GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we...

116
Eindverhandeling tot master in de Communicatiewetenschappen Student: Jeroen Gobin Promotor: Prof. Dr. K. Vandenbrande Organisatie: Tvbrussel Academiejaar 2007-2008 Tvbrussel: een beloftevolle toekomst? Een adviserende beleidsstudie op basis van een analyse over de sterktes, pijnpunten, mogelijkheden en bedreigingen van een atypische regionale zender zoals tvbrussel anno 2008.

Transcript of GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we...

Page 1: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

GC

Eindverhandeling tot master in de Communicatiewetenschappen Student: Jeroen GobinPromotor: Prof. Dr. K. VandenbrandeOrganisatie: TvbrusselAcademiejaar 2007-2008

Tvbrussel: een beloftevolle toekomst? Een adviserende beleidsstudie op basis van een analyse over de sterktes, pijnpunten, mogelijkheden en bedreigingen van een atypische regionale zender zoals tvbrussel anno 2008.

Page 2: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

"Yes, there were times, I'm sure you knew

When I bit off more than I could chew

But through it all, when there was doubt,

I ate it up and spit it out.

I faced it all and I stood tall,

And dit it my way."

Frank Sinatra

Page 3: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

Voorwoord

Punt. Zo eindigt maanden onderzoek. De simpelheid van het laatste teken in deze studie staat in

fel contrast met wat pagina's ervoor werd neergepend. Complexe academische bedenkingen, uren

boeiende interviews, wettelijke bepalingen, interpretaties en analyses: niets stond een zo

diepgaand mogelijk onderzoek in de weg. Af en toe was het een heel klein beetje oorlog tussen

mezelf en mezelf om keuzes te maken en knopen door te hakken, maar elke beslissing gedurende

het hele proces is een secure afweging geweest van de pro's en contra's in functie van de

verschillende betrokken partijen. Achter elke stap die ik gezet heb, sta ik dan ook volledig,

weliswaar uitkijkend met afwachtende en nieuwsgierige blik naar reacties en kanttekeningen.

Met deze masterproef zet ik – jawel - een punt achter vier jaren Communicatiewetenschappen. Het

vuur om er een succes van te maken, is steeds aanwezig geweest. De kritische geest van de

vakgroep heeft me voor een deel gevormd zoals ik nu ben en denk. Ook de vele vrienden en

kennissen die ik aan mijn olijk VUB-avontuur heb overgehouden, openden mijn wereld. En toch

brand ik nu van verlangen naar iets nieuws. Een volgende stap in het leven, zoals we dat ietwat

clichématig kunnen omschrijven. Maar het klopt wel. Laat me los in het communicatiewereldje,

want het kriebelt.

Even cliché in een voorwoord zijn de lofwoorden voor al wie voor begeleiding en ondersteuning

zorgde. Daarom zijn ze echter niet minder gemeend. Een duizendtal bedankjes zijn dan ook op hun

plaats voor mijn vriendin Laure en mijn zorgzame mama die me maanden in mijn directe omgeving

hebben ondersteund. Ook mijn papa en tante die me - jawel ook hier weer - de puntjes op de i

lieten zetten en mijn broer, grootouders en vrienden die voor de nodige dosis entertainment

zorgden, krijgen dankwoordjes. Daarnaast wil ik iedereen bedanken die meegewerkt heeft aan dit

onderzoek, en dan in eerste instantie Geert De Wael van tvbrussel die me vakkundig in de wondere

wereld van regionale televisie inleidde. Tot slot, mogen mijn promotor Prof. Dr. Kristel

Vandenbrande, mijn copromotor Prof. Dr. Caroline Pauwels en mijn begeleider bij de

Wetenschapswinkel, Stefanie Goovaerts, niet ontbreken voor hun geïnvesteerde tijd, medewerking

en kritische bijsturingen gedurende het hele academiejaar.

En laat ik nu afsluiten met het plaatsen van dat heerlijke gevoel van simpelheid: de allerlaatste

punt.

Jeroen Gobin

Page 4: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

1

1 Inhoudsopgave

2 Algemene inleiding ____________________________________________________________ 4

3. Theoretische perspectieven _____________________________________________________ 9

3.1 Inleiding _________________________________________________________________ 9

3.2 Kleinschalige media in een (lokale) democratie: voor en/of van de gemeenschap? ______ 10

3.2.1 Kleinschalige media ___________________________________________________ 10

3.2.2.1 Een breed begrip __________________________________________________ 10

3.2.2.1.1 Kleinschaligheid _______________________________________________ 10

3.2.2.1.2 Community tv als kleinschalig burgermedium ________________________ 10

3.2.2.1.3 Regionale en lokale televisie _____________________________________ 12

3.2.2.1.4 Functies en rollen voor lokale televisie _____________________________ 13

3.2.3 Kleine media, democratie en participatie ___________________________________ 15

3.2.3.1 Participatie, publieke sfeer en engagement: wat en waarom? _______________ 15

3.2.3.2 Deliberatieve en participatieve democratie: twee tegengestelden? ___________ 18

3.2.3.2.1 Democratie: een tour d'horizon ___________________________________ 18

3.2.3.2.2 Deliberatieve democratie ________________________________________ 19

3.2.3.2.3 Participatieve democratie________________________________________ 20

3.2.3.2.4 De twee modellen als tegengestelden? _____________________________ 20

3.3 Web 2.0 als ondersteuning van de informatieve en participatieve rol van lokale media? __ 22

3.3.1 Web 2.0 als breed begrip _______________________________________________ 22

3.3.2 Belang van een "nieuwe technologie" zoals Web 2.0 voor lokale media ___________ 23

3.3.3 Participatie als kenmerk van user generated content__________________________ 26

3.3.3 Het gevaar van technologisch determinisme ________________________________ 28

3.4 Public service en regionale omroepen _________________________________________ 29

3.4.1 Regionale commerciële en openbare omroepmodellen_________________________ 29

3.4.2 Public service als basis voor de regionale tv-omroep in Vlaanderen ______________ 31

3.4.3 Het belang van public service voor de lokale tv-omroep _______________________ 33

3.5 Tvbrussel in het Vlaamse medialandschap: een atypische regionale omroep? __________ 37

3.5.1 Regionale omroepen in Vlaanderen _______________________________________ 37

3.5.2 Tvbrussel als vreemde eend in de bijt? ____________________________________ 39

3.5.2.1 Zendgebied ______________________________________________________ 40

3.5.2.2 Subsidiërende overheden ___________________________________________ 40

3.5.2.3 Interne organisatie ________________________________________________ 41

3.5.2.4 Programma's _____________________________________________________ 42

3.5.3 Tvbrussel en zijn opdracht nader bekeken __________________________________ 43

3.5.3.1 Algemeen________________________________________________________ 43

3.5.3.2 Informatie _______________________________________________________ 45

3.5.3.3 Participatie_______________________________________________________ 45

3.6 Besluit theoretisch kader ___________________________________________________ 47

4 Tvbrussel doorgelicht__________________________________________________________ 50

4.1 Tvbrussel doorgelicht: inleiding ______________________________________________ 50

4.2 Onderzoeksvragen ________________________________________________________ 51

4.3 Methodologisch kader______________________________________________________ 52

Page 5: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

2

4.3.1 Dimensie 1: Opdracht tvbrussel __________________________________________ 52

4.3.2 Dimensie 2: User generated content en tvbrussel ____________________________ 56

4.4 Onderzoeksbevindingen ____________________________________________________ 57

4.4.1 Dimensie 1: de opdracht en de invulling van de opdracht van tvbrussel___________ 57

4.4.1.1 Beleidsmatige positionering tvbrussel: de opdracht _______________________ 57

4.4.1.1.1 Algemene opdrachten: vernieuwing voor de deur? ____________________ 58

4.4.1.1.2 Informatie, ontspanning en participatie: ook toekomstige taken? ________ 60

4.4.1.1.3 De relatie met de overheden _____________________________________ 62

4.4.1.1.4 Eerste tussentijdse SWOT-analyse (de opdracht) _____________________ 63

4.4.1.2 Informatieverspreiding en –vergaring__________________________________ 64

4.4.1.2.1 Programmabeleid ______________________________________________ 65

4.4.1.2.2 Samenwerkingen ______________________________________________ 66

4.4.1.2.2.1 Crossmediale samenwerking binnen Nederlandstalige Brusselse media 66

4.4.1.2.2.2 Samenwerkingsverband binnen Brussel, met Télé Bruxelles _________ 69

4.4.1.2.2.3 Samenwerkingsverband in Vlaanderen met de VRT________________ 70

4.4.1.2.3 Tweede tussentijdse SWOT-analyse (informatieverspreiding en –vergaring) 72

4.4.1.3 Burgerparticipatie in reportages op tvbrussel ____________________________ 73

4.4.1.3.1 Vrij Podium: burgertelevisie op tvbrussel ___________________________ 73

4.4.1.3.2 Derde tussentijdse SWOT-analyse (Burgerparticipatie in tvbrussel) _______ 77

4.1.1.4 Aanvullingen voor een slagvaardige toekomst voor tvbrussel _______________ 78

4.1.1.4.1 De aanvullingen voor een slagvaardige toekomst _____________________ 78

4.4.1.4.2 Vierde tussentijdse SWOT-analyse (slagvaardige toekomst tvbrussel)_____ 80

4.4.2 Dimensie 2: User generated content en tvbrussel ____________________________ 80

4.4.2.1 Op zoek naar een invulling van user generated content voor tvbrussel ________ 81

4.4.2.2 De drijfveer van de gebruiker om online content te leveren_________________ 83

4.4.2.2.1 Het gemeenschapsgevoel als drijfveer______________________________ 83

4.4.2.2.2 Materiële beloningen als lokmiddel ________________________________ 84

4.4.2.3 User generated content als bijkomende bron voor informatievergaring________ 85

4.4.2.4 Mogelijke gevolgen voor het merk tvbrussel_____________________________ 86

4.4.2.4.1 Nood aan moderatie? ___________________________________________ 86

4.4.2.4.2 Kwaliteit van de bijdrages? ______________________________________ 87

4.4.2.5 Tussentijdse SWOT-analyse _________________________________________ 88

4.5 Synthese en aanbevelingen _________________________________________________ 90

4.5.1 SWOT-analyse en confrontatiematrix ______________________________________ 90

4.5.2 Conclusies ___________________________________________________________ 93

4.5.2.1 Dimensie 1: de opdracht ____________________________________________ 93

4.5.2.2 Dimensie 1: informatieverspreiding en –vergaring ________________________ 94

4.5.2.3 Dimensie 1: burgerparticipatie in tvbrussel _____________________________ 96

4.5.2.4 Dimensie 1: aanvullingen voor slagvaardige toekomst_____________________ 97

4.5.2.5 Dimensie 2: user generated content en tvbrussel ________________________ 98

4.5.3 Beleidsaanbevelingen __________________________________________________ 99

5 Algemeen besluit ____________________________________________________________ 103

6 Bibliografie_________________________________________________________________ 105

Page 6: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

3

7 Lijst van figuren en tabellen ___________________________________________________ 112

8 Bijlagen ___________________________________________________________________ 113

Aantal woorden onderzoek: 38961

Page 7: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

4

2 Algemene inleiding

Lokale media hebben vandaag nog steeds een belangrijke plaats in het dagelijkse leven van

mensen. Kleinschalige media nemen vandaag in het Vlaamse medialandschap dan ook een

voorname plaats in. De honger naar lokaal nieuws blijft ondanks – of misschien wel dankzij ? – het

fenomeen van globalisering groot voor burgers in een samenleving. Over de gemeenschap waarin

zij leven willen velen informatie. Kleinschalige media hebben dan ook een belangrijke rol te spelen

in het informeren van de lezer, luisteraar of kijker. Maar deze lokale media kunnen naast het

informeren een gemeenschap ook laten participeren aan de – lokale – democratie waarvan zij deel

uitmaakt.

Zoals we in dit onderzoek zullen zien, wordt er in de literatuur over kleinschalige media vaak

gewezen op de mogelijkheden van lokale, 'kleine' media om burgers nauwer bij de democratie en

lokale samenleving te betrekken. Specifieker is dit nog het geval voor de regionale omroepen in

Vlaanderen. In hun opdrachten opgelegd door de Vlaamse overheid worden immers linken gelegd

naar de samenleving en de lokale identiteit die de omroepen dienen te bereiken. Binnen het idee

van de publieke opdracht, van public service zo u wil, worden vaak kaders geschetst om de

democratie en de samenleving te ondersteunen en dit via zowel informatieve als participatieve

projecten.

Tvbrussel is zo'n Vlaamse regionale omroep met een publieke opdracht. Deze televisieomroep

zullen we in dit onderzoek als case bestuderen. Al meer dan veertien jaar is tvbrussel de

Nederlandstalige regionale zender van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Na deze periode is de

zender niet meer weg te denken uit het Brusselse medialandschap. In een mediawereld die

bovendien steeds volop in beweging is, kan een omroep zoals tvbrussel het zich niet veroorloven

om stil te blijven staan. De lokale omroep moet zichzelf een duidelijke visie opleggen om ook in de

toekomst de aangegane engagementen waar te maken en zelf een nieuwe beloftevolle toekomst op

te bouwen. Gelegen in de Europese en Belgische hoofdstad heeft tvbrussel immers tal van troeven

in handen voor de (inter)nationale en lokale kijker. Maar wat zijn nu juist de troeven waarover

tvbrussel beschikt? En hoe kunnen deze verbeterd worden in functie van de democratische

samenleving waarvoor tvbrussel werkt?

Het onderzoek

Vanuit deze vragen destilleerden we de titel van dit werk 'Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?

Een adviserende beleidsstudie op basis van een analyse over de sterktes, pijnpunten,

mogelijkheden en bedreigingen van een atypische regionale zender zoals tvbrussel anno 2007.'

Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf

aan de vooravond van de onderhandelingen over nieuwe driejarencontracten met de Vlaamse en

Vlaams-Brusselse overheid moet heruitvinden om een slagvaardige rol te kunnen spelen in het

medialandschap van de toekomst. Om dit op een afgebakende en heldere wijze te kunnen

onderzoeken, focussen we ons op twee dimensies die nauw samenhangen en die bovendien

Page 8: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

5

betrekking hebben op de opdracht en de rol van tvbrussel binnen een democratie. We gaan daarbij

ook na of tvbrussel als een atypische regionale zender met een zeer specifieke opdracht vanuit de

Vlaamse en Vlaams-Brusselse overheid tot zijn recht komt in het Vlaamse medialandschap.

In een eerste dimensie staan de opdrachten van tvbrussel centraal. We stellen ons eerst en vooral

vragen over de opdracht van tvbrussel. Het kader dat door de overheden wordt opgelegd aan de

tv-omroep is immers bepalend voor de richting die tvbrussel dient te volgen om de opdracht in te

vullen, of met andere woorden om programma's te maken. Wat is de rol die door de overheid voor

tvbrussel op vlak van informatie en participatie is weggelegd? We stellen ons de volgende – vrij

algemene – onderzoeksvragen:

1) Voldoen de huidige taken van tvbrussel als regionale zender met een publieke opdracht aan

de visie die de betrokken actoren op tvbrussel hebben? Waarom?

Hoe zijn informatieve en participatieve elementen met betrekking tot de Vlaamse en/of

Brusselse lokale gemeenschap in de opdracht opgenomen?

Wat is de rol van de overheid bij de convenant en daarnaast?

Ook die invulling van de opdracht komt in de eerste dimensie aan bod. Concreet zullen we de

kijken hoe tvbrussel de prioritaire taak, het informeren, invult in het programmabeleid en hoe

tvbrussel de informatieverspreiding kan verbeteren door samenwerkingen met andere media aan

te gaan. Daarnaast willen we ook maatschappelijke participatie van de Brusselse burger binnen de

programma's van tvbrussel bestuderen om te kijken of ook deelname van burgers aan

programma's op tvbrussel kan en vooral, of dit een meerwaarde kan betekenen voor de toekomst.

De volgende onderzoeksvragen komen hierbij aan bod:

2) Hoe vult tvbrussel de informatieve component van de opdracht in? Waarom op die manier?

Welke visie gaat er schuil achter het programmabeleid? Is deze bevorderlijk voor het

uitvoeren van de opdracht?

In welke zin kunnen samenwerkingen met andere mediapartners een meerwaarde

betekenen voor de informatievergaring en –verspreiding van tvbrussel?

3) Op welke manier kan het programma-aanbod van een regionale tv-omroep met een

publieke opdracht als tvbrussel ook participatie van de burger omvatten? Brengt het

huidige tvbrussel dat programma-aanbod? Waarom wel of niet?

Als laatste onderzoeksvraag binnen deze eerste dimensie over de huidige opdracht van tvbrussel

zullen we op zoek gaan naar sleuteldossiers voor de toekomst voor tvbrussel die niet binnen de

antwoorden op de vorige onderzoeksvragen passen.

4) Hoe kan tvbrussel een slagvaardige toekomst tegemoet gaan volgens de betrokken

actoren? Wat zijn volgens hen sleuteldossiers voor tvbrussel om haar informatieve en

participatieve opdracht uit te (blijven) oefenen?

Page 9: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

6

In een tweede dimensie gaan we specifiek op zoek naar een uitdaging waarvoor tvbrussel op

technologisch en inhoudelijk vlak staat. Zo zullen we de mogelijkheden van (online) user generated

content voor tvbrussel bespreken. Zoals we verder in dit onderzoek zullen zien, wordt aan het

implementeren van bepaalde concepten van user generated content een grote participatieve kracht

toegeschreven. Daarnaast biedt het, volgens een aantal auteurs, voor traditionele media een extra

mogelijkheid om nieuws te kunnen detecteren. Deze visies over user generated content wierpen bij

ons de vraag op of het uitbouwen van een dergelijk online platform bij tvbrussel ook de opdracht

van de Brusselse tv-omroep kan ondersteunen. En zo ja, op welke manier? We gaan op zoek naar

antwoorden op deze vragen:

1) Wat is user generated content? Kan dit implementeren in het aanbod van tvbrussel een

meerwaarde bieden voor het vervullen van de opdracht? Waarom wel, waarom niet? Op

welke wijze kan dit ingevuld worden bij tvbrussel?

De relevantie

Enerzijds is tvbrussel een vertegenwoordiger van de Nederlandstaligen in de hoofdstad. Binnen de

Belgische, Vlaamse en Waalse politieke context heeft deze omroep dan ook een belangrijke

(symbolische) rol toebedeeld gekregen. Tvbrussel is onmogelijk los te koppelen van de

maatschappij waarin zij functioneert. Meer zelfs, zij is er een product van. Anderzijds kunnen we

het maatschappelijk belang van tvbrussel ook op een algemener niveau situeren. Zoals aangehaald

krijgen lokale zenders in de literatuur vaak een belangrijke functie(s) toegewezen. Ze zorgen er

immers voor dat ook het lokale nieuws aan bod komt en zo de gemeenschap kan versterkt worden.

Niet onbelangrijk is ook mee te geven dat het gebruik van nieuwe technologieën de lokale

gemeenschappen verder kunnen ondersteunen. Ook op tvbrussel zijn deze theorieën van

toepassing. Onze analyse en de uiteindelijke beleidsadviezen die we zullen uitwerken, kunnen deze

gemeenschapsbevorderende omroep ondersteunen en adviseren om ook in de toekomst haar

lokale functie verder volwaardig te kunnen vervullen.

Het is uiteraard ook van maatschappelijk belang om een specifieke case zoals tvbrussel te

onderwerpen aan een kritische analyse om ook in de toekomst de kijkers van tvbrussel, de

bewoners van de stad Brussel of externen een sterke en slagvaardige, lokale, Nederlandstalige

omroep in Brussel te blijven aanbieden. In dit onderzoek gaan we op zoek naar de invulling van de

opdracht van tvbrussel en dat op verscheidene welafgebakende domeinen. Met andere woorden:

hoe krijgt het product "tvbrussel" de invulling die in grote lijnen in de opdracht werd vastgelegd en

hoe gaat het om met de uitdagingen in het steeds veranderende medialandschap? Juist daarom

willen we een diagnose stellen over de situatie waarin tvbrussel zich op dit moment bevindt en

willen we opties suggereren om tvbrussel ook in de toekomst slagvaardig te maken. Het onderzoek

levert dan rechtstreeks aan tvbrussel een overzichtelijke lijst van pijnpunten en sterktes, maar wil

tevens naar de externe betrokkenen zoals de overheid duidelijke signalen geven over wat tvbrussel

nodig heeft om de samenleving een meerwaarde te kunnen bieden. Ook op dit vlak zijn de

suggesties achteraf voor verschillende maatschappelijke actoren relevant.

Page 10: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

7

Op wetenschappelijk vlak is er duidelijke overeenstemming over het belang van lokale media. De

invulling van die lokale media kan echter op verschillende manieren gebeuren. Sommige auteurs

hanteren een meer participatieve visie op lokale media. De omroepen zijn er volgens hen om de

lokale gemeenschap actief te laten meewerken aan hun gemeenschap. Andere auteurs leggen de

klemtoon dan weer op het informatieve aspect. Informatie over wat om de hoek gebeurt, is een

noodzaak in de lokale samenleving menen zij. We zullen aanvoeren dat een combinatie van zowel

informatie door als participatie in lokale tv-programma's de samenleving op politiek, sociaal en

cultureel vlak kan ondersteunen. Dit onderzoek met als case tvbrussel kan het debat over de

functies van lokale media en specifieker over de rol van tvbrussel na 2007 en 2008 verrijken.

Vermits er zeer weinig wetenschappelijk werk over tvbrussel zelf gemaakt is en ook de zender zelf

over bijzonder weinig bruikbaar (wetenschappelijk) voorbeeldmateriaal beschikt, lijkt het ons

opportuun om tvbrussel door te lichten en enkele adviezen te verstrekken. Een thesis uit 1994 gaf

een eerste aanzet, gevolgd door één uit 2000, maar nooit lag de hele focus op de opdracht van de

omroep. Deze masterproef wil dus een aantal vragen voor bijkomend onderzoek op vlak van lokale

media naar voren brengen en binnen de case van tvbrussel ook de wetenschappelijke discussie

aanzwengelen.

De structuur van het onderzoek

Op basis van een literatuurstudie gaan we eerst op zoek naar visies en perspectieven op mogelijke

taken van een regionale tv-omroep zoals tvbrussel. Wat zijn nu die functies die vaak aan lokale

media in democratieën worden toegeschreven? We zullen beargumenteren dat informeren van de

lokale burger de lokale democratie ten goede komt, maar dat ook participatie van die burger de

betrokkenheid bij zijn lokaal medium én bij de samenleving kan vergroten. Daarna staan we ook

stil bij de visies over de informatieve en participatieve mogelijkheden van user generated content

en de manier waarop dit in zijn technische én sociale component als een nieuwe technologie kan

bestempeld worden. Vervolgens zullen we op basis van documenten het tvbrussel van vandaag

situeren en contextualiseren. Het in kaart brengen van de invulling van de opdrachten met de

Vlaamse en Brusselse overheid pakken we aan in ons empirisch deel. Zoals eerder vermeld deelden

we om enige afbakening te kunnen maken onze empirische studie op in twee dimensies.

Het doel van de eerste dimensie is om de opdracht en de invulling ervan te problematiseren en in

vraag te stellen. We gaan na op welke manier de huidige opdrachten en het huidige

programmabeleid van tvbrussel de Brusselse (en Vlaamse) lokale gemeenschap ondersteunen op

informatief en participatief vlak. Na het behandelen van de opdrachten an sich zullen we het

programmabeleid in kaart trachten te brengen. Op basis van interviews met beleidsmakers bij

tvbrussel zullen we nagaan waarom programma's uitgezonden worden en andere niet. Verder

zullen we peilen naar lacunes in het huidige programmabeleid op vlak van informatie en

participatie. De diagnose die daar via een SWOT-analyse zal gesteld worden, moet het ons

mogelijk maken om een aantal vereisten voor een beloftevolle toekomst te kunnen oplijsten.

Als tweede dimensie behandelen we een (technologische) uitdaging waarvoor tvbrussel op

participatief en informatief vlak staat. Hierin zullen we de haalbaarheid van user generated content

Page 11: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

8

in kaart brengen. Steeds meer media maken gebruik van inhouden die door actieve kijkers en

lezers worden aangebracht. Onze focus zal hierbij liggen op de mogelijkheden en bedreigingen van

een dergelijke participatie van de lokale burger.

Binnen deze twee dimensies zullen we telkens met experten praten over de hete en minder hete

hangijzers binnen het participatief en informatief project waarin tvbrussel zich zou kunnen

(blijven?) manifesteren. Per dimensie zal een evaluatie volgen van sterktes, zwaktes en

opportuniteiten en bedreigingen. Het gebruik van een dergelijke SWOT-analyse moet ons in staat

kunnen stellen om op een overzichtelijke wijze lacunes en gevaren binnen de besproken dimensies

en topics te identificeren.

Nadien volgt een synthese met beleidsaanbevelingen waarin we op basis van het empirische

onderzoek de geïdentificeerde zwaktes, sterktes, bedreigingen en opportuniteiten zullen trachten

om te zetten in strategische aandachtspunten voor de toekomst.

Natuurlijk vindt dit onderzoek niet opnieuw het warm water uit. Het levert een kleine bijdrage aan

het grote onderzoek over de rol van lokale televisie zoals tvbrussel. Het is belangrijk ook deze

masterproef ook binnen een theoretische visie op lokale media te situeren. Van begin tot het einde

lopen participatieve en informatieve mogelijkheden van kleinschalige media als rode draad

doorheen dit onderzoek. Omwille van pragmatische redenen moeten er keuzes gemaakt worden.

Dat zijn keuzes die allesbehalve absoluut zijn, maar die hun oorsprong vinden in het perspectief

waarbinnen dit onderzoek is opgevat. Elke keuze zal beargumenteerd worden doorheen dit werk.

Toch blikken we als allerlaatste aspect nog even kort terug op het hele onderzoek. Om deze

masterproef in een helder en duidelijk perspectief te plaatsen, is een kritische zelfreflectie over dit

onderzoek immers onmisbaar.

Page 12: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

9

3. Theoretische perspectieven

3.1 Inleiding

Binnen onze theoretische omkadering die we voor het empirische onderzoek zullen uitwerken,

werken we volgens een vierdelige structuur. In een eerste deel behandelen we de theoretische

reflecties omtrent kleinschalige media en hun plaats en rol in een democratische samenleving. We

werpen een eerste aftastende blik op de invulling die begrippen als lokale, regionale en

gemeenschapsmedia in de literatuur krijgen. Daarna zoeken we naar de functies van deze media in

onze democratische samenleving. Natuurlijk stelt dit op zich weer een fundamentele vraag in dit

onderzoek: wat verstaan we onder die democratische samenleving en hoe kunnen media en

specifieker binnen het afgebakende perspectief een actieve rol in een gemeenschap opnemen?

In het tweede deel verdiepen we ons in het belang van Web 2.0 voor lokale media. We gaan na

wat Web 2.0 nu juist inhoudt. Hoe kunnen user generated content en het internet in het algemeen

de participatieve en informerende taken van een regionale omroep in Vlaanderen ondersteunen?

Bovendien moeten we ons afvragen waarom user generated content een meerwaarde kan

betekenen voor een regionale omroep zoals tvbrussel. We tasten de mogelijkheden af en gaan ook

even dieper in op de participatie die binnen user generated content een centraal belang wordt

toegedicht.

Als derde thema binnen deze theoretische omkadering willen we de concepten van public service

en publieke omroep tegenover dat van de commerciële omroep plaatsen. Deze concepten zijn

vooral op nationale omroepen van toepassing, maar in dit stuk willen we de mogelijkheid nagaan

om dit ook op regionaal niveau toe te passen. Wat zouden dan de hoofdtaken van een regionale

omroep zijn? Op welke vlakken zou een lokale omroep met een public service-taak zich moeten

onderscheiden van zijn commerciële tegenhanger?

Vervolgens stappen we over naar de case die we in ons empirisch onderzoek zullen bestuderen,

tvbrussel. Om deze in de theoretische perspectieven te plaatsen, contextualiseren we de Brusselse

tv-omroep. We zullen het kader schetsen waarin de televisiezender moet functioneren en zullen

zijn opdracht in functie van de eerder aangehaalde concepten proberen te duiden. Dit deel moet

ons in staat stellen om vlot de stap te zetten naar ons empirisch onderzoek. Tot slot wacht ook nog

een conclusie van de theoretische perspectieven. Hierin gaan we op zoek naar een visie op

kleinschalige media die we kunnen hanteren om tvbrussel in zijn huidige en/of toekomstige context

te kunnen situeren. Zoals gezegd, zullen we nu eerst de concepten van kleinschalige media in een

democratische samenleving proberen te duiden.

Page 13: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

10

3.2 Kleinschalige media in een (lokale) democratie: voor en/of van de gemeenschap?

3.2.1 Kleinschalige media

In dit theoretisch luik proberen we eerst het begrip kleinschalige media te vatten. We trachten een

helder beeld te krijgen van de factoren die een lokaal, regionaal of community medium bepalen.

Vervolgens verdiepen we ons in de functies die aan lokale media doorheen de jaren zijn

toegeschreven. Wat behoort tot de mogelijke taken van een regionaal (tv-)medium? Een korte kijk

op wat hierover in wetenschappelijke literatuur is verschenen, moet ons in staat stellen om de

volgende stap te zetten, namelijk de link tussen kleinschalige media, participatie en democratie

duiden. Deze brede begrippen omvatten tal van visies en omschrijvingen. We zullen trachten op

een bondige, maar duidelijke wijze perspectieven over participatie en democratie in de media toe

te lichten. We starten dit hoofdstuk echter met een zoektocht in het spreekwoordelijke bos om

bomen als kleinschalige, lokale en regionale media te kunnen onderscheiden en begrijpen.

Om van bij aanvang een helder zicht te krijgen hoe kleinschalige media in de literatuur worden

ingevuld, moeten we een aantal begrippen en visies verduidelijken. Er zijn immers tal van

concepten in gebruik die nauw aan elkaar leunen, maar die niet hetzelfde betekenen.

3.2.2.1 Een breed begrip

Media op zich zijn, zeker in een multimediale wereld als vandaag, ruim te bekijken en te

analyseren. Het is onze bedoeling om het in dit onderzoek over kleinschalige televisie te hebben.

Natuurlijk is de televisie van vandaag niet meer het traditionele medium van weleer en staat het

door de convergentie van verscheidene technologieën niet meer los van andere media zoals het

internet, de gsm en de radio. Toch zullen we kleinschalige televisie als vertrekpunt nemen gezien

we in onze case-study tvbrussel zullen bestuderen.

3.2.2.1.1 Kleinschaligheid

Onze uitgangspositie van "kleinschalige televisie" werpt een volgende vraag op: wat is

kleinschaligheid? Uiteraard verwijst dit naar de kleine schaal waarop televisie-omroepen werken en

aanwezig zijn. Het houdt dus een geografische component in. Het is echter niet alleen de kleine

schaal die maakt dat tv-omroepen als kleinschalig bestempeld kunnen worden. Deze omroepen

beschikken ook over kenmerken als herkenbaarheid, eigenheid en betrokkenheid.1 Het is ook tegen

deze achtergrond dat we de term community tv kunnen plaatsen.

3.2.2.1.2 Community tv als kleinschalig burgermedium

Community tv – of gemeenschapstelevisie – zouden we zoals Jankowski beargumenteert, kunnen

omschrijven als televisie van de lokale gemeenschap die zich duidelijk onderscheidt van

professionele omroepen. De participerende gemeenschap wordt betrokken in alle aspecten van het

1 DE BRUIN (M.), VAN DOORMAAL (T.), JANKOWSKI (N.). Kleine media: lokale omroep en video. Haarlem, Macula, s.d., p. 17.

Page 14: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

11

programmabeleid, meestal begeleid door professionele medewerkers van de tv-omroep.2 Het

publiek moet dus actief participeren in het beleid van de zender. Lewis en Booth stellen zelfs dat

gemeenschapstelevisie een kritiek is op wat de mainstreammedia brengen.3

Vaak wordt in de literatuur over gemeenschapstelevisie verwezen naar community tv als

tegenhanger van mainstreammedia, zoals bij Lewis en Booth. Community tv wordt vaak afgezet

tegen commerciële omroepmodellen en publieke omroepmodellen (voor principes van deze

modellen zie 3.4). Waar commerciële kleine omroepen de kijkers nodig hebben om adverteerders

te lokken, zien publieke zenders hun publiek als een groep die geïnformeerd moeten worden. 4 Bij

community tv wordt zoals gezegd de kijker als een actieve participant beschouwd. Carpentier

betwijfelt echter de stelling dat community tv zich duidelijk afzet tegen bovenstaande modellen. Hij

vergelijkt community tv met een zogenaamde rhizome.5 Gebaseerd op de theorie van Deleuze en

Guattari is een rhizome een niet-lineair, nomadisch en anarchistisch geheel dat steeds verandert.6

We zouden kunnen stellen dat community tv de grenzen van zijn zogenaamde tegenhangers,

commerciële en publieke tv overschrijdt en van beide systemen elementen overneemt. Welke

aspecten overgenomen worden, is niet meteen duidelijk. Een kenmerk van een rhizome is immers

de complexiteit van de linken tussen de twee of drie modellen.7

'Community tv' wordt vaak ook als een overkoepelende term gebruikt voor een aantal types van

gemeenschapstelevisie. Allerlei types van initiatieven die als doel hebben een grotere toegang tot

een televisie-omroep te creëren, worden onder deze gemeenschappelijke noemer 'community tv'

geplaatst. Jan Drijvers wijst er echter op dat deze diverse projecten allemaal op een andere manier

de toegang en de participatie trachten na te streven. Net als Carpentier meent hij dat het model

van community tv niet zozeer als een eengemaakt type moet bestudeerd worden, maar dat er

aparte types van community tv bestaan. Deze types kunnen we ten opzichte van het model van de

commerciële omroepen en van de publieke zenders situeren. Zo zal het type community tv dat

burgers individueel oproept tot participatie (individuele toegang) eerder aanleunen bij het model

van de private omroepen. Het type community tv dat zich richt tot specifieke groepen met een

gemeenschappelijk kenmerk (gemeenschapstoegang) zullen we eerder bij het "openbare"-model

kunnen situeren. Een derde type (groepstoegang) beperkt zich tot de geografisch afgebakende

groepen vinden we dan weer tussen de twee bovengenoemde modellen.8 Jankowski geeft naast

toegang nog twee andere criteria om de types van community tv te kunnen herkennen. Participatie

en het zogenaamde "community media use".9 Het is immers belangrijk, zo meent hij, om in de

2 JANKOWSKI (N.), PREHN (O.). Community Media in the Information Age. New Jersey, Hampton Press, 2002, p. 6. 3 LEWIS (P.), BOOTH (J.) The invisible medium: public, commercial en community radio. Basingstoke, Macmillan, 1989, pp. 8-9. 4 IBIDEM. 5 CARPENTIER (N.), LIE (R.), SERVAES (J.). Community Media: Muting the democratic media discourse?. In: Journal of Media and Cultural Studies, 2003, vol. 17, nr. 1, p. 61. 6 MEDRADO (A.). Community media: important but imperfect. A case study of a community television station in a Brazilian favela. In: CARPENTIER (N.), NORDENSTRENG (K.), HARTMANN (M.) (eds). Media Technologies and Democracy in an Enlarged Europe. Tartu, Tartu University Press, 2007, p. 125. 7 IBIDEM. 8 DRIJVERS (J.). Mediadoorlichting in Vlaanderen. Deelrapport: regionale televisie. Leuven, s.e., 1992, p. 86. 9 JANKOWSKI (N.). Community television in Amsterdam: acces to participation in and use of the 'lokale omroep Bylemeer'. Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 1988, pp. 169-170.

Page 15: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

12

definities en visies over community tv de graad van controle van de betrokken gemeenschap

binnen het beleid van de omroep te problematiseren en te bestuderen.10 Het is dus in deze context

dat toegang, participatie en "community media use" moeten gezien worden. Binnen deze drie

concepten die centraal staan binnen de begripsbepaling van community tv, belicht Jankowski

verschillende soorten toegang, participatie en "community media use".11 Het zou ons echter te ver

leiden om deze hier te expliciteren, maar niettemin is het belangrijk om dit toch even aan te halen.

Als laatste aspect bekijken we ook even de financiële positionering van community tv. Volgens

Lewis en Booth zijn gemeenschapsmedia er niet op uit om winst te maken. Bovendien wordt

getracht om financiële afhankelijkheid te vermijden.12 De gemeenschapstelevisie moet echter

gefinancierd worden, er zijn nu eenmaal middelen nodig om de werking te voorzien. Daarom zullen

community-omroepen steeds op zoek gaan naar inkomsten, zowel bij de overheid als bij de

commerciële bedrijven. Community tv danst dan ook op een slappe koord tussen enerzijds het

bewaren van de eigen afhankelijkheid en anderzijds het voortzetten van de activiteiten.13

3.2.2.1.3 Regionale en lokale televisie

Een andere veelgebruikte term binnen het spectrum van kleinschalige televisie is regionale of

lokale televisie. Net als bij community tv roept lokale televisie aspecten zoals herkenbaarheid en

dichtbijheid op. Vaak worden regionale en lokale televisie afgebakend op het grondgebied waar de

omroepen in kwestie mogen of kunnen uitzenden. Regionaal en lokaal verwijzen dan naar kleine

ruimtes of territoria. Zo bekijkt Kleinsteuber regionaal als die ruimtes die samen een natiestaat

vormen en lokaal als die ruimtes die deel uitmaken van een regio, al dan niet met een centrale rol

in de regio zoals een stad.14 Dit houdt met andere woorden in dat een regionaal geografische

eenheid een lokaal gebied omvat. Maar enkel die geografische afbakening is moeilijk houdbaar en

vooral hanteerbaar in onderzoek, zeker op Europees en dus internationaal niveau. Zoals De Bens

en Petersen aanvoeren, is wat in België als regionaal gedefinieerd wordt, lokaal in Frankrijk.

Daarom zou het hanteren van een meer structurele benadering de concepten duidelijker kunnen

kaderen.15

Lokale televisie zendt immers uit over zowel een sociaal als een geografisch territorium. Het is een

gebied waar specifiek nieuws wordt gegenereerd over de streek die de kijker goed kent. Nationale

én internationale verhalen kunnen aan bod komen als ze een specifieke interpretatie kunnen

krijgen door elementen uit de streek.16 Lokale televisie verschilt dus van de traditionele nationale

televisiestations door haar specifieke regionale programma's, het beperktere uitzendschema, het

10 IDEM, p. 8. 11 IDEM, pp. 169-171. 12 LEWIS (P.), BOOTH (J.). Op. Cit., 1989, p. 9. 13 DRIJVERS (J.). Kleinschalige media tussen pleinvrees en claustrofobie. In: SERVAES (J.), HEINSMAN (L.). Hoe nieuw zijn de nieuwe media? Een mediabeleid met een perspectief. Acco, Leuven, 1988, p. 138. 14 KLEINSTEUBER (H.). The Global Village Stays Local. In: SIUNE (K.), TRUETZSCHLER (W.). Dynamics of Media Politics. Broadcast and Electronic Media in Western Europe. Londen, Sage, 1992, p. 144. 15 DE BENS (E.), PETERSEN (V.). Models of Local Media Development. In: SIUNE (K.), TRUETZSCHLER (W.). Dynamics of Media Politics. Broadcast and Electronic Media in Western Europe. Londen, Sage, 1992, p. 171. 16 RUSHTON (D.). Citizen television: a local dimension to Public Service Broadcasting. Londen, John Libbey, 1993, p. 194.

Page 16: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

13

kleinere uitzendgebied én door de rol om de kijker te laten participeren.17 Het verschil zit dus in de

kleinere afstand tussen de zender en de kijker. Op dat lagere niveau kan lokale televisie ook haar

dynamiek uitdragen. Om concreter te zijn: lokale problemen aankaarten bij de lokale politiek en

lokale inhoud op maat van de kijkers brengen.18

Ook Kleinsteuber onderscheidt een aantal relevante dimensies om lokale televisie invulling te

geven. Ten eerste, heeft een lokale tv-omroep in wettelijke termen slechts de toelating om een

bepaalde gemeenschap te bedienen met programma's. Ten tweede, is lokale televisie op financiële

basis vooral van lokale sponsors afhankelijk. Ten derde, houdt het lokale programmering in. En als

laatste kan lokale televisie in termen van toegang beschreven worden. Op lokaal niveau kan er met

lokale personen gecommuniceerd worden al dan niet op professionele basis.19 Een kenmerk dat we

hier weggelaten hebben, is het technologische aspect. In een convergerend technologisch

medialandschap roept de lokale afbakening door bepaalde technologieën die gebruikt kunnen

worden nieuwe vragen op waarop we verder in dit onderzoek nog zullen ingaan. Niettemin leek

deze dimensie ons omwille van zijn veranderend karakter geen volwaardige invulling meer te

kunnen geven aan het begrip lokale televisie.

Net als bij community tv moeten we ook even blijven stilstaan bij de relatie die lokale televisie

onderhoudt met de nationale televisiespelers. Lafrance drukt dit bijzonder goed uit. Lokale televisie

maakt volledig deel uit van het medialandschap en zal zich niet per definitie afzetten tegen de

sector. Soms zal het botsen, soms niet.20 Lokale televisie zal vooral complementair zijn aan

nationale zenders om op lokaal niveau anders of dieper te kunnen ingaan waar de rol van de

grotere spelers door hun grootschaligheid ophoudt.21

Vermits de grens tussen regionaal en lokale televisie in wettelijke termen vaak binnen een

natiestaat zelf wordt afgebakend, maar in Vlaanderen regionale televisie op geografisch gebied ook

kan worden gelijkgesteld aan lokale televisie zullen we de twee begrippen door elkaar gebruiken.

3.2.2.1.4 Functies en rollen voor lokale televisie

Binnen de wetenschappelijke literatuur worden een aantal functies van lokale televisie beschreven.

Wanneer er over lokale televisie gesproken wordt, komen vaak een aantal mogelijkheden naar

boven die door de rol van de lokale tv-omroep ondersteund zouden kunnen worden. Zeker bij

aanvang van de experimenten met lokale televisie midden jaren zeventig en de oprichting van

regionale tv-zenders eind jaren tachtig en begin jaren negentig werden functies aan de lokale tv-

17 DE BENS (E.), PETERSEN (V.). Models of Local Media Development. In: SIUNE (K.), TRUETZSCHLER (W.). Op. Cit., 1992, p. 171. 18 LAFRANCE (J.). Les télévisions locales en Europe. In: INSTITUT NATIONAL DE L'AUDIOVISUEL. Communications - Télévisions mutations. Parijs, Documentation française, 1990, p. 237. 19 KLEINSTEUBER (H.). The Global Village Stays Local. In: SIUNE (K.), TRUETZSCHLER (W.). Dynamics of Media Politics. Broadcast and Electronic Media in Western Europe. Londen, Sage, 1992, p. 144. 20 LAFRANCE (J.). Les télévisions locales en Europe. In: INSTITUT NATIONAL DE L'AUDIOVISUEL. Op. Cit., 1990, p. 228. 21 DE CONINCK-DE BOECK (S.). TV-Brussel en Télé Bruxelles doorgelicht. Een profiel van de twee zenders en een inhoudsanalyse van de nieuwsuitzendingen van beide Brusselse stations. Brussel, onuitgegeven lic. verhand., 1994, p. 8.

