FILMMUZIEKMAGAZINE - Home | Score · gende ondergang van Fortis/ABN AMRO en in het kielzog daarvan...
Transcript of FILMMUZIEKMAGAZINE - Home | Score · gende ondergang van Fortis/ABN AMRO en in het kielzog daarvan...
1
FILMMUZIEKMAGAZINE
MICHELINO BISCEGLIA – Componist van De achtste dag
NUMMER 197 – 47ste JAARGANG – MEI 2018
2
Score 197
Mei 2018
47ste jaargang
ISSN-nummer: 0921-
2612
Het e-zine Score is een
uitgave van de stichting
Cinemusica, het
Nederlands Centrum
voor Filmmuziek
Informatienummer:
+31 050-5251991
E-mail:
Kernredactie: Paul
Stevelmans en Sijbold
Tonkens
Aan Score 197 werkten
mee: Paul Stevelmans
en Sijbold Tonkens
Eindredactie: Paul
Stevelmans
Vormgeving: Paul
Stevelmans
Met dank aan: Micheli-
no Bisceglia, Alexandra
Harwood, Alice Atkin-
son, Thijs van Otterloo
FILMMUZIEKMAGAZINE
REDACTIONEEL
Linda Pols in Nederland, Zsófia Tallér in Hongarije, Laura
Cutler in de Verenigde Staten. In elk land zijn vrouwelijke
filmcomponisten werkzaam. Voor bekende namen moeten we
naar Duitsland (Annette Focks), maar vooral naar Engeland
gaan. Geen land kent zoveel bekende vrouwelijke filmcom-
ponisten als onze westerburen: Rachel Portman, Anne Dud-
ley, Debbie Wiseman, Jocelyn Pook en Mica Levi. En wat te
denken van Ilona Sekacz die voor onder meer twee films van
Marleen Gorris de muziek schreef. Stuk voor stuk zijn dit ge-
talenteerde componisten die voor zowel publieksfilms als
onafhankelijke films werken. Goede opleidingsmogelijkhe-
den, de BBC als kweekvijver van jong talent en vrouwen (en
mannen) op cruciale posities die vrouwelijke filmcomponisten
kansen bieden, zijn slechts enkele van de factoren die een
bloei van dit vrouwelijke filmmuziektalent mogelijk hebben
gemaakt in de afgelopen decennia. In deze Score een nieuw
Brits filmmuziektalent dat van zich doet spreken: Alexandra
Harwood. Maar ook andere componisten komen in deze editie
aan bod zoals de Belg Michelino Bisceglia. Ook een talent.
INHOUDSOPGAVE
3 Michelino Bisceglia - Interview
9 Alexandra Harwood - Interview
14 Rogier van Otterloo - Terugblik
19 John Morris – In memoriam
24 Recensies
3
MUZIEK DIE DE KIJKER MOET VASTHOUDEN
Michelino Bisceglia over zijn muziek voor De achtste dag
De achtste dag is een documentaire die de kijker terugvoert naar de begindagen van de finan-
ciële crisis van 2008, toen ook in Nederland en België het gehele bankensysteem op instorten
stond. Binnen acht dagen voorkwam een handvol politici en bankiers uit beide landen een ca-
tastrofe van ongekende omvang. Hoe je een negentig minuten durende reconstructie van deze
crisissituatie met voornamelijk pontificaal in beeld pratende hoofden toch spannend weet te
houden, daarover vertelt de Belgische componist Michelino Bisceglia in een gesprek met Sco-
re.
Een week lang overlegden toenmalig mini-
ster-president Jan Peter Balkenende, mini-
ster van financiën Wouter Bos en hun Bel-
gische evenknieën Yves Leterme en Didier
Reynders, bijgestaan door voormalige top-
bankiers als Nout Wellink (De Nederland-
sche Bank) en zelfs Jean-Claude Trichet
(Europese Centrale Bank) over de drei-
gende ondergang van Fortis/ABN AMRO
en in het kielzog daarvan het omvallen van
andere Nederlandse en Belgische banken.
Op de achtste dag na deze zeven zenuwslo-
pende dagen leek het gevaar in eerste in-
stantie geweken. Regisseurs Yan Ting
Yuen en Robert Kosters maakten van de
Nederlands-Belgische coproductie een
documentaire thriller waarvan de afloop
algemeen bekend mag worden veronder-
steld. Bart van Langendonck van de Bel-
gische deelnemende productiemaatschappij
Savage Film schoof landgenoot Michelino
Bisceglia (1970) naar voren om de muziek
te schrijven. Beiden kenden elkaar van de
film Le Fidèle van Michaël R. Roskam
waarvoor Bisceglia vorig jaar als orke-
strator had gewerkt.
Bisceglia vertelt hoe hij deze financiële
crisis tien jaar geleden op de voet volgde
en gefascineerd raakte door met name de
communicatie die zelfs tussen twee landen
met een ogenschijnlijk identieke voertaal
regelmatig spaak liep. Bisceglia: ‛Die cul-
Michelino Bisceglia.
tuurverschillen voel je op gegeven moment
in de documentaire, maar het zit hem ook
in een verschil in taalgebruik, waar de
nuances anders liggen zonder bijbedoelin-
gen waarschijnlijk, in beide richtingen.՚ Bij
de totstandkoming van De achtste dag on-
dervond Bisceglia zelf hoe het communice-
ren met regisseuse Yuen, editor Ralf Ver-
beek en de Nederlandse producent, niet
altijd soepel verliep. ‛Over muziek praten
is sowieso een heel moeilijke zaak. Hoe
moet je die muziek uitleggen? Als ik het
theoretisch probeer uit te leggen, dan ver-
4
staan ze mij ook niet, dat heeft echt geen
zin. Yan Ting vroeg het ook aan mij: Mi-
chel, hoe wil je dat ik met jou werk? Waar-
op ik zei: geef mij in plaats van ellenlange
uitleg en benaderingen keywords, woorden
waarbij je het gevoel hebt dat je er veel
mee kunt zeggen. Daar had ik heel erg veel
aan, en vooral zijzelf ook, want opeens
vond zij het veel gemakkelijker om met
mij te communiceren. Ze gaf me een lijstje
met keywords en daarmee kwamen we me-
teen to the point, dus je ziet hier hoe we
eigenlijk aan een taal niet genoeg hebben
om muziek uit te leggen.՚
Thriller
Op het affiche van de film valt te lezen:
een documentaire thriller. Heeft Bisceglia
de film ook als een thriller benaderd? ‛Ja,
maar ik vind subtiel spannend veel interes-
santer dan spannend in your face. Dat
laatste vind ik niet meer spannend, want
het is dan echt in je gezicht. Ik vind het
Wouter Bos in De achtste dag.
subtiele passen bij deze film. Je voelt con-
stant die spanning: de Belgische regering,
de Nederlandse regering, de Fortis gigant,
niemand wil gezichtsverlies lijden, dat is
wat ze naar buiten willen uitstralen. Maar
je voelt echter dat ze op los zand zitten en
dat wilde ik in de muziek ook: een mooi
beeld geven naar buiten toe, zo van: kijk
het zit wel goed, maar het zit eigenlijk he-
lemaal niet goed. Ik houd er wel van om
met subtiele elementen te spelen. Het is
veel zoekwerk om tegelijkertijd ook een
soort toon, een soort samenhang van begin
tot einde neer te zetten, dat vind ik belang-
rijk.՚
Donkere soundscapes en drones vol onheil
begeleiden de beelden. Tegen het einde, als
een tweede reddingspoging om de bank
overeind te houden slaagt, klinkt de mu-
ziek opgewekter. ‛Ja, tegen het einde is er
opluchting, want het was erop of eronder,
ook al zei Didier Reynders: er is nog heel
veel werk te doen. Want Dexia moest nog
worden gered, en we zagen dat de KBC
Bank ook nog eens tien miljard ontving om
Didier Reynders in De achtste dag.
te worden gered, en waarschijnlijk waren
er in Nederland ook nog banken om te
redden, dus ze waren hier nog niet klaar
mee.՚ Een opvallend instrument in deze
scènes is de viool. ‛Die zit erin vanwege
het menselijk aspect. Ik denk dat de viool
het meest menselijke muziekinstrument is
buiten de stem. Je kunt met zo’n viool alles
zeggen, die klinkt zo naakt en zo puur. Ik
dacht: hier moeten we tot de pure essentie
gaan en altijd in het achterhoofd houden:
hoe kunnen we met weinig instrumenten
zo veel mogelijk zeggen?՚ Wat verder op-
valt is gezang, zowel aan het begin, in het
midden en aan het einde van de film. ‛Dat
is koormuziek die ik tien jaar geleden heb
gecomponeerd voor Blue Bird, een arthou-
se film die door een klein publiek is ge-
zien. Yan Ting had die muziek die nooit is
uitgebracht ontdekt. Ze was van mening
dat dit gezang onwijs goed zou gaan wer-
ken. Omdat ik alle rechten van die muziek
heb, heb ik in die originele opnamen nieu-
we edits gemaakt.՚
5
Wat gaandeweg het kijken naar De achtste
dag opvalt, is dat er vrij veel muziek te ho-
ren is, zowel tijdens de herinneringen van
de hoofdrolspelers die het leeuwendeel van
de film beslaan als tijdens enkele nage-
speelde scènes. ‛Ik had misschien iets min-
der gewild, maar het was de keuze van de
regisseuse waar ik uiteraard in mee ben ge-
gaan. Je moet dan heel goed doseren, zodat
de muziek niet de overhand krijgt. Er zijn
momenten waar dat heel minimaal is, maar
het moet toch wel staan, dus het is niet
eenvoudiger dan bombast, wat soms veel
gemakkelijker is. Een minimale inzet is
Yves Leterme in De achtste dag.
moeilijker omdat er iets moet zijn, maar
het moet wel werken en het mag ook weer
niet teveel zijn, want dan loop je constant
op eieren. Ik was dan ook verrast toen de
regisseuse na de lange productie zei: Mi-
chel, zou je hier niet nog wat stukken kun-
nen aanleveren? Goed, dan gaan we kijken
of ik de juiste stukken kan vinden. We heb-
ben eerst de hoofdmomenten, zeg maar de
pilaarmomenten in de film, ingevuld en
toen zijn we daartussen nog wat gaan bij-
kleuren.՚ Wordt de muziek ook uitge-
bracht? ‛Ja, we zijn met voorbereidingen
bezig om er een digitale release van te ma-
ken via iTunes en Spotify, maar het wordt
geen cd. Ik weet niet of alle stukken van de
film erop komen, want het is heel veel.
