Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

97
Geloof in de wereld Bijbelstudies voor kringen 2013-2014

description

Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

Transcript of Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

Page 1: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geloof in de wereld 

Bijbelstudies voor kringen 2013-2014

 

 

 

 

Page 2: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    2 

 

 

Redactie: Tom De Craene (Ichtus Vlaanderen), Wouter Van Hoof (Ichtus Vlaanderen), Judith Verduijn (student 

Ichtus Gent), Naomi Apers (Ichtus Vlaanderen), Gersom Brussaard (Ichtus Vlaanderen), Nico Boven (Ichtus 

Vlaanderen), Gijsbert Steenbeek (Ichtus Vlaanderen), Jeffrey Vansuyt (student Ichtus Leuven), Simon Geeraerts 

(student Ichtus Hasselt), Justine Goudeseune (student Brussel), Rudina Coraj (Ichtus Vlaanderen) 

 

Eindredactie: Tom De Craene 

Page 3: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    3 

Inhoudsopgave

 

Inleiding .............................................. 4 

Zelf een Bijbelstudie maken ............... 6 

Manuscriptstudie ................................ 7 

Lectio Divina ..................................... 11 

1 // Daniel 1 ...................................... 13 

2 // Genesis 1-2:3 ............................. 19 

3 // Lucas 7: 36-50 ........................... 26 

4 // Matteüs 27: 57-28:20 ................. 34 

5 // Openbaring 7:1-17 ..................... 40 

6 // Prediker ...................................... 47 

7 // Jeremia 29:1-14 ......................... 54 

8 // Handelingen 17: 16-32 ............... 60 

9 // Matteüs 5:1-15 ........................... 67 

10 // Jakobus 1:19-2:26 .................... 74 

11 // Micha 6: 1-8.............................. 81 

12 // Johannes 17 ............................. 87 

Gebruikte bronnen ........................... 94 

Page 4: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

 

Inleiding

Tijdens het academiejaar 2013‐2014 werkt Ichtus Vlaanderen rond het thema ‘Geloof  in de 

wereld’. Dit thema heeft een dubbele betekenis. Ten eerste willen we nadenken over de 

vraag: ‘Is er geloof in de wereld?’. Hierin kunnen bijvoorbeeld zaken aan bod komen als: 

leven in een multiculturele samenleving en wereldgodsdiensten, maar ook vragen als: ‘is er 

hoop voor deze wereld?’ en ‘wat kunnen we leren van het goede dat plaatsvindt in de 

maatschappij?’ en ‘hoe sluiten we ons daarbij aan?’. Ten tweede willen we nadenken over de 

vraag hoe wij ons geloof uitleven in de wereld. Hierbij zullen dus o.a. vragen aan bod komen 

als: Hoe zijn we christen én student? Hoe geven we ons geloof handen en voeten in onze 

studentenstad? Hoe bepaalt ons geloof hoe we kijken naar de actualiteiten? Wat moeten we 

met sociaal onrecht? Hoe laten we Christus en de hoop die door Hem in ons leeft zien aan de 

mensen rond om ons? Doorheen heel het jaar zullen in zowel de lokale Ichtusgroepen als op 

de activiteiten van Ichtus Vlaanderen verschillende facetten van ‘Geloof in de wereld’ belicht 

worden. Deze bundel werd samengesteld als leidraad voor de Bijbelstudiekringen voor de 

lokale Ichtusgroepen. Elke goede Bijbelstudie leidt tot toepassing en dit thema leent zich hier 

uitermate toe, het is dan ook onze hoop dat veel studenten(groepen) naar aanleiding van de 

studies in deze bundel en de Ichtus Vlaanderen activiteiten hun geloof handen en voeten 

mogen geven. We willen echter benadrukken dat onze daden voortkomen uit een rijker 

beeld van wie God is, vanuit een dieper besef van de implicaties van Jezus’ leven, lijden, 

sterven en opstanding en uit dankbaarheid hiervoor. 

 

We hebben bij de selectie van de Bijbelgedeeltes1 teksten gekozen die veel verschillende 

aspecten van ‘Geloof in de wereld’ belichten, zowel vanuit het Oude als vanuit het Nieuwe 

Testament. Er zijn twaalf Bijbelstudies opgenomen in deze bundel. We beseffen dat veel 

Ichtusgroepen geen 12 kringstudies hebben. We hopen dat wanneer jullie een selectie 

moeten maken, dat jullie ook moedig zijn en ook tekstgedeeltes nemen die jullie minder 

goed kennen. 

                                                       1 Alle Bijbelteksten komen uit de Nieuwe Bijbelvertaling tenzij anders vermeld.   

Page 5: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    5 

Bij het voorbereiden hebben wij een beperkte selectie van commentaren op de Bijbel gebruikt. 

Het is gevaarlijk om al snel te verdwalen in een grote hoeveelheid. We raden ook aan een 

paar goede commentaren te zoeken en die grondig te raadplegen bij het voorbereiden van de 

studie (uiteraard na zelf grondig met de tekst bezig te zijn geweest). Elke tekst is door 

iemand anders voorbereid. We hebben geprobeerd enigszins eenheid te bewaren, maar 

uiteraard zijn er duidelijke verschillen tussen de studies. We hopen dat dit niet als een 

hindernis, maar als een rijkdom mag ervaren worden. 

 

Page 6: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    6 

Zelf een Bijbelstudie maken

Hieronder zijn telkens een paar opties geformuleerd om een Bijbelstudie aan te pakken, maar 

je kunt hier gerust ook zelf creatief mee omgaan. Een goede manier van aanpak is: 

Bestudeer de tekst grondig In de hele IFES‐beweging (de wereldwijde koepelorganisatie waar Ichtus lid van is) staat 

“inductieve” Bijbelstudie voorop als dé manier om een Bijbeltekst te benaderen. Dat betekent 

dat je vanuit de tekst vertrekt om zo tot de kern te komen en niet omgekeerd. Hoewel deze 

bundel al een kern lijkt te suggereren, adviseren we je toch om telkens te starten met de 

Bijbeltekst en niet met ons advies/onze ideeën. Pas nadat je zelf de tekst bestudeerd hebt, 

kun je gebruik maken van commentaren, bevindingen van anderen en deze bundel. Een 

goeie manier om de voorbereidende studie te doen is de “manuscriptmethode” (zie verder). 

Haal de kern uit de tekst Als je goed weet wat de kern van de tekst die je zult bestuderen is, zul je veel gemakkelijker 

tot die kern kunnen komen tijdens de kring. Niet alleen kun je doelgerichter werken, je kunt 

ook gemakkelijker beslissen over zijsprongen die zich tijdens de avond aanbieden. 

Denk na over hoe je met je kring tot die kern kunt komen Erg veel kringleiders maken de fout te denken dat zodra de exegese (=tekstuitleg) gedaan is, 

de kring geslaagd zal zijn. Dit klopt niet. Na het bepalen van de kern is het erg belangrijk na 

te denken over hoe je tot die kern zult komen: welke werkvormen wil je gebruiken? Heel wat 

mensen denken dat het eenvoudigst is om een onderwijsleergesprek te doen (vraag en 

antwoord), maar dit is zowat de moeilijkste werkvorm die bestaat omdat het erg moeilijk is 

in te schatten wat de kringleden zullen antwoorden. Vaak komen antwoorden waar je niet 

op voorbereid bent en op zulke moment is het niet gemakkelijk om goede vragen te 

verzinnen om alsnog tot de kern te komen. Het beste is werkvormen gebruiken waarbij je als 

kringleider zelf zo weinig mogelijk aan het woord bent. 

Page 7: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    7 

Manuscriptstudie

Een manier om de Bijbel te bestuderen die je voor elke passage kunt gebruiken, maar ook erg 

zinvol is ter voorbereiding van het leiden van een kring, is de “manuscriptmethode” die 

bestaat uit drie stappen. 

Observatie Krijg in deze fase grip op het verhaal (wat zegt de schrijver?). Druk de tekst af. Laat 

voldoende witruimte rond de tekst, maar ook tussen de regels. Als je kunt, laat alle alinea‐ en 

versnummers weg. 

 

Overloop de tekst en probeer alles aan te duiden wat opvalt, wat vragen oproept, wat op 

structuur duidt, wat vaak terugkeert, … Gebruik pennen, gekleurde potloden om woorden 

te markeren, de structuur van het stuk in kaart te brengen, thema’s en verbindingen aan te 

geven. 

 

Hieronder volgen nog een aantal tips voor vragen. 

 

Vraag als een journalist  Spoor de verbindingen op  Leef je in in de tekst 

Wie? 

Wat? 

Waar? 

Wanneer? 

Hoe? 

Herhalingen 

Overeenkomsten 

Contrasten 

Oorzaak – gevolg 

Van het algemene naar het 

bijzondere 

Van het bijzonder naar het 

algemene 

Hoofdgedachten 

Bijgedachten 

 

Wat zie je, hoor je, ruik je, 

voel je? 

Word een persoon in de 

tekst 

 

Page 8: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    8 

 

Wat voor soort literatuur is dit? Een verhaal? Een dialoog? Poëzie? Commentaar van de 

schrijver?2 Het komt voor dat er meer dan één soort in het Bijbelgedeelte voorkomt. 

Markeer signaalwoorden: want, omdat, daarom, sinds, zodat, maar, dus, enz. 

Markeer logische eenheden in de tekst (welke stukken horen bij elkaar?) 

eenheid in thema, tijd, plaats, gedachte, actie, enz. 

Noteer datgene wat je in de tekst je speciaal opvalt, dingen die onverwacht of ongewoon 

zijn, of die vragen/verbazing/onbegrip/irritatie bij je oproepen. 

Zijn er verwijzingen naar, of associaties met andere Bijbelteksten? Lees die teksten in hun 

context (niet alleen de verzen zelf) en vraag je af waarom ze hier worden aangehaald. 

Vind je iets in de tekst dat vragen oproept? Iets wat je irriteert, je verbaast of waar je 

moeite mee hebt? Schrijf het op! 

Interpretatie In deze fase probeer je de volgende vraag op de lossen: wat wil deze tekst communiceren? 

Wat betekenen alle observaties die je gemaakt hebt? Wat is de kerngedachte van deze tekst? 

 

Centraal staat deze opdracht: Formuleer de betekenis van de tekst door antwoord te geven 

op de vraag wat de auteur met de tekst wil zeggen. 

 

De volgende vragen kunnen je daarbij helpen: 

Formuleer vragen naar aanleiding van de dingen die je opvielen in de tekst.  

Formuleer vragen over de taalkundige en inhoudelijke relaties die je hebt gevonden. 

Bijvoorbeeld: waarom herhaalt de auteur dit woord? Waarom gebruikt hij dit contrast? 

Handige vragen zijn “waarom (...) ?” en “wat is de betekenis van (...) ?” 

Kijk nog eens naar de taalkundige en inhoudelijke relaties die je in de tekst hebt gevonden. 

Wat zijn de hoofdverbindingen en de hoofdonderwerpen in het gedeelte? 

Concentreer je op de cruciale vragen. Dat zijn vragen die (1) uit de tekst zelf voortkomen; 

(2) over een groot deel van het gedeelte gaan; en (3) te maken hebben met de 

hoofdgedachte van het tekstgedeelte. 

                                                      2 Het genre of het soort tekst bepaalt mee de manier waarop je de tekst best benadert. 

Page 9: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    9 

Probeer nu de vragen te beantwoorden. Maak daarbij in de eerste plaats gebruik van de 

tekst zelf, daarna van de directe context van de tekst binnen het Bijbelboek (m.a.w. de 

omliggende gedeeltes), daarna van de verwijzingen naar andere Bijbelgedeelten en tot 

slot van een Bijbels woordenboek, een commentaar, uitleg die in Bijbels wordt gegeven en 

andere hulpmiddelen.  

Stel jezelf de ‘big question’: Welke boodschap wil de auteur overdragen aan de 

oorspronkelijke lezers? Wat zijn volgens jou de hoofdpunten, of hét hoofdpunt van dit 

gedeelte? Waarom staat deze passage hier?  

Probeer de hoofdgedachte van de tekst samen te vatten in één zin. 

Applicatie (toepassing) In de laatste fase wordt nagedacht over het belang van de Bijbeltekst en de kerngedachte 

voor het ons leven. Dat kan gaan om een praktische opdracht (iets wat gedaan moet worden) 

of om een transformatieve opdracht (iets wat veranderd moet worden) of om een 

informatieve opdracht (kennis die toeneemt), etc. Probeer je er niet te gemakkelijk vanaf te 

maken door enkel toepassingen te formuleren die je niet veel kosten. Weet dat de Bijbel 

primair geschreven is aan groepen mensen (volk en kerk), dus de opdrachten zijn doorgaans 

in de eerste plaats opdrachten die we samen moeten doen, de persoonlijke opdracht volgt 

hier veelal uit. 

 

Centraal staat deze opdracht: Verbindt het gedeelte met je eigen leven en de wereld waarin 

wij leven.  

 

De volgende vragen kunnen daarbij helpen: 

Zie je verbindingen tussen de tekst en je eigen leven en onze wereld? (Bijvoorbeeld: 

herken je je in een van de hoofdrolspelers in de tekst, waar raakt de boodschap van het 

gedeelte jouw leven?) 

Heb je het idee dat God specifiek jouw kring of tot jou spreekt met betrekking tot een 

aspect van jullie/je leven? 

Zijn er concrete geboden, beloften, voorbeelden of anti‐voorbeelden in de tekst die je iets 

te zeggen hebben? 

Page 10: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    10 

Zijn er concrete stappen die als reactie op dit gedeelte moeten gezet worden? Wees daarin 

eerlijk en duidelijk. (Neem zeker een agenda om zaken op te schrijven en kom hier op 

terug tijdens een volgende keer dat je elkaar als kring ontmoet) 

Komt hierin iets naar voren wat van belang is voor mijn relatie met andere mensen, voor 

onze kring, onze gemeente of onze samenleving? 

Zijn er dingen die we, individueel of als groep, concreet ter hand moeten nemen? 

Wat heeft deze tekst jullie/je te zeggen over God?  

Heeft deze tekst iets te zeggen hoe ik leef, denk, handel als student? Werpt deze tekst een 

nieuw licht op mijn studiedomein en de vragen die daar spelen? 

 

 

 

 

Page 11: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    11 

Lectio Divina

Een tweede methode die erg de moeite loont en die bij elke Bijbeltekst kan gebruikt worden, 

is de lectio divina. Dit is een eerder bezinnende, intuïtieve Bijbellezing. Soms benaderen we de 

Bijbel te kennisgericht en laten we God te weinig tot ons hart spreken. Deze methode is erg 

goed om dit tegen te gaan. Eén iemand leidt de kring. De andere hebben geen Bijbel nodig, 

maar luisteren. 

 

Stap 1: Lees de tekst een eerst keer voor. Doe dit rustig. Wees na het lezen van de tekst even 

stil zodat de tekst goed kan doordringen. 

 

Stap 2: Zeg tegen de groep: “Denk tijdens de volgende lezing na of er iets is wat opvalt. Dat 

kan een woord, een zinsdeel of een zin zijn. Als er niet opvalt is dat geen probleem.3” Lees de 

tekst een tweede keer hardop voor. Wees even stil en laat daarna iedereen om beurt delen 

wat opviel (als er iets opviel). Wees als kringleider streng: laat de kringleden enkel kort delen 

wat opvalt en niets meer (dus ook geen uitleg erbij). 

 

Stap 3: Geef je groep bij de derde lezing de vraag mee: “Vraag je nu eens af waarom dit 

opvalt. Heel vaak is dit omdat er een link is tussen de Bijbeltekst en ons leven. Is er een link 

met je leven? Opnieuw is het geen probleem als je geen link vindt.” Lees de tekst een derde 

keer. Wees even stil en laat daarna iedereen om beurt kort delen wat de link is. Hou als 

kringleider in het oog dat de leden dit bondig doen. Grijp zo nodig in. 

 

Stap 4: Zeg tegen de groep: “Is er iets wat God jou wil duidelijk maken met deze tekst? God 

spreekt nog altijd tot ons door de Bijbel en dat doet Hij misschien nu. Soms spreekt God niet 

onmiddellijk of begrijpen we Hem niet. Het is geen probleem als het (nog) niet duidelijk is of 

God iets wil zeggen en wat Hij wil zeggen.” Lees de tekst een vierde keer. Wees even stil en 

laat daarna iedereen om beurt kort delen wat God hen wil zeggen met deze tekst. Hou 

opnieuw als kringleider in het oog dat de kringleden dit bondig doen. 

                                                      3 Benadruk dit, zodat niemand zich ongemakkelijk voelt wanneer er niets opvalt. Dat kan ook gebeuren en dat is geen drama. 

Page 12: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    12 

 

Stap 5: Je kunt eerst de tekst nog een vijfde keer lezen, maar dit hoeft niet. Neem uitgebreid 

de tijd om voor elkaar en wat er gezegd en gedeeld is te bidden. 

Page 13: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    13 

1 // Daniel 1

Bijbelgedeelte 1 In het derde regeringsjaar van Jojakim, de koning van Juda, trok Nebukadnessar, de koning

van Babylonië, op naar Jeruzalem en belegerde de stad. 2 De Heer leverde Jojakim, de koning

van Juda, aan hem uit en gaf hem een deel van de voorwerpen van Gods tempel in handen.

Hij nam ze mee naar Sinear, naar de tempel van zijn eigen god, en liet ze daar in de

schatkamer zetten.

3 De koning gaf het hoofd van zijn eunuchen, Aspenaz, opdracht een aantal Israëlieten van

koninklijke en voorname afkomst naar zijn paleis te brengen. 4 Het moesten jongemannen

zonder lichamelijke gebreken zijn, aantrekkelijk om te zien, rijk aan kennis, ontwikkeld en

met een scherp verstand, en bovendien geschikt om aan het hof te dienen. Aspenaz moest hen

onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën. 5 De koning wees hun een

dagelijkse hoeveelheid toe van de spijzen en de wijn van zijn tafel. Na drie jaar onderricht

zouden ze in dienst van de koning treden.

6 Onder hen waren enkele Judeeërs: Daniël, Chananja, Misaël en Azarja. 7 Maar de

hoofdeunuch gaf hun andere namen; Daniël noemde hij Beltesassar, Chananja Sadrach,

Misaël Mesach en Azarja Abednego. 8 Daniël was vastbesloten zich aan de

reinheidsvoorschriften te houden en hij vroeg de hoofdeunuch toestemming zich van de

spijzen en de wijn van de tafel van de koning te onthouden. 9 God zorgde ervoor dat de

hoofdeunuch Daniël gunstig gezind was. 10 Toch zei de hoofdeunuch tegen hem: ‘Ik ben

bang voor mijn heer, de koning; hij heeft bepaald wat jullie zullen eten en drinken, en als hij

vindt dat jullie er slechter uitzien dan jullie leeftijdsgenoten zal hij mij daarvoor

verantwoordelijk stellen.’ 11 Daarop richtte Daniël zich tot de kamerheer die de hoofdeunuch

aan hem en aan Chananja, Misaël en Azarja had toegewezen: 12 ‘Neem de proef op de som

en laat uw dienaren tien dagen alleen groente eten en water drinken. 13 Vergelijk ons uiterlijk

daarna met dat van de jongemannen die de koninklijke spijzen eten, en beslis dan over uw

dienaren op grond van wat u ziet.’ 14 De kamerheer ging op het voorstel in en gaf hun tien

dagen. 15 Aan het eind van de tien dagen zagen zij er gezonder en beter doorvoed uit dan alle

jongemannen die de koninklijke spijzen voorgezet hadden gekregen. 16 Dus diende de

kamerheer hun geen koninklijke spijzen en wijn meer op, maar gaf hij hun alleen nog groente.

17 En God schonk de vier jongemannen wijsheid, kennis en verstand van alle geschriften;

bovendien was Daniël bij machte alle mogelijke visioenen en dromen uit te leggen.

Page 14: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    14 

18 Toen de door de koning vastgestelde tijd verstreken was, leidde de hoofdeunuch alle

jongemannen voor Nebukadnessar. 19 De koning sprak met hen, en niemand kon zich met

Daniël, Chananja, Misaël en Azarja meten. Zij traden in dienst van de koning. 20 En over

welke kwestie van wijsheid of inzicht de koning hen ook raadpleegde, hij vond hen tien keer

zo voortreffelijk als alle magiërs en bezweerders in heel zijn rijk.

21 Daniël bleef aan het hof tot het eerste jaar van het koningschap van Cyrus.

Achtergrondinformatie4 Daniël is een moeilijk boek. Het begint al bij het genre: in de Tenach staat het gerangschikt bij 

de geschriften, in onze bijbel bij de profeten. De eerste zes hoofdstukken vormen het 

levensverhaal van Daniël, in dienst van de verschillende wereldrijken die aan de macht 

komen. Daarin vertoont het boek overeenkomsten met andere geschriften, bv. Ester of 

Nehemia. In de laatste zes hoofdstukken staan visioenen. Hierin vertoont het boek veel meer 

overeenkomsten met andere profeten. Aangezien we hier het eerste hoofdstuk behandelen, 

ontbreekt de ruimte om in te gaan op de visioenen. 

Over het auteurschap van Daniël bestaat veel discussie. Traditioneel wordt er vanuit gegaan 

dat Daniël zelf de auteur is – tijdens de visioenen hanteert hij de eerste persoon. Dan zou het 

af zijn ergens tijdens de regeerperiode van Cyrus, dus 538 voor Christus of nog iets later. 

Historisch‐kritische theologen gaan er echter vanuit dat het boek is toegeschreven aan Daniël, 

maar lang na de ballingschap geschreven: rond 165 voor Christus. 

Daniël is geschreven in twee talen: het eerste hoofdstuk en de hoofdstukken acht tot twaalf 

zijn in het Hebreeuws geschreven. De hoofdstukken twee tot zeven in het Aramees, zeg 

maar de volkstaal. Deze taal kon ook buiten Israël worden begrepen, want ze was de 

administratieve taal van het Perzische rijk. Het lijkt er dus op dat het boek enerzijds op een 

zeer brede doelgroep mikte, meer dan Israëlieten, maar anderzijds ook een gedeelte exclusief 

wilde houden. Het idee bestaat ook dat de Aramese verhalen al langer in omloop waren en 

dat het Hebreeuwse gedeelte eraan is toegevoegd. Dit hangt natuurlijk nauw samen met de 

discussie over auteurschap. Los van wanneer het boek exact is geschreven is het wel veilig 

om te stellen dat de Israëlitische lezers moesten omgaan met overheersing door een andere 

mogendheid en de opgelegde wetten en gebruiken die dat met zich meenam. 

                                                      4 Chavalas, M.W., Matthews, V.H. & Walton, J.H., The IVP Bible Background Commentary. Old Testament, (Downers Grove: Intervarsity Press, 2000), 832. 

