FINANCIAL MARKETS JULI 2012

Nederland – wet- en regelgeving • Wijzigingen Wft

• Wijziging Besluit openbare biedingen en Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen

• Wet bekostiging financieel toezicht

Nederland – overig • Wetsvoorstel implementatie Richtlijn Solvabiliteit II ingediend

• Derde wetgevingspakket financiële markten ingediend

• Ex ante financiering depositogarantiestelsel uitgesteld

• Aanpak financiële sector in 40 maatregelen

• Publicaties AFM

Europa • Herziene Prospectusverordening in werking getreden

• Nieuwe crisisbeheermaatregelen om toekomstige bail-outs van banken te voorkomen

• Ratingbureaus betalen ESMA voor toezicht

• Publicaties ESMA

• Overzicht implementatie derde Anti-witwasrichtlijn

• Publicaties European Banking Authority

Internationaal • Publicaties Basel Committee on Banking Supervision

• Publicaties IOSCO

Literatuur en jurisprudentie

Nederland - wet- en regelgeving

Wijzigingen Wft

In de periode tot en met 1 juli is de Wft gewijzigd door de inwerkingtreding van:

• Wet implementatie herziene Prospectusrichtlijn (Stb. 2012, 219) • Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen (Stb. 2012, 241) • Wet introductie geschiktheidseis en versterking van de samenwerking tussen de

toezichthouders (Stb. 2012, 7) • Wet aansprakelijkheidsbeperking AFM en DNB en bonusverbod staatsgesteunde

instellingen (Stb. 2012, 265) • Wet implementatie Omnibus I-richtlijn (Stb. 2012, 247) • Een aantal artikelen van de Wijzigingswet financiële markten 2012 (Stb. 2011, 610)

Wet implementatie herziene Prospectusrichtlijn

Op 31 december 2010 is de herziene Prospectusrichtlijn in werking getreden. De wijzigingen die daaruit voortvloeien, zijn nu geïmplementeerd in de Wft. De belangrijkste zijn:

• De uitzondering van de prospectusplicht geldt voortaan voor aanbiedingen met een tegenwaarde van ten minste EUR 100.000 per belegger of een nominale waarde per eenheid van ten minste EUR 100.000; het grensbedrag was EUR 50.000. Ook de drempel voor ontheffingen van verplichtingen op grond van de Transparantierichtlijn is verhoogd tot EUR 100.000.

• De prospectusplicht geldt niet als de aanbieding is gericht tot minder dan 150 personen per lidstaat, die geen gekwalificeerde beleggers zijn.

• In de uitzondering voor aanbiedingen met een totale tegenwaarde minder dan EUR 100.000 wordt verduidelijkt dat het om de totale tegenwaarde in de Europese Economische Ruimte gaat.

• De werknemersvrijstelling is verruimd.

• De definitie van "gekwalificeerde belegger" is in overeenstemming gebracht met de definitie van professionele cliënt uit de MiFID.

• De verplichting om een jaarlijks informatiedocument te publiceren vervalt.

• De eisen die aan de samenvatting worden gesteld, worden nader gespecificeerd. De Europese Commissie kan nadere invulling geven aan de eisen aan de inhoud en

opmaak van de samenvatting (zie hiervoor de gewijzigde Prospectusverordening).

• Het prospectus wordt voortaan geacht beschikbaar te zijn voor het publiek als het is gepubliceerd op de website van de uitgevende instelling of op de website van de financiële intermediairs.

• Een prospectus is voortaan niet meer twaalf maanden na publicatie geldig, maar twaalf maanden nadat het is goedgekeurd.

Als de totale tegenwaarde van een aanbieding van effecten aan het publiek minder dan EUR 2,5 miljoen bedraagt, valt deze aanbieding buiten de reikwijdte van de Prospectusrichtlijn. Nederland heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid het drempelbedrag te verhogen naar EUR 5 miljoen, hoewel de herziene Prospectusrichtlijn hierin wel voorziet.

Voorts zijn twee omissies hersteld. In de eerste plaats moet voortaan in het prospectus worden vermeld wie verantwoordelijk is voor het prospectus. Deze verplichting was ten onrechte niet eerder geïmplementeerd. In de tweede plaats ontbrak in de Wft de vrijstelling voor het aanbieden van effecten die reeds tot de handel op een in Nederland gelegen of functionerende gereglementeerde markt waren toegelaten. Ook dit is nu rechtgezet.

Ten slotte is van belang dat ook de Europese Prospectusverordening is gewijzigd. Een korte samenvatting van de wijzigingen staat in deze nieuwsbrief onder het Europese nieuws.

De AFM heeft een nieuwsbrief gepubliceerd over de wijzigingen van de prospectusregels.

Wijziging Vrijstellingsregeling Wft

In verband met de implementatie van de Prospectusrichtlijn is ook de Vrijstellingsregeling Wft gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen zijn: • Als een aanbieding van effecten is vrijgesteld op grond van artikel 5:3 lid 1 Wft, moet

de doorverkoop van deze effecten worden gezien als een nieuwe aanbieding van effecten aan het publiek, waarvoor in beginsel een prospectus verplicht is. Op grond van de Prospectusrichtlijn hoeft de doorverkopende partij echter niet zelf een prospectus op te stellen als er (i) een geldig prospectus beschikbaar is, en (ii) de uitgevende instelling of degene die verantwoordelijk is voor het opstellen van het prospectus bij schriftelijke overeenkomst heeft ingestemd met het gebruik van dit prospectus.

• Voor effecten die opnieuw worden aangeboden aan het publiek of opnieuw worden toelaten tot de handel op een gereglementeerde markt is een vrijstelling opgenomen als dezelfde effecten al voor 1 juli 2005 eens waren aangeboden aan het publiek of toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt met een prospectus dat voldeed aan de wettelijke voorschriften die golden voor de implementatie van de Prospectusrichtlijn. Het nieuwe artikel komt overeen met artikel 23c van de Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995, dat bij de invoering van de Wft is komen te vervallen.

• Effecten zonder aandelenkarakter die doorlopend of periodiek door banken worden uitgegeven en die worden aangeboden aan het publiek of toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, zijn voortaan vrijgesteld van het verbod van artikel 5:2 Wft als de totale tegenwaarde van de aanbieding of toelating minder dan EUR 75 miljoen bedraagt. Het grensbedrag was EUR 50 miljoen.

• Bij de implementatie van de herziene Prospectusrichtlijn is een vergissing gemaakt: ten onrechte kon een werkgever die zijn hoofdkantoor in de Europese Economische Ruimte (EER) heeft, maar zijn zetel buiten de EER en van wie de effecten niet tot de handel zijn toegelaten, volgens de Wft geen gebruik maken van de vrijstelling van artikel 5:3 lid 2 Wft. Door de wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft is deze omissie rechtgezet.

Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen (Interventiewet)

De Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen is op 13 juni in werking getreden en werkt terug tot en met 20 januari 2012. De wet, die een nieuw Deel 6 toevoegt aan de Wft en de Faillissementswet wijzigt, introduceert twee categorieën maatregelen om de mogelijkheden van de overheid te interveniëren bij financiële ondernemingen aan te vullen en te versterken.