Sommige stukken komen namelijk terug
op een iets andere manier, daarom gaan we
een selectie maken.՚
De score bestaat grotendeels uit soundsca-
pes en drones die op het eerste gehoor ta-
melijk willekeurig in en uit de film lijken
te gaan. Maar dat is niet zo, bezweert Bi-
sceglia: ‛Het was een keuze die hoofdzake-
lijk door de regisseuse is genomen, omdat
zij die muziek nodig had om het verhaal te
vertellen. De muziek blijft ondergeschikt
aan de film, zo zou het altijd moeten zijn.
Jan Peter Balkenende in De achtste dag.
De kijker moet er eigenlijk niet teveel naar
luisteren, maar de muziek moet de kijker
helpen om nog dieper in de emotie en in
het verhaal te geraken zodat je hem niet
verliest. Er zijn zeker momenten geweest
waar ik suggesties heb gedaan aan Yan
Ting: ik denk dat we hier later moeten be-
ginnen of hier iets vroeger.՚ Bisceglia wijst
in dit verband op een uitzonderlijk ken-
merk van het compositieproces: ‛Ik heb
gedurende de hele editingperiode gecom-
poneerd, dus het is niet zo dat de film klaar
was en dat ik toen pas de muziek moest
schrijven. Nee, ze waren nog bezig met de
montage en ondertussen leverde ik eigen-
lijk al enkele demo’s waarmee zij aan het
experimenteren zijn geslagen. Zo heeft
mijn muziek hun ook nog geholpen om de
montage te verfijnen.՚ Op bepaalde accen-
ten in de muziek hebben de editors inge-
speeld. Daardoor was echt van een samen-
werking sprake, de film heeft zich als het
ware ontwikkeld samen met de muziek.
‛Wat daarbij heel leuk is, is dat de muziek
zich helemaal verweeft in de film tot een
onlosmakelijk geheel. Je kunt sommige
scènes daarom niet meer zien zonder de
muziek. Het betekende iets meer werk voor
mij, want ik moest meer leveren omdat er
6
geëxperimenteerd moest worden, dus ik
heb ook veel muziek geschreven die niet is
gebruikt. Dat was wel een speciale erva-
ring, want normaal gesproken wordt er hier
en daar muziek gebruikt om een toon te
zoeken en dan wordt de editing gedaan,
waarna het in mijn handen wordt geduwd
om het af te werken. Maar hier was het
echt anders.՚ Dat de muziek een grote rol
speelt in de documentaire behoeft dan ook
geen betoog. ‛Ja, omdat de makers de mu-
ziek ook echt gebruikt hebben om de film
een zekere toon te geven en de kijker echt
vast te houden. Immers: het is een film van
anderhalf uur waarin tachtig procent wordt
gepraat. Hoeveel mensen zijn er die geïnte-
resseerd zijn om naar politiek gepraat te
luisteren?՚
Jean-Claude Trichet in De achtste dag.
Op de aftiteling stond alleen jouw naam
vermeld bij de muziek. ‛Ja, het budget was
niet zo groot, dus is het allemaal hier bij
mij thuis opgenomen. Ik heb het ook zelf
gemixt, ik heb het helemaal zelf gedaan. Ik
was ook nog met twee andere producties
bezig, gelukkig heb ik daar meer tijd voor
gekregen dan oorspronkelijk de bedoeling
was. Het lag dus niet aan mij, want ze had-
den meer tijd nodig voor de edit, dus dat
kwam mij ook heel erg goed uit, en ik heb
alles hier echt op mijn gemak geschreven.՚
Straat
Michelino Bisceglia werd, zoals de naam
ongetwijfeld doet vermoeden, geboren uit
Italiaanse ouders die in Belgisch Limburg
waren neergestreken. Zijn vader was werk-
zaam in de plaatselijke mijnen. Zelf noemt
hij zich een jongen van de straat die we-
gens gebrek aan middelen thuis het spelen
en leren van muziek al doende heeft ont-
wikkeld. Een muziekopleiding heeft hij
nooit gevolgd, muzikale kennis ontving hij
van mensen om hem heen evenals door
zelfstudie. Filmmuziek kwam tamelijk laat
in zijn leven, ondanks een liefde voor film
die teruggaat naar zijn jonge jaren. ‛Ik
koos films niet op basis van de titel of op
basis van de spelers, maar gewoon op basis
van de componist. In een gang met alle-
maal affiches zag je allemaal mensen naar
de filmtitel en naar de grote namen kijken
en dan zat daar iemand altijd naar beneden
te kijken en dat was ik: wie is de compo-
nist? Toen ik een jaar of zeven was – ik
was al met muziek bezig – kreeg ik van
mijn vader een speelgoedorgeltje. Toen ik
dat ding aanzette, wist ik niet wat ik ermee
moest doen. Ik ging toen noten zoeken en
op gegeven moment kwam ik uit op een
paar noten en wat bleek achteraf? Dat wa-
ren de noten van Nino Rota’s The Godfa-
ther. Op dat moment wist ik niet wat dat
was, ik had het ergens gehoord.՚ Zijn eerste
score schreef Bisceglia voor de eerder ge-
noemde film Blue Bird uit 2011, een Bel-
gisch-Franse coproductie van Gust van den
Berghe. In de jaren daarna werkte hij ook
regelmatig met enkele Nederlandse film-
componisten zoals Jorrit Kleijnen en
Alexander Reumers. Met zijn drieën schre-
ven ze de score van de komedie Valentino
(2013) van Remy Heugten en voor enkele
volgende films van het componistenduo
zoals Midden in de winternacht (2013) en
Gluckauf (2015) werkte hij respectievelijk
als orkestrator/dirigent en orkestrator.
Van het dozijn lange films waarvoor hij tot
nu toe de muziek heeft geschreven is Mari-
na (2013) van Stijn Coninx beslist zijn be-
kendste. De biografie van Rocco Granata,
die op jonge leeftijd als kind van Italiaanse
migranten naar België kwam, verhaalde
7
over zijn liefde voor muziek die culmineer-
de in de wereldhit Marina uit 1959. Grana-
ta en Bisceglia hadden in 2007 samenge-
werkt aan een album, waarvoor de laatste
de productie en de arrangementen deed.
Granata speelde toen al met de gedachte
een film te maken over Marina, zijn lijf-
lied. Bisceglia: ‛Hij zei tegen mij: ik vind
dat er een film moet komen over Marina
en jij moet de componist worden en Stijn
Coninx moet de film draaien.՚ Toen de film
in 2012 in productie ging liet producent
Peter Bouckaert tijdens een telefoonge-
sprek met Bisceglia weten dat deze niet de
componist voor de originele muziek zou
worden. Men dacht bij deze klus aan Nico-
la Piovani en zelfs Ennio Morricone. Bi-
sceglia stelde een pitch voor waarvoor hij
enkele thema’s schreef waarmee hij de
mensen achter de film trachtte te raken. ‛Ik
had drie thema’s gemaakt: het tema d’amo-
re, het tema passione en het tema pensiero,
dat laatste is wat diep binnenin de mens zit.
Die drie thema’s droegen voor mij de hele
film. Dat liefdesthema was nodig voor het
liefdesverhaal, ook al ging het natuurlijk
over die migratie, maar de film was sterker
door dat liefdesverhaal. Dus ik heb die drie
thema’s gemaakt en ze opgestuurd. Nadat
ik twee dagen niets gehoord had belde
Stijn mij: Michel, ik heb je muziek ge-
hoord, we zijn weggeblazen, dit is de mu-
ziek voor de film. Ja, zo gaan die dingen.՚
Bisceglia kreeg voor zijn originele score
tot zijn grote verrassing in 2014 tijdens de
World Soundtrack Awards de Public Choi-
ce Award. ‛Ik was heel erg dankbaar, want
Michelino Bisceglia met de Public Choice
Award.
het was een film die voor mij emotioneel
dichtbij lag. Het was Rocco zijn verhaal,
maar eigenlijk was dit het verhaal van elke
migrant; mijn ouders hebben hetzelfde
meegemaakt. Veel van wat in de film voor-
komt herken ik zelf, zoals hoe het er bij
Rocco thuis aan toeging, dat ging bij mij
op dezelfde manier. Mijn broer heeft ook
in de mijn gewerkt en het was vanzelf-
sprekend dat ik daar ook ging werken. Ik
zei: no way, ik ga daar niet heen, dus dat
verhaal zat heel diep in mij. En bepaalde
scènes ontroerden mij ook heel erg.՚
Stilte
Een recente film met een Italiaanse band is
Hannah van Andrea Pallaoro. Charlotte
Rampling kreeg op het laatste Filmfestival
van Venetië een Zilveren Leeuw voor haar
magistrale vertolking van de eenzame Han-
nah die praktisch in elk shot van de 95 mi-
nuten durende film in beeld is. Haar leven
lijkt zich te voltrekken in zwijgzaamheid
en stilte, muziek is amper te horen. ‛Er zit-
ten maar twee stukjes muziek van mij in de
film. Ik had veel meer gemaakt, ik denk in
totaal vijfentwintig minuten. De regisseur
twijfelde de hele tijd: gaan we hier voor de
volledige eenzaamheid van het personage
8
Charlotte Rampling in Hannah.
