Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de...

104
Bedankt en gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland V-BASS. Lees voor het gebruik van dit instrument aandachtig de volgende hoofdstukken: “BELANGRIJKE VEILIGHEID INSTRUCTIES” (gebruiksaanwijzing p. 2), “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” (gebruiksaanwijzing p. 3-4) en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (gebruiksaanwijzing p. 5). Deze hoofdstukken geven belangrijke aanwijzingen voor een juist gebruik van dit instrument. Om er zeker van te zijn, dat u goed op de hoogte bent van elke eigenschap die uw nieuwe instrument te bieden heeft, is het noodzakelijk om de gehele gebruiksaanwijzing door te lezen. De gebruiksaanwijzing dient goed bewaard en bij de hand gehouden te worden, zodat hij gemakkelijk te raadplegen is. * Alle productnamen in dit document zijn merknamen of geregistreerde merknamen van de respectievelijke eigenaren. Copyright© 2002 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag in welke vorm dan ook worden gekopieerd, zonder schriftelijke toestemming van de ROLAND CORPORATION. Gebruikershandleiding

Transcript of Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de...

Page 1: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

Bedankt en gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland V-BASS.

Lees voor het gebruik van dit instrument aandachtig de volgende hoofdstukken: “BELANGRIJKE VEILIGHEID INSTRUCTIES” (gebruiksaanwijzing p. 2), “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” (gebruiksaanwijzing p. 3-4) en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (gebruiksaanwijzing p. 5). Deze hoofdstukken geven belangrijke aanwijzingen voor een juist gebruik van dit instrument. Om er zeker van te zijn, dat u goed op de hoogte bent van elke eigenschap die uw nieuwe instrument te bieden heeft, is het noodzakelijk om de gehele gebruiksaanwijzing door te lezen. De gebruiksaanwijzing dient goed bewaard en bij de hand gehouden te worden, zodat hij gemakkelijk te raadplegen is.

* Alle productnamen in dit document zijn merknamen of geregistreerde merknamen van de

respectievelijke eigenaren.

Copyright© 2002 ROLAND CORPORATION

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag in welke vorm dan ook

worden gekopieerd, zonder schriftelijke toestemming van de ROLAND

CORPORATION.

Gebruikershandleiding

Page 2: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

2

CAUTIONRISK OF ELECTRIC SHOCK

DO NOT OPEN

ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR

Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.

Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.

INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIESBEWAAR DEZE INSTRUCTIES

WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND

ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.

WAARSCHUWING

– Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden, inclusief de volgende:

1. Lees deze instructies.2. Bewaar deze instructies.3. Neem alle waarschuwingen serieus.4. Volg alle instructies.5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden.

Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.

8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.

9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin. De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aange-bracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past, raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verou-derde stopcontact.

10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,

stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.

11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.

12. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.

13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.

14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.

Page 3: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

3

USING THE UNIT SAFELY

001

• Lees de instructies en de gebruiksaanwijzing goed door, voordat u dit apparaat in gebruik neemt.

..........................................................................................................

002a

• Maak het apparaat niet open en breng geen interne wijzigingen aan.

..........................................................................................................

003

• Probeer het apparaat niet te repareren of delen in het apparaat te vervangen (behalve als deze gebruiksaanwijzing daar aanwijzingen voor geeft). Ga voor al uw reparaties naar de winkel waar u het apparaat heeft gekocht, het dichtst-bijzijnde Roland Service Center of een geautori-seerde Roland distributeur. U kunt deze vinden op de “Informatie” pagina.

..........................................................................................................

004

• Gebruik of bewaar het apparaat nooit:

• Bij extreme temperatuurwaarden (bijv. in direct zonlicht in een dicht voertuig, bij een warmtebron of bovenop een warmte opwekkend apparaat); of

• In vochtige ruimtes (bijv. baden, badkamers, op natte vloeren); of

• In ruimtes waar regen in kan komen; of

• In stoffige ruimtes; of

• In ruimtes die bloot staan aan zware trillingen...........................................................................................................

007

• Verzeker u ervan dat de plaats waar u het apparaat zet een stevige oppervlakte biedt, die het apparaat op de juiste manier ondersteunt en waardoor het apparaat niet kan gaan wiebelen.

..........................................................................................................

001

• Het apparaat dient alleen te worden aangesloten op een stroomtoevoer van het type dat in de bedieningsinstructies wordt beschreven of zoals het op het apparaat staat aangegeven.

..........................................................................................................

008e

• Gebruik alleen het meegeleverde stroomsnoer.

..........................................................................................................

009

• Het stroomsnoer dient niet buitensporig te worden gedraaid of gebogen; plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Als u dit wel doet, kan het snoer beschadigd raken, waardoor onderdelen kunnen afbreken en kortsluiting kan ontstaan. Een beschadigd snoer kan brand of schokken veroorzaken!

..........................................................................................................

010

• Dit apparaat kan, alleen of in combinatie met een versterker, koptelefoon of speakers, een geluids-niveau bereiken dat een permanente gehoorbe-schadiging kan veroorzaken. Gebruik geen hoog of onaangenaam volume als u het apparaat voor langere tijd bedient. Indien u enig gehoorverlies of gepiep in de oren ervaart, dient u onmiddelijk te stoppen met het gebruik van dit apparaat, en een oorarts te raadplegen.

..........................................................................................................

011

• Laat geen objecten (bijv. brandgevaarlijk materiaal, munten of naalden); vloeistof (water, frisdranken etc.) in of over het apparaat vallen.

..........................................................................................................

013

• In huishoudens met kleine kinderen dient altijd een volwassene toezicht te houden, totdat het kind in staat is om de regels, die essentieel zijn voor een veilig gebruik van het apparaat, na te volgen.

..........................................................................................................

Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.

* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.

Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt..

Het wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.

Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.

Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN

Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen

WAARSCHUWING

VOORZICHTIG

NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT

WAARSCHUWING WAARSCHUWING

Page 4: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

4

001

• Bescherm het apparaat tegen hevige schokken.(Laat het apparaat niet vallen!)

..........................................................................................................

015

• Sluit het stroomsnoer van het apparaat niet aan op een stopcontact waar teveel andere apparaten op zijn aangesloten. Wees extra voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren—de totale stroom die gebruikt wordt door alle apparaten die op hetzelfde verlengsnoer of blok zijn aangesloten, mag nooit het stroomvoorschrift (Watt/Ampère) op het verlengsnoer overschrijden. Door een overmatige belasting kan het snoer oververhit raken en uiteindelijk doorbranden.

..........................................................................................................

016

• Voordat u het apparaat in het buitenland gebruikt, dient u om raad te vragen bij de winkel waar u het apparaat heeft gekocht, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een officiële Roland distributeur (die u kunt vinden op de “Infor-matie” pagina).

..........................................................................................................

101a

• Het apparaat dient zo te worden geplaatst, dat zijn locatie of positie een goede ventilatie niet in de weg staat.

..........................................................................................................

102b

• Houd altijd alleen de stekker van het stroomsnoer vast, als u de stekker in of uit een stopcontact of dit apparaat haalt.

..........................................................................................................

104

• Probeer te voorkomen dat snoeren en kabels in de war raken. Snoeren en kabels dienen zo te worden geplaatst dat ze buiten bereik van kinderen blijven.

..........................................................................................................

106

• Klim nooit op het apparaat; plaats nooit zware voorwerpen op het apparaat.

..........................................................................................................

107b

• Pak nooit de stekker of het snoer met natte handen vast als u de stekker in of uit een stopcontact of uit het apparaat haalt.

..........................................................................................................

108a

• Haal de stekker en alle snoeren van andere externe apparaten uit het apparaat, voordat u het apparaat gaat verplaatsen.

..........................................................................................................

109a

• Zet de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact, voordat u het apparaat gaat schoon-maken.

..........................................................................................................

110a

• Als u vermoedt dat het gaat onweren in uw omgeving, haal dan de stekker uit het stopcontact.

..........................................................................................................

WAARSCHUWING VOORZICHTIG

Page 5: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

5

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” van pagina’s 2, 3 en 4, en houd deze aanwijzingen goed in de gaten:

Stroomtoevoer

• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomnet met een ander apparaat dat storing kan veroorzaken (zoals een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).

• Voordat u dit apparaat aansluit op enig ander apparaat, dient u de stroom op elk apparaat uit te zetten. Op deze manier kunt u voorkomen dat er een defect optreedt, en/of dat er schade wordt toegebracht aan de luidsprekers of aan andere onderdelen.

Plaatsing

• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van versterkers (of enige andere apparatuur die grote transformatoren bevatten) kan een brom veroorzaken. Om dit probleem te verminderen kunt u het apparaat verdraaien; of u kunt het apparaat verder weg van de storingsbron plaatsen.

• Het kan zijn dat dit apparaat storing veroorzaakt in de ontvangst van radio en televisie. Gebruik het apparaat daarom niet in de buurt van deze ontvangers.

• Bij gebruik van draadloze communicatie-apparatuur (zoals mobiele telefoons) in de buurt van het apparaat, kan er storing ontstaan. Dergelijke storing kan ontstaan tijdens het het ontvan-gen van een gesprek, tijdens het opbellen of tijdens een gesprek. Heeft u last van dit probleem, plaats de draadloze apparatuur dan verder van het apparaat of schakel de apparatuur uit.

• Om een defect te voorkomen dient u het apparaat niet te gebrui-ken in een vochtige omgeving, zoals een omgeving die is bloot-gesteld aan regen of ander vocht.

Onderhoud

• Gebruik een droge, zachte doek om het instrument te reinigen. U kunt eventueel een licht vochtige doek gebruiken. Om hardnek-kiger stof te verwijderen kunt u een doek gebruiken, die verza-digd is met een mild, niet aggressief schoonmaakmiddel. Zorg er wel voor, dat u daarna het apparaat afneemt met een zachte, droge doek.

• Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddel, alcohol of wat voor oplosmiddel dan ook, om verkleuring en/of vervorming te voor-komen.

Reparatie en data

• Weest u er zich van bewust, dat alle opgeslagen data in het geheugen van het apparaat verloren kunnen gaan, als u het appa-raat wegbrengt voor reparatie. Belangrijke data dient u altijd als veiligheidskopie op te slaan op een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer) of op te schrijven (indien mogelijk). Tijdens een reparatie wordt al het mogelijke gedaan om dataverlies te voor-komen. In sommige gevallen (bijvoorbeeld als het systeemge-deelte dat samenhangt met het geheugen zelf niet meer werkt) is het tot onze spijt niet mogelijk om de data te herstellen. Roland aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot een derge-lijk verlies van data.

Geheugenbescherming

• Dit apparaat bevat een batterij, die het geheugensysteem van het apparaat van stroom voorziet als de stroomschakelaar uit is. Als de batterij bijna leeg is, verschijnt de onderstaande boodschap op

het scherm. Zodra u deze boodschap ziet, dient u de batterij door een nieuwe te vervangen; op deze manier voorkomt u het verlies van alle data. Voor de vervanging van de batterij kunt u contact opnemen met de winkel waar u het apparaat heeft gekocht, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een officiële Roland dis-tributeur (deze vindt u op de “Informatie” pagina).

Aanvullende voorzorgsmaat-regelen

• Weest u er zich van bewust, dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan, als gevolg van een defect of een verkeerde bediening van het apparaat. Om uzelf te bescher-men tegen het mogelijk kwijtraken van belangrijke data, raden we u aan om van belangrijke data die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, periodiek een kopie te maken op een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer).

• Als de data die u op een ander MIDI apparaat (bijv. een sequen-cer) heeft opgeslagen verloren gaat, kunt u deze waarschijnlijk niet meer herstellen. Roland Corporation aanvaardt geen aan-sprakelijkheid met betrekking tot een dergelijk verlies van data.

• Bij de bediening van de knoppen, schuiven en andere bedienings-knoppen op het apparaat dient u met redelijke voorzichtigheid te werk te gaan; zo ook bij het gebruik van de jacks en aansluitin-gen. Een ruwe behandeling kan tot een defect leiden.

• Sla of duw nooit te hard op het scherm.

• Bij het aansluiten/ontkoppelen van kabels dient u altijd de plug zelf beet te pakken–trek nooit aan de kabel. Op deze manier voor-komt u kortsluiting of beschadiging van het binnenste van de kabel.

• Er straalt een kleine hoeveelheid warmte uit het apparaat tijdens normaal gebruik.

• Probeer het geluidsvolume van het apparaat op een acceptabel niveau te houden, om de buren niet tot last te zijn. Het kan zijn dat u de voorkeur geeft aan het gebruik van een koptelefoon: op die manier hoeft u zich geen zorgen te maken dat u anderen last bezorgd (vooral ‘s avonds laat).

• Als u het apparaat wilt vervoeren, dan kunt u dit het beste doen in de doos (inclusief vulsel) waarin het verpakt was, indien mogelijk. Anders zult u vergelijkbaar verpakkingsmateriaal moe-ten gebruiken.

• Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-300L; los verkrijgbaar). Aansluiting van een ander expressiepedaal kan een defect veroorzaken of het apparaat beschadigen.

• Gebruik een Roland kabel voor het maken van een aansluiting. Als u hiervoor een ander merk kabel gebruikt, dient u de vol-gende voorzorgsmaatregel in acht te nemen:• Sommige kabels bevatten een weerstand. Gebruik geen kabels

met een weerstand voor het aansluiten van dit apparaat. Bij het gebruik van een kabel met een weerstand kan de klank extreem zacht of zelfs onhoorbaar worden. Voor informatie over de specificaties van een kabel dient u contact op te nemen met de fabrikant van de desbetreffende kabel.

Page 6: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

6

Inhoud

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN .....................................3

BELANGRIJKE OPMERKINGEN .......................5

Belangrijkste kenmerken..............................8

Over de V-Bass ............................................9

Paneelbeschrijving .....................................10

Bedieningspaneel............................................................. 10

Achterpaneel..................................................................... 11

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen...............12

De GK pickup bevestigen ................................................ 12

Aansluitingen maken ....................................................... 12

Vóór het aansluiten..............................................................12

De stroom aanzetten ........................................................ 13

Aanpassing van het volume ............................................ 14

Over het scherm (basisbediening).................................. 14

GK pickup instellingen..................................................... 15

De verhouding van iedere snaar aangeven......................15De gevoeligheid van de verschillende snaren aanpassen ..............................................................................17Instellingen benoemen ........................................................18

Uw basgitaar stemmen .................................................... 18

Veranderen van klanken (patches) ................................. 19

Over de patchnummers.......................................................19De PATCH/VALUE draaiknop gebruiken om te veranderen ............................................................................20Pedalen gebruiken om te veranderen ...............................20

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren ....................21

COSM BASS instellingen................................................. 21

COSM AMP instellingen................................................... 22

EFFECTS instellingen ...................................................... 22

Het tempo en de toonsoort van het nummer, dat u wilt spelen aangeven............................................................... 23

Pedaalfunctie instellen(EXP/CTL/GK VOL/GK SW) .............................................. 24

De functie van het EXP pedaal van de V-Bass aangeven................................................................................24De functie van het CTL pedaal van de V-Bass aangeven................................................................................24De functie van GK VOL aangeven ....................................25De functie van GK SW aangeven.......................................25Assign functie instellen .......................................................26

Het volume van het normale element aanpassen ......... 27

Schakelvolgorde verwisselen van het interne multi-effect en de COSM BASS/COSM AMP .................. 27

Het normale ingangssignaal met het GK ingangssignaal combineren.......................................28

De volumebalans aanpassen ..............................................28De schakelpositie aangeven................................................28

Een patch benoemen ........................................................29

Het volume van de patch aanpassen...............................30

Een door u gecreëerde klank (patch) bewaren (de Write procedure) .........................................................30

De volgorde van patches veranderen(Patch Exchange functie)..................................................31

De klank van de gehele V-Bass aanpassen aan de speelomstandigheden .........31

De pedalen gebruiken om een effect aan/uit te zetten (Manual mode) ...................................................................32

De Manual mode aanzetten................................................32Selecteren welk effect u met de verschillende pedalen kunt uitzetten.........................................................32

Hoofdstuk 3 Systeeminstellingen................ 33

GK pickup instellingen......................................................33

Selecteer de GK pickup instelling......................................33De GK pickup goed afstellen op de basgitaar die u gebruikt..................................................................................33De schaallengte van de gebruikte basgitaar instellen.....33De GK pickup en het normale element op elkaar afstellen.................................................................................34De plaatsing van de S1/S2 schakelaars aangeven ..........34De aansluiting van de GK pickup aangeven....................34De afstand tussen de GK pickup en de brug aangeven................................................................................34De gevoeligheid van de verschillende snaren aanpassen ..............................................................................35Instellingen benoemen ........................................................35

Het contrast van het scherm aanpassen.........................35

Pedaalfuncties instellen....................................................36

De functie van de BANK pedalen instellen......................36Het aantal beschikbare banken aangeven ........................36De functie van een externe voetschakelaar (FS-5U) aangeven................................................................................36Overnemen van de positie van het EXP pedaal en GK VOL bij het oproepen van een patch..........................37De diepte en het bereik van het ingebouwde EXP pedaal aanpassen.........................................................37

De functie van de VALUE draaiknop instellen................37

Voorkomen van onbedoelde bediening tijdens het spelen...............................................................................37

GK pickup functie instellingen.........................................38

De functie van de S1/S2 schakelaars veranderen ...........38De functie van de GK VOL knop aangeven.....................38

Hoofdstuk 4 MIDI....................................... 39

Over MIDI............................................................................39

Controleren welke MIDI boodschappen worden ondersteund (MIDI implementatiekaart) .........................39Over MIDI kanalen ..............................................................39Over de MIDI Omni mode..................................................40Over de MIDI Device ID .....................................................40Bank Select en Program Change ........................................40

Page 7: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

7

Inhoud

Patches selecteren op een extern apparaat................... 40

Vanaf een extern apparaat het wisselen van patches aansturen .......................................................................... 41

De program change map selecteren ..................................41De program change ontvangstmap instellen ...................41Synchroniseren met MIDI Clock boodschappen via MIDI IN...........................................................................41

Pedaal bedieningsdata verzenden.................................. 41

Klank(patch)- of systeemdata verzenden en ontvangen ................................................. 42

Instellingen naar een extern apparaat verzenden (Bulk Dump).....................................42Instellingen ontvangen vanaf een extern apparaat (Bulk Load)...........................................................................42

Hoofdstuk 5 Parametergids........................43

COSM BASS...................................................................... 43

TYPE.......................................................................................43PICKUP..................................................................................44BODY .....................................................................................46BASS SELECT .......................................................................46PT SHIFT (Pitch Shift) .........................................................47FRETLESS..............................................................................48WAVE SYNTH .....................................................................48OSC SYNTH..........................................................................49FILTER...................................................................................49P-BEND (Power bend).........................................................50SUSTAIN ...............................................................................50COLOR ..................................................................................50ATTACK................................................................................50BODY LEV (Body Level).....................................................50ORGAN .................................................................................50PD SHIFT (Pedal Shift)........................................................51POLY OCTAVE (Polyphonic octave)................................51POLY DISTORTION (Polyphonic distortion)..................51POLY SG (Polyphonic slow gear)......................................52EQ (Equalizer) ......................................................................52PAN........................................................................................52MIXER....................................................................................52

COSM AMP........................................................................ 53

SPEAKER ..............................................................................54

EFFECTS ........................................................................... 54

COMP/LM (Compressor/limiter) ....................................54WAH ......................................................................................55OD/DS (Overdrive/Distortion) ........................................56EQ (Equalizer) ......................................................................56MOD (Modulation) ..............................................................57DELAY...................................................................................60CHORUS ...............................................................................61REVERB .................................................................................61NS (Noise suppressor).........................................................62FV (Foot volume) .................................................................62FX-BYPASS............................................................................62

PEDAL ASSIGN................................................................. 62

MASTER ............................................................................ 63

SYSTEM............................................................................. 64

GLOBAL................................................................................64DISPLAY CONTRAST 1–16 ...............................................64PEDAL FUNCTION ............................................................64

GK FUNCTION....................................................................65DIAL FUNCTION................................................................65MIDI .......................................................................................66

TUNER/BYPASS ................................................................67

GK SETTING (GK PICKUP INSTELLINGEN)...........................................67

Hoofdstuk 6 Aanvullende informatie.......... 69

Problemen ..........................................................................69

Problemen met het geluid...................................................69Andere problemen ...............................................................70

De standaard fabrieksinstellingen opnieuw instellen (Factory Reset) ..................................................................70

PEDAL ASSIGN Parameterlijst.........................................71

COSM BASS ..........................................................................71COSM AMP ..........................................................................71EFFECTEN ............................................................................72

MIDI Implementatie kaart ..................................................73

Specificaties.......................................................................74

Index......................................................... 75

Page 8: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

8

Belangrijkste kenmerken

Een compleet nieuw systeem voor de basgitaar

De V-Bass is een uitvinding van Roland: een totaal nieuw systeem voor de basgitaar dat is ontwikkeld met de veelgeprezen COSM technologie.

Het pickupsignaal bevat behalve toonhoogte en volume ook andere informatie, zoals nuances in de speeltechniek en het karakter dat door de vorm van de body en het type snaren van de basgitaar wordt geproduceerd. De GK divided pickup neemt elke snaar onafhankelijk waar, en produceert het bijbehorende elementsignaal.

De V-Bass haalt informatie uit dit signaal, waarna u het kunt bewerken door (bijvoorbeeld) het benadrukken van, toevoegen of verwijderen van boventonen om zo compleet nieuw basklanken te creëren, die met oudere reeds bestaande apparatuur niet mogelijk waren.

De klank is natuurlijk gebaseerd op het originele signaal van de snaar, waardoor het spelen zeer natuurlijk aanvoelt.

COSM BASS—het creëren van nieuwe mogelijkheden voor de basgitaar

Behalve klanken zoals die van akoestische basgitaren, fretloze basgitaren en elektrische basgitaren kunt u speciale instellingen gebruiken zoals synth basklanken, alternatieve stemmingen of meersnarige bassen, zonder dat u daarvoor een andere basgitaar hoeft te pakken of uw stemming hoeft te veranderen. Praktisch elke denkbare basklank is direct beschikbaar door simpelweg op een pedaal te drukken.

U kunt ook zelf nieuwe basklanken creëren door de regelaars voor pickup, toonregeling en volume aan te passen of door de bodyinstellingen te veranderen.

Deze klanken kunnen natuurlijk worden gespeeld met alle speeltechnieken, die u normaliter ook gewend bent op uw basgitaar te gebruiken.

Het apparaat bevat ook een mixergedeelte, waardoor u algehele controle heeft over de ingangssignalen van het normale element en de divided pickup – en u beide klanktypen kunt combineren voor nog meer creatieve mogelijkheden.

COSM AMP en multi-effecten voor nog meer mogelijkheden

Het COSM amp gedeelte biedt behalve zes verschillende virtuele versterkers ook nog zes andere originele versterkers die voor de COSM basgitaar zijn geoptimaliseerd. Het multi-effect gedeelte biedt een verscheidenheid aan effecten van de hoogste kwaliteit, inclusief COMP/LM, WAH, OD/DS en EQ.

Daarnaast kunt u schakelingen maken, die niet alleen de COSM amp en multi-effecten bevatten, maar ook COSM bass mixpunten, waarmee u totale controle over uw geluid heeft tot aan de uitgangen.

Een heel arsenaal aan nuttige functies

Met de verschillende algemene parameters kunt u aanpassingen maken die passen bij de lokatie waar u speelt, zonder dat u elke klank apart hoeft te veranderen. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld een aantal aspecten van de klank algemeen aanpassen, zoals de reverbdiepte of de toonregeling van het hoge of lage register.

De V-Bass beschikt over zowel koptelefoonuitgangen als XLR gebalanceerde uitgangen, waardoor een directe aansluiting op een PA systeem mogelijk is.

Flexibele ondersteuning voor 4-snarige tot 6-snarige basgitaren

Basgitaren hebben vergeleken met gitaren een grotere variatie in het aantal snaren. De V-Bass is zo ontworpen dat hij de meest gebruikte basgitaartypes ondersteunt, van 4-snarige tot 6-snarige basgitaren.

De klankinstellingen zijn zo flexibel mogelijk ontworpen waardoor dezelfde data voor 4-snarige tot en met 6-snarige basgitaren kan worden gebruikt.

U kunt in totaal vijf verschillende sets met instellingen die geschikt zijn voor verschillende basgitaren opslaan, waardoor u tijdens een optreden van instrument kunt wisselen.

Grafisch LCD

Dankzij het grafische LCD scherm kunnen instellingen als pickupplaatsing en bodytype visueel en op gevoel worden gemaakt.

Page 9: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

9

Over de V-Bass

De uitleg in dit hoofdstuk helpt u om zo veel mogelijk uw voordeel te doen met de functionaliteit van de V-Bass.

GK Pickup

Om de V-Bass te kunnen gebruiken, heeft u een GK-2B divided pickup voor basgitaar nodig. Deze is los in de winkel verkrijgbaar.

Installeer de GK-2B op uw basgitaar. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de GK-2B voor een gedetailleerde beschrijving van de installatie.

U kunt ook GK-compatibele basgitaren gebruiken die te verkrijgen zijn bij verschillende fabrikanten (voor details over specificaties van deze basgitaren raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de betreffende basgitaar of neem contact op met de fabrikant).

De V-Bass is alleen voor het gebruik met basgitaren ontworpen.

Het is niet mogelijk de V-Bass te gebruiken met een gitaar waarop een GK-2A gitaar divided pickup is geïnstalleerd (ook als hij is aangesloten, zal hij niet juist functioneren).

Klankdata (patch parameters)

De V-Bass is zo ontworpen dat dezelfde klankinstellingen kunnen worden gebruikt (voorzover mogelijk) voor ieder standaard type basgitaar van 4- tot 6-snarige basgitaren.

Dit betekent dat in het geval van parameters die onafhankelijk voor elke snaar kunnen worden ingesteld, er altijd aparte instellingen zijn voor elk van de zes snaren. Deze instellingen worden getoond als Hi, 1 2 3 4 en Lo, in verhouding tot de standaard 4-snarige basgitaar.

De relatie tussen de parameters uit de lijst en de snaren waar ze op van toepassing zijn, wordt aangegeven door de “GK POSI” instelling van het GK SETTING menu. Deze relatie en de standaard stemmingen worden hieronder getoond:

Omdat u in totaal vijf sets instellingen voor verschillende basgitaren kunt opslaan, is het mogelijk om tussen verschillende instrumenten te wisselen.

Parameter listing

4STR-1,2,3 5STR-Lo1,2 5STR-Hi1,2 6STR

Hi - - 1e snaar (C) 1e snaar (C)1 1e snaar (G) 1e snaar (G) 2e snaar (G) 2e snaar (G)2 2e snaar (D) 2e snaar (D) 3e snaar (D) 3e snaar (D)3 3e snaar (A) 3e snaar (A) 4e snaar (A) 4e snaar (A)4 4e snaar (E) 4e snaar (E) 5e snaar (E) 5e snaar (E)

Lo - 5e snaar (B) - 6e snaar (B)

Page 10: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

10

Paneelbeschrijving

Bedieningspaneel

fig.0-01

1.

LED Scherm

Hier verschijnt het banknummer van de huidig geselecteerde patch (p. 19). In de TUNER MODE (p. 18) verschijnt de notennaam.

2.

LCD Scherm

Hier verschijnt allerlei informatie over de V-Bass, zoals de naam van de patch, de waarde van de parameter, etc.

3.

PATCH/VALUE draaiknop

Met deze knop kunt u patches selecteren of de waarde van een parameter aanpassen.

4.

OUTPUT LEVEL knop

Met deze knop kunt u het totale volume van de V-Bass aanpassen.

* Het OUTPUT (XLR) volume en BASS OUTPUT volume

verandert niet.

5.

GK SETTING toets

Met deze toets kunt u instellingen maken voor de GK Pickup (p.15).

6.

Functie toets

Met deze toetsen kunt u een parameter selecteren op het LCD scherm.

7.

PAGE toets

Met deze toetsen kunt u van pagina wisselen op het LCD scherm (p. 14).

8.

EXIT toets

Met deze toets kunt u een handeling afbreken of teruggaan naar het Play scherm (p. 13).

9.

WRITE toets

Met deze toets kunt u een patch schrijven (p. 30, 31).

10.

CURSOR toets

Met deze toets kunt u de cursor verplaatsen.

11.

COSM BASS toets

Druk op deze toets, als u toegang wilt krijgen tot de COSM BASS parameters (p. 21).

12. COSM AMP toets

Druk op deze toets, als u toegang wilt krijgen tot de COSM AMP parameters (p. 22).

13. EFFECTS toets

Druk op deze toets om een effect aan te passen (p. 22).

14. PEDAL ASSIGN toets

Druk op deze toets voor om een pedaalfunctie te veranderen (p. 24).

15. MASTER toets

Druk op deze toets als u het volume van een patch of de naam wilt veranderen of andere aanpassingen wilt maken (p. 23, 27, 30).

16. SYSTEM toets

Druk op deze toets om de V-Bass op verschillende situaties aan te passen (p. 31, 35—42).

1

2 3 4

56 7

10

11 12 13 14 15 16 17 18

8 9

20

22

21

19

Page 11: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

11

Paneelbeschrijving

17. MANUAL toets

Druk op deze toets om de MANUAL MODE te gebruiken (p. 32).

18. TUNER/BYPASS toets

Druk op deze toets om de TUNER functie of de BYPASS functie te gebruiken (p. 18).

19. BANK pedaal

Druk deze pedalen in om van bank of patch te wisselen (p. 19).

20. Nummerpedalen

Druk deze pedalen in om van patch (p. 19) te wisselen of om een effect aan/uit te zetten (p. 32).

21. CTL (Control) pedaal

Gebruik dit pedaal voor het regelen van allerlei functies,

zoals aan/uit voor effecten, TUNER schakelaar en andere functies (p. 24).

22. EXP (Expression) pedaal

Gebruik dit pedaal om het volume, wah effect en andere functies te regelen (p. 24).

Zorg er bij het bedienen van het expressiepedaal voor, dat uw tenen niet klem komen te zitten tussen het bewegende gedeelte en het paneel. In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden totdat het kind groot genoeg is om zich aan alle regels te houden die essentieel zijn voor een veilig gebruik van dit apparaat. Kinderen mogen alleen onder toezicht en begeleiding van een volwassene van dit apparaat gebruik maken.

Achterpaneelfig.0-02

23. OUTPUT jacks (XLR)

Dit zijn XLR jacks, die een gebalanceerd signaal uitsturen.

24. SELECT (Output Select) schakelaar

De instelling van deze schakelaar bepaalt of het uitgangssignaal van de XLR OUTPUT jacks stereo (L/R) is of DIRECT/MONO.DIRECT: Verstuurt het normale pickupsignaal vanuit de

GK INPUT of het signaal vanuit de BASS INPUT.

MONO: Verstuurt het gemengde signaal van de OUTPUT L/R.

25. GK INPUT aansluiting

Verbind de bijgesloten GK kabel met het ingangssignaal van elke snaar.

26. BASS INPUT jack

Gebruik deze jack om het signaal van de normale basgitaarelementen in te sturen.

27. BASS OUTPUT jack

Deze jack verstuurt direct het signaal van de BASS INPUT.

28. OUTPUT jack

Dit zijn standaard jacks, die een ongebalanceerd signaal uitsturen.

29. PHONES (koptelefoon) jack

Op deze jack kunt u een koptelefoon aansluiten.

30. SUB EXP PEDAL/SUB CTL 1,2

(Sub Expression/Sub Control Pedal) jacks

Sluit hier een optioneel expressiepedaal (bijv. de EV-5) of voetschakelaar (zoals de FS-5U) op aan.

31. MIDI aansluitingen

Sluit een extern MIDI apparaat aan op deze aansluitingen voor het ontvangen en verzenden van MIDI boodschappen.

32. POWER schakelaar

Schakelt de stroom aan en uit.

33. Stroomaansluiting

Sluit hierop het bijgeleverde stroomsnoer aan.

25 26 2724 29 30 32 3323 28 31

Page 12: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

12

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen

De GK pickup bevestigenInstalleer allereerst de GK-2B divided pickup op uw basgitaar. Een gedetailleerde beschrijving van de installatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van de GK-2B.

De GK-2B kan niet worden gebruikt met de volgende types basgitaren (zelfs als ze geïnstalleerd zijn, werken ze niet op de juiste manier):

• Basgitaren met een onconventionele snaarconfiguratie, zoals meersnarige bassen met zeven of meer snaren of bij contrabassen (akoestische bassen).

• Basgitaren met nylon snaren zonder een stalen kern of darmsnaren.

• Iedere andere bas die, door zijn structuur geen plaats biedt voor het op de juiste manier bevestigen van de GK-2B divided pickup.

Stel om te beginnen de GK-2B select schakelaar in op de “MIX” positie als u de V-Bass gebruikt.

Aansluitingen maken

Vóór het aansluitenOm de V-Bass te kunnen gebruiken heeft u de volgende uitrusting nodig:

• Een basgitaar met een geïnstalleeerde GK-2B

• Versterker/speaker of koptelefoon

U wilt misschien nog de volgende apparatuur gebruiken voor extra gemak:

• Een extern expressiepedaal (Roland EV-5 of BOSS FV-300L; wordt apart verkocht)

• Een externe pedaalschakelaar (BOSS FS-5U, FS-5L; wordt apart verkocht)

* Zet altijd het volume laag, en zet vervolgens de stroom van alle

apparaten uit voordat u een aansluiting maakt om een defect

en/of schade aan de speakers of andere apparatuur te

voorkomen.

* De indeling van de pinnen in de XLR aansluitingen wordt

hieronder getoond. Voordat u een aansluiting maakt, dient u te

controleren dat deze indeling van de pinnen geschikt is voor al

uw andere apparatuur.

* Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV-5 of BOSS

FV-300L; wordt apart verkocht). Door het aansluiten van een

ander expressiepedaal, riskeert u een defect en/of beschadiging

van het apparaat.

* Als u de FS-5U aansluit, stel dan de polariteitschakelaar als

volgt in:fig.1-02e

Over de BASS OUTPUT jack

Als u wilt, kunt u een versterker of mengtafel op de BASS OUTPUT jack aansluiten.

* Gebruik de BASS OUTPUT jack alleen als u de originele

basklank door een extern effectapparaat wilt leiden, omdat u

vanuit deze jack alleen de originele basklank kunt uitsturen.

* Als u de normale basgitaar inputjack van de GK-2B gebruikt,

stel de keuzeschakelaar van de GK-2B dan in op “MIX”.

