Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek...

139
Genealogysk Jierboek 2018 FRYSKE AKADEMY 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005

Transcript of Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek...

Page 1: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

Genealogysk Jierboek 2018

F R Y S K E A K A D E M Y

2017

2016

2015

2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

Genealogysk Jierboek 2018

FR

YS

KE

AK

AD

EM

Y

Page 2: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

Genealogysk Jierboek 2018

Page 3: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

ûnder redaksje fan ype brouwers, harmen foekema, andries koornstra, anne hielke lemstra en pieter nieuwlandheraldysk meiwurker: rudolf j. broersma

Genealogysk Jierboek 2018

FA nr. 1113

Genealogysk Jierboek 2018© 2018 Fryske Akademy (Postbus 54, 8900 AB Ljouwert)

Basis foarmjouwing: Roelof Koster bno, Mildaam

Afûk, Postbus 53, 8900 AB Ljouwert

NUR 680ISSN 0928-0480ISBN 978-94-92176-97-4

Neat út dizze útjefte mei op hokker wize dan ek fermannichfâldige wurde sûnder dat dêr skriftlike tastimming fan de útjouwer oan foarôf giet.

De redaksje kin net oansprutsen wurde op ynhâld of strekking fan ûndertekene stikken.

www.afuk.nlwww.fryskeakademy.nl

Page 4: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

… Ynhâld

Jan de Vries Bruinsma en Hylckema van Warns

Petronella J.C. Elema Libarius 75

Gosse van der Plaats Voor- en nageslacht van Aechje Heres (ca. 1703 – 1788) op de Kleinegeest onder Tietjerk

91

7

Henk Zeinstra † Titus Brandsma III 131

Pieter Nieuwland De verkoping van de laatste Friese kloostergoederen

193

Fryske Rie foar Heraldyk

Wapenregistraasje 245

Page 5: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

… Bruinsma en Hylckema van Warns

Page 6: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

9bruinsm a en h y lckem a van war ns

jan de vries

Bruinsma en Hylckema van Warns

Warns

Schrijvers van aardrijkskundige woordenboeken zijn nooit in Warns geweest want stuk voor stuk herhalen ze oude teksten en weten zelf niets over het dorp te vertellen. Het weinige dat ze schrijven is ook nog eens onwaar want tot ver in de 18de eeuw houden ze staande dat het dorp op door mensen aangelegde terpen zou zijn gebouwd. Warns komt er in dat opzicht maar bekaaid vanaf in vergelijking met de plaatsen in de buurt. Het tegendeel geldt overigens voor mythen, mysterieuze verhalen over magie, hekserij en hallucinaties, zoals het luchtgevecht tussen twee mannen in 1305 waarna het bloed regende. En meer van zulke onheilspellende droombeelden, uit de fantasiekroniek van de fictieve maar niettemin tamelijk beroemde Ocke van Scharl of Scharlensis.1

Wains zoals we in de Zuidwesthoek zeggen, met ook destijds al het buurtschap Scharl, bekend van het Rode Klif, ’t Roode Cliff, ende daer neffens in zee ’t Vrouwen-zandt, en het vissersbuurtje Laaksum, bekend van de Laaksumer Bot, schoone zee-bott; Laexumer bott, zoals Christiaan Schotanus in 1664 schreef.2 Scharl was in die tijd een heus dorpje met een kerk en een herberg zoals blijkt uit een proklamatie uit 1725 die de verkoop van de herberg te Scharl betreft en van een huis, benevens de kerk van voornoemde dorpe.3

* Mijn dank gaat uit naar Ype Brouwers voor zijn deskundig commentaar op eerdere

versies van dit artikel.

1 Abma, Gerben, Himmelumer Âldefurd en Noardwâlde (Ljouwert 1992) p. 45, 148-165,

294, 312-313; Cornelius, Andreas, Chronyk en waaragtige beschryvinge van Friesland,

beginnende na de schepping der weereld met den jare 3070. En einigende na de geboorte

Christi, met den jare 1565 […] (Leeuwarden 1597, 2de druk 1724), p. 132, beschikbaar op

books.google.com (laatst geraadpleegd 8 juli 2018).

2 Schotanus, Christianus, Beschryvinge van de heerlyckheydt van Frieslandt […]

(Leeuwarden 1664) p. 216.

3 T 13-18 nr. 25 / 422; sjoch ek: Hoeve, Sytse ten, ‘De tsjerke fan Warns: Ynf loed út

Hollân’ yn: Otto Kuipers en Jacob van Sluis (redactie), Nei bûten ta – Afscheidsbundel

voor Douwe P. de Vries (Ljouwert, Berltsum 2006) p. 83.

Page 7: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

10 11gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

het geval want Hylke komt generatie op generatie terug als voornaam. Maar bij Bruinsma ontbreekt de naam Bruin volledig en niet alleen bij deze familie uit Warns maar ook bij de Bruinsma’s van Ypekolsga, waarover Johan Nota in 1999 schreef in het Jierboek.7 Bruin kan daarom ook naar iets anders verwijzen, naar een bruin leven misschien, of naar iets met de kleur bruin, zoals bonen, turf, noten en kastanjes of met was opgewreven hout. Oude woordenboeken geven diverse verklaringen voor het woord bruin.8 De naam kan zijn ontleend aan de Bruinsma fenne. Deze moet dan zijn verworven door Jan Sjoerds (IIIc). De boedel van de onnozele Jan Bruinsma te Sloten (IVd.1) vermeldt dit stuk land, tussen bezittingen te Oosterzee. Uit een proklamatie uit het jaar 1709 blijkt echter dat het gezocht moet worden te Scharl, agter het Rode Clif. Deze fenne staat niet genoemd in het testament uit 1583 van Reyn Jouckes (Bruinsma I), of bij het overschrijven van dit testament, in het register van het Hof van Friesland, is de naam verbasterd tot Reinsme Fenne. In dat geval, en mede gezien de af komst van de Bruinsma’s, kreeg de fenne hun naam en was het niet andersom. Het is immers regel in de microtoponymie dat de

7 GJB 1999, p. 111-151. De eerlijkheid gebiedt hier te vermelden dat in 1586 een Bruyn

Pieters leefde te Warns, maar deze persoon lijkt geen familie te zijn (T 14 nr. 16702 / 52).

8 Historische woordenboeken, beschikbaar op: gtb.inl.nl (laatst geraadpleegd 10

sept. 2018).

Regnerus Warnensis (Bruinsma IVa), bepaalde in zijn testament dat hij begraven wilde worden in de kerk te Scharl, bij het vierkant, in het graf van zijn ouders, aldaer uytgehouwen met letteren.De Hylckema’s en Bruinsma’s van Warns behoorden aan het eind van de 16de eeuw bij de belangrijke families in de Zuidwesthoek. Tussen beide families zijn meerdere onderlinge relaties, wat voor de hand ligt, gezien de gezamenlijke af komst en maatschappelijke status. De Hylckema parenteel is slechts kort, omdat een belangrijk deel eerder is gepubliceerd.4 Uiteraard zijn er ook relaties met andere belangrijke families uit de streek, die eveneens voor een deel al zijn ondergebracht in publicaties in het Jierboek. Getracht is zoveel mogelijk relaties met zulke eerdere Jierboek-publicaties in de tekst aan te geven.5

Beide familienamen kunnen zijn afgeleid van de naam van een man: Bruin/Bruyn resp. Hylke.6 Bij de Warnzer Hylckema’s is dat overduidelijk

4 GJB 2015 / 28.

5 De verwijzingen zijn gemakshalve verkort tot: GJB [ jaartal] / [pagina]. Voorgaande

edities van het Genealogysk Jierboek t/m 2016 zijn beschikbaar op: Fryske-akademy.nl

(laatst geraadpleegd 25 sept. 2018).

6 Winkler, Johan, De Nederlandsche geslachtsnamen in oorsprong, geschiedenis en beteekenis

(Haarlem 1885); Meertens P.J., De betekenis van de Nederlandse familienamen (Naarden

1941) p. 24-25.

Aantekening over de kerk van Scharl in het kerkenraadsboek van Warns (collectie Tresoar). ‘De laatste predicatie is door mij Johannes Baumgaerten gedaan in de kerke tot Scharl ao 1729, op Pinxtertwededag, uijt ps 68 vers 19. Sedert dien tijd is die kerke tot Scharl allengskens vervallen tot datse eijndelijk is afgebroken int jaar 1736 en in desselfs plaatse geset een klokhuijs.’

Detail van de kaart ‘De Suid Hoek’, getekend omstr. 1685 en uitgegeven omstr. 1698 door Bernardus Schotanus. Verbeterd omstr. 1718 door Francois Halma (collectie Tresoar).

Page 8: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

12 13gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers is er het nodige over te doen geweest want sommigen herkenden het meteen als fictie, maar anderen geloofden het verhaal en probeerden uit alle macht de echtheid aan te tonen.12 Warnensis heeft ongetwijfeld de kroniek van Scharlensis onder ogen gehad, maar zag er vanaf deze naam aan te nemen, terwijl daar alle aanleiding voor was. Het lijkt dat hij zich niet de hoon op de hals wilde halen van professoren en medestudenten.In het testament van dr. Warnensis is geen sprake van kinderen, toch liet hij in 1677 een zoon dopen, Durk Dompsma genaamd (Va). Deze werd op zijn veertiende gereformeerd gedoopt te Molkwerum, in het bijzijn van zijn moeder, Ootje Wybes Lelia, een zuster van de vrouw van Warnensis. Zij was doopsgezind. Reyner Dompsma, op papier de vader van Durk, was toen niet meer in leven. Theodoris Dompsma studeerde in Franeker en werd ook medisch dokter te Staveren. Mogelijk maakte deze doop de weg vrij voor zijn studie medicijnen. Wat de reden was om voor de doop uit te wijken naar Molkwerum is niet duidelijk. Misschien weigerde de Staverse predikant zijn medewerking, of wilde men de doop liever niet aan de grote klok hangen, omdat Warnensis de biologische vader is van Durk.

Hein Meines de Vries

De kerk te Wams bezit nog een aandenken aan die vroegere zeevarende bewoners, in een zilveren avondmaalschotel, haar geschonken door de 8 april 1776, aldaar overleden weduwe van den Groenlandschen commandeur Auke Heins de Vries.13 Deze Auke (1703-1752) en zijn vrouw Uilk Sipkes (1697-1776) kregen geen kinderen. Haar bezit bij overlijden omvatte o.a. drie boerderijen te Warns en werd in totaal getaxeerd op ruim 37.000 gulden. De zeer fraaie schotel kostte destijds 130 gulden.14

11 Cornelius, Chronyk.

12 Noomen, P.N., ‘Suffridus Petrus en de Friese identiteit’, in: W. Bergsma, Mythe en

geschiedschrijving in Nederland en Friesland. Themanr. van It Beaken ( jrg. 56, 1994) p.

146-187, beschikbaar op: Wumkes.nl (laatst geraadpleegd 8 juli 2018); Lennep, Jacob

van, bezorgd door Joke van der Wiel, De roos van Dekama (2006) p. 560, beschikbaar

op: DBNL.org (laatst geraadpleegd 5 juli 2018).

13 Haagsma, S. ‘Een blik op Frieslands koopvaardij in ’t midden der 18e eeuw’, af l.

6, in: Nieuwsblad van Friesland (31 aug. 1907), beschikbaar op delpher.nl (laatst

geraadpleegd 3 okt. 2018); Molen, Johan ter, ’De zilveren avondmaalsschotel van

Warns’, in: Wat niet weet wat niet deert – Liber amoricum Douwe de Vries (Leeuwarden

2014) p. 111-122; Molen, Johan ter, e.a., Fries goud en zilver (Gorredijk 2014) p. 328-329.

14 T 14 nr. 15175; T 13-18 nr. 43 / 122.

gebruiker zijn naam aan de grond geeft en er aldus in blijft voortleven, aldus Hans Mol.9 De Bruinsma-familie bleef nauw verbonden met het Klif want in 1811 nam een van de nazaten de naam Klifstra aan.Leden van beide families zwierven in de 17de eeuw uit over Friesland. Een deel van de toenmalige mannelijke leden koos vooral veilig lijkende ambtelijke en bestuurlijke beroepen. Toch verarmden deze takken in twee generaties. Er zitten dan slechts enkele schippers tussen. De zeevarende tak van de Bruinsma’s, die zich in de 18de eeuw vormde, bleef de Zuidwesthoek en Warns trouw tot het eind van de eeuw toen de koopvaardij instortte als gevolg van de vierde Engelse Oorlog en de Franse revolutie die daarop volgde. Deze tak stamt af van de in 1663 prodigieus verklaarde infanteriekapitein Homme Reins Bruinsma (Vd). Mogelijk maakte omstreeks 1718 de erfenis van genoemde innocente Jan Bruinsma uit Sloten weer wat goed voor de kinderen van Homme. De afwikkeling van deze erfenis, met in ieder geval zes stemdragende percelen in Lemsterland, een in Goingarijp en een in Warns, heb ik niet uitvoerig onderzocht.Homme kan geoormerkt worden als het zwarte schaap van de familie, hoewel een van zijn schoonzonen hem in dat opzicht moeiteloos, maar wel fataal voorbijstreefde. De met dochter Jantje getrouwde Staverse bakker en molenaar Reyner Olofs kwam in 1701 van rechtswege aan de galg wegens oplichting. Wie het fijne daarvan wil weten leest het boeiende artikel van Siem van der Woude in het Jaarboek 2010 van het Fries Scheepvaart Museum.10 Reyner was geen echte familie want toen hij de fraude pleegde was zijn genoemde vrouw Jantje Hommes Bruinsma al meer dan tien jaar niet meer in leven.

Regnerus Jouckonis Warnensis

Hij was medisch dokter te Staveren, kwam van Scharl maar noemde zich Warnensis; Van Warns. Reyner Jouckes had zich Scharlensis kunnen noemen net als de al aangehaalde verzonnen schrijver van de verzonnen kroniek over de oudste geschiedenis van Friesland. Het was ene Andreas Cornelius (ovl. 1589) van Staveren, organist te Harlingen, die o.a. onder de naam Ocke Scharlensis deze kroniek bijeen fantaseerde. Dit werk

9 Mol, J.A., ‘De middeleeuwse veenontginningen in Noordwest-Overijssel en Zuid-

Friesland: datering en fasering’, in Bijsterveld A.-J., M. Boone, M.J.M. Damen (red.):

Jaarboek voor middeleeuwse geschiedenis, 14 (2011) p. 69.

10 Siem van der Woude, ‘Reinier Olofs uit Staveren, oplichter of katvanger’ in: Jaarboek

2010 Fries Scheepvaart Museum, p. 38.

Page 9: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

14 15gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Auke is een zoon van de te Heerenveen geboren commandeur ter walvisvaart Hein Meines de Vries en Hay Jans. Hein en Hay kregen vijf kinderen die allen gedoopt zijn te Molkwerum, in de periode 1692-1707. Nadat Hay overleed trad hij in het huwelijk met Aalk Nannes Hylckema (IVd.2). Ze kochten samen een huis in Warns en hij werd daar kerkelijk lidmaat maar zijn zeemansdomicilie bleef Molkwerum. Hij was 46 jaar. Aalk was waarschijnlijk de vijftig al voorbij, gezien haar belijdenis in 1681. Het was eveneens haar tweede huwelijk. Aalk Hylckema overleed en in 1724 trouwde Hein voor de derde keer. Het laatste deel van zijn leven sleet hij te Molkwerum, zo wijzen de lidmaten-registers uit. Ook Heins zonen Jan (geb. 1694) en genoemde Auke, trouwden te Warns en beiden traden als commandeur in vaders voetsporen.Hein Meines de Vries voer tussen 1710 en 1733 bijna onafgebroken als commandeur ter walvisvaart onder directie van Jan Arisz Corver te Zaandam, c.q. diens weduwe. Deze term komt van oorsprong uit de marine en gold destijds voor een officier in de rang van luitenant of – verwarrend genoeg – kapitein-ter-zee, als (meestal tijdelijke) meerdere van collega-bevelhebbers met gelijke rang. Met betrekking tot de walvisvaart wordt de benaming uitgelegd als: de schipper die de jacht leidt. Het was een tamelijk modern verschijnsel want eerder stonden de harpoeniers het hoogst in aanzien en hadden schippers alleen de zorg voor het schip. Anno 1720 bedienden commandeurs meestal zelf de harpoen en waren zij opperhoofd van zowel schip als visserij, zoals een scheepsbevelhebber bij de marine het geschut en de manoeuvres dirigeerde.15

Net als in de koopvaardij gebruikte men f luitschepen, maar bij de walvisjacht was het aantal opvarenden wel drie of vier keer zo groot. Officieren op de walvisvaart kregen betaald naar rato van de vangst. Wellicht is dat de reden dat Hein de Vries zelf geen aandeel of part in de rederij had, van het schip waarop hij het bevel voerde.16 Zoals bij de marine, maar in tegenstelling tot het gebruik onder schippers in de koopvaardij. Dit soort omstandigheden kunnen ten grondslag liggen aan het gebruik van de benaming commandeur.17 De reden dat hij zich in Molkwerum vestigde en niet in Zaandam bij zijn werkgever, kan te maken hebben met het werven van scheepsvolk.Hoe dat ook zij, in totaal ving Hein 128½ dieren, gemiddeld ruim 5 per seizoen. In 1726 en 1730 was het aantal 0, maar in 1715 waren het er maar liefst 27. Een uitzonderlijk grote vangst, het meest van alle commandeurs

15 Zorgdrager, C.G., Bloeyende opkomst der aloude en hedendaagsche Groenlandsche

visschery […] (Amsterdam 1720) p. 99-100

16 NHA 185 nr. 5829 / 28.

17 Zorgdrager, Groenlandtsche visschery, 260-292.

Overzicht van de vangsten van Hein Meines de Vries. In dit boek ook dergelijke overzichten van Heins zonen Jan en Auke (Sluijk, Commandeurs, p. 42, 144, 167).

Page 10: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

16 17gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

haalde de wind weer aan en moesten ze vanwege de westnoordwesten wind wel zee kiezen want ze lagen voor lagerwal. Uit vrees dat ze door de storm en de golven het schip niet door de wind zouden krijgen lieten ze het voor de wind draaien, gijpen, als wanneer hun schip zoo krachtig heeft gearrebeijd en geslingerd dat de grote mast en de fokkemast af braken en met het want en de zeilen naar beneden kwamen. Kort daarna brak ook nog de bezaansmast af en sloeg de sloep aan stukken. De sloep, de masten met de stengen en alle zeil en treil dat nog zo goed als nieuw was, hebben ze overboord gezet en laten drijven. In de avond van die 9de dec. waren ze tot voor het Vlie gedreven, waar ze hun anker lieten vallen op 15 vadem water. De volgende dag en die daarna schoten ze om hulp. Pas in de middag, nadat wel 75 pond kruit was verschoten, kwamen er loodsen aan boord. Na nog een storm op 20 dec. bereikten ze eindelijk op de 25ste de Vliestroom, gesleept door vijf loodsgaljoten. De kisten met sinaasappelen waren allemaal stukgeslagen en de inhoud was meest verpletterd en bedorven, zo dat zij daarvan maar alleen veertien kassen in een kaagh [hebben] overgeset, de rest ging overboord. Na ook een deel van het zout te hebben gelost in enkele lichters, sleepten twee galjoten het schip tot Pampus. Het laat zich raden hoe de mannen zich voelden toen ze op 19 jan. vleugellam en hulpeloos te Amsterdam arriveerden. Zelfs de zoutlading bleek aangetast. De vele overkomende golven maakten dat zeewater door het kapotgeslagen luik van het kabelruim naar beneden liep. Zeer veel van het zout was opgelost en met het water overboord gepompt. Het schip lag bij vertrek 17½ voet diep, maar aangekomen in het Vlie een hele voet minder.23

Hoewel ze aan het eind van de verklaring, opgesteld ten behoeve van de verzekering, min of meer standaard lieten noteren niets van de lading te hebben gestolen en een beroep deden op betoonde ijver en zeemanschap, mag blijken dat schipper en bemanning de zaak niet in de hand hadden. In vergelijking met soortgelijke verklaringen valt het aantal stormen op, maar vooral dat daarbij geen sprake is van het vaak gebruikte begrip ‘extra-ordinaris zware storm’. Het waaide hard dus, maar niet extreem. De verklaring is vrij uitvoerig over de verstandige maatregelen genomen tijdens de reis, maar gaat niet in op het aantal gevoerde zeilen, – of het aantal dat werd weggenomen – bij het inzetten van die noodlottige gijp, met sterke wind. Het is denkbaar dat Hein en zijn mensen achteraf is verweten dat zij meer zeil hadden moeten minderen.De assuradeur zal hoe dan ook op zijn hoede zijn geweest voor fraude omdat het schip mogelijk gebreken vertoonde nadat het een jaar eerder in het ijs was gekraakt. In 1730 voer Hein niet uit, want hij had geen

23 SAA 5075 nr. 9329 / 4968 en nr. 9330 / 5169.

dat jaar. Maar gezien het relatief kleine tal vaten spek waren het geen grote dieren. Zijn zoon Jan Heins de Vries voer van 1716 t/m 1731 voor dezelfde directie. Van 1732 tot 1741 voer hij niet. Jan ving in totaal 80, gemiddeld ruim 3 per jaar. Zoon Auke Heins de Vries had de langste carrière, want gedurende 26 jaar, van 1725 t/m 1751, sloeg hij nooit een jaar over. In totaal ving hij er 163, dus ruim 6 per jaar. Zijn beste jaar was 1747 met 16. In de jaren 1741 en 1742 was Auke de meest vangende commandeur van het land.18

De eerste jaren voer Hein op een in 1709 nieuw te Zaandam gebouwd f luitschip genaamd ‘Josua’.19 Vanaf omstreeks 1715 tot het einde van zijn loopbaan voerde hij het bevel op de ‘Catharina’. De Josua bleef na zijn overstap varen onder de directie van genoemde Jan Corver, maar met Heins oudste zoon Jan als commandeur.20 Aansluitend op de zomerse walvisjacht maakte Hein in het najaar wel koopvaardijreizen. Van minstens twee reizen naar St. Uvis, Setúbal, in Portugal bleven verklaringen bewaard in de notariële archieven van Zaandam en Amsterdam. Op de terugreis in het najaar van 1714 werd hij aangevaren in het Kanaal en achteraf beschuldigd van nalatigheid ten opzichte van het andere betrokken schip. Uit de verklaringen blijkt dat partijen uiteen raakten, ‘ontduijsterden’, zonder gegevens uit te wisselen en lijken Hein en zijn mensen te suggereren dat de tegenpartij bij een andere aanvaring betrokken was.21 In 1728 raakte de ‘Catharina’ in het ijs zo zwaar beschadigd dat het verwonderenswaardig te noemen was dat Hein en zijn mensen het hadden weten thuis te brengen.22 Maar de terugreis met de ‘Catharina’ uit Setúbal, in het jaar 1729, zal hem en zijn mede-opvarenden nog het meest zijn bijgebleven. Op 12 nov. van dat jaar vertrokken ze, geladen met zout en 74 cassen cinaas-appelen, bestemd voor Amsterdam. De rampspoed die hen achtervolgde is bijna onwaarschijnlijk. Ze doorstonden een reeks van stormen waarvan de eerste op 20 nov., die met een korte f lauwte tien dagen aanhield. Gelukkig vonden ze op tijd een beschutte ankerplaats en was er alleen schade aan een ankerkabel en een anker.Maar toen kwam het. Een nieuwe storm op 6 dec., tot den 8sten dito toe, als wanneer het weer bedaarde en zijlieden zich bevindende voor Texel. Tevergeefs losten ze schoten om de aandacht van een loods te trekken. Op 9 dec.

18 Sluijk, Lourens Pieters, Naamlijsten van alle de commandeurs als meeden de boekhouders soo

op Groenlandt als de Straatdavids seedert jaar 1700 (Zaandam 1755, handschrift collectie

Zuiderzeemuseum) p. 36, 37, 42, 144, 167; Sante, Gerret van, Alphabetische naamlijst van

alle de Groenlandsche en Straat-Davissche commandeurs […] (Haarlem 1770) p. 10, 64.

19 NHA 185 nr. 5825 /202, nr. 5839 / 59.

20 NHA 185 nr. 5853 /43.

21 SAA 5075 nr. 7485 / 120; NHA 185 nr. 5839 / 89, 125; nr. 5841 /40.

22 NHA 185 nr. 5859 / 205.

Page 11: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

18 19gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

hij zich Oostenveld? Iedereen met die naam stamt voor zover bekend van hem af. Nergens staat hij genoemd met zijn vadersnaam Jurjens, altijd schrijft men Evert Oostenveld. En hoe raakte Evert, geboren in een betrekkelijk arm gezin in Scheemda Oost-Groningen, verzeild in de Friese Zuidwesthoek, waar hij in 1771 het ambt van dijksecretaris bemachtigde en het volgende jaar Peerkje Hiddes trouwde, weesdochter van een vermogende schipper uit Molkwerum? Peerkje stamt uit een voorname familie. Haar grootvaders Rein Hommes Bruinsma uit Scharl en Fekke Jacobs Renja uit Molkwerum zijn bijzitter geweest van de grietenij HON. Ook haar oudouder (zes generaties) Jan Sjoerds Bruinsma uit Warns bekleedde dat ambt.Deze omstandigheden doen vermoeden dat er iets met de af komst van Evert aan de hand moet zijn. Bovendien: hij kocht niet alleen het geboortehuis van Jacob Benckes, enkele maanden na deze aankoop werd hij mede-eigenaar van een stuk land bij Koudum met de opvallende naam Duinkerken, dat eveneens uit die familie kwam. Het lijkt dat hij met deze aankopen duidelijk wil maken dat hij tot deze familie behoort. In dat geval zou hij een bastaardzoon kunnen zijn, bijvoorbeeld van de ongetrouwde schipper Evert Symens, oom van de verkopers van Duinkerken.28 Dat zou de geheimzinnigheid over zijn af komst en zijn opmerkelijke maatschappelijke klim kunnen verklaren. Evert Symens kwam uit een belangrijke doopsgezinde familie en woonde ‘te Ooste Koudum’, zoals men dat noemde. Het is denkbaar dat de ouders van Evert Oostenveld, zijn vader Jurjen Aaldriks kwam uit Jeverland Duitsland, als seizoenarbeiders in Koudum verbleven.

Dúnkerken

Genealogie is tijdrovend, maar ook toponymie, zoals in dit geval interesse in de herkomst van een intrigerende veldnaam, kan een groot beslag leggen op uw tijd, kan ik u verzekeren. Beide disciplines vloeien hier samen want mede aan de hand van Duinkerken, het land dat Evert Oostenveld kocht, bleek het mogelijk de doopsgezinde familie van de moeder van Jacob Benckes te reconstrueren. De parentelen zijn gepubliceerd in het Jierboek 2014. Toen was het beeld over de herkomst van de veldnaam nog niet scherp genoeg. Uiteraard, vanaf het begin was er het vermoeden dat de beruchte Duinkerker kapers er mee te maken moesten hebben. En dat bleek, maar de af te leggen weg van Koudum naar de tegenwoordig Franse havenplaats Dunkerque, is ‘mijl op zeven’, of beter: ‘giet oer Skarl en Laaksum’.

28 GJB 2014, p. 277-279.

schip. In april 1731 koerste hij met de ‘Catharina’ weer richting Straat Davis, als vanouds zo lijkt het, maar onder de vertrouwde naam ging nu een ander schip schuil, namelijk de voormalige ‘Vraise Galleij’, gehuurd in Delfshaven.24

Evert Oostenveld

Een doodnormale straat met rijtjeshuizen uit de jaren 1970 aan de noordzijde van de Koudumer bult: de Oostenveldseweg, maar met deze fraaie naam blijkt van alles aan te hand te zijn. Tot omstreeks 1920 gold hij voor de vijftig meter westelijk gelegen Beukenlaan, die zo genoemd werd door een plaatselijke aannemer/projectontwikkelaar toen hij er enkele nieuwe huizen neerzette en de straat met beuken liet beplanten. De huizen stonden als op een rots, maar de beuken konden niet aarden in het keileem en gingen dood. De wijsheid van de natuur is af en toe verpletterend. Er staan nu enkele linden. Maar de naam bleef. Ook in 1948 toen de gemeente officiële straatnemen kreeg, op voorstel van een zoon van de aannemer, als wethouder. Op wiens initiatief een kwarteeuw later de Oostenveldseweg weer terugkwam, maar dan voor een nieuw aangelegde straat. Mijn ervaring met nieuwsgierigheid naar de betekenis van straatnamen is dat het een hoop tijd kan kosten, bijvoorbeeld omdat er een Verzwegen zeeheld achter schuil blijkt te gaan.25 In de kwestie Oostenveldseweg is de tijdbesteding echter te overzien. Duidelijk werd dat we ook hier met een persoon te maken hebben, namelijk dijksecretaris Evert Oostenveld (Bruinsma VIIId). De eer van een straatnaam kreeg hij niet noodzakelijk vanwege bepaalde verdiensten, maar om de simpele reden dat de weg langs zijn huis liep. Misschien zelfs voor een deel over zijn grond: het perceel met zekere huizing met houten lytshuys, hovinge en groedland, dat hij in 1772 kocht. Dit huis overigens was af komstig van familie van de zeeheld Jacob Benckes en zeer waarschijnlijk betreft het zelfs diens geboortehuis, in 1640 stond het op naam van zijn vader.26 Evert kocht het huis van Durk Pieters Dompsma, een nazaat van genoemde Theodorus en tevens Benckes-erfgenaam.27 Ook Evert Oostenveld is omgeven door raadsels, maar anders dan bij Jacob Benckes zijn die nog grotendeels intact. Want waarom noemde

24 NHA 185 nr. 5855 / 18, 24.

25 Vries, Jan de, Verzwegen Zeeheld, Jacob Benckes en zijn wereld (Zutphen 2018).

26 Vries, Jan de, ‘Straatnamen VII’, bijlage van: Bulte Nijs, dorpskrant van Koudum (april

2014 Nr. 247).

27 GJB 2014 / 221.

Page 12: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

20 21gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Epe Jeltes liet zijn schip ‘Drie Coningen’ in Medemblik repareren. Boegspriet, botteloef, kraanbalk, diverse berghouten en kabels moesten worden vernieuwd. Er was veel schade maar gezien de bedragen waarmee schippers gewend waren te rekenen was het totaalbedrag van 1152 gulden te overzien. Niettemin kwam het op 21 dec. 1661 tot een gerechtelijke procedure omdat Pieter Ennes zijn deel niet wilde betalen. Hij voerde aan dat hij geen schipper meer was op de ‘Waterhond’ en zei dat daarom niet hij, maar de reders van het schip moesten worden aangesproken.29

Omdat dit niet het enige was dat speelde rond de ‘Susanna’ en mede omdat de betrokkenen uit Koudum familie van elkaar waren, zou het voorval onderdeel worden van een ingewikkelde en langdurige kwestie. Pieter Ennes was een zwager van Hilcke Douwes, de hoofdreder van de ‘Waterhond’. Hoofdreder van de ‘Susanna’ was Joucke Benckes en Hilcke Douwes was een van de medereders. Schipper Ids Jacobs is Jouckes oom. Hilcke, koopman en makelaar in vracht en schepen te Amsterdam, en Joucke, koopman en scheepsbevrachter te Amsterdam, beiden van Koudum, waren volle neven en tevens partners in zaken. Beiden zijn begonnen als koopvaardijschipper. Joucke is een oudere broer van de zeeheld Jacob Benckes.Naast de aanvaring op de Zuiderzee speelde er een kwestie in Tønsberg Noorwegen. Burgemeester Andries Matsen van die stad liet de ‘Susanna’ in 1659 aan de ketting leggen, om Joucke Benckes te bewegen zijn schulden te betalen. In juni 1660 sloten ze een akkoord, waarin deze zijn part in het schip inclusief lading in onderpand gaf aan Matsen.30 Een jaar later lijkt de kwestie tot tevredenheid te zijn opgelost.31 Behalve voor de reders van het schip want op 23 januari 1662 wilde Hilcke Douwes de ‘Susanna’ laten veilen, met instemming van de meerderheid van de reders. De verkoping vond plaats in de herberg ‘Van den Draeck’ bij de Nieuwebrug te Amsterdam. De WIC-kamer Hoorn bood 6500 gulden, maar door interventie van Andries Matsen ging de transactie niet door.32

Wat er precies allemaal speelde geven de stukken niet prijs, maar de kwesties rond de ‘Susanna’ zullen de familierelaties geen goed gedaan hebben. Hilcke Douwes achtervolgde eerst Ids Jacobs en later diens erfgenamen met procedures over een bepaalde obligatie: Joucke en Hilcke hadden zich op 2 juni 1658 borg gesteld voor een lening van 1500 gulden die Ids Jacobs aanging met de Amsterdamse koopman Johan

29 T 13-18 nr. 13 / 14.

30 SAA 5075 nr. 2881 / 403.

31 SAA 5075 nr. 2882 / 433.

32 SAA 5075 nr. 2760A / 190; nr. 2763A / 327, 350.

Een belangrijke rol in het verhaal blijkt weggelegd voor koopvaardij-schipper Ids Jacobs (Hinnema), ovl. omstr. 1668, en zijn schip ‘Susanna’. Hij is een oom van moederskant van de zeeheld Jacob Benckes. De scheepsnaam die Ids voerde verwijst zeer waarschijnlijk naar het verhaal ‘Susanna en de ouderlingen’ uit het apocriefe deel van het Bijbelboek Daniël. Dit anno 2018 zeer actuele verhaal inspireerde vele 17de-eeuwse schilders, onder wie Rembrandt. De Hinnema’s waren doopsgezind en in kringen van doopsgezinde schippers in de Friese Zuidwesthoek waren Bijbelse scheepsnamen in die tijd eerder regel dan uitzondering. Een storm op 3 oktober 1659 veroorzaakte een kleine ravage aan schepen die geankerd lagen op de Friese Rede, gelegen op de Zuiderzee tussen Staveren en Hindeloopen. Het schip ‘Waterhond’ van Pieter Ennes uit Koudum raakte midden in de nacht op drift en belandde zo tegen de kop van het schip van Epe Jeltes, burgemeester te Hindeloopen. Door het tegen elkaar schuren van beide schepen werden Epes ankerkabels seer jammerlijcken gevijlt ende geraseert totdat ze uiteindelijk braken. Dit schip ramde vervolgens de ‘Susanna’ van Ids Jacobs waarvan in’t eerste aentreffen sijn hackebort slechts afgestreecken is. Een hakkebord is een houtsnede die men aanbracht op de achterkant, de spiegel, van het schip. Het ligt in de rede dat het losgeraakte hakkebord een af beelding van de mooie en vrome Susanna was, maar dit staat er helaas niet bij.

Artemisia Gentileschi, Susanna en de ouderlingen. Een schilderij uit 1610 (collectie Schloss Weissenstein te Pommerfelden).

Page 13: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

22 23gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Het land met de bijzondere naam bleef nog meer dan een eeuw in het bezit van nazaten van Evert en Antje, tot Evert Oostenveld, die dus mogelijk ook tot de familie behoort, in januari 1773 de helft ervan kocht. In 1784 verkocht hij dit deel aan Arend Julianus Karel de Bere (1753-1820), oud-militair en patriottische grietman van HON.39 Samen kochten ze het jaar erop de zuidelijke helft van Duinkerken. In 1806 is bezit van De Bere publiek verkocht.40 Kopers waren o.a. dochters van Wopke Cnoop (1740-1801), een andere bekende patriot. In 1832 staat geheel Duinkerken op naam van Gerbrand Koopmans, doopsgezinde leraar te Bolsward en schoonzoon van genoemde Wopke.41

Het bleek dat de oude veldnaam tot op de dag van vandaag, in de kleine kring van aanwonende boeren, bekend staat als ‘Dúnkerken’, – zoals Evert Tjerks het 340 jaar geleden liet omroepen – zij het dat de betekenis van de naam verloren ging. Het ligt ongeveer op de plek die het kadaster 1832 aanwijst, maar door het dempen van sloten is de oude vorm niet meer herkenbaar en is het groter gemaakt.

39 Informatie over De Bere is beschikbaar op: parlement.com/id/vg09llu123zf/a_j_c_

de_bere (laatst geraadpleegd 29 sept. 2018).

40 T 13-18 nr. 29 / 2-4.

41 In het f loreenkohier van 1850 staan kadasternummers aangegeven waarmee

de ligging op de kadasterkaart van 1832 kan worden bepaald (SWF HON,

f loreenkohier Koudum 1850 / 444 nr. 104: Koudum sectie A nrs: 1322, 1323, 1325).

Wijncoop, en die hij kennelijk niet wenste terug te betalen.33 Joucke Benckes ging bankroet en vertrok naar Oost-Indië, waar hij overleed.34 Hilcke nam de vordering van Wijncoop over en werd uiteindelijk in 1678 in het gelijk gesteld door het Hof van Friesland.35

Ondanks dit vonnis betaalden de Hinnema-erven niet, en dat was niet omdat ze geen geld hadden. Waarop drie jaar later een deurwaarder van het Hof beslag liet leggen op twee huizen naest malcanderen staande tot Coudum, dat van Jacob Idses (Hinnema) en schipper Evert Tjerks, getrouwd met Antje Idses, zoon en dochter van de inmiddels overleden Ids Jacobs.36 Het betreft de stemnummers 73 en 74. Deze huizen stonden aan de Ooste. Toen pas kozen de Hinnema’s eindelijk eieren voor hun geld. De vordering van Hilcke Douwes is in mei van dat jaar voldaan, na twintig jaar getouwtrek. Hilcke heeft het niet meer mogen beleven want hij stierf in 1680. Wel moest hij nog ondergaan dat genoemde schipper Evert Tjerks hem op zijn nummer zette. Deze kocht namelijk in 1678 (een deel van) een stuk land bij Koudum en liet vastleggen dat hij het geheel Duinkerken zou gaan noemen. Twee hoofden vijnlandt ( finne) leggende over hoogh en leegh in een venne beoosten Koudum, dan nu Dunkarcken genaemt, zo staat in de proclamatieakte.37 Het kopen en verkopen van onroerend goed was streng gereguleerd; familie en naastliggers hadden de eerste rechten. De verkopers Idts Saeckles en Idts Reyns, beiden te Molkwerum, waren ongetwijfeld familie van Evert of zijn vrouw Antje, die het grootste deel van het land, dat in totaal tien hoofden groot was, al bezaten. De actie van Evert Tjerks moet te maken hebben met Hilcke Douwes en de kwestie over de ‘Susanna’. Als jonge schipper viel Hilcke namelijk in 1641 in handen van de beruchte Duinkerker kapers en werden hij en zijn stuurman Pier Jackeles, gevangens tot Duijnkercken off elders in Vlaanderen, voor 3000 resp. 2000 gulden, vrijgekocht met gelden en borgstellingen van familie en collega’s.38 Mogelijk diende het land daarbij als onderpand. Hoe dat ook zij, Evert had een duidelijk motief deze bijna veertig jaar oude gebeurtenis in herinnering te roepen en deed dit door het stuk land Dúnkerken te noemen en dit langs officiële weg te laten omroepen, zodat iedereen het te horen kreeg en er om kon gniffelen dan wel knarsetanden.

33 T 13-18 nr. 36 / 322.

34 SAA 5075 nr. 2875 / 764.

35 T 14 nr. 16547 (19 maart en 16 juli 1678).

36 T 13-18 nr. 24 / 243; T 14 nr. 16543 (24 febr. 1674); T 13-18 nr. 36 / 322.

37 T 13-18 nr. 24 / 124 en 195.

38 SAA 5075 nr. 1501 (12 nov. 1641).

Uitsnede van de kaart ‘Hemelumer Oldephaert en Noordwolde’, uit: Eekhof, W. Nieuwe atlas van de provincie Friesland (omstr. 1855), met daarop aangegeven de ligging van het weiland genaamd Dúnkerken.

Page 14: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

24 25gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

1. Dr. Regnerus Jouconis Warnensis (Reyner Jouckes), volgt IVa.2. N. Jouckes, trouwt Rieuwer. Uit dit huwelijk: Sjouck Rieuwers.3. Holckien Jouckes, ovl. voor 1674, trouwt Wybe Jochums, geb. Staveren,

koopman, reder en scheepsbevrachter te Amsterdam, ovl. voor 1680, zoon van Jochum Wybes, burgemeester te Staveren en Fock Doedes; Wybe trouwt 2. Amsterdam 13 juli 1674 Immetje Roelofs.24 dec. 1667, machtiging; de comparant Wybe Jochums te Amsterdam getrouwd

met Holck Jouckes, naaste bloedverwant van Holck Loskes, machtigt Tetman

Eyckema, notaris te Staveren, om namens hem comparant te benaderen

soodanige stuck lants gelegen even buyten de stad Stavoren over de cruijtmolen, gekocht

door de kapitein Hendrik Adriaans van de weduwe van zaliger Dirck Claes, die

zich daartegen mogelijk zal verzetten (SAA 5075 nr. 2877 / 813).

23 aug. 1669, bevrachtingscontract; Galtje Grates, koopman te Amsterdam als

bevrachter en Galtje Galtjes, van Stavoren, schipper op de ‘Salamander’ van 116

x 25½ x 11½, met een verdek van 5 Amsterdamse voeten, met onbekende lading

of in ballast naar Reval in Lijf land; rogge laden voor Amsterdam. Wybe Jochums

en Poppe Symens van Staveren, inwoners van Amsterdam, tekenden de akte als

reders van het schip, in plaats van de schipper (SAA 5075 nr. 1544 / 194).

13 juli 1674, ondertrouw Amsterdam; Wybe Jochums, van Staveren, koopman,

weduwnaar van Holke Joukes, wonend Zeedijk, en Immetje Roelofs, van

Zuijderwout, 32 jaar, met moeders consent.

15 mei 1680, proklamatie HON; Alexander Sanders en Aaltje Heidema als

kopers van een half hoofd maadland bij Ottepoel te Koudum, gekocht van

Willem Gerrits Vlaming en Allert Wybes, executeurs van het testament van

Wybe Jochums van Stavoren, geautoriseerd door de gezamenlijke erfgenamen

van Holckien Jouckes, overleden huisvrouw van genoemde Wybe (T 13-18 nr.

24 / 205).

15 mei 1680, proklamatie HON; Antje Gosses, weduwe van Jan Heymans als

koper van een hoofd maadland in Galamaveld te Koudum, gekocht van Willem

Gerrits Vlaming en Allert Wybes, executeurs van het testament van Wybe

Jochums van Stavoren, geautoriseerd door de gezamenlijke erfgenamen van

Holckien Jouckes, overleden huisvrouw van genoemde Wybe (T 13-18 nr. 24 / 205).

30 jan. 1682, weesboek Staveren; afrekening van de curatele door Jarich Sipckes,

curator van de kinderen van Pieter Holles, ten overstaan van Teupke Hendricksdr,

weduwe van Pieter Holles. In 1680 ontvangen diverse bedragen voor het aandeel

in de erfenis van Wybe Jochums en Holckien Jouckes (T 13-36 nr. 29 / 57).

2 maart 1682, weesboek Staveren, afrekening van de curatele door Hylck Jelledr,

weduwe van Focke Feyckes [Eykema], curator van Baucke en Hendrick Pieters,

ten overstaan van An Bauckes, moeder van de genoemde kinderen [weduwe van

Pieter Feykes Eykema]. Bij de ontvangsten staat aangegeven een bedrag uit de

boedel van Wybe Jochums (T 13-36 nr. 29 / 77; GJB 2011 / 76).

bruinsma

I. Reyn Jouckes, te Scharl, ovl. na 1583.1543, beneficiaalboeken, Warns; Item IIII aedelen, daer Reijndt Buwe zoon gegeven heeft,

lecht op t Wyms XXV jeerden gerslandt, neven Reyndt Buwe zoons voers huys, daer Ocke Sible

zoon nu woent, Marten Haye zoon heeft nu tlandt, ende zijn die aedelen gelecht op Reyndt

Joukis huys to Warns (Van der Meer en Mol, Beneficiaalboeken 1543, p. 897).

1578, personele ymposysje Skarl, Reyn Jouckesz (nr. 4515), 1 gûne.

20 juni 1583, testament van Reyn Jouckes te Scharl. Om ruzie te voorkomen beschreef

hij precies welke parcelen van landen zijn zonen Jouke en Sjoerd en dochters Auck en

Tonis zouden erven (zie bijlage). Getuigen waren Anne Hans, bijzitter van HON,

Renwer Douwes te Scharl en Joachim Mircx te Bakhuizen (T 14 nr. 16777 / 445).

Zijn kinderen:1. Joucke Reyns, volgt IIa.2. Suyrdt Reyns, volgt IIb.3. Auck Reyns.4. Tonis Reyns.

IIa. Joucke Reyns, te Scharl.Zijn kinderen:1. Joucke Jouckes, volgt IIIa.2. Pier Jouckes, volgt IIIb.

IIb. Suyrdt Reyns, ovl. voor 1605, trouwt N.N.1578, personele ymposysje Warns, Suyrdt Reyns (nr. 4471 of 4501), 1 gûne.

9 april 1605, Hof van Friesland; Jouke Joukes de oude en Jouke Sibrens beiden te

Warns, contra Jan Syurdts, gesustineerd hebbende de proceduren bij wijlen Syurdt Reins,

Sepck Gerloffs, Jenke Janckis mede namens de erfgenamen van Gerloff Idts (T 14

nr. 16707 / 72).

Uit dit huwelijk:1. Jan Sjoerds Bruinsma, volgt IIIc.

IIIa. Joucke Jouckes, te Warns, ovl. voor 1640, trouwt Tjalling Piers, ovl. na 1640.1640, stemkohier Warns, nr. 20; Tjalling, Jouke Joukes weduwe.

1698, stemkohier Warns nr. 20 een huissteed; Diaconie van Warns, eigenaar voor 3/4

Otjen Wybbes, eigenaar voor 1/12, dr. Dompsma, eigenaar voor 1/12, Rickjen Wybbes

[Rykje Wybes Lelia], eigenaar voor 1/12. Pier Eelkes, gebruiker, Cornelis Cornelis

gebruiker.

1728, stemkohier Warns, nr. 20; diaconie van Warns, eigenaar voor 3/4 en Foeke

Reitsma voor ¼.

Uit dit huwelijk:

Page 15: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

26 27gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Ré of omgeving, met geld van de bevrachter zout kopen en laden voor Danzig,

Koningsbergen of Riga, hetgeen de schipper hoort in de Sont, waar Staveren

uithangt. Lossen en herladen voor Amsterdam. Vrachtprijs 23 gulden per last

zout, gelost in Riga 10 stuivers meer (SAA 5075 nr. 219 / 144).

24 april 1624, Sonttolregister nr. 4051012; Jacke Pietersen, van Staveren, geladen

met o.a. rijst, suiker, rozijnen, indigo, peper en Franse en Rijnse wijn.

3 aug. 1624, Sonttolregister nr. 4088599; Joucke Pietersen, van Staffweren,

geladen met o.a. hennep, vlas, lijnzaad, potas en klaphout.

10 maart 1626, scheepsverkoop; Pieter Evertsz Hulft, brouwer, verkoopt

voor 7700 gulden aan Jan Voirknecht het schip genaamd ‘het Blokhuys van

Stavoren’, waarop schipper was Jancke [Jouke] Piers van Stavoren. Het schip is

gemonteerd met 5 gotelingen en ligt in de Wale (SAA 5075 nr. 256 / 326).

3 febr. 1630, 3de proklamatie; Joucke Piers en Ida Gerrits, echtelieden

en burgers te Staveren, als kopers van een huis met schuur en stede in het

noordwestkwartier aldaar, zoals bewoond door Abell Fyckes. Strekkend voor

van de halve Delft tot achter op de Stadszeedijk. Gekocht voor 790 gulden

van Ids Jolles voor de helft en Jarich Gerrits als curator van Holke Jolles voor

de andere helft. Protesten van Allert Jeltes Jacob Gerbrands, Ids Jarichs en

Huybert Wouters (T 13-36 nr. 33 / 8v).

13 maart 1630, 3de proklamatie; Reyner Hans te Staveren als koper van ¼ part

van een lege plaats of tuin gelegen over de oude stadsgracht in het zuidoost

kwartier. Reyner Gerrits ¼ part ten zuiden. Strekkend uit de halve oude

Stadsgracht tot aan het Stadsbolwerk, zoals Joucke Piers het heeft geërfd

en zoals in gebruik bij genoemde Joucke en zijn vrouw Ida Gerritsdr. Aldus

gekocht voor 106 gulden. Op 17 maart protesteerde Floris Gerrits als naastebloed

vrind van de verkopers (T 13-36 nr. 33 / 14v).

2. Antje Piers, trouwt Jacob Imes, geb. omstr. 1586, secretaris van HON, ovl. okt. 1652 (GJB 2011 / 46).

3. Gosse Piers.4. Fonger Piers.5. Bauck Piers.6. Holle Piers, volgt IVb.

IIIc. Jan Sjoerds Bruinsma, bijzitter HON, ovl. 1656, trouwt Holck Hylckes Hylckema, dochter van Hylcke Douwes Hylckema en Sieck Sipkes (Hylckema II). 17 maart 1638, transport; Ath Ottedr en Sjoerd Douwes mede namens zijn broer Otte

Douwes, als verkopers en Jan Sjoerds, mede-rechter van Hemelumer Oldephaert

en Noordwolde en Holck Hylckedr, echtelieden te Warns, als kopers van een hoofd

fenland te Warns in de Schar (T 13-18 nr. 33 / 69).

1640, stemkohier Warns nr. 14 huisstede; de bijzitter Jan Sjoerds.

1640, stemkohier Warns nr. 41 plaats; de bijzitter Jan Sjoerds.

IIIb. Pier Jouckes, secretaris van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde (HON), ovl. voor 1608, trouwt Rinck Fockedr, ovl. na 1608, weduwe van Wybren Jelmers, dochter van Focke Robyns, schepen van Workum, secretaris van HON.29 juni 1580, proklamatie; Agghe Sithie zoen, Pier Jouke zoen en Focke Robyn zoen,

zich tekenend Pho Birdema, maken bekend dat Jantien Jans dochter, conventuaal

en enige professiede persoon van het klooster te Workum, met toestemming van Pyets

Douwe dochter, proevenaerse en geinteresseerde mede-conventuale, is overeengekomen

met Syerck, bouwknecht van het convent, dat het convent hem zijn achterstallig loon

zal betalen (Keikes, W.H. en H.T. Obreen, Workum, inventaris der archieven (Bolsward

1966), regest nr. 111, p. 285. De schrijvers veronderstellen dat genoemde proklamanten

schepenen van Workum zijn. De naam Age Sytties komt voor in Staveren.

1 nov. 1581, resolutie Gedeputeerde Staten van Friesland; de Gedeputeerden hebben

Hessel Epema, grietman van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, belast ende

scherpelick bevolen om van stonden en thuijs komende, de bijzitter Funger Inthiema en

secretaris Focke Robyns uit hun ambten te zetten, wegens de vele klachten die de

gedeputeerden bereikt hebben. Epema heeft beloofd verkiezingen uit te schrijven

om nieuwe mensen in deze ambten te laten kiezen en benoemen (T 5 nr. 2285 / 95).

12 juli 1605, testament van Pier Jouckes en Rinck Fokkedr; zij benoemen tot hun

erfgenamen: Joucke, Holle, Gosse en Fonger, hun zonen en hun dochters Bauck en

Anthyen. Daarnaast benoemt Rinck tot mede-erfgenaam van haar goederen haar

dochter Wybrich bij Wybren Jelmers. Het testament is ondertekend in ons huys binnen

de dorpe Coldum, in bijzijn van de volgende getuigen: Syble Roordsz gaeman [dorpeling]

in den selven dorpe, Sybolt Ottesz, dorprechter, Meyne Sybesz, Claes Eelckesz, Folckert

Foppesz, ontvanger en Marten Willemsz schoolmeester in Coldum. Het testament

werd op verzoek van schipper Ede Gerrits uit Staveren, op 2 juli 1655 ingeschreven bij

het Hof van Friesland in het registratieboek (T 14 nr. 16777 (EEE1) / 211).

12 juli 1605, Hof van Friesland; Simon Piters en Douwe Simons als mede-eigenaren

en genoemde Douwe als voormalig schipper, van zeker schip de ‘Salamander’

genaamd, mede namens: Pier Joukes, Sible Igles, Hylcke Douwes, Jacob Bintses,

Andries Andriesz, Gerrit Pietersz, Thomas Douwes, His Lykledr, Holck Jansdr, de

erfgenamen van Allerd Jansen, Sipcke Jarichsz en Olpherd Friesz, en genoemde

Simon tevens als volmacht van Dirck de Fray, Jan Meineman, [...] Aarend Simons en

Wilhelm Dimmer, allen kooplieden en burgers te Amsterdam, allen als eigenaren

en reders van het gemelde schip en in dezen eisers, contra Saecle Jollezn te Staveren

namens Evert Sibrens, Sibolt Rinckes en Gerryt Saeckles, gedaagden (T 14 nr. 16707

/ 148).

Uit dit huwelijk:1. Joucke Piers, koopvaardijschipper te Staveren, touwt Ida Gerrits.

16 dec. 1622, bevrachtingscontract; Sijmon Hendricks Proot en Elbert Roelofsz,

kooplieden te Amsterdam, bevrachters, en Joucke Piers, van Staveren, schipper

op ‘Het Blockhuijs van Staveren’ van ongeveer 130 last. Van de Eems naar Ile de

Page 16: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

28 29gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

in de kerk te Scharl bij het vierkant, in het graf van zijn ouders, aldaer uytgehouwen met

letteren. Hij bezit onroerend goed te Scharl, Laaxum, Warns, Bakhuizen, Nijega in de

Woude, Sondel, Tacozijl en te Koudum, in Abbe Benckes erven fenne Binnendijk. Tot

zijn erfgenamen benoemde hij zijn tante Jouck Piers te Hoorn, zijn achtersusterling

Jantien Symens en zijn susterling Siouck Riewers beiden te Stavoren en zijn eventuele

kinderen bij Teuntje Wybes (T 14 16781 (EEE5) / 80).

28 aug. 1680, recesboek HON; beëdiging van dr. Regneris Warnensis en Anne

Seynties tot curatoren van de ongeveer achttienjarige Gerland Fykens, weeskind van

Fyken Jeltes (T 13-18 nr. 4 / 279.

14 nov. 1682, weesboek Staveren; afrekening van de curatele door Femtien Wybes,

weduwe van dr. Warnensis, in leven curator van Meyn Pieters (T 13-36 nr. 29 / 197).

19 juli 1683, Hof van Friesland; Femckien Wybes te Stavoren, weduwe en erfgenaam van

dr. Regnerus Warnensis, medicus aldaar, contra Roeloff Haersma te Stavoren. Zaak

over onbetaalde rekeningen ten bedrage van 170 gulden voor geleverde medicamenten,

visiten en diensten, ten behoeve van gedaagde, door genoemde Warnensis als medicus

(T 14 nr. 16552, sententie 4).

9 maart 1695, rechtbank HON; Jan Doyes van Laaxum contra dr. Dompsma namens

zijn tante Femcke Wybes Lelia en haar man Odulphus Saeckma, gerechtscholtus der

Friesse Nassause Regimenten. Eis niet ontvankelijk (T 13-18 nr. 13 / 204).

Regnerus had een zoon of nam een zoon aan:1. Durk Reyners Dompsma, volgt Va.

IVb. Holle Piers, geb. omstr. 1587, ontvanger te Staveren, ovl. na 1647, trouwt Symen Bintes, dochter van Binte N. en Eelk Pieters.20 dec. 1633, Hof van Friesland; Gerrit de Witte van Hulsen en Symen Thomas,

curatoren van Fockel Tjallingsdr, contra Holle Piers te Staveren en zijn vrouw

Symentie Bintes universele erfgename van Pieter Sipkes, wijlen haar grootvader (T

14 nr. 16502 / 1480).

19 febr. 1639, Hof van Friesland; Holle Piers getrouwd met Simen Bintiedr, universele

erfgenaam van Pyter Sipkes, haar grootvader, mede namens Hendrick Floris, contra

Berent Berents en Pyter Heynszn, geautoriseerde curatoren van de weeskinderen

van wijlen Jan Berends (T 14 nr. 16508).

30 nov. 1644, verklaring; Douwe Sijmens out omtrent 65 jaren, Holle Piers out omtrent 57 jaeren,

Andries Andries Oudewagen, out omtrent 65 jaeren, ende Jan Jansenzn, out omtrent 58 jaeren,

alle vier regerende burgemeesters van Staveren, verklaren in een procedure voor het

Hof van Friesland, tegen Douwe Douwesz c.s. en Jan Jacobsz [Haersma], als gedaagden,

dat het ambt van secretaris altijd, ende dat boven menschen memorije, vergeven is door

de burgemeesters. De gezworen gemeente [de leden van de vroedschap] hadden daarin

geen stem. Jan Jacobs Haersma was de beoogde secretaris en hij heeft uiteindelijk het

ambt gekregen (T 318-44 (Van Echten) nr. 32; zie voor Haersma: GJB 2011 / 46-52).

Uit dit huwelijk:1. Eelk Holles, volgt Vb.

1653, hypotheekboek HON 1650-1655; laatste door de bijzitter Jan Siurds getekende

akte in dit boek (T 13-18 nr. 34).

24 juni 1653, gereformeerde lidmaten Warns; Jan Sjoerds, bijzitter, gestorven in den

jare 1656, wonend Kerkeburen.

27 okt. 1668, Hof van Friesland; Jacob Wybes en Galtje Grates, te Stavoren, als

curatoren van de boedel van Claes Allerts / Ellerts, in dezen gesterkt met Jacob

Clases, Tryn Clases, weduwe van Allert Hiddes, brouwer te Stavoren, en de andere

meerderjarige kinderen en erfgenamen van genoemde Claes Allerts, Pieter Arjens te

Hemelum, en de weduwe en erfgenamen van Otte Hommes, te Molkwerum, contra

dr. Cyprianus Bruynsma, burgemeester, pensionaris, en rentmeester van de stad

Sloten, als curator van de kinderen van wijlen zijn broeder, de secretaris Suffridus

Bruynsma. De vader van Cyprianus en Suffridus was Jan Sjoerds Bruynsma, in

leven bijzitter van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde. De zaak ging over de

verkoop van twee maal veertien hoofden land bij Koudum, door Marten Reinders te

Molkwerum gekocht van de gedaagden. Ondanks protesten van de eisers in dezen

was de verkoop toegestaan door het gerecht van Gaasterland. Deze landen hoorden

oorspronkelijk bij twee zathen leggende op Hoge Bergen, voormaels bij de voornoemde

bijzitter Jan Sioerds van den landschappe in coop becomen. Beide zathen, zonder de betwiste

stukken land waren in gedeelten verkocht aan de eisers en aan Titus Galama. De

eisers gingen er blijkbaar vanuit dat zij daarom ook het recht hadden op de koop van

beide landen, zij waanden zich eigenaar en verkochten genoemde percelen door aan

Hendrik Jappes te Hindeloopen. Het Hof gaf hen gelijk en vernietigde het vonnis

van het nedergerecht Gaasterland (T 14 nr. 16537, sententie 34).

Uit dit huwelijk: 1. Regnerus (Reiner) Johannes, volgt IVc.2. Cyprianus (Sipke) Johannes, volgt IVd.3. Suffridus (Sjoerd) Johannes, volgt IVe.4. N. Johannes, volgt IVf.

IVa. Dr. Regnerus Jouconis Warnensis (Reyner Jouckes), medisch dokter te Staveren, ovl. omstr. 1682, trouwt 1. Fouckien Renckes, waarschijnlijk een dochter van Rinke Joukes te Warns; trouwt 2. Staveren 12 okt. 1673 Femtien Wybes Lelia, geb. omstr. 1650, ged. op belijdenis Staveren 17 febr. 1682, ovl. voor 1703, dochter van Wybe Wybes Lelia en Rinck Broers. Femtien trouwt 2. Staveren 29 juni 1684 mr. Odulphus Saeckma, gerechtscholtus der Friesse Nassause Regimenten. 1640, stemkohier Warns, nr. 16; de dorpsrechter Rinke Joukes.

1698, stemkohier Warns nr. 16; Atjen Wybes, eigenaar voor 1/3 Rickjen Wybbes,

eigenaar voor 1/3 Dr. Dompsma, eigenaar voor 1/3. Sipke Intjes, gebruiker.

1728, stemkohier Warns, nr. 16; Pieter Idses.

21 aug. 1678, testament Regnerus Jouconis, medisch dokter te Stavoren, gehuwd geweest

met Fouckien Renckes, thans gehuwd met Theuntje Wybedr. Hij wil begraven worden

Page 17: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

30 31gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

IVc. Regnerus Johannes Bruinsma, secretaris van Hennaarderadeel, vroedschap te Bolsward, dijkgraaf van Wonseradeel, rekenmeester van Friesland, lid Gedeputeerde Staten en de Raad van State, ovl. omstr. 1676, trouwt 1. Bolsward 8 april 1621 Rieme Aeminga, ovl. voor 1633, dochter van Gabinus Petri Aeminga, secretaris van Wonseradeel (1606-1627) en Ida Hommedr; trouwt 2. Wommels 14 juli 1633 Trijntje Theunis Vrijthof, ovl. voor 1656, weduwe van Pieter Tjaards Ipckama; trouwt 3. Leeuwarden 6 nov. 1656 Bauckje (Beatrix) Lantingh, weduwe van Jacob van Voort, kapitein, en laatst van Gerke Catzius. ‘In 1617 verkochten Pyer Syoerdts en Sibbel Tyernedr de saate, staate en landen Adema

genaempt, groot 20 pm, met de terp, het hiem, het hornleger en het groodthuys,

genoemd Emingha stins’ aan Gabinus Petri, secretaris van Wonseradeel, die zich

Eminga gaat noemen. Bij de sate behoort het recht van zwanenjacht en visrecht in

de Indijk. Uit vergelijking met het stemkohier van 1640 blijkt dat het een sate op

Aemburen betreft. In 1622 wordt op kaart bij Winsemius in Parrega Aeminga als

adelshuis aangegeven. De naam Emingha-stins lijkt dus geïnterpreteerd te mogen

worden als stins op Aem(inga)buren’ (citaat overgenomen uit: Noomen, P.N., ‘Stinzen

in middeleeuws Friesland: een voorlopige inventarisatie’ (versie 1 juni 2009) p. 408,

bijlage bij: De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners (Hilversum 2009)).

1640, stemkohier Hemelum nr. 1 een huisstede; de heer Regnerus Johannes

Bruinsma.

5 nov. 1672, Hof van Friesland, decretale verkoping; ten uitvoer van een vonnis in het

voordeel van Sipke Buwes en Holck Oeges, echtelieden, en ten nadele van Regnerus

Bruynsma te Bolsward, ten bedrage van 888 gulden 12 stuivers, is Wybrandus

Noordens deurwaarder van het Hof genoodzaakt, na herhaalde verzoeken tot

betaling, over te gaan tot de gedwongen verkoop van de helft van een huis en schuur

met twee keer 3 pondematen land bij Oegeklooster, in 1645 en 1653 door Bruynsma

gekocht, waartoe op 19 okt. 1670 te Bolsward de eerste zitting is gehouden. Heercke

Jans Buma bood 55 goudgulden en 1 oord. Tegen de verkoop protesteerden Goris

Herckes Buma en Nanne Hylckema te Warns als curatoren van de weeskinderen

van wijlen de echtelieden Hilarius Hylckema en Riemke Bruynsma, omdat Riemke

het verkochte erfde van haar moeder en het nu dus eigendom van genoemde

weeskinderen zou zijn. Het hof kende het protest niet toe. Uiteindelijk werd de eiser

Sipke Buwes eigenaar voor 120 goudgulden (T 14 nr. 16815 / 114).

5 april 1676, inventarisatie te Bolsward ten huize van wijlen de heer Bruynsma, van

de brieven en instrumenten die hij in bewaring had als curator van Jan Bruynsma,

een zoon van wijlen zijn broer (T 14 nr. 8474).

Regnerus Bruinsma, functies in bovenlokale instellingen; nr. 4294 (Sluijter R.G.H.

‘Repertorium ambtsdragers en ambtenaren 1428-1861’, beschikbaar op: resources.

huygens.knaw.nl).

Uit het eerste huwelijk: 1. Homme Reins, volgt Vd.

2. Focke Holles, ovl. omstr. 1647, trouwt Staveren 12 febr. 1643 Syts Cornelis (GJB 2011, / 46).

3. Sybrich Holles, ovl. na 1687, trouwt Staveren 21 april 1667 Folkert Symens, koopvaardijschipper te Staveren, ovl. voor 1683, weduwnaar van 1. Bauck Jans en 2. Syts Cornelis (weduwe van Focke Holles), zoon van Symen Sieuwerts van der Schelling en Sibbel Folkerts (GJB 2011 / 85-87. Geboortejaar 1579 is niet van Folkert maar van zijn vader).30 nov. 1687, gereformeerde dopen Staveren; Jacob, kind van Bincke Binckes en

Gerbrigh Folckerts, doopheffer: Sybrigh Holles.

4. Binte Holles, volgt Vc. 5. Pierius Hollenij (Pier Holles), notaris te Staveren, fiscaal van HON,

ovl. omstr. 1663.20 maart 1640, machtiging; Adriana Coole, weduwe van Hans Rombouts,

machtigt Pier Holles [Pieter doorgehaald], advocaat te Staveren, om van Evert

Gerrits Moutmaecker, koopman te Staveren, alles te vorderen, in rechte of

anders, hetgeen haar toebehoort inzake haar 3/8 part in de Groenlandse

Compagnie. Galtje Grates, burger te Staveren tekende deze akte als getuige

(SAA 5075 nr. 1021A / 616).

19 mei 1640, rekest namens de zeevarenden vande gemeene buijdel in Staveren;

Pierius Hollenij, geeft namens Jochum Wybes, vroedschap, en Bartele

Sibles, grootschipper, beiden te Staveren, handelend uit naam vande buijdel

van zeevarende personen te Staveren, te kennen aan het stedelijke gerecht dat

zij kennis hebben gekregen dat Wybrand Annes en Rincke Everts, burgers

te Staveren, in de voorgaande zomer zijn beschuldigd te hebben gehandeld

tot nadeel van de buidel, niettegenstaande het protest daartegen van Auke

Rinckes, distijds grootschipper zijnde (T 13-36 nr. 48).

30 maart 1658, Hof van Friesland; Douwe Hylcama, ontvanger te Warns, contra

Pierius Hollenij, f iscaal van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde (T 14 nr.

16527).

14 febr. 1663, recesboek HON; Ruardus Hockwerda, openbaar notaris, verklaart

de vervanger te zijn van de overleden Pierius Hollenij inzake de procedure tussen

Pieter Ennes te Amsterdam en Ype Jetties te Hindeloopen (T 13-18 nr. 4 / 55).

6. Pieter Holles, ovl. voor 1683, advocaat te Staveren, trouwt Teupcke Hendricks. 19 juli 1683, Hof van Friesland; Binte Holles, oude burgemeester te Stavoren en

Sybrich Holles, zijn zuster, weduwe van Folckert Symens, erfgenamen van hun

broeder Pierius Hollenij, notaris te Stavoren, contra Teupcke Hendrix, weduwe

van Pieter Holles te Stavoren, mede namens haar kinderen bij genoemde Pieter,

broer van de eisers en voor 1/3 erfgenaam van genoemde Pierius Hollenij (T 14

nr. 16552, sententie 51).

De genoemde kinderen uit dit huwelijk zijn niet geïdentificeerd.

Page 18: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

32 33gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

23 nov. 1658, hypotheekboek HON; verklaring van Cyprianus Bruynsma te Sloten,

rekenmeester dezer provincie, als mede curator van de kinderen van wijlen Suffridus

Bruynsma, secretaris van Hennaarderadeel, dat volgens genoemde Cyprianus en

Douwe Hylckes Hylckema te Warns weinig bezwaren te verwachten zijn op de op 7

jan. 1658 te Warns verkochte landen, af komstig uit de fideïcommissaire goederen

volgens het testament van zaliger Hylcke Douwes Hylckema (T 13-18 nr. 35 / 278).

Dr. Ciprianus Bruinsma, functies in bovenlokale instellingen; nr. 5143 (Sluijter

R.G.H. ‘Repertorium ambtsdragers en ambtenaren 1428-1861’, beschikbaar op:

resources.huygens.knaw.nl).

Uit dit huwelijk:1. Jan Bruinsma, ged. Sloten 24 jan. 1658, ovl. Sloten 14 dec. 1717, hij

was ‘innocent’, ofwel geestelijk gehandicapt.21 nov. 1679, akkoord; Janus Hylckema, secretaris te Sloten, Ageus Piphron

te Harlingen en Jouke Mamminga te Sloten, curatoren van Jan Bruynsma,

innocente zoon van wijlen Cyprianus Bruynsma, in leven gedeputeerde van

Friesland, maken in bijzijn van Holck Oeges de Vries een verdeling van de

administratie van landen en obligaties die op naam van genoemd weeskind

zijn behouden. Janus Hylckema kreeg de volgde goederen en obligaties onder

zijn hoede: de landen te Scharl, de twee plaatsen, een te Idsega de andere

te Oosterzee, de landen op Harich, de leegweer te Oosterzee, de Kruijsdallen bij

Pierechtenersloot, Bruynsma fenne, 21 hoofden en een kalfsgras land in

Slootweer, 8 hoofden land in de Kay, 9 pondematen land over ‘t Kleijn Meer,

twee pondematen land bij Rommer Auckes te Wyckel in gebruik, een huis te

Sloten, daer ‘t Wapen van Vrislandt vithanght, twee huizen te Sloten het ene bij

de Wyckelerpoort het andere op de Wykswal, Galama Hollen te Bakhuizen,

verder een akte van afrekening van Hebe Piebes, een obligatie ad 92 gulden 18

stuivers op Saeckle Hanckes, een obligatie d.d. 14 dec. 1672 ten laste van Sybren

Hannema, een obligatie d.d. 5 mei 1651 ad 300 gulden ten laste van Trijntje

Hylckes, een obligatie d.d. 10 mei 1671 ad 500 gulden op Nanne Douwes, een

obligatie d.d. 1 sept. 1665 ad 562 gulden en een 17 aug. 1672 ad 300 gulden,

beide ten laste van het gewest Friesland. Age Piphron kreeg te beheren: de

plaatsen te Kubaard en te Kimswerd en het aandeel in de plaats te Hieslum,

een handschrift ten laste van Jarich Annes, een obligatie d.d. 19 juni 1674, ad

1000 gulden, ten laste van dr. Janus Bruynsma c.s., en obligaties met datum

18 okt. 1662 en 10 jan. 1662, ten laste van Bonne Gerbens. En Mamminga

tenslotte: de plaats te Warns en die te Goingarijp en het aandeel in de sathe tot

Vollega, van welke plaats Mamminga zelf het andere deel bezat, en obligaties

op diverse personen en het gewest Friesland ter waarde van 1200 gulden.

Het huis te Sloten waar Jan Bruynsma woonde bleef buiten de verdeling en

onder verantwoordelijkheid van Janus Hylckema, tevens een obligatie d.d. 2

mei 1658 van 1000 gulden op Gerlof Heerez Minnema, waarover men afsprak

dat secr. Hylckema c.s. gedurende het leven van Jan Bruynsma niet op deze

Uit het tweede huwelijk:2. Riemke Reins (Hylckema IVc).3. Pietje Reins Bruinsma, ged. Bolsward 31 mei 1646, trouwt Bolsward

27 aug. 1665 Epe Douwes Houckema, gezworen gemeensman en burger-vaandrig.15 juli 1678, Hof van Friesland; Warnser armenvoogden, contra Epe Douwes

Houckema, oud vroedschap van Bolsward. Zaak over de niet uitbetaalde

legaten van Hylcke Douwes Hylckema. De gedaagden waren ondanks een

veroordeling niet overgegaan tot betaling. De totale vordering was opgelopen

tot 3282 gulden. Het vonnis was opnieuw in het voordeel van de eisers (T 14 nr.

16547 / sententie 54).

IVd. Dr. Cyprianus Johannes Bruinsma, advocaat van het Hof van Friesland, burgemeester van Sloten, gedeputeerde van Friesland en lid van de landdag, lid van het college ter Admiraliteit te Amsterdam, rekenmeester, monstercommissaris, begr. Sloten 13 mei 1674, trouwt daar 6 april 1651 Detke Oenema, ged. Sloten 15 nov. 1618, daar begr. 10 dec. 1662, dochter van Joucke Jelles Oenema en Hylck Oosterzee.18 nov. 1644, promoties Franeker; Cyprianus Bruynsma, Frisius, jur.

22 nov 1657, gereformeerde lidmaten Sloten; belijdenis Cyprianus Bruinsma en

Dettie van Oenema.

Het wapen van Ciprianus Bruinsma, burgemeester te Sloten en gecommitteerde namens Friesland in de raad ter admiraliteit van Amsterdam. Detail van een ontwerptekening (omstr. 1666-1669) door Pieter Jansz, voor een glasraam in de kerk te Oudshoorn, te schenken door de admiraliteit (collectie Rijksmuseum).

Page 19: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

34 35gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

huis op staat, een fenne van 15 hoofden, een afgeslat stuk maadland van 12

hoofden genaamd het ‘Lege Velt’, 4½ hoofd in meerdere stukken op ‘Scharler

Campen’, 5½ hoofd maadland aan één stuk op ‘Lange Acko[..]’ op de walskant bij

het huis van bijzitter S. Scholtes en tenslotte een half hoofd op ‘Warnser War’,

tesamen 42½ hoofd, min een half verstal, bezwaard met 10 f loreen waarvan

8 te Warns en 2 te Scharl. Bij het te verkopen goed hoort niet het stecken bij de

vaert of het Pot langs, dat verkopers vorig jaar gemaakt hebben en weer zullen

opruimen. Bij de provisionele verkoping was Heere Jarichs te Molkwerum

met 752 gulden de hoogste bieder. Daarnaast wensen dezelfde verkopers, in

hun genoemde hoedanigheid, te verkopen een heerlijke afgeslatte fenne van

11 hoofden (nu in gebruik onder de voornoemde sate) gelegen agter het ‘Rode

Clif ’, van ouds Bruynsma fenne genaemt. Provisionele koper op 20 dec. 1708 was

genoemde Ids Fetties voor 357 gulden (T 13-18 nr. 25 / 151).

IVe. Suffridus Johannes Bruinsma, geb. omstr. 1615, secretaris van Hennaarderadeel, ovl. Kubaard 6 maart 1655, trouwt Kubaard 3 mei 1636 Ymkje Takes Epema, geb. omstr. 1618, ovl. Kubaard 16 aug. 1652, dochter van Teake Douwes Epema en Wypk Jelles Kingma.28 jan. 1651, hypotheekboek HON; verklaring van Suffridus Bruinsma, secretaris van

Hennaarderadeel te Wommels en [Ymkje] Epema, echtelieden. Regnerus Bruinsma,

mijn broeder, schoot een bedrag voor ter grootte van de hoofdsom met rente van

een obligatie ten laste van de kapitein Homme Bruinsma, een zoon van genoemde

Regnerus en ten gunste van genoemde echtelieden, die daardoor beloofden af te zien

van hun rechten uit hoofde van de obligatie (T 13-18 nr. 34 / 167).

Grafschriften Kubaard g18ANNO 1652 DEN 16 AVGVSTI STERF D? EERB[ARE] DEVCHTSAME YMCKIEN A. EPEMA HVISVRO[V VAN] DEN E. SVFFRIDVS BRVYNSMA SECRETARIS [VAN] HENNAERDERADEEL OLT 34 IAREN; Ao 1655 DEN [6 MARTY IS IN DEN ] HEER[E] ONTSLAPEN [DE E HEER SUF]FRIDUS BRUYN[SMA] IN SYN LEVEN SECRETARIUS VAN HENNAARDERA[DEEL] OUD INT 40 [STE IAER EN LEYT] HIER BEGRAVEN; Ao 1663 DEN [24 OCTOBER IS] IN DEN H[EERE] ONTSLAPEN DE [IONGE DOCHTER] FROUCK[IEN BRUYNSMA OUD 18(?) IAREN MIN 6 DAGEN EN LEYT] HIER [BEGRAVEN]Uit dit huwelijk:1. Wypje Sjoerds, ged. Kubaard 5 maart 1637, trouwt Franeker 2 maart

1664 Gerrit Ages Eisma, mr. chirurgijn en hopman; trouwt 2 Wijnaldum 9 maart 1679 Wilhelmus Suffridi Fabritius, geb. omstr. 1624, predikant te Wijnaldum, daar ovl. 9 maart 1679.Grafschriften Wijnaldum; 9 maert 1679 ds Wilhelmus Suffridi Fabritius int 55

jaar zijn 2e huisvrouw Wipkjen Bruinsma met 3 kinderen zijn rechts van hem

begraven.

schuldbekentenis mocht worden aangesproken (T 14 nr. 8474, kopie van een te

Sloten opgemaakte en in het weesboek bijgeschreven akte).

1 juni 1704, Hof van Friesland; Epeus Hylkema secretaris te Sloten [Fr.], Detje

Hylkema, ongetrouwde dochter, Tinco Hylkema vaandrig van een compagnie

te voet, Petrus Hylkema, predikant te Korte- en Langezwaag, gezamenlijk

erfgenamen van wijlen dr. Janus Hylkema, in leven secretaris te Sloten, contra

dr. Taco Bruinsma te Franeker en Dominicus Hylkema, bode van de stad

Bolsward. In de processtukken een beschikking d.d. 21 nov. 1679 inzake de

goederen van Jan Bruinsma, innocent sijnde, weeskind van wijlen Cyprianus

Bruinsma, in leven gedeputeerde van Friesland, opgesteld door zijn curatoren

dr. Janus Hylkema, secretaris te Sloten, Ageus Piphron te Harlingen en Jouke

Mamminga te Sloten, in bijzijn van Holkje Oeges de Vries en Taco Bruinsma,

naaste bloedverwanten van genoemde Jan. De zaak draaide om een obligatie

die volgens de eisers in dezen niet op naam stond van Cyprianus Bruynsma,

maar van zijn tante Grietje Oosterzee. In het processtuk staat o.a. dat dr. Taco

Bruynsma te Sloten heeft gewoond en daar vroedschap was, onbemiddeld is en

niet in staat zijn crediteuren te betalen. In 1680 is zijn inboedel te Sloten publiek

verkocht voor slechts 380 gulden 12 stuivers. Ook Dominicus Hylkama, bode

te Bolsward is een persoon die weijnig tot niets in bonis heeft, en geen onroerende

goederen bezit (T 14 nr. 8474, ook nr. 9222).

1698, stemkohieren Lemsterland; Oosterzee: nrs. 13, 49, 50 en 86 en Follega nrs.

13 en 40, eigenaar Jan Bruinsma resp. zijn voogden.

1718, Stemkohieren Lemsterland; Oosterzee: nrs. 13, 49 en 50 en Follega nr. 40,

eigenaar erven Jan Bruinsma; Oosterzee 86 Tyde Harmens; Follega 13 Rincke

Hilles.

1698, stemkohieren Doniawerstal; Goingarijp nr. 20, Jan Bruinsma resp. zijn

voogden.

1718, stemkohieren Doniawerstal; Goingarijp nr. 20, Sipcke Bosman 1/3, Rienck

Watses namens zijn vrouw 1/3, Ysck Johannes als grootvader van Johannes

Bosman 1/3.

1698, stemkohier Warns nr. 41; Jan Sipkes eigenaar, Willem Sjoerds gebruiker.

1728, stemkohier Warns nr. 41; dr. Acronius eigenaar namens zijn vrouw, Tiete

Jans gebruiker.

9 febr. 1709, derde proklamatie HON; Ids Fetties, koopman en schipper te

Warns en Rein Hommes Bruinsma te Scharl, als door het Hof van Friesland

beëdigde curatoren van de innocente Jan Bruinsma, als verkopers op strijkgeld

aan de meestbiedende van een zate en landerijen te Warns, staende [..] huijsinge

aldaer bij de kerke[...], zoals in gebruik bij Willem Sjoerds, die per mei 1709

nog een jaar huurder is, mits hij 62 gulden f loreenlasten betaalt. [Het betreft

stemnummer 41.] Het voorhuis of de twee kamers zijn apart verhuurd voor 73

gulden boven de 11 gulden schoorsteengeld. De sate bestaat uit de volgende

landen: 8½ verstal zaadland in meerdere stukken, 2 hoofden sorgras, waar het

Page 20: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

36 37gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

getrouwd met Johanna Wiljouw, universeel erfgename van wijlen haar vader Johan

Wiljouw, in leven wijnhandelaar te Leeuwarden, met toestemming van haar moeder

Sara van de Wolfsput te Staveren, contra Gregorius Oosterbaan, medisch dokter, en

diens vrouw Pietie Bruynsma te Leeuwarden (T 14 nr. 16569 sententie nr. 30).

19 dec. 1700, Hof van Friesland; Ryckjen Wybes Lelia te Staveren, weduwe van Abe Sibles

contra Tymen Harmens, kastelein van de heer Hiob de Wildt te Rijs op Gaasterland.

In deze zaak hebben Gijsbert Rijcken van Emmenes en Anna Jans, echtelieden, hospes

en hospita op nu in’t vergulden hooft te Staveren, verklaringen afgelegd. Eerder waren zij

uitbaters van de stadsherbergh buiten alhier. Tijdens de Staverse markt omstr. 5 oktober

van het jaar 1695 of 1696, was genoemde Tymen Harmens samen met zijn vrouw te

gast geweest in de stadsherberg. Bij die gelegenheid kwam daar Theodorus Dompsma,

medisch dokter te Staveren. Voor iedereen duidelijk hoorbaar had deze namens zijn

tante Rykje Lelia, bij Tymen achterstallige huurpenningen opgeëist. In deze zaak

verklaarde in 1703 ook Oot Wybes te Staveren, dan 59 jaar, weduwe van Reyner Dirkz

grootschipper, geëdigd als mennoniet (T 14 nr. 8165).

1713, autorisaties Staveren, Durk Dompsma is overleden (T 13-36 nr. 17, akte 167).

19 aug. [ jaartal niet genoemd], testament van Ootie Wybes Lelia, te Staveren, op 12 aug.

1719 ingescheven bij het Hof van Friesland. Begunstigden zijn haar vier kleinkinderen

Rinckje, Doetie en Wybe Lelia en Femmetje Dompsma, kinderen van wijlen haar

zoon dr. Theodorus Dompsma. Het onroerend goed, van haar af komstig, moet in

de familie blijven. In geval er geen nazaten zijn vererft de helft van haar bezit op

haar naeste bloedvrienden. De andere helft, in twee gelijke porties, op het armen- of

diaconieweeshuis en aan de doopsgezinde vermaning te Staveren, waar Claes Tjeerds

en Baucke Jacobs nu leraren zijn. De beide jongste kinderen, Femmetje Dompsma en

Wybe Lely, erven ieder 1000 gulden in de vorm van een prelegaat. In geen geval mag

Johanna Wiljouw ook maar iets van haar erven, ook mag deze niet de administratie

of het bewind voeren over de door Ootie nagelaten goederen (T 14 16782 (EEE6) / 616).

Uit dit huwelijk:1. Regnerus, ged. Staveren 17 dec. 1693, jong overleden.2. Rinckien, ged. Staveren 8 sept. 1695, trouwt ds. Augustinus Rauwerda,

predikant te Oppenhuizen.3. Doetje, ged. Staveren 16 mei 1697, trouwt daar 19 april 1716 Pieter

Idses (GJB 2014, / 221).4. Femke, ged. Staveren 2 juli 1697.5. Wybe Lelia Dompsma, ged. Staveren 22 sept. 1700, trouwt daar

22 okt. 1722 Tettjen Davids Provana, dochter van David Horatius Provana en Pietertje Jelles.

Vb. Eelk Holles, ovl. na 1667, trouwt Bartle Foppes, geb. omstr. 1600, koopvaardijschipper te Staveren, ovl. voor 1667.25 okt. 1627, bevrachtingscontract Enkhuizen; de eerzame Garit Outgers en Gijs

Pietersz, kooplieden te Enkhuizen, als bevrachters en Bartele Foppes, van Staveren,

2. Dr. Taco Suffridus Bruinsma, ged. Wommels 9 jan. 1642, trouwt Franeker 29 juli 1665 Taetske Bockema, ged. Bolsward 10 okt 1641, ovl. Sloten 25 okt 1678, dochter van Doeke Roorda Bockema en Antje Sibles Rheen; trouwt 2. Harlingen 27 april 1684 Attie Bartels.9 mei 1665, promoties Franeker, jur.; Taco Bruinsma, Frisius.

29 nov. 1674 en 15 aug. 1675, gereformeerde lidmaten Sloten; ingekomen Teatske

van Bokkema resp. Taco Bruinsma, beiden van IJlst.

15 okt. 1683, gereformeerde lidmaten Sloten; Taco Bruinsma uitgeschreven

naar Harlingen.

3. Froukje, geb. 30 okt. 1645, ovl. 24 okt. 1663.4. Jan Sjoerds, ged. Wommels 26 febr. 1644, daar ovl. 21 sept. 1646 of

1648.Grafschriften Kubaard Ao 1648 den 21 [7]ber is gesturven Ian Bruynsma [ou]dt

2 iaer en 7 maenden en leyt hier begraven

5. Janke Sjoerds, ged. Wommels 25 okt. 1646.6. Holk Sjoerds, ged. Wommels 6 okt. 1650, ovl. voor 1671, trouwt

Franeker 30 aug. 1668 Tjaard Douwes Hellinga, apotheker te Leeuwarden. Tjaard trouwt 2. Leeuwarden 15 jan. 1671 Klaaske Willems Olthoff.

7. Ymkje Sjoerds, volgt Ve.

IVf. N. Johannes, trouwt Oege.Uit dit huwelijk:1. Holck Oeges de Vries, volgt Vf.

Va. Dr. Theodoris (Durk Reyners) Dompsma, geb. omstr. 1663, ged. Molkwerum 21 okt. 1677, medisch dokter te Staveren, ovl. 1713, trouwt Leeuwarden 8 jan. 1693 Johanna Wiljouw, dochter van Johan Wiljouw, wijnhandelaar te Leeuwarden, en Sara van de Wolfsput. Durk Dompsma is op papier een zoon van Reyner Durcksz Dompsma, geb. na 1640 VOC-dienaar te Staveren, ovl. voor 1671. Zijn biologische moeder is Ootje Wybes Lelia, geb. omstr. 1644, ovl. na 1713.21 okt. 1677, gereformeerde dopen Molkwerum; Dirck Reynerus Domp, zoon van

Regnerus Wa[..]sis [Regnerus Jouconis Warnensis], medisch dr., en niet genoemde

moeder. De vader is woonachtig in Stavoren. De dopeling is omtrent 14 jaar. Getuige

is sijn eijgen moeder, sijnde van menniste voorouderen.

24 dec. 1671, weesboek Staveren; verzegeling van het sterf huis van Holck Lolles,

weduwe van Durck Claesz, op verzoek van Oot Wybesdr, weduwe van Reyner Durxz,

moeder van Durck Reyners, haar zoon bij genoemde Reyner. E.a.a in aanwezigheid

van Claes Durx en Olfert Durxdr (T 13-36 nr. 27 / 1266).

23 febr. 1688, promoties Franeker, med.; Theodoris Dompsma, Stavora Frisius.

15 okt. 1700, Hof van Friesland; Theodorus Dompsma, medisch dokter te Staveren,

Page 21: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

38 39gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Uit dit huwelijk:1. Pier Bartles, trouwt Mary Claesdr, weduwe van Sipke Hendricks,

dochter van Claes Agges en Bely Sieuwerts.2. Reyner Bartles, trouwt Jantjen Agges. Uit dit huwelijk a. Yde Reyners en b. Symen Reyners.3. Foppe Bartles, volgt VIa.4. Fonger Bartles, geb. Staveren 25 febr. 1640, daar ovl. 18 jan 1661.

5 aug. 1671, weesboek Staveren; ontzegeling van het sterf huis van Grytje Baernts

en opmaak van de boedelinventaris. In de boedel o.a.: Een silveren schaal daerop

staet FONGER BARTLES geboren den 25 February Anno 1640 en gestorven den 18

January 1661 en den 21 dito begraven (T 13-36 nr. 27 / 1246).

Vc. Binte Holles, geb. omstr. 1623, stuurman, koopvaardijschipper en burgemeester te Staveren, ovl. na 1683, trouwt Staveren 15 jan. 1643 Rinck Ages, dochter van Age Wypkes Loyter, biersteker te Staveren, en Beyts Sipkes.18 maart 1650, bevrachtingscontract; Dirck Gerritsz Mayer van Ilpendam als

bevrachter en Binte Holles van Staveren, schipper op ‘’t Blockhuys van Staveren’

van 120 x 24½ x 11¼ x 4½ Zaandammer voeten. Met goederen van Amsterdam

naar Groenland ter walvisvangst, lossen en herladen, vissen, retour Amsterdam,

lossen. Vrachtprijs 2400 gulden. Er is een commandeur of commies. De schipper

mag mee en heeft vrije kost en drank. Arbiters zullen eventuele schade aan het

scheepstouwwerk bepalen (SAA 5075 nr. 1533 / 264).

29 juni 1651, bevrachtingscontract; Joan Souburgh voor de helft, Pieter Verbeeck

en Frederick Sijmonsz ieder voor een kwart, als bevrachters en Binte Holles,

van Stavoren, schipper op ‘’t Blockhuijs van Stavoren’ van 120 x 24½ x 11¼ x 4½

Zaandammer voeten, bewapend met 7 stukken. Van Amsterdam met goederen

in de vloot naar Archangel in Rusland, lossen en herladen en met de vloot retour

Amsterdam. Vrachtprijs 3200 gulden. Kaplaken 25 gulden. Er mogen twee personen

mee met kost en passage, gage van de bevrachter (SAA 5075 nr. 1535 /18).

4 maart 1655, bevrachtingscontract; Marten Droogh en Jan Moen, kooplieden te

Durgerdam en Binte Holles, van Staveren, schipper op ‘’t Blockhuis van Stavoren’

van 120 x 21½ x 11¼ x 4½ Zaandammer voeten. Naar La Rochelle, in de omgeving

zout laden voor Danzig, Koningsbergen of Riga, volgens orders in de Sont waar

Waterland uithangt. Indien daar geen orders zijn naar Koningsbergen. Lossen en

herladen voor Amsterdam, Vrachtprijs: Danzig 27 5/8, Koningsbergen en Riga 28 5/8

gulden per last, Kaplaken 20 gulden voor de schipper (SAA 5075 nr. 1537 / 201).

24 nov. 1657, kwitantie; Isaac du Querny, koopman op het eiland Guardeloupe in

Amerika, zegt 500 gulden ontvangen te hebben van Jean Pedij, koopman. Hij belooft

terug te betalen na terugkomst van het schip ‘Bollevert [Blokhuis] van Stavoren’, dat

op het punt staat van Amsterdam naar Guardeloupe te vertrekken met schipper Bijnte

Holles van Stavoren. Het schip is voorzien van 10 stukken geschut en is 100 lasten

vracht aannemende, schipper op zijn tegenwoordige f luitschip van 150 lasten. Met

koopmansgoederen en/of in ballast van Enkhuizen naar Koningsbergen (WFA ONA

Enkhuizen, 921 / 133).

