) van dat blad van 2011 werd toch voor kennisgeving aangenomen.

Het geprognosticeerde verenigings-jaar-tekort van € 25.000 is gezien de balans ook geen probleem. Dat overzicht was weliswaar niet aanwezig, maar de voorzitter gaf door dat de vereniging dat nog wel 10 tot 15 jaar kon lijden en dat er in die tussentijd meer zal gebeuren. Drie bestuursleden vertrokken en er kwamen er direct twee voor terug - en met applaus. (De derde, de beoogd secretaris in de plaats van Martin van Vliet, moet nog volgen.) Voorzitter Jan Willem van Eck werd opgevolgd door Peter Hoogwerf, directeur GEO van het Kadaster. Hoofdredacteur Louis Smit werd opgevolgd door bevordering

van de plaatsvervangend hoofdredacteur Roelof Keppel, adviseur GIS&ICT bij Grontmij. Dank was er voor het vrijwilligerswerk en de enige protocollaire handeling was dat Hoogwerf van Van Eck het stokje kreeg doorgegeven. Dit rood-witte stokje speelde in 2003 een belangrijke rol op het laatste Geodesia-congres en bleef bewaard. (Zie de dikke Geodesia 2003-12 in de tijdschriftenda-tabank van De Hollandse Cirkel.)

Geo-Info XchangeStond in het congresprogramma van die woensdag 12.15-14.30 uur integraal aangege-ven als ‘exclusieve beurstijd’, voor de ALV-ers was dat toen een uurtje minder in Hal 3. Daarna werd niettemin alles bekeken en besproken op deze beurs van VNU Exhibiti-ons, van stands tot de Starters-, Kennis- en Educatiepleinen toe. Meer over de stands is gepubliceerd door ‘Hoofd Mediapartner’ van het GIS-magazine. Uit de GIN-stand werden ook Geo-Info’s meegenomen door liefhebbers. Tot slot: Geo-Info 2010-1 met gro-tere verslagen van het derde GIN-congres en de beurs telde ook nog 60 pagina’s.

Adri den Boer

Verslag

Bestuurstafel met José Broekhuizen (MOS), Marien de Bakker, Jan Willem van Eck en Guido Quik.

GIN-stand op Geo-Info Xchange.

Peter Hoogwerf heeft nu het stokje.

Feitelijk verrassend: jongste beursdeelnemer mét badge.

Geo-Info 2012-1 11

Page 14: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

GIN start vanaf 2012 met nieuwe vorm partnerprogramma

Afgelopen jaar is door het bestuur het nieuwe beleid op het gebied van part-nerprogramma vastgesteld. Gelijktijdig is besloten om het bedrijfslidmaatschap om te gaan zetten naar partner van GIN. Bin-nenkort zullen hiervoor de bedrijfsabon-nees worden benaderd.In het verleden kon een organisatie partner worden van GIN wanneer aan een aantal voorwaarden was voldaan. In feite werd teruggekeken in de tijd op welke wijze een organisatie GIN had ondersteund. Hierover was verder niets vastgelegd en ook financieel stond hier niets tegenover. In de nieuwe vorm wordt vooruit gekeken. Om partner te kunnen worden, wordt een zogenoemde partnerovereenkomst tussen GIN en de organisatie afgesloten. Een organisatie verplicht zich door partner te worden van GIN, naast het betalen van een bepaald bedrag, om in het jaar na het afsluiten van de overeenkomst of bijvoorbeeld gastheer te zijn voor een bijeenkomst of door te adverteren in Geo-info. GIN zal op zijn beurt de partners vermelden op de website en in Geo-info. Er zijn drie typen van partner: Basis, Uitgebreid en Top.

Tijdens de eerste dag van Geo-Info Xchange-beurs zijn twee overeenkomsten getekend. Als eerste tekende de Rijksuni-versiteit Groningen de nieuwe partner-overeenkomst, direct gevolgd door Dirk van Bekkum die namens zijn eigen bedrijf Geocensus tekende. Door Louis Smit, als vertegenwoordiger van Gemeentewer-ken Rotterdam, werd toegezegd dat zij eveneens partner zullen worden. Onderte-

kening van de overeenkomst heeft nog in december plaatsgevonden.Op de foto’s is de ondertekening tijdens het GIN-congres van de beide overeen-komsten te zien. Leen Murre, die tevens de advertentieacquisitie voor Geo-Info uitvoert, zal de overeenkomsten behe-ren en bij hem is ook meer informatie te verkrijgen over de kosten en voor-waarden.

12 Geo-Info 2012-1

Page 15: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Op 12 oktober schreef Matt Poelmans in de Volkskrant “Waar blijft de ‘overheids-AppStore’?” Mijn eerste reactie was dat dát niet nodig zal zijn. De overheid gaat zich immers vooral richten op het beschikbaar stellen van open data en zal de ontwikkeling van app’s zoveel mogelijk aan de markt overlaten. Afgelopen week was ik echter op het GIN-Congres in de Jaarbeurs. Zo’n congres is een ijkpunt, een moment waar ontwikkelingen bij elkaar komen. Het was tijdens één van de bijeenkomsten op donderdagmid-dag, gewijd aan het thema ‘Expeditie’, dat ik terugkwam op mijn eerste reactie op de stelling van de Volkskrant. Het lijkt erop dat de verdeling tussen ‘overheid’ en ‘markt’ (in data en toepassingen) toch iets te gemakkelijk gemaakt is.

Het thema ‘Expeditie’ was geïnspireerd op de expeditie ‘Open Data’ die provincies en GeoBusiness in het voorjaar organiseer-den. Een initiatief dat vergelijkbaar is met de initiatieven ‘Apps for Amsterdam, Rotterdam, Noord-Holland, …’. Bovendien is dit initiatief ook gebaseerd op het idee dat het creëren van toepas-singen door derden open en vrij beschikbare overheidsdata zal stimuleren. De overheid kan haar aandacht dan op andere zaken richten en de toepassing van de laatste technische ontwikkelin-gen aan de markt of community overlaten.

Overheid versus bedrijfslevenIn de expeditie ‘Open Data’ gingen zeven gemengde teams van medewerkers van provincies en bedrijven aan de slag en sloegen daarbij twee vliegen in één klap. Enerzijds een terugtrekkende, bezuinigende overheid die door samenwerking toch aansluiting zoekt bij ontwikkelingen en innovatie stimuleert. Anderzijds bedrijven die zelf aan de slag gaan en nieuwe bronnen van inkomsten aanboren, al dan niet samen met de overheid. De voorjaarsexpeditie eindigde met een aantal goede ideeën die verder ontwikkeld worden in de provincies Overijssel en Noord-Brabant. Het succes van de expeditie vroeg om een vervolg en daar bood het GIN-Congres de gelegenheid voor. Welke app’s zijn favoriet?Terug naar de donderdagmiddag op het GIN-Congres dus: drie presentaties waarin een scala van al werkende app’s de revue passeerden. Zoals de informatie over het boren van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam op www.hierzijnwij.nu: live lokale info over waar nu wordt geboord. Of de www.applasoverijssel.nl, waar de provincie Overijssel alle beleidskaarten en achterlig-gende informatie beschikbaar stelt als atlas voor smartphone of tablet. Gedeputeerden gaan niet meer de deur uit zonder de iPad met Atlas. Of de Layar Stapelkaart van het Planbureau voor de Leefomgeving (zie: www.layar.com/layers/pblstapelkaart). Een stapelkaart met negen soorten gebiedsbeleid die laat zien of je bijvoorbeeld in een stiltegebied staat of in een Natura 2000-gebied. Of is er misschien een werelderfgoed van UNESCO in de buurt?

Drie voorbeelden van goedwerkende app’s waar veel belang-stelling voor bestaat - ook gezien de reacties uit de zaal. Opval-lend dat de goedwerkende app’s die hier genoemd werden, zijn ontwikkeld door de overheid. Zeker gezien het feit dat we er als overheid naar streven zoveel mogelijk ontwikkeling over te laten aan de markt. Dat roept vragen op. Gaat het hier om een overgangssituatie? Zijn we (overheid en ontwikkelaars) er nog niet aan toe dat de overheid ontwikkeling loslaat? Of kan dat voor sommige toepassingen echt niet, ook niet in de toekomst?

Logische reactie: discussie!In de daaropvolgende discussie waren diverse argumenten te horen: “Ontwikkeling van app’s door bijvoorbeeld studenten leidt weliswaar tot creatieve producten, maar je bent niet zeker van hun voortbestaan. De app’s kunnen ook zo weer verdwij-nen.” Of: “Bedrijven hebben moeite met de onzekerheid van de verdienmodellen”. Een ander argument van de zijde van de overheid kwam van de provincie Overijssel: “Bij het informeren van bestuur en management moet de provincie zelf leidend zijn.” Dat daarmee een mooi product wordt ontwikkeld dat ook door burgers en bedrijven gebruikt kan worden, is gewoon mooi meegenomen. Kortom: we zijn er nog niet. De overheid kan er zeker nog niet zomaar vanuit gaan dat ontwikkeling door de markt als vanzelf-sprekend op gang komt. Provincies, waterschappen en Rijkswa-terstaat zijn nu bijvoorbeeld een centraal Register Zwemwater-kwaliteit aan het bouwen. Dit Register komt in de zomer van 2012 beschikbaar. Wat zou het mooi zijn als bedrijven direct aan de slag gaan met ontwikkeling van toepassingen. Een paar suggesties: een waarschuwing als er in je favoriete zwemplas blauwalg gevon-den is. Of: je bent op vakantie en zoekt de ideale zwemplek voor je dochter van vijf. Vooralsnog echter gaat de overheid hiermee ook zelf aan de slag. Het is nog te vroeg om ervan uit te gaan dat publieksinformatie via een andere weg naar ons toe komt.

Hoe nu verder?En daarmee sloeg de discussie de richting in van de ‘overheids-AppStore’. Kan de overheid daarmee een versnelling aanbren-gen? Het publiek zou dan een mooi overzicht van overheids-diensten en overheden hebben. Bedrijven hebben inzicht in elkaars toepassingen en kunnen die over en weer gebruiken en hergebruiken. Op die manier zou ontwikkeling in ieder geval gestimuleerd kunnen worden. Misschien toch niet zo’n gek idee in de Volkskrant: “Waar blijft de ‘overheids-AppStore’ die de bureaucratie op zijn kop zet, net als de Apple AppStore dat deed voor de hele informatie-industrie?”

Marjan BevelanderCoördinator Geo-projectenInterprovinciaal Overleg (IPO)[email protected]

App-store voor de overheid?

Column Marjan Bevelander

Geo-Info 2012-1 13

Page 16: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

De invloed van gemeentelijke herindelingen op de regionale

statistieken van het CBS

Hilde Keuning, Coördinator Regionale Statistieken, Centraal Bureau voor de Statistiek

In Nederland vinden jaarlijks gemeentelijke herindelingen plaats. Dit betekent dat twee of meer

gemeenten opgaan in één nieuwe gemeente. Of dat een gemeente opgaat in een andere gemeente.

