GEMEENTE HELMOND Collegeprogramma in hoofdzaken en organisatie/College/Collegeprogra… · GEMEENTE...

GEMEENTE HELMOND

Collegeprogrammain hoofdzaken

2006 - 2010“Sociaal en betrokken”

COLLEGEPROGRAMMA IN HOOFDZAKEN

2006 - 2010

“Sociaal en betrokken”

4 april 2006

GEMEENTE HELMOND COLLEGEPROGRAMMA IN HOOFDZAKEN 2006 – 2010 2

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- INHOUDSOPGAVE

Inhoudsopgave Blz. 0 Inleiding 3 Programma 1 Veiligheid en Handhaving 4 Programma 2 Werk en Inkomen 5 Programma 3 Maatschappelijke Dienstverlening, Zorg en Integratie 6 Programma 4 Jeugd en Onderwijs 8 Programma 5 Cultuur 10 Programma 6 Sport en Recreatie 11 Programma 7 Centrumontwikkeling 13 Programma 8 Economisch Beleid en Werkgelegenheid 14 Programma 9 Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting 15 Programma 10 Stedelijke Vernieuwing 17 Programma 11 Mobiliteitsbeleid 18 Programma 12 Beheer Openbare Ruimte 20 Programma 13 Groenvoorzieningen en Natuurbescherming 21 Programma 14 Milieu 22 Programma 15 Bestuur en Organisatie 23


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 0. INLEIDING

0. Inleiding De verkiezing van een nieuwe gemeenteraad en de daarop aansluitende vorming van een nieuw college van burgemeester en wethouders zijn aanleiding voor het opstellen van de hoofdlijnen van beleid voor de komende bestuursperiode 2006 tot 2010. Deze zijn neerge-legd in het voorliggende collegeprogramma. Wij geven dit programma als missie mee: “Sociaal en Betrokken”. Daarmee brengen wij in de eerste plaats tot uitdrukking dat wij de komende vier jaar aan de sociaal-maatschappelijke aspecten van het beleid in brede zin een nieuwe impuls willen geven. In de tweede plaats geven wij ermee aan dat wij als gemeentebestuur in het bijzonder be-trokken willen zijn met het wel en wee van onze stad en zijn inwoners. Graag vertalen wij de-ze betrokkenheid in onze beleidsvoornemens en in de resultaten, die we de komende colle-geperiode wensen te behalen. Ten aanzien van de indeling van het collegeprogramma is gekozen voor de indeling van de programmabegroting in programma’s, zoals deze in de huidige programmabegroting voor het jaar 2006 is opgenomen. Gelijktijdig hebben we daarin een enkele verbetering toegepast, waardoor de indeling beter aansluit bij de praktijk van beleidsvorming en –uitvoering. Con-creet is het onderdeel Maatschappelijke dienstverlening losgemaakt van Sociale Zaken en nu ondergebracht in een programma Maatschappelijke Dienstverlening, Zorg en Integratie. Het oorspronkelijk op zichzelf staande programma inburgering is daarmee ook in dit integrale welzijnsprogramma gepositioneerd. De indeling van het collegeprogramma volgens de programmabegroting heeft het grote voordeel dat er een rechtstreekse vertaling mogelijk is van het collegeprogramma naar de programmabegroting. Dat biedt voordelen in meerdere fasen van de planning- en controlcy-clus. Bij de begrotingsvoorbereiding is een directe koppeling te leggen tussen de voorne-mens van het collegeprogramma en de begrotingsvoorstellen. Bij de evaluatie van de resul-taten is het vervolgens betrekkelijk eenvoudig per programma de stand van zaken te inventa-riseren. Wij hebben overigens de afspraak gemaakt dat wij halverwege de komende bestuursperiode in een zogenaamde “midterm review” de resultaten, die we met ons collegeprogramma beo-gen te bereiken, zullen evalueren. Want het moge evident zijn dat niet alle ambities gelijktij-dig en in de volle omvang gerealiseerd kunnen worden. Alleen al de financiele beperkingen zullen tot nadere afwegingen leiden. De hierna volgende beschrijving per programma begint met een korte introductie, waarin ook de relevantie voor het lokale beleid aan de orde is. Vervolgens komen de belangrijkste maat-schappelijke effecten voor de langere termijn aan de orde. Deze zijn nagenoeg overeenkom-stig aan de maatschappelijke effecten, die in de huidige begroting zijn opgenomen. De ko-mende tijd gaan wij nader bezien in welke mate deze moeten worden aangepast. De aanlei-ding daarvoor is te vinden in het belangrijkste onderdeel van elk programma. Dat is het on-derdeel, waarin wij bij elk programma aangeven wat we bij de komende vier jaar willen gaan doen.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 1 VEILIGHEID EN HANDHAVING

Programma 1 Veiligheid en Handhaving We zullen er de komende jaren gezamenlijk aan werken dat de burgers van onze stad een veiliger gevoel krijgen. De gemeente heeft daarbij de regierol en werkt daarbij met de andere partners in veiligheid. Een goede balans tussen handhaving, repressie waar nodig en zorg waar mogelijk werkt mee aan het aanpakken van problemen en oorzaken en niet alleen aan het bestrijden van de gevolgen. Dit geldt niet alleen voor veiligheidsvraagstukken, maar ze-ker ook voor leefbaarheidvraagstukken. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Het vergroten van de bewonersbetrokkenheid bij veiligheid. 2: Het verminderen van criminaliteit. 3: Het verminderen van overlast. 4: Het vergroten van het veiligheidsgevoel van ouderen . 5: Het verminderen van veiligheidsrisico’s voor de jeugd. 6: Een brandveiliger gebruik van inrichtingen. 7: Minder slachtoffers en schade ten gevolge van calamiteiten en ongelukken. Daarvoor gaan we het volgende doen • Het verbeteren van de veiligheidsbeleving is vooral gebaat bij meer preventie. Het veilig-

heidsbeleid moet met name het accent leggen op preventie, bewustmaking en eigen ver-antwoordelijkheid van jeugd en ouders, waarbij tevens een rol is weggelegd voor de jeugdzorg, het jeugdbeleid, de verslavingszorg en het onderwijs. Er zijn goede na te vol-gen praktijkvoorbeelden waarin scholen en jongeren gezamenlijk uitvoering geven aan toezicht en opvang op en rond de school, zowel voorschools, tussenschools als na-schools.

• Het toezicht op straat zal de komende jaren moeten toenemen, onder andere door het uitbreiden van het aantal stadswachten en de Wet bestuurlijke boetes. Als het nodig is, moeten alle stadswachten handelend kunnen optreden (BOA bevoegdheid).

• Wij willen cameratoezicht waar dat nodig is, binnen de grenzen van bescherming van pri-vacy. Zo mogelijk wordt dit toezicht gecombineerd met een geluidsdetector, zodat bij ui-tingen van geweld de meldkamer adequaat wordt gealarmeerd.

