fl et en oer te -...

16
fl et en oer te NÛMMER 891 VRIJDAG 4 NOVEMBER 1966 V raag zonder _antwoord: VERKIEZINGSFONDS WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? Eerste gift is binnen, wie volgt? M R. E. H. TOXOPEUS, voorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de VVD, heeft dinsdagavond een radiorede gehouden, waarin hij enkele opmerkingen maakte over de verrassende wending die in de formatie-Schmelzer toen juist was opgetreden. De heer Toxopeus zei onder meer: "Nadat de pogingen van de formateur om een "overbruggingskabinet" te vormen, zoals hij dat noemde, van KVP en ARP, waren vastgelopen op de weigering van prof. Zijlstra om minister-president te worden zijn nu, vandaag, de heren Rooivink en Biesheuvel met de formateur gaan praten. Zij hebben zelf om dat gesprek gevraagd. Dat kàn betekenen dat de anti- revolutionairen nu toch bereid zijn om mee te doen, dat zij hun afwijzende houding hebben laten varen. De uitlatingen van de laatste dagen, uit de AR-kring wezen er al op dat men daar toch wel iets wilde. Alleen wist niemand wàt. Zo is er gezegd dat Zijlstra in een volgende fase wel weer aan bod zon lwmen. Die fase is nu dan waarschijnlijk ingetreden. Beter laat dan nooit." "De merkwaardige houding van de ARP," zo vervolgde de heer Toxopeus, "wekte algemene verbazing. Men vroeg zich al af óf die partij nu van plan was om in haar geheel maar toe te treden tot de PvdA. Als men AR-voorzitter Berg- huis hoorde, was dat niet eens zo'n vreemde veronderstelling. Maar nu lijkt het dan of ze hun äraai nemen. Of de Den f-!aag verwacht: OPTREKKENDE MIST Waarnemers die de Haagse ba- rOIDeter trachten af te lezen, wor- den daarbij voortdurend gehinderd door een verschijnsel dat deze des- kundigen "mist" plegen te noe- men. Het is een soort waas van geheimzinnigheid, dat somtijds dagenlang aanhoudt, in andere ge- vallen schielijk optrekt. Deze mist vertroebelt het beeld, dat men zich tracht te vormen van de z.g. Schmelzer-formatie, een uiterst zeldzaam politiek weerkundig ver- schijnsel. Er is thans een ARP- front in beweging gekomen, maar mede door eerdergenoemde mist is niet duidelijk in welke richting dit front ·zich beweegt. Over de vraag hoe lang de mist nog zal aanhouden wordt - an- ders dan in De Bilt in dergelijke gevallen - verschillend geoor- deeld. De meeste waarnemers ver- wachten dat de mist in de loop van deze week zal optrekken, bij welke veronderstelling wij ons met enig voorbehoud aansluiten. 1\-laar men bedenke wel: Zelfs in De Bilt hebben ze 't wel eens mis; dat is dus zeker ook in Den Haag denk- baar. (Opgemaakt woensdagochtend te 11.15 uur en onder voorbehoud geldig tot het eind van deze week.) kiezer het allemaal begrijpt waag ik te betwijfelen. Maar dat moet de ARP dan maar zelf uit doeken doen." "Maar in elk geval, ziet u, er moet ge_ regeerd worden. Want weliswaar wenst de formateur kennelijk een kabinet dat zorgt voor vervroegde verkiezingen en dat intussen - dat is dan tussen nu en de formatie van het kabinet dat na de verkiezingen gaat optreden - de zaken regelt, maar dat zalwn regelen eist echt wel belangrijke beslissingen." "Ik noem maar een paar dingen. De loononderhandelingen beginnen binnen- kort weer. Het standpunt van de rege- ring is dan van heel groot gewicht. De huurverhoging gaat op 1 januari a.s. in, tenzij men daaraan nog iets. wil verande· ren, zoals het kabinet-Cals dat wilde. Dat is óók een beslissing : doors.aan of niet doorgaan. De begrotingen liggen alle nog onafgedaan in de Kamer." Innerlijke tegenstrijdigheden "Neen, juist nu geldt dat er geregeerd moet worden. Dat wist de ARP ook best. Het is daarom onbegrijpelijk dat die zo'n vreemd spel van nietes en welles heeft gespeeld. Dat is alleen te verklaren uit innerlijke tegenstrijdigheden, uit ernsti- ge verschillen van mening binnen de eigen anti-revolutionaire kring." "Dat die meningsverschillen er zijn en dat ze er waren konden wij allemaal al lang vaststellen. Fractievoorzitter Rooivink zei dat de PvdA het kabinet- Cals voor het blok had gezet door te zeggen dat dit kabinet nog geen knip voor de neus waard zou zijn als het om de motie van de KVP niet zou aftreden. Zijn fractiegenoot Boersma ging craar tegenin en ziet, een paar dagen later trekt Rooivink die uitspraak in. Het lijkt maar een kleinigheid, maar het is een blijk van. ernstig verschil van richting." "AR, waar gaat gij heen? De kiezers zullen dat nu toch willen weten en ze weten 't niet. Deze formatie geeft het antwoord niet op de vraag: wat willen de confessionele partijen? En zo zal het dan wel weer blijven tot na de verkie- zingen." Meest begaanbare weg "De meest begaanbare weg om tot duidelijkheid te komen hebben wij VVD- 'ers aangegeven. Maar die weg wordt niet gevolgd. Omdat ik na een vorige uit- eenzetting van die gedachte bewijs mocht ontvangen dat velen er waarde- ring voor hebben, kom ik er nog even op terug. Ik heb zo gezegd: Laten de con- fessionele partijen n u kiezen met welke groeperingen zij na de verkiezingen wil- len regeren. Laten zij n u ,op basis van die keus helpen een kabinet te vormen. Dan kan dat kabinet met zijn program- ma de inzet van de verkiezingen· zijn. Dan hebben de kiezers een duidelijke keuze voor ogen. Dan oefenen zij werkelijke invloed uit op de samenstel- ling en het beleid van de regering. Daar- aan is behoefte, aan de mogelijkheid om die invloed uit te oefenen." "Dat blijkt ook uit verschillende voor- stellen om ons grondwettelijk bestel te wijzigen, ten einde dan een duidelijke keus te kunnen maken. Die voorstellen zijn niet praktisch uitvoerbaar en vol- maakt overbodig. Zij zijn niet uitvoer- baar, tenzij de politieke partijen het zelf willen. En als die partijen het zouden willen, wel dan kunnen ze beter, sneller en vooral zekerder handelen door binnen ons geldende bestel de keus te doen, zo- als ik u die heb voorgelegd." "Maar, ik zei het al, zo gaat het weer niet. Wederom zult u niet weten wat u aan de confessionele partijen hebt." links-afters "Overigens, ook oo PvdA kan wel wat meer klaarheid gebruiken. Ze krijgt nu de kans. Als verstoten partner en ern- stig gekwetst kan zij nu de ·gelederen sluiten. De lieden van Tien over rood en andere links-affers, die zullen nu wel een toontje lager gaan zingen. In zover is de crisis voor de PvdA misschien nog net op tijd gekomen. Geen last meer van de hoogst impopulaire minister van finan- ciën Vondeling en de kans om dissi- denten-radicalen de mond te snoeren. De gedachte van ·de heer Rooivink dat de PvdA wel uit de regering wilde, was mis- schien toch niet zo gek." "Met dat al, de verkiezingen komen in het verschiet. Er is een overvloed van partijtjes alsof dit politiek zo vreemd verdeelde land er behoefte aan zou kun- nen hebben zich nog meer te verdelen. Onder het motto "meer democratie en meer duidelijkheid" rijzen de nieuwe lijsten als paddestoelen uit de grond. Met als enig resultaat: nog meer ver- warring en nog meer versplintering." "Naar mijn mening is de VVD duide· lijk geweest en kan iedereen weten wat hij aan ons heeft." Troost "Wij hebben minder kans dan sommi· ge anderen om ons via radio en ·tele- visie tot de kiezers te richten. Maar we zullen het zo ook wel redden. Een troost is dat radio- en televisie-mensen de kie- zers kennelijk ook niet naar hun hand De eerste gift voor het ver- kiezingsfonds is binnen. De afde- ling Leeuwarden verraste het hoofdbestuur met een gift van f 500 ten behoeve van de Tweede- 1\:amerverkiezingen. Onnodig te zeggen dat het hoofdbestuur deze afdeling zeer erkentelijk is. Zou het spreekwoord: Goed voorbeeld doet goed volgen hier van toepassing kunnen zijn? Wij hopen het. Alle begin is moeilijk, de afdeling Leeuwarden heeft echter dit moeilijke begin op een uitstekende wijze aangepakt. Giften voor het verkiezings- fouds kan men storten op post- rekening 67880 tJI.v. Secretaris VVD te 's-Gravenhage. kunnen zetten. Hebben ze niet in meer- derheid steeds gepleit voor het kabinet· Cals? Deed een aantal hunner niet alles om de PvdA als enige progressieve par• tij aan te prijzen? Was de verbetenheid over de val van het kabinet-Cals er soms niet dik opgelegd? Maar het kabinet-Cals was er niet minder impopulair om." Heden en toekomst "Wij VVD' ers kijken naar het heden· èn de toekomst. Naar vandaag èn morgen. Wij weten dat er veel moet gebeuren voor die toekomst, maar dat de mensen ook vandaag moeten kunnen leven. Dat kan uitstekend samengaan." "Wij vinden dat staats-almacht uit den boze is en dat er in plaats van meer, minder overheidsbemoeiing moet komen. Iedereen weet dat hij belasting moet be- talen. Iedereen vindt dat de overheid dan ook zuinig met dat belastinggeld moet omspringen. En terecht." "Het kabinet-Cals werkte aan ZlJU imago. Aan het beeld, dat het publiek zich ervan vormt. 't Werkte daar zo hard aan dat het in de gaten liep en belachelijk werd. En dat beeld werd- er niet een van een ploeg van verstan- dige mensen, maar van een club van op- makers. Kijk, en dat wilde men, dat wil- den de kiezers niet. Terecht niet." ,.Die mentaliteit is de VVD vreemd. Wij. willen een verstandig beleid, dat zorgt voor nu èn morgen. Daarin is geen tegenstelling gelegen. En een be· leid dat ieder de vrijheid geeft en laat om zichzelf te zijn." De heer Schmelzer begroet de heTen Bieshe1wel en Rooivink in de Alsxrmrlerstraat in Den Haa,g

Transcript of fl et en oer te -...

Page 1: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

• • • fl et en

• oer te

NÛMMER 891 VRIJDAG 4 NOVEMBER 1966

V raag zonder _antwoord: VERKIEZINGSFONDS

WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? Eerste gift is binnen, wie volgt?

MR. E. H. TOXOPEUS, voorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de VVD, heeft dinsdagavond een radiorede gehouden, waarin hij enkele opmerkingen

maakte over de verrassende wending die in de formatie-Schmelzer toen juist was opgetreden. De heer Toxopeus zei onder meer: "Nadat de pogingen van de formateur om een "overbruggingskabinet" te vormen, zoals hij dat noemde, van KVP en ARP, waren vastgelopen op de weigering van prof. Zijlstra om minister-president te worden zijn nu, vandaag, de heren Rooivink en Biesheuvel met de formateur gaan praten. Zij hebben zelf om dat gesprek gevraagd. Dat kàn betekenen dat de anti­revolutionairen nu toch bereid zijn om mee te doen, dat zij hun afwijzende houding hebben laten varen. De uitlatingen van de laatste dagen, uit de AR-kring wezen er al op dat men daar toch wel iets wilde. Alleen wist niemand wàt. Zo is er gezegd dat Zijlstra in een volgende fase wel weer aan bod zon lwmen. Die fase is nu dan waarschijnlijk ingetreden. Beter laat dan nooit."

"De merkwaardige houding van de ARP," zo vervolgde de heer Toxopeus, "wekte algemene verbazing. Men vroeg zich al af óf die partij nu van plan was om in haar geheel maar toe te treden tot de PvdA. Als men AR-voorzitter Berg­huis hoorde, was dat niet eens zo'n vreemde veronderstelling. Maar nu lijkt het dan of ze hun äraai nemen. Of de

Den f-!aag verwacht:

OPTREKKENDE MIST

Waarnemers die de Haagse ba­rOIDeter trachten af te lezen, wor­den daarbij voortdurend gehinderd door een verschijnsel dat deze des­kundigen "mist" plegen te noe­men. Het is een soort waas van geheimzinnigheid, dat somtijds dagenlang aanhoudt, in andere ge­vallen schielijk optrekt. Deze mist vertroebelt het beeld, dat men zich tracht te vormen van de z.g. Schmelzer-formatie, een uiterst zeldzaam politiek weerkundig ver­schijnsel. Er is thans een ARP­front in beweging gekomen, maar mede door eerdergenoemde mist is niet duidelijk in welke richting dit front ·zich beweegt.

Over de vraag hoe lang de mist nog zal aanhouden wordt - an­ders dan in De Bilt in dergelijke gevallen - verschillend geoor­deeld. De meeste waarnemers ver­wachten dat de mist in de loop van deze week zal optrekken, bij welke veronderstelling wij ons met enig voorbehoud aansluiten. 1\-laar men bedenke wel: Zelfs in De Bilt hebben ze 't wel eens mis; dat is dus zeker ook in Den Haag denk­baar.

(Opgemaakt woensdagochtend te 11.15 uur en onder voorbehoud geldig tot het eind van deze week.)

kiezer het allemaal begrijpt waag ik te betwijfelen. Maar dat moet de ARP dan maar zelf uit dè doeken doen."

"Maar in elk geval, ziet u, er moet ge_ regeerd worden. Want weliswaar wenst de formateur kennelijk een kabinet dat zorgt voor vervroegde verkiezingen en dat intussen - dat is dan tussen nu en de formatie van het kabinet dat na de verkiezingen gaat optreden - de zaken regelt, maar dat zalwn regelen eist echt wel belangrijke beslissingen."

"Ik noem maar een paar dingen. De loononderhandelingen beginnen binnen­kort weer. Het standpunt van de rege­ring is dan van heel groot gewicht. De huurverhoging gaat op 1 januari a.s. in, tenzij men daaraan nog iets. wil verande· ren, zoals het kabinet-Cals dat wilde. Dat is óók een beslissing : doors.aan of niet doorgaan. De begrotingen liggen alle nog onafgedaan in de Kamer."

Innerlijke tegenstrijdigheden "Neen, juist nu geldt dat er geregeerd

moet worden. Dat wist de ARP ook best. Het is daarom onbegrijpelijk dat die zo'n vreemd spel van nietes en welles heeft gespeeld. Dat is alleen te verklaren uit innerlijke tegenstrijdigheden, uit ernsti­ge verschillen van mening binnen de eigen anti-revolutionaire kring."

"Dat die meningsverschillen er zijn en dat ze er waren konden wij allemaal al lang vaststellen. Fractievoorzitter Rooivink zei dat de PvdA het kabinet­Cals voor het blok had gezet door te zeggen dat dit kabinet nog geen knip voor de neus waard zou zijn als het om de motie van de KVP niet zou aftreden. Zijn fractiegenoot Boersma ging craar tegenin en ziet, een paar dagen later trekt Rooivink die uitspraak in. Het lijkt maar een kleinigheid, maar het is een blijk van. ernstig verschil van richting."

"AR, waar gaat gij heen? De kiezers zullen dat nu toch willen weten en ze weten 't niet. Deze formatie geeft het antwoord niet op de vraag: wat willen de confessionele partijen? En zo zal het dan wel weer blijven tot na de verkie­zingen."

Meest begaanbare weg "De meest begaanbare weg om tot

duidelijkheid te komen hebben wij VVD­'ers aangegeven. Maar die weg wordt niet gevolgd. Omdat ik na een vorige uit­eenzetting van die gedachte bewijs mocht ontvangen dat velen er waarde­ring voor hebben, kom ik er nog even op terug. Ik heb zo gezegd: Laten de con­fessionele partijen n u kiezen met welke groeperingen zij na de verkiezingen wil­len regeren. Laten zij n u ,op basis van die keus helpen een kabinet te vormen. Dan kan dat kabinet met zijn program­ma de inzet van de verkiezingen· zijn. Dan hebben de kiezers een duidelijke keuze voor ogen. Dan oefenen zij daad~

werkelijke invloed uit op de samenstel­ling en het beleid van de regering. Daar­aan is behoefte, aan de mogelijkheid om die invloed uit te oefenen."

"Dat blijkt ook uit verschillende voor­stellen om ons grondwettelijk bestel te wijzigen, ten einde dan een duidelijke keus te kunnen maken. Die voorstellen zijn niet praktisch uitvoerbaar en vol­maakt overbodig. Zij zijn niet uitvoer­baar, tenzij de politieke partijen het zelf willen. En als die partijen het zouden willen, wel dan kunnen ze beter, sneller en vooral zekerder handelen door binnen ons geldende bestel de keus te doen, zo­als ik u die heb voorgelegd."

"Maar, ik zei het al, zo gaat het weer niet. Wederom zult u niet weten wat u aan de confessionele partijen hebt."

links-afters "Overigens, ook oo PvdA kan wel wat

meer klaarheid gebruiken. Ze krijgt nu de kans. Als verstoten partner en ern­stig gekwetst kan zij nu de ·gelederen sluiten. De lieden van Tien over rood en andere links-affers, die zullen nu wel een toontje lager gaan zingen. In zover is de crisis voor de PvdA misschien nog net op tijd gekomen. Geen last meer van de hoogst impopulaire minister van finan­ciën Vondeling en de kans om d~ dissi­denten-radicalen de mond te snoeren. De gedachte van ·de heer Rooivink dat de PvdA wel uit de regering wilde, was mis­schien toch niet zo gek."

"Met dat al, de verkiezingen komen in het verschiet. Er is een overvloed van partijtjes alsof dit politiek zo vreemd verdeelde land er behoefte aan zou kun­nen hebben zich nog meer te verdelen. Onder het motto "meer democratie en meer duidelijkheid" rijzen de nieuwe lijsten als paddestoelen uit de grond. Met als enig resultaat: nog meer ver­warring en nog meer versplintering."

"Naar mijn mening is de VVD duide· lijk geweest en kan iedereen weten wat hij aan ons heeft."

Troost "Wij hebben minder kans dan sommi·

ge anderen om ons via radio en ·tele­visie tot de kiezers te richten. Maar we zullen het zo ook wel redden. Een troost is dat radio- en televisie-mensen de kie­zers kennelijk ook niet naar hun hand

De eerste gift voor het ver­kiezingsfonds is binnen. De afde­ling Leeuwarden verraste het hoofdbestuur met een gift van f 500 ten behoeve van de Tweede-1\:amerverkiezingen. Onnodig te zeggen dat het hoofdbestuur deze afdeling zeer erkentelijk is.

Zou het spreekwoord: Goed voorbeeld doet goed volgen hier van toepassing kunnen zijn? Wij hopen het. Alle begin is moeilijk, de afdeling Leeuwarden heeft echter dit moeilijke begin op een uitstekende wijze aangepakt.

Giften voor het verkiezings­fouds kan men storten op post­rekening 67880 tJI.v. Secretaris VVD te 's-Gravenhage.

kunnen zetten. Hebben ze niet in meer­derheid steeds gepleit voor het kabinet· Cals? Deed een aantal hunner niet alles om de PvdA als enige progressieve par• tij aan te prijzen? Was de verbetenheid over de val van het kabinet-Cals er soms niet dik opgelegd? Maar het kabinet-Cals was er niet minder impopulair om."

Heden en toekomst "Wij VVD' ers kijken naar het heden· èn

de toekomst. Naar vandaag èn morgen. Wij weten dat er veel moet gebeuren voor die toekomst, maar dat de mensen ook vandaag moeten kunnen leven. Dat kan uitstekend samengaan."

"Wij vinden dat staats-almacht uit den boze is en dat er in plaats van meer, minder overheidsbemoeiing moet komen. Iedereen weet dat hij belasting moet be­talen. Iedereen vindt dat de overheid dan ook zuinig met dat belastinggeld moet omspringen. En terecht."

"Het kabinet-Cals werkte aan ZlJU

imago. Aan het beeld, dat het publiek zich ervan vormt. 't Werkte daar zo hard aan dat het in de gaten liep en belachelijk werd. En dat beeld werd- er niet een van een ploeg van verstan­dige mensen, maar van een club van op­makers. Kijk, en dat wilde men, dat wil­den de kiezers niet. Terecht niet."

,.Die mentaliteit is de VVD vreemd. Wij. willen een verstandig beleid, dat zorgt voor nu èn morgen. Daarin is geen tegenstelling gelegen. En een be· leid dat ieder de vrijheid geeft en laat om zichzelf te zijn."

De heer Schmelzer begroet de heTen Bieshe1wel en Rooivink in de Alsxrmrlerstraat in Den Haa,g

Page 2: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

I I

1:

2 - vrijdag 4 november 1966

Kopij voor deze rubriek te zenden aan meJ. Joh. H. Springer. Alexanderstraat 16, Haarlem

Contacten op donderdagmiddag 20 oktober werd in Royal in Arnhem een bijeenkomst

gehouden voor de als contactvrouw op­tredende dames in Gelderland. Deze dames waren door mev'T: A. Bergsma­Feenstra uitgenodigd; zij had ook de leiding van de bijeenkomst. Aanwezig waren voor de Centrale Gelderland mevr. M. A. Mensink-Kooy, centr. ver· tegenwoordigster, mevr. F. Kok-Van der Bijl en mevr. C. J. Lavell-De Vries, beiden plv. centr. vertegenwoordigster. Ofschoon de opkomst nog beter had kunnen zijn, was het verheugend dat 15 dames de moeite hadden genomen de, voor sommigen toch lange reis naar Arnhem te maken.

Na een inleiding van mevr. Bergs­ma over het vele dat een contactvrouw juist in een kleine plaats voor de vrou­wen in de- VVD kan doen en over de taak van de centr. vertegenwoordigster t.a.v. de begele1ding van dit werk, volg­de een prettig gesprek. Ieder van de aanwezigen kreeg de gelegenheid vra­gen te stellen en mededelingen te doen. Bovendien konden door dit gesprek klei­ne moeilijkheden in de communicatie (zoals klachten over niet doorzenden) worden opgelost. Daar waar geen con­tactvrouw is blijken de aan de secre­taris van de afdeling gezonden convoca­ties, bestemd voor de vrouwen, nog wel eens te blijven liggen. Het bleek dat in kleine plaatsen de geringe belang­stelling van de vrouwen nog een pro­bleem is. Geadviseerd werd klein te be­ginnen met een koffie-ochtend of thee­'middag, en zo mogelijk iets te organise­ren met omliggende plaatsen.

Verheugende mededelingen over groeiende activiteit kwamen er o.a. uit Gorssel, Zutphen, Warnsveld en Winterswijk. Op de Midden- en Noord­Veluwe, in de Achterhoek en in de Betuwe moet echter. nog veel gebeuren.

Mevr. Bergsma kwam met een voor­stel de Gelderse dames te iaten zor­gen voor een flinke bijdrage aan het verkiezingsfonds in Gelderland. Dit voorstel werd enthoudast overgeno­men, zij het dat de meeste dames er de voorkeur aan gaven de in te zame­len gelden af te dragen aan bun .eigen afdeling, omdat de afdelingen de vrou­wengroepen grote steun geven. Daar er veel geld nodig is zal, van nu af, op iedere vrouwenbijeenkomst in Gelder­land een beroep op de aanwezigen wor­den gedaan een bijdrage te geven voor de verkiezingen.

Ten slotte werd nog besloten de pro­vinciale Gelderse dag te houden op 16 ' maart 1967 in Nijmegen.