Zo zijn per 2011 Oss en Lith samen verdergegaan als Oss, en zijn Eijsden en Margraten gefuseerd tot Eijsden-

Margraten. Wat voor gevolgen hebben zulke gemeentelijke herindelingen voor de regionale statistieken?

Gemeentecodes wijzigen niet altijd Sinds 1968 geeft het CBS elke gemeente een gemeentecode, in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrela-ties. Het CBS geeft de voorkeur aan het gebruik van deze codes boven het gebruik van namen, omdat de kans op (spel)fouten bij codes kleiner is. En daarmee ook de kans op gemiste koppelingen.Het verdwijnen van en het vormen van nieuwe codes hangt samen met de opheffing en vorming van gemeente-

namen. Verdwijnt een gemeentenaam, dan verdwijnt ook de gemeentecode. Als gemeenten fuseren onder de naam van één van de betrokken gemeenten, dan blijft de code van die gemeente

gehandhaafd. Sinds 1830 zijn er bij Rotterdam tien gemeenten toegevoegd. De laatste was

Rozenburg, in maart 2010. De gemeen-tecode is al die tijd 0599 gebleven (tabel 1). Zuidplas is in 2010 ontstaan uit Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen-Moerkapelle en heeft de code 1892 meegekregen.

Breuken in de cijferreeksEen groot nadeel van de vele gemeentelijke herindelingen is dat daardoor ontwikkelin-gen van de oorspronkelijke gemeenten niet goed zijn te volgen in de tijd: er ontstaan

Begrenzingen lopen nationaal en Europees

soms niet synchroon

Methode van gemeente-codering in het kort De codes van de gemeenten die in 1968 bestonden zijn viercijferig en begin-nen allemaal met het voorloopcijfer 0. Als gemeenten een nieuwe naam krijgen, hetzij door een naamswijziging, hetzij door een gemeentelijke herinde-ling, dan krijgt de nieuwe gemeente een niet eerder gebruikte viercijferige code met voorloopcijfer 1. De volgende drie cijfers in de code zijn de drie laatste cijfers van een na 1969 opgeheven gemeente. De volgorde van toekenning van vrijgekomen driecijferige codes is gebaseerd op het tijdstip van ophef-fing. De code van de eerst opgeheven gemeente wordt als eerste hergebruikt. ‘First in, first out’ dus.

Voor de code 1892 van de gemeente Zuidplas zijn bijvoorbeeld de laatste drie cijfers gebruikt van de gemeente Berg en Terblijt (code 0892), die in 1982 is opgeheven. Het eerstvolgende vrije nummer daarna was 0894. Dat is gebruikt voor de gemeente Peel en Maas (code 1894).

Onderwerpen Regio’s

Begindatum Einddatum Gebieds- of gemeentecode

Moordrecht 01 jan 1830 01 jan 2010 0563

Nieuwerkerk aan den IJssel 01 jan 1830 01 jan 2010 0567

Rotterdam 01 jan 1830 0599

Rozenburg 01 jan 1830 18 mrt 2010 0600

Zevenhuizen-Moerkapelle 01 feb 1992 01 jan 2010 1666

Zuidplas 01 jan 2010 1892

© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 13-9-2011

Tabel 1. Begin- en einddatum van enkele gefuseerde gemeenten en gemeentecodes.

14 Geo-Info 2012-1

Page 17: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

breuken in de cijferreeks. Wie bijvoorbeeld wil weten hoe de bevolking van Roerdalen is gegroeid sinds 2005 kan niet zonder meer de cijfers in de CBS-databank StatLine gebruiken. In Roerdalen nam de bevolking per 2007 met ruim 11.000 toe. Deze toename is grotendeels te verklaren door de fusie met Ambt Montfort, maar kan in de tabel niet direct worden geduid.

Bij de gemeente Ambt Montfort is er per 2007 geen bevolkingsaantal meer te vinden. Deze opgeheven gemeente is dus per 2007 niet meer te volgen als statistische eenheid.

Om dergelijke breuken in cijferreeksen te vermijden is het CBS gestart met een tabel waarin gemeenten door de tijd te volgen zijn. Dit is sinds kort mogelijk omdat informa-tie op adresniveau beschikbaar is gekomen

en voor elk adres kan worden nagegaan wanneer het in welke gemeente viel.

In de tabel ‘Gemeenten volgtijdelijk’ wordt de gemeentelijke indeling van 2009

gehandhaafd en worden de cijfers van eerdere jaren herberekend naar deze indeling (tabel 3). Omdat

de gemeente Ambt Montfort in 2007 is opgeheven, staat deze dus niet in de tabel. De verschillen in de cijfers tussen de tabel-len 2 en 3 zijn te verklaren door afrondings-verschillen en verschillen in bewerking van de broncijfers.

De StatLine-tabel ‘Gemeenten volgtij-delijk’ is (nog) beperkt qua variabelen en heeft alleen 2009 als referentiejaar. Andere variabelen en referentiejaren kan het CBS vaak op aanvraag als maatwerk leveren.

Domino-effect op andere gebiedsindelingen Een gemeentelijke herindeling kan ook gevolgen hebben voor grenzen van andere gebieden. Naast de indelingen in gemeenten en provincies zijn er in Nederland nog vele andere gebiedsin-delingen in gebruik, waarvan vele de gemeentegrenzen volgen. Zo fungeren de gemeentelijke indelingen als bouwstenen voor andere indelingen.

Over een groot aantal indelingen zijn sta-tistieken te vinden in StatLine. In tabel 4 is een overzicht gegeven van de belang-rijkste landsdekkende gebieden waarover het CBS in StatLine gegevens publiceert. In dit geval zijn de gebiedsnamen en

Statistiekjaar en indelingsjaarIn StatLine kan vaak worden gekozen uit gemeentelijsten van verschillende jaren. Hierin staan de gemeenten naar de indeling van de verschillende kalenderjaren. Er kan ook een jaartal worden gekozen voor de waarden van de variabelen, bijvoorbeeld de bevol-king. Dat is het statistiekjaar. Als nu de gemeentelijst 2008 wordt geselecteerd en de variabele waarden voor 2004, dan zal de waarde voor Ambt Montfort daar niet bij staan, omdat die gemeente in 2008 al was opgeheven. Andersom zal er, als de gemeentelijst voor 2008 wordt geselecteerd en de waarden voor 2010, geen waarde staan voor bijvoorbeeld Zuidplas, omdat die gemeente in 2008 nog niet bestond.

Onderwerpen

Bevolking naar geslacht

Mannen en vrouwen

Perioden 2005 2006 2007 2008 2009

Regio’s Leeftijd (basis = geboortejaar) aantal

Ambt Montfort Totaal leeftijden 10 918 10 998

Roerdalen Totaal leeftijden 10 331 10 288 21 320 21 142 21 333

© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 13-9-2011

Tabel 2. Bevolkingsontwikkeling van de gemeente Roerdalen en Ambt Montfort volgens StatLinetabel Bevolking; geslacht, leeftijd, nationaliteit en regio, 1 januari.

Tabel 3. Bevolkingsontwikkeling van de gemeente Roerdalen volgens StatLinetabel ‘Gemeenten volgtijdelijk’.

Onderwerpen Bevolking

Totale bevolking

Regio’s Perioden aantal

Roerdalen

2006 21 280

2007 21 310

2008 21 140

2009 21 340

© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 8-8-2011

Gemeentenaam bepalend voor verdwijnen en ontstaan van codes

Geo-Info 2012-1 15

Page 18: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Figuur 1. Enkele gebieden waarin Dronten ligt, gevisualiseerd.

Regio’s Onderwerpen Waarde

DrontenLokaliseringen van gemeenten

Landelijk dekkende gebieden

Arrondissementen (rechtsgebieden)

Code code 07Naam naam Zwolle/Lelystad

COROP-gebieden Code code 40Naam naam Flevoland

COROP-subgebieden Code code 400Naam naam Flevoland

COROP-plusgebieden Code code 4002Naam naam Flevoland-Midden

GGD-regio’s Code code 2209Naam naam GGD Flevoland

Kamer van Koophandel Code code 32Naam naam Gooi-, Eem- en Flevoland

Landbouwgebieden Code code 2402Naam naam Zuidelijke IJsselmeerpolders

Landbouwgebieden (groepen) Code code 06Naam naam IJsselmeerpolders

Landsdelen Code code 02Naam naam Oost-Nederland

NUTS1-gebieden Code code NL2Naam naam Oost-Nederland

NUTS2-gebieden Code code NL23Naam naam Flevoland

NUTS3-gebieden Code code NL230Naam naam Flevoland

Politieregio’s Code code 25Naam naam Flevoland

Provincies Code code 24Naam naam Flevoland

Ressorten (rechtsgebieden) Code code 02Naam naam Arnhem

RPA-gebieden Code code 15Naam naam Flevoland

Toeristengebieden Code code 03Naam naam IJsselmeerkust

Veiligheidsregio’s Code code 25Naam naam Flevoland

Wgr-samenwerkingsgebieden Code code 18Naam naam Flevoland

© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 13-9-2011

Tabel 4. Gebieden waarin de gemeente Dronten valt.

codes weergegeven waarin de gemeente Dronten valt in 2011. In Figuur 1 zijn enkele van die gebieden gevisualiseerd en is te zien hoe verschillend ze kunnen zijn.Als twee gemeenten op de grens van

bijvoorbeeld een COROP-gebied fuseren, dan moet dit gebied, linksom of rechtsom, ook de nieuwe gemeentegrenzen gaan volgen. Het vaststellen van de toedeling gebeurt op basis van forensenstromen,

inwoneraantallen van de betreffende gemeenten en COROP-gebieden en de aansluiting op andere gebiedsindelin-gen. Een wijziging in de COROP-grenzen betekent voor de statistieken ook een

16 Geo-Info 2012-1

Page 19: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

breuk in de cijfers van de betreffende COROP-gebieden. De laatste COROP-grenswijziging vond plaats in 2010 toen Moordrecht, Zevenhuizen-Moerkapelle en Nieuwerkerk aan den IJssel samen verder gingen als Zuidplas.

Naast de landsdekkende gebieden publiceert het CBS ook over niet-lands-

dekkende gebieden, zoals grootstede-lijke agglomeraties en stadsgewesten. Deze beslaan niet heel Nederland, maar komen alleen voor rondom enkele grote steden. Ook de grenzen van deze gebie-den kunnen worden beïnvloed door gemeentelijke herindelingen. Met behulp van inwoneraantallen, forensenstromen en verhuisgegevens bepaalt het CBS dan tot welk stadsgewest de nieuwe gemeente eventueel behoort.