Page 17: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

14

omroepen toegeschreven die het medialandschap en de lokale samenleving zouden kunnen

verrijken.22 Het mag dus duidelijk zijn dat lokale televisie in functie van de maatschappij en de

lokale gemeenschap staat. Een democratisering van de media ligt meestal aan de basis van de

doelstellingen en de functies die aan lokale televisie worden toegeschreven.23 Binnen die visie

kunnen we aantal mogelijkheden, functies of voor sommige auteurs zelfs opdrachten

onderscheiden.

In eerste instantie moet een lokale tv-omroep de lokale gemeenschap informeren. Het dagelijks

brengen van lokaal nieuws moet de lokale burger op de hoogte brengen van het reilen en zeilen in

zijn gemeenschap. Deze 'informeringsfunctie' draait allereerst over een feitelijke verslaggeving en

bijhorende commentaar die de lokale tv-omroepen zouden moeten geven. Dat nieuws kan zowel

van politieke als van sociaal-culturele aard zijn. Ook het verschaffen van informatie over diensten

in en van de gemeenschap, behoort tot deze informatierol voor lokale tv. Een tweede functie die

hier nauw bij aansluit, is de 'articuleringsfunctie'. Lokale televisie moet zo een bijdrage leveren aan

de meningsvorming van de lokale burger. Het heeft immers de mogelijkheden om de diversiteit

aan (politieke) visies en meningen binnen de lokale gemeenschap te tonen. Regionale televisie

dient allerlei onderwerpen bespreekbaar te maken en dat binnen een pluralistische visie. Kortom,

stemmen die veel of weinig gehoord worden, kunnen ook via de 'kleine' televisie op het scherm

gebracht worden. Als derde functie kunnen we de 'kritiekfunctie' onderscheiden. Hierbij wordt

verondersteld dat regionale zenders kritisch de commerciële en politiekdemocratische omgeving

analyseren en becommentariëren. Het principe hierachter is het idee van de media als watchdog.

Door het opvolgen van en informeren over lokale politieke thema's, kan ook de controle over het

goed functioneren van de politieke instanties voor een deel uitgeoefend worden.24

Daarnaast zou de mobiliserende functie aan de basis liggen van het ontstaan van lokale televisie.

Door een platform te bieden waarop discussie en pluralisme mogelijk zijn, kunnen ook acties

binnen de lokale gemeenschap op touw gezet worden. Met andere woorden, lokale televisie kan

sociale initiatieven ondersteunen en in extreme gevallen zelfs mee op de barricades staan.25 Deze

mobiliserende rol is echter naar de achtergrond verdreven. De informatieve functie won steeds

meer terrein. Het dagdagelijkse nieuws op het scherm brengen, is de basis van regionale tv

geworden.26 Dit belet echter niet dat lokale tv deze rol in specifieke situaties opnieuw kan

opnemen. Regionale televisie kan nog steeds als spreekbuis functioneren voor initiatiefnemers van

acties in de lokale gemeenschap.27

22 DRIJVERS (J.). Kleinschalige media tussen pleinvrees en claustrofobie. In: SERVAES (J.), HEINSMAN (L.). Op. Cit., 1988, pp. 133-134. 23 JANSSENS (H.), VAN LANDUYT (D.). Een doorlichting van de tien regionale televisiezenders. In: DE BENS (E.), RAEYMAECKERS (K.) (eds). Regionale media in Vlaanderen: een doorlichting. Gent, Academia Press, 1998, p. 43. 24 DE GOEDE (P.), HOLLANDER (E.), VAN DER LINDEN (C.). Lokale media en lokaal bestuur: achtergronden, moeilijkheden en mogelijkheden. Nijmegen, Bohn Stafleu Van Leghum, 1996, p. 14. 25 DE CONINCK-DE BOECK (S.). Op. Cit., 1994, p. 10. 26 DRIJVERS (J.). Kleinschalige media tussen pleinvrees en claustrofobie. In: SERVAES (J.), HEINSMAN (L.). Op. Cit., 1988, pp. 133-134. 27 LEONARD (J.). De regionale televisieomroep als agogisch medium. Een onderzoek naar de invloed van televisie-informatie op de deelname aan het sociaal-cultureel aanbod. Brussel, onuitgegeven lic. verhand., 1997, pp. 18-19.

Page 18: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

15

Naast deze politieke functies die vooral in het kader van een bredere democratisering van de media

kunnen geschetst worden, krijgen lokale media vaak ook een sociaal-culturele rol toegemeten. Dit

sluit uiteraard nauw aan bij het verstrekken van informatie over de gemeenschap in al zijn

aspecten, maar daarnaast is er nog een belangrijke prioritaire taak weggelegd. Het bevorderen van

een gemeenschappelijke identiteit staat als sociale functie voorop. Informeren moet dus gebeuren

om integratie in en identificatie met de lokale gemeenschap te bevorderen.28 Het

informatieverstrekkend karakter van lokale tv moet dus zowel sociaal als politiek gezien worden.

Zowel de focus op politiek vlak als de focus op sociaal vlak zullen we nu van nabij bekijken. We

zullen nu de democratische en participatieve theorieën en perspectieven met betrekking tot media

en lokale tv belichten.

3.2.3 Kleine media, democratie en participatie

Uit de omschrijvingen en visies op lokale televisie en eerder ook community tv, blijkt duidelijk dat

vele auteurs participatie in lokale media – terecht – een belangrijke rol toebedelen. Burgers van de

lokale gemeenschap kunnen ondermeer via hun lokale tv-omroep participeren aan de samenleving

waarin ze elke dag leven. Maar het concept participatie dekt vele betekenisladingen en de vraag

dringt zich dan ook op wat we nu juist onder participatie bij hedendaagse regionale televisie

moeten verstaan. Bovendien gaan vele auteurs er simpelweg vanuit dat participatie in de media

belangrijk is. De reden waarom mediaparticipatie een dergelijk gewicht wordt meegegeven, blijkt

echter vaak niet uitgelegd te worden.29 Om van die vanzelfsprekendheid – alsof participatie hét

absolute doel moet zijn van lokale televisie – af te stappen, zullen we het academische werk over

participatie duidelijk koppelen aan die waarom-vraag. Net dat antwoord zal de link vormen met de

democratische samenleving waarin media en hun kijkers functioneren. Zoals zal blijken hebben

media en zeker lokale televisie democratisch potentieel in zich. Deze relatie zullen we dan ook van

nabij bekijken.

3.2.3.1 Participatie, publieke sfeer en engagement: wat en waarom?

Participatie kan uiteraard op verschillende domeinen voorkomen.30 In een algemene poging tot

definitie onderscheidt Pateman twee soorten van participatie: partiële en volledige participatie.

Partiële participatie is volgens haar een proces waarin twee partijen elkaar beïnvloeden, maar

waarbij de uiteindelijke beslissingsmacht bij één partij blijft. Volledige participatie daarentegen kan

gezien worden als een proces waarbij iedereen van een organisatie gelijke macht heeft om aan het

beleid deel te nemen en de uiteindelijke beslissingen mee te bepalen.31 Om niet in eindeloze

overzichten en discussies over de term te belanden die niets met participatie in de lokale media te

maken hebben, zullen we ons in eerste instantie beperken tot wat we mediaparticipatie noemen.

Kort gesteld, houdt dit de manier in waarop individuen en groepen in de lokale tv-omroep kunnen

deelnemen. Mediaparticipatie in deze context kan zich op verscheidene niveaus voordoen, van

28 DE GOEDE (P.), HOLLANDER (E.), VAN DER LINDEN (C.). Op. Cit., 1996, pp. 12-13. 29 DE BRUIN (M.), VAN DOORMAAL (T.), JANKOWSKI (N.). Op. Cit., s.d., p. 33. 30 PATEMAN (C.). Participation and democratic theory. Cambridge, Cambridge University Press, 1974, p. 1. 31 IDEM, pp. 70-71.

Page 19: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

16

productie van de programma's tot in het management van de lokale omroep.32 Zo zijn er wat

Jankowski noemt, de 'productie-georiënteerde participatie' (waarbij er gewerkt wordt aan tv-

producties), de 'programma-georiënteerde participatie' (waarbij er aan planning en programmering

meegewerkt wordt) en de 'beleids-georiënteerde participatie' (waarbij bestuursfuncties kunnen

opgenomen worden).33 Om deze participatie te kunnen waarmaken, is echter ook toegang tot het

medium en alle bijhorende niveaus vereist. Dit kan alleen maar wanneer de beleidsmakers en de

omroep zelf centraal in de gemeenschap zijn gestationeerd.34

Dit betekent met andere woorden dat de omroep door de gemeenschap zelf wordt beheerd. Dit lijkt

ons echter teveel richting community tv te leiden. De regionale tv-stations in Vlaanderen worden

immers op een professionele wijze beheerd. Niettemin is bovenstaand onderscheid interessant om

mee te nemen in het verdere onderzoek.

Het lijkt ons echter nodig om ook een andere vorm van mediaparticipatie te bekijken. Media zelf

kunnen immers ook participatie van de burger aan sociale, culturele en politieke activiteiten in de

eigen regio stimuleren. Op die manier wordt de binding met de lokale gemeenschap versterkt.35

Wanneer mensen elkaar ontmoeten, zich engageren voor bepaalde activiteiten in hun

gemeenschap of debatteren met elkaar dan verheffen ze zich tot het burger zijn, meent Barber. Op

dat moment participeren ze immers aan het beleid in hun gemeenschap.36 Deze opvatting houdt

een specifieke invulling van het zogenaamde burgerschap in zich. Zo zegt Barber dat in een sterke

democratie, politiek niet voor de burgers werkt, maar door de burgers verzorgd wordt.37 Leden van

de gemeenschap die het burgerschap op zich nemen, participeren bijgevolg. Media kunnen tot dat

burgerschap bijdragen door bepaalde programma's uit te zenden waardoor kijkers zich actief zullen

engageren tot discussiëren of het nemen van initiatieven. Barnett spreekt in dat opzicht over

mediaburgerschap. Volgens Barnett wordt mediaburgerschap gedefinieerd door het recht op

informatie, het recht op eerlijke en verscheiden representatie en het recht op het ontvangen van

opinies.38 Anders gesteld, door het uitgebreid informeren moet de burger in staat zijn om op

rationele wijze te participeren aan de politieke samenleving. Informatie kan dus ook participatie

teweegbrengen. Meer zelfs, voor aanhangers van de rationele publieke sfeer van Habermas is dit

de enige centrale voorwaarde om te kunnen deelnemen aan de democratische samenleving.

Geïntroduceerd door Jurgen Habermas duidt de notie publieke sfeer op de zogenaamde publieke

ruimte in onze maatschappij waarin op rationele basis gedebatteerd en gediscussieerd kan

worden.39 De toegang tot deze sfeer is vrij en gegarandeerd voor iedere burger. Het is bovendien

32 IDEM, pp. 35-36. 33 JANKOWSKI (N.). Op. Cit., 1988, pp. 169-171. 34 KLEINSTEUBER (H.). The Global Village Stays Local. In: SIUNE (K.), TRUETZSCHLER (W.). Op. Cit., 1992, p. 148. 35 DE GOEDE (P.), HOLLANDER (E.), VAN DER LINDEN (C.). Op. Cit., 1996, p. 13. 36 BARBER (B.). Strong democracy: participatory politics for a new age. Berkeley, University of California Press, 1984, pp. 154-155. 37 IDEM, p. 133. 38 BARNETT (C.). Neither poison nor cure. In: COULDRY (N.), MCCARTHY (A.) (eds). Mediaspace. Place, scale and culture in a media age. Londen, Routledge, 2004, p. 68. 39 MCQUAIL (D.). Mass Communication Theory. Londen, Sage, 2000, p. 157.

Page 20: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

17

de plaats voor de vorming van de publieke opinie.40 Volgens Habermas lag de ruimte van de

publieke sfeer tussen de staat, aan de top, enerzijds en de maatschappij, aan de basis, anderzijds.

Tussen de staat en de maatschappij is er een voortdurend debat waarbij de publieke opinie

gevormd en hervormd wordt.41 De publieke sfeer is gescheiden van de staat, want het is een

ruimte waar kritiek op die staat mogelijk moet zijn.42 Habermas ziet overigens de publieke sfeer als

ahistorisch en universeel.43

Belangrijk voor ons onderzoek binnen het uitgebreide concept van publieke sfeer is de manier

waarop deze aan de media wordt gekoppeld. Voor Habermas, en Curran die de redenering van de

Duitse filosoof verder verduidelijkt, kan het proces van rationele argumentatie ook plaatsvinden

binnen de media.44 Televisie kan dus ook deel uitmaken van de publieke sfeer omdat informatie

gebracht op televisie in grote mate vertrouwd wordt en het tv-toestel zelf in nagenoeg de hele

maatschappij verspreid is, menen sommige auteurs. De deregulatie van de mediawereld heeft

volgens deze auteurs positieve gevolgen op de functie van tv binnen de publieke sfeer. Zo zou de

diversiteit van het aanbod aan informatie en meningen omhoog gaan.45 Bovendien, zo meent

Gripsrud, blijft televisie het medium bij uitstek waarbij groepen met verscheidene overtuigingen en

meningen geconfronteerd worden met andere argumenten en kennis.46 Hoynes zegt ondermeer dat

een tv-programma lokale, nationale en internationale discussies in de huiskamer kan brengen.47

Het concept van de publieke sfeer zelf zullen we hier niet verder uitwerken. Het concept heeft

immers talrijke kritieken en aanvullingen gehad. Ondermeer Fraser werkt een oppositionele

publieke sfeer uit waarbij groepen die niet in de bourgeois publieke sfeer van Habermas

opgenomen worden eigen sferen genereren.48 Het draait voor ons onderzoek immers niet zozeer

over de concrete invulling van een publieke sfeer of sferen, maar wel over de participatie die

binnen de visie van Habermas en anderen op een rationele wijze bekeken wordt. Wie informatie

krijgt, kan volgens hen op een rationele manier daarmee omgaan en deelnemen aan de

samenleving.

Informatie aanbieden is volgens ons echter niet voldoende om participatie in de samenleving te

verzekeren. Zoals bijvoorbeeld Dahlgren beargumenteert, moet participatie steeds vergezeld zijn

van engagement. Zonder engagement geen participatie, meent hij. De burger die zich engageert,

moet gelinkt zijn met andere maatschappelijke instanties en burgers. De afwezigheid van

engagement en participatie zal onverschilligheid tot gevolg hebben waaronder ook de democratie

40 HABERMAS (J.). The public sphere: An encyclopeadia article. In: DURHAM (M.G.), KELLNER (D.) (eds). Media and Cultural Studies Keyworks. Oxford, Blackwell, 2001, p. 102. 41 IDEM, pp. 102-103. 42 FRASER (N.). Rethinking the public sphere: a contribution to the critique of actually existing democracy. In: DURING (S.) (ed.). The cultural studies reader. Londen, Routledge, 1993, p. 519. 43 BONDEBJERG (I.). Television in Scandinavia: history, politics and aesthetics. Luton, University Press, 1996, p. 45. 44 CURRAN (J.). Rethinking the media as a public sphere. In: DAHLGREN (P.), SPARKS (C.) (eds). Communication and Citizenship. Londen, Routledge, 1991, p. 83. 45 ABERCROMBIE (N.). Television and Society. Cambridge, Polity Press, 1996, pp. 207-209. 46 GRIPSRUD (J.). Television and common knowledge. Londen, Routledge, 1999, p. 38. 47 HOYNES (W.). Public Television For Sale. Media, the Market and the Public Sphere. Boulder, Westview, 1994, p. 26. 48 FRASER (N.). Rethinking the public sphere: a contribution to the critique of actually existing democracy. In: DURING (S.) (ed.). Op. Cit, 1993, pp. 524-25.

Page 21: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

18

zal lijden.49 Met andere woorden, informatie en participatie kunnen complementair én

supplementair zijn. Het ene volgt niet bij definitie uit het andere en omgekeerd. Bovendien kunnen

beide de lokale burger aanzetten tot het zich toe-eigenen van de lokale democratische

samenleving.

De manieren waarop participatie kan ingevuld worden, hebben we reeds bekeken. Ook de wijze

waarop de participatie tot stand kan komen, duidden we aan de hand van begrippen zoals

mediaburgerschap, publieke sfeer en engagement. De vraag "Waarom is nu een dergelijke

participatie van de geïnformeerde burger in de democratische samenleving zo belangrijk?"

behandelden we nog niet. Het antwoord op die vraag hangt samen met de visie op de democratie

in de brede zin van het woord.

3.2.3.2 Deliberatieve en participatieve democratie: twee tegengestelden?

De visies over democratie bepalen mee de visie over participatie door en informatie van lokale

media in de samenleving. Even toch nuanceren: het is niet zo dat de definitie van participatie

volledig door de politiek-ideologische achtergrond bepaald wordt. Wel maakt de betekenis van

participatie deel uit van de visie op democratie en politiek.50 Voor we een blik werpen op twee

modellen van democratie, lijkt een zoektocht naar de invulling van het begrip democratie an sich

noodzakelijk.

3.2.3.2.1 Democratie: een tour d'horizon

Het democratie-begrip etymologisch verklaren heeft in dit onderzoek geen meerwaarde. Daarom

analyseren we meteen het begrip zoals dit de afgelopen jaren een betekenis heeft gekregen.

Eigenlijk moeten we het over betekenissen hebben, want het begrip is conflictueus van aard en een

consensus over een brede definitie is ver te zoeken. Toch stelt Held dat democratie in zijn

gecontesteerdheid nog steeds de beste manier is om een land te regeren.51 Robert Dahl

onderscheidt drie minimumvereisten om van een democratie, of polyarchie zoals hij dat noemt, te

spreken. Eén: de macht moet van de burgers zelf uitgaan. Twee: die macht uitoefenen moet

volgens op voorhand vastgelegde regels. Drie: de individuele rechten van de burgers moeten

gerespecteerd worden.52 Dahl meent dat democratie opportuniteiten inhoudt voor ten eerste

effectieve participatie van alle leden van de overkoepelende associatie, het parlement. Ten tweede,

moet er gelijkheid zijn in het stemmen. Ten derde, moet ieder lid van het parlement een

zogenaamde enlightened understanding kunnen inwinnen. Iedereen moet zich dus binnen redelijke

termijn op gelijkwaardige en effectieve manier kunnen inwerken in politiek. Ten vierde moeten alle

leden van een organisatie, in het politieke leven dan het parlement, controle hebben over de

agenda. Ten vijfde, moeten alle, of bij voorkeur zoveel mogelijk, volwassenen beschikken over

49 DAHLGREN (P.). Civic participation and practices: beyond 'deliberative democracy'. In: CARPENTIER (N.), NORDENSTRENG (K.), HARTMANN (M.) (eds). Op. Cit., 2007, p. 24. 50 CARPENTIER (N.). Burgermedia in de 21ste eeuw. In: CARPENTIER (N.), CAMMAERTS (B.). Burgermedia: Opmars, ervaringen, bedenkingen. Brussel, Indymedia.be, 2008, p. 14. Available at http://burgermedia.be/files/mediareader_nicocarpentier.pdf. Datum van raadpleging: 5 maart 2008. 51 HELD (D.). Models of Democracy. Stanford, Stanford University Press, 2006, p. ix. 52 DESCHOUWER (K.), HOOGHE (M.). Politiek. Een inleiding in de politieke wetenschappen. Meppel, Boom, 2005, p. 84.

Page 22: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

19

burgerrechten die in de vorige criteria ingebed liggen.53 Maar wanneer ben je burger? Wie

mag/moet deelnemen aan het beleid? Wie niet? Deze vragen blijven aanleiding geven tot een

eindeloze vloed aan nieuwe invullingen en perspectieven op democratie. Niet alleen het

verwoorden van een aantal brede kenmerken kan een idee geven van wat democratie omvat, ook

een meer procesmatige kijk op het concept kan het begrip betekenis geven.

Wilfried Goossens meent dat het democratisch gehalte van een politieke organisatievorm

afhankelijk is van de mate waarin de burger als beslissingnemer in het beleid wordt beschouwd én

van de mate waarin de diverse maatschappelijke stemmen op gelijke voet in discussies aan bod

komen. Hoe je het besluitvormingsproces ook definieert, meent Goossens, zolang je een garantie

biedt voor discussies tussen gelijken, heb je te maken met een democratische procedure.54 Keman

beschrijft democratie als een regeringsvorm waarbij een zo groot mogelijk deel van de bevolking

betrokken is bij de beleidsvorming. Als doel heeft de democratie het oplossen van

maatschappelijke problemen voor de bevolking. Echter, de manier waarop burgers bij het beleid

(welk beleid?) betrokken moeten worden, wordt niet gepreciseerd.55

Deze zeer korte introductie over democratie hebben we dus vooral vanuit een

politiekwetenschappelijke invalshoek bekeken. Het is niet de bedoeling om een discussie te voeren

over het al dan niet breder interpreteren van politiek. Dit korte zoektochtje naar de invulling van

democratie is echter de aanzet naar twee vormen van democratie die we nu zullen bekijken en die

belangrijk zijn als we het begrip participatie bestuderen. Zoals gezegd, hangt de visie op

participatie nauw samen met de betekenis die auteurs aan democratie geven.

3.2.3.2.2 Deliberatieve democratie

Aanhangers van de deliberatieve democratie prijzen het rationele geïnformeerde debat en dragen

de onafhankelijke zoektocht naar de waarheid hoog in het vaandel.56 De politieke legitimiteit

binnen deliberatieve democratie is niet zomaar terug te brengen op het meerderheidsprincipe en

de stemrecht van de burger. Wel draait het om het geven van verdedigbare argumenten en uitleg

voor het nemen van publieke beslissingen.57 Deliberatie heeft vele voordelen. Held onderscheidt er

drie. Ten eerste kan deliberatie door het delen van informatie en kennis het begrip van individuen

voor complexe problemen vergroten. Ten tweede kan publieke deliberatie de (ideologische)

achtergrond van bepaalde meningen en ideeën duidelijk maken. Het belang hiervan is dat hierdoor

de openheid van het vormingsproces van opinie groter kan worden. Als derde voordeel ziet Held

dat de taal van de interesse vervangen wordt door de taal van de rede. Hiermee bedoelt hij dat er

niet enkel informatie en visies worden uitgewisseld om een collectief besluit te kunnen nemen,

maar ook om de info en de visies zelf aan de rede te onderwerpen en argumenten op hun

53 DAHL (R.). On Democracy. Londen, Yale University Press, 1998, pp. 37-38. 54 GOOSSENS (W.), HEYSSE (T.). Democratie als filosofisch vraagstuk: lezingen over macht, vertegenwoordiging en politiek. Kapellen, Pelckmans, 2003, p. 25. 55 FRISSEN (V.), VAN LIESHOUT (M.), VAN STADEN (M.). De schaduwdemocratie: ICT en maatschappelijke participatie. Den Haag, Internet en openbaar bestuur, 2001, p. 32. 56 HELD (D.). Op. Cit., 2006, p. 232. 57 SAWARD (M.). Democracy. Cambridge, Polity, 2003, p. 121.

Page 23: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

20

redelijkheid te testen. Op die manier kan de kwaliteit van de democratische samenleving en

democratische procedures verder ondersteund worden.58

Binnen de deliberatieve democratie moet de deliberatie vrij zijn (dus niet afhankelijk van de

overheid of andere instellingen).59 Zoals we reeds vermeldden, sluit hierbij de publieke sfeer van

Habermas aan. Belangrijk voor deliberatie is dan ook dat burgers voorbereid zijn wanneer zij in het

publiek spreken. De argumenten moeten tot stand komen op een rationele wijze en mogen niet

beïnvloed zijn door andere partijen. Instituten binnen de democratie moeten volgens dit model

ervoor zorgen dat de deliberatie vrij verloopt van alle druk en dat de burgers hier op gelijke voet

aan het debat kunnen deelnemen.60

3.2.3.2.3 Participatieve democratie

Een ander model van democratie dat we hier zullen bespreken, is dat van de participatieve

democratie. Vaak wordt met dit concept naar diverse vormen van democratie verwezen, maar we

behandelen het model van ondermeer Carole Pateman en Crawford Brough Macpherson. Voor

Macpherson is de benadering van een participatieve democratie de sleutel om de toekomst van de

democratische samenleving te verzekeren. Voor hem is het duidelijk dat directe democratie of

participatie van de bevolking op elk beleidsniveau uit praktische overwegingen moeilijk verloopt.

Dat wil volgens Macpherson echter niet zeggen dat het overheidssysteem niet anders

georganiseerd kan worden. Zo moeten politieke partijen minder hiërarchisch zijn opgebouwd en

zelf een democratische gemeenschap op zich vormen.61 Pateman gaat echter een stap verder en

bouwt het model van participatieve democratie duidelijk uit. Zij definieert participatieve democratie

als een democratische samenleving die politieke doeltreffendheid, collectieve problemen en de

vorming van burgerschap om aan het regeerproces te kunnen deelnemen, hoog in het vaandel

draagt. Belangrijk hierbij is dat burgers direct kunnen participeren aan de regulering van

belangrijke instellingen – zeker op lokaal vlak62 – in de samenleving en dat experimenten met

allerlei politieke vormen mogelijk blijven. Een voorwaarde die hier ondermeer voor moet zorgen, is

een open informatiesysteem zodat beslissingen op basis van voldoende informatie genomen

kunnen worden.63

3.2.3.2.4 De twee modellen als tegengestelden?

Hoewel vaak als uitersten voorgesteld, zullen we toch een poging doen deze modellen naast elkaar

te plaatsen en de complementaire elementen eruit halen. Een model is immers een poging tot het

classificeren van verscheidene elementen. Beide modellen stellen immers voldoende informatie als

voorwaarde om participatie mogelijk te maken. De manier waarop participatie wordt

geïnterpreteerd is echter verschillend. Toch lijkt het ons belangrijk om informatie enerzijds te

58 HELD (D.). Op. Cit., 2006, pp. 237-238. 59 IDEM, p. 238. 60 IBIDEM. 61 IDEM, pp. 211-212. 62 PATEMAN (C.). Op. Cit., 1974, p. 100. 63 HELD (D.). Op. Cit., 2006, pp.. 213-215.

Page 24: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

21

bekijken als bron voor deliberatie zodat het publieke debat, noem het 'mondelinge participatie', kan

bevorderd worden. Anderzijds moet ook participatie op een actieve manier aan media en aan de

democratische samenleving een plaats krijgen in ons onderzoek. Het is dus niet zo dat we radicaal

voor één democratisch model kiezen als achtergrond waartegen we dit onderzoek plaatsen.

Uiteraard kunnen deze democratische modellen veel dieper uitgewerkt worden. Dit is echter niet

nodig binnen dit onderzoek. Het was enkel de bedoeling om de visies op democratie even kort te

schetsen als context waarin begrippen als informatie en participatie vaak gebruikt worden.

Page 25: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

22

3.3 Web 2.0 als ondersteuning van de informatieve en participatieve rol van lokale

media?

3.3.1 Web 2.0 als breed begrip

Traditionele media waartoe we een lokale omroep als tvbrussel rekenen, hebben de afgelopen

jaren online uitbreiding gezocht. Ze deden dat om verschillende redenen. Tv-omroepen wilden

ondermeer de trend van geïndividualiseerde tv-diensten ondersteunen, hun zender online

promoten of hun publiek aan hun website binden. Zoals Nicholas Jankowksi en Martine Van Selm

argumenteren zijn er tal van meerwaardes aan een online omgeving verbonden:

- het kunnen linken van andere website met informatie;

- mogelijkheden tot feedback met journalisten;

- mogelijkheden tot het raadplegen van archieven;

- het dieper uitwerken van nieuwsitems door meer beschikbare ruimte;

- het integreren van multimedia;

- discussie groepen voor online media users.64

Maar het internet maakte gedurende de afgelopen jaren een opvallende evolutie door. Van het

zogenaamde Web 1.0 evolueerde het naar Web 2.0. Tim O'Reilly gaat op zoek naar een invulling

van het Web 2.0-begrip en lijst de overgang van Web 1.0 naar Web 2.0 als volgt op:

Figuur 1: Overgang Web 1.0 naar Web 2.0

Om niet in uitgebreide discussies te belanden over alle termen die in bovenstaande figuur staan

opgesomd, kiezen we binnen de context van dit onderzoek één opvallend verschil eruit. Het

publishen op het eerste web is volgens O'Reilly overgegaan in participeren.65 Binnen het Web 2.0,

merkt O'Reilly op, zijn vele sites gericht op het aanmoedigen van participatie. Net dat is één van de

sleutelelementen van het Web 2.0. Gebruikers voegen waarde toe en dat kunnen ze net doordat de

64 JANKOWSKI (N.), VAN SELM (M.). Traditional news media online: an examinator of added values. In: Communications, 2000, vol. 25, nr. 1, pp. 85-88. 65 O'REILLY (T.). What is web 2.0. http://www.oreillynet.com/pub/a/oreilly/tim/news/2005/09/30/what-is-web-20.html, zie bijlage p. 142. Datum van raadpleging: 13 mei 2008.

Page 26: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

23

architectuur van vele sites in een Web 2.0-omgeving daar op gericht is.66 Ook Karel Vranken ziet

daar de basisactiviteit van Web 2.0 in. Het publiek creëert zelf inhouden. De redenen daarvan zijn

volgens Vranken zeer divers. De mogelijkheden aangeboden door nieuwe technologieën zoals

mobile devices, digitale camera's en de wil van de users om content te delen, liggen aan de basis

van het succes van Web 2.0.67 Dirk De Grooff ziet zowel een technologische als een sociale

oorzaak. De technologische bevindt zich op vlak van de breedbandverbindingen en de

programmeertalen zoals XML en Javascript die participatie van gebruikers toelaten. De sociale

reden ligt bij de gebruiker zelf: dDie ziet het web als een verlengstuk van de fysische realiteit door

de mogelijkheid om virtueel contacten te onderhouden. Hierbij willen die gebruikers niet alleen

consumeren wat hen wordt voorgeschoteld, maar ook zelf creëren en dus participeren.68

User generated content maakt dus deel uit van het hippe begrip van Web 2.0, maar is er dus niet

per definitie aan gelijk te schakelen. Belangrijker is echter dat gebruikers zelf content creëren.

Toch gebeurt dat niet zo massaal als sommige optimistische auteurs durven denken. User

generated content heeft weldegelijk zijn grenzen. Om deze grenzen aan te tonen wordt er vaak

naar de zogenaamde consumptiepiramide verwezen. Daaruit blijkt dat slechts één procent van de

gebruikers zelf basiscontent creëert. Negen procent participeert door content actief te gebruiken

terwijl de basis van de piramide nog de overige negentig procent bevat die passief gebruik maken

van de gegenereerde content.69 Tussen die negentig procent zitten echter ook occasionele

participanten die een inspanning kunnen leveren als hen een motivatie wordt aangeboden.70

3.3.2 Belang van een "nieuwe technologie" zoals Web 2.0 voor lokale media

Voor we de mogelijkheden die aan nieuwe technologieën zoals Web 2.0 in de literatuur worden

toegeschreven, zullen bestuderen, dienen we voor alle duidelijkheid nog even kort uit te leggen

wat we nu met het begrip "nieuwe technologie" bedoelen. We kijken niet alleen naar de

technologische component, maar nemen ook de sociale context mee in onze beschrijving. We

zouden de nieuwe technologieën ook kunnen omschrijven als nieuwe media zoals Lievrouw en

Livingstone dat doen. Zij hebben het over informatie- en communicatietechnologieën en hun

geassocieerde sociale contexten. Deze bevatten drie elementen in: als eerste houdt dit de

apparaten in die onze communicatie mogelijk maken, als tweede behelst dit ook de

communicatieactiviteiten die we door deze apparaten kunnen ontplooien en als laatste element

maken de sociale arrangementen of organisaties die rond de apparaten of communicatiepraktijken

gevormd worden, deel uit van de nieuwe media. Al deze elementen beïnvloeden elkaar. Volgens

Lievrouw en Livingstone creëren nieuwe technologieën de sociale, economische en culturele

66 IBIDEM. 67 VRANCKEN (K.). From media 1.0 to media 2.0: the impact of user generated content. Presentation at 11th Symposium of the Belgian Broadband Platform, 15 maart 2007. Available at http://www.broadbandplatform.be/nl/?n=134&sessionid=4 68 DE GROOFF (D.). Web 2.0. Presentation at 11th Symposium of the Belgian Broadband Platform, 15 maart 2007. Available at http://www.broadbandplatform.be/nl/?n=134&sessionid=4 69 VRANCKEN (K.). From media 1.0 to media 2.0: the impact of user generated content. Presentation at 11th Symposium of the Belgian Broadband Platform, 15 maart 2007. Available at http://www.broadbandplatform.be/nl/?n=134&sessionid=4 70 PAULUSSEN (S.). UGC in the professional newsroom. Presentation at FLEET-congres New(s) generation, 30 januari 2008.

Page 27: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

24

context net zoals ze geschapen worden door deze contexten. In dit kader spreken de twee auteurs

over een recombinante schepping. Met andere woorden, nieuwe media zijn producten van een

continue hybridisatie van bestaande technologieën en innovaties in netwerken. Nieuwe

technologieën worden beïnvloed door een bestaande technologische context en hebben soms

onbedoelde gevolgen, maar evenzeer bedoelde.71 Silverstone heeft het over een nieuw medium

met verscheidene betekenissen, met een zogenaamde dubbele articulatie. Een nieuwe technologie

kan dus bekeken worden als zowel een artefact op zich als een medium dat betekenis overbrengt.72

Technologische vernieuwingen zijn vaak een antwoord zijn op lacunes en gebreken in de huidige

technologie.73 Ze proberen wensen van de samenleving te vervullen die de huidige technologie

onmogelijk kan invullen. Daarom moet er rekening worden gehouden met de sociale en politieke

context waarin een technologie wordt ontwikkeld en geïntroduceerd.74 Ook bij Web 2.0 was dat het

geval. Waar media eerst nog in een vrij traditionele manier met hun publiek communiceerden,

groeide echter het probleem van information-overload. Op het internet kwamen immers steeds

meer infobronnen voor de consument. Om daar op in te spelen, is er met Web 2.0 een trend naar

participatie en personalisering gekomen, meent De Grooff.75

Het belang van Web 2.0, meer bepaald user generated content, kunnen we dus op dat vlak

situeren. Algemeen ziet Rene Jansen op verscheidene vlakken een toegevoegde waarde van

nieuwe technologieën:

- op vlak van locatie: informatie is niet meer beperkt tot kleine afstanden, door nieuwe

technologieën kan afstand overbrugd worden;

- op vlak van tijd: communiceren is niet afhankelijk van tijd, fysieke aanwezigheid is niet

nodig;

- op vlak van betrokkenheid: door de aantrekkelijkheid van nieuwe media en de verlenging

van sociale contacten kan de betrokkenheid van mensen met de samenleving vergroot

worden;

- op vlak van complexiteit: door de verwerking van informatie kan de complexiteit ervan

teruggedrongen worden;

- op vlak van omvang: het is mogelijk om bijzonder veel informatie op te slaan en te

raadplegen;

- op vlak van individualisatie: de informatie kan beter op de eindgebruiker worden

afgestemd;

71 LIEVROUW (L.), LIVINGSTONE (S.). The Handbook of New Media, Social Shaping and Consequences of ICT's. Londen, Sage, 2002, pp. 7-8. 72 SILVERSTONE (R.). Consuming technologies: media and information in domestic spaces. Londen, Routledge, 1999, p. 21. 73 EDGE (D.). The social shaping of technology. In: EINON (G.), HEAP (N.), MACKAY (H.), MASON (R.), THOMAS (R.) (eds). Information technology and society. London, Sage, 1995, p. 18. 74 BROOKS (H.). Unrecognized social consequences of telecommunications technologies. In: LUNDSTEDT (S.B.). Telecommunications, values and the public interest. New Jersey, Ablex, 1990, p. 18. 75 DE GROOFF (D.). Web 2.0. Presentation at 11th Symposium of the Belgian Broadband Platform, 15 maart 2007. Available at http://www.broadbandplatform.be/nl/?n=134&sessionid=4

Page 28: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

25

- op vlak van tijdsduur: op zeer korte tijd is het mogelijk om meer informatie op te vragen

en te zoeken.76

Ook Frissen, Van Lieshout, Van Staden en Ponsioen erkennen bovenstaande factoren als

meerwaarde, en specifieker dan nog toegespitst op het internet.77 Belangrijk is alleszins dat op het

internet publieke discussie mogelijk is. Het internet kan als een nieuwe publieke sfeer werken zoals

ondermeer Habermas en anderen deze hebben trachten te definiëren. Ook voor community media

is het van belang een plaats van debat en discussie te kunnen creëren. De mogelijkheden van het

internet op dit vlak sluiten hier dus bij aan.78 Frissen en anderen zien in het internet een middel om

geïndividualiseerd engagement zoals dat vaak in onze laatmoderne samenleving voorkomt, vorm te

geven. Ze beschouwen dan ook het internet als een 'enabling technology' met een potentieel om

burgers en minderheden hun stem te laten uiten.79 Om naar het internet als technologie te kijken,

kunnen we twee benaderingen hanteren. In de eerste, de instrumentele benadering wordt internet

als een instrument gezien om vooraf bepaalde doelstellingen te bereiken of om de organisatie die

het internet gebruikt te ondersteunen. In een organische visie wordt het internet bekeken als een

platform waarop allerlei activiteiten en burgers bijeengebracht worden met gevolgen voor de eigen

organisatie.80

De vraag die zich nu opdringt, is wat dat democratische potentieel van internet nu inhoudt?

Bentivegna meent dat het internet bijzonder veel potentieel bezit doordat het tal van voordelen

van traditionele media combineert. Enkele mogelijkheden die vaak aan het internet worden

toegekend, zijn de volgende. Ten eerste, interactiviteit. Internetgebruikers zijn interactief bezig

vanaf het moment dat ze zichzelf een individuele weg banen door verschillende internetsites en

vervolgens ook deelnemen aan discussieforums of andere items waarin hij of zij geïnteresseerd is.

De burger neemt in het communicatieproces de rol op van zowel ontvanger als zender. Bovendien

biedt het internet op deze manier zowel informatie als participatie aan en plaatst het de burger dan

ook in staat om controle te hebben over het publieke leven en zelfs over regeringsbeslissingen, zo

meent Bentivegna. Door online druk uit te oefenen kunnen beslissingen immers beïnvloed worden.

Interactiviteit ondersteunt de democratie in die zin dat burgers zowel actief kunnen participeren

aan organisaties als gewoon druk kunnen uitoefenen door het vergaren van informatie die online te

vinden is. Ten tweede, is er op het internet een co-aanwezigheid van verticale en horizontale

communicatie. Verticale communicatie zoals Bentivegna dit definieert, kunnen we bekijken als de

zender een communicatiestroom creëert met de ontvanger, zoals dat in traditionele media vaak het

geval is. Omgekeerd kan echter ook. De burger kan nu ook als zender functioneren. Horizontale

communicatie verwijst naar de gelijke relatie waarbinnen burgers kunnen communiceren. Dat kan

op bijvoorbeeld interactieve forums. Ten derde, spreekt Bentivegna over disintermediation. Met

deze term doelt zij op de veranderende relatie tussen politiek en burger. De burger heeft immers

door de komst van het internet minder nood aan een intermediair zoals een journalist die 76 JANSEN (R.). De effectiviteit van nieuwe media: vage beloften of reële potenties? In: I&I, 1997, vol. 15, nr. 2, pp. 106-108. 77 FRISSEN (V.), VAN LIESHOUT (M.), VAN STADEN (M.). Op. Cit., 2001, p. 74. 78 JANKOWSKI (N.). Creating Community with Media: History, Theories and Scientific Investigations. In: LIEVROUW (L.), LIVINGSTONE (S.). Op. Cit., 2002, p. 43. 79 FRISSEN (V.), VAN LIESHOUT (M.), VAN STADEN (M.). Op. Cit., 2001, p. 74. 80 IBIDEM.

Page 29: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

26

documenten moet uitspitten en een verhaal aan de burger moet vertellen. De burger kan nu

immers ook zelf op zoek naar allerlei informatie en vergelijken met beschikbare documenten. Als

vierde democratische verbetering ten opzichte van traditionele media is er de kost. Wie een site

maken of informatie wil verspreiden, moet bijzonder weinig neertellen ten opzichte van wat

vroeger de kost bij traditionele media was. Ten vijfde is er uiteraard, de snelheid van het medium.

Internet kan sneller dan ooit burgers bereiken met enorme hoeveelheden aan informatie. Als zesde

en laatste democratische element, identificeert Bentivegna het wegvallen van grenzen. Hiermee

bedoelt ze dat zowel een wijde verspreiding van argumenten mogelijk is als het laten circuleren

van talrijke meningen en ervaringen die vroeger amper een plaats vonden in traditionele media.81

Het wegvallen van de grenzen lijkt ons een bijzonder interessante eigenschap voor lokale tv-

omroepen die meestal een geografische afbakening krijgen. Via nieuwe technologieën zoals het

internet is het dus ook mogelijk om burgers die niet in de gemeenschap wonen, maar wel

betrokken zijn op één of andere manier te blijven informeren. Ook Loader gaat in op de

mogelijkheid dat groepen die vroeger moeilijker in media terecht konden met hun mening nu wel

een plek vinden op internet. Hij meent zelfs dat ze dankzij de anonimiteit op het internet sneller

zullen participeren aan online gebeurtenissen.82

Zoals Lievrouw, Livingstone, Frissen en anderen beweren, beschikken internet en nieuwe media

over tal van mogelijkheden die de traditionele media amper bezaten. Toch wijzen ook zij er op dat

ondanks het groot potentieel er soms weinig sprake is van democratische ontplooiing. Jankowski

en Van Selm stellen bijvoorbeeld dat de actuele graad van betrokkenheid in de democratische

samenleving door dergelijke mogelijkheden bij nieuwe technologieën aan de magere kant is.83

McChesney wijst dan er weer op dat het internet ook gedomineerd wordt door bedrijven die vooral

winst willen maken. Hij spreekt dan ook over het internet als een "partiële publieke sfeer". Het lijkt

immers alleen maar of deze sfeer open is voor iedereen.84 Frissen en anderen concluderen in hun

onderzoek naar virtuele participatie van maatschappelijke organisaties in Nederland dat sociale

participatie en de opkomst van het internet inderdaad elkaar versterkt hebben, maar dat

maatschappelijke participatie op het internet op twee benen hinkt. Enerzijds versterkt internet de

mogelijkheden om mensen te mobiliseren en een stem te geven, maar anderzijds versterkt het ook

de fragmentatie van verschillende initiatieven.85

3.3.3 Participatie als kenmerk van user generated content

De algemene kenmerken van internet als nieuwe technologie tonen het belang voor een lokale

omroep die de democratische samenleving wil ondersteunen al aan. Toch dienen we gedetailleerder

te kijken naar het belang dat user generated content als concept op zich kan betekenen voor

tvbrussel. Het voornaamste verschil met het 'oude' internet is, zoals we reeds bestudeerden, dat

81 BENTIVEGNA (S.). Politics and New Media. In: LIEVROUW (L.), LIVINGSTONE (S.). Op. Cit., 2002, pp. 54-56. 82 LOADER (B.). Cyberspace divide: equality, agency and policy in the information society. Londen, Routledge, 1998, pp. 9-10. 83 JANKOWSKI (N.). Creating Community with Media: History, Theories and Scientific Investigations. In: LIEVROUW (L.), LIVINGSTONE (S.). Op. Cit., 2002, p. 43. 84 BENTIVEGNA (S.). Politics and New Media. In: LIEVROUW (L.), LIVINGSTONE (S.). Op. Cit., 2002, pp. 53-54. 85 FRISSEN (V.), VAN LIESHOUT (M.), VAN STADEN (M.). Op. Cit., 2001, pp. 90-91.

