Slim met Gas - GasTerra

60
Slim met Gas MET AARDGAS VERSTANDIG OP WEG NAAR EEN DUURZAME ENERGIEVOORZIENING in de gebouwde omgeving Stevige rol voor Nederlands aardgas in 2050 Forse CO 2 -reductie in utiliteitsbouw met mini-wkk en warmtepompen HRe-ketel: aanzienlijke energiebesparing bij huishoudens Groen gas gaat gasvoorziening verder verduurzamen

description

Dit magazine belicht de rol van aardgas in Nederland en de rol die het inneemt in het transitietraject. Die rol wordt niet alleen belicht vanuit vanuit de positie van GasTerra, maar vanuit verschillende partijen die zich inzetten voor de energietransitie. De geschiedenis van de aardgaswinning, de huidige stand van zaken, de technologische ontwikkelingen en bestuurlijke visies komen vanuit diverse invalshoeken aan bod. Om te laten zien waar Nederland staat, maar ook om aan te geven wat er nog moet gebeuren om over vijftig jaar te kunnen beschikken over een veilige, betrouwbare, betaalbare en efficiënte energievoorziening.

Transcript of Slim met Gas - GasTerra

Page 1: Slim met Gas - GasTerra

Slim met GasMET AARDGAS VERSTANDIG OP WEG NAAR EEN DUURZAME ENERGIEVOORZIENING

in de gebouwde omgeving

• Stevige rol voor Nederlands aardgas in 2050

• Forse CO2-reductie in utiliteitsbouw met mini-wkk en warmtepompen

• HRe-ketel: aanzienlijke energiebesparing bij huishoudens

• Groen gas gaat gasvoorziening verder verduurzamen

Omslag Gasterra:Opmaak 1 28-11-2011 14:45 Pagina 1

Page 2: Slim met Gas - GasTerra

Colofon

Slim met Gas in de gebouwde omgevingis een en uitgave van GasTerra B.V.

Postbus 4779700 AL Groningen

[email protected]

HoofdredactieHenk Ensing

EindredactieLaurens Oude Elberink Benne Holwerda

RedactieAnnemarie Smidt, Maarten Beernink, Jan Bol, Harrie Oude Elberink, Rob de Boer, Linda Nieuwenhuis, Douwe van der Tuin, Ellen Röling

Concept en realisatie Geen Blad voor de Mond BV Lasondersingel 149-1517514 BR [email protected]

VormgevingCor Dalhoeven Geen Blad voor de Mond BV

Copyright©2011 GasTerra B.V.

DrukwerkPalladio, drukwerkmanagement.nl

December 2011

Omslag Gasterra:Opmaak 1 28-11-2011 14:45 Pagina 2

Page 3: Slim met Gas - GasTerra

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 3

VOORWOORD

Slim met gasin de gebouwde omgevingIn de afgelopen tijd heb ik bij diverse gelegenheden gesproken over de plaats van gas in de toekomstige energievoorziening. Het energievraagstuk is namelijk meer dan ooit een hot topic. Endat is beslist niet alleen in het kader van de gevreesde klimaatverandering. Behalve een milieu-kwestie is de energievoorziening ook een economisch verhaal.

In Nederland klinken regelmatig waarschuwingen over de slinkende gasvoorraden. De pessimistendie dit verhaal de wereld in helpen kan ik geruststellen. Er is meer dan genoeg gas voorradig, in Nederland en vooral daarbuiten. Door nieuwe vondsten, maar ook door de technologische ontwikkelingen van de afgelopen jaren zijn de commercieel winbare voorraden enorm toegenomen.Ook de Nederlandse voorraden zijn nog lang niet op.

Dit is goed nieuws, want we kunnen voorlopig helemaal niet zonder aardgas. We hebben het nu enstraks nodig om in de overgang naar een echt duurzame energievoorziening te voorzien in onzegroeiende energiebehoefte en om onze klimaatdoelstellingen te realiseren. GasTerra is van meningdat aardgas nog tot diep in deze eeuw een hoofdrol zal spelen in de energievoorziening wereldwijd.Deze mening is gebaseerd op feiten en prognoses.

Met mijn warme pleidooi voor aardgas in de energiemix wil ik overigens niet de indruk wekken datik andere energiebronnen veronachtzaam. Ik besef heel goed dat deze even onmisbaar zijn in eenwereld die zich economisch steeds verder ontwikkelt en die steeds meer energie vraagt. We moetenalle zeilen bijzetten om voldoende te produceren: door te blijven zoeken naar nieuwe gasvoorraden,door het verduurzamen van de energievoorziening, door verstandiger en efficiënter met energie omte gaan en door nieuwe technologie te ontwikkelen.

Dit magazine belicht de rol van aardgas in het transitietraject. Niet alleen vanuit de positie van GasTerra, maar vanuit verschillende partijen die zich inzetten voor de energietransitie. De huidigestand van zaken, de technologische ontwikkelingen en bestuurlijke visies komen vanuit diverseinvalshoeken aan bod. Om te laten zien waar we staan, maar ook om aan te geven wat er nog moetgebeuren om over vijftig jaar te kunnen beschikken over een veilige, betrouwbare, betaalbare enefficiënte energievoorziening.

Drs. Gertjan LankhorstCEO GasTerra

Inhoud:Basis stramien EPC 29-11-2011 09:09 Pagina 3

Page 4: Slim met Gas - GasTerra

MAGAZINE |4

INHOUD

6

6 De ontdekking van aardgasBrandstoffengebruik in NederlandDrie vragen over aardgas

10 Gasunie zet aardgas op de marktVerhuizing naar het noordenDe calorische waarde van aardgas

12 Aardgas als motor van de economie

14 Aardgas blijft in beeldGastoepassingen voor de toekomst

16 Hans OverdiepVisie

18 Energy ValleyGroningen als energiehoofdstad

20 VFK40 jaar innovatie in keteltechniek

22 Power2GOOp de bres voor wkk

26 HRe-ketelOntwikkeling en werking

28 Smart Power FoundationNederland aan de HRe-ketel

30 Stichting Slim met GasSamenwerken aan innovatie

Geschiedenis van aardgas Verduurzamen met groen gas

EducatieHRe-ketel

Inhoud:Basis stramien EPC 28-11-2011 14:08 Pagina 4

Page 5: Slim met Gas - GasTerra

INHOUD

Visies op innovatie

“Energietransitiestaat of valt metsamenwerking”

Hans Overdiepmanager Energie- transitie bij GasTerra

“Nederland koploper op hetgebied van aardgas en duurzaamheid”

Ed Nijpelsvoorzitter NLingenieurs en stichting EPK

“Leeuwarden wilkoploper zijn inde transitie naareen duurzame samenleving”

Ferd Croneburgemeester van Leeuwarden

“Energie-innovatie is nuself-propelling”

Hugo Brouwerministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

32 Ed NijpelsVisie

34 Platform Nieuw GasProductie groen gas

36 DHPAAlles over warmtepompen

38 SubsidiesStimulans voor verduurzaming

39 GaswarmtepompOpties voor utiliteitsgebouwen

42 BrandstofcellenNóg efficiënter met energie

44 Ferd CroneVisie

46 KennisinstituutTNO

48 KennisinstituutKiwa Gas Technology

50 KennisinstituutECN

52 Hugo BrouwerVisie

54 ToekomstAlle opties open houden

56 Jongeren en energietransitieHet begint met educatie

58 EnergietransitiemodelZelf aan de keuzeknoppen

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING

Inhoud:Basis stramien EPC 28-11-2011 14:09 Pagina 5

Page 6: Slim met Gas - GasTerra

AARDGAS IN NEDERLAND

Ontdekking van het Ned

MAGAZINE |6

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:12 Pagina 2

Page 7: Slim met Gas - GasTerra

AARDGAS IN NEDERLAND

ederlandse aardgas

SlochterenDoor de oorlog in het Midden-Oosten, in 1956, ontstond een oliecrisis. DeNAM besloot daarom op zoek te gaan naar aardolie en wilde daarvoor tenzuidoosten van de stad Groningen onderzoek doen naar de eventuele aan-wezigheid van olie in de bodem. Op 29 mei 1959 startte het bedrijf met debouw van de eerste boortoren in de gemeente Slochteren. Twee maandenlater boorde de NAM geen olie aan, maar gas. Hoe groot het gasvolume was,was toen nog niet bekend. De NAM was in de beginperiode niet erg gelukkigmet de gasvondsten. Gezien de oliecrisis had olie de voorkeur. NAM-directeurHenk Stheeman zag echter wel de economische betekenis van het gas enbesloot de productie op te voeren. Hij liet op meerdere plaatsen met succesboren, maar liet weinig los over de exacte resultaten. De NAM wilde behoed-zaam opereren en ook de Nederlandse regering gaf niet prijs hoe groot hetgasveld precies was. Het grote nieuws kwam echter toch naar buiten. Nietvia de Nederlandse regering, maar bij monde van de Belgische senator VictorLeemans. In 1960 sprak hij tijdens een discussie in het Europees Parlementover een energierapport van de Nederlandse afgevaardigde Siep Posthumuswaarin de ‘gasbel’ werd genoemd. De aangetroffen gasvoorraad werd in de loop der jaren steeds verder opgewaardeerd: van schattingen van 300 miljard kubieke meter in 1962 tot een uiteindelijke hoeveelheid van 2.800miljard kuub gas. Slochteren bleek met een oppervlakte van 9.000 vierkantemeter één van de grootste gasvelden ter wereld te zijn en het grootste in deEuropese Unie.

Eeuwig met elkaar verbondenNa de historische gas-vondst in 1959 voertSlochteren in 1965 eennieuwe gemeentevlag in.Op deze vlag staat eenvuurspuwende draak metfelrode nagels tegen eenachtergrond van vijf ge-kleurde banen. De vlam-men en de rode nagelszijn toegevoegd. Volgenshet gemeentearchief staat de vuurspuwende draak symbool voor hetaardgas, dat zijn invloed doet gelden over Nederland, verzinnebeelddoor de gekleurde rood-wit-blauwe banen in de achtergrond. Zo zijnSlochteren en de gasvondst voor eeuwig met elkaar verbonden.

De ontdekking van een enorm gasveld bij het Groningse Slochteren, in 1959, heeft het dagelijkse leven in

Nederland ingrijpend veranderd. Nederlanders kregen toegang tot een goedkopere en relatief schone

energiebron, om op te koken en voor het verwarmen van hun huizen. Mede dankzij de extra inkomsten uit

export van aardgas steeg de welvaart. Totdat in de jaren tachtig de kentering kwam: de bodem van de

gasvoorraden leek in zicht te komen. Nederland moest zuiniger en energiebewust leren leven. Nu, bijna

55 jaar na de vondst van het Slochterenveld, staan we opnieuw aan de vooravond van een energierevolutie.

De noodzaak om over te stappen op een schone en duurzame energievoorziening is evident. Nederland wil

zijn voorraden verantwoord benutten: aardgas gaat een belangrijke rol spelen in de geleidelijke overgang

van fossiele brandstoffen naar duurzame alternatieven.

Op 22 juli 1959 ontdekte de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) voor heteerst aardgas. De vondst in de gemeente Slochteren verraste iedereen. Tot datmoment was de algemene gedachte dat Nederland, afgezien van de steenkoolin Limburg, arm was aan delfstoffen. De vondst vormde niet direct aanleidingvoor een feest. Niemand wist hoe groot het gasveld was. Bovendien was deNAM niet op zoek naar gas, maar naar olie. Door de oorlog in het Midden-Oostenin 1956 was het Suezkanaal afgesloten en kampte Europa met een olietekort.

Van olie naar aardgasDe NAM werd op 19 september 1947 opgericht. Het is een joint venture waarinShell en het huidige ExxonMobil ieder voor 50 procent participeren. De eerstegasvondst van de NAM was bij Coevorden en al snel nam het bedrijf meergasvelden in Oost-Nederland in productie. De gasproductie steeg van 156.000kubieke meter in 1951 tot 212.852.000 kuub in 1959. Iedere gemeente vanenige omvang had in die tijd een eigen gasfabriek die gas produceerde doormiddel van vergassing van steenkool. Deze manier van gasopwekking wasduur, inefficiënt en vooral ook vervuilend. Aardgas betekende in alle opzichteneen enorme vooruitgang. Al een paar maanden na de vondst bij Coevordeninformeerde de gemeente Assen bij de NAM naar de mogelijkheid omaardgas af te nemen. Ook de Twentse textielindustrie wilde graag aardgasgebruiken voor haar stoomketels in spinnerijen en weverijen. In de jarenvijftig legde het staatsgasbedrijf een ruim 2000 kilometer lang leidingennetaan om het gas naar de gemeenten te distribueren.

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 7

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:12 Pagina 3

Page 8: Slim met Gas - GasTerra

AARDGAS IN NEDERLAND

Eeuwenlang was hout de voornaamste energiebron in Nederland. Tegen heteinde van de Middeleeuwen raakte turf in zwang. Vooral in het westen vanons land groeiden weinig bomen en turf was een prima alternatief. Door hetafgraven van veenlagen voor turf ontstonden in het hele land enorme plas-

Brandstoffengebruik in Nederlandsengebieden. De Industriële Revolutie leidde tot een groeiende vraag naarenergie, die niet langer door turf gedekt kon worden. Na 1870 nam steenkoolde plaats in van turf als belangrijkste energieleverancier. Bijna een eeuwlater, na de grote gasvondst in Groningen, maakte steenkool plaats voor

Een kijkje op de werkvloer tijdens de eerste Nederlandse gasboring.

MAGAZINE |8

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:12 Pagina 4

Page 9: Slim met Gas - GasTerra

AARDGAS IN NEDERLAND

Hoe ontstaat aardgas?Nederland was 300 miljoen jaar geleden één groot moerasland. Ons land lag dicht bij de evenaar en er groeiden reuzenbomen en -varens. Afgestorven plantdelen vielen in het water en werden daargeconserveerd. Na honderdduizenden jaren vormde dit materiaaleen dikke veenlaag. Wind en water bedekten de veenlaag met eensteeds dikker wordende laag klei en zand. Door de druk van dezelaag veranderden de veenlagen in steenkool. Het aardgas ontstond100 miljoen jaar geleden. Nederland had in die periode een droogklimaat; de oceanen waren ver weg en de Noordzee was een drogestreek. Gedurende miljoenen jaren zette de wind veel zand af enontstonden dikke lagen zandsteen. Later kreeg de zee weer toe-gang tot het gebied en ontstonden er nieuwe bodemlagen metonder meer de resten van zeedieren. Deze lagen werden doorondoordringbare zout- en steenlagen afgeschermd. Soms werdende zoutlagen door bewegingen van de aarde omhooggedrukt enkwamen ze dicht bij het aardoppervlak. In zo’n omhooggedruktesteenlaag vormde zich een opslagplaats voor olie en gas. Op som-mige plaatsen, zoals bij Slochteren, sluit een dikke zoutlaag het gasaf. Het gas bevindt zich in de poriën van het onderliggende zand-steen. In Groningen is dat op een diepte van 3000 meter. Het gasre-servoir is daar 100 tot 300 meter dik.

Waarom in Nederland?Dat er in de Nederlandse ondergrond en onder de Noordzeeaardgas is gevonden, komt door een samenloop van drie omstan-digheden:

1. Steenkoolrijk gesteente. In Nederland ligt op grote diepte veelsteenkoolrijk gesteente. Door de grote druk op de steenkoolontstaat aardgas.

2. Een 70 tot 180 meter dikke zandsteenlaag. Boven op de steen-koollaag moet een dikke zandsteenlaag liggen die kan dienenals opslagplaats voor gas.

3. Een dikke, ondoordringbare zoutlaag. Een dikke laag zout bovenop het zandsteen voorkomt dat het gas ontsnapt.

Hoe weten we waar aardgas zit? Voor het opsporen van fossiele brandstoffen als aardgas en aard-olie maken geologen voornamelijk gebruik van seismologischonderzoek. Hierbij wekken ze net onder het aardoppervlak kunstmatigtrillingen op. Elke aardlaag weerkaatst deze trillingen op z’n eigenunieke manier. De terugge-kaatste trillingen wordenvastgelegd in een ‘seismo-gram’, aan de hand waarvaneen geoloog kan voorspellenwelke lagen mogelijk olie ofgas bevatten. Om zeker tezijn of er echt gas of olie inde grond zit, is een proef-boring nodig. Een boringkost tussen de 5 tot 30 mil-joen euro. Dankzij onze geologischekennis en geavanceerdeonderzoekstechnieken is deslagingskans van proef-boringen in Nederland zo’n50 procent, twee keer zoveelals het gemiddelde in de restvan de wereld.

aardgas. Als gevolg van het toenemende gebruik van gas en de goedkopere,geïmporteerde steenkool verdween de Nederlandse mijnindustrie. In 1974sloot de laatste kolenmijn. Aardgas is vanaf dat moment de enige fossielebrandstof van eigen bodem die nog op grote schaal wordt gebruikt.

Drie vragen over aardgas

In 1948 boort de NAM in Coevorden-West aardgas aan.

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 9

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:12 Pagina 5

Page 10: Slim met Gas - GasTerra

AARDGAS IN NEDERLAND

N.V. Nederlandse Gasunie zHoe groot het gasveld bij Slochteren exact was,

bleef lange tijd onduidelijk. Maar dat het enorm was

en dat er genoeg was om te exploiteren, was

zonneklaar. In 1963 werd daarom de N.V.

Nederlandse Gasunie opgericht, een joint venture

van de Nederlandse staat met Shell en ExxonMobil.

Gasunie kreeg als taak het Nederlandse aardgas te

verkopen.

In 1963 verwarmde nog maar drie procent van de huishoudens in Nederlandhun huis met aardgas. Nog geen jaar na de oprichting van de Gasuniebegonnen deze cijfers flink te stijgen, om te beginnen in het noorden van hetland, waar het aardgas dichtbij was. Binnen twee jaar steeg het aardgasver-bruik in Nederland met maar liefst dertig procent! Om tegemoet te kunnenkomen aan deze snel toenemende vraag, was een snelle uitbreiding van hetgasnetwerk noodzakelijk. Gasunie legde een meer dan twaalfhonderd kilo-meter lang transportleidingennet aan, waaronder een hoofdpijpleiding vanGroningen naar Maastricht, met zijtakken naar de Randstad en Brabant. Datwas een gigantische operatie. Gasunie sloot met bijna honderdduizend land-eigenaren, pachters en andere grondgebruikers een compensatieregelingvoor de werkzaamheden op hun land.

OmbouwVoor het gebruik van aardgas was meer nodig dan een uitgebreid gasnet-werk. De bestaande gasapparatuur was nog niet geschikt voor de verbran-dingswaarde van het aardgas uit Slochteren. Zo’n vijf miljoen gastoestellen

– voornamelijk kooktoestellen - moesten worden omgebouwd. De kosten voordeze ombouw kwamen voor rekening van de betreffende gemeente. In 1968was het hele land, met uitzondering van de Waddeneilanden, aangesloten ophet aardgasnet. De eilanden volgden, Schiermonnikoog als eerste in 1971 enVlieland in 1986 als laatste.

Het einde van de kolenmijnenDe opmars van het aardgas had grote gevolgen voor de kolenmijnen. Ministervan Economische Zaken Joop den Uyl maakte op 17 december 1965 bekenddat de regering de mijnen in Zuid-Limburg wilde sluiten. Daardoor zouden56.000 mensen op straat komen te staan. Het plan van de regering voorzagin een geleidelijke sanering, waarbij het verlies aan arbeidsplaatsen en dekomst van nieuw werk gelijk zouden oplopen. De opvolger van Den Uylbesloot de mijnen echter versneld te sluiten. De groei van nieuwe werkgele-genheid liep daardoor ver achter bij het verlies aan arbeidsplaatsen. VeelLimburgse mijnwerkers besloten hun heil in Duitsland te zoeken, waar zenog aan de slag konden in hun oude vak.

Aanleg van een gastransportleiding in het weiland. De leidingen worden met perslucht in positie gehouden.

MAGAZINE |10

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:12 Pagina 6

Page 11: Slim met Gas - GasTerra

AARDGAS IN NEDERLAND

zet aardgas op de marktVerhuizing naar hetnoordenDe gaswinning speelde zich in het noorden af, maar de tweebelangrijkste spelers hadden hun hoofdkantoor elders: de NAM in Oldenzaal en Gasunie in Scheveningen. VooralGasunie stond onder druk het hoofdkantoor naar Groningente verhuizen, de stad waar het bedrijf statutair gevestigdwas. De Gasunie-top voelde aanvankelijk weinig voor eenverhuizing, maar in de zomer van 1965 besloot men om hethoofdkantoor toch te verplaatsen. 281 van de 400 mede-werkers verhuisden mee naar het nieuwe pand aan de randvan Groningen. Ook het hoofdgebouw van de NAM ver-huisde naar het noorden. Het hoofdgebouw in Oldenzaalwas door de groei van de organisatie te klein geworden ende NAM-directie kwam tot het inzicht dat Oldenzaal wel ergver af lag van de activiteiten in Groningen. Oldenzaal probeerde de NAM nog voor de stad te behouden door hetontwerp van een nieuw kantoor aan te bieden, maar dat was tevergeefs. De nieuwe vestigingsplaats werd uiteindelijk Assen, waar de NAM in 1967 het nieuwe hoofd-kantoor aan de Schepersmaat betrok.

De calorische waarde van aardgasHet aardgas uit Slochteren heeft een lage calorischewaarde. De calorische waarde geeft de hoeveelheidenergie per kubieke meter aardgas weer. Alle huishoude-lijke apparatuur in Nederland is afgestemd op de calori-sche waarde van het gas dat in Groningen uit de grondwordt gehaald. Veel aardgas uit de kleinere velden heefteen hogere calorische waarde en moet daarom eerstworden ‘verdund’ voordat het bruikbaar is als ‘Gronin-gengas’.

