Gemeente Best / Lokale mobiliteitsvisie / Best / 2017 ... · Deze gezamenlijke inspanning heeft...

Datum : December 2017 Registratienr. : IN17-02450 Versie : Vastgesteld door gemeenteraad op 4 december 2017 Auteur : Sandra Brouwers

IN17-02450 *IN17-02450* Pagina 1 van 30

Gemeente Best / Lokale mobiliteitsvisie / Best / 2017 / 2017 / Mobiliteitsvisie Best

BEST MOBIEL De Bestse Mobiliteitsaanpak

IN17-02450 Pagina 2 van 30

Voorwoord De 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant werken gezamenlijk aan mobiliteit. Dit doen ze via de regionale Bereikbaarheidsagenda. Deze samenwerking plus de vele ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit hebben er toe geleid, dat we ook in Best opnieuw zijn gaan nadenken over onze mobiliteit. Dit hebben we als gemeente niet alleen gedaan. Bestenaren hebben actief meegedacht over de Bestse mobiliteit. Op een tweetal momenten is men met de gemeente en met elkaar in gesprek gegaan. Deze gezamenlijke inspanning heeft geleid tot voorliggende aanpak. Hiermee geven wij richting aan de uitdagingen en keuzes die op mobiliteitsgebied op ons pad komen. Via deze weg bedanken wij iedereen die met ons deze uitdaging aangegaan is. Samen hebben we deze mobiliteitsaanpak tot stand laten komen. Wij rekenen de komende jaren bij het uitwerken van deze aanpak in de Uitvoeringsprogramma’s en uit te voeren maatregelen op evenveel enthousiasme.

Peet van de Loo Wethouder Mobiliteit

Leeswijzer We starten met de aanleiding voor Best Mobiel - de Bestse mobiliteitsaanpak. We kijken daarna waar we nu staan en waar we met deze mobiliteitsaanpak naar toe willen. Dit doen we aan de hand van drie ambities. Deze staan beschreven in de hoofdstukken 3 t/m 6. Het afsluitende hoofdstuk gaat in op organisatorische aspecten. Aan de rechterzijde van de pagina’s staan de hoofdpunten van de Bestse mobiliteitsaanpak. In deze aanpak geven we aan welke ambities we nastreven en waaraan we daarbij prioriteit geven. We beschrijven niet welke maatregelen we precies gaan uitvoeren. Dit geven we aan in een apart uitvoeringsprogramma. Zo hebben we een actueel beeld van de te nemen maatregelen en uit te voeren acties voor de aankomende jaren. In deze aanpak wordt gebruik gemaakt van vakjargon en sluit daarom af met een verklarende woordenlijst.


Inhoud 1 De nieuwe mobiliteitsaanpak 5

2 Waar staan we nu? 6

2.1 Aansluiten bij het Rijk, de provincie en de regio 6

2.2 Aansluiten op bestaand lokaal beleid 7

2.3 Beleidsakkoord 7

2.3 Trends en ontwikkelingen 8

2.4 Hoe staat Best er voor? 9

2.5 Wat vinden inwoners en stakeholders? 11

2.6 Conclusie 11

3 De Bestse aanpak 12

3.1 De Bestse ambities 12

3.2 Best slim aanpakken 12

4 Ambitie 1: Versterk de bereikbaarheid van economische locaties en (woon)voorzieningen 14

4.1 Basis op orde 14

4.2 Co-modaliteit 14

4.3 Lokale co-modaliteit 17

4.4 Verkeerskundig beheer verkeerslichten 18

4.5 Parkeren bij nieuwe ontwikkelingen 18


5 Ambitie 2: Vergroot de bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving voor nu en in de toekomst 19

5.1 Verkeersveiligheid 19

5.2 Prioriteit voor gezonde mobiliteit 19

5.3 Prioriteit voor duurzame en schone mobiliteit 22

5.4 Beleving openbaar gebied 23

6 Ambitie 3: Lever een bijdrage aan een toegankelijke omgeving voor iedereen 25

6.1 Fysieke toegankelijkheid 25

6.2 Openbaar vervoer en doelgroepenvervoer 25

6.3 Betaalbaarheid 26

7 Organisatie 27

7.1 Adaptieve aanpak 27

7.2 Lef 27

7.3 Opzet Uitvoeringsprogramma 27

7.4 Financiën 28

7.5 Participatie / samenspraak 28

Verklarende woordenlijst 29


1 De nieuwe mobiliteitsaanpak Het huidige Gemeentelijk Verkeers- en VervoerPlan (GVVP) uit 2008 is verouderd. Mobiliteit heeft sinds de vaststelling van het GVVP een grote ontwikkeling doorgemaakt. Termen als duurzaamheid, smart mobility en verkeerskundig beheer van verkeerslichten komen in het GVVP niet voor. Ook de veranderde denkwijze over participatie en de komst van de Omgevingswet zijn belangrijke ontwikkelingen. Een actuele mobiliteitsaanpak is noodzakelijk om aan te sluiten bij de huidige trends en ontwikkelingen. Belangrijk is wat ontwikkelingen rondom en in Best betekenen voor de mobiliteit in Best. Best maakt onderdeel uit van een grote en actieve regio. Om samen met de regio actief te blijven en aan te sluiten bij de ontwikkelingen maken we deze mobiliteitsaanpak. De ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit gaan snel. Hierdoor is het moeilijk om te voorspellen wat er op ons afkomt en wanneer. Om te zorgen dat we bij nieuwe ontwikkelingen snel kunnen handelen, maken we een aanpak die adaptief is. Met deze aanpak leggen we vast waar we naar toe willen, waar we prioriteiten leggen en waarom we iets doen, maar nog niet precies hoe. We richten ons op het jaar 2030. Uitgangspunt van deze aanpak is dat mobiliteit geen doel op zich is, maar een voorwaarde voor het duurzaam economisch en sociaal functioneren van Best en haar omgeving. Deze mobiliteitsaanpak vervangt het GVVP uit 2008. Ook de Uitvoeringsnota uit 2013 vervalt. Onder deze mobiliteitsaanpak komt een uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma maakt duidelijk ‘hoe’ we de mobiliteitsaanpak willen uitvoeren. Het is concreet voor de korte termijn, maar geeft ook een doorkijk naar 2030. We actualiseren het uitvoeringsprogramma elke twee jaar.

De nieuwe mobiliteitsaanpak! Doel van deze aanpak: Met deze mobiliteitsaanpak bijdragen aan een duurzaam economisch en sociaal functioneren van Best en omgeving. Ontwikkelingen gaan snel en zijn moeilijk te voorspellen. We maken een aanpak die adaptief is. We zetten concrete stappen vanuit deze aanpak en willen snel kunnen handelen bij nieuwe ontwikkelingen. Deze nieuwe mobiliteitsaanpak vervangt het huidige GVVP. De mobiliteitsaanpak geeft inzicht in waar we naar toe willen, wat onze prioriteiten zijn en waarom we iets doen. Het uitvoeringsprogramma maakt duidelijk hoe we iets doen.


