Implementatieplan herijking faculteit Bouwkunde TU Delft · integraal implementatieplan voor de...

12
Implementatieplan herijking faculteit Bouwkunde TU Delft 2011 – 2014 (verkorte versie) Faculteit Bouwkunde TU Delft Stuurgroep Herijking

Transcript of Implementatieplan herijking faculteit Bouwkunde TU Delft · integraal implementatieplan voor de...

Implementatieplan herijking faculteit Bouwkunde TU Delft 2011 – 2014 (verkorte versie) Faculteit Bouwkunde TU Delft Stuurgroep Herijking

1. lnleiding Voor u ligt het implementatieplan van de herijking van de faculteit Bouwkunde TU Delft. Het plan geeft een overzicht van alle maatregelen die de faculteit Bouwkunde tot en met december 2014 zal nemen om aan de bezuinigingstaakstelling van de TU Delft tegemoet te komen. Opdracht herijking Op 14 juli 2010 heeft het College van Bestuur (CvB) van de TU Delft de faculteit Bouwkunde in het kader van de herijking TU Delft een bezuinigingstaakstelling opgelegd. De faculteit is gevraagd aan te geven hoe zij deze bezuinigingen gaat doorvoeren. Als gevolg van de aanstelling per 1 januari 2011 van de nieuwe decaan Karin Laglas heeft het College van Bestuur de faculteit Bouwkunde uitstel gegeven voor het indienen van een implementatieplan dat voorziet in concrete maatregelen die de bezuinigingstaakstelling dienen te verwezenlijken. Stuurgroep Herijking Bouwkunde Karin Laglas heeft na haar aanstelling een Stuurgroep Herijking Bouwkunde1 gevormd. Onder haar leiding heeft deze stuurgroep een Plan van Aanpak Herijking BK 2012-20142 opgesteld. De stuurgroep heeft dit Plan besproken met het MT en voorgelegd aan de OdC, daarna is het vastgesteld. Acties In dit Plan van Aanpak zijn geclusterde acties benoemd en personen die deze geclusterde acties zouden trekken. In figuur 1 leest u een overzicht van deze acties. De trekkers3 hebben vervolgens – bijgestaan door adviescommissies - per geclusterde actie concrete voorstellen ingediend bij de Stuurgroep Herijking Bouwkunde. De concrete voorstellen voor geclusterde acties uit het Plan van Aanpak zijn gebundeld en verwerkt in een integraal implementatieplan voor de herijking faculteit Bouwkunde.

1 � De Stuurgroep Herijking bestaat uit Karin Laglas, Hans Wamelink, Maurits de Hoog, Herman Schoffelen, Helga van der Kolk en Liesbeth van Veen. 2 Het Plan van Aanpak Herijking BK 2012-2014 is beschreven in B Nieuws 11, april 2011 3 De trekkers van de acties zijn Karin Laglas (actie 2, 12 en 18), Hans Wamelink (actie 1), Maurits de Hoog (actie 5, 7, 11, 19 en 20), Herman Schoffelen (actie 3, 6, 13 en 17), Frank van der Hoeven (actie 4), Ulrich Knaack (actie 8 en 9), Dick van Gameren (actie 10, 14 en 15), Peter Boelhouwer (actie 16), Helga van der Kolk (actie 21) en Liesbeth van Veen (projectsecretaris.)

Figuur 1: Acties herijking 2011 – 2014 Acties Herijking 2011-2014

Organisatiestructuur

Afdelingsvorming (1), Topstructuur faculteit (2), Bureau Decaan (3), 100%

Research (4), Afdelingsmanagement en Secretariaten (5), Integratie OTB (6)

Integreren kleine werkverbanden

TWF in U (7), Hyperbody in BT (8), BT en RMIT (9), DSD & Geschiedenis en

Berlage-leerstoel in A (10), Mediastudies & Maquettehal (11)

Staf

Leerstoelen & formatieplan BK (12), Voorbereiden reorganisaties (13), Personeel

Diensten (pm)

Efficiency en effectiviteit onderwijs

Betaalbaar Onderwijs (14), Beperken instroom (15)

Externe inkomsten Onderwijs en Onderzoek (16)

Materiële lasten en overhead

Inkoop (17), BK-City-Slim & Inhuizen OTB (18), ICT-infrastructuur (19), FM/VG

(20)

