Genealogysk Jierboek Genealogysk 2017 Jierboek 2017 · Deze advertentie plaatste Adam Zelle in de...

Genealogysk Jierboek 2017

f r y s k e a k a d e m y

2016

2015

2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003


fr

ys

ke

ak

ad

em

y

ûnder redaksje fan ype brouwers, harmen foekema, andries koornstra, anne hielke lemstra en pieter nieuwlandheraldysk meiwurker: rudolf j. broersma


FA nr. 1107

Genealogysk Jierboek 2017© 2017 Fryske Akademy (Postbus 54, 8900 AB Ljouwert)

Basis foarmjouwing: Roelof Koster bno, Mildaam

Afûk, Postbus 53, 8900 AB Ljouwert

NUR 680ISSN 0928-0480ISBN 978-94-9217-668-4

Neat út dizze útjefte mei op hokker wize dan ek fermannichfâldige wurde sûnder dat dêr skriftlike tastimming fan de útjouwer oan foarôf giet.

De redaksje kin net oansprutsen wurde op ynhâld of strekking fan ûndertekene stikken.

www.afuk.nlwww.fryskeakademy.nl

… Ynhâld

Bouwe van der Meulenen Pieter Nieuwland

Voorouders en verwanten van Mata Hari

Lieuwe Jagersma †, Jelle de Jong, Harmen Foekema en Ype Brouwers

Memorie van Hoytema 79

Henk Zeinstra en Rudolf J. Broersma

Eenige treffelycken geslachtenswaepens 375

7

Fryske Rie foar Heraldyk

Wapenregistraasje 383

… Voorouders en verwanten van Mata Hari

9voorou ders en v erwanten van m ata h ar i

bouwe van der meulen en pieter nieuwland

Voorouders en verwanten van MATA HARI

Op 15 oktober 2017 was het honderd jaar geleden dat Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend als Mata Hari, in Vincennes bij Parijs door een vuurpeloton werd geëxecuteerd. Veel is over haar gefantaseerd, geschreven en gepubliceerd. Een kritische studie hierover is gepubliceerd door Herman Maring.1

Deze publicatie gaat over haar voorgeslacht en haar familieleden. De auteurs zijn verre verwanten via haar moeder Antje van der Meulen (1842-1891), de tweede auteur ook via haar vader, en dus sluit deze kwartierstaat aan bij hun eigen familieonderzoek. Naast de families Zelle en van der Meulen worden ook andere families belicht, zoals Hamstra, Faber, Elzinga, Berkebijl, Haitsma, Romar, van Slooten en Salverda. De gepubliceerde gegevens zullen velen in staat stellen na te gaan of zij wellicht ook tot de verre verwanten van Mata Hari behoren.In 1950/1951 verscheen voor het eerst een kleine kwartierstaat van Mata Hari.2 De nummers lopen daarin tot en met 31, terwijl van de vijfde generatie voor zover bekend de ouders zijn vermeld. De publicatie bevat ook allerlei bijzonderheden over veel van deze voorouders.Pieter Nieuwland, redactielid van het Genealogysk Jierboek, deed het voorstel tot het publiceren van deze meer uitgebreide kwartierstaat. Hij vroeg Bouwe van der Meulen, die over veel materiaal over de familie Van der Meulen en verwante families beschikte, om daar samen aan te werken. Allerlei activiteiten hebben geleid tot toevallige aanvullingen, zoals het letterlappenproject van het Fries Museum (Gieneke Arnolli), het werk aan het nog niet gepubliceerde Deel 2 van de familie Steensma af komstig uit Franeker, en voor de beeldhouwer Hermanus Berkebijl, ‘de man dy’t hout dûnsje liet’, deel van het project Ûnder de Toer (met Willy van Assen en Valerie van de Ridder). In het laatste jaar werden door verder onderzoek nog veel details aan de verzameling toegevoegd.

1 H. Maring, ‘Een samenweefsel van leugens en onjuiste voorstellingen.

Beeldvorming van Mata Hari, 1906-heden’, in De Vrije Fries 96 (2016) 75-99.

2 H.M. Mensonides, ‘Een „exotische“ bloem van Friese velden’, in: De Navorscher 92

(1950) 174-181 en 93 (1951) 1-14.

10 11gene alogysk j ier boek 2 017 voorou ders en v erwanten van m ata h ar i

I

1 Margaretha Geertruida Zelle, geb. Leeuwarden 7 aug. 1876, terechtgesteld Vincennes (Frankrijk) 15 okt. 1917, tr. Amsterdam 11 juli 1895 (gesch. Arnhem 26 april 1906) Rudolph MacLeod, geb. Heukelum 1 maart 1856, gewettigd Nijmegen 27 sept. 1856, beroepsmilitair, overl. Velp 9 jan. 1928, zoon van John Brienen MacLeod, militair, en Dina Louisa Sweerts de Landas; hij tr. 2. Rheden 22 nov. 1907 (gesch. Arnhem 7 juni 1917) Elisabeth Martina Christina van der Mast, geb. Gorinchem 14 juli 1884, dochter van Gijsbert van der Mast en Antje Belzer; tr. 3. Rheden 3 okt. 1917 Grietje Meijer, geb. Warffum 5 dec. 1891, dochter van Albert Meijer, voerman, en Gerritdina Schoonveld.

Het Fries Museum wijdt najaar 2017 een tentoonstelling aan Mata Hari. Ter

gelegenheid hiervan schreef Doeke Sijens een handzame biografie.3

II

2 Adam Zelle, geb. Leeuwarden 2 okt. 1840, koopman te Leeuwarden, later handelsreiziger te Amsterdam, overl. ald. 13 maart 1910, tr. 2. Amsterdam 9 febr. 1893 Suzanna Catharina ten Hoove (1844-1913).

Adam Zelle begon als winkelier in hoeden en petten in het pand Kelders H23

(later L195), zijn geboortehuis;4 in 1866 nam hij de zaak van zijn vader over.5 Op

de voorgevel stond met grote letters: “Magazijn „de Klok“. Groote voorraad van

Hoeden, Petten en FantaisieArtikelen”.

Adam Zelle had het goed met zichzelf getroffen.6 Onze zegsman citeert

Alexander Cohen, die hem in zijn jeugd had gekend.7 “Adam Zelle, Margreets

vader en eigenaar van de hoedenwinkel “In de Klok” was een knap, rijzig man,

met een zorgvuldig onderhouden glanzenden, zwarten baard. Ik heb hem nooit

anders gezien dan met een hogen hoed op, met de duimen in de armsgaten van

zijn gebloemd f luweelen vest. Zoo, met het eene been nonchalant over het andere

3 D. Sijens, ‘Champagne en bloemen en een... heer’, in: Fryslân 23 af l. 4 (2017) 4-7.

4 Het pand, nu Kelders 33, raakte op 19 okt. 2013 zwaar beschadigd door een grote

brand in nr. 31; een student verloor hierbij op tragische wijze het leven. Inmiddels

is het pand gerestaureerd.

5 K. Terpstra, ‘Adam Zelle en de Vrijmetselaarsloge ‘De Friesche Trouw’’, in: It Beaken

57 (1995) 12, 13.

6 Mensonides, a.w., 5.

7 Jozef Alexander Cohen (Leeuwarden 1864-Toulon 1961), publicist, aanvankelijk

anarchist; zie Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in

Nederland 4 (1990) 29-33.

Op het internet is meer te vinden over oudere generaties Zelle. Gezien de tenenkrommende bagger die je vaak vindt op genealogische sites hebben wij daar geen gebruik van gemaakt, maar alleen van Nederlandse bronnen.

Mata Hari, getekend door Piet van der Hem, 1914


Zijn adressen waren achtereenvolgens: Kelders H23 te Leeuwarden (alle kinderen

zijn daar geboren); Grote Kerkstraat M28 (1 jan. 1883); Den Haag (15 juli 1889 tot 31

mei 1890), achtereenvolgens Noordeinde 12 en Passage 45; Willemskade F30 boven,

Leeuwarden (1 juni 1890); Lange Leidschedwarsstraat 148-huis, Amsterdam (11

maart 1891); Prinsengracht 364 III (5 juli 1897); Da Costakade 65 beletage (22 mei

1902); afgevoerd “wegens vertrek naar Cayenne, Zuid-Amerika” (6 maart 1905;

mogelijk niet doorgegaan); Da Costakade 65-I (4 april 1905 tot overlijden).

Hij tr. 1. Franeker 4 juni 18733 Antje van der Meulen, geb. Franeker 21 april 1842, overl. Leeuwarden

9 mei 1891 (wettelijk woonachtig te Amsterdam), begr. Leeuwarden, begraafplaats Spanjaardslaan.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is het huwelijk tussen Adam

Zelle en Antje van der Meulen niet door echtscheiding ontbonden; wel heeft

er scheiding van goederen plaatsgevonden. De bedoeling daarvan zal zijn

geweest te voorkomen, dat Adam Zelle of de schuldeisers de nalatenschap van

Antjes moeder zouden kunnen aantasten. Zelle weet het ontijdige overlijden

van zijn vrouw aan de ellende rond zijn faillissement, en dat was weer

veroorzaakt door anderen.

geslagen, stond hij, gemeenlijk, tegen zijn deurpost geleund op straat te kijken”.

In 1873 viel hem de eer te beurt, om als vaandeldrager deel uit te maken van de

erewacht ter gelegenheid van het bezoek, dat koning Willem III aan Leeuwarden

bracht. Men koos hem speciaal om zijn decoratief uiterlijk en rijzige gestalte;

de overige leden behoorden allen tot de upper ten van Leeuwarden - wat niet

wegneemt dat hij er danig mee verguld moet zijn geweest. Hij liet zich tenminste

in vol ornaat te paard schilderen door A. Martin (een overigens minder dan matig

schilderij) en schonk dit (in een lijst met allerlei adellijke familiewapens, die hij

op een veiling op de kop had getikt) aan het Friesch Museum.8

Aanvankelijk was Zelle een succesvol ondernemer. Zodoende kon hij per 1 januari

1883 een prestigieus herenhuis betrekken op de hoek van de Beyerstraat en de

Grote Kerkstraat.9 Op gezag van stadsarchivaris Wopke Eekhoff werd het pand

destijds beschouwd als de oude state van het geslacht Cammingha.10 Zelle kocht

het in augustus 1882 voor f l. 14.674 en hoefde daar geen geld voor te lenen.11

Althans niet via de officiële kanalen; later zou blijken dat hij onderhands veel

geld had geleend van zijn schoonmoeder. Het heet dat hij niet tevreden was

met zijn welstand en ging speculeren in petroleumaandelen. Aanvankelijk met

succes, maar na enige tijd liet het geluk hem in de steek. Begin 1889 kon hij niet

meer aan zijn financiële verplichtingen voldoen en werd hij failliet verklaard.12

Kort daarop vertrok hij naar Den Haag. In Leeuwarden zal wel f link gegniffeld

zijn, er gingen geruchten dat hij met een kar met kaas langs de deuren ventte. Men

vond hier dat hij het te hoog in zijn bol had. Vanwege de grote staat die hij voerde

werd hij spottend ‘de baron’ genoemd. Enig leedvermaak zal zijn voormalige

stadgenoten wel niet vreemd zijn geweest. Zelle zag de affaire als een complot,

evenals zijn mislukte pogingen om lid te worden van de Vrijmetselaarsloge ‘De

Friesche Trouw’ te Leeuwarden.13 Hij was er de man niet naar om ergens de

schuld van bij zichzelf te zoeken.

8 Verschillende passages letterlijk overgenomen uit Mensonides, a.w., 6. Een

reproductie van het schilderij is te vinden in Sijens, a.w., 5.

9 Thans Grote Kerkstraat 212. Zie Op ‘e hichte mei it F.L.M.D. (Leeuwarden 1977)

17-26 (P.C. Wieringa, bouwkundige geschiedenis) en 27-34 (H. ten Hoeve,

bewoningsgeschiedenis). Het pand was tot 2002 onderkomen van het Frysk

Letterkundich Museum en Dokumentaasjesintrum, toen één van de partners bij het

ontstaan van Tresoar.

10 Terpstra, a.w., 13.

11 Notarieel archief 82079, rep.nrs. 8652 en 8658.

12 Mensonides, a.w., 7; hij baseert zich o.m. op mededelingen van oud-notaris Nanne

Ottema, wiens vader Allert Ottema als notaris betrokken was bij het faillissement.

Zie verder de bijlage.

13 Terpstra, a.w., 12-29. Decennialang bestookte Zelle vrijmetselaren met

beschuldigingen en verwijten.

Akte van scheiding van goederen tussen Adam Zelle en Antje van der

Meulen, donderdag 4 september 1890 voor de Arrondissementsrechtbank te

Leeuwarden.14

Op 29 sept. 1894 was Roelof Visser, handelaar te Sneek, voogd over de

minderjarige kinderen Margaretha Geertruida, Johannes Henderikus, Arie

Anne en Cornelis Coenraad Zelle. Toeziend voogd was Yme van der Meulen,

Johannes Henderikuszn (boedelbeschrijving na het overlijden van Sjoukje

Faber, de moeder van Antje).15

Antje van der Meulen is begraven in het graf van haar schoonvader Cornelis

14 Terpstra, a.w., 14, noot 19: archief Arrondissementsrechtbank Leeuwarden, inv.nr.

586/3036.

15 Notarieel archief 41102 rep.nr. 2321. Zie verder bij 6/7.

Deze advertentie plaatste Adam Zelle in de Leeuwarder Courant van 16 mei 1891


1. Adam Zelle, geb. Leeuwarden 2 okt. 1840, zie 2. 2. Geertruida Zelle, geb. Leeuwarden 16 jan. 1842, overl. Voorburg

7 juli 1923, tr. Schoterland 11 dec. 1878 Pieter Wijnouts Taconis, geb. Heerenveen 29 jan. 1842, tabaksfabrikant te Het Meer (1878), later koopman te Heerenveen, zoon van Wijnout Hendriks Taconis, bakker, en Romkjen Pieters Nijenhuis; hij tr. 1. Dantumadeel 27 jan. 1870 Reinsina van Riesen, geb. Rinsumageest 10 okt. 1842, overl. Heerenveen (gem. Ængwirden) 22 dec. 1877, dochter van Willem van Riesen, notaris, en Pietertje Brugts.

3. Minke Zelle, geb. Leeuwarden 7 aug. 1843, woonde 1898 te Den Haag (toen weduwe), tr. Leeuwarden 26 april 1877 Jan Willem Tuinenburg, geb. Den Haag 13 juni 1845, inspecteur van politie te Leeuwarden 1872, commissaris van politie te Dokkum 1876, zoon van Hendrik Tuinenburg, logementhouder, en van Seijgje Verdoes.

4. Margaretha Huberdina Zelle, geb. Leeuwarden 7 sept. 1848, tr. Leeuwarden 1 juni 1870 Roelof Visser, geb. Sneek 29 dec. 1843, koopman aldaar, zoon van Wytze Horatius Visser, winkelier, en Aaltje van Driessen.

Roelof Visser werd na het overlijden van Antje van der Meulen (3) voogd

over haar kinderen (zie bij 7). Hij woonde toen te Sneek, in 1898 te Zierikzee.

6 Johannes Henderikus van der Meulen, geb. Leeuwarden 19 nov. 1809, apotheker en wijnhandelaar te Franeker, vanaf ca. 1864 alleen nog wijnhandelaar, overl. Franeker 20 juli 1881 (wijk TW nr. 47), tr. Franeker 5 mei 1837

7 Sjoukje Faber, geb. Franeker 5 dec. 1814, overl. ald. 15 sept. 1894 (wijk TW nr. 50); zij tr. 1. Franeker 4 mei 1834 Jelte van der Pol, geb. Franeker 9 mei 1810, klerk ter secretarie van Franeker, overl. ald. 23 okt. 1835, zoon van Abe Jeltes van der Pol, kolonist te Ommerschans (1834) en Grietje Tjallings de Vries, winkeliersche te Franeker.

Apotheker J.H. van der MEULEN en Echtgenoote brengen langs dezen weg

hunnen hartelijken dank aan allen, die hun, bij gelegenheid hunner vijf en

twintigjarige huwelijksvereeniging, met belangstelling hebben vereerd.

Franeker, den 6 Mei 1862.19

Sjoukje Faber testeerde laatst te Franeker 14 dec. 1893.20 Ze bepaalde dat haar

zoon Yme haar laatste wil moest uitvoeren, en ook dat hij en haar voordochter

Grietje vooraf ieder f l. 14.000 uit de nalatenschap zouden trekken. Deze

bedragen komen overeen met wat het faillissement van Adam Zelle haar had

19 Leeuwarder Courant 16 mei 1862 p. 5.

20 Notarieel archief 41101, rep.nr. 2147.

Zelle, gezien bij een rondleiding over de begraafplaats op 29 mei 2005. De

grafsteen was in slechte conditie.

Tekst op de grafsteen te Leeuwarden, oude begraafplaats aan de Spanjaardslaan,

vak I (vooraan, rechterzijde van het vak), een enkele steen met een smeedijzeren

hek, alle letters in kapitaal:

“TER NAGEDACHTENIS/ VAN/ CORNELIS ZELLE/ EN VAN ZIJNE

ECHTGENOOTE/ MARGARETHA HAMSTRA/ EN VAN/ HUNNE

SCHOONDOCHTER/ ANNA ZELLE V.D. MEULEN”.

Uit dit huwelijk: 1. Margaretha Geertruida Zelle, geb. Leeuwarden 7 aug. 1876, zie 1. 2. Johannes Henderikus Zelle, geb. Leeuwarden 26 nov. 1878. 3. Arie Anne Zelle, geb. Leeuwarden 9 aug. 1881. 4. Cornelis Coenraad Zelle, geb. Leeuwarden 9 aug. 1881.

III

4 Cornelius Zelle, geb. Leeuwarden 21 jan. 1812, kastmaker (1839), daarna koopman en pettenmaker te Leeuwarden, overl. ald. 25 mei 1880.

Cornelius, die meestal voorkomt als Cornelis Zelle, bleef tot zijn huwelijk in

het ouderlijk huis en was aanvankelijk kastmaker. Toen hij trouwde trok hij

in bij zijn vrouw in het pand Kelders H23, waar haar vader eerder zijn winkel

had. Voortaan was hij koopman en pettenmaker. Hij huurde het pand eerst en

kocht het in 1843 voor f l. 3400 van de erven Hamstra.16 In 1866 liet hij de zaken

over aan zijn zoon Adam; zelf ging hij even verderop wonen aan de Voorstreek,

nr. K4. Op 18 april 1877 ging Cornelis Zelle over tot boedelscheiding met zijn

kinderen. Hij was in gemeenschap van goederen gehuwd geweest, zijn vrouw

had geen testament nagelaten. De waarde van zijn bezittingen werd getaxeerd

op netto f l. 47.379,50. Hij had niet slecht geboerd. Zelle bezat vier huizen en

nog de helft van twee andere huizen in Leeuwarden. De waarde van het pand

op de Kelders werd geschat op f l. 16.000; het werd voor f l. 800 per jaar gehuurd

door Adam Zelle. Cornelis kreeg er bij de scheiding 20/32 deel van toegewezen,

Adam 12/32.17 Bij testament van 1 okt. 1877 legateerde hij zijn aandeel aan Adam,

die wel de dan geldende waarde moest inbrengen bij de boedelscheiding.18

Hij tr. Leeuwarden 11 dec. 18395 Grietje Hamstra, geb. Leeuwarden 12 juni 1811, overl. ald. 19 jan.

1868. Uit dit huwelijk:

16 Notarieel archief 78043, rep.nr. 296 d.d. 15 aug. 1843.


18 Idem, rep.nr. 2813.


geb. Leeuwarden 22 maart 1842, overl. ald. 5 febr. 1928, dochter van Jan Ter Horst, cichoreifabrikant, en Joukjen Reeling.

Omstreeks 1864 nam Yme de apotheek van zijn vader over. Te Leeuwarden

woonde hij aan de Noorderweg O86 (later nr. 12); hij vestigde zich daar

met vrouw en dochter Joukje op 2 mei 1904, komende van Appingedam,

waar hun zoon arts was.

4. Antje van der Meulen, geb. Franeker 21 april 1842, zie 3. 5. Sjoukje van der Meulen, geb. Franeker 20 jan. 1848, overl. ald.

11 maart 1848.

IV

8 Adam Zelle, geb. Leeuwarden 22 nov. 1785, kastmaker (schrijnwerker) te Leeuwarden, overl. ald. 15 febr. 1862, tr. Leeuwarden 5 juni 1808

9 Minke Elzinga (ook: Elsinga), geb. Leeuwarden 23 juli 1786, overl. ald. 18 aug. 1856.

gekost (zie de bijlage). Een andere bepaling was, dat ingeval iemand van de

erfgenamen zich tegen deze prelegaten zou verzetten, alsdan een vierde deel

van de erfenis voor Grietje en Yme zou worden gereserveerd. Zij kregen ook alle

roerende goederen toegewezen, maar moesten wel de taxatiewaarde daarvan

inbrengen bij de boedelscheiding. Toen Sjoukje testeerde leefde Grietje dus

nog, maar ze stierf enkele maanden later, nog voor haar moeder, met nalating

van drie meerderjarige kinderen.

De boedelscheiding vond plaats op 17 jan. 1895.21 Mr. G.A. Murray Bakker,

kantonrechter te Harlingen, voerde de regie. Dat was een wettelijke verplichting

omdat er minderjarige erfgenamen waren. De vaste goederen waren op bevel

van de rechtbank te Leeuwarden in oktober 1894 bij opbod verkocht voor f l.

9118,24, o.a. het huis aan de Voorstraat te Franeker, sectie A nr. 1873, dat f l.

3287,20 opbracht,22 en een vrouwenzitplaats (de zgn. Ennema’s bank) in de

Martinikerk voor f l. 68,90.

Het testament van Sjoukje Faber liet Roelof Visser, als voogd over de kinderen

Zelle, een keuze. Hij kon genoegen nemen met de prelegaten voor de andere

erfgenamen (f l. 28.000), of bezwaar maken. In dat geval werd 1/4 van de waarde

van de boedel afgezonderd voor die erfgenamen. Als voogd had hij de plicht om

voor zijn pupillen de voordeligste optie te kiezen. Dat was de tweede, omdat de

waarde van de boedel f l. 82.199,54 bleek te zijn: 1/4 daarvan is f l. 20.549,88½.

Zodoende kon Visser aanspraak maken f l. 5137,47 voor elk van zijn pupillen.

Het aandeel van Margaretha Geertruida Zelle werd hoofdzakelijk uitgekeerd

in de vorm van obligaties ten laste van Meile Oosterhagen te Franeker (f l. 2000)

en Frans Tjallingii te Oosterbierum (f l. 3000). Over het beheer dat Visser heeft

gevoerd is ons niets bekend.

Uit haar eerste huwelijk: 1. Grietje van der Pol, geb. Franeker 1 april 1835, overl. Heerenveen

25 april 1894, tr. Franeker 24 nov. 1859 Tjepke Taconis, geb. Heerenveen 11 okt. 1830, tabaksfabrikant te Heerenveen, overl. Groningen 20 nov. 1903, wonende te Heerenveen, zoon van Simon Hendriks Taconis en Janneke van der Meulen (zie 12/13 sub 3).

Uit haar tweede huwelijk: 2. Antje Haitsma van der Meulen, geb. Franeker 6 april 1838,

overl. ald. 16 sept. 1838. 3. Yme van der Meulen, geb. Franeker 21 febr. 1840, apotheker

te Franeker (1864, 1895), laatst rentenier te Leeuwarden, overl. ald. 24 juli 1919, tr. Leeuwarden 25 aug. 1864 Anna Ter Horst,

21 Idem 41103, rep.nr. 2376.

22 Ze had dit pand eerder voor f l. 2521 (terug)gekocht uit het faillissement van Adam

Zelle, zie de bijlage.

Uit dit huwelijk: 1. Herman Otto Zelle, geb. Leeuwarden 6 febr. 1809, genees-,

heel- en vroedmeester te Peize (1841), Rinsumageest (1861) en Dantumawoude, overl. Harlingen 10 jan. 1894, tr. Utrecht 17 febr. 1836 Maria Anna Sibella Schlecht, geb. Sonnega 20 juli 1816, overl. Harlingen 12 okt. 1894, dochter van Gerhardus Schlecht en Susanna Margaretha van der Schroeff.

Gerhardus Schlecht deed zijn intrede als predikant te Oldelamer-

Oldetrijne 24 april 1812, te Nieuwehorne-Hoornsterzwaag c.a. 3 aug. 1817.

Romein zegt van hem: “Bij sententie van ‘t Provinciaal kerkbestuur van

Friesland van den 6 Augustus 1829, van zijnen dienst afgezet”.23 Schlecht

had zich schuldig gemaakt aan aanhoudende en ergernisgevende

dronkenschap. Hij was op 9 mei 1828, op verzoek van de Classis

23 T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de Hervorming… (Leeuwarden 1886) 583.

Overlijdensadvertentie voor Minke Elzinga, Leeuwarder Courant 22 aug. 1856 p. 5


Christina Brouwer, geb. Leeuwarden 4 aug. 1825, dochter van Ype Hanzes Brouwer, timmerman, en Sara Knobelach, weduwe van Rein Jeremias Meijer.

Christina werd 10 maart 1902 uitgeschreven naar Alkmaar.

10 Coenraad Hamstra, geb. Leeuwarden 10 april 1785, koopman te Leeuwarden, overl. ald. 17 febr. 1834 (Kelders H23, op dezelfde dag als zijn vader, maar niet op hetzelfde adres), tr. Leeuwarden 4 juni 1809

11 Geertruida Berkebijl, geb. Leeuwarden 15 juli 1785, overl. ald. 16 febr. 1824.Uit dit huwelijk:1. Grietje Hamstra, geb. Leeuwarden 12 juni 1811, zie 5.2. Pieter Hamstra, geb. Leeuwarden 10 aug. 1812, grofsmid te

Harlingen, overl. ald. 29 okt. 1879, tr. Harlingen 19 mei 1839 Sypkje Abes van Slooten, geb. Harlingen 26 nov. 1815, overl. ald. 25 okt. 1890, dochter van Abe Thomas van Slooten,26 schipper, en Rinske Gooijkes Overberg. Uit dit huwelijk zijn zeven kinderen geboren te Harlingen in de jaren 1839-1853.

3. Feykje Hamstra, geb. Leeuwarden 27 okt. 1814, overl. Koudum 31 aug. 1880, tr. Leeuwarden 4 april 1839 Taeke Plantenga, geb. Leeuwarden 7 aug. 1812, kantoorbediende te Koudum (1836), klerk ter secretarie aldaar (1847), secretaris van de gemeente Hemelumer Oldeferd en Noordwolde (1851, 1880); laatst zonder beroep te Harlingen, overl. ald. 9 jan. 1885, zoon van Broer Plantinga, commies bij de stedelijke belastingen te Leeuwarden, en Grietje van Dalen. Vanaf 1851 woonde Feykjes nicht Anke Pieters van Assen (zie 21) bij hen in huis. Ze verhuisde mee naar Harlingen en overleed daar 29 jan. 1884, ongehuwd.

4. Petrus Hamstra, geb. Leeuwarden 28 juni 1816, broodbakker te Harlingen, tr. Haarlem 21 april 1841 Wilhelmina Petronella van Doorn, geb. Haarlem 3 jan. 1818, overl. Harlingen 3 jan. 1868, dochter van Johannes van Doorn en Geertruij Goosen. Uit dit huwelijk werden tussen 1842 en 1857 zeven kinderen geboren te Harlingen.

5. Jenne Hamstra, geb. Leeuwarden 5 mei 1818, overl. ald. 17 febr. 1819.

6. Jenne Hamstra, geb. Leeuwarden 30 juli 1821, tr. Leeuwarden 27 okt. 1847 Johan Christiaan Artzt van Asperen, geb. Leeuwarden 9 juli 1823, koopman aldaar, zoon van Popke van Asperen, poelier, en Johanna Jacoba Hendrika Houtwipper.

26 Kleinzoon van Jane Janes van Slooten, zie 152 sub 8.

Heerenveen, voor onbepaalde tijd geschorst met verlies van traktement,

maar had sindsdien beterschap noch berouw getoond. Dat hij op 21

april 1829 in beschonken toestand voor de commissie uit de Provinciale

Kerkvergadering verscheen om zich te verantwoorden deed zijn zaak

ook weinig goed. Hij verklaarde volslagen af hankelijk van sterke drank

te zijn en werd op 5 (niet 6) augustus 1829 afgezet.24 Zijn vrouw vertrok

naar haar geboorteplaats Utrecht en liet zich van hem scheiden.25 Zelf

verhuisde hij naar Zwartschaap bij Ruinen, maar later keerde hij terug

naar Nieuwehorne, wellicht omdat die plaats verplicht was hem te

onderhouden. Hij stierf daar op 12 aug. 1864.

2. Cornelius Zelle, geb. Leeuwarden 21 jan. 1812, zie 4. 3. Joukje Zelle, geb. Leeuwarden 29 mei 1815, overl. ald. 14 mei

1896, tr. Leeuwarden 15 mei 1847 Jan Coets, geb. Leeuwarden 23 jan. 1817, winkelier aan de Tweebaksmarkt aldaar, overl. Leeuwarden 4 dec. 1891, zoon van Christoffel Coets, hoedenmaker, en Pietertje van Veen.

4. Iege Martens Zelle, geb. Leeuwarden 30 aug. 1818, bakker te Vrouwenparochie en Leeuwarden, laatst bakkersknecht aldaar, overl. Leeuwarden 22 maart 1889, tr. Het Bildt 26 dec. 1850 Jeanne Marguerite Louise Deel, geb. Oudeschans 2 okt. 1819, overl. Leeuwarden 21 juni 1883, dochter van Jean Philippe Marie Deel, ontvanger van ‘s Rijks belastingen, en Everdina Berends ter Veen.

5. Baukje Zelle, geb. Leeuwarden 5 mei 1821, overl. ald. 9 okt. 1832. 6. Jane van Slooten Zelle, geb. Leeuwarden 13 maart 1824,

koperslager en kachelmaker te Leeuwarden, overl. ald. 26 jan. 1897, tr. 1. Leeuwarden 31 mei 1851 (gesch. ald. 2 mei 1868) Francina Broersma, geb. Leeuwarden 3 sept. 1827, overl. Utrecht 16 jan. 1893, dochter van Roeloff Broersma, timmerman, en Anna Maria Broersma; tr. 2. Leeuwarden 9 dec. 1868 Aletta Helena Visser, geb. Leeuwarden 17 juli 1823, overl. ald. 13 jan. 1898, dochter van Gosse Tettes Visser, timmerman, en Trijntje de Vries.

Aletta Helena was een tante van Roelof Visser, de voogd van de kinderen

van Adam Zelle en Antje van der Meulen (zie 4/5 sub 4).

7. Margaretha Huberdina Zelle, geb. Leeuwarden 27 aug. 1827, overl. ald. 22 april 1848, ongehuwd, zonder beroep.

8. Gerrit Jans Zelle, geb. Leeuwarden 21 aug. 1831, meubelmaker aldaar, overl. Leeuwarden 10 febr. 1901, tr. ald. 9 nov. 1881

24 Archief PKV (Toegang 236), inv.nr. 71 p. 204 e.v.

25 Schoterland 28 febr. 1831 op grond van vonnis Rechtbank Heerenveen d.d. 20 jan. 1830.


van een vierjarig kind, dat voor dood uit het water was gehaald, door

toepassing van kunstmatige ademhaling, waarvoor hem verleend werd een

gouden drenkelingsmedaille van de Bataafse Maatschappij tot Redding van

Drenkelingen, en 10 ducaten van het departementaal bestuur van Friesland.

Tot april 1819 lijkt alles goed te zijn gegaan, maar dan blijkt hij een groot

drankprobleem te hebben.30

Proces-verbaal van verhoor.31 Op heden den zeventienden April een duizend

acht honderd en negentien compareerde ter Raadkamer van de Regtbank van

eersten aanleg, zitting houdende te Leeuwarden, Mr. N. Fockema, procureur

van de requestrante Antje Haitsma, huisvrouw van Bouwe van der Meulen,

wonende onder Leeuwarden, dewelke te kennen gaf dat alhier ten gevolge eener

dagvaarding van den 16 dezer (behoorlijk geregistreerd) was gecompareerd

Bouwe van der Meulen, koopman bij Leeuwarden, ten einde naar inhoud van

een besluit van den familieraad, opgemaakt den 15 dezer, ten gevolge van een

vonnis dezer Regtbank van den 13 dezer.

De stukken ten dezen relatief in handen van den president hebbende

overgegeven, verzocht dat tot het verhoor mogt worden geprocedeerd en heeft

zich verwijderd na ter dezer plaatze te hebben getekend.

Waarna de Regtbank is overgegaan tot navolgend verhoor.

Gevr. Naam, bedrijf, ouderdom, woon en geboorteplaats?

30 Archief Rechtbank van eerste aanleg te Leeuwarden (toeg. 16), inv.nr. 828, zitting

van 17 april 1819.

31 Idem, inv.nr. 910.

Het gezin, dat toen vijf kinderen telde, werd 31 mei 1865 uitgeschreven naar Amsterdam.

12 Bouwe van der Meulen, ged. Leeuwarden 30 maart 1768, koopman en jeneverstoker te Leeuwarden, overl. ald. 9 nov. 1822. Bouwe (Ydes) van der Meulen was jeneverstoker (brander) op het Noordvliet

in de Kroon. Hij komt talloze malen voor in advertenties en in rechterlijke en

notariële archieven. We kunnen maar enkele daarvan vermelden.

NB. NB. NB. Het COMMITTé van Koophandel, maakt door deezen bekend, dat

zy Veilen te Verkoopen; eenige Lasten alderbest WEITEN-MEEL. Wie hier aan

gading maakt, kan zig vervoegen by de Coopman BOUWE VAN DER MEULEN

en PETRUS ROSINGA; kunnende de gegadigden zo veel in quantiteit neemen als

nodig zullen hebben. De Brieven Franco. LEEUWARDEN den 19 Juny 1795. Uit

naam van het Committé van Koophandel &c. H. ZWANENBURG, als Secretaris.27

NB. NB. NB. De Koopman B. van der MEULEN, Distelateur en Moutmaker

op het Vliet te Leeuwarden, adverteerd; dat by hem is te bekomen, alderbeste

Friesche en Hollandsch Genever, Beste Stokers en Brouwers Mout; als supra

beste Fransche, Bourdouxe en Porto Porto, Rode en Witte Wynen; als mede

Spaansche, Mallaga en Rinse Wynen, beste Witte Fransche Brandewyn, als

Liqueurs, Guldewater en Perciko, Dubb.-Orange Curacko, als beste Rum en

Pons d’Arak, Puik Hollandsche Anyzette, Rins Bitter en beste Anys; als Puik

Koehoren, Borstwater, en extra beste Fransche Livornesche Genever Bessen;

de bovengemelde verzoekt een ieders gunst, met belofte van een prompte en

civiele bediening. NB. De Bovengemelde verzoekt zeer vriendelyk aan zyne

Begunstigers, alle die ledige Manden en Flessen, als ledige Vaaten en Mout-

Zakken heeft, om ten spoedigsten terug te zenden.28

Het COMMITTé van Koophandel, uit de Repraesentanten des Volks van

Vriesland, adverteerdt door dezen, dat alle de Bakkers in deeze Provincie

geen voorraad van ROGGE hebbende, van dat Product by hun te bekomen is,

alderbeste Mecklenbergse ROGGE, weegt 123 Pd. by hun te bekomen een 2de

of een 4de Last, en ook tot minder quantiteit, mits by de leverantie Geld, zoo

dikwils als zy dezelve benodigd zyn, voor de prys van 12 Gulden het Lopen;

bovengenoemde daar van benodigt zynde, kunnen zig vervoegen by de

Cooplieden BOUWE van der MEULEN en PETRUS ROSINGA te Leeuwarden,

des morgens van 9 tot 11, en ‘s nademiddags van 1 tot 3 uuren. En alles Franco.

Uit naam van het Committé van Koophandel, K.J. HOBBEMA, als Secretaris.29

In de Telegraaf van 7 maart 1913 werd herdrukt, wat 100 jaar geleden in

de Amsterdamse Courant was opgenomen geweest en waarin een wijdlopig

verhaal stond, hoe Bouwe van der Meulen in 1802 de levensgeesten opwekte

27 Leeuwarder Courant 24 juni 1795 p. 4.

28 Leeuwarder Courant 2 april 1803 p. 12.

29 Leeuwarder Courant 19 sept. 1795.

Antje Haitsma en Bouwe van der Meulen, omstreeks 1810


Uit dit huwelijk: 1. Janneke van der Meulen, geb. Leeuwarden 5 nov. 1798, overl.

ald. 18 juli 1799. 2. Yde van der Meulen, geb. Leeuwarden 20 juni 1800, brouwer,

woonde aan het Noordvliet te Leeuwarden (M 80, nu 191); commissionair en handelsagent, lid van de Kamer van Koophandel; lid van Provinciale Staten, overl. Leeuwarden 3 okt. 1885.

Proces-verbaal van bekeuring opgemaakt tegen Y. van der Meulen te

Leeuwarden, ter zake van overtreding van de Wet op het Binnenlands

Gedestilleerd. Hij was stoker (brander) en had tevens een slijterij. Die

combinatie was verboden; hij sloot een transactie af om vervolging te

voorkomen.34

“Stem Van der Meulen. De vereischten tot Lid der Prov. Staten zijn:

kennis der Algemeene Belangen, maar die van den Waterstaat in het

bijzonder; breng daarom, vrije Kiezers, thans uwe vele stemmen uit tot

het Lid voor de Prov. Staten op den Heer IJ. v.d. MEULEN, lid der Kamer

van Koophandel te Leeuwarden, een man, die onvermoeid voor die

belangen, zoomede voor de verbetering der Haven van Harlingen enz.,

heeft gestreden. EEN KIEZER”.35

“Leeuwarden, 3 October 1885. In den afgeloopen nacht is alhier in

den ouderdom van 85 jaren overleden de heer Yde van der Meulen,

commissionair in koloniale waren enz. Hij was een man, die zich zelf

geheel had gevormd. Gedurende zijn lang leven heeft hij veel gedaan

tot bevordering van het publiek belang en aan menige goede zaak den

eersten stoot gegeven of ter harer bevordering krachtig medegewerkt.

Niet alleen met het woord, ook met de pen droeg hij daartoe bij;

steeds streed hij met open vizier. Mogt hij, misschien ook wel om dit

laatste, niet altoos erkenning, menigmaal zelfs miskenning van zijn

optreden ondervinden, het belette hem niet, den weg te volgen, dien

hij zich eenmaal had afgebakend. De dagbladen dezer stad, ook ons

blad, behelsden sinds jaar en dag tal van stukken van zijne hand, die

getuigden van zijne zucht, om verschillende lands, provinciale en

gemeentebelangen tot hun goed recht te doen komen. De uitkomst bewees

dikwijls dat hij goed had gezien. Reeds vóór jaren nam hij ook de zaak

van de drooglegging der Zuiderzee tot zich; de Handelingen van het vóór

eenige jaren te Assen gehouden Landhuishoudkundig Congres bevatten

34 Archief van de gouverneur (toegang 11), inv.nr. 6839 (ingekomen en uitgaande

stukken) d.d. 8 april 1824, nr. 11A, rekest van Y. van der Meulen. Met dank aan de

heer A. Musquetier.

35 Leeuwarder Courant 18 dec. 1866.

Antw. Bouwe van der Meulen, oud groot 50 jaren, koopman en jeneverbrander,

wonende op ‘t Vliet bij Leeuwarden.

Voorts gevraagd zijnde omtrent zijn tegenwoordig gedrag na zijn ontslag uit het

huis van Correctie, zijne zamenleving met zijne huisvrouw en kinderen, zijne

administratie over zijne branderij en andere door hem gedreven wordende

handel, waren zijne antwoorden dientenevens, mede gelijk zijn houding en

voorkomen zoodanig zonderling en verbijsterd, dat daarvan geen bijzondere

opgave, in dit proces-verbaal voegzaam, kan worden geplaatst.

Waarna dit proces-verbaal door de president, regters, officier en griffier is

getekend.

Waarna de Regtbank heeft gewezen het navolgend vonnis:

De Regtbank

Gelet op de antwoorden, door Bouwe van der Meulen op de aan hem gestelde

vragen;

Overwegende dat dezelve van dien aard zijn, dat naar aanleiding van art. 497

van het Burgerlijk Wetboek over zijn persoon en goederen een provisioneele

administrator kan worden benoemd;

Overwegende de noodzakelijkheid dat in dezen spoedige voorziening plaats

hebbe;

Gebruik makende van de magt, bij gemeld artikel aan de Regtbank gegeven;

Benoemt den persoon van Lambertus Harmenzon, deurwaarder bij het

Vredegerecht Kanton N. 1 te Leeuwarden tot provisioneele administrator over

den persoon en goederen van Bouwe van der Meulen bovengemeld, ten einde

daarover, hangende de deliberatien over de finale interdictie, de nodige zorg

op zich te nemen.

Aldus gedaan ter Raadkamer den zestienden April een duizend acht honderd

en negentien; present de heeren Gosliga, president, Jongsma en Schutz,

regters, Adema, substituut officier.

20 april 1819: Antje Haitsma, huisvrouw van Bouwe van der Meulen te

Leeuwarden, requirante, contra haar man; verzoekt dat aan haar man een

raadsman worde toegevoegd.32

Als voren; zij verzoekt scheiding van goederen.33

Hij tr. Franeker 22 jan. 1798 13 Antje Haitsma, geb. Franeker 11 nov. 1778, overl. Leeuwarden 20

jan. 1820. Antje overleed dus slechts zeven maanden nadat haar man onbekwaam was

verklaard en onder curatele geplaatst. Ongetwijfeld liet ze haar (meest nog

jonge) kinderen in grote ontreddering achter. Een enigszins vergelijkbare

situatie zou zich twee generaties later opnieuw voordoen, zie 3.

32 Idem, inv.nr. 801, civiele rol nr. 608.

33 Idem, inv.nr. 801, civiele rol nr. 610.


5. Paulus Haitsma van der Meulen, geb. Leeuwarden 15 maart 1806, overleden op Madeira.39

6. Janke Henderika van der Meulen, geb. Leeuwarden 22 maart 1807, overl. ald. 26 april 1807.

7. Johannes Henderikus van der Meulen, geb. Leeuwarden 19 nov. 1809, zie 6.

8. Pieter Luitjes van der Meulen, geb. Leeuwarden 1 maart 1812, letterzetter te Amsterdam, overl. Utrecht 11 april 1837.

Den 11 dezer overleed te Utrecht, onze veel beminde Broeder PIETER

LUITJES van der MEULEN, in den ouderdom van ruim 25 jaren.

Leeuwarden, den 13 April 1837. IJ. van der MEULEN, Bierbrouwer. Mede

uit naam van Broeders en Zusters. Eenige kennisgeving.40

9. Henderikus Boudewijn van der Meulen, geb. Leeuwarden 7 sept. 1814, overl. ald. 30 sept. 1816.

10. Aegeus Haitsma van der Meulen, geb. Leeuwarden 2 aug. 1816, koek- en banketbakker, kruidenier en koopman te Franeker, overl. ald. 20 sept. 1860 (wijk TO nr. 144), tr. Franeker 24 april 1840 Cornelia Faber, geb. Franeker 24 juni 1816, overl. ald. 20 mei 1891 (wijk EO nr. 44), zuster van Sjoukje (nr. 7).

Van Aegeus en Cornelia stamt een talrijk nageslacht Van der Meulen af,

dat hier niet wordt beschreven. Hun oudste dochter Antje is getrouwd

met Auke Steensma. Dezen lieten bij hun jong overlijden twee zoontjes

als wezen achter, Sjuardus en Aegeus, onder voogdij van Jan Dirks, en

een grootmoeder.41 Zij erfden een aanzienlijk vermogen en zijn later naar

Gouda vertrokken. De boedelscheiding vond plaats op 31 mei 1887.42

11. Antje Haitsma van der Meulen,43 geb. Leeuwarden 8 dec. 1819, overl. Franeker 4 juni 1907, tr. Heerenveen (gem. Schoterland) 23 jan. 1845 Gosling Land, geb. Dokkum 7 okt. 1817, gouden zilversmid te Franeker, Nunspeet en Heerde, overl. ald. 21 nov. 1895, zoon van Jan Pieter Land, reder, directeur der posterijen en gemeenteraadslid, en Hylkjen Egberts Visser.

39 Vr. meded. van nu wijlen mr. A.A.M. van der Meulen, oud-burgemeester van

Leeuwarden.

40 Leeuwarder Courant 14 april 1837 p. 3.

41 Trijntje Durks (ook wel Catharina) van der Veen, overl. Franeker 9 nov. 1879.

42 Ingezien bij mevr. W. van den Burger-Steensma te Oudewater.

43 Bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg te Leeuwarden d.d. 21 maart 1820

werden haar voornamen gewijzigd van “Anna Maria Catharina” in “Antje Haitsma”.

Ongetwijfeld heeft dit te maken met het overlijden van haar moeder op 20 januari

1820.

daaromtrent belangrijke beschouwingen van hem, benevens het gunstig

oordeel daarover van deskundigen, alles onder de Bijlagen opgenomen,

en het moet hem daarom zeker ook niet weinig tot voldoening hebben

gestrekt, dat de heren Buma en van Diggelen zich onlangs ook tot hem,

in weerwil van zijn hoogen leeftijd, wendden, om tot het constitueren

van een Zuiderzee-Comité mede te werken. Vroeger was hij verscheidene

jaren lid en eenigen tijd tevens voorzitter van de Kamer van Koophandel

en Fabrieken, waar hij de aan hem toevertrouwde belangen meer in het

bijzonder met den meesten ijver behartigde. Ook buiten de stad zijner

inwoning had hij zich vele vrienden weten te verwerven. Overgenomen

uit de Leeuwarder Courant. Ter nagedachtenis aan mijnen geachten

Grootvader. Franeker, 4 October 1885. IJ.B. van der Meulen”.36

Hij tr. Leeuwarden 11 juni 1823 Elizabeth Leensma, geb. Leeuwarden 8 nov. 1803, overl. ald. 6 mei 1860, dochter van Edzert Leensma, rentenier, en Berendina Smeding.

3. Janneke van der Meulen, geb. Leeuwarden 11 juli 1802, overl. Heerenveen (gem. Schoterland) 9 nov. 1871, tr. Leeuwarden 29 april 1824 Simon Hendriks Taconis, geb. Heerenveen 18 febr. 1795, koopman en tabaksfabrikant te Heerenveen, overl. ald. 16 okt. 1871, zoon van Hendrik Thijses Taconis, bakker, en Jeltje Wynouts van der Wal.

Hun zoon Tjepke trouwde met Grietje van der Pol, een voordochter van

Sjoukje Faber (zie nr. 7).

Voor zijn zoon Simon koopt vader Hendrik Taconis een pand aan

de Munnikssteeg in Heerenveen, die zich daar op 18 mei 1818 met

een tabakskerverij vestigt, aanvankelijk onder de naam Het gekroonde

Tabaksvat, later De Rookende Moor. Dit was het begin van de Taconis

Tabaksfabrieken, die later ook in Leeuwarden werden opgericht door

nazaten van Simon Hendriks Taconis uit Heerenveen.37

Portretten van Simon Hendriks Taconis en Janneke van der Meulen door

J.A.M. Haak zijn aanwezig in Museum Willem van Haren, Heerenveen.38

4. Jisselina van der Meulen, geb. Leeuwarden 2 april 1804, overl. Franeker 24 dec. 1844, tr. Leeuwarden 7 mei 1824 Taeke Cornelis Bölger, geb. Franeker 19 maart 1797, chirurgijn en vroedmeester te Franeker, overl. ald. 16 maart 1877, zoon van Johan Michaël Bölger, stadsmajoor en logementhouder, en Cornelia Greydanus.

36 Leeuwarder Courant 5 okt. 1885 p. 1.

37 R. Kuipers, ‘Tabaksfabrieken Taconis’, in Leovardia 46 ( januari 2015) 22-26.

38 Reproducties in: S. ten Hoeve, ‘Fryske portrettearre persoanen út de wurklist fan

J.A.M. Haak (1831-1903), in Geneal. Jierb. 1999 100, 101.


V

16 Herman Otto Zelle (ook: Selle, Celle), ged. Rheda (ong. 50 km ten oosten van Münster) 27 sept 1744 (zoon van Johan Georg Zelle en Johanna (ook: Anna) Lowisa Norman),45 linnenwever te Leeuwarden, overl. ald. 10 april 1806 (oud 63 jaar, wonende over de Kelders, nalatende vrouw en acht kinderen). Dat hij eerst Herman Otto heette en later alleen Otto maakt wel duidelijk

dat zijn roepnaam Otto was en dat zijn familie uit Duitsland kwam. Hij

werd als lidmaat aangenomen bij de Nederduitsche geref. gemeente te

Leeuwarden 7 juni 1771, met attestatie van Deventer, en werd maart 1780

burger van de Friese hoofdstad.

De hoge dunk die Adam Zelle van zichzelf had strekte zich ook uit tot zijn

voorouders. In een verzoek om inlichtingen aan de gemeentearchivaris

uit 1907 stelde hij, af te stammen van Herman Otto von Zelle, officier,

die zich naderhand te Leeuwarden vestigde en daar 100 weefstoelen

exploiteerde, naast lijmerijen en vellebloterijen. Ook zou hij gildemeester

zijn geweest. De werkelijkheid was iets bescheidener.46

Hij tr. Leeuwarden 10 mei 1772 (beiden van Leeuwarden)17 Huberdina Servaas (postuum: van den Heuvel), ged. Bourtange 15

april 1748, ingekomen te Leeuwarden 9 maart 1770 met attestatie van Bourtange, overl. Leeuwarden 8 jan. 1811.

Uit dit huwelijk (allen geboren te Leeuwarden): 1. Johannes Zelle, geb. 25 aug. 1772, overl. Leeuwarden 20

maart 1811, nalatende vijf kinderen, tr. Leeuwarden 22 nov. 1795 Vroukje Watzes, geb. Grouw 11 mei 1769, naaister te Leeuwarden (1825), overl. ald. 4 okt. 1834, dochter van Watze Symens en Trijntje Everts.

2. Zwaantje Zelle, geb. 16 sept. 1774, vermoedelijk overleden bij de geboorte van dochter Zwaantje, Harlingen 1 aug. 1797, tr. ald. 15 april 1797 Laurens Klases Koster, geb. Harlingen 10 april 1777, begr. ald. 15 april 1809, zoon van Klaas Louwrens Koster en Jeltje Ulbes.

3. Gerrit Jan Zelle, ged. Leeuwarden 19 jan. 1777, kleermaker te Leeuwarden, laatst zonder beroep te Bolsward, overl. ald. 8 dec. 1850 (huis nr. 162), tr. Leeuwarden 27 mei 1798 Aaf ke van Hoek, geb. Leeuwarden 24 nov. 1776, overl. ald. 29 april 1849, dochter van Geert Eyberts van Hoek, mr. timmerman, en Catharina Maria van Hateren.

45 Op het internet gevonden; het komt ons betrouwbaar voor.

46 Mensonides, a.w., 175-181.

14 Yme Sipkes Faber, geb. Franeker 15 juni 1783, mr. bakker en graanhandelaar te Franeker, overl. ald. 24 nov. 1852 (wijk EW nr. 6), tr. Franeker 26 mei 1806

15 Sjoukje Romar, geb. Franeker 29 febr. 1784, overl. ald. 12 okt. 1839 (wijk EW nr. 6). Uit dit huwelijk: 1. Martha Faber, geb. Franeker 11 maart 1807, overl. ald. 21 april

1858, tr. Franeker 23 dec. 1827 Jan de Jager, geb. ald. 24 mei 1801, koffiehuishouder te Franeker, overl. ald. 1 juni 1871 (wijk EW nr. 6), zoon van Pieter Klazes de Jager, herbergier, en Pietje Jans Reinsma.

2. Otte Johannes Faber, geb. Franeker 13 dec. 1808, mr. bakker aldaar, overl. Franeker 5 maart 1841 (wijk TW nr. 25), tr. Franeker 8 mei 1836 Janna Romar Wenning, geb. Franeker 7 aug. 1812, overl. ald. 9 maart 1870 (wijk EO nr. 17), dochter van Jan Hemmes Wenning (ook: Winning), gardenier, en Johanna Sophia Romar; zij tr. 2. Franeker 31 dec. 1848 Harmen Braak, geb. Vollenhove 8 juli 1816, winkelier, overl. Franeker 16 jan. 1852 (wijk TW nr. 32), zoon van Willem Braak, onderwijzer te Franeker (1852), en Harmpje Petersen.

Toeziend voogd over de minderjarige kinderen wordt Johannes Henricus

van der Meulen. Die heeft zijn taak ernstig opgevat, want er is een

nauwkeurige verantwoording.44 Zoon Yme Ottes Faber werd kassier te

Harlingen. In 1893 belandde hij in de gevangenis, zie de bijlage.

3. Sipke Ymes Faber, geb. Franeker 29 nov. 1810, overl. ald. 17 nov. 1811 (wijk EO nr. 37).

4. Sipke Ymes Faber, geb. Franeker 11 jan. 1813, overl. ald. 14 mei 1813 (wijk EO nr. 37).

5. Sjoukje Ymes Faber, geb. Franeker 18 dec. 1813, overl. ald. 3 jan. 1814 (wijk EO nr. 37).

6. Sjoukje Faber, geb. Franeker 5 dec. 1814, zie 7. 7. Cornelia Faber, geb. Franeker 24 juni 1816, zie 12/13 sub 10. 8. Trijntje Ymes Faber, geb. Franeker 16 april 1818, overl. ald. 24

juli 1818 (wijk EO nr. 37). 9. Trijntje Faber, geb. Franeker 2 maart 1821, overl. ald. 29

april 1906, tr. Franeker 19 nov. 1841 haar neef Hessel Everts Scheltema, geb. Franeker 29 jan. 1817, chirurgijn, heel- en vroedmeester te Menaldum en Dronrijp, overl. Menaldum 2 aug. 1852, zoon van Evert Nicolaas Scheltema, veeweider en wijnhandelaar, en Cornelia Sipkes Faber (zie 28/29 sub 4).

44 Vr. meded. van de heer Otto Johannes Faber te Zoetermeer.


schoonvader) 1 mei 1820, dan gepensioneerd luitenant, zoon van Klaas Kamminga en Geertruida Bongers.

2. Hendrik Elzinga, geb. Leeuwarden 28 sept. 1780. 3. Jane Elsinga, geb. Leeuwarden 16 mei 1783. 4. Minke Elzinga, geb. Leeuwarden 23 juli 1786, zie 9. 5. Sikke Elsinga, geb. Leeuwarden 31 mei 1790, fuselier. Loteling lichting 1810 Leeuwarden; 8 mei 1811 fuselier reservecompagnie;

14 juli 1813 vertrokken naar het 96e regiment 2e bataillon te Mayence,

Frankrijk; wordt eind 1814 vermist; zijn laatste bericht kwam uit Leipzig.47

6. Baukje Elsinga, geb. Leeuwarden 31 okt. 1795, naaister aldaar (1822).

20 Albert Jennes Hamstra, ged. Leeuwarden 7 juli 1745, overl. ald. 17 febr. 1834 (Schoenmakersperk, wijk G nr. 75; hij overleed een uur na zijn zoon Coenraad); tr. 1. Leeuwarden 15 mei 1774 Aaltje Feytes, van Leeuwarden; uit dit huwelijk een zoon Hendrik Hamstra, geb. Leeuwarden 11 sept. 1775 (vermoedelijk jong overleden); tr. 2. Leeuwarden 11 jan. 1778

21 Grietje Pieters (van) Wijnbergen, ged. Leeuwarden 19 febr. 1749 (als: Margrietie), belijd. ald. 8 sept. 1769, overl. Leeuwarden 7 nov. 1823; zij tr. 1. (ondertr. Leeuwarden 16 juni 1770) Wyntje Pieters van Assen, lijndraaier te Leeuwarden; uit dit huwelijk een zoon Pieter van Assen, geb. Leeuwarden 23 juni 1771, overl. aldaar 26 juli 1806. Uit zijn huwelijk met Anna Catharina Gerrits liet hij een dochter Anke na, geb. Leeuwarden 10 april 1805.“Omtrent de af komst van deze Grietie Wijnbergen koesterden de Zelle’s

eveneens een zeer hoge dunk. In verschillende levensbeschrijvingen van Mata

Hari komt zij voor als een barones van Wijnbergen …”48

Albert Hamstra woonde aan het Schoenmakersperk en kocht met zijn vrouw

daar enkele huizen. In 1804 kocht Grietje een half huis aldaar, waarbij

wordt vermeld: “vermits krankzinnigheid van haar man in eijgen zaaken

ageerende”.49

Haar kleindochter Anke Pieters van Assen komt in de volkstelling van 1829 op

twee adressen voor: bij haar moeder en stiefvader (Oldehoofsterkerkhof 98) en

bij haar oom Coenraad Hamstra (10), op de Kelders H23; na diens overlijden

bij zijn dochters Grietje en Jenne (zelfde adres). Soms wordt haar beroep

opgegeven als dienstmeid. In 1851 kwam ze in huis bij een derde nicht, Feykje

Hamstra, getrouwd met Taeke Plantenga te Koudum. Ze verhuisde mee naar

Harlingen en overleed daar 29 jan. 1884.

47 Tresoar, database ‘Friese militairen onder Napoleon’.


49 Idem, 4.

4. Anna Louisa Zelle, geb. 8 febr. 1779, overl. Franeker 18 maart 1824 (wijk EO nr. 15), tr. Leeuwarden 8 nov. 1801 Fokke Heidkamp, geb. Harlingen 15 mei 1778, bakker te Leeuwarden, laatst commissaris der Harlinger trekschepen te Franeker, overl. ald. 13 nov. 1846 (wijk TW nr. 36), zoon van Hendrikus Heidkamp en Margaretha Boelkens; hij tr. 2. Franeker 13 april 1828 Lijsbeth Johannes Monsma, geb. Franeker 3 febr. 1783, overl. ald. 19 aug. 1837, dochter van Johannes Sierks Monsma, schoenmaker, en Jeltje Jans.

5. Anna Margaretha Zelle, geb. 23 maart 1781, overl. Rotterdam 24 dec. 1852, tr. Leeuwarden 2 juni 1811 Otto Lindeman, geb. Heusden omstr. juni 1774, overl. Rotterdam 3 april 1864, zoon van Jan Lindeman en Susanna Bosman.

6. Hermanus Wilhelmus Zelle, geb. 10 juni 1783, verlakker te Sneek, tr. 1. Leeuwarden 25 mei 1806 Akke Yges Kreeft, geb. Dokkum 22 jan. 1780, overl. Sneek 4 nov. 1821, dochter Yge Kreeft, verver en glazenmaker, en Grietje Beekmans; tr. 2. tr. Sneek 29 juni 1823 Haukjen Tjerks Postumus, geb. IJlst 26 febr. 1801, overl. Sneek 14 sept. 1868 (huis nr. 973), dochter van Tjerk Aukes, arbeider, en Akke Douwes.

7. Adam Zelle, geb. Leeuwarden 22 nov. 1785, zie 8. 8. Lodewijk Hubertus Zelle, geb. 9 mei 1789, kastmaker

te Leeuwarden, overl. ald. 30 juli 1833 (wijk F nr. 297), tr. Leeuwarden 6 maart 1808 Ymkje Smeding, geb. Leeuwarden 20 juli 1788, overl. ald. 26 febr. 1839 (wijk E nr. 154), dochter van Coenraad Smeding en Fokeltje Jans van der Kam.

9. Willem Zelle, geb. 29 maart 1792, kastmaker te Leeuwarden, overl. ald. 10 april 1859, tr. 1. Leeuwarden 14 juni 1818 Marijke/Maria Mulder, geb. Leeuwarden 1793, overl. ald. 15 maart 1845, dochter van Johannes Mulder en Janke Pieters; tr. 2. Leeuwarden 16 nov. 1845 Jeltje van der Veer, geb. ald. 1794, dienstbode, overl. Leeuwarden 11 juni 1859, dochter van Haye Ekes van der Veer en Antje Andries.

18 Cornelius Elzinga, ged. Leeuwarden 4 juni 1755, verver en glazenmaker, tevens stadsbode te Leeuwarden, overl. ald. 2 dec. 1822 (Grote Hoogstraat, H73), tr. Leeuwarden 19 mei 1776

19 Grietje van Slooten, ged. Leeuwarden 30 juli 1755, belijd. ald. 7 dec. 1792, overl. Leeuwarden 14 juni 1822.

Uit dit huwelijk: 1. Elske Elzinga, geb. Leeuwarden 28 sept. 1777, overl. ald.

30 mei 1818, tr. Leeuwarden 26 aug. 1798 Douwe Gerrit Kamminga, geb. ca. 1774, overl. Leeuwarden (ten huize van zijn


(1777); in Grouw in de Hervormde kerk (1782); in Bolsward in de voogdenkamer

van het Sint Anthony Gasthuis (1783); in Zweins aan het interieur van de

Hervormde kerk (1783); in Leeuwarden aan de Hoeksterpoort (1785); en in

Sloten aan de beelden op het orgel (1786).52

Hij tr. Leeuwarden 1 juni 1777 23 Feikjen van der Veen, ged. Leeuwarden 23 febr. 1752, begr. ald.

(Oldehoofsterkerkhof ) 18 nov. 1805, wonend in de Slotmakersstraat. Zij verkocht het huis aan de Grachtswal,53 en maakte boedelscheiding met haar

minderjarig dochtertje.

Uit dit huwelijk: 1. Naamloos kind, begr. Leeuwarden (Oldehoofsterkerkhof ) 6

okt. 1779. 2. Geertruid Berkebijl, geb. Leeuwarden 12 dec. 1780, begr. als

voren 8 sept. 1783. 3. Geertruida Berkebijl, geb. Leeuwarden 15 juli 1785, zie 11. 24 Yde Bouwes van der Meulen, geb. Gorredijk 2 juli 1730, bakker te

Leeuwarden, overl. ald. 19 maart 1809. Op 8 dec. 1753 werd hij burger te Leeuwarden, en werd 19 dito toegelaten als

lid van het bakkersgilde. Merk: IB. Een Y. van der Meulen was in 1771 en 1775

diaken van de Nederduitsche Geref. gemeente te Leeuwarden.54

Hij tr. 1. Leeuwarden 13 jan. 1754 Aaf ke Douwes Gorter, ged. Leeuwarden 22 okt. 1732, begr. ald. 30 juni 1760, dochter van Douwe Lammerts, gortmaker, en Lutske Eelses; tr. 2. Leeuwarden 25 sept. 1763 (beiden van Leeuwarden)

25 Jisseltje Sjoerds, geb. Weidum 6 sept. 1735, op belijdenis ged. Leeuwarden 11 dec. 1801, overl. ald. 14 aug. 1803, begr. ald. 18 dito.

Uit het eerste huwelijk: 1. Bouwe Ydes van der Meulen, ged. Leeuwarden 12 dec. 1756,

begr. ald. 12 aug. 1762. 2. Naamloos kind, begr. Leeuwarden 17 juni 1760.

Bij geen van de kinderen wordt bij de begrafenisaantekening de naam

vermeld; het kan dus ook andersom zijn.

Uit het tweede huwelijk (gedoopt te Leeuwarden): 3. Janke van der Meulen, ged. 21 dec. 1763, jong overleden. 4. Bouwe van der Meulen, ged. 10 april 1765, jong overleden.

52 S. ten Hoeve, ‘Hermannus Berkebijl, antieksnijder te Leeuwarden. Zijn werk in de

Hervormde kerk van Mantgum en in enkele andere gebouwen’, in: Publicatieband

Stichting Alde Fryske Tsjerken 1974 171-186. Met dank aan Willy van Assen te

Mantgum, die ons op het artikel attendeerde.

53 Leeuwarder Courant van 16 febr. 1788.

54 J.J. Kalma, Mensen in en om de Grote Kerk (Drachten 1987) 297.

Uit het tweede huwelijk: 1. Jenne Hamstra, geb. Leeuwarden 31 jan. 1779, koopvrouw op

de Nieuwestad aldaar (1834), overl. Leeuwarden 23 aug. 1842 (op de Grachtswal, wijk L nr. 32), tr. Leeuwarden 18 maart 1807 (echtsch. ingeschr. ald. 12 maart 1822, op grond van vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg te Leeuwarden d.d. 12 febr. 1822) Harm Hendriks Uitvlugt, geb. Westerbroek ca. 1774, lidmaat te Leeuwarden 10 juni 1808 met att. van Groningen, koopman aldaar (1822), laatst rentenier te Leens, overl. aldaar 15 maart 1843, zoon van Hendrik Cornelis en Aaltje Jans, landbouwers te Westerbroek; hij tr. 2. Leens 14 juni 1832 Trijntje Ates, geb. Den Andel ca. 1778, overl. Leens 6 jan. 1847, weduwe van Wibbe Jansen.

Boedelscheiding, 7 maart 1822 tussen Harmen Hendriks Uitvlucht,

koopman, en Jenne Hamstra, beiden wonende te Leeuwarden.50

2. Naamloos kind, begr. Leeuwarden (Jacobijnerkerkhof ) 11 aug. 1782.

3. Naamloos kind, begr. als voren 2 nov. 1783. 4. Coenraad Hamstra, geb. Leeuwarden 10 april 1785, zie 10. 5. Zacharias Hamstra, geb. Leeuwarden 25 dec. 1789, begr. ald

(Jacobijnerkerkhof ) 25 april 1790. 22 Hermannus Berkebijl, ged. Leeuwarden 9 juni 1756,51 mr.

beeldhouwer (antieksnijder) aldaar, burger van Leeuwarden 30 mei 1766 (toen zijn vader het burgerschap verwierf ), begr. ald. (Oldehoofsterkerkhof ) 6 juni 1787.

Hermannus groeide op in de Ipe Brouwersteeg en aan de Wortelhaven. Kort

na zijn huwelijk vestigde hij zich op de Brol. Zijn zwager Reinder van der

Veen was mr. kastmaker op de Vleeschmarkt. Het is niet onwaarschijnlijk dat

Hermannus van hem het houtsnijdersvak leerde, hun families waren immers

al sinds 1770 aan elkaar gerelateerd (zie 44/45). Hij werd corporaal van het

gezelschap ‘De Vriendschap’ uit het Keimpema-espel. Zijn naam komt voor

op de hamer met zilverbeslag van het gezelschap, die zich bevindt in het Fries

Museum. De familie Berkebijl verhuisde in 1782 naar de Zuidergrachtswal,

waar een huis werd gekocht van freule Alexandrina Eleonora van Plettenburg.

Het voornaamste werk van Hermanus Berkebijl vinden we in de Hervormde

kerk van Mantgum. Binnen in de kuip van de preekstoel zijn enkele

inscripties aangebracht. Daarin komt de tekst voor: H. BERKEBYL INVt

1781 BEELDHOUER. Van hem is verder bekend dat hij heeft gewerkt aan een

erepoort voor stadhouder Willem V en zijn gemalin, die de stad bezochten


51 Zie de toelichting bij nrs. 44/45 .


de Regtbank ter eerster instantie, zitting houdende te Leeuwarden, op

den negenden Augustus van het jaar 1814, een gewijsde verkregen heeft,

waardoor zij gemachtigd is, om de echtscheiding te doen af kondigen.

enz. enz. (getekend) S: Salverda. W: Bolman. Y Sijnja.

Memorie van successie (1842): nalatenschap van Hendrikje van der

Meulen, weduwe van Michiel Pieter Randolff, laatst vrouw van Hendrik

de Graaff; moeder van Martinus Hendrik de Graaff, postambtenaar. Er

behoorde geen onroerend goed tot de nalatenschap.56

26 Paulus Haitsma, ged. Franeker 5 april 1740, vroedsman (1772) en burgemeester te Franeker, overl. ald. 8 juni 1814 (wijk TN nr. 46).

In 1799 wordt hij samen met Gajus Hajonides en Jan Hendrik Heymans

eigenaar van de molen aan het Vliet te Leeuwarden (eerder eigendom van zijn

schoonvader).57

Hij tr. Leeuwarden 29 mei 1768 27 Janneke Pieters van der Meulen, ged. Leeuwarden 13 juli 1746, overl.

Franeker 20 jan. 1808. Uit dit huwelijk: 1. Anna Maria Haitsma, ged. Franeker 17 okt. 1770, overl.

Leeuwarden 25 dec. 1845, tr. Franeker 27 okt. 1793 Thijs Feddes Risselada, ged. Franeker 1 mei 1765, graanhandelaar, burgemeester en landeigenaar, overl. Franeker 13 nov. 1836 (wijk UB nr. 8), zoon van Fedde Heeres en Dieuwke Romkes.

In 1797 koopt Thijs Risselaarda, huisman te Lutjelollum, 36½ pondemaat

aan losse landen, gelegen te Baijum in tien stukken, van de kerkvoogdij

aldaar voor 2050 goudg.58

2. Froukje Haitsma, geb. Franeker 28 nov. 1772, ged. ald. 16 dec. 1772, overl. Mantgum 4 juli 1821 (huis nr. 41), tr. Franeker 19 april 1795 Jacobus Penninga, geb. Garijp 27 nov. 1770, predikant te Lollum 1794-1797, Wommels en Hidaard 1797-1803 en laatst te Mantgum vanaf 1803, overl. ald. 7 juni 1826, zoon van Everhardus Henricus Penninga, predikant, en Grietje Jillerts Hikkard.

3. Lutske Haitsma, geb. Franeker 16 april 1774, jong overleden. 4. Lutske Haitsma, geb. Franeker 22 sept. 1775, overl. Kollum 6

maart 1826, tr. Franeker 27 nov. 1803 (hij van Kollum, zij van Franeker) Hyle Swart, geb. Oostermeer 20 dec. 1776, medicinae doctor te Kollum, overl. ald. 24 sept. 1852, zoon van Willem Hyles Posthumus Swart, chirurgijn en heelmeester, en Yke Nicolaas Reeling.

56 Memories van successie, kantoor Leeuwarden 11060/435.

57 Artikel van S.J. van der Molen in Leeuwarder Courant 16 mei 1953.

58 Y. Brouwers, ‘Drie eeuwen Risselada’, in: Geneal. Jierb. 2003 151.

5. Trijntje van der Meulen, ged. Leeuwarden 16 april 1766, overl. ald. 25 mei 1840, tr. Leeuwarden 28 april 1793 Pieter Hajonides van der Meulen, ged. Leeuwarden 19 dec. 1766, koopman te Leeuwarden, overl. ald. 6 aug. 1828 (wijk I nr. 6), zoon van Gajus Hajonides, mr. bakker, en Hylkje Pieters van der Meulen.

Pieter was olieslager, eek- en cementfabrikant. Hij was de eerste

Hajonides van der Meulen.

6. Bouwe van der Meulen, ged. Leeuwarden 30 maart 1768, zie 12. 7. Aaltie van der Meulen, ged. Leeuwarden 5 juli 1769, jong

overleden. 8. Aaltie van der Meulen, geb. Leeuwarden 28 mei 1773, jong

overleden. 9. Aaltje van der Meulen, geb. Leeuwarden 31 juli 1774, overl. ald.

17 okt. 1848, tr. Leeuwarden 2 maart 1794 Frederik de Haan, ged. Leeuwarden 18 mei 1770, koopman te Leeuwarden, overl. ald. 27 dec. 1845, zoon van Fonger Freerks de Haan, koopman, en Rinske Wytses Reitsma.

1 april 1822: Fredrik Fongers de Haan en Aaltje Ydes van der Meulen te

Leeuwarden verkopen een huizinge en houtstek te Leeuwarden, koopsom

f l. 7000; kopers zijn Egbert Bontjema en Ytje Cuperus te Leeuwarden.55

10. Jacoba van der Meulen, geb. Leeuwarden 7 dec. 1775, jong overleden.

11. Hendrikje van der Meulen, geb. Leeuwarden 13 maart 1779, koopvrouw te Leeuwarden, overl. ald. 4 okt. 1842, tr. 1. Leeuwarden 8 juni 1802 (beiden van Leeuwarden) Michiel Pieter Randolf, geb. Leeuwarden 16 nov. 1778, overl. ald. 12 juli 1804, zoon van Jan Randolff en Antie Dirks (ondertr. Lemmer 1776); tr. 2. Leeuwarden 30 maart 1813 (gescheiden ald. 13 febr. 1815) Hendrik de Graaff, geb. Amsterdam ca. 1786, makelaar te Amsterdam (1813), zoon van Marten de Graaff (overl. Amsterdam 16 juni 1802) en Cornelia van Overvest (overl. ald. 11 okt. 1812).

Huwelijksregister 1815, akte nr. 17, echtscheiding. In het jaar 1815, den

dertienden dag der maand february des avonds ten zes uren, is voor

ons Burgemeester Officier van den Burgerlijken Staat der Gemeente

van Leeuwarden Provincie Vriesland, gecompareerd Henderika van der

Meulen, oud 34 jaren wonende te Leeuwarden, welke ons heeft verklaard,

dat zij, willende overgaan tot dissolutie van het huwelijk hetwelk

tusschen haar en Hendrik de Graaf, oud 28 jaren, van beroep koopman,

woonachtig te Leeuwarden op den dertigsten der maand Maart van het

jaar 1813, te Leeuwarden Provincie Vriesland heeft plaats gehad, voor



ald. 16 nov. 1857, dochter van Yme Tjalkes Hellema en Hiltje Goris de Vries.

30 Paulus Hyacinthus Romar, ged. Franeker 28 maart 1745, apotheker te Franeker, begr. ald. 4 aug. 1796, tr. Franeker 4 nov. 1770

31 Sjoukje Ottes Salverda, ged. Franeker 8 april 1750, overl. ald. 23 maart 1823.

Uit dit huwelijk: 1. Petrus Romar, ged. Franeker 12 jan. 1772, wsch. jong overleden. 2. Trijntje Romar, geb. Franeker 8 juni 1774, overl. ald. 16 juni

1822 (wijk EO nr. 18), tr. Franeker 6 juli 1800 Samuel Douwes Wytema, geb. Franeker 8 sept. 1772, lakenkoopman te Franeker, overl. ald. 13 jan. 1825 (wijk EW nr. 6), zoon van Douwe Wytema en Jetske Draisma.

3. Otto Johannes Romar, geb. Franeker 21 april 1778, militair intendant der eerste klasse, gepensioneerd in de rang van kolonel, ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw, overl. Leeuwarden 27 okt. 1834 (wijk D nr. 131).

Een miniatuur portret is aanwezig in de Franeker Oudheidkamer,

evenals zijn militaire jas en muts. Hij liet ongeveer f l. 125.000 na aan zijn

familieleden.60

4. Johanna Sophia Romar, geb. Franeker 29 okt. 1780, wsch. jong overleden.

5. Sjoukje Romar, geb. Franeker 29 febr. 1784, zie 15. 6. Anna Clara Romar, geb. Franeker 15 dec. 1787, overl.

Leeuwarden 17 sept. 1837 (wijk G nr. 145), tr. Franeker 18 nov. 1814 mr. Idzert Eekma, geb. Heerenveen 4 sept. 1785, laatst procureur-generaal, overl. Leeuwarden 12 maart 1852, zoon van dr. Petrus Eekma, advocaat, en Petronella Lijnslager; hij tr. 2. Leeuwarden 4 sept. 1840 Petronella Meinsma, geb. Steenwijk ca. 1792, overl. Leeuwarden 10 sept. 1842, dochter van Philippus Meinsma en Meina Catharina Robbé.

Mr. Idzert Eekma werd geïmmatriculeerd als advocaat 11 juli 1808. Hij

maakte carrière in de staande magistratuur aan de Rechtbank van eerste

aanleg te Leeuwarden: substituut-officier van justitie 1811-1818, officier

van justitie 1818-1838. Daarna was hij procureur-generaal in het ressort

Leeuwarden, van 1838 tot zijn overlijden.61

60 Memorie van successie 11042/389.

61 R.S. Wegener Sleeswijk en L. Oldersma, Rechterlijk Friesland 1811-1999 (Hilversum/

Leeuwarden 1999) 90.

5. Johannes Haitsma, geb. Franeker 3 mei 1777, jong overleden. 6. Antje Haitsma, geb. Franeker 11 nov. 1778, zie 13. 7. Johannes Paulus Haitsma, geb. Franeker 26 juli 1788, kastelein

te Veenwouden (1824), koopman te Franeker, doodgraver (1833) en stadsroeper (1837) te Franeker, overl. ald. 13 jan. 1848 (wijk TW nr. 19a), tr. Franeker 28 april 1811 Jeltje Fokkes Douma, geb. Suawoude 12 febr. 1789, overl. Franeker 18 jan. 1848 (wijk TW nr. 19a), dochter van Fokke Rinzes Douma, boer, en Baukjen Eelkes (postuum: van der Woude).59

28 Sipke Jans Faber, ged. Leeuwarden 14 okt. 1753, molenaar, mr. bakker en koopman, overl. Franeker 3 juli 1819 (wijk TN nr. 98); tr. 2. Franeker 7 mei 1813 Tietje Jans Oosterbaan, geb. Franeker ca. 1757, overl. ald. 19 juni 1817, dochter van Jan Johannes Oosterbaan, mr. lijnslager, en Antje Thomas, weduwe van Jarig Pieters Wassenaar; tr. 3. Franeker 28 sept. 1817 Tetje Klases Dijkstra, geb. Midlum 3 okt. 1784, overl. Franeker 24 mei 1869, dochter van Claas Symens en Epkjen Johannes; zij tr. 2. Franeker 13 jan. 1826 Jacobus Oosterloo, geb. Steenwijk ca. 1771, goudsmid te Ysbrechtum en Franeker, overl. ald. 1 aug. 1836, zoon van Roelof Pieters Oosterloo en Rinske Sybrands; tr. 1. Franeker 19 juli 1778

29 Martha Yemes Ymessen, ged. Franeker 6 sept. 1758, overl. ald. 30 juli 1812 (huis nr. 98).

Uit dit huwelijk: 1. Yme Sipkes, geb. Franeker 8 april 1779, jong overleden. 2. Jan Sipkes Faber, geb. Franeker 12 mei 1780, grutter en

koopman te Franeker, overl. ald. 8 jan. 1846 (wijk EO nr. 7), tr. Franeker 2 okt. 1812 Jeltje Hanses Kiené, geb. Franeker 22 maart 1788, overl. ald. 22 sept. 1859 (wijk TW nr. 75), dochter van Hans Jurriens Kiené en Grietje Teekes.

3. Yme Sipkes Faber, geb. Franeker 15 juni 1783, zie 14. 4. Cornelia Sipkes Faber, geb. Franeker 4 febr. 1787, overl. aldaar 16

mei 1846, tr. Franeker 29 sept. 1806 Evert Nicolaas Scheltema, geb. Franeker 9 maart 1782, wijnhandelaar te Franeker, overl. ald. 18 jan. 1867, zoon van Nicolaas (Evertsz) Scheltema, koopman te Franeker, hoofdgaarder der beschreven middelen aldaar (1806), waagmeester te Dokkum (1833), en Rinske Hessels Risselada.

5. Johannes Sipkes Faber, geb. Franeker 17 dec. 1793, winkelier te Franeker, overl. ald. 2 mei 1864 (wijk EN nr. 70), tr. Franeker 8 juni 1817 Atje Ymes Hellema, geb. Franeker 25 april 1796, overl.

59 G. van der Meer-Douma, Douma’s van Burgum (1990) 567 e.a.


3. Rutger van Slooten, ged. Leeuwarden 5 aug. 1757, commies der in- en uitgaande rechten en accijnzen te Leeuwarden, Stavoren en St. Jacobiparochie, overl. Leeuwarden 8 aug. 1820, tr. ald. 23 maart 1783 Anna Gerrits Gorter, geb. Leeuwarden 22 aug. 1765, overl. Stavoren 8 mei 1819, dochter van Gerrit Oenes Gorter en Sytske Rinzes Coopmans.

Overlijdensakte: Anna Gerrits Gorter, geboren te Leeuwarden den twee

en twintigste Augustus 1700 en vijf en zestig, nalatende zes kinderen

met namen Elske, Jane, Sietske, Rinze, Sikke en Tettje, de ouders namen

zijn Gerrit Oenes Gorter en Sietske Rinses Koopmans. Gecompareerd is

de Heer Rutger van Slooten commis bij de conv: en licenten als man en

Hessel Tymons de Jong Mr. Bakker als goede bekende, beiden te Stavoren

woonachtig.

4. Sikke van Slooten, ged. Leeuwarden 25 april 1760, belijd. ald. 7 sept. 1792.

5. Pier van Slooten, ged. Leeuwarden 20 mei 1763, belijd. ald. 7 sept. 1792; vertrokken 10 juni 1805 met attestatie naar Hoorn.

6. Tettie van Slooten, ged. Leeuwarden 7 maart 1766, belijd. aldaar 7 sept. 1792.

7. Baukje van Slooten, ged. Leeuwarden 27 mei 1768, overl. ald. 17 nov. 1843, tr. Leeuwarden 15 nov. 1820 Gerrit Sjoerds van der Wielen, geb. Tietjerk 11 jan. 1767, timmerman en architect te Leeuwarden, overl. ald. 5 mei 1858, zoon van Sjoerd Gerrits van der Wielen, schoolmeester, koster en boer, en Pietje Hanses; hij tr. 1. Leeuwarden 30 mei 1790 Debora Broersma, ged. Leeuwarden 6 juli 1763, overl. ald. 16 sept. 1819, dochter van Johannes Hendriks Broersma en Janneke Jans van Slooten.

Gerrit van der Wielen was stadsarchitect van Leeuwarden 1813-1843.

Ontwierp in een ingehouden deftige empirestijl o.a. de herenhuizen

Nieuwestad 119 en Weerd 18. Had de regie over de ontmanteling van

vestingwallen en het plaveien van straten. Ontwerper van de synagoge

(1805), het politiebureau (1806), Zalen Van der Wielen (later Zalen Schaaf,

1810) de kazerne (1825, na de brand van 1860 volgens het oude plan weer

opgebouwd), infirmerie Wissesdwinger (1835) en vele stadsscholen.63

8. Jaene van Slooten, ged. Leeuwarden 24 mei 1771. 40 Jeen Thijssen Hamstra, ged. Drogeham 14 juli 1709, distillateur

(stoker) te Bergum op de Nieuwstad (1736),64 stokersgezel te Leeuwarden (1742), stoker aldaar (1744), overl. Leeuwarden mei 1790, tr. 1. Rottevalle 24 april 1735 (hij van Rottevalle, zij van Bergum)

63 Nieuwe Encyclopedie van Fryslân (2016) 2987.

64 TIE 103 47, 48, 51.

VI

34 Gerrit Servaas, ged. Bourtange 18 okt. 1722, tr. ald. 30 aug. 174435 Swaentje Huberts, van Vlagtwedde, ged. ald. 19 aug. 1714. Uit dit huwelijk (gedoopt te Bourtange): 1. Anna Margrieta Servaas, ged. 16 mei 1745. 2. Huberdina Servaas, ged. 15 april 1748, zie 17. 3. Servaas Servaas, ged. 4 april 1751. 4. Anne Margriete Servaas, ged. 2 maart 1753. 5. Metje Servaas, ged. 2 nov. 1755. 36 Hendrik Elsinga, geboren te Erm (Dr.), burger van Leeuwarden 30

dec. 1748, koopman aldaar in de Grote Hoogstraat,62 later opzichter bij de molen te Leeuwarden, Akkerwoude (1785), Anjum (1789) en Blija (1793), overl. [aldaar] 1794, tr. Leeuwarden 14 mei 1747 (als Hendrik Lucas, gortmakersgezel te Leeuwarden)

37 Minke Baukes, van Leeuwarden; zij vertrok 3 juni 1796 als weduwe met att. van Blija naar Leeuwarden.

Uit dit huwelijk: 1. Lucas Hendriks Elsinga, ged. Leeuwarden 15 maart 1748, mr.

chirurgijn te Beetsterzwaag (1769), Leeuwarden (1772, 1780) en Blija (1785), tr. 1. Beetsterzwaag 14 mei 1769 Mientje Tjebbes Sinnema, geb. Miedum, ged. Lekkum 2 april 1747, dochter van Tjebbe Eelses, landbouwer, en Pietje Jans. Hij had een buitenechtelijke relatie met Tjitske Ages, waaruit een dochter Lutske, geb. Leeuwarden 19 juli 1779; tr. 2. Leeuwarden 26 dec. 1779 Ymkje Johannes, beiden van Leeuwarden (zij als Aukjen Johannes).

2. Bauke Hendriks Elsinga, ged. Leeuwarden 9 juli 1751. 3. Cornelius Elzinga, ged. Leeuwarden 4 juni 1755, zie 18. 38 Jane van Slooten, ged. Harlingen 11 mei 1732, aangesteld als

stadsbode van Leeuwarden 29 sept. 1752, burger aldaar 3 maart 1766; met vrouw en enige kinderen aldaar aangenomen als lidmaat 7 sept. 1792, overl. Leeuwarden 28 okt. 1812 (wijk J nr. 322), tr. stadhuis Harlingen 1 juli 1752 (beiden van Harlingen)

39 Elske Rutgers Ackringa, ged. Harlingen 6 april 1728, overl. Leeuwarden 8 febr. 1806, wonende in de Bagijnestraat, begr. Huizum 14 dito.

Uit dit huwelijk: 1. Jan van Slooten, ged. Leeuwarden 23 maart 1753. 2. Grietje van Slooten, ged. Leeuwarden 30 juli 1755, zie 19.



Een Johan Berkebijl werd 11 sept. 1748 aangenomen als lidmaat te Leeuwarden

met attestatie van ‘s-Hertogenbosch en wederom 7 aug. 1750 met att. van

Groningen; denkelijk is dat een ander. Johannes Borkenbijl en Jenneke

Borkenbijl werden als lidmaten te Leeuwarden aangenomen 4 sept. 1749 met

att. van Eijsenroth, dat is vermoedelijk Eisemroth in Nassau-Diez, thans

Gemeinde Siegbach.

Hij tr. 1. Leeuwarden 9 nov. 1749 (beiden van Leeuwarden) 45 Geertruid Lessing, begr. Leeuwarden (Oldehoofsterkerkhof ) 2

maart 1770 (als Truike Berkenbijl). 9 april 1745, aangenomen als lidmaat van de Evangelisch Lutherse Gemeente

te Leeuwarden: Gertruid Lessing uit Namen, na informatie. Mogelijk was zij

een dochter van Harmen Lessing, van de Wortelhaven, begr. 24 april 1769 bij

de Oldehoofsterkerk.

Uit het eerste huwelijk: 1. Johannes Barkebijl, ged. Leeuwarden (geref.) 11 dec. 1750. 2. Hermanus Berkebijl, ged. Leeuwarden (geref.) 10 maart 1752,

begr. ald. (Oldehoofsterkerkhof ) 9 april 1752 (“een kind van Johannes Berkebees”).

3. Anna Chatharina Borkenbeil, ged. Leeuwarden (Ev. Luth.) 6 april 1755, mogelijk begr. ald. (Oldehoofsterkerkhof ) 13 febr. 1775 (als Antie Berkenbijl).

4. Harmannus Borkebeyl/Berkebeijl, ged. Leeuwarden (Ev. Luth.) 9 juni 1756, zie 22.In het doopboek wordt hij vermeld als zoon van Johannis Lessing en

Geertruyd Lessing; getuigen: Hermannus Borkebeyl en Anna Geertr.

Borkebeyl. Wij vermoeden dat hier een vergissing met de namen is gemaakt.

Uit het tweede huwelijk: 5. Naamloos kind, begr. Leeuwarden (Oldehoofsterkerkhof ) 14

juli 1771. 6. Johannes Berkenbijl, geb. Leeuwarden 6 juni 1773, tr. ald. 20

mei 1798 (als Pieter Berkebijl, van Leeuwarden) Sybrigje Dirks Kuipers, van Leeuwarden, geb. Birdaard 5 dec. 1773, overl. Hogebeintum 15 maart 1836, dochter van Pieter Dirks, mr. timmerman, en Lieuwkje Lieuwes.

7. Feike Berkebijl, geb. Leeuwarden 27 sept. 1777, tr. aldaar 10 maart 1796 Atje Kyna/Kiene (beiden van Leeuwarden).

8. Antje/Anna Berkenbijl, geb. Leeuwarden 12 juni 1782, belijd. ald. 9 dec. 1803, overl. Leeuwarden 7 maart 1823, tr. ald. 30 april 1815 Teunis Jansen, geb. Wageningen 1787/88, tabakskerver te Leeuwarden.

46 Feike Reinders, begr. Leeuwarden (Oldehoofsterkerkhof ) 15 okt. 1751, tr. Leeuwarden 1 maart 1733 (beiden van Leeuwarden)

Aukjen Jacobs, ged. Bergum 12 april 1711, dochter van Jacob(us) Clases, gortmaker; tr. 2. Leeuwarden 27 dec. 1742 (beiden van Leeuwarden)

41 Tettje Alberts Bennema, ged. Buitenpost 3 sept. 1719, begr. Leeuwarden (Oldehoofsterkerkhof ) 14 okt. 1804.

Uit dit huwelijk: 1. Jetske Hamstra, ged. Leeuwarden 18 sept. 1743. 2. Albert Hamstra, ged. Leeuwarden 7 juli 1745, zie 20. 3. Hendrik (Jennes) Hamstra, ged. Leeuwarden 29 okt. 1749, tr.

Clara Stoffels Smits. 4. Anne Matthijs Hamstra, ged. Leeuwarden 3 mei 1752. 5. Jan Hamstra, geb. ca. 1757 (volgens eigen opgave ca. 1769

te Franeker), wolkammer te Leeuwarden (1829), overl. als kolonist te Ommerschans 9 jan. 1833,65 tr. 1. Leeuwarden 27 dec. 1778 Grietje Bloemendal (beiden van Leeuwarden); tr. 2. Leeuwarden 5 maart 1820 Trijntje Ox, geb. Leeuwarden 21 mei 1789, overleden ald. 13 maart 1858, dochter van Johan Philip Ox en Jeltje Johannes de Vries.

5. Thijs Hamstra, ged. Leeuwarden 24 aug. 1759. 42 Pieter Coenraads Wijnbergen, tamboer onder de Friese gardes, tr.

Leeuwarden 28 aug. 1735 43 Anke Hendriks, van Leeuwarden. Adam Zelle schreef in 1907 in het bezit te zijn van een geslachtsregister Van

Wijnbergen, beginnende in 948, “doch er ontbreken namen aan” tussen ca.

1300 en 1740. Volgens hem was baron Pieter van Wijnbergen “in dien tijd aan

het Hof van Marijke moei …”. Hij en zijn vrouw konden echter niet lezen en

schrijven.66

Uit dit huwelijk: 1. Coenraad Pieters Wijnbergen, ged. Leeuwarden 8 april 1736. 2. Mayke Pieters Wijnbergen, ged. Leeuwarden 1 juli 1739. 3. Ferdinandus Pieters Wijnbergen, ged. Leeuwarden 4 dec. 1743. 4. Grietje Pieters (van) Wijnbergen, ged. Leeuwarden 19 febr.

1749, zie 21. 5. Hendrik Pieters Wijnbergen, ged. Leeuwarden 9 nov. 1755.44 Johannes Barkebijl/Berkebijl, mr. kleermaker te Leeuwarden,

burger ald. 30 mei 1766, begr. Leeuwarden (Oldehoofsterkerkhof ) 21 dec. 1798, tr. 2. Leeuwarden 2 sept. 1770 Antje van der Feen/Veen, ged. Leeuwarden 17 maart 1737, begr. ald. (Oldehoofsterkerkhof ) 20 aug. 1794, dochter van Feike Reinders en Froukje Sjoerds (46/47).

65 In de overlijdensakte staat ten onrechte dat hij ongehuwd was.



47 Froukje Sjoerds. Het quotisatiekohier (1749) van Leeuwarden vermeldt op Oldegalileën: Feike

Reinders, bestaat van koekhouwen. Koekhouwen of koekhakken was destijds een

populair kermisvermaak. Zijn gezin bestond toen uit vier personen boven en vijf

beneden 12 jaar. Feike werd aangeslagen voor het minimumbedrag, £ 11-13.

Uit dit huwelijk (allen gedoopt te Leeuwarden): 1. Reinder Feikes van der Veen, ged. 23 aug. 1733, kastmaker te

Leeuwarden (vgl. 22), tr. Tietje van Campen. 2. Andries Feikes, ged. 8 mei 1735. 3. Antje van der Veen, ged. 17 maart 1737, tr. Johannes Berkebijl,

zie 44. 4. Aaltje Feikes, ged. 23 aug. 1739. 5. Ynse Feikes, ged. 12 sept. 1742. 6. Tjerk Feikes, ged. 14 april 1745. 7. Teuntie Feikes, ged. 15 mei 1748. 8. Feikjen van der Veen, ged. 23 febr. 1752, postuum, zie 23. 48 Bouwe Ydes, ged. Gorredijk 7 juli 1695, bakker te Beetsterzwaag,

vanaf 1728 molenaar te Gorredijk, begr. ald. 26 maart 1776, tr. 49 Janke Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 17 juni 1694, begr.

Gorredijk 7 okt. 1761. Janke heeft in een Statenbijbel de geboortedata van haar kinderen aangetekend,

hetgeen blijkt uit de vermelding in het doopboek van Gorredijk. Ze zijn gebruikt

om verloren geraakte gegevens aan te vullen; bij de ongeregeldheden van 1748

was het doopboek per ongeluk verbrand omdat het tussen de “collectboeken” lag.

Uit dit huwelijk: 1. Hendrik Bouwes van der Meulen, geb. 1724, molenaar te

Gorredijk 1780-1799, begr. ald. 20 jan. 1806, tr. 1. Gorredijk 13 juni 1756 Tjitske Engelsma, geb. Gorredijk 3 juli 1725, overl. aldaar 17 aug. 1780, dochter van Jacobus Engelsma, predikant, en Akke Jelgers Fink.Tjitske liet haar man en haar zuster Froukje na als erfgenamen. Het

echtpaar bezat vaste goederen te Bergum en Oldeboorn. De waarde van

haar nalatenschap werd getaxeerd op £ 9474-15-6.67

Van Froukjen Engelsma wed dom Mebius ontfangen het legaat dat door haar

w zuster Tjietske Engelsma bij testament aan de armen is toegemaakt.68

Hij tr. 2. Gorredijk 6 april 1788 (beiden van Gorredijk) Geertje Jans, geb. Gorredijk 24 nov. 1754, begr. ald. 6 okt. 1789, dochter van Jan Pytters, schoolmeester, en Hendrikjen Andries; tr. 3. Gorredijk 18 dec. 1791 Martjen Harmannus, van Gorredijk.

67 Archief Staten 1580-1795 (toeg. 5) inv.nrs. 6495 en 6528 sub Opsterland.

68 Aantekening diaconierekeningboek van Gorredijk 21 dec. 1780.

2. Trijntje Bouwes, ged. Wijnjeterp/Duurswoude 12 okt. 1727. 3. Yde Bouwes van der Meulen, geb. Gorredijk 2 juli 1730, zie 24. 4. Gjolt Bouwes, geb. Gorredijk 21 aug. 1732, jong overleden. 5. Gjolt Bouwes, geb. Gorredijk 17 dec. 1733, begr. ald. 6 juni 1735. 6. Sijger Bouwes, geb. Gorredijk 2 dec. 1735, begr. ald. 12 dec. 1735. 7. Sijger Bouwes, geb. 19 mei 1737, begr. Gorredijk 29 juli 1737. 8. Gjolt Bouwes, geb. Gorredijk 18 okt. 1738, begr. ald. 14 mei 1739. 50 Sjoerd Jacobs, geb. Boksum ca. 1696, boer te Boksum (1725, 1733) en

Weidum (1738), overl. na 1755, tr. 51 Aaltje Clases. Sjoerd Jacobs is 1725 gebruiker van Boksum stem nr. 6 (58 pondemaat), 1738 van

Weidum stem nr. 10. Hij staat 1733 op het personeel kohier van Boksum met £

750. Waar hij later woonde is niet bekend. Hij gaf in 1755 toestemming voor het

huwelijk van zijn zoon Jacob. In de quotisatie wordt te Bozum een boer Sjoerd

Jacobs vermeld, maar dat is iemand anders.69 De familie was doopsgezind; de

kinderen zijn bekend omdat zij in 1768 erfgenamen waren van hun tante Aukje

Jacobs.

Uit dit huwelijk: 1. Jacob Sjoerds, tr. Boksum 27 april 1755 (beiden van Boksum)

Minke Andries, ged. Stiens 15 juni 1732, begr. Leeuwarden 29 maart 1810 (weduwe, 78 jaar), dochter van Andries Gerbens en Doetje Pytters.

2. Marten Sjoerds. 3. Klaas Sjoerds. 4. Jisseltje Sjoerds, geb. Weidum 6 sept. 1735, zie 25. 5. Aaf ke Sjoerds. 6. Jitske Sjoerds, geb. Weidum ca. 1740, overl. Leeuwarden 6 okt.

1819, in het gasthuis op de Grachtswal. Overleden in het Marcellis Goverts Gasthuis, ongehuwd; zuster van wijlen

Jisselina (moeder van de geïnterdiceerde Bouwe; Aaltje, vrouw van Frederik

de Haan, koopman; Trijntje, vrouw van Pieter Hajonides van der Meulen,

idem en Hendrika van der Meulen, weduwe van Michiel Pieter Randolff,

koopvrouw; testamentair erfgenamen elk 1/6) en wijlen Jacob Sjoerds (vader

van Pieter, koemelker Camstraburen, Marten, koopman te Franeker: elk

testamentair 1/6 en de afwezige Andries Jacobs de Vries, drankboer op

Oldegalileën: wordt testamentair voorbijgegaan); legaten voor nanichtjes

Anna Michiels Randolff (f l. 166,46) en Rinske Frederiks de Haan (f l. 55,25).

Saldo f l. 5.271,06. Er behoorde onroerend goed tot de nalatenschap.70

69 Met dank aan prof.dr. Ph.H. Breuker te Bozum; de gegevens van de naamgenoten

zijn niet compatibel.

70 Memorie van successie 11005/395.


in de pastorie te Wier; vertrok met att. naar Franeker 21 sept. 1751, tr. Pietersbierum 22 okt. 1758 Gualtherus Greydanus, geb. Pietersbierum 15 juli 1730, burger van Franeker 13 nov. 1749, koopman aldaar, zoon van Ausonius Greidanus, predikant, en Janke Sipkes.

5. Catharina Haitsma, ged. Franeker 3 juli 1732 (als: Trijntje), tr. (att. van Franeker 25 jan. 1766) Johannes Drage, geb. Borgfelt bij Bremen 1725, woonde 1753-1760 als kandidaat te Bergum, predikant te Pietersbierum 1760-1767, te Marrum-Westernijkerk 1767 tot zijn overlijden, Marrum 20 dec. 1796; hij tr. 2. Marrum 10 juni 1770 Wilhelmina Kutsch, van Hemelum.

6. Attia Haitsma, ged. Franeker 25 okt. 1736 (als: Attje), overl. Harlingen 1770, tr. Franeker 31 maart 1765 (beiden van Franeker) Meile Toussaint, ged. Harlingen 21 okt. 1742, geïmmatriculeerd als advocaat 23 sept. 1766, dan wonende te Harlingen, zoon van Johan Daniël Toussaint, organist van de Academie te Franeker (1725), dansmeester aldaar (1740), daarna organist en koopman te Harlingen, burgemeester (laatstelijk 1784), en Geertje Ollema; hij tr. 2. Harlingen 8 maart 1773 Hyke/Hylkje Ballings, van Dokkum.

7. Titia Haitsma, ged. Franeker 27 nov. 1738 (als: Tyttje), overl. Wier 14 mei 1797,74 tr. Wier 2 april 1769 Hobbo (ook: Hobbo Schotanus à Sterringa) Lemke, geb. Oldeholtpade 21 jan. 1731, predikant te Wier van 1758 tot zijn overlijden, Wier 8 okt. 1806, zoon van Hanso Henricus Lemke, predikant, en Alathia Schotanus à Sterringa.

8. Paulus Johannes Haitsma, ged. Franeker 5 april 1740, zie 26. 54 Pieter Luitjens van der Meulen, ged. Donkerbroek 17 nov. 1719,

molenaar te Leeuwarden, overl. 1785/1800. Quotisatie Leeuwarden Zuidvliet, Pytter van der Meulen, eekmolenaar, 2+3, 44-

15-7. Pieter werd burger te Leeuwarden op 21 januari 1752. In 1767 is een Pieter

van der Meulen diaken van de Nederduitsche Geref. gemeente te Leeuwarden.

“Met zijn broeder kreeg hij daar (in Leeuwarden) een groot bedrijf als olieslager.

Verder had hij een tros- en runmolen, welke ook tot plaatslijperij kon worden

ingericht. Hij was een talentvol werktuigkundige voor die tijd en ondernemend

ook. Zo bouwde hij ruime pakhuizen en tevens een rij knechtenwoningen, een

zeepziederij, een leerlooierij met tachtig kuipen, waarop hij eerlang veertig

knechten werkzaam had. (Tot deze onderneming was hij zo men verhaalt in

staat gesteld door enige lieden op het Bildt woonachtig, met welke hij van

Amsterdam reisde, vanwaar zij een aanzienlijke erfenis hadden gehaald, van

74 Door haar man aangetekend in het lidmatenboek van Wier.

52 Johannes Hayes Haitsma, ged. Franeker 11 april 1699, leerlooier te Franeker; burgemeester van die stad 1739-1742, 1743-1746, begr. ald. 23 febr. 1767, tr. Franeker 2 nov. 1721 (als Johannes Haeyes, mr. schoenmaker)

53 Anna Maria Ennema, ged. Franeker 21 juli 1698 (als “Maycke”, maar kort daarna op verzoek van haar vader hernoemd “Anna Marike”).

Johannes Hayes voerde de naam Haitsma vanaf ca. 1732. Wapen Haitsma: 1. de

Friese adelaar, II. in blauw, boven een roos van zilver, beneden een klaverblad

van goud. Wapen Ennema: I. en IV. een ossekop van zwart aanziend, in goud,

II. en III. een hand van rood in zilver.71

Uit dit huwelijk: 1. Aggaeus Haitsma, ged. Franeker 15 nov. 1722, predikant te

Wier 1748-1758, te Midlum 1758-1784, overl. Midlum 3 juli 1784. Te Franeker woonde een naamgenoot, de gerechtsbode Aggaeus Haitsma,

tr. 1. 1760 Rigtje Pieters Hoedemaker; tr. 2. 1772 Catharina Schurer. Hij

was een neef, ged. Franeker 25 okt. 1736, zoon van Sierk Hayes Haitsma en

Aaltje Ulenburgh (zie 104/105 sub 6).

2. Haye Johannes Haitsma, geb./ged. Franeker 11/17 okt. 1724, koopman en boer te Tjerkwerd, mederechter van Wonseradeel (1784), overl. Tjerkwerd 28 april 1805, tr. Midlum 26 dec. 1758 Grietje Sickes Gerlsma, ged. Tjerkwerd 25 sept. 1718, overl. ald. 17 juni 1774, dochter van Sicke Baukes Gerlsma, boer en ontvanger, en Trijntje Jentjes Bierema.

Grietje is een nakomelinge van Tyedt Gerlofsdr, zuster van Grutte Pier.72

Hun zoon Johannes Haitsma (1763-1827) was burgemeester van Bolsward.

Diens dochter Margaretha (1790-1819) trouwde met Pieter Mulier (1783-

1866); zij waren de grootouders van de befaamde sportpionier Pim Mulier.

Willem Johan Herman (Pim) Mulier (1865-1954) bracht het voetbal naar

Nederland, stond aan de basis van de Elfstedentocht, was groot promotor

van de kaatssport, grondlegger van de Nijmeegse wandelvierdaagse en de

Koninklijke Nederlandse Atletiekunie.73

3. Taetske Johannes Haitsma, geb. Franeker 7 nov. 1726, ged. aldaar 21 dito.

4. Anna Haitsma, geb. Franeker 24 okt. 1729, ged. ald. 1 nov. 1729 (als: Antje Johannes); woonde enige tijd bij haar broer Aggaeus

71 De Nederlandsche Leeuw 1954 140.

72 R.S. Roarda, Ut it selde skaei as Greate Pier (Leeuwarden 1961) 12-14, 17, 22, 25, 28 en 29.

73 Nieuwe Encyclopedie van Friesland (Leeuwarden 2016) 1855; Wikipedia; Friesch Dagblad

van 10 mei 2010 (artikelenreeks ‘De Friese sportcanon’ nr. 34); kwartierstaatje in

Gens Nostra 1995 305-307; genealogie in Ned. Patriciaat 77 (1993) 404 e.a., portret door

Piet van der Hem (1935) op p. 405.


Hij tr. 2. Boksum 6 juli 1777 Aaltje Krop/Crop, ged. Leeuwarden 13 febr. 1757, begr. ald. 23 okt. 1791, dochter van Michiel Krop en Edzardina (Dina) Linthoorn; zij tr. 2. Leeuwarden 6 juli 1783 Jacob Schoonlingen, geb. ca. 1740, mr. schoenmaker, overl. Dokkum 24 febr. 1814, weduwnaar van Grietje Gunterman, Trijntje Gosses Plantinga en Lamke Snoek; hij tr. 5. Ee 28 juli 1805 Tjitske Wiegers Rekker.

Jan tr. 1. Leeuwarden 1 okt. 1747 (hij als Jan Baukes; beiden van Leeuwarden)

57 Cornelia Sipkes, ged. Leeuwarden 13 febr. 1726. Uit dit huwelijk: 1. Antje Jans Faber, ged. Leeuwarden 18 mei 1750, tr. ald. 28 febr.

1768 (beiden van Leeuwarden) Cornelis Colerus, geb. Burgwerd 8 dec. 1737, mr. bakker te Leeuwarden, naderhand opzichter te Knijpe, Leeuwarden en Sneek, overl. ald. 9 okt. 1808 (oud 73 jaar, gehuwd, nalatende twee kinderen), begraven aldaar, zoon van Johannes Leopoldus Emanuel Colerus, predikant, en Tytje Klases van Kleffens.

2. Aaltje Faber, ged. Leeuwarden 4 okt. 1752, jong overleden. 3. Sipke Faber, ged. Leeuwarden 14 okt. 1753, zie 28. 4. Bauke Faber, ged. Leeuwarden 4 febr. 1756, jong overleden. 5. Bauke Faber, ged. Leeuwarden 30 jan. 1757, avoué (procureur

bij de rechtbank) te Sneek (1811, 1814), laatst commissaris van politie aldaar, wonend aan het Grootzand, overl. ald. 7 nov. 1820, tr. Sneek 25 mei 1783 (beiden van Sneek) Hittje Pietersen, ged. Sneek 4 nov. 1761, overl. Oostrum 2 aug. 1832, dochter van Hendrik Pietersen en Janke Feites Stuitsma. Uit dit huwelijk zijn zes kinderen gedoopt te Sneek in de periode 1784-1799.

6. Johannes Faber, ged. Leeuwarden 19 dec. 1759. 7. Aaltie Faber, ged. Leeuwarden 6 okt. 1762. Uit het tweede huwelijk: 8. Dina Faber, geb. Leeuwarden 1 april 1778. 9. Jelle Faber, zich later noemende Faber Schoonlingen, geb.

Leeuwarden 24 dec. 1779, koopman en leerlooier, overl. Leeuwarden 1 juni 1860, tr. ald. (Doopsgez. kerk) 4 nov. 1800 Geertje Blok, geb. Leeuwarden 12 aug. 1780, overl. ald. 8 sept. 1813, dochter van Cornelis Blok, mr. gortmaker, en Elisabeth van Abbema.

10. Jantje Faber, geb. Leeuwarden 19 maart 1782. 58 Yme Johannes, ged. Franeker 19 maart 1722, molenaar te Holwerd

(1749), pelmolenaar te Franeker (1750, 1761), overl. aldaar op Vijf huizen 1802, tr. Franeker 28 sept. 1749

welke zij hem f 30.000, à f 40.000, tegen 2½% opschoten.) Bovendien had hij

een suikerraffinaderij, was hij het hoofd der meekrabsociëteit, had hij een

belangrijke scheepsrederij en dreef hij grote handel ter zee: aan bijzondere

ijver en ondernemingsgeest en aan het geluk dat ook zijn pogingen in die

dagen begunstigde, dankte hij een groot vermogen. Na zijn dood (ca. 1800) zijn

verschillende delen zijner onderneming te niet gegaan en is alleen de olie- en

trosmolen in oude stand werkzaam”.75

Hij tr. Wijnjeterp sept. 1741 (hij van Donkerbroek, zij van Duurswoude)

55 Froukje Luitjens van der Meulen, geb. Duurswoude 1 april 1716, overl. na 1758.

Uit dit huwelijk: 1. Hylkje Pieters van der Meulen, ged. Leeuwarden 12 sept. 1742,

tr. Gajus Hajonides, vgl. 24/25 sub 5. 2. Klaaske Pieters van der Meulen, ged. Leeuwarden 20 okt.

1743, tr. Leeuwarden 29 mei 1768 (dezelfde dag als haar zuster Janneke) Jan Hendrik Heymans, ged. Harlingen 8 april 1742, burger van Leeuwarden 26 sept. 1769, overl. ald. 13 juli 1799, zoon van Heiman Heimans, vroedsman, en Geertje Jansonius.

Klaaske is KP op haar letterlap in het Fries Museum.

3. Janneke Pieters van der Meulen, ged. Leeuwarden 13 juli 1746, zie 27.

4. Lutske Pieters van der Meulen, ged. Leeuwarden 7 sept. 1749, overl. ald. 9 mei 1758.

5. Fettje Pytters van der Meulen, ged. Leeuwarden 15 okt. 1752, tr. Jelsum 18 juli 1779 Johan Georg Herbig, laatst luitenant-kolonel, overl. Petten 1799.

Herbig werd 11 sept. 1778 aangenomen als lidmaat te Leeuwarden, met

att. van Breda; vertrok 14 aug. 1782 naar Arnhem. Hij sneuvelde in 1799

bij Petten, waar Brits-Russische troepen eind augustus een inval deden.

6. Aukjen Pieters van der Meulen, ged. Leeuwarden 14 jan. 1756. 56 Jan Faber, ged. Ternaard 29 maart 1711, mr. bakker te Leeuwarden,

overl. ald. 17 sept. 1781.76

Op 23 okt. 1747 wordt hij burger van Leeuwarden en twee dagen later ook

toegelaten als lid van het bakkersgilde. Zijn broodmerk staat geregistreerd als

een huismerk in de vorm van een vier met dwarsstreepje en een boog door de

voet.77

75 Brief van 4 nov. 1996 van de heer A.J. Kempees te Tiel.

76 H.G. van Slooten, ‘Mevr. H.C. Buisman-Blok Wijbrandi, 1876-1967’, in Geneal. Jierb.

1968 14.

77 Mensonides, a.w., 11, 12.


aldaar, overl. Franeker 10 april 1814 (wijk TW nr. 72), tr. 1. Franeker 9 okt. 1763 (beiden van Franeker) Hesther Piebenga; tr. 2. Franeker 20 juli 1783 (hij van Franeker, zij van Bozum) Geertruida Alta, geb. Beers 4 aug. 1752, belijd. Bozum 11 mei 1774, overl. Franeker 29 juli 1801, dochter van Eelko Alta, predikant, en Jacobje Jans.

2. Maria Louisa Romar, ged. Franeker 26 febr. 1743, overl. Lichtaard 23 okt. 1832, tr. Britswerd 17 april 1772 Thomas Joha, geb. Britswerd 24 okt. 1750 (ged. 25 dito als Thomas Philippus Joha), predikant te Huins, Wijnaldum en Reitsum, overl. ald. 8 mei 1812, zoon van Antonius Joha, predikant, en Maria Meinsma.

Thomas Joha studeerde theologie te Groningen (1766) en daarna te

Franeker (1767-1771). Na zijn examens werd hij niet meteen beroepen. Hij

was onbemiddeld, woonde bij zijn ouders en nam enige tijd de dienst te

Huins waar. Hij werd bevestigd als predikant te Wijnaldum 7 nov. 1773 en

stond vervolgens te Reitsum-Genum-Lichtaard van 24 mei 1779 tot zijn

overlijden.

Joha was een fervent patriot, bevriend met Sicco Douwe van Aylva,

grietman van Westdongeradeel, Coert Lambertus van Beyma,

diens secretaris, en ds. Ahasuerus van Vliet, predikant te Waaxens-

Brantgum. In 1787 hield hij zich echter afzijdig bij de oproerigheden,

zodat hij buiten schot bleef bij de gerechtelijke vervolgingen die veel

van zijn geestverwanten ten deel vielen. Hij fungeerde vervolgens als

contactpersoon en vertrouwensman voor gevluchte patriotten. Zo kon het

gebeuren dat Elisabeth Anna van Aylva (overl. 4 febr. 1794, zuster van Sicco

Douwe) Thomas Joha benoemde tot erfgenaam, om te voorkomen dat

haar nalatenschap werd geconfiskeerd. Uiteraard was het de bedoeling

dat Joha de erfenis in betere tijden aan Sicco zou doorgeven.

Die betere tijden braken aan in 1795. Op 7 februari was Thomas Joha één

van de oprichters van het Committé Révolutionair en op 19 dito werd hij

de eerste voorzitter van de Provisionele Representanten; een maand later

werd hij afgevaardigd naar de Staten-Generaal. Bij de verkiezingen in

juni 1795 werd Joha gekozen als representant voor Ferwerderadeel en ook

weer afgevaardigd naar Den Haag. Hij propageerde daar het behoud van

het federalistische stelsel van de republiek. Het is niet overdreven om te

stellen dat hij in die tijd één van de belangrijkste politici in Friesland

was. Een beetje vervelend was wel, dat zijn teruggekeerde vriend Sicco

Douwe van Aylva erop aandrong, dat Joha de erfenis van zijn zuster zou

teruggeven. Joha maakte daar geen haast mee, hij genoot van zijn pas

verworven rijkdom en zijn vrouw was daar ook niet vies van.79

79 J.J. Kalma, Dit wienen ek Friezen 4 (Leeuwarden 1971) 51-57.

59 Eelkjen Martens, geb. Franeker ca. 1728. Uit dit huwelijk: 1. Trijntje Ymes, ged. Franeker 4 okt. 1750. 2. Luutske/Luurtske Ymes Ymessen, ged. Franeker 5 april 1752,

boerin te Arum, overl. ald. 20 jan. 1824, tr. 1. Tzum 28 nov. 1773 Jacob Feddes (postuum: Strikwerda), ged. Winsum 30 juni 1726, huisman te Tzum, overl. ald. 13 jan. 1784, zoon van Fedde Jacobs en Antje Aarts; tr. 2. Arum 24 sept. 1797 Fedde Dirks (postuum: Strikwerda), geb. Winsum 12 maart 1753, zoon van Dirk Alberts en Froukjen Feddes.

Het tweede huwelijk van Luutske werd acht jaar opgehouden, aangezien

zij formeel een aangetrouwde tante van Fedde was; zijn moeder was een

zuster van haar eerste man Jacob Feddes. Uit hun relatie was een zoon

Dirk geboren, Doezum 5 dec. 1789, ged. Tzum 19 sept. 1790; hij werd bij

het huwelijk van zijn ouders gelegitimeerd.

3. Johannes Ymes, ged. Franeker 8 aug. 1753, overl. ald. 5 mei 1808, tr. Franeker 1 juni 1783 Maaike Tjallings, ged. Franeker 4 jan. 1761, overl. ald. 18 jan. 1817, dochter van Tjalling Heins, huisman te Arkens onder Franeker, en Janke Jans.

Naamsaanneming Franeker fol. 55, 31 dec. 1811; Johannes Ymes weduwe,

Mayke Tjallings, van Erkens, heeft drie kinderen: Jantje oud 25 jaren,

Eeke oud 19 jaren en Yme oud 14 jaren, allen in deze gemeente woonachtig.

4. Martha Yemes Ymessen, ged. Franeker 6 sept. 1758, zie 29. 5. Marten Ymes Ymessen, geb./ged. Franeker 6/22 april 1761,

pelmolenaar aldaar op Zevenhuizen, overl. Franeker 11 maart 1849 (wijk EO nr. 34), tr. Franeker 18 juni 1786 Jetske Baukes Andringa, geb. Dongjum 10 dec. 1761, overl. Franeker 10 okt. 1846, dochter van Bauke Dirks Andringa, laatst schoolmeester te Hitzum, en Reinskje Djurres Andringa.78 Jetske was een achternicht van Maaike Tjallings (zie hiervoor, 3).Marten nam op 23 nov. 1811 te Franeker de familienaam Ymessen aan,

samen met zijn zusters Martha te Franeker en Luutske te Arum, die de

akte ook mede hebben ondertekend. Hij liet geen kinderen na.

60 Pierre Jean Baptiste Romar, burger van Franeker 17 okt. 1740, Franse spraakmeester aldaar, begr. Franeker 7 jan. 1762, tr. stadhuis Franeker 3 mei 1741

61 Johanna Johannes, ged. Franeker 10 maart 1718, begr. ald. 26 febr. 1766.

Uit dit huwelijk: 1. Dionysius Romar, ged. Franeker 19 juli 1741, boekverkoper

78 Zie verder: Andringa Werkgroep, Andringa (1983) 213.


Britswerd 8 sept. 1757, overl. Blija 23 dec. 1783 (in de kraam), dochter van Antonius Joha, predikant, en Maria Meinsma.

Petrus Brouwer werd door zijn tweede huwelijk opnieuw zwager van

zijn collega Thomas Joha. Tragisch was dat zijn echtgenotes beiden

jong stierven; de rest van zijn leven bleef hij weduwnaar. Brouwer was,

evenals Joha, openlijk patriottisch. Tijdens de oproerigheden van

1787 moedigde hij in de herberg te Blija de plaatselijke bevolking aan,

wapens te verzamelen en naar Franeker te sturen, alwaar de brandhaard

van de opstand was. Toen hij daar later voor werd vervolgd gaf hij het

eerste toe; het waren immers gevaarlijke tijden en er werd geplunderd

naar het heette. Het tweede deel van de beschuldiging ontkende hij en

daar kwam hij mee weg wegens gebrek aan bewijs.82 Daarna moest hij

zich wel gedeisd houden, politieke opmerkingen in een preek konden

gemakkelijk tot moeilijkheden leiden.83 De omwenteling van 1795 bood

nieuwe kansen. Op 10 februari 1795 werd hij lid van het Committé

Révolutionair. Toen dat zijn activiteiten beëindigde, op 19 febr. 1795, werd

hij secretaris van de Provisionele Representanten. Hij fungeerde tot 23

juni 1795, toen de gekozen volksvertegenwoordigers, de Representanten

van het volk van Friesland, het bestuur overnamen. Hierna trok hij zich

terug uit de politiek.

6. Jan Romar, geb. Franeker ca. 1754, chirurgijn te Franeker, overl. ald. 5 febr. 1791, tr. Peins 27 okt. 1782 Sipkje Ulbes Waardenburg, ged. Franeker 6 jan. 1756, overl. ald. 15 jan. 1828 (wijk TW nr. 42), dochter van Ulbe Martens en Trijntje Pieters Waardenburg. Uit dit huwelijk o.a. mr. Petrus Johannes Romar, van 1815 tot zijn overlijden in 1832 secretaris van Franeker.

62 Otte Lucas Salverda, wolkammer te Franeker, tr. ald. 8 mei 1746 (beiden van Franeker)

63 Trijntje Johannes Oosterbaan. Uit dit huwelijk: 1. Tyttje Ottes, ged. Franeker 29 okt. 1747. 2. Sjoukje Ottes Salverda, ged. Franeker 8 april 1750, zie 31. 3. Lucas Ottes, ged. Franeker 24 mei 1752.

VII

68 Servaas Jochems, soldaat onder de compagnie van luitenant-kolonel Sichterman, tr. Bourtange 5 juli 1711

82 J. van Sluis, ‘Predikanten en patriotten’, in W. Bergsma e.a. (red.), For uwz lân, wyv en

bern (Leeuwarden 1987) 95, 96.

83 Idem, 93.

Aan het einde van het jaar werd hij ziek en keerde hij naar Friesland

terug. Daar liepen intussen de spanningen tussen de federalisten en

unitarissen hoog op. In februari 1796 grepen de unitarissen, gesteund

door de wapengenootschappen en de volkssociëteiten, de macht. Alle

federalistische representanten werden afgezet; ze zochten een goed

heenkomen in de stad Groningen. Het duurde twee jaar voor Joha kon

terugkeren; dat hij verbitterd was hoeft geen betoog. In een brief van 18

juni 1796 aan Eduard Marius van Beyma (broer van Coert Lambertus en

medestander van het eerste uur) liet hij zich schamper uit over enkele

nieuwgekozen representanten: “De nieuwe keuze is uitgevallen, zoo als

wij dezelve hebben verwagt: Klaas Igles, een schoenmaker van Holwerd,

die niets heeft, als zijne schulden betaald zijn, en een Durk Schroor van

Marrum, zijn uit Ferwerd verkoozen, er zijn veel grondvergaderingen

geweest, waar in niemand, behalven de stemopneemers, tegenwoordig

was, in die van Oudwoude waren alleen de schoolmeester en Able

Keuning, anders Able Kruk genoemd, die ook wegens Collumerland tot

plaatsvervanger is gestemd”.80

Na zijn terugkeer in Reitsum bemoeide Joha zich niet meer met de

politiek. Zijn vriendschap met Van Aylva was veranderd in vijandschap.

De heren bestreden elkaar via pamf letten, zodat iedereen kennis kon

nemen van het conf lict. Pas in 1801 werd de zaak geschikt. Joha nam

nog wel deel aan kerkelijke activiteiten; in 1807 was hij voorzitter van de

Friese Synode.

3. Paulus Hyacinthus Romar, ged. Franeker 28 maart 1745, zie 30. 4. Anna Clara Romar, geb. Franeker nov. 1748, winkelierse aldaar,

overl. Franeker 2 febr. 1826 (wijk TW nr. 5), tr. Franeker 1 april 1787 (beiden van Franeker) Pieter Sieswerda, geb. Hichtum 25 juli 1736, koopman te Franeker, vroedsman aldaar, weduwnaar van Aaltje Ruurds en van Lydia Ringers, zoon van Bauke Jentjes, boer op Sydswerd onder Hichtum, en Tjitske Tjerks.

Anna Clara had geen kinderen; ze benoemde tot erfgenaam haar neef

Petrus Johannes Romar, stadssecretaris van Franeker, zoon van haar

broer Jan.81

5. Johanna Sophia Romar, geb. Franeker 11 april 1751, overl. Blija 7 mei 1782, tr. ald. 9 jan. 1774 Petrus Brouwer, geb. Tjalleberd 25 maart 1749, predikant te Blija-Hogebeintum 1772-1828, voorzitter van het Provinciaal Kerkbestuur, overl. Ternaard 12 mei 1830, zoon van Petrus Brouwer, predikant, en Amelia Johanna Kutsch; hij tr. 2. Blija 2 maart 1783 Fokelina Joha, geb.

80 Archief Van Beyma thoe Kingma (toeg. 319), inv.nrs. 277, 5130.

81 Memorie van successie, kantoor Franeker, 4013/4186.


79 Tetje Piers. Uit dit huwelijk: 1. Elske Rutgers Ackringa, ged. Harlingen 6 april 1728, zie 39. 2. Pier Rutgers, ged. Harlingen 6 febr. 1731. 3. Goslyng Rutgers, ged. Harlingen 29 sept. 1733, jong overleden. 4. Ruurd Rutgers Akkringa, ged. Harlingen 18 sept. 1736, begr. ald.

3 aug. 1790, tr. Harlingen 30 aug. 1761 (beiden van Harlingen) Amelia Klein, geb. ca. 1733, begr. Harlingen 8 maart 1793.

5. Jan Rutgers Ackringa, ged. Harlingen 6 sept. 1739, tr. aldaar 19 mei 1766 (beiden van Harlingen) Rinske Hendriks Reidhorst.

6. Zytske Rutgers, ged. Harlingen 18 dec. 1742. 7. Goslingh Rutgers, ged. Harlingen 9 nov. 1745. 8. Adam Rutgers, ged. Harlingen 24 juni 1749. 80 Thijs Wouters, geb. Oostermeer ca. 1668, tr. Drogeham 1695 (derde

procl. ald. 27 januari) 81 Jetske Jans, overl. Drogeham 15 dec. 1751 (“oud ruim 80 jaren”). Uit dit huwelijk (gedoopt te Drogeham): 1. Hendrik Thijssen, ged. 18 febr. 1698. 2. Engeltje Thijssen, ged. 17 maart 1700, tr. Veenwouden 13 maart

1729 Cornelis Alberts, veenbaas te Veenwouden. 3. Wolter Thijssen, ged. 2 april 1702. 4. Gerbe Thijssen, ged. 12 april 1705. 5. Trijntje Thijssen, ged. 8 mei 1707. 6. Jeen Thijssen Hamstra, ged. 14 juli 1709, zie 40. 7. Antje Thijssen, ged. 20 maart 1712. 8. Lammert Thijssen, ged. 4 sept. 1715, tr. Drogeham 30 maart

1760 Aaltje Boeles. 9. Tjaltje Thijssen, ged. 14 mei 1719. 82 Albert Martens Bennema (ook: Binnema), ged. Buitenpost 7 mei

1676, overl. ald. 21 sept. 1742,87 tr. Buitenpost 7 jan. 1703 83 Antje (ook: Anke) Jans, van Oosternijkerk; werd 10 aug. 1747

aangenomen als lidmaat te Leeuwarden met att. van Buitenpost, overleden Leeuwarden of Buitenpost februari 1751, begraven te Buitenpost.88

Uit dit huwelijk (gedoopt te Buitenpost) 1. Marten Alberts Bennema, ged. 14 okt. 1703, jong overleden.

87 Volgens de lidmatenlijst van 1727; volgens het diaconierekenboek is hij echter 18

sept. 1742 begraven.

88 Blijkt uit diverse posten in het diaconierekenboek, februari en maart 1751; ze werd

dus onderhouden.

69 Anna Margaretha Heimuller(s) (ook: Heijmullers, Heijmulders), “jongedochter van Stenneveldt”.Uit dit huwelijk (gedoopt te Bourtange):1. Peter Servaas, ged. 27 maart 1712.2. Harmen Hinrick Servaas, ged. 9 mei 1717.3. Jan Berents Servaas, ged. 17 sept. 1719.4. Gerrit Servaas, ged. 18 okt. 1722, zie 34.5. Trijntje Servaas, ged. 1 dec. 1724.6. Jelis Servaas, ged. 23 maart 1727.7. Jacobus Servaas, ged. 11 sept. 1729.8. Trijntjen Servaas, ged. 14 maart 1732.

70 Hubert Jans, tr. Vlagwedde 20 okt. 1700 (beiden van Vlagtwedde) 71 Teelcke Jans.

Er is een huwelijkscontract, waarin van zijn kant worden genoemd Jan Willems,

zijn vader; Willem en Harm Jans, broeders, en Rixste Jans, zuster; van haar

kant Swaenecke Jans, moeder; Schulte Jans, broer en Griete Jans, zuster.84

Uit dit huwelijk (gedoopt te Vlagtwedde) 1. Jan Huberts, ged. 2 juli 1702. 2. Jan Huberts, ged. 6 jan. 1704. 3. Mettien Huberts, ged. 15 nov. 1705. 4. Swaentien Huberts, ged. 16 okt. 1707. 5. Willem Huberts, ged. 24 nov. 1709. 6. Swaentien Huberts, ged. 19 aug. 1714, zie 34.76 Jan Jaanes van Slooten, geb. Harlingen 25 juli 1705, verdronken op

zee voor Oudeschild op Texel 19 jan. 1735, aldaar begraven. Jan was kapitein op een schip van zijn vader, dat op 19 jan. 1735 met man en

muis verging bij Texel.85

Hij tr. stadhuis Harlingen 19 febr. 1728 (beiden van Harlingen) 77 Grietje Sikkes Builaert, lidmaat van de Doopsgezinde gemeente te

Harlingen; te Leeuwarden aangenomen 12 okt. 1774 met attestatie van Harlingen, weduwe van Jan Jaanes van Slooten.86

Uit dit huwelijk: 1. Jane van Slooten, ged. Harlingen 11 mei 1732, zie 38. 2. Janneke Jans van Slooten, ged. Harlingen 31 mei 1735, zie 38/39

sub 7. 78 Rutger Goslings, mr. metselaar te Harlingen, op belijdenis ged.

ald. 2 aug. 1736, tr. Harlingen 4 mei 1727 (beiden van Harlingen)

84 Groninger archieven: Register van huwelijkscontracten Westerwolde en Bellingwolde,

inv.nr. 1079.


86 Ze had een jongere naamgenote die 1766 trouwde met Christiaan Christoffels.


en Albert Daniëls, molenaar te Lippenhuizen, worden Jelle en Albert tot

curatoren geautoriseerd.90

98 Hendrick Hendrix Sanstra, brouwer te Beetsterzwaag, tr. (att. van Oudega Sm. 26 jan. 1689; hij van Oudega, zij van Beets)

99 Trijntje Annes. Uit dit huwelijk: 1. Janke Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 17 juni 1694, zie 49. 2. Bontie Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 4 juli 1697. 3. Hendrikjen Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 21 juli 1700,

tr. Leeuwarden 20 juni 1732 Pierius Gabini, ged. Boornbergum 12 jan. 1698 (als Pier), zoon van Gabe Piers, boer, en Tetje Douwes.

4. Meintie Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 6 febr. 1703. 5. Attie Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 18 okt. 1705. 6. Lamke Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 3 maart 1709. 7. Sijgerke Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 1 jan. 1712. 8. Anne Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 7 dec. 1714, jong

overleden. 9. Anne Hendriks Sanstra, ged. Beetsterzwaag 10 mei 1718. 100 Jacob Martens, geb. Leeuwarden ca. 1650, boer te Boksum, overl.

ald. 1707/1708,91 tr. 101 Jissel Sjoerds, geb. Boksum ca. 1663, overl. ald. 1722/23. Jacob was boer te Boksum, gebr. 1698 stem nr. 6; in 1700 f loreen nrs. 52, 54 en

61; op het personeel kohier van 1705 en 1707 aangeslagen voor £ 1000.92 Hij was

curator over de kinderen van Sjoerd Martens en Berber Douwes.

Jissel was 1708, 1718 gebruikerse van Boksum stem 6 als Jesel Jacobs, in 1720 als

Jesel Sjoerds.

Uit dit huwelijk: 1. Marten Jacobs, geb. Boksum ca. 1685, overl. Berlikum ca. 1732,

tr. (voor) 1711 Luurtske Rienks, overl. Berlikum medio 1753,93 dochter van Rienck Pytters.

Marten Jacobs was boer te Klooster Anjum, later te Berlikum; hij

gebruikte 1728 stem nr. 2, eigendom van zijn schoonfamilie. Hij stond in

zijn tijd bekend als ‘de ketter van Klooster Anjum’. In 1720 werd hij door

het Hof voor een jaar verbannen wegens het propageren van Sociniaanse

90 Nadere Toegang 13.120 nr. 161; verwijst naar OPS 55.

91 P. Nieuwland, ‘Kertiersteat fan Pieter Nieuwland’, in: Geneal. Jierb. 1987 35 e.a.

92 De oudere kohieren van de personele goedschatting zijn in het gemeentearchief

van Menaldumadeel.

93 MEN 95 56 (20 juli 1753, kort daarvoor overleden).

2. Jan Alberts Bennema, geb. (ca.) 1705 (geen doop gevonden); woont 1744 te Amsterdam.89

3. Rein Alberts Bennema, ged. 27 febr. 1707; woont 1744 te Den Haag.

4. Aaf ke Alberts Bennema, ged. 27 jan. 1709; woont 1744 te Buitenpost, ongehuwd, overleden [Leeuwarden] 1758, begraven te Buitenpost.

5. Sytske Alberts Bennema, ged. 18 mei 1710, jong overleden. 6. Marten Albert Bennema, ged. 2 aug. 1711, jong overleden. 7. Marten Albert Bennema ged. 26 febr. 1713, in 1744 pikeur te

Buitenpost. 8. Trijntje Alberts Bennema, ged. 29 dec. 1715, jong overleden. 9. Sytske Alberts Bennema, ged. 6 febr. 1718, jong overleden. 10. Tettje Alberts Bennema, ged. 3 sept. 1719, zie 41. 11. Hendrik Alberts Bennema, ged. 30 aug. 1722, begr. Buitenpost

7 aug. 1742. 12. Sytske Alberts Bennema, ged. 17 juni 1725, begr. Buitenpost

7 aug. 1742. 96 Eede Jaspers, tr. Langezwaag 12 jan. 1690 (beiden van Gorredijk) 97 Meints Bouwes, ged. Oudega (Sm.) 14 maart 1670. Stemkohier 1698, Lippenhuizen nr. 34: Eede Jaspers met het nakind van Bouwe

Alberts eigenaar voor 1/16; Bontie Uilckes, vrouw van Nolle Jans, voor 1/8, en zij

met haar man voor nog 1/16.

Stemkohier 1698, Kortezwaag nr. 3: Eede Jaspers met zijn vrouw voor 1/16.

Op 23 okt. 1712 in Terband c.a. aangenomen Eede Jaspers (obiit) en Meynsk

Bouwes, van Oudehorne c.a.

Uit dit huwelijk: 1. Antie Edes, ged. Gorredijk 7 juni 1691. 2. Jantje Edes, ged. Gorredijk 14 mei 1693. 3. Bouwe Ydes, ged. Gorredijk 7 juli 1695, zie 48. 4. Jelle Ydes, ged. Kortezwaag 28 aug. 1698, huisman te

Kortezwaag. 5. Wybe Ydes, ged. Kortezwaag 19 juni 1701, overl. voor 7 febr.

1752, tr. Kortezwaag 18 juli 1734 (hij van Kortezwaag, zij van Schurega) Antje Watzes.

Autorisaties Opsterland 7 februari 1752. Ouders: wijlen Wybe Ydes en

Antie Watses, in tijden echtelieden. Er zijn kinderen; uit de comparanten

Bouwe Ydes, molenaar op de Gorredijk, Jelle Ydes, huisman te Kortezwaag,

89 Het hele gezin komt voor in Hof van Friesland 16612, defin. sent. nr. 9 van 24 maart

1744.


3. Trijntie Hayes, ged. Franeker 5 okt. 1697, jong overleden. 4. Johannes Hayes Haitsma, ged. Franeker 11 april 1699, zie 52. 5. Trijntje Haeyes, ged. Franeker 21 juni 1701. 6. Sierck Hayes Haitsma, ged. Franeker 26 juni 1704, mr.

vleeshouwer en koopman aldaar, tr. ald. 15 jan. 1730 (beiden van Franeker) Aaltje Ulenburgh, begr. Franeker 30 sept. 1763.

106 Aggaeus (Age, Agge, Ageus) Ennema, ged. Franeker 15 jan. 1673, koopman, vroedsman (1703) en burgemeester (1704-1705) te Franeker, bij overlijden voogd van het Klaarkampster weeshuis, overl. Franeker 28 april 1708; tr. 2. Franeker 20 juli 1703 Hiltje Tieerdts van der Vorm, van Harlingen; tr. 1. Franeker 23 febr. 1696

107 Antie Harmens, ged. Franeker 10 febr. 1675, belijdenis aldaar 12 dec. 1697, overl. Franeker 27 juli 1698.

Uit dit huwelijk: 1. Johannes Ennema, ged. Franeker 16 febr. 1697, mr. zilversmid

te Franeker, tr. ald. 12 nov. 1724 Trijntje Hoitsma. 2. Anna Maria Ennema, ged. Franeker 21 juli 1698, zie 53. Uit het tweede huwelijk: 3. Tjeerd Ennema, ged. Franeker 6 juli 1704. 4. Paulus Ennema, ged. Franeker 16 febr. 1706, wijnhandelaar

aldaar, ook vroedsman, overl. Franeker 5 jan. 1755, tr. 1. Franeker 24 febr. 1732 Johanna Hempenius, ged. Waaxens (Westd.) 3 april 1711, overl. Franeker 25 nov. 1732, dochter van Vincentius Hempenius, predikant, en Sipkje Faber;98 tr. 2. Franeker 2 april 1736 Pietje Fennema.

5. Lutske Ennema, ged. Franeker 23 febr. 1708, tr. ald. 26 april 1727 Nicolaus Altena, ged. Franeker 14 sept. 1697, predikant te Langweer c.a. 1722-1742, overl. Langweer 21 sept. 1742, zoon van Petrus Altena, notaris, en Luitske Hinnes.

Hun dochters Hiltje en Lutske trouwden met de broers Cornelis resp.

Evert Scheltema te Franeker, vgl. 14/15 sub 9 en 28/29 sub 4.

108 Luytien Wessels, ged. Donkerbroek 12 april 1680, molenaar op de Veenemolen te Oosterwolde (1707, 1708), later koopman en molenaar op de molen in het Oosteinde te Donkerbroek, die in 1684 door zijn vader gekocht was van Hendrik Luitjens.

Quotisatie Donkerbroek: Luitje Wessels, coopman, 3, 29-9-0. In het reëelkohier

over het jaar 1714 wordt vermeld: “Luijtie Wessels: een huys, hoff en camp

98 Zie voor deze families: A.L. Hempenius, ‘Hempenius I’, in Geneal. Jierb. 1973 40-48;

B.S. Hempenius-van Dijk, ‘Het proces Oudewagen/Hempenius. Een ruzie om

renten’, in idem, 49-54.

denkbeelden.94 Zijn weduwe stond van 1733 tot 1752 op het kohier van de

personele goedschatting met £ 4000.

2. Sytske Jacobs, geb. Boksum ca. 1687, tr. Jan Jurjens, boer te Boksum (1708 stem nr. 16) en Marssum (1718 stem nr. 4), overl. ald. 1748; hij tr. 2. Marssum 11 juli 1734 Lijsbeth Heres.

3. Aaf ke Jacobs, geb. Boksum ca. 1689, tr. Frans Clases, boer te Boksum, overl. ald. 1715.

4. Romkje Jacobs, geb. Boksum ca. 1691, overl. ald. 1753, tr. Sjoerd Gerbens, boer te Boksum (gebr. 1718, 1728 stem nr. 15), overl. ald. 1737.

5. Wopkje Jacobs, geb. Boksum ca. 1694, overl. Deinum 1771, tr. ca. 1720 Pals Baukes, geb. Poppingawier 1692, boer te Goutum (1724), Deinum (1726), Boksum (1735, stem nr. 6, ook nog 1749), Hijlaard (1750) en weer te Boksum (1755), overl. ald. 1762, zoon van Bauke Jentjes en Dieuwke Palses.

Van hun zoon Jacob Palses stammen families Cuperus en Nieuwland af.95

6. Sjoerd Jacobs, geb. Boksum ca. 1696, zie 50. 7. Aukje Jacobs, geb. Boksum ca. 1700, overl. ald. 1768, tr. ca. 1720

Tjerk Romkes, ged. Boksum 6 juni 1697, boer te Boksum (stem nr. 19), overl. ald. 6 jan. 1741, zoon van Romke Ypes.

Tjerk en Aukje hadden geen kinderen, hij benoemde haar tot

erfgenaam.96 Aukje liet haar bezittingen na aan (de kinderen van) haar

broers en zusters:97 Wopkje Jacobs 1/6; Jacob en Antje Sjoerds (Romkje

Jacobs kinderen) 1/6; Sytske, Antje en Rienkje Martens 1/6 (Marten Jacobs

kinderen); Frans, Maaike en Antje Franses (Aaf ke Jacobs kinderen) 1/6;

Jurjen, Antje en Jantje Jans 1/6 (Sytske Jacobs kinderen) en Jacob, Klaas,

Jisseltje, Aaf ke en Jetske Sjoerds (Sjoerd Jacobs kinderen) 1/6.

104 Haye Siercx, ged. Tzum 30 aug. 1657, schoenmaker en leerlooier te Franeker, burger aldaar 28 juni 1682, tr. 1. Tzum 22 april 1681 Trijntje Tjaards (beiden van Tzum); tr. 2. Franeker 14 sept. 1697 (beiden van Franeker)

105 Taetske Johannes, ged. Franeker 3 aug. 1670. Uit het eerste huwelijk: 1. Tiedtje Hayes, ged. Franeker 22 jan. 1682. 2. Taetske Hayes, ged. Franeker 25 april 1686. Uit het tweede huwelijk:

94 Archief Hof van Friesland, inv.nr. 16588, sententie nr. 58 van 11 mei 1720.

95 D. van Dijk, ‘De neiteam fan Jencke Aerns en Anna Dircksdr’, in: Geneal. Jierb. 1967

29; P. Nieuwland, ‘Kertiersteat fan Pieter Nieuwland’, in: Geneal. Jierb. 1987 26 e.a.

96 Archief Staten van Friesland 1580-1795 (toeg. 5) 6491.

97 MEN 141 99.


“mitsgaders alle ‘t geene van de affgebrande Eekmolen is overgebleven ...

op de Zuidkant van ‘t Vliet”.102

10. Lief ke Luitjens, ged. Donkerbroek 3 dec. 1725, tr. Lippenhuizen 15 nov. 1750 Albert Daniëls, ged. Bergum 8 febr. 1722, molenaar te Lippenhuizen, overl. ald. 16 febr. 1778, zoon van Daniël Jans, molenaar en bakker, en Sytske Bouwes.Albert is een jongere broer van Bouwe Daniëls, voorvader in rechte lijn

van de eerste auteur. Vgl. 194.

110 Luytjen Luytjens, geb. 4 dec. 1675, mr. timmerman in de Meulenburen te Duurswoude, ook eenmalig winterschoolhouder 1692/93,103 tr. Duurswoude november 1703 (hij van Duurswoude, zij van Langezwaag)

111 Hylkjen Deddes, ged. Langezwaag 7 jan. 1677 (als: Hylk). Uit dit huwelijk: 1. Luytien Luytiens, ged. Duurswoude 12 dec. 1704, brouwer

te Duurswoude, tr. Wijnjeterp 25 nov. 1742 Aaltje Jans, geb. Wijnjeterp 1 nov. 1723, dochter van Jan Wijgers, mr. schoenmaker, en Imke Sibes.

Quotisatie Duurswoude: Luitjen Luitjens, brouwer, 4+2, 43-3-0.

2. Antie Luytiens, ged. Duurswoude 22 aug. 1706, jong overleden. 3. Jan Luytiens, geb. Duurswoude 8 juli 1708. 4. Antie Luytiens, geb. Duurswoude 10 aug. 1710. 5. Jelle Luytiens, geb. Duurswoude 30 juni 1712, jong overleden. 6. Jelle Luytiens, geb. Duurswoude 8 dec. 1714, molenaar te

Duurswoude, tr. ald. mei 1745 (beiden van Duurswoude) Janke Remmelts, ged. Boornbergum/Kortehemmen 17 febr. 1715, dochter van Remmelt Coops, molenaar, en Froukjen Linses.

Quotisatie Duurswoude: Jelle Luitjens, molenaar, 3+2, 37-9-0.

7. Froukje Luitjens van der Meulen, geb. Duurswoude 1 april 1716, zie 55.

8. Dedde Luytiens, geb. Duurswoude 4 april 1718. 112 Bauke Beernts, ged. Ee 29 nov. 1668 (naam ouders niet vermeld),

mr. smid te Ternaard, overl. ald. 1752. “In Oct. 1698 reeds had Bauke Beerns van Trijntje Idses, nagelaten weduwe

van wijlen Binnert Romkes, in leven Mr. smid tot Tirnaerdt, gekocht een

huisinge, schuur, hovinge, bomen en plantagie cum annexis, mitsgaders de

smitte en desselfs gereedschap, alles tesamen voor 1325 goudgld., de ene helft

102 S.J. van der Molen in Leeuwarder Courant 16 mei 1953.

103 W. Tjoelker, ‘In santjende iuws boerelaach yn Duerswâld/Bakkefean’, in: Geneal.

Jierb. 2016 44.

Lands, sampt een rogge molen” (op het West? te Donkerbroek). De belasting

was toen verlaagd, “vermits deszelfs huys afgebrandt sijnde”.99

De molen op het Oost te Donkerbroek was in 1830 in gebruik bij Albert van der

Meulen (eerder Mulder).100

Hij tr. 1. Wijnjeterp december 1700 Froukje Frankes, van Wijnjeterp; tr. 2.

109 Claessie Alberts. Uit het eerste huwelijk: 1. Lamke Luitjens, ged. Donkerbroek 1701 (als: Lamtie). 2. Wessel Luitjens, ged. ald. 26 aug. 1703. Uit het tweede huwelijk: 3. Albert Luitjens, ged. Oosterwolde 9 sept. 1708, molenaar te

Oosterwolde en Donkerbroek, tr. Antje Jannes. Quotisatie Donkerbroek: Albert Luitjes, molenaar, 5+3, 50-7-0.

4. Theunis Luitjens, ged. Donkerbroek 19 april 1711, jong overleden.

5. Theunis Luitjens, ged. Donkerbroek 26 juni 1712, molenaar te Wijnjeterp/ Duurswoude en Drachten, tr. Jannisjen Jannes.

Quotisatie Zuiderdrachten 1749: Teunis Luytjens, pelmolenaar, 3+3, 51-1-0.

6. Pieter Luitjens, ged. Donkerbroek 28 febr. 1715, jong overleden. 7. Hendrickien Luitjens, ged. Donkerbroek 8 nov. 1716, tr. Claas

Jans Holtrup, ged. Haule december 1707, boer te Haule, zoon van Jan Hendricks Holtrup (ook: Holtrop) en Antyn Clasen.101

Quotisatie Haule: Claas Holtrup, boer, 4+3, 45-14-0.

8. Pieter Luitjens van der Meulen, ged. Donkerbroek 17 nov. 1719, zie 54.

9. Hermannus Luitjens van der Meulen, ged. Donkerbroek 3 jan. 1723, tr. 1. Heerenveen 2 juli 1747 (hij van Donkerbroek, zij van Heerenveen) Lutske Bouwes, ged. Heerenveen 1 febr. 1726, dochter van Bouwe Gjalts en Janke Beernts; tr. 2. Leeuwarden 14 juni 1761 Geertruida Johanna Sygers; tr. 3. Leeuwarden 17 juli 1763 (hij van Leeuwarden, zij van Stiens) Antje Obbes Westra, weduwe van Hessel Oebles, in leven boer te Stiens (getr. Stiens 8 juli 1759).

Harmanus Luitjes van der Meulen en Lutske Bouwes kochten op

12 februari 1752 de helft van een huis, schuur en 1 pondemaat land,

99 T.H. Oosterwijk, Notities uit de geschiedenis van de Ooststellingwerfse dorpen (1977) 116.

100 A. van Gelder-van den Donker, ‘Nogmaals Luitjen Wessels’, in: De Stelling nr. 36

( januari 1991) 24.

101 In de Collectie Osinga (studiezaal Tresoar) zitten veel genealogische gegevens

Holtrop.


Gosse huurde de smederij van bode Hendricus de Valk bij de

Hoeksterpoort. Daar moest hij de heftige ruzies tussen De Valk en zijn

vrouw meemaken; de vrouw zocht menigmaal een goed heenkomen bij

Gosse.107 Hij verklaarde als getuige spijt te hebben dat hij daar ooit was

komen wonen.

114 Sipke Johannes, tr. Leeuwarden 13 jan. 1724 (hij van Leeuwarden, zij van Wartena)

115 Aaltje Willems, ged. Warga/Wartena 2 mei 1697, overl. Leeuwarden 1766/1777.

Uit dit huwelijk: 1. Cornelia Sipkes, ged. Leeuwarden 17 sept. 1724, jong overleden. 2. Cornelia Sipkes, ged. Leeuwarden 13 febr. 1726, zie 57. 3. Willem Sipkes, ged. Leeuwarden 29 nov. 1730. 4. Rinske Sipkes, ged. Leeuwarden 10 febr. 1734. 116 Johannes Ymes, molenaar te Franeker, pelmolenaar te Holwerd

(1749), laatst opzichter, tr. Franeker 22 sept. 1720 (hij van Franeker, zij van Dokkum)

117 Trijntie Reins, wsch. ged. Dokkum 27 okt. 1694 (als dochter van Rein Rintjes en Jeltje Olpherts).

Uit dit huwelijk: 1. Yme Johannes, ged. Franeker 19 maart 1722, zie 58. 2. Rein Johannes, ged. Franeker 26 okt. 1723. 3. Pytter Johannes, ged. Franeker 30 nov. 1724. 4. Johannes Johannes, ged. Franeker 23 mei 1726, jong overleden. 5. Attje Johannes, ged. Franeker 30 okt. 1727, jong overleden. 6. Johannes Johannes, ged. Franeker 15 nov. 1729. 7. Ype Johannes van der Meulen, geb. (volgens zijn overlijdensakte)

Franeker 1735/36, korenmolenaar te Ternaard, overl. ald. 7 april 1822 (huis nr. 82), tr. Tjamke Tjepkes, ged. Marrum 15 jan. 1736, overl. Ternaard 17 okt. 1825, dochter van Tjepke Tjammes, voerman, en Wijke Dirks.

8. Attje Johannes, ged. Holwerd 15 juni 1738. 124 Lucas Ottes Salverda, geb. 1679, koopman te Franeker, tr. stadhuis

Franeker 31 dec. 1702 125 Sjouckjen Tammes, ged. Franeker 24 april 1684. Uit dit huwelijk (volgorde onzeker): 1. Rinske Lucas Salverda, op belijd. gedoopt Franeker 15 juni

1730, tr. ald. 4 sept. 1728 (beiden van Franeker) Jan Clasen Croes, smalschipper (1724), later wolkammer te Franeker, weduwnaar van Mayke Johannes.

107 P. Nieuwland, ‘De Valk’, in: Geneal. Jierb. 2016 18.

contant te betalen en de rest in jaarlijkse termijnen van 100 goudgld. met

4% rente”.104

Hij tr. 1. Ternaard 2 mei 1697 Aeltje Pyters, beiden van Ternaard; tr. 2. (derde procl. Ternaard 2 juni 1700) Auckjen Gelts; tr. 4. Ternaard 29 maart 1716 Antie Jelles; tr. 3. Ternaard 18 maart 1703

113 Antje Beerts van der Meij, op belijdenis ged. Ternaard 29 jan. 1706. Uit het tweede huwelijk: 1. Akke Baukes, ged. Ternaard 11 dec. 1701. Uit het derde huwelijk (allen ged. Ternaard): 2. Tjitske Baukes, ged. 27 jan. 1704, overl. Betterwird ca.

1750, tr. Akkerwoude 9 jan. 1724 (hij van Murmerwoude, zij van Betterwird) Binne Martens, doopsgezind, boer te Murmerwoude, later te Betterwird op de Dijkslobbe aan de Ee (stem nr. 10, groot 100 pdm), overl. ald. 16 juni 1767, zoon van Marten Binnes, boer, en Sjouck Wygers; hij tr. 1. Murmerwoude 25 april 1717 Trijntje Geerts.

Tjitske, en later ook haar man Binne Martens, woonde bij haar oudtante

Jetske Durks van der Meij en haar man Jan Broers; ze werd ook haar

erfgenaam.105 Binne en Tjitske zijn via de Rintjema’s aan zijn moeders

kant (Sjoukje Wiegersma)106 voorouders van auteur Van der Meulen.

Meer dan zevenduizend nakomelingen zijn hem bekend.

3. Dirck Baukes, ged. 13 dec. 1705, schoenmaker te Ternaard, overl. [aldaar] 1749/1752, tr. Ternaard 21 juli 1743 Joukje Joekes.

4. Doetje Baukes, ged. 4 sept. 1707, tr. Jan Everts; ze wonen 1752 te Leeuwarden.

5. Beern Baukes, ged. 21 april 1709; hij nam in 1752 de smederij te Ternaard over.

6. Jan Baukes Faber, ged. 29 maart 1711, zie 56. 7. Antje Baukes, ged. 11 juni 1713, in 1752 ongehuwd. Uit het vierde huwelijk: 8. Jelle Baukes, ged. 3 jan. 1717, jong overleden. 9. Jelle Baukes, ged. 12 aug. 1718, vermoedelijk jong overleden. 10. Gosse Baukes, ged. 26 febr. 1723, jong overleden. 11. Gosse Baukes Faber, ged. 30 juli 1724, mr. smid te Leeuwarden,

tr. ald. 11 mei 1749 Aaltje Piers Ypma, ged. Holwerd 6 aug. 1724, dochter van Pier Cornelis, timmerman, en Antje Bienses.

104 Mensonides, a.w., 11-12; O. Schutte en Y. Brouwers, ‘Kwartierstaat Van der Mey, in

parentelen’, in: Geneal. Jierb. 2009 190.

105 WED 103 25 (boedelbeschrijving 20 aug. 1743).

106 M. Kist, B.D. van der Meulen en J. Smink (red.), Friese Kwartieren (Leeuwarden 2005)

262.


Taekes Salverda, landbouwer en ontvanger te Tzum, bijzitter van Franekeradeel, en Bregtje Piers Strikwerda; zij tr. 2. Franeker 8 jan. 1769 Johannes Andringa, ged. Leeuwarden 26 dec. 1722, mr. zilversmid te Leeuwarden, vanaf 1769 te Franeker, overl. ald. 11 sept. 1796, zoon van Sybrant Andringa, mr. bakker, en Yf ke Freerks.110

Yttje Lammerts Salverda, weduwe van Johannes Andringa werd op 22

juni 1801 slachtoffer van een beroving. Meine Johannes (Obman) en zijn

oudere broer Klaas namen twee zilveren gespen ter waarde van totaal 15

carolusguldens mee uit de vitrine die zij voor de winkel in Franeker had

staan. Meine werd hiervoor aangehouden. Hij kreeg op 8 juli 1801 van het

Hof van Friesland een strenge geseling, binnenkamers uitgevoerd, en hij

werd 14 dagen vastgezet op water en brood.111

VIII

152 Jane Jans (vanaf ca. 1730) van Slooten, geb. Harlingen 19 jan. 1676 (zoon van Jan Janes en Elske Heeres),112 wijdschipper, koopman en reder te Harlingen, overl. ald. 19 sept. 1738, tr. Harlingen 15 sept. 1700

153 Tjeertje Sipkes, ged. Harlingen 16 dec. 1683 (dochter van Sipke Feytes en Mayke Dirks), overl. Harlingen 15 dec. 1760.

Uit dit huwelijk (geb./ged. Harlingen): 1. Elske Janes, ged. 29 aug. 1702, jong overleden. 2. Elske Janes, ged. 9 sept. 1703, idem. 3. Jan Jaanes van Slooten, geb./ged. 25/28 juli 1705, zie 76. 4. Sipke Janes van Slooten, ged. 3 juli 1707. 5. Elske Janes van Slooten, ged. 8 sept. 1709, tr. Harlingen 23 jan.