• Regelovertredend gedrag is sterk geconcentreerd bij een beperkte groep van zogeheten veelplegers. Voor deze groep is een andere, hardere aanpak noodzakelijk.

• Wij sluiten aan bij de innovatieve aanpak van de veiligheid in Helmond door de ontwikke-ling van een Veiligheidshuis.

• Door middel van preventie en voorlichting wordt gewezen op de gevaren van drugs, alco-hol en gokken.

• Een daadkrachtige aanpak van huiselijk geweld, door politie en andere handhavers, zal leiden tot een duidelijke vermindering.

• Er is aandacht voor de verkeersveiligheid door toepassing van de juiste fysieke verkeers-maatregelen en bewonersvoorlichting.

• Het vergroten van de bewonersbetrokkenheid door het gebiedsgericht aanpakken van vei-ligheidsproblemen levert een positieve bijdrage aan de verbetering van de veiligheid. Vei-ligheidsinitiatieven van bewoners zoals buurtpreventieprojecten verdienen dan ook steun en middels klankbordgroepen wordt het veiligheidsbeleid dichter bij de burger gebracht.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA2 WERK EN INKOMEN

Programma 2 Werk en Inkomen Het belangrijkste streven blijft dat mensen zo lang mogelijk actief op de arbeidsmarkt en in de samenleving zijn. Dat gebeurt niet vanzelf. Wij kiezen voor een sociaal beleid dat active-rend is voor wie nog kan werken en toereikend is voor wie dat niet meer kan. Het vraagt om een resultaatgerichte dienstverlening en een verandering in de samenleving zelf. Talenten van burgers, werknemers en vrijwilligers, blijven nog te vaak onbenut. Door deze zichtbaar te maken en te erkennen is veel winst te behalen voor de individuele burger zelf, voor de ar-beidsmarkt en voor de Helmondse samenleving. Ook in het armoedebeleid staat het stimule-ren van de deelname van mensen aan betaalde en onbetaalde arbeid en aan de samenle-ving centraal. Maar dat is niet voldoende. Inkomensondersteuning en schuldhulpverlening zijn onmisbaar in de strijd tegen de armoede. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn

Meer Helmonders voorzien in hun eigen levensonderhoud. Meer mensen werken, minder mensen zijn afhankelijk van een uitkering. Daarvoor gaan we het volgende doen • Het reïntegratiebeleid van de gemeente wordt afgestemd op de “werkladder”. Hierbij krij-

gen bijstandsgerechtigden een aanbod tot (vrijwilligers-)werk met daarnaast begeleiding, training en scholing. Dit kan zijn met behoud van uitkering, maar bij voorkeur zal het een betaalde baan zijn (eventueel met loonkostensubsidie). Mensen met een uitkering moeten op hun eigen verantwoordelijkheid worden aangesproken en in principe algemeen geac-cepteerde arbeid aanvaarden. Om dit te kunnen realiseren zullen ook de randvoorwaar-den om te kunnen werken actief worden ingevuld, zoals kinderopvang, vervoer e.d. Ook zal waar mogelijk en verantwoord thuiswerken worden gestimuleerd. In het kader van het reïntegratiebeleid dient vrijwilligerswerk door moeilijk bemiddelbare werkzoekenden gestimuleerd te worden. Bij toekenning van de vrijwilligersvergoeding zal maatwerk worden toegepast, waarbij ook de duur van de vergoeding geregeld wordt. Bij een vergoeding van vrijwilligerswerk moet terugkeer naar betaald werk wel lonend blijven.

• Reïntegratieprojecten zoals Helmond Actief en Direct Werk zullen worden voortgezet en zo mogelijk uitgebreid.

• Het reïntegratiebeleid wordt jaarlijks getoetst op prestaties en kosten en in de desbetref-fende commissie besproken.

• Wij zorgen voor heldere manieren van voorlichting over mogelijkheden van financiële bij-stand, kwijtschelding van heffingen en schuldhulpverlening. De mensen, die hiervoor in aanmerking komen, worden opgezocht en worden op die manier geïnformeerd over de mogelijkheden. Bij jongeren moet de aandacht vooral uitgaan naar het voorkomen van schulden.

• De wachtlijsten van de budgetwinkel en schuldhulpverlening worden zo veel mogelijk weggewerkt. Aanvragen worden binnen twee maanden in behandeling genomen.

• Wij willen vooral voor mensen, die langdurig op een minimum zijn aangewezen, de voor-zieningen nog beter inzetten.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 3 MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING, ZORG EN INTEGRATIE

Programma 3 Maatschappelijke Dienstverlening, Zorg en Integratie Zorg en welzijn dienen toegankelijk en betaalbaar te blijven voor alle burgers. Uitgangspunt voor het beleid is dat ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk in hun huidige woonomge-ving kunnen blijven wonen. Dit vergt een grote inspanning. Ook de nieuwe wet Wet Maat-schappelijke Ondersteuning (WMO) zal veel veranderingen met zich meebrengen. Samen leven is iets anders dan langs elkaar heen leven. Wij willen waar mogelijk activiteiten ondersteunen en bevorderen, die wijk- of stadsgebonden plaatsvinden om alle Helmonders meer te betrekken bij onze stad en onze stadsgenoten. Integratie vergt acceptatie van de ander en duidelijkheid over de gehanteerde waarden en normen in deze samenleving. Hierbij moeten we wel stil staan bij de spanningen in de sa-menleving, die een bedreiging vormen om het samen leven beter te maken. Dat vraagt van partners, betrokken in het sociaal debat, extra inzet om het contact tussen mensen met een uiteenlopende culturele achtergrond te versterken. De eigen verantwoordelijkheid tot inbur-geren is daarbij een uitgangspunt. De belangrijkste maatschappelijke effecten die we nastreven zijn 1: Meer sociale participatie, integratie en gedeelde verantwoordelijkheid. 2: Ouderen, gehandicapten en burgers in een achterstandssituatie zijn meer zelfredzaam. 3: Effectiever functioneren van allochtonen, hetgeen blijkt uit een grotere participatie in de

samenleving. Daarvoor gaan we het volgende doen • De komende tijd zullen wij ons inspannen om tot een intensivering van het welzijnspro-

gramma te komen. • Vrijwilligerswerk vormt het cement van onze samenleving. De gemeente stimuleert het

vrijwilligerswerk in het algemeen en daarbij met name ook de mantelzorg. • In het kader van de invoering van de WMO delen we Helmond in in zogeheten woonservi-

cezones, waarbinnen een minimaal pakket van voorzieningen voor zorg en welzijn wordt georganiseerd en – voorzover de gemeentelijke verantwoordelijkheid strekt - gegaran-deerd. Daarbij wordt uitdrukkelijk gewerkt onder de regie van de gemeente vanuit een ke-tenbenadering en is er altijd voor elke zorgvragende burger één persoon (casemanager) aanspreekbaar en verantwoordelijk voor de afstemming van de zorg.

