FILMMUZIEKMAGAZINE - Home | Score · 2017. 7. 11. · 15 Duel in the Sun – Dimitri Tiomkin 8...

23
1 FILMMUZIEKMAGAZINE RAEL JONES Componist van My Cousin Rachel NUMMER 193 46 ste JAARGANG JULI 2017

Transcript of FILMMUZIEKMAGAZINE - Home | Score · 2017. 7. 11. · 15 Duel in the Sun – Dimitri Tiomkin 8...

  • 1

    FILMMUZIEKMAGAZINE

    RAEL JONES – Componist van My Cousin Rachel

    NUMMER 193 – 46ste JAARGANG – JULI 2017

  • 2

    Score 193

    Juli 2017

    46ste jaargang

    ISSN-nummer: 0921-

    2612

    Het e-zine Score is een

    uitgave van de stichting

    Cinemusica, het

    Nederlands Centrum

    voor Filmmuziek

    Informatienummer:

    +31 050-5251991

    E-mail:

    [email protected]

    Kernredactie: Paul

    Stevelmans en Sijbold

    Tonkens

    Aan Score 193 werkten

    mee: Paul Stevelmans

    en Sijbold Tonkens

    Eindredactie: Paul

    Stevelmans

    Vormgeving: Paul

    Stevelmans

    Met dank aan: Rael

    Jones, Costa Communi-

    cations, Steven Price

    FILMMUZIEKMAGAZINE

    REDACTIONEEL

    Elk jaar maken we kennis met nieuwe namen aan het filmmu-

    ziekfront. Zo brak Floris Verbeij onlangs in ons land door als

    componist om in de toekomst rekening mee te houden (zie

    Score 192). Ook in het buitenland duiken elk jaar weer nieu-

    we namen op die soms weer in de vergetelheid raken en vaak

    ook doorbreken naar een groter publiek zoals de Amerikaan

    Nicholas Britell (zie Score 189).

    In deze editie van Score kunt u kennis maken met een Engelse

    componist die onlangs ook een doorbraak maakte naar een

    groter publiek. Rael Jones is zijn naam en zijn score voor het

    kostuumdrama My Cousin Rachel is een van de verrassingen

    van dit jaar. U leest meer over hem in een interview dat op

    pagina 3 begint. Ook Steven Price, een landgenoot van Jones,

    is nog een relatief nieuwe kracht, zij het dat hij al vroeg een

    Oscar heeft gewonnen. Een dergelijk vroege overwinning kan

    een carrière bespoedigen, maar in het ergste geval breken.

    Hoe het verder ging met hem na deze zege leest u in deze

    Score. Wij houden nieuwe namen ook in de toekomst in de

    gaten.

    INHOUDSOPGAVE

    3 Rael Jones - Interview

    8 Boekbespreking - Dick Maas

    10 Steven Price - Portret

    15 Duel in the Sun – Dimitri Tiomkin

    18 Recensies

  • 3

    RACHEL EN DE KLARINET

    Rael Jones over zijn score voor My Cousin Rachel

    My Cousin Rachel is een roman van Daphne du Maurier uit 1951 die een jaar later in Holly-

    wood werd verfilmd met Olivia de Havilland in de hoofdrol van Rachel. Roger Michell regis-

    seerde de remake die vorige maand in roulatie ging en waarin Rachel Weisz de rol van de

    mysterieuze nicht speelt en Sam Claflin de rol van de achterdochtige Philip. Regisseur en

    hoofdrolspelers worden gesteund door adembenemend camerawerk en een score die zowel

    mysterieus als betoverend is. Componist Rael Jones sprak onlangs met Score over zijn fijn-

    zinnige score.

    Rael Jones.

