GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5....

23
Alarmsysteem VERSA Programma versie 1.03 GDAŃSK VERSA_EG_NL 04/14 ™ Eenvoudige GEBRUIKERS HANDLEIDING

Transcript of GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5....

Page 1: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Ala

rmsy

stee

m

VER

SAPr

ogra

mm

ave

rsie

1.0

3

GDAŃSK

VERSA_EG_NL 04/14 ™

EenvoudigeGEBRUIKERSHANDLEIDING

Page 2: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

WAARSCHUWINGVoordat u gebruik gaat maken van het alarmsysteem dient u deze handleiding zorgvuldig doorte lezen, om zo fouten te voorkomen welke tot het niet functioneren of beschadigen van deapparatuur kan leiden.Wijzigingen, modificaties of reparaties welke uitgevoerd worden door een niet geautoriseerdepersoon door de fabrikant, zal het recht op garantie doen vervallen.De alarmsystemen mogen alleen op een analoge telefoonlijn worden aangesloten. Indien deanaloge lijn omgezet gaat worden naar een digitale (internet) lijn, dan dient u contact op tenemen met uw installateur.Mocht de telefoonlijn, waarop het alarmsysteem aangesloten zit, veelvoudig in gesprek zijnen/of er storingen door gemeld worden, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met uwinstallateur.Om een goede beveiliging te verzekeren dient het alarmsysteem goed te werken, daarvoorraad SATEL aan om het systeem regelmatig te testen. Het alarmsysteem is voorzien van eenaantal zelf-diagnose functies welke, indien juist geconfigureerd door de installateur, voorzien ineen correct werkend systeem.Het alarmsysteem kan niet voorkomen dat er ingebroken wordt, een overval gepleegd wordt ofeen brand ontstaat, maar het verzekert in geval van deze situaties dat de juiste actiesondernomen worden om zo de mogelijke schade te beperken (een alarm zal optisch enakoestisch gesignaleerd worden en de juiste instanties zullen gewaarschuwd worden, etc.).Dit alles kan de potentiele inbrekers afschrikken.

LET OP!Het alarmsysteem is voorzien van een batterij. Gooi lege batterijen nooit weg, maar recycledeze conform de regelgevingen (Europese richtlijnen 91/157/EEC en 93/86/EEC93/86/EEC).

De verklaring van overeenstemming kan geraadpleegd worden op www.satel.eu/ce

Page 3: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 2

Wijzigingen in firmware versie 1.02Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN

submenu.0. UITGANGEN RESET functie bij 9. TESTEN submenu maakt activeringvan 21. DETECTOREN HERSTEL uitgangen mogelijk.

Gebruikers Nieuwe recht: INT-VG TOEGANG.

Nieuwe functies nahet aansluiten vaneen INT-VG module

Optie om op afstand het alarmsysteem te bedienen vanaf eentelefoon (interactief spraakmenu).Optie om spraakberichten te bevestigen door het invoeren van eencode op vanaf de telefoon. Het bevestigen van een spraakbericht zalde telefoon berichtgeving annuleren.De mogelijkheid voor toegang tot het interactieve spraakmenu na hetbevestigen van een spraakbericht.

Wijzigingen in firmware versie 1.03Gebruikersfuncties Diagnose functies om informatie te verkrijgen over de status van 433

MHz detectoren die ondersteund worden door de VERSA-MCUcontroller.

Page 4: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

3 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

INHOUD1. INTRODUCTIE ...................................................................................................................... 42. TECHNISCHE PRESTATIES VAN HET ALARMSYSTEEM ............................................................... 43. ALGEMENE UITLEG VOOR GEBRUIKTE TERMEN ....................................................................... 44. WERKING VAN HET ALARMSYSTEEM MET EEN BEDIENDEEL ...................................................... 6

4.1 DISPLAY [LCD BEDIENDELEN]......................................................................................................84.2 TOETSEN ...................................................................................................................................94.3 INSCHAKELEN...........................................................................................................................10

4.3.1 Inschakelen zonder blok keuze ........................................................................................................ 104.3.2 Inschakelen van een geselecteerd blok ........................................................................................... 104.3.3 Het systeem Snel inschakelen ......................................................................................................... 104.3.4 Het systeem inschakelen zonder vertraging..................................................................................... 114.3.5 Het systeem inschakelen onder dwang............................................................................................ 114.3.6 Overbruggen van zones voor inschakeling van het systeem........................................................... 114.3.7 Inschakelen niet mogelijk en geforceerd inschakelen ...................................................................... 114.3.8 Mislukken van de inschakelprocedure.............................................................................................. 12

4.4 UITSCHAKELEN EN/OF ALARM HERSTELLEN................................................................................134.4.1 Uitschakelen en/of alarmen herstellen zonder blok selectie ............................................................ 134.4.2 Uitschakelen en/of herstellen alarmen in geselecteerde blokken .................................................... 134.4.3 Uitschakelen en/of alarm herstellen onder dwang ........................................................................... 134.4.4 Bekijken van Zones die een alarm hebben geactiveerd................................................................... 13

4.5 SNEL CONTROLEREN VAN DE BLOK STATUS................................................................................134.6 ACTIVEREN ALARMEN OP HET BEDIENDEEL .................................................................................14

4.6.1 Activeren brandalarm........................................................................................................................ 144.6.2 Activeren medisch alarm .................................................................................................................. 144.6.3 Activeren paniekalarm ...................................................................................................................... 14

4.7 ANNULEREN VAN EEN SPRAAKBERICHT ......................................................................................144.8 ZONE OVERBRUGGEN/UIT OVERBRUGGING HALEN.......................................................................14

4.8.1 Zone overbruggen ............................................................................................................................ 144.8.2 Zone uitschakelen............................................................................................................................. 15

4.9 AUTO-INSCHAKELEN UITSTELLEN ...............................................................................................164.9.1 Eenvoudige auto-IN vertraging......................................................................................................... 164.9.2 Auto-inschakelen uitstellen bij gebruik van de functie...................................................................... 164.9.3 Selecteren van de inschakelmode.................................................................................................... 16

4.10 CONTROLE VAN DE STORINGEN EN DE SYSTEEM STATUS .............................................................164.10.1 Storingslijst ....................................................................................................................................... 164.10.2 Storing afhandelingsprocedure......................................................................................................... 164.10.3 Storingsgeheugen en het herstellen van het storingsgeheugen ...................................................... 17

5. WERKING VAN HET ALARMSYSTEEM BIJ GEBRUIK VAN PROXIMITY KAARTEN ............................ 175.1 SIGNALERING BIJ GEBRUIK VAN DE LED’S ..................................................................................17

5.1.1 Signalering wanneer de gebruiker de kaart voor de lezer houd....................................................... 175.1.2 Informatie over de systeem status.................................................................................................... 18

5.2 INSCHAKELEN...........................................................................................................................185.2.1 Volledige inschakeling ...................................................................................................................... 185.2.2 Inschakelen in mode A ..................................................................................................................... 185.2.3 Inschakelen in mode B ..................................................................................................................... 18

5.3 UITSCHAKELEN EN HET ALARM HERSTELLEN ...............................................................................186. HET ALARMSYSTEEM BEDIENEN MET EEN HANDZENDER ........................................................ 187. HET ALARMSYSTEEM BEDIENEN MET EEN TELEFOON............................................................. 20

7.1 STARTEN VAN DE BEDIENING VIA DE TELEFOON...........................................................................207.2 STOPPEN VAN DE BEDIENING VIA DE TELEFOON ..........................................................................21

8. EEN SPRAAKBERICHT BEVESTIGEN...................................................................................... 219. KORTE BESCHRIJVING BEDIENING SYSTEEM VIA HET BEDIENDEEL........................................... 21

Page 5: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 4

1. IntroductieWe zijn blij met uw keuze voor een product van SATEL en hopen dat u tevreden bent met uwkeuze. Wij zijn altijd bereid om professionele assistentie en informatie over uw product teverstrekken.SATEL maakt als fabrikant een breed scala aan apparaten toegespitst voor gebruik inalarmsystemen. Verdere informatie is beschikbaar op onze website www.satel.eu of bijverkooppunten die onze producten aanbieden.