De eerste categorie heeft betrekking op een tijdige en efficiënte afwikkeling van ondernemingen in problemen. Wanneer een bank of verzekeraar problemen heeft, krijgt DNB de mogelijkheid om achter de schermen een plan op te stellen voor de overdracht van deposito-overeenkomsten, overige passiva of activa, of aandelen aan een private derde partij. Voorts kan DNB de rechtbank verzoeken de overdrachtsregeling, de noodregeling of het faillissement uit te spreken.

De tweede categorie maatregelen dient een verdergaand doel, namelijk de borging van de stabiliteit van het financiële stelsel als geheel. Het nieuwe Deel 6 van de Wft bevat daartoe twee bijzondere bevoegdheden voor de Minister van Financiën: deze mag ingrijpen in de interne bevoegdheden van een financiële onderneming, en zo nodig overgaan tot onteigening van een financiële onderneming.

DNB heeft een bulletin gewijd aan de nieuwe bevoegdheden die de Minister van Financiën en DNB zelf krijgen bij financiële ondernemingen in problemen. De Brauw heeft een legal alert uitgebracht over deze wet. Als u de legal alert niet heeft gekregen en deze alsnog wilt ontvangen, neemt u dan contact op met een van uw vaste contactpersonen binnen De Brauw. U kunt de legal alert ook downloaden van www.debrauw.com.

Europese regelgeving

De Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen loopt vooruit op Europese

regelgeving. Begin juni heeft de Europese Commissie maatregelen voorgesteld die nationale overheden ruime bevoegdheden geven om crisissituaties bij banken te voorkomen en om afdoende op te treden als zich toch problemen voordoen. De voorgestelde richtlijn moet begin 2015 in werking treden.

In het Europese voorstel is ook de mogelijkheid van schuldafschrijving (bail-in debt) opgenomen. Bij het Nederlandse wetsvoorstel is zo veel mogelijk rekening gehouden met de gedachtevorming van de Europese Commissie over dit onderwerp. De bail-in debt is er echter niet in opgenomen, omdat minister De Jager op dit punt het richtlijnvoorstel wilde afwachten.

Wet introductie geschiktheidseis en versterking van de samenwerking tussen de toezichthouders

De Wet introductie geschiktheidseis en versterking van de samenwerking tussen de toezichthouders wijzigt de regels voor de deskundigheid van dagelijks beleidsbepalers en van leden van het orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken. Zo wordt de huidige deskundigheidseis vervangen door een (ruimere) geschiktheidseis. Ook de regels voor de samenwerking tussen de toezichthouders bij de vergunningverlening worden gewijzigd: wanneer een van beide toezichthouders twijfelt over de betrouwbaarheid of geschiktheid van een bestuurder of commissaris, zal voortaan het negatieve oordeel doorslaggevend zijn, ook als dat afkomstig is van de niet-vergunningverlenende toezichthouder.

De wet wijzigt de Wft, de Wet financiële markten BES en de Wet toezicht trustkantoren.

De AFM en DNB hebben een informatiebulletin gepubliceerd over gevolgen van de nieuwe geschiktheidseis voor de toetsing van personen die worden voorgedragen voor functies in de financiële sector.

Wet aansprakelijkheidsbeperking AFM en DNB en bonusverbod staatsgesteunde instellingen

De Wet aansprakelijkheidsbeperking financiële toezichthouders beperkt de aansprakelijkheid van de financiële toezichthouders tot opzet of grove schuld. Dit criterium introduceert een hogere drempel voor aansprakelijkheid van de toezichthouders, maar sluit de mogelijkheid voor benadeelden om schade te verhalen niet uit. De aansprakelijkheidsbeperking van de toezichthouders zou aanvankelijk slechts gelden voor de toezichthoudende taken van DNB en de AFM die voortvloeien uit de Wft. De Tweede Kamer heeft de reikwijdte van de wet echter uitgebreid tot alle financiële toezichtwetgeving.

Daarnaast verbiedt deze wet het uitkeren van variabele beloningen (bonussen) aan de dagelijksbeleidsbepalers van financiële ondernemingen die ten laste van de publieke middelen steun genieten; het verbod geldt ook voor financiële ondernemingen die niet direct staatssteun

ontvangen, maar wel onderdeel zijn van een groep die staatssteun krijgt. De overige delen van de beloning worden bevroren; het vaste deel van de beloning mag niet harder stijgen dan de procentuele stijgingen die ook gelden voor de rest van de onderneming. Deze wet heeft betrekking op zowel nieuwe als bestaande gevallen van steunverlening. Voor de bestaande gevallen is daarbij in overgangsrecht voorzien, waarin rekening is gehouden met de mate waarin de nieuwe regels voorzienbaar waren.

Wet implementatie Omnibus I-richtlijn

Deze wet implementeert de Omnibus I-richtlijn, die een groot aantal Europese richtlijnen wijzigt in verband met de bevoegdheden van de nieuwe Europese toezichthoudende autoriteiten (de European Securities and Markets Authority, de European Banking Authority en de European Insurance and Occupational Pensions Authority) en de European Systemic Risk Board. Zo geeft de richtlijn de toezichthoudende autoriteiten de bevoegdheid concepten voor bindende standaarden op te stellen om te komen tot een single EU-rulebook. Ook moet de AFM een prospectus of supplement daarop dat zij goedkeurt ook aan ESMA sturen. ESMA krijgt de bevoegdheid de AFM te verzoeken een supplement op een prospectus te laten opstellen.

De wet wijzigt de Wft, de Faillissementswet, de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. In deze wetten worden bepalingen opgenomen over de samenwerking tussen enerzijds de Nederlandse financiële toezichthouders en anderzijds de Europese toezichtautoriteiten en het Europees Comité voor systeemrisico’s. De wet bevat daarnaast enige andere aanpassingen die nodig zijn als gevolg van de introductie van de Europese toezichthoudende autoriteiten.

Wijzigingswet financiële markten 2012

De meeste artikelen van deze wet zijn op 1 januari in werking getreden (zie de nieuwsbrief van januari 2012). Een aantal bepalingen wordt op 1 juli van kracht. De belangrijkste wijzigingen zijn: • De Wet inzake de geldtransactiekantoren (Wgt) wordt ingetrokken; de bepalingen

van deze wet die betrekking hebben op geldtransfers zijn al eerder in de Wft opgenomen. De Wijzigingswet financiële markten 2012 brengt ook de bepalingen die betrekking hebben op andere categorieën van geldtransacties (zoals (geld)wisseltransacties) onder in de Wft. Tegelijkertijd wordt een vergunningplicht geïntroduceerd voor de uitoefening van het bedrijf van wisselinstelling. De bestaande vrijstellingen onder de Wet inzake de geldtransactiekantoren zijn inmiddels opgenomen in de Vrijstellingsregeling Wft.

• Voortaan valt ook dienstverlening in Nederland vanuit het buitenland onder de reikwijdte van de Wet toezicht trustkantoren. Daarnaast wordt bemiddeling bij de verkoop van rechtspersonen aangemerkt als dienst in de zin van de Wet toezicht

trustkantoren; dat geldt ook als er ten behoeve van de cliënt gebruik wordt gemaakt van een vennootschap die tot dezelfde groep behoort als waarvan het trustkantoor deel uitmaakt. In verband daarmee is ook de Vrijstellingsregeling Wet toezicht trustkantoren gewijzigd.