1729 (beiden van Harlingen) Pyter Jansen Trompetter. 6. Mayke Janes van Slooten, ged. 28 mei 1711, tr. Harlingen 19

juni 1763 (beiden van Harlingen) Paulus Dirks. 7. Pytje Janes van Slooten, ged. 24 sept. 1713, tr. 1. Harlingen 21

febr. 1741 (beiden van Harlingen) Harmen Foekes de Boer; tr. 2. ald. 15 april 1742 (beiden van Harlingen) Hendrik Everts Pesma, notaris en procureur; hij tr. 1. Harlingen 18 mei 1739 Fyke de Waard; tr. 3. ald. 23 juli 1752 Yf ke van der Sluis.

8. Jane Janes van Slooten, geb./ged. 12/30 nov. 1715, koopman,

110 Andringa Werkgroep, Andringa (1983) 191.

111 Archief Hof van Friesland, inv.nr. 5844 (crimineel dossier).

112 Ned. Patriciaat 77 (1993) 438 e.v.; de genealogie gaat nog vier generaties verder terug;

op pag. 457 een portret van Jan Jans van Slooten. Vgl. Mensonides, a.w., 1.

2. Heiltje Lucas Salverda, tr. Franeker 9 maart 1738 (beiden van Franeker) Thijs Wepkes Feenstra, geb. Franeker 1706/07, koopman en distillateur te Franeker, overl. ald. 25 jan. 1776, weduwnaar van Tjitske Sierks.

Thijs Wepkes Feenstra en Tjitske Sierks waren de grootouders van Thijs

Feenstra, geb. Franeker 17 aug. 1766, lid van het Committé Révolutionair

februari 1795; lid van het Intermediair Administratief Bestuur 1798-1799;

idem van het Departementaal Bestuur 1802-1807; burgemeester van

Leeuwarden 1824-1840, overl. ald. 23 nov. 1840.

Thijs en Heiltje hadden een zoon Lucas en een dochter Doetje. Lucas

raakte aan de drank, verwaarloosde zijn zaken (wolkammerij) en zijn

gezin. Bij vonnis van het Hof van Friesland van 5 okt. 1773 werd hem, op

verzoek van zijn vader, het beheer over zijn goederen ontnomen en moest

hij onder curatele worden gesteld.108 Doetje trouwde met haar neef Lucas

IJsbrandsz, zie hierna.

3. Beertje Lucas Salverda, tr. 1. Makkum 13 sept. 1733 (hij van Makkum, zij van Franeker) Jan Jacobs Tichelaar, koopman te Makkum; tr. 2. stadhuis Harlingen 9 sept. 1736 IJsbrand Dirks, koopman, estrik- en panbakker te Makkum, overl. ald. 1782.

IJsbrand Dirks was eerst vooral estrikbakker, maar schakelde over naar

dakpannen. Zijn zoon Lucas IJsbrandsz (1739-1826) zette het bedrijf

met kracht voort; hij trouwde met zijn nicht Doetje Thijssen Feenstra

(1740-1816). Het paar liet één dochter na, Beertje Lucas (1776-1849), die

met Frans Britzel (1775-1855) trouwde. Frans kwam bij zijn schoonvader

in het bedrijf, dat onder de naam Lucas IJsbrandsz & Zoon tot 1914 heeft

bestaan. Vanaf ongeveer 1880 produceerde het bedrijf de beroemde Lucas

IJsbrandsz-dakpan.109

4. Otte Lucas Salverda, zie 62. 5. Tjamke Lucas Salverda, tr. Franeker 24 mei 1744 Pytter Sybrens

Brouwer, burgersergeant. 6. Philippus Lucas Salverda, geb. ca. 1710, tr. Franeker 5 april 1732

zijn nicht Heiltie Sybes Salverda, geb. ca. 1712, dochter van Sybe Ottes Salverda, koopman en wolkammer.

7. Tamme Lucas Salverda, op belijdenis ged. (geref.) Franeker 3 juli 1756, zilversmid aldaar, tr. Franeker 8 dec. 1748 Ytje Lammerts Salverda, geb. Tzum 28 maart 1726, winkelierse te Franeker (1801), overl. ald. 28 dec. 1804, dochter van Lammert

108 Archief Hof van Friesland, inv.nr. 16641.

109 O. Gielstra, ‘Het panwerk van Lucas IJsbrandsz en de familie Britzel te Makkum’,

in: Ald Nijs 29/30 ( juni/september 2001) 14-18.


dorprechter van Buitenpost omstr. 1630, en Aeff ke Brantsum),114 overl. Buitenpost 1713/14.

Uit het eerste huwelijk: 1. Gosse Martens Bennema, geb. Buitenpost 1654, ged. ald. 17

juni 1655, boer te Buitenpost, overl. ald. 1705, tr. 1. Buitenpost 24 febr. 1678 Martjen Meyntes; tr. 2. ald. 18 mei 1684 Antje Pytters, geb. Westergeest 1662, overl. ald. 1728, dochter van Pytter Foeckes; zij tr. 2. Gerck Andries.

Uit het tweede huwelijk: 2. Ynske Martens Bennema, ged. Buitenpost 22 nov. 1657, jong

overleden. 3. Reyn Martens Bennema, ged. Buitenpost 4 sept. 1659, jong

overleden. 4. Reyn Martens Bennema, ged. Buitenpost 13 jan. 1661. 5. Hendrick Martens Bennema, ged. Buitenpost 7 juni 1663,

overl. voor 1713, tr. Buitenpost 15 sept. 1689 Harmke Gerrits, van Engwierum, overl. Buitenpost 15 mei 1733.

6. Ynske Martens Bennema, ged. Buitenpost 19 aug. 1666. 7. Aaf ke Martens Bennema, tweeling met voorgaande; beiden

jong overleden. 8. Albert Martens Bennema, ged. Buitenpost 7 mei 1676, zie 82. 192 Jasper Eedes, van Terwispel, tr. Langezwaag 24 febr. 1665 193 Antie Jelles, van Kortezwaag. Uit dit huwelijk: 1. Eede Jaspers, zie 96. 194 Bouwe Alberts, ged. Oudega (Sm.) 4 mei 1645 (zoon van Albert

Claesen, molenaar aldaar), molenaar te Gorredijk aan de Molenwal, overl. ald. 1691/93, tr. 2. Kortezwaag 4 april 1675 Aukjen Sierds, van Kortezwaag; tr. 3. Kortezwaag 2 sept. 1683 Bontje Uilkes, van Oldeboorn (uit dit huwelijk o.a. Sytske Bouwes, zie 109 sub 10); zij tr. 2. Gorredijk 25 juni 1693 Nolle Jans, van Gorredijk, weduwnaar van Elske Joannes; tr. 1. 1667

195 Jantzen Wybes, ged. Opeinde 17 jan. 1647 (dochter van Wybe Ebes), overl. Gorredijk ca. 1671.

Uit dit huwelijk: 1. Gryt Bouwes, ged. Oudega 5 febr. 1668, tr. Langezwaag 23 jan.

1687 Lippe Sierds, van Kortezwaag. 2. Gjalt Bouwes, ged. Oudega 14 maart 1670, boer te Langezwaag,

tr. ald. 25 juni 1693 Fedtje Luitzens, van Wijnjeterp.

114 P.J.C. Elema en R. van der Ley, ‘Rijpema; een Fries-Groningse familie’, in: Geneal.

Jierb. 1991 47.

reder, lijnslager en suikerraffinadeur te Harlingen, lid van de vroedschap, vijf maal burgemeester van Harlingen, overl. ald. 25 april 1789, tr. Stavoren 16 dec. 1742 Lieukjen Thomas Wiarda, geb. Stavoren 22 sept. 1721, overl. Harlingen 27 okt. 1770, dochter van Thomas Montes Wyaerda, grootschipper, hopman, en Itsk Everts Corff.

9. Feite Janes, ged. 14 dec. 1717. 10. Sipke Janes van Slooten, ged. 5 mei 1726, tr. Harlingen 24 okt.

1751 (beiden van Harlingen) Maeyke Jacobs (van) Kok, overl. Harlingen 28 maart 1808.

154 Sicke Salomons, grootschipper te Harlingen, tr. stadhuis Harlingen 29 jan. 1687 (beiden van Harlingen)

155 Bauckjen Douwes.160 Wouter Thijsses, mr. wever te Oostermeer op Snakkerburen (1667),

later op de Heidbuurt (1709), tr. 2. Oostermeer 11 jan. 1685 Elske Meynerts, van Oudega (ondertrouw was al 8 juli 1683); tr. 1.

161 Engeltie Sioerdts, overl. voor 1678. Uit het eerste huwelijk (o.a.): 1. Sjoerd Wouters, linnenwever te Oostermeer bij de Wal, tr. 1.

Oostermeer 25 maart 1663 Fockje Fockes, van Kollum; tr. 2. ald. 28 april 1689 Rinske Hendricks, van Oudega; tr. 3. ald. 2 april 1697 Ypkje Clases (beiden van Oostermeer); tr. 4. ald. 13 nov. 1701 Gepke Wisses, van Oudega.

2. Willemke Wouters, tr. Boornbergum 22 mei 1687 Lambertus Geerts, van Boornbergum, met toestemming van het gerecht, nadat haar vader bijna een jaar lang had geprobeerd dit huwelijk te beletten.

3. Thijs Wouters, zie 80. 4. Martjen Wouters, ged. Oostermeer 16 sept. 1670, tr. Buitenpost

[11] juli 1706 Gerrit Tjeerds, van Lutjepost. 5. Jantje Wouters, ged. Oostermeer 8 jan. 1673. 164 Marten Hendricks Bennema, geb. Buitenpost 1624 (zoon van

Hendrick Martens en Inscke Franses),113 boer te Buitenpost, bijzitter (mederechter) van Achtkarspelen, overl. Buitenpost 26 dec. 1690, tr. 1. Buitenpost 20 febr. 1653 Lijsbeth Gosses Heringa, geb. Nes (Wd.) 1630, overl. Buitenpost 23 febr. 1654 (dochter van Gosse Etes en Duyfcke Gerryts); tr. 2. Buitenpost 15 maart 1657

165 Trijntje van Harckema (dochter van Reint van Harckema,

113 P. Nieuwland, ‘Kertiersteat fan Pieter Nieuwland’, in: Geneal. Jierb. 1987 55.


210 Johannes Gerrits, schipper, tr. Franeker 25 maart 1666 (beiden van Franeker)

211 Fettje Symens; zij tr. 2. (ondertr. Franeker 3 juli 1675) IJsbrant Dirckx, van Harlingen.

Uit dit huwelijk: 1. Tiedtie Johannes, ged. Franeker 13 maart 1667. 2. Lolck Johannes, ged. Franeker 5 mei 1669. 3. Taetske Johannes, ged. Franeker 3 aug. 1670, zie 105. 4. Symen Johannes, ged. Franeker 12 mei 1672. 212 Johannes Ennema, geb. Pingjum juli 1647 (zoon van ds. Petrus

Pauli Ennema en Aeltje Tiepkes Abbema), koopman te Franeker (1670), burgerluitenant (1673), schrijver van een compagnie (1675), laatst konvooimeester te Makkum, overl. [aldaar] 29 aug. 1679, begraven te Franeker, tr. ald. 20 febr. 1670

213 Attje Agges Brunia, geb. Franeker 30 juni 1654 (dochter van Agge Sybrandts Bruinia), overl. [Franeker] 16 okt. 1684, begraven aldaar; zij tr. 2. Franeker 25 nov. 1683 Jurjen Beerns Salverda, geb. Franeker 1660, koopman aldaar, overl. Franeker 11 juni 1734, zoon van Beernt Poppes Salverda, koopman, en Hiltie Tiepkes Abbema.

Uit dit huwelijk: 1. Petrus Ennema, ged. (als: Pyter) Franeker 5 jan. 1671, tr. ald.

15 jan. 1695 Elisabeth Doytsma, ged. Franeker 13 dec. 1668, dochter van Jacobus Doytsma, landmeter, tevens pedel aan de Academie te Franeker, en Aeltje (Wabbes) Juckema.

2. Aggaeus Ennema, ged. Franeker 15 jan. 1673, zie 106. 3. Aeltje Ennema, ged. Franeker 17 maart 1675. 214 Harmen Doedes, koopman en burgervaandrig te Franeker,

vroedsman (1684), burgemeester 1688-1690, tr. 1. aldaar 31 jan. 1664 Jetske Jans (beiden van Franeker); tr. aldaar 29 okt. 1670 Janke Pyters Lanstra, van Lutkewierum; tr. 4. Franeker 20 jan. 1684 Tjietske Agges Eydsma (beiden van Franeker); tr. 3. Franeker 12 april 1674

215 Maeike Feddes, van Franeker. Uit het eerste huwelijk: 1. Jetske Harmens, ged. Franeker 10 sept. 1671. 2. Peerk Harmens, tweeling met voorgaande, ged. als voren. Uit het derde huwelijk: 3. Antie Harmens, ged. Franeker 10 febr. 1675, zie 107. 4. Jouwerke Harmens, ged. Franeker 13 dec. 1676. 5. Doede Harmens, ged. Franeker 12 febr. 1679. Uit het vierde huwelijk: 6. Doede Harmens, ged. Franeker 21 jan. 1685.

3. Meints Bouwes, ged. Oudega 14 maart 1670, zie 97. 200 Marten Sioerdts, boer op Camstraburen onder Leeuwarden, overl.

[aldaar] voor 1651,115 tr. stadhuis Leeuwarden 12 nov. 1639 (hij van Lekkum, zij van Leeuwarden)

201 Sytske Jacobs, overl. Boksum 1677; zij tr. 2. 1654 Jan Dircks, van Lekkum, zij dan van Wilaard onder Leeuwarden.

Uit dit huwelijk: 1. Antje Martens, tr. Murck Gerbens, boer te Poppingawier,

overl. ald. 1707. 2. Sjoerd Martens, boer te Deinum op Spitael (later genaamd

Steenwijk, stem nr. 26), overl. ald. ca. 1680, tr. Berber Douwes; zij tr. 2. Romke Cornelis.116

Jacob Martens en Murk Gerbens zijn curatoren over hun kinderen,

Marten Sjoerds (1672-ca. 1744) en Sytske Sjoerds (1676-1731, voormoeder

van de familie Cuperus in Deinum en omstreken). Van Marten Sjoerds

stamt de Wirdumer familie Van der Hem af (via zoon Sjoerd Martens).

Mata Hari en Piet van der Hem hebben vast niet geweten dat ze aan

elkaar verwant waren. De doopsgezinde familie Teenstra stamt af van

Marten Sjoerds’ dochter Berber.

3. Jacob Martens, geb. Leeuwarden ca. 1650, zie 100. 4. Jan Martens, voor 1677 kinderloos overleden. 202 Sioerdt Jans, boer te Boksum en Blessum, overl. ald. ca. 1695,117 tr. 203 Antie Romckes, overl. Blessum 1709. Uit dit huwelijk: 1. Dochter, tr. Rienck Wytses, boer te Blessum. 2. Dochter, tr. Gerben Wytses. 3. Jissel Sjoerds, zie 101. 208 Sierck Siercx, gegoed te Tzum, tr. 1. Antie Sipkes; tr. 2. (ondertr.

Tzum 10 maart 1650, beiden van Tzum, aldaar getrouwd) 209 Trijntje Hayes. Uit het eerste huwelijk: 1. Aef ke Siercks, ged. Tzum 26 april 1648. Uit het tweede huwelijk: 2. Antie Siercks, ged. Tzum 23 nov. 1651. 3. Haye Siercks, ged. Tzum 4 nov. 1655, jong overleden. 4. Haye Siercks, ged. Tzum 30 aug. 1657, zie 104.

115 Boedelbeschrijving 1 maart 1654 in LWN z24 184.

116 MEN 80 345 e.v., 613; boedelbeschrijving 9 mei 1685. Grafschriften tussen Flie en

Lauwers IV 63.

117 P. Nieuwland, ‘Kertiersteat Pieter Nieuwland’, in: Geneal. Jierb. 1987 47.


5. Goytsen Deddes, ged. Langezwaag 1 sept. 1689.224 Beern Tyesses, mr. smid te Ee, vanaf 1674 te Holwerd, tr. 2. Holwerd

14 jan. 1683 Antje Sybes; tr. 1. Finkum 6 maart 1664 (hij van Oude Leye, zij van Kollum)

225 Tietske Bauckes, lidmaat te Holwerd 28 juli 1676 met att. van Ee. Uit dit huwelijk: 1. Tjesse Beerns, ged. Ee 25 febr. 1666, tr. Holwerd 27 jan. 1695

Sytske Gosses, beiden van Holwerd. 2. Bauke Beerns, ged. Ee 29 nov. 1668, zie 112. 3. Jan Beerns, ged. Ee 5 juni 1670 (onzeker, geen ouders vermeld). 4. Jan Beerns, ged. Ee 25 maart 1672 (onzeker, geen ouders

vermeld). 5. Antie Beerns, ged. Holwerd 9 aug. 1674. 6. Dirk Beerns, ged. Holwerd 14 jan. 1677. 7. Tuentie Beerns, ged. Holwerd 23 febr. 1679. 8. Aeme Beerns, ged. Holwerd 28 okt. 1681. Uit het tweede huwelijk: 9. Sybe Beerns, ged. Holwerd 9 nov. 1684.226 Beert Dirks van der Meij, geb. Ternaard ca. 1653 (zoon van Dirck

Jansz en Antie Gerlofs),120 boer op Reinsma te Ternaard, doopsgezind, overl. Ternaard 17 sept. 1721, tr. 2. gerecht Westdongeradeel 5 juni 1703 Trijntje Jans, weduwe van Jacob Willems, van Dokkum; tr. 1. 1681

227 Doedtie Wytses, geb. Ternaard 1659 (dochter van Wytse Sippes en Antie Jacobs), overl. Ternaard 26 maart 1696.

Uit dit huwelijk (volgorde onzeker): 1. Trijntje Beerts van der Meij, tr. Ternaard 12 nov. 1702 Lieuwe

Goffes, geb. Ternaard 1677, boer aldaar, zoon van Goffe Pytters, boer, en Claeske Lieuwes.

2. Antje Beerts van der Meij, zie 113. 3. Durk Beerts van der Meij, geb. Ternaard ca. 1690, boer te

Ternaard op Reinsma, overl. voor 1748, tr. Ternaard 26 juli 1733 Nieske Jacobs, ged. Ternaard 2 febr. 1696, overl. na 1778, dochter van Jacob Gaytses en Ytje Jans van der Meij.

4. Jan Beerts van der Meij, boer te Ternaard, op belijd. gedoopt (geref.) ald. 3 febr. 1713, diaken 1722, overl. Ternaard 1751, tr. ald. 17 mei 1711 Antie Goffes, ged. Ferwerd 17 jan. 1686, overl. Ternaard 1755, dochter van Goffe Gosses en Haebeltje Formers.

230 Willem Tabes, woont te Wartena (1695), tr.231 Rinske Tietes; zij wordt 23 jan. 1729 aangenomen als lidmaat te

Ferwerd met att. van Warga, dan weduwe.

120 Zie verder Schutte en Brouwers, a.w., 186 e.a.

216 Wessel Claes, overl. voor 26 sept. 1699. Molenaar te Oosterwolde (1676). In 1682 kochten hij en zijn vrouw de helft van

een huizinge en molen c.a. te Donkerbroek van Jan Jansen en Foppe Jans.118 In

1693 was hij molenaar op de Veenemolen te Oosterwolde.

Hij tr. 2. Donkerbroek 30 juli 1689 Aeltien Jans, overl. na 1701; tr. 1. ca. 1673

217 Lammegien Jelles, overl. 1684/89. Uit het eerste huwelijk: 1. Claes Wessels, huisman te Aekinge onder Appelscha (1713,

1718); tr. 2. Hendrikjen Lubberts. 2. Jelle Wessels, ged. Oosterwolde 10 dec. 1676, jong overleden. 3. Luytien Wessels, ged. Donkerbroek 12 april 1680, zie 108. 4. Jelle Wessels, ged. Oosterwolde 7 mei 1682, molenaar op de

Veenemolen te Oosterwolde (1711), tr. Aaltje Jacobs. 5. Roelofje Wessels, ged. Donkerbroek 10 mei 1684, overl. voor

1699. Uit het tweede huwelijk: 6. Antie Wessels, ged. Donkerbroek 5 maart 1690.220 Luitjen Jelles, tr.221 Fraukjen Alberts. Uit dit huwelijk: 1. Luytien Luytjes, geb. 4 dec. 1675, zie 110. 2. (wsch.) Wessel(tje) Luitjens, tr. (ondertr. Wijnjeterp/

Duurswoude april 1702) Oege Baniers, van Beetsterzwaag, wagenmaker in de Meulenburen te Duurswoude, zoon van Banier Geerts (Offringa), mr. smid te Beetsterzwaag, en Bontje Oeges.

222 Dedde Jans, boer en dorprechter te Langezwaag, tr. 223 Lolckien Sioerdts.119

Stemkohier 1698: gebr. Langezwaag nr. 24, is uit naam van zijn vrouw ook

eigenaar; met zijn vrouw eigenaar en gebruiker voor ¼ van nr. 32.

Uit dit huwelijk: 1. Hylkjen Deddes, ged. Langezwaag 7 jan. 1677, zie 111. 2. Jan Deddes, ged. Langezwaag 18 jan. 1680. 3. Griet Deddes, ged. Langezwaag 19 maart 1683, tr. ald. 25 mei

1710 Jelle Jans, beiden van Langezwaag. 4. Sioerdt Deddes, ged. Langezwaag 7 nov. 1686, tr. ald. 6 april

1710 Aukjen Alberts, van Langezwaag, overl. na 1749. Quotisatie Langezwaag: Sjoerd Deddes weduwe, redelijk gestelt, 1, 13-10-0.

118 OSW 44 52.

119 OPS 120 473.


Bijlage: Het faillissement van Adam Zelle122

Onze al vaak geciteerde zegsman H.M. Mensonides, destijds gemeentearchivaris van Leeuwarden, is nogal stellig in zijn statement dat Adam Zelle, “niet tevreden echter met een bescheiden welstand”, begon te speculeren in petroleumaandelen, aanvankelijk met succes. Maar na enige tijd liet het geluk hem in de steek. Mensonides baseerde zich op gesprekken met oud-notaris Nanne Ottema (1874-1955), wiens vader Allert Ottema (1839-1918) als notaris betrokken was bij de afwikkeling van het faillissement. Onderzoeker Jan Brugman denkt dat de ondergang van het Franse consortium dat het Panamakanaal aanlegde hem meesleurde: dat ging ook in februari 1889 failliet. De eerste theorie lijkt mij op het eerste gezicht plausibeler dan de tweede.Feit is dat Adam Zelle omstreeks 1882 over meer geld leek te beschikken dan de gemiddelde middenstander. Dat hij door zijn huwelijk (1873) met Antje van der Meulen een man in bonus werd lijkt me wat overdreven. Natuurlijk, ze zal wel ‘in dof ke’ hebben meegekregen, haar ouders leefden nog. Toen haar vader in 1881 stierf kreeg haar moeder levenslang het vruchtgebruik, Adam Zelle stond voor f l. 5000 in de schuld wegens geleend geld.123 Dus die nalatenschap genereerde geen inkomen. Zijn vader had hem zijn geboortehuis (nu: Kelders 33) nagelaten, maar bij de boedelscheiding moest hij zijn zusters bijna f l. 4500 uitkeren wegens overbedeling.124 Hij woonde daar toen met zijn gezin op de bovenverdieping.

Beleggingen en aankopen van huizenTransacties in aandelen onttrekken zich aan onze waarneming, we moeten het dus doen met wat is vastgelegd door notarissen en de hypotheekbewaarder. Het eerste dat we, in de jaren 1874 en ‘75, vinden zijn drie geldleningen onder hypothecair verband aan middenstanders te Franeker, Tzummarum en Spannum, in totaal f l. 9400.125 Zijn schoonvader trad voor hem op en had vermoedelijk ook (een deel van) het kapitaal verschaft.In 1877 kocht Adam Zelle een winkelhuis aan het Schapenplein te Sneek voor f l. 4650.126 Hij expoiteerde die winkel zelf met behulp van een bediende. Voor zover we kunnen weten is de stand van zaken eind 1881

122 Deze bijlage is geschreven door de tweede auteur.

123 Notarieel archief 41089 rep. nr. 300 d.d. 8 dec. 1881.

124 Notarieel archief 80028 rep.nr. 285 d.d. 4 april 1881.

125 Notarieel archief 40063 rep.nrs. 114 en 167; idem 40064 rep.nr. 173.

126 Notarieel archief 119075 rep.nr. 217 d.d. 29 dec. 1877.

Uit dit huwelijk: 1. Yemke Willems, ged. Warga/Wartena 14 juli 1695. 2. Aaltje Willems, ged. ald. 2 mei 1697, zie 115.248 Otte Sybes Salverda,121 geb. ca. 1654, koopman te Franeker, tr.

(ondertr. Franeker 30 jan. 1673, hij van Salwerd, zij van Lutjelollum)249 Heiltje Lucas de Here; zij tr. 2. Franeker 6 dec. 1684 Gaatse Freercx. Uit dit huwelijk: 1. Sybe Ottes Salverda, geb. Franeker 1676, zie 124/125 sub 6. 2. Lucas Ottes Salverda, geb. 1679, zie 124. 3. Tjepke Ottes Salverda, geb. 1681, overl. Franeker 16 febr.

1714, tr. stadhuis Franeker 28 april 1703 Pytters Siverda, ged. Franeker 26 nov. 1682, overl. 3 sept. 1719, dochter van Pytter Sjoerds Siverda, bakker, en Goyck Keimpes Sellinga.

250 Tamme Hessels, mr. koekebakker te Franeker, burgersergeant (1684), tr. aldaar 25 febr. 1683 (beiden van Franeker)

251 Beertie Jacobs. Uit dit huwelijk: 1. Sjouckjen Tammes, ged. Franeker 24 april 1684, zie 125. 2. Pytje Tammes, ged. Franeker 20 dec. 1685.

121 Zie verder: A.M. Douma, De Franeker familie Salverda van 1550-heden (Meppel 1999).


failliet en kwam soms bij zijn zoon schooien om wat geld. Als boeren weinig hebben te besteden, dan heeft dat vanzelfsprekend negatieve gevolgen voor de arbeiders en de middenstand, ook in de steden. In Friesland kwam daar nog een ander fenomeen bij, het absenteïsme. In de tweede helft van de 19de eeuw vertrok veel adel naar andere gewesten. Dit betekende dat de huuropbrengsten van hun landerijen uit de provincie stroomden en niet meer bij de lokale middenstand werden besteed. Ook droegen die landeigenaren niet meer bij aan de plaatselijke belastingen, met name de hoofdelijke omslag. Dat scheelde meer dan een slok op een borrel, zodat verschillende gemeentebesturen in de problemen kwamen en de omslagen moesten verhogen.131

Zijn aankopen had Adam Zelle steeds weten te financieren uit eigen middelen, geleend geld van zijn schoonmoeder en opgezegde hypotheken. Maar begin 1887 moest hij de enorme som van f l. 40.000 lenen van Willem Sprenger, kassier en eigenaar van de Fa. P. Koumans Smeding.132 De vier huizen in Leeuwarden (taxatie- en aankoopprijzen samen f l. 45.465) waren onderpand.133 Zelle kan een dergelijk bedrag nooit zijn kwijtgeraakt door slecht draaiende winkels. Een jaar later moest hij ook zijn andere vastigheden bezwaren, om te beginnen het winkelhuis te Sneek met een lening van f l. 3000 van Petrus J. Suringar te Leeuwarden.134 Zelfs de blote eigendom van de huizen te Franeker, de erfenis van zijn vrouw dus, werd belast met een hypotheek van f l. 4000; Petrus J.J. Sauveur te Leeuwarden was de geldverstrekker.135

Bij zulke bedragen is de rentelast (5%, dus f l. 2350 per jaar) uiteraard een molensteen om de nek en Zelle kon het hoofd niet meer boven water houden. Een poging om de schulden te verminderen door de verkoop van het winkelhuis aan de Voorstreek mislukte jammerlijk: op een veiling werd er slechts f l. 6750 voor geboden en de gunning werd

131 M.J.E. Blauw, Van Friese grond (Leeuwarden 1995) 47-54; K. Huisman, ‘’Uitwonend

grondbezit’ kostte Friesland vele miljarden’, in: Leeuwarder Courant van 11 febr. 1995,

Sneon en Snein pag. 7.

132 Willem Sprenger (Oosterhout 11 sept. 1836-Leeuwarden 21 sept. 1911) was getrouwd

met een kleindochter van Pieter Koumans Smeding (1791-1854); ik weet niet of

hij de enige eigenaar van de firma was. Hij was ook directeur-eigenaar van de

Leeuwarder Courant. Nog bij zijn leven werd een straat in Leeuwarden naar hem

genoemd, wegens zijn verdiensten als voorzitter van de vereniging “Eigen brood

bovenal”; zie W. Dolk, Leeuwarder straatnamen (Leeuwarden 1969) 78.

133 Notarieel archief 76134, rep.nr. 455 d.d. 2 febr. 1887.

134 Notarieel archief 76135, rep.nr. 781 d.d. 23 okt. 1888.

135 Idem, rep.nr. 833 d.d. 31 dec. 1888.

dat hij toen – buiten de blote eigendom van onroerend goed te Franeker – twee huizen bezat ter waarde van ruim f l. 20.000, aan vorderingen wegens leningen had uitstaan f l. 9.400, maar ook aan familie f l. 9.500 schuldig was. In de hoofdelijke omslag werd hij aangeslagen in klasse 15 (een inkomen van f l. 4000-5000 per jaar). In september 1882 kocht hij het huis aan de Grote Kerkstraat 28 op een veiling voor f l. 14.674.127 Hij leende hiervoor geld van zijn schoon-moeder;128 vermoedelijk heeft hij ook zijn hypothecaire vorderingen van de hand gedaan.129 Op 1 januari 1883 verhuisde hij met zijn gezin naar de nieuwe aankoop en voerde daar, zoals dat heet, een grote staat. Voor de goede orde: hier dreef hij geen handel. De winkel in hoeden en petten bleef op de Kelders, de bovenverdieping daar werd verhuurd. Twee jaar later volgde opnieuw een grote aankoop: een winkelpand aan de Voorstreek, “over de Koornmarkt”, ook wel “bij de Vischmarkt”, nr. 248. Zelle had er f l. 9000 voor over.130 Zijn laatste aankoop van onroerend goed betrof een herenhuis aan de Tweebaksmarkt nr. 60, dat hij op 22 dec. 1885 op een veiling wist te bemachtigen voor f l. 5791.

Het gaat helemaal misNiet lang daarna moet de ellende zijn begonnen. Ik denk dat die niet alleen te wijten was aan het geluk dat Adam Zelle in de steek liet. Al enige jaren heerste er malaise in grote delen van Europa, de zgn. landbouwcrisis. Veel boeren hadden moeite om het hoofd boven water te houden. Mijn grootvader vertelde mij eens dat zijn ouders op zeker moment welgeteld één rijksdaalder in huis hadden. Zijn grootvader, ooit boer te Peins op een bedrijf van meer dan 150 pondematen, ging

127 Notarieel archief 82079 rep. nrs. 8652 en 8658 d.d. 4 sept. 1882.

128 Zo blijkt uit het faillissementsdossier, zie verderop.

129 Lastig te bewijzen, aangezien de inschrijfregisters van de hypotheekbewaarders

in 1992 zijn vernietigd. Mijn collega Barteld de Vries en ik hebben destijds

geprotesteerd, maar ons advies werd genegeerd. In ieder geval is een vordering

van f l. 6000 op Jan Watzes Hibma overgenomen door Yme Ottes Faber, een neef

van Antje van der Meulen (not. arch. 50059 rep.nr. 247 d.d. 1 dec. 1882). Faber was

commissionair in effecten en kassier te Harlingen, handelende onder de naam Y.O.

Faber en van der Woude. Hij stond in 1881 voor f l. 9500 in het krijt bij zijn tante

Sjoukje Faber. In 1893 ging hij niet alleen failliet, maar werd hij ook veroordeeld

tot drie jaar gevangenisstraf wegens “valschheid in geschrifte, gebruikmaking van

valsche geschriften en verduistering” (archief Arr. rechtb. Leeuwarden, toeg. 18-02,

inv.nr. 302, rolnr. 1537).

130 Het was een onderhandse aankoop; de akte is 12 aug. 1884 geregistreerd door de

hypotheekbewaarder (toegang 35-02, inv.nr. 878 nr. 70).


werden gehinderd door de slechte administratie die Zelle placht te voeren; volgens eigen zeggen hield hij er geen kasboek op na. De panden te Leeuwarden werden getaxeerd op f l. 34.000, ze stonden financieel gezien dus inderdaad ruimschoots onder water. Dat gold niet voor de panden te Sneek en Franeker. De waarde van de inboedel in het huis aan de Grote Kerkstraat werd geschat op f l. 3497,69. Het meubilair werd per vertrek geïnventariseerd, zodat we de indeling van het huis kennen: voorkamer, ontbijtkamer, zaal, gang, keuken, bijkeuken, kelder; boven: voorkamer, logeerkamer, grote slaapkamer, drie kinderslaapkamers en tenslotte een zolder.Zoals onderzoeker Terpstra al opmerkte deed Zelle niet alleen handel in hoeden en petten, maar ook in petroleum.141 Die handel stelde echt wel wat voor. Hij had detaillisten en vermoedelijk ook particulieren in en buiten Leeuwarden als klant, die hem (buiten een oninbare post van f l. 150) in totaal f l. 908,53 schuldig waren. Een petroleumkar maakte deel uit van de winkelinventaris. De zes vaten petroleum ter waarde van f l. 78, die bij de inventarisatie nog aanwezig waren in de zgn. petroleumschuur bij het Vliet, komen niet voor in de balans van een week later. Ze waren intussen teruggehaald door de leverancier, Fa. Post Uiterweer en Co. te Amsterdam.De klantenkring voor hoeden en petten was veel talrijker, maar hun boekschulden waren gemiddeld veel kleiner: 145 posten voor in totaal f l. 1172,75. De grootste klant was baron van Utenhove met een schuld van f l. 112,60. Opvallend en ook symptomatisch voor de slechte tijden is dat er bovendien voor f l. 817,65 aan “dubieuse of insolide” vorderingen uitstond; die werden meteen afgeschreven. Het wil me voorkomen dat de slordige administratie en bedrijfsvoering van Zelle ook een rol speelde. Het was in die tijd, en nog tot na de tweede wereldoorlog, niet de gewoonte om middenstanders contant te betalen. Alles werd in een rekenboek geschreven en enkele malen per jaar afgerekend. De waarde van de voorraden en het meubilair in de winkels werd getaxeerd op f l. 1637,95 (Leeuwarden) resp. f l. 633,30 (Sneek). De duurste artikelen waren zijden hoeden, f l. 2 per stuk. Dat waren er maar enkele tientallen, ze vielen in het niet bij honderden petten en mutsen van diverse makelij, die enkele dubbeltjes of kwartjes waard waren. In verhouding was Zelles bezit aan effecten en aandelen onbeduidend: f l. 377; aan contanten was er f l. 774,65 in huis.Uiteraard overtroffen de schulden de bezittingen in ruime mate. De schuld aan Sprenger was, wegens onbetaalde rente en kosten, opgelopen tot f l. 41.745,75; zodoende beliepen de hypotheekschulden

141 K. Terpstra, a.w., 13.

ingehouden.136 Opvallend, en tekenend voor de verhoudingen in die tijd en ook binnen het gezin, is wel dat Antje van der Meulen, met wie Zelle in gemeenschap van goederen was getrouwd, in geen enkele transactie wordt genoemd.

FaillissementEind 1888, wellicht al wat eerder, moet Sprenger meer dan een beetje nattigheid hebben gevoeld. De mislukte veiling was een harde aanwijzing dat de huizenprijzen danig onder druk stonden en dat de onderpanden vermoedelijk zijn lening niet meer konden dekken. Toen Zelle vervolgens in gebreke bleef de per 1 jan. 1889 verschenen rente te betalen, zelfs na een bezoek van de deurwaarder, sprongen alle seinen op rood. Sprenger besloot dan ook, het faillissement van Zelle aan te vragen. Op 18 februari diende zijn advocaat, mr. Johannes Carel Meijer, een daartoe strekkend verzoek in bij de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden. De rechtbank nam het verzoek de volgende dag in behandeling en nodigde Zelle uit, om op 21 februari 1889 om half twee ‘s middags in de raadkamer van de rechtbank te verschijnen om zijn visie te geven. Dat deed Zelle ook, maar hij wist niets substantieels in te brengen en hij deed ook geen enkel voorstel om tot een regeling te komen. De rechtbank achtte de situatie zo dringend dat zij Zelle staande zitting failliet verklaarde, mr. Meijer benoemde tot curator en mr. Antonius Wichers Hoeth tot rechter-commissaris. Bovendien werd er boedelbeschrijving gelast en onmiddellijke tenuitvoerlegging van het vonnis, ongeacht eventueel verzet van de gefailleerde.137 Dat verzet kwam er inderdaad, maar het werd afgewezen. Zelle had totaal geen vertrouwen in de curator; die was vrijmetselaar en kon alleen al daarom bij voorbaat geen goed doen.138 Op 19 mei 1889 plaatste Zelle een hatelijke advertentie in de Friesche Courant, waarin hij Meijer van oneerlijke praktijken beschuldigde, met de vooropgezette bedoeling, hem - Adam Zelle - te gronde te richten.139

De boedelbeschrijving werd op 28 februari uitgevoerd door notaris Allert Ottema,140 met het opmaken van een voorlopige balans was hij klaar op 5 maart. Zijn werkzaamheden, en ook die van de curator,

136 Idem, rep.nrs. 819 en 826 d.d. 11 dec. 1888.

137 Archief Arrondissementsrechtbank Leeuwarden (toegang 18-02), inv.nr. 1157. Dit is

het faillissementsdossier, bestaande uit 19 stukken. Ook talrijke passages verderop

zijn aan dit dossier ontleend zonder dat er steeds naar wordt verwezen.

138 K. Terpstra, a.w., 20.

139 Idem, 14.

140 Notarieel archief 80038 rep.nr. 2188.


het schip in. Het winkelhuis in Sneek deed het beter dan gedacht; de waarde was geschat op f l. 1500, maar Dirk van Noord had er f l. 3344 voor over.143 Dat was behoorlijk minder dan de aanschafprijs, f l. 4650, maar hypotheekhouder Suringar kwam er zonder kleerscheuren af. Dat gold ook voor Sauveur, die f l. 4000 had geleend op de huizen te Franeker. De veiling daarvan verliep wat teleurstellend. De opbrengst was slechts f l. 5458, waar de waarde eerder was getaxeerd op f l. 6000. We moeten niet vergeten dat die panden waren belast met vruchtgebruik, dat werd door de verkoop niet ongedaan gemaakt. Sjoukje Faber kocht zelf het huis aan de Voorstraat voor f l. 2521;144 het moet hebben gevoeld of ze voor de tweede keer betaalde voor haar eigen bezittingen.

Ook de roerende goederen moesten worden geveild; de rechter-commissaris gaf deurwaarder Herman van der Woude hiertoe op 23 mei 1889 opdracht. Die organiseerde een boelgoed op 11 juni en volgende

143 Notarieel archief 76136 rep.nrs. 885 en 900 d.d. 29 april 1889.

144 Idem rep.nrs. 958 en 964 d.d. 1 juli 1889.

samen f l. 48.745,75. Sjoukje Faber diende een vordering in van f l. 17.000 wegens onderhandse renteloze leningen, tussen 1882 en 1885 verstrekt aan haar schoonzoon. Verder lagen er natuurlijk tal van onbetaalde rekeningen van leveranciers, in totaal voor f l. 7281,27. Ze zaten vrijwel allemaal ver buiten Friesland: Amsterdam (3), Berlijn (2), Brussel (2), Groningen, Rotterdam, Saarbrücken en elders. Zoals iedereen had Zelle ook boekschulden bij plaatselijke middenstanders als Sinkel, Voss, Schweigmann, Mohrmann, Brenninkmeijer en Hofstede, in totaal voor f l. 420,82. De dienstmeisjes Joukje Vellinga en Anna Visser hadden een half jaar loon tegoed, f l. 35 resp. f l. 25. Boven kost en inwoning, dat wel.Sommige vorderingen, die Adam Zelle opgaf te hebben, bleken naderhand gebakken lucht. Ook gaf hij aan dat er nog gerechtelijke procedures liepen tegen Fa. G. Hulsteede en Zonen te Amsterdam en Fa. A. Bloembergen en Zonen te Leeuwarden. Al met al overtroffen de schulden de bezittingen op de tussenbalans van 5 maart 1889 (slechts twee weken na de uitspraak van de rechtbank!) met f l. 22.919, 11. Later zou blijken dat het nog erger was.

LiquidatieBij de eerste verificatie, 15 maart 1889, meldden zich in totaal 54 schuldeisers; bij de tweede, 15 april, werden daarvan 41 erkend, voor in totaal f l. 59.029,61. De claim van Sjoukje Faber (bijgesteld tot f l. 17.600) was daar niet bij. Die werd door een andere crediteur betwist, zodat het er naar uitzag dat ze ook nog om erkenning moest procederen. Maar die crediteur staakte later zijn verzet, waardoor dit haar bespaard bleef.Alle vaste goederen moesten publiek worden verkocht. Alleen het pand aan de Voorstreek had een lopend huurcontract, de andere moesten voor 12 mei worden ontruimd. Als eerste werden de huizen te Leeuwarden geveild door notaris Ottema. Bij de finale verkoop op 23 april 1889 bracht het herenhuis aan de Grote Kerkstraat f l. 9519 op; koper werd timmerman-aannemer Antonius J. Feddema (het was door Zelle aangekocht voor f l. 14.674 en een maand eerder getaxeerd op f l. 10.500). Het koopmanshuis op de Kelders – het geboortehuis van Mata Hari dus – deed het beter. Het werd voor f l. 12.298 gekocht door winkelier Gerben Visser (het was Zelle bij boedelscheiding toegewezen voor f l. 16.000 en eerder getaxeerd op f l. 11.000). Het winkelhuis op de Voorstreek ging voor f l. 7317 weg en het herenhuis op de Tweebaksmarkt voor f l. 5838.142 De opbrengst was met f l. 34.972 ruim 10.000 gulden lager dan wat Zelle er voor had betaald, maar wel iets hoger dan een maand eerder was begroot. Niettemin ging bankier Sprenger voor bijna f l. 6800

142 Notarieel archief 80038 rep.nrs. 2209, 2219 en 2226.

Advertentie in de Leeuwarder Courant van 10 juni 1889 p. 3


SlachtoffersWe zouden Adam Zelle niet alleen kunnen zien als veroorzaker, maar ook als slachtoffer van zijn faillissement, hij raakte immers zijn hele hebben en houden kwijt. Maar ik heb vooral de anderen op het oog die hij meesleepte, in de eerste plaats zijn vrouw en haar moeder. Zijn vrouw verloor haar hele vaderlijke erfenis, zijn schoonmoeder ruim f l. 13.700, nog afgezien van renteverlies en kosten. Indirect trof hij natuurlijk ook zijn kinderen. Het ontijdige overlijden van hun moeder Antje van der Meulen kan zeker niet los worden gezien van het faillissement. Grootmoeder Sjoukje Faber wijzigde haar testament zodanig dat haar andere dochter en haar zoon werden gecompenseerd. Van de zakelijke slachtoffers noem ik alleen de belangrijkste: Willem Sprenger ofwel de Fa. P. Koumans Smeding (f l. 5893), Fa. G. Hulsteede te Amsterdam (f l. 3152), J.G.A. Wreesman te Groningen (f l. 2129) en Gebr. Polak te Rotterdam (f l. 1977).Een aardige, maar niet te beantwoorden vraag is: wat zou er geworden zijn van Margaretha Geertruida (“Greetje”) Zelle, als haar vader niet failliet was gegaan? Zou ze kleuterjuf zijn geworden, en later getrouwd met een degelijke middenstander? Of toch met een officier? Ze viel immers op mannen in uniform. Zou ze een braaf en onopvallend leven hebben geleid of misschien zo nu en dan Leeuwarden op stelten hebben gezet? Misschien een leuk onderwerp voor een fictieschrijver. Zeker is wel dat er nooit een Mata Hari zou zijn geweest.

dagen in hotel Amicitia. Wat je niet zo vaak ziet bij boelgoeden is dat er, zowel bij de bezichtiging vooraf als bij het boelgoed zelf, entree werd geheven, en wel 10 cent, destijds ongeveer het uurloon van een arbeider. Uiteraard had dit de bedoeling, ‘minvermogende’ nieuwsgierigen, die toch niet van plan waren iets te kopen, te ontmoedigen. Via het boelgoed werden ook de winkelvoorraden van de hand gedaan. Met toestemming van de rechter-commissaris had Adam Zelle vooraf zelf voor f l. 601,33 aan goederen uit de boedel genomen – zijn gezin moest immers ook ergens fatsoenlijk kunnen wonen.145 Hoe hij aan het geld kwam weet ik niet, allicht heeft zijn familie hem geholpen. Het boelgoed bracht ongeveer f l. 400 minder op dan was begroot; het was dus geen doorslaand succes maar ook geen drama.Hierna duurde het nog bijna een half jaar voordat de curator de zaken had afgewikkeld, vooral omdat er veel kleine en grote bedragen her en der moesten worden ingevorderd. Op 5 december 1889 deed mr. Meijer zijn afrekening. Aan de positieve kant kon hij f l. 52.410,68 aan inkomsten noteren, aan de negatieve kant f l. 81.245,07 aan vorderingen. De rechtzaak tegen Hulsteede was uitgedraaid op een lelijke zeperd voor Zelle, een vordering van ruim f l. 4000. Die tegen Bloembergen werd ook verloren, maar dat kostte slechts f l. 150.Van de schulden was f l. 44.264,74 preferent, wat wil zeggen dat die volledig werden uitgekeerd. Niet alleen de vorderingen van de hypotheekhouders waren preferent, ook het salaris van de curator (f l. 524,11) en zijn onkosten (f l. 376,58). Verder diverse belastingen (f l. 610,12) en gelukkig ook het loon van de dienstmeisjes (f l. 35 resp. 27,50) en dat van de winkelbediende in Sneek, J.H. Rosenstein (f l. 60). Voor de andere schuldeisers, met concurrente vorderingen, bleef er dan ook maar f l. 8145,94 over om te verdelen. Ze kregen 22% uitgekeerd en na de goedkeuring van de rechter-commissaris werd het dossier gesloten. Het moet Adam Zelle bijzonder hebben gestoken dat zijn huis aan de Grote Kerkstraat inmiddels was betrokken door niemand anders dan die rechter-commissaris, mr. Wichers Hoeth.146 Hij moet dat hebben gezien als het zoveelste bewijs dat alles één groot complot tegen hem was.

145 Dat werd een bovenwoning, Willemskade 30. Adam Zelle zelf vertrok op 15 juli 1889

naar Den Haag.

146 Wanneer precies mr. Wichers Hoeth in het huis is getrokken is niet bekend. In

het bevolkingsregister werden destijds verhuizingen binnen de gemeente wel

geregistreerd, maar gewoonlijk zonder datering. De Zelles moesten het pand voor

12 mei 1889 ontruimen, maar het is niet ondenkbaar dat de nieuwe eigenaar hen er

nog een tijdje heeft laten wonen, bijv. tot het boelgoed.

79memor ie van hoy tem a

… Memorie van Hoytema

81memor ie van hoy tem a

lieuwe jagersma †, jelle de jong, harmen foekema en ype brouwers

Memorie van Hoytema

Inleiding

Het zal zo’n tien jaar geleden zijn dat Lieuwe Jagersma de Memorie van Hoytema ontdekte in het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL). Eigenlijk herontdekte, want het 17de-eeuwse manuscript was ook al bekend bij de samenstellers van het Stamboek van den Frieschen adel, 1846. De informatie in het stamboek over de familie Hoytema van Oudega (W) is voor een deel ontleend aan deze memorie van Hoytema. Via een voetnoot bij de tekst vond Lieuwe een verwijzing naar het Douwe Tietemaleen, waarvan de bescheiden – ook toen al – bewaard werden in het gemeentearchief van Leeuwarden. Op de studiezaal vroeg hij de stukken aan en tot zijn verrassing bevond zich hierin nog steeds de memorie van Hoytema, een handgeschreven tekst uit het eerste helft van de 17de eeuw, waarin zo’n acht generaties van de familie Hoytema zijn beschreven vanaf de 14de tot in de 17de eeuw.Lieuwe was afgestudeerd historicus en had na zijn studie in Groningen met succes een automatiseringsbedrijf opgezet. Rond zijn 45ste verkocht hij de zaak en wilde hij zich in brede zin wijden aan historisch onderzoek en gaan promoveren. Zijn promotie-onderwerp stond nog niet vast maar dat het een relatie zou krijgen met Friesland was wel duidelijk. Hij en zijn vrouw Jet Frenken verhuisden naar Friesland en vestigden zich in Echten. Hij werd secretaris van de Freonen fan de Argiven en stortte zich vol overgave op het ontsluiten van diaconiearchieven in Friesland, die zich veelal nog bevonden bij de kerken zelf. Lieuwe vond in een mum van tijd zijn weg in de onderzoekswereld van Tresoar.De familie Jagersma kwam oorspronkelijk uit Oudega (W). Lieuwe was zich bewust van zijn Hoytema-afstamming via de Oudegaaster Buma’s.a Zijn genealogische belangstelling, gedrevenheid en wilskracht zorgden indirect voor de vondst in het HCL. Wij herinneren ons die zondagmorgen, toen hij in hun huis aan de Middenvaart te Echten enthousiast de kopieën van het manuscript toonde aan Jelle de Jong.

a home.planet.nl/~jagersma/

82 83gene alogysk j ier boek 2 017 memor ie van hoy tem a

bevatten aantekeningen in de marge inzake de graad van verwantschap van de beoogde beneficiant tot de stichter van het leen die af komstig zullen zijn van de collatoren. Beide afschriften dateren dus van 1673 of wat later. Taalgebruik en spelling zijn in het eerste wat moderner dan in het tweede. Hierna volgt een transcriptie van het tweede afschrift waarin stilzwijgend enkele aanvullingen en verbeteringen uit het eerste zijn verwerkt.Hommes aanvraag is gehonoreerd maar, naar blijkt, op ondeugdelijke gronden. Zwager Hoyte van Douwe Tietema was namelijk Hoyte Bottes, man van Yga Galama, dochter van Douwes’ zuster Wysck. Net zoals de onze was die Hoyte naamgever van een geslacht Hoytema maar dan van dat van Haskerland.

Onaf hankelijk van deze memorie is ons nog een overzicht overgeleverd van de eerste generaties van de familie.2 Dat is in het latijn, begint met dezelfde stamvader als de memorie en loopt door als uitgebreide stamreeks tot het gezin van Reyn Hoyta Hoytama zoon (517). Het is beknopter dan de memorie maar wel wordt hierin meer aandacht geschonken aan heer Nanne, broer van Reyn, en aan de stichting van klooster Nazareth. Voor het overige bevatten beide stukken nagenoeg dezelfde informatie. Het latijnse stuk meldt nog het huwelijk van Reyns’ dochter Jelcke en moet daarom na 1580 zijn opgesteld, waarschijnlijk niet veel later. We mogen er wel op rekenen dat dit stuk als basis heeft gediend voor de memorie en ook dat het rond 1600 in het nageslacht van genoemde Reyn bewaard werd.

In de uitwerking van de memorie kunnen we twee gedeeltes onderscheiden namelijk dat van takken 1 t/m 4 en dat van tak 5. Het eerste bevat een jaartal: ‘ontrent het jaar 1618’ was Feycko Branda (4341.3) nog grietman en dat moet ook zo’n beetje het jaar zijn dat die uitwerking gestopt is. Het laatste concrete gegeven betreft hier het huwelijk van Atke Doyma (43111.1) met Gerrard Sissinga, ook van 1618.Het tweede gedeelte, tak 5, is uitgewerkt tot rond 1650. Hierin worden nog het huwelijk van Margriet van Albada (51741.4) met joncker Souteland van 1648 en het overlijden van Gatse Leukama (5177.1) in 1647 aangetroffen. De memorie zal daarom dateren van rond 1620 waarna rond of na 1650 de gegevens van tak 5 geactualiseerd zijn.

Uit de bijdrage van Henk Zeinstra en Rudolf J. Broersma in dit jierboek blijkt dat Reyn Hoytema (5176.1, overl. 1637, kleinzoon van de eerder genoemde Reyn) over zeldzame informatie beschikte die ook in de memorie is verwerkt. Zo legt hij een verband tussen Oenema’s

“Daar moeten we wat mee”, riep hij opgetogen. Er was niet veel voor nodig om Jelle, als genealogisch onderzoeker van Wymbritseradeel, aan zijn zijde te krijgen. Er werd besloten de inhoud van het stuk op waarde te schatten en waar mogelijk aan te vullen.Al snel was er een digitaal werkstuk dat voortdurend aangevuld en verbeterd kon worden. Lieuwe, als motor van het project, wist verrassende resultaten te boeken door zijn historische kennis te combineren met zijn kwaliteiten als automatiseerder.Op 27 februari 2011 overleed Lieuwe zeer plotseling. Een enorme schok, niet in het minst voor Jet en haar familie. Jet wilde graag dat Lieuwe’s project afgemaakt zou worden en vroeg ons naar de mogelijkheden. Hoe mooi zou het zijn als er toch nog een publicatie zou verschijnen, zoals Lieuwe gewild had.Voor Jet hier onze bevindingen.

Door de bereidwilligheid van sponsoren en individuele giften werden er gelden vrijgemaakt om dit project te realiseren. In dezen gaat onze dank uit naar: Jet Frenken te Echten, Lieuwe’s ouders de heer Henk Jagersma † en zijn vrouw Henny te Sneek, Stichting Freonen fan de Argiven te Leeuwarden, Van Heloma Stichting te Heerenveen, Sible Hettinga te Harlingen †, Jan Taekele Anema te Rotterdam, Jelle de Jong te Lemmer, Regnerus Seinstra en Tiny Haitsma te Lemmer, Bouke de Jong te Groningen.

Tenslotte willen wij een woord van dank uitspreken aan onze vriend wijlen Jarich Renema. Na de dood van Lieuwe zag hij ons worstelen met de vraag: hoe verder? Jarich bood spontaan zijn hulp aan. Lieuwe had van personen voorkomende in de memorie, zeer veel titels van akten uit het Hof van Friesland – de quaklappen – opgenomen in zijn digitale werkstuk, zonder dat de inhoud ervan bij ons bekend was. Jarich heeft de teksten van al deze akten getranscribeerd voor het Hoytema-project, waardoor ons veel werk uit handen is genomen. Na twee jaar samenwerking kwam hieraan een abrubt einde.

Herkomst, datering

In 1673 verzocht Homme Hoytema (51733.6) de collatoren van het Douwe Tietemaleen om een toelage voor de studie van zijn zoon Foppe. Ter ondersteuning overlegde hij een ‘memorie’ van zijn geslacht waaruit moest blijken dat zij afstammelingen waren van Hoyte, een zwager van de stichter van dat leen. Van die memorie, een uitgebreid parenteel, zijn sindsdien twee vrijwel gelijke afschriften bewaard gebleven.1 Beide


Tot zover lijkt er weinig aanleiding te zijn om over te gaan tot publicatie van de memorie van Hoytema. De samensteller had evenveel zicht op die vroege periode als wij en dat is niet veel. Hoe lijkt het even later, in de 15de eeuw? Het eerste (en zo’n beetje enige) waar wij weet van hebben is het bestaan van een Lyoelff Hoytesz te Oudega in 1458. Gezien de levensjaren van zijn kinderen moet hij rond 1450 getrouwd zijn en daarmee staat vast dat er rond 1430 een Hoyte moet hebben geleefd. Deze wordt in de memorie opgevoerd als Hoyta Hoytama, getrouwd met Eesen Hiddema, ouders van zes kinderen waaronder zonen Hotse en Lioleff en een dochter die getrouwd was met Foppe Haytsma aan de Rige van Idsega. Over hen kan iets meer gezegd worden en daarvoor gaan we te rade bij het dichtstbijzijnde klooster.

Klooster Nazareth te Idsega

Het nonnenklooster Nazareth aan de Rige van Idsega is gesticht in (of anders rond) 14847 als zusterklooster van Bethlehem bij Hoorn8 en bestrijkt in 1511 82½ pm, ruwweg gelegen tussen Schuttelpoel en Piekemeer.9 Opmerkelijk is dat een deel van die landen particulier bezit is.Dat betreft in 1511 een stuk van 13 pm waarvan de erven van Hoyta Lyoeleffs, zoon van genoemde Lyoelff Hoytesz, 4 pm toekomt, Symon Hottiesz 3, kleinkinderen van diens zuster 3 en anderen 2 en 1 pm. Met name Hoyta en Symon springen ons in het oog want beiden hebben Hoytema-nageslacht. Zo’n verdeling wordt pas begrijpelijk wanneer we rekenen dat Hoyta uit een gezin van twee kinderen komt en Symon uit een gezin van drie: het blijken gewoon erfdelen te zijn. Het deel van Hoyta’s zuster, ook 4 pm, vinden we in 1511 niet terug, dat moet voordien aan het klooster zijn gekomen. Vanouds betrof het dus een gemeenschappelijk stuk Hoytemabezit van 17 pm dat gelijkelijk verdeeld was onder Lyoelff Hoytesz en ene Hottie (Hotse), ieder ruwweg 8½ pm. Het deel van Lyoelff werd later in tweeën gedeeld, ieder 4 pm, en het deel van Hottie in drieën, ieder 3 pm. En die frakties van 4 en 3 pm vinden we in 1511 dus inderdaad terug. Deze landen zijn uiteraard niet door deze particulieren van het klooster gekocht, het moet ook voor 1484 familiebezit zijn geweest.Lyoelff Hoytesz en ‘ene Hottie’ waren ongeveer even oud (beiden ge-trouwd rond 1450) en we mogen nu op grond van hun gemeenschappelijke bezit konkluderen dat zij broers of zwagers waren. Nakomelingen van Lyoelff en Hotse voeren later dezelfde achternaam, Hoytema, en ook hetzelfde wapen met twee klavers. Hotse moet daarom wel broer, eerder dan zwager, van Lyoelff zijn geweest.

van Tjerkwerd en Broersma’s van Smallebrugge, kent hij een – elders onbekende – familie Sickama te Heeg en heeft hij weet van de herkomst van de familie Banga(ma) uit Tjerkwerd. Hij blijkt ook overigens uitzonderlijk goed thuis te zijn in de familiegeschiedenis van zijn tijd en van (veel) eerder. Vermoed kan worden dat het deze Reyn junior is die de memorie heeft bezorgd. De verdere uitwerking van tak 5 moet ook nog een heidens karwei zijn geweest maar we tasten in het duister wie hiervoor verantwoordelijk kan zijn geweest.Een volle neef van Reyn junior was Foppe Tietes Hoytema (51733), vader van genoemde Homme Hoytema die in 1673 de memorie indiende.

Eerste generaties

De eerste generaties zijn niet verifieerbaar maar moeten ook meer als fictie worden gezien. Een stormvloed is in 1330 buiten Oudega niet opgemerkt3 en een Tjaal Tiallema, die bij huwelijk o.a. het dorp Tjalhuizum inbracht, lijkt echt wat te veel van het goede. Jelle (Bouwes) Hoytama, welbekend als ‘swager van Dr. Wigle Ayta’, was af komstig van Hoytemasate te Hantumhuizen en hoort hier dus niet thuis.4 Daar staat dan tegenover dat de memorie niet goed raad weet met Romke Hoytema van Sonderlandt die er juist weer wel bij blijkt te horen.Ook bevat de memorie een chaotische episode over een vreedzaam man Lioleff Hoytema die de stins van zijn zwager Foppe Haytsma te Idsega zou hebben verwoest. Dat blijkt gebaseerd te zijn op twee historische ingrediënten uit de kronieken: een Hoyte toe Morra die in 1422 het verbond van de Frieslanden zegelde en de stins van Foppe Syaerda in die Morrha die in 1490 werd verwoest.5 Foppe Syaerda stierf binnen drie dagen nadien6 en in de memorie werd het Hoyta (Hoytama) toe Morra die dat overkwam.Teet, de vrouw van Hoyta Lyoleffsz (51), krijgt in de memorie de achternamen Aggema van Haringsma toebedeeld. Er is niets mis met die eerste naam want haar vader stond bekend als Tyard Aggama maar het lijkt uitgesloten dat Teet een nakomelinge zou zijn van ‘Harinck in den Haegh, daer Harincxma hueren naem van hebben‘. Wellicht is die tweede naam hier ingeslopen doordat haar zwager Gerard Aggaz (52) – vermoedelijk – wel Harincxmabloed in de familie had gebracht. Maar het is ook denkbaar dat de naam is toegevoegd om een relatie van haar nakomelingen met Douwe Tietema te suggereren. Diens moeder was een Harincxma. De familienaam Hoytema wordt niet eerder dan rond 1530 bij nakomelingen aangetroffen.


Opmerkelijk dat de namen Hotse en Hoyte de samensteller hier ander-maal parten spelen;- het was Ofcke en niet Haytse Hoytes Haytsma (23122);- ‘Watse Martens van Rien’ (221) is in feite Wattie Hesselsz (de oude) van Reen;- ‘Tiepke Broersma’ (31111) heette Tiepke Broers Buma;- Greud Jelles (Hobbema, 2341) wordt ten onrechte geschaard onder de nakomelingen van Foeck Hoytedr (1); - na Johan Oenes Gravius (514) zijn in de memorie twee namen weggevallen (deze zijn in de tekst tussen brackets aangevuld);- de uitwerking is in de memorie uiteraard niet volledig. Vooral nakomelingen die wat verder uit de buurt terecht kwamen werden nog wel eens uit het oog verloren.Wanneer we nu het aantal geconstateerde fouten, een stuk of zeven, afzetten tegen de krapaan 250 namen en evenzovele familierelaties die wel correct zijn weergegeven dan mag gesteld worden dat de memorie vanaf pakweg 1480 opmerkelijk betrouwbaar is.

Dan volgt nu een transcriptie van de memorie in kursieve letter en daarna de vergelijkende parenteel waarin namen en overige gegevens uit de memorie ook cursief zijn weergegeven. De parenteel is – waar mogelijk – verder uitgewerkt en wel tot en met de kinderen van de zesde generatie. In de kantlijn van de transcriptie zijn ter vergelijking de nummers van de parenteel (ruwweg) toegevoegd.

Memorie van het geslacht van Hoytema

Hoyta van Hoytema in Oldega in den groten watervloet anno 1330 verdroncken met de meestendeel zijner vrienden ende nabuyren, desen is den ousten daer wij oyt van gehoort hebben. Dese Hoyte heeft twe soonen nagelaten genaempt Henne ende Goslick Hoytama.Henne is getrout op de Jouwer, van dese Henne Hoytema is voort gecomen Hoyta toe Morra in Abbega ende Botte Hoytes ende voorts het gehele geslachte Hoytama van ’t stens op den Joura in Hasscherlandt, welcke geslachte als noch voert het out wapen welcke die van Hoytama in Oldega eertijts gevoert hebben.Goslick Hoytama, Oudega ende Idsega voor het meestendeel van sijn ouders geerft hebbende, is getrout geweest aen een dochter van Tiallema genaemt Tjaal, diewelcke toebehoorde Folsgere ende Tiallehuysum door de verschreven watervloed, uit welcken gebooren is Hoyta Hoytama ende

In hetzelfde gebiedje aan de Rige tussen Schuttelpoel en Piekemeer lag in 1511 Mirck Hayttziama’ sate van 30½ pm. Nu is de naam Haytsma dun gezaaid, die komen we in de omgeving verder alleen nog tegen bij een stuk land in Gaastmeer. Uitgerekend de vicarie van dat dorp kwam enkele pondematen toe in Mircks sate en we mogen hier gerust een verband vermoeden. Daarbij valt te denken aan een Haytsma-jongeman uit Gaastmeer die in de 15de eeuw naar Idsega getrouwd is.Hoe dit ook zij, met de mededeling over een Haytsma aan de Rige heeft de memorie het bij het rechte eind en ook is zonneklaar dat die informatie teruggrijpt op (familie van) deze historische Mirck Hayttziama. Het is denkbaar dat de memorie in feite doelt op deze Mirck die dan per abuis de naam Foppe kreeg toebedeeld ter ondersteuning van de anekdote uit de kronieken die in feite Foppe Syaerda betrof.De vraag of de sate van 30½ pm en de eerder aangestipte 17 pm tevoren, voor 1484, deel uitmaakten van één geheel gaan we aan voorbij. Later wel: in 1522 worden zowel ‘Mirck Hayttziama siette’ als de 13 pm die dan nog over zijn van de 17 pm door de graaf van Moers, Gelders stadhouder, aan het klooster gegund.Blijkbaar hebben tenminste de broers Lyoelff en Hotse Hoytes een bijdrage geleverd aan de vestiging van het klooster Nazareth en wel door hun landen daar in gebruik af te staan. En wij kunnen inmiddels vaststellen dat de memorie er met zijn Haytsma en met de broers Hotse en Lioleff voor wat de 15de eeuw betreft niet ver naast zal hebben gezeten. Dat geeft de burger moed om deze nog eens verder op zijn merites te bezien.

Betrouwbaarheid

De memorie werd getoetst aan de (vooral) primaire archief bronnen waarover wij in de 21ste eeuw beschikken en waarmee we vanaf het derde kwart van de 15de eeuw vaste grond onder de voeten krijgen. De bevindingen worden uitgewerkt in een parenteel van Hoyta Hoytama en Eesen Hiddema met hun zes kinderen. Over hen kan niets met zekerheid worden gezegd maar over hun nakomelingen het meeste wel. Daarbij is een aantal missers van de memorie aan het licht gekomen die we hier volledig laten te volgen, te beginnen met een ernstige fout:- aan Elingh Epkes Damstra (2) wordt door de memorie naast een zoon Hoyta ten onrechte ook een zoon Hotse toegeschreven, vader van Eling Hotses (Marshorne). Die laatste is echter zoon van Hotse Lieuwes. Ook in diens nageslacht gaat het geregeld mis. Deze ‘tak’ hoort niet thuis in de parenteel en er wordt door ons verder geen aandacht aan besteed;- zoon Hoyta (23) van genoemde Elingh zou de vader zijn van Feyta Hoytes. In feite was hij echter schoonvader van Feytha Hottyaz.


soonen met namen Albert ende Feyta, uyt welcke Hoyta Feytes ende Feyta Hoytes Wallama tot Folgara, item Rienck Feytes ende Feyta Rienx tot Slooten, item Hotse Feydts laaste pastoor in Oldega voor de veranderinge. Van Albert Hoytes is gebooren Jackle Alberts, uyt welcken Hoyta Jackles, item Hoyta Alberts uyt welcken Haytse Hoytes Haytsma ende Hoyte Haytsma zijnen soone, met Hylck Haytsma de huysvrou van Bouue Intses, sijn suster.Item is Albert verschreven behalven die twe soonen een dochter gebooren dewelcke getrout heeft Wybren Reyns, heeft bij hem een soone met een dochter gewonnen uyt denwelcken Buwe, Piete (Pietie) ende Trijn de huysvrouwe van Romke Idses zijn suster; desen zoone van Wybren Reyns is genaemt geweest Reyn Wybrens denwelcken heeft tot zijn huysvrou getrout Doet Jochums toe Wijckel, welcke den 29e september anno 1572 met een van haer voor dochters in haer eygen huys van de Goijse vrijbuyters ellendelijck verbrant is; Reyn verschreven haer man doodt geschooten sijnde van de selve vrijbuyters, die welcke twe kinderen bij Doet gewonnen sijnde heeft nagelaten welcke beyde sonder erfgenamen gestorven zijn.

24 Eipke die andere van Elingh Eipkes Damstra soonen, in Oudega op Damstra staten wonende, heeft gewonnen Ruyrd Eipkes, uit denwelcken Eipke Ruyrdts wien van Fookel Taco Abbes dochter van Cubaert, Oene, Elingh, Taco ende Aat haer suster gebooren is.

x Hotse de darde van Elingh Eipkes soonen heeft een soone naegelaten genaemt Elingh Hotses en vijff dochters welcken een gehuwet is aen Meye Lieukama van Mackum, uyt denwelcken Matheus Lieukama, de andere is getrout aen Sierck Doenia tot Oostereyndt heeft bij hem twe soonen gewonnen als Hotse ende Sierck Donia ende een dochter genaemt Jeltie Doenia, huysvrou van Matheus Lieukama haer neeff. De darde is getrout aen een van Scheltema uyt wien Hayo Scheltema, de vierde getrout hebbende Bernardus Gerbens in Bolswart, twe dochters als Saap en Knier, ende een soone naegelaten Gerben Bernardus uyt welcken Dr. Haye Eelckama ende Beatrix Eelckama sijn suster, die huysvrou van Marten Reen, de 5de getrout hebbende Beu Roorda t’ Eerschenhuysen heeft Fedderick Roorda gegenereert uit den welcken Beu Roorda ende een dochter welcke getrout heeft Tiaerd Andringa desen heeft gewonnen Rienck Andringa.

3 Maer Goslick de eene Hoyta Hoytama ende Eesck Hiddema soone heeft drie kinders naegelaten,

31 een dochter van dewelcken is gebooren Hotse den vader van Hoyta Hotses, den vader van Reynsck Wybo Ulbes huysvrouwe ende Jets haer suster, de huysvrou van Homme Riemers, ende Houck, huysvrou van Hans Benedix en nae sijn dood van Tiepke Broersma;

32 item noch een dochter van dewelcke Hoyte Ockes ende Ocka Hoytes sijn soone met zijn naecomelingen tot Friesche terp in Oldega;

meer andere kinders nu onbekent, van welcke is voort gecoomen Aanke van Scholtema toe Tiallehuysum ende Gale Aankes sijn zoone, item Roucke [Romke] Hoytema van Sonderlandt toe Lutkewierum, item is gebooren Jelle Hoytama, swager van Dr. Wigle Ayta, eerste heere van Zuychem. Hoyta Hoytama getrout hebbende Eesen Hiddema van Nijlant, ende heeft drie soonen gegenereert te weten Goslick, Hotse ende Lioleff met drie dochters, Lisck ende Foeck de ander onbekent; een van dese dochters is getrout aen een man genaemt Foppe Haytsma, hebbende in Idsega aan de Rijgge een sterck huys ofte stuys, het welcke Lioleff Hoytema sijn wijffs broeder heeft uytgeroeyt, ten tijde als in Vryslant regneerde den partij van Schieringers ende vetkopers met hulp van de inwoonders van de Rijge voorschreven, het welcke sijn off sijn susters ende broeders meyers ofte kinderen waren ende dat daeromme, om dat Foppe muyteneerde ende hem partij begoste te maken met hulp van Hettinga uyt Hommerts buyten consent van Lioleff voorschreven die tegen niemandt partije dreeff, maer de sijne sochte te beschermen, welcke Hettinga het stens van Hoyta toe Morra in Abbega, Lioleffs neeff, ingenomen ende verdistrueert hadde. Hoyta voorseyt den 3en dagh daernae van rouw stervende gelijck de cronycken schrieven.

1 De ander van Hoyte dochters genaamt Foeck is getrout aen Aucke Greudts Auckema waer van Greud Auckes Auckama

11 ende Oene Auckes, van wien is gecoomen Bauck, moeder van Birde Sibouts, vader van Bote, Sibout ende Homme Birdes; item Broer Dirx, vader des huysvrous van Idts Teroele, de vader van Romke Idsen ende Rixt de huysvrouwe van Fedde Auckes Reynalda sijn suster; noch is aen dese kinderen verschreven voort gekomen Greud Jelles ende sijn soonen Hoyta en Jelle Greuds Hobbema.

2 Maer de darde van Hoyta verschreven dochters heeft getrout Elingh Epkes Damstra, bij den welcken zij drie soonen ende twe dochters heeft gewonnen, welckers namen mij onbekent sijn maer de soonen waren genoemt Hoyta, Eepke ende Hotse.

21 Vande ene dochter is voort gekomen Henne Hoytes en Hoyte Hennes zijn soone, voorts Elingh Goslicks, die vader van Johan Elings die daer gewoont heeft op den westersche Muncke sate van Idsega Rijga ende Oldega ende oock die van Siccama die voort jaer des veranderinge van Vrieslant te weten 1582 als de Goysen begosten te regeeren, den voor gangh hadden in Heegh ten offer;

22 vande ander van Elingh verschreven dochters is gebooren Dot de moeder van Elingh, Douwe Sibot Fockes zoone, toe Banga ofte Bangama van Tierckwert, ende Watse, Watse Martens zoone van Rien, Elingh voorschreven halff broer ende vader van Marten Reen toe Bolswart.

23 Hoyta, de eene van Elingh Eipkes Damstra zoonen, heeft gewonnen twe


Antonius Hettinga, met Wyp Hettinga haer suster de huysvrou van Feycko Branda ontrent het jaer 1618 als noch grietman van Achtcarspelen.Gerko Hoytema heeft gegenereert bij Rienck Botnia: Athe Hoytema, welcke heeft bij Rienick Doyma, gewonnen Orck Doyma, van welcke is gecomen Atke Doyma, de huysvrou van Gerrard Sissinga een Groninger; Wytsa Hoytama heeft een dochter gewonnen welcke bij Rennert Fransen Rollema heeft gewonnen Wytsa ende Frans Rennerts Rollema; zijn twede dochter Gerck Hoytema, getrout hebbende Rennert Solckama, heeft een dochter nagelaten getrout aan een van Jargis geslacht in Groningerlandt.

5 Lioleff den darde van Hoyta Hoytama soonen heeft tot sijn huysvrou gehat een van Taco Epema dochters van Nijlant met name Reynsck Epema ontrent het jaar 1466 grietman in Wimbritseradeel buytendijcks, desen heeft gewonnen:

hier begint het geslachte van susterlijcke stamme van Titema 1o Hoyte Hoytema een swager van Douue Titema

51 Hoyta Lioleffs Hoytema, desen is getrout aen Teed Aggema van Haringsma, desen heeft naegelaten 12 kinderen als vijff soonen ende seeven dochters als Tjaard, Lioleff, Nanne, Taake ende Reyn, Lisck, Jel, Reynsch, Reemke, Hom, Hen, Syts.

Nanne Hoytema is geweest secretaris onder Maximiliano den eerste keyser, Lisck vertrout aan Jacla Ids tot Atseburen, Jel vertrout aan Meye Sinnes in Oldegarijp, Reynsck vertrout Jelte Sierx aande Huynxadijck op Nijlant, Reemke vertrout Johan Oenes Gravius te Grou, [Hom, Hen vertrout] aen Riemer Jelles rot De Bant, Syts begijn in Nasareth in Idsega.

2o Rein een soone van Hoyta Hoytema

517 Reyn Hoyta Hoytama zoon is getrout aen Fopk Broers Hylckama, desen heeft naegelaten thien kinderen, seeven soonen als Hoyta, Tiete, Broer en Tiaard, Foppe, Nanne, Homme ende drie dochters Anna, Doed, Jelcke.

5172 Mr. Hoyta Hoytama heeft een dochter naegelaten met namen Tialck Hoytama dewelcke bij Hector Hobbema een soon heeft gewonnen Hoyta Hobbema tegenwoordich int leven zijnde.

33 item een soone genaemt Hoyta Goslix, die genereert heeft Goslick Hoytes, denwelcken Sibot Goslix gewonnen heeft, die gewonnen heeft Meyle Sybots den vader van Eme Meyles.

4 Hotse de twede van Hoyta Hoytema sonen heeft gewonnen bij Wypk van Ramswert Symen Hotses Hoytema

41 ende sijn suster die getrout is aen een van ’t geslacht van Broersma uyt Groninger Omlanden genaamt Agge Broersma woonende tot Smallebrugge, heeft vier soonen nagelaten, als Jelmer, Hotse, Baucka ende Sible Broersma, welcken Jelmer priester is geweest en pastoor in Oldega aldaer gestorven ende begraven, Hotse heeft Johan Hotses Broersma in tijden dijcksecretaris in Wimbritzeradeel onder den dijckgraaff Hoyta Hoyta. Hotse noch gewonnen Sytsa bij konings tijden borgemeister van Bolswert. Baucka heeft een dochter gewonnen van welcke Baucke Ighis en Wopke Ihgis; van Sible Broersma is gegenereert Siou Broersma welcke getrout sijnde met Gatse van Oenema, den soone Abbe Gerckes toe Bualda in Tierckwert woonende, heeft bij hem gewonnen twe dochters als Tet ende Trijn ende een soone genaamt Sible Gatses, welcken bij Syu Andla dochter Rispens 3 dochters als Jayts, Sipk ende Syu ende een soone heeft gewonnen: Gatse Oenema van Broersma dewelcke tot Keulen gestudeert hebbende ende Dr. gepromoveert sijnde t’ huyscomende sonder erfgenamen is gestorven.

Maer Tet Gatse Oenema dochter getrout hebbende Wybe Jeltinga van Buytenpost heeft gewonnen twe soonen als Buwe ende Gatse Jeltinga ende een dochter genaampt Siou Jeltinga. Trijn Gatse verschreven dochter getrout hebbende Hille Idsen van Nijlant heeft 5 soonen achtergelaten, als Idts, Gatse, Focco, Grette ende Ulbe Hilles die getrout heeft Siou Jeltinga sijn nichte. Behalven die vier soonen van Agge Broersma soo heeft hij oock een dochter naegelaten uyt dewelcke Agge Wybes ende Sibla Wybes, wiens dochter getrout heeft Marten Watses op Nijlandt, heeft twe soonen naegelaten als Sibla Martens ende Watse Martens, van Agge Wybes is Wybe Agges uyt denwelcken Dodo Ockema.

43 Symen Hotses Hoytama heeft bij Gerck Wytsa Beyma dochter sijn huysvrou gewonnen twe soonen als Wytsa ende Gercko met twe dochters als Jeldu ende Wypk welcke Jildu bij Reyn Aylva haer eerste man een dochter heeft gewonnen, dese heeft Hetto Wybes Eepema van welcken Wybo Hettes Eipema, maer bij Hetto Lolckes Reen haar andere man heeft sij gewonnen Lolcke, Wytsa ende Gerko Hettes Reen met Bauck Hettes Reen de huysvrou van Dr. Gabbo Meynsma haer suster. Maer Wypk Hoytama heeft bij Epo Hettinga uyt de Hommerts haar man een soone gewonnen Tiete Hettinga, van welcken Epo ende


Parenteel

Hoyta Hoytama, tr. pakweg 1415 Eesen Hiddema, van Nijlant.In primaire bronnen worden geen sporen van het echtpaar aangetroffen. Eesen kan

heel goed dochter zijn geweest van Godschalck Hiddama van Pingjum en Nijland

die geleefd zou hebben in 1411. Ook deze Godschalck is niet historisch maar wel

staat vast dat er in het 15de eeuwse Nijland een Hiddema stins stond en ook dat de

naam Goslick vanouds in die familie thuishoorde.10

Hoyta was gegoed te Oudega en Idsega.

Uit dit huwelijk:1. Lisck (of N.) Hoytedr, tr. Foppe Haytsma, hebbende in Idsega aan de

Rijgge een sterck huys. Mogelijk was dit in feite Mirck Hayttziama.Te Gaastmeer ligt een Haytyama scheer.11

In 151112 is Haring Grioldz boer op een sate te Idsega van 30½ pm, ‘Mirck

Hayttziama siette’ geheten, bij het Piekemeer en de Schuttelpoel, pal bij het

klooster Nazareth. Dat klooster bezit hierin dan 4 pm hooiland; in 1522 gunt

de graaf van Moers de gehele sate aan het klooster.

2. Foeck Hoytedr, volgt 1.3. N. (of Lisck) Hoytedr, volgt 2.4. Goslick Hoytes, volgt 3.5. Hotse Hoytes, volgt 4.6. Lioleff Hoytes, volgt 5.

Tweede generatie

1 Foeck Hoytedr, tr. rond 1455 Aucke Greudts Auckema.In 151113 zijn Griold en Ona Auckaz te Oudega samen eigenaars van 4 pm in de sate

van Sibren Douwaz te Sandfirden.

Uit dit huwelijk:1. Greud Auckes Auckama, eigenerfde te Oudega.

In 151114 is Griold Auckaz eigenerfd op een sate van 34 pm te Oudega. In de sate

van Poppa Intaz aldaar van 29 pm bezit Reynsck Auckama te Langweer 15 pm;

van de overige 14 pm behoort Griold Auckama 3½ pm grasland toe, Katryn Atta

weduwe 3½ pm en Griold Auckaz 2½ pm.15 Griold Auckaz bezit voorts nog 4 pm

hooiland in de sate van Meya Zennaz aldaar aan de Meerswal.16

Griold Auckama bezit in 1511 4½ pm en Griold Elinxz te Sneek 5 pm in de

sate (Damstra) van Rioerd Eepkaz te Oudega terwijl dan te Idsega de erven van

Griold Auckama eigenaar zijn van 6 pm in de sate van Sibolt Dioraz.17

Bezit van Griold behoort later toe aan zoon Atte Oenez en schoonzoon Sibolt

Dyoraz van zijn broer Oene. Daarom mag worden aangenomen dat Griold voor

1535 kinderloos is overleden.

2. Oene Auckes, volgt 11.

3o Tiete een soon van Reyn Hoytema

5173 Tiete Hoytama heeft naegelaten 6 kinderen, vier zoonen ende twe dochters:

Eede, Entie, Hoyte en Foppe, Berber ende Janke; Eede Tietes heeft naegelaten vijff zoonen en vier dochters, Tiete, Upke, Foecke, Broer, Homme, Berber, Antie,Trijntie en Tietscke.

5174 Broer Hoytema heeft een dochter naegelaten genaamt Maria eerst getrout aen Doctor Hector Reen waer van sij twe kinderen heeft gehat, mijnheer Loduwijck Reen ende Clara van Reen, daar nae getrout aen joncker Hector van Albada waar bij sij een dochter en vier soonen heeft gehat: Margriet getrout aan joncker Souteland tot Ruerdmonde, Hector, Piter, Gatse alle geestelijcke persoonen en Idsard getrout in Gelderlandt.

5173 Om wederom te komen tot de kinderen van Tiete Hoytema, Entie is sonder kinderen gestorven, Hoyta heeft twe soonen en twe dochters naegelaten, Tiete, Siouke, Doutien en Fettie.

4o Foppe een soon van Tiete Hoytema

5173 Foppe heeft twe soonen naegelatenen vier dochters Tiete, Homme, Aat, Antie, Fettie ende Fopck.

5o Homme een soon van Foppe Hoytema

Foppe een soontie van Homme, olt 9 jaren, sijnde de seste graad van Douue Titema.Berber heeft bij Johan Martens Gravius naegelaten drie soonen ende twe dochters, Tietie, Marten, Reyn, Riencke en Trijntie; Janke heeft nagelaten een soon met een dochter Broer Bauckes en Setske zijn suster.

5175 Tjaard heeft twe soonen nagelaten met een dochter in Vollega. Foppe jongh gestorwen. Nanne oock sonder erffgenamen gestorven.

5176 Homme heeft drie kinderen naegelaten, een soon Reyn Hoytema is sonder kinderen gestorven, twe dochters Fopkien en Auckien.

5171 Anna heeft een dochter naegelaten Uylck van welcke Wytse Innes is gekomen daer van Antie Metsma.

Doed heeft twee soonen gehat maer voor haer gestorven.5177 Jeltie heeft drie kinderen naegelaten: Fopck, een dochter die getrout is

aen Sioerd Aylva waer van jr. Johan van Aylva en juff. Eelck Aylva, Tiete, heeft twe kinderen naegelaten, Meye ende Trijntie Leukama,

Gatse Leukama, sonder kinderen gestorven.


2 N. (of Lisck) Hoytedr, tr. rond 1445 Elingh Epkes Damstra.Uit dit huwelijk:1. N. Elingsdr, volgt 21.2. N. Elingsdr, volgt 22.3. Hoyta Elinghs, volgt 23.4. Eipke Elinghs, volgt 24.

3 Goslick Hoytes, tr. N.N.Uit dit huwelijk:1. N. Goslicksdr, volgt 31.2. Jets Goslicksdr, volgt 32.3. Hoyta Goslix, volgt 33.

4 Hotse Hoytes, gegoed te Oudega, Idsega en Oosterend, overl. na 1484, tr. rond 1450 Wypk van Ramswert.Volgens waarneming van H.J. Murray Bakker staat op het horlogedeksel uit 1670

van Gabbe van Meinsma (broer van zijn voormoeder) het wapen van de vrouw

van Hotse weergegeven als een lelie met aan beide zijden daaruit komend een

klaverblad.18

Met ‘Wypk van Ramswert’ doelt de memorie n.a.w. op Wiipck Tierxma (Wiipck, de

weduwe van Tyerc her Johansz 1462, 1496).19 Die familie was gegoed te Ramswerd,

een buurtschap halverwege het dorp Wolsum en buurtschap Laard. Het is echter

uitgesloten dat zij de moeder zou zijn van Hotses kinderen. We verwachten ook

eerder dat die moeder af komstig was uit Hennaarderadeel.

Hotse bezat, evenals zijn broer Lyoelff, 8½ pm te Idsega welke aan het klooster

Nazareth in gebruik waren gegeven en die in 1522 aan dat klooster vervielen.

In 1511 behoorde het deel van Hotse toe aan zijn zoon Symon Hottiesz (43), zijn

achterkleinkinderen, de kinderen van Auck Sibles (413), met ieder 3 pm, en voorts

aan de kinderen van Reynthien Feyties te Nijhuizum en die van Focka Hottiaz te

Hindeloopen met de overige 3 pm (2 resp. 1 pm). Dat laatste deel zal zijn overgekocht

van zijn zoon Jan Hottiaz.

In 151120 zijn Symon Hottyaz en zijn zuster Dod eigenaars van de sate te Oudega van

27 pm van Meynssa Jansz. Symon Hotties en Romcke Jeltez zijn dan eigenaars van de

sate van 35 pm van Tzalingh toe Wyns te Oosterend, ieder de helft.

Kinderen van Hotse:1. Dod Hotzedr, volgt 41.2. Jan Hottiaz, volgt 42.3. Symen Hotses Hoytema, volgt 43.

5 Lioleff Hoytes, ontrent het jaar 1466 grietman in Wimbritseradeel buytendijcks, gegoed te Oudega, Idsega en Heeg, overl. na 1484, tr. rond 1450 Reynsk Epema, van Nijlant.

Floreennummers 59 (links) en 55 (rechts) van Oudega, de bedrijven van Symen Hotses (43) en Hoyta Lioleffs (51) Hoytema


Hemelum. Het Hof acht Atte door de baar niet bezwaard. Genoemde 4 pm te Oudega

behoorde in 1511 Griold Auckaz toe.33

In 157134 Ydts Romkez te Teroele en Lyuwe Allez te Oppenhuizen vanwege hun

vrouwen Eelck en Mey, dochters van wijlen Goslyck, contra Abbe en Tyepke Takez

te Kubaard, zonen van Take Abbez bij Att. Indertijd was een kwestie tussen Take

Abbez vanwege Att en Broer Dirxz vanwege Goslyck over 8, 5 en 2 pm, achterstallige

huur en de niaarkoop van 2 pm voorgelegd aan Ime Douues te Heeg en Broer

Oenis te Langweer die uitspraken dat Take de 8 pm en de niaarkoop zou behouden

en Broer het overige waarbij Take hierop 31 goudg. moest toeleggen. Inmiddels

waren de moeders overleden. Goslyck liet genoemde twee dochters na en Att acht

kinderen. Van Abbe en Tyepke wordt nu elk betaling van 1/8 van 31 goudg. geëist.

Dezen weten echter van niets. De scheiding van moedersgoed kon wel meer dan

30 jaar geleden zijn geweest. Hun vader Take Abbez had nog wel 22 jaar na die

overeenkomst geleefd maar was er door Broer Dirxz nooit op aangegesproken. De

eis wordt toegewezen.

Moeder Att is na 1544 overleden, vader Take na 1561. Deze tweede baar kan rond 1540/45 zijn

opgemaakt.

Uit dit huwelijk:1. Bauck Oenedr, volgt 111.2. Ath Oenedr, volgt 112.3. Goslick Oenedr, volgt 113.4. Atte Oenes, geb. na 1503, leeft 1537.

21 N. Elingsdr, tr. circa 1470/75 Goslick (Hoytaz?).In 151135 is (deze?) Gosselick Hoytaz eigenerfd op een sate van 37½ pm te Idsega,

daarnaast huurt hij nog zo’n 9 pm aldaar. Vergelijk 331.

Uit dit huwelijk:1. Elingh Goslicks, volgt 211.Deze N. Elingsdr moet ook (voor)moeder zijn geweest van Henne Hoytes en Hoyte

Hennes zijn soone. Dat biedt te weinig houvast voor identificatie. Van de verschillende

16de eeuwse naamgenoten Hoyte Hennes gooit die van Akmarijp echter de hoogste

ogen, niet in de laatste plaats omdat bij hem de naam Goslick weer opduikt. Hij

kan achterkleinzoon van deze Elingsdochter zijn geweest; nadere gegevens over de

man onder 51421. Voor zijn mogelijke plaats in het Hoytemaparenteel de volgende

hypothese.

Mogelijk ook:2? Hoyte Goslickz, mogelijk grootvader van Hoyte Hinnez te Akmarijp.

In 149136 zal (deze?) Hoyta Elinx broer aan Renick Pybis betalen.

In 152937 is te Oudega en Sandfirden het zwanenmerk opgetekend van Hoytye

Goslickz.

Op de zerk van kleinzoon Reyn Hoytes (517) zijn de kwartierwapens Hoytema/Epema

uitgebeiteld.21

Wellicht werd hij in 1443 (als Ludolphus, van Sneek) ingeschreven als student te

Keulen.22

In 145823 zegelen heer Foppe, pastoor te Oudega, en Lyoelff Hoytesz en Syboldt

Agesz, ingezetenen aldaar, een overeenkomst met die van Oudegaasterrijp dat zij

de schettinge (de scheidingsdijk tussen Oudega en de Rijp) ongemoeid zullen laten

en begaanbaar zullen houden. De Rijpsters hadden die schettinge aan Age Douuesz

toevertrouwd, die deze aan de patroon van Oudega had overgedragen.

Lyoelff bezat, evenals zijn broer Hotse, 8½ pm te Idsega. De helft daarvan, 4 pm, behoort in 1511

toe aan de erven van zoon Hoyta Lyoeleffs terwijl het deel van dochter Sythia klaarblijkelijk

voordien aan het klooster Nazareth is gekomen.

In 151124 zijn Gerard Aggaz en de erven van Hoyta Lyoleffsz eigenaars, ieder de helft,

van een sate in Heeg van 29 pm, gebruikt door Poppa Sipkaz.

Uit dit huwelijk:1. Hoyta Lioleffs Hoytema, volgt 51.2. Sythia Liolefffsdr, volgt 52.

Derde generatie

11 Oene Auckes, boer te Idsega, mogelijk op Groet Wynge goet, 1511, overl. voor 1528, tr. 1485/90 (Mey?).In 151125 is Ona Auckaz boer op een sate te Idsega van het klooster van Hemelum van

90 (of 61½) pm. Te Sandfirden bezit hij, naast zijn deel van 4 pm, 1 pm in de Rijp.26 Te

Oudega is hij landheer van de sate van 35 pm van Wolter Eeukaz, van 2 pm hooiland

in die sate behoort hem ½ en Howck Gerlkedr 1½ pm toe.27 Te Hommerts bezit hij

percelen van 1½, 4 en 8 pm28 en te Heeg bezitten Ona Auckaz en Allert Tadaz ieder 8

pm in de sate van Peter Hertmans en bezit Ona stukken van 2½ en 1½ pm in de sate

van Wlke Agga Goyties weduwe.29

In 152830 Dirck Gertyes contra mr. Doyttye en Yma Douwez als voogden over Atte

Oenez inzake een uitspraak van de grietman van Wymbritseradeel. Dirck wil niet

verantwoordelijk gehouden worden voor de contracten van Atte’s vader met het

convent van Hemelum.

Yma Douwez te Heeg31 moet nabij verwant zijn geweest aan Goslick en Atte Oenes (verg. 113).

In 153732 Atte Oenez contra Taecke Abbez en Broer Dircxz vanwege hun vrouwen. Atte

wil dat de baar uit 1535 van de zoenslieden heer Jelmer Aggez Broersma, Yme Douwez

en overman Agge Broersma teniet wordt gedaan, dat Taecke en Broer afstand doen

van ¼ van huizing en terp te Oudega, gebruikt door Hoyte Sybez, en dat zij hem 4

goudg. vergoeden voor de gerechtskosten die hij maakte om zijn aanspraken op 4

pm te Oudega in de sate van Meye Sinnez op de Meerswal te verdedigen. Ook eist

hij betaling door Taecke van 16 goudg. voor koeien, 25 goudg. van de ontruiming op

Groet Wynge goet en 25 hoornsg. die Taecke ontvangen had van de 100 van de abt van


1. Hoyte Ockes, volgt 321.2. Joest Ockedr, volgt 322.3. tenminste nog één dochter.

33 Hoyta Goslix, tr. rond 1485 N.N.In 152948 is te Oudega en Sandfirden het zwanenmerk van (deze?) Hoytye Goslickz

opgetekend.

Uit dit huwelijk:1. Goslick Hoytes, volgt 331.

41 Dod Hotsedr, tr. voor 1485 Agge (Sybles?) Broersma, van ’t geslacht van Broersma uyt Groninger Omlanden, te Smallebrugge.In 1511 zijn Dod en haar broer Symon eigenaars van een sate van 27 pm te Oudega.

In 151749 wordt het goed van Agge Sybles te Smallebrugge en Heinke Geerbsz (lees

Hemka Gerbrandtz) te Mantgum en hun vrouwen verbeurd verklaard en toegestaan

aan Jan Westvalingk.

In 1543 dragen Hotthia en Baucke Aggis beiden 18 st. af aan de pastoor van

Smallebrugge.50

Uit dit huwelijk:1. Jelmer Agges Broersma, pastoor van Oudega sinds 1519, overl. 13

april 1548,51 begr. Oudega.Rond 1520/2552 koopt Douwe Obbez 2 pm van heer Jelmer Aggez voor 47 klinkerden.

In 1525 is her Jelmerus Agonis sinds zes jaar in possessie van het pastoraat

van Oudega; pastoor daar 1532, ’43.53 In 1535 is heer Jelmer Aggez Broersma

zoensman voor de erfgenamen van Oene Auckes (11). Ook in processen in 1550

en ’5154 wordt hij nog pastoor in Oudega genoemd.a

2. Hotse Aggez Broersma, volgt 411.3. Baucka Aggaz Broersma, volgt 412.4. Sible Broersma, volgt 413.5. (Rinck?) Aggedr, volgt 414.

42 Jan Hottiaz, schepen en burgemeester van Sneek in de jaren 1492/97, eedheer van Wymbritseradeel 1494, overl. tussen 1503 en ’07, trouwt Rixst, overl. na 1528, dochter van Wiggla Poppaz te Sneek en Eelck.55

In 146756 verkoopt Oena Wybrantz een rente van 13½ klinkerd uit zijn gued te

Aynghwird aan Wygla Poppaz en Eelck voor 150 rijnsguldens plus 24 klinkerden.

Bezit in het klooster Engwerd wordt in 1587 nog aangetroffen bij nakomeling Romke Jansz

Hoytema (42112). In diens inventaris worden voorts vele oude ‘brieven’ beschreven, deze

plaatsen we – cursief – onder de betreffende familieleden. In 1501 verkoopt Aucke Sickesz aan

Jan Hottyesz 9 pm te Uitwellingerga, in 1503 gaat Jan Hottyesz een ruilkoop aan met heer

a Met dank aan O. Roemeling.

22 N. Elingsdr, tr. N.N.Uit dit huwelijk:1. Dot, volgt 221.

23 Hoyta Elinghs, overl. voor 1511, tr. rond 1475/80 Sibbel.In 151138 gebruikt Peter Tyaerdz te Wolsum 18 pm van Sibbel Hoyta Elinx weduwe,

hierbij staat de naam van Jella Hoytaz genoteerd. De erven van Hoyta Elinxz zijn dan

eigenaar van de sate te Abbega van 28 pm van Tiaerd Ebaz,39 Jella Hoytaz is daar met

zijn broers en zusters eigenerfd in een sate van 22 pm,40 2 pm vicarieland te Idsega

heet Hoyta Elinxz land.41

In 154342 is Sibbel Hoytis met haar 9 pm belender te Uitwellingerga.

In 153843 Emke Buwes vanwege zijn vrouw contra Albert Hoytes te Folsgare, Elingh

Hoytes te Idsega, Eets, Feyte Hoythyes weduwe, te Heeg, Sibolt Hiddez te Tjerkwerd

vanwege zijn vrouw, Jelle Hoytes te Bolsward en Botte Bottez te Kubaard vanwege

zijn vrouw.

Uit dit huwelijk:44

1. Albert Hoytes, volgt 231.2. Eling Hoytes, volgt 232.3. Eets (Hoytedr), tr. Feyta Hoytes (lees Hottyaz), volgt 233.4. N. Hoytedr, tr. Sibolt Hiddez, te Tjerkwerd 1538.

In 1552 is Hidde Syboltz te Tjerkwerd voorzien van een harnas.

5. Jelle Hoytes, volgt 234.6. Rinck Hoytedr, volgt 235.

24 Eipke Elinghs, in Oudega op Damstra staten wonende, overl. voor 1511, tr. rond 1480 N.N.Uit dit huwelijk:1. Ruyrd Eipkes, volgt 241.2? Eling Epkaz.

In 1511 is Eling Epkaz meier van de abt van Stavoren van een sate van 65½ pm

te Idsega met Hoyta Lyoleffsz kinderen bezuiden en Griold Auckaz beoosten

als belenders.45 Hij is dan landheer van de sate te Oudega van 29 pm van Peter

Ottaz en belender van landen van Rioerd Eepkaz aldaar.46

31 N. Goslicksdr, tr. rond 1490 N.N.Uit dit huwelijk:1. Hotse, volgt 311.

32 Jets Goslicksdr, tr. rond 1485 Ocke N., overl. voor 1511.In 151147 is Jetthia Ockes weduwe eigenerfd op een sate van 26 pm te Idsega waarvan

het klooster Nazareth 2 pm toekomt.

Uit dit huwelijk:


In 151565 protesteren Romcke Jeltaz en Griold Elinxz dat Goedsfrundt Gosselixz zich

niet had gehouden aan de eerdere overeenkomst en dat hij gegraaid had in de koffer

met goud en zilver die in het huis van Wlbet Idsz stond. Ook had hij Romcke de 6

goudg. niet afgedragen.

In 151666 koopt Reyner Pouuelsz huis en schuur van wijlen Lolke Wiglez en Jel op het

Kleinzand van Goedsfriound Goslixz en van Griold Elingz vanwege Rixt, weduwe

van Jan Hottyez, voor 270 goudg.

In 1528/2967 koopt Jan Romckez ‘inden Haech’ in een ruilkoop alle landen en

renten die Ricxt Jan Hotties weduwe toekomen in het goed van Wybe Ryoerdtz te

Oosterwierum, getaxeerd op 165 goudg.

Het betreft de sate waarvan Lolka (Wiglez) te Sneek in 1511 10 f l. toekomt.68

Uit dit huwelijk:1. Jelle, volgt 421.

43 Symen Hotses Hoytema, overl. 14 maart 1528, begr. Oudega, tr. 1. voor 1499 Sipck Ambrosius;69 tr. 2. voor 1510 Gerck Wytsa Beyma dochter, vermoedelijk dochter van Wytza Lyeuwaz Beyma70 te Pingjum en N. Bockama.In 149971 verkopen Symen Hottyaz en Sipck 1/3 van 7 pm land te Burgwerd aan haar

broer Romka Ambrosius; in 1504 ruilkoop tussen Symon en Romka Ambrosius

waarbij de laatste landen te Rauwerd in Bernsser gwed verkrijgt; in 1528 is Symon,

wonende te Oudega, betrokken bij een koop door Taka en (de erven van) Romka

Ambrosius van 1/3 van Innye guedt te Britswerd.

Gerck is niet in primaire bronnen aangetroffen. Blijkens de zerk van dochter Jeldu

was haar moeder een Beyma en blijkens een horlogedeksel van nakomeling Gabbe

van Meinsma was zij dochter uit een huwelijk Beyma/Bockama.72 Zij zal bezit in

Groot Rysselaerdt te Lollum hebben ingebracht.

In 149173 wordt Symon Hottyaz burger van Sneek, in 1493 behoort hij, wonende

in ‘Swdereynstera’ kwartier tot de 36 van die stad en datzelfde jaar brengt Sirick

maester Wabbazin hem daar een wond in de arm toe.

In 149574 is Symon Hotthiaz getuige bij een afspraak van goudsmid Reyner Peterz

met Sythie, de vrouw van Hans Heris, over levering van een zilveren werkstuk.

Eventuele onenigheid over betaling zal worden voorgelegd aan o.a. de schepen Jan

Hotties.

In 1511 is Symon Hottyez te Oudega eigenerfd op een sate van 40 pm 5 eins en

bezit hij daar naast de helft van de sate van 27 pm nog 7½ pm in de sate van Tyerck

Haytiaz.75 Te Idsega komt hem 1 f l. toe uit de sate van Sibel Petersdr en 3 pm in

de kloosterlanden van Nazareth;76 te Oosterend bezit hij een derde van de sate van

Sybe Piersz (Meylema) en is hij samen met Romcka Jeltez eigenaar van de sate van

Tzalingh toe Wyns.77

De goederen te Oudega van Symon Hotges worden in 1517 verbeurd verklaard en

toegewezen aan Anthonis Cirurgijn.78

Uit het tweede huwelijk:

Djorre Jansz als voogd van zijn zuster van land te Tjalhuizum en Uitwellingerga.

In 149457 treden Gerrith Aggaz en Jan Hottiaz op als eedheren van Wymbritseradeel

inzake de koop van 8 eins te Sandfirden. Jan zegelt met het Hoytemawapen.a

In 149658 is Johan Hottiaz onderhandelaar vanwege Sneek en Wymbritseradeel over

het verdrag met de stad Groningen; later dat jaar zegelt hij als ‘eede here’ dat verdrag

vanwege de ingezetenen van Snekera Ingae. Op zijn zegel het Hoytemawapen met

twee klavers en randschrift ‘s. Jan Hoitia sin’.

Voor 150759 was Jan Hottyesz, dan overleden, borg geweest voor Reyn Ottoz fisker en

voogd over Jouka Joucka Sipkaz scroer.

In 150960 eist Romka Jeltaz dat Jouka Mennaz hem de landen te Goingarijp levert die

hij aan wijlen Jan Hottyaz had verkocht.

In 150961 kiest Rixst Jan Hottyes’ weduwe heer Bennert Edaz, Low Doeiinga en haar

broer Lolka Wigglaz als curatoren over haar en haar goed.

In 151162 huurt Peter Tyaerdz te Terzool een sate van 52 pm rentende 14 f l. van Rixt

Jan Hoeyties.

In 151463 zegt Goedsfriund Gosselixz de overeenkomst op die zoenslieden (te

Oosterend, Rauwerd en Loënga) gesloten hadden tussen hem en Romcka Jeltaz en

diens schoonmoeder in tegenwoordigheid van genoemde Romcka en van Griold

Elinxz vanwege Rixst Jan Hottyes. Drie maand later staat Romka toe dat Goedsfrundt

zoveel hooi haalt uit zijn, Romka’s, 2½ pm, waarin Goedsfrundts 20 einsen liggen,

als diens aandeel opbrengt maar ook niet meer.

Lolka Wigglaz, broer van Rixst, trouwde in 1485 Jelle, dochter van Rinke Goslix weduwe. In

1514 zijn beiden overleden, erfgenamen worden zijn zuster Rixst en haar broer Goedsfrundt.64

a Met dank aan Jan T. Anema.

Zegel van Jan Hottiaz (1496)


de nalatenschap van heer Agge Piersz (prebendaris te Sneek, overl. 1498) waarover

Nanne het beheer had.

Uit dit huwelijk:1. Tjaard Hoytes, volgt 511.2. Lioleff Hoytes, volgt 512.3. Heer Nanne Hoytis Hoytema, secretaris onder Maximiliano den eerste

keyser, pastoor te Oudega tot (voor) 1518, te Grouw 1532, ’42,92 monnik, overl. Bremen.Nanno Hentonis van Heeg wordt op 2 juni 1511 als student ingeschreven te

Keulen.93

In 153794 procederen Heercke Outgersz en Syts over een baar, opgemaakt in

1532 door mr. Menno, pastoor te Rauwerd, en heer Nanne Hoytis te Grouw. Ook

in 154295 staat heer Nanno Hoytez als pastoor te Grouw. Hij ging vervolgens naar

Groningen, daarna naar Bremen waar hij als monnik overleed.

Nanne seu Nanno iuris peritus et ab Haringho Suffridi Sinnama Hagio et conterraneo

suo, U[triusque] J[uris] doctore, caesari Maximiliano primo recommendatus et ab ipso

caesari secretarii officio donatus; cum in aula caesaris omnibus diliciis frueretur, his

spretis officium resignavit, Romamque profectus singulari pietatis zelo sacerdotio

initiari desideravit, quo impetrato in Frisiam domum rediens primo pastor fuit in

natali solo Oudegae, postea Groue uby aliquot annis piissime vixit, tandem Groua

relicta Groningam abiit unde a senatoribus revocatus per fratrem Reinerum cum redire

1. Gerko Symens Hoytema, volgt 431. 2. Wytsa Symonsz Hoytama, volgt 432.3. Jeldu Symons Hoytema, volgt 433.4. Wypk Symens Hoytama, volgt 434.

51 Hoyta Lioleffs Hoytema, overl. tussen 1504 en 1509, tr. voor 1484 Teed Aggema van Haringsma, dochter van Tyard Aggama en Riem Popma.79

Op de zerk van de zoon Reyn zijn voor hen de kwartierwapens Hoyttema/Epema en Aggema/

Poppinga uitgebeiteld.80

In 1504 wordt o.a. Hoyte Ludolffs benoemd tot gecommiteerde om uitspraak te doen

in een geschil over dijksonderhoud.81

In 1509 treden Tyaerd Hoyta Lyoleffz en Nanna Reynsz te Bolsward op als (mede)

erfgenamen van Hans en Benedix Herozonen.82

In 1511 zijn Hoyta’s erven samen met Gerard Aggaz eigenaars van een sate te Heeg; tevens

bezitten zij dan 4 pm in de landen van klooster Nazareth te Idsega.

Teet, Hoyta Lioleffs wedue, gebruikt in 1511 met haar kinderen een eigen sate van 62½

pm in Oudega.83 Ook bezitten zij de sate van Symon Galaz in Oosthem van 49 pm en

beuren zij 11 f l. rente uit de sate Aetsebwren in Oosthem gebruikt door Wol Sywrdtsz.84

Teet bezit nog een sate te Ypecolsga van 29 pm gebruikt door Jancka Wabbaz.85

Ook in Oosthem is in 151186 overigens een sate Hoytama met enig hooiland onder

Idsega.

Schoonvader Tyard Aggema liet naast dochter Teed een zoon Reyn Tyartz Aggema na,87 vader

van Nanne Reynsz, een dochter (Hottie?), vrouw van Haringh Wybesz en moeder van Wyba

Harinxz Poppinga, een dochter (Hen?), moeder van Tyard Jacobs, en vermoedelijk een dochter,

moeder van Hans en Benedix Heroz. Erfgenamen van de kinderloos overleden Nanne Reynsz

worden bij testament zijn neven en nichten die toen, in 1549, nog in leven waren mits die aan

de kinderen van de al overleden neven en nichten per graad 100 goudg. uitkeren.88

In 152089 verkopen heer Nanno Hoytis en Gosslick Gerrethz als voogden van

het weeskind van Tyard Jacobs aan Nanno Reynz een rente van 21 st. uit Tyard

Aggamazate in Woudsend om een schuld te vereffenen en twee jaar later nog eens

een rente van 16½ st. Het is niet duidelijk of, dan wel hoe, Gosslick Gerrethz (521) verwant

was aan het weeskind.

In 154990 verklaren Wybe Haringhsz Popma, Lyulff, Taecke en Reyn Hoytez, Riemed

Hoytedr, vrouw van Johan Oenesz, Meye Sinnez vanwege zijn vrouw Jel Hoytedr en

Riemer Jellez vanwege zijn vrouw Hen Hoytedr dat zij het codicil van Nanne Reynsz

van 13 april dat jaar zullen naleven. Diens weduwe Hid Herodr keert hen daarop de

helft uit van de contanten in het sterf huis, met aftrek van de betaalde legaten, en vier

van de zes zilveren kruisen.

Van 1550 tot 1563 (zelfs nog in 1583) voeren Wybe Harincksz Poppinga en Lyoloff,

Taecke, Reyn, Jel (tr. Meye Sinnez), Remck en Hen (tr. Riemer Jellez) Hoytes als

erfgenamen processen over de nalatenschap van Nanne Reynsz.91 Deze betroffen ook

Ondertekening van de kwitantie van 1549


In 1511104 is Garrard Aggaz eigenerfde van een sate van 36 pm te Oudega waarvan hij

zelf de helft gebruikt, Ocka Auckaz de andere helft. Hij is voorts landheer van de sate

van 31 pm van Menna Tiebbaz te Oudega en eigenaar van 2 pm te Idsega.105

Uit dit huwelijk:1. Goslick Gerrits, volgt 521.

Vierde generatie

111 Bauck Oenedr, tr. Sibolt Dyoraz, huurboer te Idsega 1511, later te Oudega, overl. tussen 1546 en ’52.In 1511106 is Sibolt Dyoraz boer op een sate van 39 pm te Idsega van Hottya Gaelkaz en

diens zuster. In of rond Idsega bezit hij 5 pm land.107

In 1543108 bezit Syboldt Dyorres te Oudega ½ pm in (of aan de noordrand van) het

Wlgerlandt (benoorden de Rypdyk), landen ten oosten van de 6 pm vicarieland en

drie akkers ten zuiden van 5½ pm vicarieland (bezuiden de Indykwal). Dat ½ pm en

die akkers waren in 1511 bezit van Griold Auckaz Auckama.109 Vermoedelijk is het dit ½

pm dat later verkocht werd door kleinzoon Homme Birdes.

In 1546110 Reynthie Jarichsz te Idsega contra Sibolt Diorez te Oudega.

Uit dit huwelijk:1. Dyoere Siboltsz, overl. voor 1557.

In 1557111 Hendrick Nannez te Tjerkwerd contra Birde Siboltz als voogd over de

weeskinderen van Dyoere Siboltsz.

Stellig is een zoon: Abbe Diurres, tr. Geertruydt Hoytes (51531).2. Birde Sibouts, volgt 1111.

112 Ath Oenedr, overl tussen 1544 en ’56, tr. voor 1523 Taecke Abbes, te Kubaard, kerkvoogd 1543, 1561,112 bij provisie grietman van Hennaarderadeel 1547 (-1550), overl. voor 1571, zoon van Abbe N.,113 vermoedelijk bij een Foekel.a

Zie voor hem: Hein Walsweer, It komôf fan dûmny Nicolai, GJb 2000 97.In 1522114 scheiden Douua, Taecka en Epe Abbez de nalatenschap van hun ouders,

in 1523 tekenen Take Abbez en Aet voor ontvangst van 40 goudg. van Epe Abbez en

Ambrosia voor huis en staten te Grote Gietens.

Rond 1520/25115 koopt Taeke Abbes 5½ pm van Hantke Reynsz voor 36 goudg., Douwe

Abbesz koopt dan 6 pm van Douwe Jowckez voor 68 goudg.

In 1530116 Take Abbez te Kubaard en Botte Gerlofsz vanwege zijn vrouw Rieme

Sydtsdr contra Homme Reynsz en Ydt Tyebbedr inzake scheiding van landen in

Beyst te Kubaard.

In 1544117 kopen Taecke Abbez en Aet te Kubaard 1/5 van de sate opper Gaest aldaar

met 1/3 van de steen op de staten van Homme Algersz te Koudum.

a Ook Taecke’s broer Epe had een dochter Foekel.

nollet, Bremas profectus est ubi monachus sanctissime obiit.96a (Op voorspraak van

Haringh Suffridi Sinnama van Heeg kreeg Nanne een betrekking in de secretarie van

keizer Maximiliaan; later pastoor te Oudega en Grouw en vervolgens vertrokken naar

Groningen. Zijn broer Reyn kon hem niet bewegen om naar Friesland terug te keren.)

4. Taake Hoytes, volgt 513.5. Lisck Hoytedr, tr. Jacla Ids, tot Atseburen.

Vermoedelijk uit dit huwelijk: Ids Jaclez, te Sneek 1546,97 mogelijk ook Hoyte Jacclez, in 1552 met harnas te Oosthem (verg. 2311.1).

6. Reemke Hoytedr, volgt 514.7. Jel Hoytedr, volgt 515.8. Reynsck Hoytedr, tr. rond 1500 Jelte Sierx, aan de Huynxadijck op

Nijlant, stellig zoon van Sirick Jeltaz.In 151198 is Jelta Sirixz huurboer op een sate van 75 pm te Nijland. Hij is eigenaar

van 8½ pm te Hwingedick in de sate van Tabba Bauckaz; voorts, samen met

zijn moeder, van 5 f l. uit de sate van Obba Buwaz te Nijland en van de sate van

Folckert Janz te Abbega van 30 pm. Sirick Jeltaz land wordt dan te Nijland als

belender opgegeven.

In 154699 is ene Jelte Sirckz landeigenaar van 16 pm te Pingjum, gebruikt door

Vlcke Taedez.

In 1552100 Haringh Bathiez als voogd over het kind van Jelle Bathyez contra ene

Jelte Syrcxz.

In 1555101 procederen ene Jelte Syrcxz als grootvader en voogd van Fedde en

Reyn Wybrantsz, Syouck Hayttiez of Hanckez, mede vanwege zijn broers en

zusters, en Meye Feddez mede als volmacht van de verdere erven van Fedde

Pierz (Pieterz) tegen burgemeesters en schepenen van Bolsward.

Vermoedelijk had Jelte dus een dochter, getrouwd met Wybrant (Feddez). Mogelijke zonen: Hoyte Jeltez te Nijland en Syerck Jeltez te Tirns, beiden in 1552 met harnas.

9. Hom Hoytedr, zij wordt niet aangetroffen in primaire bronnen.10. Hen Hoytedr, volgt 516.11. Reyn Hoytes, volgt 517.12. Syts Hoytedr, begijn in Nasareth in Idsega.

52 Sythia Lioleffsdr, mogelijk overl. 30 nov. 1500,102 tr. rond 1485/90 Gerard Aggaz (Harincxma), te Oudega, mederechter van Wymbritse radeel 1494, 1502,103 vermoedelijk zoon van Age Douuesz te Oldegarijp (zie 5).Sythia ontbreekt in de memorie; met haar man Gerrardus Aggei Harinxma komt zij wel voor

in de latijnse versie. Gerard Aggaz is samen met de erven van Hoyta Lyoleffsz eigenaar van

een sate te Heeg; evenals die Hoyta moet zijn vrouw 4 pm in het gebied van klooster Nazareth

te Idsega hebben geërfd.

a Transcriptie Paul Noomen.


Rond 1520/25132 koopt Broer Dircksz 5 pm voor 20 goudg.

In 1543133 is Broer Dircxz belender te Oppenhuizen, in 1552 Broer Dyerckz aldaar met

‘harnas rincraeg spiedts deghen’.

In 1547/48134 koopt Broer Dircxz bij decreet 5 pm te Oppenhuizen van de voogden

van de weeskinderen van Douwe Yemes. Samen met Paels Syeurtsz en Benedictus

Haitthiez is hij in de jaren 1550-’53 en ’66 als voogd over weeszoon Hessel van Douwe

Yemez in proces met Ympke Yeme weduwe, met Joost Yemez te Heeg en tenslotte met

diens weduwe Folckert Sipckedr.135 Joost Yemez had ten onrechte de 19½ pm, welke

Douwe Yemez voorheen van zijn moeder Impck huurde, onder zich gehouden.

In 1562136 Lyoepke Feckez te Sneek contra Broer Dyerckz en Dyerck Broerz als

voogden over Hessel Douwez.

In 1603137 wordt in de nalatenschap van Hottie Pierz (Lyclama) 29 pm in ‘Broer Dircxz

saete’ te Oppenhuizen aangetroffen.

Uit dit huwelijk:1. Eelck Broersdr, volgt 1131.2. Mey Broersdr, volgt 1132.3. Dyerck Broerz, overl. tussen 1562 en 1571.

211 Elingh Goslicks, schepen van Sneek 1498,138 mederechter van Wymbritseradeel 1502,139 tr. Aucka, wellicht dochter van Johan Reynz Sickama en Ansck Aggha Walthadr te Makkum.140 Zij hertr. voor 1507 Frerick Frerickz.In 1491141 wordt Elingius Godschalci van Sneek student te Leuven.

In 1494142 wordt Elingh Gosselix burger van Sneek, in 1495 contra Doythie Meles

wegens messetrekkerij.

In 1497143 treedt Eling Gosselixz op als zoensman.

Op 4 okt. 1501144 vertoefde Douwo Galisz (Galama) in Eling Goslicks huis te Sneek,

enkele dagen voor hij te Franeker heimelijk werd onthoofd.

In 1507145 Peter Claesz te Amsterdam contra Aucka Elinx weduwe om laken, datzelfde

jaar wordt gevochten in het huis van Aucka Elinx.

In 1508146 heeft Goedsfriond (Griolt) Elinxz als voogd over de kinderen van Aucka,

Frerickx vrouw, het niaar gelegd op een koop van 20 pm. Aucka zal Goedsfriond

terzake betalen.

In 1508147 wordt een geschil van ffeyka Kampstera met Griold als voogd en Aucka

ffrerickx over het huis waar Aucka woonde op zoenslieden gebracht.

Bij leven had Eling Gosselixz op zich genomen om de brug voor het huis van Foeka

Foekaz te herstellen en daartoe hout gekocht. In de jaren 1510-’12148 speelt een kwestie

over betaling daarvan. Frerick Frerickz, man van Aucka, vindt dat Elings zaken hem

niet aangaan omdat er voogden zijn aangesteld over diens kinderen. Wanneer Aucka

op de kwestie wordt aangesproken wil hij echter wel antwoorden.

In 1511149 heeft klooster Nazareth te Idsega Eling Gosselix land als zuidelijke belender.

Uit dit huwelijk:

In 1552 onder Kubaard Take Abbez met ‘har(nas) stalen crop sp(eets) de(gen)’.

In 1556118 Taecke Abbez met zijn zoon Oene voor zich en voor de verdere erven van

Taeckes vrouw Att contra Goyck Epedr, vrouw van Sybe Gabbez, over een eerdere

ruilkoop in sates te Menaldum.

Uit dit huwelijk acht kinderen, we kennen:a

1. Fookel Taco Abbesdr, tr. Eipke Ruyrds, volgt 2411.2. Abbe Takez, volgt 1121.3. Rinnert Takez, volgt 1122.4. Oene Taeckes, boer op Haytiemastate te Menaldum, tr. voor 1547

Hylck. In 1547119 verkopen Syba Gabbez en Goyck Epedr een rente van 7 goudg. uit

Gauta en Rottersma gueden aan Oene Taeckez en Hylck te Menaldum voor

100 goudg.

In 1551120 zal Oerck Sybes aan Oene Taeckes te Menaldum 14 goudg. betalen.

In 1555/56121 koopt Oene Taeckez 1/7 van Haytthma staeten te Menaldum van

Aene Janckez en Bauck voor 298 goudg. In 1557/58122 verkoopt Gats Sipckedr net

zo’n deel aan Ryoert van Roorda.

In 1543123 geeft Oene de patroonslanden in Menaldum aan.

In 1559124 kopen Douue Folckertz en Houck Jelledr te Kubaard 10 pm 3 eins in

Gaesterasate aldaar van Oene Takez.

5. Tyepcke Takez, boer te Kubaard 1571, tr. Schyu Wpkedr Maesterhuys, verm. dochter van Wpke Claesz Mesterhuys en Reynsck Sickedr te Tzum.125

In 1582126 Tzepke Taeckez te Kubaard en Schyu Wpkedr, mede voor de andere

erven van Wpke Maesterhuys, contra Sicke Oedtsz en Dirck Freerckz.

6. Mey Taeckedr, tr. voor 1545 Tyebbe Syuerds, te Tjerkwerd, Wirdum, zoon van Syuerdt Aenckes en Ricxt (Syboltsdr).127 In 1545128 kopen Tyebbe en Syboud Syuerdtsz met hun vrouwen Mey en Eelck

de helft van de zate Bongahuys te Oosterend van Bauck Bauckedr, vrouw van

Gercke Ryuerdtsz.

In 1552 Tyebbe Syoerdtz met harnas te Tjerkwerd.

In 1561129 zal Tyebbe Syuerdtsz te Wirdum zijn schoonvader Take Abbez vrijwaren

m.b.t. een rentebrief van 7 goudg., verkocht aan Bocke Sybrenz voor 100 goudg.

In 1583130 Tialle Sipckez te Ferwerd mede vanwege Tialle Epez als volmachten

van Doed Ebedr contra Syurdt en Sybolt Tiebbez mede vanwege de verdere

erfgenamen van Atte Tiebbez. De eisers wensen een inventaris van het sterf huis.

Voorts: Jacob van Sluis en D.J. van der Meer, Het geslacht Hemsterhuis, GJb 1991.

113 Goslick Oenedr, tr. Broer Dirx, te Oppenhuizen, overl. na 1566.131

a Anna Takedr Harckema, vrouw van Abbe Douwez, hoort hier niet thuis: Rr 15 14;

HEN 37 40, 43, 44, 202v, 204v; BOL E1 403, 228; HvF 16703 80.


231 Albert Hoytes, overl. tussen 1552 en ’58, eigenerfde te Oudega 1511, te Folsgare 1538, tr. (Swob?), de zuster van Epa Ighaz te Folsgare, overl. voor 1525.In 1511159 is Albert Hoytaz eigenerfd op een sate van 39 pm te Oudega, hierbij 6½ pm

hooiland die Wypka Hoytaz te Idsega met zijn zusters toebehoren. Te Folsgare wordt

hij dan genoemd met zijn kinderen bij de sate van Epa Ighaz van 80 pm,160 hieruit

komt Epa’s zuster 11 pm toe en de pastoor 20 st. In 1514161 beuren Albert Hoites te

Oudega en Eppe Eggez samen 13 f l. uit Hannigh goed te Sopsum onder Achlum.

Florys Gerrytsz te Bolsward komt uit deze sate vanwege zijn vrouw 6 f l. toe.

Rond 1520/25162 koopt Albert Hoytez, mede voor zijn kinderen, een rente van 3 goudg.

van Henna Jouckez voor 43 goudg., de rente van 3½ goudg. die Gerbrant Jansz van

Epe Igesz gekocht had voor 57 goudg., 10 pm van Teedt Gerloffs Botte’ weduwe voor 75

goudg., een klinkerd rente van pastoor en kerkvoogden van Oosthem voor 6 goudg.,

renten van 10 en 5½ goudg. van Jelmar Jansz en van 14 st. van Sybolt Hoytesz en

tenslotte een ‘f ischdam mit eer ende feer’ van Ancke Martensz voor 14 goudg.

In 1538/41163 Pieter Lyeuwez en Truydt te Franeker contra Albert Hoytez, mede voor

zijn zoon Jaecle en zijn verdere kinderen, inzake een overeenkomst van 23 febr.

1528. Volgens uitspraak van het Hof moet Pieter Albert in totaal 14 pm 9½ eins en

een rente van 10 klinkerden in en uit Sopsuma saete, waar zoon Jaecle woont, laten

volgen.

In 1539164 Tyetz, weduwe van Pieter Zuetz, en Matheus Seerpsz en Claes Jansz als

executeurs van het testament van Eeuke Florys contra Jacle Albertsz en zijn vader

Albert Hoytes inzake 1/3 over hoog en laag van het goed te Sopsum, gebruikt door Jacle.

In 1543165 Albert Heuytez als volmacht van Waebel, Henne Jauckes weduwe, contra

Bocke Epez; tevens diezelfde Albert contra Huytken Euertsz. Die laatste moet Albert

een derde laten volgen van het door Yghe en Rencke nagelaten goed te Folsgare

uitgezonderd hetgeen door Bocke en Douwe Yghez aan hen was verkocht.

In 1543166 beurt de pastorie van Folsgare 20 st. pacht uit Albert Huytes saete.

In 1552 Albert Hoytez te Folsgare met ‘speidts en degen’.

Uit dit huwelijk:1. Jackle Alberts, volgt 2311.2. Hoyta Alberts, volgt 2312.3. Yge Alberts, volgt 2313.4. Trijn Albertsdr, volgt 2314.

232 Eling Hoytes, te Heeg, Abbega, Idsega, tr. voor 1511 Doed Lyeuwedr, overl. voor 1547, dochter van Lieuwe en Foeck.In 1511167 is Eling Hoytaz boer op een sate te Heeg van 39 pm van Gerard Aggaz en

Foeck Lyuwes weduwe, zijn schoonmoeder, en bezit hij 8 pm in de sate van Swyrd

Hoytaz aldaar.

Rond 1520/25168 kopen de voogden van de wezen van Ryurdt Peter Inthiez circa 9 pm

van Elingh Hoytez voor 136 goudg. en kopen Henne Jantkez en Waebel een sate te

1. Johan Elings, die daer gewoont heeft op den westersche Muncke sate van Idsega Rijga ende Oldega.In 1552 is Johan Elingz te Idsega voorzien van roer en degen.

In 1574150 is onder Idsega het zwanenmerk van Johan Ellin zn opgetekend.

Nakomelingen:2. die van Siccama die voort jaer des veranderinge van Vrieslant te weten 1582

als de Goysen begosten te regeeren, den voor gangh hadden in Heegh ten offer.a

221 Dot, tr. 1. rond 1525 Douwe Sibot Fockes zoone bij Jayts Haersma;151 tr. 2. Watse Martens van Rien, lees: Wattie Hesselsz d’ olde, in 1543 kerkvoogd te Oosthem,152 overl. tussen 1548 en ’52, weduwnaar, zoon van Hessel Lolckaz to Reen te Lutkewierum.Dot loopt behoorlijk uit de pas met haar ‘neven en nichten’. Zij moet geboren zijn in de eerste

jaren van de 16de eeuw, rond de tijd dat die laatsten trouwden. Dot zal daarom niet in deze

generatie thuishoren.

Wattie moet niet verward worden met zijn (half ?)broer Wattie Hesselsz junior die boer was op

het familiebedrijf te Rien.153

In 1543154 is Sybolt Fockez te Tjerkwerd 4½ st. pacht kwijt aan de priesters aldaar.

In 1548155 verkoopt Sipke Taeckez te Hidaard een rente van 5 goudg. aan Wattie

Hesselsz d’olde, Seerp Broersz en jonge Syrck Molluma als voogden over de

weeskinderen van Sythye Hesselz en Tyeets.

In 1548156 koopt Wattye Hesselsz een rente van ½ goudg. te Tjerkwerd van Sipcke

Hoytez en Auck Siboltsdr.

In 1554157 de erven van Lolcke en Watthie Hessel(s) te Reen contra Tyerck Tyercxz.

In 1558158 Sicke Hesselsz en Elingh Douwez contra Joucke Wattzez. Voorheen waren

Sicke en Elingh voogden over Joucke en diens broer Wattze Wattzez. Uit hun rekenschap

van 1556 in Wymbritseradeel blijkt dat zij 450 goudg. achter waren bij de afgaande meier

van hun sate te Oosthem waarvan zij nu de helft op Joucke willen verhalen.

Uit het eerste huwelijk:1. Elingh Douwes, volgt 2211.Uit Watses eerste huwelijk:a. Joucke Wattyez, te Oosthem met spies en degen 1552, Bolsward 1558,

wordt burger van Sneek 1560.Uit het tweede huwelijk:2. Watse Watses Reen, volgt 2212.

a Met het voorgang ten offer hebben wordt bedoeld wie als eerste in de rij van

communicanten mocht optreden bij het in ontvangst nemen van wijn en brood.

Het was dus een typisch elitesymbool: wie had voorrang boven anderen. Soms

oorzaak van grote ruzies tussen bepaalde families. Met dank aan O. Roemeling.


In 1558178 Sicke Aesgez Albada, mede voor zijn zuster Anna Piers weduwe, contra

Jaecle Albartz, mede vanwege de andere erven van Albart Hoeytez, die optreedt

voor de originele gedaagde Ypke Feytez.

In 1559179 gaat Ypke Feytez voor vijf jaar de huur aan van Topta saete te Oppen-

huizen, groot 26 pm, en de staeten voor 38 goudg. per jaar van Jan Wbbez Jetma;

jaars daarop180 koopt hij die saete, dan 29 pm, van diens kinderen voor 1074

goudg.

In 1561/62181 koopt Ypcke Feytz 7 pm te Oppenhuizen van Lyeuwe Pietersz voor

210 goudg.

Datzelfde jaar verkoopt hij 19 pm over hoog en laag in Griolt Elingsz sate aldaar

aan Wybrant Reinsz (2314), in 1563 hebben hij en Jeesck een kwestie over die sate met

diezelfde Wybrant en kinderen.

2. Hoyta Feytes, volgt 2331.3. Rienck Feytes, volgt 2332.4. Hotse Feydts, laaste pastoor in Oldega voor de veranderinge, pastoor te

Westhem 1543, Oudega, overl. na 1581.In 1543182 is heer Hottya Feytez, pastoor te Westhem, samen met zijn broer

Renick Feytez gebruiker van de pastorielanden aldaar.

In 1581183 meldt Broer Hoytema in zijn rekening van het kerkegoed te Oudega

dat er geen inkomsten zijn uit de pastorielanden aangezien de voormalige

pastoor Hottye ffeytez, ‘zijnde een seer oldt persoen’, die inkomsten door de

gedeputeerden tot zijn onderhoud zijn gegund.

In 1589 en ’90184 (Hoeyte Feytez vanwege) Trijn Feyte weduwe te Folsgare, mede

vanwege haar kinderen bij Feyte Hoeytez contra Minne Reynsz te Terzool die

de procedure voortzet van wijlen Ryurdt Reynsz uit naam van zijn moeder

Hylck Feytedr, Sybolt Annesz als voogd over Jelte en Tyeets, de kinderen van

Tiete Wigles bij Eelck Jeltedr, en Holcke Oetsz vanwege zijn kinderen Elingh

en Anna bij wijlen Eelck Jeltedr als erfgenamen van heer Hottye Feytez. Sybolt

en Holcke zetten hierbij het proces voort van Eelck Jeltedr en van Romke Sipkes

vanwege zijn broer Feyte Rienxz.

5. Hylck Feytedr, volgt 2333. 6. Jelte N. is een zoon of schoonzoon; zijn dochter Eelck Jeltedr, overl

voor 1589, tr. 1. Tiete Wigles; tr. 2. Holcke Oetsz.In 1570/71185 koopt Anna Folckertsdr 12 pm 3¼ eins te Ypecolsga van Eelck

Jeltsdr voor 607 goudg.

In 1593186 is Holcke Oedtsz 3½ goudg. schuldig aan Trijn Hoyte weduwe inzake

renten uit de sate van Pals Suyrdts.

234 Jelle Hoytes, te Bolsward 1538, boer op Hobbema sate te Kubaard, overl. 1543/45, tr. rond 1515 Syouck Bottedr, overl. voor 1538, dochter van Botte toe Bercwert en Houck.187

In 1532188 ontruimt Jelle Hoytez de sate van Tyepke Bottez.

Abbega van Eelingh Hoyttez voor 60 goudg. Elingh in Abbegae koopt dan 1/5 en ¼

sate van Peter Claesz voor 15 goudg.

In 1538 woont Elingh Hoytes te Idsega.

In 1547169 kan Elinck Hoytez het onderhoud van zijn zoon Gercke bij wijlen Doed

Lyeuwedr, die te Haarlem naar school gaat, niet langer opbrengen en wil hij bij

decreet 1/3 verkopen van een fenne in Bruenssma saete te Heeg die Gercke geërfd

had van zijn moeder. Met zijn bod van 260 goudg. wordt Pauwels Syeurdtsz koper,

mits Lyeuwe Elincxz die landen nog 7 jaar mag huren.

In 1547170 wordt Elinck Hoytthiez met een bod van 210 goudg. koper van een rente

van 6 goudg. uit een saete te Goënga van de Cruycebroederen te Sneek.

Uit dit huwelijk:1. Lyeuwe Elings, volgt 2321.2. Gercke Elincksz, scholier te Haarlem 1547.

233 Eets (Hoytedr), weduwe te Heeg 1538, tr. rond 1510 Feyta Hoytes (lees Hottyaz).In 1511171 is Feytha Hotthiaz boer op een sate van 51½ pm te Heeg; hij bezit hierin

20 pm, waaruit de priesters 15 st. toekomt. Het klooster Nazareth bezit 3 pm, terwijl

de overige landen toebehoren aan de kinderen van Feyta’s zuster Gheel en aan Jan

Mollaz te Goutum.

Rond 1520/25172 koopt Feytte Hoyttez alle land in zijn zaete dat Eelcke Lattyez

toebehoort voor 28 goudg.

In 1543173 zijn de erven van Feyte Hotthiez belender te Heeg.

In 1555174 Yepke Feytez, mede voor zijn broers Renick en heer Hoettye en als voogd

over Feyte Hoeytez contra Myerck Broerz en Marij. Myerck en Marij huurden van

hen het afgelopen jaar 5/6 van hun huizing en zouden volgens afspraak in 1554, na

af loop van het huurcontract, huizing (en sate) ontruimen, wat zij nu weigeren. De

gedaagde betoogt dat heer Hoethye, Yepke en Renick Feytez in 1544 aan hun broer

Hoeyte Feytez met genoemde Marij Ryoerdtsdr onder meer de huur toestonden van

in totaal 44 pm met enkele einsen voor 1 carg. per pondemaat en, blijkens bernsbrief,

het bezit van 10 pm over hoog en laag. Door het overlijden van Hoyte, het kind van

Hoeyte en Marij, was die 10 pm voor de helft op Marij vererfd. Ook betogen zij dat

een huizing bezwaarlijk in stukken gedeeld kan worden. Uitspraak: Myerck en Marij

moeten hen 5/6 van de door hen bewoonde huizing ontruimen en laten volgen.

In 1556175 Yepke Feytez vanwege Ryoerdt Reinz contra Myrck Broerz en Marij.

Uit dit huwelijk:1. Ypcke Feytes, te Oppenhuizen, blijkbaar kinderloos overleden voor

1589, tr. Jeesck, overl. na 1563.In 1540176 Eepke Feytez contra Eemcke Buwez.

In 1543177 is Ypke Feitez kerkvoogd van Oppenhuizen; de patroon bezit dan 6

pm grasland in zijn sate.

In 1552 is Ypcke Feytez te Oppenhuizen weerbaar met ‘speedts en deghen’.


235 Rinck Hoytedr, overl. na 1573, tr. voor 1534 Botte Bottes, boer op Berkwerd te Kubaard, overl. 1540/41, zoon van Botte toe Bercwert en Houck.In 1534204 verkopen Botta Bottaz en Rynk te Berckwert een rente van 3 goudg. uit hun

sate aan Foppe Piersz voor 60 goudg.

In 1540205 is Botte Bottesoon te Kubaard eigenaar van 5 pm ‘die Santacken’ te

Wirdum.

In 1541206 koopt Rinck Botte weduwe toe Berckwert te Kubaard mede voor haar

kinderen 1/3 van 11 pm en van een rente van 1 goudg. in haar sate die Botte en zij in

ruil verkregen van Here Epez te Lollum en Ymck.

In 1552 bewonen Rinck Botte weduwe en Douue Claesz de sate van Houck toe

Berckquert van 1511.207

In 1560208 verkoopt Renck Hoytedr, weduwe van Botte Bottez, te Kubaard een rente

van 11 goudg. 16 st. uit de landen in haar zate te Berckwerck die zij in ruilkoop

verkregen had van Syouck Bottedr aan Eeck Poppedr, weduwe van Douwe Martenz,

te Bolsward voor 192 goudg.

In 1573209 koopt Botte Bottez te Berkwerd het 1/5 deel van zijn sate dat Griolt Bottez

geërfd had van zijn vader en zal erven van zijn moeder Rinck en 1/5 van een rente van

20 carg. uit Hobbema saete, goeddeels bezit van Douue Folckertsz, van die Griolt met

instemming van zijn moeder. Tevens koopt hij dan de huizing op Berckwert, waar

hij woont, van moeder Rinck. Blijkens de rentmeesterrekeningen bovendien 1/5 van

5 of 6 pm, met elkaar voor 750 goudg.210

Uit dit huwelijk:1. Tyets Bottedr, kinderloos overl. voor 1595.2. Houck Bottedr, volgt 2351.3. Botte Bottes, op Berckwerd te Kubaard, overl. voor 1583,211 tr. rond

1570 Rinck Heeredr, kinderloos overl. Goënga 22 sept. 1623, begr. Gauw,212 dochter van Heere Jorritsz en Gats Gerbrensdr te Gauw (verg. 234.4, 2341).In 1595213 koopt Rinck Heeredr, weduwe van Botte Bottez, te Kubaard met haar

kinderen 6 pm in Berckwerte zaete aldaar, door haar gebruikt van Houck

Nollkedr, vrouw van Sine Janckez te Leeuwarden, die dat had geërfd van haar

tante Tyets Bottedr voor 300 goudg.

4. Greolt Bottes, volgt 2352.5. N. Bottes.

241 Ruyrd Eipkes, overl. na 1543, tr. N.N.In 1511 is Rioerd Eepkaz eigenerfde op een sate van 26½ pm te Oudega.214

Griold Auckama bezit hierin 4½ pm, Griold Elinxz te Sneek 5 pm. Dat betreft zonder

enige twijfel Damstra sate.

Ryoerdt Aepkez procedeert in 1530 met Rencke Hayez en in 1534 met Ima Douwez.215

Het is hier niet duidelijk of dit onze Ruyrd te Oudega betreft of diens naamgenoot te Wolsum.

In 1538189 heer Lyuwe Lyuwez, prebendaris te Kubaard, contra Tyaerdt Mamminge

en Jelle Hoytis vanwege zijn kinderen bij Syouck inzake 1/6 van Hobbinge sate. In

1540190 Jelle Hoeytez met zijn kinderen bij Syouck Bottedr contra Botte Bottes te

Kubaard en contra Ees, Tyaerdt Mamminge’ weduwe, inzake Hobbema gued.

In 1543191 zijn zowel Jelle Hoytez als Hobbama landen belender te Kubaard.

In 1545192 Botte Jellez te Bolsward, mede voor de verdere erfgenamen van Jelle Hoytez

en Syouck Bottedr, contra Ees Sybrensdr die 5 pm uit Hobbinge zate te Kubaard had

verkocht.

Uit dit huwelijk:1. Botte Jellez, geb. voor 1520, te Bolsward, schepen 1561,193 tr. Dirckthyen

Alephsdr.In 1548194 verkopen Botte Jellez en Dirckthyen Alephsdr te Bolsward een rente

van 6 goudg. uit Hobbema zate te Kubaard, gebruikt door Douue Folckertz,

aan Douue Douuez te Longerhouw voor 100 goudg. In de jaren 1543-’57195

verkoopt Botte Jellez te Bolsward regelmatig renten van 3 en 3½ goudg. uit

de zate.

In 1552 is Botte Jellez te Bolsward weerbaar met een roer.

In 1557196 wordt op verzoek van Botte Jellez en Romke Wybez als voogden over

de jongste vier kinderen de nalatenschap beschreven van mr. Goslick Scheltez

en Thryn.

In 1558197 wordt in de nalatenschap van Dywke Petersdr te Bolsward een

rentebrief uit 1547 van Botte Jellez aangetroffen.

2. Greud Jelles, volgt 2341.3. Houck Jelledr, volgt 2342.4. Jacle Jellez, te Deersum, kerkvoogd 1580,198 volmacht 1582,199 tr.

Liepck Heeredr, weduwe te Bozum 1597, dochter van Heere Jorryts en Gats Gerbensdr (verg. 235.3, 2341).In 1576200 worden Jaeckle Jellez c.s. die ‘op sondaghen, appostel daeghen ende

andere heyligen daeghen niet ter kercken comen’ vanwege bisschop Cunerus

Petri voor het gerecht gedaagd.

In 1578201 wordt Jackle Jellez te Deersum aangeslagen voor 3 carg.

In 1584202 koopt Wopcke Douwez te Terzool een zate te Tzeyntgum onder

Mantgum van Gosse Taeckez en Beyts Riencxdr aldaar voor 2362 goudg. Jackle

Jellez protesteert vanwege zijn vrouw Leopck Heeredr, bloedverwante van

verkopers.

5. Hoyte Jellez, kinderloos overl. voor 1560.6. Trijn Jelledr, volgt 2343.7. An Jelledr, tr. Wlcke Syuerds.

In 1585203 koopt Douue Folckertsz mede voor zijn kinderen de 10 pm 9 eins die

An Jelledr geërfd had van haar vader Jelle schroer, moeder Syouck en broer

Hoyte in Hobbema sate, waar Douue boer is, van genoemde An, vrouw van

Wlcke Syuerdtz, voor 405 goudg.


In 1555222 Syts Auckedr contra Hoeyte Goslickz om een vordering.

In 1574223 zijn onder Oudega twee zwanenmerken van Hoeyte Goslicksz

opgetekend.

411 Hotse Aggez Broersma, overl. tussen 1543 en 1551, tr. Mey.Rond 1520/25224 kopen pastoor en kerkvoogden van Ouwsterhaule 6 pm maden voor

32 hoornsg. per pondemaat en 6 pm voor 37 oude schilden van Hotye Aggez. Aene

Douwez koopt dan 7 en 8½ pm van Hottie Aggez.225

In 1525 verkopen Hottye Aggez en Mey ½ pm aan Rennert Aetez en Trijn.226

In 1542 bemiddelt Hottye Aggez Broersma inzake een prebende in Boornzwaag.

In 1551227 Meye Heerez vanwege zijn vrouw Ydscke contra Sytthie Hotthiez te

Smallebrugge, mede voor Sipke Saskers als voogd over Johannes en Agge Hotthiez,

Jan Dircxz te Broek, Mirck Hottiez te Ypecolsga en Jancke Uulckes te Langweer

vanwege hun vrouwen en Haye Ottes als vader van zijn kind bij Sibbel Hotthiedr.

Uit dit huwelijk:1. Sytsa Hotthiez Broersma, overl. na 1609,228 tr. Marij Hommedr,

overl. voor 1606, dochter van Homme Reyns en Ydt Tyepckedr op Beysta sate te Kubaard.229 Sytthie woonde in 1551 in Smallebrugge, in 1552 Sythie Hoeitses met harnas,

roer, spies en degen te Dijken, vanaf 1555 in Bolsward, burgemeester aldaar, in

1578230 aangeslagen voor 3 carg.

In 1554/55231 koopt Meye Herez ¼ van Broersma huis, steed en staeten en 7 pm

in Hettinga schar van Zitthie Hottiez voor 320 goudg.

In 1596 vertrouwt Rennert van Solckema (4322) het toezicht op zijn nalatenschap toe aan

een zwager en aan zijn neef (deze?) Sithie Broersma te Wolsum.

In 1601 legt Sythie Hoythiez Broersma als neef het niaar op een verkoop door Rinck

Broersma (zie 4123).

Marij Hommedr, vrouw van Sytthie Hotsez Broersma, testeert te Tjerkwerd

10 juli 1599. Haar man krijgt het vruchtgebruik; erfgenamen (van landen in

‘Beeste sate’ te Kubaard en te Sybrandahuizen) worden haar zusters kinderen

Ids en Doed Sircks (kinderen van Sierck Aeltyes en Anna Hommedr).232

In 1606233 Ids Syrcxz te Arum en Doed Syrcxdr te Exmorra als erfgenamen van

Marij Hommedr contra Hillebrand Peters en Gabbe Peters c.s.

Rond 1635 verkopen de erven van bijzitter Idts Syrcx hun aandelen in Beysta sate.234

2. Sibbel Hottiesdr, overl. voor 1551, tr. Haye Ottes.In 1557/58235 koopt Sybren Synez 8 pm van Haye Ottez; in 1566/67 koopt Haye

Ottez 13 pm te Broek van Sipcke Jelmers voor 330 goudg.

3. N. Hotsedr, tr. Jan Dircks, te Broek.In 1552 is Jan Dyrcks te Broek voorzien van spies en degen.

3a. Sypck Hotzedr (wellicht eerder gehuwd met Jan Dircks, nr. 3), tr. Jelmer Jacobsz.In 1567236 eist Agge Wybes te Hommerts betaling van 131 goudg. door mr.

In 1543216 komt de pastoor van Oudega 2 pm maden toe in Ryoerdt Eepkez’ schar en

de vicarie 3 pm maden in Ryoerd Eepkis’ sate.

Uit dit huwelijk:1. Eipke Ruyrdts, volgt 2411.311 Hotse N., tr. rond 1520 N.N.Uit dit huwelijk:1. Hoyta Hotses, volgt 3111.

321 Hoyte Ockes, boer te Idsega, overl. voor 1557, tr. rond 1510 N.N.Uit dit huwelijk:1. Ocka Hoytes, volgt 3211.

322 Joest Ockedr, tr. Tyaert N.In 1557217 Joucke Siurdtz en Taedt te Idsega contra Ocke Hoeytez. Joucke en vrouw

hadden in ruilkoop van ene Syouck Tyaertsdr, vrouw van Foppe Hilckez, 3½ pm

in Ockes’ sate te Idsega verkregen welke Syouck van haar moeder Joest had geërfd,

voordien af komstig van Jets Ockis, grootmoeder van Syouck. De koop werd door

Ocke verhinderd waarbij hij zich beriep op de bepalingen in het testament van Jets

Ockis en een nadere overeenkomst. Jets wilde dat de landen beoosten de huizing

aan Hoeyte, vader van Ocke, kwamen, dat die onder de huizing beklemd zouden

blijven en dat haar dochters, wanneer zij percelen wilden verkopen, die eerst aan

Hoeyte zouden aanbieden. Joucke betoogt dat dat laatste niet lukte omdat Hoeyte al

overleden was. Wanneer de bepalingen nagekomen zouden worden had Ocke geen

bezwaar tegen de transactie en bovendien was hij bereid om ½ van 7 pm te Oudega

in Friesgebuere guedt te kopen of ruilen. Uitspraak: Ocke moet de proclamaties

gedogen.

Uit dit huwelijk:1. Syouck Tyaertsdr, volgt 3221.

331 Goslick Hoytes, tr. rond 1510 N.N.In 1511218 is (deze?) Gosselick Hoytaz eigenerfd op een sate met terp van 37½ pm te

Idsega en eigenaar van 2½ pm in Kartsts schar te Ypecolsga, gebruikt door Peter

Siboltsz. Vergelijk 21.

In 1529219 is te Oudega en Sandfirden het zwanenmerk opgetekend van Goslick

‘Hotzesz’.

In 1557/58220 koopt Sybolt Goslycx het aandeel in saete, huis en staten te Idsega van

Hoyte Goslicxz voor 297 goudg.

In 1563221 Syttye Eepez contra Hoyte en Sybolt Goslixz als voogden van de kinderen

van Tzumme Tzummez.

Uit dit huwelijk:1. Sibot Goslix, volgt 3311.2. Hoyte Goslixz, te Oudega, overl. na 1563.


413 Sible Broersma, te Smallebrugge, overl. voor 1511, tr. Auck.In 1511249 komt de kinderen van Auck Sibles te Smallebrugge 3 pm toe uit de landen

van klooster Nazareth te Idsega. Auck Siblama is dan noordelijke belender van land

van Marten Rioerdz te Woudsend.250

Rond 1520/25251 koopt Wlcke Wattiez door niaar alle goed dat het weeskind van

(deze?) Syble Agges geërfd had van Imke, Wattye Aggema’ dochter, van Attie Aggis

voor 60 hoornsg.

Uit dit huwelijk:1. Siou Broersma, volgt 4131.2? Mr. Agge Broersma, zie 412.1.

414 (Rinck?) Aggedr, tr. rond 1520 Wybe N.In 1564252 Gosse Hansz, mede vanwege zijn zusterszoon Hans Feddez, contra Rinck

Wibe weduwe en haar zoon Agge inzake huur van landen en visserij.

Uit dit huwelijk:1. Agge Wybes, volgt 4141.2. Sibla Wybes, volgt 4142.

421 Jelle (Jansdr), als weduwe overl. na 1521, tr. voor 1509 Romcka Jeltez, eigenerfd te Oosterend, zoon van Jelte Romckez en Aettye.In 1480 verkoopt Rinnert Syttyez 4 pm te Folsgare aan Jelte Romckez en Aettye; ten tijde van

stadhouder Georgyen Schenck (1521-’40) een rekest van Jelle, weduwe van Romcke Jeltes (42112).

In 1511253 is Romcka Jeltez eigenerfd op een sate te Oosterend van 52 pm en samen met

Symon Hotties eigenaar van de sate van Tzalingh toe Wyns van 35 pm aldaar. Romke

is dan goeddeels eigenaar van de sate te Lutkewierum van Gerbren Lambertsz van

87½ pm (Sonderland) en bezit 3 f l. in de sate van Dirck Herkis aldaar.254 Voorts bezit

hij ongespecificeerde landen te Folsgare of Tjalhuizum255 en tenslotte is hij samen

met Romka Ambrosius, ieder de helft, eigenaar van de sate van Jan Claesz te Itens van

60 pm (Aenkama) en van Indien te Britswerd, vermoedelijk 100 pm lage landen.256

Uit dit huwelijk:1. Jan Rompkes, volgt 4211.

431 Gerko Symens Hoytema, geb. circa 1510,257 testeert 11 nov. 1575, overl. Oudega 13 nov. 1575, daar begraven,258 tr. Rienck Fercksdr259 Botnia of Bottinga, van Boornzwaag,260 overl. voor 1560, dochter van Ferck Rinckesz te Boornzwaag.261

In 1543262 is Gercke Symonsz Hoytama belender van de vicarielanden te Oudega.

In 1552 is Geercke Symonz Hoytema te Oudega bewapend met ‘harnas ringcraeg

helbaerdt deghen’.

In 1556 is Gercke Simonz voogd over Tete Epez Hettinga (4341).

In 1560263 moet Gerck Symonsz vanwege zijn kinderen bij wijlen Rinck gedogen dat

Alexius Martensz in possessie van de prebende komt.

Johannes Broersma te Hemelum en Doytze Jacobz te Koudum als voogden van

de kinderen van Jelmer Jacobsz en Sypck Hotzedr.

4. Idts, volgt 4111.5. Fop Hoytzedr, volgt 4112.6. Mr. Johan Hotses Broersma, geb. na 1526, in tijden dijcksecretaris

in Wimbritzeradeel onder den dijckgraaff Hoyta Hoyta, in 1567 te Hemelum, kinderloos overl. tussen 1611 en 1625.In 1556237 wordt Johannes Broersma van Wagenbrugge student te Leuven; in

1566238 tekent mr. Joannes Hottzez een obligatie van klooster Hemelum wegens

geleverde paarden.

7. Agge Hoettyes, geb. na 1526, burgemeester van Sneek 1585-’90, in 1578 daar aangeslagen voor 1 carg.

412 Baucka Aggaz Broersma, te Smallebrugge, overl. voor 1543,239 tr. Kathrijn.240

In 1511241 is Baucka Aggaz eigenerfd in 12 pm 10 eins te Smallebrugge.

Rond 1520/25242 verkoopt Baucke Aggaz 1 en 3¼ akker aan Hans Jetthiez, 5 pm aan

Jelle Syboltz voor 13 phg. en een sate aan Gercke Gioltez voor 18 oude schilden. Hij

koopt dan 13 pm van heer Jelmer, pastoor te Oudega, voor 13 goudg.

In 1530243 is Bauck Aggis belender te Langweer/Smallebrugge.

In 1536 en ’38244 Baucke Aggez te Smallebrugge uit naam van zijn vrouw Kathrijn

contra Epe Hommes (434), mede vanwege Wigman Zybez, inzake de possessie van

‘sekere zwanenjacht’ van Smallebrugge.

In 1542245 Feyta Ydtsz contra (deze?) Baucke Agge weduwe.

Uit dit huwelijk:1? Mr. Agge Broersma, volgt 4121. Mr. Agge kan ook zoon zijn geweest van Sible (413).2. (Teth?) Bauckedr, volgt 4122.3. Hylcke Bauckes Broersma, volgt 4123.4? Ag, tr. 1. Wibe Wopkez, overl. 1552, zoon van Wopcke Wybes te

Teroele (zie 4122, ook 3211); tr. 2. voor 1557 Aete Licklez.In 1543246 heeft Vybe Wopkez een vordering van 70 goudg. op de patroon van

Goingarijp.

In 1546247 Wybe Wopckez contra Gosse Tiaerdtsz (Andringa) c.s.

In 1557248 Aete Licklez vanwege zijn vrouw Ag contra Yge Wopkez, Hilcke

Bauckez en Ocke Hoeytez als curatoren van haar goed sedert hun autorisatie in

Doniawerstal op 25 jan. 1552. Dezen keren haar jaarlijks 25 goudg. uit ofschoon

haar goed wel 8 goudg. meer opbracht; Aete heeft als haar man het recht om

haar administratie te voeren en eist rekenschap van die curatoren vanaf 1552.

Die brengen daar tegenin dat Ag toen weduwe was van Wibe Wopkez en dat zij

als voogden over diens kinderen een scheiding hebben gemaakt waarbij die

uitkering van 25 goudg. was overeengekomen.


1. Suob Wytzedr Hoytema, volgt 4321.2. Gerck Hoytema, volgt 4322.3. Simen Hoytema, overl. 20 juni 1576.283

4. Tyepcke Wythies Hoytema. In 1580284 is Tyepcke Wythies van Bolsward uitgeweken; als malcontent wordt

hij opgeroepen zich in de kanselarij te melden. De conscriptio exulum heeft

Bruynia als moederswapen van Tjepcko ab Hoytema, adelman van hopman

Boymar.

433 Jeldu Symons Hoytema, overl. 7 dec. 1579, begr. Goutum,285 tr. 1. Reyn Aylva, geb. voor 1512, overl. Wirdum 1540/1543, zoon van Aliff Aelua en Bauck Offenhuizen;286 tr. 2. Hetto Lolckes Reen, overl. 27 maart 1572, begr. te Goutum, zoon van Lolcke Hessels thoe Rheen en Hack Tjercksdr Roorda.287

In 1537288 staat Reyn Aylwe aan Hottie Aedez het gebruik toe van 6 pm.