Page 15: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    15 

Een thema dat als een rode draad door Daniël vervlochten is, is macht: telkens opnieuw, in 

de verhalen zowel als in de visioenen, staan er machthebbers op die op hun eigen macht 

vertrouwen, die zich heer over hun lot wanen, die zichzelf goddelijk achten. Altijd opnieuw 

wordt echter hun onvermogen en eindigheid in de verf gezet: God is degene die hun lot in 

handen houdt, hij is de finale machthebber. Daarmee samenhangend benadrukt het boek 

ook het belang van integriteit en onderworpenheid aan God. Er wordt ingegaan op de 

spanning tussen ten volle God dienen en anderzijds onderworpen zijn aan een goddeloze 

macht. Het boek houdt zijn lezer de hoop voor dat God uiteindelijk alles in handen heeft. 

Bovendien toont het dat integriteit geen bruuske afwijzing van de cultuur waaraan je bent 

onderworpen hoeft in te houden. 

Daniël 1 introduceert deze thema’s meteen. 

Verduidelijking  

1-2

Juda was geen onafhankelijk gebied (vgl. 2 Koningen 23:31 – 25:26, 2 Kronieken 36). Het was 

een vazalstaat van Babylonië. Dit betekent dat ze belasting betaalden en konden worden 

gevraagd troepen te leveren voor het Babylonische leger. Voorheen was Juda een Egyptische 

vazalstaat en er waren nog pro‐Egyptische mensen onder de Judeërs, waaronder Jojakim. 

Als Nebukadnezar Jeruzalem aanvalt is dat dus geen veroveringstocht, maar de 

onderdrukking van een opstand, omdat Jeruzalem terug de kant van Egypte heeft gekozen. 

Deze veldtocht zou in 605 v. Chr. hebben plaatsgevonden, toen Nebukadnezar eigenlijk 

slechts generaal was en geen koning. Hij bestijgt de troon in 604 en vernietigt Jeruzalem na 

een zoveelste opstand volledig in 587‐5865. 

 

3

Sinear: andere naam voor Babylonië. 

 

4

Jongemannen: waarschijnlijk waren Daniël en zijn vrienden in hun tienerjaren; dertien, 

veertien jaar.                                                       5 Wallace, R.S., The Message of Daniel. The Lord is King, TBST, (Nottingham: Intervarsity Press, 1979), 13. 

Page 16: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    16 

 

Chaldeeën:  oorspronkelijk een van de Babylonische stammen. Nebukadnessar is afkomstig 

uit deze stam, het was al een tijd lang de meest invloedrijke groep en daarom werd de naam 

inwisselbaar met Babyloniërs. Veel geleerden en bezweerders waren ook uit deze stam 

afkomstig. Daardoor kan Chaldeeën drie dingen betekenen: 1) een Babylonische stam, 2) alle 

Babyloniërs, 3) Babylonische wijzen en magiërs6. 

 

5-6

De betekenis van de namen: Daniël: God is rechter, Chananja: God is genadig, Misaël: Wie is 

als God?, Azarja: de Heer is mijn hulp. Beltesassar: Bel beschermt de koning, Sadrach: bevel 

van Aku, Mesach: wie is als Aku?, Abednego: knecht van Nebo.  

Bel, Aku en Nebo zijn Babylonische goden. 

 

12

Groente: het woord dat hier in de grondtekst staat betekent eigenlijk “voeder”, voedsel voor 

dieren. Waar Daniël om vraagt is voedsel dat niet bereid is, want elk voedsel dat bereid zou 

zijn, los van of het vlees of groenten zouden zijn, zou zijn opgedragen aan een afgod7. 

 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ Daniël en zijn vrienden zijn studenten. Ze zoeken een manier om in een cultuur die hun 

geloof niet vriendelijk gezind is – maar ook niet per se vijandig – integer God te dienen. Dat 

doen ze niet door die cultuur af te wijzen, maar juist door haar goed te leren kennen. Ze 

geloven dus dat het goed is – en Gods wil is – die kennis op te doen. Tegelijk zoeken ze een 

manier om hun geloof te beleven, ze willen niet de eer geven aan andere goden. Hun kennis 

is dankzij God, niet dankzij de Babylonische goden. 

Daniël en zijn vrienden zijn een sterk voorbeeld van hoe God het goed vindt dat we onze 

kennis uitbreiden en uitblinken in ons studiedomein. Kennis is op zichzelf niet verkeerd. 

Ook is het goed onze cultuur – de wereld – te kennen. We tonen ons geloof in de wereld 

                                                      6 Chavalas, M.W., Matthews, V.H. & Walton, J.H., The IVP Bible Background Commentary. Old Testament, (Downers Grove: Intervarsity Press, 2000), 730. 7 Ibid., 731. 

Page 17: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    17 

maar door de wereld te kennen en te dienen. Belangrijk is dat de kennis – alle kennis – niet 

van onszelf komt, maar van God. 

Kerngedachte God geeft een studie en geeft de kennis. Het is goed om daarin uit te blinken en daardoor 

hem de eer te geven. 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Waarin worden Daniël en zijn vrienden onderwezen? (O) 

Waarom brengt Nebukadnezar voorwerpen uit de tempel naar de tempel van zijn god en 

niet naar zijn paleis? (OI) 

Welk genre is dit? (OI) 

God maakt de hoofdeunuch “gunstig gezind”. Beïnvloedt God ons humeur? (OI) 

Hoe belangrijk waren goden voor de Babyloniërs? (OI) 

Waarom geeft de hoofdeunuch hen andere namen? (I) 

Hadden alle dromen en visioenen betekenis voor de Babyloniërs? (I) 

Wat wil Nebukadnezar bewijzen door het meenemen van de tempelvoorwerpen, het in 

dienst nemen van Judeeërs, hen nieuwe namen geven? (I) 

Waarom willen Daniël en zijn vrienden geen vlees en wijn? De voedselwetten verbieden 

dit toch niet? (I) 

Hoe staan Daniël en zijn vrienden tegenover de Babylonische cultuur en kennis? (I) 

Sluiten Daniël en zijn vrienden compromissen? Waar trekken ze een lijn? (I) 

Waar roept dit genre (meestal) en deze tekst toe op? (IA) 

Daniël en zijn vrienden maken er geen probleem van om voor Babylonië te werken en een 

naam te dragen die door de Babyloniërs is gegeven. Wiens naam draag jij, voor wie werk 

jij, wie geef je macht over wat je doet? (A) 

Daniël en zijn vrienden leren niet alleen de Babylonische kennis, ze blinken er ook in uit, 

ze worden de beste. Waarin kan jij uitblinken als student, hoe kan je uitblinken? Hoe kan 

je dat als Ichtusgroep? (A) 

Page 18: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    18 

Werkvormen

1) Personages: Haal bij een eerste observatie alle personages uit het verhaal. Wijs nu iedereen 

(alleen of per paar mensen) een personage toe. Lees het verhaal nog een keer door of voor en  

beschrijf dan de gebeurtenissen vanuit de ogen van dat personage. Vertel wat hij ziet, ervaart, 

voelt, denkt, … Deze oefening kan helpen om beter te observeren. 

2) Verslag: Deel de kring op in een drietal groepjes. Laat elke groep van de gebeurtenissen in 

de tekst een verslag maken, alsof het voor bv. een nieuwsuitzending zou zijn. Deze oefening 

kan helpen bij zowel de observatie als de interpretatie. 

 

Page 19: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    19 

2 // Genesis 1-2:3

Bijbelgedeelte 1:1 In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde was nog woest en doods, en 

duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.  

3 God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. 4 God zag dat het licht goed was, en hij 

scheidde het licht van de duisternis; 5 het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij 

nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.  

6 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar 

scheidt.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het 

gewelf van het water erboven. 8 Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd 

morgen. De tweede dag.  

9 God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land 

verschijnt.’ En zo gebeurde het. 10 Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water 

noemde hij zee. En God zag dat het goed was.  

11 God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei 

bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het. 12 De aarde bracht jong 

groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad 

erin. En God zag dat het goed was. 13 Het werd avond en het werd morgen. De derde dag.  

14 God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de 

nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, 15 en ze moeten dienen als 

lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. 16 God 

maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over 

de nacht te heersen, en ook de sterren. 17 Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te 

geven op de aarde, 18 om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van 

de duisternis. En God zag dat het goed was. 19 Het werd avond en het werd morgen. De 

vierde dag.  

20 God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het 

hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ 21 En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten 

levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En 

God zag dat het goed was. 22 God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word 

Page 20: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    20 

talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’ 

23 Het werd avond en het werd morgen. De vijfde dag.  

24 God zei: ‘De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en 

wilde dieren.’ En zo gebeurde het. 25 God maakte alle soorten in het wild levende dieren, al 

het vee en alles wat op de aardbodem rondkruipt. En God zag dat het goed was.  

26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten 

heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over 

de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ 27 God schiep de mens als zijn 

evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de 

mensen. 28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de 

aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de 

hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ 29 Ook zei God: ‘Hierbij geef ik 

jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn. 

30 Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende 

wezens die op de aarde rondkruipen, geef ik de groene planten tot voedsel.’ En zo gebeurde 

het. 31 God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Het werd 

avond en het werd morgen. De zesde dag.  

 

2  

1 Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. 2 Op de zevende dag had God 

zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. 3 God zegende de 

zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn 

scheppingswerk.  

 

 

Achtergrondinformatie Genesis is het eerste boek van de Bijbel, het start met de schepping en eindigt met de dood 

van Jozua. De eerste twee hoofdstukken van Genesis vertellen de ontstaansgeschiedenis van 

de aarde en met name van de mens. In deze Bijbelstudie bekijken we enkel hoofdstuk 1. 

Page 21: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    21 

Het boek vermeldt geen schrijver. Mozes wordt gezien als de schrijver, samensteller of bron 

van de tekst. Het doet er ook niet direct toe wie het boek schreef, de tekst blijft essentieel 

voor Israel en voor ons als het gaat over het onze identiteit en onze relatie met God. 

Walter Brueggemann herkent drie soorten van onderwijzen in het oude testament: Thora, 

Profeten en Geschriften.  Thora‐onderwijs geeft ons identiteit, zekerheid over wie we zijn en 

een gevoel van veiligheid door de zorg van God die was, en is, en altijd zal zijn. De profeten: 

dit onderwijs vraagt ons hoe wij in het leven staan, het schudt ons wakker. De geschriften 

leren ons wat wijsheid en een goed leven is. Het leert ons samen te leven in Gods wereld8. 

Genesis is overduidelijk een onderdeel van het Thora‐onderwijs. Het vertelt ons waar we 

vandaan komen, wie we zijn en waarom we zijn. 

 

Genesis vertelt de ontstaansgeschiedenis van de aarde, de mensheid en met name Israel. 

Andere culturen uit dezelfde regio en periode hadden ook hun versie van een 

ontstaansgeschiedenis, we hebben het dan met name over Egyptische en Babylonische 

verhalen. Er zijn wel opvallende verschillen aan te wijzen tussen het scheppingsverhaal in 

Genesis en de ontstaansgeschiedenissen van de omliggende volken.  De belangrijkste 

verschillen: 

• Het licht wordt op de eerste dag geschapen en de zon op de vierde dag. Licht en de 

bron van licht worden uit elkaar gehaald hoewel men uiteraard wist dat de zon voor 

het licht zorgde. Hiermee wordt benadrukt dat de zon een schepsel is en geen macht 

of god zoals in omliggende volken werd gedacht. De naam van de zon en de maan 

wordt zelfs niet genoemd. De tekst spreekt van een groter en een kleiner licht. De zon 

en de maan zijn schepselen van God en moeten zo behandeld worden, dat gold toen 

en dat geldt nu (denk bijvoorbeeld aan horoscopen. 9 

• Schepping volk versus mensheid. De meeste ontstaansgeschiedenissen van de 

omringende volken verklaren enkel het ontstaan van dat volk. In de Bijbel gaat het 

over de schepping van de gehele mensheid. Later in het boek Genesis gaat het 

specifiek over Israel, maar hier is daar nog geen sprake van. De gehele mensheid is 

onderdeel van Gods plan10. 

                                                      8 Shortt, J. & Smith, D. I. Bible‐Shaped Teaching, 52‐55. 9 Peskett, H. & Ramachandra, V. The Message of Mission. TBST, (Leicester: InterVarsity Press, 2003), 35. 10 Ibid., 37. 

Page 22: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    22 

• Schepping mens gepland versus ongelukje. De schepping van de mens is de kroon op 

het scheppingswerk van de voorgaande dagen. In andere verhalen is de mens vaak 

een ongelukje, ontstaan in de strijd tussen de goden. Of de mens is een aanvulling 

achteraf, om voor de goden te werken11. 

• Rust weg van werk versus rust genietend van werk. In andere verhalen rusten de 

goden ook na het scheppen, maar daar betekent rust vaak ontkomen aan de aarde en 

de mensen, in Genesis rust God juist in zijn schepping en met de mens12. 

• Mensen moeten voorzien in eten goden versus God voorziet mens van eten. In het 

Bijbelse scheppingsverhaal benadrukt God welk voedsel voor de mens bedoeld is. Dit 

is niet zo zeer om voorschriften te geven, het geeft eerder aan dat God voorziet in 

eten voor de mens. In andere verhalen is het vaak andersom, mensen moeten werken 

om de goden te voorzien van eten. God heeft niets nodig volgens het 

scheppingsverhaal in Genesis.  

• Vruchtbaarheid door zegen en opdracht God versus door rituelen. God zegent dieren 

en mensen en geeft ze de opdracht om vruchtbaar te zijn. Hier is het weer God die 

voorziet en zegent en niet mensen die door rituelen en bezweringen voor 

vruchtbaarheid moeten zorgen13. 

Er is een parallel te vinden tussen dag 1 en 4, 2 en 5, en 3 en 6. 

Verduidelijking  

1

 “In het begin”. Dit geeft geen punt in de tijd aan, eerder een periode. De initiële periode 

waarin de wereld tot stand kwam14. 

 

Het werkwoord scheppen. Het duidt op het geven van een functie aan wat geen functie en 

geen doel heeft. Wanneer God herhaaldelijk zegt dat het ‘goed’ is, geeft dit aan dat de 

schepping functioneert zoals het bedoeld was15.                                                       11 Ibid., 36. 12 Ibid., 44‐48. 13 Ibid., 35 14 Walton, J. H. The Lost World of Genesis One. Ancient Cosmology and  the Origin Debate, (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 2009), 44‐45. 

Page 23: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    23 

 

27

God schiep de mens naar zijn evenbeeld. Het was een bekend gebruik dat een koning in zijn 

koninkrijk houten of stenen afbeeldingen van zichzelf zette. Dit was een symbool van zijn 

heerschappij in dat gebied16. Dit is wat God op aarde doet, Hij maakt mensen die zijn beeld 

zijn, zijn vertegenwoordigers op aarde. Het idee dat koningen het beeld waren van goden 

was bekend, maar hier zijn alle mensen, man en vrouw, van elk volk, elke stand, Gods 

vertegenwoordiger. Hetzelfde begrip van beelddrager zie je ook terug bij de aanbidding van 

afgodsbeelden. Deze beelden worden aanbeden omdat ze de essentie van de god bevatten. 

Dit wil niet zeggen dat het beeld fysiek lijkt op de god of kan wat de god kan. Het wil 

zeggen dat het werk van de god wordt verwezenlijkt door het beeld. In dit geval wil dat dus 

zeggen dat mensen het werk van God mogen uitvoeren op aarde. 

 

Vers 28

“Breng haar onder je gezag”. Dit betekent: de functie die de schepping kreeg uitwerken, haar 

tot bloei laten komen. Heersen moet hier gezien worden in het licht van het feit dat de mens 

geschapen is naar zijn evenbeeld, als Gods afgevaardigde. Het ‘heersen’ is dus zoals God 

heerst, met het goede voor de schepping voor ogen17. 

 

Vers 31: En God zag dat het zeer goed was. Dit zegt God niet over de mens, dit zegt God als 

hij het geheel bekijkt van wat Hij heeft geschapen.  

 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ Wanneer we nadenken over ‘geloof in de wereld’ kunnen we best stilstaan bij deze wereld 

en de mensen die haar bevolken. Hoe God kijkt naar beiden en wat Hij als doel aan beide 

meegeeft, zijn twee van de vragen waar dit gedeelte op ingaat.  

                                                                                                                                                                      15 Ibid., 50. 16 Peskett, H. & Ramachandra, V. The Message of Mission. TBST, (Leicester: InterVarsity Press, 2003), 35. 17 Carson, D. A., France, R. T., Motyer, J. A. eds. New Bible Commentary. 4rd ed, (Leicester: InterVarsity Press, 1994). 

Page 24: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    24 

Kerngedachte Dit is Gods schepping, waarin Hij alles een functie toewijst. Wij mensen, geschapen naar zijn 

beeld, zijn geroepen om, als zijn afgevaardigden, zorg te dragen voor heel zijn schepping, 

zoals Hij dat zou doen. 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Welke structuur zie je in de tekst, zoek de herhalingen in de verschillende dagen. (O) 

Welke functies krijgen de verschillende zaken die geschapen worden, waarvoor zijn ze er, 

wat moeten ze gaan doen? (O) 

Welk genre is dit? (OI) 

Welke taken krijgt de mens? (I) 

Welk genre is deze tekst? (O) 

Welke werkwoorden worden gebruikt om het handelen van God te omschrijven? (O) 

Welke verandering in woordkeuze zie je wanneer God mensen maakt? Wat zou dit 

kunnen betekenen? (OI). 

Wat wil de schrijver de oorspronkelijke lezer duidelijk maken? (I) 

Welk beeld van God krijg je in deze tekst? (I) 

Wat houden de taken die de mens krijgt precies in? (I) 

Wat is de betekenis en het belang van de verschillen tussen het scheppingsverhaal in 

Genesis en andere ontstaansgeschiedenissen? (I) 

Wat betekent het dat jij vertegenwoordiger van God bent op aarde? (A) 

Wat betekent het feit dat alle mensen beelddrager zijn voor ons omgaan met 

andersdenkenden, mensen met een beperking, mensen met een andere culturele 

achtergrond? (A) 

Wat betekent het voor jou om ‘de aarde onder je gezag te brengen’? (A). 

Werkvormen  

Page 25: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    25 

1) Identiteit: Descartes’ gevleugelde woorden zijn: ‘Je pense, donc je suis’. Dit is een zeer 

identiteitsgerelateerde uitspraak. Laat je groep, vanuit dit gedeelte en met de observaties en 

interpretaties, nadenken over ‘…, dus ik ben’. Laat hen zeggen wat vanuit deze tekst dus een 

goeie vervanging zou zijn voor ‘ik denk, dus ik ben’. Hierdoor laat je hen nadenken over 

identiteit vanuit Genesis 1 en 2; vanuit een gedeelte dat zeer diep ingaat op die vraag: ‘wie 

zijn wij?’. 

 

2) Open brief: Prins Charles zegt dat: ‘Genesis provides a licence to exploit the environment 

by implying that the world was created to be at man’s disposal.’18 Schrijf een open brief naar 

een krant als reactie op zijn uitspraak. 

 

  

                                                      18 In een voorwoord voor het boek ‘Save the Earth’. Bron: http://creation.com/focus‐144 

Page 26: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    26 

3 // Lucas 7: 36-50

Bijbelgedeelte 36 Een van de farizeeën nodigde hem uit voor de maaltijd, en toen hij het huis van de 

farizeeër was binnengegaan, ging hij aan tafel aanliggen. 37 Een vrouw die in de stad 

bekendstond als zondares had gehoord dat hij bij de farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar 

het huis met een albasten flesje met geurige olie. 38 Ze ging achter Jezus staan, aan het 

voeteneinde van het aanligbed; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze 

droogde ze met haar haar, kuste ze en wreef ze in met de olie. 39 Toen de farizeeër die hem 

had uitgenodigd dit zag, zei hij bij zichzelf: Als hij een profeet was, zou hij weten wie de 

vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is. 40 Maar Jezus zei tegen hem: ‘Simon, ik 

heb je iets te zeggen.’ ‘Meester, spreek!’ zei hij. 41 ‘Er was eens een geldschieter die twee 

schuldenaars had: de een was hem vijfhonderd Denarie schuldig, de ander vijftig. 42 Omdat 

ze het geld niet konden terugbetalen, schold hij beiden hun schuld kwijt. Wie van de twee 

zal hem de meeste liefde betonen?’ 43 Simon antwoordde: ‘Ik veronderstel degene aan wie 

hij het grootste bedrag heeft kwijtgescholden.’ Hij zei tegen hem: ‘Dat is juist geoordeeld.’ 

44 Toen draaide hij zich om naar de vrouw en vroeg aan Simon: ‘Zie je deze vrouw? Ik ben 

in jouw huis te gast, en je hebt me geen water voor mijn voeten gegeven; maar zij heeft met 

haar tranen mijn voeten natgemaakt en ze met haar haar afgedroogd. 45 Je hebt me niet 

begroet met een kus; maar zij heeft, sinds ik hier binnenkwam, onophoudelijk mijn voeten 

gekust. 46 Je hebt mijn hoofd niet met olie ingewreven; maar zij heeft met geurige olie mijn 

voeten ingewreven. 47 Daarom zeg ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er 

vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig 

liefde.’ 48 Toen zei hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ 49 Zijn tafelgenoten dachten 

bij zichzelf: Wie is hij, dat hij zelfs zonden vergeeft? 50 Hij zei tegen de vrouw: ‘Uw geloof 

heeft u gered; ga in vrede.’ 

Page 27: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    27 

Achtergrondinformatie

Genre

Er is aardig wat debat over de vraag waar de evangeliën als genre thuishoren, maar het 

populairste en meest verdedigbare voorstel is om hen onder te brengen bij de biografieën19. 

Dit genre is niet te verwarren met ons hedendaagse concept van biografieën. Veel van de 

elementen die wij erin zouden verwachten, zoals ontwikkeling & scholing van het 

hoofdpersonage en chronologische weergave van gebeurtenissen zijn niet aanwezig20. In 

tegenstelling tot het merendeel van de antieke biografieën, bevatten de evangeliën enkele 

unieke kenmerken. Zo zijn ze doorgaans anoniem en combineren ze onderwijs en actie21. 

Belangrijk te weten is dat het onderwijs niet direct tot ons komt (zoals eerder het geval is in 

brieven), maar veeleer impliciet door de gesprekken, de interactie tussen de personages. 

Daarom is het ook cruciaal het hele verhaal  indachtig te zijn22. 

 

Middenin dit Bijbelgedeelte zit er ook nog een parabel. Een parabel is specifieke 

verhaalvorm met meer dan 1 betekenis. Jezus gebruikt ze vaak als ‘wapen’ tegen zijn 

tegenstanders en hij legt er vaak de principes van het koninkrijk van God mee uit23. Parabels 

zijn vaak uit het leven gegrepen, al hebben ze ook vaak elementen die kunnen shockeren24. 

Het shockerende ontgaat ons vaak omdat we de parabels kennen en omdat we de context 

niet goed begrijpen25. Voor interpretatie is een goed begrijpen van de context dus cruciaal. 