C. J. LAVELL-DE VRIES

Gooidag DE Gooidag wordt dit najaar gehou­

den a.s. dinsdag (8 november) in het Theehuis "Rust wat", Schapencirift

,.. Vrijheid en~_ Democratie L.!?..t ) WII:II:O<IOI..AD VAN D~ VOLI<~PARTI.J VCOA V .. UHI<t!l 1\:N prMOC«ATII';)

Weekblad van de Volkspart{ voor Vrijheid en Democratie.

Adres van de administratie (zowel voor abonnementen air voor advertenties): Witte dt Withstraat 73 te Rotterdant (postbus S24 te Rotterdam), Tel. 010-1110 00, ·Rbonnemen· ten toestel 219, advertenties toestel 224. Postgiro: 245103 t.n.v. Administratie Vrijheid en Democratie te Rottél'dam.

Hoofdredacteur: Ph. C. la Chapelle jr. Adres van de redactie: Nieuwe Herengracht 89 B te Amsterdam-C.

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

79 in Blaricum, van 10.30-14.30 uur, onderbroken door een pannekoekenlunch (of iets anders). Kosten voor eigen reke­ning. Mevr. T. Schoorl-Straub zal een causerie houden over haar ervaringen in Siberië, vroeger en nu. 's Middags zijn er dia's over Rusland en discussie. Aanmelding voor 7 november bij mevr. M. v.d. Wel-Stegeman, 't Paadje 11, Laren N.H., tel. 02953-5138. Voor gewenst vervoer verzamelen om 10.15 bij het busstation te Laren.

Radio-uitzending van de VVD: dinsdag 15 november van 18.2o-18.30 uur, over de zender Hilversum I (402 m.).

Amstelveen SAKKOBOONJANI kundjani sekonna

selatio line... zegt een inboorling uit Zambia, wanneer hij u uitnodigt om samen met hem te gaan jagen. In Am­stelveen jaagt men niet, althans niet op groot wild, maar wordt men wèl uitge­nodigd om op 10 november a.s 20.00 uur in de "Amstelhoek" te komen kijken naar de filmopnamen die ons lid mevr. Robin Venker-Robart Morgan deze zo­mer in Zambia en Rhodesia maakte. Gezien de huidige politieke situatie in Rhodesia kan hier zeker een interessan­te discussie op volgen.

Staalbouw • Kraanbouw

Rörink & van den Broek ~l. Vo

ENSCHEDE Telefoon (05420) 1 83 44 *

UIT DE PARTIJ • Zaanstreek

Een proef met het houden van ver· gaderingen met "eigen mensen" als spreker, zal de statencentrale Zaandam nemen. De betreffende bijeenkomst is op dinsdag 15 november te Wormer, waar de pas opgenchte afdeling gastvrouwe is. De voorzitter van- genoemde cen­trale, drs. A. Bakker, zal spreken over het theoretische gedeelte van het be­ginselprogram, in aansluiting waarop de heer I. J. Wolleswinkel voorzitter van de afdeling Koog-Zaandijk, de praktische kanten hiervan zal belichten. Laatstge­noemde zal later op de avond Appèl '66 en de rijksbegroting 1967 ter discussie, stellen.

Slaagt deze eerste bijeenkomst, welke voor alle Zaanse leden en sympathisan­ten toegankelijk is, dan volgen derge­lijke vergaderingen in meer plaatsen langs de Zaan.

0 Alkmaar Wegens zijn benoeming als raadslid

is de heer J. van Maarleveld afgetre­den als voorzitter van de afdeling Alk­maar. In zijn plaats is gekomen de heer G. G. van Manen, tot dusverre pen­ningmeester. In laatstgenoemde functie werd benoemd de heer W. Schoehuis. In een andere vacature werd voorzien door de benoeming van de heer F. Schmidt.

• Katwijk Bij de recent gehouden ledenvergade­

ring van de afdeling Katwijk werd het bestuur i.v.m. vertrek van de secreta­ris, de heer Gerdessen, als volgt gewij­zigd: voorzitter P. Jaapies, secretaris E. J. Wils, Sportlaan 17 te Katwijk aan Zee, penningmeester F. A. W. Bo­vendeert.

,. Hengelo Het secretariaat van de VVD-afdeling

Hengelo is overgenomen door· mevr. F. N. Rademacher-Raab, Plein 1918 nr. 5 te Hengelo.

SPREEKBEURTEN periode 4 november tot en met 5 december 1966.

DE AFDELINGEN WORDEN EROP GEWEZEN DAT DE MOGELIJKHEID BESTAAT DAT IN VERBAND MET DE KABINETSCRISIS DE SPREKERS

HUN TOEZEGGINGEN NIET KUNNEN NAKOMEN 4 november 4 november 4 november

4 november 7 november 7 november 8 november 9 november

10 november

Venlo e.o. Baarn Leeuwarden (debat VVD + PvdA) Rotterdam (K.C. Dordrecht) Pesse (Lib. Kring Hoogeveen) Beverwijk Delft (Human. -Stud. Ver.) Almelo Paterswelde (vr. 1. d. VVD 3 noord. prov.)

10 november Sassenheim (forum fractievoor­

11 novemb~r 11 november 14 november 14 november 16 november 16 november 17 november 17 november 18 november 18 november 18 november 21 november 21 november 22 november 25 november

zitters) pol. voorlichtingsavond Gasselte (Pt. C. Emmen) Hilversum (JOVD 't Gooi) Nijmegen Zeist Zaanstreek (pol. jong. contact) Purmerend (Lib. Sociëteit) J.O.V.D. Haarlem-IJmond Groningen (Lib. Sociëteit) Delden Apeldoorn Dalen Velzen .Tutphaas (streek Utrecht-W.) Soest Den Helder (JOVD, debat pol.

Prof. dr. H . .T. Witteveen Mr. W . .T. Geertsema

Mr. dr. C. Berkhouwer H. J. L. Vonhoff R. Zegering Hadders H . .T. L. Vonhoff Mr. dr. C. Berkhouwer R. Zegering Hadders

Mr. H. van Riel

Mr. E. H. Toxopeus Ir. D. S. Tuynman H. J. L. Vonhoff Drs. Th. B. Joekes Mr. H. van Riel H. .T. L. Vonhoff Mr. dr. C. Berkhouwer S. J. v. d. Bergh Mr. H. van Riel Ir. J. Baas Mevr. mr. E. Veder-Smit G. M. Lambers Prof. dr. H. J. Witteveen Dr. K. van Dijk Prof. dr. H. W. J. Wijnholds

partijen) Drs. Th. H . .Toekes 25 november Gorredijk (St. C. Heerenveen) Mevr. G. V. v. Someren-Downer 25 november Statencentrale Zaandam Mr. F. Portheïne 25 november Winterswijk S . .T. v. d. Bergh 25 november Zuidlaren (VVD + JOVD) Ir. D. S. Tuynman 28 november Vlissingen, Middelburg en Goes Drs. Th. H, Joekes 29 november Ommen R. Zegering Hadders 30 november Meppel (Lib. Kring) Mevr. Mr. E. Veder-Smlt 3 december Aken (.Teunesse liberale Europ.) Mr. dr. C. Berkhouwer

N.B. In deze opgave zijn niet verwerkt die spreekbeurten, welke door onze kamer­lede,n en andere sprekers buiten het verband van onze partij gehouden worden.

Mijn opinie IS • • •

• De Kabinetscrisis Uiteraard heeft de redactie van ons

weekbla!l haar gedachten laten gaan over de "nacht van Schmelzer" en wat daaraan vooraf ging. Het is duidelijk ge­bleken dat de VVD weer de enigszins tragische rol heeft gespeeld van de par­tij, die achteraf toch gelijk heeft. Was reeds de kritiek op de begroting-1966 niet mals, het plan-Joekes werd wegge­hoond. Toch zijn de sporen erV-an in de begroting-1967 terug te vinden. Maar ook deze begroting is in haar geheel on­aanvaardbaar, al was het alleen maar ten gevolge van de zeer onsolide finan­ciering door middel van versnelde be­lastingheffing. De oppositie is duidelijk: kabinet, ga heen! Wat doet echter de KVP? Voortborduren op het bekende stramien van bezorgdheid uitspreken, klemmende vragen stellen, honderddui­zend slagen om de arm houden en pro­beren de Van Sonnen en de Mertensen achter één verwaterd beleid te krijgen. Romme kon dat, Schmelzer niet.

. De huidige kabinetscrisis (een jaar te laat geforceerd) heeft slechts één gun­stig aspect, en wel dat thans iedereen toch wel moet kunnen begrijpen dat de broodnodige politieke duidelijkheid hier te l~nde pas kan worden verwezenlijkt als de confessionele partijen, en vooral de KVP, ter ziele zijn. Een politieke partij, waarvan de leden slechts één ge­meenschappelijk kenmerk hebben, name­lijk dat zij rooms-kat~olie~ zijn, maar waarin men bij wijze van spreken zo­wel abonnees op "Burgerrecht" als die op "Links" aantreft, is nonsens.

Ik ben dan ook van mening dat dit door de ,.echte" politieke partijen in de a.s. verkiezingscampagne duidelijk moet worden gesteld, ook door de VVD.

Deze gedachten heb ik in het la.atste nummer van Vrijheid en . Democratie gemist.

Doe een p o 1 i t i e k e keuze, laat dit leidraad voor onze acties zijn, zonder dit af te zwakken met het oog op samenwerking, met welke groeperingen dan ook, na de verkiezingen.

F. MEIHUIZEN, HARLINGEN

De geachte inzender is iets te snel geweest met zijn laatste opm.erking, zo­als hij uit ons nummer van 28 oktober zal hebben gezien ("Kabinetsformatie ll") en zoals hij inmiddels ook zal heb­ben vernomen uit de voor de televisie gehouden of in vergaderingen uitgespro­ken redevoeringen van de heren Toxo­peus, Geertsema en Van Riel.

De oplossing, door de VVD van den beginne af voor ·de Kabinetscrisis be­pleit, zou inderdaad de gewenste duide­lijkheid .voor de kiezers hebben ge­bracht.

Dat de VVD een geheel andere struc­tuur voor ons partijwezen voorstaat en hoe zij denld over confessionele partij­bases, is laatstelijk nog in ons blad van 7 oktober jl. uiteengezet. Daarin kon men onder de kop: ,,Duidelijkheid en invloed in de politiek" o.a. lezen:

"De confessionele basis van een par­tij als de KVP, die politiek volkomen heterogene elementen samenhoudt, maakt dat zij altijd twee kanten uit kan en dat niemand vooruit weet, welke kant dat zal worden. Zij kan in ieder Kabinet deelnemen (dat is deze na-oor­logse jaren wel duidelijk gebleken) en zij past er daarom wijselijk voor, zich uit te spreken over de vraag,- welke kabinetsbasis zij voor na de verkie­zingen voorstaat".

Op dezelfde pagina van dat nummer droeg het derde artikel in de reeks: Overheid, kiezers en gekozenen, de on­derkop: ,,Andere partijstructuur-".

Dat was dus een week vóór de Ka­binetscrisis en ruim twee weken vóór de heer Meihuizen ons het bovenstaan­de schreef.

Dat de rol van de VVD gelukkig niet zo tragisch is bij het achteraf gelijk krijgen (waarover inzender schrijft} blijkt wel uit een in opdracht van "De Telegraaf'' door het bureau Veldkamp­Marktonderzoek in de week na de val van het Kabinet onder 2300 Nederland­se stemgerechtigden uit alle delen van het land gehouden "proefverkiezing". Volgens dat onderzoek zou de VVD, in· dien er die week Kamerverkiezing zou zijn gehouden, vier zetels hebben gewon­nen en van 16 op 20 zetels in de Tweede Kamer zijn gekomen.

Wij wijden daar ook elders in dit blad nog aandacht aan.

REDACTIE

Page 3: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

r

VRIJHEID EN DEMOCRATIE vrijdag 4 november 1966 - 3

Partijtjes groeien vast in tal en last Winst voor VVD bij proefverkiezing

ER zijn in Nederland 53 politieke " partijen." Met dit valse alarm heeft de NSB in de jaren dertig ge­poogd kracht bij te zetten aan haar ac­tiviteiten ter ondermijning van de par­lementaire democratie.

Het w a s een vals alarm, maar zo­als Jn dergelijke gevallen meestal geldt, had ·het een schijn van waarheid. Er wàren, over het gehele land opgeteld, voor de verkiezingen van 1933 inder­daad 53 kandidatenlijsten ingediend. Maar in de eerste plaats hadden slechts 19 groeperingen in alle 18 kieskringen kandidaten gesteld. De overige 35 vorm­den dus een optelling van min of me·er "loslopende" lijsten, die in een aantal gevallen zelfs maar in één van de acht­tien kieskringen voorkwamen.

In de tweede plaats vormden die kan­didatenlijsten in een aantal gevallen in­derdaad alleen maar "lijsten" en was zelfs geen enlve>le moeite gedaan om daaraan een groeps- of partijnaam te v_erbinden. Zo was een van die befaamde 53 "partijen" een lijst-Groothuis, die al­leen in Amsterdam (vanouds nogal ex­centriek op politiek gebied) was inge­diend en in totaal... 90 stemmen behaal­de.

De zich noemende "Algemene Arbei­derslJ.oiild", me alleen in Rotterdam met een lijst was uitgekomen, behaalde ze­ven stemmen meer dan de politieke concurrent in de hoofdstad en bereikte dus een totaal van 97 stemmen. Bijna de helft van de ingediende lijsten -namelijk 21 - behaalde minder dan 1000 stemmen elk.

Behalve de alleen maar naar de "lij-st­aanvoerders" genoemde lijsten-Wolswin-kel, - Jacobs, -Eijking, -Engels,- de Wit, -Bongers, -Triesscheyn en -Grootlmis, behoorden daartoe ook een Bond van be­lastingbetalers (totaal 940 stemmen), een Volkswelvaartpartij, een partij Hoofd- en handarbeiders, de Nieuwe So­cialistische Pal'tU, het Nationaal Ver­bond voor a.rbeidsbelangen, een Partij voor Algemeen Welzijn, een Zuiderzee­partij (ingediend alleen in de kieskrin­gen Den Helder en Utrecht, waar zij samen 338 stemmen kreeg) een Algeme­ne Nationale Huurdersbond, de Oranje· fascisten (in Amsterdam en Utrecht to­taal 261 stemmen), de Universele Partij (wederom alleen in Amsterdam - 237 stemmen), de Nationale Werkliedenpa.r­tif, de Anti-erisispartij (193 stemmen), een Proletarische Groep (alleen in Am­sterdam - 185 stemmen), een Centrale Democratische Arbeiderspartij, een par­tij Opbouw en Vt..-broedering (142 Am· sterdammers voelden daar ketnn'(;'liJk wel wat voor) en de reeds genoemde Alge­mene Arbeidersbond.

Het was allemaal inderdaad nogal be­lachelijk en kostelijk voer voor demago­gen om tegen het parlementaire systeem en de democratie te ageren (men ziet er is niets nieuws onder de zon). In­voering van een waarborgsom en van het voorschrift dat een bepaald deel van de kiesdeler moest worden behaald, hebbeu aan deze ergste uitwas echter spoedig een einde gemaakt.

Ondertussen: Het oprichten van ver­enigingen voor alles en nog wat en van &elkens roeuwe politieke splintergroop­jes zit velen van ons kennelijk in het bloed. Waar drie Nederlanders bijeen zijn, ontstaat een vereniging of partij, w spot m~ wal eens in het buitenlano. En wie denkt dat dit onder ons oude districtenstelsel zoveel beter was, ver­gist zich. Want zelfs onder dat stelsel

speelden we het klaar toch nog acht partijen in de Kamer te brengen, zoals omstreeks 1912 het geval was. Dat is precies gelijk aan het gemiddelde aan­tal sedert 1946 in de Kamer vertegen­woordigde partijen. Thans zijn het .er, sedert de verschijning van de Boeren­partij en inclusief de eenling-afgevaar­digde van het Gereformeerd Politiek Verbond, tien.

VERWACHTINGEN 1967 Kijken we riu naar de allernaaste toe­

komst, dan ziet het er naar uit, dat de kiezers weer een extrá ruime keuze zal worden geboden.

Vorige week, zo lazen wij, werden al­weer vier nieuwe groeperingen tegelijk in het door de Kiesraad bijgehouden kiesregister ingeschreven. Het zijn: de Noodraad (dissidente Boeren), Democra­ten '66 (aan te duiden. als D'66), de Li­berale Volkspartij en de Partij van de Daad.

Bij de groep D'66 valt hier nog een enigszins paradoxale situatie op. Zij wenst in ons land te komen tot een stelsel van veel minder (twee of drie) partijen, maar begint met zich­zelf als de zoveelste nieuwe partij aan te dienen.

Daarbij komt dan nog, dat de man op de achtergrond,/ drs. Gruijters, als zijn mening heeft te kennen gegeven dat wanneer D '66 .,slechts vier zetels" (men moet in de poliJtiek nu eenmaal niet bescheiden zijn) behaalt, hij voor ont­binding van de groep zou pleiten, waar-

na de ingenomen zetels onder de andere partijen zouden kunnen worden ver­deeld (tenzij die naar de Boerenpartij zouden gaan).

Ook dit lijkt ons enigszins paradoxaal in de gedachtengang van deze groep. Zij ijvert immers voor grotere directe invloed van de kiezers, maar zij zou aldus, tegen de bedoeling van haar kie~ zers in, de op haar uitgebrachte stem­men overbrengen naar andere partijen. En die zouden naar alle waarschijnlijk~ heid allereerst gaan naar de grootste partijen: de KVP en de PvdA, die nu eenmaal de meeste kaneen op toeken· ning van restzetels hebben.

DE GROEP D '66 Over de D'66ers ten slotte nog het

volgende. Toen er hier en daar voor werd gepleit dat de VVD met deze groep zou gaan praten, maakten de initiatief­nemers van deze groep zelf bekend, het nut daarvan niet in te zien, omdat zij niet wilden gelden als een .,liberale splinterpartij". Zij waren vogels van naar politielre afkomst zeer verschillen-de pluimage. ·

De politieke antecedenten van de be­stuursleden lijken deze stelling wel te bevestigen. Tijdens een persconferentie te Amsterdam daarnaar gevraagd, ver­meldde voorzitter Van Mierlo volgens de persberichten, successievelijk KVP, PSP en enige malen PvdA te hebben gestemd. De heer F. A. Heijmans is afkomstig uit de PvdA. Mr. H. van Beekhuizen had bij de laatste gemeen-

HBu, . I I.

door als cliënt gebruik te maken van de infor­matiebronnen, waarover de HBU beschikt, dank zij haar uitgebreid net van eigen kantoren en correspondenten over de gehele wereld.

I I I I I I

,___o...,.o_k_v:_.,_o_r_u_:_d_e_H_s_u_....Jj , I L.:ÓLLA'NDSCHE BANK-UNIE N:JV.

AMSTERDAM • DEN HAAG • ROTTERDAM -----illllllllllllllllllllllllllllllllllllliiiiiiii!IIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllll!l!l!lllllll!llllllllllllllllllllllllllll •i!l!!lmlllllt!tllllll!lllllllfi11111HIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUiliiiHIIIIIIIIIillllllllllllll!lllllllllilllllllliiiiiiiiHIIIiiiiiii\111111111111111Hllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll!

POLITIEK PIEKEREN

'---------------~~--------------------------------~~~-----------------------'

teraadsverkiezingen in Amsterdam (evenals penningmeester· drs. E. C, Vis­ser) zijn stem op de Provolijst uitge­bracht en voordien op de PvdA. Me­vrouw Van Lookeren Campagne-Van RenJterghem is afkomstig uit de PvdA en alleen drs. E. Nyp·els de·elde mee, tot nu toe altijd VVD te hebben gestemd.

Zo gezd·:?'ll kan van een (d1ss:ident) li­beraal gezelschap inderdaad moeilijk worden gesproken.

PROEFVERKIEZING Tot slot van deze korte excursie in

ons partijpolitieke wereldje in verledel). en heden, nog een verblijdende vermei­ding.

Het dagblad "De Telegraaf" was in de week na de val van het Kabinet­Cals op de gedachte gekomen, ·een proef­verkiezing onder een representatief te achten aantal kiezers in het gehele land te doen houden door het bureau Veld· kamp-Marktonderzoek.·

Het ging, zo vermeldde het blad, hier n~et om een enquête, maar om eoo "werkelijke" verkiezing. Die week brach­ten 2300 kiezers hun stem uit, jonge en oude kiezers, plattelanders en stedelin­gen, uit alle delen van het land. Dat geschiedde bij geheime verkiezing, doch tevens met vermelding op de achterzij­de van het stembiljet van hun vorige keuze.

Op vrijdag 27 oktober j.l. publiceer­de "De Telegraaf" het resultaat van deze proefverkiezing. De uitslag was als volgt:

KVP PvdA

VVD ARP CHU PSP CPN SGP GPV

Zetelverdeling Kamerver- volgens Proef-kiezing 1966 Staten ver- verkiezing

(verdeling kiezingen van thans) maart 1966

50 43 16

13

13 4 4 3

1

46

~

15

13 15 7 4

3

1

oktober 1966

39

39

20

14

13

Boerenpartij 3 1()

5

5 3

1

9 2 D'66 .........

Noodraad ...

Zetels ...... 150 150 150

De Telegraaf noemde de volgende dag in een hoofdartikel de grote winst van de VVD, die van 16 op 20 Kamerzetels zou zijn gekomen en ook ruimschoots de derde partij in den lande zou zijn geworde:n (gebleven) de grote verras­sing van deze proefstemming.

"De VVD" - aldus dit hoofdartikel -"blijkt plotseling aantrekkingskracht te bezitten voor KVP-, PvdA- en Boeren­partijkiezers, die in hun eigen partij teleurgesteld zijn. De klap van ir. Baas op het oog van ir. Adams zal hiertoe wel enigermate hebben bijgedragen, maar de VVD is er ook redelijk in ge­slaagd, haar positie zuiver te houden. Bij gebrek aan een werkelijke midden­partij in ons land, lijken er voor de VVD wel kansen aanwezig, . mits zij de moed opbrengt onverschroltken voor het nationale belang op te komen en erin slaagt aansluiting te vinden bij hetgeen in brede massa's van ons volk leeft -waaraan in het verleden zoveel heeft ontbroken."

Wij volstaan deze week hiermee, doch hopen . gelegenheid te vinden, op deze uitslag en het daaraan verbonden commentaar een der volgende weken nog terug te komen.

A. W. ABSPOEL

ALGEMEEN SECRETARIAAT v.v.o.

Koninginnegracht 61 's-Gravenhage

relefoon (070) 604803 (3 lijnen)

Giro 67880 li.........___ De oplossing VIUI de vorige rebus .luidt; In de boerenpartij werd baankbrekend wer~ verzet.

Page 4: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

1!1

'I' , I :! I

I

I

11 I I

'I

' 1'1

11

4 -·vrijdag .11 november 1966 VRIJHEID EN DEMOCRATIE

e dam naar Ameland DE Nederlander is groot gebracht in

de opvatting dat de strijd tegen de zee een nationale plicht is. Het is niet genoeg het vaderland met dijken te be­veiligen, er moet nieuw land aan de erfvijand worden ontrukt. De Nederland­se borst zwelt op wanneer gezegd wordt dat God de aarde schiep, maar dat de Nederlanders Nederland bchben gescha­pen.

Zodra het gaat over het winnen van land uit water vraagt de nuchtere Ne­derlander niet meer naar kosten. Hij is a priori vóór!