Europese indeling mag niet steeds meeveranderenNog complexer is het als gemeentelijke herindelingen de Europese regionale indelingen aantasten, in NUTS1-, NUTS2- en NUTS3-gebieden. De indelingen in gebieden volgens de Nomenclature des Unités territoriales statistiques (NUTS) zijn in het leven geroepen om regio’s bin-nen Europa goed met elkaar te kunnen vergelijken. Het oppervlak en inwonertal van deze gebieden moet daarom binnen bepaalde marges vallen. Wel wordt zoveel mogelijk uitgegaan van reeds bestaande nationale indelingen. In Nederland komen de NUTS1, NUTS2 en NUTS3 overeen met respectievelijk de landsdelen, de provincies en de COROP-gebieden. De grenzen komen echter niet altijd overeen, door gemeentelijke herindelingen in combinatie met de inde-

lingsprocedures van Eurostat, het Europese statistische bureau. Eurostat stelt als eis dat, voor de vergelijkbaarheid tussen internati-onale regio’s, de grenzen van regio’s niet elk jaar mogen veranderen. Daarom mogen de lidstaten hun indelingen maar eens in de drie á vier jaar wijzigen. Dat betekent dat op dit moment de COROP-gebieden waartoe de gefuseerde gemeenten van Zuidplas behoorden anders begrensd zijn dan de NUTS3-gebieden bij Eurostat. Dit heeft tot gevolg dat het CBS de cijfers die het nu naar COROP-gebied publiceert moet corrigeren naar een oude indeling als ze op het niveau van NUTS3 worden geleverd aan Eurostat.

Kortom: gemeentelijke herindelingen hebben nogal wat gevolgen voor statistie-ken: coderingen moeten worden veran-derd, gebiedsindelingen moeten mogelijk worden aangepast en ontwikkelingen in de tijd zijn niet zonder herberekeningen te volgen.

Figuur 2. COROP-indeling vóór vorming gemeente Zuidplas (rood) en COROP-indeling na vorming gemeente Zuidplas (groen).

Vette instrumentele jarenVette instrumentele revoluties waren te zien op een forse Leica-wand op Geo-Info Xchange. Mirsad Tabakovic van Gemeente werken Rotterdam genoot van de historie. Ook de stichting De Hollandse Cirkel won in haar stand meer donateurs dan GIN leden wierf. Dus óp naar de beurs van 27 en 28 november 2013!

Adri den Boer

Geo-Info 2012-1 17

Page 20: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Verslag

‘Blauwdruk van de Grachtengordel’Afgelopen 17 november vond in het Stadsarchief van Amsterdam de feestelijke onthulling plaats van wat de ‘Blauwdruk van de Grachtengordel’ werd genoemd. (Overigens is gebouw De Bazel aan de Vijzel straat pas sinds 2007 een cultuurtem-pel in plaats van de Indische geldtempel van de Nederlandsche Handel-Maatschap-pij/ABN.) Het ging om de digitale ontslui-ting van 44 gronduitgiftekaarten uit de 17e eeuw op de beeldbank.amsterdam.nl (zoeken op ‘gronduitgifte’). In de rijke collectie van het Koninklijk Oud-heidkundig Genootschap (KOG) bevindt zich een schat aan oude kaarten. Daartoe behoren ook de plattegronden van de bouwblokken die bij de stadsuitleg van 1664 zijn getekend. Van bijna elk bouw-

blok is de verkaveling mét daarbij de eer-ste veilingopbrengst van de afzonderlijke percelen bewaard gebleven. “Deze grond-uitgiftekaarten zijn te beschouwen als de blauwdruk van de grachtengordel en zijn van wezenlijk belang voor het behoud van de oorspronkelijke structuur van de grachtengordel, sinds 2010 UNESCO-werelderfgoed”, aldus de uitnodiging van het stadsdeel Centrum.

Ruimtelijk DNAIn de overvolle Filmzaal werd het pro-gramma geopend door mevrouw Hilde de Boer, hoofd afdeling Ruimtelijk Beleid van het stadsdeel. Zij memoreerde dat de digitale beschikbaarstelling mogelijk was door samenwerking van de drie partners.

Naast het betalende stadsdeel namelijk het Stadsarchief met haar websiteruimte en het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap als kaarteigenaar. “Kennis van historische kaarten is niet iets stoffigs, maar van belang voor iedereen die woont en werkt op de locaties”, zo wist ze. Ze vond ook dat elke stad haar eigen ruimtelijk DNA heeft, hier de succesformule van de geparcelleerde bouw-blokken. Dat succes geldt ook nog voor “de huidige derde Gouden Eeuw”, zoals burge-meester Van de Laan altijd zegt. Mevrouw De Boer wees er op dat de Prinsengracht een werkgracht was met pakhuizen, in tegenstelling tot de Herengracht. Ook de kleine percelen in de zijstraatjes waren haar niet ontgaan. “De Unesco-bescherming vindt vooral plaats door bewustwording van het publiek. Zo alleen is behoud van erf-goed te garanderen”, zo sloot ze af over de wereldbrede aanwijzing die geen subsidies oplevert…

Stadsdeel met historicusErik Mattie, historicus van de afdeling Ruimtelijk Beleid van stadsdeel Centrum, hield een geschiedkundige inleiding over ‘de kunst van het lezen van historische kaarten’. Zijn blijdschap over de gronduitgiftekaar-ten was tweeledig. “Men ziet niet alleen de structuur van de grachtengordel en de grondopbrengsten. Daardoor ontstaat ook begrip waarom de gevelwanden er uitzien zoals ze er uitzien”. Beide zaken waren recent aan de orde bij afwegingen over de verbouw van weer een kantoor tot een luxe hotel. Ook de zakelijke informatie werd door hem geanalyseerd: de Herengracht was driemaal zo duur als de Keizersgracht en bij de tus-senstraten was de oostzijde altijd duurder dan de westzijde. “Als je bij de ‘happy few’ wilde horen, kocht je geen huis op de Keizersgracht” en “Was lopen in de zon duur-der?” Ook opmerkelijk: tussenstraten als de Utrechtsestraat hadden blinde achtermuren, omdat het verboden was in de tuinen van de rijken te kijken. Dat is nog steeds te zien. Verder is op de huidige kaart- en satelliet-beelden zichtbaar waar men in de 17e eeuw de privaten plande, bouwde en benutte. Mattie liet ook zien hoe in de jaren ‘70 van de 20 e eeuw veel gevels op de 18e-eeuwse wijze werden verhoogd en verminkt en achter-

Vloerkaart en bezoekersschroom…

“Heeft u weleens op de plattegrond van Amsterdam gestaan? In het Stadsarchief kan het! Op de kaart komt u naambordjes tegen van straten en buurten die iets vertellen over het waterrijke verleden van de stad”. Zo begint de folder ‘Van Amstel tot Zeedijk’ over een expositie van Water-schap Amstel, Gooi en Vecht, die in het kader van de Internationale Waterweek van 16 oktober tot 13 november 2011 te zien was. Omdat deze Waterweek is

verlengd, konden de bezoekers van de feestelijke onthulling van de ‘Blauwdruk van de Grachtengordel’ er op 17 novem-ber nog van genieten. (De expositie was in de hal, net als de welkomstkoffie en het glaasje achteraf.) Hun schroom om de kaart met voeten te treden bleek net zo groot als bij veel eerdere archiefbezoe-kers. De meesten bleven op het zeil vóór de expositie staan kijken. Kan popularise-ren toch te ver gaan?

18 Geo-Info 2012-1

Page 21: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

gevels ten onrechte ‘rimpelloos’ werden gemaakt. “Unesco wil geen reconstructie van de 17e eeuw, maar wel authenticiteit en recht doen aan de variëteit”.

Onthulling“Van de crisis merken we hier in de binnen-stad niets”, concludeerde Boudewijn Oranje (D66), portefeuillehouder Bouwen en Wonen van het stadsdeel, op basis van de bouwaan-

vragen van ontwikkelaars. Hij was - net als zijn partij - erg voor open source en wilde (vast meer persoonlijk) “zoveel mogelijk vernielin-gen van de jaren ‘70 herstellen”. KOG-voorzit-ter Norbert van den Berg memoreerde dat zijn genootschap meer dan 150 jaar oud was en gelukkig de kaarten bewaarde. De eigen-lijke onthulling van de digitale beelden door genoemde ‘stadsdeelwethouder’ Oranje en de voorzitter, was wat in het duister. Ze mis-

ten een muismatje, maar zagen toch kans om op de website uitgiftekaarten op te roepen. Ook waren er twee originele kaarten te bewonderen in een tafelvitrine. Beide kaarten zijn voorzien van 19e- of 20e-eeuwse stempels van het genootschap als ‘onherstelbare vernielingen’, maar op de beeldbank blijkt dat uitzonderlijk te zijn.

Adri den Boer

20e eeuwe kaartseries in de Archiefbank“In de archieven van twee gemeentelijke diensten zijn series kaarten van Amsterdam te vinden die met elkaar een gedetailleerd beeld geven van alle veranderingen in het kaartbeeld van de stad gedurende vrijwel de gehele 20e eeuw. Het gaat zowel om de kaart op schaal 1:1000, vervaardigd door de Dienst der Publieke Werken (PW) als om de kaartseries in verschillende schalen van de Dienst Bouw- en Woningtoezicht (BWT). Alle kaartbladen van deze series, bijna 3000 stuks, zijn gescand en beschikbaar via de Archiefbank. Voor het onderzoek naar de bouwgeschiedenis van Amsterdam in de 20e eeuw zijn deze kaartseries van onschat-bare waarde. Op de kaartbladen van PW zijn niet alleen alle straten en huizen gete-

kend, maar ook het straatmeubilair zoals lantaarnpalen en verkeerslichten en zelfs brievenbussen en brandmelders. En, niet onbelangrijk, ook het openbaar groen staat op de kaart! Basis van de kaartseries van BWT zijn de kadastrale gegevens. Dat kan soms een beeld geven dat afwijkt van de feitelijke gegevens zoals getekend op de kaartbladen van PW. BWT gaf op de kaart aan voor welke opstallen (huizen, fabrieken, kerken e.d.) vergunning voor (ver)bouw was verleend. Op voor- en achterzijde van de BWT-bladen staan verwijzingen naar de raadsbesluiten over bebouwing, maar ook over bijvoorbeeld de verkoop van grond of het verlenen van een hinderwetvergun-ning. De originele bladen van de 1:1000

kaart van PW hebben een formaat van ongeveer A6. Bij de start van de productie in 1909, waren er 76 bladen nodig om het gehele grondgebied in kaart te brengen. In 1989, na annexaties van de jaren ‘20 en de jaren ‘60 telde de kaart zelfs 303 bladen. Als er ergens in de stad veel in het kaart-beeld veranderde, werd een nieuw kaart-blad getekend en gedrukt. Dat verklaart waarom er van sommige kaartbladen maar enkele exemplaren zijn. Dit geldt met name voor een agrarische omgeving. Van andere kaartbladen, waar wel veel werd verbouwd, is een hele serie. Om het juiste kaartblad te vinden zijn er bladwijzers. De scans van de bladwijzers kunt u gratis downloaden”.(www.stadsarchief.nl)

Onthulling van de digitale beelden.

Geo-Info 2012-1 19

Page 22: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Oogstjaar voor Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK)

Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) is een programma waarin partners sinds 2009 samenwerken

om geo-informatie van de rijksoverheid beter te ontsluiten. In 2012 start de laatste fase. In deze fase worden

er meer basisregistraties ontsloten en zal het programma organisatorisch gaan ‘landen’.

Sinds 1 november is Pieter Meijer (Rijkswa-terstaat) integraal verantwoordelijk voor het programmamanagement. Daarvoor waren Ries Bode (Kadaster) en hij beiden kapitein op ‘Plateau 2’ van het PDOK-schip. Alle reden voor een interview met hen en programmamanager Caroline Porsius van EL&I, die vanaf september het accountma-nagement versterkt.

