Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde · Samenvatting van de resultaten ... van de...

45
Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde Mei 2014

Transcript of Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde · Samenvatting van de resultaten ... van de...

GebruikersonderzoekBibliotheek Faculteit Bouwkunde

Mei 2014

InleidingOp Bouwkunde is het essentieel dat boeken in de nabijheid zijn en ze ‘vrij kunnen worden doorgebladerd’. Bouwkunde vindt daarmee dat zij een bijzondere positie binnen de TU Delft inneemt en heeft sinds 2005 niet meegedaan aan plannen om alle faculteitsbibliotheken op te laten gaan in de centrale bibliotheekvoorziening. Om deze uitzonderingspositie kracht bij te zetten is in 2008 een eerste gebruikersonderzoek gehouden. In oktober van 2010 en april 2014 is dit gebruikersonderzoek onder studenten en medewerkers herhaald.

Bij het opbouwen en inrichten van een nieuwe bibliotheek in de faculteit Bouwkunde aan de Julianalaan is voor zover mogelijk gebruik gemaakt van alle resultaten, wensen en op- en aanmerkingen uit het gebruikersonderzoek van april 2008. Dit leidde bijvoorbeeld tot het aanstellen van een volwaardig balieteam, in plaats van het werken met slechts een medewerker met voornamelijk een “portierfunctie” zoals dat bij faculteiten toen gebruikelijk was.

De actuele bezuinigingsronde van de TU, de ‘herijkingsopgave’, is op dit moment een extra reden om het bestaansrecht van de Bouwkundebibliotheek via een gebruikersonderzoek te meten en onderbouwen.

De enquête is afgenomen in de eerste twee weken van april 2014. De manier van benaderen was dezelfde als in 2010; allereerst zou er een mail verstuurd worden aan alle medewerkers en studenten van Bouwkunde, vervolgens zou het ook in BK City nieuws verschijnen. Door een intern misverstand bij de afdeling M&C van Bouwkunde is helaas vergeten de mail naar de studenten te sturen. De mail is alleen naar de medewerkers verstuurd.

Dit is wel goed nieuws voor BK City Nieuws en voor de Facebookpagina van Stylos (die door het studentlid van de bibliotheekcommissie was ingezet). De 163 studenten die de enquête hebben ingevuld, hebben deze benaderd via deze twee genoemde kanalen. Daarnaast hebben 113 medewerkers de enquête ingevuld (een redelijk stabiel aantal in vergelijking met de vorige twee onderzoeken).

Net als in de eerdere edities is een aantal medewerkers en studenten, die zich daarvoor hadden opgegeven via de laatste vraag van de enquête ook geïnterviewd over het hoe en waarom van hun antwoorden. Deze interviews hebben plaatsgevonden op 28 mei, 5 en 6 juni 2014 tijdens de pauze.

Deze rapportage is het resultaat van een samenwerking tussen de Bibliotheekcommissie van Bouwkunde en medewerkers van TU Library. Zij hebben de opzet en vragen van de enquête bedacht. De uitwerking is gedaan door Mario Grinwis: hij heeft de tabellen gemaakt en toelichtingen geschreven. De eindredactie lag weer bij de Bibliotheekcommissie en TU Library.

Nog een laatste feit: niet alleen zeggen studenten en medewerkers dat ze de biliotheek veel gebruiken ook de uitleencijfers zijn zeer constant. Vanaf het jaar van de verhuizing 2009 (22093 uitleningen) zijn deze cijfers eerst sterk gestegen (25222 in 2010) en vervolgens licht gestegen, gedaald en weer gestegen (25776 in 2011; 24999 in 2012 en 25302 in 2013).

InhoudSamenvatting van de resultaten ..........................7

Enquête resultaten ...........................................11

Interpretatie .....................................................11

Bezoekersprofiel ...............................................12

Bezoekersfrequentie .........................................14

Frequentie van bezoek ....................................14

Verandering bezoekersfrequentie ...................14

Verhuizing van de collectie .............................14

Interpretatie ....................................................14

Doel van het bezoek .........................................16

Boeken en tijdschriften ...................................16

Opdoen van inspiratie .....................................16

Student of docent gerelateerd ........................16

Advies en hulp vragen .....................................16

Bezoek van andere bibliotheken .....................16

Interpretatie ....................................................17

Collectiegebruik ...............................................19

Collectie gedrukte boeken ...............................19

Collectie gedrukte tijdschriften .......................19

Collectie gedrukte kaarten ..............................19

Collectie e-books .............................................19

Collectie digitale tijdschriften..........................19

Collectie digitale kaarten ................................19

Collectie digitale databases ............................20

Interpretatie ....................................................20

Kaartgebruik afdeling Urbanism .....................21

Interpretatie ....................................................22

Tevredenheid over de collecties ........................24

Collectie gedrukte boeken ...............................24

Collectie gedrukte tijdschriften .......................24

Collectie gedrukte kaarten in de .....................24

Collectie e-books .............................................24

Collectie digitale tijdschriften..........................24

Collectie digitale kaarten ................................24

Collectie digitale databases ............................25

Interpretatie ....................................................25

Aanvullen collectie & AskYourLibrary ................26

Mogelijkheid tot aanvullen van de collectie ...26

Bekendheid AskYourLibrary.............................26

Interpretatie ....................................................26

Gebruik digitale informatie ...............................28

Zoekmachines van Google ..............................28

Overige zoekmethoden ...................................28

Categorie anders .............................................29

Interpretatie ....................................................30

Vaardigheden zoeken van informatie .............30

Interpretatie ....................................................30

Dienstverlening en studieplekken .....................32

Vinden van boeken en tijdschriften .................32

Dienstverlening bij de balie .............................32

Aantal studieplekken ......................................32

Tevredenheid over studieplekken ....................32

Interpretatie ....................................................34

Digitaal of gedrukt ............................................35

Voorkeur digitaal of gedrukt ...........................35

Gebruik digitale en gedrukte bronnen ............35

Mening strategie ............................................35

Interpretatie ....................................................36

Toekomstbeeld, openingstijden en beoordeling 37

Toekomstbeeld ................................................37

Voorkeur openingstijden .................................37

Beoordeling van de bibliotheek ......................38

Interpretatie ....................................................38

Bijlagen ............................................................41

7Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Samenvatting van de resultatenHieronder worden de belangrijkste resultaten uit het enquêteonderzoek van 2014 samengevat. Een uitgebreide analyse en de presentatie van de relevante data treft u aan in het hoofdrapport.

BezoekersDe respondenten van de enquête geven aan dat het eigen bezoek in de afgelopen jaren iets is afgenomen. De aangegeven frequentie van het bezoek blijkt echter onveranderd te zijn over de afgelopen jaren. Bij een eventuele verhuizing van de collectie naar de centrale bibliotheek geven de respondenten aan, naar eigen inschatting, mider gebruik te gaan maken van de collectie van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde. Zie voor de uitgebreide resultaten: “Bezoekersfrequentie” op pagina 14.

CollectiegebruikZowel docenten als studenten gebruiken de bibliotheek voornamelijk om boeken op te halen of om een boek dan wel een tijdschrift te zoeken. Een ander belangrijk doel van de respondenten (voornamelijk studenten) is het opdoen van inspiratie voor een ontwerp of onderzoek. Een stilteplek met boeken is voor de studenten een belangrijk motief om naar de bibliotheek te komen. Zie ook “Bibliotheek als verblijfplaats” op pagina 17.

Naast de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde wordt de Centrale Bibliotheek veel bezocht door de respondenten. Opvallend is dat docenten een gevarieerder zoekpatroon lijken te hanteren dan studenten. Zie voor de uitgebreide resultaten: “Collectiegebruik” op pagina 19.

In vergelijking met de voorgaande jaren zijn de respondenten in 2014 meer gebruik gaan maken van de collectie e-books, digitale tijdschriften, digitale kaarten en digitale bibliografische databases. Het gebruik van de collectie gedrukte tijdschriften lijkt onder de respondenten niet veranderd te zijn. Wel blijken de respondenten steeds vaker digitaal kaartmateriaal te gebruiken. De respondenten binnen de afdeling Urbanism gebruiken wel vaker gedrukt kaartmateriaal in tegenstelling tot respondenten van de overige afdelingen. Zie voor de uitgebreide resultaten: “Kaartgebruik afdeling Urbanism” op pagina 21 en “Digitaal of fysiek” op pagina 22.

De tevredenheid van de respondenten over de collectie is, ten opzichte van 2010 nagenoeg gelijk gebleven.

Aanvullen collectie & AskYourLibraryVan de respondenten blijken de meeste studenten niet goed op de hoogte zijn van de mogelijkheid om aanschafsuggesties te doen zodat de collectie kan worden aangevuld. De docenten zijn over het algemeen beter geïnformeerd.

De bekendheid van de dienst AskYourLibrary onder de studenten en docenten is in 2014 toegenomen ten opzichte van 2008. Ongeveer de helft van de respondenten (zowel docenten als studenten) is in 2014 bekend met de dienst. Zie voor de uitgebreide resultaten: “Aanvullen collectie & AskYourLibrary” op pagina 26.

8

Gebruik van digitale informatieIn het zoeken naar informatie is er een verschuiving in het gebruik van de reguliere zoekmachine van Google naar Google Scholar. Ook ‘andere zoekmachines’ werden in 2014 meer gebruikt in

vergelijking met de voorgaande jaren. Het gebruik van catalogi van digitale bibliotheken en online databases is in 2014 juist afgenomen. Dit komt wellicht omdat er minder gebruik wordt gemaakt van specifieke wetenschappelijke databases als Scopus, Web of Science, JSTOR, NARCIS, etc. Zie voor de uitgebreide resultaten: “Gebruik digitale informatie” op pagina 28.

Dienstverlening en studieplekkenRespondenten geven aan dat zij het lastig vinden om boeken of tijdschriften te vinden in de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde. De zoekmachine Discover geef veel problemen. Wel zijn de respondenten zijn erg tevreden over de dienstverlening van het personeel. Ook is de tevredenheid over de studieplekken zelf redelijk hoog.

De tevredenheid van de respondenten over het aantal studieplekken is laag en sinds 2008 gedaald. Waar dit precies aan ligt kan niet uit de enquête worden opgemaakt. Een mogelijkheid is het groeiend aantal studenten in combinatie met een gelijk blijvend aantal studieplekken in de bibliotheek. In de groepsgesprekken werd naar voren gebracht dat het binnenklimaat niet altijd goed is. Zie voor de uitgebreide resultaten: “Digitaal of fysiek” op pagina 22; “Dienstverlening en studieplekken” op pagina 32; “Bibliotheek als verblijfplaats” op pagina 33.

Voorkeur voor digitaal of gedrukt materiaalDe opmars van de digitale bronnen is onmiskenbaar. Docenten en studenten maken er steeds meer gebruik van. Tegelijkertijd hecht men waarde aan de papieren bronnen. Het e-only beleid van de bibliotheek krijgt dan ook niet veel steun. Mogelijk wordt dit echter niet goed uitgelegd, want als er verteld wordt dat e-only betekent dat als er geen digitale bronnen beschikbaar zijn de nodige boeken gewoon worden aangeschaft, is men altijd opgelucht en blij ermee.

Zowel docenten als studenten hebben een sterke voorkeur voor gedrukte boeken, de mening over tijdschriften is meer verdeeld (er is geen duidelijke voorkeur). De voorkeur voor digitaal materiaal is sinds 2008 wel toegenomen. Zie voor de uitgebreide resultaten: “Digitaal of gedrukt” op pagina 35.

Toekomstbeeld, openingstijden en cijferDe bibliotheek is niet alleen een boekenkast waaruit men snel een boek of tijdschrift haalt en weer vertrekt. De bibliotheek is ook een verblijfplaats waar gestudeerd wordt en inspiratie gezocht voor ontwerpopgaven in het onderwijs. Ook het belang dat men hecht aan bijzondere collecties wijst hierop.

De respondenten willen openingstijden op wisselende tijdstippen. Wat deze inhouden kan niet uit de antwoorden worden opgemaakt. De groepsgesprekken laten echter niets aan duidelijkheid te wensen over: van 9.00 tot 18.00u. Op openingstijden kan niet teveel beknibbeld worden. Zie voor de uitgebreide resultaten: “Toekomstbeeld, openingstijden en beoordeling” op pagina 37.

Er is ten opzichte van 2010 geen verschil in de waardering van de gebruikers van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde. In 2014 krijgt de bibliotheek wederom een goede beoordeling van de respondenten (afgerond een 8). Er is echter aanleiding om in de komende jaren te werken aan de serviceverlening (ask Your Library, Discover, en informatievaardigheden).

De zoekstrategieën van studenten zouden gevarieerder mogen zijn en de vindbaarheid van de verschillende bronnen waar de bibliotheek over beschikt zou moeten worden verbeterd, zo wijst de enquête uit. Dat kan met een meer geïntegreerde serviceverlening waarschijnlijk op een hoger plan worden gebracht.

11Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Enquête resultatenDe resultaten van 2014 worden weergegeven in tabellen en vervolgens tekstueel beschreven. De resultaten worden afgezet tegen de resultaten van het jaar 2008 en voor zover mogelijk ook tegen de resultaten van het jaar 2010.

InterpretatieDe meeste vragen van de enquête zijn aan de respondenten voorgelegd door middel van vragen met een 6-punts Likertschaal voor de antwoordmogelijkheden. Hieronder volgt een voorbeeld van de scoring, aan de hand van een voorbeeldvraag (deze vraag is niet in de enquête opgenomen en dient enkel ter illustratie):

Gebruik u, in vergelijking met voorgaande jaren, meer of minder vaak de zithoek in de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde?

Tabel 1. Voorbeeldvraag

Itemopties Item weging n scoreVeel minder vaak 0 10 0Minder vaak 1 15 15Hetzelfde 2 30 60Vaker 3 70 210Veel vaker 4 35 140Weet niet 5 2 -Totaal 10 160 425

Een groot aantal van de vragen in de enquête heeft een itemoptie als ‘weet niet’ of ‘anders’. Bij vergelijkingen, met bijvoorbeeld een t-test of een F-test, wordt deze itemoptie niet meegenomen in de weging. Zodoende wordt de weging van de scores niet beïnvloed. In de overzichten van de verdeling van de scores per vraag wordt een item optie ‘weet niet’ of ‘anders’ wel meegenomen om toch een indicatie te geven van het aantal personen die deze itemoptie geselecteerd hebben.

De antwoorden op de vragen uit 2014 worden, waar mogelijk, vergeleken met de antwoorden op de zelfde vraag in 2008 en in 2010. Hierbij wordt meestal de gemiddelde score op een vraag vergeleken. In het geval van bovenstaand voorbeeld is het gemiddelde van de score op de voorbeeldvraag 425/160=2.66. Het lijkt er op dat de deelnemers van dit onderzoek vaker gebruik maken van de zithoek dan gemiddeld. Om vast te stellen of dit niet ‘puur aan het toeval’ ligt, worden de scores met betrouwbaarheidsintervallen weergegeven. Met een 95% betrouwbaarheidsinterval (95%-BI) wordt aangegeven dat er met 95% zekerheid gesteld kan worden dat het gemiddelde van de daadwerkelijke populatie die de bibliotheek gebruikt tussen de 2.47 en de 2.85 punten ligt. Aangezien we met een steekproef (de respondenten) uit een populatie te maken hebben is dit een belangrijke notie bij de interpretatie van de resultaten.

12

BezoekersprofielHet bezoekersprofiel van de respondenten verschilt over de drie jaren. In 2014 was 54.2% van de respondenten student en 37.5% docent of onderzoeker aan de faculteit Bouwkunde. In 2010 was 83.4% van de respondenten student en 11.0% docent of onderzoeker aan de faculteit Bouwkunde. In 2008 was 71.3% van de respondenten student en 26.2% docent of onderzoeker aan de faculteit Bouwkunde (zie Figuur 1 en Tabel 2).

De grote schommelingen in het aatal bezoekers (respondenten) kan mogelijk verklaard worden door de berichten over mogelijke sluiting van de bibliotheek in 2010. Hierdoor stimuleerden medewerkers en studenten elkaar waarschijnlijk om de vragenlijst in te vullen en zo de mening over de bibliotheek te ventileren.

Docenten, onderzoekers en medewerkers worden in het vervolg van dit rapport in de tabellen en figuren aangeduid als “docent”. Externe en interne studenten worden aangeduid als “student”.

Tabel 3 geeft een overzicht van het vakgebied weer van de respondenten, onderverdeeld naar studenten en docenten. Opvallend was de daling van het aantal deelnemende studenten van de afdeling Urbanism in 2014 ten opzichte van 2008, van 28.3% naar 10.0% (X2(1)=17.1, p<.001). Ook was het aantal deelnemende studenten van building technology in 2014 ten opzichte van 2008 significant gedaald van 11.6% naar 3.5% (X2(1)=7.5, p<.006). Deze daling was ook bij de respondenten van building technology te zien. In 2008 was 37.3% van de docenten een docent van de afdeling building technology, in 2014 was dit nog 14.5% (X2(1)=11.2, p<.001). Dit patroon lijkt ook zichtbaar te zijn tussen het jaar 2010 en 2014. Hiervoor ontbreekt echter de data en zijn er geen statistische vergelijkingen gemaakt om dit verschil aan te tonen.

Van alle respondenten waren de eerste jaren van de opleiding ondervertegenwoordigd: 31.8% van de respondenten waren bachelor studenten en 63,5% waren masterstudenten (zie Tabel 4). De enquête uit 2014 vertoont een sterkere segregatie in vergelijking met 2010 en 2008. De enquêtes lijken een trend weer te geven in de toename van het aantal respondenten in een hoger studiejaar. In Figuur 1 is de verdeling van de student-respondenten over de drie studiejaren in percentages te zien.

Figuur 1. Studentenprofiel over 2008, 2010 en 2014

13Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Tabel 2. Bezoekersprofiel

Vraag 1. In welke hoedanigheid bezoekt u de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde TU Delft? 2008 N(%) 2010 N(%) 2014 N(%)Student faculteit Bouwkunde TU Delft 139 (71.3) 1066 (83.4) 163 (54.2)Student andere faculteit TU Delft 0 (0.0) 1 (0.1) 7 (1.4)Student onderwijsinstelling buiten TU Delft 1 (0.5) 1 (0.1) 0 (0.0)Docent/onderzoeker faculteit Bouwkunde TU Delft 51 (26.2) 140 (11.0) 113 (37.5)Medewerker, geen docent/onderzoeker, TU Delft 0 (0.0) 36 (2.8) 10 (2.0)Externe bezoeker (bijvoorbeeld van architectenbureau of overheidsinstantie)

4 (2.1) - 7 (2.3)

Anders 0 (0.0) 34 (2.7) 1 (0.3)Totaal 195 (100) 1278 (100) 301 (100)

Tabel 3. Vakgebied

Vraag 2. Studierichting of werkplek

2008 N(%) 2010 N(%) 2014 N(%)Docent Student Docent Student Docent Student

Architecture 15 (29.4) 77 (55.8) 187 (41.4) 491 (72.4) 46 (37.1) 89 (52.4)Building Technology 19 (37.3) 16 (11.6) 37 (17.6) 58 (8.6) 18 (14.5)* 6 (3.5)*Urbanism 20 (39.2) 39 (28.3) 43 (20.5) 116 (17.1) 31 (25.0) 17 (10.0)**Real Estate & Housing 10 (19.6) 34 (24.6) 23 (11.0) 67 (9.9) 25 (20.2) 44 (25.9)Landscape Architecture - - 10 (4.8) 12 (1.8) 4 (3.2) 6 (13.5)Anders - - 40 (19.0) 11 (1.6) 17 (13.7) 20 (11.8)Waarden in bold: verschil tussen docenten en studenten in het zelfde jaar is significant (p <.05).Contrast: verschil tussen 2008 en 2014, voor docenten of studenten, *p <.01, **p <.001Opmerking: vergelijkingen met 2010 zijn niet mogelijk i.v.m. ontbrekende data.

Tabel 4. Studentenprofiel

Vraag 3. In welke fase van uw studie bevindt u zich? 2008 N(%) 2010 N(%) 2014 N(%)1e jaar bachelorfase 16 (11.5) 68 (6.1) 28 (8.9)2e jaar bachelorfase 16 (11.5) 118 (10.5) 27 (8.6)3e jaar bachelorfase 28 (20.1) 222 (19.8) 45 (14.3)1e jaar masterfase 29 (20.9 325 (29.0) 78 (24.8)2e jaar masterfase 43 (30.9) 352 (31.4) 122 (38.7)Anders 7 (5.0) 36 (3.2) 15 (4.8)Totaal 139 (100) 796 (100) 315 (100)

14

BezoekersfrequentieFrequentie van bezoek

Om een beeld te krijgen van de bezoekersfrequentie van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde is de respondenten de volgende vraag gesteld: “Hoe vaak bezoekt u de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde?” (vraag 4). De scoring is gedaan met een 5-punts Likertschaal (neutraal antwoord: M=2.0).

De respondenten hebben aangeven de bibliotheek in 2014 regelmatig te bezoeken (M=2.72). Er lijkt geen verschil te zijn in de bezoekersfrequentie tussen 2014 en 2010 (t<2,ns). In 2014 hebben de respondenten aangegeven de bibliotheek significant vaker te bezoeken in vergelijking met 2008 (F(1,491)=13.98, p<.001) (zie Tabel 5).

Verandering bezoekersfrequentieVervolgens is de respondenten de vraag gesteld: “Is uw bezoek aan de bibliotheek in de afgelopen jaar afgenomen of toegenomen?” (vraag 5). De scoring is gedaan met een 6-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=2.0).

De respondenten hebben aangeven dat het bezoek aan de bibliotheek in 2014 gelijk is gebleven of is toegenomen (M=2.54). In 2014 gaven de respondenten aan significant minder gebruik te maken van de bibliotheek dan in 2010 (t(430)=10.05, p<.001). Tussen 2014 en 2008 lijkt de bezoekersfrequentie niet te verschillen (F<1,ns). (zie Tabel 5).

Verhuizing van de collectieOm inzicht te krijgen in het bezoekersgedrag wanneer de collectie naar de centrale bibliotheek zou worden verhuisd is de volgende vraag gesteld: “Als de collecties van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde in de centrale vestiging van de bibliotheek TU Delft zouden staan, zou u dan net zo vaak gebruik maken van de bibliotheekcollecties als nu?” (vraag 8). De scoring is gedaan met een 6-punts Likertschaal waarvan éém categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=2.0).

Als antwoord op een mogelijke verhuizing van de collecties naar de centrale bibliotheek hebben de respondenten aangegeven dat zij minder vaak gebruik zullen maken van de bibliotheekcollecties (M=.63). De antwoorden van de respondenten in 2014 lijken niet te verschillen van de gegeven antwoorden van de respondenten in 2010 (F<2,ns) en 2008 (t<3,ns)(zie Tabel 5).

InterpretatieGebaseerd op de antwoorden van de respondenten lijkt de bezoekersfrequentie in 2014 ten opzichte van 2010 onveranderd. De respondenten gaven echter wel aan dat het eigen bezoek is afgenomen ten opzichte van 2010.

Op de vraag naar een eventuele verhuizing van de collectie gaven de respondenten ook in 2014 een duidelijk antwoord: zij zullen naar eigen zeggen minder gebruik gaan maken van de collectie van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde indien deze wordt ondergebracht bij de Centrale Bibliotheek.

Tabel 5. Beschrijvende statistieken van bezoekfrequenties met een 95%-BI

95%-BI

Jaar Vraag M SD N Ondergrens Bovengrens2008 Vraag 4 2.40* .87 192 2.28 2.53

Vraag 5 2.46 .89 181 2.33 2.59Vraag 8 .71 .71 192 .61 .81

2010 Vraag 4 2.82 .82 1278 2.78 2.87Vraag 5 3.08* .81 1278 3.03 3.12Vraag 8 .75 .75 1278 .71 .79

2014 Vraag 4 2.72 .98 301 2.61 2.84Vraag 5 2.54 .83 293 2.44 2.64Vraag 8 .63 .72 296 .54 .71

Contrast: verschil van het gemiddelde ten opzichte van 2014: *p <.001

16

Doel van het bezoekRespondenten is de vraag gesteld: “met welk doel bezoekt u de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde?” (vraag 6). Ook is respondenten gevraagd of zij andere bibliotheken bezoeken met de vraag: “bezoekt u in het kader van studie of werk nog andere bibliotheken dan die van de faculteit Bouwkunde?” (vraag 7).

Boeken en tijdschriftenVan de respondenten bezochten docenten en studenten de bibliotheek van faculteit Bouwkunde voornamelijk om boeken op te halen (71.0% versus 74.7%) en om een boek of een tijdschrift te zoeken (76.6% versus 75.9%)(Tabel 6). Deze twee doelen lijken niet verschillend te zijn voor docenten en studenten (X2<1,ns).

Opdoen van inspiratieEen deel van de docenten (34.7%) heeft aangegeven de bibliotheek te gebruiken om inspiratie op te doen. Van de studenten heeft 64.1 % aangegeven de bibliotheek te gebruiken om inspiratie op te doen. Hierin verschillen de docenten en studenten sterk van elkaar, de studenten maken significant meer gebruik van de bibliotheek om inspiratie op te doen (X2 (1)=24.9, p<.001).

Student of docent gerelateerdIn vraag 6 zijn 3 vragen opgenomen die sterk gerelateerd zijn aan studenten zoals: het studeren voor vakken, studeren voor tentamens en het werken aan de bachelor- of masterscriptie. In Tabel 6 is te zien dat docenten aangeven de bibliotheek niet voor deze activiteiten te gebruiken.

