Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig,...

20
Geo brief 4 Geo.brief is de nieuwsbrief van KNGMG en NWO-ALW Vierëndertigste jaargang nummer 4, juni 2009 . Het Centraal Kernhuis te Zeist Prof. H.J. Mac Gillavry bijna 101 jaar Promotieonderzoek aan troebelingsstromen Verslag Jaarvergadering KNGMG

Transcript of Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig,...

Page 1: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

Geobrief

4Geo.brief is de nieuwsbrief van KNGMG en NWO-ALWVierëndertigste jaargang nummer 4, juni 2009

.

Het Centraal Kernhuis te Zeist

Prof. H.J. Mac Gillavry bijna 101 jaar

Promotieonderzoek aantroebelingsstromen

Verslag Jaarvergadering KNGMG

Page 2: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

2 Geo.brief juni 2009

Allereerst wil ik een oprecht harte-lijk dank uitspreken namens deleden en het bestuur aan Peter deRuiter, voor zijn toewijding en inzetals onze voorzitter over de afgelo-pen jaren. Het besturen en bijeen-houden van verenigingen zoals hetKNGMG is geen gemakkelijke taak,en Peter kan het weten, want naastKNGMG heeft hij bestuursfunctieszoals andere mensen credit cardshebben: het Humanistisch VerbondDen Haag, de vereniging TolkenGebarentaal, en andere waarondervoorheen het Willem Frederik Hermans instituut. Met pensioen en toch ‘Nooit meer slapen’.Ik ken Peter van begin jaren negen-tig, toen ik als Shell geoloog inLonden begon. Peter was daar toende hoogste exploratiebaas, bewaaktdoor een angstaanjagende secreta-resse bijgenaamd ‘De Draak’. Af en

toe wist hij te ontsnappen om koffiete drinken met zijn geologen in hetnabije Covent Garden. Daar gaf PAC blijk van zijn brede interesses,humor en scherpe inzichten, waarook het KNGMG profijt van heeftkunnen trekken. Naast de lopendebestuurstaken en het gezond hou-den van het Genootschap, heeftPeter een belangrijke rol gespeeldin het vernieuwen van de Nieuws-brief die nu al enige tijd als de aantrekkelijke Geo.brief verschijnt.Hij heeft ook de zeer succesvolleKlimaatconferentie van 2008 moge lijk gemaakt. Peter heeft voor mij de lat hoog gelegd.Het KNGMG is uiteraard niet geheelvrij van problemen. Het ledenbe-stand is momenteel stabiel, maarveroudert, en het is niet meer van-zelfsprekend dat studenten lid wor-den van het Genootschap. Geringe

.van de voorzitter

Benoemingstoespraak nieuwe voorzitter

betrokkenheid en versnippering zijngenoemd. Er is een zwakke relatiemet de Kringen, die zich meer enmeer onafhankelijk opstellen. Wehebben op de Jaarvergadering ver-schillende meningen en bruik baresuggesties gehoord die het bestuurzeer zeker in overweging zal nemenin de komende weken en maanden.Ik ben zeer vereerd om voorzitter teworden van zo een eerbiedwaardigGenootschap als het KNGMG. Ikneem de taak zowel met genoegenals met enige huivering op me, enzal deze naar het beste van mijnvermogen vervullen. Ik heb geenkant-en-klaar actieplan. Ik wil dekomende maanden vooraleerst goedluisteren, beter begrijpen wat dewensen, problemen en mogelijkeoplossingen zijn. Consolideren watPeter en het bestuur de afge lopenjaren hebben bereikt. Ik wil zekerwerken aan het draagvlak enbetrokkenheid van de aardweten-schappelijke gemeenschap, kijkenwaar en hoe we als KNGMG meeractief kunnen zijn. Als iemand

.www.kngmg.nlVoor nieuwsberichten, mededelingen, discussie, downloads, interessante links, ledenlijst etc.

Het wachtwoord voor het beschermde download-gedeelte van hetkngmg-web voor de komende periode is:

Ruiter

Iedereen wordt van harte uitgenodigd de Berichtenpagina van deKNGMG-website regelmatig te bezoeken, omdat hier de meest actuelemededelingen, aankondigingen en berichten verschijnen, waar u zelfook eventueel commentaar kunt leveren en discussies kunt volgen.Indien u beschikt over de de juist hard- en software kunt u zich boven-dien abonneren op de ‘RSS feeds’, zodat u nooit meer belangrijkeberichten kunt missen.

Geef uw email adres door aan het kngmg om ons bestand up-to-date te maken. Stuur een mail met uw naam,adres, woonplaats, en liefst ook geslacht en voornaam naar [email protected] met als onderwerp/subject: “actuele gegevens”. Bij voorbaat hartelijk dank!

– advertentie –

goede ideëen heeft hoor ik diegraag; ik zal zeker hulp nodig heb-ben bij het vervullen van deze taak.Het is belangrijk dat het KNGMGbestaat. De doelstellingen van hetgenootschap onderschrijf ik tenzeerste. Het belang van aardweten-schappen in de samenleving isalleen maar groter geworden in decontext van de klimaatsverandering,CO2-opslag en energievraagstuk-ken. Geologen moeten meer naarbuiten, en dan bedoel ik niet hetveld in. Er is een vereniging nodigdie de aardwetenschappelijke ge -meenschap bijeenbrengt en haarbelangen behartigt. Daar wil ikgraag mijn bijdrage aan leveren.Zoals Peter de Ruiter opmerkte “alser geen KNGMG bestond, zouden wehet waarschijnlijk uitvinden”.

Menno de Ruig

(Dit is een aangepaste versie vande benoemingstoespraak van denieuwe voorzitter op de Jaarver -gadering van 6 mei).

Page 3: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

juni 2009 Geo.brief 3

In de afgelopen jaren heb ik alheel wat voorzitters (v/m) zienkomen en dus ook zien gaan.Voorzitter zijn is nu eenmaal eenfunctie met een beperkte looptijd.En altijd vond ik het jammer,want je bouwt in enkele jaren alshoofd redacteur een zekere bandop met je ‘hoogste’ baas of bazin.Er is in het begin altijd een sfeer van ‘nieuwe bezems’ en het in nemen van posities: allevoorzitters hebben de neiging omde Geo.brief als een soort privéba zuin te zien. En ik maak medan een beetje breed om de on -afhankelijkheid van de redactie te be nadrukken. En eigenlijk gingdat altijd heel soepel over in eengoe de samenwerking. Sommige voorzitters vinden het leuk om een eigen stukje te schrijven, anderen moet je wat vaker aan het jasje trekken. Want een ding vinden we wel alsredactie: wij zijn onafhankelijk,maar we willen ook graag de stemvan het bestuur of de bestuurderlaten doorklinken. Met Peter was

dat niet zo moeilijk, al snel washij over de eerste schroom heenen vanaf dat moment kwam eraltijd zeer tijdig een column vanzijn hand. Soms werd de redactie ook nog verblijd met een boek -bespreking of een historische be -schouwing, altijd vrijwel foutloosen zeer lezenswaard. Peter waseen makkelijke baas in deze.

Maar hij is meer dan dat: hij iseen uitermate geïnteresseerde enbetrokken tijdschriftkundige. Ikdenk dat het zijn ervaring in voor-

gaande verenigings activiteitenwas die hem het belang van eengoed clubblad deed inzien. En alkort na zijn aantreden zat ik metAukjen te Voorburg in huize DeRuiter over de toekomst van deGeo.brief (toen nog Nieuwsbrief)te praten. En eigenlijk al in dateerste gesprek stelde hij zich vier-kant op achter onze wens, in eer-dere tijden ontstaan, om eenGeo.brief met meer dan tweesteunkleuren uit te gaan brengen.De full colour Geo.brief, die u nual weer enige tijd ontvangt, waszonder Peters steun waarschijnlijknog steeds alleen in ons dromen-

.van de hoofdredacteur

Peter, dank namens de redactie en alle lezers

De KNGMG Nieuwsbrief in

zwart wit (zoals gedrukt) en

met kleurenfoto’s (zoals digitaal

beschikbaar) en de Geo.brief in kleur

land aan wezig geweest. Daarnaast organiseerde Peter eenheuse brainstorm avond in eenwarme zomermaand bij hem in de tuin, waar wij met een paarenthousiaste meedenkers plannenmaakten voor nieuwe rubrieken.Voor ons als redactie was dat inieder geval een uitermate positie-ve steun in de rug. Van allebedachte rubrieken zijn er nogniet zo veel ge realiseerd als ik zouwillen, maar voor één ding mogenwe Peter met z’n allen zeer dank-baar zijn: onze Geo.brief is eenblad ge worden met een zeer kleu-rige, professionele uitstraling. Ik hoop dat hij na het overdragenvan de voorzittershamer de vrij -gekomen tijd deels wil bestedenaan het invullen van een van dierubrieken, maar het stempel dathij tot nu toe op ons blad gedruktheeft was een goed voorzitterwaardig.

Namens de redactie,

Dick van Doorn

Page 4: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

4 Geo.brief juni 2009

Naast het bestuur waren meerdan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de AlgemeneLedenvergadering 2008.

De vergadering werd om 18:00 uurgeopend. Na vaststelling van deagenda werden zonder noemens-waardig commentaar het jaarver-slag en het financiële jaaroverzichtbesproken. De Kascommissie,bestaande uit Evert van de Graaffen Gideon Lopes Cardozo, brachtverslag uit. In de Kascommissievoor het boekjaar 2009 werdenHenk Schalke en Klaas Maasbenoemd.

Voorafgaande aan de algemenediscussie memoreerde de aftre-dende voorzitter de stand vanzaken van het Genootschap, waar-bij hij het volgende constateerde:

Positieve ontwikkelingen van de afgelopen bestuursperiode:• Efficiënt en met minder kosten

functionerend genootschap -secretariaat ondergebracht bijhet KIVI.