Sturing & management-informatie (21) Communicatie De Stuurgroep Herijking en het MT hebben zich in de communicatie over het proces van de herijkingsmaatregelen laten adviseren door de OdC Bouwkunde en de dienst Marketing & Communicatie. In elke editie van het facultaire magazine B Nieuws is een artikel over de voortgang van de herijking faculteit Bouwkunde gepubliceerd. Tevens heeft decaan Karin Laglas in haar 2-maandelijkse column in hetzelfde magazine een persoonlijke toelichting bij deze artikelen gegeven. Op 21 juni 2011 heeft een zogenaamde ‘zeepkistbijeenkomst’ plaatsgevonden waarin de decaan vragen met betrekking tot de herijking van medewerkers heeft beantwoord. Tot slot is alle beschikbare informatie met bijbehorende documenten en artikelen gepubliceerd in B Nieuws beschikbaar gesteld via bk.tudelft.nl/herijking. Implementatieplan Het Implementatieplan Herijking BK is op 9 juni 2011 aangeboden aan het College van Bestuur en aan de OdC ter informatie gegeven. In het implementatieplan worden de afzonderlijke herijkingsmaatregelen genoemd. Per herijkingsmaatregel is een aanzet tot een afzonderlijk reorganisatie- of implementatieplan geschreven. Leeswijzer Het implementatieplan herijking faculteit Bouwkunde bestaat uit de volgende onderdelen: - een nieuwe leerstoelenstrategie voor breed, integraal en maatschappelijk relevant

onderwijs en onderzoek - herijkingsmaatregelen op interfacultair niveau (herijking mogelijk gemaakt door

samenwerking tussen faculteiten) - herijkingsmaatregelen voor onderwijs - besparingen op het niveau van bedrijfsvoering.

2. Een nieuwe leerstoelenstrategie voor breed, integraal en maatschappelijk relevant onderwijs en onderzoek

2.1 BK een ontwerpfaculteit met een breed profiel Onderwijs: ontwerp, techniek en proces Bouwkunde heeft als ontwerpfaculteit voor de gebouwde omgeving een internationale reputatie die zij graag wil behouden. De opleiding kent na de bachelor vijf afstudeertracks: Architectuur, Stedenbouwkunde, Landschapsarchitectuur, Bouwtechnologie en Real Estate & Housing. De faculteit kiest er daarmee bewust voor om de onderdelen ontwerp, techniek en proces in de schalen van ‘stoel’ (interieur) tot ‘stad’ (stedenbouw) terug te laten komen in onderwijs en onderzoek. Zo sluit de faculteit in de volle breedte aan bij de praktijk van de gebouwde omgeving. In zowel onderwijs als onderzoek betekent dit een integrale aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Naast deze integrale en maatschappijrelevante focus blijft er ook een duidelijke focus op Bouwkunde als opleidingsinstituut voor topontwerpers. Deze reputatie wil de faculteit bestendigen.

Onderzoek: integraal onderzoek op verschillende schaalniveaus

De faculteit wil zich met het onderzoek verbinden met de maatschappij. Herkenbaar voor de vakgemeenschap, het bredere publiek en het (openbaar) bestuur wil de faculteit zich profileren met wetenschappelijk onderzoek op alle relevante schalen in de gebouwde omgeving. De (internationale) ruimtelijke maatschappelijke opgaven voor de komende decennia zijn gerangschikt in zeven facultaire onderzoeksgroepen: Architecture, Design & History, Computation & Performance, Green Building Innovation, Urbanism, Innovations in Management of the Built Environment en Housing Quality. Het onderzoek van de faculteit Bouwkunde is in de onderzoeksvisitatie van 2010 positief beoordeeld. De onderzoekstraditie op Bouwkunde zal zich verder moeten ontwikkelen richting een grotere financiering vanuit tweede en derde geldstroom en vanuit Europese geldstromen. De mogelijkheden om de tweede en derde geldstroom voor onderzoek te vergroten zijn onderzocht, maar zijn omdat ze nog onzeker zijn niet als resultaat ingecalculeerd.

Figuur 2: Samenhang onderzoeksprogramma’s en afdelingen

!

!

!

!

"#$#%&'(!)&*+,$!-.