of zullen we die eenzaamheid kleuren met
muziek? Dat was een constante strijd in
zijn hoofd en ik heb hem daar op geen en-
kele manier in willen beïnvloeden omdat ik
het een hele gevoelige materie vond. Ik
vond het heel moedig van hem toen hij zei:
ik ga die vijfentwintig minuten muziek
toch niet gebruiken, ik houd het bij die
twee stukjes. Ik heb daar respect voor, ook
al heb ik vijfentwintig minuten muziek ge-
maakt. Ik persoonlijk had het niet zo ge-
daan, ik denk dat de film meer muziek had
mogen hebben, maar het is puur een regis-
seurskeuze. Het is niet aan mij om dat
soort beslissingen te nemen.՚
Voor de scènes die wel originele muziek
bevatten wilde de regisseur enkel diege-
tische muziek, oftewel muziek die ergens
in beeld een oorsprong heeft. Allereerst is
er een scène waar Hannah in de metro zit
en iemand aan het breakdancen is. ‛Op de
achtergrond hoor je een cello. Ik zei tegen
Andrea: op dat moment moet je geen ty-
pische dancemuziek gebruiken. Doe juist
het tegenovergestelde van wat iedereen
spontaan zou doen, laat dat gewoon een
cello zijn die de breakdance begeleidt. Die
cello is een door mij gecomponeerde sound
die komt uit een soort luidspreker of een
radiootje. Ik heb toen vier thema’s geschre-
ven voor cello in de vorm van kleine sui-
tes, en daar heb ik hem zelf uit laten kiezen
welke het beste werkt. Ik vond het fantas-
tisch dat het niet opgevallen is.՚ In de ande-
re scène met originele muziek zitten kinde-
ren in het bad te spelen, terwijl het water
het bad overloopt en door het plafond in
Hannah’s woning terechtkomt. ‛Met hele
zware elektronische dancemuziek ben ik
hier helemaal de andere kant opgegaan:
een upbeat soort moderne muziek met
steeds een bas.՚ Terugkijkend op dit pro-
ject: ‛Ik had themamuziek en ik had ook
muziek voor het begin, maar ik heb de film
onlangs in zijn geheel gezien en ik snap
zijn keuze om te zeggen: ik laat Hannah
met rust, want zij is heel veel alleen in de
film.՚
PS
9
BEZIELENDE MUZIEK DIE DE FILM ONDERSTEUNT
Interview met Alexandra Harwood
The Guernsey Literary and Potato Peel Pie Society zal voor altijd worden herinnerd vanwege
de lange titel. Het komische drama van regisseur Mike Newell over een jonge schrijfster die
direct na de Tweede Wereldoorlog het eiland Guernsey bezoekt in het kader van een persoon-
lijke zoektocht is een uitstekend geproduceerde film met een reeks zowel jonge als oudere top-
acteurs, een intrigerend verhaal, adembenemende locaties, voorbeeldige art direction en een
pakkende orkestrale score. Die werd gecomponeerd door Alexandra Harwood die voor haar
eerste lange film een veelbelovende score heeft geschreven. Toen ze aan dit project begon
moest ook zij heel veel moeite doen om de titel van de film correct uit te spreken, zo vertelde
ze Score onlangs.
Alexandra Harwood (1966) volgde een
klassieke muzikale opleiding aan het Royal
College of Music in Londen, waarna ze
haar studie vervolgde aan de Juilliard
School in New York. Sinds 2010 heeft ze
de muziek voor talrijke overwegend Britse
korte films geschreven. The Guernsey Lite-
rary and Potato Peel Pie Society is haar
eerste lange film als componist. Geholpen
hierbij werd ze door haar agent Maggie
Rodford die haar voorstelde voor de film,
in eerste instantie niet via Mike Newell
maar via de producenten. Die luisterden
naar muziek van haar vorige films die ze
prachtig vonden en vervolgens naar Newell
en zijn editor Paul Tothill stuurden. Har-
wood: ‛Tijdens de opnamen gebruikten ze
mijn tempmuziek onder de ruwe montage.
Dat vond ik prachtig, niet alleen omdat ze
mijn muziek goed vonden, maar ook omdat
die steeds meer een vast bestanddeel van
de film begon uit te maken, al had ik nog
niets specifieks hiervoor geschreven.՚ Uit-
eindelijk vond vier weken na de filmopna-
men een ontmoeting plaats met Newell en
Tothill, waarbij gezamenlijk naar een ruwe
versie van de film werd gekeken. Har-
wood: ‛Mike wilde erachter komen of we
goed met elkaar overweg konden en wat
mijn ideeën ten aanzien van de film waren.
Het was best surrealistisch om te kijken
naar een lange film die vol zit met mijn
muziek en waarvoor ik nog niets had ge-
schreven. Gelukkig klikte het na afloop
prima tussen ons, ook zat ik vol ideeën
over de film.՚
Alexandra Harwood.
Terugkijkend is Harwood vol lof over Mi-
ke Newell: ‛Onze werkverhouding was pri-
ma. Hij is iemand die veel vertrouwen en
respect uitstraalt en die je voldoende ruim-
te geeft om met je eigen visie en creativi-
teit aan de slag te gaan, waardoor je het
beste uit jezelf weet te halen. Immers, als
je iets creëert, kan dat een moeizaam pro-
10
Lily James in The Guernsey Literary and Potato Peel Pie Society.
ces zijn en als er dan iemand in de buurt is
die waardeert wat je doet, leidt dat tot nog
betere resultaten, juist omdat je de ruimte
krijgt.՚
Gedurende zijn lange carrière als regisseur
die teruggaat tot 1964 heeft Mike Newell
met tal van filmcomponisten gewerkt,
waaronder enkele vrouwelijke zoals Anne
Dudley en Rachel Portman. Wilde hij ook
een vrouwelijke componist voor de Guern-
sey film? ‛Ik denk dat het Mike niet zoveel
uitmaakt of je een vrouw of een man bent,
maar wel of je de juiste componist bent.
Toch vermoed ik dat voor hem een vrou-
welijke componist wezenlijk was, omdat
de Guernsey film hoofdzakelijk over een
vrouw genaamd Juliet gaat. Hij vond dat
een vrouw haar gevoelsmatig goed zou
aanvoelen. Of een man dezelfde empathie
zou hebben? Natuurlijk zou dat een andere
empathie zijn. Ik had in ieder geval een
band met Juliet. Ze is namelijk een tame-
lijk modern karakter. Voor een film die
zich afspeelt vlak na de Tweede Wereld-
oorlog met flashbacks naar deze oorlog
kan ze als een hedendaags feministe wor-
den gezien: ze komt op voor zichzelf en al
heeft de film een romantische strekking,
dat is niet waar het voor haar om gaat. Wat
wel bepalend is, is de zoektocht om zich-
zelf opnieuw te vinden door middel van
haar passie: schrijven. Aan het begin van
de film is ze die passie kwijt, ook heeft ze
haar ouders verloren. Ze heeft de oorlog
overleefd en haar reis naar Guernsey helpt
haar om haar nieuwe ik te vinden. Ik denk
dat het verhaal vooral hierover gaat. Voor
mij is componeren een passie en precies
daarom voel ik een sterke affiniteit met Ju-
liet. Of dit mij heeft geholpen bij het com-
poneren, weet ik niet. Ik moet het verhaal
induiken net zoals in de hoofden van de
personages teneinde zo goed mogelijk het
verhaal helpen te vertellen. Uiteindelijk is
11
Lily James en Michiel Huisman in The Guernsey Literary and Potato Peel Pie Society.
dat wat alle componisten nastreven: het
verhaal helpen vertellen.՚
Heel veel muziek
Met een speelduur van twee uur bevat The
Guernsey Literary and Potato Peel Pie So-
ciety heel wat muziek. ‛Klopt, maar zeker
niet overheersend. Ik houd van muziek die
de film ondersteunt en waarvan je niet
weet wanneer deze erin komt of eruit gaat.
Dat is wat ik zo veel mogelijk nastreef.
Wat de hoeveelheid betreft: die is vanzelf
zo ontstaan gedurende het merkwaardige
proces waarbij mijn tempmuziek vanaf een
vroeg stadium al werd gebruikt. Toen Mike
en Paul bezig waren met het monteren ge-
bruikten ze de hele tijd mijn muziek. De
muziek is goed onder de beelden gezet met
voldoende adempauzes en zonder alles als
het ware te verstikken. Het spreekt voor
zich dat er momenten zijn waar de muziek
meer op de voorgrond dient te treden; er
zijn films die dergelijke muziek nodig heb-
ben. Ik ben gek op dat soort films, maar
hier was dat niet het geval. Het zou zelfs
verkeerd zijn geweest als de muziek te pro-
minent aanwezig was geweest. Ik wilde het
publiek niet al te veel bij de hand nemen,
hopelijk is de muziek ondersteunend ge-
noeg.՚ De dramatische film heeft een nogal
romantisch einde voor beide sympathieke
hoofdfiguren, die worden gespeeld door
Lily James (als Juliet, de jonge schrijfster)
en Michiel Huisman (als Dawsey, de boer
op het eiland). ‛Ik vond dat romantische
thema een ware uitdaging omdat ik clichés
wilde vermijden. Een romantisch einde is
op zichzelf al een cliché en we wilden niet
dat de muziek er te dik bovenop zou lig-
gen. Die laatste scène is een komen en
gaan: ze rennen naar elkaar toe, dan stop-
pen ze om te praten en daarna volgt de
uiteindelijke climax ….. Er kwam maar
geen einde aan en dat was de echte uitda-
ging voor mij.՚
Een film met zoveel personages en zoveel
onderdrukte emoties kan wel een handvol
thema’s gebruiken zodat het verhaal goed
12
Alexandra Harwood tijdens de muziekopnamen van de Guernsey film in Air Studio, Londen.
te volgen is. ‛We hebben in een vroeg sta-
dium over thema’s gesproken, en ook al
liep ik er in gedachten vaak op vooruit,
toch is mijn wijze van componeren meer
organisch. Tijdens het componeren ben ik
mij meestal niet zo bewust van mijn voor-
nemens, zodat thema’s zomaar kunnen op-
duiken en zich ontwikkelen.՚ Harwood legt
uit hoe een van de voornaamste thema’s tot
stand kwam: ‛Een van de belangrijkste scè-
nes voor Mike was het moment dat Juliet
voor het eerst met paard en wagen naar
haar onderkomen wordt gebracht en we
een blik op de verre rotsen werpen. Hij zei:
Alex, die rotsen zijn de kern van de film.
