Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties...

19
THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bus GEBRUIKERSHANDLEIDING

Transcript of Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties...

Page 1: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION

Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bus

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Page 2: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

Copyright © 2016 door DALEMANS nv

Revisie V1R2 • 07/2016

Elke gedeeltelijke of volledige reproductie van dit document, op welke manier ook, is strikt verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van DALEMANS nv.

De informatie in dit document is niet bindend en kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.

Dalemans n.v. Rue Jules Mélotte, 27 • B-4350 Remicourt (België) Tel. +32(0)19 54 52 36 • Fax +32(0)19 54 55 34 E-mail: [email protected]

Page 3: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com | 3

INHOUDSTAFEL

WAARSCHUWINGEN .................................................................................................. 4

BEPERKINGEN ............................................................................................................ 4

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ................................................................................ 5

AANSPRAKELIJKHEIDSGRENS ................................................................................ 6

MILIEU .......................................................................................................................... 6

KWALITEITSBORGING ............................................................................................... 6

1. INLEIDING ............................................................................................................ 7

1.1. Markering .................................................................................................... 7

2. OMSCHRIJVING ................................................................................................... 8

2.1. Algemeen overzicht ..................................................................................... 8

2.2. Afmetingen .................................................................................................. 9

3. INSTALLATIE ..................................................................................................... 10

3.1. Plaatsing van de detectors ........................................................................ 10

3.2. Montage .................................................................................................... 11

3.3. Bekabeling ................................................................................................. 12

3.4. Elektrische aansluiting .............................................................................. 13 3.4.1. Aansluiting op de DALEMANS CAN bus centrale ........................ 14

4. ONDERHOUD ..................................................................................................... 15

4.1. Vervanging van de sensor ........................................................................ 15 4.1.1. Explosieve gassen ....................................................................... 15 4.1.2. Toxische gassen en zuurstof ........................................................ 15

4.2. Diagnose van storingen ............................................................................ 16 4.2.1. Foutcodes ..................................................................................... 16

4.3. Reserveonderdelen en accessoires .......................................................... 17

5. SPECIFICATIES ................................................................................................. 18

Page 4: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com | 4

WAARSCHUWINGEN

VOORDAT u detector installeert, herstelt of er onderhoud aan uitvoert, moet u nagaan of er gas in de atmosfeer aanwezig is. Open de detector nooit bij ont-ploffingsgevaar. Om het risico op elektrostatische ontladingen te beperken, moet u de detector altijd schoonmaken met een vochtige doek. DE INSTALLATIE, INDIENSTSTELLING en het ONDERHOUD mogen uitsluitend worden uitgevoerd door DALEMANS of door een erkend servicecenter, en in alle gevallen door gekwalificeerd personeel dat een gepaste opleiding heeft genoten. Het materiaal voor gasdetectie moet ten minste een keer per jaar worden geijkt om het verlies van gevoeligheid van de sensoren te verminderen.

De garantie van DALEMANS vervalt als deze apparatuur niet wordt geïnstalleerd, gebruikt en

onderhouden met volledige inachtneming van deze instructies, waarschuwingen en gebruiks-beperkingen.

Door deze instructies in acht te nemen, verzekert u de goede werking van de apparatuur. Als u informatie wenst over de installatie of het onderhoud van deze apparatuur, aarzel dan niet om contact op te nemen met DALEMANS.

Volg altijd de volgens instructies om een voortijdige slijtage van de sensor te voorkomen en om de goede werking ervan te verzekeren. Deze aanbevelingen zijn algemene richtlijnen.

Raadpleeg altijd de reglementen en de geldende normen voordat u met de installatie begint (vb. normen IEC 60079-14 en IEC 60079-29-2). Deze hebben voorrang op de aanbevelingen van de fabrikant.