2 Waar staan we nu? 2.1 Aansluiten bij het Rijk, de provincie en de regio Het Rijk zet in op verschillende vervoerssystemen naast elkaar, zoals de auto en de trein. Hierbij streven zij naar een robuust en samenhangend systeem. Een betere benutting van het bestaande systeem is het uitgangspunt. Ook de provincie ziet dat mobiliteit in een hoog tempo verandert. Zij voert momenteel overleg over de toekomst van mobiliteit in Brabant. De provincie staat positief tegenover de regionale Bereikbaarheidsagenda Zuidoost-Brabant1. Dit is een samenwerking tussen 21 gemeenten uit de regio. Deze werken samen om de bereikbaarheid van de regio nu en in de toekomst te verbeteren. Ook Best maakt deel uit van deze samenwerking. De ambities die de regio Zuidoost-Brabant in de regionale Bereikbaarheidsagenda nastreeft zijn: 1. De regio is extern bereikbaar (verbeteren internationale connectiviteit van economische centra):

de regio dient goed verbonden te zijn met andere regio’s. Door goed verbonden te zijn, is het mogelijk om als regio onderdeel uit te maken van een groter geheel.

2. De regio is intern bereikbaar (versterken daily urban system): De regio is geen aaneengesloten stedelijk gebied, maar wel een netwerkstad. Hierbinnen vindt het grootste deel van de dagelijkse activiteiten plaats. Een goede bereikbaarheid is essentieel.

3. De regio kent een hoge quality of life (verbeteren van leefbaarheid en duurzaamheid): De kwaliteit van de leefomgeving is voor inwoners, werknemers en bezoekers van de regio van belang om aangenaam in het gebied te kunnen verblijven, nu en in de toekomst.

4. Beter benutten door het ontwikkelen en toepassen van smart mobility (slimme en duurzame mobiliteit ontwikkelen en toepassen): Het huidige mobiliteitssysteem loopt tegen de grenzen aan. Technologische mogelijkheden maken het mogelijk om op een andere manier naar mobiliteit te kijken.

5. Mobiliteit heeft een meerwaarde voor overige ambities (overige ambities ondersteunen met mobiliteit): Centrale vraag is of door een bepaalde uitvoering van mobiliteitsmaatregelen andere ambities kunnen ‘meeliften’. Kansrijk zijn o.a. imago, trots, leefbaarheid, energietransitie.

De principes uit de regionale Bereikbaarheidsagenda zijn: Slim: op een andere manier proberen mobiliteit te benaderen, dit kan door het inzetten van nieuwe technieken,

bijvoorbeeld apps die de reiziger helpen te kiezen voor de meest logische vervoerswijze voor een reis. Connectief: de samenleving is een aaneenschakelijking van netwerken. Voor het economisch functioneren van de

Brainport-regio is verbondenheid met andere regio’s een voorwaarde om te functioneren. Co-modaal: inzetten van diverse vervoerwijzen naast elkaar en in samenhang met elkaar zoals fiets, auto en openbaar

vervoer.

1 https://metropoolregioeindhoven.nl/thema-s/mobiliteit-en-innovatie

Best onderdeel van de regio De regionale mobiliteitsambitie streeft een regio na die: extern bereikbaar is; intern bereikbaar is; een hoge quality of life kent; inzet op smart mobility; overige ambities ondersteunt met

mobiliteitsmaatregelen. Het regionale mobiliteitsconcept is: slim; connectief; co-modaal. De Bestse mobiliteitsaanpak sluit aan op dit regionale concept.


2.2 Aansluiten op bestaand lokaal beleid Mobiliteit staat niet op zichzelf en draagt ook bij aan andere doelen. Belangrijke doelen die Best nastreeft en die een relatie hebben met mobiliteit, zijn: Duurzaamheid: de ambitie is een energieneutraal en afvalloos Best en samen met de regio als eerste regio van

Nederland energieneutraal zijn; Luchtkwaliteit en gezondheid: met de concentratie (ultra)fijnstof en stikstofdioxide onder de wettelijke norm blijven; Geluid en gezondheid: de huidige geluidkwaliteit op gevoelige bestemmingen behouden en waar mogelijk verbeteren; Sociaal domein: het doelgroepenvervoer en het openbaar vervoer met slimme oplossingen zo veel mogelijk met elkaar

combineren en integreren; Economie: om de positie van Brainport (waar Best onderdeel van uit maakt) te versterken is het noodzakelijk om snel

en kundig te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Vanuit mobiliteit bekeken is het voor Brainport essentieel om de agglomeratiekracht en het stedelijke netwerk van Brainport verder te vergroten en te verbinden met andere regio’s, waaronder de Randstad en internationale regio’s;

Wonen: De Woonvisie 2017 moet leiden tot het minimaal op peil houden van de sociale woningvoorraad (40%), het aanvullen van de woningvoorraad met typen en prijsklassen die aansluiten op de veranderende vraag en het inzetten op krachtige wijken die de inclusieve samenleving mogelijk maken.

2.3 Beleidsakkoord In het Beleidsakkoord ‘Verbinden met daadkracht’ (periode 2014 – 2018) is voor mobiliteit het volgende opgenomen: Best maakt deel uit van een economisch sterke regio. Een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid met passende

mobiliteitsvoorzieningen is essentieel. Wel blijven we een goede balans met milieu en leefbaarheid bewaken. De overlast door Eindhoven Airport mag niet toenemen, dus zetten we in op geen reguliere vluchten na 23.00 uur.

We spreken de ambitie uit om Best te presenteren als belangrijk OV knooppunt in de regio, inclusief NS-intercitystation met een goede verbinding (HOV) naar Eindhoven Airport. Hierover gaan we met de regio en betrokken partijen in gesprek.

Fietsen willen we aantrekkelijker maken. Het Aktieplan Veilig Fietsen kan hier een belangrijke rol bij spelen. We zetten in op het verbeteren van fietsroutes en fietsvoorzieningen, zoals extra stallingsmogelijkheden. Er komt meer aandacht voor recreatief fietsen (bv. laadpunten e-bike, fietspaden door bos).

Verkeersveiligheid voor alle verkeersdeelnemers blijft permanent onder de aandacht. Hierin zal onder meer aandacht zijn voor verkeersknelpunten, veiligheid rondom scholen en onveilige parkeersituaties (met name op bedrijventerreinen). Goede ontsluiting van woonwijken heeft onze aandacht.

Met het Gehandicapten Platform worden ongewenste situaties rondom vervoer, veiligheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid besproken en waar mogelijk verholpen.

Mobiliteit draagt bij aan andere doelen Mobiliteit staat niet op zichzelf. Het

draagt bij aan duurzaamheid,

luchtkwaliteit, gezondheid, economie,

wonen en sociaal maatschappelijke

doelen.


Inmiddels is duidelijk dat op de korte en middellange termijn door de regio geen extra intercitystation wordt nagestreefd. De gemeenteraad heeft op 31 oktober 2016 uitgesproken dat de gemeente Best niet langer inzet op een intercitystation in Best. 2.3 Trends en ontwikkelingen Technologische ontwikkelingen gaan snel. We krijgen steeds meer data ter beschikking. Hiermee zijn we in staat om andere keuzes te maken en ons vervoer steeds meer ‘op maat’ te regelen. De gebruiker wordt steeds meer op zijn wenken bediend. Werken, reizen, ontspannen kan steeds meer op de momenten dat het uitkomt. Daarnaast kopen we steeds meer via internet. Hierdoor brengen we minder vaak een bezoek aan winkelgebieden, maar rijden pakketdiensten wel vaker onze wijken in. We zien dat mensen zich steeds meer bewust worden van de manier waarop zij leven en de consequenties daarvan. Er is meer aandacht voor duurzaamheid, gezondheid en leefbaarheid. Verder hebben we te maken met een vergrijzende bevolking en een afnemende groep jongeren. Dit betekent dat er meer aandacht moet zijn voor de vraag of mensen mee kunnen doen. Heeft iedereen de mogelijkheid zich te verplaatsen? Niet alleen vanuit fysiek, maar ook vanuit financieel oogpunt. Een toename van het aantal ongevallen met ouderen en een toename van het gebruik van de e-bike zijn vraagstukken die de vergrijzing met zich meebrengt. In de nabije toekomst wordt voor Best (dat in de Brainport-regio ligt) een verdere economische groei verwacht. Dit trekt mensen naar deze regio. De verbinding met Eindhoven is voor Best essentieel.