Dat was een zeer bruikbare aanwijzing om-
dat ik doorkreeg wat hij wilde zeggen: het
ging echt over Guernsey. Dit is het begin
van haar tocht en dit Guernsey thema duikt
vaak op in de film.՚ Wat kun je over de an-
dere thema’s zeggen? ‛Het thema van de
typemachine dat Juliet tijdens het typen
begeleidt, had ik al heel snel klaar. Verge-
leken met de rest van de score heeft het een
andere klankkleur en was het vooral be-
doeld om uit te drukken hoe hartstochtelijk
ze steeds aan het schrijven is. Verder is er
een liefdesthema en een thema voor Kit,
het kleine meisje, dat een paar keer heel
subtiel werd verweven in de score.՚
Het grootste gedeelte van de film speelt
zich af op Guernsey met zijn prachtige
natuur en adembenemende uitzichten.
Heeft Harwood deze landschappen in de
muziek weergegeven? ‛Niet bewust of di-
rect, niemand had daarom gevraagd. De
enige keer dat de natuur ter sprake kwam
was bij de zogeheten ‛mysterieuze՚ stuk-
ken. Hier probeerde Juliet steeds stukjes
van het verhaal in elkaar te passen, wan-
neer ze door het bos liep en naar het huisje
van Elizabeth keek en daarnaast in de op-
namen van de zee. Deze sfeerstukken wa-
ren de enige waarbij ik mij echt bewust
was van de natuur.՚
Guernsey was tijdens de Tweede Wereld-
oorlog bezet door de Duitsers. Harwood
gebruikte veel percussie zoals de marimba
voor enkele nazistukken. En verder wer-
den diverse cymbalen, metalen drums, bas-
drums en sidedrums in deze cues gebruikt.
De voornaamste instrumenten die in de
score zijn te horen zijn piano, harp, diverse
strijkers en houtblazers.
13
Typemachine
Een van de hoogtepunten is het thema van
de typemachine. Tenor sax, trompet, hobo,
fagot, klarinet en fluit alsmede strijkers ho-
ren we hier. Heeft Harwood ook gebruik
gemaakt van elektronica? ‛Ja, voor de
sfeerstukken zoals de mysterieuze cues.
Voor deze film heb ik hoofdzakelijk de
sample library Omnisphere gebruikt. Ik ge-
bruik dit soort geluiden graag om een on-
werelds gevoel uit te drukken.՚ Het orkest
dat tijdens de opnamen de originele score
uitvoerde bestond uit 56 spelers, wat voor
een filmscore behoorlijk indrukwekkend is.
‛Inderdaad. Ik ben een klassiek geschoold
componist, het schrijven van concertante
muziek vormt een deel van mijn achter-
grond. Op het moment dat ik met een or-
kest aan het opnemen ben voel ik me volle-
dig op mijn gemak. En geweldig dat er een
budget was voor een orkest. Voor de kleine
films die ik heb gedaan was dat er vaak
niet en daarom ben ik heel blij dat ik kan
doen wat ik als klassieke componist altijd
heb gedaan, als ze me vragen voor grotere
films.՚
Harwood orkestreerde de score met Geoff
Alexander. ‛Orkestraties heb ik altijd ge-
daan. Dat is voor mij bekend terrein, waar-
bij ik niet al teveel hoef na te denken. Dit
was de eerste keer dat ik met Geoff heb sa-
mengewerkt. Ik ken hem net zoals de films
waaraan hij heeft gewerkt goed en daar-
door had ik het gevoel dat hij mijn stijl en
werkwijze door en door kent, wat inder-
daad zo was.՚ Wordt de score uitgebracht
op cd of als download? ‛Als download op
het Decca label. Dit wordt mijn eerste al-
bum, wat ik heel erg spannend vind.՚ Wat
kun je vertellen over toekomstige projec-
ten? ‛Een andere film waarvoor ik afgelo-
pen jaar – met iemand anders – de muziek
heb gecomponeerd is The Escape, met in
de hoofdrollen Gemma Arterton en Domi-
nic Cooper. Die is onlangs in roulatie ge-
gaan in Frankrijk en deze maand gaat hij
draaien in de Verenigde Staten en in juli in
Engeland. Op dit moment werk ik aan het
laatste van vier concertstukken voor het
kamergezelschap iMusicanti voor een serie
concerten in St. John’s Smith Square. Het
laatste vindt plaats op 3 juni.՚
Zou je graag Amerikaanse films willen
doen? ‛Ja, mijn voorkeur gaat voorname-
lijk uit naar films. Ik heb zoveel films ge-
zien, daar sta je van te kijken! Wanneer ik
de tv aanzet kijk ik altijd films en nauwe-
lijks tv-programma’s. Ik heb de ambitie om
zoveel mogelijk films te doen, wat bete-
kent dat ik heel graag Amerikaanse, Britse,
Franse films wil doen .…. wat er maar op
mijn weg komt! Dankzij internet en betere
reismogelijkheden is de wereld gelukkig
steeds kleiner geworden, waardoor het mo-
gelijk is in Engeland te blijven werken
zonder naar Amerika te moeten verhuizen.
Ik ken Britse componisten die hier nog
steeds wonen en ook Hollywoodproducties
doen. Mogelijk dat een verblijf daar het
voordeel heeft dat je overal makkelijker
toegang hebt, maar mijn vader die in de
filmwereld werkt heeft altijd tegen me ge-
zegd: ga niet naar LA, laat LA naar jou ko-
men. Stel dat ik ernaartoe zou gaan, dan
eindig ik misschien wel als een nietig visje
in een immens grote vijver. Ik voel mij hier
eerlijk gezegd een klein visje in een kleine
vijver!՚ We zullen nog veel van Alexandra
Harwood horen. Zonder enige twijfel.
PS
14
DE EERSTE MODERNE NEDERLANDSE FILMCOMPONIST
De erfenis van Rogier van Otterloo
Dit jaar is het dertig jaar geleden dat componist, arrangeur en dirigent Rogier van Otterloo
op slechts 46-jarige leeftijd kwam te overlijden. Groot was indertijd de verslagenheid onder
collega’s en het grote publiek over het verlies van de getalenteerde musicus. Als componist
van een dozijn Nederlandse en Belgische films heeft Van Otterloo een onuitwisbaar stempel
op de toenmalige vaderlandse film gedrukt, met name met zijn oorspronkelijke muziek voor
Turks fruit en Soldaat van Oranje, beide films van Paul Verhoeven. Wat is er van die onaan-
tastbare reputatie van weleer overgebleven anno 2018?
Rogier van Otterloo.
Na een opleiding in de klassieke muziek –
onder meer aan het Conservatorium van
Amsterdam – kwam Rogier van Otterloo
(Bilthoven, 1941) medio jaren ’60 terecht
in de wereld van kleinkunst en lichte mu-
ziek. Gestaag bouwde hij een carrière op
als muzikant, arrangeur en componist. In
die laatste hoedanigheid schreef hij de mu-
ziek voor Turks fruit (1973), met ruim 3,3
miljoen bezoekers nog steeds de meest be-
zochte Nederlandse film aller tijden. Drie
stukken uit deze score zijn al gauw in de
Nederlandse filmmuziekcanon terechtge-
komen: het titelthema dat is te horen tij-
dens de fietstocht van Rutger Hauer en
Monique van de Ven door Amsterdam, Ro-
sa Turbinata en Dat mistige rooie beest
met het onnavolgbare mondharmonicaspel
van Toots Thielemans. De totstandkoming
van de muziek verliep nogal moeizaam:
Jan Wolkers wilde veel liever Willem
Breuker voor de muziek. En regisseur Ver-
hoeven was met het resultaat niet zo tevre-
den. In een interview met Score (nr. 65, de-
cember 1987) vertelt hij: ‛… er zaten wat
drummetjes in en van dat veeg-gedoe. An-
deren vonden het goed. En later bleek het
allemaal wel te kloppen.՚ Van Otterloo had
zijn rug recht gehouden en gelijk gekregen,
want ook nu nog is zijn muziek een onlos-
makelijk bestanddeel van een film die zon-
der deze muziek een geheel andere film
zou zijn geworden. De aanstekelijke mix
van jazz en easy listening die de componist
hanteerde, week af van de gangbare symfo-
nische stijl en wist zo de tijdgeest, vooral
onder het merendeels jonge publiek, moei-
teloos te raken. Dat laatste bleek ook uit
het grote succes dat de elpee met de origi-
nele score in de hitlijsten wist te behalen.