In 1540 is Reyn Aluwe eigenaar van een sate te Tyaerdebueren onder Wirdum.289 In

1543 beurt de pastorie 9 st. uit de sate van de weduwe Reyn Aluwe. Op deze sate woont

in 1580 een zoon uit haar tweede huwelijk, Lolke Hettes. Reyns kinderen zijn dan

eigenaars van 2½ pm op de Heckmeden aldaar.290

Jeldu bezat een deel van Groot Risselaard te Lollum dat zij ongetwijfeld van haar moeder had

geërfd. Dat bezit komt later aan haar dochter Bauck.291

In 1559 jfr. Catharina van Camminga contra Hette Lolckez te Wirdum en Jeldu Symon

Hoytthiesdr. Dezen moeten haar in 1566 16 pm in Grote Beyma sate laten volgen.292

In 1559293 verspieren Hette Lolckez en zijn zwagers Gerben Folckertsz (Aytta) en

Tierck Hesselsz de koop door Wattye Hesselsz van Tyerck Tyerckz van 5 pm 9 eins

in Reenster sate. Die koop komt in 1561 aan Hette toe die overigens een jaar eerder

zijn eigen aandeel van 13 pm 4 eins in die sate dat hij van zijn vader had geërfd al aan

Wattye had verkocht.

In 1559294 treden dr. Doecke Eninga, Hette Lolckez en Focke Unya op als voogden

over de weeskinderen van Pytter Tzallinghz (Teetlum) en Tyerck Hettedr (Reen).

Tot zijn dood voerde Hette Lolckes Reen het beheer over de nalatenschap van Rynthie Aytta

zoals blijkt uit een proces in 1575,295 hij wordt opgevolgd door Lieuwe Watnia.

Als weduwe koopt Jeldu in 1574296 13 pm in (de andere) Reenster sate van Bauck

Tyercxdr (Elgera). Zij wordt in 1578 als ‘Jeldduv Hettes’ te Goutum aangeslagen voor

4 carg. in de personele impositie.

In 1582/83297 eisen Tyerck, Hac en mr. Doecke Pieters Teetlum dat Lolcke Hettez Reen

te Goutum, mede als voogd over zijn zusters Bauck en Barber, Gercke en Wytthie

Hettez Reen te Idaard en Upke Douwez Tallum vanwege zijn kinderen bij zijn eerste

vrouw Hac Hettedr als kinderen en erven van Hette Lolckez Reen en Jeldu Hoytema

een rekening overleggen van de voogdij van hun vader over Tzalingh Pieterz Teetlum.

Het proces speelt nog in 1584,298 dan is Bauck vrouw van advocaat mr. Gabbe Meynsma.

In 1583 en ’88299 de curatoren van het sterf huis van Hette Wybez mede vanwege

In 1559/60264 koopt Gercke Symonsz landen te Oudega van Ipcke Ryoerdts en Foeckel

voor 1300 goudg.

In 1571/72265 krijgt Andries Hansz door niaarlegging een rente uit een saete te

Jorwerd van Gercke Hoytema voor 216 goudg. In 1572/73266 koopt Gercke Symonsz 8

pm van Jan Garbez en koopt Gercke Hoytema krap 7 pm van Hamcke Broersz voor

464 resp. 280 goudg.

In 1574267 is onder Oudega het zwanenmerk van Gercke Simons opgetekend.

Uit dit huwelijk:1. Athe Hoytema, volgt 4311.2. Houck Gerkes Hoitema, testeert met haar man 12 febr. 1578,268 tr.

Poppe Doyem, testeert 13 febr. 1580, zoon van Orck Poppez toe Doyum en Bauck Riencxdr Popma.269 Zij laten geen kinderen na.Zij woonden in Franekeruitburen op ‘Doymastate met de huisinge tussen de

zijlroede en den wey’.

Een dochter, geb. rond 1563, is overl. 8 maart 1573, begr. Franeker.270

Op 13 febr. 1580271 maakt Poppe van Doyum te Franekeruitburen zijn testament.

Erfgenamen worden de kinderen van zijn broer dr. Orck Doyem. Mocht die

broer nog een zoon krijgen die hij Poppe noemt dan krijgt die Doyma state

vooruit. Aan zijn moeder legateert hij 50 goudg. jaarlijks, aan broer Tzalingh

Sixma 200 carg. en aan broerszoon Orck Riencxz Doyem 500 carg. Van een neef

Poppe is het niet gekomen: in 1727272 zijn de gezusters Van Steenhuisen eigenaars van de

helft van Doyema sate en state.

3. Hoite Gerkes Hoitema, op vastenavond 1575 in Walslant door twee wolven verscheurd.273

432 Wytsa Symonsz Hoytama, overl. tussen 1562 en ’73, tr. voor 1541 Jacob Jacobsdr (Bruynia), overl. Bolsward 1583,274 kleindochter van Tiepka Bottaz en Swob.275

In 1511276 is Tyepcke Bottez eigenaar van de sate van 66 pm te Kubaard waar in 1552

Pier Poppez boer is.

In 1541277 verkoopt Jacop Jacopsdr, vrouw van Wyttie Simenz, een rente van 4½

goudg. uit Haersma zate te Kubaard aan Yd Homme weduwe voor 97½ goudg.

In 1548278 kopen Ryoerd van Roorda en vrouw een rente van 2 phg. op de landen van

Wythye Symenz en Jacob Jacobsdr in de zate opper Gaest, gebruikt door Pier Poppez,

van Wybe Beyns en Rinck Tyepckedr.

In 1560 en ’62279 Aethie Oenez c.s. contra Wytthie Symonsz vanwege zijn vrouw Jacob

Jacobsdr.

In 1562280 Diorre Ulbez contra Jacop Jacopsdr, vrouw van Witthie Symonsz.

In de jaren 1573-’76281 huurt Auck Wopcke weduwe Haarsma sate te Kubaard van

Jacop Wytye weduwe te Bolsward.

In 1578282 wordt Jacob Wytze weduwe te Bolsward aangeslagen voor 10 carg.

Uit dit huwelijk:


Hommerts deels eigenaars van boerderijen te Jorwerd van 82 en 56 pm en te

Schillaard van 120 pm. Die landen behoorden in 1511307 toe aan Rema oppa Ryp,

weduwe van Renick Aggez Herrem.308 Zoon Homme uit Epos eerste huwelijk, te Jorwerd,

grietman van Baarderadeel, verkocht dat bezit goeddeels.309

In 1546310 de voogden van de kinderen van Dode Sircxz contra Epe Hommez.

In 1552 is heerscap Epe Hommez Hettinga te Hommerts uitgerust met vol harnas.

In 1553311 Epe Hettinga vanwege zijn kinderen contra Uulcke Douwema voor zich en

Jeets Geertsdr.

In 1556312 Gercke Simonz als voogd over Tete Epez Hettinga contra Sibe Jankez voor

zich en, met Syrck Doedez en Agge Wibez, als voogd over Liuwe Jankez.

In 1562, ’65 en ’67313 Eebe Wolts vanwege zijn zoon Hylck bij Anna Vuytedr contra

Thiete Hettinga, mede als volmacht van Homme van Hettinga en, in ’65 en ’67, van

Otte Hoytema.

Uit dit huwelijk:1. Tiete Epes Hettinga, volgt 4341.Vermoedelijk ook:2. Teth van Hettinga, tr. Otte Hoytema alias Hanya, student te Leuven

1542,314 op Hanya sate te Welsrijp, overl. (in ballingschap) 1567, zoon van Hoyte Bottes (Hoytema) en Yge Ottedr Galama. Hij tr. 2. voor 1564 Swob Roorda, weduwe 1571,315 te Berlikum 1589,316 overl. rond 1611.a

Otte was een zoon van het echtpaar genoemd in de inleiding en gerechtigd tot het Douwe

Tietemaleen.

In 1558317 koopt Otto Hanye het huis te Welsrijp (op Hanya sate, stem 4) waar hij

woont van Sicke Pietersz.

In 1580318 zal Swob Roorda vanwege schulden 23 pm verkopen in Lutke Gietens

te Kubaard (stem 22).

In 1589319 kopen Marten van Naarden en vrouw een sate te Welsrijp van circa

52 pm van jfr. Thet Hanya, boven de 25 jaar, ( jfr. Jell Hanya) en jfr. Atke Hanya,

22, voor 1300 goudg.

In 1611320 krijgt Swob Roerda, en haar dochters Tetke en Otke Hoytema de

jaren daarna, pensie uitgekeerd, o.a. voor de koop van turf.

511 Tjaard Hoeytez, geb. voor 1484, tr. N. (Epedr), ongetwijfeld dochter van Syouck Epa weduwe.Syouck Epa weduwe bezit in 1511 een boerderij te Indijk en één te Ypecolsga; met

haar tweede man Jouwa Lioleffz leeft zij dan te Gaastmeer.321 Gezien de locatie(s) en

de namen van Tjaards kinderen moet zij diens schoonmoeder zijn geweest, zo ook

van Lioleff (512).

In 1559322 Geroldt Wipke weduwe contra Lyoelff Hoeytez als vader van zijn kinderen

bij wijlen Lolck, heer Epe en Hoeyte Tyaertz, Wlbe Ansckez vanwege zijn vrouw

a Vrij naar en met dank aan Simon Wierstra.

Wybe Hettez, erfgenaam van zijn moeder Teth Aelua, contra de kinderen van Hette

Lolckez Reen en Jeldu Hoytema.

In 1620300 mr. Gabbe Meinsma, man van Bauck Hettes Rheen; Wibe Oedsma te

Mechelen als erfgenaam van zijn kind bij wijlen Barbara Hettedr Rheen; Jan Blocq

als man van Jildu Rheen en als voogd over haar zusters Tiedke en Atke Rheen, Maria

van Hoytema vanwege haar kinderen bij dr. Hector Rheen, advocaat voor het Hof, en

Meile Jensma vanwege zijn kinderen bij Jelcke Rheen als (kinds)kinderen van Lolcke

Hettes Rheen; Jelcke Riencx Andringha vanwege haar dochter Rints Wytses Rheen

en Tyerck Martens vanwege zijn vrouw Bauck Wytses Rheen, mede als erfgenamen

van Jildu Wytses Rheen, kinderen van Wytse Hettes Rheen, contra Tyaerd Hettes

Rheen (sic) als erfgenaam van zijn broer Wibe Hettes om de kleine sate te Wirdum.

Bij akte van 8 jan. 1593 had Wibe die sate geschonken aan zijn tantes Bauck en Barbara

en ooms Lolcke en Wytse Hettes Rheen. Wibe Hettes is de zoon van Teth Reinsdr Aylva

bij Hetto Wybes Eepema, zijn broer Tyaerd Hettes (bij deze gelegenheid: Rheen) is zoon uit het

tweede huwelijk van Hetto.

Uit het eerste huwelijk:1. Teth Reinsdr van Aylva, volgt 4331.Uit het tweede huwelijk:2. Hack Hettedr Reen, volgt 4332.3. Lolcke Hettes Reen, volgt 4333.4. Tierck Hettez Reen, overl. 15 febr. 1575, begr. Goutum.5. Wytsa Hettes Reen, volgt 4334.6. Gerko Hettes Reen, volgt 4335.7. Bauck Hettes Reen, volgt 4336.8. Barbera Hettes van Reen, tr. (derde procl. stadhuis Leeuwarden 9

aug. 1594) Wybe (Jacobs) Oedtsma van Heemskercken, te Harlingen 1600,301 Haarlem 1607,302 Mechelen 1620, Leeuwarden. Uit dit huwelijk één kind, jong overleden.In of voor 1602303 is te Leeuwarden Wybes zuster Maritgen Jacobsdr Oedtzma

overleden. In haar sterf huis werd het testament van Aeltyen Franckes van

Heemskerck van 1598 aangetroffen.

In 1624304 verkoopt Wibrandus van Oedsma van Heemskercken te Leeuwarden

28 pm in een sate te Arum van 40 pm aan zijn neef Rheyn Gerckes Rheen (43352)

en Geertie Anesdr voor 70 goudg. per pondemaat.

434 Wypk Symens Hoytama, tr. circa 1535 Epo Hommez Hettinga uyt de Hommerts, overl. tussen 1553 en ’56, weduwnaar van Auck Renicks Herema, zoon van Homme Epaz Hettinga en Wyck Heersma.In 1505305 is Wyck Heersma, vrouw van Homme Hettinga, te Hommerts overleden;

zij legateerde 6 goudg. voor een eeuwige memorie.

Epe Hommes had het recht van zwanenjacht onder Smallebrugge (zie 412).

In 1542 (1543)306 zijn de kinderen (uit het eerste huwelijk) van Ipe Hommis ofwel


Uit dit huwelijk:1. Epe Lyolfsz, volgt 5121.2. Hoyte Lyoleffsz, volgt 5122.3. Reyn Lyoleffs, volgt 5123.4. Hans Lyoleffs, volgt 5124.5. Siouck Liolefs, volgt 5125.

513 Taake Hoytes Hoytema, te Oudega, Oosthem, overl. tussen 1559 en ’63, tr. 1. rond 1520 Trijn (Epedr), overl. na 1532, redelijk zeker dochter van Epe Jacobz te Waaxens;339 tr. 2. Bauck Jaensdr, overl. na 1563, dochter van Jaen Lieuwez.In 1529340 wordt te Oudega het zwanenmerk van Tako Hoytema opgetekend.

In 1532/33341 willen zowel Take Hoytez vanwege zijn vrouw Trijn als Syurdt Epez te

Tzum vanwege zijn kinderen bij Ydt Fopkedr afdeling van zo’n 11 pm plus ¼ van

de staten van de 50½ pm van Groete Groeden te Waaxens, gebruikt door Gotsfrunt

Fopkez. Mede-eigenaars zijn de gebruiker, Hercke Rennertsz en Gerbrant Sipkez

vanwege zijn vrouw. Gotsfrunt mag, gezien een overeenkomst uit 1530, de landen in

ieder geval tot 1536 blijven gebruiken.

In 1543342 komt de patroon van Oosthem 24 st. toe uit de sate van Taecke Hotthiez. In

1552 onder Oosthem Taeke Hoytez met ‘harnas rincraeg speedts degen’.

In 1560343 Teeke Hoeytez vanwege zijn vrouw Bauck en Wibren Jaenz, mede vanwege

de verdere erven van Jaen Lieuwez behalve Suyerdt Jaenz, contra Beyts, Siurdt

Ariskez weduwe.

In 1563344 speelt een kwestie over bewoning van een huis. Uit kracht van het testament

van Taeke Hoeytez komt aan Bauck Jansdr, stiefmoeder van Agge Taekez, het recht

van bewoning (lees inwoning) toe.

Uit het eerste huwelijk: 1. Hoyte Taeckez Hoytema, volgt 5131.2. Epe Taeckez Hoytema, volgt 5132.3. Agge Taeckez, volgt 5133.4. Royts Taeckedr, volgt 5134.

514 Reemke Hoytedr, overl. tussen 1549 en ’61, tr. Johan Oenes Gravius, te Grouw, overl. 1559/’61, zoon van Oene Geertsz en Tyets.a

In 1543345 woont Johan Onis op Noordwalstraguedt te Grouw en heeft hij tevens bezit in

Wlckamaguedt aldaar. In 1552 is Johan Oonez te Grouw bewapend met spies en degen.

In 1548346 Hinne Piers en Lolle Jouckez vanwege zijn vrouw contra Johan Oenez te

Grouw. Hij moet hen het zesde deel van de nalatenschappen van hun grootouders

Oene Geertsz en Tyets laten volgen.

a Met dank aan Onno Hellinga voor zijn gegevens over de familie Gravius.

Syouck Tyaertsdr, Rein Hoeytez voor zich en Mincke Gossez vanwege zijn kinderen

bij Marij Tyaertsdr.

In 1563323 Hoeyte Tyaertsz contra Epe Lyoelffz, bijgestaan door Lyoelff Hoeytez,

over gebruik en opbrengsten van 2 (en van 3½) pm in de door hen bewoonde sate

(te Ypecolsga). Die 2 pm waren indertijd door Hoeytes vader Tyaert Hoeytez gekocht.

Uit dit huwelijk:1. heer Epe Tyaertz, pastoor te Indijk 1560/61.324

2. Hoeyte Tyaertz, boer te Ypecolsga 1563.3. Syouck Tyaertsdr, volgt 5111.4. Marij Tyaertsdr, volgt 5112.Vermoedelijk ook:5? Rein Hoeytez (lees Tyaertz), leeft 1559.

512 Lioleff Hoytes Hoytama, te Woudsend, overl. na 1574, tr. Lolck (Epedr), overl. voor 1559. Lolck moet zuster zijn geweest van de vrouw van Tjaard (511), dochter dus van Syouck Epa weduwe.Rond 1520/25325 koopt Lyoleff Hoytez 5 pm van Oegeklooster voor 7½ snees hoornsg.

In het register van aanbreng een aantekening inzake een herindeling van een

perceel te Heeg ten tijde van grietman Harinck Hertmanz (1526-’36) in aanwezigheid

van Lyoeleff Hoytez.326

In Teroele is in 1543 sprake van ‘Lyoelff Hoytes fenne’.327 Het monstercedul van 1552

heeft als eerste man onder Woudsend Lyoelff Hoeytez met ‘harnas rincraeg speidts

deghen’.

In 1545328 wordt Lioelff Hoytesz aangesteld tot dijksgedeputeerde van Wymbritsera-

deel, later van Wonseradeel 1550, van Woudsend c.a. 1551, van Wymbritseradeel,

Sneek en IJlst 1555.329

In 1557 Douwe Wopkez en Rincke Abbes als voogden van de kinderen van Abbe Hoytes

contra Lyoloff Hoytez en Bocke Hepkes als curatoren van Inth Holle weduwe.330 In

1557/58, 1559/60 en 1574/75 koopt Lyoeleff Hoytez Hoytema percelen land, o.a. in

niaarkoop van Tzamme Martensz.331

In 1558332 Douwe Haersma en Lyoelff Hoeytez vanwege Harmen Gerrytz.

In 1562333 wordt o.a. Lyoelff Hoytaz te Woudsend aangezocht als arbiter inzake de

nalatenschap van de nonnen Moy en Lolck Feytadrs. In 1563334 Wlbe Anskez contra

Lyoelff Hoeytema.

In 1564 opzegging van huur van landen te Ypecolsga aan Hoeyte Tyaertsz door Lyoelf

Hoeytema.335 In 1572 koopt Lyoeleff Hoytema te Woudsend een rente van 2 goudg. uit

het huis van Sibble Aggez te Sneek.336

Nog in 1583 speelt het proces van Luloff Hoytesz c.s. over de nalatenschap van Nanne

Reynsz.337

In 1601338 Hylck Gerbedr contra mr. Minne Broersma vanwege de erven van Lyeuloff

Hoytema namelijk Nanne Epes (5121.2) en Broer Hylckes (5123.2) en vanwege de erven

van Heyn Alberts inzake kooppenningen.


3. Lolck Johansdr, volgt 5142.4. Tyedt Johansdr, volgt 5143.5. Anna Jansdr, volgt 5144.6. Marten Jans, volgt 5145.7. Michiel Jans, te Leeuwarden.

515 Jel Hoytedr, tr. rond 1515/20 Meye Sinnes, in Oldegarijp, zoon van Senna Serepz.In 1511356 bezitten Meya Zennaz en de kinderen van Senna Serepz een sate van 39½

pm in Oudega. Van deze sate, Zenna Seerpsz Sate, behoort 4 pm Griold Aukaz toe.

Rond 1520/25357 koopt Meye Synnaz de helft van Rypema fenne van Wybe Heraz voor

14½ goudg.

In 1529358 wordt te Oudega het zwanenmerk van Meye Sinnez opgetekend.

In 1541359 kopen Meye Sinnez en Jel te Oudega een rente van 5 goudg. uit de sate

‘Cubaerdt’ te Kubaard.

In 1543360 grenst 2 pm van de vicarie van Oudega ten noorden aan de Indykwal en

ten zuiden aan Meye Sinnez; ook het St. Geertruydtleen van Abbega heeft Meye dan

als belender.

In 1552 onder Oudega Meye Sinnez met ‘speidts deghen’.

In 1554361 verkoopt Foekel, Epe Haringz weduwe, te Kubaard een rente van 5 goudg.

uit de landen waar zij woont aan Meye Sennesz en Jell te Oudega voor 100 goudg.

In 1555362 verkoopt Tiete Claesz te Witmarsum een rente van 6 goudg. uit landen

‘Opper Meedt’ te Kubaard aan Meye Sennez en Jel voor 120 goudg.

In 1569/70363 kopen Senne, Hoyte en Seerp Meyez het huissteed en 3 eins te Broersma

te Allingawier van Eelck Inthiedr c.s. voor 211 goudg. en voorts 21 pm in 24 pm te

Broersma voor 78 goudg. per pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Rieme Meyedr, volgt 5151.2. Roydts Meyedr, volgt 5152.3. Hoite Meyes, volgt 5153.4. Tjiets Meyedr.5. Reynsck Meyedr.6. Tied Meyedr, volgt 5154.7. Sinne Meyes, volgt 5155.8. Seerp Meyes, te Oudega, overl. in 1592, tr. Foockel Bauckes, dochter

van Baucke Harings, van Bolsward. In 1581364 is hij ‘gaeman’te Oudega.

Op 21 febr. 1592365 maakt Seerp Meyes te Oudega zijn testament. Pier en Rieme,

de kinderen van wijlen Agge Piers en kindskinderen van zijn zuster Rieme,

krijgen vooruit 2 pm in de sate te Oldeganerijp die voor de helft aan Seerp

behoort en die gebruikt wordt door Abbe Diurres en 100 goudg. Jelduw en Mey,

de kinderen van broersdochter Geertruydt Hoytes bij Abbe Diurres krijgen

In 1557347 mr. Jheronimens Gravius vanwege zijn vader Johan Oenes contra Haye

Jouckez.

In 1559348 Benedictus en Dominicus Wybez contra Jan Oenez die hen de helft moet

laten volgen van de landen in de sate ‘toe Oppaen’ die zijn nagelaten door Oene

Geerthies en Tiet.

In 1561349 mr. Jeronimus Gravius contra dr. Hoyte Gravius te Heeg. Deze moet hem

1/7 deel laten volgen van de nalatenschap van hun moeder Rieme Hoytedr en ook wat

aan Jeronimus door zijn vader Jan Oenez was gegeven en beloofd.

In 1561350 Syuwert Oenez (lees Euwes) te Garijp en Oene Euwes te Dokkum, mede voor

zijn broers en zusters, contra Anna, de vrouw van Pieter Douwes, mr. Augustinus

Follega als voogd over Marten en Michiel Jansz, mr. Hoyte Gravius, prebendaris te

Heeg, en Lolcke en Thiet, gezusters, erven van Jan Oenes.

In 1563351 Douwe Euwez voor zich en als voogd over de kinderen van Suyert Euwez,

Oene Euwez te Dokkum, Lock en Wyts Euwedrs contra mr. Hoyte Gravius, Marten

en Michiel Jansz voor zich en Hylcko Diorrez, Pybo Douwez en Pier Hayez vanwege

hun vrouwen.

In 1563 en ’65352 vorderen Benedictus en Dominicus Wybez van Hilcke Diorrez, Pier

Hayez te Warga en Pybe Douwez vanwege hun vrouwen, mr. Hoyte, vicaris te Heeg,

Michiel en Marten Jansz als erfgenamen van Jan Oenez betaling van 2086 ponden

en proceskosten van 84 carg. Om hieraan te voldoen worden bij decreet verkocht de

helft van renten van 4 en 6 goudg., de helft van Syuw stede en Mellema of Noortwolde

saete, beide te Grouw, en van diverse percelen aldaar en te Roordahuizum. Michiel

Jans tekent protest aan waarbij blijkt dat zij geërfd hadden van Nanne Reynsz.

Wellicht was de opbrengst niet voldoende want wat later (verkoop afgewikkeld

in 1568) wordt ook de andere helft van genoemde percelen verkocht. Anna Jansdr

vervangt dan Pybe Douwes. Dr. Symon Polman protesteert nu als voogd van de

kinderen van zijn vrouw Hilck uit haar eerdere huwelijk met mr. Jeronimus Gravius

vanwege de donatie door Jan Oenes aan zijn zoon Jeronimus volgens bernsbrief van

12 febr. 1553. Polman wordt koper van de helft van beide boerderijen.

Uit dit huwelijk:1. Mr. Jeronimus Gravius, volgt 5141.2. Hoyte Gravius, vicaris, prebendaris te Heeg, overl. na 1572.a

In 1570353 Douwe Eeuwez contra mr. Hoyte, prebendaris te Heeg.

In 1572354 beveelt Cunerus Petri, bisschop van Leeuwarden, de decaan Hoythius

Gravius om degenen die bezwaar maken tegen de aanstelling van Siboldus

Tjallingi als prebendaris van de Heilige Maagd in de Workumer kerk op 21

juli om tien uur voor hem te Leeuwarden te ontbieden.

De ‘huysvrouw’ (misschien toen weduwe) van mr. Hoyte, vicaris te Heeg, kreeg

in 1581 als behoeftige persoon twee koelanden van de vicarielanden te Heeg in

gebruik.355

a Met dank aan O. Roemeling voor de bronverwijzingen.


Kinderen van Hen:1. dochter, volgt 5161. 2. Hoyte Riemers, volgt 5162.3. Jelle Riemersz, volgt 5163.4. Homme Riemersz, volgt 5164.

517 Reyn Hoyta Hoytama zoon, volmacht 1550372 en bijzitter van Wymbritseradeel, overl. 1 febr. 1589, begr. Oudega, tr. circa 1535 Fopk Broers Hylckama, overl. 16 juli 1586, begr. Oudega,373 dochter van Broer (Hylcama) en Doed (Anama).374a

In 1546/47375 koopt Reyn Hoytez te Oudega 8 pm 4 eins ‘in Lyobbema goet inde

Wyeren’ te Wons van Louw Reynsz en Anna Tjaertsdr voor 468 goudg.

In 1552 Reyn Hoytez te Oudega met ‘harnas ringcraeg speidts degen’.

In 1558 en ’62 is Reyn Hoytes te Oudega bij Sneek voogd overde kinderen van Gerrit

Goslicx (5211).

In 1559376 Reyn Hoytez te Oudega contra Wyts, Jelle Broers weduwe, om betaling van

28 goudg.

In 1562377 koopt Reyn Hoeytez Hoytema een huis aan de Marktstraat in Sneek van

Wybe Oedsma. Jaars daarop koopt zijn zoon Hoyte het huis daarnaast.

In 1562378 koopt Reyn Hoytes Hoytema, bijzitter van Wymbritseradeel, bij decreet

een sate te Idsega van de erven van mr. Beynt Wybez en Homck voor 1487 goudg.

Reyn Hoytema had het recht te Oudega zwanen te houden.379

In 1590380 dr. Johannes Tiara, advocaat voor het Hof, contra mr. Hoyte en Broer

Hoytema, mede voor de verdere erfgenamen van hun vader Reyn Hoytema.

Bij testament van 12 jan. 1589 en codicil van 11 nov. 1594381 legateert Eesck van Popma,

vrouw van Sybolt van Aelua, o.a. Gabbama zate te Heeg aan haar neef Rein Hoitema

te Oudega. Bij diens (voor)overlijden komt het legaat aan zijn zonen mr. Hoyte, Broer

en Homme Hoytema die dan hun overige broers en zusters, die Eesck verder niet

kent, ieder 100 goudg. moeten uitkeren. Eesck is een dochter van Wyba Harinxz (zie 51).

In 1607382 Auck van Hoytema, weduwe van Juw van Andringha, mede voor haar vader

mr. Hoyte Hoytema en diens broers en zusters Tyaerdt, Homme, Doed en Jelcke

van Hoytema contra Tyalco van Syckinga inzake de niaarkoop van 2/4 van Syckinga

staten.

Uit dit huwelijk:1. Anna Hoytema, volgt 5171.2. Mr. Hoyta Hoytama, volgt 5172.3. Tiete Hoytama, volgt 5173.4. Broer Hoytema, volgt 5174.5. Tjaard Reyns Hoytema, volgt 5175.

a Reijnerus autem ducta in uxorem Fopkia sorore caesari maiestatis gritmanni Hascherlanden

Gellij Willebrordi Gellij Hijlkama filya Tzerkgaest.

omdat zij nog jong zijn 5 pm in diezelfde sate in de Rijp en testators aandeel in

de huizing, de helft van 2 eins te Greonterp (waarvan die kinderen de andere

helft al toebehoort) en 200 goudg.

Voor de armste nakomelingen van zijn twee broers en vijf zusters Rieme,

Sinne, Roydts, Tjiets, Reynsck, Hoite en Tied stelt hij 12 pm beschikbaar in de

sate van 48 pm in de kerkeburen van Oudega waar hij woont en 17½ stuivers

steedpacht aldaar, te administreren door de rijksten onder zijn verwanten, te

beginnen met Obbe Sybrens te Exmorra en Abbe Diurres te Oudega.

Bij zijn vrouw Foockel had hij één kind dat na haar dood was overleden en wiens

erfgenaam hij dus was. Hij bespreekt Jacob Bauckes, half broer van zijn vrouw,

1/5 van het huis te Bolsward waar hun vader Baucke Harings was overleden. De

3 pm te Abbega, waaronder 2 pm in Wopcke Yges sate, die Foockel geërfd had

van Gattie Wybrens bespreekt hij aan Fettie Hotties en Rinck, zuster van die

Gattie, te Oosthem.

Erfgenamen worden zijn zuster Tiedt, de kinderen van wijlen zijn broer Sinne

en van wijlen zijn zusters Roeyts, Tieedts en Reinsck. Mocht zijn zuster Tied

voor hem overlijden dan moet de nalatenschap in hoofden, niet in graden,

worden verdeeld. Het testament is o.a. getekend door zusterling Homme

Hoytema.

In 1607366 manen Obbe Sybrensz te Exmorra en Abbe Diorrisz, als administateurs

volgens testament van Seerp Meyes, Pier Herisz tot betaling van landhuur.

In 1718 behoren genoemde 12 pm in stem 19 van Oudega nog altijd toe aan ‘de

armste of vervallenste van Seerp Meyes geslachte’.

516 Hen Hoytes, geb. circa 1505, overl. na 1564, tr. (mogelijk 1. N.N.; tr. 2.) Riemer Jelles rot (tot) de Bant (onder Oudega), naar verluidt van Tjerkgaast,367 in 1552 te Heeg.In 1552 is Riemer Jellez te Heeg bewapend met ‘speidts deghen’.

In 1564368 Hin Riemer weduwe contra Pals Siuerdtz.

Hen liet 12 pm te Heeg na, mogelijk in de sate waarin haar vader 14½ pm bezat, en 2 pm te

Woudsend.

In 1592369 zeggen Jelle Riemers, mede als voogd over de kinderen van Hoyte Riemers,

en Homme Riemers aan (Aetse?) Gerbes de huur op van 12 pm te Heeg en aan Broer

Hylckes de huur van 2 pm te Woudsend. In 1594370 verlangen Homme Riemers te

Idsega en Riemer en Tsaling Hoytes te Oosthem, mede vanwege Rincke Hoytes te

Tjerkwerd, betaling door Syuert Harings die het niaar verzocht had op de circa 12

pm die zij verkocht hadden aan Trijn Harmensdr, weduwe van Hoyte Ockes (32111),

te Heeg. Dan371 procedeert ook Jelle Riemerz met Syuert Harings inzake diens

niaarlegging. Gezien het latere landbezit te Heeg van Jelle Riemers is deze uiteindelijk koper

geworden van de 12 pm. De aankoop, met zijn tweede vrouw, wordt in zijn sterf huisbeschrijving

ook verantwoord en betreft 9 pm. Geconcludeerd kan worden dat Jelle één van de vier kinderen

van Hen was.


Rond 1520/25390 koopt Sybolt Ryordtz een sate met huizing van Goessalck Gerritsz en

Hantka Reynths voor 300 goudg.

Uit dit huwelijk:1. Gerrit Goslixz (Harinxma), volgt 5211.

Vijfde generatie

1111 Birde Sibouts, tr. Anna, dochter van Botte Gerlofsz en Rieme Sydtsdr te Folsgare.In 1530391 Take Abbez te Kubaard en Botte Gerlofsz vanwege zijn vrouw Rieme Sydtsdr

contra Homme Reynsz en Ydt Tyebbedr inzake scheiding van landen in Beyst te

Kubaard.

In 1552 te Oudega Byrde Syboldtz met ‘speidts degen’.

Te Oudega leefde een naamgenoot Byrde Siboltz, in 1552 in De Bant. Hij is zoon van Sibolt Birdaz,

in 1511392 in De Bant, en vader van Sybolt Birdez in Oldeganebant die voor 1580 is overleden.393

In 1559/60394 koopt Eeucke Euwez een fenne te Coldum van (deze?) Birde Sybolts c.s.

voor 307 goudg.

In 1561/62395 koopt Birde Syboltz door niaar ½ sate te Abbega, gebruikt door Ympck

Fopcke weduwe, van de crediteuren van Jelle Aggez voor 836 goudg.

In 1560396 kopen Birde Siboltsz en Anna een rente van 6 goudg. uit Bongehuyster

zate te Oosterend van Lolle Syuerdtsz te Arum die dat geërfd had van zijn zoon

Syuerdt bij wijlen Rixt Bottedr en meteen ook 2 pm in de sate van Fopcke Wopckez

te Kubaard van die zelfde Lolle.

In 1564397 verlaat Sicke Jelgerz, nu te Grouw, de landen die hij huurde van (deze?) Birde

Siboltz en Lieuwe Hoeytez als voogden van de weeskinderen van Frieske Lyoukez.

In 1565398 Allert Tyercxz contra (deze?) Birde Siboltsz c.s.

Uit dit huwelijk:1. Bote Birdes, te Oudega, in 1612 te Goënga, overl. na 1621, tr. Hylck

Uuylckedr.In 1592 is Boote Birdes getuige bij het opmaken van het testament van Seerp Meyesz te

Oudega (515.8).

In 1593399 wordt Boete Birdes te Oudega, op verzoek van Ocke Syuerts,

grootvader van de jongste kinderen, aangesteld tot voogd over de oudste

kinderen van Sybolt Harings. Vervolgens wordt op verzoek van Francke Jarichz

en Boete Birdez als voogden over de kinderen van Sybolt Haringz en Tiets

Ockedr te Nijhuizum de nalatenschap beschreven en zal boelgoed worden

gehouden. In 1594400 Boete Birdez als voogd over Sibolt Harings weeskinderen

contra Obbe Hiddez te Ferwoude als voogd over Sibolt Sybolts weeskinderen.

In 1599401 koopt Boete Birdez te Oudega een ‘roedt blesse coe’ in het boelgoed

van Rinck Auckedr, weduwe van Wge Ruyerdtz, te Nijhuizum.

In 1602402 heeft Boete Birdes een vordering op het sterf huis van Wopcke Ygesz

(41222).

6. Foppe, jongh gestorwen.7. Nanne, oock sonder erffgenamen gestorven.8. Homme Hoytema, volgt 5176.9. Doed Reyns Hoytema, heeft twee soonen gehat maer voor haer gestorven,

testeert Engwier 16 sept. 1620, overl. (voor) 1638, tr. 1. na 1574 Douwe Piersz, overl. 1587, weduwnaar van Jetz Gerroltsdr;383 tr. 2. Gerryt Wypkes, burgemeester van Stavoren 1584,384 overl. voor 1604,385 weduwnaar van Aeltien Douwes.386

In 1587 en ’88387 Broer Hoytema te Oudega als curator voor Duedt, Reyn

Hoytema dochter, weduwe van Douwe Piersz, met haar kinderen contra Gerrolt

Hoytez als grootvader van Jetz Douwedr, 13 jaar.

In 1606, ’10 en ’17388 Doed Hoytema, weduwe van Gerryt Wypkes, burger van

Stavoren, contra Hylcke Douwes te Warns, erfgenaam van Gerryt. Opgehelderd

moet worden of Gerryt het (restant van het) legaat van jfr. Ysck Popma

ontvangen heeft en ook hoe veel jaren hij en Doed te Oudega hebben gewoond

op de landen van Homme Hoytema.

De zoon Tete Douwis van Douue Pyersen (en Doed) tr. 1614 Botcke Idzerts van

Solckema; zij is in 1616 begraven met haar twee jonge zonen, ook hij heeft niet lang

meer geleefd.

Op 16 sept. 1620389 maakt Doed Hoitema te Engwier haar testament. Aan

haar jongste broer Homme Hoytema te Oudega legateert zij de inboedel en al

haar landen in de sate te Engwier mits hij aan Tiete en Gatze Lyuckema, haar

zusters zonen, ieder 200 goudg. uitkeert en aan Eelck en Johan, de kinderen

van Siuerdt Aylua bij Fopck Lyuckema, ieder 25 goudg. Aan zoon Reyn en

dochter Fopck van haar broer Homme, vernoemd naar haar vader en moeder,

komt ieder 100 goudg., aan hun zuster Auck twee van de beste dekens. Ook aan

dochter Jenck van haar broer Tiete Hoytema, vrouw van Baucke Obes, komt

100 goudg. en een zelfde bedrag aan de armen van Makkum en Engwier.

Erfgenamen van de overige goederen worden, iedere graad voor 1/7 deel, Eepe en

Tialck, de kinderen van mr. Hoyte Hoytema, de kinderen van Tiete Hoytema,

Maeycke, de dochter van Broer Hoytema, de kinderen van Tiaerdt Hoytema,

Homme Hoytema en zijn kinderen, Uuylck, de dochter van Anne Hoytema,

en Tiete en Gatze, de zonen van Jelcke Hoytema. Mocht zij echter haar broer

Homme overleven dan moet de nalatenschap niet in graden maar in hoofden

verdeeld worden. Op 14 nov. 1638 is een afschrift van het testament gemaakt.

In 1640 zijn de erven van Doed Hoytema eigenaar van stem 3 van Engwier.

10. Jelcke Reynsdr, volgt 5177.

521 Goslick Gherrytz (Harinxma), burger van Bolsward 1522, tr. rond 1515 N.N.In 1520 en ’22 is Goslick Gherrytz, burger van Bolsward, voogd over het kind van

Tyard Jacobs (zie 51).


1131 Eelck Broersdr, tr. voor 1570 Lyuwe Allesz, te Oppenhuizen, overl. 1571/77, zoon van Rinck (Fopma),416 Alle weduwe, in 1552 te Uitwellingerga.Als schoonouders treffen we in Uitwellingerga een Alle met een Rinck aan, zij hadden zonen

Lyuwe en Douwe en dochters Jaey, Gerck en Bauck. Nu wil de traditie van het Douwe

Tietemaleen dat diens zuster Auck naast een dochter Jay (2212) een zoon Alle Lieuwes had die

(rond 1530) getrouwd was met een Rinck. Onder andere de familie Van der Ley pretendeerde

af te stammen van die Alle en Rinck en zodoende leengerechtigd te zijn. Het is niet uitgesloten

dat in feite dit echtpaar te Uitwellingerga Douwe Tietema als oom had.

In 1577417 Eelck, Lieuwe Alles weduwe, contra Syts Feddricxz inzake betaling van 230

goudg.

In 1582 en ’83418 Jees Jansdr te Leeuwarden contra Yge Oenez als man van Gerck

Alledr en als curator over haar zoon Rinke Tiepkes, Bauck Alledr, vrouw van mr.

Dominicus Oetsma, en Eelck Broersdr, weduwe van Lyeuwe Allez, vanwege haar

kinderen Alle en Goslick als erfgenamen van Douwe Allez.

In 1587419 houden Ede Pybez en Ydts Romckes als voogden over Alle en Goslick, de

kinderen van wijlen Lyuwe Allesz bij Eelck Broersdr, boelgoed.

In 1594 en ’96420 overleggen Idtz Romckez ter Oele en Ede Pibez te Langweer

rekeningen van hun voogdij over Gosslick Lieuwedr, dochter van Eelck Lieuwedr

(sic), bijgestaan door haar oom Yge Oenez. In 1587 was 67 carg. gebeurd van

boedelverkoop. In 1596 ontslaat Gosslick, dan 25 jaar, hen van de voogdij.

Uit dit huwelijk: 1. Alle Lieuwes, leeft 1587, jong overleden.2. Goslick Lieuwedr, geb. ca. 1571, kinderloos overl. circa 1598.In 1618421 eisen de (weduwe en) kinderen van Rintke Tiepckes Abbema huurafdracht

op van de helft van circa 15 pm te Uitwellingerga, gebruikt door Icke Lolckesz, dat

zij bij testament geërfd hadden van hun grootmoeder Gerck Alledr. Mr. Dominicus

Oedtzma, advocaat voor het Hof, betoogt dat die landen af komstig waren van ene

Gosslyck Lyuwedr, dochter van Lyuwe Allez, die deze bij haar overlijden rond 1598

had nagelaten aan (haar tantes) Bauck en Gerck Alledrs. Aangezien Rintke Tiepckes

een onechte zoon was van Gerck konden diens kinderen niet van haar erven en waren

zijn kinderen bij Bauck Alledr haar erfgenamen. Het Hof stelt de eisers in het gelijk.

Rintkes vader Tyepcke Abbema was eerder getrouwd met Jaey Alledr, zuster van Gerk.

1132 Mey Broers, overl. voor 1607, begr. Teroele, tr. voor 1571 Idts Romkes, geb. circa 1530, te Teroele, volmacht van Doniawerstal 1590,422 overl. tussen 1611 en ’17, zoon van Rompke Sipkes en Ricxt (zie ook 2332).In 1538 en ’39423 Sipke Saskersz (en Jan Broersz) contra Rompke Sippez.

In 1550424 Anna Tyercxz, kerkvoogd van Teroele, mede voor heer Fedde, pastoor, en

de andere kerkvoogden, contra Agge Aggez voor Sipke Jellez en Sipke Saskers als

voogden over de kinderen van Edo Edoz en voor Rompke Sipkes en Ricxt. Uitspraak:

Agge Aggez moet de eisers de 4½ pm in kwestie laten volgen met alle vruchten die de

gedaagde heeft ontvangen sedert het overlijden van Hanna Aggez.

In 1608403 lenen Bote Birdesz en Hylck Uulckedr te Goënga 150 goudg. van Jan

Martensz Grauuius, ontvanger van Wymbritseradeel, en Barber Hoytema.

In 1612404 zijn Bote Birdesz en Hylck Uuylckedr te Goënga 150 goudg. schuldig

aan Aall Jouckedr te Langweer als curatrix over Jencke Siuckes weeskinderen.

In 1621405 Gerrolt Nannes en Beyts Lolckedr met cessie van haar vader Lolcke

Folckerts contra Bote Birdes en vrouw inzake een vordering van 150 goudg.

2. Rieme Birdedr, tr. Wopke Ighis, volgt 41222.3. Sibout Birdes, volgt 11111.4. Homme Birdes, volgt 11112.

1121 Abbe Takez, sinds 1552 boer op Grote Gietens,406 volmacht van Kubaard 1568,407 kerkvoogd 1570,408 overl. na 1574, tr. Aeck Hettedr Jelgersma, overl. 1572, dochter van Hette Feddez.409

In 1556410 accorderen Sytze Jelgersma en Abbe Taeckez vanwege zijn vrouw Aeck dat

ieder de helft van de landhuur van twee sates zal beuren.

In 1564/65411 koopt Abbe Taeckez 9 pm te Kubaard van Douwe Folckertz voor 400 goudg.

In 1566/67412 koopt Abbe Taickez 27 pm 2 eins met huizing van Johan Lollez en Tiets

die dat voordien gekocht hadden van Eepe Eepez en vrouw voor 1700 goudg.

In 1574413 verkoopt Abbe Taeckez te Kubaard vanwege zijn twee kinderen bij Ack Hette

Jelgersmadr die twee jaar eerder was overleden haar helft van een sate te Jorwerd om

de kosten, meer dan 2000 goudg., te dekken die hij gemaakt had om twee sates te

Kubaard uit te breiden en te verbeteren.

Uit dit huwelijk:1. Thiedts Abbedr, tr. Greolt Bottez, volgt 2352.2. Aeck Abbes, tr. Hessel Douwes, volgt 23422.

1122 Rinnert Takez, te Nijland, overl. 1552/54, tr. rond 1545 Tiet Wilckedr, dochter van Wilcko Wopkez Minnaerda en Beyts Poppedr te Arum.In 1552 Rinnert Taekez te Nijland met ‘harnas rincraeg speidts degen’.

In 1556414 treedt Taecke Abbez op als grootvader van de kinderen van Rinnert Taeckez

en Tiet Wilckedr in een kwestie met de overige erfgenamen van haar grootvader

Poppe Piersz.

In 1588415 Wopcke Wilckez Minnaerda te Bolsward contra Douue Hotzes te Tzum

vanwege zijn vrouw Muye Rinnertsdr en als voogd over de twee weeskinderen van haar

broer Wilcke Rinnertz. In tijden waren Wilcke Minnaerda en Beyts eigenaars van het

merendeel van Minnaerda saete te Arum. Zij lieten vijf kinderen na: Jets, de vrouw van

Frans Minnema, Ints, vrouw van Wylck Ipma, Trijn, vrouw van Hoyte Feddricks, Tied,

vrouw van Rinnert, en eiser Wopcke. Er wordt teruggegrepen op een scheiding uit

1554; de kinderen van Wilcke Rinnertz komt 17 pm in Minnaerda saete toe.

Uit dit huwelijk:1. Muye Rinnertdr, volgt 11221.2. Wilcke Rinnerts, overl. voor 1588. Twee kinderen.


In 1570/71439 koopt Elingh Douwez een halve sate te Woudsend van Rencke Lyeuwez

en vrouw voor 720 goudg.

In 1576440 is Eleng Douuez volmacht van de ingezetenen van de (Hem)dijk.

In 1578441 wordt Elinck Douuesz te Bolsward aangeslagen voor 3 carg.

In 1582442 Elingh Douwesz en Tyets te Tjerkwerd contra Wlck Buwedr over een

vordering uit 1576.

In 1584443 levert Ansck Oenema, weduwe van Wpcke Fransz, bijgestaan door haar

zwager Eling Douwes, kwitantie voor betaling van het door haar verkochte huis te

Sneek aan Tyaerdt Wytzma en Riema Roersma.

Uit dit huwelijk:1. Douwe Elinghs Bangema, volgt 22111.2. Oene Elings Bangma, volgt 22112.3. Jayts Elingsdr, volgt 22113.

2212 Watse, Watse Martens zoone van Rien (sic), tr. rond 1565 N. Martensdr, dochter van Marten Hayez Wibinga, in 1552 met harnas te Hieslum, gegoed te Koudum,444 en Jay Lieuwes.445

Schoonvader Martinus Wibinga en ook diens zoons Hayo en Douwe studeerden te Leuven

en Keulen, die laatste met een toelage van het leen van Douwe Tietema, oom van Jay.446

Hun naam komt van Wybinga sate te Hieslum. Zoon Marten Rien staat in 1597447 als

‘cosijn’ Taedt Pieters bij, dochter van Pieter Jacobs Popma en Rinck Martensdr Wybingha.448

Die Rinck bracht bij huwelijk met Pieter landen in te Koudum en aan Idserdebuyren te

Hieslum.449

In 1593450 verlaten Scholte Haytsez en vrouw de huur van huizing, saete en landen

te Idserdebueren onder Hieslum die zij tevoren enkele jaren huurden van Marten

Watyez en wijlen zijn zuster.

Uit dit huwelijk: 1. Marten Reen toe Bolswart, volgt 22121.2. dochter, overl. 1592/93.

2311 Jackle Alberts, te Sopsum 1538, ’49, Folsgare, kerkvoogd 1580, tr. N.N.In 1538451 zegt Pieter Lyeuwez aan Jaecle Albertsz de huur op van 16 pm in het goedt te

Sopsum waar Jaecle woont, Pieters (voor)ouders waren al 30 of 40 jaar eigenaars van

dat land. Albert Hoytez bestrijdt dat, vanwege zijn kinderen, maar wil het land dat

Pieter daar wel bezit opnieuw huren.

In 1545452 stelt Jacle Albertsz zich borg voor zijn broer Hoyte Albertsz in diens kwestie

met Syaucke Wybedr te Zweins.

In 1549453 koopt Jacle Albertsz toe Sopsum ‘Anema huys, hoff, stien, staeten’ met eer

en feer, 6 pm en enkele renten in die saete van Foppe Gabbez; voorts twee keer 3 pm

in de saete te Gerleterp te Achlum van Cornelis Jansz resp. Johannes Frerickz.

In 1552454 Frans Gerrytsz en Jarich Wopkez te Leeuwarden contra Jaecle Albertsz.

In 1553455 koopt Jacle Albertz twee keer 1/7 van Galeterpstera saete van Syts en Sybe

In 1569 en ’70425 Sipcke Saskers contra Idts Romckez.

In 1578 wordt Jets Romckis te Teroele aangeslagen voor 2 carg. in de personele

impositie.

In 1581426 Ids Romckez ter Oele contra Romcke Jellez, dorprechter van St. Nicolaasga.

In 1602427 Walte Benedix contra Ids Romkes te Teroele met recht van Pier Meines.

In 1608 en ’11428 Ids Rompckes te Teroele contra Hans Henricx te Idskenhuizen. Ids

had riet geplant aan de oever van het Idskenhuistermeer bezuidoosten zijn huizing

om afslag van het ‘vlacke harde strand’ aldaar af te weren. Zijn buurman Hans had

er met overstekende beesten schade aangericht.

Op 17 dec. 1607429 maakt Idts Romckes te Teroele, oud circa 77 jaar, zijn testament.

Hij wil begraven worden bij zijn vrouw Mey Broersdr; erfgenamen zijn zoon Romcke

en dochter Rixt. Romcke erft o.a. zijn huis en terp met circa 60 pm land, Idts Hansz

state, door Idts bewoond, en de zwanejacht. De derde zwaan is voor Rixt, zolang zij

leeft, met o.a. de helft van een sate te Oudega van 42 pm en de helft van de sate te

Broek, dat is 24½ pm, gebruikt door zijn broers zoon Romcke Sippez mits die Romcke

hiervoor gedurende twee jaar na zijn dood geen huur hoeft te betalen. Zoon Romcke

was getrouwd met ene Trijn, Rixt met Fedde Auckes; een zuster van Ids is Loll.

De erven van Ids Romckes en die van Jelle Broers Hylkema zijn in 1617 eigenaars,

ieder de helft, van Oennamasate te Broek, groot 50 pm.430

Uit dit huwelijk:1. Romke Idsen, volgt 11321.2. Rixt Idsdr, volgt 11322.

2211 Elingh, Douwe Sibot Fockes zoone, toe Banga ofte Bangama van Tierckwert, in 1578 te Bolsward, overl. na 1584, tr. Taets (Tyets) Oenedr.In 1552 is Elingh Douwez te Tjerkwerd weerbaar met harnas.

In 1553431 is Nanne Lieuwez 24 phg. schuldig aan Elingh Douwez te Tjerkwerd ‘van

een bruyn hincxt’.

In 1555432 een kwestie van Eling Douwez als voogd van Fookel Wabbedr met Wabbes

weduwe Eelck en de voogden van haar kinderen bij Wabbe Janckis.

In 1556 is Elingh voogd over zijn half broer Wattze Wattzez (zie 221).

In 1562/63433 Eeling Douwesz contra Sicke Hesselsz vanwege zijn vrouw Ayts.

In 1562/63434 koopt dr. Jochum Hopperus, raad te Mechelen, 2/6 van twee halve saten

namelijk Peersma en Tiercksma voor 39 resp. 38 goudg. per pondemaat van Eelinck

Douwez en Taets Oenedr.

In 1564435 treedt Eling Douwez op voor Wlck, de vrouw van Ocke Ryoerdtz.

In 1566436 Eling Douwez te Tjerkwerd contra de erven van Peecke Sibrantsz.

In 1568 en ’69437 ondertekent (deze?) Elingh Douwes koopakten in Doniawerstal van

Pier Jeronimus.

In 1570438 treedt Elinck Douuez te Tjerkwerd op voor Syuerdtke Wlbedr, weduwe van

(zijn oom) Tyaerdt Siboltz, in de kwestie met haar broer Gerloff inzake een aankoop

in Oesinghehuyster zate.


1. Hoyte Haytsma, volgt 23121.2. Haytse (lees Ofcke) Hoytes Haytsma, volgt 23122.

2313 Yge Alberts Wallema, kerkvoogd van Folsgare 1536/37,466 te Schettens 1543, mederechter van Wonseradeel 1550,467 disponeert 6 juli 1569, overl. voor 1572, tr. 1. Claeske Sybrantsdr; tr. 2. voor 1543 Jelcke N.In 1542/1543468 koopt Yghe Albertsz Wellema voor de kinderen uit zijn eerste huwelijk

5½ pm 1½ eins te Brunedyck en 9½ eins en een rente van 3 goudg. uit de saete van

Jelle Taedez voor 337½ goudg.

In 1543469 is Ighe Albertsz belender van de patroon van Schettens.

In 1544 en ’50470 de erven van Saeppe Jouckez te Grouw contra Yge Albertsz vanwege

zijn vrouw.

In 1550471 Feycke Dircxz, grietman van Idaarderadeel, contra Yge Albertsz en Jelcke.

In 1549472 tekent Ige Albertsz Walleus een antwoord van de Staten van Friesland aan

de keizer inzake privileges van de Friezen.

In 1552473 mr. Jarich van Dekama contra Fopke Wopkez, Yge Albertsz en mr. Leo

Pietersz, secretaris van Sneek, voor zich, voor zijn broer Gerryt Pietersz en voor de

kinderen van zijn zus Stijn.

In 1553474 Pieter Rommarts van Amsterdam contra Yge Albertsz voor Cornelis

Pietersz vande Bilt.

In 1554 en ’60475 Ighe Albertsz vanwege zijn kinderen bij zijn eerste vrouw Claeske

Sybrantsdr contra Anthonis Galema te IJlst. Uitspraak: Ighe is eigenaar van de

betreffende landen, Anthonis moet zijn schade vergoeden en de proceskosten betalen.

In 1555/56476 koopt Ighe Albertsz door niaarneming een rente van 18 goudg. van

Marten van Nairden voor 300 goudg.

In 1562477 Eedo Abbema vanwege zijn vrouw Eduwaer contra Yge Albertsz.

In 1565 en ’66478 Yghe Albertsz Wallema en Douwe Tjalckez contra mr. Oeghe

Sickinga.

In 1572479 wordt Jacle Albertz aangezocht door Tryn Iege Wallamadr te Stavoren,

vrouw van Beernt Olphertz, en haar ‘broer’ Douue Tyalckez te Schettens om de

voogdij van de kinderen op zich te nemen totdat, overeenkomstig de dispositie van

hun grootvader Iege Wallama van 6 juli 1569, diens landen zijn verkocht en schulden

vereffend.

Kinderen van Yge:1. Tryn Iege Wallamadr, tr. voor 1572 Beernt Olphertz, te Stavoren.2. (Swob) Ygedr, volgt 23131.3. Claeske Igedr Wallema, volgt 23132.

2314 Trijn Albertsdr, overl. voor 1563, tr. rond 1530 Wybren Reyns, boer te Wijckel, overl. voor 1571.In 1511480 zijn Wybren Reynsz en zijn broer Rommert eigenerfd boer op een sate van

9 f l. 15 st. te Wijckel. Wybren is daarnaast eigenaar van een sate van 13 f l. 24 st. aldaar,

Tyercks, dat jaar of wat eerder kocht hij daarvan 1/7 van Pieter Kors c.s.

In 1556456 betoogt Foppe Gabbez te Achlum dat Jacle Albertz enkele jaren eerder van

hem Anema saete met huis, hof, eer en feer had gekocht voor 1100 goudg. waarvan

300 goudg. nog niet zijn voldaan. Ook was overeengekomen dat Foppe zolang hij

leefde de sate mocht blijven gebruiken. Er waren echter spieringen op de verkoop en

Jacle wachtte met af betaling tot die waren afgehandeld. De akte is getekend door Ige

Albertz vanwege zijn broer Jacle.

Even later457 stelt Yge Albertz zich borg voor zijn broer Jacle Albertz in een kwestie

over de ontruiming van de sate te Galeterp te Achlum, gebruikt door Trijn Cornelis

weduwe.

Jacle Alberts te Folsgare leende in 1557 en ’65 in totaal 250 goudg. van Otto Tzialincxz en

Goyck Wybrensdr (23142).

In 1560458 de erven van Claes Jansz en Trijn te Franeker contra Jacle Albertsz te

Folsgare inzake hun rente uit Aenema saete. Het leidt in 1566 tot decretale verkoop

van 2 pm van Jacles landen daar tot betaling van zijn achterstallige pacht.

In 1563459 Jaeckle Albertz te Folsgare contra Syouke Hilckez over een vordering.

In 1564460 Jaeckle Albertz als voogd over E(ver)t Jacopz contra Jelle Andris.

In 1564461 heeft Fedde Reynz met cessie van Harmen Yemez een kwestie met Jaeckle

Albartz en diens verwanten Feyte Hoeytez en Catheryna Jaeckledr over een vordering

van 16 ducaten. De kwestie speelt nog in 1567, dan voor het Hof.462

In 1572 schiet Jacle Albertz te hulp bij de afwikkeling van de nalatenschap van zijn broer Yge

(2313).

In 1580 en ’81463 is kerkvoogd Jaeckle Alberts administrateur van het geestelijk goed

van Folsgare.

Uit dit huwelijk:1. Hoyta Jackles, te Oosthem (maar verg. 51.5).

In 1552 is Hoyte Jacclez te Oosthem voorzien van ‘harnas rincraeg speedts

degen’.

2. Trijn Jaeckledr, tr. Feyta Hoytes, volgt 23311.

2312 Hoyta Alberts, huisman te Minnertsga, overl. tussen 1547 en ’50, tr. Atke Off kedr Haytsma alias Fernia, overl. na 1598, dochter van Offcke Attez Haytsma te Minnertsga. Zij hertr. voor 1560 Joucke Oenes Oenema alias Tiepckma, huisman te Goingarijp, overl. voor 1575.In 1550464 zetten Atke Off kedr, weduwe van Heuyte Albertsz, en Yge Albertsz als

voogd over Of ke alias Atte Of kez het proces voort dat Heuyte (vanwege zijn vrouw

en als voogd) voerde tegen Schelte Andla als voogd over de kinderen van Anthonis

Fernye. In 1551465 Doecke van Walta contra Yge Albertsz als curator van Atke Off kedr,

weduwe van Hoyte Albertsz.

Zie voor hen: Hein Walsweer, It Capellefrijlien fan Minnertsgea, GJb 2001, 105.Uit dit huwelijk:


In 1546493 verkopen Hans Hansz en At Foppedr op Lutkebergh te Kubaard een rente

van 2 goudg. uit hun landen die zij hadden gekocht van Eme Tzalingz aan Douue

Wopkez.

In 1547494 kopen Abbe Douwez en Anna Taeckedr te Kubaard ‘huysteed mytten

hempacker’ te Lutkebergh, gebruikt door Lyuwe Claesz en de helft van de door hem

gebruikte landen te weten 15½ of 16 pm, zoveel als verkoopster is aanbeërfd, van

Trijn Tyercxdr, vrouw van Andries Lollez. Lyuwe Elincxz verspiert vanwege zijn

vrouw Rinck de verkoop.

Uit dit huwelijk:1. Eling Lieuwes, volgt 23211.2. Gerrit Lieuwes, volgt 23212.3. Aete Lieuwes.

2331 Hoyta Feytes, overl. 1545/55, tr. vermoedelijk 1. N.N. en 2. Marij Ryoerdtsdr die voor 1555 hertrouwt met Myerck Broerz. In 1543495 komt de pastoor van Heeg 21 st. toe uit de zaete van Hoyta Feytaz voor

eeuwige memorie van zijn voorouders en tevens 1 pm in zijn zaete, gelegateerd door

vicaris heer Foppe, die Hoyte huurt voor 9 st.

In 1545496 Wybe Poppinga contra Hoyte Feytez.

In 1555 is zijn broer Yepke voogd over zijn zoon Feyte, naar alle waarschijnlijkheid dan dus

enig kind.

Uit het eerste huwelijk:1. Feyta Hoytes Wallama, volgt 23311.Uit het huwelijk met Marij:2. Hoyte Hoytes, overl. voor 1555.

2332 Rienck Feytes, boer te Westhem 1543, tr. Lol Rompckedr, geb. circa 1527, overl. 30 april 1616, begr. Sloten,497 weduwe van Sipcke N., dochter van Rompke Sipkes en Ricxt (1132).In 1543 gebruikt Renick Feytez, samen met zijn broer heer Hottya Feytez, de

pastorielanden van Westhem.

Voor 1589 procedeert Romke Sipkes vanwege zijn (half )broer Feyte Rienxz over de

nalatenschap van heer Hottye Feytez.

Uit dit huwelijk:1. Feyta Rienx, volgt 23321.2333 Hylck Feytedr, tr. Reyn (Minnez?).In 1552 is Reyn Minnez te Woudsend voorzien van ‘speidts degen’.

In 1607498 kwestie van Pier Hayez te Heeg, Romcke Sipckisz te Eesterga, Doyttie en

Pier Minnesz en Wybe Feytez met zijn zusters en broers als mede-eigenaars van het

erf bij het huis van Wybe Feytes te Heeg over het onderhoud van de Nye Dyck aldaar.

Uit dit huwelijk:1. Ryurdt Reynsz, te Woudsend, overl. 1587/’89, tr. voor 1568 N.N.

Rommert van een sate van 16 f l. 2 st. en, met anderen, van een huissteed.

In 1525481 maken Rommert en Wybren Reyns een scheiding overeenkomstig hun

vaders testament, in 1552 komen zij (nogmaals) tot een vergelijk. In 1542 kopen

Wybren Reynsz en Catharina 1 koegang in Jan Reiners fenne.

In 1536482 betoogt Wybrant Reynsz dat Hilcke Bottez niet het recht heeft om zijn

beesten ‘te dryuen over ende lancx den lyckweege’ naar de kerk van Wijckel bij zijn

landen, maar het Hof beslist anders.

In 1552 is Wybren Reynz te Wijckel weerbaar met spies en degen.

In 1561/62483 een niaarkoop door Wybrant Rensz van 19 pm over hoog en laag in

Griolt Elingsz sate te Oppenhuizen van Ypcke Feytez (233.1) voor 400 goudg.

In 1563484 Eepke Feytez en Jeesck contra Wibren Reinz als vader van zijn kinderen bij

Trin Albertsdr, Rein Wibrens voor zich en Otte Tzalingz vanwege zijn vrouw Goey

als eigenaars van Grioldt Elings saete.

In 1571/72485 kopen Reyn Wybrans en Goey en Swobb Wybrantsdrs ¼ saete te Groote

Geest van Sweyts Jouckedr voor 253¾ goudg.

Uit dit huwelijk:1. Reyn Wybrens, volgt 23141.2. Goey Wybrensdr, volgt 23142.3. Swob Wybrensdr, volgt 23143.4. Hylcke Wybrensz, kinderloos overleden 1571, tr. Mirck N.

In 1571486 houden Reyn Wybrensz, Goy Otte weduwe en Swobke Yntye weduwe

boelgoed in het sterf huis van hun broer Hylcke Wybrensz. Onder de kopers

Doed Reyns en Mirck, Hylcke Wybrens weduwe.

2321 Lyeuwe Elings, boer op Bruenssmasaete te Heeg 1547, tr. Rints (Tyercxdr), weduwe, dochter van Tyerck N. en Hots Douwedr te Kubaard.In 1533487 laat Lyeuwe Elincxz vanwege zijn vrouw aanspraken gelden op haar moeder

Hotz te Kubaard.

In 1533488 heer Syurdt van Berlcum contra Hots Tyercks weduwe over de koopsom, 27

goudg., van de 3 pm 3 eins in het goed te Berckwert, gebruikt door Botte Bottez, die

Hots en haar man Tyerck voordien gekocht hadden van Baucke Bauckez en Bauck.

In 1537489 machtigt Jorret Douuez te Lollum Emo Tzalinghz te Kubaard om zijn zaak

tegen Lyuue Eelinghz en Rints te Heeg te behartigen inzake landen en state in het

guedt toe Birgh die hij had gekocht van wijlen Hoyts Tyercks weduwe.

In 1543490 kopen Hans Hansz en Ath Foppedr te Kubaard huis, hof, staten en 14 pm

in de sate waar Eme Tzalinghz en Riemeth wonen van de bewoners voor 800 goudg.

Andries Lollez protesteert vanwege zijn schoonmoeder Hots.

In 1544491 kopen Hans Hansz en Att te Kubaard 3 pm in hun Lutkeberchstera zate

van Hotz Douwedr.

In 1545492 verkopen Hans Hansz en Ath Foppedr toe Lutkebergh te Kubaard een

rente van 2 goudg. uit hun boerderij aan Lyuwe Elingz te Heeg als voogd over zijn

stief kinderen Tyerck en Foeckel voor 38 goudg.


In 1588515 Athe Oeghez en Iede Redez als voogden over de weeskinderen van Reyn

Simons contra Greolt Jelles te Gauw en Hans Foppes te Goënga. Greolt moet hen

het gebruik van de landen, genoemd in de brieven van 1570 en 1572, toestaan tot de

hoofdsom van 100 goudg. is gerestitueerd en Hans moet dat gedogen.

In 1588516 de procureur-generaal contra Grioelt Jellez te Gauw inzake veen dat sedert

de ‘oorloch ende rebelle tijden’ van 1586 is afgegraven.

In 1592517 Grioelt Jelles contra Jettye Sibles te Idsega en de verdere erven van Fettye

Tiernes.

In 1592518 koopt Greult Jellesz te Sijbrandaburen 15½ pm (dat is 1/3 deel) in Breutsma

saete aldaar van Douwe Gerbensz en Wlck, in 1601519 koopt hij daar 6 pm van (de

erven van) Bonne Licklema.

In 1597/98520 Dyorre Romckez te Gauw vanwege Rinck Heeredr, weduwe van Botte Bottez,

te Kubaard en Liepck Heeredr, weduwe van Jackle Jellez, te Bozum als erfgenamen

van Heere Joryts en mede-erfgenamen van hun moeder Gats Heere weduwe contra

Greud Jellez te Sijbrandaburen. De laatste had Gats Heere weduwe tot vrouw gehad.

De kwestie betreft huur en eigendom van percelen van het Gauster gued van 36 pm, nu

gebruikt door Dyorre, waarin Rinck en Liepck 5 pm van hun moeder hadden geërfd.

In 1623521 wordt te Goënga de nalatenschap gescheiden van Rinck Heeredr, weduwe

van Botte Bottes,door Jelle Greolts Hobma, (Romke Diorres vanwege zijn moeder)

Siouck Greoltsdr, Beyts Greoltsdr en Tiepke Stapert en Sicke Sierx als voogden

over de kinderen van wijlen Hoyte Greolts, ieder voor ¼ erfgenaam. Er was, buiten

landen en inboedel om, een positief saldo van 19.324 goudg. te verdelen. Jelle zou 258

goudg. schuldig zijn aan de boedel vanwege landhuur maar hij is zelf van oordeel dat

hem daarentegen circa 300 goudg. toekomt van een geschenk vanwege de sate van de

kinderen van Hoyte Greolts.

Uit het eerste huwelijk:1. Hoyta Greuds Hobbema, volgt 23411.2. Jelle Greuds Hobbema, volgt 23412.3. Beyts Greuds, volgt 23413.4. Syouck Greuds, volgt 23414.Uit het tweede huwelijk:5. Marij Greoltsdr.

In 1606522 Tyeets Fockedr, weduwe van Greolt Jellis, te Goingahuizum onder

Grouw, mede voor haar dochter Marij, contra Jelle en Hoite Greoltsz, mede voor

hun zusters Beysck en Syouck. Uitspraak: Jelle c.s. moeten moeten jaarlijks 21

goudg. betalen voor Marij.

2342 Houck Jelledr, tr. rond 1540 Douue Folkertsz, boer op Hobbemasaete te Kubaard, daar overl. 1585/86, zoon van Folckert Hessels.In 1543523 koopt Martgien Lykledr te Kubaard 5 pm in ‘Hobbinga saete’ aldaar,

gebruikt door Douue Folckertz, van Ees Sibrensdr, vrouw van Molle Bartles; Botte

Jellez protesteert. In 1552 Douue Folckertz te Kubaard met spies en degen.

Vermoedelijk begint Ryoerdt Reinz in 1556 als boer op grootvaders sate te Heeg.

In 1576499 eist Ruyrt Reynsz betaling van 540 goudg. door heer Lolle, pastoor

van Ypecolsga.

In 1581 en ’82500 Oene Anskez te Doniaga c.s. contra de erven van Reyntie

Ryckoltsz waaronder Ryurdt Reynz te Woudsend vanwege de erven van Anna

Foeckedr.

In 1587501 treedt Ryurdt Reynsz op als volmacht van ‘Woldseynder duysent’.

In 1593502 Syuert Haringz contra Feyte Reynz als voogd over de jongste kinderen

van Ryuert Reynz en vanwege diens meerderjarige kinderen.

In 1593503 procedeert Romcke Sipkez met instemming van Feyte Reyns en

Piecke Hansz als voogden over de kinderen van Ruyert Reynsz met Duecke

Sickez; jaars daarop hebben Feyte en Minne Reyns een kwestie met Duecke

Sickez te Heeg inzake huuropzegging van diens sate, huizing en vissernij.

2. Menne Reyns, volgt 23331.3. Feyte Reyns, volgt 23332.

2341 Greud Jelles Hobbema, te Gauw, Sijbrandaburen, volmacht van ‘Goutum’ en Gauw 1579,504 bijzitter van Wymbritseradeel 1581,505 volmacht van Rauwerderhem 1584,506 overl. voor 1606, tr. 1. voor 1564 Gaets Gerbrensdr, overl. voor 1587, weduwe van Heere Jorritsz te Gauw, moeder van Rinck (235.3); tr. 2. Tyeets Fockedr, overl. na 1606.In 1564507 Griolt Jellez en Gaets contra Ricolt Gauckez vanwege zijn vrouw voogd over

de kinderen van Wittie Sipckez en mr. Augustinus Follega vanwege Fedde Wittiez;

dezen moeten resp. 2/3 en 1/3 van 106 goudg. betalen.

In 1564508 Oeds Pieterz vanwege zijn vrouw Trien en Jettye Sickez als voogden over de

kinderen van Here Jorrytz bij Gats Gerbrensdr, bijgestaan door hun stiefvader Grioeld

Jellez, als erfgenamen van Jorryt Herez contra Siurdt Feykez vanwege zijn vrouw.

In 1570 of ’71 kochten Greolt Jelles en vrouw een rente van 10½ goudg. uit Lieukema

horne te Makkum van Isbrant Wytiesz. Mede als gevolg van het oorlogsgeweld was

hiervan geen afdracht en dat werd aanleiding tot procedures in 1618 en ’24 tussen de

nakomelingen van Greolt en die van Isbrant.509

In 1571510 Wytthie Pybes contra Griolt Jellez.

In 1575511 Greolt Jellez contra Oene van Oenema als voogd over de kinderen van Hans

Oenema.

In 1587512 Sicke Tzalingsz te Wirdum als voogd over Trijncke Ottedr contra Griolt

Jellesz te Sijbrandaburen voor zich en als vader van zijn kinderen bij wijlen Gaets

om 150 goudg.

In 1587 en ’89513 de voogden van de kinderen van Reyn Symons te Hommerts contra

Griolt Jellesz te Gauw.

In 1588514 Eelck Jorritsdr te Goënga, vrouw van Hancke Sybrensz, contra Griolt Jellez

te Sijbrandaburen. Deze moet, mede vanwege zijn kinderen bij zijn eerste vrouw

Gaets Heres, 11 en 2 pm ontruimen.


In 1613/14533 eist Lyuwe Jelles te Sneek vanwege zijn vrouw Swob Joachimsdr

van Sicke Benedictus te Nijland vanwege zijn vrouw Marij Joachimsdr en

Sibe Haies te Hallum als vader en als erfgenaam van zijn kinderen bij Syouck

Joachimsdr de nagelaten landen en goederen van Jelle Joachims op.

5. Swob Joachimsdr, volgt 23433.

2351 Houck Bottedr, overl. voor 1586, tr. rond 1560 Nolke N.In 1586534 Griolt Bottez te Kubaard, mede vanwege Houck Nolckedr, vrouw van

Sine Janckez, dochter van zijn zuster Houck Bottedr, contra Rinck Heredr, weduwe

van Botte Bottez, en haar kinderen. Toen hij nog vrijgezel was en bij zijn moeder

woonde was Griolt voogd geweest over Houck jr. Mede als gevolg van zijn aankoop

van vee etc. was die administratie uitgekomen op een negatief saldo van 700 goudg.

dat alleen door Griolt gedragen werd. Maar dit raakte uiteraard alle vijf erven van

Griolts ouders en daarom eist hij van Rinck haar aandeel van 140 goudg. op. Het

gerecht gaat daar niet in mee.

Uit dit huwelijk:1. Houck Nolkedr, volgt 23511.

2352 Greolt Bottez, overl. Kubaard 1603, tr. rond 1575 Thiedts Abbedr, dochter van Abbe Takez (1121), overl. voor 1598.In 1572/73535 koopt Botte Bottez 1/5 van Berckwerder saete, 1/5 van een rente van 20

carg. en 1/5 van 5 of 6 pm van Griolt Bottez voor 750 goudg.

In 1576/77536 Botte Bottez contra Griolt Bottez.

In 1592 en ’93537 Grioelt Bottes te Kubaard contra Attye Gosslicx te Abbega.

In 1598538 Ju Hinnez te Goënga vanwege zijn kinderen bij Ambrosia Sickedr contra

Greolt Bottez te Kubaard, mede voor zijn kinderen bij Tyets Abbedr, bijgestaan door

Sicke Douuez te Tzum.

In 1603539 wordt Ryuerdt Saacklez te Kubaard aangesteld tot voogd over Abbe, circa

24, Aack, circa 25, Rinck, 21, Atke, 18, en Thiedts, 15 jaar, de kinderen van Greolt

Bottez en Thiedts Abbedr; onder de nalatenschap de huizing op Grote Getenser sate

met circa 28 pm eigen landen.

In 1606540 overlegt Rieurd Saacklis een rekening van zijn voogdij over de kinderen

van Greud Bottis: Aeck, circa 27 jaar, Abbe, over de 25, en de minderjarige Rinck,

Atke en Tietske, bijgestaan door hun oom Hessel Douuis. In 1609541 opnieuw; Aack is

nu vrouw van Upke Heroz te Oosterlittens, Rieurd wordt van zijn voogdij ontslagen.

In 1619542 kopen Hessel Douuez en Aeck Abbedr te Kubaard 11 pm, dat is 2/5 van een

stuk van 28 pm, met 2/5 van de huizing aldaar van Atke en Thyedts Greoltsdrs en hun

mannen Meynert Epez en Fetze Pabesz.

Zoon van Greolt bij ene Hots:1. Botte Greuts, te Idsegahuizum, kerkvoogd 1607,543 overl. Makkum

1629, tr. voor 1617 Teets Atsedr.In 1622544 overlegt Botte Greults te Idsegahuizum de afrekening van zijn

In 1559524 kopen Douue Folckerts en Houck Jelledr te Kubaard 10 pm 3 eins in

Gaestera zate van Oene Takez. In 1573525 is Douue Folckertsz goeddeels eigenaar van

Hobbema saete te Kubaard.

Uit dit huwelijk:1. Folkert [Douwes], volgt 23421.2. Hessel Douwes, volgt 23422.3. Jelle Douwes, volgt 23423.

2343 Trijn Jelledr, tr. voor 1560 Jochum Hayes, te Nijland, vermoedelijk zoon van Haeye Takez aldaar.In 1543526 komt de patroon van Nijland 5 pm toe in het goed van Haeye Takez.

In 1552 is Jochum Hayes te Nijland voorzien van hellebaard en degen, Eppe en Taeke

Hayez van spies en degen.

In 1560527 kopen Douwe Folckertsz en Houck te Kubaard de 1 pm 4 eins in Hobbema

saete aldaar, die verkoopster geërfd had van haar broer Hoyte Jellez, van Trijn Jelledr,

vrouw van Jochum Hansz (lees Hayes), te Nijland.

In 1567528 verkopen Jettie Doeclez te Oosterlittens en Jochum Hayez te Nijland bij

decreet circa 24 pm te Nijland van de weeskinderen van Epe Hayez en Foeck Doecledr;

koper wordt Doede Jaryghsz te Leeuwarden met zijn bod van 53 goudg. per pondemaat.

In 1589529 Jochum Haeyes te Nijland bij Sneek contra mr. Aucke Nauta als volmacht van

Fed Jochumsdr: Jochum moet zich neerleggen bij het vonnis van het nedergerecht.

Uit dit huwelijk:1. Syouck Joachimsdr, volgt 23431.2. Marij Joachimsdr, volgt 23432.3. Syts Joachimsdr, kinderloos overl. Nijland voor 1611, tr. voor 1597

Piter Andriesz, wordt burger van Bolsward 1613. Hij hertr. Bolsward 14 nov. 1611 Jantjen Minnes, weduwe.In 1597530 lenen Pieter Andriesz en Syds Jochemsdr te Nijland 50 goudg. van Botte

Edgers en Hylck Gaeledr aldaar; de akte is in 1613 te Bolsward geregistreerd.

In 1615531 Ane Douwes als curator van de verworpen boedel van Peter Andriesz

die te Nijland woonde contra Lieuwe Jelles te Sneek vanwege zijn vrouw Swob

Joachimsdr en vanwege hun kinderen (bijgestaan door hun curator Breutick

Feyckes, assessor van Wymbritseradeel) die bij testament van Syds Joachims,

zuster van Swob, legaten kregen toegezegd.

4. Jelle Joachims, kinderloos overl. 1610/13.Op 18 mei 1603532 maakt Jelle Jochumsz te Nijland zijn testament. Zijn zusters

Siouck, vrouw van Pier Hayes, Syts, vrouw van Pieter Andries, en Marij, vrouw

van Sicke Bendix, krijgen ieder een legaat van 8 carg. Universeel erfgename

wordt de jongste zuster Swob Jochims, vrouw van Lieuwe Jellesz, of anders

haar kinderen. Testators landen, in totaal 22 pm te Nijland, mogen door de

erfgenamen niet verkocht worden. Mocht een kind van een andere zuster tot

armoede vervallen dan mag die mede van het vruchtgebruik daarvan genieten.


In 1559/60 verkopen Ipcke en Foeckel voor 1300 goudg. landen te Oudega aan Gercke

Symonsz (431).

Uit dit huwelijk:1. Oene Eipkez, te Oosthem, tr. Mary Jans, als weduwe overl. Oosthem

1608, dochter van Jan Gerrytz en Jets, zuster van Gerryt (24113) en Hylck (24111.2).In 1593550 zegt Wolter Pieterz als vader van zijn kinderen bij Hylck Jansdr en

mede als volmacht van Gerryt, Oene, Gattse, Lolcke, Douue (?) en Joucke voor

zich en vanwege hun vrouwen en mede vanwege Meyns Aedgersdr de huur op

aan Hoyte Renicxz en Piecke Foecklez van hun landen in de sate van Ael Lase

weduwe en Hoyte Rienicxz.

Het betreft de erfgenamen van de jaars daarvoor overleden Jets. De secretaris heeft zich

niet de moeite getroost om de patroniemen van haar (schoon)zoons te noteren maar

onder hen herkennen we feilloos Oene Eipkez. Genoemde Meyns is dochter van Aedger

Janz (verg. 24113).

In 1608551 wordt de nalatenschap van Oene en van Mary Jansdr te Oosthem

gescheiden door beider erfgenamen waaronder Sybren Aettes vanwege

zijn vrouw Jantien Heynedr, Tyettye Heyns, Wytze Pyckes en Jacob Tyssen.

Vastgoed: o.a. 5 pm in de door Jacob Tyssen gebruikte sate te Oosthem.

In 1610552 overlegt Melis Feyckisz te Wolsum een rekening van zijn

administratie ten behoeve van Jets, dochter van Jetse Pietersz en Gats Gatsedr

te Makkum, van het legaat van 600 goudg. dat het kind bij codicil van 7 jan.

1608 door haar tante Marij Jansdr te Oosthem, weduwe van Oene Ipkesz, is

besproken ten overstaan van Lolcke Johannisz te Kornwerd en Pieter Tyaerts

te Oudega als naaste verwanten van het kind. In 1612553 nogmaals een rekening

in presentie van tante Jouts Jansdr en verwant Taecke Ipckez van het kind.

Pieter Tiaertsz, wiens vrouw zusterling was van het kind, was niet op komen

dagen.

2. Elingh Eipkez, volgt 24111.3. Taco Eipkez, volgt 24112.4. Aat Eipkedr, volgt 24113.

3111 Hoyta Hotses, tr. N.N.In 1552 onder Idsega Hoyte Hottyez met ‘speidts degen’.

In 1637554 legt dr. Martinus Gravius uit dat zijn pupil Wybe Tietes Jellema (kleinzoon

van Reynsck) evenals diens oom Hoyte Wybes Foekema (zoon van Reynsck) en neef

Haentie Tiepkes (zoon van Houck) verwant is aan heer Goffa en dus gerechtigd tot

het Goffe Attemaleen van Abbega.

Uit dit huwelijk:1. Reynsck Hoytes, tr. Wybo Ulbes Foeckama. Zie voor hen en hun

afstammelingen GJb 2003 De Foeckema’s oer heech en leech, 35 e.v.

voogdij sedert zijn autorisatie in 1617 over Berber, het jongste kind van Eme

Hinnes en Att Atzedr te Hieslum. Datzelfde jaar545 koopt diezelfde Berber met

haar man Poppe Phridtsz te Tjerkwerd de huizing te Idsegahuizum van de

bewoners Botte Greultsz en Taedts Atsedr voor 225 goudg.

In 1629546 wordt in de kerkeburen van Makkum de nalatenschap beschreven

van Botte Greedts op verzoek van Harmen Agges te Enkhuizen en Pytter en

Trijn Agges te Arum omdat zij de naaste verwanten zijn van hun overleden oom

van moederskant. Weduwe Teets Atsedr protesteert omdat die ‘erfgenamen’

haar ten enen male onbekend zijn.

Vastgoed: een huis te Idsegahuizum en een te Makkum, er is een schuld van

50 goudg. bij Abbe Greeudts. In 1631 melden zich Abbe Greuts, koopman te

Bolsward, Meinert Eepes te Britswerd vanwege zijn vrouw Atke Greuts en

mede voor Eeck Greuts te Oosterlittens, Tieets Greuts te Bolsward en de

kinderen van Rinck Greuts. Zij verklaren dat de overledene hun half broer is:

zoon van hun vader bij ene Hots. Die Hots had later bij ene Haring een zoon

Agge overgewonnen en die Agge had op zijn beurt drie onwettige kinderen

Harmen, Pieter en Trijn nagelaten. Laatstgenoemden redeneren dat de

nalatenschap hoofdelijk verdeeld moet worden: 3/8 voor hen en 5/8 voor hun

tegenpartij.

Uit het huwelijk van Greolt en Thiedts:2. Aeck Greolts, volgt 23521.3. Abbe Greolts, geb. circa 1579, te Britswerd 1624, koopman te

Bolsward, kinderloos overl. 1631/’38.In 1641547 Heere Wpkis te Oosterlittens vanwege zijn moeder Aeck Greultsdr,

die voor ¼ erfgename is van haar broer Abbe Greolts, en voor diens verdere

erfgenamen contra Meinert Epis te Britswerd vanwege zijn vrouw en Joannes

Nicolai Rispens als voogd over de kinderen van Rinck Greolts, bijgestaan

door hun oom Symen Jacobs. Heere eist een rekening en scheiding van de

nalatenschap van Abbe. In 1642548 speelt die zelfde kwestie; Heere treedt dan

mede op voor Lyeuue Fettys bij Pannerden in Holland die voor 1/8 erfgenaam

is van Abbe, Meinert Epis dan voor zijn kinderen bij Atke die voor ¼

erfgenamen zijn.

4. Rinck Greoltsdr, volgt 23522.5. Atke Greolts, volgt 23523.6. Thiedts Greolts, volgt 23524.

2411 Eipke Ruyrdts, boer op het Damstre guedt te Oudega, tr. rond 1540 Fookel Taco Abbesdr, dochter van Taecke Abbes en Ath Oenedr (112).In 1547549 verkoopt Eepke Ryuerdtz een rente van 3 goudg. uit zijn sate te Oudega,

Damstre guedt, aan mr. Hugho Wpkez vanwege de wezen van Joest Wytsez en Meynu

Wpckedr voor 50 goudg.

In 1552 onder Oudega Eypcke Ryoerdtz met ‘harnas rincraeg speidts degen’.


3311 Sibot Goslix, te Idsega, tr. rond 1540 Lickkel.In 1552 is Sybolt Goslycxz te Idsega voorzien van ‘harnas rincraeg speedts degen’.

In 1559563 Hidde Suyerdtz contra Sibout Goslickz en Lickkel.

Uit dit huwelijk:1. Meyle Sybots, volgt 33111.

4111 Idts, tr. Mirck Hoytes (Hotties), te Ypecolsga.In 1552 Myerck Hottyez te Ypecolsga met ‘speidts degen’.

In 1555/56564 kopen Mirck Hoytez en Idts ¼ huis en steed en 8 pm te Smallebrugge

van Syttie Hoythiez Broersma voor 314 goudg.

Uit dit huwelijk:1. Hotze Mercks, volgt 41111.2? N. Mircksdr, tr. Gaelcke N. Kinderen Gatse en Merck, minderjarig

1584 (zie 41111).

4112 Fop Hoytzedr, tr. Jencke Wlckez, te Langweer 1543, nadien op Broersma sate te Smallebrugge.565

In 1543566 is Jancke Wlkys belender te Langweer.

In 1546/47567 koopt Jancke Wlckez bij decreet 6 pm van de kerkvoogden van Broek

voor 820 goudg.

In 1552 is Jancke Wlkez te Langweer voorzien van harnas, roer, hellebaard en degen.

In 1561/62568 koopt Jancke Wlckez 15 pm te Smallebrugge van Teedt Gatzedr voor 435

goudg.

In 1555/56569 kopen Jencke Ulckez en Foppe Hoytzedr 11 pm aan de oostzijde van

Smallebrugge van Sytthie Hoytthiez te Bolsward voor 514 goudg.

In 1598570 Rixt Eebedr, weduwe van Aencke Sioerdtsz, contra Rinck Broersma

(41231), weduwe van dr. Dirck Vogelsang. Rixt betoogt dat ene Jancke Wlckez en

Foppe Hottyedr hun zoon Hottye Jenckez bij diens huwelijk met Rieme Minckedr

een rente van 13 goudg. uit hun sate te Smallebrugge hadden meegegeven. Dezen

hadden die rente in 1566 voor 100 goudg. beleend bij Aencke en Rixt en nadat zij

in 1579 in gebreke waren gebleven werd de rente in 1582 bij decreet aan hen

verkocht. Door het overlijden van zowel Aencke als de deurwaarder waren de

betreffende aktes overigens zoekgeraakt. Rinck komt met een andere versie: de

rente was overgedragen aan Henne Syurdtsz op wie zij en haar man een vordering

hadden.

In 1602571 eist Broer Hoytema als curator van de nalatenschap van Jenke Wlckes en

Fop Hotsedr betaling door Epe Heres te Smallebrugge van de door hem gekochte

landen en voorts afdracht van 20 goudg. voor ieder van de 13 goudg. rente die de

erven van Rinck Broersma toekomen en zo ook voor iedere goudg. rente van de

erven van Mey Jenkedr. Epe voldoet hier niet aan en nog hetzelfde jaar572 worden

diens sate en landen Broersma te Smallebrugge bij decreet te koop gesteld. Foppe

Tyetez Hoytema te Hommerts komt met een bod van 20 goudg. per pondemaat. In

2. Jets Hoytes, tr. Homme Riemers, volgt 5164.3. Houck Hoytes, volgt 31111.

3211 Ocka Hoytes, te Idsega, met zijn naecomelingen tot Friesche terp in Oldega, overl. tussen 1557 en ’63, tr. circa 1535 N.N., vermoedelijk dochter van Wopcke Wybez te Teroele (zie 4122, ook 412.4).In 1529555 is te Oudega en Sandfirden het zwanenmerk van (deze?) Ocke Hoytez

opgetekend.

In 1552 is Ocke Hoytez te Idsega weerbaar met ‘harnas rincraeg speidts deghen’.

Vermoedelijk verkreeg Ocke in 1557 een aandeel (van 3½ pm) in Friesgebuere guedt te Oudega

(zie 322). De sate Friezenterp, stem 13, was later bezit van kleinzoon Lolle Poppes (32112.4).

In 1552 wordt Ocke Hoeytez naast Yge Wopkez en Hilcke Bauckez in Doniawerstal aangesteld

tot voogd over de kinderen van wijlen Wibe Wopkez bij Ag (412.4).

In 1563556 hervatten Yghe Wopkez c.s. als voogden over de kinderen van Ocke Hoeytez

het proces van hun vader tegen Serp Renz.

In 1585557 kopen ffecke Gerbrenz en Tiet Willemsdr, burgers te Workum, de helft

van een huis en stede te Workum, op het Noordeinde en aan de westerzijde van de

Wymerts van Hoytte Ockez voor zich, Poppe Sybrenz als man van Jayts, Ocke Wybez

en Ocke Ockez voor 100 goudg.

Uit dit huwelijk:1. Hoyte Ockes, volgt 32111.2. Jayts (Ockedr), volgt 32112.3. Ocke Ockesz, zie voor hem en zijn nageslacht: Jelle de Jong, Buwa

Wabbaz in GJ 1999 17.Vermoedelijk is een kleinzoon:

a. Ocke Wybez, geb. 1559/60, burger van Workum.558

In 1584559 kopen Jaencke Richoltsz en Jantgien Albertsdr te Workum een huis

en stede op het Zuideind aan de oosterzijde van de Wymerts van Ocke Wybez,

bijgestaan door zijn voogden Hoytte Ockez en Scholte Jellez, voor 95 ggl.

In 1585560 koopt Ocke Wybez, burger van Workum, 1½ pm maadland op het

Breedtfeldt, in ruilkoop met Reythie Wybrenz te Molkwerum tegen 19 eins

maadland op Suierdt Hommes schar onder Workum.

3221 Syouck Tyaertsdr, tr. Foppe Hilckez.In 1546561 is (deze?) Foppe Hilckez boer op een sate van 27½ pm te Wons waarvan

8½ pm Aets Gatse weduwe toekomt, het overige behoort hem toe, met de zusters en

broer van zijn vrouw.

In 1552 is te Wons (deze?) Foppe Hylckez weerbaar.

Joucke Siuerdz en Taad Hilckedr, zuster van Foppe, te Idsegea verkopen in 1558 goed

4 pm te Wons.562

Uit dit huwelijk:1. Jesck Foppedr, volgt 32211.


Op 23 dec. 1535 wordt stadssecretaris Aggo Broersma burger van Sneek.

In 1535 treedt heer Jelmer Aggez Broersma op al zoensman en Agge Broersma als overman

(zie 11).

In 1539587 wordt mr. Agge, secretaris van Sneek, afgevaardigd naar de landdag te

Leeuwarden.

In 1539588 zegelt mr. Aggo Broersma, stadssecretaris te Sneek; zijn wapen: een haan

met monogram AB.

In 1540589 treedt mr. Aggo Broersma nog op als secretaris maar even later dat jaar

speelt een kwestie over uitbouw van een huis aan de Marktstraat naast dat van wijlen

mr. Agge dat Agge en Sas kort tevoren hadden gekocht.

In 1546590 betogen Kempo Jellez en mr. Albert Janz, voogden over Eeff Jansdr, dat

heer Johannes, pastoor te Goënga, bij testament naast Eeff Poppe weduwe hun pupil

tot erfgenaam had aangewezen. Sas, weduwe van mr. Agge, brengt daar tegenin,

vanwege haar kinderen en haar moeder Eeff Poppe weduwe, dat de aanspraken van

Eeff Jansdr bij akte van 1540 waren overgedragen op mr. Agge Broersma en Sas.

In 1554591 kopen ffrans Olfertz en Sas een huis; in 1556592 kopen Sas Poppedr, weduwe

van ffrans Olfertz, en diens erven een rente van 7 goudg. uit een huis aan de Nyestraat

van Tyaert Syuertz en Loll; in 1559593 Claes Olferts en Pieter ffops als voogden over de

kinderen van ffrans Olferts bij Hil en bij Sas en diens weduwe Sas Poppedr contra

Wyts, weduwe van Sicke Oeges.

De erven van Sas Poppedr komt in 1563 een rente van 18 goudg. toe uit Andringa saete

te Akkrum.594

In 1582 (zie 4321) de erven van Hil Wybe weduwe contra nakomelingen van Sas

Poppedr uit haar huwelijken met Rennert en Agge.

Uit dit huwelijk:1. Poppe Agges, volgt 41211.Wellicht ook:2? Reinerus (Regnerus) Broersma.

In 1553 wordt Reinerus Broersma van Wagenbrugge student te Keulen, in 1555,

dan van Sneek, te Leuven, in 1559 te Orleans.

In 1561 procurator van de natio. Hij bezat een uitgave van Copernicus uit 1543,

die hij annoteerde en aanwezig is in Tresoar.595

4122 (Teth?) Bauckedr, tr. Yge Wopkez, te Abbega, eigenaar van Broersma staten aldaar, overl. (voor) 1596, zoon van Wopcke Wybes te Teroele (verg. 412.4, 3211).Twee kinderen hebben een dochter Teth.

In 1526 kopen Rennert Aetez en Trijn 6 pm van Wopcke Wybes te Teroele. In 1542

wordt de nalatenschap van Epcke, Eylerts vrouw, gescheiden door o.a. Jeronimus

en Wybe Eylerts, Joseph en Wopcke Wybez, Rennert Ates en Doede Romckez. In

1546 eisen Wybe en Yge Wopckez levering door Rennert Aetes als curator van wijlen

Doede Romckes weduwe van 2½ pm in de door hem bewoonde Wybe Eylersma sate

1604573 treedt Jan Martensz Gravius, ontvanger van Wymbritseradeel, in plaats van

de overleden Broer Hoytema op voor de crediteuren van wijlen Jencke Wlckes en

datzelfde jaar wordt diezelfde Gravius met een bod van 25 goudg. per pondemaat

uiteindelijk koper. In 1606574 treedt curator Gravius op met recht verkregen van Epe

Herisz en Sets Douwedr, debiteuren van het sterf huis van Jencke en Fopk.

Uit dit huwelijk:1. Hottye Jenckez, te Boornzwaag, tr. voor 1566 Rieme Minckedr,

wellicht dochter van Mincke Gossez en Marij Tyaertsdr te Hommerts (5112).In 1578575 wordt Hotze Janckis te Boornzwaag aangeslagen voor 20 st. in de

personele impositie.

In 1580576 mr. Minne Broersma contra Gerbrant Epkes en Hottie Jenckez te

Boornzwaag. Gerbrant moet gedogen dat de koop, bij decreet, door Hottie

doorgang vindt.

In 1581577 Wlcke Jentkez en Tyets Syboltsdr contra Hotze Jentkez en Rieme

Mentkedr inzake een vordering uit 1576 van 150 goudg. welke bevestigd was

door Mele Syboltz en Hotze Jentkez.

2. Mey Jenkedr, overl. voor 1602, tr. Haye Sybolts, overl. 1578/’85, vermoedelijk zoon van Sybolt Hayez op Weegseynde te Goingarijp.578

In 1578579 wordt Haye Sibolts te (Smallebrugge onder) Dijken aangeslagen voor

10 st.

In 1585580 Rienck Doyem te IJlst als voogd over de kinderen van Tiete (Epis)

Hettinga contra Hancke Reynz vanwege zijn vrouw Benne Waltedr en als voogd

over de kinderen van Benedictus Waltes en Reyn Sipckes te Teroele vanwege

zijn vrouw als erven van Tiete Waltes en Meya Ienckedr te Smallebrugge,

weduwe van Haye Sybolts, voor zich en vanwege hun kind.

3. Wlcke Jentkez, te Smallebrugge, tr. Tyets Syboltsdr (wellicht zuster van Haye Sybolts).In 1578581 wordt Wylcke Janckis te (Smallebrugge onder) Dijken aangeslagen

voor 20 st.

In 1584582 Cornelis Heeres te Broek vanwege zijn vrouw Feyck contra Wlcke

Jenkez en Teth Syboltsdr om betaling van 15 goudg.

In 1584583 Pier Heroz contra Jencke Wlckez en Wlcke Jenckez.

In 1585 Jencke Wlckez en zijn vader Wlcke Jenckisz contra Wol Hoytes c.s. (51431).

Vermoedelijk zijn hier de namen van vader en zoon verwisseld.

4121 Mr. Agge Broersma,584 secretaris van Sneek 1535, notaris,585 overl. medio 1540, tr. Sas Poppedr, overl. voor 1563, weduwe van Rennert Tzommes (Rollema), dochter van Eeff Poppe weduwe. Zij hertr. mogelijk ffrans Olferts. Mr. Agge zal zoon zijn van Baucka maar kan ook zoon zijn geweest van Sible, 413.

In 1528586 wordt Augustinus Brorsma van Smallebrugge student te Leuven.


Broersma, weduwe van dr. Dyrck Voegelsangh; zij verkoopt voorts 5 en, aan Jelle

Pyers te Smallebrugge, 10½ pm aldaar. Zusterszoon Joannis Atsma en dochter Tyam

Dyrcksdr van de verkoopster, haar neef Sythie Hoythiez Broersma, Dyrck Jellez

Kingma vanwege zijn vrouw Fedke Wyarda en Merck Hoythiedr (41111.1), vrouw van

Joannes Sytzez, willen ieder een koop overnemen.

Uit dit huwelijk:1. Rinck Hylckedr Broersma, volgt 41231.2. dochter, volgt 41232.3. Tryncke Hylkedr Broersma, volgt 41233.

4131 Siou Broersma, tr. rond 1530 Gatse van Oenema, zoon van Abbe Gerckes toe Bualda in Tierckwert en Trijn Haersma.610

De naam Siou is stellig correct omdat ook twee kleindochters zo heten.

In 1525/26611 koopt Gatthie Abbez te Tjerkwerd 8 pm van Claes Ulbetsz voor 60 goudg.

Op 22 juni 1540612 testeert Gattzie Abbez. Er gaat een legaat naar zijn half broer

Tzallingh; erfgenamen zijn de kinderen Sybille, Thryncke en Teth die onder voogdij

komen van hun oudoom heer Jelmer Broersma te Oudega en hun zusterlingen Focke

en Tyaerdt Syboltz.

In 1546613 verkoopt Gerryt Jansz te Beyste, Kubaard, een rente van 2 goudg. uit

Lutkebergh aldaar aan heer Jelmer, pastoor te Oudega, en Focke en Tyaard Syboltsz

als voogden over de kinderen van Gaathye Abbez voor 40 goudg.

In 1552614 vertoont Focke Syboltz een ‘brief ’ uit 1545, getekend door W. Buwalda en

Tackle Tyaerdtz, inzake de verkoop door die Tackle van een rente van 8 goudg. aan

Focke en de andere voogden van Gaaytze Abbez.

In 1559615 procedeert Hille Ydsz vanwege Thet Gaityedr, vrouw van Wibe Jelkema te

Buitenpost, zuster en zwager van zijn vrouw, met Imck Syttye weduwe als erfgename

van haar broer Wopke Ryoerdtz. De laatste was 40 goudg. schuldig gebleven aan

Focke en Tyart Siboltz, eerdere voogden van Thet, en een zelfde bedrag aan Eling

Douwez te Tjerkwerd (2211). In 1562616 Impcke Sitthie weduwe contra Hille Ydtsz

vanwege Thet Gatyedr.

Uit dit huwelijk:1. Sible Gatses, volgt 41311.2. Trijn Gatses, volgt 41312.3. Tet Gatses Oenema, volgt 41313.

4141 Agge Wybes, te Hommerts, kerkvoogd 1555,617 overl. 1582/83, tr. voor 1548 Gats Ennedr, overl. Hommerts 1583, zuster van Agge Innesz, vermoedelijk dochter van Enne Aggez te Hommerts.In 1543618 Broer Renicxz contra Enne Aggez c.s.; in 1546 Reynthie Jarichsz te Idsega

contra Enne Aggez.

In 1547/48619 kopen Agge Wybez en Gaed 3½ pm te Hommerts in Westerhuys voor

200 goudg.

te Snikzwaag. Dat wordt hen bij vonnis van 1547 toegewezen. In 1552 koopt Rennert

Ates 2½ pm in zijn sate te Broek van Wybe Wopckes.596

In 1543597 is Yge Wopkes belender te Abbega, in 1552 Yghe Wopkez aldaar met ‘harnas

rincraeg spedts degen’.

In 1550598 verkoopt Ryoerdt Roorda te Hennaard een rente van 6 goudg. uit Jukema

sate aldaar aan Hessel Tyercksma en Ige Wopkez als voogden over de kinderen van

Schelte Ablez.

In 1596 wordt de nalatenschap van Ige Wopckes door zijn kinderen gescheiden.

In 1596599 kopen Reyn Nannez en Wabel Bottedr te Abbega en Sirck Liuuez en Minck

Sibrantsdr te Kornwerd, ieder voor de helft, 9½ pm maden te Tjerkwerd welke de

verkopers bij scheiding zijn toegevallen van Baucke Igez te Goënga en Trijn Igedr,

vrouw van Syurdt Tyaertz, te Idsega voor 68 goudg. per pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Baucke Ighis, volgt 41221.2. Wopke Ighis, volgt 41222.3. Schelte Yges, te Bolsward, over. na 1620, tr. Rints Leuuckedr.

In 1578600 wordt Schelto Igez te Bolsward aangeslagen voor 4 carg.

In 1583601 Lolcke Hiddez te Jellum contra Fetthie Symonz en Schelte Ygez als

voogden over de kleinkinderen van Paulus Symonz te Bolsward inzake kostgeld.

In 1583602 procederen o.a. Wpcke Wybrantsz te Midlum vanwege de kinderen

van Ubbe Scheltes bij Wpck Wpckedr en Schelte Ygez te Bolsward, mede

vanwege zijn broers en zusters.

In 1590603 worden Schelte Iges en Rints Leuuckedr met een hoogste bod van

300 goudg. kopers van 1/3 huis aan de Dijlakker te Bolsward dat bij decreet

werd verkocht door Auck Hobbedr, vrouw van Aucke Unie, als moeder van zoon

Hessel bij haar eerste man Jelle Hiddes. In 1591604 kopen Epcke Wigmans en

Syouck een huis aan de Kerkstraat van Schelte Ige(s) en Rints.

In 1597605 is Schelte Igez, burger van Bolsward, voogd over de kinderen van

wijlen Jetze Hanckez te Burgwerd bij Rinck Jenesdr.

4. Ded Iegedr, volgt 41223.5. Tryn Igedr, volgt 41224.

4123 Hylcke Bauckes Broersma, overl. 20 juni 1569, begr. Smalle-brugge,606 tr. N.N.a

Hylckes vrouw was een Haersma van Tjerkwerd.607

In 1560 en ’61608 Hylcke Bauckes Broersma te Smallebrugge contra Hayte Tjaerts,

prebendaris te Kolderwolde.

In 1601609 koopt Sytthie Pyersz te Heeg 8 pm 3 eins in een stuk van 11 en 2 pm minus

1½ eins in een stuk van 2½ pm (in beide gevallen ¾ deel) te Smallebrugge van Rinck

a Dit is niet Sjouk Haersma (GJb 1972 88) en evenmin Thryncke Gatsedr (GJb 2001

140), zie voor haar 41312.


Wijckel vanwege de successeurs van Enne Agges en Wybe Agges, Breutick Feyez (sic)

vanwege Goyts Aggedr te Hommerts.

In 1611637 de kerkvoogden van Smallebrugge contra Syrck Sythies, bijgestaan door

Enne Agges en Breutic Feickes, bijzitters van Wymbritseradeel, en genoemde Inne

als voogd, in plaats van Sioucke Tziallings, over Doede Wybes Ockema inzake ½ pm

die de kerk zou toekomen in de door Syrck gebruikte sate. De kwestie speelde ook

al in 1606.638

Uit dit huwelijk:1. Enne Agges, volgt 41411.2. Wybe Agges, volgt 41412.3. Goyts Aggedr, volgt 41413.

4142 Sibla Wybes, trouwt rond 1550 N.N.Uit dit huwelijk:1. Antke Sibledr, volgt 41421.

4211 Jan Rompkes, wellicht te Heeg 1528, te Itens, Sneek, kerkvoogd 1543,639 overl. Sneek 15 mei 1547,640 trouwt rond 1520 Aeck Haersma, overl. Sneek 21 dec. 1571, dochter van Haring Hartmans Haringsma en Bauck Burmania.641

In 1542 sluit Haring Harmantsz Haringsma een akkoord met heer Jelmer Bauckez en Hottye

Aggez Broersma over het jus patronatus van een prebende te Boornzwaag, in 1546 een sententie

van het Hof over die prebende (42112).

In 1529642 zegt Jan Romkez te Sneek Foucke Gossez te Itens de huur op van landen.

In 1531643 Foeke Gossez te Itens contra Jan Romkez inzake de huur van de helft van

de sate te Itens waar zij beiden samen wonen uitgezonderd de 9 pm in de sate van de

patroon van Itens.

Dit betreft Aenkama sate, in 1511 voor de helft eigen aan Romcka Jeltez.

In 1531644 brengt Focke to Itens een kwestie op zoenslieden inzake het huis waar Jan

Romkis woont.

In 1536645 koopt Poppo Fockez te Itens een huis in het dorp van Jan Romckis.

In 1532646 Jan Rompkes te Sneek contra de Cruycebroeders aldaar.

In 1536 en ’43647 prior en kloosterlingen van Groenedyck contra Jan Rompkes te Sneek.

In 1536648 heer Gerryt, pastoor te Oosterend, contra Simcke toe Wyns inzake

ontruiming van 12 pm weide- en 15 eins zaadland komend jaar in diens sate. Simcke

pleit dat Jan Romtkis te Sneek landheer is en dat de pastoor hem dus maar moet

aanspreken. Jaars daarop649 koopt Simpke Hiddez de huizing waar hij woont van Jan

Romkis te Oosterend en in 1541 zal heer Gerryt aan Jan Romckes te Sneek 9 goudg.

betalen.

Het betreft de sate te Wyns waarin Romcka Jeltez in 1511 14½ pm bezit.

In 1540650 verkoopt mr. Crisostomes een rente van 4 goudg. uit Meylahuys te

Oosterend aan Jan Romckez en Aeck voor 65 goudg.

In 1551 en ’53620 Agge Wybez als voogd over de weeskinderen van Wattye Wattyez

contra Rincke Hermans weduwe en Ferck Rinthiez.

In 1552 Agge Wybez te Hommerts met ‘harnas crop speidts deghen’.

In 1556621 Imck Wattye weduwe te Oppenhuizen contra Agge Wibez te Hommerts als

voogd (naast Ferck Rinkez te Boornzwaag) over de weeskinderen van Wattye Wattyez

en vanwege diens weduwe Hilck. Eelck Wyttyes, de moeder van Imck, had 1 pm te

Hommerts, gelegen aan wijlen Inne Aggis schar, nagelaten aan haar zoon Oege

Wattyez en dochters Bauck, Hilck, Jets en Imck. Agge brengt hier tegenin dat Imck

in 1526 bij de huwelijksvoorwaarden o.a. een stuk van 4 pm in 14 had toegezegd van

vaders vader Wattye Wattyez. Zoon Syerck van Wattye Wattyez en Hilck is in 1555 al

meerderjarig.

In 1553 en ‘58622 Agge Wybez te Hommerts, mede voor zijn broers en zusters, contra

Johannes Jeltez vanwege Doeckle Hanckez.

In 1558623 Agge Wibes te Hommerts vanwege zijn vrouw Gats en haar broer Agge

Innesz contra Jelle Nolkes.

In 1559624 de dochters van Suyerdt Reinckz en Hilck contra Agge Wibez.

In 1560625 Abba Sinnez, raadsman te Sneek, contra Agge Wybez en Sierck Doedez als

voogden over de twee weeskinderen van Lyeuwe Janckez. In 1561 en 1564626 Minne

Taeckez (Scheltinga) te Stiens vanwege zijn vrouw Trijn Lyuwedr contra Agge Wybez

te Hommerts, mede vanwege Sybe Janckez en Sirck Doedez. De gedaagden hadden

een rekening overgelegd aan Reyn Hoytez Hoytema; zij moeten nu een inventaris

leveren van de nalatenschap van Syeuw, Lyeuwe Janckez weduwe, en rekening van

hun administratie.

In 1561627 Renick Poppez als voogd over Hoythe Tjebbez contra Agge Wybez te

Hommerts.

In 1563628 wordt een koop door Agge Wibez vanwege zijn vrouw Gerts, Agge Enne soon

en Bauck Aggedr, vrouw van Aucke Ockez, gespierd. De kopers vragen medewerking

van Douwe Aggez die (in Lemsterland) is aangesteld tot curator over de verkoopster

die ‘een geheel slecht ende simpel persoon is’.

In 1567629 Agge Wybes te Hommerts contra de voogden van de weeskinderen van

Jelmer Jacobsz en Sypck Hotzedr over 131 goudg.

In 1570630 de procureur-generaal contra Agge Wybes te Hommerts die 1000 goudg.

moet voldoen.

In 1573631 Gaets Thomas weduwe contra Hinne Jellez en Agge Wybez.

In 1573, ’74 en ‘82632 Agge Wybez te Hommerts contra Aencke Syurdsz te Sneek inzake

twee maatschepen rode zuivel.

In 1577633 Agge Wybes contra Hinne Jelles.

In 1583634 zet Enne Aggez, mede voor de overige erven en weduwe van Agge Wybez,

het proces voort tegen Henne Jellez. In de jaren 1583-’88635 zet Enne Aggez te

Hommerts het proces voort van zijn vader contra Aencke Syurdtz te Sneek en dat van

zijn moeder contra (het weeskind van) mr. Lyuwe Hania.

In 1600636 Hinne Jelles te Dijken contra Inne Agges te Hommerts, Ids Piekes te


In 1582665 Wybe, te Amsterdam, en Anna Naenckes als (mede)erfgenamen van

hun vader Naencke Wybez en grootmoeder Hil Wybe weduwe contra dr. Dirck

Foegelesangh als voogd over de kinderen van Poppe Aggez (41211), Jan Sipckes te

Leeuwarden als voogd over de kinderen van Ympck Rinnertsdr en Rinnert Fransz

te Wommels. De gedaagden moeten, voorzover zij erfgenamen zijn van (hun

grootmoeder) Sas Poppedr, 300 phg. betalen plus 7 jaar rente.

In 1594666 wordt Hessel Tyaerdtsz en Lisbet Heynedr te Witmarsum de huur

opgezegd van Old Pybma zaete door Rinnert Fransz uit naam van zijn kinderen bij

Suob Hoytema die vervolgens de 18 pm in die sate koopt welke Rinnert Solckema te

Sneek van Symon Hoitema had gekocht voor 828 goudg.

In 1594667 kopen Johannes Idsz en Goyck Johannesdr te Bolsward ½ zaete te

Oosterend gebruikt door Harmen Haerkes van Rennert Fransz Rollema.

In 1605668 wordt Andries Wybesz te Kubaard de huur opgezegd van de sate Opper

Gaast door Rennert Fransen Rollama met zijn kinderen bij Suob Wytzedr.

In 1607669 zeggen Gerck en Impck Rinnertsdrs, vrouwen van Tialcke Peterz en Pier

Dirckz, aan Ryuerdt Dierckz en Wytze Rinnertz te Kubaard de huur op van 2/5 van

de landen die zij huren, in 1608 zegt Frans Rennertz Rollama aan Ryuerdt Dirckz de

huur van de sate op.

In 1613670 koopt Frans Rennertz Rollema, burger van Bolsward, een rente van 50 st.

uit de zate d’ Gaast te Kubaard, gebruikt door Wytze Rinnertz Rollama, af komstig

uit de scheiding van de nalatenschap van hun ouders Rennert Fransz Rollama

en Suob Wytzedr ‘Bockama’, diens eerst overleden vrouw, van Feyte Tzommez te

Harlingen, Wybe Tzommez en Haytze Tyetzes als vader van zijn kinderen bij Lisck

Tzommedr voor 40 goudg.

Uit dit huwelijk:1. Gerck Rennertsdr Rollema, volgt 43211.2. Aef Rennerts Rollema, volgt 43212.3. Wytsa Rennerts Rollema, volgt 43213.4. Frans Rennerts Rollema, volgt 43214.5. Impck Rennerts Rollema, overl. voor 1617, tr. Pier Dirckz, geb. 26 nov.

1583, te Pingjum, Witmarsum, zoon van Dirck Gerloffs en Gerlant Gossedr aldaar,671 broer van Hoite (43211). Hij hertr. Hid Ates.In 1618672 kopen Wytze Rennertz Rollema en Gerbrich Feyckedr te Kubaard 2x

3 pm 3 eins in hun sate van Gerck Rennerts Rollema, vrouw van Hoyte Dircks,

te Witmarsum en Pier Dircks te Pingjum als vader van zijn kinderen bij Impck

Rennertsdr Rollema voor 185 goudg. per stuk.

Zie verder: Otto Schutte, Kwartieren, GJB 2016 216.

4322 Gerck Hoytema, overl. Sneek 22 april 1578, begr. Bolsward,673 tr. Rennert Annes Solckama, overl. 26 juni 1599, zoon van Anne Tjercx (Solckema) en Syouck Idzardsdr (Douma).674 Hij tr. 2. Groningen 1581 Lamme Wijffringa.675

In 1541 ruilkoop van Hottye Sipkez en Vrouck met Jan Romckesz en Aeck inzake 5 pm 3 eins

(42112).

In 1542651 is Jan Rompckes landheer van de sate te Britswerd van Egbart in Indie van

50 pm die in 1511 Romka Eetzis toebehoorde.

In 1543652 gebruikt Nanno Lycklez, boer op Sonderlandt te Lutkewierum, 3 pm

nieuwland van Jan Romckes.

In 1544653 ruilen Jan Romckez en Aeck ½ pm bij Oppenhuizen waarvan zij zelf

belenders ten noorden zijn tegen hun 2 pm 3 eins in het wester Inga met Harmen

Pieterz en Yet.

Jan Hoytema en zijn vrouw te Sneek zouden in het midden van de kerk aldaar begraven liggen,

en ‘hebben de kerk aan de zuidzijde met een glas vereerd daar zij beijde in geschilderd staan’.654

In 1558 verhuurt Jancke Ulckez land te Uitwellingerga aan juffr. Aeck Haersma (42112).

In 1569655 protesteren Aeck Haersma, weduwe van Jan Romckez Hoytema, Romcke

Jansz Hoytema en Rixt Jansdr, weduwe van Sascher Herengha, tegen de verkoop van

een rente van 6 goudg. uit de sate waar Yd Epe weduwe woont, één van 7 goudg. en één

van 1 goudg. uit een akker te Terzool. Romcke verzoekt als broer van de verkopers

het niaar.

Uit dit huwelijk:1. Jellum Jansdr Hoytema, volgt 42111. 2. Romcke Jansz Hoytema, volgt 42112.3. Rixt van Hoytema, volgt 42113. 4. Bauck Hoytema, volgt 42114.

4311 Athe Hoytema, geb. circa 1542, overl. Bolsward 21 dec. 1589, begr. Oudega,656 tr. (bernsbrief 31 aug. 1560) Rienick Doyma, geb. circa 1536, overl. IJlst 17 dec. 1585, begr. Oudega, broer van Poppe (431.2), zoon van Orck Poppes van Doyem en Bauck Riencxdr Popma.In 1579 woonde hij in Jorwerd,657 van 1582 tot 1584 in Franeker en in 1585 te IJlst. Rienck

Doyem procedeert vanwege zijn vrouw Ath Hoytema in 1582 met Oeds Andriesz te

Delfstrahuizen en in 1584 met Gerryt Janz te Oudega, man van Ath Epkedr (24113),

over opzegging van Damstera zate.658 Als voogd over de weeskinderen van Tiete Epes

Hettinga (4341) procedeert Rienck in de jaren 1583-’85 (en zijn erven in 1587) met de

erven van Tiete Waltez Hettinga en met Wybrant Aylua.659

In 1583 huurt Rienck Doyem landen van het gasthuis in Bolsward.660 Atke Hoytema

woont als weduwe van Rienck Doyem in 1588 in Bolsward.661

Uit dit huwelijk:1. Orck Doyma, volgt 43111.

4321 Suob Wytzedr Hoytema, overl. 1584 in de kraam,662 tr. rond 1575 Rennert Fransen Rollema, gedeputeerde staat van Friesland, overl. 1605/’07, begr. Bolsward,663 zoon van Frans Hermans en Aeff Rinnertsdr (Rollema).664


In 1593 schenkt Wibe Hettes de kleine sate te Wirdum, ingeval hij kinderloos zou

overlijden, aan zijn tantes Bauck en Barbara en ooms Lolcke en Wytse Hettes Rheen.

Dat leidt in 1620 tot een proces tussen (de nakomelingen van) die ooms en tantes met

Tyaerd Hettes ‘Rheen’, half broer van Wibe (zoon van Hette en Suyrtke), die hen dan de

sate moet toestaan (zie 623).

Op 9 febr. 1606689 maakt Bauck Gerrytsdr, vrouw van de hopman Wybe Hettes,

haar testament. Zij wil bij haar vader begraven worden en bekommert zich

met name om haar onnozele broer Douwe van Jayema. Erfgenamen worden

de kinderen van haar zuster Trijn Gerrytsdr bij Pytter Stijp en van Maycke

Gerrytsdr bij mr. Regnerus Bras. Haar twee zusters krijgen een toelage en zo

ook haar man (van 50 carg. per jaar).

Op 23 dec. 1610 slaat Wybe Hettes in dronken toestand zijn vrouw zo hard met een tang

op het hoofd dat zij vier dagen later aan de gevolgen komt te overlijden. Sindsdien is hij

voortvluchtig.

4332 Hack Hettedr Reen, tr. Upcko Douuis Tallum, te Leeuwarden, Oosterend, grietman van Hennaarderadeel 1577-’79, gedood voor Zutphen 1584, zoon van Douue Wopckez Tallum en Hylck Feddricxdr te Spannum.690 Hij tr. 2. voor 1571 Anke Ygedr Sickema, dochter van Yghe Piersz te Wirdum;691 tr. 3. een dochter van Gerryt (Jelgerhuys?).692

In 1571693 kopen Wpcke Douuez en Anke Ygedr te Warga 9 pm in de sate te Hennaard

waar tevoren Feddrick tot Wakens woonde van Wopcke Goertz te Tzum.

In 1573694 koopt Wpcke Douuez te Leeuwarden 13 pm in Lutkeberghster sate te

Kubaard, gebruikt door Epe Hansz, in een ruilkoop met Frans Wopckez.

In 1574695 kopen Syuerdt Jacopz en Duedt Takeledr te Wommels 7 pm in Cleyne

Hegens te Spannum en 3 eins te Warnetille van Wpcke Douez. In 1580696 zegt Simon

Nannez (te Hegens) de huur op van landen die hij gebruikt van o.a. Wpcke Tallum en

Taeckle Fercxz als voogden over de kinderen van Syuerdt Jacop(z).

In 1580697 is Vpcke Douwez Tallum van Oosterend als malcontent uitgeweken.

In 1583 en ’85698 de curatoren van het sterf huis van Hette Wybez (4331) contra de

procureur-generaal die door confiscatie recht heeft op het goed van Wpke Douuez.

In 1587699 Wytze Reen als voogd over de kinderen van Wpke Douuez contra Doede

Siurdz. In 1590700 de erven van Mentye Buuma contra Hylck Ygedr Sickama, vrouw

van mr. Doecke Wiarda, Wytie Reen als voogd over de kinderen van Wpcke Douwez,

Tiepke Ygez Sickama en Marij Igedr Sickama, weduwe van Tiepcke Abbema.

In 1588701 kopen Epe Hansz en vrouw 13 pm in hun zate tot Bergh te Kubaard van

Tiedt en Hack Wpckedrs.

In 1591702 koopt Hessel Douwez, grietman van Hemelumer Oldeferd, een rente van 6

goudg. uit de saete van Gerryt Harmensz te Kubaard van Tyedt Wpckedr, vrouw van

Andries Jaspersz, en Hack Wpckedr, beiden met venia aetatis, voor 110 goudg.

Uit dit huwelijk: 1. Tyetke Wpkedr Tallum, tr. voor 1591 Andries Jaspers.

In 1580676 is Rennert van Solckema ‘van der Oella’ uitgeweken naar Groningen.

In 1596677 zal Rennert van Solckema op pelgrimage naar Rome en maakt hij zijn

testament. Hij vertrouwt zwager Feddrick van Roorda te Idskenhuizen en neef

Sithio Broersma te Wolsum (411.1?) het toezicht toe over vrouw, Lamme Wijffringa,

en de jongste kinderen Abraham en Aelcke. Dochter May Solckema uit zijn eerste

huwelijk, vrouw van Johan Jarges, komt, mede vanwege moedersgoed, zo’n 100 pm

land toe waaronder de grote heerd te Snikzwaag, ‘Solckema pannenhuys’, met poort

en singel.

Uit dit huwelijk:678

1. Syouck, geb. 11 sept. 1563, overl. Groningen 3 sept. 1581.2. Wythie, geb. 22 mei 1565, overl. 4 mei 1566.3. May Solckema, volgt 43221.4. Fraeuck, geb. 11 mei 1571, overl. Groningen 19 sept. 1581 of 9 sept.

1587, begr. Sneek.679

5. Wyths, geb. 24 maart 1574, overl. 5 juli 1575.6. Joest, geb. 1 dec. 1576, overl. 26 dec. 1576.7. Wlcke, geb. 20 nov. 1577, overl. (verdronken) Bolsward dec. 1581.

4331 Teth Aylva, tr. Hetto Wybes Eepema, geb. voor 1530, bijzitter van Leeuwarderadeel, te Barrahuis 1578, overl. 1580/’82, zoon van Wybe Hettes en Jouck Benedixdr te Warga.680 Hij tr. 2. voor 1579 Suyrtke Riencxdr Andringa (4335).681

In 1555682 Pieter Pietersz en Ath Hettedr contra Jouck, weduwe van Wybe Hettez,

Hette Wybez, mede als voogd van de vijf minderjarige kinderen van Wybe Hettez

en Pieter Arentsz vanwege zijn vrouw Ryntz. In 1562683 richt Pieter Pietersz zich

uitsluitend nog tot Pieter Arentsz te Kubaard vanwege zijn vrouw Rints.

In 1559/60684 koopt Feycke Tzalincxz landen in Epema goet te Warga van mr. Aggeus

Albada c.s. als voogden over de kinderen van Wybe Hettes voor 745 goudg.

In 1578685 is Hette Wybbes te Barrahuis onder Wirdum goed voor 6 carg.

In 1580686 komt aan de vier lenen van Wirdum 2 pm toe in Hette Wibes sate, goed

voor 20 st. elk.

In 1582 houdt Syeurdcke Ryenincksdr als weduwe van Hette boelgoed, mede vanwege

hun zoon Tyaertke. Deze Tyaerd Hettes Epema (geb. circa 1579) trouwde later Jouwer

Fogelsang (41231.5).

Met ingang van 1583687 voeren Frerick Dirckz en Sicke Tzalingz als curatoren van

het sterf huis van Hette Wybez, enkele keren tevens met recht van de zoon Wybe

Hettez, processen, o.a. met Rienck Tyaerdts en met de kinderen van Hette Lolckes

Rheen (433).

Uit dit huwelijk:1. Wybo Hettes Eipema, geb. voor 1568, hopman in staatse dienst 1603,

kinderloos overl. voor 1620, tr. Bauck Gerrits Jelgerhuis, overl. 27 dec. 1610, dochter van Gerryt Wybes Jelgerhuis en Phy Jayema.688


Uit het tweede huwelijk:3. Gabbe Lolkes Reen, geb. circa 1581, overl. 31 maart 1608, begr.

Goutum.720

4. Jeldu Lolckedr van Reen, volgt 43332.5. Maycke Reen, waarschijnlijk kinderloos overl. tussen 1617 en ’20,

tr. (voor) 1608 Jacob Jarichs, te Arum 1608, Makkum 1612, zoon van Jarich Jacobs en Jelcke Sypertsdr Minnema.In 1608721 wordt op Lutke Minnema te Arum de nalatenschap beschreven van

Jelcke Sypertsdr Minnema, weduwe van Jarich Jacobs. Zoon Jacob Jarichs te

Arum is sinds kort gehuwd met Maycke Reen. In 1612 overlegt deze, dan te

Makkum, een rekening van zijn voogdij over zijn broer Jaarich.

6. Atke Lolkes Reen, volgt 43333.7. Tietke Lolckes Reen, geb. circa 1598, overl. na 1642.

4334 Wytsa Hettes Reen, student te Leuven 1575, te Idaard 1582, overl. tussen 1597 en 1602, tr. 1586/87 Jelck Riencx Andringa, overl. op Friesma state te Idaard 1630, weduwe van Douwe Pieters Hopperus, dochter van Renick Tyaerdts en Bauck Siurds, zuster van Suyrtke Riencx Andringa (tr. Gerko Hettes Reen, 4335). Zij hertr. Tomas Piers.722

In 1630723 wordt te Idaard de nalatenschap beschreven van Jeltie Andringa op

verzoek van Douwe Douwesz te Franeker, Rins Wytzedr, vrouw van Meynert

Simmes, te Idaard en Tierck Bauckesz te Welsrijp als voogd over de kinderen van

Tierck Martens en Bauck Wytsedr Rheen. Onder haar sate van circa 90 pm zijn 40

pm eigen landen.

Uit dit huwelijk:1. Bauck Wytses Rheen, volgt 43341.2. Rints Wytses Rheen, volgt 43342.3. Jildu Wytses Rheen, overl. kort voor 1620.724

4335 Gerko Hettes Reen, overl. 2 april 1602, begr. Lutkewierum,725 tr. voor 1585 Suyrtke Riencxdr Andringa, overl. 17 maart 1602, begr. Lutkewierum, weduwe van Hette Wybes Epema (4331), zuster van Jelck (4334), dochter van Renick Tyaerdts en Bauck Siurds.726

In 1582727 houdt Syeurdcke Ryenincksdr, weduwe van Hette Wybez, boelgoed, mede

vanwege haar zoon Tyaertke (41231.5) bij Hette.

In de jaren 1584-’86728 speelt een kwestie over landen van Gercke Hettez bij

Riensterzijl die voordien gehuurd werden door Jacop Jacopz te Welsrijp.

Na het overlijden van Hylcke Diorrez (5142) kwam Gerke Hettez als boer op Grotewyrum te

Lutkewierum; vermoedelijk is hij vrij spoedig naar Reenster sate verhuisd. Hij is in 1588/89 en

’98 curator van Hylckes sterf huis.

In 1590729 kondigt Gercke Hettez Reen te Lutkewierum een boelgoed van vee aan.

In 1602730 wordt oom Wopcke Rienckz te Wirdum aangesteld tot voogd over Thiaerdt

In 1593703 koopt Sicke Tzallinghz een rente van 5 goudg. uit de saete te Reen,

gebruikt door Gercke Hettez, van Tyetke Tallum, vrouw van Andries Jaspers.

2. Hack Wpkedr Tallum, volgt 43321.

4333 Lolcke Hettes Reen, substituut-grietman van Achtkarspelen 1586, volmacht van Goutum 1589,704 overl. 8 okt. 1597, begr. Goutum,705 tr. 1. Jelcke Sytzama, overl. 10 mei 1576,706 dochter van Pier Sytzama en Renck Douwedr Douwema;707 tr. 2. voor 1579 Beertke van Herbranda, overl. 5 dec. 1600, begr. Goutum,708 dochter van Tyaardt Herbranda en Marij Ringie.709

In 1578710 wordt Lolcke Hettes te Tzaerderabueren aangeslagen voor 6 carg. In 1580711

beurt de pastorie van Wirdum ‘uit Rein Aluwa, nu Lolko Hottes sate 9 st.’.

Van 1579-’87712 procedeert Lolcke Hettez Reen (1579 te Wirdum) vanwege zijn

vrouw Beerke Herbranda en, met schoonzus Catharina en zwagers Haye en Feycke

Herbranda, als erfgenamen van Marij Ringe.

In 1583713 is Lolcke Hettez Reen een van de ingezetenen en gebruikers van

‘schotschietende huysen ende ploeggangen’ te Goutum.

In 1588 en ’89714 Lolcke Reen contra de ingezetenen van Buitenpost.

Van 1590-‘95 procederen de voogden van het St. Anthony Gasthuis met Lolcke Reen

te Goutum over 4½ en 2½ pm in Hack Sippesfenne op het nieuwland aldaar.

In 1597715 houden Berta van Herbranda, weduwe van Lolcke Hettes Rheen, vanwege

hun kinderen en Hette Lolckes Rheen en Barbara Rheen, vrouw van ‘Melle’ Jensma,

bijgestaan door hun oom Douwe van Sytzma, gedeputeerde staat van Friesland, als

diens mede-erfgenamen boelgoed in presentie van Feycke Herbranda, grietman van

Achtkarspelen, en Wytse en Gercke Hettez Rheen.

In 1601716 worden dr. Hector Reen, advocaat voor het Hof, en Meile Jensma na enig

aandringen van de bloedverwanten Feycke Herbranda en Gercke Reen aangesteld tot

voogden over de kinderen van Lolcke Reen en jfr. Beertke Herbranda.

In 1604 en ’06717 hervatten Hector Rheen en Meile Jensma vanwege zijn vrouw, mede

als voogden over de kinderen van Lolke Rheen en Beertke Herbranda, het proces dat

hun vader Lolke met de erven van Inte Deckens voerde tegen Harmen Romkes te

Pingjum c.s. over 2 pm die zijn afgescheiden van Hornstera sate.

In 1605/06718 dr. Hector Reen, advocaat voor het Hof, en Meile Jensma vanwege

zijn vrouw Jellum Rheen als mede-erven van hun grootmoeder Ryntien Douma

contra Ida Baard, vrouw van Pibe Martens, en Douwe van Sytsama, grietman van

Idaarderadeel.

In 1613719 wordt Jan de Blocq aangesteld tot voogd over Atke Lolkes, 18, en Tietke

Lolckes, 15, bijgestaan door dr. Hector Meinsma, om de rekening af te horen van de

weduwe van dr. Reen, hun eerdere voogd.

Uit het eerste huwelijk1. Doctor Hector Reen, tr. Maria (Maycke) Broers Hoytema, volgt 51741.2. Jelcke (Barbara) van Rien (vermoedelijk Barbara bij geboorte en bij

het overlijden van haar moeder naar haar genoemd), volgt 43331.


Uit dit huwelijk:1. Epo Hettinga, student te Leiden 1580, dijkgraaf 1591 en volmacht

1598 van Wymbritseradeel, ongehuwd overl. 15 juni 1619.739

2. Antonius Hettinga, raad der admiraliteit, overl. Warga 1630,740 tr. Tieth Douwes van Hottinga.

3. Wyp Hettinga, overl. na 1620, tr. voor 1603 Feycko Branda, ontrent het jaer 1618 als noch grietman van Achtcarspelen, weduwnaar van Roelof ke Koeiters.741

Op 24 aug. 1610742 maakt jfr. Wypck van Hettingha, vrouw van Feyke van

Herbranda, grietman van Achtkarspelen, een codicil als aanvulling op haar

testament, gemaakt te IJlst 3 aug. 1599. Haar dochter bij Herbranda wordt

erfgename. Wanneer die dochter 14 is geworden mag zij naar eigen goeddunken

de besproken legaten over erf laatsters familieleden verdelen.

4. Cnier Hettinga, overl. 15 juli 1607,743 tr. Gale Seerps van Galama, op de state Hoxwier te Mantgum.

5111 Syouck Tyaertsdr, tr. Wlbet Anskez, te Indijk, overl. tussen 1581 en 1605.In 1552 Wlbet Anskez te Indijk met‘speidts degen’.

In 1580 en ‘81744 ondertekent Wlbet Anskez de opgave van het geestelijk goed van

Indijk.

In 1605745 zegt Hylcke Siuckes de huur op aan Tiaert Ulbesz te Ypecolsga van land dat

hij huurde van wijlen diens vader Ulbe Ansckez. Datzelfde jaar746 Anske Wulbez als

gedaagde in een zaak van eerder Tiaert Wulbesz als impetrant.

Uit dit huwelijk:1. Anscke Wlbes, volgt 51111.2. Tiaerd Ulbes, volgt 51112.

5112 Marij Tyaertsdr, overl. voor 1559, tr. Mincke Gossez, te Hommerts.In 1552 Mincke Gossez te Hommerts met ‘harnas rincraeg speidts deghen’.

In 1560747 Mincke Gossez te Hommerts contra Eebe Tyaertsz.

In 1585748 grietman Aucke Edez contra Joucke Gatthiez vanwege zijn vrouw Luts

Minckedr en Jettie Sybrens als vader van zijn kinderen bij zijn eerste vrouw en de

overige erfgenamen van Mincke Gossez.

Uit dit huwelijk:1. Luts Minckedr, volgt 51121.2. N. Minckedr, overl. voor 1585, tr. Jettie Sybrens.Mogelijk ook:3? Rieme Minckedr, tr. Hottye Jenckez (4112.1).

5121 Epe Lyolfsz, boer te Ypecolsga, in 1563 samen met zijn neef Hoeyte Tyaertsz (511.2), overl. na 1594, tr. N. (Hommedr), zuster van Jettye

Hettez te Leeuwarden, in zijn 24ste, en worden de ooms dr. Gabbe Meynsma, advocaat

voor het Hof, te Leeuwarden, en Thyaerdt Rienckz te Goutum voogden over Hette, in

zijn 18de, Reyn, in zijn 16de, Jildu, in haar 11de, en Bauck, in haar 7de, de kinderen

van Gercke Hettez en Syuerdtke Rienxdr, bijgestaan door hun oom Wybe Oedtsma te

Harlingen, man van Barber Hettedr. Vervolgens wordt de nalatenschap beschreven.

Bij hun bedrijf te Lutkewierum waren circa 50 pm eigen landen, af komstig van

Gercke; Syuerdtke had o.a. 25½ pm te Goutum ingebracht. Aangetroffen wordt een

akkoord van 12 aug. 1587 van Gercke en Syuerdtke met haar familieleden.

Uit dit huwelijk:1. Hette Gerckes Rheen, volgt 43351.2. Rein Gerckes Reen, volgt 43352.3. Jildw Gerckes, geb. circa 1592.4. Bauck Gerckes, geb. circa 1596.

4336 Bauck Hettes Reen, geb. circa 1559, overl 7 jan. 1645, begr. Oldehove te Leeuwarden,731 tr. voor 1584 dr. Gabbo Hoytes Meynsma, geb. ca. 1553, student te Leiden 1581,732 advocaat en suppoost733 bij het Hof van Friesland, overl. 30 juli 1621, begr. Oldehove, zoon van mr. Hoyte Meinsma en Ebel Herbranda.In 1602 voogd van de kinderen van zijn schoonbroer Gerko Hettes.

Zie voor hun afstammelingen: Onno Hellinga, Friese Meinsma har erf- en rjochtsopfolgers: Herbranda en Meynsma, GJb 2010 295, 303.Uit dit huwelijk:1. Dr. Hector (Hette) Meinsma, geb. ca. 1582 (?),734 overl. 17 juni 1647,

tr. stadhuis Leeuwarden 31 juli 1619 Jantje Bouricius, geb. 28 mei 1577,735 testeert in 1638, dochter van dr. Jacobus Bouricius en Jets Gisberts (Ysera).

2. Hoyte (Horatius) Meynsma, geb. ca. 1590, advocaat, overl. 26 aug. 1646, begr. Beers,736 tr. stadhuis Leeuwarden 9 aug. 1621 Ena Tiara, geb. ca. 1589, overl. 28 sept. 1657, begr. Beers, weduwe van Gysbert Bouricius, dochter van dr. Theodoretus Tiara en Yd Buygers.737

3. Botto Meinsma, In 1619 tot priester gewijd, overl. 1635/1645.

4341 Tiete Epes Hettinga, student te Keulen 1553, rond 1572 grietman van Wymbritseradeel vanwege de prins van Oranje, overl. 1578, tr. rond 1560 Hylck van Galama, dochter van Anthonis Galema en Kunera van Jowsma.Rienck Doyem (4311) procedeert van 1583-’85 als voogd over zijn kinderen; in 1587738 zetten

Thonys, Jepe, Wick en Cunira van Hettinga het proces voort van wijlen hun voogd

Rienck tegen Wybe Syouckez en Trijn Wlckedr te Pingjum.

Zie voor verdere gegevens en nageslacht Jan Rein Hettinga c.s., Hettinga, Friese families (Rotterdam 2010).


In 1564760 Hans Lyoelffz contra Tyerne Cornelis c.s. inzake huuropzegging van 1/5

van 2 pm.

In 1571/72761 koopt Benedictus Tjaertsz, mede vanwege Hans Liuloffsz, bij decreet

van het Hof 5 pm met huissteed te Ypecolsga voor 200 goudg. In 1571762 decretale

verkoping door Tyerck Wybez te Sneek en zijn zoon Hendrick, 21 jaar, van 5 pm met

huissteed dat de zoon van zijn moeder geërfd had. Kopers worden voor 250 goudg.

Benedictus Tyaertsz te Woudsend, mede vanwege Hans Lyolffsz, dorprechter van

Ypecolsga.

In 1592763 Joest Hiddez inzake de klacht van Anna Pie(r?)sdr, weduwe van Hans

Loeloffs.

Uit dit huwelijk:1. Lolck Hansedr, volgt 51241.

5125 Sieu (Syouck) Liolefs, tr. voor 1569 Mintie Jenckes, te Woudsend.In 1591764 eist Syouck Luloffs te Woudsend betaling van 200 goudg. volgens akte van

1587 door Homme Hettingha te IJlst. In 1593765 een kwestie over niaarkoop van 16

pm onder IJlst met als betrokkenen Syouck Lioeleffs, Douue Jelles te Tirns, Homme

Hettinga en de weeskinderen van Fecke Feckes.

In 1594766 worden Wybe Syuerts en Lioeleff Minckes, beiden te Oesgenhuysen,

aangesteld tot voogden over Jenck en Ete Minckes en hun jongere broers en zusters,

kinderen van Mincke Jenckes en Syu Lyoeleffsdr.

In 1604767 vervangt Ete Minckes te Gaastmeer de overleden Leuliff Minckes als

voogd (naast Wybe Sieurdtz) over Reinu, Pieck en Agh Minckedrs, weeskinderen van

Mintie Jenckes en Sieu Leulyffsdr met instemming van Here Gabbes als voogd over

de kinderen van Leuliff Mintes. Volgt een weesrekening sedert de scheiding van 12

april 1596.

Uit dit huwelijk:1. Jets Mintiedr, volgt 51251. 2. Liolff Minckes,volgt 51252.3. Jenck Minckedr, geb. na 1569.4. Eete Minckes, volgt 51253.5. Alijt Minckedr, geb. voor 1580.6. Reinu Minckes, geb. na 1579.7. Pieck Minckes, leeft 1604.8. Agh Minckes, leeft 1604.

5131 Hoyte Taekez Hoytema, boer op Tietinga sate te Arum,768 overl. tussen 1585 en ’88, tr. 1. N.N.; tr. 2. voor 1563 Ints Wilckedr Minnerda, overl. Arum 1597, weduwe van Wlcke Tiepckes Ipma (overl. 1552/54), dochter van Wilcke Wopckes Mennaerda en Beyts Poppedr.769

In 1561/62770 koopt Hoyte Taickez 7 pm te Witmarsum van Auck Sickema voor 420

goudg.

Hommes, dochter van Homma Bockaz te Folsgare, vermoedelijk bij Bauck Jouckadr.In 1552 onder Ypecolsga Epe Lyoelffz met ‘speidts deghen’.

In 1564749 Epe Lyoelffz inzake huuropzegging van 2 pm 3 eins.

In 1581750 Ids Eedesz te Ypecolsga contra Epe Lyolfsz met zijn zoon Nanne en als

erfgenaam van zijn zoon Homme. In 1594751 verlaat Idts Edes de huur van 2 pm van

Epe Lioeloffs.

In 1592752 Epe Lioeleffz of Nanne Epes, zijn zoon; in 1593753 zal Suyrdt Johannesz te

Woudsend Epe Liolffz 13 goudg. betalen.

Uit dit huwelijk:1. Homme, jong overleden.2. Nanne Epez, overl. na 1601.

In 1588 is Nanne één van de erfgenamen van Jetse Hommesz (5171).

5122 Hoyte Liolffsz, tr. N.N.In 1545 Hoeyte Liolffsz contra Sipke Selckez.754

In 1591755 Tiete Hoytes voor zich en voor Jelle Hoytes en Wypcke Hoytedr en voor

alle andere erven van Hoyte Lioeleffs contra Ede Peterz te Joure vanwege Rincke

(Romcke?) (Sinnes?) en vrouw.

Uit dit huwelijk:1. Tiete Hoytes, te Woudsend, overl. na 1614.

In 1616756 heeft het sterf huis van Eelcke Tyepckez te Indijk twee vorderingen

van 100 goudg. op Tiete Hoytez.

2. Jelle Hoytes, volgt 51221.3. Wypcke Hoytedr, van Woudsend, tr. stadhuis Sneek 23 jan. 1591

Eliaen Cornelisz, van Yperen.

5123 Reyn Lyoelfz, overl. na 1563, tr. N.N.In 1560757 Reyn Lyoelffz als voogd over de kinderen van Sicke Sickez contra Intye

Buwez (23143.1).

In 1563758 Reyn Lyoeliffz contra Wyck Ocke weduwe en contra Gattye Jenckez.

Uit dit huwelijk:1. Reyn Reyn Hoytamadr, tr. 1. Gerryt Scholtez; tr. 2. 1596 Pieter

Diorrez, te IJlst.In 1596759 wordt te Sneek de nalatenschap beschreven van Gerryt Scholtez;

weduwe Reyn Reyn Hoytamadr is hertrouwd met Peter Dyurez te IJlst.

Onder haar zuster Lolck Reyn Hoytamadr, vrouw van Broer Hylckez, berust

70 goudg.

2. Lolck Reyn Hoytamadr, volgt 51231.

5124 Hans Lyoelffz, dorprechter van Ypecolsga 1571, tr. Anna (Piersdr?).In 1552 Hans Lyoelffz te Ypecolsga met ‘harnas rincraeg helbaerdt degen’.


Andries Aedgersz Haersma te Tjerkwerd, dochter van Gotfrunt Fopkez en Hin. In 1552 bewoont Epe Tekez – met spies en degen – de sate van Fopcke Jacobz te

Waaxens. In 1554/55778 koopt hij 20 pm 3 eins te Kubaard van Abbe Epez, in 1569/70779

in een niaarkoop 12 pm te Tjerkwerd van Fopck Andries en in 1579780 enkele percelen

te Waaxens.

In 1571781 eisen Fopcke, Lyeuck en Aedger Andries, de kinderen van Rinck Goedt-

friendtsdr bij Andries Haersma, van Epe Taekez Hoytema hun 3/7 aandeel op van

de nalatenschap van grootmoeder Hin Goedtffriendts weduwe die in 1568 was

overleden, Rinck in 1569. Epe maakt duidelijk dat Hin op het laatst ‘een seer olde en

behelpelicke crancke vrouwe’ was ‘die vermits haer olderdom bier moste drincken’

en die slechts weinig inkomsten genoot. In 1576782 hebben dezelfde partijen een

kwestie over 34 pm, Aedger Andries is dan al overleden.

In 1586783 Epe Taeckes contra Teth Jouckedr te Folsgare, weduwe van Gaucke Jans. In

1587 en ’90784 is Epo Taeckez Hoytema te Bolsward, mede als voogd van de kinderen

van Agge Taickez Hoytema, crediteur van de boedel van Aucke Attez.

Uit dit huwelijk:1. Andrieske Epedr Hoytema, volgt 51321.2. Tryn Epedr, volgt 51322.3. Reynsck Epedr, volgt 51323.4. Godsfriend Epez Hoytema, volgt 51324.

5133 Agge Taeckez, te Oosthem, daar overl. 1581/82, tr. verm. 1. Scyw N.; tr. 2. voor 1580 Imck N., overl. na 1580.In 1562785 zijn (deze?) Agge en Scyw ‘ter Draey’ 20 st. schuldig aan Hil Wybe weduwe

te Sneek.

In de jaren 1565 en ’66786 kopen Agge Taeckes en vrouw bezit van Tied, Anna en Lolck

Johaensdrs; in 1579 aankoop van Ambrosius en Isbrant Gravius, allen (klein)kinderen van

Reemke Hoytedr (34).

In 1574787 Joucke Jeyps contra Agge Takez; Agge mag volgens uitspraak hetgeen Sybrant

Tiebbez al had ontvangen in mindering brengen. In 1576788 zetten de kinderen en

erven van Sybrant Tiebbez de zaak (die al in 1564 speelde) voort van hun voogd Joucke

Jeipsz te Snikzwaag contra Agge Taeckez te Oosthem c.s. Agge weigert de 267 goudg.

in kwestie te voldoen en vervolgens wordt bij decreet zijn 7 pm met huis en steed te

Uitwellingerga en zijn 6 pm te Hommerts verkocht. Uiteindelijk wordt Agge zelf, met

een hoogste bod van 24¼ resp. 25½ goudg. per pondemaat, koper.

In 1580 Agge Takez en Imck te Oosthem contra Pieter Hiddez en Roeyts Takedr (5134).

In 1580/81789 is Agge Taeckez kerkvoogd van Oosthem, jaars daarop is hij overleden.

In 1581790 Agge Taeckez te Oosthem, mede voor Feyte Eemckez en Hylck, contra de

erven van Jan Rinckez. In 1584791 Broer Hoytema en Epe Taackes als voogden over de

kinderen van Agge Taackez contra de erven van Jan Renckez; dezen moeten volgens

akkoord van 1575 63 goudg. voldoen.

In 1565771 Wybe Suyrtsz contra Hoyt Taeckez Hoytema.

In 1578 worden Hoyte Taekes en Wopcke Wilckez Minalda te Arum beiden

aangeslagen voor 3 carg.

In de jaren 1579-’85772 treedt Johan Heynz te Burgwerd op als volmacht van de

crediteuren van Hoyte Taeckesz en Ints.

In 1597773 wordt te Arum de nalatenschap beschreven van Ints Wilckedr, laatst

weduwe van Hoyte Taekez Hoytema. Zij laat drie kinderen na: Anna Wuylckedr

Epema, vrouw van Rienck Hoytez Hoytema, Wilck Wuylckedr, vrouw van Poppe

Jelles, en Taeke Hoytez Hoytema, boven de 25 jaar. Vastgoed: 2 pm en enkele einsen

te Lopens onder Kubaard. Beschreven worden o.a. een akkoord uit 1576 tussen Hoyte

Taekez Hoytema en Ints Wilckedr te Arum en Wilck Uuilckedr en Poppe Jelles over

het goed dat Wilck erfde van haar zuster; een reversaal uit 1588 van Rienck Hoytes

en Antie Uuilckedr, getekend door Rienck en Take Hoytez Hoytema; machtiging

uit 1592 van Ints Hoytes voor haar zoon Taeke Hoytes om haar zaken te behartigen;

verdrag uit 1581 van Hoyte Takes en Ints met Jochum Heynz als volmacht van hun

crediteuren inzake de koop van de huizing van Tietinga sate.

In de jaren 1598-1606774 eist Poppe Jellesz te Bolsward vanwege zijn vrouw Ulck

Ulckedr Epema van Rienck Hoytez Hoitema vanwege zijn vrouw Anna Wlckedr

Epema en van Taco Hoitez een groter aandeel op in de nalatenschap van Ints Hoite

weduwe, hun aller moeder. Het Hof gaat daar niet in mee.

Uit het eerste huwelijk:1. Rienck Hoytez Hoytema, volgt 51311.Uit het tweede huwelijk:2. Taecke Hoytes Hoytema, geb. voor 1563, overl. Arum juli/aug. 1619,

ongehuwd.In 1599775 koopt Poppe Jeltez te Kubaard 1 pm 9 eins in Loopenser saete van

Take Hoytez te Arum voor 87½ goudg.

Op 5 juli 1619776 maakt Taecke Hoytes Hoytema te Arum zijn testament. Hij

had altijd bij zijn broer op de boerderij gewoond en daarom benoemt hij

diens vier kinderen tot erfgenamen: Gaats Rienckxdr, vrouw van Rienck

Gerrytsz, te Oosterend, Sioerdt Riencxz te Arum, Trijn Riencxdr, vrouw

van Baucke Rommarta, te Pingjum en Hoytke Rienckxdr, vrouw van Jetse

Bottes, te Witmarsum. Dezen krijgen ook de 4 pm terpland te Arum vooruit

terwijl de twee kinderen van mr. Poppe Jelles bij wijlen Wylcke Epama

namelijk Aucke Poppedr te Bolsward en Jelle Poppez bij Dokkum ieder 28

goudg. gelegateerd krijgen. Op 4 aug. 1619 wordt het testament geopend;

Gaats en Trijn weigeren hun deel, Aucke en Jelle kwiteren voor ontvangst

van de legaten van hun oom.

5132 Epe Taeckez Hoytema, huisman op Groete Groeden te Waaxens, kerkvoogd 1568/69,777 sedert circa 1585 te Bolsward, overl. tussen 1590 en ’97, tr. na 1546 Rinck Goedtvriendtsdr, overl. Waaxens 1569, weduwe van


stuk van 8 pm en 5 pm in hun sate, verkoopster van haar ouders aanbeërfd, van

hun zuster Rinck Petersdr, vrouw van Romcke Andriesz, te Firdgum voor 55

goudg. per pondemaat.

7. Hid Petersdr, geb. tussen 1570 en ’75, kinderloos overleden Lutkewierum 1604.In 1595801 overlegt Claes Pieterz te Lutkewierum een rekening sedert 19 juni

1589 van zijn voogdij over zijn zuster Hyd Pietersdr. Er worden kostpenningen

afgedragen aan Broer Hoytema. In 1600802 volgt de afrekening door Claas voor

zijn zuster Hid, nu ver over de 25 jaar, bijgestaan door haar zwager Meynert

Entez en broer Jouke Pieters. Blijkens rekening van 19 maart 1596 erfde Hid

65 goudg. plus 1/6 van 8 pm te Reen, gebruikt door Jacob Pieters, van haar

overleden broer Nanne Pieters.

In 1604803 wordt op verzoek en ten huize van Claas Peterz te Lutkewierum de

nalatenschap beschreven van Hid Petersdr. Zij laat vijf (staken) erven na: Joucke

en Claas Peterz, Trijn Petersdr, vrouw van Meynert Entez, Rinck Petersdr,

vrouw van Romcke Andriesz, en Heert, Peter, Peter (Lyckle), His en Reynsck

Jacobs, de volwassen kinderen van Jacob Lycklez bij wijlen Barber Petersdr.

Haar vastgoed: 7 pm in Langhaard te Bozum, gebruikt door Joucke Peters, en

1/6 van 5 pm in Sytzma sate te Reen, gebruikt door Jacob Peters.

5141 Mr. Jeronimus Gravius, advocaat voor het Hof van Friesland 1557,804 volmacht van Wymbritseradeel, Sneek en IJlst 1557,805 overl. voor dec. 1564, tr. (bernsbrief 12 febr. 1553) Hylck Rythamer, dochter van dr. Ambrosius Rithamer en Niesje N.806 Hylck tr. 2. voor 1564 Simon Polman, notaris, advocaat, overl. na 1595.807

Uit haar tweede huwelijk: Hieronimus en Augustinus Polman.

Op 22 mei 1545808 wordt Hieronymus Joannis Gravius te Leuven als student

ingeschreven.

In 1579809 hervat dr. Symon Polman als voogd over de kinderen van Jeronimus

Gravius, advocaat voor het Hof van Friesland, het proces van diens vader Johan

Oenes tegen (de erven van) Haye Jouckez en Anna Bottedr. Datzelfde jaar verkopen

Ambrosius en Isbrant Gravius vastgoed (51333).

In 1611810 Nanne Pibesz Abbema te Marsum als voogd over Lyeuck en Hylck Gravius

contra jfr. Hylck Sickema, weduwe van mr. Doco Wiarda, mede vanwege haar meier

Douwe Petersz. Bij testament van dr. Simon Polman, advocaat voor het Hof, en Hylck

Rithamers, grootmoeder van de Gravius-kinderen, verkreeg hun oom Ambrosius

Gravius 40 pm te Westergeest, gebruikt door Douwe Peters, welk bezit niet mocht

worden verkocht. Na het kinderloos overlijden van Ambrosius kwam die 40 pm voor

de helft aan Isbrand Gravius, vader van de kinderen, en voor de helft aan Hieronimus

en Augustinus Polman.

Uit dit huwelijk:1. Ambrosius Gravius, te Westergeest, kinderloos overl. voor 1611, tr.

Kinderen van Agge:1. Trijn Aggedr, volgt 51331.2. Sieuw Aggedr, volgt 51332.3. Jacob Agges, volgt 51333.

5134 Royts Taeckedr, overl. tussen 1580 en ’83, tr. voor 1554 Pytter Hiddesz, geb. 1519/21, huisman ‘op de Heide’ te Lutkewierum, overl. 1582/83, zoon van Hidde Claeses te Langaard onder Bozum en Rinck Eelckedr.792

In 1546793 kopen Pieter Hiddez en Roytz te Lutkewierum 3 pm aldaar van heer Gerryt,

pastoor te Engelum.

In 1552 Pieter Hiddez te Lutkewierum met spies en degen. Pieter had een (half )broer

Wybe Hiddez, zusters Anna en Hid Hiddedrs en broers Epe en Hidde Hiddez.794 Die

laatste is schoonvader van Reynsck Hoytema (51323). In 1567795 eist Pieter Hiddez van

Gerben en Barber Walckema een inventaris van de nalatenschappen van Hidde te

Langwaert en van heer Claes, pastoor te Goutum.

In 1572 verkoopt Royts Taeckedr vastgoed aan Agge Taeckez te Oosthem (zie 51333).

In 1580796 Agge Takez en Imck te Oosthem contra Pieter Hiddez en Roeyts Takedr

inzake twee vorderingen van in totaal 100 goudg. Onder anderen Epe Takez (5132)

stelde zich borg.

In 1583797 Pieter Hiddez te Lutkewierum en Royts Taeckedr contra Sytthie Auckez en

Trijn over huizing en huur van landen. Even later dat jaar dient de kwestie weer maar

dan zijn de namen van Pieter en Royts doorgehaald en vervangen door: Claas Pieterz

te Lutkewierum voor zich en voor de overige erfgenamen van Pieter Hiddez en Royts.

In 1605798 kopen Joucke Petersz en Beyts Jansdr te Bozum de aandelen in 7 pm 2

eins aldaar van Claes Petersz te Lutkewierum, Trijn Petersdr, vrouw van Meynert

Entes, te Bolsward, Rinnick Petersdr, vrouw van Rompke Andriesz, Heert, Peter

en Peter Jacobsz en Hiss en Reynsck ‘Petersdrs’ met hun mannen Jacob Buwez en

Douwe Jeltez als erfgenamen van hun moeder ‘Berte Petersdr’ voor 47 goudg. per

pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Barber Petersdr, volgt 51341.2. Joucke Peterz, volgt 51342. 3. Claes Pytters, volgt 51343.4. Nanne Pieters, kinderloos overl. 1596.5. Trijn Petersdr, tr. Meynert Entez, te Bolsward.

