FP_2013_07
-
Upload
shelflife-publishing-bv -
Category
Documents
-
view
296 -
download
7
description
Transcript of FP_2013_07
Ed van de Weerd: Jumbo & duurzaam versus
goedkoopste ● Concurrentieveld: enorme
verschuivingen tussen fullservice en voordeel ●
De regio als ‘slogan’ bij Jan Linders ● Met Willem (van
Drees) op de Soestermarkt ● Captain of the Category
7/8
Papabubble: SNOEPWINKEL,
SNOEPWERKPLAATS
01 cover 1 15-07-2013 13:29:17
02 ADVE Anuga 2 12-07-2013 15:29:05
3FoodPersonality juli/augustus 2013
INHOUD
4 Deze maand
5 Hoofdredactioneel: de sprints van AH en Jumbo
6 Personality’s
Formulecijfers GfK
Met Pim op straat
Superkijken: Gerthan Boersma (C1000)
Gefundenes Fressen
EFMI: de coöperatie 3.0
Papabubble, snoepwinkel en -werkplaats tegelijk
Van Duin: ‘vrouwen bloot, handel…’
‘Immensa’, de start van aanstormend talent
EFMI ziet zoekende supermarktklant
Ruzie met Rutte: kappen bij Kippersluis
24 Hoe Jan Linders ‘het zuiden’ hanteert
26 Willem van Willem & Drees & de Soestermarkt
Kremer: een andere foodwaakhond
Ed van de Weerd: prijs & duurzaam bij Jumbo
Captain of the Category
Bij Evelyn: Vincent de Clippele (Nestlé)
Wat je níet moet, als supers gaan bankieren
44 GfK, Nestlé & het ‘chocoladerapport’
49 Ammerlaan: ‘wereldkeukens’ met minder gedoe
52 Hemmes in de VS: Trader Joe
56 De werknemer = de baas
59 Vleursvloer: e-boodschappen doen bij Spar
Formule-atlas: Goes
Locatienieuws
62 Suzette’s TM: Ruben Nieuwenhuijs (Coop)
64 Productnieuws
52
26
24
56
03 Inhoud 3 16-07-2013 10:28:06
4FoodPersonality juli/augustus 2013
DEZE MAAND
Nederlandse supermarkten 8% duurder?
Nee, 4% goedkoper!
PGGM stopt met WalmartRuud Maaz: hele Randstad
‘Enorme winkelprijsverschillen; Nederlandse
levensmiddelen 8% duurder in vergelijking met het
Europese gemiddelde’, lazen we onlangs in NRC
Handelsblad. Bron: Eurostat. Die 8% wekte uiter-
aard onze verbazing. Want zong het in de branche
niet lange tijd rond dat het prijspeil in Nederlandse
supermarkten het laagste was van heel Europa, op
Polen na?
We zochten de betreffende Eurostat-cijfers eens op.
NRC blijkt het niet helemaal bij het rechte eind te
hebben. Als het gaat om tabak, is de Nederlandse
consument inderdaad 8% duurder uit dan de ge-
middelde Europese consument. Maar dat geldt niet
voor voedingsmiddelen (waaronder brood, vlees,
melk, kaas en eieren) en non-alcoholische dran-
ken. Die zijn in Nederland 4% goedkoper dan het
Europese gemiddelde (Eurostat heeft het prijspeil
in 27 Europese landen onderzocht).
Is Nederland daarmee het goedkoopst van heel Eu-
ropa? Nee, bij lange na niet. De prijzen in landen
van zo’n beetje het hele voormalige Oostblok (lan-
den die doorgaans bij het Eurovisie Songfestival
hoog scoren…), waaronder inderdaad ook Polen,
liggen onder die in Nederland. En ook in Spanje
en Portugal zijn levensmiddelen goedkoper dan in
Nederland. Hebben we dan al die tijd overdreven
door te roepen dat Nederlandse supermarkten het
laagste prijspeil hebben van heel Europa?
Nee, zegt Marcel van Aalst van het EFMI, die we
maar eens bellen om te vragen hoe het nu mo-
menteel zit met dat prijspeil van levensmiddelen
in Nederland en de ‘claim’ ‘bijna de goedkoopste
van Europa’. Ten eerste heeft het onderzoek van
Eurostat niet alleen betrekking op de prijzen van
levensmiddelen in supermarkten, maar ook op
Schreven we vorige maand op deze pagina’s nog
over het dilemma dat als je duurzaam als super-
marktketen wilt opereren, je ook je rendementsbe-
luste aandeelhouders mee moet krijgen (bijvoor-
beeld; Ahold moet de aandeelhouder meekrijgen
als AH varkensboeren vergoedt die duurzamer
willen produceren), en dan zien we een maand la-
ter dat aandeelhouders lang niet allemaal hetzelfde
zijn. Natuurlijk wisten we dat. Alleen, je merkt het
niet zomaar.
Wat blijkt? PGGM, ‘pensioenuitvoeringsorgani-
satie’ voor het pensioenfonds voor werknemers
en werkgevers in zorg en welzijn (€ 133 miljard
beheerd vermogen), is gestopt met beleggen in
Walmart. De reden: Walmart is niet ‘duurzaam ge-
Ruud Maaz, de internetverkoper van duurzame
boodschappen, heeft zijn marktgebied uitgebreid. Tot
dan toe bezorgde Ruud Maaz, een naam die een om-
kering is van ‘duurzaam’ (‘Duur’ en ‘zaam’), alleen in
Amsterdam en Haarlem. Ruud Maaz spreekt nu van:
A’dam, R’dam, Utrecht, Den Haag, Leiden, Delft, maar
ook ‘het Groene Hart’, waarbij je het Randstad-gebied
wel zo’n beetje omvat hebt.
Ruud Maaz bezorgt onder andere brood van ambach-
telijke bakkers, vlees van ‘scharrelslager Peter’, biolo-
gische zuivel van het merk De Weerribben, boerenka-
zen, vis, maar ook biologische dkw. Het bedrijf werkt
met een abonnementssysteem, ‘de week van Ruud’,
een wekelijkse kist met wisselende inhoud, voor naar
keuze 2 tot 3 personen of 3 tot 5 personen.
die in allerlei ‘supermarktachtige’ winkeltjes en
foodstalletjes die je onder andere in Spanje en
Portugal veel ziet en waar de prijzen doorgaans
lager liggen dan in de Nederlandse supers, laat
staan in Nederlandse speciaalzaken. Daarnaast gaat
het niet om identieke producten: hoe vergelijk je
broden precies met elkaar? Brood bijvoorbeeld is
in Nederlandse supermarkten veelal voorgesneden,
in andere landen is dat lang niet altijd het geval.
“Om die reden moet je voorzichtig zijn met het
interpreteren van de Eurostat-cijfers.”
Kijken we dan tóch naar die Eurostat-cijfers, dan is
het zaak om het Nederlandse prijspeil te vergelij-
ken met dat van landen waar de valuta hetzelfde is
en de kwaliteit van de supermarkten van verge-
lijkbaar niveau: Duitsland, Frankrijk, België, Italië
noeg’. En waar gaat het dan om? Walmart voldoet
niet aan de wensen over de werknemerscultuur.
In april heeft PGGM een systeem ontwikkeld
met criteria voor milieubeleid, sociaal beleid en
goed bestuur, die de organisatie hanteert voor de
ongeveer 2.800 bedrijven waar het in belegt. Twee
maanden later blijkt Walmart uit de boot te zijn
gevallen. PGGM heeft bekendgemaakt verschil-
lende gesprekken met Walmart te hebben willen
aangaan, over het personeelsbeleid en over een re-
cent omkoopschandaal bij een dochter in Mexico.
Walmart heeft zich, zoals PGGM het uitdrukt, ‘niet
constructief opgesteld’. Uniek? Veel minder dan
het lijkt. ABP, het ambtenarenpensioenfonds, zei
Walmart vorig jaar al vaarwel.
en Oostenrijk. Van Aalst: “Dan blijken de prijzen
van Nederland wel degelijk op een laag niveau te
liggen: 10% lager dan in Duitsland – discountland
nummer 1 – en 13% lager dan in Frankrijk, 14%
lager dan in België,16% lager dan in Italië en 24%
lager dan in Oostenrijk. Als je dat afzet tegen het
gemiddelde kwaliteitsniveau van de Nederlandse
supermarkten, kun je constateren dat de Neder-
landse consument veel waar voor zijn geld krijgt.
Want we roepen allemaal wel dat de Nederlandse
formules allemaal op prijs hameren en steeds meer
op elkaar gaan lijken, maar de kwaliteit ervan is
gemiddeld hoog. Natuurlijk vind je ook in Italië en
Duitsland supermarkten die flink uitpakken, maar
nogmaals, de consument krijgt in ons land veel
waar voor z’n geld.”
04-05 deze maand 4 16-07-2013 10:36:40
5FoodPersonality juli/augustus 2013
Gé Lommen, hoofdredacteur
AH stimuleert opleidingen dc-werkers
Veel coöperatief gedoe, zeg
Sinds deze maand krijgen dc-medewerkers van AH
hun kosten van opleidingen deels vergoed.
AH en de dc-medewerkers, dat is niet altijd een relatie
van pais en vree, enkele maanden geleden stonden
AH-directie en stakende medewerkers met de vakbond
FNV nog diametraal tegenover elkaar.
Iets in die relatie zal nu dan wel veranderd zijn: sinds
deze maand heeft AH het ‘Persoonlijk Ontwikkelbud-
get’ in het leven geroepen. Iedere dc-medewerker die
aan een opleiding begint, krijgt een vergoeding van
500 euro. Let wel: het gaat om medewerkers in dienst
van AH, niet de krachten die van externe partijen
ingehuurd zijn. Een andere voorwaarde is dat het een
erkende opleiding moet zijn. Als de opleiding meer
dan 500 euro bedraagt, betaalt AH nog eens de helft
van het resterende verschil. Dus wie een opleiding
volgt van 1.200 euro, krijgt van AH 500 + 300 euro. En
wie naderhand nog eens een vervolgopleiding doet,
krijgt nog eens de helft van de kosten vergoed.
Toeval of tijdgeest? Hoe dan ook, veel coöperatief
gedoe deze maand. Nee, dan bedoelen we niet de boer
in ‘Gefundenes Fressen’ op blz. 12, die over directeu-
ren met beursambities moppert. We zijn een tweeluik
gestart: over werknemerscoöperaties waar een super-
marktketen deel van uitmaakt. Deze maand: Mond-
ragón, de grote Baskische coöperatie (blz. 56). Mond-
ragón heeft supermarktketen, Eroski. Volgende maand:
‘the John Lewis Partnership’. Van warenhuisketen John
Lewis. Heeft supermarktketen Waitrose in huis.
En in de column van Melanie Murk (EFMI, blz. 13)
komt de coöperatie terug. En de Soestermarkt, op blz.
26: dat blijkt een coöperatie te zijn.
Mario Seffelaar: “Er zijn bij mij veel
klanten die opzoek zijn naar de oude vertrouw-
de fles. Hebben ook de beleving dat het product
anders is als voorheen.”
AH-supermarktmanager Mario Seff elaar reageert op het bericht dat Unilever de Calvé-barbecuesauzen voortaan in een knijpfl es verpakt.
Van LinkedIn-groep FoodPersonality
2.447 leden per 15 juli
De sprints van AH en JumboDe strijd tussen de nummer één en de nummer twee is allang losgebarsten.
Alleen, het is niet goed te zien. Het is immers geen strijd met prijsvergelijkingen
– maar goed ook, trouwens – of andere klassieke marketing-p’s. Jumbo is bezig
aan de grootste ombouwoperatie die de branche ooit gekend heeft. En nog
steeds in een hoog tempo. Maar ook AH is bezig; het bouwt pick-up points, nu
weer nabij Schiphol, omdat daar aardig wat passanten voorbijkomen, van de
aankomsthal op huis aan. Met die van Schiphol erbij komt het aantal pick-up
points op elf uit. Vakantiegangers en andere reizenden kunnen vóór hun vertrek
of vanuit hun reisbestemming of vakantie-oord met hun digitale apparaatjes
van tevoren bestellen. AH bouwt niet alleen met de afhaalpunten verder aan AH
op internet, laatst nog vertelde Ahold-topman Dick Boer over de mogelijkheid
om speciale producten – de bijzondere variant Toscaanse olijfolie – niet in de
winkels in het assortiment te hebben, maar wel op de smartphone of tablet. En
de Bonuskaart dan wel AH-klantenkaart zou ook een virtuele entiteit kunnen
worden.
Jumbo en AH zijn dus bezig aan een sprint. Alleen, het is niet goed te zien, om-
dat beide partijen momenteel een andere richting uit rennen, waardoor je niet
kunt zien wie het snelst sprint. Jumbo rent hard richting ‘meer winkels, landelijk
dekking en witte vlekken opvullen’, AH rent hard richting ‘digitale boodschap-
pen’-infrastructuur.
Het nadeel van AH? Het kán er een worden, het hoeft niet: achterstallig onder-
houd van winkels. Het nadeel van Jumbo? Ook dat kán er een worden, het hoeft
niet: achterstallig onderhoud in ‘digitale boodschappen’-infrastructuur. Beden-
ken we hoe vaak consultants, trendwatchers en marktwatchers in de retail wij-
zen op de opkomst van de e-boodschappen, dan staat Jumbo vergeleken met
AH op een achterstand. Maar het kan ook andersom: stel nu dat die opkomst
van e-boodschappen doen minder ingrijpend uitpakt dat de trend-, markt- en
andere watchers ons infl uisteren, dan heeft Jumbo ‘het grote voordeel’ van een
relatief vernieuwd winkelapparaat.
De mate waarin of de een, of de ander er goed voor komt te staan in de levens-
middelensector van mogen, hebben ze zelf in de hand, ieder voor zich. AH zal
er alles aan doen om van de consument zoveel mogelijk een smartphone- en
tabletgebruiker te maken voor de e-boodschappen, Jumbo zal er alles aan doen
om het de ‘shopper op de vloer’ zo aangenaam mogelijk te maken.
We zeiden hierboven dat het geen strijd is met behulp van de klassieke
marketing-p’s, maar ergens is dat wél zo: de strijd van ‘plaats’. Plaats in het echt,
plaats in het virtuele.
Een ander scenario is ook nog mogelijk: AH als wegbereider van technologie
en gewenning door de klant, terwijl Jumbo het over een paar jaar voor het
inkoppen heeft. De fi rst mover maakt het de volger makkelijk. Maar op de een
of andere manier lijkt dat onwaarschijnlijk. Nog een ander scenario: AH gaat zijn
winkelpark moderniseren – niet dat die opeens allemaal ouderwets zijn – als
Jumbo bijna klaar is. Klinkt ook onwaarschijnlijk.
Eén element uit dit beeld van twee uit elkaar rennende sprinters klopt niet: dat
daarmee de ruimte tussen die twee sprinters voor andere partijen steeds makke-
lijker in te nemen is. Eerder zouden we het zo moeten zien dat de consumenten
voor een deel hard achter de ene, en voor een ander deel hard achter de andere
aanrennen.
04-05 deze maand 5 16-07-2013 10:36:55
6FoodPersonality juli/augustus 2013
DEZE MAAND
Personality’sWie wat waarheen en waarvandaan, in de personaliarubriek
van FoodPersonality.
Mailen? [email protected]
Faber, Ahold, comitéHanneke Faber is de nieuwe ‘chief com-
mercial officer’ bij Ahold. Faber is afkomstig
van Procter & Gamble. Daar vervulde ze
verschillende marketing- en seniorma-
nagementfuncties in de VS, Zwitserland,
Griekenland en Nederland. Volgens het
persbericht van Ahold kan zij bogen op “vele
jaren internationale ervaring op het gebied
van innovatie, strategie, klantinzicht en het
bouwen aan toonaangevende internationale
merken”. Faber wordt in haar nieuwe rol bij
Ahold verantwoordelijk voor ‘online- en cus-
tomer loyalty’-initiatieven, zowel in Europa als in de VS. Zij is de opvolgster
van James McCann, die eerder cco was, maar inmiddels coo is van Ahold in
de VS.
Met de benoeming heeft Ahold ook bekendgemaakt een andere structuur
van het bestuur te vormen, een zogeheten ‘executive committee’ naast de
raad van bestuur, met verantwoordelijkheden voor geografische en discipli-
naire gebieden.
Dat ‘committee’ bestaat uit: Dick Boer (ceo, verantwoordelijk voor ‘Resha-
ping Retail’-strategie, communicatie, externe relaties), Jeff Carr (cfo:
financiën, informatiebeheer, vastgoed, ‘simplicity’), Lodewijk Hijmans van
den Bergh (‘chief corporate governance counsel’: ‘legal & compliance’, fusies
en overnames en het duurzaamheidsprogramma ‘Responsible Retailing’),
James McCann (coo VS) en Sander van der Laan (coo Europa), beiden
verantwoordelijk voor de bedrijfsactiviteiten en de strategie van die twee
Ahold-marktgebieden, en nog een te benoemen ‘chief human resources’,
verantwoordelijk voor human resources, leiderschap en ontwikkeling.
Dit ‘committee’ gaat vanaf september officieel die nieuwe rol vervullen.
Ahold wijst erop dat de zogeheten ‘two-tier’-bestuurstructuur van kracht
blijft. Het ‘executive committee’ voert het dagelijkse beleid uit, de raad van
bestuur, zoals die benoemd is door de algemene vergadering van aandeel-
houders, blijft verantwoordelijk voor dat beleid. Die rvb wordt gecontroleerd
en geadviseerd door de rvc en beide raden zijn verantwoording verschuldigd
aan de aandeelhouders. Het comité zit echter strakker op de operatie en
kan de activiteiten korter aansturen dan een raad van bestuur, die minder
mensen omvat en minder overlegmogelijkheden kent.
De rvb van Ahold bestaat uit ‘ongeveer’ dezelfde personen: Boer, Carr, Hij-
mans van den Bergh en McCann. Dat laatste is ook opmerkelijk, omdat de
VS-verantwoordelijke dan rvb-lid is en de Europa-verantwoordelijke (Van
der Laan) niet. Maar McCann is destijds op een andere functie in de rvb
binnengekomen dan in zijn huidige VS-functie. Wanneer verandert de situ-
atie waarin de VS-verantwoordelijk rvb-lid is en de Europa-verantwoorde-
lijke niet? Zodra daar iets in verandert, wordt dat gemeld, is het begrijpelijke
antwoord. Overigens is ook de rol van ‘human resources’ niet ingevuld. Dat
is nu nog Marten Poisma, maar die zal vanaf september een functie aanvaar-
den bij AkzoNobel en Ahold zoekt nog een vervanger. ■
Wiersma, HakVerkoopdirecteur Tom Wiersma werkt niet meer
bij Hak. Wiersma is officieel begin deze maand
vertrokken, na een dienstverband van acht jaar.
En in zekere zin is dat dienstverband nog langer,
omdat Wiersma van Honig afkomstig was en Hak en
Honig beide van CSM naar Heinz naar NPM Capital
gingen.
Het is bij het ter perse gaan van deze FoodPersona-
lity nog niet bekend wie hem bij Hak opvolgt. En het
is ook niet bekend wat Wiersma hierna gaat doen. ■
De Koning, BeiersdorfWill de Koning is sinds deze maand vertrokken bij Beiersdorf
(o.a. Nivea, Hansaplast). De Koning was de afgelopen jaren
country manager in Nederland voor Beiersdorf. Hij heeft na
een loopbaan van dertig bij het bedrijf zijn functie neergelegd.
Paul Heeringa, ceo Beiersdorf Noord-Europa, neemt zijn taken
tijdelijk waar. ■
Westenbrink, Böhm, HeinekenBram Westenbrink is sinds vorige maand de nieuwe marke-
tingdirecteur van Heineken in Nederland. Hij volgt daarmee
Hans Böhm op, die van Zoeterwoude naar Amsterdam is
gegaan om bij Heineken als ‘global marketing director’ aan
de slag te gaan voor de ciderdranken (Jillz en Strongbow).
Westenbrink werkt sinds 2003 voor Heineken, hij was onder
andere marketingdirecteur Heineken in Hongarije. ■
Poiesz, Terstappen, PoieszDe overgangsfase van Kees Poiesz
en Rob Terstappen bij Poiesz is
voorbij. In 2010 trad Rob Ter-
stappen (ex-Spar, -Bakker Bart,
-Hema) aan als commercieel
directeur bij Poiesz, naast de op
dat moment huidige commercieel
directeur Kees Poiesz, en met het
doel om hem op te volgen. Die
fase is nu voorbij, Kees Poiesz stopt officieel vanaf september
bij de supermarktketen. Met zijn vertrek is er geen Poiesz-
familielid meer in de directie met de naam Poiesz. ■
Kees Poiesz
06 Deze Maand 6 15-07-2013 16:25:01
7FoodPersonality juli/augustus 2013
Kay, MakroCharles Kay is de nieuwe directeur van Makro Nederland, de zb-groothan-
delsactiviteit van het Metro-concern in ons land. Vorige maand meldden
we dat Jean-Pierre Bienfait, tot dan toe directeur van Makro in Nederland,
bij het bedrijf weg was. Hij zou weggestuurd zijn vanwege tegenvallende
resultaten in het omvormingsproces van Makro als dienstverlener voor de
food- en horeca-ondernemer. Kay volgt hem dus op.
Kay is Brit en werkte sinds begin vorig jaar voor het bedrijf in Denemarken.
Daarvóór werkte hij bij de keten Poundstretcher in Engeland, de Netto-
supermarkten aldaar (poging van de Deense retailer Dansk Supermarked
om voet te krijgen in dat land, maar inmiddels verkocht aan Asda) en hij
was enkele jaren ‘European trade director’ bij AMS, de inkoopalliantie die
onder andere Euroshopper voor AH en andere Europese supermarktketens
inkoopt en ontwikkelt. Daar is Dansk ook lid van. ■
advertentie
Moeken, Hoy, C1000-Jumbo
Sinds begin juli zijn Matthijs Moeken
en Duncan Hoy toegevoegd aan de
Jumbo-directie. Moeken en Hoy zijn
beiden afkomstig van C1000, dat zoals
bekend van Jumbo is. Moeken was
directeur marketing bij C1000 en Hoy
directeur retail operations. Bij Jumbo
zijn zij nu directeur marketing en
directeur winkeloperatie.
Colette Cloosterman-van Eerd heeft
daardoor ook een andere functie
gekregen. Zij was directeur formule
en marketing en is nu ‘chief creative
officer’. Die functie houdt in dat zij
zich meer op ‘het waarborgen en
verder ontwikkelen van de unieke
Jumbo-formule’ gaat richten, zoals
het persbericht van Jumbo vermeldt.
En Jan Heuving, tot aan juli directeur
operatie, is nu directeur vastgoed en
ondernemerszaken. Hij is daarmee
verantwoordelijk voor het locatiebe-
leid van Jumbo en de ondersteuning
van de aangesloten ondernemers, van
zowel Jumbo als C1000.
De directie bestaat daarmee uit tien
personen, maar er is een onderscheid.
Er is een statutaire directie, die on-
veranderd is, namelijk Frits van Eerd
(ceo), Colette Cloosterman-van Eerd
(in haar nieuwe rol van cco) en Ton
van Veen (cfo). En de andere zeven
vormen een operationele directie. Die
bestaat sinds juli uit: Dick Dijkstra
(ict), Jan Heuving (in zijn nieuwe rol
van vastgoed en ondernemerszaken),
Karel de Jong (supply chain), Gea
Kuiper (human resources), Ed van de
Weerd (commercie) en de nieuwe toe-
treders Matthijs Moeken (marketing)
en Duncan Hoy (winkeloperatie).
(Voor een interview met Ed van de
Weerd, zie blz. 28 e.v.)
Moeken en Hoy gelden als managers
die C1000 juist in deze periode van
afbouw op een verrassende wijze
nieuw leven hebben ingeblazen.
De directie van C1000 bestaat overi-
gens ook nog altijd uit zes mensen:
Niels Onkenhout (directievoorzitter,
en hij neemt ook de taken van Moe-
ken waar), Jurriaan Pouw (financieel
directeur), Duncan Hoy (directeur
retail operations, hij werkt dus als
directeur binnen beide formules),
Lizette Lulofs (directeur commercie
houdbaar), Jeffrey Jansen (directeur
commercie vers) en Hanze Bakker
(directeur supply chain). ■
Cornelissen, Mulder, PepsiCo
Freek Cornelissen en Tim Mulder gaan elkaars functie overnemen
binnen de organisatie van PepsiCo in Nederland, met dien ver-
stande dat de functies niet exact hetzelfde zijn gebleven.
Freek Cornelissen is sinds deze maand franchise manager. Hij is
daarmee verantwoordelijk voor de omzet en groei van de frisdran-
ken van PepsiCo, in het overleg met ‘franchisepartner’ Vrumona.
Het gaat hier bijvoorbeeld om het colamerk Pepsi, dat van PepsiCo
is, maar Vrumona is het bedrijf dat Pepsi in het assortiment heeft.
Cornelissen was hiervoor sales manager voor Albert Heijn en
Jumbo en hij nam de vacature ‘sales manager Superunie’ daarbij
waar.
Deze franchisemanagementfunctie werd eerst vervuld door Tim
Mulder. Hij was ‘franchise & trade development manager’ tot nu
toe. Mulder wordt met ingang van dezelfde datum verantwoorde-
lijk voor het retaildeel van PepsiCo, dus het salesmanagementwerk
voor AH, Jumbo en Superunie.. ■
www.ct-company.nl
Professionele schappenplannen zijn van groot belang vooruw schappositie bij retailers. De Category & Trade Company
is dé specialist op het gebied van spacemanagement endistributeur van het beste en meest voordelige
spacemanagement pakket van Nederland:
STAP NU OVERNAAR EEN BETER EN GOEDKOPER
SPACEMANAGEMENT PAKKET!
STAP NU OVERNAAR EEN BETER EN GOEDKOPER
SPACEMANAGEMENT PAKKET!
Bel voor meer informatie:Evelyn van Leur +31 6 30 352 147Tijn Bresser +31 6 12 476 536
Tim MulderFreek Cornelissen
Matthijs Moeken
06 Deze Maand 7 15-07-2013 16:25:03
8FoodPersonality juli/augustus 2013
GfK-formulecijfers
DEZE MAAND
Klantenkringen, P06 2013 stijgers/dalers
Penetratie naar (over)gewicht huishoudens, P06
Klantenkringen, P06 2013 vs. P06 2012
Supermarktomzet, P06
In FoodPersonality maandelijks de klantenkringen van acht
landelijke supermarktformules van onderzoeksbureau GfK.
Deze penetratiecijfers - het percentage huishoudens dat
per periode een bepaalde formule bezoekt – geven een
beeld van het ‘switchgedrag’ van de consument.
Deze maand: periode 6 (week 21 tot en met week 24).
De stijgers en dalers van periode 6 (ten opzichte van periode 5) houden elkaar in evenwicht, althans in aantal. Lidl (+1,1) is de grootste stijger en bereikt qua pe-netratie een nieuw record (43,5%). Albert Heijn daalt daarentegen het hardst en bereikt qua penetratie een niveau dat we vorig jaar rond deze tijd voor laatst za-gen (64,6%). Was dit de trigger voor die extra Hamsterweken in juni? Opvallend is verder dat Jumbo en C1000 elkaar in de omvang van hun klantenkringen ongeveer in evenwicht houden.
Het blijft verbazen hoe afwijkend een marktleider qua klantprofiel soms kan zijn. Als enige formule laat Albert Heijn namelijk een forse ondervertegenwoor-diging van klanten met overgewicht zien (oftewel, bij de meeste andere formules zijn klanten met overgewicht dus oververtegenwoordigd!) en een oververtegenwoordiging van klanten met normaal gewicht. Bij Jumbo zijn overgewicht en normaal gewicht van de klanten het meest in evenwicht.
Over de hele maand juni (dus inclusief week 25 en 26) steeg de omzet in super-markten met 3,7% tot € 2,63 miljard. De waarde van de kassabon steeg in juni met 2,2% tot € 22,51. Over de eerste zes maanden van dit jaar steeg de omzet met 3,8% tot 16,8 miljard.
08 GFK formulecijfers 8 12-07-2013 15:28:18
g
09 ADVE Zuivelhoeve 9 12-07-2013 15:28:44
10 ADVE Koning 10 12-07-2013 15:29:28
11FoodPersonality juli/augustus 2013
DEZE MAAND
‘Superkijken’‘Superkijken’: hoe bekijken mensen uit de branche
supermarkten? Waar letten ze op, wat bepaalt hun
oordeel? Deze maand: Gerthan Boersma, unit
manager houdbaar bij C1000. Op verzoek van
Wyard Stomp (Driscoll’s), vorige maand.
Door: Anke Groenendaal Foto: Jan Willem Houweling
Waar let je op in een supermarkt?“Op alles, ik ben een retaildier: looprichting,
zichtlijnen, executie, aanlichting, de mate van
inspiratie en verleiding. Juist omdat dit lokaal
enorm kan verschillen. Wat in Friesland werkt,
werkt in Zeeland juist niet.”
Kun je zien of een supermarkt winst maakt of verlies draait?“Het verschil tussen heel veel winst of heel veel
verlies maken is flinterdun. De optelsom moet
kloppen. De basis van winst is de omzet, maar
om omzet te behalen moet je honderd kleine
dingen goed doen en dan ook nog op het goede
moment. Dat loopt uiteen van volle schappen tot
goede parkeergelegenheid en van personeelsbe-
zetting tot derving.”
Welke supermarkt of levensmiddelenwinkel in het buitenland maakte een bijzondere indruk?“Plaatselijke markten. De passie, klantgerichtheid
en liefde voor het product spat ervan af. In
combinatie met lage prijzen en korte aanvoerlij-
nen levert dit de beste prijs-kwaliteitcombinatie
die je kunt krijgen.”
En in Nederland?“Lidl. Knap hoe deze discounter in een rechte lijn
op de beste prijs-kwaliteitpositionering afstevent.
Je verwacht als consument niet veel bij een dis-
counter en daardoor valt het altijd mee. Terwijl
de fullservice-supermarkt daarentegen veel
belooft, maar daardoor eerder het risico loopt
consumenten teleur te stellen.”
Stomste/ergste ooit gezien?“Er zijn winkels en supermarkten die nog steeds
‘s avonds om 6 uur de deur dichtdoen, terwijl een
van de grootste concurrenten van de toekomst
– internet – permanent open is. De consument
heeft tijdgebrek en werkt niet van 9 tot 5.”
Wat koop je vaker dan andere consumenten?“Private labels. Omdat ik er trots op ben en er
eindverantwoordelijk voor ben. Ik wil ook weten
wat we verkopen. Daarnaast is de kwaliteit van
het private label de laatste jaren enorm verbeterd
en steeds vaker gelijkwaardig aan het A-merk.”
Wat moet anders/beter in supermarkten?“Je kunt daar een afstudeerscriptie over schrij-
ven, maar het belangrijkste is: de basis moet op
orde zijn. Consumenten haken af op dingen die
niet goed zijn en komen minder snel binnen op
dingen die anders of beter zijn. Een winkelwagen
moet het goed doen. Een actie moet te vinden
zijn.”
Stel, je begint een winkel…“Ik zou allereerst starten door mij heel goed te
verplaatsen in de consument. Mij daarnaast goed
af te vragen in welke behoefte ik moet voorzien
en waarin juist niet. Dan keuzes maken en priori-
teiten stellen om voor de consument duidelijk te
hebben waarvoor je staat. En je moet duurzaam
onderscheid creëren om te kunnen overleven.”
Wie moet er de volgende keer in de rubriek?“Ton Kooi, directeur Noord- en Oost-Europa
bij Lotus Bakeries.” (En voorheen unit manager
houdbaar C1000, red.) ■
“Het Haarlemmerplein wordt vernieuwd. U weet
natuurlijk wat een plein, een buurt bijzonder
maakt: de Haarlemmerpoort als architectonisch,
bijna versleten anker. Zou stedelijke allure kunnen
zijn als er geld is voor een opknapbeurt.
De Haarlemmerstraat en de Haarlemmerdijk?
Bekijk ik ze als één straat, dan zeg ik: een goede,
nee, de béste winkelstraat van Nederland. Onder
aanvoering van winkelstraatmanager Nel de Jager.
Met een Eko Plaza, een Marqt en een AH-filiaal.
Met tal van originele winkels en winkeliers, Iberi-
cus, Papabubble, Tenue de Nîmes…
Op het Haarlemmerplein mocht aannemer
Heijmans woningen met kleinschalige commerciële
ruimten bouwen. Onder architectuur.
Verprutste kans.
Met Pim op straatElke maand een foto uit de collectie van Pim van
den Berg, ‘straat-o-loog’ bij zijn eigen bedrijf Pim
van den Berg Perspectives. Van den Berg kijkt
naar ‘alles’ in de detailhandel, waar dan ook.
De entrees voor de koopwoningen liggen aan het
plein. Die voor de huurwoningen: achter het plein.
Aan de snelweg. Met unheimische dode hoeken.
Verschil moet er zijn. In Scandinavië noemen ze dit
‘een fout’.
Verprutste kans.
Wat maakt een plein bijzonder? Er is water. Er
staan bomen. Helaas niet aangelicht. Horeca zou
gezellig zijn geweest. Met aangelichte bomen.
Verprutste kans.
Wat zei de deelraad? ‘Laten we maar kiezen voor in-
vulling via grootschalige ruimten met behulp van het
grootwinkelbedrijf ’, zoiets. Hier komt een AH van
een franchiser uit Almere. Aangevuld met een Hema.
Binnenkort kunnen de bewoners klagen over de
gruizige chaos die ze vanuit hun flat zien. Stedelijk
uitzicht? Overal zwerffietsen op het plein, gestald
voor de twee alomtegenwoordige food- en non-
foodformules. 500 m van die andere AH vandaan.
Weer een super in het netwerk van supers gepropt.
Een ondeskundige deelraad die instemt met
de verkrachting van een plein. Weg historische
waarde, weg leefbaarheid. Had toch naar de
mensen geluisterd, die er wonen. En niet naar de
bouwer of ontwikkelaar. Hoe vilein.
Verprutste kans.” ■
11 Met Pim op straat 11 12-07-2013 15:29:59
12FoodPersonality juli/augustus 2013
DEZE MAAND
“Als je de aanbiedingen in de folders gaat tellen, dan tref je ons minder aan.”* Isabelle Spindler-Jacobs
* Het Financieele Dagblad
(De verkoopverantwoordelijke voor Heineken in de
retail verklaart dat Heineken afstand aan het nemen is
van de vele afprijzingen in pils.)
“Voor de meeste kookboeken moet je zo’n beetje werkloos zijn om alle ingrediënten te verzamelen.”* Youp van ‘t Hek
* Volkskrant Magazine
(De cabaretier gaat op zaterdagochtend naar een
Marqt-filiaal in zijn buurt en kookt dan vooral niet te
ingewikkeld.)
“Reclame wakkert de inflatie van het bestaande aan.”* Pepijn Vloeimans
* NRC Handelsblad
(Volgens de medewerker van het wetenschappelijk
bureau van GroenLinks gaan consumenten bij alle
aankopen van kleding, auto’s etc. minder waarderen
wat ze al hebben.)
“Grootheidswaan, dat is het.”* Henk Meerdink
* NRC Handelsblad
(Veehouder Henk Meerdink, lid van de veevoercoöpe-
ratie ForFarmers, is faliekant tegen de beursgang die
de directie van de coöperatie wil.)
“We willen een tegenbeweging zijn. Offline winkelen is veel leuker dan iets vanachter je computer bestellen.”* Pieter Jongens
* Volkskrant Magazine
(De 24-jarige mede-oprichter van het Amsterdamse
‘miniwarenhuis’ Hutspot, dat op provisiebasis kleding,
accessoires, wijn en olijfolie verkoopt.)
“Als franchisenemers menen dat ik niet integer ben of hun belangen niet goed verdedig.”* Mikkel Lévelt
* Het Financieele Dagblad
(De directeur en mede-aandeelhouder van koffie-
&-theewinkelketen Simon Lévelt beantwoordt de
vraag: ‘waar bent u mee te kwetsen?’.)