Wijziging Besluit openbare biedingen en Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen

Op 1 juli is het Besluit tot wijziging van het Besluit openbare biedingen in werking getreden. De belangrijkste aanpassing is de introductie van de zogenaamde "put up or shut up"-regeling. Deze regeling houdt in dat de AFM kan worden verzocht om aan een potentiële bieder een termijn van zes weken te stellen om een openbare mededeling te doen, waarin een openbaar bod wordt aangekondigd of waarin wordt aangegeven dat geen voornemen bestaat tot het aankondigen of uitbrengen van een openbaar bod. Wanneer de mededeling niet gedaan wordt of wanneer de mededeling inhoudt dat er geen openbaar bod wordt gedaan, mag de potentiële bieder gedurende negen respectievelijk zes maanden niet alsnog een vrijwillig openbaar bod aankondigen of uitbrengen. Voorts wordt de onderlinge verhouding tussen openbaar maken van voorwetenschap en het Besluit openbare biedingen verduidelijkt. Ook wordt het vereiste geschrapt dat de geboden prijs eenmaal mag worden verhoogd; de geboden vergoeding mag in beginsel onbeperkt worden verhoogd. In verband met de wijzigingen is ook het Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen gewijzigd. De Brauw heeft een legal alert uitgebracht over de wijziging van de regels voor openbare biedingen . Als u de legal alert niet heeft gekregen en deze alsnog wilt ontvangen, neemt u dan contact op met een van uw vaste contactpersonen binnen De Brauw. U kunt de legal alert ook downloaden van www.debrauw.com.

Wet bekostiging financieel toezicht

De Wet bekostiging financieel toezicht treedt op 1 januari 2013 in werking. Deze wet regelt de financiering van de kosten van de AFM en DNB. Anders dan tot nu toe het geval was, gaat de nieuwe bekostigingssystematiek uit van een forfaitaire overheidsbijdrage aan de kosten van de toezichthouders. Om de overheidsfinanciën beheersbaar te houden zal deze bijdrage niet meer gekoppeld zijn aan de feitelijke ontwikkeling van de kosten, maar aan de beschikbare ruimte in de begroting van het Ministerie van Financiën. Ook de kosten van de toezichthouders zullen voortaan op een andere manier aan de financiële sector worden doorberekend. Hiertoe worden de onder toezicht staande instellingen ingedeeld in een aantal categorieën. Per categorie wordt het procentuele aandeel in de financiering van de kosten vastgesteld. De verdeling over de toezichtcategorieën ligt in beginsel vast voor een periode van vijf jaar.

Consultatie Besluit bekostiging financieel toezicht 2013

Het Ministerie van Financiën heeft een consultatie gehouden over het Besluit bekostiging financieel toezicht 2013. Dit vervangt een aantal besluiten en regelingen waarin de bekostiging van het toezicht op de financiële markten op dit moment nader is uitgewerkt. Het besluit zal op 1 januari 2013 in werking treden, net als een ministeriële regeling waarin voor iedere toezichtcategorie de bandbreedtes en tarieven zullen worden vastgesteld.

Nederland - overig Wetsvoorstel implementatie Richtlijn Solvabiliteit II ingediend

Het wetsvoorstel Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II is ingediend bij de Tweede Kamer.

De Richtlijn Solvabiliteit II wijzigt het prudentiële toezicht op verzekeraars en voorziet in maximumharmonisatie op (onder andere) het terrein van de solvabiliteitsvereisten. Ook stelt de richtlijn meer eisen aan transparantie en wordt het groepstoezicht geïntensiveerd.

De richtlijn is van toepassing op levensverzekeraars en schadeverzekeraars die jaarlijks bruto-premie-inkomsten hebben van meer dan EUR 5 miljoen, of in totaal een bedrag aan technische voorzieningen op de balans hebben staan van meer dan EUR 25 miljoen. De richtlijn geldt ook voor herverzekeraars en verzekeraars die aansprakelijkheids-, krediet- en borgtochtverzekeringsrisico's dekken.

Het wetsvoorstel bevat een vrijstelling van het prudentieel toezicht voor schadeverzekeraars en kleine natura-uitvaartverzekeraars met een brutopremie-inkomen van niet meer dan EUR 1 miljoen en bruto-technische voorzieningen van niet meer dan EUR 5 miljoen. Een voorwaarde is dat zij geen verzekeringen sluiten met een dekking boven EUR 10.000 per verzekerd object of overlijdensgeval. Voor deze groep verzekeraars zullen slechts een beperkt aantal prudentiële normen en de normen die voortvloeien uit het Deel gedragstoezicht financiële ondernemingen van toepassing zijn.

In overleg met DNB wordt een aangepast toezichtsregime (Solvency II Basic) ontwikkeld voor verzekeraars die niet voldoen aan de eisen van de vrijstelling, maar die ook niet binnen de reikwijdte van de richtlijn vallen. Zij moeten wel een vergunning aanvragen en voldoen aan rapportageverplichtingen, maar de eisen waaraan zij moeten voldoen zijn minder zwaar dan die voor verzekeraars die wel onder de richtlijn vallen. Ook kleine levensverzekeraars die buiten de reikwijdte van de richtlijn vallen, zullen in beginsel onder Solvency II Basic vallen; het ministerie acht het consumentenbelang bij levensverzekeringen te groot om deze verzekeraars geheel vrij te stellen van het toezicht door DNB.

De Europese richtlijn zal worden gewijzigd door de Omnibus II-richtlijn, die naar verwachting pas in het najaar van 2012 zal worden vastgesteld. De Europese Commissie heeft daarom voorgesteld de in de richtlijn Solvabiliteit II vastgelegde omzettingstermijn te verlengen tot 30 juni 2013, en de datum waarop zij voor het eerst moet worden toegepast, vast te stellen op 1 januari 2014.

Derde wetgevingspakket financiële markten ingediend

De Minister van Financiën heeft vier nieuwe wetsvoorstellen op het gebied van de financiële markten ingediend bij de Tweede Kamer: • Wijzigingswet financiële markten 2013

• Wetsvoorstel tot implementatie van de Richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen ( AIFM-richtlijn)

• Wetsvoorstel wijziging Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en Wwft BES

• Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering van het depositogarantiestelsel

Wijzigingswet financiële markten 2013

Dit wetsvoorstel maakt onderdeel uit van de jaarlijkse wijzigingscyclus van wetgeving op het terrein van de financiële markten. Het wetsvoorstel zou in werking moeten treden op 1 januari 2013. Naast een aantal technische verbeteringen bevat het ook inhoudelijke wijzigingen, waaronder: • De biedingsregels worden op enkele punten gewijzigd. Zo wordt verduidelijkt dat

een persoon die overwegende zeggenschap verkrijgt meteen na de verkrijging kan aankondigen dat hij een verplicht bod zal uitbrengen. Het is niet nodig de afloop van de gratieperiode af te wachten. Ook wordt een aanvullende waarborg opgenomen bij een van de uitzonderingen op de biedplicht. Het betreft de situatie dat een bieder overwegende zeggenschap verkrijgt doordat hij een vrijwillig openbaar bod op alle aandelen of met medewerking van de doelvennootschap uitgegeven certificaten van aandelen van de doelvennootschap gestand doet. Om te voorkomen dat de biedplicht kan worden omzeild, wordt hieraan toegevoegd dat deze uitzondering alleen geldt wanneer de bieder als gevolg van de gestanddoening van dit vrijwillig bod meer dan 50 procent van de stemrechten in de algemene vergadering van de aandeelhouders van de doelvennootschap kan uitoefenen.