Het raadplegen van internet in de bibliotheek werd nauwelijks door docenten gedaan (1.6%), in vergelijking met studenten (10.6%)(X2 (1)=9.1, p=.003). Het kopiëren en scannen werd in de bibliotheek eveneens minder door docenten gedaan (10.5%) in vergelijking met studenten (43.5%)(X2 (1)=37.6, p<.001).

Advies en hulp vragenHet stellen van een vraag aan het personeel van de bibliotheek was voor 22.6% van de docenten en 28.8% van de studenten een doel van het bezoek van de bibliotheek. Hierin lijken studenten en docenten niet van elkaar te verschillen (X2 (1)<1.5,ns).

Bezoek van andere bibliothekenVan de respondenten blijkt 67.7% van de docenten en 80.6% van de studenten regelmatig gebruik maakt van de Centrale Bibliotheek van de TU Delft. Van de docenten bezocht 25.8% tevens het voormalig NAI (nu Het Nieuwe Instituut) in Rotterdam tegenover 25.3% van de studenten.

Opvallend is dat 13.1% van de docenten gebruik heeft gemaakt van de categorie anders. Hierin verschilt het bezoek van andere bibliotheken van docenten significant van de studenten (X2 (1)=10.7, p=0.001). In deze categorie wordt veelal DOK, UVA of EUR genoemd.

Studenten bezoeken juist de Centrale Bibliotheek vaker dan de docenten (X2 (1)=6.3, p=0.012). Op de andere categorieën lijken docenten en studenten niet van elkaar te verschillen.

17Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

InterpretatieZowel docenten als studenten gebruiken de bibliotheek voornamelijk om boeken op te halen of om een boek dan wel een tijdschrift te zoeken. Het derde belangrijke doel voor zowel docenten als studenten is het opdoen van inspiratie voor ontwerp of onderzoek. Uit de analyse is gebleken dat studenten dit vaker doen dan de docenten.

In Tabel 6 zijn ook sterke verschillen te zien tussen docenten en studenten. Deze verschillen (van internet raadplegen t/m werken aan bachelor- of masterscriptie) zijn uiteraard niet indicatief voor daadwerkelijke verschillen in gebruikersgedrag. Docenten beschikken immers over eigen werkruimten en hoeven veelal niet te studeren voor vakken en tentamens.

Zowel docenten als studenten geven aan andere bibliotheken te bezoeken (Tabel 7). Vooral de Centrale Bibliotheek wordt regelmatig bezocht naast de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde. Opvallend is dat docenten een gevarieerder zoekpatroon lijken te hanteren dan de studenten. Op pagina 35 word hier verder op ingegaan (Gebruik digitale informatie).

Bibliotheek als verblijfplaats (1). Dit is vooral een issue voor studenten, zij studeren hier met boeken in de

buurt. “De bibliotheek is eigenlijk de enige stilteruimte in het gebouw, de enige plek waar je van anderen

stilte kunt vragen. Ik probeer er altijd te zijn zodra de deur opengaat,” zegt een van de studenten. Er is kor-

tom grote behoefte aan stilteplekken. De Centrale Bibliotheek biedt dat comfort niet, zeggen ze. Docenten

komen er alleen om boeken te halen of weg te brengen; zij hebben bovendien de service om hun bestelde

boeken op hun werkplek te laten bezorgen. Bron: groepsgesprek 27-5-2014.

Tabel 6. Doel van het bezoek

Vraag 6 2014 N(%)Docent Student

Boek ophalen 88 (71.0) 127 (74.7)Boek of tijdschrift zoeken 95 (76.6) 129 (75.9)Internet raadplegen 2 (1.6) 18 (10.6)*Studeren voor vakken 3 (2.4) 75 (44.1)**Studeren voor tentamen 0 (0.0) 77 (45.3)**Werken aan bachelor- of masterscriptie 1 (0.8) 91 (53.5)**Inspiratie opdoen voor ontwerp of onderzoek (bladeren in boeken, tijdschriften etc.) 43 (34.7) 109 (64.1)**Kopiëren of scannen 13 (10.5) 74 (43.5)**Advies/hulp vagen aan de balie 28 (22.6) 49 (28.8)Anders 24 (19.4) 11 (6.4)Contrast: verschil tussen docenten en studenten, *p <.01, **p <.001

Tabel 7. Bezoek aan andere bibliotheken

Vraag 7 20 14 N(%)Docent Student

Centrale bibliotheek TU Delft 84 (67.7) 137 (80.6)*Koninklijke bibliotheek Den Haag 13 (10.5) 26 (15.3)Amsterdam School of Real Estate 2 (1.6) 2 (1.2)Het Nieuwe Instituut (voorheen NAI) in Rotterdam 32 (25.8) 42 (25.3)Anders 23 (13.1) 15 (4.8)**Contrast: verschil tussen docenten en studenten, *p <.05, **p <.01

19Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

CollectiegebruikOm inzicht te krijgen in het gebruik van de collectie is de vraag gesteld: “Hoe vaak maakt u gebruik van de collectie…” (vraag 9). De scoring is voor alle 7 items gedaan met een 6-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=2.0).

Collectie gedrukte boekenIn 2014 maakten de respondenten regelmatig gebruik van gedrukte boeken (M=3.04). In verge-lijking met 2010 lijkt het gebruik van de respondenten niet te zijn veranderd (t<1,ns). Ten opzichte van 2008 was het gebruik van de collectie gedrukte boeken wel toegenomen met 0.34 punten (F(1,477)=12.3, p<.001).

Collectie gedrukte tijdschriftenDe respondenten in 2014 hebben aangegeven zo nu en dan tot regelmatig gebruik te maken van de collectie gedrukte tijdschriften (M=2.53). Ten opzichte van 2010 en 2008 lijkt het gebruik van deze collectie niet te zijn veranderd (t<1,ns).

Collectie gedrukte kaartenIn 2014 hebben de respondenten aangegeven zelden tot zo nu en dan gebruik te maken van de gedrukte kaarten in de kaartenkamer (M=1.44). In vergelijking met 2010 lijkt het gebruik van de respondenten niet veranderd te zijn (t<1.5,ns). Ten opzichte van 2008 lijkt er in 2014 juist een kleine toename van 0.25 punten te zijn in het gebruik van de collectie gedrukte kaarten (F(1,459)=7.0, p=.027)

Collectie e-booksDe respondenten in 2014 hebben aangegeven zelden tot zo nu en dan gebruik te maken van de collectie e-books (M=1.60). Het gebruik van de collectie e-books lijkt in 2014 te zijn toegenomen met 0.45 punten ten opzichte van 2010. Toen gaven de respondenten aan zelden gebruik te maken van de collectie e-books (t(402)=5.01, p<.001). Ook is het gebruik in 2014 ten opzichte van 2008 toegenomen met 0.47 punten. In 2008 gaven de respondenten nog aan nooit tot zelden gebruik te maken van de collectie e-books (F(1,456)=62.1, p<.001).

Collectie digitale tijdschriftenIn 2014 hebben de respondenten aangegeven zo nu en dan tot regelmatig gebruik te maken van de collectie digitale tijdschriften (M=1.96). Ten opzichte van 2010 is dit een toename van 0.61 punten (t(417)=6.5, p<.001), respondenten gaven toen aan zelden gebruik te maken van de collectie digitale tijdschriften. Ten opzichte van 2008 is het gebruik in 2014 toegenomen, met 0.96 punten (F(1,459)=55.9, p<.001). Respondenten gaven toen aan nooit tot zelden gebruik te maken van de collectie digitale tijdschriften.

Collectie digitale kaartenDe respondenten in 2014 hebben aangegeven zelden tot zo nu en dan gebruik te maken van de collectie digitale kaarten (M=1.84). Ten opzichte van 2010 is dit een toename, met 0.61 punten (t(417)=6.5, p<.001), respondenten gaven toen aan zelden gebruik te maken van de collectie digitale tijdschriften. Ten opzichte van 2008 nam het gebruik in 2014 toe met 0.93 punten (F(1,460)=56.6, p<.001), respondenten gaven toen aan de collectie zelden te gebruiken.

20

Collectie digitale databasesIn 2014 gebruikten de respondenten van de enquête zo nu en dan de collectie digitale biblio-grafische databases (M=2.14). Ten opzichte van 2010 is dit een kleine toename van 0.28 punten (t(471)=2.7, p=.010). Respondenten gaven toen aan zo nu en dan gebruik te maken van de collectie digitale bibliografische databases. Ten opzichte van 2008 is het gebruik in 2014 toegenomen met 0.73 punten (F(1,449)=29.5, p<.001). Respondenten gaven in 2008 aan zelden gebruik te maken van de collectie digitale bibliografische databases.

InterpretatieIn vergelijking met de voorgaande jaren zijn de respondenten in 2014 meer gebruik gaan maken van de collectie e-books, digitale tijdschriften, digitale kaarten en digitale bibliografische databases. Het gebruik van de collectie gedrukte tijdschriften en kaarten lijkt niet veranderd te zijn.

De afdeling Urbanism maakt veel gebruik van kaartmateriaal waardoor het gebruik van digitale en gedrukte kaarten door de afdeling Urbanism mogelijk anders is dan voor andere afdelingen. Zodoende wordt op pagina 21 verder ingegaan op het kaartgebruik van afdeling Urbanism.

Tabel 8. Beschrijvende statistieken van het collectie gebruik, met een 95%-BI

Vraag 9 95%-BI

Hoe vaak maakt u gebruik van de collectie ... M SD N Onder Boven

2008

… gedrukte boeken? 2.70** .91 180 2.57 2.83… gedrukte tijdschriften? 2.36 1.07 180 2.20 2.52… gedrukte kaarten (Kaartenkamer)? 1.19* 1.06 180 1.03 1.34… e-books (digitale boeken)? 0.68** .98 180 .53 .82… digitale tijdschriften 1.00** 1.22 180 .82 1.18… digitale kaarten (TU Maps en/of Kaartenkamer)? .91** 1.09 180 .75 1.07… digitale (bibliografische) databases (via de website van de bibliotheek)? 1.41** 1.31 180 1.22 1.60

2010

… gedrukte boeken? 2.98 .87 1278 2.94 3.03… gedrukte tijdschriften? 2.55 1.26 1278 2.48 2.62… gedrukte kaarten (Kaartenkamer)? 1.53 1.39 1278 1.45 1.61… e-books (digitale boeken)? 1.15** 1.34 1278 1.08 1.22… digitale tijdschriften 1.35** 1.45 1278 1.27 1.43… digitale kaarten (TU Maps en/of Kaartenkamer)? 1.59* 1.62 1278 1.50 1.68… digitale (bibliografische) databases (via de website van de bibliotheek)? 1.86* 1.81 1278 1.77 1.96

2014

… gedrukte boeken? 3.04 1.08 299 2.91 3.16… gedrukte tijdschriften? 2.53 1.19 296 2.39 2.67… gedrukte kaarten (Kaartenkamer)? 1.44 1.27 281 1.29 1.59… e-books (digitale boeken)? 1.60 1.36 278 1.44 1.76… digitale tijdschriften 1.96 1.42 281 1.79 2.13… digitale kaarten (TU Maps en/of Kaartenkamer)? 1.84 1.42 282 1.68 2.01… digitale (bibliografische) databases (via de website van de bibliotheek)? 2.14 1.44 271 1.97 2.31

Contrast: verschil van het gemiddelde ten opzichte van pagina 21-2014: *p <.05, **p <.001

21Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Kaartgebruik afdeling UrbanismVoor (master)studenten en docenten uit het vakgebied Urbanism wordt verwacht dat kaarten een belangrijke bron van informatie zijn. In Tabel 9 is het gebruik van gedrukte en digitale kaarten door de studenten en docenten van de afdeling Urbanism afgezet tegen het gebruik van de overige afdelingen.

Collectie gedrukte kaartenIn het jaar 2014 gebruiken docenten en studenten van de afdeling Urbanism zo nu en dan de collectie gedrukte kaarten (M=2.20). De overige afdelingen maken in het zelfde jaar zelden gebruik van de collectie gedrukte kaarten (M=1.57). Het gebruik van de collectie gedrukte kaarten is daarmee met 0.63 punten hoger dan dat van de overige afdelingen (F(1,299)=7.3, p=.007).

In het jaar 2010 gebruikten docenten en studenten van de afdeling Urbanism zo nu en dan de collectie gedrukte kaarten (M=2.08). De overige afdelingen gebruikten in het zelfde jaar zelden de collectie gedrukte kaarten (M=1.53). Het gebruik van de collectie gedrukte kaarten is daarmee met 0.54 punten hoger dan dat van de overige afdelingen (t(279)=4.66, p<.001).

In het jaar 2008 is te zien dat studenten en docenten van de afdeling Urbanism zelden tot zo nu en dan gebruik maakten van de collectie gedrukte kaarten (M=1.70). De overige afdelingen maakten in het zelfde jaar zelden gebruik van de collectie gedrukte kaarten. De afdeling Urbanism blijkt meer gebruik te maken van de collectie gedrukte kaarten dan de overige afdelingen met 0.74 punten (F(1,178)=20.9, p<.001).