$/%0!"#$"%&'(")"%'*"!+,

122*3%/4*2$!42!5%2%)#6#2/

*0!/(#!-+47/!8234&*26#2/

9*+$42)

:+%74/;

<&##2!-+47=42)

122*3%/4*2

>&?%24$6

@&'(4/#'/+&#

A#$4)2!B

94$/*&;

C*6,+/%/4*2!B

D#&0*&6%2'#

E42F

GH-

E42F

C4H<

>

@

(;,#&-64H "89

Organisatie: De afdelingen van de faculteit Bouwkunde voorzien in de gewenste/vereiste breedte en het integrale karakter van onderwijs en onderzoek. Elke afdeling levert onmisbare praktijk- en wetenschapsgebieden die aansluiten bij de praktijk van de gebouwde omgeving en maatschappelijk relevante vraagstukken. De kracht van deze breedte is bij het uitwerken van de leerstoelenstrategie een leidend uitgangspunt geweest. De faculteit heeft de herijkingmaatregelen dan ook vooral gezocht in focus, concentratie, bundeling, versobering en vernieuwing van de leerstoelenstrategie en de erbij behorende WP formatie. Bij het vernieuwen van de leerstoelenstrategie en WP formatie is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van pensioneringen en afloop van contracten. Uit het proces van focussen, concentreren, bundelen, versoberen en vernieuwen komen enkele reorganisaties voort, waarbij boventalligheid ontstaat. Voor deze boventalligheid wordt een reorganisatie ingezet die nog dit jaar voor directe besparingen zorgen. Van 2012 tot 2014 zullen besparingen ontstaan door het niet verlengen van contracten en pensionering. De belangrijkste uitkomsten worden in de volgende paragrafen per organisatieonderdeel besproken.

2.2 Architectuur, inclusief Geschiedenis en Theorie De faculteit wil meer synergie creëren tussen het onderwijs en het onderzoek gericht op het architectonisch ontwerp, architectuurtheorie en de geschiedenis van architectuur en stedenbouw. Een goede inbedding van het onderwijs en onderzoek van de nu zelfstandig opererende eenheden IHAAU (geschiedenis) en DSD (theorie) in de afdeling Architectuur is zowel inhoudelijk als bedrijfsmatig geboden. Een nieuwe, samenhangende leerstoelenstrategie legt hiervoor het fundament. De ontwerpleerstoelen zijn scherper geprofileerd en teruggebracht naar vier leerstoelen. Deze vier leerstoelen bestrijken samen de in de praktijk onderscheiden gebouwtypen. De faculteit gaat uit van een bezetting van 0,6 tot 0,8 FTE voor de hoogleraren van deze leerstoelen. Daarmee blijft de mogelijkheid bestaan dat deze hoogleraren ook in de praktijk werkzaam zijn en zo wordt de vanuit de wet gewenste borging van de praktijk tevens vormgegeven. Daaraan is één impulsleerstoel toegevoegd die ingaat op het complexe (zeer) grote gebouw; een voor het komende decennium actueel ontwerpthema. Deze leerstoel is kleiner in omvang. Het meer fundamentele deel van het architectuuronderzoek (grondslagen) wordt gebundeld in de nieuwe leerstoel methoden en analyse waarvoor reeds een Benoemingen Advies Commissie (BAC) is ingericht. Deze leerstoel zal samen met de nieuwe leerstoel architectuurtheorie en de leerstoel geschiedenis van architectuur en stedenbouw een spilfunctie vervullen in de wetenschappelijke theorievorming en het onderwijs in geschiedenis en theorie. Een werkgroep4 preciseert op verzoek van de decaan de profielen van de leerstoelen architectuurtheorie en geschiedenis van architectuur en stedenbouw en de erbij behorende bezetting. De faculteit heeft zich bezonnen op het organisatieonderdeel Media Studies en besloten het takenpakket van dit onderdeel te concentreren op het geven van onderwijs op het gebied van het handtekenen. Dit leidt tot een reorganisatie bij de groep Media Studies waarbij de formatie aanzienlijk wordt gereduceerd. Dit onderdeel, dat nu geplaatst is bij RMIT, wordt organisatorisch ondergebracht bij de afdeling Architectuur en gekoppeld aan het vormstudie onderwijs.