Mobiliteit verandert snel Trends die van invloed zijn op

mobiliteit zijn o.a.:

Technologische ontwikkelingen;

Individualisering;

Bewustwording menselijk

handelen;

Vergrijzing;

Toenemende behoefte om te

wonen in de Brainport-regio.


2.4 Hoe staat Best er voor?

Demografie

Bron: www.cbsinuwbuurt.nl; Cijfers 2016

28975 inwoners

Mannen

Vrouwen

14.435 14.535 17%

12%

22%31%

18%

BevolkingsopbouwPersonen tot 15 jaar Personen 15 ‐ 25 jaar

Personen 25 ‐ 40 jaar Personen 40 ‐ 65 jaar

Personen 65 jaar en ouder

27%

33%

40%

12.055 huishoudensEenpersoonshuishoudens Huishoudens zonder kinderen

Huishoudens met kinderen

Gemiddelde huishoudgrootte is 2,4 personen/huishouden


16 oplaadpunten elektrische voertuigen …en nog 6 oplaadpunten in voorbereiding.

5 buslijnen, die Best verbinden met o.a.

Eindhoven, Eindhoven Airport, Oirschot, Veldhoven en Tilburg 40 bushalten, waarvan 34 toegankelijk

11 verkeerslichten, waarvan 3 geregelde voetgangersoversteekplaatsen

11 rotondes

Geregistreerde verkeersslachtoffers in Best 2014 2015 2016Dodelijke slachtoffers

0 3 3

Gewonden 11 11 22


2.5 Wat vinden inwoners en stakeholders? Tijdens een participatiebijeenkomst is met inwoners en andere stakeholders gesproken over de mobiliteit in Best. Verschillende keren is aangegeven dat onderhoud van fietspaden beter kan. Daarnaast vindt men investeren in de fiets belangrijk, maar blijkt dat men ook wil blijven inzetten op een goede bereikbaarheid voor de auto. De meningen op de vraag of capaciteitsuitbreiding van de Ringweg nodig is verschillen. Vanuit het bedrijfsleven wordt aandacht gevraagd voor de bereikbaarheid van het bedrijventerrein Breeven. Ook de bereikbaarheid van het centrum en de stationsomgeving is belangrijk. In het centrum mag meer ingezet worden op toegankelijkheid voor de voetganger. De stationsomgeving moet beter bereikbaar zijn voor alle vervoerswijzen, waarbij een doorsteek over het parkeerterrein en het goed organiseren van het parkeren van auto’s vaak genoemd is. 2.6 Conclusie De conclusie is dat de Bestse mobiliteitsaanpak inzet vraagt op: het besef dat mobiliteit geen doel is maar een middel. Een middel om een hoger doel na te streven, zoals bijvoorbeeld

economische groei, een duurzame samenleving, gezondheid of een maatschappij waarin iedereen mee kan doen; een adaptieve insteek met een duidelijke stip aan de horizon. Om in te kunnen spelen op de nog onbekende

ontwikkelingen, die op ons afkomen; het besef dat mobiliteit in Best niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van een groter regionaal mobiliteitsnetwerk; verschillende vervoerssystemen naast elkaar en aansluitend op elkaar. De stationsomgeving is een locatie waar de

vervoerswijzen samenkomen. Deze omgeving vergt een inrichting die overstappen optimaal mogelijk maakt; continue aandacht voor verkeersveiligheid, om het stijgende aantal verkeersongevallen terug te dringen; het ‘slim’/’smart’ aanpakken van mobiliteitsvraagstukken, zoals gedaan wordt vanuit de regionale

Bereikbaarheidsagenda. Vanuit technologie is steeds meer mogelijk: benut de kansen; het versterken van de positie van de fiets en voetganger om vanuit mobiliteit een bijdrage te leveren aan een goede

balans met milieu en leefbaarheid; het verduurzamen van het mobiliteitssysteem. Dit gaat niet vanzelf, een stimulerende rol is daarbij noodzakelijk; een toegankelijk mobiliteitssysteem voor iedereen; een betaalbaar mobiliteitssysteem. Uiteraard is betaalbaarheid voor de gebruiker, en ook voor de gemeente Best een

essentiële randvoorwaarde.

Wat vinden stakeholders? Inwoners en andere stakeholders willen aandacht voor: onderhoudsniveau fietspaden; de fiets; een goede autobereikbaarheid; bereikbaarheid centrum; bereikbaarheid stationsomgeving.


3 De Bestse aanpak 3.1 De Bestse ambities Het hoofddoel van de Bestse mobiliteitsaanpak is: Versterk het duurzaam economisch en sociaal functioneren van Best en omgeving. Dit hoofddoel is uitgewerkt in drie ambities. Deze ambities geven samen antwoord op de vraag ‘wat willen we bereiken’: 1. Versterk de bereikbaarheid van economische locaties en (woon)voorzieningen; 2. Vergroot de bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving voor nu en in de toekomst; 3. Lever een bijdrage aan een toegankelijke omgeving voor iedereen. Deze drie ambities zijn uitgewerkt in speerpunten. Deze speerpunten staan in de hoofdstukken 4, 5 en 6 beschreven. Een schematisch overzicht van de mobiliteitsaanpak staat op pagina 13. 3.2 Best slim aanpakken Om de ambities te verwezenlijken is het belangrijk dat we ‘slim’ durven denken. Een slimme mobiliteitsaanpak heeft enkele randvoorwaarden. Deze zijn verwerkt in de pijl in het schema op pagina 13: Slim mobiliteitsbeleid heeft een adaptieve aanpak nodig De technologie ontwikkelt zich snel en onvoorspelbaar. Diverse ontwikkelingen hebben aangetoond grote veranderingen te weeg te brengen. Adaptief beleid maakt ons flexibel en is daarom noodzaak. Adaptief beleid vraagt meer om een aanpak dan om een beleidsplan of visie. Slim mobiliteitsbeleid vraagt om ruimte voor externe initiatieven en experimenten Doordat de ontwikkelingen steeds minder voorspelbaar zijn, is het ook moeilijker om de mogelijkheden en effectiviteit van (infrastructurele) maatregelen in te schatten. Dit zorgt er voor dat we meer open moeten staan voor het simpelweg uit proberen en experimenteren. Een weg die we vanuit ‘Samen op ons Best’ eerder al zijn ingegaan. Het is belangrijk dat zowel de Bestse samenleving als de politiek bereid zijn om experimenten aan te durven. Ook als er weerstand is. We moeten ons bewust zijn van deze weerstand, maar dat mag niet de reden zijn om een experiment niet aan te gaan. Deze experimenten hebben de ruimte nodig om tot bloei te komen. De tijd die dit vergt is een belangrijk aspect, wat nodig is om de juiste conclusies te kunnen trekken. Op regionaal niveau worden met behulp van de landingsplaats initiatieven opgepakt. Het streven is deze ook in Best te laten landen. Best toont lef en durft het aan een proeftuin te zijn. Slim mobiliteitsbeleid vraagt om een brede aanpak Mobiliteit is meer dan infrastructuur. Een brede aanpak richt zich ook op maatregelen die focussen op samenwerking, gedrag en technologie. Randvoorwaarde bij samenwerken is het denken zonder gemeentegrenzen. Bij nieuwe projecten is het belangrijk niet alleen naar de belangen voor Best te kijken. Uitgangspunt is om te handelen vanuit de gedachte dat de regio één gemeente is. Dus zonder gemeentegrenzen.