Parabels roepen de hoorder vaak op tot het vellen van een oordeel over de gebeurtenissen in 

de parabel en daaruit volgend ook over de reële situatie, een verandering van denken is vaak 

het doel26. 

 

Lukas

                                                      19 D. A. Carson & Douglas. J. Moo, An Introduction to the New Testament, 2nd ed. (Leicester: IVP, 2005), 113‐115 20 Ibid. 21 Ibid. 22 Darrell L. Bock, Luke, IVPNTCS, (Downers Grove, IL: IVP, 1994), 15 23 Joel B. Green, Scot McKnight & I. Howard Marshal, eds., “Parable,” in Dictionary of Jesus and the Gospels.(Downers Grove, IL: IVP, 1992). 24 Ibid. 25 Ibid. 26 Ibid. 

Page 28: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    28 

Door onderzoek en historisch bewijsmateriaal kan met het auteurschap van dit evangelie 

terugvoeren op Lukas27. Zijn naam is evenwel niet vermeld in het boek. Lukas is geen 

ooggetuige van de zaken die hij beschrijft, maar hij beschrijft ze eerder na ze onderzocht te 

hebben en gecheckt te hebben bij ooggetuigen28. 

 

Van alle evangeliën zou men kunnen stellen dat het evangelie van Lukas het meest 

pluralistisch is29 en daarom zeer passend in ons jaarthema. Lukas beschrijft namelijk hoe de 

beloftes van God zich uitbreiden naar de heidenen, daarenboven legt hij uit hoe Jezus’ 

onderwijs zich verhoudt tot de ontwikkeling van die nieuwe gemeenschap die de kerk zou 

worden30. 

 

Dit is ook meteen een van de doelen van het evangelie: hoewel dit veel meer aanbod komt in 

Handelingen, begint in Lukas reeds de theologische verdediging van het feit dat heidenen er 

bij horen in Gods plan31. 

 

Verduidelijking  

Dit verhaal vertoont vele gelijkenissen met Matteus 26, Marcus 14 en Johannes 12. De 

verschillen (hoofd vs. voeten, vermelding van verkwisting in de andere gedeeltes, Simon die 

aan huidvraat leidt vs. Simon de schriftgeleerde, enz.) doen vermoeden dat het hier om een 

unieke gebeurtenis in het leven van Jezus gaat32. 

 

36-37

In de gedeeltes hiervoor heeft Jezus veel wonderen verricht en wordt hij bekend. 

Daarenboven krijgt hij het verwijt van Farizeeën dat hij eet en drinkt met zondaars. 

 

                                                      27 Bock, D.L. Luke, IVPNTCS, (Downers Grove, IL: IVP, 1994), 17. 28 Ibid., 17 29 Ibid., 16 30 Ibid., 16 31 Ibid., 20 32 Bock, D. L. Luke, IVPNTCS, (Downers Grove, IL: IVP, 1994), 141 

Page 29: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    29 

‘Een vrouw die in de stad bekendstond als zondares’. Veelal wordt deze vrouw bestempeld 

als een prostitué, maar haar zonde wordt niet vermeld in de tekst. Hoewel de vrouw in dit 

gedeelte in de kerkgeschiedenis en in de kunst vaak wordt vereenzelvigd met Maria 

Magdalena, is het niet waarschijnlijk dat zij en deze vrouw dezelfde zijn. Maria Magdalena 

wordt namelijk als nieuw personage geïntroduceerd in het volgende hoofdstuk33. 

 

Cultureel gezien was het niet vreemd om een banket (discussiegroep of kring) waar een 

geleerde was uitgenodigd34 open te stellen. Men zou hier kunnen denken aan een 

binnenplaats die uitgeeft op de straat35. Misschien had de vrouw ook gehoord dat Jezus daar 

zou aanliggen en was ze al aanwezig op de locatie of is ze samen met Jezus binnengekomen 

en hield ze zich in het begin op de achtergrond36. 

 

38-39

‘Ze ging achter Jezus staan’. Dit was namelijk door de opstelling van de aanligbedden (een 

U‐vorm met de hoofden naar binnen en de voeten naar buiten)37 de enige plek waar ze bij 

kon. Dat ze Jezus kust is shockerend in de cultuur, maar het feit dat ze haar haar losmaakt 

nog veel meer. Volgens de Talmoed was het publiekelijk losmaken van haar genoeg reden 

om van een vrouw te scheiden38. Als volwassen vrouw had ze volgens de conventies 

getrouwd moeten zijn, het feit dat ze haar haar losmaakt en hiermee Jezus’ voeten droogt, 

geeft haar lage sociale en religieuze status aan39. Vanuit de interne monoloog van Simon 

kunnen we misschien zijn ware intenties voor het uitnodigen van Jezus opmaken. 

 

40

 ‘Maar’. Ineens zijn alle ogen op Jezus gericht en Jezus wordt direct; voor de eerste keer valt 

Simons naam. ‘Simon, ik heb je iets te zeggen’. Deze zin zou kunnen betekenen dat Jezus 

toestemming vraagt om te spreken, maar dezelfde zin wordt nog steeds gebruikt in het 

                                                      33 Ibid., 141 34 Bailey, K. Through Peasant Eyes. (Grand Rapids: Eerdmans, 1980), 3‐4 35 Ibid., 4 36 Ibid., 7 37 Keener, C. S. The IVP Old Testament Background Commentary. (Downers Grove, IL: IVP, 1993) 38 Bailey, K. Through Peasant Eyes. (Grand Rapids: Eerdmans, 1980), 9 39 Keener, C. S. The IVP Old Testament Background Commentary. (Downers Grove, IL: IVP, 1993) 

Page 30: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    30 

Midden Oosten om aan te geven dat je iets gaat zeggen wat de ander niet wil horen40. En 

Jezus begint aan een parabel. 

 

41-42

Jezus vertelt een parabel van twee mensen met een schuld. De ene is 50 Denarie 

verschuldigd, de ander 500. Het eerste bedrag komt ongeveer met ongeveer 2 maandlonen, 

het tweede met het loon van ongeveer een jaar en half41. Beide kunnen niet terugbetalen, 

beiden wordt de schuld kwijtgescholden. In alle drie zaken (schuld, onvermogen te betalen 

en kwijtschelding) zijn ze dus hetzelfde, enkel de grootte van de schuld is anders42. Jezus’ 

verhaal draait om de emotie, hij vraagt het publiek zich voor te stellen hoe groot de liefde en 

de dankbaarheid is van iemand van wie zoveel schuld kwijtgescholden is43. 

 

43-46

Jezus legt het verhaal uit en zegt dat deze vrouw alles heeft gedaan wat Simon niet heeft 

gedaan of cultureel had moeten doen44. Maar cultureel overschrijdt Jezus hier ook enkele 

grenzen, is Hij ook grof. Hoe mager het welkom ook was, van gasten werd cultureel 

verwacht om vol lof te zijn over het ontvangst, wat Jezus deed was ongehoord45. 

 

Jezus richt zich tot Simon, terwijl hij naar de vrouw kijkt. Dit is een bevestiging voor haar en 

moet ook invloed hebben op de toon waarmee we Jezus’ reactie aan Simon lezen, deze moet 

zachter zijn, dan wanneer Hij hem had aangekeken46. 

 

47-48

‘Want’ in vers 47 is verwarrend. Dit doet geloven dat haar zonden haar vergeven zijn 

omwille van haar daad van dankbaarheid. Maar niet alle vertalingen geven het zo weer. 

Willibrord vertaalt bijvoorbeeld: ‘dat haar vele zonden vergeven zijn, getuige haar grote 

liefde.’ De interne coherentie van het verhaal gebiedt ook dat de vergeving voorafgaat aan 

                                                      40 Bailey, K. Through Peasant Eyes.(Grand Rapids: Eerdmans, 1980), 12 41 Bock, D. L. Luke, IVPNTCS, (Downers Grove, IL: IVP, 1994), 142 42 Bailey, K. Through Peasant Eyes.(Grand Rapids: Eerdmans, 1980), 12 43 Bock, D. L. Luke, IVPNTCS, (Downers Grove, IL: IVP, 1994), 142 44 Keener, C. S. The IVP Old Testament Background Commentary. (Downers Grove, IL: IVP, 1993) 45 Bailey, K. Through Peasant Eyes.(Grand Rapids: Eerdmans, 1980), 14‐15 46 Ibid., 16 

Page 31: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    31 

de dankbaarheid, niet andersom. In de parabel die Jezus vertelt gaat de vergeving immers 

vooraf aan de liefdevolle reactie, zo ook in vers 5047. De daden van de vrouw bevestigen de 

vergeving die eraan vooraf is gegaan en Jezus weet hiervan. Jezus contrasteert hetgeen de 

vrouw doet met hetgeen Simon niet doet. 

 

49-50

De andere gasten citeren Jezus fout. Jezus stelt in vers 47 en 48 alleen dat haar zonder haar 

vergeven zijn (verleden tijd, passief)48. ‘Wie is Hij?’, is wel de vraag die speelt in dit 

hoofdstuk en het voorgaande. Door aan te geven dat Hij inzicht heeft in wiens zonden 

vergeven zijn, beantwoordt Hij een deel van de vraag. Daarenboven geeft Hij ook aan dat Hij 

Simons twijfel uit vers 39 over Jezus’ al dan niet profeet zijn ver overstijgt. 

 

‘Uw geloof heeft u gered’. Dit vers geeft wederom aan dat het haar geloof is dat haar redt en 

niet deze daad van dankbaarheid. Deze komt hieruit voort. 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ Wanneer we nadenken over ‘Geloof in de wereld’ dan is het belangrijk dat we nadenken hoe 

we als groep (Ichtusgroep, kring, enz.) mensen verwelkomen, ongeacht hun status, geslacht 

of huidskleur. 

 

Daarenboven moeten we, wanneer we nadenken over geloof in de wereld, ook onszelf onder 

de loep nemen. Hoe kijken we naar mensen? Is het een ‘wij’ vs. ‘zij’ verhaal? Goed vs. slecht, 

christen vs. niet‐christen? Of zijn we allen zondaars in nood aan vergeving? 

Kerngedachte Jezus aanvaardt de dankbetuiging van een berouwvolle zondares en verwelkomt haar. 

Hierdoor nodigt hij religieuze mensen na te denken over (hun) zonde, over heiligheid, over 

hun welkom en over hun reactie op zijn aangeboden liefde en aanvaarding. 

                                                      47 Ibid., 17‐18 48 Ibid., 17 

Page 32: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    32 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Wat valt jullie op in de tekst? (O) 

Wat wordt herhaald? Zowel inhoudelijk, als tekstueel? (O) 

Welke structuur vind je in de tekst? (O) 

Wees een journalist! Wie? Wat? Waar? Waarom? En ook hoe?(O) 

Wat is de context? Wat gebeurt er hiervoor? (O) 

Wat roept vragen op? (O) 

Welk genre is dit? (OI) 

Wat zijn hoofdthema’s in dit tekstgedeelte? (I) 

Waarom is het cruciaal dat Simon (en zijn gasten) begrijpen wat deze vrouw doet en 

waarom Jezus zo reageert? (I) 

Wat is Jezus’ doel met het vertellen van de parabel? (I) 

Wat zijn Simons zonden? (I) 

Hoe wordt Jezus hier voorgesteld, neergezet? Wie is Jezus volgens deze tekst? (I) 

Hoe worden ‘welkom’, ‘heiligheid’ en ‘dankbaarheid’ voorgesteld in deze tekst? (I) 

Wat zijn de hoofdredenen dat deze tekst hier staat? Wat hoopt de auteur te bereiken? (I) 

Probeer dit stuk samen te vatten in één zin en probeer hiermee recht te doen aan de tekst, 

je observaties en interpretaties. Probeer binnen je kring tot consensus te komen. (I) 

Waar roept dit genre (meestal) en deze tekst toe op? (IA) 

Mogen mensen jullie kring onderbreken? (A) 

Hoe verwelkomend is jullie kring? (A) 

Heb jij je ooit al eens geestelijk superieur gevoeld tegenover anderen? Wat heb je met deze 

gevoelens en gedachten gedaan? (A) 

Wat sprak je aan? Wat heb je geleerd over jezelf of over je kring? Wat ga je hiermee doen? 

Wat gaan jullie hiermee doen?(A) 

Wat heb je geleerd over God? Wat ga je doen hiermee? (A) 

Leidt deze tekst jullie tot schuldbelijdenis? (A) Zo ja, neem hier dan tijd voor als groep. 

 

Page 33: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    33 

Werkvormen  

1) Deze werkvorm vraagt wat moed, geheimhouding en goede voorbereiding. Vraag als 

kringleider(s) één van je vrienden. Het is belangrijk dat de andere kringleden deze persoon 

niet kennen. Vraag je vriend/in om op het moment van je kring langs te komen. Hij/zij kan 

vragen of hij/zij mag meedoen. Hij/zij kan ineens een groot probleem willen vertellen. Doel is 

om de kringleden te laten nadenken over hoe verwelkomend ze zijn als individuen en als 

groep. 

 

2) Ter inleiding kan je de groep laten nadenken over de volgende vragen: 

 

‐ Heb je ooit onwelkom gevoeld in een groep? 

‐ Heb je ooit al het gevoel gehad dat er op je werd neergekeken? 

‐ Heb je ooit het gevoel gehad dat je niet de juiste achtergrond had voor een groep. Niet de 

juiste kerkelijke achtergrond, niet de juiste opleiding, niet de juiste raciale achtergrond, niet 

het juiste geslacht, …? 

 

3) Een oefening die zich bevindt op de grens tussen observatie en interpretatie. Kies één van 

de volgende liederen die te vinden zijn op YouTube (best de tekst voorzien voor de 

kringleden). 

 

‐ ‘Beautiful to me’ door Don Francisco 

‐ ‘Maria’ door Elly en Rikkert 

‐ ‘Alabaster Box’ door CeCe Winans 

 

Vergelijk de tekst van het lied (en ook de sfeer, de muziek van het lied) met het tekstgedeelte 

uit Lucas 7. Vergelijk de twee met elkaar. Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen? Heeft 

de artist goed werk geleverd? Beargumenteer vanuit het tekstgedeelte. 

 

Page 34: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    34 

4 // Matteüs 27: 57-28:20

Bijbelgedeelte 27:57 Toen de avond gevallen was, arriveerde er een rijke man die uit Arimatea afkomstig

was. Hij heette Josef en was ook een leerling van Jezus geworden. 58 Hij meldde zich bij

Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Hierop gaf Pilatus bevel het aan hem af te

staan. 59 Josef nam het lichaam mee, wikkelde het in zuiver linnen 60 en legde het in het

nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen. Toen rolde hij een grote steen voor

de ingang van het graf en vertrok. 61 Maria uit Magdala en de andere Maria bleven achter, ze

waren tegenover het graf gaan zitten.

62 De volgende dag, dus na de voorbereidingsdag, gingen de hogepriesters en de farizeeën

samen naar Pilatus. 63 Ze zeiden tegen hem: ‘Heer, het schoot ons te binnen dat die bedrieger,

toen hij nog leefde, gezegd heeft: “Na drie dagen zal ik uit de dood opstaan.” 64 Geeft u

alstublieft bevel om het graf tot de derde dag te bewaken, anders komen zijn leerlingen hem

heimelijk weghalen en zullen ze tegen het volk zeggen: “Hij is opgestaan uit de dood,” en die

laatste leugen zal nog erger zijn dan de eerste.’ 65 Pilatus antwoordde: ‘U kunt bewaking

krijgen. Ga nu en regel het zo goed als u kunt.’ 66 Ze gingen erheen en beveiligden het graf

door het te verzegelen en er bewakers voor te zetten.

28

1 Na de sabbat, toen de ochtend van de eerste dag van de week gloorde, kwam Maria uit

Magdala met de andere Maria naar het graf kijken. 2 Plotseling begon de aarde hevig te

beven, want een engel van de Heer daalde af uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen

weg en ging erop zitten. 3 Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding was wit als sneeuw. 4 De

bewakers beefden van angst en vielen als dood neer. 5 De engel richtte zich tot de vrouwen en

zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. 6 Hij is niet hier, hij is

immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft.

7 En ga nu snel naar zijn leerlingen en zeg hun: “Hij is opgestaan uit de dood, en dit moeten

jullie weten: hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zul je hem zien.” Dat is wat ik jullie te

zeggen had.’

8 Ontzet en opgetogen verlieten ze haastig het graf om het aan zijn leerlingen te gaan

vertellen. 9 Op dat moment kwam Jezus hun tegemoet en groette hen. Ze liepen op hem toe,

Page 35: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    35 

grepen zijn voeten vast en bewezen hem eer. 10 Daarop zei Jezus: ‘Wees niet bang. Ga mijn

broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan, daar zullen ze mij zien.’

11 Terwijl de vrouwen onderweg waren, gingen enkele van de bewakers naar de stad. Daar

vertelden ze de hogepriesters alles wat er gebeurd was. 12 Die vergaderden met de oudsten en

besloten de soldaten een flinke som geld te geven 13 en hun op te dragen: ‘Zeg maar: “Zijn

leerlingen zijn ’s nachts gekomen en hebben hem heimelijk weggehaald terwijl wij sliepen.”

14 En mocht dit de prefect ter ore komen, dan zullen wij hem wel bepraten en ervoor zorgen

dat jullie buiten schot blijven.’ 15 Ze namen het geld aan en deden zoals hun was opgedragen.

En tot op de dag van vandaag doet dit verhaal onder de Joden de ronde. 16 De elf leerlingen 

gingen naar Galilea, naar de berg die Jezus hun had genoemd, 17 en toen ze hem zagen 

bewezen ze hem eer, al twijfelden enkelen nog. 18 Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle 

macht gegeven in de hemel en op de aarde. 19 Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn 

leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, 20 en 

hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit 

voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ 

 

  

Achtergrondinformatie49 Net als de andere evangeliën wordt Matteüs tot het genre bios of antieke biografie gerekend. 

Dit onderscheid met een gewone biografie is van belang, omdat in de Oudheid anders werd 

omgegaan met bronmateriaal. Bij Matteüs is de meest opvallende ingreep dat de 

gebeurtenissen niet chronologisch zijn gerangschikt, maar volgens thema. 

Wie exact de auteur is, is onduidelijk. In het evangelie zelf staan geen aanwijzingen over het 

auteurschap, het is de kerkelijke traditie die het boek heeft toegewezen aan Matteüs. Wat we 

wel met tamelijk grote zekerheid kunnen zeggen over de auteur, is dat hij zeer onderlegd 

was in de schriften, dus een training als schriftgeleerde had gehad. Hij hanteert het OT met 

veel kennis van zaken, waarbij hij steeds benadrukt hoe Jezus de schriften vervult. 

Matteüs is waarschijnlijk met een dubbel doel geschreven: als handboek voor nieuwe 

christenen, zowel jood als heiden, en als respons op de groeiende macht van de Farizeeën 

                                                      49 Keener, C. S. The IVP New Testament Background Commentary, (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1993), 842. 

Page 36: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    36 

(tijdens Jezus’ tijd waren eigenlijk voornamelijk de Sadduceeën machtig). Matteüs geeft 

christenen argumenten tegenover de farizeïsche positie. 

Meer dan de andere evangeliën focust Matteüs op de leer van Jezus: discipelschap, het 

koninkrijk van God, ethiek en zending. Daarbij gaat hij er uitgebreid op in hoe dit in het 

verlengde ligt van oudtestamentische beloften. 

Gewoonlijk wordt Matteüs opgedeeld in vijf stukken, vijf verschillende thematische 

gedeeltes, plus een proloog en een epiloog. Deze tekst komt uit de epiloog, die het lijden en 

de opstanding omvat. Laat je niet misleiden door het woord epiloog: dit is geen gedeelte dat 

er ook nog is aangeplakt om alle verhaallijnen netjes af te werken zodat het een gesloten 

einde is. Integendeel, dit is het deel dat ertoe moet aanzetten al het voorgaande in praktijk 

om te zetten. Dit is dus een heel activerend gedeelte. 

Verduidelijking  

7, 10

Het is betekenisvol dat vrouwen hier de opdracht krijgen om het goede nieuws te gaan 

vertellen aan de andere leerlingen. Het getuigenis van vrouwen werd namelijk niet 

geloofwaardig geacht. In een rechtbank zou een vrouwelijke ooggetuige dus nooit worden 

opgevoerd. Jezus gaat hier duidelijk in tegen deze minachting door vrouwen juist de eerste 

getuigen te maken50. 

 

14

In slaap vallen tijdens hun taak zou de wachters normaal op een zware straf komen te staan, 

allicht zelfs de doodstraf. De priesters gaan hier dus ver in hun vraag51. 

 

16

Bergen zijn in de bijbel vaak ontmoetingsplaatsen met God. Het feit dat Jezus zijn leerlingen 

op een berg ontmoet, benadrukt dus zijn goddelijkheid52. 

 

19                                                       50 Ibid., 130. 51 Ibid., 130. 52 Ibid., 130 

Page 37: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    37 

Een betere vertaling voor “ga dus op weg” is “waar je gaat” (of letterlijk: “gaande”). Er zit 

dus niet noodzakelijk een ondertoon in van “ga ver weg”. Het gaat om “waar je bent”. 

Hetzelfde geldt voor dopen en leren: er staat “hen dopende en lerende”. Het centrale bevel is 

“maak leerlingen”53. 

 

Andere rabbi’s hadden ook leerlingen. Wanneer die leerlingen dan zelfstandig werden – zelf 

rabbi werden – maakten ze zelf opnieuw leerlingen. Jezus verandert deze dynamiek: de 

leerlingen moeten geen leerlingen voor henzelf maken, maar leerlingen van Jezus54. 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ In dit gedeelte staat de tekst die voor velen vast bekend is onder de naam “het grote 

zendingsbevel”. Los van het feit dat deze naam allicht pas in de 17de eeuw is ontstaan55, valt 

het niet te weerspreken dat hier de opdracht wordt gegeven geloof in de wereld te brengen 

of beter nog, geloof in de wereld te belichamen, te zijn. De leerlingen krijgen hier het 

mandaat het koninkrijk van God te tonen en zo meer discipelen te maken. 