Het onderhoud van deze apparatuur moet worden uitgevoerd volgens de procedures van DALEMANS of zijn lokale vertegenwoordiger. Elke herstelling of onderhoud dat wordt uitge-voerd zonder inachtname van de instructies in deze handleiding of zonder de hulp van DALEMANS, kan de goede werking van het materiaal belemmeren en bijgevolg de veiligheid van de inzittenden van de bewaakte installaties in het gedrang brengen.

De gedeeltelijke of gehele wijziging, demontage en vernietiging van deze apparatuur kan de essentiële veiligheidseisen van de hele installatie ongeldig maken.

Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen van DALEMANS. Als u niet-originele onder-delen gebruikt, kan dit het certificaat en de garantie van deze apparatuur ongeldig maken.

BEPERKINGEN

Een aanhoudende of herhaalde blootstelling aan hoge concentraties toxisch of explosief gas verkort de levensduur van de sensor van de detector aanzienlijk. De sensoren kunnen gevoe-lig zijn voor andere gassen dan die waarvoor de detector is voorzien.

Een langdurige opslag van elektrochemische sensoren kan een invloed hebben op hun le-vensduur. Koppel de elektrochemische sensor niet af van zijn versterkercircuit.

De gevoeligheid van een katalytische sensor kan worden gewijzigd door de blootstelling aan inhibitoren en verontreinigende stoffen zoals silicone, halogeen en zware metalen. De kataly-tische sensoren zijn niet geschikt om te worden gebruikt in een atmosfeer met meer dan 21 % zuurstof, minder dan 15 % zuurstof of met een variabel zuurstofgehalte. Als de katalytische sensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100 % van de On-derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn levensduur aanzienlijk verkorten.

Tijdens de bouw, de verandering van de samenstelling of het onderhoud van de installaties moeten de gasdetectors zo laat mogelijk worden geïnstalleerd, maar niettemin voordat er risi-co is op aanwezigheid van gas of gasdampen. Op deze manier wordt schade aan de sensor vermeden die het gevolg is van werken als lassen of schilderen. Als de detectors al geïnstal-leerd zijn, moeten ze gedurende de hele duur van de werken door een hermetisch omhulsel worden beschermd en moeten ze duidelijk als niet-operationeel worden gemarkeerd.

De gasdetectors moeten worden beschermd tegen een directe blootstelling aan zonnestralen, tegen trillingen de risico's op mechanische schokken.

Page 5: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com | 5

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Explosiegrenzen

De verhouding tussen “% van de onderste explosiegrens” (% LEL) en “% volume” (% v/v) is van gas tot gas verschillend. De norm IEC 60079-20-1 legt de methode vast waarmee de explosie-grenzen worden bepaald.

Voorbeelden:

Gas Formule 100 % LEL

Butaan C4H10 1,4 % v/v

Methaan CH4 4,4 % v/v

Propaan C3H8 1,7 % v/v

Alarmniveaus voor explosieve gassen In een detectiesysteem voor explosieve gassen, moeten de alarmdrempels worden vastgelegd op basis van de onderste explosiegrens (LEL) van het te detecteren gas. De alarmdrempels voor ex-plosieve gassen bedragen normaal 20 % LEL voor het eerste alarmniveau (A1) en 40 % LEL voor het tweede niveau (A2).

Leg de alarmdrempel nooit vast op meer dan 60 % LEL

Bij de keuze van de alarmniveaus moet rekening worden gehouden met de mogelijke gevolgen van de weersomstandigheden:

Temperatuur De temperatuur heeft een invloed op de LEL van een gas. Als de temperatuur stijgt, daalt de LEL en stijgt het risico op een explosie.

Druk De verhouding tussen de druk en de LEL is bijzonder complex. In het algemeen geldt dat als de druk stijgt, de LEL daalt en dus het risico op een explosie stijgt.

Vochtigheid De schommelingen van de vochtigheid, die normaal zijn in een industriële om-geving, hebben geen betekenisvolle invloed op de LEL van een gas.