“Het doel van innovatie is verbetering. Alleen: dat lukt niet altijd. Vaak niet zelfs.”* Jasper van Kuijk
* NRC Handelsblad
(De universitair docent ‘gebruiksgerichte innovatie’
van TU Delft over de hoge verwachtingen die bedrij-
ven vaak van innovatie hebben.)
“Werk en privé lopen thuis door elkaar heen. Jumbo en Rituals zijn ons vijfde en zesde kind.”* Raymond Cloosterman
* NRC Handelsblad
(De oprichter van Rituals en echtgenoot van Colette
Cloosterman-van Eerd over het drukke gezin en de
betrokkenheid op elkaars winkelwerk.)
“Supermarkten en vervoerders gooien onvoor-stelbare hoeveelheden groente weg, maar met onze mistmachine kan deze afvalstroom worden gehalveerd.”* Frank Bakker
* Het Financieele Dagblad
(De directeur van Contronics, waarvan o.a. Dekamarkt
de vernevelingsmachine voor de agf gebruikt.)
“Iemand die de laatste twintig jaar van zijn leven heeft doorgebracht bij een bedrijf dat limonade maakt, zit niet te wachten op kritische vragen over het nut van zijn werk.”* John Armstrong
* Het Financieele de Dagblad
(De Britse filosoof en docent aan de Melbourne Busi-
ness School onderzoekt hoe het bedrijfsleven meer
kan hebben aan geesteswetenschappers.)
“Het zal tijd kosten om deze investering te verte-ren, misschien wel vijftig jaar.”* Allegra Antonori
* Het Financieele Dagblad
(De telg uit de bekende Toscaanse wijnbouwersfami-
lie – AH heeft hun wijn in het assortiment – over de
nieuwe wijnfabriek ‘Cantina Antonori’, een architecto-
nisch hoogstandje van 60.000 m2, meer onder- dan
bovengronds.)
Gef
unde
nes F
ress
en
ongeloofwaardig over. En ten derde: straks ben jij
gestopt en dan maakt jouw opvolger weer worst
van jouw prestatie…
De oplossing is: dat elke topman zegt dat elke
voorganger het goede gedaan heeft in zijn eigen
tijd. Elegante diplomatie.
Het komt niet altijd voor. De heren Timmer,
Boonstra en Kleisterlee hebben in de media nog
wel eens wat over elkaars Philips-regeerperioden
gezegd.
Bij Tesco was het eind vorige maand raak. Wat is
er aan de hand? Leahy is nu zo’n twee jaar weg,
Tesco-topmannen onder elkaarDe huidige topman van Tesco, Philip Clarke,
ligt onder vuur. Hij doet het lang niet zo
goed als zijn voorganger, de alom bewon-
derde Terry Leahy. Maar diens voorganger
Ian MacLaurin bestrijdt dat weer. Clarke
moet de tijd krijgen om de puinhopen van
Leary weg te werken, zegt MacLaurin.
Het is altijd lastig voor topmannen van hetzelfde
bedrijf. Er stapt er een op, zijn opvolger begint.
Die moet dan ook iets doen wat meer is dan
gewoon op de winkel passen. En dus gaat hij de
dingen anders doen dan zijn voorganger, hoe
geweldig die al dan niet was. Hoe langer die voor-
ganger er heeft gezeten, hoe moeilijk het voor
de nieuweling is. Wat doe je dan als topman?
Veranderen en zeggen dat je voorganger er een
puinhoop van heeft gemaakt? Staat niet zo netjes,
het is ten eerste de bekende karaktermoord op je
voorganger – vaak nota bene de persoon die jou
als opvolger op die hoge troon heeft gezet. Bij een
alom gelauwerde voorganger komt het ten tweede
Philip Clarke is sindsdien aan de bak. En hij heeft
het zwaar. Marktleider Tesco verliest marktaan-
deel in Engeland en hij heeft het Amerikaanse
Tesco-avontuur met de keten Fresh & Easy, dat
maar niet succesvol wilde worden, de nek omge-
draaid. Dus gemopper en geklaag alom tijdens
de aandeelhoudersvergadering van het bedrijf,
vorige maand. En toen kwam ‘sir’ Ian MacLaurin
aan het woord en dat haalde zo’n beetje alle Britse
media. Volgens MacLaurin moeten commissaris-
sen en aandeelhouders Philip Clarke meer tijd
geven. Want: hij is niet degene die de erfenis van
Philip Clarke Terry Leahy Ian MacLaurin
12-13 Gefundenes-EFMI 12 15-07-2013 17:25:19
13FoodPersonality juli/augustus 2013
De coöperatie 3.0‘Omzet duurzaam voedsel kwart hoger’. Zo luidt begin juni de kop van een
dagelijkse nieuwsbrief die ik via de email ontvang. Uit de Monitor Duur-
zaam Voedsel 2012 blijkt dat Nederlandse consumenten in dat jaar
€ 2,2 miljard aan duurzaam voedsel hebben besteed. Hoewel het om-
zetaandeel van duurzaam voedsel nog relatief klein is (ca. 5,5% van alle
verkochte voeding), groeit het dus ook in tijden van economische crisis
fors door.
Duurzaamheid (nee, ik ga hier geen definitie van dit containerbegrip
geven) verwerft een vaste plek in ons bestaan. Vergelijk het met internet:
eind jaren negentig nog een hype, vijftien jaar later verantwoordelijk voor
de teloorgang van rotsvaste zaken als de Free Record Shop.
Duurzaamheid is een trein die doordendert. Het zal de bestaande normen
in onze branche meer veranderen dan we nu denken. Door de (econo-
mische) crisis zijn we zo langzamerhand toe aan een andere manier van
werken.
Maar: hoe krijgt duurzaamheid gestalte? Onze branche neemt op dit mo-
ment zelf het voortouw door met verschillende partijen om tafel te gaan
en nieuwe initiatieven te lanceren. In de zoektocht naar het ‘hoe’ kwam ik
ook een oude bekende tegen: de coöperatie.
In Nederland zijn coöperaties sterk vertegenwoordigd. De omzet van alle
coöperaties is volgens het NCR (Nationale Coöperatieve Raad voor Land-
en Tuinbouw) € 111 miljard. Dat is gelijk aan 19% van het bruto binnen-
lands product (bbp). De coöperatie leek echter enige tijd op zijn retour.
Want kennen we de coöperatie niet van de stroperige besluitvorming
doordat ‘de meerderheid beslist’? En is het niet de coöperatieve Rabobank
die het nu moeilijk heeft, omdat de ‘sense of urgency’ om te veranderen in
het begin van de crisis een stuk kleiner was dan bij de (voorheen) beurs-
genoteerde organisaties ABN Amro en ING?
Waarom past die enigszins achterhaalde coöperatie dan toch bij een voor-
uitstrevende beweging als duurzaamheid? Allereerst omdat coöperatie
letterlijk ‘samen werken’ betekent, wat een belangrijke voorwaarde is voor
duurzaamheid. Dit constateerden vorig jaar ook de onderzoekers van de
Radboud Universiteit Nijmegen in een verkennende studie naar nieuwe
businessmodellen. De coöperatie als organisatievorm blijkt kenmerken
te herbergen die juist goed passen in de gedachten van duurzaamheid.
De eerder genoemde bezwaren zijn terecht, maar kunnen organisato-
risch goed worden ondervangen. Dat bewijst een coöperatie zoals Cono
Kaasmakers op dit moment.
Door te organiseren in een coöperatie neemt men afstand van een vluch-
tige manier van zaken doen. Naast (langdurige) samenwerking is een
grote mate van gelijkwaardigheid belangrijk in het kader van duurzaam-
heid. Leden van een coöperatie hebben een gelijkwaardige stem in de
coöperatie. De coöperatie verbindt hen en de opbrengsten vloeien terug
naar hen. Maar het allerbelangrijkste waarom de coöperatie geschikt is
voor duurzaam ondernemen: ze wordt gebouwd op een gezamenlijk
belang en gedeelde waarden. Het biedt een uitstekend platform om waar-
den van duurzaamheid te verenigen. Het zijn de concepten die daaruit
voortkomen, die de consument écht raken.
En dat is wat nodig is. Om consumenten te overtuigen van de meerwaar-
de van duurzame producten is een goed verhaal onmisbaar.
Hoe gaan we deze duurzame coöperaties dan tegenkomen? In de toe-
komst zullen er steeds meer coöperaties ontstaan uit allerlei bijzondere
combinaties tussen diverse soorten ondernemingen, zzp’ers en zelfs
consumenten en burgers die hun streven naar duurzaamheid in een
coöperatie gestalte geven. Dat wordt de coöperatie die echt verandering
teweegbrengt. De coöperatie 3.0…
EFMIMarcel van Aalst, Irene van Berlo,
Koen Hazewinkel en Melanie Murk wisselen
elkaar af als columnist.
Deze maand Melanie Murk.
Reacties: [email protected]
Leahy verkwanselt, aldus MacLaurin, nee, Clarke
moet de rommel van Leahy opruimen.
Even voor de duidelijkheid: onder MacLaurin
nam Tesco het marktleiderschap van Sainsbury
in Engeland af. Waarna Leahy hem opvolgde en
die bouwde Tesco uit tot een grote knaap van
30% marktaandeel en dat niet alleen, Tesco werd
een alomtegenwoordige retailer die naast eten en
drinken kleding, muziek, autohuur, hypotheken,
verzekeringen, meubilair en downloads van mu-
ziek, films et cetera introduceerde, en het bedrijf
groot maakte met internetomzet. Dat kunnen
maar weinig retailers vandaag de dag van zichzelf
zeggen. En hij zette op elke grote uitvalsweg bij
een stadje een flinke Tesco neer, voor zover ze er
nog niet stonden - in dat land zijn minder pla-
nologische beperkingen. Het was onder de lange
regeerperiode van Leahy dat Tesco zo groot werd
dat sommige burgers/consumenten het Verenigd
Koninkrijk als veredeld Tesco-land begonnen te
zien. Daar is het in ons land vergelijkbare ‘te veel
blauwe winkelpuien’ (marktdominantie AH) nog
niks bij. Verder bouwde Tesco onder Leahy door
in Oost-Europa en Azië. En het werd de nummer
drie of vier van wereldwijd opererende retailers
(stuivertje wisselen met Metro soms).
Maar nu MacLaurin weer. Die blijkt jaren geleden
al zijn opvolger Leahy te hebben afgeraden om
in de VS te starten. Terwijl Leahy juist zijn eigen
kroonprins was, briljant marketeer toen MacLau-
rin bestuursvoorzitter was. Toch heeft Leahy dat
doorgezet. Met als gevolg, aldus MacLaurin, dat
er zo veel focus en geld naar die markt is gegaan
dat de prestatie van de keten op de thuismarkt
daaronder geleden heeft. Leahy had die inspan-
ning (investeringen en mensen) beter voor de
thuismarkt zelf kunnen gebruiken. Het gevolg,
nog steeds aldus MacLaurin: Clarke zit met de
gebakken peren, achterstallig onderhoud thuis
en een mislukking in de VS. Ligt niet aan Clarke,
nee, ligt aan wat hij van zijn voorganger meege-
kregen heeft.
Opmerkelijk hierbij: een van de bestuurders van
Tesco is Tim Mason. Die moest de keten Fresh
& Easy op poten krijgen in de VS. En die is van
zijn taak ontheven, op diezelfde aandeelhou-
dersvergadering; met een vertrekpremie waar
veel andere mensen de rest van hun leven van op
vakantie zouden gaan. Diezelfde Mason blijkt een
schoonzoon van MacLaurin te zijn. We probe-
ren ons al die zondagmiddagen in de afgelopen
jaren voor te stellen als schoonzoon/schoonvader
elkaar ontmoeten en het onderwerp ‘Tesco in de
VS’ weer ter tafel kwam. Misschien ontweken ze
dat onderwerp wel.
Terry Leahy heeft trouwens bij het ter perse gaan
van dit blad nog niet op MacLaurins uitlatingen
gereageerd. De beste man heeft in Engeland wel
een reputatie als strijdbaar.
12-13 Gefundenes-EFMI 13 15-07-2013 17:25:20
14 FoodPersonality juli/augustus 2013
Papabubble: Door: Gé Lommen Foto’s: Ron Offermans
Wat is dit voor een raadselachtige spel? Het zijn twee snoepmakers, ze werken in een van de twee winkels van Papabubble, in Amsterdam. Deze twee – altijd twee, want je kunt het niet in je eentje – laten de pasta op een blad lopen, laten afk oelen, kneden, uiteen trekken, vouwen, weer kneden, dan wordt het weer een smalle sliert, dan weer gevouwen als een tuinslang, gerold als het deegstuk van een landbrood, weer opnieuw verwarmd en zo maar door, en dan knippen, en dan bepalen ze de uiteindelijke vorm: snoepjes, lolly’s, brokjes, balletjes, kussentjes, cylindertjes, allemaal in felle kleuren. En dan wordt het hard. Klaar. In het zakje of potje en dan is het te koop bij Papabubble.
Papabubble was van twee gekke Australiërs. Inmiddels is het van een Argentijn. En in Amsterdam zijn de twee winkels van Marieken van den Brink en Dominik Otto. Fran-chisers. Hier wordt snoep nog ambachtelijk gemaakt. Van water, suiker en glucose. Snoep maken? Duurt een jaar voordat je het onder de knie hebt.
14-16 Papabubble 14 12-07-2013 15:30:56
15FoodPersonality juli/augustus 2013
ambachtelijke snoepwinkel
Lees verder op blz.16 en 17.
14-16 Papabubble 15 12-07-2013 15:31:10
16FoodPersonality juli/augustus 2013
Ze komen kijken naar die raadselachtige snoep-
makerij in Papabubble. Kennen we de klacht niet?
Van chocoladefabrikanten, suikerwerkfabrikan-
ten? ‘Geen beleving in het schap!’ Nou, hier is wat
te zien, in de Papabubble-winkel aan de Staal-
straat, hartje Amsterdam.
Niet alleen Food Inspiration-groepjes en horeca-
afnemers van DE Masterblenders vergapen zich
eraan. De winkel trekt altijd weer voorbijwande-
lende toeristen. Hup, smartphone erbij en plaatjes
schieten. Wat is hier zo gek? Precies: hier vergapen
consumenten zich aan een productieproces. Om-
dat het handmatig is, omdat het zo wonderlijk is.
En toch is het niet alleen maar hier in de Staal-
straat te zien. Papabubble is met een beetje
fantasie een wereldomspannende keten: twee in
Amsterdam, twee in Barcelona, een in Brussel, een
in Londen, een in Lissabon. En verder: in New
York, Sao Paulo, Guatemala, Hongkong, Sjanghai,
Jakarta, Seoul, Taipei, Yokohama en drie in Tokio.
Dat is logistiek gezien geen makkelijk winkelnet-
werk. Zitten nog aardig wat witte vlekken tussen.
Maar we hebben het niet over een supermarkt-
netwerk dat van marktgebied naar aangrenzend
marktgebied springt. We hebben het over een duo
Australiërs, dat er in Barcelona mee begon. Zij lie-
ten vrienden van de Spaanse les in hun ePapabub-
ble werken. En die vlogen weer uit. Als franchiser.
Marieken van den Brink en Dominik Otto zijn
de twee franchisers in Nederland. Ze zijn zakelijk
partner, en waren gezamenlijk enkele jaren
geleden in Barcelona. Daar woonden ze. Dominik
deed er stage. Marieken had nog geen emplooi na
haar studie communicatiewetenschap, en zat op
een cursus Spaans. Ze kwam in contact met die
twee Australiërs, die in Barcelona waren blijven
hangen en een winkel startten. Een ambachtelijke
snoepwinkel. Die twee Australiërs hadden ooit, bij
toeval, een oude Deense immigrant in een oude
schuur handmatig snoep zien maken, een verloren
gegaan ambacht. En dát, besloten ze, gingen zij
ook doen. In een winkel. Dat werd de start, in Bar-
celona. Ze vroegen Marieken om in hun winkel te
komen werken. Ze zei ja en wist niet dat dat een
grote mijlpaal zou gaan worden.
“Kiyo bijvoorbeeld, staat er nu heel anders in. Het
is mijn ex-collega in Barcelona, van toen, die nu
drie Papabubble-winkels in Tokio heeft. Hij heeft
zo snel mogelijk uitgebreid, heeft dat best zakelijk
aangepakt. Ik weet het niet, ik vind dat ik ook zelf
snoep moet blijven maken. Deze tweede winkel is
iets wat bij toeval voorbijkwam. De eigenaar van
het pand van onze eerste winkel, aan de Haarlem-
merdijk, zei dat hij een ander pand voor ons had,
om uit te breiden. Hij wilde zelf mee-investeren.
De Staalstraat, dat zou een enorme verbetering
zijn, omdat dat nét het gebied is tussen Stopera/
Waterlooplein en Rokin/Kalverstraat. Dáártussen-
in lopen drommen toeristen. Dus hebben we sinds
een tijd ook een tweede winkel, met veel meer
aanloop. Deze winkel is ook beter ontworpen. Ook
weer een kwestie van geluk: Kiyo’s winkelontwer-
per uit Tokio wilde gratis een buitenlands project
doen, om zich te bekwamen. Nou, zeg daar maar
eens nee tegen.”
Terug in Nederland wilden Marieken van den
Brink en Dominik Otto als Papabubble-franchiser
aan de slag. Maar het geld, het businessplan, een
bank… “Ik ging intussen bij een laboratorium
werken. Met gunstige uren, zodat ik de tijd had
om de onderneming op de rit te krijgen. Na ver-
loop van tijd ging de financieel directeur van het
lab mij helpen. Hij hielp met het businessplan, hij
sprak met de banken.” Weer een kwestie van hulp
op het juiste moment.
Nu, acht jaar later, lopen de twee winkels. Twaalf
parttimers maken van woensdag t/m zaterdag het
snoepgoed, de andere dagen kan in de winkels
alleen het snoep gekocht worden dat al eerder
gemaakt is.
Hoe maken ze dat dan? Met suiker, glucose en
water. En de natuurlijke kleur- en smaakstoffen
die deze winkels van Papabubble in Barcelona
afnemen.
En waar komt die glucose vandaan? “Van Beko,
een groothandel voor bakkers, in Utrecht.”
De omzet van Papabubble is maar voor 30%
afkomstig uit de winkels; 70% komt binnen door
opdrachten of bestellingen. Voor feestjes. Voor
evenementen, waar de gastheer op het laatst nog
een origineel presentje uitdeelt; een zakje snoep
van Papabubble. “Bedrijfsfeestjes? Jazeker. Van
Albert Heijn, Jumbo, C1000, FrieslandCampina,
Heineken. Philips, KLM, De Librije…”
Met alle respect, die snoepjes zijn wel duur. Of hebben jullie klandizie bij wie dat niet uitmaakt?Van den Brink: “Ja, dat maakt zeker wel uit. Dat
is nog een probleem dat wij op te lossen hebben.
Een zakje van 140 gram kost € 5,00. Het andere
formaat is een zakje van 50 gram, voor € 2,50. Bij
opdrachtgevers is de prijs geen probleem, maar
in de winkel merk je dat klanten zich vaker even
bedenken bij de prijs. Het is een drempel. Maar
lager kan het echt niet. Als ik alle kosten erin zou
moeten verdisconteren, zou het zakje van
€ 5,00 eigenlijk € 7,50 moeten zijn. Maar dat kán
gewoonweg niet. Dat zakje van 50 gram is ook om
die drempel weg te nemen.”
Betekent die drempel dat de exploitatie niet lukt?“Jawel, gelukkig wel. Maar ik wil geen verkeerde
indruk wekken: we maken een bescheiden winst.
Het is geen massaproduct, ik word er nooit rijk
van, heb ik eens gezegd. Aan de andere kant, ik
heb er plezier aan. En: ik heb geen concurrenten.”
Is Papabubble onbekend in de levensmiddelensector? Nee. Want Marieken van den
Brink ziet ze geregeld binnenwandelen: mannen in pakken – een excursiegroepje
van Food Inspiration bijvoorbeeld. Of een groep horecamensen, die door een
accountmanager van DE Masterblenders meegenomen zijn.
Marieken van den Brink en Dominik Otto, franchisers van Papabubble.
14-16 Papabubble 16 12-07-2013 15:31:14
17FoodPersonality juli/augustus 2013
Hans van DuinColumn Hans van Duin, voormalig
inkoop directeur voor houdbare
producten bij Bijeen, nu hoofd inkoop bij DA
Retailgroep, op interimbasis.
‘Vrouwen bloot…’Als u dit leest is het eind juli, begin augustus. Vakantietijd. Een groot gat van een
week of acht waarin er vrijwel niets gebeurt, omdat er altijd wel iemand die we
aan tafel nodig hebben op vakantie is. De spacemanager, de actiespecialist, de
account manager, de sales manager, de category manager of de unit manager.
Er zit er altijd wel één op de camping. Het begrip ‘ik wil het vóór de vakantie nog
af hebben’ en het gevleugelde ‘we tillen het wel even over de vakantie heen’ is
daardoor dus de oorzaak van lichte stress in juni en enige stress in september.
Voor de bedrijven met een gebroken boekjaar (de accountant is in de zomer
wat goedkoper) gelden wellicht nog wat andere regels, maar voor de meeste
bedrijven is het lekker rustig in de zomermaanden. Beetje opruimen, operatie een
beetje draaiende houden, personeelsbarbecue en wat vroeger naar huis. Niks mis
mee, toch?
En in de winkels geldt het aloude adagium ‘vrouwen bloot, handel dood’. Moeders
zit in de zon, en heeft niet veel tijd voor de boodschappen. Natuurlijk spelen we
daar handig op in door kant-en-klaarpakketten, snelle hap, gesneden sla en fruit
en voor de mannen die moeten koken: zakken houtskool, worstjes, hamburgers
en bier in blik. Winkels zijn op orde, soms een chocoladeblokkade op een tropi-
sche dag, en alles kabbelt rustig door. Ook uw columnist wordt al een beetje lui en
loom van de teneur en het tempo van deze column.
Dus tijd voor actie!
Want we gaan in de benen, trainen voor het grootste evenement van het jaar, de
lobbymarathon zonder weerga, de neverending receptie aan zee, het ons-kent-
ons- en wie-is-wie-spektakel achter de duinen: het Nationaal Food Congres! Jawel.
Moet je daarvoor trainen dan? Wis en waarachtig! Wie denkt dat er slechts toeval-
lige ontmoetingen zijn en niet begrijpt dat daar de basis van de komende jaarge-
sprekken wordt gesmeed, die moet zich maar eens achter het oor krabben. En wie
daar onvoorbereid heengaat, is zijn positie in de industrie niet waard. Over de on-
verlaat die zegt dat er interessante sprekers waren, zeg ik al helemaal niets, want
er is daar nooit nieuws, en als het al nieuws is, dan is het vaak een welgemikte
leugen om relaties strand in de ogen te strooien. Nee, het is keihard werken. Slim
zijn, het effect van de alcohol negeren en de knappe jonge meisjes die van hun
baas meemochten, ook negeren. Hoewel die slimme bazen het adagium ‘vrouwen
bloot, handel groot’ wellicht uitproberen…? Enfin, je hebt een lijstje van mensen
in je zak die je per se wilt zien, en je weet ook wat je daartegen gaat zeggen. Je
maskeert alles wat zakelijk is in terloopse zinnen, je vergeet niet wat ongevaarlijk
te roddelen, vraagt naar de familie en de vakantie en je zet je mooiste glimlach op
nadat je aangeboden hebt om wat te drinken te halen. En dan komen de subtiele
vragen, de achteloze opmerkingen die geschakeld als Möbiusringen oneindig
langs de kern van de zaak draaien. Je houdt de mededingingswet in de gaten, je
kijkt alsof het belangrijkste je niet echt interesseert en je pakt wat cashewnoten.
Dat is het allermooiste deel van ons vak. Aftasten als de pootjes van een krab
over het koraal. James Bond in het casino. Waardevolle informatie verzamelen en
tegenspelers imponeren.
Me dunkt, zaken die tijdens de vakantie in warme streken goed te trainen zijn.
En de volgende ochtend, bij het ontbijt, na wat opdringerige interimmers en vast-
houdende consultants van je afgeschud te hebben, werk je de geheime notities
uit, leg je de visitekaartjes op volgorde, maak je een plan en heb je al je gebrek
aan inspanningen van de hele zomer weer goedgemaakt.
Als je het goed doet. ■
Er is geen andere partij die dit doet?“Kijk, Haribo bijvoorbeeld zou je als concurrent
kunnen zien. Dat merk ligt in alle supermarkten.
Maar je kunt ook zeggen dat ons product niet
te vergelijken is met Haribo. De relatiegeschen-
kenverkopers, dat zijn eigenlijk de concurrenten.
Denk aan chocoladevormpjes met een geluk-
wens erin, of een bedrijfsnaam, of een groet, dat
soort producten. Maar er is verder niemand die
ambachtelijke snoepjes maakt. In Japan wel. Mijn
collega Kiyo heeft nu die drie winkels in Tokio,
hij móet wel. Japanners kopen voor élke gelegen-
heid een klein presentje voor een ander, het is hun
cultuur. Dus is het marktpotentieel daar groter, dat
is een voordeel. Nadeel: hij heeft wel degelijk con-
currentie, van andere ambachtelijke snoepmakers.”
Die mannen en vrouwen lijken dat snoep spelen-derwijs te maken. Is het zo makkelijk?“Nee. Het kost je een jaar om dat goed onder de
knie te krijgen. Het zijn niet alleen de hande-
lingen, je moet ook goed leren omgaan met het
proces verhitten-verkoelen-verwarmen-verkoelen,
dat gaat snel en in dat tijdsbestek moet het snoepje
af zijn. Daarom bijvoorbeeld is het geen goed idee
voor kinderen. Het lijkt leuk om te doen, maar je
kunt je vingers branden en het vereist oefening en
nog eens oefening. Je moet het ook met z’n tweeën
doen, je kunt niet in je eentje handmatig snoep
maken. Dus hebben we altijd minimaal drie men-
sen in de winkel: twee snoepmakers, één persoon
om klanten van dienst te zijn.”
Toekomstplannen…?“Ja. Internet. We móeten er echt een keer mee
beginnen, kán gewoon niet anders. Voor mensen
die dit echt willen hebben, is de prijs niet het
probleem, en ook de logistieke kosten niet. Ik had
een bestelling uit Bahrein, ik moest het op de we-
reldkaart zoeken. Het zal vast een rijk iemand zijn
geweest, het bedrag deed er niet toe. We vermoe-
den ook dat het mensen zijn die een tijd eerder
als toerist in onze winkel zijn beland. Het product
leent zich ervoor, want het is zonder meer een jaar
warenwettelijk houdbaar. We zien dus duidelijk
een marktpotentieel. Maar goed, nog een online-
operatie erbij, dat zal niet over één nacht ijs gaan.”
Je bent de enige hier met Nederlands als moeder-taal, dat is vragen om problemen.“Dat valt wel mee. Ten eerste zijn er meer met
Nederlands als moedertaal, ten tweede: veel be-
zoekers zijn toeristen. Wij waren in Barcelona een
team van mensen die overal vandaan kwamen, een
beetje nomadisch. Ik heb dat eigenlijk welbewust
aangehouden, alsof het een traditie is die bij de
formule hoort, maar dat is eerlijk gezegd mijn
keuze. Hij bijvoorbeeld” – wijst op een mede-
werker – “komt uit Mexico. Hij is muzikant en
treedt op, als begeleidend muzikant, in Paradiso
pas nog. Een ander is danser. Ik vind het prettig
om met mensen met allerlei culturele interesses te
werken.”■
14-16 Papabubble 17 12-07-2013 15:31:15
18FoodPersonality juli/augustus 2013
En ze hebben hongerDoor: Gé Lommen Foto: Jan Willem Houweling
Ze zijn jong, veelal academisch, ze werken sinds
een tijd bij Albert Heijn, Superunie, Jumbo,
Unilever, Bavaria, Delicia, DE, Go-Tan en noem
maar op.
Dit hier is de eerste bijeenkomst van ‘Immensa’,
een netwerk van mensen tussen de 23 en 27
jaar, een initiatief van Business Connected (dat
daarmee inmiddels bezig is aan zijn zevende net-
werkclub, naast De Jonge Turken, de Fast Movers
Groep etc.). Voor Immensa zijn ze aangemeld
door hun meerderen. Kennelijk omdat die meer-
deren hen voor de foodsector willen behouden:
gekoesterde talenten.
Wie zijn het?Staand, v.l.n.r.: Suzanne van de Glind (Hero),
Jeroen van Rijn (Vomar), Michiel Rulkens (Moo-
nen), Huub Verstraeten (Hero), Pieter Olierook
(Unilever), Wicher Stolwijk (Unilever), Pauline
Jaszewski (Vrumona), Nine de Knecht (Red
Bull), Willemien Gerrits (Red Bull), Patrick Pol
(Padifood), Julian van Zwieten (Hero), Ange-
lique Arends (McCormick), Dagmar van der Lee
(Superunie).
Zittend, v.l.n.r.: Ruben Jongerius (Omega
Pharma), Mark van den Tempel (Bavaria), Wilco
Boonstra (Granfood), Renske Aarsman (Deli-
18-19 Immensa 18 12-07-2013 15:32:41
19FoodPersonality juli/augustus 2013
cia), Koen Vlaming (Vomar), Mirjam van Dijk
(Heinz), Wouter Ruifrok (DE Masterblenders),
Loes Altena (Heinz), Linda de Witte (Imperial
Tobacco), Nelleke Westra (Go-Tan), Peggy van
Est (Business Connected), Vivianne van der
Meer (Plus), Rens Rijnbeek (Moonen), Daan
van Oorschot (Nestlé Purina), Maike Veldhoen
(Bavaria), Chantal van Summeren (Business
Connected), Anke Verhaaren (De Banketgroep),
Ellis Damen (Coca-Cola) en Amar Dawood
(Ahold).
En ze hebben honger. Honger naar kennis,
honger naar inzichten.
Straks, over een jaar of vijf, tien, gaan ze waar-
schijnlijk alles anders doen dan hun voorgan-
gers. Maar voorlopig willen ze zich laven aan de
kennis, inzichten en ervaringen van al die food-
managers die hen voorgegaan zijn in de sector.
En de consument beter begrijpen. En category
management beter onder de knie krijgen.
En ze willen vooral ook van elkaar leren. Hoe
moeten ze manoeuvreren en opereren om opti-
maal te functioneren, resultaat te behalen, doelen
te verwezenlijken? Hoe doen hun leeftijdsgenoten
in vergelijkbare posities dat? Waar loopt de een
nog tegen aan waar de ander van kan leren? Hoe
is de bedrijfscultuur waar die ander werkt? Hoe
lost die ander dat conflict met een leverancier of
retailorganisatie op? Of laat je dat voorlopig nog
over aan je meerdere?
Dit zijn de mensen die straks, als de wereld weer
gaat veranderen en de sector daarmee ook, mis-
schien alles anders gaan doen. Maar voorlopig
nog niet, ze moeten eerst begrijpen waarom San-
der van der Laan denkt zoals hij denkt, of Frits
van Eerd, of Dick Roozen. En zo komen er nog
wel meer namen voorbij als ze sprekers zoeken
voor de volgende bijeenkomsten.
En ze willen naar Jumbo Foodmarkt. En naar
Whole Foods. Naar de mooiste Carrefour, de
beste Delhaize. Niet in hun uppie, maar als groep,
zodat je met elkaar bent en leert wat die ander
erin gezien heeft.
En hoe groot gaat Lidl nu worden? En hoe ver
kan de promodruk nog gaan, of zitten we pas aan
het begin?
Nog jaren huiswerk ligt op hen te wachten. ■
18-19 Immensa 19 12-07-2013 15:32:43
20FoodPersonality juli/augustus 2013
FORMULEINDELING EFMI:
Moet je kijken waar iedereen staatDeze twee grafieken toonde EFMI-directeur Laurens Sloot tijdens de CBL-haringpar-
ty. Die ene formule-indeling haalt heel wat oude aannames onderuit. Jumbo, AH en
Deen zijn één soort supermarkt?
Door: Gé Lommen Foto: Jan Willem Houweling
Eerst maar eens de samenstelling van deze
grafieken. EFMI Business School ondervraagt
per maand zo’n 200 primaire shoppers, voor
antwoorden in de continue Shopper Monitor. Het
EFMI gebruikt deze uitkomsten voor onder-
zoeksrapporten voor EFMI-leden. Bij elkaar zijn
dat 2.400 shoppers die elk jaar vragen beantwoor-
den en die antwoorden vormen ook de stof van
EFMI’s jaarlijkse onderzoek CBL Consumenten-
Trends.
Het EFMI gebruikt sinds enkele jaren enkele
‘labels’ voor een segmentatie in formules: Aldi
en Lidl zijn bijvoorbeeld hard discount. Albert
Heijn en Plus zijn fullservice. De gewoonste zaak
van de wereld, toch? Dat komt tot stand doordat
die 2.400 ondervraagde shoppers de supermarkt-
formules die ze wel eens bezocht hebben, op een
groot aantal criteria beoordelen, die van belang
zijn voor de supermarktkeuze (assortiment, kwa-
liteit, voordeel, afstand etc.).
Wat blijkt nu? Op grond van hoe die shoppers de
formules percipieerden, lijkt het concurrentieveld
behoorlijk ondersteboven.
Kijk maar eens naar Albert Heijn en Albert Heijn
XL in de tweede grafiek. Fullservice? Niks ervan,
‘servicediscount’. AH is dus op Jumbo gaan lijken.
En Deen ook. Emté is echter wél fullservice,
terwijl dat in 2008 nog value for money was.
Coop? Is ‘convenience’ geworden. En de term
‘merkendiscount’ in 2008? Bestaat niet meer in de
presentatie van 2013. Vomar? Met zijn illustere
toevoeging ‘Voordeelmarkt’? Niks value for mo-
ney, is fullservice geworden.
Dat zijn verschuivingen waar je vragen bij kunt
hebben. Verschuivingen ook, waar sommige di-
recties van de formules zich niet zomaar in zullen
kunnen vinden.
Niet voor niets zei Sloot tijdens zijn presentatie:
alles is aan het schuiven. Om daaraan toe te voe-
gen dat het allemaal vierkantemeterwerk is. Ter-
wijl de echte vernieuwers in de markt heel andere
formules kunnen zijn: hij noemde Stach, Marqt,
Landmarkt, Tanger, Action, Bilder & Declerq.
Wat nu? Laat ons eerst maar eens melden dat deze
formulesegmentatie geen echte primeur is. Want:
in de EFMI-wisselcolumn van dit blad schreef
EFMI-onderzoekster Irene van Berlo al (in Food-
Personality mei) dat binnen de gebruikelijke noe-
mers van het Nederlandse supermarktuniversum
de formules behoorlijk aan het schuiven waren.
Zozeer zelfs, dat EFMI zich wellicht genoodzaakt
zou zien om het gebruik van de noemers ‘mer-
kendiscount’, ‘servicediscount’, ‘fullservice’, ‘hard
discount’, ‘value for money’ en ‘convenience’ te
moeten herzien.
Maar goed, nu zien we het resultaat en staan we er
toch van te kijken. Is het erg om bijvoorbeeld een
term als ‘merkendiscount’ te moeten opgeven? Ja
en nee. Nee, want je volgt de markt en als de markt
verandert, moet niemand ervan opkijken als een
marktindeling of -omschrijving verandert. Dus als
er geen merkendiscounters meer zijn in het super-
marktuniversum, verdwijnt die. Maar dat is niet
het hele antwoord. Het is wel jammer in deze zin:
je kijkt ook met een historisch perspectief, omwille
van de continuïteit: ‘wat is er door de jaren heen
met de supermarktsector gebeurd en met welke
partijen?’ En het is jammer als het model niet
meer werkt en de ijkpunten van een werkmodel
niet meer voldoen. Een criterium moet zo lang
Deze twee marktfiguren toonde Laurens Sloot (EFMI) tijdens de CBL-haringparty. Met een verras-sende indeling van formules, als we tot ons laten doordringen waar iedereen staat. Hier zegt de consument dus van: deze is verwant aan die en die weer niet… Reden ook voor Sloot om wat afstand te nemen en te opperen dat het echte onderscheid in de markt afkomstig kan zijn van Marqt, Stach, Landmarkt, Action etc.