Het gebruik van de collectie gedrukte kaarten door de afdeling Urbanism lijkt in de voorgaande jaren niet te verschillen van het gebruik in 2014 (t<2, ns). In 2008, 2010 en 2014 gaven de respondenten aan zo nu en dan gebruik te maken van de collectie.

Daarintegen lijken de andere afdelinen juist meer gebuik te zijn gaan maken van de collectie gedrukte kaarten. In 2010 maakten de respondenten meer gebruik van de collectie dan in 2008 (t(191)=6.0, p<.001). Het gebruik van de collectie gedrukte kaarten is daarmee in 2010 met 0.57 punten toegenomen tenopzichte van 2008 (t(191)=6.0, p<.001). Tussen 2014 en 2010 lijkt het gebruik gelijk te zijn gebleven (t<1, ns).

Collectie digitale kaartenIn het jaar 2014 gebruikten studenten en docenten van de afdeling Urbanism zo nu en dan de collectie digitale kaarten (M=2.44). De overige afdelingen maakten in het zelfde jaar eveneens zo nu en dan gebruik van de collectie digitale kaarten (M=1.96). Hiermee lijkt het gebruik van de collectie digitale kaarten in 2014 niet te verschillen van de overige afdelingen (F<4,ns).

In het jaar 2010 gebruikten studenten en docenten van de afdeling Urbanism zo nu en dan de collectie digitale kaarten (M=2.35). De overige afdelingen maakten in het zelfde jaar eveneens zo nu en dan gebruik van de collectie digitale kaarten (M=1.59). Het gebruik van de collectie digitale kaarten is daarmee met 0.76 punten hoger bij de afdeling Urbanism (t(287)=5.84, p<.001).

In het jaar 2008 gebruikten studenten en docenten van de afdeling Urbanism zelden de collectie digitale kaarten (M=1.29). De overige afdelingen maakten in het zelfde jaar eveneens zelden

22

gebruik van de collectie digitale kaarten (M=0.74). Het gebruik van de collectie digitale kaarten door de afdeling Urbanism is daarmee met 0.54 punten hoger dan bij de overige afdelingen (t(83)=2.8, p<.017).

Het gebruik van de collectie digitale kaarten door de afdeling Urbanism lijkt in 2014 niet te verschillen van 2010 (t<1, ns). In 2010 was er een sterke toename in het gebruik ten opzichte van 2008 met 1.06 punten (t(114)=5.1, p<.001). Tussen 2014 en 2010 lijkt het gebruik gelijk te zijn gebleven (t<1, ns).

De afdelingen lijken meer gebuik te zijn gaan maken van de collectie digitale kaarten in 2014. Het verschil met 2010 bedroeg 0.38 punten (t(381)=3.3, p<.003). In 2010 was er ook al een sterke toename ten opzichte van 2008. De toename in 2010 bedroeg 0.85 punten (t(219)=8.6, p<.001).

Digitaal of fysiek. De uitkomsten van het enquête onderzoek worden in het groepsgesprek nog eens bev-

estigd: tijdschriften en kaarten worden meer digitaal gebruikt dan boeken. Dat geldt voor studenten en

docenten. “Digitaal vind ik vooral handig voor tijdschriften, voor Journal papers, maar je moet echt weten

wat je zoekt,” zegt een van de docenten. Maar de zoekmachine van de TU Library helpt daar niet echt bij.

Die vertoont grote mankementen: “Ik vind de zoekmachine verschrikkelijk en ik gebruik hem ook niet. Soms

weet ik dat iets er is maar vind ik het niet,” aldus een docent. En een andere deelnemer zegt: “Soms doet de

zoekmachine het wel en soms doet ie het niet, er is geen peil op te trekken.” Kortom: bronnen (waarvan men

weet dat die er zijn) komen niet te voorschijn. En de zoekmachine is niet betrouwbaar: de ene keer doet hij

beter dan de andere keer. Tijdschriften zijn doorgaans wel makkelijker te vinden dan boeken. Bron: groeps-

gesprek 27-5-2014.

InterpretatieEr lijkt sprake te zijn van de duidelijke trend in het gebruik van het kaartmateriaal. Zowel digitaal als gedrukt kaartmateriaal wordt steeds meer gebruikt door andere afdelingen dan de afdeling Urbanism. In 2014 maakt de afdeling Urbanism meer gebruik van gedrukt kaartmateriaal dan de overige afdelingen. Het gebruik van digitaal kaartmateriaal verschilt niet tussen de afdeling Urbanism en de overige afdelingen.

In het jaar 2008 leek zowel digitaal als gedrukt kaartmateriaal vrijwel alleen gebruikt te worden door de afdeling Urbanism. Sinds 2008 is het gebruik duidelijk toegenomen, voornamelijk het gebruik van de digitale kaarten. Mogelijk is de introductie van de dienst maps.tudelft.nl hier een verklaring voor.

Tabel 9. Vergelijking kaartgebruik tussen de afdeling Urbanism en de overige afdelingen (overige afdelingen zijn:

Architecture, Building Technology, Real Estate & Housing en Landscape Architecture)

95%-BI

Afdeling Jaar M SD N Ondergrens BovengrensVraag 9c - Hoe vaak maakt u gebruik van de collectie gedrukte kaarten (Kaartenkamer)?Urbanism 2008 1.70 *** 1.11 56 1.40 1.99Urbanism 2010 2.08 *** 1.58 211 1.86 2.29Urbanism 2014 2.20 ** 1.51 50 1.77 2.63Overige 2008 0.96 *** 0.95 124 0.79 1.13Overige 2010 # # 1.53 *** 1.39 1067 1.45 1.62Overige 2014 1.57** 1.50 251 1.39 1.76Vraag 9f - Hoe vaak maakt u gebruik van de collectie digitale kaarten (TU Maps en/of Kaartenkamer)?Urbanism 2008 1.29 * 1.29 56 0.94 1.63Urbanism 2010 # # 2.35 *** 1.74 211 2.11 2.58Urbanism 2014 2.44 1.42 50 2.04 2.84Overige 2008 0.74 * 0.94 124 0.57 0.91Overige 2010 # # 1.59 *** 1.62 1067 1.49 1.69Overige 2014 # 1.96 1.60 251 1.77 2.16Contrast 1: Urbanism versus overige in het zelfde jaar: *p <.05, **p <.01, ***p <.001Contrast 2: verschilt significant ten opzichte van voorgaand jaar: #p <.01, # #p <.001

24

Tevredenheid over de collectiesIn de enquête is de respondenten gevraagd naar de tevredenheid over verschillende onderdelen van de collectie van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde met de vraag: “Bent u tevreden over de collectie … die de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde aanbiedt?” (vraag 10). De scoring is gedaan met een 6-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=2.0).

Collectie gedrukte boekenDe respondenten in 2014 gaven aan tevreden te zijn over de collectie gedrukte boeken (M=3.16). Er lijkt geen verschil te zijn in de tevredenheid over de collectie gedrukte boeken tussen de respondenten in 2014 en 2010 (t<2,ns). Ten opzichte van 2008 zijn de respondenten in 2014 wel meer tevreden over de collectie gedrukte boeken met 0.50 punten verschil (F(1,462)=33.3, p<.001).

Collectie gedrukte tijdschriftenDe respondenten in 2014 gaven aan tevreden te zijn over de collectie gedrukte tijdschriften (M=3.13). Ten opzichte van 2010 zijn de respondenten in 2014 iets minder tevreden over de collectie gedrukte tijdschriften met een verschil van 0.16 punten (t(371)=3.2, p=.003). In vergelijking met 2008 zijn de respondenten in 2014 meer tevreden over de collectie gedrukte tijdschriften, met een verschil van 0.21 punten (F(1,446)=7.5, p=.006).

Collectie gedrukte kaarten in deDe respondenten in 2014 gaven aan tevreden te zijn over de collectie gedrukte kaarten (M=2.94). Er lijkt geen verschil te zijn in de tevredenheid over de collectie gedrukte kaarten in vergelijking met de eerdere enquêtes (F<3,ns).

Collectie e-booksDe respondenten in 2014 gaven aan neutraal tot tevreden te zijn over de collectie e-books (M=2.52). Er lijkt geen verschil te zijn in de tevredenheid over de collectie e-books tussen de respondenten in 2010 en 2014 (t<1,ns). In vergelijking tot de gegeven antwoorden in 2008 zijn de respondenten in 2014 meer tevreden over de collectie e-books, met een verschil van 0.46 punten (F(1,258)=16.6, p<.001).

Collectie digitale tijdschriftenIn 2014 gaven de respondenten aan tevreden te zijn over de collectie digitale tijdschriften (M=2.63). Er lijkt geen verschil te zijn in de tevredenheid over de collectie digitale tijdschriften tussen de respondenten in 2010 en 2014 (t<1,ns). De respondenten in 2014 lijken met een verschil van 0.36 punten meer tevreden te zijn over de collectie digitale tijdschriften (F(1,330)=10.9, p=.001).

Collectie digitale kaartenIn 2014 gaven de respondenten aan tevreden te zijn over de collectie digitale kaarten (M=2.82). Er lijkt geen verschil te zijn in de tevredenheid over de collectie digitale kaarten tussen de respondenten in 2010 en 2014 (t<1,ns). De respondenten in 2014 lijken met een verschil van 0.28 punten meer tevreden te zijn over de collectie digitale kaarten (F(1,316)=5.2, p=.003).

25Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Collectie digitale databasesDe respondenten in 2014 gaven aan tevreden te zijn over de collectie bibliografische databases (M=2.68). Er lijkt geen verschil te zijn in de tevredenheid over de collectie digitale kaarten tussen de respondenten in 2010 en 2014 (t<1,ns). In vergelijking met 2008 zijn de respondenten in 2014 meer tevreden over de collectie bibliografische databases, met een verschil van 0.31 punten (F(1,341)=10.7, p=.001).

InterpretatieDe tevredenheid van de respondenten is, ten opzichte van 2010 nagenoeg gelijk gebleven. Enkel de tevredenheid over de gedrukte tijdschriften is in 2014 iets afgenomen. Ten opzichte van 2008 lijkt er veel te zijn verbeterd in de bibliotheek. De respondenten gevan aan in 2014 op de meeste aspecten meer te vreden te zijn ten opzichte van 2008 (Tabel 10).

Tabel 10. Beschrijvende statistieken van de tevredenheid over de collectie, met een 95%-BI

Vraag 10. 95%-BIM SD N Onder Boven

2008

… gedrukte boeken … 2.66** 1.03 178 2.51 2.81… gedrukte tijdschriften … 2.92* .69 171 2.79 3.04… gedrukte kaarten (Kaartenkamer) … 2.79 .56 133 2.66 2.92… e-books (digitale boeken) … 2.06** .51 85 1.91 2.21… digitale tijdschriften … 2.27* .80 102 2.10 2.45… digitale kaarten (TU Maps en/of Kaartenkamer) … 2.54* .53 100 2.40 2.69

… digitale (bibliografische) databases (via de website van de bibliotheek) … 2.37* .72 121 2.22 2.53

2010

… gedrukte boeken … 3.24 .68 1257 3.21 3.28… gedrukte tijdschriften … 3.29* .65 1206 3.25 3.32… gedrukte kaarten (Kaartenkamer) … 2.98 .70 1008 2.94 3.02… e-books (digitale boeken) … 2.48 .71 869 2.44 2.53… digitale tijdschriften … 2.59 .72 920 2.54 2.64… digitale kaarten (TU Maps en/of Kaartenkamer) … 2.81 .72 958 2.76 2.86… digitale (bibliografische) databases (via de website van de bibliotheek) … 2.75 .66 993 2.71 2.79

2014

… gedrukte boeken … 3.16 1.01 286 3.06 3.26… gedrukte tijdschriften … 3.13 .77 277 3.04 3.22… gedrukte kaarten (Kaartenkamer) … 2.94 .81 205 2.83 3.05… e-books (digitale boeken) … 2.52 .92 202 2.39 2.64… digitale tijdschriften … 2.63 .93 230 2.51 2.76… digitale kaarten (TU Maps en/of Kaartenkamer) … 2.82 .79 218 2.71 2.92… digitale (bibliografische) databases (via de website van de bibliotheek) … 2.68 .81 222 2.57 2.78

Contrast: significant verschil ten opzichte van 2014, *p <.01, **p <.001

26

Aanvullen collectie & AskYourLibraryMogelijkheid tot aanvullen van de collectie

Respondenten werd gevraagd of zij op de hoogte waren van een dienst van de bibliotheek waarbij de gebruikers van de bibliotheek zelf voorstellen kunnen doen om een boek of tijdschrift te kopen en in de collectie op te nemen met de vraag: “Wist u dat u via de bibliotheekcommissie van de faculteit of via de website van de bibliotheek voorstellen kunt doen om een boek of tijdschrift te kopen en in de collectie op te nemen?” (vraag 11).

