Gebruikershandleiding Nero...

Gebruikershandleiding Nero DiscSpeed

Nero AG

Copyright en handelsmerken

De handleiding van Nero DiscSpeed en de volledige inhoud van de handleiding zijn auteursrechtelijk beschermd en zijn eigendom van Nero AG. Alle rechten voorbehouden. De inhoud van deze handleiding wordt door internationaal geldend auteursrecht beschermd. Niets uit deze handleiding mag worden verveelvoudigd, overgedragen of overgezet zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Nero AG.

Nero AG wijst elke aansprakelijkheid af die niet onder de garantiebepalingen valt. Nero AG aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot de juistheid van de inhoud van de Nero DiscSpeed-handleiding. De inhoud van de geleverde software en van de handleiding van Nero DiscSpeed kan zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd.

Alle merknamen en handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaars.

De hier genoemde handelsmerken worden slechts ter informatie vermeld.

© 2007 Nero

REV 1.0, SW 4.7.99.2

Inhoudsopgave

Pagina 3

Inhoudsopgave

1 Algemene informatie 5 1.1 Informatie over de handleiding 5 1.2 Informatie over Nero DiscSpeed 5

2 Technische informatie 6 2.1 Systeemvereisten 6

3 Het programma starten 7 3.1 Nero DiscSpeed via Nero StartSmart starten 7

4 Hoofdvenster 8

5 Het venster Nero DiscSpeed - Opties 10 5.1 Gebruikersinterface 10 5.2 Standaardtesten 12 5.3 Overdrachtsnelheid 13 5.4 Toegangstijden/zoektijden 15 5.5 Opslaan 16 5.6 Autorun 17 5.7 Schijfkwaliteit 18 5.8 Vastleggen 20

6 Het tabblad Benchmark – standaardtests 22 6.1 Overdrachtsnelheid 23 6.2 DAE-kwaliteit 24 6.3 Toegangstijden/zoektijden 25 6.4 CPU-gebruik 25 6.5 Burst-snelheid 25 6.6 Spin up/down 26 6.7 Laden/Uitwerpen 26 6.8 Gegevensschijf maken (klassieke versie) 26

7 Een standaardtest en/of testreeks starten 27 7.1 Een afzonderlijke standaardtest uitvoeren 27 7.2 Een standaard testreeks uitvoeren 28

Inhoudsopgave

Pagina 4

8 Het tabblad Schijf maken 29 8.1 Gegevensschijf maken (geavanceerde versie) 29 8.2 De test starten 31

9 Het tabblad Schijfinfo 33

10 Het tabblad Schijfkwaliteit 35 10.1 Schijfkwaliteit 35 10.2 De test starten 38

11 Het tabblad ScanDisc 40 11.1 De test ScanDisc 40 11.2 De test starten 42

12 Aanvullende tests 43 12.1 De Geavanceerde test DAE-kwaliteit 43 12.1.1 Een test-cd maken 43 12.1.2 De test uitvoeren 45 12.1.3 Fouten testen 48 12.2 De Overbrandtest 52

13 Testgegevens opslaan 56

14 Testgegevens laden 57

15 Een schijf wissen 59

16 De bitinstelling wijzigen 60

17 Index 62

18 Contact opnemen 64

Algemene informatie

Pagina 5

1 Algemene informatie

1.1 Informatie over de handleiding Deze handleiding is bestemd voor alle gebruikers die willen leren werken met Nero DiscSpeed. In deze handleiding staat het uitvoeren van taken centraal; dat wil zeggen dat door middel van stapsgewijze oefeningen wordt uitgelegd hoe u een bepaald doel kunt bereiken.

In deze handleiding gelden de volgende conventies:

Pictogram Betekenis

Geeft waarschuwingen, voorwaarden of instructies aan waaraan u zich moet houden.

Geeft aanvullende informatie of advies aan.

1. Start… Een cijfer aan het begin van een regel geeft aan dat er een handeling moet worden uitgevoerd. Voer deze handelingen in de aangegeven volgorde uit.

Geeft een tussentijds resultaat aan.

Geeft een resultaat aan.

OK Geeft tekst of knoppen aan die in de gebruikersinterface voorkomen. Deze worden vet weergegeven.

Hoofdstuk Dit zijn verwijzingen naar andere hoofdstukken. Deze koppelingen worden onderstreept en met rode tekst weergegeven.

[…] Geeft sneltoetsen aan voor het invoeren van opdrachten.

1.2 Informatie over Nero DiscSpeed Met Nero DiscSpeed, de standaard benchmark-tool voor cd-/dvd-stations, kunt u de snelheid van uw cd-/dvd-stations vaststellen. De resultaten worden zowel grafisch als in een testrapport weergegeven. Met Nero DiscSpeed kunt u bovendien speciale testschijven voor gegevens en audio maken.

Technische informatie

Pagina 6

2 Technische informatie

2.1 Systeemvereisten Nero DiscSpeed maakt deel uit van de Nero suite en wordt dan ook geïnstalleerd als u de Nero suite installeert; de systeemvereisten zijn identiek aan die van de Nero suite. Raadpleeg de Nero Startersgids voor meer informatie over de systeemvereisten.

Het programma starten

Pagina 7

3 Het programma starten

3.1 Nero DiscSpeed via Nero StartSmart starten Ga als volgt te werk als u Nero DiscSpeed via Nero StartSmart wilt starten:

1. Klik op het pictogram Nero StartSmart.

Het venster van Nero StartSmart wordt geopend.

2. Klik op de knop .

Er wordz een lijst weergegeven met alle geïnstalleerde Nero-toepassingen.

Fig. 1: Nero StartSmart

3. Selecteer de optie Nero DiscSpeed in de lijst Toepassingen.

Het venster van Nero DiscSpeed wordt geopend.

U hebt Nero DiscSpeed via Nero StartSmart gestart.

Hoofdvenster

Pagina 8

4 Hoofdvenster Vanuit het hoofdvenster van Nero DiscSpeed hebt u toegang tot alle functies die u met Nero DiscSpeed kunt uitvoeren.

Het hoofdvenster bestaat uit een menubalk, een vervolgkeuzelijst met alle beschikbare stations, diverse knoppen voor starten, stoppen en het configureren van de toepassing en bevat vijf tabbladen. Alle beschikbare functies zijn overzichtelijk op de vijf tabbladen gerangschikt.

Onderin het hoofdvenster bevindt zich een infoveld waarin aanvullende informatie wordt weergegeven, zoals de datum en de tijd, maar ook de naam van de test die momenteel wordt uitgevoerd.

De vervolgkeuzelijst bevat alle beschikbare stations op de computer. Naast de naam van de stations wordt ook het versienummer van de geïnstalleerde firmware weergegeven.

Fig. 2: Het hoofdvenster van Nero DiscSpeed

De volgende knoppen zijn beschikbaar:

Hiermee opent u het venster Nero DiscSpeed - Opties. In dit venster kunt u onder meer instellingen opgeven voor de gebruikersinterface, voor het opslaan van de testresultaten en voor de diverse beschikbare tests.

Start Hiermee start u een test. Stop Hiermee stopt u de gestarte test. Afsluiten Hiermee sluit u Nero DiscSpeed af.

Hiermee kopieert u de grafische weergave van de gegevens in het hoofdvenster naar het klembord; met andere woorden, er wordt een schermafbeelding gemaakt van het hoofdvenster. Vervolgens kunt u de afbeelding in een grafische toepassing openen en bewerken en deze in verschillende indelingen opslaan (BMP, JPG, PNG of TIFF).

Hoofdvenster

Pagina 9

Hiermee kopieert u de grafische weergave van de gegevens in het hoofdvenster naar de harde schijf; met andere woorden, er wordt een schermafbeelding gemaakt van het hoofdvenster. Als u op deze knop klikt, opent u het venster Opslaan als of worden de gegevens in een vooraf gedefinieerde map opgeslagen waarbij de naam van het bestand automatisch wordt aangemaakt.

U moet de afbeelding opslaan voordat u de schijf die u aan het testen bent uit het station verwijdert. Als u dat niet doet, wordt de afbeelding van het klembord verwijderd. Als u de afbeelding opslaat, slaat u alleen de grafische weergave van de resultaten op, de resultaten zelf en alle overige informatie gaan verloren. Het is daarom aan te bevelen dat u de testresultaten opslaat door de gewenste instellingen in het venster Opties onder Opslaan op te geven (zie Opslaan). De volgende tabbladen zijn beschikbaar:

Benchmark

Hiermee opent u het tabblad Benchmark. Via dit tabblad kunt u de standaardtests van het programma uitvoeren. Op dit tabblad worden tevens de testresultaten weergegeven.

Schijf maken Hiermee opent u het tabblad Schijf maken. Hier kunt u een geavanceerde test uitvoeren voor het schrijven naar een schijf.

Schijfinfo Hiermee opent u het tabblad Schijfinfo. Hier wordt gedetailleerde informatie weergegeven over de schijf die momenteel in het station is geplaatst.

Schijfkwaliteit Hiermee opent u het tabblad Schijfkwaliteit. Hier kunt u een scan uitvoeren om de kwaliteit van gebrande schijven te testen.

ScanDisc Hiermee opent u het tabblad ScanDisc. Hier kunt u een andere kwaliteitstest uitvoeren.

Het venster Nero DiscSpeed - Opties

Pagina 10

5 Het venster Nero DiscSpeed - Opties Het venster Nero DiscSpeed - Opties bevat een navigatiebalk met verschillende opties voor het aanpassen van de interface van Nero DiscSpeed en voor het opgeven van diverse instellingen.

U opent dit venster met de knop . Het venster bestaat uit een navigatiebalk en een groot aantal instellingsopties. De opties die worden weergegeven zijn afhankelijk van het item dat u in de navigatiebalk hebt geselecteerd.

5.1 Gebruikersinterface De optie Gebruikersinterface in de navigatiebalk bevat diverse instellingsopties in de gebieden Taal, Schijfinfo (dvd), Prioriteit en Kleuren.

Fig. 3: Nero DiscSpeed – het venster Opties, Gebruikersinterface

De volgende opties zijn beschikbaar:

Het gebied Taal

Hier geeft u de gewenste taal op voor de interface van het programma.

Het gebied Schijfinfo (dvd)

Hier geeft u aan welke informatie op het tabblad Benchmark in het hoofdvenster moet worden weergegeven. Dit gebied is alleen beschikbaar als er een dvd in het station is geplaatst. De volgende opties zijn beschikbaar:

Schijftype Toont het schijftype van de dvd in het geselecteerde station.

Boektype Toont het boektype van de dvd in het geselecteerde station.


Pagina 11

Het gebied Prioriteit

Hier geeft u de prioriteit op voor Nero DiscSpeed. Elk proces onder Microsoft Windows® wordt met een bepaalde prioriteit uitgevoerd. De prioriteit wordt bepaald door de mogelijkheid om toegang te krijgen tot de bronnen van de computer (bijvoorbeeld het geheugen). Zet de prioriteit op Hoog om te voorkomen dat de tests door andere processen op de computer worden onderbroken.

Het gebied Kleuren

Hier bepaalt u de kleur van het hoofdvenster (met het tabblad Benchmark op de voorgrond). In de vervolgkeuzelijst Thema kunt u kiezen uit een aantal vooraf gedefinieerde kleurcombinaties, maar u kunt ook zelf een kleurcombinatie samenstellen (door gebruiker gedefinieerd). De kleuren in de volgende gebieden kunnen door middel van een handmatige kleurcombinatie worden aangepast:

Achtergrond 1 De basiskleur voor de achtergrond van het grafiekgebied.

Achtergrond 2 De kleur voor de schaduwen in het grafiekgebied. Geef door middel van het selectievakje aan of er al dan niet schaduwen in het grafiekgebied moeten worden weergegeven.

Raster (primair) Een grof raster in het grafiekgebied.

Raster (secundair) Een fijn raster in het grafiekgebied.

Snelheid De lijn die de snelheid in de grafiek aangeeft (de schrijf- of leessnelheid, afhankelijk van de test).

RPM De lijn die de rotatiesnelheid van de schijf in de grafiek aangeeft.

Bufferniveau De lijn die het bufferniveau aangeeft.

CPU-gebruik De lijn die het CPU-gebruik aangeeft.

Horizontaal raster tonen Schakel dit selectievakje in of uit om aan te geven of er horizontale lijnen in het raster van het grafiekgebied moeten worden weergegeven.

Verticaal raster tonen Schakel dit selectievakje in of uit om aan te geven of er verticale lijnen in het raster van het grafiekgebied moeten worden weergegeven.

Als u handmatig een kleur wilt wijzigen, klikt u op gewenste kleurvakje en selecteert u de gewenste kleur in het dialoogvenster.


Pagina 12

5.2 Standaardtesten De optie Standaardtesten in de navigatiebalk bevat diverse instellingsopties in de gebieden Geselecteerde tests, Snelheid en Spin-up tijd.