In 1605799 kopen Eelcke van Heringha en Teth van Roorda 4 pm 6 eins in

Sytzma saate te Lutkewierum van Claas Peterz aldaar in kwaliteit en 6 pm 9

eins van Trijn Petersdr, vrouw van Meynert Entez, te Bolsward voor 42 goudg.

per pondemaat.

6. Rinck Petersdr, tr. Romcke Andriesz, te Firdgum.In 1601800kopen Claas Peterz en Peterick Takodr te Lutkewierum 7 pm in een


In 1578825 wordt Dyorre Hylckez te Rauwerd aangeslagen voor 3 carg.

In 1580826 wordt oom van vaderskant Duirre Hylckez aangesteld tot voogd over

Pyter Pytersz op verzoek van diens moeder Geerdt Tijssedr (weduwe van Pieter

Dircxz).827

In 1584828 lenen Duirre Hilckez en Griet Dirxdr te Rauwerd 155 goudg. van Hein

Jetses te Sneek en 275 goudg. van Marten Sybrenz en Anna Johansdr aldaar;

samen met Geertke Thijssedr staan zij ook in het krijt bij Meynse Minnes.

In 1588829 Jantien Jansdr, weduwe van Anthoon Emckes, contra Dyorre Hylckes

te Jorwerd om 13 daalders.

2. Syurd Hylckes, volgt 51421.3. Aucke Hylckez, te Oosterend 1606.

In 1585830 Quirijn Wyties te Franeker contra Aucke Hylckez te Lutkewierum die

13 goudg. moet voldoen.

In 1585831 wordt Auke Hylckez door de erven van Sitse Ygez de huur van landen

opgezegd.

4. Oene Hylckez, geb. voor 1555, tr. Diuw Dircxdr. Zij hertr. Murck Wepkes.

5. Elant Hylckedr, te Bolsward, tr. Piter Alberts, overl. voor 1591.In 1591832 verkoopt Elant Hylckedr, weduwe van Piter Alberts, 15½ plus 7 pm in

Friesma sate te Idaard aan Wytse Hettes Rheen en Jeltie Andringa. Ook haar

neven Siurd en Ate Eelckes hadden bezit in die sate.

In 1593833 is Elan Hylckes te Bolsward 300 goudg. schuldig aan het sterf huis van

Eelke Dyorrez te Lutkewierum.

5143 Tyedt Johansdr, overl. na 1609, tr. Pier Hayez, te Warga 1563, Goingarijp, overl. voor 1578, zoon van Haie Tiaerdts, in 1552 aldaar.In 1578 wordt Tyet Piers te Goingarijp aangeslagen voor 10 st. in de personele impositie.

In 1589834 Hoyte Wolsz te Uitwellingerga met volmacht van zijn schoonmoeder Tyedt

Piers weduwe contra Piecke Tyardtz te Goingarijp en Rinck Hayedr; die moeten 215

en 54 goudg. betalen blijkens vorderingen uit 1574 en ’75. Diezelfde Piecke is in 1589835

voogd over de kinderen van Tyardt Hayis en Wyts Tyardtsdr.

In 1600836 Tyed Johansdr, weduwe van Pier Haeyez, mede vanwege haar kinderen

contra Pyer Ogez. Zij eist 10 jaar achterstallige landhuur op over de jaren 1575-’85 van

haar derde deel van Pyers sate. Pyer betoogt dat het dan om wel 20 jaar gaat maar dat

Tyed ‘gheel t’ spoor bister’ moet zijn omdat het in Friesland niet gebruikelijk is dat

men een meier laat zitten die 10 jaar niet betaalt.

In 1609837 regelen Rieme Piersdr te Grouw, vrouw van Hoyte Wolsz, Sierck Piersz

te Goënga voor zich, Trijn Piersdr te Sneek, vrouw van Riemer Jeltesz, en Garnuert

(Gerrit?) Wibrantsz te Terhorne als vader van zijn kinderen bij Pier Piersdr die voor

4/6 erfgenamen zijn van Pier Haeyez te Goingarijp en voor 4/5 van hun broers Johan

en Pier Piersz, die na hun vader waren overleden, een scheiding met Tied Johannisdr,

weduwe van genoemde Pier, voor zich en als erfgename voor 1/5 van Johaen en Pier

voor 1581 Anna Bauma, wellicht dochter van Adzert Bauwema en Gerlant Foppinga.811

In 1580812 blijkt dat Ambrosius Gravius destijds 9 pm meden voor 11 goud. van

de vicaris van Westergeest huurde; Anna Bauma gebruikt daar dan 3 pm in Sie

Ballinx heert in de Bylderen.

In 1581813 Ryurdt Jansz te Leeuwarden contra Ambrosius Gravius en Anna

Bauma.

In 1583814 is Ambrosius Gravius te Westergeest mede-volmacht van Kollumer-

land.

In 1585/86815 Evert Bartoltz en Lijsbeth Wyttiedr te Leeuwarden mede vanwege

Anna Bauma te Westergeest contra Isbrant en Ambrosius Gravius. Ambrosius

moet 250 goudg. voldoen wegens een vordering uit 1581. In 1586816 Boete Inttiez

contra Ambrosius Gravius te Westergeest.

2. Isbrandt Gravius, volgt 51411.

5142 Lolck Johansdr, tr. voor 1551 Hylcke Diorrez, boer te Grotewierum onder Lutkewierum, overl. 1586/88, zoon van Dyorre Meylckez en Hilgont Siercksdr Mollema.817

In 1551 en ’58818 verkopen Hylcke Dyorrez en Lolck Johansdr renten uit hun sate toe

Grotewierum aan (de weduwe van) Nanno Lycklez.

In 1552 is Hylcke Dyorrez te Lutkewierum bewapend met speets en degen.

In 1576819 procedeert Hylcko Dyorrez, mede voor zijn broers Syrck, Eelcke en Meylcke

Dyorrez en zijn zusters kinderen, als erfgenamen voor 2/3 van ‘oude Syrck Molluma’

tegen de erven van Sydts Sydtsz Beckum inzake hun bezit in Cleyn Molluma en

Groote Wierumer saete.

In 1584820 hadden Hylcke Dyorrez te Lutkewierum en anderen last tot onderhoud en

reparatie van Tirnserazijl.

In 1586821 de erven van Sydts tot Beckum contra Lolcke en Hylcke Dyorrez; in 1588

en ’89822 diezelfden contra Lolcke Dyorrez Mollema en Adye Lambertz en Gercke

Hettez Reen als curatoren van het sterf huis van Hylcke Dyorrez, mede voor Aucke

Hylckez, inzake Cleyn Mollema.

In 1588823 koopt Poppe van Burmania, grietman van Hennaarderadeel, 41 pm te

Lutkewierum in de sate Grote Wyerum waar Hylke Dyorrez was overleden van Adye

Lammertsz en Gerke Hettez als curatoren van diens sterf huis voor 33 goudg. per

pondemaat.

In 1604824 heeft Auke Hylckez voor zich, als voogd over het kind van Syuerd Hylckez,

voor Murck Wepkes en Diuw Dircxdr (als stiefvader, voogd en moeder van de

kinderen van Oene Hylckes) en voor de verdere erfgenamen van Hylcke Dyorres

en Lolck Johansdr, tevens als crediteuren van hun sterf huis, een kwestie met de

kerkvoogden van Lutkewierum.

Uit dit huwelijk:1. Dyorre Hylckez, te Rauwerd, Jorwerd, tr. Griet Dirxdr.


Piersz sate te Wolsum en beurt de pastoor 11 st. en nog 10 st. voor een eeuwige

memorie.

In 1543843 moeten kerk en toren van Wolsum vertimmerd worden en verkopen de

pastoor en kerkvoogden bij decreet o.a. 1½ pm 1 eins in Pier Aggez sate te Jouwswert

aldaar en de ½ pm die Pier Annez aan de kerk gelegateerd had. Pier Aggez wordt

daarvan koper voor 52 goudg.

In 1552 beschikt Pier Aggez te Wolsum over ‘harnas ringcraeg speedts degen’.

Uit dit huwelijk:1. Agge, volgt 51511.

5152 Roydts Meyedr, te Exmorra, overl. voor 1592, tr. 1. Obbe Sybez; tr. 2. rond 1550 Sybren Rincxz, overl. voor 1578.In 1543844 is Obbe Sybez belender te Exmorra, zo ook Ath Sybe weduwe.

In 1545845 mr. Foecke Syblema, pastoor te Bolsward, en Obbe Sybez als voogden over

de kinderen van Sytye Douwes contra Rieurdt en Douwe (Douwez).

In 1547846 wordt bij decreet een rente van 11 goudg. verkocht uit Taeckema sate te

Exmorra, eigendom van de erven van Gerryt Nannis en bewoond door Obbe Sybez.

In 1552 is Sibren Rienckz weerbaar te Exmorra.

In 1578 wordt Royts Sibrens te Exmorra aangeslagen voor 1 carg. in de personele

impositie.

In 1596847 verlaten Rinck Sybrenz en vrouw (‘verbeterd’ in: Sybren Rinckz en Royts)

tot profijt van mr. Jacob van der Burch vanwege zijn vrouw Olfert de huur van derde

delen van percelen in hun sate te Exmorra, uitgezonderd de 2 pm van de wezen van

Obe Sybez, met als belenders o.a. Taeckema fenne en de Buyrewal.

De ‘verbeterde’ akte grijpt terug op de situatie van zo’n dertig jaar eerder. Mogelijk is de akte zo

geformuleerd omdat de landen nog ongescheiden waren en Rinck Sybrenz dus geen (volledige)

zeggenschap had.

In 1606848 scheiden de erfgenamen van Sybolt Obez en die van Sybren Rincxz, Obe

en Rienck Sybrenz, hun gemeenschappelijke landen, krap 44 pm, te Exmorra. Uit de

berekening blijkt dat hun moeder Roeyts daarvan krap 23 pm bezat en dat zij vier

kinderen naliet van wie één kinderloos is overleden. Beeu Obes had een aandeel van

4 eins in de sate verkocht aan Rienck Sybrenz. Die kreeg voorts onder voorwaarden

ruim 5 pm toebedeeld vanwege mr. Jacob. De akte wordt getekend door Obbe en Rienck

Sybrenz, Buue Sybots en Sybren Vopkes en Taekle Taekis vanwege hun vrouwen.

Uit het eerste huwelijk:1. Sibolt Obes, volgt 51521.2. Beeu Obes, kinderloos overl. na haar moeder en voor 1606.Uit het tweede huwelijk:3. Rienck Sybrens, boer te Exmorra, tr. Sipcke Abbedr.4. Obbe Sybrens, boer te Exmorra, tr. voor 1590 Eets Abbedr.

In 1599849 staat Obe Sibrens te Exmorra weeszoon Epe Sinnez van Sinne

Meyez bij.

Piers. Vader Pier Haeyez had bij huwelijk ingebracht: 17 pm bij Goingarijp en een

rente van 3 hoornsg. uit Oene Eetes’ landen, beide gebruikt door Hans Claesz, 6 pm

bij de Groenedijck en 1/3 van een sate van 24 pm int Inga, gebruikt door Jencke Pierz.

Landen van Tied waren staande echt voor 300 goudg. verkocht.

Uit dit huwelijk:1. Rieme Piersdr, volgt 51431.2. Sierck Piersz, te Goënga.3. Trijn Piersdr, tr. Riemer Jeltesz, van Jutrijp, wordt burger van Sneek

9 dec. 1592. Dopelingen aldaar: Jelte 1602, Jelte 1605, Johan 1610.4. Pier Piersdr, overl. voor 1609, tr. (Gerrit?) Wibrantsz, te Terhorne.5. Johan Piersz, overl. voor 1609.6. Pier Piersz, overl. voor 1609.

5144 Anna Jansdr, overl. na 1568, tr. 1. rond 1560 Pybe Douwes, vermoedelijk overl. tussen 1563 en ’68, zoon van Douwe Pybez, van Abbema sate te Grouw, en Ael Fockes;838 tr. 2. Marten Sybrantsz, te Groendijk 1588.In 1588 en ’89839 Marten Sybrantsz te Groendijk als vader van zijn kinderen bij

Anna Jansdr contra Nanne Pybez te Goingarijp (1588 Boksum), mede voor zijn broer

Jeronimus Pybez.

Uit dit huwelijk:1. Nanne Pybez Abbema, volgt 51441.2. Hieronimus Pybez Abbema, volgt 51442.

5145 Marten Jans, boer op Mellema saete te Grouw 1565, tr. N.N.In 1578840 wordt te Grouw een Marten Johaenz aangeslagen voor 10 st.

Uit dit huwelijk:1. Johan Martens Gravius, tr. Berber Hoitema, volgt 51734.2. Oene / Jeronimus Martens Gravius, volgt 51451.

5151 Rieme Meyedr, overl. voor 1592, tr. vermoedelijk (rond 1535) Pier Aggez, boer te Wolsum, zoon van Aggo Piersz.Het is niet zeker of Rieme met Pier Aggez was getrouwd. Wel staat vast dat zij de grootmoeder

is van de kinderen van Agge Piers en Jay Baukes. Het is daarom ook mogelijk dat Rieme

getrouwd was met Baucke Aenez, vader van Jay. Voor die laatste mogelijkheid pleit dat

tenminste vier van Bauckes kinderen hun dochter Rieme noemden. Aan de andere kant is het

echter niet goed denkbaar dat Seerp Meyes (515.8) in 1592 bezit zou nalaten aan de kinderen

van Agge en Jay met voorbijgaan aan Jay die toen nog leefde (en die in dat geval zijn eigen

nicht zou zijn geweest). Daarom kiezen we, met een kleine slag om de arm, voor Pier Aggez

als man van Rieme.

In 1511841 is Aggo Piersz eigenerfd op een sate van 39½ pm te Wolsum waaruit de

patroon 1 phg. beurt en de pastoor 11 st. In 1543842 bezit de patroon 1½ pm in Agge


In 1594858 zeggen Wabbe Wabbez als zwager en Atte Tyerckz als zoon van Popck

Syboltsdr aan Feyck Jacobs weduwe te Lollum de huur op van de 8 pm die zij van

Popck huurt.

In 1599859 overlegt Wabbe Wabbez te Sneek, man van Hin Tyercx, de rekening van

zijn voogdij sedert 1588 over Epe Sinnez, zoon van Hin bij Sinne Meyez, in presentie

van Obe Sibrenz te Exmorra en Aucke Fetzez en Jel Sinnedr. De voogd had voor 38

goudg. land van de drie kinderen van Sinne te Oestwolde verkocht, voor 63 goudg.

landen van Epe onder Oudega en voor 32 goudg. landen die Epe geërfd had van zijn

vader en van zijn oom Seerp. De opbrengst van die verkopen was belegd in 2 pm 8

eins te Woudsend. Uiteindelijk komt Epe 358 goudg. toe en een tegoed van 150 goudg.

plus 7 jaar rente daarvan op Aucke Fetses vanwege de nalatenschap van Seerp Meyes.

In 1604860 neemt Hancke Sybrenz een vordering over van 200 goudg. op Agge

Syboltsz en Mey Sinnedr, Aucke Fettiesz en Jel Sinnedr, en Tierck Epesz.

Uit het eerste huwelijk van Hin: a. Tierck Epesz. Uit dit huwelijk:1. Jel Sinnes, volgt 51551.2. Meycke Sinnes, volgt 51552.3. Epe Sinnes, geb. na 1574.

5161 Dochter, tr. Hayttie N., vermoedelijk boer op schoonmoeders bedrijf.Naast de zonen Hoyte, Jelle en Homme moet Hen Hoytama een vierde kind hebben gehad dat

nog niet is geïdentificeerd. Wel werd al aardig duidelijk waar we het zo ongeveer moeten zoeken.

Jelle en Homme Riemersz maakten een scheiding met Tierne Sibles; gedrieën verkochten zij

in 1599 ½ of 1 pm in Wiggema saete (aan Jacob Aggez en vrouw, zie 41421.3 resp. 51333) en

Jelle Riemerz werd later voogd over de dochter van die Tierne bij Yegh Hayttiedr. Tierne

Sibles gebruikte sinds 1598 de landen die af komstig waren van Hen, diens schoonzoon Tiaerd

Pieckes gebruikte die in 1610 en ’18.

Tierne Sibles was zelf niet nakomeling van Hen Hoytama en dus moet zijn vrouw Yegh

Hayttiedr dat zijn geweest. Zij kan om de chronologie niet dochter van Hen zijn geweest, wel

kleindochter. Tenslotte moet opgemerkt worden dat deze dochter niet beslist uit het huwelijk

van Hen met Riemer hoeft te zijn.

Uit dit huwelijk:1. Yegh Hayttiedr, volgt 51611.

5162 Hoyte Riemersz, te Heeg, overl. voor 1592, tr. voor 1569 Hylck Tsa-lingsdr.In 1572861 is Hoeyte Riemersz belender bij een decretale verkoop te Heeg door

Harincxma’s.

In 1577862 Tiepcke Gerbranda (landeigenaar te Heeg) contra Hoyte Riemers.

In 1592863 Jelle Riemers te Oosthem als voogd over de kinderen van Hoyte Riemers bij

5153 Hoite Meyes, overl. voor 1592, tr. N.N.Uit dit huwelijk:1. Geertruydt Hoytes, volgt 51531.

5154 Tied Meyedr, overl. Baburen onder Tjerkwerd voor 1607, tr. voor 1560 Taeke Taecklis, overl. voor 1578.In 1562/63 en 1572/73850 koopt (deze?) Taecke Taeckes landen in Ockema saete te Baburen.

In 1578 wordt Tiedt Taeke weduwe te Tjerkwerd voor 4 carg. 5 st. aangeslagen in de


In 1593851 worden door vijf partijen, waaronder Tiet Meyedr vanwege haar kinderen

bij Tacke Tacklez, de landen van Baeme zaete te Baebuiren onder Tjerkwerd, groot

35½ pm, gescheiden. In 1598 worden deze nog eens herverdeeld nadat Tyedt Taeke

weduwe (vanwege Taekle Takis) was gebleken dat zij 2 eins te kort kwam. Die tweede

akte wordt mede getekend door Taeckle Taekez.

In 1593852 kopen Allert Foppez en vrouw derde delen van diverse percelen in hun

sate te Hieslum van Pier Herez en Bauck Siuertsdr waarbij zowel verkoper Pier

vanwege zijn vrouw als Tied Meyedr, bijgestaan door Tackle Tackez, aanvankelijk

protest aantekenen. Vervolgens kopen zij nog eens precies eendere aandelen van Fed

Bauckedr, vrouw van Ocke Jarichz.

In 1608853 wordt te Baebuyren onder Tjerkwerd de nalatenschap van Tied Meyedr,

weduwe van Taeke Taeklis, gescheiden door de vijf erfgenamen: Jel Taeckedr, weduwe

van Ids Pyersz, Wlck Taeckedr, vrouw van Rincke Hoytis, Nolle Wgez, zoon van Mey

Taeckedr bij Wge Nollez, Taeke Douues, zoon van Hylck Taeckedr bij Douue Pyttersz,

en genoemde Nolle, samen met Buue Sybolts, als voogden over Sybolt, weeszoon van

Takle Taeckis bij Royts Syboltsdr. Jel had eerder een rente van 5 goudg. uit landen te

Greonterp verkocht en is daardoor 100 goudg. schuldig aan het sterf huis. Vastgoed:

6 pm te Oudega, 1 pm te Oosthem en 1½ pm te Oppenhuizen.

Uit dit huwelijk:1. Mey Taeckedr, volgt 51541.2. Jel Taeckedr, volgt 51542.3. Hylck Taeckedr, volgt 51543.4. Wlck Taeckedr, volgt 51544.5. Takle Taeckis, volgt 51545.

5155 Sinne Meyes,854 te Allingawier, gegoed in Broersmasate aldaar,855 overl. na 1578, tr. rond 1565 Hin Tyercx, overl. na 1599, weduwe van Epe N., dochter van Tyerck Syeurtsz en Popck Syboltsdr te Waaxens.856 Zij hertrouwt voor 1588 Wabbe Wabbez, te Sneek.In 1578 wordt Sinne Meyez te Allingawier aangeslagen voor 1½ carg. in de personele

impositie.

In 1592857 ruilen Wabbe Wabbez en Hen Tiercxdr 1½ pm te Parrega met Pier Sickez

Werpma en Sibren Liuuedr tegen hun 2 of 3 pm te Allingawier.


5164 Homme Riemers, geb. circa 1544, in 1611 vermoedelijk bij de Dray onder Heeg, tr. circa 1570 Jets Hoytedr, dochter van Hoyta Hotses te Idzega (3111).In 1611869 heeft Tzalling Tiercksz (51631) een gat gegraven in de Ooster- of Hegener

Schettinge en roepen de dijkgraven hem ter verantwoording. Lolcke Wibesz te

Heeg, 46 jaar, en Homme Ryemers, circa 67 jaar, ingezetenen van de zelfde hem,

leggen getuigenverklaringen af; de vrouw van Tzalling Tiercksz is een dochter van

Hommes broer.

Uit dit huwelijk:1. Hen Hommedr, volgt 51641.2. Aet Hommedr, volgt 51642. 3. Hoyte Hommez, volgt 51643.4. Bauck Hommedr, overl. na 1614, tr. Reyn Pietersz, te Terzool,

Gaastmeer, overl. 1613/14.870

In 1602/03871 hebben Syuert Jouckez en Haebel Wynthesdr, nu te Jutrijp, een

kwestie over betaling door Reyn Pytersz en Bauck Hommedr te Terzool die

huizing en ontruiming van de sate aldaar voor 741 goudg. hadden overgekocht.

Reyn houdt staande dat hij dat bedrag deels had betaald aan Syuerts crediteuren.

In 1611872 is Reyn Pieters te Gaastmeer 100 goudg. schuldig aan Jan Hylckez te

Nijland van gekochte ‘vette beesten’.

5. Hotse Hommes, volgt 51644. Wellicht ook:6? Auck Hommedr, tr. voor 1605 Wopcke Upckez, te Oppenhuizen,

Offingawier.In 1605873 lenen Wopcke Wpkes en Auck Hommedr 65 goudg. van Hotze

Romckisz te Sneek.

In 1613874 zijn Wopcke Upckez en Auck Hommedr te Oppenhuizen 50 goudg.

schuldig aan Johan Martens Gravius, ontvanger van Wymbritseradeel; Hoyte

Hommez te Oudega, principale debiteur, stelt zich borg.

In 1613875 zijn Wopcke Wpckesz en Auck Hommedr te Offingawier 60 goudg.

schuldig aan Eede Feddisz, houtkoper te Sneek, en vrouw wegens geleverd

hout voor hun huizing; Ige Broersz te St. Nicolaasga tekent mede op hun

verzoek.

5171 Anna Hoytema, overl. na 1590,876 verhuisde na de dood van haar tweede man van Jelsum naar Oldeboorn, waar haar dochter woonde, tr. 1. Doede Syerckz, kerkvoogd te Hommerts 1558, ’62,877 daar overl. 1573,878 zoon van Sirck Pybes te Hommerts,879 vermoedelijk bij een dochter van Dodo Hotthiaz te Jutrijp;880 tr. 2. Jettye Hommes, geb. Folsgare circa 1527, overl. Jelsum 1588, zoon van Homma Bockaz, vermoedelijk bij Bauck Jouckadr.881

Hylck Tsalingsdr contra Pier Tsalings en Reynsck Wopckedr te Deersum/Rauwerd

inzake betaling van 363 goudg.

Uit dit huwelijk:1. Riemer Hoytes, volgt 51621.2. Tzalingh Hoytes, volgt 51622.3. Rincke Hoytes, tr. Wlck Taeckedr, volgt 51544.

5163 Jelle Riemersz, kerkvoogd van Oosthem 1583,864 daar overl. voor 1610, tr. 1. circa 1570 Tiaerdtke Tiaertsdr; tr. 2. (1587) Gats Jorritsdr, overl. voor 1610.Rond 1585 kocht Jelle 7 pm in moeders sate te Heeg en in 1594 kocht hij zijn broers en zuster uit

het bezit van haar 12 pm aldaar.

In 1594865 kopen Ryoerdt Janz en Jets Hansedr te Burgwerd 10 pm in Lutke Beyema

zaete te Arum van Jelle Riemerz te Oosthem c.s. voor 432 goudg. Rienck Douues

verzoekt voor zich en voor de verdere erven van Douue Rienckz en vanwege zijn

moeder Lisck (Ryuerdts) het niaar van bloedswegen en krijgt dat toegewezen.

In 1610866 wordt te Oosthem de nalatenschap beschreven van Jelle Riemersz en Gats

Jorrytsdr op verzoek van de meerderjarige kinderen Tiomme, Riemer en Rycxt Jelles

(vrouw van bijzitter Tzalingh Tiercxz) bij Tiaerdtke Tiaertsdr en van aangetrouwde oom

Tiaerdt Jeltez te Oosthem, Rincke Hoytisz te Tjerkwerd en Wybe Romckez als voogden

over Eelcke, Hoyte, Tiaert en Hin Jelles bij Gats. Vastgoed: 19 pm in de door Tiaerdt

Pieckes bewoonde sate te Heeg waarvan 9 pm staande echt met Gats was aangekocht en

de rest door Jelle als weduwnaar; 1½ pm aangekocht land in Gerrolt Herema sate (stem

18) waar zij woonden. Op 20 aug. 1587 was inventaris opgemaakt ten huize van Jelle

Riemersz en wijlen Tiaerdtke Tiaertsdr, op 20 juni 1598 een huurcontract met Tierne

Siblesz van 19 pm te Heeg; scheiding tussen Jelle Riemersz en Tzaling Tiercxz in 1600;

Tzomme Jellesz en Siouck Boeledr ontvingen in 1601 350 goudg. van moedersgoed.

Inbreng van Gats bedroeg 252 goudg., Riemer Jelles zet het bedrijf voort.

Er volgen weesrekeningen in 1614, ’15 en ’16.867 In 1615 wordt Eelcke, ‘over de 25 jaar’

uitgeboedeld, in 1616 is Hoyte in zijn 25ste en Tyaerd 22 jaar.

Uit het eerste huwelijk:1. Richt Jelledr, volgt 51631.2. Tzomme Jellesz, tr. voor 1601 Siouck Boeledr.3. Riemer Jellez, volgt 51632.Uit het tweede huwelijk:4. Eelcke Jellez, geb. circa 1590, in 1618 te Wolsum, leeft 1624.

In 1624868 overlegt Taeckle Gatsiez te Westhem een rekening van zijn voogdij

over Oebe Piersz; op diens verzoek ten overstaan van Riemer en Eelcke Jellesz.

5. Hoyte Jellez, geb. circa 1592, overl. na 1618.6. Tiaerd Jellez, volgt 51633.7. Hin Jelledr, volgt 51634.


In 1606/07898 is mr. Hoyte Hoytema 7 goudg. kwijt aan huur van voormalig

kloostergoed te Witmarsum.

Uit dit huwelijk:1. Reyn Hoytema, ongehuwd overl.2. Ypeus van Hoytema, overl. 11 april 1623, begr. Witmarsum.899

In 1612900 ondertekenen Hoyte en Epius Hoytema een schuldbekentenis van

Wybe Minnes te Bolsward op diens verzoek.

3. Andries Hoytema, ongehuwd overl. Sneek 1617.901

In 1610902 zijn Hoyte Hoytema en Andreas ab Hoytema getuigen bij een

overeenkomst tussen Lou Mercxz te Uitwellingerga en zijn vrouw Renck

Jansdr inzake haar inbreng.

4. Tied Hoytama,903 tr. 1596 Pieter Jongma, geb. circa 1574,904 eigenaar van Epemastate te Ysbrechtum,905 overl. voor 1605, zoon van Pieter Jongma en Tryncke mr. Pietersdr.906 Hij tr. 2. Ebel van Osinghe.In 1596907 overleggen Syuerdt Pietersz en Jochum Hoppers de afrekening van

hun voogdij sedert 1594 over Pieter Jongema die wordt bijgestaan door zijn

schoonvader mr. Hoyte Hoytema.

In 1600908 koopt Aucke Bernardus te Terzool de helft van een huissteed, de

gehele stinswier en 11 pm in Jelle Greudts saete te Terzool in een ruil met

Peter van Jongma tegen 4 pm te Sijbrandaburen. Jelle Greudtz en Stynke Albada

(23412) kopen dit bezit in hun Itsma saate in 1605 van de erven van Aucke Bernardi.

Zij procederen in 1616 en ook nog in 1622 tegen Idts van Albada, die bij testament

erfgenaam was van (zijn neef ) Pieter Jongema, over oplevering van met name de helft

van de stinswier.909

In 1600910 kopen Ryurdt Jurians te Pingjum en Philippus Wybes te Kimswerd

3 pm te Remswert onder Midlum van Pieter Jonghema.

In 1605911 procedeert Ulbe van Aelwa, grietman van Baarderadeel, vanwege

zijn vrouw jfr. Hilleke van Osinghe en haar zuster jfr. Jeltie van Osinge als

erfgenamen van Ebel van Osinghe, vrouw van wijlen Peter van Jongama,

tegen Aesge Albada en Ulbe Tyaerds Buwalda, dijkgraaf van Wonseradeel, als

voogden van Ids Albada.

5. Rixt Hoytema, volgt 51721.6. Auck Hoytema, volgt 51722.7. Tialck Hoytama, volgt 51723.

5173 Tiete Hoytama, kerkvoogd Bozum 1580, ’81, tr. rond 1570 Antie Gerloffs Brungha, overl. voor 1624; zij hertr. voor 1592 Uylcke Wybes Jellema, gedeputeerde staat, rekenmeester der admiraliteit, bijzitter van Wonseradeel, overl. 2 jan. 1632, begr. te Tjerkwerd.912

In 1579913 is Tiete Reins tegen toetreding tot de Unie van Utrecht.a

a Met dank aan Philippus Breuker.

Doede Syrcxz is in 1560 en ’61882 voogd over Syw en Syrck, weeskinderen van Sierck

Piebes bij Marij Sybedr (Meylama). In 1563883 hebben Tzaling Waetsez te Welsrijp en

zijn zusters een vordering op Doede als voogd over Syerck Syerckz.

Jettye Hommez wordt in het monstercedel van 1552 vermeld te Folsgare samen

met zijn broer Joucke; in 1578 wordt hij te Jelsum aangeslagen voor 3 cargl. in de


In 1588 wordt te Jelsum de nalatenschap beschreven van Jetse Hommesz op verzoek

van Joucke Hommesz te Folsgare, Jacop Dircxz opte Rijp en de weduwe Anna

Hoytema en in presentie van Broer Hoytema, Homme Hoytema, Enne Wytsez en

Fedde Rienckz. Vastgoed: 21 pm in Glisse saete te Folsgare, gebruikt door Joucke

Hommesz, 3½ pm te Oppenhuizen, 2 pm te Rauwerd, 1 pm te IJlst. Staande echt

hadden Jetse en Anna een huizing te Hommerts gekocht en ook weer verkocht.

Inbreng van Anna bedroeg 70 goudg. uit een boelgoed en een aandeel van 55

goudg. in een (de?) huizing te Hommerts die staande echt was verkocht. De in- en

uitschulden worden beschreven t.h.v. Joucke Mellis te Leeuwarden, o.a. een schuld

van 18 goudg. bij de erven van Bocke Hommesz. Vervolgens wordt door de erven

Joucke Hommesz, Jacob Dirckz te Dronrijp en Nanne Epesz boelgoed gehouden dat

1003 goudg. opbrengt. Broer Hoytema ontvangt daarvan 22 goudg. vanwege een koe

van zijn neef Enne Wytsesz die toen mede verkocht was.884

Anna procedeert tegen de erven van Jetse Hommes in 1588.885

Uit het eerste huwelijk:1. Uylck Doedes, volgt 51711.

5172 Mr. Hoyta Hoytama, student Leuven 1555, Orleans 1565, burger van Sneek 1563, burgemeester 1567-’69, 1573,886 bewoonde de stins te Oudega,887 dijckgraaff, te Bolsward 1592/94, advocaat voor het Hof van Friesland 1603,888 overl. 12 okt. 1611, begr. Witmarsum,889 tr. voor 1563 Bauck Epedr Aylva, overl. 4 dec. 1594, begr. Witmarsum, dochter van Epo van Aelwa en Auck van Sickema.890

In 1563891 kopen mr. Hoyte Hoytema en Bauck Aeleua een huis aan de Marktstraat

te Sneek naast dat van Reyn Hoytema van mr. Lambert Aerntz en Marij Pietersdr.

In 1571892 treden Rommert Syrcxz en mr. Hoyte Hoytema als ‘bloedverwanten’ op

voor Tialcko Sickyngha, zoon van Oeghe Sickyngha en Fed Popma.

Op 26 juni 1577893 ondertekenen ingezetenen van Sneek waaronder Hoyte Hoytema

een verklaring dat zij zich, om de landen en steden van Friesland niet in gevaar te

brengen, zullen houden aan de pacificatie van de Staten.

In 1578894 is mr. Hoyta Hoytama te Sneek goed voor 10 carg. in de personele impositie.

In 1579895 is mr. Hoyte Hoytema volmacht voor Oudega.

In 1580896 wordt mr. Hoeyte Hoeytema te Sneek gerekend onder de malcontenten.

In 1600897 Govert Jans vanwege zijn vrouw Syuke Aelwa contra Sybold van Aelwe, jfr.

Gerland Aelwe en mr. Hoyte Hoytema vanwege zijn kinderen bij jfr. Bauck Ailwa

over scheiding van landen.


weduwe van Jan van Soutland, advocaat in ’t parlement van Mechelen, en Maycke van

Hoytema, weduwe van Hector Johan van Albada, van 11 pm 3 eins te Rauwerd.

In 1579926 ondertekent Broer Hoytema een rekest dat de pacificatie van Gendt goed

genoeg is en dat een nadere unie van Wtrecht daarom maar beter achterwege kan

blijven.

In 1580 en ’81927 verzorgt Broer Hoytema de administratie van de kerkelijke goederen

van Oudega. Als ‘Broer Reyns Hoytema’ huurt hij in 1581 14 eins van de vicarie aldaar.

In 1583928 Jelcke Jochimsdr Styntthiema, vrouw van Johannes Willems ter Wissche,

te Sneek contra jfr. Clara Sickinga, vrouw van Broer Hoytema.

In 1584 is Broer Hoytema voogd van de kinderen van Agge Taeckes (5133).

In 1589929 koopt Broer Hoytema te Oudega 6 pm in Oldehuystera zaete te Lutkewierum

van Douw Hayes, vrouw van Sypke Abbama, voor 35 goudg. per pondemaat. In

1599930 koopt Broer Hoytema te Sneek 1/6 van 12 pm in Tyebbema saete te Terzool in

ruilkoop met Maycke van Syckinga, vrouw van Rienck van Hettinga.

Broer Hoeytema is in 1602 curator van de boedel van Jencke Wlckes en Fop Hotsedr

(4112); in 1604 als zodanig vervangen door Jan Martensz Gravius.

Uit dit huwelijk:1. Maria (Maycke) Hoytema, volgt 51741.

5175 Tjaard Reyns Hoytema, volmacht van Idsega 1579,931 te Oudega 1588, Nijega 1602, laatstelijk te Follega, daar overl. 5 juli 1612,932 tr. N. Eeuwedr, dochter van Eeuwe Sybrandtsz te Nijega933 en Eelcke N.934

In 1585, ’88 en ’89935 Rincke Sybrens te Oosterzee/Follega en Tyaerdt Reynz Hoytema

te Oudega (W) als voogden over de kinderen van Sipcke Ayties bij wijlen Lol Eeuwedr

contra Jouue Jaenez en Syuw Intzedr te Oudemirdum resp. Bue Galez te Oosterzee

resp. Hid Tyernedr vanwege haar kinderen bij Symon Attez.

In 1602936 Govert Gerryts vanwege zijn vrouw Jyldu Ewedr contra Tyaerd Reynsz

Hoytema.

In 1603937 Tet Roeloffs te Wijckel als erfgename van haar zoon Oene Sibrens en zo

mede-erfgename van Sibren Eityes contra Pier Meines te St. Nicolaasga en Tyaerd

Reinsz te Noordwolde als volmachten van Douwe en Joost Buwes.

In 1602, ’04 en ’06938 Tyaerd Reinsz Hoitema te Nijega als volmacht van Sibrand

Rinkes vanwege zijn vrouw Anna Sipkedr en Hanke Gerbrands vanwege zijn vrouw

Ansck Sipkedr contra Douwe en Joost Buwes en hun zusters als erfgenamen van

Meeck Sytsedr. Bij testament maakte Sibrand Eytses te Eesterga zijn natuurlijke

zoon Oene Sibrands bij Taets Roeleffsdr erfgenaam onder voorwaarde dat het bezit

bij diens kinderloos overlijden moest terugkeren naar zijn broer Sipke Eytses, zuster

Meeck Sytsedr en de zoon Joost Wlckes van zijn zuster Anna Eytsedr. Inmiddels

waren Oene en genoemde Joost overleden zodat de nalatenschap toekwam aan de

twee dochters Anna en Ansck van Sipke en aan de kinderen van Meeck, ieder de helft.

De nalatenschap van Oene Sybrandts houdt ook daarna de gemoederen behoorlijk

bezig. In 1614, ’22 en ’25939 heeft Eeuw Tyardts Hoytema te Follega als voogd over

In 1582914 wordt een half huis te Bozum verkocht ‘op Tiete Reynsz grondt inde

Bongerdt’.

In 1592915 kopen Haytse Jellez Bonnema en Tiam Rinckedr 8 pm te Pingjum van

Wilcke Wybez en Ancke Gerloffsdr te Tjerkwerd voor 470 goudg.

In 1595916 wordt stiefvader Wuylcke Wybez aangesteld tot voogd over Foppe, 20

jaar, Berber, in haar 19de, en Hoyte, 14, weeskinderen van Tiete Hoytema en Ancke

Gerloffsdr.

In 1609917 stelt Wlcke Wybez Jellema, gedeputeerde staat van Friesland, zich borg

voor Poppe Jellez.

In 1624918 verlaat Wabbe Wybrensz te Arum vanwege de erven van Hylck Wybrens

weduwe te Tjerkwerd de huur van landen van Foppe en Hoyte Tiettez Hoytema en

Johaen Marttensz Grauius en Baucke Obez vanwege hun vrouwen Berbera en Jenck

Tiettedrs Hoytema als erfgenamen van Antcke Gerloffsdr Brungha, vrouw van Wlke

Wybez Jellema, mederechter van Wonseradeel.

In 1632919 wordt te Bolsward de nalatenschap beschreven van Ulcke Wybez Jellema,

mederechter van Wonseradeel. Hoyte Wybez Fuckema, dorprechter van Folsgare, is

voogd over Schelte, Atte, Anske en Wybe Tietes, voor de helft erfgenamen van de

overledene.

Uit dit huwelijk:1. Trijn Tyetes van Hoytema, van Bozum, tr. (ondertrouw stadhuis

Leeuwarden 21 okt. 1598) Dirck Thomas van Haeckma, van Huizum.

2. Eede Tietes, volgt 51731.3. Entie Tietes, is sonder kinderen gestorven.4. Janke Tietes, volgt 51732.5. Foppe Tietes, volgt 51733.6. Berber Tietes, volgt 51734.7. Hoyte Tietes, volgt 51735.

5174 Broer Hoytema, volmacht en dijksgedeputeerde van Wymbritseradeel 1602,920 overl. 1602, begr. Sneek, tr. voor 1583 Clara van Sickinga, overl. 1606, begr. Sneek,921 dochter van mr. Idzard van Sickinga, raadsheer in het Hof van Friesland, en Maria van de Tympele.922

In 1588923 eisen Doede Syrxma c.s. betaling van een halve last weit door dr. Wigle

van Sickinga, mede vanwege zijn jongste zusters Maycke, Atke en Margarita van

Sickinga, Broer Hoytema als man van Clara van Sickinga en Oege van Sickinga als

erven van Maria van Timcle, weduwe van de raadsheer Idzardt Sickinga.

In 1606924 kopen jr. Tyalcke van Syckinga en jfr. Mayke van Syrcxma te Oudeschoot

½ sate te Ouwsterhaule, verkopers aanbeërfd van hun grootvader Idzardt van

Syckingha, van jfr. Gerlant van Aylue, weduwe van dr. Wigle van Syckingha, vanwege

haar zoon Idzard en Maycke Hoytema, vrouw van dr. Hector Reen, voor 1600 goudg.

In 1641925 verzoekt Pyter Hania het niaar op de verkoop door jfr. Agata van Sickinga,


begr. Oudega, dochter van Sible Gatses en Syu Andladr Rispens (41311).In 1608949 kopen Homme van Hoytema en Syuw Sibledr te Tjerkwerd 10 pm land

met huizing te Juusterp aldaar van Jel Taeckedr, weduwe van Ids Pyersz, te Baburen

voor 825 goudg.

In 1611950 worden Homme Hoytema te Tjerkwerd en oom Focke Reyns, burgemeester

te Bolsward, aangesteld tot voogden over Reyn, in zijn 9de, en Sybe, 4 jaar, de

kinderen van Rienck Sybes te Witmarsum bij wijlen Bauck Reynsdr.

In 1634951 lenen (Upcke Edes Hoytama) en Graets Idsedr te Woudsend 200 goudg.van

Siuw Oenema, weduwe van Homme van Hoytema, te Oudega.

In 1640 is Sieuw Hommes eigenaar en gebruiker van stem 17 van Oudega, de oude

Hoytema sate.

In 1646952 zijn Thomas Abrahams en Maeycke Eeverts te Loënga 100 goudg. schuldig

aan Siouw Sibledr Oenama, weduwe van Homme van Hoytama, te Tjerkwerd.

Homme heeft drie kinderen naegelaten:1. Reyn Hoytema, woonde op de stins te Oudega,953 daar overl. 3 dec.

1637,954 is sonder kinderen gestorven.In 1629 is ‘cousijn’ Reyn Hoytema voogd over de kinderen van Tiete van Lieuwkema

(51772).

In 1634955 zond Rein Hoytama aan zijn vriend monsr. Pibo van Albada te

Leeuwarden een verzameling ‘treffelycken geslachtens waepens’ met daarbij

een ‘korfcken met eijers’.

2. Fopkien Hoytema, volgt 51761.3. Auckien Hoytema, volgt 51762.

5177 Jelcke van Hoytema, overl. (12) april 1620, begr. Makkum, tr. voor 1584 Reyn Meyes Luickema, geb. circa 1553, overl. (9) juli 1608, begr. Makkum,956 zoon van Meye Reyns Lyuckema en Sakel Gaeltses Hopper.957

In 1608958 wordt op verzoek van Jelcke Hoytema te Makkum, weduwe van Reyn

Lyuckema, haar broer Homme Hoytema te Tjerkwerd voogd over haar kinderen,

lopende het proces met Lyuue Jarichsz.

In 1612959 kopen Tiaerd Wlbisz Buwalda en Tiaerdke Buwedr te Harlingen ¼

sate ‘opte Claueren’ onder de klokslag van Bolsward van Tiete en Galtie Liukema

en Fopck Liucama, vrouw van Siurd van Aliwa, te Makkum met consent van hun

moeder Jellke Hoitema.

Op 3 juni 1620960 maakt Syuerdt van Aylua te Sneek als vader van Eelck en Johan, zijn

kinderen bij wijlen Fopck van Lyuwckema, een scheiding met Tiete en Gailtie van

Lyuwckema te Makkum van de nalatenschap van Jelcke van Hoytema, weduwe van

Reyn Lyuwckema, hun (groot)ouders, in bijzijn van oom Homme van Hoytema. Aan

Syuerdt komt 20 pm te Eemswoude, 15 pm 2 eins te Witmarsum, gebruikt door Jetse

Bottesz, en de 1700 goudg. die zijn vrouw bij huwelijk had meegekregen. Tiete en

Gailtie krijgen Lyuwckema staete, saete en landen toegescheiden.

de kinderen van Sybren Rinckes en Anna Sipckes en met last van Ansck Sipckedr

een kwestie met enkele nakomelingen van Meeck Sytsedr over de opbrengsten uit

de door Oene Sybrandts nagelaten sate te Eesterga. Eeuw refereert daarbij aan het

proces dat zijn vader Tyaerd Reyns Hoytema te Follega in 1604 voerde.

In 1615940 wil Cornelis Cornelisz, schepen te Enkhuizen, een vordering op Haye

Symensz en Eelck Annedr te Sloten verhalen op Eeu, Tiette en Dedde Hoyttema te

Follega die van hen voor 300 goudg. een huis en steede te Sloten hadden gekocht.

In 1618941 zullen de gebroeders Eeuw, Hoytte, Teette en Dedde van Hoyttema bij

decreet een huis en steed te Sloten verkopen. Kopers worden Hysse Jaspers en Wopck

Andriesdr voor 538 goudg., bij de proclamatie wordt Hoytte niet meer genoemd. In

de jaren 1627-’33942 wordt, naar aanleiding van spiering door Cornelis Cornelisz,

geprocedeerd; dat laatste jaar alleen nog door Eeuw die dan (naast zijn zusters

kinderen) de enige overlevende is.

Tjaard heeft twe soonen nagelaten met een dochter in Vollega.Uit dit huwelijk:1. Euwe Tyaerts Hoytema, in 1640 gebruiker en eigenaar van stem 9

van Follega, overl. na 1647.In 1613943 leent Leucke Siueckes te Idsega 200 goudg. van de voogden van de

kinderen van Eelcke Tiepckes; de akte is mede ondertekend door Eeu Tiaertsz

Hoitema en Hoyte Hoytema.

In 1623, ’32 en ’38944 laat Maycke Hans Pijls, vrouw van Pieter Pheltens, te Sneek

aanspraken gelden op de sate te Follega waarin Euw Tyardts Hoytema eerder al

een aandeel had gekocht. Euw treedt in dat eerste jaar mede op voor zijn broers

en zusters.

Op 24 april 1647945 werd Eeuwe Hoytema te Follega uitgenodigd aanwezig te

zijn bij de begrafenis van Gatze van Lieuckema te Makkum, die vier dagen

daarvoor was overleden. De genodigden werd voorgesteld ’s avonds de 28ste

april naar het sterf huis te komen om dan de volgende dag hun oom de laatste

eer te bewijzen en met de nabestaanden de leedmaaltijd te gebruiken. De

handgeschreven rouwbrief bevat ook een lijst van genodigden, waaronder veel neven en

nichten van zowel van vaders- als moederszijde van de overledene. Bij elke neef en nicht

staat consequent ‘en sijn huisvrou’ of ‘met haer kinderen’. Zo niet bij Eeuwe Hoytema;

vermoedelijk is hij ongehuwd gebleven.

2. Eelck Hoitema, volgt 51751.3. Hoytte Hoyttema, leeft 1613, overl. begin 1618 (?).4. Teette Tyerdts Hoyttema, te Follega, overl. tussen 1618 en ’33. 5. Dedde Tyerdts Hoyttema, te Follega, overl. tussen 1618 en ’33.

5176 Homme Hoytema, geb. circa 1556,946 kerkvoogd te Tjerkwerd 1604,947 boer te Juusterp aldaar 1608, later te Oudega, overl. 7 aug. 1624, begr. Oudega bij zijn ouders,948 tr. (ondertr. gerecht Wonseradeel 20 maart 1596) Siu Sibbledr Oenema van Broersma, overl. 19 nov. 1649,


Zesde generatie

11111 Sibout Birdes Buma, geb. circa 1566,969 mederechter en ontvanger van Wymbritseradeel, huisman op ‘Byrdde Sybolts sate’ te Abbega 1603,970 in 1640 eigenaar van stem 25 en 29 aldaar, en Oosthem stem 16, testeert 11 okt. 1650, tr. N.N., overl. voor 1615.Eerdere publicaties noemen Jouck Aernsdr als vrouw. Zij is echter de vrouw van Sybold Birdez

te Workum, in 1578 met een aanslag van 6 st. aldaar. In 1583 koopt dat echtpaar een vierde part

van een huis.971 In 1608 verkopen Duede, Douwe, Eeff en Aath Petersdr, die gehuwd was met

Syboldt Birdez te Bolsward, 4 pm land in Seppenser sate te Wommels.972 Ook deze Sybold is niet

de onze. Hij was in 1616 curator over zijn broer Johannes en zijn zuster Tied Birdedr.973

Syboldt Birdez en zijn nazaten voerden hetzelfde wapen als Tiepcke Broers Buma (31111).

Gezien dit feit, alsook het curatorschap van Syboldt Birdez over Tiepckes kinderen, had

Syboldt vermoedelijk een Buma-dochter als vrouw, mogelijk een zuster van Tiepcke. Syboldts

vrouw was voor 1615 overleden; rond die tijd werd hij mederechter van Wymbritseradeel en

bij die functie paste een achternaam. Het is niet ondenkbaar dat hij zich de toenaam van zijn

overleden vrouw aanmat. De naam Buma komt in ieder geval niet uit de familie van Syboldt

Birdes.

Volgens T.J. Buma werd het door Syboldt en Tiepcke gevoerde wapen ook gebruikt door de zoon

en kleinzoon van ds. Gellius Faber de Bouma.974 Gellius was in 1534 vicaris te Jelsum en later

hervormd predikant te Norden en Emden, daar overl. 1564. De zoon Petrus en de kleinzoon

Gellius waren beiden predikant o.a. te Zutphen. Gezien die combinatie van naam en wapen

mogen we een familieband veronderstellen.

In 1592975 zeggen Sybolt en Boete Birdes aan Feyte Reyns te Abbega de huur op van de

sate die hij van hen huurde.

In 1602 zijn Sybolt en Homme Birdes voogden over de jongste twee weeskinderen van wijlen

Wopcke Ygesz bij Rieme Birdedr (41222).

In 1614976 is Sybolt Birdez, mederechter van Wymbritseradeel, samen met Johannes

Tiallingsz voogd over de jongste drie weeskinderen van Tiepcke Broersz Buma te

Folsgare bij Ancke Hanckedr.

In 1614977 is Sibolt Birdes dijksgedeputeerde van Hemelumer Oldefurd en Noordwolde

en Utingeradeel c.a.

In 1615978 protesteert de bijzitter Sybolt Birdez Buma tegen de verkoop door Lolck

Auckedr, weduwe van Wyntzen Reynersz, te Offingawier van 4 pm in de sate Bonterp

te Oosthem, vrij van huizing, vanwege zijn landen daar die bij die huizing horen. De

sate wordt door Jan Joachims bewoond en gebruikt.

In 1618979 zijn Syboldt Birdes, mederechter van Wymbritseradeel, c.s. curatoren over

de weeskinderen van Pieter Benedict.

In 1624980 protesteert Sibout Birdesz, mederechter van Wymbritseradeel, vanwege

een vordering tegen een verkoop te Bolsward door de erven van Freerck Harmens.

In 1634981 overlegt Hilcke Doytses te Woudsend, ‘gewesen quasi voormomber’ in

plaats van wijlen Jorck Waltes over Walte Waltesz, in zijn 15de jaar, een rekening van

In 1627961 vervaardigde de Bolswarder zilversmid Anne Heerkens (1600-1680) in

opdracht van de gebroeders Gatze en Tiete van Liauckama en ter nagedachtenis aan

hun ouders Reyn van Liauckama en Jel Reynsdr van Hoytema een zilveren beker.

Deze is gegraveerd met band- en spitswerk, aan de onderzijde zijn de wapens van

beiden aangebracht; een vroeg voorbeeld van een met familiewapens versierd stuk

Fries zilverwerk. In 1992 heeft het Fries museum de beker aangekocht.

Uit dit huwelijk:1. Gatse Leukama, geb. circa 1584, ontvanger van Makkum, sonder

kinderen gestorven, testeert 18 jan. 1647, overl. 18 april 1647, begr. Makkum.962

In 1647963 wordt op Leeuckama state te Makkum de nalatenschap beschreven

van de ontvanger Gatse van Leeuckama. Erfgenamen zijn Johan van Aylva,

grietman van Hemelumer Oldeferd, en diens zuster Eelck, kinderen van Fopck

van Lyuackama bij Sioerd van Aylva en Meye en Trijntie Lyuckema, kinderen

van Tiete van Lyuckama. Hector van Hobbema, dijkgraaf van Wonseradeel,

wordt voogd over Meye, in zijn 19de. Onder de huizing van Leeuckama state

horen 64 pm eigen landen. Beschreven worden de testamenten van Gatse van

18 jan. 1647 en van zijn broer Tiete van 29 okt. 1629, een vordering van 200

goudg. uit 1638 op Sioerd van Aylva en Wick van Waltha; aan de erven van

Doed Hoytema moet 200 goudg. terugbetaald worden van het legaat dat Gatse

van haar had ontvangen. Conform Gatses testament blijven Coop Jacobs van

Spanghe en Tryncke Lyuckama op Leeuckama state wonen, zo ook haar broer

Meye. In 1662 kwiteert Meye Lieuckema te Engwier voor ontvangst van zijn

deel van Jacobus Spanga.

2. Fopck Lieuckema, volgt 51771.3. Tiete Reyns Leukama, volgt 51772.

5211 Gerrit Goslicxz (Harinxma),964 overl. tussen 1552 en ’58, tr. N.N.In 1543965 is Gerryt Goslicxz met twee percelen noordelijke belender van de patroon

van Oudega. Dat betreft dan ongetwijfeld de twee percelen die Ocka Auckaz in 1511 gebruikt

als meier van Garrard Aggaz.

In 1552 Gerryt Goslicxz te Oudega met ‘harnas ringcraeg speidts deghen’.

In 1558 en ’62966 treden Reyn Hoytes te Oudega (517) en Benedicx Hattiez te Idsega als

voogden over de kinderen van Gerrit Goslicx op voor Fopke en Joucke Lioppez in een

kwestie met Anne Wybez en Joucke Lollez.

In 1563967 Hans Douwez Stickenbuyr voor zijn zoon Ghysbert, klerk van het bisdom

Utrecht, vanwege de prebende van Tzum contra mr. Hessel Woldera (?) te Bolsward

en Enne Tsialinckz Lyuckema, samen voor de erven van Gerrit Goslickz en voor de

weduwe van Hoyte Lieuwez.

Uit dit huwelijk:1. Iets Gerrits (Harinxma),968 volgt 52111.2. Goslijck Gerrits, volgt 52112.


sulvige naer behoren in cost en clederen te doen onderholden’, en het te zijner

tijd met Wybe Meyez te verrekenen.988

Later – in 1650 – maakt Syboldt in zijn testament kort gewag van deze zoon. Syboldt

vermaakt zijn boerderij te Tirns dan aan zijn dochter Antje, ‘niet willende dat Jelle

Wybes daarvan iets, ook van de nagenoemde goederen zal genieten, als hij bij mij

afgekocht voor dezen’.

3. Tiets (Syts) Syboldtsdr Buma, tr. Willem Wybez, (geb. circa 1596,) ontvanger te Oosthem 1631, in 1640 gebruiker van stem 16 van Oosthem en stem 29 van Abbega, waarschijnlijk zoon van Wybe Willemz te Woudsend en Lysbet Sybrensdr.In 1612989 is grootvader Sybrandt Douwesz curator over Willem Wybesz, het

nagelaten weeskind van Wybe Willemsz bij Lysbet Sybrandtsdr, nu hertrouwd

met Wybe Jaens, de stiefvader.

In 1615990 verantwoordt Wybe Jaensz te Uitwellingerga zijn administratie als

curator over Willem Wybez, oud circa 19 jaar, tegenover diens grootvader

Sybrant Douwes en oom Dedde Tybbez.

In 1630 en ’31991 lenen Willem Wybes, ontvanger te Oosthem, en Tiets Syboltsdr

Buma, 50 goudg. resp. 225 carg. aan Thomas Sytses en Eebel Doeckes te

Oppenhuizen en Riemer Jelles en vrouw te Oosthem.

11112 Homme Birdes Buma, huisman te Oudega, in 1614 eigenaar en gebruiker van een ‘aangeërfde saete en landen’ te Oudega, in 1640 gebruiker van stem 16, dorprechter aldaar, overl. 1640/41, tr. 1. Rinsck Rintsedr, dochter van Rintse Luywesz te Nijhuizum; tr. 2. voor 1604 Trijntje Olphertsdr, dochter van Olphert (Syboldtsz?)a te Koudum en Wick Siuckedr; tr. 3. 1614 Bauck Jelledr, overl. voor 1619; tr. 4. voor 1622 Lolck Pieckedr.In 1600992 koopt Homme Birdes een ‘suyg, een swart coe en een rood coe’ uit het

boelgoed van Trijn Pybedr, weduwe van Rentien Liuuez.

In 1604993 heeft het sterf huis van Agge Jetties en Doed Epedr een vordering van 68

goudg. op Tryncke Homme Birdes te Oudega.

In 1605994 opzegging van landen en huizing die Al.. Pybedr, weduwe van Gaucke

Attez, te Nijhuizum huurt van Homme Birdes.

In 1605995 Foecke Siboltsz te Nijhuizum vanwege zijn kinderen bij wijlen Perck

Rintse Lyuwesdr en Douwe Emesz en Homme Birdes namens hun kinderen bij

wijlen Jets en Rinsck Rintsedrs contra Anne Tyercxz te Westhem en Berend Dircxz

te Bolsward.

In 1610996 zijn Homme Birdes en Trijn Olphertsdr te Oudega 600 goudg. schuldig

aan Bocke en Tiete Pierz te Abbega. Homme lost deze schuld af in 1624.

a PI 4440: in 1578 is de enige Olphert te Koudum een Olphaert Syboltsz, goed voor 1

carg.

de voogdij sedert 1630 ten overstaan van diens nieuw benoemde voogd Syboldt Birdis

Buma, ontvanger van Wymbritseradeel.

Sybolt Birdes, ontvanger van Oudega, wordt op 16 mei 1634 burger van Sneek.

In 1642982 Sibolt Birdes Buma, ontvanger van Wymbritseradeel, contra Pier Lolles te

Oudega. Verkoop bij decreet door die laatste van het huis c.a. waar hij woont en circa

10 pm ’t Cobelant te Oudega in De Bandt. Sibolt biedt in 1642 voor het land 5 goudg.

per pondemaat en 10 goudg. voor het huis. In 1647 verhoogt hij dat bod tot 80 goudg.

per pondemaat resp. 30 goudg. waarmee hij koper wordt.

Op 11 okt. 1650983 maakt Sybolt Birdes Buma, nu te Abbega, zijn testament. Blijkens

kwitanties van 1 mei 1615, 28 jan. en 6 aug. 1622 hebben zijn drie kinderen Tyaerd,

Antie en Tiets hun moedersdeel al ontvangen. Zoon Tyaerd krijgt nu de sate te

Abbega van 59 pm waar hij woont, 4 pm aldaar en een sate te Tjalhuizum van 45

pm. Dochter Antie, vrouw van Hercke Jansen, krijgt een sate te Tirns, 24 pm onder

Bolsward, het Cobbelandt met molen en huis te Oudega en een rente van 9 goudg.

5½ st. uit een sate aldaar. De jongste dochter Tiets, vrouw van Willem Wybes, te

Oosthem krijgt 40½ pm in de sate van 49 pm waar zij wonen, 16 en 11 pm te Abbega,

een sate te Jutrijp, 2 pm aldaar en een huis aan de Oosterdijk te Sneek. Alle vastgoed

behalve dat te Abbega en de sate te Oosthem was door Sybolt aangekocht. Op 2 dec.

1651 maakt hij nog een nadere bepaling.

Uit dit huwelijk:1. Tjeerd Syboldtsz Buma, geb. ca. 1589, huisman te Abbega, in

1640 gebruiker van stem 25, daar overl. 10 jan. 1655, tr. 1. gerecht Wonseradeel 10 mei 1623 Johantie Pouuelsdr, geb. 1603, overl. Abbega 7 jan. 1637, dochter van Pouuels Ueftes bij, wellicht, Bauck Pyttersdr; tr. 2. Jel Sybrensdr, zuster van Jelle Sybrens.984

In 1631985 overlegt Tyaerdt Sybolts Buma te Abbega, man van Johantie Pouuelsdr

en bijgestaan door zijn vader Sybolt Birdis Buma, een rekening van zijn voogdij

over Petryck, in haar 15de, weesdochter van Pouuels Pytters (sic) en Bauck

Pyttersdr, bijgestaan door haar neef (lees oom) Bae Wfftes te Pingjum.

2. Antje Syboldtsdr Buma,986 overl. Waaxens, ‘out int 69 jaer’,a tr. 1. Goris Gerbens, huisman te Waaxens, daar overl. 3 juli 1624, zoon van Gerben Fopckes en Jouck Gorisdr; tr. 2. Bolsward 26 okt. 1626 Heercke Jans, zoon van Jan Heerckesz te Nijland en Siouck Andriesdr.987

Antje kreeg in 1607 een zoon waarvan Wybe Meyez de vader was. Deze was

knecht in het boerenbedrijf van haar vader Syboldt Birdes Buma te Abbega.

Omdat Wybe Meyez voortvluchtig is en daardoor het kind niet onderhoudt,

geeft Douwe van Botnia, grietman van Wymbritseradeel, toestemming aan

Syboldt het kind ‘tot laste van voornoemde Wybe bij een ander te besteden en ’t

a Walle 6573. Op de foto van de grafsteen op blz. 165 van Gens Nostra juni 1973 is

net voor de datum van 21 oktober het cijfer 9 waar te nemen, als laatste van het

viercijferige jaartal. Dit kan duiden op het jaar 1659. Ze zou dan geboren zijn in 1591.


Tiedt Douuedr, ... Gerbens te Wijnaldum vanwege zijn zoon bij Doutien Douuedr

en Feddrick Jans te Tzum voor de erven van Liuue Liuues te Lidlum voor de andere

helft, erfgenamen van Douue Hotzes te Tzum voor 105 goudg. per pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Tryn Douwes, tr. gerecht Franekeradeel 15 maart 1604 Lyuue

Lyuues.2. Hotse Douuez, overl. na 1619.3. Wilcke Douwes, te Tritsum, tr. gerecht Franekeradeel 6 sept. 1627

(in feite al voor 1614) Meinu Dircksdr, overl. Tzum 1632.4. Tiedt Douwedr, tr. Isse Dircx.5. Doutien Douuedr, tr. (derde procl. gerecht Barradeel 16 febr. 1614)

Jan Gerbens, te Wijnaldum.6. Eelck Douwes, overl. Tzum 1642, tr. 1. rond 1620 Jacob Meynerts,

te Hesens, zoon van Meynert Pytters; tr. 2. 1630 Wlbe Tyallings (51622.3), geb. circa 1601, te Tritsum onder Tzum, overl. na 1648.In 16301008 wordt te Hesens onder Jorwerd de nalatenschap beschreven van

Jacob Meynerts; weduwe Eelck Douwedr is hertrouwd met Wlbe Tyallinghs,

grootvader Meynert Pytters treedt op voor de wezen Pietke, in haar 10de,

Douwe, in zijn 8ste, en Tied, in haar 5de.

In 1640 is Ulbe Tjallinghs gebruiker en eigenaar van stem 31 van Tzum, te

Tritzum, groot 90 pm.

In 16421009 verhuren Wlbe Tiallings en Eelck Douwedr te Tzum 4 pm greide aan

Taecke Idsen en Nenck Pouuelsdr in hun sate te Wolsum voor 13 goudg. per jaar.

In 16421010 wordt te Tritzum de nalatenschap beschreven van Eelck Douwes.

Kinderen bij haar eerste man Jacob Meynerts zijn Pyttie, 21 jaar (vrouw van

Douue Hessels), Douue, 19, en Tyed, 16. Bij weduwnaar Wlbe Tyallings: Attie,

10, en Moy, 8. Uit hun sate van 90 pm komt de wezen van Lieuue Lieuues 15 pm

toe, de kinderen van Isse Dirx en van Jan Gerbens ieder 8 pm.

In 1648 is neef Wlbe Tzallings te Tzum present in het sterf huis van Rincke

Hoytis (51544).

Dochter Pyttie Jacobs tr. Douwe Hessels Hobbema (23422.1).

11321 Romke Idsen, eigenerfde op ‘Idts Hansz state’ te Teroele, dorprechter en ontvanger aldaar, bezat het recht van de zwanejacht te Dijken en in de Koevoet, overl. voor 1621, tr. Trincke Inthiedr, dochter van Yntye Buwes te Tjerkgaast en Swob Wybrensdr (23143). In 16021011 kopen Ids Romckez en Romcke Idsz te Teroele 2/3 delen van percelen

(waarvan Sipcke Foglez 1/3 bezit) aldaar tot een totaal van 30 pm van de erven van

Pyer Jaecklez te Koudum voor 39 goudg. per pondemaat; voorts 1/3 fenne van 8

hoofden gras te Teroele.

In 16081012 protesteren Ids Romckez en zijn zoon Romcke bij de verkoop van land in

Woudsend.

In 1611997 maken Pieter Douuez te Koudum namens de onmondige kinderen van

wijlen Wick Siuckedr en Homme Birdesz en Agge Poppes ieder voor zich, samen

voor een vijfde part erfgenaam van Siucke Hylckez en Uuylck Wigmansdr te Indijk

een scheiding met de overige erfgenamen.

In 1614998 wordt geïnventariseerd t.h.v. dorprechter Homme Birdes en wijlen Trijn

Olphertsdr te Oudega in presentie van oudoom Leeuwke Siuckes, voogd van de

kinderen, en in absentie van Agge Poppes te Wons. De sate en landen had Homme

geërfd, behalve 25 pm die Habel Tiepkes toebehoren. Trijn had 16 hoofden te

Koudum ingebracht en voorts land te Indijk, dat voor 266 goudg. was verkocht aan

Leucke Siuckes te Idsega. Homme had ½ pm die hem toebehoorde voor 40 goudg.

verkocht aan Rippert Eenckes. Hij is inmiddels voor de derde keer gehuwd met

Bauck Jelledr.

In 1614, ’15 en ’23999 overlegt Homme Birdes, dorprechter te Oudega, rekeningen

van zijn voogdij over de jongste drie weeskinderen van Hartie Sibrensz (en Idtsck

Piersdr) te Oldeganebant.

In 16221000 zijn Homme Birdes en Lolck Pieckedr te Oudega 100 goudg.schuldig aan

Sybolt Birdes, mederechter van Wymbritseradeel, mijn broeder.

In 16321001 ondertekent Homme Birdes Buma een huurcontract van de administrateurs

van het legaat van Seerp Meyes (515.8) met Ype Andries Haersma te Oudega.

In 16411002 wordt, naar aanleiding van een kwestie tussen de erven van Bartholt

Tyar(d)a van Sterckenburgh en de kinderen en erven van Homme Birdes te Oudega,

de af koop van huizing, schuur en watermolen etc. getaxeerd op 1700 goudg.

Nakomelingen van zoon Birde en dochter Rinck noemen zich Buma.1003

Uit het eerste huwelijk:1. Antje Hommedr Buma, tr. Eling Douwes Bangma, volgt 22111.1.Uit het tweede huwelijk:2. Birde Hommes, huisman te Koudum, in 1640 eigenaar en gebruiker

van stem 95, tr. Uylck Siouwedr, dochter van Siouwe Lourensz te Gaastmeer en Trijn Wybedr.1004

Uit het vierde huwelijk:3. Rinck Hommes, geb. rond 1621, tr. voor 1645 Wopcke Ates, schipper

van Tjerkwerd, later gortmaker en winkelman te Franeker, daar overl. 1677, waarschijnlijk zoon van Ate Wopckesz te Tjerkwerd.a

11221 Muye Rinnerts, overl. na 1600, tr. voor 15661005 Douue Hotzes, te Tzum, overl. na 1587, zoon van Hottye Syuerdts, te Tritsum.In 16191006 kopen Hotse en Wilcke Douuez te Tritsum onder Tzum een aandeel in

hun sate van Meycke Syoerts, vrouw van Boyen Claesz.

In 16301007 kopen Juw Lolles en Attie Hansedr te Wommels 5½ pm in Braerdt van

Wilcke Douues voor de ene helft en van Jisse Dirx aldaar vanwege zijn kinderen bij

a Ate Wopckes laat in 1626 te Bolsward een zoon Hylcke dopen. Zie ook HvF 16781 284.


door Romcke Idses 1607-’14, door diens weduwe Trinthie Insedr 1621, koop

van ‘d’ swanejacht inde Koevoete’, een scheiding tussen Ids Romckes en Eelck

Broers van 1580, een akkoord van Mincke Gatsedr met de erven van Romcke

Idses uit 1628, een dito van Cornelis en Wybren Romckes uit 1637 en een uit

1590 van Ids Romckes met Sitse Auckes. Zilver: een onderriem met ‘Loiie Jelles’.

In 16531024 wordt dr. Robertus Hintinga, advocaat voor het Hof, aangesteld tot

voogd over Intse Cornelis Hintinga.

2. Yntse Romckesz, dorprechter te Teroele, overl. voor 1628, tr. Eesterga 26 mei 1622 Mincke Gatsedr, van Eesterga.

3. Wybrandt Romckesz, in 1640 gebruiker en eigenaar van stem 2 van Teroele, doet als weduwnaar daar belijdenis 18 april 1652, tr. Teroele 13 maart 1636 Wyts Hettinga, ged. Teroele 1607, dochter van Walte Benedix van Hettinga, mederechter van Doniawerstal, en Jildouw Sytses.1025

In 16441026 kopen Wybren Romckisz en vrouw te Teroele een fenne van 4½ pm

te Idskenhuizen van jr. Fredrik van Roorda , grietman van Lemsterland, voor

564 goudg.

11322 Rixt Idsdr, overl. Sneek 1639, tr. 1. Fedde Auckes Reynalda, geb. rond 1555, ontvanger 15871027 en grietman van Doniawerstal 1589-’91,1028 overl. 1591, zoon van Aucke Edes Reynalda en Anna Eylaertsdr; tr. 2. 1604 Tierck Franses, burgemeester van Sneek 1603-’13, overl. 1620.1029

In 15911030 wordt te Sneek de nalatenschap beschreven van Fedde Auckez Reynalda,

grietman van Doniawerstal, op verzoek van mr. Ellart Reynalda, grietman van

Doniawerstal, als voogd over Eede, in zijn 9de, Bauck, in haar 6de, en Aucke, circa ¾

jaar, bij Rixt Idsdr, bijgestaan door haar vader Ids Romckes en Tzumme Sybrensz,

secretaris van Baarderadeel. Sipke Haringsz, die gedurende de ziekte van Fedde

optrad als ontvanger van Doniawerstal, komt 3078 carg. toe. Vastgoed: 7 pm te

Langweer, in 1589 door Fedde en Rixt aangekocht, en landen in de sate van Aucke

Edez Reynalda, grietman van Doniawerstal.

In 16121031 eist Thet Jelledr, vrouw van Jacob Jeppema, betaling van 560 carg. door

Anna Eilardsdr, weduwe van Aucke Edes Reinalda, Eilardus Reinalda, grietman

van Doniawerstal, mede vanwege de kinderen van Fedde Auckes Reinalda en Ael

Reinalda, vrouw van Tzomme Sibrands, secretaris van Baarderadeel, als erfgenamen

van hun zoon, broer en oom de vaandrig Marten Auckes Reinalda.

In 16391032 wordt Marcus Assueri Vogelsangh aangesteld tot voogd over Paulus

Eedes Reynalda, 23, en Gysbert Aerts Gorp over Idts Auckes Reynalda, circa 20

jaar. Vervolgens wordt te Sneek de nalatenschap beschreven van Rixt Idsedr, laatst

weduwe van burgemeester Tierck Franses, die op 8 sept. 1632 testament maakte, op

verzoek van de erfgenamen Bauckien Reinalda, weduwe van Jetse Hiddes Pettertilla,

assessor van Leeuwarderadeel, Fedde Edes Reinalda en Heere Bonnes vanwege zijn

vrouw Maycke Edes Reinalda, met hun broer Paulus als kinderen van Ede Feddes

In 16091013 koopt Douue Janez 5 pm van Sybolt Tyebbez (112.6) te Langweer en Romcke

Idsz te Teroele in ruil tegen 3 hoofden grasland; Ids Romckez legt het niaar op de

koop van de 5 pm.

In 16091014 kopen Sybolt Tyebbez en Hoyts Taeckedr te Langweer voor de ene helft

en Romcke Idsz en Trijn Intsedr te Teroele voor de andere een sate van 123 pm te

Tjerkgaast met gerechtigheid van de ‘vischenije Sipcke groninge’ van Mari Jansdr

van der Huel, weduwe van Gysbert Laquart, secretaris van Wonseradeel, voor 4907

goudg. Vijf jaar later kopen Romcke Idsz, dorprechter van Teroele, en Trincke

Inthiedr het aandeel van de weduwe van Sybolt Tiebbes in dit bezit voor 2180 goudg.

In 16121015 kopen Romcke Idsz, dorprechter in Teroele, en Trincke Inthiedr en Hoyts

Taeckedr, weduwe van Sybolt Tziebbes, ieder de helft, 4 pm onder Doniaga van

Feythie Epckez en vrouw voor 35 goudg. per pondemaat.

In 16151016 kopen Romcke Idsz en Trijn Inthiedr 2 pm lands, met Walte Bendix als

belender, van Agge Henricx c.s. voor 91 goudg.

Uit dit huwelijk:1. Cornelis Romckesz Hentinga, mederechter van Doniawerstal, in

1640 gebruiker en eigenaar van stemmen 4 en 5 van Teroele en eigenaar van stem 6, gerechtigd om zwanen te houden te Dijken en Teroele,1017 daar overl. 1653, tr. 1. Teroele 1624 Pier Heerckedr, van Mirns; tr. 2 (attestatie van Follega 19 jan. 1633) Swijts Riemersdr, van Follega, op belijdenis gedoopt Teroele 21 juni 1635, dochter van Riemer Sioerdts (Pecama) en Lyoey Jelledr te Follega.In 16171018 kopen Remer Syuerts en Lyoey Jelledr te Follega 5 pm maden in

Galtewarren van Buue Heerisz voor 240 phg.

In 16331019 kopen Cornelis Romckesz en Swijts Riemersdr een huizing te Teroele

met stede en landen, met Wybren Romckes bezuiden, van Tarquinius à Lyclama

als volmacht van zijn ouders en Tarquinius à Solckama met instemming van zijn

moeder voor 110 ggl. De koop wordt overgenomen door dr. Ausonius à Solckama.

In 16411020 kopen Cornelis Romkesz en Swijts Riemersdr te Teroele 27½ pm in

percelen te Teroele van Paulus Reynalda en vrouw voor 944 carg.

In 16431021 staat Jetse Sytses als curator Taecke Sickis bij in diens kwestie met

Cornelis Romckis. Op een zondag had Taecke stenen gegooid in Cornelis’

boomgaard en die schold hem daarop uit voor ‘du aeldieff ’.

In 16491022 ruilt Cornelis Romckes te Teroele 4 pm maden in een stuk van 12,

waarvan Wybren Romckes 4 pm toekomt, met koper en genoemde Wybren als

noordelijke belenders, van dr. Ausinius à Solcama, secretaris van Wonseradeel,

en Tarquinius à Lyclama als voogden over de kinderen van Mirck Siex

Terwisscha en Grietien à Lyclama tegen zijn 4 pm.

In 16531023 wordt in de nalatenschap van Cornelis Romckes Hintinga,

mederechter van Doniawerstal, een groot aantal ‘brieven’ aangetroffen

waaronder een koopbrief van Inse Romckes met zijn broer en zuster uit 1621,

diens niaarkoop uit 1616, aankopen door Ids Romckes uit de jaren 1589-1603,


Uit haar tweede huwelijk:5. Meye, ged. Sneek 15 jan. 1605.6. Franciscus Tiercks Sperchemius, ged. Sneek 23 jan. 1607, schrijver,

daar overl. 1637, tr. Aechtie Jetses Pettertille, geb. circa 1610, dochter van Jetse Hiddes Pettertilla en Aaff Everts Bualda (zie onder 2.).In 16371040 wordt Joryt Seerps Twyns te Goutum op verzoek van grootmoeder

Rixtie Idses aangesteld tot voogd over Aeffcke, 7, en Rixtie, 1 jaar, kinderen

van Franciscus Sperchemius, schrijver van dhr. Swartsenburch, bij Aechtie

Jetsis.

In 16381041 wordt op verzoek van tante Bauckien Reinalda, laatst weduwe van

Jetse Hiddes Petertille, Wicher Rommerts Fogelsangh aangesteld tot voogd en

overlegt Jorrit Seerps Twyns hem een rekening van zijn voogdij.

22111 Douwe Elinghs, boer op Banga sate te Tjerkwerd, tr. Houck Watsedr, te Bolsward 1635, dochter van Watthie Repckama, boer en dorprechter te Pingjum, en Fokel Oedsedr.1042

In 15781043 wordt Douue Elingz te Tjerkwerd aangeslagen voor 3 carg.

Douwe en Houck bewonen Banga sate te Tjerkwerd (22113).

In 16091044 treedt Marten Reen te Bolsward op voor de weduwe van Douue Elengs

te Tjerkwerd, die tot profijt van Bocke Ducklesz te Mantgum vanwege zijn vrouw

Sibbel en mede voor haar broer (Sicke Laes?) de huur verlaat van 20 pm in de sate van

wijlen Eleng Douuis te Tjerkwerd. Vervolgens1045 koopt Houck Watsedr, weduwe van

Douwe Elinghs, te Tjerkwerd 20 pm in haar sate van Sibbel Abbedr, vrouw van Bocke

Duckesz te Mantgum die dat van haar moeder had geërfd.

In 16351046 lenen Geert Jacobs en Franscke Jelledr te Wolsum 100 goudg. van Houck

Douue Elings weduwe te Bolsward.

Uit dit huwelijk:1. Eling Douwes Bangma, mederechter van Wonseradeel, overl.

9 maart 1653, begr. Tjerkwerd, tr. Bolsward 22 april 1610 Antke Hommedr Buma (11112.1), overl. 17 maart 1653, begr. Tjerkwerd.1047

In 16231048 leent Jacob Claesz te Oudega 200 goudg. van Eling Douwesz Bangma

en Antke Hommedr Buma te Tjerkwerd.

In 16231049 is Elingh Douwez te Tjerkwerd voogd over Rein, weeszoon van Ocke

Doedes en Taed Sybrensdr te Greonterp.

In 16371050 leent Inse Laes op het Workumer Nieuwland 200 goudg. van Eling

Douues Bangema en Antke Hommedr te Tjerkwerd.

In 1640 is Elingh Douwes Bangama gebruiker en, samen met zijn broer en

zusters kinderen, eigenaar van stem 22 te Tjerkwerd. Elingh is voorts eigenaar

van stem 6 van Nijhuizum.

In 16451051 overleggen Elingh Douwesz Bangma en Gerloff Bauckes de

afrekening van hun voogdij sedert 1639 over Rinck, dochter van Pier Fedtses en

Sibbel Abbedr, nu vrouw van Gerben Jenties.

Reinalda, Fedde Auckes Reinalda, met zijn broer Idts als kinderen van Aucke Feddes

Reinalda en van Jorit Seerps Twyns als voogd over de kinderen van Franciscus

Sperchemius. Naast bezit in Doniawerstal waren er een halve sate te Oudega en 33

pm onder de klokslag van Sneek te verdelen.

Uit het eerste huwelijk:1033

1. Ede Feddes Reynalda, geb. circa 1583, soldaat onder dhr. Aysma 1609, burger van Bolsward 20 april 1623, tr. Bolsward 14 juli 1609 Hots Pauli Ens, weduwe 1639, dochter van Paulus Fransz Ens, burgemeester van Bolsward, en His Lamberts.1034

In 16211035 leeft Eede Reinalda te Sneek met vrouw en drie kinderen.

In 1640 zijn Hidde Lolckes en de erven van Ede Reynalda (deels) eigenaars van

stem 24 van Heeg.

2. Bauck Feddedr Reynalda, ged. Sneek 28 nov. 1585, doet daar belijdenis 10 febr. 1609, overl. na 1639, (tr. wellicht eerst, voor 1604, Lyckle Saeckez, apotheker te Sneek) tr. 1. voor 1613 Theodorus Leontius, van Sloten, student Marburg 1595, Leiden ’97, doet belijdenis Sneek 16 juni 1604, secretaris aldaar 1609-’14, professor te Franeker 1615-’17, overl. 1617; tr. 2. (procl. Sneek 22 sept. 1620) Jetse Hiddes Pettertilla, assessor van Leeuwarderadeel, overl. Goutum 1626, weduwnaar van Aaff Everts Bualda, zoon van Hidde Jetses, op Pettertille onder Oudkerk.1036

In 16171037 kopen de koopman Baucke Nauta en Romckien Clasedr te Sneek het

huis Rodenburgh aan de Koornmarkt, bewoond door Aucke Feddes Reynalda,

van Bauckien Reinalda, weduwe van professor dr. Leontius, voor 2200 goudg.

Haar broer Aucke voornoemd verzoekt het niaar.

In 16261038 wordt te Goutum de nalatenschap beschreven van Jetse Hiddesz

Pettertilla, assessor van Leeuwarderadeel, op verzoek van Wyger Rommarts

Vogelsangh, man van Sibbel Jetsedr, Hebbe Taeckesz, voogd van Claeske Jetzesdr,

Taecke Taeckes, man van Aeff ke Jetsesdr, Jorit Seerps, voogd van Martien

Jetskedr, Tiaerd Rienxz Andringa als voogd over Aecht en Trijntie Jetskedrs en

Hidde Jetsez en Laes Hiddes Petertilla als voogden over Fedde en Evert Jedtzez,

kinderen van de overledene, en op aangeven van weduwe Bauckien Reinalda.

3. Itzke, ged. Sneek 24 febr. 1588, jong overleden.4. Aucke Feddes Reynalda, ged. Sneek 22 juli 1590, tr. Leeuwarden 18

okt. 1613 Dieuwke Pieters Nijs. Zij hertr. Sneek 3 juli 1638 Gijsbert Aerts Gorp.In 16381039 wordt dr. Petrus Moll aangesteld tot voogd over Fredericus Augustini

Reinalda, 23, en Albert Jochems Voocht, schepen van Sneek, over Idts Auckes

Reinalda, 19. Vervolgens wordt geïnventariseerd ten huize van Dieucke

Pytters Nijs, weduwe van Aucke Feddes Reinalda en hertrouwd met Ghisbart

Aerts Gorp. Er is een schuld van 1000 goudg. bij Rixtie Idses, weduwe van de

burgemeester Tierck Fransen, en een van 400 goudg. bij Bauckien Reinalda.


Haytzesz Bonnema bij Tyets om de nalatenschap van hun moeder te scheiden.

In 16251066 overlegt Rienck Douuez te Arum een rekening van zijn voogdij sedert

1622 over Botcke Lolledr, zojuist getrouwd met Haringh Fongers te Bolsward,

schrijver van de compagnie van hopman Frans van Scheltema, in presentie van

haar moeders broers Oeds en Elingh Douuez te Engwier en Tjerkwerd en haar

stiefvader Wpcke Haytzis Bonnema.

In 1640 is Upcke Haytses Bonnema gebruiker en eigenaar van 1/3 van stem 23

van Pingjum; de erven van Douwe Riencx te Arum en Sjoerd Oenes vanwege

zijn vrouw bezitten ieder ook 1/3.

In 16441067 volgt afrekening van de voogdij over Haytse Wpckes Bonnama, 24

jaar, die mede-erfgenaam was van zijn overleden broer Lolle.

22112 Oene Elings Bangama, te Oosthem, overl. 13 mei 1608, tr. Jeldu Feikedr Ypema, overl. 7 febr. 1619, beiden begr. Oosthem,1068 dochter van Feico Tziallings en Teth Hauwerts.1069

De boerderij onder Oosthem waar deze Bangama’s woonden (stem 19) staat op de Eekhoff kaart

als ‘Bangama thans het Bosch’. Het lijkt lang niet onmogelijk dat dit de sate is die in 1556 aan

de kinderen van Wattie Hesselsz (221) behoorde.

In 15781070 wordt Oene Elincxz te Roordahuizum aangeslagen voor 4 carg.

In 16051071 overlegt Oene Elingz te Oosthem een rekening van zijn voogdij sedert

1595 over Watze Pierz, nu over de 25 jaar.

Op 21 aug. 16051072 maken Oene Elingen en Jeldu Feyckedr te Oosthem hun

testament; de langstlevende krijgt het vruchtgebruik. Zoon Tzalingh Oenes krijgt

Groot Haringa te Aegum, 80 pm, zoon Yppe Oenes krijgt de door hen bewoonde sate

te Oosthem van 73½ pm met huizing, hoving, hiem, klein huis, ringmuur, schuur,

watermolen, hekken, hekpalen en staketten. De dochters Tet en Tiets krijgen Grote

Sijma sate op Hinnaerderburen te Warga van 83 pm, de sate daar die gebruikt wordt

door Aesge Sioertz en de kleine sate daar waar zwager Oene Keimpez nu woont.

Gemeenschappelijk blijven Pinnia sate te Warga waar Epe nu woont van 70 pm, 4/5

van Gekema sate daar van 50 pm, 1/6 van een kleine sate daar, 1½ pm te Terhorne en

renten uit Unia sate te Roordahuizum en te Cornjum. De sates van Tzalingh en Yppe

moeten binnen de familie blijven.

In 16191073 regelen Tyalling Oenesz Bangama, grietman van Idaarderadeel, dr.

Suffridus Saarda, advocaat voor het Hof, vanwege zijn vrouw Tyetcke Oenesdr

Bangama, Martinus Rheen als voogd over de kinderen van Epe Oenesz Bangama en

Tetke Oenedr Bangama, vrouw van Claes Baerdt, een scheiding van de nalatenschap

van hun (groot)ouders Oene Elingsz en Jeldu Feyttiedr die op 21 aug. 1605 hun

testament maakten, Jeldu op 29 jan. 1615 een codicil.

Kinderen:1. Tjalling Oenez Bangma, te Aegum, grietman van Idaarderadeel van

1607 tot 26 sept. 1620,1074 overl. 1620/21, tr. Auck Tyallings Palsma, overl. na 1631, dochter van Tjalling Sickes Palsma en Feick.1075

Op 14 aug. 16481052 maakt Elingh Douues Bangema te Tjerkwerd, gehuwd met

Auck Hommedr, zijn testament. Erfgenaam wordt zijn zoon Douue Elings

Bangema te Bolsward, gehuwd met Pytie Feddedr. Bij diens kinderloos

overlijden moet de nalatenschap terugkeren naar Elinghs verwanten en in dat

geval gaat er een legaat van 300 carg. naar de armen van Tjerkwerd.

De zoon Douwe Elinghs Bangema (1614-1672) is inderdaad kinderloos overleden.

Hij had zoveel aan legaten besproken (zoals 4000 goudg. aan Houck Douwes) dat

zijn ‘universele erfgenaam’ Douwe Oetses in 1673 al zijn verwanten van vaders- en

moederskant moest dagen omdat de nalatenschap ternauwernood of niet toereikend was

om aan al die verplichtingen te voldoen.1053

2. Oeds Douwes Bangma, te Engwier, overl. na 1652, tr. Fedtke Steffens, geb. circa 1586, overl. Kimswerd 1668, dochter van Steffen Feddez en Tiedts Piersdr te Engwier.1054

In 16141055 koopt Oeds Douues ¼ van 10 pm te Engwier.

In 16161056 lenen Inte Jouckes en vrouw 400 goudg. van Oets Douwes en Fedd

Steffens te Engwier.

In 16321057 kopen Oeds Douwes en Fedtke Steffensdr te Engwier 11 pm 3 eins in

hun sate van Sibrich Auckedr, vrouw van Philippus Eilshemius, predikant te

Bolsward, voor 1220 goudg.

In 16681058 wordt te Kimswerd de nalatenschap beschreven van Fedt, Oedts

Douues weduwe. Haar erven zijn, ieder voor ¼, Douwe Oedses, Tiets Oedses

Bangema te Kimswerd, Rinscke Watses (dochter van Watse Oedses, zij tr. 1657

Romcke Lyckles)1059 en de kinderen van Foockel Oedsedr bij Foppe Gertsens,

Lolle Jans en Hans Nannes. Vastgoed: 55½ pm te Engwier, 43 pm te Allingawier,

22 pm te Wons en 1½ pm te Makkum.

3. Tied Douuedr Bangma, overl. 1621, tr. 1. circa 1605 Lolle Douwes, te Pingjum, zoon van Douue Riencxz en Lisck Ruerdsdr;1060 tr. 2. 1611 Wpcke Haytses Bonnema, boer te Pingjum, overl. na 1644, zoon van Haytze Jellesz Bonnema en Tiam Rinckedr.1061 Hij hertr. Ibel Sickes.1062

In 16111063 wordt te Pingjum de nalatenschap beschreven van Lolle Douuis,

weduwe Tyetscke Douuedr is hertrouwd met Wpcke Haytzez Bonnema. Present

zijn Tyetsckes moeder Hauck Douue Elings weduwe en haar broer Oeds Douues,

de ooms Rienck en Ryuerdt Douuez te Arum worden voogden over dochter

Botcke, 4 jaar. Lolle had 18 pm te Witmarsum en 12 pm te Arum ingebracht,

Tyetscke 17 pm min 3 eins in Repckema zaete en zij had nog net zo’n aandeel

gekocht van haar broer Oeds. In 1619 en ’221064 volgen weesrekeningen; het bezit

in Repckema zaete te Pingjum, bewoond door Wpcke, is dan 1/3 van 33½ pm.

In 16211065 wordt Rienck Douuesz, oom van vaderskant, aangesteld tot voogd

over Botcke, in haar 15de, dochter van Lolle Douuesz bij Tyets Douuedr en

worden de ooms Oeds Douues te Engwier en Elingh Douuesz te Tjerkwerd

aangesteld tot voogden over Lolle, 6, en Haytze, 1 jaar, de kinderen van Wpcke


Bockema, Habel Fransedr, vrouw van Lyuwe Hotses, en Wlcke Fransen Baerda

uit haar eerste huwelijk en Franske Clasedr uit haar tweede huwelijk, ieder een

kwart.

4. Tiets Oenes Bangama, overl. voor 1625, tr. 1. Oene Keympes Jorna, overl. Warga voor 1609, zoon van Keimpe Jelgers en Imck Louws; tr. 2. Bolsward 2 juni 1611 dr. Suffridus Scipiades Saarda, van Bolsward, overl. voor 1625.Zie voor Tiets en Oene en hun nageslacht: Johan Nota, Jorna I in GJb 1997 14.Suffridus Scipionis van Bolsward begint in 1601 zijn studie te Franeker en

promoveerde daar in 1607 op Repetitio inauguralis illustris et tot laboribus nobilitate

L. Transigere C. de transactionibus.1092 Hij was vanaf 1609 advocaat voor het Hof

van Friesland. In de Provinciale Bibliotheek van Friesland wordt een album

amicorum van hem bewaard.

In 16251093 wordt te Bolsward de nalatenschap beschreven van dr. Suffridus Saarda

en Tieetske Oenedr Bangama op verzoek van burgemeester Fonger Laquart en

Jetse Sickez als voogden over de dochters Tetke en Jelduw en van Keimpe en

Impck Oenes Jorna. Er zijn vorderingen van 1300, 300 en 500 goudg. op Tzallingh

Oenis en vrouw; codicil van Tieetske Oenis Bangama van 6 sept. 1621.

Uit het tweede huwelijk: Tetke Saarda, tr. Gerrit Jansen (Berckulo), Jelduw

Saarda, tr. 1. Anne Ipes Algera, kalkbrander; tr. 2. ds. Allardus Johannes

Staphorstius, predikant te Garijp, Sipcke en Oene, beiden jong overleden.a

22113 Jayts Elingsdr, overl. na 1593, tr. Abbe Sickez, boer te Allingawier, overl. na 1593, vermoedelijk zoon van Sicke Piers Werpema te Allinga-wier.1094

In 15931095 zeggen de administrateurs van Allingawier o.a. Pier Sickez en Abbe Sickez

de huur op van landen.

In 15931096 kopen Douue Ellingz en Houck Watsedr op Banga sate te Tjerkwerd

10 pm in hun sate van Jayts Ellingsdr, vrouw van Abbe Sickez, voor 45 goudg. per

pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Sibbel Abbedr, overl. in of voor 1637, tr. 1. Bocke Doeckles, te

Mantgum 1609; tr. 2. voor 1615 Pier Fetses, boer te Nijezijl, overl. in of voor 1637, zoon van Fettie Hotties en Rinck Wybrensdr te Oosthem.1097

In 1609 verkoopt Sibbel de 20 pm in Banga sate die zij van haar moeder had geërfd aan

de weduwe van Douwe Elinghs (22111).

In 16151098 lenen Pyer Fedtzez en Sibbel Aebbedr bij de nieuwe zijl onder

Oosthem 200 goudg. van Jets Jetzedr, weduwe van Symen Broerkes, te Harich.

a Vr. mededeling Jarich Renema.

Volgens Burmania was Tjalling een boer die toevallig grietman werd;1076 hij liet na zijn

aanstelling zichzelf en zijn kinderen dopen. In de periode 1603-’201077 zijn 18 leningen

van het echtpaar genoteerd tot een totaal van ruim 8.500 goudg. waarvan het merendeel

volgens verklaring van de weduwe in 1626 af betaald is.

In 16211078 overlegt Tialling Douwes te Friens een rekening van zijn voogdij

over Jetse Wopkis, 17 jaar, ten overstaan van diens broer Douwe Wopkis en van

de weduwe van grietman Tialling Oenes Bangma.

In 16311079 wordt dr. Tialling Riemersma aangesteld tot voogd over Oene, in zijn

24ste, Feyck, in haar 20ste, Jipck, in haar 17de, en Jildu, in haar 11de, Tiallings

Bangema bij Auck Palsma in hun zaak tegen Oene en Sibrand Keimpes Jorna.

2. Epe Oenesz Bangama, te Warga 1605, dorprechter Oosthem 1615,1080 overl. 24 april 1615, tr. 1. Rinsen Hesselsdr Hotzema, overl. 16 april 1607, dochter van Hessel Riencksz Hottzma te Aegum en Thiets Tyarcx (Elgra);1081 tr. 2. voor 1612 Frouck Hotzedr Lycklema, overl. 17 febr. 1639, allen begr. Oosthem,1082 dochter van Hotze Piers Licklama en Trynck Meyedr.1083 Zij hertr. voor 16221084 Sierck Hillez Buwalda, geb. rond 1593, te Oosthem, testeert 2 april, overl. 6 april 1654, begr. Tjerkwerd.1085

In 16121086 lenen Albert Feytez Wallema en Monts Tadedr te Folsgare 400

goudg. van Eepe Oenes Banggama en Frouck Hotsedr Lycklama te Oosthem.

In 16221087 regelt dr. Suffridus Zaerda als voogd over de kinderen van wijlen Epe

Oenesz Bangma bij Frouck Hotzedr Lycklema een scheiding met hun moeder,

nu vrouw van Sierck Hillesz. De kinderen komt bezit toe van hun overleden

grootmoeder Ildu Feyckedr. Zoon Oene wordt per mei ‘binnen Bolswert ter

scholen gebrocht ende in een goed eerlijck burgers huis inde cost bestedet’.

In 16261088 overlegt Sierck Hillez Buwalda een rekening van de voogdij door dr.

Suffridus Zaerda sedert 1622 over Oene en Tryncke, de kinderen van wijlen Epe

Oenez Bangama bij Frouck Hotsedr Lycklama in presentie van Eling Douwez

Bangama.

In 1627 en ’291089 Elingh Douwes als voogd over de weeskinderen van Eepe

Oenes Bangema, bijgestaan door hun stiefvader Sierck Hilles, contra Auck

Palsma, weduwe van Tjallingh Oenes Bangema, grietman van Idaarderadeel.

3. Tet Oenedr Bangema, testeert 7 april 1646, overl. voor 1655, tr. 1. Frans Wlckes Baerda, geb. 1580/81, ontvanger van Arum in 1604, ’10, zoon van Vlcke Riencks Baerdt en Tietke Eysma;1090 tr. 2. Arum 1613 Claes Tietes Baerdt, zoon van Tiete Folperts Baerdt en Rinske Claes Meylsma.Op 7 april 16461091 maakt Teth Oenedr Bangema, weduwe, eerst van Frans

Wlckes Baerda en daarna van Claes Tietes Baerda, ziek op bed, haar testament.

De jongste dochter Franske had zij 2000 daalders meegegeven wegens

vadersgoed, terwijl diens inbreng 2000 goudg. bedroeg, zodat zij al rijkelijk

bedeeld was. Erfgenamen worden Tyedtske Fransedr, vrouw van Harmen


In 1640 is dr. Theodorus Hania te Bolsward eigenaar van stem 25 van Kubaard

(Klein Lopens) en, vanwege zijn zoon, van stem 47 van Arum.

23121 Hoyte Haytsma, wordt burger van Bolsward 1582, overl. Harlingen 1586, tr. Toencke Thonisdr, dochter van Thonis N. en Gerlts Foppedr.In 15861111 worden Offcke Haytsma te Sneek en Jan Bennerts te Berlikum aangesteld

tot voogden over de kinderen van Hoeyte Haytsma en Toenke Thonisdr. Twee

maand later overleggen zij een rekening van hun administratie ten overstaan

van grootmoeder Gerlts Foppedr en oom Sybren Lycklesz van de kinderen. Het

boelgoed had 1415 goudg. opgebracht. Hoeyte had de helft van een sate te Oudega

ingebracht.

In 1610 en ’121112 Tonis Hoites te Oostrum, mede voor zijn zuster Toenke Hoites,

weduwe van Romke Gerryts, te Goingarijp contra Off ke Haitsma te Minnertsga.

Uitspraak: overeenkomstig de afrekening van 19 juni 1604 moet Off ke hen 1234

goudg. afdragen onder aftrek van wat betaald was wegens de schuld van Atke

Fernia.

Uit dit huwelijk:1. Thonis Hoytes, te Oostrum 1610.2. Thoenke Hoytedr, tr. 1. Romcke Gerrits, van Oppenhuizen; tr. 2.

1608 Romcke Gerloffs, te Engelum, Hichtum; tr. 3. voor 1622 Claes Johannes, koopman te Makkum.1113

In 1605 verhuurt Toenke Hoytedr te Goingarijp, weduwe van Rompke Gerrits,

een sate te Oudega aan Taede Suirdtz (32112.5).

23122 Haytse (lees Ofcke) Hoytes Haytsma, geb. 1541, overl. tussen 1615 en ’23, tr. Pitrick Jelgers Lamsma, dochter van Jelger Tziercks Lamsma.1114

In 16071115 Oene Joukes contra Off ke Haitsma en Buwe Intses.

Uit dit huwelijk:1. Hoyte Ofckes Haytsma (1571-1633), te Minnertsga, tr. Seeske Sappema

(1574-1630).2. Jelcke Ofckedr Haytsma, te Minnertsga, tr. 1. Jarich Gabbes, zoon

van Gabbe Jarichz en Gerlant Yemedr;1116 tr. 2. 1608 Hobbe Ales.3. Hylck Haytsma, tr. Bouue Intses, volgt 23143.1.

23131 (Swob) Ygedr, tr. voor 1566 Douwe Tialckes Popma, huisman te Schettens, overl. voor 1592, zoon van Tjalcke Douwez Poppema.1117

In 15681118 koopt Hero van Burmania een rente van 8 goudg. uit 3½ pm onder

Cornjum van Sipcke Tyalckez te Stiens en Douwe Tyalckez te Schettens als voogden

over Pybe, weeskind van Hans Tyalckez, voor 136½ goudg.

In 15711119 heeft dr. Oeghe Sickyngha vanwege zijn zoon Tyalcke een kwestie met

Sipcke Tjalckez Popma pm betaling van 98 carg.

In 16371099 regelen Eelingh Douwes en Gerleff Bauckes als voogden over het

weeskind van wijlen Pier Fetses bij Sibbel Abbedr een scheiding met Abbe

Bockes, over de 25 jaar, zoon van Sibbel bij haar eerste man Bocke Doeckles.

Beide partijen benadrukken dat de andere man van Sibbel niet veel had

ingebracht. Abbe wordt uitgekocht met 1025 goudg.; dat bedrag wordt in

mindering gebracht op de 1500 goudg. van zijn koop van de Zijl zodat hij 475

goudg. schuldig blijft. In 16391100 volgt een weesrekening en in 16451101 de

afrekening voor dochter Rinck Piersdr uit het tweede huwelijk, dan vrouw van

Gerben Jenties. Haar komt 13½ pm toe buiten de Wymertswal.

Zoon Abbe Bockes wordt herbergier op de Nieuwezijl onder Oosthem.1102

2. Symen Abbes, te Allingawier, overl. na 1608.In 16081103 tekent Symen Abbis te Allingawier protest aan, mede vanwege de

verdere erven van Abbe Sickis, bij de verkoop door Syuerdt Syuerdtsz en Rinck

Douuedr van 1 pm te Allingawier.

22121 Marten Watthies Reen toe Bolswart, overl. voor 1635, tr. (derde pr. stadhuis Bolsward 13 aug. 1596) Beatris Gerbrandtsdr Eelcama, van Bolsward, dochter van Gerbrandt Bernardus Eelckama en Trijn Hayes Marshorne.1104

Wellicht was deze Martinus Reen in 1600 kerkvoogd te Wirdum.1105

In 16071106 kopen Marten Reen en Beatrix Gerbrantsdr Elckama te Bolsward een

rente van 14½ goudg. uit Meynarda zaete te Arum van Tyaerdt Wlbez Buualda en

Tiardtke Buuedr te Harlingen voor 231 goudg.

In 16081107 kopen Marten Reen en Beatricks Gerbensdr te Bolsward diverse percelen

te Hieslum tot een totaal van 4 pm 9 eins waarvan zij rondom belenders zijn van

Taetze Haytzes en Beyts Abrahamsdr voor 411 goudg.

In 16171108 kopen Martinus Reen en Beatris Elckama te Bolsward goed 20 pm in

Klein Lopens te Kubaard en 4/9 van 5 pm 4 eins te Lollum van Jelte Lyeuwez met zijn

kinderen bij Aaff Poppedr voor 5000 goudg. Er komt protest van diezelfde Martinus

vanwege zijn vrouw en mede voor dr. Haeye Eelckama als erfgenamen van dr. Gerryt

Elckema.

In 16351109 kopen Harmen Jansz en zijn vrouw een brouwerij en mouterij op de

Kleine Dilakker in de buurschap Vilsteren, een kleine gemeenschap rond het huis

Vilsteren nabij Ommen, van Beatrix Eelcama, weduwe van Marten van Reen, en haar

schoonzoon Theodorus Hania.

Uit dit huwelijk:1. Dorothea Rheen, van Bolsward, overl. voor 1626, tr. Leeuwarden 26

april 1623 dr. Theodorus ab Hania, van Leeuwarden.In 16261110 kopen dr. Theodorus Hania te Bolsward vanwege zijn zoon Marten

bij Dorothea van Reen en Beatryx Eelckama, weduwe van Marten van Reen,

een sate te Tzummarum van 15 pm van Bartold van Teyligen voor 179 goudg.

per pondemaat.


In 15961130 ruilen Yegh Douuedr Popma en Claeske Douuedr Popma, vrouw van

Oene Oenema, enkele percelen lands te Schettens.

Zie voor hen: Hein Walsweer, It Capellefrijlien fan Minnertsgea, GJb 2001 110.

5. Ygh Douwes Popma, overl. voor 1605, tr. (ondertr. stadhuis Leeuwarden 5 mei 1599) Frans Hendricks Ulenborch, wijnhandelaar te Leeuwarden, zoon van Hendrick Rommertsz Ulenburgh en Thiedt Fransdr.Zie voor hen: D.J. van der Meer, Genealogie Ulenburg, GJb 1971 81.

6. Tialck Douwedr Poppema, overl. 31 maart 1619, tr. voor 1601 Syuerdt Tierckx Hoytinga, geb. circa 1578, bijzitter van Wonseradeel, overl. Bolsward 4 nov. 1651, zoon van Tyerck Syuerdtz en Liauck Andriesdr,1131 beiden begr. Schettens.1132 Syuerdt hertr. Sioerdtie Dircxdr.In 16121133 een niaarkoop door Dyoere Jellez te Idsegahuizum vanwege zijn

vrouw Aeff Jackledr van 5 pm te Gaast van Syuerdt Tyercxz, mederechter te

Schettens voor 62 goudg. per pondemaat.

In 16141134 kopen Syuerdt Tyercksz Hoytingha, mederechter, en Tyalck Douuedr

Popma in totaal 6 pm te Idsegahuizum, hetzelfde jaar willen zij een verkoop

door Regnerus Annius en Fed Douuedr Popma van 4 pm te Schraard overnemen.

Op 29 okt. 16511135 maakt Syoerd Tyercx Hoytinga, oud-bijzitter van Wonseradeel,

te Bolsward zijn testament. Erfgenamen zijn dochters Riemke, vrouw van Hille

Douwes te Schettens, en Swob, vrouw van Riemer Harings, secretaris van

Bolsward, en Frans en Sioerdt, de zonen van Tyerck Hoytinga, die te Arum was

overleden. Hoytinga staten met zo’n 30 pm land te Idsegahuizum moet in bezit

blijven van testators nageslacht. Op 18 november daaraanvolgend wordt Syoerds

nalatenschap beschreven.1136

In 16661137 worden te Bolsward de ‘brieven’ beschreven in de nalatenschap van

Sioerdtie Sioerd Tiercx weduwe. Hieronder het testament van Sjoerd Tjercx

Hoytinga en Sioerdtie van 6 okt. 1644; erfgenamen van Sjoerdtje Dircxdr zijn

twee neven.

23132 Claeske Igedr Wallema, overl. Bolsward 21 sept. 1596, begr. Martinikerk, tr. 1. Tzalling Pieterz Lolckema, burgemeester van Bolsward, weduwnaar van Tyets, zoon van Pieter Tzallinghs te Wons;1138 tr. 2. Ulbe Lolles, overl. Bolsward 15 nov. 1601, begr. Martinikerk, zoon van Lolle Euerts. In 15781139 wordt Ulbe Lollez te Bolsward aangeslagen voor 1 carg.

In 15881140 hervatten Ulbe Lollez te Bolsward, Joannes, Aelck en Rinck Lolles als

erfgenamen van Syu Lolledr het proces dat Syurdt Hendricxz vanwege Syu voerde

tegen de erven van Abbe Douwez en Anna Harckema.

In 15941141 koopt Fed Douuedr Popma, weduwe van Heere Gerloffz, te Witmarsum 20

pm in Brungedijck te Schettens, gebruikt door Oene Jouckez Oenema, van Claske

In 15711120 is Sipcke Tzialckes te Stiens overleden. Erfgenamen zijn Pybe, dochter

van Hans Popma, mr. Oeghe Sickinga vanwege zijn zoon Tialcke, Ede Abbema en

Douwe Tzialckez.

In 15781121 wordt Douue Tialckez te Schettens aangeslagen voor 7½ carg.

In 15821122 Douwe Tialckez te Schettens als voogd over Sipke Abbema te Akmarijp en

met recht van de kinderen van wijlen Floris Abbema contra Mary Ygedr, weduwe van

Tiepke Abbema, te Roordahuizum.

Sipke Abbema, geb. rond 1560, is de (enige) zoon van Ede Abbema en Eedwer Popma.

In 15821123 Douue Tialckez Popma te Schettens als erfgenaam van Sipcke Tialckez

te Stiens en vanwege diens verdere crediteuren contra Lyeuwe, Epe en Rompcke

Wybez; in 15831124 procedeert Douue, maar nu vanwege Sipcke Abbema te Akmarijp

als erfgenaam van Eede Abbema, tegen diezelfden.

In 15831125 Jelle Syurtsz, mede vanwege de verdere erven van (Johan?) Roorda contra

Douue Tyalckez, mede voor Pyb, dochter van Hans Popma, als mede-erfgenamen

van Sipke Tialckez.

In 16071126 Heine Broersz te Poppingawier contra Oene Joukez Oenema vanwege zijn

vrouw, Jelle Popma, weduwe van Inne Innez, Fed Popma, vrouw van dr. Regnerus

Annius, Syuerd Tyercxz vanwege zijn vrouw Tyalck Popma, Rommert Reyns vanwege

zijn vrouw Anna Popma en Frans Henricx vanwege zijn vrouw Ige Popma om

betaling van 66 goudg.

Uit dit huwelijk:1. Jelcke Douuedr Popma, tr. voor 1585 Enne Ennez, mederechter van

Wonseradeel. In 15931127 kopen Enne Ennez en Jelcke Popma door niaarlegging de 17 eins te

Bongehuisum onder Allingawier die Sipcke Abbema en Douw Hayedr kochten

van Ael Hansedr, vrouw van Fonger Sibrantz.

In 16061128 wordt Jelck Douuedr Popma, weduwe van Enne Ennez, mederechter

van Wonseradeel, aangesteld tot voogdes over haar kinderen Suob, circa 21,

Pibe (dochter), 16, Douue, 13, Enne, 9, en All, 8.

2. Fed Douuedr Popma, tr. 1. circa 1589 Heere Gerloffs Bongestins, te Witmarsum, overl. voor 1594, weduwnaar van Liupck Wibedr, zoon van Gerlof Aenes; tr. 2. (ondertr. Leeuwarden 28 nov. 1600) dr. Regnerus Annius, advocaat voor het Hof van Friesland.Zie voor hen: Otto Schutte, kwartieren in parentelen, GJb 2016 209.

3. Anna Popma, tr. voor 1594 Rommert Reyns, te Achlum, bijzitter van Franekeradeel.In 16191129 Tyaerd Hendricxz contra Reyn Rommerts, meerderjarig, en Suob,

Hemck en Jets Rommerts, die het proces voortzetten van hun ouders Rommert

Reynsz en Anna Popma over 8 pm lands.

4. Claeske Douuedr Popma, tr. voor 1595 Oene Jouckes Oenema, te Minnertsga, zoon van Joucke Oenes Oenema en Atke Off kedr Haytsma (2312).


waaronder 2½ pm in Bauckema saete te Terzool, 2 pm 3 eins in Wopcke Douwez

sate aldaar, 4 pm te Oppenhuizen in de sate van de weduwe en haar zuster en nog

1½ pm aldaar. Vorderingen: 300 goudg. uit 1575 op Atke Fernie, weduwe van Joucke

Oenema, te Sneek, 200 goudg. uit 1570 op Off ke Hayttzema en Pietrick Jelgersdr, 300

goudg. uit 1570 op Oene Oenema en Trijn Ryortsdr te Goënga, 100 goudg. uit 1571 op

Hans van Oenema te IJlst, 200 goudg. uit 1569 op Swob Wybren Reynsdr te Sneek,

100 goudg. uit 1575 op Meye Reynsz Lyuckema te Bolsward, drie uit 1557, ’65 op Jacle

Alberts te Folsgare. Griolt Jellez en Gaatz Gerbrensdr te Gauw hadden hen in 1571

een rente verkocht en er was 50 goudg. tegoed van Rompcke Jellez in Gaasterland van

landhuur. Bij de scheiding wordt Goyck bijgestaan door haar man Johannes Aggez

te Menaldum.

In 15781150 zijn de erven van Johannes Agges te Menaldum goed voor 6 carg. in de


Uit het eerste huwelijk:1. Trijntie Ottedr, tr. haar neef Douwe Wopckes Wigara,

boterkoopman te Sneek, daar overl. 1638, zoon van Wopcke Douwes Wigara, huisman te Terzool, en Jouwer Dircks Fogelsangh.In 16391151 wordt te Sneek de nalatenschap beschreven van Douwe Wopkes

Wigara en Trijntie Ottes. Jr. Laes van Glins te Dronrijp wordt aangesteld tot

voogd over de minderjarige kleinkinderen Wopcke, 21, Sybrandus, 18, Truyce,

16, en Dirck, 14, kinderen van Otto Wygara bij Maegdalena Tiessinga; hun

zuster Trijntie Wigara is vrouw van Dominicus Jeltinga. Onder het vastgoed

veel boerderijen over heel Friesland waaronder een sate te Oppenhuizen van

101 pm, gebruikt door Sioerdt Oeges. Dat is stem 24, Griolt Elingsz sate, aanbeërfd

van grootvader Wybren Reyns en eerder (deels) eigendom van Feyta Hoytes (233).

Zie voor hun nageslacht: Onno Hellinga, famyljeoantekeningen, GJb 2002 121.

23143 Swob Wybrensdr, in 1569 te Sneek, overl. na 1610, tr. Inthie Buwes, huisman te Tjerkgaast, overl. voor 1571, zoon van Buwe Inthies.1152

In 1564/651153 koopt Idts Sinnez landen van Inthie Buwez voor 200 goudg.

In 1578/791154 draagt Swob Yntye weduwe te Wijckel 3 carg. (5 st.) bij aan de personele

impositie.

In 16081155 leent Lou Merckx te Oppenhuizen 100 goudg. van Swob Wybrantsdr,

weduwe van Inthie Buwez.

Uit dit huwelijk:1. Bouue Intses, bijzitter van Doniawerstal, tr. voor 1607 Hylck Haytsma

(23122.3), testeert 4 juni 1644.In 16361156 wordt neef Cornelis Romckes aangesteld tot voogd over Pytrick, in

haar 13de, de jongste dochter van wijlen Buwe Inthies, bijzitter van Doniawerstal

te Tjerkgaast, bij Hylck Haytsma. Vervolgens wordt een scheiding geregeld

met de weduwe, bijgestaan door Joucke van Oenema, en met de meerderjarige

Igedr, vrouw van Wlbe Lollez te Bolsward, verkoopster aanbeërfd van haar ouders,

voor 1027½ goudg.

In 16181142 speelt een kwestie over graven in de Martinikerk van Bolsward. Getuigen

verklaren o.a. dat vader Lolle Euerts en broer Joannes van Ulbe Lolles in het portaal

zijn begraven, maar Ulbe aan de zuidzijde in de kerk bij zijn vrouw en haar eerste

man, evenals zijn dochter Auck en haar jong overleden dochter Syucke.

Uit het tweede huwelijk:1. Auck Ulbedr, overl. Bolsward 22 juni 1596, tr. circa 1590 Hilbrant

Pyters, te Bolsward, ontvanger van Wonseradeel.

23141 Reyn Wybrens, geb. voor 1538, overl. (voor) 29 sept. 1572, tr. Doet Jochums toe Wijckel, ofwel Doedt Heeredr, overl. 29 sept. 1572, weduwe van Jochim Hansz, dochter van Hero Tzommes (Rollema) te Balk.1143

Jochum Hans, in 1552 met harnas te Wijckel, is stamvader van het geslacht Van Wyckel.

Uit zijn huwelijk met Doedt (naast hierna genoemde dochter): Foockel (1545-1619), Tiallingh,

Hans en Tzomke.1144

In 15661145 kopen Reyn Wybrensz en Doedt 1/8 zaete in Wyckeler Eebert gebruikt

door Gerke Anskez met ‘steen (en) steenswyer’ waarvan o.a. Doedt ten oosten en

westen belender is met nog 1/8 van diverse percelen lands van Hering Wlckez.

Reyn Wybrens ... heeft tot zijn huysvrou getrout Doet Jochums toe Wijckel, welcke den

29e september anno 1572 met een van haer voor dochters in haer eygen huys van de Goijse

vrijbuyters ellendelijck verbrant is, Reyn verschreven haer man doodt geschooten sijnde van

de selve vrijbuyters.

In 15741146 wordt in het sterf huis van Reyn Wybrensz en Doedt Heeredr boelgoed

gehouden door Aucke Wybez en Tibbe Pyerz, voogden over hun kinderen, mede

vanwege de oudste kinderen van Doedt bij haar eerste man Jochim Hansz. Onder

de kopers Hans Jochims.

Uit dit huwelijk twe kinderen ... welcke beyde sonder erfgenamen gestorven zijn:1. N.N.a

Vermoedelijk:2. Jochum Reyns, geb. na 1552, in 1583 te Wyckel.

In 15831147 Eelcke Tyaerdtz te Sloten contra o.a. Jochum Reynsz te Wijckel, mede

vanwege Taeckel Syurdts weduwe, inzake verwondingen.

23142 Goey Wybrensdr, tr. 1. voor 1563 Otte Tzalingz, huisman te Wirdum, daar overl. 1576, zoon van Tzalinck Douwez (Wygara) te Terzool;1148 tr. 2. 1576 Johannes Aggez, van Menaldum, overl. 1576/’78.In 15761149 worden de ooms Wopcke Douwez te Terzool en Sicke Tzialincxz te

Wirdum aangesteld tot voogden over Tryntke, dochter van wijlen Otto Tzialincxz

te Wirdum bij Goyck Wybrensdr. Vervolgens wordt de nalatenschap beschreven

a Dit is niet Wybren Reyns van Harich, man van Idske Meynedr (Tietema).


beiden boven de 20 jaar, Jelmer Feckez is man van hun zuster. In 16131163 overlegt Pier

Elings, nu te Oudega, een rekening sinds 1610 aan Lieuwe en Sybolt Gerrytsz en Jelle

Auckes als man van Intsz Gerrytsdr. In 16141164 zijn Liuwe en Sibolt boven de 25 jaar

en wordt Pyer Eelingsz te Oudega van de voogdij ontslagen.

Uit dit huwelijk:1. Lioets Gerryts, tr. voor 1602 Jelmer Feckes, broer van Anscke

(41111.5), zoon van Fecke Feckes en Anscke Auckedr te Oosthem.In 16071165 wordt Jelmer Feckis de huur opgezegd van landen door Hoite en

Freerck Goslixz te Franeker en Hans Piers, welke landen hij huurde van Agge

Pieckisz, voormalig voogd van Hoite en Freerck.

In 16391166 overlegt Jitske Hotsedr, weduwe van Anske Feckes, bijgestaan

door haar zoon Hotze Anskes een rekening van de voogdij sinds 1636 over

Fed, dochter van Jelmer Feckes, ten overstaan van de nieuwe voogd Joucke

Sybrantsz. Fed had een overleden zuster Ansck, een broer Fecke Jelmers en een

zuster His Jelmers, vrouw van Focke Jansen. Zij erfden allen van medevoogd

Lieuue Gerrits.

In 16481167 His en Fed Jelmersdrs, zusters, gesterkt met hun mannen Focke

Jansen en Sybren Goslicx, contra Sybolt Gerryts. Uitspraak: de zusters

zijn mede-erfgenaam van Lieuwe Gerryts en Sybolt moet diens inventaris

overleggen en nalatenschap scheiden.

2. Lieuwe Gerryts, geb. voor 1589, kinderloos overl. voor 1639.3. Sybolt Gerryts, geb. voor 1589, gebruiker van stem 3 van Ypecolsga,

tr. Aacht Lywes.In 16441168 Marij Sybolts, bijgestaan door haar vader Sybolt Gerryts, contra

Baucke Wouters en vrouw.

In 16481169 lenen Sybolt Gerryts en Aacht Lywes 300 carg. van Johan Feyens

Winter en vrouw.

4. Ynts Gerryts, tr. voor 1613 Jelle Auckes, in 1621 te Woudsend, zoon van Aucke Hoytesz te Heeg en Aelcke Rycolsdr.1170

In 16211171 leent Jelle Auckes te Woudsend 100 goudg. van Rickolt en Heere

Auckez te Indijk.

23311 Feyta Hoytes Wallama tot Folsgara, boer op Wallema, overl. voor 1589, tr. Trijn Jaeckledr, overl. Folsgare 1607, dochter van Jackle Alberts (2311).In 1590 procedeert Hoeyte Feytez vanwege Trijn Feyte weduwe te Folsgare, mede

vanwege haar kinderen bij Feyte Hoeytez tegen de verdere erven van heer Hottye

Feytez (233.4).

In 15921172 Trijn Feyte weduwe en Hoyte Feytez contra Romcke Sipckez.

In 15921173 kopen Sicke Douwez en Reynsck Wopckedr te Oosterend een rente van 35

st. uit hun sate van Trijn Jakledr te Folsgare, weduwe van Feyte Hoytez, bijgestaan

door haar zoon Hoyte Feytez.

en getrouwde kinderen Goy, vrouw van Rinnert Aalles, His, vrouw van Broer

Ighes, Sibbel, vrouw van Claes Jans, en Trijncke Buwedr en met oom Pibo

Godefredi Jongma als voogd over het weeskind van Inthie Buwes. Vastgoed:

sates te Minnertsga, Wolgaest en drie op de Hemdijk.

In 1640 is Buwe Intjes weduwe eigenaar van stem 14 (f loreennr. 60) van Oudega,

de sate van Albert Hoytes (231).

2. Piete (Pietie)?3. Trijn Inthiedr, tr. Romke Idsen, volgt 11321.

23211 Eling Lieuwes, geb. ca. 1540, boer te Doniaga, overl. voor 1602, tr. voor 1579 Auck Piersdr, overl. na 1604.In 16041157 kopen Pyer Elingsz en Auck Pyersdr, weduwe van Elingh Lieuwes, te

Doniaga ½ van 1/3 van de door hen bewoonde saete waarvan zij de overige delen

bezitten van Heyne Obbedr, vrouw van Jan Claesz, voor 182½ goudg.

Uit dit huwelijk:1. Pier Elings, geb. voor 1579, te Broek, Oudega, tr. 1. Aesse Johannesdr,

van Broek, dochter van Johannes Aenis; tr. 2. gerecht Doniawerstal 1621/22 Aell Lolckedr, van Broek.Pier is in 1610 en ’13 voogd over de kinderen van Gerrit Lieuwes. Dat eerste jaar

woont hij te Broek, in 1613 te Oudega.

In 16221158 treedt Aene Johannes op als curator om een scheiding te regelen tussen

de kinderen van zijn overleden zuster Aesse Johannesdr en hun vader Pier Elings.

In 16311159 wordt o.a. Pier Elingsz gekozen als voogd over de kinderen van Baucke

Sibles te Broek bij wijlen Aeff Johannes Aenisdr om een scheiding te regelen met

hun vader.

In 16371160 kopen Tarquinius Swaga en Rintje Lycklama te Boornzwaag 1/3 van

een sate te Broek, gebruikt door Wolter Piters, met ‘vischernije, wateren’ van Pier

Elings voor 1/9 en Elingh Piers, in zijn 23ste met venia aetatis, en Trijn Piers,

weduwe van Sybe Sybes en gesterkt door haar vader Pier Elings, elk voor 1/3 (van

1/3) voor 63 goudg. per pondemaat. Jaerich Martens onder de klokslag van Sneek

verzoekt vanwege zijn vrouw Ins Piersdr, dochter van verkoper, het niaar.

23212 Gerrit Lieuwes, boer te Ypecolsga, overl. voor 1602, tr. His Auckedr, overl. voor 1610.In 16021161 overleggen Tiaerd Auckez en Aete Lieuez een rekening van hun voogdij

over de drie minderjarige kinderen van Gerryt Lyuuez op verzoek van Jelmer Feckez,

man van Lyoets Gerrytsdr, bijgestaan door medevoogd Sybren Auckez. Er is een

vordering van 185 goudg. op de weduwe van Elingh Lieuwes; genoemde Lyoets heeft

haar vierde deel van de nalatenschap ontvangen.

In 16101162 overlegt Pier Elingsz te Broek een rekening van zijn voogdij sedert 1608

over Lieuue, Sybolt en Intsz, kinderen van wijlen Gerryt Lieuuesz en Hiss Auckedr

te Ypecolsga ten overstaan van Gosse Sythiez, rechter te Broek. Lieuue en Sybolt zijn


innocente zuster Gadts Feytedr op verzoek van haar verwanten Taede

Wibrandts, oud-burgemeester van IJlst, Rints Jansdr, weduwe van Hoyte

Feytes, en Gabbe Idtsz als man van Antie Hoytedr.

In 16511187 verkoopt Albert Feytes Wallinga te IJlst 2/3 van ¼ van Wallama

sate te Folsgare waarvan de kopers ¾ bezitten met de gerechtigheid van

‘vysschernijen, legersteden, swanejacht’, aanbeërfd van Gaats Feytes, aan

Cornelis Haubois, burgemeester te Sneek, en Idtie Nauta voor 1800 goudg.

Vervolgens verkopen ook Feyte Hoytes te Makkum, Antie Hoytes, weduwe van

Tiebbe Wytses, burgemeester van IJlst, Jacob Hoytes te Jutrijp, mede vanwege

Jurrien Hoytes, en Antie Hoytedr, weduwe van Gabe Idzes, het door hen geërfde

1/3 van ¼ aan Haubois en vrouw voor 1000 goudg.

23321 Feyta Rienx tot Slooten, geb. ca. 1570,1188 vroedsman en burgemeester van Sloten, daar overl. 12 sept. 1636, tr. 1. Sloten 25 mei 1595 Wydts Hoythisdr, dochter van Hoyt Jacobs; tr. 2. Sloten 15 okt. 1615 Jetscke Nolles, van Follega, overl. Sloten 10 dec. 1639; zij maken testament 18 sept. 1630.Feyte doet belijdenis te Sloten 7 dec. 1609, de tweede vrouw Jetscke op 10 dec. 1626.

In 16111189 kopen Dyrck Dyrcksz, burgemeester van Sloten, en Sibbel Sybrensdr ½

van 6 pm te Tjerkgaast van Feyte Riencxz, vroedsman te Sloten, en Wyts Hoytsdr

voor 21 goudg. per pondemaat.

In 16371190 kwiteren Wattie Hoeitsz, raadsman te Sloten, als man van Nel Feitedr,

Rienck Feites, Oge Thissesz vanwege zijn twee kinderen bij Bauck Feitedr en

Hinne Anskesz als man van Hoeyt Feitedr voor ontvangst van 480 goudg. van hun

stiefmoeder Jedts Feites, weduwe van de burgemeester Feite Rienx, volgens akkoord

van 1636.

Uit het eerste huwelijk:1. Rycht Feytedr, ged. Sloten 22 maart 1596, overl. voor 1637.2. Nel Feitedr, overl. Sloten 14 okt. 1678, tr. 1. Wijckel 1617 Wytje

Nollesz, van Follega; tr. 2. Sloten 29 nov. 1625 Watse Hoytes, van Balk, raadsman 1637, diaken en ouderling 1640 te Sloten. Beiden doen daar op 23 febr. 1634 belijdenis.

3. Bauck Feitedr, overl. Sloten 1635/37, tr. Sloten 9 jan. 1628 Oege Thiesses, overl. Sloten 11 juni 1653. Hij hertr. Sloten 24 nov. 1642 Antie Heynsdr.

4. Rienck Feites, ged. Sloten 28 nov. 1608, vroedsman te Sloten, daar overl. 29 nov. 1649, tr. Sloten 15 jan. 1635 Yeb Nolledr, dochter van Nolle Ansckes en Hylck Heeredr.1191 Rienck en Jeb zijn in 1640 lidmaten te Sloten.

5. Hoeyt Feitedr, ged. Sloten 28 nov. 1608, lidmate 1656, daar overl. 12 febr. 1658, tr. Sloten 9 jan. 1634 Hinne Anskes, overl. Sloten 1 okt. 1656.

In 16071174 verzoeken de erven van Trijn Jaeckledr, weduwe van Feite Hoitisz,

de secretaris om inventarisatie van haar sterf huis te Folsgare en om boelgoed te

houden.

Nog in 16131175 speelt een proces van de erven van Epo Bockes met (de erven van)

Trynke Jacledr, weduwe van Feite Hoites.

Uit dit huwelijk:1. Hoyte Feytesz Wallema, overl. Folsgare 1625, tr. 1. voor 1590 Hots

Wybrens, waarschijnlijk dochter van Wybrandt Taedesz en Tiesck Pyttersdr;1176 tr. 2. voor 1614 Rints Jansdr, dochter van Jan Eiliffs en Ancke Juriansdr.1177

In 16141178 lenen Hoyte Feytez Wallema en Rins Jansdr te Jutrijp 100 goudg. van

Johan Martens Gravius en Barber Hoytema; in 1621, dan wonende te Folsgare,

nogmaals 200 goudg.

In 16171179 maken o.a. Hoyte Feytez Wallama en Rintske Jansdr te Jutrijp een

scheiding met Eiliff Jans als voogd over de innocente dochter Jantke Jansdr

van Jan Eiliffs.

In 16251180 zijn de verwanten Tade Wybrants, oud-burgemeester van IJlst, en

Albert Feytes te Folsgare arbiters bij de scheiding tussen Rints Jansdr, weduwe

van Hoyte Feytesz Wallema te Folsgare, haar broer Eileff Jans te Goutum als

voogd over hun kinderen Antke, Hantke, Jacob, Jurien en Jan Hoytes en Feyte

Hoytez en Ansck Hoytedr te IJlst, vrouw van Tiebbe Wytses, de voorkinderen

van Hoyte bij Hots Wybrens. Genoemd worden het testament van Hoyte van 15

juli 1621 en diens akkoord van 1 juni 1617 met de voorkinderen.

2. Albert Feytes Wallema, boer op Wallema te Folsgare, in 1651 te IJlst, tr. Monts Tadedr, zuster van Riemer Taedes te Oosthem (24112.4).In 16051181 koopt Albert Feytes voor 21 goudg. een ‘rode coe’ in het boelgoed van

Otte Wybis te Oosthem.

In 16121182 lenen Albert Feytez Wallema en Monts Tadedr te Folsgare 400

goudg. van Eepe Oenes Banggama en Frouck Hotsedr Lycklama te Oosthem;

zij stellen hun sate te Folsgare en hun landen in de sate van Ryemer Taedes te

Oosthem tot onderpand. In 16151183 lenen zij nog eens 100 goudg. van Johan

Martens Gravius en vrouw.

In 16321184 verkopen Albertus Fredricus Wallama en Monske Tades onder de

klokslag van Sneek aan dr. Martinus Gravius, gedeputeerde staat, al hun ‘olde

ende jonge swanen’ te Folsgare, Ysbrechtum, IJlst, bij Sneek en elders met het

recht van de ‘jacht der swanen’ voor 263 carg.

3. Impcke Feytedr, tr. Pieter Hanckez, te IJlst.In 16151185 zijn Albert Feytez en Monts Taededr te Folsgare 1250 goudg. schuldig

aan zijn zuster Impcke Feytedr, vrouw van Pieter Hanckez, te IJlst vanwege hun

koop van ¼ van de door hen bewoonde saete te Folsgare.

4. Gadts Feytedr, innocent, overl. (voor) 1651.In 16311186 wordt Albert Feytes Wallema aangesteld tot curator over zijn


een doodgeboren kind - waarmee de eis in totaal op 396 carg. uitkomt. Minne is

verontwaardigd. Hij was met Auck getrouwd en ook had hij aan kleinodiën en

uitvaart meer dan 96 carg. aan Auck besteed. Uitspraak, afgaande op Minnes eed:

Minne moet hen 88 carg. loon (dat is: drie jaar waarvan het eerste te Loënga) afdragen

en 12 carg. boete betalen omdat hun huwelijk niet naar behoren gesolemniseerd was.

In 16011200 overlegt Minne Reins te Terzool de afrekening van zijn voogdij over

Jancke Martensdr.

In 16031201 eist Minne Reynsz te Terzool een restant betaling door Jan Aenkes,

grietman van Lemsterland, voor twee witte koeien die hij hem in 1593 binnen Sneek

voor 70 goudg. had geleverd.

In 16051202 Romcke Sipckisz te Broek contra Minne Reynsz te Terzool.

In 16081203 wordt te Terzool de nalatenschap gescheiden van Menne Reyns door Pier

en Doytse Minnesz, zonen uit zijn eerste huwelijk met Foeckell Gerroltsdr, Baucke

Mirckz, als grootvader vanwege Reyn en Idtske Mennez en Foeckel Mennedr uit zijn

tweede huwelijk, en de weduwe Fueck Bauckedr. Voogd Baucke en weduwe Fueck

krijgen vooruit 900 goudg. en 11 pm in Hillema en Bongwier te Terzool. Voorts 10

pm 1½ eins in de sate te Jongeburen, 1½ pm in een stuk van 10 pm waarvan Syuert

Gosses en vrouw 5 pm toekomt, 1½ pm ‘Het Terp’, 14 pm 4½ eins in een stuk van

24 pm in Feytsma saete te Heeg en 3 pm 7½ eins in een stuk van 6 pm in de sate

van Douwe Wopckes Wigara te Oppenhuizen. Aan Fueck komt 5 pm in Hillema en

Bongwier (aangekocht), 1½ pm in genoemd stuk van 10 pm en 1000 goudg. vanwege

haar inbreng. Aan Pier en Doytse Mennes: 1 pm in het stuk van 10, 1 pm in 2½ pm

‘Het Terp’, 9 pm 7½ eins in de 24 pm in Feytsma saete, 2 pm 4½ eins in de 6 pm te

Oppenhuizen en ieder 500 goudg. van moedersgoed.

Het vastgoed van Menne wordt dus gelijkelijk in vijven gedeeld, dat betreft 6 pm te

Oppenhuizen, 24 pm in Feytsma saete te Heeg, 2½ pm ‘Het Terp’ en nog 2½ pm in een stuk

van 10 aldaar.

Uit het eerste huwelijk:1. Pier Minnesz, te Terzool, tr. Trijn Bauckedr, dochter van Baucke

Mirckz en Goits Johannesdr, zuster van zijn stiefmoeder. Zij tr. 2. stadhuis Sneek 16 juni 1615 Jantke Heerts.In 16151204 worden de ooms Doytse Mennez te Terzool en Mirck Bauckez te

Boornzwaag aangesteld tot voogden over de vier kinderen van wijlen Pyer

Mennez te Terzool bij Trijn Bauckedr die hertrouwd is met Jancke Heertz. Zij

zetten het bedrijf voort, de kinderen komt 900 goudg. toe en vaders landen.

2. Doytse Minnesz, overl. Terzool 1626, tr. 1. Foockel Juwsdr, overl. 1619/20, dochter van Juw Hennez en Ambrosia Sickedr te Goënga;1205 tr. 2. gerecht Rauwerderhem 24 april 1621 Gab Lyckledr, dochter van Lyckle Idsz en Jesel Wybrensdr te Idskenhuizen.1206

In 16191207 kopen Ryuerd van Roorda en vrouw 1/3 van 10 pm te Oosterend dat

verkoopster geërfd had van haar grootvader Sicke Douuez van Foeckel Juusdr,

vrouw van Doytze Minnez, te Terzool voor 100 goudg. per pondemaat.

In 16671192 overlegt Horatius Titema een rekening van zijn voogdij sedert zijn

autorisatie op 26 febr. 1658 over de twee kinderen van Hinne Ansckes en Hoit

Feytedr te Sloten. Dochter Wyts Hinnedr is nu vrouw van Fresse Jacobs, in De

Scharren, haar zuster Geertien is in haar 17de jaar.

6. Rieme Feytedr, ged. Sloten 28 nov. 1608, overl. voor 1637.Uit het tweede huwelijk:7. Lol Feittes, ged. Sloten 13 sept. 1617, daar overl. 12 febr. 1640.8. Eedts Feytes, ged. Sloten 7 mei 1620, overl. Idskenhuizen eind

1655, tr. (derde procl. Tjerkgaast 1647) Foocke Inthies, dorprechter en ontvanger van Idskenhuizen, daar overl. 1656, zoon van Inthie Fockes. Hij hertr. begin 1656 Sibrighien Pecama.In 1656/571193 wordt te Idskenhuizen de nalatenschap beschreven en gescheiden

van dorprechter en ontvanger Foocke Inthies en diens laatste vrouw Sibrighien

Riemers Pecama op verzoek van Hancke Poppes te Dijken en Ibe Noolles te

Eesterga als voogden over zijn zoon Inthie en van de erven van Sibrighien.

Onder de vele ‘brieven’ het testament van Feite Rienx en vrouw en scheiding

in 1640 door hun erven, scheiding van de landen van Loll Romckedr 1616,

scheiding van Feite Rienx met Jacob Hoyts 1624, koop in 1588 door Hoyt Jacobs

en huurcontract van 18 aug. 1655 van Focke Inthies en Eets Feitedr.

9. Jeldu Feyttesdr, ged. Sloten 13 juli 1623, daar overl. 25 juni 1650, tr. Sloten 1 maart 1642 Reyn Thomas, van Harich, kuiper, burger van Sloten 1640; hij tr. 2. Sloten 13 aug. 1658 Antie Heyns (ook onder 3.).Reyn Thomas is ‘vader’ van Gerben Oeges (overl. op zee 1666, zoon van Oege Thiesses

en Antie Heyns).

23331 Menne Reyns, dorprechter te Terzool, overl. 1608, tr. 1. Foeckell Gerroltsdr, overl. voor 1588, dochter van Gerrolt Piersz te Terzool;1194 tr. 2. Auck Fransdr, dochter van Frans Melisz en Jets; tr. 3. (derde procl. gerecht Rauwerderhem 23 mei 1597) Fueck Bauckedr, van Joure, dochter van Baucke Mirckz, bijzitter van Haskerland, en Goits Johannesdr (Assema).1195

In 15801196 is Minne Reintz kerkvoogd van Terzool.

In 1588 (en ook nog 1601)1197 Fedde Rinckez te Jelsum vanwege zijn moeder Eelck

Douuedr, weduwe van Rincke Abbez, contra Minne Reynsz te Terzool vanwege zijn

kinderen bij Foeckel Gerroltsdr en Marij Gerroltsdr, vrouw van Wopke Hansz, te

Boksum als erven van Gerrolt Piersz. Zij moeten Fedde 3½ pm fenland laten volgen.

In 16061198 is het Menne Reinsz vanwege genoemde kinderen contra Marij Geroltsdr,

weduwe van Wopke Hansz, te Boksum.

In 1596 wordt Minne Reins te Terzool aangesteld tot voogd over Christijn van Albada (23412).

In 15981199 eisen Frans Melisz en Jets te Sloten als erfgenamen van hun dochter

Auck, die dienstmaagd was bij Minne Reynsz, dorprechter van Terzool, 96 carg.

achterstallig loon op. Bovendien had Minne hun dochter onteerd - met als gevolg


23332 Feyte Reyns, kerkvoogd te Gauw 1581,1216 overl. Oppenhuizen 1604, tr. 1. Auck Wybedr, dochter van Wybe Syurds te Gauw; tr. 2. Dieucke Hettedr.In 15941217 Feyte Reynz als vader van zijn kinderen bij Auck Wybedr, Gosse en

Johannes Wybez voor zich en voor hun zuster Tietscke contra Poppe Oeges vanwege

zijn vrouw Hylck Wybedr.

In 15941218 verkocht Feyte Reynz 10 pm in Rollema sate aan Eede Hiddez te Gauw of

aan diens moeder Marij Hidde weduwe.

In 1602 en ’041219 Gosse en Johannes Wybes te Gauw contra Feyte Reyns te

Oppenhuizen als vader van zijn kinderen bij Auck Wybedr en Marck Rintses te Gauw

vanwege zijn vrouw Anna en als volmacht van Wybe en Syurd Annes inzake 10 pm in

Rollema sate. In de loop van 1604 is Feyte overleden.

In 16051220 staan Wybe Feytesz te Heeg, Yepcke Feytes te Oppenhuizen, Reyn Feytis te

Bons, Mirck Rintses vanwege zijn vrouw Anne Feytedr, Seerp Herez te Oppenhuizen

vanwege zijn vrouw Auck Feytedr en Dieucke Hettedr als moeder van haar kinderen

bij Feite Reyntz aan Ruyrdt Jaensz voor zich en als voogd van zijn broer Jaen Jaensz,

Wybe en Aette Jaensz en Jel en Hylck Jaensdrs het gebruik toe van de 6/10 van 5 pm

in Rollema sate te Gauw, die Uulck Jaens vanwege haar minderjarige kinderen aan

Feyte Reynsz had verkocht. Ook Piecke Hansen, de voogden van de kinderen van

Suirt Jaens, Swob Jaensdr, die voor 1/10 erfgename was van haar vader Jaen Siurtsz,

en Gosse en Johannes Wybis mengen zich in 1605 en ’06 in de kwestie.

In 1615 en ’181221 Jacob Johannes, burger van Sneek, met recht van de erven van

Folckard Douwes contra Wibe, Reyn en Ipcke Feytes, Dirck (lees Auck) Feytes en

Anna Feytes, vrouw van Mirck Rinthies, als erfgenamen van Feyte Reyns. Vraag is of

Folckard zaliger 20 goudg. schuld had bij wijlen Greolt Jelles, Jaen Syurdts en Feyte

Reyns en voorts of die Feyte meer erfgenamen had en zo ja welke.

In 16151222 Gosse en Johannes Wybes contra Holcke Tyaerds te Gauw inzake landen

in Galtema en Jelsma zaten. De broers, zonen van Wybe Syurds, hadden o.a. 3 eins in

Galtema zate gekocht van Feyte Rienx (lees Reyns).

Uit het eerste huwelijk:1. Anna Feytedr, tr. voor 1604 Mirck Rintses, te Gauw.2. Wybe Feytez, vermoedelijk op Feytsma sate te Heeg 1607, op stem

25 van Oppenhuizen 1640, tr. Tjets Abedr.In 1601 boer te Heeg op een sate van 8 f l.; in 1605 is Wybe Feytes getuige bij de

doop te Heeg van Jaen, zoon van Frans Syboldts.

In 16391223 kopen Wybe Feitisz en Tjets Abedr te Oppenhuizen 4 pm te Broek

van Pieck Jongersdr voor 36 goudg. per pondemaat.

In 16411224 lenen Sybren Sioerdts en Auck Ipkedr 1000 goudg. van Wybe Feytes

te Oppenhuizen.

3. Yepcke Feytez, te Oppenhuizen, overl. 1638, tr. Hylck Aeges.In 16161225 lenen Hans Eelckis en Rinck Nolledr te Oppenhuizen 50 goudg. van

Ipcke Feytez en Hylck Aeges aldaar.

In 16201208 wordt grootvader Jw Hennez te Sneek aangesteld tot voogd over

Foockel en Menne, kinderen van Doytse Mennes te Terzool bij wijlen Foockel

Jusdr. Vader blijft op de boerderij, de kinderen komt naast moeders landen

7200 goudg. toe.

In 16211209 overlegt Johannes Lycklesz, mede-erfgenaam van Lyckle Ids, een

rekening van zijn administratie sedert 1618 van vaders- en moedersgoed aan

zijn broers en zusters. Doeytse Mennesz kwiteert vanwege zijn vrouw Gaeb

Lyckledr. Ook neemt Doeytse weesdochter Aal Wlckedr, circa 16 jaar, in huis

en zij zullen haar onderhouden in ruil voor het vruchtgebruik van haar goed.

In 16261210 wordt te Terzool de nalatenschap beschreven van Doytze Minnes

op verzoek van Ju Hinnes en Reyn Minnes als voogden over weeszoon Minne

en van weduwe Gab Lyckledr, bijgestaan door haar broer Johannes Lyckles.

Om tot een vergelijk te komen wordt de hulp ingeroepen van Johannes Jans te

Poppingawier en Ipcke Feytes te Oppenhuizen (23332.3) als arbiters. Uitkomst

is dat Gab de sate op Soolsterwyren zal ontruimen en dat zij met 1300 goudg.

wordt uitgekocht. In de jaren tot 16341211 volgen weesrekeningen. Er waren

landen te Britswerd en Kubaard en een vordering van 500 goudg. op Fokel

Piers.

Uit het tweede huwelijk:3. een doodgeboren kind.Uit het derde huwelijk:4. Reyn Mennes Hillema, schrijver van een compagnie, wordt burger

van Sneek 14 juni 1623, tr. Swobke Rommerts (Hanninga).In 16341212 koopt Abbe Fredricx Gabbema te Leeuwarden de helft van Haninga

sate te Achlum van 88 pm, waarvan verkoopsters zuster de andere helft

toekomt, van Jetske Romberts Hanninga, vrouw van dr. Regnerus Meyldam,

advocaat voor het Hof, voor 110 goudg. per pondemaat. Reyn Minnes Hillema,

schrijver van een regiment, neemt vanwege die zuster Swobke Rommertsdr de

koop over. Nog datzelfde jaar1213 verruilt Swob de gehele sate aan dr. Joanis Nijs,

raad voor het Hof, en vrouw tegen 40 pm op het Leeuwarder nieuwland plus

6950 goudg.

5. Idtske Minnes Hillema, wordt burger van Leeuwarden 1635, biersteker, tr. Antie Intes Kingma, dochter van Inte Sybolts Kingma en Tied Johannesdr te Oosterlittens.In 16381214 kwiteert Idske Minnes Hellema, burger en biersteker te Leeuwarden,

voor ontvangst van 200 goudg. van Stinnert Stinnerts.

In 16421215 kochten Idtske Minnes Hillema en Antie Intes Kingma en

schoonmoeder Tied Intes weduwe voor 300 goudg. een huis van Bocke Feites

als voogd over de kinderen van Sipcke Rienckx en Rieme Bockes; Antie is

universeel erfgename van haar vader Inte Sybolts Kingma.

6. Foeckel Mennedr.


In 16261242 worden Gatske, vrouw van Frans Cornelis, en Greolt (met venia aetatis)

uitgeboedeld. Saecke en Here Hoytes nemen in 1628 de voogdij op zich over Ids,

Liupck en Aesge Hoytes en van hen volgen rekeningen in 1629, ’32, ’34 en ’38.1243 Ids

Hoytes kwiteert in 1632 en Liupck, vrouw van Joannes Riencx, in 1634. Tenslotte

volgt in 16421244 slotafrekening door Saecke Hoytes Hobma te Rauwerd en Heere

Hoytes Hobma te Terzool voor hun broer Aesge Hoytes Hobma.

In 1640 zijn Hoyte Greoldts’ erven eigenaars van o.a. stem 7 van Mantgum.

Uit dit huwelijk:1. Saecke Hoytes Hobma, geb. circa 1599, waarschijnlijk overl. kort

voor 1660, trouwt 1. 1622 Antje Sioerds Wiarda, overl. voor 1639, dochter van Sioerd Keimpes Wiarda en Liupck Agricola;1245 trouwt 2. gerecht Rauwerderhem 8 sept. 1643 Gryttie Jans.Nog in 1767 wordt zilverwerk met inscriptie S:H A:S:W in de familie bewaard.1246

In januari 16601247 staat Marten Jenties in totaal voor 76 carg. in het krijt

wegens aankopen in boelgoeden van o.a. Saecke Hoytes.

In 16891248 koopt Lipk Sakes, weduwe van Eelke (Taeckes), een part van

Andringa sate te Akkrum, groot 60 pm en gebruikt door Beitz Ceimpes, van

Hans Sakes te Sijbrandaburen, Ybel Sakes, weduwe van Doitze Johan(nes) te

Oosterend en Antie Sakes, vrouw van Claes Gerbens, te Terzool voor 69 goudg.

per pondemaat.

2. Here Hoytes Hobbema, geb. circa 1601, te Sijbrandaburen, overl. na 1635, tr. gerecht Rauwerderhem 20 okt. 1622 Wlck Aebbedr, van Terzool, dochter van Abbe Hettez, mederechter van Rauwerderhem, en Jel Hiddedr.1249

Getuigen bij het huwelijk zijn Abbe Hettez, Tyepcke Sakis en Sicke Aesges

Albada.

3. Gatske Hoytedr Hobma, geb. circa 1602, overl. na 1638, tr.1. (derde procl. gerecht Rauwerderhem 31 mei 1624) Frans Cornelis Levery, van Vrouwenparochie, overl. voor 1630, zoon van Cornelis Pyters Leurey;1250 tr. 2. gerecht Hennaarderadeel 17 dec. 1638 Jacob Gerbrandts, van Edens.

4. Greud Hoytes, geb. circa 1605, tr. Fed Wyntsedr, dochter van Wyntyen Reynersz en Lolck Auckedr; zij hertr. 1635 Barthold Jansen, in 1640 gebruiker en mede-eigenaar van stem 9 van Offingawier.In 16051251 wordt Cornelis Ysbrantz te Weidum aangesteld tot voogd over Fed,

dochter van Lolck Auckedr, weduwe van Wyntyen Reynersz te Offingawier.

In 16351252 wordt de nalatenschap beschreven van Greolt Hoytes op verzoek van

weduwe Fed Wintsedr, hetrouwd met Barthold Janssen, en van Saecke en Here

Hoytesz als voogden over de twee dochters en de zoon. Staande echt was 32 pm

in hun boerderij aangekocht.

In 16451253 liquidatie van Saacke en Heere Hoytes als voogden over Hoyte,

Jebel, Lolck en Jidtie, de kinderen van Graeolt Hoytes bij Fed Wyntsedr met

In 16361226 overlegt Ipke Feytis als voogd van Pieter en Siu, kinderen van

Joannes Wybis, een weesrekening. In 16381227 volgt een rekening door Sybren

Sioerdts van die voogdij van wijlen zijn schoonvader Ipke.

4. Reyn Feytez, te Bons onder Ysbrechtum.1228

5. Auck Feytedr, overl. Oppenhuizen 1615, tr. voor 1603 Seerp Herez, te Oppenhuizen 1605, op stem 10 van Uitwellingerga 1640, overl. 1643/46,1229 zoon van Here Gabbesz en Antke Seerpsdr.1230 Hij hertr. Rins Molledr.1231

In 16031232 overleggen Seerp Herez vanwege zijn vrouw Auck Feytedr en

bijgestaan door zijn vader Here Gabbes en Ryuerdt Jaens een rekening van de

voogdij over Syuerdt Jaens.

In 16151233 wordt te Oppenhuizen de nalatenschap beschreven van Auck

Feytedr; weduwnaar Seerp Heerez regelt een scheiding met de ooms Wybe en

Ipcke Feytez als voogden over de kinderen.

23411 Hoyta Greuds Hobbema, overl. 10 april 1620, begr. Sijbrandaburen, tr. Ebel Saeckedr Stapert, overl. 25 juni 1617, begr. Sijbrandaburen,1234 dochter van mr. Saecke Hansz Stapert, burgemeester van Sneek, en Ebel Sickedr (Albada).1235

In 16041236 worden op verzoek van Hoyte Greudz en Ebel Saeckedr te Sijbrandaburen

en met overroeping van Aesge en Piter Albada de huizing, hooiberg en watermolen

aldaar, die gebruikt worden door Jelle Greudtz en Stijnke Albada, getaxeerd en wel

op 850 goudg.

In 16061237 kopen Gysbert Gerrytz en Jelder Heeredr te Sneek 6 pm te Sijbrandaburen

(met Ids Albada als belender) van Hoyte Greudtsz. Bloedverwant Aesge Sickez Albada

legt het niaar op de verkoop.

In 16071238 pachten Jelle en Hoyte Grioltsz 30 mad en 7 koegras kloosterlanden te

Grouw.

In 16211239 worden Typcke Stapert te Nijland en Sicke Sirks te Goënga aangesteld

tot voogden over Saacke, in zijn 23ste, Here, 21ste, Gadtke, circa 19, Greud, 16, Ids,

circa 15, Lyepck en Aesge, de kinderen van Hoyte Greudts Hobbema en Ybel Saackes

Stapert, gevolgd door inventarisatie en boelgoed. Zoon Saecke kwiteert, bijgestaan

door Siuerdt Wyarda, in 1622 voor ontvangst van zijn deel groot 2074 goudg. In

16231240 kwiteert zoon Here, te Terzool, bijgestaan door schoonvader Abbe Hettez.

In 16241241 volgt een rekening en wordt het vastgoed gespecificeerd dat de kinderen

geërfd hadden van hun ouders, van Rinck Heeredr, weduwe van Botte Bottez, en

van Idtske en Hans Saeckes Stapert: een sate te Gauw van circa 40 pm, een sate te

Oosthem, ¼ van een sate van 39 pm gebruikt door Tiepke Stapert, de helft van 30

pm in Staperts staten te Wommels, 29½ pm te Mantgum, nog 5 pm daar, gebruikt

door Sierck Syercx, 40 pm in 80 pm, gebruikt door Saecke Hoytes, en o.a. nog een

rente uit Douwe Wopkes sate te Oppenhuizen. Alles wordt getaxeerd en vervolgens

wordt geloot.


bij nacht door Jelle geschaakt en tegen de wil van haar moeder en familie met hem

getrouwd. Het Hof stelt Christina niet in het gelijk, maar spreekt even later wel uit

dat Andries van Albada de rekening moet overleggen van zijn voogdij over Christina,

nu boven de 25 jaar.

In 16051265 kopen Jelle Greudtz en Stynke Albada, naast een rente van 3½ botsen uit

Breutsma sate te Sijbrandaburen, de halve huisstede en gehele stinswier met 11 pm

in Itsma sate te Terzool met nog 3 pm te Rauwerd van (de erven van) Aucke Benardi

te Terzool.

In 16241266 regelen Abbe Hettez te Terzool en Jelle Greuds Hobma te Mantgum als

voogden over de vijf kinderen van wijlen Wopcke Tzisses bij Beyts Douwedr een

scheiding met de moeder, nu vrouw van Claes Sybrens.

In 1640 is Jelle eigenaar van stem 19 van Bozum, zijn kinderen zijn dan eigenaar van

stem 14 van Terzool.

In 16411267 moet Jelle Greolts Hobbema 23 goudg. betalen van gekocht ‘schip ende

zeyll’, in 1644 47 carg. terzake ‘taux’ van Feyckema sate te Mantgum. In 16451268 komt

Jelle, dan te Bozum, een rente toe van 5 goudg. uit Hobbema sate te Kubaard.

Uit dit huwelijk:1. Hector van Hobbema, tr. Tialck Hoitama, volgt 51723.2. Gerardus Jelles Hobbema, tr. (derde procl. stadhuis Bolsward 26

febr. 1640) Auckje Johannes Rispens.1269

In 16461270 kopen Sicke Aesges Albada en Antie Hobbema te Speers de helft van

Itsma sate te Terzool, groot 50 pm, van Gerardus Hobbema te Bolsward voor 95


3. Gaets Jelles Hobbema, overl. 15 juni 1671, begr. Bozum,1271 tr. (derde procl. gerecht Hennaarderadeel 6 sept. 1620) Fonger Sybrens Iousma, te Hidaard, zoon van Sybren Saeckles en Saeck Wopkes Popta.1272

In 1640 is Fonger Sybrens boer op stem 12 van Hidaard.

In 16411273 kopen Fonger Sybrens en Gaatske Jelledr Hobbema te Hidaard

voor 2/3 en Riuerd Sybrens als vader van Saekle bij His Sybrensdr voor 1/3

31 pm in Sansterasate te Itens van Gosse Watses Heringa, ontvanger van

Hennaarderadeel, voor 118 goudg. per pondemaat.

4. Lupck Jelles Hobma, tr. Anne Wygers Lolckema, te Pingjum, Poppingawier, burger van Bolsward 27 nov. 1652, daar overl. 1655, zoon van Wyger Annes en Ancke Wopckes Popta.1274

In 16281275 een ruilkoop tussen Anne Wygers en Liopck Hobbema te Pingjum

en Gerben Gerbens en Tied Dotinga te Marsum van de helft van een huizing te

Pingjum tegen 2½ pm te Witmarsum.