Minister De Pous ondertekent op 6 april 1963 de oprichtings-akte van Gasunie in aanwezigheidvan de hele top van de Nederlandseenergiewereld.

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 11

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:12 Pagina 7

Page 12: Slim met Gas - GasTerra

AARDGAS IN NEDERLAND

Aardgas als motor van Begin jaren zeventig leek aan de economische groei

in Nederland geen einde te komen. Het grootste

deel van de huishoudens was inmiddels

aangesloten op het aardgasnetwerk en profiteerde

van de voordelen die dit met zich meebracht.

Nederland wilde zo veel mogelijk voordeel uit de

gasproductie halen en probeerde in zowel binnen-

als buitenland gas te verkopen.

Van de totale gasproductie in 1972 werd 26% verbruikt in huishoudens, kleineindustrie en tuinbouw, ging 33% naar grote industriële bedrijven en elektri-citeitscentrales en werd 41% uitgevoerd naar het buitenland. De inkomsten,hoewel nog bescheiden door de lage energieprijzen, gaven Nederland eenvoorsprong op de landen om ons heen. Inmiddels was ook de ontwikkelingvan nucleaire technologie vrij ver gevorderd en de verwachtingen over hetgebruik van kernenergie waren positief. Aardgas – zo dacht men - zou wel-licht kunnen dienen als een solide en voordelige overbrugging naar een ener-giehuishouding die draaide op kernenergie. Om optimaal van het aardgas tekunnen profiteren, speurde de energiesector in de Nederlandse bodem naarmeer gasvoorraden. De rest van de wereld was op dat moment vooral op zoeknaar nieuwe aardolievelden.

OliecrisisNa drie eerdere oorlogen in het Midden-Oosten (in 1948, 1956 en 1967) zorgdede vierde oorlog in 1973 voor een belangrijke verandering in de wereld. Eenaantal olieproducerende landen had zich sinds 1960 verenigd in de ‘Organi-zation of the Petroleum Exporting Countries’ (OPEC). Op initiatief van Koe-weit besloten de Arabische landen op 17 oktober 1973 hun aardolie als poli-tiek wapen te gebruiken. Ze verhoogden de prijs van ruwe olie aanzienlijk.Sommige landen kregen nog een beperkte hoeveelheid olie, maar anderelanden werden volledig geboycot. Dat laatste overkwam Nederland en de Ver-enigde Staten vanwege hun banden met Israël. Nog geen twee weken na hetafkondigen van de boycot presenteerde minister-president Den Uyl vérgaandemaatregelen om het olieverbruik af te remmen, waaronder autoloze zon-dagen, een afleveringsbeperking voor olieproducten en een bonnensysteemvoor de benzinedistributie. Den Uyl sprak het Nederlandse volk toe en gafaan dat het gebruiken van brandstofvoorraden en grondstoffen niet onbe-perkt door kon gaan. De Nederlandse bevolking zag langzaam in dat ze zui-niger met energie moest omgaan. Dit werd nog onderstreept door het rapportvan de ‘Club van Rome’ uit 1972, waarin vooraanstaande wetenschappers eenprognose gaven van het grondstoffen- en voedselverbruik in de wereld. Zijvoorspelden dat de grondstofvoorraden binnen enkele decennia uitgeputzouden zijn. Een goed moment voor de regering om zich te bezinnen op hetenergiebeleid.

Nieuw energiebeleidOnder de toenmalige minister Lubbers van Economische Zaken verscheenin 1974 de eerste energienota met daarin het energiebeleid voor de jaren dievolgden. Het kabinet stelde een gewaarborgde energietoevoer voor en eenzo efficiënt mogelijk gebruik. Het streven was om het aardgas nog minstenseen kwart eeuw in te zetten voor binnenlands gebruik. Dit betekende dat degasvoorraad niet te snel mocht slinken. Er werden geen nieuwe contractenmeer afgesloten met het buitenland. Daarnaast wilde het kabinet de inkom-sten uit gas verhogen door de gasprijs te koppelen aan de prijzen voor stook-olie en huisbrandolie. Verder moedigde de overheid burgers en bedrijven aanom energiezuinige apparaten aan te schaffen en hun huizen en gebouwen teisoleren. De hoge olieprijzen, met daaraan gekoppeld de stijgende gasprijzen,

maakten de exploitatie van kleine gasvelden opeens weer interessant. Hetplan was het Slochterenveld te sparen en het veld alleen te benutten om depiekvraag op te vangen en om het aanbod van gas uit de kleine velden aan tevullen. Ook werd gekeken of het importeren van gas een interessante optiewas. Dit leidde ertoe dat in 1977 voor het eerst gas uit Noorwegen ons landbinnenstroomde. Eind jaren zeventig volgde een tweede oliecrisis, toen de OPEC-landen beslotenom de olieprijs te verdubbelen. Ook deze crisis had een grote impact op Neder-land. Door de hoge olieprijs nam de inzet van gas, kolen en kernenergie toe.Reden voor het kabinet om met een tweede energienota te komen. Dezevoorzag in een grote kolencentrale op de Maasvlakte en in plannen om meerkerncentrales te bouwen. In het kader van het energiebesparingsbeleid ontwikkelde de Gasunie de HR-ketel, die aanmerkelijk energiezuiniger wasdan de verwarmingsketel die tot op dat moment werd gebruikt.

Economische kenteringTussen 1973 en 1982 steeg de exportprijs van aardgas van 4 cent naar 42 centper kubieke meter. Dat leverde Nederland een flinke inkomstenstroom op.De overheid besloot het geld te gebruiken om de maatschappelijke en eco-nomische problemen op te lossen. Ter bevordering van de werkgelegenheidkregen bedrijven in economisch zwakke gebieden een financiële ondersteu-ning, het minimumloon werd ingesteld en de uitgaven voor onderwijs ensociale voorzieningen gingen omhoog. Ook de verzorgingsstaat groeide door.Uiteindelijk veranderde het begrotingsoverschot in een tekort. Hoge collec-tieve uitgaven, vlot stijgende loonkosten en een ‘harde’ gulden zorgden voor

MAGAZINE |12

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:12 Pagina 8

Page 13: Slim met Gas - GasTerra

AARDGAS IN NEDERLAND

n de economie

een verlies aan werkgelegenheid. Steeds meer mensen werden werkloos ofkwamen in de AOW en kregen een hoge uitkering. De aardgasopbrengstenwaren niet voldoende om deze crisis te bestrijden. Het jaar 1982 markeert het begin van grote veranderingen. Nederland moestalles in het werk stellen om er economisch weer bovenop te komen. Erheerste grote werkloosheid en de overheid had flinke schulden. Subsidies,verbetering van de sociale zekerheid en stijging van loonkosten hadden veelgeld gekost. Nederland moest bezuinigen. Massademonstraties waren aan deorde van de dag. Geprotesteerd werd met name tegen de bezuinigingen zelf,maar ook tegen kernenergie, kruisraketten, milieuverontreiniging en woning-nood.

Eerste stappen in de goede richtingDe eerste stap in het bezweren van de crisis was de ondertekening van hetAkkoord van Wassenaar, een overeenkomst tussen werkgevers en vakbondenover loonmatiging in ruil voor arbeidsduurverkorting. Achteraf is dit akkoordde opmaat geweest naar het veelgeprezen Nederlandse poldermodel. Daarnaast sloot de Nederlandse overheid een herenakkoord met Shell enExxonMobil over de besteding van hun aardgaswinsten. Door de stijging vande olieprijzen als gevolg van de spanningen in het Midden-Oosten stegen ookde aardgasprijzen. Deze prijsstijgingen waren vervelend voor de burger, maargunstig voor de energiemaatschappijen. Het kabinet kwam met de bedrijvenovereen dat zij de extra opbrengsten uit aardgas voor een groot deel in Neder-land zouden investeren. In ruil daarvoor zou de Nederlandse staat afzien vaneen verzwaring van de afdrachten. De investeringen leidden tot 120.000 man-

jaren aan werk en tot groei voor bedrijven in de chemie, raffinage en energie-voorziening.

Steeds energiebewusterEind jaren zeventig kwamen de eerste berichten dat de voorraad aardgas snelzou afnemen. De overheid spande zich in om de Nederlanders hiervan bewustte maken. Burgers en bedrijven moesten leren kritisch te kijken naar huneigen energieverbruik, bijvoorbeeld door huizen beter te isoleren of eengraadje lager te stoken. Ook technische innovatie droeg bij aan energie-besparing. In de jaren zeventig gebruikten de meeste huishoudens een conventionele cv-ketel. In 1981 kwam de eerste zuinige HR-ketel op de markt.Deze is inmiddels in Nederland gemeengoed geworden.

De afnemende voorraad aardgas stelde de Gasunie ook voor andere zorgen.Het bedrijf was bang dat de druk in het gasveld te laag zou kunnen worden ombij extreem lage temperaturen aan de gasvraag voor verwarming te kunnenvoldoen. De NAM en Gasunie onderzochten daarom de verschillende moge-lijkheden om het drukprobleem op te lossen. Het meest haalbaar leek eenoplossing waarbij het gas in Groningen en Drenthe in een tiental zoutcaverneszou worden opgeslagen. Bij goed resultaat zou deze methode ook gebruiktkunnen worden voor de opslag van chemisch en radioactief afval. Al snelbleek echter dat een gasdrukdaling van het Slochterenveld voorlopig nog nietaan de orde was. Omdat de opslag in cavernes ook een aanzienlijke investeringvergde, zag de Gasunie ervan af. In plaats daarvan vond Gasunie bij Langelo in Drenthe een gasveld dat zeer geschikt was om er gas in op te slaan.

Massademonstraties waren begin jaren tachtig aan de orde van de dag. Hier uiten tuinders hun ongenoegen over de hoogte van de gasprijs.

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 13

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:12 Pagina 9

Page 14: Slim met Gas - GasTerra

GroningenLeeuwarden

Assen

AmsterdamHaarlem

Den Haag

Utrecht

Zwolle

Arnhem

Lelystad

Hoeveel gas heeft Nederland?Nederland bezit nog zo’n 1.400 miljard kubieke meter aan gas. In totaal telt ons land ongeveer 400 gasvelden. Het gasveld bij Slochterenbevatte oorspronkelijk ongeveer evenveel gas als de andere, kleine velden samen. Na de vondst in Slochteren in 1959 was er zoveel gasbeschikbaar dat de overheid dacht dat de inwoners van Nederland het nooit op zouden krijgen voordat kernenergie het stokje zou over-nemen. Daarom werd het aardgas in eerste instantie op grote schaal voor een gunstige prijs aan het buitenland aangeboden. Sinds 1959 isal 3.000 miljard kubieke meter gas verbruikt. Wanneer het verbruik in hetzelfde tempo doorgaat en er geen nieuwe gasvelden ontdektworden, strekt onze voorraad nog tot 2035. Inmiddels importeren we ook gas vanuit landen als Noorwegen en Rusland. Bovendien neemthet gasverbruik elk jaar enigszins af. Al met al kan Nederland nog tot na 2050 gebruikmaken van eigen aardgasreserves.

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:13 Pagina 10

Page 15: Slim met Gas - GasTerra

AARDGAS IN NEDERLAND

Aardgas blijft in beeldRond 2000 ondergaat de gasmarkt een ingrijpende verandering. De gasvoorziening, die traditioneel in

handen was van de overheid, wordt stap voor stap overgedragen aan de vrije markt. Deze ontwikkeling

hoort bij de algehele liberalisering van nutsvoorzieningen zoals telefonie, post, spoorwegen en energie,

een ontwikkeling die ook bij andere Europese lidstaten plaatsvindt. De liberalisering zorgt voor

marktwerking, meer concurrentie en – in theorie – lagere prijzen en betere service.

Ondanks de wens van de Europese Commissie om alle nutsvoorzieningente liberaliseren, stond Nederland aanvankelijk sceptisch tegenover markt-werking op de gasmarkt. De gedachte was dat marktwerking het Neder-landse gasbeleid zou verstoren en dat dit nadelig zou zijn voor de economie en de leveringszekerheid. De derde energienota (1995) betekendeeen radicale wijziging van het Nederlandse standpunt. De nota stelde dat eenvrije energiemarkt juist voordelen zou hebben voor de economie. Nadat indecember 1997 de Europese Gasrichtlijn was aangenomen, werd uiteindelijkin april 2000 de Gaswet goedgekeurd. Onderdeel daarvan was een splitsingvan Gasunie in een handelsbedrijf met de naam GasTerra en in een net-werkbeheerder die doorging onder de naam Gasunie. Het handelsbedrijf wasverantwoordelijk voor de verkoop en levering en de netwerkbeheerder waseigenaar en beheerder van het gastransportnet.

Vloeibaar gasDe Europese gasvoorraden nemen gestaag af. Gelukkig is in andere delenvan de wereld, zoals Rusland, Nigeria, Indonesië en Qatar vooralsnog voldoende voorraad om aan de vraag naar gas te voldoen. Dit gas kan op tweemanieren worden aangeleverd: in vluchtige vorm via pijpleidingen, of in vloei-bare vorm als Liquefied Natural Gas (LNG). LNG is sterk gekoeld en onderhoge druk vloeibaar gemaakt aardgas. Vloeibaar aardgas is 600 maal compacter dan aardgas. Transport gebeurt niet via leidingen, maar met grote,speciaal daarvoor gebouwde tankerschepen. Nederland importeert steedsmeer LNG, deels voor eigen gebruik, maar vooral om het naar het Europeseachterland te transporteren. Op de Maasvlakte in Rotterdam staat een LNG-ontvangstterminal waar vloeibaar gas verdampt tot aardgas, waarnahet via het gastransportnet zijn weg vindt naar de afnemers. De jaarlijksecapaciteit van de terminal ligt op 12 miljard kubieke meter.

Nederland als gasrotondeDe vraag naar aardgas zal de komende jaren blijven stijgen, terwijl de Europese voorraden slinken. Om aan de vraag te kunnen voldoen neemt hetbelang van gasimport uit onder meer Rusland en het Midden-Oosten toe.Nederland vervult daarbij een sleutelpositie als logistiek knooppunt voor

opslag en transport van gasstromen in Noordwest-Europa. Diverse gas-stromen komen in ons land samen, kunnen hier worden opgeslagen engetransporteerd naar klanten elders in Europa. Het noorden van Nederlandneemt hierbij een bijzondere positie in, gezien de aanwezige gasvelden, deondergrondse gasopslagmogelijkheden, de centrale ligging in de nationaleen Europese gasinfrastructuur en de concentratie van specialistische kennisen bedrijven.

Gastoepassingen voor de toekomst• Water verwarmen met aardgas is veel efficiënter en goedkoper dan verwarmen met elektriciteit.

Apparaten zoals vaatwassers en wasmachines zouden daarom op een warmwaterkraan moeten wordenaangesloten.

• Het gasstopcontact kan gebruikt worden om een gasverwarmde wasdroger aan te sluiten. Deze techniekwordt tot op heden niet veel gebruikt in Nederland.

• CV-ketels worden nog steeds verbeterd. Na de zuinige HR-ketel is sinds 2010 de HRe-ketel verkrijgbaar.Deze levert niet alleen warmte, maar ook elektriciteit. Hierdoor gaat hij nóg efficiënter om met aardgas.

• Het koelwater van de elektriciteitscentrales kan worden gebruikt voor het verwarmen van kassen engebouwen.

Sterker met GazpromOp Hemelvaartsdag 1996 sloot Gasunie een contract met het Russi-sche gasbedrijf Gazprom voor de jaarlijkse import van vier miljardkubieke meter aardgas in de periode tussen 2001 en 2021, met optietot verlenging van tien jaar. Het was op dat moment het grootsteimportcontract uit de geschiedenis van Gasunie. Gazprom versterktemet deze overeenkomst zijn positie op de West-Europese gasmarkt.Ook voor Nederland was het contract voordelig. Gasunie kon haarbelangrijke positie op de Nederlandse en de West-Europese gas-markt behouden. Tegenwoordig zijn veel landen in Europa voor eengroot deel afhankelijk van de aanvoer van Russisch gas. Voor Neder-land is dit percentage beperkt tot vijf procent.

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 15

Geschiedenis nieuw:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:13 Pagina 11

Page 16: Slim met Gas - GasTerra

16-17 Visie Hans Overdiep:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:17 Pagina 2

Page 17: Slim met Gas - GasTerra

VISIE HANS OVERDIEP

Hans Overdiep, manager Energietransitie bij GasTerra

‘De energietransitie staat of valtmet samenwerking’Nederland is een echt gasland. Bijna de helft van onze totale energievraag wordt gedekt met aardgas.

“Logisch”, meent Hans Overdiep, manager Energietransitie bij GasTerra. “We zitten er in dit land bovenop.

Het zou zonde zijn om er geen gebruik van te maken. We gebruiken aardgas al op efficiënte wijze, het blijft

echter zaak om continu te zoeken naar nog efficiëntere inzet en het verduurzamen van deze brandstof.” Een

gesprek over de rol van aardgas in het proces van energietransitie.

“Voorlopig hebben we in Nederland nog voldoende aardgas”, zegt Hans Over-diep. “Maar dat neemt niet weg dat de voorraden natuurlijk eindig zijn. Opeen gegeven moment wordt de winning gewoon te kostbaar om de laatstehoeveelheden uit de bodem te halen. Aardgas is bij uitstek de brandstof dieons helpt om in deze eeuw een verstandige transitie te laten plaatsvindennaar een zo duurzaam mogelijke energievoorziening. Het gaat in die transitieom het beperken van de energievraag, het toepassen van duurzame ener-giebronnen en het zo efficiënt mogelijk inzetten van fossiele brandstoffen. Opdie laatste twee aspecten richt GasTerra zich door het accommoderen vangroen gas, gas afkomstig van vergisting van biomassa, en de ondersteuningvan de ontwikkeling van nog efficiëntere gastoepassingen.”

“Soms doen we ook wel eens mee met een heel bijzonder experiment, zoalsop Ameland waar we samen met Eneco en de gemeente Ameland hebbenaangetoond dat duurzame elektriciteit is op te slaan in het aardgasnet. Ofweldat aardgas met duurzame elektriciteit kan worden vergroend. Dit was metname een bijzonder project omdat zo’n proef nog niet eerder op zo’n schaalis uitgevoerd. Bij dit project maakten veertien woningen gebruik van eenmengsel van aardgas en waterstof. Soms moet je gewoon je nek uitstekenom iets te bereiken. Zo hebben we ook een nog niet eerder vertoond experi-ment waarbij HRe-ketels aangaan op basis van elektriciteitsvraag en nietalleen op warmtevraag. Dit soort experimenten zijn nodig om de toekomstige moge-lijkheden van aardgas aan te tonen. Aardgas als brandstof die het mogelijkmaakt om de transitie vlekkeloos te laten verlopen.”

Samen sterkerOm de energietransitie soepel te laten verlopen is samenwerking van grootbelang. Overdiep: “Voor de overgang naar duurzame energie is enorm veelontwikkeling nodig. Die verloopt echt veel sneller als partijen niet allemaalzelf het wiel gaan uitvinden. Samenwerking is cruciaal. GasTerra neemtdaarin vaak het voortouw. We hebben de afgelopen jaren allerlei werkgroepenen stichtingen helpen oprichten die zich bezighouden met verduurzaming vande energievoorziening. In die werkgroepen zitten dan bijvoorbeeld fabri-kanten, leveranciers en onderzoekers. Het doel is nieuwe technologie te ontwikkelen, te testen in de praktijk en marktrijp te maken. Die werkgroepen

en stichtingen kunnen zich bovendien sterker presenteren bij gebruikers-groepen en bij de beleidsmakers. Als partijen dat allemaal zelf gaan doen,werkt het niet. Samen sta je een stuk sterker.”

KennisoverdrachtHet is nog niet zo lang geleden dat het nog zichtbaar was dat fossiele brand-stof naar de woning werd gebracht, in de vorm van kolen en olie. Door hetgastijdperk werd het gebruik van fossiele brandstof steeds meer onzichtbaar,het transport vindt plaats onder de grond en de gashaard is vervangen doorde combiketel op zolder. Overdiep: “Als je niet op gas kookt, is gas niet meer

zichtbaar aanwezig. En dat betekent dat er bij jongeren relatief weinig kennisis over het gebruik van aardgas. Deze jongeren zullen echter straks welkeuzes moeten maken als het om onze energievoorziening gaat. Daarom richtGasTerra zich ook op het onderwerp kennisoverdracht. Het is van belang datwe binnen de energietransitie allemaal dezelfde ‘energietaal’ spreken. Hetzou goed zijn als er een vak Energiekunde in het onderwijs komt. GasTerra isvoorvechter van de Energy Academy waarin onderzoek, opleidingen en valo-risatie op gebied van fossiele en duurzame energie zijn gebundeld.”

Partijen moeten niet allemaal zelf

het wiel gaan uitvinden

“Als je aardgas gebruikt om bijvoorbeeld warmte of elektriciteit temaken, moet je dat bij voorkeur doen op de plaats waar je die warmteen elektriciteit nodig hebt.” Hans Overdiep breekt een lans voor decen-trale energiesystemen, omdat die fundamenteel efficiënter zijn dangrootschalige, centrale opwekking. “Verplaatsen van warmte leidt alsnel tot grote verliezen. En in wat mindere mate geldt dat ook voor elek-triciteit. Bij aardgas spelen transportverliezen daarentegen nauwelijkseen rol. Aardgas komt onder druk uit de bodem en het Nederlandsegastransportsysteem is bijzonder efficiënt.”