2.3 Bouwtechnologie, inclusief Hyperbody en ®MIT De afdeling ®MIT en het werkverband Hyperbody gaan samen met de afdeling Bouwtechnologie op in een nieuwe afdeling, waardoor efficiënte sturing en organisatie en voldoende kritische massa wordt bereikt. De ‘nieuwe’ afdeling clustert de leerstoelen in vijf secties, ieder rond een grote kernleerstoel. Elk van de secties levert door inkrimping van de bezetting een bijdrage in de noodzakelijke herijking. In de vijf secties is gekozen voor een heldere hoogleraren opbouw en een voldoende kritische massa. De voormalige afdeling ®MIT wordt onder dezelfde naam een sectie in de nieuwe afdeling en zoekt synergie en versterking in ‘Technological Driven Design’ met vooral de onderzoeksgroep

4 De werkgroep bestaat uit Henco Bekkering, Dick van Gameren, Koos Bosma (UvA) en Amber Leeuwenburgh.

Green Building Innovation. Daarnaast blijft ®MIT onderdeel uit maken van de bestaande onderzoeksgroep History and Design. Naast de sectie ®MIT heeft ook de ontwikkeling van het werkverband Climate Design en Sustainability vanuit oogpunt van maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie een bijzondere prioriteit. In de sectie Draagconstructies en Krachtswerking wordt de herbenoeming voor de grote kernleerstoel gerealiseerd door de leerstoelen van BK en CiTG te bundelen en de nieuwe hoogleraar te benoemen bij de nieuwe afdeling en de afdeling Bouw (CiTG). Voor Structural Mechanics bestaat deze dubbelbenoeming al in een gemeenschappelijke full-time leerstoel. Het werkverband Hyperbody (Digital Architecture) wordt heringericht en vormt in afgeslankte vorm samen met het werkverband Technisch Ontwerpen & Informatica de sectie Computational Design en sluit aan bij de onderzoeksgroep Computation and Performance.

2.4 Urbanism, inclusief T?F De afdeling Urbanism koerst op drie secties van ongeveer gelijke omvang in 2014 en brengt het aantal leerstoelen terug van 13 (inclusief 2 OTB) in 2011 naar 10 (inclusief 2 OTB) in 2014. Er is steeds sprake van een of meer grote leerstoelen, ondersteund met speciale, kleinere leerstoelen. Speciale aandacht gaat uit naar de ontwikkeling van de sectie Landschapsarchitectuur. De praktijk/ impulsleerstoelen stromen na twee termijnen uit. De twee leerstoelen in de sectie DUET (Environmental Design en Technical Ecology and Methods) worden door middel van een reorganisatie samengevoegd tot 1 leerstoel Environmental Design, ondergebracht in de sectie Landschapsarchitectuur. In de sectie Spatial Planning & Strategy wordt de reeds bestaande focus op Development Studies bekrachtigd met een leerstoel, waarvoor externe financiering gevonden wordt. Bovendien wordt de komende jaren ingezet op intensivering van de samenwerking met de twee OTB-leerstoelen in zowel onderzoek als onderwijs. In de sectie Urban Design wordt uitgegaan van twee leerstoelen, aangevuld met twee extern gefinancierde leerstoelen: een tweede termijn voor de leerstoel Ontwerp en Politiek (financiering: ministerie van Infrastructure & Milieu) en de leerstoel Van Eesteren (financiering: EFL-stichting).

2.5 Real Estate & Housing De afdeling Real Estate & Housing heeft in haar nieuwe leerstoelenstrategie het aantal eerste geldstroom leerstoelen teruggebracht om meer focus en verdieping in de afdeling te krijgen. Door het bepalen van vier grote leerstoelen - Housing Management, Design and Construction Management, Real Estate Management en de nieuwe grote leerstoel Urban Area Development - is een duidelijke lijn uitgezet voor de toekomst.