Bestse mobiliteitsaanpak: 3 ambities 1. Versterk de bereikbaarheid van

economische locaties en

(woon)voorzieningen

2. Vergroot de bijdrage aan de

kwaliteit van de leefomgeving voor nu

en in de toekomst

3. Lever een bijdrage aan een

toegankelijke omgeving voor iedereen


4 Ambitie 1: Versterk de bereikbaarheid van economische locaties en (woon)voorzieningen De Bestse mobiliteitsaanpak zet in op het versterken van de bereikbaarheid van economische locaties, woonlocaties en andere voorzieningen. Een goede bereikbaarheid is essentieel voor economische groei. Daarnaast zorgt een goede bereikbaarheid ervoor dat mensen activiteiten kunnen ondernemen, zoals elkaar ontmoeten en sporten. 4.1 Basis op orde Om mobiliteit te sturen, moeten we weten wat er binnen de gemeentegrenzen gebeurt. In dit geval geldt zeker het credo ‘meten is weten’. Er is veel informatie beschikbaar, maar er is onvoldoende zicht op welke gegevens nodig zijn. Moderne technieken bieden de mogelijkheid om meer data in te winnen en te gebruiken. Verkeerslichten en mobiele telefoons kunnen een schat aan informatie leveren. Maar ook op andere manieren kan informatie worden gewonnen. Het totaal plaatje van wat beschikbaar is, wijzigt bijna dagelijks. De vraag is of er in de huidige situatie een voldoende duidelijk beeld is van de Bestse verkeerssituatie. Op diverse wegen tellen we het gemotoriseerde verkeer. Er is een verouderd inzicht in het aantal fietsers op de belangrijkste fietsverbindingen. Geregistreerde ongevalsgegevens zijn voorhanden. Echter de politie registreert niet elk ongeval. Om binnen de voorgestelde mobiliteitsaanpak te sturen, is een meer compleet en actueel beeld nodig. 4.2 Co-modaliteit Deze mobiliteitsaanpak zet evenals de regionale Bereikbaarheidsagenda in op verschillende vervoerssystemen naast elkaar en in samenhang met elkaar. Dit noemen we co-modaliteit. Inzetten op voetgangers, fietsverkeer, openbaar vervoer en autoverkeer. We faciliteren de overstapmogelijkheden tussen deze vervoerswijzen. De strategie van co-modaliteit betekent overigens niet dat we onbeperkt inzetten op alle vervoerswijzen. Per vervoerswijze geldt een andere insteek en prioriteit.

Streven ambitie 1: Versterk de bereikbaarheid van economische locaties en (woon)voorzieningen In 2030 zijn gebieden en voorzieningen in Best optimaal bereikbaar vanuit de verschillende vervoerswijzen. Dit streven wordt verwezenlijkt door in te zetten op de volgende speerpunten: a) Basis op orde b) Co-modaliteit c) Lokale co-modaliteit d) Verkeerskundig beheer

verkeerslichten e) Parkeren bij nieuwe ontwikkelingen


Voetganger Prioriteit geven aan de voetganger op locaties die zich daarvoor lenen: centrumgebied en winkelgebieden Wilhelminaplein en Heivelden; stationsgebied; basisschoolomgevingen.

Fiets Hoogste prioriteit aan fiets (t.o.v. andere vervoerswijzen). Prioriteit met name op snelfietsroutes en primaire fietsroutes.

Openbaar vervoer Op het gebied van openbaar vervoer heeft de gemeente beperkte zeggenschap. Ingezet wordt op het waar mogelijk stimuleren van een beter openbaar vervoer-systeem.

Autoverkeer Beperkt investeren in autoverkeer, alleen daar waar noodzakelijk voor de bereikbaarheid van Best en omgeving.

Knooppunten Knooppunten hebben vanuit de co-modale gedachte prioriteit. Zeker daar waar het de overstap fiets – ov betreft. Het stationsgebied is een gebied waar alle vervoerswijzen samenkomen. Dit gebied heeft de hoogste prioriteit.

In het GVVP is ingezet op het inrichten van weginfrastructuur conform de landelijke duurzaam veilig-systematiek. De wegencategorisering in samenhang met de hulpverleningsroutes en het fietsroutenetwerk is en blijft de basis voor herinrichtingsvraagstukken. Station Best als regionale knoop Vanuit de regio (Brainport City) wordt ingezet op station Best als regionaal knooppunt. Een functie die niet nieuw is voor het station. Feitelijk heeft station Best al een openbaar vervoer-functie voor inwoners van kernen als Oirschot, Son en Breugel, Eindhoven-Noord en Sint-Oedenrode. Dit verandert niet. Met het inzetten van station Best als regionale knoop is de lobby voor station Best als tweede regionale intercitystation verlaten. Vanuit de co-modale gedachte heeft het overstappen van de ene vervoerswijze naar de andere op en rondom station Best prioriteit. De openbare ruimte wordt zodanig ingericht dat het samenbrengen van de verschillende vervoerswijzen zorgt voor een snelle en makkelijke overstap. Met name fietsverkeer en openbaar vervoer krijgen een meer prominente rol in het stationsgebied.

Co-modaliteit: Hoogste prioriteit aan de fiets;

Prioriteit aan de overstap;

Prioriteit aan de voetganger in

centra, station en bij basisscholen;

Stimuleren van beter ov-systeem;

Alleen waar nodig investeren in

autoverkeer.


Categorisering van wegen Hulpverleningsroutes


4.3 Lokale co-modaliteit De belangrijkste lokale speerpunten behandelen we hieronder. Waarbij een aanpak vanuit de co-modale insteek uitgangspunt is. Centrumgebied Het centrumgebied wordt conform de vastgestelde herinrichtingsplannen gereconstrueerd. Daarbij is ingezet op een centrum dat beter toegankelijk is voor voetgangers en fietsers. Minder autoverkeer in het centrum en een ‘shared space’-aanpak zijn daarmee onlosmakelijk verbonden. Dit betekent dat mensen in het centrum met respect met elkaar omgaan. Waar nodig geven zij elkaar de ruimte om zich op een veilige wijze in het gebied te verplaatsen. Alleen het hoogst noodzakelijke wordt met verkeersbebording geregeld. Lokale hoofdstructuur In het GVVP was de capaciteitsuitbreiding van de rotondes op de Ringweg opgenomen als verkeersmaatregel. Met name voor de rotondes met de Oirschotseweg en de W. de Zwijgerweg is capaciteitsuitbreiding onderwerp van gesprek. Het past in een co-modale aanpak om eerst te investeren in alternatieve vervoerswijzen. De hoogste prioriteit gaat naar fietsvoorzieningen die parallel liggen aan de Ringweg en/of andere lokale hoofdwegen en fietsvoorzieningen die juist deze wegen kruisen. Vooralsnog zetten we niet in op capaciteitsuitbreiding van de rotondes voor het autoverkeer. Wel bekijken we wat de gevolgen zijn van geplande regionale infrastructurele projecten voor de Bestse hoofdwegenstructuur. Bijvoorbeeld de verbreding van de A58 naar 2x 3 rijstroken, de Challenge-ontsluiting en de Randweg Oirschot. Uiteraard wordt ook rekening gehouden met de ontwikkeling van de ruimtelijke (woning)bouwprojecten.

