Voorbereiding voor opname · BOSS is een geregistreerd handelsmerk van BOSS CORPORATION in de...

158
Handleiding

Transcript of Voorbereiding voor opname · BOSS is een geregistreerd handelsmerk van BOSS CORPORATION in de...

  • Handleiding

  • * Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.

    * Windows© staat officieel bekend als: ‘Microsoft® Windows® besturingssysteem’.

    * Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Inc.

    * Mac OS is een handelsmerk van Apple Inc.

    * Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.

    * Het SD logo ( ) en SDHD logo ( ) zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.

    * MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent portfolio dat zich met microprocessor architectuur bezig houdt, welke door Technology Properties Limited (TPL) werd ontworpen. Roland heeft een licentie voor de technologie van de TPL groep.

    Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het apparaat op een veilige manier

    gebruiken’(p.4), en ‘Belangrijke opmerkingen’(p. 6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste

    wijze gebruiken van het apparaat.

    Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit

    te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren.

    Copyright © 2010 BOSS CORPORATION

    Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION gereproduceerd worden.

    BOSS is een geregistreerd handelsmerk van BOSS CORPORATION in de verenigde Staten van Amerika en/of andere landen.

  • Sn

    elle

    sta

    rt

    Opnamestroom op de BR-800

    Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Voo

    rber

    eid

    ing

    voo

    r o

    pn

    ame

    Op

    nem

    en/

    afsp

    elen

    Eff

    ecte

    n

    geb

    ruik

    enR

    itm

    e g

    ebru

    iken

    Opnemen terwijl het ritme wordt beluisterd

    Opnemen met toegepaste effecten

    Voorbereiding voor opname

    Opnemen/afspelen

    Een song bewerken

    Een song masteren

    Aansluitingen maken (p.32)De stroom aan/uitzetten (p.34)

    Opnemen (p.36)Afspelen (p.41)

    Het Insert-effect aan/uitzetten (p.55)Het Insert-effect op eenvoudige wijze bewerken (p.55)

    Ritme aan/uitzetten (p.90)Patronen spelen (p.91)

    Tracks kopiëren of wissen (p.105)De song een naam geven (p.108)

    Mastering gebruiken voor het creëren van een song (p.112)Na Mastering van songs gebruikmaken (p.116)

    3 Ap

  • ºUSING THE UNIT SAFELY

    002c• Maak het apparaat en zijn adaptor niet open en

    voer geen interne modificaties uit.

    .........................................................................................................003• Tracht het apparaat niet te repareren of onder-

    delen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan). Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.

    .........................................................................................................004• Installeer het apparaat nooit op de volgende

    locaties.• Locaties die aan extreme temperaturen onder-

    hevig zijn (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmte-kanaal of bovenop warmte genererende apparatuur, of

    • die vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes, op natte vloeren, of

    • aan stoom of rook blootstaan of die• aan zout blootstaan of die• aan regen blootstaan of die • stoffig of zanderig zijn of • aan een hoge mate van vibratie en schokken onderhevig

    zijn..........................................................................................................007• Zorg dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst,

    dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.

    .........................................................................................................008c• Gebruik alleen de adaptor die bij het apparaat

    hoort. Controleer ook of het lijnvoltage met het ingangsvoltage overeenkomt, dat op de behuizing van de adaptor wordt vermeld. Andere adaptors kunnen een andere polariteit gebruiken of op een ander voltage zijn ontworpen. Het gebruik daarvan kan derhalve tot schade, storingen of elektrische schok leiden.

    .........................................................................................................

    009• Buig of draai het netsnoer niet overmatig en

    plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, elementen kunnen afbreken en kortsluiting kan ontstaan. Bescha-digde snoeren brengen risico’s van brand en schok met zich mee!

    .........................................................................................................010• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie

    met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.

    .........................................................................................................011• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld

    brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.

    .........................................................................................................012c• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het

    stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtst-bijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:• De adaptor of het netsnoer is beschadigd, of• er rook of een ongewone geur optreedt• er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn

    gekomen, of• het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze

    nat is geworden), of• het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een

    duidelijke verandering in werking laat zien..........................................................................................................

    HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

    Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.

    * Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.

    Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.

    Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.

    Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.

    Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.

    HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

    INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN

    Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen

    WAARSCHUWING

    VOORZICHTIG

    NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT

    WAARSCHUWING WAARSCHUWING

    4

  • 5

    • In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.

    .........................................................................................................

    • Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)

    .........................................................................................................015• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een

    stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.

    .........................................................................................................016• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat

    gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina..

    .........................................................................................................019• Batterijen mogen nooit worden opgeladen,

    verhit, uit elkaar worden gehaald of in vuur of water worden geworpen.

    .........................................................................................................027• Stel batterijen nooit aan overmatige hitte bloot,

    zoals zonlicht, vuur en dergelijke.

    101b• De plaatsing van het apparaat en de adaptor

    dient zodanig te zijn, dat de juiste ventilatie niet wordt gehinderd.

    .........................................................................................................102d• Wanneer de stekker van de adaptor in het

    stopcontact of in dit apparaat wordt gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker vast, niet bij de kabel.

    .........................................................................................................103b• Haal de stekker van de adaptor regelmatig uit

    het stopcontact, en gebruik een droge doek om stof en andere opeenhopingen van de pinnen te verwijderen. Haal de stekker ook uit het stopcontact wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.

    .........................................................................................................104• Probeer het in de knoop raken van de snoeren en

    kabels te vermijden. Zorg er ook voor dat u alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen plaatst.

    .........................................................................................................106• Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen

    zware voorwerpen op.

    .........................................................................................................

    107d• Wanneer het netsnoer of zijn stekkers in het

    apparaat of het stopcontact wordt gestoken en u de kabel vasthoudt, mogen uw handen nooit nat zijn.

    .........................................................................................................108b• Voordat het apparaat wordt verplaatst,

    ontkoppelt u de adaptor en alle snoeren van externe apparaten.

    .........................................................................................................109b• Voordat het apparaat wordt schoongemaakt, zet u de stroom

    uit en haalt u de adaptor uit het stopcontact (p.32).

    .........................................................................................................110b• Wanneer er onweer in uw omgeving wordt

    verwacht, haalt u de adaptor uit het stopcontact.

    .........................................................................................................111: Selection

    • Wanneer op onjuiste wijze gebruikt, kunnen batterijen exploderen of lekken, en schade of verwondingen veroorzaken. Voor de veiligheid leest en neemt u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht (p.19).

    • Volg de installatie-instructies voor batterijen zorgvuldig op, en zorg dat u de juiste polariteit in acht neemt.

    • Gebruik nieuwe batterijen niet samen met gebruikte. Bovendien mogen verschillende types batterijen niet gemengd worden.

    • Verwijder de batterijen wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden.

    • Als een batterij heeft gelekt, gebruikt u een zacht stuk stof of keukenpapier om alle resten van de vloeistof uit het batterijcompartiment weg te vegen. Installeer dan nieuwe batterijen. Om huidontsteking te voorkomen moet u zorgen dat de batterijvloeistof niet met uw handen of huid in aanraking komt.

    • Wees uitermate voorzichtig zodat de vloeistof niet in de buurt of in uw ogen terechtkomt.

    • Als er vloeistof in de ogen terecht is gekomen, spoelt u het betreffende gebied direct met water.

    • Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten zoals balpennen, kettingen, haarspelden, enz.

    .........................................................................................................112• Gebruikte batterijen moeten weggegooid worden

    volgens de voorschriften voor het veilig verwij-deren van dit soort afval in uw regio.

    .........................................................................................................118c• Bewaar schroeven of kaartdeksels die u mogelijk

    verwijdert en de meegeleverde SD-kaart op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen, zodat deze geen onderdelen per ongeluk kunnen inslikken.

    .........................................................................................................120• Zet de fantoomvoeding altijd uit als een ander

    apparaat dan een condensator microfoon, die fantoomvoeding vereist, wordt aangesloten. U riskeert beschadigingen als u een dynamische microfoon, apparaten voor het afspelen van geluid of andere apparaten waarvoor geen fantoomvoeding vereist wordt, per ongeluk van fantoomvoeding voorziet. Controleer de specificaties van de microfoon die u gaat gebruiken, in de bij het apparaat behorende handleiding.(De fantoomvoeding van dit apparaat: 48 V DC, 10 mA Max)

    .........................................................................................................

    WAARSCHUWING

    VOORZICHTIG

    VOORZICHTIG

  • 6

    BELANGRIJKE OPMERKINGEN

    Stroomvoorziening:Gebruik van batterijen• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat

    door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasma-chine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een ruis-filter tussen dit apparaat en het stopcontact.

    • De adaptor zal na urenlang onafgebroken gebruik warmte afgeven. Dit is normaal, en geen reden tot ongerustheid.

    • Gebruik van eenadaptor wordt aanbevolen, aangezien het stroomverbruik van dit apparaat relatief hoog is. Wanneer u het gebruik van batterijen verkiest, gebruik dan het alkaline type.

    • Wanneer batterijen geïnstalleerd of vervangen worden, zet u dit apparaat en andere apparaten die u mogelijk heeft aangesloten altijd uit. Op die manier kunt u storin-gen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.

    • Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, moeten alle apparaten worden uitgeschakeld, om storin-gen en/of schade aan luidsprekers te voorkomen.

    Plaatsing• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers

    (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron.

    • Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.

    • Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze com-municatieapparaten zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen onder-vindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.

    • Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extremen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.

    • Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan, totdat de condensatie volle-dig is verdampt.

    • Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst, kunnen zijn rubber voeten het oppervlak doen verkleuren of beschadi-gen.U kunt een stukje vilt of doek onder de rubber voeten plaatsen om dit te voorkomen. Als u dit doet, moet u oppassen dat het apparaat niet glijdt of per ongeluk wordt verplaatst.