27 jan. 1644, openbare verkoping van scheepsparten te Amsterdam; de nagelaten

weeskinderen van Pieter Alen en Brechtje Nannings als verkopers en Marten Ranses,

zeilmaker, als koper van twee keer 1/32 part aan het schip van Bartele Foppes, van

Staveren, omtrent 160 lasten, 7 jaar oud, liggend te Zaandam. Aldus gekocht voor 200

gulden elk (SAA 5073 nr. 932).

29 maart 1645, verklaring; Bartle Foppes, van Stavoren, ong. 45 jaar, schipper op

‘de Liefde’, Binte Holles, stuurman, ong. 24 jaar, Warnaer Juriaens, bootsgezel,

ong, 19 jaar, verklaren bij ware woorden op verzoek van Egbert Dolingx, koopman

te Amsterdam, dat zij met het genoemde schip komend van Reval in Lijff land met

bestemming Amsterdam, in de nacht van vrijdag voor jongstleden Kerstmis (oude

stijl), verzeilden op Witmond op het eland Rügen in de Oostzee, waar ze voor behoud

van schip en lading de helft van hun vracht hebben moeten lossen en opnieuw

geladen, behalve 421 tonnen rogge die door de schipper aan de bergers en helpers is

gegeven. Door storm konden 448 tonnen rogge niet aan boord worden gebracht en

zijn verkocht (SAA 5075 nr. 1504 / 67).

3 maart 1647, testament van Bartele Foppesz en Eelck Holledr, echtelieden burgers

in Stavoren. Zij benoemen tot hun erfgenamen: Reyner, Foppe en Fonger Bartles.

Het testament is getekend ten huize van de burgemeester Holle Piers, hun vader (T

14 16778 (EEE2) / 59).

14 juni 1649, Sonttolregisters; Bartell Foppes van Staffurren.

30 juli 1650, bevrachtingscontract; Marten Harmansz Blau en Sybe Auckes, als

bevrachters, en Bartele Foppesz, van Stavoren, schipper op ‘de Liefde’ van ong. 150

lasten c.q. 120 x 24 x 13½ Edamse voeten. Van Amsterdam met vrachtvrije goederen

naar Koperwyk, lossen en herladen met enige masten van 17 a 18 palm en enige

andere houtwaren voor Amsterdam. Vrachtprijs 1800 gulden, kaplaken 20 gulden

voor de schipper (SAA 5075 nr. 1534 / 91).

22 maart 1667, testament van Eelck Holles, weduwe van Bartele Foppes te Staveren;

begunstigden: haar zoon Pier Bartles 1/3 part; de kinderen van Reyner Bartles bij

Jantien Agges genaamd Yde en Symen Reynders samen 1/3 part en de kinderen

van Foppe Bartels bij Grietien Baernts genaamd Sas en Trintien Foppes gezusters

en Bartle Foppes, samen 1/3 part. Des dat de naegelatene kinderen van Reynder in haer

erfdeel sullen hebben alle de landen leggende te Coudum volgens d’ontscheydinge tusschen

de erfgenaen van Holle Piers myn wylen vader gemaeckt in dato den 19 Marty 1639.

Curator van de kinderen van Reyner Bartles is haar broer Pyter Holles en van de

kinderen van Foppe Bartles is dat hun oom Barent Barent Croes. Getuigen: Dirck

Gerrits mr. glasemaker, Jan Minnes Sierda mr. goudsmid, Wabe Piers Koolker,

Gosse Sipkes, Harmen Sioerdts, wever, en Jan Faletyn weversknecht, allen burgers

van Stavoren, en Jan Jacobs Haersma secretaris van genoemde stad (T 14 16779

(EEE 3) / 371).

Page 22: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

40 41gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

groot. De terugbetaling bedraagt 500 gulden plus 120 gulden risicoverzekering. N.B.

Dit is een Franstalige akte (regest SAR 18 nr. 673 / 198).

14 dec. 1657, bevrachtingscontract; Jean de Sweerts en Paulus de Sweerts,

kooplieden te Amsterdam als bevrachters en Binte Holles van Staveren, schipper op

‘’t Blockhuijs van Stavoren’ van 105 x 24 x 11¼ x 4½ voeten, bewapend met 8 stukken.

Van Amsterdam met goederen naar de Caribische eilanden. Verzeilen, handelen,

lossen en herladen, terug naar Amsterdam. Vrachtprijs 625 per maand, 6 maand

vast. Kaplaken 30 gulden voor de schipper. Bemanning wordt door de bevrachter

aangesteld en voorzien in hun onderhoud en gage evenals dat van schipper Holles,

die in hun dienst mee gaat. De bevrachters mogen op hun kosten een extra stuk in

de hut doen vervoeren (SAA 5075 nr. 1539 / 111).

15 dec. 1657, transport; Jean Pedij, koopman, transporteert 500 gulden aan Jaques

Motte, koopman, volgens de risicoverzekering op het schip de ‘Bollevert van

Stavoren’, dat met Bijnte Holles van Amsterdam naar het eiland Guardeloupe in

Amerika en terug zal zeilen. Na een behouden vaart zal hij 500 gulden met 22%

profijt ontvangen van Isaacq du Querny, koopman. N.B. De akte is in het Frans

(regest van SAR 18 nr. 673 / 199).

19 okt. 1658, bevrachtingscontract; Dirck Snoeck en Jan van Hoorn, kooplieden te

Amsterdam, als bevrachters en Binte Holles, van Stavoren, schipper op ‘’t Blockhuijs

van Stavoren’. Van Amsterdam naar Ile de Ré voor orders om te laden aldaar of in

Charente, met goederen voor Amsterdam. Vrachtprijs 9¼ gulden per vat wijn van 4

oxhoofden en stortwaren of andere goederen als gebruikelijk (SAA 5075 nr. 1539 / 246).

12 mei 1659, bevrachtingscontract; IJsbrand IJsbrands Noom, van Ilpendam, als

bevrachter en Binte Holles, van Staveren, schipper op ‘’t Blockhuijs van Stavoren’,

van 104 x 24 x 11 x 4½ voeten, uitgerust met 4 takels. Met goederen naar Groenland,

ter walvisvangst, lossen in Amsterdam. Vrachtprijs 2100 gulden, premie 4 gulden per

gevangen vis. De schipper mag mee voor het toezicht. Slijtage van het scheepsgoed

zal door arbiters worden vastgesteld (SAA 5075 nr. 1540 / 38).

8 april 1661, Sonttolregisters nr. 1700991; Benntt Holles, van Staffueren, in ballast

van west naar oost, bestemming Kopenhagen.

2 mei 1661, Sonttolregisters nr. 1701094; Benntt Holles, van Staweren, van Kopenhagen

met een partij Isslans compenies goetz, geen tol alleen 4 daalders vuurgeld.

3 juli 1661, Sonttolregisters nr. 1749440; Bente Holles, van Staffueren, komend van

IJsland, geladen met vis, bestemd voor Kopenhagen, geen tol alleen 4 daalders

vuurgeld.

8 juli 1661, Sonttolregisters nr. 1701780; Bente Holles van Staweren, in ballast van

Kopenhagen, bestemming Noorwegen.

14 okt. 1661, Sonttolregisters nr. 1701102, Bentte Holles, van Staweren, met steenkool

als ballast, komend van Schotland met bestemming Oostzee.

22 nov. 1661, Sonttolregisters nr. 1701982, Bendte Holles, van Staffuern, komend van

Kopenhagen met een deel lamsvellen, veren en huiden, geen tol alleen 4 daalders

vuurgeld.

28 maart 1663, transport; schipper Binte Holles van Stavoren, als koper en Pieter van

Rijn koopman te Amsterdam, als verkoper van het galjootschip de ‘Clock’, eerder

gevoerd door schipper Cornelis Jansen Volkaerts van Den Helder. Makelaar Hilke

Douwes trad op als borg voor Binte Holles (SAA 5075 nr. 1548 / 40).

1667, weesboek Staveren; Rinck Agges genoemd als collectrice van het schoorsteengeld

(T 13-36 nr. 27 / 781).

18 april 1669, verklaring; Binte Holles, 46 jaar, burgemeester te Stavoren, Wytje Ypes,

ong. 26 jaar en Sieuwert Pieters, 39 jaar, verklaren op verzoek van Pieter Harmensz, van

Stavoren, dat zij gisteravond als getuige gehoord en gezien hebben dat de requirant

door Hendrik Brouwer is uitgescholden voor een schelm, dubbelde schelm. Binte Holles

verklaarde verder dat hij gisteravond, op’t afgaen van de nieuwenbrug, hoorde en zag

dat Hendrik Brouwer de requirant bij sijn rockje en arm vatte, seggende ghij schelm, ghij

eetbreecker, ick sal u met schout en dienaers halen laten, want ghij sijn mijn vijff hondert gulden

schuldig, jou [doorgehaald] ghij eetbreecker ghij guit (SAA 5075 nr. 2879 / 226).

Uit dit huwelijk:1. Symen Bintes, trouwt Staveren 20 okt. 1667 Albert Thomas.2. Age Bintes, ged. Staveren 8 juni 1645, trouwt daar 30 sept. 1666

An Baernts, geb. omstr. 1650, ovl. voor 1671, dochter van Barend Willems Visser en Fed Ages; Age trouwt 2. Staveren 15 febr. 1671 Sipck Pieters.25 aug. 1666, weesboek Staveren; Willem Baernts 22, Griet Baernts 19, Tryn

Baernts 18, Antien Baernts 16, Sytje Baernts 14 jaar, kinderen en erfgenamen

van Baernt Willems Fisser c.u., benoemen Folkert Symens en Pier Barteles,

beiden te Staveren, volgens beschikking van hun vader tot hun curatoren (T

13-36 nr. 27 / 161).

8 nov. 1667, weesboek Staveren; akkoord tussen de erfgenamen van wijlen

Baernt Willems Visser en Fed Ages, echtelieden, ouders resp. schoonouders

van Willem en Griett Baernts, vertegenwoordigd door hun curatoren Folckert

Symens, Pier Barteles en Tjepke Heyns; Syttie Baernts; Jacob Floris als man en

voogd van Tryn Baernts en Agge Bintes als man en voogd van Antje Baernts (T

13-36 nr. 27 / 386).

2 sept. 1668, resolutie stadsbestuur Staveren; An Beernts wordt na te zijn geschorst

voor een periode van zes weken weer toegelaten tot het doodgraversambt (T 70-01

nr. 16 / 189; GJB 2011 / 15).

4 sept. 1687, dopen Staveren; Binte, kind van Agge Bintes en Sipck Pietters,

doopheffer Symon Bintes.

Uit het tweede huwelijk: a. Binte Ages, ged. Staveren 4 sept. 1687.3. Rinck Bintes, ged. Staveren 1 sept. 1650, trouwt daar 11 aug. 1674

Wiebe Theunis.4. Bauck Bintes, ged. Staveren 14 jan. 1657, daar ovl. omstr. nov. 1692,

trouwt Staveren 22 dec. 1678 Aellert Claez, luitenant, ovl. voor 1692.

Page 23: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

42 43gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

17 nov. 1657, schuldbekentenis; Homerus Bruynsma, olde capitein van een compagnie

te voet en Antje Buwes, echtelieden te Hemelum, 1574 gulden debet aan Hylck en

Antje Atzma te Bolsward, als erfgenamen van wijlen hun broeders Schelte en Dirck

Atzma, overleden te Jorwerd. Als onderpand diende de erfenis en landerijen van de

goederen van de moeder van Homerus zoals toegewezen in de boedelscheiding voor

het gerecht van Hennaarderadeel (T 13-18 nr. 35 / 211).

8 mei 1658, schuldbekentenis; Homme Bruynsma en Antje Buwes, echtelieden te

Hemelum, debet 2000 gulden aan Pouwels Tjeerd en Jay Rennerts, echtelieden

te Molkwerum. Buwe Jarichs te Hemelum stelt zich borg voor zijn dochter en

schoonzoon (T 13-18 nr. 35 / 233).

27 en 28 jan. 1659, hypotheekboek HON, huurcontract van landen te Kubaard;

verhuurder Homme Bruynsma, huurder Pieter Jansen, mr. goudsmid te Bolsward.

Het betreft de landen af komstig van Ida Hommedr, grootmoeder van moederskant

van de verhuurder. Aanvankelijk zou op 29 dec. 1657 het land aan de huurder worden

verkocht, maar Regnerus Bruynsma, vader van de verhuurder, protesteerde tegen de

verkoop (T 13-18 nr. 35 / 315 – 318).

1 jan. 1661, hypotheekboek HON, transport; Homerus Bruynsma te Hemelum

verkoopt aan Pieter Jansen, mr. goudsmid te Bolsward, en Elisabeth Heemstra,

echtelieden, bepaalde landerijen af komstig van wijlen Ida Hommedr, weduwe van

Gabinio Petri Eminga, grootmoeder van de verkoper (T 13-18 nr. 35 / 473).

1 febr. 1662, hypotheekboek HON, transport; Homerus Bruynsma te Hemelum, als

erfgenaam van wijlen zijn grootmoeder Ida Hommedr, verkoopt aan Eghbert Janssen

van Emenes en Teuntje Heemstra, echtelieden, en Pieter Janssen, mr. goudsmid, en

Elisabeth Heemstra, echtelieden, allen te Bolsward, de helft van zekere zate van 40

pondematen, onder de klokslag van Exmorra (T 13-18 nr. 35 / 607).

10 mei 1662, recesboek HON; Wyttie en Sipke Buwes, gebroeders, mede namens

Homme Bruynsma, echtgenoot van An Buwes, gezamenlijk erfgenamen van hun

vader Buwe Jarichs, verklaren dat hun vader 500 gulden schuldig is aan Rinwer

Jacobs te Hindeloopen, volgens obligatie d.d. 8 april 1652 en dat zij deze schuld

inclusief rente zullen betalen aan Haytje Binckes te Hindeloopen, als curator van

Jan Rinwers (T 13-18 nr. 4 / 43).

19 sept. 1663, recesboek HON; Homme Bruynsma is prodigium verklaard door het

Hof van Friesland, niet gequalificeert te sijn sijne huysen en goederen te regeren, wegens

droncken drincken, slampampen, brasserijen, malle coopmanschappen en andere quade

comportementen (T 13-18 nr. 4 / 62).

2 april 1667, schuldbekentenis; Homme Bruynsma en Anna Buwes, echtelieden te

Hemelum, debet 100 gulden aan Joannes Laessen, onsen mede gaeman (T 13-18 nr. 36

/ 325).

28 juni 1669, schuldbekentenis; Homma Bruinsma en Anna Bouwes, echtelieden te

Hemelum, debet 100 gulden aan Julius Galama, te Hemelum (T 13-18 nr. 36 / 323).

20 dec. 1682, Hof van Friesland; Reyner Olofs, meester bakker te Stavoren, getrouwd

met Jantien Hommes Bruinsma, en Scholte Scholtes en Wybe Frieskes te Warns,

30 maart 1693, weesboek Staveren; inventarisatie van het sterf huis van Bauck

Bintedr, na opening van de op 4 nov. 1692 aangebrachte sloten, ten overstaan

van de secretaris en de burgemeester Hylcke Fockes die de praeses Jonkman

vervangt, en in bijzijn van Aucke Hendrix Brouwer en Agge Wypkes Loyter

als curatoren van Olphert, Claes en Rinck Alerts, weeskinderen van de

luitenant Alert Claesz en Bauck Bintes, in leven echtelieden te Staveren

(T 13-36 nr. 30).

Uit dit huwelijk: a. Olfert Alerts, b. Claes Alerts, c. Rinck Alerts.5. Holle Bintes, ged. Staveren 3 juli 1659, burgemeester en waagmeester

te Staveren, trouwt daar 11 maart 1683 Jantien Jans.1677, stadsambten Stavoren; burgemeester Holle Bintes, waagmeester (Engels,

Martin, Burgemeesters en andere bestuurders van Stavoren (en Sloten), beschikbaar

op: mpaginae.nl, laatst geraadpleegd 18 sept. 2018).

Uit dit huwelijk:a. Jan Holles, ged. Staveren 13 sept. 1685, trouwt daar 8 jan. 1708

Corneliske Heymens, ged. Staveren 18 okt. 1685, dochter van Heymen Jans en Jiede Reyners.

6. Pier Bintes, ged. Staveren 11 jan. 1663, trouwt daar 20 dec. 1685 Sydt Innes.

7. Roordt Bintes, ged. Staveren 9 sept. 1666, trouwt daar 17 maart 1689 Minne Rinckes.Uit dit huwelijk:a. Binte Minnes, ged. Staveren 22 okt 1693.

Vd. Homme Reins Bruinsma, kapitein van een compagnie te voet, ovl. omstr. 1678, trouwt voor 1657 An Buwesdr, dochter van Buwe Jarichs en Jantjen Wyttiedr te Hemelum.30 okt. 1643, universiteit Franeker, inschrijving Homme Bruynsma.

5 dec. 1650, hypotheekboek HON, schuldbekentenis; Homerus van Bruinsma te

Hemelum, kapitein van een compagnie soldaten van het Friese Nassause regiment,

debet 1400 gulden aan Folkert Pluviaen, kapitein geweldige van genoemd regiment,

en Hittie Aettesdr, echtelieden te Leeuwarden, ten behoeve van het af lossen

van diverse schulden, ontvangen in het bijzijn van Petrus Eminga, oom van de

schuldenaar (T 13-18 nr. 34 / 235).

17 dec. 1651, hypotheekboek HON, transport; Homerus van Bruinsma, kapitein

van een compagnie te voet, als verkoper en de heer Johan van Aylva, grietman van

Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, en Catharina van Walta, echtelieden, als

kopers van zeker huis en stede te Hemelum kerkeburen, streckende van de Herenweg

achterwaarts aan de terp van genoemde kopers, zoals door verkoper gekocht

van Johannes Laessen; tevens vier akkers zaadland strekkende van de Hereweg

oostwaarts aan de Wal akkeren sloot (T 13-18 nr. 34 / 232).

Page 24: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

44 45gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Hylckema, stadsbode te Bolsward, als curator van Doedtie Agges, zeven jaar oud,

enig kind van dr. Aggeus Piphron, die volgens akte van 10 mei jl. door het Hof

prodigieus is verklaard, en wijlen Ymkjen Bruynsma, in leven echtelieden, en

van Jan Bruynsma, zoon van wijlen Cyprianus Bruynsma, in leven gedeputeerde

van Friesland. Hij wordt benoemd naast dr. Taco Bruynsma, beiden als naaste

bloedverwanten van genoemde Doedtie en Jan (T14 nr. 8474).

18 dec. 1692, decretale verkoping; de curatoren van Doetie Aggeus Piphron, erfgename

van haar moeder Imkjen Bruynsma en voornaamste hypothecaire crediteur van haar

vader dr. Aggeus Piphron wegens inbreng van haar moeders goederen, als verkopers

van een mooi huis met een hof aan de zuidzijde van de Voorstraat. Koper werd de

vaandrig Arjen Altena voor 1200 goudgulden 7 stuivers (T 13-16 nr. 243 / 1, regest

beschikbaar op: kleinekerkstraat.nl, laatst geraadpleegd 8 aug. 2018).

Uit dit huwelijk:1. Doetje Ages Piphron, geb. omstr. 1685, trouwt Franeker 16 dec. 1710

Heert Piers.

Vf. Holck Oeges de Vries, ovl. voor 1693, trouwt Hemelum na 1653 Sipke Buwes, zoon van Buwe Jarichs en Jantien Wyttiedr, te Hemelum (ook Vd).24 juni 1653, kerkenraadsboek Warns; Holck Oeges, jongedochter, wonend

Kerkeburen, afgevallen van die kercke Jesu Christi, naderhand te Hemelum getrouwd

met een Mennist (T 244-88 / datum).

13 okt. 1666, schuldbekentenis; Sipke Bouwes en Holck Oeges, echtelieden te

Hemelum, debet 140 gulden tegen 5 % jaarlijkse rente aan Pouwels Tjaards en Jaaytie

Rommerts, echtelieden te Molkwerum, als rest van vaders schuld (T 13-18 nr. 37 / 305).

Uit dit huwelijk:1. Jarich Sipkes, volgt VId.2. Buwe Sipkes ovl. omstr. 1712, trouwt Molkwerum 19 nov. 1693, Aeg

Annis, ovl. omstr. 1712.13 maart 1708, testament van Bouwe Sipkes en Aag Annes te Warns; ter

registratie bij het Hof van Friesland aangeboden op 3 juli 1714 door Ids Fetties

en Homme Reins Bruinsma als curatoren van de kinderen van wijlen Jarich

Sipkes. De testatoren, reeds meer dan twee jaar geleden overleden, benoemen

tot hun erfgenamen haar broer Hans Annes te Molkwerum en Houck, Sipke

en Froucke Jarichs, kinderen van wijlen Jarich Sipkes, broer van de testator (T

14 nr. 16783 (EEE7) / 18).

VIa. Foppe Barteles, koopvaardijschipper te Staveren, ovl. omstr. 1663, trouwt daar 9 dec. 1655 Grietje Barends Croes, ovl. Staveren juli 1671, dochter van Barend Barends Croes, bakker te Staveren.6 april 1657, bevrachtingscontract walvisvangst Groenland; Jacob Theunisz Windich,

koopman te De Rijp als bevrachter en Foppe Bartels van Stavoren schipper op de

‘Gouden Leeuw’ van 120 x 25½ x 11½ x 4¾ Zaandammer voeten (SAA 5075 nr. 1539 / 21).

curatoren van de minderjarige kinderen van wijlen Homme Bruinsma, contra

Allardus Aestwarda in dienst van Jelle Fopma, oude burgemeester te Bolsward. Sinds

de dood van Homme Bruinsma was gedurende drie jaren 1679-1681 de landhuur

voor een perceel bij Oegeklooster niet betaald (T 14 nr. 16551 / sententie 22).

20 dec. 1682, Hof van Friesland; Reyner Olofs, meester bakker te Stavoren, getrouwd

met Jantien Hommes Bruynsma, en Scholte Scholtes ontvanger en Wybe Frieskes

huisman te Warns, curatoren van de twee minderjarige kinderen van wijlen Homme

Bruynsma en Ann Bouwes te Warns, erfgenamen van dr. Petrus Gabinus Eminga in

leven J.U.D. te Bolsward, contra Pieter Jansen Poelgeest te Bolsward. Het testament

van genoemde Eminga d.d. 22 sept. 1659 bepaalde dat landerijen te Hartwerd toe

zouden komen aan zijn neef Homme Bruinsma, maar de gedaagde beweerde dat

hij de helft van het land gekocht had. Het Hof vonniste in het voordeel van de eiser

(T 14 nr. 16551 / sententie 56).

23 maart 1683, Hof van Friesland; Reyner Olofs, mede namens zijn kinderen bij

Jantjen Hommes [Bruynsma], contra Yda Casarius, ex testamento erfgename van

wijlen dr. Petrus Gabinus Eminga te Bolsward. Zaak over zelfde testament als op 20

dec. 1682. Eminga had daarin toegezegd dat de drie kinderen van Homme Bruinsma

samen 2000 gulden uit zijn erfenis zouden ontvangen bij hun resp. huwelijken (T 14

nr. 16552 / sententie 39).

Uit dit huwelijk:1. Jantje Hommes Bruynsma, ovl. voor 1687, trouwt Staveren 17 april

1681 Reyner Olofs, ged. Staveren 14 nov. 1658, meester bakker en molenaar te Staveren, ovl. 1701, zoon van Olof Reyners, burgemeester en Sydt Melis. Reyner trouwt 2. Staveren 28 sept. 1687 Aelck Rinckes, van Warns; trouwt 3. Staveren 18 febr. 1700 Teuntje Anthonis, weduwe van Willem Alberts.3 nov. 1681, schuldbekentenis; Reyner Olofs en Jantjen Hommes Bruynsma,

echtelieden te Staveren, debet 200 gulden aan [..] Pieters, wonend Workumer

Nieuwland, als curator van de kinderen van wijlen de echtelieden Abel Fongers

en Neeltje Pieters, wegens lening van contanten (T 13-18 nr. 37 / 381).

10 mei 1701, Hof van Friesland; de procureur-generaal contra Reyner Olofs,

molenaar te Staveren en gevangene (T 14 nr. 16570, interlocutoir).

2. Riemke Hommes Bruynsma, volgt VIb.3. Rein Hommes Bruinsma, volgt VIc.

Ve. Ymkje Suffridus Bruinsma, ovl. voor 1692, trouwt Wijnaldum 30 aug. 1668 dr. Age Piphron, geb. Harlingen, ged. Tzum 21 mei 1676, mediciae en philosophire doctor, zoon van Pieter Joris Piphron en Doetje Ages. 24 april 1673, album Franeker; Aggaeus Piphron, Harlingensis Frisius, f ilosofie.

23 juli 1685, gereformeerde lidmaten Joure; Aggaeus Piphron, medisch dokter en

Ympkien Bruynsma, echtelieden, ingekomen van Harlingen.

10 juni 1692, autorisatie; benoeming door het Hof van Friesland van Dominicus

Page 25: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

46 47gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

lepels met B. BARENTSEN CROES is gesturven op den 5 Januaris 1671; een zilveren

smelt met: GRIJTTIE BAERNTS KRUYS en S F op’t snab van de scheed; een obligatie

d.d. 9 aug. 1653 ad 1000 gulden, ten laste van de West-Indische Compagnie kamer

Amsterdam (T 13-36 nr. 27).

Uit dit huwelijk:1. Sas Foppes, ged. Staveren 20 dec. 1658, trouwt daar 16 febr. 1679 Haytje

Binckes de jonge, ged. Koudum 9 mei 1652, koopvaardijschipper te Koudum en te Staveren, vroedschap en burgemeester te Staveren, daar ovl. okt. 1701 (GJB 2014 / 196).

2. Trijntje Foppes.3. Bartle Foppes.

VIb. Riemke Hommes Bruinsma, ovl. na 1728, trouwt Wans 31 jan. 1686 Ids Fetses, schipper te Warns, ovl. voor 1724, zoon van Fetse Idses.12 maart 1681, recesboek HON; beëdiging van Scholte Scholtes en Wybe Friesckes

tot curatoren van Riempcke Hommes Bruinsma en haar minderjarige broer (T 13-18

nr. 4 / 284).

20 febr. 1683, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Ids Fetties.

16 dec. 1686, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Riemke Hommes.

7 dec. 1692, gereformeerde lidmaten Warns; Ids Fetties en Riemke Hommes

uitgeschreven naar Koudum.

6 febr. 1696, gereformeerde lidmaten Warns; Ids Fetties en Riemke Hommes

ingekomen van Koudum.

7 mei 1709, registratieboek HON; Ids Fetties, schipper te Warns en Rein Hommes

Bruinsma te Scharl, als curatoren van Jan Bruinsma, innocente zoon van wijlen

Cyprianus Bruinsma, burgemeester te Sloten, debet 295 gulden aan Fransiscus

Frisius en Nicolaus Winsemius, advocaten van het Hof van Friesland, wegens salaris

en kosten gemaakt ten behoeve van de proceduren tegen de armenvoogden van

Lemsterland en tegen Tjaard van Aylva wegens restitutie, en tegen de secretaris

Epeus Hylckema en de magistraat van Sloten. Akte geregistreerd 5 dec. 1709 (T 13-18

nr. 38/ 218).

24 april 1728, registratieboek HON, schuldbekentenis d.d. 23 april 1728; Riemke

Hommes, weduwe van Ids Fettjes te Warns, bekent 100 gulden tegen 4% jaarlijkse

rente schuldig te zijn aan Hidde Haux, huisman, en His Sierds, echtelieden te Warns

(T 13-18 nr. 38 / 426).

Uit dit huwelijk:1. An Idses, ged. Warns 8 april 1696, ovl. voor 1719, trouwt Warns 11

febr. 1714 Feltjer Aukes, schipper te Warns, zoon van Auke Feltjers en Sipk Sibles. Feltjer trouwt 2. 29 april 1719 Ansk Hylkes, ovl. voor 1730; trouwt 3. Warns 20 mei 1731 Auk Martens.Uit dit huwelijk:a. An Feltjers, trouwt Anne Reyns Bruynsma (Bruinsma VIIb).

16 sept. 1658, bevrachtingscontract; Joucke Benckes Hinnema, koopman te Amsterdam,

als bevrachter en Foppe Barteles, van Staveren, schipper op de ‘Goude Leeuw’ van 120 x

25¼ x 12 met een verdek van 4½ Amsterdamse voeten. Van Amsterdam naar Sandifort

in Noorwegen of een haven in de buurt, op aanwijzing van de persoon die namens

de bevrachter meereist. Af laden met houtwaren voor Amsterdam. Vrachtprijs: 1250

gulden, met een stengvlag van 15 gulden als kaplaken voor de schipper. De schipper

schiet de lading [deels?] voor en neemt daartoe 600 gulden mee op eigen risico (SAA

5075 nr. 2874B / 1191).

12 juli 1659, machtiging; Foppe Barteles, van Stavoren, schipper op de `Gouden

Leeuw` machtigt de heer Poppe Symens te Amsterdam om bepaalde tegoeden te

innen (SAA 5075 nr. 1515).

11 maart 1660, bevrachtingscontract reeds gesloten d.d. 2 januari 1660 ten overstaan

van Hylke Douwes, makelaar; Adriaen Jansz van Blokzijl, als bevrachter en Foppe

Barteles van Staveren schipper op de ‘Goude Leeuw’ van 120 x 25 x 12, met een verdek

van 4½ Amsterdamse voeten. De schipper levert het schip kant en klaar voor de palen

van Amsterdam tot verdoen van de bevrachter. De bevrachter stelt op zijn kosten een

commandeur aan en officieren en verdere manschappen. Voorzien van victualiën

zal het schip op de rede van Bolkzijl walvisvangersgereedschap aan boord nemen

en vandaar te zeilen naar Groenland op de walvisvangst, om daarna weer terug te

keren op de rede van Blokzijl om de vangst te lossen. Tenslotte levert de bevrachter

het schip weer af voor de palen van Amsterdam. Vrachtprijs: 2850 gulden. De reders

van het schip dienen een persoon aan te stellen die meegaat namens de schipper

(SAA 5075 nr. 2881 / 125).

5 nov. 1660, bevrachtingscontract; Melchior Cromhuijsen, koopman te Amsterdam,

als bevrachter en Foppe Barteles, van Stavoren, schipper op de ‘Vergulde Leeuw’ van

ong. 190 lasten. Zout laden in Setubal voor Amsterdam. Vrachtprijs: 22 gulden per

last zout, 7 lasten voor 1 honderd gerekend. Kaplaken 40 gulden voor de schipper. De

schipper mag in Amsterdam niet lossen voor half april, om eventueel doorgezonden

te kunnen worden naar de Oostzee. Vracht Amsterdam Setubal v.v. wordt in

Amsterdam afgerekend (SAA 5075 nr. 1540 / 253).

Omstr. mei 1663, afrekening van de rederij van het schip ‘Gouden Leeuw’, schipper

Foppe Barteles te Staveren; het genoemde schip is met toestemming van de reders

verkocht, de opbrengst na verrekening van alle kosten en opbrengsten is 250 gulden

per 1/32 part. Alle parthouders staan genoemd (SAA 5075 nr. 2884 / 229).

7 juli 1671, weesboek Staveren; verzegeling van het sterf huis van Gryttie Baernts,

weduwe van Foppe Bartles, door Binte Holles burgemeester van Stavoren en secretaris

J. Fockens, in absentie van de presiderend burgemeester Coycker (T 13-36 nr. 27).

15 aug. 1671, weesboek Staveren; ontzegeling van het sterf huis en opmaak van de

boedelinventaris. In de boedel o.a.: een zilveren beker met de letters HP SB [Holle

Piers Symen Bintes]; een lepel met EH [Eelk Holles]; vijf zilveren lepels met I B K G

H met wapens; lepels met BARENT BAERENTS en GRIETIE BAERENTS; lepels met

GG / FB / BF / PSSSS; een lepel met BF EH [Bartle Foppes Eelk Holles]; twee zilveren

Page 26: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

48 49gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

bij strijkgeld te hebben verkocht aan Rein Rintjes, koopman te Bolsward voor 38

gulden 14 stuivers (T 13-18 nr. 38 / 394).

9 maart 1723, weesboek HON; inventarisatie van het sterf huis van Rein Hommes

Bruinsma te Scharl, mederechter van HON, op verzoek van de curatoren van zijn

minderjarige kinderen: Homme, Anne, Anne, Hidde en Tryn, bij Peerk Hiddes, op

aangeven van Waal Fetties, weduwe van genoemde Rein Hommes Bruinsma (T 13-18

nr. 18 / 280).

29 maart 1724, weesboek HON; afrekening van gevoerde curatele door Scholte Sipkes

en Murk Ygles, beiden huisman te Warns, als curatoren sinds 9 maart 1723 van

Homme, Anne, Ann, Hidde en Tryn Reyns, kinderen van wijlen de echtelieden Reyn

Hommes Bruinsma, bijzitter en Peerk Hiddes, gewoond hebbend en overleden te

Scharl (T 13-18 nr. 22 / 292v; nr. 23 / 6).

11 juni 1728, collateraalboek HON; Evert Jacobs Ley, leraar der doosgezinde gemeente

te Embden, man en voogd van Uylk Tjernes, Beitje Tjernes, meerderjarige vrijster te

Koudum, en Hidde Haux, curator van Ann Feltjers te Warns, doen aangifte van het

overlijden te Warns op 28 maart 1728 van Waal Fetties, weduwe van Jouck Scheltes.

De overledene was een tante c.q. oud-tante van de aangevers (T 13-18 nr. 43 / 36).

Uit het eerste huwelijk:1. Homme Reins, volgt VIIa.2. Anne Reins, volgt VIIb. 3. Ann Reins, volgt VIIc.4. Hidde Reins, volgt VIId.5. Tryn Reins, ged. Warns 13 dec. 1716.6. Jantien Reins, ged. Warns 6 nov. 1718, ovl. voor 1720.

VId. Jarich Sipkes, ovl. voor 1714, trouwt N.N.1698, stemkohier Warns nr. 14 (in 1640 Jan Sjoerds Bruinsma); Bouwe Sipkes en

Jarich Sipkes ieder voor de helft eigenaar en gebruiker.

1728, stemkohier Warns nr. 14; Frouk Jarichs eigenaar voor de helft; Anne Lammerts,

eigenaar voor de helft en gebruiker voor het geheel, uit naam van zijn vrouw Holk

Jarigs.

Uit dit huwelijk:1. Holk Jarichs, volgt VIIe.2. Sipke Jarichs, ovl. voor 1728.3. Frouck Jarichs, trouwt Hemelum 30 jan 1724 Claas Jans.

VIIa. Homme Reins Bruinsma, ged. Warns 13 mei 1705, koopvaardij-schipper te Warns, ovl. na 1773, trouwt Marij Gerrits, geb. omstr. 1709, ged. Warns op belijdenis 18 febr. 1729, dochter van Gerrit Stynkes en Tjam Aukes.1726, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Homme Reins.

19 febr. 1739, weesboek HON; akkoord over de verdeling van het gezamenlijke bezit

Uit zijn tweede huwelijk: b. Auke Feltjers of Folkerts, trouwt 2 maart 1755 Tayk Hessels,

dochter van Hessel Annes en An Tymens (GJB 2014 / 282).2. Fetse Idses, ged. Warns 15 april 1699.VIc. Rein Hommes Bruinsma, geb. na 1657, bijzitter van HON, ovl. Scharl 1723, trouwt 1. Warns 10 nov. 1700 Peerkje Hiddes, ovl. Scharl 20 nov. 1718, dochter van Hidde Lieuwes en Trijntje Annes; trouwt 2. Warns 2 juni 1719 Waal Fetties, ged. Warns 1 okt. 1665, daar ovl. 28 maart 1728, weduwe van Jouke Scheltes, dochter van Fetse Idses.11 febr. 1697, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Peerk Hiddes, jongedochter.

3 febr. 1698, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Rein Hommes, vrijer.

19 sept. 1709, registratieboek HON, schuldbekentenis; Idts Fetties, schipper te

Warns, en Rein Hommes Bruinsma te Scharl, curatoren van Jan Bruinsma, innocent

weeskind van de heer Cyprianus Bruinsma, in leven burgemeester te Sloten [Frl.]

bekennen 290 gulden tegen jaarlijkse rente schuldig te zijn aan dr. Nicolaus

Winsemius, advocaat van het Hof van Friesland, wegens salaris en onkosten van

genoemde Nicolaus in de zaak over het verzoek van [..] consent om penningen te […]

tegen de ritmeester Appeldoorn, tegen de magistraat van Sloten (T 13-18 nr. 38 / 277).

febr. 1711, proklamatie HON; Tiete Anskes Lam, regerend burgemeester te Staveren,

namens zijn minderjarige broer Rincke Anskes, als ontvanger van de donatie van drie

‘lamsgrazen’ land in A[..]. Aldus ontvangen van Ids Fetties te Warns, Tjerne Fetties te

Koudum en Wal Fetties, huisvrouw van Joucke Scheltes, te Warns, erfgenamen van

Scholte [..] (T 13-18 nr. 25 / 229).

20 nov. 1718, gereformeerde lidmaten Warns, Peerk Hiddes is in de kraam overleden,

nalatende zes kinderen.

25 mei 1720, testament van Reyn Hommes Bruynsma en Waal Fetties, echtelieden

te Warns. Hij begunstigde zijn vijf kinderen bij Peerk Hiddes, zijn eerste vrouw,

genaamd Homme, Anne, Ann, Hidde en Tryn Reyns en zijn huidige vrouw Waal

Fetties, die eerder was getrouwd met Jouke Scheltes. De begunstigden van haar

zijde zijn de kinderen van haar zaliger broer Tjerne Fetties, genaamd Uylck Tjernes,

getrouwd met Evert Jacobs, mr. bakker en doopsgezinde leraar te Hindeloopen; Beitje

Tjernes te Koudum, nogh vrijster sijnde, en Ann Feltjers, dochter van Feltjer Aukes

te Warns. Ann zou ook haar bontgeschilderde kast erven. Tenslotte bedacht zij ook de

gereformeerde diaconie te Warns en Scharl met 40 gulden (T 14 nr. 16783 / 447).

1 mei 1724, registratieboek HON transport d.d 19 dec. 1721; Rein Hommes Bruinsma

te Scharl, mederechter van HON en Riemke Hommes Bruinsma, weduwe van Ids

Fetjes te Warns, verklaren 12 pondematen land bij Oege Klooster, ieder voor de helft,

bij strijkgeld te hebben verkocht aan Rein Rintjes, koopman te Bolsward voor 66

gulden 6 stuivers (T 13-18 nr. 38 / 392, 393).

17 mei 1724, registratieboek HON transport d.d 29 dec. 1721; Rein Hommes Bruinsma

te Scharl, mederechter van HON, en Riemke Hommes Bruinsma, weduwe van Ids

Fetjes te Warns, verklaren 7 pondematen land bij Oege Klooster, ieder voor de helft,

Page 27: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

50 51gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

1811, familienamen; Sybe Jans Lam te Warns en hun kinderen Jan 34 en Mary

39, beiden te Warns.

23 febr. 1782, proklamatie HON; Ann Hommes, huisvrouw van Sible [Sybe] Jans

Lam, te Warns, als kopers van zekere huizing en stede aldaar, met een tuin

of hof ten oosten en een ‘zorgras’ ten westen strekkend tot aan de Pot, met

alle losse goederen behalve de kachel en per 12 mei 1782 vrij van huur, Bouwe

Bonnes ten oosten, de Pot ten westen, Sybren Hylkes weduwe ten zuiden en

Douwe Jans ten noorden. Aldus gekocht voor 230 gulden van Feltjer Aukes te

Staveren (T 13-18 nr. 27 / 99).

Uit dit huwelijk: Homme, Marij (1772), Tjam (1774), Jan (1777), Rein (1784).

6. Sybrand Hommes, volgt VIIIc.7. Marij Hommes Bruinsma, ged. Warns 31 mei 1750, daar ovl. 21 juni

1823, trouwt Ale Willems Bakker.8. Rein Hommes, ged. Warns 26 nov. 1752, ovl. voor 1789, trouwt daar

6 sept. 1778 Elias Cornelis Tyleman, varensman, ged. Warns 3 aug. 1755, ovl. aan boord 21 febr. 1823, zoon van Cornelis Elias en Jouk Alberts. Elias trouwt 2. Tjam Anthony (Bruinsma VIIIa. / 1).12 febr. 1773, gereformeerde lidmaten Warns, belijdenis Rein Hommes.

16 febr. 1777, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis Elias Cornelis.

12 febr. 1795, gereformeerde lidmaten Warns; Elias Cornelis en Tjam Thonis

uitgeschreven naar Joure.

Uit dit huwelijk: Homme Elias, ged. Warns 26 febr. 1780, Jouke Elias, ged. Warns 30 juli 1784.

VIIb. Anne Reins Bruinsma, ged. Warns 28 nov. 1706, koopvaardij-schipper te Warns, trouwt daar 16 dec. 1733 Ann Feltjers, ged. Warns 7 juli 1715, dochter van Feltjer Aukes, schipper te Warns, en Ann Idses (VIb.1).18 febr. 1729, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Anne Reins.

19 febr. 1733, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis An Feltjers.

16 juli 1747, Sonttolregisters nr. 568440 (meerdere vermeldingen); schipper Anne

Reyns, van Warns, met lading uit Koningsbergen en Pilau, bestemming Amsterdam.

1749, quotisatie kohieren HON; Anne Reyns te Warns, gemeen zeevarende, 3

volwassenen en 2 kinderen; aanslag 39-8-0.

2 mei 1755, machtiging; Anne Reyns, van Warns, schipper op ‘de Vrouw Anna’, laatst

van La Rochelle gekomen, machtigt de heren Fockes en Kemper om hem in zijn

afwezigheid met genoemd schip als persoon te representeren in alle zaken die de

rederij aangaan (SAA bit.pub/f/13.835.058.284.228).

18 juni 1757, bevrachtingscontract; Adrian Hope, namens de compagnie van negotie

van Thomas en Adrian Hope,42 als bevrachters en Anne Reyns voerende het kofschip

42 Zij zijn de grondleggers van de bank Hope & co te Amsterdam.

tussen Homme Reyns, gehuwd met Marij Gerrits, Pieter Sybrens gehuwd met Lieuck

Gerrits, Sipk Gerrits te Molkwerum of Tjeerd Aukes te Warns als haar gelastigde,

contra Rinke Aukes namens Sybren Gerrits en Sible Aukes namens Rinke Gerrits,

beiden nog minderjarig (T 13-18 nr. 19 / 213).

7 juni 1748, borgtocht; Hendrik Tenk, wijnkoper te Amsterdam in de Hasselaarssteeg,

bij de Texelsekade, als gemachtigde van Homme Reyns, schipper, Broer Jelles,

stuurman, Geert Annes, bootsman, Sietje Harmens, kok, en Age Pieters, matroos,

opvarenden van het schip ‘St. Nicolaas’, die hiermee verklaren zich borg te stellen

voor de kosten die mogelijk zullen ontstaan als gevolg van het vonnis in het arrest

d.d. 1 juni 1748 dat zij hebben op het schip ‘Nieuwe Vergulde Star’, schipper Sietje

Poppes (SAA bit.pub/f/13.835.058.198.380).

1749, quotisatie HON; Homme Reyns te Warns, grootschipper, 3 volwassenen en 5

kinderen, aangeslagen voor 49-18-0.

25 jan. 1749, advertentie Amsterdamse Courant; Gerrit Blaeupot de jonge, Cornelis

Boen, Mijndert Jansz Schaep en Johannes Kluft, makelaars, zullen op maandag 17

febr., ‘s avonds met het ophouden van de Boomklok, in het Nieuwe Heeren Logement

verkopen twee extraordinaire welbezylde f luyt-schepen, leggende by de Kraens Boom. Het

f luitschip ‘St. Nicolaas’ van schipper Homme Reyns, 140 x 32-5 x 14-4 lang, breed en hol,

het verdek 7 voet 4 duim, de stuurplecht 10 voet 5 duim, nieuw uitgehaald in 1747, en het

f luitschip St. Pieter van schipper Rein Idses, 138 x 33 x 14-4½, met een verdek van 7 voet

4 duim, de stuurplecht 10 voet 4½ duim, nieuw uitgehaald in 1748. Nadere informatie

en inventarislijst bij genoemde makelaars, alsmede in Coudum by Evert en Gerrit Symons.

Uit dit huwelijk: 1. Tjam Hommes, volgt VIIIa.2. Gerrit Hommes, volgt VIIIb.3. Peerkje Hommes, ged. Warns 27 juli 1740, ovl. Workum 4 okt.

1807, trouwt Warns 12 nov. 1780 Jan Wolters Mensinge van Nuil, ged. Hoogeveen 27 febr. 1745, weduwnaar van Hillegonda Tjakken Vierkant, zoon van Wolter Luichies van Nuil en Trijntje Jans Mensing.26 april 1761, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis Peerkje Hommes.

16 febr. 1766, gereformeerde lidmaten Warns; Peerkje Hommes, wonend in de

Meer, vertrokken naar Hoogeveen.

14 okt. 1807, memories van successie; Peerk Homme Bruinsma, ovl. Workum 4

okt., boedel minder waard dan 300 gulden.

4. Hidde Hommes, ged. Warns 25 maart 1742.5. An Hommes, ged. Warns 26 jan. 1744, daar ovl. 8 aug. 1826, trouwt

Koudum 20 sept. 1767 Sybe Jansz Lam, geb. Harich 10 okt. 1745, koopvaardijschipper te Warns, ovl. 23 febr. 1830, zoon van Jan Willems Lamkes en Hylkje Nolles.4 okt. 1789, Sonttolregisters nr. 46529 (meerdere vermeldingen); Siebe J. Lam,

van Warns, met goederen uit Danzig bestemd voor Amsterdam.

Page 28: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

52 53gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Uit dit huwelijk:1. Jannetje Sytjes.2. Poppe Sytjes

VIId. Hidde Reins Bruinsma, ged. Warns 12 aug. 1714, koopvaardij-schipper te Molkwerum, ovl. omstr. 1762, trouwt daar 7 maart 1745 Tjam Fekkes, ged. Molkwerum 17 juni 1725, ovl. omstr. 1762, dochter van Fekke Jacobs Renja, bijzitter HON en dorpsrechter, en Aagje Fekkesdr.1749, quotisatie kohieren HON; Hidde Reyns te Molkwerum, grootschipper, 2

volwassenen en 2 kinderen; aanslag 28-9-0.

1 juli 1756, Amsterdamse courant; In Duyns [The Downes, Engelse rede in het

kanaal ter hoogte van Dover] waren weder opgebracht de scheepen van Tede Simons,

[onderweg] van Bordeaux na Rouaen, Ipe Jetzes en Anne Meynderts van hier na

Havre en Grace, in Douvres [Dover] Steven Adriaens, van Riga na Frankrijk, Hidde

Reyns, van Bordeaux na Calais, een Pruysisch galjoot, naam onbekend.

30 aug. 1756, verklaring voor The High Court of Admiralty; Hidde Reyns van

Molkwerum in Friesland, schipper op ‘De Zwaluw’, komende van Liborn in

Frankrijk, geladen met wijn en brandy met bestemming Amsterdam, is op 21

juni gekaapt en opgebracht naar Dover door the private ship of war the Prince George,

gezagvoerder William Marsh. Hidde Reyns verklaarde dat hij niet gehoord had van

de Engelse oorlogsverklaring tegen Frankrijk (NAGB, HCA 23 nr. 1823).

20 april 1762, weesboek HON; registratie van de goederen van Peerk Hiddes, dochter

en erfgenaam van wijlen Hidde Reins en Tjam Fekkes te Molkwerum overleden, op

verzoek van haar grootouders Fecke Renja dorpsrechter te Molkwerum en Aachjen

Fekkes (T 13-18 nr. 20 / 201).

Uit dit huwelijk:1. Rein Hiddes, ged. Molkwerum 14 aug. 1746.2. Peerkje Hiddes, volgt VIIId.

VIIe. Holk Jarichs, trouwt Warns 10 jan. 1717 Anne Lammerts, ovl. voor 1750, zoon van Lammert Jans.25 jan 1705, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Anne Lammerts, zoon van

Lammert Jans.

26 jan. 1716, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Holk Jarichs, dochter van

Jarich Sipkes.

Uit dit huwelijk:1. Lammert Annes Polma, volgt VIIIe.2. Jarich Annes, volgt VIIIf.

VIIIa. Tjam Hommes, ged. Warns 4 nov. 1731, ovl. jan. 1759, trouwt daar 30 april 1758 Anthoni Harmens, geb. Warns 28 maart 1729, daar ovl. 25 febr. 1808, zoon van Harmen Anthoni en Sjerd Jans.

‘Vrouw Anna’, van ca. 90 lasten rogge. Ballastscheeps of met goederen naar St.

Petersburg, laden met ijzer tot het ballastgewicht en verder met Rijn Hennep tot de

volle lading bestemd voor Passage, Bilbao of St. Sebastian, mogelijk via Texel om van

daar in konvooi verder te varen, dat hoort de schipper in de Sont. Eventuele wachttijd

op het konvooi is voor rekening van de schipper. Vrachtprijs is 30 gulden voor iedere

last hennep, met 10% opslag voor kosten en schade en 25 gulden kaplaken voor de

schipper. Levering van het ijzer is franco (SAA bit.pub/f/13.835.058.272.928).

In 1749 waren slechts twee kinderen in leven. Van hen zijn geen verdere gegevens

gevonden. Auke Feltjers, een broer van Ann, woonde te Zaandam (GJB 2014 / 282).

Uit dit huwelijk:1. Rein Annes, ged. Warns 17 okt. 1734.2. Ids Annes, ged. Warns 12 maart 1741.3. Peerk Annes, ged. Warns 9 dec. 1742.4. Homme Annes, ged. Warns 25 dec. 1745.5. Anne Annes, ged. Warns 15 sept. 1747.6. Sible Annes, ged. Warns 25 dec. 1749.7. Sibbel Annes, ged. Warns 26 sept. 1751.

VIIc. Ann Reins, gedoopt Warns 2 sept. 1709, trouwt daar 22 jan. 1730 Sytj Poppes, ged. Warns, 25 febr. 1705, koopvaardijschipper te Warns, zoon van Poppe Sytjes en Rinck of Tettie Robyns.5 dec. 1748, verklaring; Wibrand Gerrits, stuurman, Pieter Pieters, timmerman,

Hering Pieters, bootsman, en Pieter Harmense, kok, opvarenden van het schip ‘Nieuwe

Vergulde Star’, schipper Sietje Poppes, verklaren dat zij eind juli en begin augustus

1747 te Archangel talk, lijnzaad, matten en stukgoederen geladen hebben. De lading

kwam droog aan boord en is goed gestuwd, het schip was hecht en het ruim werd goed

afgesloten. Op 16 aug. nieuwe stijl vertrokken ze richting Amsterdam. Op 16 oktober,

op een breedte van naar schatting 64 graden, werden ze overvallen door een zeer zware

storm uit het westen en west ten zuiden, die een dag aanhield. Het schip slingerde en

stampte in de holle hemelshoog gaende verbolgen zee en ze kregen veel stortingen zeewater

over het schip. In een latere storm is het galjoen op de achtersteven stukkent geslaegen

geworden. De jol, die vastgesjord op het dek lag, brak in twee stukken, waarvan het

ene overboord waaide. Ook het nieuwe steng stagsel sloeg stuk en raakte overboord.

Er kwam veel water binnen. So datse dag en nagt seer veel werk hadden om het schip lens

te houden; continu met twee man aan de pompen, soms zelfs met vier tegelijk. Er

spoelde lijnzaad met het pompwater naar buiten. Tot 9 november toen ze behouden bij

Texel binnenkwamen hebben de pompen niet stil gestaan. Drie dagen later is onder

Oosterend een deel van de lading overgezet op een lichter. Op 14 nov. zijn ze voor 10

gulden door een waterschuit over de droogte van Pampus gesleept en twee dagen later

kwamen ze voor de palen van Amsterdam (SAA bit.pub/f/13.835.058.646.400).

1749, quotisatie kohieren HON; Syttje Poppes te Warns, grootschipper, 2 volwassenen

en 2 kinderen; aanslag 36-1-9.

Page 29: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

54 55gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Bruynsma met de ‘Vrouw Draaisma’. In de dagen daarna druppelden op Texel de

berichten binnen. Het schip van kapitein Jan de Jong verongelukte, hij wist met vier

van zijn mensen Wieringen te bereiken. Veel schepen stonden ergens aan de grond,

al of niet half vol water. Anderen verloren roeren en/of ankers en touwen, maar zagen

kans Enkhuizen, Medemblik Harlingen, of zelfs Amsterdam te bereiken. Te Staveren

is binnen gekomen Gerrit Hommes Bruynsma, uit Tessel, van waar hij voor drie ankers is

weggedreven. Zijn waarschijnlijk Lemster collega Luytje Siebes, die onder Oosterend

bij hem lag, stond hoog op het land bij Zwarte Water op de Overijsselse kust.

5 april 1777, advertentie Leeuwarder Courant; aankondiging van een veiling van

scheepsparten d.d. 8 april 1777 ten huize van de weduwe Van der Velde in de ‘Witte

Arend’ te Sneek. Het eerste lot: Een 32ste portie in ‘t koffe-schip de Vrouw Draadsma

genaamt, lang 97 voet, wyd 23 voet, hol 11 voet, in den jaare 1764 nieuw uitgehaalt, door

Gerrit Hommes Bruinsma gevoert, onder directie van Pieter Wytses.

20 nov. 1787, advertentie Amsterdamse courant; te Amsterdam ligt in lading naar

St. Lucar den Seville, zonder ligter, om op den 30 november 1787, op verbeurte van

de halve vracht direct in zee te gaan, het galjootschip ‘de Vrouw Draitsma’, kapitein

Gerrit Hommes Bruynsma. Te bevragen aan Pampus en De Grys.

Uit dit huwelijk: 1. Tjam Anthoni, ged. Warns, 16 jan. 1759, ovl. Joure 26 jan. 1828, trouwt

Amsterdam 23 okt. 1789 Elias Cornelis Tieleman, weduwnaar van haar tante Rein Hommes, zoon van Cornelis Elias Tieleman en Jouk Alberts.31 mei 1789, dopen Amsterdam Nieuwe Kerk; Jouk Elias, kind van Elias Cornelis

en Tiam Anthonis, getuigen Ale Willems, Anne Hommes en Bouwe Jans.

23 okt. 1789, ondertrouw Amsterdam; Elias Cornelis Tieleman, van Warns,

gereformeerd, weduwnaar van Rein Hommes, wonend in de Buijteschippensteeg

in ‘t Hoff van Nijmegen, en Tjam Anthonie, van Warns, gereformeerd, 30 jaar,

met haar vader Anthoni Harmesen, in de W[..]gaande straatjes.

5 april 1808, proklamatie HON; Jan Lammerts wonend op de Grouwen onder

Molkwerum, als koper van een huis, stede en zorgras c.a. op het Noord te

Warns, gekocht voor 217 gulden van Sybe Jans Lam, grootschipper te Warns,

handelend namens Elias Tieleman te Joure, thans te Hamburg, getrouwd met

Tjam Anthony (T 13-18 nr. 29 / 135).

1811, familienamen; Elias Tyleman en zijn kinderen: Homme 32, Rein 29, Joukje

22, Tjamkje 20, Itte 17, Maria 17, Froukje 13, Antje 13, Sytske 10, allen te Joure en

de kindskinderen: (v. Homme) Reintje 6, Sjoukje 4, Marijke 3; (v. Rein) Elias 3.

Uit het eerste huwelijk: Homme (1780) en Jouke (1784), de naam van de laatste is na het overlijden van de moeder in Rein veranderd. De andere kinderen zijn uit het tweede huwelijk.

VIIIb. Gerrit Hommes Bruinsma, ged. Warns 25 aug. 1737, koopvaardij-schipper te Warns, ovl. voor 1800, trouwt daar 10 jan. 1773 Sierd Sybrands.13 april 1773, Sonttolregisters (meerdere vermeldingen); Gerrit Hommes Bruynsma,

van Warns, in ballast van Amsterdam, bestemming Oostzee, 2 daalders vuurgeld.

Gerrit gebruikte zijn achternaam i.v.m. met mogelijke verwarring met een

gelijknamige collega uit Heerenveen. Meestal geeft hij als thuishaven Amsterdam

op, soms Warns of Friesland.

26 nov. 1776, Amsterdamse courant; verslag van de storm en watervloed in de nacht

van 20 op 21 november. Voorleden woensdag en donderdag, den 20 en 21sten dezer hebben

wij alhier een geweldigen storm en yselyken watervloed gehad, zo begint het rapport over

de schade in Elburg, gemaakt op 24 nov. De verslaggever trof daar een schipper die

tijdens de storm onder Texel lag. Schipper Reiers (een man die by de 60 jaaren om den

noord gevaren heeft) komende uit de koekoek, verhaalt nooit zwaarder storm in Texel gevoelt

te hebben en dat hij menschen huizen en turf, voor zijn ogen had zien wegdrijven. De krant

ontving uit Den Helder diverse berichten. Er spoelden teervaten en biertonnen aan

bij Huisduinen. Veel schepen op de Texelse rede hadden de storm goed doorstaan,

maar diverse anderen waren van de ankers geslagen. Onder Oosterend lagen dertien

schepen, maar na de storm nog maar vijf. De rest was weggedreven en op 23 november

was nog niet duidelijk of ze behouden waren. Onder hen ook Gerrit Hommes

Deel van een vrijgeleide uitgegeven in 1777 door de admiraliteit van Harlingen op naam van Gerrit Hommes Bruinsma, schipper op de ‘Vrouw Draadsma’. ‘Laet passeren het schip De Vrouw Draedsma, schipper Gerrit Hommes Bruinsma, met sijne passagiers, goederen ende koopmanschappen, sonder eenigh belet, verhinderinge, saiseringe of molestatie zynde ons by goede getuygenisse gebleecken, dat het selve schip toebehoort aan onderdanen van den Staet der Vereenigde Nederlanden’ (collectie Fries scheepvaartmuseum).

Page 30: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

56 57gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

3. Klaas Sybrands Bruinsma, geb. Warns 12 okt. 1790, vermist omstr. 1814.1815, Friese militairen onder Napoleon; Claas Sybrens Bruinsma, geb. Warns

14 [12] okt. 1790, zoon van Sybren Hommes Bruinsma en Aag Klazes, loteling,

lichting 1810 mairie Stavoren; 2e bat. sapeurs; wordt eind 1814 vermist (T 11 nr.

6510 nr. 22); zijn laatste bericht was van 22 aug. 1812 uit Koningsbergen.

4. Rein Sybrands Bruinsma, geb. Warns 12 okt. 1790, vermist omstr. 1815.1815, Friese militairen onder Napoleon; Rein Sybrens Bruinsma, geb. Warns 12

okt. 1790, zoon van Sybren Hommes Bruinsma en Aag Klazes, loteling, lichting

1810 mairie Stavoren, maritieme inscriptie; niet op de lijst vermisten, dit in

tegenstelling tot zijn broer Klaas.

5. Marij Sybrands Bruinsma, geb. Warns 14 dec. 1791, daar ongeh. ovl. 18 juni 1817.

6. Gerrit Sybrands Bruinsma, geb. Staveren 22 sept. 1796, land-bouwer te Warns, daar ovl. 16 sept. 1844, trouwt Hemelumer Oldeferd 31 mei 1820 Bens Ottes Baaima, geb. Warns 8 febr. 1794, daar ovl. 3 april 1885, dochter van Otte Jacobs Baaima en Grietje Geeles.

7. Tietje of Tjiete Sybrands Bruinsma, geb. Warns omstr. 1798, arbeider, winkelier te Hemelum, trouwt 1. Hemelumer Oldephaert en Noordwolde 30 juni 1837 Mettje Ottes Baaima, geb. Warns 15 nov. 1791, ovl. Hemelum 9 aug. 1844, weduwe van Gerrit Feenstra, dochter van Otte Jacobs Baaima en Grietje Geeles; Tietje trouwt 2. Hemelumer Oldeferd 26 maart 1846 Jacobjen Ferdinands Keulen, geb. Mirns 26 april 1821, ovl. Hemelum 11 dec. 1897, dochter van Ferdinand Hendriks Keulen en Jetske Jans van Dijk.

VIIId. Peerkje Hiddes, ged. Molkwerum 19 jan. 1749, ovl. voor 1780, trouwt Koudum 24 mei 1772 Evert Oostenveld, geb. Scheemda 21 jan. 1746, secretaris van de zeedijken contributie Hemelumer Oldephaert en Noordwolde c.a., ovl. Koudum 9 febr. 1807, zoon van Jurjen Aaldriks uit Jeverland (D) en Elske Hemmes of Hommes uit Boekholdt (Jurjen is waarschijnlijk niet zijn biologische vader). Evert trouwt 2. Koudum 10 dec. 1780 Antje Reins, ged. Koudum 12 okt. 1755, daar ovl. 10 juli 1814, dochter van Rein Broers schipper te Koudum en Luitje Tjerks.9 okt. 1729, huwelijken Scheemda; Casper Derks van de Scheemda en Elsjen Hommes

in Winschoot, met attestatie naar Winschoten en daar getrouwd in oktober.

9 okt. 1729, huwelijken Winschoten; Casper Derks van de Scheemde en Elske Harms,

jongedochter van Boekholdt nu tot Winschoot.

21 april 1743, huwelijken Scheemda; Jurjen Aaldriks van Jeverland en Elzijn Hemmes,

weduwe van Casper Derks, van de Scheemda.

Uit dit huwelijk:1. Marrij Gerrits, geb. Warns 29 sept. 1773.2. Sybrand Gerrits Bruinsma, geb. omstr. 1780, ged. Warns doopsgezind

8 febr. 1800, ovl. Warns 22 dec. 1842, trouwt daar 13 juli 1806 Jol Tjebbes, geb. 19 febr. 1785, ged. Warns doopsgezind 18 febr. 1804, daar ovl. 17 april 1827, dochter van Tjebbe Rinkes, grootschipper te Warns, en Ids Jolles.1811, familienamen; Sybrand G. Bruinsma te Warns en zijn kinderen Gerrit 4

en Tjebbe 3.

VIIIc. Sybrand Hommes Bruinsma, ged. Warns 13 nov. 1746, binnen-schipper, koopvaardijschipper en kapitein te Warns, daar ovl. 31 dec. 1822, trouwt 1. Warns 16 okt. 1774 Idske Atses; trouwt 2. Warns 6 febr. 1790 Aag Klazes Bleeker.2 april 1787, scheepsveiling in het Nieuwezijds Heerenlogement te Amsterdam; een

extraordinay welbezeylt galjoot schip met drie masten, genaamd ‘Bij Geval’, gevoert

door schipper Sybrand Hommes Bruinsma, lang 92 voet, wijd 24 voet 7 duim, hoog 13

voet 2 duim, alles Amsterdammer voeten, is in ‘t jaar 1785 zwaar vertimmert en met

een nieuwe eyke en greene huid voorzien. 4200 gulden F. W. Kirschbaum voor zijn

meester (SAA 5075 nr. 15026 / 37; Maandelijkse Nederlandsche Mercurius [...], deel 62,

januari tot juni 1787 (Amsterdam 1787) p. 145).

28 april 1780, Sonttolregisters (meerdere vermeldingen); Sybrant Hommes Brynsma, van

Dordrecht, in ballast van Rotterdam, bestemming Narva, 2 daalders vuurgeld. Sybrand

voer voor de Dortse rederij Fa. Gerrit van Hoogstraten (blokland.dordtenazoeker.nl,

laatst geraadpleegd 24 juli 2018).

1811, familienamen; Sybren Hommes Bruinsma te Warns en zijn kinderen:

Homme 27, Rein 21, Klaas 21 (tweeling beiden buitenlands), Gerryt 15, Tjettie 13,

Yet 29, Mary 20.

31 dec. 1822, overlijdensakte, Sybrand Hommes Bruinsma te Warns nr. 58, 76 jaar,

binnenschipper, zoon van Homme Reins Bruinsma en Marie Gerrits, echtgenoot

van Aag Klazes.

Uit het eerste huwelijk: 1. Ied Sybrands Bruinsma, geb. Warns 17 juni 1782, daar ovl. 11 jan.

1828, trouwt daar 10 okt. 1811 Wolke Yges Jongstra, geb. Warns 7 sept. 1788, arbeider, daar ovl. 3 maart 1873, zoon van Yge Sybrands en Auk Wolkes.

2. Homme Sybrands Bruinsma, geb. Warns 11 dec. 1784, trouwt Schiedam 12 febr. 1812 Margaretha Sophia Dirks, geb. Amsterdam 29 juli 1794, dochter van Barend Dirks en Akke Annes.20 jan. 1820, gereformeerde lidmaten Warns; Homme Sybrens Bruynsma

uitgeschreven naar Rotterdam.

Uit het tweede huwelijk:

Page 31: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

58 59gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

oud grootschipper, samen universele erfgenamen van Marij Hartmans, weduwe van

Evert Wiggerts (T 13-18 nr. 27 / 168).

18 febr. 1786, 3de proklamatie; de heer Evert Oostenveld, dijksecretaris te Koudum,

als koper van een koegang schoon greideland onder Molqueren in Jaaxma fenne, bij de

koper zelf in gebruik, belast aldaar op nr. 31. Ten tweeden vier verstal bouwland aan de

westcant bij de Rogmolen te Coudum en aldaat belast op no. 727 met 12 stuivers gewone

f loreen. Wouter Eelkes ten oosten, Sible Euwes ten noorden, de heer H. Eckringa ten

zuiden en Jan Pieters ten westen. Ten derden twee verstal bouwland de Bargekop genaamt,

op het hoogst van de gaast ten voorzeide dorpe, belast op no. 647 met 6 stuivers gewone

f loreen. Kleis Sipkes ten oosten, Jacob Wabes ten zuiden, de koper zelf te westen en

Pieter Wybrens ten noorden. Aldus gekocht voor 79 gulden van Albert Ages, huisman

te Koudum (T 13-18 nr. 27 / 183v).

16 dec. 1786, 3de proklamatie; de secretaris Evert Oostenveld en Antje Reins, echtelieden

te Koudum als kopers van zekere huizing en erf, gerechtigd met een uitgang en een

strookje land rondom, uit de grond van onze echte lieden, vrij van lasten en al voor het jaar

1640 gerechtigd met een volle stem, ten cohire bekend onder no 63, thans bewoond door

Uilke Ottes c.s. De echtelieden kopers rondom als naastliggers. Aldus gekocht voor 175

gulden van mr. Sipke Baseleur te Leeuwarden, gecommitteerde staat van Friesland in

het mindergetal. De huur per mei 1786 ten profijte van de kopers (T 13-18 nr. 27 / 200v).

3 febr. 1787, 3de proklamatie; Evert Oostenveld, secretaris en Antje Reins, echtelieden

te Koudum als kopers van zekere deftige drie pondematen land, zijnde denkelijk wel

drie koegang, de kleine Habitse venne genaamd, gelegen aan de molenvenne van Wabe Jacobs

kinderen, ten westen van Koudum. Belast op nr. 212 [232?] met 11 stuivers gewone

f loreen. De kinderen van Wabe Jacobs ten oosten en zuiden, de huisman Bauke

Sipkes c.s. ten westen en de bouwlanden ten noorden. Aldus gekocht voor 305 gulden

van Lykel Annes, weduwe van schipper Douwe Ides, te Koudum voor de helft en

Binke Annes, meerderjarige jongeman, voor de andere helft (T 13-18 nr. 27 / 202).

24 juli 1812, gerechtelijk verzoek, door Antje Reins, weduwe Evert Oostenveld, wonende

te Koudum, als moeder en natuurlijke voogd van haar minderjarige kinderen met

namen Jurjen en Tjam Everts Oostenveld bij wijlen haar man Evert Oostenveld, in

leven dijksecretaris van de zeedijken contributie van Hemelumer Oldephaert c.a.

Hiertoe compareerden o.a. de nabestaende en vrienden van gemelde minderjarigen. Van

vaderszijde: Rein Oostenveld, koemelker te Koudum, volle broeder, Dirk Ansches Smit,

meester-smid te Hindeloopen, goede vriend, Hauk Jilderts Jilderszen, oud kastelein

te Hindelopen, goede vriend. Van moederskant: Dirk Jans Jaarsma, huisman te

Koudum, behuwde neef, Sierd Dirks Dagen, huisman te Hindeloopen, behuwde neef,

Walle van der Werf te Koudum, zonder bedrijf, behuwde neef. Antje Reins verzocht om

het deel van de boedel van haar man dat haar beide minderjarige kinderen toekwam,

te mogen gebruiken om een lening te sluiten om schulden af te lossen en vee te kopen.

Het verzoek werd ingewilligd (Tresoar, handschriften voormalige PBF, Hs 58).

Uit het eerste huwelijk:1. Elske Everts, ged. Koudum 2 okt. 1774, daar begraven 27 febr. 1806.

17 okt. 1772, 3de proklamatie; Evert Oostenveld te Koudum, secretaris van de zeedijken

contributie Hemelumer Oldephaert en Noordwolde c.a., als koper van zekere huizing,

houten lytshuys, hovinge en groedland c.a., te Koudum, zoals bewoond en in gebruik bij

Bote Jelmers c.s. Belast met vier stuivers f loreen op nummer 784. Vrij van huur per

12 mei 1773. De weduwe Jan Gjaltema ten oosten en zuiden, Jan Durks c.s. ten westen

en de weg ten noorden. Aldus gekocht voor 87-10-0 van Pieter Boltjes, burgemeester

te Bolsward en Yttjen Douwes van Slooten (T 13-18 nr. 26 / 363).

9 jan. 1773, proklamatie HON; Evert Oostenveld als koper van zekere vijf hoofden

land in een afgeslat stuk, ‘Duinkerken’ genaamd, in gezamenlijk eigendom met

Luyke Broers c.s., belast met 1 f loreen 20 stuivers op nr. 104. Aldus gekocht van Intje

Gerrits voor 2/3 en van Tymen Gerrits voor 1/3, voor 12 gulden (T13-18 nr. 27 / 13).

1778, f loreenkohier Koudum, nr. 104; Evert Oostenveld te Koudum voor de helft en

Luyke Broers en Herke Dirks, voor de andere helft. Een stuk land Duijnkerken genaamd,

groot 7 pondemaat 6 eijnsen. [..] De Oude bloksloot en no 103 ten westen, no 110 ten zuijden

en no 105 en 106 ten westen en no 102 ten noorden. Evert Oostenveld gebruiker. Het gebied

waar dit stuk land lag werd als volgt omschreven: Landen gelegen tusschen de rijdwegh

en de oude Bloksloot, strekkende van de lemijt scheijdinge [de grens met Hindeloopen

of Workum] tot aan de Var. (GAS f loreenkohier HON 1778 / 201 en 205; Zie over de

verkopers: Douwes, T.E.A.: ‘Kwartieren van Beitj Tymens uit Hindeloopen’, in: GJB

1977 / 119; GJB 2014 / 276).

1778, stemkohier Koudum nr. 51, een huis; Evert Oostenveld.

26 mei 1781, proklamatie HON; raadsman Thomas Wiggerts te Molkwerum als

koper van twee hoofden maadland voor 700 gulden van de bijzitter Douwe Fekkes

Renja en dijksecretaris Evert Oostenveld, als erfgenamen van Fekke Renja en Achjen

Fekkes, in tijden echtelieden te Molkwerum (T 13-18 nr. 27 / 77).

6 juli 1782, 3de proklamatie; de secretaris Evert Oostenveld te Koudum, namens zijn

kind bij wijlen zijn vrouw Peerk Hiddes, als koper van het 2/3 part van drie nader

genoemde vastigheden te Molkwerum. Aldus gekocht, samen voor 743 gulden 7 stuivers,

van Douwe Feckes Renja mederechter van HON te Molkwerum (T 13-18 nr. 27 / 115).

25 jan. 1783, proklamatie HON; Evert Oostenveld te Koudum, dijksecretaris, als koper

van een deftige stemdragende zathe en landen met huizing, schuur en karnmolen,

ten westen van Koudum. Belast op f loreen nr. 753 [stemnummer 22]. Aldus gekocht

voor 2800 gulden van Jeltj Ottes getrouwd met Beeuwe Jaytjes en Piebe Ottes meester

timmerman, allen te Koudum (T 13-18 nr. 27 / 125).

24 jan. 1784, proklamatie HON; Arend Julianus Karel de Bere, grietman van HON,

als koper van zekere drie pondematen en negen einsen land, zijnde de helft van

‘Duinkerken’, ten noorden van Koudum en belast op f loreennr. 104. Aldus gekocht

van Evert Oostenveld, dijksecretaris (T 13-18 nr. 27 / 140).

19 febr. 1785, proklamatie HON; Arend Julianus Karel de Bere, grietman van HON,

en Evert Oostenveld, dijksecretaris, als kopers van o.a. zekere 3 pondematen negen

einsen land, zijnde de zuidelijke helft van Duinkerken, belast op nr. 104. In koop

bekomen van de oude burgemeester van Hindeloopen Herke Dirks en Luyke Broers,

Page 32: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

60 61gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

1821, trouwt Warns 30 juli 1780 Alijd Fokkes, ged. Warns 28 juni 1761, dochter van Fokke Douwes en Gooytj Fetties.Familienamen 1811 Stavoren; Rein Lammerts Polma te Warns, kinderen:

Lammert 20, Warns, Fokke 12, Warns, Beeuwe 10, Warns, Douwe 5, Warns,

Akke 31, Warns, Gooits 23, Molkwerum, Fok 15, Koudum.

2. His Lammerts, geb. Warns omstr. 1759, daar ovl. 2 sept. 1833, trouwt Warns 10 aug. 1794 Arjen Fokkes Boonstra, geb. omstr. 1763, boer te Warns, daar ovl. 1 jan. 1820, zoon van Fokke Tjebbes en Aaltje Wiebes.Familienamen 1811 Stavoren; Arjen Fokkes Boonstra te Warns, kinderen: Akke

17, Aaltje 13.

3. Fok Lammerts Polma, geb. Warns omstr. 1771, daar ovl. 13 febr. 1844, trouwt Haye Pieters Visser, timmerman te Staveren, daar ovl. 8 april 1825, zoon van Pieter Jans, visserman te Staveren en Holk Hayes.24 jan. 1801, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Fok Lammerts, dochter

van Lammert Annes.

VIIIf. Jarich Annes, ovl. voor 1777, trouwt Warns 14 okt. 1755 Ids Ages, dochter van Age Elkes en Ids Saskers.19 jan. 1744, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Jarich Annes, zoon van Anne

Lammerts.

12 jan. 1749, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Ids Ages, dochter van Age Elkes.

10 jan. 1752, doopsgezinde lidmaten Warns; Jarich Annes, uitgeschreven, wilde niet

zeggen waarheen.

Uit dit huwelijk:1. Anne Jarichs Klifstra, geb. Scharl omstr. 1761, boer, daar ovl. 6 jan.

1828, trouwt Warns 31 maart 1793 Antje Fokkes, geb. Oldeboorn omstr. 1765, ovl. Scharl 6 nov. 1855, dochter van Fokke Tjebbes en Aaltje Wiebes.21 jan. 1781, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Anne Jarichs, zoon van

Jarich Annes.

1811, naamsaanneming Stavoren; Anne Jarigs Klifstra, te Scharl, kinderen:

Jarig 18, Sipke 17, Fokke 8, Aaltje 15, Ids 13, Frouk 4 jaar.

2. Holk Jarichs, ovl. voor 1838, trouwt Molkwerum 9 maart 1783 Hendrik Teakes de Vries, ovl. Molkwerum 15 april 1838, zoon van Teake Ennes en Froukje Hendriks.26 jan. 1777, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Holk Jarichs, dochter

van Jarich Annes.

2. Tjamke Everts, ged. Koudum 29 okt. 1776, ovl. voor 1782.Uit het tweede huwelijk:

a. Luitje Everts Oostenveld, geb. Koudum 22 april 1784, daar ovl. 11 dec. 1819, trouwt Gerard Boukes Komst, van Harlingen, schilder en glazenier.

27 jan. 1821, rechtbank van eerste aanleg Sneek; Gerard Komst meester verwer

en glazenier door omstandigheden genoodzaakt zijn bestaan elders te moeten zoeken,

eigenaar van 3/8 gedeelte van een huis schuur en erf met een stuk groedland

c.a. te Koudum, gequoteerd met No. 113 zoodanig als hetzelve omheind of door

aardwallen omgeven is en strekt boven van de weg tot beneden aan en over de weg tot

de Nieuwlanden mitsgaders nog een stuk groedland Galamalaan geheten strekkende

van de boven af van de Fok langs het stek en de huizinge, voorbij de huizinge van Jan

Dirks erven tot aan de Benedenweg of de Nieuwlanden, alles ten f loreenkohier bekend

op nr. 784, 785 en 804. De andere 5/8 behoren aan zijn meerderjarige kinderen

Evert en Niesje Komst bij wijlen Luitje Everts Oostenveld (T 26 nr. 72004 / 244

en 250).

b. Rein Everts Oostenveld, geb. Koudum 17 aug. 1787, daar ovl. 6 april 1839, dagloner, arbeider, trouwt Koudum 1 dec. 1816 Barber Reis Quarré, dochter van Rein Jeremias Quarré, agent van politie te Koudum, en Trijntje Dirks de Jong, vroedvrouw.

c. Jurjen Everts Oostenveld, geb. Koudum 5 okt. 1791, kleermaker, daar ovl. 29 jan. 1826.

d. Tjam Everts Oostenveld, geb. Koudum 6 febr. 1795, werkster, ovl. Amsterdam omstr. 1854, trouwt Amsterdam 2 okt. 1839 Bernhard Jacob Meijer, geb. Cloppenburg (D) 16 juli 1804, schoenmaker.

Bevolkingsregister Amsterdam, bewoners St. Anna Dwarsstraat nr. 394; Tjam

Ostenfelt, geb. Rondam [Koudum], 6 febr. 1795, bewoner van 1835 tot dec. 1854;

Bernard Jacob Meijer, geb. Cloppenburg 16 juli 1804, schoenmaker, bewoner

van 1818 tot okt. 1854.

VIIIe. Lammert Annes Polma, huisman te Warns, ovl. voor 1806, trouwt Warns 10 jan. 1751 Akke Reins, ovl. Molkwerum 25 mei 1806, dochter van Rein Arjens en His Jolmers.20 jan. 1737, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Lammert Annes, zoon van

Anne Lammerts.

29 jan. 1747, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Akke Reins, dochter van Rein

Arjens.

4 mei 1781, registratieboek HON; Lammert Annes en Akke Reins, echtelieden en

huislieden te Warns, debet 999 gulden aan Tjeerd Gerbrands, regerend burgemeester

te Hindeloopen (T 13-18 nr. 39 / 346).

Uit dit huwelijk:1. Rein Lammert Polma, geb. Warns omstr. 1756, ovl. Koudum 3 juli

Page 33: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

62 63gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Hylckes Hylckema, handelend namens diens genoemde vader (T 13-36 nr. 39 / 39v).

20 dec. 1632, Hof van Friesland; Hylcke Douwes te Warns, contra Cornelis Tjallings

man en voogd van Buwe Piekedr en lasthebber van Heere Piekes, samen voor 1/3

part erfgenamen van wijlen Heere Buwes hun oom; Pyer Ansckes; Bintie Wybrants

namens zijn kind bij Intie Ansckedr ook voor 1/3 part erfgenaam van genoemde

Heere Buwes; Tys Buwes te Bakhuizen. Zaak ging over een schuld van Heere Buwes

aan de eiser (T 14 nr. 16501 / sententie 1).

6 sept. 1673, rechtbank Hemelumer Oldephaert en Noordwolde; diakenen van de

gereformeerde gemeente te Warns, contra Sipke en Nanne Douwes Hylckema te Warns,

Aeltje Douwes Hylckema te Bolsward en Goris Herckes, vroedschap te Bolsward, als

curator van de weeskinderen van wijlen de notaris Hilarius Hylckema te Bolsward.

Bepaalde toezeggingen gedaan door hun grootvader Hylcke Douwes, oudoom Lyckle

Douwes en overgrootvader Douwe Tietes in hun respectievelijke testamenten waren

niet betaald. De gedaagden betwistten de vordering, bovendien waren ze hooguit

voor een kwart aansprakelijk, want hun grootvader had vier erfgenamen, en van alle

vier staken waren nog afstammelingen in leven (T 13-18 nr. 13 / 125).

8 mei 1675, Hof van Friesland; diakenen der gereformeerde gemeente te Warns contra

Nanne Douwes Hylckema, mede namens de kinderen van wijlen de notaris [Hylcke of

Hilarius Douwes] Hylckema te Bolsward en Sipcke en Aaltke Hylckema te Warns en

Bolsward, voor ¼ part erfgenamen van [hun grootvader] Hylcke Douwe Hylckema;

ook namens Hector Hoitema n.u. te Harlingen voor ¼ en namens Lollius Harings

te Bolsward, curator van Alardus Aestwarda, dr. Taco Bruinsma met Cyprianus

en Regnerus Bruinsma voor de resterende ½ part erfgenamen. Genoemde Hylcke

Douwes Hylckema en zijn broer Lyckle Douwes en hun vader Douwe Tietes hadden

in hun respectievelijke testamenten in totaal 2100 gulden aan de gereformeerde

armen van Warns toegezegd. De betalingen zouden worden uitgevoerd na de dood

van Dick Pieters de vrouw van Hylcke Douwes, door zijn zoon Douwe Hylckes, en

zijn zwager Sjoerd Pieters (T 14 nr. 16544 / sententie 37).

Uit dit huwelijk:1. Sipke Hylckes, volgt IIIa. 2. Ints Hylckes (GJB 2015 / 28).3. Holck Hylckes (Bruinsma IVc).4. Douwe Hylckes, volgt IIb.

IIIa. Sipke Hylckes Hylckema, ovl. voor 1620, trouwt Sibbel Renwersdr, ovl. omstr. 1646. Sibbel trouwt 2. voor 1637 Johannes Lieuwes, ovl. omstr. 1643.1 nov. 1637 stijlo Juliano, schuldbekentenis; Lieuck Martensdr, weduwe van Baucke

Jaenties te Warns, debet 70 gulden aan Johannes Lieuwes en Sibbel Renwers,

echtelieden te Warns (T 13-18 nr. 33 / 17).

30 juli 1645, testament van Sibbel Rinnertsdr, ziek te bed liggende, weduwe van

zaliger Johannes Lieuwes te Warns, haar laatste man. De begunstigden zijn haar

hylckema

I. Douwe Tietes te Warns, ovl. voor 1588, trouwt Holck.1578, personele ymposysje Warns, eygen aerffden (de enige), Douwe Thiethiesz, 8 gûne.

Kinderen:1. Hylcke Douwes, volgt II.2. Eelcke / Lyckle Douwes, ovl. voor 1588.

1588, Hof van Friesland; Hylke Douwez te Warns en Tys Piers te Oudemirdum,

namens de kinderen van wijlen Eelke Douwez, mede-erfgenamen van wijlen

Douwe Teyttiez, contra Adriaen van der Geest en Pietrick Hansdr, echtelieden.

De kwestie handelde om een obligatie (T 14 nr. 16702 / 483).

II. Hylcke Douwes Hylckema, ovl. na 1632, zoon van Douwe Tietes en Holck, trouwt 1. Sieck Sipkes; trouwt 2. Dick Pieters.18 sept. 1610, en 18 febr. 1606, Hof van Friesland; Doed Hoytema, weduwe van Gerrit

Wypkes, in leven burger van Staveren, contra Hylke Douwes te Warns als erfgenaam

van genoemde Gerrit Wypkes. Het Hof vonniste gedaagde 300 goudgulden aan eiser

te betalen (T 14 nr. 16709 / 297).

19 dec. 1612, Hof van Friesland; Monte Rinkes van Warns namens de erfgenamen van

Sible Igles contra Hylcke Douwes. De eiser verklaarde dat Gerrit Wypkes seeckeren

reversael had op Claes Simons en Reinu Harmensdr groot 1075 gulden en dat deze akte

was getransporteerd op de eiser en op genoemde Sible Igles. Gerrit overleed enige jaren

geleden en de schuldenaren bleven in gebreke voor een bedrag van 550-13. De zaak

diende eerst voor het nedergerecht. Het Hof vonniste in het voordeel van de gedaagde.

In het vonnis wordt gerefereerd aan ene Pieter Sipkes (T 14 nr. 16486 / sententie 22).

8 januari 1620, testament Hylcke Douwes te Warns, weduwnaar van Sieck Sipckes.

Bepaalde bezittingen erfde Hylcke van zijn moeder Holck. Een stuk land ten westen

van Scharl kocht hij van Sybren Molles, de man van zijn tante. Zijn vader Douwe

Tietes had de gereformeerde armen van Warns 200 gulden toegezegd, wijlen zijn

broer Lyckle Douwes 250. Dit was nog niet uitbetaald, wel was jaarlijks de rente

voldaan. Zelf bedeelde hij de genoemde armen ook. De andere begunstigden waren

zijn kinderen bij zijn eerste vrouw Sieck Sipkes. In de eerste plaats zijn jongste zoon

Douwe, deze erfde bepaalde landerijen en huizen in Warns en Staveren, alle mijne

swanemercken en de helft van koe, guick en til. Voorts de kinderen van wijlen zijn

zoon Sipke Hylkes, die land in Nijega erfden, zijn dochter Holck, getrouwd met Jan

Sjoerds [Bruinsma], zij erfden een boerderij en land in Warns. Dochter Ints Hylkes

erfde een boerderij en land in Koudum. Zijn toenmalige vrouw Dirck Pieters zou

1000 gulden krijgen (T 14 nr. 16777 (EEE1) / 68).

14 dec. 1631, 1ste proklamatie; Agge Wypckes en Beyts Sipckes, echtelieden, burgers te

Staveren als kopers van een huizing, schuur en stede gelegen in het zuiderwestkwartier

aldaar, in gebruik bij Pieter Heyns c.u., de proklamanten ten zuiden, Marten Ottes c.u.

ten noorden. Strekkend voor uit de halve Delft tot achter aan de Stadszeedijk, zoals in

eigendom van Hylcke Douwes Hylckema. Aldus gekocht voor 2000 gulden van Douwe

Page 34: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

64 65gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

zijn kinderen bij wijlen Antje Nannedr Heerma, 1000 gulden debet aan Heering

Gerrits en Gooyck Jelledr, echtelieden te Molkwerum (T 13-18 nr. 35 / 357).

15 febr. 1679, proklamatie HON; de kerkenraad van de gereformeerde gemeente te

Warns, als koper van ¾ part van een huisinge ende satelandts met de plantagie ten zuiden

in Warns, groot in het geheel vijftighstehalf hooft, belast te Warns en Bakhuizen,

gekocht voor 2280 gulden, 5 stuivers, van de gezamenlijk erfgenamen van Douwe

Hilckema. En 15 febr. 1679, proklamatie HON; de kerkenraad van de gereformeerde

gemeente te Warns, als koper van ¾ part van een huizing ten zuiden in Warns, met

de gerechtigheid van een vrije stem, belast te Warns en Bakhuizen, gekocht voor 122

gulden, van de gezamenlijk erfgenamen van Douwe Hylckema. Protest tegen beide

transacties van Regnerus Warnensis, medecino docter, o.a. wegens zijn hypotheek op

Nanne Douwes en Wopck Jaspersdr, echtelieden (T 13-18 nr. 24 / 147).

Uit het eerste huwelijk:1. Aaltje Douwes, ovl. na 1674.2. Hilarius (Hylcke) Douwes, volgt IVc.3. Nanne Douwes, volgt IVd. 4. Sipke Douwes, volgt IVe.

IVa. Sieckien Sipkes Hylckema, ovl. Harlingen 2 febr. 1644, trouwt Warns 7 april 1634 Idzart Hettinga, geb. omstr. 1594, doopsgezind leraar te Harlingen in 1632, bijzitter van Barradeel in 1654, ovl. Harlingen 1655, weduwnaar van Andrieske Jetzes, zoon van Anthonius Hettinga, militair, en Aefcke Tjalckesdr (GJB 2001 / 112, 121-122).Uit dit huwelijk:1. Anton Hettinga, geb. Harlingen 1635, gedoopt op belijdenis IJlst 26

april 1660, ovl. 1668.2. Aef ke Hettinga, volgt Va.

IVb. Reynsch Johannesdr Lieuwes, ovl. voor 1653, trouwt Thomas Hiddesz, geb. 21 okt. 1617, koopvaardijschipper te Staveren, ovl. omstr. 1653, zoon van Hidde Allertsz, koopvaardijschipper te Staveren, en Rinck Pietersdr. Thomas trouwt 2. omstr. 1652 Syts Everts.7 juni 1640, testament Reynsch Johannesdr Lieuwes te Warns, gehuwd met Thomas

Hiddesz. De begunstigden zijn: het kind ofte den kinderen, waer mede ick tegenwoordich

bevrucht ofte beswangaert ben en de kinderen die nog volgen, haar broer Lieuwe

Johannesz, de kinderen van Sieck Sipckedr, haar halfzuster (T 14 16778 (EEE 2) / 41).

1652, weesboek Staveren, akte van verdeling tussen Thomas Hiddes, die hem op nu

ten tweeden bedde met Syts Everts heeft begeven, en zijn kinderen bij Reynsch Johannes.

In de opsomming o.a.: [...] een verdeling d.d. 21 nov. 1643 tussen Sibbel Rinners en

haar kinderen Reinsch en Lieuwe Johannes, van de erfenis van Johannes Lieuwes

grootvader van de kinderen; [...] een verdeling d.d. 10 febr. 1642 van de erfenis van

Gerbren Lieuwes, oudtante van de kinderen (T 13-36 nr. 25 / 339).

zoon Lieuwe Johannes, die uit haar goederen gealimenteerd zal worden tot hij 20

jaar zal zijn; Reinsk, haar dochter, en de kinderen van wijlen haar dochter Sieckien

Sipckes Hylckema, genaamd Anthoni en Aef ke Hettinga, bij Edsert Hettinga (T 14

nr. 16778 / 72).

17 febr. 1660, weesboek Staveren; rekening en verantwoording van gevoerde curatele

van de weeskinderen van Thomas Hiddesz en Reynsch Johannesdr, in tijden

echtelieden. Reyner Pieters, koopman te Staveren en Abbe Rinners te Warns als

curatoren van genoemde kinderen enerzijds, en anderzijds Jolle Jolles, man en

voogd van Sibbel Thomasdr en Dirck Gales, man en voogd van Sipck Thomasdr. In

de opsomming o.a.: […] een kopie inventaris van wijlen Sibbel Rinwers nagelaten

goederen in dato 25 januari 1647; […] een testament van Lieuwe Johannes en Hissie

Florisdr in dato 25 juli 1654 (T 13-36 nr. 26).

Uit het huwelijk van Sipke en Sibbel:1. Sieckien Sipkes, volgt IVa.

Uit het huwelijk van Sibbel en Johannes:a. Reynsch Johannes, volgt IVb.b. Lieuwe Johannes, ovl. omstr. 1656, trouwt Hissien Floris, ovl.

na 1654, dochter van Floris Jacobs en Galtje Annes.

IIIb. Douwe Hylckes Hylckema, ovl. voor 1673, trouwt 1. Antje Nannedr Heerma, dochter van Nanne Lieuwes Heerma en Rieme Birdes Buma (GJB 2017 / 241); trouwt 2. voor 1653 Trijntje Foppes van Tjerkwerd.27 dec. 1634, schuldbekentenis; Hans Hans te Koudum debet 50 gulden aan Douwe

Hylckes Hylckama, wegens restschuld bij de koop van twie hoofden land (T 13-18 nr.

32 / 420).

