Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor...

84
Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te lezen, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijk- heden die dit nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat deze als een handig naslagwerk kan dienen. Drukafspraken binnen deze handleiding • Teksten of getallen tussen vierkante aanhalingstekens verwijzen naar knoppen. [WRITE] WRITE knop [UTILITY] UTILITY knop • Aanduidingen als (p. **) verwijzen naar pagina’s in deze handleiding waaraan u kunt refereren. * Alle productnamen die in document worden genoemd zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Copyright © 2001 BOSS Corporation Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION, in welke vorm dan ook, gereproduceerd worden. Gebruikershandleiding Lees de onderstaande secties, voordat u dit apparaat gaat gebruiken: HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN (pagina 2-3) BELANGRIJKE OPMERKINGEN (pagina 4) Deze secties verschaffen u belangrijke informatie met betrekking tot de juiste werking van dit apparaat.

Transcript of Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor...

Page 1: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 GuitarEffects Processor heeft gekozen.

Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleidingdoor te lezen, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijk-heden die dit nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar dezehandleiding, zodat deze als een handig naslagwerk kan dienen.

■ Drukafspraken binnen deze handleiding• Teksten of getallen tussen vierkante aanhalingstekens verwijzennaar knoppen.[WRITE] WRITE knop[UTILITY] UTILITY knop• Aanduidingen als (p. **) verwijzen naar pagina’s in dezehandleiding waaraan u kunt refereren. * Alle productnamen die in document worden genoemd zijnhandelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hunrespectieve eigenaars.

Copyright © 2001 BOSS CorporationAlle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag zonder schriftelijketoestemming van BOSS CORPORATION, in welke vorm dan ook,gereproduceerd worden.

Gebruikershandleiding

Lees de onderstaande secties, voordat u dit apparaat gaatgebruiken:

• HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIERGEBRUIKEN (pagina 2-3)

• BELANGRIJKE OPMERKINGEN (pagina 4)Deze secties verschaffen u belangrijke informatie metbetrekking tot de juiste werking van dit apparaat.

Page 2: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

• Lees de instructies hieronder, en de gebruikers-handleiding, voordat u dit apparaat in gebruikneemt.

• Maak dit apparaat of de bijbehorende AC adapternooit open, en maak nooit zelf aanpassingen.

• Probeer het apparaat nooit zelf te repareren, ofonderdelen die zich hierin bevinden te vervangen(behalve wanneer specifieke instructies in de hand-leiding u vertellen dit wel te doen). Laat al hetonderhoud aan uw handelaar, het dichtstbijzijndeRoland Service Centrum, of een erkende Rolanddistributeur over. De gegevens hieromtrent vindt uop de “Informatie” pagina.

• Gebruik of plaats het apparaat nooit op plaatsendie:• aan extreme temperaturen onderhevig zijn

(bijvoorbeeld in direct zonlicht in een geslotenvoertuig, in de buurt van een verwarmings-kanaal, bovenop warmte genererende appara-tuur); of

• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruim-tes, op natte vloeren); of

• aan regen blootgesteld worden; of• stoffig zijn; of

• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.• Zorg ervoor dat het apparaat altijd recht staat en

stabiel blijft. Plaats het nooit op wiebelende, ofhellende oppervlakken.

• Gebruik alleen de gespecificeerde AC adapter (PSA serie), en zorg ervoor dat het lijnvoltage vande installatie met het op de AC adapter gespecifi-ceerde ingangsvoltage overeenkomt. Andere adap-ters maken mogelijk van een andere polariteitgebruik, of zijn voor een ander voltage ontworpen.Het gebruik van andere adapters kan tot schade,storingen of elektrische schok leiden.

• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoorkan het snoer beschadigen, waardoor afgebrokenelementen en kortsluiting ontstaan. Beschadigdesnoeren betekent een verhoogd risico op brand enschokken!

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK, OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMENOver de symbolenOver WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen

................................................................................................................................................NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT

WAARSCHUWING

Wordt gebruikt bij instructies waarbijde gebruiker attent gemaakt wordtop het risico van overlijden of zwaarletsel, wanneer het apparaat niet opjuiste wijze gebruikt wordt.

Wordt gebruikt bij instructies waarbijde gebruiker attent gemaakt wordtop het risico van letsel of materiëleschade, wanneer het apparaat niet opjuiste wijze gebruikt wordt.

* Materiële schade verwijst naarschade of andere ongunstige effec-ten, die ten aanzien van het huis enal het aanwezige meubilair, entevens aan huisdieren kunnenoptreden.

Het symbool wijst de gebruiker op belangrijkeinstructies of waarschuwingen. De specifieke beteke-nis van het symbool wordt bepaald door het teken datzich binnen de driehoek bevindt. Het symbool datzich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekentdat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen,waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordtgebruikt.

Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen dienooit verplaatst mogen worden (verboden). De speci-fieke handeling die niet uitgevoerd mag worden,wordt aangegeven door het symbool dat zich binnende cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit gevalaan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaatnooit uit elkaar gehaald mag worden.

Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwij-derd moeten worden. De specifieke handeling die uit-gevoerd moet worden, wordt door het symboolbinnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich indit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat hetnetsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrok-ken moet worden.

VOORZICHTIG

WAARSCHUWING WAARSCHUWING

2

Page 3: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

• Dit apparaat, op zichzelf staand, of in combinatiemet een versterker en koptelefoon of luidsprekers,kan geluidsniveaus produceren, die permanentgehoorsverlies kunnen veroorzaken. Werk nooitgedurende een langere tijd op een hoog of oncom-fortabel volumeniveau. Wanneer u enig gehoors-verlies of een piep in de oren bemerkt, moet u hetapparaat onmiddellijk uitzetten, en een oorartsconsulteren.

• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaarmateriaal, munten, spelden) of vloeistoffen (water,frisdranken, enz.) in het apparaat terechtkomen.

• Zet onmiddellijk de stroom uit, haal de AC adapteruit het stopcontact, en ga voor onderhoud naar dewinkel, de dichtstbijzijnde Roland distributeur, tevinden op de “Informatie” pagina, wanneer:• de AC adapter of het netsnoer beschadigd zijn;

of• als er objecten in het apparaat gevallen zijn, of

vloeistof in het apparaat terechtgekomen is; of• als het apparaat aan regen blootgesteld is

geweest (of op een andere manier nat isgeworden); of

• als het apparaat niet juist schijnt te werken, ofeen duidelijke verandering in uitvoeringvertoont.

• In huishoudens met kleine kinderen moet een vol-wassene toezicht houden, totdat het kind zelf in staatis om de regels, die noodzakelijk zijn voor een veiligewerking van het apparaat, te kunnen begrijpen.

•Behoedt het apparaat voor zware klappen. (Laat het niet vallen!).

• Steek het netsnoer niet in een stopcontact waar een overtollig aantal andere apparaten op aange-sloten is. Wees in het bijzonder voorzichtig met hetgebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveel-heid stroom die door alle op het stopcontact vanhet verlengsnoer aangesloten apparaten gebruiktwordt, mag de maximale stroomvoorschriften(watt/ampères) van het verlengsnoer nooit over-schrijden. Excessief stroomverbruik kan veroorza-ken dat de isolatie van het snoer heet wordt en uit-eindelijk zal smelten.

• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaatgebruiken, neemt u eerst met uw winkelier, hetdichtstbijzijnde Roland Service Centrum, of eenerkende Roland distributeur, waarvan u de gege-vens op de “Informatie” pagina vindt, contact op.

• Het apparaat en de AC adapter moeten op eenzodanige manier geplaatst worden, dat hun plaatsof positie de juiste mate van ventilatie niet zalbelemmeren.

• Als u de AC adapter in het stopcontact of in ditapparaat steekt of als u deze verwijdert, houdt udeze alleen bij de stekker of bij de behuizing vande adapter vast.

• Wanneer het apparaat gedurende een langere tijdniet gebruikt zal worden, haalt u de AC adapterlos.

• Probeer ervoor te zorgen dat snoeren en kabels nietin elkaar verstrikt raken. Tevens zouden snoerenen kabels op een zodanige wijze geplaatst moetenworden, dat kinderen er niet bij kunnen.

• Ga nooit bovenop het apparaat staan, en plaats ergeen zware objecten op.

• Raak bij het insteken in het stopcontact of in ditapparaat, en het daaruit verwijderen, de stekkervan de AC adapter, noch de adapter zelf, nooit metnatte handen aan.

• Voordat u het apparaat verplaatst, moeten de ACadapter en alle snoeren van externe apparateneerst losgehaald worden.

• Voordat u het apparaat schoonmaakt, moet u eerstde stroom uitzetten en de AC adapter uit het stop-contact halen.

• Wanneer u bliksem verwacht op de plaats waar uverblijft, haalt u de AC adapter uit het stopcontact.

WAARSCHUWING VOORZICHTIG

3

Page 4: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Stroomvoorziening:• Laat dit apparaat niet samen met een ander apparaat, dat

lijnstoring veroorzaakt (zoals een elektrische motor of eenveranderlijk belichtingssysteem) van dezelfde stroombrongebruikmaken.

• Nadat de AC adapter gedurende langere tijd in werkingis, zal deze warmte genereren. Dit is normaal en niets omu zorgen over te maken.

• Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, zetu de stroom van alle apparaten uit. Hierdoor wordt sto-ringen en/of schade aan luidsprekers of andere apparatenvoorkomen.

Plaatsing• Dit apparaat kan storingen met radio en televisie-

ontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in denabijheid van dit soort ontvangers.

• Om mogelijke onbruikbaarheid te voorkomen, gebruik ditapparaat niet op natte plaatsen, zoals een gebied dat aanregen of andere vochtigheid is blootgesteld.

Onderhoud• Voor het regelmatig schoonmaken van het apparaat

gebruikt u een zachte, droge doek, of één die met waterenigszins vochtig is gemaakt. Voor het verwijderen vanhardnekkig vuil gebruikt u een doek met een mild, nietschurend schoonmaakmiddel. Zorg ervoor dat u hetapparaat met een zachte, droge doek daarna goedafneemt.

• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol, of anderestoffen om stroringen van het apparaat te voorkomen.

Reparaties en Data• Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van het

apparaat verloren kan gaan, wanneer u het apparaat laatrepareren. Daarom is het raadzaam om een reservekopievan belangrijke data in een ander MIDI apparaat (zoalseen sequencer) op te slaan, of om de gegevens op papierover te schrijven. Tijdens reparatie worden voorzorgs-maatregelen getroffen om dataverlies te voorkomen.Echter, in sommige gevallen (wanneer bijvoorbeeld hetaan het geheugen gerelateerde stroomcircuit zelf niet meerwerkt), kunnen we de data helaas niet altijd behouden.Roland is niet aansprakelijk voor dit soort gevallen vandataverlies.

Geheugen Back-up• Dit apparaat bevat een batterij waarmee de geheugen-

chips van stroom worden voorzien als de hoofdstroom uitis. Als deze batterij zwakker wordt, zal het bericht “BAKBATTERY LOW” in het scherm verschijnen. Wanneer ditbericht verschijnt, vervangt u de batterij zo snel mogelijk,om verlies van alle data in het geheugen te voorkomen.Voor het vervangen van de batterij neemt u contact opmet uw winkelier, het dichtstbijzijnde Roland Service cen-

trum, of een erkende Roland distributeur. De gegevenshieromtrent vindt u op de “Informatie” pagina.

Aanvullendevoorzorgsmaatregelen• Let op dat de inhoud van het geheugen ten gevolge van

een storing of het onjuist gebruik van het apparaat onher-stelbaar verloren kan gaan. Om u tegen het risico van ver-lies van belangrijke data te beschermen, raden wij u aanom van tijd tot tijd een reservekopie van alle belangrijkedata, die u in het geheugen van het apparaat heeft opge-slagen, in een ander MIDI apparaat (zoals een sequencer)op te slaan.

• Helaas kan de data die in het geheugen werd opgeslagen,nadat deze verloren is gegaan, niet meer hersteld worden.Roland Corporation is niet aansprakelijk voor dit soortgevallen van dataverlies.

• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaarsvan het apparaat voorzichtig; dit geldt tevens voor hetgebruik van de jacks en aansluitingen. Ruw gebruik kanstoringen veroorzaken.

• Oefen geen zware druk op het beeldscherm uit.

• Tijdens het aansluiten/verwijderen van de kabels, houdtu deze bij de stekker zelf vast, trek nooit aan het snoer. Opdeze manier wordt kortsluiting, of schade aan de interneelementen van de kabel voorkomen.

• Probeer het volume op een redelijk niveau te houden, omte voorkomen dat uw buren er last van hebben. U kunt erook voor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat udegenen die in uw buurt zijn niet stoort (in het bijzonderop een laat tijdstip).

• Wanneer u het instrument moet verplaatsen, verpakt u hetin de doos (inclusief vulsel) waarin het zich bij aankoop inbevond.

• Gebruik alleen het expressiepedaal met de juiste specifica-ties (EV-5, FV-300L), dat los verkrijgbaar is. Door het aan-sluiten van een ander expressiepedaal loopt u de kans dathet apparaat niet goed werkt of beschadigd raakt.

• Gebruik een door Roland geleverde kabel voor het makenvan de verbinding. Als u een verbindingskabel van eenander merk gebruikt, neem dan het volgende in acht.

• Sommige verbindingskabels bevatten transistors.Gebruik geen kabels met transistors voor het aansluitenvan dit apparaat. Het gebruik van een dergelijke kabelkan ervoor zorgen dat het geluid bijzonder zwak ofzelfs onhoorbaar wordt. Neem voor de specificaties vande kabel contact op met de betreffende fabrikant.

BELANGRIJKE OPMERKINGENNaast de punten die u op pagina 2-3 onder “Het apparaat op een veilige manier gebruiken” vindt, lees het onderstaan-de ook zorgvuldig door:

4

Page 5: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

BELANGRIJKE OPMERKINGEN . . . . . . . . . .4

Voornaamste kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . .7

Namen van dingen en wat zij doen . . . . . . .8Voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11

Hoofdstuk 1 Het afspelen van geluiden .12

De aansluitingen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12De stroom inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13

Het uitgangs-niveau aanpassen . . . . . . . . . . . . . . .13De stroom uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13

Instellingen maken voor een aangesloten apparaat (versterker) (Output Select) . . . . . . . . . . . .14Wat is een patch? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15Schakelen tussen Patches (Patch Change) . . . . . . . .15

Met de GT-6 patches selecteren . . . . . . . . . . . . . . .15Alleen tussen nummers schakelen . . . . . . . . . . . .15Omschakelen van bank en nummer . . . . . . . . . . .16Over de indicatie in het display . . . . . . . . . . . . . .16Indien de patch niet overschakelt . . . . . . . . . . . . .16

Hoofdstuk 2 Uw eigen patches creëren .17

Vinden van patches naar smaak (EZ Tone) . . . . . . .17De klanken met de knoppen aanpassen . . . . . . . . .17Effecten toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18Instellen van Effecten (Quick Settings) . . . . . . . . . .19Meer gedetailleerde instellingen maken met individuele parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19Gebruik van pedaaleffecten (Wah, Pedal Bend) . . .20

Wah . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20Pedal Bend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20

Klanken een naam geven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21Veranderen van de volgorde van Effecten (Effect Chain) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21

Hoofdstuk 3 Gecreëerde patches opslaan . . . . . . . . .22

Schrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22Patches kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22Patches omwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd . . . . . .24

PREAMP/SPEAKER(Voorversterker/luidspreker simulator) . . . . . . . . . .24OVERDRIVE/VERVORMING . . . . . . . . . . . . . . . . .27Delay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28Chorus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29REVERB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29Wah . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30

WAH (Pedal wah) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30AW (Auto wah) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31FX (Fixed wah) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31

EQ (Equalizer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32FX-1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32

CS (Compressor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33LM (Limiter) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33AC (Akoestische gitaar simulator) . . . . . . . . . . . .33PIC (Element simulator) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33TR (Tremolo) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33SG (Slow gear) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33FB (Feedbacker) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33AFB (Anti-feedback) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34FRT (Defretter) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34

FX-2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34PH (Phaser) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37FL (Flanger) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38HR (Harmonist) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38PS (Pitch shifter) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39PB (pedal Bend) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .402CE (2x2 Chorus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40PAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40VB (Vibrato) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41UV (Uni-V) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41SDD (short delay) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41HU (Humanizer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41RM (Ring Modulator) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42SL (Slicer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42AR (Auto Riff) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42SYN (Guitar Synth) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43SEQ (Sub Equalizer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45

NS (Noise Suppressor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45MASTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46FV (Foot Volume) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46

5

Inhoud

Page 6: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

6

Inhoud

Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van het expressie- en schakelpedaal (Pedal Assign) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47

Instellingen voor het gebruik van het expressiepedaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47Instellingen voor het gebruik van de expressiepedaalschakelaar/schakelpedaal . . . . . . . .47

Snel instellingen maken (Quick Setting) . . . . . . . .47“Quick Settings” wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48Effecten besturen met de GT-6 pedalen, externe pedalen, en externe MIDI-apparaten . . . . .49Bedienen van Wah en Pitch Bend met een extern expressiepedaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52

Hoofdstuk 6 Gebruik van de Customize Function . . . .53

“Custom” Preamp instellingen maken . . . . . . . . . . .53“Custom” Overdrive/Vervorming instellingen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54“Custom” Pedal Wah instellingen maken . . . . . . . .55

Hoofdstuk 7 Handige functies op de GT-6 . . . . . . . . . . . .56

Snelle wijzinging Patch volume (PATCH LEVEL knop) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56Effecten in- en uitschakelen met de pedalen (Manual Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56Met de pedalen het in of uit te schakelen effect selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56

Voorversterker klanken vergelijken in Manual Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57De gitaar stemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57Tuner/Bypass functie inschakelen . . . . . . . . . . . .57Over het display tijdens het stemmen . . . . . . . . .57

Hoe te stemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58Instelling van het stemapparaat wijzigen . . . . . . .58Volume-instellingen met Tuner/Bypass (Mute, Bypass) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58Tuner/Bypass in en uitschakelen met de nummerpedalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59

Algehele geluid aanpassen aan omgeving (Golbal) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59Gebruik van externe effect processors . . . . . . . . . . .60Gebruik van de Digital Outs . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60Het Effect Output Level controleren met de Level Meter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60

Hoofdstuk 8 Andere functies . . . . . . . . . . . .61

Contrast van de display aanpassen (LCD Contrast) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61Selecteren van de PATCH/VALUE Dial functie (Dial function) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61Instellen van de tijd voor het wisselen van patches (Patch Change Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . . .61Beperken van Banks die kunnen worden verwisseld (Bank Extent) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61Instelling van “Expressie-pedaal vasthouden” . . . .62Instellen van knoppen (Knob Mode) . . . . . . . . . . .62Instellen functies externe voetschakelaar (SUB CTL 1,2 Function) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63

Hoofdstuk 9 Het gebruik van MIDI . . . . . .64

Wat kan men doen met MIDI? . . . . . . . . . . . . . . . . .64Instellingen voor MIDI-functies . . . . . . . . . . . . . . . .65Versturen en ontvangen van MIDI-data . . . . . . . . .67

Versturen van data naar een extern MIDI-apparaat (Bulk Dump) . . . . . . . . . . . . . . . . .67Ontvangst van data van een extern MIDI-apparaat (Bulk Load) . . . . . . . . . . . . . . . . . .68

Instellen van Program Change Map . . . . . . . . . . . . .69Program Change Map instellingen (MIDI MapSelect) mogelijk/onmogelijk maken . . . . . . . . . . .69

Appendix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70

Over MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70Hoe MIDI-berichten worden ontvangen en verstuurd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70Belangrijkste typen MIDI-berichten op de GT-6 . .70Over MIDI-toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71

Van patch veranderen met bank selectberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72

Patchnummers wijzigen vanuit de GT-6 op eenextern MIDI-apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72Patchnummers wijzigen op de GT-6 met de bank select berichten verstuurd vanuit een extern MIDI-apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73

Fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74Herstel van fabrieksinstellingen (Factory Reset) . .74

Oplossen van problemen . . . . . . . . . . . . . . . .75Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76

MIDI Implementation chart . . . . . . . . . . . . . . .77Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80

Page 7: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Ingebouwde COSM versterker enCOSM Overdrive/Distortion voormaximale vervorming

Met de zeer geavanceerde combinatie van COSM versterkermet de COSM overdrive/distortion kunt u beschikken overde krachtigste vervormingseffecten.

COSM Wah

Met deze nieuw-ontwikkelde COSM wah, die is voorzienvan vijf verschillende wah effecten, beschikt u op hetpodium over een grote verscheidenheid aan wah geluiden.

Customize Function

Dank zij de GT’s nieuwe Customize function kunt u uweigen voorkeuren in uw spel brengen, en volledig nieuweeffecten creëren door het aanpassen van de instellingen vande “Voorversterker”, “Overdrive/Distortion” en “Wah”effecten.

De zo verkregen effecten kunnen in de GT-6 wordenopgeslagen als custom instellingen.

EZ Tone

De GT-6 is uitgerust met 30 geluidseffecten die kunnenworden gebruikt voor het creëren van nieuwe geluiden. Hetis nu makkelijk precies de geluiden van uw voorkeur teselecteren.

Quick settings

Elke editing functie bevat een aantal voorgeprogrammeerdeinstellingen. Het creëren van geluidseffecten is eenvoudig;selecteer een voorgeprogrammeerde instelling voor defunctie (het effect) die u gebruikt.

Knoppen voor intuïtief gebruik

De GT-6 is uitgerust met knoppen waarmee de belangrijksteinterne effecten kunnen worden aangestuurd. Hiermee kuntu terwijl u speelt de instellingen in realtime wijzigen.

Professionele kwaliteit

De GT-6 is uitgerust met 37 verschillende professioneleeffecten, variërend van studio reverb en delay, tot een nieuwontwikkelde defretter, uni-v, enzovoort.

Expressiepedaal/Expressiepedaalschakelaar en schakelpedaal

De GT-6 is uitgerust met een expressiepedaal en eenschakelpedaal dat u kunt gebruiken voor het instellen vande functies in elke patch. De functies die kunnen wordentoegewezen aan het expressiepedaal zijn afhankelijk van depatch die u selecteert; zo kunt u het gebruiken als een wah,volume of een ander soort pedaal.

Bovendien kunt u het pedaal gebruiken als expressiepedaalschakelaar voor het besturen (aan- en uitzetten) van het opdat moment toegewezen effect door de voorkant van hetpedaal stevig in te drukken.

Digitale output

Het apparaat is uitgerust met digitale uitgang jacks (coax),die handig zijn voor het maken van digitale opnames.

7

Voornaamste kenmerken

COSM (Composite Object Sound Modeling)(Composite Object Sound Modeling) is Roland’sinnovatieve en krachtige geluidsmodellering technologie.COSM analyseert de vele factoren waaruit hetoorspronkelijke geluid bestaat (zoals de elektrische enfysische kenmerken van het origineel, en vormt dan eendigitaal model waarmee hetzelfde geluid kan wordengereproduceerd.

Page 8: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

1 DisplayHier wordt een verscheidenheid aan informatie over deGT-6 getoond. Het linker display toont het banknummer.

2 PATCH LEVEL knopRegelt het volume van de op dat moment geselecteerdepatch (programma).

■ PREAMP/SPEAKER(VOORVERSTERKER/LUIDSPREKER)simulator

3 TYPE knopSelecteert het type voorversterker.

4 GAIN knopRegelt de mate van vervorming van de voorversterker.

5 BASS knopRegelt de geluidskwaliteit van de voorversterker in hetgebied van de lage frequenties.

8

Namen van dingen en wat zij doen

Voorpaneel

10

1

2

3 4 5 6 7 8 9

11

12 13 14

15 16

17 18

19 20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

34

37 38

32 35

33

36

39

40

41 42

43

44

45

Page 9: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

6 MIDDLE knopRegelt de geluidskwaliteit van de voorversterker in hetgebied van de midden frequenties.

7 TREBLE knopRegelt de geluidskwaliteit van de voorversterker in hetgebied van de hoge frequenties.

8 LEVEL knopRegelt het volume van de voorversterker.

9 SPEAKER knopSelecteert het type luidspreker.

10 PREAMP/SPEAKER ON/OFF drukknopDruk in om de instelling te veranderen.

11 TYPE VARIATION drukknopWijzigt het soort variatie.

■ OVERDRIVE/DISTORTION

12 TYPE knopSelecteert het soort overdrive of vervorming.

13 DRIVE knopRegelt de mate van overdrive of vervorming.

14 LEVEL knopRegelt het volume van de overdrive of vervorming.

15 OVERDRIVE/DISTORTION ON/OFF drukknopDruk in om de instelling te veranderen.

11 TYPE VARIATION drukknopWijzigt het soort variatie.

■ DELAY

17 FEEDBACK knopRegelt het aantal keren dat de delay wordt herhaald.

18 LEVEL knopRegelt het volume van het delay geluid.

19 DELAY ON/OFF drukknopDruk in om de instelling te veranderen.

20 TAP knopGebruik deze knop voor het instellen van de delaytijdmet de tap aansluiting (pag. 28)

■ CHORUS

21 LEVEL knopRegelt het volume van de chorus. De chorus wordtsterker als de knop naar rechts (met de klok mee ) wordtgedraaid.

22 CHORUS ON/OFF knopDruk in om de instelling te veranderen.

■ REVERB

23 LEVEL knopRegelt het volume van de reverb.

22 REVERB ON/OFF knopDruk in om de instelling te veranderen.

■ WAH

22 WAH ON/OFF knopDruk in om de instelling te veranderen.

■ EQ (EQUALIZER)

26 EQ knopDruk in, als u de instellingen verandert.

■ FX-1

27 FX-1 ON/OFF knopDruk in om de instelling te veranderen.

■ FX-2

27 FX-2 ON/OFF knopDruk in om de instelling te veranderen.Geldige instellingen:

29 PATCH/VALUE draaiknopGebruik deze draaiknop wanneer u schakelt tussenpatches en de waarden van instellingen verandert.