Fig. 4: Het venster Nero DiscSpeed – Opties, Standaardtests


Het gebied Geselecteerde tests

Hier definieert u de tests die automatisch moeten worden uitgevoerd als u in het hoofdvenster op de knop Start klikt. Standaard zijn alle tests geactiveerd.

Het gebied Snelheid

Leessnelheid Hier definieert u de snelheid voor de test Overdrachtsnelheid. Schrijfsnelheid Hier definieert u de snelheid voor de test Gegevensschijf maken. De volgende keuzerondjes zijn voor de lees- en schrijfsnelheid beschikbaar:

Maximum De maximumsnelheid die een station kan bereiken.

Huidig De snelheid van het station wordt niet beïnvloed, maar kan wel door andere systeeminstellingen worden gewijzigd (software- en firmware-instellingen).

Geselecteerd Selecteer deze optie als u de snelheid handmatig wilt instellen.

Standaard is de maximumsnelheid ingeschakeld; deze snelheid wordt ook aanbevolen voor het testen van het station en/of de schijven onder de slechtste omstandigheden.


Pagina 13

Het gebied Spin-up tijd

Hier definieert u de spin-up tijd. Om de schijf en het station te stabiliseren, start Nero DiscSpeed het draaien van de schijf voordat de test wordt gestart. De standaardinstelling is 10 seconden.

5.3 Overdrachtsnelheid De optie Overdrachtsnelheid in de navigatiebalk bevat diverse opties voor de test Overdrachtsnelheid in de gebieden Grafiek en Schrijfopties.

Fig. 5: Het venster Nero DiscSpeed – Opties, Overdrachtsnelheid

In het gebied Grafiek kunt u instellingen opgeven voor de grafische weergave van de testresultaten.


De schuifbalk Lengte test

Hier definieert u de nauwkeurigheid voor de test Overdrachtsnelheid. Hoe hoger de nauwkeurigheid, hoe gedetailleerder de grafische weergave, maar de test duurt dan wel langer.

Het selectievakje RPM tonen

Als u dit selectievakje inschakelt, wordt de rotatiesnelheid in de grafiek opgenomen.

Het vak Maximale cd-snelheid

Hier geeft u de maximale waarde op die in de schaal van de grafiek moet worden weergegeven als er een cd/dvd in het station is geplaatst. Als u wilt voorkomen dat een deel van de curve buiten de rand van de grafiek valt, raden wij u aan een waarde te selecteren die iets hoger is dan de maximale leessnelheid van het station.


Pagina 14

Het selectievakje Minimum/maximum tonen

Als u dit selectievakje inschakelt, worden de minimum- en maximumsnelheid weergegeven die met de test Overdrachtsnelheid zijn vastgelegd. Bij een normale curve is de laagste snelheid de startsnelheid en de hoogste snelheid de eindsnelheid. Bij een onregelmatige curve wordt de laagst vastgelegde snelheid als de minimumwaarde weergegeven en de hoogst vastgelegde snelheid als de maximumwaarde.

De selectievakjes Hoge-resolutiegrafiek

Hiermee worden de curven van de lees- en/of schrijftests met een hoge resolutie weergegeven. De curven worden met een lage resolutie weergegeven als u deze selectievakjes niet inschakelt.

In het gebied Schrijfopties definieert u de opties voor het schrijven van schijven.


Het gebied Schrijfmodus

Hier definieert u de schrijfmodus voor de schijf.

De optie SAO In de modus SAO (session-at-once) kunt u desgewenst het selectievakje Overbranden inschakelen voor cd's en/of dvd's. In de bijbehorende tekstvakken kunt u vervolgens de exacte hoeveelheid gegevens opgeven.

Het keuzerondje TOA Hiermee selecteert u de modus TAO (track-at-once).

Standaard is de modus SOA geselecteerd. Het gebied Schijftype

Hiermee schakelt u de simulatie voor het branden van gegevens- of audioschijven in.

Het selectievakje Bescherming tegen buffer-underrun

Hiermee schakelt u de beveiliging tegen eventuele buffer-underrun in. De beveiliging tegen buffer-underrun is standaard ingeschakeld. Het is aan te bevelen dit selectievakje niet uit te schakelen.

Het selectievakje Streaming

Als dit selectievakje is ingeschakeld, is de verificatie voor DVD-RAM- en Blu-ray-schijven uitgeschakeld. Met streaming kunt u de schrijfsnelheid meer dan verdubbelen, maar dat kan wel negatieve effecten hebben voor de kwaliteit van de schijf. Dit selectievakje is standaard uitgeschakeld en dat betekent dat de verificatie standaard is ingeschakeld. Tijdens het branden wordt de schijf geverifieerd en daardoor kunnen defecte sectoren worden beschreven.

Het selectievakje Direct overschrijven

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden herschrijfbare schijven direct overschreven zonder dat de oude gegevens eerst worden verwijderd. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt er een dialoogvenster weergegeven als u een beschreven schijf plaatst die u wilt overschrijven.


Pagina 15

Het selectievakje Image-bestand branden

Als dit selectievakje is ingeschakeld, voert Nero DiscSpeed de test Gegevensschijf maken uit door een image-bestand te maken (ISO of NRG). Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, voert Nero DiscSpeed dezelfde test uit door binaire gegevens te branden tot de maximale capaciteit van de schijf is bereikt.

Het selectievakje Inclusief testgegevens

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt aanvullende informatie over de test naar de schijf gebrand (informatie over het station, de geïnstalleerde firmware en de grafische weergave van het brandproces).

5.4 Toegangstijden/zoektijden De optie Toegangstijden/zoektijden in de navigatiebalk bevat in de gebieden Meten en Aantal bewerkingen diverse instellingsopties voor de test Toegangstijden/zoektijden (zie Toegangstijden/zoektijden).

Fig. 6: Het venster Nero DiscSpeed – Opties, Toegangstijden/zoektijden


Het gebied Meten

Hier geeft u aan welke van de twee tests moet worden uitgevoerd.

Zoektijden

Toegangstijden Het vak Aantal bewerkingen

Hier geeft u aan hoe vaak de gemeten waarde moet worden geëvalueerd.


Pagina 16

5.5 Opslaan Onder de optie Opslaan in de navigatiebalk kunt u de opslaglocatie en de bestandsnaam opgeven die automatisch worden geselecteerd als u de functie Automatisch opslaan hebt ingeschakeld.

Fig. 7: Het venster Nero DiscSpeed – Opties, Opslaan


Het selectievakje Automatisch opslaan

Als dit selectievakje is ingeschakeld, slaat Nero DiscSpeed alle testresultaten automatisch in de indeling CSV of HTML op.

Het selectievakje Status insluiten

Als dit selectievakje is ingeschakeld, slaat Nero DiscSpeed niet alleen de grafische weergave op, maar ook alle aanvullende informatie die in het tekstvak wordt weergegeven.

Het selectievakje Dialoogvenster bestand tonen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er een dialoogvenster weergegeven voordat het bestand wordt opgeslagen. Hierin kunt u de bestandsnaam en de opslaglocatie opgeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden alle bestanden automatisch in de opgegeven map opgeslagen. De bestandsnaam wordt dan automatisch gemaakt.

De knop

Hiermee geeft u de map op waarin de testgegevens moeten worden opgeslagen. De geselecteerde map wordt weergegeven.


Pagina 17

Tekstvak

Hierin wordt de bestandsnaam samengesteld op basis van de parameters die door de gebruiker zijn opgegeven. U kunt de parameters in iedere gewenste volgorde opgeven. U kunt alle gewenste parameters in het tekstvak opnemen en de volgorde wijzigen. De volgende parameters zijn beschikbaar:

%M: Naam station

%V: Versie station

%D: Datum

%T: Tijd

%I: MID (mediacode van de schijf) Als alle parameters uit het tekstvak worden verwijderd, kan de bestandsnaam niet automatisch worden aangemaakt.

5.6 Autorun Onder de optie Autorun van de navigatiebalk kunt u de gewenste instellingen opgeven voor de functie Autorun.

Fig. 8: Het venster Nero DiscSpeed – Opties, Autorun


Het selectievakje Geselecteerde tests automatisch starten

Hiermee worden de tests die in het venster Opties onder Standaardtesten (zie Standaardtesten) zijn geselecteerd automatisch gestart als er een schijf in het station wordt geplaatst. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, moet u de tests handmatig starten.


Pagina 18

Het selectievakje Geselecteerde tests continu starten

Hier geeft u aan hoe vaak de tests moeten worden uitgevoerd die u in het venster Opties onder Standaardtesten hebt geselecteerd (zie Standaardtesten). Als dit selectievakje is ingeschakeld zijn de volgende opties beschikbaar:

Pauze tussen tests Hier geeft u de lengte van de pauze tussen twee tests op.

Aantal testreeksen Hier geeft u op hoe vaak de tests moeten worden herhaald.

Als de waarde 0 is geselecteerd onder Aantal testreeksen worden de tests herhaald totdat u ze handmatig stopt.

5.7 Schijfkwaliteit De optie Schijfkwaliteit in de navigatiebalk bevat diverse instellingsopties voor de kwaliteitstests in de gebieden Algemeen, QuickScan, Grafieklimiet en Kleuren.

Fig. 9: Het venster Nero DiscSpeed – Opties, Schijfkwaliteit

In het gebied Algemeen kunt u een aantal opties voor de kwaliteitstest in- of uitschakelen.

De volgende selectievakjes zijn beschikbaar:

Foutgrenzen tonen

Hiermee worden de intervallen in de grafiek in gekleurde stappen weergegeven. Afhankelijk van het type station en de geselecteerde intervallen worden de gevonden fouten gerangschikt als geoorloofd, toelaatbaar of onacceptabel.

Statistieken tonen Aan het eind van de test wordt er een statistisch overzicht van de testresultaten weergegeven.

Schijflabel tonen Als u dit selectievakje inschakelt, wordt het schijflabel op het tabblad Schijfkwaliteit weergegeven.


Pagina 19

In het gebied QuickScan zijn de volgende opties beschikbaar.

De kwaliteitstest kan als een volledige scan of als een QuickScan worden uitgevoerd. Op het tabblad Schijfkwaliteit van het hoofdvenster kunt u de gewenste scanmethode selecteren.

De QuickScan controleert een aantal vaste punten op de schijf, terwijl alle andere gebieden worden overgeslagen. Zo'n test duurt minder lang dan een volledige test, maar is ook minder nauwkeurig.

De volgende vakken zijn beschikbaar:

Meetpunten Hier geeft u op hoeveel punten op de schijf tijdens de QuickScan moeten worden gecontroleerd.

Lengte sample Hier geeft u de grootte van de scanpunten in MB's op. In het gebied Grafieklimiet kunt u de maximale limieten opgeven voor de schaal van de grafische weergave van de foutcurven.

De volgende vervolgkeuzelijsten en keuzerondjes zijn beschikbaar:

De optieknop Automatisch

Hiermee worden de schaalwaarden automatisch aangepast aan het aantal gemeten fouten. Voor C1-fouten/PI-fouten en C2-fouten/PI-storingen is de waarde 10 als standaardwaarde ingesteld. Als er meer fouten worden gevonden, past Nero DiscSpeed de schalen automatisch aan de hogere waarde aan.

De optieknop Vergrendeld

Hiermee zet u de maximale waarden van de schalen vast. Geef de gewenste waarden op in de vakken C1-fouten/PI-fouten en C2-fouten/PI-storingen.

Het vak Maximale cd-snelheid

Hier geeft u de maximale waarde op die in de curve C1-fouten/PI-fouten voor schrijf- en leesfouten moet worden weergegeven. U kunt voor cd's en dvd's een aparte waarde opgeven.

In het gebied Kleuren kunt u de gewenste kleuren opgeven voor het tabblad Schijfkwaliteit van het hoofdvenster.

In de vervolgkeuzelijst Thema kunt u kiezen uit een aantal vooraf gedefinieerde kleurcombinaties, maar u kunt ook zelf een kleurcombinatie samenstellen. Als u handmatig een kleur wilt opgeven, klikt u op een kleurvakje en selecteert u de gewenste kleur in het dialoogvenster.

De kleuren in de volgende gebieden kunnen door middel van een handmatige kleurcombinatie worden aangepast:

Achtergrond 1 De basiskleur voor de achtergrond van het grafiekgebied.

Achtergrond 2

De kleur voor de schaduw voor de achtergrond van het grafiekgebied. Gebruik het selectievakje om aan te geven of er al dan niet schaduwen moeten worden weergegeven in het grafiekgebied.

Raster (primair) Een grof raster in het grafiekgebied. Raster (secundair) Een fijn raster in het grafiekgebied. C1/PIE Een lijn die de C1-fouten/PI-fouten in de grafiek aangeeft.