Page 30: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

27

users actief inhouden kunnen creëren en herbruiken. Participatie staat dus centraal. Net op vlak

van participatie door de burger kan ook lokale televisie met een publieke opdracht zorgen (ut

infra). Enli onderscheidt voor omroepen met een publieke opdracht drie soorten manieren waarop

participatie in een public service model kan worden ingeschakeld. Zij ziet participatie als legitimiteit

voor publieke omroepen, als een uitbreiding van hun huidige (informatieve) platform en als een

bron van inkomsten.86 Volgens Mark Deuze moet participatie gezien worden als het onderliggende

principe van de zogenaamde digitale cultuur waarbij, volgens vele aanhangers van burgermedia,

onafhankelijke media kanalen openstellen voor de burgers. Deuze wijst er echter op dat vooral

traditionele media participatieve elementen in hun sites integreren. Toch ziet hij dat een

interactieve of dialogische visie op media bij de traditionele mediabedrijven achterwege blijft.

Deuze is een voorstander van de digitale cultuur waarbij participatie centraal staat en wijst er op

dat bepaalde mate van participatie door de burger verwacht wordt in de huidige samenleving.87

Concreet kan die participatie bekeken worden als extra informatie voor traditionele media, als tool

(rating, polls), als inkomsten, als het gebruik van sociale netwerken (communities) en als

burgerjournalistiek. Als we het over de participatieve mogelijkheden van Web 2.0 en algemeen het

internet hebben, bedelen een aantal auteurs het internet mogelijkheden toe op vlak van een echte

forumfunctie voor burgers om participatieve journalistiek uit te oefenen. Kort willen we hier enkele

visies over aanhalen omdat ze een aanvulling kunnen betekenen voor traditionele media onder de

vorm van user generated content. De zoektocht naar een invulling van het begrip participatieve

journalistiek is op zich een onderzoek waard. Toch willen we kort bij dit begrip blijven stilstaan. Op

basis van bevindingen van Lasica onderscheidt Axl Bruns zes categorieën waaronder participatieve

journalistiek van toepassing kan zijn. Publieksparticipatie bij de mainstreamnieuwsplatformen,

nieuws van onafhankelijke nieuwssites, volledig participatieve nieuwssites, media sites met allerlei

mogelijke bijdrages, zogenaamde dunne media zoals mailinglists en persoonlijke sites. Hij maakt

ook gebruik van de simpele definitie dat de term verwijst naar individuen die actief rollen opnemen

die traditionele nieuwsmedia doen. Het gaat dan ondermeer over het selecteren, het verzamelen,

het vertellen van en het verspreiden van informatie en nieuws.88 Steve Paulussen (et al.) hanteren

vier modellen van Joyce Nip. Ten eerste, is er public journalism. Hierbinnen kunnen burgers

informatie aanleveren, maar bepaalt de journalist vaak nog wat er gepubliceerd wordt en wat niet.

Ten tweede, verstaat Paulussen onder interactive journalism journalistiek van de redacties van de

traditionele media, maar waar de dialoog met de burger wordt aangegaan eens het nieuws

geproduceerd is. Binnen het derde model, participatory journalism, worden burgers aangespoord

om actief nieuws te verzamelen en te verwerken onder begeleiding van en in dialoog met

professionele journalisten. Tot slot verwijst citizen journalism naar journalistiek die op alle vlakken

volledig aan burgers wordt overgelaten.89

86 ENLI (S.). Redefining Public Service Broadcasting. Multiplatform participation. In: Convergence, 2008, vol. 14, nr. 1, pp. 109-112. 87 DEUZE (M.). Participation, Remediation, Bricolage: Considering Principal Components of a Digital Culture. In: Information Society, 2006, vol. 22, nr. 2, pp. 67-68. 88 BRUNS (A.). Gatewatching. Collaborative online news production. New York, Peter Lang, 2005, p. 135. 89 PAULUSSEN (S.), HEINONEN (A.), DOMINGO (D.), QUANDT (T.). Doing it Together: Citizen Participation In The Professional News Making Process. In: Observatorio Journal, 2007, vol. 1, nr. 3, pp. 135-137.

Page 31: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

28

De vormen van participatie en vooral het belang ervan in de context van een recente technologie

als internet en meer bepaald user generated content hebben we tot hiertoe aangehaald om een

beter beeld te krijgen van hoe Web 2.0 een meerwaarde kan betekenen voor regionale omroepen.

3.3.3 Het gevaar van technologisch determinisme

We mogen echter niet vervallen in een eenzijdig pleidooi waarin internet als technologie wordt

gezien dat alles overtroefd. Technologie staat immers niet op zich. Zoals we reeds aanhaalden,

bekijken we technologie in een bredere context en nemen we ook sociale, politieke en culturele

factoren mee die op de technologie inspelen. We hanteren dus geen technologisch deterministische

benadering. Mattelart omschrijft dit als een ongebreideld geloof in de kracht van technologie

waarbij relevante sociale, economische, politieke en culturele factoren over het hoofd worden

gezien.90 Volgens de technologisch deterministische theorie ontwikkelt technologie zich

automatisch en autonoom verder.91 Verandering betekent voor deze school vooruitgang met

bijzonder veel voordelen, veroorzaakt door de nieuwe technologie. Te weinig wordt erkend dat er

ook nadelen aan een nieuw medium hangen. De samenleving moet maar leren omgaan met de

onomkeerbare vooruitgang die een nieuwe technologie te weeg brengt, menen aanhangers van het

technologisch determinisme.92 Lax onderscheidt vier argumenten die het technologisch

determinisme steeds gebruikt. De eerste hebben we al even aangehaald: technologie ontwikkelt

zich autonoom en betekent vooruitgang. Ten tweede is de technologie op sociaal vlak neutraal en

waardevrij. Ten derde, kan er niets aan de sociale impact van een nieuwe technologie gedaan

worden. De gevolgen zijn immers onvermijdelijk. Als vierde argument volgt hier dan ook uit de

samenleving zelf zich moet aanpassen aan de veranderende technologie.93

Vanuit dit technologisch determinisme bekeken, zou een nieuwe technologie een nieuwe boost

kunnen geven aan participatie en interesse van burgers in de samenleving.94 Internet zou dus per

definitie leiden tot meer burgerparticipatie. Aan dit determinisme mogen we ons niet laten vangen.

In dit verdere onderzoek zullen we dan ook nauwlettend in de gaten houden dat we nieuwe

technologie steeds samen met tal van andere factoren in de samenleving zullen bestuderen.

Anderzijds vinden we user generated content een unieke aanvulling die een regionale omroep als

tvbrussel niet mag laten links liggen.

90 MATTELART (A.). The Information Society: an introduction. Londen, Sage, 2003, p. 3. 91 PIERSON (J.). De (on)verenigbaarheid van informatie- en communicatietechnologie en zelfstadige ondernemers. Een gebruikersgericht en innovatiestrategisch onderzoek naar adoptie, gebruik en betekenis van ICT voor zaakvoerders van micro-ondernemingen. Brussel, onuitgegeven doc. verhand., 2003, p. 60. 92 LAX (S.). Beyond the Horizon: Communications Technologies: Past, Present and Future. Luton Press, Luton, 1997, p. 108. 93 IDEM, p. 109. 94 JANKOWSKI (N.), LEEUWIS (C.), MARTIN (P.), NOORDHOF (M.), VAN ROSSUM (F.). Virtuele democratie: reflectie op een recent initiatief. In: I&I, 1997, vol. 15, nr. 2, p. 122.

Page 32: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

29

3.4 Public service en regionale omroepen

3.4.1 Regionale commerciële en openbare omroepmodellen

Vermits onze case handelt over een regionale omroep die vanuit de overheid een opdracht

meekrijgt, dienen we ons te focussen op de discussies uit de literatuur over openbare en

commerciële omroepen. Het spanningsveld tussen de openbaarrechterlijke omroep en de uit de

markt ontstane omroepen is immers steeds zeer dynamisch geweest door verschillende debatten.95

Eerst bekijken we de modellen die bij regionale tv van toepassing kunnen zijn. Vervolgens komt

het concept van public service aan bod. Enerzijds onderzoeken we wat we onder een publieke

opdracht voor een regionale tv-omroepen dienen te verstaan, anderzijds duiden we de debatten

over het belang van public service. Veelal vinden deze discussies ook op nationaal niveau plaats

waardoor we gebruik kunnen maken van argumenten uit de nationale debatten om deze op

regionaal vlak te demonstreren.

Eerst en vooral kunnen we opmerken dat de principes voor het openbare omroepmodel en het

commerciële omroepmodel zoals deze op nationaal niveau toepasbaar zijn, ook voor de modellen

op lokaal vlak gelden. Dat komt mooi tot uiting bij Lewis en Booth wanneer zij het hebben over

publieke lokale televisie en commerciële lokale televisie. De kenmerken die zij onderscheiden,

passen perfect binnen de modellen die we hier boven bespraken. Zo menen ze dat de publiek

lokale omroep niet het doel heeft om winst te maken, dat deze voor iedereen in de lokale

samenleving ter beschikking staat en dat deze op een uniforme wijze gecontroleerd wordt.

Daarnaast komen ook de doelstellingen van de lokale omroep, informatie, ontspanning, cultuur en

vorming, ook overeen met die van nationale publieke omroepen.96 Jan Drijvers wijst bovendien op

de financiële afhankelijkheid van de overheid. Enerzijds is dit een voordeel voor de regionale

publieke omroep. De lokale mediaorganisatie is immers zeker van de inkomsten en is niet enkel

afhankelijk van moeilijk te voorspellen kijkcijfers of de reclamemarkt. Anderzijds verhoogt deze

openbare financiering de kans op politisering of althans politieke inmenging.97

Ook het commerciële omroepmodel kan op lokaal niveau toegepast worden, zij het in mindere

mate. In dat model zijn commerciële lokale media er in de eerste plaats op uit om winst te maken.

Dat kan door reclame en sponsoring. Daarenboven tellen de kijkcijfers: de programma's (en dus

ook de reclame rond deze programma's) moeten zoveel mogelijk kijkers, consumenten, bereiken.

Entertainment zal dus een voorname rol spelen in het programmaschema van de lokale

commerciële zender.98 De financiële afhankelijkheid van de overheid en de grotere kans op

politieke inmenging waar Drijvers het bij het openbare model over had, is hier niet aan de orde.

Alleen waarschuwt hij bij dit model voor afhankelijkheid van de markt en (al dan niet

rechtstreekse) inspraak binnen het programmaschema van adverteerders.99 De discussie over de

95 O'MALLEY (T.). Closedown? The BBC and government broadcasting policy, 1979-1992. Londen, Pluto Press, 1994, p. 174. 96 LEWIS (P.), BOOTH (J.). Op. Cit., 1989, p. 6. 97 DRIJVERS (J.). Op. Cit., 1992, p. 89. 98 LEWIS (P.), BOOTH (J.). Op. Cit., 1989, p. 5. 99 DRIJVERS (J.). Op. Cit., 1992, p. 90.

Page 33: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

30

kwaliteit van de programma's is dus ook in een commercieel model op lokaal niveau aan de orde.

Er moet echter steeds een bepaald niveau van kwaliteit door de commerciële lokale tv-omroepen

geboden worden om het publiek dat aan de adverteerders verkocht moet worden, te behouden of

te vergroten. De redactionele inbreng van de burger is ook in dit model gering.100 Drijvers stelt zich

daarnaast wel vragen bij de toepasbaarheid van dit model door de kleine schaal waarop lokale

zenders inkomsten moeten vinden. Door schaalvergroting zouden de omroepen meer inkomsten

kunnen genereren, maar dan verliezen de omroepen hun lokale herkenbaarheid. Drijvers spreekt

binnen dit lokale, commerciële model van een interne contradictie.101 Bovendien mengen de

regionale tv-omroepen zich dan op een grotere reclamemarkt die voor de nationale commerciële

zenders van financieel belang is. En zelfs al beperken de regionale omroepen zich tot hun lokale

gebied of krijgen ze enkel overheidssteun, dan kan in een nationale commerciële logica het bestaan

van lokale tv-omroepen een bedreiging betekenen. Zo stelde de Europese Commissie in 2002 dat

het bestaan van lokale televisie op zich een indirect gevolg kan hebben op het handelsverkeer

binnen de EU en de nationale commerciële broadcasters. De argumentatie luidt daarbij dat lokale

tv-omroepen - die zoals in Vlaanderen overheidsssteun krijgen naast hun lokale commerciële

activiteiten - kijkers weghalen van de andere tv-zenders.102

Lewis en Booth stelden naast de commerciële en openbare modellen ook het model van community

tv. Dit behandelden we echter bij aanvang van het literatuuronderzoek. Het is ook niet onze

bedoeling om deze drie modellen lijnrecht tegenover elkaar te zetten. Binnen de modellen van

community media zijn er overigens vier benaderingen die gehanteerd kunnen worden. Over de

community media als rhizome hebben we het reeds gehad. Binnen deze visie wordt immers de

piste van community media als alternatieve media tegenover de mainstreammedia, zijnde

bijvoorbeeld publieke en commerciële tv-omroepen, verlaten. Community media kunnen als

burgermedia aanschouwd worden en worden gekenmerkt door een grote contingentie. Het

community tv-model kan binnen deze benadering gezien worden als een schakel met diverse

relaties tussen de staat en de markt die vooral gestuurd worden vanuit overlevingsredenen.

Community media stellen door middel van hun rhizome karakter de vaste structuren en procedures

van traditionele publieke en commerciële media in vraag.103 Een tweede benadering van

community media is deze als media als deel van de zogenaamde civil society. Gemeenschapstv kan

in deze visie burgers laten participeren aan de publieke sfeer en specifieke groepen een stem

geven op televisie. Community media bevinden zich hier tussen publieke en commerciële media.

Een diepere analyse over die civil society is hier echter niet op zijn plaats vermits we hier de

mogelijke modellen van regionale televisie willen schetsen.104 Niettemin willen we ook een derde

benadering van community media kort aanhalen. Community tv kan immers ook als een alternatief

voor de mainstreamomroepen gelden. Dit houdt natuurlijk een duidelijke tegenstelling in zich. Deze

opvatting betekent dat community media het tegenovergestelde van hun professionele aanhangers

willen zijn. Met een horizontale organisatiestructuur en vooral een kleinschalige input van allerlei 100 LEWIS (P.), BOOTH (J.). Op. Cit., 1989, p. 6. 101 DRIJVERS (J.). Op. Cit., 1992, p. 96. 102 HESSEL (B.). Staatssteun op het grensvlak van bestuursrecht, Europees recht en fiscaal recht. Den Haag, Boom, 2005, p. 48. 103 CARPENTIER (N.), LIE (R.), SERVAES (J.). Community media: Muting the democratic media discourse? In: Journal of Media & Cultural Studies, 2003, vol. 17, nr. 3, pp. 61-62. 104 IDEM, pp. 58-59

Page 34: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

31

diverse groepen kan community tv de tegenpool zijn van de mainstreamomroep.105 Een laatste

benadering van community media ziet community tv als een instrument om de gemeenschap

waarin de omroep vertoeft te dienen. Voor iedereen binnen de gemeenschap die van zich wil laten

horen en die zijn eigen identiteit wil versterken, zet community tv zijn kanaal open.106

Bij het gemeenschapsmodel is de hoofddoelstelling om de lokale bevolking bij informatie van de

lokale gemeenschap te betrekken en zo de democratie verder te ondersteunen. Op vlak van

financiering is meestal gekozen voor een gemengde financiering, dus zowel door de overheid als

door commerciële partners.107

De publieke en commerciële modellen van lokale televisie kunnen ook opgevat worden in drie

andere modellen die Els De Bens en Vibeke Petersen identificeerden. Ten eerste is er het

idealistische model waarbinnen de overheid regionale televisieomroepen laat uitbouwen omdat

allereerst de schaal niet toelaat om voldoende inkomsten te derven. Daarnaast komt nog dat de

mogelijkheid bestaat dat een commercieel station steeds meer winst zal willen maken en het lokale

aspect zal verwaarlozen. De overheid zelf moet een rol opnemen om de zenders te

ondersteunen.108 Het tweede model houdt in dat lokale televisie gecommercialiseerd wordt, maar

waarbij de overheid nog steeds een kader vastlegt waarbinnen de omroep moet functioneren. Een

derde model gaat nog verder. In het gedereguleerde model laat de overheid begaan en wordt

lokale televisie in een juridisch vacuüm geboren.109

De modellen en hun algemene principes die op nationaal niveau vaak worden ontwikkeld zijn dus

ook toepasbaar op lokale media. Al blijkt uit ons literatuuronderzoek dat de parallelle discussies op

lokaal niveau de afgelopen jaren minder aan bod kwamen.110 Het is echter voor ons verdere

onderzoek belangrijk om ons bewust te zijn van de kenmerken van de modellen en van de

debatten die in de literatuur over het spanningsveld van commerciële tv en openbare omroep

plaatsvinden. Het is ook tegen een dergelijke achtergrond of filosofie dat regionale tv-omroepen in

Vlaanderen gevormd zijn. De regionale tv-omroepen in Vlaanderen kregen echter een sterke

publieke opdracht met zich mee.

3.4.2 Public service als basis voor de regionale tv-omroep in Vlaanderen

De public service-idee is vooral een Europees gedachtegoed en houdt eigenlijk verband met de

openbaarrechterlijke omroepen. McQuail definieert de openbare omroep als het type omroep dat

gesticht is vanuit de overheid en dat aan zoveel mogelijk communicatiebehoeften van een groot

publiek probeert tegemoet te komen.111 De omroep wordt meestal gefinancierd door publieke

105 IDEM, pp. 56-57. 106 IDEM, pp. 55-56. 107 DRIJVERS (J.). Op. Cit., 1992, p. 95. 108 DE BENS (E.), PETERSEN (V.). Models of Local Media Development. In: SIUNE (K.), TRUETZSCHLER (W.). Op. Cit., 1992, p. 172. 109 IDEM, pp. 174-177. 110 RUTTEN (P.). De toekomst van de regionale publieke omroep. Hilversum, Stichting ROOS, 2006, p. 28. 111 MCQUAIL (D.). Op. Cit., 2000, p. 502.

Page 35: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

32

fondsen. De openbaarrechterlijke omroepen kunnen bijgevolg grotendeels onafhankelijk werken.112

Politieke of commerciële motieven mogen dus nooit doorwegen.113

Een aantal principes zien we steeds terugkeren en zijn ook belangrijk voor regionale tv-omroepen

die met een publieke opdracht werken. Zo moeten de zenders van de omroep voor iedereen te

verkrijgen zijn binnen hun toegelaten zendgebied en moeten ze bovendien zoveel mogelijk afstand

nemen van de overheid en de commerciële wereld.114 Daarenboven dient er diversiteit te zijn in

alle programmagenres en –interesses en in de opinies en meningen die aan bod komen. De focus

op andere programmagenres dan diegene die op de commerciële omroepen vertoond worden,

wordt dus ook van de publieke omroep verwacht.115 Algemeen zien we ook dat minderheden

speciale aandacht moeten krijgen en dat de nationale en culturele identiteit meestal versterkt dient

te worden. Uiteraard moet de openbaarrechterlijke omroep ook in kwaliteit voorzien.116 Wat die

'kwaliteit' juist inhoudt, is dan weer vatbaar voor discussie en verschilt dan ook van land tot land

en van auteur tot auteur.117 Hierover zullen we echter niet verder uitweiden.

Belangrijker is de ideologie die achter public service schuilgaat. Het geloof in de openbare omroep

wordt vooral gevoed door het idee dat de aanwezigheid van de openbare omroep de samenleving

en zijn burgers dient en zo vooruitgang brengt.118 Bovendien wordt de openbaarrechterlijke

omroep bekeken als hét instrument dat sociale en culturele verbetering kan teweegbrengen door

de verdediging van normen en waarden.119 Met andere woorden, de sociale verrijking van de

samenleving in zijn geheel is een doel.120 Voor regionale omroepen met een publieke opdracht

staat uiteraard de verrijking van de lokale samenleving centraal. Door hun 'nabijheid' bij het lokale

publiek slagen deze tv-omroepen er beter in dan hun nationale publieke tegenhangers om die

lokale samenleving te bereiken.121

Binnen de visie op public service wordt het publiek bekeken als rationele politieke wezens, zo

meent Garnham.122 Oorspronkelijk werd het publiek van de openbare omroep als een geheel

beschouwd. Dat publiek had eenzelfde interesse in educatie en informatie, zo redeneerden de

openbare omroepen. Maar die ideeën omtrent de traditionele public service zullen niet overeind

blijven door ondermeer de komst van commerciële omroepen eind jaren tachtig.123 Rutten meldt

bovendien dat algemene verschuivingen in het medialandschap ook gevolgen hebben voor het

publiek van regionale omroepen. De kijker heeft immers naast de commerciële nationale

alternatieven ook nog tal van andere informatiemogelijkheden via nieuwe technologieën. De

112 IDEM, p. 156. 113 TRACEY (M.). The decline and fall of public service broadcasting. New York, Oxford University Press, 1998, p. 20. 114 MADGE (T.). Beyond the BBC: Broadcasters and the public in the 1980's. Londen, MacMillan, 1989, p. 207. 115 MEIJER (I.). Impact or Content? Ratings vs Quality in Public Broadcasting. In: European Journal of Communication, 2005, vol. 20, nr. 1, p. 29. 116 MCQUAIL (D.). Op. Cit., 2000, p. 157. 117 MEIJER (I.). Op. Cit., 2005, p. 37. 118 TRACEY (M.). Op. Cit., 1998, p. 18. 119 IDEM, p. 256. 120 TRACEY (M.). Op. Cit., 1998, p. 25. 121 RUTTEN (P.). Op. Cit., 2006, pp. 30-31. 122 TRACEY (M.). Op. Cit., 1998, p. 42. 123 SYVERTSEN (T.). Paradise Lost: The Privatization Of Scandinavian Broadcasting. In: Journal of Communication, 1997, jr. 47, nr. 1, p. 122.

Page 36: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

33

individuele kijker vasthouden is dus niet zo simpel. Binnen het idee van publieke opdracht dient

dus ook rekening gehouden te worden met het feit dat de publieke tv-omroep slechts één van de

vele kanalen is die de burger kan raadplegen.124

Michael Tracey geeft een overzicht van acht principes van het public service idee.125 McQuail

waarschuwt dan weer dat er niet zoiets bestaat als een algemeen aanvaarde theorie over public

service broadcasting.126 Toch waagt Tracey zich aan het verwoorden van acht algemene

basisprincipes die binnen deze studie over tvbrussel toch even aangehaald dienen te worden. Ten

eerste onderscheidt hij de universaliteit van de toegankelijkheid. Iedere burger binnen een

democratie moet toegang hebben tot de openbare omroep. Ten tweede heeft Tracey het over wat

hij noemt de 'universality of appeal'. Zo moet de openbare omroep de diverse interesses van het

publiek bedienen op een hoogstaande kwalitatieve manier. Bovendien horen hierbij ook de smaken

en interesses die niet dominant zijn, maar die wel bij een groot deel van het publiek wakker

gemaakt kunnen worden. Ten derde moeten ook minderheden een stem krijgen. Ten vierde staat

de openbare omroep in dienst van de publieke sfeer. Individuen zijn immers in de samenleving op

zoek naar het veiligstellen van hun private interesses, terwijl die individuen zich in de publieke

sfeer als burgers moeten gedragen. Het is dan ook de taak van de openbare omroep om die

individuen zich als burger te laten ontplooien binnen hun plichten en hun rechten. Ten vijfde moet

de openbare omroep zich ook engageren om het publiek van educatie te voorzien. Daarnaast

onderscheidt Tracey als zesde principe dat van de onafhankelijkheid. Als zevende punt haalt hij het

belang van de competitie om kwaliteit aan. Openbaarrechterlijke omroepen moeten immers -

ongeacht hun doelgroep tijdens een specifiek programma - kwaliteit aanleveren. Tot slot moet ook

de wetgeving die de omroepen reguleert eerder bevrijdend dan beknottend werken voor de

programmamaker. Tracey koppelt op het einde van de opsomming van principes ook een duidelijke

ideologische component aan het geheel. Indien deze principes achterhaald zouden zijn vandaag de

dag, zo zegt hij, dan moeten we onze serieuze vragen stellen over onze huidige sociale en culturele

orde. Maar als deze principes wel geldig blijken te zijn, moet onze bekommernis uitgaan naar de

manier waarop we deze ook in het werkelijke leven van alle burgers realiseren.127

3.4.3 Het belang van public service voor de lokale tv-omroep

Tot nu toe hadden we het vooral over de kenmerken van het public service gedachtegoed. Het

belang van deze ideeën voor regionale omroepen is echter te situeren ten overstaande van wat

commerciële (regionale) tegenhangers zonder enige publieke opdracht zouden brengen.

Bij de vrije markt waartoe de commerciële omroepen behoren, telt enkel de

consumentensoevereiniteit, met andere woorden de consument die zijn of haar eigen keuzes

maakt.128 Bij het principe van de openbare omroepen staan de collectieve noden van de burgers

centraal terwijl het individu zelf in het marktdenken een prominente plaats krijgt toegewezen.129

124 RUTTEN (P.). Op. Cit., 2006, p. 35. 125 TRACEY (M.). Op. Cit., 1998, p. 26. 126 MCQUAIL (D.). Op. Cit., 2000, p. 156. 127 TRACEY (M.). Op. Cit., 1998, pp. 26-32. 128 IBIDEM. 129 MCQUAIL (D.). Op. Cit. 2000, p. 156.

Page 37: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

34

De bedoeling van deze commerciële organisaties is om materiële goederen en diensten te

verspreiden voor financiële vergoedingen en dus zo winst te maken.130 Met andere woorden,

televisie maken en uitzenden is gecommodificeerd.131 De media-inhoud krijgt zo een waarde die in

reclame-inkomsten omgezet wordt. McQuail meent zelfs dat deze commodificatie de inhoud

determineert.132 Dit houdt bijgevolg in dat, zoals Peter Dahlgren opmerkt, de commerciële

omroepen zich niet tot de gehele populatie wenden, maar enkel de commercieel interessante

publieksgroepen tot doelgroepen verheffen.133 Op regionale televisie toegepast, zou dat betekenen

dat niet de hele lokale gemeenschap aangesproken zou worden, maar enkel de groepen die

commercieel gezien interessant zijn. Jan Drijvers wijst er op dat de toegang dan naar de

individuele burger wordt gericht.134

Daarnaast zijn er tal van terreinen waarover er zich vragen gesteld kunnen worden naar de rol van

deze reclame binnen de commerciële media. Zo is de onafhankelijkheid van de commerciële media

een twistpunt. In hoeverre weerstaat een commercieel mediabedrijf de druk van de adverteerders?

Volgens McQuail is er een duidelijke invloed in de structuur van commerciële firma's. In het design,

de lay-out of het programmaschema tracht het mediabedrijf immers de adverteerders tevreden te

stellen. Dat reclamemakers meteen kunnen tussenkomen in bepaalde cruciale

productiebeslissingen is echter moeilijker aan te tonen.135 Wel kunnen we volgens Hoynes stellen

dat reclame de mate van expressie op televisie inperkt. Enerzijds is dit een effect en een

bezorgdheid van buiten de omroepen, anderzijds hebben de commerciële omroepen en

mediabedrijven de vrees om expliciete meningen naar buiten te brengen geïnternaliseerd.136

Wanneer het doel van de zender in kwestie is om zo weinig mogelijk wegzappende kijkers te

verkrijgen, dan moeten programma's die vertoond worden ook niemand schofferen. In die optiek

heeft Hagen het over 'Least Objectionable Programming'. Zo blijven mensen kijken, en bijgevolg

ook naar de reclameboodschappen. Een dergelijke programmering leidt volgens Hagen tot een

homogenisering van het medialandschap.137 Laat het net dat zijn dat publieke regionale omroepen

trachten te vermijden. Ze bieden immers een meerwaarde aan dat medialandschap door dichter bij

de burgers te staan en betere en meer diepgaande mogelijkheden tot informatie en participatie

over de lokale samenleving te kunnen brengen.138

Een andere polemiek over de wereld van de commerciële mediabedrijven is die van de kwaliteit die

gebracht wordt. Waar de openbare omroep verondersteld wordt kwaliteit te brengen, durven

sommige auteurs wel eens de scheiding tussen het populaire, dat wat de commerciële omroepen in

meerdere en openbare omroepen in mindere mate zouden brengen, en het kwaliteitsvolle, dat wat

van de openbare omroepen verwacht wordt, benadrukken. Ondanks het feit dat de term kwaliteit

130 IDEM, p. 251. 131 O'MALLEY (T.). Op. Cit., 1994, p. 102. 132 MCQUAIL (D.). Op. Cit., 2000, pp. 82-83. 133 DAHLGREN (P.). Key Trends in European Television. In: WIETEN (J.), MURDOCK (G.) & DAHLGREN (P.) (eds). Television across Europe. Londen, Sage, 2000, pp. 23-35. In: MEIJER (I.). Op. Cit., 2005, p. 30. 134 DRIJVERS (J.). Op. Cit., 1992, p. 86. 135 MCQUAIL (D.). Op. Cit., 2000, p. 261. 136 HOYNES (W.). Op. Cit., 1994, p. 30. 137 HAGEN (I.). Slaves of the rating tyranny? Media Images of the Audience. In: ALASUUTARI (P.) (ed.). The inscribed Audience, Londen, Sage, 1999, p. 140. 138 RUTTEN (P.). Op. Cit., 2006, p. 37.

Page 38: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

35

moeilijk te definiëren blijft139, blijven sommige auteurs en mensen binnen het vakgebied kwaliteit

tegenover commerciële televisie positioneren.140 De vraag is natuurlijk hoe we kwaliteit definiëren.

Zoals gezegd zullen we hier niet verder op ingaan, maar als we kwaliteit vanuit een hoek van actief

burgerschap bepalen, dan zouden we in de redenering van hierboven kunnen stellen dat enkel de

openbare omroep hiertoe (verplicht) een bijdrage levert. Maar het aanwakkeren van de rol van de

burger kan vanuit postmodernistische hoek bekeken, ook door populaire programma's gebeuren.141

We kunnen immers niet zeggen of de actieve burgers in de democratie nu meer in het publieke

debat betrokken worden door elementen uit een journaal dan wel door aspecten uit een soap.142

Op die manier moeten we uiteraard de tegenstelling van openbare omroep/kwaliteit tegenover

commerciële omroep/niets zeggende programma's om winst te maken, nuanceren. Dat een

commerciële regionale omroep (zoals we deze in Vlaanderen niet kennen) hiervan wél gevolgen

ondervindt, kan aangetoond worden met het voorbeeld van de commerciële regionale omroep

TvBreizh uit Frankrijk. De lokale tv-omroep uit Lorient maakt een beperkt aandeel regionale

programma's en mikt na 20u op een (uitgebreider) nationaal publiek met vooral een serie- en

filmaanbod, juist om op de reclamemarkt juist voldoende inkomsten te kunnen werven.143 144 De

lokale informatie is dus niet de hele dag prominent aanwezig.

De kijkcijfers spelen uiteraard niet alleen bij de commerciële regionale omroepen mee. Ook

publieke regionale omroepen krijgen hiermee te maken wanneer het gaat over hun legitimiteit.

Paradoxaal genoeg wordt de rechtvaardiging van het bestaan van de publieke zenders ook

voltrokken door het brengen van het 'andere', dat wat de commerciële omroepen niet brengen.

Immers, als de openbare omroep met subsidies van de gemeenschap hetzelfde brengt als de

commerciële omroepen met reclameopbrengsten, is het zinloos om de openbare omroep verder in

stand te houden.145 Experimenterende en 'andere' programma's brengen, is dus een extra

legitimatie voor de openbare omroepen.146

Maar de noties omtrent de (nationale) openbare omroep zijn doorheen de jaren ook op een andere

manier geëvolueerd. Oorspronkelijk werd het publiek als een geheel bestempeld met een

gemeenschappelijke interesse in educatie en informatie. Soendergaard maakt de bemerking dat de

openbare omroep onder invloed van de commercialisering gereageerd heeft met een

gesegmenteerde aanpak.147 Wat op zich dan weer vragen opwerpt omtrent de notie van public

service en universaliteit. Zal een omroep met een public service opdracht zich tot alle groepen in

139 TRACEY (M.). Op. Cit., 1998, p. 272. 140 HOYNES (W.). Op. Cit., 1994, p. 153. 141 MEIJER (I.). Op. Cit., 2005, p. 31. 142 MURDOCK (G.). Op. Cit., 1999, p. 15. 143 TVBREIZH. Qui sommes nous? http://www.tvbreizh.fr/tvbreizh/la-chaine/0,,3715077-VU5WX0lEIDQ3Mw==,00-decouvrez-clip-presentation-breizh-.html, zie bijlage p. 143. Datum van raadpleging: 13 mei 2008. 144 STRATEGIES. Les trente qui font bouger les régions. http://www.strategies.fr/archives/1268/126804601/les-trente-qui-font-bouger-les-regions.html, zie bijlage p. 144. Datum van raadpleging: 13 mei 2008. 145 BURGELMAN (J.), PUNIE (Y.) & VERHOEST (P.). Van telegraaf tot telenet. Naar een nieuw communicatiebestel in Vlaanderen. Brussel, VUBPress, 1995, pp. 190-191. 146 YTREBERG (E.). Ideal types in public service television: paternalists and bureaucrats, charismatics and avant-gardists. In: Media, Culture and Society, 2002, vol. 24, nr. 6, p. 770. 147 SYVERTSEN (T.). Op. Cit., 1997, p. 122.

Page 39: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

36

de samenleving blijven richten ondanks de druk van de kijkcijfers die vandaag de dag voor een

groot deel de openbare omroepen legitimeren?

De algemene discussies over public service of een zuiver commerciële omroep kunnen zoals

aangetoond ook op regionaal niveau een rol spelen. Een public service opdracht om regionale tv-

omroepen in Vlaanderen binnen bepaalde lijnen van de lokale samenleving te laten kleuren, heeft

dus zijn belang voor de lokale gemeenschap die in zijn geheel, onafhankelijk ingevulde en

kwalitatieve programma's dient te krijgen. Het bewijs dat de grenzen tussen publieke en

commerciële omroepen niet mooi afgebakend zijn, vinden we overigens op lokaal vlak in

Vlaanderen. Alle regionale omroepen zijn immers gebonden aan de opdracht in de Vlaamse

mediadecreten, maar kunnen naast publieke middelen ook commerciële middelen aanwenden (ut

infra). Tvbrussel vormt hier, zoals we in het volgende hoofdstuk zullen zien, met twee bijkomende

publieke opdrachten een uitzondering op, al kan de zender uit de hoofdstad nog steeds een beroep

doen op inkomsten van adverteerders. De bovenstaande bedenkingen zijn dan ook grotendeels

actueel bij de Brusselse stadszender.

Page 40: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

37

3.5 Tvbrussel in het Vlaamse medialandschap: een atypische regionale omroep?

Dit deel kunnen we als een tussendeel tussen theorie en empirie beschouwen. Het maakt immers

de link tussen de case tvbrussel en de debatten die over regionale omroepen in literatuur gevoerd

worden. Voor we ons empirisch onderzoek aanvatten, is het overigens noodzakelijk om tvbrussel in

het Vlaamse regionale omroeplandschap te situeren. We bestuderen dan ook eerst het Vlaamse

omroeplandschap en de verhoudingen tussen de verschillende lokale omroepen. Wij kijken naar de

wijze waarop de Vlaamse wetgever de regionale televisieomroepen in Vlaanderen heeft

gedefinieerd en vastgelegd. Voorts analyseren we de werkingssituatie van tvbrussel. In welke

context kan tvbrussel regionale televisie maken? In welke mate is zij afhankelijk van de

verscheidene overheden? Daarnaast gaan we specifiek in op de opdracht(en) die tvbrussel als

regionale omroep van de overheid krijgt. Kortom, het kader waarin tvbrussel als Vlaamse Brusselse

regionale omroep dient te functioneren, zullen we stap voor stap behandelen.

3.5.1 Regionale omroepen in Vlaanderen

In Vlaanderen heeft de naam "regionale" omroepen niets te maken met de regio's Vlaanderen of

Wallonië. Zoals eerder al aangehaald, is regionale tv in Vlaanderen lokaal gericht. Er zijn elf

zendgebieden waarin tien regionale omroepen elk een zendgebied voor zich nemen. RTV is

opgesplitst in een zendgebied Kempen en Mechelen.148 Tvbrussel zendt in het gebied Brussels-

Hoofdstad uit.149 Daarnaast zijn er de zenders ATV (Antwerpen), TV Limburg (Lommel, Maaseik,

Hasselt, Tongeren), ROB-TV (Diest, Leuven, Tienen), RingTV (Halle-Vilvoorde), TV Oost (Sint-

Niklaas, Aalst, Dendermonde), AVS (Gent, Eeklo, Oudenaarde), Focus TV (Brugge, Veurne,

Oostende, Diksmuide) en WTV (Ieper, Roeselare, Kortrijk, Tielt).150

Figuur 2: Regionaal omroeplandschap (Bron: www.rtvm.be en aanvulling van de auteur)

148 JANSSENS (H.), VAN LANDUYT (D.). Een doorlichting van de tien regionale tv-zenders. In: DE BENS (E.), RAEYMAECKERS (K.) (eds). Op. Cit., 1998, p. 46. 149 Tvbrussel. Over tvbrussel. http://www.tvbrussel.be/over-tvbrussel, zie bijlage p. 145. Datum van raadpleging: 5 april 2008. 150 RTVM. RTVM – Regionale TV Media. http://www.rtvm.be/zendgebied.php?hmID=38, zie bijlage p. 146. Datum van raadpleging: 5 april 2008.

Page 41: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

38

Het regionaal medialandschap in Vlaanderen in vergelijking met Wallonië vrij jong.151 In

Vlaanderen werden dat de regionale zenders pas vanaf 1993 erkend. Het is pas vanaf dat jaar dat

de meeste regionale tv-zenders dagelijks uitzonden.152 De juridische vormgeving aan de regionale

omroepen kunnen we terugvinden in de Vlaamse mediadecreten. Volgens deze mediadecreten kan

de Vlaamse Regulator voor de Media slechts één regionale zender per zendgebied erkennen.

Bovendien kunnen er maximaal elf regionale tv-licenties worden toegekend.153 De afbakening van

de zendgebieden gebeurde door de Vlaamse regering.154 Geen enkel van de zendgebieden mag

meer dan vijftien procent van het totale Nederlandstalige gebied en Brussel-Hoofdstad

omvatten.155

In de mediadecreten wordt een kader geschetst waarbinnen de regionale omroepen moeten

functioneren. Zo moeten regionale omroepen "de communicatie naar de burger bevorderen en

bijdragen tot de sociale en culturele ontwikkeling van de regio".156 Zo zijn de regionale tv-zenders

verplicht om tachtig procent van hun programmering betrekken te laten hebben op de regio in

kwestie en in het Nederlands uit te zenden. Binnen die programma's moeten de omroepen "ernaar

streven om de uitdrukkingsmogelijkheden van de plaatselijke bevolking te ontwikkelen en haar

deelname eraan aan te moedigen".157 Toch zijn de regionale omroepen geen openbare zenders.158

Ze mogen immers volgens het mediadecreet zowel een beroep doen op commerciële inkomsten als

op overheidssubsidies.159 Structurele samenwerkingen tussen de regionale tv-omroepen mogen

niet volgens het mediadecreet. Verder dienen de regionale tv-zenders een vzw-structuur te

hanteren, dat betekent dus dat elke regionale omroep in Vlaanderen een vereniging zonder

winstoogmerk is.160 De vereniging moet bovendien onafhankelijk zijn van politieke partijen,

beroepsverenigingen of een commerciële organisaties. De Vlaamse Regulator voor de Media moet

op deze decreten en regels toezien en kan zelfs op ieder ogenblik de erkenning van de regionale

omroep schorsen of intrekken als de erkenningsvoorwaarden niet worden nageleefd.161

Ook de beheersorganen van de regionale omroepen worden door de mediadecreten bepaald. Zo

dient de algemene vergadering van de regionale omroep representatief samengesteld te zijn op

vlak van politieke, sociale, culturele, levensbeschouwelijke en regionale basis. Ook elke lokale

overheid die mee de werkingskosten van de zender op zich neemt, kan deel uitmaken van de

algemene vergadering.162 Ook de raden van bestuur moeten representatief samengesteld zijn,

151 JANSSENS (H.), VAN LANDUYT (D.). Een doorlichting van de tien regionale tv-zenders. In: DE BENS (E.), RAEYMAECKERS (K.) (eds). Op. Cit., 1998, p. 43. 152 IDEM, p. 45. 153 VLAAMSE OVERHEID. Decreten betreffende de radio-omroep en de televisie in Vlaanderen. Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vlaamse Overheid, Brussel, 2008, p. 32. 154 JANSSENS (H.), VAN LANDUYT (D.). Een doorlichting van de tien regionale tv-zenders. In: DE BENS (E.), RAEYMAECKERS (K.) (eds). Op. Cit., 1998, p. 45. 155 VLAAMSE OVERHEID. Op. Cit., 2008, p. 32. 156 IBIDEM. 157 IDEM, p. 33. 158 JANSSENS (H.), VAN LANDUYT (D.). Een doorlichting van de tien regionale tv-zenders. In: DE BENS (E.), RAEYMAECKERS (K.) (eds). Op. Cit., 1998, p. 45. 159 VLAAMSE OVERHEID. Op. Cit., 2008, p. 32. 160 IDEM, p. 33. 161 IDEM, p. 34. 162 IBIDEM.