    Onderhoud• Voor het dagelijks schoonhouden van het apparaat

    gebruikt u een zachte, droge doek of één die met water licht vochtig is gemaakt. Om hardnekkig vuil te verwijde-ren gebruikt u een doek met een mild, niet-schurend reini-gingsmiddel.Daarna veegt u het apparaat grondig met een zachte, droge doek af.

    • Gebruik geen benzeen, thinner, alcohol of oplosmiddelen, omdat deze vervorming of kleurverandering kunnen ver-oorzaken.

    Reparaties en data• Wees er op bedacht dat alle data in het geheugen van dit

    apparaat verloren kunnen gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt aangeboden. Sla belangrijke data altijd op een SD-kaart of in een computer op of maak er een notitie van (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd geprobeerd om het verlies van data te vermijden, maar in bepaalde gevallen spijt het ons dat de opgeslagen inhoud niet meer hersteld worden (bijvoorbeeld als het circuit voor de geheugensectie zelfs niet meer werkt). Roland is niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data.

    Aanvullende voorzorgsmaatregelen• Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen door

    een storing of onjuist gebruik van het apparaat onherstel-baar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van ver-lies van belangrijke data te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke data die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen op een SD-kaart of in een computer op te slaan.

    • De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat of op een SD-kaart is opgeslagen, kan soms helaas niet meer hersteld worden nadat deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.

  • BELANGRIJKE OPMERKINGEN

    • Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedie-ningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtig-heid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen lei-den.

    • U mag nooit hard op het display slaan of drukken.

    • Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.

    • Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te hou-den. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebrui-ken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzon-der.)

    • Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het zo mogelijk in de originele doos (inclusief schokabsorbe-rend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsma-teriaal moeten gebruiken.

    • Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV-500H, apart verkrijg-baar). Als een ander expressiepedaal wordt aangesloten, riskeert u storingen en beschadigingen aan het apparaat.

    • Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabri-kant van de kabel verkrijgen.

    Voordat SD-kaarten worden gebruikt

    SD-kaarten gebruiken• Steek de SD-kaart voorzichtig helemaal in – totdat deze

    stevig op zijn plaats zit.

    705

    • Raak de terminals van de SD-kaart nooit aan. Vermijd tevens het vies worden van de contactpunten.

    • SD-kaarten worden met gebruik van precisiecomponen-ten vervaardigd. Behandel de kaarten met zorg, en let vooral op het volgende:

    • Om beschadigingen aan kaarten van statische elektric-iteit te voorkomen, moet mogelijke statische elektric-iteit van uw eigen lichaam ontladen worden voordat u met de kaarten gaat werken.

    • Raak het contactgedeelte van de kaarten niet aan, en zorg dat deze niet met metaal in aanraking komen.

    • De kaarten mogen niet gebogen worden, laat ze niet vallen en stel ze niet aan sterke schokken of vibratie bloot.

    • Bewaar de kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of soortgelijke locaties.

    • Laat de kaarten niet nat worden.• De kaarten mogen niet uit elkaar gehaald of gewijzigd

    worden.

    Behandeling van DVD-ROMs• Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende onder-

    kant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile DVD-ROM disks kunnen niet goed gelezen worden. Houd uw disks met een in de winkel verkrijgbaar DVD reinigingsproduct schoon.

    Auteursrecht• Het onbevoegd opnemen, dupliceren, verspreiden, verko-

    pen, leasen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortge-lijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daar-van (muzikale compositie, video, uitzending, publieke-lijke uitvoering enz.) waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden.

    • Dit product kan gebruikt worden voor het opnemen of dupliceren van geluid of visueel materiaal zonder beper-kingen van bepaalde technologische kopieerbeveiligings-maatregelen. Dit komt doordat dit product voor het pro-duceren van origineel muziek of beeldmateriaal is bedoeld, en om die reden zo is ontworpen dat materiaal dat geen inbreuk maakt op auteursrechten die aan ande-ren behoren (bijvoorbeeld uw eigen, originele werken) vrijelijk opgenomen of gedupliceerd kan worden.

    • Gebruik dit product niet voor doeleinden die het auteurs-recht van een derde partij kunnen overtreden. We nemen geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot overtredingen van derde partij auteursrechten, die mid-dels uw gebruik van dit apparaat optreden.

    Knoppen bedienen• In de volgende situaties kunnen de knoppen mogelijk niet

    correct reageren.• Als u deze bedient terwijl u handschoenen draagt.• Als u deze met een pen of ander object dan uw vinger

    bedient.• Als er waterdruppels op de BR-600 zijn gevormd• Als er een object op de BR-800 ligt• Als twee of meer knoppen worden aangeraakt

    7

  • 8

    Inhoud

    Opnamestroom op de BR-800................. 3

    HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ........................... 4

    BELANGRIJKE OPMERKINGEN.......... 6

    Hoofdkenmerken.................................... 12

    Paneelbeschrijvingen ............................. 13Bovenpaneel.............................................. 13Voorpaneel Panel ..................................... 17Achterpaneel............................................. 18Zijpaneel .................................................... 19Batterijen installeren ................................ 20

    Snelle start ......................... 23

    De demosongs beluisteren .................... 241. Aansluitingen maken .......................... 242. De stroom aanzetten............................ 253. De demosongs beluisteren.................. 26

    Opnemen met de EZ Recording functie...................................................... 28

    1. Maak opname-instellingen ................. 282. Opnemen............................................... 293. Afspelen................................................. 31EZ Recording parameterlijst................... 32

    Voorbereiding voor opname33

    Aansluitingen maken............................. 34De snoerhaak gebruiken ......................... 35

    De stroom aan/uitzetten ....................... 36De stroom aanzetten................................ 36De stroom uitzetten ................................. 36

    Opnemen/afspelen............. 37

    Opnemen ................................................. 38Een nieuwe song creëren (SONG NEW) ........................................... 38Een song selecteren (SONG SELECT)... 38De ingangsbron selecteren...................... 39

    De ingangsgevoeligheid aanpassen ...... 39Het opnameniveau aanpassen ............... 40De track(s) die u wilt opnemen selecteren ................................................... 40V-Tracks selecteren .................................. 41Het stereo-gevoel van het invoergeluid aanpassen (PAN).............. 42Opnemen ................................................... 42Loop Recording ........................................ 43Afspelen..................................................... 43

    Aanvullende uitvoeringen opnemen (Overdubben) ..........................................44

    Herhaald afspelen (Repeat) ...................45De Repeat regio specificeren .................. 45De Repeat regio op een exact interval instellen....................................... 46

    Alleen een vergissing opnieuw opnemen (Punch-In/Out)......................47

    Handmatige Punch-In/Out.................... 47Auto Punch-In/Out ................................. 48

    Een handeling annuleren (UNDO/REDO).......................................................50

    Naar de vorige status terugkeren (UNDO) ..................................................... 50De Undo annuleren (REDO)................... 50

    Informatie over de song bekijken .........51De resterende opnametijd bekijken....... 51Songinformatie bekijken ......................... 51

    Eenvoudige opname (SONG SKETCH) ....................................52

    Naar Song Sketch modus overschakelen ........................................... 52Opnemen ................................................... 52Afspelen..................................................... 53Een WAV-bestand wissen....................... 53Een WAV-bestand een naam geven ...... 54Informatie over het WAV-bestand bekijken ........................... 54

  • Inhoud

    Effecten gebruiken.............. 53

    Inserteffecten gebruiken ........................ 54Effect Patches en banken......................... 54Het Insert-effect aan/uitzetten .............. 55Het Insert-effect op eenvoudige wijze bewerken (EZ TONE).............................. 55De Insert effectinstellingen bewerken... 56De Insert effectinstellingen opslaan (Write)........................................................ 57De locatie van het Insert effect veranderen (LOCATION)....................... 58Algoritme lijst ........................................... 59Parameterlijst ............................................ 64

    Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen................................................. 83

    De diepte van het Loop effect aanpassen .................................................. 83.................................................................... 83Het Loop effect bewerken....................... 84Parameterlijst ............................................ 84

    De klank van elk track aanpassen........ 86De Track EQ bewerken ........................... 86Parameterlijst ............................................ 86

    Ritme gebruiken ................. 87

    Overzicht van de ritmesectie ................ 88Patronen en arrangementen ................... 88Over de drumklanken (Drum Kits)....... 89Het ritme aan/uitzetten .......................... 90Afwisselen tussen Pattern modus en Arrangement modus ............................... 90

    Patronen spelen ...................................... 91Het tempo veranderen ............................ 92De [TAP TEMPO] knop gebruiken om het tempo in te stellen....................... 92

    Een arrangement spelen ........................ 93Het tempo veranderen ............................ 94De [TAP TEMPO] knop gebruiken om het tempo in te stellen....................... 94

    De drumklanken veranderen (Drum Kit)................................................95

    Een drumkit selecteren............................ 95

    Een origineel arrangement creëren ......96Een stap invoegen .................................... 98Een stap wissen ........................................ 98Een arrangement een naam geven......... 99Een arrangement kopiëren ................... 100Een arrangement wissen ....................... 101

    Het afspelen van het patroon of arrangement vertragen (OFFSET) ......102

    Bewerken ......................... 103

    De locatie waarop een geluid begint of eindigt opzoeken (Scrub/Preview) ....104

    Bewerken................................................105Trackbewerking...................................... 105Een song kopiëren (SONG COPY) ...... 107Een song wissen (SONG ERASE) ........ 107De song een naam geven (SONG NAME)....................................... 108Een song beveiligen (SONG PROTECT)................................. 108Een song opslaan (SAVE CURRENT STATE)..................................................... 109

    Mastering ......................... 111

    Mastering gebruiken bij het creëren van een song ..........................................112

    De Mastering effectinstellingen bewerken ................................................. 114De Mastering effect-instellingen opslaan (Write) ....................................... 115Parameterlijst .......................................... 115