2. Technische prestaties van het alarmsysteemHet alarmsysteem is uitgevoerd met een aantal beveiligingen en automatische diagnosefuncties om de systeem prestaties te waarborgen. Detectie van onregelmatigheden wordengesignaleerd door de [STORING] LED op het bediendeel. Reageer bij zo’n situatie direct,en indien nodig dient u met uw installateur contact op te nemen.Een functionele test van het alarmsysteem dient op reguliere basis te worden uitgevoerd.Controleer of het alarmsysteem reageert op activering van detectoren, deuren en dat alledoormeldingen juist functioneren. Let er ook op dat het zicht van detectoren niet wordenbelemmerd.Vraag uw installateur hoe u zelf het systeem kunt controleren. Het wordt aanbevolen dat deinstallateur een periodiek onderhoud van het alarmsysteem uitvoert, of op aanvraag van degebruiker.Het is in het belang van de gebruiker om de procedures te volgen wanneer het alarmsysteemeen alarm signaleert. Het is belangrijk om te weten hoe u een alarm kunt identificeren via hetbediendeel, en welke acties u moet ondernemen zoals bijv. een georganiseerde evacuatie.

3. Algemene uitleg voor gebruikte termenAlarm – reactie van het alarmsysteem bij detectie van een inbreker door één van de

detectoren in het beveiligde gebied of door een andere gebeurtenis in het beveiligde gebied(bijvoorbeeld: glasbreuk detectie, gas detectie, etc.). Een alarm kan worden gesignaleerdvia bediendelen, proximity kaartlezers, flitsers of door sirenes (gedurende eengedefinieerde tijd of totdat het alarm hersteld is). Tevens kan de informatie van een alarmverzonden worden naar een particuliere alarmcentrale (PAC), of naar een gebruiker.

Alarm zone – de zone waarvan bij activering een alarm gegenereerd wordt.Ingeschakelde mode – de status van het alarmsysteem waarin een zone een alarm kan

activeren.Code – een volgorde van cijfers welke de gebruiker toestaat het alarmsysteem te bedienen via

het bedienpaneel.Dag ingeschakelde mode – de status waarin bepaalde zones in het blok ingeschakeld zijn.

De installateur dient te programmeren welke zones bij deze Dag ingeschakelde modehoren, zodat wanneer de gebruiker in het beveiligde gebied blijft, er geen risico is dat eroverdag een alarm afgaat. Indien geen zones voor deze mode geprogrammeerd zijn doorde installateur, dan is het niet mogelijk door de gebruiker het alarm in te schakelen in dezemode.

Detector – een basis component van het alarmsysteem welke de omgeving analyseert enindien er zich een alarmsituatie voordoet zal deze de informatie verzenden naar hetalarmsysteem (bijvoorbeeld: Infrarood detectoren bij het registreren van beweging,magneetcontacten bij het openen van een deur of raam, glasbreuk detectoren bij hetbreken van glas, gas detectoren bij het opmerken van gas, etc.).

Page 6: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

5 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

Ingangsvertraging – de tijd geteld vanaf het moment dat men het pand betreedt in hetbeveiligde gebied, waarna het mogelijk is om het alarmsysteem uit te schakelen voordat hetalarm afgaat.

Ingangsroute – de route welke de gebruiker dient te volgen na het betreden van hetbeveiligde gebied alvorens het alarmsysteem te kunnen uitschakelen. Dit is meestal ook hetzelfde als de Uitgangsroute.

Uitgangsvertraging – de tijd geteld vanaf het moment dat het alarmsysteem wordtingeschakeld, waarna het mogelijk is het beveiligde gebied te verlaten zonder dat het alarmgeactiveerd wordt.

Uitgangsroute – de route welke de gebruiker dient te volgen voor het verlaten van het pandna het inschakelen van het alarmsysteem. Dit is meestal ook het zelfde als deIngangsroute.

Brandalarm – alarm geactiveerd door brand detectoren, een knop of via het bediendeel.Volledig Ingeschakelde mode – de status waarin alle zones in een blok ingeschakeld zijn.Installateur – de persoon welke het alarmsysteem heeft geïnstalleerd en geprogrammeerd.Medisch alarm – alarm geactiveerd door een knop of via het bediendeel indien er Medische

assistentie nodig is.Nacht Ingeschakelde mode – de status waarin bepaalde zones in het blok ingeschakeld zijn.

De installateur dient te programmeren welke zones bij deze Nacht ingeschakelde mode,zodat wanneer de gebruiker in het beveiligde gebied blijft, er geen risico is dat er tijdens denacht een alarm afgaat. Indien geen zones voor deze mode geprogrammeerd zijn door deinstallateur, dan is het niet mogelijk door de gebruiker het alarm in te schakelen in dezemode.

Paniek/ Overval alarm – alarm geactiveerd door een knop of via het bediendeel in geval vaneen overval.

Blok – een deel van het beveiligde gebied met een aantal van de zones. De verdeling van hetsysteem in Blokken maakt het mogelijk gebruikers alleen toegang te verlenen aan gebiedenwaarvoor deze geselecteerd zijn en zo en het toegangslimiet te beperken voor bepaaldedelen van een pand. Deze gebruikers kunnen dan één of meerdere delen in of uitschakelenvan het beveiligde gebied.

Passieve transponder – een draadloos apparaat welke geen eigen voeding heeft maar dooreen magnetisch veld kan deze een signaal versturen welke identificatie mogelijk maakt vaneen gebruiker. Dit kan een proximity kaart, proximity tag, etc. zijn.

Beveiligd gebied – het gebied bewaakt met detectoren in een deel van het alarmsysteem.Proximity kaart – een passieve transponder dat de gebruiker toestaat het alarmsysteem te

bedienen via het gebruik van een proximity kaartlezer. (de INT-CR en INT-IT proximity kaartin/uitschakel apparaten zijn ook voorzien van een kaartlezer).

Rapportage – rapportage van gebeurtenissen in het alarmsysteem die doorgegeven wordennaar de Particulier Alarm Centrale. De informatie van een gebeurtenis kan wordenverzonden via de telefoonlijn, Ethernet netwerk, etc. De Particuliere Alarm Centrale dientdan actie te ondernemen bij een specifieke gebeurtenis (bijvoorbeeld alarmen, storingen,etc.), en/of gebruikers, bewakingsdiensten, politie, etc. te waarschuwen.

Service code – een code welke toegang heeft tot de service mode en tevens sommigefuncties van het gebruikersmenu.

Servicemonteur – de persoon welke de functionaliteit van het geïnstalleerde alarmsysteemen componenten controleert en tevens is voor het voorkomen van mogelijke problemen. Ditkan gedaan worden door de installateur of door een door hem aangewezen persoon.

Sirene/ Flitser – een apparaat welke informatie geeft over alarmen en andere gebeurtenissenin het alarmsysteem door middel van een akoestische en/of optische signalering.

Page 7: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 6

Sabotage alarm – een reactie van het alarmsysteem bij het openen van een behuizing vaneen apparaat, het weghalen van het apparaat van de muur, het doorknippen van debekabeling, etc. De acties welke genomen worden door het alarmsysteem zijn hetzelfde alsbij een inbraakalarm, maar indien een Sabotage alarm optreed is het verstandig deinstallateur te waarschuwen zodat hij het systeem kan controleren.