Kerngedachte Jezus’ leerlingen worden opgeroepen om zijn geboden – het koninkrijk van God – zo uit te 

leven, dat ze anderen ook tot leerlingen van Jezus kunnen maken. 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Waarom zijn er wel vrouwelijke leerlingen aan het graf, maar geen mannelijke? (27:61) 

(O) 

Wat verwachten de vrouwen als ze naar het graf gaan? (O) 

Waarom vallen de wachters van schrik neer en blijven de vrouwen rustig staan? (O) 

Waarom zijn er twee zendingen aan de vrouwen? (ze worden zowel door een engel als 

door Jezus erop uitgestuurd om het goed nieuws te vertellen aan de anderen) (O) 

                                                      53 http://beingekklesia.wordpress.com/2008/01/24/go‐make‐disciples‐matthew‐2819‐20/ 54 Keener, C. S. The IVP New Testament Background Commentary, (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1993), 131. 55 http://en.wikipedia.org/wiki/Great_Commission#Etymology 

Page 38: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    38 

Waarom moeten ze terug naar Galilea? Kan Jezus hen niet in Jeruzalem ontmoeten? (O) 

Waarom is de ontmoeting op een berg en niet bv. aan een meer? (O) 

Welk genre is dit? (OI) 

Wat is een “leerling van Jezus”? (I) 

“Enkelen twijfelden”. Kan je een leerling zijn van Jezus terwijl je nog aan hem twijfelt? (I) 

Wat is “alles wat ik jullie heb opgedragen”? (28:20) (cfr. achtergrond: de epiloog in 

verhouding tot de rest van het evangelie) (I) 

Waarom staat het verhaal van wat de priesters doen hier verweven door het verhaal van 

de opstanding? (I) 

Waar roept dit genre (meestal) en deze tekst toe op? (IA) 

 

“Waar je bent, maak daar leerlingen van Jezus.” Waar ben jij, welk terrein heb jij gekregen 

om het koninkrijk van God uit te dragen? Welke plaats heeft jullie Ichtusgroep gekregen 

om het koninkrijk te openbaren? (A) 

“Je houden aan alles wat ik je heb opgedragen.” Waarin kan je Jezus tonen, alleen en als 

groep? (A) 

Werkvormen 1) Woordspin: Maak als inleiding een woordspin rond “discipel”. (Schrijf het woord op een blad 

en laat je kringleden er rond schrijven waar ze aan denken bij dat woord.) Kom er later (bij de 

interpretatie) op terug. Kwamen de aanvankelijke verwachtingen overeen met de tekst? Wat 

hebben jullie niet opgeschreven? Wat heb je bijgeleerd? Hoe verandert dat je houding? (Wees 

hierbij voorzichtig dat je je bij de interpretatie niet laat leiden door wat je al had opgeschreven, 

maar door de tekst!) 

 

2) Structuur: Geef iedereen de tekst op een blad, zonder alinea’s, zonder versnummering, zonder 

tussentitels. Laat hen een structuur aanbrengen: hoe zou je deze tekst verdelen? Geef elk deel 

een titel of formuleer de kern in een paar woorden. 

 

3) Manuscriptstudie: Als je structuur aanbrengen moeilijk vindt, kan je eerst een strakke 

manuscriptstudie doen: duidt de volgende dingen aan (telkens op een andere manier/met 

een andere kleur): personages, emoties, uitdrukkingen van tijd, uitdrukkingen van plaats, 

herhalingen, bind‐ of sleutelwoorden (dat zijn woorden zoals omdat, maar, want,…)  

Page 39: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    39 

 

4) Bergrede: Voor de applicatie: een bekend gedeelte waarin Jezus zeer veel opdraagt (cfr. 

Matteus 28: 20 ‘alles wat ik jullie opgedragen heb) aan zijn discipelen is de bergrede (Matteüs 

5 – 7). Verdeel de bergrede in stukken en laat elk van je kringleden een gedeelte 

voorbereiden: wat is de kern van dit gedeelte, wat vraagt Jezus van zijn leerlingen, wat 

vertelt het over hoe we Gods koninkrijk kunnen tonen? Bespreek dit tijdens de toepassing. 

Ga na waarin je als groep kan groeien, je kring zowel als de hele groep. 

 

Page 40: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    40 

5 // Openbaring 7:1-17

Bijbelgedeelte 1 Hierna zag ik vier engelen bij de vier hoeken van de aarde staan. Zij hielden de vier winden

van de aarde in bedwang, om te voorkomen dat er een wind over land of op zee of door de

bomen zou waaien. 2 Ik zag in het oosten een andere engel opstijgen, die het zegel van de

levende God had. De vier engelen die de opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen

aan het land en de zee riep hij met luide stem toe: 3 ‘Laat het land en de zee en ook de bomen

nog ongemoeid! Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn dienaren

aanbrengen.’

4 Toen hoorde ik het aantal van hen die het zegel droegen: honderdvierenveertigduizend in

totaal, afkomstig uit elke stam van Israël. 5 Twaalfduizend uit de stam Juda die het zegel

droegen, twaalfduizend uit de stam Ruben, twaalfduizend uit de stam Gad, 6 twaalfduizend

uit de stam Aser, twaalfduizend uit de stam Naftali, twaalfduizend uit de stam Manasse,

7 twaalfduizend uit de stam Simeon, twaalfduizend uit de stam Levi, twaalfduizend uit de

stam Issachar, 8 twaalfduizend uit de stam Zebulon, twaalfduizend uit de stam Jozef en ten

slotte twaalfduizend uit de stam Benjamin die het zegel droegen.

9 Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken,

van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de

troon en voor het lam. 10 Luid riepen ze: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit

en van het lam!’ 11 Alle engelen stonden om de troon en de oudsten en de vier wezens heen.

Ze bogen zich diep neer voor de troon en aanbaden God 12 met de woorden: ‘Amen! Lof,

majesteit en wijsheid, dank en eer en macht en kracht komen onze God toe, tot in eeuwigheid.

Amen.’

13 Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze

vandaan?’ 14 Ik antwoordde: ‘U weet het zelf, heer.’ Hij zei tegen me: ‘Dat zijn degenen die

uit de grote verschrikkingen gekomen zijn. Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed

van het lam. 15 Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om

hem te vereren. En hij die op de troon zit zal bij hen wonen. 16 Dan zullen ze geen honger

meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen.

17 Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het

leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.’

 

Page 41: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    41 

Achtergrondinformatie

Genre

Het boek Openbaring is niet zomaar als genre te classificeren56. Het boek bevat meerdere 

genres en die zijn niet gescheiden van elkaar. Ten eerste is Openbaring een brief. Op. 1:4 laat 

zien dat Johannes aan concrete gemeenschappen schrijft57. Het boek is dus – hoewel dit vaak 

door lezers van Openbaring wordt genegeerd – sterk verankerd in een reële context58. Het is 

dus belangrijk om de vraag te stellen wat Openbaring betekend heeft voor de 

oorspronkelijke geadresseerden.  

 

Ten tweede is Openbaring profetie. Bij ‘profetie’ wordt vaak onmiddellijk gedacht aan een 

voorspellend karakter. Profetie is echter in de eerste plaats een cultuurkritiek die oproept tot 

verandering59. Dus Openbaring kijkt kritisch naar de heersende Romeinse cultuur en roept 

op tot verandering. Omdat het niet ongevaarlijk was om kritisch naar de bezetter te kijken, is 

erg veel beeldrijke taal te vinden in Openbaring. Bij het zoeken naar de betekenis van de 

symbolen, moet in de eerste plaats gekeken worden naar de Romeinse context: waar zouden 

de beelden naar verwezen hebben60? Maar ook: tot welke verandering roept Openbaring op? 

Niet enkel de eerste drie hoofdstukken, maar ook de rest van het boek.  

 

Ten derde is Openbaring apocalyptiek. Dat betekent het “opheffen van de sluier”61. 

Apocalyptiek heft als het ware de sluier van de concrete realiteit op om te tonen welke 

kosmische krachten daarachter verscholen zitten. Dus Openbaring laat zien hoe het 

Romeinse Rijk niet alleen door aardse, maar ook door bovennatuurlijke krachten gedreven 

wordt. Apocalyptiek gaat verder en laat daarenboven zien hoe God daarboven staat. 

Apocalyptiek heeft dus in de eerste plaats een bemoedigende functie. Het zegt: “Zelfs al 

wordt je onderdrukt, weet dat daar verandering in komt.”  

                                                      56 deSilva, D. A. An Introduction to the New Testament: Contexts, Methods & Ministry Formation (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 2004), 885–9. 57 Ibid., 886. 58 Ibid., 889. 59 Ibid. 60 Bij verwijzingen naar de zee (o.a. Op. 21:1) merkte iemand op Formación 2012 terecht op dat de Romeinen verwezen naar de Middellandse Zee als Mare Nostrum (“onze zee”). Het is daarnaast ook wel zo dat de zee in de hele Bijbel vaak voor bedreiging staat, maar deze Romeinse betekenis kan zeker ook een rol gespeeld hebben. 61 deSilva,D.A. An Introduction to the New Testament: Contexts, Methods & Ministry Formation (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 2004), 887. 

Page 42: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    42 

 

Auteur/datering62

Er is geen zekerheid over de auteur. De brief zelf vermeldt (een) Johannes als auteur. Wel is 

duidelijk dat de auteur de gemeenten kent die hij aanschrijft en dat hij hun situatie kan 

begrijpen omdat hij er in deelt. De brief is geschreven in de eerste eeuw na Christus, wellicht 

tussen 54‐68 n. Chr. (tijdens regering Keizer Nero) of tussen 81‐96 n. Chr. (tijdens regering 

Keizer Dominitianus). 

 

Doelgroep 

Een brief aan de gemeenten in Klein‐Azië; volgelingen van Christus binnen de Romeinse 

context, de eerste eeuw na Christus63. 

 

Centrale thema’s Bijbelboek  

Uitwerking van verschillende theologische perspectieven op God / Jezus / Heilige 

Geest / Volgelingen van het lam 

Verwijzingen naar de context van christenen in de eerste eeuw.  

Gebruik van het Oude Testament. Het hele boek staat vol met verwijzingen naar 

oudere geschriften (o.m.  Jesaja, Psalmen, Ezechiël, Daniël en Exodus). 

God als rechter: Hij velt het oordeel. 

   

 

Structuur Bijbelboek + plaats passage daarin  

1:1‐8:         Proloog 

Hoofdstuk 1 t/m 3:     Visioen van Christus en de zeven gemeenten 

Hoofdstuk 4 t/m 11:    Aanbidding in de troonzaal 

Hoofdstuk 12 t/m 16:    Gods volk in conflict met de machten van het kwaad 

Hoofdstuk 17 t/m 19:    Laatste oordeel 

Hoofdstuk 19 t/m 20:    De ruiter op het witte paard en de duizend jaar                                                       62 Marshall, H. I., Travis, S.  & Paul, I. Exploring the New Testament Volume 2 (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 2002), 305‐328. 63 Michaels, R. J. Revelation. IVPNTCS. (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1997), 108‐116. 

Page 43: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    43 

Hoofdstuk 21 t/m 22:    De eindoverwinning: het nieuwe Jeruzalem 

Hoofdstuk 22:     Epiloog 

Verduidelijking  

Keizerverering64

In Klein‐Azië was toewijding aan de keizer belangrijk om twee redenen. Vanwege de afstand 

tot Rome vormde het een waarborg dat burgers loyaal zouden blijven. Daarom werden er in 

lokale tempels offers (bv. wierook) gebracht aan de keizer65. Anderzijds werden de 

plaatselijke traditionele bestuursvormen (stadsbestuur) intact gehouden zolang lokale leiders 

de loyaliteit aan Rome konden bewijzen. Om die reden had men in deze gebieden veel baat 

bij deze vorm van keizerverering, wellicht meer dan in Rome zelf.  

 

In hoofdstuk 7 van Openbaring zien we een aantal zaken die rechtstreeks verwijzen naar de 

gekende vormen van keizerverering. Ondermeer: 

• Personages rond de troon (oudsten). 

• Witte gewaden (wit was de gekende rituele kleur vanuit Griekse context). 

• Het zingen/toeroepen van lof en eer, korte spreuken en lofgedichten66. 

 

Getallen/aantallen

In het hoofdstuk valt meteen de grote hoeveelheid aangehaalde getallen en aantallen op. 

Er zit een patroon en betekenis achter deze getallen. Naast de aantallen hebben heel wat 

woorden op zich namelijk ook een getalsbetekenis. Die laag zien we in de Nederlandse tekst 

minder. Belangrijk is dat je weet de getallen hier veelal verwijzen naar volheid, 

volmaaktheid. Het zijn meestal getallen die horen bij het goddelijke, de natuur en het 

menselijke67. 

 

                                                      64 Meer achtergrond over keizerverering vind je op: http://openbaring.blogspot.be/p/achtergronden‐1‐opkomst‐van‐de.html 65 Thompson, L. L.  The Book Of Revelation, Apocalypse and Empire. (New York: Oxford University Press, Inc., 1990), 160‐167. 66 Marshall, H. I., Travis, S.  & Paul, I. Exploring the New Testament Volume 2 (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 2002), 305‐328. 67 Ibid., 305‐328. 

Page 44: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    44 

Ter illustratie68:  

 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ Hoofdstuk 7 van het boek Openbaring geeft twee zeer beeldende scènes die in eenzelfde 

richting lijken te wijzen. Eerst: het verenigde volk van Israel dat een zegel krijgt, vervolgens 

een ontelbare menigte, vanuit de hele wereld, verenigd voor de troon en het lam. 

Een hoopvol beeld waarin volop plaats is voor de afkomst en achtergrond van alle 

personages. God wordt aanbeden door een verscheidenheid aan culturen en talen. Geloof in 

de wereld betekent hier aandacht hebben voor de rijkdom van je eigen 

land/cultuur/taal/achtergrond. Het betekent ook een plaats voor tranen en wonden die we 

vanuit die achtergrond meenemen. God is trouw aan Israel en trouw aan de aanbidders van 

het lam. Tegelijk wordt duidelijk verwezen naar God als hoogste gezag. De verering, 

aanbidding en toewijding komen niet toe aan de Romeinse keizer of enig ander aards gezag. 

Gods visie op macht verschilt ook duidelijk met die van de wereld. Hij troost, Hij voedt, Hij 

                                                      68 Ibid., 305‐328. 

Page 45: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    45 

beschermt. Hij geneest de wonden van gebrokenheid, verdrukking en machtsmisbruik. Het 

is een tijdloze tekst die spreekt tot Christus’ kerk door alle eeuwen. Beelden die refereren aan 

de situatie van de eerste christenen, beloften en zekerheid voor verdrukten in elke tijd en een 

hoop die naar de toekomst wijst. 

Kerngedachte De menigte voor de troon van het lam aanbidt en wordt gekenmerkt door een diversiteit aan 

cultuur/taal/achtergrond en wordt verbonden door aanbidding en Gods belofte van troost, genezing 

en herstel.   

 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Welke opdeling zou je binnen dit hoofdstuk kunnen maken? (O) 

Zijn er overeenkomsten tussen deze tekstdelen? (O) 

Welke woorden/namen vallen op of worden herhaald? (O) 

Wat voor schrijfstijl wordt er gebruikt? Welk(e) genre(s) vind je in dit hoofdstuk?(O) 

Welk genre is dit? (OI) 

Welke personen kun je in dit hoofdstuk onder de noemer ‘burgers’ plaatsen? (I) 

Wat betekent het in deze context om burger te zijn? Wat doen ze? (I) 

Wie is de leider en wat leer je over hem? (I) 

Gaat dit hoofdstuk over het heden en/of de toekomst? Waaruit leid je dit af? (I) 

Waarom is de diversiteit (cultuur/taal/achtergrond/…) van de menigte belangrijk in deze 

tekst? (IA) 

Sta je zelf in de menigte? (A) 

Waar sta je dan?  

Welke achtergrond/cultuur/taal neem je mee? 

Welke moeiten, tranen neem je daar van mee? 

Hoe aanbid je het lam? 

Hoe draag je met je studie (en latere werkveld) bij aan de rijkdom/diversiteit voor de 

troon? (A) 

Page 46: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    46 

Welke tranen, moeite en strijd zie je in je eigen land en wat kun je daar vanuit de tekst 

tegenover zetten? (A) 

Waar roept dit genre (meestal) en deze tekst toe op? (IA) 

Werkvormen

1) Visualiseren: Laat verschillende groepen, twee tot vier personen, (één van de) delen uit het 

hoofdstuk uitbeelden met klei, verf, stift/potlood. Dit helpt om het geheel te zien en minder 

bij details stil te blijven staan. Kom hier in de toepassing op terug: klei/schilder/teken er bij 

wat je vanuit je eigen achtergrond (of die van de groep) voor de troon van het Lam zou 

brengen. Visualiseer op die manier elementen van kunst, eigenheid, dankbaarheid en 

verdriet uit je cultuur. 

2) Lied/gedicht: Kringleden schrijven een lied/gedicht gericht aan God: ‘aanbidding voor de 

troon’, vanuit hun eigen achtergrond/cultuur/taal/tranen/wonden. 

 

 

Page 47: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    47 

6 // Prediker

Bijbelgedeelte 1 Hier volgen de woorden van Prediker, zoon van David en koning in Jeruzalem.  

2 Lucht en leegte, zegt Prediker,  

lucht en leegte, alles is leegte.  

3 Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij heeft verworven,  

al zijn moeizaam gezwoeg onder de zon?  

4 Generaties gaan, generaties komen,  

maar de aarde blijft altijd bestaan.  

5 De zon komt op, de zon gaat onder,  

en altijd snelt ze naar de plaats waar ze weer op zal gaan.  

6 De wind waait naar het zuiden,  

dan draait hij naar het noorden.  

Hij draait en waait en draait,  

en al draaiend waait de wind weer terug.  

7 Alle rivieren stromen naar de zee,  

toch raakt de zee niet vol.  

De rivieren keren om,  

ze gaan weer naar de plaats van waar ze komen,  

en beginnen weer opnieuw te stromen.  

8 Alles is vermoeiend,  

zozeer dat er geen woorden voor te vinden zijn.  

De ogen van een mens kijken, en vinden geen rust,  

zijn oren horen, en ze blijven horen.  

9 Wat er was, zal er altijd weer zijn,  

wat er is gedaan, zal altijd weer worden gedaan.  

Er is niets nieuws onder de zon.  

10 Wanneer men van iets zegt: ‘Kijk, iets nieuws,’  

dan is het altijd iets dat er sinds lang vervlogen tijden is geweest.  

11 De vroegere generaties zijn vergeten,  

Page 48: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    48 

en ook de komende zullen weer worden vergeten.  

12 Ik, Prediker, was koning van Israël in Jeruzalem. 13 Ik heb met heel mijn hart elke vorm 

van wijsheid onderzocht, want ik wilde alles wat onder de hemel gebeurt doorgronden. Het 

is een trieste bezigheid. Een kwelling is het, die de mens door God wordt opgelegd. 14 Ik heb 

alles gezien wat onder de zon gebeurt, en vastgesteld dat het niet meer is dan lucht en 

najagen van wind. 15 Wat krom is kan niet recht worden gemaakt, en wat ontbreekt kan niet 

worden meegeteld. 16 Ik zei tegen mezelf: Ik heb meer en groter wijsheid verworven dan 

iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. Ik heb veel wijsheid en kennis opgedaan. 

17 Ik heb me er met hart en ziel voor ingespannen te ontdekken wat wijs is, en wat dwaas en 

onverstandig is. Maar ook dat, zo heb ik ingezien, is enkel najagen van wind. 18 Want wie 

veel wijsheid heeft, heeft veel verdriet. En wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart. 

 

Achtergrondinformatie

Genre

Het boek Prediker behoort tot de wijsheidsliteratuur, net als Job en Spreuken. De algemeen 

heersende opvatting omtrent wijsheid was dat iemand die goed leefde het ook voor de wind 

zou gaan. Iemand die slecht leefde werd daarvoor gestraft door God in dit leven. Deze visie 

komt deels naar voren in Spreuken, maar in Job en Prediker wordt deze in vraag gesteld of 

tegengesproken69.  

 

Prediker valt direct met de deur in huis met een nogal schokkende uitspraak: ‘Lucht en 

leegte, alles is leegte.’ (of ‘ijdelheid’ in een oudere vertaling.). Hij vertelt over zijn zoektocht 

naar de zin of de zinloosheid van het leven. Hij vertelt wat hij zoal onderzocht heeft en wat 

zijn conclusie is70. 

 

Het boek Prediker kan op verschillende manieren beschouwd worden. Sommigen zijn van 

mening dat het uiterst pessimistisch is. Dat Prediker iemand is die claimt de waarheid in 

pacht te hebben, o.a. door de associatie met Salomo, maar eigenlijk is zijn manier van                                                       69 Bartholomew, C. G. & OʹDowd, R. P., Old Testament Wisdom Literature. A Theological Introduction. (InterVarsity Press), 189. 70 Ibid., 194. 

Page 49: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    49 

onderzoeken dwaas. Om de zin van het leven te achterhalen gebruikt hij enkel de rede, 

observatie en ervaring71. 

 

Wat ook in Prediker naar voren komt is dat ‘de vreze des HEEREN’ het enige betrouwbare 

fundament is waarop men kan bouwen (cfr. Job 28:28; Spr. 1:7)72. 

 

De naam van het boek komt van het Hebreeuwse Qohelet. Dit is waarschijnlijk een 

aanduiding voor iemand die een vergadering toespreekt en leidt. Het woord Qohelet komt 

nergens dan in Prediker in de Bijbel voor en in Prediker zeven keer73. 

 

Auteur

Het is niet Prediker zelf die het boek geschreven heeft. Zijn woorden worden gepresenteerd 

door een verteller. Dit blijkt onder andere uit Prediker 1:1, 2 en uit Prediker 7:27 en uit de 

epiloog: Prediker 12: 8‐1474. ‘De zoon van David, koning in Jeruzalem’. Deze opening is 

bedoeld om de aandacht van de lezer op Salomo te vestigen. Traditioneel wordt 

aangenomen dat Salomo de auteur is van Prediker, maar Luther is al begonnen dit in vraag 

te stellen75. Argumenten tegen Salomo als auteur zijn onder andere dat uit het taalgebruik 

zou blijken dat het boek later geschreven is dan de tijd dat Salomo leefde. Zo zijn er laat 

Aramese invloeden te vinden76. Verder wordt Salomo niet expliciet genoemd in Prediker in 

tegenstelling tot in Spreuken en Hooglied77. Volgens Tremper Longman III is het logischer 

dat de bijnaam Prediker aangenomen was door de schrijver om zich te associëren met 

Salomo en toch een afstand te bewaren. De associatie met Salomo werd aangegaan wegens 

literaire en communicatieve doeleinden78. Daarenboven past de achtergrond van het boek 

niet bij de tijd van Salomo. Er wordt een tijd van miserie en ijdelheid beschreven (1:2‐11); de 

weelde van Salomo’s tijd was voorbij (1:12‐2‐26). Een tijd van dood was begonnen voor Israël 

                                                      71 Ibid., 199. 72 Arnold, B. T. & Beyer, B. E., In ontmoeting met het Oude Testament. 73 Ibid., 327. 74 Bartholomew, C. G. & OʹDowd, R. P., Old Testament Wisdom Literature. A Theological Introduction. (InterVarsity Press), 190. 75 Greidanus, S., Preaching Christ from Ecclesiastes. Foundations for Expository Sermons. (Grand Rapids, MI: Eerdmans, 2010), 7. 76 Arnold, B. T. & Beyer, B. E., In ontmoeting met het Oude Testament,  328. 77 Kidner, D., The Message of Ecclesiastes. (Nottingham: InterVarsity Press, 1976), 21. 78 Greidanus, S., Preaching Christ from Ecclesiastes. Foundations for Expository Sermons. (Grand Rapids, MI: Eerdmans, 2010), 7. 