    Rael Jones is een Engelse componist die

    woont en werkt in Londen. Hij volgde een

    universitaire opleiding in de klassieke mu-

    ziek en hij is zowel thuis in de wereld van

    de klassieke muziek als de rockmuziek. Hij

    speelt heel wat instrumenten, variërend van

    piano, gitaar tot slagwerk. Hoe ben je in de

    filmwereld terechtgekomen? ‛Vlak nadat

    ik de universiteit verliet ontmoette ik Mi-

    chael Price die co-componist is van de se-

    rie Sherlock. De eerste twee jaar was hij

    mijn mentor en dat is nu alweer elf jaar

    geleden. In die jaren werkten we vooral

    voor Sherlock. Ik heb heel veel van hem

    geleerd en via hem legde ik veel contacten

    en langzamerhand ontwikkelde zich mijn

  • 4

    carrière voorspoedig. Eigenlijk ben ik al-

    tijd iemand geweest die dingen voor ande-

    ren mogelijk maakte zoals mijn bijdragen

    als sessiegitarist, het regelen van de juiste

    instrumenten, mijn werk als muziekpro-

    grammeur of het monteren of produceren

    van muziek. Uiteindelijk werd ik bekend

    door mijn filmmuziek. Als student en be-

    gin twintiger deed ik low-budget films en

    dankzij dit soort films wist ik een eigen

    stijl te ontwikkelen naast de grotere films

    waarvoor ik ook altijd heb gewerkt. Soms

    komen vroegere contacten tien jaar later

    weer terug en dat kan altijd van pas komen,

    want het ging mij altijd om contacten met

    allerhand mensen. Het is algemeen bekend

    dat de regisseur een belangrijke rol speelt,

    maar eigenlijk waren de mensen die de

    postproductie superviseerden belangrijk

    voor mij net als geluidseditors.՚

    De eerste film die liet zien wat Jones als

    componist in huis had, was Suite Française

    die in het voorjaar van 2015 in de bioscoop

    kwam. De film van Saul Dibb was geba-

    seerd op de onvoltooide roman van Irène

    Némirovsky en speelde zich af gedurende

    het eerste jaar van de Duitse bezetting van

    Frankrijk in 1940-1941. Jones schreef een

    fijngevoelige, emotionele score voor dit

    historische drama waarin de hoofdrollen

    worden gespeeld door Michelle Williams

    en Matthias Schoenaerts. Vooral het

    hoofdthema Now I Am Free maakte grote

    indruk. ‛Een groot deel van de score voor

    Suite Française bestaat uit suspense- en

    actiemuziek en dan na een uur komt het

    liefdesverhaal pas goed tot ontwikkeling.

    Het werd ons gauw duidelijk dat we een

    pakkend thema nodig hadden. Het gaat

    namelijk om mensen die worden onder-

    drukt door de Duitsers en zodra het liefdes-

    verhaal begint, benadrukt de muziek wat er

    allemaal in Michelle Williams omgaat. Er

    zit heel veel nuance in haar uitmuntende

    vertolking en daardoor kun je al haar ge-

    voelens op een subtiele wijze in haar ge-

    zicht terugzien. Maar boven alles ben ik

    heel ingenomen met dit hoofdthema omdat

    het zo fijn was dat ik in de gelegenheid

    werd gesteld om een compositie te schrij-

    ven die naar mijn mening ook buiten de

    film een krachtige stem heeft. Dit thema

    kan worden gezien als een echt klassiek

    muziekstuk, want het sluit mooi aan bij

    Bruno, gespeeld door Matthias Schoen-

    aerts, die zelf een componist is in de film.՚

    Michelle Williams en Matthias Schoenaerts in

    Suite Française.