    Na mastering van songs gebruikmaken........................................116

    Op de computer van songs gebruikmaken......................................... 116De gemasterde song op een extern apparaat opnemen ................................. 116

    9

  • Inhoud

    USB gebruiken.................. 117

    Voordat USB wordt gebruikt.............. 118Over de ‘BR-800 DVD-ROM’ ............... 118De USB-driver installeren..................... 118Datastructuur op de SD-kaart .............. 118

    De BR-800 als een audio interface gebruiken............................................... 119

    Geluid van de BR-800 op de computer opnemen.................................................. 119De BR-800 gebruiken om songs die door de computer worden afgespeeld te horen................................ 119De BR-800 gebruiken om songs die door de computer worden afgespeeld op te nemen ...................................................... 119

    De BR-800 voor software-besturing gebruiken............................................... 120

    SONAR LE gebruiken ........................... 120Controllers die in Control Surface modus gebruikt kunnen worden........ 120

    Data met de computer uitwisselen .... 121De BOSS BR Serie Wave Converter gebruiken ................................................ 121WAV-bestanden overbrengen.............. 121

    Data op de computer opslaan (Backup/Recover) ................................ 123

    Instellingen voor USB functionaliteit maken..................................................... 125

    Parameterlijst .......................................... 125

    Handige functies............... 127

    Het display contrast bijstellen ............ 128

    Een voetschakelaar/expressiepedaal gebruiken............................................... 129

    Een expressiepedaal gebruiken ........... 129Een voetschakelaar gebruiken ............. 129

    Een instrument stemmen (TUNER)... 130Naar het stemapparaat overschakelen 130Stemmen.................................................. 130De referentietoonhoogte van het

    stemapparaat specificeren .................... 131

    Het geluid van een geluids-apparaat mixen (LINE IN MIX)...........................132

    Uitvoerinstellingen (OUTPUT)...........133Uitvoerinstellingen voor LINE OUT en koptelefoon (OUTPUT MODE) ...... 133Het koptelefoonvolume aanpassen (PHONES LEVEL).................................. 133

    Frases oefenen (PHRASE TRAINER).134De snelheid omlaag brengen (TIME STRETCH)............................................... 134Geluiden in het midden minimaliseren (CENTER CANCEL).............................. 135

    De fabrieksinstellingen herstellen (FACTORY RESET)...............................136

    Een SD-kaart initialiseren (FORMAT) .............................................137

    Het gebruik van de SD-kaart bekijken (SD CARD INFORMATION) ..............138

    Het batterijverbruik reduceren (POWER SAVE).....................................139

    Een condensator microfoon gebruiken (PHANTOM POWER)..........................140

    Appendix.......................... 141

    SD-kaarten die met de BR-800 gebruikt kunnen worden .....................142

    Arrangement / patronenlijst ...............144Preset arrangementlijst.......................... 144Preset patronenlijst ................................ 145

    Probleemoplossing ...............................146Problemen met de stroomvoorziening 146Problemen met het geluid..................... 146Problemen met de SD-kaart.................. 147Problemen met USB............................... 148Problemen met de knoppen ................. 148

    Lijst met foutmeldingen.......................149

    Specificaties............................................152

    Index .......................................................153

    10

  • Hoofdkenmerken

    De BR-800 is een digitale recorder waarmee zelfs beginners op eenvoudige wijze songs kunnen creëren.

    Van opnemen tot masteren, met dit handige apparaat zult u binnen de kortste keren genieten van de voordelen van digitaal opnemen.

    De BR-800 voorziet in opnamemogelijkheden die aan een brede reeks eisen voldoen.

    • COSM-effecten voor elektrische gitaar/bas komen van de BOSS GT-10/10B.

    • Effecten voor vocalen waarmee toonhoogtecorrectie uitgevoerd kan worden, en effecten die het geluid van een akoestische gitaar op realistische wijze modelleren zijn beschikbaar.

    • Aangezien de BR-800 is uitgerust met Masteringeffecten die u op elk moment kunt gebruiken, alsmede loopeffecten, kunt u alleen met dit apparaat al een aantal werkelijk hoogwaardige songs te creëren.

    Wordt geleverd met ritmeproductie functie die drumklanken van hoge kwaliteit biedt.

    U kunt deze als leidraad tijdens de opname gebruiken of uw eigen originele ritmeparts creëren en die samen met uw uitvoering opnemen.

    De EZ Recording functies biedt een snelle opstelling voor verschillende opnametypes.

    Met de Song Sketch functie kunt u stereo WAV-bestanden opnemen en afspelen.

    Dit is een handige manier om geluidsmemo’s van uw muzikale ideeën en frases op te nemen.

    Er zijn drie manieren om het apparaat van stroom te voorzien: met eenadaptor, met batterijen of door het op een USB-bus aan te sluiten. Dit betekent dat u de BR-800 vrijwel overal kunt gebruiken.

    Met de ingebouwde stereo microfoons kunt u op handige wijze de uitvoering van uw band of akoestische instrumenten opnemen.

    De BR-800 kan werken met gebruik van eenadaptor, batterijen of USB-bus voeding.

    Vier-track gelijktijdig opnemen/acht-track gelijktijdig afspelen

    Talloze effecten van hoge kwaliteit (p.53, p.111)

    Ritmefunctie (p.87)

    EZ Recording functie (p.26)

    Song Sketch functie (p.50)

    Verbinden via USB (p.117)

    Ingebouwde stereo microfoons

    Drievoudige stroomvoorziening

    Over COSM (Composite Object Sound Modeling)

    Composite Object Sound Modeling – afgekort ‘COSM’ – is BOSS/Roland’s innovatieve en krachtige technologie die voor het digitaal recreëren van het geluid van klassieke muziekinstrumenten en effecten wordt gebruikt. COSM analyseert de vele factoren waaruit het oorspronkelijke geluid is opgebouwd – inclusief zijn elektrische en fysieke kenmerken – en creëert een digitaal model dat het origineel op accurate wijze reproduceert.

    11

  • 12

    Paneelbeschrijvingen

    fig.TopPanel.eps

    MIC L/R (interne stereo microfoons L/R)U kunt deze microfoons gebruiken om in stereo op te nemen.

    ‘De ingangsbron selecteren’ (p.37).

    * Luidsprekers zijn niet ingebouwd. Om het geluid te horen

    moet u een koptelefoon gebruiken of versterkte luidsprekers

    op de LINE OUT Jacks aansluiten.

    INPUT SENSE (Input Sensitivity) [1], [2] knoppenMet deze knoppen wordt de ingangsgevoeligheid van de apparaten die op de INPUT 1 en 2 Jacks zijn aangesloten aangepast.

    INPUT SENSE (Input Sensitivity) [3/MIC L], [4/MIC R] knoppenMet deze knoppen wordt de ingangsgevoeligheid van de apparaten die op de INPUT 3 en 4 Jacks zijn aangesloten of van de interne stereo microfoons aangepast.

    ‘De ingangsgevoeligheid aanpassen’ (p.37).

    PEAK indicatorsDeze geven aan of vervorming optreedt met betrekking tot INPUT 1-4 Jacks of tot de interne stereo microfoons (ingangsbronnen).

    De indicator licht op ongeveer –6 dB onder het niveau waarop vervorming begint op. Gebruik de INPUT SENS knoppen om de ingangsgevoeligheid aan te passen, zodat de PEAK indicators af en toe oplichten, wanneer u harder speelt.

    ‘De ingangsgevoeligheid aanpassen’ (p.37).

    [REC LEVEL] (Recording Level) knopMet deze knop wordt het volume van de opname op de track aangepast.

    * Als u de [REC LEVEL] knop tijdens de opname laag draait

    om het afluistervolume af te laten nemen, wordt de

    ingangsbron op een lager volume opgenomen. Hierdoor zal

    ruis meer waarneembaar zijn als u het volume van de track

    tijdens het afspelen verhoogt.

    Als u het afluistervolume wilt verlagen, dient u de

    [MASTER] schuifregelaar te gebruiken om het volume te

    verlagen. Als u het volume tijdens het afspelen wilt

    Bovenpaneel

    4

    2

    1

    3 7

    8

    6

    5

    1

    2

  • Paneelbeschrijvingen

    13

    veranderen, past u de [TRACK] schuifregelaars van elke

    track aan.

    ‘Het opnameniveau aanpassen’ (p.38).

    Track [1]-[7/8] schuifregelaarsDeze schuifregelaars passen het afspeelvolume van elke track aan.

    [RHYTHM] schuifregelaarDeze schuifregelaar past het volume van het ritme aan.

    ‘Patronen spelen’ (p.91)‘Een arrangement spelen’ (p.93)

    [MASTER] schuifregelaarMet deze schuifregelaar wordt het algehele volume bijgesteld.

    Track 1-7/8 [PLAY] knoppenDeze knoppen selecteren de tracks die zullen spelen.

    Niet verlicht: track die geen data bevat (niet opgenomen)

    Verlicht: track die zal spelen (bevat data)

    Knipperend: track die niet zal spelen (bevat data)

    Track 1-7/8 [REC] knoppenDeze knoppen selecteren de tracks die opgenomen zullen worden.

    Niet verlicht: track die niet opgenomen zal worden

    Verlicht: track die opgenomen zal worden

    Knipperend: track die volgens loop-recording opgenomen zal worden

    ‘Opnemen’ (p.36)

    [TAP TEMPO] knopU kunt het tempo van het ritme instellen door deze knop herhaaldelijk op de gewenste timing in te drukken.

    ‘De [TAP TEMPO] knop gebruiken om het tempo in te stellen’ (p.92), (p.94)

    [MASTER FX] (Mastering effect) knopDeze knop bidet toegang tot een scherm waarin u het Mastering effect aan/uit kunt zetten en zijn instellingen kunt bewerken.