30 PARAMETER drukknoppenDruk in om parameters te selecteren.

* Om naar de parameters te springen, houdt u één van dezeknoppen ingedrukt terwijl u op de andere drukt. Bijonderdelen, waarvoor niet zo veel parameters bestaan,verspringt de GT-6 naar de laatste (of eerste) parameter.

9

Namen van dingen en wat zij doen

Page 10: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

31 Exit drukknopDruk in om operaties ongedaan te maken

32 WRITE drukknopDruk in om instellingen op te slaan

33 EZ TONE drukknopWordt gebruikt om klanken op te zoeken.

34 PEDAL ASSIGN drukknopGebruik deze knop om het expressiepedaal en hetschakelpedaal mee in te stellen.

35 OUTPUT SELECT drukknopGebruik deze knop om voor het aangesloten apparaat dejuiste output te selecteren.

36 TUNER/BYPASS drukknopDruk in om de tuner en bypass functies te gebruiken.

37 NAME/NS/MASTER drukknopGebruik deze knop om patches een naam te geven(NAME0, de noise suppressor in te stellen (NS), enmaster settings te maken (MASTER).

38 UTILITY drukknopGebruik deze knop voor het vastleggen van de algemeneinstellingen van de GT-6.

39 MANUAL drukknopDruk in om de GT-6 in de manual mode te gebruiken.

40 BANK pedalenGebruik deze pedalen om het banknummer te wijzigen.

40 NUMBER pedalenGebruik deze pedalen om de patchnummers te wijzigen.

42 CTL (CONTROL) schakelpedaalEen aantal verschillende functies kan aan dit pedaalworden toegewezen, die er daarna mee kunnen wordenaangestuurd. U kunt er bijvoorbeeld de tuner mee aan-en uitzetten.

43 ExpressiepedaalMet dit pedaal bestuurt u volume, wah en andereparameters.

Let er bij het bedienen van het expressiepedaal op, dat uniet met uw vinger tussen het beweegbare deel en hetpaneel bekneld raakt.

In gezinnen met kleine kinderen dient een volwassenetoezicht te houden, totdat het kind veilig met hetapparaat kan omgaan.

44 EXP PEDAL SW (Expressiepedaalschakelaar)Druk de voorkant van het pedaal stevig in om het effectin of uit te schakelen.

45 EXP PEDAL SW ON/OFF Indicator(Expressiepedaal schakelaar aan/uit)Licht op als het effect dat door de expressiepedaalschakelaar wordt bestuurd aan is, en gaat uit als heteffect wordt uitgeschakeld.

10

Namen van dingen en wat zij doen

Page 11: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

1 INPUT JACKSluit hierop uw gitaar aan.

2 OUTPUT LEVEL knopRegelt het uitgangs volume van de uitgang enkoptelefoon jacks.

3 OUTPUT R/L (MONO) jacksSluit deze jacks aan op uw versterker, mengpaneel ofeen soortgelijk apparaat.

4 PHONES jackSluit hierop een koptelefoon aan.

5 SEND/RETURN jacksSluit hierop externe effect processors aan.

6 DIGITAL OUT connectorVoert digitale audio-signalen uit.

7 SUB EXP PEDAL/SUB CTL 1,2 jackSUB EXP pedaal/SUB CTL 1,2 pedaalSluit hierop een optioneel expressiepedaal (zoals de EV-5) aan, of een voetschakelaar (zoals de FS-5U).

8 MIDI IN/OUT connectorsSluit hierop een extern MIDI-apparaat aan voor hetverzenden en ontvangen van MIDI-boodschappen.

9 Power schakelaarZet hiermee de stroom aan of uit.

10 AC ADAPTOR jackSluit hierop de bijgeleverde adapter aan,

11 KabelhaakZet de kabel van de AC adapter om deze haak vast omte voorkomen dat de adapter wordt losgetrokken.

11

Namen van dingen en wat zij doen

Achterpaneel

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Page 12: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

De aansluitingen maken* Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere

apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd op nul, en zetu de stroom van alle apparaten uit, voordat er aansluitingenworden gemaakt.

* Verhoog het volume van de versterker pas nadat alleaangesloten apparaten zijn ingeschakeld.

* Als u het systeem in mono gebruikt, sluit dan de kabel op deOUTPUT L (MONO) jack aan.

Output select (pag. 14):

JC-120, SMALL AMP (kleine versterker), COMBO AMP,STACK AMP (Top versterker)

Output select (pag. 14):

COMBO RETURN, STACK RETURN

Output select (pag. 14):

LINE/PHONES (koptelefoon), LINE (PA) (lijnaansluiting)

* Gebruik alleen het expressiepedaal met de juiste specificaties(EV-5, FV-300L), dat los verkrijgbaar is. Door het aansluitenvan een ander expressiepedaal loopt u kans, dat het apparaatniet goed werkt of beschadigd raakt.

12

Hoofdstuk 1 Het afspelen van geluiden

OUTPUT R

INPUT

OUTPUT L (MONO)

GITAAR IN GITAAR IN

Gitaarversterker

Versterker

Luidsprekers

GITAAR IN GITAAR IN

Gitaarversterker

Versterker

Luidsprekers

stroomadapter

OUTPUT R

INPUT

OUTPUT L (MONO)

HOOFD INof

RETURN

Gitaarversterker

Amp

Luidsprekers

Versterker

Amp

Luidsprekers

stroomadapter

HOOFD INof

RETURN

MTR

PHONESINPUT

OUTPUT R OUTPUT L (MONO)

Stroomadapter

Stereokoptelefoon

PHONESINPUT

Stroomadapter

Stereokoptelefoon

RETURN

SENDOUTPUTINPUT

SUB EXP PEDAL/SUB CTL 1,2

Extern effect apparaat

FS-5UFS-5L

EV-5FV-300L

etc.

etc.

Page 13: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

* Om ongewilde stroomuitval en beschadiging van de ACadapter te voorkomen, is het raadzaam de stroomkabel achterde kabelhaakvast te zetten, zoals op de illustratie wordtgetoond.

* Als u het apparaat gebruikt in combinatie met eenexpressiepedaal aangesloten op de SUB EXP PEDAL/SUBCTL 1,2 jack, dient u het minimum volume in te stellen op de“MIN” positie.

* Als u het apparaat gebruikt in combinatie met eenvoetschakelaar (de optionele FS-5U) aangesloten op de SUBEXP PEDAL/SUB CTL 1,2 jack, stelt u de polariteit-schakelaar in, zoals in onderstaand diagram wordt getoond.

* U kunt de speciale optionele Roland PCS-31 verbindingskabelgebruiken voor het aansluiten van twee voetschakelaars.

De stroom inschakelenIndien alle aansluitingen zijn aangebracht, schakel uwverschillende apparaten dan in de voorgeschreven volgordein. Door de apparaten in een verkeerde volgorde aan tezetten, betaat er gevaar voor storingen en/of schade aanluidsprekers of andere apparaten.

1. Controleer, voor de stroom in te schakelen, het volgende.

• Zijn alle externe apparaten juist aangesloten?

• Staat het volume van de GT-6, uw versterker, en alleandere aangesloten apparatuur op het minimum?

2. Zet de POWER schakelaar op het achterpaneel van deGT-6 op ON.

Het display verandert en toont het onderstaande. Na eenpaar seconde schakelt het apparaat naar de performancemode.

Het scherm dat dan verschijnt, is het zogenaamde “Playscreen”

* Nadat de stroom is ingeschakeld, wordt de patch geselecteerddat was gekozen toen het apparaat voor het laatst werdgebruikt.

* Dit apparaat beschikt over een beschermingscircuit. Nadat destroom is aangezet, zal het enkele seconden duren voordat hetapparaat normaal werkt.

3. Schakel daarna de stroom in van andere externe effectprocessors, en vervolgens de gitaarversterker.

Het uitgangs-niveau aanpassenPas het uitgangs-niveau van de GT-6 aan met de OUTPUTLEVEL knop op het achterpaneel.

De stroom uitschakelen1. Controleer, voor de stroom uit te schakelen, het volgende:

• Staat het volume van de GT-6, uw versterker, en alleandere aangesloten apparatuur op het minimum?

2. Schakel daarna de stroom uit van andere externe effectprocessors, en vervolgens de gitaarversterker en andereapparatuur.

3. Schakel de stroom van de GT-6 uit..

13

Hoofdstuk 1 Het afspelen van geluiden

Polarity Switch

Wit Rood

PCS-31

Polariteitschakelaar

Als u het apparaat gebruikt in combinatie met eenvoetschakelaar (de optionele FS-5U) aangesloten op deSUB EXP PEDAL/SUB CTL 1,2 jack, volg dan deinstellingen zoals die worden beschreven op pag. 63.

Hoofdstuk 1

Page 14: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Instellingen maken voor eenaangesloten apparaat(versterker) (Output Select)Kies het soort apparaat dat op de OUTPUT jack isaangesloten.

■ Procedure

1. Druk op [OUTPUT SELECT], waardoor de indicatoroplicht.

Het Output Select instellingsscherm verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaischijf en selecteerhet soort apparaat dat op de OUTPUT jack isaangesloten.

* Als de GT-6 op de input van een gitaarversterker isaangesloten, stelt u de toonregeling van de versterker als volgtin: BASS op 0, MIDDLE op 10 en TREBLE op 0. Indien deversterker beschikt over schakelbare kanalen, kies dan hetkanaal normal (clean).

JC-120:Gebruik deze instelling voor een Roland JC-120gitaarversterker.

SMALL AMP:Gebruik deze instelling voor een kleine gitaarversterker.

COMBO AMP:Gebruik deze instelling als u de GT-6 aansluit op eencombo versterker anders dan de JC-120 gitaarversterker(waar de versterker en luidspreker of luidsprekers in éénunit zijn gecombineerd).

* Afhankelijk van uw gitaarversterker verkrijgt u waarschijnlijkgoede resultaten met de “JC-120” instelling.

STACK AMP:Gebruik deze instelling als u de GT-6 aansluit op eenstack-type gitaarversterker (waar de versterker enluidspreker of luidsprekers zijn gescheiden).

COMBO RETURN:Gebruik deze instelling als u de GT-6 aansluit opRETURN met een COMBO versterker.

STACK RETURN:Gebruik deze instelling als u de GT-6 aansluit opRETURN met een stack-type gitaarversterker.

LINE/PHONES:Gebruik deze instelling als u een koptelefoon gebruikt ofde GT-6 voor opnames aansluit op een meersporen-recorder.

LINE (PA):Gebruik deze instelling als u de GT-6 aansluit op eenmengpaneel of een ander PA-apparaat.

14

Hoofdstuk 1 Het afspelen van geluiden

Stemmen van uw gitaarU kunt de ingebouwde “tuner function” van de GT-6gebruiken om uw gitaar te stemmen.

Zie “Stemmen van uw gitaar” (pag. 57) voor instructiesover het gebruik van deze functie.

Om de GT-6 optimaal te laten presteren, dient u er zekervan te zijn dat de correcte instelling voor de OUTPUTSELECT wordt gekozen, en wel de instelling die het bestbij uw setup past.

Page 15: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Wat is een patch?De GT-6 kan 340 combinaties (of “sets”) van effecten enparameter instellingen op slaan. Een dergelijke set wordteen “patch” genoemd. Patches worden ingedeeld ingenummerde banken zoals hieronder wordt getoond.

User Banks (1-35)Nieuw gecreëerde effecten worden opgeslagen in de Userbanks (opslagplaatsen). Patches in deze banks worden“User (gebruikers) patches” genoemd.

* Wanneer een User patch wordt gebruikt, verschijnt in hetrechter display een “U”.

Preset Banks (36-85)De Preset banks bevat een aantal effect-instellingen die debijzondere kenmerken van de GT-6 goed doen uitkomen.Patches in deze banks worden “Preset patches” genoemd.Howel u de Preset patches niet kunt overschrijven met uweigen instellingen, kunt u een Preset patch wel wijzigen, enhet resultaat vervolgens in een User patch opslaan.

* Wanneer een Preset patch wordt gebruikt, verschijnt in hetrechter display een “P”.

Schakelen tussen Patches (Patch Change)Met de GT-6 patches selecterenEr kan tussen patches worden geschakeld door het kiezenvan een “bank” (1-85) en een “nummer” (1-4).

De bank en het nummer verschijnen in het display van deGT-6 zoals hieronder wordt getoond.

* Wanneer een patch wordt geselecteerd, en zelfs als er eennieuwe bank wordt geselecteerd, zal de patch niet wordeningeschakeld voordat u ook het nummer kiest. Indien u tussenpatches wilt schakelen door alleen een andere bank teselecteren, dient u de System function (pag. 61) instellingenuit te voeren. U kunt ook tussen patches schakelen met dePATCH/VALUE draaiknop.

* Delay en reverb worden afgebroken als er tussen patcheswordt geschakeld.

Alleen tussen nummers schakelen

1. Kies het nummer van de patch waarnaar u wiltoverschakelen door het corresponderende pedaal in tedrukken.De indicator voor het ingedrukte pedaal licht op, en deGT-6 schakelt naar de betreffende patch.

15

Hoofdstuk 1 Het afspelen van geluiden

Bank 85

Bank 36

Bank 35

Bank 1

Bank—NumberBank

Nummer

1

Hoofdstuk 1

Page 16: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Omschakelen van bank en nummer

1. Druk een BANK pedaal in.Er wordt naar een andere bank geschakeld en deindicator van het pedaalnummer, dat actief was voor hetBANK pedaal werd ingedrukt, begint te knipperen; ditduidt erop dat de GT-6 gereed is voor specificatie vanhet patch nummer (maar in dit stadium wordt de patchnog niet ingeschakeld).

2. Kies het nummer van de patch waarnaar u wiltoverschakelen door het corresponderende pedaal in tedrukken.De indicator voor het geselecteerde pedaal licht op, ende GT-6 schakelt naar de betreffende patch.

Over de indicatie in het displayDe volgende informatie verschijnt in het Play screen.

Indien de patch niet overschakeltOp de GT-6 kunt u niet tussen patches schakelen in eenander screen dan de Play screen. Druk op [EXIT] en keerterug naar het Play screen (pag. 13).

16

Hoofdstuk 1 Het afspelen van geluiden

2

1

Bank—NumberBank User/Preset

Patch Name

Page 17: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Vinden van patches naarsmaak (EZ Tone)Naast patches die u daadwerkelijk bij optredens kuntgebruiken, beschikt de GT-6 ook over interne samples diegoed van pas kunnen komen bij het creëren van eigenpatches. Deze mogelijkheid wordt “EZ Tone” genoemd.

De Ez Tone functie maakt het u mogelijk klank-instellingente vinden, die geheel zijn afgestemd op uw eigen smaak.

1. Druk op [EZ TONE] .

2. Draai aan de VALUE draaiknop om de instelling teselecteren die lijkt op de klank die u in gedachten heeft.

3. Druk op ON/OFF om de effecten aan of uit te zetten.Draai aan de knoppen om de klank bij te stellen.

* U kunt [EZ TONE] weer indrukken om de in gebruik zijndeklank te vergelijken met de nieuwe klank alvorens EZ Tonevast te leggen.

4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

De klank schakelt naar de in EZ Tone geselecteerdeklank.

* Als u [EXIT] indrukt voordat u EX Tone mode selecteert,keert het geluid terug naar dat van de oorspronkelijkeinstelling.

* Om de klank die u heeft gecreëerd op te slaan gebruikt u deWrite procedure (pag. 22). Zo bewaart u uw instelling in eenUser patch.

De klanken met de knoppenaanpassenOp het bedieningspaneel van de GT-6 vindt u 16 knoppenwaarmee u op eenvoudige wijze kleine aanpassingen kuntaanbrengen in de geselecteerde patch.

PREAMP TYPE:Kiest het type voorversterker.

* Na het indrukken van [TYPE VARIATION] kunt u variatieskiezen door de knop te zetten op het type voorversterker vanuw keuze.

PREAMP GAIN:Regelt de mate van vervorming van de voorversterker. Devervorming wordt sterker als u de knop naar rechts draait.

PREAMP BASS:Regelt de geluidskwaliteit van de voorversterker in hetgebied van de lage frequenties. De lage frequenties wordenversterkt als u de knop naar rechts draait.

PREAMP MIDDLE:Regelt de geluidskwaliteit van de voorversterker in hetgebied van de midden frequenties. De midden frequentiesworden versterkt als u de knop naar rechts draait.

PREAMP TREBLE:Regelt de geluidskwaliteit van de voorversterker in hetgebied van de hoge frequenties. De hoge frequentiesworden versterkt als u de knop naar rechts draait.

PREAMP LEVEL:Regelt de het volume van de voorversterker. Het volumeneemt toe als u de knop naar rechts draait.

17

Hoofdstuk 2 Uw eigen patches creëren

1

2

43

AAN/UIT knop

Hoofdstuk 2

Page 18: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

SPEAKERS:Selecteert het type luidspreker. Als ORIGINAL isgeselecteerd, kunt u het type luidsprekers kiezen dat hetbest bij de PREAMP TYPE instellingen past.

OVERDRIVE/DISTORTION TYPE:Selecteert het type overdrive of vervorming.

* Na het indrukken van [TYPE VARIATION] kunt u variatieskiezen door de knop naar het type overdrive of vervorming vanuw keuze te draaien.

OVERDRIVE/DISTORTION DRIVE:Regelt de mate van overdrive of vervorming. Devervorming wordt sterker als u de knop naar rechts draait.

OVERDRIVE/DISTORTION LEVEL:Regelt het volume van de overdrive of vervorming. Hetvolume neemt toe als u de knop naar rechts draait.

DELAY FEEDBACK:Regelt het aantal malen dat de delay wordt herhaald. Hetaantal neemt toe als u de knop naar rechts draait.

DELAY LEVEL:Regelt het volume van het delay geluid. Het delay geluidneemt toe als u de knop naar rechts draait.

CHORUS LEVEL:Regelt het volume van de chorus. De chorus neemt toe als ude knop naar rechts draait.

REVERB LEVEL:Regelt het volume van de reverb sound. De reverb soundneemt toe als u de knop naar rechts draait.

PATCH LEVEL:Regelt het algehele volume. Het volume neemt toe als u deknop naar rechts draait.

Om een klank op te slaan die u met EZ Tone heeft gecreëerdofwel heeft gewijzigd met de knoppen, gebruikt u de Writeprocedure (pag. 22) om deze in een User patch te bewaren.

Effecten toevoegenDe interne effecten van de GT-6 kunnen door het indrukkenvan knoppen worden in- en uitgeschakeld.

1. Druk op ON/OFF voor het effect dat u wilt in- ofuitschakelen.

De instellingen van het geselecteerde effect verschijnenin het display.

2. Druk weer op ON/OFF om het effect in of uit teschakelen.

* De naam van het effect knippert in het display als het effect isuitgeschakeld.

* Als bij stap 1 FX-1, FX-2 of WAH is geselecteerd, dan wordthet effect dat is ingesteld met de FX Select parameter (“Meergedetailleerde instellingen maken met individueleparameters,” zie pag. 19), in- en uitgeschakeld.

3. Om een ander effect te selecteren, herhaalt u stappen 1en 2.

4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

* Indien u een klank wilt bewaren met de door u gemaakteinstellingen, gebruik dan de Write procedure (pag. 22) om deklank in een User patch te bewaren.

18

Hoofdstuk 2 Uw eigen patches creëren

41,2,3

Page 19: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Instellen van Effecten(Quick Settings)Elk effect is voorzien van een vooringestelde sample, dezogenaamde “Quick Settings”. U kunt makkelijk nieuweeffecten creëren door het selecteren en combineren van dezeQuick Settings.

1. Druk op ON/OFF voor het effect waarvan u deinstellingen wilt wijzigen.

De parameters van het geselecteerde effect verschijnen inhet display.

* Tijdens de wijzigingsoperatie verschijnen de meest recentbewerkte parameters.

2. Druk op PARAMETER [�] [�] om de Quick Settingsparameter te selecteren.

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de gewenste effect-instelling te selecteren.

* “P00: User” duidt erop dat het effect dat wordt aangegeven inde bovenste rij van het display kan worden opgeslagen in deop dat moment geselecteerde patch, of dat de instellingen opdat moment worden gewijzigd.

* Als bij stap 1 FX-1, FX-2 of WAH was geselecteerd, danzullen de instellingen voor het gekozen effect met de FX Selectparameter (zie het volgende item) worden gewisseld.

Meer gedetailleerde instellingenmaken met individuele parametersElk effect bestaat uit een aantal verschillende soortenparameters. U kunt door u gewenste geluiden meer preciesbewerken door elk van deze parameters individueel tewijzigen.

1. Druk op ON/OFF voor het effect waarvan u deinstellingen wilt wijzigen.

De parameters van het geselecteerde effect verschijnen inhet display.

2. Druk op PARAMETER [�] [�] om de parameter teselecteren waarvan u de instellingen wilt wijzigen.

Wanneer er meer dan één parameter in het displaywordt getoond, druk dan op PARAMETER [�] [�] omde cursor te verplaatsen naar de in te stellen parameter.

U kunt naar de hoofd-parameters springen doorPARAMETER [�] (of [�]) in te drukken, terwijl uPARAMETER [�] (of [�]) ingedrukt houdt. Bijonderdelen waarvoor niet zo veel parameters bestaan,verspringt de GT-6 naar de laatste (of eerste) parameter.

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de waarde van deinstelling te wijzigen.

4. Herhaal stappen 2 en 3 indien u nog andere parameter-instellingen wilt wijzigen.

5. Indien u nog andere parameter-instellingen voorandere effecten wilt wijzigen, herhaalt u stappen 1 toten met 4.

6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

* Indien u een klank wilt bewaren met de door u gemaakteinstellingen, gebruik dan de Write procedure (pag. 22) om deklank in een User patch te bewaren.

19

Hoofdstuk 2 Uw eigen patches creëren

61

3

2

Hoofdstuk 2

Page 20: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Gebruik van pedaaleffecten(Wah, Pedal Bend)U kunt het expressiepedaal van de GT-6 gebruiken voor hetcreëren van wah en pedal bend (met het pedaal veranderenvan de toonhoogte).

Wah

1. Druk op [WAH].

2. Zet het wah effect aan (“Effecten toevoegen”; pag. 18).

* Deze stap is niet nodig als het effect al aan staat.

3. Druk op PARAMETER [�] [�] om de FX Selectparameter te selecteren.

4. Draai aan de VALUE draaiknop om de instelling tewijzigen naar “WAH”.

U kunt nu met het expressiepedaal een pitch wah effectverkrijgen.

* Door de WAH ON/OFF functie toe te wijzen aan deexpressiepedaal schakelaar, kunt u het wah effect in- enuitschakelen door de voorkant van het pedaal stevig in tedrukken.

5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

* Indien u een klank wilt bewaren met de door u gemaakteinstellingen, gebruik dan de Write procedure (pag. 22) om deklank in een User patch te bewaren.

Pedal Bend

1. Druk op [FX-2].

2. Zet het FX-2 effect aan (“Effecten toevoegen”; pag. 18).

* Deze stap is niet nodig als het effect al aan staat.

3. Druk op PARAMETER [�] [�] om de FX Selectparameter te selecteren.

4. Draai aan de VALUE draaiknop om de instelling tewijzigen naar “PB”.

U kunt nu met het expressiepedaal een pitch bend effectverkrijgen.

* Door de WAH ON/OFF functie toe te wijzen aan deexpressiepedaal schakelaar kunt u het Pedal Bend effect in- enuitschakelen door de voorkant van het pedaal stevig in tedrukken.

5

4

3

1

5

4

3

1

Hoofdstuk 2 Uw eigen patches creëren

20

Page 21: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

21

Klanken een naam gevenElke patch kan een naam (Patch Name) worden gegeven diekan bestaan uit maximaal 16 karakters. Het is een goed ideenamen toe te kennen die verwijzen naar het verkregengeluid of naar de song waarin het wordt gebruikt.

1. Druk op [NAME/NS/MASTER] totdat het Name editscreen op het display verschijnt.

* Elke keer dat u [NAME/NS/MASTER] indrukt, verspringthet display naar het volgende item, en wel in deze volgorde:NAME�NOISE SUPPRESSOR�MASTER�

FOOT VOLUME�EFFECT CHAIN

2. Druk op PARAMETER [�] [�] om de cursor teverplaatsen naar het tekstgebied dat u wilt wijzigen.

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de karakters tewijzigen.

* Bij het wijzigen van de karakters kunt u de volgende functiesgebruiken.

CAPS: Wijzigt het karakter op de cursorpositie vanhoofdletter in kleine letter en vice versa.

INS: Voegt op de cursorpositie een spatie in.

DEL: Wist het karakter op de cursorpositie en ver-plaatst de daaropvolgende karakters naarlinks.

4. Indien u nog meer namen wilt wijzigen, herhaalt ustappen 2 en 3.

5. Indien u de sequence die u heeft gecreëerd wiltopslaan, gebruikt u de Write procedure (pag. 22) omdeze in een User patch te bewaren.

Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play scherm.

Veranderen van de volgordevan Effecten (Effect Chain)Op de volgende wijze kunt u veranderingen aanbrengen inde volgorde van effecten.

1. Druk op [NAME/NS/MASTER] totdat “Effect Chain”op het display verschijnt.

* Elke keer dat u [NAME/NS/MASTER] indrukt, verspringthet display naar het volgende item dat kan worden ingesteld,en wel in deze volgorde:NAME�NOISE SUPPRESSOR�MASTER�

FOOT VOLUME�EFFECT CHAIN

* Effecten die uitgeschakleld zijn, worden in kleine lettersweergegeven.

2. Verplaats de cursor met de VALUE draaiknop ofPARAMETER [�] [�] naar het punt waar u een effect wilt

invoegen.

3. Druk op ON/OFF voor het effect dat u wilt invoegen.

Het gekozen effect wordt op de cursorpositie ingevoegd.