1640, stemkohier Warns nr. 10 plaats; Douwe Hylkema.

1698, stemkohier Warns nr. 10; Diaconie van Warns.

1640, stemkohier Warns nr. 15 plaats; Douwe Hylkema.

1698, stemkohier Warns nr. 15 plaats; Meynert Sickes eigenaar voor ¼ en Fookel Jans

voor ¾.

24 juni 1653, gereformeerde lidmaten Warns; Douwe Hylckes Hylckema en Trijntje

Foppes zijn vrouw van Tierckweert, wonend zuideinde.

17 dec. 1656, kerkenraad Wans – Scharl; Voor de classis Bolsward heeft een kwestie

gediend over Jaeitie Pibes als op 5 jan. 1654 gekozen ouderling en Douwe Hylkes

Hylcama als opposant tegen de benoeming van Jaeitie, gelijck sulx alles in het brede te

lesen staet in het oude affgeleide [helaas niet bewaard geleven] kerckeboek. De bezwaren

van Douwe waren terzijde gelegd, maar sindsdien kwam hij niet meer in de kerk en

probeerde de kerkenraad tevergeefs de zaak bij te leggen (T 244-81, 37ste bladzijde).

30 maart 1658, Hof van Friesland; Douwe Hylcama, ontvanger te Warns, contra

Pierius Hollenij, f iskaal van HON [Pierius Hollenij of Pier Hollesz was tevens

notaris te Staveren] (T 14 nr. 16527).

10 juni 1658, schuldbekentenis; Douwe Hylckes Hylckema, te Warns, mede namens

Page 35: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

66 67gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

de vader van de rekwirant. Partijen sloten een akkoord op 6 januari 1657, waarin

werd vastgelegd dat de rekwirant alsnog het geld zou ontvangen, mits de schuld

van haar vader werd afgelost. Het vonnis luidde dat de gerekwireerde 4000 gulden

moest betalen aan de rekwirant, maar zij mochten bepaalde bedragen in mindering

brengen (T 14 nr. 16531 en nr. 16540, 20 dec. 1671).

16 jan. 1669, recesboek HON; Aeltien Douwes Hylckema, de notaris Hilarius

Hylckema en Sipke Douwes Hylckema, bezitten in vrijdom de huizing, zate en landen

als Nanne Douwes Hylckema van hen in huur heeft gehad (T 13-18 nr. 4 / 145).

16 april 1677, Hof van Friesland decretale verkoping; Goris Herckes Buma vroedschap

te Bolsward en Nanne Douwes Hylckama te Warns als curatoren van de kinderen van

wijlen de echtelieden Hilarius Hylckema en Riemke Bruynsma te Bolsward, hebben

het Hof duidelijk gemaakt dat zij om schulden van hun pupillen af te kunnen lossen,

gedwongen zijn te verkopen een zathe lands gelegen onder Welsrijp, vooraan in de

Sneker Vaart, waartoe een rapport met datum 7 dec. 1677 is opgesteld en door het

Hof is goedgekeurd, waarna genoemde sate, 33 pondematen groot, publiek aan de

hoogst biedende is verkocht op 9 april 1678 te Franeker door dr. Allardus Aestwarda,

advocaat, en Egbartus Lycklama, notaris. Koper voor 59 goudgulden per pondemaat

is geworden Cornelis Willems, burgemeester (T 14 nr. 16718 / 45v).

Uit dit huwelijk:1. Dominicus Hylckes Hylckema, volgt Vc.2. Trijntje Hylckes Hylckema, ged. Bolsward 23 juli 1662.3. Regnerus Hylckes Hylckema, ged. Bolsward 5 febr. 1665.

IVd. Nanne Douwes Hylckema, geb. omstr. 1631, huisman te Warns, daar ovl. 21 jan. 1715, trouwt Wopck Jaspers.4 juni 1658, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis Nanne Douwes Hylckema,

gehuwd met Wopck Jaspers.

1 maart 1667, schuldbekentenis; Nanne Douwes Hylckama en Wopck Jaspers,

echtelieden te Warns, debet 680 gulden aan de erfgenamen van de weduwe Zalingh

Salings, eertijds te Stavoren, wegens drie jaar achterstallige landhuur, met als

onderpand onse huijsmanne beesten, [..] en have (T 13-18 nr. 36 / 57).

12 dec. 1692, gereformeerde lidmaten Warns; Nanne Douwes Hylckema.

21 jan. 1715, gereformeerde lidmaten Warns; Nanne Douwes Hylckema overleden,

84 jaar.

10 mei 1671, schuldbekentenis; Nanne Douwes Hylckama te Warns, mede namens

zijn vrouw Wopck Jaspers, debet 500 gulden aan onse neef dr. Cyprianus Bruynsma

te Sloten, wegens achterstallige landhuur. Geregistreerd 24 dec. 1673 (T 13-18 nr. 36

/ 680).

17 febr. 1674, schuldbekentenis registratieboek HON; Nanne Hylkema te Warns,

curator naast Goris Herkes Buma te Bolsward, van de weeskinderen van Hilarius

Hylkema, en Aafje [Aaltje] en Sipke Hylkema, bekennen [onleesbaar] (T 13-18 nr. 37 / 2).

Uit dit huwelijk:

20 juli 1652, weesboek Staveren; benoeming tot curatoren van de kinderen van

Reinsch Johannes bij Thomas Hiddes, Sibbel en Sipk genaamd, van Abbe Reyners,

grootschipper te Warns, en Lieuwe Johannes te Staveren, resp. oudoom en oom van

genoemde kinderen, op verzoek van genoemde Thomas (T 13-36 nr. 25 / 338).

11 maart 1653, weesboek Staveren; inventaris van het sterf huis van Thomas Hiddes

en Reynsch Johannesdr, opgemaakt in bijzijn van Reyner Pieters en Lieuwe

Johannes, burgers te Staveren, curatoren van de weeskinderen, en hun grootmoeder

Rynck Pietersdr. In de inventaris o.a.: 1 gouden ringh daarop staat VREEST GODT

HOUT SYN GEBOD. […] Een testament van Sibbel Renwers, in dato 20 maart 1626;

[…] een obligatie d.d. 8 juni 1633 van 400 gulden, ten laste van Annius Haersma en

ten profijte van Johannes Lieuwes; […] kopie verdeling tussen Sibbel Rinwers en haar

kinderen in dato 11 nov. 1643, […] 1/32 part scheeps aan Grate Rinners schip; 1/64 part

scheeps aan Rincke Allerts schip; 1/64 part scheeps aan Abbe Rinners schip; 1/64

part scheeps aan Jolle Abbes schip; 1/64 part scheeps aan Agge Abbes schip; 3/32 part

scheeps aan wijlen Tomes Hiddes eijgen schip, cost ontrent 1350 gulden (T 13-36 nr. 25 / 487).

17 nov. 1656, weesboek Staveren; Abbe Rinners te Warns oudoom van Sibbel 17 jaar,

en Sipck Thomas, 14 jaar, dochters van Thomas Hiddes, geautoriseerd tot curator

van genoemde kinderen, naast Reiner Pieters en in plaats van de overleden Lieuwe

Johannes (T 13-36 nr. 26 / 79v).

17 febr. 1660, weesboek Staveren; rekening en verantwoording door Reyner Pieters,

koopman te Staveren, en Abbe Rinners te Warns als curatoren van de kinderen van

wijlen de echtelieden Thomas Hiddesz en Reynsch Johannesdr, ter ener, en Jolle

Jolles, man en voogd van Sibbel Thomasdr, en Dirck Gales, man en voogd van Sipck

Thomasdr, ter andere zijde. In de opsomming o.a.: ontvangen van Pieter Andries, te

Amsterdam, van 1/64 part scheeps van wijlen Rincke Allerts schip, in’t geheel verkocht,

190-0-0; ontvangen van ds. Matjeus Vomelius, predikant, een jaar huur van het huis bij

hem bewoond, 70-0-0; betaald van een heerdijser wegende 80 pond, te Amsterdam gekocht

ten behoeve van het huis van de rendeerden waar de predikant in woont (T 13-36 nr. 26).

Uit dit huwelijk:1. Sibbel Thomas, geb. omstr. 1640, trouwt Jolle Jollesz.2. Sipck Thomas, volgt Vb.

IVc. Hilarius Douwes Hylckema, notaris te Bolsward, ovl. voor 1673, trouwt IJlst 9 febr. 1659 Riemke Reins Bruinsma, geb. te Warns, ged. Wommels 1 juni 1634, dochter van Regnerus Johannes Bruinsma en Trijntje Thonis Vrijthof, weduwe van Jan Laesen Hannema (Bruinsma IVc.2 ). 24 febr. 1662, Hof van Friesland; Riemcke Regneri Bruynsma, tegenwoordich echte

huijsvrouwe van Hilarius Dominicus Hijlckama, notaris te Bolsward, contra Frans

Laessen Hannema. Jan Laessen Hannema had op 6 juli 1656 een testament laten

maken, waarin hij o.a. de rekwirant [zijn vrouw] een bedrag van 4000 gulden had

gelegateerd. De schenking van dit legaat werd aangevochten door Frans Laessen

Hannema, hij wilde het bedrag verrekenen met een schuld van Regnerus Bruinsma,

Page 36: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

68 69gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

8 aug. 1715, verklaring; Jan Hendrikse, stuurman 21 jaar, Otte Alderts, bootsman

25 jaar, Willem Tjallings, matroos 22 jaar, allen te Molkwerum en opvarenden

van het f luitschip ‘Josua’, schipper Heijn Meijndertse de Vries, verklaren op

verzoek van Jan Korver te Zaandam, als boekhouder en [..] directeur van het

genoemde schip, dat zij in 1714 een reis maakten van Amsterdam naar St Uvis

[ Setubal] en terug. Stuurman Jan Hendrikse heeft kennis genomen van de

verklaring van 14 dec. 1714 van Simon Schouten en Klaas Ketel en ontkent alles

wat daarin staat. Gezamenlijk ontkenden de comparanten de beschuldigingen

geuit in een attestatie van Barend Baukes Huijte Baukes d.d. 19 [of 29] april

1715, voor mij notaris. De kwestie sleepte lang, op 10 april 1717 ontkenden

Hein Meines de Vries en matroos Jacob Jochemse Poelenburg, dan 19 jaar, de

beschuldigingen (NHA 185 nr. 5839 / 125, nr. 5841 / 40).

19 jan. 1728, 30 juni 1727, registratieboek HON, schuldbekentenis d.d. 17

jan. 1728; Saling Ruurds, weduwe van Rinner Sytjes te Molkwerum, bekent

300 gulden tegen 3% jaarlijkse rente, schuldig te zijn aan Heyn de Vries,

commandeur op Groenland (T 13-18 nr. 38 / 423).

10 maart 1729, weesboek HON; inventaris van de wederzijdse goederen van

Heyn Meynes de Vries, varende voor commandeur op Groenland, en Antje

Sipkes, beiden te Warns, nu getrouwd zijnde (T 13-18 nr. 18 / 286).

23 jan. 1730, verklaring; Willem Vlieger, stuurman, Jan Gerritsz bootsman,

Jan Jelles timmerman, David Hendriksz constabel, Hylke Tromp kok, allen

opvarenden van het schip Catharina, schipper Heyn Meynes de Vries. Zij

verklaren over een dramatich verlopen reis van St. Uvis (Setubal) Portugal naar

Amsterdam, waarbij als gevolg van een waarschijnlijk verkeerd ingeschatte

manouvre alle drie de masten van het schip sloegen (SAA 5075 nr. 9329 / 4968).

3. Jouck Nannes, ged. Warns 7 okt. 1668, trouwt Warns 1 sept. 1700 mr. Jacob Jacobs Venisoen.

IVe. Sipke Douwes Hylckema, ovl. omstr. 1680, trouwt omstr. 1672 Fokel Jans. Fokel trouwt 2. Warns 5 maart 1682 Ruurd Gerrits, schipper te Warns.23 febr. 1665, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis Sipke Douwes Hylckema.

1672; gereformeerde lidmaten Warns; Sipke Douwes Hielcema en Jokel Janis.

10 febr. 1672, recesboek HON; beëdiging van Sipke Douwes en Ennien Jouckes,

beiden te Warns als curatoren van het kind van Bouke Hiddes (T 13-18 nr. 4 / 197).

3 juli 1680, recesboek HON; beëdiging van Scholte Scholtes en Hessel Aerts tot

curatoren van het kind van Sipke Douwes Hylkema, op verzoek van Fokel Jans,

weduwe van genoemde Sipke (T 13-18 nr. 4 / 278).

27 okt. 1682, Hof van Friesland; Fokel Jans gesterkt met Ruyrd Gerrits, grootschipper

te Warns, haar tegenwoordige man, als curator van Fokels voorkind bij Sipcke

Douwes Hylckema, contra secretaris Roeloff Haersma (T 14 nr. 16551 / sententie 17).

Uit het eerste huwelijk:

1. Antie Nannes, ovl. 1718.1692, gereformeerde lidmaten Warns; Antie, Aalk en Jouk Nannes, gezusters,

Antie overleden 1718 (T 244-81 nr. 1).

2. Aalk Nannes Hylckema, ovl. voor 1724, trouwt 1. Warns jan. 1701 Pieter Jansen, van Oudega, ovl. voor 1714; trouwt 2. Warns 4 maart 1714 Hein Meines de Vries, ged. Heerenveen 24 jan. 1668, commandeur ter walvisvaart te Molkwerum, ovl. na 1733, weduwnaar van Hay Jans, zoon van Meyne Aukesz en Jantje Jelles; Hein trouwt 3. Warns 19 maart 1724 Antje Sipkes.17 febr. 1681, gereformeerde lidmaten Warns; Elck Nannes.

19 dec. 1715, gereformeerde lidmaten Warns; ingekomen commandeur Hein

Meines de Vries (T 244-81 nr. 1).

4 febr. 1724, gereformeerde lidmaten Molkwerum; ingekomen van Warns Hein

Meines de Vries.

1698, stemkohieren Molkwerum, nr. 37; Hid Idses weduwe van Abe Gerbens,

nr. 196 Eeuw Gerbens, nr. 197 Joucke Tjerxks en Claes Tjerxks.

1728, stemkohieren Molkwerum, nrs. 37, 196, 197; Hein (Meines de) Vries,

eigenaar en gebruiker.

8 febr. 1716, 3de proklamatie; Hein Meines de Fries, grootschipper en Aelck

Nannes, echtelieden te Warns, als kopers van zekere huizing, lytshuijs en hoving,

cum omnibus, op het noordeinde te Warns. Aldus gekocht voor 150 gulden van

Wybren Takles grootschipper te Warns (T 13-18 nr. 25 / 323).

19 dec. 1714, verklaring; Simon Schouten en Klaas Ketel, beiden van Jisp,

opvarenden van het schip ‘Juffrouw Barbara’, schipper Jan Balk, verklaren

op verzoek van Cornelis Arisz Veen, hoofdreder en boekhouder van genoemd

schip, en ten behoeve van Jacob Temmink als bevrachter en hoofdinlader,

mede namens de andere reders en inladers, dat zij op 12 dec. 1714 samen aan

boord waren van het schip ‘Josua’, schipper Hein Meijnes de Vries, en aan het

scheepsvolk vroegen hoe hun reis verlopen was. De stuurman en een matroos

vertelden dat zij op hun thuisreis [uit Portugal], ten noordoosten van de

Kiskassen [bepaalde klippen in het Kanaal], d’ontmoetingh hadden gehad met het

overseijlen van een schip dat uijt Holland quam. Ze zeilden in noordelijke richting

met oostenwind. De ander trof hen op de boeg aan stuurboord waardoor de

blinde ra doormidden brak en de steven ontzet was. De andere schipper had

geroepen: ‘manne, hoe maakt ghij dat zoo?’, alsmede wie de Vrint was, waer op

geantwoord wiert Heijn de Vries, maar dat verstond de ander niet. De overzeilde

schipper had geroepen: ‘ghij moet bij ons blijven’, waarop Hein de Vries

antwoordde: ‘wij moeten het onse repareeren’. Na controle van de pompen was het

andere schip ontduijstert. De stuurman van Hein was in de veronderstelling

dat het een Noordhollander was, een Meegh, soo hij die noemde en dat sij bedugt

waren voor het volk. Aan het eind van de verklaring blijkt dat de comparanten

opvarenden waren van het andere schip (SAA 5075 nr. 7485 / 120).

Page 37: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

70 71gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Dirkje Gales, getrouwd met Johannes Montanus (SAA 5075 nr. 6751 / 20 juni

1716).

4. Dirkje Dirksdr Gales, ged. Staveren 16 aug. 1682, begr. Amsterdam 4 nov. 1747, trouwt Amsterdam 8 maart 1709 Johannes Montanus, ged. Amsterdam 2 juli 1680, zoon van Jacob Montanus en Janneke Ruijmvelt.8 maart 1709, ondertrouw Amsterdam; Johannes Montanus, van Amsterdam,

28 jaar, wondend op de Nieuwedijk, geassisteerd met zijn vader Jacobus

Montanus en Dirkie Gales van Stavoren, 26 jaar, wonend als voren, geassisteerd

met haar moeder Sipke Thomas.

5. Anna Gales.

Vc. Dominicus Hylckes Hylckema, stadsbode te Bolsward, ovl. na 1704, trouwt Bolsward 18 sept. 1681 Trijntje Tjerks Lely, ged. Bolsward 23 maart 1658, dochter van Tjerk Lolles Lely en Dieuwke Willems.18 mei 1696, autorisatie Leeuwarden; benoeming per 30 mei 1696 van Ids Fetties,

Bouwe Sipkes, Rein Johannes [Hommes?] Bruynsma en Jarich Sipkes, als curatoren

van Jan Bruynsma, innocente zoon van wijlen Cyprianus Bruynsma, naast dr. Teake

Bruynsma, allen broedverwanten van genoemd weeskind, op verzoek van Douwe

Hilckema gerechtsbode te Bolsward, in de plaats van haar curator burgemeester

Joucke Mamminga die hiermee van zijn taak wordt ontheven (T 14 nr. 8474).

Uit dit huwelijk:1. Hylke Douwes Hylckema, ged. Bolsward 4 aug. 1682, meester

koekenbakker te Leeuwarden, trouwt daar 8 mei 1706 Johanna Goens. Uit dit huwelijk: Dominicus (1708) en Trijntje (1710).

2. Riemkje Douwes, ged. Bolsward 17 juni 1684, trouwt daar febr. 1718 Claas Jauwkes.

3. Sjouk Douwes, ged. Bolsward 27 okt. 1686.4. Tjerk Douwes Hylckema, ged. Bolsward 15 maart 1691.5. Dieuwke Douwes Hylckema, trouwt Bolsward 2 dec. 1736 Durk

Heerkes.

1. Hielcke Sipckes, ged. Warns 4 april 1675.Uit haar tweede huwelijk:

a. Hylk Ruurds, ged. Warns 25 maart 1683.

Va. Aef ke Hettingha, geb. Harlingen 1637, ovl. 1672, trouwt voor 1657 Hector Hoytema, geb. omstr. 1627, mr. chirurgijn te Harlingen, ovl. voor 1684 (GJB 2017 / 275). Uit dit huwelijk:1. Tjaerd Hoytema, geb. voor 1661, trouwt Leeuwarden 27 nov. 1710

Jetske Joannis.Uit dit huwelijk:a. Johannes Hoytema, ged. Leeuwarden 5 nov. 1713.b. Aefte Hoytema, ged. Leeuwarden 14 juni 1716.c. Hector Hoytema, ged. Leeuwarden 19 april 1719.

2. Syke Hoytema, ged. Harlingen 14 april 1667, ovl. voor 1698.3. Idsert Hoytema, ged. Harlingen 3 juni 1668, ovl. voor 1698. 4. Anthonius Hoytema, ged. Harlingen 26 jan. 1673. 5. Lodewijk Hoytema, geb. omstr. 1676.

Vb. Sipck Thomas, geb. omstr. 1643, ovl. Amsterdam 20 mei 1712, trouwt Staveren 7 nov. 1658 Dirk Gales, commandeur ter walvisvaart, ovl. voor mei 1712, zoon van Gale Hamkes, commandeur ter walvisvaart en Abeltje Dirks.14 maart 1663, mutueel testament van Dirck Gales en Sipk Thomas, zij tekent als

Sipck Toemes, echtelieden te Staveren (SAA 5075 nr. 1144 / 270).

3 sept. 1666, weesboek Staveren; Dirck Gales, burger te Staveren, benoemd tot curator

van Rinner Grates, 9 jaar, weeskind van Grate Rinners en Barber Hiddes (T 13-36 nr.

27 / 163).

12 sept. 1668, weesboek Staveren; rekening en verantwoording van gevoerde curatele

door Galtje Rinners als curator van Rinner Grates, zoon van wijlen zijn broer, in het

bijzijn van de commandeur Dirck Gales, mede curator (T 13-36 nr. 27 / 613).

20 mei 1712, begraafregisters Amsterdam Nieuwe Kerk; Sipk Thomas, weduwe van

Dirck Gales, wonend op de Nieuwendijk.

Uit dit huwelijk:1. Thomas Dirks Gales, ged. Staveren 24 aug. 1662, ovl. Amsterdam 9

maart 1712.2. Abeltje Dirks Gales (GJB 2015 / 57).3. Gale Dirks, ged. Staveren 12 juni 1672.

20 juni 1716, mutueel testament van Gale en Anna Gales, broer en zuster,

wonend Nieuwendijk te Amsterdam, daar Stavoren uijthangt. Als ontvangers

van een prelegaat van 4000 gulden elk staan genoemd: hun zuster Abeltje

Gales, weduwe van Ids Pieters Brouwer, of haar zoon Pieter; en hun zuster

Page 38: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

72 73gene alogysk j ier boek 2 018 bruinsm a en h y lckem a van war ns

Molckweeren; een half hoofd op B[..]me Terp; vijf hoofd in de Fernwalde; twee hoofd grasland in de Legevelde met een kalfsgras, alsoo ’t huijden ten dage gebruijckt en beschoren wort; zes hoofd fenland after Syurdts huijs; drie hoofd [..]landt in Reinsme Fenne; een hoofd maadland genaamd IJt Stercke Hooft; anderhalf hoofd maadland gedeeld met Lywcke Lywckes; anderhalf hoofd gelegen in Andgwer, vervallend met Sipcke Inne weduwe; derdehalf hoofd vervallend met Gerlof Edes; een hoofd in de Swechmeidt, lopende met den ene eyndt aen Douwe Hinxte caemp; derdehalf hoofd maadland in Warnser War, naast Renwer Douweszoon en dat mettet vierndeel hooft bij Syble Eeverts erven; een hoofd in de Hornthyen, vervallend met Inte Hernebs erven; vier en een half lamsgras met Rencke Tybbes; een halft howe deylende met Sybbe Igles, een vierndeel hooft in Surske Fonne, den westzijde aen Reyn Syberts drie vierndeel hooft; een half hoofd aan Herre Jotges Eugerre; een camp landt aan de westzijde van Euwe Gerrits saetken; en aan zaadlanden: twee verstal te Warns, ijt ene bijde Holle Wech en ijt ander bij de karck; drie verstal het een bij noorde en de ander bij suijden dij pastorije landt; een verstal te Westewech, bij de suijer zijde van Sipcke Hans, een verstal t’Hanstie op het Clijff, op de noordzijde van Tette Aebies; anderhalf verstal bij noorde Pier Scholtes erve landt oft terp.Syurdt alleen erfde het huis dat hij bewoonde en omdat Tonis geen huis zou erven kreeg ze honderd goudgulden, volgens obligatie staende bij Eelcke Lieuckes en de profijten van de obligatie op Jisck Romkes erven. Alles wat meer gevonden zou worden aan landen in Laaxum en Gaasterland en aan rentebrieven, moesten de erfgenamen vrindelijcker wijse heijlen en deijlen, als Godt en de doodt dat medebrengt (T 14 nr. 16777 / 445).

Af kortingen:

HON: Hemelumer Oldephaert en NoordwoldeSWF: Gemeentearchief Súdwest FryslânT: TresoarGJB: Genealogysk jierboekSAA: Stadsarchief AmsterdamSAR: Stadsarchief RotterdamNHA Noordhollands ArchiefNAGB, HCA: National Archives Great Britain, High Court of Admiralty

Bijlage

Opsomming van landerijen en huizen uit het testament d.d. 20 juni 1583 van Reyn Jouckes te Scharl (Bruinsma I).Zoon Joucke en dochter Auck erfden gezamenlijk: een half hoofd en anderhalf lamsgras in Anske Tijen; een trenne howe oppe noordtzijde van Joucke Teen, delende en vervallende met Metge Everts; twee hoofden minus een vierndeel in Buckme Teen, met Anne Hanszoon en An Heeren ende meer andere; een trenne howe in de Howe, met Suck Tonis erven; twee lamsgrazen in Rollingh Camp; 5/4 hoofd bij de Pollen, met Sueck Tonis erven; een half hoofd met Auck Pottis erven; twee hoofd in de Teen, met Sible Everts erven; een hoofd genaamd Jans Hoofd; een hoofd en een trene hooft op de Campen voor de wal met het [..]asmod, gedeeld met Sueck Tonis erven en Tette Aebis; een hoofd en een trenne hoofd in Holtlandt met Cornelis Pytters onsen swager en Sueck Tonis erven; een stuk land genaamd Die Pollen, waarvan een derde part gedeeld met genoemde Cornelis [Pytters] en Suecke [Tonis] erven; vijf hoofd gras in de Ommeren; vijf hoofd gras en een kalfsgras in de Suydstringen; twee hoofd maadland en een trenne hoofd in de Naeste Bergen; anderhalf [hoofd?] maadland in de Furstennebergh; zes hoofd gras minus anderhalf lamsgras in de IJrdtbergh; een hoofd maadland vervallend met Hauck Feltgers erven; en aan zaadlanden: derdehalf voorstal saedland bij Tette Aebis huis; anderhalf verstal bij Westewech, naast dat van Tette en Pier Scholtes erven; en nog een half verstal daar en twee verstallen oppet Breedtlandt; noch de steed; een verstal t’Uijske Wagen oppet Clijff; samen erfden ze ook het huis en stede soo wij ’t selve nu ter tijt bewoonen. Joucke alleen erfde: de verdolven landen int Hof land oppe Herne en Auck alleen erfde het huis en stede zoals bewoond door zwager Cornelis Pietters. Zoon Syurdt en dochter Tonis erfden gezamenlijk: twee hoofd maadland twiske gewen somtijts oppe lijtge verveen, gedeeld met Peter Iglis c.s. in de

Page 39: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

75libar ius

… Libarius

Page 40: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

77libar ius

petronella j.c. elema

Libarius

Inleiding

De vertaling van de Latijnse achternaam Libarius is koekbakker of koekventer. Het ligt dan ook voor de hand dat die familienaam meermalen is ontstaan. Maar het is wel toevallig dat de beide mij bekende gevallen allebei uit Friesland stammen.Mijn eigen onderzoekje Libarius was geïnspireerd door een Jacob Libarius, die in de stad Groningen langskwam. Van daaruit volgde ik het spoor naar zijn verleden (het Friese Joure) en naar zijn toekomst (Amsterdam en omgeving).Wat ik toen nog niet gezien had, was de genealogie Libarius in Gens Nostra 2002.1 Vermoedelijk was deze familie uit St. Annaparochie af komstig, maar ze gebruikten de naam nadat ze in Leeuwarden arriveerden. Een telg was de hopman Uilke Libarius, begraven Leeuwarden 7 febr. 1743 (bij de Jacobijnerkerk). Hij was tevens weeshuisvoogd (1734-1738);2 een zilveren schild uit het Keimpema Espel te Leeuwarden (1739) noemt hem U.W. Libarius. Hij en zijn geslacht lijken geen enkele relatie te hebben met de hier volgende familie.

Een eerder artikel van mij voor het Jierboek (Ringersma, in de editie 2014) was indertijd deskundig (en prettig!) begeleid en aangevuld door de redacteur dr. Jarich Renema. Pas toen ik hem inzake Libarius weer een paar vragen wilde stellen, vernam ik dat hij inmiddels overleden was. Dus moest ik het ditmaal zelf doen. Wel ben ik voor het Friese gedeelte dank verschuldigd aan Pieter Nieuwland, die advies gaf over boerderijenonderzoek, en aan Fred Wiersema te Portland (Maine, VS), die mij introduceerde bij de autorisaties en verder enthousiast ‘meelas’. Ook kreeg ik adviezen en tips van mevrouw J. Andriessen te Groningen inzake het online te verrichten gedeelte van het onderzoek.Voor de episode die in Amsterdam en in Ouderkerk aan de Amstel speelt, generaties IV en V, had ik contact met de heer J. van den Oever,3 die mij een groot aantal bronvermeldingen verstrekte. Onlangs verscheen van zijn hand het boek Vier eeuwen langs de oevers van Ouderkerk aan de Amstel: gebeurtenissen in en rondom Ouderkerk aan de Amstel vanaf circa 1600 tot nu toe, deel I. Daarin komen vader en zoon Jacob en Igeus Libarius uitvoerig

Page 41: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

78 79gene alogysk j ier boek 2 018 libar ius

ingeschat, maar dat lijkt dus niet juist te zijn. Bij Wabe Hopperts (het huwelijk van

1683) ligt het iets positiever: zijn kinderen bij Hyl Rienx (eerst in Joure, daarna in

Sneek) zijn Reinck, Fedde, Marleentie, Jan, Aelke, Aelke en Romckien. Marleentie zal

vernoemd zijn naar Magdalena Jans.

De situatie rond het echtpaar Robert Jansen en Hiltie Riencks wordt duidelijker

als we de autorisatie in het recesboek van Gaasterland van 30 juni 1704 opslaan.7

Robert was mr. bakker te Balk geweest en enige dagen tevoren overleden. Zijn tweede

vrouw was Hiltie Riencks, zijn derde vrouw Antie Ryckholts, allen vooroverleden.

Zijn weeskinderen waren Welmoedtie (geen leeftijd opgegeven), Magdaleentie oud

16 jaar, Jan oud 11 jaar en Willem Roberts oud 9 jaar. Ziehier weer een vernoeming

naar Magdalena Jans. Nog mooier: tot curatoren werden benoemd, naast Symmen

Harmensen te Enkhuizen: Yge en Lourens Jacobs te Joure. Dat waren dus de halve

ooms van de kinderen!

Het overlijdenstijdstip van Magdalena Jans werd ingeperkt door de datum waarop

haar sterf huis werd geïnventariseerd, 16 maart 1666.8 Dit gebeurde op verzoek van

Tieerdt Dircks, dorpsrechter en ontvanger van Joure, en Gerryt Hansen aldaar.

Tieerdt als curator over de kinderen van Magdalena Jans bij wijlen Jacob Iges en Gerryt

over die bij Rienck Wybes. Kort daarop vond een scheiding plaats tussen enerzijds

Jaene Feddes tot Harlingen en Mevis Lammerts tot Sneek, beiden schipper, als ooms

over de drie kinderen van Magdalena Jans bij Jacob Iges, en ter andere zijde Rienck

Wybes, vanwege zijn twee kinderen bij Magdalena Jans, op de Joure. Ze werden zo veel

nood gesterkt met Gerryt Hanses, curator ad actum over de kinderen. Aanwezig was

de zoon Ige Jacobs, al over de 20 jaar oud. Op 27 sept. 1655 was geïnventariseerd ter

gelegenheid van moeders tweede huwelijk. De kinderen hadden nog een tegoed op de

nalatenschap van Jan Lourens, ketelaar te Joure, vader van Magdalena Jans.9

Op 30 nov. en 4 dec. 1671 werd de nalatenschap van Magdalena Jans beredderd. Jige

Jacobs was de oudste zoon en reeds meerderjarig, zodat hij de zaken kon regelen;

Lourens Jacobs was in het 24ste jaar en Jacob Jacobs in het 19de. De curatoren, P.

Hamconius Seta en mr. Tiaerd Dircks, beiden te Joure, werden op 4 dec. 1671 weer

ontslagen.10 In het weesboek staat een uitgebreide inventarisatie van wat allen

toekwam; er werd o.a. verwezen naar een eerdere scheiding van 7 april 1660, maar

die registratie is niet meer aanwezig. Weduwnaar Reenck Wybes fungeerde als

vader en voorstander over Hiltie ende Hyl Rienx, de nakinderen van Magdalena. De

behuisinge op de Jouwer ter waarde van ƒ1219 viel hem toe.

Uit dit huwelijk:1. Ige Japicks, ged. Joure 23 nov. 1645 (als eerste in ‘onse nieuwe

kercke’), volgt III.2. Lourens Japicks, ged. Joure 13 nov. 1648, tr. 1. Joure 5 mei 1672

Andriessien Gerbens (zij trouwde eerder Joure 11 dec. 1667 (onder de naam Andris Sipkes, sic) Intse Reuckes); tr. 2. Joure 10 dec. 1680 Meynskien Hommes, vermoedelijk dochter van Homme Symens, van IJlst, en Maeyke Jans, van Joure.

aan de orde. De bronvermeldingen over die periode zijn grotendeels door hem verstrekt; ik was niet meer in de gelegenheid om die tot in detail na te trekken. Met zijn bereidwilligheid om die informatie ter beschikking te stellen was ik zeer geholpen!

Genealogie

I. Jige Jiges, van Terkaple, tr. Sneek 10 mei 1616 Tiedke Jacobs, van Offingawier.Uit dit huwelijk:1. Jacob Jiges, ged. Sneek 20 okt. 1620, volgt II.

II. Jacob Iges, ged. Sneek 20 okt. 1620, overl. Joure in het eerste halfjaar van 1654, tr. Joure 19 dec. 1641 Magdaleen Jans, van Joure, daar overl. voor 16 maart 1666, dochter van Jan Lourens, ketelaar te Joure, en Romcke Douwes.4 Zij tr. 2. Joure 12 aug. 1655 Rienck Wybes, eerder gehuwd met Hyl Tyommes en hertrouwd Joure 26 aug. 1666 met Bauck Annes.Deze Jacob Iges heeft een naamgenoot die in de hypotheekboeken van Haskerland

voorkomt. Dat was een schipper wonende op de Herenwal onder de klokslag van

Nijehaske, gehuwd met Aeltie Jans.5

Magdalena’s tweede man, Rienck Wybes, liet te Joure drie kinderen dopen met

Hyl Tyommes (een huwelijk vond ik niet): Aeltien Riencks op 1 febr. 1646, Trijncke

Riencks op 10 sept. 1648 en Heert Riencks op 20 april 1651. Met deze kinderen werd

na zijn hertrouwen in september 1655 een scheiding gemaakt.6 Zij werden bijgestaan

door Hylcke Lolles, als curator, en de twee oudste kinderen, Wibe en Tyal Riencks,

waren daarbij aanwezig, samen met Tieb Tiommes, ‘moeie’ van de kinderen (moeders

zuster). Er was een testament uit 1647 (onder Rienck Wybes berustende) en de erfenis

van de grootmoeder Antcke Jacobsdochter was nog ongescheiden.

Met Magdalena Jans had Rienck ook nog kinderen: Hiltie Riencks, Neelcke Riencks,

ged. Joure 15 febr. 1657, verder niet aangetroffen, en Hyl Riencks (zij zal zijn vernoemd

naar de eerste vrouw Hyl Tyommes), daar ged. 17 april 1659. Twee van hen, Hiltie en

Hyl, overleefden hun moeder. Zij vormen een wespennest op zichzelf, wat is er van

deze twee bijna gelijknamige meisjes gekomen?

In 1678 waren ze al vrijwel volwassen. In de lidmatenboeken van Joure zijn er drie

kandidaten die belijdenis deden: Hiltie Rynckx op 26 april 1677, de j.d. Hiltie Rienx

op 31 okt. 1680, en op 30 april 1682 het echtpaar Harmen Lubberts, hoedenmaker,

en Hiltie Riencx. Ik vond ook drie huwelijken: Joure 17 nov. 1681 Hiltie Riencks met

Harmen Lubberts, op dezelfde dag een naamgenote met Robert Jansen en op 21 okt.

1683 een Hyl Riencz met Wabe Hopperts. Op grond van de vernoeming vermoed

ik dat het echtpaar Harmen Lubberts/Hiltie Riencx uit de boot valt: hun te Joure

gedoopte kinderen waren Rienck, Lubbert, Frouck, Lubbert, Evert, Evert en Gertie.

De beide naamgenotes die allebei op 17 nov. 1681 trouwden had ik als zusters

Page 42: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

80 81gene alogysk j ier boek 2 018 libar ius

Ige Jacobs en Mirckjen Gerbens hadden bij hun testamentaire dispositie van 19 aug.

1719 bepaald dat hun zoon Jacobus Libarius curator werd over zijn twee volwassen

zusters Antie Yges en Andriesjen Yges.14 Hij moest zorgen voor twee bekwame

personen ‘tot de ontscheidinge’, dat werden Coert Dirx en Pier Thijses, burger tot

Joure. Later blijkt dat op de dochter Andriesjen alleen het vruchtgebruik van haar

erfdeel was vastgezet. Mogelijk gold dat ook voor Antie.

Uit dit huwelijk:1. Magdalena Yges, doop niet gevonden, lidmaat op belijdenis Joure

26 jan. 1708 (als jongedochter), overl. na juli 1745 en voor 1754 (volgens een latere lidmatenlijst).Zij is vernoemd naar haar grootmoeder van vaderskant; haar plaats in de

kinderrij is niet vastgesteld.

Als Magdaleena Libarius was zij getuige toen in 1712 de zoon Igeus van haar

broer Jacob te Amsterdam werd gedoopt, en als Magdalena Yges toen in 1745 de

dochter van deze Igeus werd gedoopt.

2. Antie Yges, ged. Joure 2 febr. 1671, tr. Joure 17 nov. 1689 Lykle Tjeerds [van der Sloot], ged. Langezwaag c.a. 21 april 1667, wonende Kortezwaag, zoon van Tiaard Douwes en Beerntie Beerts.Zij werden tezamen lidmaat op belijdenis in Heerenveen op 7 dec. 1690.

Yge Jacobs, mr. backer op de Joure, (ongetwijfeld Antie’s vader) stelde zich op

25 juni 1700 borg voor een lening van ƒ1000 à 4% gesloten door Lykle Tjeerds

en Antie Yges.15

Uit dit huwelijk, allen ged. Heerenveen:a Tjeert Lykles, ged. 8 febr. 1691. b Beerntje Lykles, ged. 4 sept. 1692.c Beerntje Lykles, ged. 17 mei 1694.d Gerben Lykles, ged. 26 aug. 1695.e Beerntje Lykles, ged. 14 jan. 1697.f Tjeert Lykles, ged. 29 mei 1699.g Gerben Lykles, ged. 16 mei 1701.h Gerben Lykles, ged. 22 maart 1703.i Egidius Gerbrandi Lykles, ged. 2 april 1705.j Murkjen Lykles, ged. 30 aug. 1708.k Dominicus Lelii van der Sloot, ged. 30 dec. 1714.

3. Jacob Yges, ged. Joure 2 jan. 1676, volgt IV.4. Andrysien Yges, ged. Joure 6 juli 1679.5. Andrysien Yges, ged. Joure 4 sept. 1681, tr. Joure 11 febr. 1703

Johannes Annes, bijzitter (1706-1711), oud-bijzitter (1713).De kinderen uit dit huwelijk waren de erfgenamen van hun moeders aandeel in

de erfenis van haar ouders. Op 10 april 1747 bleek dat Jacob Yges, oom van Bottje,

Mirckjen, Boukjen en Magdalena Johannes (die toen allen al meerderjarig

waren), hun curator was geweest en toen al was overleden. De tantes Magdalena

Uit het huwelijk tussen Lourens Japicks en Andriesjen Gerbens:a Een dochter, vermeld in 1674.Uit het huwelijk van Lourens Jacobs en Meynskien Hommes:b Jacob Lourens, ged. Joure 4 sept. 1681.c Maeghdalena Lourens, ged. Joure 22 april 1683.d Meyke Lourens, ged. Joure 16 sept. 1688.e Maegdaleen Lourens, ged. Joure 15 febr. 1691.f Homme Lourens, ged. Joure 2 juni 1695.g Homme Lourens, ged. Joure 22 aug. 1697.

3. Jelle Japicks, ged. Joure 14 dec. 1651, jong overleden (in 1671 niet meer vermeld).

4. Japick Japicks, ged. Joure 18 juni 1654 (postuum), nog vermeld 1671, verder niet gevolgd.

III. Yge Jacobs, ged. Joure 23 nov. 1645, aldaar lidmaat op belijdenis 23 juli 1668, koeckebacker te Joure (1699),11 bakker (1671, 1700), overl. tussen aug. 1719 en sept. 1724, tr. Joure 27 juni 1667 Mirck Gerbens, ged. Joure 3 nov. 1650, overl. tussen aug. 1719 en sept. 1724, dochter van Gerben Riencks en Antje Sipkes.

Deze Yge is de eerste en enige uit de familie bij wie ik het beroep (koeken)bakker

aantrof. Dat moet de aanleiding zijn geweest voor de naamskeuze van zijn zoon. Ik

zag het beroep al in 1671 (toen hij de erfenis van zijn moeder regelde) en nog eens in

1700 toen Yge Jacobs, mr. backer op de Joure, zich borg stelde voor een lening door

Lykle Tyeerds en Antie Yges.

In de autorisaties van Haskerland komt nog een tweede Ige Jacobs voor, overleden

voor juni 1695. Hij was gehuwd met Antie Jans en liet een kind Vroucke na, waarover

Anne Franckes toen curator werd.12 Misschien was hij wel de zoon van de eerder

genoemde schipper Jacob Iges, maar daar heb ik me verder niet in verdiept.

Mirck Gerbens (bij huwelijk ‘Sipkes’) was wel erg jong ten tijde van het huwelijk.

Haar ouders lieten ook dochters Andrys (1648) en Hebel (1660) dopen, die namen

vinden we onder Mircks kinderen terug.

De zuster Andriessien Gerbens, overleden voor april 1674, trouwde 1. Joure 11

dec. 1667 Intse Reuckes, wonende St. Johannesga (waaruit een zoon Intse Intses)

en 2. Lourens Japicks (waaruit een dochter). Ige Jacobs was aangehuwde oom van

moederszijde, Potte Wlckes (man van Eetske Reuckedr) van vaderszijde van deze

kinderen. De goederen moesten tussen de twee kinderen van Andriessien Gerbens

worden gedeeld; na afwikkeling bleef Ige Jacobs voormunder.13

Page 43: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

82 83gene alogysk j ier boek 2 018 libar ius

Jacob woonde aanvankelijk in Groningen, waar hij lidmaat op belijdenis werd in

dec. 1699 als Jacobus Libarius in Heer-strate, en opnieuw, nu als Jacob Librarius [sic]

met att. van de Jouwer, in sept. 1702. Tussentijds was hij, als de jonggezel Jacob Iges,

op attestatie van Groningen nog een tijdje lidmaat geweest in Haskerland en wel

vanaf 26 jan. 1702.

Na zijn verhuizing terug naar Groningen, eind 1702, werd Jacobus Libarius

daar burger in het tweede pand – dat is: het zomerkwartaal – van 1703 (als Jacob

Libarius, apotheker), en als Jacob Libarius in Ebbingestraat lid van het koopman- en

kramergilde aldaar op 5 april 1703.17 Het duurde even voor hij trouwde (dat gebeurde

rond de jaarwisseling 1708/09), zodat hij nog ongehuwd was toen hij als mons.

Libarius aptecker een leerknecht aannam, d.i. op 16 jan. 1708. In 1710 werd hij voor

het kramergilde nog als hoveling aangesteld.

Het jonge echtpaar kreeg in Groningen één kind. Niet lang na die doop, eind 1710,

zullen ze naar Amsterdam zijn verhuisd.

Anna Galama was in 1702 getuige bij de doop van Laurelia, in 1704 bij de doop

van Ernst en in 1706 bij de doop van Henrica, allen kinderen van de predikant te

Middelbert Abraham Winter en zijn vrouw Johanna Galama (Anna’s zuster). Anna

overleed zeker voor 1717, toen haar weduwnaar hertrouwde, maar ik kon haar niet

achterhalen in de Amsterdamse begraafregisters. De erfenis van Anna’s ouders werd

verdeeld in 1729; naast haar broers en zusters erfde haar (enig overlevende) zoon

Igeus Libarius, ook Egeus genoemd. Zijn vader Jacob nam voor het kind in beheer

de behuizing aan de westzijde van het Schuitendiep door de erf laters zelf bewoond

geweest, met tuin en 2 marmeren pilaren, twee eiken tafels, vloerstenen, alsmede

vijf kamers hieraan annex gelegen aan het Zuiderdiep. Het geheel werd getaxeerd op

ƒ4750, maar voor de erfenis ingebracht op ƒ5000,18

Een jaar later werd dit pand door raadsheer Herman Munting en dr. A.J. ter Borgh,

als geconstitueerden van Jacobus Libarius te Ouwerkerk, voor ƒ6000 verkocht aan

Jurjen Holstein en Anna Allardi.19 Het werd toen meijerwijze bewoond door de

capitein Geertsema. Gezien het feit dat we het gezin Libarius kort na 1710 reeds in

Amsterdam vinden, mogen we aannemen dat met de locatie Ouwerkerk gedoeld

wordt op Ouderkerk aan de Amstel.

In Amsterdam bleek Jacobus drogist te zijn. Een fraaie advertentie in de Opregte

Haarlemsche Courant, in de herfst van het jaar 1714, vermeldt het volgende:

De erfgenamen van Hendrick van Langerhuysen tot Groningen presenteren te koop

een welgeconditioneerde Apothekers Winckel, waer van de Dosen en Kasjes van

Sargiaanen Hout, sonder Medicamenten tot een civile prijs. Ymant gading makende,

spreke of schrijve dito Erfgenamen, of Jacob Libarius, Drogist tot Amsterdam in de

Rams-Kooy in de Muscus Rhée.20

In het voorjaar van 1717 hertrouwde hij Jannetje Grootemaat, weduwe van Gerrit

Biermans. Nog juist tevoren, op 9 maart 1717, kocht zij de buitenplaats Toorenvliet

in Ouderkerk van Jan Bronckhorst, met vier kampen land erbij, maar in die laatste

was Jannetje niet geïnteresseerd; met uitzondering van een moestuin verkocht zij

en Hebeltje Yges, zusters dus van Jacob en Andriesjen, bleven in gebreke om

de financiële zaken te regelen; daartoe werd nu als curator aangesteld de mr.

backer Johannes Hendricks.16

Uit dit huwelijk, gedoopt te Joure:a Murkjen Johannes, ged. 12 okt. 1704 (tweeling).b Bottje Johannes, ged. 12 okt. 1704 (tweeling).c Baukjen Johannes, ged. 14 maart 1706.d Bauken Johannes, ged. 9 dec. 1708.e Baukjen Johannes, ged. 16 nov. 1710.f Baukje Johannes, ged. 1 nov. 1711.g Anne Johannes, ged. 26 febr. 1713.h Magdalena Johannes, doop niet gevonden.

6. Gerben Yges, ged. Joure 10 april 1687.7. Heebel[tje] Yges, ged. Joure 18 okt. 1691, nog vermeld april 1747, tr.

Joure 9 sept. 1725 Atte Tijs.Uit dit huwelijk, gedoopt te Joure:a Murkje Attes, ged. 30 mei 1726.b Yke Attes, ged. 4 april 1728.c Itje Attes, ged. 21 sept. 1732.

IV. Jacob Libarius, ged. Joure 2 jan. 1676, apotheker (1703, 1708), woonachtig te Buijksloot (1717), overl. voor mei/juni 1736, tr. 1., otr./tr. Groningen 22 dec. 1708/2 jan. 1709 (voor haar hopman Blanckensteijn als stiefvader) Anna Galama, ged. Groningen M.K. [als Annetje] 11 nov. 1685, lidmaat op belijdenis Groningen (als j.d. aan’t Schuijtendiep) maart 1703, overl. (Amsterdam?) tussen 1714 en 1718, dr. van de hopman Ernst Ottens Galama en Laurelia Houttuin (bij Sint Jansbrug), tr. 2., otr. Amsterdam (kerk en pui) 22 april 1718 Jannetje [Joanna] Grootemaat, ged. Amsterdam (Remonstrants, aan huis, als huisvrouw van Jacob Libarius) 20 febr. 1721, overl. Ouderkerk 14 juni 1735 (aangegeven door haar man); zij tr. a), otr. Amsterdam (kerk en pui) 16 mei 1704 Michiel (de) Cocq en b), otr. Amsterdam 16 mei 1710 Gerrit Biermans, overl./begr. 23 april 1716 Amsterdam (Oude Kerk), eerder gehuwd met Catrina Menso.

Page 44: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

84 85gene alogysk j ier boek 2 018 libar ius

otr. Amsterdam 29 nov. 1748 Johannes Crommenie, ged. Amsterdam (Westerkerk, getuigen Johannes Crommenie en Geertruij Crommenie) 1 april 1718, zoon van Hendrick Crommenie en Sophija van Gracht.Igeus Libarius moet redelijk welgesteld zijn geweest. Hij bezat een ‘plaats’ in het

Heidenschap, De Hel (Helspad 3). Omstreeks 1740 gaat daar een weduwe wonen: Jeltie

Andries van Smallebrugge. Zij is er al vóór 1746 weer weg, en dat heeft zonder twijfel

te maken met de veepest die daar in 1744 en 1745 heerste. Igeus, de eigenaar, woonde

nabij Amsterdam en zag geen kans een nieuwe huurder te vinden. De boerderij was

dus ‘ledigh’ en huur kwam er niet meer van, zodat hij vermoedelijk zijn handen van

dit bezit aftrok; al is het ook mogelijk dat hij toen door ziekte of overlijden zijn zaken

niet meer kon behartigen.

In 1747 staat er dan ook in het reëelkohier: ‘nu aan de provincie vervallen’...28. De

volgende huurder was, in 1748, Eelke Eelkes; de eerste vijf jaar was deze dan ook

vrijgesteld van huurbetaling. De vraag is, hoe Igeus die boerderij in bezit heeft

gekregen. Zijn herkomstplaats Joure ligt zeker niet in de buurt van het Heidenschap,

en zijn moeder (Anna Galama) was niet Fries maar Gronings, dus dat ligt ook niet

echt voor de hand. Ik volgde de geschiedenis in de f loreenkohieren. In 1728 staat als

eigenaar Jacob Jans Hollander, ‘nu Jacobus Libarius tot Amsterdam’, een zathe lands

gelegen int Heidenschap onder de jurisdictie van Workum, groot 116 pondem[aat]

beswaart met ƒ30.1.2.29 Daar vallen enkele conclusies uit te trekken: het is een gróte

boerderij, deze zal pas kort tevoren van eigenaar zijn gewisseld, en de f loreenheffing

is erg hoog. Toentertijd moest de basisheffing (ƒ30.1.2) worden vermenigvuldigd met

ƒ6.6.0 en dan kom je al gauw op een jaarlijks bedrag van zo’n 190 gulden. En de

f loreen was nog maar één van de bedragen die er geheven werden! Uit het reëelkohier

van Workum in dezelfde periode, namelijk de jaren 1730 en 1735, blijkt dat de maat

nog iets groter was dan genoemde 116 pondemaat, namelijk 116 pm en 9 einsen –

bijna 117 pm dus.30 De gebruiker was Fonger Lieuwes en die betaalde slechts ƒ62.10.0

huur – dat kon dus nóóit uit.

Het is helaas niet goed mogelijk om na te gaan hoe Igeus het bezit van Jacob Jans

Hollander verkreeg. Was het een erfenis? Was het een aankoop? Het proclamatieboek

van Workum ontbreekt over de jaren 1713-1727, dus als hij het kort voor 1728 gekocht

heeft, wordt het moeilijk. In 1738 was de tenaamstelling in de f loreenkohieren

identiek31 en in 1748 raakte ik het spoor vooreerst bijster, maar dat was na zijn dood

en het bedrijf was toen al door de provincie overgenomen.

Hij kocht ook (in 1740, als Igeus Libarius, koopman te Amsterdam) voor ƒ2060 een

boerderij in De Scharren uit de nagelaten boedel van de fiscaal Jurryen Geringa.

Diens zuster Tjetske Geringa, vrouw van Bouwe Tjepkes te Dokkum, legde het niaar

op de verkoop om aan haar geld te komen. Dit leidde tot een langdurige procedure

voor het gerecht van Haskerland. Ook de ongehuwde Magdalena Yges en Heebeltie

Yges, vrouw van Athe Tijsses, hadden als crediteuren bij de verkoop geprotesteerd.32

Zelf woonde Igeus in Ouderkerk aan de Amstel, op de buitenplaats Toorenvliet,

vanaf 1764 Stroom-en-Lommer genoemd en toen een buitenplaats. Hij lag aan de

het land enkele dagen later door aan Pieter Swartepaart.21 De buitenplaats werd toen

omschreven als een huis en erf met tuin, speelhuis en stal, gelegen in het dorp op’t

hoog eijnde tussen de dijksloot aan de voorkant en de Amstel aan de achterkant. Het

lag ten noorden van plaisierplaats Hoogerlust.22 Terwijl Jannetje dus land verkocht,

kocht Jacob er juist negen kampen land bij en wel begin 1722 van ds. Jacobus

Hoogkamer.23

Ruim een jaar na haar huwelijk met Jacob Libarius lieten zij een testament opmaken:

dat was op 23 sept. 1718, ’s nachts om twaalf uur!24 Na Jannetjes overlijden gaf Jacob

op 3 jan. 1736 haar nalatenschap aan; hij was haar enige en algemene erfgenaam.

De helft van het huis aan het Hogereinde was getaxeerd op ƒ2500, de helft van de

moestuin aan de overzijde van de weg op ƒ400, er is nog wat land elders en een huis

in de Bloetstraat in Amsterdam, het Grauw Munnecke Klooster. Met dat al bedroeg

de halve nalatenschap zo’n ƒ6500.

Plaatselijk gingen er vele praatjes over het echtpaar. Schout en schepenen moesten op

1 nov. 1722 speciaal verklaren dat Jan Smit en zijn vrouw op Toorenvliet, daar eerlijk en

ordentelijk woonden. In 1728 was het nog een graadje erger; op 15 okt. 1728 moest Jacob

zelfs een advocaat in de arm nemen om zijn naam te zuiveren.25 Na Jannetjes dood

werden de beschuldigingen opgevoerd: o.a. zou hij een relatie hebben gehad met een

inwonende nicht, Allegonda Mahu, de dochter van een zuster van zijn eerste vrouw.

Tegen die tijd was Jacob hoogbejaard en werd de verdediging gevoerd door zijn zoon

Igeus; er kwamen nogal wat juridische betogen aan te pas, ook over de toelaatbaarheid

van dergelijke betrekkingen met familieleden, waarover de burgerlijke en goddelijke

wetten van mening verschilden. Uiteindelijk werd er niets bewezen, maar de roddels

zullen er niet minder om geweest zijn.26 Overigens lag Jacob toen al op zijn sterf bed;

reeds in juni 1736 had Igeus de buitenplaats van hem geërfd.27

Uit het eerste huwelijk:1. Anna Jacoba Libarius, ged. Groningen Gr.K. 28 nov. 1710 (wonend

Oude Boteringestraat).2. Igeus Libarius, ged. Amsterdam (Westerkerk, get. Anthon Gabriel

Meder en Magdaleena Libarius) 23 sept. 1712, volgt V.3. Ernesta Libarius, ged. Amsterdam (Oude Kerk, get. Hendrick

Blancksteijn en Lourelia Houtuijns) 16 sept. 1714.4. Ernst Libarius, ged. Amsterdam (Noorderkerk, get. Johannes

Noorthoorn en Margreta Hogeveen) 4 maart 1716.De begrafenis van kinderen van Jacob Li[e]barius werd geregistreerd in de begraaf boeken van de Oude Kerk d.d. 21 maart 1716, 18 jan. 1719 en 4 okt. 1719; in alle gevallen werd er ƒ7.10.0 voor betaald.

V. Igeus Libarius, ged. Amsterdam (Westerkerk, get. Anthon Gabriel Meder en Magdaleena Libarius) 23 sept. 1712, overl. na 1746 en voor 1748, otr. Amsterdam 8 juni1742 Dorathea Sittert, ged. Amsterdam 1 okt. 1713, dochter van Rutgert Sittert en Maria Doornick; zij hertr.,

Page 45: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

86 87gene alogysk j ier boek 2 018 libar ius

De regenten van het Aalmoezeniersweeshuis vroegen op 20 febr. 1811 de doop aan

voor Anna Dorothea Libarius, ged. Amsterdam (Nieuwezijdskapel) 24 febr. 1811.

Er werden toen geen ouders genoemd. Dat is nogal vreemd, omdat ze gewoon

bij de geboorte was gedoopt (zij het niet in Amsterdam). Haar ‘doopmoeij’ bij die

gelegenheid, Magdalena Yges, was ongetwijfeld de onder III.1 genoemde Magdalena,

een tante van de vader dus.

Zij en haar man kwamen al samen voor te Amsterdam als doopgetuigen bij de

dochter Anna Dorothea (Amstelkerk 6 nov. 1768) van Johannes van de Velde en

Bruna [Bruijna] Jacoba Schouten. Toen waren ze overigens nog niet gehuwd. Bij de

ondertrouw woonde Anna Dorothea op ’t Rusland; ze kwam van Ouderkerk en haar

ouders waren dood, maar ze had een oom Timotheus Crommenie (dat was overigens

een stiefoom). Abraham was twee jaar ouder en woonde in de Dijkstraat. Ook zijn

ouders waren dood, maar hij had een broer J. van de Velde, d.i. de zojuist genoemde

Johannes (bij wiens ondertrouw in 1758 Jannetje Kerkhof als moeder verscheen).

Anna Dorothea maakte het overlijden van haar man via een krantenadvertentie

bekend:36

Heden overleed alhier, in den ouderdom van ruim 56 jaaren, aan de gevolgen van

eene Borstziekte, myn Echtgenoot, ABRAHAM VAN DE VELDE, met welke ik

circa 31 Jaaren in den Echt verbonden ben geweest; van welk verlies ik by deeze

aan Vrienden en Naastbestaanden kennis geeve, met verzoek om van Brieven van

Rouwbeklag verschoond te blyven.

Amsterdam 10 Sept. 1800.

ANNA DOROTHEA LIBARIUS, Weduwe Ab. van de Velde.

Het overlijden van Anna Dorothea werd in de krant geadverteerd zonder vermelding

van naaste betrekkingen:37

Heden is alhier overleden, Vrouwe ANNA DOROTHEA LIBARIUS, Weduwe den

Heer Abraham van de Velde, in den ouderdom van circa 82 jaren.

Amsterdam den 14 Febr. 1827.

Uit dit huwelijk, allen gedoopt te Amsterdam:a Johanna Maria van de Velde, ged. (Nieuwe Kerk, get. Timotheus

Crommenie en Maria Helling) 23 sept. 1770.b Maria Dorothea van de Velde, ged. (Zuiderkerk, get. Thimotheus

Crommenie en Maria Helling) 13 okt. 1771.

Amstel, onder de rook van Amstelveen. Igeus had die, zoals gezegd, in juni 1736 van

zijn vader geërfd.

Hij kocht er in april 1747 (niet lang voor zijn dood) voor ƒ2200 nog een klein bedrijf

bij: één morgen grond, een steiger, stal, schuur, huizing, hooiberg, Turkse tank en

pluimveehokken.33 Maar binnen een jaar was hij overleden en deze bezitting werd

op 24 april 1754 voor ƒ1500 weer verkocht door zijn weduwe en haar tweede man. De

plaisiertuin Toorenvliet zelf verkochten zij op 22 juni 1756 aan Jan de Wit Arentsz

voor ƒ5600.34

Zijn veestapel werd op 30 mei 1748 publiek geveild, toen was hij al overleden:35

Men zal op Donderdag den 30 May, tot Ouderkerk voor aen inde Rondenhoepse Polder,

by openbare opveylinge verkopen, 9 extra schoone gebeterde KALF-KOEYEN, 2 vaersen

en een Os, een Pink, 2 Kalveren, een Paerd, 3 oude Schaapen met 7 Lammeren, en

verder alles wat tot een Boerdery behoord; alles nagelaten door wylen Egeus Libarius.

Gebeterde koeien waren runderen die de veepest hadden overleefd. Zij waren

hierdoor immuun voor die ziekte en konden dus probleemloos worden verkocht, en

voor een beduidend hogere prijs dan ‘gewone’ koeien.

Samen met zijn vrouw Dorothea van Sittert trad Igeus als doopgetuige op in

Amsterdam, namelijk op 14 nov. 1742 bij een kind van Adriaan van der Horst en Anna

Margareta Luurman, en op 7 sept. 1746 bij een kind van Hendrik Goicker en Geertie

Tijssen. Samen met een Wijnand van Sittert was Dorothea in 1752 getuige bij de doop

van Maria Dorothea, dochter van Everhard van Sittert en Maria Catharina Rijpland.

Bij het eerste huwelijk werd op 24 juni 1742 in Amsterdam een acte verleend om

in Ouderkerk te mogen trouwen; Dorathea was toen j.d. wonende aan de N.Z.

Agterburgwal. Bij haar tweede huwelijk, als weduwe, woonde zij op de Roosegracht;

de weeskamer werd voldaan op 28 nov. 1748.

Dorathea was een oudere zuster van Everhard van Sittert, ged. Amsterdam 10 maart

1715, die eerst gehuwd was met Maria Catharina Rijpland en daarna met Johanna

van Oijen, en Wijnand van Sitteren, ged. Amsterdam 4 nov. 1716, die bij een kind van

Everhard dooppeet was. Zij en Igeus maakten in nov. 1744 een testament op.

Uit haar tweede huwelijk met Johannes Crommenie had Dorothea nog enkele kinderen:a. Sophie Crommenie, ged. Amsterdam Westerkerk (getuigen

Hendrik Crommenie en Adriana Crommenie) 15 jan. 1751.b. Jan Everhard Crommenie, ged. Amsterdam Nieuwe Kerk 27 april

1755 (getuigen Everhard van Sittert en Johanna van Oijen).Uit dit huwelijk:1. Anna Dorothea Libarius, ged. Ouder-Amstel (doopoom: Everhard van

Sittert, doopmoeij: Magdalena Yges) 18 juli 1745, overl. Amsterdam 14 febr. 1827, otr. Amsterdam 15 sept. 1769 Abraham [ged. als Abram] van de Velde, ged. Amsterdam (Westerkerk, getuigen Esaias van de Velde en Margaretha Rattink) 19 jan. 1744, overl. Amsterdam 10 Sept. 1800, zn. van Joost van de Velde en Jannetje Kerkhof.

Page 46: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

88 89gene alogysk j ier boek 2 018 libar ius

c Geertruij van de Velde, ged. (Oude Kerk, get. Willem Bernardus de Roo en Geertruij van de Velde) 24 okt. 1773.

d Abraham van de Velde, ged. (Amstelkerk) 19 febr. 1775.Voor Abraham van de Velde is tot driemaal toe een doopbewijs verstrekt, zoals bij deze doopinschrijving staat vermeld. Hij trouwde, otr. Amsterdam 7 mei 1802 Anna Ernestina Baumhauer, ged. Amsterdam (Ev.-Luth., aan huis) 16 dec. 1781, dr. van Matthijs Jacob Baumhauer en Helena Maria Scheibler.Uit dit huwelijk een aantal kinderen; hieronder Anna Dorothea van de Velde, geboren/ged. Amsterdam (Oude Waalse Kerk) 15 febr./13 maart 1803, waarbij doophefster was Anna Dorothea Libarius.

e Anna Geertruijda van de Velde, ged. (Oude Kerk) 6 sept. 1776.f Johanna Josina van de Velde, ged. (Oude Kerk) 5 april 1779.

Noten

1 Libarius. In: Gens Nostra 57 (2002) blz. 484-486, door C.H. van Wijngaarden. 2 Historisch Centrum Leeuwarden, Toegang 185, Nieuwe Stads Weeshuis, bijlage: lijst van voogden. 3 J. van den Oever, bereikbaar via het mailadres: [email protected]. 4 Tresoar, HAS 37 404. 5 Tresoar, HAS 77 199, 225; 80 131; 81 6, 9v. 6 Tresoar, HAS 37 340. 7 Tresoar, GAA 28 334. 8 Tresoar, HAS 40 138. 9 Tresoar, HAS 40 197. 10 Tresoar, HAS 31 1. 11 Tresoar, LEM 26 19 dec. 1699, verg. 24 juni 1692, 11 juni 1696. 12 Tresoar, HAS 31 108, 31 mei 1695. 13 Tresoar, HAS 31 22, 23 1/2 april 1674. 14 Tresoar, HAS 31 187, 18 sept. 1724. 15 Tresoar, HAS 83 56v, 13 sept. 1694 / 25 juni 1700. 16 Tresoar, HAS 31 262. 17 GrA, Gildearch., Toegang 1325, inv.nr. 30, fol. 275v. 18 GrA, Volle Gerecht van de stad Groningen, Toegang 1534, inv.nr. 3564, oud nr. RA III ij, 15 febr. 1729; ibid., inv.nr. 4040, oud nr. RA III x 106, fol. 264v, 15 febr. 1729; fol 267 en fol. 268, 16 febr. 1729. 19 GrA, Volle Gerecht van de stad Groningen, Toegang 1534, inv.nr. 4042, oud nr. RA III x 108, fol. 164v, 20 dec. 1730. 20 Opregte Haarlemsche Courant, 6 okt. en 9 okt. 1714. 21 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2553, 9 maart 1717; ibid. inv.nr. 2554, 20 maart 1717. 22 Noord-Hollands Archief, inv.nr. 2553, 1 febr. 1720. 23 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2554, 21 maart 1722. 24 Gemeentearchief Amsterdam, Notarieel Archief, inv.nr. 5075-265 (Notarissen ter standplaats Amsterdam, oud nr. 6894), Notaris Cornelis van Loon, inv.nr. 6991, 23 sept. 1718. 25 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2568-b, 1 nov. 1722; ibid., inv.nr. 2568-1, 15 okt. 1728. 26 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2511, 21 mei 1736. 27 Oud-Archief Gemeente Ouder-Amstel, juni 1736. 28 Bron: http://www.heidenskip.fr/d39.htm. 29 Tresoar, f loreenkohier Workum, inv.nr. 3648, jaar 1728, nr. 363. 30 Tresoar, reëelkohier Workum, inv.nr. 5063, jaar 1730, nr. 275; inv.nr. 5064, 1735, nr. 275. 31 Tresoar, f loreenkohier Workum, inv.nr. 3649, nr. 363. 32 Tresoar, DON 37 132. 33 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2579, 12 april 1747. 34 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2556, 22 juni 1756. 35 Amsterdamse Courant, 28 mei 1748; 30 mei 1748; Noord-Hollands Archief, Toegang 5500, inv.nr. 2570, 30 mei 1748. 36 Amsterdamsche Courant, 11 sept. 1800; Opregte Haarlemsche Courant, 13 sept. 1800. 37 Opregte Haarlemsche Courant, 17 febr. 1827 en 20 febr. 1827.

Page 47: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

91voor- en nagesl acht van a echje her es

… Voor- en nageslacht van Aechje Heres (ca. 1703 – 1788) op de Kleinegeest onder Tietjerk

Page 48: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

93voor- en nagesl acht van a echje her es

gosse van der plaats

Voor- en nageslacht van Aechje Heres (ca. 1703 – 1788) op de Kleinegeest onder Tietjerk

Inleiding

Het voorgeslacht van Aechje Heres, kwartiernummer 661 van onze kinderen Hendrik Gosse en Jan Bartele Hendrik van der Plaats, wordt gepresenteerd als kwartierstaat (A) en haar nageslacht tot rond 1811 (aanname familienamen) als parenteel (B).

A Kwartierstaat van Aechje Heres

1. Aechje Heres, geb. [Westernijkerk] ca. 1703, boerin te Tietjerk, gebruiker van stem 2 Tietjerk (1768-1788), overl. ald. op de Kleinegeest tussen juni 1788 en juni 1789, tr. 1. Giekerk 28 nov. 1723 (hij van Giekerk, zij van St. Jacobiparochie) Dirk Sybrens, ged. Teroele 2 juni 1698, boer en kooiker op de Kleinegeest onder Tietjerk, overl. ald. tussen juli 1733 en mei 1734, zoon van Sybren Dirks,1 boer en kooiker op stem 2 van Tietjerk, tevens kerkvoogd, en Limcke Steffens;2 tr. 2. Leeuwarden r.k. statie Breedstraat 27 april 1737 Sybe Jans, geb. Rauwerd ca. 1705,3 boer en kooiker op de Kleinegeest onder Tietjerk, overl. ald. tussen juni 1765 en juni 1766, zoon van Jan Jans, boer te Rauwerd op stem 7 (1698-1726) en boer en kooiker op de Kleinegeest,4 stem 3 van Tietjerk, (1726-1734), en Dieucke Sybrens.5

Aechje Heres is van doopsgezinde komaf. Ze verhuist in 1712 met haar ouders naar

St. Jacobiparochie. Haar eerste man Dirk Sybrens is gereformeerd. Wellicht heeft het

verschil in godsdienstige achtergrond ertoe geleid dat het oudste kind pas na een

1 Sybren Dirks komt oorspronkelijk uit Giekerk; enkele van zijn verwanten voeren de

naam Donjema.

2 Hun huwelijk wordt op Allefriezen.nl abusievelijk vermeld op 23 febr. 1796 (bedoeld

wordt 1696).

3 Hof van Friesland 766-8 (1746, kooiker, 41 jaar oud).

4 De kooi van Tietjerk stem 3 is tijdens de pachtperiode van Jan Jans nog in bedrijf,

maar begin 1800 buiten bedrijf (vriendelijke mededeling Gerard Mast Stiens

31.08.2018).

5 Jeltie Jans, zuster van Sybe Jans, is mede-erfgename van Gerben Sybrens, broer van

Dieucke Sybrens, BAA 32 90 11.01.1751.

Page 49: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

94 95gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

half jaar wordt gedoopt en de andere twee kinderen als kind helemaal niet.6

Dirk Sybrens en Aechje Heres zijn in 1730 1.200 carg. schuldig aan (schoon)vader

Sybren Dirks, waarvan 500 voor overdracht en 700 carg. voor verbetering van de

huizinge. Sybren heeft hen dus de boerderij overgedragen.7

Sybe Jans wordt in 1726, als 21 jarige, nieuw opgesteld in de personele kohieren

van Rijperkerk. Begin 1728 is hij nog gebruiker van stem 14 (Toutenburg) en stem

26 aldaar. Datzelfde jaar gaat hij volgens de personele kohieren naar Tietjerk

(waarschijnlijk naar de ouderlijke boerderij stem 3 op de Kleinegeest).

Weduwe Aechje Heres hertrouwde dus haar vrijgezelle buurman.

Al op 1 september 1735 wordt een weesakte opgemaakt voor de kinderen uit het eerste

huwelijk, Freerk Dirks, in het 9de jaar, Dieuke Dirks, in het 5de jaar, en Fouw Dirks,

in het 3de jaar, gesterkt door hun volle oom vaderszijde Steffen Sybrens, huisman te

Giekerk, ter ene zijde en Aechie Heres, hun moeder, ten tweede huwelijk begevende

hebbende met haar tegenwoordige man Sybe Jans, ter andere zijde.8 Ook is Sybe Jans

in 1736 al namens zijn vrouw mede-erfgenaam van Heere Wybes.

6 Veronderstelling auteur.

7 TIE 102 16 25.03.1730.

8 TIE 45 156v 01.09.1735.

Aechje haar religieuze dominantie in haar eerste huwelijk wijzigt in haar tweede

huwelijk radicaal. Dochter Dieuke uit haar tweede huwelijk wordt op 24 november

1735 rooms-katholiek gedoopt.9 Aechje Heres zelf wordt op 6 maart 1737 op belijdenis

gedoopt r.k. statie Breedstraat Leeuwarden. Een maand later treden Sybe Jans en

Aechje Heres voor de rooms-katholieke kerk in het huwelijk. Daarna worden de

volgende kinderen consequent rooms-katholiek gedoopt.

Personele goedschatting:10 Sybe Jans op de Kleinegeest (lees: uit naam van zijn vrouw)

is in 1736 voor ¼ erfgenaam van Heere Wybes (lees: zijn weduwe Fouw Scheltes) van

Berlikum (£800) en in 1739 voor £1.116-13-6 van Louw Martens vrouw aldaar, dat is

haar tante Trijntje Wybes. Aechje Heres wordt in 1768 aangeslagen voor £3000, haar

erven idem 1790-1793. Sybe Jans komt niet voor als erfgenaam; hij komt dus niet uit

een rijke familie.

Quotisatiekohier Tietjerk: een zeer welgesteld boer, 8+4, 88-1, wat neerkomt op een

vermogen van £4500.

Speciekohieren: Tietjerk 20, 1748: Sybe Jans; 1766: overleden, nu Sybe Jans wed.; 1789

overleden, nu Elbrich Sybes; 1790: getrouwd met Oege Aukes van Giekerk.

Aechje Heres is als Sybe Jans weduwe van 1768-1788 gebruiker van stem nr. 2 te

Tietjerk, eigendom van het Sint Anthonygasthuis te Leeuwarden.11 Stem 2 is gelijk

aan f loreennr. 26; kadastraal gemeente Hardegarijp sectie F, groot 55.11.00 hectare.

F 236 is het huis en erf en F 632 is de eendenkooi.

Aechje Heres’ zonen Freerk Dirks en Jan Sybes zijn in 1782 erfgenamen van hun oom

Arjen Heres.12

Zie voor haar kinderen en verder nageslacht onderdeel B van deze bijdrage.

II

2. Heere Wybes,13 geb. Menaldum, landbouwer en weesvader (v. 1698-1712), overl. St. Jacobiparochie rond 1722, tr. 3de procl. Minnertsga 9 juni 1695, (hij van Minnertsga, zij van Klooster Anjum)3. Fouw Scheltes, geb. [Klooster Anjum ?], boerin, weesmoeder, wonende Klooster Anjum (1695), Westernijkerk (v. 1698-1712) en St. Jacobiparochie (1712-1733/1735), overl. ald. 1733/1735.

9 Dieuke, r.k. gedoopt statie Breedstraat Leeuwarden 24.11.1735, dochter van Sibe Jans

en Agatha Heeres, moeder doopsgezind.

10 Deze kohieren van voor 1768 zijn aanwezig in het gemeentearchief van

Tietjerksteradeel te Burgum.

11 HCL, archief Sint Anthonygasthuis inv.nr. 1233.

12 MEN 148 143, 143v, 144, 144v d.d. 25.01.1782.

13 In GJB 2002 78, kwartierstaat Baukje Maria Spaan, kwartiernummer 1842, wordt,

blijkt nu, abusievelijk Heere Arjens opgevoerd als vader van Aechje Heres.

Links op de kaart, noordwestelijk van het woord Wester, de vogelkooi van Kleinegeest stem 2 Tietjerk, de huidige Casteleinskoai. Linksboven de o van of direct aan de doodlopende weg twee boerderijen. De onderste boerderij is stem 3 (van Jan Jansen 1726-1734), de bovenste boerderij is stem 2 (van Dirk Sybrens, Aechje Heres en Sybe Jans). De Verv. Vogelkooi rechts, boven het woord Kleinegeest, is de vervallen kooi van stem 3 (zie ook noot 4). Bron: Eekhoff kaart Tietjerksteradeel 1849-1859.

Page 50: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

96 97gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

Heere Wybes is in 1698 gebruiker van stem nr. 2 te Westernijkerk, eigendom van het

Tjallinga Weeshuis te Westernijkerk.14 Idem van f loreen 3 (dezelfde boerderij) in 1700

en 1708; eigendom van Tjallinga Weeshuis, groot 100 pm, belast met 35 f loreen; de

rijweg west 36.74 hectare genaamd Tjallingastate kadastraal 1832 gemeente Marrum

sectie A 26, 46, 50-57, B 47-48, 226, 229, 244-248, Ferwerd sectie B 600-601. A 55 is

het huis met de schuur. Heere Wybes wordt vermeld als naastligger (eigenaar) ten

westen in Berlikum in een proclamatie van 21 februari 1702.15 Heere Wybes komt

in 1700 en 1705 voor in de hypotheekboeken van Ferwerderadeel inzake betalingen

van mogelijk f loreenbelasting.16 Heere Wybes c.u. te Westernijkerk verkopen, eerste

proclamatie 15 sept. 1705, 5 pm bouwland te Berlikum bezwaard met 2 f loreen en 12

stuivers aan Tjepke Seerps Gratema c.u. te Harlingen voor 145 goudg.17 Dit perceel

was in 1700 nog eigendom van zijn vader Wybe Heeres. Idem op dezelfde dag verkoper

van een perceel bouwland van 3,5 pm bouwland zuidwest van Berlikum.18 Heere

Wybes is in 1708 eigenaar en gebruiker van de f loreennummers 128-132, 135, 138 te

Berlikum en 114 te Beetgum, af komstig van zijn vader Wybe Heeres. Heere Wybes

te Westernijkerk verkoopt op 15 april 1710 een huizinge en bakkerij te Berlikum, in

gebruik bij Heere Sickes, aan Hanso Gyso, oud-luitenant van een compagnie te voet

en Hylckjen Arentsma, echtelieden binnen Leeuwarden, voor 900 carg. (af komstig

van tante Trijntje Heeres, gehuwd met Jelte Gabes, die in 1688 een bakkerij kopen

in Berlikum).19 Hij is waarschijnlijk in mei 1712 verhuisd naar St. Jacobiparochie (de

opvolgende pachter in Westernijkerk, Ids Nitters, laat in april 1713 een kind aldaar

dopen) waar hij in 1716, in het eerstvolgende reëelkohier na 1711, Bildtpachter is

onder St. Jacobiparochie op de reëelnummers 9 (36½ morgen met huis en schuur)

10 (10 morgen) en 20 (2 morgen en 400 roeden) tot en met 1729. (De jaren 1730-

1740 ontbreken). (In 1711 woont Reinse Melles’ weduwe nog op St. Jacobiparochie

reëelnummer 9). Heere Wybes is pachter van stemnr. 20 te St. Jacobiparochie in 1718

(in 1708 Tjomme Hansen en in 1698 Cornelis Folkerts Gelder) en in 1728 zijn weduwe

en kinderen. Stemnummer 20 (na 1698) en 21 (voor 1698) is de Oude Fenne, gelegen

14 Broos, Vier eeuwen Tjallinga Weeshuis, 192 en Sinninghe Damsté-Hopperus Buma,

Tjallinga Weeshuis 1541-2016, 60. De vermelding dat Heere Wybes en Fouw Scheltes

pachters zijn rond 1688, gebaseerd op een zijdelingse vemelding in een oud

pachtcontract, strookt niet met bovenstaande feiten. De genoemde pachtcontracten

zijn in toegang 130-24 van het weeshuis niet expliciet opgenomen. Geverifieerd

5 oktober 2018.

15 MEN 23 219v 21.02.1702.

16 FER 74 65 1700 en 74 332 1705.

17 MEN 23 263v 15.09.1705.

18 MEN 23 264 15.09.1705.

19 MEN 23 332, 332v 15.04.1710.

aan de Hegedyk onder Wier, achter de huidige radarpost.20 In 1738 is Steffen Jans

Bildtpachter op deze stem. Heere Wybes is 1718 eigenaar en gebruiker van f loreen

nrs. 129-132, 135, 138 te Berlikum en Beetgum 114. Heere Wybes verhuurt in 1721

en 1722 zijn 26½ pm land te Berlikum bij boelgoed volgens de reëelkohieren. In

1723 eigendom van Heere Wybes’ weduwe en bij boelgoed verhuurd. Heere Wybes

zal dus rond 1722 overleden zijn. Heere Wybes staat in 1722 eenmalig als gebruiker

genoteerd van het eigendom van zijn overleden schoonvader Schelte Symens te

Rijperkerk. In 1728 zijn de erven Heere Wybes eigenaar van de f loreennummers 129-

132, 135 en Beetgum 114. Fouw Scheltes, zijn weduwe, gebruikt de f loreennummers

129-131 te Berlikum en Beetgum 114. Floreennummer Berlikum 138 is verkocht. In

1738 is de eigendomssituatie ongewijzigd uitgezonderd Beetgum 114. Louw Martens

is nu eigenaar en Arjen Heeres gebruiker, de f loreennummers 129-132 worden

verhuurd aan Gerrit Folkerts weduwe, zoon Arjen Heeres gebruikt f loreennummer

Berlikum 135 en Beetgum 114. In 1748 is de situatie nagenoeg ongewijzigd; huurder

Gerrit Folkerts weduwe is nu opgevolgd door Dirk Andringa. Pas in 1758 verandert

de eigendomssituatie, Louw Martens is overleden en de erfenis van Heere Wybes is

in de f loreenkohieren verwerkt. Zie verder bij Arjen Heeres.

Fouw Scheltes te St. Jacobiparochie, weduwe van Heere Wybes, verkoopt in 1724

sate en landen ‘de Swarte Koy’ aan de Swartewegh onder Rijperkerk met een stem

te Miedum en Rijperkerk, groot 56 pm 5 einsen, gebruikt door Dirk Harkes, aan

Freerk Dirx, ‘koyker’ aldaar, voor 2200 goudg.21 De koper betaalt boven de koopsom

5 ducatons. Bij een dergelijke toegift wordt vaak vermeld voor wie dit geschenk is

bedoeld; bijvoorbeeld voor de echtgenote van de verkoper of voor zijn kinderen. In

dit geval komt het getal 5 overeen met de verkoopster en haar 4 bekende kinderen!

Deze sate was in 1705 door haar vader Schelte Symens gekocht. Fouw Scheltes,

weduwe Heere Wybes, is in 1728 met haar kinderen pachter van stem 20 van de oude

gepachte Bildtlanden te St. Jacobiparochie. Fouw Scheltes, weduwe Heere Wybes,

wordt in 1733 voor het laatst vermeld in de reëelkohieren van Berlikum als eigenaar

van 26½ pm los land. Het kohier van 1734 ontbreekt; in 1735 zijn de erven eigenaar.

Zij is in 1728 ook eigenaar en gebruiker van f loreennummer 114 te Beetgum. De

personele kohieren van 1736 geven aan dat Sybe Jans (lees: zijn vrouw Aechje Heres,

dochter van Heere Wybes en Fouw Scheltes) in 1736 voor ¼ erfgenaam is van Heere

Wybes van Berlikum (bedoeld wordt de weduwe van Heere Wybes, die af komstig is

van Berlikum). Een bedrag van 800 carg. wordt belast.

Uit dit huwelijk (volgorde geboortes onbekend):1) Arjen Heeres, [geb. Westernijkerk] , landbouwer, wonende

Westernijkerk (tot 1712), St. Jacobiparochie (1712-v. 1738) en Berlikum (v. 1738-1782), overl. ald. 13 jan. 1782.

20 Mondelinge informatie op basis Eekhoff kaart gemeente Het Bildt 1852 door de

heer D. Zwart, archiefmedewerker gemeente Het Bildt op 18.05.2016.

21 TIE 61 523 31.01.1724 (1ste procl.).

Page 51: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

98 99gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

Arjen Heeres is in 1738 gebruiker van f loreennummer 126 (stem 5) en f loreen-

nummer 127 (stem 6) van de Staten van Friesland, als opvolger van zijn oom Louw

Martens. Hij is ook gebruiker van f loreennummer 135 eigendom van zijn vaders

erven, en gebruiker van f loreen 137, eigendom van zijn oom Louw Martens. Idem

gebruiker van alle percelen te Berlikum en van f loreennumer 114 te Beetgum,

idem eigen aan Louw Martens. In 1748 is de situatie voor Arjen Heeres ongewijzigd,

in 1758 idem. In 1768 wijzigt de situatie: Arjen Heeres blijft pachter van Berlikum

f loreennummer 127 en 128, maar wordt eigenaar van de f loreennummers 128-

132, 135, 137 te Berlikum. Hij gebruikt zelf de f loreennummers 128, 135, 137 te

Berlikum. Hij blijft gebruiker van f loreen 114 te Berlikum met als eigenaren

Louw Martens erven. In 1778 zijn Arjen, Aechje (en Grietje) Heeres eigenaar

geworden van f loreennummer 126 (stem 5 groot 30 pondematen). Idem eigenaar

van een deel van f loreen 127 (8,5 pm van totaal 24 pondematen). Arjen blijft

alleen eigenaar van de f loreennummers 128-132, 135, 137 en wordt met zijn zussen

eigenaar Beetgum 114. Arjen gebruikt zelf f loreennummer 126, zijn oomzegger

Heere Sjoerds (zoon van Grietje Heeres), delen van f loreen 127, Arjen gebruikt

128, 131-132, 137. Heere Sjoerds f loreen 135 en f loreen 114 te Beetgum. In 1788 zijn

Arjen Heeres erven nog eigenaar van f loreen 126 en delen van f loreen 127, 128,

135, 137 en Beetgum 114. De rest is verkocht; Heere Sjoerds is geen gebruiker meer.

In 1798 is alle famliebezit verkocht, eerder in eigendom bij zijn moeder Fouw

Scheltes, zijn vader Heere Wybes en zijn oom Louw Martens (gehuwd met Trijntje

Wybes) en opgebouwd door zijn grootvader Wybe Heeres.

Arjen Heeres wordt vanaf 1741 aangeslagen in de personele kohieren van

Menaldumadeel, wonende te Berlikum: 1741: vermogen £1.966-13-6; 1742

vermogen £3000; tot en met 1781 (overlijden) wordt hij voor £3000 aangeslagen;

van 1782 tot en met 1793 zijn erven voor het zelfde bedrag. Arjen Heeres is

volgens de volkstelling van 1744 hoofd van een huishouding van 4 personen; hij

wil £6-6 vrijwillige belasting betalen. Arjen Heeres te Berlikum is volgens de

quotisatiekohieren van 1749 boer met een gezin van 3 volwassenen met een aanslag

van £70-11-0. Hij overlijdt op 13 januari 1782. Zijn erven, blijkens een collaterale

successie akte van 25 januari 1782,22 zijn: Heere Sjoerds te Berlikum, Arjen Sjoerds

te Enkhuizen, Pytter Sjoerds van Dokkumburg, woonachtig te Koog in Noord-

Holland, Jan Sybes en Freerk Dirks wegens hun moeder Aagje Heeres te Tietjerk.

De totale profijtelijke staat (positief saldo) is f7.014-9-8. Arjen Heeres blijkt voor

1/3 eigenaar te zijn van een sathe en landen met huizinge cum annexis, Marsma

zathe, gelegen onder Berlikum. Aagje Heeres en (de erven) Grietje Heeres zijn

elk ook voor 1/3 eigenaar. Gebruiker is Heere Sjoerds te Berlikum. Hiermee is de

af komst van de erfgenamen ook duidelijk: Heere Sjoerds, Arjen Sjoerds en Pytter

Sjoerds zijn zonen van Sjoerd Pieters en Grietje Heeres, Freerk Dirks en Jan Sybes

zijn zonen van Aechje Heeres uit respectievelijk haar eerste en tweede huwelijk.

22 MEN 148 43v, 44, 44v 25.01.1782.

Pytter Jans, koopman te Berlikum, is curator over de minderjarige kinderen

van Heere Sjoerds tot zij de leeftijd van 20 jaar hebben bereikt en curator over

de gehele boedel. Pieter Jans is zeer waarschijnlijk een zoon van Jan Symens en

Welmoed Douwes. Zijn vader is eerder gehuwd geweest met Dieuke Heeres, een

jong overleden zuster van Arjen, Aechje en Grietje Heeres. De nalatenschap van

Arjen Heeres bevat in 1782 nog een huizinge cum annexis te Berlikum in huur

bij Rintje Teekes. Op 15 november 1785 zijn curatoren bonorum: Rients Reinders,

Freerk Dirks (oomzegger en erfgenaam erf later), Heere Sjoerds (idem) en op 14

november 1786 Arjen Heidanus, huisman te Klooster Anjum (schoonzoon van

Freerk Dirks, gehuwd met Grietje Freerks (1755-1827)).

2) Dieuwke Heeres, [geb. Westernijkerk], wonende Westernijkerk (tot 1712), St. Jacobiparochie (1712-1731) en Klooster Anjum (1731-1735), overl. ald. ca. 1735,23 tr. Berlikum (att. van St. Jacobiparochie 9 febr. 1731) Jan Symens, geb. St. Jacobiparochie [ca. 1698], boer en ontvanger Klooster Anjum, wonende St. Jacobiparochie, Menaldum, Klooster Anjum en Berlikum, overl. ald. 1764 of 1765, zoon van Simon Minnes en Welmoed Cornelis. Jan Symens is in 1728 gebruiker van stem 3 te Klooster Anjum; idem boer te Klooster Anjum in 1749. Jan Symens tr. 1. Menaldum 4 febr. 1722 ( hij van Menaldum, zij van Klooster Anjum) Tietske Lammerts, wonende Klooster Anjum, overl. 1731; tr. 3. Berlikum ca. 1736 Welmoed Douwes, overl. Berlikum voor 10 mei 1773, dochter van Douwe Tammes, huisman, en Antie Martens (zij is weduwe van Symon Symonsz, overl. voor 1733).

3) Aechje Heeres, [geb. Westernijkerk ca. 1703], gedoopt te Leeuwarden op 6 maart 1737 r.k. statie Breedstraat (getuige mevrouw van Asbeck) als Agatha Heeres, dochter van Heere Wibes en Fou Scheltes, zie 1.

4) Grietje Heeres, geb. [Westernijkerk] v. 1712, doopsgezind ged. op belijdenis Heerenveen op 4 febr. 1735, wonende Westernijkerk, St. Jacobiparochie, Heerenveen en Enkhuizen, overl. voor 1778 , tr. St. Jacobiparochie 21 april 1734 (hij van Heerenveen, zij van St. Jacobiparochie) Sjoerd Pieters van Dokkumburg, doopsgezind voorganger, wonende Berlikum, Heerenveen en Enkhuizen. Uit de collaterale successie akte van broer Arjen Heres van 25 januari 1782

lezen we dat Grietje Heres, met haar overleden broer Arjen en zuster Aechje

Heres, elk 1/3 deel van de boerderij c.a. Marsma zathe te Berlikum bezitten.

In de f loreenkohieren van Berlikum van 1778 staat dat Heere, Pyter en Arjen

23 De ¼ erfenis van Heere Wybes (lees: Fouw Scheltes) in 1736 van zuster Aechje Heres

geeft een aanwijzing dat Dieuwke Heeres in (een groot deel van) 1735 nog in leven

is en meedeelt in de erfenis van haar moeder. Volgens Vleer, De Friese Wassenaars,

heeft Dieuwke Heres geen kinderen nagelaten. Ook zijn er geen curatoren

benoemd over mogelijke kinderen.

Page 52: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

100 101gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

Sjoerds ieder 1/9 deel van stem 5 bezitten, hun moeder Grietje Heeres zal dan

zijn overleden.

Sjoerd Pieters (van Dokkumburg) is doopsgezind voorganger te Berlikum van

1728-1731. Hij komt op 24 juli 1731 als leraar van de Doopsgezinde gemeente

in Heerenveen-Bovenknijpe. Hij vertrekt op 14 maart 1736 naar Enkhuizen.

Sjoerd Pieters schrijft Friese gedichten. Zijn eerste gemeente kan hem niet

vasthouden, omdat hij in Heerenveen een hoger traktement (300 goudguldens)

kan verdienen.24 Zoon Heere Sjoerds keert later terug naar Berlikum en is de

stamvader van de Berlikumer Dokkumburgs.