    ‘Masteren’ (p.111)

    [RETRY] knopDeze knop keert terug naar de tijdslocatie waar u voor het laatst met opnemen begon.

    [REPEAT] knopGebruik deze knop om een gewenste sectie die u herhaald wilt beluisteren te specificeren.

    ‘Herhaaldelijk afspelen (Repeat)’ (p.43)

    [ZERO] knopDeze knop brengt u naar de 00:00:00-00:0 tijdslocatie.

    [REW] (Rewind) knopDe song zal voortdurend worden teruggespoeld terwijl u deze knop ingedrukt houdt.

    [FF] (Fast-Forward) knopDe song zal voortdurend vooruitgespoeld worden als u deze knop ingedrukt houdt.

    [STOP] knopDeze knop stopt de opname of het afspelen.

    ‘Opnemen’ (p.40)‘Afspelen’ (p.41)

    [PLAY] knopDeze knop speelt de song. Als de [REC] knop knippert, en u op de [PLAY] knop drukt, zal de opname starten. Deze knop is groen verlicht tijdens opnemen of afspelen.

    ‘Opnemen’ (p.40)‘Afspelen’ (p.41)

    [REC] (Recording) knopDit is de opnameknop. Behalve voor normale opname handelingen wordt deze ook voor Punch In/Out gebruikt. In de opname-standby modus knippert deze knop rood, en tijdens de opname is de knop voortdurend rood verlicht.

    ‘Opnemen’ (p.40)‘Handmatige Punch-In/Out’ (p.45)

    3

    4

    5

  • Paneelbeschrijvingen

    fig.TopPanel.eps

    [TRACK] knopMet deze knop kunt u de klankkwaliteit van elke track aanpassen of de track bewerken (p.105).

    [MENU] knopDeze knop geeft toegang tot verschillende functies, zoals instellingen voor de gehele BR-800.

    [EXIT] knopDeze knop brengt u naar het vorige scherm terug of annuleert een handeling.

    [ENTER] knopDeze knop bevestigt een selectie of voltooit een invoer.

    DraaiknopGebruik deze om de huidige locatie van de song te veranderen (vooruitspoelen of terugspoelen). Wanneer u instellingen voor verscheidene functies maakt, wordt deze knop gebruikt om waardes te bewerken.

    CURSOR knoppen

    Deze knoppen verplaatsen de cursor.

    [EFFECTS] knopDeze knop geeft toegang tot een scherm waar u het Insert effect (p.54) aan/uit kunt zetten en zijn instellingen kunt bewerken.

    [RHYTHM] knopDeze knop geeft toegang tot een scherm waarin u het ritme aan en uit kunt zetten, en zijn instellingen kunt bewerken.

    ‘Overzicht van de ritmesectie’ (p.88)

    [SONG SKETCH] knopDeze knop brengt u naar de Song Sketch modus.

    ‘Eenvoudig opnemen (SONG SKETCH)’ (p.50)

    [EZ REC] (EZ Recording) knopMet deze knop gaat u naar de EZ Recording modus.

    ‘Opnemen met de EZ Recording functie’ (p.26)

    4

    2

    1

    3 7

    8

    6

    5

    6 7

    14

  • Paneelbeschrijvingen

    Displayfig.Display.eps

    Dit toont verschillende types informatie, afhankelijk van de instelling die u maakt, zoals volumeniveaus, menuschermen en schermen voor parameterbewerkingen.

    Als u de informatie in het display moeilijk kunt lezen, kijkt u bij ‘Het display contrast bijstellen’ (p.128).

    Song

    Dit toont de songnaam.

    Time

    Dit toont de huidige tijdslocatie in de song, uitgedrukt in ‘** uren (h) ** minuten (m) ** seconden (s)’.

    Frame

    Dit toont het framenummer van de huidige positie in de song.

    Measure

    Dit toont de huidige locatie in de song.

    Vanaf links geven de waardes het ‘maatnummer’- telnummer’ aan.

    Power

    Dit geeft de status van de stroomvoorziening aan.

    Tempo

    Dit geeft het tempo van het ritme aan.

    Level meter

    Dit geeft het volume aan.

    Op de BR-800 wordt het hoofdscherm dat (bijvoorbeeld) verschijnt vlak nadat de stroom is aangezet (zie onder), wordt het ‘Play scherm’ genoemd.D_Play.eps

    Indicatie UitlegStroom wordt door de adaptor gele-verd.Stroom wordt door de computer gele-verd.

    De batterijen zijn in goede staat.

    De batterijen raken leeg.

    De batterijen zijn bijna leeg. Installeer zo snel mogelijk nieuwe batterijen.De batterijen zijn leeg. Installeer nieu-we batterijen.

    8

    7

    6

    4 52 3

    1

    1

    2

    3

    4

    5

    Onder-deel

    Uitleg

    INPUT Dit geeft het volume van de invoer aan.

    TRACKDit geeft het volume van de uitvoer van elke track aan.

    RHYDit geeft het volume van de uitvoer van het ritme aan.

    L RDit geeft het volume van de uitvoer volgend op de [MASTER] schuifrege-laar aan.

    Over het Play scherm

    6

    7

    De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die afbeelden wat er kenmerkend in het display getoond zal worden. Uw apparaat kan echter een nieuwere, verbeterde versie van het systeem hebben (d.w.z. dat nieuwere geluiden bevat), dus wat u daadwerkelijk in het display ziet, kan mogelijk niet altijd overeenkomen met dat wat in de handleiding verschijnt.

    15

  • Paneelbeschrijvingen

    fig.FrontPanel.eps

    PHONES Jack (stereo)

    Sluit hier een apart verkrijgbare stereo koptelefoon aan. Via een koptelefoon kunt u hetzelfde geluid als dat van de LINE OUT Jack uitgangen horen.

    Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het volume van de koptelefoon aan te passen.

    GUITAR/BASS Jack

    Sluit hier een gitaar of bas aan. Dit is een hoogohmige ingangsjack.

    Voorpaneel

    1 2

    1

    Als de OUTPUT MODE (p.133) op ‘SPLIT’ is ingesteld, wordt alleen het geluid van de ritmetrack via de PHONES Jack uitgestuurd.

    2

    16

  • Paneelbeschrijvingen

    fig.RearPanel.eps

    Veiligheidsslot ( )

    http://www.kensington.com/

    LINE OUT Jacks

    Dit zijn analoge audio uitgangsjacks. U kunt deze op externe geluidsapparatuur aansluiten (bijv. een stereo versterker) of op een CD-recorder of soortgelijk apparaat om de analoge uitvoer van de BR-800 op te nemen (p.116).

    FOOT SW/EXP PEDAL (Foot Switch/Expression Pedal) Jack

    Hier kan een apart verkrijgbare voetschakelaar (BOSS FS-5U, Roland DP-2) of expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV-500H) worden aangesloten.

    Als een voetschakelaar is aangesloten, kunt u uw voet gebruiken om het afspelen van de song te starten of stoppen of om punch/in/out uit te voeren.

    Als een expressiepedaal is aangesloten kunt u uw voet gebruiken om het Insert effect te besturen.

    ‘Een voetschakelaar/expressiepedaal gebruiken’ (p.129)

    LINE IN Jack

    Dit is een ingangsjack voor analoge geluidssignalen. U kunt de uitgang van een draagbare geluidsspeler of soortgelijk apparaat op deze Jack aansluiten.

    INPUT 1–4 Jacks

    Dit zijn microfoon/lijninvoer Jacks/aansluitingen. Twee types zijn beschikbaar: mono Jacks en gebalnceerde XLR aansluitingen.

    De XLR aansluiting van INPUT 4 kan in 48V fantoomvoeding voorzien. De mono Jacks accepteren zowel gebalanceerde als ongebalanceerde aansluitingen.

    ‘Een condensatormicrofoon gebruiken (PHANTOM POWER)’ (p.140)

    * U kunt de mono phone Jack en de XLR aansluiting niet gelijktijdig voor dezelfde ingang gebruiken. Sluit geen pluggen tegelijkertijd

    op beide aan.

    Achterpaneel

    4 52 31

    1

    2

    3

    4

    5

    17

  • Paneelbeschrijvingen

    18

    fig.SidePanel.eps

    MEMORY CARD (SD card) ruimte

    Steek een SD-kaart in. Opnemen is niet mogelijk tenzij een SD-kaart is ingestoken.

    ‘SD-kaarten die met de BR-800 gebruikt kunnen worden’ (p.142)

    USB-aansluiting

    Met deze aansluiting kunt u de BR-800 via een USB-kabel met een computer verbinden. Als de BR-800 op een computer is aangesloten, kunt u de volgende dingen doen.

    • De BR-800 als een audio interface en regelpaneel gebruiken.• Geluidsdata van en naar de computer sturen.• Originele ritmes en drumkits creëren.• Reservekopieën van data maken.

    ‘USB gebruiken’ (p.117)

    [POWER] schakelaar

    Dit is de aan/uit schakelaar. Hiermee wordt de BR-800 aan- en uitgezet (p.34).

    DC IN (adaptor) Jack

    Sluit hier de bijgeleverde adaptor aan (p.32).

    Zijpaneel

    Positie UitlegON Stroom is aan, wanneer de bijgeleverde adaptor of batterijen worden gebruiktOFF Stroom is uit

    USB

    Stroom is aan wanneer via een USB-kabel is verbonden.USB (voedingbus) kan gebruikt worden als de BR-800 via een USB-kabel met een computer is verbonden.Stroom wordt van de computer geleverd via de USB-kabel. Als busvoeding wordt gebruikt, stelt u de aan/uit schakelaar op de USB-positie in.* Voordat u het apparaat via een USB bus van stroom kunt voorzien, moet u eerst de geschikte driver op de

    computer installeren (p.118).