* Gebruik [PEDAL ASSIGN] voor het toewijzen van Foot Volume.

4. Indien u de volgorde nog verder wilt wijzigen,herhaalt u stappen 2 en 3.

5. Indien u de volgorde die u heeft gecreëerd wiltopslaan, gebruikt u de Write procedure (pag. 22) omdeze in een User patch te bewaren.

Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play scherm.

Effecten kunnen worden in- en uitgeschakeldterwijl u de instellingen van volgorde maakt. De

AAN/UIT knop werkt met de effecten die links en rechtvan de cursor verschijnen. Deze kan worden ingedruktom de effecten aan of uit te zetten.

Hoofdstuk 2 Uw eigen patches creëren

1

3

2

3

Cursor

1

2

2

3

Hoofdstuk 2

Page 22: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

SchrijvenIndien u een met EZ Tone gecreëerde ofwel een gewijzigdeklank wilt opslaan, gebruikt u de Write procedure (pag. 22)om de klank in een User patch te bewaren.

* Indien de stroom wordt uitgeschakeld of de klank wordtomgeschakeld (Patch Change) voordat de Write procedurewordt uitgevoerd, zal de nieuwe klank niet wordenopgeslagen.

1. Druk op [WRITE]

De inhoud van het display verandert, en de GT-6 isgereed voor het specificeren van de User patch waarinde klank wordt opgeslagen.

2. Draai aan de VALUE draaiknop om de User patch teselecteren waarin de klank wordt opgeslagen.

* Deze stap is niet nodig als de huidige User patch beschikbaaris.

* Om de Write procedure af te breken, drukt u op [EXIT]. In hetdisplay verschijnt het Play beeld.

* Om de User patch waarin de klank wordt opgeslagen teselecteren, kunt u ook de procedure gebruiken die wordtbeschreven in “Schakelen tussen Patches” (pag. 15).

3. Druk op [WRITE]

De GT-6 schakelt naar de te beschrijven patch en u keertterug naar het Play screen.

* Het geluid dat tot dan toe op de betreffende plaats wasopgeslagen gaat verloren, als de Write procedure wordtuitgevoerd.

Patches kopiërenU kunt een Preset of een User patch kopiëren naar eenandere User patch.

1. Kies de bron-patch (zie “Schakelen tussen Patches”,pag. 15).

2. Druk op [WRITE]

De inhoud van het display verandert, en de GT-6 isgereed voor het specificeren van de User patch waarnaarde klank wordt gekopiëerd.

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de User patch teselecteren waarnaar wordt gekopiëerd.

* Om het kopiëren af te breken, drukt u op [EXIT]. In hetdisplay verschijnt het Play screen.

* Om de User patch te selecteren waarnaar wordt gekopiëerd,kunt u ook de procedure gebruiken die wordt beschreven in“Schakelen tussen Patches” (pag. 15).

4. Druk op [WRITE]

De GT-6 schakelt naar de patch waarnaar wordtgekopiëerd en u keert terug naar het Play screen.

* Het geluid dat tot dan toe op de betreffende plaats wasopgeslagen gaat verloren, als de Write procedure wordtuitgevoerd.

22

Hoofdstuk 3 Gecreëerde patches opslaan

1,3

2

Destination User Patch

2,4

3

Destination User Patch

Page 23: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Patches omwisselenOp de GT-6 kunt u de positie van twee User patchesomwisselen. Dit werkt als volgt:

1. Selecteer de te verwisselen patch (zie “Schakelentussen patches”, pag. 15).

2. Druk op [WRITE]

3. Druk op PARAMETER [�].

De inhoud van het display verandert, en de GT-6 isgereed voor het specificeren van de User patch waarnaarde klank wordt gewisseld.

4. Draai aan de VALUE draaiknop om de User patch teselecteren waarnaar wordt gewisseld.

* Om het wisselen af te breken, drukt u op [EXIT]. In hetdisplay verschijnt het Play screen.

* Om de User patch te selecteren waarnaar wordt gewisseld,kunt u ook de procedure gebruiken die wordt beschreven in“Schakelen tussen Patches” (pag. 15).

5. Druk op [WRITE]

De patch die was opgeslagen op de ene geheugenplaatsverwisseld van plaats met de patch op de anderegeheugenplaats en u keert terug naar het Play screen.

23

Hoofdstuk 3 Gecreëerde patches opslaan

Hoofdstuk 32,5

4

3

Destination User Patch

Page 24: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Het geluid dat als input voor elk effect wordt gebruiktwordt “direct sound” genoemd en het door het effectgemodificeerde geluid wordt “effect sound” genoemd.

24

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

In dit hoofdstuk vindt u gedetailleerde beschrijvingen van de effecten waarover de GT-6 beschikt en van de parameterswaarmee die effecten kunnen worden geregeld.

De handelsmerken die in dit document worden genoemdzijn handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.Deze bedrijven zijn niet geaffilieerd aan BOSS en hebbengeen licentie voor de GT-6 van BOSS. De namen vanmerken worden uitsluitend genoemd ter identificatie vanapparaat waarvan het geluid door de GT-6 wordtgesimuleerd.

PREAMP/SPEAKER (Voorversterker/luidspreker simulator)De COSM technologie is onontbeerlijk bij het simuleren van de kenmerken van diverse gitaarversterkers in de “Preamp” sectieen wordt in de “Speaker Simulator” ook gebruikt voor simulatie van luidsprekers met diverse afmetingen en in diverseluidsprekerkasten.

Parameter Waarde

On/Off Uit, AanType zie pag. 25Gain 0–100Bass 0–100Middle 0–100Treble 0–100Presence 0–100 (0– -100)Level 0–100Bright Uit, AanGain SW Laag, Midden, HoogSpeaker SW Uit, AanSpeaker Type 1x10”, 1x12”, 2x12”, 4x12”,

8x12”, ORIGINEELMic Setting (*) Midden, 1 cm – 10 cmMic Level (*) 0–100Direct Level (*) 0–100

(*) Wordt getoond wanneer in OUTPUT SELECT “LINE/PHONES” of “LINE (PA)” is gekozen.

Page 25: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

TYPEHiermee stelt u het type voorversterker in.

25

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Wanneer CUSTOM is geselecteerd bij TYPEU kunt de volgende parameters instellen wanneer TYPEwordt ingesteld op CUSTOM.

“Gebruik van Customize Function” (pag. 53)

[TYPE VARIATION]

Niet verlicht Verlicht: rood Verlicht: groen

JC CLEAN

JC-120 Jazz Combo Full Range

Dit is het geluid van de Roland JC-120.

Dit is een voor jazz geschikt geluid. Dit is een geluid met eenneutraal bereik.

TW CLEAN

Clean TWIN Pro Crunch Tweed

Dit emuleert een Fender Twin Reverb.

Dit emuleert een Fender Pro Reverb.

Dit emuleert eenFender Bassman 4 x 10” Combo.

CRUNCH

Crunch Blues Stack Crunch

Dit is een geluid met een randje dat een natuurlijke vervoming geeft.

Dit is een voor blues geschikt geluid.

Dit is een crunch geluid op volvermogen.

VO COMBO

VO Drive VO Lead VO Clean

Dit emuleert een VOX AC-30TB met veel dynamiek.

Dit emuleert het sologeluid van de VOX AC-30TB.

Dit emuleert het cleane kanaal van een VOX AC-30TB.

MATCH DRV

MATCH Drive MATCH Lead Fat MATCH

Dit emuleert de linker ingang vaneen Matchless D/C-30.

Dit emuleert de rechter ingang vaneen Matchless D/C-30.

Dit emuleert het overstuurde geluid van een MATCHLESS.

BG LEAD

BG Lead BG Drive BG Rhythm

Dit emuleert het sologeluid van een MESA/Boogie combo.

Dit emuleert een MESA/Boogie met TREBLE SHIFT SW aan.

Dit emuleert het ritme-kanaal vaneen MESA/Boogie.

MS STACK

MS1959(I) MS1959(I+II) MS HiGain

Dit emuleert ingang I van eenMarshall 1959.

Dit emuleert het geluid van een Marshall 1959 met Input I en II parallel aangesloten.

Dit emuleert het geluid van eenMarshall met een “modifiedmidrange boost”.

R-FIER

R-Fier Red R-FierOrang R-FierVint

Dit emuleert de leadgitaar op eenMESA/Boogie Dual Rectifier.

Dit emuleert het ritme-kanaal van een MESA/Boogie Dual Rectifier.

Dit emuleert een MESA/Boogie Rectifier met VINTAGE SW aan.

Hi GAIN

SLDN Drive Stack Lead Stack

Dit emuleert een Soldano SLO-100. Een slaggeluid met veel vervoming.

Een sologeluid met veel vervorming.

METAL

5150 Drive Metal Stack Metal Lead

Dit emuleert het sologeluid op een Peavey EVH 5150.

Dit is een voor metal geschikt geluid.

Het sologeluid voor metal.

CUSTOMCustom1 Custom2 Custom3

Custom amp 1 Custom amp 2 Custom amp 3

Hoofdstuk 4

Page 26: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

GainRegelt de vervoming van de versterker.

BassRegelt de klank in het gebied van de lage frequenties.

MiddenRegelt de klank in het gebied van de midden frequenties.

TrebleRegelt de klank in het gebied van de hoge frequenties.

PresenceRegelt de klank in het gebied van de ultra-hoge frequenties.

* Als u als het type “MATCH DRY” of “VO COMBO” heeftgeselecteerd, zal het verhogen van presence het hoge bereikafkappen (de waarde zal van 0 tot -100 veranderen).

LevelRegelt het volume van de hele voorversterker.

* Let erop dat u de Level instelling niet te hoog zet.

BrightZet de instelling van bright aan of uit.

Off:Bright wordt niet gebruikt.

On:Bright wordt ingeschakeld om een lichtere en helderderklank te vormen.

* Afhankelijk van de instelling van “Type” wordt dit al dan nietgetoond.

Gain SW (Gain Switch)Regelt de instelling van drie niveau’s van vervorming: Laag,Midden en Hoog. De vervorming zal achtereenvolgenstoenemen bij instelling van “Low”, “Middle” en “High”.

* Het geluid van elk Type wordt gecreëerd op basis van deinstelling van Gain op “Middle”. Gebruik normaliter dan ookde instelling “Middle”.

Speaker SWZet de instelling van de luidspreker simulator aan of uit.

SPEAKER TYPE

1x10”:Dit is een compacte open luidsprekerkast met een 10-inchluidspreker.

1x12”:Dit is een compacte open luidsprekerkast met een 12-inchluidspreker.

2x12”:Dit is een gewone open luidsprekerkast met twee 12-inchluidsprekers.

4x12”:Dit is een gesloten luidsprekerkast voor een groteingebouwde versterker met twee 12-inch luidsprekers.

8x12”:Dit is een dubbele toren, elk voorzien van twee 12-inchluidsprekers.

ORIGINAL:Dit is de ingebouwde luidspreker van de met “Type”geselecteerde versterker.

Mic SettingDit simuleert de plaatsing van de microfoon. “Center”bootst een situatie na waarbij de microfoon voor het middenvan de luidspreker staat. “1-10 cm” duidt erop dat demicrofoon op enige afstand van het midden van deluidspreker staat.

Mic LevelRegelt het volume van de microfoon.

Direct Level

Regelt het volume van de direct sound.

* Als u bij Type voor “Fill Range” heeft gekozen, gebruik danMic Level = 100 en Direct Level = 0.

26

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Parameter Waarde

Custom Type (1–3) JC Clean, TW Clean, Crunch, VO Lead, BG Lead, MS1959 Stk, MODERN Stk

Custom Bottom -50–+50(1–3)

Custom Edge -50–+50(1–3)

Custom Bass Freq -50–+50(1–3)

Custom Treble Freq -50–+50(1–3)

Custom Preamp Low -50–+50(1–3)

Custom Preamp High -50–+50(1–3)

Custom SpeakerLow -50–+50(1–3)

Custom SpeakerHigh -50–+50(1–3)

Page 27: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

27

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Parameter Waarde

On/Off Uit, AanType zie onderDrive 0–100Bass -50–+50Treble -50–+50Level 0–100

Parameter Waarde

Custom Type (1–3) OD-1, OD-2, CRUNCH, DS-1, DS-2, METAL-1, METAL-2, FUZZ

Custom Bottom (1–3) -50–+50Custom Top (1–3) -50–+50Custom Low (1–3) -50–+50Custom High (1–3) -50–+50

[TYPE VARIATION]

Niet verlicht Verlicht: rood Verlicht: groen

OD/BOOST Blues OD Turbo OD Booster

Dit is het crunch geluid van de BOSS BD-2.

Dit is het high-gain overdrive geluid van de BOSS OD-2.

Dit is een nieuw ontwikkelde booster die goed werkt met COSM versterkers.

DIST Distortion American DS GUV DS

Dit zorgt voor een gewone, traditionele vervorming.

Dit emuleert een Proco RAT. Dit emuleert een Marshall GUV' NOR.

CLASSIC OD-1 T-Scream DST+

Dit is het geluid van de BOSS OD-1. Dit emuleert een Ibanez TS-808. Dit emuleert een MXR DISTORTION+.

FUZZ '60s FUZZ Oct FUZZ MUFF FUZZ

Dit emuleert een FUZZFACE. Dit emuleert een ACETONE FUZZ. Dit emuleert een Electro-Harmonix Big Muff.

METAL Metal Zone R-MAN Heavy Metal

Dit is het geluid van de BOSS MT-2. Dit emuleert een ROCKMAN. Dit zorgt voor een zwaardere vervorming.

CUSTOM Custom1 Custom2 External

Custom type 1 Custom type 2 Selecteer deze optie bij gebruik van een externe effect processoraangesloten op de EXTERNAL jack.

OVERDRIVE/VERVORMINGDit effect vervormt het geluid en zorgt voor een lange sustain. Er zijn 15 soorten vervorming, twee verschillende Custominstellingen, en een externe overdrive/vervorming waardoor het mogelijk is een extern apparaat aan te sluiten en te gebruiken.

On/Off (effect aan/uit)Schakelt het overdrive/vervomings effect in/uit.

TypeKiest het type vervorming.

Wanneer CUSTOM is geselecteerd bij TYPEU kunt de volgende parameters instellen wanneer TYPEwordt ingesteld op CUSTOM.

“Gebruik van Customize Function” (pag. 53)

Hoofdstuk 4

Page 28: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

DriveRegelt het niveau van de vervorming.

BassRegelt de klank in het gebied van de lage frequenties.

TrebleRegelt de klank in het gebied van de hoge frequenties.

LevelRegelt het volume.

DELAYDit effect voegt een vertraagd geluid toe aan het directegeluid, waardoor het geluid meer body krijgt of er specialeeffecten worden gecreëerd.

On/OffSchakelt het delay effect in of uit.

TypeHiermee selecteert u de output van het delay geluid.

Single:Door het aanpassen van de delaytijd en feedback, verkrijgtu een normaal delay effect.

Tap:Deze delay is speciaal bestemd voor stereo output. Dit steltu in staat het tap delay effect te verkrijgen die de delaytijdverdeelt, en deze naar het linker- en rechterkanaal stuurt.

Delay TimeRegelt de delaytijd.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken, die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde maat wordtversneld, wordt de maat gesynchroniseerd met twee of viermaal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM drukt u op PARAMETER [�]om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

Delay Time FineVoor het aanbrengen van kleine wijzigingen in de delaytijd.

Tap TimeRegelt de delaytijd van het rechterkanaal. De delaytijd vanhet rechterkanaal wordt aangepast naar gelang de delaytijdvan het linkerkanaal (beschouwd als 100%).

FeedbackFeedback voert een delaysignaal terug naar de input. Dezeparameter bepaalt de mate van feedback. Bij een hogerewaarde neemt het aantal delayherhalingen toe.

High Cut (high cut filter)Het high cut filter kapt frequenties af die hoger zijn dan deingestelde frequentie. Deze parameter bepaalt de frequentiewaarop het filter in werking treedt. Wanneer het is ingesteldop “Flat”, zal het high cut filter in het geheel niet werken.

Effect LevelRegelt het volume van het delaygeluid.

Nadat [TAP] verscheidene malen is ingedrukt, zal hetinterval tussen het indrukken van de knop vervolgensworden gebruikt als instelling van de delaytijd.U kunt de Master BPM wijzigen door de delaytijd in testellen op de BPM en [TAP] verscheidene malen in tedrukken.

28

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Parameter Waarde

On/Off Aan, UitType Single, TapDelay Time 0 ms–1800 ms,

BPM –BPMDelay Time (Fine) 0 msec–20 msecTap Time 0 %–100 % (Type=Pan)Feedback 0–100High Cut Filter 700 Hz–11.0 kHz, FlatEffect Level 0–120

INGANG UITGANG L

UITGANG R

Feedback

Delay tijdEffect niveau

Effect niveau

DELAY

Tap tijd

Page 29: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

CHORUSDit effect zorgt ervoor dat aan het oorspronkelijkegeluid een afwijkend klank wordt toegevoegd, waardoorhtet geluid meer diepte en ruimtelijkheid krijgt.

On/OffSchakelt het chorus effect in of uit.

ModeHiermee kiest u de chorus mode.

Mono:Het chorus effect stuurt hetzelfde geluid naar het linker- enhet rechterkanaal.

Stereo:Dit is een stereo chorus effect dat verschillende geluidentoevoegt aan het linker- en het rechterkanaal.

Rate:Regelt de snelheid van het chorus effect.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde maat wordtversneld, wordt de maat gesynchroniseerd met twee of viermaal de maatlengte van de BPM).

* Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

DepthRegelt de diepte van het chorus effect. Om het effect tegebruiken voor doubling, stelt u de waarde in op “0”.

Pre DelayRegelt de tijd die nodig is om het effect geluid naar deuitgang te sturen nadat het oorspronkelijke geluid naar deuitgang is gestuurd. Door het instellen van een langer predelay tijd verkrijgt u een effect dat klinkt alsof er ophetzelfde moment meer dan één klank wordt gespeeld(doubling effect).

Low! Cut (low cut filter)Het low cut filter kapt frequenties af die lager zijn dan deingestelde frequentie. Deze parameter bepaalt de frequentiewaarop het filter in werking treedt. Als het is ingesteld op“Flat”, zal het low cut filter in het geheel niet werken.

Effect LevelRegelt het volume van het effect geluid.

REVERB (galm)Dit effect voegt reverb aan het geluid toe.

On/OffSchakelt het reverb effect in of uit.

TypeDit selecteert het type reverb. Er kunnen verschillenderuimtes worden gesimuleerd.

Room 1:Simuleert de heldere weerkaatsing van een kleine ruimte.

Room 2:Simuleert de warme weerkaatsing van een kleine ruimte.

Hall 1:Simuleert de weerkaatsing van een concertzaal. Zorgt vooreen heldere en ruimtelijke weerkaatsing.

Hall 1:Simuleert de weerkaatsing van een concertzaal. Zorgt vooreen warme weerkaatsing.

Plate:Simuleert een plate reverb. Zorgt voor een metaalachtiggeluid dat sterk in de hoge regionen aanwezig is.

Reverb TimePast de lengte (tijd) van de weerkaatsing aan.

Pre DelayRegelt de tijd die verstrijkt voordat het reverb geluid klinkt.

29

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Parameter Waarde

On/Off Aan, UitMode Mono, Stereo

Snelheid 0–100, BPM –BPMDiepte 0–100Pre Delay 0.0 msec–40.0 msecHigh Cut Filter 700 Hz–11.0 kHz, FlatEffect niveau 0–100

Parameter Waarde

On/Off Aan, UitType Room 1, Room 2, Hall 1, Hall 2,

PlateReverb tijd 0.1 sec–10.0 secPre Delay 0 msec–100 msecLow Cut Filter 55.0 Hz–800 HzHigh Cut Filter 700 Hz–11.0 kHz, FlatDensity 0–10Effect niveau 0–100

Hoofdstuk 4

Page 30: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Low Cut (low cut filter)Het low cut filter kapt frequenties af die lager zijn dan deingestelde frequentie. Deze parameter bepaalt de frequentiewaarop het filter in werking treedt.

High Cut (high cut filter)Het high cut filter kapt frequenties af die hoger zijn dan deingestelde frequentie. Deze parameter bepaalt de frequentiewaarop het filter in werking treedt. Als het is ingesteld op“Flat”, zal het high cut filter in het geheel niet werken.

DensityRegelt de diepte van het reverb geluid.

Effect LevelRegelt het volume van het reverb geluid.

WAHHet wah effect zorgt voor een unieke klank door hetveranderen van het frequentiebereik van een filter.

Met “Pedal wah” kunt u een expressiepedaal of eensoortgelijk apparaat gebruiken voor het reatime besturenvan het wah effect.

“Auto wah” creëert een automatische wah door het cyclischveranderen van het filter, of door het veranderen van hetfilter als reactie op het volume van de input.

“Fixed wah” zorgt voor het effect dat verkregen wordtwanneer een filterachtig effect wordt gebruikt waarbij hetpedaal in een bepaalde stand wordt vastgezet.

* Kies Fixed Wah (FW) als u een extern expressiepedaal als wahpedaal gebruikt.

On/Off (effect aan/uit)Schakelt het pedaal wah/auto wah/fixed wah effect in ofuit.

FX Select (selecteer effect)Hiermee kiest u tussen pedal wah “WAH”, auto wah “AW”of fixed wah “FW”.

WAH:Het effect zal functioneren als een pedal wah.

AW:Het effect zal functioneren als een auto wah.

FW:Het effect zal functioneren als een fixed wah.

■ WAH (Pedal wah)Het effect van het wah pedaal kan worden verkregen doorhet bedienen van het expressiepedaal.Het expressiepedaal van de GT-6 schakelt automatisch naarde wah pedaal functie als WAH wordt geselecteerd.

TypeHiermee selecteert u het wah type.

CRY WAHDit simuleert het geluid van het CRY BABY wah pedaal datpopulair was in de jaren ‘70.

VO WAHDit simuleert het geluid van de VOX V846

Fat WAHDit is een wah effect met een vet geluid.

Light WAHDeze wah heeft een verfijnd geluid met geen bijzonderekenmerken.

7String WAH:Deze wah kent een bredere variatie voor de zevensnarigegitaar.

Custom 1-3:Wah die het resultaat is van het instellen van de Custominstellingen.

30

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

FW; Fixed Wah

Type CRY WAH, VO WAH, Fat WAH, Light WAH, 7String WAH, Custom1, Custom2, Custom3

Pdl Position 0–100Level 0–100

Parameter Waarde

On/Off Uit, AanFX Select WAH, AW, FW

WAH; Pedal Wah

Type CRY WAH, VO WAH, Fat WALight WAH, 7String WAH, Custom1, Custom2, Custom3

Pdl positie 0–100Niveau 0–100

AW; Auto Wah

Mode LPF, BPFPolariteit Neer, OpGevoeligheid 0–100Frequentie 0–100Top 0–100

Snelheid 0–100, BPM –BPMDiepte 0–100Niveau 0–100

Page 31: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Type is ingesteld op Custom 1-3U kunt de volgende parameters instellen wanneer TYPEwordt ingesteld op CUSTOM 1-3.

“Gebruik van Customize Function” (pag. 53)

Pdl Position (pedaal stand)Regelt de stand van het wah pedaal.

LevelRegelt het volume.

■ AW (Auto wah)

ModeHiermee selecteert u de wah mode.

LPF (low pass filter):Hiermee creëert u een wah effect met een groot frequentie-bereik.

BPF (band pass filter):Hiermee creëert u een wah effect met een klein frequentie-bereik.

Polarity (polariteit)Hiermee kiest u de richting waarin het filter zal veranderenals reactie op de input.

Up:De frequentie van het filter zal hoger klinken.

Down:De frequentie van het filter zal lager klinken.

Sens (gevoeligheid)Hiermee regelt u de gevoeligheid waarmee het filter zalveranderen in de richting die wordt bepaald door depolariteitsinstelling. Hogere waarden zullen resulteren ineen sterkere reactie. Bij een instelling van “0” zal de krachtvan de snaaraanslag geen effect hebben.

FrequencyRegelt de midden-frequentie van het wah effect.

PeakRegelt de wijze waarop het wah effect rond de middenfrequenties wordt toegepast. Lagere waarden zullen eenwah effect opleveren over een breed gebied rond de middenfrequenties. Hogere waarden zullen een wah effectopleveren over een smal gebied rond de middenfrequenties.

* Met een waarde van “50” zal het standaard wah geluidworden geproduceerd.

RateRegelt de frequentie van de auto wah.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

DepthRegelt de diepte van het auto wah effect.

LevelRegelt het volume.

■ FX (Fixed wah)Zorgt voor een effect dat verkregen wordt wanneer eenfilterachtig effect wordt gebruikt waarbij het pedaal in eenbepaalde stand wordt ingesteld.

TypeHiermee selecteert u het wah type.

Voor meer informatie over het effect van elk type, zie “PedalWah”.

Pdl Position (pedaal stand)Regelt de stand van het wah pedaal.

* Als deze parameter wordt toegewezen aan een externexpressiepedaal, dan zal het bedienen van het pedaal hetzelfdeeffect opleveren als het pedal wah effect.

LevelRegelt het volume.

31

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Parameter Waarde

Custom Type (1–3) CRY WAH, VO WAH, Fat WAH, Light WAH, 7String WAH

Custom Q (1–3) -50–+50Custom Range Low (1–3) -50–+50Custom Range High (1–3) -50–+50Custom Presence (1–3) -50–+50

Hoofdstuk 4

Page 32: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

EQ (Equalizer)Regelt de klank. Het hoog-midden en het laag-middenbereik kan met parameters worden ingesteld.

On/Off (effect aan/uit)Schakelt het equalizer effect in/uit.

Low EQ (lage equalizer)Regelt de klank in het gebied van de lage frequenties.

Low-Middle-FrequencyBepaalt het midden van het frequentiebereik dat zal wordengeregeld door de “laag-midden equalizer.”