Supermarktsegmentatie in 2008
20-21 Formseg EFMI 20 15-07-2013 12:46:00
21FoodPersonality juli/augustus 2013
mogelijk relevant kunnen zijn.
We leggen het Van Berlo allemaal eens voor.
AH is servicediscount, Emté en Vomar fullser-vice; wat is er aan de hand? Van Berlo: “Als je het zo stelt, klinkt dat verras-
send. Maar zo moet je deze figuren niet lezen.
De figuren zijn het resultaat van een statistische
analyse die, op basis van de formulebeoordelin-
gen van shoppers, formules aan elkaar clustert die
binnen het supermarktlandschap meer verwant
zijn. Kennelijk ziet de shopper op dit moment
een bepaalde gelijkenis tussen formules die je
noemt. Zodra we een definitieve segmentatie ma-
ken, bekijken we op welke gronden dat zo is. En
dat is bepalend voor de naam die we uiteindelijk
aan het segment geven. Stellen dat een bepaalde
formule van het ene naar het andere segment is
gegaan, zoals jij stelt, heeft dus geen zin, omdat er
compleet andere segmenten kunnen ontstaan.”
Maar: ‘als ik naar een Albert Heijn ga, dan ga ik naar een discountachtige winkel die ook nog eens veel service heeft’. Zeggen die 2.400 shop-pers. Terwijl AH in 2008 nog een fullservice-formule was.“We moeten voorzichtig zijn met dit soort con-
clusies. De markt is nog in beweging, mede onder
invloed van de C1000-ombouw. Veel shoppers
hebben te maken met veranderende marktgebie-
den. Oude vertrouwde formules gaan. Bijvoor-
beeld Golff, Sanders, Super de Boer en C1000. En
andere formules, waarmee die shoppers in veel
gevallen nog niet bekend zijn, komen ervoor in
de plaats. Veel marktgebieden hebben daarom
een andere concurrentiedynamiek en shoppers
zullen hun ‘referenties’ ten aanzien van bood-
schappen doen moeten herijken. Dat kost tijd.
Wat we wél kunnen vaststellen, is dat het traditi-
onele ‘bovenste deel’ van de markt zich niet meer
zo scherp aftekent als voorheen. Niet alleen door
de herpositionering van Albert Heijn, maar ook
door de overname van Super de Boer, die een
fullservice-formule in hart en nieren was, door
edlp-formule Jumbo. De uitkomst van deze ont-
wikkelingen lijkt vooralsnog te zijn dat shoppers
gelijkenis zien tussen AH, Jumbo en Deen. De
figuren zijn dan ook slechts een ‘momentopname,
op weg naar een nieuw langetermijnevenwicht.”
Dus over twee, drie jaar is dit weer anders.“Dat kan heel goed. Zoals gezegd gebeurt er
momenteel veel in de markt. Door de herpositi-
onering van AH en de ontwikkeling van Lidl aan
Irene van Berlo: ‘bevindingen van shoppers, momentopname.’
de ‘onderkant’ van de markt is de positionerings-
ruimte krapper geworden. En edlp-formule Jumbo
zet door de formule-expansie als het ware ‘een
nieuwe standaard’ in de markt.
Deze ontwikkelingen dwingen andere formules
ertoe om op zoek te gaan naar hun eigen uniciteit.
Daarbij hebben we nog de strijd om de gunst van
de C1000-klant. Uiteindelijk zal er wel weer een
periode van ‘relatieve rust’ komen en dan bekijken
we wat deze ontwikkelingen allemaal met de refe-
rentiekaders van de Nederlandse shoppers hebben
gedaan.”
We missen een paar formules: Jan Linders, Poiesz, MCD, Boni…“Ja, dat klopt. We hebben in deze presentatie om-
wille van het overzicht niet alle formules verwerkt,
maar die houden we in onze Shopper Monitor wel
degelijk bij.”
Je zegt dat het eigenlijk niet kan om op grond van deze uitkomsten uitspraken te doen over de identiteit van formules. Maar dan nog, AH en AH XL vallen opeens in het segment ‘servicediscount’. Dat maakt AH dus niet opeens tot een discoun-ter, maar blijkt hieruit dat AH een gunstiger prijsimago heeft gekregen?“Het zou te kort door de bocht zijn om op basis
van deze figuren te stellen dat AH een gunstiger
prijsimago heeft gekregen. Andere cijfers van ons,
maar bijvoorbeeld ook van GfK, laten zie dat dit
wél het geval is, dat is geen geheim. Maar dat de
shopper verwantschap ziet tussen AH, AH XL,
Deen en Jumbo zit in veel meer dan alleen de prijs.”
En dan dit: Dirk/Bas/Digros was een merkendis-counter, samen met Nettorama. Nu is Dirk/Bas/Digros opeens ‘value for money’, en Nettorama hard discount. En merkendiscount zou niet meer bestaan. Hoe moet ik dat dan zien?“Ik verwacht niet dat het zo’n vaart zal lopen. Op
dit moment zien we nog genoeg verschil tussen
Dirk/Bas/Digros, Hoogvliet en de ‘traditionele’
value-for-moneyformules. Maar als over een
tijdje blijkt dat we de formule-indeling moeten
aanpassen en dat daarin geen merkendiscount-
segment terugkeert, is er natuurlijk ook geen man
overboord. Uiteindelijk is het een ‘label’ dat wij op
basis van de analyses van de shopperperceptie op
een segment plakken. De shopper zal er niet wak-
ker van liggen hoe wij de markt indelen. Die doet
gewoon boodschappen bij Dirk, Hoogvliet en Net-
torama en niet bij ‘value for money’, merken- of
hard discount. Voor het voorbestaan van formules
is het natuurlijk wel van belang dat zij binnen de
marktgebieden waarin ze opereren, genoeg onder-
scheid bieden.” ■
Supermarktsegmentatie in 2013
20-21 Formseg EFMI 21 15-07-2013 12:46:03
De enige drinkyoghurtzonder zoetstoffen
en toegevoegde suiker
NIEUWvanaf
week 28
22 ADVE FrieslandCampina 22 15-07-2013 12:46:29
23FoodPersonality juli/augustus 2013
Kappen bij Kippersluis
Zelfstandig ondernemers zijn moderne slaven.
O ja? Ja. Als het om geld gaat, gaan mensen
over lijken. Als je gewend bent je zin te krijgen,
dan word je gek als het een keer niet lukt. En ga
je gekke dingen bedenken om alsnog je zin te
krijgen. En zo leren wij als buitenstaander weer
over gekneveld ondernemerschap. In dit geval een
ondernemer die zijn consumenten als medestan-
der heeft. Consumenten die een ontruimings-
dienst tegenhouden. In Utrecht, bij de supermarkt
van Tom en Martin Kippersluis, wordt het Robin
Hood versus de sheriff van Nottingham, David
tegen Goliath.
Heeft Jumbo het gewoon slimmer aangepakt
dan Kippersluis? Hoe zat het ook al weer? De
broers Kippersluis exploiteren al sinds begin jaren
negentig een supermarkt, en tegenwoordig twee,
in Utrecht en een in Amersfoort. Eerst was het
Super, daarna Super de Boer. Onder de vlag van
Super de Boer. Het huurcontract is in handen van
Laurus en later na de overname van Jumbo. Na de
overname weigeren de broers over te gaan naar
Jumbo. Om hen moverende redenen. De club van
Frits van Eerd gaat daar – begrijpelijk – niet mee
akkoord en probeert via de rechter alsnog gedaan
te krijgen dat er een Jumbo in het pand komt.
Jumbo verliest vier procedures. Kippersluis wordt
op alle punten in het gelijk gesteld. En Jumbo
staat met lege handen.
De eigenaar van het pand, een 100 miljoen-plus-
meneer, heeft ook met dit pand een verleden. Hij
koopt begin jaren negentig het pand en na vier
maanden eist hij via de rechter 70.000 euro extra
huur. Ook hier wordt een nederlaag geleden en
mag er na allerlei gedoe slechts een paar duizend
euro huurverhoging toegepast worden.
De onroerendgoedmeneer, of Jumbo, of beiden,
komen nu hiermee: de eigenaar kan een ontbin-
ding van het huurcontract van Jumbo vragen. Hij
wil immers een bekende landelijke formule en
geen ‘pukkiehenkie’-formule. Slimme truc, Kip-
persluis eruit en Jumbo erin. Een konijn uit een
hoge hoed.
De onroerendgoedmeneer krijgt van de rechter
gelijk en mag Jumbo als hoofdhuurder dwingen
te ontruimen. Kippersluis wordt geadviseerd de
schade in een procedure te verhalen op Jumbo,
door de rechter aangewezen als hoofdschuldige.
Van Eerd kondigt meteen aan alle juridische
mogelijkheden in te zetten om een schadevergoe-
ding te traineren. Dat betekent een procedure van
minimaal vier jaar en dat is waarschijnlijk voor
Kippersluis de nekslag.
Daar sta je dan, met je goeie gedrag. Heb je je
dertig jaar lang het schompes gewerkt en sta je met
lege handen. Het voelt als slavernij.
De zaak-Kippersluis staat uiteraard niet op zich-
zelf. Wat Van Eerd doet, doen alle formules. Jumbo
koopt de boedel van Super de Boer en C1000 maar
met één doel: bestaande formule eruit en Jumbo
erin. Dat is het spelletje. Dat weet iedereen, ook
ondernemers. Zij kiezen voor dit bestaan, en zij
weten dat alleen uitzonderingen onder hen zelf
eigenaar van het pand zijn of eerste houder van
het huurcontract. In het getouwtrek om vastgoed
trekken ondernemers bijna altijd aan het kortste
eind. Een soort natuurlijke rechteloosheid; wie het
kapitaal heeft, heeft het vastgoed. De ondernemer
mag erin werken. Als de eigenaar dat goed vindt.
Voor de broers Kippersluis is de zaak zuur. Maar
ze moeten ook realistisch blijven. Ze kozen voor
een bestaan als slaaf, ze waren nooit helemaal vrij,
zonder handboeien. Wat hun momenteel rest, is
slechts de hoop dat de publieke opinie een nog
grotere rol gaat spelen – dat valt op dit moment
nog te bezien – en Jumbo, in een hoek gedreven,
zich bij de situatie zal neerleggen (en zelfs dan:
voor hoe lang?).
Maar ook de rechter kan het tij nog keren. Want
ook al ben ik geen expert, ik weet dat de Hoge
Raad zo’n spel tussen vastgoedpartij en retailpartij
kan verbieden.
Gerard, ben je er zeker van dat jouw versie van deze kwestie de juiste is? En dat je niet hebt laten influisteren door mensen met een belang of met een scenario?Gerard Rutte: “Wat hier gebeurt, gebeurt overal.
Al sinds tijden. Het wordt dus tijd dat een rechter
hier eens naar gaat kijken. Er is voor beide kanten
iets te zeggen, alleen wordt de ondernemer zo te
afhankelijk, het is alsof hij een grondrecht mist.
Dat Jumbo met de onroerendgoedmeneer samen-
speelt, is evident. Dat ziet een blinde nog. Alleen,
dit zal moeilijk aangetoond kunnen worden.”
* Gerard Rutte is onafhankelijk, maar niet altijd
even objectief, zeker niet als het om Plus en Deka-
markt gaat, want dat zijn klanten van hem.
met Rutte!
Ruzie met Rutte! De rubriek waarin Gerard Rutte*
weer eens de knuppel in het branchehoenderhok
gooit. (En als het nodig is reageren wij daar weer op,
om schandalen te voorkomen.) RUZIE
23 Ruzie met Rutte 23 15-07-2013 15:49:54
24FoodPersonality juli/augustus 2013
DE REGIO ALS PAYOFF VAN JAN LINDERS
Het voordeel van het zuiden, wat is dat?Sinds de nazomer van 2009 gebruikt Jan Linders de pay-off ‘het voordeel van het
zuiden’. Daarmee is Jan Linders de enige die een regionale afbakening gebruikt.
Biedt dat geen beperkingen?
Door: Gé Lommen Foto’s: Jan Linders/archief FoodPersonality
Dit staat bij Jan Linders op de site: “Bij Jan
Linders proeft u iedere dag het bourgondische
zuiden. In onze groente en fruit uit de streek
die met zorg en liefde worden geteeld. In ons
versgebakken brood dat is bekroond tot het
beste van Nederland. In ons malse vlees en onze
ambachtelijke vleeswaren. Het voordeel van het
zuiden zit ‘m natuurlijk ook in onze vriendelijke
medewerkers, onze regionale betrokkenheid, de
vaste lage prijzen en de échte acties. Kom snel het
voordeel proeven bij Jan Linders.” En verderop
op de site: “Welkom bij Jan Linders, uw regionale
supermarkt.”
Slim bezig / gewoon bij AH / hallo Jumbo / altijd
in uw voordeel / waar het opvalt dat het meevalt
/ Plus geeft meer / vers, vriendelijk en voordelig:
allemaal bekende en begrijpelijke kreten die als
pay-off, of zullen we zeggen: slogan, fungeren.
Slechts één van de formules heeft een regiobe-
grenzing in de pay-off: Jan Linders. Dat voordeel
van het zuiden klinkt als een nadeel, zeker als je
bedenkt dat formules alsmaar uitbreiden en vaak
op de drempel staan of hebben gestaan tussen
regionale en landelijke ambities.
Tot aan 2009 gebruikte Jan Linders als pay-off
‘écht lekker voordelig’, met als onderdelen voor
prijs, promoties, service en kwaliteit ‘écht voor-
delig’, ‘écht vriendelijke medewerkers’, ‘écht actie’
etc.
Het was een tijd waarin bijna alle supermarkt-
ketens de termen ‘kwaliteit’, ‘leven’ en ‘voordeel’
gebruikten, iedereen riep ongeveer hetzelfde over
zichzelf. Ook Albert Heijn, nog opererend in de
slipstream van de prijzenslag, gebruikte ‘het grote
voordeel van AH’.
Juist in die periode kwamen ze bij Jan Linders
tot de slotsom dat het tijd werd voor een nieuwe
pay-off, als resultaat van een veranderende merk-
positionering.
Marketing- en communicatiemanager Arjan
Barten vertelt over hoe hij dat persoonlijk ervoer.
“Ik kwam bij Jan Linders in oktober 2009. Kort
daarop maakte ik een jubilarisdag mee, in een
groot hotel in Venray. Het ging om zo’n vijf-
tig jubilarissen, medewerkers en familieleden
konden hen komen feliciteren. Ik weet nog dat
ik enorm verbaasd was, er kwamen zo’n duizend
mensen. Als nieuwe Jan Linders-medewerker
en nog relatieve buitenstaander zag ik een sterke
verbondenheid tussen deze mensen. En ik dacht
ook: jammer eigenlijk dat je de klanten niet dat
sterke groepsgevoel kunt laten zien.”
Merkbelofte, formulepijlers Het was ook de tijd waarin verschillende
formules zich meer gingen profileren met streek-
producten. Met streekmerken, maar ook met pro-
ducten die gewoonweg uit de omgeving komen
van waar dat ene vestigingspunt gelegen is.
Stel, je zegt: Jan Linders is er voor de directe
omgeving, dus betekent iets voor de directe
omgeving, en dan gezien vanaf het zuidpunt van
Limburg tot Eindhoven westwaarts en Arnhem
noordwaarts. Maar de vraag is dan: hoe maak je
daar een uiting van, die zowel voor medewerkers
als voor klanten een relevante boodschap is?
En: voor wie in dat puntje van Limburg woont,
is Jan Linders iets uit het noorden. Voor wie
in Eindhoven woont, is ‘het zuiden’ een ander
begrip dan voor wie in Roermond woont.
En toch: nadat Jan Linders een pitch had ge-
houden onder reclamebureaus en strategische
merkpositioneringsbureaus kwam ‘het voordeel
van het zuiden’ uit de bus.
Barten laat een sheet zien met daarop tal van
begrippen die gebruikt zijn om uiteindelijk
bij de ‘merkbelofte’ te komen. “We hebben de
kernwaarden van de Jan Linders-organisatie als
uitgangspunt genomen. Die vormen de basis van
de merkwaarden, die op hun beurt weer vertaald
zijn naar vier formulepijlers: ‘klantgericht,
betrokken medewerkers’, ‘regionaal betrokken’,
‘beste versproducten’ en ‘scherpe prijzen bewa-
ken’. Die vier pijlers zijn het fundament van onze
merkbelofte, die we voor onze klant vertalen met
‘het voordeel van het zuiden’.”
Nu heeft ‘het zuiden’ ook een zeer positieve as-
sociatie: vakantie, warm weer, Méditerranée, ‘la
dolce vita’ en meer van dat soort. Daar maakt Jan
Linders wel gebruik van: lekker eten uit zuidelijke
landen. Want ook het element ‘bourgondisch’ is
hieraan gekoppeld. Met ‘het zuiden’ als compo-
nent is het ook begrijpelijk dat Jan Linders een
naam hoog te houden heeft in vlaai. En dat de
formule zich graag onderscheidt met bijzondere
vleeswaren, die in het zuiden van oudsher veel
gegeten worden.
Regionale leveranciers Het voordeel van het zuiden omvat initiatieven
die met het dagelijkse leven van de mensen in
de regio te maken hebben, zoals de Jan Linders-
clubspaaractie, waarbij de klant bij aankoop tegen
een bepaald kassabonbedrag munten krijgt, die
hij of zij in de kokers van de participerende clubs
stopt. De munten symboliseren een zekere op-
brengst voor die club, bij het einde van de actie.
Een ander initiatief is het Jan Linders-fonds,
waarbij medewerkers van een filiaal een goed
doel selecteren en daar activiteiten voor doen,
financieel gesteund door het in dit jubileumjaar
24-25 Jan Linders 24 12-07-2013 15:33:09
25 FoodPersonality juli/augustus 2013
opgerichte fonds. Het voordeel van het zuiden
blijkt ook ‘lengte’ te hebben, regionale beperking
of niet, je kunt er eigenlijk alle kanten mee uit.
Onlangs – onderdeel van de jubileumacties – kre-
gen twee klanten van Jan Linders een prijs: voor
de beste vlaai. Jan Linders-klanten konden hun
vlaairecept inzenden, Jan Linders koos uit wat de
lekkerste vlaai uit die inzendingen was en sinds
kort ligt in alle fi lialen een ‘abrikozen-progres-
vlaai’. Een marketingactie zoals PepsiCo en Lay’s
hielden, met Patatje Joppie als nieuwe smaak.
En er zijn sinds 2009 de ‘streekweken’. Met extra
aandacht voor het lokale of regionale product.
Het marktgebied van Jan Linders – of, zoals de
formule het zelf zegt, ‘het land van Jan Linders’ –
omvat veel agf-telers, van tomaat tot paprika tot
asperges. Het omvat ook een melkfabriek. Reden
waarom Jan Linders een pak melk tot eigen merk
heeft gemaakt, van die melkfabriek uit de omge-
ving Boxmeer/Gennep. Sinds 2009 wemelt het op
het agf-eiland van namen van telers, die leveran-
cier zijn van Jan Linders. Ook daarom, meldden
we al, vond Jan Linders de tijd rijp voor ‘regiona-
lisering’ als identiteit van de formule. Barten: “We
vertellen sindsdien ook veel meer over ons aan-
bod. Zo kan de klant beter begrijpen waar welk
product vandaan komt en met welke redenen en
wensen die keuze tot stand is gekomen.”
Dat ‘land van Jan Linders’ wordt ook actiematig
gebruikt. ‘Welkom terug in het land van Jan Lin-
ders’ klinkt het op billboards als velen weer van
vakantie thuiskomen, in augustus. En medewer-
kers staan dan bij de ingang van de winkel, om
klanten ‘welkom thuis’ te heten en dan is er wat
te proeven.
Verskampioen Daarnaast mag Jan Linders de laatste jaren aardig
wat ‘overwinningen’ op zijn conto schrijven. Al
tien jaar de formule met ‘het beste brood’. En al
drie jaar achter elkaar ‘de beste versformule’.
Barten: “Die twee erkenningen doen ons uiter-
aard goed. Ze passen ook in onze campagne, als
je bedenkt dat ‘de beste versproducten’ een van de
formulepijlers is geworden. We kregen die prijzen
in handen en hebben als onderdeel van onze
identiteit hier een vast element van gemaakt.”
Prijspeil en zuiden Maar prijs en promotie… Is die bourgondi-
sche zuiderling prijsbewust? Dat zal wel. Maar
dan nog: is prijsbewustheid daarmee ook een
wezenstrek van het Jan Linders-merk? Ook in
Friesland, Noord-Holland en Zeeland is voordeel
te verkrijgen.
Barten: “Ten eerste, onze klanten zijn zeer
prijsbewust. We hebben de cashback-actie ‘gratis
bij Jan Linders’. Vergeleken met identieke acties
in andere delen van het land, weten we, is de re-
demptie in ons gebied veel hoger. De mensen uit
dit gebied mogen dan wel bourgondisch willen
zijn, ze letten ook op hun huishoudportemonnee.
En verder… natuurlijk is Jan Linders niet de
enige formule die voordeel biedt in termen van
prijs en promotie. Daar is de supermarktsector
veel te concurrerend voor. We houden een stra-
tegie aan van ‘prijsgeruststelling’, bij Jan Linders
hoef je in principe als klant je niet druk te maken
over het prijspeil. En onze acties zijn zeer scherp.
We zijn met ons prijspeil altijd goedkoper dan de
marktleider.” Weet Barten dan dat AH sinds twee
jaar claimt ‘de diepste acties’ in huis te hebben?
“Ja, we weten uiteraard dat de marktleider die
claim hanteert, maar wij bewijzen wekelijks dat
dat anders ligt. In het laatste panelonderzoek van
GfK is ook te zien dat onze primaire shopper dat
goed doorheeft .” ■
Het ‘voordeel van het zuiden’ in beeld:
De ‘streekweken’: een van de initiatieven is dat Jan Linders-klanten meedoen aan een dag asperges steken.
De scoutingafdeling van Cuijk voert actie bij Jan Linders Cuijk: werven voor de clubspaaractie.
Arjan Barten, manager marketing
& communicatie: “We zochten een
verbondenheid tussen klanten,
medewerkers en regio.”
Een plafondhanger voor de augustusmaand: iedereen terug van
vakantie. Waarbij Jan Linders die vakantieganger verwelkomt.
24-25 Jan Linders 25 12-07-2013 15:33:18
26FoodPersonality juli/augustus 2013
Hier ben je lid, koper én Dit is de Soestermarkt. Wie hier koopt, koopt met korting. Omdat hij lid is van de
coöperatie. Daarvoor heeft hij 50 euro ingelegd. En: hij moet zo en toe met andere
consument-leden zélf achter de kraam staan en groente verkopen.
Door: Gé Lommen Foto: Jan Willem Houweling
Hier, voor aan de tafel, zitten (v.l.n.r.) Lizet Kruyff,
Willem Treep, Niels Willems en Annemarie Ehren
(met dochter Xem). Treep, Willems en Ehren zijn
de stuwende krachten van de Soestermarkt (samen
met twee anderen: Ynzo van Zanten en Willemijn
Land) en hebben Kruyff uitgenodigd.
Lizet Kruyff is zoiets als de ‘artist in residence’
van deze dag. Ze is culinair-historicus en heeft
meegewerkt aan het boek ‘Rijntjes Keukengehei-
men’, een boek over de gerechten en de kookkunst
van Rijntje Biljardt, ooit de keukenmeid van Anna
Paulowna. Haar gerechten werden befaamd in
de ‘keuken van de 19e eeuw’. Als straks de markt
voorbij is, zal Kruyff in een naburige boekhandel
een lezing geven over de manier waarop deze
vroegere koninklijke keukenmeid tal van groenten
en gewassen in haar maaltijden verwerkte.
Willem Treep, Niels Willems en Annemarie Ehren
zijn plaatsgenoten van elkaar, inwoners van Soest.
Ze leerden elkaar kennen op het schoolplein,
dus via de school van hun kinderen. En kwamen
erachter dat ze alle drie in de levensmiddelensector
werkten of gewerkt hadden.
Willem Treep is ex-Heineken. Maar bekender van
hem is zijn huidige werk: hij is de Willem van Wil-
lem & Drees, het bedrijf dat lokaal geteelde agf
bij lokale supermarkten aan de man brengt. Niels
Willems werkte ooit onder andere bij Coca-Cola.
Maar Niels Willems is wellicht nu ook bekender
van zijn huidige werk: partner bij strategisch ad-
viesbedrijf Business Openers, dat vaker door le-
vensmiddelenfabrikanten geraadpleegd wordt om
innovatief denken op gang te krijgen. Annemarie
Ehren is vandaag de dag coach, in leiderschap en
organisatievorming. Ze begeleidt bestuurders van
bedrijven als Achmea, Deutsche Bank, Eneco,
maar bij napluizen op internet zien we ook Tony
Chocolonely en Unilever voorbijkomen.
En dan is er ‘uit de food’ nog Van Zanten, de man
die smoothiemerk Innocent naar Nederland heeft
gehaald.
Goed, wat is nou die Soestermarkt? Die heet ook
‘de burenmarkt’.
Het is een coöperatie. Een coöperatie met consu-
menten als lid. Deze consumenten hebben zich
voor 50 euro ingekocht en dan mogen ze voort-
aan met korting de agf kopen die de Soestermarkt
elke zaterdagochtend hier op de Zuidpromenade
in Soest aanbiedt. Maar wel op één voorwaarde.
Ze moeten zélf ook wel eens helpen, dus: zelf ook
een keer achter de kraam met agf gaan staan om
te verkopen. Treep: “Mensen zijn geen lid alleen
maar vanwege die korting, maar omdat ze goed
eten uit de omgeving waarderen.”
Inmiddels is die Soestermarkt uitgebreid. Het
is nog lang geen echte grote markt, maar kom,
alle vers is er zo’n beetje. Er staat brood uit de
buurt van bakkerij De Molen. Er zijn vleeswaren
te koop van de Rotterdamsche vlees-, vleeswa-
ren- en worstbereider Wild Vleesch. En er is kaas
van de boerderijwinkel van Hoeve Ravenstein,
uit Baarn. Wild Vleesch is dus van wat verder
vandaan, maar verder is alle verswaar lokaal of
uit de regio. Want ook de agf van Soestermarkt,
door Willem & Drees geregeld, is afkomstig uit
de directe omgeving van Soest en een ander deel
verderop uit Maartensdijk. En nee, geen Willem
& Drees-show; Treep heeft er geen Willem &
Drees-kistjes voor gebruikt. De kistjes zijn anders
van vorm en er staat ‘Soestermarkt’ op.
We zitten hier weer midden in zo’n initiatief van
‘kringloopeconomie’, ‘peer to peer’, ‘local for local’,
kleinschalig, een eerlijke prijs etc. “Noem het
maar een burgerinitiatief ”, aldus Niels Willems.
26-27 SoesterMarkt-Kremer 26 15-07-2013 13:32:05
27FoodPersonality juli/augustus 2013
Een groots gebaarWaar zijn ze toch gebleven, de pioniers van de kruideniersbranche? Ik bedoel
een Hoogvliet, een Van den Broek, of een Zwanenburg. Ja, waar ze uithangen
weet ik ook wel: in een villa aan het Caraïbisch strand, of in een Zwitsers chalet.
Maar ik bedoel het uiteraard overdrachtelijk. Waarom horen we toch zo weinig
van deze pensionado’s aan wie we zo veel verschuldigd zijn? Waarom is er geen
instituut dat hun naam draagt, of een opleiding, of desnoods een vergaderzaal?
Ik wil nu niet direct pleiten voor een Walk of Fame in Leidschendam, met de
namen mooi uitgebeiteld in marmer en voorzien van een gouden ster. Maar
iets meer historisch besef en respect voor de mannen die ons hebben gebracht
waar we nu zijn, kan geen kwaad.
Misschien ligt het ook wel een beetje aan de pioniers zelf, bedacht ik me laatst.
Tonen zij wel genoeg initiatief? Ik kwam daarop na het lezen van een interview
met de Amerikaan Paul Steiger, de 70-jarige oprichter van non-profit news-
room ProPublica. ProPublica is een soort ANP van het verborgen nieuws. Een
redactie van 35 man is dag en nacht bezig de feiten boven water te krijgen die
managers en bestuurders proberen te verdonkeremanen. Over de gevaren van
het boren naar schaliegas, bijvoorbeeld, of over verpleegkundigen die ernstige
fouten maakten maar niettemin probleemloos elders weer aan de slag konden.
De resulten van deze diepgravende onderzoeksjournalistiek - journalism in the
public interest, noemen ze het zelf - worden gratis ter beschikking gesteld van
media als The New York Times en ABC News.
Onderzoeksjournalistiek is tijdrovend en daarmee duur, en wordt dan ook
wegbezuinigd. Dat geldt in de Verenigde Staten en dat geldt in Nederland. Het
verschil is dat onderzoeksjournalistiek in de Verenigde Staten in een lange tra-
ditie staat: muckraking, heet het daar, wat zoiets betekent als ‘drek’ bovenhalen.
Een andere Amerikaanse traditie is de beoefening van de kunst der filantropie
door de (super)rijken. Het zeer succesvolle ProPublica profiteert van beide
tradities. Hun werk wordt namelijk geheel gefinancierd door een gefortuneerd
ouder Amerikaans zakenechtpaar, dat daarvoor maar liefst 10 miljoen dollar per
jaar overheeft. Zonder enige inhoudelijke zeggenschap: ProPublica is volkomen
onafhankelijk.
Kijk, zo’n fenomeen kennen we hier niet, maar dat wil niet zeggen dat het niet
uiterst welkom zou zijn, zeker waar het gaat om levensmiddelen. Want juist
onze sector wordt structureel geplaagd door schandalen, die op zijn minst voor
afbreuk aan reputatie zorgen, op z’n slechtst voor miljoenen euro’s omzetver-
lies, en op z’n allerslechtst voor flinke schade aan de volksgezondheid. Denk
aan hormonen, BSE, EHEC, paard, antibiotica, afijn: u kent de lijst.
Journalistieke foodwaakhonden die echt doorbijten zijn we helaas nog niet te-
gengekomen. Van de makers van programma’s als Keuringsdienst van Waarde
of Kassa hoeven we het niet te hebben als het erom gaat complexe werkelijk-
heden uiteen te rafelen, dat voel je aan je water. Je twijfelt voortdurend of daar
nu sprake is van een journalistieke productie die ook bedoeld is om te amuse-
ren, of van amusement met een journalistieke ondertoon. Het is infotainment,
geen serieuze waarheidsvinding.
Dus kijk ik naar onze vermogende helden en zeg: kom op Leen, Jan, Cees! Tien
miljoen is misschien wat overdreven, maar één miljoen moet kunnen. Investeer
met een flinke jaarlijkse donatie in een nieuw op te richten anti-drekoffensief
en maak jezelf onsterfelijk met een groots Amerikaans gebaar. Ik denk graag
met jullie mee.
KREMEROm de ene maand in dit blad:
Frits Kremer.
Reacties:
verkoper“Want het zijn de burgers die bepalen wat er te koop
is, waar het vandaan komt en wat de prijs is. En
bovendien, het is een ontmoetingsplaats van deze
burgers.” Het is inderdaad net zo goed horeca als
verkoop voor thuisverbruik, want je kunt aan tafels
gaan zitten en je mag aan de aardbeien zitten die
rondgebracht worden en Lizet Kruyff komt langs
met visworst. Visworst? Ja, wat het nou precies is…
er is zalm in verwerkt. En het heeft een worstvelletje
waarvan de smaak aan gerookte paling doet denken.
Een worst die ooit Anna Paulowna als eerste geser-
veerd heeft gekregen.
Burgerinitiatief… Daar brengen we tegen in dat de
burgers, in dit geval drie, wel een heel duidelijke,
professionele foodachtergrond hebben. Als we
Willems voorleggen dat dit initiatief van burgers
die zowel eigenaar als verbruikers als verkopend
medewerker zijn, sterk aan het Londense The
People’s Supermarket doet denken, dan zie je hem
meteen instemmend knikken. Want dat kent hij
wel.
“Maar we zijn begonnen als inwoners van Soest”, legt
Willem Treep uit. “We coördineren de coöperatie
met z’n vijven en sommige van ons zijn vandaag hier,
een beetje als vliegende kiep, maar het is de bedoe-
ling dat dit zichzelf gaat ontwikkelen.” Net als de
Zuidermarkt, zeggen Willems en Treep samen.
Wel een bedreiging voor de C1000 hier vijftig meter
verderop in het winkelcentrum, de C1000 van vader
Nico en zoon Arnaud van de Graaf. “Welnee!”, aldus
Willems. “Ga het Arnaud maar vragen, die is maar
wat blij met ons. De aanloop naar dit winkelcen-
trum was terug aan het gaan, maar met ons hier
erbij helpen we dat weer om te buigen.” ■
26-27 SoesterMarkt-Kremer 27 15-07-2013 13:32:08
28FoodPersonality juli/augustus 2013
28-31 EdvandeWeerd 28 12-07-2013 15:33:40
29FoodPersonality juli/augustus 2013
ED VAN DE WEERD, COMMERCIEEL DIRECTEUR JUMBO
Duurzaam versus ‘de goedkoopste’Ed van de Weerd is nu bijna twee jaar commercieel directeur bij Jumbo. Zijn overstap
destijds was opmerkelijk, omdat hij van Ahold Tsjechië kwam. Zijn werk? “Verstandig
selecteren, voordelig inkopen en slim verkopen.” Maar ook Van de Weerd beseft heel
goed dat de claim ‘goedkoopste’ lijkt op ‘niet duurzaam’. Zijn antwoord: én, én.
Door: Gé Lommen Foto’s: Jumbo Supermarkten
Van Procter & Gamble naar Vodafone naar AH
naar Ahold Tsjechië naar Jumbo. Die laatste
stap was in 2011. Daar zat ook een privéfactor
bij. De oudste uit het gezin van Van de Weerd
zou naar de middelbare school moeten; liever
in Nederland dan in Tsjechië, klonk het in huize
Van de Weerd. Van de Weerd liet binnen Ahold
merken dat hij weer naar Nederland wilde, maar
er deed zich niks voor wat hem een aantrekkelijke
baan leek. En toen werd hij via een headhunter
benaderd.
Na Ahold naar Jumbo, dat leek je wel wat? Wel een héél ander bedrijf.Ja, maar het verschil is nu ook weer niet zó groot.
Ik heb me in die tijd afgevraagd of het bedrijf
tóch niet te veel vanachter de keukentafel van de
familie werd bestuurd. Het idee dat je zelf een
koers uitzet, een plan hebt, een besluit neemt, en
dan blijkt ergens in het weekend dat de familie
anders heeft besloten. Daar zag ik tegen op. In
het ergste geval zeg ik nee tegen een leverancier,
maar komt het op een gegeven moment terug dat
‘wij toch ja gaan zeggen’, omdat de familie een
speciale band met die leverancier wil houden.
Maar het is afgesproken met Frits van Eerd, met
wie ik toen gesprekken voerde, dat dat niet zou
gebeuren. De familie stelde zich op het standpunt
dat het bedrijf professioneel wordt geleid, met
besluiten en afspraken die voor iedereen helder
en begrijpelijk zijn op grond van de gekozen
koers. En het is ook zo. Ik heb nooit iets anders
gemerkt, ik ben ook nooit teruggefloten.”
Maar dat is niet het enige verschil tussen een familiebedrijf en een corporate bedrijf als Ahold.“De verschillen worden minder. Jumbo heeft met
de twee overnames van Super de Boer en C1000
veel meer corporate-achtig moeten opereren.
Tegelijk heeft het ook dat informele, vloeibare, in
zijn omgangsvormen en gedragingen.”
Klopt het als ik zeg dat Albert Heijn ook een wereld van verschil is, vergeleken met Ahold Tsjechië?“Ja. Ik twijfel nu over wat ik als huidige Jumbo-
man over Ahold en AH zou moeten of mogen
zeggen hoor, maar Ahold kijkt wel heel strak en
doelgericht naar Albert Heijn en naar de VS. De
Nederlandse en de Amerikaanse activiteiten zijn
de grootste. Als je voor Ahold Tsjechië werkt,
voelt dat veel autonomer aan, je hebt veel minder
personen aan wie je rekenschap moet geven
van wat je doet en wilt. Ik kan niet zeggen hoe
anderen dat ervaren hebben, maar voor mij geldt
dat wel. En ik vond het ook prettig, dat ruime
werkterrein.”