* Ook als er een koptelefoon op de PHONES jack is aangesloten ,

zal het geluid nog steeds worden uitgestuurd vanaf de

OUTPUT jack, OUTPUT aansluiting (XLR), en de BASS

OUTPUT jack.

HOT

COLD

GND 31 2

Polarity switch

Page 13: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

13

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen

Hoofd

stuk

1

Sluit uw apparatuur aan zoals getoond in onderstaand diagram, nadat u voorbereidingen heeft getroffen op uw basgitaar (GK-2B):fig.1-01e

De stroom aanzettenZet de stroom op de verschillende apparaten in de goede volgorde aan, zodra de aansluitingen zijn gemaakt (p. 12). Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet riskeert u een defect en/of beschadiging van speakers en andere apparatuur.

1. Zet de POWER schakelaar van de V-Bass op de “ON”

positie om de stroom aan te zetten.

Het scherm licht op en het volgende scherm, dat “play scherm” wordt genoemd, verschijnt in beeld:fig.1-03

* Als de stroom wordt aangezet, wordt het patchnummer dat

voor het uitzetten van de stroom het laatst was geselecteerd

opnieuw geselecteerd.

De verschillende procedures die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven dienen vanaf het Play scherm te worden uitgevoerd; u kunt dit bereiken door een aantal keer op [EXIT] te drukken.

* Dit apparaat is uitgerust met een beschermingsmechanisme.

Nadat de stroom is aangezet, duurt het even (een paar

seconden) voordat het apparaat normaal functioneert.

2. Zet de stroom van uw audio apparatuur aan

(basversterker, mengtafel, etc.)

Luidspreker metversterker

Mixer

Naar stopcontact

EV-5FV-300Lenz.

FS-5UFS-5Lenz.

BasgitaarKoptelefoon

Basversterker

Page 14: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

14

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen

Aanpassing van het volumeGebruik de OUTPUT LEVEL knop om het maximale volume in te stellen.fig.1-25

* Het uitgangsvolume van de OUTPUT aansluiting (XLR) zal

niet veranderen. Als u het volume wilt veranderen inclusief

dat van de OUTPUT aansluiting (XLR), pas dan de LEVEL

parameter aan in het GLOBAL gedeelte (p. 64).

* U kunt het volume ook aanpassen door de functie aan de

regelaars toe te wijzen, zoals het ingebouwde EXP pedaal en

GK VOL van de GK-2B. Raadpleeg het “Pedaal functie

instellingen” gedeelte voor meer informatie (p. 24).

Over het scherm (basisbediening)Sommige schermen hebben meerdere parameterpagina’s. Het paginanummer wordt rechtsboven in het scherm getoond. fig.1-04e

fig.1-05

1. Gebruik PAGE [ ][ ] om van pagina te wisselen.

* Druk op [F1]-F6] om de gewenste parameter te selecteren.

2. U kunt ook [CURSOR] gebruiken om de parameters te

selecteren.

3. Gebruik de VALUE draaiknop om de waarde te

veranderen.

* Als u de veranderde patch wilt bewaren (p. 19), raadpleeg dan

“Een gecreëerde klank (patch) bewaren” (de Write procedure)

(p. 30).

Page icon

12

3

Meerdere parameters gelijktijdig bewerkenBij parameters waarbij de snaren onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld kunnen de instellingen voor alle snaren gelijktijdig worden verhoogd of verlaagd.

Als u bijvoorbeeld de hoeveelheid Polyphonic Pitch Shift van iedere snaar op dezelfde manier wilt aanpassen, hoeft u dezelfde instelling niet steeds opnieuw te maken.

De volgende parameters kunnen gelijktijdig worden bewerkt.

GK SETTING:

• PICKUP<–> BRIDGE (p. 66)• SENSITIVITY (p. 68)

COSM BASS:

• PICKUP REAR PICKUP OFFSET (p. 43)• PICKUP FRONT PICKUP OFFSET (p. 43)• PT SHIFT SHIFT (p. 45)• PT SHIFT FINE (p. 45)• PT SHIFT HARMO (p. 45)• PT SHIFT E.LEVEL (p. 46)• PT SHIFT D.LEVEL (p. 46)• PD SHIFT STRING (p. 49)• POLY OCTAVE -1OCT (p. 49)• POLY OCTAVE DIR (p. 49)• PAN STRING (p. 50)• MIXER STRING LEVEL (p. 51)

1. Ga naar het scherm waarin de parameter, die u wilt

bewerken, zich bevindt.

2. Verplaats de cursor naar de parameter, die u wilt

bewerken.

3. Op dit moment komen [F1]-[F6] overeen met snaar

nummers Hi, 1, 2, 3, 4 en Lo. Houd de functietoets

die correspondeert met de gewenste snaar

ingedrukt, en druk op [F1]-[F6] om aan te geven

welke parameter u wilt instellen.fig.1-06

4. Druk op een willekeurige toets om de instelling af

te breken.

Page 15: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

15

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen

Hoofd

stuk

1

GK pickup instellingen

De verhouding van iedere snaar aangevenDe klankkleur van de V-Bass wordt sterk beïnvloed door de manier waarop de divided pickup is geïnstalleerd. Om er zeker van te zijn dat de V-Bass zo goed mogelijk functioneert dient u de data van de “GK settings”, die aangeven hoe de divided pickup is geïnstalleerd, in te voeren. Met deze instellingen kan de V-Bass alle onregelmatigheden in de klankkleur, die door veranderingen in de manier van installeren kunnen optreden, minimaliseren.

* Raadpleeg voor meer informatie “GK pickup instellingen”

(p. 33) of het “GK SETTING” (p. 67) gedeelte.

Als u meerdere basgitaren met de V-Bass gaat gebruiken, dient u de GK instellingen voor de divided pickup voor iedere basgitaar apart te maken. Voer onderstaande procedure voor iedere basgitaar uit. U kunt instellingen maken en bewaren voor in totaal vijf basgitaren.

1. Druk op [GK SETTING]. Het volgende scherm

verschijnt:fig.1-10

fig.1-11

2. Druk op [F1] (SETTING)

Selecteer een set GK instellingen. Gebruik de VALUE draaiknop om de GK instellingen voor uw basgitaar te selecteren. U kunt vijf instellingen op GK instelling A-E opslaan.

Als u van basgitaar wisselt, kunt u simpelweg

omschakelen naar de geschikte instelling, die u eerder heeft gemaakt. Op deze manier kunt u iedere basgitaar met de optimale instelling bespelen.

3. Druk op [F2] (GK POSI).

Geef de positie van de pickup aan. Gebruik de VALUE draaiknop om de positie, waarin de pickup op uw basgitaar is geïnstalleerd, aan te geven.

fig.3-01

4. Druk op [F4] (GK TYPE)

Geef het GK type aan. Gebruik de VALUE draaiknop om aan te geven, welk type divided pickup op uw basgitaar is geïnstalleerd.

fig.1-12

GK-2B:

Selecteer deze als uw divided pickup de GK-2B is.

PIEZO1, PIEZO 2:

Selecteer één van deze als uw divided pickup een piëzo element is.

Selecteer een type dat overeenkomt met uw basgitaar, om het beste COSM BASS geluid te produceren.

* Selecteer “PIEZO1” of “PIEZO 2” als u een piëzo element

gebruikt. Een piëzo element spoort snaarvibraties op, door

middel van een piëzo-elektrisch element dat aan de brug van de

basgitaar is bevestigd.

5. Druk op [F5] (DIRECTION).

Geef de positie van de pickup aan. Gebruik de VALUE draaiknop om aan te geven, op welke positie de pickup op uw basgitaar is geïnstalleerd.

fig.1-13

NORMAL: Positie met de kabel richting brug.

REVERSE: Positie met de kabel richting de hals.

GK instellingen zijn een erg belangrijk element bij het gebruik van de de V-Bass. Ze zijn van grote invloed op de klank. Verzeker u ervan dat u deze instellingen maakt.

Page 16: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

16

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen

fig.1-14e

6. Druk op [PAGE ] om naar pagina 2 te gaan.

7. Druk op [F1] (SCALE)

Gebruik de VALUE draaiknop om de schaallengte van uw basgitaar te specificeren.

Meet de lengte vanaf de topkam tot de brug van de hoogste snaar (normaal de G of C snaar) op uw basgitaar.

Specificeer vervolgens de waarde tussen 710-940 mm of selecteer één van de 4 presets in de lijst hieronder:

SHORT: 760 mm

MEDIUM: 812 mm

LONG (JB/PB): 864 mm

EXTRA LONG: 914 mmfig.1-16

8. Druk op [F2] (GK PU PHASE).

Gebruik de VALUE draaiknop om de fase van de GK pickup aan te geven, zodat deze overeenkomt met het normale element.

fig.3-03

Stel deze parameter in op een instelling, waarbij het volume niet significant afneemt, terwijl u op de laagste snaar van uw basgitaar speelt.

NORMAL: Laat de fase onveranderd.

INVERSE: Keer de fase om.

9. Druk op [F3] (S1/S2 POSITION).

Gebruik de VALUE draaiknop om te specificeren of de functie van de GK-2B’s S1/S2 schakelaars dienen te worden omgewisseld.

fig.1-17

NORMAL:De schakelaars zullen normaal functioneren.

INVERSE:De S1 schakelaar en de S2 schakelaar worden omgewisseld.

10. Druk op [PAGE ] om naar pagina 3 te gaan.

11. Druk op [F1]-[F6] om de snaar aan te geven.

Gebruik de VALUE draaiknop om de afstand van de pickup tot de brug aan te geven. Gebruik een meetlint om langs iedere snaar te meten en zo de afstand te vinden van de brugkant van de divided pickup tot de brug. Geef de afstand voor iedere snaar in millimeters aan.

* Deze instelling heeft geen effect als het GK TYPE is ingesteld

op “PIEZO 1” of “PIEZO 2”fig.1-18

fig.1-19e

12. Als u de V-Bass met meerdere basgitaren gaat

gebruiken, herhaal dan de stappen 2-11 om voor elke

basgitaar de geschikte GK instellingen te maken.

13. Druk op [EXIT] om terug te gaan naar de Play pagina.

* Deze instellingen dient u te maken, als u een divided pickup aan een basgitaar bevestigd of als u de hoogte van een divided pickup aanpast. Als u deze instellingen goed heeft gemaakt, zullen ze ook als de stroom uitstaat worden onthouden. Het is niet nodig om iedere keer dat u gaat spelen de instellingen

NORMAL

REVERSE

snaar 6 snaar 1

BridgePickup

String

string 6 string 1

Page 17: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

17

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen

Hoofd

stuk

1

steeds opnieuw te maken.

* Als u de V-Bass wilt gebruiken met een andere basgitaar dan de vorige, selecteer dan één van de instellingen A-E die u in stap 2 heeft gemaakt, om de geschikte GK instellingen voor uw basgitaar te kiezen. Druk op [EXIT] om terug te gaan naar de Play pagina.

De gevoeligheid van de verschillende snaren aanpassenPas de gevoeligheid van elke snaar apart aan, in overeenstemming met de manier waarop de GK-2B divided pickup is geïnstalleerd.

Als u meerdere basgitaren wilt gebruiken met de V-Bass, dient u de gevoeligheid van de divided pickup voor iedere basgitaar aan te passen. Zet voor een andere basgitaar eerst de stroom van de V-Bass uit, sluit de volgende basgitaar aan en volg onderstaande procedure. U kunt instellingen maken en bewaren van in totaal vijf basgitaren.fig.1-20

1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

Gebruik de VALUE draaiknop om de GK instelling, die u wilt benoemen, te selecteren.

fig.1-11

3. Druk een aantal keer op [PAGE ] om naar pagina 4

te gaan.fig.1-21e

4. Druk op [F6] om snaar 6 te selecteren.

* Selecteer de snaren, zoals die op uw basgitaar voorkomen.

5. Bespeel snaar 6 op uw basgitaar.

* Bepeel de overeenkomende snaar van uw type basgitaar.

De volumemeter wordt getoond. De aanduiding verschijnt op een rij (links beginnend), afhankelijk van de kracht waarmee u de snaar aanslaat.

fig.1-22e

6. Draai aan de VALUE draaiknop om de gevoeligheid

aan te passen.

Stel de gevoeligheid zo hoog mogelijk in, zonder dat de hoog volume-meter uiterst rechts verschijnt als u op z’n hardst speelt.

Pas daarna de balans op uw gehoor aan.

* Als de hoog volume-meter aan de rechterkant verschijnt, heeft

er vervorming plaats gevonden. Verlaag dan de gevoeligheid.

* Afhankelijk van de basgitaar die u gebruikt, kan het voorkomen

dat de volumemeter de maximale waarde bereikt, ook al is de

gevoeligheid zo laag mogelijk ingesteld. In dit geval dient u de

GK-2B divided pickup verder van de snaren in te stellen dan

aangegeven.

7. Pas de gevoeligheid van de snaren 5-1 op dezelfde

manier aan.

8. Speel vervolgens zeer zacht op de snaren 6-1.

Als er één snaar harder klinkt dan de anderen, verlaag dan de gevoeligheid van deze snaar zodat het volume van alle snaren hetzelfde wordt.

9. Druk op [EXIT] om naar de Play pagina terug te keren.

* Deze instellingen dient u te maken, als u een divided pickup

aan een basgitaar bevestigd of als u de hoogte van een divided

pickup aanpast. Als u deze instellingen goed heeft gemaakt,

zullen ze ook als de stroom uitstaat worden onthouden. Het is

niet nodig om iedere keer dat u gaat spelen de instellingen

steeds opnieuw te maken.

* Als u de V-Bass wilt gebruiken met een andere basgitaar dan

de vorige, selecteer dan één van de instellingen A-E die u in

stap 2 heeft gemaakt, om de geschikte GK instellingen voor

uw basgitaar te kiezen. Druk op [EXIT] om terug te gaan naar

de Play pagina.

2

4105

3

7

Page 18: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

18

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen

Instellingen benoemen1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

Selecteer de GK instelling die u wilt benoemen.

3. Druk op [PAGE ] om naar pagina 5 te gaan.fig.1-23

4. Gebruik [F1]-[F6] en de VALUE draaiknop om een

naam toe te wijzen.

[F1] ( ): verplaatst de cursor naar links.

[F2] ( ): verplaatst de cursor naar rechts.

[F3] ( ): verplaatst de cursor naar het eind.

[F4] (SPACE): voegt een spatie in op de plaats van de cursor.

[F5] (DELETE): om een karakter te wissen. De daaropvolgende karakters worden naar links opgeschoven.

[F6] (A, a, 1, ): omschakeling tussen hoofdletters, kleine letters, nummers en karakters.

* Druk op [CURSOR ] om naar de vorige pagina terug te

gaan.

5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

* Deze instellingen blijven in het geheugen opgeslagen, ook als

de stroom wordt uitgezet.

Uw basgitaar stemmenHier leest u hoe u de Tuner functie van de V-Bass kunt gebruiken om uw basgitaar te stemmen.fig.1-07

1. Druk op [TUNER/BYPASS]. De Tuner functie staat nu

aan.fig.1-08

2. Gebruik de functieknoppen om de volgende

instellingen te maken.

Druk op de knop voor de functie die u wilt instellen ([F4] [F6]), en draai aan de VALUE draaiknop om de gewenste waarde te selecteren.

* U hoeft deze stap niet uit te voeren, als u de parameter niet

wilt bewerken. Ga dan door met stap 3.

[F4] (PITCH: 435Hz-445Hz)Stel de standaard toonhoogte in.

* Deze is in de fabriek op 440Hz ingesteld.

* Een toonhoogte van het HARMONIST effect is afhankelijk

van deze instelling.

[F6] (BYPASS: MUTE, GK, BASS IN)Selecteer het geluid, terwijl u stemt.

MUTE: het geluid staat uit.

GK: stuurt de klank van de GK pickup uit.

BASS IN: stuurt de klank van het normale element uit.

* Dit is in de fabriek op GK ingesteld.

12 7

Wat is de standaard stemming?

De standaard stemming is de frequentie van de A4 noot (middelste A op een piano) van het instrument dat wordt gebruikt als referentie voor de toonhoogte tijdens een optreden.

Page 19: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

19

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen

Hoofd

stuk

1

3. Speel een enkele noot op de open snaar die u wilt

stemmen.

Het LCD scherm geeft de notennaam aan, die het dichtst bij de toonhoogte komt van de snaar die u heeft gespeeld.

* U dient helder een enkele noot aan te slaan, alleen op de snaar

die u wilt stemmen.fig.1-09

4. Stem uw basgitaar zo, dat op het scherm de notennaam

van de snaar die u aan het stemmen bent verschijnt.

5. Blijf naar het scherm kijken, en stem totdat alleen het

middelste lampje brandt.

6. Herhaal de stappen 3-5 om elke snaar te stemmen.

* Als u een basgitaar met een tremolo stemt, kan het stemmen

van één snaar ervoor zorgen dat de andere snaren afwijken.

Stem in dit geval eerst elke snaar totdat de notennaam wordt

getoond, en stem vervolgens elke snaar diverse keren opnieuw.

7. Bent u klaar met stemmen, druk dan op [TUNER/

BYPASS] of [EXIT].

U kunt ook met pedalen naar de Tuner mode gaan.

Druk gelijktijdig op de [BANK] en [BANK] pedalen, als u in het Play scherm ( p. 13) of in de Manual Mode (p. 32) bent.

Druk op het [BANK] of [BANK] pedaal om weer terug te keren naar de originele mode.

Veranderen van klanken (patches)

Over de patchnummersIn het Play scherm worden het patchnummer (bank nummer) en de patchnaam als volgt weergegeven:fig.1-50

User Patch

Als de V-Bass uit de fabriek komt bevat hij 100 user patches. U bent vrij om deze te veranderen en opnieuw op te slaan.

1-1 2-1 . . . 25-1

1-2 2-2 . . . 25-2

1-3 2-3 . . . 25-3

1-4 2-4 . . . 25-4

Preset Patch

De V-Bass bevat 100 preset patches.

26-1 27-1 . . . 50-1

26-2 27-2 . . . 50-2

26-3 27-3 . . . 50-3

26-4 27-4 . . . 50-4

Preset patches kunnen worden bewerkt - d.w.z. u kunt de instellingen veranderen - maar ze kunnen niet opnieuw als preset worden opgeslagen. Als u een veranderde preset patch wilt opslaan, dient u hem te bewaren als een nieuwe user patch.

C C#

F# G# A A# B

D D# E F

G

Wat is een Patch?

De V-Bass bevat 200 verschillende klanken, ook wel “patches” genoemd.

Patchnummer(Bank - nummer)

User Pach/Preset Patch

Patch naam

Page 20: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

20

Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen

De PATCH/VALUE draaiknop gebruiken om te veranderenHier kunt u lezen hoe u van de ene patch naar de volgende kunt gaan.

* Als de System parameter “DIAL” is ingesteld op “VALUE

ONLY”, kan de PATCH/VALUE draaiknop niet worden

gebruikt om patches te selecteren.

1. Zorg dat u in de Play pagina bent.

Bent u niet in de Play pagina, druk dan enkele malen op [EXIT].

2. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om van patch

te wisselen.

Als u de PATCH/VALUE draaiknop naar rechts draait, selecteert u de patch met het daarop volgende nummer; draait u naar links dan selecteert u de patch met het voorafgaande nummer.

fig.1-26

Pedalen gebruiken om te veranderenDeze methode is gemakkelijk tijdens een live optreden of in de studio. U kunt de pedalen indrukken om de bank en het nummer aan te geven.

Als u de System parameter “BANK AREA” instelt, zullen de patches in de aangegeven banken veranderen.

1. Zorg dat u in de Play pagina bent.

Bent u niet in de Play pagina, druk dan enkele malen op [EXIT].

2. Selecteer de patchbank.

Gebruik [BANK ] [BANK ] om de gewenste bank te selecteren.

* Als u de huidig geselecteerde bank niet hoeft te verlaten, is

deze stap niet nodig. Ga dan door met stap 3.fig.1-27

3. Druk met uw voet op een nummerpedaal [1]-[4] om een

patch te selecteren.

fig.1-28

Page 21: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

21

Hoofd

stuk

2

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

COSM BASS instellingenHier kunt u lezen hoe u COSM BASS instellingen kunt maken. Maak deze instellingen zoals u dat zelf wilt.

Druk op [COSM BASS].

1. Druk op [COSM BASS].fig.2-01

fig.2-01a

2. Druk op [F1] (ON/OFF).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om COSM BASS aan/

uit te zetten.

4. Druk op [F4] (TYPE), en gebruik de VALUE draaiknop

om het COSM BASS type te selecteren.

COSM BASS “TYPE” (p. 43)• ACOUSTIC• ELECTRIC• FRETLESS• VARI BASS• WAVE SYNTH• OSC SYNTH• FILTERED• BOWED• PIPE• CRYSTAL• ORGAN• BRASS• PEDAL PITCH SHIFT• POLY OCTAVE• POLY DISTORTION• POLY SLOW GEAR

5. Druk op [PAGE ].

* Pagina 2 en de volgende pagina’s bevatten gedeeltes, die de

klankkleur van de [COSM BASS] bepalen. Elke keer dat u op

[PAGE ] drukt, gaat u naar het instellingsscherm van het

volgende gedeelte. U kunt ook naar het volgende

instellingsscherm gaan, door op [COSM BASS] te drukken.

6. Druk op [F1]-[F3] om het gedeelte te selecteren.

* [F1]-[F3] werkt als een ON/OFF schakelaar voor het gedeelte

met een “ON” of “OFF” teken.

Het gedeelte zonder zo’n teken (zoals het MIXER gedeelte) zal

altijd op “ON” staan.

7. Draai aan de VALUE draaiknop, en selecteer

“CUSTOM” of PRESETs voor ieder gedeelte.fig.2-02

fig.2-03

* PRESET is een aanbevolen voorgeprogrammeerde instelling

voor ieder gedeelte.

PRESETs voor het BODY gedeelte in de VARI BASS zouden

bijvoorbeeld zijn: VIOLIN, SEMI-HLW, en HUGE WD. Er

zijn geen PRESETs voor gedeeltes zonder het “PRESET”,

“ON” of “OFF” teken.

* Als u CUSTOM selecteert, worden de instellingen die u

aangeeft door op “EDIT [F4]-[F6]” te drukken geselecteerd.

* Ook al heeft u PRESET geselecteerd, het scherm zal toch naar

CUSTOM gaan als u een parameter bewerkt, of de Write

procedure uitvoert (p.30).

8. Als u een gedetailleerdere bewerking van de

parameters van een gedeelte wilt uitvoeren, druk dan

op “EDIT [F4]-[F6]” om naar het bewerkingsscherm

van het betreffende gedeelte te gaan.

9. Druk op [F1]-[F6] om aan te geven welke parameter u

wilt aanpassen, en gebruik de VALUE draaiknop om

de waarde aan te passen.

10. Pas de parameters aan, totdat u de gewenste klank

heeft bereikt.

11. Voer de Write procedure (p. 30) uit om de bewerkte

instellingen op te slaan.

* Wilt u de waarde niet opslaan, druk dan op [EXIT] om naar

het Play scherm terug te keren.

Page 22: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

22

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

COSM AMP instellingenHier wordt uitgelegd hoe u de COSM AMP instellingen kunt maken. U kunt deze naar wens instellen.

1. Druk op [COSM AMP].fig.2-04

fig.2-05

2. Druk op [F1] (ON/OFF).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om COSM AMP aan/

uit te zetten.

4. Druk op [F4] (TYPE); gebruik de VALUE draaiknop om

het COSM AMP type te selecteren.

COSM AMP “TYPE” (p. 53)• CONCERT 810• FLIP TOP• B-MAN• VO DRIVE• SESSION• T.E.• BASS 360• SUPER FLAT• AC BASS• MS STACK• Hi-GAIN STACK• METAL STACK

5. Druk op [PAGE ].

* Bij elke druk op [PAGE ] gaat u naar het volgende

parameter instellingsscherm. U kunt ook naar het

instellingsscherm voor het volgende gedeelte gaan door op

[COSM AMP] te drukken.

6. Druk op [F1]-[F6] om de parameter die u wilt bewerken

te selecteren. Gebruik vervolgens de VALUE

draaiknop om deze te bewerken.

7. Pas de parameters aan, totdat u de gewenste klank

heeft bereikt.

8. Voer de Write procedure (p. 30) uit om de bewerkte

instellingen op te slaan.

* Wilt u de waarde niet opslaan, druk dan op [EXIT] om naar

het Play scherm terug te keren.

EFFECTS instellingenHier wordt uitgelegd, hoe u de effectinstellingen kunt maken. U kunt deze naar wens instellen.

1. Druk op [EFFECTS].fig.2-06

fig.2-07

2. Druk op [F1]-[F3] om elk effect aan/uit te zetten.

* Bij elke druk op [PAGE ] gaat u naar het volgende

instellingsscherm van het effect. U kunt ook naar het volgende

instellingsscherm van het effect gaan door op [EFFECTS] te

drukken.

* Op pagina 4 kunt u op [F1] of [F3] drukken om een parameter

te selecteren, en op [F6] (SET PDL) om “FV LEVEL” aan het

ingebouwde EXP pedaal toe te wijzen.

3. Draai aan de VALUE draaiknop om “CUSTOM” of

“PRESET” te selecteren.

4. Druk op “EDIT [F4]-[F6]” om de effectparameters

gedetailleerder te bewerken.

5. Druk op [F1]-[F6] om de parameter die u wilt bewerken

te selecteren. Gebruik vervolgens de VALUE

draaiknop om deze te bewerken.

6. Pas de parameters aan, totdat u de gewenste klank

heeft bereikt.

7. Voer de Write procedure (p. 30) uit om de bewerkte

instellingen op te slaan.

* Wilt u de waarde niet opslaan, druk dan op [EXIT] om naar

het Play scherm terug te keren.

Page 23: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

23

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

Hoofd

stuk

2

Het tempo en de toonsoort van het nummer, dat u wilt spelen aangevenHier wordt uitgelegd hoe u het tempo en de toonsoort van het nummer, dat u wilt spelen, kunt aangeven.

1. Druk twee keer op [MASTER].fig.2-08

fig.2-09

* Raadpleeg voor meer informatie over het aanpassen van het

volume “Het volume van een patch aanpassen” (p. 30).

2. Druk op [F2] (TEMPO), en gebruik de VALUE

draaiknop om het tempo aan te passen.fig.2-09b

* Als u de patch parameter wilt regelen met het aangepaste

tempo (p. 63), stel dan de corresponderende effect parameter in

op “BPM –BPM .”.

* Wilt u de MIDI SYNC functie gebruiken, draai dan de

VALUE draaiknop naar rechts totdat er “MIDI” in het

scherm verschijnt.

* BMP staat voor “beats per minuut” en geeft het aantal

kwartnoten aan die in één minuut worden gespeeld.

Voor het gebruik van Tap Input: Druk tenminste drie keer op [F5] (TAP), op afstanden van een kwartnoot in het gewenste tempo. Het tempo zal automatisch worden berekend, en worden ingesteld op het tijdsinterval waarmee u de knop heeft ingedrukt.

3. Druk op [F3] (KEY), en gebruik de VALUE draaiknop

om de KEY (toonsoort) van de Harmonist EFFECTS en

COSM BASS in te stellen.fig.2-09c

fig.5-50

4. Wilt u de door u aangegeven waarde opslaan, voer dan

de Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de waarde niet opslaan, druk dan op [EXIT] om naar

het Play scherm terug te keren.

U kunt het tempo ook instellen door de functieknop op

het Play scherm te gebruiken.

1. Zorg ervoor dat u zich in het Play scherm bevindt.

Bent u niet in het Play scherm, druk dan enkele malen op [EXIT].

2. Druk op [F6] (TEMPO), en gebruik de VALUE

draaiknop om het tempo aan te passen.

* Voor het gebruik van Tap Input: druk tenminste drie keer op

[F6] (TAP), op afstanden van een kwartnoot in het gewenste

tempo. Het tempo zal automatisch worden berekend, en

worden ingesteld op het tijdsinterval waarmee u de knop heeft

ingedrukt.fig.2-09a

3. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

Majeur C F B

E

A

D

Am Dm Gm Cm Fm BmMineur

Majeur G D A E B

Em Bm Fm C

m G

mMineur

F

Dm

G

Em

Page 24: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

24

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

Pedaalfunctie instellen(EXP/CTL/GK VOL/GK SW)Maak deze instellingen als u gebruik wilt maken van het EXP pedaal of het CTL pedaal van de V-Bass, een pedaal dat op de V-Bass is aangesloten of een extern MIDI apparaat voor het bedienen van parameters tijdens het spelen. Raadpleeg voor meer informatie PEDAL ASSIGN (p. 62).

* Wilt u een pedaal gebruiken om de parameters van een effect te

bedienen, dan moet het betreffende effect eerst worden aangezet

(“ON”).

De functie van het EXP pedaal van de V-Bass aangeven1. Druk op [PEDAL ASSIGN].fig.2-10

2. Druk op [F1] (ON/OFF) om de EXP pedaalfunctie aan/

uit te zetten.fig.2-11

3. Draai aan de VALUE draaiknop om “CUSTOM” of

PRESET te selecteren.

4. Wilt u nog verder bewerken, druk dan op [F4] (EDIT). fig.2-12

5. Druk op [F1] (TARGET), en gebruik de VALUE

draaiknop om de functie (het “target”) te selecteren.

* Druk op [F2] (NEXT GROUP) om langs de volgende

keuzemogelijkheden te gaan: COSM BASS, COSM AMP, de

verschillende effecten en FX BYPASS aan/uit.

6. Druk op [F4] (MIN), en gebruik de VALUE draaiknop

om de minimale waarde in te stellen.

7. Druk op [F5] (MAX), en gebruik de VALUE draaiknop

om de maximale waarde in te stellen.

8. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

De functie van het CTL pedaal van de V-Bass aangeven1. Druk op [PEDAL ASSIGN].fig.2-10

fig.2-11

2. Druk op [F2] (ON/OFF) om de CTL pedaalfunctie aan/

uit te zetten.fig.2-13

3. Draai aan de VALUE draaiknop om “CUSTOM” of

PRESET te selecteren.

4. Wilt u nog verder bewerken, druk dan op [F5] (EDIT). fig.2-14

5. Druk op [F1] (TARGET), en gebruik de VALUE

draaiknop om de functie (het “target”) te selecteren.

* Druk op [F2] (NEXT GROUP) om langs de volgende

keuzemogelijkheden te gaan: COSM BASS, COSM AMP, de

verschillende effecten en FX BYPASS aan/uit.

6. Druk op [F4] (MIN), en gebruik de VALUE draaiknop

om de minimale waarde in te stellen.

7. Druk op [F5] (MAX), en gebruik de VALUE draaiknop

om de maximale waarde in te stellen.

8. Druk op [F6] (MODE), en gebruik de VALUE

draaiknop om de mode te selecteren.

NORMAL: De waarde is MAX als u het CTL pedaal

Page 25: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

25

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

Hoofd

stuk

2

indrukt en MIN als u het CTL pedaal loslaat.

TOGGLE: De MIN waarde en MAX waarde wisselen elkaar af bij elke druk op het CTL pedaal.

9. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

De functie van GK VOL aangeven* Ga naar het SYSTEM menu GK FUNC, en zet daar GK VOL

op “ASSIGNABLE” (p. 38).

1. Druk op [PEDAL ASSIGN].fig.2-10

fig.2-11

2. Druk op [F3] (ON/OFF) om de CTL pedaalfunctie aan/

uit te zetten.fig.2-15

3. Draai aan de VALUE draaiknop om “CUSTOM” of

PRESET te selecteren.

4. Wilt u nog verder bewerken, druk dan op [F6] (EDIT). fig.2-16

5. Druk op [F1] (TARGET), en gebruik de VALUE

draaiknop om het target te selecteren.

* Druk op [F2] (NEXT GROUP) om door de volgende

keuzemogelijkheden te gaan: COSM BASS, COSM AMP, de

verschillende effecten en FX BYPASS aan/uit.

6. Druk op [F4] (MIN), en gebruik de VALUE draaiknop

om de minimale waarde in te stellen.

7. Druk op [F5] (MAX), en gebruik de VALUE draaiknop

om de maximale waarde in te stellen.

8. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

De functie van GK SW aangeven* Ga naar GK FUNC in het SYSTEM menu; zet daar DOWN/

S1 en UP/S2 op “ASSIGNABLE” (p. 38).

1. Druk op [PEDAL ASSIGN].fig.2-10

fig.2-11

2. Druk op [PAGE ] om naar pagina 2 te gaan.fig.2-17

3. Druk op [F1] (ON/OFF) om de GK SW functie aan/uit te

zetten.

4. Draai aan de VALUE draaiknop om “CUSTOM” of

PRESET te selecteren.

5. Wilt u nog verder bewerken, druk dan op [F4] (EDIT). fig.2-18

6. Druk op [F1] (TARGET), en gebruik de VALUE

draaiknop om de functie te selecteren.

* Druk op [F2] (NEXT GROUP) om door de volgende

keuzemogelijkheden te gaan: COSM BASS, COSM AMP, de

verschillende effecten en FX BYPASS aan/uit.

7. Druk op [F4] (MIN), en gebruik de VALUE draaiknop

om de minimale waarde in te stellen.

Page 26: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

26

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

8. Druk op [F5] (MAX), en gebruik de VALUE draaiknop

om de maximale waarde in te stellen.

9. Druk op [F6] (MODE), en gebruik de VALUE

draaiknop om de mode te selecteren.

* Als u MODE op “TOGGLE” zet, zullen de schakelaars

dezelfde functie hebben.

10. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

Assign functie instellenStel deze in, als u parameters wilt regelen door middel van een extern pedaal of met MIDI apparatuur, die aangesloten zijn op de V-Bass. U kunt ook instellingen maken, waarmee u verschillende parameters tegelijkertijd kunt regelen. Voor ieder patch nummer kunt u acht parameters aangeven (Assign nummers 1-8) die worden geregeld door een door u aangegeven regelaar.

* Als voorbeeld zullen we hier beschrijven hoe u een instelling

voor Assign 1 kan maken. U kunt dezelfde procedure volgen

bij het maken van de instellingen voor Assign 2-8.

1. Druk op [PEDAL ASSIGN].fig.2-10

fig.2-11

2. Druk op [PAGE ] om naar pagina 2 te gaan.fig.2-17

3. Druk op [F2] (ON/OFF) om de Assign functie aan/uit te

zetten.fig.2-19

4. Draai aan de VALUE draaiknop om “CUSTOM” of

PRESET te selecteren.