• Goedlopende website• Compleet vernieuwd nieuws -

periodiek in de vorm van deGeo.brief

• Aandacht voor werving van studentleden

• Geslaagde klimaatconferentie• Zichtbare aanwezigheid op

NAC-9• Financiën goed onder controle

(geen contributieverhoging inde laatste 5 jaar)

• NJG draait goed en scoortsteeds beter in de citation index

• Het Genootschapsarchief wordtop orde gebracht (onderge-bracht bij het KIVI)

• De organisatie van het eeuw-feest (2012) en de uitgave vaneen jubileumboek zijn ter handgenomen.

Zorgelijke ontwikkelingen:• Geringe betrokkenheid van de

leden• Zwakke relatie met de Kringen,

die zich meer en meer onaf-hankelijk opstellen

• Weinig interesse van studenten• Geringe belangstelling vanuit

de academische wereld

• Zwakke stem naar buiten• Afkalvend, hoewel nu stabiel,

ledenbestand

Onduidelijke zaken:• Relatie met het NJG• Relatie met andere aardkun -

dige beroepsgroepen• Bij verdere afname van betrok-

kenheid leden kan mogelijk-heid bekeken worden om vanhet KNGMG een Stichting temaken

Tijdens de algemene discussiekwamen o.a. de volgende opmer-kingen en suggesties naar voren:1. Actievere campagne voeren om

advertenties te werven voor deGeo.brief

2. Registratie/certificatie koppe-len aan het lidmaatschap

3. Herintroduceren van KNGMG-contactpersonen in de diverseorganisaties

4. Geo.brief mogelijk verder her-stylen naar buitenlands voor-beeld

5. Politiekgevoelige onderwerpenin de Geo.brief aan de ordelaten komen

6. Pool van geo-experts opzettenwaaruit het KNGMG kan puttenin geval expertise nodig is bijmaatschappelijke issues

7. Spraakmakende conferentiesorganiseren naar het voorbeeldvan de succesvolle klimaatcon-ferentie

8. Gebruik maken van modernecommunicatie en ‘networking’

Na afloop van de algemene dis-cussie vond de bestuurswisselingplaats, waarbij Frederique vanSchijndel-Goester en Jan de Coowerden herbenoemd. Peter deRuiter trad af als voorzitter om teworden opgevolgd door Menno deRuig.

Tijdens de rondvraag werd geïn-formeerd naar de relatie van hetGenootschap met de KNAW enNWO. Het Genootschap werktsamen met het KNAW bij hetsamenstellen van voornoemd jubileumboek en bij de KNAW-werkgroep Geschiedenis van deAardwetenschappen. Het NWO(via ALW) is mede sponsor van de Geo.brief.

.kngmg

KNGMG Algemene Ledenvergadering, KIVI Den Haag, 6 mei 2009

Peter de Ruiter sluit de KNGMG-conferentie: Klimaat: feiten, onzekerheden en mythes, 20 november 2008

Page 5: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

juni 2009 Geo.brief 5

Om 19:50 uur werd de vergade-ring gesloten.

Ad. 1. Er was veel steun voormeer advertentiewerving voor deGeo.brief. Met het regelmatigeverschijnen van de Geo.brief ende aantrekkelijke vormgevingwerd de kans groot geacht dat ernu meer interesse van bedrijven isdan voorheen het geval was. Ookadvertentiebijlagen zouden eenmogelijkheid zijn. Als eerste stapzou het bestuur de bedrijvenlijstvan de VU loopbaandag kunnengebruiken om potentiële adver-teerders te benaderen. Meeradvertenties (met name perso-neelsadvertenties) zou ook deinteresse van studenten kunnenverhogen.

Ad 2. Door verschillende ledenwerd het bestuur geadviseerd verder onderzoek te doen naaraccreditatie, gekoppeld aan lidmaatschap van het KNGMG. Er werd voorgesteld een ‘2-staps’proces in te voeren, met als eerste stap accreditatie binnenNederland via beroepsregistratiebij het KNGMG, en als tweedestap Europese accreditatie bijEURGEOL/EFG. Er werd opge-merkt dat de bureaucratischedrempel bij het EFG erg hoog ligt,maar onderzoek is gaande dit teversimpelen (o.a. het onderzoekenin hoeverre universiteiten voldoenaan de ‘Bologna’ overeenkomst).

Ad 3. Bij de voorstellen tot herin-troductie van KNGMG-contactper-sonen werd ook gedacht aan con-tactpersonen voor loopbaanbege-leiding, postacademisch onder-wijs en een kring voor ‘Young Pro-fessionals’.

Ad 4. Er was alom lof voor deGeo.brief, maar er waren ook sug-gesties voor verbetering; metname ‘Geoscientist’van de BritseGeological Society werd als voor-beeld gesteld.

Ad. 5 & 6. Verscheidene ledenstelden voor meer politiek gevoeli-ge onderwerpen te behandelen inde Geo.brief. Discussie over maat-schappelijk relevante aardweten-schappelijke onderwerpen zouinteresse en betrokkenheid ver -hogen, met name van studenten.Er werd ook op gewezen dat ditzorgvuldig moet gebeuren, metaandacht voor voor- en tegenstan-ders; het KNGMG hoeft zich nietnoodzakelijk uit te spreken (ditkan tot ledenverlies leiden), maarkan een platform voor discussiezijn. Hierbij valt met name te denkenaan een lijst van contactpersonenmet expertise op het gebied vanmaatschappelijk relevante zaken;het KNGMG kan daarmee eenaanspreekpunt worden voor vra-gen uit de media en de politiek(KNGMG is op het moment bezigexpertise in te voeren in de data-base voor het ledenbestand).Tenslotte werd voorgesteld de verschillende Kringen hier ook bij te betrekken, aangezien er veel expertise aanwezig is bij de leden van de Kringen.

Ad 7. Er was veel steun voor hetorganiseren van verdere conferen-ties zoals de Klimaatconferentiein 2008. Er werden verschillen -de onderwerpen voorgesteld(Diminishing Resources, Engineering Geology in theNetherlands, de 12 onderwerpenvan het Internationale Jaar van de Aarde, Ontpoldering, Geoheritage).

Ad 8. Er werd voorgesteld ommeer gebruik te maken van inter-net en networking sites zoals LinkedIn om meer jonge leden en studenten bij het KNGMG te betrekken.

De sterkte van dijken kan binnen-kort wereldwijd bijna automatischworden berekend dankzij nieuweNederlandse technologie. Zwakkeplekken kunnen tot 100 keersneller worden opgespoord, waar-door de kans op overstromingenverkleind wordt. KennisinstituutDeltares en ingenieursbureauFugro hebben de werking vanREALTM (Rapid EngineeringAssessment of Levees) eerder dit jaar bewezen met een pilot-project in de Verenigde Staten.Deltares en Fugro hebben op 19 mei een samenwerkings -overeenkomst gesloten.

Wereldwijd bezwijken jaarlijksgemiddeld 25 dijken. Daarbijkomen circa 750 mensen om het leven en er wordt voor mil -jarden euro’s schade aangericht.Ook de overstromingen in NewOrleans in 2005 waren het gevolgvan een dijkdoorbraak. De kansop dit soort catastrofes neemt toe: de zeespiegel stijgt en in kwets-bare deltagebieden in onder meerAzië en Zuid-Amerika groeit debevolking explosief. Veel van

deze dijken hebben een veel lagerveiligheidsniveau dan in Neder-land – de kans op dijkdoorbrakenen overstromingen is dus groter.Van honderdduizenden kilometersdijk in de wereld is niet preciesbekend hoe hoog of hoe sterk zezijn, waardoor onduidelijk is wel -ke delen versterkt moeten wordenen in welke mate. Iedere dijk is zo sterk als zijn zwakste plek. En dus is van elk stukje water -kering een volledige analyse no -dig. Daarvoor zijn zoveel gegevensnodig dat de verwerking ervanzeer arbeidsintensief is. Het duurtvaak jaren voordat dijken volledigin kaart zijn gebracht.De nieuwe Nederlandse technolo-gie verwerkt die data 60 tot 100keer sneller dan nu. Dat bleekeerder dit jaar bij de pilot in deVerenigde Staten. Tijdens diepilot is een 20 kilometer langedijk in slechts een week in kaartgebracht. Met REALTM is het ookmogelijk om met een druk op deknop het hele systeem opnieuwdoor te rekenen met andere con-dities. Met de traditionele maniervan werken is dit onmogelijk.

.actueel

Nieuwe Nederlandse technologiemaakt dijken veiliger(persbericht Deltares en Fugro, 16 mei 2009)

Overstromingen in Bangla Desh na de cycloon van 1991

Page 6: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

6 Geo.brief juni 2009

Het Centraal Kernhuis, één hoog

.achtergrond

Page 7: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

Vijfduizend vierkante meter, verdeeldover twee verdiepingen, staat vol metmanshoge stellingen, 390 stuks in totaal.Dat zijn 29.375 planken, waarvan er3000 nog niet vol staan. En daarop ligt4.400.000 meter (4400 km) monster in 111.500 verpakkingen, waarvan onge-veeer de helft uit boorkern bestaat. Het grootste deel is vrij opvraagbaar vooronderzoek; het materiaal dat afkomstig isvan de olie- en gasmaatschappijen – diede plicht hebben een deel van hun boor-materiaal aan TNO af te staan – blijft vijfjaar confidentieel en mag in die periodeniet gebruikt worden.