Behalve manager Energietransitie is Hans Overdiep ook voorzitter van de Werkgroep Decentrale Gastoepassingen. Deze werkgroep brengt de mogelijkheden en de knelpunten voor nieuwe, decentrale gastoepas-singen in kaart voor de gebouwde omgeving. De werkgroep heeft zichde afgelopen periode vooral gericht op de HRe-ketel, een typisch voor-beeld van zo’n decentrale gastoepassing (zie ook pagina 28). Deze HRe-ketel produceert niet alleen warmte, maar ook elektriciteit. Decentrale gastoepassingen zijn ook voor kantoren en andere utiliteits-gebouwen interessant. Er zijn bijvoorbeeld warmtepompinstallaties opde markt die met aardgas zeer efficiënt ter plekke warmte, koude enelektriciteit kunnen opwekken (zie ook pagina 39).

Decentrale gastoepassingen

Hans Overdiep (1954) studeerde HTS Autotechniek. Van 1982 tot 2005was hij werkzaam bij de N.V. Nederlandse Gasunie in Groningen,eerst bij het toenmalige Gasunie Research en later bij de afdelingOpenbare Gasvoorziening. In 2005 trad hij in dienst bij GasTerraals manager Energietransitie. Overdiep is lid van een groot aantalwerkgroepen en organisaties op het gebied van energietransitie,waaronder de Werkgroep Decentrale Gastoepassingen, het Platform Nieuw Gas, de Smart Power Foundation, de Smart Cooling Foundation, de Smart Hybrid Foundation, Power2GO en de Stichting Duurzaam Ameland.

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 17

16-17 Visie Hans Overdiep:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:17 Pagina 3

Page 18: Slim met Gas - GasTerra

MAGAZINE |18

ENERGY VALLEY

Groningen energiehoofdstadvan NederlandNoord-Nederland moet uitgroeien tot dé energieregio van Nederland en zelfs van Europa. In de noordelijke

provincies hebben overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven de handen ineengeslagen in de

stichting Energ y Valley. Deze stichting gaat de noordelijke ambitie waarmaken.

Noord-Nederland is al jaren geleden uitgeroepen tot de energetische proef-tuin van Nederland. Een logische keuze: de noordelijke traditie op het gebiedvan energie gaat terug tot de zeventiende eeuw, toen in Groningen de groot-schalige turfwinning op gang kwam. Van recenter datum is de ontdekking vanhet gasveld bij Slochteren, die sinds de jaren zestig voor enorm veel bedrij-vigheid zorgt. Op dit moment biedt de noordelijke energiesector aan ruim25.000 mensen werkgelegenheid.“Die vooraanstaande positie willen we graag uitbouwen”, zegt Gerrit vanWerven, directeur van Energy Valley. “Daarbij richten we ons zowel op tradi-tionele als duurzame energie en stimuleren we innovaties op alle gebieden.Daarnaast houden we ons intensief bezig met opleiding. Dat is hard nodig,anders kunnen we op termijn de noodzakelijke innovatieslag niet maken.”

Concentratie van kennisEen goed voorbeeld van een initiatief op het vlak van onderwijs is de voor-genomen opzet van een Energy Academy, samen met partijen als GasTerra,de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool. Het plan moet ertoeleiden dat Groningen uitgroeit tot de energiehoofdstad van Nederland. Daar-voor zijn niet alleen opleidingen op academisch niveau nodig, maar ook ophbo- en mbo-niveau. “Daarom is het belangrijk dat instituten als TNO, KEMAen Royal Haskoning dit plan omarmen”, vindt Van Werven. “Er is de afgelopenjaren al heel veel bereikt. Toen we in 2003 begonnen, hielden vier parttimersop de Universiteit Groningen zich bezig met onderzoek op ons vakgebied.Inmiddels zijn dat er al meer dan driehonderd. Met de Energy Academystreven we op termijn naar een eigen campus, waar ook ruimte is voor startende bedrijven. De Hansa Energy Corridor is een ander project waarmeewe ons bezighouden. Hiermee zetten we een internationale samenwerking optussen Noord-Nederland en partners in het noorden van Duitsland. Het isbelangrijk dat we groot durven te denken.”

Groen Gas HubsEen ander speerpunt voor Energy Valley is groen gas, waarvoor de stichtingsamenwerkt met de Noord-Nederlandse Taskforce Groen Gas. In Friesland,Groningen, Drenthe en Noord-Holland is de agrarische sector van oudshersterk vertegenwoordigd. Energie uit biomassa is daarom een belangrijkekans voor de plattelandsgebieden. “Voor veehouders is de productie vangroen gas echter een kostbare aangelegenheid”, vertelt Ruud Paap, project-

manager Groen Gas bij Energy Valley. “Op dit moment winnen we groen gas voornamelijk door vergisting van organisch materiaal als mest, afval en rioolslib. Het biogas moet vervolgens nog worden opgewaardeerd tot aardgaskwaliteit en dat is relatief kostbaar. Daarom ontwikkelen we nu zogenoemde Groen Gas Hubs. Decentrale producenten van biogas kunnenzich aansluiten bij een centrale opwaardeer- en invoedinstallatie, zodat zezelf geen investeringen hebben voor opwaarderen en compressie.” Op dit moment heeft Nederland op jaarbasis een totale productiecapaciteitvan ruim 30 miljoen kubieke meter groen gas, een volume dat in Noord-Nederland volgens Energy Valley op termijn kan groeien tot 500 miljoen kuub.Paap: “Daarmee is groen gas een serieus alternatief voor aardgas.”

SubsidieregelingenHoewel het opwekken van gas uit biomassa voor veehouders op termijn eenmooie inkomstenbron kan worden, is het nu nog niet erg rendabel. Verschil-lende subsidieregelingen maken deelname aan groengasprojecten aantrek-

kelijker. Daarnaast maakte Energy Valley zich begin 2011 met succes sterkvoor de opname van een groot deel van de Groen Gas Hub in de EIA-regeling,een fiscale regeling waardoor de investeringen met ongeveer tien procentgedrukt kunnen worden. Paap: “We hebben er ook voor gezorgd dat de Groen Gas Hub in aanmerkingkomt voor de bestaande SDE-regeling (Stimulering Duurzame Energie). GasTerra draagt een steentje bij met de Impulsregeling voor projecten op hetgebied van groen gas. Vanuit de Impulsregeling is bijvoorbeeld geld beschik-baar gesteld voor een experiment met de vergassing van hout. Maar op termijn moeten projecten bij voorkeur zichzelf kunnen bedruipen, dus zondersubsidie.”

Gerrit van Werven:

“Het is belangrijk

dat we met Energy

Valley groot durven

te denken”

Ruud Paap:

“Groen gas is op

termijn een serieus

alternatief voor

aardgas”

De productiecapaciteit voor groen gas

kan op termijn in Noord-Nederland

groeien tot 500 miljoen kuub per jaar

18-19:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:21 Pagina 2

Page 19: Slim met Gas - GasTerra

Groen gas maakt aardgasduurzamer

Opwaarderinginstallatie van Attero

Het gebruik van biomassa kan in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen in onze energievoor-ziening. Groen gas is daarbij een aantrekkelijke energiedrager. Nederland kent namelijk een zeer fijnvertakt gasnetwerk. Dit netwerk kan nog tot ver indeze eeuw dienst doen om ons land te voorzien vanaardgas, aangevuld met groen gas. Door steeds meergroen gas bij te mengen, kan de gasvoorziening geleidelijk worden verduurzaamd. Op deze manierdraagt aardgas bij aan de transitie naar een meerduurzame energievoorziening.

18-19:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:22 Pagina 3

Page 20: Slim met Gas - GasTerra

HR-KETELTECHNIEK

Vereniging van ketelfabrikanten VFK

Veertig jaar innovatie in ketel tNederland is in Europa koploper op het gebied van zuinige cv-techniek. Al veertig jaar zijn alle

Nederlandse cv-ketelfabrikanten verenigd in de Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Ketels voor

centrale verwarming, kortweg de VFK. In die periode groeide de cv-ketel uit tot veel meer dan alleen

een ijzeren verwarmingsapparaat.

De geschiedenis van de VFK begint in 1971, de periode waarin de eerste giet-ijzeren cv-ketels terrein beginnen te winnen. VFK-voorzitter Henk Sijbringherinnert het zich nog goed. “De eerste ketels werkten volgens een heel eenvoudig principe: een brander onder een tank met water van minimaal 30liter. Elektronica was niet aanwezig en was ook helemaal niet nodig. Alleswerkte volgens een eenvoudig aan/uit-principe: bij warmtevraag ging de ketelaan en wanneer er voldoende warmte geleverd was, sloeg de ketel weer af.De meeste ketels haalden een rendement van 50 tot 60 procent.”De cv-ketel bleek een groot succes. Consumenten waren enthousiast en hetcv-tijdperk brak aan. De ketels bleken ook nog eens oerdegelijk, met eenlevensduur van zeker 25 jaar. Sijbring: “Zelfs nu kom je er nog af en toe ééntegen.”

Schone verbrandingIn de loop der jaren heeft de oerketel zich ontwikkeld van conventioneelrendement via verbeterd rendement (VR) naar het huidige standaard: hoogrendement (HR). De toestellen van nu hebben een eigen waterinhoud van noggeen anderhalve liter, rendementen van meer dan 107% (op de onderste verbrandingswaarde van aardgas), ze moduleren over een groot vermogens-bereik en voldoen aan de eisen voor het milieukeur ‘schone verbranding’.Bovendien kunnen ze in de hoogste comfortklassen warm water leveren enzijn ze geschikt als naverwarmer voor zonnecollectoren.

Henk Sijbring, voorzitter VFK: “De HR-ketel heeft geleid tot een enorme reductievan de CO2-uitstoot.”

Voorbeeld van een compacte, aan de wand gemonteerde HR-ketel. (Bron: Intergas)

MAGAZINE |20

20-21 VFK.qxp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:25 Pagina 2

Page 21: Slim met Gas - GasTerra

HR-KETELTECHNIEK

l techniekKloppend hartHoewel in de afgelopen veertig jaar de betrouwbaarheid, het comfort en dezuinigheid van cv-ketels enorm zijn toegenomen, staat de ontwikkeling nogaltijd niet stil. Combinaties met andere technieken brengen rendementen vanmaar liefst 140% of meer in zicht. HR-ketels zijn bijvoorbeeld te combinerenmet technieken voor micro-wkk (de HRe-ketel, zie pagina 26), met zonne-energie (de zonnegascombi) of met een warmtepomp (de hybride ketel, ziepagina 36). De VFK beschouwt de HR-ketel dan ook als het kloppend hart vande verwarmingsinstallatie: de HR-ketel is de betrouwbare basis en doorduurzame aanvullingen wordt het systeem steeds energiezuiniger.

Dertig jaar ervaringOok financieel is de huidige HR-ketel een succes. De aanschafprijs is zeerconcurrerend en de onderhouds- en beheerkosten zijn lager dan die van alle concurrerende apparaten. Dit komt door de enorme ervaring die installateursen fabrikanten in de loop van dertig jaar met de HR-technologie hebben opgedaan. De in Nederland verkrijgbare cv-toestellen zijn koplopers inEuropa, zegt Sijbring. “De HR-ketel heeft al geleid tot een enorme reductievan de CO2-uitstoot. Maar er zijn ook nog uitdagingen. Alleen al in Neder-land tellen we nog twee miljoen VR-ketels. Als we die vervangen door HR-toestellen, zou dat opnieuw een forse CO2-reductie opleveren.”

De Vereniging van NederlandseFabrikanten van Ketels voorcentrale verwarming (beter bekend als VFK) ontstond uit de behoefte aan Nederlandsekeuringseisen en installatie-voorschriften voor cv-ketels. Devereniging behartigt de belan-gen van de fabrikanten van cv-ketels in Nederland. Behalvemet belangenbehartiging houdtde VFK zich ook actief bezig metnormering en certificering.

Op initiatief van de VFK heeftKiwa Gas Technology het Gas-keur doorontwikkeld tot eenhoogstaand geaccrediteerd labelmet gecontroleerde kwaliteits-verklaringen. In het kader van deenergieprestatie-eisen voor degebouwde omgeving heeft deVFK gegevens verzameld diedienen als basis voor de energie-prestatiecoëfficiënt (EPC) voorde nieuwbouw en de Energie-index voor de bestaande bouw.

VFK

De HR-ketel is de betrouwbare basis van de verwarmingsinstallatie; door duurzameaanvullingen wordt het systeem steedsenergiezuiniger

Aanvankelijk waren cv-ketels grote staande toestellen van gietijzer. (Bron: AWB)

Steeds efficiënter“Intussen installeren we al veel combinaties met warmteterugwinning uitventilatielucht, met zonnecollectoren, micro-wkk en kleine warmtepompen.Ondanks het feit dat er wereldwijd nog voor zo’n honderd jaar aardgas invoorraad is en er nog bijna elke dag nieuwe voorraden gevonden worden, juichen we de komst van biogas en groen gas toe. We streven ernaar onzeenergiebronnen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Energiebesparing is en blijfteen belangrijk thema in de gebouwde omgeving.”

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 21

20-21 VFK.qxp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:25 Pagina 3

Page 22: Slim met Gas - GasTerra

WARMTEKRACHTKOPPELING

MAGAZINE |22

Enorm besparingspotentieel wkk moet benut worden

Power2GO op de bres Warmtekrachtkoppeling (wkk) is een beproefd concept voor energiebesparing in de gebouwde omgeving.

Vooral in de utiliteitsbouw is het besparingspotentieel groot. Enkele honderden installaties van

uiteenlopende omvang zijn al operationeel in Nederland, maar volgens Power2GO is het potentieel in

Nederland nog lang niet volledig benut.

De stichting Power2GO spant zich in om gebouwbeheerders te interesserenvoor de mogelijkheden van wkk. Met gecombineerde opwekking van warmteen elektriciteit is in de gebouwde omgeving nog veel energie te besparen.Volgens de ‘Cogeneration Roadmap Nederland’, opgesteld door CogenNederland, kan in de gebouwde omgeving in 2020 driemaal zoveel wordenbespaard met wkk als in 2010. In 2030 kan de besparing zelfs vijfmaal zogroot zijn. Power2GO is een samenwerkingsverband van leveranciers, installateurs enkennishouders op het gebied van wkk. Onder de paraplu van Cogen Neder-land zet de stichting zich sinds 2008 samen met GasTerra in voor het stimu-leren van wkk in de utiliteitsbouw en de collectieve woningbouw. Want daarliggen grote kansen. Power2GO breekt een lans voor wkk door feitelijke enonafhankelijke informatie te verstrekken aan gebruikers en gebouwbeheer-ders. Ondersteuning komt onder meer van de adviseurs van Energy Matters.

Obstakels wegnemen“Stimulering van wkk is nog altijd geen overbodige luxe”, zegt Margot vanGastel, tot begin 2011 voorzitter van Power2GO. “Regelgeving maakt hetplaatsen en de uitvoering van wkk vaak nodeloos gecompliceerd. Power2GOmaakt zich als branchevereniging sterk voor aanpassing van bestaande ener-gienormen. Ons doel is de feitelijke voordelen van wkk beter tot uitdrukkingte laten komen.”Ook technische verbeteringen zijn nog mogelijk, zegt Stijn Schlatmann, dehuidige voorzitter van Power2GO. “Denk onder meer aan verbeteringen ophet gebied van gebruiksgemak, onderhoud, rendement en inpassing in

bestaande gebouwen. De toepassing van brandstofcellen met een hoog ren-dement is veelbelovend. Ik verwacht dat deze technologie op middellangetermijn al een rendement voor elektriciteitsopwekking heeft dat de grote gas-centrales evenaart. Wanneer ook nog de restwarmte wordt gebruikt voorgebouwverwarming en tapwater, is de energieprestatie van wkk nauwelijkste overtreffen.”

Onbekend maakt onbemindVan Gastel: “Een handicap van wkk is de onzichtbaarheid van de installaties.De bekendheid van wkk laat daardoor nog te wensen over. Wkk is weliswaarniet de enige optie voor de gebouwde omgeving, maar het is wél een optiedie iedereen zou moeten overwegen.” Power2GO brengt daarom de moge-lijkheden en voordelen consequent onder de aandacht van belanghebbenden,

onder meer door aanwezig te zijn op beurzen en congressen. Ook organiseertPower2GO elk jaar samen met de Smart Cooling Foundation het congres GasWerkt! Inmiddels worden de resultaten van al deze inspanningen zichtbaar.De aandacht voor wkk groeit, ook onder invloed van de steeds strenger wordende milieu- en energieprestatie-eisen voor de bestaande bouw. Hetwordt langzaamaan tijd om de vruchten te gaan plukken.

Wat is wkk?Wkk is het gecombineerd opwekken van warmte en elektriciteit (of mechanische energie) met behulp van aardgas, waarbij de vrijko-mende warmte nuttig wordt gebruikt voor bijvoorbeeld gebouw-verwarming. Een wkk-installatie gebruikt een deel van het gas voorverwarming en zet een ander deel om in elektriciteit. Het gasverbruikvoor elektriciteitsopwekking zorgt (vaak) voor een lichte stijging vande brandstofkosten. Hier staat een aanzienlijke hoeveelheid zelf opgewekte elektriciteit tegenover, die niet ingekocht hoeft te worden. De rendementswinst zit in de vermeden elektriciteits-productie in de centrale, waar meestal geen benutting van rest-warmte mogelijk is. In aanschaf is een wkk-installatie duurder daneen conventioneel ketelsysteem, maar door de besparing op ener-giekosten is de extra investering vaak binnen vijf jaar terugverdiend.

De aandacht voor wkk groeit onder invloed

van strengere energieprestatie-eisen

Margot van Gastel, voormalig voorzitter Power2GO: “Wkk is een optie die altijdoverwogen moet worden.”

22-23:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:27 Pagina 2

Page 23: Slim met Gas - GasTerra

WARMTEKRACHTKOPPELING

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 23

s voor wkk

De wkk-scanGebruik van wkk kan circa 15% besparingin energiekosten opleveren. Wie wilweten of wkk een interessante optie is,kan de wkk-scan van Power2GO doen opwww.miniwkk.info. Met behulp van ver-keerslichtkleuren wordt aangegeven ofwkk onderzocht moet worden. Bij groenlicht is het zeker aan te raden contact opte nemen met Power2GO of een leveran-cier. Is het licht oranje, dan kan wkk eenoptie zijn. Rood licht betekent dat er in degegeven situatie waarschijnlijk weinigvoordeel te behalen valt met wkk. Descan geeft uiteraard alleen een indicatieen houdt geen rekening met specifiekeomstandigheden.

Stijn Schlatmann, voorzitter Power2GO: “De energieprestatie van brandstofcel-wkk is nauwelijks te overtreffen.”

Een wkk-installatie gebruikt een deel van het gas voor verwarming en zet een ander deel om in elektriciteit.

22-23:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:27 Pagina 3

Page 24: Slim met Gas - GasTerra

WARMTEKRACHTKOPPELING

Wkk is een serieus alternatief iStijgende energiekosten en de groeiende aandacht voor de energieprestaties van gebouwen zijn goed voor

efficiënte energietechnologie. En dus ook voor wkk: een beproefde technologie die in veel gevallen

eenvoudig toegepast kan worden. Wkk is geschikt voor vrijwel alle sectoren van de utiliteitsbouw: hotels,

ziekenhuizen, zorginstellingen, het midden- en kleinbedrijf, collectieve woningbouw en zwembaden.

Als Robin en Dennis Groen in 2004 het Albert Heijnfiliaal Almkerk van hun vader overnemen, weet het duo al dat er iets gedaan moet worden aan de energiekosten. Een paar jaar later laten ze hun eerste wkk-installatie plaatsen.Die heeft een buffervat van 750 liter. Het blijkt een uitstekende beslissing: deinstallatie draait jaarlijks gemiddeld 7.000 uur en heeft inmiddels een totale ener-giebesparing opgeleverd van 100.000 kWh elektriciteit en 235.000 kWh warmte.De jaarlijkse vermeden CO2-uitstoot komt op meer dan 20 ton. De ervaringen

zijn zo positief dat de broers Groen in 2009 besluiten een tweede wkk te plaatsen.Behalve een aanzienlijke CO2-reductie leveren de twee installaties ook eenaanzienlijk financieel voordeel op. Dennis Groen: “We kunnen nog niet zondercv-ketel en netstroom, maar de energierekening is een flink stuk lager danvroeger. Voorheen moesten we aan het einde van het jaar altijd bijbetalen,maar tegenwoordig krijgen we geld terug. Behalve voor het milieu is wkk dusook goed voor onze portemonnee.”

MAGAZINE |24

22-23:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:27 Pagina 4

Page 25: Slim met Gas - GasTerra

WARMTEKRACHTKOPPELING

f in de gebouwde omgevingGegevens project

Albert Heijn, Almkerk

Sector: supermarkt

Vermogen elektrisch: 2 x 5,5 kW

Vermogen warmte: 2 x 14,8 kW

CO2-reductie: totaal 48 ton/jr

Kostenbesparing: totaal € 7.300,-/jr

Verpleeghuis bespaart 15% energiekostenVerpleeghuis Naarderheem inNaarden heeft duurzaam onder-nemen hoog in het vaandel staan. In2008 vervangt de instelling haar ver-ouderde wkk-installatie door eennieuwe die goedkoper is in verbruik,minder CO2-uitstoot veroorzaakt enals noodstroomvoorziening kandienen. Met de nieuwe installatierealiseert Naarderheem een jaar-

lijkse netto besparing op energie-kosten van ongeveer 36.000 euro.Daarmee is de gedane investeringbinnen vier jaar volledig terugver-diend, terwijl de nieuwe installatieminimaal tien jaar meegaat (en narevisie mogelijk ruim twintig jaar).Maureen Staal, facilitair managervan Naarderheem: “Bij de overgangvan de oude naar de nieuwe situatie

hebben we geen enkel verschil incomfort gemerkt, en dat was ook debedoeling. Wat we wel merken, is datonze energierekening zo’n 15% lageruitvalt. Toen we enige tijd geledeneen stroomstoring hadden, hebbenwe onze installatie als noodstroom-voorziening kunnen gebruiken. Datgeeft een groot gevoel van bedrijfs-zekerheid.”