Bereikbaarheid bedrijventerreinen Het Bestse bedrijfsleven vraagt aandacht voor de ontsluiting van het bedrijventerrein Breeven. In de spitsperiode ervaart men problemen om met de auto het bedrijventerrein te verlaten. Aan de zuidzijde van het terrein ligt de A58 die kruisend verkeer van en naar het zuiden toe onmogelijk maakt. Ook de ligging van een spoorlijn aan de oostzijde van het terrein zorgt voor barrièrewerking. Prioriteit wordt gegeven aan de realisatie van de Pendelweg (verbinding tussen Breeven en GDC Acht aan de westzijde van het spoor) als fietsroute.

Lokaal: Centrum: ‘shared space’-aanpak

met alleen noodzakelijk

autoverkeer

Lokale hoofdstructuur: fiets

prioriteit ten opzichte van auto;

wel monitoring ontwikkeling

autoverkeer;

Bedrijventerreinen: prioriteit

realisatie fietsroute Pendelweg


4.4 Verkeerskundig beheer verkeerslichten In Best staan op cruciale punten verkeerslichten om het verkeer te regelen. Denk hierbij aan de Eindhovenseweg-Zuid en de aansluitingen op de snelwegen A2 en de A58. Ook elders binnen de bebouwde kom staan verkeerslichten zoals op de Mecklenburgweg en de Batabrug. Deze zijn met reden geplaatst: de verkeerslichten zorgen ervoor dat op drukke verkeersknooppunten het snelle verkeer (auto’s en vrachtwagens) en

het langzame verkeer (fietsers en voetgangers) elkaar op een veilige manier kunnen kruisen. Hierdoor gebeuren er minder ongevallen waarmee de verkeersveiligheid toeneemt;

daarnaast zorgen we met verkeerslichten voor een aantrekkelijk (vestigings)klimaat voor bedrijven en winkels. Deze zijn over de bestaande infrastructuur snel en makkelijk te bereiken. Daarbij is het mogelijk om te sturen. Het is mogelijk om fietsers of bussen prioriteit te geven boven het autoverkeer;

ook worden verkeerslichten ingezet om het verkeer zo te regelen dat de gevolgen voor het milieu tot een minimum beperkt blijven. Met goed werkende verkeerslichten beschermen we inwoners tegen geluidoverlast en luchtvervuiling en dragen we bij aan klimaatdoelstellingen.

Echter….zijn de bovenstaande effecten zonder verkeerskundig beheer alleen in eerste jaren na plaatsing van de verkeerslichten van toepassing. Daarna functioneren verkeerslichten steeds minder goed. De Bestse mobiliteitsaanpak zet nadrukkelijk in op verkeerskundig beheer van de aanwezige verkeerslichten. Op deze manier zijn de positieve effecten, die het plaatsen van verkeerslichten met zich meebrengt, blijvend. En kunnen verkeerslichten ook een bijdrage leveren aan de andere mobiliteitsdoelstellingen die deze aanpak nastreeft, zoals prioriteit geven aan de fiets en het openbaar busvervoer. 4.5 Parkeren bij nieuwe ontwikkelingen De afgelopen jaren wordt er in Best op diverse plaatsen een hoge parkeerdruk ervaren. Bij nieuwe ontwikkelingen spelen we daar zoveel mogelijk op in door deze ontwikkelingen te toetsen aan regels opgenomen in de Nota Parkeernormen. Streven is om in de toekomst een goed vervoersmanagementsysteem van bedrijven te kunnen belonen met een lagere parkeereis. Ook het meedoen aan een deelautosysteem mag beloond worden. Op deze manier wordt een co-modale aanpak gestimuleerd. Aanpassing van de Nota Parkeernormen is hiervoor nodig. Ook buiten de gemeentegrenzen kan het parkeren bij nieuwe ontwikkelingen van invloed zijn op het Bestse mobiliteitssysteem. Een voorbeeld is het passagiersparkeren van Eindhoven Airport. Door een toename van het aantal passagiers wordt op korte en lange termijn een tekort aan langparkeerplaatsen verwacht. Bij het realiseren van parkeerlocaties in de regio is het essentieel om als subregionale gemeenten als één overheid te denken.

De Bestse mobiliteitsaanpak zet ook in op: Verkeerslichten verkeerskundig

beheren voor een optimaal

functioneren;

Co-modale insteek in de Nota

Parkeernormen;

Bij regionale parkeervraagstukken

als een overheid denken.


5 Ambitie 2: Vergroot de bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving voor nu en in de toekomst De Bestse mobiliteitsaanpak levert een bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving. We kijken daarbij niet alleen naar het heden, maar ook naar de toekomst. De leefomgeving wordt breed bezien. Verkeersveiligheid, duurzaamheid, geluid, luchtkwaliteit en een fijne beleving van het openbaar gebied zijn invalshoeken die vanuit dit oogpunt bekeken worden. 5.1 Verkeersveiligheid Deze mobiliteitsaanpak zet in op een duurzaam veilig verkeerssysteem, waarbij verkeersdeelnemers zich bewust zijn van hun eigen rol. Verkeersveiligheid is een harde randvoorwaarde. Het verbeteren van de verkeersveiligheid blijft een voortdurend aandachts- en actiepunt. Evenals de provinciale doelstelling gaat ook de gemeente Best voor 0 verkeersdoden. We zien dat techniek ons de afgelopen jaren heeft geholpen om de verkeersveiligheid te verbeteren. Steeds vaker neemt de auto taken van de bestuurder over. De verwachting is dat dit op termijn verder toeneemt met als eindresultaat de zelfrijdende auto. Technologische ontwikkelingen leiden de weggebruiker ook af. Denk vooral aan de smartphone in de auto of op de fiets. Hier speelt gedrag een belangrijke rol. Uitgangspunt van deze aanpak is om naast duurzaam veilige infrastructuur in te zetten op een beter gedrag en de eigen verantwoordelijkheid van de weggebruiker. Dit laatste wordt nagestreefd door blijvend in te zetten op gedragsbeïnvloeding met behulp van mensgerichte verkeerseducatie en handhaving. 5.2 Prioriteit voor gezonde mobiliteit Gezondheid is voor iedereen belangrijk. Door meer gebruik te maken van de fiets of door te lopen wordt de gezondheid op twee manieren bevorderd. Lopen en fietsen levert beweging op, wat gezond is. Als door te lopen of fietsen een verplaatsing niet met een gemotoriseerd voertuig wordt gemaakt, levert het ook een reductie op van schadelijke uitstoot. Prioriteit geven aan een gezonde mobiliteit betekent overigens niet dat we de auto actief weren. Deze prioritering kan wel gevolgen hebben voor de automobilist. Een voorbeeld: bij het realiseren van een snelfietsroute gelegen naast een weg, kan er vanwege ruimtegebrek gekozen worden voor het instellen van éénrichtingsverkeer voor de auto. De rijbaan wordt dan versmald, zodat er ruimte gewonnen wordt om de fietsvoorziening te laten voldoen aan de breedte van een snelfietsroute. Prioriteit voor de fiets De schaal van Best is uitstekend voor het gebruik van de fiets. Vanuit Best zijn alle lokale bestemmingen met de fiets binnen handbereik. En vaak ook daarbuiten, zeker met een e-bike.

Streven ambitie 2: Vergroot de bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving voor nu en in de toekomst In 2030 levert mobiliteit een hoger kwaliteitsniveau van de leefomgeving. Dit streven wordt verwezenlijkt door in te zetten op de volgende speerpunten: a) Verkeersveiligheid b) Prioriteit voor gezonde mobiliteit c) Prioriteit voor schone en duurzame

mobiliteit d) Beleving openbaar gebied


Uitgangspunt voor de Bestse mobiliteitsaanpak is dat er verschillende soorten fietsen zijn. Denk daarbij aan de e-bike, speed pedelacs, bakfietsen en leenfietssystemen, zoals de ov-fiets. Dit stelt ook andere eisen aan fietsvoorzieningen in de openbare ruimte. Denk daarbij aan:

Ruimere fietsvoorzieningen; Locaties voor opladen elektrische fietsen; Ruimte voor leenfietsen als Hopperpoint.