Weersomstandigheden Invloed op de LEL van een gas

Invloed op het risico op een explosie

Temperatuur

Druk

Vochtigheid - -

Page 6: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com | 6

AANSPRAKELIJKHEIDSGRENS

DALEMANS is niet aansprakelijk voor directe en indirecte schade en evenmin voor directe en indi-recte schadevergoedingen die voortvloeien uit het niet naleven van zijn richtlijnen.

Er werd alles in het werk gesteld om te ervoor te zorgen dat de informatie in dit document zo cor-rect mogelijk is. DALEMANS wijst niettemin alle verantwoordelijkheid af in het geval van fouten of weglatingen in dit document.

MILIEU

Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE richtlijn)

Als dit symbool aanwezig is op het product en/of de bijhorende documentatie, dan dient u zich te houden aan de geldende voorschriften betreffende de inzameling en het recyclen van afgedankte elektrische en elektronische appa-ratuur (WEEE).

Met deze bepalingen willen we de natuurlijke hulpbronnen beschermen die werden gebruikt bij de vervaardiging van dit product en vermijden dat stoffen worden verspreid die mogelijk schadelijk zijn voor het milieu en de menselijke gezondheid.

Zodra dit product het einde van zijn levensduur heeft bereikt, MOET u het indienen bij een erkend inzamelcentrum voor het recyclen van elektrische en elektronische apparatuur. Neem contact op met uw lokale of regionale over-heid voor meer informatie over de inzamel- en recyclingcentra in uw buurt.

KWALITEITSBORGING

Dit product werd ontworpen, vervaardigd en gecontroleerd in het kader van een kwaliteitssysteem dat ISO9001-gecertificeerd is.

Page 7: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com INLEIDING | 7

1. INLEIDING

De detectors van explosieve en toxische gassen en zuurstof van D•CAN dienen voor de bewaking van gesloten ruimten in de industrie en bedrijven. Ze zijn bedoeld om te werken in combinatie met een compatibele alarm- en meetcentrale om elke aanwezigheid van gas op te sporen of het zuur-stofgehalte in de lucht te meten.

Neem contact op met DALEMANS voor meer informatie over de gassen die kunnen worden gede-tecteerd of voor de lijst met compatibele meetcentrales.

1.1. Markering

Er zit een beeldscherm op het deksel van de detector. Dit kan meldingen geven over het gas waarvoor de detector werd geijkt en over de locatie van de detector.

Onderstaand markeringsetiket is geplakt op een van de zijden van de behuizing van de detector. De gebruiker kan er de volgende zaken op vinden:

Het model van de detector. Het geïnstalleerde sensortype. Het meetgebied van de detector. Het serienummer van de detector. Het bouwjaar van de detector. De bedrijfsspanning van de detector. Het maximale vermogen van de detector. De bedrijfstemperatuur waarvoor de detector is voorzien.

Figuur 1: identificatie etiket

Type : Model van de detector

Gas : Gedetecteerd gas

Range : Meetgebied

Sensor : Sensortype Un : De bedrijfsspanning van de detector

Year : Bouwjaar PMAX : Maximaal vermogen

S/N : Serienummer T° : Bedrijfstemperatuur

Page 8: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com OMSCHRIJVING | 8

2. OMSCHRIJVING

2.1. Algemeen overzicht

De D•CAN zijn intelligente gasdetectors voor een microprocessor. Ze maken gebruik van een ka-talytische sensor (explosieve gassen) of elektrochemische sensor (toxische gassen en zuurstof) waarvan het signaal door het “D•BASE CAN-kaart”-circuit wordt versterkt en omgezet naar een di-gitaal signaal dat de waarde voorstelt van de concentratie gas of zuurstof in de lucht van de detec-tor. Dit digitale signaal wordt naar de alarm- en meetcentrale verzonden via een communicatiebus van het type CAN (“Controller Area Network”) waarop ook alle andere detectors serieel zijn aan-gesloten via de CAN-bus van het gasdetectiesysteem.

De D•CAN-gasdetectors kunnen werken bij temperaturen tussen -10 °C en +40 °C.