Tot voor kort kon elke schuchtere po­ging tot zakel:jke belangen-afweging in de Idem wm·den gesmoord met een be­roep op agrarische belangen. Nu dat beroep twijfelachtig is geworden, is re­creatie - tot voor kort met een scheef oog b<8schouwà - het woord, dat zon­der nadere motivering als voldoende reden wordt gegeven.

Zodra het over inpoldering gaat, is het afwegen van voor en tegen een moeilijke zaak, omdat deze materie in zo sterke mate in de gevoels'Sfeer ligt.

Wanneer wij ons even trachteh los te n1aken van de zee als erfvijand, op wie wU land moeten veroveren, en de voor­delen, verbonden aan enig waterstaat­kundig werk in de Waddenzee, afwegen· tegen de daaraan verbonden nadelen, en daarbij de kosten, aan dat werk verbonden, stellen tegenover het, even­tuele, voordeelsaldo, kunnen we tot een taxatie komen van het rendement van zo'n investering. We kunnen dan ook afwegen welke, mogelijkheden ons ont­glippen bij de aanwending van deze mid­delen in de Waddenzee.

Eerste schrede

I N de vorige eeuw heeft een particulier een dam aangelegd naar Ameland.

Die dam wàs niet tegen de kracht· der zee bestand, maar de gedachte dat een v-2rdere technische ontwikkeling zou sla­gen, waar Teding van Berkhout faalde, bleef leven.

In 1961, of daaromtrent, toen het toe­risme naar de Waddeneilanden toenam, kwam het ETIF met de gedachte van een nieuwe dam naar Ameland op de proppen. Het Departement Leeuwarden van de Nederl. Mij. voor Nijverheid en Handel ·nam die gedachte over en benoemde een commissie om de moge­lljkhelid van zo'n oom te onoorzooken..

Verscheide1ne lieden hebben zich ver-. volgens met dÎ_t- denkbeeld bezig gehou~ den, waarbij, natuurlijk, de dam naar Ameland niet op zichzelf werd be­schouwd, maar als begin van een totale inpoldering van het ganse Wad, vanaf Den Helder tot en met Rottumeroog.

Dit is technisch mogelijk. De Rijks­waterstaat berekent de kosten van dit werk op 5 à 6 miljard gulden, voor de afsluitdijken . alleen. In dit gigantische bedrag is geen rekendng gehouden met de kosten, welk·e ontstaan door het inrichten van de droogvallende gronden,

E.en gedeelte van de Waddenzeebodem ·van onge·veer 2 x 1,5 km. Langs de geulen droog ziMtd {wit) en n.at zand {lichtgrijs); rond.om de prielen slikkig zUMà {donker-

. . griJs).

de versterking van de kustverdediging van de tegenwoordige eilanden, waarvan de duinkusten het zwaarder krijgen te verantwoorden, en van de aanpassings­werken op het oude land en op de eilan­den:

Omdat het duidelijk is dat ean plan van deze omvang - en met zo gering rendement (men zie hierover o.a. het Waddenzee nummer van de Contact Commi~Ssie voor Natuur- en Landscha.pl'3-bescherming, 19e jaargang no. 4) - geen schijn van kans heeft, heeft het onder-

Fo:to KLM;Aerocarto N.V.

zoek zich beperkt tot de eerste schrede tot dit plan.

Wat er ook van zou komen, het eerste zou moeten zijn een dam op het wantij van Ameland. De tweede stap· moest dan zijn een dam ·van de westkant van Ameland naar de Friese kust, en dan was meteen het Amelanderwad ingepol­derd, Het leggen van de!l<e twee dam­men zou echter de investering van en­kele honderden miljoenen guldens ver­gen. Daartegenover zou ong. 17.000 ha omslot€!11. WO<rden, waarvan 4000 ha

De Waddenzee, gezien van een hoogte van 3000 meter. Links de F?"iese kust; rechts van voor naar achter Ameland, Ter­l;chelling, Vliekmd en Texel.

Foto KI...M-Aerocfrto N.V.

De VVD-fractie in Provinciale Staten van Friesland heeft vorige we~k gestemd tegen het voorstel om een dam aan te leggen Jn de Waddenzee van de Friese kust naar Ameland. Fractievoorzittèr mr. B. P. van der Veen zet in bijgaand artikel tuteen door welke motieven de VVD zich bij de bepaling van dit standpunt heeft laten leiden.

water, 5000 ha grond, voor agrarische doeleinden bruikbaar te maken, - en 8000 ha zan<l.

Alle kosten, te maken voor de aan­passing aam d4e Jllieuwe toesrtan<l, zijn niet in die enkele honderden miljoenen guldens begrepen.

De toevoerwegen vanuit het oude land, de verdediging van de duinkusten, de aansluitingen van eiland en vaste wal op het ingepolderde Watd en de bl"'U.Ï'Ipba?-r­making van dat Wad, zijn er nog met bijgeteld. Het geschikt maken voor re­creatie vergt ong. f 10.000 à f 20.000 per ha.

Instinct

OP 26 september ontVling€!!1 Provinoiale Staten van Friesland een voorlopige

nota van de provinciale Waterstaat van Friesland, waarin enkele aspecten van de aanleg van een en van twee dam­men naar Ameland werden belicht, met de mededeling dat t.a.v. de w:aterstaa.t- -kundige gevolgen, speciaal bij een twee­dammenplan, nog een zeer uitgebreide studie nodäg zou zijn, terwijl zoda.nd:ge studie in het landschappelijke, economi­sche en maatschappelijke vlak, waar­onder een onderzoek naar de gevolgen voor de visserij, de scheepváart, de re­creatie, het verkeer in de aangrenzende gebieden, de verblijfsaccommodatie etc., welke studies nog niet hadden plaats gehad, nog plaats zouden moeten heb­ben. De voorlopige nota voeg't daaraan toe dat, paraHel met de onderzoekingen welke op waterstaatkundig gebied nog zouden moeten plaats hebben, onder­zocht zou kunnen worden of de bezwa­ren van de natuurbescherming bij· één dam geringer zouden zijn dan bij twee dammen.

Ged Staten vonden deze voorlopige nota, ·die telkens weer er op wijst dat verder onderzoek nodig is en die zich beperkt tot de technische kant van de za~tk, ml{}oonde ba.s.is om a.an de Staten voor te stellen alvast één dam naar .Ameland aan te leggen.

Reeds op 25 oktqber 1966, één maan-i nadat de Staten de "voorlopige nota" hadden ontvangen, gingen deze r'eed~ in overgrote meerderheid met dat voorstel akkoord, nadat het als "principe'-besluit" was gepresenteerd. '

Daru.•mee is de eerste stap gezet op de weg naar de inpoldering van het Wad volgens d emethode van "zoet­jes aan, dan breekt het lijntje .niet". Ik neem aan dat de Staten meer ' op hun i!lhSt.inct, dan op hun rede hebben vertrouwd, toen zij aldus besloten.

Balans DE dam, aange,legd a;l15 lage verkeers­

dam, waa.rover de storm de zee heenjaagt, kost f 30 miljoen.

Het eiland wordt daardoor gemakke­lijker bereikbaar. Inplaats van een uur per boot zal dit, ontheffingsoponthoud inbegrepen, ong. 20 minuten kosten. Winst 40 minuten plus de mogelijkheid het eiland te bereiken op ongeregelde tijden. Bij storm is de dam niet te gebruiken.

Ameland zit echter thans reeds vol toeristen en zal een grotere stroom ~iet kunnen opnemen, tenzij uitgebreide en kostbare voorzieningen worden getrof­fen. Dan nog zal Ameland niet zonder schade meer toeristen kunnen opnemen.

Het "voorlopige rapport" concludeert dan ook dat de tweede dam nodig is om de recreatie-ruimte te krijgen die de toégenomen toeristenstroom kan opvan­gen. Anders gezegd: de eerste dam heeft voor het gebruik van Ameland zelf geen betekenis: het eiland zit al vol.

Een enquête, i;n.geste<ld onder belzoe­kers van Ameland, bevindt dat in meer­derheid het eilandkarakter van groter betekenis wordt geacht dan de gemak-

Page 5: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

VRIJHEID EN DEMOCRATIE vriidag 11 nóvember 1966 .....: I

kelijke ~rbi.nding. Het na-deel is groter dan het V'OOI.'dool. Dez.e enquête was door een particuliere organisatie opgezet. De overheid heeft zo'n onderzoek, dat voor haar plan niet gunstig uitpakte, niet op­gezet.

De Amelander bevolking, op enigerlei wijze, misschien slechts via de mening va.n de gemeentera81d, gepolst, zou onge­veer· half om half voor een dam zijn, op· voorwaarde dat ook de tweede dam er c-zou <komen. Bij één dam W!J,S de m;eerderbeid tegen ! ' . Voor' de .,goede orde zij opgemerkt dat het gemiddelde inkomen op de eilanden hoger· ··ligt . dan dat op het vasteland van .• Friesland.

'•'\• :J :.'

Risico's DE positieve betekenis van één dam

naar Ameland is. op zijn minst dus twijfelacilbig.

De' kosten zoudeiJ. zijn ong. f 30 mil­joen voor ·de dam en zeker een even gr()ot bed~ag voor de daardoor nodige verder,e voorzieningen.

De . verwachting was dat via tolhef­fing die eerste f 30 miljoen in tien jaar tijds' boven water zou komen. Hoe dat bedrag gefinancierd z.ou kunnen worden is, ondanks. vragen daaromtrent, in de Staten niet uit de doeken gedaan. Hoe de kosten van de verdere voorzieningen gefi'!l.ancierd zouden kunnen wordM, is niet aangeduid.

Bij dit voorstel waren de voordelen twijfelachtig. De kosten waren slechts ten dele bekend, de financiering was niet bekend.

Op de vraag of met dat geld niet het doel (de recreatie) beter gediend kon worden, werd niet geantwoord.

Friesland bouwt brugg~m over vaar­waters, die zeiljachten nopen de mast te strijken, hetgeen betekent dat het wa­ter voor de watersport ten dele verloren gaat.

De aanleg van één lage dam betekent een drempel in zee, welke invloed heeft op het efrect van stormen. De Provin­ciale Waterstaat berelrent dat de zomer­

.polders inplaats van eens in de vijf jaar, eens in de vier jaar zullen vollopen. Wat het effect op de agressie van de zee op de westpunt van het eiland be­treft, tast de Provinciale Dienst nog in onzekerheid.

Een onbetwist deskundig man, die het Wad kent, meent dat er onaanvaard­bare risico's worden geschapen door. één· dam. Bij aanhoudende wind lopen de zomerpolders vol en verHezen hun bergruimte, terwijl de dam het afvloei­en.· in oostelijke richting tegenhoudt, zo­dat de volgende vloedstroom gemakke-

Zeehonden in de Waddenzee.

lijk desastreus kan worden. Hij meent dat twee dammen dus onvermijdelijk zijn. Dat meent in feite de Provinciale Waterstaat ook, dat menen G.S. ook, maar de kosten en de nadelen daar­van zijn zo onoverkomelijk dat slechts de weg der geleidelijkheid uitkomst kan biederi, di.I:S één, lage dwm.

Verlieslijst

DE Waddenzeevisser, die het Wad on­der Ameland bevist, vindt de dam

zijn terrein beperken. Langzamerhand worden de Friese me­

ren te vol. ·Dan kunnen de Wadden aan toekomstige recreanten te water met de steeds -zeewaardiger 'wordende schepen, een uitweg biêden. Deze jachten kun­nen wel het Wad bevaren, ze kunnen droogvallen, maar de Noordzee is onge­schikt. Toch is in overbevolkt Neder­land de . trek naar het water onvermij­delijk. De •grote Friese meren in Z.W.­Friesland, vroeger door pleziervaarders gemeden, .. zijn nu reeds normaal vaar­water.

Er is meer. De Waddenzee staat op de zg. MAR-lijst van het Internationa-l Wildfowl Researc]J. Bureau als het vogel-

Ee·n gc~n~alenvisser op de Waddenzee

rijkste gebied van Europa en Noord­Afrika. De vogelrijkdom omvat 300.000 eendachtigen en 600.000 steltlopers; Ner­gens ter wereld worden zoveel vogels aangetroffen.

Verlies van het Wad betekent: 1. Verlies van de Waddenvisserij. 2. Verlies van het beste mosselproduk­

tie-gebied van Europa. 3, Definitief verlies van de zeehond

voor Nederland. 4. Verlies van de eigen eidereend­

populatie (die de belangrijkste is vim zuidelijk Midden-Europa) en verlies van het belangrijkste overwinteringsgebied van de eidereend in West-Europa.

5. Verlies van de belangrijkste pleister­plaats voor steltlopers.

6. Ve1.1lies van de pleisterplaats voor brand- en rotganzen.

7. Verlies van de belangrijkste broed­plaats in Europa voor grote sterns.

8. Verlies van het belangrijkste voed­selgebied voor de enige kolonies lepe­laars in N.W.-Europa.

9. Verlies van de onderwaterp'opula­tie.

10. Verlies van botanisch en biolo­gisch studieterrein.

Inpoldering van het Amelanderwad, 7 pct. van de Wadoppervlakte, of zelfs alleen maar één dam, betekenen ver­lies, omdat de stroom van zwevende be­standdelen, gaande van west naar oost, door de dam wordt verhinderd, waarmee de voedselrijkdom, waarop het vogelle­ven is gegrond, ten oosten van de dam verdwijnt.

Onverantwoord HET wad herbergt o~g. 111 miljard

mosselen, en ong. 5q miljard kok­kels (in het westelijk Wad alleen!).

Er worden per jaar ong. vijf miljoen kilogram garnalen gevangen, die het Wad in hun levenscyclus nodig hebben.

Tong, bot, schar en schol bevolken het Wad in onvoorstelbaar grote hoe­veelheden. Tal van andere waterbewo­ners blijven hier ongenoemd.

Deze ongelooflijke rijkdom van de Waddenzee vormt een aspect dat bij de dammenbouwers in de overwegingen niet is 'betrokken.

Tal van vissen brengen hun jeugd door in de. Waddenzee, om daarna de Noord­zee te bevolken.

Zolang het gaat om het technische aspect van damaanleg, kan met gege­vens wovden g~werkt die weliswaar niet vast staan, maar die toch in ieder geval tastbaar zijn.

Zodra het gaat om het biologische, het natuurhistorische, het ideële aspect, ontbreekt die zo aantrekkelijke concre-

Foto KLM-Aerocarto N.V.

tisering, omdat de daarvoor nodige on­derzoekingen niet zijn verricht.

Wij moeten vrez·en dat aantasting van het Wad onherstelbare verliezen mee· brengt aan materiële en immateriële waarden. Vóór daarvan een redelijlm tal\\atre gema.akt ka-n worden is · een besUasing Tiliet vera.ntwoord.

·Onvoldoende onderzoek FRIESLAND, land va.n water, oo~t.

geen geld voor de ·noodzakelijke op· lossing van de problemen der water­verontreiniging. Het geld om bestaande natuuvgebi!eden en recreanteterreinen 3Jan te kopen ontbreelrt. Friesl~d verliest steeds meer aanleg­

mogelijkheden voor vaartuigen, omdat de toenemende stroom watersporters

· steeds onwilliger. boeren ontJlloet, te~ wijl . de provincie de nodige oeverstro­ken door geldgebrek niet kan verwer­ven.

Terwij[ de welvaart toeneemt, ge­lijkelijk met de behoefte aan rust voor de bew01nern van een overbevolkt land.· neemt de recreatievutmte af, doordat de middelen voor het veilig stellen van allerlei gebieden in het algemeen belang, te beperkt zijn.

De hoofdstad van Friesland heeft geen ruimte, waar re.creatie in de natuur mo• gelijk is, hoewel een "bosplan" reeds tientallen jaren tot de wensen behool!t en ook door de Rijksoverheid als nood-zaak is erkend.

De middelen, nodig voor één dam. naar één eiland, zouden tal van nood­zakelijke andere voorzieningen mogelijk kunnen maken.

Vele ontginningen, ruilverkavelingen, droogleggingen, dijkverkortingen 'en de:ll­gelijke werken, hebben nimmer de f1l. nancren kunnen' rechtvaardigen, dl:e daarin zijn gestopt.

Veel ontgonnen grond is niet waalijl wat diezelfde grond, niet ontgonneJSO; waard zou zijn geweest.

Het is niet uitgesloten dat de ontgin­ning van het Wad tot de~elfde ervaring zou voeren.

De VVD-fractie in de Provinciale Staten van Friesland heeft gemeend dat de belangen, die bij de aantasting van het Wad betrokken zijn van buiten.ge­woon grote betekenis zijn. Omdat de eerste stap onherroepelijk is, heeft zij gemeend niet te kunnen meegaan met een voorstel dat berust op volstrekt on­voldoende· onderzoek. Zij is niet bereid geweest op zo eenzijdige en gebrekkige gegevens een sprong in het duister t-e doen, door mee te gaan met hen, die van de dam al te kritiekloos hun hobby hebben gemaakt.

Page 6: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

6 - vrijdag 4 november 1966

Amsterdamse haven in 1980 TEGEN het einde van deze maand zal

de missieve verschijnen die de ont­worpen begroting van inkomsten en uit­gaven van de gemeente Amsterdam elk jaar begeleidt. Daarna komen de vra­gen van de gemeenteraadsleden los en volgens de voorlopige vaststelling van de agenda zal dan in februari het be­grotingsontwerp in openbare behande­ling komen. Dan zal de nieuwe raad niet alleen moeten oordelen over de fi­nanciële huishouding van de gemeente, maar daarbij tevens over het beleid dat het dagelijks bestuur van de stad voor 1967, en daarmede tevens voor volgen­de jaren, denkt te voeren.

Deze jaarlijks terugkerende gebeurte­nis wordt voortdurend belangrijker om­dat men steeds verder vooruit moet zien. Op het gebied van de verkeersvoor­zieningen moet _vandaag worden be­paald wat de JJehoeften over twintig jaar zullen zijn. Datzelfde geldt voor vele andere beleidszaken.

Het is mede daarom belangwekkend dat het hoofd van de economische afde­ling van de Dienst Havens en Handels­inrichtingen, drs. H. de Roo, een dezer dagen een prognose heeft geschreven van de Amsterdamse haven in 1980. Hij heeft dat voorzichtig gedaan, en stellig

zal hij daarbij de Zeehavennota in aan­merking hebben genomen die ook voor de ontwikkeling van de Amsterdamse haven wel enkele bedenkelijke passages bevat. De invloed daarvan zal vermoe­delijk echter later dan 1980 worden .er­varen.

HET ?.OU te ver voeren de gedetail­leerde schets van drs. De Roo hier

in zijn geheel te volgen. Zij is versche­nen in het driemaandelijkse tijdschrift Haven Amsterdam nr. 2, een uitgave van de Vereniging De Amsterdamse Ha­ven. In deze schets ziet de schrijver een Noordzeekanaal van 270 meter breed en een diepte waardoor grote mammoettankers van en naar Amster­dam elkaar moeiteloos kunnen passe­ren. Het Amsterdam-Rijnkanaal zal dan geschikt zijn voor de grootste duwkon­vooien (tot 8.000 ton per eenheid) die de nieuwe sluizen bij Wijk~bij-Duurstede en Tiel gemakkelijk kunnen passeren.

Het wegverkeer dat de waterweg kruist zal volgens zijn berekeningen zeer aanzienlijk zijn toegenomen (nu 75.000 auto's, in 1980 ongeveer 250.000), waar­bij hij ervan ûltgaat dat vooral de tun­nels hiervan het leeuwedeel zullen door­laten, waarbij de noodzaak van een tun-

Bedrijven in de knel T\E voorbereidingen voor het begro­u tingsdebat-nieuwe-stijl zijn te Rotter­dam in volle gang. Reeds hebben bur­gemeester en wethouders een aantal be­leidsnota's het licht doen zien die in het tijdvak van half november tot half december de basis moeten legge.n onder de jaarlijkse grote gedachtenwisseling · tussen college en raad in de openbare commissieverga4ering.

Burgemeester Thomassen was de eer­ste van het college die met zijn nota over het algemeen beheer en de open­bare veiligheid rekening en verantwoor­ding is komen afleggen. Daarop zijn ge­volgd de nota's van wethouder De Vos over de volksgezondheid en de sociale zaken, van wethouder Jettinghoff over de openbare nutsbedrijven . en de al­gemene personeelszaken en van wethou­der Langerak over de sport en recrea­tie. Op het ogenblik waarop deze kro­niek werd geschreven waren nog ver­scheidene beleidsnota's gewijd aan an­dere terreinen van gemeentelijke be­moeienis, op komst.

Toch kon toen al worden vastgesteld dat het werken met deze nota's een ' heel nuttige kant heeft. Zij verschaf­fen de raadsleden namelijk zwart op wit een bijkans onvoorstelbare hoeveelheid informaties over de concrete werkzaam­heden van het college zowel als over het gevoerde en in de naaste toekomst nog te voeren beleid. Daarom aarzelen wij niet de nota's een voortreffelijk uit­gangspunt te noemen voor het ophan­den zijnde gesprek.

NATUURLIJK is het ondoenlijk alle nota's aan een uitvoerige bespreking

te onderwerpen. De ruimte die voor deze kroniek is gereserveerd, gedoogt dit een­voudig niet. Een uitzondering menen wij echter · te moeten maken voor de nota over de openbare nutsbedrijven, waar­in wethouder J ettinghoff mededelingen heeft gedaan over het reilen en zeilen van met name het gemeente-energie­bedrijf, de gemeentelijke drinkwaterlei­ding en de Rotterdamse elektrische tram.

Om het maar ineens te zeggen : het gaat met deze bedrijven beslist niet zo best. Dat was uit de geleidebrief bij de begroting reeds gebleken. Thans wordt het in de beleidsnota nog eens extra onderstreept. Bij het GEB sluit de be· drijfsbegroting weliswaar met een over­schot van f 8,6 miljoen, maar dat is dan toch maar ruim f 3 miljoen minder dan in de vorige begroting was ge­raamd.

Daar komt bij dat dit batige saldo vrijwel geheel moet worden toegere­kend aan de afdeling elektriciteit. Bij de afdeling gas woro.t rekening gehou­den met een tekort, met een .klein te­kort, naar burgemeester en wethouders hopen. Zij verwachten immers door toe­nemend gebruik van aardgas een krach­tige stijging van de afzet. Af te wachten valt of en in hoeverre die verwachting in de praktijk zal worden gehonoreerd.

BIJ. de drinkwaterleiding is de toestand ook al niet om er de vlag voor uit

te steken. Voor het komende begrotings-

nel bij Buitenhuizen al zo duidelijk is geworden dat deze in aanbouw of in voorbereiding zal moeten zijn.

I N het waterverkeer ziet hij twee be­langrijke veranderingen (die nu al

zichtbaar zijn) zich duidelijk voltrekken. De eerste is dat de sp-ecialisaties toe­ner.nen: de reuzentanker en de bulkcar­rier zijn een alledaags verschijnsel ge­worden, de containerschepen en de roll on- roll off vaartuigen zijn gemeengoed geworden. Dat komt de snelheid ten goede van de ladingbehandeling die door de ontwikkeling van nieuwe industrieën, zoals Mobil Oil en de' zich daaror.nheen groeperende petrochemische industrie (en op de noordelijke oever nog een tweede raffinaderij?) explosief zal zijn gestegen.

De tweede, daarmee samenhangende verandering is dat het regionale karak­ter van het vervoer verloren gaat. De aanvoer van ruwe grondstoffen over zee - tot voor kort nog min of meer regelmatig verspreid over alle Europe­se havens - wordt (men ziet dat nu al) steeds meer samengetrokken in enke­le havens. Daar eindig_t dan de centra­le aanvoer, en begint de distributie over

jaar wordt een deficit van f 6,8 miljoen geraamd, bijna drie miljoen meer dan in de bedrijfsbegroting voor het thans lopende jaar. In de financiële resulta­ten van dit bedrijf manifesteren zich - net als bij de andere bedrijven trou­wens - de gevolgen van de recente zeer grote kapitaalsinvesteringen.