C2/PIF De lijn die de C2-fouten/PI-storingen in de grafiek aangeeft.


Pagina 20

Jitter De weergave van de jitter in de grafiek. Leessnelheid De lijn die de leessnelheid in de grafiek aangeeft.

Schrijfsnelheid

De lijn die de schrijfsnelheid in de grafiek aangeeft. Deze curve wordt alleen weergegeven als het selectievakje Inclusief testgegevens in het venster Opties onder Overdrachtsnelheid is ingeschakeld.

Horizontaal raster tonen

Schakel dit selectievakje in of uit om aan te geven of er horizontale lijnen in het raster van het grafiekgebied moeten worden weergegeven.

Verticaal raster tonen Schakel dit selectievakje in of uit om aan te geven of er verticale lijnen in het raster van het grafiekgebied moeten worden weergegeven.

5.8 Vastleggen De optie Vastleggen in de navigatiebalk bevat opties voor het opslaan van de grafische weergave van de testresultaten (zie Hoofdvenster).

Fig. 10: Het venster Nero DiscSpeed – Opties, Vastleggen


Het selectievakje Vastleggen op klembord

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de knop weergegeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, is de knop verborgen. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld.

Het selectievakje Vastleggen op bestand

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de knop weergegeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, is de knop verborgen. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld.


Pagina 21

Het selectievakje Dialoogvenster bestand tonen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, opent Nero DiscSpeed een dialoogvenster waarin u de opslaglocatie moet opgeven als u op de knop klikt. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt de afbeelding met een automatische naam in de vooraf opgegeven map opgeslagen als u op de knop klikt.

De vervolgkeuzelijst Afbeeldingsindeling

Hier geeft u de indeling op waarin de afbeelding moet worden opgeslagen. De beschikbare indelingen zijn BMP, JPG, PNG en TIFF.

De knop

Hier geeft u de map op waarin de afbeelding moet worden opgeslagen. De geselecteerde map wordt weergegeven.

Tekstvak

Hierin wordt de bestandsnaam samengesteld op basis van de parameters die door de gebruiker zijn opgegeven. Dit tekstvak is alleen beschikbaar als de optie Dialoogvenster bestand tonen niet is ingeschakeld. U kunt de parameters in iedere gewenste volgorde opgeven. U kunt alle gewenste parameters in het tekstvak opnemen en de volgorde wijzigen. Als alle parameters uit het tekstvak worden verwijderd, kan de bestandsnaam niet automatisch worden aangemaakt. De volgende parameters zijn beschikbaar:

%M: Naam station

%V: Versie station

%D: Datum

%T: Tijd

%I: MID (mediacode van de schijf)

Het tabblad Benchmark – standaardtests

Pagina 22

6 Het tabblad Benchmark – standaardtests Alle standaardtests worden op het tabblad Benchmark van het hoofdvenster uitgevoerd. U kunt de tests afzonderlijk of in een reeks uitvoeren (zie Een standaard testreeks uitvoeren ). De volgende standaardtests zijn beschikbaar:

Overdrachtsnelheid

DAE-kwaliteit

Toegangstijden/zoektijden

CPU-gebruik

Burst-snelheid

Spin-up/down

Laden/Uitwerpen

Gegevensschijf maken (klassieke versie)

Fig. 11: Standaardtesten – het tabblad Benchmark

In het gebied Schijftype, rechts van de grafiek, wordt algemene informatie over de schijf in het station weergegeven.

De volgende infovelden zijn beschikbaar:

Type Toont het type van de schijf in het geselecteerde station. Voor sommige tests zijn de resultaten afhankelijk van het schijftype.

Lengte Hier wordt de capaciteit van de schijf in het station aangegeven (in MB's voor cd's en in GB's voor dvd's).


Pagina 23

6.1 Overdrachtsnelheid De test Overdrachtsnelheid meet de overdrachtsnelheid van de gegevens, met andere woorden de snelheid waarmee de gegevens op de schijf worden gelezen (leessnelheid). Als de geplaatste schijf leeg is, meet deze test de schrijfsnelheid.

Deze test is geschikt voor het testen van een station en/of voor het controleren van de leesbaarheid van gebrande schijven (cd's of dvd's).

Als u het station wilt testen, kunt u het beste een schijf gebruiken die snel beschadigt.

De resultaten worden in de vorm van twee curven in de grafiek weergegeven.

De overdrachtsnelheid wordt standaard met een groene lijn weergegeven en de rotatiesnelheid standaard met een gele lijn.

De horizontale schaal toont de waarden voor de schijfcapaciteit (in MB's voor cd's en in GB's voor dvd's). De verticale schaal toont de leessnelheid aan de linkerzijde en de rotatiesnelheid aan de rechterzijde (in RPM x 1000).

Bij dual-layer schijven worden in de grafiek twee extra verticale lijnen weergegeven: een rode lijn voor de volledige capaciteit van de schijf en een roze lijn die de grafiek in twee secties opdeelt. In beide secties worden de metingen voor één layer weergegeven.

Daarnaast worden de testresultaten rechts van de grafiek in het gebied Snelheid weergegeven.


Huidig/gemiddeld Hier wordt de wisselende snelheid tijdens de test weergegeven. Als de test is voltooid, wordt de gemiddelde snelheid weergegeven.

Start

Hier wordt de laagste snelheid van de test weergegeven. Bij een normale curve is de laagste snelheid ook de startsnelheid. Bij een onregelmatige curve wordt hier de laagst gemeten snelheid weergegeven.

Einde

Hier wordt de hoogste snelheid van de test weergegeven. Bij een normale curve is de hoogste snelheid ook de eindsnelheid. Bij een onregelmatige curve wordt hier de hoogst gemeten snelheid weergegeven.

Type

Hier wordt het type rotatiesnelheid weergegeven. Een schijf kan met de volgende typen rotatiesnelheden worden gelezen: CAV (constant angular velocity): Met CAV draait de schijf met een constante snelheid en dat betekent dat de binnenste tracks de laagste snelheid hebben. De snelheid neemt toe naarmate de laser verder van het midden van de schijf af komt te staan. De gegevenssnelheid blijft constant terwijl de gegevensdichtheid afneemt als de laser verder van het midden van de schijf af komt te staan. CLV (constant linear velocity): Met CLV neemt de rotatiesnelheid van de schijf af naarmate de laser verder van het midden van de schijf af komt te staan. Daardoor blijven de lees- en schrijfsnelheid en de gegevensdichtheid op alle gebieden van de schijf constant.


Pagina 24

ZCLV (zone CLV): Als een schijf in een aantal CLV-zones is verdeeld, kunnen die met CLV als afzonderlijke logische gebieden worden gelezen en gebrand. 16x is de algemeen gebruikte waarde voor de binnenste zone van een cd en vervolgens kan de snelheid stapsgewijs worden verhoogd. PCAV (gedeeltelijke CAV): Bij een combinatie van CAV en CLV wordt de CAV-technologie bij het midden van de schijf toegepast. Als een bepaalde lineaire snelheid wordt bereikt, wordt in de buurt van de rand van de schijf overgeschakeld op de CLV-technologie. Met andere woorden, de rotatiesnelheid blijft constant totdat de leessnelheid een maximumwaarde heeft bereikt; vervolgens blijft de leessnelheid op een constant niveau terwijl de rotatiesnelheid wordt verlaagd.

Schijven kunnen op verschillende manieren worden gelezen en/of gebrand. Over het algemeen start het lezen in optische stations vanuit het midden van de schijf naar buiten toe. De twee standaarden die worden gebruikt om het type rotatiesnelheid te bepalen zijn lineaire snelheid en hoeksnelheid. Bij een constante hoeksnelheid worden de tracks in het midden van de schijf altijd met de langzaamste lineaire snelheid verplaatst. De lineaire snelheid neemt toe als de laser dichter in de buurt komt van de rand van de schijf. Met de hoeksnelheid (ook wel de rotatiesnelheid genoemd) wordt de wijziging in de rotatiehoek na verloop van tijd bepaald, onafhankelijk van de straal van de schijf, d.w.z. de snelheid waarmee een object een sector doorloopt. Met de lineaire snelheid (ook wel de omtreksnelheid genoemd) wordt de snelheid van een punt op de omtrek van de schijf bepaald. Deze is onafhankelijk van de straal. Als een schijf met een constante snelheid draait, heeft een punt op de rand van de schijf een grotere snelheid dan een punt meer richting het midden van de schijf omdat dat punt een grotere afstand moet afleggen binnen dezelfde tijd.

6.2 DAE-kwaliteit DAE (digitale audio-extractie) heeft betrekking op het lezen van audiobestanden in een station. De DAE-kwaliteit geeft aan hoe goed een station de gegevens op een cd leest.

De test DAE-kwaliteit bestaat uit twee metingen. Beide resultaten worden in het gebied DAE-kwaliteit rechts van de grafiek weergegeven.

Als eerste worden audiogebieden van drie verschillende punten op de cd gelezen en op de harde schijf opgeslagen. Dezelfde gebieden worden nogmaals gelezen en met de opgeslagen gegevens vergeleken. De DAE-kwaliteit krijgt een waarde tussen 0 en 10 (perfecte kwaliteit, geen verschillen) op basis van het aantal gemeten verschillen. Deze waarde wordt in het veld weergegeven.

Vervolgens controleert Nero DiscSpeed of het station nauwkeurige streaming ondersteunt. Als het selectievakje Nauwkeurige stream is ingeschakeld, kunnen de gewenste audiobestanden nauwkeurig op de cd worden gelokaliseerd.

Als het station slecht presteert tijdens de test, is het aan te bevelen om een extra verificatiefunctie in te schakelen bij het rippen van cd''s.


Pagina 25

6.3 Toegangstijden/zoektijden De test Toegangstijden/zoektijden meet de toegangstijd of de zoektijden van optische stations voor geplaatste schijven in drie afzonderlijke metingen. De resultaten van de drie afzonderlijke metingen worden in het gebied Toegangstijden rechts van de grafiek weergegeven.

De zoektijd is de tijd die het station nodig heeft om de optische kop naar een bepaalde positie op de schijf te verplaatsen. Met andere woorden, de zoektijd is de periode tussen de ontvangst van een schrijf- of leesopdracht en het starten van het daadwerkelijke schrijf- of leesproces.

De toegangstijd is de tijd die het station nodig heeft om de optische kop naar een bepaalde positie op de schijf te verplaatsen en vervolgens een gebied op de schijf te lezen. Met andere woorden, de toegangstijd bestaat uit de benodigde zoektijd en de tijd die nodig is om een bepaald gebied te lezen.

Dit heeft tot gevolg dat de zoektijd altijd korter is dan de toegangstijd.

De volgende metingen worden voor zoek- of toegangstijden uitgevoerd:

Willekeurig De optische kop wordt naar een willekeurige plek van de schijf verplaatst.

1/3 De optische kop wordt van het begin van de schijf naar het einde van het eerste derde deel van de schijf verplaatst.

Volledig De optische kop wordt van het begin van de schijf naar het logische eind van de schijf verplaatst, d.w.z. tot de laatste positie van de schijf waarop gegevens staan.

Voordat u de test start, moet u bij de opties opgeven of de toegangstijd of de zoektijd moet worden getest en hoe vaak u de test wilt uitvoeren.

6.4 CPU-gebruik De test CPU-gebruik meet de belasting van de processor (CPU, central processing unit) bij verschillende snelheden (1x, 2x, 4x en 8x). De resultaten worden in het gebied CPU-gebruik rechts van de grafiek weergegeven.

6.5 Burst-snelheid De test burst-snelheid meet de hoogst mogelijke overdrachtsnelheid van het station naar de computer.

Omdat een optisch station doorgaans op het IDE-kanaal van het moederbord van de computer is aangesloten, geeft het testresultaat (meestal) de overdrachtsnelheid van het IDE-kanaal aan.

Het resultaat van de meting wordt in het gebied Interface rechts van de grafiek weergegeven. De waarde in het veld Burst-snelheid moet altijd hoger zijn dan de maximale snelheid van het station (bijvoorbeeld hoger dan 21 MB/s voor een dvd-brander met een schrijfsnelheid van 16x).

De testresultaten zijn alleen zinvol als de gegevens van de geplaatste schijf in een cache zijn geplaatst. Omdat veel stations de audiogegevens van een schijf niet naar een cache op de harde schijf schrijven, is het gebruik van gegevens-cd's voor deze test aan te bevelen.


Pagina 26

Als het station op een andere manier is aangesloten, heeft de test nog steeds zin. U kunt de resultaten gebruiken om te controleren of de aansluiting snel genoeg is voor een hoge brandsnelheid.

6.6 Spin up/down De test spin down meet hoe lang het duurt om een station te laten stoppen en de test spin up meet hoe lang het duurt voordat het station gegevens kan lezen nadat het is gestopt.

