Folder Wft Beleggen 2010

16
Bronnenboek Ex@mentraining Wft Beleggen

description

Bronnenboek Wft Beleggen

Transcript of Folder Wft Beleggen 2010

Page 1: Folder Wft Beleggen 2010

BronnenboekEx@mentraining

Wft Beleggen

Page 2: Folder Wft Beleggen 2010

2

ColofonUitgever: Welten OpleidingenAuteur: Welten OpleidingenEindredactie: Welten OpleidingenVormgeving: Verhagen Grafische Media BV, VeldhovenIllustraties: Verhagen Grafische Media BV, Veldhoven Drukwerk: Verhagen Grafische Media BV, Veldhoven

Ex@mentraining Wft BeleggenVersie: W45MOD7_V10

Copyright © 2010 Welten Opleidingen Postbus 1047 5512 ZG Vessem Telefoon: 0497- 594800 Fax: 0497 - 594999 E-mail: [email protected] Internet: www.welten.eu

Samenstellers en Welten Opleidingen zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onjuist-heden die eventueel in deze uitgave voorkomen.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any othermeans, without written permission from the publisher.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschul-digde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Page 3: Folder Wft Beleggen 2010

3

Inhoud

Voorwoord 4Doelstellingen 5Voorkennis 5Opzet van de module 5

Eindtermen Wft 5

Algemene studieaanwijzingen 6

Inleiding 7

Deel 1 Integriteit 13 Hoofdstuk 1 13Integriteit 13

1.1 Persoonlijke integriteit 131.2 Organisatorische integriteit 141.3 Relationele integriteit 141.4 Integriteit van marktwerking 151.5 Vertrouwen in de financiële sector 15

Deel 2 Inventarisatie en analyse 19Inleiding 19

Hoofdstuk 1Het belang van een goede inventarisatie 19

1.1 Het klantprofiel 191.2 Risicoprofielen 231.3 Rendement en Risico 281.4 Informatie en zorgplicht 33

Hoofdstuk 2Vormen van dienstverlening 46

Inleiding 462.1 Execution only 462.2 Persoonlijke adviesrelatie 472.3 Collectief vermogensbeheer 48Samenvatting deel 2 50

Deel 3 Beleggings-instrumenten 53Inleiding 53

Hoofdstuk 1Liquiditeiten 53

1.1 Direct opvraagbare spaargelden 531.2 Kortlopende obligaties

(=geldmarkt papier) 541.3 Deposito 541.4 Termijndeposito’s 541.5 Kosten 55

Hoofdstuk 2Obligaties 56

2.1 Definitie en kenmerken 562.2 Bijzondere vormen van obligaties 592.3 De opbrengst 602.4 Rendement en risico 602.5 Kosten 63

Hoofdstuk 3Aandelen 65

3.1 Definitie en kenmerken 653.2 De opbrengst 673.3 Rendement en risico 683.4 Koers- en/of valutarisico 703.5 Kosten 70

Hoofdstuk 4Vastgoed 71

4.1 Het rendement van vastgoed 714.2 Risico’s van vastgoed 714.3 Vastgoedfondsen 714.4 Kosten 72

Hoofdstuk 5Beleggingsfondsen 73

5.1 Inleiding 735.2 Juridische vormen van

beleggings fondsen 735.2 Open-end, closed-end en

semi-open-end beleggingsfondsen 735.4 De opbrengst van een

beleggingsfonds 745.5 Werkwijze beleggingsfondsen 755.6 Voordelen van collectief beleggen

in een beleggingsfonds 765.7 Soorten beleggingsfondsen 775.8 Kosten 78

Hoofdstuk 6Bijzondere beleggingsvormen 79

6.1 Goud 796.2 Hedgefonds 796.3 Themafondsen 806.4 Sectorfondsen 80

Hoofdstuk 7Derivaten 81

7.1 Opties 817.2 Futures 877.3 Kosten 89

Hoofdstuk 8Beleggingsportefeuilles 90

8.1 Special Products 91Samenvatting deel 3 93

Deel 4 Macro-economie & beheer 97Inleiding 97

Hoofdstuk 1Macro-economie: rente en inflatie 98

1.1 Het niveau van de rente 981.2 Economische groei 1001.3 Conjunctuur 1011.4 Inflatie 1041.5 Wisselkoersen 1051.6 Beleggers en macro-economie 1061.7 Invloed grote beurzen op Europa 106