• Senioren dienen zelfredzaam te kunnen zijn. Dit betekent onder meer voor ouderen be-reikbare voorzieningen met voldoende zorgplaatsen.

• De toegang tot voorzieningen voor de burger die zorg nodig heeft dient overzichtelijk en laagdrempelig te zijn.

• Er dienen voldoende beschermde woonvormen beschikbaar te zijn. • Binnen de kaders van de WMO zoeken we naar mogelijkheden om burgers gebruik te la-

ten maken van persoonsgebonden budgetten. Bij de beleidsrealisatie staan de continuïteit en kwaliteit van de voorzieningen centraal.

• Wijkcentra kunnen vaker en intensiever worden gebruikt; wij willen dat in 2010 het beheer nog beter is en de gemiddelde bezettingsgraad aanzienlijk is verhoogd. De wijkaccommo-daties zullen ook nadrukkelijker worden ingezet bij de invoering van de woonservicezones in het kader van de WMO.

• Activiteiten voor en activering van mensen met een beperking zullen wij stimuleren. • Om de groeiende problematiek in de maatschappelijke opvang/verslavingszorg het hoofd

te kunnen bieden en overlast voor burgers te voorkomen volgen we het traject van 24-uursopvang op de voet. Zonodig zullen wij als vervolg daarop met passende aanvullings-maatregelen komen.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 3 MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING, ZORG EN INTEGRATIE

• Wij willen een actieprogramma om vooral op wijkniveau contacten tussen mensen met een diverse culturele achtergrond te stimuleren, zulks in het kader van de subsidierege-ling integratieactiviteiten.

• Wij gaan concrete afspraken maken met alle partijen in onze stad die een rol kunnen en moeten spelen om radicalisering tegen te gaan en verdraagzaamheid en dialoog te be-vorderen.

• Wij zullen allochtoon ondernemerschap en actieve participatie van allochtonen in het vrij-willigerswerk stimuleren.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 4 JEUGD EN ONDERWIJS

Programma 4 Jeugd en Onderwijs In het Integraal Jeugdbeleid is gekozen voor een verschillende aanpak per leeftijdscategorie. Helmond zet in op alle jongeren in de leeftijd van 0 tot en met 23 jaar, maar onze inspannin-gen variëren per leeftijdscategorie en in tijd. De komende jaren vindt een verschuiving plaats van preventief jeugdbeleid naar de jonge leeftijdscategorie van 0 tot 13 jaar. Insteek van het Integraal Jeugdbeleid is om jongeren vanaf 12 jaar en ouder een aantrekkelijke stad te bie-den en hen duurzaam te binden aan Helmond. Dit sluit aan bij de prioriteiten uit de Stads(re)visie. Wij willen dat álle jongeren tot 23 jaar op school zijn of aan het werk zijn. Om zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie te laten halen, is het van groot belang jongeren in het onder-wijs beter aan te spreken. Dat kan met boeiende projecten, die ze nieuwsgierig maken, die ze uitdagen op hun talenten en die ze keuzes leren maken. Vaak is het voor leerlingen beter dat scholen niet te groot en massaal worden en aansluiten bij hun maatschappelijke omge-ving. Dat kan in vele vormen, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van brede scholen, alert zijn op schoolverzuim, integratie van peuterspeelzaalwerk in het onderwijs, of door de betrok-kenheid van het bedrijfsleven bij het onderwijs ( b.v. stageplaatsen, praktijkcentra). Door uit-breiding van zowel MBO- als HBO-opleidingen kan de aansluiting van de Helmondse jeugd op de arbeidsmarkt worden vergroot. Door het aantrekken van nieuwe HBO-opleidingen kan eveneens een einden komen aan de zogenaamde braindrain. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Meer zelfstandige en volwaardig participerende burgers. 2: Meer jongeren blijven (langer) in Helmond wonen, omdat Helmond aantrekkelijk is voor

jongeren op het gebied van vrijetijdsbesteding en (beroeps)opleidingen, veiligheid, inbur-gering, cultuur, sport en recreatie, zorg en volksgezondheid en economisch beleid en werkgelegenheid.

Daarvoor gaan we het volgende doen • Wij willen in Helmond de positie van de verticale beroepskolom VMBO/MBO/HBO ver-

sterken, niet alleen door meer doorlopende leerlijnen te realiseren, maar ook door deze in Helmond aan te bieden (onder andere op het gebied van de foodsector). Hiertoe willen we ook meer samenwerkingsrelaties tussen MBO en HBO tot stand brengen. Wij spannen ons sterk in om nieuwe HBO-opleidingen naar Helmond te krijgen.

• Meer jongeren in Helmond moeten een startkwalificatie verwerven. Dit vraagt intensive-ring van het beleid inzake voortijdig schoolverlaten en bestrijding van de jeugdwerkloos-heid. Het vraagt ook om meer prestatieafspraken met het bedrijfsleven, meer inzet van uitkeringsgeld om het voor bedrijven aantrekkelijker te maken jongeren te begeleiden, meer stages, leerbanen, werkervaringsbanen, praktijkleerplaatsen, bij- en herscholing.

• De samenwerking tussen de professionals, die met jeugd werken, moet beter. Versterking van de keten staat daarbij voorop.

• De gemeente regisseert de samenwerking tussen onderwijs en maatschappelijke instel-lingen zodat er een passend aanbod ontwikkeld wordt. Zij vervult ook een regierol bij het stimuleren van maatschappelijke netwerken rond het onderwijs.

• We voeren een sluitend volgsysteem in voor jeugdigen van 0 tot 23 jaar. De gemeente in-vesteert samen met het onderwijs in een echt sluitende aanpak, waarbij elke jongere, die voortijdig uitvalt of dreigt uit te vallen, wordt opgepakt in een traject gericht op het behalen van een startkwalificatie en/of begeleiding naar werk. Werkloze jongeren zonder startkwa-lificatie moeten onderwijs gaan volgen of instromen in een reïntegratietraject, met als sanctie het korten op de uitkering.

• We maken een plan voor de verdere ontwikkeling van brede basisscholen in Helmond. We zetten daarbij in op het versterken van de keten op het gebied van jeugd en onderwijs


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 4 JEUGD EN ONDERWIJS

binnen de Brede School waarbij het multifunctionele gebruik van voorzieningen in de wijk centraal staat.

• Met betrekking tot de verdere professionalisering van het peuterspeelzaalwerk zijn meer-dere opties mogelijk; al dan niet onder aansturing door het onderwijsveld. Bij de uiteinde-lijke keuze zullen de uitkomsten van de pilots in Noord en Brandevoort richtinggevend zijn.

• We gaan samen met de scholen in het onderwijs -in casu het Overlegplatform Helmondse Schoolbesturen- afspraken maken over de lokale educatieve agenda. Tevens ontwikkelen we in overleg met dit platform een integraal huisvestingsplan. Daarbij is de invalshoek dat achterstanden worden ingelopen.

