Geedi nr 6 Juli 2015geedi.nl/wp/wp-content/uploads/2018/12/Geedi-nr-6-Juli-2015.pdf · De vorming...
Transcript of Geedi nr 6 Juli 2015geedi.nl/wp/wp-content/uploads/2018/12/Geedi-nr-6-Juli-2015.pdf · De vorming...
Bevrijding
Dit jaar werd het feit herdacht
dat 70 jaar geleden er voor Ne-
derland een eind kwam aan de
Tweede Wereldoorlog. Ik
bezocht het concert dat aan de
Piushaven hier in de Tilburgse
binnenstad werd opgevoerd.
Ikzelf heb niet zoveel met
nationalistische volksliederen.
Ik werd veel meer geraakt door
teksten als Alle Menschen wer-
den Brüder en All we are saying
is give peace a chance. Volop in
de weer met de artikelen voor
Geedi Nummer 6 denk ik daar
in de duisternis aan de haven
aan het recente geweld van aan-
slagen in Somalië en Kenia; aan
etnische conflicten in
Zuid-Afrika, waar óók de So-
malische gemeenschap in de rol
van zondebok wordt gedrongen;
aan de vluchtelingen die op hun
weg naar veiliger oorden in
handen vallen van mensen-
smokkelaars en onwetend hun
graf tegemoet gaan in de anoni-
miteit van de grote Middelland-
se Zee. In een flits schieten er
nog niet geziene beelden door
mijn hoofd van hen die eens op
de vlucht vanuit Somalië naar
Jemen nu de omgekeerde route
moeten afleggen, opnieuw weg
van oplaaiend oorlogsgeweld.
Het bericht komt weer binnen
van die asielzoekers, die ergens
op de Balkan dodelijk veron-
gelukken, wanneer ze als hou-
vast de spoorrails volgen, op
weg naar het noorden, naar
veiligheid en rust.
Wat is toch eigenlijk de échte
waarde geweest van die bevrij-
ding van toen, wanneer we nu
om ons heen kijken in die
steeds kleiner geworden en
dichterbij gekomen wereld van
2015? Als alle mensen eens
écht en oprecht broeders zouden
zijn, dan …. zou ook “Somalië
mag niet vergeten worden” tot
een achterhaalde slogan zijn
verworden!
Wanneer ik laat in de wat fris-
koude avond weer naar huis
loop, dreunt zonder ophouden
door mijn hoofd: “Al wat ik zou
willen zeggen is geef echte
vrede een kans!”
Morgen … ja morgen werk ik
weer verder aan Geedi nummer
6, gewoon omdat nog altijd zo
van kracht is: “Somalië mag
niet vergeten worden!”
Gijs
Juli 2015 GEEDI 1
Colofon
Geedi
Nieuwsbrief Somalië is een zelf-
standige uitgave, niet gebonden
aan een bestaande organisatie.
Geedi
is een stichting in oprichting.
Voor informatie:
Gerard de Bondtstraat 25
5017 GS Tilburg
013-5357041
www.geedi.org
Medewerkers:
Abdinasir, Abshir, Mohamed,
Coen (lay-out), Omar en Gijs
Met speciale dank aan:
Mohamed
KAAH EXPRESS BV
Nummer 6 Gratis Juli 2015
Deze Geedi is ook bestemd
voor de brievenbus van je
buren, vrienden en familie.
Geedi is voor iedereen, dus
verspreidt Geedi.
Al-Shabaab - Somalië – Kenia 2014-2015
Al sinds de oprichting in 2006 is Al-Shabaab, de fundamentalistische moslimorga-nisatie, erop gericht om de Somalische regering, door het Westen erkend, ten val tebrengen. Ze wordt beschouwd als afvallig en moet daarom bestreden worden.De vorming van een sharia-staat wordt nagestreefd.
Tussen 2007 en 2011 waren
grote delen van de hoofdstad
Mogadishu en met name van
Zuid- en Midden-Somalië in
handen van de organisatie. Door
de komst van de internationale
troepen van AMISON en de in-
val in 2011 van Kenia is
Al-Shabaab verder terugge-
drongen. Zo zijn in 2014 meer-
dere grote steden in Somalië,
waaronder havenstad Kismaayo,
op Al-Shabaab terug veroverd.
Deze heeft hierop gereageerd
door het voortdurend plegen
van aanslagen. De vraag roept
zich op hoe Al-Shabaab deze
tactieken kan blijven volhou-
den. Een interessant krantenarti-
kel dat onlangs verscheen, geeft
daarover meer informatie. So-
malië is een belangrijke expor-
teur van houtskool. Dit product
ontstaat door verbranding van
hout in ovens bij lage tempera-
turen en is in veel ontwikke-
lingslanden de belangrijkste
brandstof. Houtskool levert
meer energie dan hout en het
weegt beduidend minder. Voor
veel mensen, vooral op het plat-
teland, is het vervaardigen van
houtskool een welkome bron
van inkomsten geworden. Vol-
gens de VN is slechts 20% van
de totale productie van houts-
kool bestemd voor lokaal ge-
bruik. Het overgrote deel -met
een jaarlijkse waarde van 250
miljoen euro- wordt uitgevoerd
naar o.a. Saoedi-Arabië, Jemen
en de Golfstaten. Naar schatting
van de VN komt 30-40% van de
opbrengst in handen van
Al-Shabaab. Een weinig effec-
tief verbod op de uitvoer van
houtskool door de Veiligheids-
raad van de VN is eind 2014
aangescherpt. De controle op de
piraterij door veelal westerse
marineschepen is uitgebreid met
die op de houtskoolexport. Echt
harde gegevens over de Somali-
sche houtskoolsector zijn
schaars, omdat de door Al-Sha-
baab beheerste gebieden uiter-
aard zeer ontoegankelijk zijn.
Ondanks deze maatregelen met
betrekking tot de houtskoolpro-
ductie en levering aan het bui-
tenland slaagt Al-Shabaab er
nog altijd in mede vanuit deze
bronnen haar activiteiten te
financieren.
BroeinestenIntussen gaan de aanslagen in
Somalië, maar ook in Kenia
onverminderd verder. Werd in
juni 2014 door de president van
Kenia nog stellig beweerd dat
die gepleegd werden door plaat-
selijke bendes, aan het eind van
het jaar onderneemt Kenia
tegenaanvallen. Zo werden in
november nog een groot aantal
moskeeën in de Keniaanse
havenstad Mombassa binnen-
2 GEEDI Juli 2015
gevallen op zoek naar terroris-
ten van Al-Shabaab. Zij zouden
broeinesten vormen van steeds
meer radicaliserende jongeren.
Honderden arrestaties werden
verricht. Zo’n 12-15% van de
Keniaanse bevolking is moslim
en deze minderheid voelt zich
steeds meer gediscrimineerd
door een christelijke meerder-
heid. Na aanslagen door
Al-Shabaab worden steeds va-
ker Somaliërs opgepakt. Zo is
er óók in Kenia een voedings-
bodem aan het ontstaan voor de
terreurorganisatie Al-Shabaab.