    Twee jaar later volgde My Cousin Rachel

    van regisseur Roger Michell. Hoe kwam je

    aan deze opdracht? ‛Omdat ik al drie keer

    eerder met Roger Michell heb gewerkt,

    maar dan als muziekeditor. Hij kende me

    dus vrij goed, maar dit was toch een nieu-

    we werkverhouding tussen mij en hem

    omdat ik voorheen degene was die voor

    hem de muziek monteerde. Tegen het ein-

    de was het ook anders toen ik bij de opna-

    men plaatsnam vóór het orkest.՚ In de film

    speelt Sam Claflin een jonge grootgrond-

    bezitter die in de ban raakt van zijn myste-

    rieuze nicht Rachel, een rol van Rachel

    Weisz, die hij ervan verdenkt zijn vroegere

    voogd te hebben vermoord. Hoe ben je van

    start gegaan met de muziek voor deze dra-

    matische film? ‛Er zat heel veel piano en

    strijkers in de temptrack. Ik vond echter

    dat de muziek kleur behoefde en sowieso

    wilde ik er meer houtblazers in hebben,

  • 5

    want deze instrumenten passen goed bij

    enkele aspecten van het verhaal zoals de

    agrarische wereld en de landelijke omge-

    ving waarmee ik houtblazers vanwege hun

    geluid graag verbind. Daarnaast kunnen

    houtblazers de individuele persoonlijkheid

    benadrukken en om die reden wilde ik de

    in elkaar verstrengelende stemmen van de-

    ze muziekgroep gebruiken. Maar ik heb

    niet alleen de klarinet, de hobo en de alt-

    fluit gebruikt, er zijn daarnaast onder meer

    veel strijkers te horen alsmede in sommige

    gevallen de hoorn.՚

    Klarinet

    Een van de opvallende instrumenten van

    deze symfonische score is de klarinet. ‛Ik

    heb de klarinet in het bijzonder voor Ra-

    chel gebruikt. Het instrument past bij haar

    als we haar zien zitten in haar lange zwarte

    jurk, want ze is in de rouw. De klarinet

    wordt bespeeld in de lagere regionen en

    klinkt heel hol en zelfs een tikkeltje huive-

    ringwekkend, dus dat past heel goed bij

    haar. Rachel Weisz spreekt daarnaast met

    een lage stem en daarom denk ik dat zij –

    eerlijk gezegd – best klinkt als een klarinet;

    dat past op de een of andere manier perfect

    bij haar.՚ Heb je dit instrument alleen maar

    voor Rachel gebruikt? ‛In hoofdzaak wel,

    maar de film gaat bijna alleen over Rachel

    Weisz en Sam Claflin; zij domineren het

    grootste gedeelte van de film. Ik ging hier

    trouwens niet al te strikt te werk, dus je

    hoort de klarinet niet steeds als zij in beeld

    komt. Ik probeer niet rechtlijnig te zijn met

    zowel thema’s als de instrumentkeuze in-

    zake de personages. Je ziet Rachel Weisz

    vanzelf verschijnen, daar hoef ik het pu-

    bliek niet aan te herinneren. Het gaat er

    hier meer om de emotionele stemming een

    extra dimensie te geven. Het geluid van de

    klarinet doet me denken aan een gevoel

    van droefheid, als je het instrument be-

    speelt in de lagere regionen. Het instru-

    ment kan natuurlijk ook in de hogere re-

    gionen weerklinken, wanneer het in andere

    scènes een vrolijke klankkleur heeft. De

    klarinet is derhalve veelzijdig te noemen,

    de klarinet is Rachel.՚

    Rachel Weisz in My Cousin Rachel.

    Zijn er behalve de klarinet andere karakte-

    ristieke muzikale geluiden in de score? ‛Ja.

    De score wordt gekenmerkt door een con-

    sistente inzet van groepen uit het orkest.

    Allereerst is er een groep van vijftig strij-

    kers die nooit solistisch optreden. Ze spe-

    len altijd als groep en hierdoor vormen ze

    een krachtige ondersteuning die mij beviel.

    Anderzijds zijn de houtblazers echte solo-

    spelers, ze spelen nauwelijks gezamenlijk.

    Dan is er nog de harp die ik onweerstaan-

    baar vind. Die klinkt als een hartslag en

    kan evengoed romantisch klinken, daarom

    is er veel harp op bepaalde plekken te ho-

    ren. De hoorn is dan weer bij uitstek ge-

    schikt voor opnamen van het landschap en

    scènes in de buitenlucht om de sfeer van de

    jacht en de dans op te roepen. Dit zijn alle-

    maal voorbeelden van instrumenten die in

    de score op een consistente wijze worden

    gebruikt.՚

    Tegelijkertijd horen we de piano veelvul-

    dig. ‛Piano is het eerste instrument waarop

    ik heb leren spelen. De scores voor My

    Cousin Rachel en Suite Française heb ik

    grotendeels geschreven op de piano, het is

    dan ook logisch dat dit instrument een

    hoofdrol speelt. Blijkt het in de regel te

    werken, dan houd ik het bij de piano. In

    My Cousin Rachel speelt de piano vaak

    kleine motieven die heel goed de psycholo-

    gische toestand van Philip weergeven. Hij

  • 6

    Sam Claflin en Rachel Weisz in My Cousin Rachel.