III

4. Wybe Heeres, mr. wagenmaker en huisman, overl. Berlikum na 14 jan. 1707, tr. Vrouwenparochie 11 juni 1654 (hij van Menaldum)5. Aechie Ariens, overl. Berlikum tussen 18 maart 1690 en 1 okt. 1700.Wybe Heeres koopt kort voor zijn huwelijk, op 17 januari 1654, een huis, schuur en

plaats te Menaldum van Trijn Willems, de weduwe van Sjoerd Wietses, voor 685

goudg.25 Wybe Heeres, mr. wagenmaker te Menaldum, koopt op 16 september 1662

circa een halve pondemaat land gelegen te Menaldum van Pieter Ruurds aldaar voor

270 goudg.26 Wybe Heeres en Aecht Ariens kopen op 29 mei 1666 2 pm bouwland

gelegen in 6 pm van Jacob Dirks te Tzum, in gebruik bij Dirk Jacobs. De verkoop

wordt geniaard door Abe Jacobs voor zijn vrouw Tjam Dirks.27 Wybbe Heeris,

wagenmaker te Menaldum, wordt op 6 november 1666 benoemd tot voogd over Pope,

oud 22 jaar, Marike, oud 21 jaar, en Repck, oud 17 jaar, weeskinderen van mr. Jan

Groenevelt, overleden te Menaldum, en Trijntje Hendricxdr.28 Wybe Heeres koopt

op 23 april 1667 4¾ pm land onder Berlikum voor 125 goudg. van jonker Willem

Allerts Clant.29 Idem 1 pm land te Marssum.30 Mr. Petrus Pibonus, Wybe Heeres,

mr. wagenmaker, en Aechie Arjens, syn wyf, kopen op 9 februari 1668 een huis

en smederij van Frans Lenarts, mede te Menaldum woonachtig.31 Wybe Heeres

mr. wagenmaker en Aegtie Ariens te Menaldum lenen op 16 december 1668 700

carg. van Pieter Gerrits en Reinu Dircks te Dronrijp. De lening wordt afgelost op

8 juni 1685. Wybe Heeres plaatst een handmerk.32 Wybe Heeres, mr. wagenmaker

24 Posthumus, Oh, dy Berltsumers!/Berltsumer minnisten 2.

25 MEN 16 249v 17.01.1654.

26 MEN 17 194v 16.09.1662.

27 MEN 17 285v 29.05.1666.

28 MEN 71 150v 06.11.1666.

29 MEN 17 314 23.04.1667.

30 MEN 17 314v 23.04.1667.

31 MEN 17 339v 09.02.1668.

32 MEN 133 185 16.12.1668.

Links op de kaart de Magere Weide of Zorgvliet (stem 4 Klooster Anjum) aan de opvaart naar de Botgoarre, de verbindingsvaart tussen noordelijk de Rie/Berlikumer Wijd en zuidelijk de Oude Meer, welke naar het oosten de Berlikumer vaart kruist en eindigt bij Maersma onder Berlikum. Van stem 4 kwamen Fouw Scheltes, haar vader Schelte Symens en zijn voorouders. Op Maersma woonden Wybe Heeres, Louw Martens en Arjen Heeres. Heere Wybes woonde, na zijn verblijf in Westernijkerk (1698-1712) tot zijn overlijden, noordwestelijk van Berlikum in het zuidoostelijk deel van St. Jacobiparochie.Bron: Kaartfragment Bernardus Schotanus à Sterringa uit het boek Skiednis fan Menameradiel, Ljouwert, 1972.

te Menaldum, en Maartie (!) Arjens kopen op 19 januari 1669 1 1/6 pm land onder

Marssum van Johan Harings.33 Wybe Heeres wordt op 17 mei 1669 als oom benoemd

tot curator divisiones over de kinderen van zijn overleden zwager Cornelis Ariens.

Wybe Heeres is volgens de autorisatie-akte oom, doopsgezind en wagenmaker te

Menaldum.34 Wybe Heeres is in 1670 gebruiker van de pastorielanden, stem 21 te

Menaldum. Gelijk aan f loreen 58, groot 31 pm, belast met 10 f loreen, groot 11.39.0

hectare. Wybe Heeres, mr. wagenmaker te Menaldum, koopt op 17 september 1678 3,5

pm land te Berlikum van Schelte en Aaltje Jacobs, erfgenamen van Reinu Cornelis

(hun moeder).35 Wybe Heeres, mr. wagenmaker, en mr. Petrus Pibonis, beiden te

Menaldum, verkopen op 7 december 1680 aan Jan Hylckes, mr. smid te Menaldum,

33 MEN 17 374v 19.01.1669.

34 BIL 27 35 17.05.1669.

35 MEN 19 51v 17.09.1678.

Page 53: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

102 103gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

een huizinge, schure en smidte cum annexis te Menaldum voor 844 goudg.36 Wybe

Heeres, mr. wagenmaker te Menaldum, koopt op 8 maart 1681 6 pm land te Berlikum

met ten oosten en zuiden Marten Jacobs Fennema, Haring Baukes ten westen, kerke

armelanden ten noorden, belast met 21 f loreen te Berlikum en 1 f loreen te Beetgum

van Marten Dirks Monnikhuis voor 143 goudg.37 Wybe Heeres verkoopt op 19 juni

1681 een huis en wagenmakerij te Menaldum, hij wonende te Berlikum, aan Pier

Hiddes, mr. wagenmaker, en Maycke Pyters e.l. te Marssum, voor 700 goudg.38 Wybe

Heeres te Berlikum cedeert en draagt over aan Tiaerd Douwes Heeringa, koopman te

Leeuwarden, 796 carg. en 10 stuivers volgens reversaalbrief in zake huistaxatie d.d. 27

april 1686 ten laste van pastoor Burema te Menaldum en de kerkvoogd. Geregistreerd

7 september 1685. Wybe Heeres tekent met handmerk.39 Wybe Heeres te Berlikum

koopt op 22 november 1687 vier pondematen land (niet de huizinge) gelegen op het

Zuid van Berlikum aan de Leeuwarder Vaart, met reed en drift over 7 pondematen de

kerkeraad van Berlikum toebehorende, belast met 2 f loreen, koper ten oosten, Nanne

Fennema ten zuiden, de Leeuwarder Vaart ten westen, van Salamon Geeles, oud-

deurwaarder der domeinen in Friesland, voor 75 goudg. van 28 stuivers. Betalinge

in 3 termijnen.40 Wybe Heeres en Aagie Ariens, echtelieden woonachtig onder het

ressort van het dorp Berlikum, kopen op 18 februari 1690 een huizinge, hovinge,

plantagie c.a. in het oost van Berlikum, Johannes Jarigs ten oosten, de dijk ten

zuiden, Willem Goytses en Douwe Jansen ten westen en de brede weg ten noorden

van Jouck Ages, weduwe van Fecke Jogchums te Berlikum, voor 737 carg. en 1 ducaton

voor de verkoopster. Betaling in drie termijnen in mei 1690, 1691, 1692.41 Wybe

Heeres, huisman te Berlikum, koopt 21 december 1697 een huizinge, hovinge, c.a.

te Berlikum van Teys Luitzens en Luitsen Teysses Westra, de straat ten zuiden en de

vaart ten noorden voor 963 goudg. Zijn echtgenote wordt niet (meer) genoemd. Gelet

op locatie is dit f loreennummer 138 in 1700.42 Wybe Heeres wordt op 29 november

1698 vermeld als naastligger ten oosten.43 Wybe Heeres is in 1698 gebruiker van het

stemnummer 6 te Berlikum, eigendom van de Staten van Friesland. Dit nummer

is gelijk aan f loreennummer 127 te Berlikum. Wybe Heeres, huisman te Berlikum,

koopt op 1 oktober 1700 een stuk bouwland, de koper ten oosten, groot 1,5 pm van

Hendrik Jansen, huisman, voor hemzelf en als man en voogd over Metje Joannes, syn

wijf, woonachtig onder Menaldum voor 150 goudg. Fiat consent na 3de proclamatie.44

36 MEN 19 113 07.12.1680.

37 MEN 19 130v 08.03.1681.

38 MEN 19 137 19.06.1681.

39 MEN 135 61v 07.09.1685.

40 MEN 99 117 22.11.1687.

41 MEN 98 177 18.02.1690.

42 MEN 22 191v 21.12.1690.

43 MEN 22 203v 29.11.1698 (onderste akte).

44 MEN 22 261 01.10.1700.

Wybe Heeres, weduwnaar, te Berlikum koopt op 1 oktober 1700 een stuk bouwland

van 1,5 pm gelegen op het Marsveen op het oost van Berlikum, de koper ten zuiden,

van Tietske Joannes, laatst weduwe van Seerp Pabes, woonachtig in de Schrans

buiten Leeuwarden.45 Wybe Heeres is in 1700 eigenaar/gebruiker of gebruiker van de

f loreennummers 126-138 te Berlikum totaal in gebruik 103,25 minus verhuurd Yme

Jetses 1,25 = 102 pondemaat. Hij heeft in eigendom 46,25 pondemaat; de rest (nummer

126 en 127) wordt gehuurd van de Staten van Friesland. De f loreennummers 126 en

127 komen overeen met de stemnummers 5 en 6 (dit laatste nummer wordt in 1698 al

gebruikt door Wybe Heeres). Deze beide nummers zijn zogenaamde ‘stathelanden’

en voor 1640 kloosterbezit,46 ‘Maersma’ genaamd, liggende in de zogenaamde

Mearsmen,47 aan of in het verlengde van de Oude Meer.48 Wybe Heeres zal gewoond

hebben op stem 6, in 1832 kadastraal gemeente Berlikum, sectie A nummer 948 en 949

huis en tuin. Volgens Posthumus stond de boerderij op een (huis-)terp, op de huidige

locatie ‘Wettertún’ en is die in de tweede helft van de 19de eeuw afgebroken. Wybe

Heeres is verder in 1700 nog eigenaar van f loreen 10 te Wier groot 4,75 pm; voor 1708

al verkocht aan Sjouk Jarings; dan eigenaar en bruiker en van f loreen 114 te Beetgum

groot 6 pm. Zijn bezit vererft naar zijn zoon Heere Wybes en zijn schoonzoon Louw

Martens (gehuwd met Trijntje Wybes) of wordt verkocht (f loreen 133 en 134 Berlikum

aan T.S. Gratama). Wybe Heeres betaalt in 1700 6 f loreen, 15 stuivers en 12 penningen

voor 6 morgen en 450 roeden waarschijnlijk gelegen in St. Jacobiparochie gelet op de

namen van de andere belastingplichtingen.49 Wybe Heeres wordt in 1701 voor 8000

gulden aangeslagen in het register van de kohieren van de 100e penning.50 Hij wordt

op 14 januari 1707 nog vermeld in Berlikum als naastligger ten oosten.51

Uit dit huwelijk:1) Heere Wybes, zie 2.2) Trijntje Wybes, geb. Menaldum, wonende Menaldum en Berlikum,

overl. ald. tussen mei 1739 en april 1740. Zij o.tr. Menaldum 29 mei 1701 (hij van Menaldum, zij van Berlikum; att. naar Berlikum) Louw Martens, landbouwer, overl. Berlikum tussen 1749/1751, zoon van Marten Harkes en Aaltje Louws te Menaldum.

45 MEN 22 261v 01.10.1700.

46 Nieuwland en Mol, Kleasterrekken 1606/1607 77, nummers 888 en 889. Zie ook het

artikel over de verkoping van kloostergoederen in dit Jierboek, nrs. 197 en 198.

47 Posthumus, Oh, dy Berltsumers!/Berltsumer minnisten (2).

48 Van der Meer, ‘Opnij de âlde fraach: Hwer lei ‘Camminghahunderi’?’, in Skiednis

fan Menameradiel 133, 134.

49 Tresoar, Staten van Friesland f loreenkohier 1700 Het Bildt inv.nr. 3223 fiche laatste

regel, 5e f iche.

50 www.mpaginae.nl/At/170hoostOH.htm.

51 MEN 23 281 14.01.1707.

Page 54: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

104 105gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

Volgens de personele kohieren van Tietjerksteradeel, Tietjerk 1739, erft Sybe Jans

(lees: zijn vrouw Aechje Heres, dochter van Heere Wybes) van Louw Martens vrouw

(is Trijntje Wybes), haar tante dus, £1166. Louw Martens is in 1708 gebruiker van

f loreen 126 (stem 5) en f loreen 127 (stem 6) Berlikum, eigenaar en gebruiker van

f loreen 128 en 137 te Berlikum als opvolger van zijn schoonvader Wybe Heres;

idem 1718 en 1728. In 1738 worden de f loreennummmers 126 (stem 5) en 127 (stem

6) gebruikt door Arjen Heeres, zijn oomzegger. Louw Martens is nog eigenaar van

de f loreennummers 128 en 137, beide ook in gebruik bij Arjen Heeres; idem 1748.

In 1758 zijn zijn erven eigenaar; Arjen Heeres blijft gebruiker van de genoemde

percelen. Louw Martens te Berlikum wordt in de personele goedschatting van

de gemeente Menaldumadeel als volgt aangeslagen: 1705 £2500; 1707 £2600; 1710

£2500; 1711 £2500; 1712 £2500; 1715 £4000; 1717 £4000; 1721 £4000; 1722 £4000 + 500

= £4500; 1723 £4500; 1724 £4500; 1726 £5500; 1733 £5500; 1741 £2000; 1742 £2000; 1743

£2000; 1744 £2000; 1745 £2000; 1748 £2000; 1749 £2000; 1751 erven Louw Martens

£2000; 1752 erven Louw Martens £2000; 1753 erven Louw Martens £2000; 1755

Louw Martens overleden £2000. De daling tussen 1733 en 1741 is het gevolg van

het overlijden van zijn vrouw Trijntje Wybes; Aechje Heres, één van de kinderen

van haar broer Heere Wybes, erft dan 1/3 van haar vermogen van £3500.52

Louw Martens is op 13 februari 1703 curator en verkoper met Jan Tjeerds over

de boedel en nalatenschap van Claas Jansen c.u.53 Louw Martens, huisman te

Berlikum, wordt op 25 februari 1707 als neef benoemd tot curator over personen

en goederen van Rimkje Harmens, oud 20 jaar, Antie Harmens, oud 15 jaar,

Siouckje Harmens, oud 14 jaar, en Imkje Harmens, oud 7 jaar, weeskinderen

van wijlen Harmen Romkes woonachtig te Vrouwenparochie en wijlen Aaf ke

Scheltes (dochter van tante Dieuke Louws en oom Schelte Jacobs), woonachtig

te Vrouwenparochie.54 Louw Martens te Berlikum is volgens de kohieren van

de personele goedschatting van de gemeente Menaldumadeel in 1722 voor 1/3

erfgenaam van Wybe Pytters weduwe te Menaldum. Wybe Pytters erven worden

in 1722 te Menaldum aangeslagen voor £1500. Van Trijnje Wybes en Louw Martens

zijn geen kinderen bekend.

6. Schelte Symens, geb. Klooster Anjum, landbouwer, overl. Rijperkerk (?) tussen mei 1719 en april 1720, tr. tussen juni 1667 en dec. 1669 7. Dieucke Pytters, wonende Slappeterp en Klooster Anjum, overl. voor 31 jan. 1688.

52 Personele kohieren Tietjerksterdeel voor 1768 aanwezig in het gemeentearchief

Tietjerksteradeel te Burgum: Aechje Heres erft £1.166-13-6, een derde deel van het

vermogen van tante Trijntje Wybes; de personele kohieren van Menaldumadeel

geven v.w.b. Arjen Heeres te Berlikum geen informatie.

53 MEN 23 240v 13.02.1703.

54 BIL 27 232 25.02.1707.

Schelte Symens koopt op 11 juni 1667 als vrijgezel bij Berlikum een huizinge,

plantagie cum annexis met Bastiaen Brandeliefs ten oosten en de dijk benoorden

met een grondpacht van 25 stuivers, van Wyger Johannes en Hanske Gerloffs te

Berlikum voor 340 goudg.,55 hij verkoopt ditzelfde huis c.a. op 21 dec. 1669 met zijn

vrouw Dieucke Pytters, dan wonende te Slappeterp, voor 250 goudg.56 Schelte Symens

koopt in 1684 uit een decretale verkoping huizinge, hovinge, bomen ende plantagie

met stem te Berlikum, laatst bewoond door wijlen Jacob Reyners en vrouw, met de

ontvanger Folckert Eernstes beoosten en de vaart benoorden, voor 650 goudg.57 In

1688 ruilt Schelte Symens, huisman te Klooster Anjum, die huizinge c.a. met Jan

Harmens voor een huis met loods c.a. te Berlikum welke hij nog datzelfde jaar

doorverkoopt aan kuiper Gerrit Idses en Welmoed Haenties.58 Op de ruil krijgt

Schelte 450 carg. toe en bij de verkoop van het tweede huis 325 goudg.

Schelte Symons erfgenamen zijn in 1698 voor 1/8 eigenaar van stem 7 te Schettens. 59

Schettens stem 7 is in 1688 gekocht door de broers Dirk en Claas Symens.

Dirk Symens overlijdt voor 1698 en zijn helft wordt als 4 x 1/8 toegevoegd aan

achtereenvolgens Claas Symens (wordt eigenaar voor 5/8), Grietie Symens (tr. Marten

Jans) 1/8, Jacob Symens 1/8 en de erven van Schelte Symens 1/8. In 1708 bezit Lysbeth

Clases, weduwe Claas Symens, nog zijn 5/8, Grietie Symens 1/8, Jacob Symens 1/8

en Schelte Symens erfgenamen 1/8. Echter in 1718 bezit Lysbeth Clases nog 4/8,

Marten Jans, weduwnaar Grietie Symens, 2/8 en Sytske Laeses Baerdt, weduwe Jacob

Symens, ook 2/8. De erfgenamen van Schelte Symens komen niet meer voor. Maar

in de proclamatieboeken van Wonseradeel komt geen verkoop van hun 1/8 deel aan

de overige erfgenamen voor, wel een verkoop van 27 november 1716 die genoemde

verdeling van 1718 bevestigt.

Schelte Symens is in 1700 eigenaar van f loreen 16 te Ried (Ype Feddes gebruiker, groot

7 pondemaat, belast met 1140 f loreen, De Oude Meir ten zuiden; in 1848 kadastraal

gemeente Ried sectie A 175a, 176a, f loreennummer 16 groot 2.92.90 hectare). In 1708 is

Schelte Symens eigenaar; gebruiker is Jacob Jansen, belast met 1 f loreen en 14 stuivers.

In 1718 is Schelte Symens eigenaar, Hans Reins gebruiker; ten oosten Glinstra, ten

zuiden de Oude Meer, ten westen Goslinga, ten noorden onleesbaar, belast met

1 f loreen 14 stuivers. In 1728 is Symon Scheltes eigenaar van die 7 pondematen,

gebruiker Baucke Jacobs; ten oosten juffr. Glinstra, ten zuiden de Oude Meer, ten

westen Goslinga en ten noorden onleesbaar. In 1738 zijn de erven Goslinga eigenaar

van de 7 pondematen geworden, Baucke Jacobs gebruiker; ten oosten ‘Suffridus’

Glinstra, ten zuiden de Oude Meer, ten westen de heer Goslinga erven, ten noorden

55 MEN 17 322 11.06.1667.

56 MEN 18 283v 21.12.1669.

57 HvF III21 232; vriendelijke mededeling de heer Y. Brouwers te Leeuwarden

06.05.2018.

58 MEN 99 123v, 146, 146v, 31.01.1688 en 27.11.1688.

59 Anema, ‘Lambsma’ 217; HISGIS Schettens stem nr. 7.

Page 55: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

106 107gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

onleesbaar; nog steeds belast met 1 f loreen en 14 stuivers. Blijkens de reëelkohieren

van Ried is de heer grietman S. van Goslinga in 1731 eigenaar van de zeven pondemaat,

belast met 1½ f loreen, onder de plaats met nummer 3 ‘gecomprehendeert’. Hij had dat

in 1730 gekocht van Symon Scheltes, schoenmaker te Stiens.

Schelte Symons is in 1698 gebruiker van stem Dronrijp 44 (f loreennummer 40);

idem in 1700 gebruiker van hetzelfde f loreennummer, groot 40 pm, belast met 8-14-

0 f loreen. Eigenaar is de Patroon van Dronrijp, hebbende de Poelsteropvaart ten

oosten. In 1708 is hij daar geen gebruiker meer; kadastraal 1832 groot 14.69.00 hectare

gemeente Dronrijp sectie B 61-65, 72-73, 76-77, 80-82, 96. B 63 is huis en erf; B 72 tuin.

Eigenaar in 1832 is Van Haarsma Buma te Weidum. Adres 2016: Puoldyk 64 9034

VC Dronrijp. Deze Schelte Symens wordt in het voorjaar van 1705 te Dronrijp voor

£3000 aangeslagen in de personele goedschatting. In het volgende belastingkohier

van 1707 ontbreekt hij. Schelte Simons wordt in 1701 in Menaldumadeel voor 4000

guldens aangeslagen voor de 100ste penning.60

Schelte Symens is in 1708 boer; eigenaar en gebruiker van Miedum 11 (vogelkooi

zonder land en huis) en Rijperkerk 19 (de Zwarte Kooi). In 1698 is Johannes van

Lennep, advocaat, (gehuwd in 1673 met Anna de Blocq van Scheltinga, overleden

1707), eigenaar van stem 11 te Miedum, Dirk Pieters is gebruiker. De Zwarte Kooi

is volgens de Schotanusatlas van 1685 al ‘verdestrueert’. Deze had in beide dorpen

voorheen een stem: Miedum nummer 11 in Leeuwarderadeel en Rijperkerk nummer

19 in Tietjerksteradeel.61 Van Lennep moet zijn bezit hebben verkocht aan Sjuk

van Burmania te Hallum. Vervolgens koopt Schelte Symens te Berlikum een

stemdragende zathe en landen, gelegen aan de ‘Swarte wegh’, begerechtigd met twee

stemmen, de ene te Miedum en de andere te Rijperkerk, genaamd ‘de Swarte Koy’,

groot 56 pm, 5 einsen, 18 penningen, 4 roeden en 1 voet, volgens meting door een

gezworen landmeter, thans door Jacob Douwes gebruikt, bezwaard met drie oorden

f loreen en met Petri en Mei nog drie jaar huur aan voornoemde meier, doende

te huur f1166 en een half ‘kijntien rood booter’ per jaar; de huizinge, schuur etc.

zullen in de koop der landen versmelten; de koper heeft het recht de landen tussen

augustus en oktober te laten opmeten; gekocht van Sjuk van Burmania, generale

ontvanger van Ferwerderadeel, residerende te Hallum, iedere pondemaat voor f367,

te voldoen in drie termijnen op mei 1705, 1706 en 1707; het strijkgeld mag gekort

worden in de derde termijn. Geproclameerd 22 juni, 13 juli en 7 september 1705,

consent verleend.62 Schelte Symens is in 1718 eigenaar van stem 19 te Rijperkerk en

stem 11 te Miedum; gebruiker is Jacob Sickes.

In de reëelkohieren van Tietjerksteradeel wordt Schelte Symens vanaf 1711 (het jaar

van het oudste reëelkohier) vermeld, in 1711 als eigenaar en gebruiker. In 1713 is

60 www.mpaginae/At/1701hoogstOH.htm.

61 Nieuwland, P. E-mail 23.11.2015.

62 TIE 58 16 07.09.1705; proclamatie verstrekt door de heer P. Nieuwland te

Hurdegaryp 07.12.2015.

Gerrit Daniels gebruiker en van 1714-1721 Jacob Sickes. Schelte Symens wordt in 1719

voor het laatst vermeld als eigenaar, in 1720-1723 zijn erven. In 1722 is Heere Wybes,

de echtgenoot van dochter Fouw Scheltes, gebruiker en in 1723 Dirk Harkes. Schelte

Symens zal dus overleden zijn tussen mei 1719 en april 1720, omdat de ingangsdatum

van de kohieren mei van het betreffende belastingjaar was.63 In 1724 is Freerk Dirx,

die dat jaar deze dubbelstem had gekocht, eigenaar en Dirk Harkes nog gebruiker.

Schelte Symens te Rijperkerk staat in de personele kohieren van Tietjerksteradeel in

1712 genoteerd met een vermogen van £3000, gelijk aan de hoogte van zijn aanslag in

Dronrijp. Hij wordt vermeld tot en met 1718 met dan nog een vermogen van £2100;

het kohier van 1719 ontbreekt; in de jaren 1720-1722 worden zijn erven genoemd.64

Schelte Symens is in 1718 volgens de reëelkohieren van 1718 van Berlikum eigenaar van

nummer 196 3 pm los land met gebruiker Sjoerd Pytters te Berlikum; idem in 1720 en

1721 dan genummerd als 195. In 1722 zijn erven: ‘nu Augustinus Pytters eigenaar’. In

1723 en 1724 is Sjoerd Pytters nog gebruiker. Vanaf 1726-1735 Fokle Palses. Reëelnummer

196 in 1718 is gelijk aan f loreennummer 221. Secretaris Blijdenstein en Sjoerd Pytters

‘sampt Schelte Symons’ voor 3 pm, belast hierin met één f loreen en 5 stuivers, zijn

eigenaren van een perceel groot 73½ pm, liggende te Menaldum. De naastliggers

zijn grietman Camstra ten oosten en Schelte Symens ten westen. Gebruiker is Sjoerd

Pytters. Schelte Symens is als westelijke naastligger niet te traceren. Wel de beide

andere eigenaren. Het bezit van 3 pm zal waarschijnlijk ingeklemd zijn geweest

binnen het grote perceel van 73½ pm. In 1728 is juffer Agnes Alida Huber eigenaar van

het gehele perceel, Fokele Palses gebruiker en zijn de naastliggers grietman Camstra

erven ten oosten en Schelte Symens erven ten westen. In 1708 is bode Heeringa nom.

uxore eigenaar, en gebruiker Pabe Tjeerds, verder als 1718; idem in 1700 maar dan

Geiske Louws gebruikster. De f loreenbelasting blijft ongewijzigd 3-22-10. Het perceel

van 73½ pm bestaat volgens HISGIS uit twee delen; het noordelijk deel grenst ten

noorden aan het Berlikumer Wijd en ten zuiden aan de weg Berlikum-Ried. Het

zuidelijke deel ligt oostelijk van Klooster Anjum f loreen 7 (stem 5) en zuidelijk grenst

het perceel aan de Meerswal. De 3 pm van Schelte Symens is af komstig van zijn moeder

die hier (benoorden de Oude Meer) in 1685 al 2 pm bezat en er 1 pm bijkocht. In ieder

geval grenst het bezit van Blijdenstein c.s. westelijk aan het bezit van de eigenaren

van de Magere Weide, Klooster Anjum stem 4. Onderzoek wijst uit dat Augustinus

Pyters de 3 pm niet gekocht heeft in de periode 1721-1725, maar in 1713 gehuwd is met

Antje Scheltes, die dus een dochter moet zijn van Schelte Symens. Die is dus rond 1720

overleden (zie ook bij broer Symen Scheltes). Uit de reëelkohieren van Berlikum blijkt

dat Schelte Symens eigenaar is van de 3 pm, maar hij wordt nergens als bewoner in

deze reëelkohieren vermeld; hij moet dus elders hebben gewoond.65

63 GA Tietjerksteradeel reëelkohieren 1711-1805.

64 GA Tietjerksteradeel personele kohieren 1712-1790.

65 De ontbrekende reëelkohieren in Tresoar zijn geraadpleegd in het gemeentearchief

van Menameradiel.

Page 56: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

108 109gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

Vererving. Zijn bezit vererft als volgt: Floreen 16 te Ried wordt in 1730 verkocht

door zijn bewezen zoon Symen Scheltes (Symen Scheltes erft in 1737 van zijn nicht

Grietie, dochter van Jacob Symens, een broer van Schelte Symens). Reëelnummer

196/f loreennummer 221 te Berlikum, af komstig van Grietie Dircks, moet geërfd zijn

door Antje Scheltes, echtgenote van Augustinus Pyters. Opmerkelijk is ook dat pas

na het overlijden van Schelte Symens, rond 1720, Antje Scheltes (vertegenwoordigd

door haar derde echtgenoot Augustinus Pyters) en zoon Symen Scheltes in de

kohieren verschijnen. Fouw Scheltes erft in 1720 en verkoopt in 1724 het bezit in

Rijperkerk stem 19.

Vernoeming: Antje Scheltes heeft een eerste dochter Dieuke en Fouw Scheltes ook,

vernoemd naar moeder Dieucke Pytters. Fouw Scheltes heeft ook nog een dochter

Grietje, die vernoemd zal zijn naar de moeder van Schelte Symens, Grietje Dircks.

Chronologie: De dissonant in genoemde chronologische opsomming is de

vermelding dat Schelte Symens’ erfgenamen in 1698 voor 1/8 eigendom zijn van

Schettens stem 7.

Op basis van de vererving, vernoeming en chronologie lijkt mij de conclusie

gerechtvaardigd dat Symen Scheltes niet voor 1698 overleden is, maar rond 1720 in

Rijperkerk. De opstellers van de stemkohieren in 1698 in het ‘verre’ Wonseradeel zijn

niet exact op de hoogte geweest van de eigendomsverhoudingen van de eigenaars,

wonende in en rondom Klooster Anjum in Menaldumadeel.

Waarschijnlijk heeft in de familie vóór 1698 al een boedelscheiding plaatsgevonden,

die niet correct is overgenomen in de stemkohieren. Verdere voorbeelden van

onjuiste vermeldingen in de Wonseradeelse kohieren zijn: 1) Grietje Symens woont

volgens het stemkohier in 1698 nog in Berlikum, wat pertinent onjuist is. Zij is

dan al gehuwd met Marten Jans en woont te Minnertsga. 2) In de Wonseradeelse

reëelkohieren is Lysbeth Clases in 1718 de enige eigenaar van stem 7 te Schettens, wat

niet strookt met de eerder genoemde verdeling volgens de stemkohieren in 1718.66

3) Ook laat Grietje Baerdt (dochter van Jacob Symens, broer van Schelte Symens) in

1748 7/8 part na van Schettens stem 7.67 Haar man, ds. S. Arnoldi, bezit het overige

1/8 part volgens de afwikkeling van haar testament. De stem- en f loreenkohieren

vermelden in 1748-1768 dat Symen Martens en ds. Arnoldi te Berlikum elk de helft

bezitten. Mijn conclusie is dat de eigendomsverdeling, waar mogelijk, in meerdere

bronnen moet worden gecontroleerd. Deze conclusie sluit aan bij die van D.J. van

der Meer in zijn artikel ‘Opnij de âlde fraach: Hwer lei ‘Cammingehunderi’?’. Ik

citeer: ‘Nûmer 5 fan it stimkohier fan 1640 is nou nr. 4 fan it stimkohier fan 1698.

En itselde kin sein wurde fan nr. 4 fan it stimkohier fan 1640. Dat is nr. 5 yn 1698.

Binne de stimkohieren dus net bitrouber? Moat de minsken fan de lokale skiednis

en de genealogy de skrik nou yn de skonken slaen? Né, dat hoecht net, hwant by myn

66 Onderzoek reëel- en personele kohieren Wonseradeel, maart 2016 in Streekarchief

Noordoost Fryslân (tijdelijke archief locatie Nedergerecht Wonseradeel).

67 HvF EEE8 235v-238 26.06.1748

ûnderfinings yn fiif gritenijen fan Westergoa, is dit it earste gefal dat der wat mis is.

Wol is de werjefte fan it namme-materiaal fan de kohieren lang net krekt. Dat is nei hwat

ûndersyk yn hûnderten gefallen bewysber. Dêr moat men wol rekken mei hâlde.’68

Uit dit huwelijk:1) Antje Scheltes, geb. Slappeterp (?), overl. voor 1737, tr. 1. Menaldum

(derde procl. Menaldum 22 sept. 1689, beiden van Menaldum) Hendrick Jansen; tr. 2. Menaldum 1693 (beiden van Menaldum) Folckert Nannes; tr. 3. Menaldum 12 maart 1713 (hij van Marssum, zij van Menaldum) Augustinus Pytters, overl. voor 1737.Antje Scheltes en Folckert Nannes doen beiden op 9 september 1694 belijdenis

te Menaldum.69 Folckert Nannes komt van 1705-1711 voor in de kohieren van

de personele goedschatting van Menaldum met een vermogen van £600. Hij

verklaart in 1711 onder ede ‘niets te bezitten’ en ontbreekt vanaf 1712 in die

kohieren.70

Uit het tweede huwelijk zijn drie kinderen geboren: Dieucke Folckerts,

gedoopt augustus 1696, Tettie Folckerts, gedoopt 22 januari 1699 en Hendrikje

Folckerts, gedoopt 26 maart 1702, allen te Menaldum.

Augustinus Pytters blijkt volgens de reëelkohieren van Berlikum van 1725

eigenaar te zijn van nummer 193, 3 pm losse landen, als opvolger van Schelte

Symens in 1720 en 1718. Fokle Palses is in 1725 huurder. In 1726 is Augustinus

Pytters nog eigenaar van nummer 193 en Fokle Palses bruiker. In het

eerstevolgende reëelkohier van Berlikum van 1737 is juffer A.A. Huber eigenaar

en Fokle Palses nog huurder. Het perceel land doet 1 f loreen en is naar nummer

22 gebracht. Helaas ontbreken de proclamatieboeken van Menaldumadeel

van 1726-1738. De aankoop door juffer Huber van Augustinus Pytters en/

of Antje Scheltes valt niet te achterhalen. Augustinus Pytters, woonachtig

in 1713 te Marssum, komt niet meer voor in de reëelkohieren van Marssum

van 1714 tot en met 1721 en 1737, noch in de personele kohieren van 1715 tot

en met 1733. Bijna alle inwoners van Marssum, uitgezonderd de bewoners van

de armenkamers en diaconiewoningen, worden in de reëelkohieren genoemd.

Mogelijk heeft Augustinus Pytters een dergelijk onderkomen gehad. In de

volkstelling van 1744 en de quotisatiekohieren van 1749 komt hij ook niet (meer)

voor. Waarschijnlijk is hij voor 1737 overleden.71

2) Symen Scheltes, geb. Klooster Anjum (?), schoenmaker en rentenier, ongeh. overl. [Stiens] ca. 1749.

68 Van der Meer, ‘Opnij de âlde fraach; Hwer lei ‘Cammingehunderi’?’ in Skiednis fan

Menameradiel 133.

69 Antje Scheltes, van doopsgezinde huize, kan eerder al op belijdenis gereformeerd

gedoopt zijn in Berlikum. Helaas ontbreken de Berlikumer DTBL-boeken tot 1772.

70 Nieuwland, Persoonsgegevens Tietjerksteradeel, nu onderdeel van AlleFriezen.

71 Onderzoek gemeentearchief Menameradiel 18.05.2016.

Page 57: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

110 111gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

Symen Scheltes is met ingang van 1721 huurder van een huis nummer 183 van

Pytter Janssen te Berlikum. Idem in 1722 (vernummerd tot 181) en 1723. Dit is

de eerste keer dat Symen Scheltes voorkomt in de reëelkohieren van Berlikum.

Waarschijnlijk heeft hij bij zijn vader ingewoond (mogelijk ook in Rijperkerk)

en is zijn vader rond 1720 overleden en heeft Symen Scheltes zelfstandig

onderdak gezocht. Symen Scheltes, wonende te Berlikum, koopt op 1 november

1721 ‘sekere huisinge met ledige plaats’ achter het vermaanhuis cum annexis

met de spijskamersborden, bedsplanken en ‘ijseren standerd’ te Berlikum,

bezwaard met 7 f loreen. Naastliggers: Dirk Jarigs ten oosten, Corsje Pytters ten

westen, de gemene straat ten zuiden en de vaart ten noorden; in koop bekomen

van Dirk Hendriks cum uxore binnen Franeker; 1ste proclamatie 1 november;

2de proclamatie 18 november en de 3de proclamatie 16 december 1721.72 Dit is

de eerste keer dat Symen Scheltes voorkomt in de proclamatieboeken. Deze

aankoop wordt niet gefiatteerd; Symen Scheltes blijft huurder. Jonkheer Sicco

van Goslinga (Herbaijum 1664-12 oktober 1731) koopt op 26 januari 1730 van

Symen Scheltes, schoenmaker te Stiens, 7 pondematen bouwland, gelegen

onder het dorp Ried, belast met één f loreen 14 stuivers, in gebruik bij Baucke

Jacobs voor 572 goudg. en 7 stuivers.73 Grytie Baard, dochter van Symens oom

Jacob Symens, bedenkt bij testament van 30 mei 1737 haar neef Symen Scheltes

met een jaarlijkse uitkering van 70 carg. tot zijn dood.74 Symen Scheltes komt

voor het eerst voor in Stiens in de reëelkohieren van 1748 op nummer 20 als

gebruiker met huurwaarde van 12 carg. en een aanslag van £2-3-10; eigenaar

Tjeerd Pytters. De reëelkohieren van Stiens nummers 5 tot en met 20 worden

van 1725-1747 onder de pastorie gerubriceerd zonder nadere specificaties. In het

eerstvolgende kohier van 1750 woont op nummer 20 Rommert Gerrits weduwe.

In de speciekohieren van 1749 wordt Symen aangeslagen voor een half hoofd

en één schoorsteen.75 De speciekohieren bevatten geen lijst van vertrokken

personen in 1749. In de quotisatiekohieren van 1749 wordt hij vermeld als

alleenstaand, van beroep rentenier, met een aanslag van £11-12. Waarschijnlijk

is hij rond 1749 overleden. Hij komt niet voor in de proclamatieboeken van

Leeuwarderadeel en blijkbaar is zijn nalatenschap lager geweest dan £500,

de aanslaggrens voor de collaterale successie. Mogelijk is hij vanaf 1724/1725

huurder geweest in Stiens en waarschijnlijk verder niet te traceren.

3) Fouw Scheltes, zie 3.

72 MEN 24 99v, 100 01.11.1721.

73 FRL 101 109, 109v, 110 26.01.1730.

74 HvF EEE8 235v 30.05.1737.

75 Speciekohieren Stiens 1749 blad 2.

IV

12. Symen Scheltes, geb. Klooster Anjum, wonende Klooster Anjum, landbouwer, overl. ald. op 31 juli 1665,76 tr.13. Grytie Dircks, landbouwerse, wonende Klooster Anjum, overl. na 26 mei 1685. 77

Symen Scheltes is in 1654 curator over de wezen van zijn broer Jacob Scheltes.78

Symen Scheltes is eigenerfde landbouwer op de Magere Weyde te Klooster Anjum

(stem 4), aanvankelijk samen met zijn moeder.79 1660: Symen Scheltes in het Anjumer

Klooster koopt een huizing aldaar van de erven van Lenert Dirks en Grietje Tymens

voor f166.80

Grytie Dircks wordt vermeld als landbouwerse op de Magere Weyde in 1670, vermeld

als weduwe in 1670 en 1678. Grietie Symens, weduwe van Symon Scheltes, woonachtig

in het Anjumer Klooster koopt op 26 mei 1685 een pondemaat landts gelegen bij

Berlikum in een stuk groot 3 pondemaat, waarvan zij zelf al 2 pondematen bezit,

de 3 pm belast met 33 stuivers f loreenlasten, voor 50 goudg. van 28 stuivers per stuk

van Taeko Iskes, vrijgezel te Workum. Naastliggers: Folkert Gerrits ten oosten,

Oude Meer ten zuiden, Sybe Wiggers als huurder ten westen en Rynsch Pytters ten

noorden.81

Voor de hogere kwartieren van Symen Scheltes verwijs ik naar de publicaties van

Anema (Lambsma) en Schutte en Brouwers (Van der Mey).

Wel is vermeldenswaard dat de familiebijbels Heringa (noot 76) aanvullende

biografische gegevens bevatten over de vader van Symen Scheltes,82 diens eerste

echtgenote Tiets Wybrens83 en zijn broers Jacob84 en Claas Scheltes.85

76 Overlijdensdatum ontleend aan familiebijbels Heringa, genealogisch dossier

Heringa in HCL Leeuwarden. Folkert Jans Heringa stamt af van Wybren Scheltes,

zoon van Schelte Reiners en Tiets Wybrens.

77 De gegevens van de kwartieren 12 en 13 zijn, tenzij anders vermeld, ontleend aan

het onderzoek van de heren Schutte en Brouwers, ‘Van der Mey in parentelen’, GJB

2009 281 e.v.

78 BIL 26 1654.

79 Anema, ‘Lambsma, parenteel van Symen Scheltes’, 218, 219.

80 MEN 16 341v 1660.

81 MEN 99 51v 26.05.1685.

82 Overleden Klooster Anjum 13.01.1630, 68 jaar oud.

83 Overleden Klooster Anjum 26.12.1606.

84 Geboren rond 1611 en verongelukt te St. Annaparochie 26.06.1647 door een op hol

geslagen paard met wagen.

85 Overleden 19.11.1638 oud 25½ jaar.

Page 58: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

112 113gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

B Parenteel van Aechje Heres tot 1811

In deze parenteel zijn de kinderen en kleinkinderen van Aechje Heres volledig uitgewerkt. Haar achterkleinkinderen zijn opgenomen tot 1811 en, voor zover ze nog in leven waren, met familienamen genoteerd.86

I. Aechje Heres, geb. [Westernijkerk] ca. 1703, boerin te Tietjerk, gebruiker van stem 2 Tietjerk 1768-1788, overl. ald. op de Kleinegeest tussen juni 1788 en juni 1789, tr. 1. Giekerk 28 nov. 1723 Dirk Sybrens, overleden op de Kleinegeest tussen juli 1733 en mei 1734; tr. 2. Leeuwarden, r.k. statie Breedstraat 27 april 1737 Sybe Jans.Uit haar eerste huwelijk:1. Freerk Dirks, volgt II-a.2. Dieuke Dirks , volgt II-b.3. Fouw Dirks, volgt II-c.Uit haar tweede huwelijk:4. Dieuke Sybes Kooistra, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged.

Leeuwarden 24 nov. 1735 (r.k. statie Breedstraat, vader Sibe Jans, moeder Agatha Heerens, doopsgezind, getuige Beetske Jans), renteniersche (1815), overl. Huizum 22 jan. 1815 in de huizing no. 110, tr. Leeuwarden (r.k. statie Breedstraat) 19 april 1771 / (geref.) Tietjerk 21 april 1771 (hij van Huizum, zij van Tietjerk) Cornelis Sybrens, ged. Leeuwarden 31 juli 1744 (r.k. statie Breedstraat, getuige Trientie Laurens), overl. [Huizum] voor 24 mei 1813, zoon van Sybren Piers (1749: gering boer Marrum) en Tietje Sickes.Op 24 mei 1813 maakt Dieuke Sybes, renteniersche, wonende aan de Schrans

onder Huizum, weduwe Cornelis Sybrens, haar testament op bij notaris G.

Wilhelmij te Bergum.87 De erf laatster legateert aan Freerkje Sijmens Stienstra,

‘dochter van mijn half broeders zoon Symen Freerk Stienstra, Lipkje Durks,

echte huisvrouw van mijn half broeders zoon Sybe Freerks Roorda, Trijntje

Gerbens, echte huisvouw van mijn half broeders zoon Folkert Freerks Roorda,

mijn half broeders dochter Aagje Freerks en Jantje Pieters, echte huisvrouw

van mijn half broeders zoon Arjen Freerks, tesamen mijn lijfdracht, met

uitsluitinge van goud en zilver. Verder aan mijn halfzuster Dieuke Durks,

weduwe van Tjeerd Sybes, een som van 630 franken (drie honderd guldens),

aan Elbrig Sybes, mijn volle zuster, het vruchtgebruik van alle mijn verdere

goederen gedurende haar verdere leven en ontsla haar van de verplichting om

86 Van de nakomelingen van Sybe Jans huwen 3 kinderen, waarvan twee met

Nederlandse Hervormde partners. Zij zorgen voor slechts één nakomeling, die jong

is overleden.

87 Notarieel archief Bergum G. Wilhelmij 012006/00139 24.05.1813.

borg te stellen’. Het overige na aftrek van schulden en legaten vermaakt zij

gelijkelijk aan de kinderen van half broer Freerk Durks en halfzuster Dieuke

Durks. Tot executeurs-testamentair worden benoemd Pieter Tjeerds Veninga,

veenbaas te Hardegarijp, en Sybe Freerks Roorda, huisman te Stiens. Zij krijgen

als vergoeding en als blijk van vriendschap elk 105 franken (50 gulden).

Ondertekening van de weesakte van 1 sept. 1735 door Sijebe Yans en Achtje Heeres

Uit dit huwelijk: 1) Tietje Cornelis, ged. Leeuwarden 28 april 1773 (r.k. statie

Breedstraat, getuige Tietje Siberens), jong overleden.5. Heere Sybes, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged. Leeuwarden

4 jan. 1738 (r.k. statie Breedstraat, getuige Jan Jansens), overl. Kleinegeest onder Tietjerk in 1771 of 1772.

6. Elbrich Sybes, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged. Leeuwarden op 14 jan. 1739 (r.k. statie Over de Koornmarkt, doopnaam Alberica, getuige Jeltie Hillbrants), boerin en renteniersche, wonende Kleinegeest onder Tietjerk (1739-1805) en Rijperkerk (v. 1811-1828), overl. ald. 8 mei 1828 in haar huis, nummer 45, tr. Tietjerk 25 april 1790 Oege Aukes, geb. Sijbrandahuis april 1743, ged. op belijdenis Giekerk 21 mei 1786, overl. 1801 Kleinegeest onder Tietjerk, zoon van Auke Oeges en Trijntje Piebes. Oege Aukes tr. 1. Oenkerk 30 juni 1771 (hij van Tietjerk, zij van Giekerk) Trijntje Willems.Elbrich Sybes woont volgens de speciekohieren in 1801 als weduwe en boerin

op Tietjerk 20 tot en met 1805. Zij betaalt voor 1 schoorsteen, heeft gemiddeld

11 koeien en 6 rieren en 3 paarden. Zij woont in 1811 in Rijperkerk alwaar zij ook

overlijdt. Elbrich Sybes maakt haar laatste testament op 17 december 1825 bij

notaris Wilhelmij te Bergum.88 Zij benoemt als enige en algemene erfgenamen

de kinderen van haar overleden halfzuster Dieuwke Dirks met name Pieter,

Durk, Harke, Arjen, Sybe en Trijntje Tjeerds Veninga en de kinderen van

wijlen hun zuster Dieuwke Tjeerd Veninga elk 1/7 deel. In het bijzonder krijgt

Trijntje Tjeerds Veninga haar gouden oorijzer en Tjeerd Durks, en na hem zijn

zoon Durk Tjeerds Veninga, voor de helft en Elbrig Harkes Veninga voor de

andere helft de door de testatrice bewoonde woning nummer 45 te Rijperkerk.

88 Notarieel archief Bergum G. Wilhelmij 012018/00127 17.12.1825.

Page 59: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

114 115gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

Jan Sybes Roorda en Aagje Jans te Giekerk krijgen elk 100 gulden, zo ook de in

leven zijnde kinderen van half broer Freerk Durks.

De familie, te beginnen met Sybren Dirks in 1713, heeft ongeveer 95 jaar

geboerd op de ‘pleats’ waar in 2010 Durk en Tryntsje Castelein-Riemersma

boerden, Lytse Geast 81. Bij een brand op 13 maart 1930 ging de vorige boerderij

uit 1876 verloren.89 In 1811 neemt Gerrit Andries Kooistra (Tietjerk 29 juni 1753

– 11 juli 1828) de familienaam Kooistra aan, wonende op f loreen 26 (stem 2) te

Tietjerk, als waarschijnlijke directe opvolger van Elbrich Sybes weduwe Oege

Aukes, op deze kooiboerderij. In 1818 is diens zoon Andries Gerrit Kooistra

gebruiker van f loreen 26, een zathe lands groot 150 pondematen, hebbende

Gerrit A. Kooistra (zijn vader) ten oosten en zuiden, de oude Lune ten westen

en Hendrik G. Kooistra (zijn broer) ten noorden belast met zeven en een half

f loreen.

Oege Aukes is boer te Tietjerk (1771), Giekerk (1778, 1790). Hij gaat op 9

november 1791 met attestatie naar de hervormde gemeente Suawoude-Tietjerk;

stemkohier: 1778, 1788 gebruiker Giekerk 9; speciekohier: 1767 Oenkerk 38

(heeft gediend); 1769 dient, 1772 Giekerk 2 (heeft gediend); in 1790 naar Tietjerk

20; personele kohier 1774 £320 van vader, 1790 woont te Tietjerk, aldaar nog

vermeld in 1794. Oege Aukes is in 1798 gebruiker van f loreen 26 (is stem 2) van

Tietjerk als opvolger van zijn schoonmoeder Aechje Heres, de weduwe van Sybe

Jans. De zathe is dan gekrompen van 165 pm naar 150 pm.90 In de f loreen- en

speciekohieren is aangetekend dat Oege Aukes in 1801 is overleden. Hij wordt in

1795 vermeld als kooiker op de kooi bij stem 2 te Lytse Geast onder Tietjerk, de

huidige Casteleinskoai van It Fryske Gea. Oege Aukes is mede-ondertekenaar

van een verzoek aan de provinciale overheid om het oude jaagverbod binnen

400 roeden van de kooien te erkennen.91 Oege Aukes is in 1774 erfgenaam van

Pietje Jans.

7. Trientje Sybes, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged. Leeuwarden 31 maart 1741 (r.k. statie Breedstraat, doopnaam Catharina, getuige Jeltje Hillebrandts), overleden na 1749.Volgens de quotisatiekohieren zijn er 4 kinderen onder de 12 jaar; dit zijn

Heere, Elbrich, Trientje en Jan Sybes. Van Trientje (Trijntje, Catharina) is geen

huwelijk of andere vermelding gevonden.

8. Jan Sybes, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged. Leeuwarden 21 april 1747 (r.k. statie Breedstraat, doopnaam Joannes, eerste getuige Hillebrand Claesses, tweede getuige Dieuwke Roukes), landbouwer, overl. Marrum tussen 5 juli 1800 en juni 1801, tr. Tietjerk 7 mei

89 De Vries-van der Werff, De geast fan ’e Lytse Geast, 190, 191.

90 TIE 109 422 07.06.1777 (huurcontract).

91 Sheet lezing Gerard Mast Archeologische Wurkferbân fan de Fryske Akademy

29.09.2016.

1786 (hij van Tietjerk, zij van Jelsum) Trijntje Klazes Hoekstra, geb. Jelsum 28 okt. 1750, overl. Marrum 8 nov. 1801, dochter van Claes Atzes en Grietje Sjoerds.Jan Sybes is lasthebber van zijn moeder en erfgenaam van (zijn oom) Arien

Heres.92 Jan Sybes is in 1797 (start speciekohieren Ferwerderadeel) landbouwer

te Marrum met gemiddeld 10 koeien, 5 rieren, circa 60 bezaaide landen

en 9 paarden en een aanslag variërend van 59-8-6 tot 75-17-0.93 Volgens het

reëelkohier van Marrum van 1789 en 1793 is hij pachter van raadsheer J. van

Iddekinge van een plaats groot 30 pondemaat, bezwaard met 26½ f loreen tot

1795.94 De f loreenregisters van 1788 en 1798 vermelden Jan Sybes als eigenaar

van 4 pondematen in nummer 6 en pachter van los land in nummers 19, 20,

22, 24 en 25 rond Marrum.95 In de stemkohieren komt hij niet voor, noch in

de kohieren van de personele goedschatting. Eveneens ontbreekt hij in de

hypotheek- en proclamatieboeken van Ferwerderadeel. Jan Sybes doet op

12 maart 1799 belijdenis te Marrum. Hij komt in juli 1800 nog voor in de

speciekohieren aldaar, in 1801 zijn weduwe. Jan Sybes doet, als man en voogd

van zijn huisvrouw, en in die kwaliteit erfgenaam, op 5 aug. 1800 aangifte voor

de collaterale successie van Claas Sjoerds, overleden op 5 juli 1800 (een oom

van zijn vrouw).96 Er is, in tegenstelling tot bij zijn vrouw, geen aangifte voor

de collaterale successie van Jan Sybes gedaan. Blijkbaar viel hij dus buiten de

termen van die regeling, minder dan £500 aan bezit.

Trijntje Klazes Hoekstra doet op 12 maart 1799 belijdenis te Marrum. In

juli 1801 komt zij voor in de speciekohieren van Marrum i.p.v. haar man.97

Zij overlijdt volgens de aangifte van de collaterale successie op 8 november

1801.98 De aangifte gebeurt door haar broer Atze Klases (Hoekstra) wonende

te Jelsum en haar zwager Johannes Klaases aldaar als vader en voorstander

van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Janke Klazes Hoekstra als erfgenamen.

De vastigheden omvatten diverse 1/3 delen van percelen land onder Nijkerk

en met name Marrum, af komstig van haar vaderszijde Claas Atzes en idem

1/6 delen percelen land te Marrum af komstig van haar moederszijde, Grietje

Sjoerds, 1/6 deel van een huis, tuin en molen onder Hallum, een half huis te

Jelsum en 1/3 deel van een zathe en landen te Jelsum, diverse obligaties, de

getaxeerde waarde van 10 koeien, 5 rieren, 5 kalveren, 10 paarden, 15 schapen,

1 varken, graan en hooi, gereedschap, zilver en goud, meubelen en huisgerei,

92 MEN 148 43v, 44, 44v 25.01.1782.

93 Speciekohieren Ferwerderadeel Marrum 1797.

94 Reëelkohieren Ferwerderdeel 1789 en 1793.

95 Floreenkohieren Ferwerderadeel Marrum 1788 en 1798

96 FER 86 34-37 05.08.1800.

97 Speciekohieren Ferwerderadeel Marrum 1801

98 FER 86 38-41 18.01.1802

Page 60: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

116 117gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

kleding en gereed geld na aftrek van schulden totaal f16.774-1. Verschuldigde

40ste penning belasting f419-7-2. Broer Atze Klazes en zwager Johannes Klazes

tekenen zonder familienaam.

II-a. Freerk Dirks,99 geb. Rijperkerk dec. 1726, ged. ald. 22 mei 1727 (een half jaar oud), boer, gebruiker stem 14 te Suawoude (1758) en nom. ux. mede-eigenaar van die stem (1768-1809), overl. Stiens 9 sept. 1809, tr. Suawoude c.a. 19 jan. 1749 (hij van Tietjerk, zij van Suawoude) Aaltje Symens Algera, ged. Suawoude 12 dec. 1728, boerin, renteniersche (1811), overl. Stiens 29 sept. 1811, dochter Symen Folckerts Algera (boer, dorpsrechter, kerkvoogd) en Gritie Johannes Snoek.100

Freerk Dirks is boer in 1754 te Rijperkerk; in 1758 gebruiker van Suawoude nummer

14 (eigendom van Symen Folkerts Algera erven). Freerk Dirks, huisman onder

Suawoude, oud 40 jaar, verklaart op 2 januari 1767 dat hij op woensdag 31 december

1766 kledingstukken miste.101 Hij gaat in 1767 naar Stiens. Hij is van 1767 tot 1809

gebruiker van stemnr. 39 (f loreennr. 113) aan de Wurgedijk op het Stienser Oudland

nabij het Tichelwurk. In 1748 mede-erfgenaam van zijn oud-oom Freerk Dirks.102

Freerk Dirks is bij zijn overlijden op 9 september 1809, 84 jaar, gehuwd en laat 8

kinderen en 21 kleinkinderen na volgens het register van overledenen, grietenij

Leeuwarderadeel.

Bij de inventarisatie van de nalatenschap van haar vader Symen Folkerts Algera

tekent Aaltie als Aaltje Sijmens Algera.103 Aaltje Symens, echtgenote van Freerk Dirks,

is 38 jaar als zij op 2 januari 1767 verklaart dat op 31 december 1766 kledingstukken

vermist zijn.104 Aaltje Symens Alg(e)ra te Suawoude leent op 17 februari 1767, gesterkt

met haar man Freerk Dirks, 599 carg. 19 stuivers van Sjoukje Hajes te Bergum.105

Uit dit huwelijk:1. Dirk Freerks, volgt III-a. 2. Symen Freerks Stienstra, volgt III-b.3. Grietje Freerks Rooda, volgt III-c.4. Agie Freerks, geb. Suawoude 19 april 1757, overl. ald. voor 25 febr.

1766.5. Folkert Freerks van der Woude, volgt III-d. 6. Arrien Freerks Roorda, volgt III-e.

99 Voor zijn nazaten Roo(r)da na 1811 onder 6 (III-e) en 8 (III-g) zie: Roorda van

Eijsinga, Roorda’s: afstammingsoverzicht Roorda’s van Klooster Anjum.

100 Roarda, It Algera-Algra skaei, 44.

101 TIE 2 348 98.

102 HvF 814-3.

103 TIE 46 403-406.

104 TIE 2 350-351 02.01.1767.

105 TIE 107 232-234 17.02.1767.

7. Aagje Freerks van der Woude, volgt III-f.8. Sibe Freerks Roorda, volgt III-g. 9. Trijntje Freerks Ro(o)da, volgt III-h.

II-b. Dieuke Dirks, geb. Kleinegeest onder Tietjerk 1731 of 1732, boerin en renteniersche, overl. Giekerk 18 mei 1823 in huis nummer 6, tr. Rijperkerk 18 okt. 1750 (hij van Rijperkerk, zij van Tietjerk) Tjeerd Sybes, boer, overl. Giekerk 1800, zoon van Sybe Jacobs en Dieuwke Harkes.Dieuke Dirks staat op de lidmatenlijst van Rijperkerk in 1789 (Boerestreek); ze

krijgt attestatie naar Giekerk 26 nov. 1790. In 1811 weduwe te Oenkerk. Speciekohier:

Giekerk 3 van Rijperkerk 26; in 1800 weduwe; in 1805 daar nog vermeld.

Tjeerd Sybes is boer te Rijperkerk, later te Giekerk. Tjeerd Sybes staat op de

lidmatenlijst van Rijperkerk van 1789 (Boerenstreek); met attestatie naar Giekerk 26

november 1790. Speciekohieren: 1751: Rijperkerk nummer 28; 1758 nummer 3; 1759:

bezit geen £600; 1760 nr. 36 Oenkerk; 1768 nr. 26 Rijperkerk; 1779 dochter trouwt

Hinke Eits op nummer 57; 1789 zoon Sybe op nummer 31; 1790 naar Giekerk 3 (1791

zoon Dirk op 7) 1800: overleden, nu de weduwe. Personele kohier: 1774-1793 £250. Op

3 december 1762 is hij boer op het einde van de Zwarteweg onder Rijperkerk, blijkens

getuigenis van zijn dienstmeid Froukjen Tijsses.106 En in 1775 akkoordsman bij de

boedelscheiding van Maaike Piebes. Tjeerd Sybes en Dieuke Dirks te Giekerk lenen

op 8 mei 1797 200 carg. van L.G. Laurman en Antje Valks, echtelieden te Oenkerk,

geregistreerd 10 oktober 1798.107

Uit dit huwelijk:1. Dieuwke Tjeerds, volgt III-i.2. Aagje Tjeerds, volgt III-j.3. Pieter Tjeerds Veninga, volgt III-k.4. Dirk Tjeerds, geb. Rijperkerk 28 april 1756, overl. ald. voor 4 jan.

1767.5. Grietje Tjeerds, volgt III-l.6. Sybe Tjeerds Veninga, volgt III-m.7. Arjen Tjeerds Veninga, volgt III-n.8. Trijntje Tjeerds, geb. Oenkerk 12 aug. 1763, overl. Rijperkerk voor 9

jan. 1771.9. Dirk Tjeerds Veninga, volgt III-o.10. Harke Tjeerds Veninga, volgt III-p.11. Trijntje Tjeerds, geb. Rijperkerk 9 jan. 1771, overl. ald. voor 7 jan.

1773.12. Trijntje Tjeerds Veninga, volgt III-q.

106 TIE 2 238, 239 03.12.1762.

107 TIE 112 291, 292 10.10.1798.

Page 61: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

118 119gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

II-c. Fouw Dirks, geb. Kleinegeest onder Tietjerk 21 jan. 1733, ged. aldaar 24 nov. 1793 (op belijdenis) , overl. Leeuwarden (?) tussen 4 juli 1800 en 1805, tr. Tietjerk 19 maart 1775 (beiden van Tietjerk) Tjietse Sieks, geb. 1749/1750, huisman, overl. Leeuwarden 15 sept. 1808.Fouw Dirks overlijdt waarschijnlijk na de verkoop van hun greidland op 4 juli 1800 en

voor 1806, vanaf welk jaar de overlijdensregisters consequent werden bijgehouden.

Zij komt niet meer voor in de testamenten van haar beide halfzusters Dieuwke Sybes

(1813) en Elbrich Sybes (1825).

Op 23 oktober 1793 doet Tjietse Sieks, huisman bij de Kurkemeer onder Tietjerk, oud

43 à 44 jaar, aangifte van de diefstal van vier lammeren.108 Tjietse Sieks doet belijdenis

te Tietjerk op 18 november 1793. Tjietse Sieks is in 1775 hoofdbewoner van nummer

48 speciekohieren Tietjerk. Hij vertrekt in 1794 naar Leeuwarden. Op 7 juni 1791

verkoopt Johannes Mebius, secretaris van Menaldumadeel, woonachtig te Marssum,

4½ pondemaat greidland gelegen aan de Kurkemeer, behoord hebbende bij de in

stukken verkochte zathe en landen op Schilkampen onder Leeuwarden, aan Tjisse

Sieks en Fouw Dirks, echtelieden wonende onder Tietjerk voor 425 carg.109 Op 4 juli

1800 wordt dit bezit voor dezelfde prijs verkocht aan de familie Renema.110 Tjietse

Sieks en Fouw Dirks wonen dan (nog) onder Leeuwarden. Op 15 september 1808

overlijdt te Leeuwarden een Tjisse Sieds met een d. Gelet op zijn bekende geboortejaar

rond 1750 en de zeldzame naamcombinatie, lijkt deze overledene, ‘onze Tjietse Sieks’.

Uit dit huwelijk:1. Dirk Tjietses, geb. Tietjerk 6 sept. 1775, waarschijnlijk jong overleden.

III-a. Dirk Freerks de Groot, geb. Rijperkerk 14 maart 1750, ged. Suawoude-Tietjerk 22 mei 1757, overl. (Oudebildtzijl onder) Vrouwenparochie 1 aug. 1811, tr. 1. Vrouwenparochie 13 juni 1779 (hij van Stiens, zij van Vrouwenparochie) Dieuwke Abrahams Heidanus, ged. Stiens 17 juni 1748, ‘een boeredochter uit de Zuidhoek’,111 wonende Stiens en (de Zuidhoek onder) Vrouwenparochie, overl. ald. voor nov. 1784, waarsch. in het kraambed van de naar haar vernoemde dochter, dochter van Abraham Jurjens Heidanus (chirurgijn) en Rixt Ariens; tr. 2. Vrouwenparochie 11 juni 1786 (beiden van Vrouwenparochie) Baukje Jans Siderius, geb. Vrouwenparochie 1 mei 1746, ged. ald. 6 mei 1781 op belijdenis, overl. Oudebildtzijl onder Vrouwenparochie 23 maart 1835 in het huis nummer 172, dochter van Jan Foppes Siderius (kerk- en armvoogd, volmacht te Vrouwenparochie, mederechter van Het Bildt en landbouwer) en Dirkje Martens. Zij tr. 1. [Vrouwenparochie voor 1770]

108 TIE 4 286, 287 23.10.1793.

109 Klein-Consentboek Leeuwarden 1791/156 07.06.1791.

110 Klein-Consentboek Leeuwarden 1800/1 04.07.1800

111 Sannes, Grafschriften tussen Flie en Lauwers, II, 49.

Johannes Jans, landbouwer, wonende Oudebildtzijl, overl. ald. voor 31 mei 1786.Zijn (inmiddels verdwenen) zerk met uitgebreid opschrift lag in 1952 aan de zuidkant

van het kerkhof. ‘Ao 1811 den 1 augustus stierf de eerzame Dirk Freerks (lid) van het

gemeentebestuur van ‘t Bild (oud) 65 jaren 4 maanden 3 weken en 2 dagen en ligt

alhier begraven. Hier rust het stof lijk deel eens landmans die op aarde, vol ijver

zijn beroep steeds dag aan dag aanvaardde, die Jezus en zijn leer beleed en steeds

beminde en God als ‘t hoogste goed, als zijnen Schepper kende, die trouw in zijn

eet als regter hier verkeerde, en ondoogd en geweld ten allersterksten weerde, die

schoon van ligchaam sterk, bemind bij veele braven, een vriend der maatschappij,

die ligt alhier begraven’.112

Jacob Martens en Trijntje Lucas lenen op 15 september 1805 200 carg. van Dirk

Freerks en Baukje Jans. Datum registratie 26 oktober 1807.113 Dirk Freerks, huisman

te Oude Bildtzijl, kerk- en armvoogd te Vrouwenparochie 1784-1786, volmacht van

Vrouwenparochie 1789-1793, 1801-1803, lid van de raad van Het Bildt december 1802

tot zijn dood (comptoir-almanak).114 Durk Freerks is na zijn eerste huwelijk (1779)

tot zijn tweede huwelijk (1786) waarschijnlijk landbouwer op de boerderij van zijn

schoonouders Heidanus in de Zuidhoek onder Vrouwenparochie. Durk Freerks is van

1786-1811 pachter van stem 27 (thans Roodpad 3) tussen Vrouwenparochie en Oude

Bildtzijl en stem XII (Monnikenbildtdijk 12). Eigenaresse is zijn tweede echtgenote

Baukje Jans Siderius. De enige dochter van Durk Freerks (de Groot) en Baukje Jans

Siderius, Dirkje Dirks de Groot (1787-1864) met haar man Tjeerd Thijssen Polstra

(1784-1843) volgen hem op als eigenaar (dochter) en pachter (schoonzoon) van stem XII.

Baukje Jans doet op 31 mei 1786 uitwijzing aan haar kinderen Jan, Rinsje en Marten

Johannes uit haar eerste huwelijk met Johannes Jans, wegens hertrouwen met Dirk

Freerks.115 Baukje Jans, wonende Vrouwenparochie, koopt op 11 dec. 1813 vastgoed te

Vrouwenparochie van Harmen Douwes Kolk, koopman te Vrouwenparochie.116 Op 7

okt. 1820 wordt een obligatie vastgelegd; schuldenaar is Henricus Wiardus van Altena

wonende te Leeuwarden, Baukje Jans wonende te Vrouwenparochie schuldeiser.117

Baukje Jans, weduwe Dirk Freerks de Groot, wonende te Oudebildtzijl, bezit in het

kadaster van 1832 weiland, huis en tuin, minuutplan Vrouwenparochie B2 sectie B

legger 83 en idem C2 sectie C legger 83, weilanden en bouwland, boomgaarden, huis

en erven. Zij bezit dan stem 27 (Roodpad 3) tussen Vrouwenparochie en Oudebildtzijl

en stem XII (Monnikenbildtdijk 12) samen 56.448 morgen.118 Op 12 december 1835

112 De Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 671, 4883.

113 BIL 106 148 26.10.1807.

114 Sannes, Grafschriften tussen Flie en Lauwers, II, 49.

115 BIL 68 293, 294 31.05.1786.

116 Notarieel archief Ferwerderadeel 047004, 00118.

117 Notarieel archief Leeuwarden P. Andrea 08011, 00277 1820.

118 Woudstra, De boerderijen van Het Bildt, 210.

Page 62: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

120 121gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

vindt haar boedelscheiding plaats bij notaris Wytze Kuypers te Vrouwenparochie; de

ligging van het vastgoed: te Vrouwenparochie en Hallum; de waarde f44.629,- met 44

percelen land. De aangever is haar kleinkind Baukje Martens de Groot, gehuwd met

Gerben Feikes Dokter.119

Uit het eerste huwelijk:1. Duwke Dirks, geb. Vrouwenparochie 13 nov. 1784, overl. voor 11 juni

1786.120

Uit het tweede huwelijk:2. Dirkje Dirks de Groot, geb. Oudebildtzijl onder Vrouwenparochie

20 dec. 1787.

III-b. Symen Freerks Stienstra, geb. Rijperkerk 31 dec. 1752, ged. Suawoude-Tietjerk 22 mei 1757, wonende Rijperkerk, Suawoude, Stiens, Huizum en Aegum, landbouwer, overl. ald. 11 okt. 1835 in huisnummer 8, tr. Huizum 11 okt. 1789 (hij van Stiens, zij van Huizum) Antje Jans Fenema, wonende Leeuwarden, Huizum en Aegum. Zij tr. 1. Leeuwarden 5 nov. 1780 (beiden van Leeuwarden) Alardus Rudolphi, klerk, wonende Leeuwarden.Symen Freerks Stienstra neemt op 28 december 1811 in de mairie Roordahuizum de

familienaam Stienstra aan voor zichzelf en voor zijn dochter Freerkje oud 21 jaar,

beiden wonende te Aegum.

Uit dit huwelijk twee kinderen:1. Freerkje Symen Stienstra, geb. Huizum 14 aug. 1790.2. Arlardus Symens, geb. Huizum 18 jan. 1793, overl. voor 1811.

III-c. Grietje Freerks Roorda (Rooda), geb. Rijperkerk 13 mei 1755, ged. Suawoude-Tietjerk 22 mei 1757, wonende Rijperkerk, Suawoude, Stiens, Klooster Anjum en Stiens, overl. ald. 12 febr. 1827 in huis nummer 14, tr. Stiens 6 okt. 1776 (hij van Vrouwenparochie, zij van Stiens) Arjen Abrahams Heidanus, landbouwer wonende Vrouwenparochie, Klooster Anjum en Stiens, overl. ald. 13 maart 1817, zoon van Abraham Jurjens Heidanus (chirurgijn) en Rixt Ariens.Gritie Freerks en haar broer Arjen Freerks Roorda (Roda) hebben waarschijnlijk hun

familienaam ontleend aan de voorgaande pachters van de boerderij stem 2 te Klooster

Anjum. Tjerk Jacobs is hier pachter van circa voor 1718 tot voor 1728, opgevolgd door

zijn zoon Jetze Tjerks (boer c. 1728 - c. 1768) en zijn kleinzoon Jacob Jetzes (Roorda,

c. 1768 - c. 1778) opgevolgd door Pieter Pieters en Ytske Pieters, de voorgangers van

Arjen Abrahams Heidanus en Gritie Freerks. Grietje Freerks Roorda wordt op 18 mei

119 Notarieel archief Vrouwenparochie W. Kuypers 134.004, 00045 12.12.1835.

120 Duwke Dirks komt niet voor in de autorisatieboeken van Het Bildt (1733-1811) voor

of rond 1786 als haar vader hertrouwt. Zij zal dus jong zijn overleden.

1804 lidmaat van de Hervormde gemeente Stiens, ingekomen van Vrouwenparochie.

Arjen Abrahams Heidanus is in 1788 huurder van stem 2 te Klooster Anjum groot

112 pondemaat tot mei 1815. Arjen Heidanus en Grietje Freerks zijn de opvolgers

van Pieter Pieters en wijlen Ytske Pieters (schoonouders van de opvolgende huurder

Arrien Freerks Roorda, broer van Grietje Freerks). Arjen Abrahams Heidanus

wordt op 18 mei 1804 lidmaat van de Hervormde gemeente Stiens, ingekomen van

Vrouwenparochie.

Uit dit huwelijk twee dochters:1. Aaltje Arjens Heidanus, geb. Klooster Anjum circa 1780.2. Rixtje Arjens Heidanus, geb. Klooster Anjum 18 maart 1781, ged. 6

mei 1781 te Ried.

III-d. Folkert Freerks van der Woude, geb. Suawoude 17 dec. 1760, landbouwer, overl. Rinsumageest 6 febr. 1855, tr. Stiens 12 febr. 1786 (beiden van Stiens) Trijntje Gerbens van der Plaats, geb. Hallum 13 juni 1762, overl. Rinsumageest 27 sept. 1827, dochter van Gerben Gerrits van der Plaats (landbouwer en rentenier) en Neenske Aebles.Uit dit huwelijk:1. Neentske Folkerts van der Woude, geb. Rinsumageest 22 nov.

1792.121

III-e. Arrien Freerks Roorda (ook Roda), geb. Suawoude 2 nov. 1763, wonende Suawoude, Stiens, landbouwer Klooster Anjum (1815-1828) en Jelsum (1828-1837), overl. Jelsum 24 febr. 1837, tr. Berlikum 12 juni 1791 (hij van Stiens, zij van Berlikum) Jantje Pieters Postma, geb. Holwerd 1756, overl. Jelsum 20 nov. 1843 in huis nummer 55, dochter van Pieter Pieters en Ytske Pieters. Arrien Freerks Roorda en Jantje Pieters (Posthuma) moeten in 1815 als huurders

de gebouwen van de boerderij Klooster Anjum stem 2 tegen taxatiewaarde ( f3.870)

kopen.122 In 1833 kopen zij de gehele boerderij van de eigenaren.123

Uit dit huwelijk:1. Bauke Arjens Roorda, geb. circa 1793.2. Ytske Arjens Roorda, geb. Berlikum 4 nov. 1799.

III-f. Aagje Freerks van der Woude (ook Oosterwal), geb. Suawoude 25 febr. 1766, landbouwersche, overl. Ferwerd 5 mei 1849 in huis nummer 1, tr. 1. Ferwerd 4 mei 1788 (hij van Ferwerd, zij van Stiens) Reinder Dirks, ged. Cornjum 16 dec. 1753, landbouwer, overl. Ferwerd 9 mei 1801, begr.

121 Exoo, Kwartierstaat Spaan, 67.

122 Douma, Kleaster Anjum; skiednis fan it kleaster Mons Sanctae Mariae, 70.

123 Douma, Kleaster Anjum; skiednis fan it kleaster Mons Sanctae Mariae, 73.

Page 63: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

122 123gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

Westernijkerk, zoon van Dirk Hendriks (boer en diaken) en Seeske Martens; tr. 2. Ferwerd 26 sept. 1802 (hij van Minnertsga, zij van Ferwerd) Simon Dirks Oosterwal, geb. Marrum 25 jan. 1771, landbouwer, overl. ald. 26 mei 1812 in huis nummer 223, zoon van Dirk Piers (huisman) en Trijntie Symens; tr. 3. Marrum 13 nov. 1814 Rindert Wybes Lelia, geb. Ternaard 24 maart 1765, landbouwer, overl. Marrum 28 dec. 1826 in zijn huis nummer 114, zoon van Wybe Rinderts en Aaltje Douwes. Rindert Wybes Lelia tr. 1. Ternaard 12 aug. 1792 (hij van Ternaard, zij van Holwerd) Antje Roelofs Olivier, geb. Holwerd 23 juli 1775, wonende Holwerd, Ternaard en Marrum, overl. 21 aug. 1807, dochter van Roelof Lourens Olivier (landbouwer) en Antie Jans van der Meij.Bij haar eerste huwelijk in 1788 is Aagje Freerks af komstig van Stiens. Zij doet als

weduwe belijdenis te Ferwerd op 1 mei 1813. Aagje Freerks van der Woude woont

samen met haar derde echtgenoot Rindert Wybes Lelia enkele jaren op haar

boerderij in Ferwerd; hij wordt namelijk op 5 februari 1815 lidmaat in Ferwerd, maar

zij keren al snel terug naar Marrum. Bij het huwelijk van haar zoon Dirk in april 1817

is zij landbouwersche onder Marrum, waar Rindert overlijdt. Zij wordt met Rindert

Wybes Lelia lidmaat te Marrum-Westernijkerk op 19 mei 1817 vanuit Ferwerd, maar

zij keren op 7 augustus 1822 terug naar Ferwerd vanuit Marrum-Westernijkerk. Op

11 augustus 1822 wordt zij, af komstig van Marrum-(Wester-)Nijkerk, weer lidmaat in

Ferwerd. Aagje Freerks staat weer als gebruikster van stem 39 op Foswerd genoteerd

in 1828.124 Zij heeft dus, met korte tussenpozen, mogelijk bijna 50 jaar op stem 39

gewoond. Op 4 maart 1838 wordt zij weer lidmaat in Marrum, maar zij overlijdt 11

jaar later in Ferwerd. Bij haar derde huwelijk schrijft zij haar achternaam als Van

der Woude; bij haar overlijden gebruiken de aangevers de naam van haar tweede

echtgenoot Oosterwal. In haar overlijdensakte staat dat zij 84 jaar is en geboren is te

Oudkerk, hetgeen onjuist is.

Reinder Dirks is gedoopt als Reiner. Vanaf zijn huwelijk (1788) is hij pachter van stem

39, f loreennummer 94, op het voormalige hornleger van het klooster Foswerd.125 In

het eerste jaar na zijn huwelijk (1789) wordt de boerderij herbouwd tot kop-hals-

romp boerderij. Zijn weduwe, Aagje Freerks Oosterwal (of van der Woude), woont

hier nog met haar tweede echtgenoot Simon Dirks Oosterwal (1802-1812) en haar

derde echtgenoot Rindert Wybes Lelia. Reinder Dirks is overleden tussen begin

juli 1798 en september 1802; zijn grafsteen lag op het kerkhof van Westernijkerk:

‘Ao 1801 den 9 may is zalig in den heere ontslapen Reynder Durks huisman onder

Ferwert in ‘t kloster oud 48 jaaren en egtgenoot van Aagje Freriks en ligt alhier

begraven’.126 Simon Dirks, de tweede echtgenoot van Aagje Freerks, kiest voor zijn

stief kinderen de familienaam Kloosterman vanwege de ligging van zijn boerderij

124 De Haan, Pleatsen op it sté fan kleaster ‘Foswert’ ûnder Ferwert 19.04.1957.

125 Van Dijk, Van Ter Sted tot Olde Stins, 260. Huidig adres: It Kleaster 1, 9172 Ferwert.

126 De Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 895, 6686.

bij het voormalige klooster Foswerd. Kinderen: Saaske 22, Dirk 16, Aaltje 14 en

Freerk 12 jaar, geboren 5 april 1799.127 De broers en zuster van Reinder Dirks nemen

de familienaam Koopmans aan.

Twee knechten van Sijmon Dirks, Sant Jacobs, van Wanswerd af komstig, en Dirk

Sybes krijgen in november 1803 ruzie. Sant Jacobs wordt ernstig verwond en het

wordt een rechtszaak.128

Rindert Wybes Lelia is tot 1800 landbouwer in de Vischbuurt van Ternaard. Hij wordt

op 30 oktober 1800 samen met zijn eerste vrouw, Antje Roelofs Olivier, lidmaat van

de Hervormde gemeente Marrum-Westernijkerk. Hij is landbouwer op Leliastate

aldaar. Leliastate is rond 1855 herbouwd, blijkens een steentje in de achtergevel

‘Herbouwd 1855 L.A. Olivier’.129 Rindert Wybes Lelia wordt op 5 febr. 1815 lidmaat van

de Hervormde gemeente te Ferwerd vanuit (Wester)Nijkerk. Op 19 mei 1817 worden

Rindert Wybes Lelia en Aagje Freerks weer lidmaat te Marrum-Westernijkerk, maar

op 7 augustus 1822 vertrekken zij weer naar Ferwerd. Rindert Wybes Lelia is in 1818

met zijn tweede vrouw, Aagje Freerks, gebruiker van stem 39 op Foswerd onder

Ferwerd. Bij de verdeling van de Wijmstra-erfenis in 1828 staat hij nog als gebruiker

van stem 39 te Ferwerd genoteerd, maar in feite is zijn weduwe Aagje Freerks dan

gebruikster. Van 1838-1858 is Jan Jans van der Meij gebruiker van deze stem.130

Uit haar eerste huwelijk:1. Seeske Reinders Kloosterman, geb. Ferwerd 1 juni 1789.2. Dirk Reinders, geb. Ferwerd 3 okt. 1790. 3. Dirk Reinders Kloosterman, geb. Ferwerd 27 maart 1795.131 4. Aaltje Reinders Kloosterman, geb. Ferwerd 22 juli 1797.5. Freerk Reinders Kloosterman, geb. Ferwerd 5 april 1799.

III-g. Sibe Freerks Roorda, ged. Stiens 17 april 1768, huisman, wonende aldaar en te Beetgum, overl. ald. 10 maart 1859, tr. Stiens 3 juni 1798 (hij van Stiens, zij van Vrouwenparochie) Lipkje Doekes Siderius, geb. Vrouwenparochie 13 mei 1772, overl. Stiens 7 febr. 1821, dochter van Doeke Dirks Siderius en Aaltje Jans; tr. 2. Leeuwarderadeel 7 okt. 1824 Grietje Wytzes van der Weit, geb. Stiens 5 okt. 1774, landbouwerse, overl. Stiens 21 sept. 1834, dochter van Wytze Gerbens van der Weit en Sytske Doekes Deinema.Sybren Freerks Roorda is op 20 mei 1815 executeur-testamentair van de erven van

Cornelis Sybrens en Dieuwke Sybes.132 Sibe Freerks Roorda is in 1828 gebruiker

127 Register van familienamen Ferwerderadeel 0051, 35 13 juli 1812.

128 Van der Veen, Uit de geschiedenis van de grietenij Ferwerderadeel, 205, 206.

129 Van der Veen, De familie Lelia; een uitgestorven Ternaarder geslacht, 8.

130 Van Dijk, Dorpen bij het Wad en in de Vlieterpen, 257.

131 Voorvader van de auteur.

132 Notarieel archief Leeuwarden T. Bavius 084010, 00091 20.05.1815 en 08.07.1815.

Page 64: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

124 125gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

van stemnr. 39 (f loreennr. 113) op het Stienser Oudland, als opvolger van zijn vader

Freerk Dirks.

Uit dit huwelijk:1. Freerk Sybes Roorda, geb. Stiens 1 maart 1799.2. Aaltje Sybes Roorda, geb. Stiens 5 nov. 1800. 3. Doeke Sybes Roorda, geb. Stiens 25 maart 1802. 4. Jan Sybes Roorda, geb. Stiens 8 maart 1808.

III-h. Trijntje Freerks Roorda, geb. Stiens circa 1772, landbouwersche, wonende Stiens, Wijns, Warga en de Waard onder Grijpskerk, overl. ald. 13 okt. 1825, tr. Stiens 31 mei 1795 (hij van Miedum, zij van Stiens) haar halfneef Arend Sijes Dijkstra, geb. Giekerk 1768, landbouwer te Wijns (1795-1798), Warga (1798-v. 1811), de Waard onder Grijpskerk (v. 1811-1845), overl. Niezijl 15 nov. 1845, zoon van Sije Arends en Gelbrig Symens Algera (halfzuster van Aaltje Symens Algera (II-a)). Arend Sijes Dijkstra tr. 2 Grijpskerk 22 febr. 1830 Neeltje de Vries, geb. Cornjum 6 juli 1800, overl. Grijpskerk 29 nov. 1880, dochter van Jelle Jantjes de Vries en Aaf ke Hendriks.Uit het eerste huwelijk:1. Gerbrich Arends Dijkstra, geb. Wijns september 1796.2. Aaltje Arends Dijkstra, geb. Wijns 1797.3. Sije Arends Dijkstra, geb. Warga april 1799.4. Grietje Arends Dijkstra, geb. Warga juni 1800.5. Antje Arends Dijkstra, geb. Warga februari 1806.

III-i. Dieuwke Tjeerds, ged. Rijperkerk 18 juni 1752, wonende Rijperkerk en Giekerk, overl. sept. 1794, tr. Rijperkerk 1 mei 1774 (hij van Giekerk, zij van Rijperkerk) Pieter Klases (1811: Hoekema), ged. Giekerk 29 juni 1738, boer, wonende Giekerk, overl. ald. 26 dec. 1822, zoon van Klaas Pieters en Janke Gerrits.Uit dit huwelijk:1. Klaas Pieters Hoekema, geb. Giekerk 13 jan. 1776.2. Dieuwke Pieters, geb. Giekerk 15 dec. 1777.3. Janke Pieters Hoekema, geb. Giekerk 18 okt. 1779.4. Tjeerd Pieters, geb. Giekerk 4 mei 1784, overl. Giekerk voor 3 aug.

1786.5. Tjeerd Pieters Hoekema, geb. Giekerk, 3 aug. 1786.

III-j. Aagje Tjeerds, geb. Rijperkerk 23 juli 1753, overl. 1797, tr. Rijperkerk 6 juni 1779 (hij van Bergum, zij van Rijperkerk) Hinke Eits, overl. voor 15 aug. 1781.Uit dit huwelijk:

1. Trijntje Hinkes, geb. Rijperkerk 4 april 1780, overl. Giekerk 23 jan. 1812, tr. voor 1805 Jan Meinerts Visser, geb. Giekerk 31 jan. 1782, arbeider, Giekerk, overl. Giekerk 26 jan. 1851, zoon van Meindert Jans Visser en Baukje Hendriks. Hij tr. 2. Oenkerk 3 juli 1813 Trijntje Folkerts van der Wal, geb. Rijperkerk 1789, overl. Giekerk 16 aug. 1855, dochter van Folkert (Folke) Romkes en Joukje Jans.

2. Hinke Hinkes Postuma, geb. Rijperkerk 15 aug. 1781, overl. Paesens 11 okt. 1809, tr. Tietjerk 19 mei 1805 Jan Meints Smeding, geb. Oenkerk 13 april 1785, schoolmeester te Tietjerk en Paesens later winkelier Paesens en gardenier Anjum , overl. Anjum 22 nov. 1857, zoon van Meint Willems Meintsma en Zwaantje Leenderts Smeding. Hij tr. 2. Paesens 15 april 1810 Wytske Lieuwes Meindertsma, geb. Paesens 24 okt. 1782, overl. Paesens 13 nov. 1839, dochter van Lieuwe Meinderts Meindertsma en Stijntje Eesges; tr. 3. Oostdongeradeel 28 febr. 1843 Djuwke Wybrens Elgersma, geb. Hantumhuizen 30 jan. 1791, overl. Anjum 10 okt. 1847, dochter van Wybren Ulbes Elgersma en Klaaske Hessels.

III-k. Pieter Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 25 nov. 1754, wonende Rijperkerk, Hardegarijp en Rijperkerk, veenbaas en kleine boer, overl. Rijperkerk 18 febr. 1830, tr. Rijperkerk 11 febr. 1776 (hij van Rijperkerk, zij van Hardegarijp) Tjitske Abes, geb. Hardegarijp 2 april 1754, wonende Hardegarijp, Rijperkerk en Hardegarijp, overl. ald. 1 okt. 1809, dochter van Abe Sipkes en Tjitske Dirks.Uit dit huwelijk:1. Sipke Pieters, geb. Rijperkerk 6 dec. 1778.2. Dieuwke Pieters Veninga, geb. Hardegarijp 20 juni 1782.3. Tjitske Pieters Veninga, geb. Hardegarijp 28 okt. 1784.

III-l. Grietje Tjeerds, geb. Rijperkerk 4 jan. 1758, wonende Rijperkerk, Bergum en Oudkerk, overl. Oudkerk 1797/1799 , tr. Rijperkerk 8 juni 1788 (hij van Bergum, zij van Rijperkerk) Jacob Hanses Wymenga, geb. Bergum 20 juni 1756, boer en arbeider, wonende Bergum en Oudkerk, overl. ald. 19 dec. 1828, zoon van Hans Jacobs Wyminga en Antje Jans; hij tr. 2. Oudkerk 12 mei 1799 (beiden van Oudkerk) Geeske Ritskes, geb. Oudkerk 5 juni 1765, arbeidster, wonende Oudkerk, overl. ald. 28 nov. 1829, dochter van Ritske Tammes en Antje Harmens.Uit het eerste huwelijk:1. Antje Jacobs, geb. Bergum 19 aug. 1789.2. Hans Jacobs, geb. Bergum 3 juli 1795.3. Tjeerd Jacobs, geb. Oudkerk 10 mei 1797.

Page 65: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

126 127gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

III-m. Sybe Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 24 sept. 1759, boer en arbeider, wonende te Rijperkerk, Giekerk, Tietjerk en Oenkerk, overl. ald. 14 febr. 1827, tr. Rijperkerk 12 april 1789 (beiden van Rijperkerk) Sjoerdje Atses Atsma, ged. Rijperkerk 29 juli 1770 (oud 4 of 5 jaar), wonende Rijperkerk, Giekerk en Tietjerk, overl. ald. 29 mei 1816, dochter van Atse Sjoerds en Rinske Scheltes.Uit dit huwelijk: 1. Atse Sybes, geb. Rijperkerk 25 dec. 1789.2. Dieuwke Sybes Veninga, geb. Giekerk 10 jan. 1791.3. Tjeerd Sybes Veninga, geb. Giekerk 22 okt. 1793.4. Schelte Sybes Veninga, geb. Giekerk 11 dec. 1795.5. Atse Sybes Veninga, geb. Tietjerk 20 nov. 1798.6. Johannes Sybes, geb. Tietjerk, 17 juli 1804.

III-n. Arjen Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 12 maart 1761, huisman, wonende Rijperkerk, Giekerk en Tietjerk, overl. ald. 12 maart 1831, tr. Lekkum 13 okt. 1793 (hij van Giekerk, zij van Miedum) Marijke Wiegers, ged. Miedum 8 maart 1761, overl. Tietjerk 7 sept. 1827, dochter van Wieger Bokkes en Antje Wiegers.Uit dit huwelijk:1. Wieger Arjens Veninga, geb. Tietjerk 5 juli 1799.2. Tjeerd Arjens Veninga, geb. Tietjerk 21 dec. 1800.

III-o. Dirk Tjeerds Veninga, geb. Oenkerk 22 nov. 1766, landbouwer, rentenier, wonende Oenkerk, Giekerk, Tietjerk en Rijperkerk, overl. ald. 19 juni 1853, tr. 1. Giekerk 8 mei 1791 (hij van Giekerk, zij van Rijperkerk) Trijntje Jans van der Kooi, geb. Suawoude 10 maart 1769, wonende Suawoude, Rijperkerk en Tietjerk, overl. ald. 4 febr. 1833, dochter van Jan Rypkes van der Kooi en Trijntje Hendriks van der Kooi; tr. 2. Tietjerksteradeel 30 mei 1840 Neeltje Binderts Douma, geb. Oostermeer 15 juni 1797, zonder beroep en renteniersche, wonende Oostermeer, Tietjerk, Rijperkerk, Suameer en Oenkerk, overl. ald. 11 aug. 1868, dochter van Bindert Douwes Douma en Jetske Jans. Zij tr. 2 Tietjerksteradeel 7 april 1855 Wilt Martens Keizer, geb. Nijega (Sm.) 26 juli 1792 , bijker, wonende Nijega (Sm.) en Suameer, overl. Suameer 13 okt. 1862, zoon van Marten Wytzes en Yttje Minnes.Uit het eerste huwelijk:1. Tjeerd Dirks Veninga, geb. Giekerk 21 maart 1792.

III-p. Harke Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 28 febr. 1769, boer, arbeider, wonende Rijperkerk, Oudkerk (1804), Giekerk (1811), Roodkerk (1814) en Oenkerk, overl. ald. 1 febr. 1839, tr. Oudkerk 13 maart 1796 (hij van

Giekerk, zij van Oudkerk) Beitske Sytzes Miedema, geb. Oudkerk 14 okt. 1775, landbouwersche (1819), wonende te Oudkerk, Giekerk, Roodkerk, overl. ald. 23 jan. 1819, dochter van Sytze Wybrens en Berber Klases.Uit dit huwelijk:1. Berber Harkes Veninga, geb. Oudkerk 30 dec. 1796.2. Dieuwke Harkes Veninga, geb. Oudkerk 30 jan. 1808.3. Elbrich Harkes Veninga, geb. Giekerk 1 maart 1811.