En dat was voor een Nederlandse film-
15
soundtrack zeer uitzonderlijk, zoals John
van Markwijk in zijn biografie van Van
Otterloo uit 2011 opmerkt: ‛Door zijn bij-
zondere talent om het zo vorm te geven, is
de melancholische muziek uiteindelijk tijd-
loos en smaakvol gebleken. De muziek
was dienend aan de beelden, maar ook een
kenmerkend aspect van de film. Alleen de
beste filmsoundtracks scoren op beide
vlakken.՚ ¹
Na dit opmerkelijke debuut als filmcompo-
nist vervolgde Van Otterloo zijn carrière in
de vaderlandse filmwereld met de muziek
voor films als Help, de dokter verzuipt!
(1974) van Nikolai van der Heyde met de
hit Help en daarna met twee films van Paul
Verhoeven: Keetje Tippel (1975) met een
lyrisch titelthema à la Georges Delerue en
Soldaat van Oranje (1977). Vooral met de
muziek voor die laatste film bewees Van
Otterloo de kneepjes van het vak van film-
componist volledig in de vingers te heb-
ben. Zijn interesse voor deze toegepaste
vorm van muziek was inmiddels flink toe-
genomen. De score voor de grote Neder-
landse verzetsfilm laat een grote variatie
aan stukken in uiteenlopende stijlen zien:
naast een onvergetelijk en pakkend hoofd-
thema in marsvorm zijn er poëtische stuk-
ken (Esther), lichtvoetige jazz (Ik gooi heel
Duitsland plat) en dreigende muziek (Ne-
derland mag trots zijn op zijn leger), naast
vele andere stukken. Verhoeven was dit
keer meer dan tevreden. Uit het interview
met Score: ‛Het is het beste wat hij heeft
gemaakt. Dat vind ik ook goede filmmu-
ziek: krachtig, stevig, goed georkestreerd,
sterke akkoorden. Dit is Soldaat van Oran-
je. Ik ben er nog steeds van onder de ind-
ruk.՚ Volgens Van Markwijk was de mu-
ziek van internationaal niveau: ‛De muziek
was dienend aan de film maar ook origi-
neel en zoals gebruikelijk met vakman-
schap geconstrueerd. Ook zonder filmbeel-
den is de muziek goed te beluisteren.՚ ²
Met deze complete score die ook op elpee
een aardig succes beleefde betoonde Van
Otterloo zich binnen enkele jaren als re-
gelrechte filmcomponist, wellicht de eerste
Nederlandse van na de oorlog.
Amerika
Na dit grote succes kwam de samenwer-
king met Verhoeven tot een einde. Voor
een handvol films, waaronder Grijpstra &
de Gier (1979) van Wim Verstappen, Te
gek om los te lopen (1981) en Op hoop van
zegen (1986), beide van Guido Pieters, zou
Van Otterloo nog originele muziek voor
film schrijven. Na de kortdurende bloei
van de Nederlandse filmindustrie in de
jaren ’70 was er in de jaren ’80 weinig
vraag en daarnaast had Van Otterloo als
dirigent van het Metropole Orkest weinig
tijd voor eventuele filmopdrachten. Door
zijn vroege dood is zijn carrière als film-
componist vroegtijdig ten einde gekomen.
Van Otterloo’s zoon Thijs – zelf saxofo-
nist, arrangeur en componist – vertelde
Score onlangs wat de plannen van zijn
vader waren vlak vóór zijn overlijden: ‛Hij
heeft gezegd dat hij zichzelf misschien
over een tijdje in Amerika zag terechtko-
men. Hij had de ambitie om daar dan een
nog grotere naam te maken. Hij had heus
ook andere plannen: hij wilde nog een keer
een orkestsuite schrijven, maar dat was
meer een lang gekoesterde droom.՚
16
Filmmuziek was een van de activiteiten
waarmee Van Otterloo jarenlang bezig
was. Naam maakte hij vooral als arrangeur
en vanaf 1980 als dirigent van het Metro-
pole Orkest. Welke plaats nam filmmuziek
binnen zijn drukke bestaan in? Thijs: ‛Hij
had niet gedacht dat hij daar het meest be-
kend mee zou worden, maar hij heeft het
zich toch wel gerealiseerd, en daardoor
heeft hij het als specialiteit kunnen ontwik-
kelen. Het was vooral opdrachtmuziek
waaronder hij toch het meest zijn handte-
kening heeft kunnen zetten. Hij werkte
nooit lang aan muziek, hij was ontzaglijk
stellig en zeker van zijn zaak, en het een-
maal bedacht hebbende, schreef hij het zo
op. En dan was er geen speld tussen te krij-
gen. Hij werkte maar een deel van de dag
aan zijn composities, daarnaast ging hij
andere dingen doen. Dus zijn werk nam
nooit zijn hele dag in beslag. Maar toen hij
ook chef-dirigent werd, merkte ik wel dat
de productiviteit wat trager werd, dat was
een nadeel van een vaste baan.՚
Wat maakte zijn filmmuziek zo bijzonder?
Thijs: ‛Het is niet zo dat hij iedere film
vanuit eenzelfde sound benaderde, dat niet
zozeer. Hij had voor de verschillende op-
drachten meerdere stijlen op zijn palet,
maar wel hoor je terug dat zijn muziek
altijd klassiek beïnvloed is geweest. Hoe
licht zijn stukken voor jazz of pop ook
waren, er zat altijd een element in dat je
terug kon voeren naar Bachs contrapunt,
dat je hoorde dat hij dat heel goed tot zich
had genomen. Hij benaderde muziek altijd
vanuit de klassieke leer.՚ Van Otterloo wist
als geen ander binnen een paar minuten
een thema helemaal op de kaart te zetten,
zo blijkt ook uit de biografie van Van
Markwijk. Thijs: ‛Hij was wars van ellen-
lange herhalingen en hij was als persoon
niet zo heel geduldig. Hij had niet zoveel
zin in lange stukken. De hoofd- en bijza-
ken werden altijd goed gescheiden bij hem.
Als hij het niet fantastisch vond, dan ging
het de prullenmand in. Waar ik nog steeds
van sta te kijken is hoe hij meerdere lagen
van een stuk wist te belichten, en dat dat
dan toch zo duidelijk allemaal bij elkaar
hoort en in elkaar grijpt, draaiende om dat
ene thema. Dat vind ik heel bijzonder.՚
Reputatie nu
Rogier van Otterloo verwierf dankzij de
scores voor Turks fruit en Soldaat van
Oranje een welhaast legendarische status,
ook bij hedendaagse generaties kijkers en
luisteraars. Thijs: ‛In de filmmuziek is hij
nog het sterkst gebleven. Voor velen is of
was hij de grootste Nederlandse filmcom-
ponist. Dat hoor ik van zoveel kanten en
dat aanzien blijft wel op de een of andere
manier.՚ Van Otterloo mag gerust de eerste
Rogier van Otterloo.
Nederlandse filmcomponist van na de oor-
log worden genoemd met een consistent
œuvre. Thijs: ‛Ja, voor de oorlog heb je
natuurlijk andere grote componisten, maar
het is denk ik waar: je hebt andere succes-
volle mensen die ook veel geschreven heb-
ben, maar weinigen die echt een erfenis
hebben nagelaten die je meteen herkent. En
dat je de thema’s echt blijkt te kennen, dat
komt nog vaker voor dan je verwacht,
vooral dankzij films als Turks fruit en
Soldaat van Oranje en soms Help, de
dokter verzuipt!՚
Welke voorbeelden van filmcomponisten
had hij? Thijs: ‛Ik weet dat hij een
17
behoorlijke partiturenkennis had en dat hij
ook wel werk dirigeerde van John
Williams en ook andere filmmuziek
gedirigeerd heeft. Hij heeft E.T. gezien,
daar was hij helemaal van ondersteboven.
En Star Wars heeft hij ook gedirigeerd. Ik
denk dat John Williams wel echt een
filmcomponist was die hij hoog had zitten.
En voor Leonard Bernstein had hij ook een
ongelooflijke fascinatie vanwege diens
West Side Story.՚
Thijs van Otterloo heeft in maart van dit
jaar meegewerkt aan een avondvullend
concert in Dordrecht dat onder de titel
Rogier in het teken stond van zijn vader.
‛Ik had een solistische rol, ook in een
filmthema van Turks fruit. En toen werden
vanwege de generaties en de familie ook
enkele composities van mijzelf uitgevoerd
en een stuk van zijn vader, mijn opa, dus
het was een avond met muziek van drie
generaties Van Otterloo.՚ Welke stukken
werden gespeeld van Turks fruit? ‛Het
thema op de fiets – het hoofdthema van
Turks fruit – en het orkest heeft Rosa
Turbinata gespeeld, maar ook een deel van
Dat mistige rooie beest is vertolkt. Dus
eigenlijk zijn de drie hoofdthema’s aan bod
gekomen. Maar Turks fruit is niet uitge-
werkt voor een heel orkest, dat is slechts
gespeeld met publiek en met gefluit, inter-
actief zeg maar. Dat was een geintje, maar
wel leuk!՚
Ook uit Soldaat van Oranje werd die
avond muziek gespeeld. Thijs over deze
bijzondere score: ‛Er is een mooi thema
van het Joodse meisje en de Waalsdor-
pervlakte is ook een heel indrukwekkend
stuk. Er komt maar een heel klein stukje
van in de film voor. Het is een enorm
uitgesponnen, lang stuk, terwijl de meeste
stukken maximaal drie minuten duren. Je
kunt je er eigenlijk meteen wel wat bij
voorstellen als je het hoort.՚ Het hoofd-
thema is inmiddels uitgegroeid tot een
ware evergreen die vandaag nog volop
wordt gespeeld. ‛Klopt. Ik heb meege-
maakt dat die muziek bij de Idols-finale
werd gestart om een belangrijke Neder-
landse gebeurtenis aan te kondigen. Die
muziek wordt vaak geassocieerd met de
kleuren rood-wit-blauw. Nog steeds. Ik zit
zelf in het orkest van de luchtmacht, waar
het in het vaste repertoire zit. Bij herden-
kingen of vrolijke aangelegenheden wordt
het dan gespeeld. Ik geloof dat het nog
steeds een van de meest gespeelde stukken
is.՚ Je zou het zelfs een alternatief volkslied
kunnen noemen. ‛Ja, een beetje wel. Ieder-
een kent het. Dan zit ik in het orkest en dan
hoor ik regelmatig: tadadadada. Ik ben er
wel trots op.՚ Het carillon van de Domtoren
in Utrecht speelde onlangs, op Bevrijdings-
dag, het thema van Soldaat van Oranje …..