• Een van de uitzonderingen op de prospectusplicht in artikel 5:4 Wft is de conversie-uitzondering. Op grond daarvan is artikel 5:2 Wft niet van toepassing op het toelaten tot de handel op een in Nederland gelegen of functionerende gereglementeerde markt van aandelen of certificaten daarvan die voortkomen uit de conversie of het omruilen van andere effecten, of uit de oefening van aan andere effecten verbonden rechten, als die aandelen of certificaten daarvan van dezelfde categorie of klasse zijn als de aandelen of certificaten daarvan die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten. Op grond van het nieuwe tweede lid van artikel 5:4 Wft kan de AFM bepalen dat de conversie-uitzondering niet van

toepassing is. De AFM en de toezichthoudende instanties van andere lidstaten hebben namelijk geconstateerd dat de conversie-uitzondering in bepaalde situaties in strijd kan zijn met de belangen die de prospectusplicht beoogt te beschermen.

• Het wetsvoorstel biedt een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen aan de beloning of vergoedingen voor financiële dienstverleners en om bepaalde nader aan te wijzen provisies te verbieden (zie hiervoor het Wijzigingsbesluit financiële markten 2013). Ook worden de informatieverplichtingen aangescherpt en voor alle distributiekanalen verplicht gesteld.

• Het wetsvoorstel bevat de verankering van de moreel-ethische verklaring (de bankierseed; zie hieronder)

• De AFM en DNB worden onder de werkingssfeer van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen gebracht. Deze wet biedt een stramien voor de instelling en inrichting van zelfstandige bestuursorganen van de centrale overheid die met openbaar gezag zijn bekleed.

Wijzigingsbesluit financiële markten 2013

Het Ministerie van Financiën heeft een consultatie gehouden over het Wijzigingsbesluit financiële markten 2013 . Dit besluit wijzigt een aantal algemene maatregelen van bestuur die hun grondslag hebben in de Wft. Het merendeel van de wijzigingen heeft betrekking op het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. Het gaat om de volgende onderwerpen: • Productontwikkelingsproces

• Uitwerking van de bankierseed

• Provisieverbod en transparantieverplichtingen

• Nieuwe eisen aan vakbekwaamheid

• Geschillenbeslechting

• Transparantie aanbieders hypothecair krediet

• Clustermunitie

De beoogde inwerkingtredingsdatum van het besluit is 1 januari 2013.

Productontwikkelingsproces

De AFM krijgt de bevoegdheid toezicht te houden op, en eisen te stellen aan, het productontwikkelingsproces van financiële ondernemingen.

Bankierseed

Minister De Jager heeft voorstellen gepubliceerd voor de verankering van de moreel-ethische verklaring (de bankierseed). Hij stelt voor dat elke persoon die werkzaam is bij een financiële instelling een dergelijke verklaring moet afleggen. Daarmee gaat hij verder dan de moties die zijn ingediend tijdens de parlementaire behandeling van de uitkomsten van de Commissie-De Wit.

De eed of belofte die beleidsbepalers, andere personen in sleutelfuncties en commissarissen moeten afleggen, zal onderdeel worden van de geschiktheidstoets. DNB en de AFM zullen toezien op de naleving ervan. In de Wijzigingswet financiële markten 2013 wordt een grondslagbepaling opgenomen. Nadere regels zullen worden opgenomen in de Regeling eed of belofte financiële sector.

Andere personen die werkzaam zijn bij een financiële instelling zullen ook een eed of belofte moeten afleggen. De verantwoordelijkheid daarvoor komt bij de financiële onderneming zelf te liggen. De verplichting zal worden opgenomen in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. De verdere uitwerking vindt plaats in de Regeling eed of belofte financiële sector..

Niet alleen personen die in de toekomst in de financiële sector gaan werken, maar ook personen die daar al werkzaam zijn dienen een eed of belofte af te leggen. Gezien de grootte van de groep is voorzien in een overgangstermijn van 1 jaar vanaf het moment van inwerkingtreding van de regeling. Naar verwachting zal de overgangstermijn 31 december 2013 eindigen.

Provisieverbod en transparantieverplichtingen

Vanaf 1 januari 2013 moet de consument of cliënt rechtstreeks betalen voor advies over en bemiddeling in bepaalde financiële producten. Het gaat hierbij om betalingsbeschermers, complexe producten, hypothecaire kredieten, inkomensverzekeringen, overlijdensrisicoverzekeringen, uitvaartverzekeringen en bij ministeriële regeling aan te wijzen andere financiële producten. Het provisieverbod geldt voor alle overeenkomsten betreffende de bovenvermelde financiële producten die zijn aangegaan op of na 1 januari 2013. Het oude regime blijft in stand voor overeenkomsten die zijn aangegaan voor 1 januari 2013. Als een financiëledienstverlener adviseert over of bemiddelt in schadeverzekeringen blijft beloning door middel van provisie wel toegestaan, mits hij voldoet aan de provisieregels die al in werking zijn getreden vanaf 1 januari 2012.

Voordat een financiële dienstverlener een financiële dienst verleent, moet hij een dienstverleningsdocument aan de consument of cliënt verstrekken. Dit document moet zijn afgestemd op de vraag van de consument of cliënt.

Nieuwe eisen aan vakbekwaamheid

Het vakbekwaamheidsstelsel voor financiëledienstverleners wordt aangepast om beter aan de eisen van de huidige tijd te voldoen. Zo moeten medewerkers die zich bezighouden met "adviseren" van klanten hun vakbekwaamheid aantonen door middel van een diploma. Ook de vakbekwaamheidseisen die gesteld worden aan gevolmachtigde en ondergevolmachtigde agenten zijn verscherpt.

Geschillenbeslechting

De eisen waaraan geschilleninstanties moeten voldoen om in aanmerking te komen voor erkenning in de zin van de Wft zijn aangescherpt. Er worden aanvullende eisen gesteld aan governance, informatie-uitwisseling, deskundigheid en representatie. Ook worden aanvullende eisen gesteld aan de interne klachtenprocedure van financiële ondernemingen.