In 16511276 kopen Hector Hobbema en zijn zwagers Sicke Aesges Albada en

Fonger Sybrens een sate van 31 pm te Terzool van Lupck Jelles Hobma, vrouw

van Anne Wygers, te Poppingawier voor 3000 goudg.

In 16551277 wordt zwager Idts Jacobs te Poppingawier aangesteld tot voogd over

de moeder, nu vrouw van Bartle Jansen. Lolck en Hoyte zijn overleden, Jebel is

getrouwd met Elingh Hayes.

5. Ids Hoytes Hobbema, geb. circa 1606, in 1640 boer op stem 39 van Pingjum (bezit van Tiede Wopckes en Wyger Annes), overl. na 1654,1254 tr. gerecht Barradeel 22 mei 1636 Imck Tiededr Popta, van Almenum, dochter van Tiede Wopkes Popta en Grets Huiberts Oostrum.In 16351255 kopen Hector van Albada en Maria van Hoytema te Sneek 7½ pm in

Stapert onder Wommels van Idts Hoytes Hobbema te Sijbrandaburen voor 129


In 16511256 Idts Hoytes Hobbema te Pingjum vanwege zijn kinderen bij Imck

Tydedr en haar zusters Mayke en Rintske als erven van Tyde Wopckes Popta,

mede voor diens weduwe Geeske (sic) Huyberts Oostrum contra Sioerd Jellis c.s.

In 16711257 verkopen Hoite Idses Hobbema c.s. als erfgenamen van Tiede

Wopkes Popta en Grets Huiberts Osterum o.a. Groot en Clein Ropens onder

Almenum.

6. Liupck Hoytes, tr. gerecht Rauwerderhem 14 jan. 1634 Joannes Riencx, boer op stem 22 van Terzool, daar overl. voor 1670, zoon van Rienck Hettes.In 16691258 worden de ooms Ids Hoites en Pytter Rienx aangesteld tot voogden

over Uilck Joannes, circa 17 jaar.

In 16701259 wordt de nalatenschap beschreven van Joannes Riencx op verzoek

van Rienck Joannes, Ibel Joannes, vrouw van Dirck Romckes, te Akkrum, Hoite

Joannis, met venia aetatis, en de voogden van Uylck Joannis. De kinderen

erfden 200 carg. van (Trijntie Reiners, weduwe van) Tiete Reins; in 1634 had

Joannes Riencx het bedrijf overgenomen van Rienck Hettes.

7. Aesge Hoytes Hobma, tr. gerecht Rauwerderhem 20 sept. 1641 Syouck Douwedr Oldenhuis, dochter van Douue Jans Oldehuys en Swob Peters te Lutkewierum.1260

In 1640 is Aesge eigenaar van stem 20 van Oosthem.

23412 Jelle Greuds Hobbema, te Terzool 1618, Mantgum 1624, Bozum, overl. na 1645, tr. rond 1595 Christina van Albada, overl. 5 maart 1613, begr. Sijbrandaburen,1261 dochter van Hette van Albada en Tyets (Jelledr).1262

In 15961263 wordt Minne Reins te Terzool aangesteld tot voogd over Christijn van

Albada, met name om goedschiks of kwaadschiks het vijfde deel van haar vaders

nalatenschap te verwerven.

In 15981264 Minne Reyns te Terzool als voogd over Christina van Albada contra

haar vier broers en zusters. Christina was zo’n drie jaar eerder getrouwd met Jelle

Grueltz, zij hadden twee kinderen, waren als boer begonnen en willen nu het vijfde

deel van haar vaders nalatenschap uitgekeerd hebben. De tegenpartij brengt in dat

Christina haar vaders laatste wil niet had nageleefd. ‘Tot grooten schandale’ was zij


In 15831287 stelt Greolt Jellesz, bijzitter van Wymbritseradeel, zich borg voor zijn

zwager Dyure Romckesz te Deersum.

In 1598 is Dyorre Romckez boer op het Gauster gued, af komstig van zijn schoonmoeder.

In 16301288 lenen Sydts Egberts en Jets Wuylckedr te Sneek 150 goudg. van Siouck Greolts,

weduwe van Diurre Romckes, te Gauw; Egbert Dircks en Bot Greoltsdr zijn borg.

In 16421289 komen de erfgenamen van Diorre Romckes en Siouck Greoldsdr tot een

vergelijk. Het betreft Sicke Sierx voor zich en als vader van zijn zonen Diorre, Heere

en Sierck bij Bauck Diorresdr, Botte Sioerts, Oene Doecklesz c.s. en Romcke Diorresz.

Die laatste had het bedrijf van 80 pm te Gauw overgenomen van zijn moeder en ook

is er kwestie over de sate te Kubaard.

In 16431290 kopen Pytter Pytters Walpert te Wommels, Saacke Douuis Stapert en

Grietye Pyttersdr Walpert te Itens, ieder voor de helft, ¾ van Berckwert sate te

Kubaard, groot 80 pm, gebruikt door Syrck Hilles Bualda, door de verkopers geërfd

van hun grootmoeder Syouck Greultsdr, weduwe van Dyurre Romckes, van Gaats

Dyurredr, weduwe van Syuerdt Oenis en nu vrouw van Jan Lolckis te Oosterlittens

en gesterkt met haar zoon Botte Syuerdt voor 1/3 Sicke Syrcx te Goënga als vader

van zijn kinderen bij Bauck Dyurredr, gesterkt met zijn zoon Dyurre en met Greult

Doeckles te (Scharne)Goutum en Epe Taeckes te Goënga, mannen van zijn dochters

Wobbel en Lyupck,voor 1/3 en Oene en Greult Doecklez te Oosterlittens en Goutum,

Syouck Doeckledr, weduwe van Romcke Riencx, te Oosterlittens, Rienck Doeckledr,

vrouw van Dirck Jansz, te Tzum en Eelck Lolckedr, weduwe van Ulbe Doeckles, te

Arum vanwege haar kinderen bij Ulbe voor 1/3 voor 160 goudg. per pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Gaets Diurredr, overl. 1652, tr. 1. rond 1600 Sioerdt Oenes, broer

van Harmen en Aet Oenes;1291 tr. 2. Jan Lolckesz, te Oosterlittens.In 16461292 Gats Diorres, vrouw van Jan Lolckesz, contra Romcke Diorres.

Op 30 nov. 16521293 scheiden Sioerd Douwes te Oldeklooster als man van Bauck

Oenedr, Sybe Oenes te Oosterlittens, stiefvader Jacob Rinnerts te Wommels

als voogd over Rintk en Sioerd (overl.), kinderen van Oene Sioerts bij Lioetske

Lammertsdr, en Hercke Tiepkes te Goutum als voogd over Diorre en Atte, de

kinderen van Botte Sioerdsen, de nalatenschap van hun grootmoeder Gats

Diorredr. Er was een vordering van 1000 goudg. op Oene Doeckles en Reinsck

Diorres te Oosterlittens en één van 200 goudg. op Jan Lolckes; vastgoed: 50 pm

in Botte Sioerts sate te Goutum, 1/8 van de sate aldaar waarvan Greolt Doeckles

de helft toekomt, ¼ sate te Wirdum en ¼ van 40 pm te Sijbrandaburen,

gebruikt door Jentie Romckes.

2. Bauck Diurredr, tr. Sicke Siercksz, te Goënga, overl. 1645, zoon van Sirck Sickez en Wobbel Jarichsdr te Loënga en Sijbrandaburen (broer van Bauck 51733).In 16051294 legt Sirck Sickez te Loënga, vanwege zijn vrouw Wobbell Jarichsdr,

als bloedverwant het niaar op een verkoop uit Broersmasaate te Sijbrandaburen

door Jets Douuedr, vrouw van Haringh Hettez, aldaar.

Lysbet, in haar 21ste, en Impck, in haar 18de, kinderen van wijlen Anne Wygers

Lolckema bij Lipck Hobbema.

5. Antie Hobma, tr. (derde procl. gerecht Rauwerderhem 2 febr. 1629) Sicke Aesges Albada, weduwnaar van Jouwer Wopckes Andringa, zoon van Aesge Sickez Albada en Beits Cornelisdr.1278

In 16471279 koopt Sicke Aesges van Albada te Gauw een rente van 22 st. uit Itsma

saete te Terzool van Auck Gosses te Sneek voor 27 carg. Met Antie Hobma koopt

hij in 16511280 een rente van 5 goudg. uit die saete van Maeyke Abedr, weduwe

van Tiepcke Stapert, te Nijland voor 100 goudg.

23413 Beyts Greuds, overl. voor 1629, tr. Dirk N., overl. voor 1629.In 16301281 eisen Gerben Dircxz te Bilgaard voor zich en als voogd over zijn zusters

Mari en Gaets, Jacle Dircxz te Oosterwierum, Peter Jansz te Jelsum als vader van

zijn kinderen bij Meints Dircxdr en Gerben Douwes te Grouw, man van Liupck

Dircxdr, als erven van hun (schoon)moeder Bets Grioeltsdr en aldus voor ¼ erven

van Rinck Heredr, weduwe van Botte Bottes, te Goënga herziening van de scheiding

van 1623 in Wymbritseradeel van de nalatenschap van Rinck van haar mede-

erfgenamen Jelle Grioelts te Poppingawier, Siouck Grioeltsdr, weduwe van Diurre

Rompckes, te Sneek, Heere Hoytes te Terzool en Saeke Hoytes, mede als voogden

over de minderjarige kinderen van Hoite Grioelts, Grioelt Hoytes, die venia aetatis

verkregen had, en Gaets Hoytedr, weduwe van Frans Cornelis, de kinderen van

Hoyte Grioelts.

In 16291282 wordt broer Gerben Dirckx aangesteld tot voogd over Marij, in haar 19de,

en Gats, in haar 18de, Dirckxdrs; zo nogmaals in 1634.

In 16311283 wordt oom Jelle Greolts Hobbema aangesteld tot voogd over Mary, in haar

23ste, en Gadt, 18, Dirckxdrs om van hun eerdere voogd Gerben Dirckxz de rekening

af te nemen.

Uit dit huwelijk:1. Gerben Dircxz, te Bilgaard.2. Jacle Dircxz, te Oosterwierum.3. Meints Dirksdr, overl. voor 1630, tr. Peter Jansz, te Jelsum.4. Liupck Dircxdr, tr. Gerben Douwes, te Grouw.5. Mari Dircxdr, geb. circa 1609.6. Gaets Dircxdr, geb. circa 1613.

23414 Syouck Greuds, overl. tussen 1640 en ’42, tr. voor 1578 Diurre Romckes, te Deersum 1583, Gauw 1597, overl. voor 1623, zoon van Romcke Claesz.1284

In 15781285 wordt (deze?) Dyorre Rompckez te Roordahuizum aangeslagen voor 2 carg.

In 15791286 treedt Piet... op als voogd over Jetze, zoon van Romcke Claesz, in een

kwestie over de niaarkoop van een huis; Dyorre Romckez heeft de helft van de

koopsom, 29 goudg., ontvangen.


In 16131307 kopen Syoucke Lolckez en His Jouckedr te Tzum 1 pm op Rispenser

terp te Oosterend met Sipck Sibledr (41311.2) rondom als belender van Mirck

Jouckez te Kubaard en Baaff ke Jouckedr, vrouw van Lolke Folckerts, te Spannum.

In 1640 is Lolcke Folckerts boer op Groot Bunkerd, stem 11 van Spannum.

23422 Hessel Douwes, geb. voor 1555, boer op Hobbemasate te Kubaard, leek in de R.K. kerk van Bolsward,1308 testeert 13 juni 1642, overl. voorjaar 1645, tr. voor 1585 Aeck Abbes, dochter van Abbe Takez (1121).Tussen 1585 en 1631 kopen Hessel en Aeck regelmatig landen in Hobbemasate.1309 In 1640 is

Hessel hier eigenaar en gebruiker.

In 16451310 wordt op Hobbema sate te Kubaard de nalatenschap beschreven van Hessel

Douues. Erven zijn de kinderen Douue, ruim 50 jaar, te Kubaard, Folckert, circa 50,

te Midlum, Abbe, 46 of 47, op Ameland en Jackle, 40, te Spannum. Vastgoed o.a.:

Hobbema sate, groot circa 90 pm, waaruit een rente van 5 goudg. aan Jelle Greolts

Hobbema te Bozum toekomt, Groot Gietens te Kubaard, groot circa 59 pm, 6 pm te

Wommels en 10 pm te Grouw; vorderingen van 700 goudg. uit 1624 op Lolcke Folckerts

te Spannum, 150 goudg. uit 1625 op Jelle Greolts Hobbema te Bozum, 1428 goudg.

uit 1641 op Abbe Hessels te Franeker; testament van Hessel Douwes van 13 juni 1642.

Verdere akten: koop van landen in Hobbema van Lolcke Folckerts, Beyts en Lolke

Jelles, kopie testament en inventaris van Douwe Folckerts, afrekening van Hessel

Douwes met Lolke Folckerts, ruilkoop van Atke Greolts met Hessel Douwes, scheiding

tussen Douue Folckerts en zijn zuster Doedt. Hessel was getrouwd met Aeck Abbedr.

Uit dit huwelijk:1. Douwe Hessels Hobbema, geb. circa 1589, overl. 28 mei 1662,1311

begr. Kubaard, tr. gerecht Hennaarderadeel 17 febr. 1641 Pyttie Jacobs, dochter van Jacob Meinerts en Eelck Douwes (11221.6).1312

2. Folckert Hessels, geb. circa 1595, op Hobbemasate 1631, te Midlum 1645, Kubaard 1651, ’62; tr. 1. circa 1630 Eelck Idsedr, dochter van Idts Gerryts, op Tyebbingasate te Hidaard; tr. verm. 2. gerecht Rauwerderhem 14 febr. 1644 Jelcke Douwes, dochter van Douwe Takes te Rauwerd.In 16511313 wordt op Tyebbinga sate te Hidaard de nalatenschap beschreven van

Idts Gerryts. Onder diens erfgenamen: Tryntye, in haar 21ste, Gerryt, in zijn

19de, Tyetske, in haar 17de, en Aeck, in haar 12de, de kinderen van Folckert

Hessels te Kubaard bij wijlen Eelck Idsedr.

In 16621314 kopen Douwe van Sytsma en vrouw de sate Groot Gietens te Kubaard,

groot 40 pm, van de bewoner Folckert Hessels voor 163 goudg. per pondemaat.

3. Abbe Hessels, geb. circa 1598, af k. van Dronrijp, in 1645 op Ameland, tr. gerecht Hennaarderadeel 20 nov. 1626 Idke Jacobs, dochter van Jacob Meyntis.

4. Jackle Hessels Hobbema, geb. circa 1604, overl. 5 juli 1673, begr. Kubaard, tr. gerecht Hennaarderadeel 24 aug. 1636 Antie Harckes,

In 16301295 zijn Egbert Dircks en Both Greoltsdr te Gauw 200 goudg. schuldig

aan Sicke Siercksz en Bauck Dioredr te Goënga.

In 16451296 is Sicke Siercks overleden. Zijn zoon Diorre Sickesz en schoonzoons

Greolt Doeckeles en Epe Taekeles overleggen een rekening van diens voogdij

sedert 1643 over Homme en Fopck Foppes, kinderen van Foppe Tietes

Hoytema, bijzitter van Wymbritseradeel, en Bauck Sierx (Broersma), beiden

overleden.

3. Jouck Diurredr, overl. voor 1642, tr. Doeckle Oenes, boer op Angemasaete, stem 23 van Oosterlittens, overl. voor 1640, zoon van Oene Ducklez en Jouck aldaar.1297

In 16121298 leent Harmen Schelts te Bolsward 80 goudg. van Doekle Oenis en

Jouck Diurredr te Oosterlittens.

In 16411299 kopen Oene Doeckles en Reynsck Diorredr, Syouck Doeckles,

weduwe van Romcke Rienckx, en Eelck Lolckedr, weduwe van Ulbe Doeckles,

¼ van Angma saete, 84 pm, onder de klokslag van Oosterlittens van Greolt

Doeckles en Wobbel Sickedr voor 1955 goudg.

4. Romcke Diurrez, geb. circa 1578, in 1640 eigenaar en gebruiker van stem 9 van Gauw, overl. aldaar 30 nov. 1672, tr. Pittie Jenckesdr, geb. circa 1595, overl. Gauw 16 mei 1670.1300

In 16521301 zijn Symen Heyns, dorprechter te Offingawier, en Wypck Hayedr

150 goudg. schuldig aan Romcke Diorris en Pitie Jenckesdr te Gauw.

23421 Folkert [Douwes], tr. N.N.In 15861302 wordt Jucke Jankez te Welsrijp op verzoek van Hessel Douues aangesteld

tot voogd over Lolcke Folckertsz, circa 12 jaar, in verband met de nalatenschap van

Douue Folckertsz.

In 15961303 verzoekt Lolke Folkertsz, nu circa 25 jaar en bijgestaan door zijn

schoonvader Laes Tyaerdtsen, zijn oom en voogd Hessel Douwez te Kubaard om een

afrekening van diens administratie, o.a. inzake zijn aandeel in de nalatenschap van

grootvader Douue Folkerts; present zijn Jelle Jelles te Dronrijp, Jucke Joukez en Jacob

Eeuerts te Welsrijp, bloedverwanten van Hessel resp. Lolke. Dat was er namelijk in

1587, toen Jucke Joukez optrad als voogd voor Lolke, niet van gekomen. Aangezien

Hessel Douwez door zijn vader een legaat van 5 pm in Hobbema zaete was toebedeeld

komt Lolke 28 pm toe in die boerderij.

Uit dit huwelijk:1. Lolcke Folckerts, geb. circa 1573, te Goënga 1600, Spannum 1606,1304

1640, tr. 1. 1596 Rieme Lasedr, geb. Arum circa 1574, dochter van Laes Tyaerdts; tr. 2. gerecht Hennaarderadeel 13 okt. 1613 Baeff Joukes, dochter van Joucke Mircx en Sipck Hoytes.1305

In 16001306 kopen Hessel Douuez en Aeck Abbedr te Kubaard 28 pm in Hobbema

saete, verkoper aanbeërfd van zijn grootvader, van Lolke Folkertsz te Goënga

bij Sneek.


In 16151330 koopt dr. Gaius Nauta, advocaat voor het Hof, te Sneek 3½ pm aan

Jongebuiren in ‘dgrote schaer’ van 20 pm, waarin Lolcke Jellis 16½ pm bezit,

van Joucke Oenema voor 140 goudg.

In 16391331 kopen Aette Foockisz en vrouw 8 pm 8 eins in een sate te Jongebuiren

van 43 pm, belast met 5 f l. 4 st. Die f loreenlasten kunnen echter deels verhaald

worden op de saete van Syouck Epes en op Lolcke Jelles aldaar.

Lolcke Jelles is in 1640 gebruiker en eigenaar van stem 1 van Goingarijp,

gebruiker van stem 17 en deels eigenaar van stem 16 van Terhorne.

3. Syouck Jelledr, tr. voor 1593 Epe Romkez, te Goingarijp, Franeker, overl. 1621/23, zoon van Romcke Epes en Trijn Rinses te Welsrijp.1332

In 16211333 kopen Wybe Romckesz Tzippenbouer en Jelcke Roeloffsdr te

Menaldum 16 pm 6 eins in Tzippenbuier te Welsrijp, gebruikt door Jets

Rompke weduwe, van Epo Rompckez te Welsrijp voor 1650 goudg.

In 16231334 overlegt Lolcke Jellez een rekening van zijn voogdij over Syoucke

Epez, in zijn 25ste, bijgestaan door zijn broer Rompcke Epez te Menaldum.

Vervolgens scheiden de broers hun ouders goed. Rompcke staat Syoucke de

sate te Goingarijp toe, geërfd van hun moeder, en ontvangt daarvoor 843 en 615

en 450 goudg. Er was geïnventariseerd op 26 april 1623.

4. Idtske Jelledr, geb. na 1568, tr. Toenis Stoffels, brouwer en koopman te Sneek, burger 1590, daar overl. 1620, weduwnaar van Roeyts Rinckedr, zoon van Stoffel Dircxz en Conier Arnts. Hij hertr. (huwelijksvoorwaarden 27 dec. 1618) Helena van de Rijpe.In 15931335 wordt ten huize van Thonys Stoffels te Sneek de nalatenschap

beschreven van diens vrouw Roeyts Rinckedr. Dochter Trincke wordt

bijgestaan door haar oudoom en voogd Reyn Wybrenz te Tjerkwerd en door

verwant Oene Taeckez.

In 16201336 wordt Rienck Eepes te Sneek aangesteld tot voogd over Tryncke, 17,

en dr. Mathias Raggenius, medicus, en oom Lolcke Jelles te Jongebuiren over

Stoffel, 12, en Eetscke, in haar 7de, kinderen van Toenis Stoffels, brouwer, en

Eetscke Jelles. Mede-erfgename is Jelcke Toenisdr, vrouw van Jan Lammerts

te Harlingen en er wordt een scheiding geregeld met Toenis’ weduwe Helena

van de Rijpe. Men was doopsgezind, het batig saldo bedroeg 74.382 goudg.

Beschreven worden de huwelijksvoorwaarden van Toenis en Helena van 27

dec. 1618 (aan haar komt een kindsdeel toe), testament van Toenis en Idtske

van 29 juli 1603, een vordering uit 1565 en een zakje brieven van Stoffel Dircxz,

scheiding in 1604 van de erven (waaronder Janneken Jacobs Keest) van Toenis’

moeder Conier Arnts, twee koopakten uit 1595 van Rynck Lolckedr, weduwe

van Jelle Douues, te Jongebuiren, getekend door Lolcke Aeles/Aelts. Onder het

vastgoed een tichelwerk te Welsrijp en ¼ van een sate te Jongebuiren, gebruikt

door Lolcke Jelles. Weduwe Helena is in 1621 vrouw van sr. Balthasaer de

Nobile.

overl. juni 167?, begr. Kubaard, dochter van Harcke Syouckes en Mints Foppedr.1315

In 1640 gebruiker stem 14, en eigenaar en gebruiker van stem 21 Groot Gietens

te Kubaard.

23423 Jelle Douwes, te Goingarijp, overl. voor 1588, tr. voor 1564 Rinck Lolkedr, overl. na 1595.In 15641316 Hans Foppez contra Rinck Lolkedr, vrouw van Jelle Douwez, om betaling

van 262 goudg.

In 1578 wordt Jelle Dowuis te Goingarijp aangeslagen voor 4 carg.

In 15901317 Lolcke Jellez vanwege zijn moeder Rinck Lolkedr, weduwe van Jelle

Douwez, te Goingarijp contra Hidde Martensz vanwege zijn vrouw.

In 15881318 kopen Hessel Douwez en Aeck Abbedr te Kubaard 7½ pm in hun Hobbema

zaete van Beyts Jelledr te Franeker, vrouw van Daniel Jacobsz.

In 15931319 kopen Hessel Douwez en Aeck Abbedr te Kubaard drie keer 7½ pm in

Hobbema sate, waar zij wonen, en Gaestra sate, de verkopers aanbeërfd van hun

grootouders Douwe Folkertz en Houck Jelledr, van Lolcke Jellez, van Syouck Jelledr,

vrouw van Epe Romkez, en van Its Jelledr, bijgestaan door haar moeder Rinck

Lolkedr, allen te Goingarijp, voor telkens 198 goudg.

In 16131320 kopen Eede Hiddez en Hylck Juwsdr 6 pm van Lolcke Jellez voor ½ en

Thonis Stoffels en Danyel Jacob Keest met hun vrouwen voor ½ voor 315 goudg.

Uit dit huwelijk:1. Beyts Jelledr, tr. voor 1588 Daniel Jacobsz Keest, doopsgezind

graankoper en kruidenier te Franeker, overl. 1617/19, zoon van Jacob Keest Loys, graankoper te Kortrijk, burger van Franeker 22 dec. 1567,1321 en Callekin.1322

In 15901323 bewoonde Daniel Keest het huis op het Hockaert te Franeker naast

herberg De Eenhoorn die toen nog werd uitgebaat door zijn vader.

In 15971324 kopen Daniel Jacops c.s. een huis en erf te Berlikum van Allert

Pieters voor 161 goudg.

In 16021325 zijn Daniel Jacobs Keest, kruidenier te Franeker, en Taeke Ernstz op

Ameland voor 115 goudg. kopers bij decreet van een huis te Berlikum van Ebe

Feddes die een schuld van 155 carg. bij Daniel had.

In de jaren 1611-’171326 hebben Daniel Jacobs Keest en Beyts Jelledr diverse

vorderingen variërend van 25 tot 100 carg., van geleverde zeep, zout en rogge.

In 16191327 lenen Claes Tijssez en Ricxt Wybransdr te Dronrijp 100 goudg. van

Beyts Jelledr, weduwe van Daniel Jacobs Keest.

2. Lolcke Jellez, geb. voor 1565, te Jongeburen onder Goingarijp.In 16081328 koopt Lolcke Jellez te Jongebueren 4 pm in Jenne Martens saete te

Goingarijp van Enne Kempoz te Sneek voor 100 goudg.

In 16091329 ontvangt Lolcke Jelles, kleinzoon van Douwe Folckerts te Kubaard,

6 goudg. van de ontvanger generaal als rente van een som van 90 goudg.


In 16411347 wordt te Nijland de nalatenschap beschreven van Benedix Sickes

op verzoek van Jetse en Haye Sickesz als voogden over Sicke, Riemcke, Marij,

Meynsck en Sybren Benedicx bij Fedtie Sybrensdr die hertrouwt met Jan

Gerrytsz.

4. Haeye Sickez, wordt burger van Bolsward 7 nov. 1637, doet daar belijdenis 11 febr. 1638, leeft 1641, tr. voor 1635 N.N.Haeye laat te Bolsward in 1635 en ’39 kinderen Syds en Maritie dopen. In 1640

is (deze?) Haye Sickes boer op stem 13 van Hartwerd, deze laat daar in 1641

dochter Grietke dopen.

23433 Swob Joachimsdr, tr. 1. Pieter N.; tr. 2. Lyuwe Jelles, te Sneek 1614, Tietjerk sedert 1619.Op 24 juni 1606 wordt (deze?) Lieuwe Jellis, van Marsum, burger van Sneek.

In 16191348 lenen Lieuue Jelles en Swob Jochumsdr te Lutkegeest onder Tietjerk 100

goudg. van Jelle Greoldts te Mantgum tot betaling van de eerste termijn van de af koop

van het door hen gekochte bedrijf. In 1620 lenen zij nogmaals 100 goudg. van hem;

voor hun leningen bij advocaat dr. Siptus Donia (600 goudg. 1619) en Hotske Hotzedr,

weduwe van Saecke Saeckes, (200 goudg. 1620) stelt Jelle Greolts Vobbema zich borg.

In 16201349 verklaart Jelle Greolts te Mantgum dat Syts Jochemsdr, vrouw van Piter

Andriesz, te Nijland bij testament 100 goudg. had besproken aan Feycke Pietersz,

zoon van Swob Jochemsdr en stiefzoon van Lieuue Jelles te Tietjerk, 50 goudg. aan

Tryncke Lyeuuedr, 300 goudg. aan Jelcke Lyeuuedr, 50 goudg. aan Pytie Lyeuuedr,

48 goudg. aan Johannes Lyeuuez en 50 goudg. aan Jochum Lyeuuez. Lieuue en Swob

hadden die bedragen niet aan de kinderen uitgekeerd en zijn het totaal daarom

verschuldigd aan Jelle Greolts als hun voogd tegen 7% rente.

In 16521350 Feycke Pyters te Nijland als naaste nabestaande van zijn oom Jelle

Joachims contra Douwe Tiepkes als curator van Trijntie Jans, Lolcke Everts vanwege

zijn vrouw Jancke Jans, Rompke Foekes als curator van Arien en Jelle Jochums en

Hayttie Foekes als moeder van haar kinderen bij Simen Simens als kleinkinderen en

erven van Swob Jochums, erfgename van haar broer Jelle Jochums. Bij testament van

18 mei 1603 maakte Jelle zijn jongste zuster Swob erfgename van 22 pm te Nijland op

voorwaarde dat die landen niet buiten de familie mochten geraken. Feycke, die de

landen gebruikte, stelt dat deze door het overlijden van zijn moeder Swob aan hem

alleen waren gekomen. De tegenpartij stelt dat Syts Jochums, Feyckes moeder, door

Jelle was uitgesloten van zijn nalatenschap.

Kleindochter Jancke Jans verhuist met haar man in 1657 met attestatie van Ameland

naar Sneek en later dat jaar naar Ferwerd, hij is dan brouwer.

Uit het eerste huwelijk:1. Feycke Pietersz, te Marrum, boer te Nijland 1652, tr. Isbrand.

Feycke Pieters en Isbrand, lidmaten te Marrum 1639, zijn op 18 okt. 1650

vertrokken naar Nijland.

Uit het tweede huwelijk:

23431 Syouck Joachimsdr, overl. voor 1613, tr. Sibe Haies, te Hallum, zoon van Haeye Edes aldaar.1337

In 1587/881338 Eepe Haeyez te Bozum contra Hette Haeyez te Ferwerd, Sybe Haeyez te

Hallum, Goeytien Hayez te Mariengaard, mede als voogd over de kinderen van Agge

Haeyez, Jouck Haeyedr te Hallum en Tyeets Haeyedr te Winsum, erfgenamen van

hun vader Haeye Eedez.

Uit dit huwelijk:1. Haye Sybes, geb. circa 1584, overl. 26 aug. 1624, begr. te Hallum,1339

tr. voor 1617 N.N.Dochter Rens is ged. Hallum 1617.

23432 Marij Joachimsdr, tr. Sicke Benedictus, overl. Nijland 1615.In 16151340 wordt op verzoek van Pieter Benedicti als voogd, naast Thonis

Stoffelsz, over de kinderen van Sicke Benedicti en Marij Joachimsdr te Nijland

geïnventariseerd en boelgoed belegd in presentie van Joachim en Jetze Sickez, de

oudste kinderen. Er is een vordering van 50 goudg. op Pieter Andries en vrouw. Oom

Sybolt Benedicti zal Joachim, Benedicx en Haeye Sickez onderhouden en Jetse Sickez

komt bij voogd Pieter in huis. In 16161341 vervangt Sybolt Benedicti zijn overleden

broer Pieter als voogd; er zijn dan o.a. vorderingen van 200 goudg. uit 1610 op Jelle

Joachims en op Aeleff Benedicti. In 16231342 overlegt Sibolt Benedicti te Nijland een

weesrekening. Nu zijn Jetze en Benedictus de oudste kinderen; er loopt een proces

voor het Hof over een vordering van 250 goudg. op Lieuwe Jelles, ‘broer’ van Marij

Joachimsdr. In 16251343 overlegt Sybolt, ziek ter bedde, de afrekening van zijn voogdij

over Jetse, Benedicx en Haie Sickez, bijgestaan door hun oom Aeleff Benedicx. De

meerderjarige Jetse geeft kwitantie, de vordering van 250 goudg. op Jelle Jochems

blijft onverdeeld.

Uit dit huwelijk:1. Joachim Sickez, overl. 1615/’16. 2. Jetze Sickez, geb. voor 1600, boer op stem 26 van Nijland, tr.

Burgwerd 14 juni 1628 Yedt Oegedr, van Folsgare, weduwe van Hanne Agges.In 16291344 lenen Jetse Sickes en Eet Oegedr te Nijland 100 goudg. van Jacob

Wybrants en Tyetie Oegedr te Terzool. In 1632 en ’381345 lenen zij 430 goudg. resp.

300 carg. van de voogden over de kinderen van Hanne Agges. Tot onderpand

dienen de landen te Goënga die Eet erfde van haar vader.

In de jaren 1634-’431346 overlegt Gatse Jouckes (vanaf 1636 Joucke Gatzes Glisse)

rekeningen van de voogdij over Cornelis en Jeltie, de kinderen van Hanne

Agges, ten overstaan van hun stiefvader en moeder Jetze Sickes en Yedt Oegedr.

De kinderen erfden van grootmoeder Taets Cornelisdr, weduwe van Agge

Jouckes.

3. Benedictus Sickez, boer te Nijland, tr. Fedtie Sybrensdr; zij hertr. 1641 Jan Gerrytsz.


hun grootvader Wpcke Laasz een kwestie met Mintse Feddes over het gebruik – door

Mintse – van half Syperda sate op Wammerte gebuurte onder Oosterlittens.

Uit dit huwelijk:1. Heere Wpkis, te Oosterlittens 1641.

23522 Rinck Greoltsdr, geb. circa 1582, tr. gerecht Hennaarderadeel 22 juni 1614 Agge Lollez, van Oosterend, daar overl. (voor) 1628, vermoedelijk kleinzoon van Agge Bottes en Tyets Lolles te Oosterend.In 16381359 overleggen Meynert Epes te Britswerd vanwege zijn vrouw Attie Greutsdr

en Here Wpkes te Oosterlittens, zoon van Aeck Greutsdr, mede vanwege de verdere

erfgenamen van de eerdere voogd Abbe Greutsz, en Symen Jacobz te Oosterend een

rekening van de voogdij over Lolle, in zijn 23ste, Greut, in zijn 20ste, en Botte, circa

17, de drie kinderen van Agge Lolles en Rinck Greutsdr te Oosterend ten overstaan

van Johannes Nicolai Rispens. In 1628 was geïnventariseerd en in 1630 een eerdere

rekening overgelegd. In 16431360 volgt een rekening door oom Symon Jacobs en

Johannes Nicolai Rispens; zoon Lolle woont dan te Bolsward, Greuldt te Harlingen.

In 16481361 leveren Lolle en Greult Aggesz de afrekening van de voogdij over hun

broer Botte.

Uit dit huwelijk:1. Lolle Agges Adama, geb. circa 1614, overl. Bolsward 1671/73, tr.

Dokkum nov. 1664 (derde procl. Oosterend 4 aug. 1661) Antie Jans; zij hertr. stadhuis Bolsward 18 aug. 1673 Anne Syoerdts, trekschipper, weduwnaar van Dieucke Jacobs Bootsum.1362

Antie doet belijdenis te Bolsward 28 jan. 1665, Lolle op 4 nov. 1671, wonende

aan de Bagijnestraat.

In 16741363 wordt te Bolsward de nalatenschap beschreven van Lolle Agges

wegens het hertrouwen van weduwe Antie Jans met Anne Sioerdts, trekschipper

van Bolsward op Leeuwarden. Douwe Idsen Rispens, koopman te Bolsward,

wordt aangesteld tot voogd over de enige dochter Hincke, in haar 12de jaar. Er

zijn vorderingen van 100 en 673 carg. op Pytter Heres en Siouck Gatses onder

de klokslag van Bolsward en een van 450 goudg. op Greolt Agges, mr. smidt,

en Hencke Jans te Harlingen en er is een schuld van 336 carg. bij Willemcke

Bottis te Dokkum.

2. Greult Agges, geb. circa 1619, mr. smid te Harlingen, overl. na 1661, tr. voor 1647 Rints Jans.In 16471364 staan Greold Agges, mr. smid, en Rink Jans op het punt om zich te

Harlingen te vestigen en lenen zij 200 goudg. van Tiede Tiedes te Doyum, twee

jaar later lenen zij nog eens 100 goudg. van die Tiede, dan te Blessum.

In 16611365 wordt de smid Greolt Ages door niaarlegging voor 415 goudg. koper

van drie kamers bezuiden zijn huis.

3. Botte Agges Adama, geb. circa 1621, doet belijdenis Leeuwarden 17 sept. 1641, burger van Dokkum 1648, brouwer, hopman,

2. Tryncke Lyeuuedr, tr. mogelijk Sneek 1 nov. 1622 Simmen Jansen.3. Jelcke Lyeuuedr.4. Pytie Lyeuuedr, doet mogelijk belijdenis Hallum 23 maart 1638.5. Johannes Lyeuuez.6. Jochum Lyeuuez.

Zoon Jelle Jochums doet belijdenis te Ferwerd 1659, zoon Arien Jochums te

Hallum 1663.

23511 Houck Nolkedr, tr. voor 1586 Sine Janckez, geb. Goutum, wordt burger van Leeuwarden 1591, te Warga, overl. 1608/11, zoon van Jenke N. en Syu Hotsedr.In 15921351 koopt Rynck Heredr, weduwe van Botte Bottez, 17½ pm in haar zaete

Berckwert te Kubaard van Houck Nolkedr, vrouw van Syne Janckez, te Leeuwarden


In de jaren 1603-’111352 speelt een kwestie tussen Syurd Syurdsz te Warga als universeel

erfgenaam van zijn broer Sicke Syurdsz en Sine Jenkes (in 1611 diens erven) aldaar

als erfgenaam van zijn moeder Syu Hotsedr, in 1608 tevens vanwege zijn kinderen

bij Houck Nolckedr en voor Douwe en Joannes Hotsez. Sicke Syurdsz was enige

jaren getrouwd geweest met Syu Hotsedr en zij bewoonden een ‘schone sate lands

te Hemricxeinde’, gekocht van dr. Wybrandt Aytta. In de herfst van 1597 was Syu

overleden waarna de nalatenschap door Douwe Hottiez en zijn broer Joannes was

getaxeerd.

In 16111353 maakt Dirck Dierx Monnichuis, bijgestaan door zijn broer Albaart

Monnichuis, vanwege zijn vrouw Sintke Synedr aanspraak op de opbrengst van het

boelgoed van Syne Jenckes.

Uit dit huwelijk:1. Sytske Sinedr, tr. voor 1608 Dirck Dircxz Monnichuis, te St.

Jacobiparochie, zoon van Dirck Alberts Monnickhuys en Trijn Dircxdr te Wier.1354

In 16081355 Claes Alberts contra Dirck Dircxz en Sytske Sinedr, bijgestaan door

(schoon)vader Sine Jenkes.

2. Jencke Cynez, boer op Groot Hemryckeyndt 1617, 1623.In 16231356 huurt Jencke Cynez ongeveer de helft van 8 pm in Groot

Hemryckeyndt van de kerkvoogden van Warga.

23521 Aeck Greolts, geb. circa 1578, overl. na 1641, tr. gerecht Hennaarderadeel 11 maart 1607 Upke Heerisz, te Oosterlittens, zoon van Heere Wpckez en Bauck Johannesdr.In 16001357 koopt Upke Heeres te Oosterlittens huis en schuur op kerkegrond aldaar

van zijn stiefvader en moeder Oedts Peters en Bauck Johannesdr voor 175 goudg. Er

komen protesten van o.a. Johannes Heres.

In 16041358 hebben Wpcke en Jan Heres te Oosterlittens als mede-erfgenamen van


burgemeester, tr. (derde procl. stadhuis Leeuwarden 14 nov. 1647) Willemcke Gerbens, ged. Dokkum 11 mei 1623, dochter van Gerben Gerbens en Hiltie Jans.1366 Zij hertr. Dokkum 4 dec. 1670 Menso Gratama, burgemeester.In 16701367 worden Sioerd Potter en Lolle Aggis Adama aangesteld tot voogden

over Gebke, dochter van Botte Aggis Adama en diens weduwe Willemcke

Gerbens. Vervolgens wordt te Dokkum de nalatenschap beschreven van de

burgemeester Botte Aggis Adama op verzoek van weduwe Willemcke Potter,

hertrouwd met Menso Gratema, en van Sioerd Potter, generale staat wegens

Friesland in Den Haag, en Lolle Aggis Adama als voogden over dochter Gebke.

Vastgoed o.a.: de huizing met brouwerij en mouterij en een tapperij te Niawier.

23523 Atke Greolts, geb. circa 1585, overl. Britswerd 1641/42, tr. Meynert Epes, te Britswerd, overl. na 1656.In 16361368 verlaat Meinert Ipes te Britswerd de huur van de sate van Saeckle Aeltiens;

1640 is Meinert Ypes, papist, boer op stem 14 van Britswerd.

Uit dit huwelijk:1. Tietske Meinerts, van Britswerd, tr. gerecht Baarderadeel 3 juni

1645 Pyter Idsens, te Lions, zoon van Ids Idses.2. Greolt Meinerts, van Oosterlittens, tr. gerecht Baarderadeel 10

maart 1656 Aeff ke Lyuues, dochter van Lyuue Douwes en Trijn Meynerts te Bozum.1369

23524 Thiedts Greolts, geb. circa 1588, tr. gerecht Wonseradeel 8 juni 1616 Fetze Paebes, te Idsegahuizum, kerkvoogd 1607,1370 overl. Witmarsum 1624, weduwnaar van Tyaerdtke Lyuuedr, zoon van Pabe Fettiez en Jets Ruerdtsdr.In 16091371 kopen Watse Douwez en Auck Haytedr te Allingawier 2 eins zaadland van

Fetse Pabez te Idsegahuizum voor 24 goudg.

In 16131372 wordt Fedtze Paebez de huur opgezegd van 15 eins miedland door Doede

van Ockinga.

In 16151373 wordt te Idsegahuizum de nalatenschap beschreven van Tyaerdtcke

Lyuuedr vanwege het hertrouwen van weduwnaar Fetze Paebis met Tyets Greutsdr.

Zoon Paebe is in zijn 13de, Lyuue in zijn 12de. Er is een schuld van 150 goudg. bij

Jets Ruerdtsdr, weduwe van Paebe Fetzes, en een van 100 goudg. bij Botte Greutsz

te Idsegahuizum. In 16271374 overleggen Aucke Jacobs en Ruyerd Haenties de (af )

rekening van hun voogdij over genoemde zonen.

In 16241375 wordt op Dotingha sate te Witmarsum de nalatenschap beschreven van

Fetze Paebez. Neef Ruyert Hanckis te Edens en oom Aucke Jacobs te Idsegahuizum

zijn voogden over diens zonen Paebe, in zijn 23ste, en Lyuue, in zijn 21ste, bij

Tyaerdtke Lyuuedr, de ooms Agge Lollis te Oosterend en Abbe Greults te Britswerd

worden aangesteld tot voogden over Greut, in zijn 7de, en Tiaertke, haast 2 jaar, bij

de weduwe Tietscke Greutsdr; present zijn Botte Greults te Idsegahuizum en Aeck

Abesdr, vrouw van Hessel Douuis, te Kubaard. Tietscke had 6 pm in Gietenser zate

te Kubaard ingebracht.

Aangezien half broer Lyeuue Fettys in 1642 voor 1/8 erfgenaam blijkt te zijn van Abbe Greolts

moeten we aannemen dat de kinderen van Thiedts Greolts voordien overleden zijn.

Uit dit huwelijk:1. Greut Fetzes, geb. circa 1618.2. Tiaertke Fetzedr, geb. circa 1622.

24111 Elingh Eipkez, te Goingarijp, overl. 1603/08, tr. Wypck Innedr, overl. 1608.In 16081376 wordt door bemiddeling van de ooms Claes Jacobsz,1377 Taecke Jiepkis en

Tialcke Lollisz de nalatenschap van Wypck gescheiden. Haye Elingsz neemt voor

1370½ goudg. het bedrijf over van zijn mede-erfgenamen. Wypck liet o.a. 1/3 van

7 pm te Loënga na. De akte is ondertekend door genoemde ooms, Jacop Tyssenz,

Johannes Watties en Wytze Peyckez.

Uit dit huwelijk:1. Tiets Elingsdr, tr. 1. Fecke Feckes; tr. 2. 1602 Jacob Thysz, boer te

Oosthem 1608.In 16021378 regelt Botte Feckes als voogd over de kinderen van Fecke Feckes

bij Tiets Elingsdr een scheiding met hun moeder, bijgestaan door haar vader

Eling Eepckes, en stiefvader Jacob Thysz.

2. Fookel Elings, tr. Heeg 4 jan. 1596 Pieter Wouters, overl. Idsega 1603, zoon van Wolter Pieters en Hylck Jansdr.1379

In 16031380 wordt te Idsega de nalatenschap beschreven van Pieter Wouterz en

Fockel Eelinghsdr op verzoek van Joannes Wattiez en Oene Ipkez (2411.1) als

voogden over hun kind. Beschreven worden een huurcontract uit 1601 met

Pier Benedixz; schulden van 50 goudg. en 8 goudg. ‘van vleysk’ bij Elingh Ipkis

te Goingarijp en van 12 goudg. voor een koe bij Oene Ipkez. Koopster in het

boelgoed is Wypck Elings te Goingarijp van o.a. zilverwerk en, voor 2 st., van

‘een oue muts’.

In 16051381 overlegt Oene Yepckez te Oosthem een rekening van zijn voogdij

sedert 1603 over Wouter, zoon van Pieter Woutersz en Foeckel Elingsdr ten

overstaan van grootmoeder Wypcke Innedr, Wytse Pieckez en oom Haye

Elingsz te Goingarijp.

In 16101382 overleggen Jacob Thijsz en Joannes Watzez als voogden over Wouter,

boven de 14 jaar, zoon van Pieter Woutersz te Idsega, een rekening sedert 1608

betreffende het goed van zijn ouders en grootmoeder ten overstaan van Wytze

Pieckez te Goingarijp, tegenwoordige curator, oudoom Taecke Ipkez en oom

Haeye Elingsz.

3. Haye Elings, boer op stem 27 van Goingarijp, tr. gerecht Doniawerstal 25 jan. 1608 Eets Jelledr, van Akkrum.


In 16431383 regelen de ooms Elingh Hayesz en Minne Leelsz als voogden over de

twee kinderen van Renke Renkisz bij zijn eerste vrouw Eets Hayedr een scheiding

met de vader die hertrouwd is. Hij zal de kinderen van de nalatenschappen

van hun moeder en grootouders Haye Elinghsz en vrouw naast de landen 1200

goudg. uitkeren en moeders zilver en gouden ring. In 1672 kwiteren Rincke

Rinckes de jonge en Imck Rinckesdr, vrouw van Hidde Epes, voor ontvangst.

Hun dochter Hylck tr. Minne Liolffs te Oppenhuizen (51252.1).4. Hylck Elingsdr, tr. Wytse Pieckes,1384 in 1610 te Goingarijp, zoon

van Piecke Tiaerts en Rinck Hayedr (zie 5143, verg. 51611.2). Hij tr. 1. Aegh Ynthiedr; tr. 3. Mints Binthiedr.In 16211385 regelen Hylcke Sipckes en Pier Pekes als voogden over de

weeskinderen van Wytse Pekes bij Aegh Intesdr een scheiding met Syoert

Binthies als voogd over Wytses kinderen bij Mins Binthies en Haye Elinghs

als voogd over diens kinderen bij zijn zuster Hylck Elings; in 1622 volgt een

weesrekening. In 16301386 overleggen Euert Doedesz en Asse Pyeckes, in plaats

van zijn broer Pyer Pyeckes, een rekening van de voogdij sedert 1626 over de

twee kinderen van Aeg Inthies bij Wytse Pyeckes te Goingarijp.

5. Epcke Elings, te IJlst, tr. Jesel Gossedr, weduwe van Freerk Sybrens (echtelieden te IJlst 1616).1387

In 16281388 leent Tyaerdt Pieckesz te Heeg 200 goudg. van Ipcke Elings en Jesel

Gossedr, burgers te IJlst.

In 16321389 worden de naaste verwanten Sioerdt Pieters, burgemeester van IJlst,

en Albert Hoytes te Brandeburen onder Workum op verzoek van Ipcke Elings

als man van Jesel Gossedr, tante van het kind, aangesteld tot voogden over Sible

Rouckes, circa 12 jaar, ‘op een verre reise sich ter see begeuen hebbende’ om

de rekening af te horen door Ipcke en door Jaythie Fockis als voogden over de

erven van de eerdere voogd Wybe Sibles. Eerder was Freerck Sybrens, de eerste

man van Jesel Gossedr, voogd naast genoemde Wybe. Vervolgens wordt Ipcke

Elings aangesteld tot voogd.

24112 Taco Eipkez, geb. circa 1565,1390 te Idsega, overl. 29 nov. 1623, tr. Thyeets Sydsedr, overl. 20 nov. 1630,1391 zuster van Tiaerdt Sydses (51641). Blijkens de inventaris van Siuerdt Harings van 1604 en die van zijn weduwe Rinck

Gabbedr van 16101392 bezaten zij 30 pm in de saete van Taecke Jipkes te Idsega.

In 16051393 lenen Lyuue Sydsz en Hin Wabbedr te Gaastmeer 150 goudg. van Taecke

Ipkes en Thyeets Sydzedr te Idsega. Homme Birdesz, dorprechter te Oudega, en

Niclaes Heynes tekenen de akte mede.

In 1617 is Taecke Ipckez te Idsega voogd over de kinderen van Tyaerdt Sydses te

Westhem (51641).

Uit dit huwelijk (voor zover bekend):1. Douwe Taeckes, boer te Heeg, overl. voor 1640, tr. voor 1623 Aeff

Ockes, geb. circa 1603, in 1640 als weduwe boerin op stem 32 van

Heeg, in 1643 te Workum ‘int Proeuenhuys’, dochter van Ocke Doedes en Taed Sybrensdr Bonnema te Greonterp.1394 In 16291395 lenen Douwe Teeckez en Aeff Ockedr te Idsega, 250 goudg. van Fedde

Broers op de (Hem)dijk te Oosthem.

In 1629 koopt Douwe Taeckes een sate te Heeg van Tyaert Pieckes (51611.2).

In 16401396 Aeff Ockedr, weduwe van Douwe Taeckes, als moeder van hun

kinderen, bijgestaan door hun ooms Syds Taeckes en Reyn Ockes, contra

Marten Hayes te Idsega.

In 16411397 wordt Syds Takes aangesteld tot voogd over de vier kinderen van

wijlen Douwe Takes en Reyn Ockes als curator over zijn innocente zuster

Aeff Ockedr, Douwes weduwe. Vervolgens wordt te Heeg de nalatenschap van

Douwe Taeckes beschreven. Vastgoed: circa 9 pm in de sate te Idsega van Syds

Taeckes en 4½ aangekocht land te Oppenhuizen. Er is een huurcontract met

dr. Nauta en de overledene had 1500 goudg. voorgeschoten op het gebruik van

de sate. Het speldekussen behoorde dochter Tae toe. Er volgen rekeningen

in 1642 en ’44.1398 Weduwe Aeff vertoeft dan in het gasthuis van Workum; om

kosten te besparen beloven de voogden om, ieder een half jaar, dochter Lisck

te onderhouden.

2. Ipcke Taeckes.In 16371399 heeft Ipke Teeckes een vordering van 315 goudg. op het sterf huis van

Bontte Jellis en Jaits Wpckedr.

3. Sydts Taeckes, boer op stem 18 van Idsega en, met zijn broers en zusters, goeddeels eigenaar, tr. 1. Aegh Sybrens, dochter van Sybren Poppes te Heeg en Gats Syboldtsdr (32112.1); tr. 2. 1640 Eelck Jansdr.In 16401400 regelt Sybolt Sybrens als oom van Syberen en Taecke, de kinderen

van wijlen Aegh Syberens bij Syds Taeckes, bijgestaan door hun zwager Anne

Wybes, een scheiding met hun vader die hertrouwd is met Eelck Jansdr.

In 16441401 oom Sybolt Syberens als voogd over Syberen en Taecke Sydses,

kinderen van Aegt Sybrens, gesterkt met hun grootmoeder Gaats Sybolts,

weduwe van Syberen Poppes, en aangetrouwde oom Anne Wybes contra Syds

Taeckes, vader van de kinderen.

In 16471402 Hermen Tiaerdts voor zich en Jan Claessen namens zijn vrouw

als erfgenamen van hun oom Reyntien Sydses, mede namens diens verdere

erfgenamen, contra mede-erfgenaam Syds Taeckes. Deze moet hen inventaris

leveren waarna de nalatenschap moet worden gescheiden.

In 16481403 zijn Syds Taeckes en Eelck Jansdr te Idsega 110 goudg schuldig aan

mr. Waltherus Coppens, chirurgijn te Heerenveen, van landhuur.

4. Tiomme Taeckes, boer op stem 4 van Heeg, tr. Wyb Riemersdr, dochter van Riemer Taedes te Oosthem bij Wyb Lolckedr of bij Idske Jochumsdr.In 16371404 lenen Tiomme Taeckes en Wyb Riemersdr te Heeg 200 goudg. van

Tiaard Hansz en Broer Hanses aldaar, van ieder de helft.


In 16411405 zijn Tiomme Takes te Heeg en Wyb Riemersdr 200 carg. schuldig

aan Doede Tyallingsz en Wytske Hubertsdr te Sneek van lakenen etc., ‘wt

haerlieder winckel becomen’. Onderpand is het door Tiomme geërfde aandeel

in de zaete te Idsega, gebruikt door zijn broer Syds Takes.

In 16431406 Jacob Tiaerdts in Oostfriesland contra Reyner Synes te Oosthem

voor zich en Idske Jochumsdr, weduwe van Riemer Taedes en nu hertrouwd met

Jan Jansen te Heeg mede namens haar kinderen bij Riemer, en Wyb Riemers,

vrouw van Tiomme Taeckes, als erfgenamen van hun vader Riemer Taedes.

24113 Aat Eipkedr, tr. Gerryt Jansz, boer op Damstera zate te Oudega, overl. voor 1601, zoon van Jan Gerrytz en Jets, broer van Marij (2411.1).In 15811407 komt de pastoor van Oudega 2 pm toe in de saete van gaeman Gerryt Janz.

In 15841408 Rienck Doyem en Ath Hoytema te Franeker contra Gerryt Janz en Ath

Epckedr te Oudega. Uitspraak: de opzegging van Damstera zate was terecht en

Gerryt moet de huur verlaten.

In 15931409 protesteert Gelck Foppe weduwe tegen de huuropzegging door Wolter

Pie(te)rs vanwege zijn kinderen bij Hylck Jansdr en mede voor Gerryt Janz c.s. als

erfgenamen van Jan Gerrytz.

In 15941410 worden Gerryt Janz te Oudega en Pyer Benedixz te Idsega aangesteld tot

voogden over Sybble, zoon van Wouter Pieterz en Hylck Jansdr.

In 16011411 overleggen Foppe Hilbrantz te Wolsum en Aet Eepckedr, weduwe van

Gerryt Janz, een rekening van de voogdij sedert de autorisatie over Meynsck,

dochter van wijlen Aedger Janz te Westhem bij Thet Foppedr die hertrouwd is met

Gatse Taecklez. Van grootmoeder Jets Jans weduwe, die rond allerheiligen 1592 was

overleden erfde het kind o.a. 1 pm in Friesighe Terp. In 1604 zijn Oene Eepcksz en

Hillebrandt Foppez haar voogden, er staat dan nog een tegoed van 341 goudg. op Aet

Eepckedr.

In 16041412 bekennen Pieter Tyaertsz en Hylck Gerrytsdr te Oudega dat zij 100 goudg.

schuldig zijn aan Claes Heynesz aldaar. Haar ouders Gerryt Jansz en Aett hadden in

1595 50 goudg. van hem geleend, haar moeder als weduwe in 1601 nog eens 25 goudg.

en ook Pieter en Hylck 25 goudg. Present zijn Oenne Ipckisz te Oosthem en Taecke

Ipckisz te Idsega, ooms van Hylck.

In 1649 is Damstrazate te Oudega in bezit van het St. Anthony gasthuis te Bolsward.1413

Uit dit huwelijk:1. Hylck Gerrytsdr, tr. voor 1604 Pieter Tyaertsz, te Oudega, dijkgraaf

1611,1414 te IJlst 1625, zoon van Tyaerd Eedes en Pieter Pietersdr te Wons,1415 broer van Tyaerdt Tyaerdtsz (41224, 51331).In 16051416 huurt Pieter Tyaerdts te Oudega voor 17½ goudg. landen aldaar van

Orck van Doyem.

In 16091417 kopen Baucke Tyaardtsz en Trijn Martensdr te Burgwerd 3 pm

zaadland te Wons van Pytter Tyaardtsz en Hilck Gerrytsdr te Oudega voor 81

goudg. Bloedverwant Iede Tyaardtsz verzoekt het niaar.

In 16111418 stelt Baucke Tyaerdtsz te Burgwerd zich borg voor een schuld van

300 goudg. van Pytter Tyaerdtsz en Hylck Gerrytsdr te Oudega bij Taecke

Bauckes te Tjerkwerd.

In 16181419 Pyeter Tyaerdts te Oudega en Sybrand Siercxz vanwege hun vrouwen

Hylck Gerryts en Meynsck Adgersdr en Tzietse Heyns contra mr. Tziallingh

Emesz vanwege Jetz Jetzedr, bijgestaan door haar man Douwe Gerrytsz en

diens vader Gerryt Pieters. Marij Jansdr had bij testament 600 goudg. aan Jetz

besproken dat bij haar kinderloos overlijden moest terugkeren naar de naaste

familie van Marij; Wybe Reynsz te Oosthem moest die som beheren. Pyeter c.s.

waren de naaste verwanten van Jetz.

In 16251420 lenen Anne Wybes en Jelcke Douuedr te Tjalhuizum 100 goudg. van

Pieter Tiaertz en Hylcke Gerrytdr te IJlst.

2. Foockel Gerrytsdr, tr. 1. circa 1600 Atse Jellesz, overl. (voor) 1610, zoon van Jelle Atses Meylema; tr. 2. voor 1624 Wabbe Taedes, lakenkoper te Makkum.In 16371421 wordt te Oosterend de nalatenschap beschreven van Douue Atses

Meylema. Erfgenamen zijn de kinderen van zijn volle zuster Hidtie Atses

Meylema. Ook presenteren zich Jeltie Jelledr Meylama te Wons, weduwe

van Lolcke Wybes en dochter van Jelle Atses Meylama en Eeb Jackles te

Idsegahuizum en N.N. te Makkum vanwege hun vrouwen, maar hun (groot)

vader Jelle was half broer van de overledene.

In 16051422 akkoord tussen Atse Jellez en Fokel Gerritsdr en Lolcke Vybez en

Jelcke Jelledr te Wons inzake de lening aan hun vader Jelle en deling van de

huizing te Wonserweren.

In 16061423 zijn Pieter Tyertsz en Hylck Gerrytsdr te Oudega voornemens om

een nieuwe schuur te zetten op hun sate zonder daardoor de landen te schaden

welke Atse Jellesz vanwege zijn vrouw Foeckel Gerrytsdr toekomen. Op verzoek

van Foeckel komt haar oom Oene Yepckisz met een (positief ) advies hierover.

In 16101424 wordt Lolcke Wybez te Wons aangesteld tot voogd over Taed, 9, en

Aet, 5, de kinderen van wijlen Atze Jellez bij Foockel Gerrytsdr te Workum.

Er volgen afrekeningen, in 1624 met Taed, vrouw van Haringh Hanckis te

Makkum, en in 1629 met Aeth, vrouw van Eeb Jackles te Allingawier.1425

31111 Houck Hoytedr, overl. in/voor 1604, tr. 1. circa 1580 Hans Benedix, zoon van Benedyx Hayttyez te Idsega, tr. 2. Tiepke Broersma (lees: Broers Buma), huisman te Folsgare, daar overl. 1614, waarschijnlijk zoon van Broer Hanckez aldaar. Hij hertr. Ancke Hanckedr. Houck Hoytedr werd in geen enkele bron aangetroffen. De eerste dochter die we van haar zoon

Broer kennen was echter een Houcktien: een sterke aanwijzing dat de memorie het ook hier bij

het rechte eind heeft.

Gezien de naam van zijn zoon Haentie is Tiepcke waarschijnlijk een zoon van Broer Hanckez,

in 1552 met harnas te Folsgare. Zijn achternaam Buma komt ongetwijfeld bij Broer Buwama


(1511 Oosthem/Wolsum) en (diens zoon?) Tiepka Broer Buwama zoon (1511 Folsgare)

vandaan.1426 Een familie Buma te Beetgum, die stamt uit Maurus Hanckez,1427 voert een

wapen dat sterk overeenkomt met dat van de nakomelingen van Tiepcke.1428 Vermoed kan

worden dat Broer en Maurus Hanckez broers zijn.

In 15631429 wordt Fonger Haytyez op verzoek van Haytye en Pier Benedixz aangesteld

tot voogd over hun jongste broers Hans en Benedix Benedixz en zuster Lyoetzs

Benedixdr.

In 16041430 is Tiepcke Broers naast Jelcke Hoeytes curator over Marten, zoon van

wijlen Hero Martens bij Atke Hoytedr.

In 16051431 is Tiepcke Broersz te Folsgare 100 goudg. schuldig aan Jan Martensz

Grauius.

In 16081432 worden op verzoek van Pieter Jacobsz te Ysbrechtum Dirck Pietersz te

Sneek en Tiepcke Broersz te Folsgare aangesteld tot diens curatoren vanwege de

scheiding die hij en zijn vrouw Jantien Cornelisdr moeten maken met Pieter Broers

te Tirns en Ruyrd Eelckes te Jorwerd als voogden over de kinderen van wijlen Bouue

Broers bij genoemde Jantien.

In 16081433 leent Tiepcke Broers te Folsgare 100 goudg. van Jetse Emes en Tryncke

Sippedr aldaar, in 16101434 400 goudg. van Pieter Jacobsz en Jantien Cornelisdr onder

de klokslag van Ysbrechtum.

In 16141435 komen Johan Martensz als curator over Broer en Hancke Tiepckesz en

Hans Tiepckedr, vrouw van Jan Hylckez, stiefzoon Hoyte Hansz, en Sibolt Birdisz,

mederechter van Wymbritseradeel, en Joannes Tiallingsz als voogden over de jongste

drie kinderen bij weduwe Ancke Hanckedr tot scheiding van de nalatenschap van

Tiepcke Broersz Buma te Folsgare.

In 16151436 overlegt Jan Hylckez te Folsgare de afrekening van zijn administratie van

de nalatenschap van Tyepcke Broersz ten overstaan van Johan Martensz Gravius als

voogd over diens oudste drie kinderen die worden bijgestaan door hun half broer

Hoyte Hansz. Jan Hylckez, man van Hans Tyepckedr, zet het bedrijf van zijn

schoonvader voort.

In 16171437 wordt Johan Martensz Gravius, ontvanger van Wymbritseradeel, ontslagen

van zijn voogdij over Broer en Haencke, zonen van Tyepcke Broersz te Folsgare. Broer

Tyepckez, inmiddels volwassen, en Jan Hylckez nemen de voogdij over Haencke op

zich.

Uit het eerste huwelijk:1. Hoyte Hans, in 1640 boer op stem 21 van Tirns, tr. 1 Auck Sippedr,

dochter van Sippe Scheltes en Eelck Gerloffsdr Rispens;1438 tr. 2 Sneek 22 jan. 1636 Ael Feckes, van Loënga.In 16061439 wordt op verzoek van Idts Sipckez en Hoyte Hansz als man van Auck

Sipckedr, mede vanwege Wybren Taeckes, de nalatenschap van Eelck Gerloffsdr

beschreven. In 16141440 staan Ids Sipckez, half broer, en Hoyte Hansz, zwager,

Wybrant Taeckez bij, jongste weeszoon van Eelck Gerloffsdr Rispens bij Taecke

Taeckez, haar laatste man.

In 16071441 gebruikt Hoyte Hansz te Tirns 52 pm van het voormalig klooster

Hospitael.

In de jaren 1631-’351442 leent Hoyte Hansz te Tirns geregeld bedragen uit (tot

een totaal van 1000 goudg.) en wel aan Pieter Eekes en Antie Gerbensdr te

Goutum, Heyn Piersz en Simpk Feckedr te Ysbrechtum, Maurus Gerbensz en

Griet Jansdr te Goutum en Johan Mircksz en Ryck Doytsedr te Tirns.

2. Atke Hansdr, tr. voor 1608 Evert Pieters te Sneek.In 16131443 eist Euert Pietersz namens zijn vrouw Atke Hansedr betaling door

Tiepcke Broersz Buma als curator van de boedel van haar ouders van 108 carg.

van het boelgoed van 12 dec. 1604.

In 16641444 hebben de erfgenamen van Ewert Pyters te Sneek een tegoed van

400 goudg. op het sterf huis van Jansen Wiegers, vrouw van Gosse Riemers te

Oosthem (51632.1).

Zij laten te Sneek dopen: Pytter 1608, Maeyke 1610, Hans 1613 en mogelijk Jan

1620.

Uit het tweede huwelijk:3. Hans Tiepkedr, tr. voor 1604 Jan Hylckes, huisman te Folsgare,

overl. 1629, zoon van Hylcke Jans en Riemme Bockedr.In 16291445 worden de ooms Jelle Pyers en Jetse Hylckes aangesteld tot voogden

over de zes kinderen, waaronder een zoon Bocke, van wijlen Jan Hylckes om te

scheiden met de weduwe Hans Tyepckedr, bijgestaan door haar broers Broer

en Haentye Tyepckes.

In 16371446 vertegenwoordigen Haentie Tjepkes en Jetse Hylkes als voogden de

kinderen van wijlen Jan Hylkes bij de scheiding van het sterf huis van Riemme

Bockedr, in leven weduwe van wijlen Hylcke Jans. Dochter Jeesel Jans is vrouw

van Heere Doyes.

4. Broer Tiepkes Buma, geb. circa 1592, burgemeester van Sneek 1636, ’37, schepen 1645-’48 en 1652-’53, tr. stadhuis Sneek 20 okt. 1620 Trijntje Freercksdr, dochter van Freerck Dircksz te Sneek en Sij Alledr.1447

Op 26 mei 1621 wordt Broer Tiepckes van Folsgare burger van Sneek. Hij en

Triintgen doen daar belijdenis op 11 nov. 1625 resp. 22 dec. 1626.

In 16361448 neemt burgemeester Broer Tiepckes de weesrekening af van de

voogden over Dirck, zoon van wijlen Jan Martens.

In 16401449 worden de gemeensman Broer Tiepckes en brouwer Foppe Martens

aangesteld tot voogden over Junius, 18, en Freerck, in zijn 4de, kinderen van

wijlen de koopman Isbrand Freercx (Alama). In 16451450 is ook hun moeder

Foeckien Jouckes overleden en wordt de schepen Broer Tiepkes aangesteld tot

voogd over zoon Freerck.

In 16431451 wordt oud burgemeester Broer Tiepkes aangesteld tot voogd over

Metske en Auckien, kinderen van Bonne Metskes en Aeltie Freercx.

In 16441452 leent Foocke Wybes te Heeg als vader van zijn kinderen bij wijlen

Wyts Jansdr 100 goudg. van Broer Tiepckes en Trintie Freerckx te Sneek.


In 16521453 neemt schepen Broer Tiepkes Buma de weesrekening af t.b.v. de

kinderen van Jan Johannes.

Uit dit huwelijk, gedoopt te Sneek: Houcktien 1636, Tiepke 1637,1454 Hiltie 1640,

Acke, Attie 1643 en Tytie 1649.

5. Haentie Tiepkes Buma, geb. na 1592, huisman te Oosthem, in 1640 ge bruiker van stem 22, in 1644 kerkvoogd,1455 overl. na 1672.In 16581456 is Haentie Tiepkes Bouma curator over Jisck, Pietie en Antie

Lousdochters, minderjarige wezen van wijlen Lou Jetses te Folsgare bij Ulck

Harmensdr.

In 1664 wordt Haentie Tiepkes Buma aangesteld tot voogd over Harmen, jongste zoon

van Gosse Riemers (51632.1) bij wijlen Jansen Wiegers.

In 16721457 worden Haentie Tiepkes en Gosse Riemers aangesteld tot voogden

over Sioerd, 24,en Ysk, 22, kinderen van wijlen Obbe Agis en Minsk Doytsesdr

te Oosthem.

32111 Hoyte Ockesz, overl. Idsega 22 febr. 1591,1458 tr. rond 1565 Trijn Harmensdr, overl. na 1618.In 15741459 is onder Idsega het zwanenmerk van Hoeyte Ockez opgetekend.

In 15931460 wordt Trijn Harmensdr, weduwe van Hoyte Ockez, aangesteld tot voogdes

over hun kinderen Harmen en Ag. In 1594 koopt zij 12 pm te Heeg van de erven van Hen

Hoytes (516).

Uit dit huwelijk:1. Ocke Hoytesz, te Idsega en Oostwolde onder Heeg, kerkvoogd

aldaar,1461 dijkgraaf van de Hemdijk 1608,1462 tr. Uylck Ansckedr, dochter van Anscke Bockesz Bruynsma en Thoenis Reinsdr te Ypecolsga.1463

In 16131464 heeft Ocke Hoytes een schuld van 150 goudg. aan het sterf huis van

Ocke Ockes te Sandfirden. In 16221465 lenen Ocke Hoytez en Wlck Anskedr te

Heeg 75 goudg. van Wlcke Romckez aldaar. De schuld wordt overgenomen door

Ocke Ockes. In 16261466 lenen Ocke Hoytes te Heegmer Oostwolde en Wulck

Ansckedr 300 goudg. van Tjerck Ockez en Jantien Anskedr te Sandfirden.

In 16251467 stelt Ocke Hoytes als kerkvoogd zijn handmerk, hetzelfde merk

(kapitale A met dwarsbalkje) als op de zerk van zijn vader.

2. Sepck Hoytedr, overl. Heeg 1641, tr. Heeg 14 dec. 1595 Eecke Claesz, te Heeg, overl. 1624/25.In 16051468 wordt door de voogden van het weeskind van Hisse Sibblesz een schuld

van 200 goudg. voldaan aan Eecke Claesz als erfgenaam van Griet Eeckedr.

In 16141469 Doede Wybez Ockema, kerkvoogd van Hommerts, contra Ruyrdt

Tiercxz te Smallebrugge en Eecke en Joucke Claesz te Heeg.

In 16251470 overlegt Sepck Hoytedr, weduwe van Eecke Claesz, bijgestaan door

haar zoon Hoyte Eeckesz en broer Ocke Hoytez, een rekening van de voogdij

sedert 1624 over Eeth Jansdr ten overstaan van de nieuwe voogd Poppe Hansz.

In 16411471 maken Attie Eeckesdr, vrouw van Dirck Andries te Bozum, Mons

Eeckes, vrouw van Haye Tiaerts te Westhem, Gosse Fetzes als vader van zijn

kinderen bij Aagh Eeckes, Rintie Rinties vanwege zijn vrouw Griet Eeckes,

Poppe Eeckes en Bons Eeckesdr, vrouw van Tiaerd Douwes, mede vanwege

de afwezige Hoyte Eeckes een scheiding van de nalatenschap van hun (groot)

moeder Sepck Hoytedr te Heeg, weduwe van Eecke Clases.

3. Harmen Hoytesz, geb. na 1568, boer te Oostwolde onder Heeg, dorprechter 1614, kerkvoogd 1617,1472 daar overl. 1618, tr. 1. Bonts Heeredr, dochter van Heere Bontesz te Smallebrugge;1473 tr. 2. (procl. Heeg 1616) Hylck Douwedr, dochter van Douwe Oegesz Keimpema te Scharnegoutum en Griet Riencksdr.1474

In 16081475 lenen Harmen Hoytes en Bonts Heredr te Heeg 100 goudg. van

Imck Eeckedr, weduwe van Anne Fopckis, in 1615 200 goudg. van Foecke Annez

te Heeg als voogd over Auck Siurdtsdr.

In 16161476 wordt op verzoek van Harmen Hoytez te Hegener Oostwolde,

weduwnaar van Bonts Heeredr en nu hertrouwd met Hylck Douwedr,

geïnventariseerd. Sibolt Haeyez, bijzitter van Wymbritseradeel, treedt op als

voogd voor de kinderen van Harmen en Bonts, gesterkt met hun oudoom

Aucke Clases. Na moeders overlijden erfden dezen 9 pm 3 eins van grootvader

Heere Bontez. In 1607 was de gerechtigheid van ‘viskenie’ in de Hegener vaart

aangekocht.

In 16181477 wordt te Heeg de nalatenschap beschreven van Harmen Hoytez;

weduwe is Hylck Douwedr. Ocke Hoytez en Bonte Jellez zijn voogden over zijn

drie kinderen bij Bonts Heredr, bijgestaan door grootmoeder Trijn Harmensdr

weduwe van Hoyte Ockes. Onder het vastgoed 6 pm 3 eins in de zaete van Ocke

Ockes.

4. Aegh Hoytedr, geb. na 1568, tr. Heeg 1603 Epe Hansz, boer te Heeg, vanaf circa 1620 te Ypecolsga, zoon van Hans Tiammesz en Popck Wypckedr.1478 Hij tr. 2. Woudsend 11 dec. 1608 Auck Syboltsdr, dochter van Sibolt Hayes en Jets Hylckedr te Woudsend;1479 tr. 3. aldaar 13 jan. 1622 Rixst Juckedr.In 16051480 zijn Epe Hansz en Ag Hoytedr eigenaars van de helft van een

boerderij waarvan de andere helft toebehoort aan Here Gabbez en Wibe

Suirdtz als voogden over de kinderen van Liolfs Minckis en aan Here Gabbez

en Tierne Sibblis als voogden over de kinderen van Wibe Gabbez. Zij mogen

de boerderij betrekken wanneer zij 239 goudg. betalen voor de huizing volgens

akkoord tussen Eelcke Siboltz en Eecke Claesz te Heeg met Foeckel Sibledr,

weduwe van Sible Ottes aldaar, vanwege haar kinderen.

In 16221481 wordt grootvader Sibolt Hayes aangesteld tot voogd over de kinderen

van Epe Hansz bij wijlen Auck Siboltsdr. Vervolgens wordt te Ypecolsga de

nalatenschap van Auck gescheiden, Epe is hertrouwd met Rixst Juckedr. De

oudste dochter is Popck, twee kinderen zijn na hun moeder overleden. Epe had


een zoon Hoyte Epez (Haga) bij zijn eerste vrouw Aeg.1482 Vastgoed: 19 pm in

hun sate te Ypecolsga.

In 16251483 treedt Epe Hansz op voor zijn kinderen bij Auck Syboltsdr bij de

scheiding van de nalatenschap van Sybolt Haies.

32112 Jayts (Ockedr), tr. voor 1586 Poppe Sybrensz.Uit dit huwelijk:1. Sybren Poppesz, af komstig van Oudega, in 1630 te Heeg, daar overl.

24 mei 1632,1484 tr. Idsega 1607 Gats Syboldtsdr, van Heeg.In 16071485 koopt Sybren Poppes te Heeg hout in een boelgoed.

Van 1622 tot ’241486 zijn Sybren Poppes en Agge Tyercx voogden over de kinderen

van Haring Doedez te Heeg.

In 16301487 lenen Wybren Mirckx en Haytske Jetsedr te Heeg 100 goudg. van

Sibren Poppes en Gats Siboltsdr aldaar.

Dochter Aegh tr. Sydts Taeckes (24112.3).2. Ocke Poppesz, boer, in 1603 te Oppenhuizen, in 1607 te Idsega,

overl. voor 1628, tr. voor 1610 N.N.In 16031488 is Ocke Poppis te Oppenhuizen koper in een boelgoed te Idsega.

In 16071489 gebruiken Lyuwe Lamckes en Ocke Poppes 50 pm te Idsega van het

voormalig klooster Hemelum. In 16081490 is Ocke Poppes te Idsega koper in

een boelgoed.

In 16281491 lenen Freerck Gerbens en Geertyen Wlckedr te Oldegarijp 450

goudg. van Sybren Poppes en Rein Wybes als voogden over de wezen van Ocke

Poppes.

In 16351492 overlegt Reyn Wybes een rekening van zijn voogdij sedert 1633 over

Poppe, nu meerderjarig, Reyn, Hoyte en Weebel, de kinderen van Ocke Poppes,

ten overstaan van de medevoogden Lolle Poppes en Sybbel Jaerichsdr, weduwe

van Aegge Poppes. Hun zuster Fouck Ockedr, vrouw van Inne Thyalckis, is

overleden en haar nalatenschap wordt verdeeld. In 16391493 overleggen Rein

Wybesz en Sioerd en Poppe Lolles in plaats van hun overleden vader Lolle

Poppes, bijgestaan door Ulbe Piers, opnieuw een rekening; Rein en Hoyte

Ockes zijn dan meerderjarig.

3. Agge Poppesz, geb. circa 1586, te Wons 1614,1494 Oudega 1625, overl. voor 1635, tr. voor 1614 Sibbel Jaerichsdr, in 1640 als weduwe eigenaar en gebruiker van stem 12 van Oudega, dochter van Jarich N. te Koudum en Wick Siuckedr (vergelijk 11112). In 16261495 getuigenverklaringen van Agge Poppis te Oudega, circa 40 jaar, en

Lolle Poppis aldaar, 35.

Dochter Wick trouwt Wytse Murcks (Sytsma van Cappenburch) te Stavoren.1496

4. Lolle Poppesz, geb. circa 1591, boer op de Friezenterp te Oudega, overl. voor 1639, tr. voor 1618 Teth Sioerdtsdr, geb. circa 1590, dochter van Syuerdt Tiaertsz en Trijn Iges (41224).

In 1640 zijn Lolle Poppes kinderen gebruikers en eigenaars van stem 13 van

Oudega, de Friezenterp.

In 16731497 wordt Sjoerd Lolles Freescheterp, dorprechter en ontvanger van

Oudega, aangesteld tot voogd over zoon Tjomme van Hoyte Ockis. Hij testeert

in 16691498 en erfgenamen worden de neven en nichten Bauck Ulbes, Hoeite

Ockes, Marij, Jell, Sydts en Poppe Sybrens, Poppe Taades en de drie kinderen

van Wick Agges, ieder voor 1/10.

5. N. Poppedr, tr. Tade Siuerts, huisman te Oudega, daar overl. 1636, zoon van Suyrdt Aenes aldaar en Lysbet Pieters.1499

In 16051500 verlaat Taede Suirdtz te Oudega de sate aldaar die hij twee jaar

huurde van Toenke Hoytedr, weduwe van Rompke Gerrits, te Goingarijp.

In 16231501 worden Hessel Oebisz en Tade Siuerdts aangesteld tot voogden over

Lysbet, in haar 17de, en haar twee jongere broers, kinderen van Agge Oebisz te

Abbega bij Jisch Siuerdtsdr die hertrouwd is met Claes Greoltsz.

In 16361502 wordt te Oudega de nalatenschap beschreven van Teede Sioerdsen.

Lolle Poppes en Sioerdt Sioerdsen maken als voogden over dochter Lysbeth een

scheiding met haar getrouwde broer Poppe Teedis. Huizing en gebruik van de

sate blijven gemeenschappelijk.

In 16391503 overleggen Sioerd Sioerds en Sioerd en Poppe Lolles in plaats van

hun overleden vader Lolle Poppis de afrekening van hun voogdij over Lysbet

Tededr vanaf hun autorisatie.

Zoon Poppe Tades tr. Hinmoer Hoytedr (51643.1).

32211 Jesck Foppedr, overl. voor 1608, tr. Sybren Jellez, te Exmorra, overl. na 1615.In 16081504 wordt Bae Wybrensz te Tjerkwerd aangesteld tot voogd over Jesck, in

haar 21ste, jongste dochter van Sybren Jellez te Exmorra bij wijlen Jesck Foppedr.

Vervolgens maken de voogd en Jelle Syurdtsz als man van Jouck Sybrensdr een

scheiding met de vader van moedersgoed, dat van de grootouders Syouck Tyaerdtsdr

en Foppe Hylckes en van de overleden dochter en zuster Ancke Sybrens. Sybren en

schoonzoon Jelle zijn boer op de sate te Exmorra. Van die landen komt Jouck en

Jesck 34 pm 10 eins toe en de vader 6 pm 8 eins en het vruchtgebruik van 3 pm 4 eins.

Van de huizing komt 2/3 aan Jouck en Jesck en 1/3 aan de vader maar slechts ¼ in

eigendom, het overige in vruchtgebruik.

Uit dit huwelijk:1. Jouck Sybrensdr, tr. gerecht Wonseradeel 29 juni 1607 Jelle

Syurdtsz, geb. circa 1580, boer te Exmorra, overl. na 1646, zoon van Syuerdt Aenis en Rinck Haenckedr te Allingawier.1505

In 1640 is Jelle Sjoerts boer op stem 3 van Exmorra en eigenaar van de helft; de

stief kinderen van Bouwe Lolckes komt de andere helft toe.

2. Jesck Sybrens, geb. circa 1588, tr. (derde procl. gerecht Wonseradeel 1611) Goeycke Abbesz, van Piaam, overl. Kornwerd 1638, zoon van


Abbe Abbesz en Taed Goickedr. Hij tr. 2. 1615 Jets Eepedr (die hertrouwde met Buwe Lolckes en in 1670 te Makkum is overleden).1506

In 16151507 wordt te Piaam in presentie van grootvader Sybren Jellez en

oom Jelle Syuerdtsz, beiden te Exmorra, de nalatenschap beschreven en

gescheiden van Jisck Sybrens. Weduwnaar Goycke Abbez is hertrouwd met

Jets Eepedr, de grootvader treedt op voor de tweeling Jisck en Abe, circa 2 jaar

oud. Vastgoed van Jisck: 17 pm 5 eins in de sate van genoemde Sybren en Jelle

te Exmorra.

In 16241508 wordt te Sottrum onder Kornwerd de nalatenschap beschreven

van Goicke Abbes. Op verzoek van de grootmoeder Taed Goickedr wordt haar

schoonzoon Hylcke Jouckes te Nijhuizum aangesteld tot voogd over dochter

Jesck, 11 jaar, uit het eerste huwelijk met Jesck Sybrensdr; grootvader Epe

Jochums te Makkum wordt voogd over Abbe, in zijn 7de, en Epe, 5¼, bij de

weduwe Jets Eepedr. Aan Jesck junior komt 23 pm toe in de sate te Exmorra.

3. Ancke Sybrens, overl. voor 1608.

33111 Meyle Sybots, dorprechter en ontvanger te Idsega, vanaf 1601 op Hoytema state te Oudega, dijkgraaf van de Hemdijk 1605, ’08, volmacht van Oudega 1607,1509 tr. Aet Emedr, overl. na 1614.In 15741510 is onder Idsega het zwanenmerk van Mele Syboltz opgetekend.

In 1576 ondertekent Mele Syboltz een schuldbekentenis van Hotze Jentkez (4112).

In 15991511 regelt Melys Sybolts als voogd over de kinderen van Pier Benedicx bij

wijlen Wal Emedr een scheiding met de vader. Aeth Emedr is tante van de kinderen.

In 15991512 koopt Meyle Sibolts te Idsega voor 8 goudg. een ‘rod hocling’ in het

boelgoed van Eecke Wabbez te Sandfirden en in 16031513 koopt hij, dan te Oudega,

een zeil en mast in het boelgoed van Pieter Wouters en in dat van Jacob Siuerdtsdr

te Nijhuizum een vork.

In 16041514 verklaart Jelle Mechiels te Heeg dat Meile Sybolts te Oudega zijn schuld

van 50 goudg. heeft voldaan.

In 16011515 gaan Melle Sybolts en Aet Ennedr voor 9 jaar de huur aan van de state van

Hoytema te Oudega van Orck van Doyem (43111) voor 50 goudg. per jaar. Datzelfde

jaar lenen zij 170 goudg. van Doyem.

In 16031516 lenen Melis Syboltsz (hij tekent Meyle Sybolts) en Aet Emedr 100 goudg.

van Jan Martensz Gravius en Barber Hoitema te Sneek.

In 16041517 Melys Syboltz te Idsega contra Eelcke Syboltz als voogd over de kinderen

van Siurd Harinx om betaling van 150 goudg.

In 16061518 Mirck Bonnes te IJlst contra Meile Sibolts, dorprechter en ontvanger van

Idsega, inzake betalingen uit 1599 en 1600.

In 16081519 is Meile Sibolts te Oudega dijkgraaf van de Hemdijk.

In 16141520 is Aeth Emedr te Oudega betrokken bij de taxatie van de inventaris van

buurman Jan Dircxz Hooglander.

Uit dit huwelijk:

1. Eme Meyles, boer op Hoytema state te Oudega, overl. Greonterp 1637/39, tr. 1625/27 Rinck Tyaerdtsdr, weduwe van Sytse Hotses (41111.6). In 16111521 leggen Imme Meyles en andere ingezetenen van Idsega, Oudega en

Hemdyckstra een verklaring af inzake de Ooster Schettinge.

In 16251522 is Eeme Melisz (hij tekent Jemme Meyles) te Oudega 400 goudg.

schuldig aan jr. Gerard Sissinck en jfr. Atke van Doiem te Groningen op zijn

gehuurde en gekochte plaats; hij stelt huizing en ontruiming van de landen

tot onderpand.

In 16271523 is Rinck Tyaardsdr, weduwe van Sytie Hotties maar nu vrouw van

Emme Melis, 1 goudg. 17 st. schuldig aan het sterf huis van Sibble Sybes te

Greonterp ‘van nijgras’.

In 16391524 wordt te Greonterp de nalatenschap beschreven van Rinck

Tyaerdtsdr, weduwe, eerst van Sytse Hotses en daarna van Eme Melis. Eme en

Rinck maakten testament 29 nov. 1637; het landbezit te Greonterp komt aan

haar kinderen en de erven van Eme komt 1000 carg. toe. Dat zijn Jan Tomas

en Wael Melisdr te IJlst voor 1/3, zusterskind Mircks Siecks te Doniaga voor 1/3

en zusterskinderen Fonger en Mirck Obez en Pyck en Wall Obbedrs voor 1/3.

2? Sybolt Melis, te Gaastmeer 1606, tr. voor 1601 Jelcke Syuerdtsdr, dochter van Syuert Aenes en Lisbet Pietersdr te Oudega.1525

In 16011526 overleggen oom Reyn Pieters te Burgwerd en Sierck Broers te Wons

een rekening van hun voogdij over Tade, Pieter, Syuert, Idsck en Aencke, de

kinderen van Syuert Aenes te Oudega. Tade is meerderjarig, Jelcke Syuertsdr

getrouwd met Sybolt Melysz.

In 16061527 Sybolt Melisz te Gaastmeer vanwege de klacht van Minne Symons te

Woudsend om betaling van 3 carg. van arbeidsloon en anders.

3. Wael Melisdr, tr. Jan Tomas, te IJlst.4. Jesel Melledr, tr. Heeg 1 febr. 1596 Obbe Mircksz, in 1625 te Koudum,

overl. voor 1633.In 16211528 regelen Lolcke Gatses en Oobbe Mircks als voogden over de kinderen

van wijlen Fecke Gatses een scheiding met hun moeder Trijn Mircksdr die

hertrouwd is met Douwe Gerbens te Idsega.

In 16251529 zijn Benedix Piers en Eelck Mircxs 200 goudg. schuldig aan Obbe

Merxsz en Jesel Melledr te Koudum als rest van de ruil van landen. In 1633

dragen Fonger en Mirck Obbesz als erfgenamen van Obbe Mirckx, de

vordering van dan nog 150 goudg. over aan (de nieuwe voogden van) Hauck

Feckesz, eerder pupil van hun vader.

5. Lyckel Melledr, tr. voor 1612 Sieck Mircxz, te Idsega, waarschijnlijk zoon van Mirck Syrcx aldaar.1530

In 16121531 lenen Sieck Mircxz en Lyckel Melledr te Idsega 25 goudg. van Thomas

en Otte Allertsz aldaar.


41111 Hotze Mercks, te Boornzwaag 1578, Greonterp 1584, overl. tussen 1606 en ’13, tr. Reinsck Reinsdr, overl. Greonterp 1618.In 1578 Hotze Myrcks te Boornzwaag met een aanslag van 20 st.

In 15841532 verkopen Sytthie Hotthiez te Bolsward en Hotse Merckz te Greonterp als

voogden over Gatse en Merck Gaelckez bij decreet 4 pm land te Workum.

In 15991533 lenen Botte Jaensz en Jets Auckedr te Westhem 100 goudg. van Hotze

Merckz en Reynsck Reinsdr te Greonterp waarvoor die het vruchtgebruik krijgen

van 1½ pm Hincxtecamp onder de moelendijck. In 1613 lenen Jelle Sytties en Simcke

Woutersz als mede-erfgenamen van Botte Jaens daarboven nog 45 goudg. van

Reynsck, dan weduwe van Hotze.

In 16181534 wordt te Greonterp de nalatenschap beschreven van Reynsck Reynsdr,

weduwe van Hotze Mircksz, en verdeeld door de zes erfgenamen Reyn Hotsedr, vrouw

van Aucke Sybrens te Dedgum, Auck Hotsedr, vrouw van Cornelis Eppes te Idsega,

Sibbel Hotsedr, vrouw van Foockele Tijssen te Tjerkwerd, Idtscke Hotsedr, vrouw van

Anscke Feckes aldaar, Sytse Hotses te Greonterp en de drie weeskinderen van wijlen

Mirck Hotsedr bij Johannes Sytses te Heeg. Zoon Sytse zet het bedrijf voort.

Uit dit huwelijk:1. Merk Hotsedr, overl. 1607/1611, tr. Heeg 3 april 1607 (ondertr. 8 aug.

1596) Johannes Sytses, boer te Heeg en Ypecolsga, zoon van Sythie Pyersz te Osingahuizen en Marij Seerpsdr.1535 Hij tr. 2. Heeg 18 nov. 1616 (ondertr. 1611) Tryn Jans, van Lutkewierum.In 1601 protesteert Merck Hoythiedr, vrouw van Joannes Sytzez, bij de verkoop door

Rinck Broersma (41231) van vastgoed te Smallebrugge.

In 16121536 wordt de nalatenschap beschreven van Mirck Hotzedr, vrouw van

Joannes Sytties. Grootmoeder Reynsck Reynsdr en oom Sytze Hotzez treden

op namens de kinderen.

In 16261537 overleggen Seerp Siercxz en Gerben Idsez een rekening van hun

voogdij over de drie kinderen van Joannes Sytses te Ypecolsga ten overstaan

van Aucke Sybrandtsz, de nieuwe voogd over Meycke en Jets Joannesdrs, en

van Seerp Haiesz, nieuwe voogd over Tiete Joannesz. Van de weduwe van Sytse

Hotses is nog 81 goudg. tegoed.

2. Reyn Hotsedr, tr 1. voor 1596 Wabbe Fopckes (Haersma), huisman te Dedgum, zoon van Fopcke Andriesz (Haersma) te Tjerkwerd en Luts Wabbedr;1538 tr. 2. gerecht Wonseradeel 14 febr. 1614 Aucke Sybrens, huisman te Nijland en Dedgum, zoon van Sybren Auckes.In 16131539 wordt te Dedgum de nalatenschap beschreven van Wabbe Fopckez;

weduwe Reyn Hotsedr is hertrouwd met Aucke Sybrensz te Nijland. De ooms

van vaderskant Edger Fopckez te Parrega en Fopcke Fopckez te Tjerkwerd

worden aangesteld tot voogden over de kinderen Marij, 17, Ancke, 12, Luts, 8,

en Fopcke, 4 jaar. In 1601 was de sate van 23 pm te Dedgum aangekocht.

3. Auck Hotsedr, tr. 1. Cornelis Epez, te Idsega; tr. 2. gerecht Wonseradeel 14 okt. 1626 Gale Tiebbes, van Oudega, in 1640 eigenaar van stem 24

van Idsega, overl. voor 1646, weduwnaar van Ancke Jaerichs. Hij tr. 3. Sibbel Aeggedr.In 16031540 is Gale Tiebbes te Oudega borg voor Heere Ruirdts aldaar bij diens

koop in een boelgoed.

Gale Tiebbez en Auck Hotsedr te Idsega lenen in 1637 400 goudg. aan Sytse

Lolckes en Itien Claesdr en in 1639 200 goudg. aan Wpke Bontis te Abbega.1541

In 16461542 verlaat Sibbel Aeggedr, weduwe Gale Tiebbes, de huur van 8 pm van

diens erven mits haar het aandeel in de huizing wordt betaald.

4. Sibbel Hotsedr, tr. voor 1618 Foockle Tyssen te Tjerkwerd.In 1618 maakte Reynsck Reynsdr op haar sterf bed een bespreking voor de

jongste, nog ongeboren, zoon Hotse van Foockele Tyssen te Tjerkwerd.

5. Idtscke Hotsedr, tr. gerecht Wonseradeel dec. 16081543 Anscke Feckez, te Abbega (1608), Tjerkwerd, overl. Oosthem 1639, broer van Jelmer (23212.1), zoon van Fecke Feckes en Anscke Auckedr te Oosthem.1544

In 16091545 kopen Tyerck Epez (5155) en Reyn Epedr te Allingawier een rente

van 18 st. uit de door hen bewoonde Broersma saate, die verkopers toekomt uit

het aandeel van Aucke Fetzes en Jell Sinnedr, van Reyn Nannez te Abbega en

Wabbel Bottedr voor 1/3 en van Jelmer Feckez te Sandfirden en Anscke Feckez,

elk voor 1/3, voor 12 goudg.

In 16121546 behoren Jelmer, Anscke en Imck Feckes tot de verwanten van Piecke

Auckes.

In 16391547 Marten Heerts, boekhouder van de huiszittende armen te Sneek,

contra Anske Feckes en Uylck Mercx, beiden te Oosthem.

6. Sytze Hotses, huisman en ontvanger te Greonterp, overl. 1623/25, tr. 1. gerecht Wonseradeel 27 dec. 1606 Jeldu Sybrensdr, van Parrega; tr. 2. 1611 Rinck Tiaertsdr, overl. Greonterp 1639, dochter van Tiaerdt Broersz te Gaastmeer en Feick Pieters.1548 Zij tr. 2. Eme Meyles (33111.1).In 16111549 procedeert Syttye Hotzez d’ jonge met advies van zijn oudoom mr.

Johannes Broersma als universeel erfgenaam van diens broer Sytye Broersma

tegen Saacke Idtz te Bolsward met diens broers en zusters, erfgenamen van

Mari Hommedr over de helft van 8 pm in Beista sate te Kubaard dat Sythie

Broersma gekocht had van Barnardus Govertsz te Jellum en had nagelaten

aan Syttye d’ jonge.

In 16111550 wordt te Greonterp de nalatenschap beschreven van Jyldu Sybrensdr,

vrouw van Sytzye Hotzis die hertrouwd is met Rinck Tyaerdtsdr. Anne Jansz te

Dedgum en Hessel Sytzez te Leeuwarden worden aangesteld tot voogden over

dochter Hylck, in haar 4de jaar. Jyldu had huis en steed met 14 pm te Parrega

en 3½ pm te Hieslum van haar ouders geërfd; de kinderen erfden van hun

grootmoeder Bauck Broercke weduwe te Parrega.

In 16251551 wordt te Greonterp de nalatenschap beschreven van Sytze Hotzis

op verzoek van weduwe Rinck Tiaertsdr. Aucke Sybrensz te Dedgum wordt


voogd over dochter Hylck, in haar 18de, uit het huwelijk met Jildu Sybrensdr

en Fookle Tijssen en Anscke Feckes over Jildu, 9, en Reinsck, in haar 6de, bij

Rinck. Naast zijn inbreng bij huwelijk van 700 goudg. had de overledene 4 pm

geërfd in Beysta zaate te Kubaard van oom Sytze Hotzes Broersma (411.1) en 7

pm in Syts Bauckes, nu Ocke Bauckes, sate te Ypecolsga van oom mr. Johannes

Broersma (411.6). Deze percelen waren staande echt verkocht voor 700 resp.

490 goudg. In 16261552 kwitantie van Hylck Sytsedr en haar man Wlcke Mircx.

In 16391553 wordt te Greonterp de nalatenschap beschreven van Rinck

Tyaerdtsdr, laatst weduwe van Eme Melis. Haar broer Allert Tieerts te Workum

wordt aangesteld tot voogd over dochter Reynsck, in haar 20ste, bij Sytse

Hotses, dochter Jeldu Sytsedr is vrouw van Gatse Sybrens te Exmorra. Oom van

de dochters is Gale Tiebbes te Idsega, man van Auck Hotsedr. Zowel met Sytse

als met Eme had Rinck bezit in hun sate gekocht, o.a. van Idtscke Hotsedr,

vrouw van Anscke Feckes, en dat valt toe aan haar dochters. Aan de erven van

Eme komt 1000 carg. toe (zie 33111.1).

41211 Poppe Agges, overl. Sneek 1579, tr. Ansck Rouckedr. In 15681554 is Poppe Agges van Sneek als hardleers calvinist uitgeweken.

In 15781555 wordt de rentemeyster Poppe Aggis in het Merckstraester Vyerendeel

aangeslagen voor 6 carg.

In 15791556 wordt hopman van de schutterij Poppe Agges bij onlusten doorstoken.

In 15801557 Renier Annesz contra Ansk Poppes Agges weduwe.

In 1582 treedt dr. Dirck Foegelesangh op vanwege de kinderen van Poppe Aggez, kleinkinderen

van Sas Poppedr (zie 4321).

In 15851558 Jan Sipckes te Leeuwarden als voogd over de kinderen van Dionysius Wyngie

en Ymck Rennertsdr contra Ansck Rouckedr, weduwe van Poppe Aggesz, te Sneek.

Uit dit huwelijk:1. Teed Poppedr, overl. Sneek 1605/06, tr. Jacob Pieters Hoochlander,

volmacht van Sneek 1585,1559 schepen en burgemeester 1608, zoon van Pieter Jacobs Hoochlander en Anna Wybedr.1560

In 16051561 mr. Douwe Annes, notaris te Sneek, en Margarite Dircxdr contra

Jacob Pieters Hoochlander, burger aldaar, vanwege zijn vrouw Teed Poppedr,

erfgename van haar moeder Ansck Renkedr. In 1606 zet Jacob het proces voort,

dan vanwege zijn kinderen bij wijlen Teed.

Overeenkomstig het testament van Jacop Pieter Hoochlander wordt in 16191562

oom Evert Nederhoff, burger en koopman te Leeuwarden, aangesteld tot voogd

over diens zoon Pieter.

41221 Baucke Ighis, te Goënga, overl. voor 1613, tr. Eebel Foeckedr, overl. Goënga 1614.In 16141563 wordt te Goënga de nalatenschap beschreven van Eebel Foeckedr, weduwe

van Baucke Jygez, voogden over de kinderen zijn Eeb Feddez en Riuerdt Meyes.

Onder de huizing wordt 36 pm eigen landen gebruikt, voorts 8 pm en nog eens 8 pm

te Loënga, in 1596 gekocht van Bonne Lycklama. Aangetroffen wordt een kwitantie

uit 1613 van Meye Meyez voor Eebel inzake de voogdij van haar man. In de periode

1614-’251564 overleggen Eeb Feddez te Witmarsum en Ruyrdt Meyez te Jongebuyren

onder Goingarijp rekeningen van hun voogdij, dat laatste jaar is zoon Wopcke in

zijn 22ste jaar.

Uit dit huwelijk:1. Ryoert Bauckesz, overl. tussen 1618 en ’23.2. Ige Bauckez, overl. 1614.3. Wopcke Bauckez, geb. circa 1604, te Goënga, tr. (derde procl. gerecht

Wonseradeel 25 nov. 1626) Sibbel Bonnes Lycklama, dochter van Bonne Hotzes Lycklama en Tzietske Docodr te Ysbrechtum.1565 Zij hertr. Sneek (eerste procl. Wommels 22 jan. 1637) Frans Gosses Heeringa, van Wommels.In 16371566 vervangen Igge Meyes Algra, oud-burgemeester van Bolsward, en Birde

Wopkes, dorprechter en ontvanger van Abbega, Ruierd Meyes en Ippe Feddis als

voogden over Tjetske, in haar 9de, dochter van wijlen Wopke Bauckez bij Sibeltie

Bonnedr Lycklama die hertrouwd is met Frans Gosses Heeringa. Vastgoed:

circa 36 pm in de sate te Goënga van 56 pm, 8 pm, een huis aldaar, staande echt

aangekocht, 7 pm in een sate van 51 pm te Nijland. In 16421567 overleggen voogd

Igge en Bottie Reynsdr, weduwe van Birde Wopckes, een weesrekening.

In 1640 zijn het weeskind van Wopke Baukes en Feyke(s) Jeips eigenaars van

stem 1 van Goënga, ieder de helft, en zijn Antke Sibles, Frans Gosses en Tjaerd

Wybes eigenaars van stem 29 van Nijland.

41222 Wopke Ighis, te Abbega, volmacht van de dijkgenoten van de Hemdijk 1587,1568 tr. Rieme Birdes (Buma), overl. Sneek 1628, dochter van Birde Sibouts en Anna Bottes (1111); zij hertr. (voor) 1602 Nanne Lieuwes Heerma, te Abbega.In 1592 bespreekt Seerp Meyes (515.8) 2 pm in Wopcke Yges sate te Abbega aan Fettie Hotties

en Rinck.

In 16021569 wordt op verzoek van Syuerd W[igmans] als man van Thet Wopckedr,

en Schelte en Baucke Ieges en Sybolt en Homme Birdes als voogden over Birde en

Iege, de jongste weeskinderen van Wopcke Ieges, geïnventariseerd ten huize van

Rieme Birdedr te Abbega. Vastgoed: de sate van 40 pm 6 eins waarvan de vader ¼

was aanbeërfd en een rente van 35 st. Vervolgens wordt Thet uitgeboedeld.

In 16061570 overleggen Sybold Birdesz en Baucke Yegesz een rekening van hun voogdij

sedert 1602 over Birde en Yege Wopckis die worden bijgestaan door Homme Birdesz,

Nanne Lieuwesz en Rieme Birdedr.

In 16071571 koopt Peter van Eysinga, grietman van Rauwerderhem, renten uit

Bonghahuys te Oosterend: 12 f l. van Nanne Lyeuwez Heerma en Rieme Birdedr te

Abbega en 5 f l. 15 st. van Bocco Pierz aldaar voor 19 goudg. per f loreen.


Nanne Lyuues Heerma te Abbega treedt in 1622 op voor de weeskinderen van zijn

dochter Rinck Nannes bij Pytter Pytters; zijn weduwe overlegt in 1626 een rekening

van zijn voogdij over de weeskinderen van Wybe Lyuues Heerma.1572

In 16281573 wordt te Sneek de nalatenschap beschreven van Rieme Birdedr, laatst

weduwe van Nanne Lieuwes Herema. Homme Birdus, dorprechter te Oudega, wordt

aangesteld tot voogd over Wopcke, 23, Fock, 20, en Auck, 14, Siuerdts, kinderen van

Teth Wopckedr, om te scheiden met de verdere erven: Birde Wopckesz te Abbega,

Tiard Hettes Epema te Hidaard als voogd over Wopcke, zoon van Jige Wopckes,

allen uit haar eerste huwelijk met Wopcke Jiges, en met Antke Nannedr Herema,

vrouw van Douwe Hylckes te Warns, uit haar tweede huwelijk, tevens universeel

erfgename van haar vader Nanne. Rieme had op 15 april 1626 haar testament

gemaakt.

Uit dit huwelijk:1. Teth Wopckedr, tr. voor 1602 Syuerd Wigmans, te Kornwerd,

kerkvoogd 1613,1574 zoon van Wigman Siuerdtz te Engwier.1575

In 15991576 overlegt Fecke Wigmanz te Engwier een rekening van zijn voogdij

over zijn broer Syuerdt.

In 16021577 is Siuert Wygmans te Kornwerd koper in het boelgoed van Liaucke

Syuckez en Holck Reynsdr.

In 16051578 zijn Siuerdt Wigmanz en Tet Wopckedr 100 goudg. schuldig aan Pier

Foeckez, lakenkoper te Harlingen. In 16091579 lenen Syurdt Wigmanz en Teth

Wopckedr te Kornwerd 200 goudg. van Bocke en Tiete Piersz te Abbega. Nanne

Lieuwez Heerma en Rieme Birdedr stellen zich borg.

2. Birde Wopkes, boer op Broersma sate te Abbega 1626, dorprechter en ontvanger 1637, overl. 1640/42, tr. Bottie Reynsdr, overl. na 1665, dochter van Reyn Nannes en Waebel Bottedr te Abbega. In 1634 en ’361580 overleggen Feyte Piebes en Birde Wopkes rekeningen van hun

voogdij over de jongste kinderen van Jacob Jelmers en Rixt Siberensdr.

In de jaren 1636 t/m ’391581 hebben Birde Wopkesz en Botke huurachterstanden

van 50, 50 en 400 goudg. bij Ige Meyes Algra en Ida Jansdr Rollema, Meye,

Aucke en Auck Iges Algra.

In 1640 is Birde Wopckes boer op stem 24 van Abbega en, samen met Ige Meyes

en Tjeerd Hettes, eigenaar.

In 16501582 leent Botke Birde Wopckes weduwe te Abbega 100 goudg. van Harcke

Gerryts en Trijntje Rommerts te Bolsward; haar moeder Webel Reyns stelt zich

borg. In 16651583 leent Wopcke Birdes te Nijland 500 goudg. van Bottie Reins,

weduwe van Birde Wopckes.

3. Ige Wopkes, geb. circa 1591, tr. circa 1613 Bauck Pietersdr (Wigmana), dochter van Pieter Tyaerdts en Sipck Sibledr te Abbega (41311.2).1584 Zij hertr. 1619 Tyaard Hettes Epema (ook 41231.5).In 16131585 overleggen Sibolt Birdesz en de weduwe en erven van Baucke Ygez

een rekening van hun voogdij sedert 12 april 1609 over Yge, circa 22 jaar, zoon

van Wopcke Ygez, die wordt bijgestaan door zijn schoonvader Pieter Tiaertsz te

Abbega en stiefvader Nanne Lieuuez Heerma.

Uit haar tweede huwelijk:4. Antke Nannedr Herema, tr. voor 1628 Douwe Hylckes, in 1640

gebruiker en eigenaar van stem 15 van Warns en eigenaar van stem 10 (gebr. Wopcke Sioerds), zoon van Hylcke Douwes (Hylckema) en Sieck Sipkes.

41223 Ded Iegedr, overl. 1592/94, tr. 1. voor 1581 Meye Epckez, overl. Idsega 1592, zoon van Epcke Meyez en Lolck Ryuertsdr op Algerburen onder Workum;1586 tr. 2. Frans Wybez, te Idsega, kerkvoogd 1605,1587 overl. voor 1614. Hij hertr. Tiets Gerryts, samen lidmaten te Heeg 1594, wonende te Idsega.Ook een Epcke Meyes Enga (1589-1639) leefde in zijn jonge jaren op of nabij Algerburen. Hij is

echter niet nabij verwant.

In 15841588 kopen Aucke Sipckez en Tyts Meyntedr een ‘roedtpannen caemer’ aan

Algerbuieren van Meye Epckez te Oudega voor 63 goudg.

In 15921589 worden Wopcke Iegez en Sybolt Fransz op verzoek van Ded Iegedr,

bijgestaan door Lolck Ryuertsdr, weduwe van Epcke Meyez, aangesteld tot voogden

over de kinderen van Meye Eepckez te Idsega.

In 16001590 koopt Frans Wybes te Idsega een keesfat in het boelgoed van Trijn Pybedr,

weduwe van Rentien Liuue(s).

In 16061591 overlegt Schelte Iges een rekening van zijn voogdij sedert 1600 over

Ryuerd, nu meerderjarig, Ige, in zijn 25ste, en Meye, circa 16, de kinderen van Meye

Iges (lees Epckez).

In 16141592 overleggen Ruyrdt Meyez als voogd over Aall en Ded, de oudste kinderen

van Frans Wybez te Idsega, en Jaerich Hiddez, burgemeester van Workum, als

voogd over diens jongste dochter Aagh bij Tiets Gerryts een rekening van hun

administratie sedert hun aanstelling. Ded en Aagh worden bijgestaan door hun

mannen Agge Tiercxz en Meye Meyez. De oudste dochters komt volgens slot van

rekening uit 1596 ieder 237 goudg., 1/5 van 20 pm in Yge Wopckes sate te Abbega en

1/5 van ¼ van 1½ pm te Makkum toe van moedersgoed, net zoals hun half broers Yge,

Ruyrdt en Meye hadden ontvangen. Jongste dochter Aagh komt van moedersgoed 255

goudg. toe. Vaders sate te Idsega van circa 60 pm en 5 pm onder Workum komen aan

alledrie de kinderen. In 16161593 is dochter Aal getrouwd met Sybren Tyepckesz en

worden de voogden (ook Yge Meyez) van hun taak ontslagen.

Zie voor hen en hun nageslacht R.S. Roarda, It Algera-Algra Skaei, Ljouwert 1956, 126.Uit het eerste huwelijk:1. Ruiert Meyes, geb. voor 1581, boer te Jongebuyren op stem 2 van

Goingarijp, tr. voor 1613 Ancke Heerts.In 16131594 lenen Ruyerdt Meyes en Ancke Heerdtsdr te Jongebuiren onder


Goingarijp 100 goudg. van Jan Thoenis en Trijn Heerdtsdr, in 1618 lenen zij

500 goudg., in 1626 100 en in 1629 150 goudg.

2. Yge Meyes Algra, geb. circa 1582, apotheker en burgemeester te Bolsward, doet belijdenis 19 febr. 1620, testeert 25 aug. 1650, tr. 1. Wlck Auckes Unia, doet belijdenis 5 sept. 1612, testeert 4 febr. 1626, dochter van Aucke Tiercks Unia en Auck Hobbedr;1595 tr. 2. Bolsward 16 nov. 1626 Idke Jans Rollema, weduwe van Foppe Eeskes, dochter van Jan Fransz Rollema, houtkoper te Bolsward, en Pietke Willemsdr.1596

In 16261597 wordt geïnventariseerd ten huize van Ige Meyes, apotheker te

Bolsward, die hertrouwd is met Itke Jans Rollema. Hobbe en Hessel Jelles

treden op als voogden over zijn kinderen bij Wlck Auckis Unia. Vastgoed: ¼ van

Broersma staten te Abbega, groot 80 pm, en van 1 pm 7 eins Makkumerhemmen,

beide gebruikt door Birde Wopckes, 1/3 van een sate van 36 pm in Algragebuirte

onder Workum, gebruikt door Meye Meyes, 25 pm te Oudega, krap 12 pm te

Exmorra, 18 pm in een sate van 36 te Dronrijp, huizen en grondpachten te

Bolsward.

In 16271598 regelen de ooms Hobbe Jellis, oud-burgemeester van Franeker, en

Hessel Jellis te Oosterlittens als voogden over Meye, Auck en Acke, de kinderen

van Eege Meyes Algera bij wijlen Wulck Unia een scheiding met de vader die

hertrouwd is met Idke Jans Rollema, bijgestaan door schoonvader Jan Fransz

Rollema. Verwezen wordt naar de inventaris van 14 nov. 1626. De kinderen komt

de helft toe van huizing en landen; de meiers Wyebe Feyckisz te Tjerkwerd en

Sible Tyetsesz hadden 800 resp. 400 goudg. op de huizing voorgeschoten.

In 16351599 kopen Ighe Meyes Alghra, burgemeester van Bolsward, en Ittie

Jansdr Rollema 40 pm in Osinghahuyster zaete te Oosterend.

In 1640 is burgemeester Ige Meyes Algra eigenaar van de stemmen 41 van

Tjerkwerd, 13 van Oosthem en 4 van Oosterend en deels van 24 van Oosterend

en 24 van Abbega.

In 16501600 lenen Jan Jansz en Jelcke Buuedr te Nijland 1000 carg. van Jidke

Jans Rollema, vrouw van de oud-burgemeester Ige Meyes Algara, te Bolsward.

Op 25 aug. 16501601 maakt Ighe Meyes Algra, oud-burgemeester te Bolsward,

zijn testament. Zijn kinderen Meye, Aucke en Auckien hadden overeenkomstig

het testament van 4 febr. 1626 van hun moeder Ulck Auckes Unia ieder 1500

carg. meegekregen. Zoon Aucke krijgt 21 pm bij Workum (daarvan had Ighe

6 pm geërfd van zijn vader, 6 pm bij scheiding van zijn broer Riurdt Meyes

verkregen en 9 pm van zijn vaders zuster gekocht), 20 pm in Ighe Wopckes

Broersma sate te Abbega van 80 pm (door Ighe van zijn moeder geërfd) en 3

koegangen in Algrafenne, dochter Auckien Ighes Algra, vrouw van Florus

Florus Posthumus, krijgt o.a. een sate aan Ritseterp te Tjerkwerd van 30½ pm

en kleindochter Ulckien Meyes Algra o.a. een sate van 25 pm te Ugeklooster

en een van 26 pm met fiskenijen te Endeganerijp; ieder voorts 1/3 van ½ sate

te Dronrijp. Zoon Aucke en neef Ulbe Piers te Abbega worden voogden over de

kleindochter.

3. Meye Meyes, geb. circa 1590, te Algeraburen onder Workum, overl. (voor) 1638, tr. voor 1614 Aagh Fransedr, dochter van Frans Wybez en Tiets Gerryts (41223). In 1614 kwiteert Meye Meyez de weduwe van Baucke Ygez (41221) voor diens voogdij.

In 16241602 lenen Benedicx Piersz en Eelck Mirckxdr te Idsega 100 goudg. van

Meye Meyesz en Aagh Fransedr te Workum.

In 16261603 kopen Meye Meyez en Aecht Fransedr, burgers te Workum, 4 pm

maden daar van Douckien Cornelis, weduwe van Jan Lourens, te Hoorn voor

204 goudg.

In 16271604 leent Hotze Hommes te Idsega 100 goudg. van Meye Meyez, burger

te Workum.

In 16381605 wordt te Algeraburen onder Workum de nalatenschap beschreven

van Meye Meyes. De ooms Ige Meyes, oud-burgemeester van Bolsward, en

Ruerdt Meyes te Jongeburen onder Goingarijp worden aangesteld tot voogden

over zoon Meye, in zijn 20ste, en dochter Tiedts, in haar 13de, present is

tante Dedt Fransedr. Vastgoed: 50 pm in een sate te Algeraburen waarvan Ige

Meyes 10 pm bezit, 6 pm te Idsega en een sate van 65½ pm aldaar, gebruikt

door Nanne Feytes. Er zijn vorderingen uit 1634 van 500 goudg. en uit 1637

van 200 goudg. op Epcke Ruerdts en een uit 1628 van 160 goudg. op Ige Meyes

Algra. De ‘brieven’ worden dat jaar nog eens beschreven en krijgt Ige dan in

bewaring.1606 In 16441607 overlegt Ige Meyes de afrekening van zijn voogdij.

Meye is meerderjarig en wordt bijgestaan door zijn schoonvader Jan Sioerdts

en Tiedts door haar schoonvader Ige Meyes.

Uit het tweede huwelijk:4. Aall Fransedr, tr. Bolsward 1 jan. 1616 Sybren Tyepckesz, van

Britswerd.5. Ded Fransedr, tr. voor 1614 Age Tiercxz, te Heeg, overl. voor 1640,

zoon van Tierck Jetzez en Rienck Wypkedr.1608

Rond 16101609 koopt Tyerck Jetties de helft van Clein Sinnema te Heeg van de

erven van Baucke Pybes.

In 16121610 leent Tierck Jettiesz te Osingahuizen onder Heeg 300 goudg. van

Eecke Atzez en An Andriesdr aldaar. De schuld is in 1615 afgelost door zijn

zoon Agge Tyercxz.

In 16291611 lenen Riuert Meyesz en Antke Heertsdr te Jongebuyren 150 goudg.

van Aege Tiercksz en Ded Fransedr te Osingahuysen, in 16321612 lenen Sybe

Sybez en Tiets Sickedr te Heeg 50 goudg. van hen.

In 1640 zijn Age Tjercx weduwe en Pytryck Sinnema eigenaars van stem 43 van

Heeg, elk de helft.

In 16501613 verhuren Ded Fransedr, weduwe van Aage Tiercks, te Osingahuizen

onder Heeg en haar zoon Frans Aegges en zwager Claes Ennes de boerderij van


circa 72 pm aldaar aan Tiamcke Fransen en Aat Sickedr; datzelfde jaar leent zij

100 goudg. van Tietske Sipkedr, weduwe van Sybe Sybes, te Heeg.1614

In 16671615 scheiden Frans Ages, Rientk Ages, vrouw van Jouke Fetsis, Sioerd

Sioerdsen vanwege zijn vrouw Ded Agedr en Wypke Agis de nalatenschap van

hun ouders Age Tierks en Ded Fransedr. Frans neemt voor 1794 goudg. het

bedrijf te Osingahuizen over. Vastgoed: krap 13½ pm in het Heidenschap, 2½

pm te Heeg en 1 pm aldaar, in 1629 aangekocht.

In 16681616 overlegt mr. Simon Lamberti een rekening van zijn voogdij over Wypke

Agis, bijgestaan door zijn broer Frans Agis, Sioerd Sioerdsen en Ulbe Piers.

41224 Trijn Igedr, overl. na 1620, tr. 1. circa 1584 Syuerdt Tiaertsz, overl. Makkum 1598/99, zoon van Tyaerdt Syuerdtz en Bauck Wybedr te Abbega; tr. 2. 1605 Tyaerdt Tyaerdtsz, te Wons 1601, overl. Oudega 1607/08, weduwnaar van Trijn Aggedr (51331), zoon van Tyaerdt Edesz en Pietter Pietersdr.De nalatenschappen van Syuerdt Tyaerdtz (Makkum 1605) en die van Tiaert Tiaertz (Oudega

1608) zijn afdoende beschreven in Hettinga2 onder 8.020. In 16201617 blijkt dat Trijn Igedr was

ingetrouwd bij Tyaard Tyaardsz en dat moet dan te Wons zijn geweest. Kort daarop was dat

bedrijf verkocht en de helft van een sate te Oudega aangekocht waar Tyaard toen spoedig was

overleden. Trijn had niet in de kosten bijgedragen en was daarom niet gerechtigd tot het door

Tyaard nagelaten vastgoed.

In 16181618 overlegt Pieter Tyaertsz te Abbega de afrekening van zijn voogdij over Teth

en Tyaertke, dochters van wijlen Syoert Tyaerts te Makkum bij diens weduwe Trijn

Egedr te Oudega, bijgestaan door hun mannen Lolle Poppes en Wlbe Piers.

Uit het eerste huwelijk:1. Yghe Siuerds, geb. 21 nov. 1585, leeft 1605.2. Teth Siuerdsdr, geb. 5 jan. 1590, tr. Lolle Poppes, volgt 32112.4.3. Tyaerdtke Siuerdsdr, geb. 15 juli 1594, tr. voor 1618 Wlbe Piers,

eigenaar en gebruiker van stem 26 van Abbega, overl. na 1672, zoon van Pier Riencks.1619

In 16201620 lenen Doede Riencxz en Ryurt Yeskedr te Abbega 450 goudg. van

hun ‘naebuieren’ Ulbe Pyersz en Tyeetke Syurdtsdr. In 16291621 lenen Piebe

Piebesz en Simpck Feckedr te Oosthem 150 goudg. van Vulbe Piersz en Tiaertke

Sioerdtsdr te Abbega.

In 16501622 Ulbe Piers te Abbega vanwege de erven van Pier Riencks contra

Tertie Tiallings.

In 1654 tekent Ulbe Pyrs te Abbega bezwaar aan tegen het huwelijk van zijn

dochter Bauck met Jelle Gosses van Wommels.

In 1670 en ’721623 treden Thomas Wpkis, Ulbe Piers en Marten Sjoerds op

als voogden over Jantsen en Marten, kinderen van Greold Abis en Martien

Martens te Abbega.

41231 Rinck Hylckedr Broersma, overl. 12 mei 1601, begr. Oosterwierum,1624 tr. voor 1573 dr. Dirck Fogelsang, geb. 1544,1625 advocaat voor het Hof van Friesland, rekenmeester, gedeputeerde staat, kerkvoogd van Oosterwierum 1589,1626 overl. 6 jan. 1591, begr. Oosterwierum, zoon van Gerrit Dircks Fogelsangh en Tziam Sickes Atsma.Zie voor hen en hun nakomelingen: Johannes Woudstra, Siderius, Engelum 2002, en Dr. Kees Kuiken, Reinder H. Postma en D.J. van der Meer, Van Fûgelsang tot Fogelsanghstate, Kollum 2003.Theodorus Vogelsang werd in 1568 student te Heidelberg, in 1570 te Marburg.

In 15841627 kopen dr. Dirck Fogelsanck en Rintck Hylcke Broersmadr te Oosterwierum

14 pm in Walckema zate en staten aldaar van de erven van Inthe Anlez en Suster

Gerbensdr voor 55 goudg. per pondemaat; in 15851628 kopen zij, dan te Leeuwarden,

een rente van 8 daalders uit een sate te Oosterend van jr. Huldrick van Eusum c.s.

voor 100 daalders.

In 15891629 kopen Hinne Syurdtsz en Jelke mr. Auckedr te Sneek twee koegangen

buiten de Oosterpoort aldaar van dr. Dirck Fogelsanck, gedeputeerde staat en

advocaat voor het Hof van Friesland, en Rinck Broersma in een ruilkoop.

In 15921630 wil Rynck Broersma, weduwe van dr. Dyerck Foegelsangh, bezit verkopen:

een rente van 8 daalders uit een sate te Oosterend, één van 13 goudg. en 3 pm in

Bruersma state te Smallebrugge, gebruikt door Epo Heres, 12½ pm aldaar onder

Wymbritseradeel en 19 pm in de sate van Jarich Syercksz te Oppenhuizen. De rente

uit Bruersma sate was afgekomen van Hottye Jenckez, zie 4112.

In 16061631 zetten Jacob Pibes te Leeuwarden, man van Syouck, Joannis Atsma te

Oosterwierum, man van Tyam, Tyaerd Hettes te Rheen, man van Jouwer, en Andle

Dotinghe te Marsum, man van Sytske Fogelsang, het proces voort van hun moeder

Rinck Broersma, weduwe van dr. Dirck Fogelsang, tegen Adriaan Cornelisz Cuick,

oud-burgemeester van Franeker.

Uit dit huwelijk:1. Gerardus Vogelzang, overl. Genève.

Gerardus Vogelzang studeerde te Franeker 1594, Leiden ’96, Heidelberg ’98 en

Wittenberg ’99.

2. Tyam Dirxdr Fogelsang, geb. circa 1573, overl. 15 sept. 1660, begr. Oosterwierum,1632 tr. Johannes Johannes Atsma Posthumus, te Oosterwierum, geb. circa 1569, overl. 25 jan. 1646, begr. Oosterwierum, weduwnaar van Trijncke Edgersdr, zoon van Johannes Ruiertz Attiema en N. Broersma (41232).

3. Syouck Dirksdr Fogelsang, geb. circa 1575, overl. Leeuwarden 28 okt. 1652, begr. Oosterwierum, tr. (ondertr. stadhuis Leeuwarden 2 febr. 1600) Jacob Pybes Doma, geb. circa 1579, burgemeester en ijzerkramer te Leeuwarden, daar overl. 24 dec. 1627, begr. Oosterwierum, zoon van Pybe Douwes, ijzerkramer, en Wyts Claesdr.1633


4. Hylcke Fogelsangh, benoemd als vaandrig 1603, hij zou in 1613 bij Oostende gesneuveld zijn.

5. Jouwer Dircks Fogelsanck, te Wirdum, tr. (derde procl. stadhuis Leeuwarden 20 febr. 1603) Tyaerd Hettes Epema, geb. Wirdum circa 1579, zoon van Hette Wybes Epema en Suyrtke Riencx Andringa (4335). Hij hertr. 1619 Bauck Pietersdr (41222.3).In 16201634 wordt ten huize van Tyaerd Hettesz Epema te Wirdum de

nalatenschap beschreven van diens vrouw Jouwer Dircxdr Vogelsangh. Oom

Jacob Pibes Doma, man van Syouck Vogelsang, regelt een scheiding tussen de

kinderen Hette, Jouwer en Sieurdke Tyaerds en hun vader.

6. Sytske Dircx Fogelsang, tr. circa 1605 Andle Wopkesz Popta, overl. Marsum 17 nov. 1617, zoon van Wopke Pietersz Popta en Imck Anlesdr Dotinga.1635

41232 N. Broersma, tr. Johannes Ruiertz Attiema, geb. circa 1542, overl. 30 mei 1569, begr. Oosterwierum,1636 zoon van Ryoerdt Sickez Attyema en Meyns Sytsedr Adama.1637

Uit dit huwelijk:1. Een dochter, leeft 1598.2. Johannes Johannes Atsma Posthumus, geb. circa 1569, te

Oosterwierum, overl. 25 jan. 1646, tr. 1. Trijncke Edgersdr, geb. circa 1575, overl. 26 dec. 1596, beiden begr. Oosterwierum; hij tr. 2. Tyam Dirx Fogelsang (41231.2).In 15981638 Harmen Dircxz te Stiens en Pieter Eesckez (Fogelsang) als voogden

over de kinderen van Jelte Syttiez als erven van grootmoeder Auck Syttiedr

(sic) contra Rienck Gabbez vanwege zijn vrouw Mints Gerloffsdr en Joannes

Joannes Atsma als erven van hun grootvader Ryuerdt Sickez. De voogden eisen

300 goudg. op van een vordering op Ryuerdt; Joannes Atsma bewoont diens

boerderij maar heeft geen weet van die vordering.

In 15981639 verklaart Feyck Abbedr te Oosterwierum dat Joannes Atsma aldaar

haar begin 1597, zo’n kwart jaar na het overlijden van zijn vrouw, trouwbeloften

had gedaan. Ter bekrachtiging had hij haar een ‘groote gouden penninck met

een golden rinck’ gegeven. Nadat gebleken was dat de een aan zijn nicht, de

ander aan zijn zuster toebehoorde had hij de penning verruild voor een ‘groote

sware golden draechringh’. Joannes bevestigt dat hij Feyck ‘inde wtterste

dronckenschap’ de ring had gegeven maar ontkent enige trouwbelofte. Het Hof

oordeelt dat er geen trouwbelofte was gedaan maar dat Joannes wel geprobeerd

had Feyck te onteren en veroordeelt hem een halve last rogge te leveren, de

helft aan de armen van Oosterwierum, de helft aan die van Leeuwarden.

In 16141640 zijn Johannes Atzma en Tyamke Dirxdr te Oosterwierum 100 goudg.

schuldig aan Jelle Fockes en Atke Reynsdr aldaar wegens gehaalde waren.

41233 Tryncke Hylkedr Broersma, tr. voor 1578 Pybe Jorrytsz Wiarda,1641 boer op Tjerksma sate onder Roordahuizum, kerkvoogd aldaar 1580,1642 burger van Sneek 10 juni 1601, overl. 1607, zoon van Jorryt Bockes Wiarda en Catharina (Jelgersma).1643 Hij hertr. Jetske Andringa, weduwe van Gysbert Oenes, burgemeester te Sneek, dochter van Marten Jans, boer te Roordahuizum, en Lol Andringa.1644 In 15781645 wordt ‘Wybe’ Jorrytsz te Roordahuizum aangeslagen voor 6 carg.

In 15781646 kopen Pibe Joritsz Wyarda en Trijn Hylckedr Broersma te Roordahuizum

de helft van Harckna zaete te Oosterwierum, groot 25 pm, nagelaten door Sytye

Jelgersma en Ytyen, van Joucke Mellez als curator van hun goederen voor 33 goudg.

per pondemaat. Hessel van Hanya protesteert als erfgenaam van zijn moeder Idt

Graetingha tegen de verkoop. In 15801647 kopen Pybe en Tryncke een rente van 17

goudg. uit dezelfde zate, gebruikt door Obbe Harmensz, van Hessel van Hania die

deze had geërfd van zijn moeder.

In 15791648 worden Pybe Jorrytsz Wyaerda en Bocke Doeytsez Wiaerda aangesteld

tot voogden over Sipcke, in zijn 16de, Saecke, in zijn 14de, en Rinck, in haar 12de,

kinderen van Wytscke Wyaerda bij wijlen Florys Abbema. In 15861649 treedt Pybe op

als hun voogd.

In 16041650 Tyesse Berendsz te Aegum vanwege zijn vrouw Ida Dooitsedr Wyaarda

contra Pibe Jorrytsz Wyarda, mede namens de overige erfgenamen van Jorryt

Bockesz, inzake diens voogdij over Ida, dochter van zijn broer Doitse Bockesz.

In 16071651 hebben Pybe Jorrytz Wyaerda en Jets Andringa te Sneek een vordering

van 100 goudg. op Syurdt Ulkez en Lolck Tzalings, huurders van hun saete in de

Birdt (onder Grouw), die hen in 1596 200 goudg. tot geschenk hadden gegeven. In

16081652 stelt Sybolt Haarsma zich borg voor de mede-erven van zijn schoonvader

Pybe Jorrytz die met zijn gezin drie jaar bij Syuerdt Uuylckez gewoond had.

In 16131653 verklaren Symon Douwes te Roordahuizum, man van Hylck Pybes

Wyaarda, Fedke Pybes Wyaarda te Rauwerd, weduwe van Dirck Jelles Kingma,

Bientze Ryurdtsz Bantert te Dronrijp, man van Syouck Pybes Wyaarda, Tzietske

Pybes Wyaarda te Oosterwierum, vrouw van Pieter Intes Kingma, en Sybolt

Haarsma te Beers, man van Trintke Pybes Wyaarda, dat zij ‘Harckema sate’ te

Oosterwierum, bewoond door Peter Intes Kingma, voor 4030 goudg. hebben

verkocht aan jfr. Catharina Coenes, weduwe van de raadsheer Tzalingh Wyckel,

en dat zij haar erven zullen vrijwaren van de rente van 25 goudg. uit die sate welke

hun vader Pybe Jorrits Wiaarda bij testament van 26 jan. 1606 besproken had aan

Jetske Andringha.

Uit dit huwelijk:1. Hylck Pybedr Wiarda, tr. Symon Douwes, boer op de kerkeplaats

‘de Grote Twixel’ te Roordahuizum, overl. na 1632,1654 zoon van Douwe Symens, meier van de Grote Twixle 1561/63.1655 In 16101656 legt Hylck Pybedr het niaar op de verkoop door Sybolt Haersma en

Tryncke, haar zuster, van 5 pm aan Dirck Entes en vrouw.


In 16141657 nemen Simon Douwesz en Hylck Pibedr Wiaarda te Roordahuizum

een vordering uit 1613 van 400 goudg. over van Dirck Jacobs en Jacob Dircks te

Bozum op Peter Intes Kingma en Tzietske Pibes Wiaarda te Oosterwierum.

Anno 1617:1658 Simen Douwes ‘vonende op die grote Tuicksel heft dese hoorn

laten reppereeren tot kerke haeer eren’.

2. Fedke Pybedr Wiarda, overl. na 1640, tr. 1. Dirck Jelles Kingma, in 1597 boer op Zijerda state op Lombersbuyren onder Dronrijp, in 1602/’06 te Weidum, daarna te Rauwerd, overl. voor 1613, zoon van Jelle Pytters Kingma en Hylck Gerritsdr Fogelsangh;1659 tr. 2. gerecht Rauwerderhem 31 maart 1618 Pyter Douwes, die in 1650 hertrouwt met Aef ke Sybouts, van Franeker.In 16021660 hebben Dyrck Jelles Kingma en Fedke Pybedr Wyaerda te Weidum

Zyaerdastaten te Dronrijp verkocht en dragen zij hun vordering van 750 goudg.

op de kopers Jacob Meintes en Griet Douwedr van de laatste betalingstermijn

over aan hun ‘lieve en seer beminde’ vader Jelle Pietersz Kingma aldaar.

In 16131661 worden de ooms Hendrick Jellez Kingma te Peins en Seeckle Intez

Kingma te Balk aangesteld tot voogden over Tryncke, Hylck, Dyrckien, Inte,

Gerryt en Jelle, de kinderen van wijlen Dirck Jellez Kingma bij Fedke Pybedr

Wyaerda, bijgestaan door haar zwager Sybolt Haersma.

In 16351662 dragen ffetke Pybes Wyaarda, vrouw van Pyter Douues, als moeder

van de innocente Jelle Kingma, Claass Willems, man van Trijntie Dirckx

Kingma en mede vanwege Gerryt Dirckx Kingma, Bocke Agges, man van

Hylck Dirckx Kingma, en Dirckien Kingma hun aandeel in de erfenis van hun

neef Rienck Kingma over aan Saeckle Kingma te Zweins voor 5125 carg.

In 1640 is Fettie Wyaerda eigenares van Tjerksma sate, stem 8 van Roordahuizum.

3. Syouck Pybes Wiarda, tr. Dronrijp 3 jan. 1602 Bientze Riurdts Bantert, boer op stem 15 van Dronrijp 1640, zoon van Ryurdt Peters Bantert, dorprechter en ontvanger te Dronrijp, en Doed Biensedr.1663

In 16101664 koopt Bintze Ryurdtsz te Dronrijp voor 25 goudg. een ‘root blaer coe’

en voor 24½ goudg. een ‘root enter rier’ in het boelgoed van Tiaerdt Haersma

te Beers.

In 16101665 nemen Sybolt Haersma en Tryncke Pybedr Wyaerda te Grouw de

koop over van 23 pm in Wytna sate die jr. Wytse van Camminga gekocht had

van Beentse Ryuerdtz Bantert en Syouck Pybedr.

In 16391666 moet Bientze Riourtsz Bantert te Dronrijp, voogd over Uuylck

Adjedr, zijn medevoogd Sioucke Andries te Nijland van de voogdij ontslaan.

4. Tzietske Pybes Wiarda, tr. voor 1606 Pieter Intes Kingma,1667 geb. Achlum circa 1580, boer op Harckna sate te Oosterwierum 1610, ’13, te Leeuwarden 1617, secretaris van Franekeradeel 1621-’25, advocaat, notaris, procureur-postulant te Franeker 1627, ’35, daar overl. 1639,1668 zoon van Inte Claess Kingma, bijzitter van Franekeradeel, en Ulb Gerloffsdr Rispens.1669

In 16101670 is Peter Intes Kingma te Oosterwierum koper in het boelgoed van

Tiaerd Haersma te Beers.

In 16361671 regelt Peter Kingma, oom en voormalig voogd van de twee kinderen

van Claes Intes, een akkoord met hun moeder Antke Rommertsdr die

hertrouwd is met Pyter Juckes.

5. Trynke Pybedr Wiarda, ged. Sneek 22 maart 1587, tr. eind 1606 Sybolt Tyaerdts Haersma, te Bolsward 1608, Grouw 1610, Beers 1611, overl. voor 1636, zoon van Tjaard Sybolts Haersma te Bolsward, Beers.1672

Op 10 okt. 16061673 verzoekt Trynke Byebes (ze tekent als Trynke Pybes Wierda)

om publikatie van de huwelijksgeboden van haar en Sybout Tyaerdtz Haersma;

het verzoek wordt mede ondertekend door Dirck Jelles Kingma, Tyardt Harsma

en P. Kingma.

In 16081674 lenen Sybolt Haarsma en Trynke Pybedr Wyaarda te Bolsward 700

goudg. van Jelle Petersz en Eets Syboltsdr te Irnsum; wanneer de vordering

later (denkelijk in 1610) wordt overgedragen op Gatse Olfferts en vrouw, wonen

Sybolt en Trynke te Grouw.

In 16111675 lenen Sybolt Haersma en Trynthie Pybedr te Beers 100 goudg. van

Johannes Jansz en Geert Dircxdr te Poppingawier boven de 200 goudg. die

Sybolts vader al van hen had geleend.

In 16141676 verkopen Sibolt Haersma en Tryncke Pybes Wyaerda te Beers 77 pm

onder de klokslag van Grouw in Wytnia staten en sate aan dr. Wilhelm van

Velsen en Eene Tyare te Leeuwarden voor 2772 goudg.

In 16241677 boelgoed van hooi en enige huisraad te Beers ten huize van Sybolt

Haarsma en Tryncke Wyaarda.

In 16361678 Jan Jansz onder Leeuwarden met cessie van Jacob Tjaardsz in

Oost Friesland contra Trijntie Piebes Wiaerda, weduwe van Sibolt Haersma,

vanwege hun kinderen.

41311 Sible Gatses, overl. 29 febr. 1584, begr. Tjerkwerd,1679 tr. Syu Andladochter Rispens, overl. 7 okt. 1603 of ’05, begr. Tjerkwerd, dochter van Andle Sipckes.1680

In 15781681 wordt Sibble Gatsez te Tjerkwerd aangeslagen voor 7½ carg.

Uit dit huwelijk:1. Jayts Sibledr Oenema, overl. 1640/43, tr. voor 1585 Hille Ruirdts,

boer op stem 28 te Buwaldaburen, overl. voor 1612. In 15951682 kopen Hille Ryuerdtz en Yayts Sybbledr te Tjerkwerd 26 pm te

Engwier van Hille Wuilckez en Trijn Dioeredr voor 1287 goudg.

In 15951683 kopen dezelfden de sate Meiskebuirenherne te Tjerkwerd, groot 70

pm, van Rinck Broersma, weduwe van dr. Dirck Fogelesanck, voor 31 goudg.

per pondemaat.


In 15951684 kopen Poppe Claesz en Tyets Hommedr te Oosterend 11 eins in

een stuk van 11 pm van Hille Ryuerdtz te Tjerkwerd vanwege zijn vrouw Jayts

Sibledr voor 45 goudg.

In 16341685 hebben Jayts Sibledr Oenema, Sible Hilles Rispens, Sierck en Gatse

Hilles Buualda en Hans Hans Bruinsma vanwege zijn kinderen bij wijlen Hansck

Hilledr Buualda als eigenaars van land gelegen aan een poel onder Tjerkwerd

met recht van visserij een kwestie met Eme Douues, de andere belender van die

poel, over het droogmalen daarvan.

Hun nageslacht in GJb 1989, Buwaldaburen, 42.2. Sipk Sibledr, tr. voor 1598 Pieter Tyaerdts, geb. 1560, te Abbega, zoon

van Tyaerdt Syuerdts, te Wons, Abbega, en Bauck Wybedr.1686

In 1598 treedt Pieter Tyaerdtsz op bij een verkoop in Rispens voor Syu Andledr,

weduwe van Sible Gatzez; in 1616 komt hun sate te Rispens van 42 pm aan Sible

Hillez.

Hun nageslacht in GJb 1976, Wigmana.3. Syu Sibledr Oenema van Brorsma, tr. Homme Reyns Hoytema, volgt

5176.4. Dr. Gatse Oenema van Broersma, kinderloos overl. 9 febr. 159x, begr.

Tjerkwerd.1687

In 1582 begint Galenus Sebaldi Bouwald zijn studie te Keulen.

41312 Trijn Gatses, tr. Hille Idsen, van Nijlant, volmacht van Wymbritseradeel 1560,1688 van Nijland en Folsgare 1579,1689 overl. 1590/91, zoon van Ids Lyckles, uit Gaasterland, en Ebel Ulbes.1690

In 1552 is Hille Ydtsz te Nijland bewapend met ‘harnas ringcraeg speidts degen’.

In 15571691 Hille Ydsz als voogd van Broer Jacopz en volmacht van Foekel Jacopsdr,

vrouw van Fritsz Sibez, contra Hilck Jacops weduwe.

In 15591692 Imcke Ryoerdtsdr contra Hille Ydsz.

In 15821693 Hille Idsz te Nijland en Minne Taeckez te Hommerts, volmachten en

mede-rekenmeesters van Wymbritseradeel, contra mr. Hoyte Hoytema en Luytien

Gerrytz, beiden te Sneek, inzake koop van een huis.

In de jaren 1582 t/m ’901694 treedt Hille Idtsz te Nijland, naast Joannes Hesselz te

Wommels, op als voogd over de kinderen van mr. Saecke Stapert.

In 15911695 worden te Sneek de ‘brieven’ uit de nalatenschap van Hille Idtz beschreven

in presentie van Gatze, Idtz, Wlbe, Focko en Grete Hillez. Daaronder vorderingen

uit 1591 van 100 resp. 400 goudg. op Gatze Jeltinga en op Offco Tadama en Tiedt

Jeltingha te Kollum, verkoop dat jaar van een zate aan Ruyrdt Tyaertsz en Syrck

Ennedr te Wolsum voor 1862 goudg., koop in 1567 van 2½ pm te Baburen van Sydtke

Aylua. Het boelgoed te Nijland had 1153 goudg. opgeleverd; vastgoed: 2 x ½ zate te

Oosthem, 14 pm te Tjerkwerd, 17 pm te Nijland.

In 15921696 Ulbe Hillez, mede voor zijn broers, als erven van Hille Idtsz contra Riuerdt

Tiaerdtz en Syerck Ennedr over het restant van de koopsom van de ontruiming van

de zaete te Nijland waar Hille woonde. In 1593 en ’941697 leveren Gatze, Ids, Wlbe,

Focke en Grate Hillez kwitantie.

In 16001698 verkopen Gatse Hillez te Oosthem, Ids Hillez te Koudum, Focke Hillez

te Bolsward en Gratte Hillez op Ameland, mede vanwege hun broer Ulbe Hillez te

Nijland als erfgenamen van hun vader Hille Idtsz aan Pieter Teetlum en Joost Aytta

te Swichum krapaan 5 pm op Barrehuysterbuyren in de sate die gebruikt werd door

Hette Wybez voor 100 goudg. per pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Gatse Hilles, te Oosthem, tr. vermoedelijk Aeff.

In 16031699 wordt de nalatenschap beschreven van Jantien Mintiedr; Oege Reynz

en Gattie Hillez zijn voogden over haar kinderen bij wijlen Pieter Wopckez.

Kopers in het boelgoed zijn o.a. Wlbe Hillez te Tjerkwerd, Gattie en Focke Hilles

en ook Aeff Gatties. In 1604 en ’061700 volgen weesrekeningen van Gatse Hilles.

In 16051701 verlaten Gatse Hilles en vrouw te Oosthem de huur van 1/5 van de

saete, waaronder Pieckezijl, van Johan Syttiesz en Auck te IJlst.

2. Idts Hilles, te Koudum, Workum, tr. Jayts.Idts en Jayts zijn lidmaten te Koudum 1601, 1609, sindsdien vertrokken naar

Workum.

3. Ulbe Hilles, te Nijland, Tjerkwerd, Buitenpost, tr. Siou Jeltinga, sijn nichte (41313.4).In 1612/131702 Jeesel Sinedr contra Ulbe Hilles te Buitenpost. Voor onderhoud

van het betreffende kind sedert 1601 moet hij haar 41 goudg. vergoeden.

In 1629 en ’35 kopen en in 16311703 verkopen Ulbe Hilles en Syucke Jeltinga

te Buitenpost enige percelen land; in 16391704 kopen Ulbe Hilles Hoytsma

en Syucke Jeltinga te Buitenpost in totaal zo’n 4½ pm aldaar van Reynt van

Harckama voor krap 300 goudg.

In 1640 is Ulbe Hilles te Buitenpost eigenaar van stem 51 van Tjerkwerd.

4. Focco Hilles, te Bolsward, tr. Ysck Piersdr.In 15951705 kopen Focke Hilles en Ysck Piersdr te Nijland een huis aan de Kerkstraat

te Bolsward van Ysbrant Janz en Eeff; in 1603 verkopen zij een huis aldaar.

5. Grette Hilles, te Tjerkwerd, later op Ameland.In 15941706 Grate Hillez te Tjerkwerd contra Symen Aggez aldaar over

huuropzegging van 1½ pm.

In 15941707 is Grate Hilles te Tjerkwerd 18 carg. verschuldigd aan Ipe Ipez

vanwege zijn dochter Doed van verdiend loon.

41313 Tet Gatses Oenema, te Buitenpost, Dokkum 1588, overl. 23 aug. 1605, begr. Buitenpost, tr. voor 1559 Wybe Jeltinga, van Buytenpost, overl. 3 juli 1567, begr. Buitenpost, zoon van Buwe van Ieltcama en Frouck van Siccama.1708

In 1561/62 verkoopt Teedt Gatzedr 15 pm te Smallebrugge aan Jancke Wlckez (4112).

In 15831709 Tett Gatthiedr, weduwe van Wybeth Jeltinga, vanwege haar kinderen

contra Roeloff Roeloffz, smid te Buitenpost.


In 15881710 Atke Hoytema (4311), weduwe van Rienck Doyem, te Bolsward en Tett

Gayttiedr, weduwe van Wybett Jeltinga, te Dokkum contra Pieter Sickez, Hylbrant

Bauckes te Wolsum en Trijn Emedr, vrouw van Wybe Lyuues, te Wons.

In 1596, 1598 en 16041711 koopt Tetke Gaettziedr, weduwe van Wibet Jeltingha,

percelen land te Buitenpost en Lutkepost.

Uit dit huwelijk:1. Buwe Jeltinga, (1557-1615) van Buitenpost, wordt rond 1580 burger

van Leeuwarden, secretaris van Dokkum 1585-’91, griffier van het Hof van Friesland 1591-1615, tr. Sas Wijngie, dochter van Dyonisius Wynia en Imck Rinnertsdr.1712

In 15841713 treedt mr. Buwe Jeltinga, suppoost van het Hof van Friesland, op als

volmacht van de erven van Gerloff en Jeppe van Bolta, in 1585 als voogd over

Jacob van Ayssens.

Zie voor hem: H.Tj. Obreen, ‘Een Dockumer secretaris aan het einde der 16e eeuw’, It Beaken 1954, 157.

2. Gatse Jeltinga, (1563-1617), tr. Jelck Aeysma.In 15951714 kopen Gaetthie Jeltingha en Jelck Aeysma 9 eins, in 1605 nog eens

16 eins lands.

In 16281715 legt Jelck Aisma, weduwe van Gatze Jeltinga, als belender het niaar

op de verkoop van 5 pm land te Buitenpost.

3. Siou Jeltinga, (1565), tr. (haar neef ) Ulbe Hilles, volgt 41312.3.

41411 Enne Agges, te Hommerts, Jutrijp, overl. 1619, tr. 1. rond 1595 Gerlandt Emedr, overl. voor 1603, dochter van Eme Gabbesz te Heeg en Sets Wypckedr; tr. 2. voor 1603 Sibbel Wybedr.Van 1583-’88 zet Enne Aggez processen voort van zijn ouders. Hij woont in 1600 nog te

Hommerts, in 1603 en later te Jutrijp (4141, 41412).

In 16031716 Enne Agges en Sibbel Wybedr te Jutrijp contra dr. Edsardus Ens en Ansck

Aggedr Feddinghe te Franeker over een vordering van Enne van 75 goudg.

In 16111717 overleggen Tierck Jettiez te Heeg voor zich en Enne Aggez vanwege

zijn kind bij zijn eerste vrouw Gerlandt Emedr en Taeckle Syboltsz vanwege zijn

kinderen bij Frouck Emedr als erfgenamen van Eme Gabbez een rekening van de

voogdij sedert 1600 en 1609 over Aucke Tiaertsz.

In 1620 en 16211718 overleggen Atte Attesz en Sibbell, weduwe van Enne Aeghes,

rekeningen van de voogdij over de vier weeskinderen van Solke Piers. Zwagers van

de kinderen zijn Eede Obbesz en Olke Sipckez.

Ut het eerste huwelijk:1. Gerland Ennedr, geb. voor 1598, tr. 1623 Wopke Rommerts

Fogelsanck, te Franeker, zoon van Rommert Eeskes en Hylck te Oosterwierum.1719 Hij tr. 2. voor 1633 Trijntie Pytersdr.In 16231720 overlegt Jelle Dircksz, burgemeester van IJlst, de afrekening van zijn

voogdij over Gerland Ennedr, over de 25 jaar, getrouwd met Wopke Rommerts

(tekent Fogelsanck) en bijgestaan door haar tante Jelcke Emedr. Op 7 okt. 1619

was er scheiding van haar vaders- en moedersgoed.

In 1634 en ’361721 overleggen Wopke Rommerts Vogelsangh en Tiaerdt Hanses

rekeningen van hun voogdij over Hans en Tiedtie Wypkes; in 16391722 wordt

oom Wopcke Rommerts Fogelsangh aangesteld tot voogd over Jucke, Jentie en

Foeck, de kinderen van Saecke Juckes bij wijlen Idtie Rommerts Fogelsangh.

In 16481723 wordt Wopke (lees Wyger) Rommerts Fogelsangh, mederechter van

Baarderadeel, aangesteld tot voogd over Gerland, in haar 16de, en Hylck, in

haar 14de, kinderen van Trijntie Pytersdr bij Wopke Rommerts Fogelsangh.

Uit het tweede huwelijk:2. Wybe Ennes, te Jutrijp, tr. circa 1635/40 Jildouw Wybedr.

In 1640 zijn Wybe Ennes en zijn broer eigenaars van stem 4 van Jutrijp, Wybe is

hier boer. In 1698 is Cornelis Johannes eigenaar van de helft en grietman Van

Burmania van de andere helft die hij in 1670 van Agge Ennes had verkregen.

In 16421724 Wopcke Siercx Meylema en Siucke Siercxdr Meylema contra Agge en

Wybe Emes (lees Ennes).

In 16601725 overlegt Agge Innesz een rekening van zijn voogdij sedert 1658 over

de weeskinderen van Wybe Innesz en Jildu Wybedr. Dochter Sibbel Wybesdr is

vrouw van Cornelis Joannes (getrouwd 1659), voorts Bauck en Wybe.

3. Agge Ennes, overl. na 1670.Agge Ennes verkoopt in 1670 zijn helft van stem 4 van Jutrijp.

41412 Wybe Agges, geb. circa 1554, overl. 1595, tr. 1. circa 1586 Doed Seerpsdr Intzema, overl. 1587/94, dochter van Seerp Andriesz Intzema te IJlst en Graets Fopckedr Tallum.In 15611726 is Wibrandus Aggeus, 7 jaar oud, prebendaris te Hommerts.

In 1566/671727 koopt Johannes Tzialincxz te Wons 10 pm 3 eins van Seerp en Agge

Andries voor 520 goudg.

In 1571/721728 koopt Seerp Andries 6 pm 3 eins te Kubaard van Wytthie Tzalincxz voor

37 goudg. per pondemaat.

In 15851729 Greolt Pieterz te IJlst vanwege zijn vrouw Att Hayttiedr, mede als

erfgename van haar broer Andries Hayttiez, contra Rinck Agge Andries weduwe te

IJlst als moeder van haar kind en Graet Fopkedr te Hommerts vanwege haar dochter

Doedt bij wijlen Seerp Andriesz, bijgestaan door Fopke Tallum, grootvader van haar

kind. Dezelfde kwestie in 15871730 maar dan treedt Enne Aggez te Hommerts op

voor zijn vrouw Graets Fopkedr en tevens, met haar broer Wopke Fopkez Tallum te

Hitzum, voor dochter Doetke. In 1583 en ’861731 procedeert Enne Agges te Hommerts

vanwege zijn vrouw Greets Fopkedr en vanwege Fopcke Tallema tegen de erven van

Walta Benedicxz (Hettinga).

Deze Enne Agges is naamgenoot en volle neef van 41411.1732

In 1603 en 16041733 beleggen Scyucke Tzalings en Enne Aggez, beiden te Jutrijp, als

voogden over Doede Wybez boelgoed in het sterf huis van ‘s kinds grootmoeder


Grets Fopckedr, laatst weduwe van Enne Aggez. Onder de kopers: Sibbel Innis, Fopke

Wopkes, Solke Piers, Brutick Feyckis en Agge Aenez.

In 16051734 kopen Syoucke Tzallingsz en Enne Aggesz als voogden over Doede Wybesz

Ockema 24 pm in de sate Westerhitsum waarin zij al landen bezitten, hen aanbeërfd

van Graets Fopckedr Tallum, van de gebruikers Johannes Jacobs en Hid Euertsdr

voor 52 goudg. per pondemaat. Er komen protesten van Esse Pieckez en Seerp

Wopckedr (ook Fopckedr) te Schalsum en Enne Aggez en Sibbel Wybedr; verkoper

Johannes was Sibbels voogd geweest. In 1610 en ’111735 kopen de voogden daar nog

12 en 24 pm van Fopke Wopckes te Hommerts en Feyte Anskes en vrouw te Hitzum.

In 16061736 overleggen Enne Aggez te Jutrijp en Grets Wopckedr, weduwe van Siuwcke

Tsaelinghs met haar zoon Tsaelingh Siuwckes, een rekening van de voogdij over

Doede Wybes Ockema ten overstaan van medevoogd Breutick Feickez, bijzitter van

Wymbritseradeel, en van Aege Ennes, oom van het kind. Er was geld op rente gezet

bij o.a. Solcke Piers op De Ouwer, Rein Tiercks, Eesse Pieckes en Aege Ennes. Van

Johannes Sytties te IJlst hadden de voogden 14½ pm te Jutrijp gekocht, van Fopcke

en Tyets Wopckes Tallum met elkaar 48 pm te Hitzum.

Wybe tr. 2. voor 1594 Marij Siercksdr Meylama, geb. Oosterend na 1572, overl. (Balk) na 1607, dochter van Sierck Siercksz Postumus Meylama en Trijncke Wopckedr Goersma. Marij hertr. 1596 dr. Reyn Tiercksz, procureur-postulant te Balk, overl. na 1617. Schoonvader Sierck Siercksz is half broer van Doede Syerckz (5171).In 15941737 worden schoonzoon Wybe Aggez en Alle Oeges, beiden te Hommerts, en

Johan Wopkes te Winsum aangesteld tot voogden over de weeskinderen van Sierck

Meylama. De overledene liet o.a. 16 pm te Hommerts na. In 15951738 overlegt Marij

Siercksdr, weduwe van Wybe Aggez, te Hommerts een rekening van de voogdij van

haar man over de weeskinderen van Sierck Sierckz Postumus. In januari 15971739

opnieuw een rekening, dan is Marij vrouw van dr. Reyn Tyercx.

In 16071740 kopen Jan Dirckz, ontvanger van Oosterend, en Siouck Igedr 2/4 van

Hanckema sate aldaar van Mari Syercksdr Meylema, vrouw van Reyn Tiercxz. Er

komt protest van Agge Ennez te Jutrijp als voogd over Gaatske Wybedr, verkoopsters

kind bij Wybe Aggez.

Uit het eerste huwelijk:1. Dodo (Doede Wybes) Ockema, geb. na 1585, overl. Coevorden 20 aug

1620,1741 tr. Leeuwarden 26 nov. 1609 Jelcke Ulenburch, overl. IJlst 29 okt. 1647, dochter van dr. Rombertus Ulenburgh en Siuckien Wlckesdr Aessinga.1742 Jelcke was een zuster van Saskia Ulenburch, vrouw van de schilder Rembrandt van Rijn. In 16071743 kopen Johan Martens Gravius, ontvanger van Wymbritseradeel,

en Barber Hoytema te Sneek een rente van 13 goudg. uit Broersma saete te

Smallebrugge van Enne Aggez als curator en Enne samen met Breeuwtick

Feyckez, bijzitter van Wymbritseradeel, als kuratoren van Doede Wybes

Ockema.

In 16101744 zeggen Enne Agge en Breutyck Feyckes als voogden over Doede

Wybez Ockingha aan Andris Aggez te Hymmert de huur op van ½ sate.

In 16101745 Doede Wybesz Ockema te Hommerts maar nu binnen Leeuwarden,

bijgestaan door zijn schoonvader dr. Rombert Ulenburg, contra (moeders neef )

Andries Agges te Hemert onder Burgwerd.

In 16271746 verkrijgt jfr. Jelcke van Wlenburgh, weduwe van Doede van Ockema,

te IJlst door niaarlegging 29 pm in een boerderij te Kubaard van Andries Agges

te Hymert onder Burgwerd, bloedverwant van haar kinderen.