Gegevens project

Naarderheem, Naarden

Sector: zorg

Vermogen elektrisch: 140 kW

Vermogen warmte: 212 kW

CO2-reductie: 180 ton/jr

Kostenbesparing: € 36.000,-/jr

Wkk in NederlandIn vergelijking met andere Europese landen heeftwkk in Nederland een groot aandeel in de opwek-king van elektriciteit. In totaal wordt 40% van alleelektriciteit in ons land opgewekt door middel vangrote en kleine wkk-installaties. De grootste capaciteit staat in de industrie en de glastuinbouw.In totaal levert dit een CO2-reductie op van circa10 Mton en een energiebesparing van 100 PJ. Omgerekend komt dat neer op 3 miljard m3 aard-gas. Als onderdeel van het plan ‘Schoon en Zuinig’wil de Nederlandse overheid door stimulering van wkk een energiebesparing van nog eens 50 PJrealiseren.

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 25

22-23:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:27 Pagina 5

Page 26: Slim met Gas - GasTerra

HRe-KETEL

Ongemerkt thuis elektriciteit produceren

De HRe-ketel is de volgende sNa jaren van ontwikkeling kan de energiebewuste consument sinds kort bij zijn installateur vragen naar

een HRe-ketel. De HRe-ketel is een vorm van micro-wkk: warmtekrachtkoppeling op de schaalgrootte

van een woonhuis. Een huishouden produceert daarmee niet alleen zijn eigen warmte, maar ook

elektriciteit. Het resultaat: een forse reductie van de CO2-uitstoot en een lagere energierekening. De

keuze is vooralsnog beperkt, maar daarin komt spoedig verandering.

Naar verwachting zal tussen 2000 en 2030 het gasverbruik voor verwarmingin woningen met minimaal 30% afnemen. In dezelfde periode neemt het elek-triciteitsverbruik aanzienlijk toe. Dat betekent dat het elektriciteitsnetzwaarder wordt belast. Tenzij op grote schaal HRe-ketels worden geplaatstin Nederlandse woonhuizen. Die produceren namelijk zelf elektriciteit die terplekke, in huis of in de buurt, kan worden gebruikt.

Hoe ‘t werktEen HRe-ketel ontstaat wanneer aan een ‘gewone’ HR-ketel een stroom-opwekker wordt toegevoegd. Dat kan een Stirlingmotor met een generatorzijn, een traditionele gasmotor (ook met een generator) of een brandstofcel.Het principe is dat de motor/generatorcombinatie of de brandstofcel elektri-citeit produceert en dat de restwarmte die daarbij vrijkomt direct wordtgebruikt voor de verwarming van de woning of voor het opwarmen van tap-water. In het benutten van die restwarmte zit de winst ten opzichte van elek-triciteit uit een centrale. Een centrale mist namelijk de mogelijkheid om diewarmte nuttig in te inzetten; daarom wordt restwarmte in de meeste centrales weggekoeld. Een groot deel van de oorspronkelijke energie gaatdus verloren. Daar komt nog bij dat de elektriciteit gemiddeld een flinkeafstand moet afleggen naar de gebruiker. Ook daarbij gaat energie verloren.Al met al is voor elke eenheid elektriciteit die in een woonhuis wordt gebruikt,al bijna anderhalve eenheid energie verloren gegaan in de centrale en bij hettransport.Bij elektriciteitsproductie in een HRe-ketel wordt de restwarmte bijna vol-ledig gebruikt voor verwarming. Van transport van elektriciteit is nauwelijkssprake; de elektriciteit wordt ter plekke gebruikt of opgeslagen in bijvoor-

beeld de accu van een elektrische auto. Het voordeel is een lagere CO2-uitstoot en een mooie besparing op de energiekosten.

Lagere kosten, lagere uitstootIn een gemiddeld huishouden produceert een HRe-ketel op jaarbasis onge-veer 2.500 kWh elektriciteit. De CO2-uitstoot wordt daardoor met ongeveer20% verlaagd. Hoewel het gasverbruik door toepassing van een HRe-keteliets stijgt, daalt het elektriciteitsverbruik aanzienlijk. Al met al kan eengemiddeld huishouden op jaarbasis zo’n 300 tot 400 euro op energiekostenbesparen. Voor grotere woningen kan de besparing nog aanmerkelijk hogeruitvallen.

StichtingGasTerra heeft een belangrijke rol gespeeld bij de technische ontwikkelingvan de HRe-ketel. Ook bij het testen en steeds verder perfectioneren van detechniek was GasTerra de aanjager. In 2006 richtten de cv-ketelfabrikanten deSmart Power Foundation (SPF) op. Deze stichting zet zich in voor het ver-groten van de marktkansen voor de nieuwe ketel. Daarnaast richtte GasTerrasamen met de energiebedrijven Nuon, Essent en Eneco in 2007 de stichtingSlim met Gas op (zie ook pagina 30), met als doel de verdere ontwikkeling ende marktintroductie van de HRe-ketel te versnellen. Twee verschillende orga-nisaties waren nodig omdat de regelgeving in Europa niet toestaat dat defabrikanten de handen ineenslaan om gezamenlijk een nieuwe technologie opde markt te brengen; dat zou leiden tot kartelvorming. Energiebedrijvenkunnen dat wel, mits zij de mededingingsautoriteit volledige openheid vanzaken geven en hun activiteiten staken als de nieuwe technologie marktrijp

MAGAZINE |26

26-27 HRe-ketel:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:29 Pagina 2

Page 27: Slim met Gas - GasTerra

HRe-KETEL

stap in efficiencyis. Eind 2010 was dat voor de HRe-ketel het geval: de ketel was klaar voor demarkt. De stichting Slim met Gas hield op dat moment op te bestaan. De SPF(zie ook pagina 28) behoudt haar functie als promotor van de nieuwe techno-logie, met als doel de productie bij de verschillende fabrikanten op te schalenen zo de kostprijs van de technologie te laten dalen. Ook houdt de SPF zichbezig met de regels voor het terugleveren van elektriciteit en het wegnemenvan andere belemmeringen in de wet- en regelgeving.

KoplopersVolgens oud-voorzitter Dick Tommel van de stichting Slim met Gas heeft debranche een succesvolle introductie van de HRe-ketel grotendeels zelf in dehand. Nog altijd is er een prominente rol weggelegd voor de energiebedrijvenen de installatiesector, vindt Tommel. “Als de installatiebedrijven alleen producten blijven verkopen die ze kennen, zal het lang duren voordat de vraagnaar HRe-ketels aantrekt. Daar ligt dus een taak voor de brancheverenigingUNETO-VNI om haar leden voor te lichten en voor goede opleidingen tezorgen. Verder zouden de energiebedrijven met hun kennisvoorsprong allesuit de kast moeten halen om klanten zo snel en zo breed mogelijk te infor-meren. Mensen moeten bijvoorbeeld weten dat ze het bestaande energie-label van hun woning met een HRe-ketel kunnen verbeteren, in de regel metéén labelstap. Daarnaast is ook de positie van de zogenoemde koplopersbelangrijk. Dit zijn mensen die graag iets voor het milieu doen en niet in deeerste plaats kijken naar wat het oplevert. Vaak vinden deze koplopers hetinteressant om zo veel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. Dat laatste is eenmaatschappelijke trend waarvan de energiebedrijven gebruik kunnen maken.Het vergt doorzettingsvermogen om een goed idee naar de markt te brengen,maar het begin is er.”

ConcurrentieIn 2010 kwam fabrikant Remeha als eerste met een goed werkende HRe-ketel op de markt. Andere fabrikanten zijn inmiddels gevolgd en er zullen er nog meer volgen. Daarmee ontstaat een vorm van concurrentie die consumenten in staat stelt zelf een afgewogen keuze te maken. Welke fabri-kant daarbij de beste papieren heeft, is nu nog niet te zeggen. Wel is nu al duidelijk dat de HRe-ketel een innovatief en puur Nederlands product is metinternationale potentie.

Ariston

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 27

26-27 HRe-ketel:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:29 Pagina 3

Page 28: Slim met Gas - GasTerra

HRe-KETEL

Smart Power Foundation (SPF)

SPF wil heel Nederland aan dEen verantwoorde, grootschalige introductie van de HRe-ketel is het hoofddoel van de Smart Power

Foundation (SPF). De stichting verenigt verschillende cv-ketelfabrikanten en is in 2006 in samenwerking

met GasTerra opgericht. SPF wil de marktkansen voor toepassing van micro-wkk in woningen vergroten en

waakt erover dat het besparingspotentieel van de HRe-ketel in de regelgeving op waarde wordt geschat.

Na de marktintroductie van de HRe-ketel in november 2010 loopt het nog nietdirect storm met de verkoop. Dat is begrijpelijk; de nieuwe ketel is nog flinkduurder dan de vertrouwde ‘gewone’ cv-ketel. Voor een lagere kostprijs is echter schaalvergroting onontbeerlijk: de productie moet omhoog. HenkSijbring, voorzitter van de SPF: “Momenteel houdt de prijs van de HRe-ketelveel mensen nog tegen om zo’n toestel aan te schaffen. Het verschil met eengewone cv-ketel is nog te groot. Om de HRe-ketel gemakkelijker verkoop-baar te maken, moet hij goedkoper worden. Ik verwacht in dat opzicht veel vansamenwerking met woningcorporaties. De HRe-ketel kan uitstekend wordentoegepast in de sociale woningbouw. Het toestel is eenvoudig te plaatsen opde plek van de bestaande cv-ketel. Het is een energiesparende techniek diezonder veel aanpassingen kan worden ingezet. Voor corporaties is de HRe-techiek een prima optie om te voldoen aan hun energiebesparingdoelstel-lingen. Daarmee helpen ze bovendien de productie van de HRe-ketel op te schalen. De SPF neemt dan ook deel aan het supportteam van ‘HRe in versnelling’, dat de woningcorporaties hierbij ondersteunt.”

KeurmerkOm een onafhankelijk keurmerk aan de HRe-ketel te kunnen koppelen is deSPF in overleg getreden met de stichting Energie Prestatie Keur (EPK). EPKis een onafhankelijke instantie die kwaliteitskeurmerken voor energie-toestellen afgeeft. Het overleg heeft ertoe geleid dat voor de HRe-ketel eenkeurmerk is ontwikkeld binnen de Gaskeur-systematiek. Dit keurmerk laatzien dat het betreffende toestel een aanzienlijk hoger rendement heeft daneen standaard HR-ketel. De gebruiker kan dus daadwerkelijk energie

besparen.De aanduiding HRe-ketel is gereserveerd voor alle micro-wkk-toestellen die aan het Gaskeur-HRe voldoen. Het Gaskeur valt onder de Raadvoor de Accreditatie en staat dus onder onafhankelijk en deskundig toezicht.Er zijn rendementscijfers aan verbonden die aansluiten bij de rekenmetho-diek van de EPC (de Energie Prestatie Coëfficiënt) en de Europese EPBD(Energy Performance Building Directive). Sijbring: “Het Gaskeur-HRe is een belangrijke stap in de goede richting. Hetkeurmerk geeft vertrouwen. Daarnaast wordt duidelijk dat de HRe-ketel eengunstig effect heeft op de EPC van een woning. Dat maakt het toestel aan-trekkelijk voor woningeigenaren.”

Terugleveren Bij het gebruik van de HRe-ketel gaat het gasverbruik iets omhoog als gevolgvan de gelijktijdige opwekking van warmte en elektriciteit. De elektriciteit dievoor eigen gebruik wordt ingezet heeft een waarde die gelijk is aan de normaleinkoopprijs van elektriciteit. Is er een overschot aan lokaal geproduceerde elektriciteit, dan mag dit overschot tijdelijk worden ‘geparkeerd’ op het elektriciteitsnet. Wanneer de vraag in de woning weer groter is dan de eigenproductie, kan de geparkeerde energie weer aan het net worden onttrokken.Volgens Europese wetgeving moet over deze teruglevering dan echter opnieuwBTW worden betaald. Mede door bemiddeling van de SPF heeft de Nederlandseregering aangegeven gebruik te maken van een ontsnappingsclausule. Die clau-sule voorkomt dat de consument over de teruglevering opnieuw BTW en energie-belasting betaalt. Deze regeling is geldig voor alle vormen van eigen elektrici-teitsopwekking, zoals micro- en mini-wkk, zonnecellen en windmolens.

Ook als aardgas in deenergietransitiesteeds meergroen gaswordt, is deHRe-ketel eenvan de meestaantrekkelijketechnologieën

MAGAZINE |28

28-29 SPF:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:31 Pagina 2

Page 29: Slim met Gas - GasTerra

HRe-KETEL

de HRe-ketelDoor het toenemende elektriciteitsverbruik in de samenleving wordtde belasting van de huidige elektriciteitsnetten steeds zwaarder.Doordat met de toepassing van een HRe-ketel de elektriciteit lokaalwordt geproduceerd, zal de ketel het net direct ontlasten. Zodra ersprake is van een grootschalige inzet van HRe-toestellen, kan hetaantrekkelijk worden om de teruglevering aan het net door een computer te laten regelen. De SPF heeft hierover contact met de net-beheerders en werkt mee aan de totstandkoming van zo’n systeem.Hiervoor is de stichting Smart Power System (SPS) in het leven geroepen. SPS is naast een stichting ook de naam van het integralesysteem dat individuele, decentrale stroomproducerende installa-ties collectief regelt en aanstuurt. Daarmee ontstaat een zogeheten‘virtuele elektriciteitscentrale’ of Virtual Power Plant.

Smart Power System

SubsidieMomenteel kunnen woningeigenaren geen subsidie krijgen voor de aanschafvan een HRe-ketel. Uiteindelijk moet de HRe-ketel ook zonder subsidiekunnen bestaan, vindt Sijbring. “Ons doel is de ketel zo te kunnen prijzen datde terugverdientijd voor de consument een jaar of vijf is.”“De HRe-ketel is van grote betekenis voor de samenleving”, zegt Sijbring. “Detechnologie betekent een streep door de energieverliezen bij de centrale productie van elektriciteit. Ook kunnen we met decentrale productie hetopenbare elektriciteitsnet ontlasten. Dat scheelt de samenleving op termijnveel geld én het is gunstig voor de CO2-uitstoot. De kennis die we nu hebbenhelpt ons om op weg te gaan naar een duurzame samenleving. Aardgas zalin het transitieproces steeds meer groen gas worden. En dan is de HRe-ketelopnieuw een van de meest aantrekkelijke opties.”

Henk Sijbring, voorzitter Smart Power Foundation: “De HRe-ketel is van grotebetekenis voor de samenleving.”

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 29

28-29 SPF:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:31 Pagina 3

Page 30: Slim met Gas - GasTerra

HRe-KETEL

Stichting Slim met Gas

Slim met Gas zet micro-wkk oSlim met Gas speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling en de marktintroductie van micro-wkk, ook

wel de HRe-ketel genoemd. Toen Remeha in 2010 als eerste fabrikant een commercieel HRe-toestel op de

markt bracht, kon de stichting zichzelf opheffen. Haar missie was vervuld: het naar de markt begeleiden

van de HRe-ketel.

Als de vier grote energiemaatschappijen Nuon, Essent, Eneco en GasTerrazich begin 2007 op initiatief van GasTerra verenigen in de Stichting Slim metGas, verkeert de HRe-ketel nog in het prototypestadium. Er zijn op datmoment slechts enkele met de hand gemaakte exemplaren beschikbaar.Deze zijn weliswaar in de fabriek uitgebreid getest, maar van een beproefdproduct, klaar voor de consumentenmarkt, is nog geen sprake. De missie vanSlim met Gas was om het systeem grootschalig op de markt te brengen. Omzo snel mogelijk praktijkervaring op te doen, organiseerden de vier partnersvan Slim met Gas diverse veldtesten, telkens grootschaliger van opzet.

KennisuitwisselingDe eerste veldtest was een beperkte proef met een serie van acht toestellenop verschillende locaties in Nederland. Het laatste exemplaar werd symbo-lisch overhandigd aan de voorzitter van het Innovatieplatform, de toenmaligepremier Balkenende. Deze stelde de ketel ter beschikking aan de Haagsesociale woonvoorziening Westeinde. “Dat was het begin van een serie veld-testen om de betrouwbaarheid en de werking van de HRe-ketel te testen”,vertelt Dick Tommel, voorzitter van de inmiddels opgeheven stichting Slimmet Gas. “Over een periode van enkele jaren hebben we kritisch gekeken naarde wisselwerking met het elektriciteitsnet, het daadwerkelijke rendement, hetinstallatiegemak en de transporteerbaarheid van de ketel. In elke fase van hettraject hebben we verschillende HRe-systemen getest, onder meer vanRemeha, Microgen en Ariston. De leden van Slim met Gas kozen voor die testseigen locaties en installateurs en namen ook de installatiekosten voor hunrekening. De resultaten uit de tests hebben we gebundeld om zo veel moge-lijk kennis uit te wisselen en om met elkaar tot een afgewogen oordeel tekomen.” Al met al plaatste Slim met Gas samen via haar leden zo’n vijfhon-derd HRe-ketels. Zo ontstond een steeds beter beeld van de HRe-ketel.

TransparantieSlim met Gas is een niet-commercieel initiatief, wat belangrijk is voor de goedewisselwerking tussen de vier energiebedrijven. Tommel: “Om ervoor te zorgen

dat de afspraken en verhoudingen helder waren, zijn we direct na de oprichtingbij de NMa geweest om onze plannen uit te leggen. Die transparantie vondenwe belangrijk. Het lag voor de hand om als marktpartijen samen te werken bijhet testen van de nieuwe technologie. Energiebedrijven hebben immers contactmet hun klanten. Daardoor kunnen zij in een vroeg stadium belangrijke erva-ringen opdoen, die de fabrikanten in de verdere ontwikkeling van een productkunnen gebruiken. In dat opzicht hebben ook partijen als SPF, Kiwa Gas Tech-nology en de stichting EPK een belangrijke rol gespeeld, door zich bezig tehouden met de certificering en juiste normering van de HRe-ketel.”

VersnellingTijdens de 3e Nationale micro-wkk-dag stelde het toenmalige ministerie vanVROM een ambitieus doel voor grootschalige introductie van de HRe-ketel.Secretaris-generaal Hans van der Vlist riep de branche op om de productie

snel op te voeren, zodat de technologie ook zonder subsidie interessant zouworden voor de consument. Die oproep was de aanleiding voor ‘HRe in ver-snelling’, een initiatief van een aantal marktpartijen om in vijf jaar tijd 100.000HRe-ketels te plaatsen in woningen van woningcorporaties. Volgens DickTommel zijn dit precies de initiatieven die nodig zijn nu de stichting Slim metGas zichzelf heeft opgeheven: “De markt moet nu het werk gaan doen. DeHRe-ketel is bij uitstek een product dat is ontwikkeld voor een grote voor-raad bestaande woningen, een voorraad die misschien nog wel honderd jaarmeegaat. Er zijn woningen waarvan de energiekosten bijna hoger zijn dan dehuur. Dat is op termijn niet meer op te brengen. Juist daar wordt het onder-werp energiebesparing steeds belangrijker.”

De markt moet nu het

werk gaan doen

MAGAZINE |30

30-31 Slim met Gas:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:34 Pagina 2

Page 31: Slim met Gas - GasTerra

HRe-KETEL

k op de kaart

PartnersEneco, Essent, Nuon en GasTerra

OprichtingStichting Slim met Gas is opgericht in januari 2007, bij de onder-tekening van het Convenant Gastransitie. Plaats van handeling: de 1eNationale micro-wkk-dag in Apeldoorn. De Nationale micro-wkk-dag beleefde in 2010 zijn vierde en laatste editie. Het idee achterSlim met Gas is afkomstig van GasTerra, dat ook de convenantpart-ners bij elkaar zocht.

DoelstellingDe doelstelling van de stichting sluit volledig aan bij de filosofie van GasTerra: de bestaande gasvoorraad optimaal benutten en deontwikkeling van nieuwe gastechnologie ondersteunen, als basisvoor een transitie naar duurzame energiebronnen.

MissieMicro-wkk naar de markt begeleiden.

HoofdactiviteitPraktijkervaring opdoen. Daartoe organiseerden de partners verschillende veldtesten, telkens grootschaliger van opzet.

OpheffingDe stichting zou zich opheffen zodra de HRe-ketel voldoende wasuitontwikkeld. Dit was in 2010 het geval toen Remeha het eerstecommerciële exemplaar op de markt bracht.

Stichting Slim met Gas

Dick Tommel, voorzitter stichting Slim met Gas: “Het lag voor de hand om alsmarktpartijen samen te werken bij het testen van deze nieuwe technologie.”

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 31

30-31 Slim met Gas:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:34 Pagina 3

Page 32: Slim met Gas - GasTerra

32-33 OPG Visie Ed Nijpels.qxp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:36 Pagina 2

Page 33: Slim met Gas - GasTerra

met het hoogst haalbare rendement, zou nog eens een besparing betekenenvan een miljoen ton CO2 per jaar. Dat is het laaghangende fruit - een bespa-ring die met betrekkelijk weinig inspanning te realiseren is. Die kans moetenwe met beide handen aangrijpen. Daarnaast is de ontwikkeling van decen-trale elektriciteitsproductie een interessante uitdaging. Vooral omdat de elek-triciteitsproductie nog altijd verantwoordelijk is voor 60% van onze CO2-uitstoot. Bij decentrale opwekking is het goed mogelijk om de restwarmte

optimaal te benutten. En ten slotte is er nog de verwachting dat we in 2020jaarlijks kunnen beschikken over drie miljard kubieke meter biogas. Datmaakt de uitdaging voor gas extra interessant. Ons land beschikt nu eenmaalover een uitstekende infrastructuur voor gas en daar moeten we gebruik vanblijven maken.”