Gebruiker– een persoon welke het alarmsysteem kan bedienen door gebruik van een Code,Proximity kaart of Handzender.

Waarschuwingsalarm – in sommige situaties wanneer de alarm criteria overeenkomen methet alarmsysteem zal dit niet direct resulteren in een alarm. Deze acties worden uitgesteldwaarbij de reactie van het systeem wordt gelimiteerd tot een waarschuwingssignaal op debediendelen, proximity kaartlezers of op sirenes. Dus indien de gebruiker bij het binnengaan van het beveiligd gebied een fout maakt (het uitschakelen van het alarmsysteemmislukt voordat de ingangsvertraging verlopen is), of beweegt binnen het gebied wanneerdeze in de Dag of Nacht ingeschakelde mode is waarbij een zone wordt geactiveerd, danzal deze extra tijd hebben om het alarmsysteem uit te schakelen voordat er een echt alarmoptreed. Vraag uw installateur naar gedetailleerde informatie over in welke situaties hetwaarschuwingsalarm bij u kan optreden.

Zone – 1. Een gescheiden gedeelte van het alarmsysteem dat kan worden gecontroleerd enkan in de vorm van een detector zijn.

2. Een aansluiting op de print van het alarmsysteem of uitbreidingsmodule waaropdetectoren of andere apparaten aangesloten kunnen worden welke gecontroleerddienen te worden (overvalknoppen, sirene sabotage, indicatie van stroomuitvalvan de 230 V AC voeding, etc.).

Zone overbruggen (Tijdelijk / Permanent) – procedure welke voorkomt dat het alarm wordtgeactiveerd door de geselecteerde zone indien het systeem ingeschakeld is. Activeringenvan overbrugde zones zullen worden genegeerd door het alarmsysteem.

Zone activering – een verandering van de zone status welke anders is dan de normale status(bijvoorbeeld indien beweging wordt gedetecteerd door een bewegingsmelder, gaswordt gedetecteerd door een gas detector, etc.).

4. Werking van het alarmsysteem met een bediendeelHet alarmsysteem kan werken met een:VERSA-LCD – LCD bediendeel;VERSA-LCDM – LCD bediendeel;De bediendelen zijn verkrijgbaar in verschillende kleur opties voor het display en toetsachtergrondverlichting. De kleur variant wordt aangegeven met een extra toevoeging bij debediendeelnaam (bijv. VERSA-LCD-GR – groen display en toets achtergrondverlichting;VERSA-LCDM-WH – wit display en toets achtergrondverlichting).

Het LCD bediendeel kan veel informatie verschaffen via het LCD display en de LED’s,. Demogelijkheden van de gebruikersfuncties hangen af van het autorisatieniveau van degebruiker.

Page 8: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

7 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

Fig. 1. VERSA LCD Bediendeel.

Fig. 3. VERSA-LCDM bediendeel.

Page 9: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 8

4.1 Display [LCD bediendelen]Het LCD display (2x16 karakters) van het LCD bediendeel toont de communicatie tussen degebruiker en het alarmsysteem. Deze geeft heldere informatie over de systeem status en toontde functies welke beschikbaar zijn voor de gebruiker. Indien nodig kan deachtergrondverlichting worden ingeschakeld.Het display kan in de normale mode werken of in de zone weergave werking (schakelentussen deze modes kan met de toets). In de normale mode zal de tijd en datum of debediendeelnaam worden weergegeven (geprogrammeerd door de installateur ). In de zoneweergave mode zullen symbolen worden getoond welke de status van de zones weergeven inhet systeem. De nummers rondom het display corresponderen met de zone nummers.Hieronder worden alle symbolen weergegeven op prioriteit (hoe hoger de positie = hoe hogerde prioriteit van de status welke wordt weergegeven door het symbool):

– zone tijdelijk overbrugd (wordt niet weergegeven als het systeem ingeschakeld is),[knipperend] – zone permanent overbrugd (wordt niet weergegeven als het systeemingeschakeld is),

– lange zone activering (wordt niet weergegeven als het systeem ingeschakeld is),– geen zone activeringen (wordt niet weergegeven als het systeem ingeschakeld is),– zone welke als eerste het alarm heeft geactiveerd,– zone sabotage (2EOL type zone),– zone geactiveerd,– sabotage geheugen (2EOL type zone),– alarm geheugen,– normale zone status.

Opmerking: Indien de GRADE 2 optie geactiveerd is door de installateur dan zal hetomschakelen naar de zone weergave mode niet mogelijk zijn ( toets).

Ongeacht de geselecteerde mode kan bij het optreden van een specifieke gebeurtenis ditresulteren in informatie die getoond wordt op het display (Hoe hoger de positie = hoe hoger deprioriteit van weergegeven status):

– het aftellen van een Auto-inschakel vertraging;– het aftellen van een Ingangsvertraging;– het aftellen van een Uitgangsvertraging;– alarm in een blok – dit bericht bevat de naam van het blok waarin het alarm heeft plaats

gevonden en blijft in het scherm totdat het alarm hersteld is (bij een alarm in beideblokken worden de alarmen elke 2 seconden weergegeven, afwisselend in het 1e en 2e

blok – gebruik de of toets om door de alarmen heen te scrollen);– een alarm in een blok – dit bericht bevat de naam van het blok waar het alarm heeft

plaats gevonden en blijft in het scherm totdat het alarm hersteld is (bij een alarm in beideblokken worden de alarmen elke 2 seconden weergegeven, afwisselend in het 1e en 2e

blok – gebruik de of toets om door de alarmen heen te scrollen);– als er een sabotagealarm is geweest en de installateur dient gewaarschuwd te worden

dan blijft dit bericht in het scherm totdat het sabotage geheugen gewist is door eenpersoon met gebruik van de Service code (zie: sectie CONTROLEREN STORINGEN ENSYSTEEM STATUS).

Opmerking: Indien de GRADE 2 optie geactiveerd is door de installateur dan zullen de alarmen sabotage meldingen niet worden weergegeven.

Page 10: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

9 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

4.2 ToetsenEr worden12 toetsen gebruikt voor de bediening en programmering van het systeem. Deomschrijving voor het gebruik van de toetsen wordt hieronder beschreven (Indien degebruikersfuncties mogen worden toegepast en gedurende het programmeren kunnen detoetsen andere functies uitvoeren).

... gebruik de toetsen met cijfers en letters om:– de code in te voeren;– het blok te selecteren welke ingeschakeld dient te worden (zie:

INSCHAKELEN);– het snel bedienen van Uitgangen (zie: SNELLE BEDIENING VAN

UITGANGEN).- indrukken en vasthouden voor ongeveer 3 seconden om het Medisch alarm

te activeren.- indrukken en vasthouden voor ongeveer 3 seconden om het Belsignaal

Aan/Uit te zetten in het bediendeel (een belsignaal klinkt bij activering vaneen geselecteerde zone met 5 korte piepjes).

- indrukken en vasthouden voor ongeveer 3 seconden om het LCDbediendeel om te schakelen van de normale weergave naar de zone statusweergave mode en weer terug. Deze functie is niet beschikbaar als deinstallateur de Grade 2 optie heeft geactiveerd.