    * Afhankelijk van de computer kan de BR-800 mogelijk niet werken met gebruik van busvoeding. In dat geval

    gebruikt u de adaptor.

    42 31

    1

    2

    3

    4

    • Gebruik alleen de meegeleverde adaptor. Als een andere adaptor wordt gebruikt, kan oververhitting en storing optreden.

    • Belangrijke data kunnen beschadigen als de adaptor tijdens gebruik wordt ontkoppeld.

  • Paneelbeschrijvingen

    1Zorg dat de [POWER] schakelaar op ‘OFF’ staat.

    2Draai de BR-800 om.

    3Verwijder het batterijdeksel.

    fig.Batt01.eps

    4Plaats zes AA batterijen in het batterijcompartiment.

    Let op dat u de juiste richting in acht neemt (+/-

    richting).

    fig.Batt02.eps

    5Bevestig het batterijdeksel.

    Batterijen installeren

    Batterijdeksel

    • Als u het apparaat omkeert, plaatst u een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken aan beide kanten, om beschadigingen aan knoppen en regelaars te voorkomen. Probeer het apparaat altijd zo te plaatsen dat knoppen en regelaars niet kunnen beschadigen.

    • Als u het apparaat omkeert, behandelt u het voorzichtig en zorgt u dat het niet kan (om)vallen.

    • Wanneer onjuist gebruikt, kunnen batterijen exploderen of lekken en beschadigingen of verwondingen veroorzaken. In het belang van veiligheid leest en neemt u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.• Volg de installatie-instructies voor batterijen

    zorgvuldig en neem de juiste polariteit in acht.• Gebruik geen nieuwe batterijen samen met

    gebruikte batterijen. Bovendien mogen verschillende types batterijen niet samen worden gebruikt.

    • Verwijder de batterijen wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden.

    • Als een batterij heeft gelekt, gebruikt u een zachte doek of keukenpapier om de resten van de ontlading uit het batterijcompartiment te vegen. Installeer dan nieuwe batterijen. Om ontsteking van de huid te voorkomen, moet u zorgen dat de batterijontlading niet in aanraking komt met uw handen of huid. Wees uitermate voorzichtig en zorg dat er geen ontlading in de buurt van uw ogen komt. Spoel het betreffende gebied direct onder stromend water als er ontlading in de ogen terecht is gekomen.

    • Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten zoals balpennen, kettingen, haarspelden, enz.

    • We adviseren u om alkaline batterijen te gebruiken, die een langere levensduur hebben.

    • Wanneer de batterijen leeg raken, wordt ‘Battery Low!’ in het display weergegeven. Als deze boodschap verschijnt, vervangt u de batterijen zo snel mogelijk.

    • De levensduur van de batterijen is afhankelijk van de manier van gebruik en het batterijmodel. Dit wordt tevens beïnvloed door het type SD-kaart en de capaciteit daarvan.

    19

  • MEMO

    20

  • Snelle start

    21

  • 22

    De demosongs beluisteren

    De bij de BR-800 behorende SD-kaart bevat demosongs. Hier ziet u hoe de demosongs afgespeeld kunnen worden.

    Terwijl de BR-800 en de monitor luidsprekers zijn uitgezet, maakt u aansluitingen zoals hieronder wordt getoond.fig.Quick_EZ1-e.eps

    1. Aansluitingen maken

    Monitor luidsprekers

    Adapter

    Naar de LINE OUT jacks

    Stereo koptelefoon

    Als u een koptelefoon gebruikt, sluit u deze op de PHONES jack aan.

    Elektrische gitaar

    Naar de GUITAR/BASS jack

  • Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Sn

    elle

    sta

    rtVo

    orb

    erei

    din

    gvo

    or

    op

    nam

    eO

    pn

    emen

    /af

    spel

    enE

    ffec

    ten

    g

    ebru

    iken

    Rit

    me

    geb

    ruik

    en

    De demosongs beluisteren

    * U moet de volgende procedure gebruiken om de stroom aan te zetten. Als een verkeerde volgorde wordt aangehouden, kunnen

    storingen of beschadigingen aan luidsprekers ontstaan.

    2. De stroom aanzetten

    1 Verlaag de [MASTER] schuifregelaar van de BR-800.fig.Quick_DemoSong2-1.eps

    2 Zet de [POWER] schakelaar aan.fig.Quick_DemoSong2-2.eps

    3 Zet de stroom van de monitor luidsprekers aan.

    De stroom uitzetten

    * Zet de stroom niet uit als de ‘Keep power on!’ indicatie wordt getoond.

    1 Zorg dat het afspelen van de song is gestopt.Als de song wordt afgespeeld, drukt u op de [STOP] knop om het afspelen te stoppen.

    2 Zet de stroom van de monitor luidsprekers uit.

    3 Zet de [POWER] schakelaar uit.

    Ap

    23

  • De demosongs beluisteren

    3. De demosongs beluisteren

    1 Druk op de [MENU] knop.Het MENU scherm verschijnt.D_Menu_Input.eps

    2 Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop.Het SONG scherm verschijnt.D_Song_New.eps

    3 Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SELECT’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop.Het SONG SELECT scherm verschijnt.

    4 Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘DemoSong’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop.Het speelscherm verschijnt.

    24

  • Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Sn

    elle

    sta

    rtVo

    orb

    erei

    din

    gvo

    or

    op

    nam

    eO

    pn

    emen

    /af

    spel

    enE

    ffec

    ten

    g

    ebru

    iken

    Rit

    me

    geb

    ruik

    en

    De demosongs beluisteren

    5 Stel de schuifregelaars op de hieronder getoonde posities in.fig.Quick_DemoSong3-5-e.eps

    [MASTER] schuifregelaar op het minimum.

    Trackfaders op nominale positie.

    6 Druk op de [PLAY] knop.Het afspelen van de song zal beginnen. Verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar om het volume aan te passen.fig.Quick_DemoSong3-6.eps

    7 Verschuif de trackfaders om het volume van elke track naar wens aan te passen.

    8 Druk op de [STOP] knop om het afspelen te stoppen.fig.Quick_DemoSong3-5.eps

    • Het gebruik van de bij dit product geleverde song voor andere doeleinden dan strikt

    privé, zonder toestemming van de auteursrechthouder, is bij de wet verboden.

    Bovendien mag deze data niet gekopieerd of in een tweede auteursrechtelijk beschermd

    werk gebruikt worden zonder toestemming van de auteursrechthouder.

    • Music Data Copyright: © 2010 BOSS Corporation

    Ap

    25

  • 26

    Opnemen met de EZ Recording functie

    EZ Recording is een functie die de start bvan een opname gemakkelijk maakt. Selecteer simpelweg een opnamebron en de gewenste muziekstijl. Het meest geschikte effect en ritme-instellingen zullen automatisch gemaakt worden.

    Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe u een gitaar kunt opnemen.

    Voor details over aansluitingen en het aanzetten van de stroom kijkt u bij ‘1. Aansluitingen maken’ (p.22) en ‘2. De stroom aanzetten’ (p.23).

    1. Maak opname-instellingen

    1 Druk op de [EZ REC] knop.Het EZ REC-1 scherm verschijnt.D_EZ_Rec_New.eps

    2 Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘NEW SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.Het EZ REC-2 scherm verschijnt.D_EZ_Rec_Souce.eps

    Een nieuwe song zal gecreëerd worden als u ‘NEW SONG’ selecteert (p.36). Als u EZ Recording met de op dat moment geselecteerde song wilt gebruiken, selecteert u ‘CURRENT SONG’.

    3 Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen en draaiknop om de ‘SOURCE’ en ‘CATEGORY’ te kiezen.Aangezien u een gitaar gaat invoeren, kiest u ‘E. GUITAR’ als de SOURCE.Als de CATEGORY kiest u de stijl die het meest in de buurt komt bij wat u voor de song in uw hoofd heeft.D_EZ_Rec_Category.eps

    Voor details over de parameters voor SOURCE en CATEGORY kijkt u bij ‘EZ Recording parameterlijst’ (p.30).

  • Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Sn

    elle

    sta

    rtVo

    orb

    erei

    din

    gvo

    or

    op

    nam

    eO

    pn

    emen

    /af

    spel

    enE

    ffec

    ten

    g

    ebru

    iken

    Rit

    me

    geb

    ruik

    en

    Opnemen met de EZ Recording functie

    2. Opnemen

    4 Druk op de [ENTER] knop.Het EZ REC-3 scherm verschijnt.Het effect en ritme voor de geselecteerde SOURCE en CATEGORY worden getoond.D_EZ_Rec_Result_Guitar.eps

    U kunt de CURSOR [ ] [ ] knoppen en de draaiknop gebruiken om het effect of ritme te veranderen.

    5 Druk op de [ENTER] knop.Hiermee zijn de opname-instellingen voltooid.

    1 Stel de schuifregelaars op de posities die hieronder worden getoond in.fig.Quick_DemoSong3-5-e.eps

    [MASTER] schuifregelaar op het minimum.

    Trackfaders op nominale positie.