Duurzame energievoorzieningAl deze ontwikkelingen stellen de technische creativiteit van onze ingenieursde komende jaren voor grote uitdagingen. Nijpels: “Goede gastoepassingenkunnen ervoor zorgen dat aardgas en biogas een substantiële bijdrageleveren aan CO2-reductie. Het uiteindelijke doel is de transitie in de richtingvan een steeds duurzamere energievoorziening. We moeten zeer zorgvuldigomgaan met de gasvoorraad die we in Nederland hebben, en constant bezigzijn met verantwoorde toepassingen. Combinaties met andere, duurzameenergietechnologie zijn daarbij extra interessant. Onderzoeken wijzen uit dataardgas en biogas op deze manier kunnen bijdragen aan een betaalbare, veilige en betrouwbare energievoorziening met gegarandeerde resultaten.”

VISIE ED NIJPELS

Ed Nijpels, voorzitter NLingenieurs en stichting EPK

‘Nederland koploper op het gebiedvan aardgas en duurzaamheid’Nederland heeft een voorsprong op het gebied van gastoepassingen. Die voorsprong gaat ons goed van pas

komen in de transitie van een fossiele naar een duurzame energievoorziening, aldus Ed Nijpels, voorzitter

NLingenieurs en voormalig minister van Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu. “Dankzij de brede inzet van

aardgas én de inspanningen van de industrie, met haar innovatieve gasproducten en -systemen, is Nederland

bij uitstek een kennisland voor gastoepassingen.”

Aardgas is de basis van de energietransitie, beweert Nijpels, die zich al meerdan twintig jaar politiek en bestuurlijk bezighoudt met aardgas en duur-zaamheid. “In verhouding is gas een schone brandstof. Het is snel inzetbaaren goed te combineren met het gebruik van bijvoorbeeld zonne-energie.Nederlandse ingenieurs hebben een kennisvoorsprong op het gebied vanduurzame gastechnologie. Die zetten we nu in om tot een schonere energie-voorziening te komen.”

Europese koploperAls voorzitter van de Stichting HR (later stichting Gaskeur) en haar opvolger,de stichting Energie Prestatie Keur (EPK), heeft Nijpels de afgelopen twintigjaar een belangrijke bestuurlijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van zuinigecv-ketels. “We begonnen in Nederland met ketels die een rendement haaldenvan 60%. Nu zit dat rendement op 107%, en de kostprijs is lager. Dat is eenmooie prestatie. Fabrikanten durven zichzelf een steeds hogere norm op teleggen en halen deze ook daadwerkelijk. Daarmee heeft Nederland zich eenpositie verworven als koploper in Europa op het gebied van zuinig en doel-matig gasverbruik.”

Lat steeds hogerStichting EPK heeft als hoofdtaak te zorgen voor steeds betere energetischeprestaties, die ook onderling vergelijkbaar zijn. Ook wil de stichting stimu-leren dat de lat van de keurmerken steeds hoger komt te liggen. “We willenhet gebruik van energiezuinige, schone en doelmatige toestellen voor ver-warming, warmnwater en andere functies stimuleren. Afgelopen jaar zijn ermeer dan 400.000 HR-ketels in Nederland geplaatst. Allemaal toestellen metzeer hoge rendementen. Alleen al hierdoor wordt er ieder jaar 200.000 tonminder CO2 uitgestoten. Dat is dus een wezenlijke bijdrage aan de bespa-ringsdoelstellingen.”

BiogasMaar er liggen nog meer kansen voor CO2-reductie, vindt Nijpels. “Nederlandheeft nog altijd een hardnekkige voorraad van zo’n twee miljoen aardgastoe-stellen met een lager rendement. Die toestellen vervangen door apparaten

Ed Nijpels (1950) was jarenlang voor de VVD actief in de lande-lijke politiek. Hij was vanaf 1977 lid van de Tweede Kamer ennam in 1982 het fractievoorzitterschap op zich. In 1986 werd hijminister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu-beheer (VROM). Sinds zijn vertrek uit de politiek in 1990 was hijburgemeester van Breda, commissaris van de koningin in Fries-land en voorzitter van het ABP. Hij is momenteel voorzitter vanNLingenieurs (voorheen ONRI), de branchevereniging van advies- en ingenieursbureaus, en van Thuiswinkel.org. Daarnaast heeft hij vele bestuurlijke nevenfuncties waaronderhet voorzitterschap van de stichting EPK.

Ons land beschikt over een uitstekende

infrastructuur voor gas en daar moeten

we gebruik van blijven maken

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 33

32-33 OPG Visie Ed Nijpels.qxp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:36 Pagina 3

Page 34: Slim met Gas - GasTerra

PLATFORM NIEUW GAS

Groen gas op weg naar één miljoen huishoudens in 2020

Gas staat weer helemaal op dTien jaar geleden richtte de discussie over duurzame energie zich vooral op elektriciteit. Tegenwoordig

staat echter ook de rol van gas bij de overgang naar een duurzame energievoorziening in de schijnwerpers.

Het Platform Nieuw Gas ondersteunt deze discussie over de toekomst van Nederland. Een discussie over

vergroening van gas als energiedrager én over de rol van gas bij de inpassing van zonne- en windenergie.

Gas biedt unieke mogelijkheden voor een duurzame energievoorziening, vindtUlco Vermeulen, directeur business development bij Gasunie en voorzittervan het Platform Nieuw Gas. “We zetten in op drie trappen: schoon, schoneren schoonst. Schoon staat voor zeer efficiënte gastoepassingen, zoals deHRe-ketel. Met ‘schoner’ bedoelen we alles wat te maken heeft met het vergroenen van de gasvoorziening zelf, dus de ontwikkelingen op het gebiedvan biogas en groen gas. En met ‘schoonst’ bedoelen we de rol die gas kanspelen bij het succesvol toepassen van duurzame energie. Zon en wind zijnniet altijd voorhanden, maar in combinatie met gas kun je daarmee wel eenheel complete, duurzame energievoorziening bereiken. Juist voor Nederlandbiedt deze drietrapsvisie grote kansen.”

Ontwikkeling tot groen gasJohan Wempe houdt zich als voorzitter van de Werkgroep Groen Gas vooralbezig met de tweede trap. Biogas is lange tijd apart gehouden van de gasvoorziening en alleen ingezet voor de productie van elektriciteit. Daardooris niet geïnvesteerd in de ontwikkeling van groen gas: een kwaliteit biogasdie bruikbaar is in het aardgasnet. Wempe: “De omslag ontstond in 2006.Sindsdien is er een streven om biogas op te werken tot aardgaskwaliteit en

in te zetten voor ruimteverwarming en voor koken.” Succesvolle voorbeeldenzijn er genoeg, zoals de vergistingsinstallatie van ROVA, de eerste die directis aangesloten op het hogedruk gasnet, of de lokale rioolwaterzuiverings-

installatie in Beverwijk, die al bijna ‘break even’ draait. In Mijdrecht wordtvloeibaar gas gemaakt voor auto’s en in Spakenburg is een installatie inbedrijf voor het verwerken van vis- en koekresten tot groen gas.

Groen gas hubs“Groen gas biedt geweldige kansen”, zegt Wempe. “Maar bij de individuelepartijen komen die kansen niet voldoende tot hun recht. Je moet gasnet-

Overheden, producenten en

kennisinstellingen… alle partijen in de

keten hebben elkaar gevonden

Ulco Vermeulen, directeur business development bij Gasunie: “Gas blijft nog heel lang belangrijk.”

MAGAZINE |34

34-35 Nieuw gas:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:37 Pagina 2

Page 35: Slim met Gas - GasTerra

PLATFORM NIEUW GAS

p de kaart

Al in de jaren zeventig werd gas gewonnen uit afval. De Wijster-installatievan Attero, die stortgas produceert, was het eerste succesvolle project.Daarna volgden er meer. Het gewonnen biogas werd voornamelijk gebruiktvoor de productie van elektriciteit. Onder meer door toedoen van GasTerra isde aandacht in de laatste jaren steeds meer verschoven naar het verduurza-men van de bestaande aardgasvoorziening. Dat kan bijvoorbeeld door biogasof duurzaam opgewekte waterstof toe te voegen aan aardgas, waardoorgroen gas ontstaat.De energiewereld ziet groen gas als een van de mogelijkheden om de eco-nomie te verduurzamen. Hans Overdiep, manager Energietransitie bij Gas-Terra: “Energietransitie is geen wedstrijd met één winnaar. Er zullen in detoekomst vele technieken voorhanden zijn om tot een duurzame energie-

huishouding te komen. Groen gas is er daar één van. Al die technieken kun-nen en moeten elkaar ondersteunen.” GasTerra heeft een duidelijke visie ophet optimaal inzetten van gas in die energiemix voor de toekomst. “We wil-len zorgen voor zinvolle toepassingen van aardgas en groen gas, met een zohoog mogelijk rendement. Onder meer via het creëren van gastoepassingendie meer bruikbare energie uit een kubieke meter gas halen. Daarnaast sti-muleren we het bedrijfsleven om zo min mogelijk gas te verbruiken in hetproductieproces. Samen met onze grote afnemers kijken wij hoe zij hetzelfdekunnen presteren met een lager gasverbruik. Binnen GasTerra snappen wedat je het transitieproces niet kunt forceren. Maar wij willen er wel alles aandoen het te versnellen en om aardgas in te zetten voor het behalen van deduurzame doelstellingen van Nederland, Europa en hopelijk de hele wereld.”

werken, gashandelsbedrijven, boeren, rioolzuiveringsbedrijven, afvalverwer-kingsbedrijven en de voedingsmiddelenindustrie bij elkaar brengen.”Momenteel wordt hard gewerkt aan ‘hubs’ voor groen gas: centrale puntenvoor het opwerken van biogas tot groen gas. Door de opwerking te centrali-seren is efficiënter werken mogelijk. Wempe: “Sinds 2006 zijn veel nieuweprojecten gestart. In de eerste vijf jaar hebben die geleid tot een productievan zo’n 85 miljoen kubieke meter gas. In 2020 zal de gezamenlijke productieop anderhalf tot twee miljard kuub liggen. Goed voor ongeveer een miljoenhuishoudens.”

Soepel samenwerkenDe vele biogasprojecten die in Nederland zijn opgestart, rekent Vermeulen samenmet de introductie van de HRe-ketel (zie pagina 26) tot de belangrijkste wapen-feiten van het Platform Nieuw Gas. GasTerra heeft volgens Vermeulen de triple-Akwaliteiten van aardgas actief naar de markt gecommuniceerd. “Available, affor-dable en acceptable. We zijn blij dat GasTerra een actieve rol speelt in de keten.Overheden, producenten en kennisinstellingen werken veel soepeler met elkaarsamen. Gas staat als energiedrager nu echt beter op de kaart dan vijf jaar geleden.Dat is een mooi resultaat, want gas blijft nog heel lang een belangrijke brandstof.”

Groen gas heeft de toekomst

Johan Wempe bij de vergistingsinstallatie van ROVA in Zwolle: “Je moet de partijen bij elkaar brengen.”

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 35

34-35 Nieuw gas:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:37 Pagina 3

Page 36: Slim met Gas - GasTerra

WARMTEPOMPEN

Dutch Heat Pump Association

Duurzame warmte met één mIn 2020 moet veertien procent van het primaire energiegebruik in Nederland afkomstig zijn uit

hernieuwbare bronnen. De teller in Nederland staat nu, eind 2011, op ongeveer vijf procent. Er is dus nog

wel wat werk aan de winkel. De Dutch Heat Pump Association (DHPA) ziet een belangrijke rol weggelegd

voor de warmtepomp. Het streven: één miljoen warmtepompen in 2020.

Wanneer Nederland de lat van veertien procent duurzame energie in 2020niet haalt, zou dat uit kunnen lopen op sancties vanuit de Europese Unie enin ieder geval op reputatieschade. “Veertien procent is nog ver weg, maar dedoelstelling is geen onmogelijke opgave”, zegt Peter Wagener van DHPA, denieuwe brancheorganisatie voor warmtepompen in de woningbouw. “Wedenken dat warmtepompen in de gebouwde omgeving een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de gewenste verduurzaming. Een warmtepompmaakt het mogelijk om duurzame warmte uit de omgevingslucht of uit debodem nuttig in te zetten. Met relatief weinig energie kan een warmtepompdie warmte op een bruikbaar temperatuurniveau brengen. De rendementenkunnen zeer interessant zijn.”

LagetemperatuurverwarmingEen warmtepomp kan worden ingezet voor verwarming en voor koeling. Alge-meen geldt dat het rendement van een warmtepomp beter wordt naarmatede brontemperatuur hoger is en de temperatuur van het afgiftesysteem lager.Voor een goed renderende warmtepompinstallatie is een afgiftesysteem voorrelatief lage temperaturen (de zogeheten lagetemperatuurverwarming ofLTV) dus aan te raden. Voorbeelden van een LTV-systeem zijn vloerverwar-ming, wandverwarming of vergrote radiatoren. Hierbij geldt: hoe lager deontwerptemperatuur van het afgiftesysteem, hoe beter een warmtepomp totzijn recht komt.

Meer huiswerkAl met al is de installatie van warmtepompen complexer dan die van een cv-ketel. “Een warmtepomp vraagt om een integrale benadering”, zegtWagener. “De warmtevraag, het afgiftesysteem, de warmtepomp en de bronmoeten als geheel worden beschouwd. Installateurs moeten zich realiseren

dat de keuze van een warmtepomp en de installatie meer aandacht vragen.Om succesvol te zijn in deze aantrekkelijke markt moeten installateurs danook bereid zijn wat meer huiswerk te doen. Tegelijk zien we dat installateurseen cruciale rol spelen bij het stimuleren van warmtepomptechniek; zijkunnen het succes van een installatie maken of breken. Naast de fabrikantenen de overheid zijn het de installateurs die een belangrijke rol spelen in dedaadwerkelijke energietransitie.”

De Dutch Heat Pump Association (DHPA) ontstond op 1 januari 2011 uit deStichting Warmtepompen en de Smart Hybrid Foundation. DHPA probeertinstallateurs bekend te maken met de mogelijkheden van warmtepompen,door onder meer opleidingen en informatievoorziening.

Bestaande bouwGroot voordeel van warmtepompen is dat toepassing in de bestaande bouwmogelijk is. Wagener verwacht zelfs dat daar de meeste winst te behalen valt.“We bouwen jaarlijks maximaal 50.000 nieuwe woningen. Als we dertig procent van deze woningen uitrusten met een warmtepomp, dan zijn dat15.000 warmtepompen per jaar. Dat is veel te weinig om de sectordoelstel-lingen voor energiebesparing en emissiereductie te realiseren. We kunnen

Naast de fabrikanten en de overheid zijn

het de installateurs die een belangrijke

rol spelen bij de energietransitie

Hoe werkt een warmtepomp?Ieder gebouw is omgeven door een onuitputtelijke bron aan duurzameenergie in de bodem en de buitenlucht. Deze bronnen hebben echter eente laag temperatuurniveau om een centrale verwarming rechtstreeks opaan te sluiten. Om een woning met die duurzame energie te kunnen ver-warmen, moet de temperatuur eerst op een bruikbaar niveau gebrachtworden met een warmtepomp. Een warmtepomp maakt gebruik van eengesloten systeem, waarin vloeistof aanwezig is die verdampt tot gas endaarbij warmte opneemt uit de omgeving. Een compressor verhoogt vervolgens de druk, waardoor de temperatuur van het gas omhoog gaat.Na afgifte van deze warmte condenseert het gas, wordt de druk verlaagden kan nieuwe (duurzame) warmte worden opgenomen; het proces startopnieuw. Een warmtepomp neemt dus aan de ene kant warmte op engeeft aan de andere kant warmte af op een ander temperatuurniveau.Waar het apparaat warmte opneemt, werkt het als koelmachine. Waarhet warmte afgeeft, is het een verwarmingstoestel.

Bij de installatie van een warmtepomp is het belangrijk een geschiktewarmtebron te kiezen: bijvoorbeeld ventilatielucht, omgevingslucht, debodem onder of naast het gebouw of het grondwater. Welk type bron devoorkeur heeft, wordt bepaald op grond van een groot aantal factoren,waaronder de warmtebehoefte, de koudevraag en de brontemperatuur.De compressor in een warmtepomp is de belangrijkste energiegebruiker.

MAGAZINE |36

36-37 DHPA:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:40 Pagina 2

Page 37: Slim met Gas - GasTerra

WARMTEPOMPEN

n miljoen warmtepompen

De warmtepomp kan een grote rol spelen bij de overgang naar eenduurzame energievoorziening, mits de technologie snel haar wegvindt naar woningbezitters en gebouwbeheerders. DHPA heeft eenvisie over de manier waarop dat zou kunnen gebeuren. “Mensentwijfelen vaak over de aanschaf van innovatieve technologie”, meentDHPA-voorzitter Peter Wagener. “Meestal op grond van de prijs.Subsidie is een optie, maar heeft een aantal nadelige gevolgen voorde markt. Wet- en regelgeving hebben een stimulerende werkingop de markt, subsidie niet. Bovendien raken subsidiegelden relatief snel uitgeput. Als DHPA zien wij daarom liever dat de wet- en regelgeving op het gebied van verduurzaming worden aangescherpt.” Als voorbeeld van wet- en regelgeving noemt Wagener het verplicht stellen van een upgrade van het energielabelvoor woningkopers. “Een woning die in 2013 wordt aangekocht,moet binnen twee jaar minimaal één labelstap hebben gemaakt.Hoe de woningeigenaar deze stap maakt, bepaalt hij zelf. Geen enkele technologie wordt voorgeschreven. Dit heeft een positieveinvloed op alle vormen van duurzame energie, of het nu gaat omgaswarmtepompen, HRe-ketels, isolatie of zonnecellen.”

een veel grotere slag slaan in de bestaande woningbouw. Als we erin slagenom van de cv-ketels die jaarlijks vervangen moeten worden – ongeveer600.000 per jaar in Nederland – een deel te vervangen door een warmtepomp,spreken we over andere aantallen. Bovendien kunnen we bij ketels die nogniet aan vervanging toe zijn een warmtepomp toevoegen. Dat levert snel eenenorme rendementswinst op.”

Upgraden energielabel verplicht stellen

Peter Wagener, voorzitter Dutch Heat Pump Association: “In de gebouwde omgeving is met warmtepompen veel winst te behalen.”

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 37

36-37 DHPA:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:40 Pagina 3

Page 38: Slim met Gas - GasTerra

SUBSIDIES

De overheid stimuleert verduurzamingDe transitie naar duurzame energie is een proces met grote belangen. Agentschap NL, onderdeel van het

ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, probeert dat proces te versnellen, onder

meer door bedrijven, kennisinstellingen en belangenorganisaties die samenwerken aan verduurzaming

te ondersteunen met kennis en geld. Dat werkt.

Nederland moet in de toekomst een van de schoonste enzuinigste energielanden van Europa zijn. Dat lukt alleen als hetenergiegebruik drastisch omlaag gaat en als het aandeelduurzame energie fors stijgt. In 2010 was 2,4% van het totaleNederlandse energiegebruik duurzaam; in 2020 moet ditgestegen zijn naar 14%. Innovatie is essentieel.

Subsidie, belastingaftrek of kennisDe overheid helpt innovatie financieel mogelijk te maken viasubsidies, via bijzondere belastingaftrek voor energie-investeringen en in een aantal gevallen via kredieten offinanciële garantstellingen. Ook vervult de overheid viaAgentschap NL een advies- en kennisfunctie.“GasTerra is een belangrijke speler in het proces vanenergietransitie”, zegt Bert Stuij, manager Energiestrategie enTransitie bij Agentschap NL. “We komen GasTerra regelmatigtegen bij projecten met en rond aardgas. De mensen vanGasTerra hebben een duidelijke visie op het verduurzamen vanonze samenleving met behulp van aardgas. Die visie sluitperfect aan bij ons beleid en dat zorgt voor een goedesamenwerking.”

Budget beperktProjecten die in aanmerking komen voor een subsidie, hebbeneen voorbeeldfunctie of bewegen zich op het vlak van onderzoeknaar nieuwe technieken. Denk hierbij aan projecten metgaswarmtepompen, zonnepanelen of brandstofcellen. Helaas ishet budget beperkt en is voor lang niet elk plan een bijdragebeschikbaar. Agentschap NL bepaalt namens de overheid welkeaanvragen in aanmerking komen voor financiële steun.Agentschap NL behandelt en beoordeelt aanvragen stuk voorstuk, waarbij onder meer gekeken wordt naar de kosten en deverwachte maatschappelijke winst. De projecten met dehoogste scores komen in aanmerking voor financiering.

Altijd adviesBij aanvragen waar het niet gaat om innovatieve techniek maarom een innovatieve toepassing van bestaande techniek, vindtfinanciering soms plaats op volgorde van binnenkomst.Ondersteuning is dan mogelijk tot het geld op is. Enkelesubsidieregelingen zijn zo populair dat er loting moetplaatsvinden. Aanvragers die geen financiële ondersteuningkrijgen, kunnen overigens nog steeds bij Agentschap NL terechtvoor advies en kennisondersteuning.

De Nederlandse regering ondersteunt partijen die actief zijn

op het gebied van energie-innovatie met kennis of geld, om het

proces van energietransitie te helpen versnellen

38

38-41 subsidies:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:42 Pagina 2

Page 39: Slim met Gas - GasTerra

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 39

GASWARMTEPOMPEN

Gaswarmtepomp goed voor flinke besparing in de utiliteitsbouwAardgas zal gedurende een flink deel van deze eeuw een belangrijke rol spelen in de energievoorziening.

In de technologie van gaswarmtepompen ontmoeten aardgastechnologie en duurzame energie elkaar.

Dat levert bijzonder interessante rendementen op, in het bijzonder in de utiliteitsbouw.