Hoofdstuk 2Beheer en rebalancing 107

2.1 Performancemeting 1072.2 Wijzigingen klantprofiel 1082.3 Herallocatie 1092.4 Herallocatie, rebalancing of

dynamische assetallocatie 1102.5 Overig beheer 1112.6 Meevallende of tegenvallende

resultaten 1122.7 Belang beheer 1122.8 Provisie- en vergoedingsregels 113Samenvatting deel 4 114

Deel 5 Begrippenlijst 117

Deel 6 Toetstermen Beleggen 2010 123

Page 4: Folder Wft Beleggen 2010

4

Voorwoord

Voor je ligt de Wft-module Beleggen. De module voldoet aan de Wft-eindtermen en heeft betrek-king op alle aspecten van de advisering omtrent het beleggen in financiële instrumenten.

De Wet op het financieel toezicht (Wft) is opge-steld door het ministerie van Financiën en is op 1 januari 2007 van kracht geworden. Onder andere de Wet toezicht effectenverkeer (Wte) is vervangen door de Wft. De Wft stelt eisen aan financiële dienstverleners op het gebied van integriteit, deskundigheid, betrouwbaarheid, financiële zekerheid, transparantie, adequate informatieverstrekking en zorgvuldige advisering aan consumenten in het kader van de zorg-plicht. Het doel is het bieden van een betere bescherming aan de consument met betrekking tot financiële producten.

Financiële producten, zoals verzekeringen, kre-dieten, beleggingsproducten en betaalmiddelen, vervullen een belangrijke rol in het leven van mensen. Zo is een betaalrekening steeds meer een voorwaarde om volwaardig deel te kunnen nemen aan het maatschappelijke verkeer, stel-len beleggingsproducten mensen in staat zich financieel voor te bereiden op grote uitgaven of een periode met beperkte inkomsten en maakt een krediet het mogelijk om nu uitgaven te doen terwijl men pas op termijn over de middelen beschikt.

De bescherming van de consument is nodig vanwege de risico’s die vaak verbonden zijn aan de aanschaf van financiële producten. Deze risi-co’s zijn voor de consument over het algemeen moeilijker te beoordelen dan voor de financiële dienstverlener. De financiële dienstverlener speelt een belangrijke rol in het bewustmaken van de consument van deze risico’s. Het verschil

in kennis is gedeeltelijk het bestaansrecht van financiële dienstverleners, maar mag er niet toe leiden dat de financiële dienstverlener de verantwoordelijkheid van de consument geheel overneemt. Iedere consument is uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt. Om de juiste keuze te kunnen maken, moet de consument wel juist geïnformeerd worden.

De Wft is bedoeld om de verantwoordelijkheden van de financiële dienstverleners, en daarmee ook die van de consument, te markeren en toe-zicht daarop mogelijk te maken. De Wft is geba-seerd op de gedachte dat het voor de bescher-ming die de consument wordt geboden niet mag uitmaken via welk distributiekanaal hij een product aanschaft of in welke financiële sector het product zijn oorsprong vindt. Om deze uit-gangspunten in de praktijk te brengen, zijn niet alleen bemiddelaars onder de reikwijdte van de wet gebracht, maar ook aanbieders, zoals ban-ken en verzekeraars, en adviseurs voor zover de advisering uitmondt in de aanbeveling van een specifiek financieel product.

Als adviseur heb je vrijwel dagelijks te maken met allerlei aspecten van beleggingen in finan-ciële instrumenten die voor je klant van groot belang zijn. Theoretische en praktische kennis van de verschillende aspecten van financiële instrumenten zijn hierbij onmisbaar. De verschil-lende vormen, alsmede de steeds maar wijzi-gende wetgeving maken het soms lastig een eenduidig beeld van de huidige stand van zaken te geven.

De inhoud van de opleiding moet gezien worden als een brede basis. De meest voorkomende, algemene vragen kunnen ermee worden beant-woord. De praktische ervaring zal moeten wor-den opgedaan tijdens de uitoefening van de functie.

Deze module is geschreven om je voor te berei-den op het examen Wft Beleggen in het kader van de Wft. Naast het behalen van je diploma wordt ook van je verwacht dat je je kennis van de verschillende aspecten van beleggen onderhoudt via perma-nente educatie.

We zullen nu ingaan op de opbouw van deze Wft-module. Achtereenvolgens komen aan bod:- doelstellingen- voorkennis- opzet van de module.