- gebruik deze toets om:– de volledige inschakel mode te starten na het invoeren van de code (zie:

INSCHAKELEN);– het systeem uit te schakelen en het herstellen van het alarm na het

invoeren van de code (zie: UITSCHAKELEN EN ALARM HERSTELLEN);– het activeren van Uitgangen (zie: SNELLE BEDIENING VAN UITGANGEN);– het activeren van een Paniek / Overval alarm (indrukken en vasthouden

voor ongeveer 3 seconden).- gebruik deze toets om:

– het gebruikersmenu in te gaan (nadat de code is ingevoerd);– het annuleren van gestarte bewerkingen;– het deactiveren van uitgangen (zie: SNELLE BEDIENING VAN UITGANGEN);– het activeren van het brandalarm (indrukken en vasthouden voor

ongeveer 3 seconden).- gebruik deze toets voor het starten van de volledige inschakelprocedure

(zie: INSCHAKELEN).- gebruik deze toets om de Nacht inschakelprocedure te starten (zie:

INSCHAKELEN).- gebruik deze toets om de Dag inschakelprocedure te starten (zie:

INSCHAKELEN).- gebruik deze toets om:

– voor het uitschakelen van het systeem en het herstellen van het alarmna het invoeren van de code (zie: UITSCHAKELEN EN ALARM HERSTELLEN);

– het Auto-inschakelen uit te stellen (druk de toets 2 maal gedurende deAuto-inschakelen aftel vertraging);

Page 11: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 10

– voor het snel controleren van de blok status (indrukken en vasthoudenvoor ongeveer 3 seconden). De functie is niet beschikbaar indien deGRADE 2 optie geactiveerd is door de installateur.

4.3 InschakelenDe gebruiker dient wel de INSCHAKELEN rechten te hebben.Het is mogelijk om beide blokken in te schakelen of elk blok apart. Het is ook mogelijk om teschakelen tussen beide ingeschakelde modes, bijvoorbeeld de gebruiker hoeft niet het blok uitte schakelen om een ander blok in te schakelen. Indien een alarm was gedetecteerd dan zaldit resulteren in het herstellen van het alarm (dit geldt niet voor de Snel inschakel optie).Opmerkingen: De Dag/Nacht inschakel modes zijn beschikbaar indien de installateur gedefinieerd heeft

welke zones bij desbetreffende modes horen. Indien de uitgangsvertraging geprogrammeerd is voor een blok, dan kunt u dit blok verlaten

via de uitgangsroute nadat de inschakelprocedure gestart is zonder het alarm te activeren.De enige uitzondering hierop geldt is als het blok wordt ingeschakeld zonderuitgangsvertraging.

4.3.1 Inschakelen zonder blok keuzeVoer uw code in en druk op de benodigde toets :

of - om alles volledig in te schakelen;- om de Dag mode in te schakelen;- om de Nacht mode in te schakelen.

Afgaand op de gebruiker gegevens zal het systeem definiëren welke blokken dienen teworden ingeschakeld. Het starten van de inschakelprocedure wordt weergegeven met 3 kortetonen.

Opmerking: Afhankelijk van de huidige blok status zal na het indrukken van code en detoets dit ook kunnen resulteren in het uitschakelen van het alarmsysteem of hetherstellen van het alarm, daarom wordt het aanbevolen om bij het volledig inschakelenvan het systeem de toets te gebruiken.

4.3.2 Inschakelen van een geselecteerd blok1. Bepaal welk blok ingeschakeld dient te worden (Druk op één van deze twee toetsen:

- blok 1; - blok 2).2. Selecteer de inschakel mode (druk op één van deze twee toetsen: - volledig

inschakelen; - Dag inschakeling; - Nacht inschakeling). De achtergrondverlichting van de toetsen zal oplichten wat betekent dat de code ingevoerd dient teworden.

3. Voer uw code in.4. Druk op de toets of druk nogmaals op de corresponderende inschakel mode toets.

Het starten van de inschakel mode zal worden weergegeven met 3 korte tonen.Opmerking: De boven beschreven methode van inschakelen kan worden gebruikt voor

bediendelen waarbij Snel inschakelen van het systeem door de installateur niet mogelijkis gemaakt, en in sommige situaties waarbij Snel inschakelen niet mogelijk is.

4.3.3 Het systeem Snel inschakelenIndien de installateur deze optie geactiveerd heeft is het mogelijk het systeem Snel in teschakelen zonder het invoeren van een code.

Page 12: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

11 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

1. Selecteer welk blok(ken) ingeschakeld dient te worden (druk op één van deze tweetoetsen: - blok 1; - blok 2; of - voor beide blokken).

2. Selecteer de Inschakel mode (druk op één van deze twee toetsen: - vollediginschakelen; - Dag inschakeling; - Nacht inschakeling). Het starten van deInschakel mode zal worden gesignaleerd met 3 korte tonen.

Opmerkingen: Het Snel inschakelen maakt het mogelijk het alarm om te schakelen van de Nacht mode

naar de Volledige In Mode en van de Dag mode naar de Volledige In Mode. In elk andergeval dient de procedure te worden gevolgd zoals beschreven bij INSCHAKELEN VAN EENGESELECTEERD BLOK.

De installateur kan het systeem zo configureren dat Snel Inschakelen niet mogelijk is alseen zone geactiveerd is in het systeem of als er een storing is.

4.3.4 Het systeem inschakelen zonder vertragingHet inschakelen zonder vertraging betekent dat vertraagde zones direct als inbraak zoneszullen reageren (Er zal geen In of Uitgangsvertraging zijn). Om in te schakelen zondervertraging dient de corresponderende inschakel mode toets, ( , of ) teworden ingedrukt en te worden vastgehouden voor ongeveer 3 seconden.

4.3.5 Het systeem inschakelen onder dwangIn geval van een Overval kunt u het systeem inschakelen met één van de bovengenoemdemethodes, maar u dient dan wel de speciale OVERVAL code te gebruiken in plaats van denormale gebruikerscode. Het gebruik van de OVERVAL code zal een stil alarm activeren welkenergens op wordt gesignaleerd, maar deze alarm code zal wel door worden verzonden naarde Meldkamer.

4.3.6 Overbruggen van zones voor inschakeling van het systeemDe installateur kan het systeem zo programmeren zodat bij het inschakelen met het LCDbediendeel, de gebruikers met de INSPECTIE rechten, informatie kunnen krijgen over open enoverbrugde zones in het blok welke ingeschakeld wordt. De informatie over overbrugde zoneswordt niet weergegeven bij het Snel inschakelen van het systeem. De inhoud van hetweergegeven bericht hangt af of de gebruiker de ZONE OVERBRUGGEN rechten heeft:"Overbrugde zones 1=IN 4=Overbrug" – dit bericht wordt weergegeven indien de gebruiker

de ZONE OVERBRUGGEN rechten heeft. De gebruiker kan:– de toets indrukken om het inschakelen te annuleren;– de toets indrukken om door te gaan met Inschakelen;– de toets indrukken om de OVERBRUGGEN gebruiker functie te starten (zie: ZONES

OVERBRUGGEN)."Overbrugde zones 1=IN" – Dit bericht wordt weergegeven indien de gebruiker niet de ZONE

OVERBRUGGEN rechten heeft. De gebruiker kan:– de toets indrukken om het inschakelen te annuleren;– de toets indrukken om door te gaan met Inschakelen;

4.3.7 Inschakelen niet mogelijk en geforceerd inschakelenDe installateur kan het systeem zo programmeren dat het bediendeel een signaal geeft meteen lange toon indien het systeem niet ingeschakeld kan worden als:

– in het blok welke ingeschakeld wordt er minimaal één zone geactiveerd is (de PRIORITEIToptie is geactiveerd bij de zone door de installateur);

– in het blok welke ingeschakeld wordt er minimaal één alarm zone geactiveerd is buitende Uitgangsroute;

– er een storing in het systeem is.