In 2007 werd op initiatief van GasTerra de Smart Cooling Foundation (SCF)opgericht, de brancheorganisatie voor fabrikanten van gaswarmtepompen.De stichting houdt zich bezig met de toepassing van gaswarmtepompen inde utiliteitsbouw. Gaswarmtepompen zijn bijzonder geschikt voor hotels,zorgcentra, winkelcentra, kantoren en woongebouwen met collectieve klimaatsystemen. Gaswarmtepompen maken net als elektrische warmte-pompen gebruik van de overal aanwezige omgevingswarmte en brengen dezemet een relatief kleine hoeveelheid energie op een bruikbaar temperatuur-niveau. De gebruikte bronwarmte is duurzaam; de energie voor het‘oppompen’ naar de gewenste temperatuur wordt in het geval van een gas-warmtepomp geleverd door (al dan niet verduurzaamd) aardgas.

Flinke besparingHet belangrijkste doel van de SCF is het plaatsen van gaswarmtepompen inde nieuwbouw en in de bestaande bouw, vaak in combinatie met de cv-instal-laties die al in gebruik zijn. De installatie van een gaswarmtepomp is meestaleen bijzonder verantwoorde investering, omdat er aanzienlijke energie-

besparingen haalbaar zijn. Onderzoek wijst uit dat het plaatsen van een gas-warmtepomp naast een cv-ketel een energiebesparing van minimaal 20%oplevert.

80.000 utiliteitsgebouwenHet ontwerpen en plaatsen van een gaswarmtepomp is altijd maatwerk.Daardoor kunnen de investeringskosten aanzienlijk zijn. De besparing openergiekosten is echter van dien aard dat de terugverdientijden vaak zeeraantrekkelijk zijn. Het alternatief voor een gaswarmtepomp, een elektrischaangedreven warmtepomp, is in aanschaf soms goedkoper, maar vergt inveel gevallen een relatief kostbare verzwaring van de elektrische aansluiting.Door toepassing van een gaswarmtepomp is zo’n kostbare aansluiting nietnodig. Met circa 80.000 bestaande utiliteitsgebouwen in Nederland zijn demogelijkheden voor gaswarmtepompen enorm. Wanneer een klein deel vande eigenaren en gebruikers van deze gebouwen overtuigd raakt van de voor-delen gaswarmtepompen, kan dit al leiden tot een substantiële reductie vande CO2-uitstoot.

Het plaatsen van gaswarmtepompen in

de bestaande bouw kan aanzienlijke financiële

besparingen opleveren

38-41 subsidies:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:42 Pagina 3

Page 40: Slim met Gas - GasTerra

GASWARMTEPOMPEN

Comfortabel sporten in Raaltedankzij gaswarmtepompenHet splinternieuwe gebouw van Vital Centre in Raalte biedt onderdak aan een sportschool, een zwembad

en diverse wellnessvoorzieningen. Het gebouw heeft een uniek klimaatsysteem met onder meer vier

gaswarmtepompen op het dak. De installatie zorgt voor een zeer hoog comfortniveau en levert een

aanzienlijke besparing op ten opzichte van meer alledaagse technieken.

Het klimaatsysteem van Vital Centre in Raalte bestaat uit een combinatie van zogeheten tweepijps en driepijps systemen op het dak van het gebouw.Driepijps systemen maken gelijktijdig verwarmen en koelen met dezelfde bui-tenunit mogelijk. In combinatie met de terugwinning van koude en warmte uitventilatielucht is deze techniek uniek in Europa. In totaal zijn vier gasmotor-warmtepompen geïnstalleerd: één driepijps systeem en twee tweepijps systemen voor het koelen en/of verwarmen van het pand, en één tweepijpssysteem voor koelen en verwarmen met een watermodule. De tweepijps systemen zijn uitgerust met een generator voor elektriciteitsproductie enproductie van heet water. Drie van de vier gasmotoren leveren tijdens koelbedrijf restwarmte van 75 °Cvoor verwarming van het zwembad. Omdat het risico op legionellabesmet-ting zwaarder weegt dan het energieverbruik levert een HR-gasboiler hetwarme tapwater.

De eigenaar van het Vital Centre koos om diverse redenen voor gaswarmte-pompen in plaats van een standaard installatie met een elektrische warmte-pomp en cv-ketels:

• Reductie van het energiegebruik (en van de energiekosten).

• Reductie van de CO2-uitstoot (met 40.000 kg per jaar).

• De mogelijkheid om de warmte van sporters te hergebruiken in hetzwembad.

• Reductie van de capaciteit van het transformatorhuis.

• Flexibele regelbaarheid per vertrek.

• De mogelijkheid van ontvochtiging per vertrek.

In het zwembadgedeelte wordt een elektrische warmtepomp met hoog rendement gebruikt om de lucht te ontvochtigen en daarbij de restwarmteopnieuw te gebruiken. Om corrosieproblemen te voorkomen zijn hier kunst-stof warmtewisselaars geïnstalleerd. Bezoekers en het personeel van hetVital Centre Raalte ervaren het klimaat in het pand als zeer comfortabel. Inhet eerst halfjaar lag het gasverbruik op slechts 27.000 m3.

Gebruik: Sportschool met zwembad Locatie: Hammerweg 8b, 8101 NE Raalte Omvang gebouw: Circa 3.300 m2 BVO

2.000 – 2.500 sportende bezoekersper week

Jaar van oplevering: 2008 – 2009 Type installatie: Vier gasmotorwarmtepompen Fabrikaat: Sanyo Energievoorziening: Aardgas en elektriciteit Functionaliteit: Koelen en verwarmen, eventueel

gelijktijdig Capaciteit: 250 kW voor verwarming, 225 kW voor

koeling, 60 kW heetwaterproductie, 12 kW elektrisch opwekvermogen

Ontwerptemperatuur bij -7 °C: 18 °C (in de sportzalen), 21 °C (in de kantoren), 31 °C (in het zwembad)

Warmtebron: Buitenlucht Afgiftesysteem: Directe expansie (DX) en water (LTV) Watertemperatuur: 35–55 °C voor verwarming, 75 °C

voor voetenbad, zwembad en LBK(restwarmte tijdens koelbedrijf)

Gebouwbeheerssysteem: Sanyo regeling in combinatie met zelfontwikkelde PLC-besturing. Alleruimten individueel regelbaar op temperatuur

Energieprestaties gemonitord: Nee

Project Vital Centre Raalte

Bro

n: IC

E

MAGAZINE |40

38-41 subsidies:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:43 Pagina 4

Page 41: Slim met Gas - GasTerra

GASWARMTEPOMPEN

Gebruik: Bezoekerscentrum Locatie: Strandweg 38, 9163 GN Nes Omvang gebouw: 2.300 m2 BVO, circa 60.000 bezoekers

per jaar Jaar van oplevering: 2008 Type installatie: Twee gasmotorwarmtepompen Fabrikaat: AISIN Toyota Energievoorziening: Aardgas en elektriciteit Functionaliteit: Ruimteverwarming en -koeling.

Gelijktijdige warmte- en koudeleve-ring gedurende de tussenseizoenen

Capaciteit: 134 kW voor verwarming, 112 kW voorkoeling,

Ontwerptemperatuur bij -7 °C: Kantoren: 21 °CExpositieruimtes: 18 °C

Warmtebron: Buitenlucht en motorwarmte Afgiftesysteem: Water, luchtbehandeling Watertemperatuur: Koelen 7-11 °C, verwarmen 35-41 °C Gebouwbeheerssysteem: Ja, op afstand beheerd door de

installateur in Dokkum Energieprestaties gemonitord: Ja; nog geen gegevens beschikbaar

Zomerkoeling voor bezoekerscentrum AmelandIn het Natuurcentrum Ameland is het grootste gedeelte van het jaar behoefte aan koeling.

Hiervoor heeft het centrum twee gaswarmtepompen laten plaatsen. De installatie zorgt

via de vloerverwarming en de luchtbehandeling voor een aangenaam binnenklimaat,

zomer en winter.

Het Natuurcentrum Ameland is een modern museum annex bezoekerscen-trum, gevestigd in een fraai ontworpen nieuwbouwpand bij Nes, Ameland.Het centrum speelt in op de vragen rond natuur, landschap, milieu en duurzaamheid. Kennis opdoen, ervaren en beleven staan centraal. Eenonderdeel van het centrum is gevuld met informatie over het project Duurzaam Ameland en initiatieven op het gebied van duurzame energie. Verschillende energiebedrijven zijn via Duurzaam Ameland betrokken bij deinrichting van het Natuurcentrum. Op initiatief van deze partijen is bij de bouwvan het centrum de optie van een klimaatinstallatie met gaswarmtepompenonderzocht.

Het bezoekerscentrum is een goed voorbeeld van een modern publieks-gebouw waar door het goede isolatieniveau de warmtebehoefte betrekkelijklaag is. Gedurende het grootste deel van het jaar is er in het bezoekers-centrum behoefte aan koeling. De vraag naar warmte en de vraag naar koudedoen zich soms gelijktijdig voor, omdat de lucht in het pand ontvochtigd moet kunnen worden. Daarom was het toepassen van een gaswarmtepompinteressant. De extra kosten voor een gaswarmtepomp ten opzichte van eencv-ketel met koelmachine kunnen binnen een beperkt aantal jaren wordenterugverdiend.

Het Natuurcentrum beschikt over een lagetemperatuur-vloerverwarmings-systeem. Naverwarming en (in de zomer) koeling worden geregeld via deluchtbehandeling. Aan de zijkant van het pand zijn twee gasmotorwarmte-pompen geïnstalleerd. Plaatsing op het dak was niet mogelijk gezien dearchitectuur van het pand. Een gedeelte van de installatie in het pand isachter een glazen wand geplaatst en is onderdeel van een energie-expositie.Bij het Natuurcentrum is gekozen voor een vierpijps systeem met een water-buffet voor eventuele opslag van motorwarmte. TNO bewaakt de installatie opafstand en voert continu metingen uit.

Project Natuurcentrum Ameland

Bro

n: G

asen

gine

erin

g

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 41

38-41 subsidies:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:43 Pagina 5

Page 42: Slim met Gas - GasTerra

BRANDSTOFCELLEN

GasTerra en Kiwa Gas Technology starten eerste veldtesten

Nóg efficiënter met de bEen HRe-ketel kan voor sommige toepassingen nóg interessanter worden wanneer de elektriciteit wordt

geproduceerd met een brandstofcel. GasTerra is in samenwerking met Kiwa Gas Technology in 2009

gestart met het Unieke Kansen Programma, waarin het project ‘Higher Efficiencies for MicroCHP’ de

introductie van brandstofcellen onderzoekt.

Met het project willen GasTerra en Kiwa Gas Technology de ontwikkelingsimuleren van een een HRe-ketel op basis van brandstofceltechnologie. Eenbrandstofcel produceert elektriciteit uit waterstof of direct uit aardgas en doetdat met een veel hoger rendement dan een motor met generator. Dit betekentdat de verhouding tussen de geproduceerde hoeveelheid elektriciteit en dehoeveelheid warmte bij een HRe-ketel met brandstofcel anders ligt dan bij deHRe-ketel op basis van een Stirlingmotor. Dankzij die andere verhouding zoueen brandstofcel-HRe bijzonder geschikt zijn voor bestaande woningen énvoor nieuwbouwwoningen met een lage warmtevraag.

Restwarmte benuttenDe technologie van brandstofcellen heeft het voordeel dat met een zeer hoogrendement decentraal elektriciteit opgewekt kan worden. Omdat daarnaastook nog de restwarmte kan worden benut in de woning, komt dit neer op eenenorme potentiële energiebesparing in de gebouwde omgeving en een aan-zienlijke reductie van de CO2-uitstoot. Momenteel zijn brandstofcellen nogkostbaar, maar op termijn kan de technologie zowel in de bestaande bouw alsin de nieuwbouw rendabel zijn.

VeldtestenIn 2009 dienden GasTerra en Kiwa Gas Technology met succes een subsidie-aanvraag in bij Agentschap NL voor het brandstofcelproject. Het project isonderverdeeld in een aantal fases en omvat bovendien praktijkproeven metvijftien brandstofcellen. Hierdoor ontstaat een representatief beeld van demogelijkheden van de nieuwe technologie in de Nederlandse woningbouw. In de eerste stap kijken de onderzoekers naar de brandstofceltypen die moge-lijk in aanmerking komen voor toepassing in de gebouwde omgeving. Aan dehand van tests in het laboratorium worden de brandstofcellen geselecteerddie meedoen in de veldtesten. Tijdens de veldtesten worden de toestellen in een aantal woningen gemon-teerd en wordt de werking van het systeem uitgebreid gevolgd. De onder-zoekers meten het gasverbruik, de elektriciteits- en warmteproductie en ookde reactie van het systeem op veranderingen in de tapwater- en cv-warmte-vraag.

Grote openheidDe overheid, consumentenorganisaties, installatiebranche en de woning-bouwsector krijgen de onderzoeksresultaten al tijdens de uitvoering van hetproject ter inzage en ook de ketelfabrikanten kunnen er gebruik van maken.Door deze openheid wordt een snelle marktintroductie van de HRe-ketel metbrandstofcel gestimuleerd en kan de technologie versneld een bijdrageleveren aan de verduurzaming van de energiehuishouding in Nederland.

Brandstofcellen zijn elektrochemische toestellen die chemischeenergie in een continue reactie direct omzetten in elektriciteit. In hettoestel vindt een redoxreactie plaats, waarbij elektronen worden uit-gewisseld. De brandstofcel lijkt dus enigszins op een accu of batte-rij. Bij de reactie in de brandstofcel treden nauwelijks verliezen op,waardoor de omzetting erg efficiënt is. De huidige HRe-ketel met Stirlingmotor produceert in een doorsneewoning per jaar zo’n 1.750 kWh (dat is ongeveer 50% van het jaar-lijkse elektriciteitsverbruik). De brandstofcel zet met een hoog ren-dement aardgas om in elektriciteit. Hierbij komt relatief weinigwarmte vrij. Deze warmte kan bijvoorbeeld gebruikt worden voorhet aanmaken van warm water voor bad of douche. De brandstofcelis niet gekoppeld aan de warmtevraag van het huis en werkt het helejaar door. Daardoor wekt het toestel op jaarbasis gemiddeld zo’n13.000 kWh aan elektriciteit op, bij een elektrisch rendement van60%, wat veel efficiënter is dan opwekking in grote centrales. Hetgrootste deel van deze productie levert de brandstofcel aan het elek-triciteitsnet: de woning verandert in een netto energieleverancier.Ook is het mogelijk de elektriciteit lokaal op te slaan en te gebruikenin een elektrische auto.In principe kan een brandstofcel-HRe in de bestaande bouw eenCO2-reductie van 75% opleveren. Gezien de geringe warmteproduc-tie is de technologie ook geschikt voor nieuwbouwwoningen met eenlage warmtevraag.

Momenteel zijn brandstofcellen nog

kostbaar, maar op termijn kan

de technologie zowel in de bestaande

bouw als in de nieuwbouw rendabel zijn

De voordelen van brandstofcellen

MAGAZINE |42

42-43 warmtepomp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:44 Pagina 2

Page 43: Slim met Gas - GasTerra

BRANDSTOFCELLEN

brandstofcel-HRe

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 43

42-43 warmtepomp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:44 Pagina 3

Page 44: Slim met Gas - GasTerra

VISIE FERD CRONE

44

Ferd Crone, burgemeester van Leeuwarden

De duurzaamste burgemeestervan Nederland“Leeuwarden wil koploper zijn in de transitie naar een duurzame samenleving”, zegt burgemeester Ferd

Crone. “Zelf doe ik daar graag aan mee. Ik kan wel roepen dat we duurzamer moeten leven, maar als

mensen mij vervolgens zien rijden in een benzineslurpende auto, geef ik het verkeerde voorbeeld. Daarom

rijden onze dienstauto’s tegenwoordig op groen gas.”

Ferd Crone is altijd al geïnteresseerd geweest in economie, milieu en energie.“Dat begon tijdens mijn studie economie aan de Universiteit van Amsterdamen het is nooit meer verdwenen.” Naast zijn werkzaamheden als burge-meester van Leeuwarden houdt hij zich actief bezig met het promoten vangroen gas binnen en buiten de provincie Friesland. “Het is de bedoeling datprovincies elkaar helpen met de ontwikkeling van projecten op weg naar eenduurzamere samenleving.”

Klimaatneutrale mobiliteitOp grond van zijn interesse in de energietransitie en groen gas is Cronegevraagd als voorzitter van de Raad van Advies van de stichting Groen GasMobiel (GGM). GGM (www.groengasmobiel) is de koepelorganisatie voor degehele mobiele groengassector in Nederland, waaronder energiebedrijven,leasemaatschappijen, tankexploitanten en auto-importeurs. GGM vertegen-woordigt geen commerciële standpunten van individuele organisaties, maarwil samen met overheden, wetenschapsinstellingen, organisaties enbedrijven de mogelijkheden voor het rijden op groen gas in Nederland ver-groten. Crone: “Groen Gas Mobiel wil mensen stimuleren te kiezen voor eenauto op groen gas. Gebruikmaken van groen gas voor mobiliteitsdoelstel-lingen is een goede optie op weg naar een klimaatneutrale mobiliteit. Groengas ís immers CO2-neutraal. Het verbetert de luchtkwaliteit én tegelijkertijdde Nederlandse economie. Er hoeft namelijk minder geïmporteerd te wordenen de agrarische sector wordt gestimuleerd.”

Van paardenkracht naar koeienkrachtGroen gas wordt geproduceerd uit onder meer afvalwaterslib, uit gft-afval ofmest. Crone ziet daarom grote kansen voor Friesland op het gebied van groengas. “Er zijn heel veel koeien, die met z’n allen veel mest produceren. Dezemest is ideaal voor de productie van groen gas. Daarom zeg ik regelmatig datwe het in Friesland niet moeten hebben van paardenkracht, maar van koei-enkracht.” Crone stelt dat Leeuwarden graag voorop wil lopen op het gebiedvan duurzaamheid. “Groen gas kan daar prima aan bijdragen. In 2010 redenal zo’n tweehonderd auto’s in onze provincie op groen gas. Dit aantal is nu al

weer veel hoger en zal de komende jaren zeker verder stijgen. Daarnaastkomen er binnenkort diverse aardgas- of groengaspompen. We willen alsprovincie laten zien wat de mogelijkheden zijn en een voorbeeld zijn vooranderen.”

HRe-ketelNaast groen gas is Crone ook in en rondom zijn eigen huis bezig met de ener-gietransitie. “In het kader van een proef met de nieuwe HRe-ketel heb ik ersinds 2008 één bij mij thuis staan. Hij draait al die tijd storingsvrij, ik heb ernooit problemen mee. Hij werkt prima en je merkt geen verschil met eengewone HR-ketel. Wanneer het koud wordt, verwarmt de HRe-ketel het huisen wekt hij gelijktijdig stroom op. Deze stroom wordt netto teruggegeven aanhet elektriciteitsnet.”

Crone begrijpt dat de aanschaf van een HRe-ketel voor de gemiddelde burgereen flinke investering is. “Vooralsnog is een subsidie voor de aanschaf en hetgebruik van een HRe-ketel gewenst. Subsidie betekent een lager kosten-plaatje en dat moet mensen over de streep kunnen trekken om een HRe-ketelaan te schaffen.” Crone hoopt dat de HRe-ketel een grote vlucht neemt, wantin de toekomst kunnen ook HRe-ketels met groen gas worden gevoed. Met demest van één koe kunnen vijf tot zeven huizen worden verwarmd.

Voor iedere burgerNaast een HRe-ketel heeft de privéwoning van de burgemeester ook zonne-panelen. “Misschien ben ik wel de duurzaamste burgemeester van Neder-land. Ik vind het belangrijk om te laten zien dat deze nieuwe technologie vooriedereen beschikbaar is. Ik heb niets wat voor de burger niet beschikbaar is.Gelukkig zie je duurzame ontwikkelingen steeds meer opkomen. Niet alleenin Friesland, maar in heel Nederland. We moeten met z’n allen doorgaan methet ontwikkelen van duurzame technologieën om de energietransitie uitein-delijk te kunnen voltooien.”

Het College van Burgemeester en Wethouders in Leeuwarden geeft burgers hetgoede voorbeeld door zelf ook op aardgas te rijden.

Ik vind het belangrijk om te laten zien

dat nieuwe energietechnologie voor

iedereen beschikbaar is

Ferd Crone (1954) maakte van 1994 tot 2007 deel uit van deTweede Kamer, waar hij onder meer namens de PvdA woord-voerder was voor energiemarktbeleid. Daarvoor was hij hoofd vande afdeling mondiaal milieubeleid op het ministerie van Volkshuis-vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Ook was hijlid van de SER. Sinds 15 november 2007 is Crone burgemeester van de gemeente Leeuwarden.

MAGAZINE |

44-45 OPG Visie Ferd Crone.qxp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:46 Pagina 2

Page 45: Slim met Gas - GasTerra

“Rijden op groen gas

verbetert de luchtkwaliteit

én de economie”

44-45 OPG Visie Ferd Crone.qxp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:46 Pagina 3

Page 46: Slim met Gas - GasTerra

KENNISINSTITUUT TNO

MAGAZINE |46

Innovatie blijftnoodzakelijkAls gasland bij uitstek heeft Nederland in de wereld een vooraanstaande

positie op het gebied van gasresearch. Die positie is onder meer te danken aan

het werk van gerenommeerde kennisinstituten, waaronder TNO. Op het gebied

van energieonderzoek en marktsimulatie werken de kennisinstituten nauw

samen met universiteiten en industriële researchpartners.

Nederland is gewend aan aardgas. Alsof het er altijd geweest is en ook altijdzal zijn. Ruim vijftig jaar na de ontdekking van het aardgas zorgt dat gas voorbijna de helft van onze energiebehoefte. Maar niets is vanzelfsprekend. Ook niet de rol van aardgas in de energievoorziening. TNO bouwde een computermodel dat bedrijven en overheden helpt om de juiste beslissingente nemen in een steeds veranderend energielandschap.