De D•CAN-detectors bestaan uit:

Een kunststof behuizing met brandvertrager. Een of twee wartels. Een katalytische detectiekop voor explosieve gassen of een elektrochemische sensor voor

toxische gassen en zuurstof. Een “D•BASE CAN-kaart”-circuit. Een inplugbare connector

De detectiekop en het circuit zijn ontworpen om de vervanging van de sensor te vergemakkelijken.

Figuur 2: algemeen overzicht van een D•CAN-detector

Wartels

Detectiekop of sensor

Dubbele connector

D•BASE CAN-kaart

Aardklem

Aardklem

Kunststof behuizing

Page 9: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com OMSCHRIJVING | 9

2.2. Afmetingen

Figuur 3: afmetingen in mm van de D•CAN

Page 10: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com INSTALLATIE | 10

3. INSTALLATIE

3.1. Plaatsing van de detectors

De gasdetectors moeten zo worden geplaatst dat elke gasophoping wordt gedetecteerd voordat die een betekenisvol risico veroorzaakt. Als de detector niet goed wordt geplaatst, kan dit de wer-king en integriteit van het gasdetectiesysteem tenietdoen.

De keuze voor de plaats van de detectors moet worden bepaald in samenwerking met specialisten die de vereiste kennis hebben over verspreiding van gas, met mensen die op de hoogte zijn van de werking van de betrokken installaties en apparatuur, evenals met het technische personeel dat betrokken is bij de veiligheidsprocedure. Voor meer bijzonderheden of hulp neemt u contact op met DALEMANS of zijn lokale vertegenwoordiger.

De locatie van de detectors moet worden genoteerd en ter beschikking worden gesteld van het veiligheidspersoneel.

Houd rekening met de volgende opmerkingen over de plaatsing van de detector:

Er moet een eenvoudige toegang tot de detector zijn voor onderhoud en inspectie. Voorzie voldoende ruimte voor het gebruik van accessoires die nodig zijn voor deze handelingen. Er moet rekening worden gehouden met het risiconiveau en mogelijke gasbronnen. Houd rekening met mogelijke combinaties van gasbronnen en de gevolgen van de verspreiding. De detector moet worden beveiligd tegen risico's met betrekking tot de werking van de installaties. De detector moet worden beveiligd tegen trillingen en de risico's op mechanische schokken. Plaats de detector nooit onmiddellijk onder of boven een waterpunt. Voorzie bij plaatsing buitenshuis een bescherming tegen regen en/of zon. Installeer de detector nooit in een luchtstroom. De bedrijfstemperatuur van de detector moet altijd in acht worden genomen (zie “Specificaties”). Om een gas te detecteren dat lichter is dan lucht, plaatst u de detector vlakbij het plafond. Om een gas te detecteren dat zwaarder is dan lucht, plaatst u de detector vlakbij de vloer. Als de relatieve dichtheid van het te detecteren gas in de buurt van die van lucht ligt (luchtdicht-

heid = 1), plaats een detector dan op manhoogte of een vlakbij het plafond en een vlakbij de vloer. Merk op dat de dichtheid van een gas stijgt naarmate de omgevingstemperatuur daalt. Voor een montage van de detector in de hoogte raadt DALEMANS het gebruik van het accessoi-

re “Verzamelkap D•LINE” aan (zie “Reserveonderdelen en accessoires”).

Voorbeelden van de plaatsen van detectors in functie van het te detecteren gas:

Gas Formule Dichtheid (lucht = 1) Positie

Methaan CH4 0,55 Hoog

Stikstofdioxide NO2 1,58

Manhoogte Koolstofmonoxide CO 0,97

Zuurstof O2 1,11

Butaan C4H10 2,05

Laag LPG - ± 17

Propaan C3H8 1,56

Page 11: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com INSTALLATIE | 11

3.2. Montage

De D•CAN-detector wordt aan een muur, wand of plafond bevestigd volgens de afmetingen in Figuur 3.