Page 13: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 12

De gebruikers die het LCD bediendeel gebruiken en de INSPECTIE rechten hebben zullenworden geïnformeerd over de oorzaak van het niet in kunnen schakelen – De LED zal aangaan en een corresponderend bericht zal worden weergegeven (de volgorde van de berichtenhangen af van de prioriteit er van):"Zone [zone nummer] open" – een zone welke niet geactiveerd dient te zijn gedurende de

inschakeling (zone met de PRIORITEIT optie geactiveerd) is geactiveerd. Indien er meerderezones geactiveerd zijn zal het symbool knipperen aan de rechterkant van het display. Erkan door de lijst met geactiveerde zones worden gebladerd door gebruik te maken van de

toets (neer) en de toets (op). De gebruiker kan:– de toets indrukken om het inschakelen te annuleren;– de toets indrukken om de zone te overbruggen (alleen indien de gebruiker de ZONE

OVERBRUGGEN rechten heeft). Een bericht zal worden weergegeven waarbij de gebruikerwordt gewaarschuwd en om een bevestiging te vragen om de zone te overbruggen (hetindrukken van de toets zal de zone overbruggen; het indrukken van de toetszal het overbruggen van de zone annuleren).

Opmerking: Indien een zone met de PRIORITEIT optie geactiveerd is dan dient u de oorzaakvan de activering eerst op te lossen of door de zone te overbruggen zodat inschakelenweer mogelijk wordt.

"Open zones 1=Ok 2=Bekijken" – deze waarschuwing krijgt u nadat een alarm zonegeactiveerd is in het blok buiten de Uitgangsroute. De gebruiker kan:– de toets indrukken om het inschakelen te annuleren;– de toets indrukken om geforceerd in te schakelen – De inschakel procedure kan in

werking worden gesteld ondanks de geactiveerde zones;– de toets indrukken om te controleren welke zone geactiveerd is. Nadat de

informatie over de geactiveerde zone wordt weergegeven kan de pijl gaan knipperen,wat betekent dat er meerdere zones geactiveerd zijn. U kunt door de lijst metgeactiveerde zones heen bladeren door gebruik te maken van de toetsen (neer)en (op). Indien de gebruiker de ZONE OVERBRUGGEN rechten heeft is het mogelijkom de geactiveerde zone te overbruggen door het indrukken van de toets. Eenbericht zal worden weergegeven waarbij de gebruiker wordt gewaarschuwd en om eenbevestiging te vragen om de zone te overbruggen (Het indrukken van de toets zalde zone overbruggen; het indrukken van de toets zal resulteren in het terugkerennaar de lijst met geactiveerde zones, zonder de zone te overbruggen.

"Storing 1=Ok 2=Controleer" – waarschuwing dat er een storing in het systeem is. Degebruiker kan::– de toets indrukken om het inschakelen te annuleren;– de toets indrukken om geforceerd in te schakelen – De inschakel procedure kan in

werking worden gesteld ondanks de storing;– de toets indrukken om de storing te bekijken – De 7. SYSTEEM STATUS gebruiker

functie zal worden gestart (zie: CONTROLEREN STORINGEN EN SYSTEEM STATUS).Opmerking: Informatie van geforceerd inschakelen wordt weggeschreven in het logboek.

4.3.8 Mislukken van de inschakelprocedureHet alarmsysteem kan door de installateur zo worden geconfigureerd dat de inschakelprocedure niet wordt voltooid ook al is deze al gestart (Dit geldt niet voor de Snel Inschakelprocedure). Het inschakelen zal niet worden voltooid vanaf het moment dat deuitgangsvertraging is afgelopen als:

– een zone met de PRIORITEIT optie geactiveerd is of een alarmzone buiten deuitgangsroute geactiveerd is in het blok,

Page 14: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

13 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

– er een storing in het systeem is.– Opmerking: Indien geforceerd ingeschakeld wordt zal het alarmsysteem activeringen

en storingen negeren op het moment bij het starten van de inschakelprocedure.

4.4 Uitschakelen en/of Alarm HerstellenDe gebruiker dient de UITSCHAKELEN EN ALARM HERSTELLEN rechten te hebben.Uitschakelen en alarm herstellen worden op de zelfde manier uitgevoerd en zijn gelijkwaardigaan elkaar. Indien het blok ingeschakeld is en een alarm opgetreden is dan zal bij hetuitschakelen van het systeem dit ook betekenen dat het alarm wordt hersteld.Opmerking: Om het alarm te herstellen zonder het blok uit te schakelen, dient u het blok

opnieuw in te schakelen in dezelfde Mode (zie: INSCHAKELEN).

4.4.1 Uitschakelen en/of alarmen herstellen zonder blok selectieVoer uw code in gevolgd door de of toets. Gebaseerd op de gebruikersrechtenzal het systeem bepalen welke blokken uitgeschakeld gaan worden en/of waar het alarmhersteld wordt. Het uitschakelen en/of alarm herstellen wordt bevestigd met 3 korte tonen.Opmerking: Indien er geen blok is ingeschakeld of als er een alarm is, dan kunt u de code

invoeren en de toets indrukken om de inschakel procedure te starten. Het wordtaanbevolen om de toets te gebruiken voor het uitschakelen van het systeem ofhet alarm te herstellen.

4.4.2 Uitschakelen en/of herstellen alarmen in geselecteerde blokken1. Bepaal welk blok uitgeschakeld dient te worden en/of waar het alarm hersteld dient te

worden (druk op één van de toetsen: - blok 1; - blok 2).2. Druk op de toets. De achtergrondverlichting van de toetsen zullen aan gaan wat

aangeeft dat de code ingevoerd dient te worden.3. Voer uw code in.4. Druk op de of toets. Uitschakelen van het systeem en/of alarm herstellen in

het geselecteerde blok wordt bevestigd met 3 korte tonen.

4.4.3 Uitschakelen en/of alarm herstellen onder dwangIngeval van een overval kunt u het alarm uitschakelen en/of het alarm herstellen bij één van debovengenoemde methodes, maar u dient dan wel de speciale OVERVAL code te gebruiken inplaats van de normale gebruikerscode. Bij gebruik van de OVERVAL code zal een Stil alarmworden geactiveerd waarbij geen enkele signalering te horen of te zien zal zijn, maar deoverval alarmcode zal wel worden verzonden naar de meldkamer.

4.4.4 Bekijken van Zones die een alarm hebben geactiveerdMeteen nadat het alarm hersteld is kunt u controleren welke Zones het alarm hebbengeactiveerd (Dit geldt niet voor de tmp sabotage zone van het alarmsysteem).Voer de code in op het LCD bediendeel en druk op de toets. De "Bekijk hersteldezones? 1=Ja" bericht zal worden weergegeven in het display. Druk op de toets om delijst met zones weer te geven welke een alarm hebben geactiveerd. Na de lijst te hebbenbekeken drukt u op de toets om het gebruikersmenu weer te geven. Het bericht welkeattendeert om de lijst met zones te bekijken welke het alarm hebben geactiveerd, blijft in hetdisplay totdat deze bekeken zijn dan wel het alarm ingeschakeld wordt.

4.5 Snel controleren van de Blok statusIndien deze optie door de installateur is toegestaan druk de toets in voor ongeveer 3seconden om de informatie te tonen van de blok status (of het blok ingeschakeld is of niet).

Page 15: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 14

Wanneer de informatie van de blok status wordt getoond, zal de LED gaan branden op hetbediendeel.Het LCD bediendeel toont de formatie over de blok status op het display. De status van heteerste blok wordt weggeven op de bovenste regel en de status van het tweede blok op deonderste regel.Om de blok status weergave te beëindigen drukt u op de toets. Het bediendeel zalindien er niets gebeurt de functie automatisch beëindigen na 2 minuten.

4.6 Activeren alarmen op het bediendeelDe installateur kan er voor zorgen dat bepaalde alarmen op /via het bediendeel geactiveerdkunnen worden via de desbetreffende toetsen.