Transparantie aanbieders hypothecair krediet

Een aanbieder van hypothecair krediet moet op zijn website de actuele debetrentevoet voor hypothecair krediet bij verschillende rentevastperiodes publiceren en, als dat van toepassing is, de variabele debetrentevoet. Drie maanden voor het aflopen van de rentevastperiode moeten aanbieders de consument een nieuw aanbod doen voor verschillende rentevastperiodes en hem informeren over de oversluitmogelijkheden. Ook moeten aanbieders van hypothecair krediet nieuwe en bestaande consumenten eenzelfde aanbod voor een bepaalde rentevastperiode doen. Voorts moet een aanbieder in zijn reclame-uitingen over een hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet een waarschuwing opnemen over de risico's van een dergelijk krediet. Ten slotte moet hij duidelijk maken uit welke componenten de variabele debetrentevoet is opgebouwd en consumenten erop wijzen dat zij te maken zullen krijgen met wisselende maandlasten.

Clustermunitie

In het Besluit marktmisbruik Wft wordt een bepaling opgenomen die ondernemingen ertoe verplicht te vermijden dat zij directe steun verlenen aan een (buitenlandse) onderneming die clustermunitie produceert, verkoopt of distribueert. Het verbod zal gelden voor partijen die veel handelen op de financiële markten, waaronder institutionele beleggers en aanbieders van beleggingsproducten. De reikwijdte zal beperkt zijn tot nieuwe investeringen.

Sancties

Ten slotte wordt ook het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector gewijzigd, zodat de nieuwe bepalingen waar nodig kunnen worden gesanctioneerd met een bestuurlijke boete.

Wetsvoorstel tot implementatie van de Richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (AIFM-richtlijn)

Dit wetsvoorstel implementeert de AIFM-richtlijn, die uiterlijk op 22 juli 2013 moet zijn omgezet. Deze richtlijn introduceert geharmoniseerde vereisten voor de vergunningverlening aan en het toezicht op beheerders van beleggingsinstellingen (niet-icbe's). Voor beheerders van beleggingsinstellingen die uitsluitend rechten van deelneming aanbieden aan professionele beleggers mogen de lidstaten geen aanvullende regels stellen (maximumharmonisatie). Voor beheerders die rechten van deelneming aanbieden aan niet-professionele beleggers mag dat wel. Nederland heeft dat in een aantal gevallen gedaan: • De richtlijn voorziet in de mogelijkheid een lichtere regeling te introduceren.

Beheerders op wie de lichtere regeling van toepassing is, hebben geen vergunningplicht, maar zijn wel verplicht om een melding te doen aan de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst. Ook moeten zij bepaalde informatie aan die autoriteiten verstrekken. Na implementatie van de richtlijn zal de lichtere regeling gelden voor:

1. beheerders die beleggingsinstellingen beheren voor zover de rechten van deelneming worden aangeboden aan professionele beleggers; en

2. beheerders die beleggingsinstellingen beheren voor zover de rechten van deelneming worden aangeboden aan niet-professionele beleggers, indien: (a) de rechten worden aangeboden aan minder dan honderdvijftig personen; (b) de rechten kunnen worden verworven voor een tegenwaarde van ten minste EUR 100 000; of (c) de rechten een nominale waarde per recht hebben van ten minste EUR 100 000.

• Hiermee vervalt de huidige vrijstelling van de Wft voor de onder (ii) genoemde beheerders.

• De richtlijn staat toe dat een beheerder die beschikt over een vergunning op grond van de richtlijn beschikt, tevens bepaalde beleggingsdiensten verricht die onder de Richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID) vallen zonder dat hij daarvoor een MiFID-vergunning nodig heeft. Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt in artikel 2:97 Wft.

• Bij bepaalde beleggingsinstellingen (kort gezegd private equity en vastgoed onder bepaalde voorwaarden) kunnen lidstaten toestaan dat andere entiteiten de bewaarderactiviteiten verrichten. Deze mogelijkheid zal worden ingevuld op het niveau van een algemene maatregel van bestuur.

Van een aantal andere lidstaatopties maakt Nederland geen gebruik:

• De richtlijn biedt de mogelijkheid om bepaalde garanties te laten meetellen als eigen

vermogen. Omdat in de Nederlandse financiële toezichtwetgeving een garantie niet wordt aangemerkt als eigen vermogen van de financiële onderneming, is van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

• De jaarrekening en het jaarverslag van de beleggingsinstellingen moeten uiterlijk zes maanden na afloop van elk boekjaar aan de AFM worden verstrekt. Deze termijn is de uiterste termijn die wordt voorgeschreven door de richtlijn. Uit de richtlijn blijkt dat lidstaten een kortere termijn mogen hanteren. Mede gelet op de praktische uitvoerbaarheid heeft Nederland van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

Wetsvoorstel wijziging Wwft en Wwft BES

Dit wetsvoorstel strekt tot aanvulling en verbetering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Wwft BES. De wijzigingen strekken tot nadere implementatie van aanbevelingen van de FATF, vooral met betrekking tot: • cliëntenonderzoek

• melding van ongebruikelijke transacties

• strafrechtelijke en civielrechtelijke vrijwaring van instellingen die een melding hebben gedaan

Het wetsvoorstel anticipeert op de verwachte wijzigingen van de Europese regelgeving naar aanleiding van recente aanbevelingen van de Financial Action Task Force.

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering van het depositogarantiestelsel

Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk dat het burgerservicenummer wordt gebruikt bij de uitvoering van het depositogarantiestelsel. Dit is volgens de minister noodzakelijk omdat de termijn waarbinnen het depositogarantiestelsel in staat moet zijn aanspraken van depositohouders te honoreren, is verkort. In de oorspronkelijke Richtlijn inzake depositogarantiestelsels gold een termijn van drie maanden. In zeer uitzonderlijke omstandigheden kon deze termijn ten hoogste drie keer worden verlengd met telkens maximaal drie maanden. De Wijzigingsrichtlijn schrijft nu echter voor dat de maximale uitkeringstermijn twintig werkdagen is, in zeer uitzonderlijke omstandigheden ten hoogste één keer te verlengen maximaal tien werkdagen. Overigens heeft de Europese Commissie een tweede wijzigingsrichtlijn voorgesteld, waarin de uitkeringstermijn wordt teruggebracht tot vijf werkdagen. Om nu te bewerkstelligen dat DNB daadwerkelijk in staat is om binnen twintig werkdagen tot uitkering onder het depositogarantiestelsel over te gaan, moeten de betrokken banken hun administratie op zo'n manier inrichten dat DNB snel en met zo veel mogelijk zekerheid kan vaststellen wie hun depositohouders zijn en welke deposito's deze depositohouders aanhouden. Om dit te realiseren acht de minister het gebruik van het

burgerservicenummer onontbeerlijk.

Ex ante financiering depositogarantiestelsel uitgesteld

De ex ante financiering van het depositogarantiestelsel wordt een jaar uitgesteld. Dat betekent dat de banken pas vanaf 1 juli 2013 hoeven bij te dragen aan het fonds ter financiering van het stelsel. Staatssecretaris Weekers heeft tot het uitstel besloten omdat dit jaar ook al de bankenbelasting op kredietverlening wordt geïntroduceerd.

Aanpak financiële sector in 40 maatregelen

Minister De Jager heeft een overzicht gepubliceerd van de maatregelen die in gang zijn gezet om te komen tot een goed functionerende financiële sector.

Publicaties AFM

• De AFM heeft nieuwsbrieven over personentoetsingen verstuurd. Er zijn twee versies: een versie voor financiëledienstverleners en een versie voor beleggingsinstellingen. De AFM geeft hierin onder meer uitleg over de nieuwe geschiktheidseis.