Bevestig de detector met behulp van gepaste schroeven en bouten. Zorg ervoor dat er geen stof is dat de sensor belemmert en dat er geen water in de detector

kan dringen. De D•CAN kan horizontaal en verticaal worden gemonteerd. Bij een verticale montage kunnen de wartels van de behuizing naar boven of naar onder wor-

den gericht, maar moet het deksel zich altijd in onderstaande positie bevinden.

Figuur 4: verticale montage van de D•CAN

HOOG

LAAG

HOOG

LAAG

Page 12: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com INSTALLATIE | 12

3.3. Bekabeling

De bekabeling moet voldoen aan de normen en de lokale geldende voorschriften. Het type kabel dat wordt gebruikt, heeft rechtstreeks invloed op het aantal detectors die op de CAN-bus zijn toe-gelaten en op de maximale lengte van de kabels. Raadpleeg DALEMANS voor de berekening van de toegelaten lengte van de kabels.

Leef altijd de volgende instructies na:

De kabel moet van het type FTP Cat. 5E zijn (4 x 2 x 0,5 mm, afgeschermd). De diameter van de kabel mag de afmetingen in onderstaande afbeelding niet overschrijden. De afscherming van de kabel moet verbonden zijn met de aarding van de meetcentrale. De afscherming moet op alle kabels van de CAN-bus doorlopen. De wartel moet geklemd zitten op de kabelmantel om voor een goede isolatie te zorgen. De geleiders moeten van hun omhulsel worden ontdaan, zoals hieronder afgebeeld.

Figuur 5: kabelvereisten van de D•CAN

De basisregels betreffende de opslag en plaatsing van de kabel moeten altijd worden nageleefd:

Beschadig de kabel niet tijdens de opslag Rol de kabel voorzichtig af

Vermijd rechte hoeken De afrondingsstraal moet ten minste acht maal hoger zijn dan de diameter van de kabel.

Gebruik niet dezelfde kabeldragers als die voor de voeding van 110/230 Vac

Druk de kabel niet plat door deze te klemmen (kettingen, tang) of door erop te stappen

Figuur 6: opslag en plaatsing van de kabel

FTP CAT 5E 4 x 2 x 0,5 mm

Page 13: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com INSTALLATIE | 13

3.4. Elektrische aansluiting

De aansluitingen op de D•CAN-detector lopen via de connector op de D•BASE CAN-kaart, aan de binnenkant van de behuizing. Het aanbevolen kabeltype bevat een afscherming die de bescher-ming van de signalen van de CAN-bus tegen elektromagnetische storingen verbetert.

Ga als volgt tewerk om de D•CAN-detector aan te sluiten:

Schroef de vier schroeven van het deksel van de detector los en verwijder het deksel. Sluit de geleiders aan zoals in onderstaande afbeelding. Verdrievoudig de geleiders voor de voeding van de detector (“V+” en “V-”). Verbind de kabelafscherming aan dezelfde aardingspool. Plaats de geleiders zodanig dat de sensor of detectiekop niet wordt belemmerd.

Figuur 7: aansluiting van de D•CAN

Aansluiting van de afschermingen

Dubbele connector

Page 14: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com INSTALLATIE | 14

3.4.1. Aansluiting op de DALEMANS CAN bus centrale

De D•CAN-detectors zijn serieel aangesloten op de alarmcentrale via een verbinding met vier sig-nalen: twee voor de communicatie en twee voor de voeding. Meer informatie over de aansluiting van de meetcentrale vindt u in de gebruikershandleiding van de centrale.

Sluit bij de detector de kabelafscherming aan dezelfde aardingspool aan. Op deze manier is het doorlopen van de afscherming over het geheel van de CAN-bus verzekerd.

Verbind aan de kant van de centrale de afscherming van alle kabels aan de aarding.