III-q. Trijntje Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 7 jan. 1773, wonende Rijperkerk, Giekerk, Oenkerk en Giekerk, overl. ald. 12 maart 1834, tr. Oenkerk 14 juni 1801 (beiden van Giekerk) Ouwe Taedes Veenstra, [geb. Bergum 1769], dagloner, arbeider, tapper (1834) en zonder beroep (1846), wonende Giekerk en Oenkerk, overl. Oenkerk 28 nov. 1846, zoon van Taede Ouwes Veenstra, arbeider, en Janke Aukes.Uit dit huwelijk:1. Taede Ouwes Veenstra, geb. Giekerk 2 febr. 1802.

Page 66: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

128 129gene alogysk j ier boek 2 018 voor- en nagesl acht van a echje her es

Af kortingenGA: Gemeentearchief.HvF: Hof van Friesland.GJB: Genealogysk Jierboek( je).BIL, FER, FRL, MEN, TIE, WON: af kortingen benamingen

Nedergerechtsarchieven Het Bildt, Ferwerderadeel, Franekeradeel, Menaldumadeel, Tietjerksteradeel en Wonseradeel gevolgd door inventarisnummer, folionummer en datum 1ste proclamatie of inschrijving (hypotheekboeken).

LiteratuurAnema, J.T., ‘Lambsma, parenteel van Symen Scheltes’, in: Genealogysk

Jierboek 2010 211-231.Dijk, J. van, Van Ter Sted tot Olde Stins: een algemene beschrijving van de 56

stemhebbende boerenplaatsen van het dorp Ferwerd, met daaraan toegevoegd aantekeningen over families, ‘Huijsen en Huijssteden’ in het dorp en de toponymie van het dorp (Nunspeet 1987).

Douma, A., Kleaster Anjum; skiednis fan it Kleaster Mons Sanctae Mariae, 1256-1580: it kleaster en de kleasterpleatsen (Berlikum 2006).

Exoo, G.J., ‘Kwartierstaat van Baukje Maria Spaan’, in: Genealogysk Jierboek 2002 56-98.

Haan, H. de, ‘Pleatsen op it sté fan kleaster ‘Foswerd’ ûnder Ferwert’, in: Friesch Landbouwblad 54 no. 16, 19 april 1957.

Meer, D. J. van der, ‘Opnij de âlde fraach. Hwer lei ‘Cammingehunderi’?’, in: O. Santema e.a. (red.), Skiednis fan Menameradiel (Leeuwarden 1972) 127-134.

Nieuwland, P. en J.A. Mol (red.), ‘Rekken fan de kleasteropkomsten yn Fryslân oer it boekjier 1606/1607, opmakke troch Joannes Henrici Rhala’, in: P.L.G. van der Meer e.a. (red.), Administrative en fiskale boarnen oangeande Fryslân yn de Ier-moderne tiid (Leeuwarden 1993 35-153).

Posthumus, W.H., Oh, dy Berltsumers!/ Berltsumer mennisten (2). www.weblink.nl

Roarda, R.S., It Algera-Algra skaei 1425-1955 (Ljouwert 1956). Roorda van Eijsinga, J.P.N.L., Roorda: afstammings-overzicht Roorda’s van

Klooster-Anjum: (genealogie van Durk Freerks) (Oostburg 1995).Sannes, H., Grafschriften tussen Flie en Lauwers II, Het Bildt (Leeuwarden

1952).Schutte, O. en Y. Brouwers, ‘Kwartierstaat Van der Mey in parentelen’,

in: Genealogysk Jierboek 2009 147-307. Veen, J.K. van der, De familie Lelia: een uitgestorven Ternaarder geslacht

(1956).

Veen, W.K. van der, Uit de geschiedenis van de grietenij Ferwerderadeel (Leeuwarden 1958).

Vleer, W.T., De Friese Wassenaars (1963).Vries-van der Werff, J., De geast fan ‘e Lytse Geast (Tietjerk 2010).Walle, H. de, Friezen uit vroeger eeuwen (Franeker 2007). Zie ook:

www.walmar.nl/inscripties.asp.Woudstra, J., De boerderijen van Het Bildt (Leeuwarden 2016).

Page 67: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

… Kertiersteat fan Titus Brandsma III (Postma)

Page 68: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

133kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

henk zeinstra †

Kertiersteat fan Titus Brandsma III (Postma)

YnliedingOp 30 maart dit jier is Henk Zeinstra ús ûntfallen, 78 jier âld. Henk wie in beskieden minske mar ek in betûft genealooch en ien fan de bêsten op it mêd fan it âld skrift. Tige sekuer en hiel fêsthâldend, wie hij net benaud om paden yn te slaan dêr’t net folle oaren harren op weagje. Op ferskillende wizen hat Henk him ynset foar de Fryske genealogy. Mear as tweintich jier lang hat hy as ynformant foar Tresoar wurke en sa in wrâld fan minsken holpen mei harren genealogy. Henk stie altyd klear foar oaren.Ek bestjoerlik hat hy syn stientsje bydroegen, sûnt 2000 by it Genealogysk Wurkferbân en dêrneist wie hy mei-oprjochter fan de Grêfskriftekommisje en warber op it mêd fan heraldyk.Yn ’e rin fan ’e jierren hat Henk in ferskaat oan publikaasjes talevere oan it Genealogysk Jierboek. As earste, yn 1981, de genealogy fan it geslacht Hollander fan Hjerbeam, in ûndersyk dat hy de rest fan syn libben hieltyd fierder útdjippe hat. Fierder bgl. oer de famylje Tolsma (1996), de famylje De Nes fan Aldeboarn (2001) en as lêste besoarge hy yn 2017 in samling famyljewapens út 1634 fan Rein Hoytama.Syn grutste wurk wie de kertiersteat fan pater Titus Brandsma, de troch de paus sillich ferklearre fersetsheld út de twadde wrâldoarloch. In mânsk wurk, dat hy dêrom yn fjouwer dielen publisearje woe. De earste twa dielen binne yn 2005 en 2006 yn it Jierboek opnaam. Mei diel trije wie er in moai ein op streek mar dat kealle swier. Henk wie tige kritysk op syn eigen wurk en koe sa mar min ta in ôfrûning komme. De faasje rekke derút.De redaksje hat dat diel trije no bewurke neffens de hjoeddeiske stân fan de wittenskip. De kertiersteat is dus útwreide mar der is ek gâns yn snoeid ûnder ferwizing nei publikaasjes fan de lêste jierren. Dit kear komme de kertieren fan Titus syn pake fan memmekant Anne Sjoerds Postma oan bod. It binne hast sûnder útsûndering r.-k. boeren yn de Fryske Greidhoeke en oanswettende gritenijen. De measten stiene bekend ûnder patronym en sa ek Taede Taedes (kertier 424). Dy syn heit Taede hat twaris troud west en beide froulju wiene widdo fan ek in Taede. Fangefolgen libben der begjin 1600 yn de omkriten fan Wûns tolve Taede-bern, allegearre (heal)bruorren en –susters. Ate Sytses (832) wie boer op kleaster Engwird te Poppenwier, syn soan Sytse hat (de helte fan) dy lannen fan de Steaten kocht. By harren binne

Page 69: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

134 135gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

3 Tjitske/Tjitje Annes Postma, berne Boalsert 16 okt. 1849, ferstoarn dêr 26 maaie 1933, begroeven te Blauhûs.Yn 1884 jouwe Titus Hendriks Brandsma, bouboer te Oegekleaster, en Haye Michiels Galema, bouboer te Burchwert, oan dat harren skoanheit Anne Sjoerds Postma as iennichste erfgenamten neilitten hie syn twa bern, harren froulju Tjitske en Gatske, en dat syn neilittenskip bestie út de helte fan it goed dat er yn mienskip hie mei syn húsfrou Baukje Mulder. It ûnreplik goed bestie û.o. út in sate en lannen te Burchwert mei in wearde fan f l. 40.500 en in hûs yn Boalsert mei in wearde fan f l. 2500.2

-- III --

6 Anne Sjoerds Postma, berne Burchwert 13 maaie 1815, slachter te Boalsert (1846), keapman (1862), feekeapman, feehâlder, ek bouboer te Burchwert (1870, 1877), rintenier Boalsert (1880), tsjerkmaster St. Martinusparochy Boalsert, stoarn Boalsert 17 jann. 1884, tr. Wûnseradiel 15 maaie 1846 Baukje/Baye Jans Mulder (7), berne Skettens 25 april 1824, stoarn Boalsert 10 des. 1904, dochter fan Jan Jacobs Mulder en Tietje Fokkes Ypma.By syn trouwen wie Anne slachter yn Boalsert. Yn 1862 ferkeapet er in perseel greide te Wommels fan goed 3 bunder foar f l. 5700, dat er yn 1861 sels kocht hie.3

Oant 1864 hat de famylje wenne oan ’e Keallemerk yn Boalsert. Yn ’e foargevel fan Anne syn pleats, no Kleasterwei nr. 9 te Burchwert, sit noch in stientsje, dat jin de bou fan dy pleats foar it neist yn 1863 bybringt. De beide dochters Tjitje en Gatske hawwe doe de earste stien lein.4

wy tsjûge fan it ûntstean fan de famyljenamme Engwerda. Under de kertieren fine wy twa tûken út de bekende famylje Wigmana (Genealogysk Jierboek 1976); ek harren fierdere foarâlden krije hjir harren gerak. En sa komme der yn de kertiersteat benammen foar 1650 ek mear famyljes mei skaainamme yn byld. Wat dat oangiet mei hjir de nije bydrage oan de skiednis fan de famylje Hoptilla noch neamd wurde.

Oersjoch fan de fjouwer kertieren

1 Titus Brandsma ____ X (1899-1942)

2 Titus Hendriks Brandsma X (1843-1920)

3 Tjitje Annes Postma X (1849-1933)

6 Anno Sjoerds Postma (1815-1884)

7 Baukje Jans Mulder (1824-1904)

5 Apollonia T.A. Terwisscha van Scheltinga (1812-1877)

4 Hendrik Mevis Brandsma (1802-1884)

Kertiersteat

-- I --

1 Anno Sjoerd Brandsma, berne Oegekleaster 23 febr. 1881, pater karmelyt Titus Brandsma, profest yn de Oarder fan de Karmeliten 3 okt. 1899, ta pryster wijd 17 juny 1905, heechlearaar yn de mystyk oan de R.K. Universiteit te Nimwegen 1923, ridder yn de Orde van den Nederlandschen Leeuw, ferstoarn Dachau 26 july 1942.1

-- II --

2 Titus Hendriks Brandsma, berne Oegekleaster 19 sept. 1843, greidboer, bouboer (1846) te Oegekleaster, tsjerkmaster fan de St. Martinusparochy te Boalsert, ferstoarn Boalsert 31 okt. 1920, begroeven Blauhûs, soan fan Hendrik Mevis Brandsma en Apollonia Theodora Terwisscha van Scheltinga, tr. Wûnseradiel 28 april 1870

Postmapleats (Kleasterwei 9, Burchwert), sette litten troch Anno Sjoerds Postma yn 1863; gevelstien mei nammen Tjitje, mem fan Anno Sjoerd Brandsma, en Gatsche, letter troud mei in Galama, foarmem fan de hjoeddeistige bewenners Jan Galema, troud mei Trees Hettinga. Foto Maikel Galama.

Page 70: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

136 137gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

perseel greide fan goed 2 ha by de Kleasterfeart te Hartwert lâns foar f l. 3800.10 De pleats yn Burchwert sil tenei oan de nije bewenners ferhierd wêze. Yn 1908 keapet Haye Gaeles Galama de pleats foar syn soan Anno Sjoerd.11

Ut dit houlik, berne te Boalsert: Sjoerd (1847), Tjitje (1848), Tjitje (= 3), Gatske (1852), Gatske (1853), Sjoerd (1856), Sjoerd (1857), Gatske (1860, tr. 1879 Haye Gaeles Galama).12

-- IV --

12 Sjoerd Jelles Postma/Posthumus, berne Longerhou, doopt R.K. St. Fransiskus Boalsert 19 des. 1769, koaltsjer (1812), boer te Burchwert, dêr stoarn 11 sept. 1816, tr. Tsjerkwert/R.K. Blauhûs 24/26 april 181213 Gatske Taekes de Jong, berne Greonterp, doopt R.K. Blauhûs 12 nov. 1777, winkelfrou te Parregea (1812), boerinne te Burchwert, dêr stoarn 3 april 1831; tr. 1. R.K. Blauhûs 7 jann. 1801 Thomas Ypes (Yp(e)ma), berne dêr, doopt R.K. Blauhûs 1 sept. 1766, arbeider te Parregea, dêr stoarn 10 april 1811, soan fan Ipe Thomas en Sitske Gerbens; tr. 3. Wûnseradiel 7 nov. 1818 Johannes Sjoerds Nota, berne Iemswâlde, doopt R.K. Blauhûs 24 nov. 1772, slachter te Burchwert (1818), letter boer dêr, stoarn Burchwert 4 juny 1847, soan fan Sjoerd Piers en Hiltje Pieters. Yn 1811 lit Gatske Taekes te Parregea foar Taeke, har soan by Thomas Ypes Ypema, âld 6 jier, de skaainamme Ypema registrearje. Yn 1812 is Sjoerd Jelles peter fan Waltje, dochter fan syn broer Jelle Jelles Posthumus, slachter te Burchwert, en Gatske Douwes van der Werf.Sjoerd Jelles hat boer west op Burchwert f loreennûmer 2, in pleats fan 56 pm. Yn 1818 is Gatske dêr as widdo noch boerinne, letter Johannes Sjoerds Nota. Bern fan Thomas en Gatske, berne Parregea, doopt R.K. Blauhûs: Siedske (1804), Taeke (1805, tr. 1838 Ymkje Douwes Boomsma), Antje (1807), Antie (1808) en Ype (1809).Bern fan Sjoerd en Gatske: Jelle (1813, tr. 1840 Reinskje Reins Miedema), Anne (= 6), Sjoerd (1816, boer Kûbaard, tr. 1. 1844 Marijke Wybrens van der Meer; tr. 2. 1858 Jetske Yeps Ypma, widdo Paulus Douwes Andela; tr. 3. 1869 Tjerkje Obes Ypma).Bern fan Johannes en Gatske: Hille/Hylke (1819, tr. 1843 Oeke Hyltjes van der Zee).13

Nei it ferstjerren fan Oeke Hyltjes van der Zee yn 1870 is der in boelskieding fan in boerepleats en lannen te Wytmarsum, tusken de bern út it earste houlik fan har man Durk Andries Siemensma mei Waltje Sjoerds van de Werf, har eigen bern by har earste man Hille Johannes Nota en har twadde man Durk Andries Siemensma, wêrby’t har skoansoan Klaas Douwes Brandsma te Greonterp en Anne Sjoerds Postma te Burchwert, healbroer fan har earste man, as fâden fan Hiltje, Jan en Taeke Hilles Nota, de jongste bern fan har earste man fertsjintwurdigje.14

De nijbou kaam yn it plak fan in pleats oan ’e Kleasterwei, f loreennûmer 6/stim 7, dy’t ien gehiel foarme hat mei de pleats der fuort neist, f loreennûmer 7/stim 8, dy’t foar 1640 elk in heale stim hiene of tegearre ien.5 Neffens de Schotanusatlas fan 1718 hat der ek mar ien stimhawwende pleats stien, neamd ‘’t Lang huys’.6 It âld stee hie eigendom west fan Yette Jacobs Flapper, troud mei Entje Pieters Miedema, fan wa’t er it erve hat, en letter fan harren bern. De pleats dêrnjonken, no Kleasterwei nr. 7, wie eigendom fan it earmbestjoer fan de St. Martinusparochy te Boalsert. De lêste bewenner fan it âld stee wie Dirk Yettes Flapper,7 dy’t op 12 maaie 1864 nei Boalsert ferfear.8 Neffens it befolkingsregister komt Anne Sjoerds Postma op ‘e selde dei fan Boalsert yn syn plak op nr. 47nk. Dat sil al it nije stee west hawwe, dat blykber itselde nûmer krigen hat. Hy wenne doe net sa fier mear fan it plak dêr’t er sels berne wie. Yn 1862 hie Anne yn it Hof van Holland te Boalsert de sate mei boerehuzinge, skuorre, hiem en goed 15 bunder lân yn ’e mande mei Lieuwe Sjoerds Mensonides, boer ûnder Burchwert, kocht fan de erven Flapper, wêrby’t in perseel fan goed 1 bunder ornearre wie foar Mensonides. Yn de keapkontrakten fan 6/7 part op 12 juny en fan 1/7 op 17 july waard festlein dat de hieroerienkomsten mei de brûkers op dat stuit bekrêftige waarden. Fuort dêrop sil úteinset wêze mei de bou fan de nije pleats en hat der in werferkaveling plak fûn, wêrby’t nije sleatten groeven en de perselen fernûmere waarden. Yn 1865 wie dat allegearre al yn tichte fetten.9

Oant maaie 1877 hawwe Anne en Baukje yn Burchwert buorke. Dan geane hja as rinteniers nei Boalsert werom. Der wurdt boelguod hâlden fan fee en boerereau, dat f l. 3490 opbrocht hat. Yn 1880 keapet Anne as rintenier te Boalsert noch in

Anne Sjoerds Postma Baukje Jans Mulder

Page 71: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

138 139gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Yn 1812 is Antje noch meter fan Taeke, soan fan har soan Gerben Taekes de Jong, doopt te Warkum.Bern fan Taeke en Gritie, doopt R.K. Blauhûs: Sybrant (1752), Gatske (1753), Ide (1756).Bern fan Taeke en Antje, berne te Greonterp: Gatske (= 13), Marsen (1779), Sybren (1781, tr. 1812 Popke Iedes Iedesma), Gerben (1783, tr. Iemkje Martens).Bern fan Johannes en Antje, doopt R.K. Blauhûs: Harmen (1787), Wybe (1788), Matsen (1789), Vrouk (1790), Vroukien (1791), Matsen (1792), Vroukien (1794), Ruerd (1798).

-- VI --

48 Sioerd Sioerds, berne om ende by 1682, te Longerhou (1703, 1706), húsman dêr (1708), Wolsum (1713) en wer Longerhou (1716), stoarn Longerhou/R.K. Makkum 24 april 1725, tr. Wûnseradiel 19 maaie 1706 49 Jetske Rinnerts, berne Penjum om ende by 1683, boerinne Longerhou (1728, 1758), stoarn Boalsert 1770.Haye Rintjes en Lysbet Sjoerds, troude lju te Longerhou, en Sjoerd Sjoerds ek dêr, mearderjierrich troch in ferliening fan venia aetatis fan it Hof fan Fryslân, liene yn 1703 500 cg fan (harren omke) Gosen Pyters, húsman te Easthim, mei as ûnderpân harren oanpart yn de sate en lannen te Easthim of earne oars, dy’t hja fan harren beppe (Jildu Pytters) urven hiene. De akte waard royearre yn 1712.17

Yn 1708 is Sjoerd meier fan Longerhou stim 6, dy’t er hierde fan Mathijs Geithoorn nomine uxoris te Makkum foar de helte en syn skoanmem Fetje Jans foar de oare helte. Mathijs wie troud mei Sybrigh Rinnerts Rollema, healsuster fan syn frou. Yn 1718 hawwe deselde eigeners in oare meier. Sjoerd fine wy yn 1713 werom yn Wolsum, dêr’t yn 1713 in dochter Siuke berne wurdt. Yn 1716 set Sjoerd Sjoerds fan Wolsum him wer yn Longerhou nei wenjen, dêr’t er foar 1000 g oanslein wurdt yn de fermogensbelesting.18 Op 7 sept. 1716 wurdt Sjoerd Sjoerds, dan wer húsman te Longerhou, beneamd as kurator divisionis oer de bern fan syn neef fan memmekant Pytter Hessels en Bauckien Gerbens Bolta.19

Yn 1718 is er dêr meier fan de tsjerkepleats (stim 9) en stiet syn hantekening ûnder it stimregister fan Longerhou. Yn 1728 en noch yn 1748 is Jetske Rinnerts meierske fan Longerhou stim 3, yn 1758 op Longerhou stim 4. Neffens de kohieren fan de personele belesting giet hja yn 1760 nei Boalsert.Yn 1764 ferkeapet Sjoerd Sjoerds, húsman te Longerhou, as lêsthawwer fan syn mem Jetske Rinnerts te Boalsert, in huzinge en hiem te Sleat yn de Dûbelstrjitte súdside, bewenne troch Jan Jacobs, foar 50 cg oan Klaas Martens Nieuwenhuis.20

Yn 1768 wenne Sjoerd Sjoerds’ widdo op de Zuider-Haitzebaan te Boalsert, dêr’t hja yn 1770 ferstjert. Har fermogen fan 600 cg giet yn seis skiften nei har erfgenamten, dy’t elk 100 cg krije.

-- V --

24 Jelle Sjoerds, berne foar 1725, húsman te Longerhou (1761), dêr stoarn 28 juny 1797, tr. Wûnseradiel/R.K. Makkum 31 jann./1 febr. 176125 Trijntje Jelles, fan Longerhou, berne te Arum, doopt R.K. Boalsert St. Fr. 24 july 1732, stoarn Burchwert 3 sept. 1806.Yn 1758 en noch yn 1788 wie Jelle meier fan Longerhou stim 8, in pleats mei 56 pm lân. Yn 1770 wie er ien fan de seis erfgenamten fan syn mem, Sjoerd Sjoerds’ widdo te Boalsert.Neffens in testamintêre disposysje fan syn broer Sjoerd Sjoerds (senior) fan 27 okt. 1762 waard Jelle op 23 okt. 1771, dan húsman te Longerhou, mei Jan Piers, húsman te Turns, beneamd as kurator oer syn soan Sjoerd Sjoerds de jonge, âld 9 jier. Op 17 febr. 1780 wurdt Pytter Annes, wolkjimmer te Boalsert, beneamd as kurator ad actum, om de weesrekken fan Jelle Sjoerds op te nimmen.15 De bern binne allegearre berne te Longerhou, mar komme yn ’e doopboeken foar op trije ferskillende plakken. Fetje, Boukje, Sjoerd, Jetske en Jelle yn de staasje St. Fransiskus te Boalsert. Fan harren komme Sjoerd en Jelle ek foar yn it doopboek fan Makkum, dêr’t de pastoar by de ynskriuwing by set dat Sjoerd troch pastoar Van Gorp te Boalsert doopt wie en Jelle troch pastoar Bolmer dêr. Pier waard doopt yn de staasje St. Martinus te Boalsert, mar stiet ek yn it doopboek fan Makkum, wylst de twadde Fetje allinnich yn Makkum foarkomt. Yn folchoarder: Fetje (1761), Pier (1763, tr. Yf ke Ypkes Ypma), Boukje (1766), Fetje (1768), Sjoerd (= 12), Jetske (1771, tr. Hessel Sierks Rolsma), Jelle (Postma/Posthumus 1774, tr. 1811 Gatske Douwes van der Werf ).26 Taeke Sybrens, berne Aldegea (W), doopt R.K. Blauhûs 7 sept. 1725, boer te Greonterp en Tsjerkwert, stoarn Tsjerkwert 6 jann. 1784, begroeven te Blauhûs, tr. 1. R.K. Blauhûs/ Wûnseradiel 17/19 juny 1751 Gritie Iedes (Ydema) te Abbegea, dochter fan Iede Sickes; tr. 2. Wûnseradiel/R.K. Blauhûs 10/12 aug. 1776 27 Antje Wybes, berne Parregea, doopt R.K. Blauhûs 26 des. 1755, stoarn Warkum 22 nov. 1814, tr. 2. Wûnseradiel 29 jann. 1785 Johannes Harmens Bootsma, trekskipper en boer te Boalsert en Warkum.Yn 1768, 1778, 1788 wurdt Taeke Sybrens as ien fan de fiif erfgenamten fan syn heit Sybren Gosses neamd as eigener fan 1/5 part fan Bangemasate (stim 12) te Easthim. Syn oanpart giet tusken 1788 en 1798 oer yn hannen fan syn sweager Bauke Durks, papist, dy’t yn 1768 al 2/5 part yn besit hie.Yn 1785 wurde pake Wybe Gerbens, húsman te Tsjerkwert, Gosse Sybrens, húsman te Tsjerkwert en Ype Willems, húsman te Parregea, beneamd as kuratoaren oer Gatske 7, Sybren 3 en Gerben Taekes, âld 1 jier, bern fan Antje Wybes, widdo fan Taeke Sybrens te Tsjerkwert, op fersyk fan de mem yn ferbân mei har houlik mei Johannes Harmens, Harnzer trekskipper te Boalsert.16

Page 72: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

140 141gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Blauhûs: Klaeske (1720, tr. 1740 Gosen Gerbens), Minke (1722, tr. 1748 Bauke Durks), Trijntje (1723), Taeke (= 26), Yf ke (1727, tr. 1748 Lolle Eelkes).54 Wybe Gerbens, berne Tsjerkwert, doopt R.K. Blauhûs 9 des. 1714, húsman, te Boalsert (1755), Tsjerkwert, Parregea, Tsjerkwert en Greonterp, stoarn dêr om ende by 1795, tr. 2. Wûnseradiel 14 juny 1788 Mayke Harmens, fan Greonterp, widdo fan Harmen Ages Ruurda; tr. 1. R.K. Blauhûs 11 febr. 1755 55 Martjen Nannes, berne Hieslum, doopt R.K. Blauhûs 31 jann. 1713, stoarn Parregea om ende by 1781; tr. 1. Wûnseradiel 31 maart/R.K. Blauhûs 1 april 1731 Willem Ypes, fan Tsjerkwert, húsman dêr, stoarn foar 31 maart 1754, soan fan Ype Willems en Grietie Lieuwes (ek ûnder 218).Yn 1749 is Wybe Gerbens ‘vrijgesel, wint de kost’ te Boalsert; 1762 te Tsjerkwert; oant 1781, as Martsen stjert, te Parregea, dan Tsjerkwert oant 1788, wannear’t er boasket mei Maijke Harmens, dêr’t er om 1795 hinne stjert.Martjen Nannes wie kollatrise fan it Albadaleen.24 Bern, doopt R.K. Blauhûs: Antje (= 27), Grietie (1727, tr. Siebe Suwkis Homminga), Gerben (1759).

-- VII --

96 Sioerdt Pytters, te Westhim, tr. foar 166797 Jildu Pytters, widdo te Westhim 1687.Yn 1669 lient Wen Albertsdr, widdo Haringh Gerckes, te Abbegea, 100 gg fan Sioerdt Pytters en Jildu Pytters te Westhim.25

By de ynventarisaasje fan it stjerhûs fan dochter Siuke, troud mei Obbe Meyes te Westhim op 9 sept. 1696, stiet har broer Sioerd noch ûnder fâdij fan omke Gosen Pyters; suster Lysbet is dan frou fan Haye Rinties. Om’t Siuke gjin bern neilitten hie, wiene Sjoerd en Lysbet ab intestato elk foar de helte har erfgenamten. Op fersyk fan Gosen Pyters en yn presinsje fan beppe Trijntie Pyters wurdt it stjerhûs beskreaun. Under it sulver in fiiftal stikken mei de inisjalen fan Sjukes âlden (S:P: J:P:), dêrby in sulveren kroes út 1667, f jouwer sulveren leppels út 1669 en in koker mei sulveren beslach mei de namme fan har mem. It âldste sulver, te witten twa heakken mei de nammen Aef ke Pijters en Aef ke Sioerdts, wie fan 1657 en 1663. Under it ûnreplik goed 2/5 fan 1/5 part fan 8 pm lân ûnder Drylts en lyk sa’n part fan in heale huzinge te Drylts, dat allinnich Sjuke takaam.26

Bern: Siuke (tr. Obbe Meyes te Westhim), Liesbeth (tr. Haye Rinties te Parregea), Sioerd (= 48).98 Rinnert Hessels, berne 1633, mr. bakker te Penjum, stoarn 1684, tr. 1. Wûnseradiel 14 okt. 1667 Riemcke Siercks, fan Boalsert; tr. 2. Wûnseradiel 6 july 1672 Jetske Piers Longerhou; tr. 3. Wûnseradiel 29 jann. 168199 Fetje Jans, fan Penjum, wennet dêr 1681, 1686; te Makkum (foar 1701),

Bern: Jildu (tr. 1728 Jan Piers), Sjoerd (Sjoerds senior, tr. 1760 Tryn Annes), Jelle (= 24), Rinske (tr. 1751 Claas Jacobs), Siuke (1713, tr. 1739 Lieuwe Ypes), Jarig (1715), Sioert (Sioerts junior Post(hu)mus/Postema, 1725), nei alle gedachten ek Fetje (1745 meter).50 Jelle Annes, te Arum (1730, 1731, 1732), húsman te Raerd (1733), húsman te Tsjerkwert (1738, 1742, 1745, 1746), te Dedzjum (1746), tr. R.K. Jirnsum/Wûnseradiel 7/11 febr. 173051 Baukje Egberts, fan Raerd.Earstoan wenne de famylje noch te Arum, wat letter te Raerd.Op 22 maaie 1733 waard te Reduzum it stjerhûs fan Jelle Egberts, man fan Rinske Sjoerds, beskreaun. Rinske wie wer troud mei Harmen Radbodus, húsman te Reduzum. Op fersyk fan de mem nimme Claes Eiberts, húsman te Tersoal, en Jelle Annes, húsman te Raerd, de kuratele oer harren bern Eibert, Sjoerd, Marten en Akke Jelles op har.21 Yn 1736 wie Bauck Jelles meter fan Lisabeth, dochter fan har broer Claes Egberts, berne te Tersoal.Yn 1738 is Jelle meier fan de stimhawwende pleats Tsjerkwert 28 mei 104 pm lân, dy’t er hiert fan de widdo van Reiner Jans (Buwalda) foar 7/8 en fan Sioukien Homminga foar 1/8. Yn 1742 lient Jelle 100 cg fan de bruorren Hisse en Gurtsen Jentjes te Aldegea (W). De akte wurdt 22 febr. 1755 registrearre.22 As der yn 1745 boelguod hâlden wurdt yn it stjerhûs fan syn mem ûnder Boalsert, dan wennet er noch as húsman te Tsjerkwert.Bern, berne Arum, doopt R.K. Boalsert St. Fransiskus: Catharina (1731), Trintie (= 25); doopt R.K. Jirnsum: Anne (1735); berne Tsjerkwert, doopt R.K. Blauhûs: Egbert (1737), Egbert (1738), Liesbet (1740), Idtske (1743).52 Sybren Gosses (Engwerda), berne Poppenwier om ende by 1674, húsman te Aldegea (W), stoarn foar 1733; tr. R.K. Blauhûs 12 sept. 1718 53 Gatske Jans, fan Aldegea, stoarn 1738/40.Yn 1725 liene Sybren Gosses en Gatske Jans te Aldegea 500 cg fan Dirck Poppes, húsman te Gaast, ta betelling fan in reversaal troch Sjoerd Gatses neffens kwitânsje en sesje fan Trijntie Gerbens, widdo fan Claas Sjoerds te Babuiren. As ûnderpân nimme hja de lannen yn de Sinsmar, dêr’t hja it neamd reversaal fan passearre ha.23 Yn 1728 is Sybren Gosses eigener en meier fan Aldegea (W) stim 12, súd fan de Atzebuirstermar en noard fan Sipkemar, alhiel grut 50 pm. Hy sil de hiele sate nei 1718 kocht ha. Dat jier wie Jan Taedes mei Dirck Poppes noch eigener fan 1/3 part, wylst Claas Sjoerds’ widdo doe meierske wie. Yn 1738 binne Sybren Gosses’ erfgenamten eigeners en brûkers.Yn 1733 wurde fâden oansteld oer de fiif bernsbern fan Jan Taedes (106), dat kinne oars net as de bern fan Gatske Jans west hawwe.Bern: Gosse (tr. 1742 Vrouk Johannis); berne te Aldegea, doopt R.K.

Page 73: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

142 143gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

opbringst kaam totaal op 3510 cg-9-0, nei ôftrek fan kosten op 3120 cg-10-12. Pytter Annes folget syn mem op as brûker fan de pleats ûnder Boalsert.33 Murk Annes ûnder Boalsert, Jelle Annes, húsman te Tsjerkwert, Hidde en Pytter Annes, húslju ûnder Boalsert, en Lolle Joosten en neamde Hidde as fâden oer de bern fan Frouk Annes by Douwe Scheltes tekenje foar ûntfangst fan de opbringst.Bern: Murk (tr. 1721 Lysbet Pieters fan Hidaard), Jelle (= 50), Hidde (tr. 1726 Ymckien Jans fan Arum), Pytter, en Frouk Annes (tr. 1721 Douwe Scheltes fan Burchwert).102 Egbert Jelles, boer te Raerd, stoarn foar 1718, tr. om ende by 1690 103 Lysbeth Sickes, berne om ende by 1662, widdo te Raard 1718, 1728.Yn 1708 is Egbert Jelles meier fan in pleats te Raard mei stimnûmer 25 en 113 pm lân, dy’t er hierde fan jonker Pibo van Albada; eigener yn 1718 is jr. Oene Andreas van Albada.Yn 1722 wurdt by dekreet de treftige sate Ynthahuis te Raard ferkocht, stimnr. 25, mei 118 pm lannen, brûkt troch Lysbeth Sickes, widdo fan Egbert Jelles, dy’t oant 1725 rjocht op de hier hie. Keaper waard Fedde Wybes Buma foar 10885 gg-14-0.34

Yn 1728 hiert Egbert Jelles’ widdo de pleats fan Fedde Wybes’ erfgenamten.Egbert Jelles hie kurator west oer Jancke Claases silger, mem fan Rinnert Wigles te Boalsert. Hy hie nea de administraasje byhâlden of in rekken oerlein. As erfgenamt fan syn mem besiket Rinnert yn 1746 gerjochtlik soks noch foarinoar te krijen en dat slagget ek. Egberts erfgenamten, mei namme syn dochters Berber, Baukjen en Antie, soan Claas en de widdo fan Sicke Egberts, moatte der mei rêde. Baukjen wennet dan mei har man Jelle Annes te Tsjerkwert, mar neffens it fûnis dat op 13 desimber fan dat jier útsprutsen wurdt, wennet Jelle dan te Dedzjum.35

Bern: Jelle (te Reduzum, tr. 1. foar 1719 Acke Bades; tr. 2. omtrint 1725 Rinske Sjoerds), Sicke (tr. 1725 Diuke Pyters), Berber (tr. 1729 Andries Dirks te Oegekleaster), Baukjen (= 51), Antie, Claas (te Tersoal, tr. 1730 Jeltie Rinties).104 Gosse Ates, fan Wurdum (1666), bakker en húsman dêr en te Poppenwier, stoarn Poppenwier 1693/1694; tr. 2. grifformeard Poppenwier 10 aug. 1679 Hinke (Rints) Murx, stoarn Poppenwier 1696, dochter fan Mirck Hoytes en Mints Lolckes; tr. 1. Baarderadiel/Ljouwerteradiel 3/22 des. 1666 105 Meins Janties, fan Weidum.Yn 1668 keapje Gosse Ates en Meins Janties in huzing en bakkerij te Poppenwier mei ark, ‘toonbanck ende winckelwaren’ en in snikskip fan Lieucke Tiercx Abbema en Ulckien Renici Idsinga foar 960 gg.36

Yn 1680 makket Jantie Gerrits te Weidum, pake fan Ate, Outger en Sybren, de bern fan Gosse Ates, bakker en keapman te Poppenwier, by Meins Janties, in

Longerhou (1701, 1728), stoarn nei 1728; sy tr. 2. Wûnseradiel 16 jann. 1686 Jelle Piers, grutskipper te Makkum (1689), berne om ende by 1652, stoarn foar 1700/1701, soan fan Pier Jelles te Longerhou.Yn 1684 wurdt der ynventarisearre by Rinnert Hessels, bakker te Penjum. By Jetske Piers hie er in dochter Sybrigh en by syn widdo Fetje Jans in dochter Jetske. Noch earder sil er troud west hawwe mei in Riemcke Siercks. Neamd wurdt in keapbrief fan de bakkerij d.d. 14 maaie 1668. Sybrich erve lân ûnder Longerhou.27

Yn 1689 oerlizze de erfgenamten fan Taackle Hessels, yn libben te Penjum, in omke, Frans Hessels te Mullum en Jelle Piers, grutskipper te Makkum, harren weesrekken fan aug. 1685 ôf oer Sybrigh en Jetske Rinnerts.28

Yn 1701 wurdt Jelle Piers’ widdo, ynkommen fan Makkum, te Longerhou foar 2300 g oanslein yn de fermogensbelesting.29 Yn 1708 komt hja foar it earst foar as eigener fan de helte fan Longerhou stim 6 en as eigener/brûkster fan Longerhou stim 8. De oare helte fan stim 6 wie fan har styfdochter Sybrigh, troud mei Mathijs Geithoorn.Bern fan Rinnert en Jetske: Sybrich Rinnerts Rollema (tr. 1. 1697 Age Rinnerts Winia, smakskipper,30 fan Makkum; tr. 2. 1700 Douwe Watses, Hamboargerfarder; tr. 3. 1704 Mathijs Cornelis Geithoorn, apothecarius; tr. 4. 1726 Johannes Hoytes, fan Sleat). Bern fan Rinnert en Fetje: Jetske (= 49). Bern fan Jelle en Fetje: Pier, Jan (op Donia te Easterein, tr. 1727 Ymk Pieters) en Maycke Jelles.100 Anne Jelles, húsman ûnder Boalsert (1708, 1713), stoarn tusken 1713 en 1715, tr. 101 Trijntje Murcks, ûnder Boalsert, boerinne dêr (1715, 1738), stoarn 1745.Neffens it f loreenkohier fan Boalsert wie Anne yn 1708 brûker fan in pleats mei 70 pm lân te Boalsert, noard fan de Hartwerter feart, dy’t er hierde fan it Gasthús fan Boalsert. Yn 1713 buorket er dêr noch, mar fan 1715 ôf hiert syn widdo de pleats.Trijntje wurdt gauris neamd as meter fan har bernsbern, yn aug. 1722 yn Reahûs foar it earst as widdo Anne Jelles en op 28 april 1734 dêr ek folút as Trijntje Murcks, widdo Anne Jelles. Yn 1728 wie hja eigeneres fan in fjirdepart fan Idzegea stim 16, in pleats dy’t foarhinne eigendom wie fan (har mem) Mirck Sybrens’ widdo. Dat oanpart stiet yn 1738 op namme fan har soan Pieter, dy’t it yn 1752 ferkeapet oan (syn neef ) Murk Sybrens.31

Neffens testamintêre disposysje fan Trijntje fan 27 nov. 1737 wurde Hidde Annes en Lolle Joostes, beide húslju ûnder Boalsert, op 25 okt. 1745 beneamd as kuratoaren oer de bern fan har dochter Frouk Annes by Douwe Scheltes.32 Op 6 nov. 1745 wurdt der boereboelguod hâlden yn it stjerhûs fan Trijntje, ferstoarn ûnder Boalsert. Der wurde û.o. 14 kij by opbod it stik ferkocht, en 35 aden. De

Page 74: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

144 145gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Yn 1697 keapje Jan Taedes en Claaske Gerbens te Aldegea lân te Longerhou.45

Jan Teedes te Aldegea is yn 1698 eigener fan Aldegea stim 13 en fan in part fan Folsgeare 20 en Wommels 4. Yn 1708 is hy ‘bekans voor het geheel’ eigener fan Longerhou 4, ek hat hy besit yn Aldegea stimmen 23 en 12.Yn 1698 keapet Jan Taedes te Aldegea by dekreet 7 pm lân yn in sate te Wommels (stim 4), brûkt troch Aate Yntes, fan de widdo en bern fan Gosse Ulbes (Sippens).46

Yn 1711 wurde Jan Taedes te Aldegea en Willem Sikkes ûnder Nijlân oansteld as fâden oer Jan, Akke en Sjouke Pytters.47

Yn 1716 wurdt Jan Taedes, húsman te Aldegea, oansteld as kurator oer Claas Jans, soantsje fan Sjuw Fopkes silger by Jan Clases.48

Yn 1733 is Jan Taedes stoarn. His Ages en Meye Obbes, húslju te Aldegea en Westhim, wurde dan oansteld as fâden oer syn fiif bernsbern. Fecke Lieuwes, húsman te Gaast, lit him ferûntskuldigje om’t er al trije fâdijskippen waarnimt.49

Bern fan Jan en Claeske: Trijntje (tr. 1708 Fecke Lieuwes te Gaast), Gatske (= 53); bern fan Jan en Jeltie: Sybrant (tr. 1731 Geertie Hielkes (Overmeer)), en, doopt R.K. Blauhûs: Klaaske (1712), Rimcke (1721, tr. 1749 Jetse Feikes).108 Gerben Taeckes, fan Greonterp (1714), húsman te Tsjerkwert, tr. Wûnseradiel/R.K. Blauhûs 20/24 jann. 1714 109 Antje Wybes, fan Tsjerkwert.Gerben Teekes folget syn skoanheit op as meier fan Tsjerkwert stim 20. Yn 1758 wurdt er dêr noch neamd as meier. Gerben en Akke Teekes hawwe dan tegearre 9 pm lân yn dizze sate .Yn 1733 is Gerben peter fan Martinus, soan fan syn broer Teeke, doopt te Boalsert.Yn 1749: Gerben Taekes, lyts boer te Tsjerkwert mei in fermogen fan 500cg.Yn 1777 en ’78 is Wybe Gerbens fâd oer Gerben, soan fan Bauke Gerbens te Dedzjum.50

Bern: Antie (1714), Wybe (= 54), Sioert (1714), Bauke (1716, tr. Janke Jeltes, neiteam Wagenaar), Teeke (1718), Antie (1720), Lolk (1721, tr. Douwe Douwes (van der Werf )), Teeke (1723), Taeke (1724), Ysk (1724), Hylke (1727).110 Nanne Ottes Jelbema, berne om ende by 1678, fan Wytmarsum (1711), húsman te Longerhou, Hieslum en Wytmarsum, stoarn Filens ûnder Wytmarsum 1730; tr. 2. Wûnseradiel/R.K. Blauhûs 16/25 juny 1714 Acke Sybrens, dochter fan Sybren Feites en Tetje Doekes; tr. 1. Wûnseradiel 9 maaie 1711 111 Martjen Sybrands.Yn 1730 wurdt omke Sjouke Sybrens, húsman te Wytmarsum, oansteld ta fâd oer Martjen Nannes, 17 jier, en wurde omke Claas Ottes Jelbema, lânmjitter te Boalsert, en oantroude omke fan memmekant Taeke Taekes, húsman te Idzegea, fâden oer Doodtje, omtrint 14, Grietje, yn har 13de, Jetske, 11de, en Sybren Nannes, yn syn 8ste, de bern fan Nanne Ottes Jelbema út twa houliken.51

Dêrnei wurdt te Fylens ûnder Wytmarsum de neilittenskip beskreaun fan Nanne Ottes Jelbema op fersyk fan de kuratoaren fan syn bern by Martjen Sybrens en by

skieding mei de heit dy’t wer troud is mei Hincke Mircx. De bern komt 525 gg ta; Ate Gosses rekkenet ôf op 10 maaie 1693.37

Yn 1685 stiet Gosse Ates de predikant Joannes Althusius by yn dy syn kwestje mei Sibren Douwes oer taksaasje fan de huzing op de pastorijlannen.38

Yn 1694 wurdt Gerryt Janties, keapman te Snits, oansteld as fâd oer Outger, yn syn 23ste, en Sybren, yn syn 21ste, bern fan Gosse Aettes silger.39 Dan wurdt ek Gosses neilittenskip beskreaun; widdo Rints Murx komt op foar har bern Mincke, Mins, Sieucke en Tietscke Gosses. Der is in sulveren kroes, tekene mei de letters S.B. en B.H. Under de huzing te Poppenwier wurdt 75 pm pastorijlân brûkt. Der wiene in hynder, 14 kij, hokkelingen en einen.40

Op 2 maart 1696 wurdt te Poppenwier de neilittenskip fan Hincke Mirx beskreaun. Pytter Jansen, húsman dêre, is kurator oer Mincke, yn har 16de, Mins, 13de, Sieucke, omtrint 9, en Tietske, yn har 7de. Der is û.o. in sulveren ûnderriem, tekene Feyck Mircx 1663 en in sulveren koker, tekene mei F.M.D. anno 1669.41

Yn 1702 wurde Sierck Wybbes, kûper te Poppenwier, en Ate Gosses, húsman te Friens, oansteld as fâden oer Mencke, yn har 22ste, Mentie, 20ste, Sioucke, 17de, en Tietske, 13de, bern fan Gosse Ates by Hincke Mirckx, om de rekken fan Pyter Jansen op te nimmen. Yn 1704 op ’e nij fâdijstelling, Ate Gosses is dan bakker en keapman te Poppenwier.42

Bern, út it earste houlik: Ate (tr. 1692 Sioerdtie Sytses), Outger (1672, tr. 1701 Antie Claessen), Sybren (= 52); út it twadde houlik: Mencke (1681, tr. 1703 Inte Wybbrens), Mentie (1683), Syeucke (1686, tr. 1720 Douwe Stapert), Tietske (1690).106 Jan Taedes, húsman te Folsgeare, Aldegea (W), boekhâlder parochy Blauhûs 1707, 1731, stoarn 1733; tr. 2. R.K. Blauhûs 1 febr. 1711 Jeltie Sybrants; tr. 1. R.K. Reahûs 16 febr. 1682107 Claeske Gerbens, fan Hidaard (1680), ferstoarn foar 1711; tr. 1. Hinnaarderadiel/R.K. Reahûs 1 sept. 1680 Sjoerd Hayes, ferstoarn Folsgeare/R.K. Reahûs 26 febr. 1681.Yn 1683 keapet Jan Tedes te Folsgeare it oandiel fan de pleats dêr’t hy wennet fan Douwe Douwes, skipstimmerman te Drylts, fanwge syn frou Feyck Hayes foar 339 cg; yn 1684 ferkeapet Claaske Gerbens te Aldegea, frou fan Jan Tedes en erfgenamt fan har eardere man Sjoerd Hayes, de folsleine pleats oan Geert Geerts en Frans Michiels Staak, koekebakkers te Snits, en Foeke Hoytes, ûntfanger fan Ysbrechtum, foar 650 gg.43

Yn 1696 keapje Jan Taedes en Claeske Gerbens te Aldegea 1/12 fan in pleats te Longerhou fan 78 pm fan Tjallingius Longerhouw, keapman te Snits, foar 450 cg en yn 1699 jitris 1/12 fan dy syn suster Claeske Longerhouw, frou fan Bernardus Banninck te Swol, foar in selde bedrach. De oare parten binne dan fan Schelte en Ynske Taedes c.s.44

Tjallingius en Claeske Longerhouw binne de bern fan Aleph Taedes (ûnder 424).

Page 75: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

146 147gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

197 Swob Wytses Rollema, stoarn Penjum 1661.Sjoch foar harren fierder HM 43213.2.Yn 1632 is Hessel Feytes, boer op Rypster sate te Penjum (42 pm grut wêrfan 8 pm eigen lannen), op ’e nij troud mei Swobbe Wytsedr Rollema. By de skieding komt pake Saecke Lolles te Burchwert op foar de bern Attie, yn har 12de, en Feyte, yn syn 6de, by de earste frou Griet Saeckedr.56

Yn 1640 wie Hessel Feytes meier fan in pleats mei stimnûmer 29 te Penjum, dy’t er hierde fan Hendryckjen Joost Cluyters, widdo te Boalsert.Yn 1653 wurde de omkes Dirck Rinses en Feyte Hessels oansteld as fâden oer Grytie Wopkes, yn har 8ste, dochter fan Aecke Wopkes, stoarn te Mullum.57

Yn 1663 presintearret Harmen Wytzes Rollema de weesrekken sûnt 11 maart 1661 oan Rinnert, Lieuwe, Taeckle, Grietje en Frans Hessels, bern fan syn suster Swob, ferstoarn te Penjum, widdo fan Hessel Feytes. De hústaksaasje, te beteljen troch de lânhear, kaam op 1512 gg-2-8 mar der wie ek in útjeftepost fan 108 gg oan proseskosten yn ferbân mei de taksaasje fan it hûs en de skuorre troch it Hof.58

Bern fan Hessel by Griet: Acke (tr. 1644 Wopke Claessen), Feyte (tr. 1654 Tett Birdes); by Swob: Rinnert (= 98), Lieuwe (1636), Taeckle (1639, tr. (2.) 1678 Reynsck Pybes), Griet (1642), Frans (1644).198 Jan N., tr. 199 Maycke Jans.Yn 1681 jout Maycke Jans it houlik fan har dochter Fettie mei Rinnert Hessels by it gerjocht fan Wûnseradiel oan.200 Jelle Annes, berne om ende by 1631, fan Hidaard (1659), te Nijlân (1665), Aldekleaster (1682, 1687), op Boalserter Nijlân (1685), en Nijlân (1698, 1707), ferstoarn R.K. Reahûs 22 maart 1720,59 tr. Hinnaarderadiel 29 april 1659201 Grietje Dirks, fan Easterein (1659).Yn 1665 liene Jelle Annis en Gryttie Dirxdr te Nijlân 500 gg fan Auck Pyttersdr, widdo fan Jan Thomas, te Lytsewierrum.60

Yn 1682 assistearret Jelle syn al mearderjierrige skoansoan Hille Claesen, as dy syn fâden mei him ôfrekkenje. Nei it ferstjerren fan Hille tekenet er in kwitânsje foar in bedrach fan 463 cg-13-8, dat er noch fan syn fâden tegoede hie. Jelle wenne doe - de kwitânsje is fan 21 maaie 1687 - te Aldekleaster.61 Op 21 april 1685 ferkeapet Nanne Taedes, frijfeint te Makkum, syn seisde part yn Longerhou stim 4, in pleats mei 70 pm lân, en inkele stikken los lân dy’t by in pleats fan 55 pm te Skraard hearden, oan Jelle Annes as pake fan Hiltje Hilles. Jelle wennet dan op it Boalserter Nijlân.62 Yn 1698 is Jelle Annes eigener yn kwaliteit fan 1/6 part fan Longerhou stim 4. Yn 1728 stiet it op namme fan Heere Lieuwes, de man fan Hiltje.Yn 1698 wie Jelle Annes meier fan de stimhawwende pleats Nijlân 36, dy’t er hierde fan de tsjerke fan Nijlân. Yn 1700 is hy dêr ek eigener fan inkelde stikken los lân, t.w. 5 pm ûnder nr. 85 fan it f loreenkohier, 2½ pm ûnder nr. 86 en 1 pm op ‘t ‘Groot Meenschar’ ûnder nr. 87. Yn 1718 steane de nûmers 85 en 87 op

Acke Sybrens.52 Beskreaun wurdt sulver mei de letters O.C. 1666 en berteleppels fan dochter Jetske, berne 8 aug. 1719, en soan Sybren, berne 25 okt. 1722. Fierder akten út 1711 en ’12 oer de neilittenskip fan Otte Claeses Jelbema.Bern, út syn earste houlik: Martjen (= 55); út syn twadde houlik: Doodtje (1716, st. Boalsert 1767), Grietje (1718), Jetske (1719, tr. 1748 Douwe Hendriks), Sybren (1722, st. Boalsert 1746).

-- VIII --

192 Pytter Sioerds, te Westhim 1640, 1658, tr. 193 Siuw Sybrens.Yn 1640 wie Pytter Sioerds meier fan Westhim stim 10. Yn 1698 is Obe Meies, man fan bernsbern Siuke Sjoerds, dêr meier.Yn 1656 binne Poppe Taedes foar himsels en as heit fan syn bern by Hismoer Hoites 100 gg skuldich oan Pytter Sioerds en Siuw Sybrens, dy’t hja 1 maaie 1657 werombetelje sille. Yn 1658 binne Poppe Taedes en Trijntie Agges, troude lju te Aldegea, nochris 200 gg skuldich oan Pytter Sioerds en Siuw Sybrens, troude lju te Westhim.53

Ien soan bekend: Sioerdt (= 96).194 Pytter Gosses, berne om ende by 1597, te Easthim, stoarn 30 juny 1653, tr. 195 Trijntje Epes Bangama, berne om ende by 1610, wenjend te Easthim, stoarn dêr op 6 juny 1701, likernôch 91 jier âld.Pytter en Trijntje binne begroeven by har âlden ûnder de Bangamasark fan Easthim.Op 26 april 1675 komt beppe Trijntje Ippis, widdo fan Pytter Gosses te Easthim, assistearre troch har soan Ippe Pytters, op foar Jancke, 11, Pytter, 9, en Oene, 7, de weesbern fan Entje Pytters by Jelle Gosses, dy’t op ’e nij troud is mei Acke Rouckisdr.54

Op 7 febr. 1687 makke Trijntje Epes Bangma te Easthim,widdo fan Pytter Goosens, har testamint. Erven binne har (berns)bern Goosen Pytters, Jildu Pytters, widdo fan Sioerdt Pytters, te Westhim, Pytter, de soan fan Hessel Sybboldts en Frouck Pytters, beide stoarn, Jancke, Pytter en Oene, de bern fan Jelle Gosses te Goaiïngea by Eentie Pytters silger en Pytter, de soan fan Pier Hoytes ûnder de klokslach fan Snits by Beuw Pytters silger. De soan Goosen komt op de pleats te Easthim.55

Yn 1698 wie hja as widdo fan Pyter Gosses eigeneres en brûkster fan Easthim stim 19, in pleats mei 96 pm lân, Bangema oftewol It Bosk neamd. Bern: Goosen, Jildu (= 97), Frouck (tr. Hessel Sybolds), Entje (tr. Jelle Gosses) en Beeuw (tr. Pier Hoytes).196 Hessel Feytes, húsman oan de Rige te Penjum, stoarn dêr 1652, tr. 1. om ende by 1620 Griet Saeckedr, stoarn om ende by 1629, dochter fan Saecke Lolles; tr. 2. 1632

Page 76: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

148 149gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

jfr. Maria van Lycklama út 1651 en ien fan Sicke Jacobs mei Ide en Maria van Siccama út 1673.Bern: Lysbeth (= 103), Trijntie (1663), Marten (1666, tr. 1693 Dieuwer Rinties), Jacob (1668, tr. 1695 Sioerdtie Syedses), Piercke (1672).208 Ate Sytses, boer op stim 4 fan Jirnsum, berne om ende by 1612, stoarn 1659; tr. 2. Raarderhim 21 jann. 1648 Doed Abedr, fan Easterwierrum; Doed tr. 2. (attestaasje fan Wurdum 23 des. 1660) Pier Ates Pybema. Ate troude 1. 209 Tietscke Saeckles, stoarn Jirnsum (foar) 1647.Yn 1647 wurdt pake Saeckle Syuerts te Friens oansteld as fâd oer de fiif bern fan Tietske Sakledr by Ate Sytses te Jirnsum. Oerienkaam wurdt dat Ate, bystien troch syn heit Sytse Ates, op de pleats bliuwt en de bern 1810 cg útkeare sil fan memmegoed.73

Yn 1659 oerleit Saecke Sytses Eenwierde as fâd, njonken Gerryt Gosses, oer de bern fan Atte Sytses en Tietske Saeckes in weesrekken. Twa dochters binne troud mei Freerck resp. Jellert Pitters en de minderjierrige Gosse, Maeycke en Attie Attes wurde bystien troch harren omkes Sioert Saeckles en Johannes Aengwierde. Attes widdo Doetie Abes komt op foar har twa bern.74

Yn 1661 makket Doedtie Abbes, widdo fan Ate Sytses en no wer troud mei Pier Attes, in skieding mei Saecke Sytses en Ruierd Gerbens as fâden oer har soannen Gerben en Pyter by har earste man.75

Yn 1661 keapet Gerrydt Gosses te Goaiïngamieden 2/7 fan 1/5 sate te Poppenwier, brûkt troch Marten Gerrydts, fan Freerck Pytters en Jeldert Pyters fanwege harren froulju Jeltie en Bauck Atis foar 200 gg elk sânde part en ek 1/5 fan dy sate fan Saecke Sytsis Engwerd foar 1400 gg.76

Yn 1665 keapje Gerryt Gosses en frou te Goaiïngamieden 3/7 fan 1/5 sate fan 75 pm yn it kleaster te Poppenwier, beswierre mei 23½ f loreen, fan Gosse, Maycke en Attie Atis foar 600 gg.77

Bern by Tietscke: Bauck (tr. 1655 Jillert Pyters), Jeltie (tr. 1655 Freerck Pyters), Gosse (= 104), Maaike (tr. 1663 Feycke Sickes), Attie; by Doed: Gerben, Pieter.210 Jantie Gerrits, te Weidum, tr. Baarderadiel 8 april 1644211 Meins Claeses, fan Poppenwier.Yn 1648 keapet Gerben Outgers 4 pm fan Meins Clases, frou fan Jantke Gerrits.78

Bern: Mints (105), Gerryt (tr. 1674 Antie Doekes).212 Taede Taedes, op it Boalserter Nijlân 1676, st. Nijlân 28 maaie 1695, tr.213 Yf ke Jans Wigmana, stoarn Nijlân 1708/09.Yn 1699 wurde omke Jan Taedes te Aldegea en sweager Wybe Gerrits te Turns beneamd ta kuratoaren oer Antie, Gadske en Acke, bern fan Meinert Atis en Hiltie Taedis, dy’t op 7 july 1699 testamint makke.79

Op 26 jann. 1709 wurde Thomas Johannes te Hidaard en Beern Fransen te Fûns oansteld as fâden oer de bern fan Hiltie Taedes om in skieding te meitsjen mei

namme fan skoandochter Trijntje Murcks en fan Heere Lieuwes, de man fan syn pupil en pakesizzer Hiltje Hilles.Yn 1707 is Jelle Annes, húsman te Nijlân, yn syn 77ste jier, ien fan de tsjûgen yn in proses fan Jacob Ypes en Jan Ulbes tsjin de predikant Hajo Tuinhout.63

Bern: Anne (= 100), Edwer (tr. 1. 1682 Hille Claess te Nijlân, soan fan Claes Ulbes te Aldekleaster ûnder Hartwert;64 tr. 2. 1686 Willem Hansen, widner te Arum, letter te Longerhou).65

202 Mirck Sybrens, te Idzegea (1672, 1677), ferstoarn foar 1698, tr. foar 1665203 Idske Sjoerds, ferstoarn tusken 1700 en 1708.Yn 1665 lient His Jelmersdr te Heech, widdo fan Fooke Jans, 200 gg fan Mirk Sibrens en Idske Sioerdsdr.66

Yn 1672 waard te Idzegea it stjerhûs fan Sjouck, frou fan Ulbe Hessels, beskreaun. Gerke Nannes en Mirck Sybrens wiene doe as neiste buorlju mei mear oaren taksateurs.67

Yn 1685 ferkeapje Murck Sybrens te Idzegea en Meye Frankes te Aldegea as fâden oer de bern fan Aucke Sybrens te Idzegea hûs en skuorre c.a. ‘het klooster Naseret’ dêre oan de fâden fan it weeshûs te Snits.68 Auke Sybrens en Luyts Franken buorken op stim 25 fan Idzegea, 150 pm.69

Ydtske, Mirck Sybrens’ widdo, wie yn 1698 en 1700 eigeneres fan de pleats Idzegea stim 16 mei 70 pm lân, dy’t ferhierd wurdt oan Laes Siedses. Yn 1728 wiene Melle Ages nomine uxoris, Sibbel Murks, Trijntje Murks en Mirk Sybrens, elk foar in fjirdepart eigeners.Bern: N.N. (tr. Melle Ages), Sibbel, Trijntje (= 101), Sybren (tr. 1. N.N.; tr. 2. 1713 Maike Sekles).204 ? Jelle Egbartsz, te Huzum (1659), tr. Idaarderadiel 6 juny 1659 205 ? Jancke Claasses, berne te Warten.Egbert Jelles (102) hat fâd west oer in Jancke Claases dy’t yn 1717 troude mei Wigle Rinnerts te Boalsert. Dy Jancke junior kin beppesister west hawwe fan de Jancke dy’t wy hjir oantreffe.206 Sicke Jacobs, fan Wurdum, stoarn dêr (foar) 1674, tr. Ljouwerteradiel 29 des. 1659207 Bauck Martens, fan Tersoal, stoarn Wurdum foar 1674.Yn 1660 jout Sicke Jacobs te Wurdum, man fan Bauck Martens, in kwitânsje oan har omke en eardere fâd Hette Reyns foar ûntfangst fan har erfdiel.70

Yn 1674 wurde Jan Sipkes te Wurdum en Marten Sioerds te Jirnsum oansteld as fâden oer Lysbet, yn har 13de jier, Trijntie, 11, Marten, yn syn 9de, Jacob, 7de, en Piercke, 3de, Sickes, bystien troch harren beppe Rixt.71

Yn 1673 wurdt te Wurdum de neilittenskip beskreaun fan Sicke Jacobs en Bauck Martens, op oanjefte fan pake Jacob Jansen.72 De huzing yn it noardein fan Wurdum is eigen. Beskreaun wurde it testamint fan Teke Joannis fan 16 aug. 1670, dat fan Hans Jans fan 16 juny 1658, in hierkontrakt fan Jacob Jans mei

Page 77: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

150 151gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Sipke en Grietie: Hylck (1692), Tjalling (1694). Bern fan Ype en Grietie: Willem (tr. 1731 Martsen Nannes Jelbema, neiteam Ypma, Yedema, Jelgersma),86 Lieuwe (tr. 1739 Siucke Sjoerds, neiteam Ypma),87 Rigt (tr. 1734 Thomas Tjeerds).88 Bern fan Wybe en Grietje: Ysk (1709).220 Otte Clasen Jelbema, boer te Wytmarsum, stoarn dêr 1708/1709, tr. 2. Wûnseradiel 15 maaie 1702 Hotske Allerts, fan Frjentsjer, widdo fan Douwe Dirx; tr. 1. Wûnseradiel/R.K. Reahûs 11 okt./21 sept. 1675 221 Doodtie Ulbes Foeckema, berne om ende by 1655, fan Tsjalhuzum (1675), stoarn foar 29 april 1702, dochter fan Ulbe Nannes Foeckema en Geertje Jans Wigmana (ûnder 426/427).Yn 1741 is te Boalsert distillearder Claas Ottes stoarn. Yn ‘e hûs wie sulver mei letters en sifers O.C.J. D.U.F. 1693 en G.F. R.J. 1661. Erven fan harren broer en omke binne dan distillearder Sipke Ottes en Geertie Ottes, frou fan Sybout Tjerks te Wolsum, beide foar 1/3 en Martsen Nannes, frou fan Willem Yppes, húsman te Tsjerkwert, Douwtien en Gryttie Nannes en neamde Sipke Ottes en Egbartus Teklenburg, sulversmid te Boalsert, as fâden oer de minderjierrige Jetske en Sybren Nannes, ek foar 1/3.89

Sjoch foar har en fierdere kertieren: H. Foekema, ‘De Foeckema’s’, GJ 2003 78.222 Sybren Fongers, berne om ende by 1635, by houlik fan Boazum, 1682 húsman te Nijlân, stoarn 19 febr. 1692, begroeven te Wytmarsum, tr. Wûnseradiel 9 maaie 1668 223 Aefcke Siouckes, 1665 fan Burchwert, 1668 te Hieslum, 1698 te Wytmarsum, ferstoarn 1708/1718, tr. 1. Wûnseradiel 11 maart 1665 Baucke Wytses, fan Burchwert, húsman te Hieslum.Ferlykje MF 462/463.Yn 1698 is Aaf ke Sjoukes, widdo Sybrand Fongers, papist, foar harsels en foar har bern, eigeneres fan in pleats te Wurdum mei stim 81/f loreennûmer 69. Yn 1728 binne dat har erfgenamten, yn 1748: Gorrelt Sjoerds (Bos) 7/16, Oege Johannes 3/16, Syds Douwes 1/8, Willem Ypes 1/8, Martjen Obbes 1/8, allegearre papist. Meier is Doede Gerbens.90 De pleats lei yn de buorskip Noordend (ûnder Wytgaard).91

Yn ’e tsjerke fan Wytmarsum leit noch de grêfstien fan Sibren Fongers, ferstoarn 19 febr. 1692, âld yn it 58ste jier, en (in bern) N. Sibrens Hobma, ferstoarn 1 nov. 1695, âld omtrint 18 jier.92

Bern fan Aefcke en Baucke: Antie (berne om ende by 1665, tr. Tjomme Hoytes). Bern fan Sybren en Aefcke: N.N. Sibrens Hobma (ferstoarn 1 nov. 1695, âld 18 jier, begroeven te Wytmarsum), Gatske (tr. 1699 Obbe Meyes fan Westhim),93 Hiske (tr. 1700 Wybe Jetses fan It Hearrenfean), Wopke (tr. 1705 Oege Johannes fan Wytmarsum), Baukje (tr. 1710 Syds Douwes fan Wytmarsum), Martsen (= 111), Fonger (tr. 1714 Sytske Ypckes fan Westhim), Sioucke (tr. 1716 Antie Ypckes fan Westhim,

Jan Taedes te Aldegea en de oare erven fan Yf ke Jans, koart tefoaren stoarn te Nijlân.80

Bern: Trijntje (tr. om ende by 1670 Wybe Gerrits (Foeckema)),81 Jan (= 106), Hiltie (tr. 1686 Meinert Ates (Galtema)), Idwer (tr. 1687 Willem Sickes), Hidtie (tr. 1. 1694 Djurre Senties fan Rien, tr. 2. 1697 Jouke Wynsens fan Rien), Sjoerd (tr. Sytske Jacobs).214 Gerben Sioerts, fan Hidaard (1660), te Wommels (1676), ferstoarn nei alle gedachten Hartwert/R.K. Reahûs 26 des. 1682, tr. Hinnaarderadiel 28 maart 1660215 Trijn Rinties, fan Hidaard (1660), ferstoarn Hidaard/R.K.Reahûs 24 july 1682.Yn 1676 liene Gerben Sjoerdts en Trijn Rintjes te Wommels 300 cg fan Pietrick Pieters, widdo Douwe Idtses Rispens, yn libben keapman te Boalsert, en har soan Idts Douwes Rispens, mr. goudsmid te Boalsert; Aaltje Gerbens stiet boarch foar har soan en snoar.82

Yn 1680 wie Gerben Sjoerds tsjûge by it R.K. houlik fan syn dochter Claeske.Bern: Sioerdt (tr. 1691 Tietscke Gosses Sippens), Sybren (te Boalsert, net troud), Douwe, Claeske (= 107).216 Teeke Teekes, te Idzegea, testearret 5 juny 1728, stoarn foar 10 juny 1732, tr. Tsjerkwert 3 july 1687217 Antje Bauckes, fan Tsjerkwert.83

Op 10 juny 1732 wurde Hisse Jenties te Aldegea, Gerben Teekes te Tsjerkwert en Teeke Teekes ûnder Boalsert oansteld as fâden oer Poulus, 11, soan fan Douwe Teekes, en oer Pytrick, 20, en Antie, 13 à 14 jier, de bern fan Bouwe Jetses en Hylk Teekes, oerienkomstich it testamint fan harren pake Teeke Teekes fan 5 juny 1728.84

Bern: Hylk (tr. 1709 Bouwe Ittiens fan Bakhuzen), Gerben (= 108), Jetske (= 79), Douwe (tr. 1719 Fokeltje Poulus fan Wytmarsum), Taeke (ûnder Boalsert, tr. 1730 Antie Martens), Bauk, Witske.218 Wybe Sioerts, fan Allingawier (1683), Tsjerkwert (1707), húsman dêr, tr. 2. Wûnseradiel 27 aug. 1707 Grietie Lieuwes, widdo Ype Willems, earder fan Sipke Tjallings; tr. 1. Wûnseradiel 7 april 1683219 Antje Annes, fan Tsjerkwert (1683).Yn 1698 en 1708 wie Wybe Sjoerds meier fan Tsjerkwert stim 20. Hy waard dêr opfolge troch (skoansoan) Gerben Teekes. Yn 1736 binne Hiske Lieuwes, in suster fan Grietje Lieuwes, en har man Tjeerd Tyetes ûnder Boalsert beide ferstoarn. Har fermogen wurdt lykop ferparte ûnder de famylje fan beide kanten. Oan Hiskes kant wiene dat Grietje, Fecke, Hercke, in soan fan Doytse en de erven fan Broer Lieuwes, dy’t elk 1/10 part part krije. Grietje wennet dan te Boalsert. Oan Tjeerd syn kant wiene dat Riemer en Gosse Ruurds te Heech of Aldegea c.s., dy’t mei-inoar de oare helte krije.85

Bern fan Wybe en Antje: Antje (= 109), Sjoerd (tr. 1711 Lysbet Jans fan Dedzjum), Anne (tr. 1731 Akke Gerbens, neiteam Zandstra). Bern fan

Page 78: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

152 153gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Rollema, doarpsrjochter te Kûbaard, en (broer) Hemme Watzes, doarpsrjochter te Piaam, boarch binne.102 Yn 1654 prosedearje Wytse Rinnerts Rollema te Kûbaard en His en Tet Wybes te Frjentsjer as easkers tsjin Sible Pyters Wigmana, boarger te Warkum. Wigmana wurdt feroardiele de easkers harren trije f jirde part min in heal keallegers fan twa kowegongen finlân ‘rustelijk en vredelijk te laten possideren’. Fierder moat er ek de skea, dy’t er syn opponint troch syn ‘turba’ oandien hat, fergoedzje en prosedearje om ta in skieding fan dat besit mei syn opponint te kommen. Ek moat er de kosten fan it proses betelje, mar hy tekenet wol berop oan by it Hof fan Fryslân.103

By de restauraasje fan de doarpstsjerke fan Kûbaard yn 2004 kamen 18 âlde grêfsarken yn it middenpaad fan de tsjerke fan ûnder in houten f lier wer foar it ljocht. Dêrby ien út 1652 foar Gerbrich Feickesdr, âld 68 jier, frou fan Wytse Rinnerts Rollema, stoarn 30 okt. 1652 en dêr begroeven. Op har grêfstien de wapens fan har man en harsels.104 Bern: Feycke (tr. 1624 Syts Watse Douwedr, fan Dedzjum),105 Swob (= 197), Ded (tr. 1635 Gerben Symens), Harmen (tr. 1642 Lysbet Johannes Oegesdr fan Easterein), Fockien (tr. 1. Jacob Jacobs, húsman te Tsjummearum; tr. 2. Dirck Cornelis, húsman te Tsjummearum, ferstoarn foar 1665),106 Tettie (tr. 1650 Douwe Douwes fan Boer).400 Anne Ruyrds, húsman te Nijlân, ferstoarn dêr/R.K. Reahûs 20 aug. 1659, tr. foar 1632401 Aedwer Pieters Wigmana.Yn 1640 is Anne Ruyrds meier fan de pleats Nijlân mei stimnûmer 21, dy’t er hierde fan Sjuck van Burmania.Sicke Wybes silger te Hidaard hie kurator west oer Mirk Annes, broer fan syn frou Imk Annedr en jongste soan fan Anne Ruyrds en Adwer Pieters Wigmana op Nijlân. Yn 1671 is Mirk mearderjierrich en wennet er yn ’e Sinsmar. Imk, stipe troch (oantroude omke fan memmekant) Gerleff Tiernes Gerlsma, keapman te Boalsert, ferantwurdet dan de weesrekken fan 8 okt. 1663 ôf. Under ynkomsten û.o. Mirks oanpart fan de hier en fan de lannen brûkt troch Pyter Gatzes oer de lêste acht jier foar 4 gg it jier. Dat sil gean om besit yn Wigmanasate te Abbegea, dat noch hieltyd net ferdield wie. Yn 1668 wie de rekken mei syn broer Hille Annes lykmakke neffens in kontrakt d.d. 2 aug. 1660 fanwege hier fan de sate (Hille sil doe op de âlderlike sate yn Nijlân sitten hawwe).107

Yn 1682 keapet Ulbe Nannes 4 pm te Abbegea fan Ympk, Pyter, Jelle en Hisce (lês Hille) Annis.108

Bern: Hille (te Nijlân, ferstoarn dêr/R.K. Reahûs 8 sept. 1687, tr. 1. 1663 Nieske Johannes fan Wommels; tr. 2. 1677 Tiamcke Pieters fan Turns, ferstoarn Nijlân/R.K. Reahûs 15 febr. 1693), Imck (ferstoarn Hidaard/R.K. Reahûs 26 april 1684, tr. Sicke Wybes te Hidaard, ferstoarn dêr/R.K. Reahûs 25 maart 1671), Jelle (= 200), Mirck.

suster fan neamde Sytske, bern fan Ypcke Oenes), Brecht (tr. Anne Harings te Easthim).

-- IX --

384 (reedlik wis) Syuert Aenez, te Aldegea, tr.385 Lysbet Pietersdr, beide stoarn foar 1601.Yn 1594 keapje Froucke Ottez en Reynsck Pybedr te Wûns ½ hûs en stee ‘Bottingha staten’ dêr mei 7 pm lân fan Syuerdt Anez en Lisbet Pietersdr te Aldegea foar 442 gg.94

Yn 1601 in rekken troch omke Reyn Pieterz te Burchwert en Sierck Broers te Wûns fan harren fâdij oer Tade, Pieter, Syuert, Idsck en Ancke, bern fan Syuert Aenez en Lysbet Pietersdr te Aldegea. Harren suster Jelcke Syuertsdr is frou fan Sybolt Melysz.95 Yn 1604 nochris in rekken, soan Taede is dan mearderjierrich.96

Yn 1645 binne de omkes Pytter Sjoerds en Meynert Graeolts fâden oer de soan út it twadde houlik fan Jesck Syoerdtsdr mei Claes Graeolts, beide stoarn.97

Ut dit houlik: Jelcke (tr. foar 1601 Sybolt Melysz), Taede (berne foar 1579, te Aldegea, lit soan Poppe en dochter Lysbet nei),98 Pieter (= 192), Syuert, Jesck (te Abbegea, tr. 1. omtrint 1605 Agge Obbez; tr. 2. Claes Greoldz),99 Ancke.390 Epe Oenesz Bangama, te Easthim, ferstoarn 24 april 1615, begroeven te Easthim, tr. 1. Rinsen Hesselsdr Hotzema, ferstoarn 16 april 1607, begroeven te Easthim; tr. 2. 391 Frouck Hotzes Lycklama, ferstoarn 17 febr. 1639, begroeven te Easthim; tr. 2. Sierck Hilles Buwalda te Ysbrechtum, Easthim en Tsjerkwert.100

Yn 1605 ervet Epe by testamint de âlderlike state mei ringmuorre te Easthim fan syn heit. Op de grutte sark fan Ipe Oenisz Bangama en Rinsen Hesselsdr Hotzema yn de herfoarme tsjerke te Easthim stiet noch it alliânsjewapen fan dit pear. It wapen fan de man is dield, rjochts de heale Fryske earn, links trochsnien, boppe twa ikels njonkeninoar, ûnder trije klavers (2-1). Dat fan de frou is ek dield, rjochts de heale Fryske earn, links nei alle gedachten twa figueren ûnderinoar, dêrfan de boppeste in klaver. It helmteken hat in ikel tusken twa strúsfearren. Ek Frouck Licklama en har twadde man Sierck Hilles Buwalda binne hjir begroeven.101 Sjoch fierder HM 22112.2.Bern: Oene, Trijntje (= 195).394 Wytse Rinnerts Rollema, húsman (1613), doarpsrjochter en ûntfanger te Kûbaard, ferstoarn Minnertsgea nov. 1656, tr. 395 Gerbrich Feyckedr, berne om ende by 1584, ferstoarn 30 okt. 1652, begroeven te Kûbaard.Sjoch ek HM 43213.Yn 1638 liene (soan) Feycke Wytzes Rollema en Syts Watsedr te Kûbaard 500 gg fan Sytse Andries en Reynsck Taadedr te Kûbaard, wêrby’t (heit) Wytse Rinnerts

Page 79: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

154 155gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Yn 1648 wurde Hette en Tyte Reynsz te Tersoal en Offenwier oansteld as fâden oer Bauck en Welmoet, de bern fan Marten Reyns, stoarn te Tersoal, by Ricxt Joannes, dy’t op ’e nij mei Sybren Jacobs troud is en bystien wurdt troch Syoerd Claesz te Jirnsum en har broer Take Joannes.115 De bern komt 9½ pm te Grou ta en krije 5601 gg útkeard.Yn 1681 wurdt te Tersoal de neilittenskip beskreaun fan Rixt Joannis, lêst widdo fan Sibren Jacobs, op fersyk fan Marten Sioerts te Jirnsum, man fan Welmoed Martens en fâd oer de bern fan Bauck Martens by Sicke Jacobs, Jacob Sibrens en Douue Mevis, man fan Willemke Sibrens, har (berns)bern. Rixt hie op 6 april 1681 testamint makke.116

Bern: Bauck (= 207), Welmoed (tr. 1661 Marten Syoerds).416 Sytse Aettes, ûntfanger en tsjerkfâd te Poppenwier, hat ek wenne te Snits, stoarn foar 1660, tr. foar 1610417 Syouck Saeckes, stoarn Snits 1660.Yn 1612 prosedearret Aeff Martens te Raard, bystien troch har lânfrou, tsjin Sytse Aetes te Engwerdt.117

Yn 1644 keapet Sytie Ates de helte fan 154 pm kleasterlannen te Poppenwier (kleaster Engwird, stim 5) foar 90 gg it pûnsmiet.118

Yn 1660 wurdt in skieding makke troch Saecke en Johannes Sytsesz Engwerda, Gerryt Gosses as man fan Feyck Sytsesdr, Foppe Ruerdts fanwege syn bern by Houck Sytses, Freerck en Jildert Pyttersz fanwege harren froulju Jeltie en Bauck Aettes, Gosse Aettes (mei venia aetatis), neamde Johannes Engwerda en Gerryt Gosses as fâden oer Maycke en Attie Aettes en neamde Saecke Engwerda en Ruerdt Gerbens as fâden oer Gerben en Pytter Aettesz as (berns)bern, fan de neilittenskip fan Sytse Aettes en Siouck Saeckes te Snits. Der wie in profytlik saldo fan 4020 cg, in pleats te Poppenwier, brûkt troch Marten Gerryts, en twa grêven dêr op it hôf.119

Yn 1660 binne de lannen fan de erven fan Sytse Aates yn it kleaster Engwerd opmetten en úttekene troch Gellius Dominici. It totaal kaam út op goed 77 pm.120

Bern: Ate (= 208), Saecke Sytses Engwerda (tr. 1. 1649 Sempckien Jetses;121 tr. 2. 1671 Geertruyt Phelten), Johannes Sytses Engwerda (1631-’82, tr. 1. 1655 Antje Jans Engels; tr. 2. 1677 Ansck Jelles), Feyck (tr. 1. Gerryt Gosses; tr. 2. Ate Tjeerdts Galtema),122 Houck (tr. 1641 Foppe Ruyrts).418 Saeckle Siuerdts, boer op Diurrema sate te Friens, stoarn (foar) 1656, tr.419 Tiescke Gosses, stoarn Friens 1658.Yn it stjerhûs fan broer Jarigh Siurdtsz (Friens 1629)123 wurdt in kontrakt oantroffen fan Saackle Siurdtsz mei Jell Saackledr, Jarigh en Gerben Siurdtsz, Siouck Siurdtsdr en Harmen Jeryts fanwege syn frou Jeldu Siurdtsdr fan 1613 oer hier en keap fan de pleats dy’t Saackle dan brûkt.‘Sakle Siurts te Friens’ stiet op anno 1631 yn it Register van Broederschap van de Rozenkrans. Fuort ûnder him stiet Tyedz(?) Sakles te Friens.124

406 Sioerdt Reins, stoarn 1657, tr. Wûnseradiel 24 maart 1617407 Frouck Aggedr, beide fan Parregea.Yn 1657 protestearret de grytman Schwartzenbergh tsjin it opsizzen troch de erven fan Sioert Reins fan de hier fan de sate.109 Datselde jier easket Jentie Douues fanwege syn dochter Pitrick betelling fan it troch har fertsjinne boadelean troch Jentie Sioerts en Melis Oeges fanwege syn frou as mei-erven fan Sioert Reins, fan elk in fjirde part.110

Yn 1668 wurdt omke Jentie Sioerds te Aldegea oansteld as fâd oer Frouk, 10, Jeltie en Sjoerd, bern fan Melis Oeges te Idzegea by Eelk Sioerdsdr silger. Fêst goed: trije hoekjes lân ûnder Sânfurd en Warkum, allegearre mienskiplik mei Jentie Sioerds; de ynbring fan Eelk wie 1103 gg. Der wurdt in skieding makke yn bywêzen fan Mirk Sibrens.111

Yn 1677 wurdt te Aldegea de neilittenskip beskreaun fan Jarigh Sioerds; de omkes Jentie Sioerds te Aldegea en Mirck Sybrens te Idzegea wurde fâden oer weesdochter Idske, yn har 15de, by Aaf Sybrens en de widdo Reinsk Douwes komt op foar har dochter Trijntie, yn har 7de, by Jarigh. Under de huzing te Aldegea waard sa’n 80 pm lân brûkt. In lyts hoekje lân te Parregea wie mienskiplik besit fan de ferstoarne mei Mirck Sybrens; der wie in skuld fan 100 gg oan Jentje Sioerds en Mirck Sybrens.112

Bern: Jentie (te Aldegea, tr. 1. Hinmoer Wabedr; tr. 2. Lyckel Hissedr),113 Eelk (tr. om 1655 hinne Melis Oeges te Idzegea), Idske (= 203), Jarigh (te Aldegea, tr. 1. omtrint 1661 Aaf Sybrens; tr. 2. Reinske Douwedr).412 Jacob Jans, ôf komstich fan Wurdum, stoarn nei 1674, tr. Ljouwerteradiel 2 okt. 1626 413 Trijn Wopkedr, tr. 1., dan fan Easterwâlde, Ljouwerteradiel 27 maart 1613 Jan Hanzes.Yn 1627 wurdt te Wurdum de neilittenskip beskreaun fan Jan Hansz op fersyk fan Tiebbe Hansz en Teecke Dircxz as fâden oer Hans, Barber en Eedts Jans by de widdo Trijntie Wopckedr, dy’t op ’e nij troud is mei Jacob Jansz. De pleats fan 51½ pm wurdt hierd fan jfr. van Lieuckema. Yn 1643 krije Hans Jansz te Wurdum, yn syn 30ste, en Jiedts Jansdr, yn har 26ste, harren part útbetelle troch mem en styf heit, yn 1644 Symen Symens te Wurdum fanwege syn frou Berber Jansdr.114 Jacob en Trijn wiene yn 1659 beide lid bruorskip fan de H. Roazekrâns.Ut har earste boask: Hans (1614), Barber (tr. foar 1644 Symen Symens te Wurdum), Eedts (1618); út it boask fan Jacob en Trijn: Sicke (= 206).414 Marten Reyns, húsman te Tersoal, tr. 1. Raarderhim 24 febr. 1630 Bauck Sytzes, fan Poppenwier; tr. 2. (tredde prokl. Raarderhim 21 maart 1636) 415 Rixt Johannesdr, stoarn Tersoal 1681; tr. 2. Raarderhim op 29 aug. 1648 Sybren Jacobs, fan Tersoal.Yn 1640 wie Marten Reyns meier fan de pleats te Tersoal mei stimnûmer 7.