Hierbij dient men in het bijzonder te denken aan de bedragen die uitgegeven moesten worden voor de bouw van het spaarbekken op de Berenplaat en de aan­leg van enige belangrijke transportlei­dingen. Het bedrijf heeft op het punt van de investeringen nog wel wat in pet­to ook. Zo· wil het in de komende vier jaren f 140 miljoen steken in het Bies­boschproject

Om wat minder ver vooruit te kij­ken: wij willen gaarne hopen dat vol­gend jaar het geld op tafel zal komen voor het tot stand brengen van. de ver­binding tussen de Berenplaat en het oude waterwinwerk aan de Honingerdijk. De klanten van de Drinkwaterleiding op de rechter Maasoever hebben even­veel recht op water van betere kwa­liteit als de klanten op de tegenoverlig­gende oever.

Met een geraamd tekort van f 23,5 miljoen slaat de RET intussen alle re­cords. Dat tekort is weer f 4,5 miljoen hoger dán het nadelige saldo van de vorige begroting. Hier werpt de komst van de metro - volgens de laatste be­richten in het voorjaar van 1968 - haar schaduwen vooruit, financieel zowel als wat de vorm van het tram- en busnet betreft. Dit bèdrijf heeft het moeilijk,

VRIJHEID EN DEMOCRATIE·

een immens achterland. De primaire taak van de zeehaven, zo betoogt drs. De Roo, wordt de handhaving van een ononderbroken goederenstroom, waarbij het oponthoud in de haven tot een mi­nimum wordt teruggebracht.

OF deze schets straks werkelijk zal worden, moet worden afgewacht.

Maar het moet niet lijdelijk worden af­gewaoht. Dat de ontwikkeling van "de" haven in deze richting gaat, zal men niet kunnen betwisten, vele tekenen wij­zen er al op. Maar of deze ontwikkeling zal gelden voor de Amsterdamse haven, is een zaak van scherp en waakzaam handelen. Misschien wordt dit beeld enigszins bedreigd door de Zeehave:nno­ta die toch min of meer de ·tendens heeft om de duidelijk in gang zijnde con­centratie van havenactiviteiten voor Ne­derland te beantwoorden met decentra­lisatie. Dat zou wel eens kunnen be­tekenen dat de schets van de haven in 1980 weliswaar juist is, maar dat men in plaats van Amsterdam bijvoorbeeld Antwerpen zou moeten lezen. Het zal mede aan de Amsterdamse -raad liggen of, vooral bij de komende begrotingsde­batten, de hoofdstad voldoende alert blijft.

niet slechts omdat het wordt gekweld door een grote post voor rente en ~f­schrijvingen, maar evenzeer. omdat het in zo hoge mate loonintensief is.

TEN aanzien van het GEB erkent het college zonder voorbehoud dat er

sprake is van een dalende rentabiliteit. Het wil daar - terecht - iets aan gaan doen. Een verhoging van de elek­triciteitstarieven ligt · in het verschiet. Ook bij de Drinkwaterleiding is een ta­riefsverihoging in voorbereiding, . een ta­riefverhoging die zowel de klein- als de grootverbruikers zal treffen.

In het belang van de RET hopen bur­gemeester en wethouders op de totstand­koming van een rijksuitkering voor het openbaar vervoer. Dat zal de bedrijfs­leiding uiteraard niet ontslaan van de plicht het eigen erf zo schoon mogelijk te houden. Een veeg teken achten wij het dat de beleidsnota een vermindering van het aantal reizigersritten in het komen­de jaar meent te moeten aankondigen met niet minder dan vijf miljoen. Wet­houder Jettinghoff vindt het maar moei­lijk te voorspellen of de reeds enige ja­ren aan de gang zijnde achteruitgang in het aantal vervoerde passagiers nog zal aanhQIUden. En w ja, in welke mate,

Het verschijnsel wijst niet op een toe­nemende populariteit van het openbaar vervoer in Rotterdam. Gebrekkige fre­quenties en voortdurende storingen in de dienstuitoefening r.naken dit verklaar­baar. Ook daaraan zou wat gedaan ~noe­ten worden. Ondertussen is bij dit be­drijf eveneens een tariefsvevhoging in ovenveging.

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII!IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII/IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIII/IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllll/1111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111illlllllliillll/111111111111111111111111111111111111111111111111111111111illllllllllllllllllllllllllllllllllllllll/illlllllllllllllllllllll

Derde fase van plan-lehner DE derde fase van het plan-Lehner is

thans ingegaan. De HTM vindt het nieuwe net een verbetering_ Niet ieder­een is het daarmee eens. Inderdaad be­tekent het nieuwe net verbetering, maar een deel van de Haagse burgerij meent, niet geheel ten onrechte, dat er ook (grote) nadelen aan kleven. Zo beschou­wen de bewoners van de Vogelwijk het verlies van lijn 3 beslist als een na­deel. In HTM-nieuws wordt dat trou­wens volmondig erkend. In het overzicht van het aantal ritten per wijk, dat in HTM-nieuws is opgenomen, zien we dat het aantal ritten van de Vogelwijk is teruggelopen van 17 naar 8; liefst een vermindering met meer dan de helft. Voor twee wijken is er in het aantal ritten geen verandering gekomen: Binck­horst en Duindorp. Alle overige wijken zijn er min of meer belangrijk op voor­uit gegaan wat het aantal ritten be­treft. Dat betekent evenwel niet dat het aantal rechtstreekse v-erbindingen ver­beterd is. Voor de opheffing van lijn 7 hebben we geen bewondering. De Kon. Schouwburg is nu nog maar in de on­middellijke omgeving bereikbaar met lijn 3 en lijn 9, Voor de bewoners van

het Bezuidenhout-kwartier betekent de doortrekking van lijn 3, met name wat de bereikbaarheid van de Schouwburg betreft, 'n .belangrijke verbetering. Voor de bewoners van vele andere wijken is het voortaan echter nog een flink stuk lopen geblazen. Hetzelfde geldt voor het Staatsspoorstation, want lijn 2 is opge­heven en lijn 3 blijft er nu op enige honderden meters afstand van. We zul­len nog verscheidene jaren moeten ,-·ach­ten aleer daarin verbetering zal komen, namelijk tot het nieuwe Centraal st::ttion er is.

In dit verband is het overigens op­vallend, dat buurtstations aanmerke­lijk beter bereikbaar zijn geworden, met name Mariahoeve, Voorburg-Leidschen­dam en Voorburg aan de lijn naar Utrecht, alsmede Rijswijk.

TU meesten van ons Zijn gewend van U HS en SS g&bruik te .maken. De wijzigingen in het HTM-net zouden velen van ons er toe moeten brengen van de buurtstations gebruik te maken. Wie de kaart in de folder, die huis aan huis is bezorgd, goed bestudeert, zal in vele gevallen tot de conclusie komen dat men beter met bus of tram een wijkstation kan bereiken dan de twee hoofdstations; beter betekent ook sneller en niet over­stappen. In dit verband heeft ons overi­gens een ingezonden stukje in een der bladen getroffen. Wie van Bezuidenhout of Mariahoeve rechtst:r::eeks naar Rijs­wijk wil. kan beter en veel sneller de trein pakken op station Mariahoeve en op station Rijswijk uitstappen.

Een grote verbetering achten we de opneming van de bussen van de streek-

vervoersmaatschappijen binnen de Haag­se agglomeratie. Hiervan profiteren in belangrijke mate Voorburg, Rijswijk en Loosduinen. In deze blijft er nog één wens: ook de NS-bus Amsterdam-Den Haag zou voor Haags vervoer openge­steld moeten worden. Terecht heeft de Kamer van Koophandel hierop nog eens de aandacht gevestigd. Al gaat het hier dan om een halfuurdienst, de bewoners van Marlot, Benoordenhout, omgeving Wittebrug (Madurodam) en gemeente­museum, Vogelwijk(!) en Bohemen zou­den daarmee zeer gebaat zijn. Ook Hout­rust - toch al slecht bedeeld wat open­baar vervoer betreft - zou beter be­reikbaar worden.

AAN het plan-Lehner zijn onmisken­baar voordelen verbonden, al ont-

. veinzen we ons geenszins duidelijke na­delen, zoals - in de tweede fase - de verlegging van de eindpunten van lijn 15.

Het plan is indertijd o.m. opgezet om de HTM een meer efficiënt net te ver­schaffen. In hoeverre dit doel bereikt is, valt vooralsnog moeilijk te beoorde­len. De verliezen van het vervoersbe­drijf stijgen nog steeds.

Page 7: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Inleiding EEN verkiezingsprogram moet

actueel zijn. Een ontwerp-ver­kiezingsprogram kan daarom pas kort voor de Algemene Vergade­ring van de partij op 10 en 11

maart 1967 ter vaststelling aan de partij worden voorgelegd. Toch dient de meningsvorming binnen de partij tijdig op gang te komen.

Ook de kiezers ·hebben recht op tijdige open voorlichting over het door de VVD verlangde beleid.

Deze nota is niet een vooront­werp voor een verkiezingspro­gram, maar bedoelt te zijn een leidraad voor de meningsvorming binnen de partij en daarbuiten. Het verkiezingsprogram 1967 kan na deze meningsvorming op ba­sis van de resultaten van deze meningsvorming worden ontwor­pen. Dat zal gebeuren in januari 1967. Een voorontwerp zal op 21

januari 1967 aan de partijraad worden voorgelegd en vervolgens worden gepubliceerd. De kamer­centrales en afdelin~en krijgen dan tot 24 februari 1967 de gele­genheid amendementen en wijzi­gingsvoorstellen in te dienen. De definitieve ' vaststelling van het verkiezingsprogram en de urgen­tiepunten geschiedt door de Alge­mene Vergadering van de partij, die op 10 en 11 maart 1967 in het openbaar vergadert te Rotterdam in het RijnhoteL

Indien door ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Gene­raal vervroegde verkiezingen ge­houden zullen worden, zal deze procedure uiteraard worden her­zien. Zolang het ontbindingsbesluit nog niet is genomen heeft het geen zin reeds een "noodprocedure" vast te stellen en kan beter wor­den uitgegaan van de normale wijze van vaststelling door de Al­gemene Vergadering op 10 en 11 maart 1967.

Urgentiepunten

Tot nog toe werd het verkie­zingsprogram gevolgd door een puntsgewijze samenvatting, urgen­tieprogram geheten. Het hoofd­bestuur meent dat aan zo'n samen­vatting geen behoefte bestaat. Daarentégen wil het hoofdbestuur aan het verkiezingsprogram een propagandistisC'h manifest en on­geveer vijf urgentiepunten laten voorafgaan. Deze vijf urgentiepun· ten zouden eruge van de belang­rijkste kenmerken van het door de VVD voor de periode 1967-1971 verlangde beleid ropeten be­vatten. Aan alle kamercentrales en afdelingen wordt. nu gevraagd vóór 31 december a.s. vijf urgen­tiepunten in volgorde van voor­keur te formuleren en in te zen­den aan het Algemeen Secreta­riaat van de VVD, Koninginne­gracht 61, Den Haag. Op grond van de aldus ontvangen gegevens kun­nen de vijf urgentiepunten worden ontworpen.

Manifest en urgentiepunten zijn mede bedoeld voor de propagan­da. Het verkiezingsprogram als geheel zal voor propagandadr>el­einden minder geschikt zijn.

Inzendingstermijn

Alle suggesties voor het verkie­zingsprogram 1967 en voor de ur­gentiepunten worden ingewacht op het Algemeen Secretariaat vóór 31 december a.s.

Regionale congressen

Zowel gedurende dat voorover­leg als ih de periode tot 10 maart 1967 zullen door verschillende ka­mercentrales op eigen initiatief regionale congressen worden be­legd over onderwerpen die voor het verkiezingsmanifest van be­lang zijn. Deze congressen zullen openbaar zijn.

vrijdag 4 november 1966 - 7

DISCUSSIE-NOT A •

januari a.s. te ontwerpen voor een

VERKIEZI GSPROGRAM-1967 Bijlage van het weekblad Vrijheid en Democratie van 4 november 1966

Verkiezingsmanifest (De inhoud hiervan zal op de actuele situatie vlak voor de verkiezingen nauw moeten aansluiten. Verkiezingsmanifest en

urgentiepunten moeten, anders dan de overige inhoud van het verkiezingsprogram, bij uitstek geschikt z·ijn voor verspreiding

op grote schaal ter voorlichting van de kiezers over hoofdpunten en karakter van het door de VVD gewenste beleid.

Het onderstaande geeft slechts een mogelijkheid weer .voor een opzet van dit hoofdstuk (verkiezingsmanifest), terwijl de

urgentiepunten zijn opengelaten omdat de suggesties 'van kamercentrales en afdelingen worden afgewacht.)

Ons land staat de komende tientallen jaren voor grote problemen: op een klein grondgebied neemt de bevolking snel ·toe.

Dat vereist belangrijke voorzieningen. Een groot deel van de toenemende welvaart zal besteed moeten worden om deze voorzieningen te kunnen bekostigen. Tal van regelingen zijn daarbij onontbeerlijk.

V oor de VVD als liberale partij staat daarbij voor­op, dat deze regelingen ten goede moeten komen aan de individuele mens. De persoonlijke vrijheid van ieder individu moet zoveel mogelijk worden vergroot. Liberale politiek onderscheidt zich van andere poli­tieke opvattingen doordat zij bij elke te nemen be­slissing de mens centraal stelt, de nadruk legt op

de mens en ieders mogelijkheden om tot ontplooiing te komen.

Dat betekent ook dat een zo groot mogelijk deel van de toege­nomen welvaart aan iedere burger persoonlijk tot zijn vrije beschik­king moet komen en dat naast de zorg voor publieke voorzieningen telkens de mogelijkheden van ver­dere groei van de welvaart van ons gehele volk op de voorgrond staat.

De persoonlijke vrijheid van de mens komt in gevaar, wanneer overdreven nadruk wordt gelegd op de gemeenschapsvoorzieningen en daarbij de gemeenschap en niet de mens centraal wordt gesteld.

Het kabinet-Cals heeft dit aan­getoond. Onder dat kabinet werd onverantwoorde nadruk gelegd op de gemeenschapsvoorzieningen. De inflatie werd versneld.

De geldontwaarding treft ons allen, in de eerste plaats de pen­sioentrekkers, de middenstanders, boeren en andere zelfstandigen.

Maar ook de welvaartstoene­ming voor de toekomst is in ge­vaar gekomen. En daarmee de werkgelegenheid van straks.

De socialisten zeggen te zorgen voor het jaar 2000, maar hun poli­tiek brengt zorgen voor vandaag.

Bij de kiezers bestaat terecht grote ongerustheid; zij hebten het recht ontevreden te zijn. Door het uitbrengen van hun stem kunnen zij nu een beslissende keu­ze doen.

Mr. E. H. Toxopeus, lijstaanvoerder voor de VVD in het gehele land URGENTIEPUNTEN: {nader vast te stellen).

löDIGOM SPIJKENISSE

Gebouwen van gewapend betonnen prefabs voor verschillende doeleinden. Vloerplaten in normale afmetingen of pasplaten volgens opgegeven maten. Bro~ibakken en alle onderdelen voor de -tuinbouw.

Page 8: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

/

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Binnen-landse politiek

Onduidelijkheid De bestaande politieke partijen vor­

men geen zuivere weerspiegeling van de standpunten die ons volk in poli­tiek opzicht verdeeld houden.

In het bijzonder is de vraag aan de orde of partijvorming op grondslag van het geloof in d 'ze tijd de kiezers nog genoeg zegt om hun een duidelijlre po­litieke keuze te bieden.

Zolang de KVP, ARP en CHU niet vóór d~ verkiezingen duidelijk zeggen of zij met de VVD dan wel met de PvdA willen samenreg eren,_ is een stem op deze partijen geen politieke keuze.

Het is gebleken dat het beleid van de

Sociaal-economisch beleid (I).

• Financiën Een doelmatige besteding van. de al­

gemene middelen, die door de gehele bevolking worden opgebracht, is nood­zakelijk.

Voorkomen moet worden, dat de pro­gressie in de tarieven van de loon- en inkomstenbelasting bij stijging van het nationale inkomen een vóortdurende ver­zwaring van de belastingdruk teweeg brengt.

Het komt ons ten minste noodzakelijk voor dat de regering wettelijk wordt ver­plicht ieder jaar, eventueel om het jaar, aan het parlement een nauwkeurig over­zicht te geven van de invloea die moge­lijke geldontwaarding op de druk van verschillende belastingen heeft uitge­oefend. Daarbij moeten voorstellen wor­den gedaan over de aanpassingen die de regering ten gevolge van die drukverzwa­ring nodig acht.

Teneinde het vorengestelde mogelijk te maken moet de rijksoverheid zichzelf een grens stellen met betrekking tot de stijging van haar uitgaven, bij voorkeur in verhouding tot de stijging van het nationale inkomen.

Dit dwingt tot het doen van een keuze tussen de vele wenselijkheden op het gebied van de overheidszorg.

Deze keus is nodig, wil men niet ko- ~

men tot een klakkeloos optellen van alle subjectieve verlangens van de verschil­lende groeperingen in ons volk.

Een dergelijk beleid is te meer noodza­kelijk omdat een ongeremd ·Ja ten stijgen der rijksuitgaven snel leiden kan tot overbesteding en, afgezien van de onge­wenste gevolgen daarvan voor ons eco­nomisch leven, de maatregelen om tot matiging te komen een breuk veroorzaken in het beleid en de werkgelegenheid in gevaar brengen. Dit is qoor het kabinet­Cals wel bewezen.

Een tweede belangrijk effect van het hanteren van de hierboven bedoelde norm is, dat de overheid zichzelf dwingt bestaande en nieuwe taken kritisch te bezien, waardoor de doelmatigheid van het apparaat wordt bevorderd.

Deze zienswijze, die. overeenkomt met het door de kabinetten De Quay en Ma-

Kabinetten- De Quaiy en Marijnen, waar­i..J liberale ministers zaten, heel anders was dan dat van kabinetten met socia­listen, zoals het Kabinet-Cals.

Het is onjuist wanneer bijvoorbeeld de If",VP 't verschil in beleid slechts "nuance­verschillen" noemt. Het gaat om we­zenlijke verschillen in uitgangspunten en doelstellingen.

Het Kabinet-Cals voert de plannen van de PvdA uit. Dat wil zeggen: legt over­dreven nadruk op de zgn. collectieve voorzieningen zonder financieel verant­woordelijkheidsgevoel.

Het gevolg is zowel het terugdringen van de persoonlijke vrijheid--en verant­woordelijkheid als het ontwrichten van onze· financiële en economische toestand. Het . inzicht, dat dit stond te gebeuren, heeft geleid tot de crisis van 1966. Het onverantwoorde beleid van het Kabinet­Cals heeft van ons land eer inflatie­haard .gemaakt. De economische· 'groei komt in gevaar. Werkloosbeid dreigt.

Niet met de PvdA De terugkeer van de Partij van de

Arbeid naar verouderde dogmatisch­socialistische opvattingen betekent 'n ge­vaar voor de economie van ons land.

De VVD zal daarom de komende pe­riode - evenals in 1959 en 1963 - niet deelnemen aan een Kabinet, waarin ook socialistische ministers zitting zou­den hebben.

rijnen gevoerde beleid, betekent niet dat voor de ontwikkeling van ons land en volk geen publieke voorzieningen nodig zouden zijn.

Integendeel: bij een evenwichtiger be­leid dan het kabinet-Cals voert is de vooruitgang op dit gebied beter gewaar­borgd.

Anderzijds betekent een verdere ver­zwaring van de belastingdruk op!}ieuw een vermindering van de vrijheiq en van de, mogelijkheid van de burger zelf ver­antwoordelijkheid te dragen .

. Om al deze redenen · diënt zo spoedig mogelijk te worden overgegaan tot her­ziening van het financiële beleid. Wil dat mogelUk zijn, dan zal ook een aan­tal· subsidies dienen te worden vermin­derd of afgeschaft.

Het gaat hier om zichtbare en onzicht­bare ·SUbsidies. Juist in een tijd van stij­gende welvaart moet en kan een beper­king van de subsidies en· andere OV!lr­drachtsuitgaven tot stand worden ge­bracht.

De belastingheffing dient ertoè de over­heid de nodige middelen ter uitvoering van haar taak te verschaffen. Boveh­dien kan de belastingpolitiek onmisbaar

·zijn voor een effectieve bestrijding van het grote kwaad van de afgelopen jaren: de voortgezette inflatie en overspanning in de economie.

Voor inflatiebestrijding en evenwiehts­herstel kart een tijdelijke belastingverho­ging: nodig zijn.

In dit laatste geval zullen die extra belastingopbrengsten niet mogen worden gebruikt tot het verhogen der rijksuitga­ven; Het conjuncturele effect zou dan niet worden bereikt. Bovendien moet voorkomen worden dat op die manier de uit ·economisch-politieke overwegingen geheven belastingen blijvend worden.

Een verschuiving van directe naar in­directe belastingen is om meer dan één reden n o d i g en w en s e 1 ij k .

N o d i g , omdat in het verband van de EEG zulk een verschuiving tot stand moet komen en Nederland goed doet dit niet met een schok te laten gebeuren; bij de welvaartsstijging gaat de loon- en in­komstenbelasting bovendien ook voor de grote massa der bevolking een hinder­lijke druk veroorzaken.

W e n s e l i j k , omdat indirecte be­lastingen consumptie-beperkend werken, dus de besparingen stimuleren, en niet, zoals de loon- en inkomstenbelasting, een rem vormen op de werklust, de ef­ficiency en de bezitsvorming. In dit kader moet worden gestreefd naar een wezenlijke belastingverlaging voor de middengroepen, terwijl de progressie­lijn moet w:orden verzacht.

Verhoging van de vrijstelling van suc­cessierecht in de rechte lijn wordt door de toenemende geldontwaarding noodza­kelijk. Indien de vrijstelling gelijk blijft, is het resultaat wederom een automa­tische drukverzwaring als gevolg van de geldontwaarding.

Vervolg bijlage discuss Basis van samenwerking

Basis van samenwerking van de VVD met andere partijen dient te zijn onderling begrip en vertrouwen.

Gedetailleerde afspraken en akkoor­den worden vaak door· de feiten achter­haald. Als er dan geen onderling begrip en vertrouwen bestaat en .. bovendien· niet de wil om aan de stembusuitslag te gehoorzamen, zal de samenwerking voortijdig eindigen.

Hervormingen De zo zeer noodzakelijke duidelijkheid·

in de politieke verhoudingen dient voort te komen uit een uitspraak van de con­

fessionele partijen over de samenwer­king, die zij na de verkiezingen wen­sen.

De nodige· duidelijklieid moet dus in de ,eerste plaat!l door de politielie · par" tijen zelf worden geschapen. Daarmede wordt dan wellicht een nieuwe partij­·structuur ingeluid, een structuur niet op grondslag van het geloof, maar uitslui­tend op grond van politieke uitgangspun­ten en doelstellingen.

De VVD ziet de liberale politieke vi­sie als de beste voor het gehele land en het gehele volk. Zij wil er naar stre­ven voor die ·visie een steeds groeiende aanhang te verwerven.