Ahold Tsjechië lijkt wel een gebed zonder end.“Nou komen we op een onderwerp waar ik niet
zomaar iets over wil zeggen. En trouwens, ik ben
het ook niet me je eens.”
Ahold Tsjechië is een vreemde afslag op de Ahold-plattegrond: mensen die daar zitten, gaan naar Jumbo… Boeijenga, jij…“Nee, dat is onzin, dat geldt alleen voor Johan
en voor mij. Jan van Dam is daarna naar de VS
gegaan. Wil je ook nog iets over Jumbo weten?”
Ja, ik weet niet wat een commercieel directeur bij Jumbo doet. Want je bent bijvoorbeeld niet de enige omzetverantwoordelijke, is mijn indruk. Het is niet zo dat jij de buitenwacht moet vertel-len over te verwachten omzetstijgingen van Super de Boer naar Jumbo of van C1000 naar Jumbo.“Nee, deze functie bij Jumbo is vooral: alles wat
met het product of met het assortiment te maken
heeft. Nog altijd werk genoeg, want we laten er
ons op voorstaan dat we de klant de meeste keuze
bieden.”
Eh, Frits van Eerd algemeen directeur, Colette Cloosterman-van Eerd directeur formule en in-novatie en Ton vanVeen als financieel directeur. En daaromheen directeuren voor logistiek, p&o, operatie. Maar jij bepaalt het assortiment? En Colette…?“Binnen dat spel, of die verdeling: ik moet ervoor
zorgen dat Jumbo een assortiment biedt waar
consumenten trouw aan blijven, Colette moet
ervoor zorgen dat Jumbo die wervende kracht
heeft waardoor consumenten verleid worden om
28-31 EdvandeWeerd 29 12-07-2013 15:33:42
30FoodPersonality juli/augustus 2013
Jumbo-klant te worden en zo mogelijk te blijven,
en Jan – Jan Heuving – moet ervoor zorgen dat
de winkels zo aantrekkelijk zijn dat consumenten
niet naar een andere formule willen. Daarbin-
nen dien ik ervoor te zorgen dat we verstandig
selecteren, voordelig inkopen en slim verkopen.
Die drie, verstandig selecteren, voordelig inkopen
en slim verkopen, zijn mijn terrein.”
Hoe kijk jij als ex-AH-persoon tegen de formule Jumbo aan? Of zit ik nu ook weer tegen het randje, met deze vraag?“Het gaat om twee ijzersterke formules. Met als
groot verschil: de 7 Zekerheden. Kijk, bij een AH
wordt ook gezorgd dat klanten niet lang in de
wachtrij voor de kassa hoeven te staan. Alleen
bij Jumbo is dat in een harde belofte omgezet,
waardoor het moeilijker wordt om tegenover de
consument elke dag waar te maken wat je belooft.
Wat ik nu zeg, is niet het verschil tussen Jumbo
en AH, maar tussen Jumbo en de concurrentie.
Jumbo heeft de klant vanaf het eerste uur zeven
beloften gedaan. Dat maakt het moeilijker om
een tevreden klant te krijgen. Je moet meer doen
om ‘dissatisfiers’ te voorkomen. Bij een formule
zonder beloften heb je 2 + 2 + 2 + 2 en kom je
tot 8, en heb je één dissatisfier, dan kom je nog
altijd tot 6. Bij Jumbo, dat de lat hoog legt en
expliciet is in die eisen, is het 2 x 2 x2 x 2, maar
heb je er één satisfier bij, dan is het 2 x 2 x 2 x
0. Dat is geen 8, geen 6, maar niks – in de ogen
van de klant dan. Komen we één belofte niet
na, dan is Leiden in last. Ik ga hier niet claimen
dat Jumbo met keer in plaats van plus opeens
een waardering van 16 heeft versus de andere
formules 8, ik zeg er alleen mee: door die 7
Zekerheden ben je kwetsbaarder voor teleur-
stellingen bij klanten, dus moeten wij meer ons
best doen.”
Even flauw doen: C1000-ondernemers hebben liever goeie acties.“Nou, die kan ik wel pareren. C1000-onderne-
mers die nu al een tijd met de Jumbo-formule
werken, beginnen nu ook in te zien dat het
moeite kost om de formule helemaal te omar-
men. Maar wanneer ze daarin slagen, ontdek-
ken en erkennen ze de waarde van de formule.
Ze zien dan in dat ze niet de omzet meer
hoeven te sturen met acties en met trucks met
ladingen die weer het halve magazijn in beslag
nemen. Je stuurt anders, je stuurt op punten die
voor elk winkelbezoek ertoe doen.
Maar ik erken meteen: het kost tijd. je moet een
instrument uit handen geven als ondernemer en
dat is dat spel met acties en partijen. Ik begrijp
goed dat dat als een gemis aanvoelt. Colette heeft
eens in een interview ergens gezegd dat Jumbo
een half jaar ‘intriltijd’ nodig heeft. Daarna heb
je als ondernemer met je mensen het werken
met, en de waarden van, de Jumbo-formule in je
hoofd en hart. Ga franchisers die er een jaar mee
werken, maar eens vragen wat ze ervan vinden.”
Ben je ook verantwoordelijk voor ‘de laagste prijs’?“Nee, dat ligt bij Colette. Maar ik voer dat uit, ik
zorg dat de prijs is zoals hij moet zijn.”
Dan vraag ik het tóch aan jou; wat moet ik er als Jumbo-klant mee dat die laagste prijs niet meer zo’n harde zekerheid is als jaren geleden? Wat moet ik ermee dat ik als Jumbo-klanten verschil-lende prijslijnen kan aantreffen? Ik vraag dat aan jou, omdat ik vind dat de anderen in Veghel nogal eens krampachtig met dat onderwerp omgaan.“Ik kan niet zeggen of anderen daar in jouw
indruk krampachtig in zijn geweest. We hebben
een landelijke prijslijn, maar omdat wij de laagste
prijs garanderen, kunnen we lokaal prijzen
28-31 EdvandeWeerd 30 12-07-2013 15:33:46
31FoodPersonality juli/augustus 2013
aanpassen. Dat is helemaal geen aanpak waar wij
moeilijk over doen, is mijn indruk…”
Nou ja, je had die weddenschap tussen Frits van Eerd en Jaap Bastmeijer van Nettorama. Je ziet andere formules onderaan staan in de Consu-mentengids. “Ja oké, het gevecht om deze claim is zeker moei-
lijker geworden. Zeker ook nadat AH met een
andere prijspositionering kwam. En vandaag de
dag weten we dat we een forse strijd moeten voe-
ren met Lidl. Dat bedrijf omvat wél € 38 miljard
omzet. Wij € 7 miljard. Maar toch kunnen wij
waarmaken wat we de klant beloven, op verge-
lijkbare artikelen, zoals A-merken, zijn wij in dat
ene marktgebied van die klant de formule met de
laagste prijs. We doen dat volgens een bepaalde
methodologie. Maar dat moet wel het geheim van
de smid blijven.”
Oké. En ik heb er ook een dilemma bij. Met de opkomst van duurzaamheid komt de roep om eens te stoppen met dat eeuwige ‘ik ben de goed-koopste’, omdat dat signaal het tegendeel lijkt van duurzaam.“O, helemaal mee eens. Als je het voor elkaar
kunt krijgen dat telers die in de problemen zitten,
een betere prijs kunnen krijgen, goed. Mensen
in bananen-, koffie- en cacaoplantages, betere
leefomstandigheden voor dieren, allemaal goed.
Maar dan nog, wij hebben met onze formule voor
bepaalde uitgangspunten gekozen en dat is dat we
de goedkoopste willen blijven. Het is dus én prijs
én mvo.”
Maar daarmee communiceert Jumbo nadruk-kelijk tégen een bepaalde ontwikkeling in. De consument zou eens meer moeten betalen en daartoe bereid moeten zijn…“Nee. Laat ik vooropstellen dat we flink meedoen
met tal van duurzaamheidinitiatieven. We willen
ons daar zeker níet aan onttrekken. Maar voor
sommige producten zullen dan prijsverhogingen
nodig zijn. En daarom zeg ik: wij kunnen onze
laagsteprijsgarantie als onderdeel van de for-
mule niet zomaar opgeven. Willen we mvo echt
realiseren, dan moet dit branchebreed gedragen
worden. En daarom zit ik ook in die delegatie
van retailers die samen met het CBL, LTO et
cetera overlegt met de politiek. Staatssecretaris
Sharon Dijksma moet bij haar minister, Henk
Kamp, aankaarten dat als wij collectief daar iets
aan willen veranderen, de politiek ons niet met
mededingingswetgeving om de oren moet slaan.
En samen met de politiek hebben we wellicht
nog een andere boodschap onder de kiezers te
melden. En dat is dat mensen moeten besef-
fen dat levensmiddelenprijzen niet zo kunnen
blijven zoals ze zijn, als je wilt dat het assortiment
verduurzaamd wordt. Nogmaals, wij doen mee.
Maar er moet altijd een ‘gelijk speelveld’ zijn.
Als de melkprijs omhoog moet, voor de weide-
gang of voor de inkomsten van melkveehouders,
dan moet die omhoog, maar niet zomaar. En
bovendien, het aspect van ‘grootste assortiment’
van Jumbo houdt ook in dat prijsverhogingen
binnen dat brede en diepe assortiment van ons
beter opgevangen kunnen worden.”
In dat kader; financieel directeur Ton van Veen zei begin dit jaar in Het Financieele Dagblad dat er weer een ‘bijdragebrief ’ aan zou komen. Was dat de aansporing onder privatelabelfabrikanten om bij te dragen aan een vergoeding voor die Amerikaanse privatelabelbroker Daymon?“Nee. Ton is toen verkeerd geciteerd.”
Oké. En eigenlijk begrijp ik niet wat jij met Daymon wilt. Ik las een reactie van Koen de Jong ergens, van IPLC. Die zei: ‘Nederlandse retailers zouden zelf moeten weten hoe zij hun privatelabelaanbod vormgeven, dat laat je niet zoals in de VS door een derde partij doen.’ Dat klinkt aannemelijk. En bovendien, jullie zeiden ‘de leverancier betaalt 3%, wij betalen ook 3%.’ Maar voor de buitenwacht riekt het altijd naar een soort bijdrage- of conditiefoefje. “Dat laatste begrijp ik wel, maar dat is niet zo.
En met dat eerste ben ik het ook helemaal niet
eens. De suggestie dat wij hier een gebrek aan
assortimentkennis en -mogelijkheden zouden
hebben, werp ik verre van me. We zitten daar
juist bovenop. Alleen, we hebben in het contact
met de Amerikaanse retailer Wegman’s dat wij heb-
ben, ook over hun invulling van het private label
gehad. en het klopt natuurlijk dat Amerikaanse
ketens pas laat zijn begonnen om over een privatel-
abelaanbod na te denken, maar dat wil niet zeggen
dat we het daarom links moeten laten liggen. En
het geldt ook niet alleen voor Wegman’s of andere
Amerikaanse ketens. Overal in de wereld laten
supermarktketens zich door Daymon voeden met
tips over privatelabelaanvullingen, of het nu Pick
‘n’ Pay in Zuid-Afrika is of Ito-Yokado in Japan.
Dan kunnen wij wel lekker stronteigenwijs doen
alsof wij het zelf beter weten, maar geen enkele
category manager kent alle producten en varianten
van de hele wereld. Dus je krijgt met Daymon een
beter zicht op de mogelijkheden. En dat is niet het
enige: ik zoek ook schaalvoordelen. Ik zei je net al:
Jumbo is in Nederland de nummer twee, met € 2
miljard omzet. AH is groter, maar denk ook even
aan Lidl & Schwarz dat in vele landen opereert en
€ 38 miljard omzet behaalt. Ook hier in Nederland,
met de sterke concurrent Lidl. Ik kan aanhaken
bij de productie van private labels die al gemaakt
worden. Voor een of meer van die retailers. Ik wil
dat schaalvoordeel pakken, ook al omdat ik besef
dat onze concurrenten veel meer schaalvoordeel
hebben.”
Zoals Aldi, zoals Lidl, zoals AH met Euroshopper bij AMS en zoals de Superunie-leden dat samen doen.“Precies. En: zoals Superunie-leden dat ook op
Europees niveau doen, binnen EMD.”
Maar gaat het nu om bulkproducten of juist om heel specifieke producten?“Om beide. Ik wil van Daymon weten wat voor
mogelijkheden er zijn met aardbeienjam, maar ik
wil ook weten wat er aan typische producten nog
te halen valt waar je onderscheidend mee kunt
zijn omdat niemand in ons land die verder in huis
heeft. En het is aan de category manager zelf om de
beslissing te nemen binnen dat wat Daymon ons
biedt. Dan kunnen we wel zeggen ‘ach, doen we
lekker zelf ’, maar dat vind ik ouderwetse beroeps-
trots. Je kunt ook in teamverband, dus Daymon,
Jumbo en andere ketens, de leercurve versnellen en
tempo maken.” ■
‘Als wij collectief met mvo aan de slag gaan, moet de politiek ons niet met
mededingingswetgeving om de oren slaan’
‘Ik zoek ook schaalvoordelen’
28-31 EdvandeWeerd 31 12-07-2013 15:33:46
32FoodPersonality juli/augustus 2013
Het onderzoek ‘Captain of the Category’ wordt
jaarlijks gehouden onder ondernemers en
bedrijfsleiders van supermarkten. Het is geen
beoordeling door category managers, assorti-
ments- of unit managers en inkopers. Captain of
the Category is een beeld van de prestaties van
(A-merkartikel)fabrikanten, gezien door de ogen
van ondernemers en bedrijfsleiders.
* Wie? Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbu-
reau VisionWorks, in samenwerking met 1Zero
Data Facilities.
* Wanneer?VisionWorks en 1Zero hebben in april met de
ondernemers en bedrijfsleiders gesproken.
* Wie geeft de antwoorden? Tot nu toe vielen altijd bedrijfsleiders van een
Aldi of een Lidl buiten het onderzoek. Deze for-
mules voeren niet of nauwelijks A-merken en de
bedrijfsleiders hebben doorgaans geen toestem-
ming om aan zulke onderzoeken mee te werken.
Dit jaar is dat veranderd: ook bedrijfsleiders van
Lidl zijn benaderd.
Het onderzoek omvat dit jaar bijna 642 beoorde-
lingen. Research & consultancy director André
Doffer van VisionWorks: “De resultaten zijn
daarmee representatief voor de Nederlandse
supermarktsector, op basis van de regio, het
vloeroppervlak en de retailorganisatie waar de
ondernemer bij aangesloten is of waar de be-
drijfsleider voor werkt.”
* Welke categorie-indeling? De categorieën worden bepaald aan de hand van
de indeling in productgroepen zoals het CBL die
ooit heeft opgesteld. En bij twijfelgevallen over
de juiste indeling van een productgroep bepalen
VisionWorks en FoodPersonality wat de meest
voor de hand liggende indeling is. Het kan voor-
komen dat VisionWorks en FoodPersonality een
categorie-indeling veranderen, omdat bepaalde
segmenten van categorieën door de jaren heen
veel meer gewicht in de supermarktomzet
krijgen en daardoor een afzonderlijk onderdeel
dienen te worden.
* Hoe wordt nou een captain bepaald? De captains worden bepaald doordat Vision-
Works de respondenten per categorie vraagt
een fabrikant te nomineren. In het onderzoek
vraagt VisionWorks onder ondernemers en
bedrijfsleiders naar de producten en merken
die er op de punten van marge/afzet, promo-
ties, vernieuwing, innovatie, attractiviteit en
ondersteuning uitspringen, en dat wordt gekop-
peld aan de leverancier daarvan. Zo ontstaan
nominaties. Deze nominaties worden gebaseerd
op rapportcijfers die de respondenten geven. De
leverancier die binnen een categorie het meest
genoemd is, wordt captain van die categorie.
Die rapportcijfers hebben betrekking op deze
punten, een zevental dat we alweer flink wat
jaartjes hanteren:
1) Goede marges in combinatie met een goede
omloopsnelheid van producten, in vergelij-
king met andere producten in de betreffende
categorie.
2) De uitvoering van promoties in het afgelopen
jaar (voorjaar 2012 tot afgelopen voorjaar).
3) De vernieuwing en de innovatie die de
fabrikant met de in het onderzoek genoemde
merken in de categorie brengt.
4) De regelmaat waarmee de fabrikant succes-
volle nieuwe of vernieuwde producten aan de
categorie toevoegt.
5) De ondersteuning van de fabrikant aan zijn
merk of merken in de media en ‘instore’.
6) De aansprekendheid van de verpakkingen en
de uitstraling op het schap.
7) Goede productinformatie aan consumen-
ten, met betrekking tot zaken als ‘fair trade’,
verantwoorde voeding, gezondheidsclaims en
ingrediëntenspecificaties.
André Doffer, research & consultancy director VisionWorks. “Dit jaar deden bedrijfsleiders van Lidl voor het eerst in beperkte mate mee.”
CAPTAIN OF THE CATEGORY
De winnaars van 2013Captain of the Category, het jaarlijkse onderzoek van FoodPersonality, is er weer:
welke fabrikant is leidend en bepalend in welke categorie?
Door: Gé Lommen Foto: archief FoodPersonality
32-33 CoC Inleiding 32 15-07-2013 15:49:29
33 FoodPersonality juli/augustus 2013
Alle rapportcijfers die een fabrikant krijgt,
resulteren in een gemiddelde. De fabrikant die
het meest wordt genoemd door de responden-
ten, wordt Captain of the Category. Bij een gelijk
aantal nominaties van twee fabrikanten geeft het
rapportcijfer de doorslag.
* Het resultaat In de tabel op deze pagina’s is te zien wie de win-
naars zijn en wat hun gemiddelde rapportcijfer is.
Ook geven we weer wat alle genoemde fabrikan-
ten in zo’n categorie gemiddeld presteren. Het
verschil laat zien dat een Captain of the Cate-
gory erboven uitsteekt. Het is lang niet altijd
zo dat een winnende fabrikant een veel hoger
gemiddeld rapportcijfer krijgt dan de andere ge-
noemde fabrikanten in dezelfde categorie. Er is
vaak genoeg sprake van een situatie die nog het
beste met een fotofi nish te vergelijken valt. Dat
illustreert dat de concurrenten in de ogen van de
ondernemers en bedrijfsleiders elkaars fl ink op
de hielen zitten.
Op de volgende pagina’s gaan achtereenvolgens
PepsiCo en Procter & Gamble in op hun uitver-
kiezing tot captain en de manier waarop zij in de
betreff ende categorie(ën) opereren.
Volgende maand het volgende deel van het
Captain of the Category-onderzoek. Dan gaan
we in op de stellingen die aan de ondernemers en
bedrijfsleiders werden voorgelegd, we bekijken
de schommelingen van winnaars door de laatste
jaren heen, en we vervolgen met andere ‘captains’
en hun categorie. ■
Categorie Captain Gewogen Gewogen waardering waardering categorie captain
Aardappelen, groenten en fruit Aviko 7.0 7,3Zuivel (melk, melkproducten), eieren en eiproducten, (houdbare) room en koffi emelk Arla 7,2 7,3Vleeswaren, vleesconserven en salades Johma 7,0 7,3Ontbijtproducten, ontbijtgranen en cereals Kellogg’s 7,1 7,3Niet-alcoholische dranken (o.a. frisdranken, vruchtendranken, sappen en siropen) Coca-Cola 7,3 7,4Maaltijden, maaltjdcomponenten (houdbaar en vers), groente- en fruitconserven Hak 7,7 7,8Bakproducten en decoratie-ingrediënten Dr. Oetker 7,6 7,7Smaakmakers (zuren, specerijen, mixen en aroma’s) en maaltijdversierders (sauzen, warm en koud) H.J. Heinz 7,2 7,4Zoetwaren (snoep, drop, chocolade en candy bars) Mondelez 7,0 7,6Schoonmaak-/onderhouds-, (af )was-/reinigings- en poetsmiddelen Unilever 7,0 7,3Bieren Heineken 7,2 7,3Rijst en deegwaren Nestlé 7,2 7,7Desserts, ijs en dessertingrediënten Unilever 7,2 7,1Brood en gebak Bakkersland 6,7 6,8Verse vis, visconserven en schaal- en schelpdieren John West 6,6 6,7Diervoeding en dierbenodigdheden Mars 6,8 7,0Koffi e, thee, cacao en suiker en zoetstoff en Douwe Egberts 7,6 7,6Boterhambeleg (zoet broodbeleg, spreads) H.J. Heinz 7,0 7,1Koek en koekjes, luxe koek, banket en tussendoortjes Verkade 7,1 7,3Reform- en dieetproducten Foodprints 6,6 6,8Bake-off en broodmixen Dr. Oetker 7,0 6,9Huishoudelijke artikelen Procter & Gamble 7,1 7,1Wijnen en aperitieven Heineken 6,7 7,1Kaas (Nederlands en buitenlands) FrieslandCampina 7,1 7,5Soepen, soepproducten en bouillons Unilever 7,5 7,6Baby- en kindervoeding Nutricia 6,5 6,8Rookwaren en -benodigdheden Philip Morris 6,2 6,2Diepvriesproducten en -snacks Dr. Oetker 7,2 7,2Witvet, geelvet en olie (boter, margarine, olijf- en zonnebleoemolie en frituurvet) DeOleo 7,2 7,2Cosmetica, lichaamsverzorging en medische verzorging L’Oréal 7,1 7,2Zoutjes, chips, cocktailsnacks en noten PepsiCo 7,6 7,7Broodvervangers (ontbijtkoek, beschuit, crackers e.d.) Peijnenburg 7,4 7,5Hygiënische en huishoudelijke papierwaren Kimberly-Clark 7,2 7,3(Vers) vlees, vleesvervangers, wild en gevogelte FrieslandCampina 7,1 7,2Wasmiddelen en wasverzachters Procter & Gamble 7,3 7,6
Captains of the Category en hun cijfers
32-33 CoC Inleiding 33 15-07-2013 15:49:33
34FoodPersonality juli/augustus 2013
De markt voor zoutjes, chips, cocktailsnacks en
noten heeft de wind in de rug. Er lijkt een wetma-
tigheid te bestaan: zit het economisch tegen, dan
stijgen de verkopen in deze categorie, en specifiek
in chips. Mensen besteden minder buiten de
deur, maar thuis wordt het dan wel iets aange-
namer gemaakt. Chips als vorm van kleine luxe.
Zoiets. Marketing manager Marieke van Balen:
“Uiteraard kennen we dit fenomeen en doen we
er ook onderzoek naar, maar toch kunnen we
het verband niet helemaal leggen. Het effect kan
soms ook andersom zijn.”
De categorie ontwikkelt zich dus positief: de
markt van de zoute snacks groeit in waarde 4%
(MAT wk 24, 2013). Maar dat gaat niet vanzelf,
de groei wordt geholpen door de initiatieven van
met name marktleider PepsiCo die met grote
merken als Lay’s, Smiths en Doritos het aanzicht
van de categorie bepaalt. Van Balen noemt het
recente voorbeeld van Lay’s Deep Ridged, de
nieuwe chip met de dubbeldiepe ribbel. En vorig
jaar was er het EK als groot chipsmoment en het
succes van Smiths Bugles. De introductie van
Bugles Naturel (FoodAward 2013, red.) rond het
thema ‘Hoe vul jij ze’ sloeg enorm aan en zette de
aloude Bugles opnieuw op de kaart. “Dat levert
ons en de categorie nu nog steeds veel groei op”,
aldus Van Balen.
Stijgende lijnEn dan was er natuurlijk nog de Lay’s Maak de
Smaak-campagne, die in 2012 de smaak Spicy
Reggae Chicken opleverde. Wel werd daarbij in
de communicatie naderhand het accent verlegd
naar de onweerstaanbare smaak van Lay’s (met
die commercial van die dame die in de nagel-
studio niet van de Spicy Reggae Chicken kan
afblijven, red.), een teken dat PepsiCo intussen
nadenkt over een opvolger voor de succesvolle
Maak de Smaak-campagnes. Van Balen: “Je moet
blijven vernieuwen om het spannend te houden.
Het gaat daarbij om lange termijn betrokkenheid
van de consumenten. Dat hoeft niet noodzake-
lijkerwijs een nieuwe Maak de Smaak te worden.
De impact van Lay’s Maak de Smaak The Battle
blijft groot. Afgelopen jaar werden er 5,8 miljoen
smaakbattles uitgevochten! Dat zegt wel iets over
de betrokkenheid van consumenten.”
PepsiCo’s uitdaging in de supermarkt ligt in het
effectief ‘doorvertalen’ van al die initiatieven
naar de shopper en de winkelvloer. Retail sales
director Tim Mulder: “Daar waar marketing heel
succesvol is in het creëren van bekendheid en
relevantie, ontstaat het echte succes pas wanneer
je het consumentenverhaal goed weet door te
vertalen naar de shopper en op de winkelvloer.
Daar slagen we steeds beter in, ook als ik onze
cijfers uit dit captainsonderzoek vergelijk met die
van vorig jaar. We proberen als organisatie heel
nadrukkelijk de samenwerking met onze retail-
partners op te zoeken, zowel op het hoofdkantoor
als met onze buitendienst op de winkelvloer. Ik
ben daarom ook blij met de stijgende lijn in de
waardering voor datgene wat we doen.”
De totaalwaardering voor PepsiCo steeg van een
7,3 naar een 7,7.
Gepatenteerde ribbelPepsiCo is goed in staat activiteiten te bedenken
die passen in de doelstelling en aansluiten bij de
wensen van de verschillende supermarktformu-
les. Het bedrijf beschikt over de organisatie en de
CAPTAIN PEPSICO NEDERLAND
PepsiCo houdt vaart in categorieHet lijkt een paradox: in deze economische tijden categorieën laten groeien.
PepsiCo Nederland werkt dan ook volop in de breedte aan de ontwikkeling van de
zoute snacksmarkt. Met opnieuw veel initiatieven van Lay’s, Smiths, Doritos en
Duyvis bedient de marktleider de diverse doelgroepen optimaal. “Samen met
retailers halen we er nóg meer uit.”
Captain: PepsiCo Nederland
Categorie: Zoutjes, chips, cocktailsnacks en noten
Druk najaar
Ook na de zomer staan er bij PepsiCo nog tal van
initiatieven op het programma. Zo zal er voor Duy-
vis een nieuwe campagne van start gaan, gericht
op zowel consument als shopper. Thema: Duyvis,
een feestje voor thuis.
En ook Lay’s Oven gaat zich weer manifesteren.
Van Balen: “De volwassener doelgroep van Oven
heeft eigenlijk niet zoveel met chips, maar wel
met bewust genieten. Daar haken we op in met
een radiocampagne en met aanwezigheid op
relevante beurzen. Het moment waarop mensen
met elkaar de dag doornemen staat in de nieuwe
campagne centraal.
En dit najaar volgt ook nog een introductie van
Lay’s waar Van Balen verder nog niet veel over
kan zeggen. Maar: “Het is niet zomaar een nieuw
smaakje.” PepsiCo blijft innoveren: Lay’s Deep Ridged, de nieuwe chip met de gepatenteerde dubbeldiepe ribbel en – sinds kort – Doritos Jacked, de overtreffende trap van een ‘Big & Bold’-tortillachip.
34-35 CoC Pepsi 34 15-07-2013 16:24:24
35 FoodPersonality juli/augustus 2013
middelen om daaraan inhoud te geven. Mulder:
“Het liefst bedenken we acties en shopperacti-
vaties samen met onze retail partners. We zitten
hier niet in een ivoren toren en onze klanten, de
formules, weten vaak heel goed wat bij hun klan-
ten, de shoppers, aanslaat. Zo kom je tot gerichte
acties die gebruik maken van de bekendheid
van onze merken en/of landelijke initiatieven,
maar die per retailer een eigen invulling krijgen.”
Mulder noemt als voorbeelden de Ballenacties bij
Plus van voorgaande jaren of, eerder dit jaar, de
actie rondom Lay’s Deep Ridged bij Albert Heijn.
Lay’s Deep Ridged is een belangrijke innovatie
voor PepsiCo en staat op dit moment centraal
in de activiteiten. De gepatenteerde ribbel levert
een luchtige en ‘crunchy’ chip op die voor een
bijzondere, nieuwe smaakervaring zorgt. Van
Balen: “De introductie was in week 14 en de
eerste resultaten zijn uitstekend. Onder het motto
‘Get Ridged’ zullen we deze zomer op diverse
zomerfestivals aanwezig zijn met verrassende
activiteiten in combinatie met sampling. De acti-
viteiten – o.a. paintballen in een robotpak! – zijn
verrassend en gericht op een jonge doelgroep.
Goede rotatie en margeBij Smiths staat dit jaar vooral de bekende Nibb-it
centraal en richten de activiteiten zich op gezin-
nen. “In veel gezinnen is Nibb-it heel vertrouwd;
‘iedereen weet hoe je Nibb-it eet’. We willen met
Nibb-it ‘quality time’ met het gezin faciliteren en
hebben daar een speciale, gratis ‘Ga-er-op-uit-
app’ voor ontwikkeld. De app biedt verschillende
leuke opdrachten bijvoorbeeld voor op het strand
en in het bos die families inspireert tot gezellige
momenten met elkaar.”
En ook deze actie gaat PepsiCo eff ectief activeren
onder shoppers. “Zeker in de vakantietijd heeft
dit een behoorlijke meerwaarde”, aldus Mulder.
Rond deze tijd komt ook de ondersteuning van
Doritos Jacked op gang, een nieuwe Doritos-vari-
ant die zowel qua smaak als qua formaat helemaal
voldoet aan het ‘Big & Bold’-imago van het
merk; anderhalf keer zo groot en dik als reguliere
tortillachips en met een pittige smaak. En ook
deze introductie wordt vanaf augustus middels
een stoere consumentenactivatie (Doritos geeft
jongeren de kans hun stuntrijbewijs te halen bij
de Doritos Jacked-rijschool) en shopperactivi-
teiten ondersteund. Mulder: “Het zijn allemaal
voorbeelden van activiteiten die zo optimaal
mogelijk aansluiten op de specifi eke doelgroepen
die we met onze merken bedienen. Tegelijkertijd
streven we daarbij naar goede rotaties en marges
voor onze klanten, de retailers. Het is de kunst
om ook dan samen verder dan de horizon van
een jaar te kijken. Niet eenvoudig, maar het komt
de kwaliteit van de samenwerking wel ten goede.”
Meer impulsDe discussie die PepsiCo graag aangaat met
retailers gaat over de vraag hoe je de kansen
die de categorie biedt nog beter kunt benutten.
“Hoewel ik het niet in een exact percentage kan
uitdrukken weet ik zeker dat je veel meer uit de
categorie kunt halen wanneer we het impulska-
rakter beter benutten. Dan heb ik het niet over
Retail sales director Tim Mulder en marketing manager Marieke van Balen. “We bedenken onze acties en shopperactivaties het liefst samen met retailers.” (Foto: Jan Willem Houweling)
Bij Smiths staat dit jaar de bekende Nibb-it volop in de schijnwerpers. PepsiCo ontwikkelde er een speciale ‘Ga-er-op-uit-app’ voor, die ook volop op de winkelvloer wordt ondersteund.
het zomaar plaatsen van een display, maar denk
ik bijvoorbeeld aan gerichte tweede locaties; bij
de kassa, bij wijn of bier, en bij de frisdranken.
Slimme combinaties, maar uiteraard binnen de
kaders van de retailformule. Juist nu zijn dit soort
inspanningen extra kansrijk.” ■
‘De aardappel is ons uitgangspunt’
PepsiCo blijft als marktleider stappen zetten om de categorie verantwoorder te maken. Wat jaren terug
begon met de omschakeling naar zonnebloemolie, een vervolg kreeg met zoutreductie en het ontdoen
van de producten van toegevoegde kleurstoff en en conserveermiddelen, is inmiddels bij een uiterst lastige
opgave aanbeland: chips maken zonder toegevoegde smaakversterkers.
Van Balen: “Dat is inmiddels voor een aantal grote smaken zoals paprikachips gelukt, maar het is voor onze
productontwikkelaars natuurlijk wel lastig om aan de strenge smaakeisen te voldoen. Want voldoet het qua
smaak niet, dan brengen we het niet op de markt. Tegelijkertijd willen we ook naar een natuurlijker product.
De aardappel blijft ons uitgangspunt.”
De inspanningen passen in het ‘Performance with Purpose’-beleid zoals dat door PepsiCo-topvrouw Indra
Nooyi is geformuleerd en dat ook PepsiCo’s duurzaamheidsinitiatieven omvat. Daar hoort ook een heroriën-
tatie op het totale productportfolio van PepsiCo bij. De recente media-aandacht voor de aankondiging dat
PepsiCo in de VS met een yoghurtproduct op de markt wil komen moet ook in dat licht gezien worden.
Koop een zak & downloadde gratis Nibb-it app!
App
34-35 CoC Pepsi 35 15-07-2013 16:24:34
36 FoodPersonality juli/augustus 2013
Retailers richten zich vooral op de grote catego-
rieën. Op zichzelf niet onlogisch, maar het bete-
kent wel dat ze vooral bezig zijn met verschuivin-
gen in de markt in plaats van het realiseren van
échte groei. Die groei kan gerealiseerd worden
met categorieën waarvan het potentieel nog niet
volledig benut is. Luchtverfrissers is er zo een,
volgens Rob Manhoudt, directeur Household
Care Benelux. “De categorie is niet groot. Het
is vechten om aandacht. Zelfs met Ambi Pur,
het leidende merk in de categorie, moeten we
een plek in promotie echt verdienen.” Volgens
Manhoudt is gebrek aan aandacht het probleem.
“Je ziet dat retailers die wel structureel aan-
dacht hebben voor luchtverfrissers substantieel
harder groeien dan de markt. Er ligt hier nog een
enorme penetratiekans.”
Veelvormige groepDie kans wordt nog niet benut, zo blijkt uit de
cijfers. De categorie luchtverfrissers daalt name-
lijk in volume (-3%) bij een stijgende waardeont-
wikkeling (+5%). De penetratie op elektrische
luchtverfrissers bijvoorbeeld ligt op dit moment
echter op slechts circa 17%. “Met meer aandacht
voor de categorie weet ik zeker dat de penetratie
binnen afzienbare tijd naar 25% kan groeien. Dat
is een reëel cijfer. Ik zeg: retailers die zich willen
onderscheiden moeten zich op luchtverfrissers
richten. De formule die deze productgroep echt
omarmt, kan heel hard groeien, zelfs in de hui-
dige economische omstandigheden.”
Als gevolg van de economische crisis gaat de
consument weliswaar op zoek naar producten
met een goede prijs/kwaliteitverhouding, maar
dit betekent geenszins dat consumenten zomaar
CAPTAIN PROCTER & GAMBLE
‘Retailer, claim deze categorie!’
De categorie luchtverfrissers is een relatief kleine categorie die bij retailers moet
vechten om aandacht. Onterecht, vindt captain Procter & Gamble, want geur is
uiterst relevant voor de consument. Deze captain is dan ook op zoek naar niets
minder dan een doorbraak in het luchtverfrisserschap.
Captain: Procter & Gamble
Categorie: Huishoudelijke artikelen (luchtverfrissers)
Ambi Pur & innovatie
Ambi Pur heeft de afgelopen 12 maanden premium innovatie gebracht op bijna alle luchtverfrisserseg-
menten. Nieuwe producten werden gelanceerd, nieuwe geurlijnen zijn uitgerold en alle producten zijn
ge’upgrade met de Procter & Gamble geur-eliminerende technologie. Hierdoor verwijderen Ambi Pur-
producten onaangename luchtjes in plaats van ze te maskeren. En: ook voor dit lopende jaar zijn er volop
plannen. Een overzicht:
geeft, werd vorig jaar geïntroduceerd en is een groot succes. Een klein en subtiel vormgegeven luchtverfris-
ser die geschikt is voor elke ruimte, van huiskamer tot gang (inclusief de traditionele plaatsing op het toilet
natuurlijk).
logie en is er een nieuw verkoopmodel geïntroduceerd met een losse houder en navulling. Door de voor-
malige starterkit uit elkaar te halen, stelt Ambi Pur de consument in staat als het ware een eigen starterkit
samen te stellen. Op deze manier gebruiken consumenten direct hun favoriete geur. Tevens worden hierdoor
minder overbodige houders gekocht. Bij de ontwikkeling van de nieuwe verpakking is ook goed geluisterd
naar handelspartners die aangaven dat diefstal van luchtverfrissers een probleem is. De nieuwe verpakking
maakt stelen lastiger, doordat het product minder makkelijk uit de verpakking kan worden gehaald.
geuren uit stoff en verwijderen zonder ze te wassen. Door in de communicatie te focussen op gebruiksmo-
menten, benadrukt Procter & Gamble dat het product veel verschillende toepassingsmogelijkheden heeft,
van meubels en autostoelen tot hondenmanden.
troduceerd. Het is de eerste autoluchtverfrisser die ook vanuit de supermarkt wordt verkocht.
kleine geurende ruimtes, zoals prullenbakken of schoenenkasten. De luchtverfrisser is makkelijk te bevesti-
speciale wintergeuren kunnen supermarkten hier beter op inspelen en profi teren van de omzetpiek in de
wintermaanden.