Van elke detector die op het einde van de bus wordt geplaatst, moet de eind-

weerstand worden ingeschakeld met behulp van de “CON4”-jumper die hiervoor is voorzien op het D•BASE CAN-kaart.

De niet-gebruikte wartels moeten correct worden gesloten met behulp van de sluiterdop die met de detector werd meegeleverd.

Figuur 8: aansluiting van de D•CAN op de DALEMANS centrale

Page 15: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com ONDERHOUD | 15

4. ONDERHOUD

Voordat u overgaat tot het onderhoud, moet u de veiligheidsfunctie van de de-tector op de alarm-en meetcentrale uitschakelen en de systeemsturing beveili-gen om ongepaste activeringen of vals alarmen te vermijden. Open de detector nooit in aanwezigheid van explosief gas. Veeg regelmatig het stof van de detector UITSLUITEND met behulp van een vochtige doek om het risico op elektrostatische ontladingen te beperken. Als het filter van de detectiekop door schoonmaakmiddelen, gassen of gas-dampen is aangetast, moet de detectiekop worden vervangen en moet er twee-maal zo veel onderhoud worden uitgevoerd. De gasdetectors moeten ten minste een keer per jaar worden geijkt om het ver-lies van gevoeligheid van de sensoren te verminderen. Deze ijking moet worden uitgevoerd volgens de procedure van DALEMANS of zijn lokale vertegenwoor-diger en in elk geval door bevoegd personeel dat een gepaste opleiding heeft genoten.

4.1. Vervanging van de sensor

4.1.1. Explosieve gassen

Schroef de vier schroeven van het deksel van de detector los en verwijder het deksel. Koppel de connector los van de D•BASE CAN-kaart (Figuur 7). Trek de D•BASE CAN-kaart uit de behuizing van de detector. Verwijder de twee bevestigingsschroeven van de detectiekop en trek deze van de

D•BASE CAN-kaart. Plaats en bevestig de nieuwe detectiekop op de D•BASE CAN-kaart. Plaats de D•BASE CAN-kaart op haar plaats in de behuizing en sluit zijn connector opnieuw

aan. Sluit het deksel van de behuizing van de detector met behulp van de vier schroeven. Zet de detector opnieuw onder spanning en wacht 15 minuten tot zijn signaal stabiliseert. Ga over tot de ijking van de detector volgens de procedure van DALEMANS of zijn lokale ver-

tegenwoordiger. Schakel de veiligheidsfunctie van de detector op de alarm- en meetcentrale opnieuw in.

4.1.2. Toxische gassen en zuurstof

Schroef de vier schroeven van het deksel van de detector los en verwijder het deksel. Koppel de connector los van de D•BASE CAN-kaart (Figuur 7). Vervang nu de elektrochemische sensor. Koppel de connector opnieuw aan de D•BASE CAN-kaart. Sluit het deksel van de behuizing van de detector met behulp van de vier schroeven. Zet de detector opnieuw onder spanning en wacht 15 minuten tot zijn signaal stabiliseert. Ga over tot de ijking van de detector volgens de procedure van DALEMANS of zijn lokale ver-

tegenwoordiger. Schakel de veiligheidsfunctie van de detector op de alarm- en meetcentrale opnieuw in.

Page 16: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com ONDERHOUD | 16

4.2. Diagnose van storingen

Probleem Mogelijke oorzaken

Weergegeven meting op de centrale is niet nul Mogelijke aanwezigheid van gas.

Weergegeven is niet nul bij afwezigheid van gas Foutieve ijking van de detector.

Weergegeven te hoog of te laag

Weergegeven is nul bij aanwezigheid van gas Defecte bekabeling of aansluiting. Sensor of filter verstopt door stof. Verontreinigde sensor of filter. Vervang de

sensor of de detectiekop.

Signaal “Storing” verschijnt op de centrale Zie “Foutcodes” hieronder.

4.2.1. Foutcodes

De diagnose van storingen verloopt via foutcodes die worden weergegeven met een led-controlelampje op de D•BASE CAN-kaart, aan de binnenkant van de behuizing van de detector.