Page 42: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

39

maar mogen niet uit meer dan één vijfde leden bestaan die allerhande politieke of leidinggevende

functies uitoefenen in aanverwante sectoren.163 Leden van overheden mogen onder geen beding

een mandaat in een raad van bestuur van een regionale tv-omroep opnemen. Wie wel een

mandaat mag opnemen, moet bovendien in het zendgebied van de omroep wonen of verblijven.164

Daarnaast heeft elke regionale zender een adviesraad. Het doel van deze raad is het bewaren van

het pluralistische en onafhankelijke karakter van de omroep in kwestie. De adviesraad verstrekt

zoals zijn naam al doet vermoeden adviezen en stelt jaarlijks een evaluatierapport op dat aan de

raad van bestuur en de Vlaamse Regulator voor de Media wordt overhandigd.165

Tot slot blijven we nog even stilstaan bij het ter beschikking stellen van de regionale omroepen op

de Vlaamse tv-schermen. In Vlaanderen geldt namelijk het zogenaamde must-carry-statuut voor

regionale tv-zenders. De kabelmaatschappijen zijn zo door de Vlaamse overheid verplicht om

binnen elk zendgebied de desbetreffende regionale tv-omroep (gratis, gelijktijdig en niet ingekort)

aan te bieden.166

3.5.2 Tvbrussel als vreemde eend in de bijt?

Tvbrussel is dus één van de tien niet-openbare regionale zenders erkend door de Vlaamse

Gemeenschap. Tvbrussel is echter een vreemde eend in de bijt tussen de Vlaamse regionale tv-

omroepen ondermeer door het zendgebied waar het actief is (ut infra). De zender dekt het gebied

Brussel-Hoofdstad.167 De eigenlijke bestaansredenen zijn vooral van politieke aard. De

Nederlandstalige Brusselse politici wilden ook voor de Nederlandstaligen (of alleszins om die

Nederlandstaligen te kunnen bereiken) in Brussel een regionale tv-station. De Franstaligen in

Brussel hadden immers al sinds 1985 het van de Franstalige Gemeenschap afhankelijke Télé

Bruxelles.168 Op 16 juni 1993 verkreeg tvbrussel de erkenning van de Vlaamse regering om als

enige Vlaamse regionale televisiezender Brussel te bedienen van lokaal nieuws in het

Nederlands.169 Op 20 september 1993 werden de uitzendingen gestart.170 De opdrachten en

juridische regelgeving die in de Mediadecreten gepreciseerd staan voor regionale tv-stations zijn

uiteraard ook van toepassing op tvbrussel. Maar daarnaast onderscheidt tvbrussel zich op enkele

andere manieren van andere Vlaamse tv-omroepen. Ondermeer het specifieke zendgebied van de

omroep, Brussel-Hoofdstad, zorgt ervoor dat tvbrussel zich als een atypische regionale zender in

het Vlaamse regionale televisielandschap verhoudt.

163 IBIDEM. 164 IDEM, p. 35. 165 IBIDEM. 166 IDEM, p. 50. 167 TVBRUSSEL. Over tvbrussel. http://www.tvbrussel.be/over-tvbrussel, zie bijlage p. 145. Datum van raadpleging: 5 april 2008. 168 TÉLÉ BRUXELLES. Télé Bruxelles Online – Connaître la chaîne. http://www.telebruxelles.net/portail/content/category/22/71/345/, zie bijlage p. 147. Datum van raadpleging: 6 april 2008. 169 DE CONINCK-DE BOECK (S.). Op. Cit., 1994, p. 92. 170 TVBRUSSEL. Over tvbrussel. http://www.tvbrussel.be/over-tvbrussel, zie bijlage p. 145. Datum van raadpleging: 5 april 2008.

Page 43: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

40

3.5.2.1 Zendgebied

Brussel-Hoofdstad omvat de negentien Brusselse gemeenten, zijnde Anderlecht, Brussel, Elsene,

Etterbeek, Evere, Ganshoren, Jette, Koekelberg, Oudergem, Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem,

Sint- Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-

Woluwe, Ukkel, Vorst en Watermaal-Bosvoorde.171 Het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad had op

1 januari 2007 1.031.215 inwoners.172 Tvbrussel is dus de enige regionale omroep die te maken

krijgt met een tweetalig zendgebied. Uiteraard zendt tvbrussel in het Nederlands uit. Volgens

Landuyt en Janssens is het zendgebied van tvbrussel, naast dat van TV-Limburg en ATV, het meest

homogene van allemaal.173 Wat dat zendgebied dan zo "homogeen" maakt, blijft er echter vaag.

Enkel het feit dat de regio Brussel op zich duidelijk is afgebakend, maakt dat tvbrussel over een

iets minder versplinterde regio moet berichten in vergelijking met bijvoorbeeld AVS dat de

aandacht zowel Eeklo, Gent als Oudenaarde moet richten of bijvoorbeeld Ring-TV dat zowel de

regio's tussen Zemst en Kraainem, de omgeving Liedekerke, het Pajottenland als Hoeilaart en

Overijse tot een soort geheel moet smeden.174

3.5.2.2 Subsidiërende overheden

Tvbrussel is dus vooral omwille van politieke redenen opgericht. De Nederlandstalige Brusselaar

moest in het Nederlands geïnformeerd kunnen worden over wat er reilt en zeilt in Brussel. Dat

betekent dus in eerste instantie dat het zendgebied in Brussel beperkt wordt tot de

Nederlandstaligen in Brussel. Omdat dit een kleine groep is om te bereiken, subsidiëren een aantal

overheden tvbrussel. Zo is tvbrussel grotendeels afhankelijk van subsidies van de overheid, zijnde

de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Om dit duidelijk te kaderen,

geven we hier kort een overzichtje van. Enerzijds is tvbrussel afhankelijk van de vaste subsidies

van de Vlaamse regering. Deze vallen onder de bevoegdheden van de Vlaams minister van

Brusselse Aangelegenheden, zijnde in de legislatuur 2004-2009, Bert Anciaux. In 2008 bedraagt

dat bedrag 1.600.000 euro.175 Hiertegenover staat een convenant tussen de Vlaamse minister voor

Brusselse Aangelegenheden en tvbrussel met een specifieke opdracht voor de regionale omroep.

(ut infra). Anderzijds krijgt tvbrussel ook vaste subsidies van de Vlaamse

Gemeenschapscommissie. In de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) zetelen de zeventien

Nederlandstalige verkozenen van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, geleid door een college van

twee Vlaamse ministers en één staatssecretaris uit de Brusselse regering. De Vlaamse

Gemeenschapscommissie bestaat dus uit de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het

College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (voor de duidelijkheid worden deze soms ook

respectievelijk Vlaams Brussels parlement en Vlaams Brusselse regering genoemd). Voorzitter van

171 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Gemeenten. http://www.brussel.irisnet.be/nl/region/region_de_bruxelles-capitale/communes.shtml, zie bijlage p. 148. Datum van raadpleging: 7 april 2008. 172 NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK. Structuur van de bevolking. http://statbel.fgov.be/figures/d21_nl.asp#2, zie bijlage p. 149. Datum van raadpleging: 6 april 2008. 173 JANSSENS (H.), VAN LANDUYT (D.). Een doorlichting van de tien regionale tv-zenders. In: DE BENS (E.), RAEYMAECKERS (K.) (eds). Op. Cit., 1998, p. 48. 174 IBIDEM. 175 VLAAMSE REGERING. Ministerieel besluit betreffende de toekenning van een subsidie ter waarde van 1.600.000 euro aan de vzw TV-Brussel, begrotingsjaar 2008. Brussel, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, 2008, zie bijlage p. 150.

Page 44: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

41

het College en dus ook voorzitter van de VGC is Guy Vanhengel.176 1.034.000 euro is het jaarlijkse

vaste bedrag van de VGC waarop tvbrussel sinds zijn oprichting kan rekenen. Ook tegenover dit

bedrag staat een opdracht van de VGC (ut infra). Wat de inhoudelijke vereisten zijn van deze

opdrachten of convenanten, analyseren we verder in detail.

Naast de vaste subsidies, zijn er ook eenmalige projectsubsidies die door overheden binnen

specifieke kaders en programma's worden uitgekeerd. Deze opsommen zou nutteloos zijn gezien

de soms zeer korte subsidietermijn van sommige projecten. Niettemin is het belangrijk om dit in

ons achterhoofd mee te nemen naar ons echte empirische onderzoek. Bovendien krijgt tvbrussel

ook nog subsidies van de Vlaams minister voor Media, Geert Bourgeois. Net zoals alle andere

regionale omroepen kan tvbrussel genieten van een subsidie die in 2005 een principeovereenkomst

met alle regionale omroepen werd gegoten. Zo kan tvbrussel in 2007 een beroep doen op 81.000

euro voor "de verzorging van programma's die de betrokkenheid van de burgers bij hun regionale

leefwereld moeten vergroten".177 Daarnaast wordt er ook 55.000 euro voorzien om tvbrussel te

laten inspelen op nieuwe digitale en interactieve platformen door convergerende media178, 50.000

euro voor de ondertiteling van televisieprogramma's via teletekst179 en 30.000 euro voor

opleidingsprojecten voor jonge journalisten "om de kwaliteit, de diversiteit en de pluriformiteit van

het aanbod te bevorderen"180. Kortom, ook hier staat een opdracht tegenover het aangeboden

belastingsgeld. Tvbrussel ontvangt dus naast deze subsidies die ook voor de andere regionale tv-

zenders in ongeveer dezelfde grootteorde gelden, nog vaste jaarlijkse subsidiebedragen van de

Vlaamse minister voor Brusselse Aangelegenheden en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

onder de bevoegdheid van Brussels minister en collegevoorzitter van de Vlaamse

Gemeenschapscommissie Guy Vanhengel.

3.5.2.3 Interne organisatie

Om een onderzoek te kunnen aanvangen over een organisatie zoals die van tvbrussel dienen we

ook even stil te staan bij de interne verdeling en organisatie van bevoegdheden en functies. In de

eerste plaats is tvbrussel net zoals de andere regionale tv-omroepen in Vlaanderen een vzw. Dat

betekent dat de het hoogste orgaan de algemene vergadering is. In deze algemene vergadering zit

176 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Geschiedenis, missie en bevoegdheden. http://www.vgc.be/Site+structuur/leftnav/situering/paspoortHome.html, zie bijlage p. 152. Datum van raadpleging: 7 april 2008. 177 VLAAMSE REGERING. Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie aan de Vlaamse regionale televisieomroepen voor de uitvoering van de decretale opdrachten, vastgelegd in artikel 71 van de Vlaamse decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005, in het bijzonder voor de verzorging van programma's die de betrokkenheid van de burgers bij hun regionale leefwereld moeten vergroten. Brussel, Vlaamse Regering, 2007, p. 1. 178 VLAAMSE REGERING. Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie aan de Vlaamse regionale televisieomroepen voor het ontwikkelen van initiatieven en projecten die de regionale omroepen de mogelijkheid bieden om zich aan te sluiten op een aantal nieuwe digitale en interactieve ontwikkelingen en platformen in het kader van de convergerende media. Brussel, Vlaamse Regering, 2007, zie bijlage p. 2. 179 VLAAMSE REGERING. Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan de regionale televisieomroepen voor gespecialiseerde medewerkers voor de ondertiteling van televisieprogramma's ten behoeve van doven en slechthorenden. Brussel, Vlaamse Regering, 2007, p. 2. 180 VLAAMSE REGERING. Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie aan de Vlaamse regionale televisieomroepen voor algemene opleidings- en vormingsprojecten voor jonge journalisten om de kwaliteit, de diversiteit en de pluriformiteit van het aanbod te bevorderen. Brussel, Vlaamse Regering, 2007, p. 1.

Page 45: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

42

ook een afvaardiging van de administraties van de subsidiërende overheden, zijnde VGC en

Vlaamse Gemeenschap.181 Vervolgens kunnen we de raad van bestuur onderscheiden met

momenteel aan het hoofd Dirk Hoornaert. De dagelijkse werking wordt op dit moment

gesuperviseerd door hoofdredacteur-directeur Jan De Troyer en door de administratief en

commercieel Geert De Wael. Het huidige organigram van de dagelijkse werking van tvbrussel ziet

er als volgt uit:

Figuur 3: Organigram tvbrussel (bron: tvbrussel)

De redactie van tvbrussel heeft ook een redactiestatuut. Dit statuut heeft een dubbel doel.

Enerzijds wil het de onafhankelijke werking van de redactie garanderen en anderzijds kunnen

mogelijke conflicten tussen redacteurs, de hoofdredacteur, de raad van bestuur en de

administratief-commercieel directeur. Op die manier kunnen nieuwsuitzendingen en andere

programma's door journalisten onafhankelijk maar met respect voor de journalistieke code

ingevuld worden. 182

3.5.2.4 Programma's

De algemene doelstellingen van regionale zenders en ook tvbrussel hebben we reeds ontmoet.

Maar hoe vult tvbrussel dit in de praktijk in? Om een antwoord op deze vraag te vinden, moeten

we ook even een overzicht van de aangeboden programma's op tvbrussel bekijken. We doen dit

aan de hand van de programma's die op de website van tvbrussel aangekondigd worden. Sinds

kort is Brussel Vandaag het magazine waarin nieuws en andere magazines samen verpakt worden

tot één geheel. Elke dag behalve op zaterdag is er een nieuwsuitzending om 18u die gevolgd wordt

door telkens een reeks magazine-items. Op maandag zijn dat in principe sportitems, op dinsdag

181 VLAAMSE OVERHEID. Op. Cit., 2008, p. 34. 182 TVBRUSSEL. Redactiestatuut. Brussel, tvbrussel, s.d., p. 1.

Page 46: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

43

jongerenitems, op woensdag filmitems, op donderdag cultuuritems met Sven Tuytens, op vrijdag

allebei één keer per maand de culinaire magazines Culinair met Maria Tarantino en Floere Fox met

Julien Vrebos. Op vrijdag is overigens elke week na Brussel Vandaag het docudrama Anneessens.

Tweewekelijks wordt dit gevolgd door het interviewprogramma Polspoel. Zondag volgt na Brussel

Vandaag het internationale magazine Brussels International en dat in het Engels. Nadien volgt het

opennet-programma VrijPodium waarin groepen uit het Brusselse zelf hun reportages mogen

maken onder het toekijkend oog van tvbrussel.

Daarnaast brengt tvbrussel ook een uur met het belangrijkste uit de plenaire vergaderingen van de

Vlaamse Gemeenschapscommisssie en dat tweewekelijks op zaterdag en zondag om 10u en 14u.

Bestemming Vlaanderen promoot dan weer de toeristische spots in Vlaanderen elke donderdag om

17.30u en zaterdag. Met de andere regionale zenders maakt tvbrussel TimeOut, een wekelijkse

afspraak op maandag om 17.30u met de zaalsporten en dat net voor Brussel Vandaag. Andere,

commerciële programma's, zoals AutoTV, Sierplezier en Tendens worden eenmalig op

zaterdagnamiddag geprogrammeerd. Het maandelijks magazine van het Belgische leger, Televox,

tot slot, is op zondag na Brussel Vandaag te zien.183

Als allerlaatste programma heeft tvbrussel een bijzonder weekoverzicht dat elke zaterdagmiddag

rond 12.15u op Eén, de eerste tv-zender van de nationale openbare omroep, te zien is.184 Met een

half uur durende weekoverzicht wil tvbrussel zo de Vlaamse kijker bereiken en informeren over

Brussel.

3.5.3 Tvbrussel en zijn opdracht nader bekeken

Hierboven haalden we reeds aan dat tegenover de vaste subsidies die tvbrussel van de Vlaamse

Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie verkrijgt, een opdracht staat. Deze

opdracht is neergeschreven in twee convenanten tussen tvbrussel en de betreffende overheid.

Deze zullen we nu, net voor aanvang van ons empirisch deel, nog in detail bekijken.

3.5.3.1 Algemeen

De convenanten lopen allebei sinds februari 2006 tot en met 31 december 2009 en werden dus

respectievelijk met de Vlaamse Gemeenschap onder de bevoegdheid van Vlaams minister Bert

Anciaux en met de Vlaamse Gemeenschapscommissie onder de bevoegdheid van de

collegevoorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Guy Vanhengel afgesloten. Het

convenant kunnen we als een soort kleine beheersovereenkomst beschouwen. In beide

convenanten staat: "het convenant is te beschouwen als een duurzaam samenwerkingsverband

tussen de Vlaamse Gemeenschap / Vlaamse Gemeenschapscommissie en TV-Brussel en regelt de

modaliteiten inzake werking, de financiële middelen en de opvolging ervan".185 186

183 TVBRUSSEL. Programma's. http://www.tvbrussel.be/programmas, zie bijlage p. 153. Datum van raadpleging: 7 april 2008. 184 VRT. Eén – zaterdag 12 april. http://www.een.be/televisie1_master/dezeweek/script/dag4.shtml, zie bijlage p. 154. Datum van raadpleging: 7 april 2008. 185 VLAAMSE GEMEENSCHAP. Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en TV-Brussel VZW. Brussel, Vlaamse Gemeenschap, 2006, p. 1. 186 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en TV-Brussel VZW. Brussel, Vlaamse Gemeenschapscommissie, 2006, zie bijlage p. 1.

Page 47: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

44

Zoals dat voor alle regionale omroepen omschreven staat in de mediadecreten van de Vlaamse

Regering, moet tvbrussel als regionale omroep de specifieke taak opnemen om informatie,

animatie, vorming en ontspanning te brengen (ut supra). Ook de opdracht om de onderlinge

communicatie van de lokale bevolking te ondersteunen en een bijdrage te leveren tot de

zogenaamde sociale en culturele ontwikkeling is nogmaals in de beide convenanten opgenomen. In

beide convenanten is er nauwelijks een verschil. De focus bij de convenant van de Vlaamse

Gemeenschap ligt logischerwijs meer op de rol die tvbrussel moet opnemen met betrekking tot

Vlaanderen. Zo stelt de convenant van de Vlaamse Gemeenschap in het eerste hoofdstuk:

"TV-Brussel versterkt mee de band tussen de Vlaamse Gemeenschap en haar hoofdstad. Zij levert een bijdrage aan de bekendmaking van initiatieven van de Vlaamse Gemeenschap naar Brussel, […] TV-Brussel draagt bij aan het versterken van het imago van Brussel en de kennis over Brussel in Vlaanderen. Zij is ook actor bij de afstemming en interactie van het informatie-, promotie- en communicatiebeleid tussen Brussel en de Vlaamse rand […]."187

De convenant van de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft deze passage vervangen door:

"Daarnaast levert zij een bijdrage aan de bekendmaking van initiatieven van de Vlaamse gemeenschap naar Brussel toe en aan het versterken van het imago van Brussel en de kennis over Brussel in Vlaanderen en is zij ook een actor bij de afstemming en interactie van het informatie-, promotie- en communicatiebeleid tussen Brussel en zijn hinterland."188

Beide overeenkomsten behouden wel dezelfde formulering als het gaat over diversiteitsbeleid. Zo

moet tvbrussel meewerken aan het diversiteitsprogramma van de Vlaamse Gemeenschap en de

Vlaamse Gemeenschapscommissie en dat zowel door samenwerking in een aantal projecten als

door een diverse samenstelling van het personeelsbestand en de beheersorganen. Ook op vlak van

de doelstellingen en resultaatsgebieden sluiten beide opdrachten nauw bij elkaar aan. Beide

overheden nemen twee dezelfde doelstellingen op. Zo moet tvbrussel kwalitatieve een veelzijdige

programma's maken en uitzenden over de stad Brussel en over initiatieven, de rol en dynamiek

van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. Belangrijk hierbij is dat de regionale omroep zich in de

eerste plaats tot de Nederlandstalige Brusselaars moet richten. Daarnaast moet deze ook

"aantrekkelijk" zijn voor de anderstaligen en de "gebruikers" van Brussel. De tweede doelstelling

houdt het bevorderen van de kennis en interesse van Brussel in Vlaanderen in door de productie

van programma's die Vlamingen kunnen aanspreken. De derde doelstelling is dan weer door beide

overheden specifiek ingevuld, maar draait in essentie om hetzelfde, namelijk het bevorderen van

de kennis over het beleid van de Vlaamse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Op vlak van controle evalueert de Vlaamse minister bevoegd voor Brussel en het College van de

Vlaamse Gemeenschapscommissie jaarlijks de uitvoering van de opdracht in de betreffende

convenanten. Zowel de Vlaamse Gemeenschap als de Vlaamse Gemeenschapscommissie hebben

een vertegenwoordiger die als waarnemer zonder stemrecht alle vergaderingen van de raad van

187 VLAAMSE GEMEENSCHAP. Op. Cit., 2006, p. 1. 188 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Op. Cit., 2006, p. 1.

Page 48: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

45

bestuur en de algemene vergadering kan bijwonen en die alle informatie over de (financiële)

werking van tvbrussel krijgt.189 190

3.5.3.2 Informatie

Ons empirisch onderzoek is opgebouwd aan de hand van de inzichten die we eerder in dit

theoretisch deel verkregen en dat op basis van twee pijlers, namelijk informatie en participatie. Om

aan ons empirisch onderzoek in alle duidelijkheid te kunnen starten, dienen we te bekijken hoe

deze twee concepten in de convenanten zijn opgenomen en welke opdrachten of doelstellingen de

Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie hierbij definieerden.

Zoals we reeds meldden, moet tvbrussel de informatie van en communicatie onder de bevolking

helpen bevorderen. In de convenanten staat echter duidelijk gepreciseerd dat "hierbij de regionale

informatie en communicatie aan de bevolking centraal staat".191 192 Voor de Vlaamse Gemeenschap

betekent dat ondermeer dat er ook een actieve werking moet zijn op vlak van het informatiebeleid

tussen Brussel en de Vlaamse rand door berichten over de gemeenschap en tevens een uitwisseling

van agenda-informatie. Die informatie moet gericht zijn op - zoals we reeds aanhaalden -

verschillende doelgroepen met als prioriteit de Nederlandstalige Brusselaars. Maar ook naar

Vlaanderen toe moeten er informatieve programma's geproduceerd worden volgens de

convenanten. Hierbij wordt duidelijk gesteld dat tvbrussel hiervoor gebruik moet maken van

digitale televisie én internet om de link naar Vlaanderen te kunnen leggen. Ook informeren over de

Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie moet door tvbrussel gebeuren.

Om deze informatie op het scherm te kunnen brengen, verwachten de beide overheden dat

tvbrussel een redactie samenstelt die de informatiedoelen die we hierboven zonet aanhaalden moet

nastreven en dat volgens de regels van het redactiestatuut. In de uitvoering van de

informatieopdracht dient tvbrussel samenwerkingsverbanden af te sluiten met andere Vlaams-

Brusselse media. In de convenanten staat duidelijk met welke media er samengewerkt moet

worden om de informatievergaring, de informatieverspreiding en het profilerings- en

promotiebeleid te verbeteren. Het gaat dan om Brussel Deze Week, FM Brussel en Onthaal en

Promotie Brussel.193 194

3.5.3.3 Participatie

Waar er uitgebreide aandacht in de convenanten aan de informatieve opdracht van tvbrussel wordt

besteed, kunnen we opmerken dat er in de beide overheidsovereenkomsten met tvbrussel

nauwelijks voorwaarden of doelstellingen staan met betrekking tot het voorzien van participatieve

mogelijkheden voor de kijkers. Er wordt wel gesteld dat tvbrussel de informatie van de bevolking

moet bevorderen.

189 VLAAMSE GEMEENSCHAP. Op. Cit., 2006, p. 5. 190 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Op. Cit., 2006, p. 5. 191 VLAAMSE GEMEENSCHAP. Op. Cit., 2006, p. 1. 192 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Op. Cit., 2006, p. 1. 193 VLAAMSE GEMEENSCHAP. Op. Cit., 2006, p. 3. 194 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Op. Cit., 2006, pp. 2-3.

Page 49: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

46

Daarnaast staat ook in beide convenanten dat "tvbrussel zal gebruikmaken van digitale televisie en

van internet om de uitstraling naar Vlaanderen en de participatie door de kijkers te versterken".195

Voor het overige vermelden de convenanten van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse

Gemeenschapscommissie niets meer of tvbrussel burgers moet laten deelnemen aan het regionale

tv-medium.

195 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Op. Cit., 2006, p. 2.

Page 50: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

47

3.6 Besluit theoretisch kader

We startten dit theoretische kader met de stellingen en discussies waartegen ons empirische

onderzoek zich afspeelt. Achtereenvolgens bestudeerden we de principes achter community tv en

lokale omroepen, de concepten informatie en participatie en dat gekoppeld aan de visie op een

deliberatieve of participatieve democratie. Theoretische reflecties over community tv en zijn

"rhizome" karakter namen we mee om met de huidige gangbare principes over regionale of lokale

televisie hiertegenover te stellen. Waar community tv vooral allerlei mogelijke vormen van

participatie voor de lokale burger inhoudt, zagen we dat regionale televisie, zeker in Vlaanderen,

uitgaat van vooral een informatieve functie. Beide visies hebben een absolute waarde voor lokale

televisie en staan volgens ons zoals reeds beargumenteerd niet los van elkaar, laat staan

tegenover elkaar. Als we het over participatie hebben, draait het ons niet zozeer om inspraak in

het beleid van tv-omroepen, maar wel om mogelijkheden te creëren om de lokale gemeenschap te

laten deelnemen aan programma's van regionale televisieomroepen. Op die manier kan de

betrokkenheid tot die lokale zender, maar ook tot de lokale samenleving verhoogd worden. Niet

alleen actief participeren aan programma's kan de betrokkenheid verhogen. Zoals we reeds

bestudeerden, kan ook het informeren over de gemeenschap de burgers nauwer bij hun lokale

bestuur betrekken. De wijze waarop het verhogen van de betrokkenheid van burgers bij hun

samenleving kan ingevuld worden, hangt dan ook af van de achterliggende visies op die

samenleving. Zowel het kader van de deliberatieve als de participatieve democratie bieden hiervoor

mogelijkheden en dienen als referentiekader voor ons verdere onderzoek. Ondanks duidelijke

tegenstellingen tussen beide modellen van democratie, hanteren we een hybride visie waar beide

modellen op een continuüm geplaatst worden en waar bepaalde cruciale concepten zoals informatie

en participatie als complementair kunnen gezien worden.

In het daaropvolgende hoofdstuk bespraken we de visies over Web 2.0 en meer bepaald user

generated content. Binnen de geschetste mogelijkheden van user generated content kan de

opdracht of doelstelling van een regionale zender als tvbrussel een nieuwe dimensie kan krijgen

door het gebruik van nieuwe technologieën. Dat gebruik moet voldoende afgewogen worden. We

benadrukten immers dat het gebruik van de technologie op zich nooit een doel mag zijn voor de

omroepen. Voordelen voor de regionale omroep en voor de lokale gebruiker moeten ten opzichte

van de nadelen duidelijk in kaart gebracht worden bij het nemen van beslissingen over nieuwe

technologieën. De hype die vaak rond nieuwe technologieën hangt moet in zijn tijdscontext

beschouwd worden. Niettemin, bieden technologieën als het internet en user generated content

mogelijkheden om de (lokale) democratische samenleving te ondersteunen door de burger actief

bij de site en de nieuwsproductie te betrekken. Deze opportuniteiten kunnen door regionale tv-

zenders opgepikt worden om tal van redenen die we besproken hebben. De voornaamste reden

lijkt ons in te spelen op de algemene trend die andere traditionele media oppikken en die ook de

burgers verwachten, namelijk de mogelijkheid om vanuit hun lokale gemeenschap een online

forum te krijgen.

Page 51: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

48

Daarnaast behandelden we ook het belang van een publieke opdracht voor regionale tv-omroepen.

We hebben getracht om de principes die meestal op nationaal niveau gehanteerd worden op lokaal

vlak toe te passen. Tegen een achtergrond waar zich deze vragen voor nationale omroepen stellen,

ontwikkelde zich immers ook lokale televisie. Binnen deze regionale tv-zenders zijn op lokaal

niveau dezelfde mogelijkheden en discussies gangbaar. Op welke manier kan de lokale burger

betrokken worden bij de democratische lokale samenleving waarin hij of zij leeft? Moet dit in een

uitsluitend public service-model gebeuren of kunnen ook commerciële omroepen hier een bijdrage

aan leveren? We zagen dat ook op lokaal niveau de algemene principes van publieke en private

modellen dezelfde waren. Het eerste model wil de burger bij zijn of haar samenleving betrekken

zodat hij of zij zich als burger kan ontplooien. Gesubsidieerd door de overheid moet de openbare

omroep een breed publiek aanspreken, maar deze moet zich ook in bepaalde niches duidelijk

onderscheiden van de commerciële omroepen. Het totaalpakket aan programma's moet dan ook

gevarieerd zijn en van een behoorlijke kwaliteit. Belangrijk is dus dat die (regionale) openbare

omroep de kijker als een burger ziet die enerzijds geïnformeerd moet worden om zich als een

burger te kunnen gedragen, maar anderzijds ook geëntertaind mag worden. Bij het commerciële

model is de kijker voornamelijk gelijkgesteld met een consument. Enkel programma's die de

nodige doelgroepen bereiken die voor reclame-inkomsten interessant zijn, komen in principe aan

bod. Een derde model, dat van community tv, bevindt zich echter tussen de twee "grotere"

modellen. Die afbakening tussen welk model nu waar van toepassing is, lijkt ons echter

problematisch. Zoals we ook in het eerste deel van onze theoretische omkadering, het deel over

kleinschalige media en democratie, aanhaalden, combineren de praktijkvoorbeelden vaak op

diverse manieren elementen van de drie modellen. Niettemin, schetsten we met ons overzicht over

publieke en commerciële omroepmodellen de problematiek waar ook lokale televisiestations mee te

maken krijgen.

De inzichten reikten ons dus discussiestof aan op lokaal tv-niveau. Regionale omroepen die

voornamelijk afhankelijk zijn van de overheid zoals in Vlaanderen, balanceren op dezelfde slappe

koord tussen een (commerciële?) kijkcijferlogica en het informeren van de lokale burger. Ook op

lokaal niveau speelt nog steeds de discussie hoe je de lokale gemeenschap het best bij je tv-

omroep kan betrekken. Informeren via nieuws en meer ontspannende reportages is immers één

mogelijkheid, maar ook de deelname van deze burgers bij de productie van programma's kan.

Vandaar dat ook het gemeenschapsmodel, dat we in het eerste hoofdstuk bespraken, kan

bijdragen tot de visie van de regionale omroepen.

In Vlaanderen is die visie van regionale omroepen alvast in een overheidsopdracht gekaderd. Zoals

we in ons afsluitend hoofdstuk over regionale omroepen en tvbrussel in Vlaanderen aanhaalden,

dienen regionale omroepen de lokale gemeenschap een dienst te bewijzen. Niet alleen uit ons

literatuuronderzoek blijkt dit, ook uit de wetgeving in Vlaanderen staan duidelijke richtlijnen voor

de sociale en culturele ontwikkeling van de lokale burger opgesomd. Toch zijn de regionale tv-

omroepen in Vlaanderen in eerste instantie als commercieel gedefinieerd. Tvbrussel bevindt zich

hierin alvast in een paradoxale situatie. De Vlaams-Brusselse omroep is immers ook afhankelijk

van extra subsidies die in het kader van overeenkomsten met de betrokken overheden vastgelegd

zijn. De Nederlandstalige gemeenschap in Brussel staat centraal en moet geïnformeerd worden,

Page 52: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

49

maar moet ook kunnen deelnemen aan de zender. Ook hier zien we weer het spanningsveld tussen

informatie en participatie de kop op steken. De nadruk in de convenanten ligt vooral op het

informerende aspect. Daarnaast moet tvbrussel ook gebruik maken van nieuwe technologieën die

zich aandienen en die de opdracht van de omroep kunnen versterken. De afwegingen die gemaakt

moeten worden bij het gebruik van nieuwe technologieën laten ons weer terugkoppelen naar ons

hoofdstuk over nieuwe technologieën.

Binnen de gesitueerde debatten dient ook tvbrussel vandaag te functioneren. Dit theoretische

kader bracht dan ook binnen de beperkte ruimte van dit onderzoek deze verscheidene

perspectieven zo goed mogelijk aan bod zodat we met voldoende achtergrondkennis het

empirische onderzoek kunnen aanvatten.

Page 53: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

50

4 Tvbrussel doorgelicht

4.1 Tvbrussel doorgelicht: inleiding

Na het theoretische kader waarin we een duidelijke stelling innamen over de rol van een regionale

tv-omroep om als een lokaal middel de burger over zijn of haar samenleving te informeren én aan

te zetten tot deelname aan de lokale samenleving op sociaal, cultureel en politiek vlak, zijn we

toegekomen aan het empirische onderzoek. In deze case-study gaan we op zoek naar hoe volledig

de huidige opdracht nog is aan de vooravond van de onderhandelingen van de twee nieuwe

convenanten.

De opdracht staat uiteraard niet los van de invulling die tvbrussel eraan geeft. De invulling van de

opdracht gebeurt door het programmeren van bepaalde programma's. We willen nagaan welk visie

achter dit programmabeleid schuilt. Na het onderzoeken van de algemene lijnen van de opdracht,

zoeken we een antwoord op de vraag wat het programma-aanbod van een regionale tv-omroep

met een publieke opdracht op informatief vlak moet inhouden? Enerzijds koppelen we terug naar

de convenanten met de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Anderzijds volgen we ook op basis van ons theoretisch kader onze uitgewerkte visie over een

gemengde informatieve en participatieve functie voor een regionale televisiezender zoals tvbrussel.

Op welke manier kan het programma-aanbod van een regionale tv-omroep als tvbrussel met een

publieke opdracht ook participatie van de burger omvatten? Eens we het antwoord op deze vragen

verkrijgen, stellen er zich opnieuw vraagtekens op vlak van het beleid en de ondersteuning van

deze programma's. We dienen dan ook stil te staan bij het feit dat de overheden aan tvbrussel ook

projectsubsidies kunnen geven voor specifieke projecten en programma's. Een subonderzoeksvraag

gaat dan ook op zoek naar de rol die voor de overheid in de opdrachten is beschreven. De

achterliggende reden om deze vraag te stellen, is dat tvbrussel voor specifieke programma's ook

aparte subsidievoorstellen kan indienen. Heeft de overheid dan rechtstreeks vat op wat kan worden

uitgezonden? Een ander aspect dat we ook aanraken, is dat van de samenwerkingen met andere

mediapartners. We gaan immers na of de informatieverspreiding en –vergaring zoals tvbrussel

deze in de huidige opdracht invult of deze zou verbeterd kunnen worden door samenwerkingen.

In een tweede dimensie onderzoeken we een nieuwigheid voor tvbrussel die de informatieve en

participatieve doelen in de opdracht verder invulling kunnen geven, zijnde user generated content

als forum voor de Brusselse burger én als nieuwsbron voor tvbrussel. Op basis van informele

gesprekken met de beleidsmakers van tvbrussel bleek dat de ontwikkeling van Web 2.0 een vrij

onbekend terrein is. Toch kan dit zoals we reeds aanhaalden een meerwaarde voor de opdracht

van tvbrussel hebben. We dienen de vraag op te werpen op welke vlakken user generated content-

toepassingen of een meerwaarde kunnen betekenen voor tvbrussel én vooral, op welke wijze deze

in de opdracht gezien kunnen worden.

Tot slot bundelen we de bekomen inzichten in een synthese waarin we op basis van een SWOT-

analyse (ut infra) enkele aanbevelingen zullen formuleren. Voor we de bevindingen van het

Page 54: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

51

empirische onderzoek toelichten, dienen we onze onderzoeksvragen en het methodologisch kader

te duiden.

4.2 Onderzoeksvragen

Het empirische onderzoek delen we in twee delen - zogenaamde 'dimensies' - in. In een eerste

dimensie behandelen we de opdracht van tvbrussel op vlak van zijn informatieve en participatieve

elementen. In de tweede dimensie bestuderen we hoe tvbrussel tegenover de mogelijkheden van

user generated content staat.

We gaan in de eerste dimensie na hoe de belangrijke actoren denken over de huidige en

toekomstige opdracht van tvbrussel. We zijn immers op zoek naar de leefbaarheid van de opdracht

van tvbrussel. We willen een soort van algemene diagnose stellen waarbij we nagaan of tvbrussel

een beloftevolle toekomst voor zich heeft en of het met de huidige opdracht en de invulling ervan

nog slagvaardig zal kunnen optreden. Ook de invulling van de opdracht, wat voor tvbrussel het

nadenken over het maken van programma's betekent, staat centraal in de eerste dimensie.

Concreet zullen we op volgende vragen in dimensie 1 een antwoord trachten te formuleren:

5) Voldoen de huidige taken van tvbrussel als regionale zender met een publieke opdracht aan

de visie die de betrokken actoren op tvbrussel hebben? Waarom?

Hoe zijn hierin informatieve en participatieve elementen met betrekking tot de Vlaamse

en/of Brusselse lokale gemeenschap in de opdracht opgenomen?

Wat is de rol van de overheid bij de convenant en daarnaast?

6) Hoe vult tvbrussel de informatieve component van de opdracht in? Waarom op die manier?

Welke visie gaat er schuil achter het programmabeleid? Is deze bevorderlijk voor het

uitvoeren van de opdracht?

In welke zin kunnen samenwerkingen met andere mediapartners een meerwaarde

betekenen voor de informatievergaring en –verspreiding van tvbrussel?

7) Op welke manier kan het programma-aanbod van een regionale tv-omroep als tvbrussel

met een publieke opdracht ook participatie van de burger omvatten? Brengt het huidige

tvbrussel dat programma-aanbod? Waarom wel of niet?

8) Hoe kan tvbrussel een slagvaardige toekomst tegemoet gaan volgens de experts? Wat zijn

volgens hen sleuteldossiers voor tvbrussel om haar informatieve en participatieve opdracht

uit te (blijven) oefenen?

Als tweede dimensie onderscheiden we een uitdaging op vlak van nieuwe technologieën waarvoor

tvbrussel staat. Zoals we reeds in de inleiding aanhaalden, zouden ook de nieuwe technologieën

een andere supplementaire of complementaire invulling kunnen geven aan informatieve en

participatieve functies die tvbrussel moet vervullen. Het uitdiepen van de mogelijkheden van user

generated content voor tvbrussel binnen de vooropgestelde informatieve en participatieve rol van

Page 55: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

52

tvbrussel pakken we aan in deze tweede dimensie. In tegenstelling tot de vorige dimensie, waarbij

de aandacht vooral op de expertise van de betrokken actoren ligt, zullen we ons in dimensie 2

meer richten op de context waarbinnen user generated content een meerwaarde kan betekenen

voor tvbrussel. De antwoorden op onze volgende onderzoeksvragen zullen dan ook vooral een

schets van de mogelijkheden van user generated content inhouden en zijn dan ook bedoeld om

nieuwe inzichten aan te reiken die een meerwaarde voor de invulling van de opdracht kunnen

bieden. De onderzoeksvragen in dimensie 2 zijn:

Kan het implementeren van online user generated content in het aanbod van tvbrussel een

meerwaarde bieden voor het vervullen van de opdracht? Waarom wel, waarom niet? Op welke

wijze kan dit ingevuld worden bij tvbrussel?

4.3 Methodologisch kader

Om op bovenstaande vragen een antwoord te kunnen bieden, zullen we het onderzoek opbouwen

op basis van:

a) een analyse van beleidsteksten en interne documenten

b) interviews met de belangrijke actoren betrokken bij de verschillende domeinen die

onderzocht worden.

De methodologie die we zullen hanteren verschilt echter tussen de twee dimensies. Daarom zullen

we per dimensie onze gehanteerde methode toelichten.

4.3.1 Dimensie 1: Opdracht tvbrussel

In dimensie 1 gaat het ons om een diagnose te stellen over de opdracht van tvbrussel. Daarvoor

doen we in eerste instantie een beroep op beleidsteksten en interne documenten van tvbrussel en

de bevoegde overheden. Naar de gebruikte documenten zal gedurende de bespreking van de

onderzoeksbevindingen verwezen worden. Niet alle documenten zijn in de bijlage opgenomen

omwille van de vertrouwelijke informatie die ze bevatten.196 Binnen ons onderzoek focussen we op

de visie die momenteel aanwezig is bij de betrokken actoren. Daarom hebben we documenten

opgenomen die deze visie weerspiegelen. Financiële documenten hebben we als achtergrondkennis

doorgenomen, maar maken dus nauwelijks deel uit van het onderzoek op zich. Welke documenten

kwamen dan wel aan bod? Op basis van ter beschikking gestelde documenten van tvbrussel en de

bevoegde overheden en administraties konden we allereerst een beroep doen op de voorziene

jaarprogramma's van tvbrussel. In deze jaarlijkse documenten staat de visie van tvbrussel

neergeschreven. Daarnaast kregen we ook andere documenten en informatie ter beschikking die

we hebben kunnen opnemen in het onderzoek.

Naast een documentenanalyse zullen we ook de visie van de betrokken actoren trachten te

achterhalen door deze actoren te interviewen. Via expertinterviews willen we te weten komen

welke mening de experts uit het veld en het vakgebied over de verschillende issues met betrekking

196 Alle documenten die niet opgenomen zijn in de bijlage, maar waar wel naar verwezen wordt, zijn ter beschikking bij de auteur.

Page 56: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

53

tot onze onderzoeksvragen, hebben. Net zoals Brenner en anderen zijn we van mening dat deze

expertinterviews immers ruimte openlaten voor de geïnterviewden om voldoende hun visie weer te

geven. Bovendien doen we zo een beroep op hun deskundigheid.197 Het nadeel is dan weer dat

deze experten zich niet altijd kunnen vrijmaken omwille van hun drukke agenda, maar een goede

planning van de interviews liet ons toe de meeste van betrokken actoren voor de spreekwoordelijke

micro te krijgen.198 Elk interview bereidden we apart voor om de focus van het interview zoveel

mogelijk vanuit de functie van de geïnterviewde te kunnen aanvatten. Uiteraard vroeg dit heel wat

voorbereiding. Bovendien moesten we voor aanvang van de interviews goed in de hele materie

rond tvbrussel ingewerkt zijn. Zowel bij de interviewer als bij de geïnterviewde draait het immers

over de kennis die beiden hebben. Een interviewgids op voorhand opstellen met een aantal topics

die absoluut aan bod moeten komen, is in dat geval van groot belang om het expertinterview te

laten slagen.199 In de mail of brief waarmee we de meeste experten aanschreven, trachtten we al

voldoende informatie over het onderzoek en het interview op een bondige manier weer te geven.200

Daarnaast stuurden we een topiclijst op voorhand naar de experten op zodat de focus van het

interview ook voor hen duidelijk was.201 Een groepsinterview waarbij enkele experts

samengebracht zouden worden, hebben we ook overwogen. Op die manier zouden tegenstellingen

tussen deze experts gemakkelijker of duidelijker aan de oppervlakte kunnen komen202, maar uit

praktische overwegingen verlieten we deze piste. Bovendien kan ook het tegengestelde van de

voorgaande situatie opduiken waarbij één expert aan de andere niet het achterste van zijn of haar

tong wil laten zien waardoor het identificeren van individuele meningen moeilijk wordt.203 Daarom

opteerden we dus voor het individuele expertinterview.

Binnen dit individuele expertinterview bouwden we het interview steeds op rond volgende punten.

Sommige van deze topics kwamen bij bepaalde experten meer aan bod dan bij anderen gezien hun

functie. De vragen werden gesteld in functie van het verloop van het gesprek en de richting die de

respondent koos. Wanneer nodig stuurden we bij om de focus van het interview niet te verliezen.

We maakten dus geen gebruik van een vast te volgen vragenlijst. Toch kunnen we de behandelde

topics als volgt opsommen:

- Korte inleidende schets over de achtergrond van de respondent

- Beleidsmatige positionering tvbrussel: de opdracht

- Informatieverspreiding en –vergaring

- (Cross)mediale samenwerking

- Programmabeleid

- Burgerparticipatie in reportages op tvbrussel

197 BRENNER (M.), BROWN (J.), CANTER (D.). The research interview: uses and approaches. Londen, Academic Press, 1985, p. 3. 198 BAARDA (D.), DE GOEDE (M.). Basisboek methoden en technieken: praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Leiden, Stenfert Kroese, 1998, p. 136. 199 FLICK (U.). An introduction to qualitative research. Londen, Sage, 1999, p. 92. 200 Een voorbeeld van deze email / brief is in de bijlage op pagina 155 terug te vinden. 201 Een voorbeeld van deze topiclijst is in de bijlage op de pagina's 156 en 157 terug te vinden. 202 SWANBORN (P.). Evalueren: het ontwerpen, begeleiden en evalueren van interventies: een methodische basis voor evaluatie-onderzoek. Amsterdam, Boom, 1999, p. 163. 203 FLICK (U.). Op. Cit. 1999, p. 124.