Sterk waterDe beheerder van het Centraal Kernhuis,Rob de Wilde, geeft graag rondleidingen.Voor nieuwe collega’s, zoals kortgeledenuit Apeldoorn, voor studenten en promo-vendi, maar ook voor de gezinnen van collega’s. Hij heeft een collectie geologi-sche curiosa uitgestald om de Nederland-se bodem wat aantrekkelijker te makenvoor een leek. Er hangt een geologischekaart van heel Europa in kleur met deKarpatenboog prominent aanwezig; er ligteen stuk van de kern geboord bij Vlielandmet het gesteente van Nederlands enigeechte vulkaan, er is een stuk oliehoudendzandsteen en er liggen brokken bruinkool,briketten en steenkool. Op een plank

staat een rij ouderwetse glazen stolp -flessen met zoutkernen in een pekel -oplossing; een sinister rijtje: kijk je tesnel dan lijkt het net iets griezeligs opsterk water. Het Centraal Kernhuis is hier in 1999gekomen. Daarvoor lag het materiaal verspreid over de verschillende districts-kantoren van de Rijks Geologische Diensten in het hoofdkantoor in Haarlem. Er islang gezocht naar een geschikt gebouwdat goed genoeg gefundeerd was. Onderdit gebouw staan de heipalen slechts eenmeter uit elkaar, de vloer is een halvemeter dik en rechtboven iedere heipaalstaat een paal voor de vloer van één hoog.

Rij na rijDe hele hal is in secties verdeeld; iederesectie heeft een eigen nummer, net alsde stellingen, de vakken en de planken.Zo heeft elk stuk een unieke code (bij-voorbeeld sectie 2a, stelling 6, vak a,plank 3). En het werkt. De Wilde heeft totnog toe alles terug kunnen vinden. Gangna gang, rij na rij staan meer dan mans-hoge stellingen. Daarin liggen kisten metstoffen zakjes los sediment – niet in plas-tic, anders gaat het ‘smetten’ – kisten volmet halve plastic gootjes gevuld metondiep boormateriaal en diepere kernenvan vast gesteente. Bij elke kern staatnauwkeurig aangegeven op welke diepte

het materiaal gemonsterd is. Uit de ker-nen zijn vaak weer kernen geboord tergrootte van een kurk, die bijvoorbeeld ge bruikt zijn voor het testen van het ge -steente. Een goede registratie is dan zeerbelangrijk. Hoe een monster oorspronke-lijk in het gesteente zat (parallel aan de gelaagdheid of onder een hoek) isbepalend voor de eigenschappen van eengesteente. In andere kisten zitten plakkensteen uit een kern die precies op de cor-recte hoogte zijn vastgeplakt met kunst-hars. Soms is er iets mis gegaan met dereconstructie en zie je de gelaagdheidplotseling dwars gaan staan. Andere ker-nen zijn omwikkeld met zilverpapier endaarna in was gegoten om verontreinigingvan het gesteente te voorkomen.Op deze planken ligt ook het materiaalvan de diepste boring die ooit in Neder-land op het vaste land gezet is. In debuurt van Enschede/Oldenzaal is tot een diepte van 5800 meter geboord. De boring heeft twee jaar geduurd enheeft 2000 meter kernmateriaal opge -leverd. Volgens De Wilde wordt er aangeen enkele boring zoveel onderzoekgedaan als aan deze.

StoffigOm het materiaal zo goed mogelijk tebewaren, mag het niet vriezen in deopslagruimte en moet de lucht droog

juni 2009 Geo.brief 7

Het Centraal Kernhuis:luilekkerland voor geologenOp het industrieterrein Zeist-West, waar eerst een drankengroothandel zat, huist nu het Centraal Kernhuis

van TNO. Hier ligt een representatief deel opgeslagen van vrijwel alle boringen die in Nederland gezet zijn:

diep en ondiep, op land en op zee. Er zijn stokoude kistjes, de hoeken verstevigd met stalen strips, het

hout vol luis, moderne kistjes waar je je handen niet aan ophaalt en Arbo-goedgekeurde plastic bakken.

Pronkstukken zijn de lakprofielen, stuk voor stuk ware kunstwerken, met vorstwiggen, breukjes, scheve

gelaagdheid en zelfs ploegsporen van honderden jaren geleden.

Page 8: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

zijn. Is de verwarming een keer kapot enwordt de lucht vochtiger, dan liggen ermeteen plassen water op de grondafkomstig van de zoutkernen. Boven, op1 hoog aan de voorkant ziet de vloer ergrauw uit. Hier liggen de kernen die uitZuid-Limburg afkomstig zijn. Overal zitzwart stof. Er zijn in Zuid-Limburg borin-gen gezet tot een diepte van 1500meter. Vier kistjes met steenkoolkernenliggen op een tafel. Tussen de stukkenkern zit rondhout om de kistjes op te vul-len. Als een stuk van de kern gebruiktwerd voor onderzoek, werd het restant‘klemgezet’ met een passend stuk hout van een stut. Een vande kistjes moet boeiend materiaal heb-ben gehad. Het is nu gevuld met éénlang stuk stut. Er zit geen steen meer in. Het oudste materiaal in het CentraalKernhuis is afkomstig uit het begin vande 20ste eeuw, de begintijd van de RijksGeologische Dienst. Ook van Rijkswaters-taat zijn borinkjes, per meter in kistjesgeordend, opgeslagen. Er liggen labora-torium-monsters, zoals diverse soortenslijpplaatjes en vele soorten residuen. Er zijn oude sedimentmonsters uit Suri-name, herkenbaar aan de veel fleuriger

8 Geo.brief juni 2009

gekleurde zakjes. Van recente datum zijn de kernen van de afdeling MarieneGeologie van de bovenste 10 meter vande zeebodem, materiaal van expeditiesnaar de polen, monsters van de Dodo-expeditie op Mauritius, en kernen vangrote bouwprojecten zoals de Noord-Zuidlijn in Amsterdam.

LakprofielenMaar het mooiste zijn toch de lakprofie-len, staaltjes van vakmanschap. DeWilde heeft ongeveer de helft van de pro-fielen die hier staan zelf gemaakt. Het iseen nauwkeurig en tijdrovend karwei. Eerst wordt de wand afgestoken, bij voorkeur een beetje schuin, want dandruipt de lak vanzelf naar beneden.Daarna wordt het profiel met lak inge-smeerd en wordt er een lap vitragetegenaan geplakt. Dat alles wordt nogeen keer ingesmeerd. De vitrage met hetprofiel wordt dan van de wand afgehaalden op een plaat spaanplaat gelegd, die van te voren ook met lak ingesmeerd is.Wat je te zien krijgt is dus de achterkantvan het profiel, het is een afdruk van dewand in spiegelbeeld. De lakprofielen zijn stuk voor stuk ware

kunstwerken waarop sedimentaire struc-turen haarfijn zichtbaar zijn, zeeëgelste-keltjes terug te vinden zijn, en duidelijkte zien is of een veenlaag verslagen is ofniet. Zelfs de ‘recente’ geschiedenis iseruit af te leiden: in een van de profielenuit de buurt van Amsterdam is stadspuinte zien met daaronder echt, gegroeidveen (niet verslagen) en daaronder deploegsporen die een boer eeuwen gele-den gemaakt heeft. Lakprofielen worden vrijwel niet meergemaakt. Het is een kunst die zijn tijdgehad heeft. Zij werden vaak gemaakt inbouwputten van grote bouwwerken, zoalsde Velsertunnel, putten die zo diep gin-gen dat zij in etages gegraven werden.Dergelijke bouwputten worden niet meergemaakt: tegenwoordig worden damwan-den geslagen en die leveren geen mooieprofielen op.

Aukjen Nauta

Met dank aan Rob de Wilde.

Vier kistjes met kernen uit Zuid-Limburg, opgevuld met stukken hout.

Page 9: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

juni 2009 Geo.brief 9

Lakprofielen. Op het middelste profiel (vierde van links en rechts) is een diepe vorstwig te zien

.haeckel .bericht

Aanvulling/correctie

In Geo.brief 3 staat de theorie vanHaeckel verduidelijkt met een illu-stratie die ik als ‘suggestief’ hebgekwalificeerd. Dat wil zeggen dat Haeckel het allemaal wat dui-delijker maakt dan het in wezenis. Een attente lezeres, Renata van der Weijden, heeft dit verderonderzocht en verwees mij naarhet artikel van Elizabeth PennisiHaeckel’s Embryos: Fraud Redis-covered (Science, 5 September1997: Vol. 277. no. 5331, p. 1435), waar een andere serieembryo’s is te zien, gefotografeerddoor een Leidse wetenschapper,die een minder overtuigend beeldgeeft van Haeckels ideeën. Demoeite van bezichtigen waard.

Peter de Ruiter

Kort voordat deze Geo.brief naarde drukker zou gaan werd bekenddat Dirk Beets op woensdag 3 juni is gestorven. Toen ik beginjaren 70 aan het Geologisch Insti-tuut van de toen nog GemeenteUniversiteit van Amsterdam begonte studeren was Dirk een van dejonge medewerkers van de Zesdeafdeling. Deze groep verzorgde hetpre-Kandidaats onderwijs in degeologie en geofysica in eentumulteuze tijd van democratise-ring van het onderwijs. Dirk vormde met Thom Roep een sterke twee-eenheid die ons derust leverde om te leren kijkennaar het gesteente en verliefd te worden op ons vak. Zij tweeënzouden later ook vele post-Kandi-daats studenten begeleiden ino.m. de Mediterrane randbekkensin Zuidoost-Spanje. Na de onver-

wachte dood van Thom enkelejaren geleden is nu ook Dirk over-leden. Ons koningskoppel is nietmeer. Een geliefd leermeester laat een generatie Amsterdamse

geologen verweesd achter. Ik wensnamens hen Dirks gezin veelsterkte.