Na aanslagen in het noorden
van Kenia op een bus, waarbij
met name de niet-moslims wer-
den vermoord, en in de mijnen
nabij Mandera, zijn de minister
van Binnenlandse Zaken en de
hoofdcommissaris van politie
ontslagen en opgestapt.
DictatoriaalDe veiligheid in Kenia kan
steeds moeilijker gegarandeerd
worden, honderden organisaties
werden verboden en door toene-
mende terreuracties is er een
nieuwe terreurwet aangenomen.
Vooral vanuit de oppositie is
daarop veel commentaar geko-
men: zéér controversieel, dicta-
toriaal en te gebruiken tegen de
eigen bevolking, in strijd met de
burgerrechten en de regering
wordt er moeilijker controleer-
baar door. Het lijkt erop dat de
tactiek van Al-Shabaab moeilijk
onder controle te krijgen is.
Toch zijn ook aan die zijde gro-
te slagen toegebracht. Zo werd
al in oktober 2014 de havenstad
Barawe heroverd. Zes jaar lang
was dat de belangrijkste basis
geweest voor Al-Shabaab. Eind
december geeft het hoofd van
de inlichtingendienst van de
organisatie zich over aan de
Somalische regering. Sinds de
dood van de belangrijke leider
Ahmed Abdi Godane -gedood
in september bij een drone-aan-
val- was hij uit de gratie geraakt
en zocht hij bescherming tegen
wraakacties. Eind december
werd bovendien Abdishakuur,
bijgenaamd Tahlil en kopstuk
van een elite-eenheid die zelf-
moordaanslagen pleegt, gedood.
WaarschuwingenAl-Shabaab heeft met diverse
aanslagen van zich laten spre-
ken. Zo was er eind februari een
aanslag op een hotel in Moga-
dishu, waarbij de aanslaplegers
zeer waarschijnlijk Nederlandse
Somaliërs waren. Onder de
ruim 25 slachtoffers was een
aantal hoge regeringsfunctiona-
rissen. Ministeries in Mogadis-
hu waren eind april een volgend
doel voor Al-Shabaab en over
de enorme aanslag in dezelfde
week op de universiteit in de
Keniaanse stad Garissa, waar
ongeveer 150 studenten om het
leven werden gebracht is in de
Nederlandse pers uitvoerig be-
richt. Waarschuwingen hierover
vooraf aan de Keniaanse rege-
ring door de Verenigde Staten
waren tevergeefs. Kenia heeft
gereageerd met bombardemen-
ten op een tweetal kampen van
Al-Shabaab, waarbij ook weer
honderden doden zouden zijn
gevallen. Bovendien heeft de
Keniaanse regering te kennen
gegeven het grote vluchteling-
enkamp Dabaab, aan de grens
met Somalië, te zullen sluiten.
Al-Shabaab zou daar steeds
meer voet aan de grond gekre-
gen hebben. De VN die het
kamp met 335.000 mensen on-
derhoudt, heeft daar grote be-
zwaren tegen. Sluiting zou
extreme humanitaire en prakti-
sche gevolgen hebben. Kenia is
verzocht het besluit om te
sluiten te heroverwegen.
Begin mei 2015 staat plotseling
en onaangekondigd de Ameri-
kaanse minister van Buitenland-
se Zaken in Somalië. Op het
vliegveld van Mogadishu sprak
hij met de president, de premier,
regionale leiders en burgergroe-
pen met het doel om solidariteit
te betonen in het gevecht tegen
de terreurgroep van
Al-Shabaab.
Gijs Gielen
Juli 2015 GEEDI 3
Waar olifanten vechten wordt het gras vertrapt.
(Swahili)
Vijftig procent kans om Europa levend te
bereiken
Voordat Afrikaanse migranten de bootreis naar Europa aanvangen, hebben ze aleen lange, gevaarlijke tocht over land achter de rug. Honger en dorst, mishande-ling en uitbuiting zijn heel normaal. Een hardere aanpak van smokkelaars en meerlegale migratiekanalen zijn hoognodig.
Sinds het tragische bootongeluk
bij Lampedusa, waarbij 366
vluchtelingen om het leven
kwamen, berichten nieuwsweb-
sites bijna dagelijks over
migranten die de oversteek
maken vanuit Libië naar Italië
en Malta. Er is sprake van een
zeer forse toename. Het aantal
migranten dat in 2014 Italië
bereikt vanuit Libië is de
100.000 gepasseerd (totaal in
2013: 43.000). Onder hen zijn
veel Syriërs, en daarnaast een
toenemend aantal Eritreeërs en
Somaliërs. Mede vanwege de
vele slachtoffers tijdens de
oversteek van de Middellandse
Zee gaat in Europa veel aan-
dacht uit naar dit laatste gedeel-
te van de reis. Maar voor de
migranten is dit ‘slechts’ het
laatste gedeelte van een lange
reis met vele risico’s.
Het Regional Mixed Migration
Secretariat (RMMS) in Nairobi
deed onlangs onderzoek naar
migratie vanuit de Hoorn van
Afrika via Soedan en Libië naar
Europa. De verwachting was
dat de migratie uit deze regio’s
zou toenemen door verande-
ringen langs andere bekende
routes. Strikte Israëlische maat-
regelen om migratie te beteuge-
len brachten het aantal
Eritreeërs dat jaarlijks Israël
binnenkwam via Egypte terug
van 20.000 tot bijna nul. Ook
Saoedi-Arabië nam strenge
maatregelen tegen illegale mi-
gratie, waaronder de bouw van
een muur langs de grens met Je-
men en deportatie van 160.000
Ethiopiërs en 30.000 Somaliërs.
Door deze beperkingen is
Going West de nieuwe trend.
Het aantal migranten dat Italië
heeft bereikt in slechts enkele
maanden tijd bevestigt dit. Dit
besef is inmiddels ook in
Nederland doorgedrongen.
Alleen al in april 2014 vroegen
ruim 1000 Eritreeërs asiel aan,
tegen ruim 900 in heel 2013.
MedeplichtigHet onderzoek toont het beeld
van een levensgevaarlijke tocht
over land, met risico’s op bero-
ving, achterlating in de Sahara,
honger en dorst, mishandeling,
uitbuiting en kidnapping voor
losgeld. Vele migranten moeten
deze reis met hun leven beko-
pen. Een twintigjarige vrouw uit
Somaliland, vertelde over haar
reis van Somaliland naar Tripo-
li. Van haar groep van 56 jonge
migranten overleefden slechts
22 de reis. Smokkelaars lieten
hen dagenlang door de woestijn
lopen, doden werden achterge-
laten. Smokkelaars vullen het
water aan met benzine zodat de
migranten niet te veel drinken.