Deze mobiliteitsaanpak geeft prioriteit aan de fiets en doet dit door: Comfortabele, snelle, directe en veilige fietsroutes: snelfietsroutes en primaire fietsroutes hebben daarbij prioriteit. Het

fietsroutenetwerk en de CROW-richtlijnen zijn leidend bij keuze van de type voorziening en realisatie; Routes voor langere afstanden: stimuleren lange afstandsfietsen, waardoor men vaker gebruik maakt van de e-bike in

plaats van de auto; Vervoersmanagement door werkgevers, hierbij is de provinciale Brabantse werkgeversaanpak leidend; Inzetten op goede fietsparkeervoorzieningen, die aansluiten op de fietsinfrastructuur met name bij (openbare)

voorzieningen zoals in het centrum, in de stationsomgeving en bij scholen; Bij de realisatie van fietsinfrastructuur wordt ook de mogelijkheid om ongelijkvloerse kruisingen met hoofdwegen voor

autoverkeer te realiseren, in de afweging betrokken; Fietsen te stimuleren door de openbare ruimte aantrekkelijk te maken, bijvoorbeeld door fietsroutes door of langs

groen te realiseren, maar ook door onnodige paaltjes en verkeersborden op en in de omgeving van het fietspad te verwijderen;

Ontbrekende recreatieve fietsvoorzieningen realiseren ook als er barrières zijn zoals de A2, A58 en de spoorlijn. Prioriteit voor de voetganger Naast fietsen is ook lopen gezond. Iedereen is voetganger. Verplaatsingen beginnen en eindigen vaak te voet. Daarom is het belangrijk om ook prioriteit te geven aan de voetganger. Dit doen we door in te zetten op: Locaties waar lopen belangrijk is op te waarderen. Het centrumgebied, de winkelgebieden Wilhelminaplein en

Heivelden, het stationsgebied en schoolomgevingen; De infrastructuur mag geen belemmering zijn voor de ‘first and last mile’ van verplaatsingen te voet. Een voorbeeld

hiervan is goede voetpaden van en naar bushalten, maar ook oversteekbaarheid is in dit kader een aandachtspunt. Denk bijvoorbeeld aan het ontbreken van een voetgangerslicht in het verkeerslicht op de kruising Eindhovenseweg-Zuid – IBC-weg - Materiaalweg;

Overal binnen de bebouwde kom voetgangersinfrastructuur met een obstakelvrije zone realiseren, zodat kinderwagens, rolstoelen en scootmobielen een vrije doorgang hebben. Dit betekent dat er op cruciale punten, waar structurele knelpunten zijn, aandacht is voor illegaal parkeren op trottoirs.

Prioriteit voor de fiets Comfortabele, snelle, directe en

veilige fietsroutes; Realisatie snelfietsroutes; Vervoersmanagement; Goede fietsparkeervoorzieningen; Ongelijkvloers kruisen als

mogelijkheid meewegen; Openbare ruimte aantrekkelijk

inrichten; Ontbrekende recreatieve

fietsvoorzieningen realiseren. Prioriteit voor de voetganger Voetganger prioriteit in het

centrum, winkelgebieden, stationsomgeving en schoolomgevingen;

Infrastructuur is geen belemmering ‘first and last mile’;

Voetgangersinfrastructuur kent obstakelvrije zone.


Fietsroutenetwerk


5.3 Prioriteit voor duurzame en schone mobiliteit Een duurzame en schone mobiliteit bereiken we door in te zetten op een tweetal sporen: Inzetten op schoner verplaatsen; Inzetten op minder/anders verplaatsen. Inzetten op schoner verplaatsen Bij ‘Prioriteit aan gezonde modaliteit’ wordt al ingezet op het stimuleren van lopen en fietsen. Deze vormen van modaliteit zijn naast gezond ook schoon. Onder deze noemer wordt ook ingezet op elektrisch vervoer en het stimuleren van alternatieve brandstoffen. Kortom, er wordt ingezet op het vervangen van vervuilend vervoer. Het stimuleren van elektrisch vervoer als vervanger van vervoer met fossiele brandstoffen levert naast minder uitstoot ook minder geluidhinder op. Op dit moment is het van belang dat er meer elektrische oplaadpunten in de openbare ruimte komen. Best kent voldoende bezinepompen. Wensen om extra verkooppunten van brandstoffen toe te staan, worden daarom alleen in overweging genomen als er alternatieve brandstoffen worden aangeboden. Inzetten op minder/anders verplaatsen Het inzetten op het minder of anders verplaatsen kan door het voorkomen van verplaatsingen door gebruik te maken van de mogelijkheden die technologie ons biedt. Thuiswerken wordt steeds meer gemeengoed. Technologie kan ook gebruikt worden om gebruikers bij elkaar te brengen. MaaS (mobility as a service) biedt hier in de toekomst kansen voor. Daar waar mogelijk wordt de vraag aan vervoer bij elkaar gebracht. Best neemt hierbij geen actieve rol, maar lift mee op deze ontwikkelingen. Vervoersmanagement door werkgevers kan in deze een krachtig instrument zijn. Ook vanuit de regionale Bereikbaarheidsagenda wordt hier op ingezet door aan te haken op de provinciale Brabantse werkgeversaanpak. De techniek kan ons helpen. Regionaal hebben diverse grote werkgevers al aangegeven het gebruik van mobiliteitsdiensten (apps e.d.) te stimuleren, zodat het personeel zich bewust wordt van de mogelijkheden die er zijn om van huis naar werk en vice versa te reizen. Ook de gemeenten in de regio, dus ook de gemeente Best, zijn werkgever. De gemeente Best stimuleert het gebruik van mobiliteitsdiensten. De gemeente stuurt op het lokaliseren en faciliteren van voorzieningen op de juiste locatie. Ook het combineren van functies op dezelfde locatie kan bijvoorbeeld verplaatsingen voorkomen. Een voorbeeld zijn de kindcentra waar kinderen zowel naar school kunnen als naar de buitenschoolse opvang. Door de toename van internetverkoop zien we naast het goederenvervoer naar de winkelcentra steeds meer pakketdiensten de woonwijken inrijden. Om overlast te beperken en duurzame verplaatsingen te stimuleren staan we open voor vernieuwende vormen van pakketvervoer, waarbij bijvoorbeeld aan de randen van bedrijventerreinen overslag plaatsvindt op kleinere schone voertuigen, maar ook fietsen en in de toekomst mogelijk drones.

Prioriteit voor duurzame en schone mobiliteit Inzetten op schoner verplaatsen; Inzetten op minder/anders

verplaatsen.