Page 80: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

156 157gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

en fan Hoyte Jacobs en Jelle Annes yn syn kwaliteit (sjoch 200, hy hie yn 1685 Nanne Taedes útkocht), eigeners. Yn 1626 liene Thomas Emes en Hylck Siuckedr (Homminga) te Remswert yn Wolsum 400 gg fan Taede Taedes en Hylck Tiallings te Longerhou. De skuld wurdt earst yn 1647 ôf lost.128

Yn 1631 keapje Taede Taedes en Hylck Tiallingsdr te Longerhou 12 pm yn harren sate fan 40 pm fan Marij ( frou fan Gerryt Tiallings), Frouck en Steuen Hendricks.129

Yn 1633 is Taede Taedes te Longerhou omke fan de bern fan Jaen Tadisz, yn 1645 âldomke fan de bern fan Emcke Jaens.130

Yn 1653 meitsje Hylck Tiallingsdr, widdo fan Taede Taedes, te Longerhou, Obbe Sioerdts, boargemaster fan Frjentsjer, fanwege syn frou Saske Tyaerts en Doytse Pyters tot Cnossens fanwege syn bern by Doytien Syuerts, in skieding fan in stik lân te Skraard fan 19 pm, dêr’t elk in tredde fan takomt.131

Yn 1656 keapet Hylck Tiallings te Longerhou, widdo fan Taede Taedes, 10 pm bûtendyks lân fan Gerloff Heeres Minnama foar 141 gg it pûnsmiet.132

Yn 1676 wurdt de neilittenskip skieden fan Hylck Tiallings te Makkum, widdo fan Teede Teedes, troch har bern en bernsbern: Teede Teedes op it Boalserter Nijlân, Aleff Teedes te Snits, Inscke Teedes, frou fan Oene Bauckes, Nanne Teedes, beide te Makkum, Schelte Teedes te Longerhou, Jacob Hoytes te Longerhou, Wytske Hoytes, frou fan Cornelis Willems, en Teede Hoytes te Sleat, allegearre mearderjierrich, en Jaen, 21, Trijntie, yn har 18de, en Tialling Hoytes, yn syn 12de, de bern fan Hoyte Jacobs en Auck Teedes. De pleats te Longerhou is eigen.133 Yn 1682 nochris in likwidaasje. Hebeltje Verbeeck is dan widdo fan Aleff Teedes, Wytske, Trijntie en Tialling Hoytes binne ek al wei.134

Ut dit houlik: Teede (= 212), Aleff (te Snits, tr. 1668 Hebeltje Jans Verbeeck), Inscke (tr. 1667 Oene Bauckes te Makkum), Nanne (te Makkum), Schelte (te Longerhou, Eksmoarre, tr. 2. 1687 Sytske Jelles), Auck (tr. Hoyte Jacobs).426 Jan Thomas, boer op Sonderlant te Lytsewierrum, stoarn 1661/65,135 tr. Hinnaarderadiel 20 maart 1619427 Auck Pytters Wigmana, fan Abbegea (1619), te Lytsewierrum (1665), stoarn R.K. Reahûs 10 maaie 1670.136

Sjoch ek GJ 1976 99.Yn 1619 ferkeapet Tabe Martens te Swichum as heit fan syn trije jongste bern by Tryncke Yde Allertsdr by dekreet ¾ fan 4½ pm te Lytsewierrum (en de mearderjierrige Marten Tabes ¼ dêrfan), mei de troch Jan Thomas Symons brûkte lannen west dêrfan. Keaper wurdt Gerben Reyns.137

Yn 1665 liene Jelle Annisz te Nijlân en Gryttie Dirxdr 500 gg fan Auk Pyttersdr, widdo fan Jan Thomas, te Lytsewierrum.138

Yn de weesrekken fan 1668 fan Jacobus Spanga as kurator oer Tiete Lieuckema, soan fan syn sweager Meye Lieuckema en Sipkjen Epema, sit in post: Thomas

Yn 1640 binne ‘Saake’ en Gerben Sjoerds en erfgenamten eigeners fan Diurrema sate, stim 9 fan Friens.Yn 1656 wurdt te Friens de neilittenskip beskreaun fan Saeckle Sioerts, widdo is Tiescke Goses. De huzing op 38½ pm is eigen, útsein it fiifde part fan Gerben Sioerts, der binne trije foarderingen op Sytse Sytses en frou te Ljouwert, yn totaal sa’n 1200 cg. De fjouwer bern hiene by houlik elk al 1500 cg meikrigen, dat binne Jeltie, frou fan Freerck Jacobs, Sioert, Tietske, yn 1656 al wei, widner is Ate Sytses, en Antie, frou fan Nolcke Ulkes.125

Yn 1658 wurdt te Friens de neilittenskip beskreaun fan Tiesk Saeckles, presint binne Sioerd Saeckles, Freerck Jacobs, man fan Jeltie, Nolcke Ulckes, man fan Antie, en Bauck en Jeltie, dochters fan Aete Sytses. Neist de pleats te Friens binne der rinten fan 1 gg-20 út de sate Suffen en 17 st. út Tuitse te Grou. Gerben Sioerts is 167 gg betelle foar 1/5 fan de huzing.Bern: Jeltie (tr. 1624 Freerck Jacobs), Sioert (tr. 1632 Antie Hotses), Tietscke (= 209), Antie (tr. 1642 Nolcke Ulkes).422 Claes Outgers, fan Jirnsum (1611), boer op stim 9 fan Poppenwier, tr. 2. Raarderhim 2 maart 1629 Sietske Abbedr, fan Goaiïngea, widdo fan Wobbe Reyns; tr. 1. Raarderhim/Poppenwier 4 des. 1611 423 Meins Sybrens, fan Poppenwier (1611).Yn 1629 wurde de omkes Rioerdt Rinses te Goaiïngea en Hendrick Claesz te Poppenwier oansteld as fâden oer Eelck en Outger, boppe de 14 jier, en harren trije jongere bruorren en susters, bern fan Meyns Sybrensdr silger by Claes Outgers. De ynventaris wurdt opmakke en skieding regele mei de heit. Ynbring fan Claes by houlik wie 1672 gg, dy fan Meyns 3100 gg. Op oanstean fan Meyns hie Claes syn pleats te Jirnsum ferkocht; de bern komt fan mem 26¼ pm ta yn de pleats fan de weesbern fan Claes Hendricx te Offenwier en 4 pm yn heite’ pleats.126

Yn 1651 wurdt in skieding taret tusken Reyner Wybrens te Snits fanwege syn frou Eelck Claesedr, Outger Claesz, Rheyn Wobbes, lekkenkeaper te Snits, en Jantie Gerryts te Weidum fanwege harren froulju Dywcke en Meinu Claesedrs, as erven fan harren heit Claes Outgers en fan harren broer Sybren Claes, en Hette Wobbes te Ljouwert, Hidde Wobbes te Drylts, Claes Jacobs te Poppenwier fanwege syn frou Jeltie Wobbedr en Rheyn Wobbes as erven fan harren mem Syts Abbedr.127

Bern: Eelck (tr. 1630 Reyner Wybrens, te Snits), Outger (tr. 1636 Jelcke Pytersdr), Dywcke (tr. Rheyn Wobbes, te Snits), Meins (= 211), Sybren ( jong stoarn).424 Tade Tades, berne om ende by 1581, boer te Longerhou, stoarn tusken 1645 en ’53, tr. Wûnseradiel 23 nov. 1615 425 Hylck Tiallings, stoarn Makkum 1676.Taede Taedes is yn 1640 eigener fan syn pleats, stim 4 fan Longerhou, útsein 8 à 9 pm. Yn 1698 binne Schelte en Ynske Taedes, de erven fan Taede en Aelef Taedes

Page 81: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

158 159gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

yn Toppenhuzen, 29 pm yn Broer Dirx’ sate dêr, 4 pm te Ysbrechtum, 1/7 fan 11 pm ûnder de klokslach fan Snits, 53 pm te Yndyk.Bern: Pier (tr. Reinu Haies, 1590-1624), Bonne (1583-1624, tr. 1. Tietscke Doeckedr; tr. 2. Tyed Gerloffs),146 Richt (tr. Baucke Feddez), Meye (tr. Trijntie Gerryts Bethania), Frouck (= 391).788 Rinnert Franses Rollema, te Wommels (1582), rekkenmaster (1591), folmacht fan Westergoa (1591, 1598, 1601),147 deputearre fan de Seediken (1593), te Wytmarsum (1594), administrateur geastlik goed Wytmarsum (1598), deputearre fan Fryslân (1606-1608),148 ferstoarn 1605/07, begroeven te Boalsert, tr.789 Swob Wytzes Hoytema, stoarn 1584.Sjoch ek HM 4321.Yn 1583 hat Rennert Fransz as administrateur fan it geastlik besit te Kûbaard 5 gg foarsketten oan hear Arnoud silger foar syn ûnderhâld.149

Yn 1591 wurdt Rennert Fransz Rollema keazen ta rekkenmaster fan Fryslân. Om dy snuorje konfirmearje de folmachten fan Westergoa, dêrby Rennert Fransz Rollema, har oan it stânpunt fan dy fan Eastergoa en de Sânwâlden yn de kwestje Aysma.150

Yn 1593 jouwe Rinnert Fransz Rollema, Tiete Baert te Skingen en Fedde Thadez te Wûns, alle trije deputearren fan de Seediken, Focke Birdema, postulant foar it gerjocht fan Barradiel, folmacht yn in saak tsjin Sithie Syeuckez Ropta.151

Yn 1598 nimme Pieter van Aggema en Rinnert Rollema te Wytmarsum, as administrateurs fan it earme en geastlik goed dêr, it foar it Hof fan Fryslân op tsjin juffer Sytke van Aylva, frou fan Doco Aysma. Neffens de easkers hie juffer Frouck van Aylva, suster fan Sytke, de earmen 300 gg besprutsen. In tredde part dêrfan kaam foar rekken fan foarroppene, mar dy wie dêryn benefterbleaun. Sytke seit wol dat net bliken dien hie dat Frouck dat legaat besprutsen hie, mar it Hof sjocht dat oars. Hja wurdt feroardiele de 100 gg, de skea en rinte dêroer en de kosten fan it proses te beteljen.152

Datselde jier makket Rollema foar Westergoa diel út fan in kommisje, dy’t de malversaasjes fan de ûntfanger-generaal Taecko van Dyxtra ûndersiket.153

Oan de útjeftekant fan de kleasterrekken fan Johannes Henrici (Rhala) stiet yn it boekjier 1606/1607 ek in post fan 700 g foar Rinnert Rollema as deputearre steat en nochris 144 g reiskosten nei Makkum dy’t er makke hie mei Kempo Wiaerda en letter mei Binnert Sappema.154

Opskrift fan in grêfsark yn de súdlike sydbeuk fan de Grutte of Martinytsjerke te Boalsert: yn de fjouwer hoeken de tekens fan de fjouwer evangelisten. Râneskrift: ‘.. Erentpheste. Rinnert Fransz Roelema Eertijts Gedepv / teerde staet van Vrieslant / Ao 1608(?) den 7(?) Marty sterf de ... Ipk Renneri Frans. Rollema D ..’ Yn it middenfjild yn in kartûs in alliânsjewapen ûnder helm mei wrong en helmkleed; helmteken: twa útkommende anjelieren; it frouljuswapen rútfoarmich. It gehiel opgnist mei motiven nei H. Vredeman. Leger twa útsliten fjouwerrigelige ferzen.155

Jansen te Lytsewierrum, lêsthawwer fan syn mem Auck Pytters foar de ôf lossing fan 6 bysûndere obligaasjes, dy’t Tiaerdt Hettes Epema en Bauck Pytters Wigmana silger oan Auck Pytters en har man Jan Thomas passearren.139 Neamde Tiaerdt en Bauck wiene pake en beppe fan Tiete Lieuckema dy’t neffens kwitânsje d.d. 29 april en 9 maaie 1668 in oandiel fan 963 cg-16-0 fan dy obligaasjes fan harren erve hie.Bern, neffens it testamint fan 1677 fan Thomas Jansen Wigmana, dy’t sels gjin bern hie:140 Thomas (te Lytsewierrum, tr. 1. 1671 Sjoerdtje Hettes Reen; tr. 2. 1680 Trintie Alberts), Yf ke (= 213), Geertje (tr. 1651 Ulbe Nannes Foekema, âlden fan 221), Pytter (tr. 1676 Peerck Johannes), Sieucke.444 Fonger Sybrens Jousma, húsman te Itens, tr. (tredde prokl. Hinnaarderadiel 6 sept. 1620)445 Gatske Jelles Hobbema, ferstoarn 15 juny 1671, begroeven te Boazum.141

Ferlykje MF 924/925, HM 23412.Yn 1661 keapet Frans van Eysinga ferkeapers’ oandiel yn lannen en huzing fan Albada sate en state fan Fonger Sibrens foar 2000 gg.142

Bern: Lieuwe (tr. 1653 Trintie Feyckedr), Saeck (tr. 1660 Sytse Bockes), Hiske (tr. 1661 Sibren Tibbes Jorna), Sybrant (= 222), Stijntie (tr. 1679 Hendrick Pyters).446 Sjouke Harckes, stoarn Burchwert 1670, tr. om ende by 1630447 Antje Harmens.143

-- X --

780 Oene Elings Bangama, te Easthim, ferstoarn 13 maaie 1608, begroeven te Easthim, tr. 781 Jildu Feickedr Ipema, ferstoarn 7 febr. 1619, begroeven te Easthim.Yn de herfoarme tsjerke fan Easthim leit noch de monumintale grêfstien fan Oenne Elings Bangama en Yeldv Feickedr Ipema, de bopperâne merkt: 16 H . P . 11 Q C.144

Sjoch foar syn foarâlden HM 2211, foar har foarâlden SH2 10.666.Bern: Tjalling (tr. Auck Tjalings Palsma), Epe (= 390), Teth (tr. 1. Frans Ulckes Baerdt; tr. 2. 1613 Claes Tietes Baerdt), Tyets (tr. 1. Oene Keimpes Jorna; tr. 2. 1611 dr. Suffridus Scipiades Saarda).782 Hotthie Piers Lycklama, ferstoarn Ysbrechtum 1602, tr. 783 Tryncke Meyedr. Sjoch foar harren en fierdere kertieren HW1 109, SH2 5334/5335.Yn 1603 wurdt in skieding taret ûnder de erven fan Hottie Pierz Licklama en Tryncke Meyedr: Baucke Feddez fanwege syn frou Rixt Hottiedr, Pier en Bonne Hottiez en Enne Kempez en Pieter Tiaerdtz as fâden oer Vrouck en Meye Hotties.145 Fêst goed: harren sate Bons fan 51 pm, 32 pm te Yndyk, 56 pm ‘die Top’

Page 82: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

160 161gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

fan Reyn Hettes by Tryn Tietes silger, om ta skieding te kommen mei de heit. Dy bliuwt op de sate op Soolsterwyren en sil de bern 1200 gg útkeare.158

Yn 1643 wurdt Hette Harings te Akkrum oansteld as fâd oer Maycke Rheyns, omtrint 12 jier, om te skieden mei har mem Jackle Ariens.159 Jiers dêrop wurdt te Tersoal de neilittenskip beskreaun fan Rheyn Hettes op fersyk fan Marten, Hette en Tiete Rheyns dêre, Reynsck Reynsdr, frou fan Foke Fokes, en Hette Harings as fâd oer Mari Rheynsdr. Der is 6321 gg te ferdielen, widdo Jackle Ariensdr komt dêrfan 2065 gg ta.160

Bern, út it earste boask: Marten (= 414), Claeske; út it twadde: Hette (te Tersoal), Tyete (te Offenwier, tr. 1643 Trijntie Reynersdr), Reynsk (tr. 1643 Foke Fokes, fan Poppenwier); út it tredde: Maycke (1631).832 Aete Sytses, boer op Enghwirdt te Poppenwier, folmacht 1580, administrateur dêr 1587,161 stoarn 1594, tr.833 Bauk Suirdts, stoarn foar 1607; tr 2. foar 1596 Wouter Aukes, stoarn Tritsum ûnder Tsjom 1614.Yn 1580 wie Aete Sytses te Poppenwier presint by de registraasje fan de patroansopkomsten, datselde jier, neist Heercke Jouckez, folmacht fan syn doarp.162

Yn 1594 wurde de omkes Hoitsse Suirdts en Sippe Sytssesz oansteld as fâden oer Suyrdt, Sytsse, ffeick en Acke, de bern fan Aete Sytssesz, yn it ‘gewesene conuente Enghwirdt’, by Bauck Suirdtsdr.163

Yn 1614 wurdt te Tritsum de neilittenskip beskreaun fan Wouter Auckes en Griet Reyns, sy earder widdo fan Jan Olpherts. Syuerd Ates is ien fan de fâden oer dochter Bauck fan Wouter en Griet; by akkoart fan 6 okt. 1608 kaam de erven fan Bauck Syuerts 225 gg ta.164

Bern: Suyrdt, Sytse (= 416), Feyck (tr. 1. foar 1602 Siurdt Reyns; tr. 2. 1625 Jetse Melis Adama),165 Acke.834 Saecke N., tr. Houck (?).Yn 1640 wurdt te Harns de neilittenskip beskreaun fan Trijnke Saekes, widdo fan Watse Pieters. Sytse Atis te Poppenwier en Hendrik Hendrix te Harns binne fâden oer de trije minderjierrige bern. Der wiene fjouwer: Pieter, Sake, Houk en Diuke Watses.166

Bern: Syouck (= 417), Trijnke (tr. om 1620 hinne Watse Pieters, te Harns).836 Siuerdt Jarichs, boer op Diurrama te Friens, stoarn 2 maart 1606, begr. Friens, tr.837 Jell Saeckledr, stoarn nei 1613. Yn 1572/73 keapet Suyrdt Jarichsz 2/5 fan de huzing op Diorrema staten fan Tietz Diorre widdo foar 261 gg.167

Yn 1578 betellet Syeurdts Jaerichsz te Friens 1 cg oan personele belesting, yn 1580 buorket hy dêr op Diurrama.Yn 1596 keapje Hidde en Sinne Epez te Burchwert 6 pm oan trije stikken, dat ferkeaper foar in part erve hie en foar in part kocht hie fan syn broer, fan Siurdt Jarichz en Jel Saeckledr te Friens foar 400 gg.168

Yn 1613 keapet Frans Rennertz Rollema te Boalsert in rinte fan 50 st. út de sate ‘op Gaast’ te Kûbaard, brûkt troch Wytze Rinnertz Rollama, dêr’t hy in part fan erve hie fan syn âlden Rinnert Fransz Rollama en Suob Wytzedr Rollama, fan Feyte en Wybe Tzommez en Haytze Tyetzez as heit fan syn bern by Lisck Tzummedr foar 40 cg.156

Bern: Frans (keapman, riedsman, tsjerkfâd Broeretsjerke te Boalsert, dêr begroeven, tr. Ydke Cornelisdr), Wytse (= 394), Ipck (ferstoarn 7 maart 1628, begroeven ûnder de stien fan har heit), Aeff (tr. Tzaling Bruers Lyeuckema te Wûns), Gerck (1575-1657, te Wytmarsum, tr. 1. Tyalcke Pytters (Bonnema); tr. 2. 1614 Hoyte Dircks), Impck (ferstoar foar 1617, tr. Pier Dircks te Penjum). 802 Pytter Tyaerdts, húsman te Abbegea 1605, 1619, stoarn foar 1632, tr. 803 Sipck Sibles, stoarn Abbegea foar 1632. Sjoch foar harren: ‘Wigmana’, GJ 1976 94, SH2 4010/4011.Bern: Tyaerdt, Sible, Gatze, Syoerdt, Bauck, Edwer (= 401), Auck (= 427), Siuck.

Wapen Wigmana, tekening Rudolf J. Broersma neffens beskriuwing fan Rein Hoytama.

828 Reyn Hettes, boer op Soolsterwyren ûnder Tersoal, stoarn tusken 1636 en ’43, tr. 2. Tryn Tietes; tr. 3. om 1630 hinne Jackle Ariensdr; tr. 1. 829 Reynsk Claesedr, berne omtrint 1570, stoarn Frjentsjer 1611; sy tr. 1. 1593 Marten Hettesz.Yn 1611 wurdt te Frjentsjer de neilittenskip beskreaun fan Reynsk Claesedr yn presinsje fan âldmuoike Wybrich Martensdr en neef Marten Claesz fan de bern. Ut har earste houlik mei Marten Hettesz wiene der trije bern, Aede, Trijntie en Lysbeth, út har houlik mei widner Reyn Hettes twa: Marten en Claeske Reyns. Der wie in tegoed út 1611 fan Reyn en Reynsk fan 350 gg op Rienck Hettez en Wlck Hettedr te Tersoal.157

Yn 1636 wurde houtkeaper Fedde Riencx, Tyaerdt Lyuwes en Willem Pyters, allegearre te Snits, beneamd as kuratoaren oer Hette, Tiete en Reynsk, de bern

Page 83: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

162 163gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

848 Taede Scheltes, berne om 1549 hinne, boer te Longerhou (1611) en op Doniewierster sate te Wûns (1618), dêr stoarn 1621, tr. 2. 1618 Mary Wabbedr, widdo fan Taede Pybes; tr. 1. om 1580 hinne849 Auck Euertsdr, widdo fan Taede N.Ferlykje MF 1484, SH2 3090.Yn 1595 in rekken troch Tyaerd Euertz, boarger fan Boalsert, fan syn fâdij sûnt 1592 oer Hyd Taededr yn presinsje fan pake Euert Hayes, styf heit Taede Scheltez en mem Auck Euertsdr.180 By syn ôfrekken yn 1598 is Hid frou fan Ede Tyaerdts.Yn 1607 ferkeapje Tzalingh Feyckez te Wiuwert, Fed Tadedr, frou fan Sipcke Symens te Boalsert, en Hed Taededr, frou fan Eede Tyaerdtsz te Wûns, it oandiel yn 3 pm yn in pleats te Fylens ûnder Wytmarsum dat hja erve hiene fan Jouck Hoytedr, frou fan Aucke Eemes.181

Yn 1614 keapje Taede Scheltez en Auck Euertsdr te Longerhou 2½ pm yn Watze Sybbes skar te Skraard fan Fed Taededr, frou fan Sipcke Symens, te Boalsert, en keapje Tyerck Euertsz en Houck Rommertsdr te Skraard 8 pm fan dyselden.182 Rinck Tyaerdt Euerts widdo te Boalsert leit fanwege har bern it near op dy twadde ferkeap.Yn 1618 wurdt te Donwier ûnder Wûns de neilittenskip beskreaun fan Taede Pybes; widdo Marij Wabbedr is op ’e nij troud mei Tade Scheltis fan Longerhou. Der wiene sân bern: Wabbe, yn syn 33ste, Pybe, Sioerdt, His, Doede, Jimck en Claas, yn syn 14de. Under de huzing fan Doniewierster sate wurdt 40 pm lân brûkt, Tade Scheltis is dêr by Marij ynlutsen. Yn presinsje fan Taede en Jaen Taedesz en Pouuels Jansz te Hartwert, man fan Trijn Taededr, wurdt berekkene wat elk takomt. Ynbring fan Tade Scheltis wie 1743 gg, yn 1616 hie syn soan Taede Taedes, troud mei Hylck Tiallingsdr, it bedriuw (te Longerhou) oernommen.183

Yn 1621 wurdt yn Doniewiersterbuorren te Wûns de neilittenskip beskreaun fan Taede Scheltes op oanjaan fan syn widdo Marij Wabbedr.184 Erven binne Tade Tadis te Longerhou, yn syn 41ste, Jaen Tadez te Waaksens, yn syn 40ste, en Jelbe Mircks te Wytmarsum as fâd oer Meynert (yn syn 12de), Jan (9de) en Tyardt (7de), de bern fan Trijn Tadedr by Pouuels Jans. Presint binne Wabbe, Pybe, Syurdt en Doede Tadez, de bern fan widdo Marij. Under de huzing wurdt 30 pm lân brûkt fan de earmen te Warkum. De ferstoarne hie by skieding omtrint 12½ pm meikrigen yn ’e pleats te Longerhou dêr’t soan Tade Tadis wennet, 12 pm fan dy pleats is fan Hillegont Pyters. Imcke en Claes Tades komt 143 en 100 gg ta fanwege harren heitegoed. Dan komt it ta skieding tusken de bern fan Taede Scheltes en dy fan Marij Wabbedr.Bern: Taede (= 424), Jaen (tr. 1. 1607 Ydtcke Jans; tr. 2. 1615 Remmertcke Wybedr),185 Trijn (tr. 1608 Pouuels Jans).850 Tzallingh Alephs, te Nijlân, stoarn nei 1615.852 Thomas Symens, te Lytsewierrum (1616), tr. om 1585 hinne853 Eeff Jansdr, stoarn nei 1607.Yn 1607 is der proses fan Peter Dircxz en Ida Jans te Boazum tsjin Claas Jansz te

Yn 1598 keapje Ryuerd Saecklez en Impck Mentzedr te Kûbaard de lannen en rinten dy’t ferkeaper erve hie fan Marij Douuedr en fan Jarigh Martens yn grut en lyts Loopens dêr fan Syuerdt Jarighz te Friens foar 80 gg.169

Yn 1601 wurdt op oanstean fan û.o. Hessel Lyuuez en Ansck Haytses Bonnema, Syuerdt Jarichs te Friens en Lisck Jarichsdr, widdo fan Anscke Feddricks, it hûs fan Jan Claesz, kistmakker, oan de Grote Dijlakker te Boalsert by dekreet ferkocht. Gerbren Syuerdtz bringt út namme fan syn heit in bod út fan 114 gg foar ¼ fan dat hûs. Keapers wurde Freerck Jansz en Jan Alberts foar ¾ en Hessel Lyuuez te Penjum fanwege Syuerdt Jarichs foar ¼.170

Op in sark yn de tsjerke fan Friens mei in ôf hakke alliânsjewapen, ophongen oan in ring, stiet: ‘Ao 1606 de(n) .. Martsi / sterf de(n) Eersam(en) / Siuerdt Jarichs en(de) leit hier / begraven’.171

Yn 1613 hat Jel Saeckledr, widdo fan Syoerdt Jarichz, in kwestje oer hieropsizzing mei Sicke Sickez.172

Bern: Jarich (tr. Frouck Tiesses), Saeckle (= 418), Gerben (tr. 1617 Sintck Siuckedr), Siouck, Jeldw (tr. 1616 Harmen Joryts).844 Outger Gerlofs, te Jirnsum, stoarn nei 1611, tr.845 nei alle gedachten in Dyuw.Yn Raarderhim wurde gjin eardere spoaren oantroffen fan Outger of dy syn sibben. It it tinkber dat hy yn ’e jierren om 1580 hinne yn Miedum húsmanne.Yn 1603 is Outger Gerleffz folmacht fan Jirnsum.173

Yn 1622 wurde pake Willem Willems te Grou en de omkes Gerben en Claes Outgersz te Poppenwier oansteld as fâden oer Gerlyff, omtrint 16, en Dyuw, omtrint 14, en de jongste fjouwer bern fan Albert Outgers by Antke Willemsdr, no frou fan Boete Jacobs.174 Dy bliuwe op ’e pleats en sille de bern 1700 gg útkeare.Yn 1628 wurde Harmen Jans te Boazum en omke Claes Outgers te Poppenwier oansteld as fâden oer Wlck en Dieuw, beide boppe de 14 jier, de bern fan Gerben Outgers by Wlck Diorres en meitsje hja in skieding mei Gerben syn widdo Jay Doededr. De bern komt 1725 gg ta.175 Yn 1631 folget in rekken fan harren fâdij. Dochter Wlck is dan frou fan Wybren Wybrens te Offenwier.176

Yn 1625 wurde Hette, Pieter en Egbert Ates oansteld as fâden oer de sân bern fan Widmer Ates by Reinu Outgersdr, dy’t op ’e nij troud is mei Reiner Simens.177 Yn 1634 wurdt Claes Outgers te Poppenwier oansteld as fâd oer Albert, Symen, Meyns en Aeff ke, de fjouwer bern fan Reynu Outgers silger by widner Reyner Symens. Fuortendaliks komt it ta skieding mei har bern by Widmer Ates: Dieucke ( frou fan Rienck Martens te Raard), Syds, Mintke, Outger, Rins, Ate en Widmer Widmers. Oan harren komt 2703 gg ta.178

Bern: Albert (tr. 1605 Antke Willemsdr), Reynu (tr. 1. 1607 Widmer Aetez; tr. 2. 1625 Reyner Symens), Gerben (stoarn 1628, tr. 1. Wlck Diorredr; tr. 2. foar 1622179 Jay Doededr), Claes (= 422). 846 Sybren Popez, stoarn nei 1611.

Page 84: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

164 165gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

1579 Jacob Jacobsdr (Bruynia), widdo te Boalsert 1568,193 ferstoarn 1583.Ferlykje HM 432.Yn 1541 ferkeapet Jacob Jacobsdr, frou fan Wyttie Simons, 4½ inkelgûnen rinte út Haersma sate te Kûbaard (stim 18) oan Yd Homme widdo, en yn 1548 hawwe Wythye Symenz en Jacob Jacobsdr lân yn de sate ‘opper Gaest’ te Kûbaard (stim 13), dêr’t Wybe Beyns en Rinck Tyepckedr 2 philipsgûne jierlikse frije rinte út ferkeapje. Yn 1547 prosedearje Wyttie Siemonsz en frou en Yde Homme widdo te Boalsert tsjin Wybe Beynts fanwege syn frou Rinck.194 Yn 1568 hat Jacob Witye widdo te Boalsert 1½ pm lân yn Gaesterasate te Kûbaard. Dêrmei, en mei sjoen de nammen Swob en Tjepcko fan harren bern, wurdt de ûnderstelling dat Jacob Jacobsdr in telch is út de neiteam fan Tyepke Bottes en Swob, dy’t yn 1511 eigeners binne fan de sate Op de Gaast te Kûbaard en yn 1533 ek fan Haarsmasate dêr, wol befêstige. Hein Walsweer kaam earder al ta dyselde konklúzje. 195

It Lineageboek fan Solckema fernijt ús dat Rennert Solckema syn skoanheit Wytse, soan fan Symon Hotses Hoytema, te Aldegea, en Gerck Wytses (Beima), troud wie mei Jacob (Jacobsdr) en dat hja wennen yn de Hoogstraat te Boalsert. En fierder:Yn 1582 hearden de Solckema’s, dy’t as ballingen yn Grins wennen, fan de âldfaam Trijn fan Mente Ambrosius, siktaris fan Boalsert, mar dan ek balling dêr, dy’t mei it boadskip út Boalsert kommen wie, dat Jacob Wythie Hoytema widdo slim siik wurden wie. De dochter May Solckema wol dan mei Trijn nei har beppe yn Boalsert werom. En dat giet oan. Nei Pinkster dat jier sette beiden ôf, earst nei Emden, want dêr hie Trijn ek noch in boadskip, mar safier komt it net. ‘Lijer in ‘s graven Johans land’ foarby op ’en paad nei Olderssum falle hja yn hannen fan ’e frijbûtser faandrich Knoop, dy’t dêr mei fyftjin man yn in leage lei. De weinen waarden plondere en it folk mei it skip nei Nijesyl brocht, dêr’t Doecke Martena, Onno van Groustins en Knoop mei harren findels leine. Fuortendaliks waard it famke May dêr fan guon tenei kommen. Seis dagen letter komt in tromslagger út Nijesyl by de heit yn Grins mei it boadskip dat hja 2000 daalders foar it dochterke ‘te rantzoon’ hawwe woene en oars woe Knoop har ek wol ta húsfrou hawwe, mar dat like fansels op f leanen. De ûnderhannelingen rûnen op ’e non. Underwilens ferstoar de faandrich yn Dokkum oan ’e pest en waard May Solckema by Douwe Syrcks, boargemaster te Dokkum, ‘verborcht’ ( finzen hâlden). Achttjin wike hie hja fêst sitten, doe’t beppe Jacob Brunie fan Boalsert kaam ‘ende rantzoonde hoer kintskint vor de somma fan vierhondert gouden guldens’. Tenei wenne May by freonen fan har mem yn Fryslân en beppe Jacob ferstoar al it oare jier.196

Bern: Symon (ferstoarn 20 juny 1576), Tjepcko ab Hoytema,197 Gerck (ferstoarn 22 april 1578, begroeven te Boalsert ûnder in stien fan de Hoytema’s, tr. Rennert Annes Solckema fan Teroele, te Snits, Grins en wer Snits; hy tr. 2. Lammert Wijffringa fan Grins),198 Swob (= 789).1604 Tyaerd Syuerdts, einierde boer mei syn mem te Wûns 1546, mei harnas dêr 1552, te Abbegea 1562, tr.

Goutum by Snits, Haie Jansz te Blessum, Ju Claasz en Ulbe Jansdr te Wiuwert, Tomas Simons en Eeff Jansdr te Lytsewierrum, Syuerd Dircxz en Griet Jansdr te Wytmarsum en Jan Fopkes en Anke Jansdr te Poppenwier.186

Yn 1629 wurde Symen Thomas te Weidum en Jan Thomas te Lytsewierrum oansteld as fâden oer Thomas, Albert (ûnnoazel) en Louw, de bern fan Geert Thomasdr silger by Agge Symens te Raard. Folget skieding yn bywêzen fan de omkes Joannes Willems en Claes Dircks. Heit bliuwt op de pleats en sil de bern 2900 gg útkeare fan memmegoed.187

Bern: Simon (te Weidum, tr. 1. 1614 Ansck Hiddedr; tr. 2. 1638 Auk Dircx),188 Jan (= 426), Geert (tr. 1616 Agge Symens, fan Hemert, 1640 boer te Raard; hy tr. 2. 1628 Griet Poppes).854 = 802 Pytter Tyaerdts. 855 = 803 Sipck Sibles.888 Sybrand Saeckles, húsman op ’t Sandt te Itens, stoarn 1632, begroeven te Itens, tr. 889 Saeck Wopckedr Popta, stoarn 11 sept. 1630, begroeven te Itens.Syn fierdere foarâlden: MF 1848 en heger.Bern: Saeckle, Doecke (te Ljouwert, tr. 1654 Antie Jochums), Fonger (= 444), Siurtke, Imck (tr. Nanna Baarda), Ansck (tr. Gosslick Riuurds) en His (tr. 1623 Ryuerd Sibrensz te Marsum).890 Jelle Greuds Hobbema, te Tersoal, Mantgum, Boazum, tr. om 1595 hinne891 Christina van Albada, stoarn 1613.Sjoch foar syn foarteam HM 23412, foar har foarteam MF 1850/1851, foar de Albada’s GJ 1997 179.In dochter: Gaets (= 445).892 Harcke Siouckes, boer op stim 15 fan Kûbaard 1640, tr. foar 1617893 Mints Foppedr.189

Yn 1641 krijt Harcke Sjouckes te Kûbaard foar ‘11 voer reyd’ en twa skieppetsizen noch 11-14-0 út it stjerhûs fan syn sweager Obbe Foppes te Berckwert ûnder Kûbaard.190

Bern: Sjouke (= 446), Antie (tr. 1636 Jackle Hessels), Thomas (tr. 1638 Hylck Freercksdr), Brecht (tr. 1646 Allert Arians), Rienck.

-- XI --

1576 Frans Harmens, te Snits 1557, skepen dêr 1564, ’65,191 tr. 1577 Aeff Rinnerts Rollema.Yn 1552 hat ffrans Harmensz te Snits harnasch, rincoller, speets en degen.192

Yn 1557 (sjoch 3154) wurdt mar ien bern neamd: Rinnert (= 788).1578 Wythye Symons Hoytema, te Aldegea (W), Boalsert (Hoogstraat), stoarn Boalsert tusken 1562 en ’68, tr.

Page 85: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

166 167gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

fan Wouter Auckesz, Reyn Pyterz, mei foar syn bruorren en susters, en Syuerd Wybez te Snits, mei foar Douue en Lolle Wybez. Jan Dirckz fersiket fanwege syn frou Siouck Iegedr it near.206

Bern: Douue, Siouck (?) (tr. Wybe Douwes),207 Hotze (tr. Gaets Galedr Heslinga), Bauck (= 833). 1672 Jarich Syoerdts, ‘oppe Bieren’ te Burchwert, stoarn tusken 1538 en 1542, tr.1673 Jeldw Martens, Sjoch ek GJ 2003 154.Yn 1526/27 keapet Jarich Syurdz 4½ pm te Burchwert fan Aleff Lolckez.208

Geregeldwei liene Douue Martensz toe Lopens, Sinne Syurdz te Turns en, yn 1542, Hidde Syurdz te Ingelum as fâden oer de bern fan Jarich Syuerdtsz oppe Bieren ûnder Burchwert en Jeldu Martensdr yn de jierren 1542-’50 bedragen oan Jarich Martenz toe Lopens en oare Hinnaarderadielsters.209

Yn 1600 keapje Ryuerdt Saklez en Impck Mentzedr te Kûbaard lannen en rinten dy’t ferkeapster erve hie fan Marij Douuedr en de helte fan in stee, brûkt troch Douue Arians, fan Lisck Jarigsdr te Frjentsjer, widdo fan Anske Feddricxz, foar 110 gg.210

Bern: Siuerdt (= 836), Lisck (tr. Anske Feddricxz te Achlum),211 Ymck (tr. Claes Wopckes).1674 Saeckle Gerbrantsz (Reynarda), te Friens, grytman fan Idaarderadiel 1567-1572/73, tr. 2. foar 1553 Ympck Sybransdr; tr. 1. foar 15481675 Syouck.212

Yn 1547/48 keapje Saeckle Garbrantsz en Syouck te Friens 6 pm 4 eins yn Jornegoet dêr foar 310 gg en yn 1557/58 keapet hy nochris sa’n oandiel fan Wybe Doekez foar 203 gg.213

Yn 1552 beskikt Saeckle Gerbez te Friens oer spys en degen.Yn 1559 prosedearje Saeckle Gerbez en Ympck te Friens mei Wythie Pybez en Fopck;214 yn 1561 Sacle Gerbez en Imck kontra Feycke Dircxz.215

Yn 1566/67 keapet Jan Dircxz in sate te Sint-Jânsgea fan (dizze?) Ympck Sybrants foar 607 gg.216

J.J. Kalma beskriuwt in drinkbeker ‘Rengnarda hanshorn’ út 1567 fan de grytman Sackle Gerbez.217

Yn 1569 hear Claes Wybez, fikaris te Grou, kontra Saecle Garbrantsz, grytman fan Idaarderadiel.218

Op in fragmint fan in sark te Friens: ‘.. sterf d Eersam(e) .. / .. Seckles d soen van Seckle (G)erbes’. Yn 1573 wurdt Impck Sybransdr, widdo fan Sacle Gerbrantsz, frijsprutsen yn in kwestje fan Idzen Poppez mei de folmachten fan Idaarderadiel.219

Yn 1574/75 keapet Eyse Jansz hûs en 7 mieden lân fan Ympck Saecke Garbrants widdo foar 300 gg.220

Yn 1584 wurdt oan it Fliet ûnder Ljouwert de neilittenskip beskreaun fan Jancke

1605 Bauck Wybedr.Yn 1605 wurde de omkes Pyter Tyaerdts te Abbegea en Baucke Yghes te Goaiïngea oansteld as kuratoaren oer de bern fan Syuerdt Tyaerdts, ferstoarn te Makkum, by Tryn Igedr fanwege har houlik mei Tyaerdt Tyaerdts. Yn de ynventaris û.o. in skiedelbrief fan 20 febr. 1585, wêrby’t de bruorren Siuerdt, Pieter en Wybe Tyaerdts lannen te Boazum en Wommels ferdiele. Op 10 febr. 1593 hat noch in neiere ferdieling plakhân, wêrby’t Siuerdt de heale sate yn Abbegea krige en Wybe lân te Boazum en Wommels. Yn 1594 binne de bruorren Siuerdt en Pieter Tiaerdts boargen foar harren broer Wybe Tiaerdts en Gerlant Hettedr fanwege de betelling fan in restskuld fan de keap fan in tichelwurk. Der sitte ek stikken yn, dêr’t út bliken docht dat Syuerdt hannele yn kalk en dat er in kalkwurk hie.199

Sjoch fierder Cn IVm.4, SH2 8020/8021.Bern: Syuerdt (tr. Trijn Ygedr), Pieter (= 802), Wybe (tr. Gerlant Hettedr Domna).200

1606 Sible Gatzes (Oenema), te Tsjerkwert, stoarn 29 febr. 1584, tr. 1607 Syu Andladr Rispens, stoarn 7 okt. 1603 of 1605, beide begr. te Tsjerkwert.Sjoch fierder PN 41, HM 41311, SH 8022/23, GJ 2013 181.Bern: Jayts (tr. Hille Ruirdts te Buwaldabuorren), Sipck (= 803), Syu (tr. 1596 Homme Hoytema),201 en dr. Gatse Oenema van Broersma.1658 Claes (Jacopsz?), stoarn Dearsum tusken 1578 en ’84, tr. om 1568 hinne1659 Aede Martensdr, stoarn (Sleat) tusken 1585 en 1593; sy tr. 2. Albert Aissez, te Sleat.Yn 1578 wurdt Claes Jacopsz ‘met sin adjunckt’ te Dearsum oanslein foar 3 cg. Albert Asses te Sleat wurdt dat jier oanslein foar 1½ cg.Yn 1584 wurde styf heit Albert Aissez te Sleat en de omkes fan heitekant Dirck Jacopz, Douue Hettez en Baucke Hesselsz by ‘jae ende neen’ oansteld as fâden oer Reinu Claesdr te Dearsum, omtrint 14 jier.202 Jiers dêrop ferklearje de fâden fan Reinu, dochter fan Aede Martensdr, dat hja har tegoed fan 255 gg ûnderling ferdield hawwe.203

Yn 1593 jouwe Marten Hettisz en Reinsck, ûnder de klokslach fan Frjentsjer, kwitânsje oan har fâden Dirck Jacops en Baucke Hesselsz foar it behear fan har heite-, memme- en beppegoed.204

Ut dit houlik: Reynsck (= 829).1666 Syurdt, tr.1667 Thet.Yn 1561 easket Hoettye Syuerdtsz fanwege syn mem Thet betelling fan 12 gg troch Jarich Heslingha fanwege dy syn keap fan in ‘suart koe ende een roed bolle’ fan Thet.205

Yn 1596 keapje Oeghe Folpertsz en Griet Dirckdr te Flânsum 1 pm 1½ eins yn de sate dêr fan Oeghe Pyters fan Douue en Hotze Syuerdtsz, Bauck Syuerdtsdr, frou

Page 86: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

168 169gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

(= 848), Bauck (1552, tr. Jacob Jansz te Arum), Tyaerdt (tr. Syts, gjin bern), Otte (tr. Geel Douwe Algersdr), Wybe (1567, te Wjelsryp, tr. Doedt Sydtsdr).231

Saklez op fersyk fan Syuerdt Jarichsz te Friens, man fan syn suster Jel Sacles, en fan healbroer Saecke Sacles. Widdo Bauck Wybedr is op ’e nij troud mei bakker Harmen Jansz. Under it fêst goed 1/8 fan Dyorrema saete, brûkt troch Syurdt Jarichs, en in rinte fan 10 gg út Nijdam, erve fan syn âlden.221

Yn 1592 keapje Monte Gerbens en Teth Jongedr oan it Fliet ûnder Ljouwert in hûs en hiem dêr fan Siort Jarichs en Saeke Saecles as fâden oer de bern fan Jancke Saecles foar ien helte en Bauck Wybedr, frou fan Hermen Jansz, foar de oare foar 120 gg.222

Yn 1603 hat Syuerdt Jarichsz te Friens skeel mei Auck Hessels widdo en ropt hy Saacke Sakles te Raard, omtrint 50 jier âld, op as tsjûge.223

Op 28 april 1618 wurdt Hotse Sakis oansteld as fâd oer Sakle, yn syn 21ste, soan fan Gerbrand Saklis.224 Dy Sakle is, by syn trouwen yn 1619, berne te Friens.Yn 1627 prosedearret Saeckle Gerbens, boarger fan Ljouwert, tsjin Eelck Sytsedr, frou fan Freerck Jansen, en Wlck Gerbens, frou fan Symen Alberts.225 Saeckles pake Saeckle Gerbens, grytman fan Idaarderadiel, hie twa soannen neilitten, Saeckle (lês Saecke) en Gerben Saeckles, en dy wiene dus eigeners fan de pleats fan 65 pm te Friens út de neilittenskip fan Saeckle senior. Saeckle junior easket dêrom de helte fan dy pleats op. Wlck Gerbens bringt dêr tsjinyn dat har beppe Wlck Gerbensdr as widdo fan Gerben (lês Hidde) Hiddes dy lannen yn 1593 kocht hie fan Gerben Saeckles.Ut it earste boask: Jell (= 837), Jancke (te Ljouwert, tr. Bauck Wybedr); út it twadde boask: Saecke (1553, tr. Hotske Hotses, st. Ljouwert 1650;226 bern: Ymck, Hotse en Sackle, neiteam Reinalda), Gerbrand (te Friens). 1696 Schelte Tades, te Arum, ferstoarn Wytmarsum 1607, tr. foar 15471697 Anna Tzalingsdr, ferstoarn foar 1607. Yn 1574/75 keapet Douwe Renicz te Skettens 8½ pm lân fan Schelte Tades foar 38 gg it pûnsmiet.227

Yn 1578 betellet Schelte Tades te Arum 1 cg oan personele ymposysje.Yn 1590 prosedearret Pieter Claesz te Stiens as kurator oer Teth Wlckedr as easker tsjin Schelte Taedesz te Arum.228

Yn 1607 wurdt te Wytmarsum de neilittenskip beskreaun fan Schelte Taedez, widner fan Anna Tzalingsdr. Erven binne Tzalingh Scheltez te Wytmarsum, omtrint 60 jier en troud mei Mirck Rintzedr, Taede Scheltez te Longerhou, omtrint 58, Bauck Scheltedr, omtrint 55, frou fan Jacob Jansz te Arum, Ancke Ottedr, omtrint 11, dochter fan Otte Scheltez dy’t sa’n 3 jier earder stoarn wie by Geel, Douwe Algers dochter, te Penjum en Wybe Scheltez te Wjelsryp, omtrint 40 jier. Opnommen is it testamint fan Schelte fan 7 juny 1605. Der binne legaten foar û.o. dochters Bauck en Jouck út it twadde boask fan Tzalingh Scheltez mei Bauck Pyttersdr. De ferstoarne wie erfgenamt wurden fan syn soan Tyaerdt Scheltez dy’t in widdo Syts neiliet.229

Bern: Tzalingh (1547, tr. 1. om 1576 hinne Bauck Hobbedr;230 tr. 2. Bauck Pyttersdr; tr. 3. foar 1595 Ansck Buuedr; tr. 4. Mirck Rintzedr), Taede

De hânmerken fan Tzallingh, Taede en Wijbe Scheltis, Jacop Jansz en Reijner Jacops 1607.

1698 Euert Hayes, stoarn tusken 1595 en ’98, tr.1699 nei alle gedachten in Griet.Yn 1546 brûkt Evert Hayez 2 pm oan de Skraarderdyk ûnder Wûns.232

Yn 1552 is Evert Hayez warber te Longerhou.Yn 1578 betellet Euert Hayes te Skettens 3 cg oan personele ymposysje.Yn 1598 jout Tyaerdt Euertz te Boalsert de ôfrekken fan syn fâdij oer Hid Taededr; mei-fâd Euert Hayes is stoarn. Der wiene hierynkomsten út Bruyngadicxster zaete, brûkt troch Syuerd Tyerckz en Tyalck Popma.233

Yn 1607 wurdt de neilittenskip beskreaun fan Jets Euerts dy’t justjes earder op Meysterhuys te Tsjom ferstoarn wie. Har bern by Boyen Alberts: Jaen, yn syn 16de, Griet, yn har 12de, Euert, yn syn 9de, en Albert, yn syn 5de. Jets hie fan har âlden 15 eins greide erve yn in stik fan 10 pm te Skraard, brûkt troch Tierck Euerts.234 Yn 1611 meitsje de sibben en fâden Tyaerdt Euerts, boargemaster en keapman te Boalsert, Tyerck Euerts te Skraard en Taede Scheltis te Longerhou in skieding tusken de bern fan harren suster Jets Euerts by Boyen Alberts te Wûns dy’t op ’e nij troud wie mei Sets Syercks.235

Page 87: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

170 171gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

3155 Sas Poppedr; sy tr. 2. mr. Agge Broersma en mooglik 3. ffrans Olferts.Sjoch ek HM 4121 en 4321.Yn 1584 en 1585 prosedearret Jan Sipckes, boarger te Ljouwert, as kurator oer de bern fan Dionysius Wyngie silger by Ymck Rinnertsdr, tsjin Ansck Rouckedr, widdo fan Poppe Agges, te Snits, mar hy wurdt net ûntfanklik ferklearre.243

Yn 1582 docht it Hof fan Fryslân útspraak yn in kwestje tusken Wybe Naenckes te Amsterdam as erfgenamt foar de helte fan syn heit Naencke Wybes, en foar de oare helte universeel erfgenamt fan syn suster Anna Naenckedr en mei-erfgenamt fan beppe Hil Wybe widdo, mei dr. Dirck Foegelsanck as kurator litis oer de weesbern fan Poppe Agges te Snits, Jan Sipckes, boarger te Ljouwert, as fâd oer de weesbern fan Ympck Rinnertsdr en Rinnert Fransen te Wommels, foarroppenen. Sy moatte Wybe foar harren oanpart yn de erfenis fan Sas Poppedr 300 phg. mei 7 jier rinte oant 18 phg. betelje.244

Bern: Aeff (= 1577), Imck (tr. Dionysius Rommerts Wyngie, notaris te Ljouwert 1554, 1555, 1557, 1558, siktaris Ljouwert 1572).245

3156 Symen Hottyazin Hoitama, boarger Snits 1491, einierde Aldegea (W) 1511, stoarn 14 maart 1528, begroeven Aldegea, tr. 1. foar 1499 Sipk Ambrosiusdr; tr. 2. 3157 Gercke Wytzes Beyma, begroeven Aldegea.Sjoch fierder HM 43.3158 Jacob (Bruynia), tr.3159 N. Tyepckedr.3208 Syuerdt Wybes, húsman te Wûns, stoarn tusken 1537 en ’43, tr.3209 Fedt (Peters), st. Wûns 1560/61.Sjoch foar harren en fierdere kertieren Cn IVm.Bern: Thrijn (tr. Tyerck Wallez), Janthien (tr. Atthie Douwez), mr. Pieter, Tyaerd (= 1604), Tae(de) (te Wûns, tr. Yesch Ydsdr), Eduwer (tr. Meye Bonnez te Yndyk), Syuerdtke.3210 Wybe Beynts, tr.3211 Rinck Tyepckedr.Ferlykje HW2 43.Yn 1556 prosedearret Tyaerdt Syuerdz út namme fan syn frou Bauck en fanwege Beynt Wybez, mei as fâd oer syn broer Tyepke, tsjin Sipcke Takez út namme fan syn frou.246 Partijen hiene al withoelang kwestje oer twa kwitânsjes en betelling fan 180 gg. Harren eask wurdt net tawiisd.Bern: Bauck (= 1605), Anna (tr. Sipcke Taeckes), mr. Beint, Tyepke.3344 Syurd Hiddez, te Wommels.Yn 1511 bart Syurd Hiddez 6 gg-18 út de pleats fan Pybe Britzaerdt te Wommels, dy’t sels 8 gg-26 yn de pleats besit.247

Yn 1511 hiert Senna Sywrdz de pleats ‘Cleyne Borghwird’ te Turns, 88 pm, fan de abt fan Himmelum.248

Bern: Tyerck (te Skraard 1578, tr. Houck Rommertsdr), Auck (= 849), Jets (tr. omtrint 1590 Boyen Alberts), Tyaerdt (boargemaster te Boalsert, tr. Rinck Pietersdr),236 Lieuwe (stoarn Hichtum 1623, tr. omtrint 1595 Jesck Rommertsdr).237

1778 Wopke Pieters Popta/Dotinga, op Dotingastate te Marsum, stoarn 8 maart 1619, begroeven te Marsum, tr.1779 Imck Andlesdr Dotinga, stoarn Marsum 6 maaie 1591, begroeven dêr.238

Yn 1595 prosedearret Sybren Saekles foar syn skoanheit Wopke Pieters te Marsum en foar syn bern, mei Pieter Hiddes te Wommels foar syn frou, tsjin Watze Johannes op Tyuerde zaete te Wommels oer 2½ pm lân yn neamde sate, neamd ‘het Kleyne Spyck’. Hja wurde it der oer iens dat it lân tenei frij is fan de huzing, dêr’t Watze op wennet, en Wopke der frij oer beskikke kin.239

Sjoch fierder HW3 138.Ut dit houlik û.o. Saeck (= 889).1784 Sioucke Riencks, boer op stim 15 fan Kûbaard, tr.1785 Brecht Harckedr.Yn 1620 wurde Harcke Siouckes te Kûbaard en Haringh Aatis te Tsjom oansteld as kuratoaren oer Jan, 23 jier, Heere, Tonis, Grietie en Brecht, de bern fan Rinck Siouckis en Aelle Aatedr.240

Sjoch fierder MF 1168/1169.Bern: Harcke (= 892), Rinck (te Marsum, Boksum, tr. om 1595 hinne Aelle Aatedr).1786 Foppe Obbes, berne 1556, húsman op Galsma sate te Berkwert, Kûbaard, ûntfanger dêr, ferstoarn 1617, tr. foar 15831787 Antke Gorisdr, ferstoarn Kûbaard 1613/16.Yn 1599 keapet Foppe Piers Tanya te Blije om ende by 46 pm lân te Berckwert yn Kûbaard foar in part yn Galsma sate, dêr’t Foppe Obbes op wennet, en oars yn Walperte saete fan Doede Piers Tanya op it Amelân, mar Foppe Obbes protestearret. Alle lannen hearre ûnder de huzinge en binne dêrmei ek belêste en Foppe hat sels ek besit yn de sate. Fierders hat er yn 1590 ‘als ‘t hoey seer duer ware’ in hiele winter in hynst fan de ferkeaper fuorre en dêr moat er noch jild fan ha.241

Sjoch fierder GJ 2013 238, GJ 2016 122.Bern: Taads (tr. Hero Foppisz te Folsgeare), Mints (= 893), Jets (tr. Claas Jacobz, te Dearsum), Obbe (1594, te Kûbaard, tr. Jel Heertsdr), Goris (1598, te Kimswert), Thyam (1602, tr. Harmen Oenes, te Frjentsjer) en Pier (1606).

-- XII --

3152 (?) Harmen Pieters, skepen (1530-1534, 1540-1541, 1544, 1546-1548, 1553) te Snits.242

3154 Rinnert Tzommez, stoarn tusken 1528 en ’37, tr.

Page 88: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

172 173gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Yn 1551 keapje Andle Abbez en Tiedt Gerbedr alles dat Syts Abbedr, frou fan Vincent Janckez, erve hie yn Melis Binnes’ pleats yn de Poelen ûnder Dronryp foar 190 gg, en de lannen dy’t hja erve yn Lutke Doetinga en de rinten yn Groethe Doetinga, beide te Marsum, foar 50 gg.261

Yn 1561/62 keapje Andle Aebez en Teth te Marsum en Gerrit Abbez en Bauck te Penjum 18 pm te Penjum fan Douwe Aluwe foar 620 gg.262

Yn 1565 ferklearret Hans Douwez út namme fan Jan Symonz oars net as goeds te witten fan Andle Abbez.263

Yn 1578 wurdt Andle Abbez te Marsum oanslein foar 4 karg. yn de personele ymposysje.264

Bern: Imck (= 1779), Hans (stoarn jann. 1592, begroeven te Marsum).3572 Obbe Foppes, húsman te Berckwert ûnder Kûbaard, stoarn dêr om ende by 1557, tr. om 1547 hinne3573 Mints Gerckedr Hoptilla; sy tr. 2. juny 1558 Gerben Harckes.Sjoch fierder GJ 2013 238, GJ 2016 122, MF 2340/2341.Bern: Foppe (= 1786), Grets (tr. Idts Edez, te Ypekolsgea).3574 Goris Piers, boer op Toarnwert te Waaksens, stoarn foar 1575,265 tr.3575 Tyam Sybrens, stoarn Waaksens 1593; sy tr. 2. foar 1576 Hidde N., stoarn foar 1585.266

Yn 1542 hat Gorys Pierz drige dat er it hynder fan Douwe Jeltez te Burchwert ferjeie en knoeie soe.267

Yn 1576 keapet Tyam Sibrensdr, mei foar har bern by har eardere man Gorys Piersz, 1 pm yn Tornwerte sate te Waaksens fan Douue, Sibe, Haeble en Foekel Hessels foar 29 gg.268

Yn 1589 draacht Sybren Gorisz it gebrûk fan de sate te Waaksens, dêr’t er wennet, oer oan Gerben Fopkez foar 730 gg.269

Yn 1593 wurdt op de pleats fan Gerben Fopckes de neilittenskip fan Tyam Goris widdo beskreaun. Sy lit fiif staken neikommelingen nei: Jouck Gorisdr, frou fan Gerben Fopkes, Ancke Gorisdr, frou fan Foppe Obbes, Bauck, de dochter fan Jets Gorisdr by Haye Foppes, Tyaerd en Syts, de bern fan Taets Gorisdr by Wierdt Tyaerdz, en (Hero Andries as fâd oer) Goris en Andries, de bern fan Goris Piers.270

Fêst goed fan Tyam: 1/7 oer heech en leech yn Jelkema sate te Leons, dat is omtrint 7½ pm, brûkt troch Feyck Piers widdo; Goris Piers hie 6 pm erve yn de sate te Waaksens brûkt troch Gerben Fopckes, Goris en Tyam hiene 4½ pm minus 1½ eins yn dy sate kocht, makket yn totaal 10 pm 7½ eins.Yn 1593 wurdt de neilittenskip dield troch Gerben Fopkes en Jouck Gorisdr te Waaksens, Foppe Obbez te Kûbaard fanwege syn frou ... Goris, Haye Foppez te Arum as heit fan dochter Bauck by Jets Goris, Wierd Tyaerdtz te Arum fanwege syn bern Tyaerd en ... by Taats Gorisdr en Hero Andries as fâd oer de bern fan Pier Goris fan de neilittenskip fan Tyam Goris widdo.271 Yn 1602 tekenje Hans Heroz en Sydts Wyerdsdr foar ûntfangst fan har diel.

Fan 1529-’33 spilet in kwestje tusken Sinne (te Turns) en Jarich (te Burchwert) Syurdtsz ( foar wa’t Sybe Buwez boarch stiet) en Benedicx Sibrensz to Hagens en Rinck mei harren ‘sweager’ Douwe Pibez te Wommels oer besit yn de heale sate Pibema guedt te Britsaerd, dêr’t Douwe wennet. Op it lêst ûnthjit Benedicx dat hy, as Sinne en Jarich swarre dat de 3 pm yn in stik fan 5 harren takomt, dêrmei akkoart gean sil.249

Yn 1538 in kwestje fan Douwe Pybes c.s. mei Synne en Jarich Syeurdtsz te Turns en Burchwert.250

Bern: Sinne (te Turns), Jarich (= 1672), Hidde (te Ingelum).3346 Marten Douwes, te Kûbaard, stoarn foar 1528, tr.3347 Rieme, stoarn tusken 1538 en ’43. Yn 1511 is Marten toe Lopens boer op in pleats fan goed 66 pm te Kûbaard, dêr’t yn 1552 Jarich Martenz wennet.251

Yn 1528 keapet Pier to Berswert 1½ pm yn Rieme guedt to Loepens.252

Yn 1529/30 keapet Rieme Martens widdo 2 pm fan Albert schuytemaker toe Loepens foar 18 gg.253

Yn 1538 betanket Rieme toe Loopens, mei foar har bern, Haye Tyerckz foar syn administraasje fan harren goed.254

Sjoch fierder GJ 2003 153.Bern: Eets (tr. Andries Jacobz), Douwe (tr. Aeck Poppedr), Jarich (tr. Syts Abbedr), Jeldw (= 1673), Anna (tr. Jelte Poppes).3348 Gerbrant Saeckez, tr.3349 Jel Buwedr.Yn 1546/47 keapet Gerbe Saeckez de sate ‘opte Bijl’ te Friens fan Elynck Wittyez c.s. foar 900 gg.255

Yn 1569 prosedearret Saecle Gerbez as folmacht fan Hidde Hiddez en Wlck Gerbedr tsjin Hidde Wybes op De Jouwer en tsjin Eets Hertmansdr.256

Sjoch foar harren en foar syn foarâlden GJ 2011 177.Ut dit houlik: Saeckle (= 1674), Wlck (te Boazum, Friens, stoarn nei 1593, tr. Hidde Hiddez).3556 Pieter Doeckez, tr.3557 Anna Wopkedr.Sjoch GJ 2013 227.Bern: Wopke (= 1778).3558 Andle Abbes Dotinga, boer te Marsum, stoarn dêr 7 jann. 1580, begroeven dêr, tr. 3559 Tied Gerbensdr Tiuert, stoarn 1569, begroeven te Marsum.257

Yn 1543 is Anle toe Doetinge neistlizzer op it Deinumer nijlân.258

Yn 1548 ferkeapet Syuerdt Tietez as fâd oer Syuerdt Aesgez (?) in rinte fan 3 gg út Aesgema yn de Poelen oan Focke Unya en Andel Dotinga.259

Yn 1553 ferkeapet Andle Abbez te Marsum in rinte út syn lannen yn de Poelen te Dronryp.260

Page 89: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

174 175gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

6310 Poppe N., tr.6311 Eeff.6318 Tyepcke Bottes, boer te Abbegea, stoarn tusken 1533 en ’40, tr.6319 Swob,283 stoarn nei 1530.Ferlykje HW2 43.Tiepka Bottaz is yn 1511 einierde op in pleats fan 50 pm te Abbegea, eigener fan in pleats fan 31 pm dêr en fan in pleats, opper Gaast, fan 66 pm te Kûbaard.284 Hy sil letter noch in oandiel yn Haersma sate dêr oankocht hawwe.285

Yn 1530 ferkeapje Tyepke Bottez en Swob in rinte fan 5 gg út de sate upter Gaest te Kûbaard oan hear Take, pastoar te Wommels, foar 100 gg.286

Yn 1538 stiet Homme Reynz ôfdieling fan lannen yn syn pleats ta oan Wybe Beynts fanwege it kleaster te Achlum (8 pm), fanwege Aldekleaster (16 pm) en fanwege de bern fan Sybe Herez (5 pm en de heale staten).287

Bern: Ydt (tr. Homme Reynz, op Beyste),288 Jacob (soan of skoansoan = 3159), Rinck (= 3211).6416 Wybe Tyaerdtsz, boer te Wûns 1511.By in skeel mei de opsichters fan it geastlik goed fan Wûns yn 1602 beroppe guon neikommelingen harren op de post yn de oanbring fan Wûns fan Wybe Tyaerdtsz.289

6418 Peter Arentz, tr. foar 15046419 Kathryn [Douwadr], stoarn foar 1529; sy tr. 2. foar 1516 Hessel Epes (Epema), te Nijlân. Sjoch Cn IIIm.Bern: Fedt (= 3209), Aernt (op Bergh te Kûbaard, tr. Syoucke (Hessels Reen)).6422 = 6318 Tyepcke Bottes, tr. 6423 = 6319 Swob.6698 Bouwe Broersz, te Wurdum, stoarn foar 1527, tr.6699 Wlck Saeckles Popma, fan Weidum.Yn 1511 buorket Buwa Broersz op in pleats fan 76 pm te Wurdum en is hy mei-eigener fan de pleats fan Dowe Allez dêr, en fan dy fan Claes Jansz te Jellum.290

Yn 1526/27 keapje de erven fan Buwe Broers in rinte fan 1 gg fan de weesbern fan Doecko Vryes.291

Yn 1539 easkje de erven fan Saeckele Doeckez Popkema (ntl. syn mem Trijn en broer Gerryt) fan Douwe en Botte Buwez en Aede Doettyez en Gerbe Sackez fanwege harren froulju dat de ferkeap troch harren fâd hear Tielcke, fan in rinte fan 1½ gg út Popkama zaete te Weidum oan Bouwe Broersz silger, weromdraaid wurdt.292

Ut dit houlik: Douwe, Botte (te Wurdum, tr. Swob Saeckedr), Gees (tr. Aede Doettyez (Wiarda)), Jel (= 3349).7116 Abbe Gerryts, te Penjum, stoarn 1539/43, tr. 7117 N. Syuerdtsdr.Yn 1543 komt de pastorij fan Penjum 2¾ st. ta fan de erven fan Abbe Gerrytsz.293

Yn 1546 binne de erven fan Abbe Gerrytz lânhearren fan 37 pm te Penjum.294

Sjoch foar harren en fierdere kertieren GJ 2001 137.Bern: Anle (= 3558), Gerrit (te Penjum, tr. Bauck), Syts (tr. Vincent Janckez).

Bern: Jouck (tr. Gerben Fopckes te Waaksens), Antke (= 1787), Jets (tr. Haeye Foppes, berne 1546, te Arum), Taets (tr. foar 1582 Wierdt Tyaerdts te Arum),272 Pier (tr. Feyck Andriesdr), Sybren (stoarn 1589/90).273

-- XIII --

6308 Tzomme Rennertz, húsman te Gau, tr. 6309 Jets, te Snits, testearret 23 sept. 1540.Yn 1511 is Tzumma Rennertsz einierd op in pleats fan 79 pm en 8 einsen te Gau;274 noch yn 1543 wurdt Tzumme Reynersz’ healân dêr as neistlizzer opjûn.275

Tzumma Rennertz te Gau bart yn 1511 noch 2 gg-19 út de pleats fan Oga Sickaz te Offenwier, Bonna Wythiaz komt dêrút 7 gg ta.276 Yn 1585 is pakesizzer Wybe Aggez Rollema eigener fan 10 pm yn dy pleats, dy’t dan oantsjut wurdt as Bonne Liclama zate.277

Yn 1528 easket Wopko Syeurdtsz betelling troch de bruorren Hero, Reynnert en Wybe Tzummaz fan de rinte fan 4½ gg út it goed te Twellegea dat him takomt.278

Yn 1537 hat Baucke, Syurdt Hoytez widdo, in kwestje mei Jets, Tzomme Rommerts widdo, Wybe en Hero Tzommez en de erven fan Rennert Tzommez.279

Yn 1556 hat Pauwels Sieurdtsz fanwege Bauck Sieurdt Hoytes’ widdo, syn mem, skeel mei Wybe Tzommez foar himsels, Frans Hermensz út namme fan Aeff Rennertsdr, syn frou, en hja beide as boargen foar Hero Tzommez foar himsels en as fâd mei Rompke Foeckes oer de weesbern fan Rennert Tzommez silger, yn ’e pleit smiten. It Hof feroardielet de foarroppenen de 28 pm lân yn kwestje mei de fruchten werom te jaan tsjin ûntfangst fan 40 gg, of de easkers de krekte priis fan dy lannen te beteljen, sa’t dy wie yn 1524. Yn 1557 leit Paulus Syuwertsz út namme fan syn mem Bauck Syeuwert Hoytes’ widdo noch hieltyd yn ’e pleit mei Hero Tzommez te Balk foar himsels, Tzomme Wybez en Agge Wybez Rollema, mei foar harren suster Anck Wybedr, Frans Hermansz te Snits as heit fan syn soan Rennert by Aeff Rinnertsdr en Dionysius Wingie fanwege syn frou Imck Rennertsdr., en dan easket er betelling fan 436 cg foar de lannen.280

Op 23 sept. 1540 leit Jets Tzummis’ widdo fêst dat hja begroeven wurde wol by har patroan ‘Sinte Martyn’ te Snits. As har erfgenamten beneamt hja Wyba Tzummis, Hera Tzummis en Rimmert Tzummis’ bern, elk foar in tredde part. Har goed en rinten te Offenwier yn Sicka Oghes’ sate, dêr’t Sicka sels op buorket, belêst hja mei legaten oan de geastlikheid; ek de geastlikheid te Gau wurdt betocht. Har bêste hûch is foar har snoar Sas, Tzumma Wybasoan krijt har middelste tabbert en in jierlikse rinte fan in inkelgûne. De bern fan Rynnert Tzummis krije elk in inkelgûne jierlikse rinte út har goed te Tersoal yn Wygherma goed, en Here, har soans dochter, 10 stoer jierlikse rinte út besit te Poppenwier.281

Bern: Wyba (riedsman 1529, 1530 en skepen 1530-1538 te Snits, tr. Aelcke Andles),282 Hera (te Balk), Rinnert (= 3154).

Page 90: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

176 177gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

de pleats fan Ments Sipckes te Hinnaard. Der is in tegoed fan 80 gg op Laes te Remswert en ien fan 50 gg op Douwe Pybez.Yn 1561 seit Wybe Doekez fanwege syn bern by Rinck Gerbedr de hier op fan it tredde diel fan de lannen dy’t hy hiert fan Andele Doetne. Wybe is ek eigener fan in tredde diel.308

Yn 1582 ferkeapje Doedt, Syw en Jets Wibedrs (bern fan Wybe Sippens) harren oandiel fan 3/5 fan 1/3 yn de (hjirboppe yn 1556) neamde lannen en rinte yn Hinnaarderadiel.309

Bern: Wopcke (te Tyuerdt, tr. Goyck Rommertsdr), Rinck (tr. Wybe Doeckez Sippens), Tied (= 3559).7146 Geerck Feyckes, fan Hoptilla, húsman op Rieuwertsma (‘Rioerdsmaguedt’) te Rewert ûnder Húns 1527, 1528, 1533, ferstoarn 1542, tr. 1. Ancke Wybedr, tr. 2. foar 1529/307147 Auck Wopckedr, stoarn nei 1551.Yn 1511 buorket Alger Lyuwaz op in pleats fan 25 pm te Húns mei eigeners Aldekleaster (6 f l.), hear Seerp (2 f l. 2½ st.) en de wezen fan Wybe Seerpz (1 f l.) en buorket Taka Foppaz dêr op in pleats fan 31 pm fan hear Seerp in Leetens of Feddrick Roerda (13 f l.).310 Yn 1542 is Wybe Gerckz dêr boer en eigener, mei syn bruorren en susters, neist Sibren Roorda (15 f l.) en Oegekleaster (6 f l. 21 st.); de prysters komt dêr dan 4½ pm ta (totaal 22 f l. 2½ st.).Yn 1525/26 krijt Gercke Feyckez in boete fan 7 st. fanwege slaanderij mei Goffe Wlbez.311

Yn 1527 appellearret Lolle Hettez omdoch by it Hof fan Fryslân tsjin Gercke Feyckez oangeande ‘de bruyckinge of gewalt van een sate lants genoemt dat goet van Rewert’ mar it Hof ferklearret him net beswierre troch de sintinsje fan de grytman fan Baarderadiel.312

Yn 1527/8 keapet Geerck Feyckes te Húns ‘alsoe foel gewalt, eer, feer en alle gerechticheyt’ as Andries Wybez fan Aldtsjerk erve hie fan syn heit en mem yn it goed te Riwert foar 45 gg.313

Yn 1529/30 keapet er noch 1/5 part fan it goed te Rewert ûnder Húns fan Seerp Wybes, broer yn Thabor, yn it foardiel fan syn susters weesbern foar 33 goudf lorenen. En ek fan Foeck Wybedr keapet er, fanwege syn fjouwer bern by syn earste frou Anck, ‘alsoe foel macht, gewalt, eer, feer ende alle rechticheyt’ as hja yn it goed te Rewert fan har âlden erve hie foar 50 gg.314

Yn 1537 appellearret Sybrant Roerda te Spannum omdoch by it Hof fan Fryslân tsjin Gercke Feyckez foar himsels en fanwege syn bern by Ancke Wybedr, syn earste frou. It giet om 1/5 part fan it ‘gewalt’ fan Ryeuwerde zate te Húns, dat Gercke neffens syn sizzen kocht hie fan in Andrys Wybez. Sybrant hie it near lein op dy keap; it Hof achtet Sybrant net beswierre troch it fûnis fan de nederrjochter.315

Yn 1533 krije Gercke Feykes en Auck Wopkedr, op dat stuit wenjend op Rioerdsma goed te Riewert yn Húns, en harren neiteam de lannen, dy’t it konvint fan Oegekleaster hat yn Rioerdsma goed, yn ivige erfpacht foar in lânhier fan 7 gg it

7118 Gerben Douwez Tywrdt, te Tyuerdt ûnder Wommels, tsjerkfâd 1543,295 tr.7119 Lisck Wopckedr, beide stoarn 1552/56.Yn 1511 is Wopcka Tyuerdt boer op in pleats te Wommels fan Aldekleaster dêr’t hy 1 f l. yn besit hat.296 Yn 1552 buorket Gerben Douwez dêr.Yn 1529 hat Gerbe to Tyurdt in kwestje mei de pastoar fan Wommels oer de hieropsizzing oan Fije (Sije?) Jarichs.297

Yn 1530 keapet Gerryt te Sippens lân of rinte yn Gerryts eigen goed te Sippens fan ‘de Patroen St. Jacob sampt de drije priesters to Wommels’. Atze Menzez en Gerbe Douwez te Tyuwert protestearje mei as folmachten fan ‘Wopke Tywrt swaeger ende Wolke hoer broer’, mar de erfgenamten fan Doecke toe Sippens krije yn 1537 it konsint tawiisd.298

Yn 1536 keapet Gerbe Douwez toe Tyuerdt, susterling fan de ferkeapers, 2 pm lân yn Douue Lolckesz goed te Walpert fan de erfgenamten fan Allger Lyuwez.299 Douue Lolckez spiert fanwege syn rjocht fan hier, Aucke Ockez fersiket it near fanwege syn frou, dy’t neier besibbe is oan de ferkeaper as de keaper. De keap wurdt tawiisd oan Jelte Andriesz, skoansoan fan Aucke Ockez. Yn 1536 prosedearret hear Hero Hottinga, pastoar te Frjentsjer, mei foar syn bruorren en susters en harren bern, tsjin Meynse Honsboet en Atthye Meynses en Gerbrandt Tiardez en Gerbrant Wygers fanwege harren froulju.300

Yn 1541 keapje Gerbe Douwez en Lisck te Wommels 5 pm dêr fan Hottie Sipkez en Both.301

Yn 1544 ferlit Gerben Tyuerd as mei-fâd oer de bern fan Douue Lolckes de hier fan 3 pm fan Joeret Gerroltz.302

Yn 1544 wurde Sipke Hoytez en Gerben Tyuerd oansteld as fâden oer de bern fan Ments Sipke widdo te Hinnaard.303

Yn 1545 hat Tyeets Jouckedr, widdo fan Agge Sybrensz, spul mei Gerbe Douuez toe Tyuerd en Sipke Hoytez as fâden oer de bern fan jonge Sipke Gerbez en Mints Sipke widdo oer ¼ fan de pleats dêr’t Mints buorket.304

Sipke Gerbez boasket om 1525 hinne Mints Foppedr. Yn 1552 buorket sy mei de soan Gerben op Heringa sate te Hinnaard dêr’t yn 1511 Sycko Jarichz tahold.305

Yn 1552 ferkeapje Laes Fennertsz en Gretts Hoytedr te Remswert ûnder Mullum in rinte foar 80 gg en Douue Pybez en Hilck Tacodr ien foar 50 gg oan Gerben Tywrdt en Lysck.306

Yn 1556 wurdt te Tyuerdt de neilittenskip beskreaun fan Wopcke Gerbensz, widdo Goyck Rommertsdr is dan op ’e nij troud mei Take Syuerdtsz en Rienck Sybez en Gosse Gerbenz te Wommels wurde fâden oer weessoan Douwe.307 De lannen dy’t Gerben en Lysck neilitten hawwe binne noch ûnferdield besit fan Wybe Doeckez, Andle Abbez en (it bern fan) Wopcke: 16 pm yn Honsboodster zate, 9 pm yn de buorren fan Wommels, 2½ pm yn de sate te Tyurdt dy’t ûnder Spyck hearre, 4 pm nijlân te Marsum, brûkt troch Andle, 4 pm te Bitgum en in rinte fan 1 gg út

Page 91: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

178 179gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

jier, dêr’t hja 7 st. fan ôf lûke meie. Dat goed wie it konvint oankommen fan Gerbe Seerpz, harren boumaster fan foartiids, en ffoeck en Teekla Seerpsdrs (of Syurdsdrs), profeste susters yn dat konvint. Datselde jier noch wurde de ôfspraken troch bemiddeling fan hear Hoyte, pastoar te Jellum, en Heercke Feyckes te Hoptille as soenslju befêstige, mei as fierdere kondysje dat yn gefal it konvint dy rinte ferkeapje woe, it holden wie dat te dwaan oan Geerck en Auck foar 180 inkelgûnen.316

Yn 1544 hat Sybren Roorda in kwestje mei Lyeuwe Tiepckez te Britswert en Syts te Beckum, as fâden fan de bern fan Gercke Feyckez by syn earste frou, en Jancke Rennertz te Winsum en Feycke Heerkez te Jorwert as fâden fan de bern by syn widdo Auck Wopckedr oer 36 pm yn Ryeuwerde saete te Húns. Datselde jier in kwestje fan de bruorren Wybe, Feycke en Oedts Geerckez oer hier fan Tyeuwerde (sic) zate.317

Yn 1542 betellet Geerck Feyckes 13 stuorren yn de oanbring fan lân yn Húns, dêr’t Sibrandt Roorda lânhearre fan is.318

Yn 1543 binne Geerck Feyckez’ weesbern eigeners fan in sate te Hilaard, neamd ‘olde Hoptille’, dêr’t de pastorij 11 stoer út bart. Dat soe betsjutte dat der op Hoptille twa sates west hawwe, want Heerke Feyckez wie doe eigener fan ‘de saet toe Hoptille’, dêr’t de pastorij 3 stoer út bart. It sil gean om de stimhawwende pleatsen Hilaard 15 en 16 (mei-inoar 80 pm), dy’t yn 1640 beide eigendom binne fan Rein Gerckes Rheen, troud mei Femme, dochter fan Upcke Gerckes Hoptilla. Yn 1640 is Rein Gerckes ek eigener fan Húns stim 3 (60 pm) en dr. Hoptilla fan stim 2 (100 pm). Mei-inoar leit der dan fan Rewert oant Hoptille in oanien sletten kompleks famyljebesit fan 240 pm lân.319

Yn 1554 prosedearje Aene Tiebbez, Seerp Foppez en oaren tsjin Wybe en Feycke Gerckez foar harsels en beide fanwege Ancke Philippus widdo foar safier’t it har oangiet en neamde Wybe, neist Pieter Claesz, as fâd oer de trije bern fan Oedts Gerckez.322

Yn 1593 keapje Johannes Idsz en Goyck Johannesdr te Boalsert 1/10 fan Hoptilstere zate te Hilaard, brûkt troch Wpke Gerckes, Johannes Jonges en Harmen Oenes, fan Sybrant Ansckes en Trijn Sybrantsdr te Wommels foar 219 gg.323

Yn 1597 keapje Jonge Jouckes en Gerck Gercx te Húns 6 pm yn Hoptilstere zate te Hilaard fan Ids Edes te Ypekolsgea fanwege syn bern by Graets Obbedr foar 302 gg; âldomke Wpke Gercks fan de bern protestearret.324

Ut it earste boask f jouwer bern: Feycke (Gerckes Goerda, tr. Bauck Tiaerts),325 Wybe (te Húns 1542), Oeds (suvelkeaper, st. Ljouwert 1553, tr. foar 1544 Lysk)326 en nei alle gedachten Auck of Ancke (tr. Philippus N., ferstoarn 1542/1554). Ut it twadde sille dan wêze: Johannes (te Easterein, tr. Anck Douwedr; sy tr. 2. 1559 Lolcke Douwes),327 Pieter (te Harns 1559, Tsjom 1570), Geerck (tr. Jonge Jouckes te Húns), Upcke (te Ljouwert, tr. 1. Fenne Gerrits, ferstoarn foar 1582; tr. 2. Aeltje Jans),328 Mints (= 3573).7148 Pier Taeckles, húsman op Toarnwert te Waaksens 1543, 1552, stoarn 1552, tr.7149 ? Ydt Sybedr, stoarn nei 1552.Yn 1542 spilet in kwestje fan Pier Taeckez te Waaksens en de bern fan syn broer mei ffrans Roerda fanwege syn frou His, oer in kamp lân yn syn pleats benoarden Hismoers ekeren.329

Fan 1542-’44 hawwe Pier Taeckelez, heit fan Anna Piersdr en har man Wibe Janz in kwestje mei Taecke Abbez en Lolcke Aesgez as fâden oer Epe, Haeye en Sibren, Syts, Anna en Griet, soannen en dochters fan Joucke Taecklez, bystien troch (de folwoeksen) Taeckle Jouckez of oars ien.330 Harren mem en beppe Hismoer hie by testamint oan Anna Piersdr 1 pm besprutsen efter de terp yn de pleats te Waaksens dêr’t no Taeckle Jouckez wennet. Dat besit mei de opbringsten sûnt 1532 wurdt no foar Anna opeaske. Ynearsten ferklearret Taeckle dat 1/7 fan dat pûnsmiet him taheart en de oare seis dielen oan syn bruorren en susters. Wat letter ferklearje de fâden dat Pier Taecklez fanwege syn dochter Anna yn 1536 mei harren kwestje hie oer de skieding fan de neilittenskip fan His Epis en dat troch útspraak fan goede mannen ferskillende perselen, ynklusyf dat pûnsmiet, oan de bern fan Joucke Taecklez kaam wiene, oare perselen oan Pier. Utsprutsen wurdt dat it pûnsmiet en de opbringsten oan Anna komme.Yn 1552 keapje Ryurt Allerts en Anna Piersdr twaris 3½ pm yn harren pleats te Westerhitsum fan Frans en (de dochter fan) Pieter Romckez. Mar ek Ydt Sybedr, widdo fan Pier Takelez, lit dan it oandiel fan Frans Romckez proklamearje.331

It giet oer de pleats dêr’t yn 1514 Wattye Mauriskez buorket en dêr’t letter Ryurts bern Pier en Eelck (mei)eigeners fan binne.332

Geerck Feyckes’ erfgenamten wurde yn 1543 noch in kearmannich neamd as neistlizzers fan lannen yn Húns, en yn 1550 hat Sybrandt van Roorda noch in foardering fan efterstallige rinte op Gercke Feyckes te Huyns, dy’t er by testamint syn soan Georgen ta hawwe wol.320

Yn 1551 seit Auck Wopckedr te Hoptilla oan Sicke Symonz de hier op fan 18 pm te Coudum ûnder Tsjom.321

Page 92: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

180 181gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Yn 1535 keapet Homme Doeckez in rinte fan ½ gg yn de lannen fan Taecke Intgez silger yn Aucke Ockez sate te Rispens fan Aetze Meynsez en Jets. Dêrop komt spiering troch Aucke Ockez, Lolle toe Fyns en Sipke Hoytez fanwege harren froulju.341 Yn 1536 stelle Lolle to Fyns en Sipke Hoytez harren lannen yn Hinnaarderadiel as ûnderpân yn harren kwestje mei Homme en Wyts.342

Yn 1535 ferkeapet Homme Doeckez te Westerletens in rinte fan 1½ gg út syn pleats oan Reeme Martens widdo foar 27 gg.343

Yn 1545 keapje Homme Doeckez en Wyts in rinte fan 1 gg yn syn lannen te Rispens, brûkt troch Aucke Ockez, fan Ede Widmerz en Jets te Burchwert; Trijn, widdo fan Broer Janckez, te Boalsert en Attie Meynsez fanwege syn frou Jets fersykje it near.344

Yn 1556 easket Trijn Wopckedr, widdo fan Broer Janckez, har seisde part op fan de 17 pm yn de ‘Ruychfenne’ yn Rispens te Easterein dy’t har pake Taecke Intyez te Nijlân tamakke hie oan de bern fan syn dochter Jets Taekedr by Wopcke Tyoerdt. Hoewol’t Wyts, de frou fan Homme Doeckez en pakesizzer fan Wopcke en Jets, ek net mear as in seisde part takaam, beskôge dy de folsleine 17 pm as har eigen. Ek Trijn har suster Tyedt Wopckedr, frou fan Hancke Goedtffriontz, kaam in seisde part ta. Nei it ferstjerren fan harren iennichst bern moast dat part neffens beskikking fan Wopcke Tyoerdt komme oan omke Wilcke en muoikes Lysck, Jets en Trijn fan dat bern. Dat wie ef kes oars kaam want beppe Syts Goedtffrioendts widdo erve in fjirde fan dat oandiel. Dat waard omset yn in rinte fan 1 gg dy’t terjochte kaam by Jets Goetffrioentsdr, frou fan Ede Wedmers. Homme en Wyts soene dy rinte fan harren keapje mar troch nearlizzing wie dy oan Trijn en Jets Wopckedrs kaam.Homme Doeckez stelt dêr foaroer dat der skieding west hat fan de neilittenskip fan Taecke Yntyez en fan dy fan Wopke Tyuerdt. Oan Trijn Wopckedr wie dêrby lân en hûs te Boalsert en Nijlân tafallen en dy wie dêrmei fernoege. As Trijn op ’e nij in skieding woe, dan wie dat Homme goed mar dan moast sy har goed op ’e nij ynbringe. Ek wol Homme dat neamde nearkeap weromdraaid wurde soe en dêr giet it gerjocht yn mei.Yn 1559 keapet Tet Wlbedr (Rispens), widdo fan Rienck Sybez, 17 pm yn de sate te Rispens, brûkt troch Bernardus Auckez, fan Jets Wopckedr en Wopcke en Take Attyez, mei foar harren fierdere bruorren en susters.345

Bern: Trijn (tr. Broer Janckez te Boalsert), Jets (tr. 1. Attie Meynses;346 tr. 2. Wybe Hottyez), Tyedt (tr. Hancke Goedtffriontz), dochter (mem fan Wyts Sybedr), Lisck (= 7119), Wilcke Wopckes Minnerda (tr. Beyts Poppedr).14292 Feycka Hoptilla, te Hilaard, ferstoarn foar 1525/6.Yn 1511 hat Feycka Hoptilla in pleats fan 63 pm 2 einsen te ‘Eelaerdt’, dêr’t Byw te Beckum krapoan 6 pm yn hat en de prysters 5 pm.347 Yn 1542 binne ‘Hercke ende Auck Philippus wijff met haer kynderen’ eigeners.348

Yn 1525/6 keapet Heercke Feyckes to Hoptel it hûs, dêr’t er dan yn wennet, fan syn heit syn erfgenamten foar 60 gg.

Yn 1560 ferkeapje Gerben Tyercxz en His Allardtsdr in rinte út harren hûs te Baaium oan Kempo Jellez te Hitsum en Take (sic) Piersz te Winsum as fâden oer de bern fan Ryuerdt Allerts en Anna Piersdr.333

Bern fan Pier (by Ydt?): Anna (tr. 1. foar 1542 Wibe Janz; tr. 2. foar 1552 Ryuerdt Allertsz, stoarn Westerhitsum 1557), Goris (= 3574), Taeckle (te Hockwert ûnder Winsum, tr. Biuck Lolledr).7150 Sybrandt N., tr. N.N.Yn 1587 keapje Take Sybrandtz en Anna Jacobsdr te Leons 4½ pm 2 eins yn Jelkemazate dêr, brûkt troch Jacob Wolters, fan Feycke Sybrandtz en Auck Johansdr te Dronryp foar 157½ gg.334

Yn 1602 keapje Baucke Bauckes en Jets Pabedr te Iens 1/7 fan Jelckema zate te Leons, sa’n 54 pm grut, dat ferkeapers erve hiene fan Anna Sybrantsdr, fan Sybren Ansckez en Trijn Gerbensdr te Wommels, Sibble Dytiez en Syts Auckedr te Oegekleaster, Sytie Harckez en Doed Takledr ûnder de klokslach fan Frjentsjer fanwege Bauck en Atke Hayedrs, Haye Hayez en Ansck Hayedr en Sybren Ansckez en Taede Taklez as fâden fan de neamde bern fan Haye, foar 475 gg.335

Yn 1603 keapje hja, dan te Leons, 1/7 fan dy pleats fan Trijn Takedr, widdo fan Jacob Wolters, te Weidum foar 500 gg, nochris 1/7 fan Jacob en Peter Sybrantsz, Bot Sybrantsdr, frou fan Intse Peters, Bauck Sybrentsdr, frou fan Aleff Thonis, te Tsjummearum en fan Johannes Jacobsz te Westerhitsum, omke fan Sibble en Harmen Sybrantsz, foar 500 gg en noch 4½ pm yn de pleats fan Jouck en Auck ‘Gerroltsdrs’, de froulju fan Gerben Fopkes te Waaksens en Foppe Obbes te Kûbaard, en fan dyselden as fâden oer it bern fan Pier Goris foar 300 gg.336

Bern: Tyam (= 3575), Anna (tr. Anscke Hayez te Wommels),337 Take (te Leons, tr. Anna Jacobsdr), Feycke (te Dronryp, tr. Auck Johansdr).

-- XIV --

12616 ? Rennert Tiepkaz.Yn 1492 libben Rennert Tiepkaz en Halba te Gau, Rennert hie datselde jier te Snits fochten mei Hero Wibaz.338

12838 Douwa Feddez, skepen te Boalsert, stoarn tusken 1504 en 1511, tr.12839 Janke (Tyercsdr), testearret 1516.Sjoch foar harren en har foarâlden Cn IIo.Ien dochter: Kathryn (= 6419).14238 Wopcka (Taeckez) Tyuerdt, tr.14239 Jets Taekedr.Yn 1511 hat Wopcka Tyurd besit yn Tyuerdt, Honsboed, Geyns, Braard en, mooglik, Leetens ûnder Wommels.339 Ien kear, te Tyuerdt, wurdt er Wopcka Taeckez dan wol Wopcke Tyuerdt neamd.Yn 1529 keapet Aytye Meynckez 8 pm yn de pleats fan Homme Doeckez fan Ede Widtmerz te Boalsert.340

Page 93: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

182 183gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Yn 1533 keapje Rienck Oegaz en Anna alle lannen en rinten dy’t Gryet, de frou fan Gerryt Hermensz, fan har mem erve hie yn Goitna te Hinnaard.359

Yn 1536 jout Gerck Feykez folmacht oan Douwe Wopkez en Fonger Syersma yn syn saak tsjin Baucke toe Tellens oer 9 pm.360 Dan prosedearret Douwe fanwege Geerck Feyckez en Auwck tsjin Baucke Seerpz toe Tellens ûnder Wommels oer harren 9 pm lân, dy’t Baucke hiert.361

Yn 1537 en 1538 prosedearret Douwe Wopckez fanwege Gerck Feyckez en syn frou Auck tsjin Jelte Agges, mei foar syn broer, Wybe Sybrandtsz en Renick Renicksz fanwege harren froulju om skieding en dieling fan 6 pm lân yn Tellensera sate ûnder Wommels, dêr’t Baucke to Tellens en neamde Wybe op wenje en behalve ‘de staete en terpinghe’ twa stikken fan 3 pm, mei-inoar 12 pm lân, mar foarroppene seit dat er dy lannen net mienskiplik hie, net fan him wiene of west hiene. En dan wurdt easker net ûntfanklik ferklearre.362

Yn 1540 keapje Rienick Oegez en An 4 pm yn Goeyckna gued te Hinnaard mei terp en staten fan Douue Wopkez te Hallum.363

Yn 1546 keapje Rienck Oegez en Anna Wopkedr toe Spyck ûnder Hinnaard alle lannen dy’t Symen Jansz en Syouck Egbertsdr en Douue Egbertsz, allegearre te Ljouwert, erve hiene fan harren mem Rienck Wopkedr yn Goykinge gued te Hinnaard, brûkt troch Pieter Simckes.364

Yn 1550 ferkeapje Rinnert Johanz en Anna te Spyck yn Hinnaard in rinte fan 10 gg yn Goyckme zate dêr, brûkt troch Pieter Tyercxz, oan Folpert en Pieter Oegez as fâden oer de bern fan Rienck Oegez foar 167 gg.365

Yn 1559 keapet Taats Douuedr, widdo fan Aenne Aeblez, te Hidaard goed 1½ pm yn Andela zate, dêr’t sy wennet, fan Douue Wopckez, Douue Egbertsz, Anna Wopckedr, frou fan Rennert Johanz, en Fecke Sipkez en neamde Rennert as fâden oer de bern fan Gerryt Harmensz.Bern by de dochter fan Jarich: Rinke (stoarn 1529, tr. Egbert Douwez), Douwe (te Hallum 1540), Anna (tr. 1. Rienck Oegez; tr. 2. foar 1550 Rennert Johanz (Tolsum)); wierskynlik ek Gryet (tr. Gerryt Harmensz). Bern út dat of in oar houlik: Auck (= 7147).14296 Taeckle N., tr. 14297 Hysmoer ‘Epis’, nei alle gedachten stoarn 1532; sy tr. 2. foar 1511 Epe Jacobz.366

Yn 1511 hiert Reyn Tyercxz in pleats te Waaksens fan Katryn Pier Foppaz’ widdo (11 f l.) en Epe Jacobz (13 f l.); de pastoar komt 14 st. ta. Yn 1552 binne Pier ‘Taelez’ en Taecle ‘Janckez’ hjir boer.367

It giet oer stim 3 fan Waaksens, de grutste fan de twa pleatsen te Toarnwert.Yn 1537 ferkeapet Jarich Maertenz toe Loepens in rinte fan 2 goudg. út syn goed oan Pier Taeckez te Waaksens en oan Take Abbez en Lolcke Aesgoz as fâden oer de twa (sic) bern fan Joucke Taeckez foar 40 goudg.368

Bern: Joucke (boer te Toarnwert, stoarn foar 1536), Pier (= 7148).

Yn 1525/6 keapje Heercke en Gercke Feyckes in sate lân te Húns fan Wpcke Olfertz foar 134 gg.Yn 1527/8 keapet Gheerck Feyckez te Húns 3 trije klinkerds jierlikse rinte yn Cletterpstera goed te Boazum mei ‘eer, feer en gewalt’ fan syn broer Pieter foar 30 gg. en noch 2 gg jierlikse rinte yn it goed ‘toe Hoeptel’ te Hilaard foar 30 goudf lorenen.Yn 1529/30 keapet Geerck Feyckez te Húns 1 goudf loreen jierlikse rinte ‘toe Eellaert in ‘t guedt toe Hoptil’ fan syn suster Loeyck Feyckedr foar 27 goudf lorenen. Ek keapet er fan har ‘die gerechticheyt, eer, feer ende gewalt’ as hja hat yn Claeyterp te Boazum foar 9 gg.349

Yn 1538 prosedearret Tyerck Epez te Baard fanwege syn mem Loycke Feyckedr tsjin Gercke Feyckez.350

Wapen Hoptilla, tekening Rudolf J. Broersma.

Bern: Heercke (to Hoptel 1526, brûker Matheus’ stee te Jorwert 1542,351 eigener fan ‘de saet toe Hoptille’ ûnder Hilaard 1543),352 Gercke (= 7146), Loeyck (tr. Epe N., soan: Tyerck Epes), Pieter. 14294 Wopcka Douwaz, yn 1511 eigener fan 9 pm te Tellens, mooglik dan boer op it Hoytehûs te Itens,353 boer op Spyck te Hinnaard, stoarn nei 1548, tr. (1. of 2.?)14295 ? N. Jarichsdr.Yn 1514 binne Wopcko Douwez en Symon Aggez, ‘huysluyden’, lânhearren fan Claes Jacobsz te Coudum ûnder Tsjom.354

Yn 1542 keapet Sipke Hoytez te Itens in rinte fan 1 gg út de sate te Spyck, brûkt troch Wopke Douwez, fan Jan Henrickz te Harns.355

Yn 1546 ferkeapet Sicke Jarichz te Winsum oan Rienick Oegez en Anna Riencx te Hinnaard in rinte fan 3½ goudg. út de pleats, brûkt troch Wopke Douuez en foarskreaune Reenck, foar 70 goudg.356

Yn 1548 is Wopke Douuez noch neistlizzer te Spyck.357

Yn 1529 winsket hear Wybe, pastoar te Lytsewierrum, dat in fatsoenlike ynventaris makke wurdt foar de bern fan Egbert Douwez by Rinke Wopkedr silger.358

Page 94: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

184 185gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

de wezen fan Sipke om’t de lannen noch net skieden binne, Simck Sipke widdo spiert, Gaetze Heerckez spiert fanwege syn 24 pm yn de pleats, Ane Wybez en Pieter Tyercksz spiere fanwege harren froulju fanwege harren besit dêr, Sicke Jarichz, omke fan ferkeaper, leit it near.377

Hear Douue Jarichz (nei alle gedachten te Hinnaard) makke yn 1540 testamint en is datselde jier stoarn. Dan wurdt in skieding makke troch Sipcke Hoytez en Sicke Jarichz en ek tekenje Rienck Oeghez en Anna Wopckedr dat jier foar ûntfangst fan Sipcke fan 100 gg út Douues neilittenskip.378 Dat alles neffens ‘brieven’ yn de ynventaris fan Sipckes soan Hoyte dêr’t ek doazen oantroffen waarden mei Spycksterbrieven en akten oer Goytkene te Hinnaard.Yn 1541 ferkeapet Sicke Jarichz 2 pm yn Goeyckna gued te Hinnaard, brûkt troch Simpk Sipke widdo, oan Rienick Oegez toe Spyck foar 32 gg.379

Yn 1546 ferkeapet Sicke Jarichsz op Groote Haensera guedt 2 pm te Goyckna te Hinnaard, brûkt troch Simck Sipke widdo, oan Rienck Oegesz te Spyck foar 32 gg en ek in rinte fan 1 gg út keapers sate te Spyck foar 20 gg.380

Yn 1553 ferkeapet Sicke Jarichz te Winsum in rinte fan 3½ gg út de sate te Spyck dêr’t Rennert Johanz buorket oan Folpert en Pieter Oegez as fâden oer de bern fan Renick Oegez foar 70 gg.381

Bern: Sicke (te Hinnaard 1511, Winsum 1546), hear Douwe (stoarn 1540), dochter (= 14295), dochter (tr. Obba Ockez (Rispens)),382 Sipke (stoarn 1532/33, tr. Simck (Piers Meylema?)).