Page 57: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

54

- Aanvullingen op het interview voor een slagvaardig tvbrussel in het

heden of de toekomst

Bij de selectie van de experts om te interviewen, hebben we zowel intern tvbrussel als extern de

politieke, academische en mediawereld gescreend. De keuze voor de respondenten is zoals gezegd

vanuit hun bevoegdheid binnen tvbrussel of bepaalde andere (overheids)organisaties of vanuit hun

expertise gestuurd. Hieronder geven we de alfabetische lijst van de geïnterviewde personen voor

deze dimensie.

Naam Voornaam Organisatie Functie Interview Bijlage

Dimensie 1: Opdracht tvbrussel

De Tender Jean-Philip VRT Netmanager één 25/03/08 p. 66

De Troyer Jan tvbrussel Hoofdredacteur/directeur 19/03/08 p. 52

De Wael Geert tvbrussel Commercieel directeur 18/03/08 p. 28

Esselinckx Robert tvbrussel Chef nieuws 19/03/08 p. 41

Hoornaert Dirk tvbrussel Voorzitter Raad v. Bestuur 25/03/08 p. 76

Mast Peter tvbrussel Chef magazines 18/03/08 p. 14

Uyttendaele en

Braeckevelt

Caroline en

Duncan

Vlaams kabinet

voor Media

Mediaraadgevers Vlaams

minister Geert Bourgeois

01/04/08 p. 88

Vanhengel Guy VGC Voorzitter college VGC en

bevoegd minister voor

tvbrussel

17/03/08 p. 1

Witte Els VUB / tvbrussel Professor / Lid Alg. Verg. 10/04/08 p. 95

Lijst respondenten 1

In deze lijst hebben we getracht om de Vlaamse minister bevoegd voor Brusselse

Aangelegenheden, Bert Anciaux en voorzitter van de overkoepelende organisatie van alle Vlaamse

regionale omroepen, Jan Van Broeckhoven, op te nemen. Beiden lieten echter weten geen tijd te

hebben voor een uitgebreid interview. Ook een schriftelijk interview lukte ons niet. Gezien onze

selectie aan respondenten is dit uiteraard geen probleem. Toch dienen we in ons achterhoofd te

houden dat één bevoegde minister voor de convenant met de Vlaamse Gemeenschap en de

koepelorganisatie van alle regionale tv-omroepen niet in ons onderzoek zijn opgenomen.

Uiteindelijk interviewden we voor deze dimensie negen personen gedurende de maanden maart en

april in een face-to-face interview dat dus semi-gestructureerd was volgens de topics die we

hierboven reeds aanhaalden.

Hoe zullen we deze expertinterviews nu analyseren? Aan de hand van de topics die we doorheen de

interviews telkens aansneden, zullen we per topic en per subonderzoeksvraag visies en

argumenten in documenten en van de experts naast elkaar zetten. Door middel van een SWOT-

analyse zullen we na elke behandelde topic een tussentijds overzicht brengen van de kernpunten in

Page 58: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

55

de topic in kwestie. Een SWOT-analyse is immers een hulpmiddel om alles te ordenen.204 De

ordening van de sterktes en zwaktes (interne aspecten van tvbrussel) en opportuniteiten en

bedreigingen (externe aspecten, buiten tvbrussel, maar met een invloed op tvbrussel) van

tvbrussel zal in een confrontatiematrix gebeuren.205 Belangrijk bij een SWOT-analyse is om op

voorhand op een gestructureerde wijze het onderzoek aan te vatten. Deze systematiek hebben we

getracht weer te geven in onze onderzoeksvragen en in de topics die we in elk interview lieten

terugkeren. De interne sterktes en zwaktes kunnen het best geanalyseerd worden op basis van de

niveaus materiële en immateriële middelen. Materiële middelen kunnen bijvoorbeeld het

computersysteem, het gebouw waarin tvbrussel moet werken of het aantal mensen in dienst zijn.

Immateriële middelen houden bijvoorbeeld redactieprocedures, kennis, ervaring of cultuur binnen

tvbrussel in. De externe opportuniteiten en bedreigingen kunnen dan weer best in een algemene

omgeving en een taakomgeving ingedeeld worden. De algemene omgeving houdt sociaal-culturele,

politiek-juridische, economische en technische factoren in. De taakomgeving draait om alle directe

contacten van tvbrussel, bijvoorbeeld de overheid of andere regionale tv-omroepen, én om alle

regelgevende aspecten die rechtstreeks betrekking hebben op tvbrussel, zoals bijvoorbeeld de

opdrachten van de VGC en de Vlaamse Gemeenschap.206

Via deze structuur kunnen we achteraf de antwoorden op de onderzoeksvragen en de

beleidsuitdagingen uit de confrontatiematrix puren.207 Met behulp van de SWOT-analyses zullen we

onze onderzoeksvragen beantwoorden.

Concreet bestaat onze SWOT-analyse uit drie delen:

1) Tussentijdse conclusies waarbij we de SWOT-kenmerken zullen identificeren: door middel

van de experteninterviews en de verzamelde documenten zullen we per topic visies en

meningen tegenover elkaar zetten. Hier zullen we vervolgens sterktes, zwaktes,

opportuniteiten en bedreigingen trachten uit te lichten met de nodige argumentatie

waarom iets als bijvoorbeeld een sterkte geïdentificeerd wordt. De scheiding tussen

sterktes en zwaktes (en tussen opportuniteiten en bedreigingen) is soms vaag en de

interpretatie ervan kan dus van onderzoeker tot onderzoeker verschillen.208 Niettemin,

zullen we onze keuze beargumenteren.

2) De analyse van de SWOT-kenmerken: op het einde van dit hoofdstuk confronteren we de

interne en externe elementen uit de tussentijdse analyse met elkaar in een

confrontatiematrix. Vanuit deze matrix gaan we over naar stap 3.

3) De vertaling naar beleidsuitdagingen: na het opstellen van de confrontatiematrix kunnen

de conclusies vertaald worden naar het definiëren van de beleidsuitdagingen. Dit zullen we

in onze synthese uitvoeren.209

204 VERMEYLEN (S.). Werken met SWOT-analyse. Brussel, Politeia, 2004, p. 20. 205 IDEM, p. 43. 206 IDEM, pp. 35-40. 207 HEYSSE (M.). Van missie tot beleidsplan. Een handleiding voor beleidsontwikkeling in het sociaal-cultureel werk. Brussel, Kwasimodo, 2001, p. 52. 208 VERMEYLEN (S.). Op. Cit., 2004, pp. 34-41. 209 HEYSSE (M.). Op. Cit., 2001, pp. 46-53.

Page 59: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

56

4.3.2 Dimensie 2: User generated content en tvbrussel

Onze manier van werken binnen deze dimensie loopt vrij parallel met die van dimensie 1. Op basis

van een analyse van de informatie die we uit documenten haalden, zullen we een overzicht

trachten te bieden van de mogelijkheden die user generated content op zowel participatief als

informatief vlak biedt voor de kijker, of zeg maar "gebruiker", van tvbrussel. Op basis van

documenten, websites, het FLEET-congres over user generated content van 30 januari en enkele

informatieve interviews zullen we een beeld trachten te schetsen van de mogelijkheden voor

tvbrussel. Uit informele gesprekken met tvbrussel bleek immers dat de omroep nog actief op zoek

was met inhouden die door het publiek gegenereerd worden. Daar willen we deze dimensie een

grote informatieve functie meegeven. We vertrokken vanuit verschillende perspectieven zoals die

op het FLEET-congres in Brussel werden meegegeven en identificeerden daarbovenop nog drie

actoren die met user generated hetzij in hun dagelijkse job hetzij in hun onderzoek in aanraking

komen. De interviews die we afnamen, waren dus in eerste instantie informanteninterviews.

Uiteraard kwam ook de expertise van de informanten aan bod. Zelf definieerden we voor aanvang

een volgende onderverdeling van topics:

- Korte inleidende schets over de achtergrond van de respondent

- Informatie over bepaalde initiatieven (Garagetv, Hasseltlokaal,

CoCoMedia-project)

- Hoe omgaan met:

het concept 'user generated content'

de actieve participant en het community-gevoel

beloningen als lokmiddel voor de actieve participant

user generated content als extra nieuwsbron

moderatie

de kwaliteit

- Korte aanvulling en blik op tvbrussel

Na de drie interviews met ondermeer verantwoordelijken voor Garagetv en Hasseltlokaal, legden

we zowel aan Jan De Troyer als aan Geert De Wael van tvbrussel in een gesprek dat los stond van

dimensie 1 de zes topics voor, met als achtergrond de informatie die we uit de interviews, de

documenten en het congres haalden. Gezien dit deeltje slechts een aanvullend onderdeeltje is van

ons gehele onderzoek beperkten we vanuit pragmatisch oogpunt onze interviews. Op basis van het

FLEET-congres en de interviews in de maanden maart en april zijn we echter van mening dat we

achteraf toch een SWOT-analyse kunnen toepassen waarbij een aantal informerende adviezen

kunnen volgen. Ook hier zullen we dus een SWOT-analyse toepassen op tvbrussel – maar dan

specifiek gericht op de omgang van tvbrussel met user generated content – op grond van de

interviews en documenten.

Page 60: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

57

Een overzichtje van de afgenomen interviews voor het hoofdstuk over user generated content:

Dimensie 2: User generated content

Coolen Eefje Concentra Redactrice Hasseltlokaal 31/03/08 p. 112

De Troyer Jan tvbrussel Hoofdredacteur/directeur 11/04/08 p. 129

De Wael Geert tvbrussel Commercieel directeur 11/04/08 p. 135

Paulussen Steve MICT / UGent Onderzoeker 09/04/08 p. 122

Van den Broeck Jeroen Telenet Online Media Manager 25/04/08 p. 105

Lijst respondenten 2

4.4 Onderzoeksbevindingen

4.4.1 Dimensie 1: de opdracht en de invulling van de opdracht van tvbrussel

Zoals daarnet gesteld, zullen voor onze analyse gebruik maken van de topics die we bij elk

expertinterview aan bod lieten komen. We starten met een analyse van de beleidsopdracht.

Vervolgens behandelen we de informatieverspreiding en -vergaring met daarin de bijeengenomen

topics programmabeleid en (cross)mediale samenwerking. Deze twee topics bleken elk bij de

analyse van de interviews vaak aan te leunen bij het issue van informatieverspreiding en –

vergadering. Vandaar dat we deze samen zullen bekijken. Achtereenvolgens behandelen we dan

nog de topics burgerparticipatie en de aanvullingen van de experten.

4.4.1.1 Beleidsmatige positionering tvbrussel: de opdracht

Net voor de overgang naar ons empirische onderzoek, stonden we stil bij de opdracht(en) die

tvbrussel meekrijgt vanuit de overheid. Voor onze eerste onderzoeksvraag zullen we het dan vooral

over deze opdracht(en) hebben. We zullen nagaan of de huidige taken die door de opdracht aan

tvbrussel worden toegeschreven voor de meeste experts voldoen. Misschien blijkt dit niet het geval

te zijn en dienen we rekening te houden met een grondige herziening van de convenant bij de

nieuwe onderhandelingen eind dit jaar? Indien dit het geval zou zijn, kunnen we ons de vraag

stellen op welke wijze de opdracht dan wel moet worden geformuleerd zodat tvbrussel als een

volwaardige regionale tv-omroep de lokale gemeenschap kan ondersteunen. We zagen reeds dat in

de convenanten met de VGC en de Vlaamse Gemeenschap meer aandacht wordt besteed aan het

informeren van de doelgroepen dan aan de participatieve mogelijkheden van tvbrussel. Over de

invulling van deze twee aspecten van de opdracht hebben we het later als we de

informatieverspreiding en de burgerparticipatie van tvbrussel bespreken. Toch zullen we in deze

eerste analyse aanwijzingen vinden hoe de opdracht moet worden ingevuld. Zoals we al in ons

methodologisch kader stelden, lopen de verschillende topics in de praktijk door elkaar heen. Om

toch enige structuur aan te brengen, hebben we dus voor deze indeling gekozen. Een ander aspect

dat we ook zullen behandelen in dit deel is de relatie met de politieke overheid. In hoeverre laat de

Page 61: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

58

huidige opdracht ook ruimte voor aparte subsidiëringen van projecten of programma's die naast de

opdracht vallen? En is dit bevorderlijk voor het onafhankelijk uitvoeren van de opdracht?

Om een duidelijke systematiek te kunnen hanteren, werken we elke topic uit aan de hand van de

experteninterviews en documenten. Vervolgens gieten we meteen de verkregen inzichten in een

tussentijdse SWOT-analyse om zo het overzicht niet te verliezen. Eerst behandelen de

deelaspecten van elke topic. Hierna volgt de tussentijdse SWOT-analyse. Concreet, in deze eerste

topic zullen we visies en argumenten over de algemene opdrachten, het opnemen van de

informatieve en participatieve aspecten en de relatie tussen de overheid en tvbrussel door

bepalingen in de opdracht naast elkaar zetten. Vervolgens voeren we een tussentijdse SWOT-

analyse uit.

4.4.1.1.1 Algemene opdrachten: vernieuwing voor de deur?

Eerst en vooral blijven we even stilstaan bij de bepalingen voor regionale omroepen in Vlaanderen

die in de mediadecreten onder bevoegdheid van de minister voor Media vallen. Zoals we reeds

zagen, gelden deze decreten voor alle regionale omroepen. "Tvbrussel is voor ons vandaag één van

de tien regionale omroepen. De vier subsidiepijlers die voor tvbrussel werden uitgetekend zijn op

tvbrussel evenzeer van toepassing dan voor de andere regionale omroepen", stelt Duncan

Braeckevelt in een dubbelinterview met Caroline Uyttendaele van het Vlaams kabinet voor Media.

"Tvbrussel is één van onze regionale omroepen en krijgt net als de andere dezelfde budgetten en

ondersteuning."210 Opmerkelijk, doorheen onze gesprekken kwam de principeovereenkomst met

het kabinet Bourgeois nauwelijks aan bod. Een teken dat die overeenkomst niet onder druk staat

op een algemene consensus kan rekenen? Dat lijkt waarschijnlijk, blijkt ook uit het zelfde interview

met het Vlaams kabinet voor Media. Zo zegt Duncan Braeckevelt: "Nu moet die overeenkomst

vernieuwd worden. Onze administratie is een evaluatie aan het voorbereiden. Dus wij wachten met

veel nieuwsgierigheid en ongeduld op die evaluatie. Maar ik heb nog geen signalen vernomen dat

daar momenteel een groot probleem zou zijn."211 Op vlak van de mediadecreten zelf, zitten er wel

veranderingen aan te komen door de komst van de nieuwe Audiovisuele Mediadienstenrichtlijn. Het

zijn dus wijzigingen die vooral op macroniveau te situeren zijn en die een impact hebben op alle tv-

omroepen. "De reclameregels worden versoepeld, product placement wordt mogelijk, er wordt iets

gezegd over de bescherming van minderjarigen en het aanbieden van niet-lineaire diensten. Dat

zijn zaken die ook regionale omroepen aangaan"212, zegt Caroline Uyttendaele.

In die mediadecreten staat tvbrussel net als de tien andere regionale omroepen gedefinieerd als

een niet-openbare regionale omroep en dat ondanks het feit dat tvbrussel een specifieke opdracht

krijgt van de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. Voor Uyttendaele en Braeckevelt staan de

mediadecreten los van de opdrachten die tvbrussel meekrijgt. "Op die opdracht worden zij niet

door ons afgerekend. Dat gebeurt vanuit de VGC of Brusselse Aangelegenheden. Voor ons hebben

zij de decretale opdracht die dezelfde is bij de anderen. Dat is hetgene waar wij naar kijken", klinkt

210 UYTTENDAELE (C.), BRAECKEVELT (D.), 01/04/08, zie bijlage p. 88. 211 IDEM, zie bijlage p. 92. 212 IDEM, zie bijlage p. 94.

Page 62: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

59

het.213 Voor Brussels minister Guy Vanhengel is tvbrussel een openbare zender: "Perfect te

vergelijken met de VRT, met dat verschil dat de VRT omwille van zijn bereik andere bronnen kan

aansnijden dan de zuivere overheidsfinanciering."214 Voor Geert De Wael is deze definiëring op zich

geen probleem. Hij stelt zich de vraag of tvbrussel naast de tachtig procent overheidssubsidies wel

commercieel bezig is als het maar om twintig procent inkomsten draait. "[…] we hebben het

commerciële nodig om te kunnen overleven, als we dat niet meer hebben, moeten we

afbouwen"215, meent hij. De definitie op zich staat misschien ter discussie, in de praktijk stelt deze

volgens de experten geen problemen.

Als we ons in tweede instantie focussen op de vrij gelijklopende convenanten van de Vlaamse

Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap die in 2009 vernieuwd moeten worden,

kunnen we wel de vraag stellen wat er inhoudelijk veranderd zou moeten worden. In het volgende

deel van dit hoofdstuk – informatie en participatie in de opdrachten – gaan we daar verder op in.

In dit deel bekijken we echter de manier waarop de convenanten nu gepercipieerd worden door de

experts. Voor chef magazines bij tvbrussel, Peter Mast, is de convenant een logisch gevolg van

wat tvbrussel sowieso doet. Zo zegt hij: "[Als] we [dat] zouden […] zelf moeten invullen dan denk

ik niet dat we veel zouden afwijken als de convenant niet zou bestaan"216. Toch is hij een

voorstander van de huidige convenanten als niet-beperkende controle-instrumenten. "Je weet nooit

dat er een ontsporing in ontstaat gebaseerd op wat dan ook. Zo kan je nog steeds gecontroleerd

worden. Ik ben de eerste om te zeggen dat er een resultaatsverbintenis moet bestaan. Het zou

heel spijtig zijn mochten we dat als beperkend zien."217

Op vlak van de financiële kant van de opdracht is administratief-commercieel directeur Geert De

Wael duidelijk dat er opnieuw zal onderhandeld moeten worden met de overheden over een

mogelijke indexering van de subsidiebedragen. "Die worden niet automatisch geïndexeerd, dus dan

moet daar over gepraat worden. In welke mate kunnen die worden aangepast of niet?"218 Over de

bedragen in de convenant is nu een nulmeting aan de gang. Zo kan er nagegaan worden wat een

programma kost zodat ook de overheden een zicht krijgen op de kosten van het tv-maken na de

recente financiële problemen waardoor bijna twee weken nieuws in de zomer sneuvelde. Voorzitter

Dirk Hoornaert: "Maar dat zal een convenant zijn die minder gelinkt is aan het maken van

specifieke programma's. Neenee, het zal gaan om een opdracht waarvoor we een bepaald bedrag

krijgen."219 Die vaste financiering heeft zijn voordelen, maar ook zijn nadelen, zegt Hoornaert. "Als

we driejarenconvenanten maken dan moeten we wel inrekenen hoeveel verkiezingen erin zitten en

dergelijke. Maar goed, dan zullen we ook vrij zijn om met dat geld te maken wat wij denken dat

goede tv is."220 Ook hoofdredacteur-directeur Jan De Troyer identificeert deze voor- en nadelen van

een vaste financiering. "We gebruiken die [financiering] ook in de werking, want in een vzw mogen

we geen reserve aanleggen. […] De belastingsbetaler financiert een bepaalde opdracht dan moet

213 IDEM, zie bijlage p. 89. 214 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 6. 215 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 28. 216 MAST (P.), 18/03/08, zie bijlage p. 18. 217 IDEM, zie bijlage p. 18. 218 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 29. 219 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 83. 220 IBIDEM.

Page 63: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

60

dat geld daarvoor ook gebruikt worden. Dat is maar logisch. Het gevolg is wel dat als je een nieuw

idee hebt of de mediawereld snel verandert, je naar de overheid moet om te bedelen. Meestal

zeggen ze dan om een projecttoelage te voorzien"221, licht De Troyer toe. Over de projectsubsidies

zelf komen in het deel over de relatie met de overheid nog terug. We kunnen ons hierbij wel

vragen stellen over de flexibiliteit van de opdracht in een sterk veranderend sector als die van de

media.

4.4.1.1.2 Informatie, ontspanning en participatie: ook toekomstige taken?

Tvbrussel dient vooral te informeren, maar ook te ontspannen. Verder zal de regionale omroep ook

de participatie door de kijkers versterken. Prioritair is de doelgroep van de Nederlandstalige

Brusselaars. "Wij stellen vast dat ondanks het feit dat we als echte Nederlandstalige autochtonen

weinig talrijk zijn, er naarmate Vlaanderen meer autonomie heeft verworven steeds minder

informatie over Brussel is en dat ten behoeve van de Nederlandstalige Brusselaars. […] Dus als je

die Nederlandstalige Brusselaars nog een minimum aan lokale informatie wil geven over de stad

waarin zij wonen, dan speelt die televisiezender daarin een bijzonder cruciale rol"222, meent Guy

Vanhengel. Ondanks het feit dat deze opdracht ook in de huidige convenant staat opgenomen,

vreest Vanhengel op basis van aanvoelen en enkele kleine metingen dat de kijkers bij tvbrussel

afhaken. "En dat ondanks het feit dat het aantal Nederlandskundigen blijft toenemen."223 De reden

volgens Vanhengel? "Tja, ik denk dat er op sommige momenten wat sleet komt op de formules.

Dat men misschien toch […] een benadering van het nieuws heeft die teveel gericht is op een

welbepaalde leeftijdscategorie. […] zij [de journalisten] zijn meestal vrij jong, hebben dezelfde

culturele achtergrond waardoor je een benadering krijgt die nogal eenduidig is."224 Dat de

Nederlandstaligen in Brussel de prioritaire doelgroep blijven, is voor alle experten duidelijk. Peter

Mast verwoordt het zo: Wij zijn tvbrussel en tvbrussel gaat over de Vlaamse Brusselaar en

behandelt die ook, niet uitsluitend, niet beperkend, maar zeker prioritair."225 Ook over de

doelgroepen van anderstaligen en de gebruikers van Brussel zijn de experts het eens: het is en

blijft ook in de toekomst het publiek waarop tvbrussel zich moet richten. Alleen is de Vlaamse

doelgroep moeilijker te bereiken, vindt Guy Vanhengel. Volgens hem is er wel belangstelling in

Vlaanderen om te weten wat er in Brussel gebeurt, getuige daarvan het succesvolle weekoverzicht

op één, zegt hij.226 Geert De Wael is het daar slechts deels mee eens. Volgens hem zit men in

Vlaanderen steeds minder te wachten op nieuws uit hun hoofdstad. De reden daarvan ziet hij in het

gebrek aan zogenaamde hefboompartners in Vlaanderen. "[…] ik denk bijvoorbeeld aan skynet of

Telenet, waar je via portaalsites uw ding verspreidt of via deredactie.be in het Brusselluik. Dat

lijken mij manieren waardoor uw content veel meer zouden bekeken worden."227 Mogelijke

samenwerkingen met andere media spitten we verder in dit onderzoek nog uit omdat doorheen de

gesprekken met de experten bleek dat tvbrussel op die manier zijn opdracht beter zou kunnen

invullen.

221 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 58. 222 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 2. 223 IDEM, zie bijlage p.3. 224 IBIDEM. 225 MAST (P.), 18/03/08, zie bijlage p. 16. 226 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 2. 227 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 36.

Page 64: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

61

Een andere mogelijkheid om Vlaanderen van informatie over Brussel te voorzien, is een uitbreiding

van het zendgebied van tvbrussel naar heel Vlaanderen. Dat zien de geïnterviewde experten van

tvbrussel best zitten. Peter Mast vindt de huidige afbakening "een gigantisch probleem"228. Ook

Dirk Hoornaert is een absolute voorstander van het nationaal uitzenden om de link met Vlaanderen

veel beter te kunnen leggen als zender van de hoofdstad. Hij wijst er op dat tvbrussel nu in een

hokje blijft zitten. Om dat echter verwezenlijkt te zien, dienen de mediadecreten aangepast te

worden. En dat kan volgens hem pas lukken als NORtv mee wil. Zij blijven echter nee zeggen

omdat ze schrik hebben van reclameafroming.229 Ook bij op het kabinet van Geert Bourgeois

klinken dezelfde geluiden: de zendgebieden zullen niet aangepast worden omdat er geen vraag is

vanuit NORtv wegens het openstellen van de reclamemarkt voor alle regionale tv-omroepen. Indien

die vraag voor uitbreiding van de zendgebieden er wel zou komen vanuit NORtv, is het kabinet wel

bereid hierover te spreken.230 Hoornaert stelt op het argument van de afroming van reclame-

inkomsten van sommige regionale omroepen: "als je dit handig speelt, […] [dan zou] iedereen van

een soort nationale pot […] kunnen genieten".231 Ook Els Witte is voorstander om tvbrussel via een

eigen kanaal in heel Vlaanderen lineair te laten uitzenden en vindt het argument van de

reclameafroming niet absoluut. Zij vindt dat de overheid zelf een beleidskeuze moet maken. "Als

men zegt dat tvbrussel de zender is van de hoofdstad dan is het normaal dat het bekeken kan

worden in de regio waar de hoofdstad zich toe richt"232, stelt zij. Deze stellingen kunnen we

jammer genoeg niet confronteren met de visie van NORtv, gezien er geen interview kon

plaatsvinden. Als laatste dienen we hier ook bij te vermelden dat Geert De Wael ook een ander

gevolg ziet van het uitbreiden van het zendgebied van tvbrussel. Zo meent hij dat in de huidige

context tvbrussel dan voor Europese richtlijnen valt onder het statuut van een nationale zender

waardoor een andere lokale tv-omroep in principe volgens de huidige Vlaamse mediadecreten een

lokale licentie kan aanvragen. Zo loopt tvbrussel het risico op lokale concurrentie.233 Natuurlijk

kunnen we hierbij opmerken dat de mediadecreten in geval van uitbreiding van de zendgebieden

aangepast zullen worden voor alle regionale omroepen en niet enkel voor tvbrussel. Hierdoor

blijven alle regionale omroepen gedefinieerd als regionaal en niet als nationaal.

Naast het informeren van de doelgroepen, kunnen we ons ook kort focussen op de participatie of

de betrokkenheid van de kijker in de opdracht. Zoals reeds in detail bekeken, staat er nauwelijks

iets over de participatie van de kijker in de opdrachten. Voor minister Guy Vanhengel is participatie

van de kijkers in tvbrussel geen taak voor de omroep en staat het daarom ook niet in de opdracht.

Daarvoor is Brussel met 1 miljoen inwoners te divers, vindt hij. Bovendien meent Vanhengel dat

een breed kijkerspubliek moeilijker zal ingevuld kunnen worden.234 Voor Jan De Troyer is dat wel

een taak voor tvbrussel. Zo onderscheidt hij in het document over criteria voor het

programmabeleid participatie als één van de elementen die aanwezig moeten of kunnen zijn in de

programma's. Over de invulling daarvan hebben we het straks nog, maar belangrijk voor de 228 MAST (P.), 18/04/08, zie bijlage p. 18. 229 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage pp. 81-82. 230 UYTTENDAELE (C.), BRAECKEVELT (D.), 01/04/08, zie bijlage p. 90. 231 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 81. 232 WITTE (E.), 10/04/08, zie bijlage p. 97. 233 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 37. 234 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 8.

Page 65: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

62

opdracht van tvbrussel is dat De Troyer in het document het volgende neerschrijft: "in moderne

media vertaalt de nabijheid van de kijker zich meer en meer in rechtstreekse participatie"235. Op

basis hiervan vindt hij directe participatie van de kijker dus een taak voor tvbrussel, hoewel de

(Brusselse) opdrachtgever Guy Vanhengel dit niet belangrijk acht.

4.4.1.1.3 De relatie met de overheden

Vermits tvbrussel van verschillende overheden afhankelijk is voor subsidies kunnen we ons eerst

de vraag stellen, hoe werkbaar dat is. Vervolgens kijken we naar de relatie met de overheid in

functie tot eenmalige projectsubsidies die tvbrussel krijgt.

Voorzitter Dirk Hoornaert ziet twee grote nadelen. Ten eerste, het overzicht van wie nu wat

subsidieert en hoe veel durft wel eens verloren te gaan. Ten tweede, iedere subsidiërende overheid

of minister heeft zijn eigen visie op bepaalde materies. Hoornaert: "Vanuit de VGC staat Brussel

centraal. Vanuit Vlaanderen staat Vlaanderen centraal. Dan komt Geert Bourgeois nog af met

specifieke projecten van ondertiteling en dergelijke… Allemaal goed, maar op een bepaald moment

weet je niet meer hoe het in elkaar zit."236 Voor hoofdredacteur-directeur Jan De Troyer betekent

een gespreide financiering voor de vaste subsidiebedragen geen probleem. Voor hem garandeert

het een grotere onafhankelijkheid van de opdrachtgevende overheid. Sowieso hebben de politici

niets te zeggen in het inhoudelijke beleid, zegt De Troyer. Hij benadrukt dat het belangrijk is dat

de overheid samen met de raad van bestuur van tvbrussel strategische beslissingen neemt.237 Ook

chef nieuws Robert Esselinckx heeft het die strategische beslissingen en de belangrijke scheiding

tussen de redactie en de overheden. Volgens hem gebeurt het nu en dan eens dat er getracht

wordt om op inhoudelijk vlak bij te sturen, maar dat het een proces is van geven en nemen.

Esselinckx hecht dan ook veel belang dat de overheid het kader schetst en dat tvbrussel zelf de

invulling van dat kader kan bepalen.238 Volgens Jean Philip De Tender is het normaal dat dit

spanningsveld steeds opborrelt. Hij zegt: "Welke programma’s volgen politici op één? Wel, die

volgen het Journaal, Koppen, De Zevende Dag,… en die beseffen niet wat de impact is van een

aantal andere programma’s. […] Die broodheer wil onmiddellijk de output of de lay-out die het

verwacht omdat het geld geïnvesteerd heeft."239 Juist om de invulling van het programmabeleid

gestoeld op expertise en ervaring te kunnen behouden, dient de opdrachtgever van de invulling

weggehouden te worden, blijkt ook uit het gesprek met De Troyer. Daarom ook zijn de

projectsubsidies problematisch, vindt De Troyer. Zoals we reeds aanhaalden, zit tvbrussel vast aan

zijn opdracht. Eens het geld is ingepland, moet tvbrussel bij veranderingen in het medialandschap

terug naar de overheid stappen en dan komt de projectsubsidie steeds boven. De Troyer

ondersteunt zijn visie op de problematische projectsubsidies met het verhaal van het

praatprogramma op tvbrussel. Toen de formule van het programma Brussel Centraal negatief

geëvalueerd werd, wou Guy Vanhengel de subsidie niet verlengen voor een nieuw praatprogramma

235 TVBRUSSSEL. Criteria inzake programmabeleid. Brussel, tvbrussel, s.d., zie bijlage p. 160. 236 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 82. 237 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 57. 238 ESSELINCKX (R.), 19/03/08, zie bijlage p. 47. 239 DE TENDER (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 70.

Page 66: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

63

met Gui Polspoel.240 Guy Vanhengel beaamt dit verhaal, maar meent dat tvbrussel zichzelf deze

problemen aandoet. Hij vindt immers dat tvbrussel zelf altijd met nieuwe ideeën op de proppen

komt, dat dan de overheid meestal van goede wil is en een extra toelage geeft. Maar voor die extra

subsidies blijft de overheid zelf bepalen of dat het ingediende project past binnen de doelstellingen

van tvbrussel, zegt hij.241

Het feit dat tvbrussel van zijn vaste subsidies afhankelijk is van verschillende overheden – en

bijgevolg bij die diverse overheden ook eenmalige projectsubsidies kan aanvragen – is volgens Els

Witte echter eigen aan de complexe Brusselse situatie. De opsplitsing tussen de Vlaamse

Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie die een eigen autonomie heeft, maar toch

ondergeschikt is aan de Vlaamse Gemeenschap, maakt deel uit van het Brusselse compromis en

moet dus niet enkel en alleen bij tvbrussel bekeken worden.242 Op vlak van projectsubsidies is

Witte duidelijk:

"Dat is hoe dan ook altijd een nadeel als je zo subsidieert. Een tv-station heeft er altijd belang bij

om globale subsidies te ontvangen. Als je begint met specifieke subsidies voor programma's dan

kan krijg je problemen als het nadien niet meer gefinancierd kan worden. Structurele budgetten

zijn het beste. Zo weet men goed waar men zich aan moet houden."243

4.4.1.1.4 Eerste tussentijdse SWOT-analyse (de opdracht)

We zullen nu een eerste tussentijdse analyse houden van de kenmerken die in de SWOT-analyse

kunnen opgenomen worden. Op basis van een analyse die we hierboven op de bestudeerde topics

en issues rond de opdracht van tvbrussel hielden, zullen we nu de geïdentificeerde sterktes,

zwaktes, opportuniteiten en bedreigingen in een overzichtje gieten. Zo kunnen we op het einde van

dit onderzoek de kenmerken gemakkelijk in een algemene SWOT-analyse plaatsen.

240 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage pp. 57-58. 241 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 12. 242 WITTE (E.), 10/04/08, zie bijlage p. 99. 243 IDEM, zie bijlage p. 100.

Page 67: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

64

Tabel 1: SWOT Dim 1 - Opdracht

4.4.1.2 Informatieverspreiding en –vergaring

Na de opdrachten behandelen we achtereenvolgens de concrete invulling van die opdrachten op

vlak van informatie en participatie. Hieronder zullen we twee thema's uitwerken: het

programmabeleid en de samenwerkingen met andere media. Het programmabeleid van tvbrussel is

immers de concrete omzetting van de informatieve opdracht op televisie. Het beleid daar rond

bepaalt dus hoe tvbrussel de opdracht invult. We willen hierbij nagaan hoe dit gebeurt en of deze

wijze voor de experts voldoet voor het uitvoeren van de opdracht.

Page 68: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

65

Daarnaast zetten we ook de visies van de experten over de huidige en mogelijke

samenwerkingsverbanden met andere mediapartners naast elkaar. Doorheen ons onderzoek werd

het duidelijk dat crossmediale samenwerkingen met FMBrussel en BrusselDezeWeek en

samenwerkingen met Télé Bruxelles en de VRT mogelijkheden inhouden voor enerzijds de

informatieverspreiding, maar anderzijds ook voor de informatievergaring binnen de redactie van

tvbrussel. Om een diagnose te kunnen stellen van wat vandaag kan en morgen misschien mogelijk

is, peilden we bij de experten naar deze topics. We zullen deze vragen trachten te beantwoorden

door gebruik te maken van een SWOT-analyse.

4.4.1.2.1 Programmabeleid

In het programmabeleid van een televisiezender dienen we in eerste instantie uiteraard rekening te

houden met het publiek waarvoor de programma's bestemd zijn. Peter Mast beschrijft het

selecteren van de onderwerpen om aan bod te laten komen in gradaties. Elk item hoe groot of hoe

klein ook moet iets met Brussel en liefst nog met iets Nederlandstalig in Brussel te maken hebben.

Al wijst Jan De Troyer op de ruimte in de mediadecreten die voorzien is voor vijftien procent items

die niet rechtstreeks iets met het zendgebied te maken hebben.244 Ook het weekoverzicht wordt

samengesteld met oog op wat de Vlaming in Brussel kan interesseren, zegt Mast.245 Programma's

maken voor een grote doelgroep is niet gemakkelijk. Jan De Troyer vindt dit een probleem, maar

hij wijst er op dat ook de nationale tv-omroepen kampen met de diverse interesses van hun

publiek(en). En die interesses moeten vooral bevredigd worden door informatieve programma's

zoals de opdrachten voorschrijven. Voor De Troyer is tvbrussel een informatiezender. "Maar

informatie is meer dan nieuws. Een programma over goede restaurants is ook informatie."246, zegt

hij. En informatie kan entertainend werken. "Maar als we twintig minuten beeld brengen van die

modeshow zit dat meer in die sector van animatie/ontspanning […] Maar het is informatie waaraan

de Brusselaar wel iets heeft"247, verklaart De Troyer de manier waarop met ontspanning wordt

omgesprongen bij tvbrussel. Ook Robert Esselinckx vindt dat lichte stukken, zwaardere saaie

mededelingen moeten afwisselen omdat mensen graag ook iets leuks verteren voor hun tv-

toestel248.

Minister Guy Vanhengel is het daar voor een deel mee eens. Hij vindt enerzijds zelfs dat lichtere

human interest stukken misschien soms ontbreken.249 Anderzijds benadrukt hij dat de VGC de

middelen ter beschikking stelt om informatie over Brussel te geven. Voor hem betekent dat

bijvoorbeeld culinaire programma's niet in het weekoverzicht op één thuishoren. Ook de reeks

Hasta Peru 2015 vond hij niet behorend tot de doelstellingen van tvbrussel. Hij verwoordt het als

volgt: "[…] diegenen die naar tvbrussel zappen […] willen nieuws zien uit hun stad. Breng hen dan

dat nieuws uit hun stad, maar niet uit Peru…"250 Netmanager van één, Jean Philip De Tender, wijst

er echter op dat impliciete boodschappen beter werken dan expliciete. De Tender: "Het moeilijke

vaak met institutionele partners, en daar bedoel ik niet mee tvbrussel, maar politiek in het

244 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 52. 245 MAST (P.), 18/04/08, zie bijlage pp. 16-20. 246 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 53. 247 IBIDEM. 248 ESSELINCKX (R.), 19/03/08, zie bijlage p. 45. 249 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 10. 250 IDEM, zie bijlage p. 13.

Page 69: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

66

algemeen, is dat men vaak heel expliciet de boodschap wil brengen als ‘Brussel is goed, kom naar

Brussel’. Ja, dat werkt vaak averechts dan dat je een reportage ziet over Brussel."251 Hij toont dit

ook nog als volgt aan: "In plaats van te zeggen "Brussel is een heel goede stad met veel

restaurants" kun je veel beter een reeks maken van iemand die bij koks gaat en restaurants en

daarmee tease je mensen hoe dan ook om naar zo’n restaurant te gaan."252 Professor Els Witte

sluit zich hier min of meer bij aan. Hoewel ze vragen heeft of entertainende elementen in

programma's inbrengen nu echt wel een effect heeft op de kijkcijfers, vindt zij dat culinaire

programma's ook binnen het informerend karakter van tvbrussel passen. Zij vindt dat tvbrussel

een goed evenwicht daarin houdt.253

Jan De Troyer splitste in een document de criteria voor het programmabeleid op in vier punten. Zo

staat deze in functie van de opdracht, de inhoudelijke redactionele invulling hiervan, de eigenheid

van het medium televisie en van de economische realiteit van de zender. Daarbinnen definieert hij

de criteria hoe tvbrussel programma's dient in te vullen. Hij stelt dat de nieuwswaarde prioritair is,

maar dat ook de service aan de kijker een criterium kan zijn. Verder stelt hij ook dat bepaalde

projecten zoals de Peru-reeks perfect passen binnen de criteria van de tv-omroep, maar dat deze

wel uitzondering dienen te blijven.254 Peter Mast verantwoordt de reeks als een educatief project

dat met externe subsidies is gefinancierd. Scholen in Vlaanderen en in Brussel krijgen immers een

DVD van de reeks met een aantal werkpakketten opgestuurd. Peter Mast vindt dan ook educatie

tot de opdracht van tvbrussel behoort.255

4.4.1.2.2 Samenwerkingen

4.4.1.2.2.1 Crossmediale samenwerking binnen Nederlandstalige Brusselse media

In een eerste deeltje bekijken we de mogelijkheden tot een crossmediale samenwerking tussen de

drie Vlaams-Brusselse media tvbrussel, FMBrussel en Brussel Deze Week om de

informatieverspreiding én –vergaring nog te kunnen verbeteren. Chef nieuws Robert Esselinckx is

ervan overtuigd dat tvbrussel op termijn in een crossmediale structuur zal terechtkomen vermits

alle media-instellingen daar mee bezig zijn en tvbrussel zal moeten volgen. Alleen denkt hij dat het

bij tvbrussel veel langzamer zal lopen omdat de middelen niet meteen voor handen zijn. Toch

verwijst hij naar brusselnieuws.be als een eerste stap in hoe de samenwerking zich in de praktijk

kan uiten.256 Ook Brussels minister Guy Vanhengel is een grote voorstander van een crossmediale

samenwerking tussen de drie media omdat zo de middelen en de journalisten efficiënter kunnen

ingezet worden. Zo meent hij dat één tv-journalist evengoed radio- als weekbladstukken kan

maken. Op die manier komen er weer andere mensen vrij voor andere informatie, zegt hij.

Brusselnieuws.be ziet hij niet als een voorloper van een crossmediale samenwerking. Daarvoor is

de samenwerking op té losse samenwerkingsverbanden gestoeld. Een crossmediale samenwerking

251 DE TENDER (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 69. 252 IBIDEM. 253 WITTE (E.), 10/04/08, zie bijlage p. 101. 254 TVBRUSSSEL. Criteria inzake programmabeleid. Brussel, tvbrussel, s.d., zie bijlage pp. 158 - 161. 255 MAST (P.), 18/04/08, zie bijlage p. 22. 256 ESSELINCKX (R.), 19/03/08, zie bijlage p. 50.

Page 70: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

67

kan de informatie die aan de Brusselse burger wordt aangeleverd volgens hem verbeteren.257 Met

deze laatste stelling zijn de meeste experten het ook mee eens. Echter, op diverse punten zien we

een aantal tegenstellingen verschijnen.

Zo hebben Peter Mast en Robert Esselinckx hun twijfels over de zogenaamde journalist universalis

die zowel radiostukken, als tv-reportages als weekbladartikels kunnen maken. Peter Mast gelooft

daar niet in.258 Robert Esselinckx stelt het duidelijk: "Het is een waanidee om te denken dat je in

alles goed kan zijn"259. Jan De Troyer en Geert De Wael sluiten zich hierbij aan. De Troyer wijst er

wel op dat hij het onderscheid tussen cameramensen, monteurs en journalisten kan vervagen.

Daarnaast lijkt hij ook gewonnen om alle journalisten een opleiding te geven om voor het internet

te schrijven en te werken.260 Ook Geert De Wael ziet wat in een omscholing van de journalisten

voor het nieuws op de website.261 Voor raad van bestuur-voorzitter Dirk Hoornaert moeten

journalisten inderdaad ingeschakeld kunnen worden voor diverse media, maar ook hij benadrukt de

specialisatie van de redactieleden.262

De experten zijn het er – op Vanhengel na – over eens: een crossmediale samenwerking zal geld

kosten. Geert De Wael stelt immers duidelijk dat samenwerken geen besparingen zal opleveren.263

Dirk Hoornaert zegt dat de redacties dan centraal bij elkaar moeten liggen en werpt daarbij op dat

ook dat geld kost.264 Esselinckx stelt: "[…] als je echt fundamenteel crossmediaal wil gaan werken,

is [het van belang] dat je geen muren hebt, één informaticasysteem en één newsroom. We werken

nauw samen en als er morgen wordt gekozen voor één informaticasysteem en er is geld voor, ja

waarom niet. Maar van zo’n dingen zijn we wel afhankelijk"265.