• Het schoolzwemmen is afgeschaft. We zullen in aansluiting op de Rijksregeling een voor-stel ontwikkelen om een vangnetregeling toe te passen op kinderen, die hierdoor niet le-ren zwemmen.

• Een “tien-kansen kaart” voor jongeren ontwikkelen, gericht op het ontwikkelen van eigen mogelijkheden (werk-cultuur-sport).


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 5 CULTUUR

Programma 5 Cultuur Het is onze taak te zorgen voor lokale culturele voorzieningen. Daarbij gaat het om een breed aanbod en een goede toegankelijkheid en kwaliteit. De culturele centrumfunctie van Helmond wordt versterkt en kwalitatief verbreed zodat de stad voor zowel jong als oud een grotere aantrekkingskracht krijgt. Mede middels het cultuurbeleid kan de sociale participatie worden gestimuleerd. Cultuur is ook een broedplaats voor economische activiteit en het zout in de pap van het vestigings-klimaat van Helmond. Als trekpleister voor toerisme zal Helmond zich in de toekomst scherper profileren. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Meer bekendheid met aspecten van cultuur(historie) en kunst. 2: Een groter cultuurbereik (actieve en passieve participatie). 3: Een sterkere culturele identiteit van de stad. Daarvoor gaan we het volgende doen • Het programma Kunst- en Cultuur blijft op niveau, inclusief een indexering van de subsi-

dies. • Voortzetting van beleid van de Cultuurimpuls Openbare Ruimte. Een blijvende subsidië-

ring van de amateurkunst en wijkevenementen. • We willen de mogelijkheden voor jongeren vergroten om zich te oriënteren op het gebied

van kunst en cultuur en het stimuleren van hun betrokkenheid bij het organiseren van cul-turele activiteiten en kleine evenementen.

• Plato dient weer een echt poppodium te worden en aan te sluiten bij de behoefte van de Helmondse jongeren.

• De professionele ondersteuning van het Filmhuis blijft op niveau. • Binnen afzienbare tijd zijn alle Helmondse subsidieregelingen te vinden op de website van

de gemeente. Iedereen kan zo snel en eenvoudig te weten komen voor welke subsidie men in aanmerking komt en op welke wijze die aangevraagd kan worden.

• Uiterlijk in 2007 wordt gestart met de nieuwbouw van de Bibliotheek (inclusief steunpunt voor het Historisch Archief) in het centrum.

• In 2007 heeft de gemeentelijke orgelcollectie een nieuw onderkomen. • We investeren in een levensvatbare toekomst van het Speelhuis. Het Speelhuis blijft zich

richten op een breed publiek en met een steeds aansprekende en afwisselende pro-grammering zal een nog betere bezettingsgraad worden bereikt.

• Het Industriële erfgoed en het Gemeentemuseum verdienen een speciale plaats in het cultuurbeleid met als doel de opwaardering van de identiteit van Helmond en het inpassen van het cultuurbezit in de toeristische uitstraling van Helmond.

• Cultuuroverdracht door ouderen wordt gestimuleerd in de vorm van stadsgidsen, die stadswandelingen gaan verzorgen.

• Er komt meer aandacht voor monumentale panden en de mogelijkheid tot aanlichten van deze panden.

• We blijven kwalitatief hoogstaande evenementen ondersteunen zoals Jazz in Catstown, Artimond, de Warandeconcerten en de Kasteeltuinconcerten.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 6 SPORT EN RECREATIE

Programma 6 Sport en Recreatie Sport is gezond, niet alleen voor de burger, maar ook voor de samenleving, waarin sociale cohesie actief moet worden bevorderd. Actieve sportbeoefening blijft in Helmond nog achter bij het landelijke gemiddelde. De vraag naar bindende elementen in een naar samenhang zoekende maatschappij is effectief te beantwoorden door het verstevigen en uitbouwen van onze Helmondse verenigingen en stichtingen. Wij erkennen het belang van breedtesport én topsport in onze stad, waarbij vooral de breedtesport om gemeentelijke stimulansen vraagt. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Meer inwoners van Helmond kunnen, georganiseerd of ongeorganiseerd, naar eigen

keuze en overeenkomstig hun aanleg en mogelijkheden op verantwoorde wijze sport en recreatie bedrijven.

2: Voor speciale doelgroepen zoals ouderen, gehandicapten en jeugd zijn meer activiteiten-mogelijkheden aanwezig om deze groepen te stimuleren tot deelname aan sport- en be-wegingsactiviteiten.

3: Beter kwantitatief en kwalitatief aanbod van toeristisch-recreatieve voorzieningen. Daarvoor gaan we het volgende doen • Verenigingen en stichtingen die zich onderscheiden in de bevordering van de sociale co-

hesie krijgen extra steun door de inzet van activiteitensubsidies. • We stimuleren sportbeoefening door de jeugd en mensen met lichamelijke en/of verstan-

delijke beperkingen. Het stimuleren van sportbeoefening door de jeugd in de leeftijdscate-gorie van 4 tot 19 jaar sluit uitstekend aan bij de doelstellingen van het integraal jeugdbe-leid.

• De deelname van vrijwilligers in sportorganisaties en –evenementen wordt gestimuleerd. • De gemeente vervult een rol als intermediair bij het scholen van het bestaande kader en

bij het vinden van nieuw kader (o.a. actieve rol van de Vrijwilligerscentrale, Raad voor de Sport en koepelorganisaties).

• De gemeentelijke sportvoorzieningen moeten van goede kwaliteit, laagdrempelig en soci-aal veilig zijn. Dit vereist zowel investeringen als goed beheer. Aan de gebruikers (zowel clubs als individueel) van sportvoorzieningen mag een redelijke bijdrage worden ge-vraagd.

• De buitensportaccommodatie in Brandevoort wordt de komende jaren verder uitgebreid. • De komende periode wordt in Brouwhuis een nieuw sportpark gerealiseerd. • De bouw van een grote nieuwe sporthal is onderdeel van het eerste deelplan in Suytka-

de. De mogelijkheid om een wedstrijdturnhal in Suytkade te bouwen wordt de komende periode nader bekeken.

• De komende periode zal meer duidelijkheid ontstaan over de toekomstige ontwikkeling van de publieke zwemaccommodatie in Helmond. Hiervoor worden meerdere varianten naast elkaar gezet en bezien welke oplossing het meest geschikt is voor de inwoners van Helmond.

• Wij verlenen medewerking aan (ver)bouwplannen voor een nieuw stadion voor Helmond Sport, elders in de stad mits dit geen geld uit de gemeentebegroting vraagt.

• Als dragers van nieuwe werkgelegenheid willen wij het toerisme, de recreatie, de vrije-tijdseconomie en creatieve industrie stimuleren.