Bij de eventuele invoerü:tg van een an­der systeem van omzetbelasting zal ter­dege gelet dienen te worden op de be­langen van het bedrijfsleven en met name op die van de detailhandel, die immers op dit moment niet in de heffing is betrokken. Verdere verbetering van de positie van de gehuwde werkende vrouw dient,' met name door het verlenen van grotere · be·lastingfacilitei,ten, · te · worden nagestreefd.

• lonen Loonvorming dient plaats te ·vinden ·in

vrij overleg tussen werkgevers en werk­nemers. In dit overleg moet de stijging van de produktiviteit richtsnoer Zijn.

Ingrijpen van de overheid moet bij ernstige storingen in de economie :moge­lijk zijn. De overheid dient in zo'n situa­tie algemeen werkende maatregelen te nemen zoals bijvoorbeeld het afkondigen van een loonpauze of loonstop bij over• spanning of omgekeerd het handhaven van een redelijk :minirnumloon in geval van werkloosheid·.

Vrije loonvorming vindt op het ogen­blik vrijwel niet meer plaats. De toepas­sing van dit systeem werd in de afgelo­pen jaren bijzonder. bemoeilijkt door de spanningen op de ·arbeidsmarkt. Deze spanningen hebben tot gevolg dat mede door de loonontwikkeling dè' waarde van het geld wordt aangetast. De' werkelijke loonstijging is daardoor veel geringer dan de verhoging van de loonbedragen aangeeft. '

Op dit momènt is hét zaak te voorko­men, dat de balans doorslaat naar de

· kant van de wer·kloosheid. Teneinde te vermijden, dat zich een ernstige terug. slag voordoet, is het noodzakelijk thans de loonontwikkeling nauwlettend te vol­gen.

Voorts behoort aan het behoud van de koopkracht der pensioenaanspraken een­zelfde prioriteit te worden gegeven als aan andere arbeidskosten. Daarvoor is nodig dat in het loonoverleg telkens aan­dacht wordt besteed aan het waarde­vast maken van bedrijfs- en onderne­mingspensioenen door het heffen ·van toe­slagen op de premies ingeval van alge­mene prijsstijging.

• Sociale verzekeringen Het stelsel van sociale verzekeringen

dient te worden afgerond door de invoe­ring van de Wet op de arbeidsongeschikt­heid en de Wet op de zware geneeskun­dige risico's. De eerste beoogt verbete­ring van de sociale zekerheid voor de werknemers, de tweede wil verlichting schenken aan de burger, die genoodzaakt is de door de enkelir.g niet te dragen lasten yan invaliditeit of van de verzor­ging van de gehandicapte medemens, op zich te nemen.

Nu de welvaart stijgt, dient anderzijds .een rrotere verantwoordelijkheid bij de

Mocht blijken, dat zij die thans. buiten de VVD staan behoefte voelen aan een nieuw groter liberaal verband, dan staat de VVD daarvoor vanzelfsprekend open.

Dit is de weg naar duidelijkheid, via de bestaande spelregels. De hier en daar voorgestelde wijzigingen als het invoe~

ren van het districtenstelsel en het recht­streekse kiezen van de minister-presi­dent leveren hiervoor geen enkele bij­drage en ondermijnen alleen de parle­mentaire democratie.

Democratische controle In ons staatsbestel zijn veranderingen

nodig, die een betere controle op het doen en laten van het steeds ingewikkel­der overheidsapparaat mogelijk maken.

0 mb u d s man:

De instelling van een onafhankelijke instantie, zoals de ombudsman, is nood­zakelijk. Deze moet zowel op verzoek als uit eigen initiatief onderzoekingen en uitspraken kunnen doen in zaken waar­in de burger niet de gewone of admini-stratieve rechter en ook niet individuele

Kamerleden en Kamercommissies te hulp _!l:an roepen.

Openheid:

Zo groot mogelijl'e openbaarheid op alle gebieden van openbaar bestuur is nodig.

burgers te worden teruggebracht. Het huidige stelsel is zo ingewikkeld, da_t de burger nauwelijks meer weet, waarvoor hij nu precies betaalt. Hierdoor wordt het verantwoordelijkheidsgevoel onder­mijnd.·

In de eerste plaats zou hierin verbe­tering kunnen. worden gebracht ten aan­zien van de ziekenfondsregelingen. Een zeker eigen risico en dus een zekere eigen verantwoordelijl<heid is hier nood­zakelijk.

Voorts is beperking van het kinderbij­slagsysteem geboden.

De mogelijkheid van vervanging van de kinderbijslag - die in feite geeh ver­zekering is - · door belastingmaatrege­len dient daarom te worden onderzocht.

Bovenstaande voorstellen beogen mede verlichting van . de premielast. Deze is nodig omdat anders de hierboven aan­geduide nieuwe sociale wetten het door de burgers te betalen premiebedrag "op­nieuw zouden opvoeren. Maar bovenal· beogen zij de vrijheid en verantwoorde­lijkheid van het individu te bevorderen.

Het Nederlandse apparaat voor de so­ciale voorzieningen is bijzonder ingewik­keld. Vereenvoudiging is derhalve· nood­zal,elijk. Samenvoeging van administra­tie en uitvoeringsorganen is daartoe een middel.

In het algemeen dienen geen belasting­middelen voor sociale verzekering te worden besteed.

Ten slotte is het gewenst, de loongren­zen van de sociale verzekering te kop­pelen aan een gemiddelde van prijzen en Jonen. Bij stijgende persoonlijke wel­vaart kan men zo uit de sociale verze­kering groeien en eigen verantwoorde­lijkheid gaan dragen.

• Prijs- en mededingingsbeleid Het streven naar vrije loonvorming is

onverbrekelijk met dat naar vrije prijs­vorming verbonden. Evenals bij de loon­vorming, dient ingrijpen van de overheid in de prijsvorming alleen plaats te vin­den bij ernstige storingen in de econo­mie. Deze overheidsmaatregelen moeten echter een tijdelijk lmrakter hebben. Be­hoorlijk overleg met bet bedrijfsleven dient er aan vooraf te gaan.

Volledige beheersing van de prijzen, bij stijgende lonen, tast de investerin- . gen aan en brengt daardoor de werkge­legenheid voor de toekomst in gevaar.

Werkelijk vrije prijsvorming kan alleen plaatsvinden, als er werkzame concur­rentie bestaat. Om dit te bereiken is een doeltreffend mededingingsbeleid, dat ongewenste kartel- en monopolievorming tegengaat, noodzakelijk.

Een gezonde concurr.entie wordt mede bevorderd door de voorlichting door on­afhankelijke consumentenorganisaties. Bij de voorlichting aan de consumenten is samenwerking van het bedrijfsleven met de consumentenorganisaties, mits deze hun onarhanl{elijkheid bewaren, ge· wenst.

Page 9: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

i a verkiezingsprogram - meer gebruik maken van de door

het nieuwe Reglement van Orde van de Tweede Kamer geboden mogelijkheid in het openbaar personen te horen;

- verantwoordingsplicht van Gedepu­teerde Staten tegenover Provinciale Sta­ten op alle onderdelen van bestuursbe­

' leid. (N.B. Een desbetreftend voorstel ' van de toenmalige VVD-minister van bin­·_ nenlandse zaken, Toxopeus, is in 1961 : door aanneming van een amendement

door de Tweede Kamer verworpen). · Bij instelling van deze verantwoordings­

plicht moet onverenigbaarheid van de functies van burgemeester en wethouder met die van het lidmaatschap van Pro­vinciale Staten wórden overwogen.

- naast ue wettelijke verantwoor­dingsplicht van burgemeester en wethou­ders aan de gemeenteraad voor het be­stuur van de huishouding der gemeente is verantwooroingsplicht van de burge-

' meester . tegenover de gemeenteraad : over politiezaken noodzakelijk.

Nieuwe Grondwet De "Proeve van een nieuwe Grond-­

wet", welke het resultaat is van een ini­., tiatief, .dat mr. E. H. Toxopeus als minis­- ter van binnenlandse zaken heeft geno·

men, biedt een goed uitgangspunt voor de discussies over een nieuwe, kortere en helder geformuleerde Grondwet.

• Energiebeleid De VVD wenst te streven naar een

Europees energiebeleid ten einde protec­tie tegen te gaan.

Binnen ons land zal, rekening houdend met de positie van Zuid-Limburg, een beleid moeten worden gevoerd dat zo­wel voor de afnemers, als voor qegenen

' die bij de winning betrokken· Zijn zo gun-. stig mogelijk is. ·

Staatsdeelneming in de oliewinning, zo­als beoogd door de -huidige minister van econonmisohe za;ken,. is verwerpelijk.

De concessievoorwaarden, die Neder­land voor opsporing en winning van gas en olie stelt, mogen ons land niet in een ongunstige concurrentiepositie tegenover andere landen brengen.

Het beleid van de huidige minister vart economische zaken heeft hiertoe al ge­leid en werkt daardoor uiterst schadelijk voor de groei van onze welvaart.

• PBO De VVD heeft .destijds een amendement

ingediend op de Wet op de publiekrech­telijke bedrijfsorganisatie. Dit amende­l'Uent beoogde democratische verkiezin· gen van de ·besturen door alle bedrijfs­genoten. De Tweede Kamer heeft het verworpen.

De VVD heeft destijds om deze reden en omdat zij de wijze van instelling der PUbliekrechtelijke bedrijfsorganen onde­mocratisch vond, tegen de wet gestemd.

Nadat de wet was aangenomen zijn de door de VVD voorziene bezwaren juist gebleken.

Vandaag gelden de bezwaren nog veel sterker dan. toen.

fu een aantal gevallen is gebleken dat de PBO-lichamen alleen maar als over­bodig en hinderlijk worden ervaren. Dit is voornamelijk een gevolg van het feit dat de bedrijfsgenoten geen mogelijk­heid hebben langs democratische weg in­Vloed op het beleid uit te oefenen.

De huidige gang van zaken met be­trekking tot de PBO dient te worden af­gewezen, Er dienen geen nieuwe publiek­rechtelijke bedrijfsorganen te worden in­gesteld, tenzij de wens daartoe door een meerderheid van de bedrijfsgenoten -~k de ongeorganiseerde - op democra­hsche wijze is geuit.

PBO-lichamen die niet meer functione­ren of niet door een ruime meerderheid V~n bedrijfstakgenoten worden gedragen dienen te worden opgeheven. De mening Van de bedrijfstakgenoten moet op korte termijn worden onderzocht.

PBO-organen die eventueel worden ge­handhaafd, omdat een meerderheid van de bedrijfstakgenoten ze wenst, dienen te worden gedemocratiseerd. Discrimi­natie tussen georganiseerden en ongeor­ganiseerden mag daarbij niet voorko­)}Jen. Bovendien moet de verordenende bevoegdheid van deze organen worden beperkt tot aangelegenhe!'len van interne aard. Waar er behoefte blijkt te bestaan

Monarchie De overgrote meerderheid van ons

volk verlangt het voortbestaan van de constitutionele monarchie . onder het na­tionaal Koningshuis van Oranje. Met een publieke discussie, laat staan met een in­zet in de verkiezingsstrijd, is deze consti­tutionele monarchie met gebaat.

De VVD wil daarom volstaan met kort en duidelijk te wijzen op haar · begin­selprogram. Zij spreekt daarin uit .da:t de staatkundige vrijheid van ons volk het b.est is gewaarborgd door de parlemen­tair-democratische regeringsvorm. De constitutionele monarchie, zo·als ze zich in onze geschiedenis heeft ontwikkeld, acht-de VVD voor ons land de meest aan­gewezen staatsvorm.

Ordehandhaving -· De deii:locratische rechten en 'vrijhe­

den van een ieder dienen te worden- ver­zekerd. Dat is alleen mogelijk wanneer ieder zich houdt aan d_e op democrati­sche wijze tot stand gekomen spelre­gels. Deze spelregels kunnen langs de­mocratische weg worden gewijzigd.

Niet dus door ordeverstoringen en ge­weldplegingen. Daartegen behoort de overheid op te treden ter bescherming van de rechten en vrijheden van alle burgers.

aan een overlegorgaan op privaatrech­telijke basis tussen werkgevers en werk­nemers, dient de totstandlwming daar­van te worden gestimuleerd.

• De onderneming Ondernemingsgewijze produktie door

de particUliere onderneming draagt het meest bij toi: de 'welvaart en de verant­woordelijkheid van allen. Het staatsbe­drijf is alleen aanvaardbaar, wanneer het gaat om min of meer monopolis­tische bedrijven van openbaar nut.

Deelneming, van de Staat in onderne­mingen kan nuttig zijn, indièn het so­ciaal of economisch noodzakelijk is een bepaald bedvijf tot stand te brengen. Wanneer een. dergelijk bedrijf zonder steun niet van de grond kan komen, is het verantwoord, dat.de.Staat in de aan­vangsperiode. de. hetpende hand . biedt.

Zodra .zijn bijdrage kan worden ge­mist, djent de Staat zich echter terug te trekken.

Voor een goede taakvervulling heeft de ondernemer een grote. vrijheid van handelen nodig. Dit verplicht hem echter tot zoveel mogelijk openheid tegenover aandeelhouders, werknemers en publiek. Dit geldt de_ ·naamloze· ... .vennootschap,. maar ook J:~epaalde ondernemingen van gesloten aa.rd. _Met name ondernemingen waarvan de werkzaamheden in bijzon­dere mate zijn gegrondvest op het ver­trouwen van het publiek, zoals de. ban­ken, dienen dit publiek deugdelijk en duidelijk voor te lichten, welke ook hun rechtsvorm mag zijn.

Binnen de onderneming moet het over­leg tussen leiding en werknemers, zowel op sociaal als op economisch terrein, zo ruim mogelijk zijn. Wel zal de beslis­singsbevoegdheid altijd bij de leiding van de onderneming moeten blijven, maar de werknemers zullen gelegenheid moe­ten hebben invloed op het beleid uit te oefenen. Beter dan door onnatuurlijke wijzigingen in het vennootschapsrecht kan op deze wijze het onderling begrip worden bevorderd.

Maatregelen die de werknemers in hun bestaan treffen, dienen zo enigszins mo­gelijk vooraf te worden bespr,oken. De gevolgen van deze maatregelen dienen. in overleg te worden geregeld.

Bij het overleg tussen werkgevers en werknemers dienen alle organisaties, voor zover deze aan enkele minimale eisen voldoen, te worden betrokken. Dis­criminatie ten gunste van de erkende centrales is te veroordelen.

Ter versterking van de sociale positie van werknemers dienen wetswijzigingen tot stand te worden gebracht waarbij met het oog op liquidatie, surséance van betaling en faillissement van onder­nemingen, aan de verschuldigde lonen en vakantiegelden een hogere preferentie wordt toegekend dan tot nog toe bestaat. Daarbij zou voor loon- en vakantiegeld­vor.deringen het zgn. bodemrecht moeten worden toegekend. Door een dergelijke

vrijdag 11 november 1966 - 8 en 9

Daarom dient de overheid in de eerste plaats een duidelijk beleid te voeren ter zake van deze ordehandhaving. De rechts­zekerheid wordt ondermijnd wanneer de

· overheid een wisselend beleid voert en het ene ogenblik toegeeft en het andere ogenblik te streng laat optreden. Het po­litie-optreden mag nimmer een strafoe­fening zijn, maar dient alleen te leiden tot voorkoming of staking van de orde­verstoring. Gezag kan beter door respect dan door geweld worden afgedwongen.·.

Bestrijding bureaucratie In het algemeen moet worden ge­

streefd naar een efficiënt ambtelijk ap­paraat, ten dienste van de burgers.

Het overheidsapparaat moet op zijn doelmati~heid worden bezien en herzieri., Alle mogeli-jkheden tot automatisering-en­mechanisering van administratie en ov-er­heidsbedrijven. moeten ter besparing van overheidspersoneel, hoge voorrang ge­nieten.

Studies door buiten de rijksdienst staande deskundigen zijn hierbij nodig.

Ten einde departementale apparaten zo goed mogelijk te bemannen ver­dient centrale werving van ambtena­ren aanbeveling.

Voorlopig blijft een rem op de wer­ving noodzakelijk ter beperking van de

wettelijke voorziening zal de vrijwel on­verwijlde uitbetaling van lonen en va­kantiegelden bij financiële moeilijkheden van een onderneming aanzienlijk beter zijn gewaarborgd dan thans. Eventueel moet in deze regeling worden opgeno­men dat de lonen en vakantiegelden krachtens de Werkloosheidswet worden voorgeschÓten door het Algeineen VVerk­loosheidsfónds, waarna dit. fonds de vor­derirtgen- op de werkgever overneemt. Door de verbetering van de verbaals­mogelijkheden zàl een preiTiieverhoging niet nodig zijn. · ·

• Bezitsvorming Brede lagen van de bevolking bezitten

pensioenrechten of aanspraken op uitke-· ringen op grond .van de sociale verzeke· ringswetten. Dit is echter geen bezitsvorming in ech­

te zin, omdat- men hierbij niet zelf· in vrijheid kan beslissen over de besteding van het gespaarde vermogen.

Het eigen woningbezit is een goed be­gin voor individuele bezitsvorming. Premieregelingen en fiscale faciliteiten zowel als garanties ten aanzien van de financiering zijn hierbij van groot be· lang. Dit soort regelingen mag niet tot de nieuwbouw beperkt blijven. Met name zouden de gemeenten over kunnen gaan tot afstoting van overtollig woningbezit.

Voor winstdelingsspaarregelingen, al dan niet in de vorm van aandelen, zijn fiscale stimuleringsmaatregelen gewenst. Ook afstoting aan het publiek van over­heictsbezit in ondernemingen, waar . de behoefte aan staatsdeelneming is verdwe­nen, zo mogelijk in de vorm van volks­aandelen, verdient steun. Vermogens­aanwasdeling is niet aanvaardbaar, om­dat het geen deugdelijk middel tot .bezits­vorming is. Vermogensaanwasdeling zou bovendien op den duur langs een zijweg tot socialisatie leiden.

Bevordering van het sparen is alleen dan zinvol als daarmee gepaard gaat een krachtige bestrijding van de geldont­waarding. Om deze reden. is het zgn. spaarloon verwerpelijk, aangezien dit in­flatie-bevorderend werkt, waardoor de koopkracht van het uitgestelde loon steèds geringer zal worden. Daarnaast is het noodzakelijk een zodanig fiscaal kli· maat te scheppen, dat het vormen en in stand houden van eigen bezit aantrekke­lijk wordt.

• Zelfstandigen a. algemeen

Zelfstandigen zijn allen, die voor eigen rekening en risico een beroep of bedrijf uitoefenen. Dus zowel dokters en winke­liers, als landbouwers en advocaten, als­ook vervoerders en ondernemers in Ho­reca- en dienstverleningssector.

Deze zelfstandige beroeps- en bedrijfa­beoefenaars verkeren voornamelijk als g€volg van het loon- en prijsbeleid en

uit de hand gelopen overheidsuitgaven. Al deze punten moeten bij de Kabinets­

formatie hoge voorrang genieten.

Bevolkingspolitiek De verantwoordelijkheid voor het kin­

dertal berust bij de ouders. Die moeten in vrijheid. kunnen beslissen over het ge­wenste aantal kinderen en de wijze waar­op zij van de mogelijkheden tot geboor­tenregeling gebruik willen maken. Het is duidelijk, dat een ongeremde groei van de bevolking ·Nederland in de ko­mende decennia voor nauwelijks oplos­bare problemen zou stellen.

Het is verheugend dat ·het door de li­beralen altijd gehuldigde standpunt dat de verkrijgbaarstelling van anti­conc,eptionele middelen verruimd diende te worden, thans door de meerderheid in het parlement als juist wordt A.an­vaard.

Doordat· grote delen van ons volk als onmondig werden beschouwd en onwe­tend werden gehouden, is voorlichting met betrekking tot de mogelijkheden van geboortenregeling noodzakelijk.

De 'overheid moet ten aanzien van. die voorlichting haar medewerking verlenen door de bestaande strafbepalingen op te heffen en subsidie te verlenen aan in­stellingen, die op dit gebied voorlich­ting geven.

de belastingpolitiek in een ongunstige maatschappelijke positie.

Zij hebben terwille van hun beroep of bedrijf vele risico's aanvaard, maar moeten ook in staat zijn die te dragen. Het relatieve aandeel van deze groep in het nationale inkomen mag niet door overheidsmaatregelen verminderen.

Duizenden zelfstandigen verdienen bij een veel langere arbeidstijd minder dan het minimum-loon van de werknemer en hebben dus geen evenredig en rechtvaar­dig aandeel in de gestegen welvaart.

Voór vele beoefenaars van vrije beroe­pen geldt dat zij aanzienlijke bedragen moeten betalen voor overneming van praktijk en om de vereiste outillage te verwerven en op peil te houden. De in­komsten zijn in vele gevallen niet toe­reikend om naast exploitatiekosten van kantoor of praktijk-ruimte en personeels­en onderhoudskosten . ook de noodzake­lijke risicodekking die zij als zelfstan­dige behoeven, te financieren.

Niet zelden komt de oudedagsvoorzie­ning in gevaar.

Een lid van deze groepen is minder be­schermd dan een werknemer of ambte­naar met hetzelfde inkomen.

Deze groepen zijn voor ons land van groot belang als bron van nieuwe initia­tieven, als stimulans in het economisch gebeuren.

Er zal meer - vrijheid tot ontplooiing van het eigen initiatief gevraagd moeten worden en in bepaalde opzichten g e-­l ij k b e r e c h t i g i n g met andere bevolkingsgroepen. ·

Als volkspartij wenst de VVD alle groepen in ons volk zo rechtvaardig mo• gelijk te behandelen. Alle in sociaal op­_zicht minder-bedeelden - en dat zijn velen uit deze groepen - hebben recht op extra zorg van de overheid.

Enkele a I g e m e n e maatregelen die voor deze groepen van bijzonder be­lang zijn, worden hier genoemd:

- een w e z e n 1 ij k e verlaging van de loon- en inkomstenbelasting in het kader van de ook door het EEG-verband v e r e i s t e verschuiving van directe naar indirecte belastingen is juist voor deze groepen van het grootste belang;

- na de belangrijke prijsstijgingen van de laatste jaren dient aanpassing van de fiscale afschrijvingsbedragen bij het hui­dige prijspeil te worden doorgevoerd;

- regelmatige correcties op de tarie­ven van loon- en inkomstenbelasting, ten­einde te voorkomen, dat de progressie door de geldontwaarding wordt ver­sterkt.

b. middenstand Door het scheppen van gunstige ontwik·

kelingsvoorwaarden moet de groei van gezonde middenstandsondernemingen worden bevorderd, waarbij in het bijzon­der de in dit programma bepleite fis­cale maatregelen de aandacht dienen te krijgen.

(vervolg op pag. 1 .. )

Page 10: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

10 - vrijdag 4 november 1966 VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Vervolg bijlage discussie-

Sociaal-economisch beleid (11) Als gunstige ontwikkelingsvoorwaarden

ziet de VVD:

- bevordering industriespreiding en re­creatie;

- individuele voorlichting en bijstand, in het bijzonder· op bedrijfseconomisch gebied;

- vermindering van de druk der fisca­le en sociale lasten, zoals in de des­betreffende paragrafen is aangege­ven;

- bevordering van economische samen­werking en van commerciële en vak­kundige aanpassing;

- aanpassing van de vestigingseisen en winkelsluitingsvoorschriften aan de dynamische ontwikkeling;

- vervanging van de vele wettelijke re­gelingen ten aanzien van mededin­gingsmetboden - zoals Uitverkopen­wet, Wet beperking cadeaustelsel -door één algemene wettelijke regeling ter bevordering van een ordelijk eco­nomisch verkeer;

- wettelijke vergoedingsregeling voor huurders van bedrijfspanden ingeval van onteigening, eigendomsovergang en huuroverdracht door de hoofdhuur­der;

- opheffing van de belemmeringen voor het uitgroeien van ondernemin­gen ook op belastinggebied;

- betere planning voor regionale koop­centra;

- het waarborgen van een evenredig aandeel in de bezetting door het mid­den- en kleinbedrijf van nieuwe woon­wijken;

- uitbouw van het detailhandels- en am­bachtsonderwijs in het kader van het moderne ondernemerschap.