Page 5: Folder Wft Beleggen 2010

5

Doelstellingen

Deze module is bedoeld voor iedereen die in zijn functie te maken heeft met het geven van advies op het gebied van financiële instrumenten. De module heeft tot doel je de basiskennis op dit gebied eigen te laten maken. Daarbij is het belang-rijk dat aan de vereisten van de Wft wordt voldaan.

De Wft-eindtermen geven aan wat een beroeps-beoefenaar of functiehouder moet:- weten (kennis)- kunnen (de vaardigheid van het toepassen

van kennis)- doen (houding/attitude van waaruit de dingen

worden gedaan).

De Wft-eindtermen zijn geordend naar ‘inven-tarisatie & analyse’, ‘advies & bemiddeling’ en ‘beheer & mutatie’. Dit zijn de drie stappen van het adviesproces.

Opgemerkt moet worden dat competenties moeilijker te toetsen zijn dan cognitieve kennis. Desondanks hebben we geprobeerd de kwaliteit van de benodigde competenties door middel van toetsing naar voren te krijgen. Inzicht en competentie zullen een belangrijk onderdeel van de opleidingsmodule vormen.

Voorkennis

Er is geen specifieke voorkennis vereist. Wel wordt uitgegaan van de aanwezigheid van com-petenties die aansluiten bij een mbo/hbo werk- en denkniveau. Daarnaast is het raadzaam dat je de Examentrainig Wft – Basismodule (of een vergelijkbaar inleidend werk) hebt doorgenomen voordat je een verdiepingsmodule bestudeert.

Opzet van de module

De Ex@mentraining Wft Beleggen is een oplei-dingstraject dat bestaat uit een bronnenboek én een examentraining via het internet. De examen-training dient ter ondersteuning van de studie uit het bronnenboek. In de Ex@mentraining staan oefenvragen die je ter voorbereiding op het Wft-examen kunt maken. Na het maken van deze vragen ontvang je feedback per vraag. De Ex@mentraining Wft Beleggen staat op het internet onder het volgende adres: http://academy.welten.eu.

In de brief, verstuurd bij dit bronnenboek, vind je de inlogcodes van de Ex@mentraining. Via jouw e-mailadres heb je ook de inlogcodes ontvangen.

Je kunt de Ex@mentraining gebruiken om de stof te gaan beheersen, maar ook om te toetsen of jouw kennis voldoende is, zodat je het Wft-examen met goed gevolg kunt afleggen.

Eindtermen Wft

In deze Wft-module Beleggen gaat het om adviseurs en commerciële back- en midoffice-medewerkers die op basis van een klantprofiel aan klanten producten verkopen waarmee of waarbinnen belegd wordt.

De eindtermen zijn gericht op de adviseur dieparticuliere klanten adviseert over beleggings-producten.Deze adviseur moet een klantprofiel kunnen maken dat voldoet aan de eisen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Page 6: Folder Wft Beleggen 2010

Inle

idin

g

6

Algemene studieaanwijzingen

Zoek een contactpersoon bij je werkgever.Bijvoorbeeld een ervaren collega, aan wie jevragen kunt stellen over lastige zaken die jetijdens het studeren tegenkomt.

Probeer met medecursisten contact te onder-houden. Je kunt lastige zaken met elkaar door-nemen. Je zult bij deze module ongeveer 40 uur studietijd kwijt zijn. Streef naar een maximale studieduur van twee uur achtereen.

Maak voor jezelf een samenvatting per hoofdstuk. Gebruik de samenvatting ook bij het herhalen van de stof.

Ten slotte wensen wij je veel plezier en succestoe bij het bestuderen van deze module.

Page 7: Folder Wft Beleggen 2010

Inleiding

Page 8: Folder Wft Beleggen 2010
Page 9: Folder Wft Beleggen 2010

Inle

idin

g

9

Inleiding

Het sparen, beheren en beleggen van vermogen is voor de gemiddelde particulier een zaak waar hij zelf weinig kennis van en ervaring mee heeft. De belangstelling voor beleggen is het afgelo-pen decennium wel sterk toegenomen. In deze opleiding bespreken we alles wat bij de keuze en het beheer van beleggingen van toepassing kan zijn. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de wettelijke zaken waarmee de beleggingsadviseur te maken heeft.

Behalve dat er regelgeving is voor het beleg-gingsadvies, wordt er veel waarde gehecht aan integer werken. In deze opleiding wordt bespro-ken wat integer handelen inhoudt en op welke manier hier controle over wordt uitgeoefend.