• We streven ernaar een impuls te geven aan het gebruik van het kanaal voor recreatie, bij-voorbeeld ten behoeve van rondvaarten/kanovaarten, een aanlegsteiger voor de plezier-vaart en de realisatie van een passantenhaven bij Suytkade. De realisatie is mede afhan-kelijk van de oplossing van de problematiek rond sluis 7 en 8.

• Bij de planontwikkelingen rond Berkendonk wordt de vrije toegankelijkheid voor een deel van de plas gewaarborgd.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 6 SPORT EN RECREATIE

• De verblijfsmogelijkheden in de stad dienen te worden verbeterd door de hotelaccommo-datie in Helmond uit te breiden.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 7 CENTRUMONTWIKKELING

Programma 7 Centrumontwikkeling In de Stadsrevisie Helmond 2015 hebben we afgesproken dat Helmond moet doorgroeien tot een volwaardige, complete centrumstad met een volledig voorzieningenpakket. Met de reali-satie van de centrumplannen moet Helmond een aantrekkelijk centrum worden met voorzie-ningen, die interessant zijn voor de Helmondse burger, maar ook inwoners uit het stedelijk gebied (westkant) en De Peel (oostkant). De uitbreiding van de detailhandel en de verhoging van de aantrekkelijkheid van het centrum zullen resulteren in een hogere koopkrachtbinding. Ook hierdoor ontstaat een positief vliegwieleffect op het centrum. In de centrumontwikkeling zijn kleinschaligheid en ´de menselijke maat´ belangrijke kwaliteiten. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Versterken van de stedelijke en regionale concurrentiekracht/ aantrekkingskracht van het

centrum door middel van het vergroten van het voorzieningenapparaat. 2: Vergroten van de werkgelegenheid in het centrum. 3: Versterken van de woonkwaliteit en woningvoorraad. 4: Vergroten van de leefbaarheid en veiligheid in het centrum. 5: Verbeteren verblijfsklimaat / ruimtelijke kwaliteit bestaand centrum. Daarvoor gaan we het volgende doen • In het perspectief van de Stads(re)visie Helmond 2015 zullen we doorgaan met het ont-

wikkelen van een kwalitatief hoogstaand en compleet stadscentrum. • Door de realisatie van de centrumplannen moet Helmond een aantrekkelijke stad voor

consumenten zijn, hetgeen tevens de werkgelegenheid in het centrum versterkt. • De gemeente streeft naar een goede bereikbaarheid van het centrum en draagt zorg voor

voldoende en kwalitatief goede parkeergelegenheden. • Wonen in het centrum en boven winkels zal worden gestimuleerd, zodat het straatbeeld

na winkelsluiting levendiger wordt. Waar mogelijk zal daarbij ruimte worden gemaakt voor betaalbaar wonen, bijvoorbeeld voor jongeren en ouderen.

• De ontwikkeling van het stadscentrum vraagt om het opzetten van een goed marketingbe-leid gericht op het ‘Product Stad Helmond’ en daarbinnen meer specifiek op het ‘Cen-trumproduct’.

• We willen een goed opererend centrummanagement blijven faciliteren in een goede sa-menwerking en gedeelde verantwoordelijkheid met de organisatie(s) van ondernemers.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 8 ECONOMISCH BELEID EN WERKGELEGENHEID

Programma 8 Economisch Beleid en Werkgelegenheid Met de aanduiding als Brainport wordt de economische kracht van de regio Zuidoost-Brabant door het kabinet erkend. Samen met andere partijen, kennisinstellingen en bedrijfsleven moet Helmond die eenmalige kans grijpen om de bedrijvigheid en werkgelegenheid te reali-seren. Het is immers belangrijk dat Helmond zich in deze goed positioneert in de regio. Vooral in de sectoren ‘automobiel, voedsel en ontwerp industrie’ (automotive, food, design) zien wij kansen! Het creëren en behouden van werkgelegenheid is één van de voornaamste doelstellingen. Op lokaal niveau moet de gemeente zich vooral richten op een goed investe-ringsklimaat en gunstige vestigingsvoorwaarden. Wij willen blijvende aandacht voor het stimuleren van een verdere overgang (transitie) van een traditionele naar een kennisintensieve, innovatieve, maakindustrie. Hierdoor zal ook een stuwende werking op de zakelijke dienstverlening ontstaan. Verder is het zaak hierbij met het onderwijs op aan te sluiten, opdat de groei van de werkgelegenheid een extra positieve im-puls krijgt. Ook doen zich hierbij kansen voor in het versterken van de centrumfunctie voor de Peel. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Meer evenwichtige ontwikkeling tussen beroepsbevolking en werkgelegenheid. 2: Een beter vestigingsklimaat en een sterkere economische concurrentiepositie. 3: Een sterker centrum- en werkgelegenheidsfunctie. Daarvoor gaan we het volgende doen • Het in gang gezette “Versnellingsprogramma Werkgelegenheid” zal daadkrachtig worden

gerealiseerd en waar nodig aangevuld. • Prioriteit ligt voor ons bij het stimuleren van duurzame bedrijvigheid en werkgelegenheid

door innovatie, niet alleen in de maakindustrie maar ook in zakelijke dienstverlening en in de zorg. Het is van groot belang om gezamenlijk activiteiten te ontplooien met het stedelijk gebied Eindhoven en de Peelgemeenten.

• Bij innovatie moeten we vooral voortbouwen op waar de regio sterk in is – maakindustrie, handel, automotive, mechatronica, food, design en ICT – om vanuit (een combinatie van) deze sterktes de innovatie in het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) te bevorderen en nieuwe markten te openen.

• Helmond moet regionale initiatieven stimuleren, omdat werkgelegenheid voor Helmondse burgers ook buiten de stad ligt. Activiteiten van NV Rede en programma Horizon, dat naar verwachting zal overgaan in het uitvoeringsorgaan Brainport, - bijvoorbeeld op het terrein van starters - worden krachtig ondersteund.

• Het strategisch arbeidsmarktbeleid zal verder worden ontwikkeld, waarbij de invalshoek is dat onderwijs nauwer aansluit bij de vraag uit het bedrijfsleven.

• De gemeente onderhoudt o.a. actief de relatie met het bedrijfsleven (inclusief het Midden- en Kleinbedrijf en de detailhandel) en participeert, waar gewenst, actief in overlegstructu-ren.

• De gemeente zet vol in op de acquisitie van nieuwe bedrijvigheid. • Op het terrein van de wijkeconomie verdient de combinatie van winkelvoorzieningen met

publieke voorzieningen, in het bijzonder op het terrein van zorg, de aandacht. • Het bedrijventerrein Hoogeind is op sommige plaatsen verouderd. De herstructurerings-

opgave voor dit gebied wordt de komende periode voortvarend opgepakt, zodat voor 2010 de eerste verbeteringsprojecten (revitalisering) zijn uitgevoerd.