Hoe korter dit duurt, hoe beter de resultaten. Snellere stations hebben een snellere spin up-/spin down-tijd.

De resultaten van beide metingen worden in het veld onderin het venster weergegeven.

6.7 Laden/Uitwerpen De test Laden/Uitwerpen meet de tijd die een station nodig heeft om een schijf te laden, te detecteren en uit te werpen.

De tijd die een station nodig heeft om een schijf te laden en/of uit te werpen moet altijd ongeveer even lang zijn, ongeacht het schijftype. De benodigde tijd is afhankelijk van de snelheid waarmee het station de lade opent en weer sluit.

De tijd die een station nodig heeft om een geplaatste schijf te detecteren is afhankelijk van het schijftype. Het detecteren van een schijf met meerdere sessies duurt langer dan het detecteren van een schijf met één sessie.

De resultaten van de metingen worden in het veld onderin het venster weergegeven.

6.8 Gegevensschijf maken (klassieke versie) De klassieke versie van de test Gegevensschijf maken vindt u op het tabblad Benchmark en de geavanceerde versie op het tabblad Schijf maken. In essentie zijn beide tests identiek.

De klassieke test start u op het tabblad Benchmark en ook de resultaten worden op dit tabblad weergegeven. In de grafiek wordt de curve voor de schrijfsnelheid weergegeven en de rotatiesnelheid van de schijf kan desgewenst ook worden weergegeven.

Naast het controleren van de schrijf- en rotatiesnelheid kunt u met de geavanceerde test ook het bufferniveau en het CPU-gebruik meten (zie Het tabblad Schijf maken).

Als u de rotatiesnelheid niet in de grafiek wilt opnemen, schakelt u het selectievakje RPM tonen onder de optie Overdrachtsnelheid in de navigatiebalk uit. De standaardtest wordt uitgevoerd op basis van de instellingen die u in het venster Opties onder de optie Overdrachtsnelheid hebt opgegeven (zie Overdrachtsnelheid).

De binaire gegevens die u eerder hebt geselecteerd worden naar een lege schijf geschreven tot de maximale schijfcapaciteit is bereikt. Het aantal bestanden dat wordt geschreven is afhankelijk van het schijftype, aangezien er op een dvd meer gegevens kunnen worden geschreven dan op een cd

De verificatiefunctie controleert de geschreven gegevens.

Als u de gegevens wilt verifiëren en de resultaten in het veld onder de grafiek wilt laten weergeven, schakelt u in het venster Opties het selectievakje Data verifiëren in onder de optie Standaardtests.

Een standaardtest en/of testreeks starten

Pagina 27

7 Een standaardtest en/of testreeks starten Alle standaardtests kunt u vanuit het tabblad Benchmark van het hoofdvenster starten. U kunt de verschillende standaardtests afzonderlijk starten of combineren in een testreeks.

7.1 Een afzonderlijke standaardtest uitvoeren Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:

Het tabblad Benchmark in het hoofdvenster moet zijn geselecteerd. Voer onderstaande stappen uit om een afzonderlijke test te starten:

1. Als er meerdere stations beschikbaar zijn, selecteert u het gewenste station in de vervolgkeuzelijst

2. Plaats een schijf in het station.

3. Klik op in de menubalk op Test starten.

Het menu Test starten wordt geopend.

Fig. 12: Een standaardtest selecteren

4. Selecteer de gewenste test in de lijst.

Klik op Alle als u alle standaardtest wilt uitvoeren.

De test wordt meteen gestart en uitgevoerd. In het vak onder de grafiek kunt u de afzonderlijke stappen van het testproces volgen.

Door op de knop Stop te klikken, kunt u een test op ieder gewenst moment afbreken.

Een standaardtest en/of testreeks starten

Pagina 28

Bekijk de resultaten van de test in de grafiek en/of de bijbehorende infovakken en sla de testresultaten op.

Als u de afbeelding opslaat, slaat u alleen de grafische weergave van de resultaten op, de resultaten zelf en alle overige informatie gaan verloren. Het is daarom aan te bevelen dat u de testresultaten opslaat door de gewenste instellingen in het venster Opties onder Opslaan op te geven.

7.2 Een standaard testreeks uitvoeren Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:

Het tabblad Benchmark in het hoofdvenster moet zijn geselecteerd. Voer onderstaande stappen uit als u meerdere tests achter elkaar wilt uitvoeren:


Als u alle test wilt uitvoeren, slaat u de volgende stap over en klikt u in de menubalk op Test starten > Alle. De testreeks wordt meteen gestart en uitgevoerd.

2. Klik op de knop .

Het venster Nero DiscSpeed – Opties wordt geopend.

3. Klik op Standaardtests in de navigatiebalk.

4. Schakel de selectievakjes van alle gewenste tests in.

5. Geef de gewenste instellingen op de andere pagina's op (zie Het venster Nero DiscSpeed - Opties) en klik op de knop OK.


7. Klik op de knop Start.

De testreeks wordt gestart en uitgevoerd. In het vak onder de grafiek kunt u de afzonderlijke stappen van de testprocessen volgen.

Door op de knop Stop te klikken, kunt u een testreeks op ieder gewenst moment afbreken.

Bekijk de resultaten van de testreeks in de grafiek en/of de bijbehorende infovakken en sla de testresultaten op.

Als u de afbeelding opslaat, slaat u alleen de grafische weergave van de resultaten op, de resultaten zelf en alle overige informatie gaan verloren. Het is daarom aan te bevelen dat u de testresultaten opslaat door de gewenste instellingen in het venster Opties onder Opslaan op te geven.

Het tabblad Schijf maken

Pagina 29

8 Het tabblad Schijf maken

8.1 Gegevensschijf maken (geavanceerde versie) De geavanceerde versie van de test Gegevensschijf maken is beschikbaar op het tabblad Schijf maken en de klassieke versie op het tabblad Benchmark.

In essentie zijn beide tests identiek (zie Gegevensschijf maken (klassieke versie) ). Naast het controleren van de schrijf- en rotatiesnelheid kunt u met de geavanceerde test ook het bufferniveau en het CPU-gebruik meten.

Op het tabblad Schijf maken kunt u de geavanceerde test starten en de testresultaten worden ook op dit tabblad weergegeven.

Fig. 13: Gegevensschijf maken (geavanceerde versie) – tabblad Schijf maken

De resultaten worden door middel van vier curven in de grafiek weergegeven: snelheid, rotatie, bufferniveau en CPU-gebruik.

De horizontale schaal toont de waarden voor de schijfcapaciteit (in MB's voor cd's en in GB's voor dvd's). De verticale schaal toont de schrijfsnelheid aan de linkerzijde en de rotatiesnelheid aan de rechterzijde (in RPM x 1000).

In de voortgangsbalk tussen de grafiek en het infovak kunt u de voortgang van het brandproces volgen.

In het gebied Schijfinfo rechts van de grafiek wordt algemene informatie over de geplaatste schijf weergegeven.


Pagina 30


Type Hier wordt het type van de schijf in het geselecteerde station weergegeven.

ID Hier wordt de mediacode van de schijf weergegeven.

Lengte Hier wordt de capaciteit van de schijf in het station weergegeven (in MB's voor cd's en in GB's voor dvd's).

In het gebied Instellingen rechts van de grafiek kunt u een aantal voorkeuren voor de test opgeven.

De instellingen die u bij de opties hebt opgegeven hebben alleen betrekking op de standaardtest op het tabblad Benchmark. De instellingen voor de geavanceerde test moet u op het tabblad Schijf maken opgeven. Een uitzondering hierop zijn de kleuren die in de grafiek worden gebruikt. Als u de kleuren wilt wijzigen, kunt u dat doen in het venster Opties onder de optie Gebruikersinterface (deze wijzigingen hebben ook betrekking op de geavanceerde test). De volgende vervolgkeuzelijsten en selectievakjes zijn beschikbaar:

Hiermee bepaalt u de snelheid waarmee de test wordt uitgevoerd. De beschikbare opties in de vervolgkeuzelijst zijn afhankelijk van de geplaatste schijf.

Image branden Als dit selectievakje is ingeschakeld, schrijft Nero het image-bestand dat u hebt geselecteerd naar de lege schijf in plaats van de eerder gedefinieerde binaire gegevens.

Simuleren Als dit selectievakje is ingeschakeld, simuleert Nero het brandproces. De tests worden uitgevoerd en er worden geen gegevens naar de lege schijf geschreven.

De testresultaten worden ook in de gebieden Snelheid, Buffer, CPU-gebruik en Voortgang rechts van de grafiek weergegeven.

De volgende gebieden zijn beschikbaar:

Snelheid

Hier worden de resultaten van de snelheidstest weergegeven.

In het gebied Huidig/Gemiddeld wordt tijdens de test de huidige snelheid weergegeven. Als de test is voltooid, wordt de gemiddelde snelheid weergegeven.

In het gebied Start wordt de laagste snelheid van de test weergegeven. Bij een normale curve is de laagste snelheid ook de startsnelheid. Bij een onregelmatige curve wordt hier de laagst gemeten snelheid weergegeven.

In het gebied Type wordt het type rotatiesnelheid weergegeven (zie Overdrachtsnelheid).

In het gebied Eind wordt de hoogste snelheid van de test weergegeven. Bij een normale curve is de hoogste snelheid ook de eindsnelheid. Bij een onregelmatige curve wordt hier de hoogst gemeten snelheid weergegeven.


Pagina 31

Buffer

In dit gebied wordt het percentage van het buffergebruik tijdens de schrijftest grafisch en in getallen weergegeven. De waarden voor het minimale bufferniveau, het maximale bufferniveau en het gemiddelde bufferniveau worden onderin het venster van links naar rechts weergegeven. Deze waarden worden tijdens de test voortdurend aangepast. Als het selectievakje Grafiek weergeven is ingeschakeld, wordt het bufferniveau in de grafiek opgenomen. Het gekleurde vierkantje links naast het selectievakje geeft de kleur van de lijn aan. U kunt deze kleur in het venster Opties onder Gebruikersinterface wijzigen.

CPU-gebruik

In dit gebied wordt het percentage van het CPU-gebruik tijdens de schrijftest grafisch en in getallen weergegeven. De waarden voor het minimale CPU-gebruik, het maximale CPU-gebruik en het gemiddelde CPU-gebruik worden onderin het venster van links naar rechts weergegeven. Deze waarden worden tijdens de test voortdurend aangepast. Als het selectievakje Grafiek weergeven is ingeschakeld, wordt het CPU-gebruik in de grafiek opgenomen. Het gekleurde vierkantje links naast het selectievakje geeft de kleur van de lijn aan. U kunt deze kleur in het venster Opties onder Gebruikersinterface wijzigen.

Voortgang

De optie Positie geeft de huidige positie op de schijf aan tijdens het schrijfproces. De optie Verstreken geeft de verstreken brandtijd in minuten en seconden aan.

8.2 De test starten Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:

Het tabblad Schijf maken moet in het hoofdvenster zijn geopend. Voer onderstaande stappen uit om de test Gegevensschijf maken te starten:


2. Geef in het gebied Instellingen rechts van de grafiek de gewenste instellingen op.

3. Plaats een lege schijf in het station als u geen simulatie uitvoert.


Start de test altijd met de knop Start. De opties in het menu Test starten zijn niet beschikbaar als het tabblad Schijf maken is geselecteerd. Als u in de menubalk op Test starten > Geselecteerd klikt (als dat mogelijk is), wordt de test automatisch op het tabblad Benchmark gestart en worden de resultaten van de klassieke versie van de test weergegeven.

Het testen of branden wordt gestart. In het infovak onder de grafiek kunt u de afzonderlijke stappen van het testproces volgen.


Pagina 32



Als u de afbeelding opslaat, slaat u alleen de grafische weergave van de testresultaten op, de resultaten zelf en alle overige informatie gaan verloren. Het is daarom aan te bevelen dat u de testresultaten opslaat door de gewenste instellingen in het venster Opties onder Opslaan op te geven.

Het tabblad Schijfinfo

Pagina 33

9 Het tabblad Schijfinfo Het tabblad Schijfinfo bevat gedetailleerde informatie over de schijf in het station.

Fig. 14: Het tabblad Schijfinfo

De informatie wordt in de gebieden Basisinformatie, Uitgebreide informatie en Onbewerkte gegevens in het infovak weergegeven.

Met de selectievakjes onderin het venster kunt u zelf bepalen welke informatie in het infovak moet worden weergegeven.

De volgende selectievakjes zijn beschikbaar:

Basisinformatie

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de informatie in het gebied Basisinformatie weergegeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt deze informatie niet weergegeven.

Uitgebreide informatie

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de informatie in het gebied Uitgebreide informatie weergegeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt deze informatie niet weergegeven.

Onbewerkte gegevens

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de informatie in het gebied Onbewerkte gegevens weergegeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt deze informatie niet weergegeven.