Dick van Doorn

Dirk Beets †

Dirk Beets en Thom Roep (2de en 3de van links)

Page 10: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

10 Geo.brief juni 2009

Troebelingsstromen door onder zeesecanyons zijn hoog energetisch en ergonregelmatig; dit maakt het doen vandirecte metingen vrijwel onmogelijk.Tijdens mijn promotie onderzoek be -studeren we deze stro mingen aan dehand van de achter gebleven bedding -vormen in moderne en fossielecanyons. De beddingvormen zijn hetuitgangs punt voor experimenten ennume rie ke berekeningen.

In de afgelopen twee eeuwen zijn heel watkabels op de zeebodem gebroken. Aan heteinde van de negentiende eeuw (1897)werd hier al onderzoek naar gedaan. Daaruit bleek dat kabels vooral braken indiep uitgesleten canyons die zich vanuitde ondiepe kustzeeën uit strekken naar deoceaanbodem. Er was duidelijk iets gaan-de in deze canyons. In 1929 brak eenaantal kabels in één canyon. Door het tijdstip van breken te vergelijken met deonderlinge afstand, kon worden afgeleiddat iets met 70 km/uur vanuit de kustzeebewoog naar de diepe oceaan en daarbijalles brak wat het onderweg tegenkwam.

MeegesleeptIn de jaren veertig van de vorige eeuwwerd een hypothese geopperd die ditfenomeen zou kunnen verklaren. Het ideewas dat golven die braken op de ondiepekust veel sediment in suspensie brach-ten. Deze wolken van sediment en waterzijn van een grotere dichtheid dan hetomliggende water en op een steile bathy-metrie zouden zij zich een weg banennaar de diepte. Deze stromingen zijnbekend geworden als troebelingsstromen.Wanneer deze troebelingsstromen erosiefgenoeg zijn, kunnen zij ook het ontstaanvan onderzeese canyons verklaren. Niet lang daarna kreeg deze hypothese,

op basis van experimenteel werk doorKuenen aan de Universiteit in Groningen,ondersteuning. Het heeft daarna nog vijftig jaar geduurd voordat de eerstegeslaagde metingen van dergelijke ge -beurtenissen konden worden gemaakt.Dat dit zo lang heeft moeten duren hadtwee redenen. Ten eerste laat een troebe-lingsstroom zich niet makkelijk voorspel-len, omdat verschillende factoren een rolkunnen spelen, zoals een aardbeving, eenpiek in de afvoer van een nabij gelegenrivier of een sterke storm. Ten tweede,wanneer een troebelingsstroom plaats-vindt, is deze zo sterk dat het zelden tot een goede meting komt. Vaak wordtalle in de canyon geïnstalleerde meet -apparatuur meegesleept en vervolgensbegraven onder enkele meters sediment.Dit demonstreert duidelijk het bestaan

van troebelingsstromen, maar bruikbaredata over de eigenschappen van dezetroebelingsstromen levert het zelden op.

Nieuwe aanpak Gelukkig zijn er andere manieren om deeigenschappen van deze troebelingsstro-men te achterhalen zonder dure meetap-paratuur in canyons te laten zakken. Metde nieuwe ontwikkelingen in echolodenworden steeds nauwkeurigere beeldenvan de zeebodem gemaakt. De afgelopenjaren werd duidelijk dat de bodems vandie onderzeese canyons vaak karakteris-tieke patronen van sedimentatie latenzien, die zijn achtergebleven na het passeren van een troebelingsstroom. Het eerste deel van de canyon, dichtbijde kust, is vaak steil en bedekt met duinvormige beddingvormen die in de

.promotie

Troebelingsstromen dooronderzeese canyons

Het veldwerkgebied nabij Tabernas in Zuid-Spanje

Page 11: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

juni 2009 Geo.brief 11

richting van de kust migreren. Lager in de canyon, waar de gradiënt snel minderwordt en de canyon breder, wordt debodem vaak gekarakteriseerd door groteuitschuringen. Deze beddingvormen kunnen ons veel vertellen over de troebe-lingsstromen die ze gevormd hebben,zonder dat we de troebelingsstromingenzelf hoeven te meten. Tijdens mijn promotieonderzoek bestu -deren we de beddingvormen in canyonsom tot een beter beeld te komen van deprocessen die zich afspelen tijdens hetpasseren van een troebelingsstroom. Voor het bestuderen van de geometrieën,gebruiken we de beelden van echoloden.Deze geven echter alleen een bovenaan-zicht van de beddingvormen. Om meerinzicht te krijgen in de interne structuurbestuderen we ook fossiele canyonbo-dems. Het fossiele systeem dat bewaardis gebleven in de Neogene sedimentenvan het Tabernas Bekken in Zuid-Spanjebiedt hiervoor goede mogelijkheden.Wanneer we een volledig beeld hebbenvan de beddingvormen in 3D, zoeken weeen procesmatige verklaring voor dezepatronen. Deze procesmatige verklaringgeeft ons vervolgens inzicht in de fysicavan troebelingsstromen. Het Eurotanklaboratorium aan de Universiteit Utrechtis hiervoor van groot belang. Hier kunnenwe geschaalde experimenten doen om te achterhalen welke stromingscondities tot de gevonden sedimentatie- en erosie-patronen kunnen leiden. De experimentengeven ons hypotheses over het ontstaanvan de beddingvormen. Het is vaak lastigte voorspellen hoe het schalen van deprocessen invloed heeft op de gevormdepatronen. Door middel van numeriekemodellen en simpele rekenregels onder-vangen we deze schalingsproblemen.

BeddingvormenDe eerder beschreven methodiek geeftinzicht in de duinachtige patronen diesoms hoog in de canyons worden gevon-den. In de jaren tachtig is door de bag-gerindustrie en Rijkswaterstaat veel on -derzoek gedaan naar tegen-de-stroom-inmigrerende beddingvormen die ontstaanbij het onder water storten van zand-watermengsels. Deze beddingvormen zijnuitgebreid onderzocht in een laboratorium-opstelling en later ook beschreven in eennumeriek model. Dit model voorspelt debeddingvormen aan de hand van eenopgegeven stroming. In de baggerpraktijkkunnen stromingscondities worden opge-legd en is het zaak de beddingvormen te voorspellen. Wij gebruiken het model

andersom, nemen de beddingvormen alsuitgangspunt om de stromingscondities te voorspellen. De numeriek voorspelderesultaten komen goed overeen met debeschikbare metingen van troebelings-stromingen door de canyon, en hebbendaarnaast extra inzicht gegeven in de in -terne opbouw van de troebelingsstromen. In het laboratorium hebben we vele soor-ten troebelingsstromingen gemaakt en desoort beddingvormen die zij achterlatenbestudeerd. Met deze kennis bestuderenwe op dit moment de fossiele canyons in Zuid-Spanje. In samenwerking met de Universiteit van Bergen (Noorwegen)zijn we bezig met het aanpassen van eenbestaand drie-dimensionaal numeriekmodel voor het beschrijven van destroomprocessen.De bestudeerde processen zijn niet uniekvoor onderzeese canyons. Alle stromingenop steile hellingen (bergstromen, glacialeuitstroomvlaktes) en stromingen met een relatief klein dichtheidsverschil tenopzichte van de omringende vloeistof(troebelingsstromen, pyroclastic flows)vertonen vaak analoog gedrag.

ToepassingenDit onderzoek kent twee belangrijke toe-passingsgebieden. Ten eerste het beter in kaart brengen van deze processen tervoorkoming van meer kabelbreuken. Dit isnog steeds een probleem zeker gezien de

huidige trend om steeds complexereinstallaties op de zeebodem te plaatsen.Daarnaast is het onderzoek van belangvoor de olie-industrie. Een beter inzichtin vooral de sedimentatiepatronen vantroebelingsstromingen geeft een steedsbeter beeld van de opbouw van zand -lichamen die hierdoor ontstaan. Een goede kennis van de opbouw vandeze zandlichamen is voor de olie-industrie van belang voor het optimalise-ren van de olieproductie.Na ruim een eeuw onderzoek blijven troebelingsstromen wetenschappers bezighouden. Metingen zijn nog steeds proble-matisch door de onvoorspelbaarheid enhet destructieve vermogen van de stro-men. Door de focus van het onderzoek te verleggen van de troebelingsstromennaar de beddingvormen die zij achterlaten, hopen we dit probleem te onder-vangen. In de komende twee jaar willenwe onze multidisciplinaire combinatievan geologie, geografie, natuurkunde enwaterbouwkunde doorzetten om zo eenbeter inzicht te krijgen in de mysterieuzeprocessen in onderzeese canyons.

Matthieu Cartigny, Universiteit [email protected]

Voorbeelden van onderzeese kabels na breken, uit de verzameling van Milne (1897) C) Plot van

kabelbreuklocaties in relatie tot een onderzeese canyon. D) Voorbeeld van een moderne canyon

uit Smith et al. (2005) Stroomrichting is naar de lezer toe. Let op de regelmatige beddingvormen.

Page 12: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

12 Geo.brief juni 2009

.voetlicht

Prof. H.J. Mac Gillavry: een eeuw denken en lerenProf. Dr. H.J. Mac Gillavry, emeritus-hoogleraar Paleontologie van de Universiteit van Amsterdam, hoopt in juni

dit jaar 101 jaar oud te worden. Nog steeds lang en mager, nog steeds met de oude cynische humor, woont hij

met zijn vrouw Ip, drie jaren jonger, in Huize ’t Oosten in Bilthoven, beiden in goede gezondheid en helder van

geest. Met geologie houdt hij zich niet meer bezig. Zijn interesses nu liggen op het gebied van de filosofie en

de vrijmetselarij.