Bedrijven en VRD“Contacten met het bedrijfsleven bleven bij verkenningen tot de Gis-conferentie van Esri in 2011. Zij gaven demo’s met onze diensten in hun omgeving”, zo zegt Ries Bode enthousiast. PDOK was op de Esri-vakbeurs ook met een stand present.

Pieter Meijer vult aan: “Bedrijven kunnen de PDOK-services gebruiken om diensten voor overheden te ontwikkelen, met alle productlijnen die met de open PDOK-standaarden overweg kunnen.” Toch was en is hét streven van het programma PDOK een overheid die efficiënter werkt en betere diensten levert. Prachtig toch? Elementen voor geo-informatie zijn dan: intensief gebruik, aanbod compleet gebiedsgericht, voldoen aan standaarden waaronder die van de Europese richtlijn Inspire, en her-gebruik door de publieke én de private sector (ambitieus). In 2008 dienden zes

toenmalige partners een voorstel in bij het Programma Vernieuwing Rijksdienst (verder: VRD). Voor de realisatie kwam 17,4 miljoen euro beschikbaar. De helft daarvan is afkomstig van het vernieu-

wingsprogramma, de andere helft van de partners en dat tekent de verwachting van efficiencywinst.

‘Wat behelst de samenwerking en hoe organiseren we die?’ Dat was de vraag in de kwartiermakersfase van 2009. Daarvoor was al twee jaar over het idee nagedacht en een aanvraag gedaan voor een bijdrage uit de VRD-middelen. “Eer-ste producten waren een startdocument

Programmamanagers Pieter Meijer, Caroline Porsius en Ries Bode voor analoge beleidskaartuitvoer bij het GIS Competence Center van EL&I.

Folder: ‘net zo gratis als Google’

Interview

20 Geo-Info 2012-1

Page 23: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

en de samenwerkingsovereenkomst”, aldus Bode. Een zogeheten Plateau 1 leverde het meerjarenprogrammaplan op, alsmede realisatie van de eerste voorziening. Bij de eerste bijeenkomst in februari 2010 bleek de interesse van de sector OOV, provincies en gemeenten. Deze was georganiseerd vanuit het PDOK-programma in de Jaarbeurs, “Vanuit GeoBusiness Nederland kwam Frank de Miranda als vertegenwoordiger in de Programmaraad. Hij bekijkt de moge-lijkheden tot samenwerking met het bedrijfsleven”, zo vervolgt Bode. Eind 2010 werd de ‘motor’ opgeleverd van waaruit datasets online aan de partners werden geleverd: de PDOK-diensten en bijvoor-beeld TOP10NL zaten al bij die eerste zes webservices. Naast de technische ‘motor’ die vanaf de centrale Kadasterlocatie de webservices levert, is ook het Nationaal Georegister een onderdeel van PDOK. Sinds 1 september 2010 is er voor alle overheden een centrale toegang tot 20 webservices. In krap twee maanden sloten er al 100 organisaties aan in een geautomatiseerd aansluitproces en met een servicedesk. (Functionele vragen zijn voor het programma PDOK, die over datasets voor bronhouders.) Pieter Meijer: “We zitten deze maanden op een toename van twee per dag!” “Binnen de lokale overheid zijn voortrekkers te onderkennen en de gemeente Nijmegen was de eerste”, aldus Bode, die beaamt dat het bestand aan gemeenten wordt gevormd door de (GIS)voortrekkers. Porsius wijst op het bestaan van het PDOK klantenpanel onder voorzitterschap van

de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (RVR). De RVR organiseert sinds de start van het programma kwartaalbijeenkom-sten, het laatst in november. Bode: “Het is op zich een aanbodgerichte ontwikkeling, dus is dat klantenpanel nodig voor het antwoord op de vraag: Wat heb ik nodig?” Allen zien twee categorieën klanten: zij die innovatie mooi vinden en zij die relevanties voor hun productie willen onderzoeken.

Intelligent doorgeefluikHet initiatief heeft net zoals de vroegere clearinghouses te maken met incon-sistente data van diverse bronhouders, bijvoorbeeld qua actualiteit. Pieter Meijer: “We zijn een intelligent doorgeefluik met goede metadata en de klant kan die ver-schillen dus zien. We maken ook afspraken met bronhouders over updatefrequenties. Er komen steeds meer datasets met hoge frequenties. Gisteren kreeg ik de vraag of een update per half uur mogelijk is!” Na de constatering dat men dus met de laatste versie werkt, signaleert de program-mamanager de vraag van ‘wat nodig is aan historie en hoe je dat gaat serveren.’ Een folderitem als ‘net zo gratis als Google’ is een streven, maar moet nog iets worden genuanceerd: de gebruikscondities van de bronhouder worden overgenomen. Zo is van het AHN alleen nog een grof grid gratis beschikbaar en moeten ook met het Kadaster condities worden afgesproken. Er is en komt echter wel steeds meer vrij beschikbare data. Bode: “Vanaf het begin is er een toegangslaag die bepaalt wie wat mag zien en wie moet betalen. Die con-structie maakt het programma onafhanke-lijk van beleidsdiscussies. Zo was ander-

PDOK-partners en websites nuDe huidige PDOK-partners zijn rijksoverheid, Kadaster en hun Geonovum, of meer specifiek:• ministerie van Infrastructuur en Milieu (incl. agentschap RWS);• ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie;• ZBO Kadaster;• facilitaire stichting Geonovum (van I&M, EL&I, Kadaster en TNO Geologische

Dienst Nederland).

Zie voor actuele informatie over het programma en de organisatie: www.geonovum.nl/ dossiers/pdok. Een gebruikersplatform https://pdok.pleio.nl biedt PDOK-ondersteuning en informeert over alle relevante ontwikkelingen, nieuwe releases, onderhouds- en storingsmeldingen. Ook kan men na aanmelding in het blog of Wiki vragen stellen, ervaringen delen of in discussie gaan met andere gebruikers van de PDOK-services.

Geo-Info 2012-1 21

Page 24: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

half jaar geleden nog niet te voorzien dat de basisregistratie Topografie zou worden vrijgegeven. Een robuust programma is onafhankelijk!” Met bijna honderd partijen zijn intussen al afspraken gemaakt.

Extern adviesTot voor kort waren de activiteiten van het programma ondergebracht in twee ‘benen’ ofwel deelprogramma’s. Het deelprogramma ‘Vraag en Verbinding’ stond onder leiding van Rijkswaterstaat. Het deel-programma ‘Ontwikkeling, Beheer en Exploitatie’ onder leiding van het Kadaster. (Een folder uit begin 2011 bevatte dan ook een even prominent organogram als de Geonovum-website…) “Een Gateway-review (een peer review door overheidscollega’s) vond aanpassing van de programmaleiding naar één hand nodig”, aldus Meijer, die intussen al fulltime met PDOK bezig was. Het betekende na twee jaar een gedeelte-lijke overdracht door Ries Bode. Op basis van dezelfde review wordt een programma-overstijgend iets als de inrichting van een dienstencentrum verplaatst naar de SSO Geo, volgens Bode een spin out van het pro-gramma. BZK is ‘launching customer’ met overheid.nl. “BZK doet zijn best overheids-communicatie niet te laten plaatsvinden met diverse commerciële kaarten, maar van-uit de geo-informatie vanuit PDOK”, aldus Meijer. Er is een kaartapplicatie gebouwd, die is gebaseerd op lokale bekendmakin-gen en op platte tekst, de Geozetviewer. Met deze viewer kunnen zowel burgers als bedrijven bekendmakingen op de kaart

zien. De geografische component van de Geozetviewer is afkomstig van PDOK. Het belangrijkste onderdeel is de achter-grondkaart van de Basisregistratie Topogra-fie. Caroline Porsius: “Alles is gebaseerd op open software, ook de viewersoftware van BZK is open en voldoet aan webrichtlijnen voor de overheid. De code van de Geozet-viewer is door het ministerie van BZK offici-eel beschikbaar gesteld voor hergebruik en doorontwikkeling.” Waterstater Meijer: “Door open standaarden open je de hele wereld. Wij leveren de infrastructuur: de weg, maar niet de auto’s.” En een ander voegt toe: “Wel

de vluchtstrook.” De Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (RVR), ook een PVR-onder-werp, haakte aan en wordt trouwens goed bediend door het GIS Competence Center van EL&I.

SlotOeverloos data heen en weer pompen en zelf webservices bouwen hoeft niet meer. Hoewel dat op zich al mooi is: om voldoende rendement te halen uit PDOK voert elke PDOK-partner een eigen project uit. Deze projecten zorgen ervoor dat de eigen organisatie gebruikmaakt van de beschikbare PDOK-voorzieningen (acceptatie en implementatie). Daarnaast ontmantelt zij bestaande voorzieningen die overbodig worden door PDOK (uitfase-ring). Bovendien stopt zij met de ontwik-keling van voorzieningen die vergelijkbaar zijn met die van PDOK. Ook zorgen deze projecten voor communicatie over PDOK binnen de eigen organisatie. Caroline Porsius: “Samen werken helpt ook echt om ’t overeind te houden!” Ries Bode: “En er worden toch steeds meer visualisaties gevraagd bij beleidsvraagstukken en het voorlichten van burgers?” Blikvangers van Plateau 3 van PDOK worden ontsluiting van basisregistraties, het laten landen van het programma in bestaande organisaties en het borgen van de exploitatie.