• Voor bestaande en nieuwe bedrijventerreinen zijn wij voorstander van het organiseren van parkmanagement op de bedrijventerreinen in samenwerking met het bedrijfsleven.

• Vanaf 2007 wordt het businesspark Brandevoort in ontwikkeling genomen.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 9 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING

Programma 9 Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting Helmond is de afgelopen jaren fors gegroeid. Die groei is gecombineerd met een winst aan ruimtelijke kwaliteit. Een beheerste doorgroei is wenselijk maar moet afgestemd worden op de behoeften van burgers en bedrijven en op de kwetsbaarheid van natuur en milieu. Ruimte is een schaars goed en daarom streven we naar een goede balans tussen de ruimtelijke economische structuur, de volkshuisvesting, water en natuur door middel van het combine-ren van functies, efficiënt ruimtegebruik en waar nodig transformaties. Daarnaast willen we eraan werken dat er in de stad een goede balans in de woningvoorraad is en blijft. Zodanig dat er voor alle woonwensen een behoorlijk aanbod is van en keus is aan woningen, met een goede spreiding over de stad en in de wijken. Hierop dienen nieuwbouw en renovatieprogamma’s te zijn afgestemd. Waar tekorten zijn, moet de productie worden opgevoerd. Waar vernieuwing nodig is, moet dit voortvarend worden aangepakt. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. 2: Een beter en gedifferentieerder aanbod van ruimte voor woningen, voorzieningen, bedrij-

vigheid, groen en recreatie. 3: Meer flexibiliteit en rechtszekerheid voor de burger door ondermeer een actueel ruimtelijk

beleid en instrumentarium. Daarvoor gaan we het volgende doen • Ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de stad heeft een aantal plannen met steun

van de gemeenteraad vorm gekregen. Deels zijn deze thans ook al in uitvoering. Wij zul-len de verdere realisatie van deze plannen, waarbij we met name doelen op Brandevoort, Binnenstad-Oost, Centrum, Suytkade, Groene Loper en Stiphout, de komende jaren voortzetten.

• Voorts zetten wij met het oog op de toekomst in op de planvorming voor de stedelijke ontwikkelingen aan de zuidkant van de stad richting A67 ter realisatie van nieuwe woon-gebieden en bedrijventerreinen, Lungendonk en Diesdonk.

• Het aanleggen van hoogwaardige nieuwe en het revitaliseren van bestaande bedrijventer-reinen is noodzakelijk in verband met de toekomstige economische ontwikkeling van Hel-mond en haar inwoners. De bedrijvenlocaties Brandevoort en BZOB krijgen prioriteit. Een beheerste groei van nieuwe bedrijvenlocaties binnen Zuidoost-Brabant vraagt overigens om coördinatie op regionale schaal.

• De onderlinge en complementaire relatie tussen het centrum en Suytkade dient te worden versterkt door zowel het verbeteren van de bereikbaarheid van het stationsgebied als een kwaliteitsimpuls van het station zelf. Voor dit traject krijgt het binnenhalen van externe co-financieringsmiddelen hoge prioriteit.

• Het beleid, waarbij indien nodig een actieve grondpolitiek bedreven wordt en waarbij de gemeente met marktpartijen samenwerkt om politiek en maatschappelijk gewenste (her)ontwikkelingsinitiatieven tot stand te brengen, zetten wij voort.

• De sterke positie op de woningmarkt moeten we de komende jaren benutten om wijken een gedifferentieerdere opbouw te geven naar leeftijd en inkomen en wijken toe te rusten voor de uitdagingen op het terrein van zorg en welzijn.

• Bij de realisatie van het woningbouwprogramma zetten wij de komende collegeperiode in op een gemiddelde woningproductie van 700 te bouwen nieuwbouwwoningen per jaar. Binnen dit totaal aantal wordt het aantal per jaar te bouwen sociale huurwoningen afge-stemd op ontwikkeling van de gemiddelde wachttijd van ingeschreven woningzoekenden. Wij willen de gemiddelde wachttijd voor starters op de woningmarkt beperken tot maxi-maal één jaar. Afhankelijk van het feitelijke verloop van het woningzoekendenstand en de gemiddelde wachttijd, en gelet op het feit dat er in 2006 meer dan 400 corporatiewonin-


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 9 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING

gen zullen worden opgeleverd, gaan wij er bij de woningbouwplanning voor de komende vier jaar vanuit dat het aantal te bouwen woningen in de sociale huursector minimaal 150 en maximaal 300 woningen per jaar zal bedragen.

• Binnen de beleidskaders, die gelden voor Rijk, gemeenten en corporaties dragen wij er zorg voor dat er in de bestaande woningvoorraad voldoende woningen voor de doelgroep beschikbaar blijven.

• Helmondse burgers moeten zo lang als maar mogelijk is in hun wijk kunnen blijven wo-nen. Dit vraagt wel om een woningvoorraad die hierop is aangepast. Niet via grootschali-ge complexen, maar via kleinschalige arrangementen op de ‘menselijke maat’ van de wijk.

• Wij zullen in overleg met de corporaties twee keer per jaar een rapportage over de ont-wikkeling van de woonruimteverdeling bespreken in de commissie Wonen en de betrok-ken raadscommissie.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 10 STEDELIJKE VERNIEUWING

Programma 10 Stedelijke Vernieuwing De wijk Binnenstad moet een leefbare wijk worden waar de kwaliteit van de fysieke omge-ving mede een impuls vormt voor een andere sociaal-economische opbouw. Datzelfde geldt op termijn voor de wijk Helmond-West. Daarbij vraagt versterking van de kwaliteit en leef-baarheid van wijken en buurten om een sterke betrokkenheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers. Bij het proces van herstructurering zijn actieve, aanspreekbare partners, zoals corporaties, politie, welzijn- en maatschappelijk werk onmisbaar. Uiteindelijk is stedelijke vernieuwing alleen zinvol, indien deze een kwaliteitsverhogend resultaat brengt. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Wegwerken van achterstandsituaties in wijken. 2: Verbeteren van de woningvoorraad en betere balans tussen vraag en aanbod op gebied

van wonen. 3: Verbetering van het woonklimaat. Daarvoor gaan we het volgende doen • Inzet is om de herstructurering in de wijk Binnenstad rond 2010 af te ronden. • Vanaf 2007 wordt op basis van het in ontwikkeling zijnde wijkplan Helmond-West verder

ingezet op een vernieuwing in deze wijk. • Eveneens wordt het beleid voortgezet dat in herstructureringswijken gebouwen met een

monumentenstatus of elementen met een cultuurhistorische waarde getoetst dienen te worden op de haalbaarheid om deze te behouden.