Prof. H.J. Mac Gillavry en zijn vrouw Ip

Page 13: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

Levens die zo ver teruggaan, maken datde geschiedenis heel dichtbij komt. De generatie van Professor Mac Gillavryheeft de Eerste Wereldoorlog bewustmeegemaakt, mocht op school uit hetraam kijken als er een vliegtuig over-kwam, is op bezoek geweest bij de EersteLuchtvaart Tentoonstelling Amster dam(ELTA) in 1919, en heeft nog gezien dat de gasverlichting op straat werd aan-gestoken. Maar het is ook de generatie die tijdens de crisis van de jaren 30 eenbaan moest zien te vinden, de TweedeWereldoorlog heeft meegemaakt en in de jaren 60 als gevestigde orde struikeldeover de grote democratiseringsgolf op deuniversiteiten.

Zuiderzee“Wij zijn groot geworden in de Weimar-republiek, het Duitsland tussen het einde van de Eerste Wereldoorlog en deop komst van Hitler in 1933”, zegt MacGillavry. “Als je nu naar het tv-program-ma ‘Tussen Kunst en Kitsch’ kijkt, dan is het opvallend hoeveel vernieuwendekunst er gemaakt is eind 19e, begin20ste eeuw. Het was een geweldige tijdmet nieuwe ideeën in de architectuur,nieuwe vormen, modern toneel, de Drei-groschenoper van Kurt Weill en De Stijlin Nederland. Uit Engeland kwam eentoneelstuk dat speelde in een put. Het publiek moest over de rand naarbeneden kijken. Alles was nieuw.”Mac Gillavry is geboren in Amsterdam.Zijn vader was chirurg met een grote interesse in de biologie, hij had eenindrukwekkende insectenverzameling, en een passie voor boeken. “Mijn vadersprak nooit over zijn werk, behalve toenhij een nieuwe schedelboor had gekre-gen. Dat was een elektrische boor – daarvoor maakte hij gebruik van eenhandboor – die automatisch stopte als ergeen weerstand meer was. Daarmee konhij veilig trepaneren zonder in de herse-nen te boren. Mijn grootvader was eerstleraar wiskunde in Tilburg, daarna ginghij medische colleges geven aan de veterinaire school in Utrecht, en daarnais hij hoogleraar anatomische pathologiegeworden in Leiden. Hij heeft nog in decommissie gezeten die over het droogleg-gen van de Zuiderzee moest beslissen.Als je daarover nadenkt, dan realiseer je je opeens hoe oud je bent als je 100 jaren geleefd hebt.”

Curaçao en CubaNa het gymnasium twijfelt Mac Gillavrytussen biologie en geologie. Het wordt

geologie in Utrecht, bij professor L.M.R.Rutten: “ik dacht: als ik beesten moetdoden om te bestuderen, dan kan ik beter fossielen gaan bekijken. Die zijn al dood.” Ook Ip was na haar middelbareschool zeer geïnteresseerd in geologie,voor zij Mac Gillavry leerde kennen. Zij volgde een paar colleges, maar hadteveel moeite met de exacte vakken. Zij is kunstgeschiedenis gaan studeren in Utrecht. In 1930 gaat Mac Gillavry mee met deexpeditie van prof. Rutten en zijn echt -genote naar de Nederlandse Antillen. Deeilandengroep was nog niet goed bekend,al had G.J.H. Molengraaff kort daarvoorCuraçao gekarteerd. De expeditie duurtvijf maanden. Plaattektoniek bestond nogniet, al was de aanzet ervoor wel al gege-ven met de publicatie in 1915 van AlfredWegeners ‘Die Entstehung der Kontinenteund Ozeane’. Mac Gillavry: “Ik heb datboekje van mijn vader gekregen toen hetuitkwam. Hij wist dat ik geïnteresseerdwas. Wegeners probleem was dat hij decontinenten zelf wilde laten verschuivenen dat is niet mogelijk. Het idee dat con-tinenten op een oceanische schol drijvenen zo verplaatst worden, kwam pas in1968. Wij wisten in 1930 nog niet wateen olistostroom was – het woord was nogniet eens uitgevonden – maar wij hebbenze wel gezien. [Een olistostroom is eenchaotische afzetting aan de voet van eencontinentale helling, gevormd door een

onderzeese afglijding.] Op Cuba, waar ikin 1933 zeven maanden ben geweest,ook met prof. Rutten, heb ik ergens een groot stuk kalksteen gevonden metnummulieten en vlak daarbij een stukserpentijn. Nu weet ik dat dat een Tertiaire olistostroom was.”

RudistenDe Cuba-expeditie mondt in 1937 uit in Mac Gillavry’s promotie: “Geology ofthe Province of Camaguey, Cuba, withrevisional studies in Rudist paleonto -logy.” Rudisten zijn mollusken waarvanhet dier zelf niet groot is, maar de schelpdie hij maakt enorme afmetingen kanaannemen. Mac Gillavry ontwikkelt daarhet idee van parallelle evolutie van rudis-ten, het fenomeen dat planten of dierenvan dezelfde soort die geïsoleerd vanelkaar leven, volgens dezelfde lijnen(parallel) evolueren. Niet te verwarrenmet convergente evolutie, waarbij dierenof planten van verschillende soorten doorevolutie vergelijkbare kenmerken krijgen.Pas veel later, na zijn emeritaat, wordthet belang van zijn revisie ingezien enwordt er een nieuw rudistengenus naarhem genoemd. Twee dagen na zijn promotie trouwt Mac Gallivry met Ip, die dan net haar studie kunstgeschiedenis heeft afgerond.Enkele weken later vertrekt hij, alleen,naar Nederlands-Indië om als junior-paleontoloog bij de Koloniale Petroleum

juni 2009 Geo.brief 13

Prof. Mac Gillavry (tweede van rechts) en zijn vrouw (derde van links) met twee personeelsleden

en promovendi Henk van Dommelen (rechts) en Jan Krijnen (tussen het echtpaar) op Jamaica

Page 14: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

14 Geo.brief juni 2009

Maatschappij, het latere StandardVacuüm, te gaan werken. Blij dat hij een baan heeft in de crisisjaren, al kanzijn vrouw pas een jaar later overkomen.De Shell was niet in hem geïnteresseerd.Hij was afgekeurd omdat hij te mager was en niet opgewassen zou zijn tegenhet harde leven van een veldgeoloog.

OorlogDe Tweede Wereldoorlog breekt uit. Op 8 maart 1942 geven de Nederlandsestrijdkrachten op Nederlands-Indië zich over aan Japan. Mac Gillavry komtterecht in kampen op onder andereSumatra en Bangka. Zijn vrouw en huntwee kinderen, dan zes maanden en tweejaar oud, komen in een vrouwenkamp opJava. Mac Gillavry’s vrouw Ip: “Ik deeldeeen huis samen met de vrouw van pro-fessor Van Tongeren en haar twee kinde-ren. Wij vormden een hecht bolwerk. Wijsliepen allemaal in een kamer. De kinde-ren met zijn vieren in een bed, zo neer-gelegd dat de langste tegenover de klein-ste lag om het allemaal te laten passen.”De Mac Gillavry’s redden het alle vier.Vier maanden na de bevrijding, indecember 1945 komt Mac Gillavry terugbij vrouw en kinderen.Het gezin keert in 1946 terug naar Ne -derland om te herstellen. Twee jaar latergaat Mac Gillavry terug, nog steeds indienst van Standard Vacuüm; acht

maanden later volgt zijn gezin. Zijn eer-ste taak in Bandung is om de archievenvan de maatschappij terug te halen.Daarna, in Palembang, krijgt hij deopdracht om een nieuw laboratorium opte richten. “Al die tijd in Bandung in1948 en Palembang in 1949 heb ik nietgeweten wat er zich afspeelde om onsheen. Ik wist niet dat er nog Nederlan-ders in Djokjakarta ge vangen zaten, datBandung in die tijd be laagd werd doorSundanesen. Ik heb me dat pas gerealiseerd toen ik in 1999 een uitgebreide reportage las in het NRC-Handelsblad waarin 26 vete-ranen spraken over de tweede politioneleactie. Ook op Java is er in 1945 en1946 veel gebeurd waarover je in dekranten niets las.”

AmsterdamIn 1952, Mac Gillavry is dan chef-geoloog, keert het gezin voorgoed terugnaar Nederland. Hij wordt hoogleraarPaleontologie aan de Universiteit vanAmsterdam. De overgang van olie-industrie naar universiteit is niet makke-lijk. “Nederlands-Indië is mijn beste tijdgeweest. Daar ging het om prestatie.Voorspelde ik een droge put en bleek heter inderdaad een te zijn, dan had ik goedwerk afgeleverd. Je zag direct resultaat.Op de universiteit had ik het idee dat ikin het duister werkte. Je kunt als hoog-

leraar niet zien wat voor invloed je hebtop studenten. Bij promovendi zie je datwel.” Bovendien maakt Mac Gillavry aande UvA de grote maatschappelijke ver-nieuwingen van de jaren 60 mee metProvo’s, Kabouters, de Maagdenhuisbe-zetting en de bestuurlijke hervormingenbij de universiteiten. De jaren 70 staan in het teken van bezuinigingen en deonrust van de naderende opheffing vanhet Geologisch Instituut. “Men wilde aleen paleontoloog van de VU benoemenals mijn opvolger voordat ik met pen-sioen ging. Toen heb ik gezegd: Ik benbe noemd door de koningin. Ik heb nogwerk te doen.”