Page 50: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    50 

(3:1‐15); er was onrecht en geweld (4:1‐3); er was een heidense tirannie (5:7, 9:19); de dood 

werd geprefereerd boven het leven (7:1); ‘er is een tijd dat de ene mens regeert over de 

andere mens, hem ten kwade’ (8:9). Een datum na de ballingschap past beter, waarschijnlijk 

is Prediker geschreven in de derde eeuw voor Christus79. 

Verduidelijking  

2

IJdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid (1:2 en 12:8) of ‘lucht en leegte’ zoals deze 

vertaling het vertaalt. Dit is een Hebreeuwse literaire vorm ‘X der X’, ze geeft de 

overtreffende trap aan en versterkt een gedachte. Andere voorbeelden hiervan zijn ‘lied der 

liederen’ (i.e. Hooglied) voor het mooiste lied en ‘heilige der heiligen’ voor de heiligste 

plaats80.  

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ Een aspect van ‘Geloof in de wereld’ gaat over de vraag: Hebben wij geloof in de wereld? 

Vragen als: Heeft de wereld zin? Is alles zinloos? Wat is de zin van het leven?  

 

Prediker stelde zich ook zulke vragen. Hij was een wijs man, hij werd geassocieerd met 

Salomo die zijn wijsheid direct van God gekregen had. Deze kring is om te zien: Wat zegt 

Prediker? Wat denken wij hierover? In hoeverre kunnen we het met Prediker eens zijn? 

De conclusie van het boek Prediker komt pas in het laatste hoofdstuk. Prediker 12: 13‐14: De 

slotsom van al wat door u gehoord is, is dit: Vrees God,en houd u aan Zijn geboden, want dit 

geldt voor alle mensen. Want God oordeelt over elke daad, ook over de verborgen daden, 

zowel over de goede als de slechte. 

 

Kerngedachte Alles onder de zon is zinloos/ijdelheid/lucht en leegte/raadselachtig/enigmatisch/vluchtig.  

                                                      79 Ibid., 10‐11. 80 Arnold, B. T. & Beyer, B. E., In ontmoeting met het Oude Testament, 329. 

Page 51: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    51 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Welke woorden/zinsdelen worden herhaald? (O) 

Wat kom je over Prediker te weten? (O) 

Wat kom je over God te weten in dit Bijbelgedeelte? (O) 

Welk genre is dit? (OI) 

Hoe en wat denkt Prediker? (OI) 

Hoe verandert de conclusie, gegeven in Prediker 12:13,14, je kijk op hoofdstuk 1? (OI) 

Hoe zou je zijn manier van denken omschrijven? (I) 

Wat is lucht en leegte? (Vluchtigheid?/IJdelheid?) (I) 

Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij heeft verworven, al zijn moeizaam 

gezwoeg onder de zon (3)? (I) 

Wat wordt bedoeld met ‘onder de zon’? (I) 

Wat bedoelt Prediker met ‘Er is niets nieuws onder de zon’ (9)? (I) 

Heeft Prediker geloof in de wereld? (I) 

Hoe zou je deze tekst samenvatten? (I) 

Stel Prediker leefde voor de zondeval, zou hij dan hetzelfde geobserveerd hebben? Zou hij 

tot dezelfde conclusie gekomen zijn? (I) 

Hoe kun je bepalen of het leven zinvol is te midden van omstandigheden waarin niets 

logisch lijkt te zijn? (IA) 

Waar roept dit genre (meestal) en deze tekst toe op? (IA) 

Hoe kunnen we als een gemeenschap tegen deze tekst aankijken? (IA) 

We lezen deze tekst nu na Jezus’ komst. Hoe verandert dat je kijk op deze tekst? (IA) 

Herken je je in Prediker (in zijn gedachten? In zijn manier van denken?(A) 

Wat moeten we als Ichtus of kerk met deze tekst? (A) 

Hoe kunnen we als een gemeenschap mensen opvangen die twijfelen aan de zin van het 

leven? (A) 

Prediker onderzoekt alle dingen. Hoe kijk je hier als student tegenaan? Mag je alles 

onderzoeken? (A) 

Page 52: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    52 

Werkvormen  

1) Verschillende vertalingen: Gebruik verschillende vertalingen, eventueel in verschillende 

talen. Laat de kringleden ze hardop voorlezen en zoek naar verschillen en wat die 

verschillen voor implicaties hebben voor de betekenis van de tekst. (Kijk vooral hoe het 

Hebreeuwse woord ‘Hebel’ verschillende vertalingen heeft: ‘lucht en leegte’, ‘ijdelheid’, 

‘vluchtigheid’.  

 

2) Woordspin (Inleiding): Teken een cirkel op een groot papier (A3) met in het midden het 

woord ‘vluchtigheid’ of ‘vanity’. Laat de kringleden hierbij hun associaties opschrijven. 

Welke woorden hebben hiermee te maken? Wat denk je hierbij? Wat voel je hier bij? ( en 

welke kleur?).  

 

3) Zweedse methode (O): Om de kringleden te laten nadenken wat zij van de tekst vinden en 

ook als methode om aandachtiger te lezen, kun je de Zweedse methode gebruiken. Hierbij 

zet je een plusje + bij iets waar je het mee eens bent, of wat je positief vindt. Een ‘‐‘ bij iets 

waar je het mee oneens bent, of wat je irriteert. Een vraagteken kun je zetten bij iets dat je 

niet snapt.  

 

4) Muziek (O & I): Laat je kringleden bijvoorbeeld luisteren naar ‘Gone’ van Switchfoot of 

‘Alles is lucht’ van Stef Bos (of een ander lied dat te maken heeft met de zin/zinloosheid van 

het leven). Vraag wat ze ervan vinden. En vergelijk met Prediker 1. Wat zijn de 

overeenkomsten en wat de verschillen? De liederen zijn te vinden op YouTube. 

(http://www.youtube.com/watch?v=YISE0wk9XbY en 

http://www.youtube.com/watch?v=boOH1g0maTQ ) 

 

5) Gedicht (O & I) 

 

Ecclesiastes. 

There is one sin: to call a green leaf grey,  

Whereat the sun in heaven shuddereth. 

Page 53: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    53 

There is one blasphemy: for death to pray,  

For God alone knoweth the praise of death. 

 

There is one creed: ‘neath no world‐terror’s wing 

Apples forget to grow on Apple‐trees. 

There is one thing is needful ‐‐‐‐‐‐everything‐‐‐‐‐‐‐ 

The rest is vanity of vanities. 

      Gilbert Keith Chesterton 

 

Waar gaat dit over?  

Wat zijn de overeenkomsten met de bijbeltekst? 

Wat zijn de verschillen met de bijbeltekst? 

 

 

6) Stellingen (I & A): Om een breder beeld te krijgen van wie Prediker is en wat er nog 

gezegd wordt in het Bijbelboek. Tevens om zelf een mening te vormen of discussies te 

openen, kun je een aantal uitspraken van Prediker, spreuken, als stelling poneren. Verdeel 

de ruimte in tweeën. De mensen die het eens zijn met de stelling mogen aan de ene kant 

gaan staan, zij die het oneens zijn aan de andere kant. Vraag nu waarom zij het eens/oneens 

zijn. (Dit kan door mensen aan te wijzen of de groep in het algemeen aan te spreken en wie 

wil reageren, kan dat doen.) Een andere wijze om de stellingen aan te bieden is door ze elk 

afzonderlijk op een kaartje te schrijven. Laat elk kringlid omstebeurt een kaartje pakken, het 

vers voorlezen, en vertellen of ze het er mee eens zijn of niet, en waarom.  

 

7) Brief (A): Schrijf een brief aan God, waarin je Hem vertelt hoe je tegen het leven aankijkt. 

Wat is volgens jou de zin is van het leven en welke rol speelt God daarin? 

 

 

Page 54: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    54 

7 // Jeremia 29:1-14

Bijbelgedeelte 1 Hier volgt de brief die de profeet Jeremia vanuit Jeruzalem heeft gestuurd aan de 

overgebleven oudsten onder de ballingen, aan de priesters, de profeten en alle anderen die 

Nebukadnessar vanuit Jeruzalem naar Babel had gevoerd. 2 Hij schreef deze brief toen 

koning Jechonja, de koningin‐moeder, de hovelingen, de leiders van Jeruzalem en Juda en de 

smeden en wapenmakers al uit Jeruzalem waren weggevoerd. 3 Hij liet hem bezorgen door 

Elasa, de zoon van Safan, en Gemarja, de zoon van Chilkia, de gezanten die namens koning 

Sedekia van Juda naar koning Nebukadnessar in Babel reisden. De brief had de volgende 

inhoud:  

4 ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël, tegen de ballingen die hij 

vanuit Jeruzalem naar Babel heeft laten voeren: 5 Bouw huizen en ga daarin wonen, leg 

tuinen aan en eet van de opbrengst, 6 ga huwelijken aan en verwek zonen en dochters, zoek 

vrouwen voor je zonen en huw je dochters uit, zodat zij zonen en dochters baren. Jullie 

moeten in aantal toenemen, niet afnemen. 7 Bid tot de HEER voor de stad waarheen ik jullie 

weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.  

8 Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Laat je niet misleiden door 

je profeten en waarzeggers. Hecht geen geloof aan hun dromen; ze dromen slechts wat jullie 

wensen. 9 Wat ze jullie in mijn naam profeteren zijn leugens. Ik heb hen niet gezonden –

 spreekt de HEER.  

10 Dit zegt de HEER: Als er in Babel zeventig jaar voorbij zijn, zal ik naar jullie omzien. Dan 

zal ik mijn belofte gestand doen door jullie naar Jeruzalem te laten terugkeren. 11 Mijn plan 

met jullie staat vast – spreekt de HEER. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik 

zal je een hoopvolle toekomst geven. 12 Jullie zullen mij aanroepen en tot mij bidden, en ik 

zal naar jullie luisteren. 13 Jullie zullen mij zoeken en ook vinden, als jullie mij tenminste met 

hart en ziel zoeken. 14 Ik zal me door jullie laten vinden – spreekt de HEER – en ik zal in je 

lot een keer brengen. Ik zal jullie samenbrengen uit alle volken en plaatsen waarheen ik je 

verbannen heb – spreekt de HEER – en je laten terugkeren naar Jeruzalem, waaruit ik je heb 

laten wegvoeren.  

Page 55: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    55 

Achtergrondinformatie  

Genre

Het boek Jeremia is ontstaan na een lang en moeilijk traceerbaar redactieproces. Onder 

bijbelwetenschappers is er discussie welke bronnen samengevoegd zijn tot het uiteindelijk 

werk dat wij nu kennen. De tekst die wij in deze studie bekijken was waarschijnlijk een losse 

brief die zijn plek in het geheel heeft gekregen, samen met enkele andere brieven van Jeremia. 

Het boek is dan ook moeilijk om in een specifiek genre in te delen. Er komen veel 

verschillende genres voor. Onze tekst is een brief, die wordt ingeleid door een stuk uitleg en 

contextsituering.

 

Jeremia (645‐580 v.Chr.) was een profeet in het koninkrijk Juda (ook het Zuidelijk Koninkrijk 

of het Tweestammenrijk genoemd). Hij leefde in een tijd met grote verschuivingen in de 

internationale machtsstructuren. Het Assyrische Rijk ging ten onder en het Babylonische Rijk 

werd de sterkste speler. Tussendoor was ook Egypte bezig om haar positie te behouden en 

versterken. De koninkrijken Israël en Juda zaten hier middenin. Israël had al een 

ballingschap ondergaan bij de Assyriërs, Juda was en satellietstaat van het Babylonische Rijk 

(te vergelijken met Oost‐Duitsland en Polen onder de Sovjetunie). Toen er in Juda en pro‐

Egyptische regering aan de macht kwam, nam men vanuit Babel voorzorgsmaatregelen en 

werd Juda volledig ingelijfd als provincie binnen het grote rijk. Een groep, voornamelijk 

prominente, Judeërs uit Jeruzalem werden gedeporteerd naar elders in het rijk. Dit wordt de 

Babylonische ballingschap genoemd81. 

Als profeet had Jeremia in dit alles de taak om Gods boodschap aan zijn volk te vertellen. De 

taak van een profeet is niet primair om de toekomst te vertellen, of om sociale gerechtigheid 

te promoten. Een profeet vertelt wat God wil zeggen, en dat kan een grote variatie aan 

boodschappen opleveren. Jeremia heeft verschillende thema’s in zijn boodschappen. Een 

hoofdthema in Jeremia is de hoogste macht die God heeft over zijn schepping. Hij is het die 

het uiteindelijke bestuur heeft. Bovendien is God geboeid door de gebeurtenissen op aarde. 

                                                      81 Paul, M. J., van den Brink, G. & Bette, C., Bijbelcommentaar Jeremia | Klaagliederen. Studiebijbel Oude Testament. (Veenendaal: Centrum voor Bijbelonderzoek, 2013), 4‐6 

Page 56: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    56 

Zo is hij teleurgesteld in zijn volk dat rebelleerden tegen God. Dit binnen een context van een 

spanning tussen weggaan in ballingschap en het verlangen om naar huis te keren82. 

Verduidelijking   

1‐3 

Elasa en Gemarja waren ambassadeurs die kort na het begin van de ballingschap door de 

Judese koning Sedekia naar Babel gestuurd werden, naar koning Nebukadnessar. Jeremia 

heeft zijn brief aan de ballingen meegegeven aan de twee ambassadeurs. De brief is 

geadresseerd aan de rest van de oudsten, de priesters, de profeten en alle ander mensen die 

meegenomen waren. De oudsten zijn waarschijnlijk bestuurders van dorpen en steden die de 

aanval van Nebukadnessar hadden overleefd. Vermoedelijk leefden deze mensen in grote 

angst en verwarring83. 

 

4

God is de god van Israël (Jakob, na zijn naamsverandering). De lezers van de brief komen uit 

Juda. Na de splitsing van het koninkrijk van David en Salomo hebben de beide landen een 

eigen geschiedenis ontwikkeld. Toch bleef er een zeker verbondenheid tussen de twee 

landen. De term Israël werd dan ook gebruikt om de beide aan te duiden, terugwijzend op 

het verbond tussen God en de aartsvaders. Deze God is degene die achter de ballingschap 

staat. 

 

Ballingschap is geen gevangenschap, de ballingen moeten weer een gewoon leven 

opbouwen. Ze konden hun eigen huizen en eigen tuinen aanleggen, volgens hun eigen 

gebruiken. Hun grootste straf was afzondering van Jeruzalem en de tempel. De huwelijken 

die ze sluiten zijn huwelijken onderling in hun eigen gemeenschap, want met andere volken 

mocht niet getrouwd worden (Ezra 9:12‐15 en Nehemia 13:23‐28). In Jeremia 28 wordt door 

een profeet beloofd dat de ballingen binnen twee jaar terug zullen keren. Deze profeet kwam 

snel te sterven en zijn profetie was dus niet waar. In de brief zelf wordt al over drie 

                                                      82 Bracke, J. M., Jeremiah 1‐29. Westminster Bible Companio. (Louisville: Westminster John Knox Press, 1999), 7‐8 83 Paul, M. J., van den Brink, G. & Bette, C., Bijbelcommentaar Jeremia | Klaagliederen. Studiebijbel Oude Testament. (Veenendaal: Centrum voor Bijbelonderzoek, 2013), 4‐6 

Page 57: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    57 

generaties gesproken, ze moeten zich dus voor een lange tijd settelen. De rest van de brief 

(tot en met vers 15) is ook een waarschuwing tegen profeten die anders beweren. Door te 

settelen zetten de ballingen zich in voor de welzijn van de stad. Deze welzijn zal voor 

henzelf ook voordelig zijn.

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ Geloven in de wereld. Dit gebeurt door gelovigen in de wereld. Eeuwenlang worden 

christenen, door zichzelf, vergeleken met ballingen. We zijn niet thuis in deze wereld, we 

verwachten ooit terug te keren naar ons echte plek, bij God. De Bijbel belooft dat Gods 

volgelingen ooit samen met God zullen leven. De scheiding tussen God en mensen die nu 

ervaren wordt, is er dan niet meer. God zal altijd zichtbaar worden en altijd dichtbij zijn. 

Daar verlangen we naar. Studenten zitten vaak in een vergelijkbare situatie. De plek die als 

‘thuis’ ervaren wordt, is vaak niet het kot waar de studenten een groot deel van hun week 

doorbrengen. Niemand belooft dat het snel anders zal worden, zeker God zelf niet. In de 

wereld, in het land, in de stad waar we nu zijn, daar moeten we ons inzetten. We moeten in 

de maatschappij leven en werken. We moeten ons inzetten voor het welzijn van onze planeet, 

van België, van onze (studenten)stad en niemand mag ons iets anders vertellen. We moeten 

ons voorbereiden op een leven lang zijn waar we zijn. Daar heeft God ons geplaatst en daar 

wilt God dat we bidden en werken voor hem en voor onze omgeving, zodat we niet 

verminderen, maar ons juist uitbreiden. 

Kerngedachte God roept ons om te bidden en werken voor het welzijn van onze omgeving, waarin we 

volledig participeren. 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Wie heeft de Judeërs in ballingschap geleid? (O) 

Wie zijn er allemaal in ballingschap gegaan? (O) 

Welke plaatsen worden genoemd? (O) 

Page 58: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    58 

Wat is ‘de brief’? (OI) 

Welk genre is dit? (OI) 

Waartoe worden de ballingen opgeroepen? (OI) 

Waarvoor worden de ballingen gewaarschuwd? (OI) 

Waarom zou Jeremia de brief hebben geschreven? (I) 

Hoezo is de bloei van de stad ook bloei voor de ballingen? (I) 

Wat wensten de ballingen? (I) 

Waarom mogen de ballingen niet afnemen in aantal, maar moeten ze toenemen? (I) 

Waar roept dit genre (meestal) en deze tekst toe op? (IA) 

Waarin zijn parallellen te trekken tussen ballingen en studenten? (A) 

Waarin zijn parallellen te trekken tussen ballingen en christenen? (A) 

Hoe staat deze brief in verhouding tot de oneliner ‘christenen zijn niet van deze wereld, 

maar in deze wereld’? (A) 

Als je deze brief zou aanpassen om relevant te zijn voor je Ichtusgroep of kerk, hoe zou 

die eruit komen te zien? (A) 

Hoe kan je Ichtusgroep bidden voor de stad en inzetten voor haar bloei? (A) 

Hoe kan je Ichtusgroep profiteren van de bloei van de stad? (A) 

Hoe zorgt je Ichtusgroep ervoor om niet af te nemen in aantal, maar juist toe te nemen? (A) 

Werkvormen  

1) Stadswandeling: Organiseer een stadswandeling. Deel je kring in 2 tot 4 groepen op, voor 

evenzoveel verschillende locaties in de stad. Zo kun je op diverse plekken een deel van de 

studie doen. Kies bijvoorbeeld locaties die belangrijk zijn voor de stad en/of studenten (een 

stadhuis, een park, een universiteitsgebouw, enz.). Maak een gebedskaart van de stad. Neem 

een kaart van de stad, duidt aan met een stift of met post‐its welke locaties belangrijk zijn 

voor de stad en de kringleden. Bid vervolgens voor deze locaties. 

 

2) Vrijwilligersproject: Zet je kring in. Spreek af om samen met de kringleden mee te doen 

aan een vrijwilligersproject. 

 

Page 59: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    59 

3) Beeldmateriaal: Als inleiding kan je je verdiepen in je omgeving. Verzamel foto‐ en 

filmmateriaal die het verhaal van je stad uitleggen. Presenteer deze aan de kring. 

 

4) Actua: Als inleiding kan je de actualiteiten bespreken. Verzamel van verschillende media 

(kranten, blogs, televisie/radionieuws) informatie over de actualiteit. Belangrijke 

gebeurtenissen, populaire muziek en films, enz. kunnen aan de orde komen. Deze 

onderwerpen kunnen besproken en bediscussieerd worden, of er kan een quiz van gemaakt 

worden. De actualiteiten kunnen verschillende gebieden beslaan, zoals de 

onderwijsinstellingen, de stad, het land of de hele wereld. 

 

Page 60: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    60 

8 // Handelingen 17: 16-32

Bijbelgedeelte 16 Terwijl Paulus in Athene op hen wachtte, raakte hij hevig verontwaardigd bij het zien van 

de vele godenbeelden in de stad. 17 In de synagoge sprak hij met de Joden en met de 

Grieken die God vereerden, en op het marktplein ging hij dagelijks in debat met de mensen 

die hij daar aantrof. 18 Onder hen waren ook enkele Epicurische en stoïsche filosofen, van 

wie sommigen zeiden: ‘Wat beweert die praatjesmaker toch?’ Anderen merkten op: ‘Hij 

schijnt een boodschapper van uitheemse goden te zijn,’ omdat ze dachten dat hij predikte 

over Jezus en een godin die Opstanding heette. 19 Ze namen hem mee naar de Areopagus en 

zeiden: ‘Kunt u ons uitleggen wat die nieuwe leer is die door u wordt uitgedragen? 20 Want 

wat u zegt, klinkt ons vreemd in de oren; we willen graag weten wat u bedoelt.’ 21 Alle 

Atheners en de vreemdelingen die er wonen hebben immers voor haast niets anders tijd dan 

voor het uitwisselen van de nieuwste ideeën.  

22 Paulus richtte zich tot de leden van de Areopagus en zei: ‘Atheners, ik heb gezien hoe 

buitengewoon godsdienstig u in ieder opzicht bent. 23 Want toen ik in de stad rondliep en 

alles wat u vereert nauwlettend in ogenschouw nam, ontdekte ik ook een altaar met het 

opschrift: “Aan de onbekende god”. Wat u vereert zonder het te kennen, dat kom ik u 

verkondigen. 24 De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft, hij die over hemel 

en aarde heerst, woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels. 25 Hij laat zich ook 

niet bedienen door mensenhanden alsof er nog iets is dat hij nodig heeft, hij die zelf aan 

iedereen leven en adem en al het andere schenkt. 26 Uit één mens heeft hij de hele mensheid 

gemaakt, die hij over de hele aarde heeft verspreid; voor elk volk heeft hij een tijdperk 

vastgesteld en hij heeft de grenzen van hun woongebied bepaald. 27 Het was Gods 

bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien 

hij van niemand van ons ver weg is. 28 Want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. Of, 

zoals ook enkele van uw eigen dichters hebben gezegd: “Uit hem komen ook wij voort.” 

29 Maar als wij dan uit God voortkomen, mogen we niet denken dat het goddelijke gelijk is 

aan een beeld van goud of zilver of steen, het werk van een ambachtsman, door mensen 

bedacht. 30 God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu 

overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, 31 want hij heeft bepaald dat er een 

Page 61: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    61 

dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een 

man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij 

geleverd door hem uit de dood te doen opstaan.’  