• Bij de herstructurering vindt ook verbetering plaats van de maatschappelijke voorzienin-gen, onder andere door het bundelen van functies zoals multifunctionele gebouwen als de brede school waar kinderopvang, peuterspeelzaal, school, buitenschoolse opvang, wijk-huis en gezondheidsvoorzieningen onder één dak worden gebracht.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 11 MOBILITEITSBELEID

Programma 11 Mobiliteitsbeleid Helmond heeft van oudsher een centrale ligging met goede trein-, water- en wegverbindin-gen. Tegelijkertijd zijn er knelpunten, het doorgaande verkeer en het interne verkeer zitten elkaar in onze stad te veel in de weg. Driekwart van alle verplaatsingen is korter dan 7,5 km. Ook vanwege de luchtkwaliteit moet de prioriteit zijn dat doorgaand verkeer zoveel mogelijk uit het centrum van de stad wordt geweerd. Er is een gedegen aanpak nodig om ervoor te zorgen dat Helmond de komende jaren bereikbaar blijft, terwijl zowel de stad als ook het ver-keer blijven groeien (grotere mobiliteitsbehoefte). Ook voor de verdere economische ont-wikkeling en positionering binnen de brainport regio Zuidoost-Brabant en als centrum voor de food- en agrofoodindustrie van de Brabantse en Limburgse Peel, Venlo en Noordoost-Brabant, is een goede bereikbaarheid noodzakelijk. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn

1: Adequate, betrouwbare en veilige verkeersverbindingen voor de diverse vervoersmodali-

teiten van, naar en binnen Helmond mede ten behoeve van de doorgroei van de stad. 2: Betere en veiligere parkeer- c.q. stallingmogelijkheden voor fiets en auto. Daarvoor gaan we het volgende doen • Omwille van de ontlasting van de Helmondse wegen door het doorgaande verkeer en

omwille van een verbetering van de bereikbaarheid van de stad dient de regionale ontslui-ting van het wegverkeer beter geregeld te worden. Samen met andere belanghebbenden zoals het SRE en het bedrijfsleven zullen wij ons hiervoor maximaal inspannen en provin-cie en Rijk aansporen om middelen beschikbaar te stellen.

• In het in Verkeers- en Vervoersplan krijgen in het interne verkeer de fietsers, de voetgan-gers en het openbaar vervoer ruim baan.

• Het vorig jaar vastgestelde fietsbeleidsplan is de basis voor maatregelen, die in een jaar-lijks actieprogramma worden opgenomen.

• De komende jaren wordt het aantal fietsenstallingen en -rekken in het stadscentrum uit-gebreid. Daarbij wordt de lijn vastgehouden, dat de bewaakte fietsenstallingen gratis blij-ven.

• In de stad kiezen wij voor Dynamisch Verkeersmanagement, d.w.z. een betere doorstro-ming van het verkeer wordt mogelijk door andere en “slimme” verkeerslichten te plaatsen. Waar dat een betere oplossing geeft, worden rotondes aangelegd.

• Eind 2006 zullen we met een voorstel komen over een mogelijke tweede ontsluitingsweg voor Stiphout.

• Voor een goede bereikbaarheid van het centrum per auto zal er de komende periode overeenkomstig de centrumplannen een nieuwe ondergrondse parkeervoorziening wor-den gebouwd . Daarnaast zullen we voor de bewoners in en rond het centrum streven naar voldoende vergunninghoudersplaatsen.

• Eind 2006 zal het station Brandevoort-NS klaar zijn, zodat hier vanaf 2007 treinen stop-pen.

• Het Station Helmond Centraal moet worden opgeknapt, o.a. met betere fietsenstallingen, het realiseren van een passerelle (voetgangersbrug) en een zuidelijke toegang (kant En-gelseweg).

• Wij zullen ons inspannen om het goederenvervoer uit het centrum en de woonomgeving te weren.

• Wij zullen in overleg treden met het SRE als bevoegd gezag over de verbetering van het lokale openbare vervoer. Daarbij zijn meerdere opties aan de orde.

• De trein en in aanvulling daarop de busdiensten voor het streekvervoer zijn de belangrijk-ste openbaar vervoermogelijkheden in de toekomst tussen de grote Brabantse steden. Wij


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 11 MOBILITEITSBELEID

willen in samenwerking met de andere B5-steden de mogelijkheid een nachttreinverbin-ding tussen de B5-steden en van daaruit met de Randstad nader laten onderzoeken.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 12 BEHEER OPENBARE RUIMTE

Programma 12 Beheer Openbare Ruimte Het instandhouden en waar nodig opwaarderen van de kwaliteit van de openbare ruimte vormt een belangrijke taak voor de gemeente. Inwonersenquêtes wijzen uit dat de vernieu-wing en de veiligheid van de wijk zeer zeker moeten gaan over het onderhoud van de open-bare ruimte. Openbare verlichting, zwerfvuil, graffiti en snel herstel van kleine ergernissen zijn voor de burger waardevolle aandachtspunten. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Een kwalitatief duurzame openbare ruimte in de bestaande stad, in de nieuwe en ver-

nieuwde woongebieden en op bedrijventerreinen. 2: Een schone stad volgens de kwantitatieve en kwalitatieve normen zoals door het bestuur

aangegeven. 3: Een veilige en functionele openbare ruimte. Daarvoor gaan we het volgende doen • De wijkgerichte aanpak met wijkwethouders en klankbordgroepen wordt gehandhaafd. • Onveilige plekken worden voorzien van voldoende verlichting. • We stimuleren burgers bij het helpen schoonhouden en verzorgen van hun leefomgeving

(bijv. wijkschoonmaakacties). • Door onder meer een betere handhaving van de regels is in iedere wijk het overlastpro-

bleem van de hondenpoep, zwerfvuil en graffiti minimaal. Winkelcentra worden gecontro-leerd op bereikbaarheid voor rollators, kinderwagens en rolstoelen en zonodig aangepast.

• Binnen de bebouwde ruimte reserveren we voldoende plaats voor speelruimte.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 13 GROENVOORZIENINGEN EN NATUURBESCHERMING

Programma 13 Groenvoorzieningen en Natuurbescherming De gemeente draagt zorg voor een breed gedragen groenbeheer in wijken en straten. Het groen in en om onze stad verdient meer aandacht ; de groene long en de groene stervorm domineren onze toekomstige plattegrond van de stad. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn Een duurzame leefomgeving door: 1: Een kwantitatief en kwalitatief duurzaam en (beter) ontwikkeld openbaar groen in de be-

staande stad, in de nieuwe en vernieuwde woongebieden en bedrijventerreinen. 2: Beschermde, (beter) ontwikkelde en duurzame natuur en dito landschap. 3: Een goede respectievelijk verbeterde relatie tussen stad en buitengebied. 4: Verbeterd grootschalig groen in/om de stad. Daarvoor gaan we het volgende doen • Helmond stelt evenals de andere grote steden van Brabant een groene mal vast waarin

de natuur de natuur mag blijven. Hier vallen in ieder geval de Bundertjes en het Groot Goor onder.

• Er is aandacht voor de ontwikkeling van het middengebied als groene buffer tussen Hel-mond en Eindhoven.