    2 Draai aan de [REC LEVEL] knop om het opnameniveau aan te passen.Pas het niveau zo aan, dat de INPUT niveaumeter binnen de reeks van –12 (tussen –24 en –6)-0 beweegt.fig.Quick_EZ2-2.eps

    Aanpassen tot -12–0 dB

    Ap

    27

  • Opnemen met de EZ Recording functie

    3 Verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar om het volume aan te passen zodat het geschikt is voor afluistering.fig.Quick_EZ2-3.eps

    4 Druk op de [REC] knop.De [REC] knop knippert rood. De BR-800 bevindt zich nu in de opname-standby modus. fig.Quick_EZ2-4-e.eps

    Knipperend

    5 Druk op de [PLAY] knop.De [PLAY] knop is groen verlicht, de [REC] knop is rood verlicht en de opname begint.Op het moment dat de opname start, begint het ritme te klinken.fig.Quick_EZ2-5-e.eps

    Verlicht

    6 Druk op de [STOP] knop om met opnemen te stoppen.De track 1 [PLAY] knop is groen verlicht, wat aangeeft dat er op track 1 een opname is uitgevoerd.fig.Quick_EZ2-6.eps

    28

  • Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Sn

    elle

    sta

    rtVo

    orb

    erei

    din

    gvo

    or

    op

    nam

    eO

    pn

    emen

    /af

    spel

    enE

    ffec

    ten

    g

    ebru

    iken

    Rit

    me

    geb

    ruik

    en

    Opnemen met de EZ Recording functie

    3. Afspelen

    1 Druk op de [ZERO] knop om naar het begin van de song terug te keren.De huidige tijdslocatie verandert in 00:00:00-00:0fig.Quick_EZ3-1.eps

    2 Druk op de [PLAY] knop.Het afspelen van de song begint. Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het afspeelvolume aan te passen.fig.Quick_EZ3-2.eps

    Hiermee is opnemen met gebruik van de EZ Recording functie voltooid.Ga uw gang en probeer dezelfde methode met andere instrumenten of de interne microfoons .

    Ap

    29

  • Opnemen met de EZ Recording functie

    Kies de instelling die geschikt is voor de ingangsbron die u opneemt.

    Kies de muziekstijl die het dichtst ligt bij hetgeen u voor de song in uw hoofd heeft.

    EZ Recording parameterlijst

    SOURCE

    Parameter Uitleg

    E.GUITARKies dit als u een elektrische gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangeslo-ten, opneemt.

    AC.GUITAR (GTR IN)

    Kies dit als u een akoestische gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, opneemt.

    AC.GUITAR (MIC)

    Kies dit als u een akoestische gitaar via de interne stereo microfoons opneemt.

    BASSKies dit als u een elektrische bas, die op de GUITAR/BASS Jack is aangeslo-ten, opneemt.

    VOCAL (MIC)Kies dit als u vocalen via de interne stereo microfoons opneemt.

    VOCAL (IN4)Kies dit als u vocalen opneemt via een microfoon die op de INPUT 4 Jack is aangesloten.

    SIMUL (E+IN4)

    Kies dit als u een gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via een micro-foon die op de INPUT4 Jack is aangesloten wilt opnemen.

    SIMUL (AC+IN4)

    Kies dit als u een akoestische gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via een microfoon die op de INPUT 4 Jack is aangesloten wilt opnemen.

    SIMUL (E+MIC)

    Kies dit als u een akoestische gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via de interne stereo microfoons wilt opnemen.

    KEYBOARDKies dit als u een toetsenbord, dat in stereo op de INPUT 1 Jack en INPUT 2 Jack is aangesloten, wilt opnemen.

    MICKies dit als de interne stereo micro-foons worden gebruikt.

    IN1&IN2Kies dit als u opneemt via microfoons die op de INPUT 1 Jack en INPUT 2 Jack zijn aangesloten.

    LINE IN

    Kies dit als u geluid van een draagbare geluidsspeler of ander apparaat dat op de LINE IN Jack is aangesloten wilt opnemen.

    USBKies dit als u geluid dat via de USB-aansluiting wordt ingevoerd wilt op-nemen.

    4CH INPUTKies dit als u via microfoons of andere apparaten die op de INPUT 1-4 Jacks zijn aangesloten wilt opnemen.

    CATEGORY

    ParameterROCKMETALPOPBALLADBLUESR&BJAZZFUSIONCOUNTRY

    Parameter Uitleg

    30

  • Voorbereiding voor

    opname

    31

  • 32

    Aansluitingen maken

    Maak aansluitingen zoals in de illustraties hieronder wordt getoond. Zorg dat alle apparatuur is uitgeschakeld voordat u aansluitingen maakt.fig.panel-e.eps

    ■ Zijpaneel

    Computer

    Adaptor

    ■ Achterpaneel

    Monitor luidsprekers enz.

    Voetschakelaar (FS-5U, enz.)

    Expressiepedaal (Roland EV-5, enz.)

    Draagbare geluidsspeler, enz.

    ■ Voorpaneel

    Stereo koptelefoon Elektrische gitaar of bas

    Microfoon

    Toetsenbord, enz.

  • Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Sn

    elle

    sta

    rtVo

    orb

    erei

    din

    gvo

    or

    op

    nam

    eO

    pn

    emen

    /af

    spel

    enE

    ffec

    ten

    g

    ebru

    iken

    Rit

    me

    geb

    ruik

    en

    Aansluitingen maken

    Een sleuf (snoerhaak) voor het vastzetten van het adaptorsnoer bevindt zich aan de onderkant van de BR-800.

    Om de onopzettelijke stroomonderbreking naar het apparaat te voorkomen (als de stekker er per ongeluk wordt uitgetrokken), en om te voorkomen dat de adaptor Jack overmatig wordt belast, zet u het netsnoer met gebruik van de snoerhaak vast, zoals in de illustratie wordt getoond.fig.CordHook02.eps

    De snoerhaak gebruiken

    • Om storingen en/of beschadigingen aan luidspre-kers of andere apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal laag, en zet u alle apparaten uit voordat aansluitingen worden gemaakt.

    • Een rondzingend geluid kan geproduceerd worden, afhankelijk van de locatie van microfoons ten opzichte van de luidsprekers. Dit kan verholpen worden door:1. de richting van de microfoon(s) te veranderen.2. de microfoon(s) op meer afstand van de

    luidsprekers te plaatsen.3. het verlagen van volumeniveaus.

    Dit aparaat is uitgerust met gebalanceerde XLR Jacks. Bedradingschema’s voor deze Jacks worden hieronder getoond. Maak aansluitingen nadat u eerst de bedradingschema’s van andere apparatuur die wilt aansluiten heeft gecontroleerd.De XLR aansluiting van INPUT 4 kan 48 V fantoomvoeding leveren, zodat u een condensatormicrofoon kunt aansluiten (p.140).

    fig.XLR/TRSJack.eps

    • Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het geluidsniveau uitermate laag of zelfs onhoorbaar zijn. Voor informatie over kabel-specificaties raadpleegt u de fabrikant van de kabel.

    • Wanneer de FS-5U voetschakelaar (apart verkrijg-baar) wordt gebruikt, moet de polariteitsschakelaar worden ingesteld zoals hieronder wordt getoond.

    fig.00-130.eps

    • Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV500H, apart ver-krijgbaar). Als andere expressiepedalen worden aan-gesloten, riskeert u storingen en/of beschadigingen van het apparaat.

    • Als u een expressiepedaal gebruikt, stelt u het MIN volume van het pedaal op ‘0’ in.

    Polariteitsschakelaar

    • Gebruik geen overmatige kracht als u het snoer in de snoerhaak duwt. Hierdoor kan het snoer bre-ken.

    • Als u het apparaat omkeert, neemt u een stapeltje kranten of tijdschriften die u onder de vier hoeken aan beide kanten plaatst om te voorkomen dat knoppen en regelaars beschadigen. Ook moet u proberen het apparaat zo te plaatsen dat knoppen en regelaars niet kunnen beschadigen.

    • Behandel het apparaat zorgvuldig als u het omkeert. Pas op dat het niet (om)valt.

    Ap

    33

  • De stroom aan/uitzetten

    34

    Nadat de aansluitingen zijn gemaakt (p.32), zet u de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Wanneer apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en andere apparaten.

    1Controleer het volgende voordat u de stroom aanzet.

    ❒ Zijn de aansluitingen met de externe apparatuur op juiste wijze gemaakt?

    ❒ Zijn de volumeregelaars van de BR-800 en de aangesloten apparatuur op de minimum positie ingesteld?

    ❒ Is de SD-kaart ingestoken? (p.142).

    2Verlaag de [MASTER] schuifregelaar van de BR-800.

    fig.P-On01.eps

    3Zet de stroom van de apparatuur die op de

    ingangsjacks (GUITAR/BASS, INPUT, LINE IN)

    Jacks is aangesloten aan.

    4Zet de [POWER] schuifregelaar op het zijpaneel aan.

    fig.P-On02.eps

    5Zet de stroom van apparatuur die op de LINE OUT

    Jacks is aangesloten aan.

    1Zorg dat het afspelen van de song is stopgezet.

    2Zet de apparatuur uit, in omgekeerde volgorde van de

    manier waarop deze werd aangezet.

    3Controleer of ‘Keep power on!’ niet in het display van

    de BR-800 wordt weergegeven.

    4Zet de [POWER] schakelaar van de BR-800 uit.

    De stroom aanzetten De stroom uitzetten

    • Zorg dat de recorder is gestopt voordat u de BR-800 uitzet. Als u de stroom tijdens opnemen of afspelen uitzet, zullen de data, mixerinstellingen of effect Patch-data verloren gaan.

    • Als de adaptor wordt gebruikt, moet u zorgen dat de adaptor tijdens gebruik niet wordt ontkop-peld. Data kan verloren gaan als de adaptor tij-dens gebruik wordt ontkoppeld.

    • Wanneer het apparaat via een USB-bus van stroom wordt voorzien, moet u zorgen dat de USB-kabel er niet wordt uitgetrokken terwijl het apparaat in gebruik is. Data kan beschadigen als de USB-kabel wordt ontkoppeld.

    • Als de stroom wordt uitgezet terwijl ‘Keep power on!’ in het display wordt getoond, kan data verlo-ren gaan. Zet de stroom nooit uit terwijl deze indi-catie wordt weergegeven.

    • Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitge-rust. Nadat het apparaat is opgestart duurt het daarom enkele seconden voordat het apparaat normaal zal werken.

    • Vanuit de fabriek is een SD-kaart in de MEMORY CARD sleuf van de BR-800 aangebracht.