Op dit moment wordt een crossmediale samenwerking onderzocht door de verschillende media.

Voor Geert De Wael lijkt de zoektocht naar een consensus tussen de drie media echter op niets uit

te draaien als er niemand het project op zich neemt. "Je zit in het midden van een vijver, je weet

eigenlijk niet naar welke kant je wil zwemmen."266 Esselinckx sluit zich hierbij aan. Zo zegt hij dat

er niet eens een eensgezindheid binnen de eigen raad van bestuur hierover is, laat staan tussen de

raden van bestuur van de drie media. Esselinckx vindt het goed dat elke organisatie zelf een

voorstel mag formuleren, maar vindt ook dat iemand moet aangesteld worden om het project te

doen slagen. De drie organisaties hebben elk hun eigen cultuur en Esselinckx verwacht dan ook dat

het tijd nodig heeft om naar elkaar toe te groeien.267 Ook De Troyer ziet in het aparte bestaan van

de drie vzw's grote problemen om een crossmediaal project uit te rollen. Als de drie vzw's elk een

idee hebben, hoe kunnen deze ideeën dan geïmplementeerd worden, vraagt hij zich af. Daarnaast

heeft hij het over de huidige werkplaats als een hinderpaal voor een crossmediale samenwerking.

257 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 4. 258 MAST (P.), 18/04/08, zie bijlage p. 24. 259 ESSELINCKX (R.), 19/03/08, zie bijlage p. 44. 260 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 63. 261 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 34. 262 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 82. 263 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 34. 264 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 79. 265 ESSELINCKX (R.), 19/03/08, zie bijlage p. 45. 266 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 34. 267 ESSELINCKX (R.), 19/03/08, zie bijlage p. 45.

Page 71: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

68

De Troyer: "Bij de VRT zeggen ze: Als je de fysieke barrières weghaalt, vallen ook de mentale

weg"268. In het Flagey-gebouw met zijn langgerekte structuur ziet De Troyer een crossmediale

samenwerking moeilijk haalbaar.

"Ik zeg dat aan de overheden, maar dan… Dat is natuurlijk wel wat anders hé. Weggaan uit het

Flagey-gebouw. Dat kan toch niet. De Vlaamse Gemeenschap moet daar aanwezig blijven. Dat is

een prestigeproject. En ook in de raad van bestuur van het Flagey-gebouw hoor je dan de roep om

de huurders niet kwijt te spelen."269

Net om een samenwerking op poten te zetten, had Guy Vanhengel echter de drie media naar

Flagey gehaald, maar hij ook hij erkent dat de deuren tussen de redacties gesloten blijven.270 Dat

komt net door de structuur van Flagey, meent De Troyer.271

Geert De Wael identificeert ook enkele financiële hindernissen. Een ééngemaakte redactie kampt

immers nog met de hindernis van de verschillen in de loonbarema's voor de drie media. Elke radio-

, tv- of weekbladjournalist kampt dan met andere barema's. De Wael concludeert nogmaals dat het

niet de vzw tvbrussel is die een voortrekkersrol zal spelen in dit crossmediale verhaal waarin de

financiële toekomst onzeker is. Tvbrussel kan als kleine organisatie geen medewerker op dit

project plaatsen, zegt hij.272 Ook Dirk Hoornaert voelt zich niet geroepen om het project vanuit

tvbrussel te leiden. Er zijn teveel onzekerheden in een leerproces dat nog volop aan de gang is. Hij

verwijst naar grote buitenlandse voorbeelden en de onenigheid die er op dat niveau nog bestaat.

Ook hij wil iemand extern zetten op het leiden van dit project, want binnen tvbrussel kan niemand

vrijgemaakt worden. "Onze mensen hebben daar eigenlijk niet de tijd voor. Ze doen het allemaal

tussen de soep en de patatten, maar dat zal niet lukken tussen de soep en de patatten"273, licht hij

toe.

Geert De Wael kijkt vooral naar de bevoegde overheid. Hij vindt dat de politiek een beslissing moet

nemen over een crossmediale samenwerking en hoe ver deze moet doorgedreven worden.274

Daarbij aansluitend merkt Jan De Troyer op dat er misschien eerst en vooral een consensus op

politiek vlak tussen de verschillende partijen moet gezocht worden.275 Bevoegd Brussels minister

Guy Vanhengel zelf is duidelijk: tvbrussel ziet hij niet meer los van de andere twee media.276 Dat is

een goede zaak zegt één-netmanager Jean Philip De Tender. Hij meent dat de opdracht nu teveel

vertrekt vanuit het platvormdenken en te weinig wat men vanuit de opdracht verwacht. De focus

van de convenanten moet duidelijk zijn waarna de directie van één overkoepelend Brusselmerk de

juiste platformen voor de invulling van de opdracht kan bepalen. Bovendien denkt De Tender dat

268 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 63. 269 IBIDEM. 270 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 4. 271 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 63. 272 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 36. 273 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage pp. 79-80. 274 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 35. 275 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 64. 276 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 4.

Page 72: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

69

één sterk merk de Vlamingen gemakkelijker bij de Brusselse media kan betrekken.277 Dirk

Hoornaert is het daar niet mee eens. Hij meent dat de Brusselse merken op zich nu al sterk zijn en

dat de aparte merken het startpunt moeten zijn van de informatieverspreiding.278 Deze

tegenstellingen tonen aan dat er nood is aan een uitgebreid onderzoek en dat hierna de

opdrachtgevers zelf knopen zullen moeten doorhakken. Bovendien ondersteunt dit ook de

veronderstelling dat de vzw's zelf hun medium niet zelf zullen laten opnemen in een groter geheel.

Tot slot willen we ook nog een zijdelingse bedenking van Jan De Troyer meenemen in onze

analyse. Zo reageert hij op het feit dat vele nieuwsmedia naar een crossmediale structuur

evolueren, als volgt:

"Wat men vaak vergeet bij die crossmediale samenwerking is dat diegenen die dat uitgevonden

hebben niet de journalisten of de politici zijn, maar wel de gasten die de technologieën verkopen

waarop alles draait. Sony, Oracle en alle software- en computerontwerpers…, zij hebben dat

uitgevonden."279

Hiermee kunnen we de crossmediale samenwerking ook in een bredere context plaatsen. Tvbrussel

draait immers mee in een mediawereld die de trends volgt.

4.4.1.2.2.2 Samenwerkingsverband binnen Brussel, met Télé Bruxelles

Binnen het zendgebied dat tvbrussel bedient, is ook Télé Bruxelles actief. We stelden ons dan ook

de vraag of er geen samenwerkingsmogelijkheden met de Franstalige tegenhanger van tvbrussel

mogelijk waren. Jan De Troyer zegt dat er gesprekken zijn geweest om onderling beelden uit te

wisselen. Zo kon de redactie van tvbrussel beeldmateriaal van hun Franstalige collega's gebruiken

voor reportages over gebeurtenissen die ze anders over het hoofd zagen of waarover ze niet

ingelicht werden en omgekeerd. Volgens De Troyer wilde Télé Bruxelles enkel standaardbeelden

ruilen en geen interviews. De reden? Ondermeer omdat De Troyer denkt dat Télé Bruxelles meer

onder politieke invloed staat dan tvbrussel. Interviews uitwisselen betekent ook dat Franstalige

politici in Brussel plots hun doelgroep verruimd zien tot de Nederlandstaligen en omgekeerd. Voor

De Troyer stelt er zich daar geen probleem, wel voor Télé Bruxelles gezien hun politisering zegt hij.

Nog volgens De Troyer – en dit is uiteraard de reden waarom een samenwerking een meerwaarde

kan geven – mist tvbrussel informatie doordat het in een communautaire logica wordt

meegesleurd.280 Ook Geert De Wael bevestigt dit verhaal. Hij zegt dat als je dit objectief bekijkt er

vele mogelijkheden zijn, maar dat door communautaire twisten en een andere invalshoek op

nieuws brengen de huidige relaties met Télé Bruxelles een samenwerking niet toelaten. Voor

tvbrussel maakt het op dit moment echter niet veel uit. Beide omroepen leven naast elkaar, meent

De Wael nog.281 Ook Dirk Hoornaert ziet communautaire en historische barrières als de oorzaak

van de moeilijke relatie met Télé Bruxelles.282

277 DE TENDER (J.), 25/03/08, zie bijlage pp. 70-71. 278 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 80. 279 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 65. 280 IDEM, zie bijlage p. 55. 281 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 40. 282 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 84.

Page 73: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

70

Hoe kan op dat vlak naar een oplossing gestreefd worden zodat beide omroepen elk door een

samenwerking betere informatie en televisie kunnen verspreiden en maken? De antwoorden hierop

zijn bijzonder pessimistisch. De Troyer ziet een constante in de geschiedenis van Vlaamse en

Waalse media en dat is dat ze steeds minder met elkaar te maken (willen) hebben. "Ik denk dat

het nog makkelijker is dat VRT en VTM iets samendoen dan VRT en RTBF"283, zegt De Troyer over

de samenwerking op nationaal tv-niveau. Zowel Els Witte als Jan De Troyer zien enkel een

oplossing als er een gezamenlijke financiering voor bepaalde projecten of samenwerkingen vanuit

de overheden komt.284 285 Voor Brussels minister Guy Vanhengel is een samenwerking tussen

tvbrussel en Télé Bruxelles geen prioriteit. Hij antwoordt een beetje ontwijkend: "Het voornaamste

lijkt mij dat de Vlaamse media samenwerken"286. Het kan hierbij duidelijk zijn dat een

samenwerking met Télé Bruxelles de informatievergaring zou kunnen verbeteren, maar dat dit

zonder een gezamenlijk initiatief van de overheden niet in het verschiet ligt.

4.4.1.2.2.3 Samenwerkingsverband in Vlaanderen met de VRT

Het samenwerkingsverband van tvbrussel met de VRT op vlak van informatieverspreiding bestaat

uit het weekoverzicht iedere zaterdag op één. Voor Geert De Wael is deze samenwerking de

grootste hefboom om de invulling van de opdracht naar Vlaanderen toe succesvol te maken. Op

deze manier kan tvbrussel eerlijke – en geen promotionele – informatie over Brussel naar

Vlaanderen brengen.287 Peter Mast gaat akkoord met die stelling. Vooral het feit dat mensen weten

dat tvbrussel uitzendt op één, is voor hem belangrijk. "Het blijft één van de meest

gebruikstoegankelijke niveaus om tvbrussel te ontvangen. Mensen kennen dat wel. De kijker is niet

iemand – misschien wel bij een paar, maar die zou ik dan graag eens willen ontmoeten – die

tvbrussel programmeert."288, zegt hij. Ook netmanager van één, Jean Philip De Tender is een

voorstander van het half uur weekoverzicht op één. Hij zegt dat het kanaal van één opengesteld

wordt voor tvbrussel. Het wordt dus niet als een programma van één aangekondigd. Voor De

Tender past het uitzenden van dat weekoverzicht dat door tvbrussel zelf aangemaakt wordt

volledig in de bredere opdracht van de VRT.289 Op kwalitatief vlak is De Tender tevreden met wat

tvbrussel brengt. Hij zegt:

"Ik vind tvbrussel van alle regionale omroepen, kwalitatief, één van de best scorende. Dat heeft

vooral te maken met het nieuwsaanbod en het cultureel aanbod, waardoor je inhoudelijk kwalitatief

een sterkere selectie kan maken, maar het blijft voor ons geen prime time aanbod."290

We kunnen ons dan ook de vraag stellen of dit weekoverzicht niet uitgebreid kan worden op één.

Els Witte bekijkt de samenwerking met de VRT als een compromis voor het niet uitbreiden van het

283 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 56. 284 WITTE (E.), 10/04/08, zie bijlage p. 99. 285 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 56. 286 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 6. 287 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 36. 288 MAST (P.), 18/04/08, zie bijlage p. 19. 289 DE TENDER (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 66. 290 IDEM, zie bijlage p. 68.

Page 74: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

71

zendgebied van tvbrussel naar Vlaanderen toe.291 Dirk Hoornaert speelt echter met het idee om de

samenwerking van tvbrussel met de VRT op een ander niveau te bekijken. Hij vraagt zich af of

tvbrussel geen onderdeel van de VRT zou kunnen worden en in welke mate de VRT elke dag

regionale tv zou kunnen maken. Hij benadrukt wel dat het losse ideeën zijn die nog niet uitgewerkt

zijn, maar die misschien wel eens uitgedokterd moeten worden.292 Jean Philip De Tender is niet zo

wild van een dergelijk idee. De selectie die nu gemaakt wordt voor een halfuurtje op één is het

beste van wat tvbrussel aanbiedt, vindt hij.

"Je kan de kraan niet elke dag openzetten zoals tvbrussel elke dag doet met één uur aanbod. Je

moet een selectie maken. […] Als verwacht wordt van de VRT dat wij het aanbod dat er nu is op

tvbrussel elke dag integraal overnemen, dan overstijgt dat de rol van regionale televisie en dan zijn

wij regionale televisie op nationaal vlak aan het maken."293

Hij meent dat er in de mediasector vaak zeer klassiek lineair wordt gedacht. Volgens De Tender is

het weekoverzicht slechts één manier om het Vlaamse publiek te bereiken. Het weekoverzicht is

overigens opgenomen in het "net gemist"-pakket van de VRT waardoor iedereen digitaal het

programma kan opvragen wanneer hij of zij maar wil. Ook een uitbreiding van het online bekijken

van het weekoverzicht kan. Over het weekoverzicht besluit De Tender nog dat een apart

programma van tvbrussel met een apart budget op één het Vlaamse publiek nog beter zou kunnen

bedienen dan een montage van wat er de afgelopen week op tvbrussel is te zien geweest.294

291 WITTE (E.), 10/04/08, zie bijlage p. 97. 292 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 81. 293 DE TENDER (J.), 25/03/08, zie bijlage pp. 67-68. 294 IBIDEM.

Page 75: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

72

4.4.1.2.3 Tweede tussentijdse SWOT-analyse (informatieverspreiding en –vergaring)

Page 76: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

73

Tabel 2: SWOT Dim 1 - Informatie

4.4.1.3 Burgerparticipatie in reportages op tvbrussel

In de derde grote topic behandelen we burgerparticipatie in programma's van tvbrussel. Om de

focus van deze topic vrij strak te houden, analyseren we meteen de burgerparticipatie in

programma's op tvbrussel. Vrij snel gaat het dan bij de geïnterviewde experten over Vrij Podium.

We gaan na welke visie hier achter schuilt en of deze burgertelevisie op een regionale zender zoals

tvbrussel past. Achteraf trachten we de verkregen inzichten weer in een voorlopige SWOT-tabel te

plaatsen. Binnen deze topic behandelen we dus zo goed als alleen het programma Vrij Podium.

4.4.1.3.1 Vrij Podium: burgertelevisie op tvbrussel

Eerst en vooral kunnen we de vraag opwerpen of er nood is aan het laten maken van reportages

door Brusselse burgers. Hoofdredacteur-directeur Jan De Troyer en voorzitter Dirk Hoornaert

menen van wel. De Troyer heeft zich laten inspireren door de stellingen gepresenteerd op een

project van de Koning Boudewijnstichting over burgertv. Hij deelt de visies die toen naar voren

gebracht zijn over burgertelevisie. De Troyer: "[… de] media [zijn] een op zich draaiend wereld […]

Page 77: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

74

geworden. […] We voeren elkaar gewoon op. […] Het wordt een wereld met zijn eigen logica. De

groepen in de maatschappij die een beetje in de marge zitten, komen nauwelijks aan bod."295 Ook

Hoornaert denkt dat er binnen enkele groepen in Brussel nood is aan het kunnen uiten van hun

stem. Hij staaft dit met het feit dat de Marokkaanse gemeenschap in Brussel zelf met de vraag

naar tvbrussel is gestapt. "Dus ze zoeken weldegelijk mogelijkheden om zich als gemeenschap te

tonen, maar omgekeerd ook om aan hun gemeenschap Vlaanderen te tonen"296, zegt hij.

Hoornaert ziet dit ook perfect passen binnen de opdracht van tvbrussel en dat binnen het kader

waarbij tvbrussel een gemeenschap vertegenwoordigt en waarbij deze gemeenschap ook aan de

gemeenschap zelf in al zijn facetten wordt getoond.297 Brussels minister Guy Vanhengel denkt

echter dat een grote stad als Brussel niet zit te wachten op een tv-programma waarin burgers zelf

tv maken.298

Over het concept van het programma Vrij Podium zelf zijn de meeste experten het eens: zoals het

programma nu is opgevat met uitzendingen van de Marokkaanse en de Turkse gemeenschap, is

het te beperkt. Peter Mast is een absolute voorstander om ook andere groepen en vzw's in het

project te betrekken.299 Ook Jan De Troyer is die mening toegedaan, maar hij wijst er ook op dat

tvbrussel zelf op zoek gaat naar nieuwe verenigingen en groepen en dat het niet de burger zelf is

die zich spontaan aanmeldt. Daarom is tvbrussel op zoek naar nieuwe geïnteresseerde groepen

zoals in Matongé, de organisatie van de Zinnekesparade en het Kunstenfestivaldesarts. De Troyer

is een absolute voorstander om niet Vrij Podium niet enkel op basis van etniciteit in te laten

vullen.300 Peter Mast benadrukt wel dat het belangrijk blijft dat het onderscheid gemaakt wordt met

wat tvbrussel doet. Tvbrussel stelt enkel en alleen maar zijn kanaal open, meent Mast.301

Netmanager van één, Jean Philip De Tender, maakt toch enkele kanttekeningen bij het concept van

Vrij Podium. Hij heeft het niet voor een dergelijke nichedoelgroeptv. Hij ziet, zoals we al

aanhaalden bij onze analyse van het programmabeleid in de topic over informatieverspreiding en –

vergaring, eerder iets in de impliciete boodschap. Zo vindt hij het belangrijk dat de Brusselse Turk

of Marokkaan in een programma in beeld komt als de kruidenier om de hoek die zijn verhaal kan

vertellen dan specifiek als Brusselse Turk of Marokkaan. Door het programma Vrij Podium zou

tvbrussel ook een nieuw kijkerspubliek kunnen aantrekken. De Tender gelooft echter niet in een

instap van kijkers die anders nooit naar tvbrussel zapten en dus nu dankzij Vrij Podium wel zouden

blijven hangen.302 Ook Jan De Troyer denkt niet dat de nieuwe kijkers die tvbrussel dankzij Vrij

Podium genereerde ook zullen blijven als Vrij Podium zou ophouden.303 Geert De Wael denkt daar

anders over. Hij meent dat dit voor bepaalde mensen zeker een instap kan betekenen. Toch

nuanceert ook hij de grootteorde van die instap. Bovendien heeft tvbrussel geen recente kijkcijfers,

laat staan duidelijke cijfers van specifieke programma's. Maar zo zegt hij, dit Vrij Podium toont ook

295 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 59. 296 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 85. 297 IBIDEM. 298 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 8. 299 MAST (P.), 18/04/08, zie bijlage p. 25. 300 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 61. 301 MAST (P.), 18/04/08, zie bijlage p. 25. 302 DE TENDER (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 74. 303 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 60.

Page 78: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

75

de openheid aan die we als regionale zender moeten hebben.304 Peter Mast noemt Vrij Podium

zelfs "klantenbinding"305. Dat een mogelijke instap met een dergelijke nicheprogramma ook een

mogelijke uitstap voor kijkers, die de dagdagelijkse informatie van tvbrussel willen bekijken, zou

kunnen betekenen, verwerpen de experten. De Wael en De Tender wijzen immers op het voordeel

van het loop-systeem waarvan tvbrussel gebruik maakt.306 307 Bovendien wordt Vrij Podium op

zondagavond uitgezonden na Brussels International. De Wael verwacht dan ook van de kijkers die

op dat moment op tvbrussel afstemmen een grotere openheid.308 Hoe dit programma zal evolueren

op korte termijn, is niet duidelijk. Jan De Troyer: "Het is voor ons aftasten. Ik kan absoluut niet

voorspellen waar we met dit project naar toe zullen evolueren of hoe dit er binnen twee jaar

uitziet"309. In principe dient tvbrussel enkel na te gaan of de subsidies voor het Vrij Podium-project

goed besteed worden en of de uitzendingen wettelijk door de beugel kunnen. Toch blijkt dit project

heel wat extra werk te vragen van tvbrussel. In het werkingsprogramma van 2008 kunnen we

lezen dat de ondersteunende en begeleidende maatregelen die tvbrussel biedt, een belangrijk

financieel engagement inhouden. Medewerkers van tvbrussel worden dus ingeschakeld om het

programma goed op antenne te krijgen.310 Voor Jan De Troyer betekent dit extra werk. Een tv-

redactie werkt immers op basis van een vrij strenge discipline, zegt hij.

"Tijdig binnen zijn, tijdig camera afleveren, tijdig monteren zodat iemand anders verder kan…. Als

je er natuurlijk gasten bijhaalt die zich niet aan de regels houden, er een administratie is die zich

afvraagt of het zo allemaal wel moet en als dan ook een steekspel tussen minister en administratie

ontstaat... Ik heb het dossier voor de subsidieaanvraag al vier maal herschreven."311

Een andere vraag die we kunnen stellen, is of televisie en regionale televisie in het bijzonder, een

goed kanaal of medium is om burgers zelf reportages te laten maken? Guy Vanhengel vindt van

niet. Vrij Podium van tvbrussel krijgt lof van de minister voor de manier waarop tvbrussel dit

aanpakt, maar Vanhengel vraagt zich af of de kost van een duur instrument als tvbrussel wel

opweegt tegen het rendement dat er uit wordt gehaald.312 Geert De Wael is daarin ook duidelijk:

als er geen subsidies zouden zijn, zou Vrij Podium waarschijnlijk niet meer op tvbrussel te zien zijn.

"Het is niet onze core-business. Het is perfect complementair aan […] onze doelstelling om nieuwe

groepen aan te boren en dicht bij de mensen te staan. Maar ja, als we een keuze moeten maken,

als de middelen er niet voor zijn, kunnen we ze ook niet maken", zegt hij.313 Ook Peter Mast sluit

zich hierbij aan. Als de overheid dit zelf belangrijk vindt en dat daarom financieel wil ondersteunen,

dan wil tvbrussel een platform bieden, zegt hij. Maar de financiële structuur van tvbrussel staat los

van het programma Vrij Podium, aldus Mast.314

304 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 31. 305 MAST (P.), 18/04/08, zie bijlage p. 25. 306 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 31. 307 DE TENDER (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 74. 308 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 31. 309 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 60. 310 TVBRUSSEL. Werkingsprogramma 2008. Brussel, tvbrussel, s.d., p. 14. 311 IDEM, zie bijlage p. 61. 312 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 8. 313 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 32. 314 MAST (P.), 18/04/08, zie bijlage p. 27.

Page 79: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

76

Mast beseft ook dat het aantal nieuwe kijkers niet overroepen mag worden. Dergelijke

burgertelevisie mag maar een klein deeltje van je programmaschema uitmaken, meent hij. Toch

vindt hij het belangrijk dat het wordt uitgezonden.

Mast: "We hebben daar [over het aanbieden van een open forum] stevige discussies over. Ik ben

er effectief voorstander van om een deel open te laten, maar beperk dat soort tv, zorg ervoor dat

het technisch en inhoudelijk aanvaardbaar is. […] Als je zegt dat dit principieel niet kan, maar

daarnaast Roger de doe-het-zelver wel kan vertellen hoe ik mijn plantenbakken moet kuisen, dan

zit het fout."315 316

Jean Philip De Tender ziet zoals gezegd het tv (laten) maken voor een nichedoelgroep niet zitten.

Regionale omroepen, zegt De Tender, willen teveel nationale omroepen zijn en volgen hun grote

broers. Maar de VRT is van dat tv maken voor een niche tien jaar geleden afgestapt omdat zo de

boodschap te expliciet wordt meegegeven. Toch nuanceert De Tender zijn uitspraken. Als er echt

vraag is om tv te maken dan is regionale televisie wel het beste medium, zegt hij. Zij staan nu

eenmaal dicht bij de lokale gemeenschap. Tegen vijf minuten Vrij Podium in het weekoverzicht op

één zegt hij overtuigd nee. Hij vraagt zich immers af waar de grenzen liggen wie wel aan bod mag

komen en wie niet.317 Geert De Wael meent dat als de vraag vanuit de gemeenschappen er is om

hun stem te laten horen, je dat op een relatief goedkope manier via tvbrussel kan laten doen.

Uiteindelijk maken zij de televisie en zullen zij via hun netwerken hun doelgroep simpel kunnen

bereiken.318 Ook Jan De Troyer sluit zich hierbij aan: de subsidies die de vzw's krijgen, dekken zo

goed als alleen hun kosten. Er winst uithalen, is niet mogelijk.319

315 IDEM, zie bijlage p. 26. 316 Met "Roger de doe-het-zelver" verwijst Peter Mast naar commerciële programma's die wel een plaats zouden kunnen hebben op tvbrussel. 317 DE TENDER (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 73. 318 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 32. 319 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 60.

Page 80: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

77

4.4.1.3.2 Derde tussentijdse SWOT-analyse (Burgerparticipatie in tvbrussel)

Page 81: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

78

Tabel 3: SWOT Dim 1 - Burgerparticipatie

4.1.1.4 Aanvullingen voor een slagvaardige toekomst voor tvbrussel

Naast de behandelde topics lieten we ook ruimte open in de interviews voor aanvullingen van de

experten. We stelden hen de vraag of zij nog aanvullingen hadden die volgens hen belangrijk zijn

voor een slagvaardige toekomst voor tvbrussel. Aanvullingen die niet binnen de bovenstaande

topics konden weergegeven worden en die toch voor ons onderzoek van belang zijn, zetten we

hieronder op een rijtje. Waar mogelijk confronteren we deze aanvullingen met de visies van andere

experten.

4.1.1.4.1 De aanvullingen voor een slagvaardige toekomst

Dirk Hoornaert en Geert De Wael zien belangrijke financiële implicaties voor het commercieel

ingevulde budget van tvbrussel bij de nieuwe onderhandelingen van het opnemen van tvbrussel in

het digitale tv-aanbod van Telenet en Belgacom. Met Belgacom loopt het contract eind 2009 af,

met Telenet in 2011. De Wael zegt dat die contracten een groot deel van de commerciële

inkomsten van tvbrussel uitmaken.320 Ook een blik op de begroting van tvbrussel voor 2008 maakt

dat duidelijk, want de inkomsten van digitale televisie maken in 2008 ongeveer 27,4 procent van

de externe inkomsten uit.321 Dat betekent dus dat bijna één derde van de commerciële inkomsten

zou wegvallen.322 De Wael verwacht dat tvbrussel, net zoals alle regionale omroepen, zal moeten

inboeten vermits Belgacom en Telenet ondertussen de digitale tv-markt helemaal veroverd

hebben.323 Ook Dirk Hoornaert vreest dat bij het beëindigen van de contracten met de twee grote

leveranciers van digitale tv een grote brok inkomsten verloren zal gaan. Hoornaert verwoordt het

zo: "Als je dat [de inkomsten] eraf haalt, dan is het kiezen hé, mensen eruit of programma's

schrappen… En dat kan niet de bedoeling zijn"324. Een oplossing hiervoor ziet Hoornaert niet

meteen. Indien de contracten minder opbrengen, wil hij dit met de overheden bespreken bij de

onderhandelingen over de nieuwe convenanten.325

Belangrijk bij de opdracht van tvbrussel is dat zowel Guy Vanhengel als Els Witte menen dat er een

nieuwe doelgroep aankomt die tvbrussel absoluut niet links mag laten liggen. Zij menen dat het

belangrijk wordt om de Nederlandskundige kinderen aan te spreken. Witte zegt dat er in het

Nederlandstalige onderwijs heel wat leerlingen zijn die uit anderstalige gezinnen komen, maar die

wel het Nederlands gebruiken tijdens de schooluren. Tvbrussel zou dan een middel moeten zijn om

deze jongeren ook in hun vrije tijd met het Nederlands in contact te laten komen.

"Met andere woorden, er groeit een andere groep van mensen in Brussel die met het Nederlands

op een andere manier omgaan, maar die het Nederlands als cultuurtaal, als schooltaal, hebben

gekregen en bijgevolg een directere band zullen hebben met een Nederlandstalige zender. Ook met

320 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 29. 321 Externe inkomsten houden de posten sponsoring en reclame én diverse opbrengsten in. De toelages van de overheden zijn hier niet inbegrepen. 322 TVBRUSSEL. Begroting 2008. Brussel, tvbrussel, s.d., pp. 20-21. 323 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 29. 324 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 83. 325 IBIDEM.

Page 82: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

79

andere Nederlandstalige zenders, maar zeker met de Nederlandstalige omroep in hun eigen

stad."326

Guy Vanhengel ziet daar een kinderprogramma dat zich richt tot zes- tot twaalfjarigen als

mogelijke oplossing. Hij stelde dit aan tvbrussel voor.327 Els Witte sluit zich daar bij aan. Zij vindt

dat deze groep heel concreet bij tvbrussel moet betrokken worden. De manier waarop dat moet

gebeuren, is iets voor de programmamakers.328 Jan De Troyer ziet dit echter niet als een taak voor

tvbrussel. Hij zegt dat de huidige redactie daar niet voor opgeleid is en dat er dan externe mensen

moeten aangeworven worden die weten hoe ze specifiek voor kinderen televisie moeten maken.

Daar ziet hij eerder iets in voor Ketnet van de VRT. Temeer, beargumenteert hij, wordt deze groep

van Nederlandskundige kinderen uit anderstalige gezinnen niet enkel en alleen maar in Brussel

groter. Dat is ook in de andere grote steden in Vlaanderen een feit.329 Dat klopt, zegt Els Witte,

maar zij vindt dat juist de lokale zender dichter bij deze kinderen kan staan. Zij oppert dan ook om

een samenwerking met de VRT te zoeken.330 Dat zou ook een tweede tegenargument van De

Troyer deels weg kunnen werken. De Troyer wijst er immers op dat een goed kinderprogramma

voor die doelgroep minstens 300.000 euro zou kosten. Een samenwerking met de VRT zou dat

bedrag kunnen verminderen. De Troyer wijst er echter op dat ook de nationale omroepen veel

problemen hebben om deze doelgroep te kunnen bereiken. Een onderzoek op het terrein zou

misschien het beste zijn om het effect van te investeren kosten eens in kaart te brengen, besluit

De Troyer nog.331

Op vlak van programmabeleid kunnen we nog een belangrijk issue identificeren. Zo is de dagelijkse

uitzending van het nieuws en een magazine één geheel geworden in Brussel Vandaag. Voor Dirk

Hoornaert houdt dit een tegenstrijdigheid in de werking van tvbrussel in.332 Op tv gaat tvbrussel

immers enerzijds steeds meer alles in één geheel gieten, om zoals Robert Esselinckx het zegt,

steeds meer op de actualiteit van de dag te kunnen focussen.333 Anderzijds ziet Hoornaert voor de

uitbreiding van de website dat alle items apart te bekijken moeten zijn.334 Voor Geert De Wael is

het ook nog afwachten of er ook commerciële implicaties zullen zijn vermits alle reclame in één

bumper achter het programma wordt geplaatst in plaats van tussen het nieuws en het magazine en

nog eens daarna. Voorlopig is hier nog geen effect van te merken. De Wael zegt ook nog dat

tvbrussel altijd bijzonder weinig reclame-inkomsten heeft gehad wat logisch is gezien de kleine

Nederlandstalige doelgroep. Sinds vorig jaar is tvbrussel ook met Franstalige reclame gestart. De

Wael hoopt dat dit in de toekomst weer voor wat extra inkomsten kan zorgen.335

Dirk Hoornaert voegt ook op technisch vlak nog enkele uitdagingen toe. Zo zal tvbrussel de

overstap maken naar een 16/9-formaat. De reden hiervoor is dat alle andere regionale tv-

326 WITTE (E.), 10/04/08, zie bijlage p. 95. 327 VANHENGEL (G.), 17/03/08, zie bijlage p. 8. 328 WITTE (E.), 10/04/08, zie bijlage p. 95. 329 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage p. 58. 330 WITTE (E.), 10/04/08, zie bijlage p. 96. 331 DE TROYER (J.), 19/03/08, zie bijlage pp. 58-59. 332 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 79. 333 ESSELINCKX (R.), 19/03/08, zie bijlage p. 42. 334 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 79. 335 DE WAEL (G.), 18/03/08, zie bijlage p. 39.

Page 83: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

80

omroepen in Vlaanderen naar 16/9 zullen evolueren én het feit dat de nieuwe generaties tv-

toestellen in 16/9 bestaan. Over het vraagstuk of tvbrussel ook in High Definition moet uitzenden

binnen een aantal jaar, is Hoornaert nog uit. De kost om naar HD over te schakelen is enorm

groot, maar toch zullen vele grotere zenders wel overschakelen. Voor Hoornaert mag tvbrussel dan

absoluut niet in mindere kwaliteit te zien zijn dan een andere zender, want in dat geval zullen de

kijkers afhaken, meent hij.336

4.4.1.4.2 Vierde tussentijdse SWOT-analyse (slagvaardige toekomst tvbrussel)

Tabel 4: SWOT Dim 1 - Aanvullingen

4.4.2 Dimensie 2: User generated content en tvbrussel

Net zoals in onze eerste dimensie zullen we onze analyse structureren volgens een aantal topics die

we in de informanten én experteninterviews aan bod lieten komen. In eerste instantie gingen we

op zoek naar een invulling van het begrip user generated content. Wat houdt het in de praktijk in?

336 HOORNAERT (D.), 25/03/08, zie bijlage p. 87.

Page 84: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

81

Hoe kan het concept een bijkomende invulling geven aan de opdracht van tvbrussel? Vervolgens

bestuderen we de actieve gebruiker. Weer zullen we van algemene naar een specifieke visies -

namelijk deze met betrekking tot tvbrussel - onze analyse opbouwen. We behandelen hier de

issues van de gemeenschap of materiële beloning als drijfveer voor die gebruiker. In een derde

topic staat user generated content als een bijkomende bron voor informatievergaring centraal. Tot

slot, zetten we de visies over de nood aan moderatie en goede kwaliteit tegenover elkaar. Zo willen

we dus mogelijke gevolgen van user generated content met betrekking tot het professionele imago

van tvbrussel in kaart brengen.

4.4.2.1 Op zoek naar een invulling van user generated content voor tvbrussel

Als we over user generated content spreken, past uiteraard veel onder deze brede noemer.

Daarom gaan we in deze eerste topic op zoek naar hoe we dit voor tvbrussel kunnen invullen. User

generated content is vandaag vooral een hype op het internet. We kunnen dan ook de vraag

stellen of het meer dan een hype is en online platformen waarbij users content aanleveren zullen

blijven bestaan. Volgens Jeroen Van den Broeck, Online Media Manager van Telenet en

verantwoordelijke van het filmpjesplatform Garagetv, zal ook na de hype user generated content

blijven bestaan. Hij ziet echter vooral online video als een trend.

"En user generated is daar een onderdeel van, maar je zal steeds meer verschillende partijen zien

experimenteren met online video, ieder vanuit zijn expertisedomein. Voor hobbyisten zal dat user

generated zijn om zelf een filmpje te tonen en voor professionele mediabedrijven zal dat een

alternatief distributieplatform zijn."337

Volgens Eefje Coolen van Hasseltlokaal.be bevinden we ons nog steeds in wat zij "de wow-fase" 338

noemt. Ze is ervan overtuigd dat de interesse zal afnemen, maar het zal wel altijd blijven

bestaan.339 Ook MICT-onderzoeker Steve Paulussen denkt dat er binnen enkele jaren nog altijd

filmpjes en foto's zullen doorgestuurd worden. Het zal meer ingang maken in het dagdagelijkse

leven en de benaming zal misschien zelfs verdwijnen. Paulussen maakt de vergelijking met de

opkomst van het internet. Paulussen: "Vroeger, tien jaar geleden, zei men ook: "Deze informatie

komt van het internet". Vandaag zal een journalist niet meer zeggen dat hij online informatie heeft

binnengekregen"340. Jan De Troyer vindt de hype overdreven en wijst er op dat deze door de

industrie gestimuleerd wordt. Hij ziet echter wel een opportuniteit in user generated content, "maar

vanuit een bepaalde visie en onder journalistieke supervisie"341, klink het.

Als we naar een concrete invulling van een online platform waarbij content van users gegenereerd

wordt, kijken, dan prijst Jeroen Van den Broeck het belang van een duidelijk doel van de site. De

reden waarom Garagetv enkel met filmpjes werkt, is net om die duidelijkheid aan de bezoeker te

337 VAN DEN BROECK (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 111. 338 COOLEN (E.), 31/03/08, zie bijlage p. 121. 339 IBIDEM. 340 PAULUSSEN (S.), 09/04/08, zie bijlage p. 124. 341 DE TROYER (J.), 11/04/08, zie bijlage p. 134.

Page 85: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

82

verschaffen. Van den Broeck noemt dit een "single promise site"342. Hasseltlokaal werkt met

vrijwillige stadsreporters en verenigingen die elk hun hyperlokale nieuws in foto's en tekstvorm

posten. Voor de details van het project verwijzen we graag naar het interview in de bijlage.

Belangrijk om hier te vermelden, is dat Coolen de specificiteit van het project benadrukt. Ze

waarschuwt dat het overnemen van het idee achter een project zoals Hasseltlokaal waarbij de

doelgroep zeer belangrijk is, niet meteen zou werken in andere steden.343 Paulussen maakt dan

weer een onderscheid tussen drie aandachtspunten bij het ontwikkelen van platforms voor user

generated content. Ten eerste vindt hij dat de traditionele nieuwsmedia user generated content

moeten erkennen als een nieuwe bron voor informatievergaring. Ten tweede, is user generated

content gewoon een middel om je site moderner te maken. Op internet willen mensen hun zegje

doen en dan kunnen ratings en forums een meerwaarde aan een site geven, zegt hij. Ten derde

haalt hij een belangrijk punt in de ontwikkeling van een platform voor tvbrussel aan. Hij twijfelt

immers bij de vraag of alle traditionele media ook een eigen platform moeten voorzien waarop ze

user generated content stimuleren. Hij staaft deze argumentatie met de investeringskost die

verbonden is aan een platform dat niet vanuit de burger zelf is gegroeid.344

Jan De Troyer en Geert De Wael zien een dergelijk platform uitwerken wel zitten. Alleen over de

manier waarop dient nog grondig gebrainstormd te worden. De Troyer ziet user generated content

als datgene wat "Jan met de pet op straat ziet en dan doorstuurt"345. Toch wil hij geen paparazzi-

achtige toestanden op een dergelijk platform. Daarom is het belangrijk dat het platform helemaal

binnen de filosofie van tvbrussel past. Hij wijst er ook op dat het idee dat user generated content

een goedkope manier zou zijn om een platform draaiende te houden, niet klopt. Je moet immers

medewerkers hebben die zich met de uitbouw van het platform bezighouden en die de moderatie

voor hun rekening nemen. Tegen eind dit jaar wil De Troyer een nieuwswaardig webplatform uit de

grond stampen omdat tvbrussel ook nu al geconfronteerd wordt met Brusselaars die filmpjes

hebben opgenomen.346

De Wael wil een platform met zowel filmpjes als foto's als tekst en geluid. Hij haalt iReport aan als

een voorbeeld. Toch ziet hij niet alleen heil in een soort nieuwsplatform, maar wel in een platform

waarbij zowel informatie als entertainment gecombineerd worden om het geheel draaiende te

kunnen houden. Toch vindt De Wael dat het verwachtingspatroon bij de bezoekers van de site in

rekening gebracht moet worden. Kortom, hij sluit zich bij Van Den Broeck dat het gehanteerde

concept eenduidig moet zijn. De Wael wijst er op dat de doelgroep wel groter moet zijn dan de

60.000 Nederlandstaligen in Brussel. Verder ziet De Wael dan meertaligheid als een probleem

waarmee rekening gehouden moet worden. Als er een dergelijke Franstalige versie van het

internetplatform moet gemaakt worden, dan zal dat in de opdracht moeten omschreven worden,

zegt hij. De Wael kijkt dus ook naar de overheid om op dit vlak een kader uit te tekenen. Om nog

342 VAN DEN BROECK (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 111. 343 COOLEN (E.), 31/03/08, zie bijlage p. 120. 344 PAULUSSEN (S.), 09/04/08, zie bijlage pp. 125-126. 345 DE TROYER (J.), 11/04/08, zie bijlage p. 129. 346 IDEM, zie bijlage pp. 130-131.

Page 86: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

83

even terug te komen op de doelgroep: De Wael ziet ook mogelijkheden om het Vrij Podium-project

op een online platform uit te breiden.347

Bij tvbrussel is er dus een duidelijke wil om van start te gaan met een platform om content van de

Brusselse burger in te verwerken. Alleen de invulling staat nog niet vast. Over de noodzaak van de

uitrolling van een platform door tvbrussel zelf zien we echter tegenstrijdige visies naar boven

komen. Bovendien wijzen de experts er ook op om voor een eenvormig project te kiezen dat

rekening houdt met de doelgroep die bereikt moet worden.

4.4.2.2 De drijfveer van de gebruiker om online content te leveren

In deze topic bespreken we waarom de gebruiker actief een bijdrage wil leveren. Voor we echter

twee mogelijke redenen, het gemeenschapsgevoel en materiële beloningen, zullen verkennen,

dienen we kort bij de gebruiker stil te staan. Jeroen Van den Broeck verwijst naar de beruchte

piramidestructuur van de gebruikers. Maximum één procent van de gebruikers engageert zich tot

actieve medewerking. Daaronder bevindt zich een grotere groep van gebruikers die af en toe iets

bijdragen. Vervolgens komen we aan de basis van de piramide die alle passieve bezoekers bevat

die enkel consumeren. Van den Broeck vindt de kleine top van de piramide geen probleem. Hij

meent dat een handvol geëngageerde mensen volstaan om een platform te laten draaien.348 Ook

Eef Coolen bevestigt dit. Hasseltlokaal heeft een vijfentwintigtal stadsreporters "in dienst" die op

een afwisselende basis (in functie van hun levensloop) actief zijn op de site. Hasseltlokaal werkt

ook met de verenigingen uit de streek die op losse basis voor hun nieuws zorgen. Op die manier

vindt Coolen dat er voldoende updates komen om het platform leefbaar te houden.349 Van den

Broeck zegt dat de meeste passieve bezoekers naar een site komen voor twee of drie items die hen

zelf en hun omgeving kunnen interesseren. Honderden uploads per dag zijn dus geen noodzaak,

meent hij.350

4.4.2.2.1 Het gemeenschapsgevoel als drijfveer

Steve Paulussen meent dat de drijfveer van burgers vooral ligt in de interesse die ze hebben in

bepaalde zaken. Ofwel moet het hyperlokaal ofwel moet het bij de mensen hun interesses

aanleunen, zegt hij. Paulussen meent dat user generated content een manier is om dichter bij je

community-leden te komen en hun betrokkenheid bij je medium te verhogen.351 Ook Leonard

Brody, CEO van NowPublic.com, heeft uit zijn ervaringen geleerd dat mensen niet per definitie

betaald hoeven te worden om goede content aan te reiken en het platform te doen leven.352 Jeroen

Van den Broeck, Online Media Manager van Telenet, denkt echter dat het meer draait om de

interactie dan het echte gemeenschapsgevoel. Van den Broeck: "Het is veel belangrijker dat je

mensen beloont met participatie en interactie dan door een gemeenschapsgevoel te creëren. Dat

347 DE WAEL (G.), 11/04/08, zie bijlage pp. 135-138. 348 VAN DEN BROECK (J.), 25/03/08, zie bijlage pp. 105-107. 349 COOLEN (E.), 31/03/08, zie bijlage p. 114. 350 VAN DEN BROECK (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 107. 351 PAULUSSEN (S.), 09/04/08, zie bijlage pp. 126-127. 352 BRODY (L.), 31/01/08, zie bijlage p. 104.