    is nogal obsessief van aard en daardoor is

    hij voortdurend achterdochtig ten aanzien

    van Rachel. Voor de rest laat ik het over

    aan het orkest om melodieën te spelen

    evenals grootse gebaren, terwijl de piano

    de bezetenheid van Philip voor zijn reke-

    ning neemt.՚ My Cousin Rachel is een ro-

    mantische thriller. Heb je romantiek en

    suspense in de muziek door elkaar gebruikt

    of heb je beide gevoelens afzonderlijk

    gebruikt? ‛Het is een combinatie gewor-

    den. Soms zijn er stukken die ondubbel-

    zinnig romantisch zijn, maar voor het me-

    rendeel is de muziek romantisch met een

    vleugje droefenis. Ik vind de film meer een

    thriller dan een romantische film omdat het

    romantische aspect in zekere zin wordt

    overstemd door die achterdocht die meer

    bij een thriller past.՚

    Glas

    Over die achterdocht gesproken, een van

    de cd-tracks heet Suspicion. Hoe heb je dat

    ijzingwekkende geluid voor deze track tot

    stand gebracht? ‛Op verschillende niveaus.

    In de eerste plaats is de harmonie van dat

    thema enigszins ongewoon: tot op zekere

    hoogte is het bitonaal. Het zijn allemaal

    akkoorden bestaande uit zes noten en die

    akkoorden worden gespeeld door trillende

    strijkers waardoor een psychologisch ge-

    luid ontstaat dat ik mix met glas, het enige

    niet-orkestrale element in de gehele score.

    En over dit akkoord van zes noten heen

    horen we een zevende noot die een warme

    klank aanhoudt, afkomstig van glas en ho-

    ge strijkers. Dit alles slaat op Philip: hij

    heeft last van hoofdpijn en we weten niet

    of die een psychische oorzaak heeft of een

    medische – hij grijpt vaak naar zijn hoofd.

    Ik heb die hoofdpijn soms middels deze

    geluiden van glas en strijkers getracht weer

    te geven en dit geluid past goed bij het ach-

    terdochtsthema.՚ Heb je nog meer geluids-

    effecten in de score verwerkt? ‛Nee, voor

    deze score niet. Vaak doe ik dat wel, maar

    bij deze film vond ik dat ik zuiver en alleen

    orkestraal te werk moest gaan. Roger wees

    mij steeds weer op films van Hitchcock en

    op andere klassieke films net zoals hij aan-

    vankelijk een moderne aanpak wilde. Ech-

    ter, we wilden qua orkestratie en instru-

    mentkeuze een symfonische score nastre-

    ven. Het orkest was daarom voldoende.՚

  • 7

    Wat vond Roger Michell van je muziek?

    ‛Gedurende het proces was hij een enorme

    steun voor mij. Hij was net zoals ik tevre-

    den over de score. Hij is een fantastische

    regisseur om mee samen te werken omdat

    hij precies weet wat hij wil en recht door

    zee is. De ene keer zei hij: dat is heel mooi,

    bedankt! En de andere keer het tegenover-

    gestelde: misschien moet je toch nog eens

    daar naar kijken. Hij is een pietje precies in

    het geven van commentaar, wat ik heel erg

    waardeer. Ik kijk terug op een uitstekende

    samenwerking en ook al was dit mijn eer-

    ste score voor hem, ik heb hem heel goed

    leren kennen. Kortom, het componeren

    voor deze film was voor mij een geweldige

    leertijd.՚ Heeft Michell gevoel voor mu-

    ziek? ‛Jazeker. Hij speelt zelf gitaar en hij

    heeft een verfijnd muzikaal gehoor. Dat

    geldt ook voor Kevin Loader, de producer

    van de film. Hij beschikt over een fenome-

    nale kennis van klassieke muziek. Ik werd

    dus omringd door heel wat verfijnde mu-

    ziekoren die naar mijn demo’s luisterden.՚

    Rael Jones heeft ook de muziek geschre-

    ven voor de onlangs in Engeland en Ame-

    rika uitgezonden tv-serie Harlots die zich

    afspeelt in het Londen van de 18de eeuw.