Dit bronnenboek is verdeeld in vier delen waarin achtereenvolgens de volgende zaken aan de orde komen:In deel 1 worden de verschillende vormen van integriteit behandeld. In deel 2 worden het klantprofiel en de vormen van dienstverlening behandeld.Er wordt uitgelegd hoe het klantprofiel wordt vastgesteld, welke factoren hierbij een rol spelen en waar dit in het proces van beleggingsadvise-ring plaatsvindt.

Verder komt de samenhang tussen rendement en risico aan de orde en wordt duidelijk gemaakt dat onder risico wordt verstaan de kans op zowel een hoger, als een lager dan verwacht rendement.Een belangrijke factor hierbij is de beleggings-horizon omdat, naarmate de tijd vordert, de kans toeneemt op zowel positieve als negatieve afwij-kingen die elkaar compenseren.

De samenhang tussen klant(risico)profiel en portefeuille risico wordt behandeld aan de hand van de mixen en fondsen waarbij ook de grafi-sche weergave van deze aspecten aan de orde komt. Deze vormen een goed hulpmiddel om één en ander aan de klant duidelijk te maken.

Binnen de vormen van dienstverlening wordt gesproken over de vormen: execution only, het individueel vermogensbeheer en het collectief vermogensbeheer.In deel 3 worden de verschillende beleggings-producten behandeld, waarbij de liquiditeiten, aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en afgeleide producten, de zogenaamde derivaten, aan de orde komen.

Hierbij wordt per product ingegaan op de ken-merken en de verhoudingen tussen rendement en risico. Het verband tussen het verwachte ren-dement en het te accepteren risico wordt beke-ken waarbij het risico en daarmee de passende beleggingshorizon oploopt van liquiditeiten via obligaties naar aandelen.Bij de derivaten wordt vooral aandacht besteed aan opties waarbij de begrippen call en put als-mede kopen en schrijven uit de doeken gedaan wordt. Het gebruik van putopties ter bescher-ming van een portefeuille komt hierbij ook aan de orde.

De contractstandaarden die voor nagenoeg alle optietransacties gelijk zijn, worden behandeld.In dit deel wordt kort aandacht besteed aan de futures waarbij ook kort aandacht wordt besteed aan de handel in index- en valutacontracten.

Als laatste in dit deel komen de beleggings-fondsen aan de orde waarbij het bestaansrecht, het nut voor de klant en de zogenaamde ‘kant-en-klare’ producten behandeld worden.

In deel 4 wordt aandacht besteed aan de macro-economische factoren die de verschillende beleggingsinstrumenten kunnen beïnvloeden. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begrip-pen geld- en kapitaalmarktrente, economische groei, conjunctuur, inflatie en wisselkoersen. Ook worden de invloeden van deze factoren op de verschillende instrumenten behandeld.

De performancemeting gaat in op de behaalde resultaten van de portefeuille, afgezet tegen het gelopen risico en de marktrendementen. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt met de bench-mark van de portefeuille om inzicht te krijgen in boven- of ondermatig presteren ten opzichte van gelijkwaardige portefeuilles.

Daarnaast komt het beheer van de klantrelatie en de portefeuille aan de orde.Het proces is namelijk niet afgelopen bij de ver-koop van een product. Er dient frequent onder-houd gepleegd te worden op de portefeuille. Een aantal ontwikkelingen kan het noodzakelijk maken de portefeuille aan te passen.

Page 10: Folder Wft Beleggen 2010

Inle

idin

g

10

Page 11: Folder Wft Beleggen 2010

Deel 1Integriteit

Page 12: Folder Wft Beleggen 2010
Page 13: Folder Wft Beleggen 2010

Inte

gri

teit

13

Deel 1

Integriteit

Inleiding

In dit deel worden de verschillende vormen van integriteit behandeld.

Hoofdstuk 1Integriteit

Integriteit heeft in de Wft een belangrijke plaats gekregen. Voor het borgen en bevorderen van het vertrouwen in de financiële sector is het essentieel dat er op integere wijze gewerkt wordt. Tevens bevordert dit het optimaal wer-ken van financiële markten. Het vertrouwen van financiële instellingen wordt aangetast, indien een instelling betrokken is (bewust of onbe-wust) bij niet-integer gedrag. Integriteit van de finan ciële sector houdt, volgens de toezicht-houders, in dat financiële instellingen en daar-mee ver bonden (rechts)personen en instellingen zich duidelijk houden aan wettelijke normen, bestuursrechtelijke normen, door de financiële instelling zelf gestelde normen en maatschap-pelijke normen. Voor al deze normen geldt dat wanneer een instelling of verwant persoon zich niet houdt aan de normen dit kan leiden tot het schaden van het vertouwen van de consument. Alle handelingen die het vertrouwen kunnen schaden, of de schijn kunnen wekken dit te doen, moeten te allen tijde worden voorkomen. Het gaat dan om de volgende handelingen, die het vertrouwen schaden in:

financiële diensten voortvloeiende verplich-tingen jegens de afnemer van de door hen aangeboden of verrichte diensten of;

markten waarop de financiële instellingen werkzaam zijn.