NIEUW
Verwijdert luchtjes en verfrist tot 30 dagen
213354/01/13
De eerste autoluchtverfrisser die via de super-markt verkocht wordt. Deze ‘Car Vent Clip’ is in de Verenigde Staten al een groot success.
36-37 CoC Procter1 36 16-07-2013 10:26:21
37 FoodPersonality juli/augustus 2013
overstappen naar private label. Zo blijven de premium kwaliteitsprays van Ambi Pur (Air Eff ects) in waarde én volume groeien. Manhoudt: “We hebben het afgelopen jaar vanuit onze visie ingezet op waardeproposities met premium in-novaties. Daarmee hebben we onze verantwoor-delijkheid voor de categorie genomen en hebben we handelspartners laten zien hoe je waarde kunt creëren. Onze innovaties in de diverse lucht-verfrissersegmenten worden daarnaast blijvend ondersteund in de media en op de winkelvloer.” Luchtverfrissers zijn de afgelopen jaren uitge-groeid tot een veelvormige groep. Het is dan ook allang niet meer alleen die spuitbus voor op het toilet. De segmenten zoals Procter & Gamble ze onderscheidt, zijn toilet, huiskamer, specifi eke plekken in huis, textiel en auto. Voor die speciale plekken in huis heeft Ambi Pur de succesvolle reeks Set&Refresh, waar binnenkort een variant voor op de vuilnisemmer aan wordt toegevoegd (Stick&Refresh, red.). In textiel heeft Ambi Pur afgelopen februari een introductie gedaan en deze zomer volgt ook de introductie van een nieuwe luchtverfrisser voor in de auto. “In Ame-rika is de ‘Car Vent Clip’, de autoluchtverfrisser die je heel simpel op het ventilatierooster van de auto plaatst, een grote innovatie en al een enorm succes”, aldus Manhoudt.
Impuls en stopkrachtHet probleem voor Procter & Gamble is ook niet zozeer dat nieuwe producten niet worden op-genomen. Manhoudt: “Alles wordt opgenomen, maar vervolgens wordt er te weinig aandacht aan besteedt. Daar komt bij dat het schap doorgaans te klein en te vol is. Wanneer je het aantal schap-meters zou verdubbelen, dan zou je per vierkante
centimeter dezelfde omzet kunnen halen, daar ben ik van overtuigd.” Hij betoogt dat geur uiterst relevant voor mensen is. De consumenten die eenmaal luchtverfrisser kopen, doen dat om die reden ook heel trouw. Het gaat erom de grote groep niet-gebruikers te overtuigen. “Daar kun je nog heel veel aan doen. En daar gaan onze gesprekken met handelspartners meestal over. Wetend dat de loyalty uitstekend is, willen we meer impuls en stopkracht. In de vorm van pro-moties, bijvoorbeeld. Maar ook door een ruimer
Het Rotterdamse ‘household care’-team van Procter & Gamble. Uiterst rechts: Rob Manhoudt, directeur Household Care Benelux. (Foto: Guido Benschop)
Premium innovaties: Ambi Pur Stick&Refresh, Ambi Pur textielverfrisser en de nieuwe Ambi Pur autoluchtverfrisser.
schap met een volwaardig aanbod. Het opnemen van varianten van een bepaald product is heel belangrijk. Geur is belangrijk, maar geurvoor-keuren lopen ook nogal uiteen. Het bieden van voloende keuze versterkt de aantrekkelijkheid van de categorie enorm.”
Verliefd op Ambi PurHet gebrek aan aandacht voor luchtverfrissers leidt er ook toe dat supermarkten de seizoenswis-selingen missen. In een optimaal schap, zoals Procter & Gamble dat voor ogen staat, wordt er gewisseld tussen zomer- en wintergeuren. “Supermarkten missen die hele switch en daarmee ook een deel van de omzetpiek in de wintermaanden. Geuren zijn sterk seizoens-gedreven, dus is het heel relevant – en lonend – om daar op in te spelen. Hoe anders pakken drogisten dit aan. Niet alleen volgen ze met hun schap de seizoenen, ze spelen ook veel sneller in op innovaties en pakken daarmee de aandacht van de consument”, aldus Manhoudt. Retailers als Blokker en Kruidvat zijn volgens hem ‘verliefd’ op Ambi Pur. Andersom is Procter & Gamble na-tuurlijk blij met retailers die tijd en moeite steken in luchtverfrissers. Manhoudt: “Zoals gezegd zien we graag dat er in food een retailer deze categorie claimt en een doorbraak in het schap aandurft .” ■
213354/01/13
36-37 CoC Procter1 37 16-07-2013 10:26:40
38FoodPersonality juli/augustus 2013
De wasmiddelenmarkt kent in volume een vlakke
ontwikkeling; procentje erbij, procentje eraf.
Substantiële volumegroei is in een verzadigde
markt als deze eigenlijk nauwelijks te realiseren.
Waardegroei is dus waar het om draait. “Dat
doen we door innovatie te brengen waarvoor de
consument bereid is een hogere prijs te betalen”,
aldus Rob Manhoudt, directeur Household Care
Benelux. “Voor dat soort innovaties staat de handel
ook open; vernieuwende producten met een hoge
relatieve prijs.”
Manhoudt beschrijft hoe een aantal jaren terug de
wasmiddelencategorie bij met name hard discoun-
ters in de lift zat. Het succes van de introductie
van Ariel Excel Tabs (FoodAward 2013, red.), wat
de eerste aanzet was voor het ontstaan van een
nieuw segment binnen vloeibare wasmiddelen,
heeft er mede voor gezorgd dat bij diezelfde hard
discounters in wasmiddelen nu sprake is van een
volumedaling. “Dat zegt mij dat wij en andere A-
merkaanbieders die ons gevolgd zijn het goed heb-
ben gedaan”, aldus Manhoudt. Dat nieuwe segment
heeft ook een naam: vloeibare eenheidsdosering.
Het klinkt misschien niet ‘catchy’, maar het is wel
uiterst succesvol.
100% waskrachtDe wasmiddelenmarkt kent sinds jaren een
onderverdeling in poeder en vloeibaar. Poeder
wordt als het traditionele deel van de markt gezien,
terwijl in vloeibaar de dynamiek zit en volop wordt
geïnnoveerd. Procter & Gamble ontwikkelde een
vloeibaar ‘tablet’ in een oplosbare film waarmee
direct in de trommel van de wasmachine gewassen
kan worden. Manhoudt: “Dat biedt zeker gebruiks-
gemak, maar belangrijker is misschien nog wel dat
het verspilling voorkomt. Normaal gesproken gaat
het wasmiddel eerst in het wasmiddelreservoir
van de machine. Op die manier wassen betekent
dat veel wasmiddel aan de achterkant van de
machine direct in de afvoer verdwijnt. Dat is niet
alleen slecht voor het milieu, maar het is ook
verspilling en daar heeft de consument een hekel
aan.” Ariel Excel Tabs stelde de consument voor
het eerst in staat 100% van de waskracht van het
geconcentreerde wasmiddel te gebruiken, zonder
na te hoeven denken over de dosering.
Het succes is opmerkelijk, want jarenlang bestond
het idee dat de consument eenheidsdoseringen
zou afwijzen, omdat men zelf wilde kunnen bepa-
len hoeveel wasmiddel te gebruiken. Manhoudt:
“Er zal ook altijd een groep mensen blijven
bestaan die hun soep helemaal zelf blijft maken.
Toch is gebruiksklare soep al jaren de norm. Die
kant gaat het in wasmiddelen ook op.”
Vervolgstap: PodsEn die ontwikkeling gaat hard. In een jaar en
twee maanden sinds de introductie van Ariel
Excel Tabs is het aandeel vloeibare eenheidsdo-
seringen binnen wasmiddelen naar 13% gegroeid
(tot en met mei). Gezien de omvang van de markt
betekent dat een flinke verschuiving, zeker bin-
nen het vloeibare deel van de markt. Procter &
Gamble heeft als ‘first mover’ een aandeel van 70
à 80% binnen het segment en weet dus als geen
ander hoeveel waarde hiermee aan de categorie
wordt toegevoegd. Bovendien het heeft met de
introductie van Ariel 3-in-1 Pods alweer een
vervolgstap gezet. 3-in-1 Pods, dat afgelopen april
werd geïntroduceerd, maakt schoon, bevat een
ingebouwde vlekverwijderaar en een toegevoegde
‘brightner’ voor een stralend schone was. “Dit is
een technisch knappe innovatie van ons R&D-
centrum in Brussel, dat onlangs zijn 50-jarige
bestaan vierde (in aanwezigheid van de intussen
net afgetreden koning Albert, red.). ‘Pods’ is het
beste en krachtigste vloeibare wasmiddel dat we
op dit moment in huis hebben”, aldus Manhoudt,
die ook van dit product hoge verwachtingen
heeft, omdat het de consument die tot dusver nog
niet was overgestapt op eenheidsdosering extra
redenen geeft om nu wel de overstap te maken.
Overigens zijn de Pods geen opvolgers van
de Tabs, maar zullen de twee producten naast
elkaar bestaan. “Ze vervullen ieder een rol. We
zien bijvoorbeeld dat de Tabs met name door
tweepersoons huishoudens gekocht worden en de
Pods veel meer door huishoudens met kinderen.
Sinds de introductie van de Pods zien we dat de
doelgroep verschuift en verbreedt.”
60 à 70% promotiedrukManhoudt merkt aan zijn handelspartners dat
die open staan voor innovaties zoals Ariel 3-in-1
Pods. “Dit product voldoet aan de voorwaarde
dat de consument de meerwaarde van het pro-
duct inziet en daarvoor wil betalen. In een markt
die voor het overige gedomineerd wordt door een
hoge promotiedruk is dat voor de meeste retailers
een welkome aanvulling”, aldus Manhoudt.
En die promotiedruk, die is te hoog? “Wij staan
daar neutraal in. Retailers willen meer voetjes
over de vloer, maar omdat ze dat allemaal willen,
wordt er steeds meer gas gegeven met promoties.
Ik zeg: promoties zijn niet duurzaam onderschei-
dend. Als supermarktsector voedt je de consu-
ment op tot geoefende prijskopers en leidt je ze
uiteindelijk naar kanalen met vaste lage prijzen.”
Voor de goede orde, de promotiedruk in wasmid-
delen varieert tussen de 60 à 70%
Manhoudt: “Ik denk dat we met onze innovaties
hebben laten zien hoe je een vlakke markt kunt
doorbreken. Dat hebben we samen met onze han-
delspartners gedaan door in te zetten op een zeer
gedifferentieerde aanpak per klant, gecombineerd
met grootse marketingcampagnes. Dat is een
bestendiger, onderscheidender en winstgevender
model voor de categorie.”
Waardering belangrijkVolgens Manhoudt hebben A-merk en retail
elkaar nodig om via innovaties waarde te blijven
creëren. Ariel 3-in-1 Pods is wat dat betreft
illustratief, qua innovatie maar ook de manier
waarop aan het product op de winkelvloer is
gebouwd. “Op deze manier kunnen we deze in-
novatie goed onder de aandacht brengen bij de
CAPTAIN PROCTER & GAMBLE
Van tab naar pod naar… waardegroeiIn volume groeit de wasmiddelencategorie niet, maar met de opmars van eenheids-
doseringen zoals Ariel Excel Tabs en – dit jaar – Ariel 3-in-1 Pods groeit de categorie
wel in waarde. “Ik meet het succes af aan de volumedaling bij hard discount.”
Captain: Procter & Gamble
Categorie: Wasmiddelen en wasverzachters
38-39 CoC Procter2 38 15-07-2013 17:36:11
39 FoodPersonality juli/augustus 2013
consument. De consument pakt het dan ook goed
op en dat is terug te zien in de eerste resultaten.
Deze zijn zeer positief ”, aldus Manhoudt.
Hij kan echter ook tevreden zijn over de waar-
dering van afnemers, gezien de uitverkiezing tot
Captain of the Category. Manhoudt: “Dat zijn we
zeker. De waardering van onze handelspartners
vinden we erg belangrijk.”
Intussen gaat Procter & Gamble door op de inge-
slagen weg. De eenheidsdosering als zelfstandig
segment is volgens Manhoudt een blijver. “Dat
geldt voor ons, voor de retail en niet in de laatste
plaats voor de consument. In andere landen is
het vloeibare eenheidsdoseringssegment al veel
Helemaal rechts: Rob Manhoudt, directeur Household Care Benelux, met zijn mensen. “Eenheidsdoseringen als zelfstandig segment binnen wasmiddelen zijn een blijver. Dat geldt voor ons, voor de retail en niet in de laatste plaats voor de consument.” (Foto: Guido Benschop)
sterker ontwikkeld. In Groot-Brittannië heeft het
segment al een omzetaandeel dat boven de 20%
ligt. Dat zegt ons dat er nog een enorm potentieel
in eenheidsdoseringen zit. Procter &Gamble zal
de stuwende kracht achter de groei in dit segment
blijven door continu met sterke innovaties te
komen.” ■
38-39 CoC Procter2 39 15-07-2013 17:36:21
40FoodPersonality juli/augustus 2013
Bij Evelyn aan tafel
Door: Evelyn Günther Foto: Jan Willem Houweling
Wat is het lastigste aan een Benelux-organisatie? Ik vind het niet lastig, maar juist verrijkend en
leuk om in een Benelux-organisatie te werken.
De landen hebben ieder een heel ander profiel; de
cultuur is anders, de manier van samenwerken,
het leidinggeven, niets is vergelijkbaar. En de
Benelux-consument bestaat ook niet. Wat op het
bord ligt, is meestal heel lokaal, gebaseerd op lo-
kale recepten en tradities. Buiten het bord wordt
het internationaler, bijvoorbeeld bij dranken en
desserts. Ik denk dat België en Nederland minder
dan 5% gemeenschappelijke sku’s hebben. Toch
hebben we in de organisatie best veel samen-
gebracht en dat werkt goed. Je moet synergiën
zoeken waar ze zijn, maar niet uitvinden waar
ze niet bestaan. Sales en marketing blijven per
land geregeld maar bijvoorbeeld hr en logistiek
werken weer meer op Benelux-niveau.
Waar bent u het meest trots op? Op de normen en waarden van Nestlé. Wij willen
correct zijn. Daarom treden we ook pas naar
buiten met iets als we daar honderd procent zeker
van zijn. En dat Nestlé een langetermijnstrategie
heeft waar we niet van afwijken.
En ik ben trots op de sterke decentralisatie. We
hechten veel belang aan lokale organisaties en een
lokaal begrip van zaken. Wij hebben een duide-
lijke visie die op één A4 past en die heel goed aan
iedereen gecommuniceerd is. Als alle medewer-
kers op de hoogte zijn en de visie en waarden
onderschrijven, kun je perfect delegeren. Tot slot
ben ik trots om te werken bij een organisatie die
‘creating shared value’ – meerwaarde voor de sa-
menleving creëren – zo in haar genen heeft zitten.
Bij alles wat we doen vragen we ons af: wat levert
het naast ons voor de samenleving op? Waarbij
we ons vooral richten op de terreinen waar we
actief zijn: water, voedsel en plattelandsont-
wikkeling. Zo zetten we bijvoorbeeld met het
Nescafé-plan echt stappen die het verschil
maken voor lokale arbeiders en ontwikkelen we
voor onze consumenten steeds meer producten
met minder zout, suiker of vetten.
U bent een fantastische ambassadeur van Nestlé! Maar ik bedoelde waar u persoonlijk trots op bent.Samen met de andere collega’s bij Nestlé heb ik
een goede bijdrage geleverd aan het succes van
de Benelux-organisatie – zoiets doe je samen.
Zoals je weet heb ik heel onverwachts de verant-
woordelijkheid over de Nederlandse markt erbij
gekregen. Ik werd gebeld door het hoofdkantoor
en ging twee dagen later al aan de slag. Ik heb
direct gezegd dat ik wilde inburgeren, zodat ik
de Nederlandse markt en de handelspartners
goed leerde kennen en begrijpen. Ik woon drie
dagen in de week in Nederland in een appar-
tement in Amsterdam. Soms blijf ik ook een
weekend en dan komen mijn vrouw en kinde-
ren. Ik heb als een van de eersten het Rijks-
museum bezocht en was op Koninginnedag in
Nederland. De andere twee dagen werk ik in
België. Toen ik net aankwam in Nederland, be-
stond het Nederlandse management team vooral
uit Nederlanders. Dat heb ik opengetrokken
door enerzijds Nederlanders te stimuleren ook
eens in andere landen te kijken en mensen van
buitenlandse afdelingen van Nestlé te stimuleren
om naar Nederland te komen. Dat is goed voor
een organisatie, want je krijgt er nieuwe ideeën
door, terwijl onterechte heilige huisjes verdwij-
nen. Maar we hanteren nationaliteit niet als
criterium om iemand wel of niet aan te nemen.
We kijken naar de persoonlijke eigenschappen,
kwaliteiten en ervaring. Elke maand hebben we
een voltallige Benelux-managementbijeenkomst
waar iedereen bij is. Dat werkt heel motiverend.
Wat kunnen Nederlanders van Belgen leren? Die vraag krijg ik vaak en ik moet er altijd om
lachen, want je vervalt snel in clichés. Neder-
landers mogen wel eens wat beleefder zijn,
vind ik, maar Belgen mogen directer zijn. Die
directheid van Nederlanders vind ik heel fijn.
Zelf ben ik ook heel direct, maar ik probeer dat
niet op een botte manier te zijn. Wat ik verder
nog fijn vind aan Nederland, is dat je daar heel
openlijk kunt netwerken, in België zijn mensen
daar terughoudender in. Nederlanders zijn
mondiger, maar Belgen zijn preciezer wat in-
houd en structuur betreft. Een young professio-
nal uit België zal niet zo snel fouten maken in
een tabelletje of iets dergelijks, terwijl je zoiets
bij Nederlanders meer tegenkomt. Daarnaast
zijn Belgen trouwer aan hun baan. Ze blijven
langer. Nederlanders kijken sneller uit naar een
volgende baan, vragen bij een promotie ook
eerder wat het hun oplevert en handelen en
onderhandelen meer dan Belgen. Ondernemer-
schap zit Nederlanders echt in het bloed.
Wat is uw kernkwaliteit? Van andere mensen, ook van Nederlanders,
hoor ik vaak: ‘Vincent, jij bent heel strikt in
bepaalde zaken.’ Ik zorg ervoor dat de visie dui-
delijk is en dat die door iedereen gedeeld wordt.
Ik delegeer veel en laat veel ruimte aan mijn
eigen mensen. Hoewel ik wel veel zaken zelf op-
volg als rapportages, cijfers, kpi’s en marktaan-
delen, hou ik zeker ook van spontane discus-
sies. Signalen stuur ik ook veel, vaak in korte
e-mails een complimentje of een bijsturing. Die
Evelyn Günther van Günther + Van Grinsven Executive Search interviewt managers
uit de branche over hun waarden, normen, werk/privé, uitdagingen/ergernissen en
‘leermomenten’. Deze maand: Vincent de Clippele, managing director van Nestlé
Benelux.
40-41 Evelyn 40 12-07-2013 15:34:10
41FoodPersonality juli/augustus 2013
betrokkenheid vind ik belangrijk. Er zijn weinig
vergaderingen, maar als er vergaderingen zijn,
dan is ook iedereen er. Dat verwacht ik ook.
Die vergaderingen worden een jaar van tevoren
ingepland. Daarnaast hou ik graag workshops
binnen het management team. Ik probeer
continu verbeteringsslagen te maken. We gaan
soms twee of drie dagen weg om echt samen te
gaan zitten en te werken aan onze visie: waar
gaan we naar toe, wat kunnen we verbeteren
en hoe kunnen we dat doen? Het is een steeds
voortdurend proces met als doel het beste te
bereiken voor de organisatie en ook het beste
uit onszelf te halen. Daarnaast hou ik van open
en transparante communicatie, ik wil heel
toegankelijk blijven.
Verder hecht ik ook veel belang aan informatie
in de organisatie. We hebben kwartaalborrels
waarbij iedereen van de organisatie is uitgeno-
digd. Dan zijn er presentaties over bijvoorbeeld
innovatie of een verbeteringsproject of een col-
lega uit een ander land vertelt wat zijn ervaring
is in Nederland en hoe hij of zij inburgert in de
organisatie. Op die manier weet iedereen wat
er speelt in het bedrijf en kan iedereen vragen
stellen. Dat wordt heel erg gewaardeerd.
Hoe kijkt u naar de Nederlandse retail? De Nederlandse retail is efficiënt en goed georgani-
seerd. Wij hebben sterke en succesvolle initiatieven
in alle categorieën waar wij op de markt actief zijn.
Echte innovatie staat hoog op onze agenda. Onze
samenwerking wordt steeds sterker, wij willen
ons echt profileren als betrouwbare partner in
categoriemanagement en nog betere producten op
de markt brengen die binnen onze ‘nutrition, he-
alth & wellness’-strategie passen. Uiteraard hoort
onderhandelen bij ons werk, maar er zitten wel
grenzen aan. We houden ons als bedrijf aan onze
koers. Kortetermijnbeslissingen zijn niet altijd
goed voor de lange termijn. Je kunt kijken naar de
korte termijn of naar fundamentele principes. Dus
we hebben wel eens heftige situaties en discussies.
Komt het wel eens voor dat u van klanten hoort dat Nestlé een slapende reus is? Die uitdrukking heb ik niet gehoord, maar ik
snap wat je bedoelt. Soms gebeurt het dat klanten
zoiets zeggen omdat ze een aanbod van ons willen
in een categorie waarin we niet actief zijn. Wij
willen geen offertes maken voor de korte termijn,
offertes die bedoeld zijn om de prijzen binnen een
categorie te vergelijken. Als we een offerte maken,
willen we ook actief worden in de betreffende
categorie. Op een markt die gevestigd en volwas-
sen is, heeft het geen zin om te komen met een
me too-product. Zoals ik al eerder vertelde, staat
innovatie bij Nestlé hoog in het vaandel. Nescafé
Dolce Gusto is daar een goed voorbeeld van. Je
moet toegevoegde waarde hebben en dat is ook
voor de klant goed. Daar komt bij dat de schap-
pen in Nederland niet zo groot zijn, een product
heeft er meestal maar één facing.
Zou u wel eens iets anders willen dan Nestlé? Ik heb het nog steeds erg naar mijn zin, ik vind
Nestlé een boeiend bedrijf. Ik ga iedere dag weer
met veel energie naar mijn werk. Wellicht is de
volgende stap in het internationale circuit van
Nestlé. Maar hier in de Benelux is ook nog veel
te doen en ik heb het hier erg naar mijn zin. En
ik denk dat Zwitserland ook tevreden is over mij
in mijn huidige functie. Maar naast mijn werk
zijn er nog andere zaken die mij energie geven en
boeien. Zo houd ik erg van de natuur, geniet ik
van gezellig eten met familie en vrienden. Ik hou
van reizen en andere culturen ontdekken. Wie
weet word ik nog wel eens landbouwer of begin
ik ergens een eigen restaurant! ■
‘Wie weet word ik nog wel eens landbouwer’
40-41 Evelyn 41 12-07-2013 15:34:14
U hoort het op het GfK Shopper Jaarcongres. Laat u inspireren door directieleden van Johma, Jumbo, Lekkerland, P&G, RedBull en Vbat. Het programma (inclusief walking dinner) start om 16:00 uur en duurt tot 21:30 uur.
Formule Awards Naast de gebruikelijke Vers Awards worden er tijdens het congres ook drie Formule Awards uitgereikt. Op basis van grootschalig consumentenonderzoek wordt de beste foodserviceformule in de categorieën Fastservice, Shopper en On the move bekendgemaakt.
Shopper Marketing Award Om de ontwikkeling van shopper marketing in Foodretail en Foodservice te stimuleren, nemen we dit jaar het initiatief tot lancering van de Shopper Marketing Award.
We roepen merken, retailers en foodservice-formules op hun shopper marketing cases in te sturen. Op het Shopper Jaarcongres wordt de winnaar van de Award bekendgemaakt!
GfK SHOPPER JAARCONGRESDonderdag 12 september 2013
De Nederlandse shopper verandert in snel tempo. Foodretail en out-of-home moeten hierin meebewegen. Maar hoe houd je je merk of formule relevant voor de nieuwe shopper?
Meld u via
www.gfk.nl aan voor
het GfK Shopper Jaarcongres
op donderdag 12 september
in Fort Voordorp, Groenekan.
Tot dan!
42 ADVE GfK congres 42 15-07-2013 15:48:33
43FoodPersonality juli/augustus 2013
Wat je niet moet doen als
supermarktbank
Foodservice
start ‘soort
Superunie’Jawel hoor, de tijd is er rijp voor. Aldus retail-adviseur Hans Eysink Smeets in een presenta-tie op ‘Slideshare’, over supermarktketens die een bankdienst willen starten.
Eysink Smeets was tot aan begin dit jaar ook
nog columnist van dit blad. Want, ach ja,
natuurlijk, als het al niet in Nederland is, dan
hebben consumenten in de Europese Unie het
wel gehad met banken sinds de bankencrisis.
Dus een kans om snel goodwill te creëren –
waarbij we niet meteen denken dat als AH ooit
weer bank gaat spelen en het loopt niet lekker,
minister Dijsselbloem AH gaat redden – maar
goed, dat is allemaal nog ver af.
Eysink Smeets heeft een top-tien van grote
fouten opgesteld bij supermarkten die met ban-
kieren zijn gestart. Die nemen we even door:
1 ‘Onze bankactiviteit is geen kernactiviteit’Los van je winkels… Fout! Want: een klant mét
een rekening bij, laten we zeggen, de AH-bank
besteedt meer bij een AH dan een klant zónder
AH-rekening. En twee: als je gaat denken in
kernactiviteit en bank als bijzaak, krijg je het
gevoel dat je afgeleid wordt door het bankge-
doe. Niet uiteenhalen dus.
3 ‘Een beetje lager in de organisatie, jon-gens!’Bankierprojecten liggen vaker drie tot vier
lagen onder de top van het bedrijf. En dus is het
draagvlak weg, voor bestuur en directie wordt
het weer ‘zo’n dingetje’ van degene die ermee
belast is. Wordt niks zo, komt nooit meer uit de
cocon.
3 ‘Laat onze financieel directeur het maar doen’O? Ja, begrijpelijk. Dat is toch de man die van
ons allemaal het meeste verstand heeft van
‘hoe je met geld omgaat’? Jaja, maar is hij een
onvervalste retailer? Heeft-ie marketingtalent?
Dit, zegt Eysink Smeets, heb ik vaak genoeg
meegemaakt. Gaat niet goed.
4 ‘Het moet niet gaan mixen met ons loyalty-systeem’ Juist wel! Het loyaltysysteem is voor de klant
een spaarhebbedingetje, voor leuke dingen,
voor later, je kunt er geld aan toevoegen of wat
meer rente als je wat meer koopt, je kunt er
kredietverlening aan kopppelen, ideeën genoeg.
En dan later kun je vanzelf wat ingewikkelder
spul erbij halen. Stap voor stap.
Begin deze maand heeft foodservice/out of
home ook een ‘soort Superunie’. Het heet Vic-
toria Trading. Het heeft zes leden: La Place,
Albron (grootste cateraar van Nederland), de
Efteling, HMS (cateraar Schiphol), Vermaat
Groep (catering ziekenhuizen en bedrijven)
en Franchise Friendly Concepts. De par-
tijen kochten eerst in bij andere partijen als
Sligro, Lekkerland, Makro en Hanos, maar
doen dat nu zoveel mogelijk zelf en zoveel
mogelijk gebundeld. Want ze zijn op zoek
naar schaalvoordeel. Op de site zegt Victoria
dat dat doel – omschreven als ‘de beste prijs-
kwaliteitverhouding’ – niet het enige is. Er
wordt verder gestreefd naar ketenefficiency
en naar een ‘intensivering van maatschappe-
lijk verantwoord ondernemen’.
De omzet van de leden bij elkaar, voor zo ver
die bij Victoria wordt behaald, bedraagt
€ 200 miljoen. Dat is nog wel een verschil met
Superunie, dat met zijn dertien leden ruim
€ 10 miljard omzet vertegenwoordigt, im-
mers, 30% van de supermarktsector. ■
5 ‘Dan moeten we ook wel een eigen bank hebben’O ja? Klinkt heel acceptabel. Maar moet dat? Heb
je als supermarktketen ook je eigen korenvelden,
je eigen aardappelrooimachines, je eigen conser-
venfabriek? Hou op. Laat een bankje gewoon je
bek-offiswerk doen en vraag die banklicentie pas
aan als de zaak draait.
6 ‘Deze service provider lijkt wel wat’Een service provider kan een heel ander idee heb-
ben over hoe hij zijn omzet moet maken, name-
lijk: anders dan jij. Maar Hans Eysink Smeets: wat
is hier eigenlijk een service provider? Natuurlijk
geen KPN of Vodafone. “Een bedrijf als Laser.”
Zoeken we even op: blijkt een dienstverlener in
bankpassen te zijn.
En waarom moet het wél een kernactiviteit zijn,
maar moet je géén bank willen zijn? Eysink
Smeets: “Zuivel verkopen is een kernactiviteit,
maar daar hoef je nog geen melkfabriek voor te
hebben.”
7 ‘We laten bankmensen onze bankdienst draaien’Nee! Zelfde als je financieel directeur de baas la-
ten zijn hiermee. Zet er retailers op, althans, mix
die lieden met banklieden. Bankmensen hebben
geen supermarktcultuur in hun hoofd.
8 ‘Het is een ander verdienmodel’Nee, trap er niet in! Als klanten uit de winkel
weglopen, hebben supermarkten hun omzet al
binnen, net afgerekend, nietwaar? Als klanten uit
een bank weglopen, moet de omzet uit die klant
nog komen. Aha, ander verdienmodel. Niet doen:
hou je aan je eigen verdienmodel. Eysink Smeets,
wat is dat verdienmodel dan? “Dat gaat me wat
Het voorbeeld van de supermarktbank: de Tesco Bank.
te ver allemaal. Als je maar snapt dat er modellen
zijn die erg van elkaar verschillen. Anders wordt
het huilen.”
9 ‘Als we nou eens gewoon naar Tesco keken’Nee! Het klopt dat Tesco het goed gedaan heeft.
Maar als je Tesco wilt volgen, wie zegt je dan dat
je doet wat Tesco doet – en niet: dat het líjkt dat
je Tesco nadoet – omdat je niet zeker weet wat
Tesco gedaan heeft.
10 ‘Nu eens weer uit de la, dan weer erin’Ha, ja, bankieren? Moesten we toch maar weer
eens over hebben. Nee dus. Of je doet het, of je
doet het niet. Maar blijf er niet jaren mee suk-
kelen, projectgroepje, projectgroepje opgeheven,
nieuw projectgroepje jaren later weer opnieuw
gedaan, en zo maar door.
Eh, heeft Eysink Smeets behalve tien don’ts ook
tien do’s? Ja. Maar Eysink Smeets is adviseur. Dus
dan moet je hem maar bellen. Of je zegt: dit zijn
de tien vérboden, na logisch redeneren weet ik
dan ook wat de tien géboden zijn.
Wat ook kan: gewoon niet aan beginnen. Eysink
Smeets: “Ja, kun je ook voor kiezen. Maar als je
het wel goed aanpakt, kan het heel nuttig zijn.” ■
43 Eysink Smeets 43 15-07-2013 15:48:59
44FoodPersonality juli/augustus 2013
‘DOOR KEUZE EN VERLEIDING MEER CHOCOLADE’
Albert Heijn XL wint GfK-chocoladezomerrapportDeze maand is Nestlé weer met het ‘chocoladerapport’ gekomen. Dat is inmiddels een
traditie van vijf jaar. Altijd aardig voor de retail: ‘en waar staan wij?’ Maar het opvallend-
ste is: veel formules staan bij elkaar in een soort middenpositie en maken in de ogen
van de primaire shopper weinig keuze tussen service en voordeel. AH XL (op het
aspect ‘service’) en Kruidvat (op het aspect ‘voordeel’) zijn hierin de uitschieters.
Nestlé laat al vijf jaar dit onderzoek opstel-
len door marktonderzoeksbureau GfK. Het is
kortweg gezegd dezelfde aanpak als de bekende
‘kerst- en zomerrapporten’ van GfK. Zoals in
die rapporten de formules als geheel beoordeeld
worden, zo wordt in het chocoladerapport een
formule (door inmiddels 6.000 shoppers) gewaar-
deerd op de aspecten ‘service’ en ‘voordeel’ voor
de categorie Chocolade.
Het aspect ‘service’ wordt onderverdeeld in de
aspecten: ‘keuze aantal producten’, ‘overzichte-
lijkheid’, ‘keuze merken’, ‘nieuwe producten’ en
‘aantrekkingskracht’. Het aspect ‘voordeel’ wordt
onderverdeeld in de aspecten: ‘aanbiedingen’ en
‘prijzen’.
Waarom maakt Nestlé elk jaar een chocolade-rapport?Category development manager Erna Gerrits:
“Vijf jaar geleden hebben we het plan opgevat
om samen met GfK de waardering van de shopper
voor de chocoladecategorie in kaart te brengen.
Dit is voor ons pas het vertrekpunt, want naast
de waardering kijken we uiteraard ook naar de
‘harde cijfers’ om de perceptie van de shopper te
linken aan de realiteit van de retailer. We wilden
vijf jaar geleden een betere verbinding met onze
afnemers, binnen de retail. Nestlé is in Nederland
in de categorie chocolade geen marktleider, maar
de ‘challenger’ in de categorie. Als challenger wil
je een visie, een kijk op de categorie ontwikkelen
die er voor de retailpartners toe doet. Zo zorgt het
chocoladerapport voor een verdiepingsslag in ons
contact met onze afnemers: elk jaar komen er weer
relevante punten uit het rapport, om de prestatie
van de totale categorie chocolade te verbeteren.”
En komen de bevindingen ook overeen met wat jullie zelf ervaren, als we naar de prestaties van de formules kijken?Category manager retail Tom Streng: “Grosso
modo zie je wel dat de formules die een breed
chocolade-assortiment bieden een hogere waarde-
ring krijgen van hun shopper. Maar dat is slechts
één aspect. Er komen ook onverwachte bevin-
dingen uit, bijvoorbeeld: formules waarvan wij
objectief weten dat zij een prijsgerichte benadering
van de categorie hebben, worden door de consu-
ment wel eens heel anders beoordeeld. Dat is juist
zo’n uitkomst waar wij dan graag mee aan de slag
gaan, met de retailer of de formule waarom het
gaat. Omdat het een punt is dat voor verbetering
vatbaar is.”
Een opvallende uitkomst in de beoordeling van de categorie chocolade in vijf jaar: jarenlang werd het aspect ‘service’ (diep/breed aanbod, kwaliteit van het aanbod, overzichtelijkheid etc.) hoger beoordeeld dan het aspect ‘voordeel’ (prijspeil, aanbiedingen). Maar vanaf 2012 schiet ‘voordeel’ omhoog in waar-dering, en daalt ‘service’. En in dit laatste jaar zijn ze van plaats verwisseld.