Van de respondenten was het merendeel van de studenten (72.2%) niet op de hoogte van de mogelijkheid om voorstellen te doen voor de aanschaf van boeken of tijdschriften. Het merendeel van de docenten (56.5%) lijkt wel op de hoogte te zijn van de mogelijkheid. Docenten blijken 2.39 tot 6.51 keer meer af te weten van de mogelijkheid suggesties te doen voor de collectie dan studenten (X2 (1)=28.66, p<.001). Een vergelijking met voorgaande jaren is helaas niet mogelijk aangezien deze vraag in 2014 voor het eerst in de enquête is opgenomen.

Bekendheid AskYourLibraryAskYourLibrary is de service van TU Delft Library waar klanten terecht kunnen voor inhoudelijke bibliotheekvragen. Om de bekendheid van deze dienst te bepalen is de respondenten de vraag gesteld: “Bent u bekend met de dienst AskYourLibrary van de bibliotheek TU Delft?” (vraag 13).

Uit de analyse (Tabel 13) blijkt de dienst in 2014 bekender te zijn geworden bij de studenten om vergelijking met 2008. In 2008 was 26.6% van de studenten op de hoogte van de dienst, in 2014 is de bekendheid met 22.8% gestegen naar 49.4% (X2(1)=15.9, p<.001). De bekendheid van de dienst AskYourLibrary lijkt bij de docenten onveranderd tussen 2008 en 2014 (X2<3,ns).

In 2014 lijkt de bekendheid van de dienst AskYourLibrary niet te verschillen tussen docenten en studenten (X2<3,ns). In 2008 waren docenten meer op de hoogte van de dienst AskYourLibrary in vergelijking met studenten (X2 (1)=6.7, p=.009).

In tabel Tabel 14 is te zien dat de dienst AskYourLibrary door docenten in 2008, 2010 en 2014 zelden wordt gebruikt. Bij studenten is een klein verandering te zien over de jaren. Het gebruik de dienst is van 2008 op 2010 bij studenten iets toegenomen met 0.50 punten (t(39)=3.4, p=.002). Echter, het gebruik van de dienst door studenten is van 2008 op 2010 weer iets afgenomen, met 0.31 punten (t(135)=2.96, p=.006).

InterpretatieUit de gegeven antwoorden op vraag 11 lijken de meeste studenten niet goed op de hoogte zijn van de mogelijkheid om de collectie aan te vullen. De docenten zijn over het algemeen beter geïnformeerd. Hiermee lijkt vraag 11 het beeld uit vraag 7 (pagina 18) te versterken: docenten lijken breder georiënteerd te zijn wat betreft informatiebronnen in vergelijking tot studenten.

Bij de respondenten was de bekendheid van de dienst AskYourLibrary in 2014 toegenomen onder studenten ten opzichte van 2008. Bij docenten lijkt de bekendheid niet veranderd te zijn ten opzichte van 2008. In 2014 lijkt de bekendheid van de dienst AskYourLibrary niet te verschillen tussen docenten en studenten. Ongeveer de helft van de respondenten (zowel docenten als studenten) is bekend met de dienst.

27Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Tabel 11. Cel percentages van antwoorden op vraag 11

Ja (%) Nee (%)

Studenten 70 (43.5) 100 (72.2)Docenten 91 (56.5) 33 (24.8)

Tabel 12. Resultaten logistische regressie analyse vraag 11

95%-BIB SE Wald Ondergrens Bovengrens

Constante -.36 .16 5.24 - -Docenten vs Studenten 1.37*** .26 28.66 2.39 6.51B coefficient is significant: *p <.001

Tabel 13. Bekendheid AskYourLibrary

Vraag 13. Docent Student2008 N(%) 23 (46.9) 34 (26.6)2014 N(%) 74 (59.7) 84 (49.4)*Waarden in bold: verschil tussen docenten en studenten in het zelfde jaar is significant (p <.001).Contrast: verschil tussen 2008 en 2014 voor docenten of studenten: *p <.001Opmerking: vergelijkingen met 2010 zijn niet mogelijk i.v.m. ontbrekende data.

Tabel 14. Gebruik van AskYourLibrary

Vraag 14. Hoe vaak maakt u gebruik van AskYourLibrary? 95%-BIJaar Groep M SD N Ondergrens Bovengrens2008 Docenten 1.09 .67 23 .80 1.38

Studenten .85 .82 34 .57 1.142010 Docenten 1.34 .67 127 1.22 1.46

Studenten 1.35* .91 467 1.27 1.432014 Docenten 1.29 .89 80 1.09 1.49

Studenten 1.04* .95 97 .85 1.23Contrast: verschil van het gemiddelde ten opzichte van voorgaand jaar: *p <.01

28

Gebruik digitale informatieRespondenten is de vraag gesteld: “van welke onderstaande aanbieders van digitale informatie maakt u gebruik?” (vraag 12). In Tabel 15 is het gebruik van digitale informatieverstrekkers van de respondenten weergegeven.

Zoekmachines van GoogleUit de analyse (Tabel 15) gaven studenten aan in 2014 meer gebruik te maken van de reguliere zoekmachine van Google (www.google.nl) dan docenten (X2(1)=9.7, p=.002). Ook gaven studenten aan meer gebruik te maken van de wetenschappelijk georiënteerde zoekmachine van Google (scholar.google.nl) in vergelijking met docenten (X2(1)=10.7, p=.001).

Vergelijkingen tussen 2014 en 2008 laten verschuivingen zien in het zoekgedrag voor zowel docenten als studenten. In 2008 gaf 98.0% van de docenten aan de reguliere zoekmachine van Google te gebruiken, in 2014 is dit percentage met 23.8% afgenomen naar 74.5% (X2(1)=12.9, p<.001). Van de studenten gaf 98.4% de reguliere zoekmachine van Google te gebruiken in 2008, in 2014 is dit percentage met 10.2% afgenomen naar 88.2% (X2(1)=11.1, p=.001).

Het gebruik van de wetenschappelijk georiënteerde zoekmachine van Google juist toegenomen onder docenten en studenten. In 2008 gaf 40.8% van de docenten aan Google scholar te gebruiken, in 2014 is dit percentage met 21.3% toegenomen naar 62.1% (X2(1)=6.5, p=.011). Van de studenten gaf 22.7% aan Google scholar te gebruiken in 2008, in 2014 is dit percentage met 56.7% toegenomen naar 79.4% (X2(1)=95.1, p<.001).

Overige zoekmethodenHet gebruik van andere zoekmachines was in 2014 hoger dan in 2008. In 2008 gaf 16.3% van de docenten aan andere zoekmachines te gebruiken, in 2014 is dit percentage met 33.7% toegenomen naar 50.0% (X2(1)=16.5, p<.001). Van de studenten gaf 10.2% aan andere zoekmachines te gebruiken in 2008, in 2014 is dit percentage met 35.1% toegenomen naar 45.3% (X2(1)=42.8, p<.001). Welke zoekmachines dit betreft is echter niet af te leiden uit de vraag.

Ook het gebruik van andere portals en directories was in 2014 toegenomen. Van de studenten gaf 16.4% aan andere portals en directories te gebruiken in 2008, in 2014 is dit percentage met 47.1% toegenomen naar 63.5% (X2(1)=66.1, p<.001). Bij de docenten lijkt het gebruik van andere portals en directories in 2014 niet veranderd te zijn sinds 2008 (X2<1,ns).

In 2008 gaf 69.4% van de docenten aan de catalogi van digitale bibliotheken te gebruiken, in 2014 is dit percentage met 44.4% afgenomen naar 25.0% (X2(1)=29.5, p<.001). Van de studenten gaf 44.5% aan de catalogi van digitale bibliotheken te gebruiken in 2008, in 2014 is dit percentage met 26.9% afgenomen naar 17.6% (X2(1)=25.5, p<.001).

In 2008 gaf 53.1% van de docenten aan de online databases te gebruiken, in 2014 is dit percentage met 40.2% afgenomen naar 12.9% (X2(1)=30.8, p<.001). Van de studenten gaf 32.8% aan de online databases in 2008 te gebruiken, in 2014 is dit percentage met 22.2% afgenomen naar 10.6% (X2(1)=22.4, p<.001).

29Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Tabel 15. Gebruik aanbieders van digitale informatie

Vraag 12a t/m 12f 2008 N(%) 2010 N(%) 2014 N(%)Docent Student Docent Student Docent Student

Google 48 (98.0) 126 (98.4) 190 (90.5) 1002 (93.8)

92 (74.2)** 150 (88.2)**

Google Scholar 20 (40.8) 29 (22.7) 72 (34.3) 548 (51.3) 77 (62.1)* 135 (79.4)**Andere zoekmachines 8 (16.3) 13 (10.2) 35 (16.7) 82 (7.7) 62 (50.0)** 77 (45.3)**Andere portals en directories 13 (26.5) 21 (16.4) 62 (29.5) 147 (13.8) 86 (69.4)** 108 (63.5)**Catalogi digitale bibliotheken 34 (69.4) 57 (44.5) 112 (53.3) 462 (43.3) 31 (25.0)** 30 (17.6)**Online databases 26 (53.1) 42 (32.8) 108 (51.4) 390 (36.5) 16 (12.9)** 18 (10.6)**Anders 4 (2.3) 7 (4.0) 11 (5.2) 23 (2.2) 13 (10.5) 3 (1.8)Waarden in bold: verschil tussen docenten en studenten in het zelfde jaar is significant (p <.05).Contrast: verschil tussen docenten of studenten, 2008 vs 2014: *p <.05, ***p <.001Opmerking: vergelijkingen met 2010 zijn niet mogelijk i.v.m. ontbrekende data.

Categorie andersIn de categorie anders hebben de respondenten alternatieve bronnen aangegeven. Slechts een klein deel van de respondenten heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de open vraag in te vullen. In 2014 werden de volgende antwoorden ingevuld bij de open vraag (categorie anders): CBS, Endnote, ESRI, google books, academic.research.microsoft.com, JSTOR, Picarta, SciFinder, Scopus, Web of Science en de TU Delft repository.

InterpretatieDe antwoorden van de respondenten op vraag 12 ondersteunen het beeld dat door vraag 7 (pagina 18) en vraag 11 (pagina 27) is gevormd: de manier van oriënteren bij het zoeken naar informatie lijkt te veranderen. De gegeven antwoorden op vraag 12 lijken te wijzen op een verandering van zowel kwaliteit als kwantiteit.

Allereerst is er de verschuiving van de reguliere zoekmachine van Google naar de wetenschappelijke zoekmachine van Google (Scholar), voor zowel docenten als studenten. Deze zoekmachine is echter beperkt inzetbaar bij het zoeken naar wetenschappelijke publicaties. Het veelvuldig gebruik van deze zoekmachine heeft waarschijnlijk veel te maken met het gemak waarmee veel publicaties in meerdere wetenschappelijke tijdschriften te vinden zijn.

Respondenten hebben aangegeven in 2014 meer gebruik te maken van andere zoekmachines en andere portals en directories. De antwoorden kunnen echter niet geïnterpreteerd worden aangezien het niet duidelijk is welke zoekmachines en welke portals en directories de respondenten bedoelen (dit is ook niet gespecificeerd in de vraag). Daarnaast is het niet duidelijk of dit wel wetenschappelijk verantwoorde bronnen zijn. Bovendien is discussie of de geschiktheid van een bron altijd mogelijk en zullen meningen hierover (blijven) verschillen.

De sterke afname van het gebruik van catalogi van digitale bibliotheken en online databases in 2014 betekend mogelijk dit dat er minder gebruik wordt gemaakt van specifieke wetenschappelijke databases als Scopus, Web of Science, JSTOR, NARCIS, etc. De vraag is echter niet duidelijk genoeg geformuleerd om dit te concluderen.

Verdere uitdieping van dit onderwerp met diepteinterviews is wenselijk om een beter beeld te

30

krijgen van het zoekgedrag van de respondenten. Onderstaand vraag (vraag 16) verschaft meer informatie over de manier waarop respondenten het zoeken naar informatie hebben aangeleerd.

Vaardigheden zoeken van informatieVaardigheden voor het zoeken van de juiste informatie is een belangrijk onderdeel van een wetenschappelijke opleiding. Om dit te faciliteren verzorgt de bibliotheek van de TU Delft een bibliotheekinstructie voor studenten in verschillende studiejaren (Bachelor en Master). De cursussen worden gegeven door bibliotheekpersoneel en studentenmentoren en zijn gebaseerd op Tulib (vroeger DelftSpecial). Om een beeld te krijgen van de manier waarop de respondenten de vaardigheden voor het zoeken naar informatie hebben opgedaan is de vraag gesteld: “Hoe heeft u uw vaardigheden voor het zoeken van informatie verkregen?” (vraag 15).