Een gezonde concurrentie wordt mede bevorderd door de voorlichting door on­afhankelijke consumentenorganisaties. Bij de voorlichting aan de consumenten is samenwerking van het bedrijfsleven met de consumentenorganisaties, mits deze hun onafhankelijkheid bewaren, ge­wenst.

c. land- en tuinbouw Uitgangspunt voor de liberale land­

bouwpolitiek is de overtuiging dat het al­gemeen belang van ons land vereist, dat blijvend de beschikking wordt gehouden over een hoogwaardig agrarisch produk­tie-apparaat. Land- en tuinbouwbedrij­ven die aan hoge eisen kunnen voldoen zijn alleen dan mogelijk, indien zij be­heerd worden door bekwame en zelfstan­dige ondernemers. Dit ondernemerschap kan slechts tot ontplooiing komen indién. voor de gepresteerde arbeid en het ge­investeerde kapitaal een redelijke belo­ning is verzekerd.

De VVD is er zich ernstig van bewust dat een groot deel van de land- en tuinbouw in moeilijke financiële en maat­schappelijke omstandigheden verkeert. Dit is voor een belangrijk deel het ge­volg van omstandigheden die door het agrarisch bedrijfsleven als geheel, noch door de individuele ondernemers in gun­stige zin kunnen worden beïnvloed. Het regeringsbeleid dient derhalve gericht te zijn op het nemen van krachtige maat­regelen waardoor de bedrijfs- en pro­duktie-omstandigheden kunnen worden verbeterd. De in dit programma beplei­te fiscale maatregelen dienen daarbij in het bijzonder de aandacht te krijgen.

Naast onderwijs, wetenschappelijk on­derzoek, voorlichting en een krachtige structuurpolitiek, zal meer aandacht moeten worden geschonken aan een be­leid waardoor het inkomen van boeren en tuinders op economisch verantwoorde bedrijven in een redelijker verhouding staat tot de algemene inkomensontwik­keling in ons land. Zolang binnen de EEG de verschillen op het gebied van belas­tingheffing en subsidiëring van produk­tiemiddelen niet zijn weggenomen, moe­ten de nadelen die daaruit voortvloeien voor de concurrentiepositie van de land­en tuinbouw - en daardoor voor het inkomen van boeren en tuinders - door een actief overheidsbeleid worden be­perkt. Hierdoor is tevens nodig dat de prijzen in EEG-verband niet worden vastgelegd op lange termijn zolang de produktiekosten nog in sterk opwaartse beweging zijn.

De VVD is van oordeel, dat ter ver­mindering van de besiaande moeilijk-

heden de navolgende maatregelen nood­zakelijk zijn : - opheffing van de belemmeringen voor

het uitbreiden van ondernemingen, ook op belastinggebied;

- hulp aan jonge boeren bij het stich­ten van een eigen bedrijf, o.a. door afschaffing van het registratierecht bij overdracht; afschaffing van de grondbelasting;

- beperking van de op cultuurgrond drukkende straat- en baatbelastingen tot de waarde van het voor de land­en tuinbouw aanwijsbaar nut;

- vrijwaring van de land- en tuinbouw van bijdragen in de kosten van het waterschapsbeheer voorzover deze voortvloeien uit' het interlokaal en recreatief verkeer te land en te water en uit waterverontreiniging die door de industrie wordt veroorzaakt;.

Zowel voor de landbouw als voor de middenstand moeten als noodzakelijke maatregelen worden beschouwd: - gelijkwaardige fiscale aftrekmogelijk­

heden voor particuliere en sociale verzekeringspremies;

- ruimere fiscale mogelijkheden voor particuliere oudedagsvoorziening.

• Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening is een zodanige

indeling van de beschikbare ruimte, dat iedereen onder zo gunstig mogelijke om­standigheden kan werken, wonen, bewe­gen en zich ontspannen.

Ruimtelijke ordening is in Nederland nodig, omdat - het land klein is en de beschikbare

ruimte dus beperkt; - het aantal inwoners groot is en nog

voortdurend in hoog tempo stijgt; - de toenemende welvaart en de ruime­

re vrije tijd de mensen ertoe brengen hun ontspanning steeds meer buiten hun eigen woning te zoeken;

- de verheugend sterke groei van de Nederlandse industrie ook gevaren met zich mee brengt, zoals bijvoor­beeld vestiging van fabrieken op on­geschikte plaatsen en verontreiniging van bodem, water en lucht;

- de toeneming van het verkeer zo over­weldigend is;

- de geluidshinder zulk een urgent pro­bleem is geworden.

Zou geen ruimtelijke ordening plaats­vinden, dan zou als gevolg van deze om­standigheden de Nederlandse samenle­ving zeer ondoelmatig functioneren, zou het landschap zijn schoonheid verliezen en zouden de steden verstikken door de chaos van het verkeer.

Er moet dus systematisch worden ge­werkt. Wettelijkè .maatregelen en prak­tisch bestuursbeleid zullen dit systeem moeten bepalen. Een landelijk plan zal grote lijnen kunnen aangeven ~ regio­nale en stedelijke plannen zullen verfij­ningen moeten aanbrengen.

De vrijheid van het individu dient zo min mogelijk te worden aangetast. Af­weging van individueel en algemeen be­lang zal in overleg met de betrokkenen moeten plaatsvinden; lijden bepaalde burgers schade, dan is het rechtvaardig dat zij een evenredige vergoeding ont­vangen.

De richtlijnen en voorschriften van de overheid behoren duidelijk en eenvoudig te zijn. Goede verkeersverbindingen, rui­me parkeermogelijkheden, afdoende scheiding van woon- en werkgebieden, voldoende recreatiemogelijkheden, de be­strijding van bodem-, water- en luchtver­ontreiniging, alsmede de beperking van geluidshinder dienen in de verschillende plannen de voornaamste doelstellingen

. te zijn. Ten aanzien van de grensgebie­den zal met België en Duitsland moeten worden overlegd, hoe dubbel werk kan worden vermeden.

Ruimtelijke ordening is in wezen: af­weging van belangen bij het gebruik van de grond. De prijs van deze grond dient op de vrije markt te worden bepaald. Subsidieverlening zoals bij voorbeeld bij de voor woningwetbouw bestemde gron­den plaatsvindt, is uit een oogpunt van eerlijke concurrentieverhoudingen uit den boze.

Een evenwichtig beleid van ruimteliJ­ke ordening, waarin algemeen en indi­vidueel belang elkaar ontmoeten, zal er­toe moeten leiden, dat het steeds dich­ter bevolkt rakende Nederland ook in de

toekomst voor ZIJn burgers werkelijk bewoonbaar blijft. Het zal daarom no­dig zijn de plannen zodanig vast te stel­len, dat te allen tijde bijgestuurd kan worden.

• Woningbouw Sinds het einde van de oorlog wordt

Nederland door de woningnood geteis­terd. Het gaat hier om nood in de ware zin van het woord: het gezinsleven wordt aangetast,, de gelegenheid zich in eigen huis, in eigen sfeer en omgeving terug te trekken, vvordt beperkt of ontbreekt geheel. ·

In de afgelopen jaren is er veel ge­bouwd. De Nederlandse steden en dor­pen kennen vrijwel allemaal hun nieuwe wijken. ,

Nu het ergste woninggebrek is overwon­nen, dierit tot geleidelijke liberalisatie van het bouwbeleid te worden overge­gaan. Vrijmaking van de huren maakt het mogelijk de bouw af· te stemmen op de behoeften. Nu in sommige delen van het land de tekorten vrijwel zijn opgehe­ven, dient de geografische verdeling van de te bouwen woningen te worden her­zien en meer geconcentreerd te worden op die bevolkingscentra, waar de wóning­nood nog het sterkst is.

Het woning t e k o r t is dus vermin­derd, al bestaat het nGg steeds. Is er ook minder woning n o o d ?

Het woningbouwbeleid wordt geken­merkt door het streven naar steeds meer, zwaar gesubsidieerde, woningwetwonin­gen ·en steeds miJilder vrije woningen.

Deze woningwetwoningen zijn oorspron­kelijk bedoeld en zouden ook thans be­stemd moeten zijn voor de betrekkelijk beperkte groep van de bevolking, die de normale huurprijzen niet kan betalen. Met name de laagst betaalde werkne­mers en vele ouden van dagen behoren tot deze groep. De woningwetbouw profi­teert van lage rentes, lage grondprijzen en hoge subsidies. De bewoners beta­len betrekkelijk lage, door de overheid beheerste huren. De bouwondernemer maakt op deze woningen in het alge­meen geen winst. Hij is dus gedwongen zijn winst te zoeken in de - weinige -vrije woningen, die hij ook mag bouwen. Voor deze huizen zijn rentes en grond­prijzen hoog. Zij worden niet gesubsi­dieenl. De prijzen en huren die voor deze woningen moeten worden betaald, wor­den daardoor onnatuurlijk hoog. Gevolg: de vraag loopt terug en er worden er minder gebouwd - de vrije bouw wordt van de markt gedrongen.

In deze situatie zei nu het kabinet­Cals : er moeten dus meer woningwet­woningen komen, want anders wordt het woningtekort niet opgeheven.

Deze conclusie is onjuist. Zij verwart oorzaak en gevolg. Indien de oneerlijke concurrentie, die door de woningwet­bouw ten opzichte van de vrije bouw wordt bedreven zou worden stopgezet, zou er volop worden gebouwd in de vrije sector. Uit een regeringsenquête is ge­bleken, dat honderdduizenden gezinnen dolgraag naar een betere en ruimere wo­ning zouden verhuizen en daarvoor zelfs meer huur betalen. Maar: zulke huizen zijn er niet! In ronde woorden betekent dit: als gevolg van de politiek van de regering kunnen mensen, die daarvoor willen en kunnen betalen, niet naar een huis dat meer naar hun zin is verhuizen. Deze toestand is ongezond en dient to!ö veranderen. Daartoe zal de oneerlijkt: concurrentie ten opzichte van de vrija bouw moeten worden stopgezet en za:! de kunstmatige huurprijsbeheersing -zo nodig etappegewijs en landelijk ge­spreid - moeten worden afgeschaft. Het is· duidelijk: de Nederlander, en zeker de beter gesalarieerde, betaalt te weinig huur voor zijn eigen woning; maar die­zelfde Nederlander moet tevens bijdra­gen aan de subsidiëring van woningwet­woningen, ten behoeve van mensen die deze bijdrage niet noC:ig hebben. Deze situatie moet veranderen : hij zal meer huur en minder overbodige subsidie moe­ten gaan betalen.

Op deze wijze kan de doorstroming worden bevorderd. Dan zal het echter noodzakelijk zijn, dat er meer huizen in de vrije sector vvorden gebouwd. Het opleggen van een heffing aan bewoners van woningwetwoningen, die meer huur zouden kunnen betalen, zou men kunnen

noemen het afwentelen van de fouten van het beleid op de slachtoffers van dat be­leid. Anderzijds bevordert de heffing de zozeer gewenste doorstroming. Als de opbrengst echter wordt gebruikt voor het bouwen van meer woningwetwoningen, wordt de kwaal alleen maar erger. De­genen, die uit een woningwetwoning zou­den moeten verhuizen, zal een ander huis ter beschikking moeten staan. Ook hier luidt derhalve de conclusie, dat de vrije bouw zal moeten worden verruimd.

Stijgende welvaart vraagt meer kwa­liteit, meer variatie en meer keuzemoge­lijkheid. Het huidige systeem levert ma­tige kwaliteit, eentonigheid en uniformi­teit. Dit betekent, dat de kwaliteits­nood zal blijven heersen, ook al ver­mindert de kwantiteitsnood. Het beleid dient daarom dringend te worden gewij­.ztgd.

• Vervoer en verkeer a. nationaal en internationaal

Internationaal moet Nederland ernaar streven zijn positie in de wereld nog te versterken.

De vrije vaart ter zee dient met kracht te worden verdedigd. Tegen vlagdiscri­minatie en eenzijdig ingrijpen in de zee­scheepvaart moet stelling worden geno­men.

Hetzelfde geldt voor de burgerlucht­vaart. Ook de vrijheid in de lucht dient evenals -in het verleden met alle daar­voor geëigende middelen te worden be­vorderd. Onder handhaving van de na­tionale identiteit moet gestreefd worden naar samenwerking met andere landen. De gunstige ontwikkeling van de burger­luchtvaart in het heden moet niet leiden tot het opgeven van pogingen om zulk een internationale samenwerking te be­reiken.

Het weg-, water- en railvervoer dient zijn plaats te vinden in het kader van de Europese politiek. De gemeenschap­pelijke markt vindt ook ten aanzien van het vervoer haar rechtvaardiging in het bevorderen van de internationale ar­beidsverdeling. Nederland heeft door zijn ligging een bijzondere positie op vervoersgebied en het mag daarom aan­spraak erop maken dat de Nederlandse vervoersbelangen in Europees verband geheel tot hun recht komen. Derhalve mogen de concessies die gedaan moe­ten worden om tot een volledig Euro­pees vervoersbeleid te geraken de Ne­derlandse vervoersbelangen in genen de­le schaden.

De positie van onze havens dient, me­de gezien het hieraan verbonden grote belang voor onze nationale economie, centraal te worden gesteld. Alles moet worden geèaan om deze positie nog te verstevigen, waarbij een samenvverking tussen de Nederlandse havens en ook met die van Antwerpen, een vereiste is.

Het wegvervoer, zowel van personen als goederen, stuit meer en meer op moeilijkheden.

Om de doorgaande wegen zo snel mo­gelijk aan het steeds toenemende ver­keer aan te passen, zal het rijkswegen­fonds wellicht versterking behoeven. '

Verdere verhoging van de motorrij­tuigenbelasting dient daarom slechts met dat doel te worden overwogen.

b. stadsverkeer De verkeerssituatie in de steden, zo­

wel wat betreft doorgaand als plaatse­lijk verkeer, is vaak zeer onbevredi-~ gend.

Ten aanzien van de aansluiting op het gebied der gemeenten van de naar die gemeenten voerende rijkswegen moet het rijk op evenredige wijze in de kos­ten van aanleg en onderhoud dier aan­sluitende wegen bijdragen.

Ten opzichte van maatregelen binnen de gemeenten dient de wetgeving zoda­nig te worden aangepast, dat de ge­meenten door middel van parkeertarie­ven regelend kunnen optreden. Het prijs<mechanisme dient in deze benarde verkeerssituatie systematisch gehanteerd te worden.

Het openbaar vervoer in en buiten de steden dient vvaar mogelijk te worden bevorderd. Naarmate het particuliere vervoermiddel duurder wordt, zal ove­rigens het openbaar vervoer meer Kans op rentabiliteit maken.

Page 11: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

VRIJHEID EN DEMOCRATIE vrijdag 4 november 1966 - 11

nota verkiezingsprogram 196 7

Cultuur, onderwijs en ontspanning Alle facetten van de cultuur moeten

tot hun recht kunnen komen, zonder dat de overheid een cultuurpatroon oplegt.

De overheid moet helpend optreden overal waar pogingen gedaan worden om het culturele peil van ons volk te verhogen. Bij dit beleid moet mede het Nederlands geestesmerk worden ge­handhaafd.

De scheppende mens moet de moge­lijkheid hebben zich in vrijheid te ont­plooien. De overheid dient daártoe voor culturele uitingen zo gunstig mogelijke omstandigheden te bevorderen en de rechtspositie van kunstenaars te verster­ken.

Voorts moet door het overheidsbeleid worden bevorderd dat de bevolking in al haar geledingen, in het bijzonder de jeugd, deel kan hebben aan uitingen van de cultuur. De uitbreiding van het sys­teem van culturele jeugdpaspoorten, tegen vertoon waarvan lagere tarieven gelden, dient te worden nagestreefd.

Een evenwichtig beleid ter zake van de regionale spreiding van cultuuruitin­gen moet actief worden bevorderd.

Voor de taak van de overheid op het gebied van cultuur, jeugdvorming en ont­spanning geldt, dat zij zich van directe inmenging in de uitvoering moet ont­houden.

Zij dient te eisen dat zoveel mogelijk de kostprijs voor het deel hebben aan deze activiteiten wordt betaald doch· zal, waar dit niet kan door middel van subsi­diëring het doel moeten bevorderen.

Verscholen subsidies zijn uit den boze. Duidelijk dient te blijken op welke wijze de verschillende activiteiten worden ge­subsidieerd en tot welke bedragen.

Onderwijs Op het gebied van het onderwijs liggen

de mogelijkheden om de wens van "ge­lijke kansen voor iedereen" te vervullen.

Het gaat erom dat een zoveel moge­lijk gelijke aanvangspositie tot stand komt voor ieder jong mens.

Aan die jonge mensen zèlf is dan de taak, van die kansen gebruik te maken.

Op een gelijke positie aan het eind van hun werkende leven kunnen zij geen aanspraak maken.

Het gehele Nederlandse volk heeft be­lang bij goed onderwijs (technisch, ad­ministratief, voorbereidend wetenschap­pelijk enz.) en de jeugd heeft daar recht op. Het is dus gerechtvaardigd een zeer groot deel van de algemene middelen voor onderwijs te bestemmen.

Met vooropstelling van de vrije keuze van de ouders dient het openbaar onder­wijs te worden bevorderd en dient de bijzondere neutrale vorm te worden na­gestreefd in die sectoren, waar het be­perkte aantal 1scholen de verwezenlijking van de doelstellingen van dit onderwijs in de weg staat. Oprichting van school­en ouderraden, waardoor de ouders meer inspraak krijgen in het beheer der openbare school, verdient aanmoediging.

Nieuwe schoolvormen, nieuwe leraren­opleidingen, "begeleiding" van leerlin­gen enz. kosten veel geld. Het is daarom pas verantwoord de Wet op het voort­gezet onderwijs in werking te doen treden wanneer over de hiervoor be­nodigde middelen beschikt kan worden.

Wel moet voorrang worden verleend aan verlaging van de leerlingenschaal en van splitsingsnormen van schoolklas­sen. Kwáliteit en resultaat van , het on­derwijs zullen hierdoor reeds belangrijk ve:rbeteren.

Voor wat het tMhnisch onderwijs be­treft is voorshands meer behoefte aan hogere technische scholen dan aan een vierde Technische Hogeschool.

Financiële belemmeringen voor het volgen van méér dan lager onderwijs dienen te worden weggenomen.

Studiebeurzen verdienen daarbij de voorkeur boven renteloze voorschotten.

Studieloon is onjuist. Het mag zo zijn dat de samenleving

behoefte heeft aan meer goed opgeleide mensen, die mensen zelf volgen toch de opleiding allereerst in hun eigen belang. Studieloon zou door de onverbrekelijk ermee verbonden reglementering zelfs een gematigde studievrijheid onmogelijk maken en bovendien kunnen inhouden

dat de vrijheid van de "beloonde" om, afgestudeerd, een ander beroep te kie­zen dan dat waarvoor hij studeerde, hem wordt ontnomen.

Het is daarbij een zaak van de ver­antwoordelijkheid der ouders om, als z\i daartoe in staat zijn ook dank zij offers die zij zelf brengen, hun kinderen een goede opleiding te verschaffen.

Belemmeringen van andere dan finan­ciële aard (zg. drempelvrees) die kinde­ren uit gezinnen waarin tot nu toe studeren niet voorkwam, ondervinden, dienen door. goede voorlichting te wor­den weggenomen.

De media· radio en televisie kunnen hierin een grote rol spelen.

Verkorting van de studieduur moet worden nagestreefd. Harder werken door de studenten moet daarbij niet als on­mogelijk of onjuist worden terzijde ge­laten.

Kritische beschouwingen der studie­programma's moet onnodige baJlast doen verdwijnen.

Een krachtige aanpak van het vraag­stuk van duur en omvang der studie is vereist, wil het mogelijk zijn in de be­hoefte aan afgestudeerden op ieder ge­bied te blijven voorzien.

NI EU

Daarbij is een betere en meer doel­matige taakverdeling tussen de instel­lingen van hoger onderwijs zeker mogelijk en nodig.

Op dit terrein is tot nu toe te weinig gebeurd. Aan deze klemmende vraag­stukken dient met spoed te worden ge­werkt.

Radio en televisie Het verlangen van de VVD naar een

werkelijk open omroepbestel op natio­nale basis is bekend. Ook op dit gebied keert de VVD zich tegen vestiging of handhaving van monopolieposities.

Bij een regeling op national-e basis dient rekening gehouden te worden ener­zijds met de behoeften aan geestelijke, culturele en wetenschappelijke uitzendin­gen en met het verlangen naar ontspan­ning, anderzijds met de beginselen van geestelijke vrijheid en gelijk recht voor alle stromingen.

De VVD meent, evenals vroeger, dat alle partijen bereid moeten zijn mede te werken aan een oplossing van het omroepvraagstuk. Dit betekent dat alle partijen iets van hun wensen in het toe­komstige omroepbestel moeten kunnen

GROOT

terugvmden en dat niet in feite aan de wensen van één der partijen volledig wordt tegemoet gekomen.

Invoering van een recht op antwoord is dringend noodzakelijk.

Een grotere zelfstandigheid van de regionale omroep is gewenst.

Vrije-tijdsbesteding De betekenis van de vrije tijd is de

laatste jaren sterk veranderd. Dit heeft verschillende oorzaken:

- de arbeidstijdverkorting; - de stijgende welvaart, die grotere

bevolkingsgroepen de gelegenheid tot ac­tieve vrije-tijds,besteding biedt; ·- de voortschrijdende verstedelijking,

die de natuurlijke recreatiegebieden terugdringt en daarmee de behoefte aan andere vormen van ontspanning op­roept;

- de monotonie van veler arbeid, die eP-n zekere compensatie in de vrije uren noodzakelijk maakt;

- de ruimere blik op de wereld, die de moderne mens door buitenlandse reizen, door voorlichting via pers, radio

(vervolg op pag. 12)

DOE-HET -ZELF WINTERBOEK Het nieuwe Grote-Doe-Het-Zelf-Winterboek met 41 hoofdstukken die honderden adviezen bevatten voor de doe-het-zelver. Het nieuwe Doe-Het-Zelf-Winterboek beschrijft héél gedetailleerd - en aan de hand van duide­lijke illustraties - hoe U Uw gereedschap moet vertorgen en wat U met de vele nieuwe materialen die op het ogenblik aan de markt zijn, kunt doen. Het boek is in de eerste plaats geschreven voor de man en de vrouw die zich soms wat onw~nnig afvragen: "Kan ik dat nu echt wel zelf?" Het antwoord Is: "Natuurlijk kunt U het zelf; U kunt namelijk veel meer dan U - nu nog - zelf weet!"

Daarom mag het grote Doe-Het-Zelf-Winterboek in geen enkel gezin ontbreken. Tussen haakjes: ook de geroutineerde doe,het-zelver zal veel nieuws in dit grote en praktische Winterboek vinden.