Chocoladecategorie (Food, Nederland) - shopperwaardering
Voordeel en service
voordeel service
44-46 ADVO Nestle 44 15-07-2013 17:33:32
45FoodPersonality juli/augustus 2013
En wat is het belang van het assortiment van Nestlé zelf, voor Kitkat, Bros, Rolo, Lion et cetera?Huib van Maanen, sales group manager: “Het is
een rapport over formules en de categorie choco-
lade, het gaat er dus om dat wij kunnen adviseren
en meedenken over hoe die hele categorie een
betere positie krijgt bij die formule. En indirect
hopen we inderdaad wel dat daardoor ook onze
producten met de markt meegroeien. Maar alleen
als gevolg van een zo objectief mogelijke bena-
dering. Als wij vinden dat onze merken zelf een
push nodig hebben, dan gebruiken we daar andere
middelen voor, die losstaan van dit rapport.”
Hoe waardeert de handel jullie rapport?Van Maanen: “Dat zou je eigenlijk aan de retail
zelf moeten vragen, maar ik zie wel dat wij de
laatste jaren van ‘gewoon een leverancier’ zijn op-
geschoven naar een kennispartner die als objectief
en relevant wordt gezien. En niet alleen relevant
omdat we over een paar grote chocolademerken
beschikken.”
Gerrits: “In het eerste jaar hebben we zelfs onze
Het ‘sales & category development team retail’, van Nestlé Confectionery. Achterste rij v.l.n.r.: Erna Gerrits, Huib van Maanen en Tom Streng; middelste rij Milan Slikker (l.) en Erik Rikken; voorste rij Bob de Vries (l.) en Maartje Groot (Foto: Ron Offermans.)
naam niet specifiek in het rapport genoemd, om
onze objectiviteit te onderstrepen.”
Een belangrijke bevinding over alle formules heen in het rapport is dat de waardering van ‘voordeel’ en service’ stuivertje wisselt. Hoe kan dat?Van Maanen: “Als je een consument vraagt waar
hij aan denkt bij chocolade, dan krijg je alleen
maar reacties die refereren aan het positieve
gevoel dat chocolade opwekt. Kijk je naar het
gemiddelde chocoladeschap, dan zie je daar totaal
geen gevoel, geen emotie, te weinig impuls. De
focus op voordeel voert steeds meer de boven-
toon. Dat laatste is niet vreemd, als je bedenkt
dat er heel wat formules zijn die zich meer op
voordeel positioneren dan op service. Maar voor
de serviceformules moet die gedaalde waardering
van service te denken geven; kennelijk zijn zij
niet in staat of hebben zij niet de absolute wil om
zich te onderscheiden met chocolade.”
Gerrits: “Chocolade is geen versgroep als agf
of brood, maar het is wél een grote categorie
en – kernachtig gezegd – veel consumenten
zijn gewoon gék op chocola. Ter illustratie, de
penetratie van chocolade is 96%, en dat zegt nog
niet eens hoe verslingerd shoppers aan chocolade
kunnen zijn; ze worden er écht blij van. Formules
investeren veel in versgroepen om zich te onder-
scheiden, maar ook in ‘geniet’-groepen als koffie
en wijn. Maar niet of nauwelijks in chocolade.”
Maar houdt dat gebrek aan investering in plezier en beleving eigenlijk in dat in al die jaren veel van jullie adviezen en wensen niet zijn ingewil-ligd bij de handel?Van Maanen: “Nee, dat is ook weer niet zo, het
gaat ons ook te ver om het in de sfeer van ver-
wijten te trekken. Wat we ermee willen zeggen, is
vooral: er kán zo veel meer met deze categorie.”
Gerrits: “Het is ook goed te begrijpen dat retailers
harde criteria stellen in termen van rotatie en
winstgevendheid. Het is alleen jammer dat
formules niet voor de troepen uit willen lopen,
terwijl iedereen wél onderscheidend vermo-
gen zoekt. We weten ook goed dat de category
managers bij de retail, met wie we hierover altijd
contact hebben, graag meer van hun categorie
44-46 ADVO Nestle 45 15-07-2013 17:33:39
46FoodPersonality juli/augustus 2013
willen maken. Maar het is vaak de formulema-
nager die de prioriteiten van al die categorieën
weegt. En dan sneuvelen plannen om in choco-
lade te investeren. Het mag duidelijk zijn dat we
dat jammer vinden. Maar het is ook een gemiste
kans voor de formule zelf. Dat zou de formule-
manager meer moeten beseffen, vinden wij.”
Laten we eens de twee ‘sterke chocoladefor-mules’ bij de kop nemen. Albert Heijn XL en Kruidvat. Want die hebben jullie er wel bij ge-zet, ook al is het een drogist. AH XL is natuur-lijk een kwestie van veel ruimte, veel meters…Streng: “Dat is te kort door de bocht, de identi-
teit van deze AH-variant brengt natuurlijk een
groot voordeel met zich mee: ruimte, dus plaats
voor een uitgebreid, breed en diep chocolade-
assortiment. Maar dan nog, AH XL biedt ook
een goede navigatie, duidelijke segmentering, de
shopper kan goed zien wat er aangeboden wordt
en goed vinden wat hij of zij zoekt.”
Gerrits: “Kruidvat is daarentegen een ander
verhaal. Het is een drogist, dat ten eerste, die in
chocolade de pay-off ‘steeds verrassend, altijd
voordelig’ kennelijk goed waarmaakt. Want
Kruidvat houdt sterk vast aan twee uitgangspun-
ten die voor chocolade essentieel zijn; confronta-
tie en verrassing.”
Van Maanen: “Daar waar AH XL goed scoort in
compleetheid en navigatie, weet Kruidvat altijd
weer te verrassen met chocoladeproducten die
de consument niet van tevoren in het hoofd
had, en die daarmee geconfronteerd wordt op
een onverwachte manier. Een shopping trip bij
Kruidvat is een grote opeenhoping van verrassing
en confrontatie.”
Streng: “Ditzelfde zie je bij de discounters, die
– ondanks een lage shopperwaardering – goede
chocoladeverkopers zijn. Dit komt ten eerste
doordat zij durven te kiezen voor de categorie en
er bovengemiddeld veel ruimte aan geven. Ten
tweede spelen zij het confrontatiespel zeer goed:
geen shopper verlaat de discountformules zon-
der de categorie gezien te hebben. Dit vertaalt
zich één op één in een goede fairshare-positie.”
Gerrits: “Als je beseft dat bijna iedereen, elk
huishouden, chocola koopt, dan zijn frequentie
en het bedrag per besteding dé manier om je
omzet te vergroten. Want daarmee vergroot
je ofwel het volume ofwel het aankoopbedrag.
Naar onze mening wordt een impulscategorie als
chocolade niet door diepe afprijzingen bepaald,
maar door keuze en verleiding op de winkel-
vloer. Hoe de verschillende formules meer uit
de chocolade categorie kunnen halen, bespreken
wij de komende maanden weer één op één met
onze klanten.” ■
Boven het laatste ‘zomerrapport’ van GfK (zoals ook gepubliceerd in Foodmagazine juni). Beneden het ‘zomerrapport’ als het om chocolade gaat (van GfK, in opdracht van Nestlé). Vergelijken we boven met beneden, dan blijkt dat de formules, die gewoonlijk dicht bij elkaar staan in het reguliere rapport, nog dichter bij elkaar staan als het om chocolade gaat. Er liggen volgens Nestlé dus zeker kansen voor formu-les om zich te onderscheiden met de chocoladecategorie.
De top-zeven ‘beste chocoladeformules’: Albert Heijn XL, Jumbo, Albert Heijn, Plus, Boni, Deen en Hoog-vliet. Met daarbij de plaats op de ranglijst van vorig jaar. AH, Jumbo en Plus zijn de drie formules die altijd hoog scoren, aldus Nestlé. Boni, Deen en Hoogvliet zijn nieuw in de top-zeven.
Het laatste zomerrapport van GfK
Het ‘zomerrapport chocolade’
Top-zeven ‘beste chocoladeformules’
44-46 ADVO Nestle 46 15-07-2013 17:33:40
App-a-Snack?
Woensdag
2 oktober 2013
13.30 uur
Universiteit
Nyenrode
Breukelen
Prof. dr. Laurens Sloot(EFMI Business School, Rijksuniversiteit Groningen)
Prof. dr. Maggie Geuens(Vlerick Business School, Universiteit van Gent)
Online versus offline:
de impact van winkeltype
op ons aankoopgedrag
- Kopen we meer of minder als we online aankopen
dan wel wanneer we naar een fysieke winkel gaan?
- Hoe zit het met impulsproducten zoals snacks en zoetwaren:
uit onze fysieke nabijheid, uit ons winkelmandje?
Of zit snoepen ons gewoon in de genen?
- En is er een verschil in het type merk (huismerk vs A-merk)
dat we aankopen wanneer we ons fysiek in de winkel
bevinden dan wel wanneer we online bestellen?
In samenwerking met SSZ België en Colruyt, voert Universiteit
Gent een diepgaande studie uit om op bovenstaande vragen
een antwoord te bieden. Ook benieuwd naar de antwoorden?
Schrijf u dan in voor het congres op 2 oktober op Nyenrode.
Prof. dr. Maggie Geuens
47 ADVE SSZ 47 15-07-2013 13:32:48
48FoodPersonality juli/augustus 2013
Van C1000/SdB naar Marqt en zo
Hoe meer concentratie in de markt, hoe meer ruimte voor kleinere markpartijen. Zo is dat ook met winkelketens. Hoe meer Jumbo, Super de Boer en C1000 één partij worden, hoe meer unit managers, category managers en andere assorti-mentsverantwoordelijken zogezegd ‘boventallig’ zijn. Hoofdkantoren in Amersfoort die leeglopen. Maar er is altijd wel iets anders in opkomst. Zoals Marqt. Vorige maand schreven we al over de uitbreiding van het management van Marqt (bestaande uit Meike Beeren/algemeen, Pieter van Soest/commercie, Thijs Fleuren/financiën, en Frans Pannekoek/ict/logistiek/processen). In een interview vertelde Meike Beeren over de haast die Marqt heeft om het assortiment verder te vervolmaken. Die zoektocht zien we nu ook terug in een vacature. Marqt zoekt een ‘team lead real food partner management’. Hele mond vol. Het is een soort categorymanagersfunctie. Met die functie-benaming wil Marqt een onderscheid maken, dat
Een case dit keer, en wel die van light merkkaas. Kernvragen: bereik ik mijn kopersgroep op tv en kan ik hetzelfde resultaat bereiken met minder budget? Het Media Efficiency Panel biedt uitkomst. Dat wil zeggen, dit panel geeft inzicht in het mediagedrag in combinatie met de single source meting van wer-kelijke aankopen. Hierdoor kan het merk inzicht krijgen in het bereik en ‘targeten’ op kopers.
Het op deze wijze plannen van media-inzet op kopersgroepen biedt een beter resultaat met hetzelfde budget of een zelfde ‘sales effect’ met een kleiner bud-get. Er kan ‘ge-target’ worden op:
SUPERMEDIA
Een rubriek over de ‘media efficiency’ van supermarkten en A-merken; hoe manifesteren zij zich in de traditionele en nieuwe media, en hoe effectief is die inzet?
met het wezen van de formule te maken heeft. ‘Real food’, dat is alleszins begrijpelijk voor een formule die ‘echt eten’ als pay-off hanteert. En ‘partner management’? Marqt wil vooral geen klassieke verhouding tussen een inkoper en een leverancier, maar een ‘duurzaam huwelijk met je partners’, in dit geval de leveranciers dus. Anders gezegd: focus op kwaliteit, minder op prijs. Maar hr-manager Joost van Willigenburg beseft de moeilijkheidsgraad van de functienaam en spreekt liever van een senior category manager. Op de site van het werving- en selectiebureau zegt Marqt een paar opmerkelijke dingen over zichzelf en over ‘wie ze zoeken’. Ja, wat ben je dan voor iemand, als je een Marqt-man/-vrouw bent?
nee. “Voor mensen die bij Marqt werken is gedre-venheid een vanzelfsprekende randvoorwaarde, niet iets waarmee je je onderscheidt. Hoogstens een valkuil.”
groeiambitie van nog vijf erbij op korte termijn liggen er bergen met werk klaar.”
twijfel de zwaarste functie in het bedrijf. En op dit moment wel de meest cruciale. Marqt wordt iedere dag overspoeld door honderden sollicita-ties, maar deze man (m/v) zat daar nog niet bij.”
veel verantwoordelijkheid, maar ook nog eens: “Waarschijnlijk verdien je nu meer maar voor Marqt ben je bereid tot een salarisstap (terug), in
48-49 Promokoper-Ammerlaan 48 16-07-2013 10:38:18
49FoodPersonality juli/augustus 2013
AMMERLAANAnneke Ammerlaan, trendonderzoekster voor
voeding en consumentenwensen, beoordeelt
de branche op het evenwicht tussen goede
smaak en commercie.
E-mail: [email protected]
Vrij geruisloos komen er steeds meer producten uit de wereldkeukens
in de supermarktschappen. Italiaans hadden we al, oosters hadden we
al, maar er komt ander oosters bij, anders dan Chinees en/of Indisch. En
dat niet alleen, Noord-Afrikaans, Arabisch, Zuid-Amerikaans, Arabisch…
Steeds meer exotische merken staan er op de planken. En bij populaire
producten, zoals Thaise currypasta, staan er soms wel drie verschillende
naast elkaar.
Natuurlijk heeft het vele reizen de kennismaking met al die keukens
bevorderd. Maar het voorziet in meer dan alleen de exotische smaak-
herinnering die de consument wil ophalen. Voor veel klanten lijken die
exotische keukens veel makkelijker te bereiden dan de gerechten uit
de Nederlandse keuken. Veel ervan zijn eenpansgerechten. En die zijn
dan ook veruit het populairst. En voor het klassieke aardappel-groente-
vleesbordje (het ‘agv’-bordje) heb je al gauw drie pannen nodig, terwijl
je een curry, een wokgerecht, couscous of een Mexicaanse bonenschotel
in slechts één pan maakt, hooguit twee. Scheelt afwas. Scheelt hande-
lingen. Het nieuwe gemak is dan ook niet zozeer bedoeld om tijd te
winnen, maar veeleer om de handelingen te beperken.
Ook heel belangrijk: deze gerechten vragen om veel groenten – lekker
gezond – én je kunt ze met weinig vlees, zonder vlees of met vleesver-
vangers bereiden. Minstens zo belangrijk: zonder dat de tafelgenoten
het vlees missen. Wat bij het klassieke agv-bordje overduidelijk niet lukt.
Bovendien eet je bij deze gerechten juist géén aardappels. En daarmee
eet de klant ook nog eens ‘trendy’. Dat ligt wat genuanceerder, eigenlijk.
Want: bij de trendsetters en early adopters maken aardappelen een
come-back door, maar bij de grote middenmoot zitten ze nog vast in de
klei van een ouderwets imago. Rijst, noedels, couscous, en zelfs quinoa,
dat zijn de grote stijgers.
Dat wordt oppassen voor de Italiaanse keuken, de klassieker uit dit assor-
timent. Daar ontbreekt echte vernieuwing. Het is misschien een nieuw
smaakje pesto of een ander potje antipasta of weer een tomatensaus.
Allemaal producten die de bij de grote meerderheid passen en het daar
ook heel goed doen. Dat zie je terug in de cijfers. Maar pas op: hier kan
de wet van de remmende voorsprong in werking treden. Trends komen
immers via trendsetters en die gaan op dit moment echt aan de exoti-
sche keukens. Niet dat ze geen aardappel meer willen. Niet dat ze geen
Italiaans meer willen. Integendeel. Ze willen alleen geen slappe pasta
meer met een tomatensaus. Ze willen ‘bite’ – textuur is de nieuwe smaak
– en ze willen groen en geel proeven in plaats van rood. Dat wil zeggen:
verse groenten, verse kruiden en citroen in plaats van de tomaat, die in
de supermarkt synoniem is voor Italiaans.
Doe je daar niks mee, dan komt het trendpatroon in werking en dat
betekent dat exotisch een deel van het Italiaanse schap gaat afsnoepen,
voor zover dat niet al gebeurt. De opkomst van exotische keukens staat
volgens mij nog maar aan het begin. Dat maakt koken en eten straks
alleen maar leuker, maar niet per se makkelijker voor ‘de worp’ in de
supermarkt. ■
‘Wereldkeukens’ en minder gedoe
EU en VS praten
over gebleekt
kippenvleesBegin deze maand zijn in Washington de gesprek-
ken tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie
begonnen over een vrijhandelszone tussen VS en EU.
De onderhandelingen, die naar verwachting meer
dan een jaar zullen duren, moeten ’s werelds grootste
vrijhandelszone opleveren en moet zowel in de Ver-
enigde Staten als in Europa voor een flinke economi-
sche impuls zorgen.
Het te sluiten pact – officieel Transatlantic Trade and
Investment Partnership (TTIP) – moet belemme-
ringen voor de onderlinge handel wegnemen en aan
beide kanten van de Atlantische Oceaan de economi-
sche groei aanjagen. Er worden honderdduizenden
nieuwe banen in het vooruitzicht gesteld en een
voelbare stijging van het reële BBP per persoon.
Vanuit diverse geledingen wordt er echter op gewezen
dat de TTIP vooral de Amerikaanse belangen dient.
Zo zouden de Amerikanen vast van plan zijn om
op het gebied van levensmiddelen nu eindelijk de
Europese markt open te breken. Volgens een groep
van samenwerkende Europese maatschappelijke
organisaties is de zorgvuldig opgebouwde Europese
consumentenbescherming in het geding. Zij waar-
schuwen voor de komst van met bleekmiddel ont-
smet kippenvlees, gekloond rundvlees en allerhande
genetisch gemodificeerde landbouwproducten naar
de schappen van Europese supermarkten. ■
ieder geval tijdelijk, totdat substantiële groei bewerk-
stelligd is.”
Er blijkt een winstparticipatieregeling in de maak
te zijn. Maar, zegt Van Willigenburg, “laat mensen
vooral maar solliciteren omdat ze met écht eten bezig
willen zijn.”
En er blijkt nog een tweede vacature te zijn: nog een
(senior) category manager.■
48-49 Promokoper-Ammerlaan 49 16-07-2013 10:38:38
50 FoodPersonality juli/augustus 2013
‘Eigenlijk heeft Bolletje alles mee’Er is eindelijk duidelijkheid bij Bolletje. Het Duitse Borggreve is de nieuwe eigenaar,
terwijl Bolletje als zelfstandige business unit blijft bestaan. En naast de succesvolle
merkoperatie biedt dit het bedrijf nu ook de mogelijkheid om zijn private label
verder te ontwikkelen.
Met de overname van Bolletje door ‘collega-
bakker’ Borggreve is een eind gekomen aan een
overnameproces van tweeënhalf jaar. De voor-
genomen overname door Continental Bakeries
stuitte uiteindelijk op te veel bezwaren van de
NMa. “Dat was een vervelende uitkomst, maar
ik ben blij dat we vervolgens met Borggreve in
slechts vijf maanden tot een integrale overname
zijn gekomen”, legt commercieel directeur Jan van
Veldhuizen uit. Niet alleen omdat er nu – zowel
intern als extern – duidelijkheid is, maar ook
omdat Bolletje en Borggreve complementair zijn;
de twee bedrijven hebben elkaar wat te bieden.
Borggreve is vooral een private label-aanbieder
op de Duitse markt, terwijl Bolletje een merkspe-
ler is op de Nederlandse markt met een gerichte
invulling van private label. Van Veldhuizen: “De
gesprekken over hoe we het allemaal gaan doen
lopen nog, maar duidelijk is wel dat er organisa-
torisch twee bedrijven blijven bestaan; Bolletje
blijft een zelfstandige entiteit. Borggreve wil van
de merkoperatie van Bolletje leren en gaat voor
groei, niet alleen in Nederland en Duitsland.
Verbreding bestaansrechtWat de overname verder bijzonder maakt is dat
zowel Borggreve als Bolletje familiebedrijven zijn
en hemelsbreed maar 30 kilometer van elkaar
liggen. “Beide zijn van oudsher beschuitverkopers
en de families kennen elkaar al zo’n 40 jaar. Dat is
wel uniek”, aldus Van Veldhuizen.
En de markt, wat vindt die eigenlijk van de over-
name? “Die zijn vooral blij met de duidelijkheid”,
aldus manager trade marketing & sales support
Geert-Jan Zandbergen. “Daarbij komt dat Borg-
greve al voorzichtig actief is op de Nederlandse
markt met private labels. Ze hebben contact met
een paar belangrijke partijen en hebben daar al
een positie opgebouwd. De reacties uit die hoek
zijn zonder meer positief.” Verder ziet de markt
de overname vooral als een verbreding van het
bestaansrecht en daar is men volgens Zandbergen
blij mee. “Bij partijen die Borggreve kennen merk
je dat er een zekere geruststelling is over hoe ze
met het merk zullen omgaan.”
Succesvolle nieuwe strategieDat merk ontwikkelt zich dan ook ronduit
positief. Van Veldhuizen: “In die zin is er ook he-
lemaal geen noodzaak om de boel om te gooien,
integendeel zelfs.” Het bedrijf kent een lange
historie (1867) en sinds de jaren vijft ig is daar
de merknaam Bolletje aan toegevoegd. “Bolletje
is een van de bekendste merken van Nederland.
In de lijstjes met bekende merken staan we als
relatief kleine speler steevast in de top-5! Uit on-
derzoek weten we ook dat ons merk als een van
de weinige geen negatieve associaties oproept.
Bolletje, dat is de Hollandse bakker die bij veel
mensen een glimlach oproept en dat zeker niet
alleen om nostalgische redenen. Eigenlijk heeft
dit merk alles mee.”
En liet Bolletje in de periode 2000-2009 een be-
perkte tot vlakke ontwikkeling zien, sindsdien is
het merk op basis van een nieuwe strategie in de
kern met bijna 40% gegroeid. Die strategie houdt
in dat Bolletje het accent legt op twee kernseg-
menten: ontbijt en seizoen (Sint). Zandbergen:
“Beide segmenten groeien evenredig, terwijl onze
koekjes en zoutjes vrijwel stabiel zijn binnen ons
portfolio. We brengen in onze kernsegmenten
de laatste jaren veel innovaties en communice-
ren die heel consistent. Als middelgroot bedrijf
beschikken we over beperkte middelen, dus
moeten we slim opereren. We maken daarom
gebruik van een vast communicatiegrid. Die is in
onze commercials te herkennen aan de bakkerij
waaraan we dan een boodschap met een knipoog
toevoegen.” Van Veldhuizen: “Daarbij zoeken we
soms wel het randje op, maar we waken ervoor
om er niet overheen te gaan. We moeten altijd de
sympathie van de consument behouden.”
Lekker met een goed gevoelMet de forse groeicijfers binnen de ontbijtgroe-
pen is Bolletje in een aantal jaren tijd in omzet
nagenoeg verdubbeld. De ontbijtmarkt als totaal
kent al een behoorlijke groei en Bolletje groeit
daarbinnen nog aanzienlijk harder. Zandbergen:
“De groei zit in de variatie, niet zozeer in het
ontbijtmoment zelf. Maar ‘ontbijt’ is zeker een
aantrekkelijke markt om in te opereren. Ontbijten
roept positieve associaties op en je hebt het veelal
over natuurlijke producten. Dat straalt ook op
Bolletje af. Onze rol – het bieden van variatie bij
het ontbijt – vullen we de laatste jaren nadrukke-
lijker en met een steeds breder aanbod in.”
Zo slaagde Bolletje erin om binnen korte tijd
een stevige positie te veroveren in knäckebröd.
Geen grootse innovatie, maar wel net anders
dan het bestaande aanbod en afgestemd op de
Nederlandse consument; brosser, per vier verpakt
en het product zichtbaar in de verpakking. De in-
troductie van Oerknäck (FoodAward 2013, red.)
bleek daarbij nog eens de overtreff ende trap van
Mediaondersteuning, nu en toen. De Bolletje-commercials maken gebruik van een vast stramien met steevast een boodschap met een knipoog. Uiterst herkenbaar, maar soms ook op het randje…
50-51 ADVO Bolletje 50 15-07-2013 17:32:58
51FoodPersonality juli/augustus 2013
De Sint komt er weer aan!
Nee, de Sint komt dit jaar niet eerder dan anders,
maar bij Bolletje staat het Sintseizoen toch al
voor de deur. Voor de supermarkten duurt het in
feite ook al niet meer zo lang (september/okto-
ber) voor het eerste Sint-assortiment instroomt.
Bij Bolletje is ‘seizoen’ een van de twee kernseg-
menten en goed voor een relevant deel van de
omzet. Zandbergen: “Vorig jaar hebben we een
pilot gedraaid met een seizoensprogramma dat
voor meer aandacht en sfeer op de winkelvloer
zorgt. Dat willen we dit jaar verder uitrollen.”
Naast de ontbijtmarkt is seizoen/Sint voor Bol-
letje een echte groeimarkt waarin het nog veel
kansen ziet.
waardegroei. “Groeien in waarde en volume met
doordachte introducties rond het thema ‘lekker
met een goed gevoel’, dat is het spel dat we spelen.
Ons nieuwe boerenbeschuit is daar ook een mooi
voorbeeld van. Maar ook het renoveren van het
bestaande assortiment heeft nadrukkelijk onze
aandacht”, aldus Zandbergen.
OntbijtexpertBolletje daagt daarmee gevestigde namen uit in
segmenten als knäckebröd en ontbijtkoek. Van
Veldhuizen: “We doen het ook alleen wanneer
we 100% overtuigd zijn van ons product. We
kennen de Nederlandse smaakvoorkeur als geen
ander. Daarbij komt dat de handel doorgaans
blij is met een stevige nummer twee in de
markt. We merken dat onze afnemers blij zijn
met onze initiatieven. Gezien het succes van die
initiatieven hebben we inmiddels veel goodwill
opgebouwd. Als marktleiders te beschermend
worden, dan ontstaan voor ons de kansen. Ik zie
er nog genoeg.”
Het feit dat Bolletje nu actief is in beschuit,
knäckebröd en ontbijtkoek betekent ook dat
het dieper kan gaan in onderzoek en in het
ontwikkelen van schappenplannen. “We hebben
hier inmiddels meer kennis opgebouwd dan
je bij andere partijen zult aantreffen. Bolletje
ontwikkelt zich tot categoriespecialist, tot
ontbijtexpert. En ook daarin willen we zeker
nog stappen zetten”, aldus Zandbergen. Dat
Bolletje door de overname door Borggreve nu
ook private labels kan aanbieden past prima in
die ontwikkeling. Van Veldhuizen: “Dat zien we
inderdaad als voordeel, juist omdat we op het
gebied van private label ook onze kennis van de
smaakvoorkeur en behoeften van de Nederland-
se consument kunnen toevoegen. Voor zowel
merk als huismerk bieden we daarmee lokale
specialisatie. Dat kunnen lang niet alle partijen
in deze markt zeggen.”
Het Bolletje-assortiment in de nieuwe uitstraling.
Jan van Veldhuizen (commercieel directeur) en Geert-Jan Zandbergen (manager trade marketing & sales support). (Foto: Rob Elsjan)
Blik naar buitenToen Bolletje in 2009 het roer omgooide en een
nieuwe strategie ging volgen, werd het geholpen
door zes mensen van buiten de organisatie. Er-
varen mensen uit de bureauwereld en van andere
A-merkartikelfabrikanten. De strategie die in
samenspraak met deze groep werd ontwikkeld is
nog altijd leidraad voor Bolletje. Van Veldhuizen:
“De contacten zijn er nog steeds. Het geeft ook
aan wat voor bijzondere positie Bolletje inneemt
dat deze mensen zoveel tijd en energie in Bolletje
hebben geïnvesteerd.” Die strategie heeft er tevens
voor gezorgd dat Bolletje een open organisatie is
geworden, aantrekkelijk voor mensen van buiten.
In de commerciële organisatie zitten nu zes mensen
met relevante A-merkervaring bij multinationals.
Van Veldhuizen: “We zijn een relatief klein bedrijf.
Dat betekent ook minder geld, en minder systemen.
Maar dit is ook een bedrijf waar veel kan en mag.
We gaan hier in 12 maanden van idee tot concreet
product in het schap. Dat vraagt om een bepaald
type mensen. 100% gescheiden disciplines kennen
we hier niet; we zijn hier allemaal multidisciplinair,
gewoon omdat het moet. ■
50-51 ADVO Bolletje 51 15-07-2013 17:33:03
52FoodPersonality juli/augustus 2013
FOOD RETAIL IN DE VS:
Trader JoeErik Hemmes maakte héél veel foto’s van formules uit Texas en Oklahoma. Deze
maand: Trader Joe.
Door: Gé Lommen Foto’s: Erik Hemmes
In de stad Plano, in de buurt van de bekende
Texaanse stad Dallas, bezocht Erik Hemmes van
Erik Hemmes\Trade Marketing Services deze
Trader Joe-vestiging. Niet echt groot voor een
Amerikaanse supermarkt, en dat is ook typisch
Trader Joe: de cultformule van het Amerikaanse
supermarktlandschap. Met de hand geschreven
informatie, beelden in de vorm van ‘comics’,
Amerikaanse striptekeningen dus, en personeel
met hawaïoverhempies. 2.500 artikelen die al-
lemaal géén A-merk zijn, maar alleen te koop
bij Trader Joe. En vaak producten die voor een
doorsnee-Amerikaan bijzonder zijn. Maar wacht
even, weer andere bronnen op internet beweren
dat Trader Joe inmiddels 4.000 sku’s in het assor-
timent heeft. Bovendien klopt het niet dat Trader
Joe alleen maar eigen merken verkoopt. Hemmes
zag tijdens zijn winkelrondje kaas van Old Am-
sterdam, Babybel, bier van Duvel, Claustaler, Chi-
may en champagne van Veuve Clicquot en Piper
Heidsieck en de mousserende wijn Freixenet.
Trader Joe omvat inmiddels bijna 400 vestigin-
gen, in dertig staten van de VS. Het bedrijf maakt
z’n omzet niet bekend, de schattingen lopen uit-
een van € 4,4 miljard tot € 6,6 miljard. Dat laatste
wagen we te betwijfelen. De schattingen komen
van verschillende bronnen, zoals Planet Retail, en
Welkomstbord bij de ingang in typische knipoogstijl van Trader Joe: “ We got here as soon as we could.” In Plano is dat, een stad in Texas. Dit beeld is helemaal in de stijl van het Wilde Westen, met postkoetsen die wel eens beroofd werden. Dus: de postkoets Trader Joe brengt waardevolle spullen van heinde en verre. Precies wat oprichter Joe Coulombe midden jaren zestig voor ogen stond.
52-55 Hemmes 52 12-07-2013 15:34:39
53FoodPersonality juli/augustus 2013
de verschillen komen ook voort uit het jaar waar
we het over hebben en de schommelingen in de
wisselkoers dollar-euro.
Hemmes heeft zelf nog het een en ander nage-
rekend, op grond van zijn uitgangspunten. Stel,
een Trader Joe heeft gemiddeld 800 m2 vvo en
een omzet per m2 per week van € 200, waarbij we
Trader Joe het voordeel van de twijfel geven met
een hoge schatting voor de branche in de VS, dan
nog, aldus Hemmes:
“Dat is dan € 160.000 gemiddeld, per week per
winkel, x 52 weken = € 8,3 miljoen, x 400 winkels
= € 3,3 miljard. Dat is nog altijd een kwart min-
der dan die € 4,4 miljard. Ik vind die schattingen
die op internet voorbijkomen, dus aan de hoge
kant.”
Trader Joe is in handen van Aldi Nord, en dat is
meteen het gekste aan de formule. We schreven
er een jaar geleden al over (FoodPersonality juni
2012): Trader Joe is opgericht door de Califor-
niër Joe Coulombe, in 1967. Hij startte – zoals
gebruikelijk – één winkel, in Californië. Maar in
1979 – en inmiddels 23 winkels verder – verkocht
hij zijn keten aan Theo Albrecht. De (inmiddels
overleden) eigenaar van Aldi Nord zocht een
belegging voor een deel van zijn vermogen en
kocht Trader Joe. Pertinent níet om er Aldi van
te maken. Zijn broer Karl Albrecht was drie jaar
eerder de VS binnengevallen, om er met zijn
formule Aldi Süd te beginnen. Ook door een re-
gionaal klein ketentje op te kopen, in dit geval in
Iowa. Aldi Nord-broer Theo wilde daar geen Aldi
Nord-variant tegenoverstellen, maar kon toch
ook het pionieren in de VS niet laten. Aldi Süd is
inmiddels veel verder uitgebouwd dan Trader Joe.
Aldi Süd heeft vandaag de dag zo’n 1.200 filialen
in de VS, de omzet wordt op ongeveer € 6 miljard
geschat.
En nu terugkomend op die omzet van Trader
Joe: als Aldi Süd in de VS met 1.200 vestigingen
ongeveer € 6 miljard jaaromzet draait, dan is
het nog aannemelijker dat Trader Joe dan met
eenderde van dat aantal geen € 6,6 miljard draait,
maar altijd € 4,4 miljard of die € 3,3 miljard waar
Hemmes op duidt.
Goed, Trader Joe is dus Aldi Nord. En hoewel
oprichter Coulombe nog jaren na de verkoop
aanbleef, werden hij en Theo Albrecht bepaald
niet elkaars beste maatjes. Over het overname-
bedrag heeft Coulombe nooit geklaagd, maar
hij heeft naderhand in de Amerikaanse media
wel afgegeven op Aldi: veel te strak geleid, geen
ruimte voor individuele inbreng, veel te sober,
veel te veel een ‘poor man’s store’, om met Trader
Joe te vergelijken. Coulombe bleef nog zo’n
negen jaar aan Trader Joe verbonden, maar had
er al snel genoeg van om in een Aldi-cultuur te
opereren. Je ontkomt niet aan de indruk dat ofwel
Coulombe zich te weinig in de Aldi-cultuur heeft
verdiept om te beseffen aan welk bedrijf hij zijn
eigen keten verkocht, ofwel Albrecht en de zijnen
hebben de afspraak om zich niet met de formule
te bemoeien, met voeten getreden.
Om in de gedachte van Coulombe te blijven:
Trader Joe is inderdaad in velerlei opzicht het
tegenovergestelde van Aldi. Toen Coulombe
met Trader Joe begon, stond hem voor ogen dat
Amerikanen – die toen wat reislustiger werden
– in zouden zijn voor meer buitenlandse smaken
en producten. Dat moest de basis worden voor de
Trader Joe-formule: geen reguliere supermarkt,
maar een winkel die prikkelt en probeeraankopen
en andere verkoopimpulsen opwekt. Vandaar ook
de benaming ‘trader’, handelaar. Vandaar ook de
winkelmedewerkers die aanvankelijk in hawaï-
blousen rondliepen.
Vooral de marketingcommunicatie werd onder-
scheidend. De folder van Trader Joe heet bijvoor-
beeld de ‘Fearless Flyer’ (flyer is het Amerikaanse
Hemmes: “Ik was in de buurt en hoorde dat dit een
spiksplinternieuwe Trader Joe is, dus die wilde ik
graag bekijken. Maar van de andere kant begrijp
ik eigenlijk niet wat mensen uit de levensmidde-
lenbranche nu zo boeit aan Trader Joe. Voor Ame-
rikanen is het weliswaar een bijzondere formule;
beperkt vvo, overzichtelijk assortiment, verrassend
lage prijzen en een typische, eigen sfeer, vaak ook
lokaal bepaald. Maar ik kan er tegelijkertijd ook
niet meer van maken dan een schouderophalend
‘leuk’. En ergens heeft het ook wel iets weg van de
nieuwste Lidls in ons land.”
Nou, dat treft dan. Want Lidl wil naar de VS. Ko-
men ze daar Trader Joe tegen. En Aldi.
“Trader Joe creëert vooral sfeer door de ‘sprookjes-
achtige’ beelden aan de wanden, die je overal in
deze winkel ziet”, aldus Hemmes. “Verder zien we
veel handgeschreven teksten in diverse kleuren,
op zwarte krijtborden. Ook de prijskaartjes zijn
met de hand geschreven. Toch is de winkel ook
rustig, doordat afprijzingen ontbreken. En de
zwarte koeling die we zien, laat producten goed
naar voren komen.”