Na het overlijden van tante Sas Uylenburgh in 1634 bleek dat zij

Jelcke tot universeel erfgename had benoemd in plaats van haar

peetkind Saskia, vrouw van Rembrandt, wat tot procedures leidde.1747

In 16371748 verkoopt jfr. Jelcke van Wlenburghs, weduwe van Doede van Ockama,

te IJlst een rente van 2 goudg. 7 st. uit de sate Mollema te Lutkewierum die zij

geërfd had van haar tante Sascke Wlenburgh.

In 16351749 wordt Jeltie van Ulenburgh, weduwe van Doede van Ockema,

op verzoek van Agge van Ockema, vaandrig in de compagnie Harinxma,

aangesteld tot voogdes over zijn minderjarige broers Wybe, 24, Rombertus, 19,

en Serapius, 17, van Ockema.

Uit het tweede huwelijk:2. Gats Wybedr, tr. Balk (procl. Bolsward 8 nov. 1610) Anne Lolckes,

ontvanger der boelgoeden van Bolsward.1750

Ze woonden aan het Grootzand. Hij doet belijdenis 13 febr. 1613, zij 27 april 1617;

in 1627 en ’28 laten zij zoons Doede en Wybe dopen.

41413 Goyts Aggedr, tr. voor 1584 Breutick Feyckes, te Hommerts, assessor van Wymbritseradeel, overl. Sneek eind 1617. Hij tr. 2. voor 1602 Popck Anckedr; tr. 3. (derde procl. Leeuwarden 20 okt. 1611) Lyeuck Sibrants.In 15901751 laat Wilhelm Ludwich (Willem Lodewijk) een aanbeveling uitgaan om

Broetick Feickes te kiezen als ‘bequame befelhebber’ tot aanmonstering van buiten-

en binnendijkers.

In 15931752 verkoopt Jell Seerps weduwe te Hommerts, bijgestaan door haar broer

Bruetick Feickez, 5 pm te Tjerkwerd.

In 16021753 is Popk Anckedr, vrouw van Bretyck Feyckes, belender te Delfstrahuizen.

In 16051754 verkoopt Bruetick Feyckes, assessor van Wymbritseradeel, te Hommerts

1/8 van Rens Wybes sate te St. Johannesga voor 152 carg. In 16071755 kopen Hylcke

Feyckes te Joure en Broetick Feyckes, mederechter van Wymbritseradeel, te

Hommerts een sate van 9½ roede breed te St. Johannesga voor 980 goudg. Gielt

Oenes neemt de koop over.

In de jaren 1611-’171756 treedt Breutick Feickes geregeld te Sneek op als voogd; in

de jaren 1615-’17 wordt hij regelmatig aangetroffen in functie van assessor dan wel

bijzitter van Wymbritseradeel.1757


In 16131758 Johan Wpkes Cnossens, kerkvoogd van Hommerts, contra Breutick

Feyckes c.s.

In 16171759 wordt oom Hylcke Feyckes te Heerenveen aangesteld tot voogd over

Seouwcke, in haar 17de, en Frouwk, in haar 15de, de minderjarige weeskinderen

van Breutick Feickes, mederechter van Wymbritseradeel, om te scheiden met

stiefmoeder Lyeuck Sibrants en met hun zusters en broers, te weten Feicke, Goeitien

en Ancke Breuticksz en Sanna Brueticksdr, vrouw van Baucke Synes. Stiefmoeder

wordt uitgekocht met 1110 carg. en een (haar) huis te Harlingen. Tot haar last blijft

‘het ransoengeld welck voor haer soon (die gesecht wert in Barbarien gevangen

t’ wesen) beloefft offte betaelt mochte werden’ waarvoor Breutick zich voor 400

carg. borg had gesteld. Vastgoed: een sate van circa 40 pm, gebruikt door Goeitien

Breuticks, een sate van circa 51 pm te Hommerts, een kleine sate van 14 pm, een sate

te Delfstrahuizen van circa 23½ pm en een koegras te Warns.

In 16181760 Feycke Breutycx te Joure voor zich en als voogd over Syouck en Frouck

Breutycx, Goythien en Anna (lees Ancke) Breutycx en Baucke Syties (lees Synes)

als man van Sanna Breutycx als erfgenamen van Breutyck Feyckes, assesseur van

Wymbritseradeel, en met recht van hun stiefmoeder Lyeuckyen Sybrandts contra

Jacob Jacobs te Finkum als borg voor zijn broer Dirck Jacobs inzake een vordering

uit 1612 met borgstelling uit 1614.

In 16201761 Douwe Bockes c.s. contra Feycke en Goythien Breutix mede vanwege de

minderjarige kinderen van Breutrick en voor de overige erven van hun vader inzake

2/3 van 18 koegang.

In 16361762 eisen Feycke Breutix, mederechter van Haskerland, mede vanwege de

verdere erfgenamen van Breutick Feyckes en Goyts Aggedr te Hommerts, en Goytien

Breuticx aldaar restitutie van afgedragen f lorenen door Johan Upckes Knossens,

ontvanger en dorprechter van Hommerts.

Uit het huwelijk van Goyts en Breutick:1. Feycke Breutrycx, geb. circa 1584, bijzitter van Haskerland, overl.

na 1649, tr. voor 1612 Bontske Bonthiedr, dochter van Bonthie Peters.In 16121763 kopen Feycke Broticxz en Bonts Bonthiedr te Joure alle bezit in

Ecke Bonthies sate te Ouwsterhaule dat Roucke Eedez aanbeërfd was van zijn

grootouders Peter Eedis en Wble Bonthiedr voor 119 goudg.

In 16131764 verkopen Wlcke Bonthies, Bonts Bonthiedr, vrouw van Feycke

Broticks, en Scuw Tziedgersdr, vrouw van Epe Pyers, percelen in Ecke Bonthies

sate te Ouwsterhaule voor 570 goudg. In 16031765 verkochten de weeskinderen

van Bonthie Peters ook al percelen in die sate.

In 16201766 Feycke Breutricx voor zich en vanwege de verdere erfgenamen van

zijn vader Breutrick Feyckes contra Thet van Douma, weduwe van Syds van

Botnia, over een vordering uit 1614 van 100 carg.

In 16231767 kopen Rinnert Wiertsz en Aelthien Jansdr te Ouwsterhaule 5 pm van

Feicke Bruitrix, dorprechter te Joure, voor 40 goudg. per pondemaat.

In 16241768 kopen Feicke Brutrixz en Bonske Bonskedr te Joure 11 pm in een

sate van 56 pm te Goïngamieden voor 48 goudg. per pondemaat.

In 1633 en 16461769 treedt oudoom Feycke Breutrycks, bijzitter van Haskerland,

op voor weeszoon Merck van Jantien Wlckes, weduwe van Dedde Mercks,

notaris te Heerenveen.

In 16351770 zijn Tyamcke Rouckes, Feycke Brutrix, mederechter van Haskerland,

Roucke Broers en Aette Feddes eigenaars van de helft van de door Tyamcke

Rouckes en Gerryt Gerryts gebruikte sate van 63½ pm te Goïngarijp.

In 16361771 is Feycke Bruetycks, dijksgedeputeerde, 52 jaar.

In 16381772 ruilen Feycke Bruetrycx, bijzitter van Haskerland, en Bontske

Bonthiedr land te Haskerhorne tegen aandelen in een sate te Rotsterhaule.

In 1640 is Feycke Beutrycx eigenaar van stemmen 15 en 17 van Hommerts.

In 16491773 koopt Feicke Brueticks, bijzitter van Haskerland, een huis te Joure.

2. Goytsen Breutricx, te Hommerts, tr. 1616 Tryncke Freercks, ged. Sneek 7 maart 1602, dochter van Freerck Freercxz en Rinck Aedgers.1774

In 16381775 de kinderen van Johan Wpkes Cnossens te Hommerts contra

Goytzen Breutricx.

In 1640 is Goytsen Breutricx eigenaar van stemmen 16 en 38 van Hommerts,

samen met zijn broer Feyke van stem 5 en samen met broer Antke van stem 4.

In 16601776 overlegt Freerck Goytsens de rekening van zijn voogdij sedert 1658

over Edger Goytsens, inmiddels overleden. Freerck is voor ¼ diens erfgenaam

en zo ook Broedrick Goytsens voor zich en vanwege zijn broer Aege Goytsens en

Feycke Feyckes vanwege zijn vrouw Goyts Goytsens. Er waren huurinkomsten

van de halve sate in Zijpenwolde en uit de helft van de sate van Feycke Feyckes.

41421 Antke Siblesdr, overl. 1609, tr. Marten Watses op Nijlandt, overl. voor 1596, zoon van Wattie Martens te Nijland.1777

In de inventaris van Jacob Agges Hoytema (51333) wordt een scheiding beschreven uit 1594 van

Agge Watties met de erven van Wattie Martens. De zuster Sibbil van Agge en Marten Watses

trouwde rond 1582 Doeke Jans, boer op Waltinghazate te Pingjum, en ook in hun inventaris wordt

gerefereerd aan de scheiding uit 1594 van de nalatenschap van haar vader Watze Martens. Sibbil

krijgt daarbij o.a. een aandeel in Eesema zaete te Nijland en in Aggema zaete te Bakhuizen.1778

Uit dit huwelijk:1. Sibla Martens, overl. 1630, tr. Antke Simckes, dochter van Simcke

Johansz en Bauck Hesselsdr te Nijland.1779

In 1640 is Antke Sibles boerin op stem 29 van Nijland en tevens, samen met

Frans Gosses en Tjaerd Wybes, eigenaar.

Zoon Marten Sibbles te Nijland staat bekend als Aggema.1780

2. Watse Martens, tr. (ondertr. Langweer 22 nov. 1612) Haebel Eelckedr, dochter van Eelcke Ockes te Heeg;1781 zij tr. 2. 1615/17 Claes Lyeuwez en 3. 1625 Sipcke Obbez.1782


In 16201783 overlegt Sibble Martensz een rekening van zijn voogdij sedert 1617

over de twee weeskinderen van wijlen zijn broer Watse Martens bij Haebell

Eelckedr. In 1627 en ’301784 volgen twee rekeningen, dat laatste jaar door Sibbles

weduwe Antke Simckedr. Stiefvader Sipcke Obbesz neemt dan de voogdij op

zich over Marten, in zijn 20ste, en Watse, in zijn 16de.

In 16611785 worden Watse Watsis Aegma onder Workum en Marten Watsis

Aegma te Heeg aangesteld tot voogden over de kinderen van Richt Pieters resp.

Rein Pieters.

Zoon Marten Aggema tr. Doutien Hoitema (51735.1).3. Jacob Martensdr, overl. Oosthem 1610, tr. voor 1599 Jacob Agges,

zoon van Agge Taackes, volgt 51333.In 16101786 wordt te Oosthem de nalatenschap beschreven van Jacob Martensdr,

vrouw van Jacob Aggesz, in presentie van oudoom Agge Watties Stapert,

bijzitter van Hennaarderadeel, en van Watse en Sible Martensz, voogden

over haar kinderen Agge, Siou en Ruyrdtke Jacobs. Beschreven worden een

inventaris uit Doniawerstal van 24 maart 1609 van Antke Sibledr, weduwe

van Marten Wathies, een scheiding uit 1596 van een sate te Bakhuizen tussen

Tyalling Johannes te Stavoren en diezelfde weduwe c.s., een scheiding uit 1599

van Jacob Aggis, man van Jacob Martensdr, met Antke Sibledr, haar moeder, en

de aankoop in 1599 van ½ pm in Wiggema saete van Jelle Riemers en Tierne

Sibles.

4. Marten Martens, kinderloos overl. voor 1622. De kinderen van Jacob Martensdr erfden van hem ⅓ van 2 pm te Zandgaast, 2½

pm in Eesma saete te Nijland, 3 eins te Wolsum, ⅓ van ¼ sate van 32 hoofden te

Mirns en ¼ van ¼ van 2 pm en van 2 daalders steedpacht te Workum.

42111 Jellum Jansdr Hoytema, overl. (voor) 1586, trouwt 1. Jeldert Beyma, ‘olderman van het kistmaekers- ende schuytmakersgilde’ te Sneek 1559,1787 daar overl. (voor) 1572, zoon van Gerbrandt Jelderts en Aelcke Simonsdr te Dronrijp;1788 trouwt 2. voor 1574 Egge Eggez, te Sneek.In 1557 wordt Jeldert Beyma burger van Sneek.

In 15611789 protesteert Syurdt Gerbrensz Beyema, mede vanwege zijn broers Jeldert

en Pieter Beyema, tegen een landmeting in de Mollenaers fenne te Leeuwarden.

In 1572/731790 koopt Syouck Wybedr een rente van 28 goudg. van Syuerdt, Jeldert en

Pieter Gerbitz voor 400 goudg.

In 15721791 Johannes Tyara contra Jellum Jansdr om betaling van 150 carg.; zij

reserveert actie tegen de erven van Jeldert Beyma.

In 15741792 wordt mr. Augustinus Nauta, pastoor te Sneek, aangesteld tot voogd over

de kinderen van wijlen Jeldert Beyma bij Jellum Jansdr Hoytema, nu vrouw van

Egge Eggez, om te scheiden met de overige erfgenamen van hun grootmoeder Aeck

Harinxma.

In 15761793 eist Pieter Beyma betaling van 137 goudg. door Jellum Hoytema.

In 15761794 verkopen erfgenamen Pieter Beyma te Oosterend voor zich en, samen met

Romcke Jansz Hoitema te Sneek, als voogd over de kinderen van Jeldert Beyma bij

decreet 12 pm te Sopsum onder Achlum uit de nalatenschap van Syuerd Gerbrantsz

Beyma; in 1577 verkopen mr. Minne Broersma, advocaat voor het Hof, als voogd over

de kinderen van Pieter Beyma bij Bauck Hoytema en dezelfde Broersma samen met

oom Romcke Jansz Hoytema als voogden over die van Jeldert Beyma nog eens 2/3 van

de zate Doetsma te Dronrijp, 2/3 van de door Jan Dircxz gebruikte zate aldaar en 18

pm te Achlum uit diens nalatenschap.

In 15761795 verkopen Egge Eggez en Jellum Hoytema te Sneek bij decreet 6 pm in de

sate te Wijns onder Oosterend, gebruikt door Sipcke Jansz.

In 15791796 Romcke Hoytema, Hans Piraet als man van ‘Jept’ Hoytema en verdere

crediteuren van Jellum Hoytema, weduwe van Jeldert Beyma, contra de weduwe van

Watze van Ockinga. Er rust een hypotheek op de sate te Britswerd, gebruikt door

Lolke Gouertz, en het overige bezit van Jellum.

In 1581 en ’821797 Romcke Hoytema als voogd over de kinderen van Jeldert Beyma en

Baeuck Hoytema als moeder van haar kinderen bij Pieter Beyma (met mr. Menne

Broersma als hun voogd) als erven van Syurdt Beyma contra Syoucke Pieterz, meier

van Pieter Janz, resp. contra Duedt en Wick Cammingha.

In 15821798 zet Pieter Beyma te Oosterend, mede als voogd over de kinderen van

zijn broer Jeldert, als erfgenamen van Syurdt Beyma het proces voort dat Jeldert en

Syurdt voerden tegen Jan en mr. Pieter Symonz.

In 1583 en ’841799 Atte Claesz te Boksum vanwege zijn vrouw Gerlant Allertsdr en voor

Dirck en Allert Allertz contra dr. Syts Popma onder IJlst als curator van het goed van

Jell Hoytema.

In 15851800 hervatten Ansck Oenedr, weduwe van Wpke Fransz, en Luyck Jochumsdr,

weduwe van Olphert Fransz, te Sneek het proces van Wpke Fransz met dr. Sydts

Popma als curator van Jeltie Hoytema.

In 15861801 Rompke Hoytema contra dr. Sydts Poppama als curator van het sterf huis

van Jellem Hoytema over 2671 goudg.; de gedaagde mag de koopsom van de sate te

Boksum deduceren.

In 15871802 Syts Popma te IJlst als curator van het sterf huis van Jellum Hoytema

contra Jeroen Sipckez.

In 15871803 Jellum Jans Hoytema, vrouw van Egge Eggez, contra Romke Hoytema.

42112 Romke Jansz Hoytema van Sonderlandt, toe Lutkewierum 1556, armvoogd aldaar 1566,1804 te Sneek, daar overl. 1587, trouwt Gerlant Jochumsdr, overl. 1552/’53, dochter van Jochum Idtsz (Stintiama?)1805 en Ael Oenadr.In 15561806 verkoopt Romke Jansz Hoytema tot Zonderlant te Lutkewierum een rente

van 6 goudg. uit de sate waar hij woont aan Alle, Anne Feddez’ weduwe, voor 100

goudg.

In 15711807 zijn Rompke Jans Hoytama en Oene Rouckema belenders van land te

Broek.


In 15721808 Tjaert Ysbrantsz contra Rompcke Jansz Hoytema en Pieter Beyma als

voogden van de kinderen van Jildert Beyma.

In 15741809 Johannes Fockez contra Romcke Janz Hoytema; Aeck Jan Romckes had

Johannes aangezocht om te zorgen voor het kind van Popck Hesselsdr.

In 15761810 Harman en Claes Gerritsz contra Rompcke Jansz Hoytema, Rixt en Bauck

Hoytema die hen, voorzover zij erfgenamen zijn van jfr. Aelck Haersma, 314 goudg.

moeten betalen.

In 15761811 Jellum Jansdr Hoytema contra Rompcke Jansz.

In 15871812 wordt te Sneek de nalatenschap beschreven van Romcke Hoytema op

verzoek van Foppe van Groustins, raad, en Dominicus Oetzma, advocaat voor het

Hof. Vastgoed: een sate te Groendijksterzijl onder de klokslag van Sneek van 62 pm,

7 pm in de Poll te Loënga, een sate te Uitwellingerga van 112 pm, een sate te Boksum,

Haringa, van 52 pm, en een rente van 28 f l. uit de sate ‘Katryn acht’ te Poppingawier

en uit het convent en corpus van Engwert. Er worden veel oude ‘brieven’ beschreven

(vanaf 1437!) waaronder kwitanties uit 1577 en ’82 van Jan Romckes vanwege zijn vader

Romcke Jans; Jan Romckes heeft een vordering van 400 carg. op het sterf huis.

Andere ‘brieven’ worden - cursief – bij de betreffende voorouders aangestipt.

Uit dit huwelijk:1. Gerlant Hoytema, trouwt 1573 Eernst te Groustins, zoon van Edzart

thoe Groustins en Tjets Janckedr Unema,1813 beiden overl. (Sneek) 1580/’82.In 15821814 wordt ten huize van Foppe van Groustyns, raad voor het Hof, te

Leeuwarden, mede op verzoek van advocaat Dominicus Oedtsma, beiden voogd

van de kinderen, de inhoud beschreven van enkele kisten en tonnen met daarin

de nalatenschap van Eernst Groustyns en Gerlan Hoytema, die door Rompcke

Hoytema, grootvader van hun kinderen, ‘vluchtsgewijse om vanden vyandt te

bergen’, vanuit Sneek naar Leeuwarden waren gezonden. Hieronder enkele

goederen af komstig van grootmoeder Aeck Haersma die nog onverdeeld zijn

met jfr. Hauck Haersma, vrouw van dr. Syts Popma.

Beschreven papieren: bernsbrief van 1533 waarbij Syoeck, Oena Sipckz’

weduwe, haar dochter Ael landen meegeeft bij haar huwelijk met Jochum Idtsz;

testament en sterf huisbeschrijving van Joachum Idtsz 1547; in 1552 verhuurt

Romcke Jansz vanwege zijn vrouw Gerlant een sate te Munnikeburen; akkoord

van 1553 tussen Romcke Jans vanwege zijn dochter Gerlantke bij Gerlant

Jochimsdr en zijn moeder Aeck Haringhsma betreffende kleren van moeder

Gerlant, getekend door Aeck Haersma en Tzalingh Hardsma; procuratie uit

1556 van Romcke Jansz Synderlants op Tzalingh Haerdsma om van Carste

Piers en Aytse Oenez een rekening te eisen van hun administratie van het goed

van zijn dochter Gerlant, akkoord uit 1557 tussen Romcke Jansz vanwege zijn

dochter Gerlandt bij wijlen Gerlandt Jochumsdr met Swane Hayckedr voor

zich en vanwege haar kinderen bij genoemde Jochum; goederen die Romcke

Jansz Hoytema in 1573 in dotem aan dochter Gerlant meegaf; in 1580 verhuren

Eernst van Grouwstins en Gerlant Hoytema 21 pm te Uitwellingerga aan

Thiete Buwez.

Een zoon is: 2. Jan Romckes, geb. voor 1552, leeft 1587.

42113 Rixt van Hoytema, overl. Reide 1584, (tr. mogelijk eerst Aesge Gerryts); tr. 1. Sasker Heringa, overl. Sneek 9 aug. 1565,1815 zoon van Haringh Heringa en His Aebinga te Hijum;1816 trouwt 2. voor 1577 Hans Pirardt, overl. Reide 1585.1817

In 15731818 jfr. Rixt Heringa contra Ansck Buwe weduwe.

In 15771819 verlaat Allert Gerrytsz de huur van de zaete van Wigglema (onder Sneek)

van Ricxt Hoytema, vrouw van Hans de Piraerdt.

In 15781820 kopen dr. Sydts van Popma en Hauck Haersma te Oosterend een rente

van 7 goudg. uit de sate Sonderlandt te Lutkewierum van Rixt Hoytema, vrouw van

Hans Pirardt, voor 100 goudg. Hetzelfde jaar protesteert Syuerdt Siboltz Sonderlant

tegen de huuropzegging van zijn sate, eerst door Hans Pira, vervolgens door Claes

van IJselmuyden.

In de jaren 1581-’831821 spelen zaken van de Heringa’s. Binnert Roorda, weduwnaar

van Doed Heringa, treedt daarbij op voor Aesge en His, de kinderen van Sasker

Heringa bij Rixt Hoytema alias Heringa.

Uit het huwelijk met Sasker:1. Aesge Heringa, leeft 1581.2. His Heringa, overl. voor 1607, tr. Lolle van Ockinga, dijksgedepu-

teerde 1574,1822 grietman van Menaldumadeel 1576-’78, luitenant van mijnheer van Billys (Caspar di Robles, heer van Billy).1823 overl. Sneek mei 1609,1824 weduwnaar van Elisabeth Delvaille,1825 zoon van Watze van Ockinga, grietman van Menaldumadeel, raad in het Hof van Friesland, en Elisabeth Costers.1826

In 16071827 dr. Syds Popma als voogd over de kinderen van His Heringa,

erfgenamen van Sasker Heringa, contra Ryoerd Roorda te Hennaard vanwege

zijn vrouw Doutien Heringha, Rixt Heringha, vrouw van de hopman Frans

Cammingha, en Binnerd Heringha, erfgenamen van Binnerd Heringha.

In 16091828 Jurgien Pibes te Hijum als administrateur van de geestelijke

goederen aldaar contra Wigle Buigers als man van Lysbet Ockingha en in

plaats van haar gewezen voogd dr. Syds Popma.

42114 Bauck Hoytema, trouwt 1. voor 1553 Tzalingh Haerdsma, overl. Sneek 19 dec. 1556;1829 trouwt 2. voor 1571 Pieter Beyma, te Oosterend, overl. 1577, volle broer van Jeldert (42111, zie aldaar).In 1556 onderneemt Tzalingh Haerdsma actie op verzoek van Romcke Jansz Synderlants.

In 1563 wordt Pieter Beyma burger van Sneek.

In 15711830 verlaat Jan Takez de huur van ½ sate, uitgezonderd 6 pm, te Oosterend van


Pieter Beyema vanwege zijn vrouw Bauck Haarsma. In 15761831 koopt Henryck Annedr

te Sneek, weduwe van Eeb Tyaerdtsz, een rente van 49 goudg. uit de door verkopers

bewoonde saete toe Wyns onder Oosterend van Pieter Beyma en Bauck Haersma

voor 700 goudg.; dr. Sydts van Popma, man van Hauck Haersma, protesteert. In

15771832 kopen dr. Sydts van Popma en Hauck Haersma ½ sate, 27 pm, te Itens van

Pieter Beyma en Bauck Hoytema voor 688 goudg. In 15791833 koopt Henryck Martens

te Oosterend 7½ pm in Lutke Wyns van Bauck Hoytema. Bloedverwante Hauck

Haersma, vrouw van dr. Sydts Popma, legt het niaar.

In 15931834 overlegt dr. Syts van Popma de afrekening van zijn voogdij sedert 1588

over Aelcke Beyma, nu vrouw van Jacob Jacobsz. Naar zeggen van haar zuster Eets

was Aelcke door haar grootmoeder Aek Haersma de helft van 1267 goudg. besproken,

ook komt Aelcke landhuur toe van Hornya saete te Boksum van de erven van Romcke

Hoytema uit de tijd dat zij buitenslands bij haar tante Rixt Heringa verbleef. Er

worden kwitanties beschreven uit 1588 en ’89 van voogd Popma voor Foppe van

Groustins, raad, en mr. Dominicus Oedtzma, advocaat voor het Hof, als voogden

van de kinderen van Eernst te Groustins en Garlandt Hoytama als erfgenamen van

Romcke Hoytama.

In 16001835 overlegt dr. Sydtz van Popma de afrekening van zijn voogdij over Pieter

Pieters Beyma, broer van Aelcke en Aeck Beyma. Er wordt verwezen naar een

voogdijrekening door mr. Pieter en Jan Simonz. Van een tegoed van 141 carg. op het

sterf huis van Jellum Hoytema was 70 carg. uitgekeerd aan Romcke Hoytema en 71

carg. aan Simon Pieterz.

In 1604 en ’201836 zijn Aeck, Pyter Beyma’ dochter, haar broer Pyter Beyma en Frans

Jansz goltsmit vanwege zijn zoon Pyter bij wijlen Aelcke Beyma gerechtigd tot het St.

Jobsleen te Leeuwarden.

Uit het eerste huwelijk:1. Hauck Haersma, tr. voor 1576 dr. Sydts van Popma, student te

Leuven en Keulen 1566, secretaris van Hennaarderadeel 1577,1837 overl. IJlst 4 febr. 1611,1838 zoon van Aesge van Popma en Imck van Hettinga.1839

Zie voor hen: Hettinga, Friese families, 16.Uit het tweede huwelijk:2. Aelcke Beyma, overl. Sneek 1603/04, tr. 1. 1593 Jacob Jacobsz, te

Sneek; tr. 2. voor 1599 Frans Jansz, goudsmid, weduwnaar van Atcke Sickedr. Hij tr. 3. (derde procl. stadhuis Leeuwarden 2 juni 1605) Jets Eetes; tr. 4. voor 1612 Machtel.In 15971840 koopt Frans Jansz, goudsmid en burger te Sneek, 1/6 van het door

hem bewoonde huis op de hoek van Neltyeszijl van Jan Jansz, goudsmid, en

meteen ook het 1/6 deel van Reyner Jansz.

In 16021841 regelt Johan Sickez als oom en voogd van Jan, circa 7, zoon van Frans

Jansz goltsmit bij wijlen Atcke Sickedr een scheiding met de vader. Volgens akte

van 1593 bedroeg de inbreng van Atcke 500 carg. maar gezien de ‘tegenspoet’

resteert voor het kind slechts 450 carg. Frans stelt hiertoe de helft van het huis

bij Neltyens zijl tot onderpand waarvan hij 1/6 geërfd en 2/6 aangekocht had.

Het Metropolitan Museum te New York bewaart een beker uit 1623 met het

meesterteken van Frans Jans en de stadskeur van Sneek.1842

In 16251843 zijn Frans Jansz goldsmid en de kinderen van Reiner en Claes Jans

erfgenamen van hun broer en oom Jan Jansen goltsmidt.

3. Aeck Beyma, tr. Aucke Johannes, schepen 1589-’98, 1607-’11 en burgemeester 1599-1600, 1612-’19 van Sneek, weduwnaar van Brecht Claesdr.In 15881844 wordt te Sneek de nalatenschap beschreven van Brecht Claesdr

op verzoek van weduwnaar Aucke Johannes vanwege hun kind. Beschreven

worden schuitmakersgereedschappen.

In 16271845 wordt Aesge van Popma, burgemeester van IJlst, overeenkomstig

de laatste wil van Aeck Beima aangesteld tot voogd over haar dochter Brecht,

9 jaar, bij burgemeester Aucke Johannes. Vervolgens wordt hun nalatenschap

beschreven waaronder een huis aan het Groodtsant.

4. Pyter Beyma, vermoedelijk: te Bolsward, tr. voor 1598 Hil Tiercxsdr.In 15981846 Tyaard Haarsma te Leeuwarden contra Hil Tiercxsdr, vrouw

van Pyter Beyma, te Bolsward en Philippus Tyercxsz te Burgwerd en Jacob

Johannesz te Vrouwenparochie als ooms van de twee kinderen van Hil c.s. De

koop van het huis moet nogmaals geproclameerd worden.

5. Eets (Beyma), leeft 1593.

43111 Orck Doyma, overl. Sneek 3 sept. 1605,1847 tr. (huwelijksvoorwaarden 10 juni 1598) Jantien Vervou, dochter van Johan Vervou en Anna Mockema. Zij hertr. stadhuis Sneek 14 nov. 1606 Lyuwe Gysberts Ens, beiden overl. voor 1615.In 16051848 wordt te Sneek de nalatenschap beschreven van Orck van Doyem op

verzoek van Orck van Doyem als voogd over Atcke van Doyem. Hieronder veel oude

familiepapieren, goud en zilver en landbezit, o.a. 37½ pm in de state van Hoytema te

Oudega, gebruikt door Melle Sibolts en Aet Ennedr (33111). De twee ‘golden signetten’

zijn besproken aan de neven Orck en Rienck.

In 16081849 Aelke van Ockingha, vrouw van Ernst van Aelwa, contra Johanna Vervou,

vrouw van Lyuwe Ens.

In 16101850 Orck van Doyem als voogd over Atke, dochter van Ork van Doyem d’olde

en Jantien Vervou, contra Monte Rinkes te Warns.

In 16131851 overlegt Orck van Doiema ten overstaan van mr. Gabbe Meinsma een

rekening van zijn voogdij over jfr. Atke van Dooyema, in haar 13de jaar, in presentie

van haar aangetrouwde oom jr. Seine Lieue.

In 16151852 de crediteuren van wijlen Lyuwe Gysberts Ens en Johanna van Vervou

contra Orck van Doyem als voogd van Atke van Doyem en Seino Liuwe als voogd

van Grietke en Anneke Ens, de kinderen van Johanna. Lyuwe en Johanna hadden


schulden nagelaten en het meeste vastgoed was al verkocht. Nu had Johanna van

haar grootmoeder Amelia van Grombach een sate te Berlikum van 33½ pm geërfd en

de kwestie spitst zich toe op de vraag of dat bezit in weerwil van het fideï-commis

verkocht kon worden. Voogd Orck was overigens mede-crediteur.

Uit dit huwelijk:1. Atke Doyma, geb. circa 1601, overl. 1665,1853 tr. stadhuis Leeuwarden

7 febr. 1618 Gerrard Sissinga, een Groninger.In 16281854 kopen Orck van Doyhem, raad bij het Hof van Friesland, en

Rienck van Doyhem, broeders, 36½ pm in Doyma staten onder de klokslag

van Franeker in een ruilkoop met jfr. Atke van Doyhem, vrouw van Gerard

Sissingh, die dat had verkregen volgens testament van Poppe van Doyhem van

13 febr. 1580 en sententie van het Hof van 27 okt. 1628.

In 1640 is Jr. Sissingh of Sissinga eigenaar van stemmen 5 en 17 van Wolsum,

stemmen 15, 18 en 23 van Oudega, stem 22 van Dronrijp, stem 2 van Folsgare,

deels stem 19 van Hommerts, stem 18 van Oppenhuizen, stem 4 van

Tjalhuizum, stem 8 van Hilaard, stem 8 van Winsum, stem 2 van Boornzwaag,

stem 22 van Langweer.

De zoon Orck van Sissingh is in 16441855 door schulden gedwongen een aantal

boerderijen te verkopen. Koper van stem 18 van Oudega en stem 5 van Wolsum

wordt dan Lieuwe Uilckes (onder 51531.1).

43211 Gerck Rinnerts Rollema, geb. circa 1575, overl. Witmarsum 2 sept. 1657, daar begr., tr. 1. circa 1600 Tyalcke Pytters (Bonnema), zoon van Pytter Tyalckes en Trijn Willemsdr; tr. 2. 1614 Hoyte Dircks, geb. 28 febr. 1589, kinderloos overl. Witmarsum 23 aug. 1661, daar begr.,1856 zoon van Dirck Gerloffs en Gerlant Gossedr te Pingjum, broer van Pier (4321.5).1857 Hij hertr. gerecht Wonseradeel 4 juli 1661 Fokel Epkes.In 16141858 wordt toe Fliet onder Witmarsum de nalatenschap beschreven van Tyalcke

Pytterz; weduwe Gerck Rinnertsdr Rollema is hertrouwd met Hoyte Dirckssen.

Oom Dirck Pytters te Hilaard wordt aangesteld tot voogd over Jacob, in zijn 13de,

Reynu, 9de, en Pytter 6de, Tyalckes. Present zijn Trijn Willemsdr, weduwe van Pytter

Tyalckes, de ooms Frans Rinnerts en Tzallingh Broersz Lyuckema te Wons en verder

Heyn Heynz, Pyer Dircks en Ryuert Hillis. De huizing is voor de helft eigen, de

andere helft is van Pyer Dircks en zijn kinderen.

In 16271859 wordt Hoyte Dirckxz te Witmarsum aangesteld tot voogd over de kinderen

van Decken Gosses en Auck Auckes. In 1640 is Hoyte Dircx gebruiker en goeddeels

eigenaar van stem 23 van Witmarsum.

In 16451860 wordt van Hoyte Dircx te Witmarsum een zwanemerk genoteerd.

In 16571861 wordt te Witmarsum de nalatenschap beschreven van Gerck Rinnertsdr

Rollema, vrouw van Hoyte Dirxz. Erfgenamen zijn Pyter Tialckes, Tialcke, in zijn

25ste, en Fedtje (Fecke), in zijn 23ste, beiden met venia aetatis, en Japke Jacobs, in haar

19de, vrouw van Juwcke Gerbens, kinderen van Jacob Tialckes, en Sierck Tania, in

zijn 21ste, en Lolck Fransedr, in haar 15de, kinderen van Reinuke Tyalkes bij Sierck

Tania en bij Frans Sipkes, koopman te Leeuwarden. Vastgoed o.a.: 5/6 van Pybema

zathe te Flietsterburen onder Witmarsum van 97 pm waarvan Gerck 2/6 geërfd had

en 3/6 staande echt was aangekocht en waarvan de erven van Swob Lieukema het

resterende 1/6 deel toebehoorde.

Uit het eerste huwelijk:1. Jacob Tialckes Bonnama, geb. circa 1602, overl. 15 april 1638, begr.

Witmarsum,1862 tr. circa 1628 Geelcke Fetsedr, geb. circa 1603, overl. Witmarsum 1669, dochter van Fetse Alles en Bauck Sybbedr (Rollema).1863 Zij hertr. 1642 Folckert Douues, zoon van Douwe Folckerts en Tet Wybedr.1864

In 1640 is Geel Jacobs weduwe boerin op stem 18 van Witmarsum.

In 16421865 wordt te Flietsterburen onder Witmarsum de nalatenschap

beschreven van Jacob Tyalckes Bonnema vanwege het hertrouwen van

weduwe Geell Fetsedr met Folckert Douwes, bijgestaan door zijn vader Douwe

Folckerts. Aangetrouwde grootvader Hoyte Dircks en oom Pytter Tialckes

Bonnema worden aangesteld tot voogden over Swob, in haar 13de, Tialcke,

10de, Fetse, 7de, en Japcke, in haar 4de, Jacobs. Onder de huizing wordt 82 pm

land gebruikt, als weduwe had Geell 7½ pm te Witmarsum gekocht en zij had

1/5 van 3½ pm te Tjerkwerd en landen te Exmorra en Makkum geërfd.

In 16691866 wordt te Witmarsum de nalatenschap beschreven van Geeltie

Fetsedr, vrouw van Folckert Douues. Erfgenamen zijn Japcke Jacobsdr, in

haar 30ste, vrouw van Juucke Gerbens, te St. Annaparochie en Jacob Sydtses,

werkbaas te Witmarsum, als voogd over Jacob, in zijn 10de, Hotscke, 5de, en

Jan, 3de, de kinderen van Tialcke Jacobs Bonnema en Siouckien Jans Sybranda.

Swopke Jacobs, vrouw van Jentie Ipes, was eerder uitgeboedeld. In 1674 is ook

Folckert Douues overleden en maken de erven van Geeltie een scheiding met

diens erfgenamen.

2. Reynu Tyalckes Bonnema, geb. circa 1606, tr. 1. Sierck Foppes Tania, koopman, overl. Leeuwarden 1636, zoon van Foppe Piers Tania en Siouck Sickedr te Blija;1867 tr. 2. (att. van Leeuwarden 5 okt. 1640) Frans Sipkes Fopma, van Hogebeintum, zoon van Sipcke Sipckes Fopma en Lolck Fransdr Unia. Hij hertr. Leeuwarden 16 aug. 1657 Lysbet Claesen.In 16531868 wordt Frans Sipkes Fopma aangesteld tot voogd over Sierck Tania,

zoon van Reynucke Tialckes Bonnema.

3. Pytter Tyalckes Bonnema, geb. circa 1609, koopman, burger van Bolsward 3 juni 1640, overl. Witmarsum 1666/67, tr. circa 1642 Lutske Deckens, dochter van Decken Gosses Harinxma en Auck Auckes Hellinga te Marsum.1869

In 16671870 wordt Sierck Tania, koopman te Leeuwarden, aangesteld tot voogd

over Tialcke, 19, Trijntie, 15, en Decken, 8, kinderen van Pytter Tialckes


Bonnema. Vervolgens wordt te Witmarsum de nalatenschap beschreven van

koopman Pytter Tialckes Bonnema op verzoek van de voogd en van Pytter

Fongers te Makkum vanwege zijn vrouw Acke Pytters Bonnama, in haar

25ste. Vastgoed o.a.: 18 pm 10 eins te Witmarsum en 1/3 van een sate van 56

pm te Marsum, gebruikt door Andle Auckes, dat moeder Lutske Deckens was

toegescheiden en voorts ¼ van 1/3 van die sate, geërfd van oom Gosse Deckens.

In 16671871 overleggen Pytter Fongers te Makkum vanwege zijn vrouw Acke

Pytters Bonnema en Sierck Tania, koopman te Leeuwarden, als voogd over

Tialcke, Decken en Trijntie Pytters Bonnema een rekening van de voogdij van

hun vader Pytter Tialckes Bonnema over Susanna Steerlinghs (43214.1).

Uit het tweede huwelijk:4. Rinnert, geb. circa 1616, overl. aug. 1622, begr. Witmarsum.5. Dirck Hoytes, geb. circa 1628, overl. 8 juni 1631, begr. Witmarsum.1872

Vermoedelijk is hier iets mis met leeftijd of jaartal.

43212 Aef Rennerts Rollema, tr. Tzalingh Bruerz Lyeuckema, te Wons, mogelijk ingeschreven als inwoner van Bolsward 20 dec. 1625, zoon van Broer Tzalings Lyeuckema en Teed Teetema.1873

In 1578 wordt Bruer Tsalingz te Wons aangeslagen voor 8 carg. Hij opteert in 1562

voor een pensie van het Douwe Tietemaleen voor zijn zoon Tzaling.1874

In 16171875 kopen Frans Rinnertz Rollama en Ydke Cornelisdr te Bolsward 3 pm in

de door Anna Siboltz bewoonde sate te Kubaard van Aaff Rinnertsdr Rollama, vrouw

van Tzalingh Bruerz Lyeukama, te Wons, Gerck Rinnertsdr Rollama, vrouw van

Hoyte Dirckz, te Witmarsum en Pier Dirckz te Pingjum als vader van zijn kinderen

bij Impke Rinnerts Rollama voor 60 goudg. per pondemaat.

In 16221876 overlegt Tzallingh Broers Lyuckema te Wons een rekening van zijn

voogdij sedert 1608 over Willem, zoon van Dedde Willems.

Uit dit huwelijk:1. Suob Tzallings Lieuckema, tr. gerecht Wonseradeel 3 april 1624

Ruierd Eebs, van Witmarsum, zoon van Eeb Feddis.De erven van Swob Lieukema zijn in 1657 eigenaars van 1/6 van Pybema zathe (zie 43211).

43213 Wytsa Rennerts Rollema, geb. circa 1572, dorprechter en ontvanger van Kubaard, overl. Minnertsga 14/15 nov. 1656, tr. Gerbrich Feyckedr, geb. circa 1584, overl. 30 okt. 1652, begr. Kubaard.1877

In 16171878 kopen Wytze Rinnertz Rollama en Gerbrich Feyckedr te Kubaard 3

pm 2 eins in hun sate van Aeff Rennertsdr Rollama, vrouw van Tzalingh Bruerz

Lyeuckama, te Wons voor 180 goudg.

In 1633 en ’361879 lenen Wytse Rinnerts Rollema, dorprechter van Kubaard, en

Gerbrich Feyckedr 500 resp. 300 goudg. van hun broer Frans Rinnerts Rollema,

meensman resp. raadsman van Bolsward, en in 1640 nogmaals 500 goudg. van

Folperus Hansma, apotheker, als voogd over diens kinderen.

In 1640 is Wytse Rinnerts Rollema gebruiker en eigenaar van stem 13 van Kubaard.

In 16461880 presenteren Enne Douues te Allingawier en Wytse Rinnerts Rollema te

Kubaard de afrekening van hun voogdij over Douue Edgersz, boven de 25 jaar.

Wytse Rinnerts Rollema komt op 6 juni 1656 met attestatie van Kubaard naar

Minnertsga.

Uit dit huwelijk:1. Feycke Wytzesz Rollema, boer op stem 31 van Kubaard, tr. gerecht

Wonseradeel 7 jan. 1624 Syts Watsedr, van Dedgum, dochter van Watze Douuez en Auck Haytedr.1881

In 16281882 zegt Jetze Tyaerdtz te Welsrijp Feycke Wytzez Rollema aldaar de

huur op van de sate die hij huurde.

In 16571883 worden Harmen Wytses te Kubaard en Douwe Douwes te Minnertsga

op verzoek van broer Rinnert Feickes te Minnertsga (mede vanwege Rinnert

en Dirck Jacobs) aangesteld tot voogden over Watse Feickes i.v.m. de verkoop

van de sate te Kubaard, nagelaten door Wytse Rinnerts Rollema, rechter en

ontvanger aldaar.

2. Swob Rollema, overl. Pingjum 1661, tr. circa 1632 Hessel Feites, overl. Pingjum 1652, weduwnaar van Griet Sakes.In 16571884 wordt te Pingjum aan de Rijge de nalatenschap beschreven van

Hessel Feites op verzoek van Dirck Rinses te Sexbierum als voogd over Grietie,

dochter van Wopke Claas en Acke Hessels te Achlum, en van de crediteuren.

Aan weduwe Swob Wytses Rollema, bijgestaan door Here Martens Hiddinga

te Pingjum en Joris Steerlingh, apotheker en burgerluitenant te Bolsward,

had de overledene voor 10 jaar het vruchtgebruik toegezegd, daarvan

resteerden (in 1658) nog 4 jaar. Vastgoed: 8 pm, aangekocht door Hessel en

zijn eerste vrouw Griet Sakes. Bij de scheiding wordt Swob bijgestaan door

haar oudste zonen Rinnert en Lyuwe Hessels. In 1658 kwiteren Dirck Rinses

en Tettie Birdedr, weduwe van Feytte Hessels, te Witmarsum voor ontvangst

van hun deel.

In 16611885 wordt te Pingjum de nalatenschap beschreven van Swob Rollema,

weduwe van Hessel Feytes. Erfgenamen zijn de kinderen Rinnert, 28, Lieuue,

25, en (oom Harmen Wytses Rollema als voogd over) Taeckle, 22, Griet, 19, en

Frans, 17, Hessels. Onder de huizing te Pingjum wordt 33½ pm land gebruikt.

De voogd overlegt in 1663 nog een rekening.1886

3. Ded Wytzedr, tr. gerecht Hennaarderadeel 17 aug. 1635 Gerben Symens, van Welsrijp, weduwnaar van Antje Elincksdr.

4. Harmen Wytses Rollama, overl. Kubaard 1664, tr. gerecht Hennaarderadeel 21 okt. 1642 Lysbeth Joannisdr, van Oosterend, dochter van Joannis Oeges en Goyts Aetsedr.1887 In 16641888 worden de ooms Oegge en Tyaerd Johannes aangesteld tot voogden

over Johannes, 20, Goyts, 15, Gerbrich, 11, en Wytse, 5 jaar, de weeskinderen van

Harmen Wytses Rollema te Kubaard.


5. Fockien Wytses Rollema, overl. na 1671, tr. 1. (voor) 1646 Jacob Jacobs, overl. Tzummarum 1654, weduwnaar van Tydtie Claeses; tr. 2. Dirck Cornelis, overl. 1671.In 16541889 wordt grootvader Wytse Rinnerts Rollema te Kubaard aangesteld tot

voogd over de vier kinderen van wijlen Jacob Jacobs te Tzummarum bij Fockien

Wytses Rollema. Vervolgens wordt geïnventariseerd. Jacob maakte op 29 mei

1654 testament, erfgenamen zijn voordochter Trijntie Jacobs, vrouw van Sicke

Douues te Dronrijp, en de vier kinderen bij Fockien. Onder de huizing wordt

101 pm land gebruikt.

In 16711890 wordt zustersman Jelle Nannes voogd over Wytse, 20 jaar, zoon van

Fockien Wytses Rollama bij Jacob Jacobs en wordt oudoom Lyckle Wybrens te

Tzummarum voogd over haar dochter Gerbrich, 15, bij wijlen Dirck Cornelis,

bijgestaan door haar oom Leuwe Cornelis te Dongjum. Vervolgens regelen de

voogden een scheiding met Jacob Jacobs, vrijgezel te Tzummarum, en Jelle

Nannes vanwege zijn vrouw Antie Jacobs.

43214 Frans Rennerts Rollema, kerkvoogd van Bolsward,1891 raadsman, overl. 1636/40, begraven in de Broerekerk,1892 tr. Bolsward 2 juli 1610 Ydke Cornelis. Frans Rennerts Rollema doet belijdenis Bolsward 27 april 1617, Jid Cornelis op 5 nov.

1615.

Frans was meensman (1633) en raadsman (1636) van Bolsward; in 1640 is Folperus Hansma

voogd over zijn kinderen (zie 43213).

In 1640 zijn de weeskinderen van de raadsman Rollema eigenaar van stem 18 van

Kubaard.

Uit dit huwelijk:1. Swob Rolma, geb. circa 1623, overl. Bolsward rond 10 sept. 1655, tr.

1. (voor) 1640 Claes Stevens Stellingwerf; tr. 2. Bolsward 19 jan. 1651 Joris Steerling, wordt burger van Bolsward 23 maart 1646, luitenant, apotheker, daar overl. 1662.In 16401893 wordt Claes Stevens Stellingwerf aangesteld tot voogd over zijn

vrouw Svobke Franses Rollema, in haar 18de jaar, te Bolsward.

In 16551894 wordt oudoom Hoyte Dircx te Witmarsum aangesteld tot voogd

over Susanna, 4½ en Frans, 20 weken, de kinderen van burgervaandrig Joris

Steerlingh te Bolsward bij wijlen Swob Franses Rollema. Op verzoek van Hoyte

wordt stiefvader Sterlingh dan voogd over het kind, in haar 7de jaar, van Swob

bij Claes Steuens Stellingwerff.

In 16621895 worden Pytter Tialckes Bonnema te Witmarsum en Harmen Wytses

Rollema voogden over Susanna, dan in haar 10de, op verzoek van Margareta

Steerlinghs, zuster van de overleden luitenant Jores Steerlinghs. In 16671896

overleggen de erven van Pytter Tialckes Bonnema (43211.3) de afrekening

van de voogdij over Susanna Steerlinghs, dan vrouw van Tade van Eckringa.

Susanna en (tante) Margarieta Steerlings hadden een reis gemaakt naar Gent

vanwege de erfenis van haar tante daar. Vastgoed: ½ sate te Kubaard, verkocht

in 1668 toen Susanna al was overleden.

2. Cornelia Rollema, ged. Bolsward 22 mei 1625, daar overl. 1656, tr. 1. (procl. Sneek 4 maart 1643) Regnerus Buma, ged. Sneek 4 juli 1620, vaandrig, overl. Sneek 1646, zoon van Luitien Haeyes en Jesck Jochems; tr. 2. Bolsward 29 dec. 1650 Jacobus Atsma, medisch doctor.In 16411897 zal notaris Siricus Zachaei de rekening af horen van Wytse Rinnerts

Rollema en Folperus Hansz, voogden over Cornelia Franses Rollema, in haar

15de jaar, te Bolsward.

In 16461898 worden oom Wytse Rinnerts Rollema en zwager Claes Stevens

Stellingwerff aangesteld als curatoren van Corneliske Rollema, 21 jaar,

weduwe van Regnerus Buma, ‘faendrick’ te Sneek, en Matthias van Vierssen,

burgemeester van Sneek, man van Jisch Jochums, en dr. Hajo Bouma tot

voogden over hun zoon Luitien Regneri Buwma, in zijn 3de, om te komen tot

scheiding van bezit. Vastgoed: ½ sate te Tirns en ½ sate te Kubaard waarvan

Swopke Rollema de andere helft toekomt.

In 16561899 wordt, overeenkomstig het testament van Cornelia Rollema, Hoyte

Dircx te Witmarsum aangesteld tot voogd over haar zoon Luytien, 12, bij

Regnerus Buma om te scheiden met de stiefvader dr. Jacobus Atsma.

3. Rinnert, ged. Bolsward 18 dec. 1628, overl. voor 1647.

43221 May Solckema, tr. vastenavond 1590 Johan Jargis, overl. 1619, zoon van Garment Jarges en Alijt Wicholta te Bedum.1900

Op de klok van Bedum uit 1601 een alliantiewapen Jarges-Solckema.1901 Zij gaan

later naar Brabant en uiteindelijk naar Brussel.

In 1640 zijn de erfgenamen van jr. Jarges eigenaar van stem 32 en 33 te Langweer.

In 16371902 Alegunda van Solcama, vrouw van dr. Tarquinius van Solcama, als mede-

erfgename van haar vader Rinnert van Solcama contra jfr. Gerck en Dorothea Jarges,

erfgenamen van hun moeder jfr. Maycke van Solcama; vervolgens ook contra jfr.

Clara Clant, weduwe van de hopman Abraham van Solcama.

Uit dit huwelijk:1. jfr. Gerck Jarges.2. jfr. Dorothea Jarges.

43321 Hack Wpkedr Tallum, geb. 13 nov. 1569, overl. (Arum) 12 juni 1654, tr. Josias van Aersen, geb. (Arnhem) 24 jan. 1567, te Harlingen, Beyum onder Arum, (daar) overl. 8 nov. 1639, zoon van Jan van Arssen en Maycke Borchar te Arnhem,. Als kleinzoon van dit echtpaar was Josias Rispens nabij verwant. We nemen diens gegevens

over deze familie – voorzover die aannemelijk zijn – hier over.1903


In 16121904 kopen Josias van Aersen en Hack Wpckedr, burgers van Harlingen,

een ‘camer ende peerdestall’ in de Droogestraat van Lourens Jansz en Ammerens

Dircxdr voor 260 goudg.

In 16141905 koopt Reyn Gerckez Reen te Leeuwarden een rente van 5 goudg. uit

Reenster sate te Lutkewierum, gebruikt door Hette Gerckisz, van Josias van Aarsen

en Hack Wpkedr Tallum te Harlingen voor 100 goudg.

In 16151906 verlaat Reyn Haeyez de huur van een sate te Spannum mits de eigenaars

Josias van Aarsen en vrouw de huizing af kopen.

In 16231907 kopen dr. Gellius Hillama, raad bij het Hof, en Auckien Haersma een

‘saete ende nieuwe pannedeckt huysinge’ te Spannum en Kubaard, groot circa 55 pm,

van Josias van Arssen en Hack Wpckedr te Bijum onder Arum voor 114 goudg. per

pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Upcke van Aerssen Beyem, geb. Emden 9 april 1595, apotheker,

secretaris van Aengwirden, tr. 1. stadhuis Leeuwarden 20 maart 1627 Geeltie Gerryts Cracq, van Heerenveen, dochter van Gerrit Roelofs (Crack) en Doetye Assesdr;1908 tr. 2. Schalsum 18 dec. 1659 Tied Jorryts Walpert van Brunia, geb. circa 1583, overl. Franeker 11 juni 1661, dochter van Jorryt Doeckez Walpert en Ints Doededr.1909

In 1625 wordt Uupcke van Aersen, geboortig van Emden, burger van Leeuwarden.

In 16351910 verkopen biersteker Wybe Arians en Trijntie van Duynen aan Upco van

Aerssen, apotheker, en Geeltie Crack het huis aan de Vismarkt te Leeuwarden

‘alwaer den vergolden gecroende spieghel wthangt’ voor 3960 goudg.

In 1640 is Upcke van Aersen vanwege zijn vrouw eigenaar van stem 16 van

Terband.

In 16411911 wordt neef Upcke van Aerssen, burger en apotheker te Leeuwarden,

aangesteld tot voogd over jr. Viglius van Ayta.

In 16611912 kopen Upcke van Aerssen Beyem, secretaris van Aengwirden, en

Tiedtie Walpard 4 pm in Walpard te Wommels van Ulbe Broers en vrouw en

de erven van Claes Jelles voor 160 goudg. per pondemaat. Agge Andrys Brunia

protesteert uit naam van zijn vrouw Taetske Hanses die inmiddels erfgename

was van Tiedtie.

2. Tietke Josias van Aersen, geb. 8 nov. 1596, overl. 10 nov. 1639, tr. gerecht Hennaarderadeel 1 april 1617 Dominicus Johannes Rispens, geb. Amsterdam 19 okt. 1586, overl. 29 sept. 1668,1913 zoon van Johannes Idtses Rispens en Goyck Johannesdr Hoptilla.Zie voor hen en hun nageslacht Kees P. de Boer, Rispens in GJb 2014, 74.

3. Martien, geb. 5 febr. 1598, overl. 7 dec 1602.4. Janneke van Arssen, geb. 23 juni 1599, tr. gerecht Wonseradeel 5

mei 1621 Eelcke Hobbes Hiddinga, zoon van Hobbe Jelbez en Gaets Eelckedr te Pingjum.1914

5. Jan, geb. 2 febr. 1601, overl. 4 okt. 1601.6. Hack, geb. 11 okt. 1602, overl.15 juni 1604.7. Hack, geb. 22 okt. 1604, overl. 18 febr. 1618.8. Jan Josias van Aersen, geb. 26 nov. 1609, overl. 9 okt. 1655.

In 1640 is Jan Josias van Aersen gebruiker van stem 42 van Arum. Hij, of zijn

moeder, is eigenaar.

43331 Jelcke (Barbara) van Rien, tr. (otr. gerecht Wonseradeel 28 febr. 1596) Meyle Jensma, te Pingjum, overl. Witmarsum 1617, zoon van Syurdt Jans Jensma te Augustinusga.1915

In 15981916 Hieble Allez te Dokkum vanwege zijn vrouw Lysbet Luytiens contra Focke

Jensma, mede vanwege zijn broer Meyle Jensma als erven van hun vader Syurdt

Jensma inzake proceskosten.

In 1603 wordt Aemilius Suffridi ingeschreven als student te Franeker.

Van 1601 tot ’041917 dr. Hector Rheen voor zich en Meile Jensma te Pingjum vanwege

zijn vrouw contra Tading van Adelen.

In 16031918 Jacob Luitsens, weduwe van Syuerd Jensma, te Augustinusga contra Meile

Jensma te Pingjum.

In 1614 en ’161919 Meile Jensma als voogd over de kinderen van Rompcke Crijns en

Syouck Jensma contra Focke Jensma.

In 16171920 wordt Aarnt van Loon aangesteld tot voogd over Lolcke, 19, Sioerd, 16,

Siouck, 13, Lieuwe en Reinske, de kinderen van Meile Jensma en Jelke Rheen,

bijgestaan door dr. Hector Meinsma en hun ooms mr. Gabbe Meinsma (4336) en

Jan Block. Datzelfde jaar1921 wordt op Oldebestins te Witmarsum hun nalatenschap

beschreven op verzoek van voogd Van Loon en in presentie van o.a. de ooms Focke

van Jensma te Pingjum en Jan de Blocq te Leeuwarden en de tantes Maycke en Atke

van Reen en Maycke van Hoytema, weduwe van dr. Hector Reen; zoon Lyuwe is

in zijn 11de, dochter Rientsen in haar 8ste. Vastgoed: de huizing met 29 pm eigen

landen van Oldebestinsera zaete te Witmarsum, 28½ pm te Pingjum, 6 pm te Arum

en 16 pm te Lollum, dat laatste in 1581 aangekocht door Douwe Riencks en vrouw.

Voorts een huurcontract van Meyle van Oldebestins uit 1616.

In 16191922 de ingezetenen van Pingjum contra notaris Aernd van Loon als voogd

over de kinderen van Meile Jensma over de kosten van dijksonderhoud.

Op 20 jan. 1634 worden Suyrdt en apotheker Lyeuue Jensma burger van Bolsward.

Uit dit huwelijk:1. Lolcke Jensma, geb. circa 1598, procureur-postulant, te Bolsward,

overl. na 1653, tr. (derde procl. Bolsward 11 aug. 1622) Bauck Claesdr Allinga, dochter van Claes Harmens en Trijn Douwedr te Bolsward.1923

In 16241924 verkopen Douwe en Jan Claeses Allinga, Bauck Claesdr Allinga,

vrouw van Lolcke Jensma, en Freerck Harmens en Ippe Douwes te Bolsward als

voogden over de jongste twee kinderen van Claes Hermens en Trijn Douwedr

aldaar 25½ pm in Jornahuysen te Kubaard.


In 16321925 koopt Willem van Viersen, ontvanger-generaal van de Domeinen,

een rente van 28 st. uit een zaete te Hidaard van Lolcke Jensma, procureur-

postulant, en Bauckien Claesedr Allingha te Bolsward voor 25 goudg.

2. Sioerd Meyles Jensma, geb. circa 1601, lakenkoper te Bolsward, daar overl. 24 sept. 1645,1926 tr. Bolsward 13 mei 1632 Trijnke Harmens.

3. Siouck Jensma, geb. circa 1604, overl. Dokkum 1 juni 1644,1927 tr. (ondertr. stadhuis Dokkum 3 juni 1626) Zacharias Huber, geb. circa 1601, burger van Dokkum 1627, notaris en postulant, secretaris van Westdongeradeel 1644, overl. Holwerd 25 sept. 1678, zoon van Hendrik Ulrichs Huber en Anna Zachariasdr.1928 Hij hertr. 1651 Maria van Voort.1929

Hun zoon Ulrick Huber (1636-1694) was een der grootste juristen die Friesland

heeft voortgebracht; hij trouwde 1668 Judith van der Ley (43352.3).

4. Lieuwe Jensma, geb. circa 1607, apotheker te Bolsward, overl. voor 1653, tr. Auckien Dircks Bonnema, overl. Bolsward 1654, dochter van Dirck Pytters Bonnema en Hansck Hilles Buwalda.1930

Op 30 dec. 16531931 maakt Auckien Bonnema, weduwe van Lieuue Jensma, te

Bolsward haar testament. Een legaat van 300 carg. gaat naar de r.k. armen van

Bolsward, één van 100 carg. naar de arme wezen, Trijn Lolckes mag, zolang

zij leeft, om niet haar achterkamer bewonen. Erfgenamen worden haar zoon

Meyle en dochter Jelcke bij Lieuwe Jensma waarbij winkel met winkelwaren

aan Meyle toevallen. Auckien sluit haar mans broer Ludovicus Jensma en haar

eigen broer Pytter Bonnema uit van bewind maar wenst dat haar oom Sible

Hilles Rispens te Oosterend of anders diens zoon Hille, Ate Agges te Bolsward

en Pytter Tjalckes te Witmarsum de voogdij over haar kinderen behartigen.

Aan Maria Hoytema komen twee bedlakens.

In 16541932 worden oom Ate Ages te Bolsward en de neven Hille Sibbles Rispens

te Oosterend, Pyter Tyalckes te Witmarsum en Epe Siercx Buwalda te Bolsward

aangesteld tot voogden over Meyle, in zijn 17de, en Jeltie, in haar 8ste, kinderen

van Lyuue Jensma, apotheker, en Auckien Bonnema. Vervolgens1933 wordt op

hun verzoek de nalatenschap beschreven, Ate Ages is de man van Trijntie

Hansedr Bruynsma. Er waren veel aankopen van vastgoed zoals in 1644 van

een sate van 35 pm onder Rauwerd van jfr. Maycke van Hoytema, weduwe van

jr. Hector van Albada, voorts een scheiding uit 1647 tussen Hans Hansen

Bruynsma en Lyuue Jensma.

In 16591934 overlegt Ate Agges de rekening van zijn voogdij sedert 1658 over

Meyle en Jelcke, kinderen van Liuue Jensma, apotheker, en Auckien Bonnema

ten overstaan van Aemilius Jensma, die venia aetatis verkregen had, mede als

voogd over zijn zuster. In 16611935 vervangt broer Emilius Jensma, apotheker, de

overleden Aette Agges als voogd over Jeltie Jensma, dan in haar 15de.

5. Reintsen Jensma, geb. circa 1610, tr. (ondertr. stadhuis Dokkum 8 okt. 1628) Siboldus Attama, ged. Leeuwarden 10 juni 1604, procureur-

postulant te Rinsumageest, zoon van mr. Abbe Hermanni Attema, advocaat voor het Hof, secretaris van Tietjerksteradeel.In 16411936 worden de ooms Syboudus en Peetrus Attema te Dokkum aangesteld

tot voogden over Rixtie Harmanus Attema, circa 14 jaar; in 1647 worden zij

vervangen door haar stiefvader Harmen Gaitses.

Op 31 dec. 1646 wordt procureur-postulant Siboldus Attema burger van Dokkum.

43332 Jeldu Lolckedr van Reen, geb. circa 1581, overl. 8 maart, begr. Goutum 14 maart 1651,1937 tr. stadhuis Leeuwarden 23 nov. 1605 Jan Eilertsz Block, geb. circa 1562, lakenkoper te Leeuwarden, overl. 1622, weduwnaar van Mins Alles, zoon van Eilert Meinertsz, sijdenkramer, en Anna Cornelisdr.1938

In 16051939 wordt ‘over de Wage inde rode haan’ te Leeuwarden de nalatenschap

beschreven van Mins Alles, 2¼ jaar voordien overleden, vanwege het hertrouwen

van weduwnaar Jan Blocq, kramer, met Yldu Lolckedr van Reen.

In 16101940 zijn Claes Jacobsz en Anna Joostedr te Leeuwarden 190 carg. schuldig aan

Jan Blocq en Gildu Rheen van gehaalde waren.

In 16191941 verkopen Jan Blocq en Jildu Rheen te Leeuwarden aan Foecke Broersz 15

pm ‘wtland’ in een sate van 38 pm onder de klokslag van Buitenpost voor 1150 goudg.

In 16211942 bekennen Jan Block en Jilldu Rheen te Leeuwarden dat zij 1000 carg.

schuldig zijn aan Dirck Claesz, deels, voor 300 carg., als borg voor zijn schoonzoon

en dochter dr. Dominicus Strigelius en Antie Blocq.

In 16221943 wordt, op verzoek van dr. Hector Meinsma, Gieldu Rheen, weduwe van Jan

Blocq, aangesteld tot voogdes over haar dochters Mynske, in haar 15de, en Beertie,

in haar 12de.

Uit dit huwelijk:1. Mynscke Jans, geb. circa 1608, ongehuwd overleden.1944

2. Beertie Blocq, geb. circa 1611, tr. stadhuis Leeuwarden 25 nov. 1637 Cornelis Jacobs van der Leeck.

43333 Atke Lolckes Reen, geb. circa 1595, overl. 7 jan. 1633, begr. Goutum,1945 tr. (ondertr. Marsum 9 nov. 1617) Tiaerd Tiaerds Hoitema, te Nijland, Marsum, Buitenpost, overl. Bolsward rond 1638, zoon van Thyaerdt Krijns en Rempk Hetsedr.1946 Hij tr. mogelijk 2. (derde procl. stadhuis Bolsward 7 sept. 1636) Anna Maria van Dalde, uit het hertogdom Mecklenburg.In 16061947 wordt geïnventariseerd op Juwsma sate onder Anjum. Beschreven worden

een akte van inbreng van Jelle Sybes Jangha van 1596; akte van scheiding door

Keympe Crijns als voogd over Crijn en Tyaerdt, de weeskinderen van Tyaerdt Crijns

bij Remck Hetzedr, met hun stiefvader Jelle Sybes. In 1606 verkoping; voogden zijn

aangetrouwde oom Decken Gosses en Harmen Gerryts, van vaderskant.

In 1620 en ’37 wordt Tyaerd Hoytema burger van Bolsward.


In 16221948 lenen Tiaerdt Tiaertsz Hoitema en Attie van Reen op Boltinghstaeten te

Nijland 500 carg. van Sipcke Sipckez Diurrema en Foeckien Tiercksdr te Bolsward.

In 16231949 kopen Tiaerdt Hoytema en Atke van Rheen te Marsum huizing en landen

‘Outsma state of Steighmans bosch’ te Buitenpost van Ritscke Sapma en Lutske

Sprongh te Hantum voor 1101 goudg.

In 16311950 koopt Wybe Rinties, kangieter te Sneek, de venen te Surhuisterveen

die Atke Reen bij huwelijk had meegekregen van jfr. Catharina Herbranda en

wat Tieerd Hoitema en vrouw daar door hun proces nog mochten verkrijgen in

ruil met het door Wybe bewoonde huis aan de Potstraat te Sneek waarbij Wybe

850 goudg. op de ruil toe krijgt. Er volgt protest van Menno Hettinga vanwege

zijn vrouw, Ebel en Tieetske Herbranda en Trijntie Rimkedr, weduwe van Haie

Herbranda.

In 16271951 verkoopt Tyaerdt Tyaertz Hoytema te Buitenpost 25 pm in Hoitehuis te

Itens.

In 16381952 wordt aangetrouwde oom Hector van Albada aangesteld tot voogd over

Lodewyck, in zijn 20ste, Tyaerd, in zijn 15de, Beertke, Hector, Rempkje en Maycke

Hoytema, bijgestaan door hun tantes Jeldu en Tydtke Reen. Vervolgens wordt te

Bolsward de nalatenschap beschreven van Tiaerd Hoyttema; vastgoed: ¼ sate van

circa 45 pm te Goutum bij Leeuwarden en 18 pm te Buitenpost dat zoon Tiaardt

besproken is door zijn tante.

Op 20 april 16421953 wordt Joannes Rheen, notaris te Leeuwarden, aangesteld tot

voogd over Tiaerd, in zijn 20ste, Beertie, in haar 17de, en Hector van Hoytema, in

zijn 16de, mede vanwege de afwezige Lodewick, Rempcke en en Maria van Hoytema,

bijgestaan door hun tantes Jildu en Tytie Rheen, om de weesrekening af te nemen

van jfr. Maria van Hoytema, weduwe van de eerdere voogd jr. Hector van Albada

(51741). In 16511954 vervangt Tiaerd Hoytema de overleden secretaris Joannes Reen als

voogd over Hector, 24, Remptien, 22, en Maria Hoytema, 20.

Uit dit huwelijk:1. Lodewick Hoytema, geb. circa 1619, leeft 1642. 2. Tyaert van Hoytema, geb. circa 1623, mr. chirurgijn te Drachten,

kinderloos overl. 1666.1955

In 16561956 verkoopt Tiaerdt van Hoitema, mr. chirurgijn te Noorderdrachten,

meerderjarig vrijgezel, aan Petrus Mejontsma en Titie van Andela te

Buitenpost 18 pm in het oosteinde aldaar in Mejontsma sate, dat hij bij

legaat had verkregen van zijn oudtante Trijntie Herbranda voor 163 goudg.

per pondemaat.

In 16581957 is mr. Teotardus Hoitema, chirurgijn te Zuiderdrachten, 442 goudg.

schuldig aan Marten Fockes Bunan, veenheer aldaar, van koop van een ‘rood

pandeckte nieuwe huisinge’. In 16611958 leent hij nog eens 50 carg. van Hanso

Harmannides.

3. Beertie van Hoytema, geb. circa 1626, tr. Syttie Fockens Eringa, te Drachten, secretaris van Smallingerland 1660, ’66,1959 zoon van

Georgyen Fockens (Eringa), secretaris 1611, 1643, en Frouckien Cornelisdr.a

In 16341960 treden Georgyen Fockens, secretaris van Smallingerland, en

Frouckien Cornelisdr op met de verdere (klein)kinderen van secretaris

Cornelis Baertes en Metke Cornelisdr.

Op 20 juli 16661961 maken Syttie Fockens Eringa en Baertie van Hoytema te

Zuiderdrachten hun reciproke testament. In hun huis heerst de pest waaraan

een kind is overleden. Erfgename wordt hun dochter Frouckien; bij haar

overlijden vererft Baertie op Auckien Fockens Eringa, weduwe van Luycke

Hyemersma, of anders op haar broers Odolph en Cornelius en zuster Metske

Fockens Eringa. Baerties broer Hector van Hoytema en zusters krijgen haar

linnen en wollen en aandeel in het huis gelegateerd.

Bij testament benoemt Focco Fockens Eringa, oud-secretaris van Smallinger-

land, in 1678 zijn broers Oeds en Cornelis Eringa en de dochter Frouckien van

zijn broer Sytse Fockens Eringa tot erfgenamen.1962

4. Hector van Hoytema, geb. circa 1627, mr. chirurgijn te Harlingen, overl. voor 1684, tr. voor 1657 Aef ke van Hettinga, geb. circa 1637, doet belijdenis Harlingen 29 juli 1671, overl. na 1688, dochter van Idsert van Hettinga, bijzitter van Barradeel, en Sijcke van Hylcama.1963

In 1644 haalt Hector Hoytema zijn certificaat als chirurgijn bij Gilles Taekes

in Leeuwarden.1964

In 16571965 wordt chirurgijn Hector van Hoitema aangesteld tot voogd over

Antonius van Hittinga, 22 jaar.

In 16861966 kopen burgemeester Simon Jorna en Gerrytie Gerryts Borkulo de

door hen bewoonde ‘heerlycke wel ter neeringh staende huysinge’ c.a. aan de

Brede Plaats te Harlingen van Aeff ke van Hettinga, weduwe van de chirurgijn

Hector Hoytema, bijgestaan door haar meerderjarige zoon Tjeerd Hoytema,

voor 1060 goudg. Rimckjen Hoytema legt aanvankelijk het niaar op de verkoop.

Hetzelfde jaar koopt koopman Jan Willems Vosma van haar een ‘heerlycke

hovinge met deftige vruchtdragende bomen ... sierlycke blomen ... aengename

sitplaatsen’ aan de Hofstraat voor 325 goudg.

In 16881967 wordt, overeenkomstig het testament van Remckien Hoytema van

30 dec. 1686 en mede op verzoek van Tiaard van Hoytema, Ulricus Huber, oud-

raadsheer, aangesteld tot voogd over Lodewijck, in zijn 12de, en Anthonius, in

zijn 17de, van Hoytema.

In 1698 zijn Lodewijk, Anthonius en Tjaerd Hoytema eigenaars, ieder voor 1/3,

van stem 4 van Nijega (HON).

5. Remckien van Hoytema, geb. circa 1629, overl. Leeuwarden 1688, tr. 1. gerecht Westdongeradeel 2 aug. 1657 Douwe Tiepkes, mr. steenhouwer te Leeuwarden; tr. 2. stadhuis Leeuwarden 22 jan. 1664

a GJb 1992 104, 105 en met dank aan Melle Koopmans.


Gerrit Ypes (Nijhoff ), mr. kistmaker te Leeuwarden, overl. 1669,1968 weduwnaar van 1. Trijntie Pieters Siccama en 2. Sibbeltie Reen.In 16361969 ontvangen Jan Joannis en Gerryt Epes, mr. kistmaeckers, 6 carg.

voor taxatie van ‘sekere stoel’ in de Galileërkerk. In de jaren 1633-’691970

vervaardigde landschapskistenmaker en houtkoper Gerrit Ypes Nijhoff een

groot aantal preekstoelen waaronder waarschijnlijk in 1659 die van de Waalse

kerk te Leeuwarden.

In 16551971 leent jr. Feyo van Heemstra d’jonghe te Oenkerk 3000 carg. van

Gerrit Ypes, mr. kistmaecker te Leeuwarden.

In 16881972 wordt te Leeuwarden de nalatenschap beschreven van Remckien

Hoitema, laatst weduwe van Gerryt Ipes, op verzoek van Tiardt van Hoitema

voor zich en Ulricus Huber, oud-raadsheer aan het Hof, als voogd over

Anthony en Lodewyck van Hoitema, bij testament erfgenamen van Remckien,

hun tante, en op aangeven van Aaff ke van Hettinga, weduwe van Hector van

Hoitema. Beschreven worden een vordering van 1060 goudg. op Symen Jorna

te Harlingen, het testament van Remckien van 30 nov. 1686, scheiding van

Remckien met Aaff ke van Hettinga van 1684, testament van Douwe Tyepkes

van 1658 en huwelijkscontract van Remckien met Gerryt Ypes van 1664.

6. Maria Hoytema, geb. circa 1631, na 1653 kinderloos overleden.1973

43341 Bauck Wytses Rheen, tr. (derde procl. gerecht Hennaarderadeel 30 maart 1614) Tyerck Martens, geb. circa 1590, te Jelsum, overl. Stiens 1627, zoon van Marten N. en Thierckjen Thiercksdr.1974

In 16251975 kopen Tyerck Martensz en Bauck Wytzedr te Jelsum 18 pm te Itens van

Tyepcke Wybesz en Atcke Harmensdr te Jelsum voor 1500 goudg.

In 16271976 worden, op verzoek van grootmoeder Jeltie Riencx Andringa, Tierck

Bauckes te Welsrijp en Meynert Simmes aangesteld tot voogden over Jilduw, in haar

11de, Wytse, in zijn 7de, en Bauck, in haar 2de, de kinderen van Tierck Martens en

Bauck Wytses te Stiens. Vervolgens1977 wordt te Stiens de nalatenschap beschreven.

Tierck was boer op circa 100 pm kloosterlanden; vastgoed: 53 pm te Idaard, 10 pm te

Cornjum, 5 pm bij Harlingen, 18 pm te Itens en 1½ pm te Huins.

In 16411978 wordt oom Upke van Aersen aangesteld tot voogd over Baukien Tierx, in

haar 15de, om de rekening af te horen van Meynert Simmes en Tierk Baukes en om

tot scheiding te komen met haar zuster Jildu Tierx, vrouw van Gerrit Nolkes. Daarop

wordt dr. Hector Meynsma voogd naast Meynert Simmes.

Uit dit huwelijk:1. Jilduw Tiercxdr, geb. circa 1617, overl. tussen 1651 en ’59, tr. voor

1641 Gerrit Nolckes, te Roordahuizum.In 1640 is Gerryt Nolckes boer op stem 14 van Stiens.

In de jaren 1641-’451979 leent Gerryt Nolckes in totaal 2098 carg. van Meinert

Simmes als voogd over Bauck Tiercx; de schuld is later voldaan aan dr. Nicolai,

advocaat, en Bauck Tiercx.

In 16511980 kopen Gerrit Nolckes en Jildu Tiercxdr te Roordahuizum een rente

uit Frisema staete te Idaard van Meynert Simmes en Rinsch Wytzes Rheen

aldaar voor 14 goudg.

In 16591981 leent Gerrit Nolckes, mede vanwege zijn kinderen bij wijlen

Jeldu Tiarcx, 335 carg. van Antie Meinerts, vrouw van Jacob Hendricx Erven,

chirurgijn te Leeuwarden maar nu buiten de provincie.

In 16831982 treden Tierck, Wytse en Pytter Gerryts als erven van hun vader

Gerryt Nolckes op voor de crediteuren van Pytter Hoytes.

2. Wytse Tiercks, geb. circa 1621, overl. na 1627.3. Tierkjen Tjerks, overl. 25 mei 1625, 3½ jaar.4. Geertie Tjerks, overl. 17 aug. 1625, 2 jaar.1983

5. Bauckien Tiercx, geb. circa 1626, tr. 1. stadhuis Leeuwarden 8 jan. 1647 dr. Jacobus Nicolai, advocaat voor het Hof van Friesland, overl. 1661, zoon van Nicolaus Nicolai, advocaat, en Meinuke Dircks;1984 tr. 2. gerecht Wonseradeel 20 jan. 1664 jr. Jacobus van Spanga, te Makkum (51772.1).In 16561985 biedt dr. Jacobus Nicolay, advocaat voor het Hof, het testament van

11 sept. 1630 van zijn vader dr. Nicolaus Nicolai, advocaat, aan ter registratie.

In 16651986 zijn Monica en Claes, de kinderen van dr. Jacobus Nicolay, deelachtig

in de nalatenschap van hun oudoom Joannes Nicolay.

43342 Rints Wytses Rheen, tr. kort na 1620 Meynert Simmes, te Idaard, daar overl. 1654, zoon van Simme Johaens en Elbrich Meinerts.1987

In 1640 is Meynert Simmes boer op Cleyn Epema, stem 5 van Idaard, groot 75 pm en

tevens eigenaar uit naam van zijn vrouw.

In 16541988 wordt te Idaard de nalatenschap beschreven van Meinert Simmes en

Rins Wytses op aangeven van Simme en Antie Meynerts. Dr. Joannes Nicolay wordt

aangesteld tot voogd over Antie, in haar 20ste, Epe, in zijn 21ste, en Ruirtie, in haar

17de, Meynerts. Vastgoed: de sate en landen Epema en enige eeuwige renten. Wytse

Meynerts, Elbrich Meinerts, vrouw van Duckle Jans, Jildu Meinerts, vrouw van Heere

Ruirdts, en Jeltie Meinerts, vrouw van Douue Douues, zijn getrouwd dan wel volwassen.

In 16551989 koopt Aff ke Tiepckes Metzma Epema sate te Idaard, groot circa 80 pm,

met de halve zwanejacht van de erven van Meynert Semmes aldaar voor 135 goudg.

per pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Jeldu Meinertsdr, overl. Winsum 1671, tr. 1. Gerben Jans, overl.

1643, zoon van Jan Jacobs en Taed Gerbens (onder 3); tr. 2. gerecht Idaarderadeel 26 nov. 1645 Hero Ruirts Hockwerda, dorprechter en ontvanger te Winsum, zoon van Ruird Taeckles, boer op Hockwert te Winsum, en Buwck Lolledr;1990 tr. 3. gerecht Baarderadeel 9 maart 1663 Ypke Doytses, van Terzool, mogelijk zoon van Doytse Minnesz en Gab Lyckledr (23331.2); tr. 4. Claes Heerkis.


In 16461991 wordt Duckle Jansz te Rauwerd aangesteld tot voogd over Taed, 4, en

Jeltie, 2, de kinderen van wijlen Gerben Jans bij Jeldu Meinertsdr.

In 16641992 wordt te Winsum de nalatenschap beschreven van dorprechter en

ontvanger Hero Ruirts Hockwerda, weduwe Jildu Meinerts is hertrouwd met

Ipke Doitses en wordt bijgestaan door haar zwager Douue Douues. De neven

Cornelis en Aucke Pytters worden aangesteld tot voogden over de kinderen

Gerben, in zijn 16de, Ruierd, in zijn 10de, en Reinsck, in haar 7de. Er zijn

schulden van 200 goudg. bij Wytse Meinerts en 214 goudg. bij Antie Meinerts.

Gebruikt wordt een sate van 66 pm waarvan Hero 11 pm geërfd had van zijn

vader Ruird Taeckles en 16½ pm had aangekocht.

In 16711993 wordt te Winsum de nalatenschap beschreven van Jildu Meinerts,

laatst weduwe van Claes Heerkis, op verzoek van Tettie Gerbens, vrouw van

Sibrandt Hansz, te Pingjum, Jeltie Gerbens, weduwe van Sibrandt Wabes, te

Winsum, dochters van Jildu bij Gerben Jans te Grouw, Gerben Heres, zoon bij

Here Ruyrds te Winsum, Douwe Douwis te Dronrijp als voogd over de twee

minderjarige kinderen bij die Here en van Jan Jansen als voogd over het kind

bij haar derde man Ypcke Doeytsis.

2. Elbrich Meinerts, overl. Rauwerd 1676, tr. 1. gerecht Idaarderadeel 28 maart 16441994 Duckle Jans, te Rauwerd, zoon van Jan Jacobs en Taed Gerbens;1995 tr. 2. gerecht Rauwerderhem 12 dec. 1656 Jan Janssen, geb. circa 1626, zoon van Jan Tialles en Tziamcke Siurdtsdr (Haxta) te Roordahuizum.1996

In 16571997 wordt te Rauwerd de nalatenschap beschreven van Doeckle Jans;

weduwe Elbrich Meinerts is hertrouwd met Jan Jans. Gebruikt wordt een sate

van circa 59 pm waaronder 50 pm eigen landen; aan vastgoed voorts de helft

van 59 pm te Grouw en land te Nijland. De kinderen van Gerben Jans hebben

400 goudg. tegoed, zo ook de erven van Meinert Simmis. De verwanten Fedde

Riencks, Doeckle Sioerds en Johannes Jans worden voogden over de kinderen.

Op 15 juni 1676 wordt Wytse Meinerts te Swichum aangesteld tot voogd

over Doeckle, 16, Meinert, in zijn 13de, Tiamcke, in haar 11de, en Jan, 6, de

kinderen van Jan Jans bij wijlen Elbrich Meinerts. In 16761998 wordt te Rauwerd

de nalatenschap beschreven van Elbrich Meinerts, vrouw van Jan Jansen, op

verzoek van Jacob Doeckles, met venia aetatis, haar zoon bij Doeckle Jansen,

en voogd Wytse van de kinderen bij de weduwnaar. Vastgoed: 9 pm in hun sate;

er is een vordering van 150 goudg. op Feicke Heins en Ruirdtie Meinerts te

Baijum. Jacob Doeckles neemt voor 1500 goudg. het bedrijf over. De kinderen

erfden van hun oom Ipe Meinerts; in 1678 kwiteert Jacob Doeckles Hilwerda

voor ontvangst van zijn deel.

3. Wytse Meynerts Suffena, geb. circa 1623, ontvanger van Swichum, daar overl. 18 aug. 1679, begr. te Wirdum,1999 tr. 1. gerecht Idaarderadeel 8 mei 1648 Reinscke Eellertsdr, van Aegum, overl. Swichum 1678, dochter van Eilert Dircx en Trijn Agges;2000 gaat

in ondertrouw Swichum 27 juli 1679 met Maycke Hessels, van Deersum; dese bruydegom heeft niet beleeft sijne bruidt te trouwen: cranck werdende omtrent den laetsten july is overleden 18 augusti. O haestige veranderinge der menschelijcker saecken.2001

In 16782002 wordt te Swichum de nalatenschap beschreven van Rinske Ellerts,

vrouw van ontvanger Wytse Meynerts; zij hadden op 16 april 1675 hun testament

gemaakt. Jaars daarop te Goutum die van Wytse Meynerts, die op 12 aug. 1679

nogmaals testeerde, en in 1680 volgt een scheiding van Douwe Douwes Adama

vanwege zijn vrouw Jeltie Meynerts Suffema, bij testament erfgename van

Wytse, met de erven van Rinske.

4. Simme Meynerts, te Dronrijp, tr. gerecht Menaldumadeel 7 mei 1667 Maycke Dircx, weduwe van Sydtse Jansen te Franeker.

5. Jeltie Meynerts, geb. circa 1633, overl. 27 febr. 1690, tr. gerecht Idaarderadeel 1 april 1652 Douue Douues Adema, geb. Goutum circa 1625, overl. 17 juni 1684, zoon van Douwe Sickes Adama en Tietie Taeckles Grada.2003

In 16672004 kopen Douwe Douwes Adema en Jeltie Meinertsdr te Dronrijp 1/7

van een sate van 85 pm te Buitenpost van de crediteuren van Douwe Hoites en

Jeldu Douwes voor 60 goudg. per pondemaat.

6. Epe Meynerts, geb. circa 1634, kinderloos overl. voor 1676.7. Antie Meynerts, geb. circa 1635, tr. stadhuis Leeuwarden 16 dec. 1654

Jacob Hendrix Erven alias Groen, chirurgijn, zoon van Henrick Pieters Erven en Albertie Jans.2005

In 16572006 wordt geïnventariseerd ten huize van Antie Meinderts te Leeuwarden,

vrouw van Jacob Hendricx Erven, mr. chirurgijn, ‘althans fugatijf ’, op verzoek

van crediteur Tylle Carstes, Harlinger schipper.

8. Ruirtie Meynerts, geb. circa 1638, tr. gerecht Menaldumadeel 4 maart 1656 Feicke Heins, te Baijum, zoon van Hein Isbrants en Hotske Feickes te Dronrijp.2007 Hij hertr. (ondertr. Welsrijp 5 febr. 1682) Aeltie Clasis, van Lions.

43351 Hette Gerckes Rheen, geb. circa 1585, boer op Reen, gedeputeerde der Vijfdelen Dijkage, overl. na 1661, tr. His Aeltiedr, dochter van Aeltien Sakles en Ricxt Hessels Unia te Baard.2008

In 1614 is Hette Gerckes boer op Reenster sate (43321).

In 16262009 wordt Hette Gerckes Rheen te Lutkewierum aangesteld tot voogd over

Hylck, Welmoet, Bootte, Doecke en Dirck Douues om de rekening van hun oom Offe

Bootes af te nemen. Datzelfde jaar2010 treedt hij op als voogd over Doecke, de zoon

van Ritske Jeltez te Rien bij Meyns Doeckedr.

In 1630 en ’312011 kopen Hette Gerckez Rheen, mede gedeputeerde der Vijfdelen

Dijkage, en His Aeltiedr te Lutkewierum twee keer 2 pm in de sate van Lambert

Pouuels te Hennaard waarvan zij in 1632 weer 2 pm verkopen.


In 1640 is Hette Gerckes Rheen, gedeputeerde der Vijfdelen Dijkage, gebruiker van

Reen, stem 18 van Lutkewierum, en samen met zijn broer Reyn eigenaar. Voorts is

Hette eigenaar van stem 14 van Lollum.

In 16582012 wordt Hette Gerckes Reen aangesteld tot voogd over Ryurd Ryurds, 20

jaar.

In 16612013 staat Hette Gerckes Reen zijn dochter Siurdke Hettes bij inzake

huuropzegging van 10 pm.

Uit dit huwelijk:1. Rixt Hettedr Reen, geb. circa 1613, overl. 3 juni 1639, begr.

Hempens,2014 tr. gerecht Leeuwarderadeel 30 nov. 1633 Ruyrd Heerckes, zoon van Heercke Ruiertsen en Taets Jansdr te Hempens.2015 Hij hertr. gerecht Leeuwarderadeel 17 aug. 1650 (derde procl. 1646) Jantien Fridsedr.In 16382016 verkoopt Taacke Heerckes te Wijns aan zijn broer Ruird Heerckes

en Ricxt Hettedr te Hempens een aandeel in een fenne te Wartena, geërfd van

zijn ouders, voor 100 goudg. In 1645 en 1650 koopt Ruird hierin nog enkele

aandelen, o.a. van zijn broer Jan Heerckes te Idaard.

2. Sioerdtie Hettes Reen, geb. febr. 1620, overl. 5 mei 1678, begr. Lutkewierum,2017 tr. 1. gerecht Hennaarderadeel 24 dec. 1638 Johannes Feytes Taapema / Tabama, te Broek, zoon van Feyte Epckez en Wyts Jelledr;2018 tr. 2. r.k. Roodhuis / gerecht Hennaarderadeel 1/19 okt. 1671 Thomas Jans Wigmana, van Lutkewierum, geb. voor 1620, overl. 19 maart 1681, begr. Lutkewierum,2019 zoon van Jan Thomas en Auck Pytters.2020 Hij hertr. gerecht Hennaarderadeel / r.k. Roodhuis 1 sept. 1680 Trijntje Alberts, van Jorwerd.Op 19 okt. 16772021 maken Thomas Jansen Wigmana en Sioerdtie Hettes Reen

te Lutkewierum hun reciproke testament. Zijn erfgenamen worden Geertie,

Pytter, Sieucke en (de kinderen van) Eyf ke Jans Wigmana, Sioerdtie vererft op

haar zusterskinderen Hiske Cornelis, vrouw van Inse Epes te Scharnegoutum,

en Foeck en Gercke Jouws, de kinderen van Jouw Reyloffs te Rien. Zij wil dat

het testament van haar broer Aelsen Hettes Reen van kracht blijft.

In 16782022 koopt Tomas Jansz Wigmana voor zich en als erfgenaam bij testament

van zijn vrouw Siewertje Hettes Reen 1/18 van 22½ pm te Lutkewierum van

Murk Douwes en Dieuwke Teyes te Akmarijp voor 59 goudg. per pondemaat.

3. Bauck Hettes Reen, geb. circa 1624, overl. Ysbrechtum 25 sept. 1677, begr. Lutkewierum.,2023 tr. 1. Cornelis Martens, overl. Scharnegoutum 25 aug. 1667,2024 zoon van Marten Cornelis en Aeff Petersdr te Lutkewierum; tr. 2. Lolcke Ypes, boer op stem 18 van Lutkewierum 1698. Hij tr. 2. r.k. Roodhuis 30 april 1693 Jancke Jellis, van Ysbrechtum.In 16622025 stellen Cornelis, Pyter, Jaan, Albert en Joannes Martens zich borg

voor een schuld van Aaf Martens te Lutkewierum van 2350 goudg.

In 16752026 koopt Feye Gerlofs, mr. goudsmid te Heerenveen, een huis aldaar van

Isbrant Feytses met last van Sioertie Hettes Reen voor 60 goudg. Bloedverwant

Lolcke Ippis wil vanwege zijn vrouw Bauck Hettis Reen de koop overnemen.

4. Trijntie Hettes Reen, tr. gerecht Hennaarderadeel 13 mei 1657 Jouw Reyloffs, lakenkoper te Rien, overl. 1679. Hij hertr. r.k. Roodhuis / gerecht Hennaarderadeel 19/28 april 1676 Antje Doeckes, van Oosterend.In 16762027 wordt aangetrouwde oom Thomas Jans Wighmana aangesteld tot

voogd over de kinderen van Jouw Reilofs bij wijlen Trijntie Hettes Reen.

In 16792028 worden de neven Lieuwe Douwes en Inse Ipes te ‘Goutum’ aangesteld

tot voogden over Foekje, in haar 17de, mede vanwege haar uitlandige broer

Geerke, op studie in Brabant, kinderen van Juw Rijlofs.

In 16822029 wordt te Sneek Willem Clasen, brouwer, aangesteld tot voogd over

Foeckje Jous Reen, met venia aetatis, en Gercke Jous Reen, student te Leuven.

5. Aelsen Hettes Reen, testeert voor 1677.

43352 Rein Gerckes Reen, geb. circa 1587, overl. na 1662, tr. 1. Leeuwarden 2 jan. 1611 Fenne Upkes Hoptilla, overl. 1612, begr. Oldehoofsterkerkhof te Leeuwarden, dochter van Upke Gerksz Hoptilla en Aelcke Jans;2030 tr. 2. Leeuwarden 13 jan. 1614 Geertie Anes, dochter van Aene Pybes en Geertien Borryts.2031

In 1611 wordt Rein Gerckes Reen, geboortig van Lutkewierum, burger van

Leeuwarden.

In 16142032 wordt te Leeuwarden de nalatenschap getaxeerd van Fenne Wpckes ten

huize van weduwnaar Rein Gerckesz Reen, ten profijte van hun zoon Gercke en

in presentie van diens grootmoeder Aelcke Jansdr, weduwe van Wpcke Gerckes.

Vastgoed: o.a. 27 pm in Reenster zate, gebruikt door Hette Gerckes, en een rente van

5 goudg., verkregen van Josias van Aerssen (43321).

In 16232033 lenen Rein Gerckes Reen en Geertke Aenedr 100 carg. aan Dirck Jans en

datzelfde jaar 1000 carg. aan koopman Jacob Feddes.

In 16242034 kopen Reyn Gerckez en Geertie Anesdr te Leeuwarden 28 pm in de zaete

van Wybrand Doedis te Arum van circa 40 pm van Wibrandus van Oedsma (433.8)

te Leeuwarden voor 70½ goudg. per pondemaat. In 16312035 verkopen dr. Joannes

Hoptilla, advocaat voor het Hof, en Rintye Matheusdr een huis aan de smalle kant

van de Nieuwstad aan Rein Gerckes Reen voor 1600 goudg.

In 1640 is Reyn Gerckes samen met zijn broer Hette eigenaar van Reen; voorts is hij

eigenaar van stemmen 15 en 16 van Hijlaard, stem 3 van Huins, stem 41 van Arum en

van 5 pm in stem 10 van Itens.

In 16622036 koopt Johannes Rhala, advocaat voor het Hof, 5 pm te Itens van Reyn

Gerkes Reen voor 107 goudg. per pondemaat.

Uit het eerste huwelijk:1. Gerke, ged. Leeuwarden 25 sept. 1611.


2. Gerke Reen, ged. Leeuwarden 30 okt. 1612, overl. 1661, begr. Oldehoofsterkerkhof Leeuwarden.2037

In 1632 wordt Gerardus Reen student te Franeker.

Uit het tweede huwelijk:3. Sioerdtie van Reen, overl. Rinsumageest 5 dec. 1653, tr. 1. (derde

procl. stadhuis Leeuwarden 30 okt. 1644) dr. Jurrien Jans van der Ley, student te Franeker 1625, Leiden 1628, advocaat voor het Hof 1632, secretaris van Dantumadeel, overl. Rinsumageest 5 okt. 1657, zoon van Jan Hendricks van der Ley en Judith du Guardijn te Dokkum.2038

In 16662039 wordt oom Hendrick Janssen junior, oud-burgemeester van

Dokkum, aangesteld tot voogd over Johan, 20, Judith, 17, en Sioerdtien, 13, van

der Ley.

51111 Anscke Ulbes, geb. 1550/1560, huisman te Indijk, overl. na 1616, tr. N.N.In 16112040 te Indijk Ansche Ulbes huis op of bij de landen van wijlen Siucke Hylckez.

In 16122041 leent Ansche Wlbesz te Indijk 100 goudg. van Johannes Maertensz

Gravius, ontvanger van Wymbritseradeel, en Barber Hoytema te Sneek. Hylcke

Broersz, dorprechter te Indijk, ondertekent mede.

In 16392042 wordt in het sterf huis van Paals Hanses een ‘wandelakte’ aangetroffen

tussen Hoyte Epes (Ebes) in kwaliteit en Anske Ulbes en Fedde Cornelis.

Uit dit huwelijk (voor zover bekend):1. Siouck Ansckedr, van Indijk, tr. 1. Woudsend 21 jan. 1616 Fedde

Cornelis, van Lippenhuizen, huisman te Indijk; tr. 2. voor 1632 Ede Obbes, te Indijk.In 16322043 verhuren Eede Obbes en Syouck Anskedr te Indijk de sate en landen

die zij daar gebruikten aan Adam Wytses en Tiets Jelledr.

In 16452044 overlegt Jan Cornelis een rekening van zijn voogdij over Cornelis

en Ulbe, kinderen van Fedde Cornelis en Siouck Anskedr te Indijk. Cornelis

Feddes is in 1641 voor Lemmer in zee verdronken, Ulbe is nu over de 21 jaar. In

1632 was geaccordeerd inzake hun vadersgoed.

51112 Tiaerd Ulbes, eigenaar en gebruiker van stem 20 van Ypecolsga 1640, daar overl. 1644, tr. 1. voor 1609 Frysck Hansedr, ged. op belijdenis Ypecolsga 19 mei 1620; tr. 2. Jel Jarichsdr.In 16142045 lenen Mene Mennez en Griet te Woudsend 105 goudg. van Tjaerdt Wlbes

en Frisck te Ypecolsga.

In 1640 is Tjeerd Ulbes tevens eigenaar van stem 17 van Ypecolsga met Hans Tjeerds

als gebruiker. In 1698 is Fedde Hanses eigenaar.

In 16442046 wordt te Ypecolsga de nalatenschap beschreven van Tiaerd Ulbes en in

1645 volgt scheiding tussen Wybe, Hans en Sioucke Tiaertsz uit het eerste huwelijk

met Frysck Hansedr en weduwe Jel Jarichsdr met haar dochter Aet Tiaertsdr.

Uit het eerste huwelijk:1. Wlbe Tiaerds, ged. Woudsend 1609, overl. voor 1615.2. Wybe Tiaerds, te Lemmer, tr. Alyt Hanses.

Beiden worden lidmaat te Lemmer, Wybe in 1653, Alyt in 1652. Zij is dat nog in

1660. Wybe en Alyt laten daar dopen: Hans 1638, ’40, Frisck 1643, Siouck 1646,

Tiaerdt 1647 en Ulbe 1653, ’54.

In 16482047 Jelle Hayes te Makkum voor zich en voor de verdere crediteuren van

Wybe Tiaerts contra diens broers Hans en Sioucke Tiaerts. Die moeten afzien

van hun spiering, de landen moeten openbaar worden verkocht.

In 16522048 Hans en Sioucke Tiaerts contra Reiner Jelles vanwege de crediteuren

van de geabandonneerde boedel van Wybe Tieerts.

3. Hans Tieerds, boer op stem 17 van Ypecolsga, overl. aldaar 1675, tr. 1. Woudsend 5 maart 1637 Lol Pyttersdr, van Oudemirdum; tr. 2. voor 1650 Tiets Feddedr.In 16752049 wordt de nalatenschap beschreven van Hans Tieerds en Tjets

Feddes te Ypecolsga op verzoek van Tieerd Hanses, 25, en oom Sioucke Tieerds,

ontvanger van Ypecolsga, en neef Sioerd Bauckis als voogden over Fedde, 21, en

Auck Hanses, 18. Vastgoed: de sate te Ypecolsga van 50 pm.

4. Wlbe Tiaerds, ged. Woudsend 29 mei 1615, overl. voor 1644.5. Sioucke Tieerds, ged. Woudsend 6 mei 1620, dorprechter en

ontvanger te Ypecolsga, tr. Trijn Jaytsedr, geb. circa 1623, dochter van Jaytse Hommes en Rinck Rioerdtsdr (51322.2).In 16612050 worden de ooms Sioerdt Feyckes te Wolsum en Sioucke Tieerdts te

Ypecolsga aangesteld tot voogden over Feycke, in zijn 21ste, Ulcke, in zijn 18de,

en Reyn, in zijn 15de, kinderen van Rienck Feyckes te Woudsend bij Idt Iddesdr

die hertrouwd is met Jelmer Jaytses.

In 1666 trouwt te Balk Frisk Siouckes van Ypecolsga met Claes Folckerts uit Balk.

In 16692051 lenen Willem Fokkes, koopman te Woudsend, en Fouw Sioerdsdr

100 goudg. van Sioucke Tiaartsz, ontvanger te Ypecolsga, en Trijn Jaitsedr.

Uit het tweede huwelijk:6. Aet Tiaertsdr, geb. na 1620, overl. na 1645.

51121 Luts Minckedr, tr. Joucke Gatthiez, geb. Heeg circa 1545, dijkgraaf, te Hommerts 1584, later Heeg, overl. na 1611, zoon van Gattye Jouckez, in 1552 te Heeg met roer en degen.In 15852052 koopt Joucke Gattiez tot profijt van Hac Teetlum bij decreet een sate te

Hommerts van de voogden van Sierck Doedez kinderen.

In 15932053 Joucke Gattyez, mede voor de verdere erven van Gattye Jouckes, contra o.a.

Joachim Hoppers als voogd over Peter Jongema (5172.4) om scheiding van landen.

In 15992054 staat nog een schuld open uit 1584 van 50 goudg. aan landhuur van Joucke

Gatzez en Luyts Minckedr te Hommerts bij Ycke Wabbez te Sandfirden.

In 16042055 stelt Joucke Gatzez te Heeg zich borg voor zijn broer Agge Gatzez.


In 16072056 Tierck Sibblez en Rinck Gabbedr te Heeg contra Joucke Gattiesz als

curator litis over Haering Rintsisz.

Blijkens zijn getuigenverklaring in 16112057 is oud-dijkgraaf Joucke Gatzez te Heeg

aldaar geboren en getogen en dan circa 66 jaar oud.

Uit dit huwelijk:1. Gatse Jouckes, huisman te Heeg, overl. 1652/54, tr. na 1618 Hylck

Jaensdr, overl. 1661/62, weduwe van Frans Sybolts, dochter van Jaen Siurtsz en Uuylck Ruyrtsdr.2058

In 16052059 wordt Ruyrdt Jaensz onder de klokslag van Sneek aangesteld tot

voogd over Jaen, zoon van Jaen Siurtsz en Uuylck Ruyrtsdr.

Op 5 april 1618 doet Hylck Jaens, vrouw van Frans Sybolts, te Heeg belijdenis.

In 16272060 lenen Gaatse Jouckes en Hylck Jaensdr onder de klokslag van Heeg

400 goudg. van Pyter Haringhs en Jisck Hesselsdr te Ypecolsga.

In 16372061 Hermanus Phelten, volmacht van Maycke Hans Pijl, weduwe van

Pieter Phelten, biersteker te Sneek, contra Jaen, Sybolt en Meye Franses en

Wlcke Fransdr, gesterkt met Syds Martens, vanwege Frans Sybolts en Hylck

Jaensdr, (nu) vrouw van Gatse Jouckes, met Jaen Jaens, inzake koop van landen.

In 16382062 zijn Gatse Jouckes en Anscke Bockema curatoren over de wezen van

Jaen Jaens te Goingamieden bij Vuylck Johannesdr. In 1640, 1641 en 16422063

volgen weesrekeningen.

In 1640 is Gatse Jouckes boer op stem 28 van Heeg van het weeshuis te Sneek en

eigenaar van 40 pm in die sate.

In 16522064 regelt Francke Abelsz Franckena te Sandfirden als vader van zijn vier

kinderen bij wijlen Jelcke (lees Ybel) Gatsedr een scheiding van moedersgoed

met hun grootvader Gatse Jouckesz te Heeg. Voor de bevestiging van het

akkoord is Gatse overleden en daarom tekent in 1654 diens weduwe de akte.

In 16622065 verkopen Francke Aebes Franckena namens zijn kinderen bij wijlen

Ibel Gatsedr, Poppe Sybrants als voogd over de kinderen van Meie Fransen en

Idtie Jetsedr, Syds Martens vanwegen zijn kinderen bij Uulck Fransedr, Jaitie

Teeckes als vader van zijn kinderen bij Ma(r)ie Gatses en Auck Sybolts vanwege

haar kinderen bij Sybolt Fransen als erfgenamen van Hylck Gatses te Heeg bij

decreet huizing en in totaal 55 pm lands te Heeg.

2. Minke Joukes, van Heeg, tr. aldaar 7 febr. 1608 Rieme Haitses, van Abbega.In 16492066 regelt oudoom Gatse Jouckesz te Heeg als voogd over Minne, in zijn

9de, zoon van wijlen Jouck Mintiedr, een scheiding met diens vader Sybren

Auckes, mr. kuiper te Snakkerburen, en stiefmoeder Jantien Geertsdr.

51221 Jelle Hoytes, huisman te Woudsend, tr. voor 1578 Lolck Hoytedr, verm. dochter van Hoyte Hilckez, in 1552 te Heeg, beiden overl. voor 1603.In 15582067 Walte en Bonte Hilckez als voogden over de drie of vier minderjarige

kinderen van wijlen Jan Bockis en Rinck Hilckedr, mede vanwege hun adjuncten

Syouke, Hoeyte en Jarich Hilckez; voorts Anscke Jansz voor zich en namens Hoeyte,

Here en Goslick Janz, mede erfgenamen van genoemde Jan en Rinck, contra Pieter

Sickez als voogd over de weeskinderen van Lieuwe Sickes.

In 16032068 beleggen Pieter Diorris te IJlst en Jencke Siuckis te Indijk als voogden

over Lioeliff, Buwe en Hylck, weeskinderen van Jelle Hoytis en Lolck Hoytedr te

Woudsend, boelgoed. Vervolgens wordt geïnventariseerd op aangeven van de

meerderjarige dochter Tijs Jelledr en zwager Jacob Jettiez. Aan vastgoed had

de moeder 31 pm ingebracht, de vader 7 pm. Voorts was er 1/3 van huis en hof te

Woudsend en een vordering van 76 goudg. op de erven van Hylcke Hoytis. In 16042069

volgt een weesrekening. Het boelgoed had 414 goudg. opgebracht, van Tiete Hoytez

is 8 goudg. ontvangen van huishuur; aan landhuur 57 goudg. Er is een vordering van

76 goudg. op Wlck Hylcke weduwe.

In 16142070 overlegt Jacob Jettyez te Woudsend de afrekening van de voogdij sedert

1608 van de weduwe van Jencke Siuckes over Lioelff Jellez, nu boven de 25 jaar. Er

is een reversaal op Tiete Hoytez te Woudsend; aan landhuur werd van 1608 t/m ’13

jaarlijks 16 goudg. gebeurd.

Uit dit huwelijk:1. Tijs Jelledr, geb. voor 1578, tr. voor 1603 Jacob Jettiez, koopman te

Woudsend, daar overl. 1641.In 16412071 wordt te Woudsend de nalatenschap beschreven van Jacob Jetzes op

verzoek van Reyner Tiaerts, als vader van dochter Jantien bij wijlen Jantien Jacobs,

de ooms Tiete en Wytze Tietesz als voogden over Tyes Jellez en Tiete Jelledr,

kinderen van wijlen Jelle Jacobs bij Mieck Tietedr, aan de ene kant en Hoyte

Jacobsz aan de andere kant, (kinds)kinderen van de overledene. Hoyte Jacobsz

verklaart dat hij en zijn vrouw en zijn vader ‘een deel jaren met malckanderen

hadden huysgehouden ende coopmanschap met malckanderen gedaen’ hadden.

In 16432072 volgt een (nadere) scheiding; in 16452073 procedeert Hoyte Jacobs te

Woudsend tegen de erfgenamen van Jacob Jetses inzake koop van de huizing.

2. Lioeliff Jelles, geb. rond 1589, overl. na 1614.3. Buwe Jelles, waarschijnlijk voor 1614 overleden.4. Hylck Jelledr, tr. 1. Bonte Rinckesz, te Indijk 1605, zoon van Rincke

Bontesz en Syouck Tietedr aldaar; tr. 2. Gaastmeer (derde procl. Tjerkgaast 9 maart 1617) Hans Rinckez, van Gaastmeer, diaken en ouderling te Tjerkgaast, in 1640 boer op stem 15 van Ypecolsga, weduwnaar van Epe Jeltedr.In 16052074 is Bonte Rinckes te Indijk koper in het boelgoed van wijlen Otte

Wybis te Oosthem.

In 16162075 wordt te Indijk de nalatenschap beschreven van Rencke Bontesz en

Syouck Tietedr op verzoek van de erven: Bonte Jelles als voogd over Doey en

Rinck Renckedochters, Wlcke Hoytesz als voogd over Engle Rinckesz, Here

Auckesz over de wezen van Bonte Rinckesz, Marten Hayesz over de wezen van

wijlen Tiete Renckesz en Reynsck Renckedr, vrouw van Joucke Jansz, voor zich.


Er is een vordering uit 1614 van 200 goudg. op Hylck Jelledr, weduwe van Bonte

Rinckez, scheiding van landen uit 1593 tussen Rincke Bontez en Engle Tietez.

In 16172076 wordt geïnventariseerd ten huize van wijlen Eepe Jeltedr te

Gaastmeer; weduwnaar Hans Rinckez is hertrouwd met Hylck Jelledr. Oom

Heere Jeltez en aangetrouwde oom Thiaerdt Annez worden (bij jae ende neen)

aangesteld tot voogden over Rinck, in haar 10de, en Hylck, in haar 8ste, de

kinderen van Hans en Eepe.

Hans en Hylck arriveren voor 1624 als lidmaten te Tjerkgaast waar hij dat

jaar diaken is, in 1629 ouderling, en waar Hylck in 1618 haar dochters Lolck

en Syoeck bij Bonte laat dopen en in 1620 dochter Eepe bij Hans. In mei 1637

vertrekken zij naar Ypecolsga.

51231 Lolck Reyn Hoytamadr, tr. Broer Hylckez, te Woudsend, Indijk, daar lidmaat 1609 en overl. 14 nov. 1611, zoon van Hilcke Broerz, in 1552 met harnas te Indijk.In 15932077 zeggen Broer Hylckes voor 1/3 en Sybolt Hayes vanwege zijn vrouw voor

2/3 Syurd Hylckes de huur op van de sate te Hegener Indijk die hij van hen huurt.

In 1593 zeggen Jelle en Homme Riemers (516) Broer Hylckes de huur op van 2 pm te Woudsend.

In 16022078 is Broer Hylckis te Woudsend koper in het boelgoed van wijlen Jan

Eelckez te Woudsend; datzelfde jaar kwiteert hij voor ontvangst van 233 goudg. van

zijn eigen boelgoed.

In 16072079 zijn Broer Hylckez en Lolck Reynsdr te Indijk 50 goudg. schuldig aan

Peecke Idtsz te Wijckel, in 1610 200 goudg. aan de voogd van Pyer Reyners.

In 16112080 is Broer Hylckez te Indijk voogd over de drie kinderen van Jencke Siuckes

en Sieu Jenckedr.

Uit dit huwelijk:1. Hylcke Broersz, in 1621 dorprechter te Indijk, daar overl. 30 maart

1632, tr. Woudsend 17 dec. 1609 Rixt Oegedr, overl. Indijk 6 april 1633, dochter van Oege Reynsz te Smallebrugge en Antke Karstedr.Hylcke en Rixt doen belijdenis te Indijk op 24 april 1614 resp. 23 mei 1613.

Dopelingen o.a. Kerst, 1620, en Lolck, 1629.

In 1621 is Hylcke Broers, dorprechter te Indijk, voogd over de jongste kinderen van Lolck

Hansedr (51241).

In 16232081 zijn grootvader Hoyte Eebsz en Hylcke Broers voogden over de

weeskinderen van Walle Tiepkez en Rinck Hoytedr te Indijk. Weesdochter

Antke Walledr trouwt dat jaar Rincke Broersz.

In 16242082 lenen Hylcke Broersz, dorprechter te Indijk, en Ricxt Oegedr 450

goudg. van Oege Reins en Antke Karstedr te Smallebrugge.

In 1625/262083 is Hylcke Broersz curator over de drie jongste weeskinderen van

wijlen Syboldt Haies bij Auck Heredr.

In 16392084 Douue Jelmersz contra Reyn Oeges als curator over Hylcke Broers

weeskinderen.

51241 Lolck Hansedr, tr. Tzalling Tzallingsz, huisman te Ypecolsga, overl. voor 1621.In 16002085 is Tzalling Tzallings te Ypecolsga koper in een boelgoed.

In 1609 en 16102086 lenen Tzaling Tzalingsz te Ypecolsga en Lolck Hansdr 200 resp.

100 goudg. van Syuert en Focke Cornelis te Balk als voogden over hun jongste broer

Meynse Cornelis.

In 16212087 overlegt Hilcke Broers, dorprechter te Indijk, een rekening van zijn

voogdij over Waal en Jell, de jongste twee weeskinderen van Tzalling Tzallingsz,

ten overstaan van hun broer Hans Tzalingsz en zwagers Reitze Simonsz en Wyger

Pietersz. Waal, getrouwd met Gatze Feckes, ontslaat hem van de voogdij.

In 16242088 scheiden Hylcke Broers als voogd over Jel Tiallingsdr, Hans Tiallingsz

voor zich en voor Reytse Symonsz vanwege zijn vrouw Tied Tiallingsdr, Hans met

recht door koop van Wal Tiallingsdr, vrouw van Gatse Feckesz, en Wigger Pietersz

vanwege zijn vrouw Uuylck Tiallingsdr de nalatenschap van Tialling Tiallingsz

en Lolck Hansedr. Hans en Tied hadden ieder al 300 goudg. meegekregen bij

huwelijk. De erven hadden 16½ pm in Heerema sate te Sijbrandaburen verkocht, de

profijtelijke staat bedroeg 1385 goudg.

In 1640 zijn de erfgenamen van Tjalling Tjallings eigenaars van stem 21 van

Ypecolsga.

Uit dit huwelijk (RK):1. Hans Tzalingsz, overl. 1626, tr. voor 1620 Syts Thomasdr.

In 16462089 overlegt Eebe Nollesz de afrekening van zijn voogdij sedert het

boelgoed van 1626 over Tiallingh en Lolck, kinderen van Hans Tiallings

en Syts Thomasdr, nu beiden over de 25 jaar en Lolck getrouwd met Hylcke

Gerrits.

2. Tied Tiallingsdr, van Ypecolsga, tr. Woudsend 24 maart 1616 Reytse Sijmensz, van Echten (?), zoon van Symen Reitsez.2090

3. Wal Tiallingsdr, tr. voor 1621 Gatse Feckesz, zoon van Fecke Gatsesz te Idsega en Trijn Mircksdr.2091

4. Uuylck Tiallingsdr, tr. voor 1621 Wyger Pietersz.5. Jell Tiallingsdr, geb. na 1599, leeft 1624.

51251 Jets Mintiedr, overl. 1638/39, tr. Heeg 15 febr. 1596 Wybe Sioerdtsen, te Heeg, overl. voor 1638.In 16382092 leent Wylcke van Solcama, dorprechter te Heeg, 100 goudg. van Jiets

Menckedr aldaar, weduwe van Wybe Sioerdtsen.

In 16392093 scheiden Agge, Sioerd en Jacob Wybes, Siuw Wybedr, vrouw van Tierck

Andries, en Siuck van Burmania als voogd over Wybe, weeszoon van Anske Wybes

en Goyck Waltedr, de nalatenschap van Jets Mintiedr, weduwe van Wybe Sioerdsen.

Uit dit huwelijk (RK):1. Sytse Wybes, overl. voor 1639, tr. Heeg 23 maart 1617 Ibel Idses.2. Anscke Wybes, te Woudsend, tr. Goyck Waltedr, dochter van Walte


Jorcksz en Wob Wybrandtsdr. Zij tr. 2. Woudsend 9 nov. 1623 Hylcke Doitses, te Woudsend, weduwnaar van Aelcke Lubbertsdr.In 16232094 zijn Sytse Wybesz en Aege Wybez voogden over Wybe, zoon van

Ansche Wybes te Woudsend bij Goyck Waltedr. Jorck Waltez is curator over

Goyck, die hertrouwd is met Hylcke Doitsesz. Dothias Hylconis, predikant te

Woudsend, is borg voor zijn minderjarige zoon Hylcke.

Nog in 16682095 overlegt Lolke Wybis te Heeg een rekening van zijn voogdij over

Wybe Anskis die wel volwassen maar niet goed bij zijn verstand is. Er is dan nog

een vordering uit 1659 van 400 goudg. op Siu Wybis terwijl een aantal andere

vorderingen gemeenschappelijk zijn met de mede-erven van Age Wybis.

In 16482096 zijn Hylcke Doytses en Goyck Waltedr te Woudsend 30 goudg.

schuldig aan Jelte Tieerts aldaar van gehaalde waren.

3. Age Wybes, in 1640 boer op stem 19 van Heeg, kinderloos overl. voor 1668.

4. Sioerdt Wybesz, te Indijk, kinderloos overl. 1640.In 16412097 scheiden Aege Wybesz en Jacob Wybesz, gebroeders te Heeg, Goyck

Waltedr, als moeder van Wybe Anskes bij haar overleden man Anske Wybes

en nu vrouw van Hylcke Doytzes, en Tierck Andries namens zijn vrouw Siuw

Wybedr de nalatenschap van hun broer en zwager Sioerdt Wybesz te Indijk.

5. Jacob Wybes, te Heeg 1648.In 16482098 leent Jemcke Sytses te Heeg 100 carg. van de gebroeders Agge en

Jacob Wybes aldaar.

6. Siuw Wybes, overl. na 1659, tr. voor 1638 Tierck Andries, te Indijk, zoon van Andries Tiercx en Frouck Lieuwedr.2099

In 16382100 leent Wylcke van Solckama, dorprechter te Heeg, 200 goudg. van

Tierck Andries en Siou Wybedr te Indijk.

In 16442101 huurt Tierck Andries landen te Indijk van de erven van Bonte Jellesz

en Jayts Upckedr te Abbega.

In 16482102 lenen Tierck Andries en Siouw Wybedr te Indijk 220 goudg. van

Agge Herres en Hyd Allesdr te Langweer en 300 goudg. van Pier Agges en Lisck

Ipckesdr te Indijk.

51252 Liolff Minckes, geb. voor 1569, overl. Heeg 1603, tr. Tiets Gabbedr, overl. 1602,2103 dochter van Gabbe Heerez en Aegh Wybedr. In 15942104 is Lioeleff Minckes te Oesgenhuysen 37 goudg. schuldig aan Epe Waltes

te Heeg.

In 16012105 gebruikt Lioeliff Minckez landen te Heeg, doende 4½ f l.

In 16032106 beleggen Heere Gabbez en Wybe Siurdtsz als voogden over weeszoon

Minne van Liolff Minckes en Tiets Gabbedr te Heeg boelgoed. Vervolgens wordt

op aangeven van Alijt Minckedr de nalatenschap beschreven. Vastgoed: 10 pm, dat

is ¼ van de sate, te Heeg en 2½ pm en huis en steed daar. Er is een vordering op

Eete Minckez en Aelcke Buwedr te Gaastmeer. In 16052107 overleggen de voogden een

weesrekening. Onder de inkomsten 10 goudg. van het boelgoed van Aegh Wybedr,

weduwe van Gabbe Herisz; voor het kind was voor 16 st. in dat boelgoed gekocht. In

16132108 opnieuw een weesrekening.

In 16252109 overleggen Gabbe en Seerp Herez hun eindafrekening sedert 1618

als voogden over Minne Leloffsz, nu meerderjarig en gesterkt door zijn oom Ete

Minckesz. Er is een vordering van 190 goudg. op Wybe Heres.

Uit dit huwelijk:1. Minne Liolefs, geb. circa 1600, boer op stem 20 van Oppenhuizen,

tr. 1. voor 1630 Jesel Sickedr, dochter van Sicke Sybrens Adama en Jel Foppedr Sjoelema;2110 tr. 2. voor 1636 Hylck Hayedr, echtelieden 1649, dochter van Haye Elings te Goingarijp en Eets Jelledr (24111.2). Zij hertr. mogelijk Feyte Reyns.In 1636 en ook in 16492111 lenen Symen Heyns en Wypck Hayedr te Offingawier

100 goudg. van Minne Lyoelffs en Hylck Hayedr te Oppenhuizen.

In 16402112 Minne Leolffs te Oppenhuizen als vader van zoon Lieucke bij wijlen

Jesel Sickedr contra Foppe, Johannes en Jouwerke Sickes, mede-erfgenamen

van hun moeder Jelcke Foppedr.

In 1643 is oom Minne Loels naast Elingh Hayesz voogd over de kinderen van

Renke Renkesz bij Eets Hayedr.

In 16522113 bekennen Feyte Reyns, nu te Hommerts, en (deze?) Hylck Hayedr dat

zij nog 114 goudg. schuldig zijn aan Claes Pieters, mr. scheepstimmerman te

Sneek, als rest van een bijlbrief van 1641. De schuld is in 1675 af betaald.

51253 Eete Minckes, geb. na 1569, te Gaastmeer, overl. 1634/36, tr. voor 1603 Aelcke Buwedr.In 16162114 bekent Itte Minckesz onder de klokslag van Workum 25 goudg. schuldig te

zijn aan zijn jongste zuster Aeg Minckedr of haar erven.

In 16362115 overleggen Jacob Epkis voor hem zelf en Mincke Eetis en Dirck Jans in

plaats van hun overleden (schoon)vader Eete Minckes een rekening van de voogdij

sedert 1634 over Hobbe en Buwe Tiaerdtszonen in handen van de nieuw-benoemde

voogden Syberen Sioerdts en Scholte Synes.

Uit dit huwelijk:1. Mincke Eetis, leeft 1636.2. dochter, tr. Dirck Jans, leeft 1636.

51311 Rienck Hoytez Hoytema, huisman op Tietingha saate te Arum, daar overl. dec. 1613, tr. zijn stiefzuster Anna Wlckedr Epema, geb. voor 1554, overl. na 1597, dochter van Wlcke Tiepckes Ipma en Ints Wilckedr Minnerda.In 15922116 Rinck Hoitema te Arum contra Jel Siuerdts weduwe.

In 16162117 wordt op Tietingha saate te Arum de nalatenschap gescheiden van

Rienck Hoytez Hoytema en Antke Wlckedr Epema door de kinderen Gaats,


Syuerdt, Trijn en Hoytke Rienx. Trijn is vrouw van Baucke Sierxz Rommertha te

Pingjum en de anderen, allen te Arum, komt het gebruik van de sate toe, getaxeerd

op 4000 goudg.

In 16172118 volgt nog een nadere verrekening.

Uit dit huwelijk:1. Uylcke Riencksz Hoytema, kinderloos overl. 1609/1616.2. Gaats Rienckxdr, testeert 8 febr. 1639, overl. 1641, tr. Rienck

Gerrytsz Hoeckens, te Oosterend, zoon van Gerryt Albertz, boer op Hoeckens, en Gerls Claasedr.2119

In 1640 is Rienck Gerryts Huckens boer op kerkelanden, stem 3 van Oosterend.

In 16412120 wordt te Oosterend de nalatenschap beschreven van Gaats Riencxdr,

vrouw van Rienck Gerryts Hoeckens. Haar erven zijn Syuerdt Riencx Hoittema

te Arum, Jetse Bottes te Nijland vanwege zijn vrouw Hoittye Riencxdr en Taetke

en Attye Bauckes te Oosterend resp. Bolsward. Vastgoed: 7 pm in Tiettinga sate

te Arum, gebruikt door Siuerdt Riencx Hoitema, en het aandeel in de terp te

Arum dat Gaats geërfd had van haar oom Take Hoittes.

3. Syuerdt Rienxz Hoytema, boer op Tiettinga sate te Arum.In 1640 is Sjoerd Riencx Hoytema boer op en deels eigenaar van stem 7 van Arum.

4. Trijn Riencxdr Hoytema, overl. voor 1641, tr. circa 1606 Baucke Syrckz Rommertha, geb. circa 1586, te Wons 1609, Pingjum, zoon van Syrck Bauckes Rommertha en Atke Aggedr.2121

In 16092122 kiest Baucke Syrckz Rommartha, 23 jaar, Sixtus Breutsma, postulant

van Wonseradeel te Bolsward, tot voogd. Vervolgens stellen Thye Rommertha

en Siurt Taeckez, beiden te Pingjum, zich borg voor Baucke Syerckz die Jelle

Wpckez verwond had.

In 16092123 wordt te Wons de inventaris beschreven ten huize van jonge Baucke

Syercksz Rommertha en Trijn Riencksdr Hoytema en die bestaat voor een

groot deel uit schulden, vooral ook bij Ryenck Hoytes en Ancke Wlckedr

Ippema, maar ook Ulcke Riencxz levert een specificatie van wat hem allemaal

toekomt van zijn zwager. Sicke Breutsma is voogd over Baucke die in 1606 bij

Ryenck in de kost was gekomen. Baucke verklaart niet getrouwd te zijn met

Trijn; hun zoon Taecke is 1½ jaar oud.

5. Hoytke Riencksdr, tr. Jetse Bottes, te Witmarsum 1624, Nijland 1635, op stem 28 aldaar 1640, overl. na 1649, zoon van Botte Aedgersz en Hylcke Galedr.Jetse Bottesz is in 1620 gebruiker van 15 pm 2 eins te Witmarsum van Jelcke Hoytema

(5177).

In 16242124 verkopen Jetse Bottez te Witmarsum c.s. de huizing waar hun

moeder Hylcke Galedr, weduwe van Botte Aedgersz, was overleden aan hun

broer Gale Bottez.

In 16352125 lenen Heercke Diorres en Jantien Jansdr te Oppenhuizen 100 goudg.

van Jetse Bottes en Hoyte Riencxdr te Nijland.

In 16492126 zal Botte Jetses te Nijland vanwege zijn vader Jetse Bottes Dirck

Willems te Spannum betalen.

51321 Andrieske Epedr Hoytema, overl. na 1606, tr. Nanne Cornelisz Heerma, in 1578 te Kimswerd aangeslagen voor 3 carg.In 15972127 kopen Godsvrunt Eepez Hoytema en Renck Harmensdr te Waaxens 19½

pm in de sate van verkoopsters’ vader, haar bij testament aanbeërfd, van Andries

Epedr Hoytema, vrouw van Nanne Cornelisz Heerma te Kimswerd, voor 1112 goudg.

Uit dit huwelijk:1. Rinck Nannedr, tr. voor 1599 Pyter Pytters, te Kimswerd, beiden

overl. 1621/22.In 16222128 wordt te Kimswerd de nalatenschap beschreven van Pytter Pytters

en Rinck Nannedr. Kinderen: Fouck (24, tr. Sybren Wybes), Auck, Nanne, Serp,

Andris en Reinsck (1 jaar). Eigen zijn de sate te Kimswerd van 65 pm, een kleine

sate van 38 pm te Arum en een huis te Harlingen. Nanne Lyuues Herma te

Abbega is een verwant van moederskant.

51322 Tryn Epedr Hoytema, tr. Ruyrd Jans, boer op Andelahuis onder Burgwerd, testeert 2 mei 1636, daar overl. 1637. Hij hertr. circa 1592 Jets Hanses, dochter van Hans Jorryts te Hidaard en Anna Ryuerdtsdr.2129

In 15932130 kopen Ryeurdt Janz en Jets Hansedr te Andlehuysen onder Burgwerd 4 pm

10 eins in hun sate van Doecke Hoytez en Hoyte Duckez en 6 pm van Boet Rinnerts,

vrouw van Douwe Hotzes, te Goutum, Gats Rinnerts en Here en Rieme Epes.

In 15962131 koopt Ruirdt Janz te Burgwerd t.b.v. zijn kinderen bij Trin Epedr 4 pm

over hoog en laag in de sate waar zij wonen en nog enkele percelen te Burgwerd van

Andris Epedr, vrouw van Nanne Cornelis, te Kimswerd en van Reynsck Epedr, vrouw

van Hidde Hiddes, te Hitsum, ieder voor de helft, voor 46 goudg. per pondemaat.

In 16042132 sluit Sine Hansz vanwege zijn vrouw Bot Riuerds, bijgestaan door zijn

vader Hans Vibez en verwanten Nanne Cornelys en Godtsvrunt Epes, een akkoord

met schoonvader Riuerdt Janz te Burgwerd. Riuerdt zal het aandeel van Bot van

12 pm in de sate Andlehuisum dat zij geërfd had van haar grootvader Epe Taeckez

Hoytema in huur genieten en zal haar de helft van de 8 pm daar, die hij voor zijn

voorkinderen had aangekocht, nalaten en 200 goudg. uitkeren.

In 16372133 wordt te Andlahuisen onder Burgwerd de nalatenschap beschreven

van Ruirdt Jansz. Erfgenamen uit zijn eerste huwelijk met Trijn Epedr zijn Wybe

Sinnes, in zijn 33ste, en Tryn Sinnedr, in haar 29ste, vrouw van Baucke Lammerts, de

kinderen van dochter Both Rioerdtsdr bij Sinne Hanses, beiden overleden, en Mirck

Idses te Nijega als voogd over Epe, in zijn 25ste, Homme, in zijn 20ste, en Trijn, in

haar 15de, de kinderen van Rinck Rioerdtsdr en Jaytse Hommes, beiden overleden;

uit zijn tweede huwelijk met Jets Hanses: Jan Rioertsz, in zijn 45ste, te Deinum,

Rioerdt, in zijn 44ste, te Oosthem, Douue, in zijn 39ste, te Deinum, Wopcke, in zijn

35ste, Trijn, in haar 30ste, vrouw van Louw Johans te Folsgare, en Hans, in zijn 29ste.


Uit dit huwelijk:1. Both Rioerdtsdr, overl. 1616/18, tr. voor 1604 Sinne Hanses, overl.

(voor) 1616, zoon van Hans Wybez.In 16162134 wordt Cornelis Hanses in presentie van Wytse Wytses aangesteld

tot voogd over de drie kinderen van wijlen Sinne Hanses bij diens weduwe

Bott; in 16182135 wordt aangetrouwde oom Jayttie Hommesz, kuiper te Balk,

tevens voogd naast Cornelis Hanses over de kinderen van Sinne Hanses en

Bott Ruyrdts, beiden overleden.

In 16262136 volgt een weesrekening sedert 1623 voor Wybe, Trijn (inmiddels

getrouwd met Andrys Dirckx) en Rycku Sinnes. Vastgoed: een sate te Harich,

landen te Woudsend, gebruikt door Aucke Obbis, en 18 pm te Burgwerd,

gebruikt door grootvader Ruyert Jans. In 1627 dragen Ruyrdt Jans en Mirck

Idskes als voogden over de kinderen van Jayttie Hommis diens voogdij over

aan Cornelis Hanses.

2. Rinck Rioerdtsdr, tr. circa 1612 Jaytse Hommes, kuiper te Balk, beiden overl. 1627.In 16272137 wordt grootvader Ruyrdt Jans aangesteld tot voogd over de vier

minderjarige kinderen van Jayttie Hommesz en Rintsk Ruirdts, beiden overleden.

In 16512138 Homme Jaytses voor zich en Sioucke Tierds als man van Trijn

Jaytsedr als erven van Jaytse Hommes contra Hylcke Romckes die hen de 5 pm

moet laten volgen.

Dochter Trijn Jaytses tr. Sioucke Tieerds (51112.5).

51323 Reynsck Epedr Hoytema, overl. Friens voor 1604, tr. 1. Hilbrand Jeltesz, huisman te Hitzum; tr. 2. gerecht Franekeradeel 26 maart 1593 Hidde Hiddesz, te Hitsum 1596, huisman te Friens, daar overl. 1604, zoon van Hidde Hiddesz te Langaerd onder Bozum en Uylck Gerbensdr.In 15932139 wordt oom Haringh Jeltez te Achlum aangesteld tot voogd over de twee

kinderen van wijlen Hilbrandt Jeltez te Hitzum bij Reynsck Eepedr, nu hertrouwd

met Hidde Hiddez. Zij zal de kinderen 960 goudg. uitkeren. In 15992140 overlegt

stiefvader Hidde Hiddez een weesrekening, één van de kinderen is overleden.

In 16002141 kopen Godtsvrient Eepez Hoytema en Renck Harmensdr te Waaxens 19½

pm dat verkoopster is aanbeërfd van haar vader in diens sate van Reynsck Eepedr,

vrouw van Hidde Hiddez, te Friens voor 1162 goudg.

In 16042142 wordt te Friens de nalatenschap beschreven van Hidde Hiddez op verzoek

van Gerben Hiddez aldaar en Goedsfrient Eepez te Waaxens als voogden over de

kinderen Hidde, in zijn 12de, Hillebrant, circa 10, en Eepe, in zijn 8ste. In de jaren

daarop volgen weesrekeningen door Eelck Sytzedr, weduwe van Gerben Hiddes, Abe

Hettes (man van Jell Hiddedr) en Foppe Oegez. Voor de laatste rekening van 1618 is

weeszoon Hidde overleden.2143

Uit het eerste huwelijk: 1. Gerls Hilbrandtsdr, overl. Kornwerd 1638, tr. 1. 16062144 Foppe

Oegesz, overl. Kornwerd 1616/’18, zoon van Oege Claesz en Auck Foppedr;2145 tr. 2. 1620 Geertsen Sytsez.In 16202146 wordt te Kornwerd de nalatenschap beschreven van Foppe Oeges. Er

is één zoon, Oege, 5 jaar; weduwe Gerls Hillebrands is hertrouwd met Geertsen

Sytsez. Die laatste overlegt in 16342147 een weesrekening. In 16382148 is ook Gerls

overleden. Naast zoon Oege laat zij zoon Foppe, 16, en dochter Auck, 14, uit haar

tweede huwelijk na.

2. N. Hilbrandts, overl. tussen 1593 en ’99.Uit het tweede huwelijk:3. Hidde Hiddesz, geb. circa 1593, overl. voor 1618.4. Hilbrandt Hiddesz, geb. circa 1594, huisman op stem 19 van

Terzool, daar overl. 1654,2149 tr. gerecht Rauwerderhem 20 okt. 1622 Af ke Wybedr, van Uitwellingerga.

5. Epe Hiddesz, geb. circa 1597, tr. gerecht Wonseradeel 22 nov. 1623 Sytske Doeckes, weduwe van Hylcke Eempckesz te Pingjum.In 1640 gebruiker van Tjerkwerd nr. 58 (eigenaar Aukjen Hoytema).

51324 Godtsfrend Epez Hoytema, huisman te Waaxens, overl. voor 28 april 1606,2150 tr. circa 1586 Rinck Harmensdr (Bockema), overl. Waaxens 1635, dochter van Harmen Fransz en Anna Doeckledr te Lutkewierum.2151 Rinck hertr. (derde procl. gerecht Hennaarderadeel 13 mei 1607) Roymer Roymerz Posthumus, van Burgwerd. In 16082152 wordt te Waaxens de nalatenschap beschreven van Godsfrend Epez;

weduwe Rinck Harmensdr is hertrouwd met Roymer Roymerz. Foppe Oegesz te

Kornwerd wordt voogd over Tako, in zijn 21ste, Hermen, in zijn 19de, en Antke,

in haar 6de, de kinderen van Godsfrend en Rinck. Vee: 18 koeien, 1 os, 1 bolle, 7

hokkelingen, 3 kalven, 1 ruin en enige varkens en eenden. Vastgoed: de huizing te

Waaxens met 30 pm plus 21 pm 6 eins dat staande echt is aangekocht. Bij de scheiding

verkoopt de voogd aan moeder en stiefvader de helft van de inboedel en vorderingen

etc. voor 969 goudg. Dezen krijgen het aandeel van de kinderen in de landen in huur

behoudens 1/8 deel dat Rinck geërfd had van haar zoon Epe. In 16122153 volgt een

weesrekening door Foppe Oeges als voogd over Antke Godsfrendsdr.

In 1614 en 16232154 verkopen Harmen, Take en Ancke Godsfrends ieder 1/3 van circa

51½ pm in Groedt Gruedster sate te Wommels aan moeder Rinck en stiefvader

Roymer.

In 16352155 wordt te Waaxens de nalatenschap beschreven van Rinck Harmens, vrouw

van Roymer Roymers, op verzoek van Taco en Harmen Godtsvrunts te Lutkewierum

en Spannum, Tiette Annis te Welsrijp als vader van zijn kinderen bij wijlen Ancke

Godtsvruntsdr en van genoemde Roymer vanwege zijn zoon Epe bij Rinck. Ook

Jaicke Roymersdr, vrouw van Hauck Wpckes, is hun dochter. De overledene had op

6 okt. 1629 testament gemaakt en er was een scheiding geweest op 12 maart 1623,

mede ondertekend door Anne Idts. Vastgoed: de huizing en circa 90 pm op de


Groeden, 22 pm te Lutkewierum en een rente van 20 st. uit de sate van Tiete Gerbens

te Ysbrechtum. Schulden o.a. 900 goudg. bij Beatrix Eelcama, weduwe van Martinus

Reen, en 500 goudg. bij Roorda Fransz Bockema.

Er volgt nog een procedure tussen weduwnaar en voorkinderen om de nalatenschap

van Rinck definitief te scheiden.2156

Uit dit huwelijk:1. Epe, overl. voor 1608.2. Taco Godsfrends Hoytema, geb. circa 1588, huisman op Klein

Mollema te Lutkewierum, daar overl. voor 28 aug. 1654,2157 tr. 1. voor 1611 Ludts Claesen, overl. voor 8 sept. 1618, dochter van Claes Upckes Siccama en Thyets Thercks;2158 tr. 2. rond 1620 Aeltie BartelBeiden zijn lidmaat te Lutkewierum in de periode 1648-1654.

3. Harmen Godsfrends Hoytema, geb. circa 1590, overl. op 8 december, in zijn 66ste jaar, begr. Winsum,2159 tr. gerecht Hennaarderadeel 13 maart 1620 Jelcke Annedr, van Winsum, geb. rond 1596, overl. Winsum 10 febr. 1673, dochter van Anne Idsens (Rispens) en Syts Auckedr.2160

Huisman te Wommels en Spannum op stem 15. In 16412161 voogd over Aucke

Annes wezen.

4. Ancke Godsfrends Hoitema, geb. circa 1603, overl. Welsrijp 19 nov. 1633, begr. Winsum, tr. gerecht Hennaarderadeel 13 maart 1620a Tiette Annes Rispens, geb. Winsum circa 1594, boer op stem 16, Klein Kamminga, van Welsrijp, daar overl. jan 1646,2162 begr. Winsum, zoon van Anne Idsens (Rispens) en Syts Auckedr. Tiette tr. 2. gerecht Hennaarderadeel 31 jan. 1637 Tryntie Cornelis, dochter van Cornelis Tyaerdts. Uit dit huwelijk o.a.Trijntie Tietes Rispens, zie 51731.7.

51331 Trijn Aggedr, overl. Wons 1603/04, tr. 1. (bernsbrief 25 april 1579) Tyaerdt Pieters, zoon van Pieter N. en Simck Martensdr; tr. 2.1592 Tyaerdt Tyaerdtsz,2163 huisman te Wons 1601, Oudega 1607, daar overl. 1607/08, zoon van Tyaerdt Edesz en Pietter Pietersdr.2164 Tyaerdt Tyaerdtsz hertr. 16052165 Trijn Ygedr (41224), overl. na 1620, weduwe van Sioerdt Tyaerdtsz te Makkum, dochter van Yge Wopckesz.In 16042166 wordt te Wonseraweren een scheiding geregeld tussen Tyaerdt

Tyaerdtsz en zijn stief kinderen Pieter, circa 23, Agge, circa 21, en Tyaerdt, circa

17, kinderen van Tyaerdt Pieters en Trijn Aggedr, mede op aangifte van hun

tante Auck Pitersdr en in presentie van hun bloedverwanten Jacob Aggez, Jan

Jacobz en Sytze Geerts. De kinderen van Tyaerdt Tyaerdtsz bij Trijn zijn At, haast

a Onder protest van haar stiefvader Roymer Roymersz Posthumus omdat de bruid in

’t vijftiende jaar zou zijn.

12, Simck, haast 9, en Siuke, haast 4 jaar. In 1603 hadden Tyaerdt en Trijn 2½

pm te Wons aangekocht, eerder nog 7 pm 3 eins; er is een vordering uit 1604

van 200 goudg. op Jan Jacobs en Siu Aggedr. Een scheiding van landen uit 1602,

getekend door Hoyte Hoytema en Epe van Hoytema, bij scheiding van 2 okt. 1594

van de nalatenschap van Tyaerdt Pieters kwam diens kinderen bij Trijn Aggedr

289 goudg. toe plus diens landen, van grootmoeder Simpck Martensdr erfden

de kinderen 2½ pm 2 eins te Tjerkwerd. Oom Jacob Aggez en de aangetrouwde

ooms Sytse Geerts en Jan Jacobz worden aangesteld tot hun voogden. Beschreven

worden nog een bernsbrief van Tyaerdt Pieters en Trin Aggedr van 25 april 1579,

getekend door Agge Taekez, Rein Wibrantz, Sitze Geertz en Simck Martens, en

scheiding van landen tussen Taeke Siuerdtz vanwege Atte Aggedr en Tyaerdt

Piters en Sitze Geertz, scheiding van de erven van Agge Taekes van 12 mei 1582,

scheiding van 1596 tussen Jacob Aggez te Oosthem en Tyaerdt Tyaerdtz met

Trijn Aggedr, scheidingen uit 1594 en ’96 van Reyn Wibrenz te Tjerkwerd met

de erven van Simck Martens, een inventaris van het goed van Tiaerdt Piters en

Trijn Aggedr van 1592. Siu Tiaerdtsdr is overleden en laat enige kleren en wat

zilverwerk na.

In 16072167 overlegt stiefvader Tyaerdt Tyaerdtsz, nu te Oudega, een rekening van zijn

voogdij sedert 1605 over Pytter, Agge en Tyaerdt, weeskinderen van Tyaerdt Pytters

bij Trijn Aggedr, de laatste twee ter zee absent, bijgestaan door hun ooms Sytze

Geertsz en Jacob Aggez, in presentie van Baucke Tyerdtsz. Van hun vader erfden

de kinderen 23 pm te Wons, van hun grootmoeder Simck 3½ pm minus 1½ eins te

Ritseterp onder Tjerkwerd. De meerderjarige Pytter Tyaerdtz te Burgwerd kwiteert

voor ontvangst van zijn deel, bijgestaan door zijn broodheer Baucke Tyaerdtz.

In 16082168 wordt te Oudega de nalatenschap beschreven van Tiaert Tiaertz, weduwe

is Trijn Igedr. Tiaerts kinderen en stief kinderen komt de helft van een huis en

3½ pm te Wons toe. Er zijn verschillende vorderingen op Jacob Aggez Hoytema en

weduwe Trijn stond volgens akte van 1606 voor 1200 goudg. in het krijt bij haar man

Tiaert vanwege de helft van het boelgoed. Baucke Tyaertsz te Burgwerd treedt op

voor de kinderen van Tiaert bij Trijn Aggedr.

In 16082169 overlegt Baucke Tyardtsz te Burgwerd een rekening van de voogdij sedert

1607 van wijlen zijn broer Tyaerdt Tyardtsz over Agge en Tyaerdt, weeszonen van

Tyaerdt Pytters en Trijn Aggedr. Jan Syarda onder de klokslag van Franeker wordt

nu voogd over Agge en Jacob Agges te Oosthem over Tyaerdt. Present zijn hun broer

Pytter Tyaerdtsz, de aangetrouwde oom van moederskant Sytze Geertsz te Wons en

neef Eede Tyaerdtsz aldaar.

Uit het eerste huwelijk:1? Siu Tiaerdtsdr, overl. kort voor 1604.2. Pytter Tyaerdtsz, geb. circa 1581, te Wons, tr. voor 1615 Wlck Jantiedr,

dochter van Jantien Rieurds (Heringa) en Engel Gabedr te Welsrijp.In 16082170 is Pytter Tyaerdtsz van Wons terug van zijn ‘Roomsche reys’, wat

hij aantoont met een certificaat van de paus, en kwiteert hij Tyaerd Euertsz,


burgemeester van Bolsward, diens vrouw Yda Hommedr, Gabbe Pyttersz,

secretaris van Wonseradeel, en Saluius Thomae, diens klerk, voor ontvangst

van hun bijdrage aan de reis.

In 16152171 Sicke Jenckes te Leeuwarden met recht van Engel Gabedr, weduwe

van Jantien Rieurdts, en mede als voogd over Bauck Janckedr, Rintse Janties te

Welsrijp en Peter Tyaardsz te Wons vanwege zijn vrouw Wlck Jantiedr als erven

van hun man en vader Jantien Rieurds contra Douwe Eelckes Popta c.s.

In 16122172 kopen Tyaerdt Euertsz en Rinck Pyters te Bolsward 1/3 parten van

in totaal ruim 24 pm te Wons in de Wieren van Pyter Tyaardtsz aldaar voor 60

goudg.; Sytze Geertses legt het niaar.

In 16222173 kopen Montse Hansz en Syuertcke Isbrantsdr te Tjerkwerd 1 pm 1½

eins in hun sate van Pyter Tyaertz te Wons, die dat had geërfd van zijn broer

Tyaert Tyaertz, voor 86 goudg.

In 16392174 koopt Geertsen Sytses te Kornwerd 14 eins te Wonseraweren

namelijk 8 eins in een stuk van 3 pm, 4 eins op Lolckematerp en 2 eins in een

stuk van 6 van Pytter Tiaertsz en Wlck Jenckedr te Wons voor 90 goudg.

3. Agge Tyaerdtsz, geb. circa 1583, ter zee 1607, kwiteert zijn voogd Jacob Agges 1611, vermoedelijk overl. voor 1618.In 16112175 stelt Pytter Tyaerdtsz te Wons zich borg voor zijn broer Agge Tyaerdtsz.

4. Tyaerdt Tyaerdtsz, geb. circa 1587, ter zee 1607, overl. 1616/18.In 16162176 overleggen de weduwe en erven van Jacob Aggez een rekening van

diens voogdij sedert 1608 over Tyaerd Tyaerdtsz, uitlandig, ten overstaan van

diens broer Pieter Tyaerdts te Wons. In 16182177 verlangt die Pieter als universeel

erfgenaam van zijn broer Tyaerd Tyaerdtsz van de erven van Jacob Agges het

eindsaldo ad 619 goudg. van de voogdij en de landen die Tyaerd naliet.

Uit het tweede huwelijk:5. Ath Tiaerdtsdr, geb. circa 1593, van Wons, tr. gerecht Wonseradeel

22 maart 1610 Fecke Tiebbes, van Idsegahuizum, te Idsega 1616, Folsgare 1623, zoon van Tyebbe Sibblez en Sibbel Foockedr te Idsega.In 16052178 Jetse Sibblez en Wyck Hoitedr contra Sibbel Foockedr te Idsega als

moeder van haar kinderen bij Tiebbe Sibblez.

In 16162179 is Fecke Tiebbes te Idsega als voogd over de oudste wezen van Jacob

Agges 200 goudg. schuldig aan zijn medevoogd Sible Martens.

In de jaren 1623-’262180 laten Fecke Tiebbes en Atke Tiaertsdr te Folsgare enkele

schulden noteren, o.a. wegens geleverd hout voor hun keuken.

6. Simck Tiaerdtsdr, geb. 25 dec. 1595, overl. Bolsward 1662, tr. stadhuis Bolsward 24 mei 1620 Hoyte Melisz, van Wolsum, lakenkoper te Bolsward, daar overl. 1662, zoon van Melis Epesz en Jell Siuckedr.2181

In 16522182 lenen Hermen Claessenz en Imck Wopkedr te Wolsum 300 carg. van

Hoyte Melis en Simck Tierdtsdr, lakenkopers te Bolsward.

In 16622183 wordt op de Coornmerckt te Bolsward de nalatenschap beschreven

van Simck Tjaertsdr op verzoek van de volwassen Robijn Jelmers en van

Jelmer Robijns vanwege zijn zoon Fopcke, in zijn 23ste, beiden te Pingjum, bij

testament erfgenamen van hun tante Simck, en op aangeven van weduwnaar

Hoyte Melis, burger en lakenkoper, ‘tegenwoordig door een accedent aen syn

been te bedde leggende’. Present is Wytse Melis te Hieslum. Er is een vordering

uit 1656 van 100 goudg. op Jelmer Robijns en vrouw, koopakte uit 1646 van 1/3

van het veer van Pingjum op Bolsward van die Jelmer, koop van het huis in

1629 en het reciproke testament van Hoyte en Simck van 31 aug. 1661. Twee

maand later is ook Hoyte overleden.2184

7. Siu Tiaerdtsdr, geb. 25 juli 1601, tr. gerecht Wonseradeel 11 okt. 1623 Jelmer Robijns, veerschipper van Pingjum op Bolsward, overl. na 1662, zoon van Robijn Fopckis te Pingjum.In 16652185 hebben Robijn Jelmers te Jorwerd en Fopke Jelmers te Makkum als

erfgenamen van Simck Tiaertsdr, vrouw van Hoyte Melis, een kwestie met

Ate Oeges te Bozum; datzelfde jaar verkopen zij een huis te Bolsward aan Jelle

Rinties en Hylck Aggedr.

51332 Sieuw Aggedr, overl. 1606/’09, tr. ca. 1585 Jan Jacobs toe Zyaerda, meier op Zyaerda, burger van Franeker 8 juni 1597, overl. 1620, zoon van Jacob Jansz tho Zyaerda en Impck Boyensdr. Jan tr. 2. stadhuis Franeker 1 dec. 1609 Antje Joannes, van Wijtgaard, dochter van Joannes Martens.In 1604 leenden Jan Jacobs en Siu Aggedr 200 goudg. van Tyaerdt Tyaerdtsz (51331) boven een

lening van Jans moeder van 100 goudg. bij die Tyaerdt.

In 16042186 leent Impck Boyensdr, weduwe van Jacob Jansz tho Zyaerda, onder de

klokslag van Franeker 650 goudg. van Henrick Jellisz Kingma en Tryncke Rienxdr;

present zijn haar zonen Jan en Boyen.

In 16052187 lenen Jan Jacobsz Zyaerda en Syw Aggedr, tho Zyaerda onder de klokslag

van Franeker, 100 goudg. van Geert Martensdr, weduwe van Hendrick Soest.

In 16202188 wordt onder Franeker de nalatenschap beschreven van Jan Jacobs toe

Zyaerda op aangeven van de weduwe Antie Joannis Martensdr. Erfgenamen zijn de

zoon Agge uit zijn eerste huwelijk met Syuw Aggedr en kleinzoon Andries van wijlen

zijn dochter Syu Jansdr (uit datzelfde huwelijk) bij Douwe Andries. Onder de huizing

toe Zyaerda wordt circa 100 pm land gebruikt.

Uit dit huwelijk:1. Agge Jans, overl. na 1620.2. Syu Jansdr Siaerda, overl. voor 1620, tr. gerecht Franekeradeel 23

juni 1608 Douwe Andrys, werkman te Dongjum.

51333 Jacob Agges Hoytema, geb. circa 1570,2189 overl. Oosthem 1614, tr. 1. voor 1598 Jacob Martensdr, overl. Oosthem 1610, dochter van Marten Watses en Antke Siblesdr (41421); tr. 2. Idscke Joachems, dochter van Joachim Jansz2190 en Anna Lyckledr. Idske tr. 2. voor 1616 Riemer Taedesz te Oosthem en tr. 3. voor 1639 Jan Jansen, te Heeg.


In 15942191 zegt Jacob Agges vanwege de erfgenamen van Agge Taeckes aan Perck

Intyes de huur op van 6 pm.

In 16142192 wordt te Oosthem de nalatenschap beschreven van Jacob Aggez, eerst

gehuwd met Jacob Martensdr en nalatende weduwe Idscke Joachems. Sible Martensz

en Fecke Tiebbez zijn voogden over de drie kinderen uit het eerste huwelijk, Tiaerd

Jacobsz over Joachim Jacobs uit het tweede huwelijk die erfgenaam is van zijn volle

broer Jacob Jacobs. De weduwe wordt bijgestaan door haar moeder Anna Lyckledr

en zwager Yske Agges. Onder de beschreven dokumenten: scheiding 1594 van Agge

Watties met de erven van Wattie Martens, scheiding 1596 van Jacob en Trijn Agges,

scheiding 1610 van Jacob Agges met Sible en Watye Martens van landen, liquidatie

1599 van Jacob met Ancke Sibledr, koopaktes 1565/66 van Agge Taeckes en vrouw,

koop 1579 van Ambrosius en Isbrant Gravius, koop 1572 van Royts Taeckedr, koop

1595 van 1/3 van 35 pm van Siu Aggedr, koop 1599 van 1 pm van Jelle en Homme

Riemers en Tierne Sibles, kwitantie 1611 van Agge Tiaerts.

In 16162193 overleggen Idtske Joachimdr, weduwe van Jacob Aggez en nu vrouw van

Riemer Taedez, en de voogden over diens kinderen een rekening van Jacobs voogdij

over Tyaerd Tyaerdtz.

In 16222194 overleggen Sible Martens en Fecke Tiebbesz een rekening van hun

voogdij sedert 3 april 1620 over Siouw en Riuerdtke, weeskinderen van wijlen Jacob

Aggesz te Oosthem. Siouw is getrouwd met Tiomme Martensz te IJlst en hun broer

Aege is jaars daarop meerderjarig. Naast bezit geërfd van hun oom Marten Martens

(41421.4) kwam de kinderen toe: 7 pm te Zandgaast, 8 pm te Gaastmeer, 3 en 1 pm te

Hommerts, 5 pm te Oppenhuizen en Uitwellingerga en 2 pm te Koudum; samen met

hun half broers voorts 37 pm te Oosthem. Datzelfde jaar2195 hebben de voogden een

kwestie met Riemer Taedez en vrouw.

In 16392196 lenen Jan Jansen en Idtske Jochums te Heeg 200 goudg. van Goyts Igedr,

vrouw van Jetse Sytses te Teroele, vanwege haar kinderen bij haar eerste man Sicke

Wypckes.

In 16432197 Jacob Tiaerts in Oostfriesland contra Reyner Synes te Oosthem, Idske

Jochumsdr, vrouw van Jan Jansen, te Heeg vanwege haar kinderen bij haar eerdere

man Riemer Taedes en Wyb Riemers, vrouw van Tiomme Taeckes, als erven van hun

vader Riemer Taedes.

Uit het eerste huwelijk:1. Aege Jacobs, geb. ca. 1598.

In 16422198 Poppe Bottesz, burger van IJlst, vanwege zijn vrouw Wlck Wlckedr

en als voogd over Hartman Wlckesz, kinderen van Wlcke Walles, contra Syuw

Jacobsdr, vrouw van Tiaerd Wybesz te Oosthem. De vraag moet beantwoord

worden wanneer Age Jacobs uit Friesland is vertrokken en hoe lang hij

buitenslands is geweest.

2. Siouw Jacobsdr, overl. Oosthem 1673, tr. 1. 1620/’22 Tiomme Martensz, te IJlst; tr. 2. voor 1627 Tieerd Wybis Aukema, gebruiker en mede-eigenaar van stem 10 van Oosthem.

In 16662199 treedt grootvader Tjeerd Wybis te Oosthem op voor Wybe, zoon van

wijlen Pieter Tieerds te IJlst bij Maycke Jans.

In 16732200 wordt te Oosthem de nalatenschap beschreven van Sjouw Jacobsdr,

vrouw van Tieerd Wybis Auckema, op verzoek van Sjoerd Lolles Freescheterp,

dorprechter en ontvanger van Oudega, als voogd over Tjomme, in zijn 15de,

zoon van Hoyte Ockis en Japke Tjommis te Bolsward, en de meerderjarige

Ocke Hoytis, Marten Tjommis, Tjomme en Hans Tjeerds Aukema, Fettje

Feddis vanwege zijn twee kinderen bij wijlen Aentje Tieerds, Doytse Hommis

vanwege zijn vier kinderen bij wijlen Rinth Tieerds, Jan Imkis als stiefvader

van Wybe, zoon van Jacob Tjeerds en Mayke Jans, en tenslotte Tjomme en Hans

Tjeerds vanwege de vier kinderen van Bauk Tjeerds bij Itse Roukis, (kinds)

kinderen van de overledene. Vastgoed: huizing etc. met 50 pm waarvan 30 pm

af komstig was van Sjouw, de andere 20 pm en 6 pm aangekocht. Van Sjouw nog

3 pm te Nijland en 16 pm te Heeg die al verkocht waren. Beschreven worden een

huurcontract uit 1627 van Tieerd Wybes en vrouw met Itske Jochems en hun

testament van 19 nov. 1668.