Kanalen: vervoer over water Vervoer over het Wilhelminakanaal en Beatrixkanaal gebeurt ter hoogte van Best maar beperkt. We staan open voor het in breder regionaal verband oppakken van de kansen die deze kanalen bieden. 5.4 Beleving openbaar gebied Het openbare gebied vervult vele functies. Men moet het prettig vinden om er te verblijven. Daarnaast biedt het openbaar gebied mogelijkheden om zich te verplaatsen. De openbare ruimte is de afgelopen jaren vaak fragmentarisch aangepakt en daardoor versnipperd. De vraag is of alle genomen verkeersmaatregelen wel echt noodzakelijk zijn. Denk aan de grote hoeveelheden verkeersborden en sommige verkeerslichten. Ook is de afgelopen jaren de parkeerdruk in de openbare ruimte toegenomen. De gemeente Best streeft een prettige beleving van het openbaar gebied na door: De openbare ruimte waar mogelijk in te richten als verblijfsruimte

Op diverse locaties kan de verkeersfunctie ondergeschikt zijn aan de verblijfsfunctie. Een voorbeeld is de Hoofdstraat, waar de voetganger meer plaats gekregen heeft ten koste van het autoverkeer. De auto kan vaker naar de ‘Ring’ (o.a. Ringweg, Willem de Zwijgerweg) van Best. De insteek is dat de openbare ruimte waar mogelijk ingericht wordt als verblijfsruimte conform de shared space-gedachte. Daarbij wordt de verkeersruimte beperkt tot waar nodig. Meer verblijfsruimte biedt meer ruimte voor voetgangers, fietsers en groen. Een andere inrichting roept ander gedrag op bij de weggebruiker. Naast het centrum heeft ook het stationsgebied prioriteit.

Saneren verkeersmaatregelen In de openbare ruimte zijn veel regels extra gekomen door het plaatsen van verkeersborden en verkeerslichten. Deze zijn niet allemaal nodig. Door maatregelen te verwijderen of niet te nemen, wordt de weggebruiker weer zelf aan het denken gezet. Weggebruikers moeten zich weer richten op wat andere weggebruikers doen. Weggebruikers moeten weer oogcontact krijgen en samen tot een oplossing komen, wat uiteindelijk ook bevorderend is voor de verkeersveiligheid.

Beleving openbaar gebied Richt de openbare ruimte waar

mogelijk in als verblijfsruimte;

Saneren verkeersmaatregelen;

Bewustwording creëren over

parkeren in bestaande gebieden;

Onderhoudsknelpunten reactief

oppakken.


Bewustwording creëren over parkeerproblemen in bestaande gebieden

Parkeren legt beslag op een groot gedeelte van de openbare ruimte. Dit botst met andere functies in het openbaar gebied zoals groen, spelen en verblijven. Parkeeroverlast in bestaande gebieden kan vaak moeilijk aangepakt worden. De gemeente Best wil bewoners meer bewust maken van de eigen rol bij het aanpakken van parkeerproblemen. De beleidsregel ‘Aanpak parkeerproblematiek in woonwijken’ blijft de geldende lijn om inwoners meer bewust te maken van de parkeersituatie in hun directe omgeving. Ook de lijn uit het GVVP dat de gemeente Best niemand een parkeerplaats voor de deur garandeert, blijft. Uitgangspunt is dat er geen groenvoorzieningen opgeofferd worden ten behoeve van parkeren. Dit geldt voor zowel woonwijken als voor bedrijventerreinen. In de huidige situatie worden er, na het uitbreiden van de blauwe zone en het wederom in gebruik nemen van parkeergarage Molenveste, geen grote parkeerproblemen ervaren in het centrum. Het invoeren van betaald parkeren is sinds een aantal jaren niet meer aan de orde.

Onderhoudsknelpunten reactief oppakken Tijdens de participatiebijeenkomst is meerdere malen benoemd dat men aandachtspunten ziet bij het beheer en onderhoud van de Bestse fietspaden. Het kwaliteitsniveau waaraan de openbare ruimte moet voldoen is vastgelegd in het Kwaliteitsplan Openbare Ruimte. Onderhoud van wegen en fietspaden is opgesplitst in planmatig onderhoud, rehabilitatie en dagelijks onderhoud. Bij de aanleg van een weg is het kwaliteitsniveau hoog. Daarna neemt het kwaliteitsniveau af. Een mooie, comfortabele weg gaat langzaam richting een lager kwaliteitsniveau. Dit kan tot ongemakken voor de weggebruiker leiden. Echter voordat een weg gevaarlijk wordt, is het de bedoeling om onderhoudsmaatregelen te nemen. Indien een weg aan het einde van de levensduur is, vindt vervanging plaats. De weg wordt grootschalig aangepakt. In de tussenliggende jaren vinden dus verschillende onderhoudsmaatregelen plaats die de weg moeten houden op het kwaliteitsniveau zoals vastgesteld in het Kwaliteitsplan Openbare Ruimte. Uiteraard vindt daarnaast dagelijks onderhoud plaats bijvoorbeeld door het maaien van bermen of gladheidsbestrijding.


6 Ambitie 3: Lever een bijdrage aan een toegankelijke omgeving voor iedereen De Bestse mobiliteitsaanpak levert een bijdrage aan een toegankelijk Best voor iedereen. Het uitgangspunt is dat iedereen in de maatschappij mee moet kunnen doen. Met iedereen bedoelen we ook iedereen. Niet alleen mensen met een fysieke beperking, maar ook mensen met een verstandelijke beperking, of mensen met een beperkt budget. 6.1 Fysieke toegankelijkheid Om in de maatschappij mee te kunnen doen is het belangrijk dat voorzieningen toegankelijk zijn voor iedereen. De Bestse mobiliteitsaanpak richt zich daarbij niet op gebouwen, maar op het openbaar gebied. Mensen met hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een rolstoel of met een andere zichtbare of niet zichtbare handicap moeten zo veel mogelijk zelfstandig gebruik kunnen maken van het Bestse mobiliteitssysteem. De stap om te komen tot een openbare ruimte waar iedereen mee kan doen, is meer dan een wens. In juli 2016 is het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van kracht geworden. Een belangrijke stap die er voor moet zorgen dat mensen met een beperking in de samenleving mee kunnen doen. Het Verdrag benoemt een duidelijke stip aan de horizon: een inclusieve samenleving waarin iedereen kan meedoen. De Bestse mobiliteitsaanpak gaat in op een integrale aanpak voor een toegankelijke openbare ruimte. Bij reconstructies is het noodzakelijk dat gekeken wordt of de nieuw te realiseren plannen een bijdrage leveren aan een inclusieve samenleving. 6.2 Openbaar vervoer en doelgroepenvervoer Zoals reeds aangegeven wordt er sinds een aantal jaren landelijk ingezet op een integratie van het doelgroepenvervoer in het reguliere openbare vervoer. Onder doelgroepenvervoer behoren o.a. leerlingenvervoer, vervoer voor mensen met een beperking naar werk of dagbesteding en het regionale TAXX-bus-systeem. Door waar mogelijk mensen die gebruik maken van het doelgroepenvervoer via het reguliere openbare vervoer te verplaatsen, worden meerdere doelen bereikt. Zelfstandig reizen bevordert het gevoel van eigenwaarde; Door verschillende vervoerssystemen te integreren ontstaat er meer ‘massa’ aan reizigerspotentieel, wat meer kansen

biedt voor beter en betaalbaar openbaar vervoer; De betaalbaarheid van beide vervoerssystemen wordt groter. Vanuit de regio is een project opgestart onder de naam ‘Slimme mobiliteitsoplossingen in Zuidoost-Brabant voor doelgroepenvervoer en ov’. De gemeente Best is participant in dit regionale project en staat open voor experimenten en pilots die hieruit voortkomen.