Low-Middle QBepaalt de breedte van het gebied dat zal worden beïnvloeddoor de equalizer die werkzaam is rond de “Low-Middle-Frequency”. Hogere waarden zullen het gebied smallermaken.

Low-Middle EQ (laag-midden equalizer)Regelt de klank in het gebied van de laag-middenfrequenties.

High-Middle-FrequencyBepaalt het midden van het frequentiebereik dat zal wordengeregeld door de “hoog-midden equalizer.”

High-Middle Q (hoog-midden Q)Bepaalt de breedte van het gebied dat zal worden beïnvloeddoor de equalizer die werkzaam is rond de “High-Middle-Frequency”. Hogere waarden zullen het gebied smallermaken.

High-Middle EQ (hoog-midden equalizer)Regelt de klank in het gebied van de midden-hoogfrequenties.

High EQ (hoog equalizer)Regelt de klank in het gebied van de hoge frequenties.

LevelRegelt het volume na de equalizer.

FX-1Met FX-1, kunt u kiezen uit de volgende effecten.

32

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Parameter Waarde

On/Off Aan, UitLow EQ -20 dB–+20 dBLow-Middle Frequency 100 Hz–10.0 kHzLow-Middle Q 0.5–16Low-Middle EQ -20 dB–+20 dBHigh-Middle Frequency 100 Hz–10.0 kHzHigh-Middle Q 0.5–16High-Middle EQ -20 dB–+20 dBHigh EQ -20 dB–+20 dBLevel -20 dB–+20 dB

• COMPRESSOR

• LIMITER

• AC GUITAR SIM (akoestische gitaar simulator)

• PICKUP SIM (element simulator)

• TREMOLO

• SLOW GEAR

• FEEDBACKER

• ANTI-FEEDBACK

• DEFRETTER

Parameter Waarde

On/Off Aan,UitFX Select CS, LM, AC, PIC, TR, SG, FB,

AFB, FRT

CS; Compressor

Sustain 0–100Attack 0–100Tone -50–+50Level 0–100

LM; Limiter

Threshold 0–100Release 0–100Tone -50–+50Level 0–100

AC; Acoustic Guitar Simulator

Top 0–100Body 0–100Level 0–100

PIC; Pickup Simulator

Type ‘S’to’H’, ‘H’to’S’, ‘H’to’HF’Tone -50–+50Level 0–100

TR; Tremolo

Wave Shape 0–100

Rate 0–100, BPM –BPMDepth 0–100

SG; Slow Gear

Sensitivity 0–100Rise Time 0–100

Page 33: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

On/Off (effect aan/uit)Schakelt het FX-1 effect in of uit.

FX Select (selecteer effect)Hiermee kiest u het te gebruiken effect.

■ CS (Compressor)De compressor is een effect dat hoge ingangs niveausafzwakt en lager ingangs niveaus versterkt; hierdoor wordthet volume geëgaliseerd zonder dat er sprake is vanvervorming.

SustainRegelt het bereik waarover het lage signaal wordt versterkt.Hogere waarden zullen resulteren in langere sustain.

AttackRegelt de kracht van de snaaraanslag (dynamiek). Hogerewaarden zullen resulteren in een scherpere dynamiek,waardoor een helderder gedefinieerd geluid ontstaat.

ToneRegel de klank.

LevelRegelt het volume

■ LM (Limiter)De limiter verzacht hoge input niveaus ter voorkoming vanvervorming.

ThresholdDient te worden ingesteld op het ingangs signaal van degitaar. Als het inputsignaal het drempel-niveau overschrijdt,zal limiting worden toegepast.

ReleaseRegelt de tijdsduur tussen het moment dat het signaalniveau onder de drempel zakt tot het moment dat limitingstopt.

ToneRegel de klank.

LevelRegelt het volume

■ AC (Akoestische gitaar simulator)Simuleert het geluid van een akoestische gitaar. Stelt u instaat met een elektrische gitaar het geluid van eenakoestische gitaar na te bootsen.

TopDit simuleert het effect van de boventonen van de snaren ophet bovenblad van een akoestische gitaar.

BodyDit regelt de door de klankkast veroorzaakte resonantie vanhet geluid. Het bepaalt dus hoe zacht of vet het geluid is,kenmerkend voor akoestische gitaren.

LevelRegelt het volume van de akoestische gitaar simulator.

■ PIC (Element simulator)Simuleert het geluid van verschillende element soorten. Ukunt zelfs met een single-coil element een vette humbuckernabootsen.

TypeSelecteert het type pickup

‘S’ to ‘H’ (Single to Hum):Dit converteert het geluid van een single-coil element naareen vette humbucker.

‘H’ to ‘S’ (Single to Hum):Dit converteert het geluid van een humbucker naar hetgeluid van een single-coil element.

33

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

FB; Feedbacker

Mode OSC, NaturalRise Time 0–100 Mode= OSCRise Time ( ) 0–100 Mode= OSCF.B.Level 0–100F.B.Level ( ) 0–100 Mode= OSC

Vibrato Rate 0–100, BPM –BPMMode= OSC

Vibrato Depth 0–100 Mode= OSC

AFB; Anti Feedback

Freq1 0–100Depth1 0–100Freq2 0–100Depth2 0–100Freq3 0–100Depth3 0–100

FRT; Defretter

Tone -50–+50Sens 0–100Attack 0–100Depth 0–100Resonance 0–100Effect Level 0–100Direct Level 0–100

Hoofdstuk 4

Page 34: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

‘H’ to ‘HF’ (Hum) to Half-tone)Dit converteert het geluid van een humbucker naar het“halftone” geluid van een single-coil element.

ToneRegelt de klank

LevelRegelt het volume

■ TR (Tremolo)Tremolo is een effect dat zorgt voor een cyclischeverandering in het volume.

Wave shapeRegelt veranderingen in het volume-niveau.

RateRegelt de frequentie (snelheid) van de verandering.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

DepthRegelt de diepte van het effect.

■ SG (Slow gear)Dit zorgt voor een aanzwellende volume effect (“viool-achtig” geluid).

SensitivityDit bepaalt de gevoeligheid van slow gear. Indien ingesteldop een lagere waarde, zal het effect van slow gear alleenworden verkregen met een krachtiger snaaraanslag, terwijler geen effect wordt veoorzaakt met een zwakkeresnaaraanslag. Bij een hogere waarde zal het effect zelfs bijeen zwakkere snaaraanslag worden verkregen.

Rise TimeDit bepaalt de tijdsduur waarin het volume zijn maximumbereikt vanaf het moment dat u de snaren aansloeg.

■ FB (Feedbacker)Dit stelt u in staat feedback speeltechnieken te gebruiken.

ModeHiermee selecteert u oscillator “OSC” of een natuurlijk“Natural”.

OSC (oscillator)De GT-6 zal intern een kunstmatige feedback geluid creëren.

Als de instelling “OSC” is gekozen, speelt u nauwkeurig opuw gitaar afzonderlijke noten en schakel het effect daarnain. Het feedback effect zal worden uitgeschakeld door heteffect “off” te zetten. Om het effect in of uit te schakelen,gebruikt u het schakelpedaal. Stel het pedaal zo in dat heteffect alleen wordt ingeschakeld als het pedaal wordtingedrukt. Maak de instellingen met de CTL pedal setting.

* Zie “Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van hetexpressie- en schakelpedaal.

* Merk op dat de tonen waarop u feedback wilt toepassenafzonderlijk moeten worden gespeeld. Wanneer de tooneenmaal stabiel klinkt, kunt u het effect inschakelen.

NaturalAnalyseert de toonhoogte van het gitaargeluid dat naar deuitgang wordt gestuurd, en creëert vervolgens een daaropgebaseerd feedback geluid.

Rise TimeDit bepaalt de tijdsduur waarin het volume van hetfeedback geluid zijn maximum bereikt nadat het effect isingeschakeld.

Rise Time (�)Dit bepaalt de tijdsduur waarin het volume van het éénoctaaf hogere feedback geluid zijn maximum bereikt nadathet effect is ingeschakeld.

F.B. Level (Feedback niveau)Regelt het volume van het feedback geluid.

F.B. Level (�) (Feedback niveau)Regelt het volume van het één octaaf hogere feedbackgeluid.

Vibrato RateRegelt de snelheid van het vibrato, wanneer de feedbackeris ingeschakeld.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

34

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Page 35: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Vibrato DepthRegelt de diepte van het vibrato wanneer de feedbacker isingeschakeld.

■ AFB (Anti-feedback)Dit voorkomt de akoestische feedback die kan wordengeproduceerd door de resonantie van de klankkast van degitaar.

Freq 1-3 (frequentie 1-3)Stelt het vaste frequentiepunt in waarop feedback zalworden worden afgebroken.

U kunt drie afbreekpunten instellen.

Depth 1-3Regelt de mate van anti-feedback op elk van de drieafbreekpunten.

■ FRT (Defretter)Dit simuleert een fretloze gitaar.

ToneRegelt de mate van vervaging tussen de klanken.

Sens (gevoeligheid)Regelt de ingangs gevoeligheid van de defretter

AttackRegelt de dynamiek van de snaaraanslag.

DepthDit regelt de mate van de harmonieën.

ResonanceVoegt een karakteristieke resonantie toe aan het geluid.

Effect LevelRegelt het volume van het defretter geluid.

Direct LevelRegelt het volume van de direct sound.

FX-2Met FX-2, kunt u kiezen uit de volgende effecten.

35

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Hoofdstuk 4

• PHASER

• FLANGER

• HARMONIST

• PITCH SHIFTER

• PEDAL BEND

• 2x2 CHORUS

• PAN

• VIBRATO

• UNI-V

• SHORT DELAY

• HUMANIZER

• RING MOD (ring modulator)

• SLICER

• AUTO RIFF

• GUITAR SYNTH

• SUB EQUALIZER

Parameter Waarde

On/Off Aan,UitFX Select PH, FL, HR, PS, PB, 2CE, PAN,

VB, UV, SDD, HU, RM, SL, AR, SYN, SEQ

PH; Phaser

Type 4stage, 8stage, 12stage, Bi-Phase

Rate 0–100, BPM –BPMDepth 0–100Manual 0–100Resonance 0–100Step Off, On

Step Rate 0–100, BPM –BPMStep= On

Effect Level 0–100Direct Level 0–100

FL; Flanger

Rate 0–100, BPM –BPMDepth 0–100Manual 0–100Resonance 0–100Separation 0–100Effect Level 0–100Direct Level 0–100

Page 36: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

HR; Harmonist

Voice 1-Voice, 2-Mono, 2-StereoHarmony -2oct–+2oct, Scale 1–Scale29

Pre Delay 0 ms–300 ms, BPM –BPMFeedback 0–100Level 0–100Key C(Am)–B(G#m)Direct Level 0–100

(User Scale)User 1–29DIR C–BEFF C–B (±2 octave)

PS; Pitch Shifter

Voice 1-Voice, 2-Mono, 2-StereoMode Fast, Medium, Slow, MonoPitch -24 –+24Fine -50–+50

Pre Delay 0 ms–300 ms, BPM –BPMFeedback 0–100Level 0–100Direct Level 0–100

PB; Pedal Bend

Pitch Min -24–+24Pitch Max -24–+24Pdl Position 0–100Effect Level 0–100Direct Level 0–100

2CE; 2x2 Chorus

Xover f 100 Hz–4.00 kHz

Low Rate 0–100, BPM –BPMLow Depth 0–100Low Pre Delay 0.0 msec–40.0 msecLow Level 0–100

High Rate 0–100, BPM –BPMHigh Depth 0–100High Pre Delay 0.0 msec–40.0 msecHigh Level 0–100

PAN; Pan

Wave Shape 0–100

Rate 0–100, BPM –BPMDepth 0–100

VB; Vibrato

Rate 0–100, BPM –BPMDepth 0–100Trigger Off, OnRise Time 0–100

UV; Uni-V

Rate 0–100, BPM –BPMDepth 0–100Level 0–100

SDD; Short Delay

Delay Time 0 ms–400 ms, BPM –BPMFeedback 0–100Effect Level 0–120

HU; Humanizer

Mode Picking, Auto, RandomVowel1 a, e, i, o, u Mode= Picking, AutoVowel2 a, e, i, o, u Mode= Picking, AutoSensitivity 0–100 Mode= Picking

Rate 0–100, BPM –BPMDepth 0–100Manual 0–100 Mode= AutoLevel 0–100

RM; Ring Modulator

Mode Normal, IntelligentFreqency 0–100Effect Level 0–100Direct Level 0–100

SL; Slicer

Pattern P1–P20

Rate 0–100, BPM –BPMTriggr Sens 0–100

AR; Auto Riff

Phrase Preset1–Preset30,User1–User10

Loop Off, On

Tempo 0–100, BPM –BPMSens 0–100Key C(Am)–B(G#m)

Phrase = PresetAttack 0–100Hold Off, OnEffect Level 0–100Direct Level 0–100

(Auto Riff Phrase)User 1–10IN C–BStep 1–16Out C–B (±2 octave), -, end

36

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Page 37: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

On/Off (effect aan/uit)Schakelt het FX-2 effect in of uit.

FX Select (selecteer effect)Hiermee kiest u het te gebruiken effect.

■ PH (Phaser)Door aan het signaal fase variaties toe te voegen, krijgt hetgeluid een suizend, wervelend karakter.

TypeKiest het aantal stadia dat het phaser effect zal gebruiken.

4Stage:Dit is een vier-fase effect. Er wordt een licht phaser effectverkregen.

8Stage:Dit is een acht-fase effect. Dit is een populair phaser effect.

12Stage:Dit is een twaalf-fase effect. Er wordt een diep phaser effectverkregen.

Bi-phase:Dit is de phaser met twee fase shift circuits die in serie staan.

RateRegelt het tempo van het phaser effect.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

DepthRegelt de diepte van het phaser effect.

ManualPast de midden-frequentie van het phaser effect aan.

ResonanceBepaalt de mate van resonantie (feedback). Een hogerewaarde zal het effect benadrukken, waardoor eenongebruikelijk geluid ontstaat.

StepDit regelt het in- en uitschakelen van de step functie. Als destep functie is ingeschakeld, zal de geluidsverandering instappen verlopen.

Step RateDit regelt de cyclus van de stappen waarmee het tempo ende diepte worden gewijzigd. Bij hogere waarden zal deverandering subtieler zijn.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

Effect LevelDit regelt het volume van de phaser.

Direct LevelDit regelt het volume van het signaal.

37

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

SYN; Guitar Synth

Sensitivity 0–100Wave Square, Saw, Brass, BowChromatic Off, On Wave= Square, SawOctave Shift 0, -1, -2 Wave= Square, SawPWM Rate 0–100 Wave= SquarePWM Depth 0–100 Wave= SquareCutoff Frequency 0–100Resonance 0–100Filter Sensitivity 0–100Filter Decay 0–100Filter Depth -100 –100Attack Decay, 0–100Release 0–100Velocity 0–100Hold Off, On Wave= Square, SawSynth Level 0–100Direct Level 0–100

SEQ; Sub Equalizer

Low EQ -20 dB–+20 dBLow-Middle Frequency 100 Hz–10.0 kHzLow-Middle Q 0.5–16Low-Middle EQ -20 dB–+20 dBHigh-Middle Frequency 100 Hz–10.0 kHzHigh-Middle Q 0.5–16High-Middle EQ -20 dB–+20 dBHigh EQ -20 dB–+20 dBLevel -20 dB–+20 dB

Hoofdstuk 4

Page 38: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

■ FL (Flanger)Het flanger effect geeft een straaljager-achtig geluid.

RateRegelt het tempo van het flanger effect

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

DepthRegelt de diepte van het flanger effect.

ManualPast de midden-frequentie aan, waarop het effect wordttoegepast.

ResonanceBepaalt de mate van resonantie (feedback). Een hogerewaarde zal het effect benadrukken, waardoor eenongebruikelijk geluid ontstaat.

SeparationRegelt de mate van diffusie. Bij hogere waarden zal dediffusie toenemen.

Effect LevelDit regelt het volume van de flanger.

Direct LevelDit regelt het volume van het basis signaal.

■ HR (Harmonist)“Harmonist” is een toonverschuiving die wordt toegepastop grond van een analyse van het gitaar signaal; hierdoorkunt u harmonieën creëren gebaseerd op de diatonischetoonladder.

* Doordat het noodzakelijk is de toonhoogte te analyseren,kunnen er geen akkoorden (twee of meer noten) wordengespeeld.

VoiceHiermee selecteert u het aantal noten voor het geluid van detoonhoogte-verschuiving (harmony).

1-VoiceEén toon verhoogd geluid dat in mono wordt uitgestuurd.

2-MonoAangepast geluid in twee tonen (HR1, HR2) dat in monowordt uitgestuurd.

2-StereoAangepast geluid in twee tonen (HR1, HR2) dat naar hetlinker- en rechterkanaal wordt uitgestuurd.

HarmonyDit bepaalt de toonhoogte van het geluid dat wordttoegevoegd aan het inputgeluid bij het maken van eenharmonie. U kunt het tot aan twee octaven hoger of lagerinstellen dan het inputgeluid. Wanneer de schaal isingesteld op “Scale 1-Scale 29”, stelt deze parameter het tegebruiken “user scale” nummer in.

KeyBepaal de toonsoort van de song die u speelt. Door hetbepalen van de toonsoort kunt u harmonieën creëren diepassen bij die toonsoort. De tooninstelling correspondeertmet de toonsoort van de song, zoals hieronder wordtgeïllustreerd.

PreDly (pre delay)Past de tijdsduur aan tussen het basis signaal en deharmonist sound. Normaliter laat u de instelling op “0ms”staan.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken, die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde maat wordtversneld, wordt de maat gesynchroniseerd met twee of viermaal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

FeedbackDit regelt de hoeveelheid feedback van de harmonist sound.

Effect LevelDit regelt het volume van de harmonist.

Direct LevelDit regelt het volume van het basis signaal.

38

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Mineur

Majeur

Mineur

Majeur

Page 39: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Creëren van Harmonist toonladderIndien “Harmony” is ingesteld op een waarde tussen -2octen +2oct, maar de harmonie klinkt niet naar wens, dangebruikt u een aangepaste toonladder.

U kunt 29 verschillende “User scales” instellen.

1. Druk op [FX-2] en vervolgens op PARAMETER [�] [�]

zodat “FX Select” wordt getoond.

2. Draai aan de PATCH/VALUE knop om “HR” teselecteren.

3. Druk op PARAMETER [�] [�] om “HR1 Harm” (of“HR2 harm) te selecteren, en draai vervolgens aan dePATCH/VALUE knop om een instelling van “Scale 1-29” te selecteren.

4. Druk een aantal malen op PARAMETER [�] totdat hetUser scale instellingsscherm wordt getoond.

5. Druk op PARAMETER [�] [�] om de cursor teverplaatsen en draai daarna aan de PATCH/VALUEknop om de toonladder in te stellen.

User:U kunt het nummer van de User scale wijzigen.

DIR (direct):Bepaalt de toonhoogte van het basis signaal. U kunt ookafzonderlijke noten op uw gitaar spelen en de naamlaten beoordelen door de GT-6.

EFF (effect):Bepaalt de toonhoogte van het uitgangs signaal.

Het driehoekje naast de naam geeft de octaaf aan.

Een naar beneden wijzend driehoekje duidt op een nootdie één octaaf lager is dan de getoonde noot; tweedriehoekjes duiden op een twee octaven lagere noot.

Een naar boven wijzend driehoekje duidt op een nootdie één octaaf hoger is dan de getoonde noot; tweedriehoekjes duiden op een twee octaven hogere noot.

■ PS (Pitch shifter)Dit effect wijzigt de toonhoogte van het oorspronkelijkegeluid (naar boven of naar beneden) binnen een bereik vantwee octaven.

VoiceHiermee selecteert u het aantal tonen voor het geluid van detoonhoogte-verschuiving.

1-VoiceEén toon verhoogd geluid dat in mono wordt uitgestuurd.

2-MonoAangepast geluid in twee tonen (HR1, HR2) dat in monowordt uitgestuurd.

2-StereoAangepast geluid in twee tonen (HR1, HR2) dat naar hetlinker- en rechterkanaal wordt uitgestuurd.

ModeHiermee kiest u de pitch shifter mode.

Fast, Medium, Slow:Een akkoord kan worden ingevoerd met een normale pitchshifter. De response zal vertagen naargelang Fast, Mediumof Slow wordt ingesteld; de modulatie wordt in dezelfdevolgorde verminderd.

Mono:Deze mode is bestemd voor het ingeven van afzonderlijketonen.

Kies deze instelling voor een Pedal Bend effect dat u wiltuitvoeren met een extern expressiepedaal.

PitchRegelt de mate van pitch shift in stappen van halve tonen.

FineVoor het aanbrengen van kleine wijzigingen in de pitchshift.

* De grote van de wijziging die wordt aangebracht in deinstelling Fine “100” is gelijk aan die in Pitch “1”.

PreDly (pre delay)Past de tijdsduur aan tussen het basis signaal en de pitchshifter. Normaliter laat u de instelling op “0ms” staan.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken, die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde maat wordtversneld, wordt de maat gesynchroniseerd met twee of viermaal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

FeedbackDit regelt de hoeveelheid feedback van de pitch shiftersound.

Effect LevelDit regelt het volume van de harmonist.

Direct LevelDit regelt het volume van de direct sound.

39

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Hoofdstuk 4

Page 40: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

40

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

■ PB (pedal Bend)Dit stelt u in staat het pedaal te gebruiken om een pitchbend effect te verkrijgen. Wanneer PB wordt geselecteerdschakelt het expressiepedaal van de GT-6 automatisch naarde pedal bend functie.

Pitch MinDit stelt de toonhoogte in op het punt waarop hetexpressiepedaal op zijn hoogste stand staat.

Pitch MaxDit stelt de toonhoogte in op het punt waarop hetexpressiepedaal op zijn laagste stand staat.

Pdl Position (pedaal stand)Dit regelt de stand van de pedal bend.

Effect LevelDit regelt het volume van het geluid van de pitch bend.

Direct LevelDit regelt het volume van het basis signaal.

■ 2CE (2x2 Chorus)Er worden twee gescheiden stereo chorus units gebruiktvoor de lage en de hoge frequenties, teneinde een meernatuurlijke chorus te creëren.

Xover f (crossover frequentie)Deze parameter regelt de frequentie waarop de frequentiesvan het basis signaal worden gesplitst in bass en treblefrequentiebanden.

Low RateRegelt de snelheid van het chorus effect in het gebied vande lage frequenties.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

Low DepthRegelt de diepte van het chorus effect in het gebied van delage frequenties. Indien u dit als doubling effect wiltgebruiken, kies dan de instelling “0”.

Low Pre DelayPast de tijdsduur aan tussen de output van het basis signaalin de lage frequenties en de output van het effect geluid.Normaliter laat u de instelling op “0ms” staan. Hetvergroten van de pre-delay zal resulteren in een een effect

dat klinkt alsof er op hetzelfde moment meer dan één klankwordt gespeeld (doubling effect).

Low LevelDit regelt het volume in het gebied van de lage frequenties.

High RateRegelt de snelheid van het chorus effect in het gebied vande hoge frequenties.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

High DepthRegelt de diepte van het chorus effect in het gebied van dehoge frequenties. Indien u dit als doubling effect wiltgebruiken, kies dan de instelling “0”.

High Pre DelayPast de tijdsduur aan tussen de output van het basis signaalin de hoge frequenties en de output van het effect geluid.Normaliter laat u de instelling op “0ms” staan. Hetvergroten van de pre-delay zal resulteren in een effect datklinkt alsof er op hetzelfde moment meer dan één klankwordt gespeeld (doubling effect).

High LevelDit regelt het volume in het gebied van de hoge frequenties.

■ PANWanneer het volume bij het spelen in stereo in het linker- enhet rechterkanaal afwisselend wordt versterkt en verzwakt,krijgt u een effect waardoor het lijkt alsof het gitaargeluidtussen de luidsprekers heen en weer beweegt.

Wave ShapeRegelt veranderingen in het volume niveau.

RateRegelt de frequentie (snelheid) van de verandering.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

Page 41: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

DepthRegelt de diepte van het effect.

■ VB (Vibrato)Dit effect zorgt voor een vibrato door kleine modulaties inde toonhoogte.

RateRegelt het tempo van de vibrato.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

DepthRegelt de diepte van de vibrato.

TriggerHiermee schakelt u de vibrato met de voetschakelaar in ofuit.

* Het effect moet worden gebruikt met een voetschakelaar.

Rise TimeHiermee stelt u de tijd in tussen het inschakelen van detrigger en het klinken van de ingestelde vibrato.

■ UV (Uni-V)Hoewel dit effect lijkt op een phaser, zorgt het Uni-V effectvoor golfbewegingen in het geluid, die niet met een normalephaser kunnen worden verkregen.

RateRegelt de snelheid van het Uni-V effect.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

DepthRegelt de diepte van het Uni-V effect.

LevelRegelt het volume.

■ SDD (short delay)Dit is een delay met een maximum delaytijd van 400ms. Diteffect is zeer geschikt om een vetter geluid te verkrijgen

Delay TimeRegelt de delaytijd.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken, die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde maat wordtversneld, wordt de maat gesynchroniseerd met twee of viermaal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

FeedbackFeedback verwijst naar het terugsturen van een delaysignaal naar de input. Deze parameter bepaalt het volumedat naar de input wordt teruggestuurd. Een hogere waarderesulteert in meer delay herhalingen.

Effect LevelRegelt het volume van de delay sound.

■ HU (Humanizer)Hiermee kunt u met het gitaargeluid menselijkeklinkergeluiden creëren.

ModeStelt de mode in waarmee tussen de klinkers wordtgeschakeld.

Picking:Schakelt met een snaaraanslag van klinker 1 naar klinker 2.De tijdsduur tussen het schakelen wordt aangepast met derate.