Adri den Boer

Samenwerking PDOK (2D) en TNO (3D)TNO Geologische Dienst Nederland heeft als wettelijke taak data, informatie en kennis over de Nederlandse ondergrond beschikbaar te maken. Daarnaast realiseert de Geologische Dienst de Basisregistratie Ondergrond (BRO) voor het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De ondergrond is een 3-dimensionale werkelijkheid die het beste tot zijn recht komt in een 3D-presentatie. Alle toepassingen van de Geologi-sche Dienst kennen dan ook een benadering die op 3D-modellering is gebaseerd. Vanaf de start van PDOK (Publieke Dienstverlening Op de Kaart) heeft de Geolo-gische Dienst als partner een bijdrage geleverd aan het realiseren van de PDOK-voorziening. Nu is helder geworden dat binnen de PDOK-voorziening, die volledig 2D-georiënteerd is, geen invulling gegeven kan worden aan de wensen en eisen van de Geologische Dienst. Daarom zal die dienst zelf, buiten het PDOK-programma, een structuur realiseren die wel met 3D-modellen uit de voeten kan. Deze structuur vormt samen met PDOK een belangrijk onderdeel van de Geo-Informatie infrastruc-tuur van Nederland. Vanwege het bovenstaande zal de Geologische Dienst niet langer optreden als PDOK-partner maar een samenwerkingsvorm met PDOK zoeken die beter past bij de huidige situatie. Daarbij zullen beide partijen zich inspannen om de voorzieningen, namelijk PDOK en de 3D-structuur van de Geologische Dienst, goed op elkaar af te stemmen. (www.geonovum.nl, september 2011)

Nationaal Georegister groeitHet Nationaal Georegister (NGR) is de wegwijzer naar geodatasets en services in Nederland. Voor Europa is het NGR de toegangspoort naar de nationale INSPIRE-data. PDOK beheert het Nationaal Georegister (NGR). Deze week is de 100ste orga-nisatie geregistreerd die metadata aanbiedt via het NGR.10.404 Bezoekers raad-pleegden deze metadata tot en met het 3de kwartaal. Deze bezoekers komen de laatste maand uit maar liefst 60 verschillende landen.Met de recente release 1.8 in de PDOK productie-omgeving, is een belangrijke stap gezet in het voldoen aan de INSPIRE-wetgeving door de PDOK-partners. Ook het NGR zelf voldoet nu aan de INSPIRE-vereisten.Het NGR bevat op dit moment ongeveer 2.300 gepubliceerde metadata van de datasets. 600 Metadatarecords bevatten een link naar een service (WMS en/of WFS). Deze services zijn voor het grootste deel zonder restricties te gebruiken. Het aantal gepubliceerde metadata van de services in het NGR ligt rond de 180. De groei van beschreven services is vanaf begin 2011 meetbaar. Hierin is een duide-lijk stijgende lijn te zien door de INSPIRE-verplichting voor metadata.(www.geonovum.nl, november 2011)

22 Geo-Info 2012-1

Page 25: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

‘Nederland van Boven’ is een nieuw project van de VPRO, sinds 6 december 2011 te zien op Nederland 1. Bij de tien televisie-afleverin-gen waarin Nederland vanuit vogelperspec-tief wordt bekeken, wordt ons land op de website nederlandvanboven.vpro.nl/ op een grafische en interactieve manier getoond aan de hand van online-kaarten en datavisualisaties. De redactie kreeg vóór de lancering een exclusieve preview te zien. Deze kan van de huidige versie afwijken.

Maarten Boddaert (uitgever aardrijkskunde en kartograaf): ‘Nederland van Boven’ is beslist een rage. Google Earth heeft de belangstelling hiervoor aangewakkerd. In de aardrijkskundemethodes verschijnen luchtfoto’s, in de boekhandel liggen veel luchtfotoboeken en ook op het journaal zie je regelmatig een luchtfoto of een Google Earth-achtige animatie. Het meest opval-lende aan deze website vind ik het ontwerp. De combinatie zwart-blauw-oranje ligt niet voor de hand. Wij zijn immers gewend aan kaarten uit de atlas, vouwkaarten en websites zoals Google Maps, die allemaal zijn vormgegeven met kleuren die geschikt zijn voor papier. Op een beeldscherm zijn deze donkere kleuren een stuk prettiger. De schuifbalkjes waaraan je aan twee kanten kunt schuiven zijn een leuke vondst. Het zou wel makkelijker zijn als ik de getallen zelf kan invoeren. Ik vind het VPRO-lettertype mooi. Het blijft goed leesbaar. Wel beginnen aardrijkskundige namen met hoofdletters! Is hier de huisstijl te ver doorgeschoten?

Edward Mac Gillavry (adviseur kartografie en geo-ICT): Wat een gewaagde beslissing om een interactieve kaartapplicatie te lanceren, die helemaal afhankelijk is van Flash! Het is met Flash moeilijk om aan de toegankelijk-heidsrichtlijnen voor het Web te voldoen, terwijl deze steeds dwingender worden opgelegd. Bovendien wordt HTML5 door steeds meer browsers ondersteund. Last but not least: je kunt een Flash-applicatie niet met je iPad bekijken, terwijl dit toch steeds meer het zogenaamde ‘ tweede scherm’

wordt, zeker in een crossmediaal project. Of is het publiek op Nederland 1 een andere doelgroep? De achtergrondkaart waarop wekelijks nieuwe thema’s worden afgebeeld, is gemaakt op basis van ‘OpenStreetMap’. Doordat de typografie in het VPRO-lettertype is gezet wordt de kaart een naadloos onderdeel van de website. De iconen voor ziekenhuizen,vliegvelden en boerderijen slui-ten hier mooi bij aan. Bosgebieden worden subtiel gevisualiseerd door een ouderwets puntraster, een techniek die Stamen eerder ontwikkelde (zie ook Open Kaart in Geo-Info 2011 10/11). Het is fantastisch een interactieve kaartapplicatie als onderdeel van zo’n groot crossmediaal project te zien. Het is mooi dat zowel de broncode van de software als de kaartgegevens beschikbaar zijn om deze kaart te realiseren. Kortom: er is geen excuus om de VPRO een groter compliment te geven dan zelf een interactieve kaart te maken. Maar dan zonder Flash!

Tjeerd Nijeholt (adviseur Geo-Info en auteur ‘Handboek Geo-visualisatie’):De website is een welkome aanvulling op de televisieserie. Daar kan ons werkveld van leren. Overheidsinitiatieven en bedrijven kunnen hierdoor voor meer bekendheid zor-gen. Door de interactie met het kaartbeeld is de website duidelijk een aanvulling en richt zich op de onderzoekende, geïnteresseerde

leek. Die categorie schijnt steeds groter te worden en is hoger opgeleid ‘dan we dach-ten’. Desondanks vind ik dat er teveel detail in beeld is. Waarom zie ik heel duidelijk zwarte puntjes voor bos, terwijl ik naar een kaart kijk die het aantal winkels per vierkante kilome-ter toont? De thema’s hebben niet hetzelfde detailniveau als de achtergrondkaart waarop je ver kunt inzoomen. Misschien moet ik eindelijk toch maar eens wennen aan de neiging van gebruikers om naar hun eigen omgeving in te willen zoomen. Moet ik erop vertrouwen dat zij zelf wel aanvoelen dat deze informatie dergelijke beperkingen kent. Want op deze manier wordt iedereen wel betrokken en geïnformeerd. Laten we eerlijk zijn: deze bonte én relevante website inspireert door haar verscheidenheid van inhoud, vorm en reactiesnelheid. De huisstijl vind ik echter te overheersend. De dubbele schuifbalken leveren bovendien soms moei-lijk interpreteerbare kaartbeelden op, omdat links van de linkerschuifbalk (ondergrens) dezelfde kleur wordt gebruikt als voor rechts van de rechterschuifbalk (bovengrens).

Heeft u een opmerkelijke kaart gezien die in deze rubriek onder de aandacht gebracht zou moeten worden? Stuur dan een email naar [email protected] o.v.v. ‘Open Kaart’.

Open Kaart

‘Nederland van Boven’ met beide benen op de grond?

Geo-Info 2012-1 23

Page 26: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Global Geospatial Information Management in Seoul, oktober 2011

De ECOSOC, de economische en soci-ale raad van de VN, heeft geschiedenis gemaakt door op 27 juli 2011 in Genève een nieuwe intergouvernementele instantie in te stellen: de UN Committee on Global Geospatial Information Management. Deze instantie brengt experts uit alle lidstaten bijeen, waardoor voor het eerst snelle consultatie op het snel veranderende gebied op een globaal niveau van de geo-informatie(-infrastructuur) mogelijk wordt. Geo-informatie is essentieel voor modern bestuur, en daarom is de voorziening van een infrastructuur voor het verzamelen, valideren, samenstellen en verspreiden van geo-informatie voor elk land even belang-rijk als de fysieke infrastructuur van wegen en leidingen. Tot nu toe ontbrak er op dit gebied een wereldwijde intergouverne-mentele organisatie die het voortouw kon nemen. Nu bepaalt zij de agenda voor de ontwikkeling van globale geo-informatie en bevordert de het gebruik om wereld-wijde problemen op te lossen.

VoorspelDe VN hebben al vanaf eind jaren ‘40 een bloeiende statistische afdeling (de UN Statistical Department, UNSD), aangestuurd door de UN Statistical Commission die belangrijk werk verricht bij het onderling vergelijkbaar maken van nationale statis-tische gegevens. Bovendien hebben ze onder dezelfde UNSD organisaties opgezet die om de drie jaar kartografische confe-renties organiseren voor de Amerikaanse staten. Daarnaast voor Afrika, Azië en de Pacific. Ze faciliteren ook het secretariaat van de UNGEGN, de groep van experts die de standaardisering van geografische namen wereldwijd stimuleert. Onder een andere VN-afdeling, de Field Services, valt de UN Cartography Section. Al die diensten of afdelingen zijn met geo-informatie bezig en het hoeft geen verbazing te wekken dat er nu is besloten tot het initiëren van een nieuwe groep de UN Committee of Experts on Global Geospatial Information Manage-ment, UNCE-GGIM. Deze nieuwe groep valt zowel onder de VN-statistici als de VN-kartografen met de opdracht methodo-

logiën te ontwikkelen om de statistische en kartografische gegevens te integreren.Dat is voorbereid doordat de UNSD de Secretaris-generaal vroeg om een globale visie te ontwikkelen voor het managen van geografische informatie. In feite is de GGIM een initiatief van Paul Cheung, hoofd van de UNSD, die dus ook zelf die globale visie aan zijn baas heeft aangeleverd. Hij constateert in die visie dat er een algemeen gedragen besef is van de noodzaak wereldwijde geo-informatie te ontwikkelen en te gebruiken om globale problemen op te lossen.

Seoul 23-25 oktober 2011: het eerste High-level Forum van de UN-GGIMVergeleken met bestaande UN-organisaties is er een nieuw model voorzien voor deze GGIM - naast een commissie van experts. Deze experts zijn door hun betreffende landen aangewezen voor deelname aan conferenties en werkbijeenkomsten. Daarnaast is er een globaal forum gecreëerd

waaraan alle geïnteresseerde instellingen en NGO’s kunnen deelnemen. Het comité wordt geacht specifieke gebieden te iden-tificeren die ontwikkeld moeten worden en werkzaamheden te coördineren. Het mon-diale forum moet het mogelijk maken een meer algemene discussie over aspecten van geo-informatie op gang te brengen. Dit forum mikt op deelname van degenen die per land de beslissingen nemen; bij voorkeur op ministerieel niveau. Wat dat betreft kan deze eerste forumbijeenkomst in Seoul al in het Guinness Book of Records: er waren maar liefs zeven ministers van geo-informatie ministers bijeen. Om de status van deze conferentie aan te geven: hij werd geopend door de premier van Korea, de ondersecretaris-generaal van de VN en de voorzitter van de Joint Board of Geoinforma-tion Societies. De koepelorganisatie waar-onder de ICA, ISPRS en FIG opereren. Op dit moment wordt het jointboard voorgezeten door William Cartwright, de past-president van de ICA.

Verslag

Toespraak van William Cartwright, past-president ICA en president Joint Board GIS.