VrijmetselarijIn 1978 gaat Mac Gillavry met emeri-taat. Hij gaat door met zijn onderzoekaan de evolutie van grootforaminiferen,een onderwerp waarin hij zeer geïnteres-seerd is. Met enkele studenten verrichthij biometrisch onderzoek aan verschil-lende groepen grootforams, onder andereOrbitoïden en Pseudorbitoïden. Dit pro-ject wordt gesteund door een medewer-ker van het Mathematisch Centrum vande Universiteit van Amsterdam. Hetresulteert in verschillende publicaties.Sinds 1988 woont het echtpaar in HuizeHet Oosten in Bilthoven, een centrum dat verbonden is aan de Vrijmetselarij.Mac Gillavry is in 1965 toegetreden totde Loge der Vrijmetselaars, 20 jaar nadathij het besluit had genomen toe te willentreden. Familiebeslommeringen, carrièreen zijn professoraat stonden hem in deweg. Onderzoek aan geologie doet hij aljaren niet meer. Hij heeft zijn geologi-sche literatuur weggedaan. De huiskamerstaat vol met boeken over kunstgeschie-denis en filosofie. Daar verdiept hij zichtegenwoordig in de filosofie, een tak vanwetenschap die hem bijna zijn hele levengeboeid heeft. Hij heeft zijn filosofischeideeën gecombineerd met de geologie in het boekje “Geology and a cosmologyof the obvious”, dat in 2006 is uitgeko-men. Nu is hij druk bezig met een revisievan het boek en een Nederlandse ver -taling ervan. Maar, zegt Mac Gillavry: “Het grootste goed is dat wij allebeidenog gezond zijn; dat wij onze hersens nog hebben. Wij hebben onze kinderen, al is helaas een schoonzoon overleden.Wij hebben veel meegemaakt, maar wijhebben alles overleefd.”

Aukjen Nauta

Met dank aan Henk van Dommelen en Dirk BeetsDe Mac Gillavry’s en de twee promovendi veertig jaar later in Bilthoven

Page 15: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

juni 2009 Geo.brief 15

.nwo

.in memoriam

De prijs van 12.500 euro is uitge-reikt tijdens Bessensap, de jaarlijk-se ontmoeting van wetenschap metpers, georganiseerd door NWO ende Vereniging voor Wetenschaps-journalisten in Nederland (VWN).De voorzitter van de jury omschreefVan der Weiden als een ‘etaleur’,

‘iemand die wetenschap zichtbaarmaakt, tastbaar zelfs’. Bij de prijs-uitreiking haalde Van der Weidenhet motto aan dat hij steeds voorogen heeft bij het maken van ten-toonstellingen: Het begint met ver-wondering en verbijstering, daarnakomt het begrijpen.

Van der Weiden stond aan de wiegvan het huidige Naturalis, in hetjuryrapport omschreven als “nogsteeds internationaal het voorbeeldvan een aansprekende natuurhistori-sche publiekspresentatie”. Zijn visiekomt duidelijk tot uiting in Natura-lis: het publiek wordt overdonderddoor de schoonheid van de natuur,waarna vanzelf de vragen opborre-len. Ook bij de educatieve program-ma’s en de informatieve websitesstaat Van der Weidens passie voorhet overbrengen van kennis aan eengroot publiek centraal.

Aan de basis van die kennis lig-gen de natuurhistorische collectievan Naturalis en het wetenschap-pelijk onderzoek daaraan. In hettoekomstige Nederlands Centrumvoor Biodiversiteit (NCB), waarNaturalis deel van zal uitmaken,komen de belangrijkste natuurhis-torische collecties van Nederlandsamen. Een van de kerntaken vanhet NCB wordt wetenschapscom-municatie.

Een dag voor zijn dood was Orsonvan de Plassche ondanks zijnziekte nog een paar uur aan hetwerk op de E-gang in het gebouwvan Aard- en Levenswetenschap-pen aan de VU. Het was zondag.De muziek stond hard en werkenwas het eigenlijk niet; voor hemwas het tijd besteden aan zijnpassie. Dat merkte je in de colle-gezaal als hij les gaf, in het veldals een boorkern moest wordenbeschreven, en overal ter wereldals je een met rode pen volgekladmanuscript van hem terugkreeg.

Orson begon halverwege de jarenzeventig zijn zeespiegelonderzoekals deelnemer aan het Internatio -nal Geological Correlation Pro-gramme (IGCP) van UNESCO. Als onderdeel van zijn promotie-onderzoek verzamelde hij drie jaarlang veenmonsters om de Neder-landse Holocene zeespiegelcurvevan Saskia Jelgersma te verfijnen.Bob Hageman en Albert Wiggershadden daarvoor een ZWO-subsidie gekregen. Vanaf hetbegin hadden detail en systema-tiek zijn aandacht, en als leidraad

voor zichzelf en zijn collega’s stel-de hij in 1986 het boek samen‘Sea-Level Research: A Manualfor the Collection and Evaluationof Data’, nog steeds het toonaan-gevende internationale handboekop het gebied van zeespiegel -onderzoek. Orson speelde eensteeds prominentere rol in doorArthur Bloom en Paolo Pirazzoligecoördineerde IGCP-projecten.Tussen 1988 en 1993 was hijzelf de leider van het derde IGCP-zeespiegelproject: ‘Quaternarycoastal evolution: case studies,models and regional studies’. Zijn markante persoonlijkheid was een inspiratie voor vele stu-denten en collega's wereldwijd enontging, tijdens één van de velecongressen, zelfs de voormaligeArgentijnse president Alfonsinniet.

In de loop der jaren kende NWOOrson eerst een Huygensbeurs en later een Pioniersubsidie toe,waarmee hij samen met tientallenderdejaars studenten en een aan-tal jonge wetenschappers baan-brekend zeespiegelonderzoek

deed, vooral in de salt marshes(kwelders) langs de Oostkust vande Verenigde Staten, maar ook inde kustgebieden van Nederlanden Normandië. Zijn grote weten-schappelijke netwerk en bredebelangstelling resulteerden ininnovatief, multidisciplinair werk

dat in vooraanstaande tijdschrif-ten is gepubliceerd. Het werk van Orson is nog niet af. Voor eenaantal oud-studenten en collega’slag in zijn kantoor een flinke hoeveelheid huiswerk klaar. Zijn grote wens: dat alle nog niet uitgewerkte datasets zullenworden geanalyseerd en gepubli-ceerd.

Orson was uniek. Hij was nietaltijd makkelijk om mee te wer-ken, want hij eiste veel. Dat waseen weerspiegeling van zijn bui-tengewone energie en volledigetoewijding aan zijn werk. Hij waseen groot wetenschapper, demeest nauwkeurige geoloog en de beste stratigraaf die wij heb-ben gekend. Hij was ook een zeespiegelartiest en een salt-marsh kunstenaar, met steedsweer vernieuwende en origineleideeën; het is duidelijk waaromhij met Els altijd zo’n hecht teamheeft gevormd. We zullen hemmissen.

Alex Wright, Roland Gehrels en Sytze van Heteren

NWO Oeuvreprijs 2009 voor oud-Naturalis directeur Wim van der Weiden

Wim van der Weiden, voormalig directeur en geestelijk vader van Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, heeft op 25 mei de NWO Oeuvreprijs 2009 gewonnen voor zijn bij zondere verdiensten bij het populariseren van de wetenschap. Van der Weiden kreeg deonderscheiding als museumman pur sang voor zijn hele oeuvre op het gebied van wetenschapscommunicatie.

Orson van de Plassche

Orson met zijn zelf ontworpen

monsterguts

Page 16: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

16 Geo.brief juni 2009

.onderzoeksberichten

Klimaatonderzoek op stalagmieten

(NWO-Onderzoeksberichten 28 april 2009) Krijgt Nederland als waterrijk landin de toekomst te maken met dedoor Al Gore voorspelde ‘Inconve-nient truth’? NWO-onderzoekerMartin van Breukelen, promoven-dus aan de Vrije Universiteit teAmsterdam, analyseerde stalag-mieten uit het Zuid-AmerikaanseAmazonebekken in Peru. Met be -hulp van deze stalagmieten kanhij klimaatveranderingen uit hetverleden reconstrueren. Van Breu-kelen promoveerde op 11 mei.Informatie om klimaatmodellen tetesten ligt op aarde in verschillendevormen opgeslagen: in ijsformaties,plantenresten, oceanen en in grot-ten. Kalkformaties in grotten, zoge-heten speleothemen, bieden inzichtin het landklimaat. De meest beken-de speleothemen zijn stalagmieten,staande formaties, en stalactieten,hangende formaties. Van Breukelenvond in Zuid-Amerika stalagmietendie informatie geven over het kli-maat tot ruim 13.000 jaar geleden.

Stabiele zuurstofisotopenIn de kern van een stalagmiet iseen kleine hoeveelheid (fossiel)

grotwater ingesloten. Dit ingeslo-ten water is net zo oud als het car-bonaat van de stalagmiet waar hetin opgesloten zit. Om klimaatver-andering te kunnen bestuderen,heeft Van Breukelen de zuurstof-isotopenverhouding van zowel hetgrotwater als de stalagmiet geana-lyseerd. Door middel van eenextractietechniek kan de isotopen -verhouding van het ‘fossiele’ watergemeten worden. Omdat dit waterduizenden jaren opgesloten heeftgezeten, geeft het unieke informa-tie over de klimaat geschiedenis.Veel klimaatonderzoek op land en zee is gebaseerd op het metenvan subtiele veranderingen in deverhouding van stabiele zuurstof-isotopen in bijvoorbeeld ijs- ofsteenformaties. Lichte isotopen(16O) reageren anders op klimaat-veranderingen dan de zwaardereisotopen (18O). Deze klimaatver-anderingen resulteren in een ver-anderde verhouding van de 16Oen 18O isotopen. De verhoudingenvan de verschillende isotoop-ele-menten zuurstof, koolstof enwaterstof leveren zo bruikbareinformatie op over het klimaat -verleden. Van Breukelen gebruikt

deze informatie voor het reconst-rueren van temperatuur- en neer-slagveranderingen.