Tabel 16 geeft een overzicht van de manier waarop de respondenten de vaardigheden voor het zoeken van informatie hebben opgedaan. Uit de analyse blijkt dat 88.2% studenten en 90.3% van de docenten aangeeft de vaardigheden zelf te hebben aangeleerd. Bij de studenten is dit aantal iets kleiner geworden ten opzichte van 2008 waar nog 96.1% van de studenten aangaf zelf de vaardigheden te hebben aangeleerd.

Het aantal studenten dat heeft aangeven de vaardigheden te hebben aangeleerd bij de informatievaardigheden voor bachelor- en masterstudenten is toegenomen van 4.1% naar 21.8% (X2(1)=5.8, p=.016). Ook is het aantal studenten dat heeft aangeven de vaardigheden te hebben aangeleerd bij TUlib toegenomen van 1.6% naar 18.8% (X2(1)=21.3, p<001). Overige contrasten voor studenten en docenten tussen 2008 en 2014 lijken niet te verschillen van elkaar.

InterpretatieOpvallend is dat een groot deel van de respondenten heeft aangegeven de vaardigheden zelf te hebben aangeleerd. Hoe en waar de respondenten dit hebben gedaan zou waardevolle informatie kunnen opleveren voor de informatieverstrekking van Tulib en de cursessen voor de Bachelor- en Masterstudeten.

Een andere mogelijkheid is dat studenten, in plaats van het volledig zelf aanleren van de vaardigheden, de vaardigheden verder hebben verbeterd na het volgen van de instructiecursus door bibliotheekpersoneel en studentenmentoren. Met andere woorden: de instructiecursus helpt de student onderweg om de vaardigheden te verbeteren. Dit lijkt erg aannemelijk maar kan niet worden geconcludeerd op bais van de antwoorden op vraag 15. Hiervoor is verdere uitdieping van dit onderwerp met diepteinterviews wenselijk

31Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Tabel 16. Overzicht verkregen vaardigheden van de respondenten

Vraag 15a t/m 15h 2008 N(%) 2010 N(%) 2014 N(%)Docent Student Docent Student Docent Student

Zelf aangeleerd 46 (93.9) 122 (96.1) 186 (88.6) 923 (86.4) 112 (90.3) 150 (88.2)*TUlib 2 (4.1) 2 (1.6) 32 (15.2) 219 (20.5) 16 (12.9) 32 (18.8)**1e jaars info 3 (6.1) 37 (29.1) 15 (7.1) 305 (28.6) 7 (5.6) 56 (32.9)Info Bsc/Msc 2 (4.1) 7 (5.5) 8 (3.8) 216 (20.2) 7 (5.6) 37 (21.8)**Middelbare school 3 (6.1) 1 (0.8) 21 (10.0) 290 (27.2) 4 (3.2) 3 (1.8)Boek of handleiding 3 (6.1) 1 (0.8) 4 (1.9) 21 (2.0) 1 (0.8)* 2 (1.2)Externe cursus 3 (6.1) 42 (33.1) 7 (3.3) 11 (1.0) 9 (7.3) 60 (35.3)Anders 7 (4.0) 6 (3.4) 26 (12.4) 53 (5.0) 10 (8.1) 10 (5.9)Waarden in bold: verschil tussen docenten en studenten in hetzelfde jaar is significant (p <.05).Contrast: verschil tussen 2008 en 2014 voor docenten of studenten: * p <.05, ** p <.001Opmerking: vergelijkingen met 2010 zijn niet mogelijk i.v.m. ontbrekende data.

Informatievaardigheden. “Wat mij betreft hoeven die cursussen niet echt. Ik vind de kennismaking wel erg

belangrijk. In het eerste jaar is het fijn dat je weet wat er is, maar om ons daarna te gaan uitleggen hoe je

met Google zoekt hoeft niet, dat leer je zelf,” zegt een van de studenten. Informatievaardigheden is vooral

een kwestie van zelfstudie. Die mening wordt gedeeld door aanwezige docenten en studenten. De studenten

vinden de eerste introductie- en kennismakingscursus nuttig, maar het nut van de herhalingen wordt betwi-

jfeld. Er worden wel verschillende suggesties gedaan. Meer inbedding (verbinding met bestaande vakken)

zoals de herziene Bachelor nu beoogt, lijkt een goede optie. Ook zou in aanvulling op de eerste cursus een

soort vraag en antwoordsite gemaakt kunnen worden, gericht op specifieke vragen en problemen. In de

woorden van een van de studenten: “Misschien is de vorm van de cursussen niet goed, want in een col-

legezaal komt het niet echt over. Misschien kan het wel online, op de site van de bibliotheek. Dat het daar

heel goed wordt uitgelegd en dat je interactief vragen kunt stellen, in een vraag- en antwoordmodel. Het

zou meer geredeneerd moeten zijn vanuit een probleem waar je tegenaan loopt in plaats van dat je iets ver-

plicht moet doen, want dan klik je gewoon door omdat je het op dat moment niet nodig denkt te hebben.”

TOI heeft, zeggen de deelnemers, voor het eigen onderwijs een mooie tool die als voorbeeld kan dienen.

Bron: groepsgesprek 27-5-2014.

“Ik heb een workshop informatievaardigheden voor PhD’s gedaan, die was heel erg nuttig. Verder heb ik veel

met trial & error geleerd”. Bron: groepsgesprek 5-6-2014.

32

Dienstverlening en studieplekkenIn de enquête is de respondenten gevraagd naar verschillende aspecten over de inrichting van de bibliotheek met betrekking tot vindbaarheid en de tevredenheid over de studieplekken.

Vinden van boeken en tijdschriftenOm een beeld te krijgen van het gemak waarmee de respondenten de boeken en tijdschriften in de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde kunnen vinden is de vraag gesteld: “In hoeverre kunt u in de bibliotheek de boeken en tijdschriften die u zoekt eenvoudig vinden?” (vraag 16). De scoring is gedaan met een 6-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=2.0).

De respondenten in 2014 gaven aan het niet eenvoudig te vinden om boeken en tijdschriften te vinden (M=2.77). Het gemak waarmee de respondenten boeken en tijdschriften konden vinden lijkt sinds 2010 niet veranderd te zijn (t<1,ns). Het gemak waarmee de respondenten boeken en tijdschriften konden vinden lijkt in 2014 wel een verbetering te zijn ten opzichte van 2008. Het huidige niveau in met 0.26 punten toegenomen ten opzichte van 2008 (F(1,470)=7.7, p=.002).

Dienstverlening bij de balieDaarnaast is de mening over de dienstverlening gevraagd met de vraag: “Wat vindt u van de dienstverlening bij de balie van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde?” (vraag 17). De scoring van deze vraag is gedaan met een 5-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=1.5).

De respondenten in 2014 gaven aan de dienstverlening goed te vinden (M=2.87). De score is erg hoog, aangezien de maximale score op deze vraag 3.00 kan zijn. Het niveau van 2014 lijkt niet te verschillen van het niveau van 2010 (t<2,ns). Het niveau van 2014 is in vergelijking met 2008 een toename met 0.48 punten (F(1,451)=85.5, p<.001).

Aantal studieplekkenVervolgens is gevraagd naar de mening over het aantal studieplekken met de vraag: “Wat vindt u van het aantal studieplekken in de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde?” (Vraag 18). De scoring van deze vraag is gedaan met een 4-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=1.5).

De respondenten in 2014 gaven aan dat het aantal aanwezige studieplekken in de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde net voldoende (M=.58) was. Ten opzichte van 2010 is dit een daling met 0.10 punten in 2014 (t(258)=2.8, p=.010). De waardering van het aantal studieplekken in 2014 is ten opzichte van 2008 met 0.13 punten gedaald (F(1,374)=5.6, p=.018).

Tevredenheid over studieplekkenTenslotte is ook naar de tevredenheid over de studieplekken gevraagd met de vraag: “In hoeverre bent u tevreden over de studieplekken; inrichting, hoeveelheid ruimte, comfort e.d.?” (vraag 19). De scoring is gedaanmet een 6-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=2.0).

33Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

De respondenten in 2014 gaven aan tevreden te zijn over de studieplekken (inrichting, het comfort, e.d.)(M=2.68). Gezien de vraagstelling is niet op te maken met welk gevraagd aspect de deelnemers meer of minder tevreden zijn.

De waardering is ten opzichte van 2010 in 2014 met 0.50 punten gedaald (t(160)=5.7, p<.001). Ten opzichte van 2008 is de waardering over de studieplekken juist gestegen met 0.27 punten (F(1,387)=7.0, p=.006). In vergelijking met 2010 is er juist een afname in de waardering over de studieplekken te zien.

Bibliotheek als verblijfplaats (2). Vooral studenten studeren in de faculteitsbibliotheek van Bouwkunde.

Vaak de hele dag, maar “vanaf ‘s middags – zeker in de zomerperiode – zijn de luchttemperatuur en de

luchtkwaliteit niet echt prettig meer”, zegt een van de studenten. Naast luchtkwaliteit, moeten ook de

wifi-verbinding en het licht op de tussenverdieping worden verbeterd, zeggen zowel studenten en docenten.

Bron: groepsgesprek 27-5-2014.

“In het begin kwam ik er veel, ik werk hier nu 3 jaar, nu steeds minder eigenlijk. Ik vind het nogal benauwd

daar, zowat alles is nogal krap bemeten in de ruimte, en ik voel me ook qua klimaat enigszins benauwd” zegt

een onderzoeker. Bron: groepsgesprek 5-6-2014.

Tabel 17. Beschrijvende statistieken van vraag 16, 17, 18 en 19, met een 95%-BI

Vraag 16, 17, 18 & 19 95%-BI

M SD N Onder Boven

2008

Vraag 16 (vinden van boeken) 2.51** .97 179 2.36 2.65Vraag 17 (mening dienstverlening) 2.39*** .72 169 2.28 2.50Vraag 18 (aantal studieplekken) .71* .46 139 .63 .78Vraag 19 (tevredenheid studieplekken) 2.41** 1.00 150 2.25 2.57

2010

Vraag 16 (vinden van boeken) 2.82 .78 1265 2.78 2.86Vraag 17 (mening dienstverlening) 2.84 .19 1209 2.83 2.85Vraag 18 (aantal studieplekken) .68** .24 989 .66 0.69Vraag 19 (tevredenheid studieplekken) 2.91*** .80 1143 2.86 2.96

2014

Vraag 16 (vinden van boeken) 2.77 .80 293 2.68 2.86Vraag 17 (mening dienstverlening) 2.87 .39 284 2.83 2.91Vraag 18 (aantal studieplekken) .58 .52 235 .51 .65Vraag 19 (tevredenheid studieplekken) 2.68 .92 239 2.56 2.80

Contrast: verschil van het gemiddelde ten opzichte van 2014: *p <.05, **p <.01, ***p <.001

InterpretatieRespondenten vinden het erg lastig om boeken of tijdschriften te vinden in de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde. Dit is te opzichte van 2008 iets verbeterd. Waar dit precies mee te maken heeft is niet duidelijk, een mogelijkheid is bijvoorbeeld dat gezochte boeken niet aanwezig zijn.

De respondenten zijn erg tevreden over de dienstverlening van het personeel.

De tevredenheid over de studieplekken zelf is redelijk hoog. De de tevredenheid over het aantal studieplekken juist laag en sinds 2008 enkel gedaald. Waar dit precies aan ligt kan niet uit de enquête worden opgemaakt. Een mogelijkheid is het groeiend aantal studenten in combinatie met een gelijk blijvend aantal studieplekken in de bibliotheek.

35Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Digitaal of gedruktIn de enquête is de respondenten gevraagd naar het gebruik van digitale en gedrukte bronnen en naar de mening over de strategie van de bibliotheek om enkel gedrukte publicaties aan te schaffen wanneer de digitale versies niet beschikbaar zijn.

Voorkeur digitaal of gedruktNaar voorkeur voor digitale of gedrukte bronnen van de respondenten is gevraagd met de vraag: “Als u kunt kiezen tussen een digitaal of een gedrukt exemplaar van een boek of tijdschrift, welke kiest u dan?“ (vraag 21). De scoring is gedaan met een 4-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was. Aangezien het nominale waarden betreft is geen vergelijkingsanalyse gemaakt.

Zowel docenten als studenten gaven in 2014 de voorkeur aan een gedrukt boek met respectievelijk 68.0% en 64.7%. Dit lijkt voor docenten niet veranderd te zijn sinds 2008. Voor studenten lijkt de voorkeur in 2014 te zijn veranderd te opzichte van 2008 (X2(2)=7.2, p<.028).

Wat de voorkeur voor tijdschriften betreft lijken docenten geen sterke voorkeur te hebben gezien de vrijwel gelijke verdeling over de drie antwoordcategorieën (digitaal: 33.1%, gedrukt: 35.5%, beide:29.8%). Studenten geven in 2014 iets meer voorkeur aan beide (38.8%). Ten opzichte van 2008 is lijkt de voorkeur te zijn veranderd (X2(3)=11.9, p<.008). Gebaseerd op de procentuele verschillen lijken studenten meer de voorkeur te geven aan digitale tijdschriften dan in 2008 (Zie Tabel 19).