Auto:Door het aanpassen van rate en depth kunnen twee klinkers(klinker 1 en klinker 2) worden verwisseld.

Random:Door het aanpassen van rate en diepte klinken vijf klinkers(a, e, i, o, u).

Vowel 1Hiermee selecteert u de eerste klinker.

41

Hoofdstuk 4 De effecten verklaard

Klinker 1 Klinker 2

Page 42: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Vowel 2Hiermee selecteert u de tweede klinker.

SensitivityDit bepaalt de gevoeligheid van de humanizer. Indieningesteld op een lagere waarde, zal met een zwakkesnaaraanslag geen effect van de humanizer worden verkregen;alleen met een krachtige snaaraanslag produceert het effect.Bij een hogere waarde zal het effect zowel met een krachtigeals met een zwakke snaaraanslag worden verkregen.

RateRegelt de cyclus voor het wijzigen van de twee klinkers.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

DepthRegelt de diepte van het effect.

ManualDit bepaalt het punt waarop de twee klinkers wordenverwisseld. Bij een instelling van “50” duren klinker 1 enklinker 2 even lang. Bij een waarde lager dan “50” is detijdsduur voor klinker 1 korter. Bij een waarde hoger dan“50” is de tijdsduur voor klinker 1 langer.

LevelRegelt het volume van de humanizer.

■ RM (Ring Modulator)

ModeHiermee kiest u voor de ring modulator.

NormalDit is een normale ring modulator.

Intelligent:Door het ring-moduleren van het input signaal wordt er eenbel-achtig geluid gecreëerd. De intelligent ring modulatorverandert de oscillatie frequentie op grond van detoonhoogte van het input signaal en levert zo een geluidmet een “gevoel” van toonhoogte die sterk verschilt van“normaal”. Het effect werkt niet bevredigend als detoonhoogte van het gitaargeluid niet goed wordtgeregistreerd. Gebruik daarom één enkele toon.

FrequencyDit regelt de frequentie van de interne oscillator.

Effect LevelDit regelt het volume van het effect geluid.

Direct LevelDit regelt het volume van het basis signaal.

■ SL (Slicer)Hiermee wordt het geluid herhaaldelijk onderbrokenwaardoor de indruk wordt gewekt dat er eenondersteunend ritme wordt gespeeld.

PatternSelecteert het patroon waarmee het geluid zal wordenonderbroken.

RateRegelt de snelheid waarmee het geluid wordt onderbroken.

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

Trigger SensDit bepaalt de gevoeligheid van de “triggering”. Indieningesteld op een lagere waarde, zal met een zwakkesnaaraanslag de frase niet worden geactiveerd (de frase zaldus gewoon doorspelen); alleen met een krachtigesnaaraanslag zal de frase worden geactiveerd, zodat dezevanaf het begin wordt teruggespeeld. Bij een hogere waardezal de frase zelfs met een zwakke snaaraanslag wordengeactiveerd.

■ AR (Auto Riff)Hiermee kunt u automatisch een frase spelen doorsimpelweg één enkele noot te spelen. Deze mogelijkheidkan worden gebruikt voor het op eenvoudige wijze spelenvan extreem snelle frasen.

* Het uitvoeren van de volgende operaties, terwijl Auto Riffspeelt, kan resulteren in geluidsvervormingen:

• Het gebruik van anti-feedback.

• Ontvangst van grote hoeveelheden MIDI-data.

42

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Page 43: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

PhraseSelecteert de frase.

Door de gebruiker geprogrammeerde frasen wordengebruikt indien User 1-10 is geselecteerd.

LoopIndien “Loop” is ingeschakeld, zal de frase voortdurendworden teruggespeeld.

TempoRegelt de snelheid van de frase

* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter wordeningesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt hetmakkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bijhet tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordtversneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4maal de maatlengte van de BPM). Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER[�] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.

Sens (gevoeligheid)Dit bepaalt de gevoeligheid van de triggering. Indieningesteld op een lagere waarde, zal met een zwakkesnaaraanslag de frase niet worden geactiveerd (de frase zaldus gewoon doorspelen); alleen met een krachtigesnaaraanslag zal de frase worden geactiveerd, zodat dezevanaf het begin wordt teruggespeeld. Bij een hogere waardezal de frase zelfs met een zwakke snaaraanslag wordengeactiveerd. Indien deze parameter is ingesteld op “100”,zal de triggering niet plaatsvinden.

KeySelecteert de toonsoort van de compositie die u wilt spelen.

AttackRegelt de kracht van de snaaraanslag (dynamiek). Door hettoevoegen van dynamiek aan elke noot van de frase kunt ueen effect creëren dat klinkt alsof de noten individueelworden bespeeld.

HoldIndien u hold inschakeld, nadat een noot is gespeeld, zal heteffect geluid aanhouden zelfs nadat er geen input signaalmeer is.

Effect LevelDit regelt het volume van het effect geluid.

Direct LevelDit regelt het volume van het basis signaal.

Creëren van nieuwe frasen (User Phrase)Naast de 30 verschillende voorgeprogrammeerde frasenkunt u zelf tot aan 10 nieuwe frasen (User phrases) creëren.

1. Druk op [FX-2] en vervolgens op PARAMETER [�] [�]

zodat “FX Select” wordt getoond.

2. Draai aan de PATCH/VALUE knop om “AR” teselecteren.

3. Druk een aantal malen op [FX-2] om “Phrase” teselcteren, en draai daarna aan de PATCH/VALUE knopom “User 1-10” te selecteren.

4. Druk een aantal malen op PARAMETER [�] totdat hetUser Phrase instellingsscherm wordt getoond.

5. Druk op PARAMETER [�] [�] om de cursor teverplaatsen en draai daarna aan de PATCH/VALUEknop om de User Phrase in te stellen.

User:U kunt het nummer van de User Phrase instellen.

IN:Stelt de klanknaam van het inputgeluid in. U kunt ookafzonderlijke noten op uw gitaar spelen en de toon latenbeoordelen door de GT-6.

STEP:U kunt op de gitaar spelen en de step vooruit instellen.

OUT:Stel de toon van het outputgeluid in.

■ SYN (Guitar Synth)Dit detecteert de toonhoogte van een elektrische gitaar enstuurt een synthesizer geluid naar de output.

Als u een gitaar-synthesizer gebruikt, neemt dande volgende punten in acht.

* De functie werkt niet goed als er een akkoord wordt gespeeld.Zorg ervoor dat alle andere snaren gedempt zijn en speelslechts één enkele toon.

* Als u de volgende snaar gaat aanslaan, terwijl een andergeluid nog klinkt, demp dan het vorige geluid en speel hetvolgende met een duidelijke snaaraanslag.

* Als de eenheid de aanslag niet detecteert, zal het geluid nietcorrect worden weergegeven.

SensitivityDit regelt de gevoeligheid van de input. De response van deinterne geluidsbron is beter bij een hogere waarde voor deinstelling van de sensitivity; anderzijds zal het aantalstoringen toenemen. Probeer dus een zo hoog mogelijkeinstelling zonder dat u last heeft van storing.

43

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Hoofdstuk 4

Page 44: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

WaveHiermee selecteert u een geluidsgolf als bron voor degitaarsynthesizer.

Square ( ):Het apparaat detecteert de toonhoogte en de dynamiek vande van de input van het gitaargeluid, en verstuurt daarnavanuit de interne geluidsbron een vierkante golfvorm.

Saw ( ):Het apparaat detecteert de toonhoogte en de dynamiek vande van de input van het gitaargeluid, en verstuurt daarnavanuit de interne geluidsbron een zaagvormige golfvorm.

Brass:Het apparaat verwerkt direct de input van het gitaargeluid,en creëert een synthesizer-geluid. Dit zorgt voor een snellegeluidstoename en een geluid met een scherp randje.

Bow:Het apparaat verwerkt direct de input van het gitaargeluid,en creëert een synthesizer-geluid. Dit zorgt voor een zachtgeluid zonder dynamiek.

ChromaticHiermee wordt de chomatische functie in- of uitgeschakeld.Als de functie is ingeschakeld, zal de verandering intoonhoogte van het synthesizergeluid verlopen in stappenvan een halve toon. Er wordt niet gereageerd optoonveranderingen van minder dan een halve toon, zoalshet geval zal zijn met bend of vibrato. Het effect wordtdaarom geschikt voor het realistisch nabootsen vaninstrumenten, waarvan de toonhoogte verandert in stappendie groter zijn dan een halve toon, zoals een keyboard.

* Gebruik deze parameter als u “Square” of ”Saw” alsgeluidsgolf heeft geselecteerd.

Octave ShiftHiermee kunt u de toonhoogte van de internegeluidsmodule wijzigen in een stap van één octaaf tenopzichte van het gitaargeluid.

* Deze parameter dient te worden ingesteld als“Square” of”Saw” als geluidsgolf is geselecteerd.

PWM Rate (pulse wise modulation rate)Dit zorgt voor een breed of vet geluid door het toepassenvan modulatie (alleen richting vierkant) op de golfvorm inde interne geluidsmodule. Een hogere waarde zal desnelheid van de modulatie versnellen.

* Deze parameter dient alleen te worden ingesteld wanneer bijwave “Square” is geselecteerd.

PWM Depth (pulse wise modulation depth)Dit regelt de diepte van de PWM. Wanneer deze is ingesteldop “0”, wordt er geen PWM effect verkregen.

* Deze parameter dient alleen te worden ingesteld wanneer bij

wave “Square” is geselecteerd.

Cutoff Freq (cutoff frequentie)Dit regelt de frequentie zodra de harmonische geluidenworden afgebroken.

ResonanceDit regelt hoeveel van de harmonische inhoud rond decutoff frequentie dient te worden benadrukt.

Filter SensitivityDit bepaalt de gevoeligheid van het filter. Indien ingesteldop een lagere waarde, zal het filter alleen veranderen bij eensterke snaaraanslag. Bij een hogere waarde verandert hetfilter ook bij een zwakke snaaraanslag. Als het is ingesteldop “0” zal de diepte van het filter door de kracht van desnaaraanslag niet worden beïnvloed.

Filter DecayDit stelt de tijd in totdat de filterwijziging stabiel is.

Filter DepthDit regelt de diepte van het filter. Bij een hogere waarde zalhet filter ingrijpender veranderen. De polariteit van het filter zal tegengesteld zijn met “+” en “-”.

AttackDit regelt de tijd voordat het synthesizergeluid zijnmaximum bereikt. Bij een lage waarde zal het geluid snelsterker worden. Bij een hogere waarde zal degeluidstoename minder snel verlopen. Wanneer deinstelling “Decay” is gekozen, zal het geluid snel toenemenen naar een Release status gaan, ongeacht de input van hetgitaargeluid.

* Wanneer bij wave “Brass” of “Bow” is geselecteerd, zal dedynamiek toename vanaf een bepaald niveau niet snellerverlopen, zelfs als de dynamiek op “Decay” of “0” is ingesteld.

ReleaseDit bepaalt de tijd voordat het synthesizergeluid de waarde“nul” bereikt vanaf het moment dat de input van hetgitaargeluid is voltooid.

* Wanneer bij wave “Brass” of “Bow” is geselecteerd, zal hetgitaarsignaal zelf worden verwerkt. Dit betekent dat hetsynthesizergeluid zal afnemen als het gitaarsignaal afneemt,ongeacht hoelang de release is ingesteld.

VelocityDit regelt de grootte van de volumeverandering van hetsynthesizergeluid. Bij een hogere waarde zal devolumeverandering sterker zijn naar gelang de kracht vande snaaraanslag. Als het is ingesteld op “0” zal er geenvolumeverandering optreden, zelfs als de snaaraanslagwordt gewijzigd.

44

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Page 45: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

HoldMet de hold functie kan de output van hetsynthesizergeluid worden vastgehouden. Indien u holdinschakelt terwijl een synthesizergeluid naar de outputwordt gestuurd, zal het synthesizergeluid wordenvastgehouden totdat u de functie uitschakelt.

U kunt het in- en uitschakelen van de hold functie bedienenmet de voetschakelaar. Normaliter kiest u “Hold Off”.

* Gebruik deze parameter wanneer bij wave “Square” of ”Saw”is geselecteerd.

Synth LevelDit regelt het volume van het synthesizergeluid.

Direct LevelDit regelt het volume van de direct sound.

■ SEQ (Sub Equalizer)Dit regelt de toon als een sub equalizer. Voor het hoog-midden en het laag-midden bereik wordt een parametrischtype gebruikt.

Low EQ (lage equalizer)Regelt de klank in het gebied van de lage frequenties.

Low-Middle-FrequencyBepaalt het midden van het frequentiebereik dat zal wordengeregeld door de “laag-midden equalizer.”

Low-Middle QBepaalt de breedte van het gebied dat zal worden beïnvloeddoor de equalizer die werkzaam is rond de “Low-Middle-Frequency”. Hogere waarden zullen het gebied smallermaken.

Low-Middle EQ (laag-midden equalizer)Regelt de klank in het gebied van de laag-middenfrequenties.

High-Middle-FrequencyBepaalt het midden van het frequentiebereik dat zal wordengeregeld door de “hoog-midden equalizer.”

High-Middle Q (hoog-midden Q)Bepaalt de breedte van het gebied dat zal worden beïnvloeddoor de equalizer die werkzaam is rond de “High-Middle-Frequency”. Hogere waarden zullen het gebied smallermaken.

High-Middle EQ (hoog-midden equalizer)Regelt de klank in het gebied van de midden-hoogfrequenties.

High EQ (hoog equalizer)Regelt de klank in het gebied van de hoge frequenties.

LevelRegelt het volume na de equalizer.

NS (Noise Suppressor)Dit effect reduceert het geluid en gebrom dat doorgitaarelementen wordt opgepikt. Aangezien het geluidwordt onderdrukt, synchroon met de wijze waarop hetgitaargeluid met de tijd vervalt, heeft het erg weinig effectop het gitaargeluid zelf en heeft het geen invloed op hetnatuurlijke karakter van het geluid.

* Schakel de noise suppressor in vóór u het reverb effectinschakelt. Zo voorkomt u een onnatuurlijke onderbreking vanhet reverb effect.

On/Off (effect aan/uit)Schakelt de noise suppressor in of uit.

Deze parameter kan worden ingesteld met dePATCH/VALUE draaiknop.

* Indien [NAME/NS/MASTER] is ingedrukt, kunt u de noisesuppressor niet in- of uitschakelen.

ThresholdPas deze parameter aan aan het geluidsniveau van hetstorende geluid. Indien dat niveau hoog is, is een hogerewaarde aan te bevelen. Bij een lager niveau dient een lagerewaarde te worden ingesteld. Pas de waarde aan totdat hetverval van het gitaargeluid zo natuurlijk mogelijk klinkt.

* Een hoge waarde voor de threshold parameter kan tot gevolghebben, dat er geen geluid is wanneer het gitaarvolume zeerlaag staat.

45

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Parameter Waarde

On/Off Uit, AanThreshold 0–100Release 0–100

Hoofdstuk 4

Page 46: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

MASTER

Patch LevelDit regelt het uitgangs volume van de GT-6.

Master BPMRegelt de BPM-waarde voor elke patch.

* BPM (beats per minute) duidt op het aantal kwartnoot matendat per minuut wordt geslagen.

FV (Foot Volume)Dit is een volume control effect.

Normaliter wordt dit effect bestuurd met hetexpressiepedaal.

LevelDit regelt het volume

46

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Parameter Waarde

Patch Level 0–200Master BPM 40–250

Instellen met de Master BPM

Om de Master BPM aan te sturen met het CTL pedaal(schakelpedaal), stelt u de “Pedal Assign” als volgt in.

Quick Setting (p. 47)

CTL PEDAL: P09=BPM (TAP)

Handmatige instelling:

CTL PEDAL: on

CTL PEDAL Target: Master BPM (Tap)

CTL PEDAL Target Min: Off

CTL PEDAL Target Max: Off

CTL PEDAL Source Mode: Normal

Parameter Waarde

Level 0–100

Page 47: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u instellingen kuntmaken voor het besturen van effecten met het expressie- enhet schakelkanaal.

Instellingen voor het gebruikvan het expressiepedaal

Instelling van het bereik van volumewijzigingU kunt de minimale en maximale waarden instellen voorhet bereik waarover u het volume kunt wijzigen met hetexpressiepedaal.

1. Druk op [PEDAL ASSIGN].

2. Druk op PARAMETER [�] [�] tot de volgende displayverschijnt.(Instellen van minimale waarde)

(Instellen van maximale waarde)

3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om de waardein te stellen.Geldige instellingen: 0-100:

4. Om de instelling op te slaan, voert u de Writeprocedure uit (pag. 22).Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Indien u het expressiepedaal niet alsvolumepedaal wilt gebruikenGebruik onderstaande procedure om het expressiepedaal uitte schakelen.

1. Druk op [PEDAL ASSIGN].

2. Druk op een aantal malen op PARAMETER [�] [�] totu een van de volgende displays ziet.

3. Druk op [PEDAL ASSIGN] om deze “uit” te zetten.

4. Om de instelling op te slaan, voert u de Writeprocedure uit (pag. 22).Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Instellingen voor het gebruik van deexpressiepedaal schakelaar/schakelpedaalSnel instellingen maken(Quick Setting)Quick Setting is een functie waarmee u de meest geschiktewaarden voor effect parameters in een oogwenk kuntinstellen door simpelweg een van de voorgeprogrammeerde“pedal settings” te kiezen. Het omslachtig één voor éénkiezen en instellen van parameters wordt zodoendevoorkomen.

Instellingen voor deexpressiepedaalschakelaarKies de parameter die u wilt instellen wanneer u hetexpressiepedaal indrukt.

47

Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van hetexpressie- en schakelpedaal (Pedal Assign)

Normaliter is “FV” (Foot Volume) toegewezen aanhet expressiepedaal, waardoor u dit pedaal kuntgebruiken als “volumepedaal” voor het regelen vanhet volume.

Als “WAH’ (Pedal Wah; pag. 30) of FX-2 ‘PB” (PedalBend; pag. 40) is ingeschakeld, zal hetexpressiepedaal automatisch functioneren als “pedalwah” of “pedal bend”.

* Als Pedal Wah en Pedal Bend niet zijn ingeschakeld, zalhet expressiepedaal automatisch functioneren alsvolumepedaal.

P01: WAH

P02: FX-2

P03: OD/DS

P04: DELAY

P05: CHORUS

P06: EQ

P07: FX-1

P08: LEVEL INC

P09: TUNER

P10: MANUAL

Hoofdstuk 5

Page 48: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Pedaalinstellingen voor het schakelpedaal

1. Druk op [PEDAL ASSIGN].

2. Druk op PARAMETER [�] [�] tot u de volgendedisplays ziet.

(Expressiepedaal schakelaar)

(Schakelpedaal)

U kunt snel tussen de twee bovenstaande displaysschakelen door [�] (of [�]) ingedrukt te houden en tedrukken op [�] (of [�]).

3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om depedaalinstelling te selecteren.

* Indien u het expressie- of het schakelpedaal niet gebruikt, kiesdan “Off”.

4. Herhaal indien nodig stappen 2 en 3.

5. Om de instelling op te slaan, voert u de Writeprocedure uit (pag. 22).Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

“Quick Settings” wijzigenIndien nodig kunt u de parameterwaarden van de QuickSettings wijzigen.

1. Druk op [PEDAL ASSIGN].

2. Druk op PARAMETER [�] [�] tot u het volgendedisplay ziet.

3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om deinstelling te wijzigen.

4. Herhaal indien nodig stappen 2 en 3.

5. Om de instelling op te slaan, voert u de Writeprocedure uit (pag. 22).Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

TargetDe parameter die wordt ingesteld.

Target Variation RangeHiermee stelt u het bereik in, waarbinnen de in te stellenparameter zal wijzigen.Het gebied tussen de minimum waarde (Min) en demaximale waarde (Max) wordt gewijzigd.

Source ModeHiermee selecteert u de functie van de voetschakelaar (pag.51).

48

Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van het expressie- en schakelpedaal

P01: OD/DS

P02: DELAY

P03: CHORUS

P04: EQ

P05: FX-1

P06: FX-2

P07: WAH

P08: TUNER

P09: BPM (TAP)

P10: MANUAL

Expression Pedal SwitchTarget

Expression Pedal SwitchTarget value range: Min

Expression Pedal SwitchTarget value range: Max

Expression Pedal SwitchSource Mode

CTL PedalTarget

CTL PedalTarget value range: Min

CTL PedalTarget value range: Max

CTL PedalSource Mode

Page 49: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Effecten besturen met de GT-6 pedalen,externe pedalen, en externe MIDI-apparatenDeze instellingen worden aangebracht wanneer u effectenbestuurt met het expressie- of schakelpedaal van de GT-6,ofwel met externe pedalen of externe MIDI-apparaten dieop de GT-6 zijn aangesloten.

U kunt per patch tot aan acht afzonderlijke instellingenaanbrengen (gebruik de “Assign numbers” 1-8) om vast teleggen welke parameters door welke onderdelen wordenbestuurd.

1. Druk op [PEDAL ASSIGN].

2. Druk op PARAMETER [�] [�] tot u het volgendedisplay ziet.

3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om deinstelling te wijzigen.

4. Herhaal stappen 2 en 3 totdat de instellingen volledigzijn.

5. Om de instelling op te slaan, voert u de Writeprocedure uit (pag. 22).Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Assign ON/OFF (toewijzingen)

Hiermee selecteert u de acht Assign ON/OFF instellingen(ASSIGN 1-8).

Stel alleen de assigns die u gaat gebruiken in op “Aan”.

* Zorg ervoor dat Assign-instellingen die niet worden gebruikt“Uit” staan.

Snel instellingen maken (Quick Setting)Door het gebruik van Quick Settings kunt u de instellingenvan de onderstaande parameters snel voltooien, zonder datu ze allemaal afzonderlijk moet instellen.

Terwijl u in het Assign ON/OFF scherm draait aan dePATCH/VALUE knop om de voorgeprogrammeerdepedaalinstellingen te selecteren, worden de meest geschiktewaarden voor de parameters direct geselecteerd.

49

Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van het expressie- en schakelpedaal

Assign On/OffQuick Setting

Target

Target value range: Min

Target value range: Max

Sourece

Source Mode

Action Range Low

Action Range High

P01: PATCH LEVEL

P02: PREAMP GAIN

P03: OD/DS DRIVE

P04: DELAY LEVEL

P05: CHORUS LEVEL

P06: REVERB LEVEL

P07: MASTER BPM

P08: SUB EXP FV

P09: SUB EXP FW

P10: SUB EXP PS

Hoofdstuk 5

1

3

2

Page 50: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Target

Dit stelt de parameter in die zal worden bewerkt. Deparameters, die u als target kunt kiezen, zijn de volgende:

• Patch Level

• Patch Level Inc/Dec (hoe het niveau verandert)

• Effect On/Off voor elk effect

• Effect parameters

• Master BPM (Tap input)

• Manual On/Off

• Tuner/Bypass On/Off

• Delay time (Tap input)

• MIDI Start/Stop

• MMC Start/Stop

* Hoewel u de instelling zo kunt maken dat hetzelfde “target”wordt bestuurd door meer dan één onderdeel, dient u ervoor tezorgen dat de parameter niet door verschillende bronnentegelijkertijd wordt veranderd. Dit zou kunnen resulteren inhet genereren van ongewenste geluiden.

Target Range

De waarde van de als target gekozen parameter zalveranderen binnen het bereik dat is gedefinieerd door de“Min” en “Max” instellingen op de GT-6.

Wanneer u een schakelpedaal, voetschakelaar of een anderonderdeel als aan/uit schakelaar gebruikt, wordt “Min”geselecteerd met Uit (CLOSED), en “Max” met Aan (OPEN).

Wanneer u een expressiepedaal of een ander onderdeelgebruikt die een geleidelijke verandering in de waardegenereert, zal de waarde van de instellingdienovereenkomstig worden gewijzigd, binnen het bereikzoals dat door de minimum en maximum waarden isbepaald.

Indien het target van een on/off type is, wordt degemiddelde waarde van de ontvangen data gebruikt alsscheidingslijn die bepaalt of de schakelaar aan of uit staat.

Bij gebruik van de voetschakelaar:

Bij gebruik van het expressiepedaal:

Bij het besturen van het On/Off target met hetexpressiepedaal:

* Het bereik dat kan worden geselecteerd, verandert naargelangde instelling van het target.

* Als het “minimum” op een hogere waarde is ingesteld dan het“maximum”, wordt de verandering van de parameteromgekeerd.

* De waarden van de instellingen kunnen veranderen indien hettarget wordt gewijzigd nadat de “minimum” en “maximum”instellingen zijn vastgelegd. Als u het target heeft gewijzigd,dient u de “minimum” en “maximum” instellingen tecontroleren.

50

Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van het expressie- en schakelpedaal

Grootte van verandering in parameter waarde

Aan

Voetschakelaar

Uit

maximum waardeTarget Max

minimum waardeTarget Min

maximum waardeTarget Max

minimum waardeTarget Min

Pedaal geheelingedrukt

Pedaal geheelomhoog

Expressiepedaal

UIT

AanTarget Max

UitTarget Min

Pedaalgeheel ingedrukt

Pedaalgeheel omhoog

Pedaalhalverwege

Expressiepedaal

AAN

Page 51: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Source

Dit stelt het onderdeel (source) in, waardoor de targetparameter wordt bestuurd.

Onderdelen die u als bron kunt kiezen zijn de volgende:

• GT-6 expressiepedaal

• GT-6 schakelpedaal

• GT-6 expressiepedaal schakelaar

• (deze schakelaar wordt geactiveerd, als u de top van hetpedaal indrukt

• extern pedaal dat wordt aangesloten op de SUB EXPPEDAL/SUB CTL 1,2 jack (expressiepedaal ofvoetschakelaar)

• Control Change berichten van een extern MIDI-apparaat(1-31, 64-95)

* De CTL pedal indicator (schakelpedaal indicator) licht opvolgens de met het schakelpedaal gemaakte instellingen.