Behalve dat er in de wet tal van maatregelen zijn opgenomen om de integriteit te waar-borgen, wordt er door de AFM en DNB toezicht uitgeoefend waar het gaat om integriteit. Hierbij gaat het zowel om prudentieel toezicht (DNB) en systeemtoezicht (DNB) als gedragstoezicht (AFM).

Vormen van integriteit

Bij het toezicht op de integriteit worden vier invalshoeken onderscheiden:- Persoonlijke integriteit;- Organisatorische integriteit;- Relationele integriteit;- Integriteit van het marktgedrag.

1.1 Persoonlijke integriteit

Om een Wft-vergunning te verkrijgen voor het uitoefenen van financiële diensten,worden bestuurders, beleidsbepalers en medewerkers getoetst aan integriteitseisen. Voor bestuurders en beleidsbepalers geldt dat de integriteit wordt beoordeeld door de AFM. Hierbij speelt het verleden van de bestuurders of beleidsbepalers op onder meer het gebied van fraude, faillisse-menten en strafrechtelijke vervolgingen een rol. Als de indruk bestaat dat de ondernemer of beleidsbepaler niet integer is, kan na eventueel aanvullend onderzoek, een vergunning worden geweigerd. Degenen die een vergunning heb-ben verkregen zijn opgenomen in openbare registers, zodat elke consument vooraf inzage heeft in de integriteit de onderneming / bestuur-ders, waar hij zaken mee wil gaan doen.

Voor medewerkers geldt dat de ondernemer ver-antwoordelijk is voor hun integriteit. Dit dient bij aanname getoetst te worden (gebeurt vaak aan de hand van een verklaring van goed gedrag (officieel: “verklaring omtrent gedrag”) en ook tijdens het dienstverband moet de medewerker integer gedrag blijven vertonen. Elke financiële instelling dient een incidentenregeling te heb-ben, waarbij niet-integer handelen van mede-werkers wordt opgenomen en, indien vereist, aan de AFM wordt doorgegeven.

VoorbeeldBij een bank worden twee medewerkers aangenomen. Beide medewerkers moeten bij aanname een bewijs van goed gedrag inleveren, wil de arbeidsovereenkomst in werking treden.

Na verloop van tijd blijkt dat één van de beide medewer-kers betrokken is bij een fraudezaak. De medewerker wordt ontslagen.

In dit geval is een positief integriteitaspect, dat als voorwaarde voor de inwerkingtreding van de arbeids-overeenkomst, het inleveren van een bewijs van goed gedrag wordt geëist. Dat de medewerker, die bij fraude betrokken blijkt, ontslagen wordt is eveneens positief. Er zou echter nu wel een melding gemaakt moeten worden in een incidentenregeling en in dit geval zou er ook een melding gemaakt moeten worden bij de AFM.

Page 14: Folder Wft Beleggen 2010

Inte

gri

teit

14

1.2 Organisatorische integriteit

Organisatorische integriteit heeft te maken met de wijze waarop een financiële onderneming interne procedures heeft vorm gegeven. Hierbij wordt dan gedoeld op procedures ter bescher-ming van gegevens en maatregelen ter voor-koming van fraude met gevoelige informatie. Hierbij kan gedacht worden aan bescherming van het computernetwerk, maar ook interne regels voor wie toegang heeft tot welke gege-vens binnen de organisatie.

VoorbeeldBij tussenpersoon A werken vijf mensen in de buiten dienst en twee personen in de binnendienst. Tussenpersoon A heeft een klantregistratiesysteem, waar elke medewerker van het kantoor toegang toe heeft. Het systeem kent verschillende beschermings-maatregelen, waardoor het zo goed als onmogelijk is om van buitenaf in het systeem in te breken. Er wordt wekelijks een back-up gemaakt. In het systeem wordt alles met betrekking tot de klant opgeslagen. Documenten worden gescand, gespreksverslagen bijge-houden en telefonische contacten genoteerd.