Een ‘Inconvenient truth’ voor Nederland?Klimaatonderzoek laat zien datook zonder menselijke invloedenhet klimaat op aarde in het verle-den veranderlijk was. In hoeverrede mens sinds de industriële revo-lutie de klimaatveranderingenheeft beïnvloed, is nog steedsonduidelijk. Het blijft belangrijk tebeseffen dat studies naar het kli-maatverleden inzicht kunnengeven in het natuurlijke gedragvan het klimaat in het heden.Daarnaast kunnen de huidige kli-maatmodellen alleen worden ver-beterd als er meer gegevens uithet verleden beschikbaar zijn omde nauwkeurigheid van dezemodellen te testen. De door VanBreukelen gebruikte onderzoeks-methode, waarbij gekeken wordtnaar stalagmieten, is van grootbelang voor klimaatonderzoek.Deze methode biedt de mogelijk-heid om nauwkeurig en onafhan-kelijk temperatuurveranderingenen neerslagpatronen te reconstru-

eren van duizenden jaren geleden. Van Breukelen voerde zijn onder-zoek uit met behulp van een sub-sidie van NWO-onderdeel WOTROScience for Global Development,dat onderzoek in tropische landenfinanciert.

Peruaanse stalagmieten verraden klimaatverandering

golven om de betrouwbaarheid vandeze afbeeldingen te testen. Hier-bij heeft ze zich specifiek gerichtop tomografische afbeeldingen.Dit zijn afbeeldingen waarop demantel in een 3D-doorsnede wordtweergegeven. De manteltomogra-fie, zoals die nu wordt ingezet, isnog verre van perfect.

Schokkende imperfectiesMetingen aan de mantel wordenbeïnvloed door de bovenliggendeaardkorst. Hiervoor wordt na demetingen gecorrigeerd. Uit hetonderzoek van Bozdag blijkt

(NWO-Onderzoeksberichten 12 mei 2009)De mantel van de aarde onder de aardkorst, is dé plek voor hetbestuderen van interessante geo-logische processen. Pas bij aard-bevingen en vulkaanuitbarstingenkomen wij met dit deel van deaarde in contact. Het is belangrijkinzicht te hebben in de eigen-schappen van de aardmantel.Deze kunnen in beeld gebrachtworden door middel van seismi-sche golven. Echter, de technie-ken daarvoor schieten nog op verschillende punten tekort.

Dit toont NWO-onderzoeker EbruBozdag aan in haar proefschrift.Ze promoveerde op 18 mei aan de Universiteit Utrecht.

Seismische golven worden veelgebruikt om de aardmantel inbeeld te brengen. Ze worden opge-wekt door aardbevingen en geregi-streerd door meetapparatuur. Ver-volgens worden de eigenschappenvan de seismische golven omgezet in een afbeeldingvan de geologische structuur vande aardlaag. Bozdag gebruikte 3D-simulaties van seismische

dat onnauwkeurigheden in dezecorrectie alsnog tot verkeerdegegevens kunnnen leiden, waar-door de interpretatie van demetingen niet juist is. Het resul-taat is een verkeerde weergave vande mantel. De aangetoonde imper-fecte correcties voor de korst zijnschokkend. Eigenschappen dievoorheen aan de mantel zijn toe-gekend, lijken nu slechts het resultaat van deze verkeerdecorrecties. Bozdag is de eerste die deze problemen, dankzij ver-beterde computerfaciliteiten, met simulaties heeft aangetoond.

Aardse hotspot gebrekkig in beeld

Page 17: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

juni 2009 Geo.brief 17

(NWO-Onderzoeksberichten 12 mei 2009) Allerlei chemische en microbiolo-gische processen beïnvloeden dezuurgraad van natuurlijke wate-ren. NWO-onderzoeker AndreasHofmann ontwikkelde voor zijnpromotieonderzoek een nieuwemethode om de zuurgraad vanwater nauwkeurig te bepalen. Met deze nieuwe methode kunnenverschillende chemische proces-sen tegelijkertijd worden weer -gegeven, en kan bepaald wordenhoe ieder proces de pH-waardebeïnvloedt. Hij promoveerde op12 mei aan de UniversiteitUtrecht.

Hofmann toetste zijn methodeonder andere op de rivier en hetestuarium van de Schelde, enontdekte welke processen demeeste invloed hadden op dezuurgraad. De rivier de Scheldeontspringt in Noord-Frankrijk enstroomt via Vlaanderen naar deNoordzee. Onderweg wordt derivier aangevuld met regen waterdat voornamelijk via de grond inde rivier terecht komt. Dit grond-water bevat verschillende chemi-

sche stoffen, waaronder ammoni-um − een stof die kan ontstaanuit koeienmest. Nitrificatie, hetomzetten van ammonium naarnitraat door micro-organismen,blijkt het belangrijkste verzurendeproces.

BufferenBij het chemische proces van deomzetting van ammonium innitraat – nitrificatie – wordt zuurgevormd: de pH-waarde van het

Toekomstige oceaan gevoelig voor verzuring

Het Speelmansgat, een geul in het Verdronken land van Saefthinge

Schelde estuarium

rivierwater neemt af. Deze verzu-ring door nitrificatie leidt echterweer tot hogere CO2-concentratiesin het water. Het water kan dithoge gehalte aan CO2 niet aan,waardoor het aan de lucht wordtafgegeven. Bij de CO2-afgifte vanwater naar lucht neemt de pH-waarde van de rivier toe (hetwater wordt dus minder zuur),omdat voor het omzetten van car-bonaat en bicarbonaat naar CO2zuur nodig is. Zo wordt de zuur-

graad in het Schelde estuariumvoornamelijk bepaald door detweestrijd tussen nitrificatie enCO2-uitwisseling tussen water enlucht. Natuurlijk water heeft over hetalgemeen de eigenschap zuur -productie of -consumptie te bufferen. Hierdoor zijn de ver -anderingen in de pH-waarde veelminder groot. Hofmann drukt‘buffering’ uit aan de hand vaneen bufferfactor die aangeeft hoegoed een aquatisch systeem tegenzuurproductie of zuurconsumptiekan zonder dat de pH-waardesterk verandert. Hij gebruiktedeze bufferfactor om de invloedvan de beschreven processen opde pH-waarde in de Schelde tebepalen. Deze bufferfactor kanechter ook voor het mondiale oceaanwater worden berekend.Hoewel de oceaan vrij goed kanbufferen, blijkt dat de buffer -factor drie tot vier keer lager zalzijn aan eind van deze eeuw. Detoekomstige oceaan zal als gevolgvan de opname van door de mensgeproduceerd CO2 dus niet alleenzuurder zijn, maar ook gevoeligervoor pH-veranderingen.

De problemen zijn te verhelpendoor niet meer voor de korst tecorrigeren, maar de mantel en dekorst samen te meten en de 3D-golfsimulaties in te zetten als controle-tool. Deze technieken zijnniet alleen te gebruiken voor hetbestuderen van de mantel, maarkunnen ook op kleinere schaalgebruikt worden. Het hebben vaneen accuraat beeld van de struc-tuur van de aarde is van grootbelang. Het geeft, naast inzicht inde geologische evolutie van deaarde, ook meer informatie overhet ontstaan van aardbevingen.

Het onderzoek van Bozdag vondplaats binnen het project SPICEvan de Europese Unie en het NWOVici-project ‘Quantitative Seismo-logy: Toward a New Understandingof Earth’s Deep Interior’. Bozdagzal dit onderzoek vervolgen meteen post-doc aan Princeton University. Ze wil zich hierbij metname richten op de Marmara-regioin Turkije, een risicogebied vooraardbevingen.

Satellietfoto van het gebied van Marmara

Page 18: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

.personalia

18 Geo.brief juni 2009

.internet

Aardwetenschappen Universiteit Utrecht: www.geo.uu.nlAardwetenschappen Universiteit van Amsterdam: www.studeren.uva.nl/aardwetenschappenAardwetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam: www.falw.vu.nlBodem, Water en Atmosfeer: www.weksite.nl/bsc/bodem_water_tekst.htmlCentre for Technical Geoscience - Graduate Courses in Technical Geoscience: www.ctg.tudelft.nlDarwin Centrum voor Biogeologie: http://www.darwincenter.nlDarwinjaar: www.darwinjaar2009.nlGAIA: www2.vrouwen.net/gaia/Geochemische Kring: www.kncv.nl/website/nl/page313.asp?color=3Geologisch tijdschrift van de NGV: www.grondboorenhamer. geologischevereniging.nlIngenieurs-Geologische Kring: www.itc.nl/%7Eingeokri/INQUA Nederland committee: www.geo.uu.nl/inqua-nlIODP – Intergrated Ocean Drilling Pogramme: www.iodp.org/KNGMG: www.kngmg.nl/Mijnbouwkundige Vereeniging TU-Delft: www.mv.tudelft.nl/Nederlandse Kring Aardse Materialen: www.nkam.nlPalynologische Kring: www.palynologischekring.nlPetroleum Geologische Kring: www.pgknet.nlPaleobiologische Kring: www.bio.uu.nl/~palaeo/Paleobiologie/index.htmNederlands Centrum voor Luminescentiedatering: www.ncl-lumdat.nl/Nederlandse Geologische Vereniging, NGV: www.geologischevereniging.nlSedimentologische Kring: sedi.kring.googlepages.com/Stichting Geologische Activiteiten, GEA: www.gea-geologie.nl/Studievereniging GAOS (UvA): www.svgaos.nl