5. Als u verder wilt bewerken, druk dan op [F5] (EDIT).fig.2-20

6. Druk op [F1] (TARGET), en gebruik de VALUE

draaiknop om de target te selecteren.

* Druk op [F2] (NEXT GROUP) om door de volgende

keuzemogelijkheden te gaan: COSM BASS, COSM AMP, de

verschillende effecten en FX BYPASS aan/uit.

7. Druk op [F4] (MIN), en gebruik de VALUE draaiknop

om de minimale waarde in te stellen.

8. Druk op [F5] (MAX), en gebruik de VALUE draaiknop

om de maximale waarde in te stellen.

9. Druk op [F3] (SOURCE), en gebruik de VALUE

draaiknop om de regelaar te selecteren.

10. Druk op [F6] (MODE), en gebruik de VALUE

draaiknop om de mode te selecteren.

11. Druk op [PAGE ] om naar pagina 2 te gaan.fig.2-21

12. Druk op [F1], en gebruik de VALUE draaiknop om de

ACTIVE RANGE LO in te stellen.

* U kunt op [F4] (LO SET) drukken om de huidige waarde van

de regelaar aan te geven.

13. Druk op [F2], en gebruik de VALUE draaiknop om de

ACTIVE RANGE HIGH in te stellen.

* U kunt op [F5] (HIGH SET) drukken om de huidige waarde

van de regelaar aan te geven.

14. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

Active Range:Over het variabele bereik van een regelaar

Deze instelling geeft het bedieningsbereik aan, waarbinnen de waarde kan veranderen als de regelaar (“source”) die u gebruikt een variabele regelaar is, zoals een expressiepedaal.

Page 27: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

27

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

Hoofd

stuk

2

Zelfs als u de regelaar buiten deze reeks instelt, zal de waarde niet veranderen; het zal de “minimale waarde” of de “maximale waarde” blijven behouden.

(Voorbeeld)

Als ACTIVE RANGE LO:40 en ACTIVE RANGE HIGH:80fig.2-22a

* Als u een aan/uit type regelaar zoals een voetschakelaar als

regelaar (”source”) gebruikt, laat deze dan op de instellingen

“LO:0” en “HI:127” staan. Met een andere instelling kan de

waarde misschien niet veranderen.

Het volume van het normale element aanpassen1. Druk twee keer op [MASTER].fig.2-08

fig.2-09

2. Druk op [F4] (BASS IN); gebruik de VALUE draaiknop

om de waarde aan te passen.fig.2-23a

3. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

Schakelvolgorde verwisselen van het interne multi-effect en de COSM BASS/COSM AMP1. Druk op [MASTER].fig.2-08

fig.2-23

2. Druk op [F5] (EDIT).fig.2-24

fig.2-25

3. Gebruik [CURSOR] om het effect dat u wilt

verplaatsen te selecteren.

4. Draai aan de VALUE draaiknop om het effect te

verplaatsen.

5. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

x. Waarde

. Waarde

0 40 80 127

TargetMax

TargetMin

Act.RangeLo

Act.RangeHi

OFF

On

Off

MedianValue

ON

0 40 8060 127Act.Range

LoAct.RangeHi

Reverb

Chorus

Delay

Modulatie

Noise Suppressor

Equalizer

Voetvolume

COSM basgeluid, dat door de GK pickup wordt geproduceerd.

Overdrive/Distortion

Wah

Compressor/Limiter

COSM amp

Mixer Point

Ingang voor het normale element

Page 28: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

28

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

Het normale ingangssignaal met het GK ingangssignaal combinerenU kunt met COSM BASS klanken creëren door het ingangssignaal van het normale element met het ingangssignaal van de divided pickup te combineren.

De volumebalans aanpassen1. Druk op [COSM BASS].fig.2-01

fig.2-01a

2. Druk twee keer op [PAGE ] om naar pagina 3 te

gaan.fig.2-03

3. Druk op [F6] (EDIT).

4. Druk op [F1] (BALANCE).fig.2-26

5. Draai aan de VALUE draaiknop om de balans aan te

passen tussen de COSM basklank en de klank van het

normale element.

CB: COSM bass klank

NP: Klank van het normale element

6. Druk op [PAGE ] om naar pagina 2 te gaan.fig.2-26a

7. Druk op [F1]-[F6]; gebruik de VALUE draaiknop om

het volume voor iedere snaar aan te geven.

8. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

De schakelpositie aangeven1. Druk op [MASTER].fig.2-08

fig.2-23

2. Druk op [F5] (EDIT).

3. Gebruik [CURSOR] om naar het mixpunt te

verplaatsen.fig.2-50

* U kunt op [F3] (MIX MODE) drukken om de divided pickup

en het normale element te verwisselen.

4. Draai aan de VALUE draaiknop om het mixpunt te

verplaatsen.fig.2-27

5. Als u klaar bent met instellen, en u de bewerkte

instellingen wilt opslaan, voer dan de Write procedure

uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

Mixer point

Page 29: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

29

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

Hoofd

stuk

2

Een patch benoemenHier wordt uitgelegd, hoe u een patch die u heeft gecreëerd kunt benoemen.

1. Druk op [MASTER].fig.2-08

fig.2-23

2. Druk op [F4] (EDIT).fig.2-28

3. Gebruik [CURSOR] om de cursor naar een lokatie te

verplaatsen, waar u een karakter wilt invoeren.

4. Gebruik de VALUE draaiknop om een karakter te

selecteren.

Als u aan de VALUE draaiknop draait, zal de karaktergids automatisch wisselen tussen hoofdletters, kleine letters en symbolen.

U kunt de volgende eenvoudige handelingen uitvoeren door op [F1]-[F6] te drukken:

[F1] ( ): verplaatst de cursor naar links.

[F2] ( ): verplaatst de cursor naar rechts.

[F3] ( ): verplaatst de cursor naar het eind.

[F4] (SPACE): voegt een spatie in op de cursor lokatie.

[F5] (DELETE): wist een karakter. De karakters die daarop volgen worden naar de linkerkant verplaatst.

[F6] (A, a, 1, ): schakeling tussen hoofdletters, kleine letters, nummers en karakters.

5. Herhaal de stappen 3-4 om de gewenste patchnaam aan

te geven.

6. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

De normale elementklankAls u de CHAIN functie gebruikt om de COSM bass op een andere plek dan het begin van de schakel te schakelen, dan zal de normale elementklank die vanaf het begin van de effectschakeling wordt bewerkt, samen met de normale elementklank die met de COSM bass mixer is gemixed worden uitgestuurd.

Door de volgende twee te combineren kunt u uw voordeel doen met deze eigenschap bij het creëren van klanken:

1. COMPRESSOR, WAH AMP, etc., op de klank van

het normale element aangebracht

2. Alleen ruimtelijke effecten op de synthklank of

het COSM gedeelte aangebracht

3.fig.2-27

* Als u onafhankelijk het volume van “1” (zie boven) wilt

regelen, wijs dan het effectvolume vóór de COSM Bass toe

aan de GK VOL etc. van de GK-2B (p. 25).

Page 30: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

30

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

Het volume van de patch aanpassenAls er tussen patches afwijkingen in het volume zijn, kunt u het level aanpassen.

1. Druk twee keer op [MASTER].fig.2-08

fig.2-09

2. Druk op [F1 (LEVEL); gebruik de VALUE draaiknop

om de waarde aan te passen.fig.2-29

3. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

U kunt ook de functieknoppen in het Play scherm

gebruiken om de aanpassing te maken.

1. Zorg ervoor dat u zich in het Play scherm bevindt.

Als u niet in het Play scherm bent, druk dan een aantal keer op [EXIT].

2. Druk op [F4] (MST LEV); gebruik de VALUE

draaiknop om de waarde aan te passen.fig.2-30

3. Wilt u de bewerkte instellingen opslaan, voer dan de

Write procedure uit (p. 30).

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

Een door u gecreëerde klank (patch) bewaren (de Write procedure)Klankinstellingen, die u heeft veranderd, zijn tijdelijk en zullen terugkeren naar de voorafgaande instelling, zodra u van patch wisselt. Wilt u de veranderde instellingen bewaren, voer dan de Write procedure uit.fig.2-31

1. Druk op [WRITE].

Het Write scherm verschijnt nu.fig.2-32

2. Draai aan de Value draaiknop om te selecteren op

welke plaats u het patchnummer wilt bewaren.

3. Druk op [WRITE] om de patch op te slaan.

Als de patch is opgeslagen geeft het scherm “NOW WRITING” aan, waarna u teruggaat naar het Play scherm.

* Wilt u de instellingen niet opslaan, druk dan op [EXIT] om

naar het Play scherm terug te keren.

1, 3

2

Page 31: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

31

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

Hoofd

stuk

2

De volgorde van patches veranderen(Patch Exchange functie)Gebruik deze functie, als u de volgorde van de patches wilt veranderen.

Het is niet mogelijk om de volgorde van de preset patches te veranderen.fig.2-33

1. Druk op [WRITE].fig.2-32

2. Druk op [F6] (EXCHANGE).

Het Exchange scherm verschijnt nu.fig.2-34

3. Druk op [F1] (PATCH A).

4. Draai aan de VALUE draaiknop om één van de patches

die u wilt verwisselen te selecteren.

5. Druk op [F4] (PATCH B).fig.2-35

6. Draai aan de VALUE draaiknop om de andere patch,

die u wilt verwisselen, te selecteren.

7. Druk op [F6] (EXCHANGE) om de patches te

verwisselen.

Het scherm geeft nu “NOW EXCHANGING” aan.

8. Druk twee keer op [EXIT] om terug te gaan naar de Play

pagina.

De klank van de gehele V-Bass aanpassen aan de speelomstandigheden

U kunt de klank van alle patches gemeenschappelijk aanpassen.

Als de plek waar u moet spelen meer galm heeft dan de plek waar u de patches heeft gecreëerd (bijvoorbeeld bij een live optreden), dan kunt u met deze functie het reverbniveau van alle patches verlagen, zonder dat u dat bij elke patch afzonderlijk hoeft te doen.

1. Druk op [SYSTEM].fig.2-37

fig.2-60

2. Druk op [F1] (GLOBAL).fig.2-36

3. Druk op [F1]-[F6] om de parameter die u wilt aanpassen

te selecteren. Gebruik de VALUE draaiknop om de

waarde aan te passen.

4. Pas de parameters aan (p. 64), totdat u de gewenste

klank heeft gevonden.

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de

Play pagina.

* Deze instellingen blijven bewaard, ook als de stroom wordt

uitgezet. U hoeft de Write procedure (p. 30) niet uit te voeren.

4,63

182,75

Page 32: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

32

Hoofdstuk 2 Geluiden creëren

De pedalen gebruiken om een effect aan/uit te zetten (Manual mode)In de Manual mode van de V-Bass kunt u met de nummerpedalen een bepaald effect aan/uit zetten. In de Manual mode kunt u van effect wisselen zonder dat u het patchnummer hoeft te veranderen.

* Als de Manual mode aanstaat kunt u van patch veranderen

met [BANK ][BANK ] of de PATCH/VALUE draaiknop.

De Manual mode aanzetten

<Via het bedieningspaneel>1. De Manual mode wordt aan-/uitgezet door op

[MANUAL] te drukken.

Als de Manual mode aanstaat wordt op het scherm het volgende aangegeven: de effectnamen die overeenkomen met de pedalen [1]-[4] worden opgelicht, in overeenstemming met hun aan-/uitstand.

fig.2-88

2. Door elke druk op één van de pedalen [1]-[4] wordt het

overeenkomende effect aan-/uitgezet.

<Met het CTL pedaal>Met de juiste instelling kunt u de Manual mode aan/uit zetten door op het CTL pedaal te drukken. Als de manual mode aanstaat brandt het lampje op het CTL pedaal; op het display wordt dan getoond welk effect bij welk pedaal hoort. Wilt u het CTL pedaal gebruiken om de Manual mode aan/uit te zetten, stel dan het volgende in bij “De functie van het CTL pedaal van de V-Bass instellen” (p. 24).

CTL PEDAL: ON

CTL PEDAL TARGET: MANUAL ON/OFF

CTL PEDAL MIN: OFF

CTL PEDAL MAX: ON

CTL PEDAL MODE: TOGGLE

Selecteren welk effect u met de verschillende pedalen kunt uitzettenfig.2-89

1. Druk in de Manual mode op [F6] (EDIT) om naar het

volgende scherm te gaan.fig.2-90

2. Gebruik CURSOR [][] om met de cursor naar het

pedaal te gaan waarvan u de instelling wilt veranderen.

3. Gebruik de VALUE draaiknop om het effect te

selecteren voor dit pedaal.

4. Herhaal stap 2-3 om voor elk pedaal een effect te

selecteren.

5. Druk op [MANUAL] om terug te keren naar de Play

pagina.

* Deze instellingen blijven bewaard, ook als de stroom wordt

uitgezet. U hoeft de Write procedure (p. 30) niet uit te voeren.

3

21

Page 33: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

33

Hoofd

stuk

3

Hoofdstuk 3 Systeeminstellingen

GK pickup instellingen

Selecteer de GK pickup instelling1. Druk op [GK SETTING].fig.1-11

2. Druk op [F1] (SETTING).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de GK instelling

(A-E) te selecteren waarin de instellingen zullen

worden bewaard.

4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

De GK pickup goed afstellen op de basgitaar die u gebruikt1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de GK instelling

(A-E) te selecteren, waarin de instellingen zullen

worden bewaard.

4. Druk op [F2] (GK POSI)fig.3-01

5. Draai aan de VALUE draaiknop om aan te geven op

welke positie de GK pickup is bevestigd.

6. Druk op [F4] (GK TYPE)fig.1-12

GK-2B: Selecteer dit als de Divided Pickup de GK-2B is.

PIEZO1, PIEZO2: Selecteer een van deze als de divided pickup een piëzo-element is. Selecteer een type dat goed bij uw basgitaar past om de best mogelijke COSM BASS klank te verkrijgen.

7. Draai aan de VALUE draaiknop om het type divided

pickup aan te geven.

8. Druk op [F5] (DIRECTION).fig.1-13

9. Draai aan de VALUE draaiknop aan te geven in welke

richting de divided pickup is bevestigd.

10. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

De schaallengte van de gebruikte basgitaar instellen1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de GK instelling

(A-E) te selecteren, waarin de instellingen zullen

worden bewaard.

4. Druk op [PAGE ] om pagina 2 op te roepen.fig.1-16

5. Druk op [F1] (SCALE).

6. Draai aan de VALUE draaiknop om de schaallengte in

te stellen.

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

Page 34: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

34

Hoofdstuk 3 Systeeminstellingen

De GK pickup en het normale element op elkaar afstellen1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de GK instelling

(A-E) te selecteren, waarin de instellingen zullen

worden bewaard.

4. Druk op [PAGE ] om pagina 2 op te roepen.

5. Druk op [F2] (GK PU PHASE).fig.3-03

6. Draai aan de VALUE draaiknop om de fase van het

element te selecteren.

Speel wat op de laagste snaar van de basgitaar en stel deze parameter zo in, dat het volume niet significant afneemt.

NORMAL:de fase blijft onveranderd.

INVERSE:de fase wordt omgekeerd.

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

De plaatsing van de S1/S2 schakelaars aangevenOp sommige basgitaren met een ingebouwde GK pickup is de plaatsing van de S1/S2 schakelaars tegenovergesteld van een externe GK pickup. Maak deze instelling als u de functie van de schakelaars wilt omdraaien.

1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de GK instelling

(A-E) te selecteren, waarin de instellingen zullen

worden bewaard.

4. Druk op [PAGE ] om pagina 2 op te roepen.

5. Druk op [F3] (S1/S2 POSITION).fig.1-17

6. Draai aan de VALUE draaiknop om de gewenste

instelling te selecteren.

NORMAL: de schakelaars worden niet omgedraaid.

REVERSE: de S1 schakelaar en de S2 schakelaar worden omgedraaid.

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

De aansluiting van de GK pickup aangeven1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de GK instelling

(A-E) te selecteren waarin de instellingen zullen

worden bewaard.

4. Druk op [PAGE ] om pagina 2 op te roepen.

5. Druk op [F4] (GK CONNECTION).fig.1-17a

6. Draai aan de VALUE draaiknop om de aansluiting

tussen het apparaat en de GK pickup te selecteren.

AUTO: herkent de aansluiting automatisch en schakelt naar de bijpassende instellingen (aanbevolen).

ON: gebruikt altijd de GK aansluitingsinstelling.

OFF: gebruikt altijd de BASS INPUT instelling.

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

De afstand tussen de GK pickup en de brug aangeven

* Als TYPE op “PIEZO1” of “PIEZO2” staat heeft deze

instelling geen effect.

1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de GK instelling

(A-E) te selecteren, waarin de instellingen zullen

worden bewaard.

4. Druk op [PAGE ] om pagina 3 op te roepen.fig.1-18

Page 35: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

35

Hoofdstuk 3 Systeeminstellingen

Hoofd

stuk

3

5. Druk op [F1]-[F6] om de snaar te selecteren.

6. Draai aan de VALUE draaiknop om de afstand in te

stellen.

7. Herhaal stap 5-6 om de afstand voor elke snaar in te

stellen.

8. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

De gevoeligheid van de verschillende snaren aanpassenPas de gevoeligheid van elke snaar apart aan, in overeenstemming met de manier waarop de divided pickup is geïnstalleerd.

* Als u meerdere basgitaren met de V-Bass wilt gebruiken,

dient u de gevoeligheid van de divided pickup voor iedere

basgitaar aan te passen. Zet voor een andere basgitaar eerst de

stroom van de V-Bass uit, sluit de volgende basgitaar aan en

volg onderstaande procedure.

* U kunt instellingen maken en bewaren van in totaal vijf

basgitaren. U moet deze instellingen opnieuw maken als u een

nieuwe divided pickup op een basgitaar installeert of nadat u

de hoogte van een divided pickup heeft aangepast. Nadat u de

gevoeligheid op de juiste manier heeft ingesteld, blijven deze

bewaard als u de stroom uitzet. U hoeft dit niet elke keer als u

gaat spelen opnieuw in te stellen.

1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de GK instelling

(A-E) te selecteren waarin de instellingen zullen

worden bewaard.

4. Druk op [PAGE ] om pagina 4 op te roepen.fig.1-21

5. Druk op [F1]-[F6] om de snaar te selecteren.

6. Draai aan de VALUE draaiknop om de gevoeligheid in

te stellen.

7. Herhaal stap 5-6 om de gevoeligheid voor elke snaar in

te stellen.

8. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

Instellingen benoemen

1. Druk op [GK SETTING].

2. Druk op [F1] (SETTING).

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de GK instelling

(A-E) te selecteren, waarin de instellingen zullen

worden bewaard.

4. Druk op [PAGE ] om naar pagina 5 te gaan.fig.1-23

5. Gebruik [F1]-[F6] en de VALUE draaiknop om een

naam toe te wijzen.

[F1] ( ): verplaatst de cursor naar links.

[F2] ( ): verplaatst de cursor naar rechts.

[F3] ( ): verplaatst de cursor naar het eind.

[F4] (SPACE): voegt een spatie in op de plaats van de cursor.

[F5] (DELETE): om een teken te wissen. De daaropvolgende tekens worden naar links opgeschoven.

[F6] (A, a, 1, ): omschakeling tussen hoofdletters, kleine letters, nummers en tekens.

* Druk op [CURSOR ] om naar de vorige pagina terug te

gaan.

6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

Het contrast van het scherm aanpassenAls u de stroom aanzet of als u het apparaat lang achter elkaar gebruikt, zult u de tekens en icoontjes op het LCD scherm misschien moeilijk kunnen lezen, afhankelijk van de ruimte waarin u het apparaat gebruikt. Pas in dit geval het contrast aan. Hiemee verandert u de helderheid van het LCD scherm.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F2] (CONTRAST).fig.3-06

3. Draai aan de VALUE draaiknop om het contrast aan te

passen.

Page 36: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

36

Hoofdstuk 3 Systeeminstellingen

4. Druk na het afronden van de aanpassing enkele malen

op [EXIT], om terug te keren naar de Play pagina.

Pedaalfuncties instellen

De functie van de BANK pedalen instellen1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F3] (PEDAL).

3. Druk op [F1] (BANK SW MODE).fig.3-07

4. Draai aan de VALUE draaiknop om de functie van de

BANK pedalen te selecteren.

WAIT NUM:

Druk na het veranderen van bank op een nummerpedaal [1]-[4] om van patch te wisselen.

NUMBER 1:

Na het wisselen van bank wordt patchnummer 1 van de geselecteerde bank geselecteerd.

SAME NUM:

Na het wisselen van bank wordt het patchnummer dat in de vorige bank was geselecteerd ook in de nieuwe bank geselecteerd.

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de

Play pagina.

Het aantal beschikbare banken aangevenU kunt deze functie gebruiken om het aantal bruikbare banken te beperken (bijvoorbeeld voor een live optreden).

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F3] (PEDAL).

3. Druk op [F2] (BANK AREA (MIN)) en gebruik de

VALUE draaiknop om de ondergrens van de banken

die u wilt selecteren aan te geven.fig.3-08

4. Druk op [F3] (BANK AREA (MAX)) en gebruik de

VALUE draaiknop om de bovengrens van de banken,

die u wilt selecteren aan te geven.fig.3-09

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de

Play pagina.

De functie van een externe voetschakelaar (FS-5U) aangevenHier wordt uitgelegd hoe u de functie van een externe voetschakelaar die op de SUB CTL 1,2 jack is aangesloten kunt instellen.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F3] (PEDAL).

3. Druk op [F4] (SUB CTL1) en gebruik de VALUE

draaiknop om de functie van de SUB CTL 1 jack in te

stellen.fig.3-10

ASSIGNABLE:

In iedere patch kan de functie van het pedaal worden aangegeven als bedieningspedaal van een bepaalde parameter.

TUNER:

Roept het Tuner scherm op.

TAP TEMPO:

Tap input voor de MASTER TEMPO parameter.

MANUAL:

Zet de Manual mode (p. 32) aan/uit.

FX-BYPASS:

Zet de FX-BYPASS functie (p. 62) aan/uit

* Als u een andere instelling dan “ASSIGNABLE” selecteert,

dan zal de Assign functie geen effect hebben, ook niet als de

SOURCE waarde van de Assign functie-instellingen (p. 26)

op SUB CTL1 of SUB CTL2 staat.

* Gebruikt u een FS-5L of EV-5, zet de waarde dan op

“ASSIGNABLE” en stel de pedaalfunctie in (p. 24).

Page 37: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

37

Hoofdstuk 3 Systeeminstellingen

Hoofd

stuk

3

4. Druk op [F5] (SUB CTL2) en gebruik de VALUE

draaiknop om de functie van de SUB CTL 2 jack in te

stellen.

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de

Play pagina.

Overnemen van de positie van het EXP pedaal en GK VOL bij het oproepen van een patchHier kunt u aangeven of de huidige positie van het EXP pedaal en GK VOL zullen worden overgenomen bij het oproepen van een patch.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F3] (PEDAL).

3. Druk op [F6] (EXP/GK VOL HOLD) en gebruik de

VALUE draaiknop om de pedaalfunctie aan/uit te

zetten.fig.3-11

ON: De huidige waarden van de regelaars zullen worden overgenomen, als er een patch wordt opgeroepen.

OFF: De patch wordt opgeroepen met de instellingen die erin zijn geschreven (de huidige waarden van de regelaars worden genegeerd).

4. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de

Play pagina.

De diepte en het bereik van het ingebouwde EXP pedaal aanpassenHier kunt u de diepte (minimum waarde/maximum waarde) van het ingebouwde EXP pedaal aangeven.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F3] (PEDAL).

3. Druk op [PAGE ] om pagina 2 op te roepen.fig.3-12

4. Breng het ingebouwde EXP pedaal omhoog, en druk op

[F4] (SET).

Het scherm vraagt “ARE YOU SURE?”fig.3-13

* Als “More Release!” op het scherm verschijnt, controleer dan

of het ingebouwde EXP pedaal wel volledig op de minimum

positie staat (omhoog).

5. Druk op [WRITE] om de instelling te maken.

* Wilt u de instelling niet maken, druk dan op [EXIT] om naar

het Play scherm terug te keren.

6. Druk het EXP pedaal volledig in en druk op [F6] (SET).

Het scherm vraagt “ARE YOU SURE?”

* Als “More Depress!” op het scherm verschijnt, controleer dan

of het ingebouwde EXP pedaal wel volledig op de maximum

positie staat (ingedrukt).

7. Druk op [WRITE] om de instelling te maken.

* Wilt u de instelling niet maken, druk dan op [EXIT] om naar

het Play scherm terug te keren.

8. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de

Play pagina.

De functie van de VALUE draaiknop instellen

Voorkomen van onbedoelde bediening tijdens het spelen1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F5] (DIAL).fig.3-14

3. Draai aan de VALUE draaiknop om de functie van de

VALUE draaiknop in te stellen.

P.NUMBER&VALUE:

Tijdens het Play scherm kan het pedaal worden gebruikt voor het selecteren van patches, terwijl het in de bewerkingsschermen als draaiknop voor het instellen van waarden functioneert.

Page 38: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

38

Hoofdstuk 3 Systeeminstellingen

VALUE ONLY:

Het pedaal functioneert als draaiknop voor het instellen van waarden, in de bewerkingsschermen.

Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de Play pagina.

4. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de

Play pagina.

GK pickup functie instellingen

De functie van de S1/S2 schakelaars veranderen1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F4] (GK FUNC).

3. Druk op [F4] (DOWN/S1,UP/S2).fig.3-15

4. Draai aan de VALUE draaiknop om de functie van de

S1/S2 schakelaars te selecteren.

ASSIGNABLE:

In iedere patch kan de functie van de knoppen worden aangegeven als bedieningsknoppen van een bepaalde parameter.

MASTER LEVEL:

Verhoogt/verlaagt het MASTER LEVEL.

PEDAL FUNC:

Door de S1/S2 schakelaar ingedrukt te houden en een pedaal in te drukken, kunt u de volgende functies bedienen:Nummer pedaal [1]: MASTER LEVEL laagNummer pedaal [2]: MASTER LEVEL omhoogNummer pedaal [3]: TUNERNummer pedaal [4]: TAP TEMPOV-Bass CTL pedaal: Control pedalV-Bass EXP pedaal: FOOT VOLUME

BANK pedaal: FX-BYPASSBANK pedaal: MANUAL

PATCH SELECT:

Verhoging/verlaging van het patchnummer.

BYPASS/MANU:

De S1 schakelaar is toegewezen aan FX-BYPASS, en de S2 schakelaar is toegewezen aan de MANUAL aan/uit functie.

TUNER/TEMPO:

De S1 schakelaar is toegewezen aan Tuner aan/uit en de S2 schakelaar is toegewezen aan de TAP/TEMPO functie.

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de

Play pagina.

De functie van de GK VOL knop aangeven1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F4] (GK FUNC).

3. Druk op [F6] (GK VOL).fig.3-16

4. Draai aan de VALUE draaiknop om de functie van de

GK VOL knop te selecteren.

ASSIGNABLE:

In iedere patch kan de functie van de knop worden aangegeven als bedieningsknop van een bepaalde parameter. Afhankelijk van de toegewezen parameter, werken de GK-2B selectieschakelaars wel of niet.

PICKUP LEVEL:

Regelt het pickup uitgangslevel dat in het COSM BASS gedeelte wordt gebruikt.

MIXER LEVEL:

Regelt het MIXER LEVEL van de COSM BASS.

MASTER LEVEL:

Regelt het MASTER LEVEL.

* Het “PICKUP LEVEL” zal alleen werken, als u

“ACOUSTIC”, “ELECTRIC”, “VARI BASS”, “PD SHIFT”,

“POLY OCTAVE”, “POLY DISTORTION” of “POLY

SLOW GEAR” als COSM BASS type selecteert.

* Als dit op iets anders dan “ASSIGNABLE” is ingesteld, zal de

instelling van de PEDAL ASSIGN parameter GK VOL

genegeerd worden.

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de

Play pagina.

De instellingen voor de parameters, die in dit hoofdstuk worden beschreven, blijven bewaard nadat de stroom is uitgezet. U hoeft de Write procedure (p. 30) niet uit te voeren.

Page 39: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

39

Hoofd

stuk

4

Hoofdstuk 4 MIDI

Over MIDI* De “bank select” (boodschappen) waar in dit hoofdstuk over wordt

gesproken, zijn anders dan de “banks” die in hoofdstuk 1 worden uit-

gelegd. “Bank select” is een type MIDI boodschap, die normaal voor

het selecteren van patches wordt gebruikt. Elke bank select boodschap

heeft een waarde van 0-127, en wordt in combinatie met program

change boodschappen gebruikt.

Wat is MIDI?

MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface.

MIDI is een wereldwijde standaard, waarmee muzikale speeldata, klankselectie en andere data door electronische muziekinstrumen-ten en aanverwante apparatuur kan worden herkend en uitge-wisseld.

MIDI is geschikt voor het gehele veld aan fabrikanten en verschil-lende soorten apparatuur.

U kunt bijvoorbeeld een MIDI regelaar die door fabrikant “A” is gemaakt, gebruiken om een klankgenerator die door fabrikant “B” is gemaakt te laten spelen of om data te verzenden naar een sequen-cer die door fabrikant “C” is gemaakt.

Hier volgen enkele types MIDI boodschappen:

• “Note-on boodschappen”, die aangeven welke noot werd gespeeld en hoe sterk de noot werd gespeeld.

• “Note-off boodschappen”, die aangeven dat een noot weer werd losgelaten.

• “Bend boodschappen”, die een continue verandering in toon-hoogte weergeven.

• “Program change boodschappen”, waarmee een patchselectie wordt aangegeven.

• “Control change boodschappen” die een verandering in volume, toon of verschillende effecten aangeven.

• “System exclusive boodschappen”, die specifieke informatie van een bepaald apparaat aangeven.

Controleren welke MIDI boodschap-pen worden ondersteund (MIDI implementatiekaart)Met MIDI kunnen verschillende soorten apparaten met elkaar “con-verseren”. Het is echter niet zo dat alle MIDI boodschappen door alle apparaten kunnen worden verzonden en ontvangen. Alleen de MIDI boodschappen die op twee apparaten overeenkomen, kun-nen worden verzonden en ontvangen.

Om te controleren welke MIDI boodschappen door een apparaat worden ondersteund, bevat de handleiding van elk MIDI apparaat een zogenaamde “MIDI implementatiekaart”. Door de MIDI imple-mentatiekaarten van twee apparaten met elkaar te vergelijken, kunt u eenvoudig zien welke boodschappen tussen de apparaten kunnen

worden uitgewisseld. Leg de MIDI implementatiekaarten van de twee apparaten naast elkaar om te zien welke boodschappen door beide worden ondersteund.fig.4-01e

* Er is ook een losse uitgave “MIDI implementatie” verkrijgbaar.

Hierin staat alle informatie over de MIDI implementatie van dit

apparaat. Als u deze uitgave wilt bemachtigen (als u bijvoorbeeld op

byte-niveau wilt programmeren), neem dan contact op met het

dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een officiële Roland dis-

tributeur.

Over MIDI kanalenMet MIDI kunt u twee of meer apparaten onafhankelijk bedienen, via één enkele MIDI kabel. Dit is mogelijk omdat MIDI over meer-dere bedieningskanalen beschikt.

MIDI kanalen zijn te vergelijken met de kanalen op een televisie. Door van kanaal op een televisie te wisselen, kunt u verschillende programma’s van vele verschillende zenders bekijken. U kunt het programma dat u wilt bekijken selecteren door de televisie in te stellen op het kanaal van de gewenste zender.fig.4-02e

MIDI beschikt over zestien kanalen, 1-16, en het ontvangende appa-raat ontvangt alleen data als het ontvangstkanaal overeenkomt met het verzendkanaal.

* Als de Omni mode aanstaat, worden de boodschappen van alle MIDI

kanalen ontvangen, ongeacht de MIDI kanaalinstelling. U kunt

Omni aanzetten, als u het apparaat niet op een bepaald MIDI kanaal

wilt bedienen.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F6] (MIDI).

3. Druk op [F1] (CHANNEL).

TransmitFunction Recognized Remarks

Hier vouwenMIDI apparaat A MIDI apparaat B

Televisiezender A

Via een antenne wordt er TV-informatie van vele verschillende televisiezenders verzonden.

Selecteer het kanaal van de televisiezender die u wilt bekijken.

Televisiezender B

Televisiezender C

Page 40: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

40

Hoofdstuk 4 MIDI

fig.4-03

4. Draai aan de VALUE draaiknop om het MIDI kanaal (1-16) in

te stellen.

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de Play

pagina.

* Deze instellingen blijven bewaard, ook als de stroom wordt uitgezet.

Over de MIDI Omni mode* Ook als de Omni mode aanstaat zullen er alleen exclusive boodschap-

pen worden ontvangen als hun device ID overeenkomt met de inge-

stelde “Device ID” van de V-Bass.

* Deze instelling staat op “OMNI ON” als het apparaat uit de fabriek

komt.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F6] (MIDI).

3. Druk op [F2] (OMNI MODE).fig.4-04

4. Draai aan de VALUE draaiknop om deze instelling aan/uit te

zetten.

OMNI ON: de MIDI boodschappen van alle MIDI kanalen worden nu ontvangen, ongeacht de MIDI kanaalinstelling van de V-Bass.

OMNI OFF: er worden alleen MIDI boodschappen op het aangegeven MIDI kanaal ontvangen.

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de Play

pagina.

* Deze instellingen blijven bewaard, ook als de stroom wordt uitgezet.

Over de MIDI Device IDHier stelt u de device ID in, die voor het verzenden en herkennen van exclusive boodschappen wordt gebruikt.

* Deze is op 1 ingesteld als het apparaat uit de fabriek komt.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F6] (MIDI).

3. Druk [F3] (DEVICE ID).

fig.4-05

4. Draai aan de VALUE draaiknop om de device ID (1-32) in te

stellen.

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de Play

pagina.

* Deze instellingen blijven bewaard, ook als de stroom wordt uitgezet.

Bank Select en Program Change“Bank select” en “program change” zijn MIDI boodschappen, die normaal gesproken voor het selecteren van patches worden gebruikt.

Program changes worden normaal gesproken voor het selecteren van patches gebruikt. Echter, met program change boodschappen op zich, kunnen in totaal maar 128 patches worden geselecteerd. Daarom worden op sommige apparaten bank select MSB bood-schappen in combinatie met program changes gebruikt, om op deze manier het totale aantal selectiemogelijkheden tot 16.384 (= 128 x 128) verschillende patches uit te breiden.