Het tabblad Schijfinfo

Pagina 34

Daarnaast zijn onder het infovak zijn de volgende knoppen beschikbaar:

Tekst kopiëren Hiermee kopieert u de informatie in txt-indeling naar het klembord.

HTML kopiëren Hiermee kopieert u de informatie in html-indeling naar het klembord.

In het gebied Basisinformatie wordt algemene informatie over de schijf weergegeven.


Schijftype Hier wordt het type van de schijf in het geselecteerde station weergegeven.

Boektype Hier wordt het boektype van de schijf in het geselecteerde station weergegeven.

Fabrikant Hier wordt naam van de fabrikant van de schijf weergegeven. Als de naam van de fabrikant niet bekend is, wordt hier Onbekend weergegeven.

MID Hier wordt de MID (media-identificatiecode) weergegeven. De MID wordt gebruikt om de schijf te identificeren.

Schrijfsnelheden

Hier worden alle mogelijke brandsnelheden van de geplaatste schijf weergegeven. Deze informatie is afhankelijk van de firmware van het geselecteerde station, daardoor kan het voorkomen dat niet alle recorders dezelfde gegevens over de schijf weergeven.

Capaciteit Hier wordt de capaciteit van de schijf weergegeven. Bij de capaciteit is eventuele extra capaciteit die door overbranden wordt verkregen niet opgenomen.

In het gebied Uitgebreide informatie wordt aanvullende informatie over de schijf weergegeven.


Layers Hier wordt het aantal layers van de schijf weergegeven.

Schrijfstrategieën

Hier wordt het beoogde doel van de schijf gecontroleerd. Sommige schijven, zoals audio-cd's, kunt u alleen voor een bepaald doel gebruiken. Normale cd's krijgen de omschrijving Algemeen.

Copyright-bescherming Hier wordt aangegeven of er copyright op de schijf rust.

Schijfstatus Hier wordt de status van de schijf weergegeven. Hier ziet u bijvoorbeeld of de schijf leeg is, of de schijf al is gefinaliseerd en of er nog ruimte op de schijf beschikbaar is.

Daarnaast wordt er in het gebied Onbewerkte gegevens informatie weergegeven over de binaire gegevens die eerder naar de schijf zijn gebrand.

Het tabblad Schijfkwaliteit

Pagina 35

10 Het tabblad Schijfkwaliteit

10.1 Schijfkwaliteit Op het tabblad Schijfkwaliteit kunt u de gedetailleerde kwaliteitstest uitvoeren. Deze test is met name geschikt voor gebrande schijven.

De kwaliteitstest kan alleen op een recorder worden uitgevoerd; een reader alleen is niet voldoende.

De kwaliteitstest wordt ook wel een scan genoemd. Met Nero DiscSpeed kunt u een QuickScan en een gedetailleerde kwaliteitstest uitvoeren. U voert de kwaliteitstest uit op het tabblad Schijfkwaliteit en op dat tabblad worden ook de testresultaten weergegeven.

Fig. 15: Kwaliteitstest – het tabblad Schijfkwaliteit

De testresultaten worden in twee grafieken weergegeven: in de bovenste grafiek worden de resultaten voor C1-fouten/PI-fouten weergegeven (in beide gevallen voor cd's en dvd's) en in de onderste grafiek worden de resultaten voor C2-fouten/PI-storingen weergegeven (in beide gevallen voor cd's en dvd's).

In de bovenste grafiek geeft de verticale schaal aan de linkerzijde het aantal C1-fouten/PI-fouten aan en de verticale schaal aan de rechterzijde de schrijf-/leessnelheid.

In de onderste grafiek geeft de verticale schaal aan de linkerzijde het aantal C2-fouten/PI-storingen aan en de verticale schaal aan de rechterzijde de jitter-waarde.


Pagina 36

Als u een beveiligd gebied uit de onderste grafiek weg wilt laten, schakelt u op de pagina Opties onder Schijfkwaliteit het selectievakje Achtergrond gebruiken om foutgrenzen te tonen in (zie Schijfkwaliteit). De horizontale schaal in beide grafieken geeft de waarden voor de schijfcapaciteit weer in MB's voor cd's en in GB's voor dvd's.


Voordat u de test kunt uitvoeren, moeten de benodigde basisinstellingen in het venster Opties onder Schijfkwaliteit zijn opgegeven (zie Schijfkwaliteit). De volgende instellingen zijn beschikbaar op het tabblad:

De vervolgkeuzelijst

Hiermee bepaalt u de snelheid waarmee de test wordt uitgevoerd. De beschikbare opties in de vervolgkeuzelijst zijn afhankelijk van de recorder en de geplaatste schijf.

De knop

Hiermee vernieuwt u de opties in de vervolgkeuzelijst met beschikbare snelheden. Als u meerdere stations op uw computer hebt geïnstalleerd, raden wij u aan de gegevens te vernieuwen nadat u een ander station voor de test hebt geselecteerd.

Het tekstvak Start

In dit vak wordt de startpositie van de test weergegeven. U kunt deze waarde handmatig opgeven. Selecteer de waarde 0000MB als u de test vanaf het begin van de schijf wilt uitvoeren.

Het tekstvak Einde

In dit vak wordt de eindpositie van de test weergegeven. U kunt deze waarde handmatig opgeven. Nero DiscSpeed vult een waarde in voor de schijf in het station. Voor een gebrande schijf kan deze waarde afwijken van de maximale capaciteit omdat de hoeveelheid gegevens op de schijf vaak niet overeenkomt met de maximale capaciteit van de schijf.

Het selectievakje QuickScan

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de QuickScan uitgevoerd met de instellingen die u in het venster Opties onder Schijfkwaliteit hebt opgegeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt de gehele schijf gescand.

Het selectievakje C1/PIE tonen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de C1-fouten/PI-fouten weergegeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt deze informatie niet weergegeven.

Het selectievakje C2/PIF tonen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de C2-fouten/PI-storingen weergegeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt deze informatie niet weergegeven.


Pagina 37

Het selectievakje Jitter tonen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de jitter weergegeven. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt deze informatie niet weergegeven. Niet alle recorders kunnen de jitter-waarden meten. Zelfs als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de jitter-waarde niet weergegeven als de recorder deze waarde niet kan meten.

Het selectievakje Leessnelheid tonen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de leessnelheid in de bovenste grafiek weergegeven. Deze curve wordt standaard in rood weergegeven. U kunt deze kleur in het venster Opties onder Schijfkwaliteit wijzigen.

Het selectievakje Schrijfsnelheid tonen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de schrijfsnelheid in de bovenste grafiek weergegeven. Deze curve wordt standaard in wit weergegeven. U kunt deze kleur in het venster Opties onder Schijfkwaliteit wijzigen. Als de optie Inclusief testgegevens in het venster Opties onder Overdrachtsnelheid is ingeschakeld, is de schrijfsnelheid tijdens het branden op de schijf vastgelegd en is deze waarde beschikbaar voor alle volgende tests van de schijf. Als dit selectievakje bij het branden niet was ingeschakeld, kan de schrijfsnelheid niet worden weergegeven omdat die informatie niet op de schijf is vastgelegd.

De knop Geavanceerd

Hiermee opent u het dialoogvenster Schijfkwaliteitstest: Geavanceerde opties.

Naast de testresultaten wordt in het gebied Schijfinfo en in een aantal infovelden rechts van de grafiek informatie weergegeven over de huidige test.

Informatie over de schijfkwaliteit wordt in de gebieden C1-fouten, C2-fouten en Jitter onder de grafiek in real-time weergegeven terwijl de test wordt uitgevoerd. Het aantal PI-storingen wordt daar ook weergegeven.

In het gebied Schijfinfo wordt algemene informatie over de geplaatste schijf weergegeven.



ID Hier wordt de MID (media-identificatiecode) weergegeven.

Datum Hier wordt de datum weergegeven waarop de schijf is gemaakt/gebrand. Als er eerder een image-bestand naar de schijf was gebrand, wordt in dit veld de datum weergegeven waarop het image-bestand was gemaakt.

Label

Hier wordt het label van de schijf in het geselecteerde station weergegeven. Als u het schijflabel niet wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Schijflabel weergeven in het venster Opties onder Schijfkwaliteit niet in.

Als het selectievakje Inclusief testgegevens in het venster Opties onder Overdrachtsnelheid is ingeschakeld, wordt er boven de grafiek een extra veld weergegeven met informatie over de recorder en de firmware die is gebruikt voor het branden van de geplaatste schijf.


Pagina 38

In de volgende infovelden is de onderstaande informatie beschikbaar:

Score kwaliteit Op basis van de testresultaten wordt een percentage berekend. Een waarde van 100% geeft aan dat de schijf geen fouten en/of C2-fouten/PI-storingen bevat.

Voortgang Hier wordt de voortgang van de test weergegeven, d.w.z. het percentage van de schijf dat al is gescand.

Positie Hier wordt de huidige positie van de optische pickup op de schijf weergegeven.

Snelheid Hier wordt de scansnelheid weergegeven. In het gebied PI-fouten wordt informatie over PI-fouten weergegeven.


Gemiddeld Hier wordt het gemiddelde aantal PI-fouten weergegeven. Maximum Hier wordt het maximumaantal PI-fouten weergegeven. Totaal Hier wordt het totaal aan PI-fouten weergegeven.

In het gebied PI-storingen wordt informatie over PI-storingen weergegeven.


Gemiddeld Hier wordt het gemiddelde aantal PI-storingen weergegeven. Maximum Hier wordt het maximumaantal PI-storingen weergegeven. Totaal Hier wordt het totaal aan PI-storingen weergegeven.

In het gebied Jitter wordt informatie over de jitter weergegeven.


Gemiddeld Hier wordt de gemiddelde jitter-waarde weergegeven. Maximum Hier wordt de maximale jitter-waarde weergegeven.

Niet alle recorders kunnen de jitter-waarden meten. Als dit veld leeg blijft, kan de recorder de jitter-waarden niet meten.


Het tabblad Schijfkwaliteit moet in het hoofdvenster zijn geopend. Voer onderstaande stappen uit om de kwaliteitstest te starten:




Als u de hele schijf wilt testen, zorg er dan voor dat het selectievakje QuickScan niet is ingeschakeld.



Pagina 39

Een uitgebreide test start u altijd met de knop Start. De opties in het menu Test starten zijn niet beschikbaar als het tabblad Schijfkwaliteit is geselecteerd. Als u in de menubalk op Test starten > Geselecteerd klikt (als dat mogelijk is), wordt de QuickScan automatisch op het tabblad Benchmark gestart en de resultaten van de test worden ook op dat tabblad weergegeven.

De test wordt gestart en uitgevoerd. In de gebieden onder de grafiek kunt u de voortgang van de test volgen.




Het tabblad ScanDisc

Pagina 40

11 Het tabblad ScanDisc

11.1 De test ScanDisc De test ScanDisc is beschikbaar op het tabblad ScanDisc. Op dit tabblad worden ook de testresultaten weergegeven. Er bestaan twee versies van deze test: een leestest en een C1/C2- – PI/PO-test.

De leestest wordt gebruikt om optische stations en/of gebrande schijven te testen. De test controleeert of het branden is gelukt en of alle gebieden kunnen worden gelezen.

Als u gebrande schijven wilt testen, is het aan te bevelen de maximale snelheid te gebruiken. Dan test u de schijven namelijk onder de slechtst mogelijke omstandigheden. Met de test C1/C2 - PI/PO controleert u de kwaliteit van de schijf op basis van de voltooiing van de sectoren. Deze test is niet identiek aan de test Schijfkwaliteit, ook al wordt de kwaliteitstest vaak een scan genoemd en lijkt deze op de test C1/C2 - PI/PO (zie Het tabblad Schijfkwaliteit). Er worden andere resultaten in de grafiek weergegeven. Bij de test C1/C2 - PI/PO wordt de status van de sectoren weergegeven en niet het aantal fouten.

Fig. 16: Het tabblad ScanDisc

De testresultaten van beide tests worden zowel in een grafische weergave als in de infovelden onder de grafiek weergegeven.

In de grafische weergave verschijnen alle sectoren van de schijf, waarbij iedere sector als een klein vierkantje wordt weergegeven. De status van de afzonderlijke sectoren is af te lezen aan de kleur van de vierkantjes.


Pagina 41

De volgende kleuren, statusindicatoren, zijn beschikbaar:

Groen Leesbare sectoren zonder fouten.

Geel Beschadigde sectoren die nog wel kunnen worden gelezen met de interne foutcorrectiefunctie van de recorder.

Rood Beschadigde sectoren die niet kunnen worden hersteld en die dus onleesbaar zijn.

In het infovak onder de grafische weergave worden de testresultaten in detail weergegeven.


De volgende instellingen zijn beschikbaar:

De vervolgkeuzelijst Snelheid

Hiermee bepaalt u de snelheid waarmee de test wordt uitgevoerd.