Gebruik digitale en gedrukte bronnenOm een beeld te krijgen van het gebruik van digitale en gedrukte bronnen is de vraag gesteld: “In hoeverre gebruikt u digitale en gedrukte bronnen?” (vraag 22). De scoring is gedaan met een 6-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=2.0).

In 2014 gaven de respondenten (docenten en studenten) aan ongeveer 50/50 gedrukte en digitale bronnen te gebruiken met respectievelijk M=1.73 en M=1.80. Docenten en studenten lijken niet van elkaar te verschillen wat betreft het gebruik van digitale of gedrukte bronnen (t<1,ns). Het gebruik van digitale bronnen door studenten is in 2014 met 0.22 punten toegenomen ten opzichte van 2010 (t(209)=3.3, p=.002). Ten opzichte van 2008 is dit gebruik in 2014 met 0.36 punten toegenomen (F(292)=13.5, p<.001). Het gebruik van digitale of gedrukte bronnen door de docenten lijkt niet te verschillen (t<2,ns).

Mening strategieOm een beeld te krijgen van de mening over de e-only strategie is de vraag gesteld: “Bent u het met deze (e-only) strategie eens?” (vraag 23). De scoring is gedaan met een 6-punts Likertschaal waarvan één categorie ‘geen mening’ was (neutraal antwoord: M=2.0).

Zowel docenten als studenten gaven aan het met deze strategie niet mee eens tot neutraal mee eens te zijn met respectievelijk M=1.48 en M=1.54. De meningen van docenten en studenten lijken in 2014 niet van elkaar te verschillen (t<1,ns). De mening van docenten in 2014 verschilt wel significant van 2010 met 0.30 punten (t(266)=2.1, p=.035). Ten opzichte van 2008 lijkt de mening over de e-only strategie van zowel docenten als studenten niet veranderd te zijn (t<1,ns).

36

InterpretatieZowel docenten als studenten geven aan een sterke voorkeur te hebben voor gedrukte boeken, de mening over tijdschriften is meer verdeeld en nagenoeg voor elke optie gelijk. De voorkeur voor digitaal materiaal is sinds 2008 echter wel toegenomen.

Een mogelijke voorkeur voor een gecombineerd gebruik van digitale en gedrukte bronnen komt tot uitdrukking in de mening over de e-only strategie. Hier zijn de respondenten het niet mee eens tot neutraal mee eens.

Tabel 18. Voorkeur voor een digitaal of gedrukt exemplaar

Vraag 21 2008 N(%) 2010 N(%) 2014 N(%)Wat Docent Student Docent Student Docent Student

Boek Digitaal 4 (8.2) 2 (1.6) 15 (7.1) 52 (4.9) 11 (8.9) 15 (8.8)Gedrukt 29 (59.2) 84 (67.2) 146 (69.5) 757 (70.9) 200 (68.0) 110 (64.7)Beide 15 (30.6) 39 (31.2) 47 (22.4) 253 (23.7) 66 (22.4) 45 (26.5)Weet niet 1 (2.0) 0 (0.0) 2 (1.0) 6 (0.6) 2 (1.6) 0 (0.0)

Tijdschrift Digitaal 23 (46.9) 15 (12.0) 55 (26.2) 187 (17.5) 41 (33.1) 45 (26.5)Gedrukt 15 (30.6) 60 (48.0) 94 (44.8) 506 (47.4) 44 (35.5) 59 (34.7)Beide 11 (22.4) 49 (39.2) 59 (28.1) 366 (34.3) 37 (29.8) 66 (38.8)Weet niet 0 (0.0) 1 (0.8) 2 (1.0) 9 (0.8) 2 (1.6) 0 (0.0)

Waarden in bold: verschil tussen docenten en studenten in het zelfde jaar is significant (p <.001).Waarden in italic: verschil tussen 2008 en 2014 is significant (p <.03).Opmerking: vergelijkingen met 2010 zijn niet mogelijk i.v.m. ontbrekende data.

Tabel 19. Beschrijvende statistieken van vraag 22 en 23, met een 95%-BI

95%-BI

Groep M SD N Onder Boven

2008

Vraag 22. In hoeverre gebruikt u digitale en gedrukte bronnen?

Student 1.44*** .84 124 1.29 1.59Docent 1.92 .85 48 1.67 2.16

Vraag 23. Bent u het met deze strategie eens? Student 1.43 1.09 123 1.24 1.62Docent 1.63 1.36 48 1.23 2.02

2010

Vraag 22. In hoeverre gebruikt u digitale en gedrukte bronnen?

Student 1.58** .68 1052 1.54 1.62Docent 1.57 .79 205 1.46 1.67

Vraag 23. Bent u het met deze strategie eens? Student 1.53 1.23 1044 1.46 1.60Docent 1.18* 1.18 174 1.00 1.35

2014

Vraag 22. In hoeverre gebruikt u digitale en gedrukte bronnen?

Student 1.80 .81 170 1.68 1.92Docent 1.73 .83 122 1.58 1.88

Vraag 23. Bent u het met deze strategie eens? Student 1.54 1.20 166 1.36 1.73Docent 1.48 1.14 122 1.27 1.68

Waarden in bold: verschil tussen docenten en studenten in het zelfde jaar is significant (p <.05).Contrast: verschil tussen docenten of studenten, ten opzichte van 2014: *p <.05, **p <.01, ***p <.001

37Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Toekomstbeeld, openingstijden en beoordelingToekomstbeeld

In de enquête is de respondenten gevraagd naar hoe zij de bibliotheek graag zouden zien in de toekomst met de vraag: “In welk beeld van de bibliotheek zoals deze er in de toekomst uit zou kunnen zien, kunt u zich het meest vinden” (vraag 24). De scoring is gedaan met een 4-punts Likertschaal met één open categorie. Aangezien het nominale waarden betreft is geen vergelijkingsanalyse gemaakt door middel van variantieanalyse (Tabel 20).

Docenten en studenten hebben beiden de voorkeur voor een bibliotheek zoals deze er nu uit ziet met respectievelijk 50.0% en 48.2%. In 2014 blijken docenten en studenten onderling van mening te verschillen over de bibliotheek van de toekomst (X2(4)=15.2, p<.004). Gebaseerd op de procentuele verschillen lijken studenten meer de voorkeur te geven aan een digitale bibliotheek, een studiecentrum, gedrukte collecties en bijzondere collecties (bijv. maquettes, prenten, historisch waardevolle boeken en stoelen) dan docenten (44.7% versus 37.1%). Ten opzichte van 2008 lijken er geen noemenswaardige veranderingen te zijn in de voorkeur voor de samenstelling van de bibliotheek.

Voorkeur openingstijdenRespondenten is gevraagd naar het gebruik van de bibliotheek op verschillende dagdelen (ochtend, lunch, middag of wisselend) met de vraag: “Op dit moment is de bibliotheek van de faculteit geopend van 9u tot 18u. Wanneer gebruikt u de bibliotheek bij voorkeur?” (vraag 20).

In Tabel 21 zijn de antwoorden op vraag 20 weergegeven. Zowel docenten als studenten gaven aan de bibliotheek voornamelijk te bezoeken op wisselende tijdstippen. Een verschil tussen studenten en docenten (getest met de Wilcoxon rank-sum test) lijkt niet aanwezig te zijn (Z<2,ns).

Openingstijden 1. “Ik vind 09.00 uur een goede tijd en ben geen voorstander van verlate openingstijden. Dat

geldt niet alleen voor tentamenperiodes, want ik zit er nu ook. Ik gebruik de bibliotheek de hele dag, van

09.00 uur tot 18.00 uur”, zegt een van de studenten. Dit was het antwoord op de vraag of, als er bezuinigd

moet worden, de Bouwkundebibliotheek niet anderhalve uur later open zou kunnen. De meeste deelnemers

zijn niet voor het bekorten van de openingstijden, ofschoon het voor docenten minder een probleem is dan

voor studenten. Het zal daarom lastig worden om aan de openingstijden te sleutelen. De bibliotheek biedt

(stille) studieplekken in de buurt van boeken, tijdschriften en kaarten. Het creëren van meer stilteplekken

buiten de Bibliotheek is geen complete oplossing vanwege de boeken en tijdschriften die nodig zijn. En de

studiemogelijkheden in de Centrale Bibliotheek zijn minder van kwaliteit dan die op Bouwkunde (minder

prettig en minder stil). Een docent vatte het zo samen: “Het feit dat veel studenten in de bibliotheek de boek-

en van daar gebruiken, pleit ervoor om de openingstijden niet in te perken; het is kennelijk meer dan alleen

een stilteplek.” Bron: groepsgesprek 27-5-2014.

38

Beoordeling van de bibliotheekIn de enquête is de deelnemers gevraagd een cijfer toe te kennen aan de bibliotheek van de faculteit van Bouwkunde (Tabel 22). Het gemiddelde cijfer dat studenten aan de bibliotheek toekennen is een 7.92, docenten geven gemiddeld een 7.87.

Ten opzichte van 2010 lijkt gegeven beoordeling in 2014 door docenten en studenten niet te zijn veranderd (t<1,ns). Ten opzichte van 2008 is de beoordeling gestegen in 2014. Het cijfer van studenten was toen 0.96 punten lager (F(293)=61.1, p<.001) en het toegekende cijfer van de docenten was 0.86 punten lager dan het cijfer in 2014 (F(170)=21.2, p<.001).

InterpretatieDe meeste respondenten gaven aan de bibliotheek in de toekomst het liefst te zien zoals deze nu is. Voornamelijk studenten gaven aan een toevoeging te zien van bijzondere collecties zoals maquettes, prenten, historisch waardevolle boeken en stoelen.

De toegekende beoordeling aan de biblitheek van de faculteit Bouwkunde is goed. De deelnemers lijken over het algemeen erg tevreden te zijn over de bibliotheek.

Openingstijden2: “De functies van bibliotheken voor de campus zijn essentieel voor meer functies dan al-

leen het lenen van boeken. Als je teveel knabbelt op je openingstijden, dan mis je toch een heel essentieel

punt van academisch leven, van écht academisch leven”. Aldus een onderzoeker. “Ik heb met een student

onderzoek gedaan in de studio’s. Die zijn ontzettend gehorig. Zij zijn niet geschikt om boeken te lezen en

schrijfwerk te doen. Een van de belangrijke functies van de bibliotheek is een rustige studiezaal” volgens een

docent. Weer een andere docent: “Slippery Slope een uur later! Ben bang dat het leidt tot afbouw” En twee

studenten samen: later dan 10.00 uur is in ieder geval onacceptabel. Bron: groepsgesprek 5-6-2014

39Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

Tabel 20. Toekomstig beeld van de bibliotheek

Vraag 24 2008 N(%) 2010 N(%) 2014 N(%)Docent Student Docent Student Docent Student

Een digitale bibliotheek 2 (4.2) 2 (1.6) 7 (3.3) 11 (1.0) 5 (4.0) 1 (0.6)Een digitale bibliotheek en een studiecentrum 2 (4.2) 6 (4.8) 2 (1.0) 32 (3.0) 3 (2.4) 10 (5.9)

Een digitale bibliotheek, een studiecentrum en gedrukte collecties; een combinatie zoals de bibliotheek er nu uitziet

13 (27.1) 52 (41.6) 69 (32.9) 459 (43.0) 62 (50.0) 82 (48.2)

Een digitale bibliotheek, een studiecentrum, gedrukte collecties en bijzondere collecties (bijv. maquettes, prenten, historisch waardevolle boeken en stoelen)

28 (58.3) 64 (51.2) 123 (58.6) 549 (51.4) 46 (37.1) 76 (44.7)

Anders 1 (0.8) 1 (0.8) 9 (4.3) 17 (1.6) 8 (6.5) 1 (0.6)Waarden in bold: verschil tussen docenten en studenten in het zelfde jaar is significant (p <.05).Opmerking: vergelijkingen met 2010 zijn niet mogelijk i.v.m. ontbrekende data.