24 Geo-Info 2012-1

Page 27: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Voor het Forum in Seoul en de daarom-heen georganiseerde bijeenkomsten van 23-27 oktober 2011 circa 350 experts en verantwoordelijken (het een sluit het ander niet uit) voor de geo-informatie uit 90 landen aanwezig, op uitnodiging van de UNSD, die daarvoor de nationale voor de geo-informatie verantwoordelijke organisaties had aangeschreven, in het geval van Nederland het Kadaster. Voor dit High Level Forum on Geospatial Informa-tion Management waren uit die experts sprekers en panelleden geselecteerd die op een aantal zittingen hun ideeën ten beste gaven over:1. Challenges in geospatial policy formu-

lation and institutional arrangement2. Developing common frameworks and

methodologies3. International Coordination and Coope-

ration in meeting global needs4. Capacity building and knowledge

transfer

1. ChallengesHierbij ging het om Open Data. Dit houdt in dat er voor elk land in elk geval een set referentiegegevens vrij beschikbaar moet zijn op de schaal van 1:25.000 en kleiner. Die set moet bestaan uit alle topografi-sche data (incl. administratieve grenzen),

luchtfoto- en satellietbeelden, vegetatie, geologie, bodem, grondgebruik, gege-vens ten behoeve van rampenbestrijding en risicobeheersing en demografische gegevens. Die gegevens zouden volgens internationaal aanvaarde standaarden moeten worden aangeleverd. Het opzetten van een NSDI vereist een wettelijk kader. Hierbij moeten verantwoor-delijkheden voor productie en beheer wor-den gedefinieerd. Daarom zou het instellen van een nationale beheersinstantie die meteen de werkzaamheden coördineert, wenselijk zijn. Ook is een samenwerking tussen nationale karteringsdiensten en nationale statistische bureaus cruciaal voor het gemeenschappelijk belang voor de bestuursondersteuning. Die nationale beheersinstantie (op mondiaal niveau, ondersteund door de GGIM) zou meteen standaarden kunnen ontwikkelen voor ruimtelijke informatie. De keynote die bij dit onderdeel hoort, werd gehouden door de directeur van het Istituto Brasileiro de Geografia e Estatistica (de IBGE). Dit is de Braziliaanse overheidsinstantie die zowel de kartering als de statistische opname van het land verzorgt. In tegenstelling tot de verwachting was hij niet in staat kartogra-fen en statistici het belang van bundeling op één plek te overtuigen.

2. Common FrameworksDe voordracht van Hiroshi Murakami, vice-voorzitter van PCGIAP, ging over het ont-wikkelen van gemeenschappelijke kaders en methodologiën. Dit is het VN-onderdeel dat de ontwikkeling van SDI’s voor Azië en de Pacific ondersteunt. Hij had onderzoek gedaan naar de hobbels die nog genomen moeten worden voordat de landen in zijn regio zowel gemeenschappelijke geodeti-sche kaders en technische standaarden als vergelijkbare regelgeving zouden hebben. Conclusie: we zijn nog ver van dat doel af, al was het alleen al omdat in een aantal landen de wet moet worden aangepast die de aard van de geodetische werkzaamhe-den vastlegt. Voor Japan zou het bijvoor-beeld betekenen dat het coördinatenstel-sel - en daarmee de coördinaten van veel bekende punten - moet worden aange-past. Bovendien zou het monument voor het centrum van het land moeten worden verplaatst. Hij merkte daarbij op dat het te lang vasthouden aan bestaande regelge-ving van nationale karteringsdiensten een hindernis kan vormen bij het realiseren van nieuwe kaders. De spreker namens Eurostat gaf aan dat Europa nog een archi-pel is van data-eilanden, elk met eigen standaarden, en dat die nu met INSPIRE aan elkaar verbonden moeten worden.

Het COEX-conferentiecentrum waar het GGIM-congres werd gehouden.

Geo-Info 2012-1 25

Page 28: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

We moeten datasets met elkaar kunnen combineren, naar onze eigen omgeving kunnen overzetten. Ook moeten we weten wat er bij de buren bestaat, en de moge-lijkheid bieden gegevens ook te gebruiken in omgevingen die oorspronkelijk niet zijn voorzien. In Mexico is ook sprake van een gemeenschappelijke statistische en karteringsdienst, het INEGI, maar ook de vertegenwoordiger daarvan sprak geen verlossende woorden over de voordelen van de integratie binnen zijn dienst.

3. International coordinationWilliam Cartwright gaf in zijn keynote over internationale coördinatie en samenwerking aan (zie http://ggim.un.org/docs/meetings/High%20Level%20forum/WP1_JB) hoe de gezamenlijke internationale verenigingen op het gebied van de Geo-informatie (ICA, FIG, ISPRS, etc) bezig zijn opleidingen te stimule-ren en publicaties uit te geven (bijv. http://www.fig.net/jbgis/publications/ jbgis_booklet_2010.pdf ). Daarna volgt de ontwikkeling van programmatuur ten behoeve van het matchen van geo-gege-vens. Vanuit China werden de initiatieven van

Digital Earth (Digital China, Digital Province, Digital City) gepropageerd. Volgens China worden veel thematische gegevensbestan-den aan elkaar verbonden, evenals het Glo-bal Land Cover initiatief. MagnusGudmunds-son uit IJsland gaf aan hoe voor de Arctische gebieden de geografische gegevens al op grote schaal worden geïntegreerd door de betreffende staten (zie www.arctic-sdi.org). Nieuw-Zeeland vertelde hoe het samen met de Australiërs veel kleine staten in de Pacific hielp met hun SDI. De Group of Earth Obser-vations vertelde hoe ze interfaces voor verschillende systemen ontwerpen (http://www.earthobservations.org/ index.shtml). Ze vervaardigen onder meer kaarten van de mondiale opbrengst van land-bouwgewassen, doen mee aan initiatieven zoals OneGeology (www.onegeology.org/) en verstrekken mondiale bodem gegevens.

4. Capacity building Vanessa Lawrence vertelde over alle initiatieven van de Ordnance Survey met betrekking tot capacity building and knowledge transfer. Doel van dit initiatief is jonge mensen voor kaarten en geo-

informatie te interesseren. Fukushima, van het International Steering Committee for Global Map, gaf aan dat ze overal ter wereld bezig zijn met opleidingen om de participatie van zoveel mogelijk landen in het Global Map project te realiseren aan de hand van Map Partnership programs. Tim Trainor (Bureau of the Census, VS) vatte deze zitting samen met de stelling dat traditionele nationale karterings-programma’s maar langzaam (kunnen) veranderen, omdat er nieuwe wetgeving voor nodig is. Dat betekent dat de steun van politici hard nodig is om dit GGIM initiatief kans van slagen te geven.

1e GGIM-ConferentieNa het Forum was de woensdagmiddag aan de eerste formele GGIM-zitting geweid: formeel was het de oprichtingsvergade-ring van het ‘UN Committee of Experts on Global Geospatial Information Management’ (UNCE-GGIM). Dat hield in dat de ‘rules of procedure’ werden aangenomen. Hierbij werd de agenda voor de volgende bijeen-komst vastgesteld. Deze vindt van 15 tot 18 augustus 2012 plaats bij de Verenigde

Deel van de Boeddhistische Bongeunsa tempel met op de achtergrond het COEX-complex.

26 Geo-Info 2012-1

Page 29: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Naties in New York. Daarna werd het pas gehouden forum geëvalueerd en werd het bestuur gekozen: Vanessa Lawrence (directeur Ordnance-Survey) en Seong-An Leem (directeur Zuidkoreaanse Topografi-sche Dienst) werden beiden tot voorzitter gekozen. Esteban Toha Gonzales (Chili) werd gekozen als rapporteur, bijgestaan door een groep experts waaronder William Cart-wright. Tot slot werd deze middag besloten met de datum en locatie van het volgende forum: december 2012 in Doha, Qatar.

De regionale kartografische conferenties voor Noord- en Zuid Amerika werken al jarenlang onder de vleugels van de UNSD op het gebied van geo-informatie werkende VN-instellingen. Voor Afrika (CODIS) en voor Azië en de Pacific en de United Nations Group of Expert on Geographical Names waren ook in het GGIM-initiatief betrokken. De eerste groep krijgt waarschijnlijk op termijn een status binnen GGIM. Zo wordt de UNRCC-AP waarschijnlijk in de toekomst de GGIM-AP groep. Tijdens de drie conferentiedagen in

Seoul werd door de UNGEGN de lunchpro-gramma’s verzorgd om aan te tonen dat gestandaardiseerde geografische namen een essentieel onderdeel vormen van de geo-informatie. Op het GGIM-congres waren ook de nodige bedrijven uit de sector Geo-informatie afgekomen, zoals Google, TomTom, Trimble, Intermap en Bentley. Aan internationale organisaties waren Eurogi, OGC, ISPRS, FIG, ICA, GSDI, IGU, IHO en IMTA vertegenwoordigd.

SamenvattingDe Economische en Sociale Raad van de VN

(ECOSOC) nam in juli 2011 een motie aan

tot oproep van een speciaal VN-lichaam.

Deze organisatie zet zich speciaal in voor het

stimuleren van het gebruik van geo-informatie.

Dat werd van 23 tot 17 oktober 2011 in Seoul

geïmplementeerd met de eerste vergadering

van het UN Committee of Experts on Global Geo-

spatial Information Management (UNCE-GGIM)

en met de organisatie van het eerste High Level

Forum on Geospatial Information Management.

In Seoul werd de GGIM groep van experts

op het gebied van geo-informatie ingesteld.

Ter plekke werden op deze vergadering haar

taken vastgesteld, evenals de te volgen proce-

dures. Ook werd haar eerste bestuur gekozen.

Tevens werden voor volgend jaar de datum van

de volgende GGIM-vergadering (augustus 2012

in New York) en van het volgende High Level

Forum (december 2012 in Doha) vastgesteld.

SummaryThe ECOSOC decision made in July 2011 to set

up a new UN-body devoted to stimulate the

use of geospatial information was imple-

mented this October by the organization of

the inaugural meeting of the UN Committee

of Experts on Global Geospatial Information

Management (UNCE-GGIM) in Seoul, in con-

junction with the organisation of the first High

Level Forum on Geospatial Information Manage-

ment. The GGIM accepted its terms of reference,

rules of procedure, voted its board and decided

on next year’s venues for the meeting of the

UNCE-GGIM (August 2012 in New York) and for

the meeting of the second High Level Forum

(December 2012 in Doha).

Ferjan Ormeling

Tempelklok van de Bongeunsa tempel.

Geo-Info 2012-1 27

Page 30: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

‘Geo onder Rutte 1’Op 15 november 2011 organiseerde GeoBusiness Nederland een themabijeenkomst in het enorme

gebouwencomplex van Capgemini in het Utrechtse Papendorp. (Sommige bedrijven ging het ook voor

Rutte al goed, AdB.) Het thema ‘Geo onder Rutte 1’ werd belicht vanuit wat nu heet ‘de gouden driehoek

onderzoek, bedrijfsleven en overheid’.

Voorzitter Ed Nijpels vatte in zijn ope-ningswoord al samen wat de invloed van ‘Den Haag’ op de activiteiten van de geo-bedrijven was. “De departementen

zijn nog nooit zo afgeslankt als nu, soms met 20 tot 30% minder ambtenaren”, zo constateerde hij vol bewondering. Daardoor pakken die ook minder taken op en krijgt het bedrijfsleven meer kansen, al was de vraag nog ‘welke en hoe’. Omdat innovatiebeleid ‘niet zo succesvol was bij vorige kabinetten’ doet het kabinet Rutte het anders. Volgens hem wordt er politiek gezien “geld geroofd en gestolen” uit overheidsbudgetten en overgeheveld naar negen topsectoren met plannen voor wetenschap, bedrijven en overheid (“Geen vergezichten, maar businessca-ses”). Specifiek voor de sector komen er dan nog de stroomversnelling van de open data, Gideon 2.0 (2012-2015) en die ene overheidsorganisatie SSO Geo bij.