-- XV --

28478 Taeke Yntiaz Bootsum, einierde te Nijlân.Yn 1511 is Taeka Inthiaz mei syn broer en sustersbern einierd op in pleats fan 53½ pm te Nijlân en hiert er dêrboppe 61 pm fan de prysters dêr.369 Him komt dan 1 gg 8 st. ta yn Rispens te Easterein en, as Taecke Botsma, 12 pm yn Sickinga te Wommels.370

Yn 1545 spant Lolcke Hesselsz toe Reen, mei fanwege Byucke, Jets en Holck Godsfriouns, Douue Fercx te Wommels in proses oan. Yndertiid hiene Wopke Sippens en syn frou Yd Feddricxdr 4 pm yn Douues pleats. Harren iennichst erfgenamt wie dochter Byw dy’t by Godsfrioun Takez ien soan krige, Wopke. Nei Wopkes dea waard dy syn pake Take Bootsum, heit fan Godsfrioun, erfgenamt en dy Take liet f jouwer staken erven nei: soan (lês skoansoan) Wopke, soan Ane, pakesizzer Lolcke Hesselsz by syn dochter Bauck en neamde Byucke, Jets en Holck, bern fan syn soan Godsfrioun. Dêrmei is wol dúdlik dat de helte fan oangeande 4 pm oan Lolcke c.s. takomt.Douue Fercx bringt dêr tsjinyn dat hy net iennichst eigener is fan de pleats en dat it part dat him wol takomt al langer as tritich jier yn syn famylje west hat. It gerjocht wiist Lolckes eask net ta.Wopke Goodsfrions te Boalsert hat yn 1516 de patroan fan Wommels 2 pm besprutsen yn it Hoytama guedt toe Zwijns fan Douue Ferrickz.371

Bern: Bauck (tr. Hessel Lolckez to Reen), Godsfrind (tr. 1. Byw Wopke Sippensdr; tr. 2. Syts), Jets (= 14239), Ane?28590 ? Jarich Sickoz.Yn 1511 is Jarich Sickoz eigener fan de pleats fan Jan Goeytnye te Hinnaard (6 gg 10 st. foar 32 pm) en bart hy 6 gg út de pleats fan Jan Meynertz dêr fan 90 pm (18 gg 10 st.).372

Dat binne (grut) Goeyckna sate en Spyck dêr’t yn 1552 Pieter Tyerckz resp. Rennert Johanz buorkje.Jarich Sickez hat de pastorij fan Hinnaard 2 aedelen besprutsen, ien op it lân dêr’t yn 1543 Rienck Oeghez buorket en ien op lân te Itens dat Sipke Hoytez fan ’e tsjerke kocht hie.373

Yn 1536 keapje de tsjerkfâden fan Hinnaard ‘volgens placaat’ de 4 pm dêr dy’t Jarich Sickez oan de patroan besprutsen hat. Sipke Hoytez wol fanwege syn frou de keap oernimme.374

Yn 1532 keapet Sipke Hoytez te Itens 3 pm yn Koyfenstera guedt te Easterein fan Sipke Jarichsz; Sicke Jarichz leit it near op de keap.375

Yn 1533 wurde mr. Douwe (Meylema), pastoar te Welsryp, Sibe Piersz en Sipke Hoytez oansteld as kuratoaren oer Symck Sipke widdo en har twa bern.376

Yn 1533 keapet Joucke Sybez 1/5 fan 13 pm oer heech en leech te Goytnye, brûkt troch Simck Sipke widdo, fan Watze Sipkez te Ikkerwâld. Sipke Hoytez spiert fanwege syn frou Tyetz Hobbedr, mr. Douwe en Sibe Piersz spiere as fâden oer

Page 95: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

186 187gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

OFO P. Sipma en O. Vries (ed.), Oudfriese Oorkonden, 4 dln (’s-Gravenhage 1927-1941, 1977).

PK J.A. Mol e.a. (ed.), Prekadastrale Atlas fan Fryslân 1700/1640 17 dln (Ljouwert 1988-2003).

pm pûnsmiet.PN P.N. Noomen, ‘Buwaldaburen te Tjerkwerd’, yn: GJ 1989 31-48.PW Pierius Winsemius, Chronique ofte historische geschiedenisse van

Vrieslant (Franeker 1622).PY P.L.G. van der Meer (ed.), ‘Registers fan de Personele Ymposysje

út 1578’, yn: P.L.G. van der Meer e.o., Administrative en fiskale boarnen oangeande Fryslân yn de ier-moderne tiid (Ljouwert 1993).

RvA J.C. Tjessinga (ed.), De aanbreng der Vijf Deelen van 1511 en 1514, 5 dln (Assen 1942-1954).

RvdA I. Telting (ed.), Register van den Aanbreng en verdere stukken tot de f loreenbelasting betrekkelijk, 4 dln (Leeuwarden 1879).

RmR Rintmasterrekkens (T4).SG Samling Grêfskriften fan it Genealogysk Wurkferbân fan de

Fryske Akademy, oardere op stêd/gritenij en yn de gritenij op doarp, sa. 1500-sa. 1811, sammele sa. 1935 oant no ta (Tresoar, âld nr. Leeszaalbibliotheek 182).

SH S.S.N. Hettinga, ‘Overzicht van de naaste familieleden van pater Prof. Dr. Titus Brandsma, O.Carm.’, bylage yn: H. Nota, pr., Titus Brandsma onder ons (2003).

SH2 J.R. Hettinga (ed.), Sible Sjoerd Nicolaas Hettinga, zijn Friese kwartieren (2015).

SR M. Oosterhout (ed.), Snitser Recesboeken 1490-1517 (Assen 1964).T Tagong ta de argiven fan Tresoar .

De argiven fan de nedergerjochten (T13) wurde oantsjut mei in ôf koarting ta de trije begjinletters fan de namme fan de gritenij of stêd, bygelyks BAA = Baarderadiel, mei it ynventarisnûmer. Dat dan yn ’e regel (miskien wol foar de lêste kear yn it jierboek) neffens de âlde nûmering.

Ferwizingen en ôf koartingen

AB ‘Den nyeuwen aanbrengh van Baerderadeel, 1542’, transkripsje yn: De Neitiid, 1991-3.

AS Andringa Stichting, Andringa 3 (2016).ASt A. Stellingwerff, Naamlijst der regering te Sneek, 1508-1769

(Tresoar Bibleteek Hs 1479).BB P.L.G. van der Meer en J.A. Mol (ed.), De Beneficiaalboeken van

Friesland, 1543 (Ljouwert 2013).BH D.J. van der Meer, Boerderijenboek Hennaarderadeel 1511-1698

(Ljouwert 2004).Chb G.F. thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg (ed.), Groot Placaat

en Charterboek van Vriesland, 6 dielen (Ljouwert 1768-1795).Cn Stichting Familie Cnossen-Knossen, Cnossen-Knossen II

(Easterein 2018).FT G. Verhoeven e.o. (ed.), Friese testamenten tot 1550 (Ljouwert

1994).GA Gemeenteargyf.Gen Kolleksje Genealogyen Tresoar.gg goudgûne.GG G. Galema, Familieboek Galema-Galama (1999).GJ Genealogysk Jierboek( je).GJH G.J. Hoekstra, De Miedema’s hun zates en mieden (1992).HCL Historisch Centrum Leeuwarden.HF H. Foekema, ‘De Foeckema’s oer heech en leech’, yn: GJ 2003

25-113.HfF Argyf Hof fan Fryslân (T14).HM L. Jagersma†, J. de Jong, H. Foekema en Y. Brouwers, ‘Memorie

van Hoytema’, yn: GJ 2017 79-373.HW1 H. Walsweer, ‘Lyclama’s en hun goed te Bons’, yn: G. Zomer

e.a., Bons. Geschiedenis van boerderijen en bewoners (2001).HW2 H. Walsweer, ‘De Broekster Rouckema’s’, yn: GJ 1994 41-101.HW3 H. Walsweer, ‘It Capellefrijlien fan Minnertsgea’, yn: GJ 2001

89-149, benammen taheakke ‘Dotinga’, s. 131-140.JJW J.J. Woltjer, Friesland in hervormingstijd (Leiden 1962).LB R. van Solckema, Lineageboek Solckema, 1584 (âld: Gen 346, nij:

Gen 15.22.08).Mc Monstercedels. Tresoar, Copieën Elders 6030.MF M.F.L. Flapper, ‘Kwartierstaat Bote Flapper’, yn: GJ 1999 152-214.NNBW P.C. Molhuysen e.a. (ed.) Nieuw Nederlandsch Biografisch

Woordenboek, 10 dln (Leiden 1911-1937).NT Neiere tagong op de argiven fan Tresoar.

Page 96: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

188 189gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

Harmen Wytses Rollema, Rinnert Hessels, Lieuwe Hessels, Teeckle Hessels. 59 Yn tsjinstelling mei GJ 1997 141, dêr’t Jelle Annes foar Jelle Ames hâlden wurdt. 60 WYM X11 228 d.d. 23 maaie 1665, registrearre 2 maaie 1671. 61 WON S74 nr. 34 d.d. 7 juny 1682; hantekening IJelle Annes. 62 WON GG15 130. 63 WYM F3 142 d.d. 6 juny 1707. 64 Ut dat houlik in dochter Hiltje Hilles, by houlik fan Nijlân, tr. 1. Hartwert 8 febr. 1705 Hero Lieuwes fan Hartwert; tr. 2. Hartwert 27 sept. 1744 Wybe Fockes, skoalmaster te Hartwert (WON S95 67 d.d. 2 febr. 1747). 65 Ut dat houlik trije bern, doopt grifformeard te Longerhou. 66 WYM X11 100. 67 WYM Q11 315v d.d. 22 april 1672. 68 WYM P 4. 69 WYM Q12 193v, O1 nr. 19. 70 RAU L1 234v. 71 LWL L2 7 febr. 1674. 72 LWL M29 151. 73 RAU A10 36. 74 WYM Q9 81v. 75 SNE W28 81. 76 RAU P2 26, WYM Q14 156. 77 RAU P2 55v. 78 RAU L2 193v. 79 SNE R2 25 july 1699. 80 BOL O2. 81 HF 51. 82 HEN M7 96v d.d. 15 febr. 1676; hânmerken fan Gerben Sioerts, Trijn Rintjes en Aaltje Gerbens. 83 GJ 2005 145. 84 WYM N1 151, 151v. 85 GA Wûnseradiel, personele kohieren, 1736. Riemer en Gosse binne bern fan Ruurd Tietes te Heech, stamheit fan de famyljes Smakman, Bekema, Kloosterman, Huitema/Hoitema, De Wolff, Landman. 86 Martsen tr. 2. 1755 Wybe Gerbens (nrs. 54/55). 87 Siucke, dochter fan Sjoerd Sjoerds en Jetske Rinnerts (nrs. 48/49). 88 Under de neiteam fan soan Ipe ek in staach Ypma; dêrby Thomas Ypes, troud mei Gatske Taekes de Jong (nr. 13). 89 BOL Q26 82. 90 GJ 2005 134, bern fan Doede Gerbens, dy’t foar in part ek eigener wurden wie, neame har yn 1811 Noordend. 91 S. Cuperus (ed.), Tegenwoordige staat van Wirdum, Provincie Vriesland, Grietenij Leeuwarderadeel, Doeke Wijgers Hellema 1823/24, yn: Stúdzjerûnte-rige II fan ‘e Stúdzjerûnte it Sudertrimdiel (2000) 13-94. 92 SG Wytmarsum. 93 MF 230/231. 94 WON C2 147. 95 WYM Q1 221; GJ 2017 235. 96 WYM Q2 172v. 97 WYM Q8 181. 98 WYM Q7 116. 99 WYM Q6 170v. 100 PN 43. 101 SG Wymbritseradiel, omslach Easthim. 102 Dúdlik is dat net, want de oantekening yn de marzje fan de akte datoangeande is net ôfmakke. HEN M4 d.d. 28 april 1638. 103 WOR 120 248v d.d. 14 july 1654. 104 In beskriuwing en tekening fan de beide wapens is opnommen yn GJ 2005 186, 187. Ek op de webside fan de Fryske Akademy (fa.knaw.nl) in folsleine beskriuwing. 105 GJ 2005 186. 106 BAR O3 74 d.d. 21 july 1665; id. M1 37 d.d. 25 okt. 1671. 107 WYM Q11 224 d.d. 17 maaie 1671. 108 WYM O2 nr. 43. 109 WYM C4 256v. 110 WYM C4 271. 111 WYM Q10 159. 112 WYM O1 164. 113 HM 51642, GJ 1999 22; GJ 2005 136. 114 LWL M15 177. 115 RAU A10 48, 55v. 116 RAU L4 145. 117 RAU A5 185v. 118 T5 6468. 119 SNE W28 7. 120 Tresoar, Kaartesamling 148. 121 SNE X7 29. 122 WYM Q14 156.

Noaten

1 GJ 2005 120, dêr mear literatuer. 2 T42 2089. 3 T26 140042 nr. 53. 4 Tekst: ‘De eerste steen / gelegd door / tjitje en gatsche / annes postma. / 18 3/30 63’. De getallen ûnderoan foarmje mei-inoar nei alle gedachten de datum 30.3.1863. Mei tank oan Jan en Trees Galema te Burchwert. 5 Hoekstra jout dy pleatsen yn syn ‘Boerderijen-overzicht’ de nammen Langhuis I en Langhuis II mei de bewenners oant 1986 (GJH 18-20, 23, 29-30). Sjoch ek: J. Galema, Kramer Kubaard (Breda 1998), 95-96; GG 144-147; L. Baarda, Van Borghwart tot Burgwerd (Burgwerd 2006) 209. 6 PK Wûnseradiel Noard en Boalsert, diel 9, 90-92. 7 F. van der Werf, Geschiedenis van een Friese familie: de R.K. familie Douwe Douwes van der Werf van IJlst, (Den Oever 1996) 156. 8 Hy waard boer op Laard en Saard, in pleats yn de útbuorren fan Boalsert (GJH 29). 9 T26 99002 nr. 249 en nr. 272. Mei tank oan Simon Visser te Ljouwert. 10 T26 016063 nr. 57; id. 016069 nr. 86. 11 GJH 30; GG 138, 144, 146. 12 GG 134. 13 J. Nota, De families Nota oan’t no ta (Joure 1989) 19. 14 T26 016054 nr. 144 d.d. 13 okt. 1870. 15 WON O4 99; id. O5 16v. 16 WON O5 72v d.d. 15 jann. 1785. 17 WON GG20 100 d.d. 5 nov.1703, hantekeningen fan Haije Rinties, Lijsbet Sioerds en Sioerd Sioerds. 18 GA Wûnseradiel, Personele kohieren. 19 Frouck Pytters, tr. Hessel Sybolds, wie in suster fan Jildu (97), de mem fan Sioerd; BOL 123. 20 SLO O2 tredde prokl. 18 febr. 1764. 21 IDA J17 216. 22 WON GG31 254. 23 WYM X16 44 d.d. 31 aug. 1725. 24 H.Walsweer, Onderzoek naar jus patronatus en studiefinanciering (Groningen 1992) 149. 25 WYM X11 218 d.d. 11 maaie 1669, registrearre 10 maart 1671. 26 WYM Boedelinventaris d.d. 9 sept. 1696. 27 WON S76 nr. 3 d.d. 22 jann. 1684. 28 WON S81 nr. 10 d.d. 28 jann. 1689. 29 GA Wûnseradiel, Personele Kohieren. 30 WON S88 nr. 31 d.d. 11 des. 1698. 31 WYM T2 144. 32 BOL O2. 33 BOL T4 300, 311; hantekeningen fan Murk Annes, Hidde Annes, IJelle Annes, Pijtter Annes, Lolle Joostis. 34 RAU P5 104, 122. 35 HfF T14 13748. 36 RAU P2 81. 37 RAU L4 108. 38 RAU E1 56, 59. 39 RAU J1 d.d. 7 jann. 1694. 40 RAU L5 306. 41 RAU L6 94v. 42 RAU J1 d.d. 18 okt. 1702, 17 nov. 1704. 43 WYM X12 reg. 17 nov. 1685, 8 maaie 1684. 44 WON Y17 26, 251v. 45 GJ 1999 56. 46 HEN K13 280v d.d. 20 april 1698. 47 HEN H 97v. 48 BOL O2 46. 49 WYM N1 155v, 156. 50 WON O4 125, 132. 51 WON O2 195v. 52 WON P3 11. 53 WYM X11 112v d.d. 31 maaie 1656; id. d.d. 15 maaie 1658, registrearre 21 april 1668, hânmerken fan Poppe Taedes en Trijntje Agges. 54 WYM Q12 146v. 55 HfF EEE6 186v. 56 WON S31 nr. 18. 57 FRL V1 106. 58 WON S55 nr. 63 d.d. 21 aug. 1663; hantekeningen fan

Page 97: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

190 191gene alogysk j ier boek 2 018 kertierste at fan titus br andsm a i i i (postm a)

GJ 2011 176. 213 RmR 15 18, RmR 21 15. 214 HfF YY5 226v. 215 HfF YY6 198. 216 RmR 27a 21v. 217 De Vrije Fries 1957 105. 218 HfF YY8 79. 219 HfF YY9 119. 220 RmR 33 24v. 221 HCL z1 307. 222 HCL dd2 393. 223 BOL H1 72. 224 HCL w1. 225 IDA G1 158v. 226 HCL y36 417. 227 RmR 33 16v. 228 HfF YY18 169 d.d. 22 okt. 1590. 229 WON S8 158. 230 WON C4 84. 231 BH 330, 321. 232 RvdA III 343. 233 WON S2 nr. 51. 234 WON S8 70. 235 WON S8 68. 236 HfF EEE1 155. 237 WON S24 341. 238 R.S. Roarda, It Harnser Poptaskaei (Leeuwarden 1960) 17-18; D.J. van der Meer, Grafschriften tussen Flie en Lauwers, deel IV, Menaldumadeel (Leeuwarden 1959) 106; MF 3698/3699. 239 HEN K8 89v d.d. 18 april 1595; BH 197. 240 MEN I6 81. 241 HEN K8 47v. 242 ASt. 243 HfF 16701 54 d.d. 17 febr. 1584; id. 194 d.d. 19 okt. 1585. 244 HfF 16699 11 d.d. 8 maart 1581; id. 271 d.d. 1582. 245 P.Th. Zwart (ed.), Protocol Cleuting (Leeuwarden 1970) 56a, 98, 186, 212, 213. JJW 220, 221, 319. Yn 1577 ferkeapje de bern fan Dionysius Wyngie ¼ part fan in sate te Gau (HfF III5 259, 263). 246 HEN K3 96. 247 RvA 1181. 248 RvdA II 379. 249 HEN K1 38v, 42, 46v, 60v, 94, 98. 250 HfF WW2 138. 251 RvA 1243. 252 HEN K1 1. 253 RmR 41, HEN K1 3v. 254 HEN K1 158v. 255 RmR 14 18v. 256 HfF YY8 44. 257 D.J. van der Meer, Grafschriften tussen Flie en Lauwers, deel IV, Menaldumadeel (Leeuwarden 1959) 106. 258 BB 693. 259 MEN A1 99. 260 MEN A1 108v. 261 MEN A1 41v. 262 RmR 23 25; T348 (Copieën Elders) 6459. 263 FRL EE3 169. 264 PY 2302. 265 HEN K5 112v. 266 BH 230. 267 HEN K2 132v, 157v. 268 HEN K5 16v. 269 HEN K7 144. 270 HEN I2 124v. 271 HEN I2 156. 272 WON S13 nr. 7. 273 HEN K7 177, BOL V1 31. 274 RvdA II 423. 275 BB 803. 276 RvdA II 430. 277 SNE W2 nr. 45; HW1 108. 278 HfF WW1 67v. 279 HfF WW2 791. 280 HfF YY5 104, 121, 133v. 281 FT nr. 161. 282 HfF WW2 331; ASt; BH 63. Hja binne de âlden fan Tjomme Wybes Rollema (NNBW dl 9, 878). 283 OFO IV 213. 284 RvdA II 294, 291, RvA 1240. 285 BH 264, 258. 286 HEN K1 193. 287 HEN K1 159, RvA 1234. 288 HEN K1 47, BH 273. 289 Cn Vm. 290 RvdA I 39; RvA 2108. 291 RmR 40. 292 HfF WW2 259. 293 BB 602. 294 RvdA III 446. 295 BB 763. 296 RvA 1178. 297 HEN K1 29. 298 HEN K1 4. 299 HEN K1 18v. 300 HfF WW2 623. 301 HEN K2 11v. 302 HEN K2 144v. 303 HEN K2 145v. 304 HEN K2 161. 305 BH 18, GJ 1984 11. 306 HEN K2 207v. 307 HEN I1 249. 308 HEN K3 375v. 309 HEN K6 18, 18v. 310 RvA 2344, 2345. 311 RmR 40. 312 HfF WW1 44, YY1 23. 313 RmR 40. 314 RmR 40. 315 HfF WW2 627, 796. 316 T 232-18 nr. 5 d.d. 14 maaie 1533 en Chb II 646 d.d. 14 sept. 1533. 317 HCL y1 273. 318 AB 50. 319 PK 5 Baarderadiel, 92, 100; G. Terpstra, ‘Old-Hoptilla’, id. ‘Hoptille-Rewert’, yn: Friesch Landbouwblad,

123 IDA J4 29 july 1629. 124 T348 nr. 6168. 125 IDA J8 nr. 54. 126 RAU A7 198v, K 340. 127 RAU A10 130v. 128 WYM X5 106. 129 WON Y1 50. 130 HEN I8 105, WON S40 nr. 2. 131 WON S30 nr. 40, ferl. Cn 113. 132 WON Y6 191. 133 WON S68 nr. 3. 134 WON S74 nr. 1. 135 HEN K12 326. 136 GJ 1976 99; R. Postma, De Zonderlandkertieren (Burchwert 2015) 12, 221, 286. 137 HEN 45 40 d.d. 29 maaie 1619. 138 WYM X11 243, registrearre 26 maaie 1671. 139 WON 158 nr. 58 d.d. 24 maart 1669. 140 HfF EEE4 412 1677. 141 H. Walsweer, Onderzoek naar jus patronatus en studiefinanciering (Groningen 1992) 123. 142 RAU P2 28. 143 MF 292/293. 144 SG Wymbritseradiel, omslach Easthim. 145 WYM Q1 293v. 146 R.S. Roarda, Ut it selde skaei as Greate Pier (Ljouwert 1961) 20. 147 NT 5.26, Resoluties van de Staten van Friesland, nr. 606; PW 858b. 148 Naamlijst Gedeputeerde Staten van Friesland (MpaginaE). 149 J.G. Geertsma, Geestelijcke Reeckeningen (Wommels 1995) 26. 150 NT 5.26, Resoluties van de Staten van Friesland, nrs. 354, 355. 151 BAR E3 567, 597. 152 T14 16482 400 d.d. 30 maaie 1598. 153 A.C. Singels, Inventaris van het Oud-Archief der stad Leeuwarden (Leeuwarden 1893) 220-228, 519, 528; O. Hellinga, ‘Sybout Aysma’, yn: It Beaken 1997. 154 P. Nieuwland en J.A. Mol (ed.) ‘Rekken oer it boekjier 1606/1607 fan de ûntfanger-generaal…’, yn: P.L.G. van der Meer e.o. (ed.), Administrative en fiskale boarnen oangeande Fryslân yn de ier-moderne tiid (Ljouwert 1993) 116, 117. 155 SG omslach Boalsert. 156 HEN K9 202v. 157 FRR BB5 48. 158 RAU A9 23. 159 RAU A9 143v. 160 RAU A9 154. 161 RAU A2 126. 162 RAU A2 62v. 163 RAU A2 287v. 164 FRL W5 4. 165 SNE W24 769. 166 HAR R8 73. 167 RmR 32a 14v. 168 WON C2 261v. 169 HEN K8 40v. 170 BOL V2 22, 37v. 171 D.J. van der Meer, Friens en de Van Sytzama’s (Alphen a/d Rijn 1994) 85. 172 IDA C1 96v. 173 RAU A4 56. 174 RAU A6 147v. 175 RAU A7 174v. 176 RAU A8 19v. 177 RAU A7 24v. 178 RAU A8 76v. 179 RAU A6 149. 180 WON S1 95. 181 WON C3 247v. 182 WON C5 188. 183 WON S19 67. 184 WON S22 nr. 2. 185 SH2 3.878. 186 HfF YY22 130. 187 RAU A7 219. 188 RAU A9 48. 189 MF 584/585. 190 HEN I28 6.4.1641. 191 ASt. 192 Mc Snits. 193 HEN K4 212. 194 HfF YY3 493. 195 HW2 44; GJ 2011 259; BH 265, 258, 256. 196 LB 41-44. 197 J. Visser, ‘Wapens út de Conscriptio Exulum (1584)’ yn: It Beaken 1969 nrs. 113, 114; HW2 43. 198 As noat 197 nrs. 157, 158; LB; A.L. Heerma van Voss, ‘De Conscriptio Exulum’, yn: De Vrije Fries, 1928. 199 WON S6 nr. 77. 200 GJ 1984 35. 201 HM 5176. 202 RAU A2 79v. 203 RAU A2 94. 204 RAU A2 190. 205 RAU A1 14. 206 RAU A3 11. 207 GJ 1979 15. 208 RmR 42 95. 209 HEN K2 238v, 246v, 255, 257v, 257v. 210 HEN K8 58. 211 SH2 13.025. 212 Ek:

Page 98: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

193de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en192 gene alogysk j ier boek 2 018

searje ‘It âlde folk’ (Tresoar, Oude Leeszaalbibliotheek 53 nrs. 60, 61); O. Faber, Hilaard, Hoptille, hûzen, histoarje (Hilaard 1990). 320 BB 740; FT 444. 321 FRL EE2 496. 322 HfF YY5 27v. 323 BAA P1 212. 324 BAA P2 24. 325 AS 22. 326 HCL y1 273; P.Th. Zwart, Protocol Cleuting (Leeuwarden 1970) 407. 327 GJ 1979 15; HEN I1 411. 328 HCL y6 297; id. z10 84. 329 HEN K2 113v. 330 HEN K2 119v, 128v, 142v, ferl. 113v. 331 FRL EE2 102, 103. 332 RvA 369; FRL W1 164, W2 334; GJ 2000 90. 333 HEN K3 429. 334 BAA P1 116. 335 BAA P2 104. 336 BAA P2 117v, 118, 108. 337 BH 6. 338 SR 1184, 945. 339 RvA 1178, 1189, 1201, 1202, 1200. 340 HEN K1 2. 341 HEN K1 17v. 342 HEN K1 129v. 343 HEN K1 189. 344 HEN K2 30v. 345 HEN K3 23. 346 GJ 2013 232. 347 RvA 2333. 348 AB 43. 349 RmR 40. 350 HfF WW2 840, YY3 1. 351 AB 38. 352 BB 746. 353 RvA 1211, 1426. 354 RvA 308, 150. 355 HEN K2 14v. 356 HEN K2 248. 357 HEN K2 47. 358 HEN K1 31. 359 HEN K1 12v, 191v. 360 HEN K1 126v. 361 HEN K1 126v, 137. 362 HfF WW2 30, 695; BH 186. 363 HEN K2 10. 364 HEN K2 37v. 365 HEN K2 257. 366 K.P. de Boer, Poppinga’s rondom de Omloop (1972) 3-5. 367 RvA 1220. 368 HEN K1 184. 369 RvdA II 330. 370 RvA 1372, 1200. 371 BB 763. 372 RvA 1334, 1337. 373 BB 796. 374 HEN K1 20v. 375 HEN K1 6v. 376 HEN K1 87v. 377 HEN K1 12. 378 HEN I1 828, GJ 1984 11. 379 HEN K2 236v. 380 HEN K2 245. 381 HEN K2 221v, K3 18. 382 GJ 2014 60.

… De verkoping van de laatste Friese kloostergoederen

Page 99: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

195de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

pieter nieuwland

De verkoping van de laatste Friese kloostergoederen

Inleiding

1. De politieke constellatie ten tijde van de ReformatieSommige jaren zakken geruisloos de vergetelheid in, maar dat geldt niet voor die rond 1580. In die periode werden door de opstandige Nederlandse gewesten besluiten genomen die meer dan twee eeuwen lang bepalend zouden zijn voor de staatsinrichting van ons land. Ze zijn te beschouwen als een voorlopige afronding van een beweging die in 1566 was begonnen als een oproer (de Beeldenstorm) en steeds meer aan kracht had gewonnen. Het lukte koning Philips II niet om de opstand de kop in te drukken. De rebellerende gewesten werkten samen en konden in 1572 een succes boeken met de verovering van Den Briel door de Watergeuzen (‘op 1 april verloor Alva zijn bril’), en later steeds meer (1573, ‘bij Alkmaar begint de victorie’). In 1579 verenigden ze zich in de Unie van Utrecht.1

In Friesland was het gezag toen feitelijk al in handen van de calvinistischgezinde Staten en hun gedeputeerden. Zij vervingen in 1578 enkele Spaansgezinde raadsheren in het Hof van Friesland. De gereformeerde godsdienst mocht openlijk worden uitgeoefend, maar vooralsnog werd de rooms-katholieken geen stroobreed in de weg gelegd. Dat veranderde al snel. In maart 1580 werd stadhouder Rennenberg afgezet, namen de Gedeputeerden het beheer van de kloosters over en werden alle uitingen van de rooms-katholieke eredienst verboden. Enkele maanden later werd het Hof volledig ‘gezuiverd’.2

Een uitermate belangrijke gebeurtenis voor ons land was wel de afzwering van koning Philips II, een tot dan ongehoorde daad, die het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tot gevolg

1 Dit jaar (2018) is het 450 jaar geleden dat de Tachtigjarige Oorlog is begonnen (de

slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 wordt – overigens nogal arbitrair – als het begin

gezien). Dat wordt op grote schaal herdacht met vele tentoonstellingen overal in het

land. Willem van Oranje kreeg later voor zijn rol in de Opstand de eretitel ‘Vader

des Vaderlands’. De Opstand is in oktober 2018 het thema van de Maand van de

geschiedenis. Nelleke Noordervliet schreef hiervoor een essay (Door met de strijd.

Nederland in Opstand) en Hans Goedkoop maakte een televisieserie: 80 Jaar oorlog.

2 O. Vries e.a., De Heeren van den Raede (Hilversum/Leeuwarden 1999) 63 e.v., 115 e.v.

Page 100: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

196 197gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

De conclusie was onontkoombaar: de koning was een tiran; zijn onderdanen waren hem geen gehoorzaamheid meer verschuldigd en hadden het recht, hem te vervangen door een betere heerser. Het zoeken van een nieuwe vorst lukte niet erg. Een aardige speculatie is wel, dat als koningin Elizabeth I van Engeland had toegehapt, de Nederlanden mogelijk op den duur onderdeel van Groot-Brittannië zouden zijn geworden. Een paar jaar later beseften de Staten-Generaal dat ze het heel goed konden stellen zonder een koning.

2. De kloostergoederenDe kloostergoederen in Friesland werden op 21 maart 1580 door Gedeputeerde Staten in beheer genomen. Ze volgden daarbij het voorbeeld van Holland en Zeeland, die dat al in 1572 hadden gedaan. In de loop van de zestiende eeuw was het kloosterleven ernstig in verval geraakt, zeker niet alleen in Friesland. Het aantal intredingen daalde dramatisch, donaties en legaten droogden op.7 Dat dit verband hield met de opkomst van reformatorische bewegingen lijkt me niet geheel denkbeeldig. In de eeuwen daarvoor hadden de kloosters wel veel aardse goederen verzameld, sommige waren echte grootgrondbezitters geworden. Van onteigening was in 1580 uitdrukkelijk nog geen sprake. De monniken en nonnen werden weliswaar op straat gezet, maar ze konden aanspraak maken op een jaarlijkse vergoeding, aangeduid als pensie. Je zou dus kunnen zeggen dat ze met pensioen werden gestuurd. De meesten zochten, net als vele andere geestelijken, een goed heenkomen buiten de provincie. Met name Groningen was in trek; door het verraad van Rennenberg had die stad de Spaanse zijde gekozen.8 In die tijd was de uitkomst van de revolutie nog ongewis, velen dachten aan of hoopten op een mislukking.Voor het beheer van het omvangrijke kloosterbezit, naar schatting 15 à 20% van alle in cultuur gebrachte grond,9 richtten Gedeputeerden drie kantoren op, voor elk van de landsdelen Oostergo, Westergo en Zevenwouden. In 1589 werden ze samengevoegd. De steden die kloostergoederen binnen hun jurisdictie hadden wisten het meestal voorelkaar te krijgen dat zij zelf het beheer kregen over die goederen.Het was de bedoeling dat de opbrengsten, behalve uiteraard voor de verplichtingen van de kloosters, voor vrome of geestelijke doeleinden

7 J.A. Mol, ‘De kloostergoederen in Fryslân na de Reformatie’, in: Alde Fryske Tsjerken

17 (december 2017) 21-26. Hierna geciteerd als: Kloostergoederen.

8 In de Consciptio Exulum zijn de namen van ongeveer 650 vluchtelingen opgetekend;

digitaal: http://www2.tresoar.nl/digicollectie.

9 Grotendeels in kaart gebracht in HISGIS Fryslân, vgl. Kloostergoederen 24, 25.

had. Dit besluit van de Staten-Generaal, gedateerd 26 juli 1581, staat bekend als de ‘Acte van Verlatinghe’.3 Ook Friesland was van de partij, al waren de Staten hier (anders dan die van Holland en Zeeland) nog lang niet baas in eigen huis. Vanuit Groningen en Steenwijk ondernamen Spaanse troepen nog geregeld plundertochten, waarvan vooral het zuiden van de provincie te lijden had. Maar ook andere streken bleven niet gespaard, de slag bij Boksum op 17 januari 1586 is nog niet vergeten.4 Na dat jaar werd het beter, onder meer omdat de koning zijn aandacht moest verleggen naar Engeland.De afzwering werd vooral beargumenteerd met de minachting van de koning voor oude privileges die hij had beloofd te handhaven. Aansprekend vind ik wel deze bewoordingen: ‘dat d’ondersaten niet en sijn van Godt geschapen tot behoef van den Prince5 om hem in alles wat hy beveelt, weder het goddelick of ongoddelick, recht of onrecht is, onderdanig te wesen en als slaven te dienen’. Nu de koning zijn onderdanen ‘soeckt te verdrucken, t’overlasten, heure oude vryheyt, privilegien ende oude herkomen te benemen, ende heur te gebieden ende gebruycken als slaven, moet ghehouden worden niet als Prince, maer als een tyran’. Het betoog wordt geïllustreerd met vele wandaden die met name de beruchte hertog van Alva, landvoogd van 1567 tot 1573, op zijn geweten had. Zo had hij zonder overleg drukkende belastingen ingevoerd (‘tot gantsche verderfenisse van den lande’) en een bijzondere rechtbank opgericht, de Raad van Beroerten. Deze Raad stond al snel bekend als de Bloedraad vanwege de vele doodvonissen die hij velde, steevast gepaard gaand met confiscatie van de bezittingen van de veroordeelden.6 Alva’s troepen hielden huis in steden als Brussel, Aalst, Maastricht en met name Antwerpen, en dat alles in naam van de koning. De bloedbaden van Naarden en Haarlem worden niet vermeld, maar staan nog altijd in het collectieve geheugen gegrift. Vervolging van protestanten wordt nauwelijks genoemd, al valt er tussen de regels door wel iets over te lezen. Overigens moet worden gezegd dat de Watergeuzen ook veel wreedheden begingen, voornamelijk op katholieke geestelijken.

3 Zie bijv. https://nl.wikipedia.org/wiki/Plakkaat_van_Verlatinghe. Via links aldaar

is de volledige tekst te vinden. Het originele – nogal onooglijke – document is in

2018 uitverkoren tot Het pronkstuk van Nederland.

4 F.R.H. Smit, De slach by Boksum 17 jannewaris 1586, djiptepunt yn de oarloch fan 1580

oant 1594 (Leeuwarden 1986).

5 ‘Prince’ hier in de betekenis van eerste in rang, waarmee dus de koning wordt

bedoeld.

6 Wikipedia: ongeveer 1073 personen werden ter dood veroordeeld, ongeveer 11.130

verbannen. Ten tijde van de ‘verlatinghe’ was de Bloedraad al opgeheven.

Page 101: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

198 199gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

in 1583 moesten de meiers een jaar huur voorschieten.15 Maar de verleiding om kloostergoederen te verkopen kon toen nog worden weerstaan. De Unie van Utrecht liet de deelnemende gewesten vrij in hun eigen staatsinrichting; er werd geen uniform belastingstelsel voorgeschreven. Deze vrijheid leidde in onze provincie tot een gedurige strijd in de statenvergadering, de landdag. Vaak waren er conf licten tussen de steden enerzijds en het platteland, waar de adel domineerde, anderzijds. Het lukte maar niet om een goed werkend, duurzaam en voor iedereen aanvaardbaar belastingsysteem in te voeren. Je kunt ook zeggen dat het een chaos was, waarbij de ene maatregel over de andere buitelde.16 Gevolg was dat er te weinig belasting werd geheven en dat Friesland zijn aandeel (‘quote’) in de generaliteitslasten niet kon voldoen.17 Al in 1601 was de achterstand zo groot geworden dat de Staten-Generaal dreigden met ingrijpen. Dat hielp maar een beetje, tijdelijk. De schulden liepen dus verder op, totdat ten langen leste de verkoop van kloostergoed niet langer kon worden vermeden. Vanuit Den Haag werd daar ook steeds meer op aangedrongen.18 Intussen was er niemand meer over om ertegen te protesteren. Zodoende werden er openbare veilingen georganiseerd in 1624 (alleen losse landen), 1638, 1639, 1640 en 1644 (veelal hele boerderijen). Met deze laatste verkoping was alle kloostergoed in particuliere handen overgegaan. In onze buurprovincie Stad en Lande had men de zaken beter geregeld: aan het einde van de achttiende eeuw waren de kloostergoederen daar nog helemaal intact.19 Dat er in korte tijd zoveel onroerend goed op de markt kwam moet wel nadelig zijn geweest voor de opbrengst. Om die toch nog wat gunstig te beïnvloeden besloten de Staten, dat aan de verkochte kloosterboerderijen stemrecht zou worden verbonden.20

15 Gewestelijke Financiën 183.

16 Gewestelijke Financiën 9-24; H. Spanninga, Gulden Vrijheid?Politieke cultuur en

staatsvorming in Friesland, 1600-1640 (Hilversum 2012) 102-108. Hierna geciteerd als:

Gulden Vrijheid?

17 Friesland klaagde voortdurend, vermoedelijk niet ten onrechte, dat het te hoog

was aangeslagen in de quoten, t.w. voor 11,6% van het geheel. Ter vergelijking: de

aanslagen voor Gelderland, Utrecht en Groningen (‘Stad en Lande’) waren half zo

hoog. Gewestelijke Financiën 6-8. Gulden Vrijheid? 122 e.v.

18 Gulden Vrijheid? 317 e.v., 352 e.v.

19 Kleasterrekken 36.

20 Kloostergoederen 26.

zouden worden aangewend. Dat gold ook voor de goederen die door de steden werden beheerd. In de praktijk werd het begrip ‘pieuze doelen’ zeer ruim uitgelegd, zodat bijv. niet alleen de universiteit van Franeker, maar ook oorlogsinspanningen tegen de Spanjaarden eronder werden begrepen. De opbrengsten waren zeer welkom voor de nieuwe machthebbers. Bedroegen ze in 1588 een bescheiden £ 64.515, in 1593 was dat al gestegen tot £ 93.252 en in 1619 tot £ 123.256.10 Aanvankelijk vormden de opbrengsten ongeveer 7,5% van het provinciale budget, toen de oorlog op de achtergrond raakte steeg het aandeel.11 In 1620 waren ze goed voor 11% van de provinciale inkomsten.12

3. Beheer van de kloostergoederen vanaf 1580Het beheer van de kloostergoederen door de nieuwe machthebbers verdient, vriendelijk gezegd, geen schoonheidsprijs. Om te beginnen acht ik hen verantwoordelijk voor het verlorengaan van een zeer groot deel van de archieven en de bibliotheken van de kloosters. Een onschatbare rijkdom aan informatie over de Friese geschiedenis is, laten we maar zeggen door onachtzaamheid, verdwenen.13 Tekenend is ook dat er in het statenarchief geen enkele volledige rekening van de ontvangers der kloostergoederen meer is te vinden; slechts een samenvatting uit 1619 resteert. Bij toeval is er een kopie van één complete rekening, over 1606/1607, in een huisarchief bewaard gebleven.14 Vanwege de oorlogstoestanden kampte het jonge bewind structureel met een nijpend geldgebrek. In 1582 moest er geld tegen 12% rente worden geleend met kloosterland als onderpand;

10 C. Trompetter, Gewestelijke financiën ten tijde van de Republiek der Verenigde

Nederlanden. Deel VI, Friesland (1587-1795) (Den Haag 2007) 115, 182-184. Hierna

geciteerd als: Gewestelijke Financiën.

11 Kloostergoederen 26.

12 Gewestelijke financiën 32.

13 Overigens geldt hetzelfde voor de kloosters die door de steden in beheer werden

genomen.

14 Archief Liauckamastate (toegang 311), inv.nrs. 788, 789. Een document van zeer

grote waarde, aangezien de goederen toen nog intact waren en het de enige bron

is waarmee ze per klooster zijn te reconstrueren. De tekst is in druk verschenen

en ook online raadpleegbaar. Zie P. Nieuwland en J.A. Mol (red.), ‘Rekken fan de

kleasteropkomsten yn Fryslân oer it boekjier 1606/1607, opmakke troch Joannes

Henrici Rhala’, in: P.L.G. van der Meer e.a. (red.), Administrative en fiskale boarnen

oangeande Fryslân yn de Ier-moderne tiid (Leeuwarden 1993) 35-154. Hierna geciteerd

als: Kleasterrekken.

Page 102: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

200 201gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

Het doet zich vooral voor in grote dorpen met veel kloostergoederen, zoals Stiens en Hallum. Slechts in een enkel geval is het wel duidelijk; zo is nr. 218 van 1644, in de ‘Franeker Wt-Buyren’, een samenvoeging van nrs. 968 en 969 uit 1606.Ook kunnen de benamingen en grootten van oppervlaktematen zijn veranderd. In verscheidene dorpen (bijv. Ferwerd) hanteerde men een pondemaat van afwijkende grootte. Verder is een koegras een nogal variabele maat. Stelt men die gewoonlijk op 1 à 1½ pondemaat, in Akkrum hield men 2½ pondemaat aan.22 In nog niet de helft van de gevallen is de koppeling met 1606 dan ook gelukt. Een aardig voorbeeld: in Waaxens (Súdwest Fryslân, v/h Hennaarderadeel) werden twee percelen verkocht, nrs. 239 en 240. In de Kleasterrekken worden in Waaxens ook twee percelen vermeld, nrs. 1056 en 1057. Nummer 239 van 1644 kan zonder meer worden geïdentificeerd met met nr. 1056 uit 1606, maar 240 niet automatisch met 1057. De oppervlakten zijn namelijk te verschillend: in 1606 115½ pondematen, in 1644 slechts 54. Ik ben dan ook voorzichtig geweest met het aanbrengen van koppelingen. Waar het wel is gelukt (om precies te zijn is dat 152 keer het geval) zie je soms dezelfde meier als in 1606; verscheidene malen is het duidelijk dat een zoon zijn vader heeft opgevolgd. Kloostermeiers waren dus nogal honkvast.Het koppelen van de percelen met het stemkohier van 1640 lukte nog minder vaak, in slechts 116 van de 323 gevallen. Het is uiteraard alleen mogelijk wanneer de meier van 1640 dezelfde is als die van 1644. Verder zal niet elk perceel van de verkoping in aanmerking voor stemrecht zijn gekomen en vrijwel zeker was de toekenning van stemmen destijds nog niet volledig geëffectueerd. De Staten van Friesland staan in 1640 te boek als eigenaar van 262 stemgerechtigde boerderijen. Wonderlijk genoeg is geen enkele daarvan gelegen in Leeuwarderadeel, dat nochtans met maar liefst 35 percelen (meer dan enige andere grietenij) op de lijst staat.

Transcriptie

De lopende tekst is die van het gedrukte exemplaar. In cursief is die van het net-exemplaar afgedrukt met de namen van de kopers en de koopsommen.In kleine letter zijn – indien mogelijk – de gegevens uit de rekening van 1606/1607 en

het stemkohier van 1640 toegevoegd.

22 Kleasterrekken, posten nrs. 1402 en 1403.

4. De verkoping van 1644De verkoping van 1644 is het onderwerp van deze bijdrage, omdat ze beter is gedocumenteerd dan de andere. In het archief van de Staten van Friesland 1580-1795 zijn twee stukken aanwezig die samen een goed beeld geven over het verloop ervan.Het eerste (inv.nr. 2701) is een drukwerkje van 34 pagina’s, dat destijds op ruime schaal zal zijn verspreid onder de lief hebbers. Het begint met de voorwaarden (‘Articulen ende Conditien’) van de verkoping en vervolgt met een lijst van de te veilen percelen, 323 in getal. Bij elk perceel wordt de naam van de meier (gebruiker) en ook vrijwel altijd de grootte van het perceel vermeld. In de marges zijn meestal in handschrift getallen vermeld die overeenkomen met de koopprijs per pondemaat, al zijn er veel afwijkingen. De verkoopdagen waren op 8 en 22 juli en 5 augustus 1644, alles volgens staatsresolutie van 22 maart 1644. Het tweede stuk is een mooi geschreven net-exemplaar (inv.nr. 6661). Het telt 85 pagina’s, heeft betrekking op 311 percelen en is op 16 augustus 1644 opgemaakt door drie notarissen. Ik neem aan dat zij ook de verkoping hebben geleid. Een twaalftal percelen is dus onverkocht gebleven. Per perceel zijn in dit geschrift niet alleen de gebruikers en de grootte vermeld, maar ook de namen van de koper(s) en de koopprijs, op enkele uitzonderingen na in goudguldens (ƒ, van 28 stuivers) per pondemaat. De bedragen zijn door de notarissen (niet geheel feilloos) omgerekend naar de prijs voor het hele perceel. Volgens hen was de totale opbrengst van de verkoping 2.485.782 caroliguldens (£) en 12 stuivers.21 De kopers mochten in drie jaarlijkse termijnen afrekenen, te weten op 1 november 1644, 1645 resp. 1646. Bijzonder was wel dat de kopers niet alleen met klinkende munt, maar ook met landschapsobligaties en lijfrenten mochten betalen. De snelle betaler kon 6% per jaar korten, in die tijd kreeg je dus nog rente voor je geld.

In onderstaande transcriptie is de nummering van het drukwerk gevolgd en zijn de gegevens van het net-exemplaar, dat zelf geen nummering heeft, in cursief bijgevoegd.Waar mogelijk heb ik in kleine letters de gegevens uit de rekening van 1606/1607 en uit het stemkohier van 1640 toegevoegd. Dat was een stuk lastiger dan vooraf gedacht.Blijkbaar zijn heel wat percelen in tussentijd herverkaveld of samen-gevoegd, zodat de oorspronkelijke onderdelen niet meer herkenbaar zijn.

21 Let wel, dit is een berekening die gemaakt is toen er nog geen stuiver was betaald.

Ik kom bij het narekenen met een spreadsheet iets hoger uit, maar de verschillen

zijn niet groot. Er zijn enkele reken- en optelfouten.

Page 103: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

202 203gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

OOSTER-GOO

Leeuwardera-DeelWirdum

1 Tjepke Pieters 82 pondematen, daer onder 47½ pondematen ny-landt, ende 34½ pondematen oud-land. 123.

Eerstelijcken Tiepcke Pytters plaets, groot 82 pondematen, yder pondemate gecocht bij de voors. Tyepcke ende Trijntie Alberts, echtel., voor de somma van een hondert drie en twintich gglns, facit 10086-0-0.

1606: 3. Oldeclooster, Feycke Sickesz 82 pond., daeronder 47½ pond. nijlandt à 2 £ 10 st., de pond. oudtland 35 st., ende deduceert 70 gg voor interessen, 81-2-6.

2 Dirck van Beecke weduwe, 28 pondematen. Vermoedelijk onverkocht; ontbreekt in het net-exemplaar. 1606: 4. Oldeclooster, Dirk van de Beke 28 pond. voor 36-8-0.3 Rienck Wopckes, 36½ pondematen. 91. Rienck Wopckes 36½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de voors.

Rienck Wopckes voor een ende tnegentich gglns, facit 3121-14-0 [moet zijn: 3321-14].1606: 5. Bergum clooster, Wopcke Rienx 33 pond. à 32 st., fc. 52-16-0.

4 Pouwel Martens weduwe, 50½ pondematen, daer onder 18½ pondematen ny-landt. 111.

Pouuels Martens 50½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de weduue van Pouuels Martens voor de somma van een hondert en ellef gglns, facit 5605-14-0.1606: 8. Bergum clooster, Pouwels Martensz 50½ pond., de pond. 45 st., fc.

113-12-6d.

5 Pieter Wybes 54 pondematen, daer onder 13½ pondematen ny-landt. 119.

Pytter Wybes 54 pondematen, yder pondemate gecocht bij Hoyte Jouckes tot Bolswart voor de somma van hondert achtien ggl., facit 6372-0-0.1606: 11. Bergum clooster, Wybe Jantkes wed. 54 pond., daeronder 13½ pond.

nijlandt à 44 st., ende de pondemate outland 36 st., fc. 102-12-0.

Goutum6 Jan Claessen, twee-en-vijftich pondematen. 131. Jan Claessen 52 pondematen, yder pondemate gecocht bij de

selwe Jan voor voor hondert een ende dartich golde guldens, facit 6812-0-0.

1606: 15. Berlahiem, Albert Claesz 52 pond. à 34 st., 88-8-0.

7 Sytse Claessen, ses-en-vijftich pondematen. 109. Sytse Claessens 56 pondematen, yder pondemate gecocht bij Henricus

RegisterVan de Clooster Meyers,

wiens Plaetsen vercocht sullen worden door de Heeren Gedeputeerde Staten van Frieslandt, uyt cracht van de Resolutie der Ed. Mogh. Heeren Staten van Lande ende Steden, in dato den twee-en-twintichsten Martij 1644.Waer aff de eerste Vercoop-Dach sal gehouden worden den achtsten Iulij, de tweede den twee-en-twintichsten Iulij, ende de derde, den vijfden Augusti 1644 Olde-Stijl, op de Articulen vooren ghementioneert.

Page 104: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

204 205gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

1606: 48. (Bilgaert) Berlahiem, Hilbrandt Louus 40 pond., daeronder 8 pond.

nijlandt voor 105-0-0.

Jelsum14 Oene Jansz 53½ pondematen oud-landt ende 3½ pondematen ny-

landt. 107. Oene Jansen 57 pondematen, yder pondemate gecocht bij de heere Nauta

voor 107 ggl., facit 6099-0-0. 1606: 54. Hasscher clooster, Dirck Dircxz 53 pond. oudtlandt ende 3½ pond.

nijlandt à 2 £, 113-0-0.

15 Tiepke Wybes 61 pondematen, daer onder 26 pondematen ny-landt. 136.

Tiepcke Wybes 61 pondematen, ider pondemate gecocht bij jr. Wiglius van Buigers voor 136 ggl., facit 8296-0-0.

1606: 60. Claercamp, Heere Douwes 64 pond., daeronder 36 pond. nijlandt

voor 100 gg, fc. 140-0-0.

16 Tiepke Wybes noch 67 pondematen, daer onder 9 pondematen ny-landt. 122.

Tiepcke Wybes noch 67 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Tiepcke voor 122 ggl., facit 8174-0-0.

1606: 61. Claercamp, Typecke Wybes 67 pond., daeronder 9 pond. nijlandt à

2 £, 134-0-0.

17 Tiebbe Gerbens, 37½ pondematen. 97. Tiebbe Gerbens 37½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Gerryt

Auckes voor 96 ggl., facit 3600-0-0. 1606: 64. Claercamp, Andries Edes 37 pond. à 2 £, fc. 74-0-0.

18 Claes Hendricks, de ander-helfte, 27 pondematen. 120. Claes Hendricks de ander helfte, groot 27 pondematen, yder pondemate

gecocht bij Laurens Vergeil voor 120 ggl., facit 3240-0-0. 1606: 65. Claercamp, Jelle Minnes 28 pond. à 35 st., fc. 49-0-0.

Cornium19 Dirck Claessen, 112 pondematen. 161. Hierbij genoteerd: Sijn Genade [d.i. de stadhouder] geschoncken. Ontbreekt in het net-exemplaar. 1606: 69. Oldeclooster, Jan Gerryts 111 pond., de pond. 44 st., 244-4-0.

Stiens20 Gerben Jacobs, 113 pondematen. 88½, 88. Gerben Jacobs hondert dartien pondematen, yder pondemate gecocht bij

dr. Hiluerda in qlt. voor 88 gglns 21 st., facit 10028-21-0. 1606: 73. Claercamp, Saecke Takesz 113 pond., de pond. 34 st., 192-2-0.

Geldorpius, prædikant tot Amsterdam, voor de somma van hondert negen gout guldens, facit 6104-0-0.

Huysum8 Hessel Diddes weduwe 43 pondematen in een partye, en 17½

pondematen in een tweede partye. 68. Hessel Diddes 60½ pondemate, yder pondemate gecocht bij juffr. Reinuke

Schaffs voor acht en tsestich goltgl., facit 4114-0-0.1606: 21. Bergum convent, Sipcke Bockesz 60 pond. nijlandt à 48 st. 144-0-0.

Reysum-Buyren9 Pieter Alberts, 43 pondematen. 83. Pieter Alberts 43 pondematen, yder pondemate gecocht bij de burgemr.

Itsma voor 83 ggl., facit 3569-0-0. 1606: 27. Bergum convent, Gercke Annes 45 pond. met die halve tinie voor 35

gg, 49-0-0.

10 Broer Heerckes, 74 pondematen. 84. Broer Heerckes 74 pondematen, yder pondemate gecocht bij den

deurwaerder Jacob Jacobs Recalff voor 75 ggl. 7 st., facit 5624-0-0. 1606: 29. Bergum convent, Heercke Broersz 76 pond., 70-0-0.

11 Wierd Wierdsz 96½ pondematen in een partye, en 17½ pondematen in een tweede partye; beswaert met vijfthien kalff-grasinghe. 70.

Wierd Wierds 114 pondemate, ider pondemate gecocht bij T. Joannis Robert van Belle ende Hein Gerryts voor tseuentich ggl., beswaert met 15 kalffs grasinge, facit 7980-0-0;

des hebben de copers geprotesteert dat haer de calculatie ontschadel[ijck] sullen sijn neffens de kalffs grasinge.

Wylaerd, bij Leuwarden12 Freerck Jacobs 39½ pondematen in een partye, ende 6

pondematen in een tweede partye. 68. Freerck Jacobs 45½ pondematen, yder pondemate gecocht bij jr. Wiglius

van Buigers voor ses ende tseuentich ggl., facit 3458-0-0. 1606: 41. Foswert, Jacob Freercx 39½ pond. à 32 st., 63-4-0.

13 Haringh Hillebrandts, 40 pondematen, daer onder 8 pondematen ny-landt. 118¼, 128.23

Haring Hillebrants 40 pondemate, yder pondemate gecocht bij Jan Gerbens voor 128 ggl., facit 5120-0-0.

23 Als er twee getallen en/of opmerkingen zijn, dan staan die voor de komma in de

rechtermarge, die na de komma in de linkermarge.

Page 105: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

206 207gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

Sibolt Agges acht ende tnegentich pondematen, ider pondemate gecocht bij de selue Sibolt voor 88 ggl. 7 st., facit 8648-14-0.

1606: 106. Mariegaert, Agge Sybolts op Poelstra 96½ pond. à 33 st., 159-4-6d

33 Pieter Lieuwes, 98 pondematen in een partye, ende vijff pondematen in een ander partye. 78½, 92.

Pieter Lieuues 103 pondematen, ider pondemate gecocht bij jr. Douue van Walta voor twe ende tnegentich golgl., facit 9476-0-0.

1606: 107. Mariegaert, Lieuwe Willems wed. op Poelstra 98 pond. à 32 st.,

156-16-0.

34 Eelcke Martens, 39½ pondematen. 103-7, 108. Eelcke Martens 39½ pondemate, yder pondemate gecocht bij jr. Douue

van Walta voor 108 ggl., facit 4266-0-0.1606: 111. Mariegaert, Thomas Thomasz 39½ pond. à 1½ daler; noch van

Marigaerts corpus 10½ pond. à 46 st., noch 2 margen, ‘t margen 8 £, fc.

129-0-6d.

Hyum35 Johannes Tietes 50½ pondematen. 110, 118. Joannes Tietes eruen 50½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de

here Gualtheri voor 118 ggl., facit 5959-0-0.

Ferwerdera-DeelHallum

36 Sjoerd Cornelis, 31 pondem. oud-landt. 100, Crack 104-7. Sioerd Cornelis 31 pondematen, yder pondemate gecocht bij de heren

Oenama ende Crack voor 104 ggls, facit 3224-0-0.37 Thonis Gosses, 26½ pondematen, oud-landt. Noch 20

pondematen. 75, 99-7. Thonis Gosses 46½ pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue

Thonis voor 99 ggl., facit 4603-14-0.38 Gerryt Pieters, 31½ pondematen. 91¼, 105-7. Gerryt Pytters 31½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Dirck Riencks

Hannia voor 105 ggl., facit 3307-14-0.39 Roeloff Tietes, 64½ pondematen in een partye, en 20½

pondematen in een tweede partye. 110 Aysma, 126-0. Roeloff Tietes 85 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Focke

Aysma voor 126 ggl., facit 10710-0-0.40 Cornelis Cornelis Sprongh, 19 pondematen, buyten het hoff,

groot 3 pond.; noch 12 pondematen. 81½, 92-0. Cornelis Cornelis Sprongh 34 pondematen, yder pondemate gecocht bij dr.

Joannes Gualtheri voor 92 ggl., facit 3128-0-0. 1606: 149. Marigaert, Jan Pieters 19 pond., behalven het hoff, groot ontrent 3

21 Reyner Douwes, 42 pondematen. 87, 91. Reiner Douues 42 pondematen, yder pondemate gecocht bij bij voors.

Reyner voor een ende tnegentich golt glns, facit 3822-0-0.22 Jan Janssens weduwe, 63 pondematen. 84¼, 89. Jan Janssens wedue 63 pondemate, yder pondemate gecocht bij Agge van

Marsum voor 88 ggl. 21 st., facit 5591-7-0.23 Sebastiaen Pruyssen, 14 pondematen. 149, 163. Sebastiaen Pruyssen veertien pondematen, yder pondemate gecocht bij de

here Philips van Boshuysen voor 161 ggl., facit 2254-0-0.24 Jan Auckes, 44 pondematen in een partye, en 6½ in een tweede

partye. 100, 118. Jan Auckes 50½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Claes Lenaerts

aen Vrouuen Parochie voor 118 ggl., facit 5959-0-0.25 Jan Janssens 75 pondematen, midts is deduceert een pondemate,

ghebracht onder de stelle Ny-huys tot Finckum. 100, 115. Jan Janssens 75 pondematen, yder pondemate gecocht bij Agge van

Marssum voor hondert ses goltguldens, facit 7950-0-0.26 Jeronymus Meyles, 60 pondematen, daer onder 20 pondematen

oud-landt. 120½, 129. Jeronimus Meiles 60 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pouuels

Jaspers voor 129 ggl., facit 7740-0-0.27 Jurrien Claessens, 29 pondematen, daer onder 5 pondematen oud-

landt in een partye, en noch 16 pondematen in een ander partye. Noch twee pondematen. 105, 125.

Jurrien Claessens 45 pondemate, yder pondemate gecocht bij Griet Unia voor 125 ggl., facit 5625-0-0.

28 Berent Ruyrdts, 4 pondematen. 210, 225. Beernt Ruierdts vier pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue

Beernt voor 225 ggl., facit 900-0-0.29 Hoyte Sybrandts, 40 pondematen. 94-7, 98. Hoyte Sybrants 40 pondemate, yder pondemate gecoch bij Agge van

Marssum voor acht ende tnegentich ggl. 7 st., facit 3930-0-0.30 Claes Janssen, 70½ pondematen in een partye, en 2 pondematen

vry van huysinge in een tweede partye. 64, 78. Claes Janssens 72½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue

Claes voor 78 ggl., facit 5655-0-0.31 Dirck Liupckes, 116 pondematen. 86¼, 88. Dirck Lupckes 116 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Dirck

voor 88 ggl. 7 st., facit 10237-0-0.

Finckum32 Sybolt Agges, 98 pondematen. 80, 88.

Page 106: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

208 209gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

Ny-kerck50 Marten Jacobs, 23½ pondematen binnen, ende 3½ pondematen

buyten-dijcx landt. 86, 126 Reen. Marten Jacobs 27 pondematen, yder pondemate bij Joannes Reen in qlt.

gecocht voor 112 ggl., facit 3024-0-0. 1640: stemkohier nr. 18.

51 Marten Martens, 71½ pond., deduceert 6 ggl renthe, Achlens erffgenamen competerende. 100, 136.

Marten Martens 71 pondemate, ider pondemate gecocht bij J. Reen in qlt. voor 136 ggl., facit 9724-0-0.

1606 (deels): 197. Berlahiem, Pieter Claesen 6 gg renten uut die Weste genaemt

8-8-0.

1640: stemkohier nr. 19.

Ferwert

52 Pieter Jacobs, 59½ pondematen. 94½ barbier, 94. Pieter Jacobs 59½ pondemate, yder pondemate gecocht bij mr. Beernt

Jurriens voor 94 ggl. 14 st., facit 5622-21-0. 1606: 208. Foswert, Pier Montes ter Stedt 59½ pond. à 2 £, 119-0-0.

1640: stemkohier nr. 47.

53 Hibbe Jacobs, 71 pondematen in een, ende 24 pondematen in een tweede partye. 76¾ Albert Loo, 86.

Hibbe Jacobs 95 pondemate, yder pondemate gecocht bij M. Gowerts in qlt. voor 86 gglns, facit 8170-0-0.

1606: 209. Foswert, Cornelis Isbrants ter Stedt 71 pond. à 2 £, 142-0-0.

1640: stemkohier nr. 49.

54 Sioucke Jetses 66 pondematen. 80, 93. Sioucke Jetses 66 pondematen, yder pondemate gecocht bij Claes Igrams

in qlt. voor 93 ggl., facit 6138-0-0. 1606: 212. Foswert, Jelle Roeliffs 66 pond. à 2 £, 132-0-0.

1640: stemkohier nr. 51.

55 Jelger Idses, 44 pondematen, 3 eynsen. 80 Hebbe, 106. Jelger Idses 44 pondematen drie einsen, yder pondemate gecocht bij F.

Rodenhuis in qlt. voor 106 ggl., facit 4690-14-0. 56 Jacob Alberts, 39 pondematen. 75, 97. Jacob Alberts 39 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue Jacob

voor 87 ggl., facit 7254-0-0. 1640: stemkohier nr. 53.

57 D’Armen van Ferwert, 46½ pondematen. 143¼ Houuerda, 156. D’Armen van Ferwert 46½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de

here Houuerda in qlt. voor 156 ggl., facit 7254-0-0. 1606: 232. Foswert, d’Arme gemeente van Ferwert 48 pond. voor 60 gg, 84-0-0.

pond., ende 11½ pond., sijnde de halve Trijne fenne voor 80 gg, met noch van

Cleys Cornelisz de ander helft van Trijne fenne, de pond. 45 st., 136-14-0.

41 Jorrit Tietes, 97 pondematen. 94½ Marsum, 94-0 . Jorryt Tietes 97 pondematen, yder pondemate gecocht bij Agge van

Marsum voor 94 gglns, facit 9166-14-0.42 Wytse Siuwcx 49 pondematen, daer onder 12 pondematen van ‘t

Corpus, en 10 pondematen van Foswert. 45½, 60 Feyye Tzercks. Wytse Siuwcx 49 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Feye

Tyerx voor tsestich goltglns, facit 2940-0-0.43 Claes Claessen 60 pondematen in een partye, 7½ pondematen in

een tweede partye, ende 12½ pondematen in een derde partye. 76¼, 105-0 Aucke Feddes Schierhuis.

Claes Claessen 80 pondematen, ider pondemate gecocht bij bij Aucke Feddes Schierhuys voor 105 ggl., facit 8400-0-0.

44 Claes Annes, 122 pondematen. 78, 96. Claes Annes 122 pondemate, yder pondemate gecocht bij Aernt Dircks Bos

cum socio voor 87 ggl., facit 10614-0-0. 1606: 172. Gernaert, Jan Juusz 122 pond., daeronder 25 pond. corpus landen à

31 st., 189-12-0.

45 Jan Claessens, 86 pondematen. 75 Jongstal, 95. Jan Claessens ses ende tachtig pondematen, yder pondemate gecocht bij

de here Joost Jongestal 96 ggl., facit 8256-0-0. 1606: 173. Gernaert, Claes Pieters wed. 86 pond. à 32 st., 137-12-0.

46 Jan Jentkjes, ses-en-sestich pondematen. 71¼, 80. Jan Jentkes 66 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pytter Sipckes

voor 80 ggl., facit 5280-0-0.47 d’ Arme Ghemeente van Stiens, 6 pondematen en 3 eynsen. 91, 118. D’Arme Gemeente van Stiens ses pondematen 3 einsen, yder pondemate

gecocht bij Dirck Annis voor 118 ggl., facit 737-14-0. 1606: 180. Corpuslanden van Gernaert, d’Arme gemeente van Steens 6 pond. 3

eynsen voor 10-10-0.

Marrum

48 Willem Gerbens, 57 pondematen. 70, 93. Willem Gerbens 57 pondematen, yder pondemate bij de selue Willem

gecocht voor 93 ggl., facit 5301-0-0. 1640: stemkohier nr. 30.

49 Willem Tammes, 75 pondematen. 72¾, 95. Willem Tammes 75 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue

Willem Tammes voor 95 ggl., facit 7125-0-0. 1606: 184. Marigaert, Jacob Harmens 75 pond. à 1½ gg, 157-10-0.

1640: stemkohier nr. 29.

Page 107: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

210 211gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

mits deducerende 2 gg jaerlix, de pastoor ende patroon competerende, fc.

60-18-0.

1640: stemkohier nr. 7, Sibren Pouwels gebruiker.

65 Sybren Bodus, 55½ pondematen. 80 Reen, 120. Sybren Bodus 55½ pondemate, ider pondemate gecocht bij J. Reen in qlt.

voor 120 ggl., facit 6660-0-0. 1606: 261. Claercamp, Arien Claesz 56 pond., daeronder 7 pond. van

Berlahiems convent, à 1 gg, 78-8-0.

1640: stemkohier nr. 8, Sibren Botis gebruiker.

Lichtaerdt66 Douwe Gosses, ende Egbert Tiaerdts, 129½ pondematen. 65½, 85. Douue Gosses ende Egbert Tiaerdts 129½ pondemate, yder pondemate

gecocht bij de grietman Douma ende Douue Gosses cum socio voor 85 ggl., facit 11007-14-0.

1640: stemkohier nr. 8, Tjaard Douwis gebruiker.

West-Donger-Deel

Holwert67 De erffgenamen van Gerbrandt Folckerts vijftich pondematen.

85¼, 111. D’erffgenamen van Gerbrant Folckerts 50 pondematen, yder pondemate

gecocht bij S. Rodenhuys in qlt. voor 111 ggl., facit 5550-0-0. 1606: 271. Claercamp, Gerbrant Folckerts 60 pond. 3 eynsen à 36 st., 108-9-0.

68 Bocke Riencx, hondert pondematen. 100 Bocke selfs, 109. Bocke Riencks hondert pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue

Bocke voor 109 ggl., facit 10900-0-0. 1606: 272. Abdie Doccum, Eme Tyesses te Wlsmehorn 100 pond. à 1½ gg,

210-0-0.

69 Epe Janssen, 58½ pondematen. 81¼, 83. Epe Janssens 58½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Jan van Ruinia

voor 81 ggl. 7 st., facit 4753-0-0.

Waecxens70 Dirck Jan Saeckles, 15 pondematen. 75 Heyn, 115. Dirck Jan Saeckles 15 pondemate, yder pondemate gecocht bij Heyn

Jansen tot Holwert voor 115 ggl., facit 1725-0-0. 71 Symen Ockes 45½ pondematen; hier uyt Worp Tiessens erven 3

gout-guldens. 66¼ Alua, 80. Symen Ockes 45½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de notaris

Uma in qlt. voor 80 gglns, facit 3640-0-0. 1606: 280. Vrouwenclooster, Tyerck Gerryts 45½ pond., 35 st., 79-12-6d.

58 D’Armen van Hoge-Beyntum 20½ pondematen. 77¾, 90 predicant tot Burum.

D’Armen van Hogebeintum 20½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Vermees in qlt. voor tnegentich ggl., facit 1845-0-0.

1606: 234. Foswert, d’Arme gemeente van Hogebeyntum 20 pond. voor

28-0-0.

Hooghe-Beyntum59 Sybrandt Sioerdts, 55 pondematen. 90, 115. Sybrand Sioerdts 55 pondematen, yder pondemate gecocht bij J. Reen in

qlt. voor 115 ggl., facit 6325-0-0. 1606: 238. Foswert, Douwe Jacobs 55 pond. à 38 st., 96-5-0.

1640: stemkohier nr. 18, Sybren Syoerts Sipma gebruiker.

Ooster-Beyntum60 Buwe Claesz 55½ pondematen. 85¼, 89. Buue Claessen 55½ pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue Buue

voor 89 ggl., facit 4939-14-0. 1606: 242. Foswerdt, Pieter Harckes 59½ pond., daeronder vant corpus 4

pond., à 31 st., 92-4-6d.

1640: stemkohier Ferwerd nr. 56.

61 Cornelis Claessen, 133 pondematen. 65½ Poulis Cornelis, 66. Cornelis Claessens 133 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pouuels

Cornelis tot Franeker voor 66 ggl., facit 8778-0-0. 1640: stemkohier Ferwerd nr. 55.

Blye62 Sioerdt Eesges, 103 pondematen. 92 Rheen, 106. Sioerd Eesges hondert drie pondemate, ider pondemate gecocht bij

Joannes Reen in qlt. voor 106 ggl., facit 10918-0-0.

Janum63 Jan Dircks, 35½ pondematen. 66¾ Sackma, 95. Jan Dircks 35½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de heere Saeckma

ende Wyckel voor 95 ggl., facit 3372-14-0. 1606: 254. Claercamp, Claes Bodus 35½ pond. à 1 gg, 49-14-0.

Jeslum64 Symen Pouuels 45 pondematen. 72 Reen, 98. Symen Pouuels 45 pondematen, yder pondemate gecocht bij Joannes Reen

in qlt. voor 98 ggl., facit 4410-0-0. 1606: 260. Claercamp, Eese Douwes loco Sybe Bauckes wed. 45½ pond. à 1 gg,

Page 108: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

212 213gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

81 Jan Hendricx, 90 pondematen. 16-7 24, 29. Jan Hendricks 90 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jan

voor 29 ggl., facit 2610-0-0.82 Jan Yes, 57½ pondematen. 27, 35. Jan Yes 57½ pondemate, yder pondemate gecocht bij bij de selue Jan voor

35 ggl., facit 2012-14-0. 1606: 318. Abdie Dockum, Aele Feyes 57½ pond. à 26 st., 74-15-0.

Bornwirt83 Jan Jansen, 72½ pondematen. 60 Scheltema, 66. Jan Janssen 72½ pondemate, yder pondemate gecocht bij jr. Frans van

Scheltema voor 66 ggl., facit 4785-0-0. 1606: 319. Claercamp, Fedde Attes 72 pond. 7 eynsen à 30 st., 108-15-0.

1640: stemkohier nr. 6.

Raard, en Better-Wirdt84 Jan Heyns, 68 pondematen. 75 Jarich Ebles, 78-14. Jan Heyns 68 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jarich Ebles voor

78 ggl. 21 st., facit 5338-0-0.85 Tymen Oeges, 36 pondematen in een partye en 7½ pondematen in

een tweede partye. 76¼, 86. Tymen Oegis 43½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Tymen voors.

voor 86 ggl., facit 3741-0-0.86 Sydse Dircks, 53 pondematen. 73, 87. Sytse Dircks 53 pondematen, yder pondemate gecocht bij Sytse voors. voor

87 ggl., facit 4611-0-0.87 Hartman Thomas kinderen, Dirck en Claes Hartmans, 88

pondematen in een partye, en 6 pondematen in een tweede partye. 78 Aelua, 88-21 Uma in qlt.

Hartman Thomas 94 pondematen, yder pondemate gecocht bij Uma in qlt. voor 88 ggl. 21 st., facit 8342-0-0.

1606: 333. Marigaert, Hartman Thomas toe Spieks 88 pond. à 1 gg, 123-4-0.

Oost-Donger-DeelNy-Kerck

88 Cornelis Michiels, 105 pondematen. 75, 94. Cornelis Michiels 105 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue

Cornelis voor 94 ggl., facit 9870-0-0. 1606: 339. Marigaerdt, Michiel Cornelis 104 pond. à 34 st., 176-16-0.

89 Eernst Rommers, 50 pondematen. 67, 84. Eernst Rommerts 50 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue

Eernst voor vier en tachtig gglns, facit 4200-0-0.

Ternaert24

72 Dirck Claessen 65 pondematen. 62 Vermuirs, 76. Dirck Claessens 65 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here

Vermees in qlt. voor 76 gglns, facit 4940-0-0. 1606 Ternaard: 286. Claercamp, Rienck Sytsz wed. 65 pond. à 36 st., 117-0-0.

Hantum73 Fopke Rintses 52½ pondematen. 55¼ Aelua, 68. Fopcke Rintses 52½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Uma in qlt.

voor 68 ggl., facit 3570-0-0. 1606: 287. Berlahiem, Jan Frericx 52½ pond. à 32 st., 84-0-0.

74 Douwe Epes, 41 pondematen. 56-7, 88. Douue Epes 41 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selwe Douue

voor 84 gglns, facit 3444-0-0.

Hantum-Huysen75 Johannes Feyckes, vier-en-sestich pondematen. 56, 68. Johannes Feyckes 64 pondemate, yder pondemate gecocht bij d’selue

Johannes voor 68 ggl., facit 4352-0-0. 1606: 295. Syon, Douwe op Riemersma wed. 64 pond., de pond. 32 st., 102-8-0.

Nes76 Jan Meyntses 97 pondematen. 27¾ Vermuirs, 42. Jan Meyntses 97 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Vermees

in qlt. voor 42 ggl., facit 4074-0-0. 1606: 301. Syon, Jarich Jelles toe Wee 97 pond. à 25 st., 121-5-0.

77 Ate Jacobs, 59 pondematen. 28, 30. Ate Jacobs 59 pondematen, yder pondemate gecocht bij Sake Syercx cum

socio voor 30 ggl., facit 1770-0-0.78 Gerryt Gosses, 113 pondematen. 27¾ 33-21, 39. Gerryt Gosses 113 pondemate, yder pondemate gecocht bij Sake Syercx

voor 38 ggl., facit 4294-0-0. 1606: 307. Claercamp, Jan Pietersz Munckehuis 113 pond. à 1 gg, 158-4-0.

79 Intse Janssen, 31½ pondematen. 16-21, 25. Intse Janssen 31½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’selue Intse

voor 25 ggl., facit 787-14-0.80 Roeleff Laurens, 51 pondematen. 28-7, 42. Roeleff Laurens 51 pondematen, yder pondemate gecocht bij Willem

Hendricks voor 42 ggl., facit 2142-0-0.

24 De dorpsnaam wordt alleen vermeld in het net-exemplaar.

Page 109: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

214 215gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

Ee99 Jacob Auckes, 63½ pondematen. 63½, 72. Jacob Auckes 63½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jacob

voor 72 ggl., facit 4572-0-0. 1606: 383. Weerdt, Aucke Jacobs 60 pond. à 32 st., 96-0-0.

1640: stemkohier nr. 5, Suster Claesen wed. Aucke Jacobs gebruikerse.

100 Hette Willems, 35 pondematen. 63-21, 71. Hette Willems 35 pondemate, yder pondemate gecocht bij juffr. Humalda

cum sociis voor 70 ggl., facit 2476-7-0.

Metsel-Wier101 Sipcke Mintses, 137 pondematen. 75¼, 88. Sipcke Mintses 137 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Beyma

voor 88 ggls, facit 12056-0-0.

Nya-Wier102 Geert Roelefs, 61½ pondematen. 62, 72. Geert Roeleffs 61½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de burgemr.

Lolcke Jansen cum sociis voor 72 ggl., facit 4428-0-0.103 Johannes Roelefs, 50 pondematen. 68, 80. Johannes Roeleffs 50 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue

Johannes in qlt. voor 80 gglns, facit 4000-0-0. 1606: 401. Syon, Roeliff Jacobs 50 pond. à 34 st., 85-0-0.

104 Former Douwes, 39 pondematen in een partye, en 12 pondematen in een ander partye. 100, 114.

Former Douues 51 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Former voor 114 ggl., facit 5814-0-0.

105 Epe Sippes, drie-en-sestich pondematen. 70, 74. Epe Sippes 63 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selwe Epe voor

74 ggl., facit 4662-0-0. 1606: 408. Syon, Romcke Martens 63 pond. à 34 st., 107-2-0.

106 Geert Janssens, 100 pondematen. 53½, 61. Geert Janssens hondert pondematen, yder pondemate gecocht bij Claes

Jurriens tot Harlingen voor 61 ggl., facit 6100-0-0. 1606: 416. Syon, Ede Thomas 100 pond. à 33 st., 165-0-0.

Wetsens

107 Wytse Siolles, 88 pondematen. 62¼, 71. Wytse Siollis 88 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Wytse

voor 76 ggl., facit 6688-0-0. 1606: 422. Syon, IJe Sybes toe Nijehuis 88 pond. à 30 st., 132-0-0.

1606: 341. Marigaerdt, Hilbrandt Pieters 50 pond. à 32 st., 80-0-0.

90 Joorn Hebles, 136 pondematen. 70, 75. Joorn Hebles 136 pondemate, yder pondemate gecocht bij R. Fungeri in

qlt. voor 75 ggl., facit 10200-0-0.91 Pieter Jentkjes, 44 pondematen. 69¼, 86. Pytter Jentkes 44 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Pytter

voor 86 ggl., facit 3784-0-0.

Lioessens92 Lieuwe Folckerts, 26½ pondematen. 62½, 82. Lieuue Folckerts 26½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue

Lyuue voor 82 ggl., facit 2173-0-0.

Morra93 Dirck Idses 60½ pondematen. 70½, 73. Dirck Idses 60½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Dirck

voor 73 ggl., facit 4416-14-0. 1606: 362. Weerdt, Rommert Jansz 60½ pond. à 34 st., 102-17-0.

94 D’Armen van Morra en Metselwier, 38 pondematen. 100, 103. D’Armen van Morra ende Metselwier 38 pondematen, yder pondemate

gecocht bij mr. Hendrick Dominici cum sociis voor 102 ggl. 21 st., facit 3904-14-0.

1606: 366. Weerdt, d’Armen van Morra ende Metzelwier 35 pond. à 1 gg, 49-0-0.

Aengium

95 Cornelis Saeckes 81½ pondematen. 50, 52. Cornelis Saeckes 81½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here

Albert van Aysma voor 52 ggl., facit 4238-0-0.

Engwierum96 Watse Pieckes 38 pondematen binnen-dijcx en 96 buyten-dijcx-

landt. 40, 45. Watse Pieckes 134 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Watse

voor 45 ggl., facit 6030-0-0.97 Jan Janssens 39 pondematen binnen-dijcx en de 96 pondematen

buyten-dijcx-landt. 42, 43. Jan Janssens 135 pondemate, yder pondemate gecocht bij mr. Claes Can

cum sociis voor 43 ggl., facit 5805-0-0.98 Aucke Wytses, 102 pondematen buyten-dijcx-landt. 39, 46. Aucke Wytses 102 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pytter

Maerswal voor 46 ggl., facit 4692-0-0. 1640: stemkohier nr. 1, Aucke Wytses en Lieuwe Symens gebruikers.

Page 110: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

216 217gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

gecocht bij de here grietman Saeckma voor 125 ggl., facit 2812-14-0. 1606: 455. Claercamp, De kerckvoogden van Rinsmageest 22½ pond. à 1 gg,

31-10-0.

Corpus-Landen van Claer-Camp116 Laes Hendricks, 55 pondematen. 67¼, 67¼ Marseles Goverts. Laes Hendricks 55 pondemate, yder pondemate gecocht bij Marcelis

Gouerts voor 67 ggl. 7 st., facit 3698-7-0. 1640: stemkohier Rinsumageest nr. 29.

117 Lolck Hilles weduwe 105 pondematen. 22, 33 Feyye Tzercks. Lolcke Hilles weduw 105 pondemate, yder pondemate gecocht bij de heere

Feye Tyercx voor 33 ggl., facit 3465-0-0.

Rinsma-Geest118 Tierck Joannis, 65 pondematen. 61 Jan Heins, 73. Tierck Joannes 65 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan Heyns tot

Raard bij Doccum voor 73 ggl., facit 4745-0-0. 1606: 465. Claercamp, Eelcke Jansz 65 pond. à 30 st., 97-10-0.

119 Frans Ruyrdts 94 pondematen. 46, 54 Kempe Donya. Frans Ruierdts 94 pondematen, yder pondemate gecocht bij de heere K.

Donia voor 57 ggl., facit 5358-0-0.

Birdaerdt120 Pieter Wbles, 73 pondematen. 49½ Sackma, 77. Pytter Ubles 73 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Saeckma

cum socio voor 77 ggl., facit 5621-0-0. 1606: 471. Claercamp, Pieter Ubles toe Heldoor 73 pond. à 20 st., 73-0-0.

1640: stemkohier nr. 2.

121 Dirck Foppes, op’t Corpus Berlahiem, 24 pondematen in een partye, en 26 pondematen in een tweede partye. 41½, 53.

Dirck Foppes 50 pondematen, yder pondemate gecocht bij Henricus Geldorpius voor 53 ggl., facit 2650-0-0.

1606 (deels): 478. Berlahiem, Die armen van Birdaerdt vant corpus Berlahiem

24 pond., daeraff gebruickers sijn Pieter Reyns voor 18 pond., Lolcke Minnes

ende Minne Lolckes voor 4 pond. ende Pieter Takes voor 2 pond., d’pond. 1 gg,

33-12-0.

Feen-Wolde122 Willem Emkes, cum socio, op kleen Amelant. Het Amlant 6200. Willem Emckes cum socio, gecocht de eerste helfte bij dr. Gabbema voor

3100-0-0. De ander helfte gecocht bij dr. Gabbema voor 3100-0-0.

Sybranda-Huys108 Dirck Ruyrdts, 65 pondematen. 65, 81. Dirck Ruierdts 65 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Dirck

voor 81 ggl., facit 5265-0-0.

Aelsum109 Sybren Sybrens, 50½ pondematen. 85, 96. Sibren Sibrens 50½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’wedue van

de selwe Sybren voor 96 ggl., facit 4848-0-0.110 Tiepke Lieuwes, 43 pondematen. 95 Feye Tzercks, 106. Tiepcke Lyuues 43 pondematen, yder pondemate gecocht bij de burgemr.

Feye Tyercx voor 106 ggl., facit 4558-0-0.

Sioeckma-Huys111 Jan Claessen, 90½ pondematen, daer uyt Bieuck Æbinga ende

Off ke Feytsma jaerlijcx ontfanghen 45 gout-guldens. 51¼, 54. Jan Claessen 90½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Jan

voor 54 ggl., facit 4887-0-0. 1606: 434. Abdie Dockum, Jan Dircx 90½ pond. à 33 st., daeruut juffr. Byuck

Eeninga ende Off ke Feytzma ontfangen 45 gg, affgetrocken blieft 86-6-6d.

112 Fedde Jacobs 76 pondematen. 63, 68. Fedde Jacobs 76 pondematen, yder pondemate gecocht bij Frans Symens

tot Harlingen voor 68 ggl., facit 5168-0-0. 1606: 435. Abdie Dockum, Jetske Douwes toe Syuckmahuis 76 pond. à 34 st.,

129-4-0.

113 Jacob Janssen, 43 pondematen 9 eynsen in een partye, en 23 pondematen 9 eynsen in een tweede partye. 61¼, 60¼.

Jacob Janssens 67½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de burgemr. Feye Tyercx in qlt. voor 60 ggl. 7 st., facit 4067-0-0.

1606 (deels): 437. Abdie Dockum, Pieter Jansz Veltriel 43 pond. 9 eynsen à 24

st., 52-10-0.

114 Rienck Jelles 13 pondematen 5 einsen, 4 penning. Dit met jaer-tallen, hem competerende, volgens acte by hem Rienck berustende. 104, 104.

Rienck Jelles 13 pondemate 5 einsen, yder pondemate gecocht bij de selwe Rienck voor 91 ggl., facit 1220-26-0.

Dantuma-DeelSybrande-Huys

115 De Kerck-Vooghden van Rinsma-Gheest 22½ pondematen. 112 Sackma, 125.

D’kerckvoogden van Rinsmageest 22½ pondematen, yder pondemate

Page 111: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

218 219gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

dat boven een tonne rode butter die hij betaelt aent comptoir, 286-8-0.

1640: stemkohier Kollum Uiterdijkstercluft nr. 35.

Boerumer Old-Landt132 Pieter Janssen, 69 pondematen. 135. Pytter Janssens 69 pondemate, yder pondemate gecocht bij d’selue Pytter

voor 135 ggl., facit 9315-0-0.1606: 537. Gerckesclooster, Doecke Symons wed. 69 pond. à 50 st., 172-10-0.

133 Reyntje Dircks, 72½ pondematen. 124. Reintie Dircks 72½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de meyerse

voor 124 ggl., facit 8990-0-0. 1606: 538. Gerckesclooster, Dirck Jansz 72½ pond. à 50 st., 181-5-0.

134 Lieuwe Claessens, 135 pondematen. 141. Lieuue Claessens 135 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue

Lieuue op 142 ggl., facit 19170-0-0. 1606: 542. Gerckesclooster, Jeldert Rompts 135 pond. à 45 st., 324-0-0.

135 Wybe Wytses, curator over Tiaerd Lolckes wees-kindt, 78½ pondematen. 128.

Wybe Wytses, curator over Tiaerdt Lolckes weeskint, 78½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Wybe voor 128 ggl., facit 10048-0-0.

1606: 544. Gerckesclooster, Willem Tiepckes 78½ pond., de pond. 50 st., 196-5-0.

136 Inne Jacobs, 51 pondematen. 123. Inne Jacobs 51 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Inne voor

123 ggl., facit 6273-0-0. 1606: 546. Gerckesclooster, Jacob Dircx 51 pond. à 50 st., 127-10-0.

137 Wouter Aris, 65½ pondematen. 140. Wouter Aris 65½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Joannes

Martens tot Collum voor 140 ggl., facit 9170-0-0. 1606: 550. Gerckesclooster, Wolter Aris 65½ pond. à 50 st., 163-15-0.

138 Dreeuwes Jacobs, 33½ pondematen. 120. Dreewes Jacobs 33½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Drewes

voors. voor 120 ggl., facit 4020-0-0. 1606: 554. Gerckesclooster, Rompt Harmens 33½ pond. à 50 st., 83-15-0.

139 Jacob Eppes, 68 pondematen. 122. Jacob Eppes 68 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jacob

voor 122 ggl., facit 8296-0-0.140 Hidde Reyns, 50½ pondematen, daer onder 8 pondematen

Buwen-Clooster-landen, ende noch 14 pondematen. 123. Hidde Reyns 64½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Claes Baltus

tot Amsterdam voor 123 ggl., facit 7933-14-0. 1606: 560. Gerckesclooster, Rintie Sapes 42½ pond. à 50 st., ende van

Hendrick Engberts van Vrouwenclooster 8 pond. à 50 st., 126-5-0.

123 Pieter Willems ghebruyckte plaets. 5500. Pytter Willems gebruikende plaetscke, gecocht bij Jarich Wopckes in qlt.

voor 5500-0-0. 1640: stemkohier nr. 32.

124 Joannes Jelles, de jonghe, sijn plaets. 3100. Joannes Jelles de jonge plaetske, gecocht bij Eecke Wybes voor 3100-0-0. 1640: stemkohier nr. 33.

125 Teecke Hessels ghebruyckte plaets. 1801. Teecke Hessels plaetscke, gecocht bij jr. Hiemstra in qlt. voor de ritmr.

Swartsenbergh voor 1840-0-0.

Dantuma-Wolde126 Jan Minnes ghebruyckte plaets, bestaende in 35½ pondematen, 3

ackers bou-landt, ende twee campen. 2750. Jan Minnes gebruickte plaets, gecocht bij de here Saeckma cum socio voor

2450-0-0.127 Noch eenighe parceelen leyen, ten vercoopdaghe naerder te

specificeeren. 2000. De leyen, ten registre no. 127 geannoteert staende, gecocht bij de secretaris

Fogelsang cum sociis voor 6600-0-0.

CollumerlantWester-Gheest

128 Ian Gerryts, 33½ pondematen. 72, 68¼. Jan Gerryts 33½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Nicolaes

Henricides tot Doccum voor 72 ggl., facit 2412-0-0. 1606: 512. Weerdt, Ballingh Egberts toe Benthumahuis 33½ pond. à 30 st.,

50-5-0.

129 Wybe Annes, 12 ackers bou-lant, 6 koe-gras, 14 mad maden, ende Convents hoven. 3650.

Wybe Annes plaets, gecocht bij de secretaris Fogelsang voor 3650-0-0.130 Abbe Mintsens, 6 koe-gras, ende de bouw-ackers, met 11

pondematen maden. 1680. Abbe Mintses plaets, gecocht bij de secretaris Fogelsang voor 1680-0-0.

Collum131 Jan Hendricx, 98½ pondematen binnen dijcx-landt, ende 118½

buyten dijcx-lant. 68. Jan Hendricks 217 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jan

Hendricks voor 68 gglns, facit 14756-0-0. 1606: 530. Veenclooster ofte Buwenclooster, Dock Philips 98½ pond.

binnendijx landt à 48 st., ende 118 pond. buitendijcks landt voor 50 gg, ende

Page 112: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

220 221gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

150 Bruyn Melis, 43½ pondematen, ende noch 15 pondematen. 100. Bruyn Melis 58½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Bruyn voors.

voor 115 ggl., facit 6727-14-0. 1606: 593. Vrouwenclooster, Claes Fockes toe Schermerhuis 43½ pond. à 46 st.,

ende Luye Jansz wed. 15 pond. à 42 st., 131-11-0.

151 Fonger Franssen, 43 pondematen, ende noch 8 pondematen. 98. Fonger Fransen 51 pondematen, yder pondemate gecocht bij Fonger voors.

voor 115 ggl., facit 5865-0-0.152 Jan Cornelis 42 pondematen. 110. Jan Cornelis 42 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’here Burum

124 ggl., facit 5208-0-0. 1606: 599. Vrouwenclooster, Broer Jansz 42 pond. à 50 st., 105-0-0.

153 Folckert Tiaerdts, 51½ pondematen. 109. Folckert Tiaerdts 51½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here

Burum voor 124 ggl., facit 6386-0-0. 1606: 602. Vrouwenclooster, Lolcke Tyaerts 51½ pond. à 50 st., 128-15-0.

AchtkarspelenAugustinus-Gae

154 Albert Pieters Rode, 60 pondematen. 114. Albert Pytters Roode 60 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue

Albert voor 114 ggl., facit 6840-0-0. 1606: 665. Gerckesklooster, Albert Pieters Rode 60 pond. à 36 st., 108-0-0.

155 Lambert Rinses, 7 pondematen. 110. Lambert Rinses seuen pondematen, yder pondemate gecocht bij de here

Boelens voor 110 ggl., facit 770-0-0.156 Eeltse Tiaerdts, 114 pondematen. 85. Eeltse Tyaerdts 114 pondematen, yder pondemate gecocht bij Eeltse voors.

voor 85 ggl., waer tegens de here Haersma heeft geprotesteert als seggende te laet gemijnt te hebben, facit 9690-0-0.

157 Jan Aelckes, 11 pondematen. 112. Jan Aelckes elleff pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan voors. voor

112 ggl., facit 1232-0-0. 1606: 672. Gerckesclooster, Pieter Harmens 11 pond. à 20 st., 11-0-0.

158 Jan Jouckes, sijn hiem-stede, ende noch 12 pondematen. 100. Jan Jouckes 12 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan voors. voor

100 ggl., facit 1200-0-0.159 Wble Wierts weduwe, 20½ pondematen, daer onder de halve

strenge, halve hincxste, ende kelders camp, met 2 huys-steden ende ‘t hoff. 145.