Streven ambitie 3: Lever een bijdrage aan een toegankelijke omgeving voor iedereen In 2030 is de bijdrage die vanuit mobiliteit geleverd kan worden aan de toegankelijkheid van voorzieningen en het maatschappelijk verkeer beter. Dit streven wordt verwezenlijkt door in te zetten op de volgende speerpunten: a) Fysieke toegankelijkheid b) Openbaar vervoer en

doelgroepenvervoer c) Betaalbaarheid


6.3 Betaalbaarheid De komende jaren komen er diverse ontwikkelingen in mobiliteit op de gemeente Best en de Bestenaar af. Bij alles moeten we ons realiseren dat nieuwe initiatieven betaalbaar zijn. Niet alleen voor de gemeente, vaak in de rol van wegbeheerder, maar ook voor de Bestenaar in zijn/haar rol als weggebruiker. Nieuwe initiatieven zijn welkom, maar moeten ook financieel toegankelijk zijn voor Best en de Bestenaar.


7 Organisatie De Bestse Mobiliteitsaanpak streeft drie ambities na die nader uitgesplitst zijn in verschillende speerpunten. Dit hoofdstuk geeft aan op welke manier deze ambities omgezet worden in daden. 7.1 Adaptieve aanpak De Bestse mobiliteitsaanpak heeft een flexibel kader met een planhorizon tot 2030. Omdat we niet precies weten wat er tot 2030 op ons afkomt, is deze aanpak adaptief. Wat betekent dat we de aanpak onderweg waar nodig bijsturen. De doelen voor 2030 zijn beschreven. Hoe we daar gaan komen, ligt op voorhand niet vast. Om op korte termijn slagvaardig te kunnen handelen, is het noodzakelijk om voor de korte termijn duidelijk te hebben waar we op insteken. Deze duidelijkheid verschaffen we doordat we prioriteiten aangegeven. Deze worden uitgewerkt in een Uitvoeringsprogramma. 7.2 Lef Voor alles wat in de Bestse Mobiliteitsaanpak wordt voorgesteld, geldt dat het einddoel niet het uitvoeren van maatregelen en acties is. De maatregelen en acties zijn een middel om een ander, hoger doel te bewerkstellingen. Willen we deze Mobiliteitsaanpak tot een succes maken, dan verwachten we er dat een ieder lef toont. Bestuurders, ambtenaren, inwoners en andere stakeholders komen momenten tegen dat er kansen gegrepen moeten worden, waarbij van de gebaande paden afgeweken wordt. Daarnaast zal in de vorm van pilots en experimenten bekeken worden wat het beste werkt. Met elkaar geven we deze pilots en experimenten een kans om zich te ontwikkelen en bewijzen. Dit heeft vaak tijd nodig. Fouten worden daarbij zeker gemaakt. Dit hoort bij het leerproces. Uiteraard geldt daarbij dat experimenten en pilots geen doel zijn, maar een mogelijkheid om dichter bij mogelijke oplossingen te komen. 7.3 Opzet Uitvoeringsprogramma Een Uitvoeringsprogramma maakt duidelijk waar voor de komende periode concreet op ingezet wordt. Het Uitvoeringsprogramma biedt inzicht in de volgende zaken: Welke projecten vergen de komende jaren inzet van de gemeente; Wat is de status van deze projecten (onderzoek – voorbereiding – uitvoering); Wat is de rol van gemeente in dit project; Welke financiële middelen zijn er nodig voor deze projecten en zijn er kansen voor het binnenhalen van subsidies?

Het Uitvoeringsprogramma wordt elke 2 jaar opgesteld. Het is voorzien van een evaluatie van het voorgaande Uitvoeringsprogramma. Het Uitvoeringsprogramma wordt vastgesteld door het college.

De Bestse mobiliteitsaanpak Adaptief

Planhorizon 2030

Lef

Tweejaarlijks uitvoeringsprogramma

Financiën in P&C-cyclus


7.4 Financiën Op basis van het inzicht dat het Uitvoeringsprogramma biedt zal aan de gemeenteraad binnen de reguliere P&C-cyclus gevraagd worden om budget te geven voor projecten. 7.5 Participatie / samenspraak In de verschillende projecten heeft de gemeente Best verschillende rollen. De gemeente kan trekker zijn, maar zich ook faciliterend opstellen. Bij de nadere uitwerking van de verschillende projecten worden inwoners en andere stakeholders betrokken. De wijze waarop is afhankelijk van de maatregel c.q. het project. Leidraad zijn de Nota bewonersparticipatie uit 2012 en aanvullend daarop de nota ‘Samen op ons Best’ uit 2016.


Verklarende woordenlijst Adaptief Aanpassen aan, iets is adaptief wanneer het zich gemakkelijk aanpast aan veranderde omstandigheden.

Agglomeratiekracht

De kracht die een verstedelijkt gebied bestaande uit verschillende bewoonde gebieden gezamenlijk heeft.

Co-modaliteit Voor verplaatsingen kan worden gekozen uit verschillende vervoermiddelen of een combinatie daarvan. Informatie en aanbod stimuleren een keuze die leidt tot een optimum tussen de belangen van de individuele reiziger, die van de overige reizigers en de omgeving. Resultaat: een optimale prestatie van het mobiliteitssysteem.

Connectiviteit Door goede en slimme verbindingen zorgen voor een uitstekende (inter)nationale bereikbaarheid van de economische toplocaties.

Daily urban system Het stedelijk systeem waarin inwoners zich dagelijks bewegen door de regio om te wonen, werken en te recreëren.

Duurzaamheid Duurzaamheid is een breed begrip, maar het komt er in het kort op neer dat in een duurzame wereld mens (people), milieu (planet) en economie (profit) met elkaar in evenwicht zijn, zodat we ook naar de toekomst toe de aarde niet uitputten.

First and last mile De eerste en laatste kilometer (letterlijk: mijl) van een reis

HOV Hoogwaardig openbaar vervoer, openbaar vervoer wat rijdt met een hoge frequentie

Landingsplaats

De landingsplaats Brainport Bereikbaar moet er voor zorgen dat er een ‘living lab’ voor smart mobility in de regio ontstaat. De landingsplaats moet er voor zorgen dat initatiefnemers elkaar en de gebruikers ontmoeten, zodat er initiatieven van de grond komen.

MaaS Mobility as a Service, mobiliteit als een dienst, draait volledig om dienstverlening die de gebruiker per rit zo efficiënt mogelijk in staat stelt zijn reis te maken, zonder dat hij daarvoor in het bezit van een voertuig moet zijn. Met apps wordt een reisoplossing op maat geboden op basis van real-time informatie.

Mobiliteit Letterlijk: beweeglijkheid. In deze aanpak verstaan we onder mobiliteit alle manieren om personen en goederen te verplaatsen van locatie A naar locatie B.

Modal Split Verdeling over de vervoerswijzen

Multimodaal Gericht op verschillende aandachtspunten of gebieden. Multimodale verplaatsing is een verplaatsing waar ten minste twee verschillende vervoerswijzen gebruikt worden.

Shared Space Letterlijk: gedeeld ruimtelijkgebruik. Dit is een in Nederland ontwikkeld verkeersconcept dat uitgaat van het reguleren van verkeerssituaties op basis van de eigen verantwoordelijkheid van mensen, in plaats van regels en verkeersborden.

Smart mobility Slimme maatregelen die zorgen voor een efficiënte mobiliteit voor de individuele reiziger, de totale mobiliteitsvraag en de omgeving. De techniek maakt

vervoermiddelen en de weg slimmer en zorgt ervoor dat verkeersstromen goed op elkaar zijn afgestemd. Vervoersmanagement De zorg van werkgevers voor het woon-werkverkeer en het zakelijke verkeer van werknemers.

Gemeente Best / Lokale mobiliteitsvisie / Best / 2017 ... · Deze gezamenlijke inspanning heeft...

Documents

Transcript of Gemeente Best / Lokale mobiliteitsvisie / Best / 2017 ... · Deze gezamenlijke inspanning heeft...