Source Mode

Dit bepaalt de wijze waarop de instelling wordt gewijzigdbij gebruik van een pedaal van het “momentary-type” (zoalsde optionele FS-5U).

* Het schakelpedaal van de GT-6 is van het momentary-type.Pas de instellingen zonodig aan naargelang uw setup.

NormalDe normal state is Uit (minimum waarde); voor deschakelaar Aan (maximale waarde) dient het voetpedaal teworden ingedrukt.

ToggleDe instelling kan verspringen van Aan (maximale waarde)naar Uit (minimum waarde) elke keer dat de voetschakelaarwordt ingedrukt.

* Stel “Normal” in wanneer een voetschakelaar van het Latch-type (zoals de optionele FS-5U) is aangesloten, of indien u eenander onderdeel van een voetschakelaar gebruikt.

51

Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van het expressie- en schakelpedaal

Verschillen tussen schakelaars van hetMomentary-type en het Latch-typeWanneer u effecten in- en uitschakelt met een voetschakelaar

Het maakt niet uit of u een schakelaar van hetmomentary-type of van het latch-type gebruikt.

Indien u een schakelaar van het momentary-typegebruikt, kies dan de instelling “Toggle”.

Indien u een schakelaar van het latch-type gebruikt, kiesdan de instelling “Normal”.

Wanneer het effect sterker wordt toegepast, of alleenaan staat terwijl de voetschakelaar wordt ingedrukt

Indien u een schakelaar van het momentary-typegebruikt, kies dan de instelling “Normal”.

Dit stelt u in staat de wijze waarop het effect wordttoegepast te veranderen, of de voetschakelaar los te laten.

Schakelaars van het latch-type kunnen niet op dezemanier worden gebruikt.

Hoofdstuk 5

Page 52: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Active Range

Dit regelt het bereik waarbinnen de waarde van deinstelling verandert wanneer als regulator eenexpressiepedaal of ander apparaat wordt gebruikt dat dewaarde geleidelijk verandert. Als de regulator buiten hetingestelde bereik komt, zal de waarde niet meer veranderen,maar stoppen bij “minimum” of “maximum”.

(Voorbeeld)

With Act. Range LO: 40, Act. Range Hi: 80

* Bij gebruik van een voetschakelaar of een andere aan/uitschakelaar als bron, laat u de instellingen op “Lo :0” en “Hi:127” staan. Bij bepaalde instellingen dient de waarde niet teworden veranderd.

Bedienen van Wah en Pitch Bendmet een extern expressiepedaalMaak de volgende instellingen voor het besturen van Wahen Pitch Bend met een extern expressiepedaal dat isaangesloten op de SUB EXP PEDAL/SUB CTL 1,2 jack.

1. Druk op [PEDAL ASSIGN]

2. Druk op PARAMETER [�] [�] om een van de optiesASSIGN 1 tot 8 te selecteren.

3. Draai aan de PATCH/VALUE knop om de volgendeinstellingen te kiezen.

Foot Volume:P08: SUB EXP FV

Wah:P09: SUB EXP WAH

Pedal Bend:P10: SUB EXP PB

52

Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van het expressie- en schakelpedaal

0 40 80 127

maximum waardeTarget Max

minimum waardeTarget Min

Actief bereiklaag

Actief bereikhoog

UIT

Aan

Uit

midden

AAN

0 40 8060 127Act. bereikmax

Act. bereiklaag

Page 53: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Met de Customize function van de GT-6 kunt u op grondvan uw eigen voorkeuren volledig nieuwe effecten creërendoor het aanpassen van de instellingen van de“Preamp/Speaker simulator”, de “Overdrive/Distortion”en “Wah” effecten. De resultaten kunnen in de GT-6 wordenopgeslagen als custom instellingen.

U kunt deze custom instellingen ook weer in andere patchesgebruiken.

“Custom” Preampinstellingen makenU kunt drie verschillende set instellingen maken, te wetenCustom 1, Custom 2 en Custom 3.

* Het geluid van alle patches die gebruik maken van custominstellingen 1, 2, of 3 zal worden gewijzigd indien de custominstellingen worden aangepast.

1. Draai de PREAMP/SPEAKER TYPE knop op“CUSTOM”.

2. Druk op PREAMP/SPEAKER [TYPE VARIATION] omCustom 1, Custom 2 of Custom 3 te selecteren.

3. Druk op [PREAMP/SPEAKER].

Het PREAMP/SPEAKER keuze-scherm verschijnt.

4. Druk op PARAMETER [�] [�] om de customparameters te tonen.

5. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om deinstellingswaarde te veranderen.

6. Herhaal indien nodig stappen 2 en 3.

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

TypeSelecteert het basistype voorversterker.

JC Clean:Dit is het geluid van de Roland JC-120.

TW Clean:Dit simuleert een Fender Twin Reverb

Crunch:Dit is een geluid dat zorgt voor een natuurlijke vervoming.

VO Lead:Dit simuleert het drive geluid van een VOX AC-30TB.

BG Lead:Dit simuleert het solo-geluid van een MESA/Boogie comboversterker.

MS1959 Stk:Dit simuleert een signaal op de Input 1 van een Marshall1959.

MODERN Stk:Dit moduleert het ritmekanaal van een MESA/Boogie DualRectifier.

Bottom -50-+50Past de mate van vervorming in de lage frequenties aan.

Edge -50-+50Past de mate van vervorming in de hoge frequenties aan.

Bass Freq (basfrequenties) -50-+50Past de frequenties aan die worden geregeld door de BASS-knop.

Treble Freq (treblefrequenties) -50-+50Past de frequenties aan die worden geregeld door deTREBLE-knop.

53

Hoofdstuk 6 Gebruik van de Customize Function

De handelsmerken die in dit document wordengenoemd zijn handelsmerken van hun respectievelijkeeigenaren. Deze bedrijven zijn niet geaffilieerd aan BOSSen hebben geen licentie voor de GT-6 van BOSS. Denamen van merken worden uitsluitend genoemd teridentificatie van het apparaat waarvan het geluid doorde GT-6 wordt gesimuleerd.

Hoofdstuk 6

CustomType

CustomBottom

CustomEdge

CustomBass Frequency

CustomTreble Frequency

CustomPreamp Low

CustomPreamp High

CustomSpeaker Low

CustomSpeaker High

Page 54: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Preamp Low -50-+50Past de toon van de lage frequenties van het voorversterker-deel aan.

Preamp High -50-+50Past de toon van de hoge frequenties van hetvoorversterker-deel aan.

SpeakerLow -50-+50Past de toon van de lage frequenties van het luidspreker-deel aan.

SpeakerHigh -50-+50Past de toon van de hoge frequenties van het luidspreker-deel aan.

“Custom” Overdrive/Vervorming instellingen makenHier kunt u twee verschillende set van instellingen maken, teweten Custom 1 en Custom 2.

* Het geluid van alle patches die gebruik maken van custominstellingen 1 of 2 zal worden gewijzigd indien de custominstellingen worden aangepast.

1. Draai de OVERDRIVE/DISTORTION TYPE knop op“CUSTOM/EXTERNAL”.

2. Druk op OVERDRIVE/DISTORTON [TYPEVARIATION] om Custom 1 of Custom 2 te selecteren.

3. Druk op [OVERDRIVE/DISTORTON].

Het OVERDRIVE/DISTORTON keuze-schermverschijnt.

4. Druk op PARAMETER [�] [�] om de customparameters te tonen.

5. Draai aan de PATCH/VALUE knop om deinstellingswaarde te veranderen.

6. Herhaal indien nodig stappen 4 en 5.

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

TypeSelecteert het basistype voorversterker.

OD-1:Dit is het geluid van de BOSS OD-1.

OD-2:Dit is het geluid van de BOSS OD-2.

CRUNCH:Dit is het crunch geluid van de BOSS BD-2.

DS-1:Dit zorgt voor een gewone, traditionele vervorming.

DS-2:Dit zorgt voor een zware vervorming.

METAL1:Dit is het geluid van de BOSS MT-2.

METAL2:Dit zorgt voor een heavy-metal geluid.

FUSS:Dit emuleert een FUZZFACE.

Bottom -50-+50Past de mate van vervorming in de lage frequenties aan.

TOP -50-+50Past de mate van vervorming in de HOGE frequenties aan.

LOW -50-+50Past de toon van de lage frequenties aan.

HIGH -50-+50Past de toon van de hoge frequenties aan.

54

Hoofdstuk 6 Gebruik van de Customize Function

CustomType

CustomBottom

CustomTop

CustomLow

CustomHigh

Page 55: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

55

“Custom” Pedal Wahinstellingen makenU kunt drie verschillende set instellingen maken, te wetenCustom 1, Custom 2 en Custom 3.

* Het geluid van alle patches die gebruik maken van custominstellingen 1, 2, of 3 zal worden gewijzigd indien de custominstellingen worden aangepast.

1. Druk op [WAH].

Het WAH instellingsscherm verschijnt.

2. Druk op PARAMETER [�] [�] om “FX SELECT” teselecteren en draai daarna aan de PATCH/VALUEdraaiknop om “WAH” of “FW” te selecteren.

3. Druk op PARAMETER [�] [�] totdat “Type” in hetscherm verschijnt.

4. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om om eenkeuze te maken uit “Custom1-3”.

5. Druk op PARAMETER [�] [�] om de customparameters te tonen.

6. Draai aan de PATCH/VALUE knop om deinstellingswaarde te veranderen.

7. Herhaal indien nodig stappen 3 tot en met 5.

8. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

TypeSelecteert het basistype wah.

CRY WAHDit simuleert het geluid van het CRY BABY wah pedaal datin de jaren ‘70 populair was.

VO WAHDit simuleert het geluid van de VOX V846

Fat WAHDit is een wah effect met een vet geluid.

Light WAHDeze wah heeft een verfijnd geluid met geen bijzonderekenmerken.

7String WAH:Deze wah kent een bredere variatie voor de zevensnarigegitaar.

Q -50-+50Past de sterkte van het karakteristieke effect aan, dat wordttoegepast op de het wah geluid.

Range Low -50-+50Selecteert de toon die wordt geproduceerd wanneer hetpedal wordt losgelaten.

Range High -50-+50Selecteert de toon die wordt geproduceerd wanneer hetpedal wordt ingedrukt.

Presence -50-+50Past de tonale kwaliteit van het wah effect aan..

Hoofdstuk 6 Gebruik van de Customize Function

Hoofdstuk 6

CustomType

CustomQ

CustomRange Low

CustomRange High

CustomPresence

Page 56: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

56

Snelle wijzinging Patchvolume (PATCH LEVEL knop)Voor het makkelijk en snel wijzigen van het volume van deingestelde patch gebruikt u de PATCH LEVEL knop.

U kunt aan de PATCH LEVEL knop draaien om het patchlevel te wijzigen van de op dat moment geselecteerde patch.

* De Patch level die is bereikt na het gebruik van de PATCHLEVEL knop, zal worden opgeslagen als de Write procedure(pag. 22) wordt uitgevoerd.

Effecten in- en uitschakelen metde pedalen (Manual Mode)De GT-6 is uitgerust met een Manual Mode, waarin depedalen worden gebruikt om bepaalde effecten in en uit teschakelen.

In Manual Mode kunt u effecten in- en uitschakelen zonderhet patchnummer te wijzigen.

Overschakelen naar Manual ModeElke keer dat [MANUAL] wordt ingedrukt, schakelt de GT-6 de Manual Mode in of uit.

Wanneer de Manual mode is ingeschakeld, verschijnt devolgende display.

Met de pedalen het in of uit teschakelen effect selecteren

1. Met Manual Mode ingeschakeld, druk opPARAMETER [�] zodat de volgende displayverschijnt.

2. Druk op PARAMETER [�] [�] om de cursor teverplaatsen naar het nummer van het pedaal waarvanu de instellingen wilt veranderen.

3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om het effectte selecteren dat u aan het pedaal wilt toekennen.

4. Herhaal stappen 2 en 3 om de aan elk pedaaltoegekende effecten te selecteren.

Hoofdstuk 7 Handige functies op de GT-6

2

3

1

Cursor

Page 57: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

57

Voorversterker klankenvergelijken in Manual ModeU kunt de “Amp Switch Mode” gebruiken om de klankenvan de voorversterker te vergelijken voor en nadat ze zijngewijzigd.

Druk het pedaal in waaraan de voorversterker is toegekend,en schakel het in om het geluid te krijgen van devoorversterker zoals vastgelegd in een patch, en schakel hetuit om het voorversterkergeluid te horen met de instellingenvan de huidige knop.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

om “Amp Switch” te selecteren.

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om de AmpSwitch Mode in te stellen.

Amp On/Off:Schakelt de voorversterker in en uit.

Toggle to Knobs:Wanneer de indicator voor het pedaal waaraan devoorversterker is toegekend blijft branden, gebruikt hetgeluid de instelling die bestond voordat naar ManualMode werd geschakeld. Wanneer de indicator knippert,is de instelling van het geluid conform de stand van deknoppen op dat moment.

* Dit heeft geen effect als de voorversterker is uitgeschakeld.

De gitaar stemmenWanneer de Tuner/Bypass is ingeschakeld, wordt allesound input naar de GT-6 direct naar de output gestuurd,en wordt het stemapparaat geactiveerd.

Nu kunt u dan uw gitaar stemmen.

Tuner/Bypass functie inschakelen

Elke keer dat [TUNER/BYPASS] wordt ingedrukt, wordt deTuner/Bypass in- of uitgeschakeld.

Als de functie is ingeschakeld, brandt de indicator van de[TUNER/BYPASS] knop.

Over het display tijdens hetstemmenHet stemapparaat van de GT-6 toont de naam van de nootin de bovenste rij van het display, terwijl de Tuning Guidein de onderste rij wordt getoond; zo ziet u het verschiltussen het inputgeluid en het geluid in de display.

Wanneer het verschil met de correcte toonhoogte minderdan 50 procent bedraagt, toont de Tuning Guide de groottevan dat verschil. Terwijl u kijkt naar de Tuning Guide, steltu de stemming van uw gitaar bij, totdat in het midden de“■” verschijnt.

Hoofdstuk 7 Handige functies op de GT-6

Hoofdstuk 7

1

2

1

Tuning Guide

Note Name

gestemd

te laag

te hoog

Page 58: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

58

Hoe te stemmen1. Speel een enkele open noot op de snaar die u wilt

stemmen.

In het display verschijnt de naam van de noot die hetdichtst ligt bij de toonhoogte van de snaar.

* Speel alleen een enkele noot op de te stemmen snaar.

2. Stem de snaar bij, totdat de snaarnaam in het displayverschijnt.

3. Terwijl u kijkt naar de Tuning Guide, stelt u destemming van uw gitaar bij totdat in het midden de“■” verschijnt.

4. Herhaal de stappen 1-3 totdat alle snaren zijn gestemd.

* Bij het stemmen van een gitaar met een tremolo kunnen,nadat één snaar is gestemd, de andere snaren ontstemd zijn.In dat geval stemt u de gitaar tot de toonhoogte zoals diewordt aangegeven door de eerste nootnaam, en stemt uvervolgens de andere snaren bij, waarbij u de stemming vanelke snaar steeds nauwkeurig aanpast.

Instelling van het stemapparaatwijzigenU kunt de volgende instellingen van de tuner veranderen.

Standard Pitch (435-445 Hz)

Als standaard toonhoogte geldt de frequentie van A4 (demiddelste A op van de toetsen op een piano), zoals gespeeldop een instrument (bijvoorbeeld een piano), waarvan detoonhoogte als maatstaf dient voor de andere instrumenten.U kunt deze standaard toonhoogte op de GT-6 instellen van435 tot 445 Hz.

* De fabrieksinstelling van de GT-6 is 440 Hz.

Volume-instellingen metTuner/Bypass (Mute, Bypass)

Hiermee selecteert u de output wanneer Tuner/Bypass isingeschakeld.

Mute:Geluiden waren gedempt; er wordt geen geluid naar deoutput gestuurd.

Bypass:Alle inputgeluid naar de GT-6 wordt niet verwerkt en directnaar de output gestuurd.

* De fabrieksinstelling van de GT-6 is “Bypass”.

* Wanneer ingesteld op “Bypass” en met Tuner/Bypassingeschakeld, kunt u het volume van het basis signaalaanpassen met het expressiepedaal.

1. Druk op [TUNER/BYPASS]; de indicator zal oplichten.

2. Druk op PARAMETER [�] [�] tot “TUNER pitch”ofwel “TUNER Out” in het display verschijnt.

3. Draai aan de PATCH/VALUE knop om de instellingente wijzigen.

4. Herhaal stappen 2 en 3 om de instellingen van elkeparameter te wijzigen.

5. Druk op [TUNER/BYPASS] of [EXIT] om terug tekeren naar het Play screen.

Hoofdstuk 7 Handige functies op de GT-6

7de 6de 5de 4de 3de 2de 1ste

Normaal B E A D G B E1/2 stap naarbeneden

A# D# G# C# F# A# D#

1 stap naarbeneden

A D G C F A D

5

3

2

1,5

Page 59: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

59

Tuner/Bypass in en uitschakelenmet de nummerpedalenIndien gewenst kunt u de GT-6 ook zo instellen datTuner/Bypass kan worden in- en uitgeschakeld met devoetpedalen.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�];in het display verschijnt “SYS: Pdl Tuner SW”.

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om deschakelaar aan te zetten.

3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Tuner/Bypass wordt ingeschakeld als u het pedaalindrukt met hetzelfde nummer als het op dat momentgeselecteerde patchnummer. Drukt het pedaal nogmaalsin om Tuner/Bypass uit te schakelen.

Algehele geluid aanpassenaan omgeving (Golbal)De Gt-6 beschikt over een functie die het mogelijk maaktalle toonhoogte-instellingen tijdelijk te wijzigen. Dit is de“Global function”.

Met de Global function kunt u uw instellingen tijdelijkwijzigen om deze aan te passen aan uw installatie en deomgeving waarin u speelt; de instellingen van de patchesblijven echter ongewijzigd.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

tot het volgende display verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE knop om de instelling tewijzigen.

3. Herhaal indien nodig stappen 1 en 2.

4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Low EQ (Low Equalizer) -20 dB-+20 dBRegelt de toon in de lage frequenties.

* De toon wordt aangepast zonder rekening te houden met deequalizer instellingen van afzonderlijke patches.

High EQ (High Equalizer) -20 dB-+20 dBRegelt de toon in de lage frequenties.

* De toon wordt aangepast zonder rekening te houden met deequalizer instellingen van afzonderlijke patches.

NS Threshold (Noise Suppressor Threshold)-20 dB-+20 dB

Regelt voor elke patch de instellingen van het threshold-niveau van de noise suppressor in het gebied van -20 tot+20 dB.

Het aanpassen van deze instellingen is een effectievemethode, om als u meer dan één gitaar aansluit, een gelijkeoutput voor elk van uw gitaren te verkrijgen.

* Stel in op “0 dB” bij gebruik in individuele patch instellingen.

* Dit heeft geen effect op patches waarin de noise suppressor isuitgeschakeld.

Reverb Level 0%-200%Regelt de instellingen van de reverb level voor elke patch ineen gebied van 0% tot 200%.

Hoofdstuk 7 Handige functies op de GT-6

Tuner/Bypass in- en uitschakelen met het schakelpedaal

Met de Pedal Assign instellingen (pag. 47) kunt u metbehulp van Quick Setting het pedaal instellen opP08=TUNER, waardoor u Tuner/Bypass in en uit kuntschakelen met het schakelpedaal.

Tuner/Bypass in- en uitschakelen door hetexpressiepedaal omhoog te laten komenAls het expressiepedaal het Foot Volume bestuurt, kunt uéén van de ASSIGN 1-8 Pedal Assign instellingen (pag.49) als volgt instellen.

Target: TUNER On/Off

Target Min: On

Target Max: Off

Source: EXP PEDAL

Mode: Normal

Act. Range Lo: 0

Act. Range Hi: 1-127

Met deze instelling kunt u Tuner/Bypass inschakelendoor het expressiepedaal omhoog te laten komen.

Hoofdstuk 7

GlobalLow Equalizer

GlobalHigh Equalizer

GlobalNoise Suppressor Threshold

GlobalReverb Level

Page 60: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

60

Het aanpassen van de reverb level is een effectieve methodeom de reverb aan te passen aan de omgeving waarin uoptreedt.

* Stel in op “100%” bij gebruik in individuele patch instellingen.

* Dit heeft geen effect op patches waarin reverb is uitgeschakeld.

Gebruik van externe effect processorsIn plaats van de overdrive en distortion van de GT-6 kunt uexterne effect processors gebruiken, die worden aangeslotenop de EXTERNAL JACK op het achterpaneel.

Om externe effect processors te gebruiken dient hetOVERDRIVE/DISTORTION TYPE te worden ingesteld op“External”.

1. Druk op [OVERDRIVE/DISTORTION]; de indicatorzal oplichten.

2. Stel de OVERDRIVE/DISTORTION knop in opCUSTOM/EXTERNAL.

3. Druk op OVERDRIVE/DISTORTION [TYPEVARIATION] een aantal malen in totdat de groeneindicator oplicht en “External” verschijnt in hetdisplay.

4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

• U kunt het niveau van het signaal dat naar de externeeffect processor wordt gestuurd (het send niveau)aanpassen met de OVERDRIVE/DISTORTION DRIVEknop.

• U kunt het niveau van het signaal dat uit de externeeffect processor wordt teruggestuurd (het return niveau)aanpassen met de OVERDRIVE/DISTORTION DRIVEknop.

Gebruik van de Digital OutsDigitale signalen worden verstuurd vanuit de DIGITALOUTPUT aansluiting op het achterpaneel. U kunt dezeuitgang direct aansluiten op de digitale ingang van eendigitale recorder of een ander apparaat en zo opnamesmaken zonder verlies van geluidskwaliteit.

Het Effect Output Levelcontroleren met de Level MeterU kunt het output-niveau van elk effect meten; dit is handigom het input-niveau van elk effect te controleren.

1. Druk [UTILITY] een aantal malen in, totdat “METER”in het display verschijnt.

* U kunt deze functie ook selecteren door het indrukken van[UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�] te drukken.

2. Draai aan de PATCH/VALUE knop om het effect teselecteren, waarvan u het niveau wilt controleren.

* Alleen effecten die zijn ingeschakeld kunnen wordengeselecteerd.

* U kunt het niveau van signalen die naar de INPUT jackworden gestuurd controleren door het selecteren van “ Input”.Door “Output” te selecteren, kunt u het niveau controlerenvan signalen die door de GT-6 worden uitgestuurd.

* Mogelijk kunt u niet de effecten bereiken die u wenst als uwuitgangs niveaus te hoog zijn. Stel het uitgangs niveau van aluw effecten in op de optimale waarden. Hou hiertoe de meterin de gaten en let erop, dat de naald niet te ver naar rechtsuitslaat.

Hoofdstuk 7 Handige functies op de GT-6

21 3

DIGITAL IN

Page 61: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

61

Contrast van de displayaanpassen (LCD Contrast)Afhankelijk van de plaats waar de GT-6 staat, kan hetdisplay mogelijk slecht leesbaar zijn. Indien dit het geval is,past u het contrast van de display aan.

1. Druk [UTILITY] een aantal malen in totdat “LCDContrast” in het display verschijnt.

* U kunt deze functie ook selecteren door het indrukken van[UTILITY] en daarna te drukken op PARAMETER [�] [�].

2. Draai aan de PATCH/VALUE knop om het contrast aante passen.

Geldige waarden: 1-16

3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Selecteren van de PATCH/VALUEDial functie (Dial function)Deze instelling bepaalt of door het draaien aan dePATCH/VALUE knop al dan niet tussen patches wordtgewisseld.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

zodat “Dial Func” in het display verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE knop om dePATCH/VALUE dial functie te selecteren.

PATCH No. & VALUE:De draaiknop wordt gebruikt voor zowel het wisselentussen patches en het wijzigen van de waarde vaninstellingen. Naast het wisselen tussen patches met depedalen, kunt u ze ook wisselen door te draaien aan dePATCH/VALUE draaiknop.

VALUE Only:De Draaiknop wordt alleen gebruikt voor het wijzigenvan de waarde van instellingen.

3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Instellen van de tijd voor het wisselenvan patches (Patch Change Mode)Hiermee regelt u de tijd dat de GT-6 naar de volgende patchschakelt indien u met de pedalen schakelt.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

zodat “Patch Change” verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE knop om de tijdsduurvoor het wisselen van patches in te stellen.

Immediate:De patch wordt verwisseld op het moment dat eenBANK pedaal of een van de nummerpedalen wordeningedrukt.

Wait for a NUM:Hoewel de aanduiding op het display wordt bijgewerkten de wijziging in de bank toont dat een BANK pedaalwordt ingedrukt, zal de patch niet direct wordengewijzigd. Het daadwerkelijk wisselen naar de nieuwgeselecteerde patch zal pas plaatsvinden, nadat eennummer pedaal is ingedrukt, en er aldus een volledigebank- en nummer combinatie is ingevoerd.

3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Beperken van Banks die kunnenworden verwisseld (Bank Extent)Door aan de banks een bovenlimiet toe te kennen, waardoorhet aantals banks dat kan worden verwisseld wordt beperkt,kunt u de GT-6 zo instellen dat alleen de patches die unodig heeft, kunnen worden geselecteerd.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

zodat “Bank Extent” verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om debovenlimiet voor de banks in te stellen.

Geldige waarden: 1-85

3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Hoofdstuk 8 Andere functiesHoofdstuk 8

Page 62: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

62

Instelling van “Expressie-pedaal vasthouden”Deze instelling bepaalt of de met Pedal Assign (pag. 47)toegekende functie behouden blijft als er naar de volgendepatch wordt geschakeld.

* Expression Pedal Hold zal niet werken als de Assign Sourcemode is ingesteld op Toggle (waardoor de waarde iedere keerdat het pedaal wordt ingedrukt heen en weer schakelt tussenMin en Max).