De patches op deze apparaten hebben een nummer dat bestaat uit een combinatie van een banknummer MSB tussen 0 en 127 en een programnummer tussen 1 en 128.

Patches selecteren op een extern apparaatHiermee kunt u aangeven of er bij een verandering van patch een program change boodschap wordt verzonden.

* Het staat voor elke patch vast welke bijbehorende program change

boodschap wordt verzonden. Op het externe apparaat dient u de pro-

gram change ontvangstmap in te stellen.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F6] (MIDI).

3. Druk op [F4] (PROGRAM CHANGE OUT).fig.4-06

4. Draai aan de VALUE draaiknop om aan te geven of de bood-

schap wordt verzonden (ON) of niet (OFF).

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de Play

pagina.

* Deze instellingen blijven bewaard, ook als de stroom wordt uitgezet.

Page 41: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

41

Hoofdstuk 4 MIDI

Hoofd

stuk

4

Vanaf een extern apparaat het wisselen van patches aansturen

De program change map selecterenDoor vanaf een een extern MIDI apparaat bank select en program change boodschappen naar de V-Bass te sturen, kunt u de V-Bass van patch laten wisselen zonder gebruik van de voetpedalen of de VALUE draaiknop.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F6] (MIDI).

3. Druk op [F5] (PC MAP SELECT).fig.4-07

4. Draai aan de VALUE draaiknop om de instelling om te zet-

ten.

FIX: Het standaard patchnummer wordt geselecteerd.

PROG: Het patchnummer dat in de program change map wordt aangegeven wordt geselecteerd.

5. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de Play

pagina.

* Deze instellingen blijven bewaard, ook als de stroom wordt uitgezet.

De program change ontvangstmap instellen1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F6] (MIDI).

3. Druk op [PAGE ] om pagina 3 op te roepen.fig.4-08

4. Ga met de cursor naar de BANK PROG waarde, en draai aan

de VALUE draaiknop om naar het program change nummer

dat u wilt aangeven te gaan.fig.4-09

5. Druk op [F1]-[F6] om met de cursor naar de PATCH waarde te

gaan, en draai aan de VALUE draaiknop om de interne patch

van de V-Bass aan te geven bij het corresponderende program

change nummer.fig.4-10

6. Herhaal stap 4-5, indien nodig.

7. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de Play

pagina.

* Deze instellingen blijven bewaard, ook als de stroom wordt uitgezet.

Synchroniseren met MIDI Clock boodschappen via MIDI IN1. Zorg ervoor, dat u in het Play scherm bent.

Bent u niet in het Play scherm, druk dan enkele malen op [EXIT].

2. Druk op [F6] (TEMPO).fig.4-11

3. Draai aan de VALUE draaiknop totdat “MIDI” in beeld ver-

schijnt.

4. Wilt u de instelling opslaan, voer dan de Write procedure (p.

30) uit.

* Deze instelling blijven in elke patch opgeslagen.

* Wilt u de instelling niet opslaan, druk dan op [EXIT] om naar het

Play scherm terug te keren.

Pedaal bedieningsdata verzendenU kunt aangeven welke control change nummers worden verzon-den als de ingebouwde pedalen of externe pedalen worden bediend.

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F6] (MIDI).

3. Druk op [PAGE ] om pagina 2 op te roepen.fig.4-12

Page 42: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

42

Hoofdstuk 4 MIDI

4. Druk op [F1]-[F4] om de cursor te verplaatsen naar de para-

meter, die u wilt instellen.

5. Draai aan de VALUE draaiknop om aan te geven welk control

change nummer zal worden verzonden.

6. Herhaal stap 4-5, indien nodig.

7. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de Play

pagina.

* Deze instellingen blijven bewaard, ook als de stroom wordt uitgezet.

Klank(patch)- of systeemdata verzenden en ontvangenDe systeemparameters en patchparameters van de V-Bass kunnen als groep tussen de V-Bass en een extern apparaat worden uitgewis-seld, in de vorm van MIDI exclusive data.

Als u gebruik maakt van een MIDI sequencer die exclusive data kan opnemen, dan kunt u de instellingen van systeemparameters en patchparametersnaar naar de MIDI sequencer verzenden, om deze op een floppydisk of een ander medium opslaan. Daarnaast kunt u ook twee V-Bass-apparaten met een MIDI kabel verbinden en de parameters direct uitwisselen.

Instellingen naar een extern apparaat verzenden (Bulk Dump)1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F6] (MIDI).

3. Druk op [PAGE ] om het BULK DUMP scherm op te roe-

pen.fig.4-13

4. Druk op [F1] (START). Gebruik de VALUE draaiknop om

System data of de eerste patch, die u wilt verzenden, te selec-

teren.

5. Druk op [F4] (END). Gebruik de VALUE draaiknop om Sys-

tem data of de laatste patch, die u wilt verzenden, te selecte-

ren.

6. Druk op [F6] (DUMP).

Het verzenden begint.fig.4-14

* Druk op [F6] (STOP), als u de verzending wilt staken. Als u tijdens

het verzenden op [EXIT] drukt, dan zal de verzending stoppen, en

zult u het Bulk Dump scherm verlaten.

7. Druk na het voltooien van de verzending enkele malen op

[EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.

Instellingen ontvangen vanaf een extern apparaat (Bulk Load)Gebruik de volgende procedure om bulk data vanaf een extern apparaat te ontvangen:

1. Druk op [SYSTEM].

2. Druk op [F6] (MIDI).

3. Druk op [PAGE ] om het BULK LOAD scherm op te roe-

pen.fig.4-15

4. Verzend de bulk data vanaf het externe apparaat.

* Als “MIDI Receive Error!!” op het scherm verschijnt, controleer dan

de aansluiting en vertraag het tempo van het verzendende MIDI

apparaat.

Als alle data is ontvangen verschijnt het volgende scherm:fig.4-17

Nu kunt u eventueel aanvullende data ontvangen.

5. Druk op [EXIT] om BULK LOAD te verlaten.

Het volgende scherm verschijnt nu in beeld:fig.4-17a

6. Druk enkele malen op [EXIT] om terug te keren naar de Play

pagina.

De parameterinstellingen, die in het voorafgaande hoofdstuk beschreven staan, blijven opgeslagen, ook als de stroom wordt uitgezet. U hoeft de Write procedure (p. 30) niet uit te voeren.

Page 43: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

43

Hoofd

stuk

5

Hoofdstuk 5 Parametergids

Door de vele beschikbare parameters op uw eigen manier in te stellen, kunt u een grote verscheidenheid aan klanken creëren. U kunt de parameters van een echte basgitaar instellen, zoals element, body en de toonhoogte van de snaren, maar daarnaast kunt u ook bepaalde gedeeltes van het boventoongebied benadrukken en gebruik maken van effecten om elke snaar apart te bewerken.

ON/OFF

Hiermee zet u de COSM Bass aan/uit.

TYPE

Hiermee selecteert u het type COSM Bass.

* Welke parameters u kunt instellen, hangt af van het type. Een

gedetailleerde beschrijving van de parameters vindt u bij het

bijbehorende item.

ACOUSTIC

(akoestische bas)

Simuleert de klank van een akoestische (contra)bas.

(PAGE2)

(PAGE3)

ELECTRIC

(elektrische bas)

Simuleert de klank van een elektrische basgitaar.

(PAGE2)

(PAGE3)

FRETLESS

(fretloze bas)

Simuleert de klank van een fretloze basgitaar.

(PAGE2)

(PAGE3)

VARI BASS

(variabele bas)

Met dit algoritme kunt u de klankkleur van de bas instellen, door het element, de body en de toonhoogte van elke snaar in te stellen.

(PAGE2)

(PAGE3)

WAVE SYNTH

(golfvorm synthbas)

Dit algoritme creëert synthesizerklanken, door het signaal van de GK pickup direct te verwerken. De bespeelbaarheid heeft hierbij een natuurlijk gevoel.

(PAGE2)

(PAGE3)

OSC SYNTH

(OSC synthesizer bas)

Door dit algoritme klinkt een golfvorm op die in de DSP wordt opgewekt. Hiermee verkrijgt u een stabiel verandering in de boventonen. Er is ook een Hold functie beschikbaar.

(PAGE2)

(PAGE3)

FILTERED

(gefilterde bas)

Dit instrument klinkt als een basgitaar, die door een filter is gehaald.

(PAGE2)

(PAGE3)

BOWED

Dit instrument klinkt als een gestreken snaarinstrument.

(PAGE2)

(PAGE3)

COSM BASS

PICK UP (P. 44) BODY (P. 46)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

BASS SELECT (P. 46) PITCH SHIFT (P. 47)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

Alle bedrijfsnamen en produktnamen in dit document zijn merknamen of geregistreerde merknamen van de respectievelijke eigenaren en hebben geen relatie met de Roland Corporation. Deze namen worden in deze handleiding gebruikt om de klanken die met de COSM technologie worden nagebootst goed weer te geven.

FRETLESS (P. 48) PITCH SHIFT (P. 47)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

PICK UP (P. 44) BODY (P. 46)

PITCH SHIFT (P. 47)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

WAVE SYNTH (P. 48)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

OSC SYNTH (P. 49) PITCH SHIFT (P. 47)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

FILTER (P. 49) COLOR (P. 50)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

FILTER (P. 49) P-BEND (P. 50) SUSTAIN (P. 50)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

Page 44: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

44

Hoofdstuk 5 Parametergids

PIPE

Een instrument, dat de klank van een zacht houtblaas–instrument nabootst.

(PAGE2)

(PAGE3)

CRYSTAL

Een instrument met een metaalachtige resonantie.

(PAGE2)

(PAGE3)

ORGAN

Een instrument met een lange toon, geschikt voor het spelen van solo-gedeeltes of langzame nummers. Net als bij een orgel kunt u de volumebalans tussen de drie parameters aanpassen om de gewenste klank te bereiken.

(PAGE2)

(PAGE3)

BRASS

Dit instrument is vergelijkbaar met een koperblaasinstrument.

(PAGE2)

(PAGE3)

PEDAL PITCH SHIFT

Door het pedaal in te drukken, verandert de toonhoogte.

(PAGE2)

(PAGE3)

POLY OCTAVE

(polyfone bas-octaver)

Met dit instrument kunt u op één snaar octaven spelen.

(PAGE2)

(PAGE3)

POLY DISTORTION

(Polyfone basdistortion)

Met dit effect wordt elke snaar apart vervormd, zodat de klank niet rommelig wordt als u een akkoord speelt.

(PAGE2)

(PAGE3)

POLY SLOW GEAR

(Polyfone bas-slow gear)

Hiermee kunt u een klank simuleren, waarbij het volume aanzwelt (vioolachtig).

(PAGE2)

(PAGE3)

PICKUP

Hier kunt u aangeven wat voor soort element wordt gesimuleerd.

* U kunt dit niet aan/uit zetten.

PRESET

Selecteer hier één van de preset elementtypes.

Als de COSM BASS parameter TYPE op “ACOUSTIC” is ingesteld

TYPE

Hier geeft u aan welk type element u wilt gebruiken.

TONE

-50–+50

Bepaalt de klankkleur van het element. Het volume van het hoge register wordt bij een positieve waarde versterkt en bij een negatieve waarde afgezwakt.

LEVEL

0–100

Aanpassing van het volume van het element. Bij de instelling “0” wordt er geen klank geproduceerd.

FILTER (P. 49) P-BEND (P. 50) SUSTAIN (P. 50)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

ATTACK (P. 50) BODY LEV (P. 50) SUSTAIN (P. 50)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

ORGAN (P. 50) SUSTAIN (P. 50)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

FILTER (P. 49) SUSTAIN (P. 50)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

BASS SELECT (P. 46) PD SHIFT (P. 51)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

BASS SELECT (P. 46) POLY OCTAVE (P. 51)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

BASS SELECT (P. 46) POLY DISTORTION (P. 51)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

BASS SELECT (P. 46) POLY SG (P. 52)

EQ (P. 52) PAN (P. 52) MIXER (P. 52)

MIC

Dit virtuele element is ideaal om de klank van een akoestische (contra)bas te verkrijgen.

PIEZO

Een piëzo element.

MAGNET

Een magnetisch element.

Page 45: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

45

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

Als de COSM BASS parameter TYPE op “VARI BASS” is ingesteld

REAR TYPE

Geeft het type van het achterste element aan.

FRONT TYPE

Geeft het type van het voorste element aan.

LEVEL

0–100

Aanpassing van het volume van het element. Bij de instelling “0” wordt er geen klank geproduceerd.

CONTROL

R.VOL

(Rear Volume) 0–100

Aanpassing van het volume van het achterste element.

F.VOL

(Front Volume) 0–100

Aanpassing van het volume van het voorste element.

R.TONE

(Rear Tone) -50–+50

Toonregeling van het achterste element.

F.TONE

(Front Tone) -50–+50

Toonregeling van het voorste element.

TONE

-50–+50

Bepaalt de klankkleur van het element. Het volume van het hoge register wordt bij een positieve waarde versterkt en bij een negatieve waarde afgezwakt.

BALANCE

R=100, F=0–R=0, F=100

Aanpassing van de balans tussen het voorste en achterste element.

BASS

-50–+50

Toonregeling van het lage register.

TREBLE

-50–+50

Toonregeling van het hoge register.

R.POSI

(Rear Position) 5–450 mm

Bepaalt de plaatsing van het achterste element ten opzichte van de brug. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe groter de gesimuleerde afstand tussen het element en de brug.

* Als “PIEZO” als element is geselecteerd, kunt u deze

plaatsing niet instellen.

F.POSI

(Front Position) 5–450 mm

Bepaalt de plaatsing van het voorste element ten opzichte van de brug. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe groter de gesimuleerde afstand tussen het element en de brug.

* Als “PIEZO” als element is geselecteerd, kunt u deze

plaatsing niet instellen.

REAR PICKUP OFFSET Hi–Lo

-445–+445 mm

Nauwkeurige aanpassing van de plaatsing van het achterste element ten opzichte van iedere snaar.

* Als “PIEZO” als element is geselecteerd, kunt u deze hoek niet

instellen.

FRONT PICKUP OFFSET Hi–Lo

-445–+445 mm

Nauwkeurige aanpassing van de plaatsing van het voorste element ten opzichte van iedere snaar.

* Als “PIEZO” als element is geselecteerd, kunt u deze hoek niet

instellen.

R.PHASE

(Rear Phase)

Bepaalt de fase van het achterste element bij het mengen van het voorste en het achterste element.

F.PHASE

(Front Phase)

Bepaalt de fase van het voorste element bij het mengen van het voorste en het achterste element.

SINGLE

Een single-coil element.

DOUBLE

Een double-coil element.

PIEZO

Een piëzo element.

2VOL-2TONE

Twee volumeregelaars en twee toonregelaars.

2VOL-1TONE

Twee volumeregelaars en één toonregelaar.

BALANCE

Één balansregelaar en één toonregelaar.

2BAND

Bas- en trebleregelaars.

IN

Het achterste element wordt in normale fase gemengd.

OUT

Het achterste element wordt in omgekeerde fase gemengd.

IN

Het voorste element wordt in normale fase gemengd.

OUT

Het voorste element wordt in omgekeerde fase gemengd.

Page 46: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

46

Hoofdstuk 5 Parametergids

BODY

Bepaal hier de resonantie van de klankkast.

* U kunt dit niet aan/uit zetten

PRESET

Selecteer hier één van de preset klankkasttypes.

Als de COSM BASS parameter TYPE op “ACOUSTIC” is ingesteld

SIZE

-50–+50

Bepaal hier de grootte van de klankkast. U kunt de grootte van de klankkast simuleren door de resonantiefrequenties aan te passen. Bij de instelling “0” wordt de standaard resonantie geproduceerd.

BODY LEVEL

0–100

Bepaal hier het volume van de klankkast. Bij de instelling “0” hebben de instellingen voor BODY geen effect.

ATTACK

0–100

Bepaalt de sterkte van de attack als u een snaar hard aanslaat.

SUSTAIN

0–100

Aanpassing van de decaylengte (uitsterftijd) vanaf het moment dat de snaar is aangeslagen. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe langer de decay.

RESO

(Resonantie) 0–10

Aanpassing van het gemak waarmee het materiaal van de klankkast resoneert.

BOTTOM

-10–+10

Aanpassing van het volume van het lage register.

* Als TYPE op VARI BASS is ingesteld is het bereik van -50 –

+50.

Als de COSM BASS parameter TYPE op “VARI BASS” is ingesteld

BODY TYPE

Selecteer het type resonerende klankkast.

SIZE

-50–+50

Bepaal hier de grootte van de klankkast. U kunt de grootte van de klankkast simuleren door de resonantiefrequenties aan te passen. Bij de instelling “0” wordt de standaard resonantie geproduceerd.

BODY

0–100

Aanpassing van de balans tussen de bypass-klank en de resonantieklank (resonantie van de klankkast) van het bovenblad en de klankkast. Bij een lage instelling van deze waarde is alleen de bypass-klank te horen. Bij een hoge instelling is alleen de resonantieklank te horen.

BOTTOM

-50–+50

Aanpassing van het volume van het lage register.

RESO

(Resonantie) 0–100

Aanpassing van het gemak waarmee het materiaal van de klankkast resoneert.

LEVEL

Aanpassen van het volume van de klankkast. Bij de instelling “0” wordt er geen klank geproduceerd.

BASS SELECT

Selecteer hier de basgitaarklank.

* U kunt dit niet aan/uit zetten

PRESETSelecteer hier één van de preset basgitaartypes.

TYPE

* Als de COSM BASS parameter TYPE op “POLY OCTAVE”,

“POLY DISTORTION” of “POLY SG” is ingesteld, kunnen

“VIOLIN” en “M-MAN” niet worden geselecteerd.

* Welke parameters u kunt aanpassen, hangt af van het

geselecteerde COSM AMP TYPE.

SOLID Een massieve klankkast zonder resonantie. Voor dit type kunt u verder geen parameters instellen.

VIOLIN De klankkast van een vioolbas.

SEMI HOLLOW

De klankkast van een bas met een klankgat.

HUGE WOOD

Een houten bas met een grote houten klankkast, vergelijkbaar met een contrabas.

VINT JB De klank van een Fender Jazz basgitaar uit de vroege jaren ‘60, met twee toonregelaars.

JB De klank van een Fender Jazz basgitaar.

VINT PB De klank van Fender Precision basgitaar uit de vroege jaren ‘60.

PB De klank van een Fender Precision basgitaar.

RICK De klank van een Rickenbacker 4001.

T-BIRD De klank van een Gibson Thunderbird.

ACTIVE Dit is de klank van een normaal actief element.

VIOLIN De klank van een vioolbas.

M-MAN De klank van een Musicman Stingray.

Page 47: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

47

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

LEVEL (Pickup Level) 0–100Aanpassing van het totale volume van het element.

F.VOL (Front Pickup Volume) 0–100Aanpassing van het volume van het voorste element.

F.TONE (Front Pickup Tone) 0–100Aanpassing van de toonregeling van het voorste element.

R.VOL (Rear Pickup Volume) 0–100Aanpassing van het volume van het achterste element.

R.TONE (Rear Pickup Tone) 0–100Aanpassing van de toonregeling van het achterste element.

TONE 0–100Aanpassing van de toonregeling van het element.

BASS -50–+50Aanpassing van de toonregeling van het lage register.

TREBLE -50–+50Aanpassing van de toonregeling van het hoge register.

PU SEL (Pickup Select Switch)

SOLO/RTM (Solo/Rhythm)

BASS ON OFF, ONSchakelt het voorste element aan/uit.

TRBLE ON (Treble On) OFF, ONSchakelt het achterste element aan/uit.

PT SHIFT (Pitch Shift)

Stel hier de pitch shifter in.

ON/OFFHiermee zet u de pedaal-shift aan/uit.

Als de COSM BASS parameter TYPE op “OSC SYNTH” is ingesteld

SHIFT Hi–Lo (OSC Pitch Shift) -12–+12Hiermee geeft u voor de oscillator de hoeveelheid pitch shift (verandering van toonhoogte) aan, in stappen van een halve toon.

FINE Hi–Lo (OSC Fine) -50–+50Voor het nauwkeurig afstemmen van de pich shiftklank van de oscillator, in stappen van één honderdste.

Als de COSM BASS parameter TYPE op iets anders dan “OSC SYNTH” is ingesteld

MODE

<Als de mode op “SHIFT” is ingesteld>

SHIFT Hi–Lo -24–+24Hiermee geeft u voor elke snaar de hoeveelheid pitch shift (verandering van toonhoogte) aan, in stappen van een halve toon.

FINE Hi–Lo -50–+50Voor het nauwkeurig afstemmen van de pich shiftklank van elke snaar, in stappen van één honderdste.

E.LEV Hi–Lo (String effect level) 0–100Aanpassing van het volume van de pitch shifter van elke snaar.

D.LEV Hi–Lo (String Direct Level) 0–100Aanpassing van het volume van het directe geluid van elke snaar.

<Als de mode op “HARMO” is ingesteld>

HARMO Hi–Lo (String Harmony) -2OCT–+2OCTHier bepaalt u de toonhoogte van de noot, die aan het ingangssignaal wordt toegevoegd. U kunt een toonhoogte aangeven binnen een bereik van +/- 2 octaven ten opzichte van het ingangssignaal.

REAR Selecteert het achterste element.

FRNT+REAR Selecteert het voorste en achterste element.

FRONT Selecteert het voorste element.

SOLO Het volume wordt op 100 ingesteld.

RHTHM Het volume wordt op 50 ingesteld.

SHIFT Werkt als een pitch shifter.

HARMO Werkt als een harmonist-effect.

Page 48: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

48

Hoofdstuk 5 Parametergids

KEY C (Am)–B (G#m)Hier bepaalt u de toonhoogte van het nummer dat u gaat spelen. Als u de toonsoort instelt kunt u de meerstemmigheid creëren die geschikt is voor het nummer. De toonsoort van het nummer is als volgt, volgens de voortekens (#, b) van de muziek:

* De aangegeven waarde komt overeen met de MASTER KEY

(p. 63).fig.5-50

E.LEV Hi–Lo (String effect level) 0–100Aanpassing van het volume van de harmonist-klank van elke snaar.

D.LEV Hi–Lo (String Direct Level) 0–100Aanpassing van het volume van het directe geluid van elke snaar.

FRETLESS

Simuleert de klank van een fretloze basgitaar.

* U kunt dit niet aan/uit zetten

PRESETSelecteer hier één van de preset fretloze basgitaartypes.

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume.

TONE 0–100Aanpassing van de toonregeling.

SENS (Sensitivity) 0–100Aanpassing van de ingangsgevoeligheid.

COLOR 0–100Aanpassing van de klankkleur van de fretloze basgitaar zelf.

WAVE SYNTH

Door een bewerking van het ingangssignaal van de basgitaar ontstaat een synthesizerklank.

* U kunt dit niet aan/uit zetten

PRESETSelecteer hier één van de preset WAVE synthesizertypes.

W.SHAPE (Wave Shape)Selecteer hier het golfvormtype, dat de basis van de bassynthesizer wordt.

SENS (Sensitivity) 0–100Aanpassing van de ingangsgevoeligheid.

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume van de synthesizerklank.

ATTACK 0–100Aanpassing van de attacktijd van de synthesizerklank. Bij een lage instelling van deze waarde wordt er een korte (snelle) attack geproduceerd, bij een hoge instelling wordt er een lange (langzame) attack geproduceerd.

DECAY 0–100Aanpassing van de tijd waarin de klankkleur van de klank uitsterft, als de basgitaar hard wordt bespeeld.

CUTOFF 0–100Aanpassing van de frequentie waarop de boventonen van de klank worden afgekapt (de “cutoff frequentie”).

RESO (Resonance) 0–100Aanpassing van de resonantie (klankkleur) van de synthesizerklank. Hoe hoger de waarde hoe opvallender de klankkleur.

F.TYPE (Filter Type) -12dB, -24dBSelecteer hier de hoek van de filter.

F.ATTACK (Filter Attack) 0–100Bepaalt de attacktijd van de filter.

F.DECAY (Filter Decay) 0–100Aanpassing van de periode waarin de filter tot rust komt.

F.DEPTH (Filter Depth) -50–+50Aanpassing van de diepte van de filter. Hoe hoger de

Majeur C F B

E

A

D

Am Dm Gm Cm Fm BmMineur

Majeur G D A E B

Em Bm Fm C

m G

mMineur

F

Dm

G

Em SAW Produceert een zaagtand synthesizerklank.

SQUARE Produceert een blokgolf synthesizerklank.

Page 49: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

49

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

instelling, hoe meer verandering de filter kan produceren. Door “+” en “-” beweegt de filter in tegengestelde richting.

OSC SYNTH

Uit het ingangssignaal van de basgitaar worden toonhoogtedata en attackdata afgeleid; het signaal dat door de interne oscillator wordt geproduceerd wordt uitgestuurd.

* U kunt dit niet aan/uit zetten

PRESETSelecteer hier één van de OSC synthtypes.

SHAPE SQ=0, SW=100–SQ=100, SW=0Bepaalt welk type interne oscillatorklank wordt uitgestuurd.

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume van de synthesizerklank.

SENS (Sensitivity) 0–100Bepaalt de golfvorm, door aanpassing van de balans van SQ (blokgolf) en SW (zaagtand).

PWM WDTH (PWM Width) 0–100Aanpassing van de omvang van de positieve en negatieve fase van de SQUARE golfvorm.

PWM RATE 0–100Aanpassing van de frequentie waarop de inpulsomvang van de SQUARE golform wordt gemoduleerd.

PWM DPTH (PWM Depth) 0–100Aanpassing van de diepte, waarnaar de impulsomvang van de SQUARE golfvorm wordt gemoduleerd.

* Als SHAPE op SW=100 en SQ=0 staat, dan hebben PWM

WIDTH, RATE en DEPTH geen effect.

ENV FLLW (Envelope Follow) OFF, ONAls deze op “ON” staat, wordt de klank overeenkomstig de amplitude van de snaren opgewekt.

Als deze op “OFF” staat, wordt de klank op het bepaalde volume opgewekt.

HOLD OFF, ONDoor deze functie wordt de uitgestuurde synthklank aangehouden. Als u tijdens het uitsturen van de synthklank HOLD op “ON” zet, zal de uitgestuurde synthklank worden aangehouden totdat u HOLD op “OFF” zet. Deze functie kan

handig zijn als u hem aan het CTL pedaal toewijst, om live te

gebruiken (p. 23). Normaal gesproken zet u deze functie op “OFF”.

CUTOFF (Cutoff Frequency) 0–100Aanpassing van de helderheid (scherpte) van de klank. Hoe hoger de waarde, hoe helderder de klank.

RESO (Resonance) 0–100Aanpassing van de resonantie (klankkleur) van de synthesizerklank. Hoe hoger de waarde hoe opvallender de klankkleur.

F.TYPE (Filter Type) -12 dB, -24 dBBepaalt de diepte van het effect, dat door de filter wordt geproduceerd.

F.ATTACK (Filter Attack) 0–100Bepaalt de attacktijd van de filter.

F.DECAY (Filter Decay) 0–100Aanpassing van de periode, waarin de filter tot rust komt.

F.DEPTH (Filter Depth) -50–+50Aanpassing van de diepte van de filter. Hoe hoger de instelling, hoe meer verandering de filter kan produceren. Door “+” en “-” beweegt de filter in tegengestelde richting.

SUB OSC OFF, DETUNE, -1OCTToevoeging van diepte aan de klank door iedere snaar te vermengen met een synthklank.

DETUNE -50–+50Hier kunt u de toonhoogte van de DETUNE klank aangeven, in stappen van één honderdste.

LEVEL 0–100Hier kunt u het volume van de DETUNE klank of de -1OCT klank aangeven.

FILTER

De klank wordt door een filter geleid, om de helderheid en de klankkleur te veranderen.

* U kunt dit niet aan/uit zetten.

PRESETSelecteer hier één van de preset filtertypes.

CUTOFF (Cutoff Frequency) 0–100Aanpassing van de helderheid (scherpte) van de klank. Hoe

DETUNE Door te mengen met een gepitch-shifte klank wordt de klank dieper.

-1OCT Door te mengen met een octaaf lager klinkende klank wordt de klank dieper.

Page 50: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

50

Hoofdstuk 5 Parametergids

hoger de waarde, hoe helderder de klank.

RESO (Resonance) 0–100Aanpassing van de resonantie (klankkleur) van de synthesizerklank. Hoe hoger de waarde hoe opvallender de klankkleur.

TOUCH-S (Touch sensitivity) 0–100Aanpassing van de gevoeligheid van de filter, waardoor de klankkleur wordt veranderd, afhankelijk van de kracht waarmee u de bas bespeelt. Hoe hoger deze instelling, hoe helderder de bas klinkt als u hard aanslaat. Bij de instelling “0” wordt de klankkleur niet door de dynamiek in uw spel beïnvloed.

DECAY 0–100Aanpassing van de tijd waarin de klankkleur van de klank uitsterft, als de basgitaar hard wordt bespeeld. Hoe lager de waarde, hoe sneller de klankkleur uitsterft, wat een zachtere toon veroorzaakt.

* Als TOUCH-S op een lage waarde is ingesteld, heeft de

instelling van DECAY geen effect.

* Deze parameter is alleen beschikbaar als de COSM BASS

parameter TYPE op “FILTERED” staat ingesteld.

P-BEND (Power bend)Bepaalt de helderheid van de klank. Tegelijkertijd veranderen de klankkleur en het volume onder invloed van veranderingen in de toonhoogte, die met de hand worden veroorzaakt.

* U kunt dit niet aan/uit zetten.

PRESETSelecteer hier één van de preset power bend-types.

P-BEND (Power bend) 0–100Hoe hoger de instelling, hoe ruiger de klank.

P-BEND-Q (Power bend Q) 0–100Bij een hoge instelling wordt de klank van de harmonische inhoud zelf beïnvloed, waardoor een klank zonder attack ontstaat.

SUSTAINBepaalt hoe het volume wordt beïnvloed door de amplitude van de snaartrilling (dynamiek) van het ingestuurde basgitaarsignaal.

* U kunt dit niet aan/uit zetten.

SUSTAIN 0–100Aanpassing van de periode waarin een ingangssignaal met een laag volume tot een constant volume wordt versterkt. Hoe hoger deze waarde, hoe langer de sustain.

COLOR

COLOR 0–100Aanpassing van de sterkte van het lage register. Hoe hoger deze waarde, hoe sterker het lage register.

ATTACK

Bepaalt de kracht van de attack, waarmee de snaar wordt aangeslagen.

* U kunt dit niet aan/uit zetten.

PRESETSelecteer hier één van de preset attacktypes.

LENGTH 0–100Bepaalt de decaytijd van het attackgedeelte. Hoe lager de instelling, hoe korter de geproduceerde attack.

MOD-TUNE (Modulation tune) 0–100Bepaalt de stemming van de modulatie die op het attackgedeelte wordt aangebracht.

MOD-DEP (Modulation depth) 0–100Bepaalt de diepte van de modulatie die op het attackgedeelte wordt aangebracht. Hoe hoger deze instelling, hoe dieper de modulatie.

LEVEL 0–100Bepaalt het volume van het attackgedeelte.

BODY LEV (Body Level)

Bepaalt hoe de klank door de klankkast wordt geresoneerd.

* U kunt dit niet aan/uit zetten.

BODY LEV (Body Level) 0–100Bepaalt het volume van de sustain.

ORGAN

Dit is een instrument met een aangehouden klank, dat geschikt is voor sologedeeltes of langzame nummers. Net als bij een orgel kunt u, door de volumebalans van de drie

Page 51: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

51

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

parameters aan te passen, de klankkleur bepalen .

* U kunt dit niet aan/uit zetten.

PRESETSelecteer één van de preset orgeltypes.

FEET-16 0–100Een aangehouden toon, één octaaf lager dan de basklank.

FEET-8 0–100Een aangehouden toon op dezelfde toonhoogte als de basklank.

FEET-4 0–100Een aangehouden toon, één octaaf hoger dan de basklank

PD SHIFT (Pedal Shift)

Bepaalt de hoeveelheid toonhoogteverplaatsing in de pitch shift-klank.

ON/OFFSchakelt de pedal shift aan/uit.

PITCH -24–+24 Bepaalt de hoeveelheid toonhoogteverplaatsing (pitch shift) die door het pedaal wordt veroorzaakt.

STRNG Hi–Lo (String) ON/OFFSchakelt voor iedere snaar pedal shift aan/uit. Hierdoor kunt u de toonhoogte van bepaalde snaren verplaatsen.

SET PDL (Setting Pedal)Hierdoor wordt de pitch shift-functie aan het ingebouwde EXP pedaal toegewezen. De waarde van de PITCH parameter op het moment dat de SET PDL ([F6]) is ingedrukt is de waarde als het ingebouwde EXP pedaal volledig is ingedrukt. Als het EXP pedaal volledig omhoog staat is de PITCH waarde 0.

POLY OCTAVE (Polyphonic octave)

Hiermee lijkt het alsof u de bas in octaven bespeelt.

ON/OFFSchakelt de octaaffunctie aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

-1OCT Hi–Lo 0–100Voegt een toon toe die een octaaf lager klink dan de originele klank.

DIR Hi–Lo (Direct) 0–100Aanpassing van het volume van de originele klank.

POLY DISTORTION (Polyphonic distortion)

Bij dit effect wordt de klank van iedere snaar apart vervormd, waardoor de klank niet rommelig wordt bij het spelen van akkoorden.

ON/OFFHier zet u de vervorming aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

TYPEBepaalt het type vervorming.

DRIVE 0–100Aanpassing van de diepte van de vervorming.

TONE -50–+50Aanpassing van de klankkleur van de vervorming.

LEVEL (Distortion Level) 0–100Aanpassing van het volume van de vervormde klank.

DIR LEVEL (Direct level) 0–100Aanpassing van het volume van de directe klank.

DRV BAL (Drive balance) -50–+50Aanpassing van de hoeveelheid vervorming van de lage en de hoge snaren, om een evenredige volumeverdeling te verkrijgen.

POLY BAL (Poly balance) 0–100Aanpassing van de klankscheiding tussen de snaren bij het

OD1 (Overdrive 1)

Produceert een heldere overstuurde klank.

OD2 (Overdrive 2)

Produceert een rijke overstuurde klank, terwijl de karakteristieke subtiele nuances van de vervorming bewaard blijven.