Page 87: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

84

zal er vanzelf wel ontstaan. Dat is niet iets dat we bewust in de hand proberen te werken."353 Eef

Coolen ziet zowel het community-gevoel als het nieuws met bijhorende interactie als zeer

belangrijk. Ze beaamt het argument dat de discussie over een nieuwsartikel soms belangrijker

wordt dan het artikel zelf. Verder speelt Hasseltlokaal wel in op het community-gevoel door de

stadsreporters zelf regelmatig uit te nodigen voor activiteiten. De reporters zelf zijn verenigd in een

vzw die allerlei activiteiten organiseert om het gemeenschapsgevoel constant te houden, zegt

Coolen. Toch wijst zij er op dat de motivaties van de stadsreporters zeer divers kunnen zijn.354

Jan De Troyer gelooft niet zozeer in het community- of interactieverhaal. Hij meent dat bedrijven

die een commercieel platform uitbouwen, het liefst niet betalen en zich daarom verschuilen achter

het idee dat de motivatie op vlak van interactie of het "er bijhoren" te vinden is. Een item van een

user dat de traditionele media haalt, kan wel een rol spelen in de motivatie. "Mensen zien zichzelf

graag vermeld in de media"355, zegt hij.

4.4.2.2.2 Materiële beloningen als lokmiddel

Marcel Houtman, directeur van Skoeps.nl, vindt het belangrijk dat actieve gebruikers beloond

worden. Skoeps.nl lokt dan ook users met hun foto's en filmpjes met geldelijke beloningen.356 Bij

Garagetv hebben ze dit model niet gekozen. Het kan interessant zijn, maar aandacht en feedback

zijn belangrijker voor de mensen, zegt Van den Broeck. Mensen die actief filmpjes uploaden zijn

hobbyisten. Een publiek opbouwen, is hun grote motivatie. Al merkt Van den Broeck een verschil

met Skoeps.nl op. De Nederlandse site wil immers nieuws gegenereerd door burgers brengen en

daarin de beste zijn. Dan is het misschien wel logisch, zo redeneert Van den Broeck, dat je met

geldelijke beloningen werkt om ook een deel van de beroepsjournalisten aan te trekken.357 Ook

Hasseltlokaal werkt zonder beloningen. Coolen vreest dat als je met geldelijke of andere

beloningen start, je een ander soort actieve gebruiker zal aantrekken die meer op sensatie gericht

is. Voor de stadsreporters worden wel af en toe activiteiten georganiseerd en is er een engagement

van Hasseltlokaal om deze mensen te ondersteunen door bijvoorbeeld workshops te organiseren.

Foto- of filmmateriaal wordt er evenwel niet ter beschikking gesteld. Iedere stadsreporter heeft

immers zelf een internetaansluiting en een gsm of een fototoestel. Dat is voldoende voor

Hasseltlokaal, vindt Coolen. "Maar als we dat aan de reporters zouden geven dan zal die zich ook

verplicht voelen om de Hasseltse straten af te schuimen op zoek naar "het nieuws"."358 In Hasselt

zou zoiets zeker niet werken, meent Coolen. Zij tracht ook de motivatie bij de stadsreporters hoog

te houden door emails met feedback over de gepubliceerde artikels terug te sturen en activiteiten

te organiseren.359

Jan De Troyer ziet wel wat in het idee om beloningen te geven aan gebruikers die actief

interessante filmpjes uploaden. Hij zou de beloning laten afhangen van de nieuwswaarde van een

353 VAN DEN BROECK (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 111. 354 COOLEN (E.), 31/03/08, zie bijlage pp. 113-114. 355 DE TROYER (J.), 11/04/08, zie bijlage pp. 130-131. 356 HOUTMAN (M.), 31/01/08, zie bijlage p. 102. 357 VAN DEN BROECK (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 106. 358 COOLEN (E.), 31/03/08, zie bijlage pp. 116-117. 359 IBIDEM.

Page 88: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

85

item op een online nieuwsplatform voor of van tvbrussel. De Troyer vraagt zich echter af of er een

businessmodel aan gekoppeld kan worden zodat adverteerders eigenlijk instaan voor de beloningen

van de users. Hij merkt dan ook op dat het moeilijker zal zijn om adverteerders te overtuigen om

een niet-sensatiegericht platform te ondersteunen. Als dat zou lukken, ziet De Troyer heil in het

organiseren van een soort competitie waarbij nieuws dat het tv-nieuws haalt een bijdrage kan

krijgen van iets in de grootteorde van 25 of 50 euro.360 Geert De Wael vraagt zich af of het bedrag

dat aangeboden wordt wel een lokmiddel kan zijn. Hij sluit zich aan bij Van den Broeck: de users

die actief hiermee bezig zijn, doen dit als een hobby en hebben in eerste instantie vooral oog voor

het publiek dat ze opbouwen. De tijd die je er in steekt, weegt immers niet op tegen het kleine

bedrag dat je krijgt. De eer en het publiek: dat zijn de redenen waarvoor iemand het doet, denkt

De Wael.361 De meningen over beloningen als drijfveer bij de gebruiker zijn dus verdeeld, al lijkt

het merendeel van de experten voorstander van een systeem zonder beloningen.

4.4.2.3 User generated content als bijkomende bron voor informatievergaring

Naast de participatieve component bezit user generated content ook een belangrijke informatieve

mogelijkheid. Zo kan het de informatievoorziening verbreden. Traditionele media kunnen veel meer

gebruik maken van user generated content, vindt Steve Paulussen. Uit recent onderzoek blijkt dat

dat besef bij de journalisten stilaan groeit. User generated content kan een bijkomende bron voor

nieuws zijn. Paulussen zegt dat de mogelijkheden om extra nieuws te vergaren zich aandienen en

dat traditionele media deze best aangrijpen.

"Ik denk dat een redactie daar gebruik van moet maken zonder dat je daarbij moet denken dat dat

de hele journalistiek op zijn kop zal zetten. Want dat is ook niet zo. Het verandert niet veel. Het is

er, waarom zou je er geen gebruik van maken?"362

Eefje Coolen zegt dat de krant af en toe een item oppikt bij Hasseltlokaal. Het gebeurt zelden,

maar dat komt omdat de nieuwtjes die op Hasseltlokaal verschijnen niet meteen het nieuws

bevatten waar de krant zich op focust.363 Ook het concept van Skoeps.nl is helemaal opgebouwd

rond het insturen van nieuws. Skoeps.nl neemt zelf het copyright van de gebruiker over en kan het

materiaal aan traditionele media doorverkopen.364

Jan De Troyer merkt ook dat video's en foto's die door burgers gemaakt worden een bron van

nieuws kunnen zijn voor tvbrussel. Hij verwijst naar een brand in Anderlecht die onlangs gefilmd

werd met een gsm-toestel en die het nieuws van tvbrussel haalde. De Troyer meent dat ook de

traditionele media uit de poel van informatie gemaakt door burgers kan putten, en dat het aan de

journalist is om zijn bronnen te checken. Zeker bij rampen kan een platform voor usercontent een

belangrijke bron van informatie worden voor tvbrussel én de burger die op dat moment sneller en

360 DE TROYER (J.), 11/04/08, zie bijlage p. 131. 361 DE WAEL (G.), 11/04/08, zie bijlage pp. 136-137. 362 PAULUSSEN (S.), 09/04/08, zie bijlage p. 123. 363 COOLEN (E.), 31/03/08, zie bijlage p. 112. 364 HOUTMAN (M.), 31/01/08, zie bijlage p. 103.

Page 89: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

86

vollediger geïnformeerd kan worden, zegt hij.365 Steve Paulussen vindt dat de traditionele media

vrij goed aan het nadenken zijn over de mogelijkheden van user generated content. Volgens hem

is het normaal dat ze trager reageren. Hij relativeert echter die "traagheid". Tien jaar na de

opkomst van het internet hebben de kranten, ondanks een moeizaam leerproces, ook bijzonder

fraai uitgebouwde websites die verder gaan dan enkel het online plaatsen van de krant van de dag,

meent hij.366

4.4.2.4 Mogelijke gevolgen voor het merk tvbrussel

Het feit dat traditionele media vaak argwanend reageren op user generated content is meestal

ingegeven door de vrees voor de beschadiging van hun betrouwbare imago als nieuwsmedia door

ongecontroleerd beeldmateriaal van een bedenkelijke kwaliteit aan hun merknaam te koppelen.

Zoals Jan De Troyer zegt: "Er kan serieuze winst gemaakt worden in de communicatie, maar er zijn

ook serieuze risico's aan verbonden"367. Daarom gaan we in op twee mogelijk schadelijke gevolgen

voor het merk tvbrussel, namelijk het al dan niet controleren van bijdrages op een internetplatform

voor user generated content en de povere kwaliteit van het beeldmateriaal.

4.4.2.4.1 Nood aan moderatie?

We kunnen ons dan ook de vraag stellen of een platform van tvbrussel waar burgers hun filmpjes

of foto's kunnen plaatsen gemodereerd moet worden. Steve Paulussen is optimistisch over het

gebruik van het internet. Hij haalt Wikipedia ter ondersteuning van zijn betoog aan. Negentig

procent wat er geschreven staat, is correct, bleek volgens Paulussen onlangs uit onderzoek. Van

traditionele mediaredacties wordt echter verwacht dat ze honderd procent accuraat zijn. Maar als

burgers op een platform met user generated content komen, zullen ze geen accurate info

verwachten. Paulussen is van mening dat als je duidelijk aangeeft dat iets niet gemodereerd wordt,

gebruikers dit begrijpen. Pas wanneer je filmpjes of foto's van burgers in je eigen berichtgeving

verwerkt, moet je oppassen. Dan gelden voor Paulussen de bekende journalistieke regels van

check en dubbelcheck.368 Bij Garagetv wordt er niet op voorhand gecontroleerd. Volgens Jeroen

Van den Broeck is het praktisch onhaalbaar om alles eerst te screenen. Het aantal medewerkers

dat aan de site werkt, is variabel omdat één hoofdverantwoordelijke een beroep kan doen op

andere medewerkers. Van den Broeck zegt dat bezoekers van de site ook zelf misbruiken kunnen

melden.369 Leonard Brody van NowPublic.com is voorstander van een niet-gemodereerde site.

Mensen weten wat ze willen en daarom moet je juist hun manier van ageren en reageren op

nieuwsartikels accepteren, vindt Brody.370

Skoeps.nl en Hasseltlokaal.be werken echter met proactieve moderatie. Voor de gebruikers hun

item op de site zien verschijnen, passeert het de redacties van beide sites.371 372 Eef Coolen van

365 DE TROYER (J.), 11/04/08, zie bijlage p. 134. 366 PAULUSSEN (S.), 09/04/08, zie bijlage p. 124. 367 DE TROYER (J.), 11/04/08, zie bijlage p. 134. 368 PAULUSSEN (S.), 09/04/08, zie bijlage p. 127. 369 VAN DEN BROECK (J.), 25/03/08, zie bijlage pp. 109-110. 370 BRODY (L.), 31/01/08, zie bijlage p. 104. 371 HOUTMAN (M.), 31/01/08, zie bijlage p. 102. 372 COOLEN (E.), 31/03/08, zie bijlage p. 115.

Page 90: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

87

Hasseltlokaal: "Als je dat ongecontroleerd op de site zou plaatsen, zou je gigantische dt-fouten

krijgen of echt foute informatie. Je lezers zijn daar niet mee gediend"373.

Jan De Troyer ziet enkel een op voorhand gemodereerd platform zitten. Als je als medium een

platform op een verantwoorde manier wil uitbouwen dan moet dat op voorhand gescreend worden.

Dat dit mensen en bijgevolg dus geld kost, beseft De Troyer. Maar liever geen platform dan een

niet gecontroleerd platform, aldus De Troyer die benadrukt dat tvbrussel nog steeds een opdracht

heeft die het zo goed mogelijk moet invullen.374 Ook voor Geert De Wael is enige moderatie nodig.

Hij maakt een onderscheid tussen een platform dat de naam van tvbrussel draagt en één dat niet

rechtstreeks gelinkt is aan de omroep. "Op onze eigen nieuwssite zijn we er altijd zeer voorzichtig

mee natuurlijk. Het kan er altijd heel eventjes op staan hé. Stel je voor dat het Vlaams Belang op

vrijdagavond iets op de site zet en onze webmaster komt maandag pas terug. Dat ligt moeilijk

hé."375 Bij een apart platform ziet De Wael moderatie achteraf als voldoende. Reacties bij

nieuwsartikels kunnen ook achteraf gemodereerd worden als het verschil duidelijk aangegeven is.

De Wael volgt Paulussen dus in de redenering dat de gebruikers op een platform voor user

generated content geen associatie van de inhoud met tvbrussel maken.376

4.4.2.4.2 Kwaliteit van de bijdrages?

Jeroen Van den Broeck, Marcel Houtman en Eefje Coolen zijn het op vlak van kwaliteit van de

ingezonden items met elkaar eens: deze verschilt enorm. Houtman is van oordeel dat er ook

bijzonder kwaliteitsvolle items tussenzitten zoals interviews met ministers.377 Coolen ziet de

diversiteit onder de stadsreporters van Hasseltlokaal als reden van de variabele kwaliteit. Zoals

vermeld, stuurt Hasseltlokaal ook feedback terug naar de stadsreporters. Op die manier kan ook de

kwaliteit van de artikels bijgestuurd worden.378 Bij Garagetv ziet Van den Broeck ook de beperkte

uploadcapaciteit als een voorname reden van de mindere kwaliteit van de filmpjes. Het platform

zelf is klaar voor High Definition, maar de computer van de gebruiker kan dit niet aan, zegt Van

den Broeck.379

Steve Paulussen vindt ook dat de meeste content niet gebruikt kan worden voor de traditionele

nieuwsmedia als je kwaliteit definieert als relevantie. Hij wijst er echter op dat het aan de redacties

is om de kleine hoeveelheid die wel te publiceren is, te identificeren. Paulussen merkt op dat op

vlak van de technische kwaliteit er een paradox aanwezig is bij de burger.

"Enerzijds zie je overal dat iedereen grote plasmaschermen en HD wil hebben. Tegelijk zit men

naar Youtube in bijzonder slechte kwaliteit te kijken. Zelfs voor online is dat slechte kwaliteit. […]

Dus kan ik enkel maar bedenken dat mensen die naar Youtube gaan niet zo veel belang hechten

aan de kwaliteit."380

373 IBIDEM. 374 DE TROYER (J.), 11/04/08, zie bijlage p. 132. 375 DE WAEL (G.), 11/04/08, zie bijlage p. 139. 376 DE WAEL (G.), 11/04/08, zie bijlage p. 139. 377 HOUTMAN (M.), 31/01/08, zie bijlage p. 102. 378 COOLEN (E.), 31/03/08, zie bijlage p. 116. 379 VAN DEN BROECK (J.), 25/03/08, zie bijlage p. 109. 380 PAULUSSEN (S.), 09/04/08, zie bijlage p. 128.

Page 91: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

88

Paulussen denkt dat het verwachtingspatroon van mensen die surfen naar user generated sites

helemaal anders is dan burgers die de traditionele media consumeren.381

Jan De Troyer ziet mogelijk negatieve gevolgen van de soms gebrekkige kwaliteit voor tvbrussel als

een online platform rechtstreeks de link met tvbrussel zou leggen. Tvbrussel onderscheidt zich

immers van een aantal amateurmedia net op basis van professionaliteit, betrouwbaarheid en

kwaliteit, zegt hij. Daarom moet tvbrussel ook op het scherm professionele kwaliteit brengen en

hoort user generated content vooral op het internet, en liefst nog op een apart platform.382 Geert

De Wael werpt hiertegen op dat de technische kwaliteit van de beelden er wel op vooruit gaat en

dat het verschil met televisie steeds kleiner zal worden. Daarnaast merkt hij op dat als een item

dat door een burgers is gefilmd of gefotografeerd, door tvbrussel in het nieuws wordt uitgezonden,

de kwaliteit niet uitmaakt zolang het nieuwswaardig is. "De ontploffing in Londen in de metro:

welke kwaliteit was dat? […] [Die foto's lijken] wel een kunstwerk met wat vlekken in. Gelukkig dat

er nog onder stond wat het was, want anders had je het niet eens door."383

4.4.2.5 Tussentijdse SWOT-analyse

We sluiten dimensie twee af met een tussentijdse identificatie van de sterktes, zwaktes,

opportuniteiten en bedreigingen van en voor tvbrussel. We moeten hierbij opmerken dat we geen

SWOT-analyse van user generated content an sich maken, maar wel een analyse van tvbrussel met

focus op user generated content.

381 IBIDEM. 382 DE TROYER (J.), 11/04/08, zie bijlage p. 132. 383 DE WAEL (G.), 11/04/08, zie bijlage p. 140.

Page 92: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

89

Tabel 5: SWOT Dim 2

Page 93: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

90

4.5 Synthese en aanbevelingen

4.5.1 SWOT-analyse en confrontatiematrix

Na de empirische analyse zijn we aanbeland bij de conclusies die we op basis van onze tussentijdse

SWOT-analyse kunnen maken. We stellen een confrontatiematrix op waarbij we de reeds

geïdentificeerde sterktes en zwaktes confronteren met de herkende opportuniteiten en

bedreigingen. Bij deze confrontatie zullen we twee invalshoeken hanteren. Elk element zal zowel

van extern naar intern als van intern naar extern bekeken worden. Concreter gesteld, betekent dit

dat we in eerste instantie zullen kijken naar hoe tvbrussel rekening moet houden met factoren

buiten de organisatie die sterktes of zwaktes van tvbrussel zelf beïnvloeden. In tweede instantie

zullen we ons ook de vraag stellen of een sterkte of een zwakte kan gebruikt worden om in te

spelen op de geïdentificeerde opportuniteiten of bedreigingen. Zoals Vermeylen stelt kunnen we

pas na het zoeken van de relevante elementen conclusies trekken en beginnen nadenken over

mogelijke oplossingen of strategieën.384

In onze analyse starten we vanuit de tussentijdse SWOT-analyses. We zetten deze in twee

overzichtsschema's op volgende pagina's waarbij we dezelfde sterktes en zwaktes toetsen aan

opportuniteiten en bedreigingen. Om praktische redenen plaatsen we deze in twee aparte tabellen

op twee verschillende bladzijden. We volgen hierbij de werkwijze die Vermeylen voorstelt. We

plaatsen een + bij de elementen die elkaar op een positieve manier kunnen beïnvloeden voor

tvbrussel en een – voor de negatieve effecten tussen twee elementen. Bij + - kunnen de

mogelijkheden zowel positief als negatief bekeken worden terwijl een vakje dat niet is ingevuld,

betekent dat we niet meteen een beïnvloedend verband zien tussen twee elementen.385 Vervolgens

lichten we onze keuzes in de conclusies toe. Van daaruit kunnen we de laatste fase van ons

onderzoek ingaan: het verstrekken van enkele beleidsadviezen en strategische aandachtspunten

voor een beloftevolle toekomst voor tvbrussel. Eerst tonen we de uitgewerkte confrontatiematrix.

De grafische voorstelling is slechts één van de vele mogelijke werkwijzen. 386 We kozen voor de

matrix die ons binnen deze masterproef het meeste overzicht bood.

384 VERMEYLEN (S.). Op. Cit., 2004, p. 43. 385 IDEM, p. 50. 386 IDEM, p. 47.

Page 94: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

91

Opportuniteiten (O)

DIM

EN

SIE

1

Nie

uw

e co

nv.

min

der

afh

anke

l. o

verh

eid

Optie

bre

der

zen

dgeb

ied m

og.

vr.

Med

ia

Een

malig

e su

bsi

die

s m

ogel

ijk

Alle

nie

uw

smed

ia e

volu

eren

nr

cross

. st

r.

15%

pro

gr.

gee

n d

irec

te r

el.

zendgeb

ied

Ext

erne

manag

er c

ross

. pro

ject

s

ucc

es

Bru

ssel

s m

inis

ter

steu

nt

cross

. st

r.

Wee

kove

rzic

ht

ook

in t

oek

om

st o

p é

én

Uitbre

idin

g h

efboom

VL

Net

Gem

ist

Apar

t pro

gr.

i.p

.v.

wee

kove

rz k

an o

p é

én

Part

icip

atie

tv

bes

t vi

a re

gio

nal

e tv

Vra

ag p

artici

pat

ie u

it s

am

enle

ving

Ove

rhei

d w

il gro

epen

ste

m g

even

op t

vb

Nie

uw

e co

nv.

alter

n.

Vr

contr

acte

n d

igitv

Nie

uw

e doel

gro

ep 6

-12 j

mar

ktst

udie

DIM

EN

SIE

2

Kle

ine

gro

ep v

old

oen

de

voor

ugc-

pla

tform

Kw

alitei

t bee

lden

ugc

stee

ds

bet

er

Bet

ere

info

voor

Bru

ssel

aar

dan

kzij u

gc

Sterktes (S)

Topic

O

O

O

I I I I I I I P P P A

A U

U

U

DIMENSIE 1 Info Brussel blijft prioritair

O +- + + + + + + + +

Besef nood hefboom VL

O + + + +

Info is niet alleen nieuws

I + + + + + + +

Er zijn criteria progr.beleid

I + + + + +

Wil vr forum burgers aanwez.

P + + + + + +

Wil uitbreiden Vrij Podium (VP)

P + + + + + +

VP op 'internat.' zondagavond

P + + +

Participatie, mr info prioritair

P + + + +

Overstap naar 16/9

A +

DIMENSIE 2 Wil ugc gebruik aanwez.

U + + + + +

Ugc op tvb motivatie user

U + + + + +

Moderatie voor opdracht /imago

U + + + +

Wil uitbreiden VP nr ugc-platf.

U + + + +

Zwaktes (W) DIMENSIE 1 RvB tvb oneens crossm. struct.

I + + +-

Geen financiën crossm. project

I - + +

VP te beperkt ingevuld

P + - + - -

Twijfel overstap naar HD

A +-

DIMENSIE 2 Geen platform voor ugc

U - + -

Afhank. kostprijs met moderator

U + +- +- +

Info platf. weinig adverteerders

U + +

Oneens over grens moderatie

U

Tabel 6: confrontatiematrix SWO

Afkortingen topics: DIM 1: O: opdracht, I: informatieverspreiding en –vergaring, P: burgerparticipatie, A: aanvullingen DIM 2: U: user generated content

Page 95: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

92

Bedreigingen (T)

DIM

EN

SIE

1

Subsi

die

s VG

C a

l ja

ren h

etze

lfde

Flex

ibili

teit c

onv.

ger

ing d

oor

vast

e su

bs

Ontb

reke

n h

efboom

VL

bed

reig

t in

fo V

L

Uitbre

iden

zen

dgeb

ied

'nje

t' N

ORtv

Part

icip

atie

voor

VG

C g

een t

aak

tvb

1-m

alig

e su

bs.

zorg

en v

r af

h.

ove

rhei

d

Tv-

om

roep

en h

ebben

div

erse

publie

ken

Inte

rnat

ionaa

l nog d

iscu

ssie

cro

ss.

str.

Bru

ssel

s m

inis

ter

Cro

ss.

als

bes

par

ing

Finan

ciee

l.af

h.

ove

rhei

d v

r cr

oss

. st

r.

Ander

e m

edia

onee

ns

ove

r cr

oss

. st

r.

Van

3 v

zw's

nr

1

elk

eig

en c

ultuur

Ove

rhei

d:

huid

ige

ruim

te a

ls p

rest

ige

Div

erse

loonbar

ema'

s ove

r m

edia

His

t./c

om

munaut.

pro

bl. T

élé

Bru

xelle

s

Gee

n u

itbre

idin

g h

efboom

VL

via

één

Org

anis

atie

s VP

mak

en e

xtra

wer

k tv

b

VP

afh.

1-m

alig

e su

bs.

Vl. m

inis

ters

Alle

tv-

om

roep

en

HD

, ko

st h

oog

Contr

acte

n d

igitv

min

der

opbre

ngen

Onee

ns

ove

r doel

gro

ep 6

– 1

2 jar

igen

DIM

EN

SIE

2

Kle

in d

eel burg

ers

mak

en u

gc

Sec

tor

onee

ns

ove

r bel

onin

gen

Lage

kwal

itei

t bed

reig

ing im

ago

Sterktes (S)

Topic

O

O

O

O

O

O

I I I I I I I I I I P P A

A

A U

U

U

DIMENSIE 1 Info Brussel blijft prioritair

O - +- + - - - - - - -

Besef nood hefboom VL

O + - -

Info is niet alleen nieuws

I - - -

Zijn criteria progr.beleid

I + +- -

Wil vr forum burgers aanw

P +- - - +- - + +

Wil uitbreiden (VP)

P +- + - - - +

VP opinternat zondag

P + -

Participatie, mr info prior.

P + + +- +

Overstap naar 16/9

A - - +-

DIMENSIE 2 Wil ugc gebruik aanw

U - - + - - +- +- - -

Ugc op tvb motivatie

U - - +

Moderatie voor opdracht

U - - + +

Wil uitbreiden VP nr platf.

U - - - +- +- -

Zwaktes (W)

DIMENSIE 1 RvB oneens crossm. str.

I +- - - - - -

Geen finan. crossm. Proj.

I - - - - -

VP te beperkt ingevuld

P - - - -

Twijfel stap naar HD

A -

DIMENSIE 2 Geen platf. voor ugc

U - - - - - -

Afh. kostprijs moderator

U - - - -

Infoplatf. weinig advert

U - - -

Oneens grens moderatie

U

Tabel 7: confrontatiematrix SWT

Afkortingen topics: DIM 1: O: opdracht, I: informatieverspreiding en –vergaring, P: burgerparticipatie, A: aanvullingen / DIM 2: U: user generated content

Page 96: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

93

4.5.2 Conclusies

Door gebruik te maken van een confrontatiematrix die we hierboven opstelden, kunnen we op een

overzichtelijke manier de veelheid aan elementen ordenen en conclusies trekken. In onze

confrontatiematrix duidden we ook aan onder welke topic binnen de desbetreffende dimensie het

SWOT-element geïdentificeerd werd. Op die manier zullen we ook dit deel met besluiten opbouwen.

Nogmaals, de topics (en dus ook de conclusies) staan niet los van elkaar, maar lopen op bepaalde

momenten door elkaar. Om het overzicht echter te kunnen behouden, blijven we gebruik maken

van de indeling volgens de gekozen topics.

4.5.2.1 Dimensie 1: de opdracht

We zien enkele pijnpunten opduiken op het niveau van de opdracht. Ondanks het feit dat tvbrussel

zoveel mogelijk relevante informatie aan de kleine groep van Nederlandstaligen in Brussel wil

blijven voorzien, wordt hun bewegingsvrijheid daarin beperkt door de subsidies van de VGC die niet

geïndexeerd noch verhoogd worden. Bovendien kan tvbrussel die informatievoorziening naar de

(Nederlandstalige) Brusselaar niet uitbreiden door de vaste vorm van de convenanten. Binnen een

sterk veranderend medialandschap verzwakt de rigide structuur van de opdrachten voor drie jaren

de flexibiliteit van tvbrussel om de informatievoorziening naar de Brusselaars aan te passen binnen

die drie jaren. Langs de andere kant kunnen we hierbij ook een positief effect van de vaste

subsidiëring via de convenanten opmerken. Tvbrussel weet immers op voorhand wat te verwachten

van de overheid. Het kan met andere woorden het programmabeleid op de voorziene inkomsten

afstemmen. Daarnaast kunnen plotse veranderingen steeds besproken worden met de betrokken

overheden die blijven openstaan voor eenmalige projectsubsidies. De schaduwzijde hiervan is

uiteraard dat de overheden en de ministers meer zeggenschap krijgen over bepaalde programma's

die met een projectsubsidie bekostigd worden. Het Romeins principe van duim omhoog of omlaag

kan hier spreekwoordelijk gehanteerd worden en dat gaat ten koste van de onafhankelijkheid van

de dagelijkse werking van tvbrussel.

Een ander discussiepunt gelinkt aan de opdracht is de informatieverspreiding naar Vlaanderen toe.

Naast het weekoverzicht op één, Zoom in en de eigen website, mist tvbrussel een aantal

zogenaamde hefbomen in Vlaanderen zelf. Dat bedreigt het goed uitvoeren van dat deel van de

opdracht. Echter, het besef dat dit dringend verholpen moet worden, is aanwezig bij tvbrussel

waardoor er in de toekomst aan gewerkt kan worden. Een duidelijke bedreiging hierbij is dat de

uitbreiding van het zendgebied naar Vlaanderen toe op een duidelijke 'njet' stuit van de andere

regionale omroepen en de overkoepelende organisatie NORtv. Positief is wel dat het kabinet voor

Media over deze mogelijkheid wil praten indien NORtv overtuigd zou zijn van een uitbreiding van

het zendgebied voor alle regionale tv-omroepen. Vooralsnog is dit niet het geval waardoor

Vlaanderen bij gebrek aan uitgebreide en grote hefboompartners in Vlaanderen de informatie over

Brussel niet kan bekijken. Ook het uitbreiden van het weekoverzicht op één behoort niet tot de

mogelijkheden, al blijft het weekoverzicht op zich een zekerheid op één. De opname daarvan in het

digitale Net Gemist-pakket is een opportuniteit die dan weer de informatievoorziening naar

Vlaanderen toe versterkt.

Page 97: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

94

Bij deze willen we ook onze eerste onderzoeksvraag beantwoorden. Deze luidde:

Voldoen de huidige opdrachten van tvbrussel aan de visie die de betrokken actoren op tvbrussel

hebben? Waarom?

Subvragen hierbij waren:

Hoe zijn hierin informatieve en participatieve elementen met betrekking tot de Vlaamse en/of

Brusselse lokale gemeenschap in de opdracht opgenomen?

Wat is de rol van de overheid bij de convenant en daarnaast?

Doorheen ons empirisch onderzoek werd duidelijk dat de basistaak in de opdracht voor tvbrussel

het informeren van Brusselaars en Vlamingen blijft. Zowel intern (tvbrussel) als extern (overheid,

andere media) was iedere ondervraagde expert daar duidelijk over. Zoals we daarnet stelden, is de

informatievoorziening binnen Brussel en naar Vlaanderen toe enerzijds onderhevig aan een aantal

bedreigingen zoals de rigide opdracht, eenmalige subsidies en het ontbreken van hefboompartners

in Vlaanderen. Anderzijds identificeerden we ook kansen om die prioritaire taak van informatie in

de toekomst op 'wetgevend' niveau (convenanten, mediadecreten) te kunnen uitbreiden. De

waarom-vraag zit uiteraard niet in de confrontatiematrix. Deze beantwoordden we in het

empirische luik door de diverse expertenvisies naast elkaar te zetten. De antwoorden op de

subonderzoeksvragen gaven we reeds in het hoofdstuk over tvbrussel op het einde van ons

theoretisch deel. Deze subvragen waren een onderdeel van de bovenstaande onderzoeksvraag om

deze te kunnen beantwoorden door middel van een SWOT-analyse. De participatieve component is

dan weer nauwelijks in de opdracht aanwezig. Voor de prioritaire doelstelling van het informeren

kan het niet erkennen van participatie door de VGC een voordeel zijn omdat de focus op de info

blijft liggen. Toch zijn we van mening dat participatieve mogelijkheden zoals Vrij Podium een

meerwaarde kunnen geven aan tvbrussel. Omdat deze in de opdracht niet gepreciseerd staan,

gaan we op deze bedreiging pas in de topic over burgerparticipatie in.

4.5.2.2 Dimensie 1: informatieverspreiding en –vergaring

Onze algemene onderzoeksvraag voor deze topic was: Hoe vult tvbrussel de informatieve

component van de opdracht in? Waarom op die manier?

Een subvraag hierbij was:

In welke zin kunnen samenwerkingen met andere mediapartners een meerwaarde betekenen

voor de informatievergaring en –verspreiding van tvbrussel?

Na onze analyse mag het duidelijk zijn dat de pijnpunten vooral op vlak van de samenwerkingen

met andere media, al dan niet een crossmediale samenwerking, liggen. Wat het crossmediale

project betreft, is tvbrussel het eens dat het een efficiëntere informatieverspreiding en –vergaring

kan betekenen voor de drie Vlaams Brusselse media. De manier waarop er naar een dergelijke

structuur moet geëvolueerd worden, is - zoals we reeds zagen - voer voor discussie. Dat de raad

van bestuur van tvbrussel zelf nog geen eenduidig standpunt kon innemen, maakt duidelijk dat het

geen eenvoudig project betreft. We bestempelden dit als een zwakte, maar ook internationaal zien

we dat bij de grote spelers in het veld nog steeds verdeeldheid heerst over crossmediale

samenwerking. Het feit dat het debat binnen tvbrussel woedt, is dus niet alleen een zwakte van de

Page 98: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

95

Brusselse tv-omroep, maar één van de hele nieuwsmediasector. Langs de andere kant betekent

het ook dat er over nagedacht wordt en dat internationale discussies de debatten bij tvbrussel voor

een deel kunnen sturen. Op globaal niveau zien we immers dat alle nieuwsmedia evolueren naar

crossmediale structuren waardoor waarschijnlijk ook tvbrussel deze stap zal moeten zetten.

Grootste bedreiging van het project is dat de verdeeldheid over de drie media zeer groot is. Ieder

medium heeft zijn eigen cultuur – met ondermeer niet onbelangrijk eigen loonbarema's – en de

kans bestaat dan ook dat het crossmediale project een werk van lange adem wordt. Bovendien is

het duidelijk dat tvbrussel niet in een voor hen onzeker financieel avontuur zal stappen. De

financiën om het project te bekostigen zijn niet voor handen en daarom wordt er ook naar de

overheid gekeken. Daar zou wel eens het schoentje kunnen wringen. Brussels minister Guy

Vanhengel ziet immers een crossmediale structuur vooral in termen van een besparing die betere

informatie oplevert. De afhankelijkheid van de overheid voor voldoende geld kan een blok aan het

been worden als besparingen een uitgangspunt voor een crossmediale structuur worden. Toch

dienen we hierbij op te merken dat de Brussels minister een grote voorstander van crossmediale

samenwerking is en het huidige onderzoek naar een dergelijke structuur ondersteunt. Dit opent

perspectieven om na het lopende onderzoek met voorstellen naar de overheid te stappen om

knopen te laten doorhakken. Het aanstellen van een externe manager om een crossmediaal project

in de toekomst te leiden, kan de zwakte van de interne meningsverschillen van de baan helpen.

Toch bemerken we dat eveneens op politiek niveau de violen niet gelijk gestemd zijn.

Om de invulling van de opdracht om Brussel en Vlaanderen voldoende te informeren over Brussel

te verbeteren zou een samenwerking met Télé Bruxelles bijkomende beelden kunnen opleveren. De

historische en communautaire context speelt hierin echter spelbreker en verhindert op dit moment

een optimale informatievoorziening vanuit tvbrussel.

Een absolute opportuniteit in het heden én de toekomst is het weekoverzicht op één. Zoals we

reeds duidden, is dit ook opgenomen in het digitale Net Gemist-pakket van de VRT wat de

informatie naar Vlaanderen toe breder maakt. Bovendien zou voor de VRT een apart programma

met items die alleen gemaakt worden voor Vlaanderen, kunnen. Indien hier een budget voor

vrijgemaakt zou kunnen worden, is dit een kans die alleszins overwogen moet worden.

Dit brengt ons bij de andere subonderzoeksvraag: Welke visie gaat er schuil achter het

programmabeleid? Is deze bevorderlijk voor het uitvoeren van de opdracht?

Binnen deze vraag gingen we in ons empirische deel op zoek naar de visies van de verschillende

actoren bij tvbrussel. Daarin kwam duidelijk naar voren dat informatie niet enkel als nieuws wordt

beschouwd. Alles wat info verleent over Brussel kan hieronder vallen. Tvbrussel stelde overigens

een aantal criteria op die gebruikt worden om te toetsen of programma's binnen tvbrussel passen.

Ondanks het feit dat het laten participeren van burgers in programma's van tvbrussel voor de

Brusselse overheid geen taak is, heeft tvbrussel zelf dit wel in zijn criteria opgenomen. Eenmalige

projectsubsidies voor programma's lijken, zoals reeds gezegd, een grote afhankelijkheid van de

overheid in te houden. De nieuwe onderhandelingen over de convenanten kunnen daarin een

Page 99: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

96

opportuniteit zijn om aan te grijpen. Toch kunnen we stellen dat de spanning tussen de overheid

en tvbrussel slechts oppervlakkig is, want door het opstellen van interne programmacriteria kan

een duidelijk standpunt ingenomen worden ten overstaande van inhoudelijke vereisten van

programma's. Een probleem waarmee tvbrussel net als alle andere tv-omroepen te maken krijgt, is

de diversiteit van het publiek. Door middel van zeer uiteenlopende programmacriteria probeert

tvbrussel daar op in te spelen met respect voor de opdracht die in de verschillende criteria

weerspiegeld wordt.

4.5.2.3 Dimensie 1: burgerparticipatie in tvbrussel

Voor deze topic zochten we een antwoord op:

Op welke manier kan het programma-aanbod van een regionale tv-omroep als tvbrussel met een

publieke opdracht ook participatie van de burger omvatten? Brengt het huidige tvbrussel dat

programma-aanbod? Waarom wel of niet?

Net als bij de andere onderzoeksvragen gingen we doorheen de experteninterviews op zoek naar

een antwoord op deze vrij open vraag. We zagen dat de wil om tvbrussel voor een deel als een

forum open te stellen voor verschillende groepen uit de samenleving aanwezig is bij tvbrussel. Voor

de Brussels minister Guy Vanhengel is dit echter geen taak voor tvbrussel. Deze visie bedreigt dan

ook het engagement bij tvbrussel. Bovendien is tvbrussel voor Vrij Podium afhankelijk van de

goede wil en eenmalige projectsubsidies van de Vlaamse ministers voor Media en Brusselse

Aangelegenheden. Dat Vrij Podium op dit moment te beperkt wordt ingevuld, is duidelijk voor

tvbrussel. Een uitbreiding kan dan deze zwakte in een sterkte omtoveren, maar ook hier liggen de

eenmalige projectsubsidies aan de basis voor een onzekere toekomst én dus een onzekere

uitbreiding van het project. Een andere niet te miskennen bedreiging voor een uitbreiding van Vrij

Podium is het extra werk dat gecreëerd wordt voor een vaste medewerker van tvbrussel. De

vereiste bijkomende begeleiding en de opvolging van de betrokken organisaties zorgt immers voor

heel wat meer inspanningen. Zo bleek dat afspraken vaak niet nageleefd worden waardoor

tvbrussel plots meer werk krijgt. Dit kan gevolgen hebben op de wil om Vrij Podium uit te breiden

en na verloop van tijd zelfs om Vrij Podium nog een kans te geven. Daarnaast komt nog dat

burgerparticipatie in programma's voor tvbrussel wel kan, maar geen prioriteit is. Als de

begeleiding voor Vrij Podium te veel tijd in beslag zou nemen ten koste van de voornaamste taak,

het informeren, dan zou dit ook negatieve gevolgen kunnen hebben op de wil om met Vrij Podium

door te gaan.

Niettegenstaande liggen er op dit vlak veel kansen voor het grijpen. Het feit dat de Vlaamse

bevoegde ministers wel subsidies voorzien om deze burgertv te laten maken, ondersteunt de wil

van tvbrussel om zijn kanaal ter beschikking te stellen. Bovendien zien we dat er vraag is bij

bepaalde groepen om zelf tv te maken op tvbrussel waardoor tvbrussel zich ten dienste kan stellen

van de lokale samenleving en ook het juiste kanaal is om de 'participatieleemte' op te vullen.

Bovendien sluit de wil om kijkers of groepen te laten deelnemen aan het 'programmamaken' ook

mogelijkheden in voor online user generated content. Op een online platform van tvbrussel zou

immers een uitbreiding van Vrij Podium kunnen plaatsvinden. Op de mogelijkheden en

Page 100: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

97

bedreigingen die een impact hebben op sterktes en zwaktes (en omgekeerd) van user generated

content en tvbrussel gaan we later in. Zoals blijkt uit onze confrontatiematrix en de interviews is de

link tussen participatie op tv en online snel gelegd.

Kortom, tvbrussel ziet participatie van groepen burgers zeker zitten en houdt hiermee rekening in

zijn huidige programma-aanbod, maar de voornaamste taak om de Brusselaars te informeren, blijft

voorrang hebben boven programma's als Vrij Podium.

4.5.2.4 Dimensie 1: aanvullingen voor slagvaardige toekomst

"Hoe kan tvbrussel een slagvaardige toekomst tegemoet gaan volgens de experts? Wat zijn

volgens hen bijkomende sleuteldossiers voor tvbrussel om haar informatieve en participatieve

opdracht uit te (blijven) oefenen?" Zo luidde onze laatste onderzoeksvraag in dimensie 1.

Op vlak van een mogelijke overstap naar High Definition in de toekomst kan de algemene evolutie

van alle tv-omroepen een bedreiging betekenen voor tvbrussel. Tvbrussel twijfelt immers op dit

ogenblik of de stap naar HD wel gezet moet worden gezien de hoge kostprijs. Wil tvbrussel echter

een professionele rol blijven spelen in het tv-landschap dan zal ook de overstap naar HD

onvermijdelijk moeten gebeuren. De kostprijs ligt wel erg hoog, de mogelijkheid tot overstap blijft

bestaan vermits de overheid zelf nog steeds bereid blijft om eenmalige subsidies voor extra

projecten te bekostigen. De vraag blijft uiteraard of de kosten betaald zullen worden door de

overheid. Maar de opportuniteit van eenmalige subsidies beïnvloedt het debat over HD uiteraard

vermits er in het andere geval geen sprake kan zijn van een evolutie naar HD.

De overstap naar 16/9 wordt zeker en vast gezet. Ook hier open(d)en eenmalige subsidies de

deur, maar nogmaals opperen we de bedenking van de afhankelijkheid van eenmalige subsidies

door ondermeer de beperkte flexibiliteit van de convenanten. Een mogelijkheid zou zijn om in de

convenanten een bepaling te voorzien die de ondersteuning van nieuwe innovatieve technologieën

tijdens de lopende drie jaren bespreekbaar maakt.

Ander aanvullend sleuteldossier is het aflopen van de goed opbrengende contracten voor digitale

televisie bij Belgacom in 2009 en later, in 2011, bij Telenet. Indien de verwachting klopt dat deze

veel minder zullen opbrengen dan nu het geval is, staat de huidige werking wegens verminderde

inkomsten onder druk. Een opportuniteit die in dat geval toch de huidige opdracht volledig kan

laten uitvoeren, zijn de aankomende onderhandelingen met de overheden voor nieuwe

driejarenconvenanten.