• Behalve voor een aantrekkelijke “binnenstad” houden we tevens oog voor de “buitenstad”. Naast landbouw en natuurontwikkeling biedt deze groene ruimte onder meer dagelijkse ontspanning als tegenhanger van het vaak drukke stadse leven.

• We zorgen voor een goed beheer van het groen in en om de stad. • We hebben aandacht voor de aankleding van bedrijventerreinen. • In samenspraak met klankbordgroepen moet daar waar mogelijk de betrokkenheid van de

bewoners bevorderd worden. De burger draagt mede verantwoordelijkheid voor het groen in de eigen wijk.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 14 MILIEU

Programma 14 Milieu Het milieu bepaalt een belangrijk deel van ons welzijn. De discussie over luchtkwaliteit heeft de noodzakelijke aandacht voor onze leefomgeving weer nieuw leven ingeblazen. Hoewel een belangrijk deel van het milieubeleid op Europees en landelijk niveau wordt bepaald, moet er ruimte zijn om op lokaal niveau, zo mogelijk in samenwerking met andere gemeen-ten, eigen afwegingen te maken. We willen op de Helmondse schaal blijven werken aan een schoner milieu voor onszelf en de toekomst van onze kinderen. Het gemeentelijke milieubeleid richt zich op inpassing van milieuaspecten op het terrein van bodem, groen, water, lucht, geluid en energiegebruik in het totaalbeeld van de leefomgeving. We streven daarbij naar een integrale afweging tussen al deze aspecten met als doel een zo groot mogelijke veiligheid en het voorkomen van risico’s. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn

1: Een gezondere leefomgeving voor mens, dier en plant in Helmond. 2: Het beperken van de belasting van het milieu door menselijke activiteiten. 3: Vergroten van het eigen verantwoordelijkheidsgevoel bij de burgers voor een schone

stad. Daarvoor gaan we het volgende doen • Verbetering van de luchtkwaliteit krijgt van ons de komende periode grote aandacht,

vooral waar het gaat om het halen van de normen voor luchtkwaliteit door betere ver-keersmaatregelen, alsmede het stimuleren van het gebruik van de fiets en van het open-baar vervoer. Ook is het de intentie het doorgaand vrachtverkeer uit het centrum te weren.

• Doelmatig gebruik van energie dient onderwerp van overleg te zijn bij het verlenen van bouwen milieuvergunningen. De gemeente geeft daarbij voorlichting en stimuleert het duurzaam en energiezuinig bouwen, zoals bijvoorbeeld koude-/warmteopslag systemen.

• Bij nieuw-/verbouwplannen zorgt de gemeente, waar dat haalbaar is, voor gescheiden ri-oolstelsels en een goede opvang van hemelwater.

• In 2008 is de Milieustraat klantvriendelijker en met meer gebruiksgemak ingericht. • De gemeente toont voorbeeldgedrag op het terrein van milieu. • De subsidie ten behoeve van natuur- en milieueducatie wordt gecontinueerd.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 15 BESTUUR EN ORGANISATIE

Programma 15 Bestuur en Organisatie Wij staan voor een kwalitatief integer en daadkrachtig bestuur. Met regelverlichting en con-sequente handhaving komen we in het domein van de beter presterende overheid. En dat is een overheid, die klanttevredenheid maatgevend vindt voor kwaliteit. De gemeente moet doelmatig met het geld omgaan. We blijven kritisch letten op de gemeen-telijke lasten, die aan burgers en bedrijven worden opgelegd. Op het terrein van bestuurlijke communicatie en bestuurlijke samenwerking valt in deze be-stuursperiode vooruitgang te boeken. De belangrijkste maatschappelijke effecten die wij nastreven zijn 1: Groter draagvlak voor beleid bij burgers en direct belanghebbenden. 2: Grotere betrokkenheid van de burgers bij gemeentelijke politiek en bestuur . 3: Het verhogen van het gemak bij burger/bedrijfsleven m.b.t. het afnemen van diensten van

de gemeente 4: Een betere en transparantere gemeentelijke informatievoorziening richting samenleving Daarvoor gaan we het volgende doen

• Nu de eerste raadsperiode in het duale stelsel is afgerond, stellen wij voor om de komende tijd de structuur van het commissie- en raadswerk opnieuw tegen het licht te houden. Het doel daarvan is het verbeteren van het debat in de gemeenteraad en het transparanter maken van de besluitvorming. Hierdoor kan de lokale democratie een positieve impuls krijgen.

• Wij kiezen voor een krachtige samenwerking met Eindhoven in de Brainport Zuid-oost-Brabant en in de grensoverschrijdende toptechnologieregio Eindhoven-Leuven-Aken. Naast de samenwerking in SRE-verband vinden wij ook een intensievere sa-menwerking met de Peelgemeenten van groot belang.

• De samenwerking in het kader van BrabantStad, alsmede de stedenband met Me-chelen en Zielona Gora, wordt voortgezet.

• Aan vermindering van bureaucratie en regelgeving zal in het kader van het project Deregulering met prioriteit gewerkt worden.

• Wijkwethouders zullen in nauwe samenspraak met de klankbordgroepen de wijkbud-getten inzetten voor verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in de wijken. De komende periode zullen we bekijken of de bewonersparticipatie bij de be-steding van wijkbudgetten verruimd kan worden. Klankbordgroepen worden tijdig ge-raadpleegd bij ingrijpende, wijkgerichte besluiten.

• In de Brainportregio loopt de overheid vanzelfsprekend voorop in elektronische dienstverlening. Het gebruik van internet en de website zijn belangrijke instrumenten in de communicatie met en bij de dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellin-gen.

• Wij streven er naar dat heel Helmond wordt voorzien van een glasvezelnetwerk voor Breedband.

• In samenhang met het marketingbeleid voor het centrum krijgt stadsmarketing verder invulling.

• De gemeente investeert bij haar personeelsbeleid in de kwaliteit en diversiteit van het eigen personeel.

• We houden een vinger aan de pols bij de ontwikkelingen op het terrein van gemeen-telijke lasten. Daar waar het gaat om gemeentelijke heffingen, tarieven of lasten, wordt in de periode 2006-2010 uiterste zorgvuldigheid betracht. Zo stijgen de Onroe-rend Zaak Belastingen niet meer dan met de jaarlijkse inflatiecorrectie.

• Uitgangspunt voor de begroting is het handhaven van een sluitend meerjarenper-spectief.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- PROGRAMMA 15 BESTUUR EN ORGANISATIE

• Helmond moet actief en gericht erop inzetten om externe subsidies en cofinanciering binnen te halen.

GEMEENTE HELMOND Collegeprogramma in hoofdzaken en organisatie/College/Collegeprogra… · GEMEENTE...

Documents

Transcript of GEMEENTE HELMOND Collegeprogramma in hoofdzaken en organisatie/College/Collegeprogra… · GEMEENTE...