Een Somalische man vertelde
dat twintig mensen werden ach-
tergelaten in de woestijn, waar-
van er acht overleden. De
Libische politie patrouilleerde,
zag de migranten, maar deed
niks. Dit maakt autoriteiten in
transitlanden zoals Soedan en
Libië medeplichtig. Het is uit-
4 GEEDI Juli 2015
gesloten dat zulke grote aantal-
len dagelijks door Soedan
reizen of aan boord van boten
gaan in Libië zonder betrokken-
heid van autoriteiten, of tenmin-
ste zonder dat de autoriteiten de
andere kant op kijken. Vele
migranten in en rondom Tripoli
bevestigden dit. Ondertussen
profiteren de smokkelaars: van
het machtsvacuüm in Libië, van
het passieve of actieve facilite-
ren van migrantensmokkel door
autoriteiten, van de wanhoop
van migranten en van het ge-
brek aan legale migratiekanalen
richting Europa. Ze kunnen
hierdoor een zeer lucratieve
miljoenenbusiness bedrijven.
De boot die in oktober 2013
zonk bij Lampedusa leverde de
smokkelaars zo’n 600.000 dol-
lar op. Bovendien kunnen ze
vaak relatief straffeloos te werk
gaan.
Na een barre tocht door Ethio-
pië, Soedan en Libië komen mi-
granten terecht in Libische
kuststeden, waar de omstandig-
heden voor hen ronduit slecht
zijn. Sub-Sahara migranten zijn
in Libië vaak het mikpunt van
xenofobie en vijandigheid,
mede door de overtuiging dat
zij tijdens de Libische revolutie
meevochten aan de zijde van
Khadaffi. Migranten komen in
Libië terecht in detentiecentra,
waarvan een deel niet in handen
is van de overheid maar van
Libische milities. In dergelijke
detentiecentra is sprake van
martelpraktijken, waar vaak
alleen aan te ontsnappen is na
betaling van zo’n 1000 dollar.
Tot slot wacht migranten het
gedeelte van de reis waar in
Europa de meeste aandacht naar
uitgaat: het oversteken van de
Middellandse Zee in overvolle
en gammele bootjes. Hierbij
zijn in de laatste twintig jaar
zo’n 20.000 mensen omgeko-
men, waarvan naar schatting nu
al ruim 2000 in 2014.
De gok wagenUit de vele gesprekken die we
met migranten voerden blijkt
dat ze goed op de hoogte zijn
van al deze gevaren. Maar een
Somalische vrouw zei: ‘Ik ga
liever dood in mijn zoektocht
naar waardigheid en geluk dan
dat ik hier blijf.’ Anderen erken-
nen dat ze ‘vijftig procent kans
hebben om Europa levend te be-
reiken.’ De gevaren zijn bekend,
maar velen vragen zich af wat
het alternatief is.
Ze lijken echter minder goed op
de hoogte van het leven in Eu-
ropa. De verwachtingen zijn
hooggespannen. Dit wordt
aangewakkerd door te rooskleu-
rige verhalen van vrienden en
familie in Europa. Mede in-
gegeven door angst voor ge-
zichtsverlies, zijn verhalen van-
uit Europa gefocust op succes.
Sommige potentieële migranten
denken dat welvaart er voor het
oprapen ligt. Velen zeggen ach-
teraf dat het leven in Europa te-
genvalt. Hoewel ze niet meer
voor hun leven hoeven te vre-
zen, is het niet makkelijk een
waardig bestaan op te bouwen.
Een belangrijk probleem is het
gebrek aan legale migratiekana-
len. Vluchtelingen in de regio
ervaren, na jaren in een vluchte-
lingenkamp, hun situatie als uit-
zichtloos. De drie ‘duurzame
oplossingen’ van UNHCR
-waardige terugkeer naar het
land van herkomst, lokale inte-
gratie in het gastland of herves-
tiging in een derde land (VS,
Europa, Canada, Australië)-
bieden weinig soelaas. Terug-
keer is vaak (nog) geen optie,
mogelijkheden tot lokale inte-
gratie zijn in landen met veel
vluchtelingen zoals Ethiopië en
Kenia maar zeer beperkt en het
aantal hervestigingsplekken in
Westerse landen (4930 in Euro-
pa in 2012 en 50.000 in de VS)
is ontoereikend gezien de om-
vang van de vluchtelingenpopu-
laties (ruim 1,3 miljoen in
Kenia, Ethiopië en Soedan). Die
uitzichtloosheid doet migranten
besluiten de gok te wagen.
Juli 2015 GEEDI 5
Daarbij is sprake van een
kronkel in het asielbeleid van
Europese landen. De situatie
van Eritreeërs illustreert dit. Be-
reiken zij Europa, dan is de
kans op asiel zeer groot. Er zijn
echter niet of nauwelijks moge-
lijkheden om asiel aan te vragen
bij ambassades in bijvoorbeeld
Addis Abeba, Khartoem of Nai-
robi. Eritreeërs zien zich dus
genoodzaakt, met alle risico’s,
over land naar Europa te reizen,
gebruikmakend van smokke-
laars. Kortom, Europese landen
erkennen dat Eritreeërs recht
hebben op asiel, maar dan
moeten ze wel eerst met gevaar
voor eigen leven Europa zien te
bereiken.
Migratiebeleid wijzigenUit het onderzoek blijkt hoe
migranten zich gedurende elke
fase van de reis gevangen, mis-
leid en verraden voelen. Ze zien
vaak geen andere mogelijkheid
dan het land van herkomst te
verlaten en komen in vluchte-
lingenkampen in een uitzichtlo-
ze situatie terecht.
Migratieroutes worden afgeslo-
ten door strikte maatregelen en
tijdens de migratie krijgen ze te
maken met ernstige mensen-
rechtenschendingen. Vervolgens
komen ze in overvolle boten
richting Italië terecht, zonder
zwemvesten terwijl ze 1500
dollar betalen. En probeert Eu-
ropa deze migratiestromen
zoveel mogelijk in te perken.
Noordwest-Europese landen
sturen hen terug naar Italië en in
veel landen in Europa worstelen
ze om hun leven vorm te geven.
Als Europa de mensenrechten
werkelijk hoog in het vaandel
heeft staan en er werkelijk alles
aan wil doen de levens van mi-
granten te redden, zou aan deze
tragiek zo snel mogelijk een
einde moeten komen. Dat
vraagt onder andere om meer
legale migratiekanalen, Europe-
se solidariteit in het opnemen
van vluchtelingen (denk aan
quota waarbij elk Europees land
verantwoordelijkheid dient te
nemen), een harde aanpak van
smokkelaars en een herziening
van de Europese samenwerking
met Libië op dit gebied.
Bram Frouws
Bram Frouws is onafhankelijk
migratie-onderzoeker en ‘senior
research associate’ bij het
RMMS in Nairobi. Dit artikel is
geschreven op persoonlijke titel
en gebaseerd op het onderzoeks-
rapport dat hij schreef voor het
RMMS, juni 2014 en is eerder
verschenen in Sociale Vraag-
stukken van september 2014.
6 GEEDI Juli 2015
Wij zijn hier – We are here!