DS1 (Distortion 1)

Produceert een typische vervorming.

DS2 (Distortion 2)

Produceert een vervorming met een benadrukt middengebied.

Page 52: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

52

Hoofdstuk 5 Parametergids

spelen van akkoorden. Hoe hoger de waarde, hoe meer de snaar gescheiden klinkt van de andere. Bij de waarde “0” komt de klank overeen met de normale vervorming.

POLY SG (Polyphonic slow gear)

Simuleert een in volume aanzwellende speeltechniek (vergelijkbaar met een viool)

ON/OFFSchakelt de slow gear aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

RISE TIME 0–100Aanpassing van de periode tussen het aanslaan van de snaar totdat het maximale volume is bereikt.

SENS (Sensitivity) 0–100Aanpassing van de gevoeligheid van de slow gear. Bij een laag ingestelde gevoeligheid wordt het slow gear effect niet op zacht aangeslagen noten aangebracht, maar alleen op hard aangeslagen noten. Bij een hoog ingestelde waarde wordt het slow gear effect altijd aangebracht, ongeacht de dynamiek in uw aanslag.

EQ (Equalizer)

Met deze vier-bands equalizer kunt u het hoge en lage register aanpassen. U kunt elke frequentieband van de klank, die door het effect is gegaan, benadrukken.

ON/OFFSchakelt de equalizer aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

LEVEL -20–+20dBAanpassing van het volume van de klank die door de equalizer is gegaan.

HIGH G (High gain) -20–+20dBToonregeling van het hoge register.

LOW G (Low gain) -20–+20dBToonregeling van het lage register.

L-MID G (Low middle gain) -20–+20dBToonregeling van het lage middenregister.

H-MID G (High middle gain) -20–+20dBToonregeling van het hoge middenregister.

L-MID Q (Low middle Q) 0.5–16Aanpassing van de omvang van het gebied rond de aangegeven “L-MID F” frequentie, dat door de equalizer wordt beïnvloed. Hoe hoger de instelling, hoe smaller dit gebied.

L-MID F (Low middle frequency) 20 Hz–10.0 kHzGeeft aan wat de centrale frequentie is, waarop de “L-MID G” aanpassing plaatsvindt.

H-MID Q (High middle Q) 0.5–16Aanpassing van de omvang van het gebied rond de aangegeven “H-MID F” frequentie, dat door de equalizer wordt beïnvloed. Hoe hoger de instelling, hoe smaller dit gebied.

H-MID F (High middle frequency) 20 Hz–10.0 kHzGeeft aan wat de centrale frequentie is, waarop de “H-MID G” aanpassing plaatsvindt.

PAN

Bepaalt de stereoplaatsing (“pan”) van de klank van iedere snaar.

* U kunt dit niet aan/uit zetten.

PRESETSelecteer één van de preset pantypes.

STRING Hi–Lo L=100, R=0–L=50, R=50–L=0, R=100Bepaalt de links/rechts plaatsing van iedere snaar.

* Als de klank door het “WAH”, “EQ” of “COMP/LM” effect is

gegaan, zal het uitgangssignaal mono zijn. Wilt u de

stereoplaatsing van de COSM BASS behouden, gebruik dan de

Chain functie om de COSM BASS achter de “WAH”, “EQ”

of “COMP/LM” van de COSM AMP te schakelen.

MIXER

Mengt het signaal van het normale element met het signaal van de divided pickup.

* U kunt dit niet aan/uit zetten.

BALANCE (Mixer balance)CB=0, NP=100–CB=100, NP=0

Aanpassing van de balans tussen het volume van COSM BASS en BASS IN.

Page 53: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

53

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume van de COSM BASS.

STRING LEVEL Hi–Lo 0–100Aanpassing van het volume van iedere snaar van de COSM BASS. Dit is nuttig als u één bepaalde snaar wilt uitsturen.

Simuleert het versterkergedeelte en de speaker van een (bas)gitaarversterker.

ON/OFFZet de COSM AMP aan/uit.

TYPEBepaalt het type van de COSM versterker. De klankeigenschappen en vervormingskarakteristieken worden in de onderstaande tabel beschreven.

* Welke parameters u kunt aanpassen, hangt af van het

geselecteerde COSM AMP TYPE.

GAIN 0–100Aanpassing van de heveelheid vervorming van de versterker.

VOLUME 0–100Aanpassing van het totaalvolume van de voorversterker.

BASS 0–100Toonregeling van het lage register.

* De aanpasbare waarde verandert in -50 – +50, afhankelijk van

het geselecteerde COSM AMP TYPE.

MIDDLE 0–100Toonregeling van het middenregister.

* De aanpasbare waarde verandert in -50 – +50, afhankelijk van

het geselecteerde COSM AMP TYPE.

* In sommige gevallen beschikt de originele versterker niet over

een Midden regelaar, maar bij de simulatie van deze versterkers

functioneert deze regelaar ook. Als u de klank van de originele

versterker wilt produceren, zet Middle dan op “0”.

TREBLE 0–100Toonregeling van het hoge register.

* De aanpasbare waarde verandert in -50 – +50, afhankelijk van

het geselecteerde COSM AMP TYPE.

PRESENCE 0–100Versterking van het ultra-hoge frequentiegebied.

MIDDLE FREQ (Middle frequency) 220, 800, 3.0 kInstelling van de centrale frequentie waarop de Middle regelaar van invloed is.

HIGH CUT (High cut filter) 0–100Kapt het ultra-hoge frequentiegebied af.

BRIGHT OFF, ONSchakelt de Bright instelling aan/uit. Door deze functie aan te zetten, ontstaat er een helderdere klank.

ULTRA Hi 0, +Regelt het ultra-hoge register boven treble.

ULTRA Lo –, 0, +Regelt het karakter van het lage register.

RESPONSE BASS, FLATRegelt het karakter van de gehele versterker. Selecteer naar wens één van de twee beschikbare karakters.

DEEP OFF, ONDeze schakelaar verandert het karakter van het lage register.

GAIN SW (Gain switch) LOW, NORMAL, HIGHAanpassing van de vervorming van de versterker. De volgende drie instellingen zijn in opeenlopende volgorde van vervorming: “LOW”, “NORMAL” en “HIGH”.

CB COSM bass

NP Normale element van de basgitaar

COSM AMP

CONCERT 810 Naar het model van de Ampeg SVT.

FLIP TOP Naar het model van de Ampeg B-15.

B-MAN Naar het model van de Fender Bassman 100.

VO DRIVE Produceert de “Liverpool sound” uit de jaren ‘60.

SESSION Naar het model van de SWR SM-400.

T.E. Naar het model van de Trace Elliot AH600SMX.

BASS 360 Naar het model van de Acoustic 360.

SUPER FLAT Een versterker met een rechte (frequentie) karakteristiek.

AC BASS Een versterker die ideaal is voor ACOUS-TIC BASS.

MS STACK Een Marshall “stack”.

Hi-GAIN STACK Een krachtige high-gain versterker.

METAL STACK Produceert een high-gain metal klank.

Page 54: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

54

Hoofdstuk 5 Parametergids

ENHANCER 0–100Maakt de klank “sprankelender”.

PRE SHAPE 0, 1, 2Deze schakelaar voegt een speciaal karakter toe aan het middenregister.

SPEAKER

SPEAKER ON/OFF OFF, ONHiermee zet u de speakersimulator aan/uit.

* Als de COSM AMP op OFF staat werkt het effect niet.

SPEAKER TYPE

BALANCE DI=100, MC=0–DI=0, MC=100Aanpassing van de balans tussen de klank van de speaker, die door de microfoon wordt opgepikt, en de directe klank.

MIC SET (Mic setting) -5–+5Simulatie van de microfoonplaatsing.

“0” is een simulatie van de standaard microfoonplaatsing. Bij een negatieve instelling (-) wordt de microfoon virtueel verder van het midden van de speakerkern geplaatst. Bij een positieve instelling (+) wordt de microfoon virtueel dichter bij het midden van de speakerkern geplaatst, waardoor het hoge register wordt benadrukt.

COMP/LM (Compressor/limiter)

Een compressor is een effect dat een hoog ingangssignaal afzwakt (comprimeert) en een laag ingangssignaal versterkt, waardoor het volume constanter wordt en er zonder vervorming van de klank sustain ontstaat.

De limiter zwakt een (te) hoog ingangssignaal af, om vervorming te voorkomen.

ON/OFFSchakelt de COMP/LM aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

TYPESelectie van de compressor (“COMP”) of limiter (“LIMITER”).

Als het type op “COMP” staat ingesteld

SUSTAIN 0–100Aanpassing van de periode (tijdsduur) waarin het lage ingangssignaal wordt versterkt, voor het produceren van een constant volume. Hoe hoger de instelling, hoe langer de sustain.

ATTACK 0–100Aanpassing van de sterkte van de attack bij het aanslaan van een snaar. Hoe hoger de instelling, hoe scherper de attack en helderder de klank.

TONE -50–+50Aanpassing van de toonregeling.

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume.

Als het type op “LIMITER” staat ingesteld

THRESHOLD 0–100Pas deze parameter aan op het ingangssignaal van uw basgitaar. Als er een harder signaal dan de ingestelde waarde

1x15” Naar het model van de Trace Elliot 1518.

1x18” Naar het model van de SWR Big Ben.

2x15” Naar het model van de Acoustic 402.

4x10” Naar het model van de SWR Goliath.

8x10” Naar het model van de Ampeg 810E.

ORIGINAL Dit is de speaker, die hoort bij de versterker die bij COSM AMP “TYPE” is geselecteerd.

EFFECTS

COMP Het effect werkt als compressor.

LIMITER Het effect werkt als limiter.

Page 55: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

55

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

wordt ingestuurd, wordt het signaal afgezwakt.

RELEASE 0–100Instelling van de periode van het moment dat het signaal onder de thresholdwaarde duikt totdat het effect stopt.

TONE -50–+50Aanpassing van de toonregeling.

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume.

RATIO (Ratio) 1.2:1, 1.5:1, 2:1, 3:1, 5:1, 10:1, ∞:1Selectie van de compressieverhouding die het effect toepast.

WAH

Dit is een wah-effect dat door het frequentiebereik van een filter te variëren een specifieke verandering in de klankkleur veroorzaakt. Met Pedal Wah kunt u het wah-effect aansturen met een expressiepedaal. Door Auto Wah wordt het effect automatisch aangebracht, doordat de filterfrequentie verandert onder invloed van het ingangsvolume.

ON/OFFSchakelt het wah-effect aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

TYPESelectie van “PEDAL WAH” of “AUTO WAH”.

Als het type op “PEDAL WAH” staat ingesteld

FREQ (Frequency) 0–100Aanpassing van de centrale frequentie van het wah effect.

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume.

SET PDL (Setting pedal)Om de wah functie aan het ingebouwde EXP pedaal toe te wijzen.

Als het type op “AUTO WAH” staat ingesteld

MODESelectie van de wah mode.

POLARITY Selecteert hoe de filter onder invloed van het ingangssignaal beweegt.

SENS (Sensitivity) 0–100Aanpassing van de gevoeligheid waarmee de filter volgens de “POLARITY” instelling beweegt. Hoe hoger deze parameter is ingesteld, hoe sterker de reactie van de filter. Bij de instelling “0” wordt er door uw aanslag geen wah effect veroorzaakt.

FREQ (Frequency) 0–100Aanpassing van de centrale frequentie van het wah effect.

PEAK 0–100Aanpassing van de hoeveelheid wah effect die zich in het gebied van de centrale frequentie voordoet. Door deze instelling te verlagen, wordt het wah effect in een breder gebied rond de centrale frequentie aangebracht. Door deze instelling te verhogen, wordt het wah effect in een kleiner gebied rond de centrale frequentie aangebracht.

* De instelling “50” geeft een gebruikelijke wah klank.

RATE 0–100, BPM –BPMAanpassing van de modulatiefrequentie van de auto wah.

* Dit effect gaat er vanuit, dat u de voetschakelaar alleen maar

gebruikt om het effect te triggeren, voor het produceren van

vibrato. Het kan voor gebruik tijdens een live optreden handig

zijn om dit aan het CTL pedaal toe te wijzen (p. 23).

DEPTH 0–100Aanpassing van de diepte van de auto wah.

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume.

PEDAL WAH Het effect werkt als pedal wah.

AUTO WAH Het effect werkt als auto wah.

LPF (Low Pass Filter)

Produceert een wah effect over een breed frequentiegebied.

BPF (Band Pass Filter)

Produceert een wah effect over een klein frequentiegebied.

DOWN De filter beweegt naar een lagere frequentie.

UP De filter beweegt naar een hogere frequentie.

Page 56: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

56

Hoofdstuk 5 Parametergids

OD/DS (Overdrive/Distortion)

Door dit effect wordt de klank vervormd, waardoor een langere sustain ontstaat.

ON/OFFSchakelt OVERDRIVE/DISTORTION aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

TYPESelectie van het type distortion.

DRIVE 0–100Aanpassing van de hoeveelheid vervorming.

BASS -50–+50Toonregeling van het lage register.

TREBLE -50–+50Toonregeling van het hoge register.

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume.

DIRECT LEVEL 0–100Aanpassing van het volume van de directe klank.

EQ (Equalizer)

Past de klankkleur aan. De toonregeling voor het hoge middenregister en het lage middenregister is parametrisch.

ON/OFFSchakelt de equalizer aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

HIGH G (High gain) -20–+20 dBToonregeling van het hoge register.

LOW G (Low gain) -20–+20 dBToonregeling van het lage register.

L-MID G (Low middle gain) -20–+20 dBToonregeling van het lage middenregister.

H-MID G (High middle gain) -20–+20dBToonregeling van het hoge middenregister.

L-MID Q (Low middle Q) 0.5–16Aanpassing van de omvang van het gebied rond de aangegeven “L-MID F” frequentie, dat door de equalizer wordt beïnvloed. Hoe hoger de instelling, hoe kleiner dit gebied.

L-MID F (Low middle frequency)20 Hz–10.0 kHz

Geeft aan wat de centrale frequentie is van het gebied, dat door “L-MID G” wordt aangepast.

H-MID Q (High middle Q) 0.5–16Aanpassing van de omvang van het gebied rond de aangegeven “H-MID F” frequentie, dat door de equalizer wordt beïnvloed. Hoe hoger de instelling, hoe kleiner dit gebied.

H-MID F (High middle frequency)20 Hz–10.0 kHz

Geeft aan wat de centrale frequentie is van het gebied, dat door “H-MID G” wordt aangepast.

LEVEL -20–+20 dBAanpassing van het volume van de klank, die door de equalizer is gegaan.

BLUES OD De typische “crunch” klank van de Boss BD-2.

TURBO OD De typische high-gain overdrive klank van de Boss OD-2.

BASS OD Een speciale overdrive klank voor de basgitaar.

DIST Een traditionele distortion.

GUV DS Naar het model van de Marshall GUV’NOR.

METAL ZONE De klank van de Boss MT-2.

MUFF FUZZ Naar het model van de Electro-Harmonix Big Muff π.

‘60s FUZZ Naar het model van de FUZZ FACE.

OCT FUZZ Naar het model van de Ace Tone FUZZ.

Page 57: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

57

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

MOD (Modulation)

Dit effect voegt ruimtelijkheid en diepte toe aan de klank. Hierdoor kunt u de indruk wekken alsof er op meerdere instrumenten tegelijkertijd wordt gespeeld of een speciale modulatie toevoegen. U kunt uit tien modulatietypes kiezen. Elk effect kan naar eigen inzicht verder worden bewerkt. U kunt de modulatie ook uit zetten.

ON/OFFSchakelt de MOD aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

TYPEMaak een keuze uit één van de volgende effecten:

• Als het type op “HARMONIST” staat ingesteld

ON/OFFVoor het aan/uit schakelen van de beide harmonist-noten.

HARMONY -2OCT–+2OCT, USERBepaal de toonhoogte die aan het ingangssignaal wordt toegevoegd voor het verkrijgen van meerstemmigheid. U kunt noten toevoegen binnen twee octaven boven of onder het ingangssignaal. Als deze parameter op “USER” staat ingesteld, kunt u het interval ten opzichte van het ingangssignaal zelf instellen.

PAN L=100, R=0–L=0, R=100Verplaatst de klank naar links en rechts.

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume van de harmonist-noten.

DIR LEV (Direct Level) 0–100Aanpassing van het volume van de directe klank.

USER SCALE <C>–<B> -24–+24Als HARMONY op “USER” staat ingesteld, kunt u hiermee het interval ten opzichte van het ingangssignaal instellen.

KEY C (Am)–B (G#m)Selecteer hier de toonsoort van het nummer, dat u gaat spelen. Als u de toonsoort instelt, kunt u de meerstemmigheid creëren die bij het nummer past. De toonsoort van het nummer is als volgt, afhankelijk van de voortekens van de muziek (#, b):

* De aangegeven waarde komt overeen met de MASTER KEY

(p. 63). CHECK PAGINAVERWIJZING RPfig.5-50

HARMONIST Hierdoor worden er twee extra noten in de juiste toonsoort toegevoegd.

P.SHIFTER (Pitch shifter)

Dit is een pich shifter met een maximum bereik van +/- 2 octaven.

FLANGER Het flanger effect geeft de klank een suizend karakter.

PHASER Het phaser effect geeft een “draaiend” effect, doordat er een in fase verplaatste klank aan de originele klank wordt toegevoegd.

SUB EQ (Sub equalizer)

Veroorzaakt ruimtelijkheid en diepte, doordat er een in toonhoogte verplaatste klank aan de originele klank wordt toegevoegd. De klank is verdeeld in twee frequentiegebieden: twee stereo chorus-eenheden worden gebruikt voor het bewerken van het lage en het hoge frequentiegebied, waardoor er een natuurlijkere chorusklank ontstaat.

2x2CHORUS Produceert een cyclische volumeverandering.

TREMOLO Verplaatst de klank cyclisch van links naar rechts.

PAN Met dit effect kunt u door middel van het EXP pedaal van de V-Bass het interval van de pitch shifter bepalen.

PD SHIFT (Pedal Shift)

Produceert een vibrato effect, door de toonhoogte van de directe klank enigszins te moduleren.

VIBRATO Dit is een pich shifter met een maximum bereik van +/- 2 octaven.

Majeur C F B

E

A

D

Am Dm Gm Cm Fm BmMineur

Majeur G D A E B

Em Bm Fm C

m G

mMineur

F

Dm

G

Em

Page 58: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

58

Hoofdstuk 5 Parametergids

Als het type op “P.SHIFTER” staat ingesteld

ON/OFFHierme kunt u elk van de twee noten van de pitch shifter aan/uit zetten.

MODESelecteer hier de pitch shifter mode.

SHIFT -24-+24Aanpassing van het interval van de pitch shifter, in stappen van een halve toon.

FINE -50-+50Voor het nauwkeurig instellen van het interval dat door de pitch shifter wordt geproduceerd.

FEEDBACK 0-100Aanpassing van de hoeveelheid feedback van de pitch shifter.

PRE DLY (Pre delay) 0–300msec, BPM –BPMAanpassing van de periode van het moment, waarop de directe klank wordt uitgestuurd, tot het moment dat de pitch shifter wordt uitgestuurd. Normaalgesproken zet u deze op “0 ms”.

PAN L=100, R=0-L=0, R=100Verplaatst de klank naar links en rechts.

LEVEL 0-100Aanpassing van het volume van de pitch shifter.

DIR LEV (direct Level) 0-100

Aanpassing van het volume van de directe klank.

Als het type op “FLANGER” staat ingesteld

RATE 0–100, BPM –BPMAanpassing van de modulatiesnelheid.

* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van alle parameters

bepaald door de aangegeven tempowaarde (p. 23) van een

patch. Op deze manier kunt u eenvoudig het effect synchroon

laten lopen met het tempo van het gespeelde nummer.

DEPTH 0-100Aanpassing van de diepte van de modulatie.

MANUAL 0-100Aanpassing van de centrale frequentie waarop het effect wordt aangebracht.

RESO (Resonance) 0–100Aanpassing van de hoeveelheid resonantie (feedback). Door deze waarde te verhogen wordt het effect benadrukt, waardoor een speciale klank ontstaat.

LOW CUT (Low cut filter) FLAT, 55 Hz–800 HzHet frequentiegebied onder de aangegeven frequentie wordt afgezwakt. Als deze parameter op “FLAT” staat, heeft de low cut filter geen effect.

SEPARATE (Separation) 0–100Aanpassing van de spreiding. Hoe hoger deze waarde, hoe groter de links/rechts spreiding.

BALANCE D=100, E=0-D=0, E=100Aanpassing van de balans tussen de directe klank en de effectklank.

LEVEL 0-100Aanpassing van het volume van de flanger.

Als het type op “PHASER” staat ingesteld

RATE 0–100, BPM –BPMAanpassing van de rotatiesnelheid.

* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van alle parameters

bepaald door de aangegeven tempowaarde (p. 23) van een

patch. Op deze manier kunt u eenvoudig het effect synchroon

laten lopen met het tempo van het gespeelde nummer.

DEPTH 0-100Aanpassing van de diepte van de modulatie.

MANUAL 0-100Aanpassing van de centrale frequentie waarop de phaser wordt aangebracht.

RESO (Resonance) 0–100Aanpassing van de hoeveelheid resonantie (feedback). Door deze waarde te verhogen, wordt het effect benadrukt, waardoor een speciale klank ontstaat.

STAGESelecteert het aantal stadia van de phaser.

POLY Met deze instelling kunt u akkoorden spelen.

MONO Deze instelling geeft minder modulatie dan een gebruikelijke pitch shifter. Voor het spelen van losse noten.

Page 59: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

59

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

STEP OFF, 0–100, BPM –Aanpassing van het interval waarmee de Rate en Depth “trapsgewijs” veranderen. Hoe hoger de instelling, hoe kleiner de stappen.

* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van alle parameters

bepaald door de aangegeven tempowaarde (p. 23) van een

patch. Op deze manier kunt u eenvoudig het effect synchroon

laten lopen met het tempo van het gespeelde nummer.

BALANCE D=100, E=0-D=0, E=100Aanpassing van de balans tussen de directe klank en de effectklank.

LEVEL 0-100Aanpassing van het volume van de phaser.

Als het type op “SUB EQ” staat ingesteld

HIGH G (High gain) -20–+20 dBToonregeling van het hoge register.

LOW G (Low gain) -20–+20 dBToonregeling van het lage register.

L-MID G (Low middle gain) -20–+20 dBToonregeling van het lage middenregister.

H-MID G (High middle gain) -20–+20 dBToonregeling van het hoge middenregister.

L-MID Q (Low middle Q) 0.5–16Aanpassing van de omvang van het gebied rond de aangegeven “L-MID F” frequentie, dat door de equalizer wordt beïnvloed. Hoe hoger de instelling, hoe kleiner dit gebied.

L-MID F (Low middle frequency)100 Hz–10.0 kHz

Geeft aan wat de centrale frequentie is van het gebied, dat door “L-MID G” wordt aangepast.

H-MID Q (High middle Q) 0.5–16Aanpassing van de omvang van het gebied rond de aangegeven “H-MID F” frequentie, dat door de equalizer wordt beïnvloed. Hoe hoger de instelling, hoe kleiner dit gebied.

H-MID F (High middle frequency) 20 Hz–10.0 kHzGeeft aan wat de centrale frequentie is van het gebied, dat door “H-MID G” wordt aangepast.

LEVEL -20–+20 dBAanpassing van het volume van de klank, die door de equalizer is gegaan.

Als het type op “2x2 CHORUS” staat ingesteld

X OVER F (Crossover frequency) 100 Hz–4.00 kHzBepaalt de frequentie waarop de directe klank in een hoog frequentie-gedeelte en laag frequentie-gedeelte wordt gesplitst.

* Stel de volgende parameters voor zowel het lage (LOW) als het

hoge register (HIGH) in.

RATE 0–100, BPM –BPMAanpassing van de snelheid van het chorus effect.

* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van alle parameters

bepaald door de aangegeven tempowaarde (p. 23) van een

patch. Op deze manier kunt u eenvoudig het effect synchroon

laten lopen met het tempo van het gespeelde nummer.

DEPTH 0-100Aanpassing van de diepte van het chorus effect. Stel deze op “0” in, als u de chorus als verdubbelingseffect wilt gebruiken.

PRE DLY (Pre delay) 0.0–40.0 msec (0.5 msec steps)Aanpassing van de periode van het moment, waarop de directe klank wordt uitgestuurd tot het moment dat de effectklank wordt uitgestuurd. Een langere pre delay geeft het idee dat er meerdere instrumenten tegelijkertijd spelen (het verdubbelingseffect).

LEVEL 0-100Aanpassing van het volume.

Als het type op “TREMOLO” of “PAN” staat ingesteld

WAVE 0–100Bij TREMOLO past u hiermee aan hoe vloeiend de

4STAGE Een phaser met vier stadia. Produceert een licht phaser effect.

8STAGE Een phaser met acht stadia. Produceert een veelgebruikt phaser effect.

12STAGE Een phaser met twaalf stadia. Produceert een diep phaser effect.

BI-PHASE Dit is een phaser, die bestaat uit twee in serie geschakelde fase-circuits.

Page 60: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

60

Hoofdstuk 5 Parametergids

volumeverandering verloopt. Bij PAN past u hiermee aan hoe vloeiende de stereoverplaatsing verloopt.

RATE 0–100, BPM –BPMAanpassing van de modulatiesnelheid van het effect.

* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van alle parameters

bepaald door de aangegeven tempowaarde (p. 23) van een

patch. Op deze manier kunt u eenvoudig het effect synchroon

laten lopen met het tempo van het gespeelde nummer.

DEPTH 0-100Aanpassing van de diepte van het effect.

Als het type op “PD SHIFT” staat ingesteld

PITCH -24-+24Bepaalt de grootte van het interval van de pitch shifter, die door de bediening van het pedaal wordt aangebracht.

MODESelectie van de pedal shift mode

SET PDL (Setting Pedal)Hiermee wijst u de Pedal Shift functie toe aan het EXP pedaal van de V-Bass.

Als het type op “VIBRATO” staat ingesteld

TRIGGER OFF, ONGebruik de voetschakelaar om vibrato aan/uit te zetten.

* Dit effect gaat er vanuit dat u de voetschakelaar alleen maar

gebruikt om het effect te triggeren voor het produceren van

vibrato. Het kan voor gebruik tijdens een live optreden handig

zijn om dit aan het CTL pedaal toe te wijzen (p. 23).

RATE 0–100, BPM –BPMAanpassing van de vibratofrequentie.

* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van alle parameters

bepaald door de aangegeven tempowaarde (p. 23) van een

patch. Op deze manier kunt u eenvoudig het effect synchroon

laten lopen met het tempo van het gespeelde nummer.

DEPTH 0-100Aanpassing van de diepte van de vibrato.

RISE TIME 0–100Aanpassing van de periode tussen het aanzetten van de trigger, en het moment waarop de vibrato het aangegeven niveau heeft bereikt.

DELAY

Een delay voegt een vertraagde klank aan de directe klank toe, waardoor de klank meer diepte krijgt en speciale effecten kunnen ontstaan.

ON/OFFSchakelt de delay aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

DLY TIME (Delay Time)0–1800 msec, BPM –BPMBPM

Aanpassing van de delaytijd.

* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van alle parameters

bepaald door de aangegeven tempowaarde (p. 23) van een

patch. Op deze manier kunt u eenvoudig het effect synchroon

laten lopen met het tempo van het gespeelde nummer. (Als de

ingestelde tijd te lang is, zal de parameter met twee of vier

maal de tempowaarde synchroniseren.)

* Als u op [F4] (FINE) drukt, kunt u de waarde in eenheden van

1 msec instellen.

TAP TIME OFF, 0-100%Aanpassing van de delaytijd van het R kanaal. De delaytijd van het Return-kanaal wordt aangepast op de delaytijd van het L kanaal, die gelijk staat aan 100%.

Als u de waarde op 100% instelt, zijn de delaytijden van het L en R kanaal hetzelfde.

OFF staat gelijk aan een ingestelde waarde van 100%.

FEEDBACK 0-100Met feedback bedoelt men het deel van de delayklank dat weer opnieuw naar de input van de delay wordt gestuurd. Met deze parameter past u de hoeveelheid aan die weer naar de input wordt gestuurd. Hoe hoger deze waarde, hoe vaker de delay wordt herhaald.

HIGH CUT (High cut filter) 700 Hz-11,0 kHz, FLATZwakt het frequentiegebied boven de aangegeven frequentie af. Hiermee past u aan vanaf welke frequentie de high cut filter begint te werken. Bij de instelling “FLAT” zal de high cut filter niet functioneren.

POLY Hierdoor kunt u akkoorden spelen.

MONO Vergeleken met een normale pitch shifter geeft deze instelling minder modulatie (instabiliteit). Alleen voor het spelen van losse noten.

Page 61: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

61

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

DLY LEV (delay volume) 0-120Aanpassing van het volume van de delayklank.

CHORUS

Voegt een enigszins in toonhoogte verplaatste klank toe aan de directe klank, waardoor de klank dieper en ruimtelijker wordt.

ON/OFFSchakelt de chorus aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

MODESelectie van de chorus mode.

RATE 0–100, BPM –BPMAanpassing van de snelheid van de chorus.

* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van alle parameters

bepaald door de aangegeven tempowaarde (p. 23) van een

patch. Op deze manier kunt u eenvoudig het effect synchroon

laten lopen met het tempo van het gespeelde nummer.

DEPTH 0-100Aanpassing van de diepte van het chorus effect. Stel deze op “0” in, als u de chorus als verdubbelingseffect wilt gebruiken.

PRE DLY (Pre-delay) 0.0–40.0 msec (0.5 msec steps)Aanpassing van de periode tussen het moment waarop de directe klank wordt uitgestuurd en het moment dat de effectklank wordt uitgestuurd. Een langere pre delay geeft het idee dat er meerdere instrumenten tegelijkertijd spelen (het verdubbelingseffect).

HIGH CUT (High cut filter) 700 Hz–11.0 kHz, FLATZwakt het frequentiegebied boven de aangegeven frequentie af. Hiermee past u aan vanaf welke frequentie de high cut filter begint te werken. Bij de instelling “FLAT” zal de high cut filter niet functioneren.

LOW CUT (Low cut filter) FLAT, 55–800 HzZwakt het frequentiegebied onder de aangegeven frequentie af. Hiermee past u aan vanaf welke frequentie de low cut filter begint te werken. Bij de instelling “FLAT” zal de low

cut filter niet functioneren.

CE LEVEL (Chorus Level) 0–100Aanpassing van het volume van de chorusklank.

REVERB

Dit is een simulatie van de klank die de luisteraar bereikt na een aantal weerkaatsingen: d.w.z. de galm.

ON/OFFSchakelt de REVERB aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

MODESelectie van de reverb mode.

REV TIME (Reverb Time) 0.1–10.0secAanpassing van de lengte van de reverbtijd.

LOW CUT (Low cut filter) 55.0 Hz–800 HzZwakt het frequentiegebied onder de aangegeven frequentie af. Hiermee stelt u in vanaf welke frequentie de low cut filter begint te werken.

HIGH CUT (High cut filter) 700 Hz–11.0 kHz, FLATZwakt het frequentiegebied boven de aangegeven frequentie af. Hiermee past u aan vanaf welke frequentie de high cut filter begint te werken. Bij de instelling “FLAT” zal de high cut filter niet functioneren.

PRE DLY (Pre delay) 0–100 msecAanpassing van de tijd tot het uitsturen van de reverbklank.

DENSITY 0-10Aanpassing van de dichtheid van de reverb.

MONO Dit is een chorus die dezelfde klank naar L en R uitstuurt.

STEREO Dit is een stereo chorus (2 stadia), die een verschillende chorusklank naar L en R stuurt.

ROOM1 Simulatie van de galm in een kamer. Het geeft een heldere galm.

ROOM2 Simulatie van de galm in een kamer. Het geeft een warmere galm.

HALL1 Simulatie van de galm in een concertzaal. Het geeft een heldere en brede galm.

HALL2 Simulatie van de galm in een concertzaal. Het geeft een zachte, milde galm.

PLATE Simulatie van een plaatgalm (een reverbapparaat dat gebruik maakt van een metalen plaat). Het geeft een galm met een metaalachtige klank en een uitgebreid hoog register.

Page 62: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

62

Hoofdstuk 5 Parametergids

REV LEV (Reverb Level) 0–100Aanpassing van het volume van de reverbklank.

NS (Noise suppressor)

Dit effect onderdrukt de brom en ruis, die door de elementen van de basgitaar worden opgepikt. Omdat de ruis volgens de envelope van de basklank (de volumeverandering in de loop van de tijd) wordt onderdrukt, ontstaat er een natuurlijk resultaat zonder dat de basklank aanmerkelijk wordt beïnvloed.

* Schakel de noise suppressor vóór reverb-achtige effecten.

Hierdoor voorkomt u dat het reverb-achtige effect onnatuurlijk

wordt afgekapt.

ON/OFFSchakelt NS aan/uit.

THRESHOLD 0-100Pas deze parameter aan op de hoevelheid ruis. Verhoog de waarde als er veel ruis is; verlaag de waarde als er maar weining ruis is. Stel de parameter zo in, dat de basklank natuurlijk uitsterft.

Als de thresholdwaarde hoog is, hoort u misschien niets als u speelt, terwijl het volume op de basgitaar erg zacht staat.

RELEASE 0-100Aanpassing van de periode tussen het moment, waarop de noise suppressor aangaat, en het moment waarop het volume “0” heeft bereikt.

FV (Foot volume)

LEVEL 0–100Aanpassing van het volume.

SET PDL (Setting Pedal)Hiermee wijst u de Foot Volume functie toe aan het EXP pedaal van de V-Bass.

FX-BYPASS

* Dit heeft geen invloed op COSM BASS en COSM AMP.

Gebruik dit, als u tijdens het spelen parameters wilt regelen met het EXP of CTL pedaal van de V-Bass of met een extern pedaal of extern MIDI apparaat dat op de V-Bass is aangesloten.

* Zet het effect, waar de parameter bij hoort, op “ON”.

EXP (ON/OFF)Schakelt het EXP pedaal aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

CTL (ON/OFF)Schakelt het CTL pedaal aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

GK VOL (ON/OFF)Schakelt het GK volume aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

* Zet bij GK FUNC de parameter GK VOLUME op

“ASSIGNABLE” (p. 25).

GK S1/S2 (ON/OFF)Schakelt de GK S1/S2 aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

* Zet bij GK FUNC de parameters DOWN/S1 en UP/S2 op

“ASSIGNABLE” (p. 24).