    De hoofdpersonages zijn prostituees die in

    die tijd de enige burgers waren die finan-

    cieel onafhankelijk waren. ‛Harlots vond

    ik uniek omdat het zich afspeelt honderd

    jaar vóór My Cousin Rachel, terwijl de

    soundtrack 150 jaar na My Cousin Rachel

    ontstond. De regisseurs en de drie produ-

    cers van de serie waren allen vrouw. Ze

    wilden een vette, moderne soundtrack en

    daar was ik het van harte mee eens. Toen

    ik de eerste aflevering zag, was ik er vast

    van overtuigd dat de serie een moderne en

    rebelse benadering verdiende om recht te

    doen aan de vrouwen die zelf ook rebels

    waren. In het beginstadium experimen-

    teerde ik met enkele historische instrumen-

    ten zoals de klavecimbel, luiten etc. Dat

    zijn instrumenten die thuishoren in de tijd

    waarin de serie zich afspeelt. Maar ze wer-

    den bespeeld alsof het om heftige punk-

    rock ging. ՚

    Zowel My Cousin Rachel als Harlots zou

    voor Jones wel eens de doorbraak in Holly-

    wood kunnen betekenen. ‛Dat is zeer goed

    mogelijk. Helaas werd Suite Française

    nooit in Amerikaanse bioscopen uitge-

    bracht, maar ik denk dat ik door My Cousin

    Rachel zeker bekendheid zal krijgen. Ik

    ben tevreden over de score en over de wij-

    ze waarop film en muziek samengaan. Ik

    hoop dan ook dat heel wat mensen de film

    zullen zien en ook hoop ik dat de film tot

    meer opdrachten zal leiden. Ik houd zowel

    van Europese films als van grotere Holly-

    woodfilms, daarom sta ik open voor elk

    soort film. Filmmuziek maken bevalt me

    enorm omdat ik heel divers ben. Bij film-

    muziek gaat het vooral om de film: voor

    elke film zijn verschillende benaderingen,

    verschillende geluiden en verschillende

    instrumentaties nodig en zodoende is het

    heel handig als je uiteenlopende invalshoe-

    ken hanteert die het hart vormen van je

    compositiestijl. Ik kan klassieke muziek

    componeren die vrij authentiek klinkt en ik

    kan muziek schrijven die klinkt als Nirva-

    na of een heavy metal band. Ik heb dit al-

    tijd gedaan, zolang ik leef.՚

    PS

  • 8

    HANDBOEK VOOR DE REGISSEUR (annex componist)

    Hoe Dick Maas (bijna) al zijn films voorzag van muziek

    Zijn laatste film was een gevoelige flop, geheel tegen de verwachtingen in. Dick Maas wijdt in

    zijn onlangs verschenen handboek voor de beginnende Nederlandse regisseur veel aandacht

    aan dit echec, Prooi geheten. Maar gelukkig blikt hij ook openhartig terug op de tien voor-

    gaande films die voor het merendeel buitengewoon succesvol waren in de vaderlandse bios-

    copen. Over zijn rol als zelfvoorzienend componist doet hij er nagenoeg het zwijgen toe.

    Wat je ook vindt van Dick Maas (66), en-

    kele van zijn elf films behoren tot de meest

    iconische Nederlandse films. Titels als De

    lift (1983), Flodder (1986) en Sint (2010)

    zijn niet meer weg te denken uit de naoor-

    logse vaderlandse film. Flodder schopte

    het in 2007 zelfs tot de Canon van de

    Nederlandse film. Eerder dit jaar publi-

    ceerde Maas het boek ‛Buurman, wat doet

    u nu?՚, waarin hij aan de hand van zijn ei-

    gen carrière tips, trucs en anekdotes op-

    dient voor het voorbereiden en draaien van

    films en het uitbrengen ervan. In dit uit

    veertien hoofdstukken bestaande handboek

    voor aanstormende filmmakers presenteert

    Maas zich als regisseur, scenarioschrijver,

    producer en componist. Die eerste rollen

    komen ruimschoots aan bod, de rol van

    componist blijft nagenoeg geheel onder-

    belicht.

    Maar eerst nog iets over de rest van het

    boek, waarvan de titel natuurlijk afkomstig

    is uit Flodder. Als een zelfbewuste school-

    meester (Maas’ vijfde rol) wijst hij de lezer

    de weg door het gehele productieproces

    van een film. Veel aandacht geeft hij aan

    het scenario, de cast, locaties, opnamen en

    de montage. Elk hoofdstuk wordt afgeslo-

    ten met citaten (in het Engels) van minder

    of vooral meer bekende collega-regisseurs

    en met een aantal leerpunten onder de kop

    Wat hebben we geleerd? Maas kan het niet

    laten om af en toe ongezouten kritiek te ui-

    ten op collega’s, instituten en andere film-

    medewerkers die hem ooit dwarsgezeten

    hebben. Dat doet hij vaak op humoristische

    toon en die (zwarte) humor kenmerkt ook

    de rest van dit boek.