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

totdat “EXP Pdl Hold” verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om deExpression Pedal Hold in te stellen.

On: de met Pedal Assign toegekende functie wordt overgedragen.

(Voorbeeld)

Indien van patch wordt gewisseld terwijl het volumewordt geregeld met het expressiepedaal, dan zal hetvolume van de volgende patch de waarde krijgen zoalsdie wordt bepaald door de stand van het pedaal op datmoment.

Indien in de patch waarnaar wordt geschakeld het waheffect door het expressiepedaal bestuurt, dan zal hetvolume de in de patch vastgelegde waarde krijgen,terwijl het wah effect van de patch de waarde krijgtzoals die wordt bepaald door de stand van het pedaalop dat moment.

Off: de met Pedal Assign toegekende functie wordt niet overgedragen.

(Voorbeeld)

Indien van patch wordt gewisseld terwijl het volumewordt geregeld met het expressiepedaal, dan zal hetvolume van de volgende patch worden bepaald door dein die patch vastgelegde waarde.

Indien het expressiepedaal wordt bediend, en deinformatie wordt naar de GT-6 gestuurd, dan zal hetvolume veranderen naargelang de beweging van hetpedaal.

3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Instellen van knoppen(Knob Mode) Hiermee regelt u de de manier waarop de waarden vaninstellingen worden gewijzigd als er aan de knoppen wordtgedraaid.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

totdat “Knob Mode” verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om de KnobMode in te stellen.

Immediate:

Door het draaien aan de knoppen zullen de waardenonmiddellijk veranderen.

Current Setting:

Waarden beginnen pas te wijzigen op het moment dat destand van de knop de waarde bereikt, zoals in de patchis vastgelegd.

3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Hoofdstuk 8 Andere functies

Page 63: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

63

Instellen functies externevoetschakelaar (SUB CTL 1,2 Function)Indien u een externe voetschakelaar heeft aangesloten op deSUB EXP PEDAL/SUB CTL 1,2 jack op het achterpaneelvan de GT-6 kunt u de functies voor de schakelaar instellenvoor “Sub Control 1” en “Sub Control 2”.

* Als u twee voetschakelaars aansluit met de optionele RolandPCS-31 verbindingskabel dan zal de schakelaar, die isaangesloten met de plug met de witte streep, functionerenvolgens de instellingen van Sub Control 1; de schakelaar die isaangesloten met de plug met de rode streep zal functionerenvolgens de instellingen van Sub Control 2.

* Als u slechts één voetschakelaar heeft aangesloten, dan wordende instellingen van Sub Control 1 gebruikt.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

totdat “SubCTL 1 Func” of “SubCTL 2 Func”verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om de KnobMode in te stellen.

Assignable:

De controller wordt gebruikt zoals die is vastgelegd inde Pedal Assign van elke patch.

MANUAL On/Off:

De voetschakelaar wordt gebruikt als een handmatigeaan/uit schakelaar. Gebruik een voetschakelaar van hetmomentary-type (zoals de optionele FS-5U).

TUNER On/Off:

De voetschakelaar wordt gebruikt als een aan/uitschakelaar voor het stemapparaat . Gebruik eenvoetschakelaar van het momentary-type (zoals deoptionele FS-5U).

MIDI Start/Stop:

De voetschakelaar wordt gebruikt voor het starten enstoppen van een aangesloten MIDI-apparaat(bijvoorbeeld een sequencer).

MMC Start/Stop:

De voetschakelaar wordt gebruikt voor bedienen vanStart en Stop op het aangesloten MIDI-apparaat(bijvoorbeeld een harddisk recorder).

3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Hoofdstuk 8 Andere functies

Hoofdstuk 8

Page 64: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

64

Wat kan men doen met MIDI?U kunt de volgende operaties uitvoeren als u de GT-6gebruikt in combinatie met een MIDI-apparaat.

* Het gebruik van MIDI vereist, dat de MIDI-kanalen van deaangesloten apparaten juist op elkaar zijn aangesloten. Indiende MIDI-kanaal instellingen niet juist zijn, zal de GT-6 geendata met andere MIDI-apparaten kunnen uitwisselen.

Bediening vanuit de GT-6Uitsturen van Program Change berichten

Wanneer er op de GT-6 een patch is geselecteerd, wordt ertegelijkertijd een Program Change bericht verstuurd. Hetexterne MIDI-apparaat verandert dan zijn instellingenvolgens het ontvangen Program Change bericht.

Uitsturen van Control Change berichten

Data die de werking beschrijft van het schakelpedaal, hetexpressiepedaal, de expressiepedaal schakelaar en externeapparaten die zijn aangesloten op de SUB EXP PEDAL/SUBCTL 1,2 jack wordt uitgestuurd als Control Changeberichten. Dergelijke berichten kunnen onder andereworden gebruikt om de parameters van een extern MIDI-apparaat te bewerken.

Verzenden van data

U kunt zogeheten Exclusive berichten gebruiken om de inde GT-6 opgeslagen instellingen voor effect sounds enandere data te versturen naar andere MIDI-apparaten. Zokunt u een andere GT-6 voorzien van dezelfde instellingenen effect sounds bewaren voor een sequencer of anderapparaat.

De GT-6 op afstand bedienenmet een extern MIDI-apparaatOmschakelen van patchnummers

Als de GT-6 Program Change berichten ontvangt van hetexterne MIDI-apparaat, dan zullen de patches op de GT-6onmiddellijk worden omgeschakeld.

U kunt de relatie tussen de MIDI Program Changeberichten en de patches van de GT-6 opzetten metgebruikmaking van de Program Change Map (pag. 69).Deze relatie is belangrijk voor het instellen van effectenin combinatie met andere MIDI-apparaten.

De aansluitingen in de figuur hieronder zijn voor eensequencer die automatisch de achtergrondmuziek verzorgtvoor een gitaar die wordt bespeeld. De patches wordenautomatisch ingeschakeld wanneer de met de patchescorresponderende programmanummers en uitvoeringsdataworden ingevoerd op die punten waarop u heeft bepaalddat de GT-6 een patch moet omschakelen.

Ontvangen van Control Change berichten

Tijdens een uitvoering heeft u controle over specifiekeparameters door de GT-6 Control Change berichten telaten ontvangen. Dergelijke parameters kunnen wordeningesteld met Pedal Assign (pag. 47).

Ontvangen van dataDe GT-6 kan data ontvangen die wordt verstuurd vanuiteen andere GT-6, evenals data die is opgeslagen in eensequencer.

Hoofdstuk 9 Het gebruik van MIDI

MIDI OUT

MIDI IN

MIDI OUT

MIDI IN

Page 65: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

65

Instellingen voor MIDI-functiesHier volgt een beschrijving van de MIDI-functies van deGT-6. U kunt ze naar eigen wens instellen.

1. Druk een aantal malen op [UTILITY] tot de volgendedisplay verschijnt.

2. Druk op PARAMETER [�] [�] zodat de parameter dieu wenst in te stellen in het display verschijnt.

3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om deinstellingswaarde te wijzigen.

4. Herhaal indien nodig stappen 2 en 3.

6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

MIDI RX Channel (MIDI-ontvangstkanaal) 1-16

Hiermee stelt u het MIDI-kanaal in dat wordt gebruikt voorhet ontvangen van MIDI-berichten.

* De fabrieksinstelling is “1”.

MIDI Omni Mode Omni off, Omni on

Bij de instelling “Omni on” worden berichten ontvangen opalle kanalen, ongeacht de instellingen van de MIDI-kanalen.

* Zelfs wanneer Omni Mode is ingeschakeld, zullen de enigeExclusive berichten die worden ontvangen bestemd zijn voorDevice ID data, ingesteld met “Device ID”.

* De fabrieksinstelling is “Omni On”.

MIDI TX Channel (MIDI-verzendkanaal) 1-16, Rx

Hiermee stelt u het MIDI-kanaal in dat wordt gebruikt voorhet verzenden van MIDI-berichten. Bij de instelling “Rx” isdit MIDI-kanaal hetzelfde als het MIDI-ontvangstkanaal.

* De fabrieksinstelling is “Rx”.

MIDI Device ID 1-32

Hiermee stelt u het Device ID in dat wordt gebruikt voorhet verzenden en ontvangen van van Exclusive berichten.

* De fabrieksinstelling is “1”.

MIDI Sync Clock Auto, Internal

Hiermee kunt u de werking synchroniseren van eensequencer of ander extern MIDI-apparaat.

Auto: Indien de gegevens van de MIDI-klok van hetexterne MIDI-apparaat niet worden ontvangen,zal de uitvoering worden gesynchroniseerd methet tempo zoals vastgelegd in MASTER BPM;Indien de gegevens van de MIDI-klok van hetexterne MIDI-apparaat wel worden ontvangen,zal de uitvoering daarmee wordengesynchroniseerd.

Internal: De uitvoering zal worden gesynchroniseerd methet tempo zoals vastgelegd in MASTER BPM.

* De fabrieksinstelling is “Auto”.

Hoofdstuk 9 Het gebruik van MIDI

Hoofdstuk 9

Page 66: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

66

MIDI PC OUT (MIDI Program Change Out) Off, On

Hiermee bepaalt u of Program Change berichten al dan nietworden verstuurd wanneer op de GT-6 patches wordenomgeschakeld.

Off: Program Change berichten worden nietverstuurd, zelfs wanneer patches wordenomgeschakeld.

On: Program Change berichten worden simultaanmet het omschakelen van patches verstuurd.

* Op de GT-6 worden Bank Select berichten simultaanverstuurd met Program Change berichten. Voor meer detailszie “Van Patch veranderen met Bank select berichten” (pag.72).

MIDI EXP OUT (MIDI Expression Pedal Out) Off, 1-31, 33-95

Hiermee stelt u het controller nummer in wanneer data vanhet expressiepedaal wordt verzonden als Control Changeberichten. Bij de instelling “Off” worden er geen ControlChange berichten verzonden.

MIDI EXP SW OUT (MIDI Expression PedalSWITCH Out) Off, 1-31, 33-95

Hiermee stelt u het controller nummer in wanneer data vande schakeloperatie van het expressiepedaal wordtverzonden als Control Change berichten. Bij de instelling“Off” worden er geen Control Change berichten verzonden.

MIDI CTL OUT (MIDI Control Pedal Out) Off, 1-31, 33-95

Hiermee stelt u het controller nummer in wanneer data vande schakeloperatie van het schakelpedaal wordt verzondenals Control Change berichten. Bij de instelling “Off” wordener geen Control Change berichten verzonden.

MIDI SUB CTL 1OUT (MIDI Sub Control 1 Out)Off, 1-31, 33-95

Hiermee stelt u het controller nummer in wanneer data vanhet externe pedaal dat is aangesloten op de SUB CTL 1 jackwordt verzonden als Control Change berichten. Bij deinstelling “Off” worden er geen Control Change berichtenverzonden.

MIDI SUB CTL 2OUT (MIDI Sub Control 2 Out)Off, 1-31, 33-95

Hiermee stelt u het controller nummer in wanneer data vanhet externe pedaal dat is aangesloten op de SUB CTL 2 jackwordt verzonden als Control Change berichten. Bij deinstelling “Off” worden er geen Control Change berichtenverzonden.

Hoofdstuk 9 Het gebruik van MIDI

Page 67: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

67

Versturen en ontvangen vanMIDI-dataOp de GT-6 kunt u Exclusive berichten gebruiken om eenandere GT-6 te voorzien van dezelfde instellingen en effectinstelllingen te bewaren in een sequencer of ander apparaat.

Het op deze manier versturen van data wordt “Bulk Dump”genoemd, terwijl het ontvangen van dergelijke data wordtaangeduid als “Bulk Load.”

Versturen van data naar eenextern MIDI-apparaat (Bulk Dump)De volgende soorten data kunnen worden verzonden. Ukunt data verzenden door het bereik te specificeren vanafhet begin tot het eind van de verzending.

De verbindingen aanbrengenOpslaan in een MIDI-sequencer

Maak de verbinding zoals in onderstaande illustratie en stelde sequencer in op ontvangst van Exclusive berichten.

* Zie de gebruikershandleiding van de sequencer voorinstructies van de bediening.

Versturen van data naar een andere GT-6

Maak de verbinding zoals in ondertaande illustratie en stelde Device ID in op ontvangst van Exclusive berichten.

Versturen

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

totdat “Bulk Dump” verschijnt.

2. Druk op PARAMETER [�] [�] om de cursor tebewegen, en draai aan de PATCH/VALUE draaiknopom het begin en het einde te selecteren van de teverzenden data.

3. Druk op [WRITE] als de te verzenden data isgeselecteerd.

De data wordt verzonden.

Hoofdstuk 9 Het gebruik van MIDI

In display Verzonden data

System Utility Parameters, Harmonist scales, Auto Riff frasen, voorversterker, Overdrive/Vervorming, en Wah Custom parameter instellingen

#1-1–#35-4

Instellingen voor patchnummers 1-1 tot en met 35-4

Temp Instellingen voor op dat moment ingestelde patch

Hoofdstuk 9

MIDI OUT

MIDI IN

MIDI OUT

MIDI IN

1

2

1,2

34

Page 68: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

68

Wanneer het verzenden is voltooid, springt de display terugnaar het vorige scherm.

4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Ontvangst van data van eenextern MIDI-apparaat (Bulk Load)

De verbindingen aanbrengen

Ontvangen van data van een MIDI-sequencer

Maak de verbinding zoals in onderstaande illustratie en stelde Device ID van de GT-6 in op hetzelfde nummer dat werdgebruikt toen de data naar de MIDI-sequencer werdverzonden.

* Zie de gebruikershandleiding van de sequencer voorinstructies van de bediening.

Ontvangen1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

totdat “Bulk Load” verschijnt.

2. Verzend de data van het externe MIDI-apparaat.

Bij ontvangst van data door de GT-6 verschijnt hetvolgende display.

Wanneer de GT-6 klaar is met ontvangst van dataverschijnt het volgende display.

De GT-6 is nu klaar voor ontvangst van nog meer data.

3. Druk op [EXIT] om Bulk Load te verlaten.

Nadat u op [EXIT] heeft gedrukt, verschijnt deboodschap “CHECKING...” in het display; de GT-6controleert de ontvangen data. Wanneer de controlevoltooid is, zal het Play screen weer verschijnen.

Hoofdstuk 9 Het gebruik van MIDI

MIDI OUT

MIDI IN

Page 69: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

69

Instellen van ProgramChange MapWanneer u patches verwisselt met behulp van ProgramChange berichten die worden verstuurd door een externMIDI-apparaat, kunt u naar eigen voorkeur in de “ProgramChange Map” de relatie instellen tussen Program Changeberichten zoals die worden ontvangen door de GT-6 en depatches waarnaar wordt geschakeld.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

totdat “MIDI Map Select” verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om “Prog” teselecteren.

* U kunt de Program Change Map niet instellen wanneer “Fix”is geselecteerd (Wordt niet in de display getoond).

* Zie onder voor meer informatie over “MID Map Select.”

3. Druk op PARAMETER [�] totdat “MIDI ProgramMap” verschijnt.

4. Druk op PARAMETER [�] [�] om de cursor teverplaatsen en draai daarna aan de PATCH/VALUEdraaiknop om het ontvangen programmanummer enhet corresponderende patchnummer in te stellen.

* Gebruik dezelfde procedure voor het selecteren van Bank Selectnummers.

* Wanneer u alleen Program Change berichten gebruikt om vanprogramma te wisselen, zonder Bank Select berichten tegebruiken, stel het programmanummer dan in (1-128) indienhet Bank Select nummer op “0” is ingesteld.

5. Herhaal indien nodig stap 4 (patchnummers instellenop hun corresponderende programmanummers), totdatde Program Change Map is voltooid.

6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Program Change Map instellingen (MIDIMap Select) mogelijk/onmogelijk makenDeze instelling bepaalt of patches worden omgeschakeldvolgens de instellingen van de Program Change Map, ofvolgens de standaard instellingen.

1. Druk op [UTILITY] en daarna op PARAMETER [�] [�]

totdat “MIDI Map Select” verschijnt.

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om “Fix” of“Prog” te selecteren.

Fix:Schakelt naar de patches volgens de standaardinstellingen.Voor meer details over de standaard instellingen zie“Van patch verander met Bank select berichten” (pag.72).

Prog:Schakelt naar de patches volgens de Program ChangeMap.

3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.

Hoofdstuk 9 Het gebruik van MIDI

Hoofdstuk 9

1,4

2

3

16

Bank Selectnummer

Program nummer Patch nummer

Page 70: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

70

Over MIDIMIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een univer-sele standaard, die het uitwisselen van besturingsdata enandere informatie tussen elektronische muziekinstrumentenen computers mogelijk maakt. Ieder MIDI-apparaat is instaat data versturen naar andere MIDI-apparaten, zelfsindien deze van een verschillend model en van verschil-lende fabrikanten zijn.

Bij MIDI wordt informatie voor een uitvoering, zoals hetspelen in een bepaalde toonsoort of het indrukken van eenpedaal, uitgewisseld als MIDI-berichten.

Hoe MIDI-berichten wordenontvangen en verstuurdEerst wordt in het kort uitgelegd hoe MIDI-berichtenworden ontvangen en verstuurd.

MIDI-aansluitingenDe volgende aansluitingen worden gebruikt voor deoverdracht van MIDI-berichten. MIDI-kabels worden hiernaar believen op aangesloten.

MIDI IN: Met deze ingang worden berichten vanandere MIDI-apparaten ontvangen.

MIDI OUT: Met deze uitgang worden berichten verstuurd

MIDI THRU: Met deze verbinding kunnen berichten diezijn ontvangen met MIDI IN weer verderworden verstuurd.

* De GT-6 is uitgerust met zowel “MIDI IN” als “MIDI OUT”aansluitingen.

MIDI-kanalen

MIDI is in staat om meerdere MIDI-apparaten onafhankelijkvan elkaar aan te sturen over één enkele MIDI-kabel. Dit ismogelijk door het concept van de MIDI-kanalen.

Het idee van MIDI-kanalen is te vergelijken met het ideevan televisiekanalen. Door op een televisietoestel van kanaalte wisselen is het mogelijk een groot aantal verschillendeprogramma’s te bekijken. Dit is mogelijk omdat deinformatie van een bepaald kanaal kan worden ontvangenwanneer de kanalen van de zender en de ontvanger opelkaar zijn afgestemd.

MIDI beschikt over zestien kanalen (1-16), en MIDI-berichten zullen worden ontvangen door het instrument(het ontvangend apparaat) waarvan het kanaalovereenstemt met het kanaal van de zender.

* Wanneer de Omni Mode is ingeschakeld, zal data van alleMIDI-kanalen worden ontvangen, ongeacht de MIDI-kanaalinstelling. Indien u niet een specifiek MIDI-kanaal wenst tegebruiken, kunt u Omni aan laten staan.

Belangrijkste typen MIDI-berichten op de GT-6MIDI beschikt over een groot aantal typen MIDI-berichtenwaarmee een scala aan informatie kan worden uigewisseld.MIDI-berichten kunnen ruwweg in twee typen wordenonderverdeeld; berichten die afzonderlijk door een MIDI-kanaal worden verwerkt (kanaalberichten), en berichten diegeen betrekking hebben op een MIDI-kanaal(systeemberichten).

KanaalberichtenDeze berichten hebben betrekking op informatie over eenuitvoering. Normaliter zullen deze berichten de grootsteinvloed hebben. De wijze waarop een ontvangend apparaatzal reageren op elk type MIDI-bericht wordt bepaald doorde instellingen van het ontvangende toestel.

Program Change berichtenDeze berichten worden in het algemeen gebruikt voor hetselecteren van verschillende geluiden en bevatten eenprogram change nummer van 1 tot 128 dat het betreffendegeluid aanwijst. Met de GT-6 kunt u ook tot aan 340verschillende patchnummers selecteren in combinatie metbank select berichten; een soort control change bericht.

Control Change berichtenDeze berichten worden gebruikt om de expresssie van eenuivoering te vergroten. Ieder bericht bevat een controllernummer, en de instelling van het ontvangende apparaat zalbepalen welk aspect van het geluid zal worden beïnvloeddoor control change berichten van een bepaald controllernummer.

De betreffende parameters kunnen met de GT-6 wordeningesteld.

Appendix

Zender A

T.V.-informatie van tal van verschillende zenders wordt via een antenne naar het toestel gestuurd

Kies het kanaal van de zender waar u naar wilt kijken

Zender B

Zender C

Page 71: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

71

SysteemberichtenTot de systeemberichten behoren Exclusive berichten,berichten met betrekking tot synchronisatie en berichten dieworden gebruikt om een MIDi-systeem correct te latenfunctioneren.

Exclusive berichtenExclusive berichten bevatten informatie die betrekking heeftop de unieke geluidsinstellingen van een apparaat of opandere voor dat toestel specifieke informatie. Over hetalgemeen kunnen dergelijke berichten alleen wordenuitgewisseld tussen apparaten van hetzelfde model en vandezelfde fabrikant. Exclusive berichten kunnen wordengebruikt om de instellingen voor effectprogramma’s op teslaan in een sequencer, of om dergelijke data uit te wisselenmet andere GT-6’s.Voor het uitwisselen van SysEX berichten dienen de tweetoestellen te zijn ingesteld op hetzelfde device ID nummer.

Over MIDI-toepassingenMet MIDI kan een scala aan berichten tussen instrumentenworden uitgewisseld, maar het is niet zo dat alle soortenvan berichten tussen twee willekeurige MIDI-toestellenkunnen worden uitgewisseld. Twee toestellen kunnen alleenmet elkaar communiceren als ze gemeenschappelijke typenberichten gebruiken.

Daarom zit bij de gebruiksaanwijzing van elk MIDI-apparaat een “MIDI Implementation Chart”. Op deze kaartstaan de typen berichten die het apparaat kan ontvangen enverzenden. Door de MIDI Implementation Chart van tweeapparaten met elkaar te vergelijken, kunt u in één oogopslagzien welke berichten de apparaten met elkaar kunnenuitwisselen. Daar deze kaarten altijd hetzelfde formaathebben, kunt u twee kaarten met elkaar vergelijken door zesimpelweg naast elkaar te houden.

Hoofdstuk 8 Andere functies

Er is nog een andere publicatie, getiteld “MIDI-imple-mentation”. Hierin staat een gedetailleerd overzichtover de toepassing van MIDI in deze eenheid. Indien udeze publicatie in bezit wilt krijgen (wanneer u bijvoor-beeld op byte-level wilt gaan programmeren), neem dancontact op met het dichtstbijzijnde Roland ServiceCentrum, of een erkende Roland distributeur.

Appendix

TransmitFunction

Hier vouwenMIDI-apparaat A MIDI-apparaat B

Recognized Remarks

Page 72: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

72

Een bank select bericht bestaat uit een set van twee control change berichten, de controllers genummerd 0 en 32. Normaliterselecteert u een geluid door het gebruik van het bank select bericht, gevolgd door een program change bericht. Op de GT-6worden deze berichten gebruikt om patchnummers te wijzigen.

Patchnummers wijzigen vanuit de GT-6 op een extern MIDI-apparaat. Wanneer een patch is geselecteerd op de GT-6 dan zullen het door de GT-6 verzonden bank select bericht en het programchange bericht met elkaar corresponderen zoals hieronder wordt getoond.

* Indien u wilt weten of het ontvangende apparaat al dan niet bank select berichten kan herkennen, raadpleeg dan de beschrijving vancontrol changes op de MIDI Implementation Chart die is geleverd bij het ontvangende toestel.

* Indien het ontvangende apparaat geen bank select berichten kan herkennen, zal het dergelijke berichten negeren en alleen de programchange berichten herkennen.