ASSIGN 1-8 (ON/OFF)Schakelt ASSIGN 1-8 aan/uit.

* U kunt PRESET selecteren, door aan de VALUE draaiknop te

draaien.

TARGETSelectie van de parameter die u wilt kunnen regelen.

* Alle parameters in de “PEDAL ASSIGN parameterlijst”

(p. 71) kunnen als TARGET worden geselecteerd,

onafhankelijk van de instellingen van COSM BASS, COSM

AMP en EFFECTS.

MIN (minimum)Bepaalt de minimum waarde van het aanpasbare bereik.

ON Alle effecten in het EFFECTS gedeelte staan uit (bypass), behalve NS en FV. Ook als een effect aanstaat, zal het toch zijn alsof het uitstaat.

OFF De effecten staan niet uit. Elk effect beïnvloedt de klank volgens de instellingen van de parameters.

PEDAL ASSIGN

Page 63: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

63

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

MAX (maximum)Bepaalt de maximum waarde van het aanpasbare bereik.

SOURCEGeef hier aan welk apparaat of welke MIDI data de aansturingsbron wordt.

* Als u GK VOL, GK S1/S2, SUB CTL1 of SUB CTL2 als bron

gebruikt, dient u in de instellingen van SYNTH VOL,

DOWN/S1, UP/S2 of SYSTEM de PEDAL parameters SUB

CTL1 en SUB CTL2 op “ASSIGNABLE” te zetten.

MODEBepaalt de manier, waarop de waarde verandert door bediening van het pedaal.

Voor aan andere bron dan de GK S1/S2

* Als u een FS-5L op SUB CTL 1 (of SUB CTL 2) aansluit,

dient u de MODE op “NORMAL” te zetten. Door elke druk

op het pedaal wisselen MIN en MAX elkaar af.

Voor de GK S1/S2

* Als bij de GK instellingen de parameter S1/S2 POSITION

(p. 68) op “REVERSE” staat ingesteld, worden de functies

van S1 en S2 omgedraaid.

ACTIVE RANGE 0-127Geeft het geldige bereik aan van het aangegeven apparaat of de MIDI data

NAMEGeef de patchnaam aan.

CHAINGeef de schakelvolgorde van de effecten aan.

LEVEL 0-200Aanpassing van het volume van de patch.

TEMPO 40BPM-250BPM, MIDIGeef hier de BPM van iedere patch aan.

* BPM is de afkorting van “Beats Per Minute”, het aantal

kwartnoten per minuut.

KEY C (Am)-B (G#m)

Geef hier de harmonist-toonsoort voor COSM BASS en EFFECT aan.fig.5-50

BASS IN 0–200Aanpassing van het ingangsvolume van het normale element.

NORMAL De waarde is MAX als u het pedaal indrukt, en MIN als u u het pedaal loslaat.

TOGGLE Door elke druk op het pedaal wisselen MIN en MAX elkaar af.

DEC/INC Door S1 neemt de waarde af; door S2 neemt de waarde toe.

TOGGLE De S1 en S2 schakelaars werken hetzelfde. Door elke druk op S1/S2 wisselen MIN en MAX elkaar af.

LO Geeft een minimum waarde aan.

HI Geeft een maximum waarde aan.

MASTER

Majeur C F B

E

A

D

Am Dm Gm Cm Fm BmMineur

Majeur G D A E B

Em Bm Fm C

m G

mMineur

F

Dm

G

Em

Page 64: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

64

Hoofdstuk 5 Parametergids

GLOBAL

Met deze parameters kunt u verschillende algemene instellingen voor alle patches veranderen. Hierdoor kunt u de instellingen van een patch onveranderd laten, terwijl u de algemene instellingen aanpast op de gebruikte apparatuur of de lokatie waar u moet spelen.

ON/OFFSchakelt de Global functie aan/uit.

LOW G (Low Gain) -20–+20 dBToonregeling van het lage register.

* Hiermee past u de toonregeling aan, ongeacht de aan/uit

instelling van de equalizer in de patches.

HIGH G (High Gain) -20–+20 dBToonregeling van het hoge register.

* Hiermee past u de toonregeling aan, ongeacht de aan/uit

instelling van de equalizer in de patches.

NS (Noise suppressor) -20–+20 dBEen aanpassing van -20 dB-+20 dB op de ingestelde drempel waarde van de noise suppressor in elke patch. Dit is handig als u een andere basgitaar heeft aangesloten of als u een geschikte aanpassing wilt maken op het uitgangsniveau van uw basgitaar.

* Stel deze in op “0 dB” als u de ingestelde waarde van elke

patch wilt gebruiken.

* Op de patches waarin de noise suppressor is uitgezet, heeft

deze parameter geen effect.

REVERB 0%–200% (101 steps)Een aanpassing van 0%-200% op het ingestelde reverbvolume in iedere patch. Dit is handig om de reverb aan te passen op de galm van de zaal, waar u gaat spelen.

* Stel deze in op “100%” als u de ingestelde waarde van elke

patch wilt gebruiken.

* Op de patches waarin de reverb is uitgezet, heeft deze

parameter geen effect.

LEVEL -50–+50Aanpassing van het volume van het uitgangssignaal. U kunt het volume aanpassen op het ingangsvolume van het aangesloten apparaat. Normaalgesproken zet u deze parameter op “0”.

DISPLAY CONTRAST 1–16

Soms is het scherm van de V-Bass moeilijk leesbaar; dit is afhankelijk van de lokatie waar u de V-Bass gebruikt. Pas in dit geval het contrast (helderheid) van het scherm aan.

PEDAL FUNCTION

Met deze instelling geeft u aan hoe de pedalen van de V-Bass of externe pedalen zullen werken.

BANK SW MODE (Bank switch mode)Hier bepaalt u hoe de patches veranderen als u op de BANK pedalen drukt.

BANK AREA (MIN)(Bank area (minimum) 1–50Bepaalt de ondergrens van de bankpedalen.

BANK AREA (MAX) (Bank area (maximum) 1–50Bepaalt de bovengrens van de bankpedalen.

SUB CTL1 (Sub control pedal 1)

SUB CTL2 (Sub control pedal 2)Bepaalt de werking van externe apparatuur die op de SUB CTL 1, 2 jack is aangesloten.

* Als deze parameter op iets anders dan “ASSIGNABLE” staan

ingesteld, dan worden de instellingen van de parameters SUB

CTL1 en SUB CTL2 in de ASSIGN 1-8 bron genegeerd.

EXP/GK VOL HOLD (EXP pedal/GK volume hold)Bepaalt of bij het oproepen van een patch de stand van het

SYSTEM

WAIT NUM

Druk na verandering van bank op een nummerpedaal [1]-[4] om een andere patch te selecteren.

NUMBER 1

Als u van bank verandert, wordt patchnummer 1 van de nieuwe bank geselecteerd.

SAME NUM

Als u van bank verandert, wordt hetzelfde patchnummer (van de patch die in de vorige bank was geselecteerd) in de nieuwe bank geselecteerd.

ASSIGNABLE De functie wordt bepaald door de instelling van het parameter control pedaal in iedere patch.

TUNER Weergave van het tunerscherm.

TAP TEMPO Tap input van de MASTER TEMPO parameter.

MANUAL Schakelt de Manual mode (p. 28) aan/uit.

FX-BYPASS Schakelt FX-BYPASS (p. 62) aan/uit.

Page 65: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

65

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

EXP pedaal en GK VOL wordt overgenomen.

EXP PEDAL CALIBRATION (Expression pedal calibration)Hier kunt u de werking van het ingebouwde EXP pedaal instellen.

1. Breng het ingebouwde EXP pedaal omhoog, en druk op

[F4] (SET).

Het scherm vraagt “ARE YOU SURE?”

2. Druk op [WRITE] om de instelling te maken.

* Wilt u de instelling niet maken, druk dan op [EXIT] om naar

het Play scherm terug te keren.

3. Druk het EXP pedaal volledig in, en druk op [F6] (SET).

Het scherm vraagt “ARE YOU SURE?”

4. Druk op [WRITE] om de instelling te maken.

* Wilt u de instelling niet maken, druk dan op [EXIT] om naar

het Play scherm terug te keren.

GK FUNCTION

Voor het instellen van de functie van de GK pickup.

DOWN/S1, UP/S2Om aan te geven welke functie aan de S1 en S2 schakelaar van de GK pickup worden toegewezen.

* Als deze parameter op iets anders dan “ASSIGNABLE” staat

ingesteld, dan worden de instellingen van de parameter GK

S1/S2 in PEDAL ASSIGN en van de parameter GK S1/S2 in

de ASSIGN 1-8 bron genegeerd.

GK VOL (GK volume)Bepaalt de functie die aan de SYNTH VOL knop van de GK pickup wordt toegewezen.

* Als deze parameter op iets anders dan “ASSIGNABLE” staat

ingesteld, dan worden de instelling van de parameter GK

VOLUME in PEDAL ASSIGN en de instelling van de

parameter GK VOL in de ASSIGN 1-8 bron genegeerd.

DIAL FUNCTION

Bepaalt de werking van de VALUE draaiknop.

FUNCTIONSelectie van de functie van de VALUE draaiknop.

ON Als er een patch wordt opgeroepen, zullen de huidige waarden van de regelaars worden overgenomen.

OFF De patch wordt opgeroepen met de instellingen die erin zijn geschreven (de huidige waarden van de regelaars worden genegeerd).

ASSIGNABLE De functies van de schakelaars worden bepaald door de instelling van de parameter regelaar in iedere patch.

MASTER LEVEL Verhoogt/verlaagt het MASTER LEVEL.

PEDAL FUNC Houd de S1/S2 schakelaar ingedrukt, en druk één van de volgende pedalen in, om de functies te bedienen:Nummer pedaal [1]: MASTER LEVEL laagNummer pedaal [2]: MASTER LEVEL omhoogNummer pedaal [3]: TUNERNummer pedaal [4]: TAP TEMPOV-Bass CTL pedaal: Control pedalV-Bass EXP pedaal: FOOT VOLUMEBANK pedaal: FX-BYPASSBANK pedaal: MANUAL

PATCH SELECT Verhoging/verlaging van het patchnummer.

BYPASS/MANU De S1 schakelaar is toegewezen aan FX-BYPASS, en de S2 schakelaar is toegewezen aan de MANUAL aan/uit functie.

TUNER/TEMPO De S1 schakelaar is toegewezen aan Tuner aan/uit en de S2 schakelaar is toegewezen aan de TAP/TEMPO functie.

ASSIGNABLE De functie wordt bepaald door de instelling van de parameter controlknop in iedere patch. Het hangt van de toegewezen parameter af of de GK pickupschakelaar wel of niet werkt.

PICKUP LEVEL Regelt het uitgangsvolume van de pickup die in het COSM BASS gedeelte wordt gebruikt.

MIXER LEVEL Regelt het MIXER LEVEL van de COSM BASS.

MASTER LEVEL Regelt het MASTER LEVEL.

P.NUMBER&VALUE In het Play scherm kunt u met de draaiknop patches selecteren. In de Edit schermen kunt u met de draaiknop waardes instellen.

VALUE ONLY U kunt met de draaiknop alleen waardes instellen in de Edit schermen.

Page 66: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

66

Hoofdstuk 5 Parametergids

MIDI

Hier kunt u de MIDI functies instellen.

CHANNEL 1-16Geef aan welk MIDI kanaal voor het verzenden en ontvangen van MIDI boodschappen wordt gebruikt.

OMNI MODE OMNI OFF, OMNI ONAls deze parameter op “OMNI ON” staat worden de boodschappen van alle MIDI kanalen ontvangen, ongeacht de instelling van het MIDI kanaal op de V-Bass.

DEVICE ID 1-32Geef de Device ID aan, die voor het verzenden en ontvangen van Exclusive boodschappen wordt gebruikt.

PROGRAM CHANGE OUTGeef hier aan of er program change boodschappen worden verzonden door het wisselen van patchnummer op de V-bass.

PC MAP SELECT (Program change map select)Geef hier aan hoe het patchnummer verandert, als er door de V-Bass een program change boodschap wordt ontvangen.

EXP PEDAL NUMBER (Expression pedal number)OFF, CC#1–CC#31, CC#64–CC#95

Geef het controllernummer aan dat voor voor het verzenden van control change boodschappen wordt gebruikt, als u het expressiepedaal bedient. Als deze parameter op “OFF’ staat worden er geen control change boodschappen verzonden.

CTL PEDAL NUMBER (Control pedal number)OFF, CC#1–CC#31, CC#64–CC#95

Geef het controllernummer aan dat voor voor het verzenden van control change boodschappen wordt gebruikt, als u het CTL pedaal bedient. Als deze parameter op “OFF’ staat worden er geen control change boodschappen verzonden.

SUB CTL 1 NUMBER (Sub control pedal 1 number)

OFF, CC#1–CC#31, CC#64–CC#95Geef het controllernummer aan dat voor voor het verzenden

van control change boodschappen wordt gebruikt, als u een extern apparaat bedient dat op de SUB CTL 1 jack is aangesloten. Als deze parameter op “OFF’ staat worden er geen control change boodschappen verzonden.

SUB CTL 2 NUMBER (Sub control pedal 2 number)

OFF, CC#1–CC#31, CC#64–CC#95Geef het controllernummer aan dat voor voor het verzenden van control change boodschappen wordt gebruikt, als u een extern apparaat bedient dat op de SUB CTL 1 jack is aangesloten. Als deze parameter op “OFF’ staat worden er geen control change boodschappen verzonden.

PROG MAP (Program map)Als u vanaf een extern MIDI apparaat program change boodschappen ontvangt voor het selecteren van patchnummers, dan kunt u de relatie tussen de ontvangen program change boodschap en het geselecteerde patchnummer hier zelf instellen.

BULK DUMPDeze functie verzendt data via MIDI.

START SYSTEM, #1-1–#25-4Selecteer de eerste patch die moet worden verzonden of selecteer System.

ENDSelecteer de laatste patch die moet worden verzonden of selecteer System.

DUMPBegin met de bulk dump.

• BULK LOADMet deze functie kunt u via MIDI data ontvangen.

OFF Door het wisselen van patchnummer wordt er geen program change boodschap verzonden.

ON Door het wisselen van patchnummer wordt er wel een program change boodschap verzonden.

FIX De standaard patchnummers worden geselecteerd.

PROG De patchnummers die in de program change map staan ingesteld worden geselecteerd.

Page 67: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

67

Hoofdstuk 5 Parametergids

Hoofd

stuk

5

Bepaalt de werking van de tuner functie.

PITCH 435Hz-445HzGeef hier de standaard stemming aan. Effecten die door een ingevoerde toonhoogte worden geregeld, werken volgens de toonhoogte die u hier aangeeft.

* In de fabriek is deze parameter ingesteld op “440 Hz”.

BYPASSSelecteer het geluid tijdens het stemmen.

* In de fabriek is deze parameter ingesteld op “GK”.

Hier kunt u de divided pickup instellen.

SETTING A, B, C, D, EU kunt in totaal vijf verschillende sets met GK instellingen samenstellen. Als u meer dan één basgitaar gebruikt is het handig om voor elke bas een eigen set instellingen op te slaan.

TYPEGeef hier aan welk type divided pickup op uw basgitaar is geïnstalleerd.

GK POSITIONGeef aan op welke plek de divided pickup is bevestigd.

4STR-1:fig.5-01

4STR-2:fig.5-02

4STR-3:fig.5-03

5STR-Lo1:fig.5-04

5STR-Lo2:fig.5-05

5STR-Hi1:fig.5-06

5STR-Hi2:fig.5-07

6STR:ig.5-08

TUNER/BYPASS

MUTE Het geluid staat uit.

GK De klank van de GK pickup wordt uitgestuurd.

BASS IN De klank van het normale element wordt uitgestuurd.

GK SETTING (GK PICKUP INSTELLINGEN)

GK-2B Selecteer deze instelling als uw divided pickup de GK-2B is.

PIEZO1 Selecteer één van deze als uw divided pickup een piëzo element is. Selecteer een type dat goed bij uw bas past, om de beste COSM BASS klank te krijgen.

PIEZO2

Page 68: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

68

Hoofdstuk 5 Parametergids

DIRECTIONGeef aan in welke richting de divided pickup is bevestigd.

SCALE 710 mm–940 mm, SHORT, MEDIUM, LONG (JB/PB), EXTRA LONG

Geef de lengteschaal van uw basgitaar aan.

Meet de lengte vanaf de topkam tot de brug van de hoogste snaar (normaal de G of C snaar) op uw basgitaar.

Specificeer vervolgens de waarde binnen 710-940 mm of selecteer één van de 4 presets zoals hieronder in de lijst:

GK PU PHASE (GK pickup phase)Geef de fase van de divided pickup en het normale element van uw basgitaar aan.

* De klank van de divided pickup wordt vermengd met de klank

van het normale element, zodat u de instelling nauwkeurig

kunt maken.

* Stel deze in op “NORMAL” en als hierdoor het lage register

wordt afgezwakt op “INVERSE”.

S1/S2 POSITIONHiermee kunt u de S1 en S2 schakelaars van de GK-2B omwisselen.

GK CONNECTIONDe V-Bass herkent automatisch of er een GK aansluiting is; de instellingen worden zo geschakeld dat andere functies dan COSM BASS (bijv. COSM AMP en EFFECTS) ook als alleen de BASS INPUT is aangesloten kunnen worden gebruikt. Als u een ander element dan de GK-2B gebruikt en deze functie niet goed werkt, probeer dan één van de volgende instellingen:

PU<––>BRIDGE (pickup<––>bridge) 0 mm–50 mmBepaal hier de afstand tussen de GK pickup en de brug.

* Als het TYPE op PIEZO staat, dan wordt deze instelling

genegeerd.

SENSITIVITY 0-100Aanpassing van de ingangsgevoeligheid van elke GK pickup.

SETTING NAMEGeef een naam aan de GK instellingen.

NORMAL De pickup is geïnstalleerd met de kabel in de richting van de brug.

REVERSE De pickup is geïnstalleerd met de kabel in de richting van de hals.

SHORT 760 mm

MEDIUM 812 mm

LONG (JB/PB) 864 mm

EXTRA LONG 914 mm

NORMAL Laat de fase onveranderd.

REVERSE Keer de fase om.

NORMAL De schakelaars worden niet omgewisseld.

REVERSE De schakelaars worden omgewisseld.

AUTO Automatische herkenning, waardoor de instellingen bijpassend worden geschakeld (aanbevolen).

ON Gebruik altijd de instellingen van de GK aansluiting.

OFF Gebruik altijd de instellingen van de BASS INPUT.

Verplaats de cursor naar links.

Verplaats de cursor naar rechts.

Verplaats de cursor naar het eind.

SPACE Voeg een spatie in.

DELETE Verwijder een karakter, en verplaats alles wat daarop volgt naar links.

A, a, 1, Schakel tussen invoer van hoofdletters, kleine letters, nummers en tekens.

Page 69: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

69

Hoofd

stuk

6

Hoofdstuk 6 Aanvullende informatie

ProblemenIn dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat u moet doen, als u problemen ondervindt tijdens het gebruik van de V-Bass. Als u vermoedt dat er een probleem is, kijk dan eerst in dit hoofdstuk voordat u contact opneemt met de klantenservice van Roland.

Problemen met het geluid

Er is iets mis met het geluid Is de divided pickup op de goede manier ingesteld?

Controleer de instelling (p. 15).

De COSM BASS klank is niet te horen tijdens het spelen op de basgitaar Zijn de geluidskabels en de divided pickup goed

aangesloten?

Controleer de aansluiting (p. 12).

Is de stroom op de V-Bass en uw basversterker of

mengtafel aan?

Zet de stroom op aangesloten apparatuur aan.

Het [OUTPUT LEVEL] van de V-Bass staat misschien

op “MIN”.

Breng het volume tot de juiste waarde omhoog.

De keuzeschakelaar van de divided pickup staat

misschien op “BASS”.

Zet de keuzeschakelaar op “MIX”.

De Volume functie is misschien aan het

expressiepedaal toegewezen.

Als de Volume functie aan het expressiepedaal is toegewezen, is er geen geluid als het pedaal volledig omhoog staat. Druk het pedaal tot de juiste waarde in.

De Volume functie is misschien aan het GK VOL

toegewezen.

Als de Volume functie aan het GK VOL (p. 38) is toegewezen, is er geen volume als de knop naar de minimum positie is gedraaid. Draai de GK VOL knop open.

Misschien staat COSM BASS op “OFF”.

Zet COSM BASS op “ON” (p. 21).

Misschien staat de GK CONNECTION op “OFF”.

Zet de GK CONNECTION op “AUTO” of “ON” (p. 34, 68).

Misschien staat het CB (COSM BASS) volume van de

BALANCE parameter in het COSM BASS MIXER

gedeelte laag.

Verhoog het volume van CB (p. 52).

De keuzeschakelaar van de divided pickup schakelt het signaal niet Misschien staat [GK VOL] op “ASSIGNABLE”.

Zet dit op “MASTER LEVEL”, “PICKUP LEVEL” of “MIXER LEVEL” (p. 38).

Er is iets mis met de toonhoogte Is uw basgitaar goed gestemd?

Stem uw basgitaar (p. 18).

De stemming komt misschien niet overeen met de

stemming van de andere instrumenten.

Stel de standaard stemming in (p. 18).

Misschien is de pitch shifter voor de COSM BASS

ingesteld.

Zet de pitch shifter van de COSM BASS in de juiste stand (p. 47).

Misschien is de GK SETTING niet goed ingesteld.

Pas de parameters van de GK SETTING aan (p. 9, 15).

Het volume van de snaren is niet constant Is de gevoeligheid van de verschillende snaren goed

ingesteld?

Pas de gevoeligheid (indien nodig) aan (p. 17).

De interne effecten worden niet aangebracht Misschien staat er een effect op “OFF”.

Als er een effect op “OFF” staat zal het effect niet werken. Zet het effect op “ON”.

Staat het volume van het effect open?

Als het volume van een effect op de laagste instelling staat, is er geen effect en is alleen de directe klank te horen. Zet het effect volume van het effect op de juiste instelling.

Staat FX-BYPASS misschien aan?

Als FX-BYPASS op “ON” staat werken de effecten niet. Zet FX-BYPASS op “OFF”.

Er is een brom (een storing)te horen, afhankelijk van de basgitaar die u gebruikt Is het jacksnoer van uw basgitaar op de normale

basgitaaringang van de GK-2B aangesloten?

U moet deze aansluiting maken, ook als u de basklank niet uitstuurt. Raadpleeg de handleiding van de GK-2B voor meer informatie.

Page 70: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

70

Hoofdstuk 6 Aanvullende informatie

Het volume van het instrument dat op BASS INPUT is aangesloten is te laag Gebruikt u misschien een kabel met een weerstand? Gebruik een kabel zonder weerstand voor de aansluiting.

Andere problemen

Als u de stroom aanzet verschijnt “BATTERY LOW” op het scherm De interne batterij, die de parameters van de patches en

het systeem bewaart, is bijna leeg. De batterij dient zo snel mogelijk te worden vervangen, om te voorkomen dat de parameterinstellingen verloren gaan. Neem contact op met Roland Service of uw winkelier.

De patch verandert niet als er vanaf een extern apparaat een program change wordt ontvangen Misschien wordt de program change boodschap

verzonden op een ander MIDI kanaal, dan het kanaal dat bij de “MIDI Channel” parameter van het System MIDI scherm is aangegeven.

Verstuur de program change boodschap op het MIDI kanaal dat bij “MIDI Channel” is ingesteld.

Misschien is er een ongeldige bank select boodschap verzonden.

Verstuur een banknummer MSB die de V-Bass kan gebruiken.

Er kunnen geen data via bulk dump worden verzonden of ontvangen Voert u de handeling uit in het Bulk Dump verzend/

ontvang scherm? Ga naar het Bulk Dump verzend/ontvang scherm. Kan de MIDI sequencer die u gebruikt exclusive

boodschappen opnemen? Gebruik een MIDI sequencer, die exclusive

boodschappen kan opnemen. We raden de Roland MC-80 aan.

Heeft u voor het ontvangen van data het device ID nummer aangegeven dat voor het verzenden van de data is gebruikt?

Geef hetzelfde device ID nummer aan dat voor het verzenden van de data is gebruikt.

De standaard fabrieksinstellingen opnieuw instellen (Factory Reset)U kunt de originele fabrieksinstellingen van de V-Bass herstellen. Dit wordt “Factory Reset” genoemd.

U kunt alle instellingen op deze manier herstellen of alleen een bepaald datagedeelte, zoals patches in het user gedeelte of de systeeminstellingen. U kunt de volgende data herstellen:

fig.6-01

1. Zet de stroom uit.

2. Houd [PAGE <] en [PAGE ] ingedrukt, en zet de

stroom aan.

Er verschijnt nu een scherm, waarop u kunt aangeven welke data moet worden hersteld.

fig.6-02

3. Gebruik [CURSOR] om de cursor naar “START” te

verplaatsen. Gebruik daarna de VALUE draaiknop om

het beginpunt van de te herstellen data aan te geven.

4. Gebruik [CURSOR] om de cursor naar “END” te

verplaatsen. Gebruik daarna de VALUE draaiknop om

het eindpunt van de te herstellen data aan te geven.

5. Druk op [WRITE].

Op het scherm verschijnt de vraag “ARE YOU SURE?”.

6. Druk om de data te herstellen op [WRITE].

Het aangegeven datagebied wordt nu hersteld, waarna de V-Bass naar de normale aanstand gaat.

* Wilt u de data toch niet herstellen, druk dan op [EXIT]. Het

herstelproces wordt dan beëindigd, waarna de V-Bass naar de

normale stand gaat.

Scherm Instellingen die kunnen worden hersteld

SYSTEM Systeemparameters

#1-1–#25-4 De inhoud van patch 1-1–25-4

1, 5, 6 3, 4

2

3, 4

Page 71: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

71

Hoofdstuk 6 Aanvullende gegevens

Hoofd

stuk

6

PEDAL ASSIGN Parameterlijst

COSM BASSONDERDEEL TOEGEWEZEN PARAMETER

COSM BASS ON/OFF

PU/B.SEL (PICKUP/BASS SELECT) LEVELTONER.TONER.VOLF.TONEF.VOLBASSTREBLE

VARI PU (VARI BASS-PICKUP) BALANCE

B.SELECT (BASS SELECT) PU SELBASS ONTRBLE ONSOLO/RTM

VARI BODY(VARI BASS-BODY) LEVELBODYBOTTOM

AC BODY (ACOUSTIC-BODY) LEVELATTACKSUSTAINBOTTOM

FRETLESS SENSCOLORTONELEVEL

WAVE (WAVE SYNTH) SHAPESENSATTACKDECAYLEVELCUTOFFRESOF.ATTCKF.DECAYF.DEPTH

OSC (OSC SYNTH) SHAPEPWM WIDTHPWM RATEPWM DEPTHSENSENV FLWLEVELCUTOFFRESOF.ATTCKF.DECAYF.DEPTHHOLDSUB LEV

OSC PITCH (OSC-PITCH SHIFT) ON/OFF“SHIFT-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”“FINE-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”

PT SHIFT (PITCH SHIFT) ON/OFF“SHIFT-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”“FINE-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”“E.LEV-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”“D.LEV-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”“HARMO-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”

PD SHIFT (PEDAL PITCH SHIFT) ON/OFFPITCH“STRNG-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”

POLY DIST (POLY DISTORTION) ON/OFFDRIVELEVELDIR LEVPOLY BALDRV BAL

POLY OCT (POLY OCTAVE) ON/OFF“-1OCT-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”“DIR-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”

POLY SG (POLY SLOW GEAR) ON/OFF

FILTERED COLOR

FILTER CUTOFFDECAY

ATTACK LENGTHMOD-TUNEMOD-DEPLEVEL

ORGAN FEET-4FEET-8FEET-16

P-BEND P-BEND Q

COSM EQ ON/OFFLEVELL-MID GLOW GHIGH GH-MID G

COSM PAN “STRNG-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”

MIXER BALANCELEVEL“ST LEV-Hi, 1, 2, 3, 4, Lo”

COSM AMPSECTION ASSIGN TARGET

COSM AMP ON/OFFGAINVOLUMEBASSMIDDLETREBLEPRESENCEHIGH CUTBRIGHTGAIN SWENHANCER

Page 72: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

72

Hoofdstuk 6 Aanvullende gegevens

EFFECTENONDERDEEL TOEGEWEZEN PARAMETER

FX: CMP/LM (COMPRESSOR/LIMITER) ON/OFF

FX: COMP (COMPRESSOR) SUSTAINTONELEVEL

FX: LM (LIMITER) THRESHOLDTONELEVEL

FX: WAH ON/OFF

FX: PD WAH (PEDAL WAH) FREQLEVEL

FX: AT WAH (AUTO WAH) FREQPEAKRATEDEPTHLEVEL

FX: OD/DS (OVER DRIVE/DISTORTION) ON/OFFTYPEDRIVEBASSTREBLELEVELDIR LEV

FX: EQ ON/OFFLEVELL-MID GLOW GHIGH GH-MID G

FX: MOD (MODULATION) ON/OFF

FX: HARMO (HARMONIST) 1:ON/OFF1:HARMONY1:PAN1:LEVELDIR LEV2:ON/OFF2:HARMONY2:PAN2:LEVEL

FX: P.SFT (PITCH SHIFTER) 1:ON/OFF1:SHIFT1:FINE1:F.BACK1:PAN1:LEVELDIR LEVEL2:ON/OFF2:SHIFT2:FINE2:PAN2:LEVEL

FX: FL (FLANGER) RATEDEPTHMANUALRESONANCEBALANCELEVEL

FX: PH (PHASER) RATEDEPTHMANUALRESONANCEBALANCELEVELSTEP

FX: SUB EQ LEVELL-MID GLOW GHIGH GH-MID G

FX: 2x2CE (2x2 CHORUS) L-RATEL-DEPTHL-LEVELH-RATEH-DEPTHH-LEVEL

FX: TR (TREMOLO) RATEDEPTH

FX: PAN RATEDEPTH

FX: PD SFT (PD SHIFT) PITCH

FX: VB (VIBRATO) TRIGGERRATEDEPTH

FX: DELAY ON/OFFDLY TIMEFEEDBACKDLY LEVEL

FX: CHORUS ON/OFFRATEDEPTHCE LEVEL

FX: REVERB ON/OFFREV TIMEREV LEV

FX: NS ON/OFF

FX: FV LEVEL

MASTER LEVELBASS INTAP TEMPOKEY

TUNER ON/OFF

MANUAL ON/OFF

FX BYPASS ON/OFF

Page 73: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

73

Hoofdstuk 6 Aanvullend materiaal

Chapter 6

MIDI Implementation Chart

Functie...

BasicChannel

Mode

NoteNumber :

Velocity

AfterTouch

Pitch Bend

ControlChange

ProgChange

System Exclusive

SystemCommon

SystemReal Time

AuxMessage

Notes

Verzonden Herkend Opmerkingen

DefaultChanged

DefaultMessagesAltered

True Voice

Note ONNote OFF

Key’sCh’s

0, 321—31

64—95

: True #

: Song Pos: Song Sel: Tune

: Clock: Command

: All sound off: Local ON/OFF: All Notes OFF: Active Sense: Reset

1—161—16

XX

XX

X**************

XX

X

OOO

*1*3*3

OOO

*2*4*4

O0—99

*1

O

XXX

XX

XXXXX

1—161—16

OMNI ON/OFFX

XX

X

XX

X

O0—127

O

XXX

OX

*7

XXXXX

Bank Select

* 1 U kunt een instelling maken die verzending mogelijk of onmogelijk maakt.* 2 Deze boodschap negeert de LSB.* 3 Deze boodschap is zowel aan het pedaal van de V-Bass als aan het externe pedaal toegewezen.* 4 Herkent de boodschap, die voor Parameters realtime control is ingesteld.* 5 Er wordt alleen bulk data verzonden als het MIDI Bulk Dump scherm of het Play scherm in beeld is.* 6 Er wordt alleen bulk data ontvangen als het MIDI Bulk Load scherm of het Play scherm in beeld is.* 7 Alleen herkend als de BPM parameter van een patch op MIDI staat.

MIDI Implementatiekaart

**************

Mode 1 : OMNI ON, POLY

Mode 3 : OMNI OFF, POLY

Mode 2 : OMNI ON, MONO

Mode 4 : OMNI OFF, MONO

O : Ja

X : Nee

Program Number1—128

Memorized

Model V-Bass

Memorized

*5 *6

Page 74: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

74

Hoofdstuk 6 Aanvullend materiaal

SpecificatiesA/D conversie24-bit AF conversie (BASS INPUT)20-bit (GK INPUT)

D/A conversie20-bit, 128-voudig oversampling ∆∑ modulatie

Sampling frequentie44,1 kHz

Patches200 (Preset: 100 + User: 100)

Nominaal ingangsniveauINPUT: -10 dBu

IngangsimpedantieINPUT: 1 MΩ

Nominaal uitgangsniveauOUTPUT: +4 dBuOUTPUT (XLR): +4 dBu (BALANCED)BASS OUTPUT: -10 dBu

UitgangsimpedantieOUTPUT: 2 kΩ

OUTPUT (XLR): 600Ω

2Pin (HOT)- 3Pin (COLD)300Ω 2Pin (HOT)- 1Pin (GND)300Ω 3Pin (COLD)- 1Pin (GND)

BASS OUTPUT: 2 kΩ

Dynamisch bereikMeer dan 100 dB (1HF-A)

SchermVolledig grafisch LCD (160 x 64) met backlight verlichting8-delig, 2-cijferig LEDControlOutput level knopPatch/Value draaiknopGK SETTING toetsFunctietoetsen (F1-F6)

Page toets ( , )Cursor toetsenEXIT toetsWRITE toetsCOSM bass toetsCOSM amp toetsEffects toetsPedal assign toetsMaster toetsSystem toetsManual toetsTuner/bypass toetsNummerpedalen (1-4)CTL pedaalBank omhoog pedaalBank omlaag pedaalExpressiepedaalPedaalnummer LED (1-4)

CTL pedaal LEDBass type LED x 3OUTPUT XLR keuzeschakelaarPower schakelaar

AansluitingenGK INPUTBASS INPUTBASS OUTPUTOUTPUT L (MONO)OUTPUT ROUTPUT (XLR) L/ (MONO)OUTPUT (XLR) R/DIRECTPHONESSUB EXP PEDAL/SUB CTL1, 2MIDI INMIDI OUT

StroomtoevoerAC 100 V

Stroomverbruik24 W

Afmetingen504 (B) x 303 (D) x 101 (H) mm

Gewicht4,9 kg

AccessoiresHandleidingspeciale kabel:C13-A (5 mm)

OptiesDivided pickup: GK-2BUnit selector: US-20GK kabel: GKC-3 (3 m), GKC-5 (5 m), GKC-10 (10 m)Expressiepedaal: EV-5, FV-300L + PCS-33 (Roland)Voetschakelaar: FS-5U, FS-5L

* 0 dBu = 0,775 Vrms

* Met het oog op verbetering van het product zijn de

specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat onderhevig aan

verandering zonder nadere kennisgeving.

