Flexdidactiek wat is dat?

1
FlexDidactiek©, Hans Burgmans, John van Dongen Leren is als websurfen. Je springt van associatie naar herinnering naar associatie naar vraag en wil dan in je hoofd een antwoord. De associatiepaden verschillen van mens tot mens en de vragen zijn persoonsgebonden. Geen twee mensen die met hetzelfde zoekwoord in Google beginnen zijn na vijf keer doorklikken op dezelfde pagina. Leer- en associatiepaden zijn individueel en wij zijn evolutionair gericht op beeld en geluid. De technologie om die associatiepaden in beelden om te zetten, in een snelheid die acceptabel is voor ons geduld, zonder noemenswaardige productie en transportkosten bestaat pas sinds kort. WIJ KUNNEN NU – VOOR HET EERST IN DE GESCHIEDENIS – AAN IEDEREEN MULTIMEDIAAL (vrijwel) GRATIS FLEXIBELE LEERPADEN AANBIEDEN (WWW) MET MULTIMEDIALE CONTENT DIE ER TOE DOET (in termen van snelheid, prijs, beschikbaarheid, kwaliteit). Wij hebben nu – in onze tijd – de technologie gemaakt die ons in staat stelt content aan te bieden in de door onze hersenen gewenste 4 V’s: Vorm, Volgorde, Vrijheid en Variatie. Vorm: Beeld & Geluid (= natuurlijke werking hersenen) Volgorde: onze individuele associatiepaden volgend (= natuurlijke nieuwsgierigheid) Vrijheid: Geen door anderen ontwikkelde structuur (= natuurlijke individualiteit) Variatie: wij zijn allen slaven van onze zintuigen (= natuurlijke motivatie) Gemotiveerde studenten kunnen met een uur Wikipedia, Runescapen of Youtuben veel leren. Vooraf is niet te voorspellen wat zij zullen leren en er is geen enkele leerling die in dat uur exact hetzelfde zal hebben geleerd. (whilf-ing). WWW staat dus ook voor Whereever, Whatever en Whenever … IK wil Dit stelt scholen en andere ontwerpers van leerprocessen voor een aantal uitdagingen, voortvloeiend uit de vraag: begrens je de vrijheid om eigen leerpaden te volgen of niet en als je begrenst hoe dan en op welke criteria ? a. wat is “nuttige” en “niet-nuttige” content (en wie bepaalt dat) b. hoe waardeer / beoordeel je verschillende leerpaden (en hoe toets je dat) c. hoe toets je een standaard curriculum bij leerlingen die niet dezelfde route hebben gelopen (in tijd, terminologie en doorlooptijd) Er zijn 3 stromen in Flexdidactiek: 1) vrijheid in content, eindregie op toetsing: Iedere leerling leert wat hij wil wanneer hij wil, de toets is voor iedereen gelijk en hetgeen geleerd moet worden is voor iedereen gelijk. 2) sturing op content het aanbod van content wordt gereguleerd, waarbij geborgd wordt dat hetgeen aangeboden wordt de content van het standaard curriculum dekt. 3) De Ultieme Vrijheid, Vrijheid in Content, Vrijheid in toetsing het aanbod is vrij, het bewijs van mijn leerervaring ook ( “ieder zijn eigen portfolio”). Zie bijvoorbeeld diy.org

description

Het op een flexibele wijze omgaan met didactische keuzes, binnen je lessen. Hoe goed kent een docent zichzelf en durft hij of zij zichzelf te typeren in de didactische keuzes die gemaakt kunnen worden, binnen het uitoefenen van het aangeboden schoolvak.

Transcript of Flexdidactiek wat is dat?

Page 1: Flexdidactiek wat is dat?

FlexDidactiek©, Hans Burgmans, John van DongenLeren is als websurfen. Je springt van associatie naar herinnering naar associatie naar vraag en wil dan in je hoofd een antwoord. De associatiepaden verschillen van mens tot mens en de vragen zijn persoonsgebonden. Geen twee mensen die met hetzelfde zoekwoord in Google beginnen zijn na vijf keer doorklikken op dezelfde pagina. Leer- en associatiepaden zijn individueel en wij zijn evolutionair gericht op beeld en geluid. De technologie om die associatiepaden in beelden om te zetten, in een snelheid die acceptabel is voor ons geduld, zonder noemenswaardige productie en transportkosten bestaat pas sinds kort. WIJ KUNNEN NU – VOOR HET EERST IN DE GESCHIEDENIS – AAN IEDEREEN MULTIMEDIAAL (vrijwel) GRATIS FLEXIBELE LEERPADEN AANBIEDEN (WWW) MET MULTIMEDIALE CONTENT DIE ER TOE DOET (in termen van snelheid, prijs, beschikbaarheid, kwaliteit). Wij hebben nu – in onze tijd – de technologie gemaakt die ons in staat stelt content aan te bieden in de door onze hersenen gewenste 4 V’s: Vorm, Volgorde, Vrijheid en Variatie.Vorm: Beeld & Geluid (= natuurlijke werking hersenen) Volgorde: onze individuele associatiepaden volgend (= natuurlijke nieuwsgierigheid)Vrijheid: Geen door anderen ontwikkelde structuur (= natuurlijke individualiteit) Variatie: wij zijn allen slaven van onze zintuigen (= natuurlijke motivatie) Gemotiveerde studenten kunnen met een uur Wikipedia, Runescapen of Youtuben veel leren. Vooraf is niet te voorspellen wat zij zullen leren en er is geen enkele leerling die in dat uur exact hetzelfde zal hebben geleerd. (whilf-ing). WWW staat dus ook voor Whereever, Whatever en Whenever … IK wil Dit stelt scholen en andere ontwerpers van leerprocessen voor een aantal uitdagingen, voortvloeiend uit de vraag: begrens je de vrijheid om eigen leerpaden te volgen of niet en als je begrenst hoe dan en op welke criteria ?

a. wat is “nuttige” en “niet-nuttige” content (en wie bepaalt dat) b. hoe waardeer / beoordeel je verschillende leerpaden (en hoe toets je dat) c. hoe toets je een standaard curriculum bij leerlingen die niet dezelfde route

hebben gelopen (in tijd, terminologie en doorlooptijd) Er zijn 3 stromen in Flexdidactiek: 1) vrijheid in content, eindregie op toetsing: Iedere leerling leert wat hij wil wanneer hij wil, de toets is voor iedereen gelijk en hetgeen geleerd moet worden is voor iedereen gelijk. 2) sturing op content het aanbod van content wordt gereguleerd, waarbij geborgd wordt dat hetgeen aangeboden wordt de content van het standaard curriculum dekt. 3) De Ultieme Vrijheid, Vrijheid in Content, Vrijheid in toetsing het aanbod is vrij, het bewijs van mijn leerervaring ook ( “ieder zijn eigen portfolio”). Zie bijvoorbeeld diy.org