De ontwikkelingen rond de groep uitgeprocedeerde asielzoekers die de afgelopenjaren voortdurend in het nieuws geweest zijn, bracht Geedi begin mei tot een inter-view met één van hen: Ilhaam. Zij behoort tot de groep van Het Vluchtgebouw,ergens in Amsterdam-West, is ongeveer vijf jaar in Nederland en … spreekt deNederlandse taal uitstekend. Met een kopje koffie van Starbucks en een bekerchocolademelk plus iets lekkers, maken we uitvoerig kennis met elkaar: wie wezijn, hoe we elkaar hebben leren kennen, wat we doen en over de intenties vanGeedi. Ons vooraf samengestelde lijstje van vragen behoeft enkel de toelichting dater geen enkele verplichting is om te antwoorden. Ilhaam geeft te kennen dat haarpersoonlijke verhaal buiten beschouwing kan blijven.
Uitgangspunt voor haar in het
conflict dat alle uitgeprocedeer-
den aangaat, is dat ze weg moe-
ten en dat dát nu vaak niet
mogelijk is. Geboren in Saoe-
di-Arabië, waar haar Somali-
sche ouders verbleven en haar
vader een baan had, moest de
familie uitwijken en kwam in
Jemen terecht. Vandaar is zij
uiteindelijk gevlucht naar
Nederland. Terugkeer naar
Somalië is niet ter zake, want
zij heeft daar nooit gewoond;
sterker nog, zij is nog nooit in
het land geweest. Discriminatie
en achterstelling in Somalië van
licht gekleurde personen zoals
Ilhaam is een bijkomstige reden
om zich te verzetten tegen uit-
zetting naar Somalië. Van veel
groter belang zijn de meer per-
soonlijke redenen die daarbij
een rol spelen. En zo geldt dat
voor vrijwel alle uitgeproce-
deerden: er is geen keuze! Dus
je moet gewoon wel vechten om
verder te kunnen. De tijd die de
afgelopen jaren alleen maar be-
steed is aan papieren procedures
is verloren tijd. In plaats daar-
van zou studie en bouwen aan
een toekomst via werk veel be-
ter zijn geweest. Daarmee zou
ook het beeld dat bij zeer veel
Nederlanders overheerst met
betrekking tot vluchtelingen ge-
heel anders kunnen zijn. Er is
een enorm veld tussen geluk-
zoekers die alleen voor een
baan komen en vluchtelingen.
Het onderscheid dat er gemaakt
wordt tussen politieke en eco-
nomische vluchtelingen is zo
diffuus. Men heeft veelal geen
idee van de werkelijk achterlig-
gende redenen die spelen voor
hen die op de vlucht zijn. Er
wordt zo gemakkelijk veralge-
meend en steeds meer wordt
daar bij beslissingen géén reke-
ning mee gehouden. Steeds gro-
ter wordt de onmogelijkheid om
aan te tonen dat de ontvluchte
situaties levensgevaarlijk zijn.
Teruggaan, je laten doden en
daarmee het bewijs leveren, is
dat een eerlijke optie? Of bewijs
moeten halen bij ambassades
die jou niet (willen) erkennen?
Juli 2015 GEEDI 7
Tot de totale groep behoren
zo’n 400 personen van veel ver-
schillende nationaliteiten. Naast
tijd voor het dagelijks huishou-
delijk werk is er ook veel tijd
dat er enkel en alleen maar ge-
zeten wordt en gepiekerd. Soms
zijn er onderling grote span-
ningen, wordt er naar drank en
drugs gegrepen: een onmogelijk
antwoord op het haast stelsel-
matig ontbreken van perspec-
tief. In de interne organisatie, zo
vertelt Ilhaam ons, vervult zij
een coördinatiefunctie tezamen
met nog vijf andere personen.
Zij ontvangen de media, over-
leggen met elkaar, informeren
mensen en organiseren soms
activiteiten. Voortdurend is er
contact met mensen van buiten-
af: studenten die sympathiseren,
fotografen, actieve mensen uit
de directe omgeving die vooral
ook voor kleding en eten zorg
dragen.
Ilhaam blijft hopen op de toe-
komst: dat ze hier zal kunnen
leven en wonen en werken, eens
kinderen zal krijgen en er in de
maatschappij volwaardig bij zal
mogen horen. Op onze vraag of
dat een reëel beeld is van de
toekomst volgt een pertinent en
overtuigd “JA!! Ik ben hier en
ik blijf hier!” Een nieuwe pro-
cedure zal met de recente ont-
wikkelingen meer kans van
slagen bieden. En daarvoor is
het óók nodig om als groep bij
elkaar te blijven, niet mee te
gaan denken in de politiek van
verdeel en heers, zoals de Ne-
derlandse overheid die systema-
tisch probeert toe te passen.
Met de hulp van buitenaf kan
dat succesvol zijn, aldus
Ilhaam. We zijn nieuwsgierig
naar haar kijk op Nederland, nu
zij met z’n allen voortdurend
heen en weer geschoven wor-
den. In haar antwoord maakt zij
een genuanceerd onderscheid.
De mensen in haar omgeving
hier in Nederland vindt zij echt
bijzonderlijk menselijk. Het
asielbeleid daarentegen heeft
zeer onmenselijke kanten. Som-
migen maken dat onderscheid
niet meer, zo zegt zij. Zij zijn
depressief, ook tegenover
Nederland, en hun boosheid en
woede zijn groeiend. Ilhaam
stelt dat het probleem van de
uitgeprocedeerden in Nederland
ook hier moet worden opgelost.
Het vechten daarvoor gaat verd-
er, maar het is uiterst jammer
dat het op deze wijze moet
gaan. De tijd zou beter besteed
kunnen worden.
We zijn een aantal uren verder,
wanneer deze laatste conclusie
getrokken wordt. We nemen af-
scheid van een sympathieke en
strijdbare jonge vrouw, die in
alle openheid het gesprek met
ons is aangegaan. Vanaf onze
vaste stek wensen we haar
-nogmaals- alle succes toe in de
wetenschap dat ze -wanneer de
lezer dit leest- opnieuw is moe-
ten ‘verhuizen’. Het verblijf
voor de groep van Het Vlucht-
gebouw in Amsterdam-West is
maar tot eind mei gegarandeerd.
Abshir en Gijs
Wij zijn hier: Jan Tooropstraat
649 1061 AR Amsterdam. Zie
ook www.wijzijnhier.org
Financiële ondersteuning is
zeer welkom. Donaties naar
NL39.INGB.0000.6090.60
t.n.v. St. X min Y Amsterdam
8 GEEDI Juli 2015
Wakhtiga
Gacanta ayaan kuu soo
taagay oo aan ku weydiiyey,
ma i raacaysaa?
Waad taagantahay
oo i eegaysa.
Wakhti baa nagusocda,
ma i raacaysaa?
Waa wakhtigii la tegilahaa.
Labadayda gacmood baan
kuu soo taagay
oo aan ku weydiiyey,
ma i raacaysaa?
Waad aamusantahay
oo i eegaysaa
wakhti baa nagu socda.
Waa wakhtigii aan tagilaha.
Hore waa in aan u socda.
Saacaddii istaagtay.
Wakhtigeenii wuu dhama-
day.
Ilmadii daadatay.