Wble Wierdts wedue 20½ pondematen, ider pondemate gecocht bij de here Boelens 145 ggl., facit 2971-14-0.

Burumer Ny-Landt141 Arent Roeleffs, 63 pondematen. 127. Arent Roeloffs 63 pondematen, yder pondemate gecocht van Claes Baltus

voor 127 goltgl., facit 8001-0-0. 1606: 565. Gerckesclooster, Syoele Autsz 63 pond. à 50 st., 157-10-0.

142 Pieter Alberts, 65 pondematen in een, ende 11 pondematen in een tweede partye; ende noch 6 pondematen buyten-dijcx-landt. 115.

Pytter Alberts 82 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Pytter voor 115 ggl., facit 9430-0-0.

1606: 569. Gerckesclooster, Albert Roeliffs 65 pond. à 50 st., noch van Jacob

Janssen 11 pond. à 50 st., 190-0-0.

143 Frans Emis, 62 pondematen, ende 12 pondematen buyten-dijcx-landt. 104.

Frans Emis 74 pondemate, yder pondemate gecocht bij Frans voors. voor 105 ggl., facit 7770-0-0.

144 Jan Dircks, 63 pondematen ende 64 pondematen buyten-dijcx-landt. 106.

Jan Dircx 127 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan Dircks voors. voor 77 goltgl., facit 9779-0-0.

145 Jarich Hylckes, 54 pondematen, ende 44 pondematen buyten-dijcx-landt. 126.

Jarich Hylckes 98 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Rosema voor 106 ggl., facit 10388-0-0.

1606: 577. Gerckesclooster, Epe Meynts 54 pond. à 50 st., ende voort

buitenlandt, groot 44 pond., de pond. 10 st., 153-10-0.

Vrouwen-Clooster146 Jucke Wytsma, 95½ pondematen. 127. Jucke Wytsma 95½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Jucke voors.

voor 126 ggl., facit 12033-0-0.147 Willem Claessen, 71 pondematen, ende van’t Corpus 21½

pondematen. 113. Willem Claessens 92½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’heren

Liuius Scheltinga ende Aulus van Haersma sampt Lieuue Boelens voor 127 ggl., facit 11747-14-0.

148 Lieuwe Geerts, 49 pondematen. 112. Lieuue Geerts 49 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue Lieuue

voor 124 ggl., facit 6076-0-0. 1606: 587. Vrouwenclooster, Geert Egberts 49 pond. à 50 st., 122-10-0.

149 Pieter Tonis, 45 pondematen, ende noch 16 pondematen. 124. Pytter Tonis 61 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pytter voors.

voor 130 ggl., facit 7930-0-0.

Page 113: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

222 223gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

SmallingerlandtSmal-gheneester feenen

170 Een parceel feenen, de 40 Roeden genaemt. Vermoedelijk niet verkocht.

1606: 714. In den eersten 40 roeden in de Folgeren, Opeynder mate, … ende

werdt deselve gegraven bij Haye Jochems, dus hier voor memorie.

Syghers-Wolde171 Alle Hendricks, ‘t gheheele uyt-hoff, met de om-legghende

landen. 4500. Alle Hendricks ‘t gehele uithoff met de omleggende landen, gecocht bij dr.

Gabbema in qlt. voor 4500-0-0. 1606: 715. Hendrick Luities het gehele uuthoff met de omleggende landen,

14-0-0.

Suyder-Drachten172 Trijn Jelles, 24 gras, 29 dach-mad maden, 17½ ackers bou-lant. 3250. Crijn Jelles 24 gras, 29 dach mad maden, 17½ ackers boulant, gecocht bij

de here Haersma voor 3250-0-0. 1640: stemkohier nr. 25, Crijn en Albert Jelles gebruikers.

TietiercksteradeelBergum

173 Berent Janssen, 20 koe-gras, 12 ackers bou-lant, 13 mad maden, 9 jerden leyen.

Beernt Janssens 20 koegras, 12 ackers boulant, 13 mad maden, 9 jerden leyen, gecocht bij Oeds Hillama voor 1811-0-0.

1606: 742. Bergum convent, Eeff Jacobs 12 pond. saedlandt, 13 mad mieden,

9 jerden leijen ende 20 koegras die met 2 f loreen hoger beswaert sijn als

d’Aenbrengh vermelt, voor 11 £ 4 st. 11-4-0.

174 Wopke Hendricx, 7 koe-gras, 6 loopen zaeynghe en 14 madt. 4310. Wopcke Hendricks 7 koegras, ses lopen saijnge ende 14 mad, gecocht bij

Marcelis Gouerts [voor] 3905-0-0. 1606: 753. Bergum convent, Reyner Syurdtsz 6 lopen saienge, 7 koegras, 14

dachmad meden voor 14 gg, 19-12-0.

175 Claes Tonis, 18 koe-gras, 29 mad maden en 16 ackers bou-landt. 5740.

Claes Tonis 18 koegras, 29 mad maden, 16 ackers boulant, gecocht bij Manckendam voor 5740-0-0.

1606: 756. Bergum convent, Jacob Claesz 16 ackers boulandt, 18 koegras, 29

mad meden voor 30 gg, 42-0-0.

1640: stemkohier nr. 21.

1606: 673. Gerckesclooster, Wble Wierts 16½ pond., daeronder die thien

campen begrepen, met noch die Rooffcamp van Berent Metskes ende 4 pond.

van Hendrick Lefferts à 35 st., ende het hoff voor 35 gg, fc. 77-17-6d.

1640: stemkohier nr. 41, Uble Wierdts gebruiker.

160 Hendrick Tymens, 70½ pondematen. 118. Hendrick Tymens 70½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Hendrick

voors. voor 118 ggl., facit 8319-0-0. 1640: stemkohier nr. 52.

161 Gerbrandt Hendricks, 40 pondematen. 60. Gerbrant Hendricks 40 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here

Boelens op 60 ggl., facit 2400-0-0. 1606: 682. Buwenclooster, Willem Altes 40 pond., met 6 f loreen belast, à 25 st.,

50-0-0.

1640: stemkohier nr. 40, Gerben Hendricx gebruiker.

162 Gercke Hiddes, 12 lopen zaeying, 10 koe-gras, 10 dach-maden, noch de Coorn-dijck 6 pond. 2400.

Gercke Hiddes plaets, gecocht bij de here Assuerus van Viersen cum sociis in qlt. voor 2400-7-0.

1606: 685. Gercksclooster, Hedt Gerckes 12 lopen saijenge, 10 koegras, 10

dachmad meden, item de Coorndijck, groot 6 pond., voor 20 phsg., 22-10-0.

Leyen in de Rotte-Val163 Berendt Sioerdts.164 Anne Harmens.165 Noch een parceel feenen, gheleghen op Suyr-huyster feenen,

ghenaemt de 66 Roeden.166 Noch een groot parceel feenen, gheleghen op Suyr-huyster-feen,

het Rauwe-veen ghenaemt.167 Noch een parceel fenen, het Witte feen genaemt.168 Noch een partye feen, het Monnicke-feen ghenaemt.169 Jochem Jochems, eenighe leyen van’t Landtschap in coop

bekomen, doch niet betaelt. De percelen 163-169 zijn vermoedelijk niet verkocht.

1606 mogelijk: 696. Item de possessie fenen ende oostersche fenen, daervan

eermaels Orck Jansz gebruicker geweest is, ende als naestleger ten oosten

hebben die patroons fenen in de Ham ende affgedelft, ten zuiden die olde

Lidts, ten westen die Ee ende van daer tot die Lidts recht lanx met eenen

grupel affgedelft, ten noordt het cloosters eigen landt ofte leyen sampt

heydlandt daervan, memorie.

Page 114: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

224 225gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

182 Fedde Janssen, 59 pondematen. 66. Fedde Janssens 59 pondematen, yder pondemate gecocht bij Fedde Janssen

voor 66 ggl., facit 3894-0-0. 1606: 819. Berlahiem, Rienck Joannis 59 pond. à 25 st. ende noch 50 pond. vant

corpus à 35 st., 161-5-0.

183 Doecke Eelckes, ses-en-dertich pondematen. 70¼. Doecke Eelckes 36 pondemate, yder pondemate gecocht bij Bartel Sioerds,

harbergier op Rinsmageest, voor 70 ggl. 7 st., facit 2529-0-0. 1640: stemkohier nr. 13.

184 Jelle Saskers, 61½ pondematen. 74. Jelle Saskers 61½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Jelle voors. voor

74 ggl., facit 4551-0-0.185 Een tonne-butter, gaende uyt Rala plaets tot Wijns. 1150. Een tonne butter, gaende uyt Rala plaets tot Wijns, gecocht bij de here

Buttinga voor 1150-0-0.

IdaerderadeelWarstiens

186 Gerben Jansz ses-en-dertich pondematen. 55¼. Gerben Janssens 36 pondemate, yder pondemate gecocht bij Jelte Lolles

voor 55 ggl. 7 st., facit 1989-0-0.

RauwerderahemRauwerdt

187 Claes Gerryts, vijf-en-sestich pondematen. 111. Claes Gerryts 65 pondemate, yder pondemate gecocht bij Wab Eeckes voor

111 goltgl., facit 7215-0-0. 1606: 847. Nes commandurie, Claes Gerryts op de Lardt 50 pond. à 33 st.,

82-10-0.

188 Auck Hanses dochter, 32 pondematen. 105. Auck Hansesdr 32 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Pytter

van Eysinga voor 105 ggl., facit 3360-0-0.

Poppingawier 189 Sytje Ates, de helfte van 154 pondematen. 90. Sytie Ates de helfte van hondert vier ende vijftich pondematen, yder

pondemate gecocht bij Sytie voors. voor 90 ggl., facit 6930-0-0. 190 Pieter Claessens, 29 pondematen. 76. Pieter Claessens 29 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here

Tyallingh van Eysinga voor 75 ggl., facit 2175-0-0. 1606: 856. Engwirdt clooster, Taecke Dircxz 29 pond. à 24 st., 34-16-0.

176 Aucke Walles, 4 koe-gras, 9 ackers bou-landt, 6 dach-mad mieden. 1140.

Aucke Walles 4 koegras, 9 ackers boulant, 6 dachmad maden, gecocht bij de here Buttinga voor 1140-0-0.

1606: 758. Bergum convent, Douwe Dircxz ende Aeltz Bote Pietersdr 4

koegras, 9 ackeren boulandt, 4 dachmad meden, 8-8-0.

Garijp177 Freerck Hendricks ende Wierd Riencx, 15 koe-gras, 3½ campen

bou-landt, 33 mad mieden, 17½ mad in de Eerne-warren, noch 2 gras, een loopen zaeyinghe, ende 5 mad inde Eerne-warren, noch vier dach-madt. 3200.

Freerck Hendricks ende Wierd Riencks plaets, gecocht bij Frans Kijll in qlt. voor 3250-0-0.

1640: stemkohier nr. 60.

Olde-Maden178 Epe Ruyrdts, acht-en-negentich pondematen. 27. Epe Ruierdts 98 pondematen, yder pondemate gecocht bij juffr. Houckien

Hillama ende Hero Joachimi voor 27 ggl. 7 st., facit 2670-14-0. 1640: stemkohier Suawoude nr. 16, Barber Epes gebruikerse.

179 Hans Pieters, 112 pondematen. 26. Hans Pytters 112 pondemate, yder pondemate gecocht bij juffr. Houckien

Hillama voor 26 ggl., facit 2912-0-0.1640: stemkohier Suawoude nr. 15.

Sygers-Wolde180 Eesge Halbes 104 pondematen, daer uyt Old-hooff jaerlijcx

competeert 7 gout-guld. en Garijper Patroon 14 stuyv. 30. Eesge Halbes 104 pondematen, yder pondemate gecocht bij Sioucke

Pytters voor 30 ggl. 7 st., facit 3146-0-0.1606: 816. Abbe Gosses een zaete landts, groot 94 pond., daeruut Oldehooff

patroon competeert 7 gg, fc. 65-16-0.

Oudtkerck181 Albert Pieters, 75 pondematen. 75. Albert Pytters 75 pondemate, yder pondemate gecocht bij Goraisky voor 75

ggl., facit 5625-0-0. 1606. 817. Pieter Martens 66 pond. à 23 st., ende noch 10 pond. sorterende

onder den dorpe Oenkerck à 23 st., 87-8-0.

1640: stemkohier nr. 19.

Page 115: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

226 227gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

1606: 889. Aengium, Oedts Oetsz op de ander helft van Maersmazate, groot 28

pond., voor 16 gg, 22-8-0.

199 Jan Jelderts 89 pondematen, met de reste van de hoven ende ‘t viercant. 121.

Jan Jelderts 89 pondematen, met de reste van de houen ende ‘t viercant, yder pondemate gecocht bij Hermannus Scherhagen in qlt. voor 121 ggl., facit 10769-0-0.

1606: 892. Aengium, Gerbrandt Pieters 89 pond. met het reste van de howinge

ende ‘t viercant, de pond. 39 st., ende 19 pond. van Bynts Rommerts à 42 st., fc.

213-9-0.

1640: stemkohier Klooster Anjum nr. 3.

Slappe-Terp200 Pieter Jacobs, 77½ pondematen. 100. Pieter Jacobs 77½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de secretaris

Baard voor 100 ggl., facit 7750-0-0. 1606: 893. Aengium clooster, Cornelis Pieters opter Coot 77½ pond. à 30 st.,

116-5-0.

1640: stemkohier nr. 5.

Wier201 Dirck Dircks 26 pondematen, 4 eynsen. 70. Dirck Dircks 26 pondemate vier einsen, yder pondemate gecocht bij dr.

Gabbema voor 70 ggl., f [acit] 1843-0-0. 1606: 900. Aengium clooster, Folckert Eerties loco Bints Rommerts 27 pond.,

genaemt de Winckel, daeronder vant corpus 10 pond., à 1½ gg, 56-14-0.

Barra-DeelMinners-Gae

202 Hessel Wybrandts, een halve sate, groot 30½ pondematen. 101. Hessel Wybrants 30½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Sybren

Agges Bruinia voor hondert een ggl., facit 3080-14-0. 1606: 904. H. Geest clooster, Heerdt Hessels op Sellinga de halve saete, groot

30½ pond. à 36 st., 54-18-0.

1640: stemkohier nr. 29.

Firdgum203 Jan Hermens, 45½ pondematen. 118. Jan Harmens 45½ pondemate, ider pondemate gecocht bij de secretaris

Bruynsma voor 118 goltgl., facit 5369-0-0. 1640: stemkohier nr. 8.

Deersum191 Sioerd Ates, 61 pondematen, daer onder 21½ pondematen ny-landt.

117. Sioerd Ates 61 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’here Tyalling

van Eysinga voor 117 ggl., facit 7137-0-0.192 Jelger Merx Jorna, 69 pondematen, daer onder thien pondematen

leeg-landt, en 3 pondematen ny-landt. 118. Jelger Merx Jorna 69 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue

Jelger voor 118 ggl., facit 8142-0-0.

WESTER-GOO

Menalduma-DeelEnglum

193 Pocke Janssen op cleyn Aelsert, 53 pondematen. 128-7. Popcke Janssen op Clein Aelsert 53 pondematen, yder pondemate gecocht

bij Abbe Jansen, coopman binnen Leuwarden, in qlt. voor 128 ggl. 7 st., facit 6797-7-0.

1606: 872. Aengium clooster, Heyn Jansz op clein Aelzert 53 pond. à 32 st., 84-16-0.

1640: stemkohier nr. 8.

Menaldum194 Hoyte Sapes, 93½ pondematen. 122. Hoyte Sapes 93½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Hoyte

voor 122 ggl., facit 11407-0-0. 1606: 877. Monickbayum, Tyaerdt Sipckes op Fellingwirdt 93½ pond. à 30 st.,

140-5-0.

1640: stemkohier nr. 59.

195 Heere Joryts, 56 pondematen. 82. Here Jorryts 56 pondematen, yder pondemate gecocht bij Freerck Sydses

voor 82 ggl., facit 4592-0-0.

Belckum196 Pieter Riencx, 43½ pondematen. 100¼. Pieter Riencks 43½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Jelle Douues

100 ggl. 7 st., facit 4361-0-0.197 Jelte Jeltes weduwe, op Warsma, 31 pondematen. 102. Niet vermeld in het net-exemplaar.

1606: 888. Aengium, Jelte Jeltes wed. op Maersma 31 pond. voor 16 gg, 22-8-0.

198 Oeds Oedsz 28 pondematen. 99. Niet vermeld in het net-exemplaar.

Page 116: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

228 229gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

212 Jacob Jacobs, 68 pondematen. 97. Jacob Jacobs 68 pondemate, yder pondemate gecocht bij Joannes Nicolai

in qlt. voor 97 ggl., facit 6596-0-0. 1640: stemkohier nr. 15.

Achlum, buyten-dijcx213 Gerben Pieters, vijff-en-seventich pondemat. 89. Gerben Pytters 75 pondemate, yder pondemate gecocht bij Pytter Bens

voor 89 ggl., facit 6675-0-0. 1640: stemkohier nr. 33.

214 Claes Gerbens, 84 pondematen. 100. Claes Gerbens 84 pondemate, yder pondemate gecocht bij Claes voors.

voor hondert ggl., facit 8400-0-0. 1640: stemkohier nr. 30, Claes Gerbens Ludum gebruiker.

215 Merck Jouckes, 34½ pondematen. 99. Merck Jouckes 34½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Jelle

Hanenburgh in qlt. voor 99 ggl., facit 3415-14-0. 1640: stemkohier nr. 11, Mirck Jouckes gebruiker.

Achlum, binnen-dijcx216 Pieter Bens, 98½ pondematen. 80. Pieter Bens 98½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Gratinga

in qlt. voor 80 ggl., facit 7880-0-0. 1640: stemkohier nr. 14.

217 Andries Wybes, 79½ pondematen. 84. Andries Wybes 79 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Joannes

Nijs, raad ordinaris in den Houe van Frieslant, voor 84 ggl., facit 6678-0-0. 1640: stemkohier nr. 7.

Franeker Wt-Buyren218 Tijs Ottes, 48½ pondematen. 115. Tijs Ottes 48½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Tijs voors. in qlt.

voor 115 ggl., facit 5577-14-0. 1606: 968. Achlum clooster, Pieter Gerryts loco Pieter Jacobs wed. toe

Lanckum 24½ pond. à 35 st., fc. 42-17-6d; 969. De voors. Pieter noch 24 pond.

à 35 st., 42-0-0.

219 Jacob Janssens op Inhem, 100 pondematen ende ses eynsen. 113. Jacob Jansen op Inhem hondert pondematen ses eynse, yder pondemate

gecocht bij Jan Wintholts Bartholts voor 113 ggl., facit 11356-14-0. 1606: 971. Aengium clooster, Jacob Gerryts wed. op Inhem 103½ pond. à 34

st., waer uut de armefoogden van Franiker ontfangen 16 gg, afftrocken met 3

pond., de kercke van Schalsum competerende, fc. 148-9-0.

Tjommarum204 Jan Foppes, 78 pondematen. 141. Jan Foppes 78 pondematen, yder pondemate gecocht bij Johannes Reen in

qlt. voor 141 ggl., facit 10998-0-0. 1606: 915. Lidlum, Jelle Claesz mette corpus landen 78 pond. à 32 st.,

124-16-0.

1640: stemkohier nr. 18, Jan Poppes gebruiker.

205 Pieter Alberts weduwe, 90 pondematen. 110. Pytter Alberts wedue 90 pondematen, yder pondemate gecocht bij Frans

Olpherts vanden Bergh ende Jacob Tammes van Leuwarden voor 110 ggl., facit 9900-0-0.

1640: stemkohier nr. 15, Dieuw Pyters wed. gebruikerse.

206 Jan Lieuwes, 166 pondematen. 110. Jan Lyuues 166 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jan voor

110 ggl., facit 18260-0-0. 1606: 923. Lidlum corpus landen, Lyuwe Tammes loco Jan Pieters 160 pond. à

36 st., hebbende 6 pond. verlichtinge voor het Meerlandt 288-0-0.

207 Reyner Jacobs, 125 pondematen. 97. Reyner Jacobs 125 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue

Reyner voor 97 ggl., facit 12125-0-0.208 D’Armen van Ooster-Bierum, 20 pondematen. 183. De Armen van Oosterbierum 20 pondematen, yder pondemate gecocht bij

Epe Wybes Tepma voor 183 ggl., facit 3660-0-0. 1606: 928. Lidlum corpus landen, d’Armefoogden van Oosterwirum 20 pond.,

28-0-0.

Ooster-Bierum209 Albert Pieters, ‘t Cohool, 72 pondematen. 129. Albert Pytters t’Cohool 72 pondematen, yder pondemate gecocht bij de

selue Albert voor 129 ggl., facit 9288-0-0. 1606: 934. Lidlum corpus landen, Pieter Lyuwes wed. toe Cohool 72 pond. à 37

st., 133-4-0.

Franequera-DeelMidlum

210 Doecke Sybrandts, 101 pondematen. 124. Doecke Sybrants 101 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selwe

Doecke voor 124 ggl., facit 12524-0-0.211 Jan Heyns, 90½ pondematen. 129. Jan Heyns 90½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Claes Igrams in

qlt. voor 129 ggl., facit 11674-14-0.

Page 117: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

230 231gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

229 Dirck Willems, 109 pondematen, waer aff voor de Pastorye werdt af-ghetrocken 14 stuyvers, ende voor de Præbende 36 stuyvers. 98.

Dirck Willems 109 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Dirck in qlt. voor 98 ggl., facit 10682-0-0.

1606: 1005. Lidlum, Joannes Sybrans 109 pond. à 33 st., affgetrocken voor de

pastorie 14 st. ende voor de prebendarie 36 st., fc. 177-7-0.

1640: stemkohier nr. 14, Dirck Willems Phelsum gebruiker.

Ooster-Eynd230 Sybe Pieters, 72½ pondematen. 70. Sybe Pytters 72½ pondematen, yder pondemate gecocht bij F. Rodenhuys

in qlt. voor 70 ggl., facit 5075-0-0. 1606: 1010. Thabor, Thomas Jansz opper Slippe 72½ pond. nijlandt à 25 st.,

90-12-6d.

1640: stemkohier nr. 5.

231 Fedderick Joannis 28½ pondematen. 85. Feddrick Joannis 28½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue

Feddrick voor 85 ggl., facit 2422-14-0. 1640: stemkohier nr. 13; maar die stem kan ook bij 233 horen.

232 Douwe Taeckes, 37½ pondematen ny-land. 90. Douue Taeckes 37½ pondemate nijlant, yder pondemate gecocht bij de

heer Haubois in qlt. voor 90 ggl., facit 3375-0-0. 1606: 1012. Thabor, Take Sydtsz d’ander helft van de 75 pond. voors. nijlandt à

36 st., 67-10-0.

1640: stemkohier nr. 6, Douwe Tabes gebruiker.

233 Fedderick Joannis, 40 pondematen. 95. Feddrick Joannis 40 pondemate, yder pondemate gecocht bij voors.

Feddrick voor 95 ggl., facit 3800-0-0. 1640: stemkohier nr. 13; maar die stem kan ook bij 231 horen.

Lutke-Wierum234 Claes Gerbens, op Mollema, 48 pondematen. 127. Claes Gerbens op Mollema 48 pondematen, yder pondemate gecocht bij

Claes voors. voor 127 ggl., facit 6096-0-0. 1606: 1030. Thabor, Gerbren Meyes op Mollema 47 pond. 6 eynsen à 2 £, 95-0-0.

1640: stemkohier nr. 7.

Hydaerdt235 Gerben Sybrens, 58 pondematen. 108. Gerben Sybrens 58 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jacob Teunis

van Stralen voor 108 ggl., facit 6264-0-0. 1640: stemkohier nr. 3.

Tzium220 Rintje Symens, 32½ pondematen. 84. Rintie Symens 32½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Andla

in qlt. voor 84 ggl., facit 2730-0-0. 1640: stemkohier nr. 49.

221 Jan Anes 70 pondematen. 86. Jan Annes 70 pondematen, yder pondemate gecocht bij bij Jan voors. voor

86 ggl., facit 6020-0-0. 1606: 983. Lidlum, Aene Seerpsz 70 pond. à 32 st., 112-0-0.

1640: stemkohier nr. 13, Jan Aenes gebruiker.

222 Douwe Yssens, 105 pondematen. 95. Douue Yssens 105 pondematen, yder pondemate gecocht bij de burgemr.

Frans Pytters tot Franeker voor 95 ggl., facit 9975-0-0. 1640: stemkohier nr. 17, Douwe Ysses gebruiker.

223 Gerben Claessens, 99½ pondematen. 90. Gerben Claessens 99½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de voors.

Gerben voor 90 ggl., facit 8955-0-0.224 Jan Jelles, 51½ pondematen. 89. Jan Jelles 51½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de heere

Geldorpius voor 89 ggl., facit 4583-14-0.

Hennaerdera-DeelWiels-Rijp

225 Haringh Douwes, 39½ pondematen. 107. Haring Douues 39½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Haring

voors. voor 107 ggl., facit 4226-14-0. 1606: 996. Lidlum, Taecke Rienx 39½ pond. à 34 st., 67-3-0.

226 Sempke Jentkjes, 59½ pondematen. 99. Sempcke Jentkes 59½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de

Armevoochden van Harlingen voor 99 ggl., facit 5890-14-0. 1640: stemkohier nr. 19, Simcke Jenckes gebruiker.

227 Dirck Sinnens, 47½ pondematen. 93. Dirck Symens 47½ pondematen, yder pondemate gecocht bij d’ notaris

Banhem voor 93 ggl., facit 4417-14-0. 1606: 999. Lidlum, Sybrandt Jans 47½ pond. à 32 st., 76-0-0.

1640: stemkohier nr. 21, Dirck Symens gebruiker.

Spannum228 Gerryt Janssen, hondert en elff pondematen. 101. Gerryt Janssen 111 pondematen, yder pondemate gecocht bij Gerryt in qlt.

voors. voor 101 ggl., facit 11211-0-0. 1640: stemkohier nr. 1, Gerryt Jans Munnickhuis gebruiker.

Page 118: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

232 233gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

244 Claes Dircks, 78½ pondematen. 76. Claes Dircks 78½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Pierius

Joannis, pastor tot Oosterlittens, voor 76 ggl., facit 5966-0-0. 1640: stemkohier nr. 28.

Jorwerdt245 Meynert Willems, 33 pondematen. 72. Meynert Willems 33 pondemate, yder pondemate gecocht bij Hanenburgh

in qlt. voor 72 ggl. 7 st., facit 2384-7-0. 1606: 1085. H. Geest, Wybe Hayes 33 pond. à 32 st. 52-16-0.

Ooster-Wierum246 Seerp Wopkes 78½ pondematen, daer onder 34 pondematen ny-

landt. 140. Seerp Wopkes 78½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Hess. Conradi

in qlt. voor 140 ggl., facit 10990-0-0. 1606: 1088. Monnickbayum, Wopcke Jans 78½ pond., daeronder 34 pond.

nijlandt ende saedlandt, à 40 st., 157-0-0.

1640: stemkohier nr. 4.

(in het net-exemplaar: Bosum) 247 Rienck Ulbes, 27½ pondematen ny-landt. 128. Rienck Ulbes 27½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Rienck voors.

voor 128 ggl., facit 3520-0-0. 1606: 1093. (Bozum) Oldeclooster, Jantke Buwes 27½ pond. nijlandt à 2 £, 55-0-0.

1640: stemkohier Bozum nr. 32.

Wimbritsera-DeelWt-Vallinger-Gae

248 Pieter Pieters, 73½ pondematen. 127. Pieter Pieters 73½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Aysma

in qlt. voor 27 ggl. 21 st., facit 2039-17-8. 1640: stemkohier nr. 6.

Goutum25

249 Agge Emis, 37 pondematen, ende de Tette fenne, 18 pondematen, noch thien pondematen, ende van Evert Egberts 7½ pondematen. 132.

Agge Emis 72½ pondemate, ider pondemate gecocht bij Haentie Tepma voor 132 ggl., facit 9570-0-0.

25 Hier: Scharnegoutum.

236 Wlcke Broers, 36 pondematen. 114. Ulcke Broers 36 pondematen, yder pondemate gecocht bij Ulcke voors.

voor 114 ggl., facit 4104-0-0.237 Bintje Ruyrdts, 43½ pondematen. 100. Bintie Ruierdts 43½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here

Potter 100 ggl., facit 4350-0-0. 1640: stemkohier nr. 6.

238 Haye Sybrandts, 104½ pondematen. 104. Haye Sybrants 104½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Haye voors.

in qlt. voor 104 ggl., facit 10868-0-0.

Waecxens239 Eble Hiddes, 40½ pondematen. 140. Eble Hiddes 40½ pondemate, yder pondemate gecocht bij E. Henrici in

qlt. voor 140 ggl., facit 5670-0-0. 1606: 1056. Proosdie tot Bolswert, Ente Wytties 40½ pond. à 34 st., 68-17-0.

1640: stemkohier nr. 6.

240 Hessel Tiercx, 54 pondematen. 131. Hessel Tyercx 54 pondemate, yder pondemate gecocht bij Claes Igrams in

qlt. voor 131 ggl., facit 7074-0-0. 1640: stemkohier nr. 7.

Baerdera-DeelWinsum

241 Anne Idsen, vant Corpus 161½ pondematen, ten respecte dat hij deur ‘t legghen van een wegh, 1½ pondematen misset, ende voor de onder-holdinghe van eenen steenen pijp t’ eeuwighe daghen. 75.

Anne Idsen vant corpus 161½ pondematen, ten respecte dat hij deur ‘t leggen van een wegh anderhalue pondematen misset ende voor de onderhoudinge van een stenen pijp t’eeuige dagen, yder pondemate gecocht bij Feycke Breutrix voor 75 ggl., facit 12112-14-0.

1606: 1060. ‘t Corpus Monnickbaium, Anne Idtsz mede vant corpus 163 pond.,

bij verlichtinge à 24 st., 195-12-0.

242 Bouwe Siouckes, 109½ pondematen. 92. Bouue Siouckes 109½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Brunia

voor 92 ggl., facit 10074-0-0. 1606: 1062. ‘t Corpus Monnickbaium, Reyn Tiercx 109½ pond. à 34 st., 186-3-0.

243 Saecke Aeltses, 86 pondematen. 97. Saecke Aeltses 86 pondematen, yder pondemate gecocht bij Brunia voors.

voor 97 ggl., facit 8342-0-0. 1640: stemkohier nr. 30, Sake Aets gebruiker.

Page 119: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

234 235gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

Tirns259 Joucke Riencx, een halve sate, 37 pondem. 103. Joucke Riencks een halue sate, groot 37 pondemate, yder pondemate

gecocht bij de burgemr. Hansma t’Bolswart voor 103 ggl., facit, 3811-0-0. 1606: 1141. Thabor (error.), Rienck Folperts 36 pond. nijlandt, zijnde een halve

saete groot, de pond. 43 st., fc. 77-8-0.

1640: stemkohier nr. 7.

260 Jan Sybrandts, d’ander helft, 46 pondem. in een, en 9 pondematen in een tweede partye. 109.

Jan Sybrants 55 pondemate, yder pondemate gecocht bij Jan voors. voor 109 ggl., facit 5995-0-0.

1606: 1142. Thabor (error.), Doecke Dircx de ander helft, groot 43 pond., à 36

st., fc. 77-8-0.

1640: stemkohier nr. 8.

261 Hotse Ates, 40 pondematen. 122. Hotse Ates 40 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Joannes

Nijs, raad ordinaris, voor 122 ggl., facit 4880-0-0. 1640: stemkohier nr. 9.

262 Tijs Ales, 41 pondematen. 126. Tijs Ales 41 pondemate, yder pondemate gecocht bij Tijs voors. voor 126

ggl., facit 5166-0-0. 1640: stemkohier nr. 5.

263 Jan Reyners, 11½ pondematen. 181. Jan Reyns 11½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan voors. voor

181 ggl., facit 2081-14-0.264 Sipcke Cornelis, twee-en-sestich pondematen. 118. Sipcke Cornelis 62 pondematen, yder pondemate bij de selwe Sipcke in qlt.

gecocht voor 118 ggl., facit 7316-0-0. 1640: stemkohier nr. 2.

265 Buwe Pieters, seven-en-tseventich pondemat. 135. Buue Pytters 77 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Haubois

in qlt. voor 135 ggl., facit 10395-0-0.1606: Thabor corpus, Pieter Broersz 77 pond. à 48 st., fc. 184-16-0.

Ysbrechtum266 Dirck Pieters, 82½ pondematen. 119. Dirck Pytters 82½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’selue Dirck

voor 119 ggl., facit 9817-14-0.267 Focke Willems, drie-en-vijftich pondematen. 110. Focke Willems 53 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Feye

Tyercx voor 110 ggl., facit 5830-0-0.

1606: 1110. Nijclooster, Sybolt Syurdts 37 pond. ende de Tette fenne, groot 18

pond., met noch 8 pond. van Engwirdt clooster, tzamen voor 85 gg 119-0-0.

1640: stemkohier nr. 30.

250 Douwe Eeckes, 43½ pondematen. 118. Douue Eeeckes 43½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Haentie

Tepma voor 118 ggl., facit 5133-0-0. 1640: stemkohier nr. 23.

251 Hette Ates, 52 pondematen. 122. Hette Ates 52 pondematen, yder pondemate gecocht bij Haentie Tepma

voor 122 ggl., facit 6344-0-0. 1640: stemkohier nr. 25.

252 Claes Riencx, 52½ pondemate. 131. Claes Riencks 52½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Symen

Janssen Berckhout bij Enckhuysen voor 131 ggl., facit 6877-14-0.1606: 1116, Nijclooster, Pieter Claesz 52½ pond. à 2, £ 105-0-0.

253 Dirck Willems, 78½ pondematen. 124. Dirck Willems 78½ pondemate, yder pondemate gecocht bij dr. Marssum

voor 124 ggl., facit 9734-0-0. 1640: stemkohier nr. 22.

254 Pieter Eeckes, 46½ pondematen.124. Pieter Eeckes 46½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Joost

Jongestall voor 124 ggl., facit 5766-0-0. 1640: stemkohier nr. 14.

255 Uble Mercks, 65 pondematen. 129. Uble Mercks 65 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jacob Tammes

cum sociis voor 129 ggl., facit 8385-0-0.256 Tietske Ates, 69½ pondematen. 128. Tietscke Ates 69½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here

Joannes Nijs, raad ord[inar]is in den Houe van Frieslant, voor 128 ggl., facit 8896-0-0.

Loynghe257 Jan Cornelis, 52½ pondematen ny-landt. 129. Jan Cornelis 52½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Olican

voor 129 ggl., facit 6772-0-0. 1606: 1136. Hospitael, Jan Heerckes 52½ pond. nijlandt à 34 st. 89-5-0.

1640: stemkohier nr. 6.

258 Jelle Hylckes, 66 pondematen. 135. Jelle Hylckes 66 pondematen, ider pondemate gecocht bij Haentie Tepma

voor 135 ggl., facit 8910-0-0. 1640: stemkohier nr. 7.

Page 120: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

236 237gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

Ocke Ockes 45½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Brechtie Claas van Hoorn, wonende tot Amsterdam, voor 43 ggl., facit 1956-14-0.

1640: stemkohier Idzega nr. 9.

279 Wybe Reyns, de helfte van 127 pondematen. 50. Wybe Reyns de helfte van 127 pondematen, yder pondemate gecocht bij

Hanenburgh in qlt. voor 50 ggl., facit 3175-0-0. 1640: stemkohier Idzega nr. 7.

Ylst280 Sioerd Janssen, 48 pondematen, met eenighe huys-stede-pachten,

die hy gheniet. 81½. Sioerd Janssen 48 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Aysma

in qlt. voor 81 ggl., facit 3112-0-0. Des dat Hylck Watses wedue sal genieten een pondemate, leggende in haer

fenne, tot seggen ende prijse vande E[dele] Mo[gende] heren Gedep[uteer]de.1606: 1205. Hospitael, Mirck Bonnes 42½ pond. à 32 st., mits daerinne

versmeltende de huisstedepachten daeronder begrepen, fc. 68-0-0.

Wonsera-DeelHartwert

281 Hoyte Pieters, vier-en-veertich pondematen binnen de Wellen. Noch 33 pondematen over het Veer. Noch het kerck-hoff, met het meesten-deel van het binnen-Viercant, ende het groot hoff, by naerder metinghe bevonden neghen pondematen. 135.

Hoyte Pytters 44 pondematen, noch 33 pondematen over het veer, noch het kerckhoff met het meestendeel van het binnen viercant ende het groot hoff, bij nader metinge bevonden negen pondematen, yder pondemate gecocht bij de voors. Hoyte voor 135 ggl., facit 11610-0-0.

1606: 1207. Oldeclooster, Goslick Harmens 44 pond. binnen die Welle, noch

33 pond. over ‘t veer, á 42 st., fc. 161 £ 14 st. Ende noch het kerckhoff ende ‘t

meeste vant binnen viercant met het groothoff, gemeten op 14 pond. ende 3

eynsen, jaerlix voor 30 dalers, fc. tsamen 206-14-0.

1640: stemkohier Oldeklooster nr. 2.

282 Jurrien Janssen, 72½ pondematen. 96. Jurrien Janssen 72½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de

secretaris Bruynsma voor 96 ggl., facit 6960-0-0.283 Diorre Hilles, 53 pondematen, daer onder 25 pondematen ny-

landt. 125. Diorre Hilles 53 pondematen, ider pondemate gecocht bij bij d’selue

Diorre in qlt. voor 125 ggl., facit 6625-0-0.284 Sierck Louws, 19 [lees: 49] pondematen, daer onder 15 pondematen

ny-landt, en van Oega-Clooster Corpus 9 pondematen. 105.

268 Feycke Goslycx, twee-en-veertich pondematen. 112. Feycke Goslyx 42 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Feye

Tyercx voor 112 ggl., facit 4704-0-0.269 blanco gelaten.

Ny-landt270 Feyte Goslyx, 7 pondematen, voor 3½ gout-gulden, ofte anders

eeuwighe renthen. 127. Feycke Goslyx 7 pondematen voor 3½ ggl. ofte anders eeuige renten,

gecocht bij de heeren Eysinga, Crack ende Burum voor 300-0-0. 1606: 1180 Nijclooster, Joannes Eepes 7 pond. voor 3½ gg, fc. 4-16-0.

271 Eme Ruyrdts, 65½ pondematen. 122. Eme Ruierdts 65½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Eme in qlt.

voors. voor 127 ggl., facit 8318-14-0. 1640: stemkohier nr. 18.

272 Claes Jacobs, 38½ pondematen. 115. Claes Jacobs 38½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Claes

in qlt. voor 122 ggl., facit 4697-0-0.273 Gerben Johannis, 35 pondematen. 105. Gerben Joannis 35 pondematen, yder pondemate gecocht bij Johannes

Nicolaij in qlt. voor 115 ggl., facit 4025-0-0. 1640: stemkohier nr. 3.

Idse-Gae [zal zijn: Nijland]274 Sierck Sickes, negen-en-dertich pondematen. 119. Sierck Sickes 39 pondematen, yder pondemate gecocht bij dr. Simon

Simonides voor 119 ggl., facit 4641-0-0. 1640: stemkohier Nijland nr. 1.

275 Gerck Gerbens, 38½ pondematen. 121. Gerck Gerbens 38½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Gerck voors.

voor 121 ggl., facit 4658-14-0. 1640: stemkohier Nijland nr. 2.

276 Hessel Diddes, seven-en-dertich pondematen. 125. Hessel Diddes 37 pondemate, yder pondemate gecocht bij de secretaris

Riemer Harings voor 125 ggl., facit 4625-0-0. 1640: stemkohier Nijland nr. 6, Hessel Hiddes gebruiker.

Osinga-Huysen [zal zijn: Idzega]277 Jurrien Eeckes, de helfte van 74 pondemat. 57. Jurrien Eeckes de helfte van 74 pondematen, yder pondemate gecocht bij

Jan Clasen Ansloo tot Amsterdam voor 57 ggl., facit 2109-0-0.278 Ocke Ockes, 45½ pondematen. 43.

Page 121: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

238 239gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

292 Meyle Fonghers, 48½ pondematen. 118. Meyle Fongers 48½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Feytema

voor 118 ggl., facit 5723-0-0. 1606: 1269. Proosdie, Fonger Syurdts 48 pond. 6 eynsen à 34 st., 82-9-0.

1640: stemkohier nr. 17.

293 Hobbe Jelbis, 46½ pondematen. 117. Hobbe Jelbis 46½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue

Hobbe voor 117 ggl., facit 5440-14-0. 1606: 1271. Proosdie, Hobbe Jelbes 46½ pond. à 34 st., 79-1-0.

1640: stemkohier nr. 4.

Kimswert294 Abbe Tjaerdts, seven-en-viertich pondematen. 92. Abbe Tiaerdts 47 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Epeus

Oosterzee voor 92 ggl., facit, 4324-0-0.1606: 1275. Proosdie, Douwe Jonges 47 pond. à 34 st., 79-18-0.

295 Jacob Gaetses, een-en-viertich pondematen. 94. Jacob Gaetses 41 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Jacob

voor 94 ggl., facit 3854-0-0.

Hemelumer-Oldphart[Warns]

296 Andries Hiddes, vier-en-dertich pondemat. 74. Andries Hiddes 34 pondemate, yder pondemate gecocht bij de burgemr.

Douue Hendricks voor 74 ggl., facit 2516-0-0. 1606: 1290. (Warns) Hemelum clooster, Sipcke Jarichs 34 pond. à 45 st. 76-10-0.

1640: stemkohier Warns nr. 8.

Hemelum, in de Leyen297 Ane Ariens, 37 pondematen. 26. Ane Andries plaets, bestaende in 40 pondematen maden, fennen ende

boulant, ende 37 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan Fongers voor 26 ggl., facit 2002-0-0.

1606: 1297. (Hemelum in de Feenbuiren) Hemelum clooster, Claes Takes

40 pond. aen fennen ende mieden, die 22 pond. à 30 st. ende die 18 pond.

boulandt ende ‘t meerlandt à 15 st., 46-10-0; 1298. Douwe Hansz 37 pond., die

22 pond. fennen ende mieden à 30 st., de 15 pond. boulandt ende meerlandt 15

st., 44-5-0.

1640: stemkohier nr. 30, Arrien Anes gebruiker.

298 Jan Fonghers, 51 pondematen, daer onder 33 pondematen fennen en maden, en 18 pondematen saed-landt. 76½ .

Jan Fongers 51 pondematen, daer onder 33 pondematen fennen ende

Tierck Lous 49 pondematen, yder pondemate gecocht bij voors. Tyerck voor 105 ggl., facit 5145-0-0.

285 Rienck Alberts, vijftich pondematen. 94. Rienck Alberts 50 pondematen, yder pondemate gecocht bij Rienck voors.

voor 94 ggl., facit 4700-0-0. 1640: stemkohier nr. 3.

Oega-Clooster286 Jan Andries, een-en-tseventich pondematen. 93. Jan Andries 71 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jacob Teunis van

Stralen voor 93 ggl., facit 6603-0-0.

Burghwerdt287 Ygle Lieuwes, vijff-en-viertich pondematen. 93. Igle Lyuues 45 pondematen, yder pondemate gecocht bij de secretaris

Riemer Harings voor 93 ggl., facit 4184-0-0. 1606: 1248. Oldeclooster, Ygle Lyuwes 45 pond. à 2 £, fc. 90-0-0.

Rughelollum288 Lieuwe Gerloffs, tachtentich pondematen. 85. Lieuue Gerloffs 80 pondemate, yder pondemate gecocht bij Antie Lieuues

ende Ewert Feddricks, beide aldaer, voor 85 ggl., facit 6800-0-0. 1606: 1252. Oldeclooster, Teth Gerloffs wed. t’ Birghhuis 81 pond. à 35 st.,

141-15-0.

1640: stemkohier Lollum nr. 2.

Pingium289 Doed Fonghers dochter, 81½ pondematen. 126. Doedt Fongersdr 81½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de

ontfanger Lauta van Harlingen voor 126 ggl., facit 10269-0-0.1606: 1262. Proosdie, Jantke Steffens 83½ pond. à 35 st., 146-2-6d.

1640: stemkohier nr. 16, Doed Jenties gebruikerse.

290 Sioerd Fonghers, 71 pondematen. 100. Sioerd Fongers 71 pondemate, yder pondemate gecocht bij R. Ens in qlt.

voor 100 ggl., facit 7100-0-0. 1606: 1264. Proosdie, Lyuwe Inties 71 pond. à 34 st., 120-14-0.

1640: stemkohier nr. 18.

291 Nanne Meynerdts, seven-en-dertich pondematen, ende twee eynsen. 82½.

Nanne Meynerts 37 pondemate twe einsen, gecocht yder pondemate bij Feycke Breutrix voor 82½ ggl., facit 3066-4-0.

1640: stemkohier nr. 19.

Page 122: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

240 241gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

Hasker-LandtHasker-Dijcken

304 Oeds Lamberts, 95 pondematen. 40. Oeds Lamberts 95 pondemate, yder pondemate gecocht bij mr. Wolter

Cosmus cum sociis op ‘t Heerenfeen voor 40 ggl., facit 3800-0-0. 1640: stemkohier nr. 17, Oeds Lammerts en Douwe Wytjes gebruikers.

305 Dirck Pieters, 77 pondematen. 36. Dirck Pytters 77 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Crack

voor 36 ggl., facit 2772-0-0.1606: 1353. Hasscher convent, Pieter Lamberts 77 pondematen voor 26 gg.,

36-8-0.

1640: stemkohier nr. 22.306 Claes Cornelis, 182 pondematen. 33½. Claes Cornelis 182 pondematen, yder pondemate gecocht bij de secretaris

Wybrandi cum sociis voor 33 ggl., facit 6097-0-0. 1640: stemkohier nr. 26.

307 Dirck ende Jan Lambertsz de helfte van’t Corpus, groot 225 pondematen. 33.

Dirck ende Jan Lamberts de helfte vant corpus, groot 225 pondematen, yder pondemate gecocht bij de heere Oosinga voor 33 ggl., facit 7425-0-0.

1606: 1362. Hasscher convent, Lambert Dircx d’ander helft vant voors. corpus,

groot 225 pond., 112-0-0.

1640: stemkohier nr. 4.

308 Wybe Gerckes, hondert pondematen. 33. Wybe Gerckes hondert pondematen, yder pondemate gecocht bij Epe

Bauckes in qlt. voor 33 ggl., facit 3300-0-0. 1640: stemkohier nr. 1.

309 Jan Lyckles, 109 pondematen. 33. Jan Lyckles 109 pondematen, yder pondemate gecocht bij Epe Bauckes

voor 33 ggl., facit 3597-0-0. 1606: 1365. Hasscher convent, Riemer Lamberts 70 pond. ende 39 pond., voor

33-12-0.

1640: stemkohier nr. 2.

Wttingera-DeelNesser-Buyren

310 Cornelis Ottes, 110½ pondematen. 73½. Cornelis Ottes 110½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Agge van

Marssum voor 73 ggl., facit 8066-14-0. 1640: stemkohier nr. 3.

maden, ende 18 pondematen saedlant, yder pondemate gecocht bij de here Jan van Aylua voor 76 ggl. 7 st., facit 3388-21-0.

1606: 1301. (Hemelum in de Feenbuiren) Hemelum clooster, Riemer Abbes

loco Abbe Riemers 51 pond., die 33 pond. fennen ende mieden à 46 st. ende die

18 pond. zaedlandt à 30 st., 102-18-0.

1640: stemkohier nr. 15.

299 Reyner Fetses, 33 pondematen in een, ende 10 pondematen in een ander partye. 60.

Reyner Fetses 43 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Reyner voor 60 ggl., facit 2580-0-0.

1606: 1303. (Hemelum in de Feenbuiren) Hemelum clooster, Jelle Wabbes 33

pond., de 25½ pond. mieden ende fennen à 46 st., de 7½ pond. zaedlandt à 30

st., met 10 pond. meerlandt à 7 st., 73-8-0.

1640: stemkohier nr. 11, Reiner Fedtjes gebruiker.

Coudum300 Fedde Pieckes, 44½ pondematen. 116. Fedde Pieckes 44½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’burgemr.

Douue Hendrix voor 116 ggl., facit 5162-0-0. 1606: 1314. H. Geest, Sybrandt Nolckes 44½ pond. à 50 st., 111-5-0.

1640: stemkohier nr. 2.

SEVEN-WOLDEN

Gaester-landtHaringh West-eynde

301 Ioucke Heeres, 36 pondematen. 12. Joucke Heres 36 pondemate, yder pondemate gecocht bij Adam van

Leuwarden voor 12 ggl., facit 432-0-0.1606: 1331. Hemelum clooster, Here Sytties wed. 36 pond. à 8 st., 14-8-0.

302 Sioerd Jelles, negen-en-sestich pond. 10. Niet vermeld in het net-exemplaar.

1606: 1339. Hemelum clooster, Gercke Hayties erffgen. 69 pond. à 13 st., 44-17-0.

303 Sioerd Benedictus, dertich-en-een-halff pondematen, daer onder vierthien hoofden-maden by Hemelum. 40.

Sioerd Benedictus 30½ pondemate, daer onder veertien hooffden maden bij Hemelum, yder pondemate gecocht bij de secretaris Bruynsma voor 40 ggl., facit 1220-0-0.

1606: 1343 (Rijs onder Mirns) Hemelum clooster, Lyckle Mircx wed. 30½

pond., daeronder 14 hooffden maden, à 12 st., 18-6-0.

1640: stemkohier Mirns en Bakhuizen nr. 49.

Page 123: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

242 243gene alogysk j ier boek 2 018 de v er koping van de l a atste fr iese kloostergoeder en

321 Meynte Pieckes, 62 pondematen. 60. Meynte Pieckes 62 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Feye

Tyercx voor 61 ggl., facit 3782-0-0. 1640: stemkohier nr. 51.

Birstum-Ghebuyrte322 Sioerd Gerbens, 63 pondematen. 54. In de rechtermarge is geschreven: slecht.

Sioerd Gerbens 63 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Sioerd in qlt. voor 61 ggl., facit 3843-0-0.

1640: stemkohier Nes nr. 16.

323 Hans Jochems, 33 pondematen. 55. In de rechtermarge is geschreven: slecht.

Hans Jochems 33 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Sminia voor 62 ggl., facit 2046-0-0.

Eynde des Registers

311 Pybe Symens, 79 pondematen. 63. Pybe Symens 79 pondemate, yder pondemate gecocht bij Jan Jacobs Popta

in qlt. voor 63 ggl., facit 4977-0-0.312 Joannnes Alles, 61 pondematen. 55. Joannis Alles 61 pondematen, yder pondemate gecocht bij Anthoon de Bye

voor 55 ggl., facit 3355-0-0.313 Claes Wopkes, 76 pondematen. 50. Claes Wopckes 76 pondemate, yder pondemate gecocht bij Dirck Gerryts

Oosterhout voor 54 ggl., facit 4104-0-0. 1640: stemkohier nr. 9.

314 Joannes Sybrandts, de helfte van ‘t Corpus, groot ses-en-tachtentich pondematen; noch negen-en-twintich-en-een-halff pondematen. 80.

Joannes Sybrants 115½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Dirck Gerryts Oosterhout voor 87 ggl., facit 10048-14-0.

1640: stemkohier nr. 6.

Ackrum315 Tialcke Douwes, 79 pondematen. 70. Tialcke Douues 79 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’here Crack

in qlt. voor 83 ggl., facit 6557-0-0. 1640: stemkohier nr. 3.

316 Pieter Jelles, 60½ pondematen. 70. Pieter Jelles 60½ pondemate, yder pondemate gecocht bij dr. Lycklama

voor 77 ggl., facit 4658-14-0. 1640: stemkohier nr. 4.

317 Douwe Wopkes, ende Watse Joannis, acht-en-vijftich en een halff pondematen. 65.

Douue Wopkes ende Watse Joannis 58½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Douue voors. in qlt. voor 75 ggl. 7 st., facit 4402-7-0.

1640: stemkohier nr. 41.

318 Intse Intses, 113 pondematen. 76. Intse Intses 113 pondematen, yder pondemate gecocht bij de voors. meyer

Intse in qlt. voor 89 ggl., facit 10057-0-0.319 Jan Idserdts, 48½ pondematen. 79. Jan Idserts 48½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan voors. in

qlt. voor 86 ggl., facit 4171-0-0. 1640: stemkohier nr. 37.

320 Ruyrd Thonis, 61 pondematen. 70. Ruierdt Thonis 61 pondemate, yder pondemate gecocht bij Ruierdt in qlt.

voors. voor 77 ggl., facit 4697-0-0. 1640: stemkohier nr. 38.

Page 124: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

244 gene alogysk j ier boek 2 018

In het net-exemplaar:

Somma totalis aen golde guldens de somma van seuenthien hondert duisent vijff ende tseuentich duysent viff hondert goltguldens, negen ende vijftich goltgl. veertien st. acht penn., dus hier 1775559-14-8.facit in caroli guldens saluo calculo 2485782-12-0.

Aldus gedaen ende gecalculeert bij ons onderges. notarien, huyden desen 16 Augusti Anno 1644.

Joannis H.H. Joachimi

J. Reen

Page 125: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

247wapenr egistr a asje

fryske rie foar heraldyk

Wapenregistraasje

It twadde part fan it Genealogysk Jierboek wurdt fersoarge troch - en stiet ûnder ferantwurdlikens fan - de Fryske Rie foar Heraldyk. Dy Rie bestiet út de neifolgjende persoanen:

mr. J.T. Anema, foarsitter,J.C. Terluin, H.F. I, twadde foarsitter,K.J. Bekkema, skriuwer, argivaris,R.J. Broersma, Heraut Frisia IV, wapentekener,drs. H. Bremer, lid,drs. S.M. Hoekstra, lid,P.H. van den Muijzenberg, lid, adviseur f laggen,dr. C.J. Kuiken, adviseur.

De Fryske Rie foar Heraldyk jout ried by it ûndersyk nei en it ûntwerpen fan famylje-, korporaasje- en oerheidswapens en -f laggen yn Fryslân. Fierders registrearret de Rie dy wapens en f laggen yn it Genealogysk Jierboek.

> Ynhâld

R.J. Broersma: 248Enkele wapens van diverse bronnen

Kees Kuiken: 253Bildtse wapens in Harlingen

Famyljewapens (en -f laggen): 258 Bethlehem, Bijlsma, Boelstra, Bosma, Braaksma, Cuperus/Kuperus, Slim, Wassenaar

Doarpswapens en -f laggen: 268Ferwert, Hegebeintum

Korporaasjewapen en -f lagge: 272Stichting ‘Brongergea op de Kaert’

Page 126: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

248 249gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

Wapen: gevierendeeld: I. een lelie; II. een zespuntige ster; III. een gewende (gezichts)wassenaar; IV. een (mensen)hart. Helmteken: een lelie.

Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. 3 klavers boven elkaar.

Anno 1660 den 7 Mart is in den Heere / gerust den Eersamen Iasper Eewerts / Berswert out ontrent 41 Iare ende leit / hier begrauen

Jasper Everts, boer te Wytmarsum, soan fan Evert Feddricx, boer te Berswert ûnder Lollum, ûntfanger, rekkenmaster fan Wûnseradiels Suderseediken, en Rixt Goslycks, tr. 1642 Popck Jans.

Ecoma, Jacobus, in poort destijds aanwezig in het Fries Museum (Eisingahuis), oorspronkelijk in de kerk van Dedgum.

Enkele wapens van diverse bronnen

Aaf ke Sybrens, vrouw van Foeke Tjepkes Reitsma, op zerk te Hemelum.

Berswert, Jasper Everts, op zerk te Lollum.

foto: M. Koopmans, tekst: http://hesseldewalle.blogspot.com/ 2016/11/friesland-oude-grafzerken-uit-de-kerk.html

Det. van foto: M. Koopmans. Zie: H. de Walle: Friezen uit vroeger eeuwen; http://www.walmar.nl/inscripties.asp. Gen. geg.: Y. Brouwers.

Af b.: det. van foto RCE, objectnr. 7.998. Bron gen. geg.: H. de Walle: Friezen uit vroeger eeuwen, http://www.walmar.nl/inscripties.asp

Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. 3 klavers boven elkaar.

Anno 1697 den 24 Febrÿ / is in den Heere Ont / slapen den eerbare / Aaf ke Sÿbrens oudt / in haar 36 iaar in leven / Huisvrouw van den Ed / Foeke Reytsma Ont / fanger van Hemelumer / Oldephaart en Noord= / wolde ende leyt al / hier begraven

Aaf ke Sybrens was de eerste vrouw van Foeke Tjepkes Reitsma, tr. Nijega 29-4-1694. Bij huwelijk af komstig uit Arum. Vermoedelijk ged. Kimswerd 22-1-1660 als dochter van Siebren Siebrens en Doikje Pieters.

Foeke Tjepkes, ged. Ferwerd, 21-11-1661, zoon van Tjepke Foekes en Catalina Remmelts.Het mannenwapen Reitsma is bekend.

Page 127: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

250 251gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

Ids Sytses te Wiglema, op zerk te Grou.Anno 1745 den 19 Maart / is in den Heere Gerust / den eerw: dy Iacobus / Ecoma oudt 90 Iaar min / 2 daagen naadat hy bina / 60 Iaaren het H: Predik: / ampt alhier te Tierk: / wert en Dedgum Getrou / bediend hadde en leidt / alhier Begraven

Zoon van Ekke Abes en Janke Joostes; geb. Harlingen 1655; student in 1673 Franeker, dominee, overl.19-4-1745, tr. Harlingen 22-9-1678 Grietje Everts Nappius.

Hoexma, Hoeksma, Aucke Watses, in poort destijds aanwezig in het Fries Museum (Eisingahuis), oorspronkelijk in de kerk van Dedgum.

Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. doorsneden: a. 3 klavers, geplaatst 1 en 2; b. een huis- of handmerk in een 4-vorm.

Ao 1701 is de vernieuwinge deeser Kerck Poorte van Dedgom geschiedt, Als de Heer Tiaerd Baron van Aijlva tot Aijlva en Wijbranda, Heer van Waerdenburg, Hier, Neerijnen, Oldland, en Clingelenburgh, substituit Grietman over Wonseradeel, en Dominus Iacobus Ecoma, en de BurgMr Aucke Hoexma, Kerck Voogden waeren.

Geboren rond 1655; tr. 1. Workum 18-1-1680 Hiltje Thomas; tr. 2. Workum 1698 Trijntje Rienks Baarda; tr. 3. Workum 10-6-1714 Fokeltje Siebouts Bloemhoff.

Af b.: det. van foto RCE, objectnr. 7.998. Bron gen. geg.: H. de Walle: Friezen uit vroeger eeuwen, http://www.walmar.nl/inscripties.asp

Af b.: det. van foto H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, http://www.walmar.nl/inscripties.asp?ouderv=10426; Gen.geg.: zie http://www.simonwierstra.nl/WIG.htm.

af b.: det. wapenkaart Commissarissen van de Waal. Bron: http://www.oudstaveren.nl/Genealogie/Genealogie%20van%20Staveren.pdf (gen. door R. Boom)

Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. 3 klavers boven elkaar.

Ao 1619 de 31 December sterf d’Eersamen / Idts Sijtses te wiglema en leit hier begrâ / Met Sijn moeder Anne Idts Gerritsdr / Die gestorven is in den Jaren 88

Zoon van Sytze Piers en Anna Idsdr, geb. voor 1522, tr. Jets Diurredr, overl. na 1616, wrsch. Grou, dochter van Diurre Janckes en Tjets Gerbens. Boer te Wiglama.

Staveren / Stavoren, Pieter Andries van, op wapenkaart Commissarissen van de Waal.

Page 128: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

252 253gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

Bildtse wapens in Harlingen

Je ziet het pas als je het door hebt. In 1984 beschreef mr. O. Schutte, gewaardeerd medewerker aan dit Jierboek, 461 wapens van Harlinger diakenen, weeshuisvoogden en officieren van de schutterij. Vaandrig Jan Wyngaarden voerde in 1759 een gedeeld wapen: heraldisch rechts een variant van het Amsterdamse stadswapen, links doorsneden, boven: in zilver drie wijnstokken naast elkaar op een grond, onder: in rood drie zilveren ‘hoorns van overvloed’, elk met een uitstekende korenaar.1 De ‘hoorns’ lijken eerder op kinkhoorns of wulken zoals in het Bildtse grietenijwapen: aren út skelpen.Het Bildtse grietenijwapen komt voor het eerst voor op een landkaart in de Chronique van Winsemius (1622) en is misschien ontworpen door de illustrator van dat boek, Pieter Feddes van Harlingen.2 De naam Wijngaarden was aantoonbaar in gebruik tussen 1570 en 1591 – en volgens een onbewezen Bildtse overlevering al veel eerder – voor het dorp Sint Jacobiparochie.3 Was Jan Wyngaarden een Harlinger met Bildtse wortels? En zijn er dan ook meer Bildtse Harlingers te zien op de wapenborden in het Hannemahuis, het huidige centrum voor Harlinger cultuur en historie?

Nieuwkomers in HarlingenHarlingen trok vanaf de zestiende eeuw veel nieuwkomers: gevluchte Vlamingen en Brabanders, maar ook ondernemers van het omringende platteland. Er heerste een tamelijk open klimaat. Bildtse families zoals de Kuiks en Wassenaars werden vrij snel opgenomen in de bestuurselite. Volgens een onbevestigd bericht uit 1950 was er voor de Tweede Wereldoorlog nog een gevelsteen in Harlingen met het Bildtse Wassenaarwapen en het jaartal 1598.4 Ik heb hem niet kunnen vinden, maar een variant van het Bildtse Wassenaarwapen staat op twee Harlinger wapenborden. Het is van diaken en weeshuisvoogd Jacob Wassenaar, notaris in Harlingen en later in Amsterdam. Hij was in 1746 gedoopt in Sint Annaparochie, trouwde in 1783 in Harlingen en in

1 Mr. O. Schutte, De wapenborden te Harlingen (Leeuwarden 1984) nr. 266; nu ook op

www.walmar.nl/wapens.asp.

2 P. Winsemius, Chronique van Vrieslant (Franeker 1622).

3 K. Kuiken, Het Bildt is geen eiland, Ccapita cultuurgeschiedenis van een vroegmoderne

polder in Friesland (Groningen en Wageningen 2013) 65.

4 Kuiken, Het Bildt 85-87, 125-126; G.F.E. Gonggryp in De Nederlandsche Leeuw 67

(1950) 57.

Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. doorsneden: a. een (gezichts)wassenaar; b. een klaver (kleuren [nog] niet bekend).

Pieter Andriesz van Stavoren, geb. omstr. 1630, (groot-) koopman, burger te Stavoren (10-7-1677), inspecteur van de schepen varende op Noorwegen (1670), bewindhebber VOC kamer Amsterdam voor Friesland (1685), commissaris van de Waal te Amsterdam (1692), overl. na 1696, tr. 1. Sophia Tedeks, overl. voor 1658; otr. 2. Amsterdam 28-7-1658 Nelletje Bruin, geb. omstr. 1639, DG ged. Amsterdam 1659, begr. Amsterdam 4-11-1720.

Trijntie Ybs (Eebs) dochter, op zerk te Lollum.

Af b.: det. van foto M. Koopmans. Zie: http://www.walmar.nl/inscripties.asp

Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. een ster, boven en onder vergezeld van een klaver.

An. 1669 den 13.en decembris ds / morgeus tusschen 6. en 7. uieren is seer / Godtsalichlick in den Heere Ontslapen / de Eerbare en deughtsame Tryntie / ybs dochter de Huisvrouwe van D / Bartoldus Schuiringa Predicant tot Lol= / lum Out 32 Iaren 7 maenden 10 daghen / ende leyt alhier begruven

Trijntje Ybs was de eerste vrouw van Bartoldus Schuringa. Ze kwam uit Bolsward en was de dochter van Yb (Eeb) Doedes. Ze trouwden in 1668.

R.J. Broersma, Heraut Frisia IV

Page 129: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

254 255gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

Oudebildtzijl daaraan leiding als ‘stadstimmerbaas’ – hoofd openbare werken, zouden we nu zeggen.6 Dat hij van wanten wist, was gebleken tijdens de watersnood van 1717. Hij liet een vervallen huis af breken om met het puin de sluis in Oudebildtzijl te dempen. Daardoor bleef het achterland (het ‘Oud Bildt’) droog. Het leverde hem in 1718 een aanstelling in Harlingen op en in 1741 een eervolle vermelding in de Friese kroniek van Foeke Sjoerds.7 ‘Kommandere as baas Krelis’ is sindsdien een gevleugelde uitdrukking in het Bildts. Harlinger nakomelingen van timmerbaas Cornelis Annes noemden zich omstreeks 1775 Zijlstra. Hun wapens op de wapenborden tonen de sluis van Oudebildtzijl, met een doorkijkje naar Vrouwenparochie.8

Vroedsman WyngaardenJan Ydes Wynga(a)rden trouwde tussen 1731 en 1766 viermaal in Harlingen. In 1749 was hij daar kleermaker en in 1759 vaandrig van de schutterij. Van 1744 tot zijn dood in 1770 was hij lid van de vroedschap. Bij zijn derde vrouw Marijke Christiaans kreeg hij in 1768 een zoon, Jan Wijngaarden. Zijn broer Claes, gehuwd met Pleuntje Annes († 1791), was in 1749 schoolmeester in Harlingen. Pleuntje, gereformeerd gedoopt in Vrouwenparochie in 1721, was een zuster van bovengenoemde baas Krelis,

6 Vermeldingen als Harlinger burger en stadstimmerbaas op www.allefriezen.nl en

www.kleinekerkstraat.nl.

7 Foeke Sjoerds, Algemene beschryving van Oud en Nieuw Friesland I (Leeuwarden 1741)

251.

8 Schutte, Wapenborden nrs. 8, 172, 237, 245, 279 298, 317, 350.

1799 in Amsterdam. De kleuren van het wapen op het wapenbord lijken ontleend aan een Leidse wapenkaart uit 1758.5

‘Baas Krelis’Toen in 1730 de bouw van het nieuwe Harlinger stadhuis (een ontwerp van Hendrik Norel uit Amsterdam) begon, gaf Cornelis Annes uit

5 Schutte, Wapenborden nrs. 266; K. Kuiken, ‘Wapens van de ‘Friese Wassenaars’’, GJ

(2015) 265.

Page 130: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

256 257gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

die zelf in 1728 in Vrouwenparochie is gedoopt. Jans zuster Antje Ydes was gehuwd met een Willem Jans die zich in 1764 en 1765 ‘Kas’ noemde en in 1767 en 1770 ‘Wijngaarden’, naar zijn schoonfamilie. Willem en Antje lieten in deze jaren vier kinderen dopen in Vrouwenparochie. Mogelijk was de vader van Jan, Claes en Antje de IJde Jans die in 1695 in de Amsterdamse Westerkerk is gedoopt als zoon van Jan IJdesse en Gerbregh Jans.9 Van dit gezin is verder niets gevonden, maar de Bildtse connectie van Jan, Claes en Antje lijkt duidelijk. Het op het wapenbord afgebeelde ‘Bildtse’ kwartier van Jan Wyngaarden heeft een rood veld, het grietenijwapen een blauw veld. Heeft de wapenschilder misschien gewerkt naar een ongekleurd voorbeeld op wapenzilver?

Burgemeester KethNiet op de wapenborden maar wel in de Grote Kerk (de ‘Dom van Almenum’) is het wapen bewaard van de Harlinger regentenfamilie Keth, die via Het Bildt in de Friese havenstad belandde. Aecht Dircks Keth verhuisde als eerste vanuit Koudekerk bij Leiden naar Het Bildt. In Harlingen woonden burgemeester Dirck Willemsz Keth († 1623), zijn vrouw Hadewij Willemsdr († 1631, een ‘Bildtse Wassenaar’), hun zoon Willem Keth († 1636) en kleinzoon dr. Theodorus Keth († 1667).10 De Leeuwarder archivaris Wim Dolk (1925-2016) noteerde hun namen in 1951 in de Grote Kerk op een zerk met uitgekapte alliantiewapens. Op een andere zerk, waarvan de tekst in 1822 is over gebeiteld, zag hij een doorsneden mannenwapen met een uit de snijlijn komende leeuw, van

9 Vermeldingen op www.allefriezen.nl, www.kleinekerkstraat.nl, en archief.

amsterdam/indexen/index.nl.html.

10 H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen (Franeker 2007) nr. 2425; GJ (2009) 267;

Kuiken, Het Bildt 124.

onder vergezeld van drie voorwerpen.11 Dit lijkt op het eerste kwartier van het gevierendeelde wapen Keth op een zangbord uit 1693 in de dorpskerk van Koudekerk: in zilver een halve zwarte leeuw, vergezeld in de schildvoet van drie rode blokjes. In verschillende kleurvarianten staat dit wapen in de literatuur op naam van een ‘welgeboren’ familie Van Leeuwen, onder meer in Koudekerk. Ook leden van de familie Keth traden in de zestiende eeuw in Zuid-Holland op als welgeboren.12 Voorlopig beschouwen we deze familie Keth als een jongere tak Van Leeuwen en nemen we aan dat het Harlinger leeuwenwapen het volle familiewapen Keth uit Koudekerk is. Een familierelatie met de nu nog bloeiende Friese familie Ket, nakomelingen van de ‘verver’ Dirk Cornelisz Ket die in 1782 trouwde in Sint Annaparochie, kon (nog) niet worden aangetoond.13

Kees Kuiken

11 Tresoar, enveloppe in map grafschriften Harlingen, 182-I, nr. Z.15: het helmteken

is een zespuntige ster, het bijbehorende vrouwenwapen een huismerk. Het nieuwe

grafschrift is voor Y.E. Bakker-Oosterbaan († 1822).

12 P.C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en

uit de kerken in Zuid-Holland IIa (Utrecht 1922) 136; GJ (2009) 261-262; Heraldische

Databank (cbgfamiliewapens.nl); O. van den Arend, Zeven lokale baljuwschappen

in Holland (Hilversum 1993) 473; S. van Leeuwen, Costumen […] van Rijnland

(Leiden 1667) 74-101.

13 Hieruit onder meer de dirigent Kor Ket (1920-1955, Nieuwe Encyclopedie van Fryslân

(Leeuwarden 2016) 1464).

Page 131: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

258 259gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

> Bijlsma

Dield: I. yn blau in sulveren ierappelblom mei in gouden knop, boppe en ûnder beselskippe fan in gouden klaver; II. yn read in sulveren bile mei gouden stâle.Helmteken: twa bilen, pleatst as in skeankrús, mei de blêden ûnder en nei bûten keard, de stâlen fan goud en de blêden fan sulver.Helmkleed: rjochts blau, fuorre mei giel en lofts read, fuorre mei giel.Wapenspreuk: LABORE EFFECTUM (berikt troch hurd wurkjen) yn giele haadletters op in blau lint.Gedeeld: I. in blauw een zilveren aardappelbloem met gouden knop, boven en onder vergezeld van een gouden klaver; II. in rood een zilveren bijl met gouden steel.Helmteken: twee bijlen, geplaatst als een schuinkruis, met de bladen beneden en naar buiten gekeerd, de stelen van goud en de bladen van zilver.Helmkleed: rechts blauw, gevoerd met geel en links rood, gevoerd met geel.Wapenspreuk: LABORE EFFECTUM (bereikt door hard werken), in gele kapitalen op een blauw lint.It wapen is basearre op beroppen dy’t yn de froegere generaasje beöefene waarden, lykas gernier, boerefeint (de ierappelblom en klavers), timmerman en timmermansfeint. De bilen ferwize nei dy lêste beroppen, mar ek nei de famyljenamme. De kleuren binne allinnich om estetyske reden keazen en hawwe gjin oare betsjutting. It wapen mei fierd wurde troch de neiteam fan Jacob Thomas, doopt Koudum 1-7-1736, timmerman, st. Koudum 1811, tr. Koudum 10-6-1764 Bauk Sipkes, doopt Koudum 5-1-1738, st. Koudum f.1811, dy’t de famyljenamme Bijlsma fiere.

Untwerp: R.J. Broersma, tek. F.R.f.H., yn oerlis mei de ynstjoerder.Ynstjoerder: J. Bijlsma, Vogelzand 2123, 1788 GM Julianadorp.

> Bethlehem

Yn blau in tútgevel fan goud oprizend út de skyldfoet, belein mei in swart hús- of hânmerk, besteande út in peal mei boppe, yn ‘e midden en ûnder in dwersbalkje, de gevel lofts en rjochts beselskippe fan in ikel en boppe fan in achtpuntige stjer, alles fan goud. It skyld hingjend oan in riem fan natuerlike kleur oan in griene tûke.

In blauw een tuitgevel van goud, oprijzend uit de schildvoet, beladen met een zwart huis- of handmerk in de vorm van een paal, met boven, in het midden en onder een dwarsbalkje, de gevel links en rechts vergezeld van een eikel en boven van een achtpuntige ster, alles van goud.Het schild hangend aan een riem van natuurlijke kleur aan een groene tak.

De fynst fan in húsmerk yn de akte fan namme-oannimming fan 1811 yn de ‘Mairie Beetsterzwaag’ hat oanlieding west ta it oannimmen fan in wapen. De gevel fan de lytse boerepleats ‘Bethlehem’ op ‘e Sweach stiet yn dit wapen, mei dêryn it merk fan Durk Jans Bethlehem, dy’t de namme fan it spultsje al foar 1811 fierde. Op it hiem stiet in ikehiem en de ikels (einierdensymboal) stean dan ek yn dit wapen. De stjer fan Bethlehem stiet boppe de gevel; achtpuntich om’t 8 it getal fan Kristus is.

It wapen mei fierd wurde troch de neiteam fan Durk Jans Bethlehem, berne 1739 en stoarn Beetstersweach 17-3-1814, tr. Beetstersweach 15-5-1763 Grietje Haijes, dy’t de famyljenamme Bethlehem fiere.

Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H.Ynstjoerder: R. Bethlehem, De Klok 18, 8401 CM De Gordyk.

Page 132: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

260 261gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

> Bosma

Yn grien in ferbrede gouden peal, boppe belein mei in beblêde griene ikel mei it stâltsje nei ûnderen, en ûnder mei in oansjende swarte kowekop, de peal oan beide siden beselskippe fan in gouden rogge-ier.Helmteken: in útkommende griene beam. Helmkleed: grien, fuorre mei giel.

In groen een verbrede gouden paal, boven beladen met een gebladerde groene eikel, met het steeltje omlaag, en onder met een aanziende zwarte koeienkop, de paal aan beide kanten vergezeld van een gouden rogge-aar.Helmteken: een uitkomende groene boom. Helmkleed: groen, gevoerd met geel.

De ikel mei blêden en de beam as it helmteken binne in ferwizing nei de famyljenamme dy’t yn 1811 troch Libbe Bôkes oannommen is. Hy wenne op ‘e grins fan Olterterp en Oerterp en op syn kavel stie in boskje mei de namme ‘het Oude Bosch’. Hy wie boer mei in mingd bedriuw. De rogge-ieren en de kowekop binne dêr it symboal fan. De kleuren binne ûntliend oan it wapen fan Oerterp.

It wapen mei fierd wurde troch de neiteam fan Libbe Bôkes Bosma (1775-1838), tr. Eastermar 10-5-1801 Antje Jans (1771-1849), dy’t de famyljenamme Bosma fiere.

Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H., yn gearwurking mei de ynstjoerder.Ynstjoerder: M. Bosma, Tsjerkepaad West 7, 9244 GD Beetstersweach.

> Boelstra

Yn goud in spliten reade keper, boppe beselskippe fan twa griene klavers en ûnder fan in omkeard swart hoefizer.Helmteken: in útkommend swart hynder. Helmkleed: read, fuorre mei giel.

In goud een gespleten rode keper, boven vergezeld van twee groene klavers en beneden van een omgekeerd zwart hoefijzer.Helmteken: een uitkomend zwart paard. Helmkleed: rood, gevoerd met geel.

De famyljenamme is ûntliend oan Buorsyl (earder skreaun as Boerlazijl) ûnder Koarnjum. Yn 1711 keapet Tjeerd Sydses fan Stiens de ‘huisinge en smitte tot Cornjum aan de binnendijk bij Boelezijl’, letter oernommen troch syn broer Johannes Sydses (1690-1780).Dizze syl wurd symbolisearre troch de spliten keper, wylst de klavers nei de feefokkerij ferwize en it hoefizer nei it berop fan smid yn de âldste generaasjes. It metaal en de reade kleur fan de keper ferbyldzje it smidsfjoer. It helmteken is in ferwizing nei de hynstefokkerij en –riderij.

It wapen is ornearre foar de neiteam fan Syds Johannes Boelstra, doopt Koarnjum 1-9-1720, soan fan Johannes Sydses foarneamd, tr. 1. Koarnjum 17 juny 1742 Grietje Tieerds, tr. 2. Bitgum 11 july 1751 Tyttie Tjeerds, mei de namme Boelstra.De âldst bekende foarfaar is Sydts Popckes, boer en keapman te Aldebiltsyl, neamd 1617-1633, oerpake fan Tjeerd en Johannes Sydses.

Untwerp: de F.R.f.H., yn oerlis mei de ynstjoerder.Ynstjoerder: Stichting Erfgoed Fundaasje, Vredeman de Vriesstraat 59, 8921 BS Ljouwert.

Page 133: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

262 263gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

> Cuperus / Kuperus

Yn sulver trije griene klavers.Helmteken: in útkommende omdraaide swarte earn. Helmkleed: grien, fuorre mei wyt.Skyldhâlders: twa omsjende swarte earnen mei iepene, nei ûnderen rjochte f lecht, it gehiel pleatst op in griene arabesk.

In zilver drie groene klavers.Helmteken: een uitkomende omgewende zwarte adelaar. Helmkleed: groen, gevoerd met wit. Schildhouders: twee omziende zwarte adelaars met geopende, naar beneden gerichte vlucht, het geheel geplaatst op een groene arabesk.

Boarne: lak op in brief fan ds. Joannes Cuperus (1725-1777) oan de menistengemeente Rotterdam (neffens kolleksje Steenkamp/Damstra, CBG te ’s-Gravenhage, dêr dutsen mei in kroan).

It wapen is ornearre foar de neiteam mei de namme Cuperus/Kuperus fan Claes Jansen Cuperus (1653-1732), mr. kûper te Berltsum, sûnt 1689 boer te Deinum en menistenpreker. In sulveren kop mei letters ‘C:J:K: en wapen’ is net bewarre bleaun. De âldst bekende foarâlden binne syn âlden Jan Gysberts, mr. kûper en opsichter menistengemeente Berltsum, tr. [foar 1645] Ymck Tiercks, st. 1691. It wapen registrearre yn GJb 1990, 152 (sjoch ek Familiewapens in Noord-Nederland (2000), 126) is troch R.S. Roarda ûntliend oan in losse lak yn it Frysk Museum en kin net fan dit slachte Cuperus wêze.

Untwerp: in besteand wapen, it helmteken tafoege troch ynstjoerders yn oerlis mei mr. J.T. Anema.Ynstjoerder: Cornelis H. Kuperus, Steenwijkerdiep 93A, 8331LR Steenwijk, mei út namme fan syn soannen Wybo en Fedde Kuperus.

> Braaksma

Dield: I. de Fryske heale earn; II. yn sulver in weagjende dwersbalke, boppe beselskippe fan in seispuntige stjer en ûnder fan in Mercuriusstêf, alles read.Helmteken: in gouden f laaksskeaf. Helmkleed: read, fuorre mei wyt.

Gedeeld, I. de Friese halve adelaar; II. in zilver een golvende dwarsbalk, boven vergezeld van een zespuntige ster en beneden van een Mercuriusstaf, alles rood. Helmteken: een gouden vlasschoof. Helmkleed: rood, gevoerd met wit.

It wapen is troch ús âld-lid A.B. Dull tot Backenhagen silger ûntwurpen foar Ruurd Minnes Braaksma, berne Berltsum 24 july 1900, ierappelhanneler en lid firma. M. Braaksma dêr. De Mercuriusstêf stiet foar de ierappelhannel, oprjochte fan syn pake yn de 19de iuw, de stjer ferwiist nei in ierappelras (b.g. ‘Rode Ster’). Yn it helmteken is de lodde, fan Dull bedoeld as symboal fan gernierkerij, ferfongen troch de f laaksskeaf: de famyljenamme is ûntliend oan it f laaksbrake.

It wapen is ornearre foar de neiteam mei de namme Braaksma fan Minne Ruurds Braaksma, berne Rie 27-11-1764, st. Berltsum 7-11-1840, dy’t dizze namme oannommen hat. Syn âldste foarfaar is Yme Ruurds, boer te Berltsum 1728, letter bakker, st. 1764/65, tr. Antie Douwes (1703-1771).

Untwerp: A.B. Dull tot Backenhagen † 2009. Ynstjoerder: Stichting Erfgoed Fundaasje, Vredeman de Vriesstraat 59, 8921 BS Ljouwert.

Page 134: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

264 265gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

> Slim

Wapen I (neiteam yn manlike line): yn goud in reade liuw, beselskippe fan trije sulveren deadshollen. Helmteken: in útkommende reade liuw. Helmkleed: read, fuorre mei giel.

Wapen II (neiteam yn froulike line): yn read in gouden liuw, beselskippe fan trije sulveren deadshollen.Helmteken: in útkommende gouden liuw. Helmkleed: read, fuorre mei giel.

Wapen I (nageslacht in mannelijke lijn): in goud een rode leeuw, vergezeld van drie zilveren doodshoofden. Helmteken: een uitkomende rode leeuw. Helmkleed: rood, gevoerd met geel.

Wapen II (nageslacht in vrouwelijke lijn): in rood een gouden leeuw, vergezeld van drie zilveren doodshoofden.Helmteken: een uitkomende gouden leeuw. Helmkleed: rood, gevoerd met geel.

It wapen is ornearre foar de neiteam mei de namme Slim fan Arien Symens S.L.M, berne ± 1650, boer op Walburg te St. Anne, doarpsfolmacht 1682 en tsjerk- en earmfâd dêr 1687-1690, tr. 3. St. Anne 21-7-1689 Ariaentie Cornelis ’t Hoen, doopt St. Anne 20-7-1671. De neiteam fan syn pakesizzer Ariaantje Cornelis S.L.M. en syn oerpakesizzer Grietje Arjens Slim namen ek de namme Slim oan.Syn âldst bekende foarfaar is syn pake Aerien Symens, boer te St. Jabik, tr. Tryn Walings, berne ± 1569, begr. St. Anne 1632 (ferlykje GJb 2009, 225).

Boarne: stien boppe de súdwestlike doar fan de Van Harentsjerke te St. Anne mei it wapen fan Arjen Symens S.L.M. Kleuren wapen I neffens

it wapenboek Hesman [GJb 1993, 130 (nr. 193) fan it wapen fan Arjaantje Walings]. De kleuren binne by wapen II omwiksele.

Ynstjoerders (neiteam fan Ariaantje Cornelis Slim en Wymer Cornelis):Gerrit Slim, Diemenlaan 64, 8304 ED Emmeloord en Klaas Slim, Valkenburgstraat 16, 9351 EK Leek.

Page 135: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

266 gene alogysk j ier boek 2 018

> Wassenaar

Dield: I. yn goud in swarte dwersbalke, mei gouden traaljes, beselskippe fan trije geande swarte liuwen mei reade tong en neilen, ien boppe en twa ûnder; II. yn read in dwersbalke beselskippe fan trije moannesikkels, twa boppe en ien ûnder, alles sulver.Helmteken: fiif swarte strúsfearren kommend út in reade kûp mei twa sulveren hoepels.Helmkleed: read, fuorre mei wyt.

Gedeeld: I. in goud een zwarte dwarsbalk, met gouden tralies, vergezeld van drie gaande zwarte leeuwen met rode tong en nagels, een boven en twee onder; II. in rood een dwarsbalk, vergezeld van drie wassenaars, twee boven en een onder, alles zilver.Helmteken: vijf zwarte struisveren komend uit een rode kuip met twee zilveren hoepels.Helmkleed: rood, gevoerd met wit.

Boarne: wapenleppel, omtrint 1636, mei alliânsjewapen en letters B D en T A: Baert Daemsz [Proost], tr. It Bilt (gerjocht) 27-2-1634 Tettie Ariensdr; it frouljuswapen yn in rút as I hjirboppe [koll. K.M. van der Kooi].

It wapen is ornearre foar de neiteam mei de namme Wassenaar fan Arjen Klazes Wassenaar, berne Menaam 24-3-1763, stoarn dêr 20-3-1827 [W.Tsj. Vleer, De Friese Wassenaars (1963), X-714]. Syn oerpake is Sioerd Ariens (± 1638-1717), healbroer fan Tettie Ariens, boppe neamd.

Untwerp: kombinaasje fan twa besteande wapens, kleuren ûntwurpen fan dr. C.J. Kuiken te Haren (Gr.) yn oerlis mei de F.R.f.H.Ynstjoerder: ir. D.G. Wassenaar, Burg. de Zeeuwstraat 104, 3281 AL Numansdorp.

Page 136: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

268 269gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

> Wapen en f lagge fan Ferwert yn de gemeente Ferwerderadiel

Wapen: dield fan blau en read mei oer alles hinne in út de skyldfoet oprizende gouden terp, belein mei in breedearmich read krúske; it blau en it read belein mei in sulveren ierappelblom mei in gouden hert, yn it skyldhaad beselskippe fan in gouden kroan fan twa blêden en twa pearels oer alles hinne.

Flagge: in broeking fan 1/5 f laggelingte, yn trijen dield fan giel-read-giel, it read belein mei in seispuntige giele stjer; in f lecht yn trije banen blau-giel-blau.

It doarp hat trije buorrens: Hege Buorren, Lytse Buorren en Nije Buorren. Lyksa is it wapen yn trijen dield. Yn de skyldfoet de terp mei dêrop in read krús dat ferwiist nei it kleaster Foswert en ek nei de monumintale tsjerke op de terp. Read is de kleur fan de leafde dat útgean moat fan it kristlik leauwen. De kroan yn it wapen symbolisearret twa dingen: 1. de eale famyljes Cammingha, Burmania en Herjuwsma, dy’t harren stinzen en staten by dit doarp hienen; 2. Ferwert hat iuwen lang it haadplak west fan de gritenij/gemeente Ferwerderadiel. De ierappelblommen wolle eat sizze oer de boeren en gernieren om it doarp hinne, dy’t op de fruchtbere klaaigrûn ierappels, nôtsoarten, f laaks en biten ferbouwe. Ek de f lagge is krekt as it skyld yn trijen dield yn de kleuren fan it wapen. De f lagge is in knypeach nei de gemeentef lagge. Yn dizze f lagge steane sân stjerren. Ien dêrfan is foar Ferwert en dy stiet oan de broekside fan de f lagge.

Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H.

Page 137: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

270 271gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

> Wapen en f lagge fan Hegebeintum yn de gemeente Ferwerderadiel

Wapen: yn goud in reade tsjerke mei sealtektoer, sjoen fan de westside, steand op in griene terp, yn it skyldhaad beselskippe rjochts fan in rút en lofts fan in liuw, beide swart; it grien belein mei in gouden fibula, besteande út in rjochthoekige kopplaat, in grutte rûne knop as middendiel en in lobbe foet; op it boppeste diel fan de fibula twa, op de rûne knop ien en op de foet fiif bollen yn reliëf, it gehiel rjochtop pleatst mei de punt nei ûnderen.

Flagge: giel mei in grien trapezium, útgeande fan de broekside, de lytste basis op 1/3 f laggelingte, mei in hichte fan 1/2 f laggehichte; dêrop oanslutend in reade baan mei in lingte fan 1/3 f laggelingte, útrinnende fan 2/3 f laggelingte yn in punt oant it f laggemidden; oer it grien en it read in geande giele liuw.

Hegebeintum hat de heechste terp yn Fryslân, dêr’t in tsjerke mei sealtektoer op stiet. Yn de tsjerke hingje ferskate roubuorden en –kassen fan de bewenners fan Harstastate. Ut de wapens fan dy bewenners is de swarte rút fan de famylje Van Nijsten en de swarte liuw út it wapen fan de famylje De Schepper nommen en yn dit doarpswapen set as neitins oan dizze famyljes en Harstastate. Eartiids is by it ôfgraven fan de terp in gouden fibula fûn, in topstik fan it Frysk Museum. Dizze wichtige fynst hat in plakje krigen op de terp. Yn stilearre foarm fynt men de terp en toer yn de f lagge werom, net rjochtop, mar steande op de broekside. De giele liuw is ûntliend oan it Fryske wapen, om’t Hegebeintum fan kultuerhistoarysk belang foar Fryslân is. De famylje Obreen, dy’t Harstastate yn besit hân hat, fiert ek in geande liuw yn harren famyljewapen. Sadwaande is de liuw ek in neitins oan dizze famylje.

Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H.

Page 138: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

272 273gene alogysk j ier boek 2 018 wapenr egistr a asje

> Wapen en f lagge fan de Stichting ‘Brongergea op de Kaert’ foar de buorskip Brongergea yn de gemeente It Hearrenfean.

Wapen: yn goud in blau frijkertier belein mei in antike haadletter B fan sulver, yn it goud lofts beselskippe fan in jachthoarn fan blau, sierd fan sulver en iepene en snuorre fan read; yn it ûnderste diel fan it skyld in griene tûke, útrinnend yn trijen, mei oan elke tûke sân blêden, oan de beide bûtenste tûken boppeyn twa en oan de middelste tûke trije oranje apels.

Flagge: in blauwe broeking fan 1/3 f laggelingte, mei yn de broektop in antike wite haadletter B; in f lecht yn sân banen read en giel.

Dit wapen wie as ûntwerp ornearre foar it doarp Oranjewâld, dêr’t Brongergea diel fan útmakket. De haadletter B stiet foar it eardere doarp Brongergea. De gearkomste fan de feriening fan Pleatslik Belang Oranjewâld hat dit ûntwerp fersmiten, mar de Stichting ‘Brongergea op de Kaert’ hat dit ûntwerp wol oannommen as buorskipswapen. Foar It Wâld is itselde ûntwerp klearlein mei yn it blauwe frijkertier in sulveren leelje, dy’t út it âlde gemeentewapen fan Skoatterlân komt. Dit wapen leit noch ef kes op’e planke. De jachthoarn is it wapen fan it Prinsdom Orange yn Frankryk. Albertine Agnes, prinses fan Oranje, hat hjir yn It Wâld in bûtenpleats boud, dêr’t it doarp nei neamd is. De oranjetûke yn it wapen is in ferdúdsing fan de doarpsnamme.

De broeking fan de f lagge is ûntliend oan it frijkertier yn it wapen. De f lecht hat f jouwer reade banen dy’t de f jouwer buerten yn Brongergea symbolisearje: de Marijke Muoiwei, de Bieruma Oostingweg, de Van Limburg Stirumweg en de Domineesingel. It giel komt út it wapen en symbolisearret de sângrûn.

Wapen en f lagge wurde fêstlein foar de Stichting ‘Brongergea op de Kaert’.Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H., yn oerlis mei de stichting.

Page 139: Genealogysk Jierboek Genealogysk 2018 Jierboek 2018 · 2018. 12. 17. · 12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers

Genealogysk Jierboek 2018

F R Y S K E A K A D E M Y

2017

2016

2015

2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

Genealogysk Jierboek 2018

FR

YS

KE

AK

AD

EM

Y