ComputermodelHet speelveld van de gasvoorziening verandert voortdurend. Gas dat tot voorkort als moeilijk winbaar werd beschouwd, staat nu volop in de belangstelling.Grootschalige technieken om aardgas in vloeibare vorm (LNG) over groteafstanden te transporteren, zijn steeds meer van invloed op de wereldwijdemarktverhoudingen. Hetzelfde geldt voor de diverse internationale gaspijp-

leidingen die op de tekentafel liggen of in aanbouw zijn. TNO ontwikkeldeENETSIM, een computermodel van de Europese gasmarkt dat rekening houdtmet de hele keten: exploratie, productie, transport, opslag en gebruik vanaardgas. Het model laat zien wat de gevolgen zijn voor de gasvoorziening alsbijvoorbeeld de regelgeving wordt veranderd, als de voorraden kleinerworden, of als het grillige aanbod van windenergie toe- of afneemt. Momen-teel wordt het model gebruikt voor scenariostudies en voor het onderbouwenvan investeringsbeslissingen in de energiesector. GasTerra werkte mee aanENETSIM door belangrijke informatie en data aan te leveren.

Vloeibaar gasLNG (vloeibaar aardgas) is een ander kennisgebied waar TNO zijn sporenheeft verdiend. Gas is als vloeistof gemakkelijker over grote afstanden tetransporteren dan in gasvormige toestand. Aardgas wordt onder cryogeneomstandigheden (bij zeer lage temperaturen) vloeibaar gemaakt engehouden. TNO steunt de ontwikkeling van LNG-technieken, met het doeldeze ontwikkeling te versnellen en de veiligheid en duurzaamheid te waar-borgen. Het instituut beschikt over veel kennis op het gebied van industriëleveiligheid en cryogene op- en overslagsystemen, en adviseert overheden enbedrijven daarover. Ook werkt TNO aan een milieutechnische ketenanalysevoor LNG als brandstof voor de scheepvaart.

De juiste beslissingen nemen in een steeds veranderendenergielandschap

46-47 TNO.qxp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:47 Pagina 2

Page 47: Slim met Gas - GasTerra

KENNISINSTITUUT TNO

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 47

Ander gasDe gasmarkt verandert. Steeds vaker komt ons gas uit andere bronnen dande eigen Nederlandse gasvelden. Het gastransportnet fungeert steeds meerals doorvoerroute van buitenlands gas. Nederland is niet langer alleen producent en exporteur van gas, maar ook importeur en aanbieder van (tijdelijke) gasopslag. Door deze nieuwe gasstromen verandert ook de gas-samenstelling in het Nederlandse transportnet. Dat is een uitdaging. Gebruikers zijn nu gewend aan de eigenschappen van het Groninger gas,maar zullen in de toekomst te maken krijgen met een grotere variatie van degassamenstelling. Zowel huishoudelijke toestellen als industriële installaties

moeten daarvoor geschikt zijn. Soms zijn aanpassingen nodig. Daarnaastverandert ook de rol van aardgas in de energiemix. Gasgestookte centraleszijn namelijk zeer flexibel inzetbaar. Dat maakt ze onmisbaar als back-up bijde grootschalige inzet van wind- en zonne-energie. Een goede gasinfra-structuur is dus ook op lange termijn een voorwaarde voor de verduur-zaming van de energievoorziening in Nederland. Bovendien zal Nederlandvoor de gebouwde omgeving (woningverwarming) en voor de procesindus-trie behoefte blijven houden aan een gasvormige energiedrager. Gas wordtdan ook niet alleen gezien als ‘transition fuel’, maar ook als ‘destination fuel’.

AmbitieSamen met partijen als Gasunie, GasTerra, EBN en NAM werkt TNO aan tech-nologieën om moeilijk winbare gasreserves op een efficiënte winbaar te maken.Zo inventariseert TNO hoeveel ‘onconventioneel’ gas zich in de Nederlandseondergrond zou kunnen bevinden. Samen werken de partijen aan geavanceerdetechnieken voor het vinden van nieuwe gasvelden, voornamelijk op zee. EBN

heeft de ambitie om in 2030 per jaar zo’n 30 miljard kubieke meter aardgas teproduceren uit kleine gasvelden. Om dat mogelijk te maken, moet er nog welwat gebeuren. Zo moeten er nog nieuwe reserves gevonden worden van in iedergeval zo’n 250 miljard kubieke meter. Tegelijk willen de partijen de gasvoor-ziening ook vergroenen. Dat betekent dat er efficiëntere processen moetenkomen voor de productie van groen gas. Ook daarmee houdt TNO zich bezig.

46-47 TNO.qxp:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:47 Pagina 3

Page 48: Slim met Gas - GasTerra

KENNISINSTITUUT KIWA GAS TECHNOLOGY

Ontwikkelen, adviseren eMaximaal rendement halen uit aardgas. Dat is sinds

jaar en dag de missie van Kiwa Gas Technology.

Het kennisinstituut in Apeldoorn heeft in Europa

een uitstekende reputatie op het gebied van testen

van nieuwe gastoepassingen. Ook vergroening van

de gasvoorziening en certificering van gastoestellen

behoren tot de expertise van Kiwa.

De positie van aardgas is de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Nieuwetechnologieën zijn ontwikkeld en op de markt gebracht. Gastoestellen zijnefficiënter én flexibeler geworden. Naast aardgas uit de eigen velden stroomter ook buitenlands gas door het Nederlandse netwerk. En biogas. Bij al die

veranderingen zijn leveringszekerheid, betrouwbaarheid en veiligheid van degasvoorziening niet in het geding gekomen. Dat is voor een belangrijk deel tedanken aan Kiwa Gas Technology, het kennisinstituut dat vanouds de kwali-teit van de gasvoorziening en van gastoestellen bewaakt. Kees Kooijman, divisie-directeur van Kiwa Gas Technology: “Wij onderzoeken de inpassing vannieuwe technologie in de bestaande energievoorziening en geven daar adviesover. Neem bijvoorbeeld groen gas en biogas, dat is momenteel erg actueel.Die nieuwe gassen zijn aantrekkelijk omdat ze klimaatneutraal zijn. Maar dehuidige gasnetten, de meters en de gastoestellen moeten het gas wel veiligkunnen verwerken. Dat testen wij.”

Waterstof in aardgasZoals gezegd: de samenstelling van het gas in het Nederlandse net is nietmeer vanzelfsprekend altijd dezelfde. Naast biogas en groen gas wordt erook steeds meer buitenlands aardgas in het gasnet ingevoed. En er zijnproeven met het bijmengen van duurzaam geproduceerd waterstofgas. Eenpraktijktest op Ameland, waar zowel GasTerra als Eneco bij betrokken is,heeft laten zien dat dit bijmengen goed mogelijk is. Voor het project ‘Water-

MAGAZINE |48

48-49 Kiwa Gas:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:48 Pagina 2

Page 49: Slim met Gas - GasTerra

KENNISINSTITUUT KIWA GAS TECHNOLOGY

en certificeren

Naast onderzoek en ontwikkeling houdt Kiwa zich ook bezig met cer-tificering van toestellen, componenten en systemen. Kiwa onder-zoekt de veiligheid, de prestaties en het rendement van onder meercv-toestellen, HRe-ketels, (gas)warmtepompen en zonnecellen. Voorcv-ketels en HRe-ketels is bijvoorbeeld het Gaskeur ontwikkeld, eenkeurmerk waarmee het rendement en het comfortniveau van eentoestel aangegeven kunnen worden. Kiwa benadrukt dat onderzoeken ontwikkeling intern gescheiden zijn van certificering. HeinzFreese: “Een van onze doelen is nieuwe apparatuur te ontwikkelen enop de markt te brengen. Aan de andere kant moet alle apparatuurveilig zijn en voldoen aan de prestatie- en kwaliteitseisen. We hebbenkennis in huis van zowel het ontwikkelingsproces als certificering.Beide moeten onafhankelijk van elkaar gebeuren. Voor ons zijn dattwee gescheiden werelden.”

stof in Aardgas’ heeft Kiwa de menginstallatie ontworpen en gebouwd en degastoestellen getest met waterstofhoudend aardgas. Het project heeft al veelkennis opgeleverd over de productie van waterstof, het mengproces en hetgedrag van de gastoestellen en het gasnet.

Micro-wkk met brandstofcelKiwa Gas Technology houdt zich in opdracht van GasTerra ook bezig met hetonderzoek aan micro-wkk op basis van brandstofcellen. Heinz Freese, unit-manager Gas Appliances, noemt dit onderzoek veelbelovend. “Micro-wkk meteen brandstofcel levert zowel warmte als elektriciteit op. De verhoudingtussen de hoeveelheid warmte en elektriciteit is anders dan bijvoorbeeld bijde HRe-ketel met Stirlingmotor. Dat maakt de technologie erg interessant.Samen met GasTerra onderzoeken wij welke brandstofceltypen het meestgeschikt zijn voor toepassing in de gebouwde omgeving.” In een Nederlandsevoorbeeldwoning is inmiddels de eerste brandstofcel op aardgas geplaatst.Deze wekt jaarlijks meer dan 10.000 kWh elektriciteit op. Een deel van deelektriciteit wordt in huis verbruikt. Wat over is, kan in de toekomst bijvoor-beeld worden ingezet voor het opladen van elektrische auto’s.

Ook Kooijman is enthousiast over de brandstofceltechnologie: “Het is een fantastische techniek om te onderzoeken. Er zijn al diverse leveranciers enfabrikanten die zich bezighouden met brandstofcellen. In Japan is de tech-nologie al vergevorderd, maar ook in Zwitserland en Duitsland werken zehard aan nieuwe apparatuur. De technologie blijft zich voorlopig nog wel ontwikkelen.”

GaswarmtepompVoor GasTerra en Essent heeft Kiwa Gas Technology een efficiënte koel-oplossing voor verzorgingstehuizen ontwikkeld. Deze maakt gebruik van deal aanwezige verwarmingsradiatoren in een gebouw en koppelt die aan eenmoderne gasgedreven warmtepomp (zie pagina 39 tot 41). De warmtepompverwarmt in de winter en koelt in de zomer. In geval van koeling doen debestaande verwarmingsradiatoren dienst als koelelementen. Onder de radia-toren zijn ventilatoren geplaatst die lucht langs het koele radiatoroppervlakleiden en vervolgens de ruimte in blazen. Tijdens het stookseizoen levert deinstallatie de basislast voor verwarming. De warmtepompinstallatie bespaartenergie, verhoogt het comfort en zorgt voor lagere verwarmingskosten.

Certificering van gasapparaten

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 49

48-49 Kiwa Gas:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:48 Pagina 3

Page 50: Slim met Gas - GasTerra

ECN ontwikkelde MILENA, een technolo-gie voor het met hoogrendement omzettenvan droge biomassa in(onder meer) groengas. Door torrefactie(torrefier = roosteren,het zuurstofarm verhitten van droge biomassa tot zo’n 300 °C) breekt destructuur van het organische materiaal.Het resultaat is eenmateriaal met eenhoge energiedichtheid,dat wordt gemalen envervolgens samen-geperst tot pellets.Ook de vrijkomendegassen kunnen worden gebruikt alsenergiebron.

50-51 ECN:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:52 Pagina 2

Page 51: Slim met Gas - GasTerra

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 51

KENNISINSTITUUT ECN

“Er is geen keuze”, benadrukt Jan Willem Erisman, unitmanager Biomassa,Kolen & Milieuonderzoek (BKM) bij ECN in Petten. “We moeten alle middeleninzetten voor een duurzame energiehuishouding. In het proces van energie-transitie is alles van belang: groen gas, biomassa, windenergie, zonne-energie, getijdenenergie. Aan de andere kant: als we alleen maar bezig zijnmet het bedenken van alternatieve energiebronnen, vergeten we misschiende eerste stap: energie besparen. Terwijl die het belangrijkste is. Ons ener-giegebruik is buitensporig groot!”Collega Jeroen de Joode, coördinator gas bij de unit Beleidsstudies, is hetgrondig met Erisman eens. “Op de korte én op lange termijn moeten wewerken aan een reductie van CO2-uitstoot. In 2050 moet die tachtig procentlager zijn dan nu. Om zo’n reductie te bereiken is energiebesparing het aller-belangrijkste. Daarmee halen we eerste winst.”

Groen gasHet produceren van groen gas uit biomassa is een van de speerpunten in hetwerk van Erisman. “Aardgas is een relatief schone fossiele brandstof, aan-merkelijk schoner dan kolen of olie. Alleen zijn de voorraden eindig. Daaromzetten we ons in voor een steeds groter aandeel duurzame energie in de ener-giemix in Nederland. Groen gas kan daaraan een bijdrage leveren. Ik geloofin groen gas.” Groen gas kan grofweg op twee manieren gemaakt worden: uit natte en drogebiomassa. Natte biomassa is meestal rioolslib of mest, waaruit via vergistinggas wordt gemaakt. De productie van gas uit droge biomassa, zoals hout ofreststoffen uit de landbouw, vindt plaats via vergassingstechnieken. Erisman:“Het nadeel van gas uit natte biomassa is de versnippering: er zijn veel rela-tief kleine bronnen en dat maakt het proces lastig te sturen. GasTerra is als

gasleverancier nogal beducht voor verschillen in gaskwaliteit die ontstaanals je gas uit natte biomassa mengt met gewoon aardgas. En dan hebben wehet nog niet over het risico dat er micro-organismen achterblijven in het gas.”

CO2-stofzuiger“Gas uit droge biomassa is veel aantrekkelijker”, meent Erisman. “Het is opgrotere schaal te produceren en dat is veel efficiënter. Bovendien kunnen wede kwaliteit van aardgas inmiddels evenaren. Bijmengen van groen gas uitdroge biomassa is daarmee een reële optie. Een bijproduct van het produc-tieproces is zuivere CO2. Als je die inzet in kassen of opslaat onder de grond,levert het productieproces een negatieve CO2-emissie op. We noemen dat welde CO2-stofzuiger.”

Flexibel gasgestooktVanuit de unit Beleidsstudies heeft Jeroen de Joode regelmatig contact metGasTerra: “We verrichten specifieke studies voor GasTerra en bediscussiërenontwikkelingen op energiegebied, bijvoorbeeld over het EU-beleid van CO2-reductie en over de toekomstige energiemix. We bevinden ons op het raakvlakvan wat beleidsmatig gewenst is, wat maatschappelijk en economisch haal-baar is en wat technologisch realiseerbaar is. Economisch gezien zijn hetonzekere tijden, maar een paar zaken staan vast. De klimaatafspraken zijnhelder en ons land kan niet zonder een stabiele energievoorziening. Onzeaardgasvoorziening en onze gasgestookte centrales zijn zó flexibel dat zegoed passen in een energiemix met zonne- en windenergie. Daarvan kan deopbrengst immers flink fluctueren. En als we groen gas inzetten, kunnen wede elektriciteitsproductie van onze centrales voor een aanzienlijk deel ver-groenen.”

ECN gelooft in energiebesparingen groen gasVoor ECN, voorheen Energieonderzoek Centrum Nederland, is het thema energietransitie dagelijkse kost.

ECN adviseert al vele decennia over verduurzaming van de energievoorziening én ontwikkelt zelf nieuwe

energietechnologie. Eén ding is in al die tijd niet veranderd, vinden Jan Willem Erisman en Jeroen de Joode

van ECN. In de energietransitie is energiebesparing nog altijd de eerste stap.

Jan Willem Erisman: “Met groen gas

uit droge biomassa kunnen we de

kwaliteit van aardgas evenaren”

Jeroen de Joode: “In ons streven naar

duurzaamheid halen we met

energiebesparing de eerste winst”

50-51 ECN:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:52 Pagina 3

Page 52: Slim met Gas - GasTerra

VISIE HUGO BROUWER

Hugo Brouwer, ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

‘Energie-innovatie is nu self-propelling’De afgelopen tien jaar heeft de rijksoverheid de publiek-private samenwerking rond energietransitie

vormgegeven. Om de kennis van verschillende ministeries samen te brengen, werd een interdepartementale

programmadirectie opgezet onder leiding van Hugo Brouwer. Inmiddels is het project succesvol afgerond en

is Brouwer lid van het managementteam Energie & Duurzaamheid op het ministerie van Economische

Zaken, Landbouw en Innovatie. Wat heeft Nederland bereikt en hoe willen we verder?

“De ontwikkeling van innovatieve energieprojecten is self-propellinggeworden”, zegt Hugo Brouwer. “Dat is het mooiste wat je kunt hebben. DeInterdepartementale Programmadirectie Energietransitie heeft zes ministe-ries bij elkaar gebracht rond het ontwikkelen en toepassen van nieuwe ener-gieconcepten. Er zijn diverse projecten tot stand gekomen en de betrokkenpartijen in de keten zijn als vanzelf met elkaar gaan samenwerken. Omdater nu veel vaker wordt samengewerkt, is aansturing vanuit een interdepar-tementale werkgroep niet meer nodig.”

Fundamentele veranderingenEnergietransitie gaat niet alleen over de overgang van fossiele naar andereenergiedragers en brandstoffen, vindt Brouwer. “Het gaat om fundamenteleveranderingen. De elektrische auto is een goed voorbeeld. Die staat voor eenverandering in het hele mobiliteitssysteem en voor nieuwe vervoers-concepten, waarin we op een andere manier met brandstof omgaan en eenbijdrage leveren aan de luchtkwaliteit.”

FrontlinieEen belangrijk uitgangspunt van het beleid is dat Nederland minder afhan-kelijk wil worden van fossiele brandstoffen, met name aardolie. Aardgas is inde eigen bodem voorradig en kan daarom uitstekend dienen als transitie-brandstof. Daarnaast is CO2-reductie een hoofddoel en verbetering van delokale luchtkwaliteit een belangrijk nevendoel. Maar welke rol ziet Neder-land daarin voor zichzelf weggelegd? Brouwer: “Nederland zal een bijdrageleveren aan de Europese doelen. Daarnaast is energie een belangrijk inno-vatiegebied, waar het Nederlandse bedrijfsleven echt geld aan kan verdienen.Energie-innovatie is booming in de wereld. Met de energievraagstukken waarwij ons in Nederland voor gesteld zien, zijn wij geen uitzondering. De knel-punten die we hier tegenkomen, spelen in alle stedelijke agglomeraties, vanShanghai tot Rio. Dat zijn geweldige emerging markets. Dat zie je bijvoor-beeld op de markt voor fotovoltaïsche zonne-energie. De jaarlijkse groei gaatdaar met tientallen procenten tegelijk. Soortgelijke perspectieven zijn er ookvoor andere energiesystemen. Wie zich daar een positie verwerft, zit in defrontlinie van de vernieuwing.”

Innovatie“Het gaat nu vooral om het instrumentarium dat we kunnen inzetten om inno-vatie te bevorderen”, zegt Brouwer. “We willen stimuleren dat partijen elkaarvinden en gezamenlijk goede dingen ontwikkelen. De overheid heeft daar ver-schillende instrumenten voor. Met belastingmaatregelen kunnen we bijvoor-beeld de introductie van de elektrische auto flink versnellen. Met een combi-natie van regelgeving en experimenteerruimte kan de overheid een bijdrage

leveren aan de ontwikkeling van klimaatneutrale nieuwbouw. De afgelopenjaren is er op dat gebied al veel bereikt. Marktpartijen hebben ontdekt dat weveel meer innovatiekracht in huis hebben dan we dachten. Dat is winst.”

Koplopers mobiliserenEen ander winstpunt is het besef dat samenwerking cruciaal is, zegt Brouwer.“Het wordt vaak over het hoofd gezien, maar de overheid is vooral goed in hetbij elkaar brengen van partijen. Die convening power heeft de overheid al inverschillende platforms ingezet, waardoor het besef is gegroeid dat samen-werken loont. En ook het besef dat je koplopers een krachtigere positie moetgeven. Koplopers zitten overal, in iedere organisatie. Juist díe moet je zien temobiliseren, niet de mensen die pas op de plaats willen maken. Innovatievemensen denken heel anders over de toekomst, daar word je vrolijk van. Zeweten dat knelpunten kunnen worden opgelost.”

Energietransitie nooit afVindt Brouwer dat Nederland de afgelopen tien jaar voldoende heeft bereikt?“Voldoende klinkt alsof we klaar zijn. Dat zijn we niet. Er is véél bereikt. Maarenergietransitie is nooit klaar, je bent nooit tevreden. We zijn tot fundamenteelandere inzichten gekomen en we zijn fundamenteel andere richtingen inge-slagen. We hebben veel moeizame discussies gehad, onder meer over de voort-schrijdende normstelling in de richting van klimaatneutrale nieuwbouw. Maarals je ziet hoe bedrijven er nú in staan en hoeveel marktkansen ze zien, ookinternationaal, dan mogen we best zeggen dat er veel is bereikt. De sfeer isomgeslagen. Weerzin tegen de nieuwe regels heeft plaatsgemaakt voor enthou-siasme voor nieuwe marktkansen. Over die veranderingen ben ik tevreden.”Ook over de toekomst is Brouwer duidelijk. “Ik denk dat het huidige elan zalblijven. Bedrijven zien kansen. Daardoor zijn veel ontwikkelingen self-pro-pelling geworden. Het gaat niet meer om het feit dat we doelstellingenmoeten halen. We zien nu dat er geld wordt verdiend met innovatie, in eenrichting die er uiteindelijk óók voor zorgt dat we die doelstellingen halen. Erzijn nu zoveel partijen bij betrokken dat die beweging niet meer tot stilstandkomt. Daar ben ik wel trots op.”

Energietransitie is nooit klaar,

je bent nooit tevreden

Hugo Brouwer (1949) is lid van het managementteam Energie &Duurzaamheid van het ministerie van Economische Zaken, Land-bouw en Innovatie en voormalig directeur InterdepartementaleProjectdirectie Energietransitie, waarin zes departementen samenwerken om de energietransitie op gang te brengen. Van 1975 tot 2005 was hij werkzaam bij het ministerie van Economische Zaken en had daar diverse functies op het gebied van energiebeleid. Brouwer is verder onder meer lid van het Regieorgaan Energietransitie en lid van de Raad van Toezicht van Energy Valley (zie pagina 18).