De muziek van Soldaat van Oranje
verscheen indertijd op elpee. Over de
rechten van de muziek werd lang
onderhandeld met als gevolg een wat
ondoorzichtig resultaat. Een sleutelrol was
in dit verband weggelegd voor Rob
Houwer, de producent van de film. Van
Markwijk schrijft in zijn biografie: ‛De
18
zakelijke afspraken waren echter zodanig
dat Rob Houwer de rechten van de origine-
le opnames bleef houden. Het gebruik van
de originele banden is niet mogelijk zonder
toestemming van Houwer. Soldaat van
Oranje is, ondanks meerdere verzoeken,
nooit integraal op cd verschenen door een
voortdurende blokkade van Houwer.՚ ³
Kunnen we er ooit nog een cd van ver-
wachten? ‛Nou, ik weet zeker dat het een
keer gaat gebeuren. Ik zat zelf nog te
denken: het zou toch gaaf zijn als je
gewoon die veertien stukken van die plaat
op cd zou zetten. Voordat ik de film kende,
vond ik hem al spannend. Ik wist dat het
een oorlogsverhaal was, ik had er al een
heel eigen voorstelling bij, omdat ik die
plaat heel vaak gedraaid had. Ik had heel
veel met die plaat.՚ Wie niet kan wachten,
kan altijd terecht bij de bijzonder
fraaie door Thijs en broer Bas samen-
gestelde box Verzameld werk, bestaande
uit drie cd’s waarvan één geheel gevuld is
met filmmuziek van Rogier van Otterloo,
waaronder vijf stukken uit Soldaat van
Oranje.
¹ De biografie van John van Markwijk
werd op 10 maart 2011 in Vredenburg
Leidsche Rijn in Utrecht aan de weduwe
van Rogier van Otterloo aangeboden
tijdens een eerbetoon aan de componist en
arrangeur. De titel luidt Rogier van Otte-
rloo. Arrangeur, componist, orkestleider.
Van de biografie verscheen in 2015 een
herdruk bij Stichting Metropole Orkest.
Het citaat staat op pagina 79.
² Van Markwijk, p. 106.
³ Van Markwijk, p. 105.
PS
19
MEER DAN ALLEEN MUZIEK VOOR KOMEDIES
In memoriam John Morris
De eerder dit jaar overleden Amerikaanse filmcomponist John Morris zal altijd worden geas-
socieerd met Mel Brooks, wiens vaste componist hij enkele decennia lang was. Vooral in de
jaren ’70 was de samenwerking intensief toen Brooks zijn wellicht bekendste films maakte zo-
als Blazing Saddles, Young Frankenstein, Silent Movie en High Anxiety. Regisseur en com-
ponist verschilden slechts vier maanden in leeftijd. Bij het overlijden van Morris prees Brooks
diens vermogen om emoties in muziek te vervatten. Dat die muziek vaak in de schaduw heeft
gestaan van de maffe liedjes van Brooks is altijd jammer geweest. Morris werd als filmcom-
ponist steeds onderschat en dat is niet terecht, zo bleek ook weer bij zijn overlijden.
John Morris.
John Morris werd in 1926 geboren in Eli-
zabeth, New Jersey. Als kleuter leerde hij
de piano te bespelen. Zijn muzikale oplei-
ding volgde hij in New York aan de be-
faamde Juilliard School, waarna hij als ar-
rangeur werkzaam was voor talrijke shows
op Broadway. In 1966 ging de musical A
Time for Singing in première waarvoor hij
de muziek had geschreven. Met Gerald
Freedman schreef hij de tekst die geba-
seerd was op de roman How Green Was
My Valley van Richard Llewellyn. Helaas
was de musical geen groot succes. Op
Broadway werkte hij voor het eerst samen
met Mel Brooks voor de musicals Shin-
bone Alley (1957) en All-American (1962)
die beide flopten.
Bij zijn eerste film als regisseur deed
Brooks een beroep op Morris die hiermee
ook zijn filmdebuut maakte. Voor de nog
steeds hilarische komedie The Producers
(1968) arrangeerde Morris de underscore
alsmede het centrale shownummer Spring-
time for Hitler. Bij dit nummer werkte hij
zowel nauw samen met Brooks als met
choreograaf Alan Johnson. Met zijn drieën
creëerden ze een shownummer dat gedu-
rende de totstandkoming steeds grootser,
levendiger en vreselijker werd. De lol die
ze beleefden spat er nog steeds vanaf. The
Producers genoot ondanks een beladen
inhoud een bescheiden succes en leverde
Brooks een jaar later verrassend de Oscar
voor het beste originele script op.
Brooks beschreef Morris, met wie hij altijd
goed bevriend is gebleven, in een interview
20
Marty Feldman, Teri Garr, Gene Wilder en Peter Boyle in Young Frankenstein (1974).
met Film Score Monthly uit 1997 als een
vriendelijke, zachtaardige man met een
enorm talent. Morris zou voor alle films
van Brooks de muziek schrijven, met uit-
zondering van diens laatste twee, Robin
Hood: Men in Tights (1993) en Dracula:
Dead and Loving It (1995). Voor Brooks’
tweede film, The Twelve Chairs (1970),
schreef Morris een meeslepende, bij vlagen
weemoedige score die dankzij de situering
in de Sovjet-Unie van vlak na de Eerste
Wereldoorlog een Slavische klankkleur
meekreeg. De atypische komedie was geen
succes, want noch maf noch parodie. Vier
jaar later volgde de doorbraak voor zowel
Brooks als Morris met liefst twee films die
tot de succesvolste van het jaar zouden be-
horen. Blazing Saddles, de eerste van de
twee, was een westernparodie waarvoor
Morris het titelliedje schreef op tekst van
Brooks (beiden ontvingen er een Oscarno-
minatie voor). Frankie Laine zong het lied-
je dat een Americanagevoel ademde in een
weids geluid, daarbij ondersteund door
mannenzang en een regelmatige zweep-
slag. Morris verwerkte het thema in ande-
re, veelal korte stukken in de originele
score die levendig, opgewekt en amper
dreigend klonk en toewerkte naar een
bruisende finale. Enkele liedjes van Mel
Brooks overheersten de muziek echter.
Monstermuziek
Misschien nog succesvoller was de score
die Morris schreef voor de andere film van
Brooks uit datzelfde jaar: Young Franken-
stein. Voor deze parodie op de populaire
Frankensteinfilms schreef de componist
een donkere, overwegend sinistere score
met op sommige momenten een krakend
geluid zoals dat in de jaren ’30 van de
vorige eeuw, de hoogtijdagen van dit
horrorgenre, niet ongebruikelijk was. Vio-
len overheersten de score en vaak klonken
zij zoals dat in sentimentele zigeunerme-
lodieën uit Midden- en Oost-Europa, de
locatie van deze in zwart-wit gedraaide
horrorkomedie, gebruikelijk was. Mis-
schien wel het bekendste stuk uit de score
is de compositie voor het monster, Transyl-
vanian Lullaby geheten, een van de hoog-
tepunten uit het rijke œuvre van Morris.
In de jaren na dit dubbele succes zou Mor-
ris vrijwel uitsluitend werkzaam zijn voor
21
komedies. Enkele acteurs uit de entourage
van Brooks gingen ook regisseren. Morris
schreef ook voor hun de muziek, zoals Ge-
ne Wilder (The Adventure of Sherlock Hol-
mes’ Smarter Brother (1975) en The
World’s Greatest Lover (1977)) en Marty
Feldman (The Last Remake of Beau Geste
(1977) en In God We Tru$t (1980)). Voor
de volgende film van Brooks – Silent Mo-
vie (1976) – schreef hij een feestelijke
mars als main title. In eerste instantie had
de regisseur geen muziek gewild, maar op
last van de nerveuze studio voegde hij mu-
ziek van Morris van begin tot einde toe aan
de film. En dat was maar goed ook, want
dankzij de levendige score kreeg de kolde-
rieke film vaart en humor, zoals dat in
slapstickfilms ook het geval was. En een
jaar later was er High Anxiety, volgens
kenners een van de beste films van Brooks.
Morris’ ervaring op Broadway met het ar-
rangeren van liedjes kwam bij deze film
onder meer van pas bij het titelliedje dat
Brooks schreef en zong in de nachtclubscè-
ne. Was de film een hommage aan Hitch-
cock, de muziek was een hommage aan –
hoe kan het anders – Bernhard Herrmann,
compleet met theremin, al liet Brooks de
krijsende violen tijdens de douchescène
achterwege.