4.6.1 Activeren brandalarmDruk in en houd de toets vast voor ongeveer 3 seconden.

4.6.2 Activeren medisch alarmDruk in en houd de toets vast voor ongeveer 3 seconden.

4.6.3 Activeren paniekalarmDruk in en houd de toets vast voor ongeveer 3 seconden.

4.7 Annuleren van een spraakberichtSpraakberichten kunnen worden geannuleerd door gebruikers met de BERICHTEN HERSTELLENrechten. Indien dit is toegestaan door de installateur, dan kan dit gelijktijdig plaatsvinden methet uitschakelen en/of alarm herstellen van het systeem. Om anders het spraakbericht teherstellen dient u in het gebruikersmenu opeenvolgend de toetsen in te drukken.Opmerking: Als een INT-VG spraakmodule aangesloten is op het alarmsysteem dan zal hetbericht ook worden geannuleerd na bevestiging van het spraakbericht (zie sectie BEVESTIGENVAN EEN SPRAAKBERICHT p. 21).

4.8 Zone overbruggen/uit overbrugging halenZones in uitgeschakelde blokken kunnen worden uitgeschakeld of worden overbrugd via defuncties in het 4. OVERBRUGGEN submenu. Het alarmsysteem negeert dan activeringen vanoverbrugde zones. Een zone overbruggen is nuttig wanneer er schade is of een defect is aaneen detector die aangesloten op de zone is waardoor dit resulteert in een incorrecte werkingvan het alarmsysteem (bijv. door valse alarmen).Opmerking: Zone overbrugging reduceert het niveau van beveiliging. Wees er zeker van dat er voor het

inschakelen geen toevallig overbrugde zones in het blok aanwezig zijn, elke ervoor kunnenzorgen dat een inbreker toegang krijgt tot het beveiligde object.

Indien een zone is overbrugd vanwege een defect, neem dan direct contact op met deinstallateur om het defect te laten repareren.

Vanwege beveiliging overwegingen kan de installateur het aantal zones die overbrugdkunnen worden door de gebruiker reduceren.

4.8.1 Zone overbruggenZones kunnen overbrugd worden door de gebruiker die de ZONE OVERBRUGGEN rechten heeft.De overbrugde zone blijft overbrugd totdat het blok waarin de zone behoord weer wordtuitgeschakeld, of totdat de zone door de gebruiker uit de overbrugging wordt gehaald.

Page 16: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

15 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

Opmerking: Indien de zone in twee blokken hoort en alleen is ingeschakeld als beide blokkenzijn ingeschakeld, wordt deze uit de overbrugging gehaald indien een van de blokkenwordt uitgeschakeld.

Om de functie welke zone overbrugging mogelijk maakt te starten, gaat u naar hetgebruikersmenu en drukt u opeenvolgend op de toetsen. Dezelfde functiemaakt het mogelijk de zones uit de overbrugging te halen (onafhankelijk of deze is overbrugdof uitgeschakeld). 2 korte tonen bevestigen het binnengaan van de functie, en de LED zaloplichten. De procedure verschilt afhankelijk van het type bediendeel.

LCD bediendeelEen boodschap over zone overbrugging wordt getoond in de bovenste display regel, en dezone naam - in onderste regel. U kunt door de zonelijst bladeren met de entoetsen. Aan de rechterbovenkant van het display staat een additioneel symbool:

– Zone is niet overbrugd;J – Zone is overbrugd;

– Zone is uitgeschakeld.Indrukken van een willekeurige numerieke toets wijzigt het getoonde symbool naar een van devolgende:J – De zone zal worden overbrugd;

– De zone zal uit de overbrugging worden gehaald.Druk op de of toets om het bediendeel over te laten schakelen naar de grafischemode. De huidige status van alle beschikbare zones die overbrugd of uit de overbrugginggehaald kunnen worden zijn getoond op het display bij gebruik van de J, en symbolen. De

toets beweegt de cursor naar rechts, en de toets naar links. Overbruggen/uitoverbrugging halen van een zone wordt op dezelfde manier uitgevoerd als in de tekstmode.Druk op de of toets om het bediendeel om terug te keren naar de tekstmode.Beëindiging van de functie door het indrukken van de toets zorgt voor het overbruggenvan de geselecteerde zones of haalt de geselecteerde zones uit de overbrugging.

4.8.2 Zone uitschakelenDe zones kunnen worden uitgeschakeld door gebruikers met de ZONE OVERBRUGGEN en ZONEUITSCHAKELEN rechten (de gebruiker dient beide rechten te hebben). De uitgeschakelde zoneblijft overbrugd totdat deze door de gebruiker uit de uitschakeling wordt gehaald.Om de functie die zones kan uitschakelen te starten, gaat u naar het gebruikersmenu en druktopeenvolgend op de toetsen. Gebruik dezelfde functie om de zone uit deoverbrugging te halen (onafhankelijk of deze nu overbrugd is of uitgeschakeld). 2 korte tonenbevestigen het binnengaan van deze functie, en de LED licht op. De procedure verschiltten opzichte van het type bediendeel.

LCD bediendeelDe manier van de zone status indicatie en de procedure zijn identiek aan die gebruikt wordtvoor zone overbrugging. Druk op een numerieke toets om het huidig getoonde symbool tewijzigen naar:

– de zone zal worden uitgeschakeld;– de zone zal uit de uitschakeling worden gehaald.

Beëindiging van de functie via het indrukken van de toets zal de geselecteerde zoneuitschakelen/ uit de uitschakeling halen.

Page 17: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 16

4.9 Auto-Inschakelen uitstellenIndien het blok automatisch wordt ingeschakeld bij gebruik van een klok, dan is het mogelijkde auto-inschakeling uit te stellen. De tijd van het auto-IN uitstellen wordt bepaald door deinstallateur.

4.9.1 Eenvoudige auto-IN vertragingDe installateur kan voor eenvoudige uitstelling kiezen. Indien dit het geval is, zal deinschakeling worden uitgesteld door tweemaal op de toets te drukken gedurende deauto-inschakel vertraging teller. Afhankelijk van de systeem instellingen geprogrammeerd doorde installateur, kan de eenvoudige auto-inschakel uitstel eenmaal of juist meerdere kerenworden gebruikt.

4.9.2 Auto-inschakelen uitstellen bij gebruik van de functieDeze methode is beschikbaar voor de gebruikers met de AUTO-INSCHAKEL UITSTELLEN rechten.Om het inschakelen uit te stellen gaat u naar het gebruikersmenu en drukt u opeenvolgend opde toetsen.

4.9.3 Selecteren van de inschakelmodeSelecteren van de inschakel mode wordt op een zelfde manier uitgevoerd als bij de blokken 1en 2. Om de inschakelmode te selecteren, drukt u opeenvolgend op de volgende toetsen:

- volledig inschakelen;- nacht inschakelen;- dag inschakelen;- klok schakelt blok NIET in.

Op het VERSA LCD bediendeel, zal de inschakelmode worden getoond.Nadat de IN mode is geselecteerd, wordt u terug naar Stap 2 gebracht.

4.10 Controle van de storingen en de systeem statusIndien de LED knippert kan de gebruiker met INSPECTIE rechten de oorzaak van eendergelijke signalering controleren d.m.v. de 7. SYSTEEM STATUS functie. Om de functie testarten gaat u naar het gebruikersmenu en drukt u op de toetsen. De informatiegetoond op het LCD bediendeel hangt af van de systeem instellingen. Indien de GRADE 2optie ingeschakeld is door de installateur, dan zal de volgende informatie worden getoond (dehogere posities betekenen een hogere prioriteit status):

– alarm in blok;– alarm van een zone;– overbrugde zone;– storing;– blok status (uitgeschakeld/ingeschakeld mode) – deze informatie wordt altijd getoond.

Indien de GRADE 2 optie niet ingeschakeld is zal alleen de informatie over storingen wordengetoond.