OverheidTheo Overduin van Geonovum mocht deze keer de overheid representeren en sprak over Gideon 2, SSO-Geo en open data. Vol-

gens hem moest de afnemer middenin de gouden driehoek zitten. “Gideon 1 is over de looptijd die op het rapportkaft staat heen” en had volgens hem wel een hoog ambitie-niveau. Hij zou het zodoende een rapport-cijfer 7+ geven. Op zijn sheet kwam verder de leus ‘Geo-informatie bestaat niet’, dankzij Gideon 2. Daar wordt alleen mee bedoeld “de geo niet centraal te zetten om anderen niet kwijt te raken” en dat was dus weer geruststellend. Neder-land liep internationaal gezien voorop, maar toch niet met alles: “Een SSO Geo draait al in Vlaanderen, waar ze geen regering hebben en bij ons is het andersom.” Hij wist niet alleen van het go/no go-besluit in het voorjaar van 2012 en de beoogde start per 2013, maar ook dat “aan de inwinningskant nog heel veel dingen dubbel gebeuren.” Een efficiencyslag onder Rutte zou dus pas-sen. Over open (overheids)data was weinig meer te zeggen: die is er nagenoeg al.

WetenschapProf.dr.ir. Peter van Oosterom sprak over het voorstel van het project ‘maps4science’ als Large Scale Research Faculity. Het pro-ject is ingediend door onder andere vier universiteiten en DANS. Men kreeg ook tal van supporters, waaronder GeoBusiness Nederland. “Ik weet niet of de heer Nijpels het nog weet”, zo zei de hoogleraar, maar de voorzitter deed minstens alsóf. Tot de

internationale sup-porters behoort het Engelse Edina, het enige nationale weten-schapsknooppunt dat

al bestaat (UK National Data Centre bij de University of Edinburgh). Nederland is één van de best bemeten landen, maar het gebruik van geo-informatie blijft ook in de wetenschap te mager. Er zijn nu ook verko-kerde loketten: Geoplaza bij de VU, Geolo-ket bij de UU, Geodata warehouse bij de UT/ITC en de Kaartenkamer (!) bij de TUD. Het NWO-doel is dat dit één knooppunt wordt.

Verslag

Theo Overduin leek te overdrijven.

Ed Nijpels wist dat Rutte het anders deed.

‘Geo-informatie bestaat niet’

28 Geo-Info 2012-1

Page 31: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Het voorstel dat in de zomer van 2011 is ingediend voldeed aan de eis dat het meer dan 10 meuro kostte (mooie afko in de tijd van de neuro en de zeuro). Voor de zomer van 2012 besluit de minister van OCW of dit project van ‘2+5 jaar’ en 22,8 miljoen euro wordt uitverkoren of een van de andere 37 ingediende voorstellen. Op een vraag uit de zaal waar het komend knooppunt wordt belegd, bleek dat dit nog open was: DANS, SSO Geo of één van de universiteiten, maar het is een netwerkorganisatie.

BedrijfslevenGerben Koppelman van Arcadis sprak vanuit het bedrijfsleven en had volgens Nijpels een passende naam, omdat “alles aan alles moet worden gekoppeld.” Wat de open data betreft zag Koppelman voor-lopig nog slechts vooral veel kleine app’s en veel bedreigingen. Dit betrof gebrek aan standaardisatie (bij Geo anders dan bij BIM bijvoorbeeld), de actualiteit en de beschikbaarheid van data (SLA’s nodig voor 24x7?) “Zit er een verdienmodel aan data als alles vrij is?”, aldus zijn retorische vraag. Er kan door bedrijven wel worden verdiend als men door verrijking van data informa-tie maakt, zo wist deze spreker. Met een pracht van een luchthaven-metafoor vond Koppelman dat de SSO Geo ook voor de wetenschap en het bedrijfsleven moet zijn. (“Niet alleen de binnenlandse vluchten van en naar overheden.”) Uiteraard zag hij vele kansen door het beleid van ‘markt-tenzij’

en hij suggereerde DBFM/PPS-contracten, zoals benut in de harde infrastructuur, ook voor de geomarkt. Vanwege zijn geloof in de toekomst van netwerkorganisaties viel zijn lijstje met voor- en nadelen van het groeiend aantal geo zzp-ers toch positief uit.

ForumBij de forumdiscussie was de zaal voor-zichtiger dan aanjager Nijpels. “Als je ons vanmiddag hoort: zijn wij achterlijk ten opzichte van de Google’s van deze wereld?” en “Is de gouden driehoek niet een politieke truc om jullie bij elkaar te krijgen?” waren maar een paar van de stimulerende vragen. Op de laatste vraag

bevestigde Van Oosterom, dat het samen-werken in de geowereld al gebeurde dankzij Ruimte voor Geo-Informatie. De Geomeeting (GI-beraad plus bedrijfsle-ven) was volgens zowel Nijpels als de zaal echter nog een flop. Peter van Oosterom op de Nijpels-vraag “Gaat u winnen met ‘maps4science’?”: “We hebben nu een kans van één op 15, maar dat wordt meer en er gaat altijd iets van op de achter-bank door!” Onder het door Capgemini aangeboden hapje en drankje werd véél genetwerkt. Ook de overige faciliteiten werden door Capgemini georganiseerd.

Adri den Boer

Sprekersforum: Van Oosterom, Koppelman en Overduin.

Rutte: zelfs op sheet van Arcadisman Gerben Koppelman.

Geo-Info 2012-1 29

Page 32: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Kartografie van een Hanzestad: ook in de TOP10 en op het Web

Verslag van de GIN-Oost-bijeenkomst 24 november 2011

Wat een mooie gelegenheid is dat toch! Op een herfstige namiddag met elkaar op een - deze keer

wel heel erg mooie - locatie afspreken. Een leerzame agenda, voldoende mondvoorraad en niet

onbelangrijk: een flinke opkomst! Dat was de setting van deze GIN-Oost-bijeenkomst die deze keer in

het teken stond van kaartvervaardiging. Peter van Capelleveen gaf de sprekers vrij baan nadat hij de

gemeente Kampen op voorhand alvast bedankte voor de gastvrijheid en nog even de fraaie wandeling

vanaf het station naar het gemeentehuis onder de aandacht bracht.

StadskartografieEduard Vunderink van gastgemeente Kampen hield een verhaal over de totstandkoming van de nieuwe stadsplat-tegrond van deze prachtige Hanzestad. Hoewel men al sinds jaar en dag over een stads-plattegrond beschikte, werd er binnen het amb-telijk apparaat wel wat gemokt. De platte-grond was van goede actualiteit en door het harde kleurgebruik haast ontworpen

om het langdurig in een fel zonnetje te kunnen uithouden. Of de kartografie van Flevoland - de buren - niet bekend was? Notabene ontworpen door een inwoner van Kampen! Ontwerper Jan Schilder was

niet alleen geestelijk maar ook lichamelijk aanwezig. Eduard is bij hem in de leer geweest om het ambacht te leren en dat

heeft zijn vruchten afgeworpen. In een paar flinke halen werd geschetst hoe men volledig opnieuw begonnen is met het opzetten van een stramien met daarin de gezichtbepalende legenda, index en

colofon. Als geoefend schaatser gaat Vunderink niet over een nacht ijs: hij realiseerde zich dat

het opzetten van een communicatief sterke kaart heel andere vaardigheden vereist dan het maken en onderhouden

Verslag

Volop aandacht bij de presentaties in Kampen.

‘Eigen symbolenbibliotheek: je moet je toch ergens mee kunnen onderscheiden?’

30 Geo-Info 2012-1

Page 33: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

van een nauwkeurige GBKK. Met speciaal daarvoor aangeschafte gereedschap-pen kunnen nu naadloos grootschalige mutaties vanuit de technische omgeving naar de artistieke omgeving worden gebracht. Belangrijk is daarna nog de kleurstelling van de opgebouwde kaart. Het resultaat is ernaar. Men heeft gekozen voor de bekende Schilderiaanse pasteltinten. En voor een geheel eigen symbolenbibliotheek: je moet je toch ergens mee kunnen onderscheiden? Gehoord de vragen van de toehoorders over standaardisatie in symbol- en kleurgebruik zou deze stadsplattegrond nog wel wat revisies kunnen ondergaan. De basis daarvoor is nu in ieder geval heel goed gelegd.

Kartografie maken met GIS?Aansluitend hield Bob Mijwaard (Mer-kator) een betoog en begon met een prikkelende binnenkomer:”Iedereen kan een kaart maken”. Dat illustreerde hij met een paar schokkende beelden uit atlassen en nieuwsberichten: waren de makers er in geslaagd om datgene over te dragen wat bedoeld was? Inderdaad: iedereen kan een kaart maken. Maar niet iedereen kan een goede kaart maken! Bob legde daarna uit hoe de kaartpro-ductie van de 300 kaartbladen van de TOP10 werd uitgevoerd. Handige tips en trucs, de ‘do’s & don’ts’ en het hergebruik van scripts gaven een goed beeld van de efficiënte opzet bij dit productieproces (“elk uur efficiencywinst per kaart krijg je in 300-voud terug”). Vooral de afslui-tende aanbevelingen van Bob konden in de oren worden geknoopt: zorg dat je brondata op orde is, weet wat je wilt communiceren, beperk de informatie en kijk met het oog van de gebruiker: wat is de vraag? Laat je dus niet leiden door de technische mogelijkheden van je kaart-productiegereedschap, maar bedenk wat je doelgroep is. Vragen werden gesteld over de keuze voor de kleur van bebou-wing (was zwart, nu rood) en in hoeverre het geschetste productieproces aansluit bij de productie van de BGT en de afhan-kelijkheden daartussen. Dat hier nog een enkeldrukknop voor moet worden uitgevonden is evident.

Kartografie is op het web cartographyNa een korte netwerkpauze vertelde Edward Mac Gillavry (WebMapper) ons iets over de mogelijkheden van kartografie op het web.

Als heuse Nederlander met een Britse naam hield hij een presenta-tie in het Nederlands met veel Engels taalge-bruik. Logisch wanneer

je je begeeft op het World Wide Web.Aan de hand van de overall stelling ‘Karto-grafie is wetenschap, techniek en Kunst’ hield hij ons 10 designtips voor.1. Kartografie moet aandacht hebben

voor het esthetisch effect (smaakvol, aansprekend en aange-naam);

2. affordance (direct begrij-pen hoe je verder moet klikken of pannen);

3. mapping (duidelijke relatie tussen gereedschap en het effect leidt tot betere gebruiksmogelijkheden);

4. nudge (gestructureerde keuze kunnen maken en daarbij een zetje in de goede richting krijgen);

5. constraints (beperk de acties die uitge-voerd kunnen worden);

6. progressive disclosure (alleen dat zien wat op het actuele schaalniveau relevant is);

7. kleurgebruik (Edward gaf daarbij een mini-cursus kleurenleer en de betekenis daarvan voor de kartografie);

8. typografie (een betoog over de com-municatieve waarde van het gebruik van diverse lettertypen);

9. voor-/achtergrond (waarbij getoond werd hoe belangrijk het is dat deze elkaar niet beïnvloeden);

10. als laatste de performance (reactie-snelheid), waarin uit de doeken werd gedaan hoe deze met ‘tiling’ over 14 schaal gebieden geoptimaliseerd kan worden.