• De AFM heeft een brochure gepubliceerd over de nieuwe regels voor derivaten. Deze regels, die op 1 januari 2013 van kracht worden, zijn vastgelegd in de Verordening betreffende OTC-derivaten (EMIR).

• De AFM heeft een beleidsregel gepubliceerd die de richtsnoeren van ESMA bevat zoals ze zijn vastgesteld in de "Guidelines on systems and controls in a automated trading environment for trading platforms, investment firms and competent authorities". De richtsnoeren zetten uiteen hoe volgens ESMA het recht van de Europese Unie op een bepaald gebied moet worden toegepast. Ze hebben tot doel een gemeenschappelijke, uniforme en consistente toepassing van de MiFID en de Richtlijn Marktmisbruik te garanderen.

• Op 1 januari 2011 is de Wge gewijzigd. Hierbij is de bescherming van beleggers tegen een mogelijk faillissement van een bank of beleggingsinstelling uitgebreid naar vrijwel alle effecten in de zin van de Wft. Om de uitbreiding van de Wge-bescherming ook in de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft tot uitdrukking te laten komen, heeft de AFM artikel 6:18 van deze regeling aangepast.

Europa

Herziene Prospectusverordening in werking getreden

Op 1 juli is de herziene Prospectusverordening in werking getreden. Deze regelt onder meer welke informatie moet zijn opgenomen in het basisprospectus en welke informatie in de definitieve voorwaarden moet komen op het moment dat een uitgifte wordt gedaan: • De definitieve voorwaarden mogen de informatie in het basisprospectus niet wijzigen

of vervangen. Als informatie gewijzigd of vervangen moet worden, zal een supplement of nieuw prospectus moeten worden goedgekeurd. De nieuwe regels zijn niet van toepassing op prospectussen en basisprospectussen die voor 1 juli 2012 zijn goedgekeurd.

• De verordening geeft regels voor de samenvatting van een prospectus. Deze moet een aantal kerngegevens bevatten, die in vijf rubrieken zijn onderverdeeld. De rubrieken moeten in de voorgeschreven volgorde in de samenvatting worden opgenomen.

• De Prospectusverordening bepaalt dat reclame een waarschuwing moet bevatten wanneer krachtens de Prospectusrichtlijn geen prospectus vereist is.

• Er komen aangepaste informatievereisten voor claimemissies. Ook voor kleine en middelgrote ondernemingen, voor uitgevende instellingen met een lage marktkapitalisatie en voor kredietinstellingen die effecten zonder aandelenkarakter uitgeven gelden aangepaste informatievereisten.

Verordening tot wijziging Prospectusverordening gepubliceerd

De Europese Commissie heeft een voorstel gepubliceerd voor een verordening tot wijziging van de Prospectusverordening. De wijzigingen hebben betrekking op de toestemming die een uitgevende instelling moet geven voor het gebruik van het prospectus als effecten worden doorverkocht of definitief worden geplaatst via financiële intermediairs. De ontwerp-verordening bepaalt dat de toestemming in het prospectus moet worden opgenomen. Daarbij kan de toestemming ook worden beperkt tot bepaalde financiële dienstverleners.

De overige wijzigingen hebben betrekking op een aantal technische vereisten in de Prospectusverordening. Zo wordt verduidelijkt welke informatie moet worden verstrekt wanneer de onderliggende waarde van derivaten een index is. Ten slotte bepaalt de ontwerp-verordening in welke situaties het niet nodig is dat bij prognoses of ramingen een verslag van een onafhankelijke accountant wordt opgenomen.

De gedelegeerde verordening treedt in werking wanneer het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie hebben laten weten er geen bezwaren tegen te hebben.

Consultatie over mogelijke gedelegeerde handelingen betreffende de Prospectusrichtlijn

ESMA houdt een consultatie over mogelijke gedelegeerde handelingen van de

Prospectusrichtlijn. Dit is het derde concept-advies van ESMA over uitvoeringsmaatregelen van deze richtlijn. Het gaat vooral over de openbaarmakingsregeling voor effecten die converteerbaar zijn of omwisselbaar in aandelen. De consultatie loopt tot 20 augustus.

Nieuwe crisisbeheermaatregelen om toekomstige bail-outs van banken te voorkomen

De Europese Commissie heeft maatregelen voorgesteld die nationale overheden ruime bevoegdheden geven om crisissituaties bij banken te voorkomen en om afdoende op te treden als zich toch problemen voordoen. De voorgestelde richtlijn moet begin 2015 in werking treden.

Voorgesteld wordt dat alle grote banken herstelplannen moeten opstellen. De autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het afwikkelen van banken moeten afwikkelingsplannen opstellen; zo nodig kunnen zij een bank er naar aanleiding daarvan toe verplichten haar juridische of operationele structuur te wijzigen. Financiële groepen kunnen binnen de groep overeenkomsten voor financiële steun aangaan om de ontwikkeling van een crisis te beperken en de financiële stabiliteit van de groep snel te ondersteunen.

Wanneer de reserves van een bank onder een bepaald peil komen, moet de overheid snel ingrijpen. De bank moet daarbij de nodige stappen ondernemen om haar financiële situatie te verbeteren. Zo nodig kan de nationale overheid een bank overnemen. Zij mag de bank ook geheel of gedeeltelijk verkopen en daarbij kritieke functies of toxische activa afsplitsen. In het voorstel is ook de mogelijkheid van schuldafschrijving (bail-in debt) opgenomen. De Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen, die eind juni in werking is getreden, loopt op het voorstel van de Commissie vooruit. De bail-in debt is er echter niet in opgenomen, omdat minister De Jager op dit punt het richtlijnvoorstel wilde afwachten. In een kamerbrief gaat minister De Jager op het Europese voorstel in.

Ratingbureaus betalen ESMA voor toezicht

Op 1 april is een verordening in werking getreden die het mogelijk maakt dat ratingbureaus de kosten vergoeden die verband houden met het toezicht op ratingbureaus. Het is de eerste keer dat een Europese toezichthouder het toezicht op een andere manier financiert dan uit het budget van de Europese Unie of met de bijdragen van de nationale toezichthouders.