Page 75: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

75

Index

Numeriek2x2 CHORUS ................................................................. 59

AACTIVE RANGE ........................................................... 63Active Range .................................................................. 26ASSIGN ........................................................................... 62Assign ............................................................................. 26ATTACK ......................................................................... 50

BBALANCE ...................................................................... 28BANK AREA ........................................................... 36, 64BANK SW MODE ................................................... 36, 64BASS IN .......................................................................... 63BASS OUTPUT jack ...................................................... 12BASS SELECT ................................................................ 46BODY .............................................................................. 46BODY LEV ..................................................................... 50BULK DUMP ........................................................... 42, 66BULK LOAD ............................................................ 42, 66BYPASS ........................................................................... 67

CCHAIN ............................................................................ 63CHANNEL ............................................................... 39, 66CHORUS ........................................................................ 61COLOR ........................................................................... 50COMP/LM ..................................................................... 54CONTRAST .............................................................. 35, 64Contrast .......................................................................... 35COSM AMP ......................................................... 8, 22, 53COSM BASS...........................................................8, 21, 43CTL pedaal .................................................................24, 62

DDELAY ............................................................................ 60DEVICE ID ............................................................... 40, 66DIAL ................................................................................ 37DIAL FUNCTION ......................................................... 65DIRECTION ............................................................. 33, 68DOWN/S1,UP/S2 ...................................... 38, 62–63, 65

EEFFECTS ................................................................... 22, 54EQ .............................................................................. 52, 56EXCHANGE ....................................................................31Exchange functie .............................................................31EXP pedaal ...........................................................24, 37, 62EXP PEDAL CALIBRATION ...................................... 65EXP/GK VOL HOLD ............................................. 37, 65

FFactory Reset .................................................................. 70FILTER ............................................................................ 49FLANGER ...................................................................... 58FRETLESS ....................................................................... 48FV .................................................................................... 62

FX-BYPASS ..................................................................... 62

GGK CONNECTION ...................................................... 68GK FUNCTION ....................................................... 38, 65GK pickup ...................................................... 9, 12, 15, 33GK POSITION ..................................................... 9, 33, 67GK PU PHASE ......................................................... 34, 68GK S1/S2 ...................................................... 38, 62–63, 65GK SETTING ..................................................... 15, 33, 67GK SW ............................................................................. 25GK TYPE ......................................................................... 33GK VOL ........................................................ 25, 38, 62, 65GLOBAL ................................................................... 31, 64

HHARMONIST ................................................................ 57HIGH GAIN ................................................................... 64

KKEY .................................................................................. 63

LLEVEL ............................................................................. 63LEVEL (GLOBAL) ......................................................... 64LOW GAIN .................................................................... 64

MManual mode ................................................................. 32MASTER ......................................................................... 63MIDI ......................................................................39, 66, 73MIDI implementatiekaart ..............................................73MIDI kanaal .....................................................................39MIDI klok .........................................................................41MIDI SYNC .................................................................... 23MIXER ............................................................................. 52Mixer point ..................................................................... 28MOD ................................................................................ 57

NNAME...............................................................................63Normale element, klank van het...................................29NS .............................................................................. 62, 64

OOD/DS ............................................................................ 56OMNI MODE ........................................................... 40, 66ORGAN .......................................................................... 50OSC SYNTH ................................................................... 49

PP.SHIFTER........................................................................58Pagina icoon.....................................................................14PAN ........................................................................... 52, 59Patch ................................................................................ 19P-BEND ........................................................................... 50PC MAP SELECT .................................................... 41, 66PD SHIFT .................................................................. 51, 60PEDAL ............................................................................ 37

Page 76: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

76

Index

PEDAL ASSIGN ............................................................ 62PEDAL FUNCTION ..................................................... 64PHASER .......................................................................... 58PICKUP ........................................................................... 44PITCH ...............................................................................67Play scherm......................................................................13POLY DISTORTION ..................................................... 51POLY OCTAVE ............................................................. 51POLY SG ......................................................................... 52PRESET ........................................................................... 21PROG MAP .................................................................... 66PROGRAM CHANGE OUT .................................. 40, 66PT SHIFT ........................................................................ 47PU<-->BRIDGE .............................................................. 68

RREVERB .................................................................... 61, 64

SS1/S2 POSITION.......................................................34, 68S1/S2 schakelaars...........................................38, 62-63, 65SCALE ....................................................................... 33, 68SENSITIVITY ................................................................. 68SETTING .................................................................. 33, 67SETTING NAME ........................................................... 68SOURCE ......................................................................... 63SPEAKER..........................................................................54Standaard stemming.......................................................18SUB CTL1 ................................................................. 36, 64SUB CTL2 ................................................................. 36, 64SUB EQ ........................................................................... 59SUSTAIN ........................................................................ 50SYSTEM .......................................................................... 64

TTARGET ......................................................................... 62TEMPO ..................................................................... 41, 63TREMOLO ...................................................................... 59TUNER/BYPASS .......................................................... 18Tuning ............................................................................. 18TYPE ................................................................................ 67

VVIBRATO ........................................................................ 60

WWAH ............................................................................... 55WAVE SYNTH .............................................................. 48Write procedure ............................................................ 30

Page 77: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

77

Memo....

Page 78: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

78

Memo....

Page 79: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

Dit product voldoet aan de eisen van het European Directive 89/336/EEC

Voor EU-Landen

Voor EU-Landen

Apparaat bevat lithium batterijen

WAARSCHUWING!Explosiegevaar als de batterij niet goed wordt vervangen.Vervang de batterij alleen door hetzelfde door de fabrikant aangegeven type.Verwijder de gebruikte batterijen volgens de instructies van de fabrikant.

VARNINGExplosionsfara vid felaktigt batteribyte.Anv nd samma batterityp eller en ekvivalent typ som rekommenderas av apparattillverkaren.Kassera anv nt batteri enligt fabrikantens instruktion.

CAUTIONDanger of explosion if battery is incorrectly replaced.Replace only with the same or equivalent type recommended by the manufacturer.Discard used batteries according to the manufacturer s instructions.

ADVARSELEksplosjonsfare ved feilaktig skifte av batteri.Benytt samme batteritype eller en tilsvarende type anbefalt av apparatfabrikanten.Brukte batterier kasseres i henhold til fabrikantens instruks joner.

VAROITUSParisto voi r j ht , jos se onvirheellisesti asennettu.Vaihda paristo ainoastaan laitevalmistajan suosittelemaan tyyppiin. H vit k ytetty paristo valmistajan ohjeiden mukaisesti.

This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.

Cet appareil num rique de la classe B respecte toutes les exigences du R glement sur le mat riel brouilleur du Canada.

NOTICE

AVIS

For the USA

FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSIONRADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT

This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:

— Reorient or relocate the receiving antenna.— Increase the separation between the equipment and receiver.— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.

This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.

Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.

For Canada

Page 80: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

InformatieAls u een reparatiedienst nodig heeft, belt u uw dichtstbijzijnde Roland service centrum, of erkend Roland distributeur in uw land, zoals hieronder getoond.

ARGENTINAInstrumentos Musicales S.A.Av.Santa Fe 2055 (1123) Buenos AiresARGENTINATEL: (011) 4508-2700 BRAZILRoland Brasil LtdaRua San Jose, 780 Sala BParque Industrial San JoseCotia - Sao Paulo - SP, BRAZILTEL: (011) 4615 5666

CANADA Roland Canada Music Ltd.(Head Office)5480 Parkwood Way Richmond B. C., V6V 2M4 CANADA TEL: (0604) 270 6626

Roland Canada Music Ltd.(Toronto Office)Unit 2, 109 Woodbine Downs Blvd, Etobicoke, ONM9W 6Y1 CANADA TEL: (0416) 213 9707

MEXICOCasa Veerkamp, s.a. de c.v.Av. Toluca No. 323, Col. Olivar de los Padres 01780 Mexico D.F. MEXICOTEL: 668-0480

PANAMASUPRO MUNDIAL, S.A.Boulevard Andrews, Albrook, Panama City, REP. DE PANAMATEL: 315-0101

U. S. A. Roland Corporation U.S.5100 S. Eastern AvenueLos Angeles, CA 90040-2938,U. S. A.TEL: (323) 890 3700

VENEZUELAMusicland Digital C.A.Av. Francisco de Miranda,Centro Parque de Cristal, Nivel C2 Local 20 CaracasVENEZUELATEL: (212) 285-8586

AUSTRALIA Roland Corporation Australia Pty., Ltd. 38 Campbell Avenue Dee Why West. NSW 2099 AUSTRALIA TEL: (02) 9982 8266 NEW ZEALAND Roland Corporation Ltd.32 Shaddock Street, Mount Eden, Auckland, NEW ZEALAND TEL: (09) 3098 715

HONG KONGTom Lee Music Co., Ltd. Service Division22-32 Pun Shan Street, Tsuen Wan, New Territories, HONG KONGTEL: 2415 0911

CHINABeijing Xinghai Musical Instruments Co., Ltd.6 Huangmuchang Chao Yang District, Beijing, CHINATEL: (010) 6774 7491

Shanghai Xingtong Acoustics Equipment CO.,Ltd.5F. No.1500 Pingliang Road New East Club Plaza, Shanghai, CHINATEL: (021) 5580-0800

INDIARivera Digitec (India) Pvt. Ltd.409, Nirman Kendra Mahalaxmi Flats Compound Off. Dr. Edwin Moses Road, Mumbai-400011, INDIATEL: (022) 498 3079 INDONESIAPT Citra IntiRamaJ1. Cideng Timur No. 15J-150 Jakarta PusatINDONESIATEL: (021) 6324170

MALAYSIABENTLEY MUSIC SDN BHD140 & 142, Jalan Bukit Bintang 55100 Kuala Lumpur,MALAYSIATEL: (03) 2144-3333

PHILIPPINESG.A. Yupangco & Co. Inc.339 Gil J. Puyat AvenueMakati, Metro Manila 1200,PHILIPPINESTEL: (02) 899 9801

SINGAPORESwee Lee Company150 Sims Drive,SINGAPORE 387381TEL: 846-3676

TAIWANROLAND TAIWAN ENTERPRISE CO., LTD.Room 5, 9fl. No. 112 Chung Shan N.Road Sec.2, Taipei, TAIWAN, R.O.C.TEL: (02) 2561 3339 THAILANDTheera Music Co. , Ltd.330 Verng NakornKasem, Soi 2, Bangkok 10100, THAILANDTEL: (02) 2248821

BAHRAINMoon StoresNo.16, Bab Al Bahrain Avenue, P.O.Box 247, Manama 304, State of BAHRAINTEL: 211 005

VIETNAMSaigon Music138 Tran Quang Khai St., District 1Ho Chi Minh CityVIETNAMTEL: (08) 844-4068

JORDANAMMAN Trading Agency 245 Prince Mohammad St., Amman 1118, JORDANTEL: (06) 464-1200

KUWAITEasa Husain Al-YousifiAbdullah Salem Street,Safat, KUWAITTEL: 243-6399 LEBANONA. Chahine & FilsGerge Zeidan St., Chahine Bldg., Achrafieh, P.O.Box: 16-5857Beirut, LEBANONTEL: (01) 20-1441

QATARAl Emadi Co. (Badie Studio & Stores)P.O. Box 62, Doha, QATARTEL: 4423-554 SAUDI ARABIAaDawliah Universal Electronics APLCorniche Road, Aldossary Bldg., 1st Floor, Alkhobar,SAUDI ARABIA

P.O.Box 2154, Alkhobar 31952SAUDI ARABIA TEL: (03) 898 2081 SYRIATechnical Light & Sound CenterBldg. No. 47, Khaled Ebn Al Walid St.Damascus, SYRIATEL: (011) 221-1230

TURKEY Barkat muzik aletleri ithalat ve ihracat Ltd StiSiraselviler Caddesi Siraselviler Pasaji No:74/20 Taksim - Istanbul, TURKEYTEL: (0212) 2499324 U.A.E.Zak Electronics & Musical Instruments Co. L.L.C.Zabeel Road, Al Sherooq Bldg., No. 14, Grand Floor, Dubai, U.A.E.TEL: (04) 3360715

EGYPTAl Fanny Trading Office9, EBN Hagar A1 Askalany Street,ARD E1 Golf, Heliopolis, Cairo 11341, EGYPTTEL: 20-2-417-1828 REUNIONMaison FO - YAM Marcel25 Rue Jules Hermann,Chaudron - BP79 97 491Ste Clotilde Cedex,REUNION ISLANDTEL: (0262) 218-429

SOUTH AFRICAThat Other Music Shop (PTY) Ltd.11 Melle St., Braamfontein, Johannesbourg, SOUTH AFRICA

P.O.Box 32918, Braamfontein 2017 Johannesbourg, SOUTH AFRICATEL: (011) 403 4105

Paul Bothner (PTY) Ltd.17 Werdmuller Centre, Main Road, Claremont 7708SOUTH AFRICA

P.O.BOX 23032, Claremont 7735, SOUTH AFRICATEL: (021) 674 4030

CYPRUSRadex Sound Equipment Ltd.17, Diagorou Street, Nicosia, CYPRUSTEL: (02) 66-9426

DENMARK Roland Scandinavia A/SNordhavnsvej 7, Postbox 880,DK-2100 CopenhagenDENMARK TEL: (039)16 6200 FRANCERoland France SA4, Rue Paul Henri SPAAK, Parc de l’Esplanade, F 77 462 St. Thibault, Lagny Cedex FRANCETEL: 01 600 73 500 FINLANDRoland Scandinavia As, Filial FinlandLauttasaarentie 54 BFin-00201 Helsinki, FINLANDTEL: (9) 682 4020 GERMANY Roland Elektronische Musikinstrumente HmbH.Oststrasse 96, 22844 Norderstedt, GERMANY TEL: (040) 52 60090

GREECESTOLLAS S.A.Music Sound Light155, New National RoadPatras 26442, GREECETEL: (061) 43-5400 HUNGARYIntermusica Ltd.Warehouse Area DEPO Pf.83H-2046 Torokbalint, HUNGARYTEL: (23) 511011 IRELANDRoland IrelandAudio House, Belmont Court,Donnybrook, Dublin 4.Republic of IRELANDTEL: (01) 2603501

ITALYRoland Italy S. p. A. Viale delle Industrie 8, 20020 Arese, Milano, ITALYTEL: (02) 937-78300 NORWAYRoland Scandinavia Avd. Kontor NorgeLilleakerveien 2 Postboks 95 Lilleaker N-0216 Oslo NORWAYTEL: 273 0074 POLANDP. P. H. BrzostowiczUL. Gibraltarska 4.PL-03664 Warszawa POLANDTEL: (022) 679 44 19 PORTUGALTecnologias Musica e Audio, Roland Portugal, S.A.Cais Das Pedras, 8/9-1 Dto4050-465 PORTOPORTUGALTEL: (022) 608 00 60

RUSSIAMuTek3-Bogatyrskaya Str. 1.k.l107 564 Moscow, RUSSIA TEL: (095) 169 5043

SPAINRoland Electronics de España, S. A. Calle Bolivia 239, 08020 Barcelona, SPAINTEL: (93) 308 1000

SWITZERLANDRoland (Switzerland) AGMusitronic AG Gerberstrasse 5, Postfach,CH-4410 Liestal, SWITZERLANDTEL: (061) 927-8383

SWEDEN Roland Scandinavia A/S SWEDISH SALES OFFICEDanvik Center 28, 2 tr. S-131 30 Nacka SWEDEN TEL: (08) 702 0020

UKRAINETIC-TACMira Str. 19/108P.O. Box 180 295400 Munkachevo, UKRAINETEL: (03131) 414-40 UNITED KINGDOM Roland (U.K.) Ltd.Atlantic Close, Swansea Enterprise Park, SWANSEASA7 9FJ, UNITED KINGDOMTEL: (01792) 700139

KOREACosmos Corporation1461-9, Seocho-Dong,Seocho Ku, Seoul, KOREATEL: (02) 3486-8855

AUSTRIARoland Austria GES.M.B.H.Siemensstrasse 4, P.O. Box 74,A-6063 RUM, AUSTRIATEL: (0512) 26 44 260 BELGIUM/HOLLAND/LUXEMBOURGRoland Benelux N. V.Houtstraat 3, B-2260, Oevel (Westerlo) BELGIUMTEL: (014) 575811

AFRICA

CHILEComercial Fancy S.A.Rut.: 96.919.420-1Nataniel Cox #739, 4th FloorSantiago - Centro, CHILETEL: (02) 688-9540

URUGUAYTodo Musica S.A.Francisco Acuna de Figueroa 1771C.P.: 11.800 Montevideo, URUGUAYTEL: (02) 924-2335

EUROPEAUSTRALIA/NEW ZEALAND

ASIA

CENTRAL/LATINAMERICA

NORTH AMERICA

MIDDLE EAST

AFRICA

EL SALVADOROMNI MUSIC75 Avenida Norte y Final Alameda Juan Pablo , Edificio No.4010 San Salvador, EL SALVADORTEL: 262-0788

ROMANIAFBS LINESPiata Libertatii 1,RO-4200 GheorghehiTEL: (095) 169-5043

PARAGUAYDistribuidora De Instrumentos MusicalesJ.E. Olear y ESQ. Manduvira Asuncion PARAGUAYTEL: (021) 492-124 PERUVIDEO Broadcast S.A.Portinari 199 (ESQ. HALS), San Borja, Lima 41,REP. OF PERUTEL: (01) 4758226

COSTA RICAJUAN Bansbach Instrumentos MusicalesAve.1. Calle 11, Apartado 10237,San Jose, COSTA RICATEL: 258-0211

CRISTOFORI MUSIC PTE LTDBlk 3014, Bedok Industrial Park E, #02-2148, SINGAPORE 489980TEL: 243 9555

IRANMOCO, INC.No.41 Nike St., Dr.Shariyati Ave.,Roberoye Cerahe MirdamadTehran, IRANTEL: (021) 285-4169

ISRAELHalilit P. Greenspoon & Sons Ltd.8 Retzif Ha’aliya Hashnya St.Tel-Aviv-Yafo ISRAELTEL: (03) 6823666

Page 81: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

Hartelijk dank voor uw aanschaf van de Roland GK-2B Divided Pickup.Lees voordat u dit apparaat gebruikt de volgende hoofdstukken aandachtig door:

HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN (pagina 2-3)

BELANGRIJKE OPMERKINGEN (pagina 4)

Deze hoofdstukken bieden belangrijke informatie aangaande het juiste gebruik van dit instrument.

Om er zeker van te zijn dat u goed op de hoogte bent van elke eigenschap die uw nieuwe instrument te bieden heeft, is het noodzakelijk om de gehele gebruiksaanwijzing door te lezen. De gebruiksaanwijzing dient goed bewaard en bij de hand gehouden te worden, zodat hij als gemakkelijke referentie kan dienen.

Gebruiksaanwijzing

Copyright© 2002 ROLAND CORPORATION

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag in welke vorm dan ookworden gekopieerd, zonder schriftelijke toestemming van de ROLANDCORPORATION.

Page 82: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

2

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

001

• Lees de instructies en de gebruiksaan-wijzing goed door, voordat u dit apparaat in gebruik neemt.

..................................................................................................

002a

• Maak het apparaat niet open, en breng geen interne wijzigingen aan.

..................................................................................................

003

• Probeer het apparaat niet te repareren of delen in het apparaat te vervangen (behalve als deze gebruiksaanwijzing daar aanwijzingen voor geeft). Ga voor al uw reparaties naar de winkel waar u het apparaat heeft gekocht, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een geautoriseerde Roland distributeur. U kunt deze op de “Informatie” pagina vinden.

..................................................................................................

004

• Gebruik of bewaar het apparaat nooit:• Bij extreme temperaturen (bv. direct

zonlicht in een dicht voertuig, bij een warmtebron of bovenop een warmte opwekkend apparaat); of bij

• Vocht (bv. baden, badkamers, op natte vloeren); of bij

• Regen; of

007

• Stof; of• Bij hoge trillingen.

• Zorg ervoor dat u dit apparaat zo plaatst dat het stevig en stabiel staat. Plaats het apparaat nooit op een standaard of op een onstabiele opper-vlakte, waardoor het apparaat kan gaan wiebelen.

..................................................................................................

011

• Laat geen objecten (b.v. brandge-vaarlijk materiaal, munten of naalden); vloeistof (water, frisdranken etc.) in of over het apparaat vallen.

..................................................................................................

012d

• Zet onmiddelijk de stroom uit, verwijder de adapter uit het stopcontact en vraag om hulp bij uw winkelier, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een officiële Roland Distibuteur, zoals u deze kunt vinden op de “Informatie” pagina als:• objecten in het apparaat zijn gevallen of

vloeistof over het apparaat is gevallen; of

Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.

* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.

Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.

Het wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.

Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.

Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN

Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen

WAARSCHUWING

VOORZICHTIG

NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT

WAARSCHUWING WAARSCHUWING

Page 83: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

3

Dit product is in overeenstemming met de vereisten van Europese richtlijnen EMC 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC.

Voor EU Landen

• het apparaat met regen in aanraking is gekomen (of op een andere manier nat is geworden); of

• het apparaat niet werkt op de normale manier of een vreemde verandering in het spel vertoont.

..................................................................................................

013

• In huishoudens met kleine kinderen dient altijd een volwassene toezicht te houden, totdat het kind in staat is om de regels die essentieel zijn voor een veilig gebruik van het apparaat te volgen.

..................................................................................................

014

• Bescherm het apparaat tegen hevige schokken.(Laat het apparaat niet vallen!)

..................................................................................................

104

• Probeer het verstrengelen van snoeren en kabels te voorkomen. snoeren en kabels dienen ook altijd buiten bereik voor kinderen te worden geplaatst.

..................................................................................................

106

• Klim nooit op het apparaat, en plaats nooit voorwerpen op het apparaat.

..................................................................................................

108c

• Verwijder alle snoeren van externe apparatuur, voordat u het apparaat verplaatst.

..................................................................................................

118

• Mocht u delen van de installatie verwijderen, zorg er dan voor dat u ze op een veilige plaats, buiten bereik voor kinderen bewaardt, zodat kinderen ze niet per ongeluk in de mond kunnen stoppen.

WAARSCHUWING

VOORZICHTIG

Page 84: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

4

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Leest u alstublieft het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit de lijst onder “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” op pagina 2.

Stroomtoevoer

• Voordat u dit apparaat op enig ander apparaat aansluit, dient u de stroom op elk apparaat uit te zetten. Op deze manier kunt u voorkomen dat er een defect optreedt, en/of dat er schade wordt toegebracht aan de luidsprekers of aan andere onderdelen.

Plaatsing

• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van versterkers (of enige andere apparatuur die grote transformatoren bevatten) kan een brom veroorzaken. Om dit probleem te verminderen kunt u het apparaat verdraaien; of u kunt het apparaat verder weg van de storingsbron plaat-sen.

• Bij gebruik van draadloze communicatie appa-ratuur (zoals mobiele telefoons) in de buurt van het apparaat, kan er storing ontstaan. Dergelijke storing kan ontstaan tijdens het het ontvangen van een gesprek, tijdens het opbellen of tijdens een gesprek. Heeft u last van dit probleem, plaats de draadloze apparatuur dan verder van het apparaat of schakel de apparatuur uit.

• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet dichtbij apparaten die hitte voortbrengen, laat het niet achter in een afgeslo-ten voertuig, en stel het niet bloot aan extreme temperatuurwaarden. Gebruik bovendien geen verlichting, waarbij de lichtbron dicht in de buurt van het apparaat wordt geplaatst (zoals een pianolamp); laat krachtige lampen niet te lang op hetzelfde gedeelte van het apparaat schijnen. Buitensporige hitte kan het apparaat vervormen of laten verkleuren.

• Om een defect te voorkomen, dient u het appa-raat niet te gebruiken in een vochtige omge-ving, zoals regen.

Onderhoud

• Gebruik een droge, zachte doek om het instru-ment te reinigen. U kunt eventueel een licht vochtige doek gebruiken. Om hardnekkig vuil te verwijderen, kunt u een doek gebruiken die

in een mild, niet schurend schoonmaakmiddel is gedrenkt. Neem het apparaat daarna af met een zachte droge doek.

• Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddel, alcohol of wat voor oplosmiddel dan ook, om verkleuring en/of vervorming te voorkomen.

Aanvullende Voorzorgsmaatregelen

• Bij de bediening van de knoppen, schuiven en andere bedieningsknoppen op het apparaat dient u met redelijke voorzichtigheid te werk te gaan; zo ook bij het gebruik van de jacks en aansluitingen. Een ruwe behandeling kan tot een defect leiden.

• Bij het aansluiten/ ontkoppelen van kabels dient u altijd de plug zelf beet te pakken–trek nooit aan de kabel. Op deze manier voorkomt u kortsluiting of beschadiging van het binnenste van de kabel.

• Probeer het geluidsvolume van het apparaat op een acceptabel niveau te houden, om de buren niet tot last te zijn. Het kan zijn dat u de voor-keur geeft aan het gebruik van een koptelefoon: op die manier hoeft u zich geen zorgen te maken dat u anderen last bezorgd (vooral ‘s avonds laat).

• Als u het apparaat wilt vervoeren, dan kunt u dit het beste doen in de doos (inclusief vulsel) waarin het verpakt was, indien mogelijk. Anders zult u vergelijkbaar verpakkings-materiaal moeten gebruiken.

• Als u de basgitaar met de GK-2B op zijn kop draait, neem dan een aantal kranten of tijd-schriften, en plaats deze onder de vier hoeken van beide uiteinden om schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen. Zet het apparaat zo neer dat de knoppen of regelaars niet kunnen worden beschadigd.

• Als u de basgitaar met de GK-2B op zijn kop draait, zorg er dan voor dat u het apparaat niet kunt laten vallen.

Page 85: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

5

INHOUD

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ..........................2

BELANGRIJKE OPMERKINGEN .........4

Algemene kenmerken..........................5

Over de garantie van de GK-2B ......... 5

Benamingen van onderdelen en hun functies .................................................6

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen.................................................8

Voorzorgsmaatregelen voor installatie ........................................... 8

Installatie procedure ...............................8

Voorbeelden van bevestiging ................9

1. De Divided Pickup aanpassen...... 11

2. De Divided Pickup bevestigen ..... 12

De pickup met dubbelzijdig tape bevestigen ...............................................12

De pickup met schroeven bevestigen ............................16

3. De regelaar bevestigen................... 17

De regelaar bevestigen met dubbelzijdig tape of klittenband .........17

De regelaar met schroeven bevestigen ............................18

Bediening............................................19

De aansluiting ..................................... 19

Algemene specificaties .....................21

Algemene kenmerken

De GK-2B is een Divided Pickup die speciaal voor de basgitaar is ontworpen. U kunt het op een gewone basgitaar bevestigen en een GK-compatibel apparaat voor de basgitaar vanaf uw instrument bespelen.

Omdat de Divided Pickup zes smalle elementen bevat, is het geschikt voor bassen met maximaal 6 snaren.

U kunt de afstand tussen de elementen van de Divided Pickup aanpassen op de afstand tussen de snaren van uw bas, in het bereik van 16mm–19mm.

Er wordt tape en verstevigers om de regelaar aan te hechten meegeleverd, waardoor u de GK-2B stevig aan uw basgitaar kunt bevestigen.

Over de garantie van

de GK-2B

Roland garandeert dat de GK-2B (en alle bijgeleverde delen) vrij zijn van schade in materiaal en vervaardiging.Neem contact op met uw winkelier of het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum als een reparatie nodig is.

Roland is niet verantwoordelijk voor schade aan uw basgitaar of aan de GK-2B die door het installeren of verwijderen van de GK-2B wordt veroorzaakt. Als u er niet zeker van bent, dat u de Pickup of Regelaar op de juiste manier kunt installeren (vooral als er geboord moet worden), neem dan contact op met uw winkelier of het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.

Page 86: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

6

Benamingen van onderdelen en hun functies

fig.01

(1) Divided pickup (gesplitst element)

Dit is een element dat de trillingen van de basgitaarsnaren oppikt. Bevestig het bij de brug van uw basgitaar.

(2) GK volume

De functie van het volume van de GK is afhankelijk van de GK-compatibele apparatuur die u erbij gebruikt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw GK-compatibele apparatuur.

(3) Stroomlampje

Dit lampje gaat branden als de GK-2B via een GK kabel op een GK-compatibel apparaat is

aangesloten.

(4) Ingang voor het normale element

Gebruik deze jack om het signaal van het normale element van uw basgitaar naar de Gk-2B te sturen. Gebruik een standaard basgitaarsnoer (meegeleverd) om deze aansluiting te maken.

(5) GK aansluiting

Gebruik deze aansluiting om de GK-2B aan te sluiten op een GK-compatibel apparaat.

GK aansluiting(5)

Selectie schakelaar(6)

(8) S2 schakelaar

(7) S1 schakelaar

(1) Divided Pickup

(2) GK Volume

(4) Ingang voor het normale element

(3)Stroomlampje

Midden aanduiding

RegelaarElement

Page 87: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

7

Benamingen van onderdelen en hun functies

(6) Selectie schakelaar

Met deze schakelaar selecteert u welke klank uit het aangesloten GK- compatibele apparaat wordt uitgestuurd.In de “BASS” positie zult u de klank van het normale element van de basgitaar horen. In de “MIX” positie zult u een mix horen van de normale elementklank en de klank van het GK-compatibele apparaat. In de “GK” positie zult u alleen de klank van het GK-compatibele apparaat horen. Voor meer informatie, zie de gebruiksaanwijzing van uw GK-compatibele apparaat.

(7) S1 schakelaar

(7) S2 schakelaar

De functies van de S1/S2 schakelaars zijn afhankelijk van het GK-compatibele apparaat, dat u gebruikt. Voor meer informatie, zie de gebruiksaanwijzing van uw GK-compatibele apparaat.

Page 88: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

8

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

Om de GK-2B te gebruiken dient u het op een elektrische basgitaar te installeren.Het is niet moeilijk om de GK-2B te installeren, maar leest u alstublieft aandachtig de volgende hoofd-stukken door voordat u begint, omdat er een aantal dingen zijn waar u zich van bewust dient te zijn over hoe u de Divided Pickup en de regelaar dient te bevestigen.

Voorzorgsmaatregelen voor installatie

Gebruik de GK-2B niet op een basgitaar, die een ongebruikelijke snaarconfiguratie heeft, een basgitaar met snaren zonder stalen kern (bijv. nylon snaren) of op een gitaar. De GK-2B zal dan niet juist functioneren.

Voordat u de GK-2B bevestigt, dient u aan-passingen aan de hals van uw basgitaar, de snaarhoogte en aanpassingen van de intona-tie te hebben afgerond.

Plaats de Divided Pickup en regelaar los op uw basgitaar voordat u ze installeert, om er zeker van te zijn dat er geen problemen met installeren zullen zijn.

We raden het gebruik van dubbelzijdig tape aan (geen schroeven) om eerst de regelaar mee te bevestigen. Daarna kunt u na het bespelen van uw instrument om er zeker van te zijn dat het goed zit, schroeven gebruiken om de regelaar permanent vast te zetten.

Als de GK-2B alleen met dubbelzijdig tape of klittenband is bevestigd, kan het loslaten of lostrillen door het spelen of omdat het tape na een tijd zijn plaksel verliest. Ook kan afhankelijk van de afwerking (bijv. lak) van uw instrument, en de staat waarin het gelakte oppervlak verkeert (barstjes, schilfe-ring) er iets van de lak meekomen, als u de tape verwijdert. Gebruik dubbelzijdige tape voor tijdelijke bevestiging van de GK-2B, voordat u beslist over zijn permanente loca-tie en gebruik een klittenband-bevestiging als u de regelaar meerdere malen wilt beves-tigen en weer losmaken.

Afhankelijk van het type basgitaar, kan het onmogelijk zijn om de Divided Pickup te installeren, omdat de ruimte tussen de brug en het element te klein is. In dit geval kunt u toch de GK-2B installeren door uw basgitaar

aan te passen (bijv. door het element te ver-plaatsen). Neem hiervoor contact op met uw winkelier.

Installatie procedure

1.

Lees aandachtig deze gebruiksaanwijzing, en schat de locaties waarin u de Divided Pickup en regelaar gaat plaatsen, en hoe u de kabel gaat leiden.

2.

Pas de Divided Pickup aan, zodat hij geschikt is voor uw basgitaar.

3.

Bevestig de Divided Pickup op uw bas-gitaar.

4.

Bevestig de regelaar op uw basgitaar.

5.

Sluit de GK-2B aan op uw GK-compatibele apparaat.

6.

Pas de gevoeligheid van de Divided Pickup aan op de GK-compatibele apparaat.

* Om een GK-compatibel apparaat met het gebruik van de GK-2B te bespelen, dient u de Divided Pickup aan te passen op de afstand tussen de sna-ren; ook de hoogte van de Divided Pickup en de gevoeligheid op het GK-compatibele apparaat die-nen te worden aangepast. Deze aanpassingen zijn erg belangrijk als u van alle voordelen van het spel met het GK-compatibele apparaat gebruik wilt maken. Voor de aanpassingsproce-dure, zie de gebruiksaanwijzing van uw GK-compatibele apparaat, nadat u deze gebruiksaan-wijzing heeft doorgelezen.