    • Zorg dat het volumeniveau altijd laag staat voor-dat u de stroom aanzet. Zelfs als het volume hele-maal laag staat, kan er nog steeds geluid te horen zijn als de stroom wordt aangezet Dit is normaal en duidt niet op een storing.

    • Raak de knoppen niet aan terwijl de stroom van de BR-800 wordt aangezet.Het apparaat kan storingen vertonen als u de stroom aanzet terwijl u een knop aanraakt.

  • Opnemen/afspelen

    35

  • 36

    Opnemen

    De BR-800 beheert uw opnames in eenheden die ‘songs’ worden genoemd.

    Om een nieuwe song op te nemen, voert u onderstaande procedure uit.

    1Druk op de [MENU] knop.

    2Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de

    [ENTER] knop.

    D_Song_New.eps

    3Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘NEW’ te verplaatsen en druk op de

    [ENTER] knop.

    Het SONG NEW scherm verschijnt.D_SongNew.eps

    4Druk op de [ENTER] knop.

    In het display wordt gevraagd ‘Are you sure?’

    5Druk op de [ENTER] knop.

    Een nieuwe song zal gecreëerd worden, en u keert naar het Play scherm terug.

    * Het display geeft ‘Keep power on!’ aan terwijl de data wordt

    bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap

    wordt getoond.

    Selecteer de song die u wilt opnemen.

    1Druk op de [MENU] knop.

    2Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de

    [ENTER] knop.

    D_Song_New.eps

    3Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SELECT’ te verplaatsen, en druk op de

    [ENTER] knop.

    Het SONG SELECT scherm verschijnt.D_Song_Select.eps

    Een ‘*’ wordt naast de op dat moment geselecteerde song getoond.

    4Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om een song te selecteren.

    5Druk op de [ENTER] knop.

    De song wordt geselecteerd en u keert naar het Play scherm terug.

    * Het display geeft ‘Keep power on!’ aan terwijl de data wordt

    bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap

    wordt getoond.

    Een nieuwe song creëren (SONG NEW)

    Een song selecteren (SONG SELECT)

  • Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Sn

    elle

    sta

    rtV

    oo

    rber

    eid

    ing

    voo

    r o

    pn

    ame

    Op

    nem

    en/

    afsp

    elen

    Eff

    ecte

    n

    geb

    ruik

    enR

    itm

    e g

    ebru

    iken

    Opnemen

    Hier ziet u hoe de ingangsbron wordt geselecteerd, en het aantal tracks dat u wilt gebruiken wordt gespecificeerd.

    1Druk op de [MENU] knop.

    2Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘INPUT SELECT’ te verplaatsen, en druk op

    de [ENTER] knop.D_Input.eps

    3Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘INPUT’ te verplaatsen, en gebruik de

    draaiknop om de ingangsbron die u wilt opnemen te

    selecteren.

    4Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘MODE’ te verplaatsen, en gebruik de

    draaiknop om het aantal tracks dat u gaat opnemen te

    kiezen.

    * De beschikbare MODE instellingen zijn afhankelijk van de

    ingangsbron die u bij INPUT kiest.

    5Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar

    het Play scherm terug te keren.

    Pas de ingangsgevoeligheid aan, passend bij de ingangsbron.

    De ingangsbron selecteren

    Instelling Uitleg

    GUITAR/BASS

    Kies dit als een gitaar of bas die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten wordt opgenomen.

    MIC L/RKies dit als de interne stereo micro-foons worden gebruikt.

    INPUT 1 & 2

    Kies dit als een microfoon of instru-menten die op de INPUT 1 Jack en INPUT 2 Jack zijn aangesloten worden opgenomen.

    INPUT4Kies dit als een microfoon of instru-ment dat op de INPUT 4 Jack is aange-sloten wordt opgenomen.

    LINE IN

    Kies dit als het geluid van een draag-bare geluidsspeler of ander apparaat dat op de LINE IN Jack is aangesloten wordt opgenomen.

    USBKies dit als het geluid dat via de USB-aansluiting wordt ingevoerd wordt opgenomen.

    GTR & MIC L/R

    Kies dit als een gitaar of bas, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via de interne stereo microfoons wordt opgenomen.

    GTR & INPUT4

    Kies dit als een gitaar of bas, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via een micro-foon die op de INPUT4 Jack is aange-sloten wordt opgenomen.

    INPUT 1-4Kies dit wanneer microfoons of andere apparaten die op de INPUT 1-4 Jacks zijn aangesloten worden opgenomen.

    Instelling UitlegINPUT OFF

    Invoer is uitgeschakeld (er zal niet opgenomen worden)

    MONO REC

    De opname vindt op één track plaats.

    STEREO REC

    De opname vindt op twee tracks plaats (stereo).

    SIMUL REC

    Elke invoer zal gelijktijdig op een aparte track worden opgenomen.

    4TRACK REC

    Vier tracks worden gelijktijdig opge-nomen.

    De ingangsgevoeligheid aanpassen

    InputOm de gevoeligheid aan te passen

    INPUT 1–4 JacksGebruik de INPUT SENS knop van elke ingang om de ingangsge-voeligheid aan te passen. Pas de gevoeligheid zo aan, dat de PEAK indicator tijdens de hardste gelui-den kort oplicht.

    Internal stereo microphones

    GUITAR/BASS Jack

    Pas het volume op het externe apparaat dat is aangesloten aan. De ingangsgevoeligheid kan niet op de BR-800 worden aangepast.

    LINE IN JackUSB connector

    Instelling Uitleg

    Ap

    37

  • Opnemen

    Hier ziet u hoe het volume van de opname op de track wordt aangepast.

    1Verlaag de [MASTER] schuifregelaar.

    2Draai de [REC LEVEL] knop naar het midden, en

    verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar.

    3Gebruik de [REC LEVEL] knop om het

    opnameniveau aan te passen.

    Pas het niveau zo aan, dat de INPUT niveaumeter bin-nen de reeks van –12 (tussen –24 en –6) –0 dB beweegt.

    I

    4Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het volume

    in te stellen zodat het geschikt is voor beluistering.

    * Als u een aansluitkabel die een ingebouwde weerstand bevat

    gebruikt, kan het volume op het aangesloten apparaat

    onvoldoende zijn. In dit geval gebruikt u een aansluitkabel

    zonder ingebouwde weerstand (zoals een kabel uit de Roland

    PCS serie).

    1Druk op één van de track 1-7/8 [REC] knoppen om de

    track(s) waarop opgenomen zal worden te selecteren.

    De indicators op de knoppen tonen de trackstatus als volgt:

    fig.Rec01.eps

    De track(s) die geselecteerd kunnen worden zijn afhan-kelijk van de MODE die u bij INPUT heeft geselec-teerd.

    Het opnameniveau aanpassen

    De track(s) die u wilt opnemen selecteren

    Probeer op het hardst mogelijke volume op te nemen, juist voordat het geluid begint te vervormen. Als u het monitorvolume wilt laten afnemen, verlaagt u de [MASTER] schuifregelaar.

    Indicator Uitleg

    Niet verlichtTrack die niet opgenomen zal wor-den.

    Verlicht Tracks die opgenomen zal worden.

    KnipperendTrack die door middel van Loop-Recording opgenomen zal worden (p.41).

    MODE Uitleg

    MONO REC

    Mono opname die één track gebruikt.U kunt één van de tracks 1-4 kie-zen.U kunt ook in stereo opnemen door op de track 5/6 [REC] of track 7/8 [REC] knop te drukken.

    STEREO REC

    Stereo opname met gebruik van twee tracks.Druk op de track 1 [REC] of track 2 [REC] knop om het trackpaar 1 en 2 te selecteren of druk op de track 3 [REC] of track 4 [REC] knop om het trackpaar 3 en 4 te selecteren.

    SIMUL REC

    Gelijktijdige opname met gebruik van twee tracks.Druk op de track 1 [REC] of track 2 [REC] knop om het trackpaar 1 en 2 te selecteren of druk op de track 3 [REC] of track 4 [REC] knop om het trackpaar 3 en 4 te selecteren.

    4TRACK REC

    Gelijktijdige opname met gebruik van vier tracks.Druk op één van de track 1-4 [REC] knoppen om de vier tracks 1-4 te selecteren of druk op de track 5/6 [REC] of track 7/8 [REC] knop om de vier tracks 5-8 te selec-teren.

    38

  • Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Sn

    elle

    sta

    rtV

    oo

    rber

    eid

    ing

    voo

    r o

    pn

    ame

    Op

    nem

    en/

    afsp

    elen

    Eff

    ecte

    n

    geb

    ruik

    enR

    itm

    e g

    ebru

    iken

    Opnemen

    Alle BR-800 tracks bevatten acht ‘V-Tracks’, en u kunt één van deze V-Tracks kiezen voor opname of afspelen.

    Met gebruik van V-Tracks kunt u meerdere takes (opnames) van een gitaarsolo of vocaal opnemen en vergelijken, en dan de track die u het beste vindt gebruiken.

    1Druk op de [TRACK] knop.

    2Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘V-TRACK’ te verplaatsen, en druk op de

    [ENTER] knop.

    Het V-TRACK scherm verschijnt.D_V-Track.eps

    3Gebruik de track 7/8 [REC] knoppen of de CURSOR

    [ ] [ ] knoppen om de track waarvan u de

    V-Track wilt veranderen te selecteren.

    4Gebruik de draaiknop om de V-Track te veranderen.

    * V-MST van track 7/8 is de V-Track voor Masteren. Deze

    wordt ook voor conventioneel opnemen gebruikt.

    5Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar

    het Play scherm terug te keren.

    V-Tracks selecteren

    Indicatie UitlegHuidige geselecteerde V-Track (opgenomen data bestaat)Huidig geselecteerde V-Track (geen opgenomen data)

    V-Track die opgenomen data bevat

    V-Track die geen opgenomen data bevat

    Wat zijn V-Tracks?