De jaren ’70 waren de hoogtijdagen van
John Morris als filmcomponist. Het de-
cennium werd afgesloten met een relatief
kortdurende score voor een uitzinnige ko-
medie van Arthur Hiller, The In-Laws
(1979). Regisseur en componist werden
uitstekend geholpen door het perfecte ge-
legenheidsduo Peter Falk en Alan Arkin
die doldwaze avonturen beleven in New
York en een fictief Latijns-Amerikaans
staatje. Morris schreef een onweerstaan-
baar hoofdthema dat in stemmige variaties
steeds weer opdook alsook enkele Latin-
thema’s evenals achtervolgingsmuziek
voor deze caperkomedie. Brooks had geen
enkele bemoeienis met deze film. Morris’
volgende project is zonder enige twijfel
een van de hoogtepunten, zo niet het beste
wat de componist heeft voortgebracht.
Voor het door Brooks geproduceerde
zwart-wit drama The Elephant Man schreef
Morris een zowel dramatische als poëti-
sche score die in zijn eenvoud en beperkte
omvang deze film van David Lynch won-
derwel begeleidde. Het hoofdthema schreef
hij als een valse triste, die onder andere
werd uitgevoerd door een draaiorgel en
door handbellen werd uitgeluid. De ker-
mislocatie van de onfortuinlijke olifanten-
man werd zo trefzeker benadrukt. Morris
ontving zijn tweede Oscarnominatie voor
22
deze oprecht ontroerende score die niet
alleen het lijden van de olifantenman voor
de kijker tastbaar maakte, maar evenzeer
het mededogen beklemtoonde van de dok-
ter die zich vol overgave over de olifanten-
man ontfermde. Resultaat: een indrukwek-
kende score die na beluistering nog lang
blijft hangen.
Na deze persoonlijke triomf was er weer
een waanzinnige komedie van Mel Brooks.
Voor History of the World: Part I (1981)
schreef Morris muziek voor verschillende
perioden uit de geschiedenis waaronder
een door klavecimbel begeleide compositie
voor het 18de eeuwse Franse tijdperk en
voor de Vikingbegrafenis recyclede hij
zelfs eigen muziek uit The Twelve Chairs.
Beter was de score voor Yellowbeard
(1983) van Mel Damski, de laatste film
met Marty Feldman die tijdens de opna-
men in Mexico plotseling kwam te overlij-
den. Morris schreef een daverend hoofd-
thema dat werd afgewisseld door zowel
kolderieke klanken als regelrechte actie-
muziek. De als grappig bedoelde piraten-
film was een enorme flop en dat leidde
ertoe dat de muziek meer gewaardeerd
werd dan de film. Voor de horrorfilm The
Doctor and the Devils (1985) van Freddie
Francis schreef Morris echter een zware,
dreigende score die veraf stond van zijn
reguliere werk. De film voelde als een
reünie want zowel regisseur Francis, pro-
ducenten Brooks en Jonathan Sanger als
Morris hadden samengewerkt bij The
Elephant Man, waarvoor Morris een qua
genre en sfeer gelijksoortige score had
geschreven.
Spanning en humor
Voor het speelse moordmysterie Clue
(1985) van regisseur Jonathan Lynn
schreef Morris een score boordevol drei-
ging, suspense en meer dan een vleugje
humor, deels gespeeld door elektronische
instrumenten. Tijdens de aftiteling werd
het pakkende hoofdthema zelfs in een
popidioom gegoten. Net zo spannend en
humoristisch was Haunted Honeymoon
(1986) van Gene Wilder. Voor deze in een
griezelig oud huis in Engeland gesitueerde
film pakte Morris nu eens goed uit met
fraaie, overweldigende orkestmuziek die
toepasselijk werd uitgevoerd door The
London Symphony Orchestra, gedirigeerd
door de componist zelf. Spaceballs (1987)
betekende opnieuw een samenwerking met
Mel Brooks die dit keer de sciencefiction-
film en in het bijzonder Star Wars persi-
fleerde. Dat pakte indertijd niet helemaal
goed uit en ook nu weer was de muziek
over het algemeen beter dan de film. Mor-
23
ris op zijn beurt maakte een aangename
pastiche van sciencefictionmuziek à la
Williams met hier en daar een verwijzing
naar angstaanjagende haaienmuziek en een
pluk woestijnmuziek. Inmiddels is de film
uitgegroeid tot een cultfavoriet.
In hetzelfde jaar als Spaceballs schreef
Morris de underscore – voor zover die
tussen de vele gouwe ouwen te horen viel
– voor het onverwacht succesvolle Dirty
Dancing (1987) van Emile Ardolino en
schreef hij daarnaast een ingetogen, lyri-
sche score voor het weinig geziene Iron-
weed (1987) van de Braziliaanse regisseur
Héctor Babenco. Terwijl Morris met scores
voor Stella (1990) en Life Stinks (1991) –
zijn laatste film voor Brooks – nog enig
teken van filmleven gaf, verlegde hij zijn
werkterrein steeds meer naar de televisie.
Voor de langlopende serie Coach (1989-
1997) schreef hij het thema en veel succes
oogstte hij met zijn muziek voor de mini-
serie Scarlett (1994). Zijn laatste filmscore
schreef hij voor Kansas to Kandahar
(2006), maar of deze film ergens in roula-
tie is gegaan, laat staan is vertoond is niet
bekend. En zo kwam een einde aan de car-
rière van een componist die zich ontwik-
kelde tot een meester van verfijnde kome-
diemuziek, een genre dat binnen de wereld
van de filmmuziek vaak een wat onderge-
schikte plaats heeft ingenomen. Maar net
zo goed excelleerde hij met scores voor
drama’s waarbij hij emotie en empathie in
zijn muziek wist te verwerken. Het respect
dat hem bij zijn heengaan van diverse
kanten tegemoet kwam kan mogelijk als
een late erkenning van zijn onbetwiste
meesterschap worden gezien.
Over zijn wijze van componeren zei Mor-
ris in Listening to Movies van Fred Karlin ¹
het volgende: ‛Ik weet eigenlijk niet zo
goed hoe ik schrijf voor film. Wat ik wel
kan zeggen is dat ik de film eerst door-
grond en vervolgens probeer ik zijn hart-
slag te pakken te krijgen. Daarna begint het
componeren, alles nogal onbewust. Zo
speur ik het verborgen tempo van een ach-
tervolgingsscène op, waarvan zelfs de edi-
tor niet wist dat dat er was. Ook zoek ik
naar de thema’s voor de film, maar zonder
de juiste thema’s blijven alle deuren geslo-
ten en weigeren ze ooit weer open te gaan.
Zo simpel is het allemaal.՚
¹ Fred Karlin: Listening to Movies. Schir-
mer Books, New York, 1990.
PS
24
RECENSIES
ISLE OF DOGS
ABKO Music & Records 84932
22 tracks, 43:30
Een animatiefilm van Wes Anderson over Japan in de toe-
komst. Er is een hondenkoorts uitgebroken en de burgemeester
van de stad heeft alle honden verbannen naar Trash Island. Een
jongen van twaalf jaar is op zoek naar zijn hond. Met stemmen
van onder meer Bryan Cranston, Edward Norton, Bill Murray
en Jeff Goldblum. De muziek voor deze film is van meervou-
dig Oscarwinnaar Alexandre Desplat. Deze componist is veel-
zijdig en ook voor Isle of Dogs heeft hij weer een interessante score geschreven. De score
heeft Japanse invloeden door gebruik te maken van Japanse instrumenten. Zo is de taiko, een
grote Japanse trommel, het uitgangspunt in deze score. Percussie samen met blaasinstrumen-
ten voeren de boventoon. Ook zitten er een paar tracks bij van andere componisten. Zo is on-
der andere het thema uit The Seven Samurai te horen evenals Kosame no oka (uit Drunken
Angel) door David Mansfield. Ook komt Prokofjev nog voorbij met een thema uit The Lieu-
tenant Kijé Suite uitgevoerd door het Sauter-Finegan Orchestra. Hier en daar heeft de score
iets weg van The Grand Budapest Hotel (2014) waar Alexandre Desplat ook de muziek voor
schreef. Het is een verrassende score die origineel is in compositie en orkestratie. De score
duurt niet al te lang, anders zou het wat eentonig worden. En de tracks die niet van Desplat
zijn wisselen de muziek goed af. Voor de liefhebbers van Desplat is dit een mooie aanwinst.
ST
AVENGERS: INFINITY WAR
Hollywood Records HWR-050087386436
23 tracks, 71:36
Met enige regelmaat verschijnen er weer nieuwe Marvel-films
waarin superhelden de wereld redden. Avengers: Infinity War
is de derde Avengers-film in de reeks. Deze is geregisseerd
door Anthony en Joe Russo. De hoofdrollen worden vertolkt
door onder meer Robert Downey Jr., Chris Hemsworth en
Mark Ruffalo. De muziek is deze keer weer van Alan Silvestri
die ook de eerste Avengers voorzag van muziek. Dit blijkt een
goede keus. Silvestri pakt weer uit met een pittige symfonische score. Je krijgt wat je ver-
wacht: actiemuziek in alle varianten. Maar ook mooie ingetogen thema’s voor de rustige mo-
menten in de film. Al zijn die bij dit genre films spaarzaam. De track Family Affairs is hier
een mooi voorbeeld van. Silvestri weet een goede balans te vinden tussen heftig en rustig
waardoor de score niet een brij wordt van getetter. De muziek is veelzijdig en mooi georke-
streerd. Vooral het koper- en slagwerk heeft een prominente rol in deze score. Het koorwerk
klinkt of het uit een computer komt. Voor de echte liefhebbers is ook de digitale soundtrack
bij iTunes te koop met dertig tracks en 1 uur en 59 minuten muziek. Eigenlijk is dit de aanra-
der omdat er diverse nieuwe thema’s in zitten vergeleken met de cd-versie. Al met al een goe-
de actiescore die ook los van de film goed te beluisteren is.