Page 89: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

9

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

Voorbeelden van bevestiging

fig.40_e

voorbeeld 1

voorbeeld 2

voorbeeld 3

Page 90: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

10

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

Zorg ervoor dat u de volgende onderdelen, die vereist zijn voor de installatie, in huis heeft:

fig.02_e

Platte draadschroef 3 x 16 mm

Bolle draadschroef 3 x 20 mm

Veer

Regelaarversteviger

Dubbelzijdig tape A

Dubbelzijdig tape B

Dubbelzijdig tape

x 1 (voor het installeren van de regelaar)

x 2 (voor het installeren van de Divided Pickup)

x 2 (voor het installeren van de Divided Pickup)

x 3 (voor het installeren van de regelaar)

x 3 (voor het installeren van de regelaar)

x 2 (voor het installeren van de regelaar)

x 4 (voor het installeren van de Divided Pickup)

Pickup-kussen

Pickupverhoging A

Pickupverhoging B

Klittenband bevestiging

Kabelhouder

Schroevendraaier

Hoogteschaal

Normaal basgitaarsnoer

x 2 (voor het installeren van de Divided Pickup)

x 10 (voor het installeren van de Divided Pickup)

x 10 (voor het installeren van de Divided Pickup)

x 1 (voor het installeren van de regelaar)

Dubbelzijdig tape (makkelijk te verwijderen)

x 2 (voor het installeren van de Divided Pickup)

x 2

x 1

x 1

x 1

Page 91: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

11

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

1. De Divided Pickup aanpassen

Bij basgitaren verschilt de afstand tussen de snaren per instrument, zodat het nodig zal zijn de Divided Pickup aan te passen al naar gelang de afstand tussen de snaren van uw basgitaar. Als u dit niet accu-raat doet, zal de GK-compatibele apparatuur niet volledig en op de juiste manier werken. Pas deze afstand dus met zorg aan.

1.

Meet de afstand tussen de snaren op uw basgitaar.

Om de afstand tussen elke snaar te bepalen, kunt u de afstand tussen snaar 1 en snaar 4 meten (of afhankelijk van het aantal snaren, 5 of 6) op de plaats waar de pickup wordt geïn-stalleerd (p. 13-14); deel deze afstand vervol-gens door één minder dan het aantal snaren (bijv. bij een 4-snarige bas, deelt u door drie).

fig.03_e

Voorbeeld: een afstand van 57 mm57 gedeeld door (4-1) = 19 mm

Op de verpakking van de GK-2B staat een schaal met lengtes van 16, 17, 18 en 19 mm afge-drukt. U kunt de snaarafstand ook bepalen door deze schaal tegen uw basgitaar aan te hou-den.

fig.52

2.

Gebruik de bijgeleverde schroevendraaier om de schroeven los te draaien, verplaats de snaartekens naar de positie die hoort bij de juiste afstand tussen de snaren en draai de schroeven weer vast.

* Zorg ervoor dat u de schroeven niet te strak aan-draait.

fig.04_e

* Deze aanpassing dient zo te worden gemaakt dat zowel de linker- als de rechterkant dezelfde posi-tie hebben.

* Wees voorzichtig met het verplaatsen van de snaartekens; gebruik hiervoor niet teveel kracht.Wees extra voorzichtig met de snaartekens aan beide kanten van de brug en de hals.

fig.05

1234 Snaar

Meet de afstand tussen deze twee snaren.

middenmidden

los strak los strak

2e snaarteken

19 18 17 16 mm 16 17 18 19 mm

positie

5de snaarteken

Page 92: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

12

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

2. De Divided Pickup bevestigen

De Divided Pickup kan op twee manieren worden bevestigd:

Met het gebruik van dubbelzijdig tape

Met het gebruik van schroevenHet is makkelijker om dubbelzijdig tape te gebruiken; dit wordt ook aangeraden.Het voordeel van schroeven is dat u de afstand tussen de snaren en de pickup nog wel kunt aanpassen wanneer dat nodig is, maar dat het dan moeilijker is dan met dubbelzijdig tape.

* Trek niet te hard aan het snoer, waarmee de pickup op de regelaar zit aangesloten. Als u dit wel doet, kunt u de geleidingen binnin beschadigen.

* Buig of draai de pickup niet, en behandel de pickup niet met geweld. Wees bijzonder voorzichtig als u de pickup bevestigt of verwijdert. Oefen niet teveel druk uit op het kapje van de pickup.

fig.06

De pickup met dubbelzijdig tape bevestigen

Er wordt dubbelzijdig tape, van een type dat weer makkelijk te verwijderen is, bijgeleverd. (p. 10).Gebruik deze tape als u de positie van de pickup later wilt aanpassen of als u de pickup eventueel wilt verwijderen.De installatie methode is hetzelfde als wanneer u gewoon dubbelzijdig tape gebruikt, maar u zult het gewone dubbelzijdige tape eerst moe-ten verwijderen van het gedeelte van de verho-ging of Divided Pickup dat op de body van de basgitaar zit, en het moeten vervangen door de gemakkelijk te verwijderen tape.

* Lees de volgende punten goed door als u de dub-belzijdige tape gebruikt:

• Als u deze tape gebruikt om de Divided Pickup mee te bevestigen, kan de Divided Pickup later van de basgitaar vallen als er door het spelen een schokeffect ontstaat of doordat de tape oud is geworden.

• Deze tape blijft niet zitten op het elenemt kussen.

• Deze tape is 0,1 mm dik. Houd hier rekening mee als u de hoogte van de Divided Pickup aanpast.

Page 93: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

13

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

1.

Beslis waar u de pickup wilt plaatsen.

Voor een vier-snarige basgitaar:

Bevestig de Divided Pickup zo, dat het midden-teken tussen snaar 2 en 3 zit, het 2de snaarteken precies onder snaar 1 en het 5de snaarteken pre-cies onder snaar 4 zit.

(Van boven gezien)

fig.07a_e

(Vanaf de hals gezien)

fig.07b_e

* Afhankelijk van de GK-compatibele apparatuur is het mogelijk om de pickup zo te installeren, dat het middenteken tussen snaar 1 en 2 of tussen snaar 3 en 4 zit. Zie hiervoor de gebruiksaanwij-zing van uw GK-compatibele apparaat.

Voor een vijf-snarige basgitaar:

Bevestig de Divided Pickup zo, dat het midden-teken tussen snaar 2 en 3 zit, het 2de snaarteken precies onder snaar 1 en het 5de snaarteken pre-cies onder snaar 4 zit.

fig.08_e

* Het is afhankelijk van de GK-compatibele appara-tuur mogelijk om de pickup zo te installeren, dat het middenteken tussen snaar 3 en 4 zit. Zie hier-voor de gebruiksaanwijzing van uw GK-compati-bele apparaat.

Voor een zes-snarige basgitaar:

Bevestig de Divided Pickup zo dat het midden-teken tussen snaar 3 en 4 zit, het 2de snaarteken precies onder snaar 2 en het 5de snaarteken pre-cies onder snaar 5 zit.

fig.09_e

* De Divided Pickup dient in de juiste richting te worden geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de kabel van de Divided Pickup uit de brugzijde steekt.

fig.10_e

* Leid de kabel van de pickup zo, dat hij gemakke-lijk op de regelaar kan worden aangesloten en niet in de weg zit van de bedieningsknoppen op uw basgitaar.

fig.11

1234 Snaar

4321

2de snaarteken 5de snaarteken

12345 Snaar

123456 Snaar

Brug

Page 94: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

14

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

* Installeer de Divided Pickup zo dichtbij de brug als mogelijk is. Ongeacht het type basgitaar dient de pickup niet meer dan 50mm van de brug te worden geïnstalleerd.

fig.12_e

Als u heeft besloten waar u de pickup gaat plaatsen, dan kunt u met een potlood of tape deze plek aangeven.

2. Zorg ervoor dat de spanning op de hals en de snaarhoogte optimaal zijn aangepast. Stem vervolgens alle snaren.

Als uw basgitaar niet optimaal is ingesteld, zorg er dan voor dat u dit aanpast, voordat u gaat stemmen.

3. De hoogte van de pickup aanpassen

Stop de verhogingen onder de Divided Pickup, totdat u de benodigde hoogte heeft bereikt. (Verwijder de beschermlaag nog niet) Er zijn twee soorten pickupverhogingen: A (dik) en B (dun). U kunt deze indien nodig combineren.

Pas de hoogte van het element zodanig aan dat er ongeveer 1,5 mm tussen de snaar en het element zit als u de snaren indrukt.

fig.14

De schaal gebruikenDe bijgevoegde schaal is ongeveer 1,5 mm dik. Stop deze op de hieronder getoonde manier tussen de snaren en de Divided Pickup, om de ruimte te controleren en aan te passen.

fig.41

* Als u de pickup op een basgitaar met een golvend oppervlak bevestigd (gewelfde bovenlaag), plaats dan een pickup-kussen onder de pickupverho-ging.

fig.13_e

* De pickupverhogingen en het pickup-kussen worden met dubbelzijdige tape bevestigd. Het verwijderen van de beschermlaag vermindert de dikte met ongeveer 0,1 mm. Als u meerdere ver-hogingen en kussens gebruikt, dient u de hoogte te vergroten om deze vermindering in dikte te compenseren.

* Als bij het indrukken van de hoogste fret de hoogte tussen de snaar en de pickup bij snaar 1 heel anders is dan bij de laagste snaar, snij dan een verhoging door de helft of in drieën en stop het onder het lagere gedeelte van de pickup, zodat de hoogte aan beide kanten ongeveer gelijk wordt.

maximaal 50 mm

1.5 mm

pickupverhoging

pickup-kussen

Page 95: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

15

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

4. Draai de snaren los, en verwijder ze.

5. Verwijder de beschermlaag van de dubbel-zijdige tape op de pickup-kussens, de pickupverhogingen en de Divided Pickup, en bevestig ze op uw basgitaar.

6. Bevestig de snaren weer, stem uw basgi-taar, en controleer nogmaals de hoogte van de Divided Pickup. Bevestig vervolgens de kabelhouder nabij de brug, en maak de kabel van de pickup vast in de houder, zodat deze niet omhoog kan komen of de snaren kan aanraken.

fig.15_e

* Op dit punt gekomen, raden we u aan uw GK-compatibele apparaat tijdelijk aan te sluiten om het niveau van elke snaar te controleren. Als er grote verschillen tussen de niveaus van de snaren zijn, pas dan nauwkeurig de positie en de hoogte van de pickup aan, zodat de niveaus zo gelijkma-tig mogelijk zijn.

7. Als de hoogte van de pickup niet voldoet, gebruik dan de volgende procedure om dit te corrigeren:

(1) Bestudeer nauwkeurig de huidige stand. Als de pickup te laag zit, bedenk dan hoeveel verhogingen u moet toe-voegen. Als de pickup te laag zit, bedenk dan hoeveel verhogingen u moet verwijderen.

(2) Draai de snaren los en verwijder ze.(3) Wrik alleen de Divided Pickup los.

* Als u de Divided Pickup verbuigt of verdraait, kunt u het interne circuit beschadigen. Wees daarom voorzichtig bij het verwijderen van de Divided Pickup.Stop een dun object (zoals een mes) onder de pickup, beginnend bij de laagste snaar, en wrik voorzichtig beetje bij beetje het element los.

fig.16

(4) Nadat u het element heeft weggehaald, kunt u de dubbelzijdige tape van de onderkant van de pickup verwijderen. U kunt de tape helemaal verwijderen door het met uw vinger op te rollen, zoals hieronder wordt getoond.

fig.17

(5) Pas de hoogte aan. Als u een verhoging toevoegt, verwijder dan het dubbelzij-dige tape van de bovenkant van de ver-hoging die al op uw basgitaar zit, en plaats de toe te voegen verhoging daar bovenop. Als u een verhoging verwij-dert, dient u ook het dubbelzijdige tape van de bovenkant te verwijderen, nadat u de onnodige verhoging heeft losge-peuterd.

(6) Bevestig twee nieuwe strips van het bij-geleverde dubbelzijdige tape B aan de onderkant van de pickup.

(7) Bevestig de pickup bovenop de verho-gingen, die u op uw basgitaar heeft vastgemaakt.

(8) Bevestig de snaren weer, stem uw bas-gitaar en controleer de hoogte van de pickup.

* Na deze procedure is de volgende stap het aan-passen van de gevoeligheid van de pickup op uw GK-compatibele apparatuur. In sommige geval-len zult u merken dat de niveau meter van het GK-compatibele apparaat al op het maximum niveau staat. Indien dit het geval is, kunt u dit probleem oplossen door de afstand tussen de sna-ren en de pickup kleiner te maken. Volg stap 1 tot 8 om de hoogte van de pickup ietwat te verlagen.

Kabelhouder

Page 96: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

16

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

De pickup met schroeven bevestigen

De procedure om te bepalen waar en hoe hoog u de Divided Pickup gaat plaatsen, is precies hetzelfde als bij het gebruik van dubbelzijdig tape. Lees nauwkeurig “De pickup met dubbelzijdig tape bevestigen” (p. 12), voordat u verder gaat.

* Om de pickup met schroeven te bevestigen dient er tenminste 15,5 mm ruimte tussen de body en de snaren te zitten. Als u de pickup op een basgi-taar wilt bevestigen met minder dan 15,5 mm ruimte tussen de body en de snaren, kunt u de springveren tot de gewenste lengte afsnijden.

1. Besluit waar u de pickup wilt plaatsen. Markeer vervolgens de body van uw bas-gitaar om aan elke kant van de pickup aan te geven waar de gaten moeten komen.

2. Draai de snaren los en verwijder ze.

3. Boor hulpgaten op de gemarkeerde plaat-sen.

* Als de proefgaten niet accuraat zijn geplaatst, zal de pickup ook niet op de juiste plaats komen. Wees daarom extra voorzichtig met het boren van de proefgaten.

* Gebruik een diameter van ongeveer 2 mm voor de proefgaten.

* Als de body van uw basgitaar van hard materiaal is gemaakt, kunt u de proefgaten iets groter maken dan 2 mm.

4. Voeg de veren tussen de proefgaten en de pickup, en draai de schroeven vast, zoals in het plaatje hieronder.

fig.18

5. Bevestig de snaren weer, en stem uw bas-gitaar.

6. Pas de hoogte van de pickup aan.

* Draai de schroeven vaster of losser, zodat er ongeveer 1,5 mm ruimte tussen de snaar en de pickup ontstaat als de hoogste fret wordt inge-drukt. Gebruik de bijgeleverde hoogteschaal (1,5 mm dik) om de hoogte te controleren of aan te passen.

* Na deze procedure is de volgende stap het aan-passen van de gevoeligheid van de pickup op uw GK-compatibele apparatuur. In sommige geval-len zult u merken, dat de niveau meter van het GK-compatibele apparaat al op het maximum niveau staat. Indien dit het geval is, kunt u dit probleem oplossen door de afstand tussen de sna-ren en de pickup kleiner te maken. Volg stap 6 om de hoogte van de pickup ietwat te verlagen.

Page 97: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

17

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

3. De regelaar bevestigenDe regelaar kan op twee manieren worden bevestigd:

Met het gebruik van dubbelzijdig tape of klittenband Met het gebruik van schroeven

Het is gemakkelijker om de regelaar met dubbelzijdig tape of klittenband te bevestigen, maar de rege-laar kan loslaten door het trillen en bewegen van uw bas tijdens het spelen of omdat de tape oud wordt en niet meer plakt. We raden aan, dat u deze methode als tijdelijk beschouwt, en in het alge-meen schroeven gebruikt voor het bevestigen van de regelaar.

De regelaar bevestigen met dubbelzijdig tape of klittenband

Gebruik dubbelzijdig tape of klittenband, als u geen gaten in de body van uw basgitaar wilt boren.Denk eraan dat met deze methode de regelaar los kan trillen door het spelen of door veroudering van de tape en ook, afhankelijk van de conditie van het gelakte oppervlak (krakelee, schilfering), kan de lak meekomen met het verwijderen van de tape.Gebruik de bijgeleverde klittenband als u de regelaar meerdere malen wilt verwijderen en weer bevestigen.

1. Plaats de regelaar bovenop uw basgitaar, en beslis waar u hem gaat plaatsen. Houd daarbij de volgende punten in gedachten:

* Is de regelaar zo geplaatst, dat hij niet in de weg zit tijdens het spelen?

* Is de regelaar zo geplaatst, dat u hem gemakkelijk kunt bedienen?

* Zit de regelaar niet in de weg van de Divided Pickup?

* Staat er teveel spanning op de ingangsjack voor het normale element, de Divided Pickup of de GK aansluitkabel?

* Steken de pluggen die in de GK aansluiting of in de ingangsjack voor het normale element zitten niet onder de basgitaar uit? Als ze wel uitsteken kan er spanning ontstaan op de GK aansluiting of op de ingangsjack voor het normale element als de basgitaar wordt neergezet, waardoor deze kun-nen beschadigen.

2. Als u heeft besloten, waar u de regelaar gaat plaatsen, veeg dan eventuele vochtig-heid, olie of stof van die plek weg.

3. Plak dubbelzijdig tape of klittenband op de onderkant van de regelaar.

fig.42

4. Bevestig de regelaar op uw basgitaar.

* Als u de regelaar op een basgitaar met een ronde body bevestigt (bijv. een gewelfde top) kunnen er openingen tussen de regelaar en de basgitaar ont-staan, wat het moeilijk maakt de regelaar te bevestigen. Bevestig in dit geval de bijgeleverde regelaar verstevigers op plaatsen op de body waar deze openingen verschijnen. Gebruik een mes of een schaar om de regelaar versteviger in de geschikte vorm te snijden.

GK

-2B

MA

DE

INJA

PA

N

Page 98: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

18

De GK-2B op uw basgitaar plaatsen

fig.43_e

De regelaar met schroeven bevestigen

1. Plaats de regelaar bovenop uw basgitaar, en beslis waar u hem gaat plaatsen.

Houd daarbij de volgende punten in gedach-ten:

* Is de regelaar zo geplaatst, dat hij niet in de weg zit tijdens het spelen?

* Is de regelaar zo geplaatst, dat u hem gemakkelijk kunt bedienen?

* Zit de regelaar niet in de weg van de Divided Pickup?

* Staat er teveel spanning op de ingangsjack voor het normale element, de Divided Pickup of de GK aansluitkabel?

* Steken de pluggen die in de GK aansluiting of in de ingangsjack voor het normale element zitten niet onder de basgitaar uit? Als ze wel uitsteken kan er spanning ontstaan op de GK aansluiting of op de ingangsjack voor het normale element als de basgitaar wordt neergezet, waardoor deze kun-nen beschadigen.

2. Als u heeft besloten, waar u de regelaar gaat plaatsen, zet de regelaar dan op die plek en boor van boven af proefgaten door de gaten van de regelaar in de body van uw basgitaar.

* Controleer nogmaals, voordat u de proefgaten boort dat er geen problemen zijn met de manier, waarop de Divided Pickup wordt geinstalleerd.

* Een diameter van ongeveer 2 mm is geschikt voor de proefgaten.

3. Plak dubbelzijdig tape op de onderkant van de regelaar, en zet hem vast met de bijgele-verde schroeven (vierblads schroeven).

fig.30

fig.31

* Als u de regelaar op een basgitaar met een ronde body bevestigt (bijv. een gewelfde top), kunnen er openingen tussen de regelaar en de basgitaar ont-staan, wat het moeilijk maakt de regelaar te bevestigen. Bevestig in dit geval de bijgeleverde regelaar verstevigers op plaatsen op de body waar deze openingen verschijnen. Gebruik een mes of een schaar om de regelaar versteviger in de geschikte vorm te snijden.

Regelaar versteviger GK

-2B

MA

DE

INJA

PA

N

Draai de schroef (platte kop) door dit gat.

Page 99: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

19

BedieningDe aansluiting* Om een defect en/of beschadiging aan de speakers

en andere apparatuur te voorkomen, dient u het volume op al uw apparatuur uit te zetten, en op alle apparaten de stroom uit te zetten, voordat u iets aansluit.

* Volg onderstaande werkwijze bij het aanzetten van de stroom, nadat u alles goed heeft aangesloten. Als u deze werkwijze niet volgt, kan er in het systeem een defect optreden of kunnen uw speakers beschadigd raken.

1. Zorg dat uw GK-compatibele apparaat uitstaat en gebruik vervolgens een GK snoer om de GK-2B op uw GK-compatibele apparaat aan te sluiten.

* Sluit de GK aansluiting van de GK-2B aan op uw GK-compatibele apparaat.

fig.32_e

* Gebruik voor de aansluiting van een GK-compatibel apparaat een GK snoer (GKC-3/5/10) of het speciale snoer wat met het GK-compatibele apparaat is meegeleverd. Gebruik nooit een ander soort kabel, omdat daardoor een defect kan ontstaan.

* Het GK snoer beschikt over een sluitmechanisme; trek daarom niet te hard aan het snoer. Haal de sluiting los, voordat u de kabel verwijdert. Druk met uw duim op de sluiting en schuif de plug er daarna voorzichtig uit.

fig.33

GK snoer

GK-compatibel apparaat

GK IN

Page 100: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

20

Bediening

* Denk eraan om tijdens het spelen het GK snoer bij de pin van uw basgitaar om de gitaarband heen te slaan. Doet u dit niet, dan kan uw basgitaar door teveel druk op het snoer beschadigd raken.

fig.34

2. Verbind de grote plug van een normaal basgitaar snoer (met de GK-2B meegeleverd) met de uitgangsjack van uw basgitaar. Verbind de kleine plug met de ingangsjack voor het normale element van de GK-2B.

fig.35_e

* Verbind de grote plug van een normaal basgitaar snoer (met de GK-2B meegeleverd) met de uitgangsjack van uw basgitaar. Verbind de kleine plug met de ingangsjack voor het normale element van de GK-2B. Deze verbinding gebruikt u voor het spelen met alleen de normale klank van uw basgitaar of in combinatie met de klank van het GK-compatibele apparaat. Bovendien dient deze verbinding ervoor om een aarde voor de basgitaar en het GK-compatibele apparaat te creëren. Daarom moet u gebruik maken van deze aansluiting, ook als u de normale klank van de basgitaar niet gebruikt. Als u de verbinding niet op deze manier maakt kan er storing ontstaan.

3. Zet de stroom op het GK-compatibele apparaat aan.

Het stroomlampje van de GK-2B gaat nu branden. U kunt nu met uw basgitaar de klanken van het aangesloten GK-compatibele apparaat bespelen.

* Het stroomlampje gaat alleen branden, als aan de onderstaande twee voorwaarden wordt voldaan. Bovendien gaat het lampje ook niet branden, als u een GK-compatibel apparaat zonder eigen voedingsbron heeft aangesloten, zoals de GKP-4 of de US-20.

(1) Het GK-compatibele apparaat en de GK-2B moeten op de juiste manier met een GK snoer zijn aangesloten.

(2) De stroom op het GK-compatibele apparaat moet aanstaan.

Normaal basgitaar snoer

Page 101: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

21

Algemene specificatiesGK-2B: divided pickup

RegelaarsGK VOLUME knopDOWN/S1 schakelaarUP/S2 schakelaarSelectie schakelaar

LampjesStroomlampje

AansluitingenGK aansluitingIngangsjack voor het normale element

Gewicht90 g

AccessoiresNormaal basgitaarsnoerSet installatie benodigdhedenGebruiksaanwijzing

OptiesGK snoeren: GKC-3, GKC-5, GKC-10

* Met het oog op de verbetering van het product zijn de kenmerken en/of het uiterlijk van dit apparaat aan veran-dering onderhevig, zonder nadere kennisgeving.

Afmetingenfig.50

fig.51

77

80

34

eenheid: mm

118

13

eenheid: mm

fl 3.3

128138

8.72

Page 102: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

22

MEMO

Page 103: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG

InformatieAls u een reparatiedienst nodig heeft, belt u uw dichtstbijzijnde Roland service centrum, of erkend Roland distributeur in uw land, zoals hieronder getoond.

ARGENTINAInstrumentos Musicales S.A.Av.Santa Fe 2055 (1123) Buenos AiresARGENTINATEL: (011) 4508-2700 BRAZILRoland Brasil LtdaRua San Jose, 780 Sala BParque Industrial San JoseCotia - Sao Paulo - SP, BRAZILTEL: (011) 4615 5666

CANADA Roland Canada Music Ltd.(Head Office)5480 Parkwood Way Richmond B. C., V6V 2M4 CANADA TEL: (0604) 270 6626

Roland Canada Music Ltd.(Toronto Office)Unit 2, 109 Woodbine Downs Blvd, Etobicoke, ONM9W 6Y1 CANADA TEL: (0416) 213 9707

MEXICOCasa Veerkamp, s.a. de c.v.Av. Toluca No. 323, Col. Olivar de los Padres 01780 Mexico D.F. MEXICOTEL: 668-0480

PANAMASUPRO MUNDIAL, S.A.Boulevard Andrews, Albrook, Panama City, REP. DE PANAMATEL: 315-0101

U. S. A. Roland Corporation U.S.5100 S. Eastern AvenueLos Angeles, CA 90040-2938,U. S. A.TEL: (323) 890 3700

VENEZUELAMusicland Digital C.A.Av. Francisco de Miranda,Centro Parque de Cristal, Nivel C2 Local 20 CaracasVENEZUELATEL: (212) 285-8586

AUSTRALIA Roland Corporation Australia Pty., Ltd. 38 Campbell Avenue Dee Why West. NSW 2099 AUSTRALIA TEL: (02) 9982 8266 NEW ZEALAND Roland Corporation Ltd.32 Shaddock Street, Mount Eden, Auckland, NEW ZEALAND TEL: (09) 3098 715

HONG KONGTom Lee Music Co., Ltd. Service Division22-32 Pun Shan Street, Tsuen Wan, New Territories, HONG KONGTEL: 2415 0911

CHINABeijing Xinghai Musical Instruments Co., Ltd.6 Huangmuchang Chao Yang District, Beijing, CHINATEL: (010) 6774 7491

Shanghai Xingtong Acoustics Equipment CO.,Ltd.5F. No.1500 Pingliang Road New East Club Plaza, Shanghai, CHINATEL: (021) 5580-0800

INDIARivera Digitec (India) Pvt. Ltd.409, Nirman Kendra Mahalaxmi Flats Compound Off. Dr. Edwin Moses Road, Mumbai-400011, INDIATEL: (022) 498 3079 INDONESIAPT Citra IntiRamaJ1. Cideng Timur No. 15J-150 Jakarta PusatINDONESIATEL: (021) 6324170

MALAYSIABENTLEY MUSIC SDN BHD140 & 142, Jalan Bukit Bintang 55100 Kuala Lumpur,MALAYSIATEL: (03) 2144-3333

PHILIPPINESG.A. Yupangco & Co. Inc.339 Gil J. Puyat AvenueMakati, Metro Manila 1200,PHILIPPINESTEL: (02) 899 9801

SINGAPORESwee Lee Company150 Sims Drive,SINGAPORE 387381TEL: 846-3676

TAIWANROLAND TAIWAN ENTERPRISE CO., LTD.Room 5, 9fl. No. 112 Chung Shan N.Road Sec.2, Taipei, TAIWAN, R.O.C.TEL: (02) 2561 3339 THAILANDTheera Music Co. , Ltd.330 Verng NakornKasem, Soi 2, Bangkok 10100, THAILANDTEL: (02) 2248821

BAHRAINMoon StoresNo.16, Bab Al Bahrain Avenue, P.O.Box 247, Manama 304, State of BAHRAINTEL: 211 005

VIETNAMSaigon Music138 Tran Quang Khai St., District 1Ho Chi Minh CityVIETNAMTEL: (08) 844-4068

JORDANAMMAN Trading Agency 245 Prince Mohammad St., Amman 1118, JORDANTEL: (06) 464-1200

KUWAITEasa Husain Al-YousifiAbdullah Salem Street,Safat, KUWAITTEL: 243-6399 LEBANONA. Chahine & FilsGerge Zeidan St., Chahine Bldg., Achrafieh, P.O.Box: 16-5857Beirut, LEBANONTEL: (01) 20-1441

QATARAl Emadi Co. (Badie Studio & Stores)P.O. Box 62, Doha, QATARTEL: 4423-554 SAUDI ARABIAaDawliah Universal Electronics APLCorniche Road, Aldossary Bldg., 1st Floor, Alkhobar,SAUDI ARABIA

P.O.Box 2154, Alkhobar 31952SAUDI ARABIA TEL: (03) 898 2081 SYRIATechnical Light & Sound CenterBldg. No. 47, Khaled Ebn Al Walid St.Damascus, SYRIATEL: (011) 221-1230

TURKEY Barkat muzik aletleri ithalat ve ihracat Ltd StiSiraselviler Caddesi Siraselviler Pasaji No:74/20 Taksim - Istanbul, TURKEYTEL: (0212) 2499324 U.A.E.Zak Electronics & Musical Instruments Co. L.L.C.Zabeel Road, Al Sherooq Bldg., No. 14, Grand Floor, Dubai, U.A.E.TEL: (04) 3360715

EGYPTAl Fanny Trading Office9, EBN Hagar A1 Askalany Street,ARD E1 Golf, Heliopolis, Cairo 11341, EGYPTTEL: 20-2-417-1828 REUNIONMaison FO - YAM Marcel25 Rue Jules Hermann,Chaudron - BP79 97 491Ste Clotilde Cedex,REUNION ISLANDTEL: (0262) 218-429

SOUTH AFRICAThat Other Music Shop (PTY) Ltd.11 Melle St., Braamfontein, Johannesbourg, SOUTH AFRICA

P.O.Box 32918, Braamfontein 2017 Johannesbourg, SOUTH AFRICATEL: (011) 403 4105

Paul Bothner (PTY) Ltd.17 Werdmuller Centre, Main Road, Claremont 7708SOUTH AFRICA

P.O.BOX 23032, Claremont 7735, SOUTH AFRICATEL: (021) 674 4030

CYPRUSRadex Sound Equipment Ltd.17, Diagorou Street, Nicosia, CYPRUSTEL: (02) 66-9426

DENMARK Roland Scandinavia A/SNordhavnsvej 7, Postbox 880,DK-2100 CopenhagenDENMARK TEL: (039)16 6200 FRANCERoland France SA4, Rue Paul Henri SPAAK, Parc de l’Esplanade, F 77 462 St. Thibault, Lagny Cedex FRANCETEL: 01 600 73 500 FINLANDRoland Scandinavia As, Filial FinlandLauttasaarentie 54 BFin-00201 Helsinki, FINLANDTEL: (9) 682 4020 GERMANY Roland Elektronische Musikinstrumente HmbH.Oststrasse 96, 22844 Norderstedt, GERMANY TEL: (040) 52 60090

GREECESTOLLAS S.A.Music Sound Light155, New National RoadPatras 26442, GREECETEL: (061) 43-5400 HUNGARYIntermusica Ltd.Warehouse Area DEPO Pf.83H-2046 Torokbalint, HUNGARYTEL: (23) 511011 IRELANDRoland IrelandAudio House, Belmont Court,Donnybrook, Dublin 4.Republic of IRELANDTEL: (01) 2603501

ITALYRoland Italy S. p. A. Viale delle Industrie 8, 20020 Arese, Milano, ITALYTEL: (02) 937-78300 NORWAYRoland Scandinavia Avd. Kontor NorgeLilleakerveien 2 Postboks 95 Lilleaker N-0216 Oslo NORWAYTEL: 273 0074 POLANDP. P. H. BrzostowiczUL. Gibraltarska 4.PL-03664 Warszawa POLANDTEL: (022) 679 44 19 PORTUGALTecnologias Musica e Audio, Roland Portugal, S.A.Cais Das Pedras, 8/9-1 Dto4050-465 PORTOPORTUGALTEL: (022) 608 00 60

RUSSIAMuTek3-Bogatyrskaya Str. 1.k.l107 564 Moscow, RUSSIA TEL: (095) 169 5043

SPAINRoland Electronics de España, S. A. Calle Bolivia 239, 08020 Barcelona, SPAINTEL: (93) 308 1000

SWITZERLANDRoland (Switzerland) AGMusitronic AG Gerberstrasse 5, Postfach,CH-4410 Liestal, SWITZERLANDTEL: (061) 927-8383

SWEDEN Roland Scandinavia A/S SWEDISH SALES OFFICEDanvik Center 28, 2 tr. S-131 30 Nacka SWEDEN TEL: (08) 702 0020

UKRAINETIC-TACMira Str. 19/108P.O. Box 180 295400 Munkachevo, UKRAINETEL: (03131) 414-40 UNITED KINGDOM Roland (U.K.) Ltd.Atlantic Close, Swansea Enterprise Park, SWANSEASA7 9FJ, UNITED KINGDOMTEL: (01792) 700139

KOREACosmos Corporation1461-9, Seocho-Dong,Seocho Ku, Seoul, KOREATEL: (02) 3486-8855

AUSTRIARoland Austria GES.M.B.H.Siemensstrasse 4, P.O. Box 74,A-6063 RUM, AUSTRIATEL: (0512) 26 44 260 BELGIUM/HOLLAND/LUXEMBOURGRoland Benelux N. V.Houtstraat 3, B-2260, Oevel (Westerlo) BELGIUMTEL: (014) 575811

AFRICA

CHILEComercial Fancy S.A.Rut.: 96.919.420-1Nataniel Cox #739, 4th FloorSantiago - Centro, CHILETEL: (02) 688-9540

URUGUAYTodo Musica S.A.Francisco Acuna de Figueroa 1771C.P.: 11.800 Montevideo, URUGUAYTEL: (02) 924-2335

EUROPEAUSTRALIA/NEW ZEALAND

ASIA

CENTRAL/LATINAMERICA

NORTH AMERICA

MIDDLE EAST

AFRICA

EL SALVADOROMNI MUSIC75 Avenida Norte y Final Alameda Juan Pablo , Edificio No.4010 San Salvador, EL SALVADORTEL: 262-0788

ROMANIAFBS LINESPiata Libertatii 1,RO-4200 GheorghehiTEL: (095) 169-5043

PARAGUAYDistribuidora De Instrumentos MusicalesJ.E. Olear y ESQ. Manduvira Asuncion PARAGUAYTEL: (021) 492-124 PERUVIDEO Broadcast S.A.Portinari 199 (ESQ. HALS), San Borja, Lima 41,REP. OF PERUTEL: (01) 4758226

COSTA RICAJUAN Bansbach Instrumentos MusicalesAve.1. Calle 11, Apartado 10237,San Jose, COSTA RICATEL: 258-0211

CRISTOFORI MUSIC PTE LTDBlk 3014, Bedok Industrial Park E, #02-2148, SINGAPORE 489980TEL: 243 9555

IRANMOCO, INC.No.41 Nike St., Dr.Shariyati Ave.,Roberoye Cerahe MirdamadTehran, IRANTEL: (021) 285-4169

ISRAELHalilit P. Greenspoon & Sons Ltd.8 Retzif Ha’aliya Hashnya St.Tel-Aviv-Yafo ISRAELTEL: (03) 6823666

Page 104: Gebruikershandleiding5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Leest u het volgende goed door, als toevoeging op de instructies uit “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT VEILIG