Geheimen van de kust; van Zwin tot Marsdiep

.boekbespreking

Als je in een willekeurig woorden-boek opzoekt wat een geheim isdan kom je verklaringen tegen als‘verborgen zijn‘ en ‘een zaak dieniet publiek mag worden’. Het boek ‘Geheimen van de kust’is nochtans tot stand gekomenomdat Rijkswaterstaat de kennisen informatie die ze over de kustheeft naar een breed publiek wiluitdragen. Het is dan ook eenboek geworden dat voor een breedpubliek goed te lezen zal zijn eneen inkijkje geeft in de wereld die Kustlijnzorg heet. Eén van deauteurs, Remi Laane, werkte bijaanvang van het schrijven van het boek nog bij het RIKZ (Rijks-instituut voor Kust en Zee, laterDeltares) en het boek straalt danook duidelijk veel kennis uitbetreffende de kust.De omschrijving zoals die op deachterzijde te vinden is, zet delezer in eerste instantie wel ophet verkeerde been. De zinsnede“Dit boek beschrijft de Neder-landse kust aan de hand van eenwandeling…”, laat het bij menigboekhandel in het genre ‘wandel-gidsen’ belanden waar het tochniet op zijn plek is. Het boekhoort eerder thuis bij het genrenatuur, maritiem of populair.Daarnaast worden de vierendertigkustplaatsen soms slechts ge -noemd om als kapstok te dienenvoor de evenzovele thema’s die debezochte kust ter plekke oproept.Zo ontstaan wel verrassende rela-ties als de plaats Zoutelande enzoutwinning door veenafgraving,Sint Maartenszee en ‘groene ener-gie’, Callantsoog en zoute kwel. In ieder geval wordt per hoofdstukaardig wat informatie over delezer uitgestort. De vraag die bij het lezen van aldeze informatie rijst, is of de kustal haar geheimen wel wil prijs -geven. De auteurs schetsen datde Benedictijnen van het eersteuur reeds wisten dat onderzoek,

studie en noeste arbeid nodigzouden zijn om een zekere matevan veiligheid langs de Neder-landse kust tot stand te brengenen sindsdien zijn we eigenlijk alveel te weten gekomen. Er liggenhoogstwaarschijnlijk echter groteveranderingen in het verschietwaar allerlei kustverdedigings -technieken op losgelaten zullenmoeten worden. Er valt dus noggenoeg te ontdekken!Het boek sluit goed aan bij deboeken die eerder van dezeauteurs zijn verschenen: ‘De geheimen van het getij’ en‘Het geheim van de zoute zee’.Het is absoluut een mooi boek omin de kast te hebben en om onderhet genot van een kop koffie eensdoor te bladeren of na te slaanvoordat je naar het strand of de kust gaat. Wetenschappelijk re levante literatuur is het niet,maar daar is het dan ook niet voor ge schreven. Gezien de achtergrond van beide auteurskunnen we er echter wel vanuitgaan dat de feiten terdege klop-pen.

Laura Vonhögen, TNO/Deltares

Hisgen, R.G.W. • Laane, R.W.P.M.• Hard copy • 256 pp • zeer veelfoto’s waaronder mooie luchtopna-mes • € 29,95 • Veen Magazines• ISBN: 9789085711384 •ISBN10: 908571138X

Adreswijziging

J. (Jens) LowagEschenstrasse 718057 RostockDuitsland

J. van Otterloo MScSchool of GeosciencesMonash University Clayton CampusBuilding 28 Room 249Victoria 3800Australië

Joost van Summeren Dpt. of Geology & GeophysicsUniversity of Hawaii1680 East-West Road (POST 821)Honolulu, HI 96822Verenigde Staten van Amerika

Nieuwe leden

Mevrouw G. AyresH. de Keyserkwartier 663723 NC Bilthoven

Overleden

Dr. O. van de PlasscheBolestein 6861081 EM Amsterdam

Drs. A.J. BoomerAraweg 12243 AN Wassenaar

Dr. D.J. BeetsVoorhaven 761135 BS Edam

Page 19: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

18–25 juli 2009Geologische excursie georgani-seerd door Tom Reijers naar het Cantabrische Gebergte. Informatie: www.mpreizen.nl/pgk,www.marcopoloreizen.nl/pgk,www.mpreizen.nl\pgk

DARWINJAAR

30 mei t/m 6 september 2009Teylers Museum, Haarlem: ‘De Ark van Noach’. Informatie:www.teylersmuseum.nl, www.darwin2009.nl

9 juni 2009 t/m 3 januari 2010Museum Industrion, Kerkrade: ‘Evolutie’. Informatie: www.industrion.nl,www.darwin2009.nl

juni 2009 Geo.brief 19

Geo.brief is een gezamenlijke uitgave van hetKoninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouw-kundig Genootschap (KNGMG) en het NWOgebiedsbestuur voor Aarde en Levensweten-schappen (NWO-ALW).Verschijnt 8 maal per kalenderjaarISSN 1876-231X

Redactie: Drs. Th.H.M. van Doorn (TNO,Utrecht), (KNGMG), hoofdredacteurDrs. F.S. van Schijndel-Goester (KNGMG)Drs. R. Prop (NWO-ALW)Eindredactie: Drs. A. Nauta, [email protected]

Vormgeving: Grafisch Atelier WageningenGen. Foulkesweg 72, 6703 BW Wageningentel. 0317 425880; fax 0317 425886e-mail: [email protected]

Druk: Drukkerij Modern, Bennekom

Kopij/verschijningsdata 2009Nr. 5 17 juli 20 augustusNr. 6 21 augustus 1 oktoberNr. 7 2 oktober 12 novemberNr. 8 13 november 17 december

(Wijzigingen voorbehouden)

Kosten lidmaatschap van het KNGMG72,50 gewoon lid50,– AiO/OiO19,25 studentlidmaatschapHet lidmaatschap is inclusief de Geo.brief enhet tijdschrift Netherlands Journal of Geo-sciences / Geologie en Mijnbouw. Het lidmaat-schap loopt van 1 januari tot 31 december. Opzegging dient drie maanden voor het eindevan het kalenderjaar te geschieden.Deze Geo.brief wordt verspreid aan alle ledenvan het KNGMG en van de KTFG en tevensnaar ca. 300 geadresseerden van NWO-ALW.Losse abonnementen zijn niet mogelijk.

Advertenties: Voor het plaatsen van adverten-ties kunt u contact opnemen met het Bureauvan het KNGMG, tel. 070 3919892, e-mail:[email protected], of met het Grafisch Atelier/ Uitgeverij Blauwdruk, tel. 0317 425880, e-mail: [email protected]. 2009: Tarieven bij eenmalige plaatsing2/1: 1.450,- 396 x 255 mm (midden)1/1: 975,- 188 x 255 mm (achter)1/1: 625,– 188 x 255 mm1/2: 350,– 188 x 125, 90 x 255 mm1/4: 210,– 188 x 60, 90 x 125 mm1/8: 154,– 188 x 25, 90 x 60 mmBedragen ex. 19% btw

Oplage: 1400

Hoofdbestuur KNGMGDr. M.J. de Ruig, voorzitterDrs. L. van de Vate (TNO), secretarisDrs. A.G. Marschall-Wesselingh, penningm.Dr. H. de Bresser (UU)Dr. J.C.M. de CooDr. A. Lankreijer (VUA)Drs. F.S. van Schijndel-Goester

Secretariaat KNGMGPostbus 30424, 2500 GK Den Haagtel: 070 3919892 / fax: 070 3919840e-mail: [email protected] postbanknummer 40517 tnv KNGMG Den Haag

Adres NWO-ALWLaan van Nieuw Oost-Indië 3002593 CE Den HaagPostbus 93510, 2509 AM Den Haagtel: 070 3440 619 / fax: 070 3819033e-mail: [email protected]

Bestuur NWO-ALWProf.dr.ir. Rudy Rabbinge (voorzitter)Prof.dr. M.J.R. Wortel (vice-voorzitter)Prof.dr. Marcel DickeProf.dr. Lubbert DijkhuizenDrs. Rien HerberProf.dr. Marian JoëlsProf.dr. Gerbrand J. KomenProf.dr. C.M. MarianiProf.dr.ir. Marcel Stive

.colofon

.agenda

Tot 21 juni 2009Natuurhistorisch Museum Maastricht: ‘Darwin, Cuvier en het Grand Animal de Maestricht’.Informatie:www.nhmmaastricht.nl, www.darwin2009.nl

Tot eind 2009Museon, Den Haag: ‘Ontdek Darwin in het Museon!’ Informatie: www.museon.nl,www.darwin2009.nl

Tot eind 2009Museum Boerhaave, Leiden: ‘Dewereld voor Darwin’. Informatie:www.museumboerhaave.nl,www.darwin2009.nl

Tot eind 2009 Artis, Amsterdam De dierentuin: ‘Door de ogen van Darwin’ Artis Geologisch Museum: ‘Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet’Zoölogisch Museum: ‘De sporenvan Darwin’. ‘Darwins correspon-dentie met Artis’. ‘Van luipaardtot lynx’.Informatie:www.science.uva.nl/zma,www.artis.nl, www.artis/Darwin,www.darwin2009.nl

Tot eind 2009Dierentuin Blijdorp, Rotterdam:‘Darwin DOEMEE – Ontdek zelf evolutie in Blijdorp’. Informatie: www.blijdorp.nl,www.darwin2009.nl

Tot 3 januari 2010Naturalis, Leiden: ‘Expeditie Darwin – Originele Darwinvinkenen uitgestorven olifantsvogel’.Meer informatie: www.naturalis.nl,www.darwin2009.nl

Tot en met 10 januari 2010Universiteitsmuseum Groningen:‘Darwins wereld’. Informatie:www.rug.nl/museum, www.darwin2009.nl

Tot en met 31 januari 2010Universiteitsmuseum Utrecht: ‘Deevolutie draait door’. Informatie:www.uu.nl/universiteitsmuseum,www.darwin2009.nl

Page 20: Geo 4 brief - KNGMG4 Geo.brief juni 2009 Naast het bestuur waren meer dan twintig leden aanwezig, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de Algemene Ledenvergadering 2008. De

Olduvai Gorge, Serengeti National Park, Noord-Tanzania: de “Cradle of Mankind”, eind jaren 50 wereldberoemd geworden

door de vondsten van het archeologenechtpaar Louis en Mary Leakey | Foto: Linda Brugman - van Schoonhoven