De situatie van tussenpersoon A kent positieve en negatieve integriteitaspecten. Positief is het feit dat er een systeem is en het feit dat alle klantgegevens bijge-houden worden en netjes worden geregistreerd. Positief is ook de bescherming voor inbreuk van buitenaf en het feit dat er wekelijks een back-up wordt gemaakt. Negatief is het feit dat elke medewerker bij alle gege-vens van alle klanten kan. Er zou een scheiding gemaakt moeten worden in de toegankelijkheid van de data.

1.3 Relationele integriteit

De relationele integriteit heeft betrekking op de gedragingen van financiële instellingen ten opzichte van derden. Het gaat hierbij niet alleen om zaken doen met verantwoorde partners en (verzekerings)fraude voorkomen, maar in belangrijke mate ook om de wijze waarop met een klant wordt omgegaan. Wettelijk is hiertoe onder meer het “know your customer” principe voor vastgesteld. Onder relationele integriteit valt ook het handelen als er een tegenstrijdig bedrijfsbelang is aan het belang van de klant.

Tegenstrijdige belangen bedrijf versus belangen klantEr zijn verschillende situaties denkbaar waarin er een tegenstrijdig belang is tussen bedrijf en klant. Het kan dan gaan om een:

Commercieel belang

Er kan sprake zijn van een tegenstrijdig bedrijfs-belang ten opzichte van de klant als er sprake is van commercieel belang voor het bedrijf. Er is een commercieel belang voor het bedrijf als deze voor zijn beloning afhankelijk is van het feit dat de klant één of meerdere producten afneemt. Hierbij zijn er twee situaties die regel-matig voorkomen:

een voorstel voor een klant heeft gemaakt, zal de adviseur van een “second opinion” er baat bij hebben om met een beter, meer passend voorstel te komen. Het kan echter zijn dat het gemaakte voorstel door de concurrentie vol-ledig aansluit bij de wensen van de klant en de tweede adviseur ook geen mogelijkheden heeft om een goedkoper tarief neer te leggen voor de klant. In die gevallen kan de neiging bestaan om het advies dusdanig te formule-ren dat er weliswaar bijvoorbeeld lagere lasten ontstaan, maar dat het advies minder aansluit bij de wensen van de klant. Een dergelijke manier van handelen is niet integer.

een advies voor een klant, kan een adviseur de neiging hebben om meer te verzekeren dan voor de betreffende klant noodzakelijk of wenselijk is. Als de beloning hiervan afhan-kelijk is, is deze neiging mogelijk aanwezig bij de adviseur. Dit handelen is eveneens niet integer.

Financieel belang

Als een adviseur voor meerdere partijen advi-seert, dan zal hij niet met alle partijen een zelfde beloningsstructuur afgesproken hebben. De neiging kan bestaan om te gaan adviseren naar de aanbieder die de beste beloning geeft aan de adviseur. Een dergelijk handelen is vanuit bedrijfsbelang wellicht voorstelbaar, maar naar de klant absoluut niet integer. Een vergelijkbare situatie kan ontstaan als een adviseur bonus-afspraken heeft. Als de adviseur binnen een bepaalde tijdsmarge een bepaalde omzet rea-liseert, komt hij in aanmerking voor de bonus. Als een adviseur bijna de omzet behaald heeft, die voor de bonus benodigd is en hij ervaart tijdsdruk voor het behalen van het restant van de omzet, kan de neiging bestaan om de vol-gende klant te adviseren een dergelijk product af te nemen, ongeacht of dit aansluit of dat er behoefte aan is. Ook een dergelijke manier van handelen is niet integer.

VoorbeeldPaul werkt als financieel adviseur bij een tussen-persoon. Hij werkt op basis van provisie. Op een dag loopt mevrouw Janssen bij Paul binnen voor een

Page 15: Folder Wft Beleggen 2010

Inte

gri

teit

15

hypotheekadvies. Als snel komen Paul en mevrouw Janssen, naar aanleiding van het klantprofiel, tot de conclusie dat een spaarhypotheek het beste bij haar past. Paul moet nog een bepaald bedrag aan omzet boeken bij een bepaalde maatschappij om deze maand aan zijn bonus te komen. Paul zou echter een hogere provisie ontvangen als mevrouw Janssen een beleggingshypotheek koos. Hij adviseert haar zo dat mevrouw Janssen kiest voor een spaarhypotheek bij de betreffende maatschappij.