    Elke track bestaat uit acht virtuele tracks, die voor opname of afspelen gekozen kunnen worden. Dit betekent dat u maximaal 64 tracks kunt opnemen, en dan acht tracks kunt selecteren om af te spelen. Deze virtuele tracks waaruit de werkelijke tracks bestaan, worden ‘V-Tracks’ genoemd.

    V-Track2V-Track1

    V-Track3V-Track4V-Track5V-Track6V-Track7V-Track8

    Ap

    39

  • Opnemen

    40

    U kunt het stereo-gevoel (pan) van het invoergeluid van het instrument aanpassen.

    1Druk op de [TRACK] knop.

    2Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘PAN’ (panorama) te verplaatsen en druk

    op de [ENTER] knop.

    Het PAN scherm verschijnt.D_Pan.eps

    3Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de invoer of track, waarvan u de instelling wilt

    bewerken, te selecteren.

    * U kunt de cursor naar elke track verplaatsen door op de

    [REC] knop van de betreffende track te drukken.

    4Gebruik de draaiknop om de pan aan te passen

    terwijl u naar het invoergeluid luistert.

    De paninstelling die u hier maakt wordt automatisch op de pan van de track waarop u gaat opnemen toege-past. Dit betekent dat als u afspeelt, u het geluid met dezelfde panning als tijdens de opname zult horen.

    5Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar

    het Play scherm terug te keren.

    1Druk op de [REC] knop.

    De [REC] knop knippert rood, en de BR-800 wordt in de opname-standby modus geplaatst.

    fig.Rec03-e.eps

    2Druk op de [PLAY] knop.

    De opname zal beginnen.

    De [PLAY] knop is groen verlicht en de [REC] knop is rood verlicht.

    fig.Rec04-e.eps

    3Om de opname te stoppen drukt u op de [STOP]

    knop.

    De track [PLAY] knop is groen verlicht, wat aangeeft dat er op die track geluid is opgenomen.

    * Het is niet mogelijk om geluid dat korter is dan een seconde

    af te spelen.

    * ‘Keep power on!’ wordt in het display weergegeven terwijl de

    data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze

    boodschap wordt weergegeven.

    Het stereo-gevoel van het invoergeluid aanpassen (PAN)

    Als u nieuw materiaal opneemt terwijl u naar eerder opgenomen materiaal luistert, kan het u opvallen dat het geluid dat u speelt onder het eerder opgenomen geluid bedolven wordt, zodat het moeilijk te horen is. In dat soort gevallen kunt u uzelf gemakkelijker horen als u de pan aanpast. U zult het misschien handig vinden om de afspeeltracks naar links (of rechts) te pannen en uw huidige uitvoering naar rechts (of links) te pannen.

    Opnemen

    Blinking

    VerlichtVerlicht

    Als u opnieuw wilt opnemen

    Druk op de [RETRY] knop om terug te keren naar de tijdslocatie waar u voor het laats met opnemen begon. Zelfs tijdens opnemen of afspelen kunt u op deze knop drukken om terug te keren.

    Dit is handig als u ‘Keep power on!’ wordt in het display weergegeven terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven.

  • Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Sn

    elle

    sta

    rtV

    oo

    rber

    eid

    ing

    voo

    r o

    pn

    ame

    Op

    nem

    en/

    afsp

    elen

    Eff

    ecte

    n

    geb

    ruik

    enR

    itm

    e g

    ebru

    iken

    Opnemen

    Loop Recording is een functie waarmee de opgenomen data gekopieerd wordt als u stopt met opnemen, zodat deze ongeveer 200 maten in beslag neemt.

    Met gebruik van Loop Recording kunt u op eenvoudige wijze geloopte frases creëren, die dezelfde frase een aantal malen herhalen.fig.looprec-e.eps

    1Druk een aantal malen op de gewenste track 1-7/8

    [REC] knop om de track 1-7/8 [REC] knop te laten

    knipperen.

    fig.LoopRec.eps

    2Neem op, volgens de beschrijving in ‘Opnemen’

    (p.40).

    Als de opname eindigt, zal de opgenomen data gekopieerd worden (ongeveer 200 maten).

    1Druk op de [ZERO] knop.

    De tijdslocatie van de song keert naar 00:00:00-00:0 terug.

    2Druk op de [PLAY] knop.

    De [PLAY] knop is groen verlicht, en het afspelen begint.

    U kunt de trackfaders gebruiken om het afspeelvolume van elk spoor aan te passen.

    3Om het afspelen te stoppen drukt u op de [STOP]

    knop.

    Loop Recording

    De opname stoppenDe opname starten Ongeveer 200 maten

    Knipperend

    Afspelen

    Ap

    41

  • 42

    Aanvullende uitvoeringen opnemen (Overdubben)

    Tracks waarvan de [PLAY] knop verlicht is of knippert, bevatten reeds opgenomen geluid.

    Het proces van het luisteren naar eerder opgenomen geluid terwijl u aanvullend materiaal op een andere track opneemt wordt ‘overdubben’ genoemd. Hiermee kunt u gedeeltes zoals bas, gitaar en vocalen op aparte tracks opnemen, en dan hun volumebalans en panning achteraf bijstellen of de uitvoering van een specifiek gedeelte opnieuw opnemen.

    1Druk op één van de track 1-7/8 [REC] knoppen om de

    track die u wilt afspelen te selecteren.

    De status van elke track wordt getoond door de manier waarop de [PLAY] knop is verlicht.

    2Gebruik de trackfaders om het volume van de tracks

    die gespeeld zullen worden aan te passen.

    3Druk op de [REC] knop.

    [REC] knippert rood, en de BR-800 wordt in de opname-standby modus geplaatst.

    4Druk op de [PLAY] knop.

    De opname begint.

    De [PLAY] knop is groen verlicht en de [REC] knop is rood verlicht.

    Alleen het geluid dat u nu speelt wordt op de nieuwe track opgenomen. Het geluid van de tracks die afgespeeld worden zal niet opgenomen worden.

    Als u de [REC LEVEL] knop tijdens de opname verlaagt om het geluid van de ingangsbron te verlagen, zal het geluid op de track op een lager volume worden opgenomen. Hierdoor kan ruis duidelijker hoorbaar zijn als u het volume van de track tijdens afspelen verhoogt.

    * Als u het afluisteringvolume van de ingangsbron tijdens de

    opname wilt verlagen, gebruikt u daarvoor de [MASTER]

    schuifregelaar.

    Als u het volume van afgespeelde opnames wilt bijstellen,

    gebruikt u de trackfaders van de betreffende track.

    5Als u klaar bent met opnemen, drukt u op de [STOP]

    knop.

    Indicator UitlegNiet verlicht Track zonder data (niet opgenomen)Verlicht Track die gespeeld zal wordenKnipperend Track die niet gespeeld zal worden

    • Let op, als u opneemt op een track die als opgenomen geluid bevat, wordt de vorige opname gewist.

    • Als u geluid opneemt dat korter is dan één seconden, kan dat geluid niet afgespeeld worden.

    Een handige tip voor overdubben

    Als u nieuw materiaal opneemt terwijl u naar eerder opgenomen materiaal luistert, kan het geluid dat u speelt onder het eerder opgenomen geluid worden bedolven, zodat u zichzelf moeilijk kunt horen. Als dit het geval is, kunt u zichzelf gemakkelijker horen als u de schuifregelaars van de afspeeltracks verlaagt of de pan van de afspeeltracks helemaal naar links (rechts) draait terwijl u de pan van het geluid dat u speelt helemaal naar rechts (links) draait.

    ‘Het stereo-gevoel van het invoergeluid aanpassen (PAN)’ (p.40).

  • Sn

    elle

    sta

    rt

    Herhaald afspelen (Repeat)

    Bew

    erke

    nM

    aste

    rin

    gU

    SB

    g

    ebru

    iken

    Han

    dig

    e fu

    nct

    ies

    pen

    dix

    Vo

    orb

    erei

    din

    gvo

    or

    op

    nam

    eO

    pn

    emen

    /af

    spel

    enE

    ffec

    ten

    g

    ebru

    iken

    Rit

    me

    geb

    ruik

    en

    Met gebruik van de ‘Repeat’ functie kunt u een gespecificeerde regio herhaaldelijk afspelen.

    De Repeat regio zal als volgt herhaaldelijk worden afgespeeld.fig.01-570

    1Druk op de [REPEAT] knop op het punt waar u met

    herhalen wilt beginnen (punt A).

    fig.Repeat01.eps

    Het Repeat A symbool ( ) zal in het scherm

    verschijnen, waarmee wordt aangegeven dat het begin van de herhaling (punt A) gespecificeerd is.

    2Druk op de [REPEAT] knop op het punt waar u de

    herhaling wilt beëindigen (punt B).

    fig.Repeat01.eps

    Het Repeat B symbool ( ) zal in het scherm

    verschijnen, wat aangeeft dat de herhaal regio (A-B) is gespecificeerd.

    3Als u de Repeat instelling wilt wissen, drukt u

    nogmaals op de [REPEAT] knop.

    De Repeat instellingen worden gewist, en het Repeat symbool verdwijnt uit het scherm.

    4Als u de gespecificeerde Repeat regio wilt opslaan,

    slaat u de song op.

    ‘Een song opslaan (SAVE CURRENT STATE)’ (p.109).

    De Repeat regio specificeren

    Repeat (herhalen)

    Start herhalen(A)

    Einde herhalen(B)

    Tijd

    • Er moet minstens één seconde tussen de Repeat start (A) en eind (B) punten zijn. U kunt het eindpunt niet dichter dan één seconde van het startpunt instellen.

    • Als u de [REPEAT] knop indrukt op een locatie dichter dan één seconden van het Repeat startpunt (A), zal het Repeat startpunt (A) opnieuw op die locatie worde