3. Riuerdtke Jacobsdr.Uit het tweede huwelijk:4. Jacob Jacobs, overl. voor 1614.5. Joachim Jacobs.

51341 Barber Petersdr, overl. voor 1604, tr. voor 1575 Jacob Lycklez, te Driesum.Uit dit huwelijk:1. Heert Jacobs, schipper te Driesum, wordt burger van Leeuwarden

1602, tr. (derde procl. stadhuis Leeuwarden 21 okt. 1604) Geerthie Feddericx, te Peins, weduwe van Reyn Fites.

2. Peter Jacobs.3. Lyckle Jacobs, schipper, van Driesum, wordt burger van Leeuwarden

1595, tr. (ondertr. stadhuis Leeuwarden 12 maart 1597) Griet Allerts.4. His Jacobs, van Driesum, tr. Leeuwarden 4 mei 1603 Jacob Bouwes,

Groninger schipper te Gerkesklooster 1603, beurtschipper van Leeuwarden op Dokkum, wordt burger van Leeuwarden 1603, zoon van Buwe Harckes. Hij tr. 2. (ondertr. stadhuis Dokkum 15 jan. 1610) Lysbet Jansdr.In 16102201 wordt te Leeuwarden de nalatenschap beschreven van His Jacobsdr,

vrouw van Jacob Buwes die hetrouwd is met Lysbet Jansdr. Oom Heert Jacobsz

treedt op als voogd over de zonen Jacob en Buwe. Er is een vordering van 15

goudg. op Lyckle Jacobs; de helft van schip en zeil van het beurtschip van

Leeuwarden op Dokkum is eigen.

5. Reynsck Jacobs, tr. voor 1604 Douwe Jeltez, echtelieden te Sneek 1604, ’18.


51342 Joucke Peterz, te Langaard onder Bozum, overl. voor 1627, tr. voor 1587 Beits Jansdr, overl. tussen 1635 en ’39, dochter van Jan Suyrdts en Reynsck Idsdr te Nijland.2202

In 1604 woont Joucke Peters op Langhaard onder Bozum (5134.7).

In 16142203 de erven van Reinsck Idsedr, te weten Jan Jansen te Nijland, Joucke Peters

te Langaerd vanwege zijn vrouw Beits Jansdr en voor Rinck Jansdr contra de erven

van Teth Jelles te Nijland.

In 1627 is weduwe Beyts Jouckis te Bozum, doophefster van Geertye, dochter van

Anne Douwis en Hill.

In 1638 en ’412204 Hidde Jouckes op Langaerd, Jan Jouckes te Franeker, en Syds Douwes

ieder voor zich, genoemde Hidde en Seerp Heres als voogden over de kinderen van

Rinck Jouckedr, Dirck Douwes en Hidde Jouckes als voogden over de kinderen van

Anne Douwes en Sioert Dircx als man van Reynsck Jouckes, als erfgenamen van

Joucke Pytters en Beyts Jans hun (groot)ouders contra Lolle Gelckes voor zich en als

vader van zijn kinderen bij wijlen Royts Jouckedr, mede erfgenamen van Joucke en

Beyts.

Uit dit huwelijk:1. Rinck Jouckedr, van Bozum, tr. Oppenhuizen (attestatie van Bozum

22 sept. 1617) Oege Heris, schoolmeester te Uitwellingerga, beiden overl. voor 1635, zoon van Heere Gabesz te Oppenhuizen en Antcke Seerpsdr.In 16352205 regelen de voogden Seerp Heeres en Hidde Jouckes de nalatenschap

van Oege Heeres, schoolmeester te Uitwellingerga. Seerp onderhoudt één van

diens kinderen, Hidde (of diens moeder) het andere.

In 16392206 overleggen Seerp Heeres en Hidde Jouckes een rekening van hun

voogdij sedert 1635 over de twee weeskinderen van Oege Heeres. Van hun

overleden grootmoeder Beyts Jansdr, weduwe van Joucke Pyters, komt de

kinderen 291 goudg. toe. Verdere rekeningen in 1642 en 16462207 voor Heere

en Joucke Oeges bij Rintk Jouckesdr, dat laatste jaar door Age en Walle Seerpsz

i.p.v. hun overleden vader Seerp Heeres.

2. Reynsck Jouckes, tr. 1. Sneek 18 okt. 1617 Gerlof Ietis, te Bozum, overl. na 1626; tr. 2. Leeuwarden 11 nov. 1629 Sioerd Dirx, van Sneek, veerschipper op Groningen en Leeuwarden.

3. Royts Jouckedr, overl. 1632/38, tr. (derde procl. Bozum 8 maart 1618) Lolle Gelckes, van IJlst, op belijdenis ged. Heeg 1 jan. 1630, boer op stem 42 aldaar 1640.In 16322208 lenen Lolle Gelckesz en Royts Jouckedr te Heeg 200 goudg. van

Ocke Eelckesz als voogd over Jelle Fopkes kinderen. De schuld is afgelost in

1650.

4. Jan Jouckes, schipper op Bolsward, wordt burger van Franeker 16 dec. 1622.Dochter is vermoedelijk Beytske Jans, tr. Leeuwarden 1660 Jan Jacobs Wersteyn.

5. Hidde Jouckes, te Langaard en ‘in de Flarren’ onder Bozum, overl. aldaar 1682, tr. Sneek 16 april 1635 Bauck Jacobs, dochter van Jets Jacobs, boerin op stem 17 van Goënga.In 16382209 Hidde Jouckes te Bozum en Bauck Jacobs contra Lolle Gelckes.

In 16682210 wordt aangetrouwde oom Hidde Joukis te Bozum aangesteld tot

voogd over Antie, 20, en Jetske, 17, dochters van wijlen Lambert Jacobs bij Ittie

Piersdr te Goënga. Grootmoeder van de kinderen is Jets Jacobs.

In 16822211 wordt ‘in de Flarren’ te Bozum de nalatenschap beschreven van Hidde

Jouckes op verzoek van Joucke en Jacob Hiddes, Cornelis Sybrens vanwege zijn

vrouw Jetske Hiddes, Hincke Hiddes, vrouw van Wybren Harckes, en Horatius

Lycklama als voogd over de kinderen van wijlen Beyts Hiddes bij Jan Joostes,

mede vanwege Ype Hessels als vader van zijn kinderen bij Antie Hiddes en

Hiltie Hiddes. Onder de huizing te Bozum circa 20 pm eigen landen, voorts 3

pm te Kornwerd. Er is een schuld van 100 carg. bij Beytske Jans te Leeuwarden.

6. Hil Jouckes, van Bozum, tr. aldaar 20 juli 1626 Anne Douwes, van Finkum, te Bozum 1627, Nijland 1629, beiden overl. voor 1637.In 16292212 lenen Anne Douwesz en Hil Jouckedr te Nijland 300 goudg. van

Feicke Oenes en Griet Holledr, kooplieden te Bolsward met als onderpand

hun vordering van 1500 goudg. op Schelte Pietters en Eebel Edgers die een

(waarschijnlijk hun) bedrijf overnamen.

In 16372213 overleggen Hidde Jouckes en Dirck Douwes als voogden over de

kinderen van Anne Douwes hun afrekening. De kinderen zijn overleden en

erfgenamen zijn, naast die voogden, de overige ooms en tantes Syds Douwes,

Jan Jouckes, Lolle Gelckes vanwege zijn kinderen bij Roits Jouckes en Sioerdt

Dirckx, man van Reynsck Jouckes.

51343 Claes Pytters, geb. voor 1558, boer ‘oppe Heyde’ te Lutkewierum, overl. aldaar 1624, tr. voor 1590 Pytterick Taeckes. In 16172214 overlegt oom Obbe Bauckes Inthiema, assessor van Wonseradeel, de

afrekening van zijn voogdij sedert zijn aanstelling over Ansck, in haar 25ste, en

Botke, in haar 23ste, dochters van Fedde Tyaerdtsz, getrouwd met Pieter resp. Hedde

Claesz. Claes Pietersz te Lutkewierum stelt zich borg voor beide zonen.

In 16242215 wordt te Lutkewierum de nalatenschap beschreven van Claes Pieters en

Pyttrick Taeckedr. Zij laten zeven kinderen na: Pytter, circa 34, Hidde, 30, Atcke, in haar

27ste, Rooyts, in haar 23ste, Taecke, in zijn 21ste, Freerck, in zijn 16de, en Barber, in

haar 14de. De ooms Douwe Taeckes, bijzitter van Rauwerderhem, en Hendrick Taeckes

te Tirns worden voogden over de minderjarigen. Vastgoed: de huizing ‘oppe Heyde’

te Lutkewierum met 18½ pm eigen landen en met de huur van 45 pm statenland en

2 pm patroonsland. Het bedrijf wordt voor 5725 goudg. verkocht aan Hidde Claesz en

Both Feddedr te Oosthem. In 1625 volgt scheiding, Pytter Claesz is dan al overleden.

In 16252216 kopen Hidde Claesz en Both Feddedr te Lutkewierum circa 18½ pm in de

door hen gebruikte sate ‘Opperheide’ van Pyter Claesz te Tjalhuizum, Atcke Claesdr


te Lutkewierum en van Douwe Taeckez, bijzitter van Rauwerderhem, en Hendrick

Taeckes te Tirns, ooms en voogden van Rooyts, Barber, Taecke en Freerck Claeses,

de erven van Claes Pytters en Pytterick Taeckes.

Uit dit huwelijk:1. Pyter Claesz, te Tjalhuizum, overl. 1625, tr. (derde procl. gerecht

Hennaarderadeel 23 okt. 1616) Ansck Feddedr, van Tjalhuizum, geb. circa 1592, dochter van Fedde Tyaerdtsz. In 16352217 overlegt Hidde Claessen te Lutkewierum als voogd over Fedde, zoon

van Pieter Claessen en Ansck Feddedr te Tjalhuizum, een rekening sedert de

scheiding van 1628. Fedde wordt bijgestaan door zijn verwanten Meelis Heyns

en Teecke Claessen.

2. Hidde Claesz, boer op de Heyde, Lutkewierum stem 6, overl. aldaar 5 okt. 1669,2218 tr.1. (derde procl. gerecht Hennaarderadeel 4 dec. 1616) Botke Feddedr, van Tjalhuizum, geb. circa 1594, dochter van Fedde Tyaerdtsz; tr. 2 gerecht Hennaarderadeel 30 nov. 1633 Remmertke Wybedr, van Waaxens, overl. Lutkewierum 1653, laatst weduwe van Otte Ottis, dochter van Wybe Jansz.2219

In 16352220 wordt ‘op de Heide’ te Lutkewierum de nalatenschap beschreven

van Botke Feddedr, vrouw van Hidde Claesz die hertrouwd is met Remmertke

Wybedr. Oom Taecke Claesz te Marsum en neef Jacob Jacobs te Goutum worden

aangesteld tot voogden over de kinderen Fedde, in zijn 18de, Pytter, in zijn 15de,

Taecke, in zijn 13de, Pytterick, in haar 11de, en Ricxt, in haar 9de. Onder de sate

worden nu ook 12 pm armelanden gebruikt.

In 16532221 wordt op de Heyde onder Lutkewierum de nalatenschap beschreven

van Remmertke Wybedr, vrouw van Hidde Claesz. Haar erfgenamen zijn

dochter Jidttye Jaensdr, in haar 37ste, vrouw van Jiscke Pybes, en zoon Doede

Jaensz, in zijn 32ste, beiden te Sneek, bij Jaen Tades. Naast de 18½ pm eigen

landen in hun sate behoort 6/7 van 5½ pm te Tjalhuizum hen toe en de helft

van huis met stede te Menaldum, bewoond door Barber Clasedr, waarvan

Pytter Poppes de andere helft bezit. Volgt scheiding tussen de erven van

Remmertke en Hidde Claesz met Fedde en Pytter Hiddes en Dyurre Heerckes,

smid te Bolsward, als man van Pyttrick Hiddedr.

3. Atcke Claesdr, geb. voor 1600, van Lutkewierum, tr. (derde procl. gerecht Hennaarderadeel 26 aug. 1629) Jentje Douwes, van Abbega, boer op stem 15 van Oudega.In 16372222 lenen Jentie Douwes en Ats Clasedr te Oudega 100 goudg. van Poppe

Pyters te Goutum als voogd over Hil Jarichsdr.

In 16722223 wordt oom Jentie Douwes (deze?) te Oudega aangesteld tot voogd

over Douwe,19, en Sybren, 15, kinderen van wijlen Siouck Douwes bij Ulbe

Hessels te Idsega die is hertrouwd met Ynsk Tiernis.

4. Rooyts Claesdr, geb. na 1600, overl. Scharnegoutum 1 nov. 1678, tr. (derde procl. gerecht Hennaarderadeel 5 juni 1634) Pytter Poppes,

van Scharnegoutum, overl. aldaar 16 okt. 1674, zoon van Poppe Pytterz en Hil Claesdr.2224

5. Barber Claesdr, overl. na 1653, tr. gerecht Menaldumadeel 2 aug. 1631 Aenne Rincxz, boer op stem 14 van Menaldum.In 16342225 worden Popcke Jansen en Aene Rincx aangesteld tot voogden over de

kinderen van Hans Rincks.

6. Taecke Claesz, boer op stem 22 van Marsum, tr. gerecht Menaldumadeel 8 febr. 1630 Ibel Cornelisdr, dochter van Cornelis Pieters en Lyff ke Pieters te Slappeterp.2226

7. Freerck Claesz, van Lutkewierum, tr. (derde procl. stadhuis Bolsward 15 maart 1637) Eets Rinnerts, van Bolsward.

51411 Isbrandt Gravius, wagenmeester 1599,2227 overl. tussen 1605 en ’09, begr. te Grouw, tr. voor 1584 Eencke Phaesma, overl. (Dokkum) tussen 1613 en ’20, dochter van Hed Phaesma en Lyeuck Tyessens. In 15862228 mr. Regnerus Brus c.s. contra Isbrant Gravius die 28½ goudg. moet

voldoen.

In 16012229 jufr. Jelle Buma te Kollum, weduwe van Hed Phaesma, contra Isbrand

Gravius vanwege Eeuke Phaesma, Leuck Phaesma en Poppe Martinus als voogd over

de kinderen van Balling Phaesma.

In 16032230 Phelt Phaesma contra Poppe Minnes te Kollum als voogd over de kinderen

van Balling Phaesma en Isbrand Gravius vanwege Lyupk Phaesma.

In 16052231 Johan van Sichem contra Isbrand Gravius; betrokkene is Ambrosius

Gravius.

In 1608 en ’122232 Eencke Phaesma, weduwe van Isbrand Gravius, en Jan Jelmers

Versteveren als voogd over Balling en Wytske Phaesma als erfgenamen van hun

(groot)moeder Lyeuck Tyessens en als crediteuren van hun (groot)vader Hed

Phaesma contra diens mede-crediteuren.

In 16112233 verkopen Eencke Phaesma te Dokkum als moeder en voogdes van Hylck

Grauius en meister Martinus (hij tekent als Maternus Schrintz, ook: Jocius) als man

van de meerderjarige Lieuck Grauius de helft van een sate van 46 pm onder Grouw

aan Nanne Pybis Abbema en Tietscke Sipckedr te Ritsumazijl onder Marsum voor

25 goudg. per pondemaat. Hun 400 goudg. schuld bij de koper komt in mindering

van de koopsom.

In 16132234 verklaren Lyauck (boven de 25 jaar) en Hylck Gravius, dochters van wijlen

Ysbrant Gravius, dat zij tot redding van hun boedel in totaal 325 goudg. hebben

geleend van hun voogd Nanne Pybez te Marsum waarvoor hun landen te Grouw tot

onderpand dienen.

In 16132235 Eencke Phaesma, weduwe van Isbrand Gravius, met haar dochter Hylck

en Maerten Hen.., ‘veldscheder’ van hopman Lutelbach, als man van Lyauck Gravius

contra Jan van Sichem vanwege zijn vrouw Eelck Bendecti Oedsma. In 16202236 Jan

van Sichem en Eelck Benedicti Oedsma contra Lyeuck Gravius, vrouw van Marten


Heyns, veldscheerder onder kapitein Lautenbach, en Hylck Gravius, vrouw van

Pieter Volffs, als erfgenamen van hun vader Isbrand Gravius.

In 1640 zijn Trijntie van Sichem en (de erven van) Isbrant Gravius eigenaars van

Clein Mellema, stem 50 van Grouw, groot 50 pm.

In 16502237 verkopen Piter Conradi te Wirdum in Oostfriesland voor ¼, diezelfde

Piter als voogd van Casper, zoon van Carel van Nues te Marienhove in Oostfriesland

bij wijlen Maria Upendorp, zuster van Piter, voor ¼ en Leuck Gravius voor 2/4 de

helft van een sate te Grouw van 80 pm met de graven in de kerk van Grouw waar o.a.

Isbrandt Gravius begraven ligt voor 1120 goudg. Catarijna van Sichem, weduwe van

Cornelis Wijnhuysum behoort de andere helft toe.

Uit dit huwelijk:1. Lieuck Gravius, geb. voor 1584, overl. na 1650, tr. voor 1611 Marten

Heyns (Schrintz), veldscheerder van hopman/kapitein Lautenbach.2. Hylk Gravius, geb. na 1588, tr. Leeuwarden 27 nov. 1613 Petrus Volffs

Obendorpius, van Emderland. Zij laat vermoedelijk twee kinderen na: Maria Upendorp en Piter Conradi.Op 15 juni 16132238 wordt Arnoldus van Loon aangesteld tot voogd over Hylck

Gravius, dochter van Ympcke Phaesma.

In 16152239 zijn Pieter Wolffsz Opendurp (Obendorpff ), student te Franeker,

en Hylck Grauiusdr 50 ‘spaensche cluyten’ schuldig aan Wytske Scheltinga te

Leeuwarden.

51421 Syurd Hylckes, overl. Sneek 1588, tr. (bernsbrief 22 juni 1580) Goslick Hoitedr, dochter van Hoyte Hinnez en Jantyen te Akmarijp (zie ook 21).In 15862240 Quirijn Wytthiez en Tyam Johannesdr te Franeker contra Syurd Hylckez

te Groendyck, wonende bij Marten Groendyck (5144). Blijkens akte van 1582 moet

Syurd 100 goudg. voldoen.

In 15882241 wordt ten huize van Freerck Pietersz, schuitmaker te Sneek, de

nalatenschap beschreven van Syurdt Hylckesz op verzoek van Lyeue Hinnez als

voogd over diens zoon Lolcke bij Gosslick Hoytedr. Onder de (vele) akten: bernsbrief

van 22 juni 1580 voor het huwelijk van Syurdt Hylckez en Gosslick Hoytedr door

de vaders Hylcke Djorrez en Hoyte Hinnez, mede getekend door Oene en Aucke

Hylckez, aankopen door Hoyte Hinnez en Jantyen van 2½ pm in de zaete van Sicke

Oeghesz te Offingawier in 1563, ½ sate te Akmarijp in 1567 voor 320 goudg. en ½

huis aldaar in 1577; een bestek door Joucke, Sipke, Hoyte en Rincke Hinnez van

de nalatenschap van Greelt Hinnes en Syeuw Oenedr, inventaris van het goed van

de kinderen van Rincke Hinnez; een cessie op Hoyte Lyeuez uit 1560 betreffende

13 goudg. van Tyettye Wybez te Folsgare, een schuld bij Tyettye Wybez en Fem

Hendrixdr te Folsgare uit 1567 van 90 goudg. van de koop van vee, een obligatie

van Hoyte Hinnez te Akmarijp uit 1583, er is een schuld van 7 goudg. bij Lyeuwe

Hinnez te Goingarijp en een vordering van 60 goudg. op Djorre Hylckes van koeien.

Een gedeelte van Syurdts goederen wordt beschreven t.h.v. Marten Sybrantz in

Groendyck.

In 15892242 Aucke Hylckesz als voogd over Lolcke Suirdtsz, zoon van Goslix Hoitedr,

contra Anne Tijsz.

In 16062243 zegt Aucke Hylckesz als voogd over het kind van Suirt Hylckis aan

Naencke Hylckisz te Offingawier de huur op van 3½ pm.

In 16062244 Auke Hylkes te Oosterend als voogd van het weeskind van Syurd Hylkes

bij Goslick Hoytedr, universeel erfgenaam van Hoyte Hinnes, contra Simen Annes

en Trijn Annedr.

Uit dit huwelijk: 1. Lolcke Syurdts, geb. 1581/88.

51431 Rieme Piersdr, overl. na 1614, tr. voor 1589 Hoeyte Wols, te Uitwellingerga, kerkvoogd 1592,2245 te Burum 1597, Feerwerd 1604, Grouw 1609, overl. (Sneek) voor 1614, zoon van Wol Hoytez te Uitwellingerga en Tyed Freercksdr.2246

In 1552 Wol Hoytez te Uitwellingerga met o.a. harnas.

In 15762247 wordt bij decreet 7 pm met huis en steed te Uitwellingerga verkocht,

gebruikt door Wol Hoytes.

In 15852248 Jencke Wlckez en zijn vader Wlcke Jenckisz contra de (voornamelijk

meerderjarige) kinderen van Heerck Jouckes’ weduwe te Tjerkgaast waaronder Wol

Hoytes te Uitwellingerga als grootvader van de kinderen van zijn dochter bij wijlen

Haytie Jouckez.

In 15942249 Griet Wolsdr contra Hoyte Wols inzake de huur van 21 pm land.

In 15972250 leent Hoeyte Wolsz, nu te Burum, 75 goudg. van Jan Rommertsz en Grietien

Seruaesdr te Sneek. Wanneer hij in gebreke blijft mogen zij dat bedrag incasseren

van zijn meier Pier Oeges in Tingha. Schoonmoeder Tyedt Johansdr, weduwe van

Pier Haeyesz, te Goingarijp stelt zich bovendien borg.

In 16042251 leent Hoeyte Wolsz te Ferwert in Groningerland 50 goudg. van Jan

Rennertsz, apotheker te Sneek; hij stelt 1½ pm met recht van visserij te Uitwellingerga

tot onderpand. Op verzoek is de akte mede getekend door Diorre Hylckesz Molma

en Pieter Teyez.

In 16142252 wordt Johannes Martensz Gravius, ontvanger van Wymbritseradeel,

aangesteld tot voogd over Lolck en Barber Hoeitedrs, resp. boven en onder de 13 jaar,

dochters van wijlen Hoeite Wols bij diens weduwe Rieme Piersdr in verband met een

niaarlegging op landen welke Rieme, samen met de andere erfgenamen van haar

moeder Tied Johaensdr, verkocht had aan Oege Oenes, dorprechter van Goingarijp.

Uit dit huwelijk:1. Pier Hoytes, scholier 1600.2253

2. Lolck Hoeitedr, geb. voor 1601.3. Barber Hoeitedr, geb. na 1601, tr. wellicht Sneek 21 jan. 1635 Pieter

Jansz, van Stavoren.


In 16212254 wordt de raadsman Gossuinus Sierxma aangesteld tot voogd over

Barber Hoeites, 18 jaar, i.v.m. de procedure tegen Jan Jans als voogd over

Freerck Hoeites.

Wellicht ook:4? Freerck Hoeites.

51441 Nanne Pybez Abbema, geb. voor 1563, te Goingarijp, Marsum, overl. 19 sept. 1614, tr. voor 1596 Tyetscke Sipckedr Rispens, overl. 27 dec. 1622, weduwe van Dirck Douwes (Bockema), dochter van Sipcke Ulbes Rispens en Jisck Aysma.2255

In 16172256 treden Jeronimus Abbema en dr. Stephanus Abbema op als voogden over

de kinderen van Nanne Pybez Abbema.

Uit haar eerste huwelijk:2257

a. Douwe Dircxz Bockema.b. Sipcke Dircxz Bockema.

Op 29 april 16362258 maakt Sipcke Bockema te Leeuwarden zijn testament.

Hij wil bij zijn broer Douwe Bockema begraven worden, aan de armen van

Marsum komt een legaat van 500 carg. Hij wil dat dit legaat en die van

Fetske Aesgema en van Schelte Abbema door zijn verwanten beheerd worden.

Erfgenamen worden zijn broers en zusters Dirck, Antie, Eesck, Siouck en Pibe

Abbema. Eesck krijgt een sate te Witmarsum vooruit, Siouck een sate in de

Poelen onder Dronrijp.

Uit dit huwelijk:1. Schelte Nannes Abbema, te Bolsward.

Op 16 april 16302259 maakt Schelte Nannes Abbema, vrijgezel te Bolsward,

zijn testament. Er gaat een legaat van 100 carg. naar de armen van Marsum.

Erfgenamen worden zijn volle broers en zusters Dyrck, Antie, vrouw van

Sioerd Saackis, Jesck, nu vrouw van Schelte Poppes, Siouck en Pybe Nannes

Abbema.

2. Dirck Nannes Abbema, geb. voor 1598, lakenkoper te Marsum, notaris 1651, tr. (ondertrouw Marsum 9 april 1626) Epien Robsdr, van Groningen.In (1623 en) 16242260 staat Dirck Nannes Abbema te Marsum, ouder dan 26 jaar,

voor ruim 2000 goudg. in het krijt bij kramers te Leeuwarden, onder andere

wegens leverantie van laken.

In 1628 wordt Dirck Abbema, geboortig van Marsum, burger van Leeuwarden.

3. Antie Nannedr Abbema, tr. stadhuis Leeuwarden 22 okt. 1625 Sioert Sakes Broersma, daar overl. 1647.Op 11 nov. 16472261 worden medicus Nathanel Fullenius en Isbrant Sakes

Broersma aangesteld tot voogden over Saecke, circa 18, Nanne, circa 16, Schelte,

in zijn 13de, en Tietske Broersma, in haar 11de.

In 16472262 wordt op verzoek van genoemde voogden te Leeuwarden de

nalatenschap beschreven van Sioert Sakes Broersma man van Antie Abbema.

Zoon Saecke is in of kort voor 16512263 in Indië overleden.

4. Eesck Abbema, op belijdenis ged. Marsum 19 maart 1626, tr. (derde procl. Bolsward 25 febr. 1627) Schelte Poppes, zoon van Poppe Scheltes en Grietke Bernardi.2264

In 1640 is Schelte Popkes, samen met Thomas Crab (51442.2) eigenaar van

Abbema, stem 14 van Grouw.

5. Siouck Abbema, op belijdenis ged. Marsum 19 maart 1626, tr. Leeuwarden 25 april 1630 Theodorus Vestanus, predikant te Boksum, overl. 1641.In 16282265 kopen Johannis Jous en vrouw te Beetgum een huis aldaar van

Gorich vrijheer to Suaertsenbergh te Beetgum en Siouck Nannes Abbema te

Marsum, bijgestaan door haar voogd Otte Suaelua, voor 490 goudg.

6. Pibe Nannes Abbema, overl. na 1636.

51442 Hieronimus Pybez Abbema, geb. voor 1564, te Minnertsga, Ee, volmacht van Ee 1597,2266 overl. 1624/27, tr. 1. Auck Juckes Roersma, overl. 1611/12, weduwe van Wybe Taeckez Scheltinga (overl. 1589/91); tr. 2. (ondertrouw stadhuis Dokkum 21 jan. 1620) Eetscke Hannia, dochter van Seerp Hannia en Mintske Galedr. Zij tr. 2. (derde procl. stadhuis Leeuwarden 27 nov. 1625) dr. Rombertus Ulenburgh, advocaat voor het Hof van Friesland;2267 tr. 3. Leeuwarden 23 juni 1633 Cornelis Heermans, burgemeester van Dokkum, overl. 1654.In 16062268 Luitien Gosses vanwege zijn vrouw Sibbel en voor haar zuster en broer

Jouck en Aebe Peters contra Auck Roersma, vrouw van Hieronimus Abbema, inzake

scheiding van landen.

In 1609/102269 verkopen Hieronimus Abbema en Auck Roersma met haar voorkinderen

voor 2/5 en Sibbel, Jouck en Abe Pieters voor 3/5 diverse percelen te Minnertsga.

In 16112270 koopt jr. Bartholt van Starckenburg Hai(n)tsma sate te Minnertsga, 57 pm,

van Taecko, Jeldertke en Wytske Wybes Scheltinga, bijgestaan door hun stiefvader

en moeder Hieronimus Abbema en Auck Roersma, voor 3709 goudg.

Op 17 okt. 16122271 wordt de gemeensman Wopke Jarichs curator van de landerijen

van de kinderen van Hieronimus Abbema te Ee en wijlen Auck Roersma.

In 16132272 koopt Jeronimus Abbema vanwege zijn kinderen bij Auck Roersma 1/8 van

Haeyma saete te Ee van Wytske Scheltinga, vrouw van Gisbert Buma, voor 140 goudg.

In 16142273 Hieronimus Abbema als vader van zijn kinderen en voorts Taco, Jeldert

en Wytske Scheltinga als erfgenamen van Wybe Scheltingha en Auck Rorsma contra

Tyerck Idsz te Deersum vanwege zijn vrouw, Aebe Petersz te Oenkerk en Sibbel Peters

te Ee inzake 7½ pm te Minnertsge die aan Peter Abbes verkocht waren.

In 16272274 Wibrandus Joannes en Lyuppe Eeskes als voogden over de kinderen van

dr. Broer Hannia en Rijckland d’ Rijckmans contra Jeronimus Abbema vanwege zijn

vrouw Eedtske Hannia en aldus vanwege Willem Willems en vrouw.


Op 20 jan. 16272275 wordt Wibrand Johaens te Nijkerk aangesteld tot voogd over Pibe

Abbema, in zijn 3de jaar, zoon van Jidtske Hannia, op verzoek van zwager Thomas

Crabbe en oudtante Sydske Hannia.

In 16292276 Jidtyen Hannia, vrouw van dr. Rombertus Ulenburg, advocaat voor het

Hof van Friesland, contra Thomas Crabbe te Ee vanwege zijn vrouw Antie Abbema.

In 16392277 Wigle Hania, bode en executeur van de kanselarij, mede voor zijn zusters

Lutske en Rijcklandt Hania contra Idske Hannia, vrouw van Cornelis Heermans. Uit

hoofde van het testament van grootmoeder Idtske Scheltedr kwam wijlen hun vader

dr. Broer Hania 1/3 toe van de sate te Janum, bewoond doorWillem Willems. Deze

Willem droeg echter de volledige pacht af aan Cornelis en Idske. De laatsten moeten

nu 1/3 van de sate overdragen aan Wigle c.s. plus de betreffende pacht sedert de dood

van dr. Broer Hania.

Genoemde grootmoeder Idtske Scheltedr testeerde in 16022278 als weduwe van Jorrit

Hannia en liet drie kinderen na: Sytie (vrouw van Liuppe Yssez te Kollumerzwaag),

dr. Broer (tr. Rijckien de Rijckmans) en Seerp (tr. Mintske Galedr).

Op 19 mei 1654 wordt te Dokkum neef Menso Gratama aangesteld tot voogd over

Catharina, in haar 18de, Jacobis, in zijn 17de, en Seeropus, in zijn 16de, kinderen van

wijlen Cornelius Heerman.

Buitenechtelijk kind bij Aet Jelledr, dochter van Jelle Eelckes en Trijn:1. Auck Jeronimusdr, geb. circa 1587.

Op 18 juli 15872279 eist Trijn, vrouw van Jelle en moeder van Aet Jelledr te

Grouw, dat Jeronimus Pybez het kind erkent dat hij, naar zeggen van Aet, bij

haar verwekt heeft.

In 15892280 Heercke Piersz te Grouw als voogd over Auck Jeronimusdr bij Aeth

Jelle Eelckes contra Jeronimus Pybez te Minnertsga.

Uit het eerste huwelijk:2. Antie Abbema, tr. voor 1619 Thomas Crabbe, boer op Roersma,

stem 19 van Ee.In 16192281 kopen Dirck Harmens en Griet Gabbedr te Esumabuyren 19 pm in

een stuk van 38 pm aldaar, waarvan de overige 19 pm goeddeels toebehoren aan

de erven van Wieger Gabbes en aan burgemeester Bientie Gabbes, van Antke

Abbema, vrouw van Thomas Crabbe, bijgestaan door haar vader Hyeronimus

Abbema, voor 1258 goudg. Er komt protest van Jacob Juuckema vanwege zijn

vrouw Rix Salviusdr, naaste verwante van de kinderen van Wieger Gabbes en

mede-eigenares van de 19 pm.

Thomas Crab is in 1640 eigenaar en gebruiker van Roersma, stem 19 van Ee,

groot circa 90 pm. Samen met Schelte Poppes (51441.4) is hij dan eigenaar van

Abbema, stem 14 van Grouw, 63 pm.

Kinderen: Auckien, Jeronimus en mogelijk Gerryt, Sijke.

Buitenechtelijk kind bij Hylck Feddedr:3. Antke Abbema, geb. circa 1620, tr. Leeuwarden 24 nov. 1644

Abrahamus Verhaegen, van Langakkerschans.

In 16342282 Cornelis Heermans, oud-burgemeester van Dokkum, als voogd

over Antie Abbema en vanwege zijn vrouw Idtke Hannia contra Tomas

Crabbe vanwege zijn vrouw Antie Abbema, dochter van Hieronimus Abbema.

Genoemde Hieronimus had 1000 goudg. gelegateerd aan zijn natuurlijke

dochter Antie bij Hylck Feddedr. Tot haar meerderjarigheid moest dat bedrag

onder Idtke Hannia blijven, om haar van de rente daarvan te onderhouden.

Cornelis eist de helft van dat bedrag terug van Tomas.

Op 23 juli 16382283 wordt Thomas Crabbe te Ee aangesteld tot voogd over Antke,

in haar 18de of 19de jaar, dochter van wijlen Hieronimus Abbema.

Uit het tweede huwelijk:4. Pibe Abbema, geb. circa 1624, waarschijnlijk overl. voor 1640.

51451 Oene / Jeronimus Martens Gravius, brouwer, majoor van de provincie, contrarolleur der ammunitie, overl. Leeuwarden 1646, tr. voor 1607 Tied Evertsdr. In 16072284 lenen Jeronimus Martensz Gravius en Tiet Euertsdr te Leeuwarden 325

goudg. van Jan Martensz Gravius, ontvanger van Wymbritseradeel, tot betaling van

huis en brouwerij, gekocht van Rienck Piersz en vrouw.

In 1625 wordt Oene Martens aangesteld tot contrarolleur der ammunitie, in 1639

Oene Gravius tot majoor van het garnizoen te Leeuwarden; in 1646 wordt hij als

majoor en contrarolleur vervangen.

In 1628 wordt Oene Martens Gravius, geboortig van Grouw, burger van Leeuwarden.

In 1628 leent Hieronimus Martens Grauius 800 carg. aan zijn neef Titus Grauius

(51734.1); wanneer hij jaars daarop die vordering laat registeren heet hij gewoon Oene

Martens.

In 16282285 is Tied Evertsdr, vrouw van Jeronimus Martens Gravius, erfgename van

Harmen Haies.

In 16282286 lenen Hieronimus Gravius, ‘amonuciemeester’, en Tied Evertsdr nog

eens 400 carg. uit, in 16312287 lenen zij 300 carg.

In 16462288 wordt te Leeuwarden de nalatenschap beschreven van Oene Gravius, majoor

van de provincie, ten behoeve van de crediteuren waaronder Siouckien Abbema als

erfgename van Sipke Bockema en Regnerus Gravius, rekenmeester van de provincie.

Uit dit huwelijk:1. Tietie Jeremias Gravius, ged. Leeuwarden 20 mei 1607, tr. Leeuwarden

3 febr. 1628 Saecke Wytses, van Dokkum, schoenmakersgezel.2. Rieme, ged. Leeuwarden 17 april 1609.3. Martinus Hieronimi Gravius, schrijver 1630, notaris 1632, tr.

Leeuwarden 17 april 1631 Jantien Sioerds van Orns, van Leeuwarden.In 1630 wordt M.J. Gravius aangesteld als schrijver van de compagnie van J. van

Idzarda, in 1631 vervangen.

In 16322289 leent Martinus Jeronimi Gravius, notaris en proc. post., 250 carg.

van Tiepcke Taeckes en Grietje Martensdr Persijn.


51511 Agge Piers, te Wolsum, overl. voor 1592, tr. pakweg 1565 Jay Bauckes, overl. na 1595, dochter van Baucke Aenez, boer te Ramswerd onder Wolsum.In 15432290 komt de pastorie van Wolsum 12 st. toe uit Boecke Raemsert saete die al

lang niet zijn betaald. Vermoedelijk is dat de sate van 52 pm van Douwa Hansz 1511.2291

In 1552 is Baucke Aenez te Wolsum weerbaar met ‘harnas ringcraeg speedts degen’

Uit dit huwelijk:1. Pier Agges, wordt burger van Dokkum 9 juni 1592, brouwer en

koopman, daar overl. 1604, tr. voor 1594 Syouck Pieters.In 15942292 kopen Schelte Poppez en Habel 5/6 van een huis aan de Wipstraat te

Bolsward van Wybren Heerckez c.s.; Pier Aggez te Dokkum legt namens zijn

vrouw Siouck Pietersdr met sukses het niaar. Vervolgens worden Pier Aggez en

Syouck Pietersdr te Dokkum met hun hoogste bod van 151 goudg. 21 st. kopers

van 1/6 van datzelfde huis dat bij decreet verkocht werd door Meyns Jansdr,

weduwe van Rincke Heerckez, vanwege hun kinderen.

In 16022293 wordt te Wolsum de nalatenschap beschreven van Anne Bauckez,

weduwe is Beyts Claesdr. Ebe Feddez en One Taeckez zijn, met volmacht van

Pier Aggez te Dokkum, voogden over de kinderen. Beschreven worden een

scheiding uit 1588 van Aene Bauckez en Bauck(e) Bauckez te Bolsward en als

volmacht van hun zuster Jay Bauckedr met Hilbrandt Bauckez te Wolsum voor

zich en Fedde Wybrens als vader van zijn kinderen bij Taets Bauckedr; akte

van diezelfden uit 1588 inzake de huizing die Hilbrandt Bauckes bewoont;

Aene Bauckez en Beyts Claesdr te Wolsum 1598; Jay Bauckedr verhuurt in 1595

10 pm in Remseruata zate aan Aene Bauckez; Claes Jetzesz en Reyma Aggedr

verhuren in 1595 10 pm over hoog en laag in Remuerte state aan Ane Bauckesz.

Vervolgens scheiding tussen Eeb Feddez te Witmarsum en Pier Agges te

Dokkum met Beits Claesdr.

In 16052294 huren Steffen Pietersz en vrouw landen van Siouck Pietersdr, weduwe

van Pier Aggesz; hij had een voorschot van 200 goudg. geleverd op de huizing.

Op 18 juli 16042295 wordt te Dokkum de nalatenschap beschreven van Pier

Agges op verzoek van de weduwe Siouck Pyters. Vastgoed: 20 pm in Re..suurte

sate te Wolsum dat Pier had geërfd van zijn moeder en zuster, een rente van 14

st. uit een sate aan genoemde gebuurte Remsuart. Van een reversaal van Pier

en Siouck op Heercke Heerckez en Trijn Jeltedr staat nog een tegoed van 693

goudg., vordering van 50 goudg. op Hillbrant Bauckes en Jesck Emedr bij Groot

Aurich; er was een huis gekocht aan de Wipstraat te Bolsward dat weer verkocht

was aan Heercke Heerckz en vrouw; koop van de helft van 20 pm van Baucke

Bauckes; scheidingsakte tussen Jay, de moeder van Pier, en Claes Jetses, diens

zwager; afrekening tussen Claes en Aene Bauckes; huurcontract van Pier met

Pybe Oenes van brouwerij op de Diepswal (die verhuurd is aan Dirck Claesz en

Anne Aebs); kopie testament van Seerp Meyes; goud en zilver dat de kinderen

van Pier en Siouck geërfd hadden van hun tante Rieme; gouden trouwring die

Jay, Piers moeder, aan Siouckien had geschonken. Auck van Doyem had een

vordering van 50 goudg. op Pier-alleen, die is af betaald.

2. Rieme Agges, kinderloos overl. voor 1604, tr. voor 1595 Claes Jetsesz.In 1595 bezitten moeder Jay en dochter Reyma ieder 10 pm in Ramswerd, die volle 20 pm

is aan Pier Agges gekomen. Het zal Jay zijn geweest die de 10 pm van Baucke Bauckes

heeft gekocht.

51521 Sibolt Obes, te Exmorra, overl. tussen 1588 en ’92, tr. voor 1563 Rieme Buuedr, van Hieslum, overl. Exmorra 1602.In 1578 wordt Sibolt Obes te Exmorra aangeslagen voor 3 carg. in de personele

impositie.

In 15942296 koopt Rieme Buuedr te Exmorra, mede voor haar kinderen bij wijlen

Sibolt Obez, 3 pm en de helft van 8 eins aldaar, verkopers aanbeërfd, van Anna Wolls

weduwe te Folsgare en haar zoon Hoyte Wols voor 188 goudg. Ook is sprake van

liquidatie tussen beide partijen.

In 16022297 wordt te Exmorra de nalatenschap beschreven van Rieme Buuedr, weduwe

van Sibolt Obes, op verzoek van Buue Sybolts, bijgestaan door zijn oom Obe Sibrenz,

en Royts Siboltsdr, bijgestaan door haar verwant Vatze Douues. Erfgenamen zijn de

kinderen Fokel, 26, Buue, 20, en Royts, 17 jaar. Vastgoed: de huizing met 44 pm land,

9 pm te Hieslum, 2½ pm te Sandfirden en circa 8 pm in de sate van Rienck Sibrens te

Exmorra. Vorderingen o.a.: 100 goudg. op Obe Sibrens en Eets Abbedr uit 1590, 100

goudg. op Watse Douues 1589, 100 goudg. op Rienck Sybrens en Sipcke Abbedr 1599.

Akten van Sibolt en Rieme over de jaren 1563-’88 en van Rieme als weduwe vanaf 1592.

Uitbernsing 1597 van Fokel Sybolts, vrouw van Gattie Gerloffs.

Uit dit huwelijk:1. Fokel Sybolts, geb. circa 1576, tr. 1. 1597 Gatze Gerloffs, te Exmorra,

zoon van Gerloff Gatties en Meynsck Vpckedr; tr. 2. 1601 Sybren Wopckez, te Exmorra 1607, Lollum 1616, ’30.In 16012298 wordt te Exmorra de nalatenschap beschreven van Gatse Gerloffz

in presentie van diens vader Gerloff Gatties; de weduwe Foeckel Syboutsdr

is hertrouwd met Sibren Wopckes. Obbe Sibrenz wordt aangesteld tot voogd

over dochter Meynsck Gatzedr, circa 4 jaar. Het kind zal 600 goudg. uitgekeerd

krijgen.

In 16042299 is Gerloff Gatties overleden. Erfgenamen zijn de kinderen bij

Meynsck Vpckedr: Wpcke, Tyetze, Tyerne en (het kind van) Gatze Gerloffz.

De dochter Meynsck Gatzedr, tr. 1616 Schelte Wopkes Popta, te Tzum.

2. Buue Siboltz, geb. circa 1582, te Exmorra, kinderloos overl. voor 1630.In 16302300 wordt de overleden Buue Sybolts als voogd over de weeszoon van

Taeckle Taeckis vervangen door zijn mede-erfgenaam Sybrant Wopckes

te Lollum als man van Foockel Syboltsdr, bijgestaan door haar schoonzoon

Schelte Wopckes Popta te Tzum.

3. Royts Sibolts, tr. Taeckle Taeckis, volgt 51545.


51531 Geertruydt Hoytes, tr. rond 1580 Abbe Diurres, overl. na 1607, stellig zoon van Dyoere Siboltsz (111.1).Abbe Diurres is in 1592 gebruiker van de sate te Oudega, stem 10, waarvan Seerp

Meyez, oom van Geertruydt, de helft toekomt (zie 515.8).

In 16512301 procederen de weduwe en erven van Pyer Annes Rheen te Harlingen met

Saeke Tiepkes Stapert te Nijland en Jelle Siuerts te IJlst vanwege zijn minderjarige

kinderen als erfgenamen van hun (groot)vader Tiepke Stapert met het recht van diens

weduwe en mede vanwege hun mede-erfgenaam Gerrit Hoytes Foekema over een

vordering van 100 goudg. op Rheen. De weduwe Rheen betoogt dat de nakomelingen

van Jilde Abbes de helft van die vordering, die oorspronkelijk van Abbe Diorres was,

toekomt. Saeke brengt daar tegenin dat volgens verklaring van de erven van Abbe

Diorres die vordering bij scheiding was toegevallen aan Mayke Abbes zodat de erven

van Jilde Abbes, als zij die al heeft nagelaten, daar geen recht op hebben. De eis van

Rheen wordt niet toegewezen.

Uit dit huwelijk:1. Jeldu Abbedr, tr. voor 1606 Wlcke Feddes, huisman te Parrega, daar

overl. maart 1639, stellig zoon van Fedde Liuuez en Jouck Nannedr.In 16062302 lenen Pier Lolles en Bauck Jelledr te Nijland 125 goudg. van Uuylcke

Feddez en Jeldu Abbedr te Parrega. Wlcke en Jeldu kopen in 1607 5 pm te

Parrega en in 1623 29½ pm te Ferwoude;2303 in 1629 kopen zij een aandeel in

Stapert te Wommels dat ze in 1631 weer verkopen.2304

In 16222305 wordt oom Wlcke Feddes voogd over Jouck, dochter van Obbe

Douues (51551) bij Jick Feddedr.

Op 27 maart 16392306 maakt Wlcke Feddes te Parrega zijn testament. Erven

zijn de (kinds)kinderen: Geertie, vrouw van Freerck Gerbens, te Wijckel,

de kinderen Aetke, Jildu en Eeke van zoon Fedde bij Pytrick Euerts, Jouck,

weduwe van Baucke Wybes, Lieuue, Jel, vrouw van Eecke Ridles, en Eeck,

vrouw van Thomas Tiercx, ieder voor 1/6. Op 19 april 1639 wordt te Parrega

de nalatenschap beschreven van huisman Wlcke Feddes te Parrega, circa vier

weken eerder overleden, weduwnaar van Jilduw Abbedr. Er is ruim 100 pm aan

vastgoed te Parrega, Sandfirderrijp en Ferwoude. Schoondochter Pytrick zet

het bedrijf te Parrega voort.

In 1640 zijn de erven van Uilcke Feddes eigenaars van stem 11 van Parrega en,

samen met Joannes Wybes, van stem 10 van Sandfirden.

Zoon Lieuwe Uilkes is in 1640 gebruiker en eigenaar van stem 10 van Oudega, de sate van zijn grootvader Abbe. In 1644 is hij koper van stem 18 daar (en stem 5 van Wolsum) van Orck van Sissingh (43111.1).

2. Meycke Abbedr, overl. Nijland 2 juli 1662 (de r.k. gemeente van Roodhuis ontvangt van haar erven een ‘aelmoesse’ van 36 carg.), tr. Tiepcke Stapert, geb. circa 1575, huisman te Nijland, daar overl. 25 dec. 1639, zoon van Saecke Hansz Stapert en Ebel Sickedr Albada.2307

In 16262308 lenen Tiepke Stapert en Meycke Abbedr te Nijland 300 goudg. van de

notaris Andreas Theodori en Itke Gerrytsdr te Sneek. In 16322309 kopen Gosse

Watsis Heringa en vrouw 10 pm in Stapert van Tiepcke Stapert en Meycke

Abbedr te Nijland, geërfd van Hans Stapert, voor 100 goudg. per pondemaat.

Meycke is in 1640 boerin op stem 19 van Nijland, eigenares van die sate en van

stem 8 van Sandfirden.2310

Uit dit huwelijk: Saeke Tiepkes Stapert (te Nijland, tr. 1643 Jelcke Sytzedr Agerla, dochter van Berber Ydedr Hoitema, 51731.1), N.N. (tr. Jelle Siuerts, te IJlst) en Geertie Tiepkes Stapert (tr. Gerrit Hoytes Foekema).2311

51541 Mey Taeckedr, overl. circa 1580, tr. circa 1575 Wge Nollez, zoon van Nolle Nannez en Dued Oegedr (Algra).2312 Hij hertr. N.N. met kinderen Mey, Marij en Jantien.In 1552 is Nolle Nannez te Tjerkwerd weerbaar met harnas, hij is gegoed te Tjerkgaast.2313

In 1578 wordt Oege Nollez te Tjerkwerd aangeslagen voor 1 carg. in de personele

impositie.

Eén zoon:1. Nolle Oegez, overl. Baburen 4 juni 1625,2314 tr. (ondertr. gerecht

Wonseradeel 30 jan. 1613 maar in feite al voor 1600) Sybrich Syuerdts, dochter van Siurdt Rienckz en Doed Sirckxdr te Exmorra.2315

In 15962316 bewoont Doed Sirckxdr, weduwe van Siurdt Rienckz, Sibrandehuister

sate te Exmorra.

In 1607 beuren de erven van Royts Sybolts (51545) huur van Nolle Weges en Sybrich

Syuerdts.

In 16082317 kopen Tyerck Solckema en Aalthien Lycklama te Tjerkgaast een sate

aldaar met het aandeel in de huizing op de landen van wijlen Allert Floris dat

verkopers toekomt volgens contract tussen die Allert en Oege Nollez, broer (?)

resp. vader van verkopers, van Nolle Syuckez te Tjerkwerd als voogd over Marij

en Jancke Oegedrs en van Nolle Oegez, hun broer, voor 1100 goudg.

In 16252318 wordt te Baebuiren de nalatenschap beschreven van Nolle Oeges

en Sibrich Suierdtsdr in presentie van zwager Buue Jellesz te Nijland, Nolle

Siouckes te Eemswoude, half broer van Nolle, en Reyn Suierdts, burger van

Bolsward, broer van Sibrich, voogden over Meyke Noolledr, 25, vrouw van

Buue Jelles, Marij Nolledr, in haar 20ste, en Tyedtke Nolledr, 16. Aangetroffen

worden oude brieven van voorouders van Nolle zoals Taeckle Taeckes, en

diverse vorderingen van Nolle als voogd over Sibolt Taeckles op Jell Taeckedr

(51542) en haar kinderen.

In 16272319 overlegt Rigst Aettedr, weduwe van Reyn Syuerdtsz, te Bolsward

een rekening van de voogdij over de jongste kinderen van Nolle en Sybrich in

presentie van Meycke Nolledr, vrouw van Buue Jellis, Marij Nolledr, vrouw van

Lyuue Douuis, te Workum en Tied Nolledr, vrouw van Haye Gerbens, burger

van Bolsward, bijgestaan door medevoogd Nolle Syuckis.


51542 Jel Taeckedr, overl. na 1608, tr. circa 1590 Ids Pyersz, te Baburen onder Tjerkwerd.In 16082320 kopen Homme van Hoytema en Syuw Sibledr te Tjerkwerd 10 pm met

huizing aldaar van Jel Taeckedr, weduwe van Ids Pyersz, te Baebuyren voor 825

goudg.

In 16222321 verlaat Pyer Idzes te Tjerkwerd de huur van 12 pm ten profijte van Taecke

Idzes te Wolsum en Pytter Willems te Exmorra vanwege zijn vrouw Meycke Idzedr.

In 16252322 overleggen Rintke Hoytesz en Pier Idzesz een rekening van hun voogdij

sedert 1621 over de jongste kinderen van Ids Piersz en Jelcke Taeckedr. Zoon Taecke

Idsz was al volwassen, dochter Meycke Idzedr, vrouw van Pieter Willemsz, wordt

uitgeboedeld. Voor zoon Syne was er een legaat van Pier Epes. Vervolgens worden

door loting de sate te Idsega, gebruikt door Jacob Pieters, en d’ barge fenne, groot 6

pm, aldaar gedeeld door genoemde kinderen en hun broer Seerp.

In 16342323 overleggen Rintie Hoytes en Jeltie Watsedr, weduwe van Pier Idses en

bijgestaan door haar broer Hemme Watses, de rekening van hun eerdere voogdij

sedert 1625 over Serp Idses, nu uitlandig, ten overstaan van Teecke, Sinne en Maycke

Idses, vrouw van Pieter Willemsz.

Uit dit huwelijk:1. Pier Idsesz, overl. Tjerkwerd voor 1634, tr. voor 1624 Jelcke Watzes,

overl. Bolsward 1668, dochter van Watze Douuez en Auck Haytedr te Dedgum (zie 43213.1).In 16512324 is te Piaam Hemme Watses overleden, zoon van Watse Douues. In

1635 maakte hij een scheiding met zijn zuster Jelcke. In 16252325 werden vader

Watze en moeder Auck erfgenamen van Watze Douuez.

In 16682326 wordt te Bolsward de nalatenschap beschreven van Jeltje Watses,

weduwe van Pier Idses, op verzoek van de twee erfgenamen Swopke Piersdr en

Hiltje Piersdr (lees Everts) vanwege haar twee kinderen bij wijlen Idts Piers.

Vastgoed: 48½ pm te Baburen.

2. Taecke Idsesz, geb. voor 1596, te Wolsum 1622, ’55, Oosthem ’58, overl. Makkum 1666,2327 tr. 1. voor 1623 Wypck Piers, weduwe van Gerben Willems,2328 dochter van Pier Obbes en Jouwer Gatsedr;2329 tr. 2. circa 1632 Naenck Pouwels, geb. circa 1613, dochter van Pouuels Claesz en Idske Jeltes te Kubaard. Uit het eerste huwelijk: Antie (tr. Willem Gerbens), Jeltie (tr. 1. Sane Douues, tr. 2. Seerp Ruyerdts), Griet (tr. Allert Jacobs), Jouuer (tr. Euue Tiebbes),2330 Tiedt (tr. 1. Rein Johans, tr. 2. Ruyrd Anes);2331 uit het tweede huwelijk: Idske (tr. Dirck Epes), Ids 1635, Wypck 1641, Seerp 1644.2332

3. Meycke Idzedr, overl. Exmorra voor 1668, tr. 1621/22 Pytter Willemz, overl. na 1634.In 16682333 verkopen Willem, Ids en Pier Pytters te Exmorra, zonen van Meycke

Idses, aldaar overleden, 6 pm tussen Babuyren en Exmorra met Jeltie, Pier Idses

weduwe, als belendster, aan Duco Anderys en Sytske Fransedr te Bolsward voor

182 goudg. per pondemaat.

4. Syne/Sinne Idsesz, geb. na 1600, overl. na 1663, tr. Aaltje Pieters, echtelieden te Oudega 1655.In 16552334 lenen Syne Idses en Aeltie Pyttersdr te Oudega 100 goudg. van Taecke

Idses te Wolsum als grootvader van Goytien Eeuwes.

In 16632335 verkopen de voogden van het St. Anthoni gasthuys te Bolsward, door

schulden gedwongen, hun sate te Oudega van 78½ pm, gebruikt door Syne

Idses.

5. Seerp Idsesz, geb. na 1600, in 1634 uitlandig, mogelijk dan al overleden.

51543 Hylck Taeckedr, overl. voor 1608, tr. voor 1583 Douue Pyttersz; één zoon: Taeke Douues, kinderloos overl. voor 1622.2336

51544 Wlck Taeckedr, overl. na 1642, tr. voor 1595 Rincke Hoytis, overl. Baburen 1647/48, zoon van Hoyte Riemersz (5162).In 15952337 kopen Rincke Hoytez en Wuylck Taekedr te Tjerkwerd in totaal 7 pm 8 eins

te Babuiren van Bauck Riuerdsdr, vrouw van Fokke Euusz, te Hommerts. Belendster

Tied Taeke weduwe protesteert.

In 1610 wordt Rincke Hoytes voogd over de kinderen van Jelle Riemers (5163).

In 16402338 is Rincke Hoites betrokken bij de scheiding van Bonterpstera sate te

Tjerkwerd; datzelfde jaar is hij gebruiker en mede-eigenaar van stem 50 aldaar.

In 16422339 Rintke Hoytes en Uuylck Taeckedr als grootouders van de kinderen

van Lieuue Siercxz bij Hylck Rintkedr contra Joucke Gatzes en Pytter Buwes, hun

voogden, over boelgoedspenningen.

Op 26 jan. 16472340 maakt Rintie Hoytes te Baebuyren zijn testament. Zijn zoon Hoyte

bij Wlck Takedr had hen veel bijgestaan en krijgt een legaat van 400 goudg., Auck,

dochter van zijn broer Tialling Hoytes, krijgt 100 goudg. voor haar diensten. Bij

huwelijk van wijlen zijn dochter Hylck Rinties met ‘Ede’ Greolts had zij 1100 goudg.

meegekregen en 2 pm minus 1½ eins in een stuk van 6 pm te Oudega. Erfgenamen

zijn zoon Hoyte en de drie kinderen Eesge, Sierk en Minck van dochter Hylck bij

Lieue Siercks.

In 16482341 wordt te Babuyren de nalatenschap beschreven van Rincke Hoytesz en

Wlck Taeckedr op verzoek van Claes Jacobs en Pytter Buues als voogden over twee

van de kinderen van Hylck Rinckedr en op aangeven van de zoon Hoyte Rinckes.

Wlbe Tzallings te Tzum is neef van Wlck. Er waren twee kinderen, Hoyte Rinckes en

Hylck Rinckedr, vrouw van Lieuue Siercks, beiden overleden, met kinderen Aesge,

in zijn 22ste, Sierck, in zijn 18de en Minck, 15. Rincke had op 26 jan. 1647 testament

gemaakt. Vastgoed o.a. de huizing met 25½ pm land en ruim 18 pm Bonterpstra te

Tjerkwerd. Er stond nog een schuld van 497½ goudg. aan Hoyte Riemers te Stavoren

van Rinckes curatele.


Uit dit huwelijk:1. Hylck Rintkedr, overl. 1634, tr. 1. Aesge Greolts, zoon van Greuld

Albertsz en Trijn Tiepkedr; tr. 2. 1624 Lieuwe Siercx Douwema, boer op stem 17 van Abbega 1640, zoon van Syerck Lyuues en Minck Sybrensdr op Douuema zaete te Kornwerd.In 16142342 is Aesge Greuds broer (en Minne Minnes zwager) van de jongste vier

kinderen van Greuld Albertsz en Trijn Tiepkedr te Abbega.

In 15942343 koopt Minck Sybrensdr, vrouw van Sirck Liuuez, te Kornwerd enig

land in de door hen gebruikte Douuema zaete. In 16192344 is te Sottrum Syerck

Lyuues overleden; onder zijn kinderen/erven Lyuue Syercks en Bauck Syercks,

vrouw van Gatze Jouckis (Glisse).

In 16242345 maakt Hylck Rintkedr, weduwe van Aesge Greolts en nu hertrouwd

met Lieue Sierckxz, bijgestaan door haar vader Rintke Hoytes, een scheiding

met Tiepke Greolts te Makkum en Claes Greolts te Abbega als voogden over

dochters Trijn en Tied bij haar eerste man. Zij zal de kinderen 950 goudg.

uitkeren.

In 16352346 maken Rintie Hoytes als voogd over Tiedt Eesigedr en Lieuwe

Siercks als vader van Eesige, Sierck en Mintie, een nadere scheiding sedert die

van 20 sept. 1634 van de nalatenschap van hun moeder Hylck Rintiedr. In 1642-

’462347 volgen weesrekeningen door Pyter Buwes te Makkum en Joucke Gatses.

In 16582348 overlegt Taecke Idses te Wolsum de afrekening van zijn voogdij

over Minck Lieuuedr, dan vrouw van Jan Allerts op het Workumer nieuwland.

Minck, Aesge en Sierck Lieuues waren, ieder voor 1/3, erfgenamen geworden

van hun oom Hoite Rinties.

2. Hoyte Rinckes, kinderloos overleden Baburen 1655.In 16552349 wordt te Tjerkwerd de nalatenschap beschreven van Hoytte Rinckes

op aangeven van de gewezen dienstmaagd Auck Tiallings (51622.4) en op

verzoek van Esge Lieuues, Claes Jacobs te Hidaard als oom van Sierck Lieuues

te Wommels en Taecke Idses te Wolsum als voogd over Minck Lieuuedr, in

haar 22ste, de zusterskinderen. Samen met die kinderen bezat Hoytte circa 50

pm onder zijn huizing te Baebuyren. Er was een scheiding van landen tussen

Rintie Hoytes en Sybout Taeckles Ockema in 1633, aankoop land door Rintie

Hoytes en vrouw in 1595, scheiding van landen door Tied Taeckes c.s. in 1593;

een schuld van 7 goudg. bij Synne Idses te Oudega. Van percelen van 12 en 6 pm

te Tjerkwerd komt het sterf huis 2/3 toe en Claes Sybrens (Heslinga) te Marsum

vanwege zijn vrouw Tettie Hobbedr 1/3.

51545 Taeckle Taeckis, geb. voor 1573, tr. circa 1604 Royts Syboltsdr, geb. circa 1585, overl. Tjerkwerd 1607, dochter van Sibolt Obes en Rieme Buuedr (51521).In 16072350 wordt te Baebuyren onder Tjerkwerd de nalatenschap beschreven van

Taeckle Taeckis en Royts Syboltsdr. Nolle Wgez en Buue Sybolts treden op voor

weeskind Sybolt, 1½ jaar. Die erfde 10 pm in de zaete Baebuyren van grootvader

Taecke Taecklis en vijfde delen van landen (o.a. 1/5 van 6 pm, de Syte camp, te

Oudega) van grootmoeder Tied Taeckis. Voorts van moeder Royts derde delen van

landen (o.a. 1/3 van een sate te Exmorra van 45 pm).

In 16092351 overleggen Nolle Wgez en Buue Syboltz een rekening van hun voogdij

in presentie van de aangetrouwde ooms Rincke Hoytez te Tjerkwerd en Sybren

Wopckez te Exmorra. Nolle en vrouw hadden in 1608 de huizing van Taekle en Royts

op Ockema zaete te Baebuyren overgenomen, zij hebben nu een kwestie over de 10

pm die Taekle van zijn vader in die sate geërfd had. Volgen weesrekeningen in de

jaren 1610-’30,2352 welk jaar Sybolt Taeckles Ockema venia aetatis verkreeg. Voogd

Buue gebruikt in 1610 22 pm 3 eins te Exmorra van zijn pupil, deze had voor 1622 2

pm geërfd van Taeke Douuis (51543). In 1625 wordt Nolle Oegis, die op 4 juni dat jaar

was overleden, als voogd vervangen door Rincke Hoytez te Tjerkwerd, in 1630 voogd

Buue door diens erfgenamen. Zoon Sybolt wordt bij de afrekening bijgestaan door

zijn zwager Reyn van Hoytema.

Uit dit huwelijk:1. Sybolt Taeckles Ockema, tr. Auck Hoytema, volgt 51762.

51551 Jel Sinnes, overl. Bolsward 1641, tr. 1. circa 1585 Aucke Fetses, te Hegener Indijk, overl. 1612/13, zoon van Fettye Hiddez en Mey Broersdr;2353 tr. 2. gerecht Wonseradeel 25 okt. 1614 Douue Jongisz, van Kimswerd; tr. 3. gerecht Wonseradeel 16 dec. 1622 Obbe Douwes, overl. voor 24 mei 1631,2354 weduwnaar van Jick Feddedr (verg. 51531.1), zoon van Douwe Obbes (Eminga).In 15942355 kopen Aucke Fetzez en Jel Sinnedr te Allingawier 3 pm lands van Bae

Wybrens te Tjerkwerd voor 43 goudg., in 15962356 17 eins te Allingawier van Wopcke

Syurdtz en Wypck Fopckedr (lees Fockedr) te Tjerkwerd voor 40 goudg.

In 16412357 wordt een scheiding geregeld tussen de erfgenamen van Jell Sinnedr,

overleden te Bolsward, weduwe van Aucke Fettyes te weten Agge Seerps (lees Scheltes)

te Oppenhuizen, man van Hintke Sinnedr, Lyeuwe Tiercx te Allingawier vanwege

Aucke Sinnedr, Yeck Sinnedr en Obbe Sinnez, de kinderen van Sinne Auckes voor

de ene helft en Syttye Joannes te Oudega, man van Yecke Douuedr, Yittye Wyebis

te Workum als voogd over Hincke Douuedr en Tiaerdt Riencx Baerd als vader van

Rienck, Douue en Aucke Tiaerdts Baerdt voor de andere helft. Jell liet 24 pm te

Allingawier na en zij wilde dat dat bezit hoofdelijk verdeeld zou worden onder de

negen kleinkinderen en dus niet per tak. Dat zorgde voor verwarring en tenslotte

werden (enige) andere delen van de nalatenschap wel per tak verdeeld.

Uit het eerste huwelijk:1. Sinne Auckes, te Indijk, overl. voor 1631, tr. gerecht Wonseradeel 20

febr. 1613 Jaerich Obbedr, zijn stiefzus, geb. Parrega 1591, dochter van Obbe Douues en Jick Feddedr.2358 Zij tr. 2. Lyeuwe Tiercx, te Allingawier, beiden overl. (voor) 1652.2359


Kinderen:2360 Hincke tr. Agge Scheltes,2361 Maycke, Auck, Yeck, Fetse en Obbe Sinnes, bakker te Bolsward.

2. Meycke Auckedr, van Hegener Indijk, overl. Dedgum 1641, tr. 1. gerecht Wonseradeel 21 mei 1615 Douue Obis, haar stief broer, geb. Parrega 1589, huisman te Dedgum, zoon van Obbe Douues en Jick Feddedr; tr. 2. 1631 Tiaerdt Riencx Baerd, huisman op Dedgum stem 5, zoon van Rienck Sybes Baerdt en Auck Bualda.2362

In 16312363 wordt te Dedgum de nalatenschap beschreven van Douue Obes op

verzoek van zijn weduwe Meicke Auckedr, hertrouwd met Tiaerdt Rienx Baard,

en in presentie van oudoom Wlcke Feddes (51531.1), grootmoeder Jel Sinnedr en

de ooms Sibren Obes te Parrega, Liuue Tierx en Tierck Epes. Van hen worden

Wlcke en Tierck voogden over de kinderen Jick, 13, Aucke, in zijn 8ste, en Hin,

in haar 3de. Onder de inbreng van Douue o.a. 20 pm in hun sate te Dedgum,

van Meicke 10 pm, terwijl beiden ¼ van 26 pm te Parrega en ¼ van 3 pm min 3

eins te Angterp ingebracht hadden.

In 16412364 komt Sytte Johannes te Oudega, man van Jick Douuedr, 23 jaar, mede

vanwege haar zuster Hincke, in haar 13de, tot een akkoord met Tierdt Rienx

Baerda op Jisgama staten te Dedgum, mede vanwege zijn kinderen Rienck, 8,

Douwe, 4 en Aucke, ½, bij Meycke Auckedr.

51552 Meycke Sinnedr, tr. voor 1594 Agge Sybolts Poelstra, dorprechter en ontvanger van Finkum, op Poelstrasate, overl. 1614/16, weduwnaar van Hid Auckedr, zoon van Sybolt Seerps en Jantyen Lykles.2365

In 15912366 wordt op Poelstrasate de nalatenschap beschreven van Rieurd Andries

Sickama; weduwe Hidtke Auckedr is hertrouwd met Agge Sybolts.

In 15922367 wordt te Finkum de nalatenschap beschreven van Hid Auckedr, weduwe

van Rieurd Andriesz Sickama en vrouw van Agge Syboltz, boer op Poelstrasate te

Finkum. De inbreng van Agge bedroeg 248 goudg. plus enig vee met nog de 29 carg.

die Sytse Syboltsz aan Hid had overhandigd. De weeskinderen komt 600 goudg. toe

van vadersgoed en 200 van moedersgoed, Agge zet het bedrijf voort.

In 16042368 Jurgen Pibes contra Agge Syboltsz Poelstra, dorprechter en ontvanger

van Finkum.

In 16142369 is Agge Sybolts nog belender op het Stienser oudland, in 16162370 procedeert

weduwe Meycke tegen genoemde Jurgen Pibes.

In 16192371 eisen enkele kleinkinderen van Jantgen Lykles dat Sytse en Seerp Sibolts,

Sibren Jelles als man van Habel Siboltsdr, Pier Cyercx als man van Eelck Siboltsdr

en Sibolt Agges en Meycke Sinnes, weduwe van Agge Sibolts Poelstra, vanwege Epe

Agges de inventaris overleggen van de nalatenschap van hun grootmoeder.

In 16242372 wordt op verzoek van Tyerck Epesz te Allingawier als voogd over Epe

Agges Poelstra en op aangifte van de meerderjarige Sybolt Agges Poelstra de

nalatenschap beschreven van Agge Sybolts Poelstra en Meycke Sinnedr te Finkum.

Zoon Sybolt had van moeder Meycke 10½ pm in en huizing van de kloostersate van

45½ pm te Finkum waar hij boer was gekocht voor 6100 goudg. Overige vastgoed:

drie sates te Finkum van 39½, 38½ en 28 pm en 13 pm te Allingawier, gebruikt door

Tyerck Epes.

Uit dit huwelijk:1. Sybolt Agges Poelstra, geb. voor 1594, te Finkum, bijzitter van

Leeuwarderadeel, overl. 1658, begr. Hallum, tr. voor 1620 Gerlts Tiepckedr Hillama, weduwe van Jan Johaens, dochter van Tiepke Syurdtz Hillama en Tyets Andries (Minnema).Kinderen: Jantie, Agge, Myecke en Tietske.

2. Ype Agges Poelstra, geb. circa 1609, overl. 26 mei 1671, begr. Finkum,2373 tr. 1. gerecht Leeuwarderadeel 14 april 1632 Atke Haenties, overl. 1630/9, begr. Finkum, dochter van Haentie Harings; tr. 2. gerecht Leeuwarderadeel 18 juni 1640 Bauck Sybes Andringa, geb. circa 1616, overl. 28 maart 1679,2374 begr. Finkum.Kinderen bij Atke:2375 Agge; bij Bauck: Attie, Lysbeth en Meycke.2376

51611 Yegh Hayttiedr, overl. na 1587, tr. (rond 1575) Tyerne Sibles, te Heeg, overl. (Idsega) 1607, zoon van Sibble Jettyez te Idsega en Jouck Tyernedr; hij hertr. Heeg 15 febr. 1596 Tiaal Jansdr, overl. Sneek 1630.2377

In 15802378 Syurdt Jellez te Sneek contra Fetthie Tiernez vanwege zijn zuster Jouck,

Sybe’ (lees Sible) weduwe. In 15862379 Tyebbe Siblez, mede als volmacht van de verdere

erfgenamen van Sible Jettiez en aldus voor 8/9 erfgenaam van Fettie Tyernez, contra

Ysbrant Wytiez.

In 15872380 treedt Tyerne Sibles vanwege zijn vrouw op als crediteur van Andries

Agges en Sierck Feyckedr.

In 15922381 Rienick Frericxz vanwege zijn vrouw Trijn Sibledr en Wybe Gabbes

vanwege Foockel Sibledr contra Jettye Sibles, mede vanwege de verdere erfgenamen

van Fettye Tiernes en van Sible Jettyez en Jouck Tiernedr, om scheiding van de

nalatenschappen van Fettye, Sible en Jouck.

Op 20 juni 1598 gaat Tierne Siblesz de huur aan van 19 pm van Jelle Riemersz (5163) in een

sate te Heeg; in 1610 is Tiaerdt Pieckes huurder.

In 16012382 is Tzerne Siblez boer op een sate van 13 f l. te Heeg, Rincke Rinckez op een

van 10¾ f l. en Holle Andries gebruikt daar dan land van 1¼ f l.

In 16042383 Tierne Syblesz contra Wybe Adgers en Jetse Sybles als voogden over de

kinderen van Hisse Sybles over betaling van 25 goudg.

In 16042384 overleggen Here Gabbez en Tierne Siblez een rekening van hun voogdij

over de kinderen van Wybe Gabbez en Foekel Sibledr op verzoek van Foekel Sibledr

en oom Jetse Sibles.

In 16072385 zal op verzoek van Tiall Jansdr, weduwe van Tierne Sibblez, te Idsega haar

mans nalatenschap worden beschreven en gescheiden. Jelle Riemersz te Oosthem

wordt aangesteld tot voogd over Hin Tiernedr bij diens eerste vrouw Yegh Hayttiedr

en Jettie Sibblez te Goënga over diens kinderen bij Tiall.


In 1607 of ’082386 wordt de nalatenschap van Tierne beschreven op aangeven van

weduwe Tyal. Er zijn vorderingen uit 1599 van 80 goudg. op Here Sibles en uit 1606

van 80 goudg. op Holle Andries en Ints Tiernedr. Een scheiding wordt beschreven

van Tierne Sibles met Jelle en Homme Riemersz in kwaliteit, op de achterzijde

kwiteren Rincke Rinckesz en Jelts (lees Ints) Tiernedr. Tierne had landen geërfd. In

16072387 wordt boelgoed gehouden ten huize van Tial; onder de kopers met name Tial

Tiernes en Holle Andries te Workum en ook Hen Tiernesdr.

Kinderen van Yegh en Tyerne:1. Ints Tzernes, overl. Hommerts 1614, tr. 1. Heeg 8 aug. 1596 Rincke

Rinckes, van Idsega, te Heeg 1602,2388 overl. 1603/05; tr. 2. voor 1606 Holle Andries, te Heeg 1602,2389 Workum 1607, Hommerts 1614, weduwnaar van Jel Jacobs, zoon van Andries Hollez te Idsega en Siouck Andriesdr.2390

In 16052391 overlegt grootvader Tierne Sibblez een rekening van zijn voogdij

over de kinderen van wijlen Rincke Rinckes bij Ints Tiernedr. Voor 199 goudg.

had hij landen van de kinderen verkocht, de af koop van de sate van Uulcke

Solckema had 487 goudg. opgebracht.

In 16142392 wordt te Hommerts de nalatenschap gescheiden van Intzs Tiernedr

door Gatze Laesz en Tiaerd Renkes als voogden over haar kinderen Rincke

en Ygh bij Rencke Renckes en weduwnaar Holle Andriesz als vader van hun

twee kinderenen tevens vader van dochter Ancke uit zijn eerste huwelijk met

Jel Jacobs. Intzs had 87 goudg. geërfd van haar ooms Jetze en Fedde Sibles.

2. Hinke Tzernes, geb. na 1582, te Heeg, tr. (attestatie van Heeg 29 nov. 1608) Tiaerd Pieckesz, huisman te Heeg, zoon van Piecke Tyaerdtsz te Goingarijp en Rinck Hayedr. Tiaerd hertr. Sondel 1616 Jets Andries.In 1610 is Tiaerd Pieckes gebruiker van een sate te Heeg, waarin Jelle Riemers (5163)

19 pm bezit.

In 16182393 is Tiaerd Pieckesz te Heeg 908 goudg. schuldig aan Riemer, Hoytte

en Tiaerd Jelles, Eelcke Jelles te Wolsum en Rincke Hoyttez te Tjerkwerd als

voogd over Hen Jelledr als gevolg van de koop van 16½ pm in zijn sate. Het

grootste deel van de 19 pm van hun ouders.

In 16212394 treedt Tyaert Piekes op als voogd over de kinderen van zijn broer

Eepe Piekes bij Anke Seropsdr.

In 16292395 tekenen Tierd Pieckesz te Heeg en Jets Andriesdr, hij mede vanwege

zijn kinderen bij Hin Tiernedr, voor ontvangst van 2200 goudg. van Douue

Taeckes voor 2/3 en Ipcke Elings voor 1/3; Johan Martens Gravius te Loënga

stelt zich borg.

In 16302396 Tyaert Pieckes te Heeg contra Douwe Taeckes (24112.1). Tyaert had

Douwe een sate met huizing van 88 pm verkocht voor 57 goudg. per pondemaat.

Na meting bleek de sate slechts ruim 72 pm groot te zijn; Douwe was derhalve

4141 goudg. verschuldigd waarvan hij slechts 2200 goudg. had voldaan. De

dochter van Tyaert, vrouw van Foecke Johannes, bezat 4 pm over hoog en laag

in de sate terwijl Tyaert hierin van Rintke Rintkes en Jigh Rintkedr, vrouw

van Foppe Tietes, 2 pm had gekocht die nog geleverd zullen worden. Douwe

betoogt dat hem de 4 pm van Tyaerts dochter en de 2 pm van diens nicht

niet waren geleverd terwijl hij, Douwe, 2 pm in de sate had gekocht van de

bijzitter Hoitema zodat Tyaert hem slechts 64 pm had geleverd. Tyaerts eis (van

betaling) wordt niet toegewezen.

In 16322397 verkopen Aesse en Meinte Pieckisz te Goingarijp, mede vanwege hun

broer Tiaerd Pieckis, aan ds. Poppius Bootsma en vrouw 61 pm in de door

Meinte gebruikte sate te Goingarijp van 87½ pm.

51621 Riemer Hoytesz, geb. voor 1569, van Indijk, tr. Woudsend 12 nov. 1615 Uylck Jansdr, van Woudsend. In 16162398 heeft Riemer Hoeytes te Indijk een vordering van 7 carg. op het sterf huis

van Bauck Lasedr te Woudsend.

Uit dit huwelijk (voor zover bekend):1. Hoyte Riemers, te Stavoren, tr. aldaar 14 maart 1647 Sieuw Jacobsdr.

In 16482399 heeft Hoyte Riemers te Stavoren een tegoed van 497½ goudg. op

het sterf huis van Rincke Hoytes (51544) van diens curatele; in 16552400 nog een

tegoed van 500 goudg. op het sterf huis van diens zoon Hoyte Rinckes.

Uit dit huwelijk gedoopt te Stavoren: Uylck (1648) tr. aldaar 1667 Jacob Jeurjans en twee keer een Riemer (1649 en 1654), de laatste tr. aldaar 1680 Rinck Anskes.

51622 Tzalingh Hoytes, geb. voor 1569, huisman te Oosthem 1593, Spannum 1595, Hidaard 1607, daar overl. 1615, tr. circa 1593 Atke Ulbedr, overl. Hidaard 1630/35, dochter van Ulbe Buwes te Spannum. Zij hertr. gerecht Hennaarderadeel 7 aug. 1616 Dirck Saeckes, boer op Altena zate te Hidaard.2401

In 15932402 verlaat Tzaling Hoytez de huur van de sate te Oosthem van Jacop Aggez

aldaar mits deze hem het voorschot op de huizing voldoet.

In 15952403 wordt (te Spannum) de nalatenschap van Wlbe Buwes beschreven. Dochter

Ath Wlbedr en Tzallingh Hoytes nemen konform diens testament voor 1600 goudg.

zijn bedrijf over.

In 16072404 is Tyallingh Hoytes gebruiker van 57½ pm oud-kloosterlanden te

Hidaard.

In 16082405 kopen Hoyte Hoytez en Jouck Ulbedr te Arum 1/5 van 12 pm te Kubaard van

Atke Ulbedr, vrouw van Tzalingh Hoytez, te Hidaard voor 70 goudg. per pondemaat.

In 16152406 is te Hidaard Tzalingh Hoytez overleden. Rincke Hoytez te Tjerkwerd

wordt aangesteld tot voogd over de kinderen Rennert, in zijn 22ste, Trijn, 18de, Ulbe,

15de, Auck, 13de, en Wabel, in haar 9de, bij diens weduwe Atke Ulbedr die wordt

bijgestaan door Juw Thyerckz te Wommels. Overeengekomen wordt dat ieder van de

kinderen 300 goudg. uitgekeerd zal krijgen van vadersgoed. In de marge tekenen in


1630 Trijn Tzalinghsdr, vrouw van Jelle Jans, en Wabel Tzalinghsdr, vrouw van Anne

Jans, voor ontvangst van hun vadersdeel uit handen van hun moeder en stiefvader

Dirck Saeckes.

Uit dit huwelijk:1. Rinnert Tjallings, geb. circa 1594, te Nijland, tr. Trijn Symensdr,

dochter van Symen Taekes en Antye Pytters te Hidaard;2407 beiden zijn overl. na 1643.

2. Trijn Tjallings, geb. circa 1598, overl. (Hidaard) 1663, tr. voor 1630 Jelle Jans, in 1640 gebruiker van stem 15 van Hidaard.In 16632408 wordt Sicke Feickes aangesteld tot voogd over de drie kinderen

van wijlen Jan Jelles bij Sibbel Sickes om tot scheiding te komen van de

nalatenschap van Jelle Jans en Trijntie Tzalings.

3. Ulbe Tjallings, tr. Eelck Douwes, volgt 11221.6.4. Auck Tjallingsdr, geb. circa 1603, tot diens dood in 1655 dienstmeid

bij haar neef Hoyte Rinckes (51544.2).5. Wabel Tjallings, geb. circa 1607, van Hidaard, tr. gerecht

Hennaarderadeel 28 april 1625 Anne Jansz, van IJlst.

51631 Richt Jelledr, overl. na 1625, tr. voor 1591 Tjalling Tiercksz, boer te Dray onder Heeg, bijzitter van Wymbritseradeel, overl. 1616, zoon van Tierck Tjallings te Abbega en N. Ulbedr.2409

Yn 1594 en ’952410 lenen Tzalingh Tierckz en Ricxt Jelledr te Dray onder Heeg twee

keer 100 goudg. van Watze Johannes en Wabbel Gossedr te Wommels.

In 1601, 1606/07 en ’112411 is Tiallingh Tiercx boer op de sate toe Dray van het

Hemelumer klooster, groot 90 pm (stemnr. 35, f l.nr. 58 van Heeg).

In 16112412 zijn Tzalingh Tiercxz, mederechter van Wymbritseradeel, en Ricxt Jelledr

tot Dray 100 goudg. schuldig aan Tiaerdt Jeltez en Rincke Hoytez als voogden over de

jongste kinderen van Jelle Reemersz. Jaars daarop2413 lenen zij 100 goudg. van Sipcke

en Marten Cornelis.

In 16162414 wordt de nalatenschap beschreven van Tzalingh Tyercx; Richst Jelledr is

diens weduwe, Riemer Jellez, Hylcke Tyercx en Wlbe Tzalingsz treden op als voogden

over de jongste kinderen. Het boelgoed bracht 995 goudg. op, de ontruiming van de

sate 4353 goudg. De oudste drie kinderen hadden bij huwelijk 276 goudg. meegekregen

en dat was iets te veel. De akte wordt mede ondertekend door Gerryt Auckes, Watse

Symens en Wlbe Tallings. In 16172415 overleggen Riemer Jellez en Hylcke Tyercks een

rekening van hun voogdij over de jongste drie kinderen van Tzyallingh Tziercxz,

bijzitter van Wymbritseradeel, ten overstaan van de moeder Ricxt Jelledr, broer

Wlbe Tziallinghsz en zwager Waetze Simons. In 16252416 nogmaals een rekening,

nu door Riemer en door Gats Douwedr, weduwe van Hylcke Tiercx Heringa. Lisck is

meerderjarig en getrouwd met Jan Tiamkes, Doytse wordt bijgestaan door moeder

Rixt en zwager Gerryt Auckes.

Uit dit huwelijk:

1. Wlbe Tzyallings, geb. voor 1591, overl. voor 1635, tr. Grytie Oenedr.2. Tiaerdtke Tzyallingsdr, overl. na 1650, tr. voor 1610 Gerrit Auckes

(Wieringa), te Oosthem, zoon van Aucke Pieckez aldaar.2417

In 1608/092418 is Gerrit Auckes gebruiker van een sate te Oosthem.

In 16102419 hebben Gerryt Auckez en Tyaercke Tzallingsdr te Oosthem,

Tyaercke nog minderjarig en bijgestaan door haar vader Tialing Tiercksz, de

huur van landen overgenomen van Jelmer Feckez; daardoor zijn zij 100 goudg.

verschuldigd aan landheer Cornelis Douuez en Wylck Lolledr te Tjalhuizum.

In 16362420 is Tiaerdtke Tziallingsdr, weduwe van Gerryt Auckes, te Oosthem

100 goudg. schuldig aan Jelle Dircksz, lakenkoper en oud-burgemeester te

IJlst, wegens gehaald laken en, vanwege haar zoon Seerp Gerryts, 125 carg. aan

Pier Riencxz te IJlst.

In 16432421 wordt te Oosthem de nalatenschap gescheiden van Gerryt Auckes

door weduwe Tiaerdtie Tiallinghsdr, de volwassen zonen Seerp en Sybren

Gerrytsz Wieringa en Gosse Riemers als voogd over de jongste kinderen

Aucke, Jouck en Rixt Gerryts.

In 16502422 verkoopt Tierdtie Tiallinghsdr, weduwe van Gerryt Auckes, te

Oosthem met haar kinderen de ‘huysinge, hoybergh ende watermeulen c.a.’

met ontruiming van de sate van 40 pm van (o.a.) de erven van dhr. Nijs aan Epe

Taeckles en Ulck Jouckedr te Nijland voor 1425 goudg. Aucke Gerryts Wiringa

stelt zijn merk.

3. Gels Tiallingsdr, tr. voor 1614 Watse Symensz, te Hommerts, overl. na 1637.In 16142423 lenen Watse Symensz en Gels Tiallingsdr te Hommerts 100 goudg.

van Eelcke Douuesz te Boornzwaag.

In 16172424 Hoyte Tietes Hoytema te Hommerts contra Watse Symens aldaar,

bijgestaan door zijn broer Hotse Symens, inzake gebruik van landen.

In 16372425 Jeldu Watsedr, bijgestaan door haar vader Watse Simons, contra

Gerardus Cleybeckerus, predikant te Oosthem.

4. Hoyte Tjallings Heringa, herbergier te IJlst, tr. (procl. Sneek 5 april 1623) Royts Annedr, dochter van Anne Symensz en Romck Hoytes te Goënga.In 16152426 verkoopt Anne Symensz te Goënga voor zich en vanwege zijn dochter

Royts bij Romck Hoytes 8 pm onder de klokslag van Sneek aan Wiger Joris

aldaar voor 54 goudg. per pondemaat.

In 16252427 verkoopt Hoyte Tzalinghz, burger en herbergier te IJlst, een

praamke aan Seerp Wlckez, smid te Heeg, en Syuke voor 38 goudg.

In 16382428 hebben Hoyte Tiallings Heringa, burger en gemeensman te IJlst, en

Royts Annedr een vordering op Sentke Eelckes te Rien.

5. Lisck Tjallingsdr, geb. voor 1600, tr. voor 1625 Jan Tiamckes.6. Doytse Tjallings Heeringa, geb. na 1600, overl. voor 1635, tr. Hylck

Jansdr.


Over de jaren 1620 t/m ’222429 ontvangt Doitse Tiallings Heeringa, scholier te

Franeker, in totaal 90 goudg. pensie.

7. Tierck Tzyallings, overl. in Oostindië 1635.In 16352430 scheiden Seerp Gerryts te IJlst vanwege zijn moeder Tierdtie

Tziallings, Grytie Oenedr, weduwe van Wulbe Tzyallings, vanwege haar dochter

Trijntie Wulbedr, Hoyte Tziallings, Jan Tiamckis vanwege zijn vrouw Lysck

Tzyallingsdr en Hylck Jans, weduwe van Doytse Tzyallings, als moeder van

Tzyalling en Jan Doytsesz, mede vanwege Watse Symens vanwege zijn vrouw

Gels Tzyallingsdr de nalatenschap van hun broer en oom Tierck Tzyallings,

in Oostyndien overleden. Gosse Riemers verklaart vanwege het sterf huis van

Riemer Jelles dat die volgens slot van rekening van 1633 nog 351 goudg. schuldig

was van zijn voogdij over de overledene. Er was enig landbezit in de sate van

Tierdtie Tzyallings.

51632 Riemer Jellesz, dorprechter van Oosthem 1616, overl. 1635, tr. 1. rond 1605 N.N.; tr. 2. voor 1627 Ydt Mircksdr, overl. na 1669, dochter van Mirck Riemersz te Oosthem en Trijn Baesdr. Zij hertrouwt Sybolt Montsis, overl. 1669.In 16242431 vervangt Riemer Jellesz, dorprechter van Oosthem, de overleden Abbe

Tietes als voogd van vaderskant over de kinderen van Sytse Jetzesz.

In 16262432 leent Riemer Jellesz, dorprechter te Oosthem, 200 goudg. van Johan

Sytses Sickema.

In 16272433 lenen Riemer Jellez, dorprechter en ontvanger van Oosthem, en Jed Mercksdr

200 goudg. van dr. Harmannus Phelten, advocaat te Sneek, en Elske Gysbertsdr.

In 16282434 zijn Riemer Jellesz, dorprechter te Oosthem, en Yd Mircksdr 200 carg.

schuldig aan Hoyte Wybesz, dorprechter van Folsgare, als voogd over de kinderen

van Eelcke Symens.

In 16292435 is Riemer Jelles 260 goudg. schuldig gebleven bij Johan Martens Gravius

en Berber Hoitema.

In 16322436 lenen Riemer Jelles, dorprechter te Oosthem, en vrouw 225 carg. van

Willem Wybes, ontvanger aldaar, en Tiets Siboltsdr.

In 16382437 maakt Jid Mirckxdr als moeder van Webel, Mirck en Jelle Riemers bij

Riemer Jelles, bijgestaan door haar broer Riemer Mirckx, een nadere scheiding

sedert 1632 met Gosse Riemers, mede vanwege zijn zuster Fou, die al geruime tijd

meerderjarig is. Oom Reyn Wybesz en haar broer Gosse overleggen een rekening van

hun administratie waarvoor Fou kwiteert. In 1640 (marge) nogmaals kwitering door

Jypke Clases in het Workumerveld, man van Fou.

In 16692438 Mirk Riemers vanwege zijn moeder Jid Mirks en Gosse Riemers contra

de erfgenamen van Sybolt Montsis te Oosthem. Geaccordeerd wordt dat Jid Mirksdr

de sterf huisgoederen behoudt en dat de erven van Sybolt met 1175 goudg. worden

uitgekocht.

Uit het eerste huwelijk:

1. Gosse Riemers, te Oosthem, in 1640 gebruiker van stem 18, dorprechter 1645,2439 tr. 1. (derde procl. gerecht Franekeradeel 31 jan. 1633) Jansen Wiegers, van Tzum, dochter van Wigger Hylckez en Rinck Harmensdr;2440 tr. 2. 1664 Yts Jenties.In 16642441 wordt te Oosthem de nalatenschap beschreven van Jansen Wiegers.

Haentie Tiepkes Buma wordt aangesteld tot voogd over de zoon Harmen, in

zijn 21ste, bij Gosse Riemers. Samen met Riemer en Jelle Gosses en Webbel

Gosses, vrouw van Pibe Claes, maakt hij een scheiding met weduwnaar Gosse

Riemers die hertrouwd is met Yts Jenties. Er is een schuld van 900 goudg. aan

de weeskinderen van Tiebbe Tieerts en een vordering van 700 goudg. op de

heer van Ameland die van hen 5½ pm had gekocht.

Wanneer in 16922442 Harmen Gosses overleden is, erven diens neven en nichten;

uit het tweede huwelijk: Atje Gossedr, tr. voor 1690 Ruurd Tietes, huisman te

Oosthem, Heeg.2443

2. Fouw Riemersdr, geb. circa 1613, tr. 1640 Ypcke Claesesz, te Workumerveld.

Uit het tweede huwelijk:3. Waebel Riemersdr, tr. voor 1644 Tiebbe Tiaerdtsz, koopman te

Heeg, overl. 1661; hij hertr. Waeb Rinckesdr.In 16612444 worden Claes Ruierdts en Gosse en Mirck Riemers aangesteld tot

voogden over Piecke, in haar 17de, Imck, in haar 14de, en Riemer, 11, kinderen

van koopman Tibbe Tieerdts te Heeg en Ibbel Riemers, beiden overleden.

Daarop volgt inventarisatie en scheiding met de weduwe Waeb Rinckesdr.

In 16692445 volgen twee rekeningen. Peerke Tiebbes is dan vrouw van Ide

Sybrens, Imk Tiebbes van Gerben Gerbens (huisman te Firdgum).

4. Mirck Riemersz.5. Jelle Riemersz.

51633 Tiaerdt Jellesz, geb. Oosthem circa 1594, overl. Workum 1644, tr. Tiets Montsedr, dochter van Montze Poppes en Jel Syboltsdr te Heeg, Idsega.2446

In 16442447 worden oom Sybolt Monses te Heeg en neef Gosse Riemers aangesteld

tot voogden over Leuck, 15, dochter van Tiaerdt Jelles en Tiedts Monses onder de

klokslag van Workum, beiden overleden.

In 16452448 overleggen Gosse Rimersz te Oosthem en Sybolt Monses te Heeg een

rekening van hun voogdij over de kinderen van Tyeerd Jelles ten behoeve van Jelle

Tyeerdts, Gerck Ockes als man van Gats Tyeerdtsdr en hun minderjarige broers en

zusters. Het boelgoed had in 1645 2488 goudg. opgebracht.

Uit dit huwelijk: 1. Jelle Tyeerdts.2. Gats Tiaerdtsdr, tr. Gercke Ockesz, te Workum.

Gats is in 1669 een van de erfgenamen van Sybolt Montsis (zie 51632).

3. Leeuwk Tiaerdtsdr, geb. circa 1629.


51634 Hin Jelledr, geb. Oosthem na 1593, tr. (derde procl. gerecht Wonseradeel 2 maart 1622) Sybolt Tiaerts, schuitmaker te IJlst, zoon van Tyaerdt Claesz en Yda Syboltsdr.2449

Bij huwelijk woonde Hin bij haar neef en voogd Rincke Hoytes (51544) te Baburen.

In 16232450 zijn Sybolt Tiaerts en Hin Jelledr te IJlst 100 goudg. schuldig aan Hoite

Wybes Foeckema en Taeco Joannis als voogden over de kinderen van Eelcke Sinnes;

Riemer Jelles stelt zich borg.

In het sterf huis van Sybbe Sybbes te IJlst van 16672451 berustten enkele scheepsbrieven

op Sybolt Tieerds aldaar van 1640 en ’44.

Uit dit huwelijk:1. Jelle Sybolts, te IJlst, overl. voor 1674, tr. aldaar 11 jan. 1655 Hylck

Symens,2452 lidmate IJlst 1656, 1707, dochter van Symen Feckes, houtkoper te IJlst,a en Eeuwk.b Zij hertr. IJlst 4 maart 1676 Pals Tiamckes.

2. Tieerdt Sybots, te IJlst, tr. (att. van IJlst 10 febr. 1661) Ytske Doerdts, van IJlst.Dochter Hennemoer wordt in 1662 te IJlst gedoopt.

51641 Hen Hommedr, overl. voor 1600, tr. circa 1592 Tyaerdt Sydses, te Westhem 1603, overl. 1613 (neef van Tiaerdtke Tiaertsdr 5163).2453 Hij hertr. voor 1603 Hid Bottedr, dochter van Botte Jaensz en Jets Auckedr te Westhem.2454

In 16002455 verzoekt Homme Riemerz als oldevader van de kinderen van wijlen Hen

Hommedr inventarisatie van de nagelaten goederen die Hen in echte heeft bezeten

met Tyaerdt Sydtsz.

In 16032456 zijn Lyuwe Sydsis en Hin Wabbisdr te Oudega 150 goudg. schuldig aan

Tyaerdt Sydsesz en Hid Bottedr te Westhem.

In 16132457 wordt te Westhem de nalatenschap beschreven van Tiaerdt Sydses. Reyn

Pietersz en Hoyte Hommez maken als voogden over Harmen en Lisck Tiaerdts bij

zijn eerste vrouw Hin Hommedr een scheiding met diens weduwe Hid Bottedr en

haar zes kinderen bij Tiaerdt.

In 16132458 bekent Hed Botte Jaensdr, weduwe van Tiaerdt Sydses, te Westhem

dat haar vader Botte Jaensz 139 goudg. schuldig was aan Greolt Siercx, burger en

koopman te Bolsward.

In 16132459 leent Hid Botedr, weduwe van Tiaerdt Sydses, te Westhem, 400 goudg. van

Taecke Ipkesz te Idsega (24112).

In 16142460 overlegt Bauck Hommedr, weduwe van Reyn Pietersz en bijgestaan door

haar zwager Wabbe Fongers, een rekening van de voogdij over de twee kinderen van

Tiaerd Sydses bij zijn eerste vrouw ten overstaan van medevoogd Hoyte Hommez. De

a IDA 73 41; WYM 44 165; met dank aan Sicco van Albada.

b Hylck, Auck, Royts en Anne Symens te IJlst hadden allen een dochter Eeuwk.

kinderen komt 636 goudg. toe.

In 16152461 overlegt Hoyte Hommez te Oudega een rekening van zijn voogdij over

Harmen, 22, en Lisck Tyaerdts, over de 19 jaar en bijgestaan door haar oom Taecke

Ipckez te Idsega, de oudste twee kinderen van Tyaerdt Sydtsz.

In 16172462 maakt Hid Bottedr, weduwe van Thiaert Sydtsz en hertrouwd met Dirck Jansz

te Offingawier, een scheiding met Taecke Ipckez als voogd over haar zes voorkinderen.

Uit dit huwelijk:1. Harmen Tyaerdts, geb. circa 1593.2. Lisck Tyaerdts, geb. circa 1596, tr. Jan Claessen.

In 1647 horen Hermen Tiaerdts en de vrouw van Jan Claessen onder de erfgenamen van

Reyntien Sydses (24112.3).

51642 Aet Hommedr, overl. na 1643, tr. Wabbe Fongersz, huisman te Oudega, overl. 1637/1640, zoon van Fonger Fongerz en Goyts Nannedr.In 1640 is Aet Wabes eigenaar en gebruiker van Oudega stem 3.

Zie voor hen en hun nageslacht: Buwa Wabbaz in GJb 1999 21, 38.Dochter Hinmoer Wabedr tr. Jentje Sioerdts, te Oudega.2463

51643 Hoyte Hommez, huisman te Oudega, tr. Dirckien Fongersdr, in 1640 als ‘Dirtsen Hoytes’ eigenaar/gebruiker van stem 6, dochter van Fonger Fongerz te Oudegaband en Goyts Nannedr. In 16052464 protesteren de administrateurs van de geestelijke goederen te Oudega

tegen de huuropzegging door o.a. Hoyte Hommesz.

Uit dit huwelijk: 1. Hinmoer Hoytedr, tr. voor 1636 Poppe Tades, in 1640 boer op stem

14 van Oudega, overl. na 1664, zoon van Tade Siuerts (32112.5).In 16532465 lenen Poppe Tades en Hinmoer Hoitedr te Oudega 100 goudg. van

Jencke Sjoerdts en Hinmoer Wabedr aldaar.

In 16642466 lenen Symen Freercks, mr. schoenmaker te Balk, en vrouw 300

goudg. van Hidde Epes en Lysbeth Bauckes te Tjerkwerd; schoonvader Poppe

Taedes te Oudega stelt zich borg.

In 16782467 verkopen Sioerdt Jelles, ontvanger te Oudega, en Hylcke Upkis te

Idsega als voogden over Hendrickjen, dochter van Symen Freerx en Grets

Poppis, in tijden te Balk, om de door hen nagelaten schulden te kunnen betalen

haar 1/6 deel van de door Hoyte Rinties gebruikte sate te Oudega van 80 pm.

2. Fonger Hoytedr. Zie voor haar en haar nageslacht: Buwa Wabbaz in GJb 1999 38.

51644 Hotse Hommes, gebruiker van stem 21 van Idsega 1640, ontvanger 1645,2468 tr. Richt Claeses, overl. Idsega 1670; zij tr. 2. 1659 Jetse Wytses aldaar, zoon van Wytse Jetsez te Goëngamieden en Trijn Heertsdr.2469

In 1627 en ‘282470 leent Hotze Hommes te Idsega 100 goudg. van Meye Meyez, burger


van Workum, en van Sybren Poppes en Gats Siboltsdr te Heeg.

In 16432471 is oudoom Hotse Hommesz voogd over de kinderen van wijlen Houck

Wabedr bij Aucke Martens; present is hun grootmoeder Aet Hommedr.

In 16592472 wordt te Idsega de nalatenschap beschreven van Hotse Hommes op verzoek

van Jentie Sioerts en Fedde Bouwes, voogden over de kinderen Jets, Lisbet en Reiner

(lees Riemer) Hotses. De weduwe Richt Claeses is hertrouwd met Jetse Wytses.

In 16652473 zullen Jan Wybrens als vader van zijn kinderen bij Trijntie Jetsis en Gerryt

Sipkis te Tjerkgaast vanwege zijn vrouw Wyts Jetsedr als erfgenamen van Jetse Wytsis

aan diens weduwe Richt Claesis de 130 goudg. uitbetalen die zij bij huwelijk had

ingebracht. In 1670 verdelen Feyke Rienks te Woudsend en Claas Everts te Idsega, de

mannen van Jets en Lysbeth Hotsisdrs, mede voor de minderjarige Riemer Hotsis,

de nalatenschap, groot 600 goudg., van hun moeder Richt Clasedr. Riemer Hotses

kwiteert in 1680 voor ontvangst van zijn deel.

Uit dit huwelijk:1. Jets Hotses, tr. voor 1670 Feyke Rienks, geb. circa 1640,

grootschipper te Woudsend, overl. na 1694,2474 zoon van Rienck Feyckes, turfpontschipper te Woudsend, en Idt Iddes.2475

2. Lysbeth Hotses, overl. 1683, tr. 1. circa 1663 Claas Everts, te Idsega; tr. 2. rond 1680 Sybren Ulbes Pettinga, in 1698 gebruiker van stem 15 van Oudega.2476

In 16832477 wordt de nalatenschap beschreven van Lysbet Hotses, weduwe van

Claas Everts, vrouw van Sybren Ulbes Pettinga. Jouke Oeges te Oudega wordt

aangesteld tot voogd over haar kinderen Hotze, 19, Marijke, 16, Evert, 12, en

Homme, 5, Clases. Lysbet had o.a. 1/3 van 7 goudg. geërfd van haar tante Ydt

Clases.

3. Riemer Hotses, geb. voor 1655.

51711 Uylck Doedes, als weduwe overl. voor of in 1628, tr. 1. voor 1588 Enne Wytses Metsma, soldaat in de Oldeboornster Schans,2478 landeigenaar te Oldeboorn en Akkrum, huisman te Hommerts, zoon van Wittie Sipckes en Eets Renckedr;2479 tr. 2. voor 1609 Popcke Reynersz, te Oldeboorn, broer van Wlcke en Eede Reyners.Enne koopt in 1598 1/3 van de huizing van Metsmastate te Oldeboorn van zijn zuster

Fed Wytzedr.2480

In 1606 wordt Enne Keympisz Ennema te Sneek bij ja en neen aangesteld tot voogd

over het kind van Ulck Doededr bij wijlen Inne Wyttiesz tot aan de scheiding van

vadersgoed.2481

Op allerheiligen 1610 wordt de nalatenschap beschreven van Enne Wyttiesz, weduwe

Wlck Doededr is hertrouwd met Popcke Reynersz. Beschreven wordt de aankoop

in 1588 van 1/3 deel van bezit te Oldeboorn van zijn zuster Wyts Wytsedr, vrouw

van Gysbert van Loo. Na af loop wordt Enne Keimpesz Ennema van zijn voogdij

ontslagen. Later dat jaar en in 1614 overlegt stiefvader Popcke Reynersz te Oldeboorn

rekeningen van zijn voogdij over Syts, vrouw van Engle Siurdtsz te Hommerts,

Doed, vrouw van Pieter Aedesz, Wytse en de innocente Jetze Ennez.2482 Bloedverwant

Johan Martensz Gravius, ontvanger van Wymbritseradeel, (51734) staat de kinderen

bij. Voor 1614 is het vastgoed te Oldeboorn en Akkrum verkocht; er waren kosten

gemaakt met procedures voor het Hof tegen grietman Jelle van Andringa en tegen

de weeskinderen van Fed Wythiedr.

In 16252483 lenen Popcke en Uuylck te Oldeboorn 100 goudg. van Uuylck Lolledr,

weduwe van Cornelis Douwes, te Sneek. Engle Sioerts te Hommerts stelt zich borg.

In 16282484 eist Wlcke Reiners, ‘mr. metseler’ te Sneek, van Wytse Innis, Engele Sioerts

als man van Sietske Innisdr en als voogd van Jetske (sic) Innis, mede vanwege Doed

Innedr, vrouw van Pieter Eedes, als erfgenamen van Wlck Doededr ¼ aandeel van

de opbrengst van 24 goudg. uit het boelgoed van wijlen Popke Reiners dat door Wlck

was gebeurd. Popke Reiners was naast Wlcke voogd geweest over de weeskinderen

van Eede Reiners.

Uit dit huwelijk:1. Syts Ennedr Metsma, tr. in of voor 1610 Engle Sioerts, in 1640

eigenaar en gebruiker van stem 33 van Hommerts, zoon van Siurdt Aennes aldaar.2485

2. Doed Ennedr, tr. 1. in of voor 1610 Pieter Eedes; tr. 2. voor 1639 Oege Jouckes, boer op stem 32 van Westermeer.In 16392486 verkopen Sytske Innedr, vrouw van Engle Siuerts, te Hommerts

voor 2/3 en Doedke Innedr te Joure, vrouw van Oege Jouckes, voor 1/3 de hen

aanbeërfde 3½ pm te Jutrijp aan Antie Breutrixz te Hommerts voor 35 goudg.

In 16542487 maakt Doedtie Ennedr, weduwe van Oege Jouckes, bijgestaan door

Ede Jelles Schoten, oud-secretaris van Utingeradeel, een scheiding met diens

kinderen Alijt Oegedr, vrouw van Totte Sytthies, Jan Oeges en Sytske Oegedr,

bijgestaan door haar oom Noolcke Jouckes. Doedtie wordt uitgekocht met 120

goudg. en de helft van de inboedel.

3. Wytse Innes Metsma, geb. 1595, biersteker te Dokkum, overl. 19 april 1634, begr. Oldeboorn,2488 tr. 1. (derde procl. gerecht Opsterland 19 dec. 1616) Auck Sytedr, van Langezwaag, begr. Oldeboorn,2489 dochter van Sytie Sebrants en Siouck Feytedr;2490 tr. 2. voor 1625 Catharina (Trijntje) Hanses Bruynsma, geb. Ypecolsga rond 1595,2491 overl. na 1637, dochter van Hans Hansen Bruynsma en Hylck Tyepkedr.Zij lenen in 1626 500 goudg. met als onderpand 13 pm land te Ypecolsga.2492 In

1633 verkoopt Catrina aan haar broer Pals Hanses Bruinsma land, aanbeërfd

van hun ouders.2493 In 16322494 verklaren Wytse Ennes Metsma en Catharina

Hansedr Bruinsma te Dokkum dat zij 10.818 carg. schuldig zijn aan Maria

Flaems, weduwe van Cornelis van Meeckeren, brouwer te Haarlem, voor

geleverd bier, de rente is 4%.

In 1635 wordt Hans Hansz Bruynsma te Bolsward aangesteld tot voogd over


Antie Wytzes Metzma, in haar 18de jaar, bijgestaan door aangetrouwde oom

Engle Syoerdts te Hommerts, om te handelen met Luytien Roeleffs die haar

vaders sate bewoont inzake vrijlating van de sate met recht ofte vrientschappe.2495

Uit het eerste huwelijk: Antie Metsma, geb. rond 1617, tr. 1. stadhuis Harlingen 5 april 1635 Jarich Liuwes Siersma; tr. 2. stadhuis Dokkum 31 dec. 1649 Jan van Hijcken, koopman en burger te Leeuwarden.

4. Jetze Ennez, innocent, overl. tussen 1628 en ’39.

51721 Ricxt Hoytema,a tr. Tiepcke Epema, overl. 1590/91, zoon van Hette Tyepckes Epema en Fedt Iges Harinxma.2496

Schoonvader Hette was een broer van Wlcke Tiepckes Ipma (5131); vermoedelijk bewoonden zij

Epemastaate te Pietersbierum.

In 15902497 Anna Baucke weduwe te Bolsward contra Tiepke Epema; jaars daarop

contra mr. Hoyte Hoytema namens zijn kleinkind bij wijlen Tiepke Epema.

In 1592 en ’942498 mr. Hoyte Hoytema te Bolsward, grootvader van het weeskind van

Tiepcke Epema en Ricxt Hoytema.

Uit dit huwelijk:1. Hette (Hector) van Oenama, op Epemastaate te Pietersbierum tot

1616, dan te Franeker, na zijn huwelijk te Witmarsum, overl. 22 sept. 1632, begr. Witmarsum,2499 tr. stadhuis Leeuwarden 8 febr. 1623 Frouck van Scheltema, overl. 19 dec. 1631, begr. Witmarsum, verm. dochter van Syds van Scheltema en Tziemk Aylua te Bornwird.2500

Hector Oenema staat als administrateur van de geestelijke goederen vermeld

op de kerkklok van Pietersbierum van 1614.2501 In 16152502 koopt hij daar nog

een rente maar intussen had hij zoveel schulden gemaakt (bij kapitein Martens

Jansen, waaronder 152 daalders wegens koop van een ‘grauw hinxt met saell

ende toom’) dat het onderpand, Epemastaate, in de verkoop moest waarbij

Hector naar Franeker vertrok.2503

In 16172504 kopen Dominicus Meylama, secretaris van Barradeel, en Abegael de

Blocq te Harlingen huissteed, hiem en hornleger ‘met de geheele grachten’ van

Epema staaten met zo’n 10½ pm zaadland van Hector van Oenema te Franeker


In 16232505 kopen Marten Jansz, ‘capitein’, en Syuwcke Jorritsdr Bockema te

Tzum 1/3 van de sate ‘opper Miede’ groot 70 pm te Kubaard waarvan zij en jr.

Feye van Aylua 1/3 bezitten van jr. Hector van Oenema te Witmarsum voor 91


51722 Auck Hoytema, overl. Sneek rond 1615, tr. Juw van Andringa, geb. na 1550, adelman van hopman Camminga, balling 1580, later te Loënga, overl. voor 1596, zoon van dr. Haringh Andringa en Catarina

a Volgens Josias Rispens: Reynsck.

van Oenema. Zie voor hen: Andringa nr. 511.Uit dit huwelijk:1. Catharina van Andringa, ongehuwd overl. Sneek tussen 21 en 30

maart 1625.2. Auck van Andringa, testeert 19 sept. 1624, overl. Sneek datzelfde

jaar, tr. Koudum 22 april 1621 Fedde van Epema, overl. voor 1626, zoon van Hessel van Epema.2506

Zij woonden aan het Groot Kerkhof in een huis dat af komstig was van grootvader Hoyte

Hoytema. Universeel erfgenaam van Catharina en Auck wordt Feddes broer Lolle van

Epema.

51723 Tialck Hoytema, overl 7 febr. 1639, begr. Witmarsum,2507 tr. 1. (derde procl. Bolsward 22 nov. 1609) Tiaerd Aelua de jonge, overl. 11 nov. 1614, begr. Sneek, zoon van Tiaerd Aelua en Sybrich Goslinga;2508 tr. 2. stadhuis Sneek 18 febr. 1620 Hector van Hobbema, dijkgraaf 1653, overl. 1 mei 1667, begr. Witmarsum,2509 zoon van Jelle Greuds Hobbema en Christina van Albada (23412).In 16262510 koopt jfr. Parck van Roorda, ‘op’t slot van Rodenburch’ bij Franeker in

totaal 20 pm fenland te Witmarsum van jfr. Tyalck van Hoytema, vrouw van Hector

van Hobbema, te Sneek.

In 1640 is onder stem 11 van Witmarsum Hector van Hobbema, dijkgraaf van

Wonseradeels Zuiderzeedijken, met zijn zoon wegens ‘sijn sloth ende saete’

gerechtigd tot twee stemmen.

Uit het tweede huwelijk:1. Hoyta (Horacius) van Hobbema, geb. circa 1621, student te Franeker

1642, overl. 8 mei 1690, begr. Witmarsum,2511 tr. (derde procl. gerecht Leeuwarderadeel 26 mei 1648) Catharina van Rinia, van Huizum, geb. circa 1631, overl. 28 sept. 1652, begr. Witmarsum,2512 dochter van Haye van Rinia en Beatrix Lyeuckema.2513

In 16632514 koopt jr. Horatius van Hobbema als vader van zijn kinderen

bij wijlen jfr. Catharina van Ringie 1/6 van een sate van 41 pm te Huizum

(waar haar broer Hayo van Ringie recht van ‘reed ende drifte’ geniet) van jfr.

Hester van Ringie, vrouw van jr. Wilhelmus van Ursle, voor 166 goudg. per

pondemaat.

51731 Eede Tietes Hoytema, geb. voor 1570, kerkvoogd te Bozum 1593, 1610,2515 rond 1600 enkele jaren te Hommerts, overl. voor 1631, tr. 1. voor 15982516 Tyetscke Wpckedr Cnossens, overl. voor 1609,2517 dochter van Wpcke Aenes en Mints Thomasdr;2518 tr. 2. voor 1615 Rientien Foeckes, overl. Bozum kort voor 2 jan. 1639.In 15982519 koopt Eede Tietes Hoytema te Hommerts circa 3 pm in de sate van


Peter Jansz te Bozum van Salues Goytiens te Ferwerd voor 100 goudg. In 16022520

kopen Eede Tietez en Tziets Wpkedr 16 pm te Bozum in de sate ‘inde Bonghard’,

gebruikt door Peter Jansz, van de erfgenamen van Jouck Hayedr voor 30 goudg. per

pondemaat. In 16042521 is Eede Tietez belender te Bozum.

In 1620 en 16222522 stelt Ede Tietes Hoytema – katholiek huisman te Bozum – zich

samen met de predikant en een kerkvoogd aldaar garant voor het armenfonds.

In 16352523 Rienckien Ede’ weduwe te Bozum contra Sytse Popckes vanwege zijn kind

bij wijlen Barber Hoitema.

In 16392524 wordt te Bozum de nalatenschap beschreven van Rienck Iedes, weduwe

van Ide Hoytema. De huizing met 60 pm land te Bozum is eigen. Dochter Tziets was

in 1631 16 jaar en al gauw daarop getrouwd zodat zij toen niet meer ten laste van haar

moeder viel. De erfgenamen zijn in 1640 eigenaars van stem 10 aldaar. In 1650 wordt

een vordering uit 1642 van 300 goudg. op hun kinderen geregistreerd.2525

In 16502526 verkopen Trijntie Ededr Hoytema, vrouw van Taecke Lourens, te

Oosterwierum, Inse Lourens te Lions vanwege zijn kind bij Antie Edes Hoytema,

Foecke en Broer Edes Hoytema te Bozum, Homme Edes Hoytema te Oosterwierum

en Poppe Piers te Abbega vanwege zijn kinderen bij Tiets Edes Hoytema, erfgenamen

van Ede Tyetes Hoytema, bij decreet een ‘heerlycke huysinge’ c.a. en zaete van 60

pm te Bozum, gebruikt door medeverkoper Foecke, uitgezonderd de legerstede en

stenen bezuiden de kerk. Met zijn bod van 159 goudg. per pondemaat wordt prof.

Arnoldus Verhell koper.

Uit het eerste huwelijk:2527

1. Berber Ydedr Hoitema, tr. circa 1620 Sytse Popckes Agerla, boer te Wirdum 1616, sinds 1635 te Rauwerd, overl. na 1646, weduwnaar van Atke Oenedr (Wyaerda),2528 zoon van Popcke Ates, boer op Tiaerderabuyren te Wirdum, en Aet Ydedr.2529

In 16352530 koopt Sytse Popckes te Wirdum een sate te Rauwerd van 50 pm van

Agge Joannes en Tietske Goslicxdr voor 235 goudg. per pondemaat.

2. Tiete Iedes Hoytema, geb. voor 1603, boer op stem 19 van Winsum, overl. na 1656, tr. circa 1631 Antie Annes, overl. voor 1653, dochter van Anne Alberts en Gyelke Huytesdr te Baard.a

In 1628 verkoopt hij met zijn broer Upcke krapaan 5 pm land in Klein Knossens

aan hun oom Thomas Wpckes Cnossens,2531 in 1647 is hij mede-verkoper van

percelen van 6, 7 en 3 pm in Groot Knossens.2532

3. Upke Eedes Hoitema, geb. voor 1603, te Aegum, Woudsend, overl. kort voor 23 sept. 1639, tr. 1. voor 1623 Syds Aetedr, dochter van Aete Popckes en Fis Romberts;2533 tr. 2. voor 1634 Grets Idsedr, geb. Ypecolsga circa 1602, later koopvrouw te Sloten, daar overl. 30 jan. 1667, weduwe van Otte Ottez, dochter van Ids Edez en Goyts Reitzedr.2534 Grets tr. 3.

a BAA 41 74v; blijkens een zerk te Baard is op 20 dec. 1613 Gyelke Huytes overleden, 27

jaar, vrouw van Anne Alberts, notitie van D.J. van der Meer uit 1992.

Douwe Folckerts, overl. voor 1649, en tr. 4. (derde procl. Sloten 26 okt. 1662) Pyter Rinses, van Deersum, overl. Sloten 8 dec. 1662.In 16252535 is Wpke Hoytema volmacht van Aegum.

In 16292536 wordt te Aegum boelgoed gehouden bij Upcke Edes Hoytema, mede

vanwege zijn kinderen bij Sytske Atedr.

In 16342537 lenen Upcke Hoytama en Graets Idsedr te Woudsend 200 goudg. van

Siuw Oenema, weduwe van Homme van Hoytema.

In 1634 en ’362538 kopen Wpcke Edes Hoytema en Gats (Griet) Idsedr te Woudsend

hoekjes land in Feite-, Hinxte- en groote Hongerschaer in Doniawerstal.

In 1638 wordt geïnventariseerd ten huize van Grets Idsedr te Woudsend, weduwe

van Otto Ottes en inmiddels hertrouwd met Wpke Iddis (hij tekent Hooytema).

In 1639 en 1647 scheiding van de boedel tussen de voorkinderen en de weduwe

van Wpke.2539 In 1639 is Grets Idsedr, weduwe van Upcke Edes Hoitema, een van

de erfgenamen van haar half broer Ede Idses, te Grouw overleden.2540

In 16502541 zijn Grets Idsedr, laatst weduwe van Douwe Folckerts, en Otte Ottesz

3625 carg. schuldig aan Marten Pyttersen Hagenaer, koopman te Amsterdam,

wegens geleverde wollen lakens. Tot onderpand stellen zij hun sate te Ypecolsga

van circa 100 pm, een huis te Woudsend en de helft van het door hen bewoonde

huis te Sloten.

In 16602542 verkopen Thomas en Ede Hoytema, Gooyts Vpkedr, vrouw van Jan

Nannes,2543 te Sloten en Gredts Idses, moeder van Gooyts, tevens als erfgenamen

van hun broer en zoon Ids Vpkes, 5 pm in de ‘Bongha-yr’ te Bozum.

Uit het tweede huwelijk:4. Tietscke Ededr Hoitema, geb. ca. 1615, overl. voor 1650, tr. (kort na)

1631 Poppe Piers, te Idsega, Oosterlittens, Abbega 1650, Huins 1652, Workum 1653,2544 verm. zoon van Pyer Poppes en Habel Thijsdr op stem 3 van Abbega.In 16372545 lenen Poppe Piersz en Tiets Ededr te Idsega 100 goudg. van Nanne

Tierxz en Hiske Ulbedr te Bozum; twee maand later leent Habel Tysedr,

weduwe van Pier Poppez, te Abbega een zelfde bedrag van Nanne en Hiske,

Gatse Piers onder de klokslag van Sneek ondertekent de akte mede.

In 16562546 worden de ooms Foecke Edes Hoytema te Spannum en Broer Edes

Hoytema te Bozum aangesteld tot voogden over Ede, circa 17, Riencke, circa

14, en Popck, in haar 12de, kinderen van Poppe Piers en Tiets Edes Hoytema.

5. Trijntie Ededr, tr. voor 16342547 Taco Lourens, papist, boer op stem 12 van Oosterwierum.

6. Antie Iddes, overl. voor 1650, tr. voor 16352548 Intse Louwerens, papist, boer op stem 3 van Lions. Hij hertr. gerecht Baarderadeel 13 okt. 1651 Eelck Jans.In 16402549 lenen Inse Lourens en Antie Ededr Hoytema te Lions 200 goudg.

van Tiette Edes en Antie ... te Winsum.

7. Foecke Edes Hoitema, te Bozum 1646, 1650, Spannum 1656, tr. kort


voor 14 mei 16452550 Trijntie Tietes Rispens, geb. circa 1623, dochter van Tiete Annes Rispens en Ancke Godtvriendts Hoytema (51324.4). Zij hertr. gerecht Hennaarderadeel 10 nov. 1658 Doede Hiddes, van Spannum.In 16592551 worden de ooms Broer en Homme Edes Hoytema aangesteld tot

voogden over Ede, 10 jaar, Rienctien, 7, en Jets, 2, de weeskinderen van wijlen

Foecke Edes bij Trijntie Tietes te Spannum.

8. Broer Edes Hoytema, geb. circa 1622, te Bozum, tr. gerecht Idaarderadeel 27 sept. 1647 Auck Simensdr, van Friens, overl. na 1686, dochter van Symen Alberts en Ulck Gerbens.2552

In 16792553 kopen de erven van Albert Symens te Friens 11 pm in hun sate van

Auk Symens te Bozum voor 1100 carg. In 16862554 verkoopt Auck Symons,

weduwe van Broer Ides, dan te Roordahuizum, nogmaals 10 pm 6 eins in die

sate voor 1000 goudg.

9. Homme Edes Hoytema, geb. circa 1625, in 1650 te Oosterwierum, tr. gerecht Baarderadeel 13 sept. 1652 Grietie Seerps, dochter van Seerp Wopkes en Syouck Yedr te Oosterwierum.2555

In 16682556 lenen Homme Ides te Weidum en Grietie Seerps 300 carg. van Pyter

Janssen en Symen Sytses.

In 16852557 heeft Grietie Hommes, weduwe van Homme Edes, te Oosterwierum

een huurachterstand van 328 carg. bij de erven van dhr. Tiallingh van Camstra;

gezien haar staat wordt haar 28 carg. daarvan kwijtgescholden.

51732 Janke Tietes Hoitema, geb. voor 1575, begr. te Tjerkwerd,2558 tr. Baucke Ebes / Obes Axma, overl. 18 okt. 1629, begr. Tjerkwerd,2559 zoon van Oebe Aedgerz aldaar.In 15782560 wordt Oebe Aedgerz te Tjerkwerd aangeslagen voor 2½ carg.

In 16312561 kopen Baucke, Hessel en Lieuwe Obbes Intema te Baburen 6 pm ‘de

Schadden’ te Tjerkwerd in een stuk van 8 pm van Jouck (sic) Tietedr Hoitema,

weduwe van Baucke Ebes Axma, voor 151 goudg. per pondemaat.

Uit dit huwelijk:1. Broer Bauckes, tr. 1. Bolsward 19 juli 1629 Suster Idses, dan te

Harlingen, dochter van Ids Tietes en Siu Gatzedr;2562 tr. 2. Bolsward 1 mei 1653 Aef Wopkes, van Bolsward; tr. 3. Bolsward 18 april 1656 Hiltje Harmens, weduwe van Lucas Jan Roelofs van Langen.In 1645 staan twee zwanemerken op zijn naam.2563

2. Setske Bauckes.

51733 Foppe Tietes Hoytema, geb. ca. 1575, te Offingawier, dorprechter van Loënga 1621,2564 bijzitter van Wymbritseradeel, overl. tussen 1630 en ’39, tr. 1. Fed Siouckedr, dochter van Sioucke Gerrolts, boer op Broersma saete te Sijbrandaburen, en Doutien Jarichs (ook 51735);2565 tr. 2. rond 1615

Bauck Siercxdr Broersma, overl. Loënga 1641, dochter van Sierck Sickez en Wobbel Jarichs, te Loënga en Sijbrandaburen (zuster van Sicke, 23414.2).In 16132566 lenen Jacob Jans en Elbrich Clasedr te Loënga 100 goudg. van Foppe Tietes

Hoytema en Fed Siouckedr aldaar.

In 16172567 koopt Foppe Tyetez Hoytema ruim 5 pm in Broersma saate te

Sijbrandaburen van notaris Obius Broersma te Sneek, zijn broer Hermanus en de

weeskinderen van Antke en Jets Broersma bij Wlbe Bernardi Eelkema resp. Tyaerd

Dyoerres. In de jaren 1626-’302568 kopen de bijzitter Foppe Tietes Hoytema en Bauck

Syrcxdr Broerzma te Offingawier landen te Sijbrandaburen in Heerma en Broerzma

sate.

In 16222569 lenen Aete Tyaerts Galtama en Anna Hoytyedr te Gauw 100 goudg. van

bijzitter Foppe Tietesz Hoitema en Bauck Siercxdr Broersma.

In 16272570 is Foppe Tietses Hoitema een van de crediteuren van Rein Annes (te Heeg).

In 16292571 eist Broer Bauckes dat Ige Meyes Algra nog voor de avond valt aan bijzitter

Foppe Tietes Hoitema het verschuldigde bedrag zal overdragen.

In 16392572 koopt jhr. Pyter van Eysinga 5 pm in Broersma zaete te Sijbrandaburen van

Bauck Syrcxdr, weduwe van Foppe Tietes Hoytema, bijzitter van Wymbritseradeel,

voor 600 goudg.

In 16412573 regelt oom Sicke Siercx te Goënga vanwege Tiete (meerderjarig), Fed,

Homme en Fopck een scheiding van de nalatenschap van hun moeder Bauck

Siercxdr, weduwe van de bijzitter Foppe Tietesz Hoytema te Loënga. Er volgen

weesrekeningen in 1642 (Fed dan getrouwd met Jaytse Takes), 1643 (Fed dan overleden)

en, door Sickes erven, in 1645 in bijzijn van broer Gerloff Foppes en zwagers Hessel

Reyns en Meynert Ates die dan de voogdij op zich nemen.

Uit het eerste huwelijk:1. Gerlof Foppes Hoitema, boer op stem 15 van Boksum, daar overl.

1669, tr. 1. Sneek 21 okt. 1637 Syts Bockes, overl. voor 1659, dochter van Bocke Reiners, boer op stem 29 van Jorwerd, en Botke Pyters;2574 tr. 2. 1662 Tytie Ates Wolckama, ged. Britsum 12 aug. 1627, dochter van Ate Taeckes en Auck Clasedr.2575

In 16622576 wordt te Boksum de nalatenschap beschreven van Syts Bockes; Jan

Jansen aldaar wordt voogd over Reiner, in zijn 14de, en Sioucke, in zijn 12de,

haar kinderen bij Gerlof Foppes die wordt bijgestaan door zijn zwager Teecke

Aetes Wolckema. De zonen Foppe en Pyter waren na hun moeder overleden,

er wordt een scheiding gemaakt met dochter Fettie Gerloffs, vrouw van Ede

Tietes.

In 16692577 wordt neef van moederskant Tiete Hessels te Loënga aangesteld tot

voogd over Sioucke, in zijn 19de, zoon van Gerloff Foppes Hoitema, die op 19

mei 1669 testament maakte, en Sytske Bockes te Boksum. Vervolgens maken

in 16702578 Fedtie Gerloffs Hoytema, vrouw van Iede Tiettes, te Sijbrandaburen

(51731.2) en Sioucke Gerloffs Hoytema die venia aetatis had verkregen een


scheiding van de nalatenschap van Gerloff Foppes Hoytema met Homme

Foppes Hoytema te Hindeloopen en Hans Dirx te Gauw als voogden over Foppe

Gerloffs Hoytema. Ook zoon Reyner bij Syts is nu overleden. Sioucke koopt

voor 2683 carg. de anderen uit het bedrijf te Boksum; Tettie Ates had 5 pm te

Britsum ingebracht. In 16712579 vervangt zwager Yde Tietes te Sijbrandaburen

de eerdere voogden over Foppe, in zijn 8ste, zoon van Gerlof Foppes Hoitema

bij Tytie Ates Wolckama en in 16752580 wordt half broer Sjouke Gerlofs Hoitema

te Boksum diens voogd.

2. Aat Foppes, overl. voor 1680, tr. Hessel Reyns, huisman te Loënga en Sijbrandaburen op Broersmasate, overl. Sijbrandaburen1669, waarschijnlijk zoon van Reyn Wybrenz en Lolck Auckedr te Offingawier.2581

In 16(?)72582 lenen Hessel Reinsz en Aet Foppedr 700 goudg. van Meinert Aatisz

en Antie Foppedr.

In 16692583 wordt te Sijbrandaburen de boedel beschreven van wijlen Hessel

Reins en Aet Foppes op verzoek van Sioucke Hessels te Terzool, Tiete Hessels

te Loënga, Foppe Hessels te Sijbrandaburen en van Ate Tieerts en Arien Ariens

als voogden over de weeskinderen van Rein Hessels. Vastgoed: een sate te

Sijbrandaburen van 50 pm. Bij decreet van het Hof van Friesland was in 1627

door de bijzitter Foppe Tietes Hoitema 1/8 sate aldaar gekocht.

Op 29 sept. 1675 en 4 okt. 1676 wordt oom Tyte Hessels Broersma, dorprechter

en ontvanger van Loënga, voogd over de kinderen van Sioucke Hessels die in

16752584 te Terzool was overleden.

In 16802585 decretale verkoping van ¼ sate te Heeg van 107 pm door de

weeskinderen van Siouke Hessels, die van Rein Hessels, Foppe Reins te

Deersum en minderjarigen c.s. als erfgenamen van Tiete Hessels, dorprechter

en ontvanger te Loënga, die erfgenaam was van zijn zoon Hobbe Tietes, voor

¼ erfgenaam van zijn moeder Fettie Hoitema (51735.3); koper wordt Sioucke

Gerloffs te Wirdum.

3. Antie Foppedr, overl. kort voor 1673, tr. voor 1645 Meinert Ates Galtema, boer op stem 12 van Gauw, overl. Loënga 22 jan. 1659 (statie Roodhuis), zoon van Aete Tiaertsz Galtema en Anna Hotzedr.2586

In 16222587 lenen Aete Tyaerts Galtama en Anna Hoytyedr te Gauw 100 goudg.

van bijzitter Foppe Tietesz Hoitema en Bauck Siercxdr Broersma.

In 16632588 lenen Jacob Jacobs en Aeffcke Willemsdr te Scharnegoutum 100

goudg. van Antie Meinerts, weduwe van Meinert Aetis, te Gauw.

In 16732589 wordt op verzoek van naaste bloedverwant Homme Hoitema te

Hindeloopen neef Ate Tieerds Galtema aangesteld tot voogd over Meinert, in

zijn 11de, Pyttrick, in haar 9de, en Fettie, in haar 5de, kinderen van wijlen Ate

Meinerts te Scharnegoutum bij Hiltie Pyters die hertrouwd is met Albert Jans.

Vastgoed: 36 pm te Goingarijp (van de vader) en 3 pm en de helft van 16 pm te

Gauw. Van de kort tevoren overleden grootmoeder is voor 2000 goudg. aan

vorderingen in huis.

Uit het tweede huwelijk:4. Tiete Foppes Hoytema, geb. circa 1616, burger van Sneek 18 mei

1648, tr. 1. voor 1642 Yd Allertsdr, dochter van Allert Wybes, te Tjalhuizum;2590 tr. 2. (procl. Bolsward 1646) Antie Taeckes; zonen Foppe ged. 1648, ’51. In 16482591 kopen Tiete Foppes Hoytema en Antie Sakledr (sic) huis, hof en

plaats ‘op de Campen’ te Bolsward van Gerardus Hobbema, mr. potgieter te

Sneek, voor 150 goudg.

In 16502592 Bintze Epes, brouwer te Bolsward, contra Tiete Foppes Hoytema en

Antie Taeckedr te Sneek.

5. Fettie Foppes, kinderloos overl. 1643, tr. (att. van Joure 15 juni 1642) Jaytse Takes, ged. Heeg 1618, zoon van Take Tiammesz en Popk Hayesdr.2593 Jaytse tr. 2. voor 1646 Marij Gatsesdr en tr. 3. Heeg 13 nov. 1659 Goyts Lourensdr.2594

6. Homme Foppes Hoytema, geb. na 1620, doet belijdenis Leeuwarden 25 febr. 1649, burger van Hindeloopen 1662, daar overl. medio 1673, tr. in (of voor) 1658 Foockel Pytters, daar overl. 1684.2595

Het boek Afdeelinge van de zee-dycken, den contributie van Wymbritseradeel, en de

bybehoorende steden uit 1672 staat op Hommes naam; ook publiceerde hij in het

Hylpers.2596

Homme deed in 1673 vanwege zijn zoon Foppe, ged. Hindeloopen 29 juli 1665, een

beroep op het Douwe Tietemaleen waarbij onder de ‘bewijsstukken’ de Memorie van

Hoytema werd overgelegd. Foppe genoot de pensie tot 1686.2597

In 16612598 wordt Homme Hoytema, met een hoogste bod van 175 carg., koper

van Rincke Ruwarts huis ‘aende Oor egh’ te Hindeloopen; in 16662599 lenen

Homme Foppes Hoytema en Fookel Pieters aldaar 400 carg. van Sybrand

Pieters en Ann Pyttersdr met dat huis als onderpand.

In de inventaris van 16752600 van Tyerck Pytters te Lemmer een contract of

liquidatie met Homme Hoytema waarbij Tyerck nog 80 goudg. toekomt.a

In 16722601 kopen Homme Foppes Hoitema en Fookel Pietersdr 4 pm land, in

1677 verkoopt zij als weduwe een huis ‘op d’ oude weyde’. In 16782602 kopen

Wybe Idskes en Riemcke Allerts ‘seeckere somerhuis’ te Hindeloopen van

Foockeltje Pietersdr, weduwe van Homme Hoytama, mede vanwege haar zoon

voor 60 carg. Nicht Douw Salings, vrouw van Saling Jans, legt het niaar.

In 16772603 huurt Foockel Pieters Hoytema 13 pm weideland in het nieuwland.

In 16842604 wordt te Hindeloopen het sterf huis bezegeld en beschreven van

Foockeltje Pieters, weduwe van Homme Foppes Hoitama, op verzoek van Pieter

Salinghs en Reintjen Allerts als voogden over de minderjarige zoon Foppius

Hoitama. Door de magistraat van Leeuwarden was een collatie verleend op ‘een

a Met dank aan Anne Hielke Lemstra.


vrij leen van dr. Douwe Tietama’; voorts een zilveren beker met HFH FP 1658.

7. Fopck Foppes, geb. na 1620, overl. na 1673, tr. Hans Dircx, ontvanger en dorprechter te Gauw, overl. 1683, zoon van Dirck Hanses, boer te Gauw, en Jel Holckedr; hij hertr. Ybel Eesges.In 16832605 wordt de nalatenschap beschreven van Hans Dircx, ontvanger en

dorprechter van Gauw. Erfgenamen zijn Dirk Hanses, Bauck Hanses, vrouw

van Gerben Scheltes te Gauw, en (ds. Ernestus Gladhair als voogd over) Foppe,

21, Holcke, 15, en Jeltie, 10, bij Fopk Foppesdr, weduwe is Ybel Eesges. Gladhair

overlegt in 1684 een weesrekening.2606

51734 Berber Tietes Hoytema, geb. circa 1577, overl. Sneek tussen 12 en 22 nov. 1650, tr. Johan Martens Gravius, ontvanger van Wymbritseradeel, overl. voor 1638, zoon van Marten Jans (5145).In 1596 wordt Jan Martens Gravius, geboortig van Grouw, burger van Leeuwarden.

Jan Martens Gravius treedt met ingang van 16052607 op als ontvanger van

Wymbritseradeel.

In 1613 zijn Jan Martens Gravius en Barbara ‘Hoytes’ lidmaten te Sneek.

In de jaren 1615-’252608 lenen Johan en Berber bij elkaar zo’n 7.500 goudg. van

streekgenoten, in 1624 wordt mede getekend door zoon Regnerus.

Zijn positie maakte Johan Martens Gravius niet bepaald populair. In mei 1626:2609

Tot Zneek is ’t huys van Jan Martens Gravius, Ontfanger van Wimbritzeradeel, en te Bolswert

‘t huys van Herema uytgeplondert van ’t gespuys en berooft.

Int mits van Nov. 1630 wasser in Wymbritseradeel tusschen den heeren Gravius, mede

gedeputeerde staet van Frieslandt, ende d’ingesetenen groete moeite ende questie om

d’ontfang, alsoe dat die heeren Gedeputeerden ende die heeren van den Hoeve die provisie

wilden ter executie stellen met soldaeten, eenige ingesetenen ende dorpen haer daertegens

setteden; ende drye vyer soldaeten doetsloegen ende veel wedersijts gequest worden, doch

eyntlijcken door tusschenspreeken van den heeren raetsheeren Sande ende Saeckema die saecke

gecomponeert.2610

Berber Hoytema bezit in 1640 een groot aantal stemmende sates: Heeg 15, Hommerts

9, Indijk 5, Oppenhuizen 25, Oudega 5, Uitwellingerga 16 en Woudsend 3; voorts

aandelen in Goënga 24, Jutrijp 12 en 13, Nijland 42 en Smallebrugge 5.

In 16492611 heeft weduwe Barbera te Sneek 100 carg. te vorderen van Grets Idses

(51731.3), laatst weduwe van Douwe Folkerts.

Op 22 nov. 16502612 wordt Lambertus van Dalen, weeshuisvoogd te Leeuwarden,

aangesteld tot voogd over Tiete Gravius, zoon van dr. Martinus Gravius (sic) en

Barbara Hoytema, beiden overleden, om moeders nalatenschap te scheiden met

diens broer Regnerus Gravius en zwagers dr. Arnoldus Verhel, Justinus Royer en

Jacobus van Marsum, de laatste als man van Antie Gravius en mede namens de

verdere erfgenamen.

Uit dit huwelijk:1. Tietie Gravius, schrijver, overl. na 1650, tr. Harlingen 14 juni 1623

Rixtie Bauckes, geb. circa 1593, dochter van Baucke Pybes en Rixt Bonnedr.2613

In 1625 en ’262614 laten Tiete Grauius en Rixtie Bauckes, burgers te Leeuwarden,

enkele schulden noteren, meest voor geleverde bieren en wijnen.

In 16282615 leent Titus Grauius, schrijver van een compagnie, 200 carg. van

Sibolt Birdes Buma, ontvanger van Wymbritseradeel; datzelfde jaar bekent

hij dat hij 800 carg. schuldig is aan zijn oom Hieronimus Martens Grauius,

‘tot mynen hoogen noodruft’ en onderhoud van zijn gezin, waarvoor hij zijn

schrijverstraktement tot onderpand stelt.

Op 21 sept. 1632 wordt Tite Gravius burger van Sneek.

In 16382616 worden Gysbert Aernts Gorp en Jetse Heyns te Sneek aangesteld

tot voogden over Tyte Gravius die om zijn ‘quade aeconomie en debouges’ te

Haarlem in bewaring wordt gehouden en diens kinderen Antie 14, Rixt 12,

Jan 9, Ede 7 en Joost 6 jaar om diens schulden te vereffenen en om scheiding

te maken met de overige erfgenamen van zijn vader Johan Martens Gravius,

ontvanger van Wymbritseradeel, en met zijn moeder Barbara Hoitema. In

16422617 wordt dr. Arnoldus Verhel, professor filosofie te Franeker, voogd.

Op 12 nov. 16502618 wordt dr. Henricus Neuhusius op verzoek van Barber van

Hoitema, weduwe van Jan Martens Gravius, vanwege diens nalatenschap

aangesteld tot curator t.b.v. Antie Tietes Gravius, vrouw van Pytter Tyssen, mr.

steenhouwer te Alkmaar, Rickstie Tietes Gravius, vrouw van Beernt Jansen,

zwaertveger naar Oostindië, en Joannes, Ede en Joost Tietes Gravius, allen ter

zee, kinderen van Tiete Jannes Gravius, innocent, bij Rickst Bauckes. Op 24 juli

1651 wordt de curatele van dr. Arnoldus Verhel beëindigd.

2. Marten Gravius, te Ysbrechtum, gedeputeerde staat van Friesland, mede raad van state in ’s Gravenhage 1636,2619 grietman van Het Bildt 1639, begr. Leeuwarden 5 juli 1644,2620 tr. 1. Leeuwarden 26 sept. 1621 Antie Anskama, dochter van Allert Fockes Anskema;2621 tr. 2. Leeuwarden 5 aug. 1625 Geeske Rijks van Os, begr. Leeuwarden 26 dec. 1650.2622

In 16282623 zijn dr. Martinus Gravius, monstercommissaris van het landschap,

en Geeske Rijx te Ysbrechtum 1600 carg. schuldig aan Gillis Nijs en Teuntie

Ketele; zij stellen de door hen bewoonde sate tot onderpand.

In 1640 is de heer Gravius eigenaar van stemmen 6, 13 en 21 van Ysbrechtum,

hij bewoont stem 21.

In 16422624 verhuren Martinus Gravius, grietman van Het Bildt, en Geeske van

Os Sanstra sate te Ysbrechtum (stem 13) aan Pytter Pytters en vrouw.

In 16442625 wordt zwager dr. Jacob van Marsum aangesteld tot voogd over

Joannes, in zijn 17de, Agnetha, 15de, en Barbara, 11de, kinderen van wijlen

Martinus Gravius, grietman van Het Bildt, bij diens weduwe Geeske Rijx van

Os; in 16502626 nogmaals, dan over Barbara Gravius, in haar 17de jaar.

3. Reyn / Regnerus Gravius, ged. Sneek 7 sept. 1600, te Loënga,


schrijver 1622, ontvanger der dijkage van Wymbritseradeel, tr. Leeuwarden 14 juni 1629 Bauckien Brouwerius.In 1622, ’26 en ’282627 is R. Gravius schrijver.

Reyn Gravius is in 1640 eigenaar en gebruiker van stem 2 van Loënga en

eigenaar van stem 14 van Heeg.

In 16482628 verhuren Regnerus Gravius, ontvanger der dijkage, en Bauckien

Brouwerius te Loënga een sate van 95 pm te Heeg aan Thomas en Sytske

Upckes Hoytema (51731.3); vier jaar later ontvangen zij daarop een voorschot

van 600 goudg.

In 16502629 lenen Rignerus, dan volmacht op de landdag van Friesland, en

Bauckien 800 carg. tot reparatie van hun helft van het huis op het Grootzand

dat zij het jaar daarvoor hadden gekocht. Daarnaast laten zij in de periode 1637-

’512630 voor nog ruim 5200 goudg. aan schulden noteren.

4. Trijntie Gravius, ged. Sneek 4 jan. 1604, tr. (att. van Leeuwarden 25 dec. 1636) Justinus Royer, advocaat bij het Hof, begr. Leeuwarden 13 juni 1651.2631

5. Rieme, ged. Sneek 28 juli 1605. 6. Riemcke Gravius, ged. Sneek 10 sept. 1606, overl. 4 okt. 1659, begr.

Franeker, tr. Sneek 25 dec. 1624 Arnold Verhel, geb. Amersfoort circa 1580, professor filosofie, overl. 16 febr. 1664, begr. Franeker,2632 zoon van Hendrik Verhel en Anna Groodvelt.2633

7. Gerleff, ged. Sneek 18 dec. 1607.8. Anke, ged. Sneek 17 april 1609.9. Anna Gravius, ged. Sneek 5 maart 1611, overl. (Ferwerd) na 1695, tr.

Leeuwarden 3 april 1642 dr. Jacobus van Marsum, advocaat voor het Hof van Friesland, overl. voor 1680. Jacobus werd student te Franeker 1633, hij doet op 9 febr., zij op 14 april 1643 belijdenis te Leeuwarden; zij arriveerde als weduwe in maart 1687 te Ferwerd.In 16802634 lenen Johan Hoffman en Johanna van Marsum 1500 carg. om haar

schuld aan Anna Gravius, weduwe van dr. Jacobus van Marsum, te voldoen.

51735 Hoyte Tietes Hoytema, geb. ca. 1581, kerkvoogd te Hommerts 1624,2635 overl. voor 1640, tr. Doedt Siouckedr Broersma (ook Hoytema), overl. (voor) 1668, dochter van Sioucke Gerrolts, boer op Broersma saete te Sijbrandaburen, en Doutien Jarichs (ook 51733).2636

In 1640 zijn Hoyte Tietes erven voor 2/3 (en Sybe Piers Mellema voor 1/3) eigenaar

van Woudsend stem 7. Doed Hoytes is dan boerin op stem 15 van Heeg, eigendom

van Berber Hoytema.

In 16432637 lenen Grets Idsedr, weduwe van Douwe Folckerts, te Ypecolsga en haar

zoon Otte Ottes 300 goudg. van Doed Siouckedr, weduwe van Hoyte van Hoytema,

te Heeg.

In de jaren 1646-’502638 leent Doed Syouckes Broersma als weduwe enkele keren forse

bedragen aan Gerloff Waltes en Wlck Aedgersdr te Heeg.

Uit dit huwelijk:1. Doutien Hoytesdr Hoitema, bij huwelijk van Heeg, tr. Sneek 19

april 1630 Marten Watses Aggema, van Langweer, geb. circa 1612, kerkvoogd te Heeg 1644,2639 daar overl. 1667, zoon van Watse Martens (41421.2) enHaebel Eelckedr.In 1640 is Marten Watses boer op stem 14 van Heeg, eigendom van Reyn Gravius.

Zij laten hun kinderen te Heeg dopen. Doutien komt met attestatie per 30

mei 1652 van Workum (terug) naar Heeg, Marten wordt daar op 19 aug. 1660

lidmaat.

In 16462640 zegt Marten Watses Aggema de huur op van de sate van de erven

van Eme Dircx.

In 16702641 worden de ooms Watse Watsis te Workum en Tiete Hessels,

ontvanger van Loënga, aangesteld tot voogden over Hoite, 21, en Fed, 20,

kinderen van Marten Watsis en Doutien Hoitesdr, beiden te Heeg overleden.

Verdere erfgenamen waren Geertsen Hisses en Sioerd Agis als voogden over

de drie kinderen van Eelke Eelkes en Antie Martens, Watse Martens, Aagh

Martensdr, vrouw van Geertsen Hisses, en Richt Martensdr, vrouw van Gerryt

Abis, te Hemelum. Vastgoed: ½ sate te Tjerkwerd van 24 pm; op 28 april 1668

maakten Fettie en Doutie Hoitema een scheiding van de goederen van Doed

Hoitema.

2. Tiete Hoytes Hoytema, kerkvoogd te Heeg 1640/41,2642 wordt burger van Sneek 3 febr. 1642, doet daar belijdenis 17 sept. 1643, burgerhopman en vaandrager, overl. Sneek tussen 29 juli en 5 aug. 1666, tr. Sneek 12 jan. 1642 Griettie Gerlacus, van Sneek, daar overl. tussen 29 juli en 5 aug. 1666, weduwe van kannegieter Frans Hendricx.Kinderen, gedoopt Sneek: Antie 1642 en Hoyte 1645, beiden jong overleden.

3. Fettie Hoites Hoytema, overl. Loënga 1671, tr. 1. gerecht Leeuwarderadeel 20 nov. 1641 Hobbe Simons, te Wirdum, weduwnaar van Wlck Aetes, zoon van Symen Martens en Grets Heredr;2643 tr. 2. gerecht Leeuwarderadeel 22 april 1657 Tiete Hessels Broersma, dorprechter en ontvanger van Loënga, overl. tussen 1676 en ’80, zoon van Hessel Reyns en Aet Foppes (51733.2).Op 22 april 16572644 worden de ooms Jan en Simen Simens aangesteld tot

voogden over Simen, Gretscke, Hoite en Sioucke, kinderen van wijlen Hobbe

Simens bij Fedtie Hoites Hoitema te Wirdum, hertrouwd met Tiete Hessels,

ontvanger en dorprechter te Loënga. Op 14 mei 1662 wordt Tiete Hessels voogd.

In 16712645 wordt Sioucke Hessels te Terzool aangesteld tot voogd over Sioucke,

17, en Hobbe, 9, kinderen van wijlen Fettje Hoytema, te Loënga overleden, bij

Hobbe Symens resp. Tiete Hessels. Uit het eerste huwelijk ook Symen Hobbes


en Gretske Hobbes Mellema (tr. 1674 Sioucke Gerlofs Hoytema, van Boksum).

Bij scheiding met haar zuster Doutjen Hoytes van hun moedersgoed in 1668

was Fettje een sate van 107 pm te Heeg toegevallen.

In 16752646 gaat Tiete Hessels, dorprechter en ontvanger van Loënga, de huur

aan van een sate van 54 pm, jaars daarop leent hij 200 carg. van Sybren Eelkes

en Bauk Jansdr te Sneek. In 1676 wordt oom Tyte Hessels Broersma voogd over

de kinderen van Sioucke Hessels te Terzool.

Tiete Hessels werd erfgenaam van zijn zoon Hobbe en bij zijn overlijden erfden zijn

neven en nichten (zie 51733.2).

4. Siouke Hoytes Hoytema, geb. Hommerts circa 1627, overl. 15 jan. 1649, begr. Heeg, tr. waarschijnlijk Sitke Epkesdr, geb. circa 1627, overl. 4 sept. 1656, begr. Heeg.2647

51741 Maria (Maycke) Broers Hoytema, overl. na 1642, tr. 1. stadhuis Sneek 9 maart 1604 doctor Hector Reen, student Franeker 1592, Leiden 1594, Orleans 1599, advocaat voor het Hof van Friesland, overl. 10 sept. 1612, begr. Goutum,2648 zoon van Lolcke Hettes van Rheen en Jelcke van Sytzama (4333); tr. 2. stadhuis Sneek 30 jan. 1619 joncker Hector Johan van Albada, geb. rond 1587, overl. 2 dec. 1640, zoon van Pieter van Albada en Sophia van Essen.2649

In 16192650 wordt te Sneek de nalatenschap beschreven en gescheiden van dr. Hector

Reen, advocaat voor het Hof van Friesland, op verzoek van weduwe Maeycke van

Hoeytema die hertrouwd is met sr. Hector van Albada. Advocaat Hector van Meinsma

wordt gedurende de scheiding voogd over de kinderen. Vastgoed: Hornstra sate te

Arum van 70 pm (af komstig van Jelcke van Sytzama)2651 en 32 pm te Oppenhuizen.

Na af loop neemt de stiefvader (hij tekent als Hector Johannes van Albada) de voogdij

op zich over Ambrosius, 13, Lolcke, 11, en Clara, 9, Reen.

In 16362652 kopen jr. Hector van Albada en jfr. Maria van Hoytema te Sneek 7½ pm in

Staperte zate te Wommels die zij als weduwe in 1641 weer verkoopt.

Hector Albada is in 1640 (goeddeels) eigenaar van stemmen 15 en 19 van Oppenhuizen,

21 en 27 van Idsega, 2 en 7 van Oosterzee, 18 van Arum, 11 en 22 van Poppingawier,

32 en 34 van Rauwerd en samen met Pytter Hania van stem 5 aldaar, voorts mede-

eigenaar van stem 19, Stapert, van Wommels.

In 16412653 verkoopt jfr. Maria van Hoytema, weduwe van Hector Johan van Albada,

bij decreet de helft van Albada staete en saete van ruim 46 pm met zwanejacht en

een sate van ruim 47 pm, beide te Poppingawier, en jaars daarop een sate te Rauwerd

van 45 pm.

In 1642 draagt jfr. Maria van Hoytema de voogdij van wijlen haar man over de kinderen van

Atke Lolckes Reen (43333) over op Joannes Rheen.

Uit het eerste huwelijk:1. Ambrosius, geb. circa 1606.2. Mijnheer Loduwijck (Lolcke) Reen, geb. circa 1608, student Leuven

1634.3. Clara (Claerke) van Reen, geb. circa 1610, geestelijke.2654

Uit het tweede huwelijk:4. Margriet van Albada, tr. 1. (derde procl. stadhuis Leeuwarden 6

sept. 1644) Egbertus Besuins, geb. op de Linde; tr. 2. (derde procl. stadhuis Leeuwarden 7 juni 1648) joncker Gerryt van Souteland tot Ruerdmonde, ged. Roermond 15 juni 1611, daar overl. 1688, weduwnaar van Catharina van Hooge, zoon van Egidius van Soutelandt, gouverneur van Geldern, en Elisabeth van Boegel. Zie verder: Mr. J. Belonje, Albada van Poppingawier, GJb 1971.

5. Hector van Albada, student Leuven 1637, geestelijcke, jezuïet.6. Piter van Albada, geestelijcke, karmeliet.7. Gatse van Albada, geb. Sneek, student Leuven 1647, geestelijcke,

minoriet.8. Idsard van Albada, student Leuven 1646, heer van Liessel, overl.

1665, tr. in Gelderlandt voor 1659 Maria Elisabeth van Zouteland, te Roermond, overl. 1675, dochter van Gerardus van Soutelandt en Catharina van Hooge (zie onder 4).Voor hen en hun nakomelingen: Mr. J. Belonje, Albada van Poppingawier, GJb 1971.

51751 Eelck Hoitema, overl. voor 1627, tr. voor 1607 Peter Joachims, dorprechter en ontvanger te Eesterga 1606, ’10.2655

In 16072656 Tyaerd Hoitema vanwege Peter Joachims, zijn zwager, en Eelck Hoitema

contra Douwe Saskers te Lekkum en Hil Petersdr.

Uit dit huwelijk, voor zover bekend:1. Alijt Pyters, van Eesterga, tr. aldaar 26 mei 1634 Sieurt Wybes, van

Eesterga, in 1640 gebruiker van stem 16 aldaar. Zij doet belijdenis 11 nov. 1636, hij 25 jan. 1646.In 1626 laat Alijt Pieters, dochter van Pieter Jochums, te Eesterga haar kind

Wob dopen. Deze (natuurlijke) dochter trouwt, als Wob Sioerts, in 1649 Here

Wybrens.

51761 Fopkien Hoytema, testeert 7 aug. 1674, overl. 1679, tr. stadhuis Sneek 6 febr. 1625 Hans (Joannes) Phelten, lakenkoper te Sneek, overl. voor 1654, zoon van Pieter Bonnes Phelten, biersteker, en Maycke Hans Pijls.2657

In 16202658 Pieter Bonnes vanwege zijn zoon Hans contra notaris Jacobus Zacharias

als voogd over Aeltie Jans, in haar 19de, te Tzummarum.

In 16542659 koopt Fopkien Hoytema, weduwe van Joannes Phelten, te Sneek 2 pm

greide te Midlum.

In 16552660 wordt op verzoek van Timen Jacobs Spange als erfgenaam van zijn zoon


Jacobus Spange bij wijlen Doetie Phelten de nalatenschap van diens grootvader

Hans Phelten gescheiden met grootmoeder Fopck Hoitema, tante Geertien en de

ooms Pieter (te Leuven) en Homme Phelten. Hans Phelten liet o.a. een sate van 63 pm

bij Groendijksterzijl na, aan Fopck behoorde 24½ pm te Idsega toe.