Naast de vier grote leerstoelen is er een aantal kleine leerstoelen, waarvan een deel alleen doorgang vinden bij voldoende externe middelen. Op deze manier blijft er, passend binnen de traditie van RE&H, een belangrijke verbinding met het afnemend veld. De leerstoelen Public Real Estate Management en Design and Decision Systems worden opgeheven. Door natuurlijk verloop en het onderbrengen van drie voor het onderwijs waardevolle medewerkers bij een andere leerstoel kan de opheffing van deze leerstoelen zonder gedwongen ontslagen verlopen. Ten slotte zijn twee leerstoelen, Building Economics en Design Management, omgezet naar aandachtsgebieden, met een UHD in plaats van een hoogleraar. De verantwoordelijkheid voor deze aandachtsgebieden, en daarmee het behoud hiervan voor het onderwijs en onderzoek, ligt bij respectievelijk de leerstoelhouders Real Estate Management en Design & Construction Management. De nieuwe leerstoelenstrategie biedt mogelijkheden om de komende jaren synergie te creëren tussen OTB en RE&H op het gebied van Housing, en tussen Urbanism, OTB en RE&H voor gebiedsontwikkeling. Ook biedt de leerstoelenstrategie voldoende ruimte om jong talent te behouden en zo de uitstroom van een aantal UHD’ers en hoogleraren in 2015 tot 2017 op te vangen.

3. lnterfacultaire synergie

3.1 OTB Eind 2011 zal het onderzoeksinstituut OTB aansluiten bij de faculteit Bouwkunde. Het OTB heeft separaat van de opgave van Bouwkunde een eigen bezuinigingsopdracht. Het implementatieplan Herijking OTB is reeds door het CvB geaccepteerd, met een voorbehoud over de keuze of het OTB een afdeling van of instituut binnen de faculteit Bouwkunde wordt. Decaan Karin Laglas bespreekt met wetenschappelijk directeur OTB Peter Boelhouwer en rector magnificus TU Delft Karel Luyben over de wijze waarop aan deze uitsluiting uitvoering wordt gegeven. Gemeenschappelijke huisvesting van Bouwkunde en OTB zou de onderlinge samenwerking aanzienlijk kunnen versterken. Daarom is onderzocht of door afname van de studentenaantallen bij Bouwkunde op termijn voldoende ruimte vrijkomt om ook het OTB te huisvesten in BK City. Dit lijkt - met enig inschikken op BK City - een realistisch perspectief. Na de zomer 2011 gaat de faculteit met het OTB in gesprek over of zij een instituut binnen of afdeling van de faculteit wordt en over de mogelijke huisvesting. De faculteit zal bovendien namens het OTB het penvoerderschap voor de Master of Science Geomatics vervullen.

3.2 Afdeling BOUW (CiTG) De afdelingen Bouwtechnologie (BK) en Bouw (CiTG) werken voorstellen uit voor enkele gedeelde leerstoelen. Zodra de lopende reorganisatie van de afdeling BOUW meer vorm gekregen heeft, kan bezien worden of verder gaande synergie mogelijk is. BK heeft overwogen om het BT lab van het Stevin lab te verhuizen naar BK city, maar heeft besloten deze faciliteit voorlopig nog met CiTG te delen. CiTG onderzoekt op dit moment haar huidige behoefte aan en toekomstig gebruik van het lab.

3.3 Industrieel Ontwerpen (IO) Met IO is in 2010 de mogelijkheid tot een interfacultaire eenheid Media verkend. Inmiddels heeft de faculteit gekozen voor een ingrijpende reorganisatie van de (sub)afdeling Media Studies. Als gevolg van deze reorganisatie is de mogelijkheid tot verdere synergie met IO beperkt.