ST
25
THE DEATH OF STALIN
Mvka 190296958694
16 tracks, 29:11
Overdonderend, symfonisch, Tsjajkovski. Dat zijn enkele ken-
merken van de score die Christopher Willis schreef voor deze
droogkomische reconstructie van de dood van de vroegere dic-
tator Stalin en wat er de dagen daarna allemaal gebeurde in
Moskou. Vol vaart en vol passie voert de Britse componist in
de eerste track het hoofdthema op. Dat energieke stuk horen
we regelmatig langskomen op deze minder dan een half uur durende score, laatstelijk in End
Credits, de langste (4:58) track. Willis maakt er een fraaie suite van met alle thema’s erin
verwerkt. Tussen begin en einde schotelt hij ons korte stukjes muziek voor die alle diep ge-
worteld zijn in een orkestrale stijl die regelmatig doet denken aan die grote Russische compo-
nist uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Energiek klinken deze mini-symfonieën
steeds met soms een krachtige finale, een welkome ontlading of een melodische klankkleur.
Opvallend: Back From the Gulags begint met pianospel in een rhythm & blues groove. Voor
de rest is het allemaal uptempo symfonische muziek die deze uitzinnige komedie soms een
dosis ironie meegeeft, wat heeft geresulteerd in een van de krachtigste, vitaalste orkestrale
scores van nu.
PS
A QUIET PLACE
Milan Records
16 tracks, 48:08
Acteur John Krasinski regisseerde deze angstaanjagende film
met zichzelf in de hoofdrol en behaalde er een onverwacht
groot succes mee. Niettegenstaande de stilte uit de titel van de
film creëerde componist Marco Beltrami een afwisselend emo-
tionele door strijkers gedragen score en aan de andere kant van
het spectrum maakte hij gebruik van vaak krijsende instrumen-
ten en dito muziekeffecten. Die laatste kant heeft de overhand zoals meteen blijkt in de eerste
track It Hears You. Aan de hand van een simpel motief probeert Beltrami dit onzichtbare en
omineuze It, dat een gezin bedreigt, voelbaar te maken. In A Quiet Family, de tweede track,
benadrukt Beltrami de stilte uit de titel door zacht pianospel tegen een halverwege invallende
strijkershemel hoopgevend te laten klinken. Want zoveel is inmiddels voor de kijker duide-
lijk: zwijgen en stilte, daar hangt het leven van het gezin vanaf. Beltrami is door de jaren
gepokt en gemazeld in het horrorgenre en dat hoor je goed in deze score: schrik en angst
worden uiterst zorgvuldig door de componist gedoseerd in de diverse tracks middels eng
klinkende instrumenten en met regelmaat opduikende muzikale schrikeffecten zoals we die
inmiddels genoegzaam gewend zijn. Mooi voorbeeld is Labor Intensive, de langste track van
deze cd, waarin Beltrami met een pompende beat naar een climax toewerkt en waar we aan
het einde een monsterlijk geluid kort kunnen waarnemen. Onnodig te zeggen dat de muziek
de toch al bloedstollende film nog spannender maakt.
PS
26
LADY BIRD
Lakeshore Records LKS 35130
23 tracks, 27:13
Voor de tragikomedie Lady Bird van Greta Gerwig schreef Jon
Brion een score die in zijn beperkte duur en eenvoud slechts het
hoognodige lijkt te willen mededelen: alle stukjes behalve het
titelnummer duren minder dan twee minuten en zij versterken
de emoties of gedachten van de hoofdpersonages in deze film
over de moeizame relatie tussen een puberdochter en haar wer-
kende moeder. Qua lengte komt de componist bij sommige stukjes niet verder dan enkele ak-
koorden die toch hetzij speels, hetzij ironisch of soms weer liefdevol een moment in de film
weten te raken. Bij een dergelijke kleinschalige score is de bezetting eveneens beperkt, wat al
gauw duidelijk wordt. Soms zet Brion de piano op de voorgrond, vooral bij enkele ongemak-
kelijke of gevoelige stukken zoals Consolation en Leaving. Zwaar op de hand of tragisch laat
hij het niet worden, daar past hij voor. In de langste tevens afsluitende track, Lady Bird (5:10),
komen de thema’s nog een laatste keer uitgebreid aan bod, steeds op een liefdevolle wijze.
Het is knap hoe Jon Brion andermaal met ogenschijnlijk luchtige, maar ietwat ernstige muziek
diepgang weet te bereiken bij de personages die deze uiteindelijk warme film bevolken.
PS
HOSTILES
Deutsche Grammophon 00289 479 9865
19 tracks, 73:22
De Duitse componist Max Richter is de laatste jaren een steeds
grotere naam geworden in de filmwereld. Vooral dankzij zijn
muziek voor de tv-serie The Leftovers (2014-2017) en zijn
compositie On the Nature of Daylight die in diverse recente
films prominent aanwezig was is hij momenteel veelgevraagd.
Zijn muziek kenmerkt zich door langgerekte klanktapijten met een vaak melodieuze en me-
lancholische ondertoon. Of deze stijl past bij de western Hostiles van Scott Cooper is een
vraag die menigeen zich zal hebben gesteld. De combinatie blijkt goed uit te pakken, want dit
is geen standaardwestern vol actie. Cooper stelt enkele wezensvragen die meer een beroep
doen op het geweten van de kijker en voor die aanpak is Richters score zeer geschikt. Ook nu
weer horen we trage, voortkruipende stukken die als soundscapes met soms een prachtige,
door diverse strijkers gespeelde melodie eromheen zwevend, vooral de sfeer en de gemoeds-
toestand van de hoofdpersonen begeleiden. Voor Rosalee, het tragische vrouwelijke hoofdper-
sonage, is er een gedragen thema dat enkele keren slechts door de piano wordt uitgevoerd en
ondanks die kale uitvoering een enorm mededogen oproept. Voor de spaarzame actiemomen-
ten zoals Camanche Ambush verhoogt Richter het tempo en versterkt een combinatie van
zware percussie en grommende muziekeffecten de vereiste spanning. Maar het merendeel der
stukken op deze uitgave van Deutsche Grammophon is bedachtzaam, beklemmend en hypno-
tiserend van aard en daarmee welkome stof tot nadenken over de wezenlijke vragen die de
film stelt ten aanzien van geweld, vergeving en boetedoening.
PS
27
DAVID SHIRE’S APOCALYPSE NOW – THE UNUSED SCORE
La-La Land Records LLLCD 1439
20 tracks, 59:48
Over de opnamen van Apocalypse Now (1979) van Francis
Ford Coppola zijn boeken geschreven en ook verscheen twaalf
jaar later een documentaire over die helse draaiperiode in de
Filipijnse jungle. Wie terugdenkt aan de muziek van deze Viet-
namfilm schiet meteen The Doors te binnen die in de lange be-
ginsequentie The End vertolken. Oorspronkelijk zou David Shi-
re, Coppola’s zwager, de originele score schrijven. Het zou een van de eerste geheel elektroni-
sche, met synthesizers uitgevoerde, filmscores worden zoals Wendy Carlos en John Carpenter
dat kort daarvoor hadden gedaan en twee jaar later vooral Vangelis met Chariots of Fire nog
zou doen. Coppola wilde met deze elektronische sound vooral de psychedelische, hallucinante
en onwereldse dimensie van de film versterken. De componist schreef met behulp van onder
meer Daniel Wyman, die vooral optrad als elektronisch orkestrator, een volwaardige score.
De muziek zet door de metalige, soms robotachtige synthesizersound een wat mysterieus aan-
doende wereld neer die tegen het einde in stukken als The Lure of Kurtz en Kurtz Calling een
ritme openbaart dat hypnotiserend en uiteindelijk gekmakend werkt, precies zoals we de ge-
heimzinnige Kurtz diep in de jungle zullen aantreffen. Onder de zes bonustracks zit uiteraard
het onvermijdelijke Ride of the Valkyries van Wagner, dit keer in een elektronisch jasje gesto-
ken. Shire schreef de ideale Vietnamoorlogstrip, alleen haalde deze de uiteindelijke film niet.
Die klus mocht Coppola’s vader Carmine klaren, met Coppola zelf ook nog op de aftiteling
als componist ….. PS
RED SPARROW
Sony Classical 19075842092
20 tracks, 76:48
Als thriller vol vreemde plotwendingen en overbekende stereo-
typen voldoet Red Sparrow van Francis Lawrence, ondanks
hoofdrollen van Jennifer Lawrence, Joel Edgerton en Matthias
Schoenaerts, niet helemaal. Maar dan de muziek: James New-
ton Howard schreef voor de Koude-Oorlogsfilm een geïnspi-
reerde orkestrale score die uit de traditionele Hollywoodschool
lijkt te zijn weggelopen. De cd begint met een ouverture van ruim elf minuten en dankzij top-
dirigent Esa-Pekka Salonen klinkt dit muzikale bouwwerk extra symfonisch. De Fin doet dit
alles dunnetjes over in de bijna net zo lange End Titles dat veel wegheeft van een symfonie in
kort bestek. Ook het merendeel der tussenliggende tracks heeft een onmiskenbaar symfoni-
sche klankkleur, zij het dat hier veelal strijkers hun werk doen, om de spanning tot ongekende
hoogte te doen stijgen, want het grootste gedeelte van de film speelt zich af in de wereld van
de zogeheten Sparrows oftewel Russische spionnen die hun werkterrein in West-Europa heb-
ben. Voor deze spionagemuziek heeft Howard goed geluisterd naar Bernard Herrmann, zoveel
wordt in tracks als Blonde Suits You en So What Next? duidelijk. Doet er allemaal niet toe, de
twee voornoemde lange stukken plus Didn’t I Do Well? zijn meeslepende composities waarop
adjectieven als onstuimig, con brio en intrigerend van toepassing zijn.
PS