Wat we hier zien, is in elk geval in niets meer een
winkel met wortels in het hippiedom van Califor-
nië jaren zestig. Hemmes zegt ‘Lidl’. Wij zeggen:
haal die sfeerplaten weg en je hebt een winkel met
suffe koven, systeemplafond etc.
Tegelijkertijd zeggen we erbij: die sfeerbeelden zijn
wel apart. We zijn in Plano, Texas, en we zullen
het weten ook. Beelden van het zuiden van de VS,
landhuizen met galerijbalkons, verzonken onder
bomen, en veel grond eromheen. Gone with the
wind en dat soort films.
We zijn in Plano, zeiden we, en dat is dicht bij de
‘Southfork’-ranch, die van de destijds immens
populaire tv-serie Dallas.
52-55 Hemmes 53 12-07-2013 15:34:41
54FoodPersonality juli/augustus 2013
woord voor folder). Een woordspeling: ‘fearless
flyer’ staat voor piloten en andere vliegtuigbeman-
ningsleden die met doodsverachting bijvoorbeeld
een missie uitvoeren in oorlogstijd, zonder angst
voor vijandige aanvallen. Dat werd dus de folder
zonder angst bij Trader Joe. Om in de beeldspraak
te blijven: passend bij een formule die bijzonder
eten en drinken van veraf naar huis brengt.
Aan de andere kant, Trader Joe is wel degelijk
vergelijkbaar met Aldi: een veel beperkter aanbod
en kleinere vvo’s dan de reguliere Amerikaanse
supermarkt. Trader Joe was aanvankelijk net als
Aldi een een aanvullende formule voor de Ameri-
kaanse consument en probeerde gaandeweg vanuit
die functie een meer primaire functie te vervullen,
met meer aanbod. Daarom schommelen we in dit
artikel ook over dat aantal sku’s in een Trader Joe:
2.500? 4.000? Dat laatste zou kunnen.
Trader Joe is echter nooit een Aldi-kopie gewor-
den. De communicatie met allerlei fratsenmakerij
is gebleven. De medewerkers dragen vandaag
de dag niet allemaal nog hawaïhempies, maar
ook niet het winkeluniform zoals we dat van alle
formules kennen. De filiaalleider is er nog steeds
‘captain’, aanvoerder dus. In de winkel hangt
ergens een bel met een klepel, daar trekken de
medewerkers aan om dan klanten te attenderen
op voordeeltjes of andere boodschappen – en
roepen dat dus hardop in de zaak; verlegen of
kopschuw zijn is geen pre voor iemand die bij
Trader Joe aan de slag wil. Ooit plaatsten we een
foto van een klant die in de rij voor de kassa staat
en die een bord vasthoudt met ‘end of line’ erop,
dus medewerkers vragen aan klanten om zoiets
vast te houden, we bedoelen maar.
Wél weer een overeenkomst: zoals in Duitsland
Aldi-fans bij bijvoorbeeld de koffie van Aldi, de
chocola, de wijn enzovoort zweren, zo heb je ook
in de VS Trader Joe-fans. En die zweren bijvoor-
beeld bij de wijn van Trader Joe, van leverancier
Charles Shaw. Californische wijn, met een prijs-
kwaliteitverhouding zoals we die hier ook perci-
piëren bij wijn van Aldi en Lidl. De wijnen van
Charles Shaw zijn zo bekend dat ze in de VS een
bijnaam hebben: ‘Two Buck Chuck’. Two buck is
twee dollar, Chuck is de vaak gebruikte roepnaam
van Charles. De wijn bij Trader Joe was altijd 1,99
dollar de fles. Op een van de foto’s zien we echter
dat de wijn inmiddels 2,99 kost.
Trader Joe wekt hoe dan ook verbazing en roept
vragen op, ook in de sector zelf. Herhaaldelijk
hebben Amerikaanse media erop gewezen dat
de vloerproductiviteit van de formule beduidend
hoger is dan het gemiddelde – nou ligt die in de
VS best laag (veel ketens barsten van de vierkante
Trader Joe heeft fans. En dat is vooral om z’n assortiment en z’n prijspeil. Dan
is het niet gek dat de formule een hoekje heeft met nieuwe, eigen introducties.
Wel opmerkelijk: in principe elke week wel een nieuw product. Trader Joe sti-
muleert probeeraankopen. En gebruikt ook vaak de term ‘shopping adventure’.
Ook weer hier; binnengevlogen door de ‘fearless flyer’, de piloot zonder angst.
Zelfde betekenis als de postkoets.
Trader Joe stond lange tijd bekend om z’n personeel in hawaïtenue, maar
inmiddels is het gewoon een blauw T-shirt, met het logo van klavertje vier.
Daarboven weer een Trader Joe-grapje. Texaans rund tegen een rustende
cowboy: ‘Zo kom je d’r nóóit!’ Bij Trader Joe dan.
Hier staat de in de VS
legendarische ‘two
buck chuck’. De wijn
van Charles Shaw, van
Trader Joe, en altijd
voor een prijs van twee
dollar… tenminste,
dát is het bekende ver-
haal van de bekende
wijn van Trader Joe.
Maar: hier zien we dat
dat ‘two buck chuck’
inmiddels achterhaald
is: het zou ‘three buck
chuck’ moeten zijn.
Wijn is sowieso een
flinke categorie bij
Trader Joe. Een typisch
discounterskenmerk.
Hemmes: “Tot mijn
verbazing zie ik ook
wijnen van 20, 25 en
zelfs 33 dollar liggen!”
52-55 Hemmes 54 12-07-2013 15:34:46
55FoodPersonality juli/augustus 2013
meters). Volgens Hemmes: doorgaans de helft
lager dan in ons land. Trader Joe zou zich daar-
aan onttrekken.
Trader Joe is ook een soort lieveling van Ameri-
kanen die het wel zo’n beetje gehad hebben met
de eindeloze gangpaden met dkw. Wie al het
andere overkill vindt, gaat hierheen.
Dat wil echter niet zeggen dat Trader Joe onom-
streden is. Bijvoorbeeld: het anti-vakbondsbeleid.
Dat weegt in de VS zwaarder dan hier. Nu zijn
er wellicht klanten genoeg die vakbonden maar
achterhaald vinden, en er zijn vast klanten
genoeg die vinden dat het prima is dat Trader Joe
meer betaalt dan de vakbonden, dus waar hebben
we het over? Maar er zijn ook consumenten die
vinden dat ‘meer betalen’ niet afdoende is. Kom
bij Amerikanen niet aan met ‘socialism’, maar het
recht om je in een vakbond te verenigen is voor
veel Amerikanen een onderdeel van individuele
bewegingsvrijheid. Wie dat niet toestaat, plaatst
zichzelf in een verdachte hoek.
Bovendien zullen er vast onder dat Trader Joe-
publiek consumenten zijn die beseffen dat de
formule van Aldi is: een gesloten, niet communi-
catief bedrijf. Meer dan in ons land wellicht heeft
de ‘voedselbeweging’ (Michael Pollan, Marion
Nestlé etc.) voeten aan de grond gekregen. Ook
onder Trader Joe-consumenten, die het over-
aanbod afkeuren, speelt niet alleen de vraag
‘hoeveel geld ben ik kwijt?’, maar ook ‘hoe stem
ik met mijn uitgaven?’. Een groot verschil met
de Nederlandse of Duitse Aldi-klant die puur op
prijs koopt en het verder allemaal niet interes-
seert waar dat vandaan komt en wie er winst
maakt op zijn aankopen. En het lastige daarbij is
voor Trader Joe dat het net zo min communiceert
als Aldi. Nee, Trader Joe is nog lang geen Whole
Foods Market.
En dan kan het ook niet anders dan dat Trader
Joe de laatste jaren onder vuur is komen te liggen.
Bijvoorbeeld over de verdeling van inkomsten
binnen de voedselketen. Een lageprijzenformule
roept uiteraard vragen op, bij bewegingen als
‘Fair Food’, dat mogelijk misbruik van marktpo-
sities onderzoekt en nagaat in hoeverre bijvoor-
beeld mensen uit de primaire sector voldoende
inkomsten hebben. Een verdelingsvraagstuk dat
ook in onze sector geregeld aan bod komt.
Ook is de grotere roep om informatie over de
herkomst van een product een lastige voor Trader
Joe. Waar komt je biologische melk vandaan en
hoe biologisch is die dan? Hoe zit het met je vis-
vangst? Als je vanwege de concurrentie niet wilt
vertellen waar je al die artikelen vandaan hebt,
onthou je ook je eigen klanten informatie. En
maak je jezelf omstreden. Want wie zwijgt, wekt
wantrouwen. ■
Quizvraag: wie probeert hier de kaas (het gewenste goud) om te wisselen met een zak zand? Antwoord: Trader Joe. Zijn logo staat op die zandzak. Maar de echte quizvraag is natuurlijk; wie doet dat in een film, en hoe heet die film? (Reacties: zie achter in dit blad in het colofon of mail [email protected]. De eerste drie met een goed antwoord krijgen een artikel van Trader Joe van de redactie van dit blad. Erewoord! Gaan wij kijken of behalve Aldi Duitsland inmiddels ook Aldi Nederland Trader Joe-artikelen heeft…)
Dit is wel een rare boodschap: wie de privatelabelproducten van Trader Joe koopt, is goedkoper uit en krijgt minder ‘preservatives and artificials’ binnen. Dat is nogal een claim waar Trader Joe mee zwaait.
Aan de kassa: hoogwaardig uitziende chocoladevarianten van Trader Joe. Met 70% cacao. Hemmes: “Zo’n variant als ‘Specu-loos Cookie Spread Dark Chocolate, die wekt bij mij wel een impuls op. Binnenkort verkrijgbaar bij Aldi in ons land?”
‘Preston Park’ is de locatie van deze Trader Joe. Eigenlijk ‘Preston Road’, maar een kniesoor die daarop let. ‘Waar prijs en kwaliteit elkaar kruisen.’
De kassa’s: kassameubels in hout, opvallend. Zonder transportband. Hemmes: “Op de manier waarop natuurwinkels dat doen. Kassamede-werkers staan, ze zijn dus op gelijke hoogte als de klant. Dat zien we vaker in de VS.”Links op de foto nog een voor de supermarktwe-reld bekend Trader Joe-ding: de klok met klepel. Medewerkers luiden de bel als ze de klanten iets te melden hebben. Een reclame, afprijzing, noem maar op.
Allemaal voorverpakte stukkies, maar wel van de hele wereld. We zien zelfs voor ons rare combina-ties van ‘Gouda & wasabi’. Hemmes: “In deze koe-ling vinden we ook de A-merken Old Amsterdam en Babybel.” Dat zou inhouden dat Trader Joe zich profileert als een discounter met een uniek assorti-ment, maar ook A-merken binnenhaalt.
Hemmes: “Wat wij van een Aldi kennen: een vrieskist met producten erbovenop. Dkw-artikelen die bij be-paalde diepvriesartikelen horen, cross-selling dus. Maar Trader Joe doet dat heel anders, stapelt het tegen de wand op.”
52-55 Hemmes 55 12-07-2013 15:34:50
56FoodPersonality juli/augustus 2013
DE MENSELIJKE MAAT VAN MONDRAGÓN
De werknemerscoöperatie achter EroskiWat hebben de Spaanse super- en hypermarkten van Eroski met nanotechnologie te
maken? Of met ruimtevaarttechniek? Op het eerste gezicht niets, maar als je dieper
graaft, alles. Eroski is onderdeel van de Mondragón Corporation, een Spaans-Baskisch
conglomeraat van coöperaties waarvan de werknemers de eigenaars zijn, de topman
slechts zes keer het basissalaris verdient en waar hightech-onderzoek, innovatie, inter-
nationale expansie en samenwerking de bedrijven crisisbestendig dienen te maken.
Door: Pascal Kuipers Foto’s: archief FoodPersonality
Mondragón is een mirakel. Omdat deze Baski-
sche arbeiderscoöperatie in 1956 werd opgericht,
ondanks de dictatuur van generaal Franco die in
die jaren op zijn hoogtepunt was. Maar ook om-
dat Mondragóns model van de menselijke maat
deze multinational door de diepe economische
recessie in Spanje loodst.
Zijn naam ontleent de coöperatie aan het plaatsje
Mondragón in Spaans Baskenland. Daar vestigde
de geestelijke José Maria Arizmendiarrieta in
1956 de eerste arbeiderscoöperatie. Een democra-
tisch bedrijf. Van, voor en door de medewerkers
die allen mede-eigenaar zijn. Dat dit in 1956
werd toegestaan, is op zich al een mirakel. Want
Arizmendiarrieta was verklaard tegenstander
van de Spaanse dictator Francisco Franco, die in
die jaren op het hoogtepunt van zijn macht was.
Franco had niets op met socialisme, democratie
en al helemaal niet met regionalisme. Voorstan-
ders van afscheiding in de Noord-Spaanse regio’s
Galicië, Catalonië en Baskenland werden door
Franco onder de knoet gehouden.
ZelfvoorzienendMondragón ontstond in een vijandig klimaat en
wist zich daarin staande te houden. Door zoveel
mogelijk zelfvoorzienend te zijn, onafhankelijk
van de buitenwereld. Waar behoefte aan was,
dat werd door Mondragón zelf gemaakt. In
allerlei fabrieken – gefinancierd door de eigen
coöperatieve bank Caja Laboral – die als nieuwe
coöperatieve loten ontsproten aan die ene stam,
Mondragón. De coöperatie stimuleerde ook
actief innovatie in het eigen onderzoekscentrum
dat Arizmendiarrieta opzette om niet afhanke-
lijk te zijn van Amerikaanse, Japanse of Duitse
technologie. Zo ontstond een conglomeraat aan
werknemerscoöperaties dat zich in weerwil van
de vijandige buitenwereld wist te handhaven en te
groeien. Dit is bepalend voor het dna van Mond-
ragón, dat zich – op basis van een democratisch
coöperatief ondernemingsmodel – voortdurend
aan de veranderende omstandigheden kan
aanpassen. Ook in de 21e eeuw blijkt Mondragón
goed bestand tegen het slechte economische
klimaat dat vele bedrijven in Spanje inmiddels de
kop heeft gekost.
Inleg: € 15.000 per lidIn het stadje Mondragón, waar de gelijknamige
arbeiderscoöperatie nog steeds zijn thuisbasis
heeft, wonen tegenwoordig zo’n 24.000 mensen,
die in meerderheid in een van de ongeveer 120
coöperaties werken. De coöperatie Mondragón is
inmiddels uitgegroeid tot een multinational met
256 dochterbedrijven (inclusief de 120 coöpera-
ties) in bijna alle uithoeken van de wereld – daar
komen we zo meteen nog op terug – en samen
levert al de bedrijvigheid ruim 80.000 fulltime-
arbeidsplaatsen op. Ruwweg 40% hiervan wordt
ingevuld door de leden van de coöperatie. Als
lid – ‘socio’ geheten – legt elk van de medewer-
kers bij indiensttreding € 15.000 in, en wordt zo
mede-eigenaar. Mondragóns financiële divisie
beheert het kapitaal en als de medewerker met
pensioen gaat, betaalt Mondragón het bedrag met
rente weer terug.
Een opmerkelijk gestileerde pui van een Eroski-hypermarkt.
Een gangpad vol Basken: openingsdag van een Eroski-hypermarkt.
Het medewerkersteam van een ‘Eroski City’ in Bilbao: de buurtvariant, die tegelijk de formule voor franchisers is. Dat zijn dan niet per se leden van Mondragón.
56-58 Eroski 56 12-07-2013 15:35:33
57FoodPersonality juli/augustus 2013
Als mede-eigenaar heeft elke socio één stem in de
overlegstructuur van de bij Mondragón aange-
sloten coöperatie waar zij of hij werkt. De kracht
zit hem in de bundeling van de coöperatieve
vermogens onder één centrale regie, waarbinnen
de coöperaties samenwerken. Daarover gaat het
hoogste beslissingsorgaan van Mondragón, het
‘coöperatieve congres’, waarin elke coöperatie
een afvaardiging heeft (zie kader ‘de operatie &
organisatie van Mondragón’).
‘Inter-coöperatie’Het lidmaatschap en de inleg van € 15.000 is voor
elke socio een investering in zekerheid. Want
Mondragón heeft als principe dat geen enkel
lid van de coöperatie ooit zijn baan verliest. Dat
doet Mondragón door zowel financieel kapitaal
als menselijk kapitaal van de ene naar de andere
coöperatie te verschuiven. ‘Inter-coöperatie’ heet
dat bij Mondragón, ofwel samenwerking tussen
verschillende coöperaties in een groter verband.
Reguliere bedrijven voeren in tijden van eco-
nomische tegenwind reorganisaties en massa-
ontslagen door. Bij Mondragón zijn de meest
ingrijpende maatregelen het besluit om mede-
werkers van een slecht presterende coöperatie
over te plaatsen naar een coöperatie die het beter
doet. Of – de andere extreme ingreep – loonver-
mindering, om zo de financiële positie van de
coöperatie te verbeteren. Maar voor dat besluit is
een meerderheid nodig. Even zo goed, alles beter
dan je baan verliezen in het door de crisis zo hard
getroffen Spanje, is het credo. Democratie en
solidariteit, die ook de bedrijfstop belijdt. Want
het topmanagement van de coöperaties verdient
gemiddeld 4,5 keer het basissalaris. De hoogste
bestuurder van Mondragón, Txema Gisasola,
verdient zes keer dit salaris.
Ter vergelijking: Ahold-topman Dick Boer
toucheerde in 2011 volgens onderzoek van
bureau Berenschot en Elsevier 130 keer het loon
dat caissières en vakkenvullers bij Albert Heijn
verdienen. In 2012 kwam zijn beloning – ditmaal
volgens onderzoek van de Volkskrant – uit op 84
keer het gemiddelde Ahold-salaris.
Investeren in innovatieDit is geen waarde-oordeel, maar een feitelijke
constatering die de menselijke maat bij Mond-
ragón illustreert. “Het is niet onze missie om geld
te verdienen. Ons doel is, om welvaart binnen de
samenleving te creëren.” Dat zei Mikel Lezamiz,
bij Mondragrón in het bestuur verantwoordelijk
voor uitbreiding van de coöperatieve werkwijze,
vorig jaar in een interview met de Amerikaanse
nieuwsdienst ‘Democracy Now!’. Liefst 90% van
de winst investeert Mondragón weer in de eigen
organisaties. Om coöperaties te steunen die het
moeilijk hebben. Of om coöperaties die juist wil-
len uitbreiden en investeren, van het benodigde
kapitaal te voorzien. En door Mondragóns on-
derzoeksdivisie financieel mogelijk te maken. Dit
bestaat inmiddels uit 15 onderzoekscentra, waar-
onder een eigen universiteit. Daar werken twee-
duizend onderzoekers. Mondragón claimt dat
het via die universiteit elke week een uitvinding
kan patenteren. Mondragón bezit momenteel 564
patenten – zelf ontwikkeld of aangekocht – en
neemt deel aan 91 internationale R&D-projecten,
variërend van lucht- en ruimtevaart, energie, ict
en nanotechnologie en het stimuleert innovatie
als een investering in de toekomst. Deze inno-
vatiestrategie heet ‘M4Future’. Lezamiz over het
belang innovatie in eigen huis: “Het biedt ons de
mogelijkheid om onafhankelijk te zijn van welk
hightechbedrijf of welk land dan ook.”
Internationale expansieDe coöperatieve identiteit, waarin innovatie sti-
muleren en financieren een centrale rol vervult,
heeft er ook voor gezorgd dat Mondragón zich
tegenwoordig ook aan moeilijke tijden kan aan-
passen. Door de ‘inter-coöperatie’, maar ook door
de internationale expansie die de bestuurders
nastreven. Dit is door de jaren heen – opnieuw
met steun van de eigen coöperatieve bank Caja
Laboral – voortvarend aangepakt. Met als gevolg:
de coöperaties en bedrijven van Mondragón
ondervinden de nodige problemen in de door de
economische recessie zwaar getroffen thuis-
markt, maar posities in industriële markten die
Mondragón in internationale groeimarkten heeft
opgebouwd, compenseren dat.
De eigen coöperatieve bedrijven opdoeken en
naar lagelonenlanden verplaatsen – een beproefd
recept van veel producerende bedrijven om hun
kosten te verlagen – is geen optie, omdat de werk-
nemers zelf de eigenaars zijn. Maar ze kunnen
Mondragón-bestuurders en hun ‘roots’: even waar-dig blijven toekijken bij een Baskische volkdans.
Het management team voor een pui van een Eroski-hyper-markt.
Mondragón heeft geen ‘Beppie’-beeld, zoals AH, maar wel een beeld dat ook symboliseert ‘voor wie we het allemaal doen’. Bij Mondragón voor de deur: elkaar schuddende werknemershanden op een wereldbol.
wél zelf hun productie internationaal uitbreiden
en dat is precies wat Mondragón heeft gedaan.
Het is een kwestie van innoveren en expanderen,
om het risico te spreiden en sterker te staan.
Heterogeen en internationaalAnno 2013 is Mondragón het op zes na grootste
Spaanse bedrijf, met voor bijna € 36 miljard aan
bezittingen op de balans. In 2012 noteerde het
een jaaromzet van ruim € 14 miljard, een omzet
die overigens 5% lager was dan in 2011. De
meeste omzet realiseren de sectoren industrie en
detailhandel, die samen goed zijn voor bijna €13
miljard aan omzet.
Industrie is met € 5,8 miljard omzet de kleinste
van de twee, maar veel heterogener en inter-
nationaler dan detailhandel. Liefst 70% van de
industriële omzet realiseert Mondragón in het
buitenland. Met name in de snelgroeiende BRIC-
economieën (Brazilië, Rusland, India en China),
maar ook in de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië,
Mexico en Marokko heeft Mondragón op dit
moment 105 fabrieken waar van alles wordt
geproduceerd: van huishoudelijke apparatuur tot
kampeer- en sportartikelen en van constructie-
producten voor de bouw tot industriële machines
voor de textielbewerking en spoorwegen. Ook in
Nederland is Mondragón actief: via Orona, een
in Alphen aan den Rijn gevestigde producent van
liften, roltrappen en rolpaden.
De buitenlandse fabrieken van Mondragón zijn
geen werknemerscoöperaties, maar reguliere
dochterbedrijven van de Spaanse coöperaties.
Bestuurslid Lezamiz: “We zijn in 2006 begonnen
met proefprojecten in fabrieken in Polen, Mexico
en Brazilië, waarbij we met vertegenwoordigers
van werknemers en vakbonden spraken over het
verwerven van eigendom in het bedrijf door de
medewerkers. Dit is een proces voor de lange ter-
mijn, dat zeker vijf jaar duurt. Het werd verstoord
door de crisis van 2008 en sindsdien hebben we
het stopgezet.”
Probleemkind EroskiDetailhandel is met ruim € 7 miljard het grootste
en wordt gedomineerd door supermarktformule
Eroski, dat in 2012 een jaaromzet van € 6,2 mil-
jard behaalde. De industriële tak van Mondragón
is heterogeen en internationaal. maar detailhan-
56-58 Eroski 57 12-07-2013 15:35:34
58FoodPersonality juli/augustus 2013
delscoöperatie Eroski is daar het tegendeel van: het is homogeen, met vooral supermarkten en hypermarkten, en in enige mate kleine stads- en wijksupers. En het is nagenoeg nationaal; het opereert in Spanje en heeft verder een bescheiden operatie in Zuid-Frankrijk. Hoe vermaard Mondragón dan ook mag zijn, Eroski zit al een paar jaar in de hoek waar de klappen vallen. De jaarresultaten over 2012 die Eroski eind mei publiceerde, gaven een record-verlies aan van € 121 miljoen voor de bijna 2.200 winkels – vooral supermarkten en circa 100 hypermarkten – die in heel Spanje zijn gevestigd. Dat is ruim drie keer erger dan het nettoverlies
van € 36 miljoen, dat Eroski in 2011 moest slik-ken. Volgens PlanetRetail schrijft Eroski inmiddels vijf jaar op rij rode cijfers.Dat kan natuurlijk niet goed blijven gaan en de maatregelen van Eroski zijn ingrijpend: zo verkocht het in 2011 al zeven hypermarkten in Madrid aan de Franse retailer Leclerc, en besloot het vorig jaar zes onverkoopbare hypermarkten te sluiten. Eroski zegt zich meer op supermarkten te willen gaan toeleggen en minder op hyper-markten. Desondanks investeert het miljoenen in nieuwe winkelconcepten, zowel voor de super-markten als de hypermarkten, die meer vers en
regionale producten zullen aanbieden en die minder milieubelastend zijn. Naast meer vers verkopen wil Eroski de marge ook verbete-ren door meer nadruk te gaan leggen op het huismerk. In februari 2013 presenteerde het een strategisch plan voor de jaren 2013-2016 aan 400 leveranciers, waarin deze nadrukkelijk werden uitgenodigd om voor Eroski huismerken te ontwikkelen.
Maatschappelijke waardeDe problemen van Eroski zijn echter structureel van aard en Mondragóns beleid van ‘inter-coöperatie’ kan hier onmogelijk soelaas bieden. Alleen de meeste medewerkers van de in Spaans Baskenland gevestigde winkels van Eroski zijn lid van de coöperatie. Hoewel de coöperatie Eroski er actief beleid van heeft gemaakt om het aantal leden die werken in winkels buiten de Baskische regio op te voeren, zijn nog lang niet allen van de 46.000 medewerkers als socio ingeschreven. Het lijkt ook voor het veel grotere Mondragón onbegonnen werk om grote aantal-len medewerkers van Eroski naar andere coöpe-raties over te plaatsen. Ook al omdat de andere Spaanse coöperaties en bedrijven van Mon-dragón te maken hebben met een zeer moeilijk economisch klimaat, dat op korte termijn ook geen verbetering te zien geeft.Geheel volgens de stijl bij Mondragón kondigde het management van Eroski en van dochterbe-drijf Caprabo (een vooral Catalaanse super-marktketen die in het verleden ook nog eens tot Ahold heeft behoord) begin dit jaar ingrijpende maatregelen aan. Zo maakte Caprabo in februari bekend dat het salaris van de toplaag van di-rectieleden en managers met liefst 10% omlaag ging, opdat 8.400 medewerkers hun baan konden behouden. Een maand later kondigde moederbedrijf Eroski eenzelfde maatregel af: de lagere salarissen daalden met 2,5% en de hogere met 7,5%. Ook om ontslagen te voorkomen. Opnieuw een bewijs van de menselijke maat van Mondragón om geen aandeelhouderswaarde, maar maatschappelijke waarde te creëren. In een land als Spanje dat zó te lijden heeft onder de economische crisis, is dat een actuele en prijzenswaardige bedrijfsfilosofie. ■
De operatie & organisatie van Mondragón
Mondragón heeft vier operationele werkgebieden. Naast industrie en detailhandel zijn dat financiën
(bankieren, verzekeringen en het financieren van sociale voorzieningen) en kennis. Dat laatste is: de
vijftien instituten voor ‘R&D&i’ – onderzoek, ontwikkeling en innovatie’, waar ruim tweeduizend onder-
zoekers aan innovatieprojecten werken; hiertoe behoren ook de Mondragón Universiteit en verschillende
vakgerichte opleidingscentra. Deze vier divisies opereren los van elkaar, maar binnen de strategie van
Mondragón.
Als overkoepelende organisatie heeft Mondragón een complexe organisatiestructuur, die al die 120
coöperaties als kikkers in de kruiwagen moet houden. Veel beslissingen worden binnen afzonderlijke coö-
peraties genomen, maar centrale coördinatie is noodzaak om de belangrijke zogeheten ‘inter-coöperatie’
tussen de coöperaties van Mondragón mogelijk te maken.
Op de site van Mondragón staat het allemaal uitgelegd, maar met de wirwar van besturen, raden en
vergaderingen is het moeilijk in korte bewoordingen een helder beeld te schetsen.
Elke coöperatie is een bouwsteen van Mondragón als geheel, waarvan het ‘coöperatieve congres’ het
hoogste beslissingsorgaan is. Dit bestaat uit 650 afgevaardigden van de verschillende coöperaties en het
neemt de beslissingen over de strategie van de groep. Het wordt voorgezeten door een bestuur en een
gekozen bestuursvoorzitter.
Het congres benoemt een ‘operationele commissie’, die toezicht houdt op de juiste invoering van de
besluiten en het beleid zoals dat door het congres is aangenomen. Ook houdt het voortdurend de vinger
aan de pols bij de ontwikkeling van Mondragón.
De ‘algemene adviesraad’ is het orgaan binnen Mondragón dat de strategische doelstellingen van Mon-
dragón bedenkt en opstelt. Hierover beslist vervolgens het ‘coöperatieve congres’. Ook is deze adviesraad
verantwoordelijk voor de coördinatie van het beleid van verschillende coöperaties.
Elk lid kan zich voor verkiezing in deze bestuursfuncties kandidaat stellen of een managementpositie
verwerven. Hiervoor ontvangt hij/zij geen extra salaris.
Uitleg aan klanten in een Eroski over verantwoor-de voeding.
Agustin Markaide, de huidige bestuursvoorzitter van Eroski.
‘Menselijkheid aan het werk’, de lijfspreuk van Mondragón; met de vier takken financiën, indu-strie, detailhandel en kennis (in het Engels en het Baskisch).
56-58 Eroski 58 12-07-2013 15:35:36
59FoodPersonality juli/augustus 2013
Spar op internet
Een paar maanden geleden is Spar een proef begonnen met internet. Met zeven Spar-winkels. Dus kruipen we eens in de huid van de internet-Spar-klant. Eens kijken. Een van de zeven pilotwinkels is de Spar in Wageningen. Elke testwinkel heeft zijn eigen site en zijn eigen internetwinkel. Met op de openingspagina de betreffende ondernemer in beeld. En je kunt meteen starten met boodschap-pen doen. Eerst moet je het gewenste bezorgmoment kiezen. Dat kan zeven dagen vooruit zijn, maar ook de-zelfde dag: ik kan kiezen voor een bezorgmoment over 4 uur! Dus: om 12.00 u bestellen, kan vanaf 16.00 u worden bezorgd. Er is geen minimaal bestelbedrag, zoals bij AH of Plus. Ik kan de boodschappen ophalen in de winkel of thuisbezorgd krijgen. De bezorgkosten zijn € 4,95, dat is lager dan in de meeste gevallen bij AH.nl of Plus. En bij een bestelling boven de € 50,- is bezorging zelfs gratis. Bezorgkosten vormen een van de grootste drempels voor de
toename van boodschappen doen via internet, ‘wij Nederlanders’ betalen niet graag extra voor bezorgen. Ik doe de spullen in mijn digitale winkelmandje en hoewel ik niet de indruk heb dat het aanbod heel groot is, kan ik er prima mijn boodschappen doen. Het wordt lasagne, met rundergehakt, uien en geraspte kaas. Alleen kan ik geen voorgesneden salade vinden. Ik ben nog niet in de buurt van de € 50,-, dus bestel wat bier en wijn erbij en zit vrij gemakkelijk aan de gratis bezorging. Als producten niet op voorraad zijn, wordt dat aangegeven, altijd wel handig, eigenlijk ook vanzelfsprekend. Afrekenen… maar helaas, ik weet dat ik te ver van Wageningen vandaan woon om de boodschappen te laten bezorgen. Want dat stond duidelijk op de openingspagina van de site vermeld: ‘Spar bezorgt uw boodschappen in een straal van 15 km’. Dus hier stopt mijn bezoek, ik laat mijn wagentje vol achter.Prima winkel, geen fancy dingen als recepten, die staan op de site van het Spar-hoofdkantoor. Weliswaar ook een fotoservice waar ik allerlei foto-
VleursvloerGemiste kansen, rariteiten, misvattingen en flaters (en ook goeie zetten!) uit het oogpunt van een
weldenkende shopper. De rol van weldenkende shopper wordt ‘gespeeld’ door Evelyn van Leur,
partner bij de Category & Trade Company. Reageren? Mail [email protected].
albums en fotocadeaus kan bestellen en een over-zicht van de diensten van deze Spar, zoals stomerij, gebaksservice en postkantoor.
Goh, dat had ik van Spar niet verwacht. Spar is met 2,1% marktaandeel een van kleinere supermarkt-ketens in Nederland, maar niet in aantal. Spar heeft 266 winkels, verspreid over heel Nederland. Deze zitten vooral in de dorpen en hebben last van afvloeiing naar de grote supermarkten in de buurt of in de grotere plaatsen in de omgeving, en van de terugloop van het aantal inwoners in die dorpen. Je weet dat een deel van de levensmid-delenaankopen naar internet zal verschuiven, waarom zou jij die niet gaan verkopen en daarmee een deel van de foodomzet via internet naar je toe trekken? De ondernemer pickt de order uit zijn eigen voorraad en heeft een bestelauto om het te bezorgen, ook de diepvriesspulletjes blijven koud, wordt gegarandeerd. Een mooie aanvulling op zijn ‘normale omzet’ van veelal aanvullende of vergeten boodschappen. Is het dezelfde klant? Dat weet ik niet. Spar heeft een laag aandeel primaire klanten, met een lage gemiddelde kassabon tussen de € 10 en € 15, beduidend lager dan de gemiddelde kassa-aanslag in Nederland van rond de € 22. Maar op internet vertoont diezelfde shopper een ander aankoopge-drag. Want omdat ze graag zonder bezorgkosten bestelt, zal ze vaker rond de 50 euro bestellen. Dus je verleidt je klant op internet om de virtuele win-kelwagen voller te maken. En Spar heeft een paar mooie usp’s met gratis bezorgen, geen minimum-bedrag en ‘dezelfde dag nog bezorgen’. Een aanbod dat nieuwe, aanvankelijk secundaire of tertiaire klanten juist naar de Spar-webwinkels kan lokken. Na de zomer zal Spar de internetdienst naar meer winkels uitbreiden, heeft algemeen directeur Sjaak Kranendonk in de media beloofd. En zo kan het zijn dat Spar straks een groter bezorggebied afdekt dan andere landelijke spelers. Maar goed, die zitten natuurlijk ook niet stil. ■
59 vleursvloer 59 12-07-2013 15:36:00
60FoodPersonality juli/augustus 2013
FORMULEATLAS: GOES
Goes telt ruim 27.000 inwoners en om de plaats liggen een aantal kernen
zoals Wilhelminadorp, Kloetinge, Kattendijke en ‘s Heer-Hendrikskinderen
die voor de dagelijkse boodschappen behoorlijk georiënteerd zijn op het su-
permarktaanbod in Goes. Deze kernen zijn goed voor nog zo’n 10.000 inwo-
ners. Het totale winkelvloeroppervlak aan supermarkten in Goes bedraagt
op dit moment circa 9.100 m², verdeeld over zeven locaties waaronder één
zelfstandig ondernemer (Toko TA). Elke inwoner van Goes heeft 0,25 m²
supermarkt tot zijn beschikking. Landelijk gezien ligt het gemiddelde op on-
geveer 0,23 m² per inwoner. De supermarktdichtheid in Goes kan daarmee
worden gekwalificeerd als redelijk hoog.
Deels ondermaatsDe grootste supermarkt is Agrimarkt aan de Van Doornestraat met circa
2.000 m² aan supermarktmeters. De winkel exploiteert daarnaast ook nog
eens circa 550 m² wvo plant- en dierassortiment. Nabij de Agrimarkt is een
De formule-atlas van FoodPersonality: maandelijks worden
van een stad, dorp of ander marktgebied de kenmerken
beschreven en de in het gebied actieve supermarkt-
formules. De gegevens zijn afkomstig van BVDW, een in
winkelonderzoek gespecialiseerd bureau.
1. Actueel overzicht huidig supermarktaanbod in Goes
Supermarkt(en) Winkelcentrum m² in WVO
Agrimarkt Van Doornestraat 2.500
Jumbo Marconistraat 1.800
Aldi Centrum Goes 800
Albert Heijn Centrum Goes 1.400
Lidl De Spinne 1.050
Dirk van den Broek Beukenhof 1.400
Zelfstandige supermarkt Centrum Goes 150
Totaal 9.100
Gebruikte bronnen: meting op basis van locatiebezoek BVDW (m² wvo)
2. Berekening (bij benadering) distributieve ruimte supermarktaanbod in Goes
Besteding per hoofd (HBD) € 2.500
Inwoners verzorgingsgebied (kern) 27.100
Koopkrachtbinding 98%
Omzet verzorgingsgebied € 65 miljoen
Toevloeiing koopkracht 35%
Omzet toevloeiing € 23 miljoen
Totale omzetclaim € 88 miljoen
Bestaand aanbod in m² wvo 9.100
Gemiddelde vloerproductiviteit (HBD) 8.300
Maximaal mogelijk aanbod in m² wvo 10.600
Distributieve ruimte in m² 1.500
Gebruikte bronnen: HBD, BVDW, gemeente Goes
Jumbo gevestigd met ruim 1.700 m². De filialen van Dirk van den Broek,
Lidl en Albert Heijn hebben een wvo in de klasse van 1.000 m² tot 1.500 m².