Fatma Ali
Preventief praten
Stigma’s. Een dagelijkse realiteit voor veel Somaliërs. Naast de gevolgen van eentwintig jaar durende burgeroorlog is dat het woord waarmee Somaliërs over de helewereld dagelijks worstelen. Vluchtelingen, droogte, slachtoffers, piraten en terro-risten. Een imagoprobleem waar het beste PR bureau geen raad mee zou weten.Genoeg lichtpuntjes als je kijkt naar de ontwikkelingen in het land de afgelopenvier jaar. Maar bij lange na niet voldoende om het beruchte negatieve imago vanSomalië te verhullen.
Niet alleen de Somaliërs in het
westen hebben het moeilijk als
het gaat om hardnekkige stig-
ma’s. Vooral zij die in Afrikaan-
se landen wonen zoals Kenia en
Zuid-Afrika hebben hier last
van. Een aanslag zoals die van
enkele weken geleden op een
school in Garissa, Kenia, maakt
het niet makkelijk voor de hon-
derdduizenden daar woonachti-
ge Somaliërs. Overigens is dat
een groep die verhoudingsge-
wijs veel bijdraagt aan de ont-
wikkeling van dat land, een
ware economische boost heeft
bewerkstelligd, alsmede werk-
gelegenheid verschaft aan vele
werkloze Kenianen. Een zeer
gewaardeerde groep, gemeen-
schap zou je dus denken. Niets
is minder waar. Een reeks van
aanslagen heeft er voor gezorgd
dat veel Kenianen de laatste tijd
Somaliërs als een gevaar zijn
gaan beschouwen. Dit heeft
verregaande gevolgen voor de
vele Somalische vluchtelingen
die een veilige haven zoeken in
Kenia. De overheid in Kenia
voelt zich in het nauw gedreven
en zoekt een balans tussen bin-
nenlandse veiligheid en econo-
mische belangen. De Somaliërs
zijn tegelijk een ware last en
een lust voor Kenia.
Iets dichter bij huis worstelt de
Nederlandse overheid ook met
Somaliërs en met de vraag hoe
om te gaan met mogelijke radi-
calisering binnen deze doel-
groep. De gemeenschap zelf
kampt intern zichtbaar met stig-
ma’s rondom radicalisering. Er
zijn signalen daarover, maar erg
concreet zijn die niet. Op het
moment dat we concrete aan-
wijzingen zien/opmerken, is het
natuurlijk al te laat voor preven-
tie. Bij preventie is immers de
doelstelling uiteraard gericht op
voorkomen en niet zozeer op
genezing achteraf. Hier heeft de
Nederlandse overheid moeite
mee, heel veel moeite.
Het aanpakken van de oorzaken
van radicalisering, zoals werk-
loosheid, integratieproblemen,
oorlogstrauma’s etcetera, kost te
veel geld. Symptoombestrijding
is veel goedkoper en electoraal
beter te verkopen. Maar ik heb
bij mijn inburgering geleerd dat
‘goedkoop duurkoop’ is.
Afwachten tot er iets misgaat is
natuurlijk ook niet aan te raden.
Een duivels dilemma? Niet echt!
Zo moeilijk hoeft het echt niet te
zijn. Het is een feit dat de Soma-
lische gemeenschap in Neder-
land erg gesloten is. Toch is het
niet onmogelijk om ‘in gesprek’
te raken met die gemeenschap en
haar te doorgronden. Hierdoor
kan men wellicht minder kostba-
re oplossingen formuleren om
enigszins preventie te bewerk-
stelligen. Er zijn inmiddels veel
hoogopgeleide en capabele
Somalische Nederlanders die de
Nederlandse samenleving goed
kennen en de Somalische ge-
meenschap uitstekend begrijpen.
Ga als volwaardige gespreks-
partners in gesprek met deze
professionals en zet hen in om
een duurzame dialoog op gang te
brengen. Het begint uiteindelijk
met een goed gesprek.
Mohamed Elmi
Juli 2015 GEEDI 9
De tijd
Ik reik mijn hand naar je
uit en vraag je,
ga je met mij mee?
Je staat stil en kijkt me
aan. De klok tikt,
ga je met mij mee?
Het is tijd om verder te
gaan.
Ik reik beide handen naar
je uit en vraag je,
ga je met mij mee?
Je bent stil en kijkt me
aan, de klok tikt!
Het is tijd om te gaan.
Ik moet verder, de klok tikt
niet meer.
De tijd is om!
Een traan valt.
Fatma Ali
Hoge werkloosheid in Somalië
Somalië is een land dat verwikkeld is in burgeroorlog en conflicten. In de jarentachtig van de vorige eeuw is dat alles begonnen. De grote gevechten braken uit in1991. Iedere provincie, ieder district en elk dorp is er ernstig door getroffen.Het resulteerde uiteindelijk in een complete verwarring en chaos.
De algemene economische om-
standigheden waren erg ver-
slechterd, vooral in het zuiden
van Somalië in de regio’s Bay
en Shabelle. Deze gebieden,
waar ook veel mensen zijn ge-
storven door de grote hongers-
noden in de jaren negentig,
waren van groot belang voor de
voedselvoorziening. Helaas is
dat vrijwel helemaal verloren
gegaan door de oorlogsomstan-
digheden. De gevolgen daarvan
waren groot. Er kwam een enor-
me, binnenlandse migratie op
gang. Duizenden en duizenden
mensen trokken, lopend over
grote afstanden, naar de grote
steden. Hun vee en landbouw-
gronden waren geplunderd:
rechtstreeks gevolg van oorlog
en bezetting. Complete families
kwamen onderweg tijdens deze
tochten naar de grote steden
door honger en dorst en hitte
om.Wat toen plaats vond was
dramatisch!
Naar de grote stadTribale militanten die in lande-
lijke of afgelegen gebieden wo-
nen, ver van de steden, namen
de bezittingen en vee van de ge-
vluchte mensen in beslag. Wan-
neer de mensen daadwerkelijk
geconfronteerd worden met de
gebeurtenissen van de oorlog en
de rampzalige droogte, was dat
alsof er een einde kwam aan
alle hoop, aan alle leven. En
wanneer de honger toenam is
werkelijk iedere familie ver-
huisd naar de grote stad of naar
elders in de wereld.
Deze ontwikkelingen hebben
enorme gevolgen gehad. Het
zuiden van Somalië was het
centrum van de voedselproduc-
tie (landbouw) en voorziening
van levensmiddelen. Door de
immense migratie naar de stad
bleef het platteland verlaten
achter en het viel langzaam
maar zeker ten prooi aan ver-
woestijning. Er vond geen be-
werking meer plaats, vruchtbare
landbouwgronden bleven braak
liggen. Daarbij werd door de
grote toeloop de situatie in de
steden, waar geen bestuur en
centraal gezag aanwezig was,
steeds onveiliger. De werke-
loosheid was er erg hoog; de
arbeidsmarkt kon een dergelijke
toeloop vanuit het platteland
gewoonweg niet aan.
Barakacayaal cusubIneens was er in Somalië sprake
van een nieuw verschijnsel, dat
tot dan volslagen onbekend
was. Barakacayaal cusub is de
Somalische term daarvoor:
nieuwe vluchtelingen. Daarmee
wordt aangeduid het fenomeen
dat enorme groepen mensen
gaan migreren zonder enig plan.