Als laatste staan we nog stil bij de aanvulling van Guy Vanhengel en Els Witte die beiden een

nieuwe doelgroep voor tvbrussel zien, namelijk de Nederlandskundige zes- tot twaalfjarigen. Het

feit dat overheid en tvbrussel hier duidelijk van mening verschillen, is niet bevorderlijk voor het

informeren van de Brusselse bevolking. De opportuniteit om hierover een duidelijke studie te

bestellen wel. Het kan alleen maar duidelijkheid geven of tvbrussel moet rekening houden met

deze nieuwe groep.

Page 101: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

98

4.5.2.5 Dimensie 2: user generated content en tvbrussel

Hierbij zullen we een antwoord trachten te formuleren op:

Kan het implementeren van online user generated content in het aanbod van tvbrussel een

meerwaarde bieden voor het vervullen van de opdracht? Waarom wel, waarom niet? Op welke

wijze kan dit ingevuld worden bij tvbrussel?

Doorheen onze interviews werd daar volmondig "ja" op geantwoord, maar voorzien van allerlei

kanttekeningen. De voornaamste zwakte is dat tvbrussel nog steeds geen user generated content-

platform heeft. Belangrijkste pijnpunt blijkt weer de financiering te zijn. Voor de Brusselse overheid

is participatie geen prioriteit en het ontwikkelen van een informatieplatform voor user generated

content levert meer dan waarschijnlijk minder adverteerders dan bij spectaculaire

sensatieplatformen op. Toch zal de kostprijs hoger liggen door de vereiste van moderatie.

Daardoor behoudt tvbrussel wel zijn imago als betrouwbare nieuwszender indien een dergelijk

platform meteen aan de naam van de omroep zou gelinkt worden. Dat tvbrussel een dergelijk

platform wil ontwikkelen staat buiten kijf. De financiering wordt best intern gezocht gezien het feit

dat de Brusselse overheid geen grote voorstander is van een dergelijk platform en het feit dat een

projectsubsidie weer de afhankelijkheid van de betrokken overheid inhoudt. Daarnaast speelt ook

de kleine groep actieve gebruikers een rol. Zeer weinig mensen zijn immers actief op dergelijke

platformen. Al zou deze bedreiging ook een opportuniteit kunnen zijn omdat deze kleine groep

voldoende is om een platform voor user generated content draaiende te houden. Op die wijze kan

tvbrussel extra informatie genereren voor zijn uitzendingen. De opdracht van tvbrussel wordt

hierdoor mee ondersteund.

De sterkte van een user generated content platform van tvbrussel is net dat de kans om content

over te nemen in bijvoorbeeld nieuws op tvbrussel zelf een motivatie kan betekenen voor die kleine

groep van actieve uploaders. Zoals reeds gesteld, zou ook een uitbreiding van het idee van Vrij

Podium naar een online platform voor tvbrussel mogelijk zijn. Zo breidt het de

deelnamemogelijkheden voor de burgers in de lokale Brusselse samenleving uit. De op het eerste

gezicht bedreigende lage kwaliteit van wat users aanleveren, valt te relativeren. De technische

kwaliteit wordt immers steeds beter en wat onaanvaardbare inhoud betreft, zorgt moderatie voor

een filter. Over die grenzen van de moderatie dient wel nog een interne consensus gezocht te

worden. Idem voor het uitwerken van een motivatiesysteem om de burger aan te zetten tot actie.

Internationaal is over dit laatste echter geen consensus. Moet er een competitie met geldelijke

beloningen voor bijdrages komen. Of is de eer om op tv te komen of een publiek online op te

bouwen belangrijker? De meningen hierover verschillen, wat de discussie binnen tvbrussel alleen

maar kan aanwakkeren en zowel positieve (wordt over nagedacht) als negatieve gevolgen (geen

eensgezindheid bij lancering van een concept) met zich meedraagt.

Page 102: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

99

4.5.3 Beleidsaanbevelingen

Een laatste stap in het gebruik van een SWOT is de vertaling van alle elementen naar strategische

lijnen voor verbetering.387 Op basis van het theoretisch kader en het empirische luik zullen we geen

vaste beleidsstrategieën propageren, maar een aantal aanbevelingen verstrekken om de

verschillende pijnpunten te veranderen en de sterke elementen ook in de toekomst te behouden.

Hier draait dit onderzoek immers om: heeft tvbrussel een beloftevolle toekomst? Na onze analyse

blijkt dat tvbrussel alle potentieel bezit om ook in de toekomst een slagvaardige en voorname rol

te spelen in en voor de hoofdstad. Daarvoor dienen de betrokken actoren echter rekening te

houden met tal van factoren waarvan we nu de belangrijkste in onze aanbevelingen opnemen. We

delen deze op als volgt: offensief (uitbuiten van sterktes) en ombuiging (verbeteren van interne

zwaktes) voor de opportuniteiten en defensief (beschermen van sterktes) en overleving

(voorbereiden op uitgebuite zwaktes) voor de bedreigingen.388 De SWOT-analyse draait uiteraard

om tvbrussel, maar in onze aanbevelingen willen we vanuit het perspectief van een beloftevol

tvbrussel ook het overheidsniveau of andere actoren zoals één, Télé Bruxelles, Brussel Deze Week

en/of FM Brussel mee betrekken in onze suggesties.

OFFENSIEF:

- Vlaams kabinet voor Media zegt niet per definitie nee tegen uitbreiding van zendgebied als

NORtv dit vraagt. Vanuit het besef dat er nood is aan andere hefbomen in Vlaanderen,

bieden er zich kansen aan om met kabinet Media en NORtv te praten en de discussie

(opnieuw) aan te gaan.

- Hefboom Vlaanderen is uitgebreid met weekoverzicht in Net Gemist-pakket. Creatieve

oplossingen kunnen voor het uitbreiden van de hefboom zorgen zolang een uitbreiding van

het zendgebied niet aan de orde is.

- Het weekoverzicht kan in de toekomst op één blijven. Dit biedt kansen om een apart

programma met nieuwe Brusselse items specifiek voor Vlaanderen te maken.

- Nieuwe onderhandelingen convenanten bieden kansen om de mogelijk wegvallende

inkomsten van Belgacom op korte, en Telenet op langere termijn, te vervangen en te

bespreken.

- Informatie over Brussel voor Nederlandskundige Brusselaar blijft prioritair, tevens in

toekomst. Nieuwe generatie Nederlandskundigen staat misschien klaar, vraag richten tot

grondig onderzoek specifieke doelgroep tussen 6- en 12-jarigen aan overheid om

duidelijkheid te krijgen over nood aan het bereiken van deze specifieke doelgroep.

- Een brede en gediversifieerde invulling van het programma-aanbod blijft eveneens in de

toekomst mogelijk indien duidelijke programmacriteria gehanteerd blijven en programma's

zo weinig mogelijk eenmalige projectsubsidies van de overheid krijgen.

- Een lokale invulling van het programma-aanbod blijft prioritair, maar kan binnen de

mediadecreten én de interne programmacriteria af en toe eens afwijken. Die 'niet-lokale'

programma's bieden opportuniteiten om het programma-aanbod op gepaste tijden te

diversifiëren.

387 VERMEYLEN (S.). Op. Cit., 2004, p. 43. 388 IDEM, p. 47.

Page 103: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

100

- Vrij Podium wordt meestal als een goede testcase voor burgertv gezien op een regionale

zender als tvbrussel en kan de actieve betrokkenheid van de Brusselse burger bij zijn

Brussels tv-station vergroten. Een uitbreiding van het project is een unieke opportuniteit.

- Vrij Podium wordt als een meerwaarde voor de omroep beschouwd, maar informatie moet

best de core-business van tvbrussel blijven. Vrij Podium kan ook opgevat worden als extra

informatie over de Brusselse samenleving.

- Een informatief online platform waar burgers zelf hun nieuwtjes uploaden komt er. Als dit

platform ontwikkeld is, kan dit enerzijds een uitbreiding van de participatieve functie van

tvbrussel ondersteunen en anderzijds een extra bron van informatie worden.

- Een informatief online user generated content platform biedt voor tvbrussel rechtstreeks

een meerwaarde. Tvbrussel kan als traditioneel medium een motiverende rol spelen en

moet deze kans dan ook grijpen door hiermee rekening te houden bij de ontwikkeling van

het platform. Het weekoverzicht op één halen met een nieuwswaardig bericht kan een

motivatie betekenen om content te uploaden bij tvbrussel.

OMBUIGING:

- De evolutie van nieuwsmedia naar crossmediale structuren dwingt tvbrussel zelf een

consensus te zoeken binnen de eigen raad van bestuur. Voorstel tot het leiden van een

crossmediale structuur door een extern manager lijkt het project meeste kans op succes te

geven.

- Het ontbreken van financiële kracht om dit project te trekken, kan omzeild worden door

extern een manager aan te laten werven door de nieuwe crossmediale organisatie. Een

voorstel hiertoe kan bij een consensus best gericht worden naar de VGC en Vlaamse

Gemeenschap die zelf de knopen dienen door te hakken.

- De beperkte invulling van Vrij Podium kan uitgebreid worden. De vraag is er in de

samenleving, alleen moet deze ook verder gestimuleerd worden.

- De twijfel over een mogelijke overstap naar HD kan omgebogen worden in een voorstel

naar de overheden toe wat er mogelijk is voor eenmalige subsidies voor de dure overstap.

Op die manier kan er een duidelijk standpunt worden ingenomen en de toekomst op dat

vlak beter ingeschat worden.

- Het ontbreken van een online platform voor user generated content kan omgebogen

worden in de kans om vrij snel een platform te ontwikkelen vermits een kleine groep van

actieve burgers voldoende is om het platform te laten draaien.

- De voorwaarde om een moderator voor een online ugc-platform aan te werven of aan te

duiden, brengt kosten met zich mee die in de nieuwe onderhandelingen voor de

convenanten inbegrepen kunnen worden. Ook eenmalige subsidies voor het project zijn

mogelijk, maar dit maakt het weer afhankelijk van de goodwill van de ministers.

- De verdere brainstorm over de ontwikkeling van een ugc-platform kan een consensus op

vlak van de grenzen van moderatie met zich meebrengen.

DEFENSIEF:

- Door de rigide structuur van de convenanten is er weinig speling mogelijk om zich aan

veranderingen in het medialandschap aan te passen. Tvbrussel kan dit probleem

Page 104: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

101

meenemen naar de onderhandelingstafel voor de nieuwe convenanten en een oplossing

zoeken.

- Vermijden van eenmalige projectsubsidies biedt een grotere onafhankelijkheid van de

overheden.

- Tvbrussel moet zich wapenen om de link met Vlaanderen voldoende te blijven behouden.

De zoektocht naar extra hefboompartners in Vlaanderen moet uitgebreid worden.

- Samenwerkingspogingen met Télé Bruxelles stuitten op historische en communautaire

barrières. Uitkijken naar andere creatieve oplossingen om de informatievoorziening binnen

Brussel te verbeteren, blijft hierbij de opdracht.

- De discussie tussen overheid en tvbrussel over de al dan niet te bereiken nieuwe doelgroep

van de Nederlandskundige 6- tot 12-jarigen, mag niet leiden tot overhaaste conclusies. Een

onderbouwde studie kan duidelijkheid brengen.

- De informatieve taak van tvbrussel mag niet verwaarloosd worden door extra en

onvoorziene begeleiding van de organisaties bij Vrij Podium. Duidelijke richtlijnen,

afspraken en evaluatiegesprekken kunnen voorkomen dat tvbrussel nodeloos extra werk

krijgt voorgeschoteld.

- De participatieve taak die tvbrussel zich ondermeer via Vrij Podium toedicht, wordt niet

erkend door de VGC. In de nieuwe onderhandelingen voor de convenanten kan dit met

zowel de VGC als de Vlaamse overheid besproken worden. Ook de vraag of hiervoor een

aparte eenmalige subsidie nodig is, kan dan gesteld worden ten voordele van meer

zekerheid voor het voortbestaan van deze programma's.

- De uitbreiding van Vrij Podium kan, ondanks de visie van de VGC, ook online gebeuren.

- Tegen de visie van de VGC op participatie kan ingebracht worden dat informatie de

prioriteit blijft. De koppeling tussen informatie als core-business en participatie als

meerwaarde voor de betrokkenheid van Brusselse groepen kan gemaakt worden bij de

onderhandelingen voor de nieuwe convenanten.

- De bedreiging dat lage kwaliteit het imago van tvbrussel zou schaden, is niet in alle

gevallen geldig. Als er een duidelijke scheiding tussen online platform en het nieuws van

tvbrussel gemaakt wordt, stelt zich hier geen probleem. Ook moderatie kan bijdragen tot

het niet toelaten van bepaalde inhouden.

- De bedreiging dat slechts een klein deel van de bevolking actief bezig zal zijn met inhouden

te produceren op een online platform kan een voordeel voor de kostprijs van de moderatie

zijn.

- Een uitbreiding van Vrij Podium naar een online platform houdt mogelijk een verhoging van

de subsidies in, en daarvoor is tvbrussel nog steeds afhankelijk van eenmalige

projectsubsidies van de Vlaamse overheid.

OVERLEVING:

- Onenigheid binnen raad van bestuur over crossmediale structuur wordt verder ondersteund

door onenigheid op internationaal niveau. Er moet getracht worden om met consensus een

beslissing te nemen of om een duidelijke keuze te maken.

Page 105: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

102

- Financieel kan tvbrussel het crossmediale project niet trekken. De overheid moet hierin

tussenkomen, ook om uiteindelijk grote knopen op vlak van de structuur door te hakken na

het raadplegen van de drie media.

- Het denken binnen de grenzen van de organisaties moet langzaamaan verdwijnen om het

crossmediale project te laten slagen. Hiervoor moeten duidelijke voorstellen door de raden

van bestuur geformuleerd worden. De overheid dient de uiteindelijke knoop door te hakken

of er 1 structuur dient te komen of niet.

- Prestige mag niet aan de basis liggen van de beslissing om een nieuwe geïntegreerde

werkvloer uit te sluiten. Tvbrussel moet er over waken dat de uiteindelijke crossmediale

werking een meerwaarde kan betekenen voor de drie media.

- De beperkte invulling van Vrij Podium versterkt de bedreiging van het ontkennen van

participatie als taak van tvbrussel door de VGC. Het argument dat het toch maar voor een

kleine groep is, mag niet doorwegen om het project op termijn af te schaffen of niet verder

uit te breiden. Idem voor de ontwikkeling van een ugc-platform.

- De rigide structuur van de driejarenconvenanten mag geen rem betekenen op de

ontwikkeling van een ugc-platform. In de nieuwe onderhandelingen kan hiermee rekening

gehouden worden.

- Het feit dat er nog steeds geen ugc-platform is, wordt ondersteund door mogelijke

argumenten dat de kwaliteit slecht is, dat er in de sector geen eensgezindheid bestaat over

beloningen en moderatie en dat er toch maar een klein deel van de Brusselse burgers actief

zal zijn op een dergelijk platform. Aan tvbrussel om de opportuniteiten van een ugc-

platform in de verf te zetten en uit te spelen bij de ontwikkeling ervan.

- De grote twijfel om op termijn over te schakelen naar HD kan nefaste gevolgen hebben

gezien het feit dat alle grote tv-omroepen op termijn deze stap zullen zetten. Een

(creatieve) oplossing dient dringend gezocht te worden met alle betrokkenen om

duidelijkheid te creëren over de toekomst.

Page 106: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

103

5 Algemeen besluit

Met deze studie naar de sterktes, de zwaktes, de opportuniteiten en de bedreigingen van tvbrussel

met betrekking tot zijn opdracht en de uitvoering ervan wilden we een algemene diagnose stellen

over de situatie waarin tvbrussel zich vandaag bevindt om de toekomst van morgen aan te kunnen.

We focusten hierbij op de informatieve en participatieve functies die aan een regionaal medium

zoals tvbrussel in de literatuur worden toegeschreven.

In het theoretische kader legden we de basis voor het empirische luik. We opteerden bewust voor

een 'gemengde' visie op de taken van een lokale tv-omroep als tvbrussel: informatie voor en

participatie door de lokale burger op tvbrussel. Voor sommige auteurs staan beide mogelijkheden

lijnrecht tegenover elkaar. De kijker kan zich immers maar burger noemen als hij op een rationele

manier geïnformeerd wordt. Op lokaal niveau kan de regionale omroep in Vlaanderen daar een

belangrijke rol in spelen. Anderen menen dan weer dat een echte democratie pas kan werken als

burgers ook effectief meer kunnen doen dan stemmen bij verkiezingen. Op allerlei niveaus moeten

mensen actief kunnen mee beslissen om zich echt te kunnen ontplooien, ook in de media. Dat kan

binnen zogenaamde community media op beleidsniveau of op programmavlak zijn. We

problematiseerden zowel de tegenstellingen tussen de aanhangers van de deliberatieve en die van

de participatieve democratie en als de tegenstellingen tussen de begrippen "lokale media" en

"community media" binnen de vakliteratuur. We kozen in de veelheid aan standpunten en visies

een 'gemengd' perspectief waarbij de functies van een regionale tv-omroep vooral op informatief

vlak liggen, maar waar ook participatieve componenten aangekoppeld zijn. Het lijkt ons hier

immers niet over een zwart-wit-tegenstelling te gaan, maar om twee voor ons duidelijke

complementaire rollen die een lokale tv-omroep als tvbrussel op zich kan nemen om een middel te

zijn in de democratische, Brusselse en meertalige samenleving.

Om deze aanvullende functies die tvbrussel de voornaamste reden van bestaan geven, in de

praktijk te toetsen, focusten we ons in eerste instantie op de opdracht en de invulling ervan. Waar

informatie een grote rol speelt in de opdracht van tvbrussel, zagen we echter dat burgerparticipatie

niet als een voorname taak door de overheden bestempeld wordt. Toch konden we opmerken dat

binnen tvbrussel de wil aanwezig is om burgers een stem te geven via het tv-kanaal. Vrij Podium is

daar in het programma-aanbod de realisatie van. In tweede instantie onderzochten we de

mogelijkheden voor tvbrussel op vlak van online user generated content. Hierbij kwamen we tot

het besluit dat het online aanbieden van een forum waarop de Brusselse burger binnen een

informatief concept zijn content kan plaatsen zowel een uitbreiding van het Vrij Podium (of de

participatieve kansen die tvbrussel biedt), als een ondersteunende rol voor het genereren van

nieuwe informatiebronnen kan betekenen.

Doorheen onze algemene diagnose brachten we sterktes en pijnpunten in kaart om tot een

invulling te komen die volgens de geïnterviewde experten, de documenten en de literatuur die we

verorberden, de beloftevolle toekomst van tvbrussel bepalen. Daar draaide het onderzoek immers

om. Met de bijna retorische en ietwat opportunistische vraag of tvbrussel nog een beloftevolle

toekomst heeft, vingen we dit onderzoek aan. De algemene diagnose bevat tal van punten die we

Page 107: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

104

in onze voorgaande synthese uitgebreid behandelden en die dus volgens onze analyse belangrijk

zijn voor de informatieve en participatieve invulling van de opdrachten van tvbrussel waarbij user

generated content een 'nieuwigheid' kan zijn die de opdracht nog verder kan ondersteunen.

Het voordeel van dit algemene onderzoek is dat we diverse aspecten konden aanraken. Onze

algemene analyse bevat echter een aantal tekortkomingen. Zo brengen we verschillende punten

naar voren, maar kunnen we omwille van praktische redenen niet dieper ingaan op specifieke

elementen. Op die manier missen we ongetwijfeld details die de analyse diepgaander kunnen

voeren. Bovendien zijn de factoren die we geïdentificeerd hebben zeer variabel. En dat op twee

manieren. Enerzijds zijn de SWOT-elementen op zich beïnvloedbaar door allerlei andere factoren

die plotseling binnen een bepaalde periode opduiken of die doorheen de analyse niet aan bod

kwamen. Anderzijds baseerden we onze analyse op een kwalitatief onderzoek met documenten en

experteninterviews. De experten brachten hun visie op een aantal gestructureerde topics, maar

hierbij moet altijd een zekere individuele interpretatie van de respondenten in rekening gebracht

worden. Daarnaast speelt die interpretatie ook een rol bij de identificatie van de SWOT-kenmerken.

We hebben getracht op een zo duidelijk mogelijke en beargumenteerde manier deze kenmerken

eruit te lichten, maar sowieso bevat onze analyse een zekere subjectiviteit. Om dit te counteren

hebben we geprobeerd om het kader waarbinnen we onze analyse uitvoerden, overzichtelijk weer

te geven in het theoretische deel. De SWOT-analyse en de vertaling naar beleidsaanbevelingen zijn

binnen dit informatieve en participatieve kader te situeren. Ook het stap voor stap uitgebreid

toelichten van onze methodologie moest hiertoe bijdragen.

Een ander pijnpunt van dit onderzoek is het niet kunnen opnemen van de visie van de bevoegde

Vlaamse minister Bert Anciaux en de overkoepelende organisatie van alle regionale omroepen,

NORtv. Bij beiden konden we – ondanks meermaals aandringen – geen schriftelijke of mondelinge

interviews afnemen. Niettemin, stelden we onze respondenten op een zo evenwichtig mogelijke

manier samen en zijn overheden, tvbrussel zelf en andere externe experten perfect in staat

gebleken om een gedegen analyse te kunnen uitvoeren. Omwille van de beschikbare tijd waren we

uiteraard beperkt in het uitvoeren van het aantal interviews.

Een laatste opmerking die wij bij de methodologische keuze voor een SWOT-analyse dienen aan te

halen, is dat de uitkomsten geen absoluut antwoord in zich houden op onze onderzoeksvragen. Ze

bieden wel een context waarin mogelijke antwoorden geformuleerd worden. En net dat was onze

bedoeling. Het aanreiken van een algemeen overzicht om beleidsdaden bij en voor tvbrussel een

duidelijke richting te kunnen geven – of toch tenminste het debat over deze richting aan te

wakkeren – was het initieel opzet van dit hele onderzoek. Bovendien werpt dit onderzoek nieuwe

vragen op met betrekking tot het algemene model van regionale televisie in Vlaanderen in een

veranderend medialandschap waar geografische grenzen door nieuwe technologieën nauwelijks een

rol dienen te spelen. De relevantie van deze masterproef kunnen we bijgevolg op een algemener

niveau situeren. Absolute waarheden en antwoorden biedt deze onderzoeksbundel dus niet. Maar

na het aanreiken van tal van problematische en sterke elementen van tvbrussel, biedt het wel een

zicht op die elementen die van bijzonder belang zijn om tvbrussel een beloftevolle toekomst te

gunnen.

Page 108: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

105

6 Bibliografie

ABERCROMBIE (N.). Television and Society. Cambridge, Polity Press, 1996, 228 p.

BAARDA (D.), DE GOEDE (M.). Basisboek methoden en technieken: praktische handleiding voor het

opzetten en uitvoeren van onderzoek. Leiden, Stenfert Kroese, 1998, 304 p.

BARBER (B.). Strong democracy: participatory politics for a new age. Berkeley, University of

California Press, 1984, 320 p.

BONDEBJERG (I.). Television in Scandinavia: history, politics and aesthetics. Luton, University

Press, 1996, 248 p.

BRENNER (M.), BROWN (J.), CANTER (D.). The research interview: uses and approaches. Londen,

Academic Press, 1985, 276 p.

BROOKS (H.). Unrecognized social consequences of telecommunications technologies. In:

LUNDSTEDT (S.B.) (ed.). Telecommunications, values and the public interest. New Jersey, Ablex,

1990, pp. 17-35.

BRUNS (A.). Gatewatching. Collaborative online news production. New York, Peter Lang, 2005, 348

p.

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Gemeenten.

http://www.brussel.irisnet.be/nl/region/region_de_bruxelles-capitale/communes.shtml, zie bijlage

p. 148. Datum van raadpleging: 7 april 2008.

BURGELMAN (J.), PUNIE (Y.) & VERHOEST (P.). Van telegraaf tot telenet. Naar een nieuw

communicatiebestel in Vlaanderen. Brussel, VUBPress, 1995, 246 p.

CARPENTIER (N.). Burgermedia in de 21ste eeuw. In: CARPENTIER (N.), CAMMAERTS (B.).

Burgermedia: Opmars, ervaringen, bedenkingen. Brussel, Indymedia.be, 2008, pp. 12-25.

Available at http://burgermedia.be/files/mediareader_nicocarpentier.pdf. Datum van raadpleging:

5 maart 2008.

CARPENTIER (N.), LIE (R.), SERVAES (J.). Community Media: Muting the democratic media

discourse?. In: Journal of Media and Cultural Studies, 2003, vol. 17, nr. 1, pp. 51-68.

CARPENTIER (N.), NORDENSTRENG (K.), HARTMANN (M.) (eds). Media Technologies and

Democracy in an Enlarged Europe. Tartu, Tartu University Press, 2007, 424 p.

COULDRY (N.), MCCARTHY (A.). Mediaspace. Place, scale and culture in a media age. Londen,

Routledge, 2004, 303 p.

Page 109: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

106

DAHL (R.). On Democracy. Londen, Yale University Press, 1998, 217 p.

DAHLGREN (P.), SPARKS (C.). Communication and Citizenship. Londen, Routledge, 1991, 266 p.

DE BENS (E.), PETERSEN (V.). Models of Local Media Development. In: SIUNE (K.),

TRUETZSCHLER (W.). Dynamics of Media Politics. Broadcast and Electronic Media in Western

Europe. Londen, Sage, 1992, pp. 154-178.

DE BRUIN (M.), VAN DOORMAAL (T.), JANKOWSKI (N.). Kleine media: lokale omroep en video.

Haarlem, Macula, s.d., 250 p.

DE CONINCK-DE BOECK (S.). TV-Brussel en Télé Bruxelles doorgelicht. Een profiel van de twee

zenders en een inhoudsanalyse van de nieuwsuitzendingen van beide Brusselse stations. Brussel,

onuitgegeven lic. verhand., 1994, 424 p.

DE GOEDE (P.), HOLLANDER (E.), VAN DER LINDEN (C.). Lokale media en lokaal bestuur:

achtergronden, moeilijkheden en mogelijkheden. Nijmegen, Bohn Stafleu Van Leghum, 1996, 155

p.

DE GROOFF (D.). Web 2.0. Presentation at 11th Symposium of the Belgian Broadband Platform, 15

maart 2007. Available at http://www.broadbandplatform.be/nl/?n=134&sessionid=4

DESCHOUWER (K.), HOOGHE (M.). Politiek. Een inleiding in de politieke wetenschappen. Meppel,

Boom, 2005, 299 p.

DEUZE (M.). Participation, Remediation, Bricolage: Considering Principal Components of a Digital

Culture. In: Information Society, 2006, vol. 22, nr. 2, pp. 63-76.

DRIJVERS (J.). Kleinschalige media tussen pleinvrees en claustrofobie. In: SERVAES (J.),

HEINSMAN (L.). Hoe nieuw zijn de nieuwe media? Een mediabeleid met een perspectief. Acco,

Leuven, 1988, pp. 131-148.

DRIJVERS (J.). Mediadoorlichting in Vlaanderen. Deelrapport: regionale televisie. Leuven, s.e.,

1992, 112 p.

DURHAM (M.), KELLNER (D.). Media and Cultural Studies Keyworks. Oxford, Blackwell, 2001, 755

p.

EDGE (D.). The social shaping of technology. In: EINON (G.), HEAP (N.), MACKAY (H.), MASON

(R.), EMMOTT (S.J.) (eds). Information superhighways. London, Academic press, 1995, pp. 61-87.

Page 110: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

107

ENLI (S.). Redefining Public Service Broadcasting. Multiplatform participation. In: Convergence,

2008, vol. 14, nr. 1, pp. 105-120.

FLICK (U.). An introduction to qualitative research. Londen, Sage, 1999, 310 p.

FRASER (N.). Rethinking the public sphere: a contribution to the critique of actually existing

democracy. In: DURING (S.) (ed.). The cultural studies reader. Londen, Routledge, 1993, pp. 518-

536.

FRISSEN (V.), VAN LIESHOUT (M.), VAN STADEN (M.). De schaduwdemocratie: ICT en

maatschappelijke participatie. Den Haag, Internet en openbaar bestuur, 2001, 104 p.

GOOSSENS (W.), HEYSSE (T.). Democratie als filosofisch vraagstuk: lezingen over macht,

vertegenwoordiging en politiek. Kapellen, Pelckmans, 2003, 144 p.

GRIPSRUD (J.). Television and common knowledge. Londen, Routledge, 1999, 209 p.

HAGEN (I.). Slaves of the rating tyranny? Media Images of the Audience. In: ALASUUTARI (P.)

(ed.). The inscribed Audience, Londen, Sage, 1999, pp. 135-150.

HELD (D.) Models of Democracy. Standford, Stanford University Press, 2006, 338 p.

HESSEL (B.). Staatssteun op het grensvlak van bestuursrecht, Europees recht en fiscaal recht. Den

Haag, Boom, 2005, 312 p.

HEYSSE (M.). Van missie tot beleidsplan. Een handleiding voor beleidsontwikkeling in het sociaal-

cultureel werk. Brussel, Kwasimodo, 2001, 77 p.

HOYNES (W.). Public Television For Sale. Media, the Market and the Public Sphere. Boulder,

Westview, 1994, 207 p.

JANKOWSKI (N.). Community television in Amsterdam: acces to participation in and use of the

'lokale omroep Bylemeer'. Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 1988, 205 p.

JANKOWSKI (N.). Creating Community with Media: History, Theories and Scientific Investigations.

In: LIEVROUW (L.), LIVINGSTONE (S.). The Handbook of New Media, Social Shaping and

Consequences of ICT's. Londen, Sage, 2002, pp. 34-49.

JANKOWSKI (N.), LEEUWIS (C.), MARTIN (P.), NOORDHOF (M.), VAN ROSSUM (F.). Virtuele

democratie: reflectie op een recent initiatief. In: I&I, 1997, vol. 15, nr. 2, pp. 120-127.

JANKOWSKI (N.), PREHN (O.). Community Media in the Information Age. New Jersey, Hampton

Press, 2002, 390 p.

Page 111: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

108

JANKOWSKI (N.), VAN SELM (M.). Traditional news media online: an examinator of added values.

In: Communications, 2000, vol. 25, nr. 1, pp. 85-101.

JANSEN (R.). De effectiviteit van nieuwe media: vage beloften of reële potenties? In: I&I, 1997,

vol. 15, nr. 2, pp. 106-108.

JANSSENS (H.), VAN LANDUYT (D.). Een doorlichting van de tien regionale televisiezenders. In: DE

BENS (E.), RAEYMAECKERS (K.) (eds). Regionale media in Vlaanderen: een doorlichting. Gent,

Academia Press, 1998, pp. 43-136.

KLEINSTEUBER (H.). The Global Village Stays Local. In: SIUNE (K.), TRUETZSCHLER (W.).

Dynamics of Media Politics. Broadcast and Electronic Media in Western Europe. Londen, Sage,

1992, pp. 143 – 153.

LAFRANCE (J.). Les télévisions locales en Europe. In: INSTITUT NATIONALO DE L'AUDIOVISUEL.

Communications - Télévisions mutations. Parijs, Documentation française, 1990, pp. 221-241.

LAX (S.). Beyond the Horizon: Communications Technologies: Past, Present and Future. Luton

Press, Luton, 1997, 133 p.

LEONARD (J.). De regionale televisieomroep als agogisch medium. Een onderzoek naar de invloed

van televisie-informatie op de deelname aan het sociaal-cultureel aanbod. Brussel, onuitgegeven

lic. verhand., 1997, 94 p.

LEWIS (P.), BOOTH (J.) The invisible medium: public, commercial en community radio.

Basingstoke, Macmillan, 1989, 245 p.

LIEVROUW (L.), LIVINGSTONE (S.). The Handbook of New Media, Social Shaping and

Consequences of ICT's. Londen, Sage, 2002, 564 p.

LOADER (B.). Cyberspace divide: equality, agency and policy in the information society. Londen,

Routledge, 1998, 266 p.

O'MALLEY (T.). Closedown? The BBC and government broadcasting policy, 1979-1992. Londen,

Pluto Press, 1994, 236 p.

O'REILLY (T.). What is web 2.0.

http://www.oreillynet.com/pub/a/oreilly/tim/news/2005/09/30/what-is-web-20.html, zie bijlage p.

142. Datum van raadpleging: 13 mei 2008.

MADGE (T.). Beyond the BBC: Broadcasters and the public in the 1980's. Londen, MacMillan, 1989,

229 p.

Page 112: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

109

MATTELART (A.). The Information Society: an introduction. Londen, Sage, 2003, 182 p.

MCQUAIL (D.). Mass Communication Theory. Londen, Sage, 2000, 542 p.

MEIJER (I.). Impact or Content? Ratings vs Quality in Public Broadcasting. In: European Journal of

Communication, 2005, vol. 20, nr. 1, pp. 27-53.

NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK. Structuur van de bevolking.

http://statbel.fgov.be/figures/d21_nl.asp#2, zie bijlage p. 149. Datum van raadpleging: 6 april

2008.

PATEMAN (C.). Participation and democratic theory. Cambridge, Cambridge University Press, 1974,

122 p.

PAULUSSEN (S.). UGC in the professional newsroom. Presentation at FLEET-congres New(s)

generation, 30 januari 2008.

PAULUSSEN (S.), HEINONEN (A.), DOMINGO (D.), QUANDT (T.). Doing it Together: Citizen

Participation In The Professional News Making Process. In: Observatorio Journal, 2007, vol. 1, nr.

3, pp. 131-154.

PIERSON (J.). De (on)verenigbaarheid van informatie- en communicatietechnologie en zelfstadige

ondernemers. Een gebruikersgericht en innovatiestrategisch onderzoek naar adoptie, gebruik en

betekenis van ICT voor zaakvoerders van micro-ondernemingen. Brussel, onuitgegeven doc.

verhand., 2003, 612 p.

RTVM. RTVM – Regionale TV Media. http://www.rtvm.be/zendgebied.php?hmID=38, zie bijlage p.

146. Datum van raadpleging: 5 april 2008.

RUSHTON (D.). Citizen television: a local dimension to Public Service Broadcasting. Londen, John

Libbey, 1993, 232 p.

RUTTEN (P.). De toekomst van de regionale publieke omroep. Hilversum, Stichting ROOS, 2006, 74

p. Available at http://www.nederland.broadbandtvnews.com/downloads/ROOStoekomst.pdf.

SAWARD (M.). Democracy. Cambridge, Polity, 2003, 175 p.

SILVERSTONE (R.). Consuming technologies: media and information in domestic spaces. Londen,

Routledge, 1999, 241 p.

Page 113: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

110

STRATEGIES. Les trente qui font bouger les régions.

http://www.strategies.fr/archives/1268/126804601/les-trente-qui-font-bouger-les-regions.html,

zie bijlage p. 144. Datum van raadpleging: 13 mei 2008.

SWANBORN (P.). Evalueren: het ontwerpen, begeleiden en evalueren van interventies: een

methodische basis voor evaluatie-onderzoek. Amsterdam, Boom, 1999, 364 p.

SYVERTSEN (T.). Paradise Lost: The Privatization Of Scandinavian Broadcasting. In: Journal of

Communication, 1997, jr. 47, nr. 1, pp. 120-127.

TÉLÉ BRUXELLES. Télé Bruxelles Online – Connaître la chaîne.

http://www.telebruxelles.net/portail/content/category/22/71/345/, zie bijlage p. 147. Datum van

raadpleging: 6 april 2008.

TRACEY (M.). The decline and fall of public service broadcasting. New York, Oxford University

Press, 1998, 295 p.

TVBREIZH. Qui sommes nous? http://www.tvbreizh.fr/tvbreizh/la-chaine/0,,3715077-

VU5WX0lEIDQ3Mw==,00-decouvrez-clip-presentation-breizh-.html, zie bijlage p. 143. Datum van

raadpleging: 13 mei 2008.

TVBRUSSEL. Begroting 2008. Brussel, tvbrussel, s.d., 23 p.

TVBRUSSSEL. Criteria inzake programmabeleid. Brussel, tvbrussel, s.d., zie bijlage pp. 158 – 161.

TVBRUSSEL. Over tvbrussel. http://www.tvbrussel.be/over-tvbrussel, zie bijlage p. 145. Datum van

raadpleging: 5 april 2008.

TVBRUSSEL. Programma's. http://www.tvbrussel.be/programmas, zie bijlage p. 153. Datum van

raadpleging: 7 april 2008.

TVBRUSSEL. Redactiestatuut. Brussel, tvbrussel, s.d., 4 p.

TVBRUSSEL. Werkingsprogramma 2008. Brussel, tvbrussel, s.d., 29 p.

VERMEYLEN (S.). Werken met SWOT-analyse. Brussel, Politeia, 2004, 68 p.

VLAAMSE GEMEENSCHAP. Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en TV-Brussel VZW.

Brussel, Vlaamse Gemeenschap, 2006, 5 p.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en TV-Brussel

VZW. Brussel, Vlaamse Gemeenschapscommissie, 2006, 5 p.

Page 114: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

111

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Geschiedenis, missie en bevoegdheden.

http://www.vgc.be/Site+structuur/leftnav/situering/paspoortHome.html, zie bijlage p. 152. Datum

van raadpleging: 7 april 2008.

VLAAMSE OVERHEID. Decreten betreffende de radio-omroep en de televisie in Vlaanderen.

Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vlaamse Overheid, Brussel, 2008, 76 p.

VLAAMSE REGERING. Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie

aan de Vlaamse regionale televisieomroepen voor algemene opleidings- en vormingsprojecten voor

jonge journalisten om de kwaliteit, de diversiteit en de pluriformiteit van het aanbod te bevorderen.

Brussel, Vlaamse Regering, 2007, 3 p.

VLAAMSE REGERING. Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie

aan de Vlaamse regionale televisieomroepen voor de uitvoering van de decretale opdrachten,

vastgelegd in artikel 71 van de Vlaamse decreten betreffende de radio-omroep en de televisie,

gecoördineerd op 4 maart 2005, in het bijzonder voor de verzorging van programma's die de

betrokkenheid van de burgers bij hun regionale leefwereld moeten vergroten. Brussel, Vlaamse

Regering, 2007, 4 p.

VLAAMSE REGERING. Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie

aan de Vlaamse regionale televisieomroepen voor het ontwikkelen van initiatieven en projecten die

de regionale omroepen de mogelijkheid bieden om zich aan te sluiten op een aantal nieuwe digitale

en interactieve ontwikkelingen en platformen in het kader van de convergerende media. Brussel,

Vlaamse Regering, 2007, 4 p.

VLAAMSE REGERING. Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan

de regionale televisieomroepen voor gespecialiseerde medewerkers voor de ondertiteling van

televisieprogramma's ten behoeve van doven en slechthorenden. Brussel, Vlaamse Regering, 2007,

3 p.

VLAAMSE REGERING. Ministerieel besluit betreffende de toekenning van een subsidie ter waarde

van 1.600.000 euro aan de vzw TV-Brussel, begrotingsjaar 2008. Brussel, Vlaams minister van

Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, 2008, zie bijlage pp 150-151.

VRANCKEN (K.). From media 1.0 to media 2.0: the impact of user generated content. Presentation

at 11th Symposium of the Belgian Broadband Platform, 15 maart 2007. Available at

http://www.broadbandplatform.be/nl/?n=134&sessionid=4

VRT. Eén – zaterdag 12 april. http://www.een.be/televisie1_master/dezeweek/script/dag4.shtml,

zie bijlage p. 154. Datum van raadpleging: 7 april 2008.

YTREBERG (E.). Ideal types in public service television: paternalists and bureaucrats, charismatics

and avant-gardists. In: Media, Culture and Society, 2002, vol. 24, nr. 6, pp. 759-774.

Page 115: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

112

7 Lijst van figuren en tabellen

Figuur 1: Overgang Web 1.0 naar Web 2.0 22

O'REILLY (T.). What is web 2.0.

http://www.oreillynet.com/pub/a/oreilly/tim/news/2005/09/30/what-is-web-20.html, zie

bijlage p. 142. Datum van raadpleging: 13 mei 2008.

Figuur 2: Regionaal omroeplandschap 37

RTVM. RTVM – Regionale TV Media. http://www.rtvm.be/zendgebied.php?hmID=38, zie

bijlage p. 146. Datum van raadpleging: 5 april 2008.

Figuur 3: Organigram tvbrussel 42

TVBRUSSEL. Organigram. Brussel, tvbrussel, 2007, 1 p.

Lijst Respondenten 1 54

Lijst van de auteur. Respondentenlijst dimensie 1, zie ook bijlage p. 0

Lijst Respondenten 2 57

Lijst van de auteur. Respondentenlijst dimensie 2, zie ook bijlage p. 0

Tabel 1: SWOT Dim 1 – Opdracht 64

Tabel van de auteur.

Tabel 2: SWOT Dim 1 – Informatie 73

Tabel van de auteur.

Tabel 3: SWOT Dim 1 – Burgerparticipatie 77

Tabel van de auteur.

Tabel 4: SWOT Dim 1 – Aanvullingen 80

Tabel van de auteur.

Tabel 5: SWOT Dim 2 89

Tabel van de auteur.

Tabel 6: confrontatiematrix SWO 91

Tabel van de auteur.

Tabel 7: confrontatiematrix SWT 92

Tabel van de auteur.

Page 116: GC Tvbrussel: een beloftevolle toekomst?Aan de hand van een case-study van tvbrussel zullen we nagaan in welke mate tvbrussel zichzelf aan de vooravond van de onderhandelingen over

113

8 Bijlagen

Lijst respondenten B0

Interview Guy Vanhengel B1

Interview Peter Mast B14

Interview Geert De Wael B28

Interview Robert Esselinckx B41

Interview Jan De Troyer B52

Interview Jean-Philip De Tender B66

Interview Dirk Hoornaert B76

Interview Caroline Uyttendaele en Duncan Braeckevelt B88

Interview Els Witte B95

Nota's lezing Marcel Houtman B102

Nota's lezing Leonard Brody B104

Interview Jeroen Van den Broeck B105

Interview Eefje Coolen B112

Interview Steve Paulussen B122

Interview Jan De Troyer (ugc) B129

Interview Geert De Wael (ugc) B135

O'REILLY (T.). What is web 2.0. B142

TVBREIZH. Qui sommes nous? B143

STRATEGIES. Les trente qui font bouger les régions. B144

TVBRUSSEL. Over tvbrussel. B145

RTVM. RTVM – Regionale TV Media. B146

TÉLÉ BRUXELLES. Télé Bruxelles Online – Connaître la chaîne. B147

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Gemeenten. B148

NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK. Structuur van de bevolking. B149

VLAAMSE REGERING. Ministerieel besluit betreffende de toekenning van een subsidie ter waarde

van 1.600.000 euro aan de vzw TV-Brussel, begrotingsjaar 2008. B150

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. Geschiedenis, missie en bevoegdheden. B152

TVBRUSSEL. Programma's. B153

VRT. Eén – zaterdag 12 april. B154

Voorbeeldmail / brief aanvraag interview B155

Voorbeeld overzicht topiclijst masterproef over tvbrussel B156

TVBRUSSSEL. Criteria inzake programmabeleid. B158