Aldi kent op dit moment één filiaal van ruim 800 m². Voorheen zat er nog
een Aldi van ruim 600 m² aan de Van der Goeskade. In de binnenstad wordt
een kleinschalige Aziatische supermarkt van circa150 m²
geëxploiteerd door een zelfstandig ondernemer. Geconcludeerd kan worden
dat een deel van de dagelijkse detailhandel in Goes een gemiddeld lage
vloerproductiviteit realiseert. Dit is terug te zien in het functioneren van
de afzonderlijke supermarkten. Vier supermarkten lijken naar behoren te
functioneren: Dirk van den Broek, Lidl, Agrimarkt en Jumbo. De overige
drie supermarkten functioneren onvoldoende tot hooguit redelijk. Dit houdt
verband met het gegeven dat geen van deze supermarkten qua huisvesting
en schaalgrootte goed genoeg geoutilleerd is om de functie van supermarkt
optimaal waar te maken. Dat heeft ook voor een belangrijk deel te maken
met een suboptimale ligging ten opzichte van de bevolkingsconcentraties
(met name Albert Heijn en Aldi).
Vernieuwing en modernisering van de bestaande aanbodstructuur - zon-
der de keuzemogelijkheden van consumenten te beperken – is hard nodig.
Het supermarktaanbod in de regio is niet van die betekenis dat dit leidt tot
afvloeiing. Wel zal sprake zijn van substantiële toevloeiing vanuit de omlig-
gende kernen wanneer het supermarktaanbod in Goes wordt verbeterd.
Toeristische bestedingenHet totale omzetpotentieel van supermarkten in Goes bedraagt (bij benade-
ring) circa € 88 miljoen. De ruimtelijke structuur van de regio, maar vooral
de extra toeristische bestedingen in de zomermaanden, zorgt ervoor dat er
sprake is van een toevloeiing van ongeveer 35%. Op basis daarvan komt de
vloerproductiviteit uit op € 10.600,- en deze ligt daardoor boven de lande-
lijke HBD-norm (circa € 8.300,-). Hieruit volgt dat er in potentie nog ruimte
is voor nieuwe supermarktmeters.
In tabel 2 is indicatief becijferd hoeveel distributieve marktruimte er is,
namelijk ruim 1.500 m². Het zal niet verbazen dat er plannen bestaan om die
meters in te vullen. Zo bestaan er concrete plannen van Albert Heijn om te
verkassen uit de binnenstad naar een perifere locatie aan de Westhavendijk.
Op deze locatie is een supermarkt van circa 2.000 m² voorzien.
Groei en vergrijzingDe gemeente Goes streeft ernaar om de bestaande structuur voor dagelijkse
boodschappen te behouden en waar nodig te versterken. Op dit moment is
er sprake van beschikbare marktruimte die gelijk staat aan één volwaardige
supermarkt. De stad Goes groeit qua inwonertal nog licht. Uit navraag bij
de gemeente blijkt dat nieuwbouw met name gepland is in de kern Goes.
Gelet op de toekomst brengt deze toename mogelijkheden voor de lokale
detailhandel. Daarentegen zal ook sprake zijn van de nodige vergrijzing.
Hoe dan ook, de bestaande structuur is dringend aan vernieuwing toe. De
plannen van Albert Heijn om te verhuizen naar de Westhavendijk is daar
een eerste aanzet toe. De verwachting is dat met name Lidl in winkelcen-
trum De Spinne daar de nodige effecten van zal ondervinden, zowel positief
in aanvullende zin als negatief in concurrerende zin. De aanwezigheid van
Agrimarkt zorgt al voor een flinke modernisering van de supermarktstruc-
tuur, maar verdere modernisering, zowel qua locatie als qua schaalgrootte
blijft noodzakelijk. ■
60 formuleatlas 60 12-07-2013 15:36:21
61FoodPersonality juli/augustus 2013
De expansiedrift van Action is niet
te stoppen. De ‘non-food discount-
retailer’ uit Zwaagdijk-Oost meldt
een sterke groei over 2012, in omzet,
resultaat en aantal winkels en maakt
het supermarkten daarmee steeds
lastiger. Na Nederland heeft Action
Duitsland in het vizier genomen en
intussen ook Frankrijk.
De omzet over 2012 kwam uit op € 873 miljoen, 22% meer dan een jaar eerder. De omzetgroei is gerealiseerd door zowel een sterk autonome omzetontwikkeling als door de opening van maar liefst 52 nieuwe winkels in binnen- en buitenland. Het bedrijfsresultaat kwam uit op € 99 miljoen.Supermarkten en drogisten ondervinden volgens onderzoeksbureau GfK ook steeds meer concur-rentie van Action. De onderzoekers zien een forse stijging van het aantal klanten dat bij Action ‘supermarktassortiment’ koopt. Op jaarbasis
Onstuimige groei Actionkomt bijna 45% van alle huishoudens gemiddeld 7,2 keer bij Action en besteden ze per bezoek in-tussen gemiddeld € 11,19. Volgens GfK is de omzet in supermarktassortiment bij Action sinds 2011 verdubbeld, van € 137 miljoen naar € 275 miljoen.
Uit gegevens van GfK blijkt verder dat veel omzet afkomstig is van huishoudens met een beperkt inkomen (gezinnen en gepensioneerden). Maar Action dankt verhoudingsgewijs ook veel omzet aan jonge alleenstaanden. Geografisch komt de omzet vooral uit het noorden, oosten en zuiden van het land. Het westen, en met name de drie grote steden, waar het minder vestigingen heeft, blijft naar verhouding achter. In de tweede helft van vorig jaar is Action gestart met de verdere expansie in Duitsland en eind 2012 heeft Action zijn eerste Franse filiaal geopend, dat naar eigen zeggen een succesvolle start kent.In de eerste zes maanden van dit jaar heeft Action alweer 40 winkels geopend (waarvan zes in
Duitsland en drie in Frankrijk), waardoor Action op dit moment meer dan 360 winkels heeft. De eigenaar van Action, het private equitybedrijf 3i, wil dat Action hard blijft groeien om het bedrijf op termijn naar de beurs te kunnen brengen. Action verwacht nog dit jaar de 400e vestiging te openen. ■
LocatienieuwsMaandelijks een overzicht van openingen, uitbreidingen, opheffingen en de planvorming van
supermarktlocaties. Tips? Mail de redactie: [email protected]
TILBURG – Winkelcentrum Paletplein gaat ruimte bieden aan twee nieuwe
supermarkten. Een Albert Heijn-vestiging verhuist naar het pand van de
Boerenbond en aan de zuidzijde van het winkelcentrum komt een discount-
supermarkt. Door aan beide kanten een supermarkt te plaatsen is de ver-
wachting dat tussenliggende winkels hiervan profiteren omdat bezoekers
door het winkelcentrum lopen als ze beide zaken bezoeken. Na de zomer
starten de bestemmingsplanprocedures. Deze duren tot het derde kwartaal
van 2014. Naar verwachting is medio 2015 de Albert Heijn open.
ALPHEN – De bouw van het nieuwe centrum in het Brabantse Alphen (ge-
meente Alphen-Chaam) begint in september. Het centrumplan bestaat uit
een supermarkt van 1.300 m², 400 m² winkelruimte, 13 huurappartementen
en vier huurwoningen. Naast de supermarkt komt een parkeerterrein met
circa zeventig plaatsen. Tijdens deze eerste bouwperiode blijft de huidige
supermarkt (Plus) geopend. In de tweede fase wordt deze gesloopt, waarna
op deze plek vier winkels en drie appartementen verrijzen. Naar verwachting
wordt de bouw eind 2014 afgerond.
AMSTELVEEN – Bouwer Netjes heeft groen licht gekregen om een super-
markt te realiseren op de hoek Van der Hooplaan/Ambrosiuslaan, waar tot
voor kort de Buurtkamer was gevestigd. Dat plan sluit aan bij de wens van
de gemeente om het winkelgebied aan de Van der Hooplaan te versterken.
De bedoeling is dat de Coop aan de Lindenlaan verhuisd naar de nieuwe
winkel aan de Van der Hooplaan.
NIJMEGEN – In september gaat de nieuwe Lidl in de wijk Lindenholt open.
Dat is ruim eerder dan gepland. Oorspronkelijk zou de winkel eind 2013
geopend worden. De komst van het nieuwe centrum ging niet zonder slag
of stoot. Van verschillende kanten werd er bezwaar gemaakt tegen de super-
markt. De concurrerende C1000 was een van de bezwaarmakers.
SINT-ANNALAND – De plaatselijke C1000 mag uitbreiden, zo heeft de
rechter bepaald. De nieuwe supermarkt zal na de verbouwing verder gaan
als Jumbo. Spar en ondernemersvereniging Smalstad uit Sint-Maartensdijk
hadden een klacht ingediend tegen de komst van een grotere supermarkt.
De rechtbank zegt dat de afstand van acht kilometer naar een andere super-
markt te overzien is. Ook al bestaat de kans dat kleinere supermarkten in de
regio straks moeten sluiten.
UITHOORN – Voor de herontwikkeling van winkelcentrum Zijdelwaard is
een belangrijke stap gezet. De gemeente Uithoorn en investeerder Delta
Lloyd hebben recentelijk een overeenkomst getekend; het winkelcentrum
wordt maximaal uitgebreid met 2.000 m² vloeroppervlak. Deze uitbreiding
komt voornamelijk ten goede aan de verruiming van de bestaande winkels.
De werkzaamheden zullen in drie fases worden aangepakt. Als eerst wordt
gestart met de uitbreiding van Albert Heijn. Daarna wordt er een Jumbo
gerealiseerd. Ook komt er in deze tweede fase een parkeerdek boven op
het winkelcentrum. Als laatste wordt het winkelcentrum ter hoogte van de
huidige C1000 herontwikkeld.
LEERDAM – De Raad van State heeft definitief de verhuizing van Nettorama
vanuit het centrum van Leerdam naar het Eiland van Heesen tegengehou-
den. Eerder al blokkeerde de Raad in een spoeduitspraak de verhuizing van
de supermarkt, maar nu heeft het hoogste rechtscollege ook het bestem-
mingsplan en de omgevingsvergunning voor de bouw van een nieuwe
supermarkt, zeventien appartementen en een parkeergarage vernietigd.
De MCD-Supermarkt op het ‘eiland’ reageerde positief op de uitspraak.
Nettorama wilde daar doorgroeien van de bestaande 400 m² winkelvloer-
oppervlak naar ruim 950 m² in de nieuwe situatie. Nettorama zal nu in het
centrum aan de Markt moeten blijven zitten met alle bijbehorende parkeer-
en verkeersoverlast.
61 open - locatienieuws 61 15-07-2013 16:25:43
62FoodPersonality juli/augustus 2013
Suzette’s TM
Elke maand interviewt Suzette Moerman van Caracter Company (adviesbedrijf
voor trade en shopper marketing en category management) een trade marketeer,
category manager of inkoper. Uitgangspunt: hoe gaat het met trade en shopper
marketing in de samenwerking met de handel? Deze maand Ruben Nieuwenhuijs,
category manager brood en banket bij Coop.
Door: Suzette Moerman Foto: Jan Willem Houweling
Ruben Nieuwenhuijs was tevens winnaar van de
‘Platinum Challenge Award’, een jaarlijkse onder-
scheiding van Caracter Company voor verschil-
lende categorymanagementprojecten. De prijs
voor Nieuwenhuijs was er een in de categorie
‘category development’ in food (in tegenstelling
tot ‘drug’).
Hoe ziet je loopbaan eruit?Voor, tijdens en na mijn studie heb ik twaalf jaar
bij een Albert Heijn gewerkt. Na mijn studie ben
ik bij Schuitema terechtgekomen en daar heb ik
als assistent ruim twee jaar space management
gedaan. Daarna kreeg ik de kans om bij Super de
Boer als assistent brood en banket te gaan wer-
ken. En toen Jumbo Super de Boer overnam, ging
de toenmalige category manager weg en werd mij
gevraagd om voor de maanden dat het nog zou
duren category manager te worden. Ik heb toen
ontzettend veel geleerd en enige tijd later vroeg
Coop mij om een keer over brood te komen
praten. Nu, 2,5 jaar verder, sta je ineens met een
Challenge Award in je handen.
Wat inspireert jou?Ik houd erg van buiten zijn, van windsurfen
bijvoorbeeld. Even lekker mijn hoofd leegmaken.
Je kunt dan weer even vooruitkijken en onbewust
ga ik dan ook nadenken. Welke doelen wil ik nog
halen? Dat kan dan zowel zakelijk als privé zijn.
Verder wil ik ook altijd kijken waar de grens ligt,
wat is het maximum. Hoe kan het nog beter?
Qua werk haal ik inspiratie ook wel bij andere
organisaties. Ik doe, net als veel concullega’s denk
ik, vaak boodschappen bij andere retailers. Maar
ik kijk ook naar het ambacht, wat gebeurt daar?
En naar het buitenland. In Milaan heb je een
hele mooie bakkerswinkel (Princi, red.), waar je
producten kunt kopen om mee te nemen maar
ook is er de mogelijkheid om ze ter plekke te
consumeren onder het genot van een echt lekkere
espresso. Deze bakkerswinkel onderscheidt zich
doordat de inrichting heel strak en modern is en
het assortiment smal is en snel rouleert. Tijdens
de lunch en na het werk staan mensen ervoor in
de rij om iets te kopen. Dat vind ik prachtig.
Wat zijn je verantwoordelijkheden?Ik ben category manager brood en banket. Dat
doe ik vanuit ons hoofdkantoor in Velp, waar
Harry Vergeer mijn unit manager is. Hij rappor-
teert aan commercieel directeur Gerard Koning.
We hebben een gedeelde assistent en die kunnen
we inzetten bij administratieve taken en de
processen die we in werking zetten. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan gegevens in het systeem zetten
voor de folders, artikelen opvoeren, mutaties,
prijswijzigingen en operationele zaken met de
bakkerijen in eerste instantie oppakken.
Je bent dus eigenlijk in je eentje verantwoorde-lijk voor de hele categorie?Ja, en dat is het interessante en uitdagende aan
mijn werk. Er is afgelopen tijd een behoorlijk
aantal collega’s bijgekomen, zoals een private
label manager, maar ten tijde van de uitrol van de
nieuwe broodafdeling stond ik zelf aan de lijn de
kleurechtheid van de verpakkingen te controle-
ren. Zit je ineens met verpakkingsspecialisten aan
tafel en sta je zelf bij de leverancier om de eerste
drukproef te bekijken.
Wat zijn jouw hoofdactiviteiten en hoe gaat een gemiddelde dag?Ik begin elke dag met de omzetten van de vorige
dag te bekijken. Dat kunnen we realtime op win-
kel- en formuleniveau. Vervolgens is het afhan-
kelijk van welke dag het is wat ik verder doe. Ik
heb de week in blokken ingedeeld: assortiment,
promotie, prijzen, analyses en nieuwe ontwik-
kelingen. Uiteindelijk ben ik zo’n 60% van de tijd
bezig met operationele zaken, telefoontjes van de
winkels, afspraken met leveranciers en uiteraard
veel contact met Bakkersland, onze dedicated
broodleverancier. Zij leveren praktisch al ons
dagvers brood en alle producten die erbij horen.
Op welk moment besluit je om een ingrijpende beslissing te nemen als het wisselen van dedica-ted leverancier?Dat is inderdaad heel ingrijpend, dat doe je niet
zomaar. We waren echt niet ontevreden over onze
vorige leverancier. We hadden een goed fair share
en we deden het ook niet slecht in relatie tot de
markt. Pas op het moment dat je de samenwer-
king niet verder kunt verdiepen of een nieuwe
strategie niet kunt delen, ga je buiten de deur
kijken naar andere leveranciers. Dat is niet iets
wat je elk jaar even doet. We willen een samen-
werkingsvorm voor de lange termijn en zeker in
vers heb je als je van leverancier wisselt echt te
maken met een ander product, andere kwaliteit,
merknaam en verpakking en dus ook een hele
nieuwe samenwerking. Natuurlijk blijven we wel
challengen, dat hoort bij het spel, maar dat bete-
kent niet dat je zomaar een leverancier inwisselt
als het even niet loopt.
Wat is voor jou een goed voorbeeld van zo’n samenwerkingsvorm?Op het moment dat een leverancier je ook een
spiegel durft voor te houden. En dat ze goed kun-
nen laten zien wie wij zijn, wat de markt doet en
wat we samen zouden kunnen doen.
Word je momenteel uitgedaagd?Wat dagvers brood betreft op dit moment niet,
62-63 Suzette 62 12-07-2013 15:36:46
63FoodPersonality juli/augustus 2013
omdat de markt weet dat er een meerjarig con-
tract ligt. Wat trouwens uiteraard niet wil zeggen
dat de ontwikkelingen hierin stilstaan. Maar in
de andere onderdelen binnen de categorie, zoals
bake-off, specialiteiten en banket, zijn nog volop
mogelijkheden. Veel leveranciers zien dat we
groeien en willen daarop inhaken. Daar zitten
overigens wel grote verschillen tussen. Sommige
komen langs, vertellen hoe lekker hun product
is en willen dan dat dat opgenomen wordt. En
anderen komen met een totaalconcept, proberen
te overtuigen waarom het bij de consumenten
van Coop past en welk potentieel het heeft.
Veel partijen in jouw categorie zijn kleine par-tijen. Die beschikken niet zomaar over grondige analyses?Daar moet je inderdaad rekening mee houden.
De bewijslast kan natuurlijk ook uit het veld
komen. Bijvoorbeeld als ze het al ergens getest
hebben bij een andere retailer. Je hoeft niet al die
cijfers te kopen, zolang er maar een idee achter
zit en zij laten zien dat ze hebben nagedacht over
hoe het bij Coop kan passen.
Hoeveel rek zit er nog in jouw categorie? Je wilt natuurlijk altijd dat je omzet zoveel moge-
lijk groeit, dat het volume nog meer stijgt en dat
je nog meer klanten binnenhaalt. Daarnaast heb-
ben we nu juist ons assortiment smaller gemaakt:
van ongeveer 85 soorten brood zijn we naar 55
gegaan. In eerste instantie lijkt het dan voor de
klant of er minder aanbod is, maar zo kunnen we
het brood wel beter presenteren en vooral ook
breder, zodat we minder out-of-stocks hebben.
De klant waardeert dat ook. Artikelen toevoegen
is wel altijd een mogelijkheid, maar het is niet
de bedoeling om over een jaar weer op dat oude
aantal te zitten. Voor onderscheidende artikelen
met omzetpotentieel is echter altijd ruimte.
Wat is jouw volgende doelstelling?De beschikbaarheid verbeteren. Er zal altijd een
spanningsveld zijn tussen wat ik optimaal vind
en wat er in de winkel kan, zonder dat we te veel
derving en retouren creëren. Veel onverkocht
brood weggooien is daarnaast ook nog eens
maatschappelijk niet verantwoord. Daarom is
het ook zo belangrijk om je processen goed te
borgen, zodat winkels optimaal geholpen worden
als ze hun bestellingen doen.
Dat is wel dé uitdaging in vers. Hoe dicht denk jij dat je de 100% kunt benaderen?Ik kan er geen cijfer op plakken, maar als de win-
kels de systemen goed gebruiken zie je dat terug
in de omzet, het rendement en de indicatoren
die we gebruiken om de processen te borgen. Je
komt dan uiteindelijk uit op een balans waarbij je
derving gaat creëren als je nog meer zou laten be-
stellen. Dan weet je dat je je maximalisatie bereikt
hebt. Dat is ook een reden, naast de kwaliteit van
het bake-off Molenbrood, waarom we in beschik-
baarheid veel op bake-offbrood sturen. Wat je
vandaag niet bakt, kun je morgen gebruiken.
In welke mate draai jij aan de knop van die processen?Elke week krijg ik de rapportage waarin ik kan
zien wat de winkels hebben gedaan, hoeveel
brood ze bijvoorbeeld hebben teruggestuurd
en welk brood. Samen met de buitendienst van
Bakkersland en mijn collega’s van operations, de
versspecialisten, wordt er dan per winkel gekeken
waar we eventueel moeten bijsturen.
Bakkersland heeft daar dus een belangrijke rol in?Jazeker. We werken met een externe bestelappli-
catie die wordt gehost door Bakkersland en waar-
mee we rechtstreeks in hun systeem bestellen.
Daar krijg ik de rapportages uit die we gebruiken
voor verdere verbetering. Zij hebben daar dus
een hele actieve rol in. Dat is ook de kracht van
een grote industriële bakkerij-organisatie. Dat
ze een actieve buitendienst hebben die ervoor
zorgt dat winkels tijdig intekenen, die kijkt of ze
alles begrijpen en extra ondersteuning en uitleg
geven. Ze hebben echt een wezenlijk aandeel in
de omzet van Coop en in de vraag of het proces
in de winkels wel goed verloopt.
Hoeveel van je tijd ben je hiermee bezig?Ik ben ongeveer 60% van mijn tijd bezig met deze
operationele aansturing, activiteiten plannen en
vervolgstappen uitzetten. ■
62-63 Suzette 63 12-07-2013 15:36:51
64FoodPersonality juli/augustus 2013
PRODUCTNIEUWS
Innovatieve kurksluiting: HelixTijdens Vinexpo, een internationale
wijnbeurs in Bordeaux, hebben Amorin
en O-I een innovatieve kurksluiting
voor glazen wijnflessen gepresenteerd
in het populaire premiumsegment met
een hoge omzetsnelheid.
Kurkenfabrikant Amorim en glasproducent
O-I werkten vier jaar aan de Helix. Beide
bedrijven bouwen hiermee voort op de
eeuwenlange ervaring die ze in de wijnmarkt
hebben. Helix combineert een ergonomisch
ontworpen kurksluiting met een glazen fl es
die binnen in de hals een schroefvormige
afwerking heeft . Daardoor blijft de fl es goed
afgesloten tot er aan de kurk wordt gedraaid
om deze te openen. Deze innovatie combi-
neert alle voordelen van kurk en glas, kwali-
teit, duurzaamheid en een premium imago,
met gebruiksvriendelijkheid en het gemak
van een hersluitbare fl es.
De bestaande vullijnen van de wijnhuizen
kunnen snel en eenvoudig worden aangepast
voor het gebruik van deze oplossing. ■
Inlichtingen: Amorim Cork, +351 227 47 55 00 www.helixconcept.com
Dr. Oetker introduceerde eerder deze
maand (week 28) de nieuwe seizoens-
variant Wolkentoetje Witte Chocolade-
smaak. De nieuwe seizoensvariant biedt
meer variatie en zal een extra impuls
geven aan het groeiende concept
Wolkentoetje.
Dr. Oetker Wolkentoetje is een belangrijke
motor achter de omzetverdubbeling van het
‘Toetje met Room’-segment sinds 2006. Om
Yillis Food Concepts, het bedrijf achter de succesvolle sauzen van het merk Yil’driz, introduceert vier
nieuwe pindasauzen. De pindasauzen onderscheiden zich door een unieke verpakking (één maaltijd is
één potje, dus geen restanten meer), authentieke recepturen met bijvoorbeeld echte ‘Madame Jeanette-
pepers’ en een volledige smaakrange van mild tot extra pittig. En, zoals we van Yil’driz mogen verwach-
ten, een prima kassa-aanslag en een prima marge! ■
Inlichtingen: Yillis Food Concepts, (078) 617 80 90 (www.yildriz.nl)
De zomer vier je met een heerlijke Mojito.
En waarom dan niet meteen een verse
Mojito, dachten ze bij Olympic Fruit.
De Mojito is een van de populairste cocktail-
drankjes van dit moment. Alleen, hoe maak je nu
zo’n heerlijke cocktail? Om de consument daar-
mee te helpen, heeft Olympic Fruit onder hun
label Fruit & Joy een speciale Mojito Mix ontwik-
keld. Met een duidelijk recept én alle ingrediën-
ten voor een heerlijke cocktail! De consument
ook in 2013 een bijdrage te leveren aan de groei
vervangt ‘Witte Chocoladesmaak’ de huidige
seizoensvariant ‘Double Choc’.
Dr. Oetker Wolkentoetje Witte Chocoladesmaak
heeft een inhoud van 125 gram, een collo-inhoud
van 6 consumenteneenheden en een consumen-
tenadviesprijs van € 0,59. ■
Inlichtingen: Dr. Oetker, (033) 451 79 00 (www.oetker.nl)
Hemels genieten met Dr. Oetker Wolkentoetje Witte Chocoladesmaak
Pindasauzen van Yil’driz
Zomerse Mojitomixhoeft alleen nog maar de rum, het bruiswater en
wat ijsklontjes toe te voegen. ■
Inlichtingen: Olympic Fruit Group, (0180) 64 62 00 (www.olympicfruit.com)
64-65 prod.nieuws 64 15-07-2013 17:28:37
PRODUCTNIEUWS
65FoodPersonality juli/augustus 2013
Sprite met SteviaCoca-Cola blijft innoveren om keuze
uit frisdranken met minder calorieën te
bieden. Daarom is er sinds 8 juli Sprite
met stevia-extract en suiker in Neder-
land geïntroduceerd. Dezelfde Sprite-
smaak met 30% minder calorieën.
Sprite is de eerste drank van Coca-Cola
in Nederland die gezoet wordt met stevia-
extract. Deze zal de huidige Sprite ver-
vangen, met behoud van de verfrissende
Sprite-smaak. De introductie van Sprite met
stevia-extract betekent voor Coca-Cola een
voortzetting van de succesvolle groei van de
calorievrije categorie. 30 jaar geleden introdu-
ceerden het Coca-Cola light en in 2007 werd
Coca-Cola Zero aan dat assortiment toege-
voegd. Inmiddels bevat ongeveer een derde
van de verkochte frisdranken van Coca-Cola
in Nederland géén of weinig calorieën.
Naast Sprite, biedt Coca-Cola ook Sprite
Zero. Dit is de light-variant met de verfrissen-
de smaak van Sprite, maar zonder suiker (1,2
kcl per 100 ml). Naast keuze in caloriegehalte
biedt het ook keuze in verpakkingsgrootte.
Zo is Sprite (Zero) onder andere beschikbaar
in 1,5 liter fl es.■
Inlichtingen: Coca-Cola, (010) 245 69 00 (www.coca-colanederland.nl)
Zuivelhoeve speelt in op het groeiend
aantal kleinere huishoudens. Het bekende
emmertje met de Boer’n Yoghurt wordt nu
ook verkocht in een kleinere versie met
een inhoud van 450g. Net zo lekker en nog
steeds zó dik dat je het met een vork kunt
eten. En.. heel herkenbaar in de smaken
aardbei en bosvruchten.
De emmers Boer’n Yoghurt zijn inmiddels een
begrip in Nederland. Dikke zuivel, gemaakt met
Amacore Seafood, leverancier van premi-
um diepvriesvis, introduceert een
assortiment duurzaam gevangen of ge-
kweekte vis speciaal voor de kleine
huishoudens.
De producten, van hoogwaardige kwaliteit en in
navenante verpakking, zijn vanaf september 2013
leverbaar. Met de introductie onder het merk
Amacore wil het bedrijf de Nederlandse markt
voor vis laten groeien. “Wij bieden naast de ge-
zinnen nu ook de kleine huishoudens bestaande
uit 1 of 2 personen meer keuze in eerlijke vis van
topkwaliteit”, aldus Peter Vinkenborg, account-
manager bij Amacore.
Amacore Seafood biedt supermarkten vanaf
september vijf soorten premium diepvriesvis,
waaronder zalm, kabeljauw, pangasius, tilapia en
tonijn. De vis zit in een luxe doosverpakking van
250 gram. Op de verpakking staat de Neder-
landse naam van de vis en het aantal porties
duidelijk vermeld. Iedere portie is apart vacuüm
verpakt, zodat per keer naar behoeft e kan worden
bereid. Alle vissoorten zijn duurzaam gevangen
of duurzaam gekweekt. De vis is diepgevroren
minimaal een jaar houdbaar, gerekend vanaf het
moment van levering. Voor de supermarkt zitten
de doosjes per 8 verpakt.
Volgens Amacore heeft de vismarkt in Nederland
nog veel groeipotentie. “De Nederlandse consu-
ment eet met 3,5 kilo per persoon per jaar naar
verhouding weinig vis. Belgen bijvoorbeeld eten
melk van de eigen boeren van Zuivelhoeve uit
Twente. Onmeunig lekker en zo, vers in de em-
mer! Want zo’n lekkere yoghurt verstop je toch
zeker niet in een pak.
Voortaan is die heerlijke Boer’n Yoghurt ook als
450-grams emmer verkrijgbaar. Heel erg handig
voor kleine huishoudens (en voor mensen die
niet kunnen kiezen natuurlijk). ■
Inlichtingen: Zuivelhoeve, (074) 242 49 07 (www.zuivelhoeve.nl)
Zuivelhoeve: een nieuw emmertje
Amacore premium vis per portie
jaarlijks algauw drie keer zo veel. Een consumptie
van 3,5 kilo per jaar komt neer op een keer per
drie weken, terwijl de Gezondheidsraad aanbe-
veelt twee keer per week vis op tafel te zetten”,
aldus Vinkenborg.
Kleinere huishoudens willen graag variëren met
vis. De kleinere verpakkingen sluiten uitstekend
aan op deze behoeft e.■
Inlichtingen: Amacore Seafood, (013) 505 21 16 (www.amacore.nl)
64-65 prod.nieuws 65 15-07-2013 17:28:40
66FoodPersonality juli/augustus 2013
Nieuw: Bos Ice TeaBos Ice Tea, het innovatieve drankmerk
uit Zuid-Afrika, introduceert Bos Ice Tea
in Nederland. Bos Ice Tea is gemaakt van
pure biologische rooibos en in ons land
verkrijgbaar in de smaken citroen, per-
zik, appel, bessen en limoen/gember. De
gedurfde, kleurrijke vormgeving en de
creatieve aanpak van de marketingactivi-
teiten zorgen voor onderscheid.
Bos-oprichter Grant Rushmere: “De naam Bos
heeft een dubbele betekenis in Zuid-Afrika. Het
is afgeleid van het woord rooibos (rode struik) -
het belangrijkste ingrediënt in ons product. Het
is ook jargon voor gek - op een leuke manier.In
die zin doet Bos de naam eer aan, want het merk
is avontuurlijk in acties, neemt risico’s, stimuleert
zelfexpressie en het gaat vooral om het hebben
van plezier in het leven. Bos is niet zo maar een
ice tea. Het is een ervaring, je komt in aanraking
met de unieke Afrikaanse kijk op het leven.”
De rooibos van Bos wordt geteeld op Klipopme-
kaar - een biologische rooibosboerderij. Deze
ligt in het natuurreservaat Cederberg Mountain
Range in de West-Kaap, Zuid-Afrika. Rooibos
staat bekend om zijn gezonde en helende eigen-
schappen. Het bevat een hoog gehalte aan anti-
oxidanten, vitamine C en mineralen. “Daarbij is
rooibos verfrissend en de perfecte drager voor
natuurlijke fruitsmaken. Bos Ice Tea bevat dan
ook geen rare E-nummers of cafeïne.”
De integere manier waarop Bos Ice Tea wordt ge-
maakt, kenmerkt ook het karakter van het bedrijf.
Zo plant het sinds de oprichting 1 boom voor
elke 2.000 verkochte blikjes. En zorgt het voor
extra groen in openbare ruimtes en bij scholen
voor kansarme kinderen in Zuid-Afrika.
Afrika is een continent dat het leven viert. Dat
vind je terug in de kleurrijke verpakkingen en
acties van Bos. Bos Ice Tea is verkrijgbaar in 275
ml ‘slim’ blikjes. ■
Inlichtingen: Bos Brands, 06 38 15 40 85 (www.bosicetea.com)
Soilmate: tomaten met een boodschapNa een grootse lancering in Duitsland ligt hij
nu ook in Nederland in het schap: de Soilmate.
EkoPlaza is de eerste winkelketen die hem
verkoopt. De Soilmate is een fraai vormgegeven
bakje met biologische trostomaten, compost en
basilicumzaadjes. De prijs bedraagt een paar cent
meer dan een gewoon bakje trostomaten. Uitda-
ging aan de consument: wordt ‘guerilla farmer’.
De Soilmate is ontwikkeld in het kader van de
campagne Save Our Soils, waar meer dan 40
prominente internationale partners bij zijn
aangesloten, zoals de FAO, Triodos Bank, ICCO,
Oxfam-Novib en de Youth Food Movement. De
campagne draait om het probleem van bodem-
verarming. De Soilmate wil duidelijk maken dat
de oplossing in de biologische landbouw ligt. Op
www. saveoursoils.com wordt dit met diverse
wetenschappelijke publicaties onderbouwd.
De combinatie van versproduct en tuinartikel is
ongebruikelijk in de supermarkt, maar oogt een-
voudig en vanzelfsprekend. De consument wordt
via zijn dagelijkse boodschappen bereikt. ■
Inlichtingen: Eosta, (0180) 63 55 00 (www.natureandmore.com)
PRODUCTNIEUWS
FoodPersonality
Onafhankelijk maandblad voor managers in de
levensmiddelenhandel en -industrie
FoodPersonality is een uitgave van:
Shelfl ife Publishing bv
Molenveldlaan 104
6523 RN Nijmegen
Telefoon: 024 – 365 16 70
E-mail: [email protected]
www.foodpersonality.nl
HR 09160015
Abonnementen:
€ 172,- per jaar exclusief btw
Collectieve afname: prijs op aanvraag
Opzegging abonnementen: 2 maanden voor
einddatum van het abonnement
Prijs los nummer: € 18,50 exclusief btw
en portokosten
Abonnementsopgave, klachten
en/of (verhuis)mededelingen:
Vakblad FoodPersonality
T.a.v. Klantenservice
Molenveldlaan 104
6523 RN Nijmegen
Redactie:
Gé Lommen, [email protected]
Dave van Loon, [email protected]
Marieke Venbrux, [email protected]
Redactionele medewerking:
Constant Berkhout
Anke Groenendaal
Martijn Kregting
Pascal Kuipers
Ivonne de Thouars
Jeroen van der Weerd
Verkoop:
Robin Kramp, [email protected]
Vormgeving:
Giesbers Velp, Walter Bouwman, Hans de Vries
Druk:
Koninklijke BDU
Distributie:
PostNL
Auteursrecht
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd bestand, of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door
fotokopie of enig andere manier, zonder voorafgaande schrifte-
lijke toestemming van de uitgever.
Aansprakelijkheid
Hoewel FoodPersonality met de meeste zorg
wordt samengesteld, kunnen uitgever en redactie
niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke
onjuiste berichtgeving en/of zetfouten.
ISSN: 0925 – 8051
© Shelfl ife Publishing bv
66 Prod_colofon 66 15-07-2013 17:28:01
67 ADVE EBC 67 12-07-2013 15:37:21
www.deoleo.nl
Nieuw van Bertolli olijfolie
Bertolli introduceert waarde in de categorie met olijfolie sprays
Creëren van een nieuwe manier van olijfoliegebruik
Optimaal doseer- en gebruiksgemak voor de consument
Geeft eenvoudig een extra smaakdimensie aan favoriete gerechten
Bertolli Extra Vergine voor de koude Italiaanse keuken is zeer geschikt als smaakmaker in een salade, pasta of pizza. De frisse en fruitige olijfolie zorgt voor een extra smaaksensatie.
Bertolli Cucina is ideaal voor het gelijkmatig inoliën van een pan, wok, ovenschaal of grill. Deze olijfolie is tot 220 ̊ C te verhitten en daarmee perfect voor de warme Italiaanse keuken.
68 ADVE DeOleo 68 15-07-2013 12:45:05