Het positieve integriteitaspect in deze zaak is dat er pas conclusies getrokken worden naar aanleiding van het klantprofiel. Het is ook positief dat Paul aansluiting zoekt bij het klantprofiel van mevrouw Janssen en er gekozen wordt voor een spaarhypotheek. Negatief is uiteraard dat Paul stuurt naar de maatschappij, die hem een extra bonus oplevert, zonder dat mevrouw Janssen hier weet van heeft.

Het zal duidelijk zijn dat, om het vertrouwen van klanten te herwinnen, transparantie van het allergrootste belang is. Deze transparantie kan bereikt worden door de klant te allen tijde cor-rect te informeren, hem keuzes te geven, de gevolgen van deze keuzes uit te leggen en op basis daarvan de klant zelf een gefundeerde keuze te laten maken. Dit houdt vanzelfspre-kend in, dat je als adviseur in staat moet zijn, deze keuzes op een begrijpelijke manier uit te leggen, rekeninghoudend met de invloedsferen waarin de klant zich, maar ook jij als adviseur je, beweegt.

Zo zul je uit moeten kunnen leggen, waarom je een bepaald instrument adviseert en op welke manier dit past bij het klantprofiel, waarbij je een zorgvuldige afweging zult moeten maken dat je het bedrijfsbelang en het klantbelang in even-wicht houdt.

Voorbeeld Jan de Groot heeft een bepaald risicoprofiel en wil van jou een advies hierover. Je bepaalt de strategische assetmix, legt alles keurig uit en gaat bezig met het invullen van de portefeuille. Jouw bedrijf heeft een emissie openstaan, waar jij wel achterstaat. Je weet echter, dat er een andere vergelijkbare belegging is met een aantoonbaar trackrecord en een goede rating. Je verdient hier echter minder op. Je zult nu de beide mogelijkheden aan Jan moeten voorleggen en hem de keuze laten maken, waarbij je ook het provisieverhaal aan Jan uitlegt.

Daarnaast is het ook jouw verantwoordelijkheid om onder de invloedssferen van het manage-ment toch jouw eigen pad te gaan in het kader van het klantbelang.

VoorbeeldJe hebt je targets niet gehaald en je bent daarover gere-geld op je vingers getikt. Het begint vervelende vormen aan te nemen. Nu heb je een adviesgesprek met een klant, maar het product waarop de hoogste provisies staan, past niet bij deze klant. Je zult dan toch moeten kiezen voor je klant en het voor hem best passende product moeten selecteren, ondanks dat je hierdoor wellicht een slechte beoordeling krijgt. Immers: zorg-plicht boven alles, de klant gaat voor en dat kan con-sequenties hebben voor zowel jezelf als voor je bedrijf. Overigens kun je je manager wel uitleggen waarom je die keuze gemaakt hebt.

Het kan ook voorkomen dat een mondige klant je flink het vuur aan de schenen legt, omdat hij iets wil, waarvan je weet dat dit niet bij zijn risicoprofiel gaat passen. Je kunt enerzijds een disclaimer maken, waarmee je de bedrijfsrisico’s indekt. Je kunt echter ook nog eens goed in gesprek gaan met de klant en jouw waarde als adviseur toelichten en de reden waarom jij vindt dat het desbetreffende product niet bij de klant past. Als de klant dan alsnog besluit zijn eigen keuze te maken, dan kun je alsnog de disclai-mer maken. Je moet je dan echter wel gaan afvragen of deze klant wel een adviseur nodig heeft. Het kan dan in het bedrijfsbelang zijn om deze klant door te verwijzen naar execution only.

Let wel: we geven hier heel zwart-wit voorbeel-den van iets dat goed of fout is. In de praktijk zijn er vele grijstinten die het juist nog moeilijker maken. Hoe dan ook, moet je altijd het klantbe-lang als uitgangspunt nemen. Dat hebben we willen schetsen aan de hand van bovenstaande voorbeelden.

1.4 Integriteit van marktwerking

Hieronder wordt verstaan het marktgedrag van de financiële instelling. Hierbij kan gedacht wor-den aan manipulatie van koersen of het onder druk zetten van aandeelhouders.

1.5 Vertrouwen in de financiële sector

Integriteit is een belangrijke factor in het ver-trouwen dat de consument in een financiële instelling heeft. Dit vertrouwen heeft een grote deuk opgelopen vanaf het najaar van 2008, toen de kredietcrisis begon. Waar de vier bovenge-noemde vormen van integriteit direct betrekking hebben op de relatie tussen de financiële dienst-verlener en de klant, zijn er ook maatregelen genomen door financieel dienstverleners om structurele wijzigingen door te voeren die het vertrouwen dat ze genieten, moeten verhogen.