Het keuzerondje Leestest Hiermee activeert u de leestest.

Het keuzerondje C1/C2 – PI/PO test Hiermee activeert u de C1/C2 – PI/PO-test.

Daarnaast worden de testresultaten en de gegevens van de huidige test in de gebieden Schijfinfo, Oppervlakte-scan en Positie rechts van de grafische weergave weergegeven.

In het gebied Schijfinfo wordt algemene informatie over de geplaatste schijf weergegeven.



ID Hier wordt de MID (media-identificatiecode) weergegeven.

Datum Hier wordt de datum weergegeven waarop de schijf is gemaakt/gebrand. Als er eerder een image-bestand naar de schijf was gebrand, wordt in dit veld de datum weergegeven waarop het image-bestand was gemaakt.

Label

Hier wordt het label van de schijf in het geselecteerde station weergegeven. Als u het schijflabel niet wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Schijflabel weergeven in het venster Opties onder Schijfkwaliteit niet in.

Als het selectievakje Inclusief testgegevens in het venster Opties onder Overdrachtsnelheid is ingeschakeld, wordt er boven de grafiek een extra veld weergegeven met informatie over de recorder en de firmware die is gebruikt voor het branden van de geplaatste schijf. In het gebied Oppervlakte-scan worden de testresultaten van de sectoren in de categorieën Goed, Beschadigd (maar wel leesbaar) en Slecht in real-time weergegeven.

De volgende infovelden zijn tijdens de test in het gebied Positie beschikbaar

Voortgang Hier wordt de voortgang van de test weergegeven, d.w.z. het percentage van de schijf dat al is gelezen.

Positie Hier wordt altijd de huidige positie van de optische pickup op de schijf weergegeven (in MB's).

Snelheid Hier wordt de leessnelheid weergegeven.


Pagina 42

In de kolommen van het infoveld wordt de volgende informatie weergegeven:

Bestand Hier worden de namen van de bestanden op de schijf weergegeven. Positie Hier wordt de positie van de bestanden op de schijf weergegeven. Lengte Hier wordt de lengte van de afzonderlijke bestanden weergegeven.

Kwaliteit Hier wordt de kwaliteit van de bestanden weergegeven. De kwaliteit wordt berekend op basis van het aantal gevonden fouten.

PIE Hier wordt het aantal PI-fouten weergegeven. Alleen beschikbaar voor de test C1/C2 – P1/PO.

PIF Hier wordt het aantal PI-storingen weergegeven. Alleen beschikbaar voor de test C1/C2 – P1/PO.

POE Hier wordt het aantal PO-fouten weergegeven. Alleen beschikbaar voor de test C1/C2 – P1/PO.

POF Hier wordt het aantal PO-storingen weergegeven. Alleen beschikbaar voor de test C1/C2 – P1/PO.

Jitter

Hier worden de jitter-waarden weergegeven. Alleen beschikbaar voor de test C1/C2 – P1/PO. Niet alle recorders kunnen de jitter-waarden meten. Als de recorder de jitter-waarden niet kan meten, wordt deze kolom weggelaten.


Het tabblad ScanDisc in het hoofdvenster moet zijn geselecteerd. Voer onderstaande stappen uit om de test ScanDisc te starten:




Als u beide versies van de test wilt uitvoeren, voert eerst de eerste test volledig uit en vervolgens herhaalt u alle onderstaande stappen met de instellingen voor de tweede test.


De test wordt gestart en uitgevoerd. In de vakken onder en naast de grafische weergave kunt u de voortgang van de testprocessen volgen.


Bekijk de resultaten van de tests in de grafiek en/of de bijbehorende infovakken en sla de testresultaten op.


Aanvullende tests

Pagina 43

12 Aanvullende tests In het menu Extra zijn aanvullende tests beschikbaar voor het analyseren van audio-cd's, namelijk de Geavanceerde test DAE-kwaliteit en de test Overbranden.

Fig. 17: Aanvullende tests

12.1 De Geavanceerde test DAE-kwaliteit De Geavanceerde test DAE-kwaliteit wijkt af van de standaardtest DAE-kwaliteit. Met een speciale testschijf wordt door de geavanceerde test gezocht naar eventuele problemen in het station bij het lezen van audio-cd's.

U kunt de test in twee stappen uitvoeren: als het nodig is maakt u eerst een test-cd (zie Een test-cd maken) en vervolgens voert u de test uit (zie De test uitvoeren), of als u al een test-cd hebt, voert u de test direct uit.

Bovendien kunt u met de optie Fouten testen de mogelijkheden van een station vaststellen om fouten bij het maken van een kopie te voorkomen (zie Fouten testen).

12.1.1 Een test-cd maken Met de functie Test-cd maken kunt u een testschijf branden voor de Geavanceerde test DAE-kwaliteit.

U maakt zo'n testschijf in het venster Nero DiscSpeed – DAE-testschijf.

Aanvullende tests

Pagina 44

Fig. 18: Het venster Nero DiscSpeed - Geavanceerde test DAE-kwaliteit: – DAE-testschijf

In het bovenste gedeelte van het venster kunt u uw voorkeuren voor het branden opgeven.

Informatie over het huidige schrijfproces en over de geplaatste schijf wordt in de gebieden Schrijfpositie en Schijfinformatie en in het infovak onderin het venster weergegeven.


De vervolgkeuzelijst Schrijfsnelheid

Hiermee bepaalt u de snelheid waarmee de schijf wordt gebrand. Wij raden een snelheid van 16x of lager aan voor het branden van audio-cd's.

Het tekstvak Testcapaciteit

Hierin wordt de capaciteit van de schijf weergegeven in MSF (minuten/seconden/frames).

Het selectievakje Simuleren

Als dit selectievakje is ingeschakeld, simuleert Nero het brandproces en worden er geen gegevens naar de schijf geschreven.

Het selectievakje RAW-modus

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de schijf in de RAW-modus gebrand.

In het gebied Schrijfpositie wordt de volgende informatie over het huidige schrijfproces weergegeven:

Positie Hier wordt altijd de huidige positie van de optische pickup op de schijf weergegeven.

Relatief Hier wordt altijd het schijfpercentage weergegeven dat al is beschreven.

Hier wordt de voortgang van het brandproces weergegeven.

Aanvullende tests

Pagina 45

In het gebied Schijfinformatie en het infovak wordt de volgende informatie over de geplaatste schijf weergegeven:

Capaciteit

Hierin wordt de capaciteit van de schijf weergegeven in MSF (minuten/seconden/frames) en in MB's.

Maximum geeft het maximale gegevensvolume aan dat naar de schijf kan worden geschreven, inclusief de extra capaciteit die door overbranden wordt verkregen.

Extra geeft het verschil aan tussen de normale en de maximale capaciteit.

Fabrikant Hier wordt naam van de fabrikant van de schijf weergegeven. Dye-type Hier wordt het gebruikte dye-type weergegeven.


Volg onderstaande stappen om een testschijf te maken:

5. Plaats een lege schijf in de recorder.

6. Klik in de menubalk op Extra > Geavanceerde test DAE-kwaliteit > Test-cd aanmaken.

Het venster Nero DiscSpeed – DAE-testschijf wordt geopend.

7. Geef in het bovenste gedeelte van het venster de gewenste instellingen op.


Als u op de knop Sluiten klikt, wordt het venster gesloten.

Het branden wordt gestart. U kunt de voortgang van het brandproces in de gebieden Schrijfpositie en Schijfinformatie en in het infovak onderin het venster volgen.

U hebt een testschijf gemaakt en u kunt nu de Geavanceerde test DAE-kwaliteit uitvoeren (zie De test uitvoeren).

12.1.2 De test uitvoeren Met de menuopdracht Test starten en de speciale testschijf die u eerder hebt gemaakt (zie Een test-cd maken), kunt u de Geavanceerde test DAE-kwaliteit uitvoeren.

De test wordt in het venster Nero DiscSpeed – Geavanceerde test DAE-kwaliteit uitgevoerd en de testresultaten worden ook in dit venster weergegeven.

Aanvullende tests

Pagina 46

Fig. 19: Geavanceerde test DAE-kwaliteit: Het venster Nero DiscSpeed – Geavanceerde test DAE-kwaliteit

De testresultaten worden in de gebieden Testresultaten en Snelkopiëren weergegeven en gedetailleerde testresultaten worden in het infovak weergegeven. In de voortgangsbalk onderin het venster kunt u de status van de test aflezen.

In het gebied Geavanceerde functies kunt u uw voorkeuren voor de test opgeven.


Beginpunt

Hier bepaalt u waar het lezen van de schijf moet beginnen. Bij het lezen van audio-sectoren starten niet alle stations op hetzelfde punt. Er bestaat ook geen standaard startpositie voor het schrijven. Meestal is er een verschil van enkele honderden samples.

Het selectievakje Lezen leadin

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt getest of het station de lead-in kan lezen. Voor een perfecte kopie moet een station vóór de werkelijke startpositie beginnen te lezen.

Het selectievakje Lezen leadout

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt getest of het station de lead-out kan lezen. Voor een perfecte kopie moet een station ook de gegevens in de lead-out lezen.

Het selectievakje CD Text lezen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt getest of het station CD Text-gegevens kan lezen.

Het selectievakje Subchannel-gegevens lezen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de subchannel-gegevens tijdens de test gelezen. Subchannel-gegevens bevatten informatie zoals indexmarkeringen. Voor het maken van exacte kopieën moet een station dit type gegevens kunnen reproduceren.

Aanvullende tests

Pagina 47

De resultaten van de twee tests (de leestest in normale volgorde en de leestest in willekeurige volgorde) worden in het gebied Testresultaten weergegeven.

De leestest in normale volgorde simuleert een DAE onder ideale omstandigheden en voert vervolgens een harmonische leestest uit. De leestest in willekeurige volgorde zorgt voor het identificeren van fouten op de schijf. Er bestaan twee soorten fouten.

Een zoekopdracht naar gegevensfouten resulteert in audio-samples die niet juist zijn gelezen op basis van een vergelijking tussen de gelezen bytes en de bekende gegevens op de testschijf. Kleine gegevensfouten kunnen met de correctiefunctie van het station worden hersteld. Gegevensfouten zijn meestal het gevolg van kwalitatief slechte schijven. U kunt gegevensfouten voorkomen door goede schijven te gebruiken en/of door de snelheid van het station te verlagen.

Synchronisatiefouten treden op als het station niet de juiste sectoren leest maar de naastliggende sectoren. Nero DiscSpeed gebruikt speciale gegevens op de testschijf om te controleren of de juiste sectoren worden gelezen. Synchronisatiefouten kunnen leiden tot verlies of herhaling van samples. Deze fouten zijn dus hoorbaar.

De volgende informatie is beschikbaar:

Gemiddelde snelheid

Berekent de gemiddelde snelheid van de voltooide test en geeft deze weer.

Gegevensfouten Hier worden de gevonden fouten weergegeven. Sync-fouten Hier worden de gevonden synchronisatiefouten weergegeven.

Score kwaliteit Een score op basis van het aantal gevonden fouten. Een waarde van 100 geeft aan dat de schijf perfect is.

In het gebied Snelkopiëren wordt aangegeven of een audio-cd met verschillende snelheden zonder fouten kan worden gekopieerd (tussen 1x en 16x); met andere woorden hier wordt aangegeven of het station geschikt is voor snelkopiëren in combinatie met een recorder voor het maken van back-ups van audioschijven. Voer onderstaande stappen uit om de test uit te voeren:


2. Plaats een testschijf in het station.

Als u nog geen testschijf hebt gemaakt, moet u dat eerst doen (zie Een test-cd maken).

3. Klik in de menubalk op Extra > Geavanceerde test DAE-kwaliteit > Test starten.

Het venster Nero DiscSpeed – Geavanceerde test DAE-kwaliteit wordt geopend.

4. Geef in het gebied Geavanceerde functies de gewenste instellingen op.


De test wordt gestart en uitgevoerd.

Aanvullende tests

Pagina 48


In de gebieden Testresultaten en Snelkopiëren en in het infovak worden de testresultaten weergegeven. Vervolgens kunt u de testresultaten opslaan.


12.1.3 Fouten testen Met Fouten testen kunt u vaststellen of een station in staat is om fouten te voorkomen bij het maken van kopieën. Hiervoor worden de gegevens op een A-BEX-schijf gelezen en vergeleken met een image-bestand dat op de harde schijf is opgeslagen.

Voor deze test hebt u een standaard testschijf nodig van het type A-BEX (TCD-714R, TCD-721R of TCD-726). Alle A-BEX-schijven bevatten dezelfde gegevens (audiogegevens). Het leesoppervlak van A-BEX-schijven bevat een aantal uiteenlopende fouten die expres op het oppervlak zijn aangebracht.