Het betreft dus de mensen die
géén werk hebben, die nieuwe
gemeenschappen gaan vormen
in de steden, zonder dat ze daar-
in zijn opgenomen. Ze hebben
geen officiële huisvesting, maar
wonen in onderkomens van
plastic en zeil, soms in tenten.
En ze zitten zonder werk!
De grootste werkgever in So-
malië was de regering, maar na
de burgeroorlog bestaat deze
situatie niet meer. Een heleboel
mensen verloren hun werk als
kleine zelfstandige rond veeteelt
10 GEEDI Juli 2015
en in de landbouw. De werke-
loosheid in Somalië heeft
momenteel een grote invloed op
iedereen. 70% van de bevolking
is onder de dertig jaar. Er is
nauwelijks of geen uitzicht op
een betaalde baan; de schade
van meer dan 20 jaar burgeroor-
log is aan de orde van de dag!
Op zoek naar vredeDe internationale gemeenschap
-Afrikaanse Unie en Verenigde
Naties- onderneemt actie om de
veiligheid in het land te stabili-
seren, waardoor een regering
zich kan ontwikkelen tot een
goed functionerend apparaat.
Tegelijkertijd speelt ook de fi-
nanciële crisis op wereldniveau
haar rol ten aanzien van vrede,
armoede, hoge werkeloosheid.
Er zijn delen van Somalië waar
rust en stabiliteit wél meer
structureel aanwezig zijn. Maar
ook daar is geen werkgelegen-
heid in bedrijven of voor kleine
zelfstandige ondernemers. Veel
jongeren van het platteland en
uit de regio’s, op zoek naar vre-
de en een baan (verbetering van
hun situatie), komen om in de
wateren tussen Somalië en
Jemen, of in de Sahara tussen
Soedan en Libië, of tijdens hun
wanhopige reis naar Europa op
de Middellandse Zee tussen Li-
bië en Italië.
WerkgelegenheidOp allerlei niveaus zijn er acti-
viteiten: NGO’s over de gehele
wereld, diverse instanties in
naam van de VN-missie, ver-
schillende instellingen van de
Europese Unie en de Arabische
Liga, USIAD enzovoorts. Maar
niemand is bezig met het
creëren van werkgelegenheid
voor jongeren, waarmee voor-
komen kan worden dat ze deel
gaan nemen aan rivaliserende,
militante groeperingen of aan
clan-milities.
Of simpelweg om te voorkomen
dat Somalische jongeren hun
dood tegemoet gaan en sterven
in de (water)woestijnen, ergens
in deze wereld.
Abdinasir M. Halane,
Mogadishu
Mogadishu en zijn problemen
Nadat de regering sinds begin 2011 met steun van de Afrikaanse Unie (AU) eringeslaagd was de hoofdstad Mogadishu te bevrijden van de terreurorganisatieAl-Shabaab is het normale leven én de schoonheid van de stad geleidelijk weerteruggekeerd. In de korte periode van vier jaar zijn vandaag de dag positieve veran-deringen duidelijk zichtbaar.
Sommige projecten worden mo-
menteel georganiseerd door de
overheid in nauwe samenwer-
king met andere landen waar-
mee Somalië een goede relatie
heeft. Als voorbeeld: Turkije is
actief betrokken bij de aanleg
van een aantal wegen en het
herstellen van gebouwen die
door de burgeroorlog werden
verwoest. Ook een aantal be-
langrijke ziekenhuizen zijn her-
bouwd, waardoor de situatie in
de hoofdstad weer verbeterd is.
Eveneens werd door bevriende
landen het gebouw van de New
Terminal gerealiseerd op Aden
Ade Airport nabij Mogadishu,
de internationale luchthaven.
Juli 2015 GEEDI 11
Wat van ons is, is niet van mij (Swahili)
Dit is voor de eerste keer sinds
25 jaar dat hoofdstad Mogadis-
hu via internationale luchtlijnen
weer rechtstreeks bereikbaar is.
Zo onderhoudt de Turkse lucht-
vaartmaatschappij Turkish Air-
ways dagelijks vluchten van en
naar Mogadishu. Veel mensen
uit de diaspora, daartoe opge-
roepen vanuit de Somalische re-
gering, keren nu terug naar hun
land en worden ingeschakeld.
JeugdwerkeloosheidSomalië heeft een zeer hoge
jeugdwerkeloosheid. Die wordt
geschat op méér dan 67%. Een
recent uitgegeven rapport van
het Ontwikkelingsprogramma
van de Verenigde Naties stelt
dat 82% van de Somalische be-
volking arm is. 73% van de
Somaliërs leeft van minder dan
2 dollar per dag!
Veel jonge mensen zijn uitge-
weken naar buurlanden van So-
malië in de hoop daar meer
mogelijkheden te vinden. Som-
migen zijn vertrokken naar Eu-
ropa. Voornoemd rapport van de
VN meldt eveneens dat het
overgrote deel van de jonge
mensen klaagt over gebrek aan
werk.
Veel deskundigen stellen dat de
enige oplossing voor dit pro-
bleem is dat juist de overheid
banen moet scheppen voor de
jongeren. In goede samen-
werking met het particulier
initiatief moet er voor hen
werkgelegenheid gecreëerd
worden.
Het rapport waarschuwt er ook
voor dat wanneer er geen banen
zullen komen voor jonge men-
sen, er serieus groot gevaar be-
staat, dat zij zullen gaan
deelnemen aan gevechten, of
actief zullen worden in bendes.
In het verslag wordt ook beroep
gedaan op andere landen om
financiële steun te bieden aan
Somalië. Daarbij moet speciale
aandacht zijn voor deze jeugd-
werkeloosheid, omdat deze
anders bron zal worden van
nieuwe conflicten.
Kritiek is er voor sommige So-
malische leiders, die geen oog
hebben voor de problemen van
de jeugd en enkel interesse heb-
ben voor eigen zaken. De jeugd
heeft géén behoefte aan hen,
maar véél meer aan leiders die
zelf wél een visie hebben en in
staat zijn plannen te maken voor
daadwerkelijke ontwikkeling.
Maar desondanks is er in het
land zoveel goede hoop en ver-
trouwen dat mensen dagelijks
óók kunnen genieten van alle
veranderingen ten goede.
Ahmed Mohamed Tahlil
vanuit Mogadishu
12 GEEDI Juli 2015
Somalië en kinderrechten
In december 2014 heeft Somalië als 195ste land het Kinderrechten Verdrag gerati-ficeerd. Daarmee is het Kinderrechten Verdrag het meest geratificeerde verdrag terwereld. Het verdrag vormt de basis voor de realisatie en de bescherming van allerechten van alle kinderen.
Somalië had het Kinderrechten
Verdrag al eerder ondertekend,
namelijk in 2002. Door de jaren
van conflict die volgden werd
de ratificatie, de officiële
bekrachtiging van een interna-
tionaal verdrag, uitgesteld.
De huidige president van Soma-
lië, Hassan Sheikh Mohamud,
had al eerder beloofd om tot
ratificatie over te gaan.