Page 16: Folder Wft Beleggen 2010

Inte

gri

teit

16

We bespreken in deze paragraaf kort de vol-gende drie zaken, die gerelateerd zijn aan het vertrouwen in de financiële sector:1. De Code Banken2. Adviezen Autoriteit Financiële Markten3. Commissie De Wit

Code Banken

In november 2008 is de Adviescommissie Toekomst Banken gestart. Deze commissie, die al gauw de naam “Commissie Maas” meekreeg naar haar voorzitter, heeft in april 2009 een rapport gepresenteerd (“Naar herstel van ver-trouwen”) met een groot aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn inmiddels grotendeels opgenomen in de Code Banken, die door de overheid beschouwd wordt als een gedragscode waaraan de financieel dienstverleners zich die-nen te houden. Dat wil zeggen dat het “pas-toe-of-leg-uit-principe” van toepassing is. Een bank moet zich aan deze gedragscode houden, of uitleggen welke zwaarwegende argumenten ze hebben om dat niet te doen.De Code Banken is op 1 januari 2010 ingegaan.

De Code Banken zegt onder meer iets over:

commissarissen;

bestuur;

Ook moeten bestuurders de zogenaamde bankiers verklaring afleggen. Dat is een moreel-ethische verklaring, die de bankier moet onder-schrijven, zodat ze een integere en zorgvuldige invulling van hun functie garanderen.

Bankiersverklaring“Ik verklaar dat ik mijn functie als bankier integer en zorgvuldig zal uitoefenen. Ik zal een zorgvuldige afwe-ging maken tussen alle belangen die bij de bank betrok-ken zijn, te weten die van de klanten, de aandeelhouders, de werknemers en de samenleving waarin de bank opereert. Ik stel in die afweging het belang van de klant centraal en zal de klant zo goed mogelijk inlichten. Ik zal mij gedragen naar de wetten, de reglementen en de gedragscodes die op mij als bankier van toepassing zijn. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd. Ik maak geen misbruik van mijn bancaire kennis. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen en ik ken mijn verantwoordelijk-heid voor de samenleving. Ik zal mij inspannen om het vertrouwen in het bankwezen te behouden en te bevor-deren. Ik zal zo het beroep van bankier in ere houden.”

We gaan hier verder niet in op de details van de Code Banken. De Code Banken ziet immers op Raden van Bestuur en Commissarissen. Ze

zijn daarom niet van toepassing op de meeste medewerkers van de bank. En uiteraard is het belangrijk dat de medewerkers zelf ook hand-vatten krijgen om hun gedrag in lijn te krijgen met het ingezette beleid om het vertrouwen in de financiële sector te herwinnen.

Adviezen AFM

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) die het gedragstoezicht op financiële dienstverleners uitvoert, heeft daarom op een lezing een aantal aanbevelingen gedaan, die het vertrouwen zul-len verhogen door de klant centraal te stellen. De volgende punten zijn daarbij genoemd:

haar belang;

producten;

business strategie;

als bij adviezen;

kennis van zaken;

goede procedures en instructies;

en houden;

Dit is al een hele waslijst van punten. Deze lijst is nog allesbehalve uitputtend. Het is van groot belang dat de sector de slag daadwerkelijk gaat maken, zodat het consumentenvertrouwen terugkomt. Verderop in dit boek worden nog meer voorbeelden genoemd van zaken waarmee rekening gehouden moet worden om dit vertrou-wen terug te winnen.

Commissie De Wit

Als laatste onderwerp in deze paragraaf stippen we nog de Commissie De Wit aan. Deze commis-sie, die op 18 januari 2010 is begonnen met het verhoren van belangrijke spelers in de financiële dienstverlening, moet onderzoeken hoe de krediet-crisis is veroorzaakt en hoe het komt dat de impact zo groot is geweest. In de loop van 2010 komt de Commissie De Wit met een rapport hierover.Het doel daarvan is uiteraard om te voorkomen dat zich iets dergelijks nog eens voordoet. Voor dit laatste zal naar verwachting in de loop van 2010 een nieuwe commissie worden aangesteld.Door lering te trekken uit gemaakte fouten, moet ook het vertrouwen in de financiële sector weer opgetrokken worden.