~--- -----------, Een greep uit de inhoud:

I De werkplaats thuis (keuze van gereed- I I schap). Handige hulpmiddelen zoals: con- I ) neetors voor houtverbindingen, karweiset, 1 1 nylon keilpluggen, rolbandmaten, elektri- I I sche gazonmaaier, enz. Wat zijn "complete"

machines? (een artikel over elektrisch ge- I reedschap). Uitgebreide informatie over "Houtbewerkingsmachines". Plakplastic ver- I werken. Spaanplaten. Hang-, sluit- en I

1 ander ijzerwerk. Vloeimiddelen bij solderen. I 1 Kruipolie en roest. Zelfbouwkeukens. Poly- I

l_este:ars._ _ _ _ _ _ _ _ _ J

KOOP DAT BOEK bij Uw boek- of tijdschriftenhandelaar, Uw Doe­Het-Zelfwinket U kunt het ook bestellen door storting van

2.50 op girorekening nr. 4530 van Doe-Het-Zelf, Rotterdam. Vermeld U dan s.v.p. op het bij­strookje DHZ-Winterboek.

WAT U ZELF DOET IS HET EERSTE VERDIEND

Page 12: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

12 - vrHdag 4 november 1966 VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Vervolg bijlage discussie-nota verkiezingsprogram

Buitenlandse politiek een royaal beleid ten aanzien van de ontwikkelingslanden.

Het is teleurstellend te moeten vast­stellen, dat te Brussel de nationale be­langentegenstellingen steeds sterker op de voorgrond treden en dat van de door het Verdrag van Rome geboden mogelijkheden tot verwerkelijking van een supra-nationale structuur in zo ge­ringe mate gebruik wordt gemaakt. In deze situatie is waakzaamheid ten aan­zien van essentiële nationale belangen geboden.

• Verenigde Naties De organisatie der Verenigde Naties

is als ontmoetingspunt der volkeren, bij uitstek geschikt aan het streven naar be­tere verstandhoudingen in de wereld ge­stalte te geven opdat eens recht en socia­le rechtvaardigheid overal zullen heer­sen.

Daarnaast zouden de Verenigde Naties het aangewezen orgaan kunnen zijn

:tot handhaving van de vrede en de vei­ligheid, daar waar deze worden bedreigd. Tot dit doel zou een permanente vredes­macht in het leven moeten worden ge­roepen, waaraan ook Nederland bereid zou moetem zijn manschappen ter be­schikking te stellen.·

Het zou juist zijn, indien ook de Volksrepubliek China deel zou uitmaken van de Verenigde Naties.

• Oost-West-verhoudingen Een principiële politieke tegenstelling

blijft de Oost-West-verhouding beheer­sen. Toch dient op allerlei terrein, met name dat van economische betrekkin­gen, van wetenschappelijke samenwer­king en van culturele u~twisseling. naar verruiming der relaties gestreefd te wor­den, waardoor tevens een mogelijke bij­drage aan een klimaatsverbetering in de Oost-Westverhouding geleverd kan worden.

Aandacht dient besteed te worden aan mogelijkheden om met handhaving van het machtsevenwicht in Europa door overe·enkomsten inzake bewapening tot een vermindering· van de latente span­ning in de Oost-Westverhouding bij te dragen.

• Ue NAVO De vrijheid en veiligheid van de Euro­

pese landen en het bewaren van de vre­de, die berust op handhaving van het machtsevenwicht in de Oost-Westverhou­ding, vereist bij voortduring een krach­tige militaire en politieke samenwerking tussen de Noordatlantische bondgenoten. De afschrikwekkende werking van het Noordatlantische militaire apparaat is, naast het bezit van nucleaire wapens, in .hoge mate mede gebaseerd op de aanwezigheid van sterke conventionele strijdkrachten. Het is deze omstan­digheid die de Nederlanàse militaire in­spanning zo bijzonder noodzakelijk maakt.

De Noordatlantische Verdragsorganisa­tie blijft het aangewezen instrument om een nieuwe oorlog in Europa te voorko­men. De handhaving en versterking van de banden tussen de Europese landen en de Verenigde Staten en Canada zal derhalve uitgangspunt voor het Neder­lands beleid moeten blijven. Een con­sequentie hiervan is, dat Nederland een zo groot mogelijke bijdrage als uit na­tionaal economisch oogpunt verantwoord is aan de gemeenschappelijke defensie zal moeten leveren. Nederland zal, naast zijn militaire inspanningen, oolt bereid moeten zijn aan onderdelen van de Navo - met name de Noordatlantische Raad en het Secretariaat indien deze tot ves­tiging in een ander land dan· Franltrijk zouden overgaan - gastvrijheid te ver­lenen.

• Kernwapens Voorkoming van een uitbreiding van

het aantal kernwapens bezittende landen door het sluiten van een zgn. non-proli­feràtieverdrag, dient uitgangspunt voor het Nederlandse beleid inzake kernwa­pens te zijn. Tegelijkertijd zal een op­lossing moeten worden gevonden voor de in toenemende mate urgente vraag­stukken, waarvoor de Navo gesteld is, doordat slechts enkele bondgenoten over de voor de gemeenschappelijke defensie essentiële kernwapens beschikken. Een oplossing kan niet· worden gevonden in het geven vàn beschikkingsmacht aan landen, die thans geen kernwapens be­zitten, maar dient te worden gezocht in een grotere invloed van deze bondge­noten op de gemeenschappelijke mili­taire planning. Nederland zal aan 't zoe­ken naar een oplossing een actieve bij­drage moeten leveren, teneinde met na;-

me te voorkomen dat de Bondsrepubliek over een eigen kernmacht de beschik­king zou krijgen.

·• Vietnam De strijd, die in Vietnam ten lwste van

veel menselijk leed wordt gevoerd, geeft reden tot grote zorg. De afweer tegen de communistische aggressie is echter zowel in het belang van dè bevolking van Vietnam als van de vrede in geheel Zuidoost-Azië, noodzakelijk.

Het. Amerikaanse streven door onder­handelingen te komen tot een regeling, die de rechten en vrijheden van het Vietnamese volk waarborgt, dient ten volle te worden gesteund: De Nederland­se regering zou een actieve bijdrage aan het vinden van een dergelijke oplos­sing moeten leveren.·

Ook zal in het kader van het Neder­landse hulpprogramma bijzondere aan­dacht aan de hulpverlening aan Zuid:-Viet­nam dienen te worden besteed. Na het staken der vijandelijkheden zal een hulp­programma voor geheel Vietnam moeten worden opgesteld.

• Ontwikkelingshulp Het schrijnende verschil in welvaart

tussen de ontwikkelingslanden enerzijds en de hooggeïndustrialiseerde landen an­derzijds kan niemand onberoerd laten. De welvarende landen verrichten door het verlenen van hulp een taak van men­selijkheid en rechtvaardigheid. Doel van het verlenen van ontwikkelingshulp moet zijn de verhoging van het levenspeil der betrokken volkeren. Deze volken moeten zulks door eigen inspanningen en op hun eigen wijze trachten te verwezenlijken. Op twee manieren moet steun worden .verleend.

Nederland zal samen met andere lan­den (multilateraal) aan internationale hulpprogramma's moeten meewerken, daarenboven zal het ook zelfstandig bi· lateraal) een bijdrage aan het lenigen van de nood in de ontwikkelingslanden moeten leveren.

GeZien de omvang van de ·problemen zal deze hulp steeds relatief bescheiden blijven. Om versnippering. van krachten te voorkomen is het dan ook nodig de bilaterale hulp te concentreren op een klein a;anta:l landen en op 'n ·beperkt aan­tal projecten. Naast de verplichtingen in koninkrij\l:sverband, dient daarbij In-

donesië speciale aàndacht te krijgen: Te­vens moet worden overwogen in hoe­verre het verlenen van gerichte ontwikke­lingshulp aan Zuid-Vietnam kari bijdra­gen tot een oplossing van de gewel­dige problemen, waarvoor dit land zich gesteld ziet.

In het kader van de hulpprogramma's zal de uitzending van jonge specialis­ten naar de betrokken landen ·zoveel mogelijk moeten worden bevorderd, mede ook met het oog op kennisoverdracht.

• Indonesië Met voldoening kan worden geconsta­

teerd dat de betrekkingen tussen Ne~

derland en Indonesië zijn verbeterd. Het is te wensen, dat in deze gezuiverde sfeer in onderling overleg uitvoering zal worden gegeven aan het in 1962 geslo­ten Akkoord van New York.

Nieuwe vormen van samenwerking zul­len moeten worden gevonden, welke een verdere uitwisseling van kennis en er­varing tussen beide landen mogelijk ma­ken.

Europa Bij voortduring dient gestreefd te .wor­

den naar eenheid van ·Europa binnen het kader van de Atlantische- Gemeen­schap. Dit streven brengt mee, dat in de nabije toekomst de EEG met andere Europese landen zal moeten worden uitgebreid.' De komende Europese Ge­meenschap zal zowel naar binnen als naar buiten een liberale politiek moeten voeren; zij zal moeten ijveren voor nau­were banden met de landen van Noord­Amerika en zal bereid moeten zijn tot

Nederland dient voorstander te blij­ven van overdracht van bevoegdheden aan supr,a-nationale instellingen, waar het gaat om belangen, die beter in Euro­pees verband behartigd kunnen worden.

Met het oog hierop . dient het streven gericht te blijven op versterking van de democratische grondslagen van Europa. Een krachtig Europees parlement, door rechtstreekse verkiezingen tot stand ge­komen, is daarbij een van de belangrijk­ste doelstellingen.

• Benelux In het licht van de recente Europese

ontwikkelingen heeft de Benelux-samen­werking opnieuw aan betekenis gewon­nen. Een gemeenschappelijk optreden van de Beneluxpartners ten aanzien van grote internationaàe politieke vraagstuk­ken zou uiterst waardevol kunnen zijn. Ook de interne samenwerking tussen de drie landen zou moeten worden ver­sterkt. Met name zouden oplossingen moeten worden gevonden voor de moei­lijkheden, die ·het grensoverschrijdende goederenvervoer nog in zo sterke mate ondervindt. Op het gebied van infra­structuur, industrialisatie en recreatie zou met name tussen Nederland en Bel­gië een gemeenschappelijk regionaal be­leid dienen te worden gevoerd. Ook op het stuk van harmonisatie der belas­tingen, alsmede ten aanzien van we­tenschappelijk onderzoek is een actie­vere aanpak nodig.

A. Ff" v. d. STEENHOVEN DELFT · ROTTERDAMSEWEG 384- TELEFOON 01730-216 56

leveringen van zand, grind, grond, enz.

Massa transporten met 3-zijdige kipauto's.

Specj~le mac~ine trailers voor vervoer van draglin~s - bulldozers . ketels enz.

Cultuur, onderwijs en ontspanning (Vervolg van pagina 11)

èn televisie en door andere omstandig­heden krijgt, doen hem hogere eisen stel­len aan zijn recreatie.

Kort gezegd betekent dit alles, dat vrije tijd niet langer een beperkte periode van rust tussen de arbeidsuren is, maar een wezenlijk onderdeel van ieders levenspatroon. De organisatie-vormen, waarin de vrije-tijdsbesteding moet wor­den opgevangen, zijn aan deze nieuwe situatie niet aangepast. Het apparaat heeft een stijl, die niet van deze tijd is. Reorganisatie is een taak van de overheid. Het gev·en van inhoud aan de nieuwe vormen is de opdracht aan het particulier initiatief.

Wat betekent dit nu in feite? De overheid zal door wetenschappelijk

onderzoek de behoeften op sociaal-cultu­reel gebied moeten vaststellen. Daarna zal een programma van financiële steun aan- verschillende organisaties moeten worden opgesteld. De bijdrage van over­heidswege dient enerzijds gericht te zijn op het verschaffen van accommodatie en deskundigheid, anderzijds op het aan­moedigen van vrijwilligersarbeid en op het aanvaarden van verantwoordelijk­heid buiten arbeidstijd. Op de activi­teiten zelf mag de overheid geen in­vloed uitoefenen. In de kosten van deze activiteiten behoren de betrokkenen zelf een redelijke bijdragé te leveren. Rede-

lijk is in principe de kostprijs. Ligt die te ·hoog en zijn de activiteiten toch ge­wenst, dan moet de overheid subsidiëren.

Jeugdvorming Verantwoorde vrije-tijdsbesteding is

vooral belangrijk voor de jeugd. Veel jongeren hebben hun koers ten aanzien van speciale belangstellingen en bob­bies nog niet bepaald. Het vervelings­gevaar, met zijn kwalijke gevolgen, dre!gt hier sterk. Bovendien gaat het om een bijzonder grote . groep : ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking is jonger dan 25 jaar. Mogelijkheden voor ontspannings- en vormingsactivitei­ten zullen dus in ruime mate moeten worden geboden. De nieuwe organisatie­vormen dienen zo te worden gekozen, dat voortdurende aanpassing aan mo­derne ontwikkelingen mogelijk is. De jongeren zelf zullen hierop ruime in­vloed moeten kunnen uitoefenen.

Bijzonder onverstandig zou het zijn het verband tussen vrije-tijdsbesteding en commercie te verdoezelen. Het is zin­voller deze relatie dienstbaar te maken aan het beoogde doel.

Sport De sportaccommodatie in Nederland

laat veel te wensen over. Dit heeft ertoe geleid, dat met betrekking tot de sport in vergelijking met veel andere landen een achterstand is ontstaan. Hier is ver­betering nodig. In de eerste plaats uit

een oogpunt .van vrije-tijdsbesteding. Niet minder echter ter· bevordering van de volksgezondheid. Groeiende welvaart en verhoging van het comfort bedreigen de lichamelijke fitheid. Er moeten- dus betere accommodaties komen. Meer sportvelden, meer sporthallen, meer zwembaden. Geschoolde leiding is een eerste vereiste. Ook hier geldt dat de betrokkenen in principe de kostprijs moeten· betalen. Ligt die te hoog en zijn de activiteiten toch gewenst, /dan moet de overheid subsidiëren. De vorming van speciale "sportmedici" zou bijzonder waardevol zijn.

De deze week verschenen dis­cussie·nota ovei' een in januari a.s. te ontwerpen verldezingsprogram van . de VVD, hebben wij in ons weekblad zo afgedrukt, dat men de betreffende pagina's (7 tot en met 12) eruit kan nemen en af­zonderlijk kan bewaren. Wij ho­pen onder meer al diegenen, die in vergaderingen met deze nota te maken zullen krijgen, daarmede een goede dienst bewezen te heb­ben.

Overigens kan men overdrukken van bedoelde pagina's bestellen bij het Algemeen Secretariaat van de VVD, Koninginnegt·acht 61 te Den Haag.

Page 13: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

VRIJHEID EN DEMOCRATIE vrijdag 4 november 1966 - 13

Erhards positie ondermiind HET ziet er thans naar uit dat Er­

hards positie als bondskanse­lier spoedig ten einde loopt. Het uit­treden van de vier FDP-ministers uit zijn kabinet stempelt dit tot een min­derheids-regering. Een rompkabinet, dat - tenzij de FDP weer zou bijdraaien - geen lang leven meer beschoren kan ZIJn en waarvan in ieder geval geen regeerkracht kan uitgaan.

Eerst iets over de positie van de Duit­se bondskanselier in 't algemeen. Hij is eerste minister, maar hij neemt -anders dan b.v. bij ons - grondwette­lijk een bijzondere positie in. De bonds­president wordt gekozen door de Bonds­vergadering. Deze bestaat uit de Bonds­dag plus een even groot aantal leden aangewezen door de parlementen van de elf "Länder" waaruit de bondsrepu­bliek is samengesteld. De president heeft niet, zoals bijvoorbeeld die van de Ver. Staten, zelf de uitvoerende macht. Zijn plaats is te vergelijken met die van zijn Franse ambtgenoot. De Bon~spresident draagt aan de Bondsdag - onze Twee­de Kamer - een bondskanselier voor. Is deze gekozen dan draagt hij op zijn beurt de ministers van zijn kabinet aan de Bondspresident voor. In de praktijk betekent dit dat de president de door de Bondsdag gewenste kanselier be­noemt, die dan zelf zijn ministers kiest. De benoeming daarvan door de Bonds­president is een formaliteit.

Door deze regeling kan het gebeu­ren dat de kanselier een of meer mi­nisters ontslaat of ministers hun ont­slag nemen zonder dat hiermede de po­sitie van de Bondskanselier wordt ge­raakt. Een zelfde systeem kennen de

Ver. Staten waar de president ZIJn mi­nisters benoemt (goed te keuren door het Congres) en in Engeland waar de. eer­ste minister ook deze, aldaar in de praktijk gegroeide, bevoegdheid heeft.

Men zal zich afvragen waarom in 1949 toen de Duitse grondwet onder nauwlettend toezicht van de geallieer­den tot stand kwam, de Bondskanselier zo'n bijzondere positie werd gegeven. Het kwam er immers op neer dat men de positie van Bismarck herstelde. De reden hiervan is - schr. dezes heeft dit uit de beste bron, n.l. de voorzitter van de constituerende vergadetring, prof. Carlo Schmidt - dat men hoegenaamd niet kon overzien hoe deze eerste ver­kieizngen in Duitsland sedert 1933 zou­den uitvallen en hoe de samenhang tussen de elf "Länder" (die slechts ten dele overeen kwamen met de vroe­gere Duitse staten) zou zijn. Men wilde een toestand als in Frankrijk met zijn snel wisselende kabinetten voorkomen ter bevordering van de stabiliteit der nieuwe bondsrepubliek.

Tegenwind

De eerste bondskanselier, Konrad Ade­nauer, heeft deze positie uitgebuit. Slim politicus als hij was - en nog steeds is - wist hij zoveel mogelijk macht aan zich te houden en de Bondsdag mee te krijgen. Zijn economisch succes dankte hij aan zijn medewerker prof. Ludwig Erhard, die minister van economische zaken was en die het Duitse "Wirt­schafswunder" krachtd'adig hielp verwe­zenlijken door een liberale politiek. Hoe­wel Adenauer zo lang mogelijk getracht

Zojuist verschenen uitgave 1966/67 van het bekende

Rotterdams Jaarboek

Samengesteld met medewerking ~an de

Rotterdamse Kamer van Koophandel Stichting Havenbelangen (?emeentelijk Havenbedrijf Nieuwe Rotterdamse Courant.

Dit tWeetalige jaarboek (Engels en Duits) bevat n~ast alle officiële gegevens Èfaciliteiten, tarieven, enz.) EEN vo(tEDIGE OPGAVE VAN ALLE SCHEEPVAARTVERBINDINGEN VIA ROTIERDAM, de naamlijst van rederijen, stuwadoors, controlebedrijven, toeleve­~ringsbedriiven, assurantie-ondernemingen, banken enz.

Het Rotterdams Jaarboek is een onmisbaar naslagwerk voor onder­nemingen of particulierèn die zakelijk op Rotterdam georiënteerd

zijn.

Afmetingen 21 x 28 cm., omvang 164 pagina's. De prijs be.draagt f 8,-. Vul onderstaande bon in, post vandaag nog.

- -----------

BON AAN HET ROTTERDAMS JAARBOEK

Hiermede verzoeken wij u te leveren exemplaren van het Rotterdams Jaarboek 66/67 à f 8,- per exemplaar.

V

Naam: ....... • ......• · · • · · · · Firmaslem pel: •• , • • • • • • e:

Adres: ... ·' •...•...•. ·. · · · · • •·

Plaats: ••••.•.......•••••.•.•

Datum: .................... • • Handtekening:

(In open enveloppe zenden aan het Rotterdamse Jaarboek, Postbus 601 Rotterdam)

Erhard (linlcs) tijdens zijn onderhoud met president Liiblie, waarin de Boruls­- kanselier verzocht toe te stemmen in het ontslag van ,de libera-le ministers

heeft Erhard's benoeming tot bonds­kanselier tegen te houden, kon de bijna negentigjarige de opvolging van de po­pulaire "kroonprins" niet stuiten. In 1963 trad Erhard op als bondskanselier.

Hij heeft het niet mee gehad. Zijn "Wirtschafswunder" liep ten einde; de reusachtige economische expansie van de bondsrepubliek begon te vertragen. Loon- etn prijsstijgingen deden gevaren voor de conjunctuur ontstaan.

Bij deze tegenslag op zijn speciaal ge­bied kwamen politieke moeilijkheden. De door Adenauer zo bevorderde en ge­koesterde samenwerking met het Frank­rijk van De Gaulle stagneerde. De Gaul­le verweet hem in zijn persconferentie van de vorige week openlijk dat Er­hard meer op de Ver. Staten steunt dan met Frankrijk samenwerkt. Van de Na­to-moeilijkheden en die over de kosten van de Britse .en Amerikaanse troepen in Duitsland kreeg hij zijn volle aan­deel.

In zijn eigen partij ontstond een ster­ke opppositie, die vooral uitging van zijn voorganger Adenauer en de ten gevolge van de z.g. "Spiegel-affaire" ontslagen minister van defensie Strauss, de lei­der van de Beierse zusterpartij van de CDU, de CSU.

Op waarlij'k niets ont~iende "iij.z.e heb· ben Adenauer en Strauss tegen , :!Drhard in de partij en in ,de Bondsdag ge~ kuipt. Er hard was niet zo'n ·geslepen vos als Adenauer; hij is ~mpulsief en voor de Duitse politiek misschien zelfs wat naïef, Ongetwijfeld is hij een inte­ger en eerlijk man, die daardoor niet tegen een optreden als vari Adenauer en Strauss is opgewassen.

Deze kutperijen tezamen met aller­lei schandalen en sèhandaaltjes leg­den een tijd·bom onder Erhards kanse­lierszeteL Deze bom is thans gebarsten. Echter niet tengevolge van de ma­noeuvres van zijn eigen partij maa;r door die van zijn coalitie-genoten, de Freie Demokratische Partij. De frac­tie van de FDP in de Bondsdag wèiger­de in te stemmen met d'e door het kabinet nodig geachte belastingverho­gingen en noopte de liberale ministers tot heengaan.

Het is merkwaardig dat Erhard thans struikelt door moeilijkheden op econo­misch en financieel gebied, een terrein waarop hij - anders dan b.v. te onzent de minister-president en de minister van financiën - zo goed thuis is.

Belastinggebied De zaak is, dat ook in Duitsland de

uitgaven van de Bond uit de hand zijn gelopen tot meer dan DM 75 milHard (als men de militaire kosten erbij re­kent). Het ongelukkige van de Duitse constitutie is dat de Bond beperkt is in zijn belastinggebied. De langer bestaan­de "Länder" hebben het belastinggebied afgeroomd. De inkomstenbelasting b.v. wordt door hen geheven; de Bandsfinan­ciën ontvangen hiervan slechts een ze­ker percentage. Art. 106 van de grond­wet bepaalt dat hoofdzakelijk indirecte belastingen de Bond ten goede komen: invoerrechten, accijnzen (behalve bier!) omzetbelasting. Zowel regering als de CDU moeten dus naar verho in van

deze weinig populaire heffingen grijpen. Gedacht wordt aan verhoging van de accijnzen op sterke dranken en' tabak om een gat, dat berekend wordt op DM 5 miljard, te dekken.

Een ongeluk komt zelden alleen; ook voor Er hard: de Bondsraad _:. de vertegenwoordiging van de· 11 Länder, te vergelijken met onze Eerste Kamer -heeft de vorige week de begroting te­ruggestuurd omdat er niet voldoende dekking is ...

De FDP nu heeft zich op het partij­congres van juni j.l. nadrulrkelijk vast­gelegd op het adagium: "geen -verhoog­de belastingen".