4.10.1 StoringslijstHet display van het LCD bediendeel verstrekt informatie over storingen in de vorm vanboodschappen. U kunt door de lijst heen bladeren met de en toetsen.

4.10.2 Storing afhandelingsprocedureIedere storing kan een probleem opleveren voor het juist functioneren van het alarmsysteemen dient zo spoedig mogelijk te worden verholpen. Indien de reparatie of storing door degebruiker zelf niet gedaan kan worden, dan dient de installateur te worden gebeld.

Page 18: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

17 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

Opmerking: Indien er een storing in de processor van het systeem is (HSE), en u de functie7. SYSTEEM STATUS functie heeft beëindigd bij gebruik van de toets, dan zal de"VERSA centrale herstarten? 1=Ja" boodschap wordt getoond op het LCD bediendeel.Het indrukken van de toets zal het alarmsysteem herstarten en de storingherstellen.

4.10.3 Storingsgeheugen en het herstellen van het storingsgeheugenDe installateur definieert of de 7. SYSTEEM STATUS functie alleen informatie verstrekt over dehuidige storingen of ook over degene die reeds zijn beëindigd. Het storingsgeheugen wordtgesignaleerd op het LCD bediendeel door de knipperen letter "M" aan de rechterbovenzijdevan het display.Tijdens het verlaten van de 7. SYSTEEM STATUS functie (bij indrukken van de toets) kuntu het storingsgeheugen herstellen. Op het LCD bediendeel zal de "Herstel storing geheugen?1=Ja" bericht verschijnen op het display. Druk op de toets om het storingsgeheugen teherstellen of druk op een willekeurige toets om het storingsgeheugen herstel te annuleren.Opmerking: Indien de installateur de SERVICE BOODSCHAP NA SABOTAGE ALARM heeft

ingeschakeld middels de algemene optie in het systeem, dan zal herstel van hetsabotage alarm geheugen alleen beschikbaar zijn voor de persoon die de service codeheeft.

5. Werking van het alarmsysteem bij gebruik van Proximitykaarten

Het alarmsysteem kan worden bediend met gebruik van een proximity kaart en indien eenproximity kaartlezer aangesloten is op het alarmsysteem. Met gebruik van een proximity kaartkunt u: Inschakelen van het systeem in Volledige IN mode; Inschakelen van het systeem in mode A of B (de systeemwerking voor inschakelen in

mode A of B wordt bepaald door de installateur). Uitschakelen van het systeem; Herstellen van alarmen in het systeem.De installateur bepaald het blok die wordt bediend door de lezer. De gebruiker kan alleen hetblok bedienen waarvoor deze geautoriseerd is.

5.1 Signalering bij gebruik van de LED’s5.1.1 Signalering wanneer de gebruiker de kaart voor de lezer houdRode LED aan – na het weghalen van de kaart zal de volledige inschakelprocedure van het

blok starten.Groene LED aan – na het weghalen van de kaart zal de inschakelprocedure van mode A

starten (de installateur bepaald van tevoren welke blok(ken) en in welke modezullen worden ingeschakeld – zie PROGRAMMEER handleiding).

Gele LED aan – na het weghalen van de kaart zal de inschakelprocedure van mode B starten(de installateur bepaald van tevoren welke blok(ken) en in welke mode zullenworden ingeschakeld – zie PROGRAMMEER handleiding).

Nadat de gebruiker de kaart voor de lezer weghaalt zullen de LED’s voor een aantal secondenknipperen, en de volgende informatie verstrekken:Snel knipperende rode LED – in het blok die ingeschakeld wordt is een zone met de

PRIORITEIT optie ingeschakeld, geactiveerd (open raam/deur, etc.).

Page 19: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 18

Snel knipperende groene LED – in het blok die ingeschakeld wordt is een alarm zone buitende uitgangsroute is geactiveerd.

Snel knipperende gele LED – er is een storing in het systeem.Indien geen van de hierboven genoemde situaties plaats vind, dan zullen de LED’s starten methet aangeven van de systeem status zodra de gebruiker de kaart weghaalt van de lezer.

5.1.2 Informatie over de systeem statusAlle LED’s uit – geen van de blokken bediend door de lezer zijn ingeschakeld of in alarm

conditie.Rode LED aan, de overige LED’s uit – alle blokken welke ingeschakeld dienen te worden na

het weghalen van de kaart zijn volledig ingeschakeld.Groene LED aan, de rode aan of langzaam knipperend – blokken bediend door de lezer

zijn ingeschakeld in mode A (langzaam knipperen van de rode LED geeft eenalarm of alarm geheugen aan).

Gele LED aan, de rode aan of langzaam knipperend – blokken bediend door de lezer zijningeschakeld in mode B (langzaam knipperend van de rode LED geeft een alarmof alarm geheugen aan).

Rode LED aan, snel achter elkaar dimmend, de overige LED’s zijn uit – tenminste één vande blokken bediend door de lezer is ingeschakeld.

Rode LED licht op iedere 2 seconden, de overige LED’s zijn uit – alarm of alarmgeheugen, als er geen blokken ingeschakeld zijn.

Rode LED langzaam knipperend – alarm of alarm geheugen, als minimaal één van deblokken bediend door de lezer, ingeschakeld is.

Alle LED’s knipperen constant – geen communicatie met het alarmsysteem.

5.2 Inschakelen5.2.1 Volledige inschakeling1. Houd de kaart voor de lezer en houd deze daar totdat rode LED oplicht.2. Haal de kaart weer weg bij de lezer. Het starten van de inschakelprocedure zal worden

gesignaleerd met 3 korte tonen.

5.2.2 Inschakelen in mode A1. Houd de kaart voor de lezer en houd deze daar totdat de groene LED oplicht.2. Haal de kaart weer weg van de lezer. Het starten van de inschakelprocedure zal worden

gesignaleerd door 3 korte tonen.

5.2.3 Inschakelen in mode B1. Houd de kaart voor de lezer en houd deze daar totdat de gele LED oplicht.2. Haal de kaart weer weg van de lezer. Het starten van de inschakelprocedure zal worden

gesignaleerd door 3 korte tonen.

5.3 Uitschakelen en het alarm herstellenHoud de kaart voor de lezer en haal deze na korte tijd weer weg (ongeveer 0.5 seconde). Deuitschakeling en/of het alarm herstel zal te worden bevestigd door 3 korte tonen.

6. Het alarmsysteem bedienen met een handzenderIndien de INT-RX, INT-RX-S, VERSA-MCU, ACU-100 of ACU-250 module is aangesloten ophet alarmsysteem, dan kan de gebruiker het systeem op afstand bedienen met gebruik van

Page 20: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

19 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

een handzender. Indrukken van een knop of een combinatie van knoppen van de handzenderkan resulteren in: inschakelen; uitschakelen; alarm herstel; activeren overval, brand of medisch alarm; wijzigen uitgang status (activering/de-activering); zone activering.Een enkele handzender kan tot 6 functies uitvoeren. Een gebruiker kan niet meer dan 2handzenders bezitten:

– 433 MHz handzender – wordt ondersteund door INT-RX, INT-RX-S of VERSA-MCUmodules;

– APT-100 tweeweg handzender – wordt ondersteund door de ABAX draadloze systeemACU-100 of ACU-250 controller.