32 Toen ze hoorden van een opstanding van de doden dreven sommigen daar de spot mee, 

terwijl anderen zeiden: ‘Daarover moet u ons een andere keer nog maar eens vertellen.’ 

33 Zo vertrok Paulus uit hun midden. 34 Toch sloten enkelen zich bij hem aan en 

aanvaardden het geloof, onder wie ook een Areopagiet, Dionysius, een vrouw die Damaris 

heette en nog een aantal anderen.  

Achtergrondinformatie  

Nergens in Handelingen wordt er duidelijk vermeld wie de schrijver van dit boek is, maar 

vaak gaat men ervan uit dat het gaat om Lucas84 en dat Handelingen samen met het boek 

Lucas één geheel vormt85. Als dit inderdaad het geval was, dan dateert dit boek van de 

tweede helft van de eerste eeuw86. Handelingen handelt vooral over de uitbreiding van het 

evangelie naar niet‐joodse streken, waarbij hij ook veel aandacht geeft aan de eerste 

gemeentes. De structuur is al volgt87: 

 

1. De hemelvaart en de apostelen die de Heilige Geest ontvangen 

2. Gemeente in Jeruzalem 

3. Verbreiding van het evangelie naar Samaria 

4. Optreden van Paulus en de eerste vervolgingen 

5. Paulus’ zendingswerk onder de niet‐Joden, waaronder de 1ste, 2de en 3de zendingsreis 

6. Paulus reist naar Rome 

 

Handelingen 16 maakt deel uit van Paulus’ zendingswerk onder de niet‐Joden.  In vers 15 

zien we dat Paulus in Athene wachtte op de komst van Silas en Timoteüs. Athene was vooral 

gekend om zijn universiteiten in die tijd. Veel mensen trokken richting Athene om er te leren 

                                                      84 R. R. Hausoul, Handelingen, 17. 85 Het Boek. (Zevenhuizen: Stichting Living Bibles International), 927. 86 R. R. Hausoul, Handelingen, 21. 87 Het Boek. (Zevenhuizen: Stichting Living Bibles International), 927. 

Page 62: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    62 

over  verschillende  filosofieën,  zoals  die  van  Plato  en  Zeno.  Het  was  het  geestelijke 

middelpunt van de Grieks‐Romeinse beschaving88. 

Verduidelijking  

16

Volgens de Romeinse schrijver Plinius, waren er meer dan 3000 afgoden in Athene. De stad 

was er vol van89. 

 

17

Paulus trok eerst naar de synagoge om de Joden te zien, daarna ging hij naar de markt om er 

te gaan discussiëren. Eigenlijk volgt hij hierbij het principe op van Socrates, die van 

discussiëren op de markt, zijn dagwerk maakte90. 

 

18

Epicereeërs. Dit zijn volgelingen van Epicurus die vooral zoeken naar genot en geluk in het 

leven. Een mens moet genieten van het leven zolang het nog kan. En Stoïcijnen zijn 

volgelingen van Zeno. Zij plaatsen het denken boven het gevoel en leven in volledige 

harmonie met de natuur91. Deze twee groepen denken tevens ook dat Paulus het heeft over 

twee nieuwe, vreemde goden, nl. Jezus en een godin die Opstanding heet92. 

 

19

De Areopagus. Dit is de westelijke heuvel van de Acropolis. Indertijd stond er daar een 

rechtbank die handelde over zware misdaden en religieuze en morele kwesties. Later werd 

deze rechtbank verplaatst, maar de naam Areopagus bleeft bestaan93. 

 

21

                                                      88 P. Cuijpers, Paulus in Athene. (2008), 1. 89 R. R. Hausoul, Handelingen, 282. 90 Ibid., 282. 91 P. Cuijpers, Paulus in Athene. (2008), 1. 92 Ibid., 1. 93 Ibid., 2. 

Page 63: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    63 

De Atheners waren continu op zoek naar iets nieuws. Oude verhalen maakten niemand 

nieuwsgierig. Wanneer Paulus naar de stad komt en vertelt over God, zijn natuurlijk alle 

oren en ogen gericht naar hem, zo ook die van de Areopagus94. 

 

22-31

Paulus verschijnt voor de Raad van Areopagus en houdt er een redevoering. Zijn reactie is 

heel bijzonder. Hij is zeer verontwaardigd van de godsbeelden in Athene (vers 16), maar 

toch spreekt hij op een respectvolle manier over de mannen van Athene (vers 22). 

 

24-25

Paulus stelt God eerst voor als de Schepper. Hij  begint met de schepping, net zoals ook de 

Bijbel. Paulus maakt hierbij ook indirect duidelijk dat de tempels in de stad, geen tempels 

kunnen zijn van God en daarbij maakt hij ook direct duidelijk dat God niets nodig heeft van 

de mensen95. 

 

27

Alles in de schepping wijst naar de grootheid van God. Hierdoor kan het zijn dat de mens 

zoekt naar Hem. Hij laat ook de mogelijkheid open dat mensen niet zoeken naar God, maar 

desalniettemin, is Hij niet ver van ons verwijderd96. 

 

28

Hier haalt Paulus enkel Griekse dichters aan, die gezegd hebben ‘wij zijn van zijn geslacht’. 

Hierbij hadden de dichters het vaak om Zeus en niet om God97. 

 

29

Hier maakt Paulus duidelijk dat de afgodsbeelden die de Atheners vereren, geen verering 

toekomen. Deze beelden werden gemaakt door de mens, terwijl de mens gemaakt is door 

God en Hij komt dus de eer toe98. 

                                                       94 R. R. Hausoul, Handelingen, 285. 95 R. R. Hausoul, Handelingen, 286. 96 Ibid., 286. 97 P. Cuijpers, Paulus in Athene. (2008), 2. 98 R. R. Hausoul, Handelingen, 286. 

Page 64: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    64 

31

Hier spreekt Paulus ook over de toekomst van de mens. Er zal een dag komen waarop elk 

mens geoordeeld zal worden. Hij verwijst hier ook indirect naar Jezus, door de term ‘een 

man’ te gebruiken99. 

 

32-33

Vertellen over de opstanding was voor sommige leden van de Raad ondenkbaar. Vele 

Atheners geloofden in een onsterfelijk ziel na de dood, die volledig los stond van het 

menselijk lichaam. Iemand die uit de dood kan opstaan, was voor hen dus onzin100. Na zijn 

redevoering gaat Paulus gewoon weg, zonder verder in discussie te gaan met de leden van 

de Raad. Daarom dat sommige leden zeggen: “Daar moet u ons een andere keer nog maar 

eens vertellen.” En zo vertrok Paulus uit hun midden (vers 33)101 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ Veel in de tekst is herkenbaar voor ons wanneer we kijken naar de maatschappij en naar 

bepaalde trends. Veel mensen rondom ons beweren dat ze geloven in iets, zoals ook de 

mensen in Athene een altaar hadden voor de onbekende god. We leven in een wereld waar 

God niet meer op de eerste plaats komt, maar vele andere afgoden, ook wel idolen genoemd. 

Voor de huidige maatschappij bestaat er geen absolute waarheid meer, maar worden 

verschillende godsdiensten en religies aanvaard. Als christenen moeten we rekening houden 

met deze context. We kunnen niet zomaar naar buiten gaan en proclameren dat al de rest het 

mis heeft. We moeten naar andere meningen luisteren en vanuit respect kunnen we andere 

mensen vertellen over Jezus. 

Kerngedachte Paulus gaat naar Athene, een stad vol afgodsbeelden en houdt er voor de Areopagus een 

redevoering over God en dit met alle respect voor hen, ook al vindt hij dat ze verkeerd bezig 

zijn.    

                                                      99 Ibid., 286. 100 Ibid., 286. 101 P. Cuijpers, Paulus in Athene. (2008), 4. 

Page 65: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    65 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Wie zijn de Epicureeërs en de Stoïcijnen en wat geloven ze? (O) 

Wat is de Areopagus? (O) 

Wat bedoelden de dichters met “uit hem komen wij voort’? (O) 

Wat is de toon van Paulus? (O) 

Duid de woorden ‘u’, ‘ik’ en ‘wij’ aan en zie hoe en wanneer ze gebruikt worden. (O) 

Wat is de reactie van de toehoorders? Verandert deze doorheen Paulus’ betoog? (OI) 

Hoe bouwt Paulus zijn redevoering op? Welke argumenten gebruikt hij? (OI) 

Waarom zegt Paulus “een man” en niet “Jezus”? (I) 

Probeer deze tekst samen te vatten in 1 zin. Probeer consensus te bereiken met je kring. 

Toets je zin aan de tekst. (I) 

Waarom staat deze tekst hier? Wat was de bedoeling van de auteur? Toets steeds aan de 

tekst. (I) 

Wat denk je dat de eerste toehoorders van deze tekst vonden? Waarom? Toets steeds aan 

de bredere context van Handelingen. (I)  

Wat zijn de hedendaagse afgodsbeelden? (A) 

Roept deze tekst jullie ergens toe op? (A) 

Welke techniek en/of ingesteldheid kunnen we leren uit Paulus’ betoog rond het 

verkondigen van het evangelie aan anders‐ en niet‐gelovigen? (A) 

Uit Paulus’ redevoering kunnen we afleiden dat hij de cultuur van zijn toehoorders goed 

kende. Waarin willen jullie – in het licht hiervan – groeien en hoe ga je dit aanpakken? (A) 

Page 66: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    66 

Werkvormen

1) Filmpje: Ter inleiding kan je als kringleider(s) kan het volgend filmpje tonen: ‘What is 

religious pluralism?’ http://www.youtube.com/watch?v=XcRamsHWPwE 

De spreker in dit filmpje heeft duidelijk uitleg over wat het pluralisme is en toont aan hoe 

een pluralist denkt over Jezus en hoe wij, als christenen, dat doen. Dit kan helpen om het 

thema van deze studie te openen of je kan het gebruiken om de discussie rond de toepassing 

open te trekken 

2) Groepsdiscussie: Laat je groep eerst de tekst individueel lezen. Laat ze aanmerkingen 

maken over de inhoud en moeilijke woorden. Deel daarna de kring in groepjes van twee, 

zodat ze samen kunnen nadenken over hun bevindingen en de andere eventueel kunnen 

helpen met het beantwoorden van vragen. Nadien kunnen alle groepen hun bevindingen 

delen met de ganse kring. Dit kan aanleiding geven tot een discussie over de interpretatie 

van de tekst. Let er als kringleider op hoe jouw kring reageert op verschillende meningen en 

verwijs constant terug naar de tekst.  

3) Opschrift: Veelal zijn we zelf onze grootste afgod. Mijn geluk, mijn carrière, mijn uiterlijk, 

mijn prestaties, …. Geef je kring de opdracht om een opschrift te maken voor het standbeeld 

van hen als afgod. Bespreek dit met elkaar. Dit kan leiden tot gebed en schuldbelijdenis. 

 

4) Gebed: Je kan eindigen in gebed en bidden voor de zaken die je als kring geleerd hebt uit 

deze tekst. Bid voor de context waarin je als student leeft, studeert, woont, voor de cultuur 

waar je deel van uit maakt. 

Page 67: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    67 

9 // Matteüs 5:1-15

Bijbelgedeelte 1 Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen 

om zich heen. 2 Hij nam het woord en onderrichtte hen:  

3 ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn,  

want voor hen is het koninkrijk van de hemel.  

4 Gelukkig de treurenden,  

want zij zullen getroost worden.  

5 Gelukkig de zachtmoedigen,  

want zij zullen het land bezitten.  

6 Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid,  

want zij zullen verzadigd worden.  

7 Gelukkig de barmhartigen,  

want zij zullen barmhartigheid ondervinden.  

8 Gelukkig wie zuiver van hart zijn,  

want zij zullen God zien.  

9 Gelukkig de vredestichters,  

want zij zullen kinderen van God genoemd worden.  

10 Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden,  

want voor hen is het koninkrijk van de hemel.  

11 Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei 

kwaad betichten. 12 Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; 

zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.  

13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan 

weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en 

vertrapt.  

14 Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen 

blijven. 15 Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te 

zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. 

Page 68: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    68 

16 Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer 

bewijzen aan jullie Vader in de hemel.  

 

Achtergrondinformatie

Auteur

De schrijver van dit Evangelie is Matteüs. Hij was een accountant, in de belastingen, in 

Kapernaüm. Dit is waarschijnlijk een van de redenen waarom het Evangelie van Matteüs, 

een mooie, duidelijke structuur heeft102. 

 

Doelgroep

Het Evangelie van Matteüs is niet enkel voor niet‐Joodse christenen geschreven. Het heeft 

een sterk Joods karakter met vermeldingen en verwijzingen naar de stamboom van Jezus, 

het Oude Testament, de wet. Ook zijn woordgebruik (hij spreekt over “koninkrijk der 

hemelen”) en het feit dat hij het zeer duidelijk maakt dat Jezus, de Messias, onschuldig is, 

duidt erop dat Matteüs schreef met Joodse tradities in het achterhoofd. Hij had namelijk een 

groot verlangen dat ook de Joden tot geloof zouden komen, hij wou de deur voor de Joden 

open houden103. 

 

Centrale thema’s in Matteüs

Dit Bijbelboek was zeer geliefd bij de eerste generatie christenen en christengemeenschappen. 

Zij waren op zoek naar manieren waarop ze de boodschap die Jezus gaf uit te dragen naar 

andere volkeren om van hen discipelen te maken. In het Evangelie komen naast de verhalen 

over de geboorte, doop, verzoeking, dood en opstanding van Jezus vijf redevoeringen aan 

bod. Tijdens deze onderwijzingen leert Jezus zijn discipelen hoe je in het Koninkrijk hoort te 

leven. Verder komen doorheen het boek nog 2 fundamenteel belangrijke thema’s aan bod104. 

 

Geloof: 

                                                      102 D. Pawson, Sleutel tot de Bijbel. (London: HarperCollinsPublishers, 2003), 945 103 Pawson, D., Sleutel tot de Bijbel. (London: HarperCollinsPublishers, 2003), 952‐957 104 Ibid., 967‐970 

Page 69: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    69 

In zijn Evangelie maakt Matteüs duidelijk dat geloof zeer belangrijk  is.  In het boek  lees  je 

vaak de vraag van Jezus: “Geloof je in wat Ik je heb verteld? Geloof je dat Ik dit kan doen?”. 

Jezus zoekt naar een blijvend vertrouwen in Hem en in  Zijn Woord105.  

 

Gerechtigheid/Rechtvaardigheid:  

Jezus zegt dat we gered worden tot gerechtigheid. Dit wil zeggen dat nadat je tot geloof bent 

gekomen en vergeving van je zonden hebt ontvangen, er van je verwacht wordt, dat je in je 

leven de gerechtigheid laat zien106, door goed te doen, goed te leven. Hoe je dit kan doen 

wordt beschreven in het Evangelie van Matteüs. 

 

Structuur Bijbelboek

Het Evangelie van Matteüs heeft, zoals eerder aangehaald, een zeer duidelijk, overzichtelijke 

structuur.  Matteüs  start  met  een  inleiding  met  als  hoofdthema’s  de  geboorte,  dood  en 

verzoeking van  Jezus. Vervolgens komen  (hoofdstuk 5‐25) de verschillende  redevoeringen 

aan bod. Deze worden telkens afgewisseld met verslagen over de daden van Jezus, die zijn 

onderwijzingen praktisch ondersteunde. Hiermee wou Matteüs de lezer duidelijk maken dat 

Jezus niet enkel sprak maar ook zijn daden als voorbeeld voor ons heeft achtergelaten. Tot 

slot  bevat  het  Evangelie  nog  een  afsluiting  over  de  dood  en  opstanding  van  Jezus107. De 

Bijbelpassage die we  tijdens deze studie bekijken kunnen we  terug vinden  in  Jezus’ eerste 

redevoering, beter gekend als de Bergrede. 

Verduidelijking  

3

In Engelstalige (en ook sommige Nederlandstalige) vertalingen leest vers 3 als volgt: ‘Blessed 

are the poor in spirit, ...’  (zalig zijn de armen van geest). Er kunnen verschillende 

interpretaties aan ‘de armen van geest’ gegeven worden. Het kan verstaan worden als 

mensen met een beperkte verstandelijke capaciteit. Anderzijds kunnen we het begrijpen als 

                                                      105 Ibid., 967 106 Ibid., 967 107 Ibid., 949‐950 

Page 70: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    70 

mensen die het financieel niet breed hebben.  Beide interpretaties zijn gebaseerd op hoe we 

zijn in de wereld. Echter om de werkelijke betekenis achter ‘armen van geest’ te achterhalen 

moeten we kijken naar hoe we geestelijke arm zijn. In de Grieks vertaling kunnen we het 

woord ”ptochoi” terugvinden, wat bedelaar betekent. We moeten ons geestelijk als een 

bedelaar opstellen, hongerig naar Gods woord en genade en dankbaar telkens we iets 

ontvangen van Hem108. 

3-12

Eerder in het Evangelie van Matteüs vertelt Jezus dat het koninkrijk der Hemelen nabij was 

(Matteüs 4:17). Vele mensen die dit hoorde wilden daarom ook weten wat ze moesten doen 

om in Gods koninkrijk te komen. In deze verzen krijgen we hierop een antwoord en wordt 

het ook duidelijk dat Gods koninkrijk zeer sterk verschilt dan de koninkrijken op aarde109. 

 

11-12

Jezus zegt ‘verheug je en juich’ omdat je uitgescholden en vervolgd wordt in Zijn naam, dit 

klikt op het eerste zich tegenstrijdig. Toch kan vervolging ook goed zijn, onder andere omdat 

het je geloof versterk als je volhardt, we kunnen een voorbeeld en bemoediging zijn voor 

anderen.  Het feit dat we vervolgd worden kunnen we als teken zien dat we weldegelijk 

geloven en op God blijven vertrouwen ondanks alles. Hiervoor zullen we later in Gods 

koninkrijk beloond worden. 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ Het  jaarthema  ‘geloof  in de wereld’ kunnen we op  twee manieren  interpreteren. Enerzijds 

kunnen we dit interpreteren als: geloof, gelovige personen in de wereld. Hoe moeten we ons 

als christen gedragen in de wereld, hoe moeten we zijn in de omgang met elkaar?  

Anderzijds kan het de vraag  inhouden: geloven wij  in de wereld? Zijn we ervan overtuigd 

dat we als Jezus’ collega’s mogen bijdragen aan het goede in deze wereld?   

 

                                                      108 Saret, De Bergrede studie, 1‐2 109 The life Application Study Bible. (Wheaton, IL: Tyndale House Publishers/Youth for Christ, 1993), 1096 

Page 71: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    71 

Op  de  eerste  interpretatie  geeft  deze  tekst  een  zeer  duidelijk  antwoord.  In  deze  passage 

vertelt Jezus hoe we moeten leven in deze wereld, ons opstellen ten opzichte van andere. Hij 

geeft ons de boodschap mee een licht in de wereld te zijn en deze wereld smaak te geven.  

 

Moeten wij geloven in de wereld? Jazeker! ‘...opdat ze (de mensen van de wereld) jullie 

goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.’(vers 16) . Door te leven zoals 

Jezus ons vertelde en voordeed zullen de mensen om ons heen dit opmerken en hierdoor 

God eren. 

Kerngedachte Het Koninkrijk der Hemelen is totaal verschillend van de wereldse koninkrijken. Om bij dit 

Koninkrijk te horen zullen we ons dus ook anders moeten gedragen. Jezus roept ons op om 

barmhartig, zachtmoedig, nederig, ... te zijn. Het is ook belangrijk dat we deze 

eigenschappen uitdragen naar de wereld, zodat anderen de grootsheid en goedheid van 

Gods Koninkrijk kunnen aanschouwen. 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Wat valt op als  je de tekst leest? Zijn er contrasten, kan  je te tekst onderverdelen? Kan  je 

een titel plakken op de verschillende onderdelen? (O) 

Zijn er passages die eruit springen voor jullie, je persoonlijk aanspreken? (O) 

Kun je de verschillende ‘gelukssprekingen’ uit de tekst halen? (O) 

Wat is Gods beloning voor elk van deze ‘gelukssprekingen’? (O) 

Met wat vergelijkt Jezus ons in deze Bijbelpassage? (O) 

Wat kan je uit deze tekst halen over hoe we moeten leven? (OI) 

Wat zijn de contradicties tussen de ‘gelukssprekingen’ en de hedendaagse waarden? (OI) 

Wat wordt er juist bedoeld met vredestichters? (I) 

Wat houdt ‘het zout van de aarde zijn’ in? (I) 

Wat houdt ‘het licht in de wereld zijn’ in? (I) 

Page 72: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    72 

Is het voldoende om te voldoen aan enkele van de opgesomde items? Waarom wel/niet? 

(I) 

Kan je deze passage in 1 à 2 zinnen samenvatten, wat is voor jou het belangrijkste? (I)  

Hoe zouden jullie deze tekst toepassen binnen jullie leefomgeving, school, vriendenkring, 

familie? (A) 

Welke aspecten uit de tekst kunnen in jou leven nog verbeterd worden? (A) 

Waarvoor zou je voor willen bidden na het lezen van deze tekst? (A) 

Page 73: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    73 

Werkvormen

1) Associatie: Neem een groot blad papier een schrijf één van de ‘gelukssprekingen’ uit de 

tekst op. Laat de groep alle woorden die ze associëren met dit woord op het papier schrijven. 

Later kan je de bevindingen aftoetsen aan de betekenis die ze in de tekst hebben.  Dit kan 

gebeuren na de observatie, als inleiding op de interpretatie vragen.  

2) Reconstructie: Verdeel de groep in twee. Geef de ene helft de bijbel tekst waar de 

‘gelukssprekingen’ zijn uit weggelaten, de andere groep krijgt de tekst waar de beloningen 

zijn uit weggelaten. Is de groep in staat deze bekende tekst te reconstrueren? (zie bijlage)   

3) Groepswerk: Deel de kring op in groepjes van twee of drie personen. Laat elke groep apart 

de observatievragen voorbereiden, deel de antwoorden met de rest van de kring, vergelijk en 

bespreek. Je kan dit eventueel ook doen voor de interpretatie en applicatie vragen. Hierdoor 

geef je de kringleden de tijd om de vragen diepgaand en op hun eigen tempo te 

beantwoorden.

4) Creatief: Verdeel de verschillende ‘geluksprekingen’ onder de personen in de kring. Laat 

ieder op een creatieve manier zijn/haar interpretatie van het woord uitbeelden, tekenen, 

zingen,...  

5) Brainstorm: Neem een groot blad papier bij het bespreken van de vraag:”Hoe zou je deze 

tekst toepassen binnen je leefomgeving, school, vrienden, familie?”. Brainstorm met de groep 

hoe ze deze toepassingen kunnen realiseren. Hou dit papier achteraf bij, tijdens één van de 

volgende kringen kan je hierop terugkomen om te kijken hoever de leden staan met het 

realiseren ervan. 