In plaats van met een A-BEX-schijf kunt u ook met de DAE-testschijf die u eerder hebt gemaakt een beperkte versie van de test uitvoeren (zie Een test-cd maken). In dat geval hoeft u geen image-bestand te maken omdat Nero DiscSpeed de inhoud van de schijf al kent. Zie De test met een DAE-testschijf uitvoeren voor meer informatie over deze versie van de test.

Fig. 20: Fouten testen: Nero DiscSpeed – het venster Foutcorrectie geavanceerde test DAE

Aanvullende tests

Pagina 49

De foutentest wordt in twee stappen uitgevoerd. Eerst gebruikt u Image maken om een image-bestand van de testschijf te maken (zie Een image maken). Vervolgens gebruikt u Test starten om de gegevens te lezen en te vergelijken met het image-bestand (zie De test met een DAE-testschijf uitvoeren).

12.1.3.1 Een image maken Met de optie Image aanmaken kunt u de gegevens van een A-BEX-schijf extraheren om een image-bestand te maken en het image-bestand op de harde schijf op te slaan, op voorwaarde dat het station het bestand kan maken op basis van de geleverde gegevens.

Voer de volgende stappen uit als u een image-bestand van de testschijf wilt maken:


2. Plaats een A-BEX-schijf in het station.

3. Klik in de menubalk op Extra > Geavanceerde test DAE-kwaliteit > Image aanmaken.

Het venster Nero DiscSpeed – Geavanceerde test DAE-kwaliteit – Image aanmaken wordt geopend.

Fig. 21: Het venster Nero DiscSpeed – Geavanceerde test DAE-kwaliteit – Image aanmaken


De knop Start is pas beschikbaar nadat u de juiste testschijf hebt geplaatst.

Het image-bestand van de testschijf wordt gemaakt. U kunt de voortgang van het schrijfproces in de voortgangsbalk volgen.

Door op de knop Stop te klikken, kunt u ieder proces op ieder gewenst moment afbreken.

Er wordt een dialoogvenster weergegeven als het maken van het image-bestand is voltooid.

U hebt een image-bestand van de testschijf gemaakt en u kunt dit bestand nu gebruiken voor het tweede deel van de foutentest, het uitvoeren van de test (zie De test met een A-BEX-testschijf uitvoeren).

Aanvullende tests

Pagina 50

12.1.3.2 De test met een A-BEX-testschijf uitvoeren Als u Test starten selecteert, worden de gegevens op de A-BEX-schijf gelezen en vergeleken met het image-bestand van dezelfde schijf. Met deze test bent u ervan verzekerd dat de kopie die wordt gemaakt perfect is.

De test wordt in het venster Nero DiscSpeed – Foutcorrectie geavanceerde test DAE uitgevoerd.

Fig. 22: Geavanceerde test DAE-kwaliteit: het venster Nero DiscSpeed – Foutcorrectie geavanceerde test DAE

De testresultaten worden tijdens de test in de grafieken C2-fouten en Fouten vergelijken en in de infovakken onderin het venster weergegeven.

In de bovenste grafiek worden de C2-fouten weergegeven die op de schijf zijn aangetroffen. In de onderste grafiek worden de fouten vergeleken die door Nero DiscSpeed zijn gevonden bij het vergelijken van de gegevens op de schijf en de gegevens van het image-bestand.

In de gebieden onder de grafieken zijn de volgende velden beschikbaar:

Positie Hier wordt tijdens het schrijfproces altijd de huidige positie van de optische pickup op de schijf weergegeven.

Verstreken Hier wordt de verstreken tijd van het proces in minuten en seconden weergegeven.

C2-nauwkeurigheid De C2-nauwkeurigheid van het station wordt bepaald op basis van de resultaten van de test.

Score kwaliteit

Op basis van de testresultaten wordt een percentage berekend. Een waarde van 100% geeft aan dat de schijf geen fouten en/of C2-fouten/PI-storingen bevat.

C2-fouten Hier wordt het aantal gevonden C2-fouten weergegeven. C2 gemist Hier wordt het aantal gemiste C2-fouten weergegeven.

Aanvullende tests

Pagina 51

Fouten vergelijken

Hier wordt het aantal gevonden vergelijkingsfouten weergegeven. Vergelijkingsfouten treden op wanneer de gelezen audiogegevens niet overeenkomen met de vergelijkingsgegevens van het image-bestand.

Sync-fouten

Hier wordt het aantal gevonden synchronisatiefouten weergegeven. Synchronisatiefouten treden op wanneer de gegevens juist zijn maar naar andere sectoren zijn verplaatst.

Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:

Het image-bestand van de testschijf moet op de harde schijf zijn opgeslagen (zie Een image maken).

Voer de volgende stappen uit om de testschijf met het bijbehorende image-bestand op de harde schijf te vergelijken:


2. Plaats de A-BEX-schijf waarvan het image-bestand op de harde schijf is opgeslagen.

3. Klik in de menubalk op Extra > Geavanceerde test DAE-kwaliteit > Fouten testen > Test starten.

Het venster Nero DiscSpeed – Foutcorrectie geavanceerde test DAE wordt weergegeven.

4. Sommige stations tonen de C2-fouten in de omgekeerde volgorde. Schakel het selectievakje C2 omkeren in als u de volgorde wilt herstellen.


De knop Start is pas beschikbaar nadat u de juiste schijf hebt geplaatst.

De test wordt gestart en uitgevoerd. U kunt de voortgang van het proces in de infovelden en de grafieken bijhouden.




Aanvullende tests

Pagina 52

12.1.3.3 De test met een DAE-testschijf uitvoeren In plaats van een A-BEX-schijf kunt u ook de DAE-testschijf die u eerder hebt gemaakt gebruiken om een beperkte versie van de test uit te voeren (zie De test met een DAE-testschijf uitvoeren). In dat geval hoeft u geen image-bestand te maken omdat Nero DiscSpeed de inhoud van de schijf al kent.

Voer onderstaande stappen uit om de test uit te voeren:


2. Plaats een DAE-schijf in het station.

3. Klik in de menubalk op Extra > Geavanceerde test DAE-kwaliteit > Test starten.

Het venster Nero DiscSpeed – Foutcorrectie geavanceerde test DAE wordt weergegeven.

4. Sommige stations tonen de C2-fouten in de omgekeerde volgorde. Schakel het selectievakje C2 omkeren in als u de volgorde wilt herstellen.


De knop Start is pas beschikbaar nadat u de juiste schijf hebt geplaatst.

De test wordt gestart en uitgevoerd.




12.2 De Overbrandtest Overbranden is het schrijfproces waarbij de officiële capaciteit van de schijf wordt overschreden door de lead-out van de cd te benutten.

De lead-out dient eigenlijk om aan te geven waar de schijf eindigt. Door een deel van de lead-out met gegevens te vullen in plaats van nullen, kan de capaciteit van de schijf worden vergroot.

Meestal kunnen de 90 seconden van de lead-out zonder problemen worden overschreven. Desondanks is de mogelijkheid aanwezig dat de gegevens onleesbaar worden, omdat dit gebied nou eenmaal is gereserveerd voor het opslaan van nullen en het de buitenste rand van de schijf is. Dit deel van de schijf raakt eerder beschadigd.

Met de Overbrandtest kunt u een simulatie uitvoeren van het overbrandproces om te testen of de recorder hiervoor geschikt is. Nero DiscSpeed registreert tevens de hoeveelheid gegevens die naar de schijf kunnen worden geschreven.

Aanvullende tests

Pagina 53

Als u wilt testen of overbranden voor een schijf en voor de recorder mogelijk is tijdens een echt brandproces, schakelt u het selectievakje Overbranden cd (of Overbranden dvd, afhankelijk van het schijftype) in het venster Opties onder Overdrachtsnelheid in (zie Overdrachtsnelheid). Vervolgens start u de standaardtest Gegevensschijf maken (zie Gegevensschijf maken (klassieke versie) ).

Overbranden wordt niet door alle recorders ondersteund. Houd er rekening mee dat overbranden het station kan beschadigen. Om schade te voorkomen moet u deze functie alleen gebruiken voor schijven die hiervoor geschikt zijn. Houd er tevens rekening mee dat een schijf waarvan de lead-out is beschreven niet langer voldoet aan de standaardspecificaties voor cd's, waardoor ze wellicht niet door alle spelers worden herkend.

Overbranden is ook mogelijk, maar niet aan te bevelen, voor dvd's. De buitenste rand van een dvd is extra gevoelig voor fouten. Verder wordt overbranden slechts door een beperkt aantal dvd-recorders ondersteund. De simulatie wordt in het venster Nero DiscSpeed – Overbrandtest uitgevoerd en in dit venster worden ook de testresultaten weergegeven.

Fig. 23: Overbrandtest: het venster Nero DiscSpeed – Overbrandtest

De resultaten worden in de gebieden Schrijfpositie en Schijfinformatie en in de infovelden onderin het venster weergegeven.

In het bovenste gedeelte van het venster kunt u uw voorkeuren voor de test opgeven.

Aanvullende tests

Pagina 54


De vervolgkeuzelijst Schrijfsnelheid

Hier bepaalt u de snelheid waarmee het branden wordt gesimuleerd. Wij raden een snelheid van 16x of lager aan voor het branden van audio-cd's.

Het tekstvak Testcapaciteit

Hier wordt de capaciteit van de schijf weergegeven in MSF (minuten/seconden/frames).

Het selectievakje Simuleren

Als dit selectievakje is ingeschakeld, simuleert Nero het brandproces en worden er geen gegevens naar de schijf geschreven. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld en kan niet worden uitgeschakeld.

Het selectievakje RAW-modus

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het brandproces in de RAW-modus gesimuleerd.

In het gebied Schrijfpositie wordt de volgende informatie over het simuleren van het brandproces weergegeven:

Positie Hier wordt altijd de huidige positie van de optische pickup op de schijf weergegeven.

Relatief Hier wordt altijd het percentage weergegeven dat al is beschreven.

Hier wordt de voortgang van de simulatie weergegeven. Groen – Gegevens die binnen de normale capaciteit van de schijf zijn geschreven. Geel – Gegevens die buiten de normale capaciteit van de schijf zijn geschreven. Donkergroen – Bufferstatus. Blauw – De officiële standaardcapaciteit van de schijf. Rood - De huidige positie van de optische pickup op de schijf.

In het gebied Schijfinformatie en het infovak wordt de volgende informatie over de geplaatste schijf weergegeven:

Capaciteit

Hierin wordt de capaciteit van de schijf weergegeven in MSF (minuten/seconden/frames) en in MB's.

Maximum geeft het maximale gegevensvolume aan dat naar de schijf kan worden geschreven, inclusief de extra capaciteit die door overbranden wordt verkregen.

Extra geeft het verschil aan tussen de normale en de maximale capaciteit.

Fabrikant Hier wordt naam van de fabrikant van de schijf weergegeven. Dye-type Hier wordt het gebruikte dye-type weergegeven.


Aanvullende tests

Pagina 55

Voer onderstaande stappen uit als u de overbrandtest als simulatie wilt uitvoeren:


2. Plaats een lege schijf in het station.

3. Klik in de menubalk op Extra > Overbrandtest.

Het venster Nero DiscSpeed – Overbrandtest wordt geopend.

4. Als u de simulatie in de RAW-modus wilt uitvoeren, schakelt u het selectievakje RAW-modus in.

5. Selecteer het gewenste gegevensvolume dat u naar de schijf wilt schrijven of laat Nero DiscSpeed de officiële capaciteit vaststellen.


De simulatie wordt gestart. In de gebieden Schrijfpositie en Schijfinformatie en het infovak daaronder kunt u de voortgang van het proces volgen.


Er wordt een dialoogvenster geopend met daarin de maximale capaciteit die is aangetroffen.

7. Als u de gevonden waarde aan de interne overbrand-database wilt toevoegen, klikt u op de knop Ja.

Als u vervolgens een schijf van hetzelfde type plaatst, herkent Nero DiscSpeed deze en worden de resultaten die in de database zijn opgeslagen in het infovak weergegeven.

8. Als u de gevonden waarde wilt verwijderen, klikt u op Nee.

U hebt de overbrandtest uitgevoerd.

Testgegevens opslaan

Pagina 56

13 Testgegevens opslaan Met de menuoptie Resultaten opslaan kunt u de volledige testresultaten op de harde schijf opslaan. Alleen testgegevens die als een binair bestand met de extensie *.dat zijn opgeslagen kunnen worden geladen. Testresultaten die in een andere indeling zijn opgeslagen kunnen niet via de menubalk worden geopend.