De systeem reactie na het indrukken van een knop of combinatie van knoppen wordenindividueel bepaalt voor elke handzender en geldt ook voor de tweeweg APT-100 handzenderdie bevestigingen van het alarmsysteem kan ontvangen. Indrukken van een knop op deAPT-100 handzender wordt vergezeld door drie snel knipperende LED’s. Informatie over deingedrukte knop wordt verzonden naar het alarmsysteem en als antwoord zal hetalarmsysteem een commando terugzenden naar de handzender aangaande de manierwaarop de LED moet oplichten. Afhankelijk van de geprogrammeerde instellingen voor dehandzender en de system status, kan de LED oplichten voor 3 seconden of uit blijven. Deoplichtende LED kan de volgende betekenissen hebben: bevestiging van een handzender transmissie; ingeschakeld mode van het geselecteerde blok; alarm in het geselecteerde blok; storing in het systeem.

Fig. 3. APT-100 handzender. A – nummering van LED’s. B – nummering van knoppen..

Page 21: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 20

Fig. 4. T-4 handzender (433 MHz handzender). A – nummering van knoppen.

Fig. 5. MPT-300 handzender (433 MHz handzender). A – nummering van knoppen..

7. Het alarmsysteem bedienen met een telefoonAls een INT-VG spraakmodule aangesloten is op het alarmsysteem dan kan een gebruikermet de INT-VG TOEGANG rechten op afstand het alarmsysteem bedienen met een telefoon. Deinstallateur kan de bediening ook afhankelijk maken van de blok status ( bediening is alleenmogelijk als geselecteerde blokken ingeschakeld zijn). Via de telefoon kunt u: informatie krijgen over alarmen, storingen, de status van blokken, zones en uitgangen; een macro uitvoeren (bijv. een serie van acties die door het alarmsysteem moeten worden

uitgevoerd, en geprogrammeerd zijn door de installateur); inschakelen/uitschakelen; alarm herstellen; storing geheugen herstellen; zones overbruggen/uit overbrugging halen; activeren/deactiveren van de 15. BEDIEND uitgang.

7.1 Starten van de bediening via de telefoon1. Bel het nummer van het alarmsysteem. Het alarmsysteem zal antwoorden na het vooraf

ingestelde belsignalen of na de tweede oproep ( afhankelijk hoe dit geprogrammeerd isdoor de installateur). Indien u verbinding heeft zal dit door 3 korte piepjes wordenbevestigd.

2. Voer uw code in via het toetsenbord van de telefoon en bevestig dit met het #. 4 kortetonen gevolgd door 1 lange toon zal u informeren dat u toegang heeft tot het interactievespraakmenu. Indien uw code geen rechten dan zult u 3 lange tonen horen en bij hetinvoeren van een onjuiste code zult u 2 lange tonen horen.

Opmerking: Het 3 x invoeren van een onjuiste code zal een sabotage alarm doen genererenen oproepen blokkeren voor 90 seconden.

Page 22: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

21 Eenvoudige gebruikershandleiding SATEL

3. Berichten in het interactieve spraakmenu zullen worden afgespeeld en zullen u informerenwelke telefoontoetsen gebruikt kunnen worden om het alarmsysteem te bedienen.

7.2 Stoppen van de bediening via de telefoon1. Druk op de * toets.2. Druk achter elkaar de 0# toetsen in. Het alarmsysteem zal de verbinding verbreken.

8. Een spraakbericht bevestigenAls een INT-VG spraakmodule aangesloten is op het alarmsysteem dan is het bevestigen vaneen spraakbericht mogelijk. Een speciale 4 cijferige code wordt gebruikt om het bericht tebevestigen (zie: DE UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING). Nadat het spraakbericht ontvangenis voert u de code in via het toetsenbord van de telefoon. Het bevestigen van het bericht zalverdere notificatie annuleren. De installateur kan het alarmsysteem zo configureren dat na hetbevestigen van een spraakbericht, u automatisch naar het interactieve spraakmenu wordtgebracht (zie sectie HET ALARMSYSTEEM BEDIENEN VIA DE TELEFOON).

9. Korte beschrijving bediening systeem via het bediendeel

Aan– Blok IngeschakeldKnipperend – Aftellen Blok uitgangsvertraging

Knipperend – Het systeem vraagt deaandacht van de Gebruiker – Gebruik de7. SYSTEEM STATUS FUNCTIE om uit te vinden watde oorzaak is van de knipperende LED

Informatie over de Service Mode:Aan – Service menu actief op dit BediendeelKnipperend – Service menu actief op een anderBediendeel

LCD bediendeelLCD display toont de datum en tijd of zone status(Druk en hou vast de toets voor ongeveer3 sec. om de getoonde informatie te veranderen):b – Zone Tijdelijk Overbrugd,b [knipperend] – Zone Permanent Overbrugd,L – Lange zone activering,N – Geen zone activering,! – Zone die het 1e alarm veroorzaakt heeft,

– Zone Sabotage (2EOL type zone),– Zone Geactiveerd,

t – Sabotage Geheugen (2EOL type zone),a – Alarm Geheugen,

– Normale zone status.Sommige symbolen worden niet weergegeven in

de Ingeschakelde mode.

Page 23: GEBRUIKERS HANDLEIDING...Osec VERSA 2 Wijzigingen in firmware versie 1.02 Gebruikersfuncties 5. BERICHT HERSTEL CODES functie is toegevoegd bij 6. INSTELLINGEN submenu. 0. UITGANGEN

Osec VERSA 22

Inschakelen zonder Blok selectie[CODE] - Volledig Inschakelen[CODE] - Nacht Inschakelen[CODE] - Dag Inschakelen

Inschakelen Blok 1[CODE] - Volledig Inschakelen[CODE] - Nacht Inschakelen[CODE] - Dag Inschakelen

Inschakelen Blok 2[CODE] - Volledig Inschakelen[CODE] - Nacht Inschakelen[CODE] - Dag Inschakelen

Uitschakelen en/of alarm herstellen[CODE] - voor beide Blokken

[CODE] - voor Blok 1[CODE] - voor Blok 2

Snel Inschakelen- Blok 1 Volledig Inschakelen- Blok 1 Nacht Inschakelen- Blok 1 Dag Inschakelen- Blok 2 Volledig Inschakelen- Blok 2 Nacht Inschakelen- Blok 2 Dag Inschakelenof - Beide Blokken Volledig

Inschakelenof - Beide Blokken Nacht

Inschakelenof - Beide Blokken Dag

Inschakelen

Activering alarmen via het BediendeelBrand alarm - Druk en hou vast de toets

voor ongeveer 3 sec.Paniek alarm - Druk en hou vast de toets

voor ongeveer 3 sec.Medisch alarm - Druk en hou vast de toets

voor ongeveer 3 sec.

Gebruikers menu[CODE] - Ingang gebruikers menu, waarin devolgende submenu’s en functies beschikbaar zijn:[1#] Wijzig code[2] Gebruikers

[21#] Nieuwe Gebruiker[22#] Wijzig Gebruiker[23#] Verwijder Gebruiker

[3#] Annuleer spraakbericht[4] Overbruggen

[41#] Tijdelijk[42#] Permanent

[5#] Logboek [alleen LCD bediendeel][6] Instellingen

[61#] Auto- Inschakelen Uitstellen[62#] RTC Klok[63#] Klokken[64#] Telefoonnummers[65#] Bericht herstelcodes

[7#] Systeem status[8#] Bediening[9] Testen

[91#] Zone test[92#] Uitgang test[93#] Signaalniveau draadloze apparaten[94#] Handmatige PAC test[95#] PAC 1 test[96#] PAC 2 test[97#] VERSA firmware versie[98#] Uitbreiding firmware versie[99#] Voeding voltage[90#] Uitgangen Herstellen

[0] Service[00#] Service mode[01#] Start Download Telefoon[03#] Start Download RS-232[04#] Beëindig Download RS-232[05#] Service Toegang[06#] Toegangstijd[07#] ETHM-1DloadX

Snelle controle van de Blok StatusDruk en hou vast de toets voor ongeveer 3 sec.

Simpel de auto-inschakeling uitstellenDruk twee keer de toets