Van patch veranderen met bank select berichten

fig.10-201

Bank Nummer

1 2 3 4

1 0,0,1 0,0,2 0,0,3 0,0,4

2 0,0,5 0,0,6 0,0,7 0,0,8

3 0,0,9 0,0,10 0,0,11 0,0,12

4 0,0,13 0,0,14 0,0,15 0,0,16

5 0,0,17 0,0,18 0,0,19 0,0,20

6 0,0,21 0,0,22 0,0,23 0,0,24

7 0,0,25 0,0,26 0,0,27 0,0,28

8 0,0,29 0,0,30 0,0,31 0,0,32

9 0,0,33 0,0,34 0,0,35 0,0,36

10 0,0,37 0,0,38 0,0,39 0,0,40

11 0,0,41 0,0,42 0,0,43 0,0,44

12 0,0,45 0,0,46 0,0,47 0,0,48

13 0,0,49 0,0,50 0,0,51 0,0,52

14 0,0,53 0,0,54 0,0,55 0,0,56

15 0,0,57 0,0,58 0,0,59 0,0,60

16 0,0,61 0,0,62 0,0,63 0,0,64

17 0,0,65 0,0,66 0,0,67 0,0,68

18 0,0,69 0,0,70 0,0,71 0,0,72

19 0,0,73 0,0,74 0,0,75 0,0,76

20 0,0,77 0,0,78 0,0,79 0,0,80

21 0,0,81 0,0,82 0,0,83 0,0,84

22 0,0,85 0,0,86 0,0,87 0,0,88

23 0,0,89 0,0,90 0,0,91 0,0,92

24 0,0,93 0,0,94 0,0,95 0,0,96

25 0,0,97 0,0,98 0,0,99 0,0,100

26 1,0,1 1,0,2 1,0,3 1,0,4

27 1,0,5 1,0,6 1,0,7 1,0,8

28 1,0,9 1,0,10 1,0,11 1,0,12

29 1,0,13 1,0,14 1,0,15 1,0,16

30 1,0,17 1,0,18 1,0,19 1,0,20

Bank Nummer

1 2 3 4

31 1,0,21 1,0,22 1,0,23 1,0,24

32 1,0,25 1,0,26 1,0,27 1,0,28

33 1,0,29 1,0,30 1,0,31 1,0,32

34 1,0,33 1,0,34 1,0,35 1,0,36

35 1,0,37 1,0,38 1,0,39 1,0,40

36 1,0,41 1,0,42 1,0,43 1,0,44

37 1,0,45 1,0,46 1,0,47 1,0,48

38 1,0,49 1,0,50 1,0,51 1,0,52

39 1,0,53 1,0,54 1,0,55 1,0,56

40 1,0,57 1,0,58 1,0,59 1,0,60

41 1,0,61 1,0,62 1,0,63 1,0,64

42 1,0,65 1,0,66 1,0,67 1,0,68

43 1,0,69 1,0,70 1,0,71 1,0,72

44 1,0,73 1,0,74 1,0,75 1,0,76

45 1,0,77 1,0,78 1,0,79 1,0,80

46 1,0,81 1,0,82 1,0,83 1,0,84

47 1,0,85 1,0,86 1,0,87 1,0,88

48 1,0,89 1,0,90 1,0,91 1,0,92

49 1,0,93 1,0,94 1,0,95 1,0,96

50 1,0,97 1,0,98 1,0,99 1,0,100

51 2,0,1 2,0,2 2,0,3 2,0,4

52 2,0,5 2,0,6 2,0,7 2,0,8

53 2,0,9 2,0,10 2,0,11 2,0,12

54 2,0,13 2,0,14 2,0,15 2,0,16

55 2,0,17 2,0,18 2,0,19 2,0,20

56 2,0,21 2,0,22 2,0,23 2,0,24

57 2,0,25 2,0,26 2,0,27 2,0,28

58 2,0,29 2,0,30 2,0,31 2,0,32

59 2,0,33 2,0,34 2,0,35 2,0,36

60 2,0,37 2,0,38 2,0,39 2,0,40

Bank Nummer

1 2 3 4

61 2,0,41 2,0,42 2,0,43 2,0,44

62 2,0,45 2,0,46 2,0,47 2,0,48

63 2,0,49 2,0,50 2,0,51 2,0,52

64 2,0,53 2,0,54 2,0,55 2,0,56

65 2,0,57 2,0,58 2,0,59 2,0,60

66 2,0,61 2,0,62 2,0,63 2,0,64

67 2,0,65 2,0,66 2,0,67 2,0,68

68 2,0,69 2,0,70 2,0,71 2,0,72

69 2,0,73 2,0,74 2,0,75 2,0,76

70 2,0,77 2,0,78 2,0,79 2,0,80

71 2,0,81 2,0,82 2,0,83 2,0,84

72 2,0,85 2,0,86 2,0,87 2,0,88

73 2,0,89 2,0,90 2,0,91 2,0,92

74 2,0,93 2,0,94 2,0,95 2,0,96

75 2,0,97 2,0,98 2,0,99 2,0,100

76 3,0,1 3,0,2 3,0,3 3,0,4

77 3,0,5 3,0,6 3,0,7 3,0,8

78 3,0,9 3,0,10 3,0,11 3,0,12

79 3,0,13 3,0,14 3,0,15 3,0,16

80 3,0,17 3,0,18 3,0,19 3,0,20

81 3,0,21 3,0,22 3,0,23 3,0,24

82 3,0,25 3,0,26 3,0,27 3,0,28

83 3,0,29 3,0,30 3,0,31 3,0,32

84 3,0,33 3,0,34 3,0,35 3,0,36

85 3,0,37 3,0,38 3,0,39 3,0,40

Bank Select MSB

Bank Select LSB

Programmanummer

Page 73: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

73

Patchnummers wijzigen op de GT-6 met de bank select berichtenverstuurd vanuit een extern MIDI-apparaat. Om patchnummers op de GT-6 te veranderen met bank select berichten die zijn verstuurd vanuit een extern MIDI-apparaat,controleert u of de externe bank select berichten en de program changes berichten corresponderen met de patchnummers vande GT-6.

Van patch veranderen met bank select berichten

PC# : Programmanummer

PC# Bank Select

0 1 2 3

1 1-1 26-1 51-1 76-1

2 1-2 26-2 51-2 76-2

3 1-3 26-3 51-3 76-3

4 1-4 26-4 51-4 76-4

5 2-1 27-1 52-1 77-1

6 2-2 27-2 52-2 77-2

7 2-3 27-3 52-3 77-3

8 2-4 27-4 52-4 77-4

9 3-1 28-1 53-1 78-1

10 3-2 28-2 53-2 78-2

11 3-3 28-3 53-3 78-3

12 3-4 28-4 53-4 78-4

13 4-1 29-1 54-1 79-1

14 4-2 29-2 54-2 79-2

15 4-3 29-3 54-3 79-3

16 4-4 29-4 54-4 79-4

17 5-1 30-1 55-1 80-1

18 5-2 30-2 55-2 80-2

19 5-3 30-3 55-3 80-3

20 5-4 30-4 55-4 80-4

21 6-1 31-1 56-1 81-1

22 6-2 31-2 56-2 81-2

23 6-3 31-3 56-3 81-3

24 6-4 31-4 56-4 81-4

25 7-1 32-1 57-1 82-1

26 7-2 32-2 57-2 82-2

27 7-3 32-3 57-3 82-3

28 7-4 32-4 57-4 82-4

29 8-1 33-1 58-1 83-1

30 8-2 33-2 58-2 83-2

31 8-3 33-3 58-3 83-3

32 8-4 33-4 58-4 83-4

33 9-1 34-1 59-1 84-1

34 9-2 34-2 59-2 84-2

35 9-3 34-3 59-3 84-3

PC# Bank Select

0 1 2 3

36 9-4 34-4 59-4 84-4

37 10-1 35-1 60-1 85-1

38 10-2 35-2 60-2 85-2

39 10-3 35-3 60-3 85-3

40 10-4 35-4 60-4 85-4

41 11-1 36-1 61-1 :

42 11-2 36-2 61-2 :

43 11-3 36-3 61-3 :

44 11-4 36-4 61-4 :

45 12-1 37-1 62-1 :

46 12-2 37-2 62-2 :

47 12-3 37-3 62-3 :

48 12-4 37-4 62-4 :

49 13-1 38-1 63-1 :

50 13-2 38-2 63-2 :

51 13-3 38-3 63-3 :

52 13-4 38-4 63-4 :

53 14-1 39-1 64-1 :

54 14-2 39-2 64-2 :

55 14-3 39-3 64-3 :

56 14-4 39-4 64-4 :

57 15-1 40-1 65-1 :

58 15-2 40-2 65-2 :

59 15-3 40-3 65-3 :

60 15-4 40-4 65-4 :

61 16-1 41-1 66-1 :

62 16-2 41-2 66-2 :

63 16-3 41-3 66-3 :

64 16-4 41-4 66-4 :

65 17-1 42-1 67-1 :

66 17-2 42-2 67-2 :

67 17-3 42-3 67-3 :

68 17-4 42-4 67-4 :

69 18-1 43-1 68-1 :

70 18-2 43-2 68-2 :

PC# Bank Select

0 1 2 3

71 18-3 43-3 68-3

72 18-4 43-4 68-4

73 19-1 44-1 69-1

74 19-2 44-2 69-2

75 19-3 44-3 69-3

76 19-4 44-4 69-4

77 20-1 45-1 70-1

78 20-2 45-2 70-2

79 20-3 45-3 70-3

80 20-4 45-4 70-4

81 21-1 46-1 71-1

82 21-2 46-2 71-2

83 21-3 46-3 71-3

84 21-4 46-4 71-4

85 21-1 47-1 72-1

86 22-2 47-2 72-2

87 22-3 47-3 72-3

88 22-4 47-4 72-4

89 23-1 48-1 73-1

90 23-2 48-2 73-2

91 23-3 48-3 73-3

92 23-4 48-4 73-4

93 24-1 49-1 74-1

94 24-2 49-2 74-2

95 24-3 49-3 74-3

96 24-4 49-4 74-4

97 25-1 50-1 75-1

98 25-2 50-2 75-2

99 25-3 50-3 75-3

100 25-4 50-4 75-4

: : :

: : :

: : :

: : :

128 25-4 50-4 75-4

Appendix

Page 74: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

74

Herstel van fabrieksinstellingen(Factory Reset)Het herstellen van de instellingen waarmee de GT-6 defabriek verliet, wordt aangeduid als “Factory Reset”.

Niet alleen kunt u instellingen van de GT-6 terugzetten naarde waarden zoals die in de fabriek werden ingesteld, u kuntook aangeven welke voorkeuren hersteld dienen te worden.

1. Schakel de stroom uit.

2. Terwijl u de PREAMP/SPEAKER aan/uit knop en[TYPE VARIATION] ingedrukt houdt, schakelt u destroom weer in.

* Druk op [EXIT] om Factory Reset af te breken.

3. Druk op PARAMETER [�] [�] om de cursor teverplaatsen en draai aan de PATCH/VALUE draaiknopom de reeks van instellingen aan te geven die moetenworden hersteld.

System:

Systeem parameters, Harmonist scales, Auto Riff frasen,voorversterker, Overdrive/Vervorming en Wah CustomEdit parameter instellingen.

#1-1–#35-4:

Instelling voor patchnummer 1-1 tot en met 35-4

4. Druk op [ENTER] indien u wilt doorgaan met deFactory Reset.

De aangegeven reeks zal worden teruggezet naar defabrieksinstellingen, en u keert terug naar het Playscreen.

Fabrieksinstellingen

TunerTUNER Pitch: A= 440 HzTUNER Out: Bypass

Output SelectOutput Select: COMBO AMP

GlobalLow EQ: 0dBHigh EQ: 0dBNS Threshold: 0dBReverb Level: 100%

SystemLCD Contrast: 16BANK Extent: 85Patch Change Mode: Wacht op een nummerAssign Hold: AanDial Function: PATCH No.& VALUEKnob Mode: OnmiddellijkPedal Tuner SW: UitAmp Switch Mode: Amp Aan/UitSub CTL1 Func: ToewijsbaarSub CTL2 Func: Toewijsbaar

MIDIMIDI RX Channel: 1MIDI Omni Mode: Omni OnMIDI TX Channel: RxMIDI Device ID: 1MIDI Sync Clock: AutoMIDI PC OUT: AanMIDI EXP OUT: 7MIDI EXP SW OUT: 81MIDI CTL OUT: 80MIDI Sub CTL1OUT: UitMIDI Sub CTL2OUT: UitMIDI Map Select: Vast

Manual1: PRE (PRE/SP SIM)2: OD (OD/DS)3: DD (DELAY)4: CE (CHORUS)

: FX-1: FX-2

1

3

3

4

12

De reeks data die naar de fabrieksinstellingen worden teruggezet.

Page 75: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

75

Indien er geen geluid is of in geval van andere problemen ishet raadzaam eerst de volgende oplossingen door te lopen.Indien het probleem niet kan worden verholpen, neem dancontact opmet uw dealer of het dichtstbijzijnde RolandService Centrum.

Geen geluid / volume te laag❍ Zijn de verbindingskabels defect?� Probeer een andere set kabels.

❍ Is de GT-6 juist aangesloten op de andere apparaten?� Controleer de verbindingen met de andere apparaten

(pag. 12)

❍ Is de aangesloten versterker of mixer uitgeschakeld of ishet volume te laag ingesteld?

� Controleer de instellingen van de versterker en/of mixer.

❍ Is de OUTPUT LEVEL knop omlaag gedraaid?� Zet de OUTPUT LEVEL knop in een hogere stand.

❍ Is de TUNER/BYPASS ingeschakeld?� Wanneer het volume in de Tuner/Bypass mode is inge-

steld op “mute”, zal zelfs het basis signaal niet naar deoutput worden gestuurd indien de Tuner/Bypass op“Aan” wordt gezet (pag. 58).

❍ Zijn alle effecten juist ingesteld?� Gebruik de “Meter function” (pag. 60) om het output-

niveau van elk effect te controleren. Indien er een effectis waarvoor de meter niet uitslaat, dient u de instellin-gen van dat effect te controleren (pg. 24).

❍ Is “FV: Level” of “MST: Patch Level” aangewezen alseen pedal assign target?

� Zet de controller op de juiste target.

Het volume van het instrumentaangesloten op INPUT en RETURN iste laag❍ Gebruikt u misschien een verbindingskabel waarin een

transistor zit?� Gebruik een verbindingskabel zonder transistor.

Patch wordt niet gewijzigd❍ Vertoont het display iets anders dan het Play screen?� Op de GT-6 kunnen patches alleen worden geselecteerd

wanneer het display het Play screen toont. Druk op[EXIT] om terug te keren naar het Play screen (pag. 13)

Parameters opgegeven met controlassign kunnen niet worden gebruikt❍ Is het effect wellicht uitgeschakeld?� Om een parameter te gebruiken door gebruik van het

expressiepedaal of het schakelpedaal dient het effect datdie parameter bevat te zijn ingeschakeld.

❍ Is er iets anders dan “Assignable” geselecteerd voor defunctie instelling SUB CTL 1,2?

� Wanneer u een voetschakelaar gebruikt die is aangeslo-ten op de SUB EXP/SUB CTL 1,2 jack, dient de SUB CTL1,2 functie (pag. 63) te zijn ingesteld op “ASSIGNABLE”.

❍ Zijn de MIDI-kanaal instellingen van beide apparaten opelkaar afgestemd?

� Zorg ervoor dat de MIDI-kanalen van beide apparatenop elkaar zijn afgestemd (pag. 65).

❍ Zijn de controller nummer-instellingen van beide appa-raten op elkaar afgestemd?

� Zorg ervoor dat controller nummer-instellingen vanbeide apparaten op elkaar zijn afgestemd (pag. 65).

MIDI-berichten worden nietverzonden/ontvangen ❍ Zijn de MIDI-kabels defect?� Probeer een andere set MIDI-kabels.

❍ Is de GT-6 juist aangesloten op het andere MIDI-apparaat?

� Controleer de verbinding met het andere MIDI-apparaat.

❍ Zijn de MIDI-kanaal instellingen van beide apparaten opelkaar afgestemd?

� Zorg ervoor dat de MIDI-kanalen van beide apparatenop elkaar zijn afgestemd (pag. 65).

� Wanneer u de GT-6 berichten laat versturen, zorg er danvoor dat de GT-6 juist is ingesteld op het verzenden vandata.

� Controleer de aan/uit status (pag. 66) voor hetverzenden van program change berichten, evenals deinstellingen voor de te verzenden controller nummers(pag. 66).

Oplossen van problemenAppendix

Page 76: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

76

FoutmeldingenIndien u een onjuiste operatie probeert uit te voeren ofindien een operatie niet kon worden uitgevoerd/voltooid,zal in het display een foutmelding verschijnen. Raadpleg devolgende lijst om op de juiste manier op de foutmelding tereageren.

● De batterij voor het geheugen van de GT-6 raakt leeg.(Deze melding verschijnt als de stroom wordt ingescha-keld.)

❍ Vervang de batterij zo spoedig mogelijk. Neem voor hetvervangen van batterijen contact op met het dichtst-bijzijnde Roland Service Centrum.

● Er is een probleem met de verbinding via de MIDI-kabel.

❍ Controleer of de kabel is losgetrokken of korstsluitingmaakt.

● U heeft geprobeerd van patch te verwisselen door tedraaien aan de PATCH/VALUE draaiknop, maar de Dialfunctie (pag. 61) is ingesteld op “Value only”.

❍ Indien u van patches wilt wisselen met behulp van dePATCH/VALUE draaiknop, dient u de Dial function inte stellen op “PATCH no.& VALUE.”

● Er werden in korte tijd meer MIDI-berichten ontvangendan konden worden verwerkt.

Van patch veranderen met bank select berichten

Page 77: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

MIDI Implementation Chart

Function...

BasicChannel

Mode

NoteNumber :

Velocity

AfterTouch

Pitch Bend

ControlChange

ProgChange

System Exclusive

SystemCommon

SystemReal Time

AuxMessage

Notes

Transmitted Recognized Remarks

DefaultChanged

DefaultMessagesAltered

True Voice

Note ONNote OFF

Key'sCh's

0, 321—31

33—6364—95

: True #

: Song Pos: Song Sel: Tune

: Clock: Command

: All sound off: Local ON/OFF: All Notes OFF: Active Sense: Reset

1—161—16

XX

XX

X**************

XX

X

O (0—3)OOO

OOXO

O0—127

O

XXX

XO

XXXXX

1—161—16

OMNI ON/OFFXX

XX

X**************

XX

X

O0—127

O

XXX

OX

XXXOX

* 1 MSB data of a value of 04H or higher, and the LSB are ignored.* 2 Recognizes messages designated for use for realtime control over parameters.

Model GT-6 Version: 1.00MIDI Implementation Chart

**************

Mode 1 : OMNI ON, POLY

Mode 3 : OMNI OFF, POLY

Mode 2 : OMNI ON, MONO

Mode 4 : OMNI OFF, MONO

O : Yes

X : No

Memorized

Memorized

GITAAR EFFECTS PROCESSOR

Bank Select

Program Number1—128

A separate publication titled MIDI Implementation is also available. It provides complete details concerning the way MIDI has been implemented on this unit. If you should require this publication (such as when you intend to carry out byte-level programming), please contact the nearest Roland Service Center or authorized Roland distributor.

* 1* 2

* 2

77

Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd

Appendix

Page 78: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

78

GT-6: Guitar Effects Processor

AD Conversie

24 bit + AF methode

DA Conversie

24 bit

Sampling frequentie

44.1 kHz

Programma-geheugens

340: 140 (user) + 200 (voorgeprogrammeerde)

Nominaal Ingangs niveau

INGANGS: -10 dBu

RETURN: -10 dBu

Ingangs Impedantie

INGANGS: 1 M Q

RETURN: 220 kQ

Nominal Uitgangs niveau

UITGANG: 0 dBu

SEND: -10 dBu

Uitgangs Impedantie

UITGANG : 2 kQ

SEND: 2 kQ

Digitale Output

EIAJ CP12O1, S/P DIF

Dynamisch bereik

100 dB of groter (IHF-A)

Bedieningsknoppen

<Voorpaneel>

(PREAMP/SPEAKER)

TYPE knop

GAIN knop

BASS knop

MIDDLE knop

TREBLE knop

LEVEL knop

SPEAKER knop

Aan/Uit knop

TYPE VARIATION drukknop

(OVERDRIVE/DISTORTION)

TYPE knop

DRIVE knop

LEVEL knop

Aan/Uit knop

TYPE VARIATION drukknop

(DELAY)

FEEDBACK knop

LEVEL knop

Aan/Uit knop

TAP drukknop

(CHORUS)

LEVEL knop

Aan/Uit knop

(REVERB)

LEVEL knop

Aan/Uit knop

(WAH)

Aan/Uit knop

(EQ)

Aan/Uit knop

(FX-1)

Aan/Uit knop

(FX-2)

Aan/Uit knop

(MASTER)

PATCH LEVEL knop

Specificaties

Page 79: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

79

PARAMETER drukknops L/R

EXIT drukknop

WRITE drukknop

EZ TONE drukknop

PEDAL ASSIGN drukknop

OUTPUT SELECT drukknop

TUNER/BYPASS drukknop

NAME/NS/MASTER drukknop

UTILITY drukknop

MANUAL drukknop

Nummer pedalen l-4

BANK pedalen (Op/Neer)

Schakelpedaal

Expressiepedaal

Expressiepedaalpedaalschakelaar

PATCH/VALUE draaiknop

<Achterpaneel>

OUTPUT LEVEL knop

Aan/uit schakelaar

Display

16 karakters, 2 regels (backlit LCD)

2 karakters, 7 segmenten LED

Aansluitingen

INPUT jack

OUTPUT jacks L (MONO)/R

KOPTELEFOON jack

SEND jack

RETURN jack

DIGITAL OUT aansluiting (coax)

SUB EXP PEDAL/SUB CTL PEDAL1,2 jack

MIDI aansluiting IN/OUT

AC Adapter

Stroom adapter

AC 14 V; Supply AC adapter (BOSS BRC series)

Stroom vermogen

800 mA

Afmetingen

515 (breedte) x 261 (diepte) x 75 (hoogte) mm

20-5/16 ( breedte) x 10-5/16 ( diepte) x 3 (hoogte) inches

Gewicht

4.7 kg (zonder AC adapter)

Accessoires

AC adapter (BRC serie)

Gebruikershandleiding

Lees dit eerst (inlegblad)

Roland Service (informatiepagina)

Optie

Voetschakelaar : FS-5U, FS-5L

Expressiepedaal: EV-5 (Roland), FV-300L + PCS-33 (Roland)

Voetschakelaarkabel: PCS-31 (Roland)

(1/4 inches koptelefoonplug (stereo) – 1/4 incheskoptelefoonplug (mono) x 2)

* 0 dBu = 0.775 Vrms

In het kader van productverbetering kunnen de specificatiesen/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaandeaankondiging gewijzigd worden.

Specificaties

AF Method (Adaptive Focus method)

Dit is een door Roland ontwikkelde methode die zorgtvoor een sterke verbetering in de signaal-ruisverhouding van de A/D en D/A converters.

Appendix

Page 80: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

80

AAC Adapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11Active Range . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52Assign (toewijzen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49

BBANK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10Bank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15Bank Extent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61Bank Select bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72BASS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8BPM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46Bulk Dump . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67Bulk Load . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67-68

CChannel bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9,29Control Change bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70COSM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7CTL (Control) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10Custom (instellingen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53-55Customize functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53

DDELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9,28Dial Functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61DIGITAL OUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11,60Direct Sound . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8, 16DRIVE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9

EEffect Chain . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21Effect Sound . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9,32Exclusive bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71EXIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10EXP PEDAL SW ON/OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10EXP PEDAL SW (Expressiepedaal) . . . . . . . . . . . . . . .10Expressiepedaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10, 13, 47Expressiepedaalschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47Expression Pedal Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62Externe Effect Processor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60EZ TONE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10,17

FFabrieksinstellingen terugzetten (Factory Reset) . . .74FEEDBACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9Foot Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46FV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46FX-1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9, 32FX-2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9, 35

GGAIN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8Global (algehele geluid) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59

IINPUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11

KKabelhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11,13Knoppen instellen (Knob Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . .62Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22KOPTELEFOON . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11

LLatch-Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51LCD Contrast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61Level Meter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60LEVEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9

MManual Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56MANUAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10Master BPM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46MASTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46MIDDLE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9MIDI Implementation Chart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77MIDI Implementation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71, 77MID IN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11MIDI Map Select . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69MIDI OUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11MIDI-connector . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70MIDI-kanaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70Momentary-Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51

NNAME/NS/MASTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10NS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45NUMBER pedalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10

Index

Page 81: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

81

Nummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15Omwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23Output Select . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12, 14OUTPUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11-12,14OUTPUT LEVEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11,13OUTPUT SELECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10OVERDRIVE/DISTORTION . . . . . . . . . . . . . . . .9,27,54

PPARAMETER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9Patch Change Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61Patch Change (Schakelen tussen patches) . . . . . . . . .15Patch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15PATCH LEVEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8,56PATCH/VALUE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9Patchnaam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21PEDAL ASSIGN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10Pedal Assign . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47Pedal Bend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20Play Screen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13, 16Pedal Wah . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55Pedaaleffecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20Polariteitschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13POWER schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11PREAMP/SPEAKER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-9,24Preset (voorgeprogrammeerde) Bank . . . . . . . . . . . . .15Preset (voorgeprogrammeerde) Patch . . . . . . . . . . . .15Program Change bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70Program Change Map . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69Quick Setting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19

RRETURN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11REVERB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9,29

SSchakelpedaal (CTL Pedal) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47SEND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11Source . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51Source Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51SPEAKER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9Standaard pitch (toonhoogte) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58Stemmen (gitaar) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57SUB CTL 1,2 Functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63SUB EXP PEDAL/SUB CTL 1,2 . . . . . . . . . . . . . . . . .11Systeem bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71

TTAP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9,28Target Range . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50TREBLE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9TUNER/BYPASS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10Tuner/Bypass Functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57Tuning Guide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57TYPE VARIATION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9,17-18TYPE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-9

UUser Bank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15User Patch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15User Phrase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43User Scale . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39UTILITY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10

VVoetschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13Voorversterker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53

wWah . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20WAH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9,30Write . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22WRITE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10

Index

Appendix

Page 82: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

82

MEMO

Page 83: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te

Dit product handelt in overeenstemming met de vereisten van European Directive 89/336/EEC

Voor EU landen

Dit apparaat bevat

Lithium batterijen

WAARSCHUWING!Wanneer de batterij niet op juiste wijzewordt geplaatst,ontstaat er explosiegevaar.Vervang deze alleen door dezelfde,of hetequivalent daarvan,aangeraden door defabrikant.De batterijen dienen volgens de instructiesvan de fabrikant opgeruimd te worden.

VARNINGExplosionsfara vid felaktigt batteribyte.Använd samma batterityp eller en ekvivalent typ som rekommenderas av apparattillverkaren.Kassera använt batteri enligt fabrikantens instruktion.

CAUTIONDanger of explosion if battery is incorrectly replaced.Replace only with the same or equivalent type recommended by the manufacturer.Discard used batteries according to the manufacturer’s instructions.

ADVARSELEksplosjonsfare ved feilaktig skifte av batteri.Benytt samme batteritype eller en tilsvarende type anbefalt av apparatfabrikanten.Brukte batterier kasseres i henhold til fabrikantens instruks joner.

VAROITUSParisto voi räjähtää, jos se onvirheellisesti asennettu.Vaihda paristo ainoastaan laitevalmistajan suosittelemaan tyyppiin. Hävitä käytetty paristo valmistajan ohjeiden mukaisesti.

For Canada

This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.

Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.

NOTICE

AVIS

For the USA

FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION

RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT

This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct theinterference by one or more of the following measures:

– Reorient or relocate the receiving antenna.– Increase the separation between the equipment and receiver.– Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.– Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.

This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.

Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.

Voor EU landen

Page 84: Gebruikershandleiding · Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te