6) Gebed: Vorm na de studie groepjes van twee en bid voor mekaar, in het bijzonder voor 

dingen die je na het lezen en bestuderen van deze tekst zou willen zien veranderen.  

 

Page 74: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    74 

10 // Jakobus 1:19-2:26

Bijbelgedeelte 1: 19 Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te 

luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. 20 Want de woede 

van een mens brengt niets voort dat in Gods ogen rechtvaardig is. 21 Wees daarom 

zachtmoedig en leg alle verdorvenheid en elk denkbaar wangedrag af. En aanvaard zo de 

boodschap die in u is geplant en die u kan redden. 22 Vergis u niet: alleen horen is niet 

genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen. 23 Want wie de boodschap hoort maar er niets 

mee doet, is net als iemand die het gezicht waarmee hij is geboren in de spiegel bekijkt: 24 hij 

ziet zichzelf, maar zodra hij wegloopt is hij vergeten hoe hij eruitzag. 25 Wie zich 

daarentegen spiegelt in de volmaakte wet die vrijheid brengt, en dat blijft doen, niet als 

iemand die hoort en vergeet, maar als iemand die ernaar handelt – hem valt geluk ten deel, 

juist om wat hij doet. 26 Wie meent dat hij God dient, terwijl hij zijn tong niet kan 

beteugelen, zit op een dwaalspoor, en heel zijn godsdienst is vergeefse moeite. 27 Voor God, 

de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, 

en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.  

 

2  

1 Broeders en zusters, het geloof in Jezus Christus, onze glorierijke Heer, staat niet toe dat u 

mensen op hun uiterlijk beoordeelt. 2 Stel dat uw samenkomst wordt bezocht door iemand 

die prachtige kleren en gouden ringen draagt, en tegelijkertijd door een arme in vodden. 

3 Als u dan de eerste met alle zorg omringt en tegen hem zegt: ‘Neemt u plaats, hier zit u 

goed,’ terwijl u tegen de tweede zegt: ‘Ga daar maar staan, of ga maar bij mijn voetenbank 

op de grond zitten,’ 4 maakt u dan geen ongeoorloofd onderscheid en wordt uw oordeel niet 

door verkeerde overwegingen bepaald? 5 Luister, geliefde broeders en zusters: heeft God 

niet juist hen die naar wereldse maatstaven arm zijn, uitgekozen om rijk te zijn door het 

geloof en deel te krijgen aan het koninkrijk dat hij heeft beloofd aan wie hem liefhebben? 

6 Maar u behandelt arme mensen met minachting. Zijn het dan niet de rijken die u 

onderdrukken en u voor de rechter slepen? 7 Zijn zij het niet die de voortreffelijke naam die 

over u is uitgesproken, door het slijk halen? 8 Wanneer u echter het koninklijke gebod 

Page 75: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    75 

volbrengt dat de Schrift geeft: ‘Heb uw naaste lief als uzelf,’ dan handelt u juist. 9 Maar als u 

op het uiterlijk afgaat, begaat u een zonde en bestempelt de wet u als overtreders. 10 Wie de 

hele wet onderhoudt maar op één punt struikelt, blijft ten aanzien van alle geboden in 

gebreke. 11 Want hij die gezegd heeft: ‘Pleeg geen overspel,’ heeft ook gezegd: ‘Pleeg geen 

moord.’ Als u geen overspel pleegt maar wel een moord, overtreedt u toch de wet. 12 Zorg 

ervoor dat uw spreken en uw handelen de toets kunnen doorstaan van de wet die vrijheid 

brengt. 13 Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen barmhartigheid heeft bewezen; 

maar de barmhartigheid overwint het oordeel.  

14 Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er 

niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? 15 Als een broeder of zuster nauwelijks 

kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, 16 en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je 

warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat 

heeft dat voor zin? 17 Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het 

dood. 18 Maar dan zegt iemand: ‘De een gelooft, de ander doet.’ Laat mij maar eens zien dat 

je kunt geloven zonder daden; ik zal u door mijn daden tonen dat ik geloof. 19 U gelooft dat 

God de enige is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook, en ze sidderen. 

20 Dwaas, wilt u het bewijs dat geloof zonder daden nutteloos is? 21 Werd het onze 

voorvader Abraham niet als een rechtvaardige daad toegerekend dat hij zijn zoon Isaak op 

het altaar wilde offeren? 22 U ziet hoe geloof en handelen daar hand in hand gaan, en hoe 

het geloof vervolmaakt wordt door daden. 23 Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: 

‘Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem toegerekend als een rechtvaardige daad.’ 

Hij wordt zelfs Gods vriend genoemd. 24 U ziet dus dat iemand rechtvaardig wordt 

verklaard om wat hij doet, en niet alleen om zijn geloof. 25 Werd niet ook Rachab, de hoer, 

rechtvaardig verklaard om wat ze deed, toen ze de verkenners ontving en langs een andere 

weg liet vertrekken? 26 Zoals het lichaam dood is zonder de ziel, zo is ook geloof zonder 

daden dood.  

Achtergrondinformatie  

Dit  Bijbelboek  is  een  brief  (waarschijnlijk)  geschreven  door  Jakobus,  de  broer  van  Jezus. 

Jakobus was een  tegenstander geweest van  Jezus en alles waarvoor Hij stond,  tot aan zijn 

Page 76: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    76 

dood en verrijzenis. Hij bekeerde zich na een verschijning van Jezus aan hem persoonlijk (1 

Korintiërs 15:7). Hij was daarna zijn dienstknecht als  leider van de kerk  in  Jeruzalem. Zijn 

grote doel was het  tot Christus brengen van het  Joodse volk110. Deze brief  is aan die  Joden 

gericht die  zich  als  christenen  in het buiteland gevestigd hadden, de  zogenaamde  ‘twaalf 

stammen  in de verstrooiing’. Wat  Jakobus schrijft kan echter heel gemakkelijk als  relevant 

beschouwd worden voor onze eigen tijd: vele zaken in de brief zijn universeel en praktisch 

in het leven toepasbaar. 

 

De brief staat kan gelezen worden als een praktische gids voor christenleven en ‐gedrag111. 

Ze  bevat  vele  morele  voorschriften  en  christelijke  ethiek.  Voorgaand  aan  deze  passage, 

schrijft  Jakobus over hoe  een  christen kan omgaan met verzoekingen  , nl. door  te bidden 

voor wijsheid en de verzoeking te zien als een mogelijkheid of uitdaging om het geloof uit te 

werken  en  te  verdiepen.  Jakobus  besefte  dat  de  nieuwe  christenen  die  als  vreemdeling 

leefden, het moeilijk zouden hebben altijd bij hun geloof te blijven112. Hij ziet een actief geloof 

als dé oplossing om met deze uitdagingen om  te gaan. Over de uitwerking van dit geloof 

gaat hij verder in ons gedeelte. 

 

Onze tekst bevat als het ware drie grote paragrafen die elk een aspect tonen van dit actieve 

geloof113:  

a) 1:19‐27  over  ‘Horen  en  doen’  of  hoe  deze  wijsheid  waarvoor  je  bidt,  samen met  het 

uitwerken van je geloof, resulteert in een bepaalde houding of levensstijl. Jakobus roept 

op niet slechts te horen, maar ook te doen. Enkel ‘horen’ maakt het allemaal een beetje 

vergeefs (vers 24);  

b) 2:1‐13 over  ‘Geen ongeoorloofd onderscheid’ of hoe dit uitgewerkte geloof bij het uitreiken 

op geen enkele manier onderscheid maakt onder mensen. In dit geloof verandert je kijk 

op mensen en je relatie tot deze mensen;    

                                                      110 Mears, H. C. What the Bible Is All About, part II: The New Testament, (Ventura, CA: Regal Books, 1997), 299‐306. 111 Ibid. 112 Keener, C. S. The IVP New Testament Background Commentary, (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1993), 686‐704; Stulac, G. M. James, IVPNTCS, (Downers Grove, IL: IVP, 1993), 60‐120. 113 Ibid. 

Page 77: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    77 

c) 2:14‐26 over ‘Nutteloos geloof’ of hoe dit uitgewerkte geloof intrinsiek en principieel leidt 

tot handelen en dus niet ‘non‐actief’ of ‘dood’ kan zijn. Je geloof voor jezelf houden is uit 

zichzelf nutteloos, want dit geloof is een die wil actief zijn omwille van zijn aard.     

 

In de laatste paragraaf verwijst Jakobus naar twee praktische voorbeelden van personen uit 

het Oude Testament die hun geloof door hun daden deden blijken. Het verhaal van Abraham 

die zijn zoon op het altaar legde, vind je in Genesis 22:1‐19, terwijl de geloofsdaad van Rachab 

te lezen staat in Jozua 2:1‐24. Abraham bleef geloven dat God hem een oneindig groot 

nageslacht zou geven, terwijl Rachab geloofde dat de spionnen door God gezonden waren 

en dat het land hen toebehoorde. Beide mensen hebben bewust duidelijk gemaakt wat ze 

geloofden door wat ze deden. Dit ziet Jakobus als iets werkelijk noodzakelijk, zowel in 

dagelijkse aangelegenheden als in moeilijke situaties vol uitdagingen. 

Verduidelijking  

2:21

‘Rechtvaardige daad’. De daad of handeling wordt als juist of recht gezien omwille van het 

achterliggende geloof of principe dat geleid heeft tot het handelen. 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’  

Net zoals de  christenen aan wie  Jakobus zich  richt,  leven wij als  christelijke  studenten als 

‘vreemdelingen’ in een stad/wereld vol van beproevingen. De oproep van Jakobus naar ons 

toe  is  dezelfde:  houd  vast  aan  je  geloof,  niet  door  het  te  verbergen  of  op  non‐actief  te 

plaatsen,  maar  door  te  anticiperen  en  uit  te  reiken.  Doorheen  deze  tekst  wil  Jakobus 

oproepen  tot  een actief geloof dat niet alleen anderen, maar ook  jezelf  ten goede komt;  je 

ervan overtuigen dat geloof en handelen hand in hand gaan.   

 

‘Geloof in de wereld’ wordt in deze Bijbelpassage een actief begrip. De gelovige student 

wordt opgeroepen effectief dit geloof, te gaan uitdragen door een bedachtzame levensstijl en 

Page 78: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    78 

door daden die de natuur van Jezus tonen. De student die zijn geloof koestert, maar niet 

uitdraagt, beschikt over een geloof dat van weinig nut is. 

Kerngedachte  

Werk  je  geloof  actief uit  en  laat het  resulteren  in  een  bedachtzame  levensstijl die uitreikt 

zonder  onderscheid  te maken  tussen mensen,  en  in  een mentaliteit  die  handelen  boven 

spreken plaatst.  

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Welk genre is dit? (O) 

Wie is de verteller en wat vertelt hij? (O) 

Welke woorden en zinsstructuren vallen je op? (O) 

Wat legt de schrijver op aan de lezers? Hoe moet je zijn en wat moet je doen? (OI)  

Wat is de houding van de schrijver tot zijn lezers? Hoe noemt hij hen? (OI)  

Welk gevoel creëert de schrijver? Uit welke woorden of zinsstructuren leid je dat af?  (OI) 

Welke soort vragen stelt de schrijver? Waarom? Wat is de toon van deze vragen? (OI) 

Welke vergelijkingen maakt Jakobus in de tekst? (OI)  

Waaruit leid je de ernst van zijn boodschap af? (I)  

Waarom zou Jakobus herhaaldelijk spreken over ‘mijn broeders’? (I)  

Op welke manier(en) maakt de schrijver zijn punt(en) duidelijk? Bekijk dit vers per vers. 

(I) 

Welke argumenten en voorbeelden gebruikt hij hiervoor? Gebruikt hij ze door elkaar? 

Waarom? (OI) 

Wat is de kern van elke paragraaf? Waarom zie je dit als kern? (I)  

Leid je een analogie af tussen de verschillende paragrafen? Welke? Verbind de paragrafen 

inhoudelijk met elkaar. (I)   

Vergelijk 2:17 en 2:20 met elkaar. Wat is er verschillend? (I)  

Page 79: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    79 

In 2:14 stelt Jakobus twee vragen. Wat zijn de verschillen in inhoud, doel en antwoord van 

de vragen? (IA) 

Waar roept dit genre (meestal) en deze tekst toe op? (IA) 

Welke vragen roept de tekst bij je op? (IA)  

Definieer ‘ongeoorloofd onderscheid’ in jouw leven (IA)  

Hoe zou jij de opgedragen zaken effectief maken in je leven? (IA) 

Link aan elke vraag die gesteld wordt een (mogelijk) antwoord van Jakobus uit de tekst. 

Beantwoord de vragen ook voor je eigen leven. (IA)  

Is de tekst relevant voor je eigen leven als student en erbuiten? (A) 

Over welke aspecten van jouw leven heeft Jakobus het in de laatste paragraaf? (A) 

Werkvormen  

1) Ongeoorloofd onderscheid: Vooraleer  je als kringleider de Bijbelstudie aanvangt, kan  je 

het volgende experiment uitvoeren. Het experiment heeft betrekking tot het tweede deel van 

de  studie,  over  ‘ongeoorloofd  onderscheid’. Creëer  een  situatie waarbij het  volgende  zich 

voordoet. Voorzie na de maaltijd te weinig desserts en geef zeer duidelijk enkele mensen een 

dessert en anderen niet. Let wel op dat iedereen aanwezig is bij het uitdelen van de desserts, 

want het  is net de bedoeling een  (slecht) gevoel  te creëren. Vergeet dan ook vooral niet  je 

experiment  te  verantwoorden  na  de  observatie  en  interpretatie  van  de  tekst.  Andere 

mogelijkheden: specifiek slechts enkele mensen een extra portie geven, enkele pennen geven 

voor het analyseren, de mooiste plaatsen verdelen om te zitten … Wees creatief! 

 

2) Analyseer: Analyseer  de  structuur  van  de  tekst. Doe  dit  in  drie  groepen, waarbij  elke 

groep  een  paragraaf  voor  zijn  rekening  neemt. Maak  gebruik  van  verschillende  kleuren. 

Analyseer de zinsbouw en duidt volgende zaken aan: soort zin (bevel, (in)directe vraag,…), 

toon (markeer woorden die betrekking hebben op de toon waarop de schrijver zich naar de 

lezer richt), maak verbindingen tussen oorzaak en gevolg, tussen vraag en antwoord, tussen 

stelling en argument… 

 

Page 80: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    80 

3) Actualiteit:  ‘Ongeoorloofd onderscheid’ kan zich op meer vlakken voordoen dan op het 

financiële.  Neem  een  krant  en  geef  iedereen  enkele  pagina’s.  Zoek  enkele  vormen  van 

‘ongeoorloofd onderscheid’ en enkele problemen die hierdoor ontstaan. Link het ook aan  je 

eigen leven als student en de manieren waarop jij ermee geconfronteerd wordt.    

 

4) Martin Luther King Jr.: Beluister bij aanvang van de toepassing de ‘I have a dream’ speech 

van Martin Luther King  Jr.  in  1963. Deze  is  te vinden  op YouTube  en  op het net.  Je  kan 

kiezen voor de volledige versie (17 minuten) of de verkorte versie (laatste 6 minuten). Neem 

de tekst van de speech bij je en vergelijk wat Jakobus wil dat je doet met wat Martin Luther 

King Jr. doet en verkondigt.   

 

5) Louis Theroux: Bekijk een fragment uit de spraakmakende documentaire ‘The Most hated 

family  in America’ van Louis Theroux. Fragmenten zijn veelvuldig  te vinden op YouTube 

(hou het best bij de eerste documentaire). Vergelijk de zaken die Jakobus oproept te zijn en te 

doen met hun acties en houdingen. Bespreek zonder in oordeel te vervallen. 

 

6) Brief: Laat de kringleden een brief schrijven naar zichzelf. Deze wordt dan in een envelop 

gestoken en voor een bepaalde  tijd bewaard door de kringleider. Deze zal de brief aan de 

kringleden binnen enkele weken/maanden terug overhandigen. In deze brief stel je jezelf een 

opdracht die verband houdt met het thema ‘Geloof en werken’. Gebruik als template voor de 

brief de  structuur die  Jakobus  gebruikt  in de  paragraaf  van  vers  14  tot  26  in  het  tweede 

hoofdstuk. Blijf bij het thema, maar gebruik de zinsstructuren die Jakobus gebruikt: stel jezelf 

vragen (een doel), toets het met een voorbeeld uit de realiteit en verder ook met voorbeelden 

van mensen die je inspireren tot dit doel. Word door jezelf uitgedaagd!   

 

Page 81: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    81 

11 // Micha 6: 1-8

Bijbelgedeelte 1 Hoor toch wat de HEER zegt!  

Sta op, laat de bergen uw rechtsgeding horen,  

laat de heuvels getuige zijn.  

2 Luister, bergen, naar het pleidooi van de HEER,  

hoor toe, onwrikbare fundamenten van de aarde.  

De HEER heeft een geschil met zijn volk,  

hij klaagt Israël aan:  

3 ‘Mijn volk, wat heb ik je misdaan?  

Waarmee heb ik je gekweld? Antwoord mij!  

4 Ik heb je weggeleid,  

bevrijd uit de slavernij in Egypte.  

Ik zond Mozes, Aäron en Mirjam  

om jullie voor te gaan.  

5 Ben je dan vergeten, mijn volk,  

wat Balak besloot, de koning van Moab,  

wat Bileam, de zoon van Beor, hem antwoordde?  

Ben je vergeten wat er gebeurde tussen Sittim en Gilgal?  

Ken je de gerechtigheid van de HEER niet meer?’  

6 ‘Wat kan ik de HEER aanbieden,  

waarmee hulde brengen aan de verheven God?  

Moet ik hem tegemoet treden met brandoffers,  

zou hij eenjarige stieren aanvaarden?  

7 Kan ik hem gunstig stemmen met duizenden rammen,  

met olie, stromend in tienduizend beken?  

Moet ik mijn oudste kind geven voor wat ik heb misdaan,  

de vrucht van mijn schoot voor mijn zondig leven?’  

8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is,  

je weet wat de HEER van je wil:  

Page 82: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    82 

niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten  

en nederig de weg te gaan van je God.  

Achtergrondinformatie114 Micha profeteerde in Juda, tussen ongeveer 742 en 696 voor Christus. Tijdens zijn bediening 

– in 722 voor Christus – werd Israël, de tien noordelijke stammen, veroverd door de 

Assyriërs. Dit wordt voorspeld in Micha’s eerste orakel (1:2‐7). Micha waarschuwde Juda dat 

hen hetzelfde lot zou beschoren zijn als ze niet terugkeerden tot God. Hij profeteerde vooral 

buiten Jeruzalem, voor de gewone  man. 

 

Micha focust vooral op de idee van echte godsdienst als sociale rechtvaardigheid. Daarnaast 

heeft hij opvallend veel aandacht voor het aankondigen van de Messias en het herstel van 

Israël. De twee thema’s raken elkaar in zijn aanklacht tegen de heersers die hun – door God 

gegeven – macht misbruiken en zijn vooruitwijzing naar de Messias als de heerser die zijn 

titel correct zal dragen. 

 

Micha is opgedeeld in drie orakels, die telkens openen met een oproep om te luisteren: 1:2 – 

2:13, 3:1 – 5:14, 6:1 – 7:20. Ze zijn alle drie opgebouwd uit een gedeelte oordeel en een 

gedeelte herstel. Onze passage is een gedeelte oordeel, opgevat als een rechtszaak van God 

tegen Israël. 

Verduidelijking  

1

De hele schepping wordt opgeroepen om getuige te zijn in een rechtszaak tussen God en zijn 

volk, dat het verbond heeft geschonden. Deze literaire vorm komt bij verschillende profeten 

terug115. 

 

                                                      114 Chavalas, M.W., Matthews, V.H. & Walton, J.H., The IVP Bible Background Commentary. Old Testament, (Downers Grove: Intervarsity Press, 2000), 832; Constable, Dr. Constable’s Notes on Micah, 42.   115 Chavalas, M.W., Matthews, V.H. & Walton, J.H., The IVP Bible Background Commentary. Old Testament, (Downers Grove: Intervarsity Press, 2000), 785. 

Page 83: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    83 

5

Balak probeerde Bileam Israël te laten vervloeken, maar die zegende hen door Gods 

ingrijpen (Num. 22‐24). 

 

Sittim was de laatste plaats waar de Israëlieten stonden voor ze de Jordaan overstaken met 

Gods hulp, Gilgal de eerste waar ze daarna stonden (Joz. 3‐4). 

 

6-7

Een kalf van een jaar oud zou een grotere financiële aderlating zijn dan een pasgeboren kalf 

en dus een groter offer116. De offers worden almaar groter, veel groter dan wie dan ook zou 

kunnen brengen, tot het uitkomt bij een kinderoffer, wat een gruwel was. De nadruk is dat 

geen offer groot genoeg kan zijn117. 

 

8

De aanspreking “mens” maakt Micha’s publiek duidelijk dat dit voor iedereen geldt, niet 

slechts voor de leiders van het volk. Bovendien benadrukt het de onderworpenheid aan 

God118. 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ ‘Geloof in de wereld’ betekent geloof brengen in de wereld waarin we leven, maar ook 

geloven dat de wereld aan zich goed is en wij kunnen verder aan die goedheid werken door 

te handelen naar Gods wil: “niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten  

en nederig de weg te gaan van je God”. 

Kerngedachte Gods verwachtingen verschillen van onze verwachtingen. We denken vaak dat we van alles 

moet doen om hem ‘gunstig te stemmen’, maar Hij vraagt om veel minder: “niets anders dan 

recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God”. 

                                                      116 Ibid., 786. 117 Ibid., 786. 118 Constable, Dr. Constable’s Notes on Micah, 34. 

Page 84: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    84 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Wat valt op als  je de tekst leest? Zijn er contrasten, kan  je te tekst onderverdelen? Kan  je 

een titel plakken op de verschillende onderdelen? (O) 

Wie is er aan het woord? Bestudeer de ‘personages’. (O) 

Wat kom je over God te weten in dit Bijbelgedeelte? (O) 

Wat kom je over de mens te weten ? (O) 

Zijn er passages die eruit springen voor jullie, je persoonlijk aanspreken? (O) 

Wat kan je uit deze tekst halen over hoe we moeten leven? (OI) 

Welk genre is dit? (OI) 

Wat  zijn de  contradicties  tussen de wat God  vraagt  en wat de mens doet? Hoe  is  het 

vandaag de dag? (OI) 

Wat wordt er juist bedoeld met ‘nederig de weg te gaan van je God’? (I) 

Wat houdt ‘trouw betrachten’ in? (I) 

Wat houdt ‘recht doen’ in? (I) 

Is het voldoende om te voldoen aan de items in het laatste vers (v8)? Waarom wel/niet? (I) 

Kan je deze passage in 1 à 2 zinnen samenvatten, wat is voor jou het belangrijkste? (I)  

Waar roept dit genre (meestal) en deze tekst toe op? (IA) 

Hoe kunnen we als een gemeenschap tegen deze tekst aankijken? (IA) 

We lezen deze tekst nu na Jezus’ komst. Verandert dat je kijk op deze tekst? Zo ja, hoe? 