Op 7 aug. 16742661 maakt Fopk van Hoytema te Sneek, weduwe van lakenkoper

Johannes Phelten, redelijk gezond maar ‘een weinigh hardhorigh’, haar testament;

erfgenamen worden haar (kinds)kinderen. Zoon dr. Petrus Phelten krijgt de sate

van Doed Hoytema in Engwier, gebruikt door Jentje Abes, dochter Geertie de sate

te Oudega, gebruikt door Oege Melis, en Johannes en Tjamkjen, de kinderen van

wijlen haar zoon Homme Phelten, haar aandeel in de sate te Idsega.

In 16992662 wordt de nalatenschap van Fopk Hoytema, weduwe van Johannes Phelten,

die op 7 aug. 1674 testeerde en in 1679 overleden was, afgewikkeld door Anna Phelten

te Sneek, die door afstand van haar broer Johannes universeel erfgename werd

van haar ouders dr. Petrus Phelten en Barbara Schotanus a Sterringa, en Johannes

Phelten te Sneek. Beiden waren tevens erfgenamen van hun tante Geertje Phelten,

‘bejaarde dochter’. Het vastgoed, waaronder 19/20 van een sate te Idsega, was rond

1593 al verkocht; Johannes behoudt het recht van ½ zwanenjacht.

Uit dit huwelijk:1. Doedtie Phelten, overl. voor 1655, tr. gerecht Weststellingwerf

21 nov. 1647 Tymen Jacobs Spanga, geb. Spanga circa 1624, te Slijkenburg,2663 overl. 2 april 1662, zoon van Jacob Jansen Spanga en Tymentje Tymonsdr.2664

2. Geertie Phelten, overl. 1684,2665 tr. 1. stadhuis Sneek 15 febr. 1650 Jan Lammerts Minnema, van Sneek; tr. 2. stadhuis Sneek 18 juli 1671 Sake Sytses Engwerda, burger Sneek 1651, beluid aldaar 20 mei 1675, zoon van Sytse Aettes en Siouck Saeckesdr.2666

3. Dr. Petrus Phelten, student Franeker 1638, Leiden 1642, Leuven 1655, medicus, overl. na 1690,2667 tr. 1. stadhuis Sneek 5 apr. 1661 Antie Terwyscha, waarschijnlijk dochter van Asse Sycks van Terwischa en Reyns Eydtes, van Ter Idzard;2668 tr. 2. stadhuis Sneek 5 juni 1672 Barbara Schotanus a Sterringa, ged. Bolsward 24 maart 1633, weduwe van Cornelis van Buttinga, dochter van Petrus Schotanus, medisch dokter, en Margareta Juriens Dutsma.

4. Homme Phelten, lakenkoper, beluid Sneek 27 okt. 1672, tr. 1. stadhuis Sneek 19 apr. 1657 Anke Isckes, dochter van Iscke Pybes, brouwer te Sneek, en Tiam Poppedr;2669 tr. 2. stadhuis Sneek 20 maart 1672 Trijntie Pytters, van SneekOp 8 nov. 16722670 wordt, op verzoek van grootmoeder Fopckien Hoytema en

tante Geertie Phelten, oom Petrus Phelten, medisch dr., aangesteld tot voogd

over Joannes, 13, en Tyamcke, 9, de kinderen van wijlen de lakenkoper Homme

Phelten en Anke Isckes.

In 16932671 verkoopt Johannes Phelten te Sneek, mede als erfgenaam van

zijn zuster Tiamcke, bij decreet de sate te Idsega die zij geërfd hadden van

grootmoeder Fockien Hoitema om de schulden, die grootmoeder ook had

nagelaten, af te lossen.

51762 Auckien Hoytema, begr. Tjerkwerd, tr. 1630 Sybolt Taeckles Ockema, overl. 26 okt. 1636, begr. Tjerkwerd,2672 zoon van Taeckle Taeckis en Royts Syboltsdr (51545).In 16322673 kopen Sibolt Taeckles Ockema en Auck Hommedr Hoitema te Tjerkwerd

verkopers aandeel in huis en schuur op Ockemastaten te Baburen onder Tjerkwerd

van Nanne Reins, nu te Ypecolsga, voor 89 goudg. Bewoners van de sate zijn dan

Buwe Jelles en Agge Andries.

In 16372674 worden twee aankopen van 4½ pm in Sierxma sate te Hieslum

geproclameerd, de ene door Sybolt Taeckles Ockema en Auckien Hoytema en de

tweede door Auck als weduwe.

In 16402675 koopt weduwe Auck met een hoogste bod van 90 goudg. per pondemaat

(de helft van) een sate van 37 pm te Babuiren uit de boedel van de ontvanger Johan

van Bootsma.

In 1640 is Auck Hoytema, weduwe van Sybolt Taeckles Ockema, gebruikster en

eigenares van stem 29 van Tjerkwerd, voorts eigenares van stem 58 aldaar en stem

16 van Hieslum.

In 16432676 de fiskaal contra Auckien Hoytema, weduwe Sybolt Taeckles Occama, te

Tjerkwerd.

Uit dit huwelijk:1. Homme Hoytema van Ockema, geb. rond 1634, overl. 29 maart

1678, begr. Tjerkwerd, tr. (derde procl. gerecht Wonseradeel 19 dec. 1657) Maria de Jongh, van Enkhuizen, geb. circa 1636, overl. 22 nov. 1706, begr. Tjerkwerd.In 1660 liet hij een wapensteen metselen in de poort van Hoytema State, zoals

stemnummer 29 te Tjerkwerd sindsdien werd genoemd.2677 Op de steen is het

alliantiewapen Hoytema van Ockema en De Jongh afgebeeld. Deze boerderij

had tot 1779 een huiskapel. Uit deze kapel is een laat middeleeuws beeldje van

de Heilige Maagd bewaard gebleven.2678

2. Taco van Ockama, verm. geb. 1633, overl. 24 nov. 1691, begr. Tjerkwerd, ongehuwd.2679

51771 Fopck Lieuckema, geb. circa 1587, overl. 23 juni 1614, begr. Makkum,2680 tr. gerecht Wonseradeel 28 sept. 1611 Sioerd Aylva, grietman van Hemelumer Oldeferd, verm. overl. 1640, begr. Hemelum, zoon van Johan Aelua en Eelck Tietema. Hij tr. 2. Wick van Waltha. Zie voor hen verder: Jhr. mr. M.A. Beelaerts van Blokland, Van Aylva, NL 1989 36.Uit dit huwelijk:


1. juff. Eelck Aylva, overl. 30 okt. 1675, begr. Koudum.2681

2. Jr. Johan van Aylva, grietman van Hemelumer Oldeferd, overl. 1660.

51772 Tiete Reyns Leukama, op Lieuwkema state te Makkum, ontvanger, kerkvoogd, testeert 29 okt.,2682 overl. 3 nov. 1629, tr. Foockel Watses, ‘zijn dienstmaeght’, dochter van Watse Douwes, te Allingawier en Dedgum, en Auck Haytsedr.2683 Zij hertr. rond 1636 Agge Foeckes, boer op stem 3 van Engwier, voorheen dienstknecht op Lieuwkema state.2684

In 16432685 overlegt Gatze Lyuckema een rekening van zijn voogdij sedert 1638 over

de twee kinderen van Tiete Lyucama bij Foockel Watsedr die hertrouwd is met Agge

Foeckes te Engwier. De kinderen komt een legaat toe van 200 goudg. van Doed van

Hoytama; ook erfden zij van haar 3 pm te Idsega, gebruikt door Hottie Hommes

(51644).

Zie voor hen verder: Henk Zeinstra, Titus Brandsma II, GJb 2006, 165, 175; S. ten Hoeve, Lieuwkamastate, Makkum 2004.Uit dit huwelijk:1. Trijntie Leukama, geb. circa 1622, overl. 1660,2686 tr. (derde procl.

gerecht Weststellingwerf 23 jan. 1647) Coop Jans Spanga, geb. 1616,2687 overl. 28 febr. 1679, begr. Makkum, zoon van Jacob Jansen Spanga en Tymentje Tymonsdr.2688 Hij hertr. gerecht Wonseradeel 20 jan. 1664 Bauckien Tierx, dochter van Tyerck Martens en Bauck Wytses Rheen (4334.1).In 16642689 wordt oom Meye Lieuckema te Engwier aangesteld tot voogd

over Tymentie, in haar 15de, Tiettie, in haar 9de, en Geertie, in haar 6de, de

kinderen van Trijntie Lieuckema bij Jacobus van Spanga.

2. Jelcke, geb. circa 1626, overl. 1633.2690

3. Meye Leukama, geb. 2 febr. 1629, te Engwier, overl. 30 jan. 1667,2691 tr. gerecht Wonseradeel 1 nov. 1654 Sipck Tiaerts Epema, van Wirdum, geb. circa 1633, overl. Makkum 21 febr. 1658, dochter van Tjaert Hettes Epema en Bauck Pieters Wigmana (41222.3).2692

52111 Iets Gerrits (Harinxma),2693 overl. 4 dec. 1600,2694 begr. Franeker, tr. Claes (Nicolaes) Suyrdts Ens, burger van Franeker 1582, secretaris van Franekeradeel 1588-1611, notaris en klerk ter secretarie van Harlingen en belastingontvanger, overl 9 febr. 1611, begr. Franeker, zoon van Syurd Pieterz Ens en Yd Claesdr.2695 Hij hertr. voor 16052696 Trijntje Hemmes.In 15932697 kopen Nicolaes Ens, secretaris van Franekeradeel, en Jets Gerryts een

rente van 8 goudg. uit Goerlema saete te Achlum. In 15952698 niaarlegging door de

secretaris Ens, mede vanwege zijn broer Peter Ens. Pieter Sjoerds Ens (1558-1618) ligt te

Harlingen begraven.2699

Uit dit huwelijk:1. Dr. Idsardus Ens, student Franeker 1593, Leiden 1594, Padua 1597,

advocaat Hof 1598, rekenmeester 1606-’08, secretaris Franekeradeel vanaf 1612, overl. tussen 1618 en ’20, begr. Franeker,2700 tr. voor 1599 Ansck Agges Feddinga, geb. circa 1579, overl. na 1624, dochter van Agge Mircxz, te Bolsward, Peins, en Folcku Jacobsdr.2701

In 16182702 kopen Edzardus Ens, secretaris van Franekeradeel, en Ansck Aggedr

Feddinga ¼ van Cleyn Aesgema sate te Peins, groot 52 pm, van Eme Wybrants

Doyem voor 875 goudg.

2. Gerryt Claas Ens, lakenkoper, tr. voor 1597 Anna Aggedr Feddinga, geb. circa 1576, overl. na 1624, volle zuster van Ansck.

52112 Goslick Gerrits (Harinxma),2703 volmacht van Loënga en Offingawier 1579,2704 overl. 2 nov. 1594, begr. Loënga, tr. Ulbet Agges Wynia, overl. 2 nov. 1594, begr. Loënga.In 1571/722705 kopen Claes Syeurtsz en vrouw een rente van 21 goudg. van Goslick

Gerrytsz voor 300 goudg, in 1572/732706 koopt Bouwe Douwez 4 roeden en 9 pm fan

Goslyck Gerrytsz voor 338 goudg.

In 15742707 is onder Oudega het zwanenmerk van Goslick Heerma opgetekend.

In 16012708 overlegt Johannes Gerloffz Rispens een rekening van zijn voogdij over

Hans Goslixz te Spannum, bijgestaan door zijn broer Agge te Loënga en door Claas

Jansen. Bij scheiding van 14 sept. 1596 tussen de erven van Goslick Gerrytz en Ulbet

Aggedr kwam Hans 800 goudg. toe. Er is een vordering op Nanne Pierz en Trijn

Goslixdr; ook Jacob Dircx tekent de akte.

Uit dit huwelijk:1. Trijn Gosslicksdr (Haersma), tr. voor 1601 Nanne Piers, te Loënga,

overl. voor 1616.In 16052709 lenen Nanne Piersz en Trijn Goslicx 400 goudg. van Aene Meynertsz

te Nijland.

2. Agge Goslixz, te Loënga.3. Gats Gosslicksdr, tr. voor 1601 Claes Jansz Sibada, te Oosterend.4. Eelck Gosslicksdr, tr. voor 1601 Jacob Dircks, te Sneek.3. Hans Goslixz, te Spannum 1601, burger van Sneek 24 juni 1606, tr.

rond 1604 Eelck Dirks. Zij hertr. 1616 Claes Simens.In 16162710 wordt te Sneek de nalatenschap beschreven van Hans Goslicks. Op

verzoek van weduwe Eelck Dircksdr worden de ooms Claes Jansz Sibada te

Oosterend en Jacob Dircks te Sneek aangesteld tot voogden over Goslyck, in zijn

11de, Dirck, in zijn 5de, en Wlbe, in haar 9de, Hanses, bijgestaan door hun tantes

Trijn Gosslicksdr, weduwe van Nanne Piers, Gats Gosslicksdr, vrouw van Claes

Jans, en Eelck Gosslicksdr, vrouw van Jacob Dircks. De weduwe is hertrouwd

met Claes Simens die wordt bijgestaan door zijn vader Simen Taeckles te Idaard

en oom Jantcke Jacobs te Tirns. In 1612 kocht Hans de helft van een huizing met

de ontruiming van 14 pm; na hem is dochter Siouwck overleden.

Af kortingen/Literatuur


AH Archief Heerkens, HCO, Toegang 238.1.Andringa Andringa stichting, Andringa 3 (Feanwâlden 2016).Bb J. van Leeuwen (ed.), Beneficiaal-boeken van Friesland

(Leeuwarden 1850).CBG Centraal Bureau voor Genealogie.Chb G.F. baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, Groot

Placaat en Charter-Boek van Vriesland (6 dln, Leeuwarden 1768-1793).

Cnossen Stichting Familie Cnossen-Knossen, Cnossen-Knossen, geschiedenis van een Friese familie, deel II (Bolsward 2018).

Conscr. J.C. Terluin, J. Visser, Conscriptio Exulum (1584), It Beaken, des. 1969; ook: Engels, Saeckma, conscriptio exulum.

Dootboeck Ernestus Harinxma à Donia, dootboeck, GEN 15.22.08 hari.DTB Doop-, trouwen begraaf boeken.Engels Martin Engels, www.mpaginae.nl, naamlijsten.FK Melle Koopmans, Andries Koornstra, Reid van der Leij

(red.), Frysk Kertiersteateboek (Ljouwert 1996).FT G. Verhoeven en J.A. Mol (ed.), Friese testamenten tot 1550

(Leeuwarden 1994).GEN Genealogische naslagwerken Tresoar.GI Genealogie Idamana in T319 (Beyma), 629. GJb Genealogysk Jierboek( je).Hettinga1 Jan Rein Hettinga c.s., Hettinga, Friese families (Rotterdam

2010).Hettinga2 Sible Sjoerd Nicolaas Hettinga, zijn Friese kwartieren (Harlingen

2015).HCL Historisch Centrum Leeuwarden.HCO Historisch Centrum Overijssel.HvF Archief van het Hof van Friesland.JR Josias Rispens, voorheen bekend als handschrift A.v.C.,

T344 (Friesch Genootschap), 968.Kalend. Kalendarium van De Hommerts en Jutrijp in Friesche

volksalmanak 1885.Kerkboek (Heeg) T244-31 inv.nr. 3.KG P. Nieuwland en J.A. Mol (ed.), Rekken oer it boekjier 1606/1607

fan de ûntfanger-generaal fan de kleasteropkomsten yn Fryslân, Joannes Henrici Rhala Administrative en fiskale boarnen oangeande Fryslân yn de ier-moderne tiid (Ljouwert 1993).

LA Johannes A. Mol (ed.), Leuwerderadeels aenbrengh gemaect int jaer 1540 (Ljouwert 1989).

BbH D.J. van der Meer, Boerderijenboek Hennaarderadeel 1511-1698

(Ljouwert 2004).NL De Nederlandsche Leeuw.Noomen P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun

bewoners (Hilversum 2009 met cd).OFO P. Sipma en O. Vries (ed.), Oudfries(ch)e oorkonden (4 dln, ’s

Gravenhage 1927-1977).Oosterhout M. Oosterhout, Snitser recesboeken (Assen 1960).OSIN Collectie Osinga, Tresoar.PC P. Th. Zwart, Protocol Cleuting (Leeuwarden 1970).PI P.L.G. van der Meer, Registers fan de Personele Ymposysje

út 1578 Administrative en fiskale boarnen oangeande Fryslân yn de ier-moderne tiid (Ljouwert 1993).

Reitsma Prof. dr. J. Reitsma, Register van geestelijke opkomsten van Oostergo (Leeuwarden 1888).

Romein Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten (Leeuwarden 1886, ’88).

Rr Rentmeesterrekeningen.RvdA I. Telting, Register van den Aanbreng van 1511 (4dln,

Leeuwarden 1880).RvA J.C. Tjessinga (ed.), De aanbreng der Vijf Deelen van 1511 en

1514 (5 dln, Assen 1942-1953).SFA M. de Haan Hettema en A. van Halmael jr., Stamboek van

den Frieschen vroegeren en lateren adel (2 dln, Leeuwarden 1846).

Solckema Lineageboek van Rinnert van Solckema, GEN 15.22.25 SOLC.

T Toegang, Tresoar.Walle Hessel de Walle (ed.), Friezen uit vroeger eeuwen, opschriften uit

Friesland 1280-1811 (Franeker 2007); walmar.nl.WIN Pierius Winsemius, Chronique ofte historische geschiedenisse

van Vrieslant (Franeker 1622).WvT Worp van Thabor, Chronicon Frisiae, uitg. 1847.Zijlstra S. Zijlstra, Het geleerde Friesland - een mythe? Universiteit

en maatschappij in Friesland en Stad en lande ca. 1380-1650 (Leeuwarden 1996 met database).


Bronnen

1 HCL T1313 nr. 7 a4 en dK. 2 Tresoar T311 807, Genealogia Hoytama. 3 Dr. M.K. Elisabeth Gottschalk, Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland, deel I, Assen 1971. 4 RvdA I 129; GJb 2011 156. 5 WvT IV 68 (1422), 176 (16.9.1490). 6 De uitdrukking ‘den 3en dagh’ is ontleend aan de bijbel, voor de betekenis en het gebruik zie H. Jagersma, Ten derde dage, Kampen, 1976. 7 T326 3992 231. 8 Christiaan Schrickx, Bethlehem in de Bangert, Hilversum 2015. 9 RvdA II 230. 10 Noomen op Hiddema te Nijland en Pingjum. 11 OFO I 360 (1488), RvdA II 220. 12 RvdA II 228, 231. 13 RvdA II 266. 14 RvdA II 242. 15 RvdA II 250. 16 RvdA II 253. 17 RvdA II 244, 234. 18 T342-05 30. 19 Cnossen Im. 20 RvdA II 252; RvA 1363. 21 GJb 1997 126. 22 Zijlstra 11752. 23 OFO II 44. 24 RvdA II 140, 231. 25 RvdA II 233. 26 RvdA II 256. 27 RvdA II 243. 28 RvdA II 68, 73, 77. 29 RvdA II 150, 154. 30 HvF 16480 280. 31 RvdA II 141, 116. 32 HvF 16481 758. 33 RvdA II 253. 34 HEN 39 (156v, 173v, 188) 190v. 35 RvdA II 233. 36 Oosterhout 64. 37 T344 304. 38 RvdA II 320. 39 RvdA II 297. 40 RvdA II 296. 41 RvdA II 222. 42 Bb 417. 43 HvF 16481 851; 16689 11. 44 BbH 262. 45 RvdA II 223. 46 RvdA II 239, 244. 47 RvdA II 229, 146. 48 T344 304. 49 Chb II 347. 50 Bb 430. 51 GJb 1984 90, GJb 1989 33, foto zerk op Tresoar. 52 Rr 57 102. 53 HvF 93 6, HvF 16687 531, Bb 425. 54 HvF 16690 70, 84, 149. 55 OFO IV 67. 56 OFO I 186. 57 OFO I 409. 58 M.G. Oosterhout c.s., Pax Groningana, Grins 1975, 130, 134, 137, 179, 198. 59 Oosterhout 4152, 3193. 60 Oosterhout 3761, verg. 176, 263. 61 Oosterhout 3973. 62 RvdA I 274. 63 Oosterhout 4658, 4728. 64 Verg. GJb 1997 176. 65 Oosterhout 4851. 66 Oosterhout 5163. 67 Rr 40. 68 RvA 2096. 69 GJb 2000 99. 70 OFO III 19; WvT 4 73. 71 HEN 20 18v, regest FF, CCC, KKK. 72 T342-05 30; GJb 2003 129. 73 Oosterhout 506, 1347, 1502. 74 Oosterhout 279. 75 RvdA II 247, 248. 76 RvdA II 236, 231. 77 RvA 1363, 1366. 78 Faber, Drie eeuwen II 673; Chb II 343. 79 T344 968 556. 80 GJb 1997 126. 81 HvF 80 165; ook Chb II 237. 82 Oosterhout 3990. 83 RvdA II 238. 84 RvdA II 304, 308. 85 RvdA II 177. 86 RvdA II 311. 87 T344 304. 88 FT 204, 205. 89 OFO IV 230, 238. 90 Weeshuis Bolsward 81. 91 HvF 16690 47, 140, 146; 16692 23, 24, 25, 66, 84; 16700 172; WYM 5 172v. 92 Corpus Roemeling 869, 349. 93 Zijlstra nr. 11873. 94 HvF 16481 726. 95 Bb 108. 96 T311 807, genealogia Hoytama. 97 HEN 37 178v; HvF 16689 509; ook SNE 142 nr. 64. 98 RvdA II 333, 353, 345, 292, 353, 346. 99 RvdA III 445. 100 HvF 16690 214. 101 HvF 16691 68v, 71. 102 HCO 263

nr. 589; ten onrechte toegeschreven aan haar man. 103 OFO I 409; IV 127. 104 RvdA II 238. 105 RvdA II 248, 233. 106 RvdA II 234. 107 RvdA II 226. 108 Bb 425, 426. 109 RvdA II 236, 244, 237. 110 HvF 16689 470. 111 WYM 25 183. 112 HEN 38 433. 113 HEN 37 224v; 38 199v, 353, 380, 435; 39 27v. 114 HEN 20 15. 115 Rr 57 41v. 116 HEN 36 47. 117 HEN 37 25. 118 HEN 38 92v. 119 MEN 1 97. 120 MEN 1 141. 121 Rr 18 19v. 122 Rr 21 15. 123 Bb 343. 124 HEN 38 26. 125 FRL 5 65. 126 FRL 95 94v. 127 GJb 1979 37. 128 RA HEN 37 32v. 129 RA HEN 38 412v. 130 HvF 16700 108, 267. 131 Verg. GJb 1989 67, GJb 2000 98. 132 Rr 57 103v. 133 Bb 416. 134 Rr 15a 19v. 135 HvF 16690 58, 173, 290, 295; 16693 124 (16695 166). 136 WYM 5 15v. 137 WYM 41 293v. 138 WvT 165, 167. 139 OFO IV 127. 140 Cnossen IIb. 141 Zijlstra 8637. 142 Oosterhout 2034, 1993. 143 OFO IV 113. 144 WvT V 31; Jancko Douwama’s geschriften 127. 145 Oosterhout 4427, 4125. 146 Oosterhout 3468. 147 Oosterhout 3229. 148 Oosterhout 2428-2430, 2492, 2511, 2700, 2183. 149 RvdA II 230. 150 T326 1052. 151 GJb 1989 32. 152 Bb 420. 153 Bb 395, 396, 397. 154 Bb 285. 155 RA HEN 37 252v. 156 HEN 20 823. 157 HvF 16691 34. 158 BOL 107 314. 159 RvdA II 245, 224. 160 RvdA II 354. 161 RvA nr. 372, 209. 162 Rr 57 3, 168. 163 FRL 92 63, 80, 89; HvF 16689 171. 164 FRL 92 82. 165 HvF 16689 285. 166 Bb 423. 167 RvdA II 152, 139. 168 Rr 57 137, 138v, 183. 169 HvF 16798 302. 170 HvF 16798 287; Rr 14 19v. 171 RvdA II 135. 172 Rr 57 183. 173 Bb 437, 438, 443. 174 WYM 25 18v. 175 WYM 25 77v. 176 HvF 16689 153. 177 Bb 414. 178 WYM 25 256. 179 SNE 141 22v. 180 HvF 16799 897. 181 Rr 23 14v. 182 Bb 428. 183 T345 242 37. 184 HvF 16703 208; 16704 52. 185 Rr 30a 14v. 186 WYM 6 154. 187 Verg. GJb 1999 203. 188 HEN 36 81, 89. 189 HEN 37 60v; ook HvF 16689 147, 157. 190 HEN 37 90, 90v. 191 Bb 390, 391. 192 HEN 37 156v, 184. 193 BOL 107 583. 194 HEN 37 254v. 195 HEN 37 241v, 230, 221v, 233. 196 BOL 107 492 (510, 517). 197 BOL 107 502. 198 Reitsma 34. 199 HvF 16700 8. 200 RAU 1 220. 201 PI 2195. 202 BAA 62 58. 203 HEN 41 33. 204 HEN 36 189v. 205 LA 120 (RvdA I 46). 206 HEN 37 12v. 207 RvdA 1246. 208 HEN 38 431. 209 HEN 39 37. 210 Rr 32a 20v. 211 BbH 254. 212 Walle 2045. 213 HEN 43 10v. 214 RvdA II 244. 215 HvF 16687 326, 16688 183. 216 Bb 425, 426. 217 WYM 25 201, 243. 218 RvdA II 233, 232, 172. 219 T344 304. 220 Rr 21 14v. 221 WYM 5 62. 222 WYM 25 16. 223 T326 1052. 224 Rr 57 140v. 225 Rr 57 85. 226 SNE 142 nr. 64. 227 HvF 16690 134. 228 HvF 16708 556. 229 HEN 42 75. 230 PI 3830. 231 Rr 17 22v. 232 HvF 16777 57. 233 HvF 16707 320. 234 HEN 46


226, 237, 283v. 235 Rr 21 22v, Rr 27 26. 236 HvF 16693 275. 237 Zijlstra 11575. 238 T232 66. 239 Bb 430. 240 Verg. GJb 1984 90. 241 RvdA II 110. 242 Rr 57 63v, 151, 151v. 243 OFO II 353. 244 HvF 16481 105, 564; 16688 298; 16689 89. 245 HvF 16689 202, 397. 246 Bb 1. 247 HvF 16689 422. 248 WYM 25 220. 249 RvdA II 231. 250 RvdA II 165. 251 Rr 57 73v. 252 WYM 5 241. 253 RvA 1362, 1363. 254 RvA 1457, 1458. 255 RvdA II 359, 363, 374. 256 RvA 1433, 2316, 2317. 257 T344 1051. 258 Walle 5254 (ook Solckema 39). 259 SNE 145 208. 260 Walle 5254. 261 GJ 2010 273; Hein Walsweer in: Gerrit Zomer, Bons, Sneek 2000, 108. 262 Bb 426. 263 HvF 16692 49. 264 Rr 22 17v. 265 Rr 31a 22v. 266 Rr 32a 17v, 20. 267 T326 1052. 268 SNE 145 208. 269 FRR 126 36. 270 Walle internet 7995. 271 HvF 16777 112v. 272 HvF 11954. 273 Solckema 39. 274 Solckema 40v, 43v. 275 OFO IV 213; GJb 2011 259, verg. GJb 1994 43. 276 RvA 1240. 277 HEN 37 236v. 278 HEN 37 46v. 279 HvF 16692 108, 337. 280 HvF 16692 365. 281 HEN 39 252v, 289v, 308; 40 15. 282 PI 3630. 283 Solckema 39. 284 Chb IV 159, 190; Conscr. 178. 285 Walle 2121. 286 GJb 1995 149, 152. 287 GJb 2011 188. 288 OFO IV 263 70. 289 LA 119. 290 Reitsma 39, 36. 291 HvF 16698 121;16699 199; 16700 264; 16702 194; GJb 2003 128. 292 HvF 16692 28; 16693 235. 293 HEN 38 23v, 66v, 47v, 311v. 294 HvF 16691 232. 295 HvF 16696 12. 296 HEN 40 43v, ook Rr 33 19. 297 HvF 16699 275; 16700 31, 121, 266, 281; ook al 16699 15. 298 HvF 16701 13. 299 HvF 16700 300, 307; 16702 424. 300 HvF 16490 571 (ook 496, 978). 301 HvF 16705 1; WYM 82 196. 302 HvF 16708 276. 303 HCL y13 195. 304 HCL gg20 223, 276. 305 Kalend. 47. 306 RvdA BAA 1542; Bb 376, 378. 307 RvA 2258, 2282, 2059. 308 RvA 1890 en o.a. 108/535; GJb 2001 133. 309 Rr 22 13v; 24 24. 310 HvF 16689 454. 311 HvF 16690 334. 312 WYM 25 94v. 313 HvF 16692 352; 16693 257; 16692 615. 314 Zijlstra 8953. 315 HvF 16694 364. 316 HvF 16703 368. 317 HEN 38 19. 318 HEN 41 5v. 319 HEN 42 27, ook 5. 320 T5 2662 20; 2664 29; 2665 96. 321 RvdA II 202, 186, 220. 322 WYM 25 341. 323 WYM 5 117. 324 Corpus Roemeling 483. 325 Rr 57 102v. 326 RvdA II 144 marge. 327 Bb 11. 328 HvF 82 26v-27v. 329 HvF 16690 42; 16691 108; T323 2876. 330 HvF 16691 119. 331 Rr 21 15; 22 24; 33 24. 332 WYM 25 289v. 333 W.H. Keikes en H.T. Obreen, Workum inventaris der archieven, Bolsward 1966, regest 84. 334 WYM 5 125. 335 WYM 5 223v, ook 163. 336 SNE 25 20. 337 HvF 16700 172. 338 HvF 16705. 339 RvdA 1220, 1221. 340 T344 304. 341 HEN 36 72, 74v, 75, 75v, 76, 89, ook 51. 342 Bb 420. 343 WYM 25 349v. 344 WYM 5 176v. 345 Bb 109, 112. 346 HvF 16689 573, 613. 347 HvF 16691 120v. 348 HvF 16692 4,

7. 349 HvF 16692 198. 350 HvF 16692 233. 351 HvF 16692 394. 352 HvF 16800 294, 591, 1137; ook 16692 592. 353 HvF 16694 223. 354 Archief Workum inv.nr. 9, regest 91. 355 Tresoar Verz. Aanwinsten I. 242v. 356 RvdA II 253. 357 Rr 57 164. 358 T344 304. 359 HEN 37 470. 360 Bb 426. 361 HEN 37 223. 362 HEN 37 226v. 363 Rr 28 23. 364 T345 242. 365 HvF 9501. 366 WYM 7 330v. 367 T311 807, schema Hoytema. 368 WYM 5 232v. 369 WYM 6 123v. 370 WYM 6 213v, 215. 371 WYM 6 203, 206v, 216, 239. 372 Chb III 181. 373 Walle 5256. 374 GJb 1997 127. 375 Rr 14 20v. 376 HvF 16692 15. 377 SNE 24 28v. 378 HvF 16800 163. 379 T326 1052; T344 306. 380 HvF 16704 133. 381 T244-31 3 6, 11; ook T326 1268. 382 DON 102 112. 383 GJb 2013 266. 384 HvF 16701 11. 385 BOL 126 31. 386 HvF 16702 320. 387 HEN 42 80v, 90v, 94v; HvF 16703 60, 67, 168. 388 HvF 16707 307; 16709 297; 16712 258. 389 AH 760. 390 Rr 57 107. 391 HEN 36 47. 392 RvdA II 240. 393 HvF 16698 296; 16699 150; 16700 17; 16701 90;16702 463; GJb 1999 10. 394 Rr 22 21. 395 Rr 23 27v. 396 HEN 38 40, 40v. 397 WYM 5 218v. 398 HvF 16692 652. 399 WYM 6 135, 136v. 400 WYM 6 198v. 401 WYM 41 16. 402 WYM 41 230. 403 WYM 82 116. 404 WYM 83 168. 405 SNE 103 40. 406 HEN 37 207v; 39 8v, 27v. 407 HEN 39 53v. 408 HEN 39 16v. 409 Protocol Cleuting 121; GJb 2011 215; HvF 16695 154v. 410 BAA 4 87. 411 Rr 25 18v. 412 Rr 27a 15v. 413 HvF 16801 291. 414 HvF 16691 78. 415 FRL 7 20. 416 WON 5 177. 417 HvF 16696 355. 418 HvF 16699 193; 16700 234. 419 SNE 143 nr. 19; GJ 1989 67. 420 SNE 144 3, 21, 78. 421 HvF 16489 547. 422 HvF 16704 96. 423 HvF 16689 20, 66. 424 HvF 16690 103. 425 HvF 16694 25, 152. 426 HvF 16699 122. 427 HvF 16705 350. 428 HvF 16708 406; 16485 29.1.1611 sent. 8. 429 HvF 16777 188. 430 GJb 1997 136. 431 FRL 93 598, 601. 432 WYM 25 45, 46; GJb 1999 9. 433 HvF 16692 272, 480. 434 Rr 24 16. 435 WYM 5 254. 436 HvF 16693 142. 437 SNE 142 nr. 64 regest C, D. 438 HEN 39 14v, 167; GJb 2013 175. 439 Rr 30a 22. 440 BOL 107 27. 441 PI 3612. 442 SNE 27 90. 443 SNE 27 213. 444 Bb 455. 445 Zijlstra 11496, 5597, 8904. 446 FT 121; HCL T1313 8 afd. III. 447 WON 100 nr. 1. 448 WON 115 nr. 73. 449 WON 104 nr. 71. 450 WON 4 127. 451 FRL 92 42. 452 FRL 93 205. 453 FRL 93 64 (54). 454 HvF 16690 217. 455 FRL 93 106, 598. 456 FRL 94 180v. 457 FRL 94 192, 190. 458 HvF 16692 123; 16800 972. 459 WYM 5 169, 191. 460 WYM 5 225v. 461 WYM 5 242. 462 HvF 16693 355. 463 T345 242. 464 HvF 16690 104. 465 HvF 16690 170. 466 Rr 9a 13v. 467 RAU 36 22. 468 Rr 11a 12. 469 Bb 312. 470 HvF 16689 344; 16690 51. 471 HvF 16690 90. 472 Chb III 169. 473 HvF 16690


264. 474 HvF 16690 349. 475 HvF 16691 28; 16692 34. 476 Rr 18 25v. 477 HvF 16692 326. 478 HvF 16692 604; 16693 188. 479 FRL 4 122v. 480 Ph. H. Breuker, De registers fan de oanbring út 1511 fan Sleat en Wikel, Pleatslike skiednis, Ljouwert 1984. 481 GAA 83 230. 482 HvF 16481 481. 483 Rr 23 22v. 484 WYM 5 110. 485 Rr 31a 19. 486 GAA 83 187. 487 HEN 36 93v. 488 HEN 36 83v. 489 HEN 36 143v. 490 HEN 37 22. 491 HEN 37 27. 492 HEN 37 245v. 493 HEN 37 245. 494 HEN 37 40. 495 Bb 439. 496 HvF 16689 361. 497 Walle 5859. 498 WYM 7 291. 499 HvF 16696 236. 500 HvF 16699 72; 16700 35. 501 HvF 16702 314. 502 WYM 6 134. 503 WYM 6 154v, 156v, 193v. 504 HvF 16698 181. 505 T345 242, Wolsum 1581. 506 RAU 2 171. 507 HvF 16692 533. 508 WYM 5 219v, 229. 509 HvF 16489 446; 16494 445. 510 HvF 16694 285. 511 HvF 16696 149. 512 HvF 16702 202. 513 HvF 16702 315; 16703 318. 514 HvF 16702 472. 515 HvF 16703 52. 516 HvF 16703 118, 167. 517 WYM 6 38. 518 RAU 2 340v. 519 RAU 3 38. 520 RAU 3 142, 105v. 521 WYM 46 197v, ook 197, 231, 233. 522 HvF 16707 300. 523 HEN 37 22v. 524 HEN 38 26. 525 HEN 39 37. 526 Bb 411. 527 HEN 38 44v. 528 HvF 16800 964; Rr 27a 20; verg. HvF 16690 115. 529 HvF 16703 185. 530 BOL 247 187. 531 HvF 16711 189. 532 HvF 16777 55. 533 HvF 16710 346, 465, 551; 16711 93; 16487 390. 534 HEN 41 226v, 247v. 535 Rr 32a 20v. 536 HvF 16696 254, 314. 537 WYM 6 80, 139v, 160v, 188v. 538 HEN 10 165, verg. 42 150 en 44 92v. 539 HEN 22 293. 540 HEN 23 86. 541 HEN 23 425. 542 HEN 45 41v. 543 WON 6 246. 544 WON 120 96. 545 WON 10 332.. 546 WON 126 435. 547 BOL 162 220v. 548 BOL 162 223v. 549 HEN 20 64. 550 WYM 6 122v. 551 WYM 43 493. 552 WYM 44 83. 553 WYM 44 246; verg. WON 6 64. 554 HvF 16506 28.3.1637 sent. 31; corpus Roemeling; GJb 2003 39; ook in Dr. G. Abma, Geschiedenis van het Sint-Geertruidsleen te Abbega, Abbega 1990 23. 555 T344 304. 556 WYM 5 67v. 557 WOR 222 104. 558 Wellicht ook: HvF 16705 288; 16710 558, 559; 16711 126. 559 WOR 222 58. 560 WOR 222 127v, 128. 561 RvdA III 323. 562 Hettinga2 16.040.5. 563 WYM 25 294. 564 Rr 18 14. 565 Verg. GJb 1984 91. 566 Bb II 8. 567 Rr 14 15v. 568 Rr 23 27v. 569 Rr 18 18. 570 HvF 16482 322. 571 HvF 16705 381. 572 HvF 16807 162. 573 HvF 16484 425; verg. Noomen 454. 574 WYM 7 184. 575 PI 5864. 576 HvF 16698 257. 577 DON 40 14v. 578 Bb II 1, 2, 3; HEN 20 60, 65 (59). 579 PI 5913. 580 HvF 16701 160, 168. 581 PI 5909. 582 HvF 16701 1. 583 DON 40 31v. 584 GJb 1984 90. 585 FT 252, 314, 339. 586 Zijlstra 8776. 587 Chb II 753. 588 GJb 2014 302. 589 SNE 20 259, 277v. 590 SNE 21 293v. 591 SNE 22 20v. 592 SNE 23 3. 593 SNE 23 397v. 594 HvF

16800 335. 595 Zijlstra 11934, 9047, 9811. 596 SNE 142 nr. 64 regest R, RR, gggg, ZZZ. 597 Bb 427. 598 HEN 37 259. 599 WON 5 273v. 600 PI 3736. 601 HvF 16700 119. 602 HvF 16700 148. 603 BOL 218 17v. 604 BOL 218 25v, verg. 33v. 605 WON 99 nr. 34. 606 Walle 5879. 607 GJb 1961 48, 1984 90. 608 HvF 16692 54, 191. 609 DON 101 25, 18v, 19. 610 GJb 1989 32. 611 Rr 42 68. 612 FT 158. 613 HEN 37 246. 614 BOL 107 457. 615 WYM 25 295, 320v, 347. 616 HvF 16692 404, 405. 617 WYM 25 13v. 618 HvF 16689 243, 470. 619 Rr 15 19. 620 HvF 16690 129, 348. 621 WYM 25 122v, ook 125, 9, 21, 119v, 174v. 622 HvF 16690 341; 16691 197. 623 WYM 25 268. 624 WYM 25 296v. 625 HvF 16692 70; WYM 5 222v. 626 HvF 16692 237, 507. 627 HvF 16692 241. 628 WYM 5 196v, 197. 629 HvF 16693 275. 630 HvF 16694 124. 631 HvF 16695 130v. 632 HvF 16695 93v, 175v; 16699 263. 633 HvF 16697 76. 634 HvF 16700 136. 635 HvF 16700 277; 16701 4, 239, 284; 16702 8, 282, 377, 455. 636 HvF 16705 64. 637 HvF 16485 16.10.1611 sent. 40. 638 WYM 7 183. 639 HvF 16689 355. 640 Dootboeck. 641 GJb 2011 207. 642 HEN 36 38. 643 HEN 36 54. 644 HEN 36 57. 645 HEN 36 21. 646 HvF 16687 501. 647 HvF 16688 206; 16689 252. 648 HEN 36 136. 649 HEN 36 22v; 37 110. 650 HEN 37 218. 651 RvdA BAA 1542. 652 Bb 396, 397. 653 SNE 21 9. 654 CBG 18de eeuws handschrift in dossier Hoytema. 655 RAU 1 158. 656 Walle 5254; de naam Iacoba aldaar moet een lees- of transcriptiefout zijn. 657 HvF 16698 198. 658 HvF 16700 55; 16701 2. 659 HvF 16700 216; 16701 16, 43, 75, 160, 168; HvF 16702 340. 660 GA Bolsward 782. 661 HvF 16703 131. 662 Solckema 39. 663 Walle 485. 664 HvF 16691 121, 133; rollemagenealogie.nl. 665 HvF 16699 271. 666 WON 4 132v; 5 147v. 667 HEN 42 64v. 668 HEN 44 72v. 669 HEN 44 113v, 124v. 670 HEN 44 202v. 671 R.S. Roarda, Greate Pier, 15. 672 HEN 45 29v. 673 Solckema 41. 674 GJb 1986 58; Solckema 87v. 675 Solckema 38v. 676 Chb IV 160, 191; Conscr. 185. 677 HvF 16777 52v. 678 Solckema 41. 679 Walle 5895. 680 GJb 2011 189. 681 Verg. GJb 1995 152; Andringa 151. 682 HvF 16691 116. 683 HvF 16692 349. 684 Rr 22 20v. 685 PI Wirdum nr 82. 686 Reitsma 40, 41. 687 HvF 16700 125, 162, 284, 300, 307, 310; 16701 177, 196. 688 GJb 1954 26, 2011 189. 689 HvF 16777 58. 690 GJb 2013 225. 691 GJb 1970 61. 692 Conscr. 183. 693 HEN 39 21v. 694 HEN 39 32. 695 HEN 39 45. 696 HEN 41 43v. 697 Chb IV 160, 178, 190. 698 HvF 16700 162; 16701 196. 699 HvF 16702 372. 700 HvF 16704 62. 701 HEN 27 113; 42 14v. 702 HEN 42 36. 703 HEN 42 49. 704 HvF 16703 276. 705 Walle 2123. 706 Ferwerda deel 1 106. 707 NL 2000 110. 708 Walmar.nl 2123. 709 HvF 16700 263, 316. 710 PI 26. 711 Reitsma


39. 712 HvF 16698 155, 306; 16701 23, 149, 280. 713 HvF 16700 265. 714 HvF 16703 177, 272. 715 LWN 82 119v. 716 HvF 16705 220. 717 HvF 16706 352; 16707 332. 718 HvF 16707 17, 62, 453. 719 HCL w1 22.2.1613. 720 Walle 2121. 721 WON 106 109. 722 Andringa nr. 152. 723 IDA 32 7.1.1630. 724 HvF 16490 496. 725 Walle 4227. 726 Andringa nr. 151. 727 LWL 79 355. 728 HEN 41 174v, 212, 224v; verg. Andringa nr. Nc. 729 HEN 42 31. 730 HEN 22 228v. 731 T311 807. 732 Zijlstra Geleerde Friesland nr. 12220; ook Vrije Fries 14, bl. 94. 733 HvF 16702 194; 16703 398. 734 JR 800. Bij zijn huwelijk 31 (lees 37?) jaar. 735 GI 11 en 16. 736 Walle 251, 255/256. 737 GI 10 en 14. 738 HvF 16702 340. 739 Dootboeck. 740 Dootboeck. 741 Dr. A.L. Heerma van Voss, Grafschriften I Achtkarspelen, 21, 30, 38. 742 HvF 16777 314. 743 Dootboeck. 744 T345 242. 745 WYM 7 86v. 746 WYM 7 101. 747 HvF 16692 99. 748 DON 40 44v. 749 WYM 5 222v, ook 266v. 750 HvF 16699 152. 751 WYM 6 191v. 752 WYM 6 56v. 753 WYM 6 132v. 754 HvF 16689 388. 755 WYM 6 7v. 756 WYM 45 196v. 757 WYM 25 350v. 758 WYM 5 63. 759 SNE 144 223. 760 WYM 5 227v. 761 Rr 31a 14. 762 HvF 16801 5. 763 WYM 6 52. 764 HvF 16704 368. 765 WYM 6 153. 766 WYM 6 205. 767 WYM 42 183; 7 46. 768 GJb 1990 41. 769 Rr 10a 11; GJb 2001 135. 770 Rr 23 25v. 771 HvF 16693 38. 772 HvF 16698 117; 16699 94; 16701 141. 773 WON 99 nr. 11. 774 HvF 16482 1020; 16483 372; 16708 7. 775 HEN 43 48v. 776 HvF 16779 82. 777 HEN 39 76, 87v; 38 119. 778 Rr 17 18. 779 Rr 28 20v. 780 HEN 40 48, 49v. 781 HEN 39 208, ook 166v. 782 HEN 40 178v. 783 HvF 16702 158. 784 BOL 120 1; HvF 16704 132. 785 SNE 141 77. 786 WYM 45 60v, zie 51333. 787 HvF 16695 167. 788 HvF 16802 1. 789 T345 242. 790 HvF 16699 109. 791 HvF 16700 368. 792 Zie verder Hettinga2 11.144/5. 793 HEN 37 33v. 794 HvF 16691 234v; 16693 194; 16694 146, 184, 302; 16695 23, 51, 102. 795 HvF 16693 343. 796 HEN 41 76, 77v; ook 90, 93v. 797 HvF 16700 113, 165. 798 BAA 63 151v. 799 HEN 44 23v. 800 HEN 43 67v. 801 RA HEN 22 18. 802 RA HEN 22 190v. 803 RA HEN 23 1. 804 PC 191. 805 PC 186. 806 ‘van copers tot compagnons’ in Jaarboek CBG 2003, 105. 807 NL 1986, 113-114. 808 Zijlstra nr. 9289. 809 HvF 16698 140. 810 HvF 16485 12.3.1611 sent. 22. 811 Mr. A.J. Andreae, Kollumerland en Nieuwkruisland, Ljouwert 1975, II 162. 812 Reitsma 181, 183. 813 HvF 16699 135. 814 HvF 16700 310. 815 HvF 16701 148; 16702 7. 816 HvF 16702 118. 817 BbH 48. 818 HEN 37 260; 38 424v. 819 HEN 40 165. 820 HEN 41 181v. 821 HvF 16702 120. 822 HvF 16702 454; 16703 227; 16482 21.2.1598 sent. 8. 823 HEN 42 18. 824 HvF 16484 794. 825 PI 2078. 826 RAU 2 80. 827 RAU 2

24, 53. 828 RAU 2 99v, 76v, 40. 829 HvF 16703 174 (16704 151). 830 HvF 16701 258. 831 HEN 41 207v. 832 IDA 32 7.1.1630. 833 HEN 21 152. 834 HvF 16703 295. 835 HvF 16703 221. 836 SNE 101 359v. 837 SNE 146 10.2.1609. 838 GJb 2011 168. 839 HvF 16703 18, 76, 264. 840 PI 1942. 841 RvdA II 314. 842 Bb 423. 843 HvF 16798 129; Rr12 11v. 844 Bb 291. 845 HvF 16689 386. 846 HvF 16798 310. 847 WON 5 290. 848 WON 104 nr. 66. 849 WON 100 nr. 13. 850 Rr 24a 23, 25; 32a 13v, 14. 851 WON 99 163; 4 92. 852 WON 4 212v, 213. 853 WON 106 53. 854 Verg. GJb 1999 198. 855 WON 218 197. 856 HEN 20 523; 43 42, 42v. 857 WON 4 167. 858 WON 5 19. 859 WYM 100 nr. 13. 860 WYM 42 238v. 861 HvF 16801 81. 862 HvF 16697 55. 863 WYM 6 54, 57. 864 T345 242. 865 WON 4 267v. 866 WYM 44 95. 867 WYM 45 48, 134v, 147v. 868 WYM 46 217v. 869 T5 2955 I 1611/12 nrs. 21, 22, 26. 870 Zie 51641. 871 RAU 4 17, 24v. 872 WYM 83 30v. 873 WYM 82 28v. 874 WYM 83 153v. 875 WYM 83 151v. 876 HvF 16704 202. 877 WYM 25 268; 5 27v. 878 Kalend. 48. 879 HEN 36 143v; Bb 433, 434; Rr 57 114v; RvdA II 269, 278, 99, 92. 880 RvdA II 98. 881 RvdA II 358, 355; Bb 422. 882 HEN 38 45, 52, 53, 55; GJb 1989 51. 883 WYM 5 182. 884 LWL 80 200, 209. 885 HvF 16703 7, 13, 55. 886 Engels. 887 JR 559. 888 WYM 82 46. 889 Walle 6881. 890 GJb 1995 153; Walle 6880. 891 SNE 24 38v. 892 HvF 16801 15; GJb 1994 46. 893 Burgerboek Sneek. 894 PI 4276. 895 HvF 16698 181. 896 Chb IV 192. 897 HvF 16705 58. 898 KG 1282. 899 Walle 6880. 900 BOL 247 139. 901 Dootboeck. 902 WYM 82 221v. 903 T311 807. 904 SNE 144 445, ook 41 en SNE 143 nr. 16. 905 S. ten Hoeve, Epemastate en de kerk te Ysbrechtum, Leeuwarden mei 1989. 906 GJb 1960 36. 907 SNE 144 227. 908 RAU 3 37. 909 HvF 16712 164; 16492 825; verg. Noomen 269. 910 FRL 96 160. 911 HvF 16707 234. 912 Walle 6384, 6372. 913 Verz. Gabbema nr. E 5 I. 914 BAA 62 39. 915 WON 4 192. 916 WON 5 23. 917 WON 7 23v. 918 WON 11 17. 919 BOL 129 152v; GJb 2003 42. 920 HvF 16705 368; 16483 528. 921 Walle 5910, 5911. 922 GJb 1997 126; 1994 46; O. Vries c.s., De Heeren van den Raede, nr. 86. 923 HvF 16702 466. 924 DON 101 22.12.1606. 925 RAU 9 340v. 926 WIN 631. 927 T345 242 nrs. 19 resp. 24. 928 HvF 16700 304. 929 HEN 42 26v. 930 RAU 3 28. 931 HvF 16698 181. 932 Walle 1582. 933 HvF 16692 174. 934 HvF 16691 111. 935 HvF 16701 170; 16703 5, 277. 936 HvF 16706 81. 937 HvF 16706 100. 938 HvF 16706 39, 477; 16708 44; 16484 663. 939 HvF 16711 59; 16492 1382; 16495 250. 940 SLO 18 108. 941 SLO 32 53v. 942 SLO 20 54. 943 WYM 83 210v. 944 HvF 16493 553; 16501 16.7.1632 sent. 11;16507 8.5.1638, sent. 16. 945 HCO 263 586. 946 T5 2955 I 1611/12 nr.


26. 947 GJb 1989 41. 948 Walle 5256. 949 WON 6 279v. 950 WON 109 102. 951 WYM 89 124v. 952 WYM 89 32. 953 JR 560. 954 Walle 5256. 955 T347 1286. 956 Walle 4276; AH 1447. 957 GJb 2006 189; S. ten Hoeve, Lieuwkamastate, Makkum 2004. 958 WON 7 67v. 959 BOL 220 5v. 960 AH 725. 961 LC 25.5.1992; Walle 4285. 962 Walle 4276 ; AH 1447, 730-741. 963 WON 138 nr. 27. 964 JR bl 485; SFA. 965 Bb 425. 966 HvF 16691 190v; 16692 335. 967 HvF 16692 400. 968 Blijkens schema Haringhsma in T311, 807. 969 WYM 41 231v. 970 HvF 16778 403. 971 WOR 222 3. 972 HEN 44 41. 973 BOL 220 55v. 974 GJb 1975 9. 975 WYM 6 27v. 976 WYM 45 69. 977 HvF 16711 123. 978 WOR 239 5. 979 HAR 87 134. 980 BOL 220 178. 981 WYM 47 12. 982 HvF 16811 122. 983 HvF 16777 238v. 984 BOL O1 75 (1.2.1659). 985 BOL 161 41v. 986 Gens Nostra april/mei 1972 108 t/m116; Gens Nostra april/mei 1993 216/217 en 229 t/m 237. 987 WON 114 14. 988 WYM 7 360v. 989 WYM 44 182. 990 WYM 45 112. 991 WYM 87 221v, 136v. 992 WYM 41 87. 993 BOL 126 12. 994 WYM 7 84. 995 HvF 16707 154. 996 WYM 83 113. 997 WYM 44 84v. 998 WYM 45 10v. 999 WYM 45 20v, 110v; 46 143v, verg. 41 238. 1000 WYM 85 91. 1001 HvF 9501. 1002 WYM 26 59v. 1003 Gens Nostra juni en juli/augustus 1973, april/mei 1993; GJb 1989 45, 1990 79. 1004 WYM 48 117. 1005 FRL 94 74. 1006 FRL 97 78v. 1007 HEN 46 216. 1008 BAA 38 623. 1009 WYM 88 409v. 1010 FRL 69 504. 1011 DON 101 34, 36. 1012 DON 101 262. 1013 DON 101 24.8.1609, 2.11.1609. 1014 DON 101 295; 102 24.3.1614. 1015 DON 102 17.12.1612. 1016 DON 102 24.8.1615. 1017 GJ 1994 92. 1018 DON 103 36. 1019 DON 7 68. 1020 DON 8 339. 1021 DON 26 36. 1022 DON 10 11. 1023 DON 53 193. 1024 HvF 16793 142. 1025 Hettinga1 45. 1026 DON 9 67. 1027 HvF 16702 261. 1028 Meindert Schroor, Twee grafsteentjes, Fryslân, jg. 4 1998 nr. 2. 1029 SNE 152 276. 1030 SNE 143 nr. 81. 1031 HvF 16486 19.12.1612 laatste akte nr. 59. 1032 SNE 163 88. 1033 Verder nageslacht: P. Reenalda, Het oud-Friese geslacht Reynalda, 1-17. 1034 BOL 249 8v. 1035 Copie elders 6125 2. 1036 GJb 1992 74. 1037 SNE 183 12.12.1617. 1038 LWL 88 105. 1039 SNE 162 594. 1040 SNE 162 135. 1041 SNE 162 489. 1042 RvdA III 459, 433; WON 5 210v (verg. WON 217 219v, 237v). 1043 PI 3094. 1044 WON 7 7v. 1045 WON 7 248. 1046 WYM 88 182v. 1047 Walle 6386. 1048 WYM 86 74v. 1049 WON 121 nr. 30. 1050 WYM 88 182v. 1051 WYM 48 188. 1052 HvF 16778 210. 1053 HvF 16542 18.3.1673 sent. 43; 16770 347. 1054 WON 109 nr. 13; ook 4 186v en 100 283; PI 3436. 1055 WON 8 359. 1056 BOL 41 237. 1057 WON 217 114v. 1058 WON 157 nr. 18. 1059 WON 127 nr. 23. 1060 WON 115 nr. 31 en 125 343. 1061 Walle

3284. 1062 GJb 1996 130. 1063 WON 109 nr. 16. 1064 WON 117 nr. 5; 120 nr. 27. 1065 WON 10 74v. 1066 WON 123 nr. 62. 1067 WON 137 nr. 68. 1068 Walle 5154. 1069 Noomen, Stinzen inventaris. 238. 1070 PI nr. 1866. 1071 WON 103 nr. 96. 1072 HvF 16777 32v. 1073 BOL 157 1. 1074 D.J. van der Meer e.a., De grietmannen en burgemeesters van Idaarderadeel, Dit was Idaarderadeel, 56. 1075 Johannes Woudstra, Siderius, Engelum 2002, 544. 1076 HB 153. Nal 52. 1077 IDA 69. 1078 HCL w1 15.2.1621. 1079 HvF 16792 57v, ook 67. 1080 WYM 45 90. 1081 GJb 2011 175, 183. 1082 Walle 5157, 5159. 1083 WYM 41 293v. 1084 WYM 46 84v, ook 384. 1085 GJb 1989 43. 1086 WYM 83 135. 1087 WYM 46 84v. 1088 WYM 46 384. 1089 IDA 20 153; 21 20v; HvF 16498 interl. sent. 2 van 3.11.1629. 1090 NL 1930 33. 1091 HvF 16777 275v. 1092 Zijlstra 1817. 1093 BOL 127 31. 1094 PI 3181; WON 5 122. 1095 WON 4 65. 1096 WON 4 226vs. 1097 HvF 9501. 1098 WYM 84 96. 1099 WYM 47 155. 1100 WYM 47 276v. 1101 WYM 48 188. 1102 WYM 88 85v; ook 26 42v. 1103 WON 7 189v. 1104 W.H. Keikes, Inventaris der archieven van Bolsward, Bolsward 1952, nr. 812. 1105 HvF 16705 23. 1106 WON 6 240v. 1107 WON 6 265v. 1108 HEN 45 25. 1109 HCO T226, A.J. Gevers, A.J. Mensema, Inventaris van het huisarchief Vilsteren, nr. 1193. 1110 BAR 84 151. 1111 HAR 124 168, 186. 1112 HvF 16709 172; 16486 19.12.1612 sent. 58. 1113 GJb 2008 12. 1114 Verder: GJb 2001 109. 1115 HvF 16708 561. 1116 BbH 318; HvF 16798 459. 1117 Rr 9a 13v. 1118 LWL 16 196v. 1119 HvF 16694 236. 1120 LWL 77 113. 1121 PI 3378. 1122 HvF 16699 190. 1123 HvF 16700 73. 1124 HvF 16700 293. 1125 HvF 16700 215. 1126 HvF 16708 118. 1127 WON 4 221v. 1128 WON 6 55. 1129 HvF 16713 208. 1130 WON 5 272, 284v. 1131 WON 103 66. 1132 Walle 5756. 1133 WON 8 253v. 1134 WON 9 217; 8 380. 1135 HvF 16777 507v. 1136 WON 127 nr. 16. 1137 BOL 140 18.6.1666. 1138 GJb 1999 116. 1139 PI 3703. 1140 HvF 16703 80. 1141 WON 4 289. 1142 BOL 39 146 (154, 169). 1143 HvF YY5 121, 133v. 1144 Walle 6743, 6736; GJb 1993 12; HvF 16779 192. 1145 GAA 106 132v. 1146 GAA 83 234. 1147 HvF 16700 158. 1148 Bb 127, 129. 1149 LWL 77 236v. 1150 PI 2437. 1151 SNE 162 625. 1152 Verg. GJb 1989 72, 66. 1153 Rr 25 29v. 1154 PI 5940, 6413. 1155 WYM 82 211. 1156 DON 62 11.6.1636. 1157 DON 101 104. 1158 DON 59 12.1.1622. 1159 DON 61 febr. 1631. 1160 DON 8 1. 1161 WYM 41 268; verg. 106v. 1162 WYM 44 89. 1163 WYM 44 286. 1164 WYM 45 25. 1165 WYM 7 256v. 1166 WYM 47 226v. 1167 WYM 26 144. 1168 WYM 26 97. 1169 WYM 89 104. 1170 WYM 42 52v. 1171 WYM 86 254. 1172 WYM 6 40. 1173 HEN 42 47. 1174 WYM 7


338v. 1175 HvF 16710 412. 1176 Hein Walsweer, Bonne Pieters, burgemeester van Drylst, een biografische schets, St. Jacobiparochie 2000. 1177 WYM 42 118. 1178 WYM 83 278; 85 47. 1179 WYM 45 339. 1180 WYM 46 270. 1181 WYM 42 225. 1182 WYM 83 135. 1183 WYM 84 77. 1184 T323 5590 176. 1185 WYM 84 75. 1186 HvF 16792 51v. 1187 WYM 89 344, 345v. 1188 Blijkens leeftijd in zijn handtekeningen in SLO 34. 1189 DON 102 27.3.1611. 1190 SLO 9 198v. 1191 SLO 34 30.9.1634. 1192 SLO 36 19.4.1667. 1193 DON 66 nr. 80; 53 397, 410; 54 12.11.1656; verg. 67 37. 1194 Reitsma 30. 1195 GJb 1993 9. 1196 Reitsma 30. 1197 HvF 16703 29, 62; 16705 152. 1198 HvF 16707 334. 1199 HvF 16482 722. 1200 RAU 3 291v. 1201 HvF 16483 288. 1202 WYM 7 110v. 1203 RAU 4 199. 1204 RAU 5 297v. 1205 Verg. 2352. 1206 DON 101 2.11.1609; 102 30.1.1612. 1207 HEN 45 38. 1208 RAU 6 91v. 1209 DON 59 5.10.1621, 4.6.1621. 1210 RAU 7 43. 1211 RAU 7 113v, 114, 118v, 121, 182, 221; 8 84v. 1212 FRL 98 55v. 1213 FRL 98 69v. 1214 BAA 6 130v. 1215 BAA 6 258v. 1216 T345 242. 1217 WYM 6 232v. 1218 WYM 6 241v. 1219 HvF 16705 381; 16706 290, 478. 1220 WYM 7 159v, 141, 184, 185. 1221 HvF 16711 173; 16713 32, verg. 136. 1222 HvF 16488 692. 1223 DON 8 230. 1224 WYM 89 63. 1225 WYM 85 183v. 1226 WYM 47 128. 1227 WYM 47 199. 1228 In 1652 leeft een Feyte Reyns te Hommerts, WYM 89 347. 1229 WYM 48 212. 1230 WYM 82 156. 1231 WYM 48 106v. 1232 WYM 42 57. 1233 WYM 45 114v. 1234 Walle 5823. 1235 GJb 1955 40; SNE 142 511; HEN 41 431. 1236 RAU 4 81. 1237 RAU 4 227v. 1238 KG nr. 733. 1239 RAU 6 104, 108v, 110, 135. 1240 RAU 6 163v. 1241 RAU 6 201v, 207v. 1242 RAU 7 70 (ook 8v). 1243 RAU 7 170v, 209v; 8 43, 84v; 9 57. 1244 RAU 9 126v. 1245 GJb 1991 118, Andringa T. 1246 WON 247 60. 1247 UTI 42 93. 1248 UTI 33 182. 1249 IDA 5 43v. 1250 BIL 26 20.6.1617, 28.10.1629. 1251 WYM 7 139v. 1252 WYM 47 73. 1253 WYM 48 174v. 1254 WON 142 nr. 35; 143 nr. 42. 1255 HEN 46 529. 1256 HvF 16520 interl. 15.7.1651 nr. 110. 1257 BAR 88 179v t/m 186v, 196v. 1258 SNE 170 120. 1259 RAU 38 156v. 1260 BbH 65. 1261 SFA I 19, II 18. 1262 T311 981; GJb 1997 183; GJb 1999 194. 1263 RAU 3 58, 58v. 1264 HvF 16482 393, 487. 1265 RAU 4 221; zie verder 5172.4. 1266 RAU 6 189, 190. 1267 BAA 6 228, 287. 1268 HEN 28 855. 1269 GJb 2014 73. 1270 RAU 10 206. 1271 Walle 753. 1272 GJb 2001 138. 1273 HEN 46 317v. 1274 HEN 46 192; GJb 2001 138. 1275 WON 12 319v. 1276 RAU 10 227. 1277 BOL 122 11.8.1655. 1278 WON 5 179; BOL 216 212; Andringa nr. 1532. 1279 RAU 10 209v. 1280 RAU 10 229. 1281 HvF 16499 16.3.1630 nr. 4. 1282 HvF 16792 36v, 92v. 1283 HvF 16792 50v. 1284

Siderius, 537, 538. 1285 PI 1885. 1286 RAU 2 20. 1287 SNE 27 114v. 1288 WYM 87 110. 1289 WYM 48 29v. 1290 HEN 46 323v. 1291 FRR 133 245. 1292 WYM 26 114v. 1293 BAA 41 49v, ook HEN 29 875. 1294 RAU 4 225. 1295 WYM 87 115. 1296 WYM 48 175v. 1297 BAA 4 391; 5 221v, 222. 1298 BOL 247 107. 1299 BAA 64 63v. 1300 Walle 2047, 2048. 1301 WYM 89 364v. 1302 HEN 41 229. 1303 HEN 22 53. 1304 HEN 29 86. 1305 FK 330. 1306 HEN 43 58. 1307 HEN 44 207. 1308 Folk en Tsjerke aug. 2015, aug. 2016. 1309 BbH 261-263. 1310 HEN 28 855. 1311 Walle 3495. 1312 GJb 1996 72. 1313 HEN 29 585. 1314 HEN 47 174v. 1315 GJb 1999 183, 2013 239. 1316 WYM 5 261. 1317 HvF 16704 134. 1318 HEN 42 20. 1319 HEN 42 50, 50v. 1320 DON 102 4.3.1613. 1321 Cor Trompetter, Eén grote familie, Hilversum 2007, 113. 1322 FK 350; FRR 45 276. 1323 Willem Stuve, Herrie om een huis, in Doopsgezinde bijdragen nieuwe reeks 31 (Amstrdam 2005), 43. 1324 MEN 4 266v. 1325 MEN 6 263, 369. 1326 MEN 123 6, 167, 167v, 234v, 257. 1327 MEN 124 27v. 1328 DON 101 242. 1329 T5 2660 87v. 1330 DON 102 194. 1331 DON 8 210. 1332 Walle 6654, 6656; HEN 41 158. 1333 HEN 45 52v. 1334 FRR 145 130. 1335 SNE 144 141. 1336 SNE 152 148. 1337 PI 795 en s. 188. 1338 HvF 16702 442, ook 199. 1339 Walle 2216. 1340 WYM 45 126v. 1341 WYM 45 217v. 1342 WYM 46 129. 1343 WYM 46 327v. 1344 WYM 88 16. 1345 WYM 88 152, 153v. 1346 WYM 47 3v, 106v, 203, 273, 362; 48 131v. 1347 WYM 47 332. 1348 TIE 86 162, 164. 1349 TIE 86 163. 1350 HvF 16521 20.12.1652 sent. 73. 1351 HEN 42 46. 1352 HvF 16706 276; 16484 828; 16708 420; 16485 930. 1353 IDA 69 130. 1354 GJb 2009 253, 256. 1355 HvF 16708 446. 1356 HvF 16493 364. 1357 BAA 63 81v. 1358 HvF 16484 97. 1359 HEN 27 568. 1360 HEN 28 587. 1361 HEN 29 118. 1362 BOL 144 23. 1363 BOL 144 17. 1364 HAR 287 206v, 207. 1365 HAR 238 89v. 1366 DOK 128 19.10.1657. 1367 DOK 102 27.12.1670; 135 247. 1368 BAA 6 92. 1369 IDA 37 10. 1370 WON 6 246. 1371 WON 7 244. 1372 WON 8 109. 1373 WON 113 nr. 1. 1374 WON 124 nr. 72. 1375 WON 122 nr. 21. 1376 WYM 43 299. 1377 GJb 2015 159. 1378 WYM 41 255. 1379 WYM 6 122v, 197, verg. 2411.1 en 24113. 1380 WYM 41 282v. 1381 WYM 42 210v. 1382 WYM 44 92v. 1383 DON 63 12.4.1643. 1384 GJb 1992 74. 1385 DON 59 19.2.1621, 20.4.1622. 1386 DON 61 24.5.1630. 1387 WYM 45 306v. 1388 WYM 86 313v. 1389 WOR 149 14. 1390 T5 2955 I 1611/12 nr. 26. 1391 Walle 4209, hun zerk lag in 1995 nog te Idsega. 1392 WYM 42 181v; 44 21. 1393 WYM 82 91. 1394 GJ 1999 185; WON 121 nr. 30. 1395 WYM 87 1. 1396 WYM 26 55. 1397 WYM 47 337. 1398 WYM 48 40v, 143v. 1399 WYM 47 139. 1400 WYM 47 317. 1401 WYM 26


96. 1402 WYM 26 122. 1403 WYM 89 109v. 1404 WYM 88 384v. 1405 WYM 88 371v. 1406 WYM 26 89v. 1407 T345 242 nr. 24, 19. 1408 HvF 16701 2. 1409 WYM 6 126v. 1410 WYM 6 197. 1411 WYM 41 204; 42 158. 1412 WYM 82 172. 1413 GA Bolsward 808, meetcedullen van een zate te Aulahuis te Burgwerd en van Damstra zate te Oudega, eigendom van het Sint Anthony Gasthuis te Bolsward 1612, 1649; 3 stukken waaronder een kaart van de Damstra zate. 1414 T5 2955 I 1611/12 4, 6. 1415 WON 99 nr. 31; 101 nr. 24. 1416 SNE 145 208. 1417 WON 7 245. 1418 WON 110 154v. 1419 HvF 16489 675. 1420 WYM 87 33v. 1421 HEN 27 531. 1422 WON 6 9v. 1423 WYM 7 198. 1424 WON 7 150v. 1425 WON 122 nr. 61; 125 535. 1426 RvdA II 308, 323, 357; Oosterhout 2283. 1427 PI 2516. 1428 GJb 1975. 1429 WYM 5 64. 1430 WYM 42 188v. 1431 WYM 83 81. 1432 WYM 7 363v. 1433 WYM 83 223v. 1434 WYM 83 11. 1435 WYM 45 69. 1436 WYM 45 139. 1437 WYM 45 273v. 1438 GJb 2013 179. 1439 WYM 7 182v. 1440 WYM 45 6. 1441 KG 1140. 1442 WYM 87 300v, 302, 359; 88 99, 185. 1443 WYM 14 17v, 18. 1444 WYM 37 22.8.1664. 1445 SNE 158 245. 1446 WYM 47 151v. 1447 SNE 181 12.5.1592. 1448 SNE 162 279. 1449 SNE 163 407. 1450 SNE 164 599. 1451 SNE 164 284. 1452 WYM 89 111. 1453 SNE 165 361. 1454 Nageslacht: Gens Nostra 1977 18. 1455 WYM 26 100v. 1456 WYM 49 331v. 1457 WYM 51 321v. 1458 Walle 3072. 1459 T326 1052. 1460 WYM 6 160. 1461 Kerkboek Heeg 57, 70, 72v, 74. 1462 HvF 16708 342; WYM 7 124. 1463 GJb 1999 118. 1464 WYM 44 305. 1465 WYM 88 316v. 1466 WYM 88 77. 1467 Kerkboek Heeg 72v. 1468 WYM 42 204v. 1469 WYM 14 26v. 1470 WYM 46 310. 1471 WYM 47 353v. 1472 Kerkboek Heeg 43, 51v, 167v. 1473 WYM 7 86v; 83 87v, 88v. 1474 WYM 45 227. 1475 WYM 83 19; 84 47. 1476 WYM 45 256. 1477 WYM 45 425. 1478 Ype Brouwers, Haga 51. 1479 WYM 83 125, 309; 84 232v, 233v. 1480 WYM 7 105v. 1481 WYM 46 107v. 1482 Verg. GJb 1994 81. 1483 WYM 46 335v. 1484 Walle 2699. 1485 WYM 43 331. 1486 WYM 46 69, 236. 1487 WYM 87 71. 1488 WYM 41 285v. 1489 KG 1203. 1490 WYM 43 455. 1491 WYM 86 296. 1492 WYM 47 56v. 1493 WYM 47 227v. 1494 WYM 45 10v. 1495 WON 123 662. 1496 GJb 1994 80. 1497 WYM 52 33v. 1498 HvF 16780 97. 1499 WYM 41 143, 221. 1500 WYM 7 81v. 1501 WYM 46 170v. 1502 WYM 47 116. 1503 WYM 47 258. 1504 WON 7 43; 106 56. 1505 WON 110 nr. 10. 1506 WON 153 nr. 25A; 159 nr. 17. 1507 WON 113 nr. 30. 1508 WON 122 nr 68. 1509 WYM 7 286. 1510 T326 1052. 1511 WYM 41 33v. 1512 WYM 41 6v (13v, 30). 1513 WYM 41 287v; 42 114v. 1514 WYM 7 38. 1515 SNE 145 208. 1516 WYM 82 194.

1517 WYM 7 3v. 1518 HvF 16707 317. 1519 HvF 16708 342; WYM 7 124. 1520 WYM 45 49v. 1521 T5 2955 I 1611/12 nr. 27. 1522 WYM 85 370. 1523 WON 124 nr. 84. 1524 WON 134 nr. 76. 1525 WON 5 147. 1526 WYM 41 221, verg. 42 172v. 1527 WYM 7 164v. 1528 WYM 46 40. 1529 WYM 89 203. 1530 KG 1201. 1531 WYM 83 114. 1532 WOR 222 68v. 1533 WYM 83 255. 1534 WON 116 nr. 53. 1535 FK 332; DON 101 25, 293; HvF 16485 26.10.1611 sent. 40; 16488 23.5.1615 sent. 11. 1536 WYM 44 217v. 1537 WYM 46 362. 1538 GJb 1999 199. 1539 WON 111 nr. 27. 1540 WYM 42 83v. 1541 WYM 88 73v, 213. 1542 WYM 8 17. 1543 WON 7 220v. 1544 WYM 44 274v. 1545 WON 7 290v. 1546 HvF 16486 725. 1547 WYM 26 36. 1548 WYM 46 368; GJb 1977 22; GJb 1979 25. 1549 HEN 11 248. 1550 WON 109 nr. 15. 1551 WON 123 nr. 50. 1552 WON 124 nr. 53. 1553 WON 134 nr. 76. 1554 Chb III 743. 1555 PI 4324. 1556 J.J. Woltjer, Friesland in Hervormingstijd, Leiden 1962, 290 (ook 191 noot 9). 1557 HvF 16698 232. 1558 HvF 16701 54, 194. 1559 Chb IV 645. 1560 HvF 16707 19, 81, 392; verg. GJb 1965 88. 1561 HvF 16707 50, 395. 1562 SNE 151 256. 1563 WYM 44 321. 1564 WYM 45 34, 157, 401; 46 145, 311. 1565 WYM 45 407v; Gerrit Zomer, Bons, Sneek 2000, 110; WON 133 37. 1566 WYM 47 168. 1567 WYM 48 52. 1568 HvF 16702 335. 1569 WYM 41 230. 1570 WYM 42 269v. 1571 HEN 44 32v. 1572 WON 120 nr. 3; 124 nr. 23. 1573 SNE 158 184. 1574 WON 8 141v. 1575 PI 3434. 1576 WON 100 nr. 82. 1577 WYM 41 273. 1578 WON 6 11. 1579 WYM 83 111v. 1580 WYM 47 16, 88v. 1581 WYM 88 199v t/m 200v. 1582 WYM 89 256v. 1583 WYM 92 59. 1584 GJb 1976 94; Hettinga2 4010/11. 1585 WYM 44 271. 1586 WOR 222 27v, 78. 1587 WYM 7 81v. 1588 WOR 222 64v. 1589 WYM 6 51v. 1590 WYM 41 87. 1591 BOL 156 97v. 1592 WYM 45 3. 1593 WYM 45 265. 1594 DON 119 31, 22, 21, 11. 1595 Walle 5022; verg. 4122.3; GJb 1970 40, 1984 51. 1596 HvF 16777 514v; verg. WON 99 nr. 20. 1597 BOL 127 233. 1598 BOL 158 354. 1599 HEN 46 267v. 1600 WYM 89 390. 1601 HvF 16777 303v. 1602 WYM 85 345v. 1603 WOR 223 275. 1604 WYM 86 260. 1605 WOR 158 172. 1606 WOR 177 9.1.1638. 1607 WOR 178 203. 1608 Kerkboek Heeg 109; GJb 2016 103. 1609 GJb 2016 203. 1610 WYM 83 307v. 1611 DON 119 11. 1612 WYM 87 283. 1613 WYM 89 386. 1614 WYM 89 245. 1615 WYM 50 85. 1616 WYM 50 110. 1617 HvF 16490 679. 1618 WYM 45 416v. 1619 GJb 2003 68. 1620 WYM 85 111. 1621 WYM 87 369v. 1622 WYM 26 174. 1623 WYM 51 59v; 52 110v. 1624 Walle 5117. 1625 Geboortejaar op zijn portret, Fûgelsang 37. 1626 Walle 5116. 1627 BAA 62 69. 1628 HEN 41 38. 1629 SNE 28 96v. 1630 HEN 42 41, 41v. 1631 HvF 16708 18. 1632 Walle 5113. 1633 GJb 2010 189.


1634 LWL 86 220v. 1635 GJb 2001 139. 1636 Walle 5113. 1637 GJb 1979 12. 1638 HvF 16482 298. 1639 HvF 16482 940. 1640 BAA 84 132v. 1641 Verg. S. Wiarda, Wiarda 1369-1969, 113, 255; Jelle Miedema, Kwartierstaat Miedema-Risselada, Leiden 2006, 114 (Tresoar 15.22.08 Mied1). 1642 Reitsma 4. 1643 GJb 2011 219, 165. 1644 Andringa 833. 1645 PI 1880. 1646 BAA 62 5v. 1647 BAA 62 17v. 1648 T344 908 29.6.1579. 1649 HvF 16702 82. 1650 HvF 16484 673; ook 16705 33 (1600); 16706 478 (1604). 1651 T344 908 14.5.1607. 1652 IDA 5 5, 7v. 1653 BAA 84 95v, ook 97v, 101, 104v, 105v, 108. 1654 T327 2301. 1655 GJb 1972 87. 1656 IDA 4 37v. 1657 BAA 84 108. 1658 Walle 5680; Wiarda 113. 1659 OSIN 007 Kingma I, 008 Kingma II; Fogelsangh 106. 1660 T319 1816, regest: OSIN 007 717. 1661 RAU 5 221v. 1662 T319 872, regest: OSIN 007 720. 1663 MEN 48 488; BbH 110; HvF 16699 127. 1664 BAA 36 12.10.1610. 1665 IDA 4 38. 1666 WYM 26 41. 1667 OSIN 007 Kingma I en OSIN 008 Kingma II. 1668 Walle 1723. 1669 GJb 2013 178. 1670 BAA 36 12.10.1610. 1671 BAA 39 123. 1672 GJb 1984 48. 1673 WON 88 omslag 8. 1674 BAA 84 115. 1675 BAA 84 161v. 1676 IDA 69 72v. 1677 BAA 37 481v. 1678 HvF 16505 42. 1679 Walle 6362. 1680 GJb 2013 181. 1681 PI 3090. 1682 WON 5 182. 1683 WON 5 197. 1684 HEN 43 3. 1685 WON 130 nr. 27. 1686 Hettinga 2 8020/21; Cnossen IVm.4. 1687 Walle 6362. 1688 HvF 16692 144, 392. 1689 HvF 16698 181. 1690 Hettinga2 20.142/3; GJb 2011 171. 1691 WYM 25 184, 208v. 1692 WYM 25 339. 1693 HvF 16700 9. 1694 HEN 42 87v; HvF 16700 44; 16703 447; 16704 84, 168. 1695 SNE 143 287v. 1696 WON 4 26. 1697 WON 4 155v. 1698 LWL 170 161v. 1699 WYM 42 68. 1700 WYM 42 175, 263v. 1701 WYM 7 83v, 101v. 1702 HvF 16710 91, 457. 1703 ACH 81 222v, 427v, 300. 1704 ACH 82 32. 1705 BOL 218 82v; 216 27. 1706 WON 4 132. 1707 WON 4 157v. 1708 Walle 829, 838, 827. 1709 HvF 16700 283. 1710 HvF 16703 131. 1711 ACH 78 46v, 114; 79 104v. 1712 Walle 3628. 1713 HvF 16701 29, 203. 1714 ACH 78 40v; 79 134. 1715 ACH 81 194v. 1716 HvF 16706 287; 16483 633. 1717 WYM 44 119v, 28.3.1611. 1718 DON 59 27.6.1620, 24.10.1621. 1719 SNE 146 92. 1720 WYM 46 163v. 1721 WYM 47 8v, 112. 1722 LWL 69 26.2.1639. 1723 FRR 120 16v. 1724 WYM 26 81. 1725 WYM 49 230v. 1726 Kalend. 45. 1727 Rr 27a 22. 1728 Rr 31a 22. 1729 HvF 16701 237. 1730 HvF 16702 362; voorts 16702 388; 16703 51, 312. 1731 HvF 16700 180; 16702 9. 1732 Verg. GJb 2013 227; de ouders daar zijn onjuist. 1733 WYM 42 144, 146. 1734 FRL 96 202v, ook 213, 215. 1735 FRL 96 244v, 255. 1736 WYM 42 274v. 1737 HEN 21 194v. 1738 HEN 22 22v. 1739 HEN 22 66. 1740 HEN 44 35v. 1741 HCL 1000-A 351 (album amicorum

Rombartus van Ockama). 1742 D.J. van der Meer, Genealogie Ulenburg, GJb 1971, 86, 96. 1743 DON 101 194. 1744 WON 7 113, ook 115. 1745 HvF 16709 282, 312. 1746 HEN 45 261v. 1747 Ben Broos, Gerrit van Loo, voogd van Saskia, zwager van Rembrandt, Oud Holland 122 nr. 1 (2009) 43; HvF 16503 20.5.1634, def. sent. 34. 1748 HEN 46 280v. 1749 HvF 16792 103. 1750 BOL 159 147v (1623), 203 (1631). 1751 T5 2530 181. 1752 WON 4 234v. 1753 SCO 111 22. 1754 SCO 111 96. 1755 SCO 111 161. 1756 SNE 147 453; 149 84v, 187;150 217. 1757 HvF 16711 352; 16712 130, 321; WYM 45 224, 340, 404 (1618 zijn erven). 1758 HvF 16710 241. 1759 SNE 150 315. 1760 HvF 16713 59v; 16489 685. 1761 HvF 16713 276. 1762 HvF 16505 20.12.1636 sent. 4 en 5. 1763 DON 102 29.10.1612. 1764 DON 102 4 febr. en 18 maart 1613. 1765 DON 101 81. 1766 HvF 16490 523. 1767 DON 104 58. 1768 DON 104 151. 1769 SCO 86 18.12.1633; DON 63 6.3.1646. 1770 DON 62 4.1.1635. 1771 T373 6 7.10.1636. 1772 SCO 117 79. 1773 HAS 51 16. 1774 SNE 145 168; 147 474; 149 130. 1775 WYM 26 23v, 25, 27, 27v, 28, 29, 29, 30, 31. 1776 WYM 49 143. 1777 HvF 16692 257. 1778 WON 105 nr. 21; 106 nr. 21. 1779 WYM 48 54v. 1780 BOL 257 185. 1781 WYM 45 333. 1782 WYM 46 348v. 1783 DON 59 3.11.1620. 1784 DON 60 28.11.1627; 61 10.6.1630. 1785 DON 49 41, 42. 1786 WYM 44 1. 1787 SNE 23 462v. 1788 Walle 1289; GJb 1960 36; OFO IV o.a. 64. 1789 Protocol Cleuting 287. 1790 Rr 32a 16v. 1791 HvF 16695 25. 1792 SNE 25 533. 1793 HvF 16696 278. 1794 HvF 16802 76, 314, 323. 1795 HEN 40 20v. 1796 HvF 16698 15. 1797 HvF 16699 177, 225. 1798 HvF 16700 66. 1799 HvF 16700 320, 336. 1800 HvF 16701 158. 1801 HvF 16702 45. 1802 HvF 16702 315. 1803 HvF 16702 346. 1804 HvF 16693 78. 1805 Verg. GJb 1989 73. 1806 HEN 37 231. 1807 GJb 1994 54. 1808 HvF 16695 12v. 1809 HvF 16695 168v. 1810 HvF 16696 245. 1811 HvF 16696 276. 1812 SNE 143 89. 1813 Heeren van den Raede nr. 112. 1814 HCL y5 354. 1815 Dootboeck. 1816 GJb 1994 147, 2009 41. 1817 Conscr. 163. 1818 HvF 16696 4. 1819 SNE 26 25v. 1820 HEN 40 36, 251, 249. 1821 HvF 16699 5, 212; 16700 205. 1822 Walle 2379. 1823 Engels, Saeckma, conscriptio exulum. 1824 Dootboeck. 1825 Chb III 1174. 1826 De Heeren van den Raede nr. 73. 1827 HvF 16708 83. 1828 HvF 16709 10. 1829 Dootboeck. 1830 HEN 39 177v. 1831 HEN 40 18v. 1832 HEN 40 23v, 85v. 1833 HEN 40 44v. 1834 SNE 143 328v. 1835 SNE 144 474. 1836 T325 431. 1837 Engels. 1838 Walle 3081. 1839 Walle 3076. 1840 SNE 181 22.4.1597. 1841 SNE 144 570. 1842 Peter Schoen, Tussen hamer en aambeeld, Hilversum 2016, 447. 1843 SNE 155 441. 1844 SNE 143 128. 1845 SNE 157 308. 1846 HvF 16482 814. 1847 Dootboeck 160. 1848 SNE 145 208. 1849 HvF 16708


535. 1850 HvF 16709 367. 1851 HCL w1 15.4.1613. 1852 HvF 16488 28.3.1615 sent. 3. 1853 De vrije Fries 1 (1839) 219. 1854 FRR 230 14. 1855 HvF 16811 12 (ook 84). 1856 WON 151 nr. 13; Walle 6892. 1857 R.S. Roarda, Greate Pier, 15; GJb 2016 216. 1858 WON 112 nr. 1. 1859 HvF 16792 15, 15v; GJb 1981 84. 1860 T344 306. 1861 WON 146 nr. 77. 1862 Walle 6896. 1863 WON 123 nr. 105. 1864 WON 102 204. 1865 WON 136 nr. 39. 1866 WON 158 nr. 36. 1867 GJb 2016 138. 1868 HCL w3 1.7.1653. 1869 HvF 16792 15; GJb 1984 34. 1870 WON 69 122; 156 nr. 43. 1871 WON 156 nr. 73. 1872 Walle 6892. 1873 Hettinga2 25.628. 1874 HCL T1313 7. 1875 HEN 45 22. 1876 WON 120 nr. 57. 1877 Walle 3494. 1878 HEN 45 22. 1879 HEN 60 389v, 390. 1880 HEN 29 27. 1881 WON 8 218v; GJb 2006 192. 1882 HEN 46 3. 1883 HEN 19 4v. 1884 WON 146 nr. 33. 1885 WON 150 nr. 12. 1886 WON 152 nr. 63. 1887 HEN 28 915. 1888 HEN 19 19. 1889 BAR 64 15v; 68 351. 1890 BAR 64 37; 72 58. 1891 Tegenwoordige staat van Friesland III 199. 1892 Walle 482, ook 439. 1893 HvF 16793 19.8.1640. 1894 BOL 122 42, 42v, 40v. 1895 BOL 122 97. 1896 WON 156 nr. 73. 1897 HvF 16793 11.1.1641. 1898 SNE 165 21. 1899 BOL 122 46v. 1900 Solckema 87v. 1901 Formsma, W. e.a., De Ommelander Borgen & Steenhuizen 63. 1902 HvF 16506, 28.3.1637, sent. 37, 38. 1903 T344 968 778. 1904 HAR 229 107. 1905 HEN 44 212v. 1906 HEN 45 65. 1907 HEN 45 220v. 1908 GJb 1997 130. 1909 GJb 2013 278. 1910 HCL ee13 157. 1911 HvF 16793 22.7.1641. 1912 HEN 47 170v. 1913 Walle 5003. 1914 WON 4 223; 11 363. 1915 HvF 16700 285; 16702 122. 1916 HvF 16482 869. 1917 HvF 16705 193; 16706 158, 317. 1918 HvF 16706 125. 1919 HvF 16710 475; 16711 428. 1920 HCL w1 89. 1921 WON 115 nr. 20. 1922 HvF 16713 150. 1923 BOL 158 60v. 1924 HEN 45 226v. 1925 HEN 46 231v. 1926 Walle 494. 1927 Walle 1091. 1928 GJb 1993 99, 1983 64; De heeren van den Raede nr. 180. 1929 T344 594. 1930 GJb 1989 43. 1931 HvF 16777 263. 1932 BOL 122 13 en 15.3.1654. 1933 BOL 134 197. 1934 BOL 170 148. 1935 BOL 122 15.8.1661. 1936 DOK 101 9.3.1641, 18.5.1647. 1937 Walle 2121, GJb 1966 85. 1938 GJb 1983 5. 1939 HCL z6 288. 1940 HCL gg7 187v. 1941 HCL gg17 150v. 1942 HCL gg17 101. 1943 HCL w1 177v. 1944 SFA II 201. 1945 Walle 2121. 1946 GJb 1984 41. 1947 OOD 37 261, 309. 1948 WYM 85 130; BOL 27 103v. 1949 ACH 80 299. 1950 ACH 81 291. 1951 HEN 45 260v; GJb 1984 39. 1952 BOL 13 152v; 130 205. 1953 HvF 16793 40. 1954 HvF 16793 115v. 1955 SFA II 202. 1956 SMA 96 52. 1957 SMA 96 263. 1958 SMA 96 264. 1959 Engels. 1960 OPS 46 87. 1961 HvF 16779 321v. 1962 HvF 16780 437. 1963 Hettinga1 22; GJb 2001

121. 1964 T. Marseille, Harlingen, de vermaerde zeestad, Harlingen 1984, 69. 1965 HAR 113 20.11.1657. 1966 HAR 242 159v, 150. 1967 HCL w8 129v. 1968 HCL y49 149, 437. 1969 T5 2671 129. 1970 Sytse ten Hoeve, De Waalse kerk te Leeuwarden, Leovardia 42 (sept. 2013). 1971 TIE 93 283. 1972 HCL y65 211. 1973 SFA II 202. 1974 HEN 23 369. 1975 HEN 45 240v 1976 LWL L1 26.4.1627. 1977 LWL 88 191v. 1978 HCL w2 7.6.1641. 1979 IDA 71 316. 1980 IDA 55 174. 1981 IDA 72 305v. 1982 IDA 9 244v. 1983 Beiden: SFA (Tresoar, aant.) II 201. 1984 GJb 1983 18. 1985 HvF 16777 534v. 1986 HCL y44 213. 1987 GJb 1979 42. 1988 IDA 36 nr. 33. 1989 IDA 55 219. 1990 BAA 63 85; Walle 6811. 1991 IDA 35 82. 1992 BAA 43 155v. 1993 BAA 45 157v. 1994 IDA 55 28. 1995 IDA 35 1. 1996 IDA 32 44; SFA II 135. 1997 RAU 37 160. 1998 RAU 39 197. 1999 Walle 6857. 2000 IDA 34 330. 2001 DTB 465. 2002 LWL 105 167, 180, 286v. 2003 GJb 1979 33. 2004 ACH 85 78. 2005 HCL y30 40. 2006 HCL y41 101. 2007 MEN 71 299. 2008 GJb 1984 52. 2009 HvF 16792 2. 2010 HEN 26 330. 2011 HEN 46 219v, 228v. 2012 HEN 19 29.9.1658. 2013 HEN 47 3; ook T327 426. 2014 Walle 2760. 2015 WON 123 273v. 2016 IDA 71 121; 55 58, 135. 2017 Walle 4243. 2018 GJb 1997 136. 2019 Walle 4245. 2020 GJb 1976 101. 2021 HvF 16780 411v. 2022 HEN 47 286v. 2023 Walle 4243; statie Roodhuis. 2024 Statie Roodhuis. 2025 WYM 51 36. 2026 SCO 122 271. 2027 HCL w6 64v. 2028 HEN 19 20.11.1679. 2029 SNE 125 26.5.1682. 2030 Walle 3624; T318-21 583. 2031 GJb 2016 200. 2032 HCL z10 84. 2033 HCL gg21 156, gg23 190v. 2034 WON 11 228. 2035 HCL ee12 67. 2036 HEN 47 177v. 2037 Walle 3624. 2038 Walle 1086; www.simonwierstra.nl pagina 5. 2039 HCL w4 143v. 2040 WYM 44 85. 2041 WYM 83 170. 2042 WYM 47 225. 2043 WYM 87 233v. 2044 WYM 48 179. 2045 WYM 88 67v. 2046 WYM 48 180. 2047 WYM 26 142. 2048 WYM 26 198v; 8 62v. 2049 WYM 52 223v. 2050 WYM 49 274. 2051 WYM 92 125v. 2052 WYM 41 41. 2053 WYM 6 141. 2054 WYM 41 21. 2055 WYM 7 31v. 2056 WYM 7 344v. 2057 T5 2955 I 1611/12 nr. 20. 2058 Zie 23332, 1605. 2059 WYM 7 138v. 2060 WYM 87 192v. 2061 WYM 26 5. 2062 WYM 47 279v. 2063 WYM 47 306, 329v; WYM 48 33v. 2064 WYM 40 2. 2065 WYM 79 77. 2066 LWL 93 243. 2067 WYM 25 289, verg. 288v. 2068 WYM 42 36v, 41v. 2069 WYM 42 131. 2070 WYM 45 28. 2071 WYM 47 347. 2072 WYM 48 81v. 2073 WYM 8 4. 2074 WYM 42 230v. 2075 WYM 45 159. 2076 WYM 45 299. 2077 WYM 6 120v; verg. 84 233. 2078 WYM 41 277, 223. 2079 WYM 83 2, 20v. 2080 WYM 44 85. 2081 WYM 46 181. 2082 WYM 87 263v. 2083 WYM 46 333, 335v, 363, 364.


2084 WYM 26 43v. 2085 WYM 41 60. 2086 WYM 83 92. 2087 WYM 46 48. 2088 WYM 46 267. 2089 WYM 48 218v. 2090 GJb 2016 123. 2091 WYM 46 40. 2092 WYM 88 231. 2093 WYM 47 247v. 2094 WYM 46 176v. 2095 WYM 50 96. 2096 WYM 90 64v. 2097 WYM 47 340. 2098 WYM 89 286. 2099 WYM 47 300, 331v, 334; 48 92. 2100 WYM 88 234v. 2101 WYM 48 152v. 2102 WYM 89 275v, 280. 2103 WYM 41 262. 2104 WYM 6 202. 2105 T244-31 3 172v. 2106 WYM 42 215. 2107 WYM 42 220. 2108 WYM 44 277v. 2109 WYM 46 327. 2110 GJb 1979 27. 2111 WYM 89 186. 2112 HvF 16509 75, 75v. 2113 WYM 89 347. 2114 WYM 87 447. 2115 WYM 47 90. 2116 WON 4 28. 2117 WON 114 nr. 72. 2118 HvF 16712 238. 2119 HEN 24 429. 2120 HEN 28 399. 2121 WON 4 244v; HvF 16777 105v; 16482 interl. 20.12.1598; 16705 216 etc. 2122 WON 7 30. 2123 WON 107 nr. 15. 2124 WYM 86 203v. 2125 WYM 88 285. 2126 WYM 26 159v; 89 343v. 2127 HEN 43 34. 2128 WON 120 nr. 3. 2129 GJb 1987 71. 2130 WON 4 241. 2131 WON 5 257v. 2132 WON 103 nr. 8. 2133 WON 133 nr. 46; ook 135 nr. 81 1640. 2134 GAA 23 213. 2135 GAA 24 182. 2136 GAA 96 12.1.1626. 2137 GAA 25 18. 2138 WYM 26 190v. 2139 FRL 56 327. 2140 FRL 57 136. 2141 HEN 43 58. 2142 IDA 29 28v, 89. 2143 IDA 30 75, 77, 86, 156, verg. 158. 2144 HEN 23 101. 2145 WON 99 nr. 55. 2146 WON 118 nr. 16. 2147 WON 130 nr. 14. 2148 WON 134 nr. 33. 2149 RAU 37 91. 2150 HEN 23 101. 2151 HEN 42 183, 79. 2152 HEN 23 339. 2153 HEN 24 143. 2154 HEN 44 211; 45 224. 2155 HEN 27 213. 2156 HvF 16507, 27.10.1638 sent. 60. 2157 HEN 29 536. 2158 HEN 24 53; 25 80, 171. 2159 Walle 6812. 2160 HEN 43 39, 64. 2161 HEN 28 168. 2162 Walle 6819; HEN 29 44. 2163 Verg. Hettinga2 8.020/8.021.1. 2164 WON 99 103 (nr. 31); 101 nr. 24. 2165 WON 103 nr. 77. 2166 WON 103 273. 2167 WON 105 nr. 17. 2168 WYM 43 336. 2169 WON 106 nr. 7. 2170 WON 7 67v. 2171 HvF 16488 313. 2172 WON 8 228. 2173 WON 10 331v. 2174 WON 219 1. 2175 WON 8 26. 2176 WYM 45 150. 2177 HvF 16713 135v. 2178 WYM 7 144v. 2179 WYM 86 6v. 2180 WYM 86 46v, 62, 65v, 66v, 73v. 2181 WYM 46 37v. 2182 WYM 89 392. 2183 BOL 138 102. 2184 BOL 138 115. 2185 BAA 24 218; 90 245v. 2186 FRR 283 129. 2187 FRR 283 204v. 2188 FRR 129 464. 2189 T5 2955 I 1611/12 nr. 21. 2190 WYM 7 167, 171. 2191 WYM 6 191v. 2192 WYM 45 60v. 2193 WYM 45 150. 2194 WYM 46 125. 2195 WYM 14 94v, 96. 2196 WYM 88 212. 2197 WYM 26 89v. 2198 WYM 26 76. 2199 IJL 10 252v. 2200 WYM 52 32v. 2201 HCL z8 149. 2202 WYM 6 5v. 2203 WYM 14 22. 2204 WYM 26 32, 63. 2205 WYM 47 67. 2206 WYM 47 286. 2207 WYM 48 62, 212. 2208 WYM 88

262. 2209 WYM 26 30v, 31v. 2210 WYM 50 148. 2211 BAA 46 243. 2212 WYM 86 336v. 2213 WYM 47 129v. 2214 WYM 45 268. 2215 HEN 26 17. 2216 HEN 45 237v. 2217 WYM 47 46v. 2218 DTB 406. 2219 GJb 1999 183. 2220 HEN 27 258. 2221 HEN 29 849. 2222 WYM 88 286v. 2223 WYM 51 315v. 2224 WYM 46 210. 2225 MEN 58 281. 2226 MEN 50 238; 55 453; 56 698. 2227 NT 5.35 3544, 3554, 3582, 3682. 2228 HvF 16702 151. 2229 HvF 16705 211. 2230 HvF 16706 126. 2231 HvF 16707 16, 55. 2232 HvF 16708 314; 16710 25. 2233 IDA 69 27. 2234 IDA 69 46. 2235 HvF 16710 257. 2236 HvF 16490 4.4.1620 sent. 43. 2237 IDA 55 135. 2238 HCL w1. 2239 IDA 69 117, 140. 2240 HvF 16702 136. 2241 SNE 143 nrs. 24, 25. 2242 RAU 2 161. 2243 WYM 7 165. 2244 HvF 16707 306. 2245 WYM 6 (5v, 30) 40. 2246 GJb 1997 178; Rr 15 16; 21 14. 2247 HvF 16802 1. 2248 HvF 16701 272. 2249 WYM 6 196v. 2250 WYM 82 138. 2251 WYM 82 95; verg. WYM 7 19v. 2252 SNE 148 113v. 2253 GJb 1997 178. 2254 SNE 153 300. 2255 GJb 2013 179. 2256 BAR 122 133v. 2257 BAR 122 177v. 2258 HvF 16777 8. 2259 HvF 16782 226. 2260 MEN 125 50, 54, 58, 63. 2261 HCL w2. 2262 HCL y35 524, 2263 HCL w3 13.8 en 30.9.1651. 2264 GJb 1977 34. 2265 MEN 12 281v. 2266 T5 2655 18v. 2267 GJb 1971 96. 2268 HvF 16707 311. 2269 BAR 82 21v, 26v, 27v, 53. 2270 BAR 82 90. 2271 HCL w1. 2272 OOD 96 78v. 2273 HvF 16487. 2274 HvF 16497 27.10.1627 interloc. sent. 53. 2275 HvF 16792 7. 2276 HvF 16498 10.2.1629 interloc. sent. 30. 2277 HvF 16508 20.12.1639 sent. 51. 2278 HvF 16777 193. 2279 T344 908. 2280 HvF 16703 374. 2281 OOD 96 147. 2282 HvF 16503 27.10.1634 sent. 44. 2283 HvF 16792 137. 2284 HCL gg4 138. 2285 HCL certificaatboek II 280. 2286 HCL gg25 228. 2287 HCL gg26 134. 2288 HCL y35 344. 2289 HCL gg26 48. 2290 Bb 424. 2291 RvdA II 321. 2292 BOL 218 62v, 64. 2293 WYM 41 256, 259. 2294 WYM 7 84. 2295 DOK 109. 2296 WON 4 261v, ook 12v (1592). 2297 WON 101 nr. 57. 2298 WON 101 85, verg. nr 56. 2299 WON 103 110. 2300 WON 126 184. 2301 HvF 16520 15.7.1651 sent. 12. 2302 WYM 83 291v. 2303 WON 6 253v (ook 46); 10 189. 2304 HEN 46 205v, 229. 2305 WON 120 nr. 10. 2306 HvF 16778 372. 2307 J. Visser, Familia Stapertica Perantiqua, GJb 1955, 40. 2308 WYM 86 94. 2309 HEN 46 240. 2310 Voorts WYM 26 91, 101; 8 18, 20, 106. 2311 Harmen Foekema, De Foeckema’s oer heech en leech, GJb 2003, 47. 2312 WON 102 114. 2313 Bb 16. 2314 WON 123 nr. 67. 2315 WON 8 295v; HvF 16484 129. 2316 WON 5 238v. 2317 DON 101 271. 2318 WON 123 nr. 40. 2319 WON 124 nr. 74. 2320 WON 6 279v. 2321 WON 10 80. 2322 WYM 46 278. 2323 WYM 47 7. 2324 WON 141 nr. 17. 2325 WON 123 nr.


16. 2326 BOL 142 48v; ook 122 22.6.1669. 2327 WON 155 nr. 4. 2328 WYM 45 373; 47 328; 48 32v. 2329 WYM 46 168v. 2330 WON 143 nr. 26. 2331 WYM 49 4. 2332 HEN 27 315; 29 1111. 2333 WON 279 230v. 2334 WYM 90 251v. 2335 HvF 16813 263. 2336 WON 120 nr. 20. 2337 WON 5 198. 2338 WON 135 nr. 75. 2339 WYM 48 68. 2340 WON 144 nr. 63. 2341 WON 139 nr. 40. 2342 WYM 45 19. 2343 WON 4 286v. 2344 WON 117 nr. 25. 2345 WYM 46 247v. 2346 WYM 47 63v. 2347 WYM 48 68, 126v, 145v, 213. 2348 WON 147 nr. 62. 2349 WON 144 nr. 63. 2350 WON 105 nr. 33. 2351 WON 107 nr. 19. 2352 WON 108 nr. 27, 114 nr. 46, 120 nr. 20, 123 nr. 67, 126 184, 200. 2353 WYM 44 166; ook GJb 1999 192. 2354 GJb 2006, 157. 2355 WON 5 152v. 2356 WON 5 267. 2357 BOL 162 212. 2358 WON 120 nr. 10; GJb 1999 185. 2359 WON 141 nr. 11. 2360 WYM 47 108. 2361 WON 143 nr. 13; WYM 49 46. 2362 NL 1930 33. 2363 WON 126 523. 2364 WON 135 nr. 61. 2365 WYM 6 13v, 51, 96v. 2366 LWL 81 75. 2367 LWL 81 120. 2368 HvF 16484 15. 2369 LWL 141 39. 2370 LWL 24 243. 2371 HvF 16713 207. 2372 LWL 87 224. 2373 Walle 1567. 2374 Walle 1572. 2375 LWL 91 258; Walle 1567. 2376 Andringa nr. 15312. 2377 SNE 159 316. 2378 HvF 16698 270. 2379 HvF 16702 18. 2380 HvF 16702 358. 2381 WYM 6 48v, 49v. 2382 T244-31 3 172v, 173, 174. 2383 WYM 7 67. 2384 WYM 42 173v, 174. 2385 WYM 7 327v, 330. 2386 WYM 43 437. 2387 WYM 43 447. 2388 WYM 41 274. 2389 WYM 41 274. 2390 WYM 7 102. 2391 WYM 42 197. 2392 WYM 45 15v. 2393 WYM 86 288v. 2394 DON 59 31.1.1621, 7.9.1622. 2395 WYM 86 335. 2396 HvF 16499 15.7.1630 sent. 19. 2397 DON 119 1. 2398 WYM 45 276v. 2399 WON 139 nr. 40. 2400 WON 144 nr. 63 2401 HEN 27 321. 2402 WYM 6 116v. 2403 HEN 22 7. 2404 PI 1036. 2405 HEN 44 42. 2406 HEN 24 305. 2407 HEN 28 667. 2408 HEN 19 16. 2409 GJb 2003 95. 2410 WYM 82 248, 249v. 2411 T244-3 3 172v, KG 1193, verg. 5164. 2412 WYM 84 154. 2413 WYM 83 73v. 2414 WYM 45 246. 2415 WYM 45 344v. 2416 WYM 46 341v. 2417 WYM 44 274v. 2418 WYM 43 495. 2419 WYM 83 262. 2420 WYM 88 27, 27v. 2421 WYM 48 84v. 2422 WYM 89 239. 2423 WYM 83 251v. 2424 WYM 14 49. 2425 WYM 26 15. 2426 WYM 84 90. 2427 WYM 85 352. 2428 HvF 16810 58. 2429 T5 2666 26, 29v. 2430 WYM 47 45v. 2431 WYM 46 218v. 2432 WYM 87 165. 2433 WYM 86 214v. 2434 WYM 87 158. 2435 WYM 87 141v. 2436 WYM 87 136v. 2437 WYM 47 198. 2438 WYM 50 306. 2439 WYM 8 3v. 2440 HEN 46 214. 2441 WYM 37 10. 2442 WYM 37 595. 2443 Nageslacht in H.A.R. Smakman, Het geslacht Smakman, van Heeg tot heden. 2444 WYM 49 348v. 2445 WYM 50 255, 297. 2446 WON 100 116v; WYM 83 87v. 2447 WOR U1

77. 2448 WOR 179 7. 2449 WON 100 116v. 2450 WYM 87 159. 2451 IJL 10 375. 2452 Verg. GJb 1969 72. 2453 T5 2955 I 1611/12 nr. 26: in 1611 verklaart Tyaerdts zwager Taecke Ipckes, oud 46 jaar, dat de vrouw van Tjalling Tyercks (51631) en zijn vrouw ‘suster en broere kinderen’ zijn. 2454 WYM 83 255. 2455 WYM 41 102. 2456 WYM 82 89. 2457 WYM 44 250v. 2458 WYM 83 286v. 2459 WYM 83 221. 2460 WYM 45 77v. 2461 WYM 45 109. 2462 WYM 45 308v. 2463 Titus Brandsma I, GJb 2005 136. 2464 WYM 7 83. 2465 WYM 92 40. 2466 WON 158 nr. 13. 2467 WYM 79 162. 2468 WYM 48 194. 2469 WYM 46 376. 2470 WYM 86 260, 244v. 2471 WYM 48 121. 2472 WYM 49 96. 2473 WYM 51 46. 2474 WYM 54 223. 2475 WYM 49 274. 2476 Verg. GJb 1999 181. 2477 WYM 53 93. 2478 Archief Ged.Staten Gm7, idem Gm21. 2479 FK 329, 332. 2480 HvF 16485 428. 2481 WYM 7 182v. 2482 WYM 43 595; 44 90v; 45 73v. 2483 WYM 89 8. 2484 WYM 14 153. 2485 FK 325, 328; WYM 47 68. 2486 WYM 88 235v. 2487 HAS 37 170. 2488 Walle 4920. 2489 Walle 4904. 2490 HvF 16518 20.12.1649 sent. 37. 2491 GJb 1999 122. 2492 WED 157 263. 2493 WYM 87 336v. 2494 WYM 87 258v. 2495 HvF 16792 97v. 2496 RvdA III 238; GJb 1981 84; Noomen 339. 2497 HvF 16704 155, 393. 2498 WYM 6 39v, 52v, 138v. 2499 Walle 6884. 2500 HvF 16779 435; GJb 1995 161. 2501 Walle 5369. 2502 BAR 83 5. 2503 BAR 121 45v, 46, 159, 160. 2504 BAR 83 76; ook BAR 121 199. 2505 HEN 45 224v. 2506 Noomen, inventaris stinsen, 442. 2507 Walle 6881. 2508 GJb 1995 156. 2509 Walle 6881 2510 WON 11 373 t/m 374, ook T313 89. 2511 Walle 6880. 2512 Walle 6884. 2513 Verg. GJb 2011 150 en H.P. Rynja, De Friese geslachten Rynghe, Rinia, Rynja. Tilburg, 1982, bl. 51. 2514 LWL 144 73. 2515 Kerkrekenboek Bozum; HvF 16709 282v. 2516 MEN 4 273v. 2517 WON 106 265. 2518 FK 328; Cnossen Va. 2519 BAA 63 51v. 2520 BAA 63 113. 2521 GJb 2003 72, BAA 63 139. 2522 Philippus Breuker, De Greidhoeke, blz. 304 en 307. 2523 BAA 7 46. 2524 BAA 39 209v, ook 217, 257v. 2525 BAA 88 183. 2526 BAA 64 208. 2527 Verder nageslacht: Cnossen VIId-f. 2528 LWL 84 213v; 86 282v; 25 62v. 2529 LWL 169 9, 46, 101; 60 115; 25 256. 2530 RAU 8 193. 2531 BOL 220 257. 2532 BOL 222 46, 47v, 50. 2533 LWL 89 136; GJb 2013 240. 2534 GJb 2016 123. 2535 IDA G2 241. 2536 IDA 50245. 2537 WYM 89 124v. 2538 DON 7 158v, 287. 2539 WYM 47 189v, 267, SLO 49 4. 2540 IDA 34 79; verg. GJb 2013 240. 2541 WYM 89 232v. 2542 BAA 65 121. 2543 Nederland’s Patriciaat 1969 126. 2544 BAA 40 219, 41 29v, ook 42 110. 2545 WYM 88 211, 202; GJb2003 72. 2546 BAA 42 110. 2547 BAA 85 31. 2548 BAA 85 25v. 2549 BAA 87 327. 2550 HEN 27 426v. 2551 HEN 19 13.1.1659. 2552 IDA 55 71, 330. 2553 IDA 56 164. 2554 IDA 56, 1e


procl. 26.4.1686. 2555 BAA 39 367v. 2556 BAA 94 35. 2557 BAA 94 39. 2558 Walle 6369. 2559 Walle 7877. 2560 PI 3087. 2561 WON 217 57v. 2562 HEN 27 65. 2563 T344 306. 2564 J.J. Kalma, Een kerk in opbouw: classisboek Sneek 1583-1624, bl. 468. 2565 RAU 5 228. 2566 WYM 83 186. 2567 RAU 5 413vs. 2568 RAU 7 241, 251v, 261, 263v, 265v. 2569 WYM 84 78. 2570 HvF 16809 16. 2571 BOL 12 309v. 2572 RAU 9 332. 2573 WYM 48 1, 48v, 99, 175v. 2574 MEN 67 469; huwelijk zuster Trijn gerecht RAU 1618. 2575 LWL 142 43, 21v. 2576 MEN 69 25. 2577 MEN 73 104v. 2578 MEN 73 288. 2579 MEN 74 28v; 40 122v. 2580 MEN 75 425. 2581 WYM 46 201; 47 204. 2582 WYM 93 164. 2583 RAU 38 172. 2584 RAU 39 145. 2585 WYM 79 168. 2586 HvF 16488 27.10.1656 sent. 35; LWL 171 147v; WYM 83 38, 292v, 293. 2587 WYM 84 78. 2588 WYM 91 313v. 2589 WYM 52 5v. 2590 WYM 48 72v. 2591 BOL 222 57. 2592 HvF 16519 15.7.1650 sent. 30, 31. 2593 WYM 48 75. 2594 WYM 49 271. 2595 GJb 1972 50. 2596 Dr. G.A. Wumkes, Paden fen Fryslân I, Boalsert 1932, 325. 2597 HCL T1313 7. 2598 HIN 92 180v. 2599 HIN 107 74. 2600 LEM 24 9v. 2601 HIN 93 22.1.1672, 9.4.1677. 2602 HIN 93 26.7.1678, 11.11.1678. 2603 HIN 93 7.5.1677. 2604 HIN 68 308, 314. 2605 WYM 53 448v. 2606 WYM 53 404v. 2607 HvF 16707 87. 2608 WYM 86 96 t/m 98v, 100v, 102v, 117, 121. 2609 Johan van den Sande, De wakende leeu der Nederlanden, Amsterdam 1663, 317. 2610 Dootboeck 185. 2611 HvF 16518 14.7.1649, laatste intendit. 2612 HvF 16793 22.11.1650. 2613 R.S. Roarda, Greate Pier, 16; WON 108 nr. 37. 2614 HCL gg21 36v, 41, 43v, 201. 2615 HCL gg24 6. 2616 HvF 16792 134, 134v. 2617 SNE 163 723. 2618 HCL w3. 2619 HCL gg32 15. 2620 GJb 1966 84. 2621 HvF 16504952. 2622 GJb 1966 85. 2623 WYM 89 254v. 2624 WYM 89 209v. 2625 HvF 16793 19.12.1644. 2626 HvF 16793 31.12.1650. 2627 HCL index 25. 2628 WYM 90 55-56. 2629 WYM 89 370, 370v; J. Visser, Gloria Parendi, Den Haag 1995. 2630 WYM 89 305, 361, 373, 374v, 376. 2631 GJb 1966 86. 2632 Walle 1832. 2633 Boeles, Friesl. Hoogeschool, dl. II, 1e helft, bl. 112. 2634 TIE 97 230. 2635 Walle 2986. 2636 RAU 5 228. 2637 WYM 89 212. 2638 WYM 89 31, 304v; 90 112v. 2639 T244-31 206. 2640 WYM 8 17v. 2641 WYM 51 254. 2642 T244-31 3 99v. 2643 LWL 91 273. 2644 LWL 70; 96 317. 2645 WYM 52 95. 2646 WYM 93 168, 203v. 2647 Walle 2702. 2648 Walle 2121. 2649 Conscr. 90; RAU 5 367; 9 340, 341v. 2650 SNE 152 22, 43v. 2651 NL 2000 111. 2652 HEN 46 272, 312. 2653 RAU 9 338, 344. 2654 SFA II 202. 2655 HvF 16708 5; 16709 221. 2656 HvF 16708 247. 2657 Verg. 5175.1. en 51121.1. 2658 SNE 152 143v. 2659 FRL 98 258v. 2660 AH 750. 2661 T319 683; HvF

16781 23, geregistreerd 1681. 2662 AH 755. 2663 GI 23. 2664 GJb 2006 175, AH 683, 717. 2665 AH 752. 2666 SNE 168 7. 2667 SNE 126 20.5.1690. 2668 Walle 6255. 2669 SNE 162 375. 2670 SNE 125 23. 2671 HvF 16821 213v. 2672 Walle 6362 (lees 1636). 2673 WON 217 117v. 2674 WON 218 211. 2675 HvF 16810 242v. 2676 WYM 26 88v. 2677 GJb 1989 36. 2678 H.Aukes, Katholieke Friesche Geslachten, Frisia Catholica 3, Groningen 1941, 49/50. 2679 JR: is nog vrijer. 2680 Walle 4276. 2681 Walle 3475; testament: AH 743, 744. 2682 HvF 16779 245; AH 726, inventaris: 727. 2683 GJb 2006 184. 2684 WON 126 39. 2685 WON 134 nr. 34. 2686 AH 124. 2687 AH 1447, 687-716. 2688 H. Aukes, Katholieke Friese geslachten, 1941, 27-30. 2689 WON 69 100v. 2690 AH 1481. 2691 AH 1481; WON 156 nr. 19, 158 nr. 58, 165 nr. 30, 168 nr. 36. 2692 GJb 1976 94; LWL 69 10.4.1648. 2693 Schema Haringhsma in T311 807. 2694 Walle 1737. 2695 FRL 94 83v. 2696 HvF 16707 253. 2697 FRL 96 78. 2698 FRL 96 96v. 2699 Walle 2420. 2700 Walle 1715. 2701 Cnossen Vb. 2702 FRL 97 62. 2703 JR 485. 2704 HvF 16698 181. 2705 Rr 31a 13v. 2706 Rr 32a 20. 2707 T326 1052. 2708 HEN 22 204. 2709 WYM 45 287v. 2710 SNE 149 202.

375eenige tr effelycken gesl achtenswa epens

… Eenige treffelycken geslachtenswaepens

377eenige tr effelycken gesl achtenswa epens

henk zeinstra en rudolf j. broersma

Eenige treffelycken geslachtenswaepens

VoorafTussen genealogische aantekeningen van een onbekende auteur in een aan het Ryksargyf afgestane verzameling handschriften af komstig van de Provinciale Bibliotheek zit een gezegelde brief van Rein Hoytama van Oudega (W) aan Jr. Pibo van Albada te Leeuwarden, gedateerd mei 1634.1 Hoytama geeft daarin een beschrijving van 24 familiewapens als ware het een vriendendienst. Kennelijk had Albada, wiens genealogische belangstelling wel bekend is, hem daar om gevraagd, toen Hoytama “over jaer” bij hem in Leeuwarden op visite was geweest. Zien we naar de keuze van zijn wapens, dan valt op dat hij deze vindt in een brede strook tussen Makkum en Joure, waarin zijn eigen dorp centraal ligt, met maar liefst zeven in Tjerkwerd, waar hij veel verwanten had.2 Vijf andere komen voor als kwartierwapens op de grafzerk van zijn grootvader Reyn Hoytama en grootmoeder Fopck Hylcama in de kerk te Oudega.

Deze transcriptie geeft de blazoenering van Hoytama letterlijk weer. Hij maakte gebruik van schetsen om aan te geven welke onderdelen hij beschreef. De schildverdeling van deze schetsen komt niet geheel overeen met de bekende af beeldingen van deze wapens, omdat hij voor de tekst van de beschrijvingen soms iets meer ruimte nodig had dan de normale schildverdeling zou toelaten (zie de af beelding). Daarom is in plaats van de schetsen hier gekozen voor alleen de beschrijving van die onderdelen. De cursieve tekst is eraan toegevoegd om duidelijk te maken welke onderdelen Hoytama precies bedoelde.

Afgezien van enkele nieuwe elementen bij de beschrijving van meest welbekende wapens, is de waarde van dit stuk vooral de blazoenering uit een tijd, waaruit maar weinig op dat gebied is overgeleverd. Het accent ligt nu eens niet op tekeningen in kleur, maar op de letterlijke beschrijving ervan. Het maken van aftekeningen voegt daaraan weinig toe, ook al omdat uit dit handschrift geen nieuwe of afwijkende vormen van deze wapens naar voren zijn gekomen.

1 T347 inv. nr. 1286.

2 Vergelijk Gen. Jierb. 1989, blz. 31 e.v.

378 379gene alogysk j ier boek 2 017 eenige tr effelycken gesl achtenswa epens

4. Lieuckema van Mackum.Helmt.: drye struissen tot den helm wt, als een geel, een roden, en blauven, ende een gelen sterre in den middelste, die rode struis.Wapen: gedeeld: I. een half arent naer ouder gewoonte; II. in het schildhoofd een geel sterre in ’t blau; onder: een geelen lelie, ende St. Jacobsschulp daeronder in ’t rood.

5. Solckama bij den Joura. Helmt.: een svaenshals, hebbende in ’t neb tve gele ackers hangen,

tot den helm wt.Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. opnieuw gedeeld: 1. een wit lelie in ’t groen; 2. een roden rose in ’t wit; een schildhoofd beladen met een gelen ster in ’t blau, het schildhoofd ondersteund met een versmalde balk: dit parck rood.

6. Harsma van Tzerckwart en Paraghae. (Haarsma) Helmt.: een witten lelie boven den helm wt.

Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. tve witte leliën, den een boven ende d’ander onder, ende een roden rose tusschen beyden in een geel velt.

7. Epinga oft Epema van Nijlandt.Helmt.: een sittende lam, metten rood cruis staende tusschen den voorste voeten boven ’t hooft wt, oft agnus Dei, to[t] den helm wt.Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. tve gele sterren boven melcanderen staende in een blau velt.

8. Reen van Lutkew(ierum). Helmt.: een vliegenden oyevaer tot den helm wt.

Wapen: een gelen rietdommel,4 hebbende eenen cleinen schilt in een wit band onder den hals hangen, in ’t rood, waerin (volgt beschrijving van het kleine schild:) gedeeld: I. een half arent in ’t geel; II. vijff doerbouten, in ’t midden gaerbonden in ’t wit.

9. Buvalda van Tzerckwardt.Helmt.: bifrontem Janum, tve ’s menschens hoofden met den necken gaer, op een svart stronck sonder armen ende beenen, tot den helm wt.

4 In de meeste wapens wordt een reigerachtige vogel afgebeeld.

Tegen de algemeen geldende heraldische regels is het gebruik van kleur op kleur bij Lycklema van Ysbrechtum (groen op rood) en bij Scholtama (rood op groen), maar daar wijkt Hoytama niet af van andere heraldici.

De brief van Rein Hoytama Den edelen, erentfesten / ende seer discreten jonker Pibo / van Albada, wonende tot / Levvarden, / sal men desen brieve, mettet / korfcken met eyers behandigen.

Eerentfeste ende seer eerweerdige heere ende vrient monsieur Albada. / Naer beloffenisse u edele u edele eenichsins gedaen over jaer tot uwes / sijnde, soo sende ick u eenige treffelycken geslachtenswaepens / ten naesten gedescribeert, ende mitsdien eenighe cobels eyers, / welck, hoewel sij niet te gelijcken sijn, bij de goede recom- / mandatiën ende die vrientschap mij onweerdighe van u edele / met sijn familie gedaen, ick nochtans begere, dat u edele believe in een teeken van danckbaerheyt te ontfangen / ende nuttighen, meer aensiende ’t goet herte, ende den gunst / dan die gave. Hiermede wil ick u edele met sijn fa- / milie hertelycken hebben gegroet ende Gode Almachtich / bevolen. Ylich Oldegae in Wymbritzeradeel, den may 1634. / U edele dienstwillige vrient, / Rein Hoijtama subscripsit / 1634. 35. 5. /

Blazoenering1. Hoytama van Oldegae in Wymbritzeradeel wapen.

Helmt.: een arntshals tot den helm wt, hebbende aen elcken sijde tve struissen, als een roden metten gelen en een roden metten gelen.Schildhouder rechts: een roden beir bij den schilt opstaende; id. links: een svarten beir bij den schilt opstaende.Wapen: gedeeld: I. een half arent in ’t gele; II. 2 gele claverbladen in ’t rode boven en onder.

2. Oenema tot Tzerckwart, affgecomen van Brorsma toe Smallebrugghe.3

Helmt.: een svarten vliegenden aerent tot den helm wt. Wapen: een svarten haen, hebbende een groen cransken in ’t nebbe

hangende, in geelen schildt.

3. Rispens van Oostereynd. Helmt.: eenen vliegenden svarten arent tot den helm wtte. Wapen: eenen svarten dubbelten arent in een groen crans staende,

in een gelen schildt.

3 Vergelijk Gen. Jierb. 1989, blz. 33, 41.

380 381gene alogysk j ier boek 2 017 eenige tr effelycken gesl achtenswa epens

15. Banga oft Bangama van Serns in Tzerckwart.7 Helmt.: een geel acker tusschen een blau ende een wit struis, tot den

helm wt.Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. doorsneden; a. 2 gele ackers in ’t blau, b. 3 groene claverbladen in ’t wit.

16. Lycklema van Jisbrechtum bij Sneeck.Helmt.: 4 struissen, tve gele ende tve blauve, ende in yder struis 3 groene claverbladen, ende een arentshals in ’t midden, tusschen een geel ende blau, ende een geel ende blau struis.Wapen: rechts: geel, rood, geel parck; midden: 3 groene claverbladen boven malcanderen, in een rood parck; links: geel, rood, geel streeck; in een schildhoofd: 3 gele sterren in ’t blau.8

17. Poppinga oft Popma wt Heegh van der Schellingh. Helmt.: een raven op een groen tack van een boom, tot den helm wt. Wapen: geschuind: I. een geel sterre, in een blau velt; II. een witten

lelie, in een groen velt.

18. Haringhsma oft Haersma wt Heegh. Helmt.: een blau struis, tusschen tve gele struissen, tot den helm wt.Schildhouders: aen den recht sijde bij den schilt hebbende opstaen, een wilden man, ende an den slincker sijde een wilde vrou, den schamelheyt met bladen bedeckt.

7 Serns is een oudere naam voor de gelijknamige terp Sens(huzen) onder Tjerkwerd.

In 1640 was Bangamazate daar (stem 22) eigendom fan Eling Douwes Bangama c.s.

8 Gebruikelijk is: in goud 3 rode palen, de middelste verbreed en beladen met 3

groene klavers; een blauw schildhoofd met 3 gouden sterren.

Wapen: een doorsneden dwarsbalk, boven: een rood balck, onder: een geel balck; boven de dwarsbalk: drye witte eyers, op den scherpste eind staende, in ’t blau; eronder: tve gelijcke eyers oock in ’t blau.5

10. Buvalda tot Wblema van Tzerckwart. Helmt.: een vliegenden arent tot den helm wt.

Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. doorsneden, a. 2 witte kayen oft sleutels borgoens cruiswijs duermalcanderen in een blau velt, b. een wit ’s menschen hert, met 2 pijlen daer borgoens cruiswijs duer,6 in een rood velt.

11. Ockema van Baebuiren in Tzerckwart. Helmt.: 3 struissen, als een geel, rood, ende blau boven den helm wt. Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. een roden rose, ende gelen acker

daeronder in een blau velt.

12. Hylckama van Tzerckgaest. Helmt.: een svanshals met 3 gele ackers hebbende in ’t neb hanghen,

tot den helm wt.Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. doorsneden: a. 3 gele ackers in ’t blau, b. een geel claverblad in ’t rode; hartschild: een svan sonder voeten in ’t purperrood.

13. Wigmana ofte Wiggama van Abbegha. Helmt.: een geel starre tot den helm wt.

Wapen: gedeeld: I. een half arent in ’t gele; II. doorsneden, a. een geel ster in ’t blau, b. 3 gele claverblaeden in ’t rood.

14. Aggema van Wadseyndt. Helmt.: 3 struissen, als een geel tusschen tve blauve, tot den helm wt.

Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. een (omgewende) geel half maen, ende een star daeronder, in een blau velt.

5 De schildverdeling komt wel overeen met die van het Burmaniaboek (ook 17de

eeuw), maar in plaats van harten heeft dit wapen net als Rietstap en het wapen op

de zerk van Gatze Hilles Buwalda uit 1649 (Gen. Jierb. 1989, blz. 39) eieren. Ook de

stronk van het helmteken is een nieuw element.

6 Het Bourgondisch kruis is een schuin geplaatst kruis, oorspronkelijk twee

knoestige takken. Het is het symbool van het Bourgondische vorstenhuis.

382 gene alogysk j ier boek 2 017

Wapen: gedeeld: I. een svarten leu, staende metten rugh nae den drye halve maenen, innen geel velt; II. 3 gele halve maenen boven malcanderen, mettet open omhoogh, in een blau velt.

19. Juvingha oft Jungha van Bolsvart. Helmt.: een half hert met sijn hoornen op ’t hooft, tot den helm wt.Schildhouders: aen den recht sijde des schilts een vroupersoon, aen den slincker sijde een rootachtich leu.Wapen: gedeeld: I. een half arent, in ’t gele; II. doorsneden, a. 3 witte ruiten in ’t blau, b. 3 svarte ronde schelpen in ’t gele.

20. Haytsma van Mackum. Helmt.: 3 struissen, een geel, blau en witten, boven tot den helm wt.

Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. een witten rose, ende geel claverblad daeronder, in een blau velt.

21. Scholtama van Tzerckgaest ende Tyallahuisum. Helmt.: 3 struissen, een blau, rood ende geel, tot den helm wt.

Wapen: gedeeld: I. een half arent; II. doorsneden; a. een geel sterre in ’t blau, b. een roden rose in ’t groen.

22. Stapert van Wommels. Helmt.: een half wit peert tot den helm wt. Wapen: een wit springende, oft staende peert, innen rooden schilt.

23. Walta van Tzerckwart. Helmt.: een svaenshals boven den helm wt. Wapen: 3 witte ruiten in een blau schilt, ofte velt.

Noteert. Deese plegen vanouts meestendeel, beneffens / ’tgene sij boven den helm wt voeren, een gelen crone op den / helmen te stellen. /

24. Sickama van Mackum ende wt Heegh. Helmt.: een vliegenden arent tot den helm wt.

Wapen: gedeeld: I. een half arent in ’t gele; II. 2 gele starren, ende een witte rose daeronder in een rood velt.

385wapenr egistr a asje

fryske rie foar heraldyk

Wapenregistraasje

It twadde part fan it Genealogysk Jierboek wurdt fersoarge troch – en stiet ûnder ferantwurdlikens fan – de Fryske Rie foar Heraldyk. Dy Rie bestiet út de neifolgjende persoanen:

mr. J.T. Anema, foarsitter,J.C. Terluin, H.F. I, twadde foarsitter,K.J. Bekkema, skriuwer, argivaris,R.J. Broersma, Heraut Frisia IV, wapentekener,drs. H. Bremer, lid,dr. C.J. Kuiken, lid, adviseur,P.H. van den Muijzenberg, lid, adviseur f laggen,drs. S.M. Hoekstra, lid.

De Fryske Rie foar Heraldyk jout rie by it ûndersyk nei en it ûntwerpen fan famylje-, korporaasje- en oerheidswapens en -f laggen yn Fryslân. Fierders registrearret de Rie dy wapens en f laggen yn it Genealogysk Jierboek.

> Ynhâld

R.J. Broersma: Wapens op Fries zilver 3 387

Kees Kuiken: ‘Ridderzerk’ Van der Mey(den)? 392

Famyljewapens en -f laggen: Bouma, Van der Meulen, Poppinga, Van Popta, Radsma / Ratsma, Van Smeden, Twijnstra 395

Doarpswapens en -f laggen: Oudeschoot / Aldskoat 402

387wapenr egistr a asje

> Wapens op Fries zilver 3

Bolten, Arnoldus van

3 schuin geplaatste vogelpijlen (bout, bolta) boven elkaar.

Arnoldus van Bolten, advocaat HvF, trouwt te Leeuwarden 20-10-1671 Titia Luduina Rispens.Hij is vermoedelijk een zoon van Arend van Bolten en Janneke Otten af komstig uit Zwolle.Titia Lidwina Rispens is een dochter van Eelke Idses Rispens, geboren op 15-3-1653, overleden op 12-1-1691, 37 jaar.Arnoldus (Arend) overleed op 6-4-1708, 66 jaar oud. Beiden zijn begraven in de Galileërkerk te Leeuwarden.1

Bransma (Brantsma), Franciscus

Gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. doorsneden: a. een lelie; b. 3 (gouden?) schildjes met een (groene?) schildzoom, geplaatst 2 en 1.

1 Met dank aan Hilda Bouta voor enige achtergrondinformatie.

Foto: J. Schipper, Zilverstudie.nl. Op deksel koffiepot 1682

Fransciskus Bransma predikant tot Oosterom. Anno 1726

388 389gene alogysk j ier boek 2 017 wapenr egistr a asje

Frans, zoon van Pieter Wietses Brand en Fokel Jetses, gedoopt Beetgum 29-05-1698. Volgens lidmatenreg. herv. gemeente Menaldum: “Op 16 september 1718 ingekomen van Franeker; jongeman, als Fransiscus Brantsma (candidaat) wonende te Menaldum”.Volgens T.A. Romein, Naamlijst der Predikanten (2): “kleinzoon van moederszijde van Adr. Bechius te Engelum, in 1725 predikant te Oostrum, overleden in 1679, kandidaat, bevestigd den 13 mei en overleden den 5 junij 1775, oud ruim 77 jaren”.

Op de schaal verder de wapens van Tecke Eelkes ouderling, Pieter Mennes deijaken, beide wapens gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. 3 klavers boven elkaar.

Beide mannen waren onder meer gebruikers van grond te Oostrum, o.a. van Cornelis Bosman, secretaris van Oostdongeradeel en later van zijn weduwe Jaike Wyckel. Verder niet veel van bekend.

Af b.: details van een zilveren schaal kerk Oostrum, foto’s : A.J. van der Wal, RCE 20175731, 32 en 33

Jongma, Piebe Goslicks – Wytske Auckes

Anno Piebe Goslicks Ionma ende Widtske Auckes do sin wif 1647 Foto (detail): A.J. van der Wal, RCE 20138361

Mannenwapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. doorsneden: a. 3 eikels, geplaatst 1 en 2; b. een korenschoof.Vrouwenwapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. doorsneden: a. een huis- of handmerk in de vorm van een verkorte paal, boven uitlopend in een V-vorm en onder in een -vorm; b. een klaver.

Onderkant van een zilveren avondmaalsbeker van de kerk van Lekkum, in 1811 geschonken door T.S. Tromp.

Pijbe Goslijcks Jongma tr. 2. Langweer (3e procl. 27-2-1640) Wijts Auckedr

Jukema, Jelle Anes – Hiltje Haantjes (Sexbierum)

Jelle Anes (Jukema):Gedeeld: I. de Friese halve adelaar: II. een huis- of handmerk in de vorm van een hoofdletter T met halverwege de stok een dwarsstaak, met aan de uiteinden een haakje, links naar boven en rechts naar beneden gericht, en links een schuine staak, uitgaande van het kruispunt van stok en dwarsstaak.

Hiltje Haantjes:Gedeeld: I. de Friese halve adelaar: II. 3 eikels, geplaatst 1 en 2. Het wapen is hier uitgevoerd met een omboordsel (smalle schildzoom). Mogelijk is die hier niet als heraldisch stuk bedoeld, omdat ook de doorsnijdingslijn nogal “dik” is uitgevoerd en op een smalle staak (smalle paal) lijkt.

Dit alliantiewapen komt voor op enkele zilveren lepels (o.a. op de geboortelepels van zijn kinderen Aaf ke (1766-1833) en Ane (1776-1837).

Foto (detail): Jan de Boer in: Kees Kuiken, Ju(c)kema Siderius. De families, het goed en het fonds


De kleuren zijn overgeleverd via 19de-eeuws keramiek, waar de stukken op de (her.) linkerkant van de wapens van goud op rood zijn uitgevoerd.

Zie ook het Gen. Jierboek 2016, blz. 264 en voor de genealogie het boek Ju(c)kema Siderius. De families, het goed en het fonds.

Oldaans, Jan Pieters

Gedeeld: I. een zwaard, overtopt door een ster; II. drie handbogen boven elkaar. Helmteken: het zwaard en de ster uit het wapen.

Het wapen is overgeleverd op een gedachtenislepel van een onbekende meester uit Harlingen uit ca. 1700, met de volgende tekst:

J.P. oldaans de oude is geboren den 27.febru.1632 de jonge den 23 Now. (1666) 1700. Jan Pieters oldaans vereert dese lepel Aan sijn soons kint voor de naam Van Jan Pieters oldaans Ao 1700.

Jan Pieters, af komstig van Harlingen, tr. Harlingen 26-10-1652 Trijn Cornelis, af komstig van Harlingen. Hij is mogelijk de “J. P. Oldaans de oude”. Lid van een doopsgezinde koopmansfamilie te Harlingen.Het wapen op de lepel komt overeen met dat van de familie Huidekoper: gedeeld: I. in blauw een zilveren zwaard met gouden gevest, overtopt door een gouden ster; II. in goud drie handbogen van natuurlijke kleur, boven elkaar (Ned. Patr., 17e jrg. 1927, blz. 206). De kleuren van het wapen Oldaans zijn tot nu toe niet bekend.

De families zijn gelieerd aan elkaar door het huwelijk van de dochter Fokje van Pieter Jansen Oldaens, die trouwt met Jan Annes Huidekoper (Harlingen 3-3-1725).

Foto: J. Schipper, Zilverstudie.nl

Sicke Gerkis (Gercama)

Gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. doorsneden: a. een huis- of handmerk in een 4-vorm, met links- en rechtsonder aanstotend een schuinkruis; b. 3 klavers, geplaatst 2 en 1.

Het wapen komt voor op een zilveren geboortelepel (coll. Museum Martena Franeker, Z0366). Tekst op de lepel: Sicke Gerkis is geboren den 18 Juny 1747. Mogelijk een zoon van Gerke Johannis Gercama (bijzitter), geboren Dongjum 18-6-1747 en een week later overleden.

Jan Pieters (van Staveren, Stavoren)

Gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. een huis- of handmerk in een f-form, met twee dwarsbalkjes.

Het wapen is overgeleverd op zes zilveren avondmaalsbekers van de doopsgezinde kerk te Staveren, elk met de tekst: “Ter gedachtenis van Jan van Stavoren 1745” onder het wapen.

Jan Pietersz van Stavoren, geb. omstr. 1665, DG ged. Amsterdam 9-10-1709, koopman, begr. Amsterdam 1-5-1745, tr. Amsterdam 24-5-1716


Agnietje van Grieken, geb. omstr. 1672, DG ged. Amsterdam 14-2-1694, begr. Amsterdam 1-9-1740.

Bron: http://www.oudstaveren.nl/Genealogie/Genealogie%20van%20Staveren.pdf

R.J. Broersma, Heraut Frisia IV

> ‘Ridderzerk’ Van der Mey(den)? Sint Annaparochie

Detail foto Melle Koopmans

Sinds 2016 is de zerkenvloer in de Van Harenskerk weer te zien. Een pronkstuk is de af beelding van een staande man in harnas, ongeveer zoals op de gevelsteen Voorstreek 9 in Leeuwarden.2 De Bildtse ‘ijzerman’ is gewapend met een tweehandig zwaard en een dolk. Zijn rechterhand lijkt te rusten op, als we het goed zien, een kistje dat op een console staat. Daaraan hangt een ruitvormig wapen. Aan zijn voeten ligt een leeuw – onder andere bekend als symbool van het eeuwige leven.3

Sannes (1952) noemt de man een ‘ridder’ en zag in 1940 op het afgesleten gedeelde wapen (heraldisch) rechts zeven schuinkruisjes (2:3:2). Links vermoedde hij drie ‘eendjes’ onder elkaar.4 De opschriften zijn in de achttiende eeuw vervangen door nieuwe opschriften voor de Bildtse familie Wassenaar, die deze praalzerk toen van de oorspronkelijke eigenaar(s) kocht. Of de steen ook al eerder in de Van Harenskerk lag, is onbekend. We dateren de af beelding omstreeks 1550.5 Het ruitvormige wapenschild lijkt voor een gehuwde vrouw bedoeld. Dan kan de heraldische rechterhelft het wapen van haar echtgenoot voorstellen en de linkerhelft haar eigen wapen. De ‘eendjes’ lijken bij nadere beschouwing vogels. Op Bildtse wapens komen die veel voor en ook op zegels uit Zuid-Holland, de bakermat van diverse zestiende-eeuwse Bildtse families.6 Of zou de ‘ridder’ misschien een Bildtse harnasdrager uit die tijd voorstellen? In 1552 werd bepaald dat acht weerbare inwoners in Sint Annaparochie in geval van oorlog moesten opkomen met ‘harnas en ringkraag’: Cornelis Willemsz*, Frans van der Meye, Philips Jacobsz Buyrtgen, Arien Lenertsz, Arien Heymansz Scheyff*, Jelger Lambertsz, Baucke Broetixz en Cornelis Gerritsz Cuyck*.7 De wapens van de harnasdragers met een sterretje* zijn bekend en wijken af van dat op de

2 Alde Fryske Tsjerken 15 (2016) 27; L. van der Laan, Verhalen in steen (Leeuwarden z.j.)

121 nr. 112.

3 T. van Bueren, Leven na de dood (Turnhout 1999) 215.

4 H. Sannes, Grafschriften tussen Flie en Lauwers II, Het Bildt (Leeuwarden 1952) nr. G4.

5 Vergeleken met de bijna 200 Nederlandse portretzerken op http://memo.hum.

uu.nl (doorzocht 4 april 2017) en de bijna 80 portretzerken in J.C. Stracke, Die

Bildnisgrabmale Ostfrieslands vom 15. bis 17. Jahrhundert (Aurich 1976).

6 Zie bijvoorbeeld het digitale ‘zegelboek’ (1345-1550) van Henk ’t Jong op

www.regionaalarchiefdordrecht.nl.

7 Tresoar, toegang 348 (kopieën van elders), inventarisnummer 6030 (monstercedel

Het Bildt).


‘ridderzerk’.8 Het wapen Van der Mey is onbekend. Ook deze familie zou uit Holland stammen.9 De zestiende-eeuwse vorm ‘Van der Meye’ kan verwijzen naar Ameide in de Alblasserwaard. De databank CBG|familiewapens geeft wapens met verschillende aantallen schuinkruisjes in drie rijen met de naam ‘Van der Meyden’/‘Van der Meijden’. Ze hebben gemeen dat de rijen kruisjes zijn gescheiden door twee dwarsbalken, maar die kunnen op de ‘ridderzerk’ zijn afgesleten. Ook de kleuren verschillen. Het best gedocumenteerd is het wapen van de Rotterdamse reder Fop Pietersz van der Meyden († 1616): negen schuinkruisjes (4:3:2) met dwarsbalken tussen de rijen en als helmteken een schuinkruisje tussen een vlucht. Zo is het kort na 1616 getekend door Buchelius.10 Vergeleken met het wapen van Fop van der Meyden – dat lijkt op dat van de heren van Persijn – mist de rechterhelft van het wapen op de Bildtse ‘ridderzerk’ twee kruisjes. Dit kan een aanpassing zijn aan de onhandige ruitvorm van het schild. Die kan ook verklaren dat de drie vogels niet zoals gewoonlijk ‘2:1’ staan (lees: twee boven, één beneden) maar onder elkaar (‘paalsgewijs’). Overigens staat in een wapenboek uit 1825 een wapen Van der Meyden met zes kruisjes (3:2:1).11

Op 5 april 2017 zijn van de Bildtse ‘ridderzerk’ foto’s met hoog contrast gemaakt. Deze zijn nog eens nauwgezet bekeken door R.J. Broersma, tekenaar van de Fryske Rie foar Heraldyk en door externe experts.12 Na rijp beraad kon Broersma de waarnemingen van Sannes in 1940 voorzichtig bevestigen – met de notitie dat het wapen met de schuinkruisjes best een variant van het wapen Van der Mey(d)e(n) kan zijn.

Kees Kuiken

8 Dochters van Cornelis Willemsz (1555): een zespuntige ster; zoon van idem (1557): een

dwarsbalk vergezeld van drie wassenaars 2:1; Scheyff: gevierendeeld, 1-4 of 2-3 drie

dierenhalzen, 2-3 of 1-4 een wagenwiel; Cuyck: drie eggen 2:1 (Sannes, Grafschriften nrs.

G16, G21, G32, G76; K. Kuiken, Het Bildt is geen eiland (Groningen 2013) af b. 21, 25).

9 Genealogysk Jierboek (2009) 152-155.

10 Universiteitsbibliotheek Utrecht, Inscriptiones monumentaque (handschrift Arnoldus

Buchelius), fol. 160 (oud: 76r).

11 Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, handschrift GHS 50A08 (ook op

www.cbgfamiliewapens.nl).

12 Erik van der Meij uit Sint Annaparochie maakte de foto’s. Dr. Sophie Oosterwijk en

drs. E. Makkes van der Deijl-Stam traden op als externe specialistes.

> Bouma

Dield: I. de Fryske heale earn fan swart op goud; II. yn blau in sulveren anker.Helmkleed en wrong: blau, fuorre fan giel.Helmteken: in gouden seispuntige stjer, tusken in giele f lecht.

Gedeeld: I. de Friese halve adelaar van zwart op goud; II. in blauw een zilveren anker.Helmkleed en wrong: blauw, gevoerd van geel.Helmteken: een gouden zespuntige ster, tussen een gele vlucht.

It wapen mei fierd wurde troch de neiteam mei de namme Bouma fan Gerben Nammens Bouma, berne Snits 20-12-1801, stoarn dêr 28-5-1879, oprjochter fan de Stoom-Boekweitpellerij en -meelfabriek De Hoop (fa. G.N. Bouma & Zonen) te Snits. Hy of syn soan Jetze G. Bouma (1836-1911) brûkte dit wapen, ûntliend oan it fabryksmerk, it anker.

Untwerp: in besteand wapen.Ynstjoerder: J.G. Bouma, korr. adres Parallelweg 7, 7391 JR Twello.


> Van der Meulen

Yn sulver f jouwer swarte spikers, pleatst as in skeankrús en mei de punten nei elkoar takeard; in grien skyldhaad, belein mei in gouden iketûkje mei in ikel en twa blêden.Helmkleed en wrong: grien, fuorre fan wyt.Helmteken: in swarte klauhammer tusken twa griene iketûkjes, elts mei twa blêden en in gouden ikel.

In zilver vier zwarte spijkers, geplaatst als een schuinkruis en met de punten naar elkaar toe; een groen schildhoofd, beladen met een gouden eikentakje met een eikel en twee bladeren.Helmkleed en wrong: groen, gevoerd van wit.Helmteken: een zwarte klauwhamer tussen twee groene eikentakjes, elk met twee bladeren en een gouden eikel.

It wapen mei fierd wurde troch de neiteam fan Alle Jacobs, soan fan Jacob Hendriks en Grietje Alles, berne Lippenhuzen omtr. 1730, húsman, ferstoarn Beetstersweach 25-2-1806, tr. Lippenhuzen 4-4-1773 Joukje Jacobs, dochter fan Jacob Jans en Femke Klazes, berne Hoarnstersweach omtr.1756, ferstoarn Beetstersweach 28-2-1828.

De spikers ferwize nei de beroppen yn de ferskate generaasjes fan timmerlju en eigners fan bou- en timmerbedriuwen. It iketûkje stiet as pars pro toto foar de beammen yn it wapen fan Opsterlân, dêr’t de stamheit berne is. It helmteken hat deselde symbolyk.

Untwerp: R.J. Broersma, tek. F.R.f.H., yn oerlis mei de ynstjoerder.Ynstjoerder: S.T. van der Meulen, Cedelshof 27, 9298 SB Kollumersweach.

> Poppinga

Dield: I. yn sulver twa beammen op in grûn, alles fan grien; II. yn read in iepene boek, boppe beselskippe fan in guozzefear, alles fan sulver.Helmkleed en wrong: rjochts grien, fuorre fan wyt, lofts read, fuorre fan wyt.Helmteken: twa bilen, pleatst as in skeankrús, mei it blêd ûnder en nei bûten keard, de stâlen fan goud en de blêden fan sulver.

Gedeeld: I. in zilver twee bomen op een grond, alles van groen; II. in rood een opengeslagen boek, boven vergezeld van een ganzenveer, alles van zilver.Helmkleed en wrong: rechts groen, gevoerd van wit, links rood, gevoerd van wit.Helmteken: twee bijlen, geplaatst als een schuinkruis, met het blad beneden en naar buiten gekeerd, de stelen van goud en de bladen van zilver.

It wapen mei fierd wurde troch de neiteam fan Marten Anno Poppinga, berne Drachten 18-1-1953 en Janke Huitema, berne Drachten 12-3-1958.

It wapen is basearre op de wapens fan Opsterlân en Smellingerlân, dêr’t de lettere generaasjes harren nei wenjen set hawwe (rjochts) en op de beroppen fan de lêste generaasjes, útfierd yn de Saksyske kleuren (lofts). It helmteken ferwiist nei it wapen fan Beilen, dêr’t de stamheit (yn it buorskip Alting) berne wie en nei it berop fan timmerman, dat troch eardere generaasjes beoefene waard.

Untwerp: R.J. Broersma, tek. F.R.f.H., yn oerlis mei de ynstjoerder.Ynstjoerder: W.J. Poppinga, Baken 92, 9732 BD Grins.


> Van Popta

Yn goud in blauwe peal, belein mei in gouden leelje, in sulveren ierappelblom mei gouden knop, en in gouden seispuntige stjer; de peal rjochts en lofts beselskippe fan in reade klaver.Helmkleed en wrong: blau, fuorre fan giel.Helmteken: in nôtier tusken twa blêden, alles fan goud.

In goud een blauwe paal, beladen met een gouden lelie, een zilveren aardappelbloem met gouden knop, en een gouden zespuntige ster; de paal rechts en links vergezeld van een rode klaver.Helmkleed en wrong: blauw, gevoerd van geel.Helmteken: een korenaar tussen twee bladeren, alles van goud.

De basis foar it wapen is it doarpswapen fan Kimswert, de kleuren komme fan de wapens fan Kimswert, Penjum en Drylts. De leelje ferwiist nei in bertedoarp Penjum en it gemeentewapen fan Wymbritseradiel. De klavers, de ierappelblom en it helmteken symbolisearje it boerebedriuw. De famylje buorke op Poptasate te Kimswert, dêr’t ek de famyljenamme fan ôf komstich is. De stjer ferwiist nei de bestjoersfunksjes fan Taeke Eiberts, wylst de pleatsing fan de figueren yn in krúsfoarm nei it leauwen ferwiist. It wapen mei fierd wurde troch de neiteam fan Taeke Eiberts van Popta, berne Penjum 9-3-1826, ferstoarn Drylts 16-6-1891, tr. 1. Wymbritseradiel 2-5-1846 Baukje Douwes Boschma, berne Ysbrechtum 23-5-1829, ferstoarn Drylts 19-6-1872, tr. 2. Ljouwert 1-11-1877 Eva Kuipers, berne Ljouwert 7-6-1824, ferstoarn Ljouwert 5-6-1900.

Untwerp: J.C. Terluin, F.R.f.H.Ynstjoerder: T.E. van Popta, Singel 14, 8771 SW Nijlân.

> Radsma / Ratsma

Dield: I. de Fryske heale earn fan swart op goud; II. yn swart in gouden toskrêd, boppe en ûnder beselskippe fan in fisk, de ûnderste omwend, beide fan sulver.Helmkleed en wrong: swart, fuorre fan giel.Helmteken: in f lecht fan giel en swart.

Gedeeld: I. de Friese halve adelaar van zwart op goud; II. in zwart een gouden tandrad, boven en onder vergezeld van een vis, de onderste omgewend, beide van zilver.Helmkleed en wrong: zwart, gevoerd van geel.Helmteken: een vlucht van geel en zwart.

It wapen is basearre op dat fan Snits, dêr’t de stamheit berne is. It toskrêd ferwiist nei syn berop fan mr. oerwurkmakker en nei de famyljenamme, wylst de fisken ferwize nei it berop fan in oare foarfaar.

It wapen mei fierd wurde troch de neiteam mei de namme Radsma of Ratsma fan Jouw Radsma, doopt Snits 27-5-1764, otr. Snits 30-10-1784 Jantje Lieuwes, berne omtrint 1746. Untwerp: J.C. Terluin, F.R.f.H.Ynstjoerder: J.C. Terluin, F.R.f.H.


> Van Smeden

Yn read in yn de lofterboppehoeke skean pleatste smidshammer en yn de skyldfoet in ambyld, alles fan sulver; in frijkertier fan goud, belein mei in blauwe klok.Helmkleed en wrong: read, fuorre fan wyt.Helmteken: in útkommende rjochterearm fan natuerlike kleur, beklaaid fan blau, yn de hân in swarte smidshammer.

In rood een in de linkerbovenhoek schuin geplaatste smidshamer en in de schildvoet een aambeeld, alles van zilver; een vrijkwartier van goud, beladen met een blauwe klok.Helmkleed en wrong: rood, gevoerd van wit.Helmteken: een uitkomende rechterarm van natuurlijke kleur, bekleed van blauw, in de hand een zwarte smidshamer.

It wapen is basearre op it berop fan de stamheit en syn soan, dy’t beide as grofsmid wurksum wienen, earst yn Frjentsjer en letter yn Harns. De kleuren komme fan it wapen fan dy lêste stêd, wylst de klok - mei ferwikseljende kleuren - nei Frjentsjer ferwiist.

It wapen mei fierd wurde troch de neiteam mei de namme Van Smeden fan Goris Sybrens, berne Arum 19-5-1771, tr. 1. Frjentsjer 3-4-1796 Jetske Abeles, berne omtrint 1746, tr. 2. Frjentsjer 19-9-1802 Geeske Jelles. Untwerp: J.C. Terluin, F.R.f.H.Ynstjoerder: J.C. Terluin, F.R.f.H.

> Twijnstra

Flagge: skean yn fjouweren dield fan blau en giel, mei oan de broekside in griene klaver.

Vlag: schuin gevierendeeld van blauw en geel, met aan de broekzijde een groene klaver.

De f lagge is ôf laat fan it famyljewapen Twijnstra, dat registrearre is yn it Gen. Jierboek 2001, side 178.

Untwerp: J.C. Terluin, F.R.f.H., yn oerlis mei de ynstjoerder.Ynstjoerder: H. Twijnstra, Kraaiheide 3, 9241 ED Wynjewâld.


> Wapen en f lagge fan Oudeschoot / Aldskoat yn de gemeente Heerenveen / It HearrenfeanWapen: dield: I. yn blau in iketûkje mei in ikel yn de top en lofts en rjochts in blêd, ûnder beselskippe fan in leelje, alles fan sulver; II. yn goud in steigerjend swart hynder; yn de skyldfoet in skânsdwinger, fan goud op it blau en fan read op it goud.

Flagge: twa likense hege banen fan blau en giel, mei in giele seispuntige stjer yn de broektop en in skean pleatst grien ikeblêd; oan de f lechtside in skânsdwinger, fan giel op it blau en fan read op it giel, útgeande fan de f lechthoeken.

It doarp wie yn de midsiuwen it sintrum fan Skoatterlân. As oantinken dêroan is ien fan de stjerren út it âlde gritenijwapen yn de f lagge pleatst. Ek de sulveren leelje en de kleur blau yn it doarpswapen komme út it gritenijwapen. De twadieling fan it wapen symbolisearret de hjoeddeistige dieling fan it doarp troch de A32. De kearn fan it âlde doarp en de útwreiding lizze oan de súdwestkant fan de wei, wylst it boskgebiet oan de noardeastkant leit. De iketûke ferwiist dêrnei. De Skoattermerke op twadde pinksterdei is wiidferneamd en lûkt tûzenen besikers. It swarte Fryske hynder is der it symboal fan. Boppedat stiet der ek in hynder as wynwizer op de toer fan de doarpstsjerke. Dêrneist is it in ferwizing nei de agraryske sektor. It gouden part fan it wapen tsjut op de sângrûn. Yn de skyldfoet is as oantinken oan de skâns út de 16de iuw in saneamde skânsdwinger opnommen, goud op it blau en read op it goud. Goud hjir wer foar it sân, dêr’t de skâns fan makke wie en read foar it gefaar dat foar Fryslân út it súdeasten kaam.De f lagge is in ienfâldige werjefte fan it wapen, mei de skânsdwinger oan de f lechtside, de stjer as liedstjer as symboal foar it gerjochtshûs (as foarrinner fan it gemeentehûs) en it griene ikeblêd as symboal foar de bosk.


f r y s k e a k a d e m y

2016

2015

2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003


fr

ys

ke

ak

ad

em

y

Genealogysk Jierboek Genealogysk 2017 Jierboek 2017 · Deze advertentie plaatste Adam Zelle in de...

Documents

Transcript of Genealogysk Jierboek Genealogysk 2017 Jierboek 2017 · Deze advertentie plaatste Adam Zelle in de...