Geachte redactie, beste Lut De Rijdt

1
FORUM Geachte redactie, beste Lut De Rijdt Reactie op boekbespreking, Tijdschriftvoor Psychotherapie, 32, 213-216 Bert Sanders Ik las de bespreking door Lut De Rijdt van mijn bij- drage aan de bundel ‘Adolescenten en de liefde’ (Roo- sen, Savenije, Kolman & Beunderman, 2004).Ik kan mij niet verenigen met de context waarin mijn artikel geplaatst wordt: die van Kleins nadruk op het ‘gemis’ en op het ‘aan bod komen van het in de adolescentie zo belangrijke narcisme’ (p. 214). In mijn artikel komen die bij mijn weten niet voor. Ik stel dat er in de recente psychotherapeutische literatuur niet heel veel te vinden is over adolescenten en homoseksualiteit, en in de psy- choanalyse alleen de achterhaalde discussies rond de (oudbakken) Oedipustheorie, die niet over adolescenten gaat. De analytici die zich wel bezighouden met adoles- centen (onder anderen Fraiberg, Laufer en Blos) base- ren zich evenzeer op deze theorie of wringen zich in bochten om de theorie aan te passen aan de psycho- analytische cultuur (Isay). Dit is overigens maar een klein gedeelte van mijn bijdrage. Mijn belangrijkste stelling is dat een homoseksuele adolescent zijn identiteit in een tweestromenland moet ontwikkelen. Aan de ene kant de officie¨le opvatting: ‘Homoseksuele emancipatie is een voldongen feit’; aan de andere kant de verborgen of openlijke discriminatie op onder meer scholen en sportvelden, die de laatste jaren versterkt is door in Nederland recentelijk gevestigde andere culturen. In dit tweestromenland moet de homo- seksuele adolescent, anders dan zijn/haar leeftijdsgeno- ten, een existentie¨le keuze maken: ben ik het en vertel ik het? Tegenover het geı¨nternaliseerde heteroseksisme – een in de maatschappij verankerd systeem dat homoseksua- liteit als onnatuurlijk, pervers en minderwaardig beschouwt – stel ik de vooral voor hulpverleners en opvoeders gewenste affirmatieve houding: homosek- sualiteit is een van de vele varianten van seksualiteit waarmee je gelukkig kunt worden en anderen gelukkig kunt maken. Die attitude is voorwaarde voor een ver- antwoorde hulpverlening aan adolescenten met homo- seksuele identiteitsproblematiek. Als ik het juist zie, heeft Lut de Rijdt de essentie van mijn artikel – de specifieke situatie en identiteitsontwik- keling van de homoseksuele adolescent in deze tijd en het standpunt van de hulpverlener – niet opgemerkt en gere- censeerd. Ik vind die situatie en de attitude van de hulp- verlener problematisch casu quo belangrijk genoeg om alsnog onder de aandacht van de lezer te brengen. Tijdschrift voor Psychotherapie (januari 2006) 32:226 DOI 10.1007/BF03062232 13

Transcript of Geachte redactie, beste Lut De Rijdt

Page 1: Geachte redactie, beste Lut De Rijdt

FORUM

Geachte redactie, beste Lut De Rijdt

Reactie op boekbespreking, Tijdschriftvoor Psychotherapie, 32, 213-216

Bert Sanders

Ik las de bespreking door Lut De Rijdt van mijn bij-

drage aan de bundel ‘Adolescenten en de liefde’ (Roo-

sen, Savenije, Kolman & Beunderman, 2004).Ik kan mij

niet verenigen met de context waarin mijn artikel

geplaatst wordt: die van Kleins nadruk op het ‘gemis’

en op het ‘aan bod komen van het in de adolescentie zo

belangrijke narcisme’ (p. 214). In mijn artikel komen die

bij mijn weten niet voor. Ik stel dat er in de recente

psychotherapeutische literatuur niet heel veel te vinden

is over adolescenten en homoseksualiteit, en in de psy-

choanalyse alleen de achterhaalde discussies rond de

(oudbakken) Oedipustheorie, die niet over adolescenten

gaat. De analytici die zich wel bezighouden met adoles-

centen (onder anderen Fraiberg, Laufer en Blos) base-

ren zich evenzeer op deze theorie of wringen zich in

bochten om de theorie aan te passen aan de psycho-

analytische cultuur (Isay). Dit is overigens maar een

klein gedeelte van mijn bijdrage.

Mijn belangrijkste stelling is dat een homoseksuele

adolescent zijn identiteit in een tweestromenland moet

ontwikkelen. Aan de ene kant de officiele opvatting:

‘Homoseksuele emancipatie is een voldongen feit’; aan

de andere kant de verborgen of openlijke discriminatie

op ondermeer scholen en sportvelden, die de laatste jaren

versterkt is door in Nederland recentelijk gevestigde

andere culturen. In dit tweestromenland moet de homo-

seksuele adolescent, anders dan zijn/haar leeftijdsgeno-

ten, een existentiele keuze maken: ben ik het en vertel ik

het?

Tegenover het geınternaliseerde heteroseksisme – een

in de maatschappij verankerd systeem dat homoseksua-

liteit als onnatuurlijk, pervers en minderwaardig

beschouwt – stel ik de vooral voor hulpverleners en

opvoeders gewenste affirmatieve houding: homosek-

sualiteit is een van de vele varianten van seksualiteit

waarmee je gelukkig kunt worden en anderen gelukkig

kunt maken. Die attitude is voorwaarde voor een ver-

antwoorde hulpverlening aan adolescenten met homo-

seksuele identiteitsproblematiek.

Als ik het juist zie, heeft Lut de Rijdt de essentie van

mijn artikel – de specifieke situatie en identiteitsontwik-

keling van de homoseksuele adolescent in deze tijd en het

standpunt van de hulpverlener – niet opgemerkt en gere-

censeerd. Ik vind die situatie en de attitude van de hulp-

verlener problematisch casu quo belangrijk genoeg om

alsnog onder de aandacht van de lezer te brengen.

Tijdschrift voor Psychotherapie (januari 2006) 32:226

DOI 10.1007/BF03062232

13