(IA) 

Hoe zouden  jullie deze  tekst  toepassen binnen  jullie  leefomgeving,  school,  Ichtusgroep, 

vriendenkring, familie? Denk specifiek aan het vullen van noden rondom jullie. (A) 

Welke aspecten uit de tekst kunnen in jou leven nog verbeterd worden? (A) 

Waarvoor zou je voor willen bidden na het lezen van deze tekst? (A) 

 

Werkvormen  

Observatie 

Page 85: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    85 

1) Verschillende vertalingen: Gebruik verschillende vertalingen, eventueel in 

verschillende talen. Laat de kringleden ze hardop voorlezen en zoek naar verschillen 

en wat die verschillen voor implicaties hebben voor de betekenis van de tekst.  

2) Theaterstuk: Deze tekst kan als een theaterstuk gelezen worden. Duid 2 studenten 

aan die het willen voordragen. Is er een verteller nodig? Expressief voorlezen! Deze 

werkvorm kan gebruikt worden na de observatievragen, om die vragenronde af te 

sluiten en over te gaan naar interpretatie.  

3) Woorden weglaten: Druk de tekst af en deel die uit. Het is wel belangrijk om enkele 

woorden uit de tekst weg te laten. Hier kan je bv de zintuiglijke werkwoorden 

weglaten: luister, hoor, zie, enz. Verdeel de groep in subgroepen en laat ze samen de 

missende woorden invullen. Doel van deze werkvorm is om woordkeuze goed te 

observeren. We gaan er soms van uit dat we weten wat er in een tekst staat omdat we 

die tekst zo vaak hebben gelezen. Maar klopt dat wel? Weten we wat er werkelijk in 

staat? Deze werkvorm kan dienen als inleiding. 

4) Tekst ordenen: Druk de tekst af in groot formaat. Per A4 mogen er maar 2 regels op 

staan. Laat de groep de tekst in elkaar steken door de regels in de juiste volgorde te 

plaatsen. Deze werkvorm kan dienen als inleiding. 

 

Interpretatie 

5) Woordspin: Teken een cirkel op een groot papier (A3) met in het midden het woord 

‘recht doen’ of ‘trouw betrachten’ of ‘nederig de weg van je God gaan’. Laat de 

kringleden hierbij hun associaties opschrijven. Welke woorden hebben hiermee te 

maken? Wat denk je hierbij? Wat voel je hier bij? 

6) Lied: Luister naar ‘Brood van het leven’ door Trinity: 

http://www.youtube.com/watch?v=FYKUG4YvbDw De strofe is gebaseerd op onze 

Bijbeltekst. Je kan je groep de vraag voorleggen wat ze van lied vinden in het licht 

van de tekst uit Micha. Is dit een goede interpretatie qua tekst en qua muziek/gevoel? 

 

Applicatie 

7) Collage: Neem verschillende kranten mee en deel ze aan de groep. Laat iedereen 

artikels zoeken over noden in de wereld (onrechtvaardigheid). Laat ze samen een 

Page 86: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    86 

collage maken op een grote vel papier. Laat ze 3 rubrieken maken: wereld, België, 

eigen stad. Stel daarna vragen rond hun inzet in al die rubrieken.  

 

Page 87: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    87 

12 // Johannes 17

Bijbelgedeelte 1 Zo sprak hij. Daarna sloeg Jezus zijn ogen op naar de hemel en zei: ‘Vader, nu is de tijd 

gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen. 2 Hij 

heeft van u macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die u hem gegeven 

hebt het eeuwige leven te schenken. 3 Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige 

ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus. 4 Ik heb op aarde uw grootheid 

getoond door het werk te volbrengen dat u mij opgedragen hebt. 5 Vader, verhef mij nu tot 

uw majesteit, tot de grootheid die ik bij u had voordat de wereld bestond.  

6 Ik heb aan de mensen die u mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekendgemaakt. Zij 

waren van u, maar u hebt hen aan mij gegeven. Ze hebben uw woord bewaard, 7 en nu 

begrijpen ze dat alles wat u mij hebt gegeven, van u komt. 8 Ik heb de woorden die ik van u 

ontvangen heb aan hen doorgegeven, zij hebben ze aanvaard en nu weten ze echt dat ik van 

u gekomen ben, en ze geloven dat u mij hebt gezonden.  

9 Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor de mensen die u mij hebt gegeven, 

omdat zij van u zijn 10 – alles wat van mij is, is van u, en alles wat van u is, is van mij – en 

omdat in hen mijn grootheid zichtbaar geworden is. 11 Ik ben al niet meer in de wereld, ik ga 

naar u toe, maar zij blijven wel in de wereld. Heilige Vader, bewaar hen door uw naam, de 

naam die u ook aan mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals wij één zijn. 12 Zolang ik bij 

hen was heb ik hen door uw naam, die u mij gegeven hebt, bewaard en over hen gewaakt: 

geen van hen is verloren gegaan behalve hij die verloren moest gaan, opdat de Schrift in 

vervulling ging. 13 Nu kom ik naar u toe, en ik zeg dit terwijl ik nog in de wereld ben, opdat 

zij vervuld worden van mijn vreugde. 14 Ik heb hun uw woord gegeven. De wereld haat 

hen, omdat ze niet bij de wereld horen, zoals ook ik niet bij de wereld hoor. 15 Ik vraag niet 

of u hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of u hen wilt beschermen tegen de duivel. 

16 Ze horen niet bij de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor. 17 Heilig hen dan door de 

waarheid. Uw woord is de waarheid. 18 Ik zend hen naar de wereld, zoals u mij naar de 

wereld hebt gezonden. 19 Ik heb mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de 

waarheid geheiligd zijn.  

Page 88: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    88 

20 Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven. 

21 Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, 

opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden. 22 Ik heb hen laten delen in de grootheid 

die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: 23 ik in hen en u in mij. Dan zullen zij 

volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad 

zoals u mij liefhad.  

24 Vader, u hebt hen aan mij geschonken, laat hen dan zijn waar ik ben. Dan zullen zij de 

grootheid zien die u mij gegeven hebt omdat u mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest 

werd. 25 Rechtvaardige Vader, de wereld kent u niet, maar ik ken u, en zij weten dat u mij 

hebt gezonden. 26 Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal ik blijven doen, zodat de 

liefde waarmee u mij liefhad in hen zal zijn en ik in hen.’

Achtergrondinformatie Al vanaf de eerste kerkvaders wordt ervan uitgegaan dat Johannes, de zoon van Zebedeus 

en een van de 12 discipelen, de auteur is van het Johannes evangelie119. Johannes heeft de 

preken en daden van Jezus van zeer dichtbij meegemaakt als een van de discipelen. 

Sommige commentaren gaan er van uit dat Johannes de lievelingsleerling was van Jezus120. 

Zij twee hadden een nauwe relatie en Johannes was samen met de andere evangelisten één 

van de mensen die de verhalen en preken persoonlijk had meegemaakt. Toch verschilt het 

Johannes evangelie veel van de andere 3 evangeliën die we in het Nieuwe Testament vinden. 

Het laat verhalen weg die de andere drie wel hebben en vertelt verhalen die we bij de andere 

3 niet vinden. 

Johannes komt uit een Joodse familie en hij snijdt in zijn evangelie veel joodse thema’s aan. 

Na het verhaal over de roeping van de discipelen begint Johannes met de beschrijving van 

Jezus’ werk. Dit deel (1‐12) bestaat hoofdzakelijk uit wonderverhalen en beschrijvingen van 

Joodse feesten. Deze aanloop van 12 hoofdstukken leidt het volgende deel in. Hoofdstuk 13‐

17 staan volledig in het teken van het laatste Pesachmaal dat Jezus eet met zijn discipelen. Hij 

geeft hen onderwijs over de dingen die in de tijd ervoor zijn gebeurd en de laatste instructies 

voor het moment dat hij er niet meer is. Deze laatste onderwijzing eindigt Jezus met een 

                                                      119 P.H.R. Van Houwelingen, Johannes Het evangelie van het Woord. Commentaar op het Nieuwe Testament, (Kampen, Kok, 1997), 23 120 Ibid., 19 

Page 89: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    89 

gebed (Johannes 17). Het gebed van Jezus wordt wel het Hogepriesterlijk of afscheidsgebed 

genoemd121. Jezus heeft het Pesachmaal met de leerlingen gevierd (Joh 13‐17) en weet dat zijn 

gevangenneming en sterven er aan zitten te komen. Hij bidt nog eenmaal in het bijzijn van 

zijn leerlingen. Het eerste deel van het gebed is voor zichzelf (1‐5) daarna bidt hij voor zijn 

leerlingen (6‐19) en tenslotte voor alle gelovigen (20‐26). 

Verduidelijking  

1a

‘Zo sprak hij. Daarna sloeg Jezus’. Deze zin hoort door te lopen. Een letterlijke vertaling zou 

het volgende opleveren: Dit sprak Jezus en hij sloeg zijn ogen op naar de hemel. Door deze 

toevoeging wordt het duidelijk dat Jezus een voor de Joden gebruikelijke gebedshouding 

aanneemt (vlg. Joh 11:41) en dat hetgeen gesproken wordt als een gebed gelezen moet 

worden122. 

 

1b-5

Het werk van Jezus is bijna volbracht. Hij heeft door de wonderen en zijn prediking al een 

deel van Gods macht en grootheid laten zien. Nu breekt het moment aan voor de laatste slag. 

Het overwinnen van de dood en daardoor het eeuwige leven schenken aan de mensen die in 

hem geloven. 

 

6-8

Jezus heeft de discipelen alles verteld wat ze moeten weten. Ze zijn er van overtuigd dat Jezus de 

zoon van God is en door hem is gezonden. 

 

9

‘Ik bid niet voor de wereld’. In het hoofdstuk komt het woord ‘wereld’ 18 keer voor maar op 

dit punt is het misschien het moeilijkst te begrijpen. De betekenis van ‘wereld’ is hier de 

mensen die niet in Jezus geloven. In eerste instantie lijkt dat raar omdat deze mensen dan 

                                                      121 Ibid., 331 122 F.W. Grosheide, Het Heilig Evangelie volgens Johannes II Hoofdstukken 8‐21. Kommentaar op het Nieuwe Testament, (Kampen, Kok, 1950), 398  J.C. Bette, G. van den Brink, H. Courtz, et al, Het evangelie naar Johannes. Studiebijbel v.5, (Zaltbommel, Koninklijke Van de Garde, 2001), 699 

Page 90: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    90 

min of meer afgeschreven lijken voor het eeuwig leven. Dat is niet helemaal waar want Jezus 

bidt in vers 20 voor alle mensen die door de verkondiging tot geloof komen. Jezus bidt in 

vers 9 specifiek voor de mensen die al wel in hem geloven. Zij hebben het gebed voor 

eenheid en kracht nodig omdat ze op een later moment getest en beproeft zullen worden. 

 

11-13

Is Jezus nu wel of niet in de wereld? Hier kan er sprake zijn van twee verschillende 

werelden. In vers 11 de wereld als de mensen die niet is Jezus geloven. Jezus heeft zijn 

prediking op de aarde afgerond en hij zal niet meer in het openbaar spreken. In die zin is hij 

niet meer in de wereld. Fysiek is hij nog wel op aarde (vers 13). Wanneer zijn werk volledig 

is afgerond zal hij de aarde ook lichamelijk verlaten. 

 

‘Geen van hen is verloren gegaan behalve hij die verloren moest gaan, opdat de Schrift in 

vervulling ging.’ In Johannes 6:70‐71 wordt het verraad door Judas al aangekondigd. 

 

21-23

Door de eenheid van de christenen zullen de mensen kunnen zien dat God de Vader en de 

Zoon één zijn. Die eenheid is een getuige van de liefde van God. 

 

26

Door Jezus die in ons is, kan hij zijn werk via ons voortzetten. Wij zijn getuigen van Jezus’ 

liefde. Zijn naam wordt bekend wanneer wij die liefde aan onze omgeving tonen. 

 

Plaats binnen ‘geloof in de wereld’ Jezus is naar de wereld gekomen (gezonden) met een duidelijke missie; de mensen eeuwig 

leven aanbieden. Gedurende zijn leven heeft hij de mensen onderwezen en erop gewezen 

dat ze een redder nodig hadden. Hij was de beloofde Messias. In de tekst uit Johannes 17 

lezen we een gebed van Jezus aan zijn Vader uitgesproken ten midden van zijn discipelen en 

volgelingen. Zij zijn het die zijn boodschap geloven en hem volgen als de Zoon van God. Zijn 

taak zit er bijna op. In hoofdstuk 18 wordt Jezus gevangen genomen en begint de strijd 

waarin Jezus uiteindelijk de dood zal overwinnen. Wanneer dat gebeurd is zal hij niet lang 

Page 91: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    91 

meer op aarde blijven en zullen de discipelen de taak hebben dit evangelie te verspreiden. 

De missie van Jezus houdt niet op bij de opstanding of Hemelvaart maar hij gaat door met 

zijn discipelen en uiteindelijk al zijn volgelingen. Jezus geloofde in de wereld. Een wereld 

met mensen die te mooi zijn om verloren te laten gaan. 

 

Kerngedachte Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: ik 

in hen en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt 

gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad. 

Mogelijke vragen O = observatie, I = interpretatie, A = applicatie (toepassing) 

 

Welk genre is dit? (OI) 

Lees de tekst een keer door en markeer de terugkerende woorden. Wat valt je op? (O) 

Er worden verschillende soorten wereld genoemd. Welke? (OI) 

Voor wie bidt Jezus en waar bidt hij voor? (OI) 

Wat wordt bedoeld met ‘Uw woord is de waarheid’ (vers 17)? In de tijd van het Johannes 

evangelie bestond er nog geen canon van het Nieuwe Testament. (I) 

Wat is de verhouding tussen vers 11, 13 en 25‐6? (I) 

Wat wordt er in vers 12 bedoeld met ‘geen van hen is verloren gegaan behalve hij die 

verloren moest gaan, opdat de Schrift in vervulling ging.’?(I) 

Jezus’ taak in de wereld zit er in dit gedeelte bijna op. Welke opdracht geeft hij zijn 

toehoorders? (IA) 

Hoe kun je zelf de missie van Jezus in jouw leven toepassen?(A) 

Ervaar je weerstand tegen het christendom tijdens je studie? Zo ja, hoe ga je daarmee om? 

(A) 

Hoe kun je de liefde van God tonen aan je studie/kotgenoten?(A) 

Aan het einde van het gebed bidt Jezus voor eenheid onder Christenen. Hoe kunnen we 

daar als kring vorm aangeven? (A) 

Page 92: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    92 

Hoe kan je als Ichtusgroep in je stad helpen om een glimp van Gods liefde te laten zien? 

Denk bijvoorbeeld aan; helpen in een voedselbank, buurthuis, restaurant voor 

minderbedeelden, etc. (A) 

Werkvormen  

1) Gebedswandeling: De studie gaat erover dat wij als Ichtus Gods liefde aan de wereld 

kunnen tonen. In deze werkvorm is het de bedoeling dat we de wereld om ons heen beter 

leren kennen, er gerichter kunnen bidden en getuigen. Besteed als Bijbelstudieleider 

ongeveer een halfuur aan de Bijbeltekst zelf op de kringavond. Benadruk het belang van 

eenheid binnen ichtus en tussen alle christenen.  

 

Ga na de studie met de kring naar buiten en loop in een groep door de buurt waar je kring 

hebt. Op plaatsen waar gebed nodig is (scholen, cafés, kerken, gebedshuizen, hangplekken 

etc.) kan je stilstaan om kort te bidden of wanneer je je daar niet prettig bij voelt, schrijf je de 

punten op en bid je er later voor wanneer je weer op de plaats bent waar de kring doorgaat. 

Probeer na de wandeling één ding uit te kiezen waar in je persoonlijk een verschil kunt 

maken in de komende weken. Schrijf dit op en kom er over een paar weken op terug. 

 

2) Collage: In de tekst komt 18 keer het woord ‘wereld’ voor. Het heeft echter niet op elke 

plek dezelfde betekenis. Neem voor deze werkvorm een A4 mee voor elk kringlid, scharen, 

lijm en een stapel oude kranten een tijdschriften. Laat ieder kringlid 20‐30 min zijn/haar 

beeld maken van wat wereld kan betekenen, waar zij aan denken bij het woord ‘wereld’. 

Aan de hand van de collages kun je de verschillende werelden uit de tekst bespreken en zo 

de tekst beter begrijpen.  

   

Page 93: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    93 

Bijlage 1: Reconstructie 

 

1 Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen 

om zich heen. 2 Hij nam het woord en onderrichtte hen: 

3 ‘Gelukkig wie ________________ zijn, 

want voor hen is het koninkrijk van de hemel. 

4 Gelukkig de ________________, 

want zij zullen getroost worden. 

5 Gelukkig de ________________, 

want zij zullen het land bezitten. 

6 Gelukkig wie hongeren en dorsten ______________________, 

want zij zullen verzadigd worden. 

7 Gelukkig de ________________, 

want zij zullen barmhartigheid ondervinden. 

8 Gelukkig wie zuiver _______________ zijn, 

want zij zullen God zien. 

9 Gelukkig de ________________, 

want zij zullen kinderen van God genoemd worden. 

10 Gelukkig wie _________________ vervolgd worden, 

want voor hen is het koninkrijk van de hemel. 

11 Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij 

__________________________________________. 

 12 Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers 

vervolgden ze vóór jullie de profeten. 

13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan 

weer  zout  gemaakt  worden?  Het  dient  nergens  meer  voor,  het  wordt  weggegooid  en 

vertrapt. 14 Jullie zijn het  licht  in de wereld. Een stad die boven op een berg  ligt, kan niet 

verborgen  blijven. 15 Men  steekt  ook  geen  lamp  aan  om  hem  vervolgens  onder  een 

korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder 

die  in huis  is. 16 Zo moet  jullie  licht schijnen voor de mensen, opdat ze  jullie goede daden 

zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. 

Page 94: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    94 

Gebruikte bronnen

Arnold, B. T. & Beyer, B. E. In ontmoeting met het Oude Testament. Groen 

 

Bartholomew, C. G., & O’Dowd R. P. Old Testament Wisdom Literature. A Theological 

Introduction. InterVarsity Press. 

 

Bette, J. C., van den Brink, G., Courtz, H. & van Veelen, G. A. Het evangelie naar Johannes. 

Studiebijbel v.5. Zaltbommel: Koninklijke Van de Garde, 2001. 

 

Bock, D. L. Luke. IVPNTCS. Downer Grove, IL: InterVarsity Press, 1994. 

 

Bracke, J. M. Jeremiah 1‐29. Westminster Bible Companio., Louisville: Westminster John 

Knox Press, 1999. 

 

Carson, D. A., France, R. T., Motyer, J. A. eds. New Bible Commentary. 4rd ed. Leicester: 

InterVarsity Press, 1994. 

 

Carson, D. A. & Moo, D. J. An Introduction to the New Testament. 2nd ed. Leicester: 

InterVarsity Press, 2005. 

 

Chavalas, M. W., Matthews, V. H & Walton, J. H. eds. The IVP Old Testament Background 

Commentary. Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 2000. 

 

Cuijpers, P. Paulus in Athene. 2008. 

 

deSilva, D. A. An Introduction to the New Testament: Contexts, Methods & Ministry Formation. 

Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 2004. 

 

Page 95: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    95 

Green, J. B., McKnight, S. & Marshall, I. H. eds. “Parable.” In Dictionary of Jesus and the 

Gospels. Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1992. 

 

Greidanus, S. Preacing Christ from Ecclesiastes. Foundations for Expository Sermons. Grand 

Rapids, MI: Eerdmans, 2010. 

 

Grosheide, F. W. Het Heilig Evangelie volgens Johannes II Hoofdstukken 8‐21. Kommentaar op het 

Nieuwe Testament. Kampen: Kok, 1950. 

 

Het Boek. Zevenhuizen: Stichting Living Bibles International. 

 

Keener, C. S. Matthew. IVPNTCS. Downer Grove, IL: InterVarsity Press, 1997. 

 

―. The IVP New Testament Background Commentary. Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 

1993. 

 

Kidner, D. The Message of Ecclesiastes. TBST. Nottingham: InterVarsity Press, 1976. 

 

Life application study Bible. Wheaton, IL: Tyndale House Publishers/Youth for Christ, 1993. 

 

Maers, H. C. What the Bible Is All About, part II: The New Testament. Venture, CA: Regal Books, 

1997. 

 

Marshall, H. I., Travis, S. & Paul, I. Exploring the New Testament Volume 2. Downers Grove, IL: 

InterVarsity Press, 2002. 

 

Michaels, R. J. Revelation. IVPNTCS. Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1997. 

 

Paul, M. J., van den Brink, G. & Bette, C. Bijbelcommentaar Jeremia | Klaagliederen. Studiebijbel 

Oude Testament. Veenendaal: Centrum voor Bijbelonderzoek, 2013. 

 

Page 96: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    96 

Pawson, D. Sleutel tot de Bijbel. London: HarperCollinsPublishers, 2003. 

 

Peskett, H. & Ramachandra, V. The Message of Mission. TBST. Leicester: InterVarsity Press, 

2003. 

 

Shortt, J. & Smith, D. I. Bible‐Shaped Teaching. (in overleg met de auteur) 

 

Stulac, G. D. James. IVPNTCS. Downer Grove, IL: InterVarsity Press, 1993. 

 

Thompson, L. L. The Book Of Revelation, Apocalypse and Empire. New York: Oxford University 

Press, Inc., 1990. 

 

Van Houwelingen, P. H. R. Johannes: Het evangelie van het Woord. Commentaar op het Nieuwe 

Testament. Kampen: Kok, 1997. 

 

Wallace, R.S. The Message of Daniel. The Lord is King. TBST. Nottingham: Intervarsity Press, 

1979. 

 

Walton, J. H. The Lost World of Genesis One. Ancient Cosmology and the Origins Debate. Downers 

Grove, IL: InterVarsity Press, 2009. 

 

 

 

Constable, T. L., Dr. Constable’s Notes on Micah. Opgeroepen november 2013: 

http://soniclight.com/constable/notes/pdf/micah.pdf 

 

Hausoul, R. R. Handelingen. Opgeroepen november 2013: 

http://issuu.com/raymond_hausoul/docs/44‐handelingen 

 

Saret. (sd). De bergrede studie. Opgeroepen september 2013, van Saret‐studies voor de 

gemeente: www.saret.nl 

Page 97: Geloof in de wereld kringenbundel 2013 2014

“Geloof in de wereld” – 2013 © Ichtus Vlaanderen    97 

 

Being Church. Opgeroepen november 2013: 

http://beingekklesia.wordpress.com/2008/01/24/go‐make‐disciples‐matthew‐2819‐20/ 

 

Wikipedia. Opgeroepen november 2013: 

http://en.wikipedia.org/wiki/Great_Commission#Etymology