De sprekers werden na afloop voorzien van een Han-zecadeau en alle aanwezigen

konden een keus maken uit de proviand van de inmiddels binnengerolde trolley. Wat een mooie gelegenheid is dat toch! Zo’n regionale GIN-bijeenkomst.

De presentaties zijn te vinden op www.geo-info.nl

Roelof Keppel

‘Elk uur efficiencywinst per kaart krijg je

in 300-voud terug’

‘Kartografie is ook Kunst’

Eduard Vunderink van gastgemeente Kampen.

Geo-Info 2012-1 31

Page 34: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

Het gaat momenteel hard. De ene minister buitelt over de andere heen om te vertellen dat ‘Data Open’ beschikbaar komt. Een fantastische ontwikkeling. Nu komt de innovatie vanzelf, toch? Ik denk het niet. Dit is pas het begin. Maar wel een heel goed begin!

Met alleen het beschikbaar stellen van de data komen we nog nergens. Data wordt namelijk niet ineens gebruikt als die voor het oprapen ligt. Open data is een deel van de oplossing, een deel van de keten. Anderen zullen waarde moeten toevoegen aan de open data op een manier waarmee het ook echt gebruikt kan worden.

Inventieve bouwersEen paar maanden geleden was er een ‘Open Data event’ in de Van Nelle Fabriek in Rotterdam. PowNews was daar ook. Zoals we van PowNews gewend zijn, was de uitzending een beetje sarcastisch. Op basis van de aanwezige open datasets hebben goedwillende bouwers in een dag leuke ideeën uitgewerkt. Maar als je ze op een rijtje zet in een televisie-item van een minuut, dan lijken die ideeën nog niet echt geschikt voor het grote publiek. De bouwers hadden een app gebouwd waarmee je kon zien hoe laat de bus aankomt op de brug voor de Van Nelle Fabriek. “Alleen de bus op die brug? Of voor alle bussen?”, “Nee, alleen voor die bus!” Een andere bouwer had een geurkaart verwerkt in een mobiele applicatie. “Aha, een ‘stink-app’ dus!”Zeg ik daarmee dat dit soort events verloren tijd zijn? Nee, zeker niet. De vele ‘App in a Day events’ van afgelopen jaar zijn heel goede initiatieven om op gang te komen met open data, nieuwe technologieën en nieuwe mensen. Wat we nu nog nodig hebben zijn goede ideeën en een manier om die ideeën uit te werken.

Innovatieve wedstrijd?Nu de overheid het goede voorbeeld geeft met het ter beschik-king stellen van bruikbare data, is het aan iedereen binnen het geowerkveld - en misschien daarbuiten - om waarde toe te voegen aan die data. Om de snelheid er in te houden moeten we niet wachten tot iemand het slimste idee heeft bedacht. Laten we ook niet teveel op de rem trappen als we iets dat een ander doet niet de juiste weg vinden. Laten we vooral zoveel mogelijk met elkaar delen. Termen als open innovatie, waardenetwerken, easycratie, crowd sourcing en broedplaatsen gaan allemaal over het samenwerken in innovatieve toepassingen. Kennis is tegenwoordig zó ver-splinterd, dat het bijna onmogelijk is binnen één organisatie de uitwerking van een goed idee uit te werken. Het aanbieden van open data alleen leidt dus niet tot innovatie. Voor innovatie zijn meer partijen nodig. Aan ons de uitdaging om deze partijen bij elkaar te brengen. Het ICT-innovatieplatform Geo (IIP Geo) kan hier een goed platform voor zijn. Maar ook IIP Geo is eigenlijk

slechts één partij als het gaat om innovatie. Waarschijnlijk zijn er andere partijen nodig om echt tot uitwerkingen van goede ideeën te komen.

SamenwerkingBinnen verschillende bedrijven worden nu programma’s gestart om ruimte te bieden aan partijen om samen te wer-ken aan één of meerdere ideeën. Zo richten wij een ruimte in waar we mensen bij elkaar brengen. Al deze mensen brengen heel verschillende kennis in om een goed idee uit te kunnen werken. De ideeën komen uit innovatieprogramma’s van weer andere organisaties, die vaak niet goed weten hoe ze het idee uit moeten werken tot bijvoorbeeld een goed werkende app of analyse. Open data is in deze labomgeving natuurlijk zeer welkom. Wij bieden daarnaast een infrastructuur en andere middelen om het idee uit te werken. De eerste bijeenkomsten in dit lab hebben al laten zien dat de energie die ontstaat, tot zeer creatieve uitwerkingen leidt waaraan iedereen zijn eigen steentje bijdraagt.

Een stapje verderWij hebben ervoor gekozen om open data zo beschikbaar mogelijk te maken voor onze gebruikers. We maken het vind- en bruikbaar en stimuleren daarmee het gebruik. Daarnaast bieden wij fysiek en virtueel een plek waar we kunnen samenwerken en ideeën kunnen uitwisselen. Zie dit als de meerwaarde die wij kunnen geven. We maken de data hiermee weer net een stukje opener. Ik daag iedereen in het geowerkveld uit hetzelfde te doen, een stukje waarde creëren en delen in ons waardenetwerk. Alleen op deze manier kunnen we samen werken aan innovatie en gebruik maken van de kansen die al die nieuwe open datasets ons bieden.

De overheid heeft de deur op een kier gezet. Laten wij hem met zijn allen verder open duwen.

Jeroen van WindenChief Technology OfficerEsri [email protected]

Open Deur

Column Jeroen van Winden

32 Geo-Info 2012-1

Page 35: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

UitgeverGeo-Informatie Nederlandwww.geo-info.nl

RedactieadresRedactie Geo-InfoPostbus 1058, 3860 BB NijkerkTelefoon: (033) 247 3415Fax: (033) 246 0470E-mail: [email protected]

Redactie Geo-InfoHoofdredacteur: Roelof KeppelPlv. hoofdredacteur: vacant

Redacteuren:Adri den BoerKlaas van der HoekBart HuijbersMilo van der Linden Edward Mac GillavryAd van der MeerFerjan OrmelingFrans Rip

Eindredactie: Motivation Office Support bv, Nijkerk

Colofon

Inzenden kopijIndienen en publiceren van artikelen en berichten in overleg met de redactie. Zie ook www.geo-info.nl onder ‘Geo-Info’.

Advertentie-exploitatieMurre ManagementLeen MurreTelefoon: 06 22697261E-mail: [email protected] e-mail: [email protected] Advertentietarieven op aanvraag

Vormgeving en drukVan de Ridder Druk & Print, Nijkerkwww.vanderidder.nl

Abonnementen / inlichtingenPostbus 1058, 3860 BB NijkerkTelefoon: (033) 247 3415Fax: (033) 246 0470E-mail: [email protected] doorgeven van adreswijzigingen uitsluitend schriftelijk of via e-mail.

Een abonnement of lidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan en wordt voor een jaar aangegaan. Een abonnement of lidmaatschap

wordt automatisch verlengd, tenzij dit minimaal drie maanden voor de verlengingsdatum schriftelijk of per e-mail wordt opgezegd.

Abonnementsprijzen per jaar voor 2012Persoonlijk lidmaatschap: € 57 incl. 6% btwAbonnement op Geo-Info: € 103 incl. 6% btwOrganisatielidmaatschap: € 232 incl. 6% btwLeden in het buitenland betalen extra kosten voor het toezenden van Geo-Info: binnen Europa € 32 (excl. 19% btw) en buiten Europa € 59 per jaar (excl. 19% btw). Kijk voor meer informatie op de website www.geo-info.nl Bij automatische incasso krijgt u een korting van € 2 per jaar.

© 2012. Het overnemen evenals het vermenigvuldigen uit dit tijdschrift is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van redactie en auteur.

ISSN 1572-5464 (print), ISSN 2211-0739 (online)

Bedrijven en diensten

Casco ‘Geo Focus’ te water!

Afgelopen vrijdag 4 november is in opdracht van het bedrijf Geo Plus bij Bijlsma in Wartena het casco van het seismologisch onder-zoeksschip ‘Geo Focus’ te water gelaten. Het wordt afgebouwd bij De Haas in Maassluis. Geo Plus uit Scheemda (ca. 28 medewerkers) houdt zich bezig met landmeten en hydrografie.

(Meer informatie: www.geoplus.nl)

Met GPS papieren dieren kijken in Artis

De Artis Bibliotheek bezit een verzameling van 80.000 oude dierenprenten: de ‘Iconographia Zoologica’. Ze werden in de 19e eeuw verzameld en wetenschappelijk gerubriceerd. Bezoekers van de dierentuin krijgen ze normaal gesproken niet te zien. Vanaf nu kun je met Augmented Reality op je smartphone door heel Artis papieren dieren ‘in het wild’ tegenkomen. Op het camerabeeld van je iPhone of Android zie je niet alleen echte dieren, maar daartussen ook hun papieren tegenhangers. En dan ook nog eens in de juiste verblijven. Zo kan er tussen de kudde olifanten opeens een plat exem-plaar opduiken. (…) Layar werkt in de praktijk duidelijk beter, al blijft het programma afhankelijk van externe factoren zoals GPS- en internetontvangst.

(http://weblab.ab-c.nl/artis)

TU Delft en Rijkswaterstaat gaan samenwerken

“Rijkswaterstaat heeft een belangrijke stap gezet in het intensi-veren van de samenwerking met kennisinstellingen. Hoofdinge-nieur-directeur van de Data-ICT-Dienst van Rijkswaterstaat Kees van der Kaa en de Rector Magnificus van de TU Delft Karel Luyben ondertekenden afgelopen donderdag de samenwerkingsover-eenkomst op geodetisch- en datagebied. Naast de Sectie GIS-technologie leveren ook de secties Geo-informatie & Grondbe-leid, Mathematische Geodesie & Plaatsbepaling, Optische & Laser Remote Sensing, Fysische & Ruimte Geodesie en Akoestische Remote Sensing een bijdrage aan het onderzoek dat in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst wordt uitgevoerd.”

Bron: Delft op Zondag, zaterdag 3 december 2011

Page 36: GEO-INFO 1 · Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak

10Geomaat viert dit jaar zijn tienjarig

jubileum. In 2002 gestart met één uitzet-

ter en uitgegroeid tot een allround

landmeetkundig bureau met zo'n 35

medewerkers. In de sectoren Infra,

Geo-informatie en Mobile Mapping zijn

we voor velen een vertrouwd partner.

Opdrachtgevers bedankt voor de prettige

samenwerking! Ook na 10 jaar zijn we

nog steeds op weg om ons verder te

ontwikkelen.

jaar betrouwbaarheid, vakmanschap en innovatie

www.geomaat.nl

PRECIES.