Publicaties European Securities Markets Authority

• Frequently asked questions regarding Prospectuses (15de update, juli 2012) (link) • Prospectus Directive – good practices in het approval process; verslag van een

toetsing door college-toezichthouders over de toepassing van good practices door de nationale toezichthouders (link)

• ESMA proposes rules on derivatives, central counterparties and trade repositories (link)

• Update to the MiFID Q&A in the area of investor protection and intermediaries (link) • Operations of notifications of MiFID Article 41 suspensions and removals of financial

instruments from trading (link) • ESMA publishes MiFID guidelines to enhance investor protection (link) • ESMA approves credit ratings from Argentina and Mexico for use in the EU (link) • ESMA approves credit ratings from Brazil for use in the EU (link) • Report on the use of administrative and criminal sanctions by European Union

national regulators under the Market Abuse Directive (link) • Final advice on possible delegated acts concerning the Short-Selling Regulation

(link) • 2012 Regulatory Work Programme (link) • ESMA annual report 2011 (link)

Publicaties European Banking Authority

• Guidelines on Stressed Value-at-Risk and on the Incremental Default and Migration Risk Charge (link)

• Discussion paper on a template for recovery plans (link) • EBA, EIOPA and ESMA’s joint consultation paper on its proposed response to the

European Commission’s call for advice on the fundamental review of the Financial Conglomerates Directive (link)

• EBA heeft de resultaten gepubliceerd van een onderzoek naar de implementatie van de CEBS Guidelines on Remuneration Policies and Practices. In de meeste lidstaten zijn deze richtsnoeren op 1 januari 2011 van kracht geworden. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de reikwijdte van de richtsnoeren in de verschillende lidstaten uiteenloopt (link)

• Consultation on Draft Regulatory Technical Standards on Own Funds (link) • Consultation paper on draft implementing technical standards on supervisory

reporting requirements for liquidity coverage and stable funding (link) • Consultation paper on draft implementing technical standards on supervisory

reporting requirements for leverage ratio (link) • Consultation paper on Draft Implementing Technical Standards on disclosure for

own funds (link) • Consultation paper on draft regulatory technical standards on capital requirements

for central counterparties (link)

Overzicht implementatie derde Anti-witwasrichtlijn

Het Joint Committee van de drie Europese toezichthouders (ESMA, EBA en EIOPA) heeft

twee rapporten gepubliceerd over de implementatie van de derde Antiwitwasrichtlijn (2005/60/EG):

• Report on the legal, regulatory and supervisory implementation across EU Member States in relation to the Beneficial Owners Customer Due Diligence requirements (link)

• Report on the legal and regulatory provisions and supervisory expectation across EU Member States of Simplified Due Diligence requirements where the customers are credit and financial institutions (link)

De conclusie van beide rapporten is dat er grote verschillen bestaan in de manier waarop de verschillende lidstaten de richtlijn geïnterpreteerd hebben. Dit zou nadelige gevolgen kunnen hebben voor het Europese antiwitwasbeleid. Het Joint Committee roept de Europese Commissie dan ook op hier iets aan te doen.

Internationaal Publicaties Basel Committee on Banking Supervision

• Fundamental review of the trading book (consultative document) • The Basel Committee on Banking Supervision has published its report to the G20

Leaders on the implementation of its banking standards across member countries

Publicaties IOSCO

• Report for the G20 on the credit default swap market (link) • Report on institutional investors in emerging markets (link) • Consultation on money market fund systemic risk analysis and reform options (link) • Consultation on principles of liquidity risk management for Collective Investment

Schemes (link) • Final report on international standards for derivatives market intermediary regulation

(link) • Consultation on global developments in securitization regulation (link)

Literatuur en Jurisprudentie mei-juni 2012 Jurisprudentie Onderneming & Recht

• Rechtbank Rotterdam 29 maart 2012, AWB 11/2910 BC-T2 – JOR 2012/186 (gebruik van het woord "bank" in naam en bij uitoefening van bedrijf, bestuurlijke boete, beroep ongegrond)

• Rechtbank Utrecht 11 april 2012, HA ZA 11-95, LJN BW3458 – JOR 2012/189 (financieel advies, geen bijzondere zorgplicht bank om onderzoek te doen naar en/of consumenten te waarschuwen voor optreden financieel adviseur, verwijzing naar HR 23 december 2005, met noot Mr C.W.M. Lieverse)

• College van Beroep voor het bedrijfsleven 31 januari 2012, LJN BV3704, AWB 10/649 – JOR 2012/114 (verzoek om openbaarmaking van gegevens afgewezen door minister van Financiën, Wft prevaleert voor vertrouwelijke gegevens boven openbaarmakingsbepalingen van Wob, met noot Mr J.A. Voerman)

• Rechtbank Amsterdam 8 maart 2012, LJN BV8430, 13/845001-07 – JOR 2012/118 (meedelen van voorwetenschap aan derden, geldboete)

• Rechtbank Rotterdam 8 maart 2012, AWB 11/1798 BC – T2, AWB 11/3914 BC-T2 – JOR 2012/119 (misleidende handelspraktijken (art. 6:193c BW), van hardnekkig en ongewenst aandringen (art. 6.193i BW) geen sprake, beroep in zoverre gegrond, bestuurlijke boete, met noot Mr C.W.M. Lieverse)

• Rechtbank Rotterdam, 7 maart 2012, LJN BW0387, HA ZA 10-1051 – JOR 2012/148 (aanbieden van beleggingsobjecten, ten tijde van sluiten overeenkomsten was er geen vergunningsplicht, vanaf 1 januari 2007 is er wel een vergunningsplicht voor het aanbieden van – daaronder begrepen beheer van – beleggingsobjecten (art. 2:55 Wft), vergunningsplicht is geen onderdeel van de overeenkomst tussen partijen, met noot Prof Mr Drs C.M. Grundmann-van de Krol)

• Rechtbank Rotterdam 8 maart 2012, AWB 11/3608 BC-T2 – JOR 2012/149 (overtreding van art. 7 lid 2 Wfbb 1994, bestuurlijke boete, beroep ongegrond, met noot V.H. Affourtit)

• Rechtbank Rotterdam 8 maart 2012, AWB 11/5677 BC-T2 JOR 2012/150 (marktmanipulatie, bestuurlijke boete en publicatie van boetebesluit, verzoek om voorlopige voorziening, inhoudende schorsing publicatie van boetebesluit, verzoek afgewezen)

• Rechtbank Rotterdam 24 november 2011, LJN BU6966, LJN BV9210, AWB 11/2632 BC-T2 – JOR 2012/153 (pensioenfonds, beleggingsbeleid pensioenfondsen conform prudent-person regel (art. 135 Pw), open norm, DNB moet als toezichthouder per pensioenfonds maatwerk verrichten, DNB heeft in het bestreden besluit niet duidelijk invulling gegeven aan de open norm, motiveringsgebrek niet hersteld, beroep gegrond, met noot Mr V.H. Affourtit)

• Rechtbank Rotterdam 20 maart 2012, AWB 12/415 VBC-T2 – JOR 2012/154 (aanbieden van beleggingsobjecten zonder vergunning, verzochte informatie niet aan AFM verstrekt, last onder dwangsom en publicatie dwangsom, beperkte voorziening: korte verlenging termijn om alsnog aan verzoek te kunnen voldoen, voor het overige afwijzing verzoek om voorlopige voorziening, met noot Mr J.A. Voerman)

Bank & Effectenbedrijf

• MiFID II / MiFIR - regels voor beleggingsdienstverlening verder aangescherpt / Pim Rank en Jasha Sprecher – Bank & Effectenrecht mei 2012, p. 12 e.v.

Bedrijfsjuridische berichten

• Koersbeïnvloeding en marktmanipulatie – noot bij AFM/IMC Securities / Mr R.M.I. Lamp – BB 2012/17

• MiFID II/MiFIR – nieuwe regels voor beleggingsdienstverlening / Mr J.M. Sprecher – BB 2012/19

Juridisch Up to Date

• Aanpassing van de biedingsregels / Mr O.J. Klaassen – Juridisch Up to Date nr. 12, 14 juni 2012, p. 6 e.v.