MAGAZINE |52

52-53 Visie Hugo Brouwer:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:54 Pagina 2

Page 53: Slim met Gas - GasTerra

52-53 Visie Hugo Brouwer:Basis stramien EPC 28-11-2011 13:54 Pagina 3

Page 54: Slim met Gas - GasTerra

TOEKOMST

Hans Overdiep over de toekomst van de Nederlandse energievoorziening

‘Met gas houden we alle dSinds de vondst van het aardgas is Nederland

gasland bij uitstek geworden. Een land met een

uitstekende gasinfrastructuur, toonaangevend in

kennis op het gebied van aardgastechnologie. Maar

wat als aardgas langzaam opraakt? “Het klinkt

onlogisch”, zegt Hans Overdiep, “maar ik denk dat

aardgas in de toekomst alleen maar belangrijker

wordt.”

Het gasverbruik van moderne woningen daalt al jaren langzaam. Vooral hetverbruik voor ruimteverwarming wordt minder doordat huizen steeds betergeïsoleerd zijn en van efficiëntere installaties worden voorzien. Dat werpt devraag op of het nog wel zinvol is om in nieuwe woonhuizen een aardgasaan-sluiting te maken. Aan de andere kant: een huishouden zonder aardgas, datis wel erg on-Nederlands. Hans Overdiep, manager Energietransitie bij GasTerra, ziet het in de nabije toekomst niet gebeuren.

Decentrale productie“Als je kijkt naar de technologische ontwikkelingen wordt gas in de toekomstalleen maar belangrijker. De komende jaren worden steeds meer woningenvoorzien van HRe-ketels met Stirlingmotoren en later ook met brandstof-cellen. Deze toestellen leveren warmte en elektriciteit. Juist bij die elektrici-teitsproductie zit de winst. Een HRe-ketel verbruikt iets meer gas dan eengewone HR-ketel, maar produceert daarmee lokaal elektriciteit vrijwelzonder warmteverliezen. Door deze decentrale productie zal een deel van decentrale elektriciteitsproductie overbodig worden. Het resultaat is een aan-zienlijke verlaging van de netto CO2-emissie. Alleen volledig duurzame elek-

triciteit uit zonnepanelen en windmolens heeft een nóg lagere emissie. Maarwind en zon zijn er niet altijd. Gas wel. Een gasaansluiting is dus een primaback-up voor duurzame elektriciteit.”

Efficiënt en duurzaam“Ik verwacht veel van gasgedreven warmtepompen voor de verwarming enkoeling van grotere gebouwen”, zegt Overdiep. “Voor woonhuizen denk ik datmicro-wkk op basis van brandstofcellen steeds belangrijker wordt. Wereld-wijd zijn al heel wat brandstofcellen in bedrijf gesteld, vooral in Japan. InNederland hebben we er nu een paar. Die doen het uitstekend. Als huishou-dens in Nederland op grote schaal zouden worden uitgerust met een brand-stofcel, kun je meteen een aantal centrales schrappen. De elektriciteit dieeen brandstofcel opwekt is in veel gevallen meer dan in de woning wordtgebruikt. De elektriciteit die overblijft kunnen we lokaal opslaan in de accu’svan elektrische auto’s en scooters. Die leveren op hun beurt weer een posi-tieve bijdrage aan de luchtkwaliteit ter plaatse. Als we er dan ook nog inslagen de gasvoorziening zelf te verduurzamen, bijvoorbeeld door het invoedenvan groen gas, dan hebben we een zeer efficiënt én duurzaam energie-concept.”

Opties openSoms wordt geopperd dat een aardgasaansluiting in nieuwbouwwoningenniet meer nodig is. De energievraag voor verwarming zou net zo goed metelektrische verwarming gedekt kunnen worden. Overdiep is het hier niet meeeens. “Het is ondenkbaar dat de cv-ketel uit alle nieuw gebouwde woningenverdwijnt. Elektrische weerstandsverwarming heeft een heel laag rendementen geeft hoge energielasten. Warmte uit gas kost vier keer minder danwarmte uit elektriciteit via weerstandsverwarming. Elektrische warmte-pompen zouden een optie zijn, maar door de gelijktijdigheid van de vraagbelasten die het elektriciteitsnet te zwaar. Ik denk dat aardgas blijft en datde gasvoorziening geleidelijk steeds groener zal worden. Daarmee houdenwe alle opties voor de toekomst open: wind, zon, warmtepompen en micro-wkk. Juist een economie die steeds meer elektrificeert, heeft behoefte aandecentrale productie- en buffercapaciteit. Dat is het sterkste argument om

Waterstof in het aardgasnetEen van de opties om de gasvoorziening te verduurzamen is de toevoegingvan waterstofgas aan het gasnetwerk. Waterstof wordt gemaakt via eenproces van elektrolyse, waarin water met een elektrische stroom wordtontleed in waterstof en zuurstof. Wanneer de elektrische energie op eenduurzame manier is opgewekt (bijvoorbeeld via zonnepanelen of wind-molens), is waterstof een duurzame energiedrager. Bij de verbrandingvan waterstof ontstaan geen schadelijke emissies of broeikasgassen. Voor een energievoorziening met zuiver waterstofgas is een nieuwe gas-infrastructuur nodig. Het gasnetwerk zou ingrijpend aangepast moetenworden en alle gasapparatuur zou vervangen moeten worden. Maar wanneer waterstof tot een bepaalde verhouding wordt toegevoegd aanaardgas, is dat niet nodig. Zo is het mogelijk om de gasvoorziening gedeeltelijk te verduurzamen.

GasTerra is op Ameland betrokken bij een unieke proef met het bijmengenvan waterstof in een klein deel van het gasnet. In een klein lokaal gasnetwerk met veertien woningen wordt duurzaam geproduceerdwaterstofgas bijgemengd. De woningen zijn uitgerust met gewone cv-ketels en kooktoestellen. GasTerra, Eneco en Stedin hebben gekekenwat de invloed is van het bijmengen op het gedrag van de gastoestellen.Daarnaast zijn de ervaringen van de gebruikers uitvoerig onderzocht. De resultaten van het onderzoek zijn positief. De bewoners hebben aange-geven geen verschil te merken met gewoon aardgas.

MAGAZINE |54

54-58 ___ Toekomst educatie:Basis stramien EPC 28-11-2011 15:12 Pagina 2

Page 55: Slim met Gas - GasTerra

TOEKOMST

duurzame opties open’

nieuwe woonwijken op het aardgasnet aangesloten te houden. We hebben inNederland een aardgasnet met een perfecte dekking. In vrijwel ieder woon-huis is elektriciteit beschikbaar én aardgas. Dat is een unicum. Het zou zondezijn om die dubbele netstructuur in te ruilen voor de afhankelijkheid van éénenergiedrager. Decentrale gastechnologie is zeer geschikt om met een hoogrendement elektriciteit te produceren. Dat wordt alleen maar aantrekkelijkerals de brandstof aardgas geleidelijk steeds groener wordt.”

Biogas en groen gasBij de vergisting en vergassing van biomassa komen methaan en andere koolwaterstoffen vrij. Het ontstane gasmengsel lijkt min of meerop aardgas en is bruikbaar als brandstof. Als het is gereinigd en opgewaardeerd naar de kwaliteit van aardgas, kan het zelfs worden gebruikt in het bestaande aardgasnet. In dat geval wordt het groen gasgenoemd.De Nederlandse overheid heeft de wens uitgesproken om meer biomassa te gaan benutten in de energievoorziening. Energie uit biomassa is aantrekkelijk omdat bij de verbranding evenveel CO2vrijkomt als tijdens het groeien van de biomassa uit de atmosfeerwerd opgenomen. Er is dus netto geen uitstoot van het broeikasgasCO2. Het verbranden van biogas voorkomt bovendien dat het hoofd-bestanddeel methaan, dat een veel sterker broeikasgas is dan CO2,in de atmosfeer terechtkomt. Er zijn twee mogelijkheden om biogaste produceren: vergisten of vergassen. Bij de vergisting van biomassawordt de organische stof in een zuurstofloze ruimte door bacteriënomgezet in biogas. Bij het vergassen gebeurt dat door onvolledigeverbranding bij een hoge temperatuur. Biogas moet in principe apartgehouden worden van aardgas, omdat de samenstelling niet het-zelfde is. Het kan bijvoorbeeld via aparte leidingen naar een wkk-installatie geleid worden, die een woonwijk van warmte kan voorzien.Door reiniging, droging en opwaardering kan biogas op dezelfde kwaliteit gebracht worden als aardgas. Opgewaardeerd biogas, in deregel groen gas genoemd, kan worden bijgemengd in het aardgas-net. Bestaande gasapparaten werken zonder problemen op dit duur-zame gas. Naar verwachting zal in 2025 zo’n zeven procent van de binnenlandse vraag naar aardgas voorzien worden met biogas ofgroen gas. GasTerra stimuleert ontwikkelingen op het gebied van biogas en groen gas, onder meer door financiële steun aan een grootaantal proefprojecten.

In de afgelopen decennia was Nederland vooral een exporteur vanaardgas. Dat beeld is de laatste jaren al veranderd; Nederland importeert aardgas om de eigen gasvelden zo lang mogelijk op drukte houden. In de toekomst zal Nederland zich verder ontwikkelen alsgashandelsland. De vraag naar aardgas neemt in andere Europeselanden steeds meer toe, onder meer omdat gas aanzienlijk schoneris dan steenkool en aardolie. Gas wordt per pijpleiding aangevoerduit onder meer Noorwegen en Rusland, en per tankschip (in de vormvan LNG, zie pagina 46) uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Het uitstekende Nederlandse gastransportnet wordt meer en meereen knooppunt van internationale gasstromen. De overheid heeft deambitie het Nederlandse gastransportnet te laten uitgroeien tot degasrotonde van Europa. Terwijl de Nederlandse gasvelden geleide-lijk minder gas gaan produceren, worden ze meer en meer ingezetals opslagfaciliteit en als buffer, om grote pieken in de internationalevraag op te vangen.

Gasexporteur wordt handelsland

Hans Overdiep, manager Energietransitie bij GasTerra.

De foto toont de waterstof-menginstallatie op Ameland. Hier wordt duurzaam geproduceerdwaterstofgas gemengd met aardgas.

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 55

54-58 ___ Toekomst educatie:Basis stramien EPC 28-11-2011 15:12 Pagina 3

Page 56: Slim met Gas - GasTerra

TOEKOMST

Jongeren en energietransitie

Verandering begint metDe energietransitie vraagt om creativiteit. Vooral jongeren kunnen daarin een rol spelen. Veel jongeren

voelen zich betrokken bij het thema duurzaamheid en willen van daaruit graag oplossingen aandragen

voor de toekomst. Alle reden om met name jongeren kennis aan te bieden over alles wat speelt op het

gebied van energie en duurzaamheid.

“De energietransitie is een proces dat tientallen jaren gaat duren”, zegt HansOverdiep van GasTerra. “Daarom vinden we het belangrijk dat jongeren goedop de hoogte zijn van alles wat op dit gebied speelt.” GasTerra is de laatstejaren steeds actiever bezig met het ontwikkelen van projecten op het gebiedvan educatie. Voorbeelden van projecten zijn de GasTerra Transitie Jaarprijsen het Energietransitiemodel (www.energietransitiemodel.nl, zie pagina 58).

Kennis verdiepenOverdiep: “Met onze projecten hopen we jongeren te informeren over ener-gievraagstukken en ze te interesseren voor een baan in onze sector. We willenhen graag enthousiast maken voor het thema energie en betrokkenheidcreëren. Algemene kennis over de energievoorziening is er wel, maar wezouden die kennis willen verdiepen. Iedereen weet dat als je een stekker inhet stopcontact steekt er stroom komt. Maar wat er aan de productiekantgebeurt en welke factoren daar allemaal een rol bij spelen, dat is een heelander verhaal.”

Meedenken“De huidige samenleving is erg afhankelijk geworden van energie. Als ermorgen geen elektriciteit meer uit het stopcontact komt, of geen gas meer uitde gaskraan, zou ons leven er ineens heel anders uitzien. Mensen realiserenzich dat niet altijd. Zeker jongeren niet, want die hebben nooit anders mee-gemaakt dan dat energie onbeperkt op afroep beschikbaar is. Het is van

Educatieve projecten GasTerraHanzehogeschoolStudenten hebben vaak een creatievekijk op het aanpakken van een bepaaldprobleem. Om die reden is GasTerraeen samenwerking aangegaan met deHanzehogeschool Groningen. Stu-denten van deze school bekijken wat erbijvoorbeeld nodig is voor de ontwik-keling van een intelligente elektrici-teitsinfrastructuur. Is het bijvoorbeeldmogelijk om een overschot aanwarmte of elektriciteit van een HRe-ketel te delen met de buren? Of is hetslimmer om die energie tijdelijk op te slaan? En hoe doe je dat dan? Destudenten leren hoe ze een bepaaldeprobleemstelling projectmatig kunnenaanpakken. En soms komen ze metoplossingen waar nog niemand aanheeft gedacht. Dat maakt de samen-werking ook voor GasTerra interes-sant.

MAGAZINE |56

54-58 ___ Toekomst educatie:Basis stramien EPC 28-11-2011 15:12 Pagina 4

Page 57: Slim met Gas - GasTerra

TOEKOMST

educatie

belang dat jonge mensen meedenken over de toekomst. We willen hen stimuleren om met creatieve en innovatieve ideeën te komen.”

Werken in de energiesectorMomenteel is GasTerra bezig met de ontwikkeling van een Energy Academy inGroningen (zie pagina 18). Deze school moet in 2012 geopend worden en biedt

studenten verschillende opleidingen aan op het gebied van energie. Overdiep: “In de toekomst komen er veel interessante banen bij in de energie-sector. Banen die vragen om creativiteit en enthousiasme. Bij het volgen vanéén van onze opleidingen hebben studenten in feite een baangarantie. En meteen baan in de energiesector kun je een mooie bijdrage leveren aan onze toekomst.”

GasTerra heeft samen met de Rijksuniversiteit Groningen de trailer ‘Jouw Energie van Morgen’ ontwikkeld.Deze trailer rijdt langs scholen om speciale lessen over energie en energietransitie te verzorgen. De trailerbestaat uit een grote uitschuifbare ruimte waarin een hele klas past. In de lessen kunnen de leerlingeneen energiespel spelen. In groepenvan vijf leerlingen brengen zij deenergievoorziening in 2050 in kaart.Ze moeten daarin onder meer deafweging maken tussen wind-energie, zonne-energie en fossieleenergie. GasTerra wil met de trailerbereiken dat jongeren zich gaan ver-diepen in de energietransitie. Naeen bezoek aan de trailer worden deleerlingen uitgenodigd om te komenkijken op de Energy Academy, eennieuw instituut waar alle bestaandeenergieonderzoek en energieoplei-dingen van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschoolworden samengebracht (zie pagina18).

GasTerra Transitie JaarprijsIn 2009 heeft GasTerra de Transitie Jaar-prijs in het leven geroepen. Ieder jaarworden hbo-studenten uit het hele landopgeroepen een idee te bedenken en uit tewerken dat energie bespaart, de inzet vanduurzame energiebronnen stimuleert, deCO2-uitstoot reduceert of het gebruiks-rendement van fossiele brandstoffen verhoogt. Tijdens een congres leggen destudenten hun projecten voor aan een jurydie bestaat uit bestuurders, onderzoekersen vertegenwoordigers van de energie-sector. Het totale prijzengeld bedraagt100.000 euro, waarvan twintig procentbestemd is voor de studenten en tachtigprocent voor hun onderwijsinstelling.GasTerra overlegt met de HBO-raad of destudenten die meedoen aan de TransitieJaarprijs hiervoor op termijn studiepuntenkunnen krijgen.

Educatie- en presentatietrailer

SLIM MET GAS IN DE GEBOUWDE OMGEVING 57

54-58 ___ Toekomst educatie:Basis stramien EPC 28-11-2011 15:12 Pagina 5

Page 58: Slim met Gas - GasTerra

TOEKOMST

Zelf aan de knoppen van de energievoorzieningWat is het effect van meer elektrische auto’s op de CO2-uitstoot? Wat gebeurt er als gebouwen op grote

schaal met gaswarmtepompen verwarmd en gekoeld worden? Maakt het uit als we allemaal LED-lampen

gaan gebruiken? Het Energietransitiemodel (ETM) laat zien wat op de lange termijn de gevolgen zijn van

keuzes op het gebied van de energievoorziening. Iedereen kan het model gebruiken en de gevolgen van

zijn of haar voorkeuren laten uitrekenen.

De overheid baseert haar energiebeleid op het stellen van langetermijn-doelen. Die doelen worden vastgesteld voor bijvoorbeeld het jaar 2050 enworden dan terugvertaald naar tussendoelen voor de middellange termijn,zeg 2020 of 2030. Dergelijke doelen zijn er voor alle terreinen van de ener-gievoorziening.In de praktijk gaat het natuurlijk altijd anders dan verwacht. Ontwikkelingengaan sneller of trager. Wat het extra complex maakt, is dat de meeste ont-wikkelingen ook weer verband met elkaar houden. In de energievoorzieningstaat geen enkele ontwikkeling los van de andere. Als het aandeel van zon-nepanelen achterblijft bij de verwachting en we willen toch vasthouden aande emissiedoelen voor 2050, dan moet er op andere gebieden iets extra’sgebeuren. De inzet van groen gas, windenergie, zonnepanelen en anderetechnieken staat niet los van de rest van de energiehuishouding. Dezebronnen zijn bovendien sterk verbonden met de economie en met het gedragvan gebruikers. Slagen we erin bestaande huizen steeds beter te isoleren?Gaan we steeds zuiniger vormen van mobiliteit ontwikkelen en gebruiken?Alles heeft met elkaar te maken.

Aan de knoppenBeleidsmakers werken vaak met rekenmodellen waarin de langetermijnef-fecten van trends en veranderingen zichtbaar worden. Tot nu toe waren diemodellen alleen beschikbaar voor specialisten. In opdracht van GasTerra eneen aantal energiebedrijven heeft strategiebureau Quintel nu een model ont-wikkeld dat voor iedereen toegankelijk is. Het Energietransitiemodel (ETM)geeft iedereen de mogelijkheid om energiekeuzes te maken en de effectendaarvan op middellange of lange termijn te laten berekenen. Gebruikers van

het model zitten letterlijk ‘aan de knoppen’ van de denkbeeldige energie-voorziening.

Meepraten met kennisHet ETM is online te gebruiken op www.energietransitiemodel.nl. Het doelvan het model is mensen bewust te maken van wat er komt kijken bij de ener-gietransitie. In de toekomst moeten heel wat maatschappelijke vraagstukkenbediscussieerd worden. Denk daarbij aan de opslag van CO2, grootschaligewindenergie of de rol van kernenergie. Burgers die zich hierover een meningwillen vormen, kunnen aan de hand van het ETM gevoel ontwikkelen voor deonderlinge afhankelijkheden die hierbij een rol spelen. Al met al kan het ETMeraan bijdragen dat de discussie over energie inhoudelijker wordt gevoerd.

Online gamingDe gebruiker van het model kan eerst op de stoel van de overheid gaan zittenen doelen vaststellen voor de lange termijn. Daarna maakt hij of zijn eenaantal keuzes voor technologieën en trends bij gebruikers. Voor elke veran-dering worden meteen de effecten getoond: in hoeverre lukt het om de zelf-gekozen doelstellingen te halen? GasTerra wil het ETM ook gaan aanbiedenin het onderwijs. Samen met de Hanzehogeschool is het ETM in 2011 geschiktgemaakt voor het hbo. Ook is het model gelinkt aan de GasTerra TransitieJaarprijs (pagina 56). In de toekomst wordt het ETM uitgebreid met eenmogelijkheid voor online gaming, waarbij de gebruikers de energievoorzie-ning voor een dorp of een stad moeten vormgeven. Op deze manier maakthet ETM burgers bewust van de veranderingen die nodig zijn voor de ener-gietransitie.

Online rekenmodel energietransitie

MAGAZINE |58

54-58 ___ Toekomst educatie:Basis stramien EPC 28-11-2011 15:13 Pagina 6

Page 59: Slim met Gas - GasTerra

Colofon

Slim met Gas in de gebouwde omgevingis een en uitgave van GasTerra B.V.

Postbus 4779700 AL Groningen

[email protected]

HoofdredactieHenk Ensing

EindredactieLaurens Oude Elberink Benne Holwerda

RedactieAnnemarie Smidt, Maarten Beernink, Jan Bol, Harrie Oude Elberink, Rob de Boer, Linda Nieuwenhuis, Douwe van der Tuin, Ellen Röling

Concept en realisatie Geen Blad voor de Mond BV Lasondersingel 149-1517514 BR [email protected]

VormgevingCor Dalhoeven Geen Blad voor de Mond BV

Copyright©2011 GasTerra B.V.

DrukwerkPalladio, drukwerkmanagement.nl

December 2011

Omslag Gasterra:Opmaak 1 28-11-2011 14:45 Pagina 2

Page 60: Slim met Gas - GasTerra

Slim met GasMET AARDGAS VERSTANDIG OP WEG NAAR EEN DUURZAME ENERGIEVOORZIENING

in de gebouwde omgeving

• Stevige rol voor Nederlands aardgas in 2050

• Forse CO2-reductie in utiliteitsbouw met mini-wkk en warmtepompen

• HRe-ketel: aanzienlijke energiebesparing bij huishoudens

• Groen gas gaat gasvoorziening verder verduurzamen

Omslag Gasterra:Opmaak 1 28-11-2011 14:45 Pagina 1