Met Nero DiscSpeed kunt u verschillende indelingen gebruiken voor het opslaan van de volledige testresultaten op de harde schijf. Als u de afbeelding opslaat, slaat u alleen de grafische weergave van de testresultaten op, de resultaten zelf en alle overige informatie gaan verloren. U kunt de volgende indelingen gebruiken voor het opslaan van de testresultaten:

Binary (.dat)

Hiermee slaat u de resultaten als binaire gegevens op. Gebruik deze indeling als u de testgegevens in Nero DiscSpeed wilt openen en/of de testgegevens in de Nero DiscSpeed-database wilt openen en vergelijken.

Tekst (.csv) Hiermee slaat u de resultaten als een plat tekstbestand op. U kunt dit bestand met iedere tekstverwerker openen.

HTML (.html)

Als u de resultaten als een html-bestand opslaat, kunt u de resultaten in een browser bekijken. In de html-indeling kunt u de testresultaten inclusief de grafiek opslaan. Onder Opslaan in het venster Opties kunt u opgeven hoeveel gegevens er in een html-bestand moeten worden opgeslagen. Als u het selectievakje Status insluiten hebt ingeschakeld, worden de grafiek en alle andere testresultaten opgeslagen. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt alleen de grafiek opgeslagen.

Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan:

De gewenste test moet al zijn uitgevoerd.

De resultaten worden op het bijbehorende tabblad van het hoofdvenster weergegeven. Voer onderstaande stappen uit om de testresultaten op te slaan:

1. Klik in de menubalk op Bestand > Resultaten opslaan en selecteer de gewenste indeling.

Het venster Opslaan als wordt geopend.

2. Geef in het vak Bestandsnaam een bestandsnaam op.

3. Klik op de knop Opslaan.

U hebt het testbestand opgeslagen.

Testgegevens laden

Pagina 57

14 Testgegevens laden Met de menuopdracht Eén bestand laden kunt u opgeslagen testgegevens openen, terwijl u met de menuopdracht Database meerdere bestanden tegelijk kunt openen zodat u de testresultaten en/of de efficiëntie van stations kunt vergelijken.

Als u de database op een effectieve manier wilt gebruiken, d.w.z. dat u resultaten krijgt die u kunt vergelijken, moet u dezelfde schijf gebruiken voor de verschillende tests in alle stations.

Alleen testgegevens die als een binair bestand met de extensie *.dat zijn opgeslagen kunnen worden geladen. Testresultaten die in een andere indeling zijn opgeslagen kunnen niet via de menubalk worden geopend. Voer onderstaande stappen uit om de testresultaten te laden:

1. Als u één opgeslagen bestand met testresultaten wilt openen: 1. Klik in de menubalk op Bestand > Resultaten laden > Eén bestand laden.

Het venster van Openen wordt geopend.

2. Selecteer het gewenste bestand en klik op de knop Openen.

Het bestand wordt in het tabblad Benchmark van het hoofdvenster geopend en de testgegevens worden weergegeven.

2. Als u meerdere bestanden ter vergelijking wilt openen: 1. Klik in de menubalk op Bestand > Resultaten laden > Database.

Het venster Nero DiscSpeed – Database wordt geopend.

2. Klik op de knop Resultaten toevoegen.

Het dialoogvenster Bestanden invoegen wordt geopend.

3. Selecteer de gewenste bestanden en klik op de knop Openen.

De testbestanden worden geïmporteerd en in het venster Nero DiscSpeed – Database weergegeven.

4. Schakel de selectievakjes in voor de bestanden die u wilt vergelijken. 5. Schakel in het onderste deel van het venster het keuzerondje in voor de test waarvan u de

gegevens wilt vergelijken.

De resultaten van de geselecteerde test voor de gekozen testbestanden worden weergegeven.

Testgegevens laden

Pagina 58

Fig. 24: Het venster Nero DiscSpeed – Database

6. Klik op de knop Grafiek.

Het venster Nero DiscSpeed – Testresultaten met de grafische weergave van de testresultaten wordt geopend. De resultaten van de verschillende testbestanden worden in verschillende kleuren weergegeven (in het gebied Legenda ziet u welke kleur bij welke test hoort).

Fig. 25: Nero DiscSpeed – Testresultaten

U hebt de gewenste testresultaten geladen.

Een schijf wissen

Pagina 59

15 Een schijf wissen Met de functie Schijf wisssen kunt u gegevens van herschrijfbare media wissen. Deze test wordt in het venster Nero DiscSpeed – Wissen uitgevoerd.

Fig. 26: Een schijf wissen: het venster Nero DiscSpeed – Wissen

In de voortgangsbalk kunt u de status van de test aflezen. Vooraf kunt u de gewenste wismethode opgeven.

De volgende wismethoden zijn beschikbaar:

Snel

Hiermee wist u de inhoudsopgave van een schijf. Als de inhoudsopgave is gewist, herkent het station de schijf als een lege schijf. Alle informatie over de gegevens op de schijf wordt gewist. Het wissen duurt doorgaans minder dan een minuut.

Volledig Alle gegevens worden van de schijf gewist. De benodigde tijd voor het volledig wissen van een schijf is gelijk aan de benodigde tijd voor het schrijven van de schijf.

Volg de onderstaande stappen om een herschrijfbare schijf te wissen:


2. Plaats de schijf die u wilt wissen in het station.

3. Klik in de menubalk op Extra > Schijf wissen.

Het venster Nero DiscSpeed – Wissen wordt geopend.

4. Selecteer de gewenste wismethode.

5. Klik op de knop Wissen.

De knop Wissen is pas beschikbaar nadat u een juiste schijf hebt geplaatst.

Het wissen wordt gestart.

Door op de knop Afsluiten te klikken, kunt u het wissen op ieder gewenst moment afbreken.

In de voortgangsbalk kunt u de voortgang van het wissen volgen.

De bitinstelling wijzigen

Pagina 60

16 De bitinstelling wijzigen Met de optie Bitinstelling kunt u de bitinstellingen/het boektype van een geselecteerde dvd-recorder wijzigen (op voorwaarde dat de recorder deze functie ondersteunt).

Deze instellingen geeft u op in het venster Nero DiscSpeed – Bitinstelling.

Fig. 27: Bitinstellingen: het venster Nero DiscSpeed – Bitinstelling

Het boektype wordt door een optisch station gebruikt om het type media dat is geplaatst te detecteren. Door het boektype te wijzigen kunt u de speler doen geloven dat de geplaatste dvd een officiële dvd is en niet een gebrande schijf.

U kunt het boektype niet bij alle dvd-spelers wijzigen. Bovendien kan het boektype alleen voor "plus“-media (bijvoorbeeld +R) worden gewijzigd. Bij andere mediatypen staat het boektype al op de schijf voordat deze wordt gebrand.

In het gebied Stationsinstellingen wordt het gedefinieerde boektype weergegeven en de wijzigingen die kunnen worden aangebracht.

De volgende informatie wordt weergegeven:

Schijftype Hier wordt het schijftype weergegeven. Boektype Hier wordt het geselecteerde boektype voor de schijf weergegeven.


De vervolgkeuzelijst Nieuwe instelling

In deze lijst staan de instellingen die voor het boektype kunnen worden geselecteerd. De mediatypen die niet door het gekozen station worden ondersteund zijn niet beschikbaar.

De knop Instellen Hiermee accepteert u de wijzigingen die u hebt aangebracht.

De bitinstelling wijzigen

Pagina 61

Het selectievakje Als standaard instellen

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de geselecteerde wijzigingen als standaardinstellingen voor het station opgeslagen, zelfs nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Als het station deze functie niet ondersteunt, is dit selectievakje niet beschikbaar.

In het gebied Schijfinstellingen wordt zowel het schijftype als het boektype dat momenteel is geselecteerd weergegeven.

Voer onderstaande stappen uit als u de bitinstelling voor een dvd-recorder, wilt wijzigen:


2. Klik in de menubalk op Extra > Bitinstellingen.

Het venster Nero DiscSpeed – Bitinstelling wordt geopend. In het gebied Instellingen station worden de schijftypen en de bijbehorende boektypen weergegeven.

3. Kies een ander boektype in de vervolgkeuzelijst Nieuwe instelling en klik op de knop Instellen.

4. Als u de nieuwe instelling voor het boektype als de standaardinstelling voor het station wilt opslaan, schakelt u het selectievakje Als standaard instellen in.

Als het station deze functie niet ondersteunt, is dit selectievakje niet beschikbaar.

5. Klik op de knop Vernieuwen.

De weergave van het venster wordt vernieuwd. In het gebied Instellingen station worden de schijftypen en de gewijzigde boektypen weergegeven.

6. Klik op de knop Sluiten.

U hebt de bitinstellingen voor een dvd-recorder gewijzigd.

Index

Pagina 62

17 Index

A

aanvullende tests........................................................ 43

algemene informatie .....................................................5

Automatisch opslaan .................................................. 16

Automatisch starten.................................................... 17

B

bitinstelling.................................................................. 60

bitinstellingen

bewerken.............................................................................61

boektype..................................................................... 60

wijzigen................................................................................61

Burst-snelheid............................................................. 25

C

C1/C2- – P1/PO-test................................................... 40

Contact ....................................................................... 64

conventies ....................................................................5

Copyright ...................................................................... ii

CPU-gebruik ............................................................... 25

D

DAE-kwaliteit .............................................................. 24

definiëren

taal 10

doelgroep .....................................................................5

E

Extra ........................................................................... 43

F

Fouten testen.............................................................. 48

starten ...........................................................................51, 52

uitvoeren........................................................................50, 52

G

Geavanceerde test DAE-kwaliteit ............................... 43

starten .................................................................................47

uitvoeren..............................................................................45

gebruikersinterface ..................................................... 10

gegevensschijf maken ................................................29

Gegevensschijf maken ...................................26, 29, 53

H

hoofdvenster ...........................................................8, 20

I image maken ..................................................30, 49, 51

indelingen voor opslag................................................56

informatie over de handleiding......................................5

informatie over Nero DiscSpeed ...................................5

K

kleuren definiëren .......................................................11

kwaliteitstest ...............................................................35

starten................................................................................. 38

uitvoeren ............................................................................. 38

L

Laden/Uitwerpen.........................................................26

leestest .......................................................................40

N

Nero DiscSpeed starten................................................7

O

opslaan ...................................................8, 9, 16, 20, 56

Opties ...................................................................10, 28

Overbranden-test........................................................43

overbrandtest

simulatie.............................................................................. 55

uitvoeren ............................................................................. 55

Overbrandtest .............................................................52

overdrachtsnelheid .........................................13, 26, 53

Overdrachtsnelheid...............................................23, 30

P

prioriteit definiëren ......................................................11

programma

starten................................................................................... 7

Index

Pagina 63

R

resultaten opslaan ...................................................... 56

S

ScanDisc, test............................................................. 40

ScanDisc-test

starten .................................................................................42

uitvoeren..............................................................................42

schijf wissen ............................................................... 59

Schijfkwaliteit ........................................................ 18, 36

simuleren

brandproces ........................................................................30

Spin up/down.............................................................. 26

standaardtest

CPU-gebruik........................................................................25

DAE-kwaliteit .......................................................................24

Laden/Uitwerpen .................................................................26

Overdrachtsnelheid .............................................................23

Spin up/down.......................................................................26

starten .................................................................................27

Toegangstijden/zoektijden...................................................25

Standaardtest

Burst-snelheid .....................................................................25

standaardtests .......................................... 12, 17, 18, 22

selecteren............................................................................12

systeemvereisten..........................................................6

T

tab

Benchmark ............................................................................9

ScanDisc............................................................................... 9

Schijf maken ......................................................................... 9

Schijfinfo ............................................................................... 9

Schijfkwaliteit ........................................................................ 9

tabblad

Benchmark.......................................................................... 22

ScanDisc............................................................................. 40

Schijf maken ................................................................. 26, 29

Schijfinfo ............................................................................. 33

Schijfkwaliteit ................................................................ 35, 40

technische informatie....................................................6

test-cd maken .................................................43, 47, 48

testgegevens

laden................................................................................... 57

vergelijken........................................................................... 57

Testgegevens

opslaan ............................................................................... 56

testreeks

starten........................................................................... 22, 28

uitvoeren ....................................................................... 22, 28

tests

afzonderlijk uitvoeren.................................................... 22, 27

in reeks uitvoeren ............................................................... 22

testserie

starten................................................................................. 27

uitvoeren ............................................................................. 27

Toegangstijden/zoektijden ....................................15, 25

V

Vastleggen..................................................................20

Contact opnemen

Pagina 64

18 Contact opnemen

Nero DiscSpeed is een product van Nero AG.

Nero AG Im Stoeckmaedle 13-15 76307 Karlsbad Duitsland

Internet: www.nero.com Help: http://support.nero.com E-mail: [email protected] Fax: +49 724 892 8499

© 2007 Nero

http://www.nero.com/

http://support.nero.com/

mailto:[email protected]

Gebruikershandleiding Nero...

Documents

Transcript of Gebruikershandleiding Nero...