• Een provisieverbod voor financieel dienstverleners en beleggingsondernemingen? Hester Bais, Bas Soetekouw – B&E april 2012, p. 28 e.v.

• Herziening MiFID / Mr M.H. van de Vorst, mw Mr F.F. Nagelkerke – Juridisch Up to Date 3 mei 2012, nr. 9, p. 7 e.v.

Maandblad voor Vermogensrecht

• De overeenkomst tot het verlenen van beleggingsadvies. Een gereguleerde contractuele verhouding / Mr B. Bierens – MvV 2012, nr. 5, p. 132 e.v.

Nederlands Juristenblad

• Kroniek van het financiële recht /Rosemarijn Labeur en Reinout Wibier – NJB 2012/883

Ondernemingsrecht

• Voorstel Wijzigingswet financiële markten 2013 / C.M. Grundmann-van de Krol – Ondernemingsrecht 2012/62

• Hoge Raad 3 februari 2012, LJN BU4914, 10/04578 – Ondernemingsrecht 2012/64 (bancaire zorgplicht, waarschuwingsplicht en causaal verband, met noot A.A.

Ettema)

• De nieuwe biedingsregels – een overzicht / Mr B.W. Roelvink – Ondernemingsrecht 2012/67

• Naar een versterkt marktmisbruikregime / J. Italianer – Ondernemingsrecht 2012/70

• Uitstelgedrag van financiële toezichthouders / Danny Busch – Ondernemingsrecht 2012/52

Onderneming & Financiering

• Enkele AFM-boetebesluiten ter zake van overkreditering langs de lat van bepaalbaarheidsgebod / C.F.J. van Tuyll – Onderneming & Financiering 2012 (20) 2, p. 30 e.v.

• "To hedge or not to hedge"; de toekomst van de derivatenmarkt / C.H. Schot – Onderneming & Financiering 2012 (20) 2, p. 39 e.v.

Tijdschrift voor Compliance

• De lange weg naar een verantwoord beloningsbeleid voor de financiële sector / P.J.M.G. Blanksma- van den Heuvel en drs. H.G. Schokker RBA – Tijdschrift voor Compliance nr. 2, mei 2012, p. 77 e.v.

• Regels over beheerst beloningsbeleid en de rol van de toezichthouder / Mr G.J. Brugman en Mr B. Krijnen – Tijdschrift voor Compliance nr. 2, mei 2012, p. 83 e.v.

• Beloningsrisico's in kaart gebracht. Een geïntegreerde aanpak / Mr Drs H.E. Grimbel du Bois, Mr R. van Thoor en Mr Drs P.K. van Altema – Tijdschrift voor Compliance, p. 94 e.v.

Tijdschrift voor Financieel Recht

• Nieuwe regels voor financiële markten. Het voorstel van de Europese Commissie voor herziening van de MiFID nader bezien / Mr M.E.J. Bracco Gartner, Mr J. Dinant, Dr P.B. Teeboom, Mr Drs A.J. Wolters – Tijdschrift voor Financieel Recht nr. 5, mei 2012, p. 132 e.v.

• MiFID II: Een overzicht / Mr L.J. Silverentand en Mr J.M. Sprechter – Tijdschrift voor Financieel Recht nr. 5, mei 2012, p. 139 e.v.

• Nieuws / Mr K. Land-van Emmerik, Mr M.J. van Loopik en Mr T.W.G. de Wit – Tijdschrift voor Financieel Recht nr. 5, mei 2012, p. 157 e.v.

• Aanpassing van de biedingsregels / Mr J.A.C. van Veersen – Tijdschrift voor Financieel Recht nr. 5, mei 2012, p.171 e.v.

• Jurisprudentie / Mr F. Bahadin, Mr S. Hoes-Weishut en Mr J. van Hunnik – Tijdschrift

voor Financieel Recht nr. 5, mei 2012, p.176 e.v.

• Het nieuwe voorstel tot wijziging van de Verordening inzake ratingbureaus. Haastige spoed zelden goed? Mr J.J. Atema – Tijdschrift voor Financieel Recht nr. 4, april 2012, p. 96 e.v.

• Nieuws / Mr K. Land- van Emmerik, Mr M.J. van Loopik en Mr T.W.G. de Wit – Tijdschrift voor Financieel Recht nr. 4, april 2012, p. 114 e.v.

• Een generieke zorgplicht in de Wft – een goed idee? Prof Mr D. Busch – Tijdschrift voor Financieel Recht nr. 4, april 2012, p. 119 e.v.

• Jurisprudentie / Mr F. Bahadin, Mr S. Hoes-Weishut en Mr J. van Hunnik – Tijdschrift voor Financieel Recht nr. 4, april 2012, p. 121

Tijdschrift voor Ondernemingsrechtpraktijk

• Beleggers in beursvennootschappen, let op uw teller! Mr Drs W.F. Dobbe – Tijdschrift voor Ondernemingsrechtpraktijk nr. 4, juni 2012, p. 159 e.v.

Vennootschap & Onderneming (V&O)

• Besluiten tot aanpassing van de openbare biedingsregels 2012 / Mr S.E. Horowitz – V&O 2012, nr. 5, p. 87 e.v.

• De regeling over asset stripping in het wetsvoorstel ter implementatie van de AIFM-Richtlijn / Mr F.G. K. Overkleeft, LL.M. – V&O 2012, nr. 6, p. 107 e.v.

• Rechtbank Utrecht inzake Fortis: misleidende mededelingen, koersgevoelige informatie en bestuurdersaansprakelijkheid / Mr C.R. Jacobs – V&O 2012, nr. 6, p. 116 e.v.

Capital Markets Law Journal

• G20 reforms, hedging and covered bonds / Christopher Whiteley – Capital Markets Law Journal, Vol. 7, No. 2

International Financial Law Review

• A structure to replicate / Lukas Becker – IFLR / April 2012, p. 62 e.v.

• A new frontier? IFLR / April 2012, p. 64

• The long arm of the law – IFLR / April 2012, p. 72 e.v.

Journal of International Banking Law and Regulation

• Does banking regulation affect banking efficiency? A survey of dual banking systems / Nafis Alam – J.I.B.L.R. 2012, volume 27, issue 6, p. 231 e.v.

• Rethinking the ISDA flawed asset / Carl Baker – J.I.B.L.R. 2012, volume 27, issue 6, p. 250 e.v.

Contact Als u vragen hebt over of naar aanleiding van deze nieuwsbrief, kunt u contact opnemen met:

Francine Schlingmann | T +31 20 577 1564 | E Francine.schlingmann@debrauw.com Joost Schutte | T +31 20 577 1688 | E Joost.schutte@debrauw.com Marnix Somsen | T +31 20 577 1628 | E Marnix.somsen@debrauw.com

You might also like... Legal Alert | UsedSoft v Oracle opens up market for second-hand software licences Legal Alert | Dutch copyright contract bill submitted to Parliament Legal Alert | Inwerkingtreding Wet prejudiciële vragen aan de Hoge Raad

PRIVACY STATEMENT