Vandaar het cor.flict in het kabinet­Erhard, hetgeen tot ontslag van de vier liberale ministers heeft geleid. Alge­meen neemt men aan dat electorale fac­toren een rol spelen bij dit besluit van de FDP; 6 dezer worden landdagver­kiezingen gehouden in Hessen, ~ 20 no­vember in Beieren. De FDP voelt er weinig voor om deze verkiezingen in te gaan met het stigma van nieuwe ver­hogingen van de accijnzen op dranken en tabak, nadat· zij zich zo duidelijk tegen belastingverhoging heeft gekeerd. Vooral in Beieren is de positie van de FDP precair, omdat zij in ·dit bij uit­stek katholieke land nauwelijks de 5 pct. van de ·stemmen zal halen, welk percentage ·vereist is om een vertegen. woordiging iri land- of bondsdag te ver­krijgen.

De FDP moet dit te meer vrezen aangezien· bij de jongste gemeenteraads­verkiezingen in dat land de neo-fascis­tische groeperingen een stembussucces hebben beháald (in sommige steden ca. 10 pct. der stemmen) hetgeen vooral ten koste gaat van de FDP.

Speculatie De algemene opvatting nu is dat Er­

hard speculeert op een verandering in de houding van de FDP na genoemde landdagverkiezingen. Het zou_ niet on­mogelijk zijn, want het is de uit 49 leden bestaande bondsdagfractie, die de ministers genoodzaakt heeft hun ont­slag te nemen; aanvankelijk hadden de· zen wel met de belastingverhoging in­gestemd. De FDP weigert begrijpelijk voor de CDU de kastanjes uit het vuur te halen.

Het lijkt moeilijk voor Erhard om zijn kanselierschap te handhaven na de uit­treding van de liberale ministers. Ge­zien {l'e sterke positie van het kanseliers­ambt kan hij aanblijven, maar zijn po­sitie is al danig ondermijnd. Tekenend hiervoor is dat, naar te Bonn verluidt, Erhard voor de post van secretaris van de bondskanselarij al 18 weigeringen heeft ontvangen; deze post is nu reeds zes weken vacant.

Zijn sterkte als bondskanselier bestaat op het ogenblik hieruit, dat er eerst in de Bondsdag een meerderheid moet wor­den gevonden, die een nieuwe kanse­lier voordraagt. En gezien de vele po­litici, die dit ambt ambiëren - vooral in de CDU/CSU- kan het geruime tijd duren alvorens men het eens wordt in coalitieverband (geen partij heeft im­mers een meerderheid) over Erhards opvolger.

AD JNTERIM

Page 14: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

'I ':

14 - vrijdag 4 november 1966

ZATERDAG 29 oktober en zondag 30 oktober jl. hield de Jongeren Orga­

nisatie Vrijheid en Democratie (JOVD) een qruk bezocht jaarlijks congres te Leeuwarden, waar onder meer breed­voerig werd gediscussieerd over een aantal politieke stellingen voor de ko­mende Tweede Kamerverkiezingen en de daarop volgende kabinetsformatie. Of­schoon het in de bedoeling lag deze stellingen definitief vorm te geven in een manifest dat de naam "Stemverhef­fing" zal dragen, kwam het congres daarmee niet gereed, zodat werd beslo­ten op 19 november a.s. te t.rtrecht of omgeving een nieuw openbaar congres te beleggen, al waar de bespreking en vaststelling van genoemd manifest op­nieuw aan de orde zal komen.

Op de landelijke bijeenkomst te Leeu­warden kon voorzitter H. Wiegel vele gasten verwelkomen onder wie oud­minister drs. Korth~ls en echtgenote, mr. Geertsema, die de Tweede Kamer­fractie van de VVD vertegenwoordigde, mevrouw mr. Veder-Smit, namens het hoofdbestuur van de VVD, de heer W. Harmsma, burgemeester van de con­gresstad, en de leden van verdienste dr. E. Nordlohne en G. Stempher.

De heer Wiegel opende het congres met een rede die praktisch geheel in het teken stond van het functioneren van de democratie in ons land. De hervor­mingen die nodig zijn, zo zei hij, moe­ten niet worden gezocht in diepgaande staatsrechtelijke wijzigi<ngèn, maar in de praktijk van het ongeschreven staats­recht en vooral in de houding van re­gering, parlement en politieke partijen. De heer Wiegel verweet de KVP dubbel­hartigheid in haar politiek die volgens hem nu al jaren onze democratie ver­ziekt. Steeds heeft de KVP getracht de PvdA en de VVD tegen elkaar uit te spelen.

Afspraak Volgens de heer Wiegel is de VVD

aan de democratie :in Nederland ver­plicht duidelijkheid te eisen. In dit ver­band stelde hij zich achter de uitspra­ken van mr. Toxopeus dat alleen na ver­kiezingen de VVD bereid is aan forma­tiebesprekingen deel te nemei1 (dan wel formatie nu van een kabinet van KVP VVD, OHU en eventueel ARP, dat zich tot_ de kiezers richt en na vervroegde verkiezingen aanblijft indien het een duidelijke meerderheid van de kiezers !heeft gekregen red.). Ook zal van de confessionele partijen moeten worden geëist, aldus de voorzitter van de JOVD, dat zij zich voor de komen­de verkiezingen uitspreken over de door hen gewenste toekomstige regeringssa­menwerking. Als er één politieke situa­tie is geweest waarin dit door de PvdA

en VVD van de confessionele partijen, en met name van de KVP, kan worden gevraagd, dan is het thans.

De heer Wiegel pleitte voor een over­wegen van de mogelijkheid van een openbare afspraak van deze zaak tussen de PvdA en de VVD. Beide partijen hebben reeds aangekondigd de komende kabinetsperiode· niet met elkaar in één regering te willen gaan zitten. Dit ver­schaft mede de mogelijkheid in alle eer­lijkheid een afspraak tussen de PvqA en de VVD (goed te keuren door de beide partijcongressen)- te maken. De heer Wiegel noemde dit een politiek paardemiddel om aan het tegen elkaar uitspelen van- de PvdA en de VVD door dre KVP en andere confessionele partijen, een einde te maken. De PvdA en de VVD zouden moeten overeenkomen niet aan formatiebesprekingen deel te nemen als de confessionele partijen zouden wei­geren vóór de komende Kamerverkiezin­gen hun voorkeur uit te spreken.

Spr. zag nog andere wegen waarlangs we tot een verbetering van ons parle­mentaire systeem zouden~kunnen komen. Met prof. Oud was hij het eens dat de leider van de grootste partij niet alleen formateur moet worden, maar bij slagen van zijn pogingen, ook premier. Tussen­tijdse kabinetswijzigingen als die van 1965 achtte hij funest voor het respect van de kiezers voor de democratie. Dergelijke wisselingen zullen slechts na tussentijdse Kamerverkiezingen mo­gen voorkomen.

Ook het laten vallen van de sinds 1922 bestaande parlementaire gewoonte dat het kabinet aan de vooravond van de Kamerverkiezingen zijn ontslag aan­biedt, zou er toe kunnen bijdragen de politieke duidelijkheid te bevorderen. Het kabinetsbeleid zou dan inzet van de ver­kiezingen worden. De kiezers kunnen zich over dit beleid uitspreken en de re­geringsgezinde partijen worden aldus gedwongen het kabinet uitsluitend op zijn beleidsresultaten te beoordelen.

De _politieke duidelijkheid en de wer­king van de democratie kunnen, volgens de heer Wiegel, verder worden verbe­terd door het doorzichtiger maken van onze politieke partijen, onder meer via wettelijke regelingen, zoals betreffende de procedure van de kandidaatstelling voor de vertegenwoordigende lichamen en de openbaarheid van de financiën. Vports ontbreekt volgens hem, nog alles aan de politieke vorming van de kiezers en toekomstige kiezers, in welk ver­band hij pleitte voor politieke voorlich­ting bij het onderwijs. Hij zei verder voorstander te zijn van het afschaffen van de opkomstplicht bij de verkiezin­gen.

De heer Wiegel verklaarde het groot­ste deel van zijn rede aan het functio-

neren van onze democratie te hebben gewijd omdat hierover op dit ogenblik in ons land een brede discussie aan de gang is en omdat hij de situatie rijp acht het:vormingen door te voeren.

D'66 Eén van de groepen die bij deze dis­

cussie een belangrijke rol spelen, is D'66. Ik heb, aldus de heer Wiegel, in mijn voorgaande betoog, naar ik hoop, aangetoond dat wij de hervorming die inderdaad nodig is, in het kader van het huidige politieke systeem tot stand moeten, en ook kunnen brengen. Hij zei het niet eens te zijn met de voorstel· len van D'66 om ons staatsrecht in· grijpend te wijzigen. Tegen de invoering van het districtenstelsel en het recht· streeks verkiezen van de minister-pre­sident, zijn vele bezwaren aan te voe­ren. Daarbij geloofde hij niet in de po­litieke haalbaarheid van de ideëen van D'66. Vooral ook, omdat de politiek die de ~itiatiefnemers van D'66 ten aanzien van de vele andere politieke vraagstuk· ken zeggen voor te staan niet op essen­tiële punten verschilt van de program­ma's der andere partijen, betreurde hij de oprichting van deze nieuwe politieke partij.

Het hoofdbestuur van de JOVD heeft hierover reeds eerder zijn verontrusting doen blijken, temeer omdat er reden be­staat te geloven dat een dergelijke par­tij zich tussen PvdA en VVD zal gaan opstellen. De heer Wiegel zei aan ver· splintering in het liberale kamp geen enkele behoefte te hebben. In de hui­dige politieke situatie moet men zich ernstig bewust zijn van de gevolgen hier­van voor de invloed van de liberalen in de praktische politiek van ons land. Ook tijdens het liberale beraad, waar­van inmiddels een eerste vergadering heeft plaats gehad, hebben wi], aldus spr., daar het onze over gezegd.

Vaststaat, aldus de heer Wiegel, dat de JOVD'ers die lid van een even­tueel nieuwe partij zouden worden, in de JOVD uiteraard van harte welkom blijven. De JOVD is een· onafharikelijke organisatie en zij moet de enige liberale jongerenorganisatie in Nederland blij­ven, open voor iedere jongere die zich liberaal voelt.

Buitenlands beleid Over het buitenlands beleid van het

kabinet-Cals sprak de JOVD-voorzitter zich in scherp afkeurende zin uit. Dit buitenlands beleid, zoals dat bleek uit de troonrede, kenmerkte zich door vrijblij­vende vaagheden. Juist daarom acht hij het van groot gewicht dat de grote Ne-

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

derlandse jongerenorganisaties, op ini· tiatief van de JOVD, zijn gekomen met een , , vredesplan Vietnam''.

De heer Wiegel zei te l).open dat de politieke partijen bereid zijn dit plan te betrekken bij de bepaling van hun stand­punt en hij bepleitte in dit verband de benoeming door de regering van een vredesambassadeur die tot taak zou moeten krijgen aan alle vredespogingen mee te werken en die zelf initiatieven zou moeten nemen.

Het verschil in benadering van de politiek, zo besloot de· voorzitter van de JOVD zijn openingsrede, tussen oude­ren en jongeren leidt wel eens tot ver­schillen van mening. Jongeren zijn idea­listisch, ouderen dienen hun idealen in praktijk te brengen. Die verschillen van inzicht tussen VVD en JOVD, zoals ze er zijn geweest en ook wel in de toekomst zullen zijn, hebben hun nut : dè discussie in het liberale kamp wordt er door bevorderd en ouderen en jon­geren dwingen ell{aar zo tot een constant nadenken over de te voeren politiek. De JOVD heeft steeds gestreefd naar handhaving van haar zelfstandigheid en een zo . goed mogelijk contact met de VVD. De heer Wiegel achtte dit pogen volkomen geslaagd en hij sprak de hoop uit dat de goede verstandhouding tus­sen de VVD en de JOVD ook het ko­mende jaar in het belang van de toe­komst van het liberalisme zal worden bestendigd; zeker nu er een belangrijke verkiezingsstrijd voor de VVD op komst is.

Deze rede van de voorzitter van de JOVD werd met een langdurig applaus beloond.

Congresrede van mevr. Fortanier-de Wit

Een ander hoogtepunt van de lan­delijke vergadering van de JOVD was de congresrede die werd uitgesproken door het oud-lid van de Tweede Kamer en thans fractievoorzitster van de VVD

Page 15: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

J -congr s te· Leeuwarden in de Provinciale Staten van Noord-Hol­land, mevrouw A. Fórtanier-de Wit die door de vergadering met groot enthou­siasme werd begroet.

Spreekster zei onder meer dat jonge mensen zich eerder interesseren voor in­ternationale, dan voor nationale proble­men. De jongeren ondergaan speciaal wat de internationale vraagstukken be­treft een geheel andere vorming dan de ouderen vroeger. Dit komt vooral door de veelvuldige voorlichting op dit gebied door de televisie. Zij was ver­heugd over het initiatief van de ·JOVD. inzake Vietnam. Zij vroeg zich af of dit probleem wel uitsluitend werd bepaald door het Chinese vraagstuk en het toe­roepen van een halt aan het commu­nisme. Een dergelijke vereenvoudiging van de probleemstelling achtte/ zij ge­.v~arlijk. Er zitten andere aspecten aan dit probleem met name een burgeroorlog en een zich ontketende sociale revolu­tie; verschijnselen die men eigenlijk in alle ontwikkelingslanden aantreft. Me­vrouw Fortanier gaf uiting aan haar be­wondering voor de Verenigde Staten tij­dens de tweede wereldoorlog en de hier­na verstrekte Marshall-hulp. Dit neemt niet weg dat men als bondgenoot de plicht heeft creatief mee te denken. Daarom verheugde zij zich in dit ver­band over de positieve daad van de JOVD. Een effectieve hulp aan de ont­wikkelingslanden vraagt grote offers niet alleen door het verstrekken van geld, maar vooral ook door het slechten van de handelsbarrières. Vooral de grond­stoffenprijzen zullen wij op een redelijk peil moeten stabiliseren. Het gaat om mensenrechten die niet kunnen worden g~garandeerd door kernwapens.

Sprekende over de automatisering zei mevrouw Fortanier dat deze een om­wenteling in het leven van de mensen brengt, hetgeen vooral in de Verenigde Staten blijkt, waar de werkloosheid on­der de jonge ongeschoolde arbeidskrach­ten en de negers belangrijke vormen aanneemt. Wij gaan een leven tegemoet waarin een belangrijk deel niet zal wor­den gevuld door de noodzakelijke arbeid. Dit is het probleem voor de toekomst. Spreekster vroeg zich af of in een dergelijke wereld het liberalisme iets heeft te betekenen, welke vraag zij in bevestigende zin beantwoordde.

Als levensstijl is het liberalisme juist in deze ontwikkeling zeer belangrijk. Li­beralisme betekent geestelijke vrijheid; niet alleen vrijheid· van .drukpers, maar ook vrijheid van meningsuiting op welke Wijze dan ook; bijv. demonstraties. Het liberalisme moet de vormen vinden dat deze vrijheid, zonder uitwassen, tot zijn recht kan komell. Maar deze vrijheid zal gekoppeld moeten zijn aan verant­woordelijkheid, ook voor de naaste die

in moeilijkheden verkeert. Het libera­lisme moet creatief zijn of het zal niet zijn.

De sociale voorzieningen, waarvan reeds in vroeger tijden liberalen de ini­tiatiefnemers waren, vragen ook thans de aandacht. De beperkte volksverzeke­ring van dr. Veldkamp achtte zij met prof. Witteveen geen zaak die op dit moment allereerst om oplossing vraagt; de verzekering tegen zware risico's, daarentegen wel. Hier lfgt een ver­plichting op de gemeenschap.

Wat de bedrijfssluitingen en ontslagen betreft hebben de liberalen de plicht mee te denken. Bij massa-ontslagen zul­len de werknemers moeten worden in­geschakeld op het moment dat zij nog kunnen meedenken. Het kernpunt van het liberalisme is het geven van gelijke kansen. Niet door studieloon of het ver­strekken van vergoedingen aan mensen die het niet nodig hebben.

Een andere belangrijke taak van het liberalisme is te zorgen dat grote groe­.pen zich bezit kunnen vormen. Wij zijn in dit opzicht een eind op weg. Als het spaar- of investeringsloon niet door het bedrijfsleven in zijn geheel zou kun­nen worden gedragen, dan zal moeten worden bestudeerd in welke bedrijfstak­ken dit wél mogelijk is.

Spreekster zag ook in ander verband in ons land een vooruitgang, waarbij zij met name dacht aan het mandement van de bisschoppen in 1954 .en aan de crematie. Wij beleven in dit opzicht een emancipatie bij de katholieken, speciaal ook onder de arbeiders en de vrouwen. Er is werkelijk iets aan de gang. De bevolking verzet zich in toenemende mate tegen de verzuiling. De kiezer is ontsticht omdat er te veel onduidelijk­heid is. De VVD is in haar politiek aller­minst onduidelijk. Mr. Toxopeus heeft onomwonden verklaard niet in zee te willen gaan met de socialisten en de Boeren partij.

Sprekende over de inflatie merkte me­vrouw Fortanier op dat deze weliswaar voor een deel internationaal is, doch dat men deze toch dient te bestrijden. Het grote punt op dit ogenblik wordt gevormd door de vraag of er al dan niet collectieve voorzieningen moeten ko­men. Het kabinet-Cals wil in dit opzicht alles ineens. De liberalen stellen daar de prioriteit tegenover zoals dat ook in het gezin noodzakelijk is. Wij. dienen meer te kijken naar de mens op het ogenblik in zijn eigen omgeving.

Toch begint de politiek aan duide­lijkheid te winnen. De VVD heeft ten aanzien van de Boerenpartij zowel in de Eerste als in de Twf:ede Kamer een dui­delijk standpunt in;{enomen. De VVD heeft steeds een constructieve oppositie gevoerd. Het in het parlement zo ver-

Mevrouw Fortanier-de 1Vit tijdens het uitspreken van haar congresrede.

De heer H. TViegel (links) overhandigde de voorzitt-~rshamer-!Lan de nieuwe voo·r­zitter, de heer G. van der Meer.

Het congres danst

guisde plan-Joekes krèeg in dP .l!lcono­misch Statistische Berichten uitvoerig de aandacht en werd daar als een goed plan bestempeld. Dit plan werd inge­diend op het moment dat het ook in­derdaad nodig was.

Wat de motie Schmelzer betreft, merk­te spreekster op, dat deze uiting gaf aan de ongerustheid over de politiek van het kabinet-Cals dat inflatie en werk­loosheid in de hand werkte. Hoe sterk de positie van de VVD in de Kamer was bleek wel uit het feit dat de (grote) KVP een eigen motie moest indienen om te voorkomen dat de motie van de (kleinere) ·VVD zou worden aangeno­men.

Mevrouw Fortanier deed een beroep op de jongeren midden in de partij te gaan staan. De VVD heeft jonge men­sen nodig. Er zullen meer jongeren in de praktische politiek moeten gaan om aldus hun invloed te kunnen uitoefenen. De jongeren beschikken over capacitei: ten, laten zij daarom voor hun idealen strijden in de partij. Versnippering be­tekent verdeling van macht en daar­door geen invloed. Een invoering van het districtenstelsel betekent toespitsing van tegenStellingen die het landsbelang schaadt. Wij moeten weten wat demo­cratie betekent. Ook spreekster bepleit­te in dit verband het geven van onder­richt in staatsinrichting op de scholen. Er is te weinig vorming waarbij men leert verantwoordelijkheid te dragen.

Spreekster waarschuwde tegen de ten­dens om het kabinet-Cals heilig te ver­klaren. De heer Cals deed tegenovar de heer Marijnen destijds hetzelfde als waarover hij thans jammert. Het gaat

er ten slotte om het algemeen belang te dienen.

Spreekster deed ten slotte een drin­gend beroep op de jongeren politiek àc­tief te zijn, "want de wereld wacht op u", aldus besloot mevrouw Fortanier haar boeiende rede die met een ovatio­neel applaus werd ontvangen.

Huishoudelijke zaken Het congres hield zich daarna uitvoe­

rig bezig met diverse huishoudelijke zaken. Het nieuwe hoofdbestuur werd als volgt samengesteld: voorzitter: G. van der Meer; vice-voorzitter-politiek: A. J. B. Hubert; vice-voorzitter-organi­satie: G. M. A. Lekkerkerker: algemeen penningmeester: P. H. R. Jonker; alge­meen secretaris: H. Bosma; tweede se­cretaris; P. J. Veenhouwer en lid: me­juffrouw C. W. Hu beek.

Er werden voorts twee moties aange­nomen. Eén ervan pleit voor een dus­danige kinderbijslagregeling, dat deze een degressief karakter krijgt. De an­dere wenst algehele demonstratievrijheid die niet onderhevig mag zijn aan pre­ventief ingrijpen van het gemeente):>e­stuur. Een motie over de Friese taal werd aangehouden tot het congres op 19 november a.s.

Het congres nam ten slotte nog twee resoluties aan over de Europese inte­gratie en het wereldbevolkingsvraagstuk, waarin de JOVD zich onder meer uit­spreekt voor een wereldomvattende or­ganisatie in het kader van de UNO voor de uitvoering vat-; geboortenregelings­projecten.

G. S.

Page 16: fl et en oer te - pubnpp.eldoc.ub.rug.nlpubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/VenD/VenD1966/VD...V raag zonder _antwoord: WAT WILLEN DE CONFESSIONELEN? VERKIEZINGSFONDS Eerste

I !

,.ltfaak de

naar

Tevens uw adres voor Chemisch Reinigen

N.V. STOOM- EN CHEMISCHE WASS.l:CRIJ

v.h. C. D. BORGH & Zn. Bellevoysstraat 75 - Rotterdam - Telefoon 32631 - 36235

N.V. BERGINGS- EN TRANSPORTBEDRIJF

VAN DEN AKKER Bergen van schepen en ladingen.

Verhuur van driivende bokken tot 200 ton.

Verzorging van al uw transporten te water.

Duikerwerkzaam heden. Bergingsvaartuigen uitgerust met zandpompen tot 14''

KANAALSTRAAT 59 - VLISSINGEN TELEFOON 01184 • 3389 en 4048. TELEX 13108,

n.k.u. 2430 en 4261.

ROTIERDAM • TELEFOON 195202 • 194790 AMSTERDAM • TELEFOON 425257

DAMMERS & VAN DER HEIDE1S

Scheepvaart- en Handelsbedriif N. V.

Red~rs, cargadoors, bevrachters, expediteurs,

beädigde makelaars voor het ~open, verkopen

en bouwen van schepen.

"Calandhuis11, Willemskade 18, Postbus 444

Rotterdam-2

'l'ELEGR.ADRES: ENERGETIC • (New Boe Code)

'l'ELEFOON 11.93.00 (15 lijnen) • TELEX 21127 (2 lijnen)

MACHINE- EN Z UURS TO FF AB RIEK N. V. w. A. HO EK 1 S

Postbus nr. 78 · Telefoon(OlO) 26 90 61

SCHIEDAM

Zuurstof, stikstof, gecomprimeerde lucht,

zowel in gasvormige, als vloeibare toestand. '

H.D. Compressoren voor land· en scheepsgebruik.

Miinluchtlocomotieven.~

Apparaten voor autogene metaalbewerking.

Speciale apparaten voor hoge drukken.

l!.l!.D sterk''

Bloemsierkunst

vlh J.C. de LANGE's Koninklijke Tuinbouwinrichting Hol/everancier van H.M. de Koningin

81NDS1eea

in het hart van Amsterdam

COMPt..llTIE INTERIEURVER:ZORetNCI

• DESKUNOIElE

ADVtEZEN

FRANCO LilVERINS DOOR 8EI'ti!A NI!DEFILANO

MIUBILIN

VIJZELSTRAAT 115-119 - AMSTERDAM - TELEFOON 24 87 16

UNITED DAIRY-

MEN EXPORT VAN ZUIVELPRO.DUJ(TEN

PERSOONSDAM 18 - ROTTERDAM - . HOLLAJ."'D