Tabel 21. Voorkeur bibliotheekgebruik

Vraag 20 2014 N(%)Docent Student

’s Ochtends (9u-12u) 2 (1.6) 13 (7.6)In de lunchperiode (12u-13.30u) 2 (1.6) 2 (1.2)’s Middags (13.30u-18u) 18 (14.5) 30 (17.6)Op wisselende tijdstippen 102 (82.3) 125 (73.5)

Tabel 22. Cijfer voor de bibliotheek van de faculteit van Bouwkunde

95%-BI

Vraag 25 M SD N Onder Boven2008 Docenten 6.98* 1.31 48 6.60 7.36

Studenten 6.90* 1.07 125 6.71 7.102010 Docenten 7.90 1.67 210 7.68 7.92

Studenten 7.86 .98 1068 7.81 8.122014 Docenten 7.87 1.05 114 7.68 8.06

Studenten 7.92 1.14 170 7.78 8.10

Contrast: verschil van het gemiddelde cijfer ten opzichte van 2014: *p <.001

Algemene waardering. Het eindcijfer voor de Bibliotheek komt ook in de enquête van 2014 weer uit op een

8. Er zijn de nodige kritische opmerkingen gezet bij de zoekmachine van de bibliotheek, de cursussen in-

formatievaardigheden en de openingstijden. De Bibliotheek neemt een centrale plaats in. Een student zei:

“Voor mij is de bibliotheek (de collectie en de kundigheid van het personeel) een van de redenen om Bou-

wkunde aan te bevelen aan anderen. Mijn studie zou er anders uitgezien hebben zonder de faculteitsbiblio-

theek. Een docent: “De exposities die er gehouden worden, zijn heel leuk”. Een andere docent: Ik waardeer

de bibliotheek enorm; goed werk”. En een docent stelde: “Het moet eigenlijk beter: nog stiller, nog beter qua

licht en lucht. Je wilt tenslotte een excellente universiteit zijn, je wilt bij de top-5 van de wereld horen, dan

moet je daar ook geld aan uitgeven en er een mooie studieplek van maken”. Bron: groepsgesprekken van

27-5 en 5-6 2014

41Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

BijlagenGroepsgesprekken

Op 27 mei, 5 juni, en 6 juni 2014, hebben er groepsgesprekken plaatsgevonden met studenten en docenten van de faculteit Bouwkunde. De groepsgesprekken waren een vervolg op de enquête die in april 2014 is afgenomen. Met deze gesprekken kon dieper ingegaan worden op enkele van de onderwerpen uit de enquête. De volgende vier onderwerpen kwamen aan de orde: de bibliotheek als verblijfplaats, digitale versus fysieke bronnen, cursussen informatievaardigheden en de openingstijden van de faculteitsbibliotheek. De gesprekken werden voorgezeten door leden van de Bibliotheekcommissie.

1 Bijeenkomst 27 mei 2014:Leden Bibliotheekcommissie

Dion Kooijman (interviewer)

MaartenJan Hoekstra (notulist)

Deelnemers docenten

Frank Koopman

Sake Zijlstra

Han Meyer

Deelnemers studenten

Gerben Hofmeijer

Arjan Labruyere

Janneke van der Leer

2 Bijeenkomst 5 juni 2014:Leden Bibliotheekcommissie:

Anke Versteeg (interviewer)

Marietta Haffner (notulist)

Deelnemers docenten/ onderzoekers:

John Heintz

Salome Bentinck

Deelnemers studenten:

Siriluck Songsri

Liang Xiong

3 Bijeenkomst 6 juni 2014:Leden Bibliotheekcommissie:

Anke Versteeg (interviewer)

Nikki de Boer (notulist)

Deelnemers docenten/ onderzoekers:

André Ouwehand

Harald Mooij

Deelnemer studenten:

Freek Lindeman

42

Enquête bibliotheek faculteit Bouwkunde TU Delft (definitief 12-3-2014)Voor een onderzoek onder de gebruikers van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde willen wij U vragen deze

vragenlijst in te vullen. Met het invullen kunt U een bijdrage leveren aan het in stand houden en verbeteren van de

bibliotheek. De enquête is anoniem en het invullen duurt maximaal 10 minuten.

1. In welke hoedanigheid bezoekt U de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde TU Delft? Één antwoord mogelijk.

o Student faculteit Bouwkunde TU Delft

o Student andere faculteit TU Delft

o Student onderwijsinstelling buiten de TU Delft, namelijk:

o Docent/onderzoeker faculteit Bouwkunde TU Delft

o Docent/onderzoeker andere faculteit TU Delft

o Docent/onderzoeker onderwijsinstelling buiten de TU Delft, namelijk:

o Medewerker, geen docent/onderzoeker, TU Delft

o Externe bezoeker (Bijv. van architectenbureau of overheidsinstantie)

2. Wat is uw studierichting of werkplek? Meerdere antwoorden mogelijk.

Ο Architecture ΟArchitectural Engeneering &

Technology

Ο De Berlage

Ο Urbanism Ο Landscape Architecture Ο Anders, namelijk:Ο Real Estate & Housing Ο OTB

3. Alleen voor studenten: in welke fase van uw studie bevindt U zich? Één antwoord mogelijk.1e jaar Bachelor 2e jaar Bachelor 3e jaar Bachelor 1e jaar Master 2e jaar Master Anders

Ο Ο Ο Ο Ο Ο

4. Hoe vaak bezoekt U de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde? Één antwoord mogelijk.Nooit Zelden Zo nu en dan Regelmatig Vaak

Ο Ο Ο Ο Ο

5. Is uw bezoek aan de bibliotheek in de afgelopen jaar afgenomen of toegenomen? Één antwoord mogelijk. Sterk

afgenomenAfgenomen Gelijk gebleven Toegenomen

Sterk

ToegenomenWeet niet

Ο Ο Ο Ο Ο Ο

6. Met welk doel bezoekt U de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde? Meerdere antwoorden mogelijk. Ο Boek ophalen

Ο Boek of tijdschrift zoeken

Ο Internet raadplegen

Ο Studeren voor vakken

O Studeren voor tentamen

Ο Werken aan Bachelor- of Masterscriptie

Ο Inspiratie opdoen voor ontwerp of onderzoek (bladeren in

boeken, tijdschriften etc.)

Ο Kopieren of scannen

Ο Advies/hulp vagen aan de balie

O Anders, namelijk: _______________________

43Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

7. Bezoekt U in het kader van studie of werk nog andere bibliotheken dan die van de faculteit Bouwkunde?

Meerdere antwoorden mogelijk.

Ο Centrale Bibliotheek TU Delft Ο Amsterdam School of Real Estate (ASRE) Universiteit van

Amsterdam

Ο Koninklijke Bibliotheek Den Haag Ο Het Nieuwe Instituut (voorheen NAi) in Rotterdam

Ο Anders, namelijk: _______________________

8. Als de collecties van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde in de centrale vestiging van de bibliotheek TU

Delft zouden staan, zou U dan net zo vaak gebruik maken van de bibliotheekcollecties als nu?Veel minder

vaakMinder vaak Hetzelfde Vaker Veel vaker Weet niet

Ο Ο Ο Ο Ο Ο

9. Hoe vaak maakt U gebruik van de volgende collecties? Bij elke collectie is één antwoord mogelijk. Nooit Zelden Zo nu en dan Regelmatig Vaak Geen ervaring

Collectie gedrukte boekenΟ Ο Ο Ο Ο Ο

Collectie gedrukte tijdschriftenΟ Ο Ο Ο Ο Ο

Collectie gedrukte kaarten (Kaartenkamer) Ο Ο Ο Ο Ο ΟCollectie e-books (digitale boeken)

Ο Ο Ο Ο Ο ΟCollectie digitale tijdschriften

Ο Ο Ο Ο Ο ΟCollectie digitale kaarten (TU Maps en/of Kaartenkamer) Ο Ο Ο Ο Ο ΟDigitale (bibliografische) databases (via de website van de bibliotheek) Ο Ο Ο Ο Ο Ο

10. Bent U tevreden over de onderstaande collecties die de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde aanbiedt? Bij

elke collectie is één antwoord mogelijk.Geheel

niet

tevreden

Niet

tevredenNeutraal Tevreden

Heel

tevreden

Geen

ervaring

Collectie gedrukte boekenΟ Ο Ο Ο Ο Ο

Collectie gedrukte tijdschriftenΟ Ο Ο Ο Ο Ο

Collectie gedrukte kaarten (Kaartenkamer)Ο Ο Ο Ο Ο Ο

Collectie e-books (digitale boeken)Ο Ο Ο Ο Ο Ο

Collectie digitale tijdschriftenΟ Ο Ο Ο Ο Ο

Collectie digitale kaarten (TU Maps en/of Kaartenkamer) Ο Ο Ο Ο Ο ΟDigitale (bibliografische) databases (via de website van de bibliotheek) Ο Ο Ο Ο Ο Ο

44

11. Wist U dat U via de Bibliotheekcommissie van de faculteit of via de website van de bibliotheek of voorstellen

kunt doen om een boek of tijdschrift te kopen en in de collectie op te nemen? Één antwoord mogelijk. Ja NeeΟ Ο

12. Van welke onderstaande aanbieders van digitale informatie maakt U gebruik? Meerdere antwoorden mogelijk.

Ο Google Ο Catalogi digitale bibliotheken

Ο Google Scholar Ο Online databases

Ο Andere zoekmachines Ο Anders, namelijk:

Ο Andere portals en directories

13. Bent U bekend met de dienst AskYourLibrary van de bibliotheek TU Delft? Één antwoord mogelijk. Ja NeeΟ Ο

14. Zo ja bij vraag 13: Hoe vaak maakt U gebruik van AskYourLibrary? Één antwoord mogelijk. Nooit Zelden Zo nu en dan Regelmatig Vaak

Ο Ο Ο Ο Ο

15. Hoe heeft U uw vaardigheden voor het zoeken van informatie verkregen? Meerdere antwoorden mogelijk.

Ο Zelf aangeleerd Ο Middelbare school

Ο TUlib Ο Een boek of handleiding m.b.t.

informatievaardigheden

Ο Informatievaardigheden (bibliotheekinstructie) Ο Andere, externe cursus

eerstejaars studenten Ο Anders, namelijk:

Ο Informatievaardigheden voor bachelor- en masterstudenten

16. In hoeverre kunt U in de bibliotheek de boeken en tijdschriften die U zoekt eenvoudig vinden?

Heel eenvoudig Eenvoudig Neutraal Niet eenvoudigHelemaal niet

eenvoudigGeen ervaring

Ο Ο Ο Ο Ο Ο

17. Wat vindt U van de dienstverlening bij de balie van de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde? Één antwoord

mogelijk.

Slecht Matig Voldoende GoedGeen ervaring /

meningΟ Ο Ο Ο Ο

18. Wat vindt U van het aantal studieplekken in de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde? Één antwoord mogelijk. Te weinig Voldoende Te veel Geen ervaring/mening

Ο Ο Ο Ο

19. In hoeverre bent U tevreden over de studieplekken; inrichting, hoeveelheid ruimte, comfort e.d.? Één antwoord

mogelijk. Geheel niet

tevredenNiet tevreden Neutraal Tevreden Heel tevreden

Geen ervaring /

meningΟ Ο Ο Ο Ο Ο

45Gebruikersonderzoek Bibliotheek Faculteit Bouwkunde mei 2014

20. Op dit moment is de bibliotheek van de faculteit geopend van 9u tot 18u. Wanneer gebruikt U de bibliotheek bij

voorkeur? Één antwoord mogelijk.

Ο ’s Ochtends (9u-12u)

Ο In de lunchperiode (12u-13.30u)

Ο ’s Middags (13.30u-18u)

Ο Op wisselende tijdstippen

21. Als U kunt kiezen tussen een digitaal of een gedrukt exemplaar van een boek of tijdschrift, welke kiest U dan?

Één antwoord mogelijk.Digitaal Gedrukt Beide Weet niet

Boek Ο Ο Ο ΟTijdschrift Ο Ο Ο Ο

22. In hoeverre gebruikt U digitale en gedrukte bronnen? Één antwoord mogelijk.Alleen

gedrukte

bronnen

Voornamelijk gedrukte

bronnen, soms ook

digitale bronnen

Ongeveer 50/50

gedrukte en

digitale bronnen

Voornamelijk digitale

bronnen, soms ook

gedrukte bronnen

Alleen

digitale

bronnen

Geen

mening/

weet nietΟ Ο Ο Ο Ο Ο

23. De strategie van de Bibliotheek TU Delft is e-only: gedrukte publicaties worden alleen aangeschaft wanneer de

digitale versies niet beschikbaar zijn. Dit geldt voor zowel tijdschriften als boeken.

Bent U het met deze strategie eens? Één antwoord mogelijk.Helemaal niet

mee eens

Niet mee eens Neutraal Mee eens Helemaal mee

eens

Geen mening/

weet nietΟ Ο Ο Ο Ο Ο

24. In welk beeld van de bibliotheek zoals deze er in de toekomst uit zou kunnen zien, kunt U zich het meest vinden?

Één antwoord mogelijk.

Ο Een digitale bibliotheek

Ο Een digitale bibliotheek en een studiecentrum

Ο Een digitale bibliotheek, een studiecentrum en gedrukte collecties; een combinatie zoals de bibliotheek er nu

uitziet

Ο Een digitale bibliotheek, een studiecentrum, gedrukte collecties en bijzondere collecties (bijv. maquettes, prenten,

historisch waardevolle boeken en stoelen)

Ο Anders, namelijk:

25. Welk cijfer geeft U de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde? Één antwoord mogelijk. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο

26. Bent U bereid mee te werken aan een verder onderzoek in de vorm van een diepte-interview over

informatiezoekgedrag? Zo ja, wilt U dan hieronder uw e-mailadres invoeren? Ja Nee E-mailadres:Ο Ο

Hartelijk dank voor uw medewerking! Heeft U verder nog opmerkingen? Deze kunt U hieronder kwijt.