Somalië is één van de gevaar-
lijkste plaatsen ter wereld om
kind te zijn. Eén op de zeven
kinderen sterft vóór het vijfde
levensjaar, daarmee heeft
Somalië het op drie na hoogste
kindersterfte cijfer in de wereld.
Daarnaast gaan slechts vier op
de tien kinderen naar school,
voor meisjes is dit aantal nog
veel lager.
Het Kinderrechten Verdrag
biedt de Somalische regering
een kader om de rechten van
kinderen in het land te bevorde-
ren en beschermen.
De ratificatie betekent namelijk
dat Somalische kinderen juri-
disch bindende rechten hebben.
De Somalische regering zal
ervoor moeten zorgen dat haar
wetgeving en beleid in overeen-
stemming is met het verdrag.
De regering zal regelmatig ver-
slag uitbrengen over de voort-
gang van het implementeren
van het Kinderrechten Verdrag.
De regering moet rapporteren
aan het Comité inzake de Rech-
ten van het Kind, een internatio-
naal verkozen orgaan van
onafhankelijke deskundigen in
Genève dat de uitvoering van
het verdrag bewaakt.
Er zijn nog altijd twee landen
die het Kinderrechten Verdrag
niet geratificeerd hebben. Dat
zijn Zuid-Soedan en de
Verenigde Staten.
Unicef
Juli 2015 GEEDI 13
Kinderen tijdens de les op een basisschool in het Shabelle kamp voor ontheemden (Noordoost
Somalië). © UNICEF Somalia / 2011 / Morooka
Pre-koloniaal Somalië
Al meerdere keren werd er aan Geedi gevraagd waarom er niet over de geschiede-nis van Somalië werd geschreven. Een terechte vraag en daarom starten wij vanafdeze editie een serie artikelen van Hans Alles. Ze zijn ooit eerder verschenen in detoenmalige Somalië nieuwsbrief van stichting Gowraar, Hayaan.
Elk land en elk volk heeft zijn
eigen geschiedenis en zeker ook
een oude geschiedenis. Van
Afrika wordt vaak beweerd, dat
het geen geschiedenis heeft en
dus al helemaal niet gedurende
het tijdperk vóór de koloniale
periode. Voor Somalië zou dat
dus ook gelden. Echter, net als
van elk ander land is er ook
materiaal te vinden over de
oude Somalische geschiedenis.
Ik zal het hier niet hebben over
allerlei archeologische opgra-
vingen, volksverhuizingen en
bewegingen van volkeren aan
de hand van taalkundige
beschrijvingen, maar wel zal ik
laten zien wat reizigers vóór
1500 hebben opgeschreven over
dit gebied.
Wierook en mirreHet gebied van het huidige So-
malië was vroeger wijd bekend.
Zo schreven de oude Grieken en
Egyptenaren over de Somali-
sche kust. Deze kust was toen
bekend onder de naam: het land
van Punt. Deze naam wordt nu
weer gebruikt en wel door één
van de Somalische bewegingen,
die het midden van Somalië
controleren onder de naam
Puntland. Het land van Punt
was vroeger beroemd om zijn
wierook. Overigens is de hele
Hoorn van Afrika maar ook het
daar tegenover liggende Jemen
van oudsher bekende leveran-
ciers van wierook. Vanaf 1000
voor onze jaartelling trokken
vanuit het Zuidelijke Jemen
kameelkaravanen beladen met
onder andere wierook en mirre
naar Gaza. Deze reukwaar
kwam niet alleen uit Jemen
maar ook uit het aan de over-
kant gelegen Puntland. De in-
tensiviteit van deze handel
klinkt nog steeds door in de le-
gendes over de koningin van
Sheba en haar ontmoeting met
de Bijbelse koning Salomo.
Een vergelijkbaar verhaal is ook
te vinden in de Arabische legen-
des. Hier gaat het om koningin
Bilqis, wier woonstede ook in
Zuid-Jemen gedacht werd.
Ibn BatutaIn de 9e eeuw na Christus be-
steedden de Arabieren aandacht
aan de Somalische kust. Sinds-
dien werd er het een en ander
over deze kust door reizigers
vastgelegd. Natuurlijk hebben
deze reizigers het vaak over de
stedelijke cultuur. Want reizi-
gers, zeker in de 12e en 13e
eeuw die konden lezen en
schrijven, waren stedelingen en
dan vooral kooplieden en Isla-
mitische geleerden. Een van de
beroemdste reizigers was Ibn
Batuta (1325-1353), geboren in
het Marokkaanse Tanger. Hij
beweert, dat hij uiteindelijk in
China terecht is gekomen. Dit
laatste wordt overigens betwij-
feld, omdat zijn verhalen, naar-
mate hij verder weg is van
Arabië, steeds vager worden en
uitsluitend over religieuze
kwesties gaan. Maar gezien de
details die hij geeft, is hij zeker
aan de Somalische kust geweest
en van daaruit in Samerkand en
het Indusgebied aangekomen.
StankNa al een flinke tijd onderweg
geweest te zijn, nam Ibn Batuta
een schip uit Aden (gelegen in
het huidige Jemen) en stak van-
daar over naar de Somalische
kust en kwam via Berbera te-
recht in Zeyla, beide gelegen
aan de Noord-Somalische kust.
Van deze laatste stad schreef
hij: “dat het de allersmerigste
stad is, die hij ooit heeft be-
zocht,” en zo voegde hij er aan
toe “de smerigste van de hele
wereld”. Zeyla heeft een grote
bazaar, zo schreef hij. De stank
wordt veroorzaakt, doordat er
kamelen op straat worden ge-
slacht. Met als gevolg dat er
grote hoeveelheden bloed over
de straat stromen. Alsof dat niet
genoeg is verwijst hij ook naar
het feit dat de vis daar op straat
schoon wordt gemaakt. In elk
geval getuigde zijn verslag het
een en ander over de grote eco-
nomische activiteit in Zeyla.
Ibn Batuta verzuchtte ten slotte
in zijn verslag over deze stad,
dat hij gelukkig op zee kan
overnachten in plaats van in de
stad, in die stank.
Overigens waren tot voor de
burgeroorlog van de vorige
eeuw Zeyla en Berbera belang-
rijke handelsplaatsen, vooral
voor de vee-export naar de
overkant, naar de Saoedische en
14 GEEDI Juli 2015
Jemenitische kust. Gedurende
de koloniale tijd was dat om het
Engelse militaire garnizoen in
Aden (Jemen) en de schepen,
die op doorreis van Europa naar
India waren, van vlees te voor-
zien.
MaqdashawNa zijn bezoek aan Zeyla voer
Ibn Batuta naar Maqdashaw
(Mogadishu). Deze zeiltocht
duurde 15 dagen. Toen hij in de
haven aankwam, werd zijn
schip en ook die van anderen
omzwermd door kleine bootjes,
de sunbuks. Deze bootjes wer-
den vooral gebruikt om gasten
aan wal te brengen, om de zee-
waardige vrachtschepen te be-
voorraden, om handelswaren
aan te bieden en om te vissen.
Ook waren er jongens op die
sunbuks, die de kooplieden op
de schepen uitnodigden om bij
een koopman uit de stad te
komen logeren.