Figuur 9: controlelampje voor storingen van de D•CAN

Het aantal oplichtingen van het controlelampje komt overeen met de voorgedane fout:

Code Fout Mogelijke oorzaken

2 Lezing van EEPROM Materieel of softwareprobleem op de

D•BASE CAN-kaart. 3 Schrijven op EEPROM

4 Toegang flashgeheugen

5 Ijkingsfout Niet of fout geijkt.

6 Ijkingsinterval Verlopen ijking.

7 “Master”-communicatie Bekabeling (lengte, polariteit, einde-weerstand, afgekoppelde sensor). 8 Communicatie

Explosieve gassen

Toxische gassen en zuurstof

Controlelampje voor storingen

Controlelampje voor storingen

Page 17: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com ONDERHOUD | 17

4.3. Reserveonderdelen en accessoires

Onderdeel of accessoire Referentie

D•CAN behuizing voor katalytische en elektrochemische sensor BOI00000235

Bevestigingslipje van het deksel van de behuizing BOI00000226

Wartel Ex e polyamide M16 zwart 5 - 8 mm PRE00000044

Kunststof moer voor wartel M16 PRE00000045

D•BASE CAN-kaart met sensor voor explosieve gassen BASDLINE014

D•BASE CAN-kaart met sensor voor toxische gassen/zuurstof Hangt af van de gebruikte sensor

Detectiekop voor explosieve gassen DET00000037

Schroef voor detectiekop - M2.5 x 6 mm VISVIS00076

Schroef voor deksel van de behuizing VISVIS00077

Schroef voor aardklem VISVIS00078

D•LINE kit voor op afstand gasinjectie ACCKIT00006

D•LINE IP65 weerbestendige bescherming kit ACCKIT00007

D•LINE verzamelkap ACCKIT00008

D•LINE kit voor op afstand gas monstername ACCKIT00009

Page 18: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com SPECIFICATIES | 18

5. SPECIFICATIES

MODEL D•CAN

Materiaal Kunststof brandvertrager (UL-94V0) en stabiel voor U.V.

Afmetingen 142 x 119,5 x 51 mm

Gewicht 300 g

Uitgangssignaal Digitaal (CAN-bus)

Meetprincipe Elektrochemisch Katalytisch

Meetbereik Andere gassen op aanvraag Andere gassen op aanvraag

Stikstofdioxide (NO2) 0 - 20 ppm

- Koolstofmonoxide (CO) 0 - 300 ppm

Zuurstof (O2) 0 - 25 % vol.

Butaan (C4H10)

- 0 - 100 % LEL LPG

Methaan (CH4)

Propaan (C3H8)

Voedingsspanning 10 - 30 Vdc 10 - 30 Vdc

Verbruik 0,75 W max. 1,2 W max.

Bedrijfstemperatuur -10 °C tot +40 °C -10 °C tot +40 °C

Reactietijd (T90) < 45 s < 30 s

Precisie ± 1,5 % meetbereik ± 3 % meetbereik < 60 % LEL

± 5 % meetbereik > 60 % LEL

Levensduur > 2 jaar > 2 jaar

Vochtigheid (niet condenserend) 20 - 90 % R.V. 0 - 95 % R.V.

Kabelinvoer 2 x M16

Bekabeling Type FTP Cat. 5E (4 x 2 x 0,5 mm - getwist en afgeschermd).

Lijnimpedantie 124 ohm

Beschermingsgraad IP65 (met accessoire)

Normen EN 50270 Typ 1 (Elektromagnetische Compatibiliteit)

Page 19: Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bussensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100% van de On derste explosiegrens (L.E.L.) overschrijden, kan dit zijn

www.dalemans.com THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION

Rue Jules Mélotte 27 • B-4350 Remicourt Tel. +32 (0)19 54 52 36 Fax +32 (0)19 54 55 34 [email protected]

OFFICIELE DISTRIBUTEUR