4. Onderwijs

Minder studenten Zonder aanzienlijke vermindering van het aantal studenten blijft de onderwijslast van de faculteit Bouwkunde zodanig hoog dat de herijkingdoelen niet op korte termijn zouden kunnen worden gerealiseerd. De faculteit Bouwkunde kiest mede daarom voor afnemende studentenaantallen. De numerus fixus en decentrale selectie zijn daarbij uitgangspunt. Deze maatregelen zullen in de herijkingsperiode (tot 2014) vooral effect hebben op de Bacheloropleiding. Wij zullen de komende tijd ook de gewenste omvang van de instroom van (buitenlandse) studenten in de MSc nader bepalen. Vergroten van studeerbaarheid en kwaliteit Voor de maatregelen tegen het ‘langstuderen’ zijn de TU maatregelen richtinggevend. Daarnaast wordt de Bacheloropleiding door prof. ir. Michiel Riedijk, de nieuw aangestelde opleidingsdirecteur, onder de loep genomen. Samen met de directeur onderwijs, O&S en in samenspraak met studentenvertegenwoordigers ontwikkelt Michiel Riedijk voorstellen die zowel de kwaliteit van de opleiding, de studeerbaarheid, als de efficiency ten goede komen. Bijvoorbeeld door het samenvoegen van vakken en toepassen van specifieke toetsmethoden. Balans gastdocentschap, vast docentschap en UD-ers De faculteit streeft naar een betere balans in het aantal gastdocenten, vaste docenten en UD-ers. Deze balans is nodig om een kwalitatieve verbetering van het docentencorps te realiseren. Door met een kleinere groep mensen te werken en docenten meer te verbinden aan de faculteit, kun je gemakkelijker sturen op die gewenste kwaliteit.. Dit neemt niet weg dat de faculteit altijd met gastdocenten zal blijven werken. De broodnodige link naar de praktijk wordt op deze manier gewaarborgd.

5. Facultaire Bedrijfsvoering

De faculteit blijft de materiële kosten zoveel mogelijk beperken, vacatures terughoudend invullen, het aantal contractverlengingen terugdringen en de projectresultaten van de afdelingen monitoren. Uitgangspunt is daarbij het realiseren van een nul-begroting in 2014. Bezuinigingen op personeelslast De faculteit heeft in voorgaande jaren al veel bezuinigingen doorgevoerd. Ten opzichte van de huidige begroting (2011) zal de faculteit nog eens 5 miljoen euro bezuinigingen. Een belangrijk deel van deze 5 miljoen wordt bezuinigd op de personeelslast. De faculteit zal natuurlijk verloop benutten en vervroegd uittreden aanmoedigen om zo gedwongen ontslagen te beperken. Voor zover nu te overzien is leiden de voorgestelde reorganisaties tot circa 25 boventalligen. De diensten In goed overleg met de directies van de diensten wordt door efficiëntere bedrijfsvoering en herinrichting van diensten de personeelsomvang waar mogelijk teruggebracht naar rato van de afname van het WP en studentenaantallen. De faculteit kiest ervoor om op de afdelingssecretariaten niet te bezuinigen. De faculteit kiest bovendien voor opheffing van het Publicatiebureau en voor herinrichting van 100%Research voor een betere aansluiting op het onderzoek en de komst van de Graduate School. Huisvesting De noodzakelijke maatregelen als gevolg van de definitieve huisvesting van de faculteit in BK City maken geen onderdeel uit van dit implementatieplan, maar worden afzonderlijk aan het CvB aangeboden in het project BK City SLIM. Van belang is de vaststelling dat met name door afname van de studentaantallen een aanzienlijk aantal vierkante meters vrijkomt. Dit biedt een uitgelezen kans om het OTB in BK City te kunnen huisvesten.

6. Hoe nu verder?

Het implementatieplan Herijking faculteit Bouwkunde is in juni ingediend bij het College van Bestuur TU Delft. Het College van Bestuur zal als opdrachtgever voor de gehele herijking en ondersteund door de Taskforce Herijking (TU Delft) haar oordeel geven over het implementatieplan van de faculteit Bouwkunde. Bij goedkeuring van het implementatieplan zal de faculteit de herijkingsmaatregelen onder eindverantwoordelijkheid van de decaan Karin Laglas in uitvoering nemen. Per afdeling zijn de afdelingsvoorzitters, ondersteund door hun afdelingssecretarissen, verantwoordelijk voor de uitvoering van de herijkingmaatregelen die hun afdeling betreffen. Daar waar reorganisaties onontkoombaar zijn worden reorganisatieplannen opgesteld en in september 2011 aan het College van Bestuur aangeboden en daarna in de Ondernemingsraad (OR) besproken. Voor de begeleiding van reorganisaties wordt onder leiding van de faculteitssecretaris en het hoofd HRM van de faculteit Bouwkunde een facultaire taskforce ingesteld. Vragen? Het eerste aanspreekpunt voor herijkingsvragen is uw direct leidinggevende. Voor vragen over medewerkers gerelateerde zaken (personele consequenties, (dreigende) boventalligheid, herplaatsing, regelingen etc.) kunt u terecht bij uw HR adviseur.