MogadishuMogadishu is een enorme stad,
aldus de schrijver, haar inwo-
ners zijn kooplieden. Ook hier
wordt er geschreven over het
slachten van duizenden kame-
len, maar met geen woord werd
hier gerept over de stank die dat
met zich meebracht. Dit kan
drie dingen betekenen. Of Ibn
Batuta is aan de stank gewend
geraakt of in deze stad heeft
men een oplossing voor die
stank en afval gevonden of de
stad was zo groot dat men bui-
ten de stad aan het slachten was,
net zoals in de oude Europese
steden de leerlooiers in geïso-
leerde wijken werkten. Voorts
beschreef hij hoe hij ontvangen
werd door de kadi van de stad,
hoe hij door de sultan in zijn pa-
leis is uitgenodigd, over zijn be-
zoek aan de grote moskee en de
giften die hij ontvangen heeft.
Van daaruit vertrok hij naar de
toen zeer belangrijke handels-
stad Kilwa, een stad verder naar
het Zuiden, gelegen in het hui-
dige Zuiden van Tanzania.
MakdashiNa deze anekdotes aan de hand
van Ibn Batuta valt er wel wat
meer te zeggen over deze stad.
Mogadishu was inderdaad een
grote en belangrijke handels-
stad. Er bestond indertijd een
omvangrijke wolnijverheid,
mogelijk gemaakt door grote
schapenkuddes in de directe
omgeving. De wolproducten,
bekend onder de naam makdas-
hi, waren een belangrijk export-
artikel, tot in Egypte aan toe.
Andere belangrijke exportarti-
kelen waren in de tijd van Ibn
Batuta: sandelhout, ebbenhout
en ivoor. Daarnaast groeiden er
langs de riviervalleien in de
omgeving van de stad bananen,
mango’s en groenten.
De stad had haar belangrijke
positie te danken aan het feit dat
er in haar directe achterland de
rivieren de Shebele en Juba
stroomden, waardoor de bevol-
king van zo’n grote stad gevoed
kon worden en zich er een wol-
nijverheid had kunnen ontwik-
kelen. De taal in de stad was
Arabisch en Somali. Ook zijn er
aanwijzingen, dat er mensen uit
Perzië woonden.
De handel van Mogadishu was
hoofdzakelijk gericht op de
Rode Zee, dus op Egypte, Israël
en Syrië. De scheepvaart op
deze route was seizoensgebon-
den, afhankelijk van de moes-
sonwinden. De stad lag
bovendien op het knooppunt
van een aantal grote zeehan-
delssystemen, waardoor Egypte,
Iran, India en de Oost Afrikaan-
se kust met elkaar verbonden
waren. Overigens waren er voor
1500, in de 9e eeuw, Chinezen
aan de Oost-Afrikaanse en So-
malische kust geweest. Van de
Somalische kust betrokken de
Chinezen wierook, schildpad-
schelpen, sap van de aloë en
amber.
Niet alleen vormden de Somali-
sche kuststeden een schakel in
het grote netwerk van zeehan-
delssystemen, ook lagen deze
steden aan het einde van kara-
vaanroutes die vanuit het bin-
nenland kwamen. Zeyla was
een van de belangrijkste haven-
steden voor het Ethiopische
hoogland.
De handel op de Somalische en
Oost-Afrikaanse kust was zo
intens, dat er naast het lokale
ruilmiddel, de cowrie-schelp,
ook gemunt geld in zwang
kwam. In de al eerder genoem-
de havensteden Mogadishu en
Kilwa werden munten opgericht
om geld te slaan. Het enige tot
op heden gevonden exemplaar
dat in Mogadishu geslagen is,
draagt een jaartal dat overeen-
komt met ons jaar 1322.
Hans Alles
Juli 2015 GEEDI 15
Een geduldig mens eet rijpe vruchten (Swahili)
Igaal Shidaad en de leeuw
Opnieuw een kinderverhaal uit de bundel Oude Somalische Kinderverhalen
van O.A. ABDI (Kelli). Hij schreef het boekje met de bedoeling dat de traditio-
nele Somalische kinderverhalen doorverteld zullen worden. Ze zijn afkomstig
uit alle windstreken van Somalië en ze worden waarschijnlijk al eeuwenlang
verteld. Tot de jaren zeventig van vorige eeuw werden de verhalen niet opge-
schreven. Toch hebben ze eeuwenlang overleefd door mondelinge overlevering.
De oorspronkelijke vorm is nooit verloren gegaan.
Igaal was met zijn vrouw, kin-
deren en vee naar een nieuwe
plek getrokken. In dit nieuwe
gebied was meer gras, waren
meer bomen en er was meer
water. Hier wilde hij blijven!
Zijn vrouw was niet erg blij
met zijn beslissing, want zij
hoorde in de verte het brullen
van de wilde dieren.
Tijdens het opkomen van de
zon de volgende morgen zijn
ze druk aan het werk. Ze zijn
bezig om de tenten op te zet-
ten als plotseling Igaal’s
vrouw roept: “Igaal, ik hoor
de leeuwen.” Igaal zegt kalm:
“Maak je maar niet ongerust,
het komt wel goed”. Ze wer-
ken verder maar zijn vrouw
vertrouwt het niet, ze houdt
de omgeving goed in de ga-
ten. Plotseling roept zijn
vrouw: “Igaal daar komt een
leeuw aan”. Igaal sust zijn
vrouw en zegt quasi rustig:
“Maak je toch geen zorgen, ik
maak het wel in orde”. De
leeuw brult opnieuw en gaat
de richting van de kraal uit.
Dan roept zijn vrouw angstig:
“Igaal, de leeuw gaat de kraal
zo binnen”. “Wacht maar af;
ik zal hem een watjekou geven
als hij dichterbij komt”, zegt
Igaal stoer. Maar hij denkt:
zolang de leeuw daar bezig is,
is hij niet hier bij mij. Zijn
vrouw schreeuwt: “Igaal, kijk
hij vreet onze dieren op, hij
pakt mijn beste koe, Igaal
gauw, doe iets”. Igaal kan zijn
vrouw niet laten merken dat
hij als man ook bang is, want
dan is het hek van de dam en
zal hij geen rust meer kennen.
Zijn vrouw zal hem dat
steeds weer voor de voeten
gooien. Hij pakt met veel bra-
voure een grote steen en
houdt die in zijn hand om-
hoog. Verder doet hij niets
behalve trillen als een rietje.
Maar Igaal is blij dat de
leeuw eindelijk met zijn prooi
ervandoor gaat. Gelukkig
daar komt hij goed van af.
Het is wel jammer dat het
hun beste melkkoe is. Hij
hoopt de leeuw nooit meer
terug te zien. “Daar zijn we
mooi van af”, zegt hij opge-
lucht tegen zijn vrouw. Maar
zijn vrouw is woest op Igaal
en zegt verontwaardigd: “Jij
bent en blijft een lafaard en
dat zal ik nooit vergeten”.
Igaal kijkt beteuterd naar zijn
vrouw. Hij dacht dat ze zijn
angst niet gemerkt had.
16 GEEDI Juli 2015