    Slechts één pagina lang krijgt de lezer een

    bescheiden indruk van de vierde rol van

    Maas, namelijk die van componist van zijn

    eigen films. Twee foto’s spreken als het

    ware boekdelen: we zien de regisseur thuis

    achter twee geleende synthesizers (de Ro-

    land Jupiter 8 en de Juno 60) muziek

    schrijven voor zijn debuutfilm De lift.

    Maas in het boek: ‛Ik zelf ben ooit begon-

    nen met het maken van de muziek bij De

    lift, enerzijds omdat ik het leuk vond, maar

    ook omdat er eigenlijk geen budget was en

    ik ook geen tijd had om te overleggen met

    een componist. Na de laatste draaidag had-

    den we slechts een week of acht om de

    film te monteren, het geluid af te werken

    en de muziek te maken.՚ Producent Mat-

    thijs van Heijningen had echter grote

  • 9

    twijfels over Maas’ capaciteiten als com-

    ponist en hield voor de zekerheid een

    synthesizerband achter de hand. Maas was

    inmiddels bijna klaar met de score, zodat

    de band thuis kon blijven. Over de uitein-

    delijke muziek was hij tevreden: ‛In ieder

    geval is het een score geworden waarvan

    de titelmuziek nog steeds op allerlei com-

    pilatie-cd’s opduikt.՚

    Dick Maas componeert de muziek van De lift

    (1983). Foto uit besproken boek.

    Wat horen we eigenlijk? Die typische jaren

    ’80-synthesizermuziek: blikken, pompende

    klanken die overduidelijk volledig elektro-

    nisch zijn. Vette muziek dus die Maas ook

    gebruikte voor volgende films als Amster-

    damned (1988) en eigenlijk gedurende zijn

    gehele carrière. In latere films als Moord-

    wijven (2007) en Quiz (2012) horen we

    nog steeds die oubollige muziek, ook al

    horen we tijdens de begin- en eindtitels van

    beide films een niet onaardige melodie die

    vooral sfeerbepalend is. Voor de rest is het

    louter functionele spannings- en actiemu-

    ziek met hier en daar een dosis Mickey-

    Mousing. Slechts één keer liet hij de mu-

    ziek over aan een ander. Voor Down

    (2001) schiep Paul M. van Brugge een or-

    kestrale score vol inventieve suspense en

    gespierde actie die niet zou misstaan in een

    Hollywoodfilm. Dat Maas veel vertrouwen

    heeft in zijn eigen kunnen als componist

    bewijst het grote aantal scores (acht stuks)

    dat via iTunes kan worden aangeschaft.

    Aan zijn laatste film wijdt Maas veel aan-

    dacht, niet alleen qua tekst maar ook qua

    foto’s. Gezien de geavanceerde technische

    mogelijkheden – onder meer voor het na-

    bootsen van een levensgevaarlijke leeuw in

    de stad Amsterdam – zullen de vele foto’s

    de lezer annex toekomstige filmmaker be-

    slist van dienst zijn. Ongemerkt lijkt het er

    daarnaast op dat Maas zijn verbazing even-

    als ingehouden woede over dit falen aan de

    bioscoopkassa’s van zijn elfde geesteskind

    op deze wijze een beetje kwijt kan. Over

    iets meer dan twee pagina’s tracht hij zelf

    een verklaring te geven voor het floppen

    van Prooi. Schuld hieraan waren volgens

    hem een verkeerd affiche en incompetente

    promotie door distributeur Dutch Film-

    works. Maar in diverse media werd de vin-

    ger wellicht beter op de zere plek gelegd:

    zijn ouderwetse format spreekt het heden-

    daagse, jonge filmpubliek nauwelijks meer

    aan. Een van die ouderwetse ingrediënten

    is de muziek die niet meer van deze tijd

    zou zijn. Net als bij al die andere aspecten

    van het filmen zou Maas meer aansluiting

    moeten zoeken bij jongere generaties film-

    makers. Misschien dat een cursus muziek

    componeren hem uit de brand zou helpen.

    Dat hij best verstand heeft van muziek be-

    wees hij in de jaren ’80 al met enkele voor

    Nederlandse begrippen baanbrekende vi-

    deoclips zoals die voor enkele liedjes van

    de Golden Earring waaronder natuurlijk

    When the Lady Smiles (1984). En wat te

    denken van die leuke cameo van Bert

    Haanstra in Amsterdamned? Op een boot

    dirigeert hij een orkest dat de muziek uit

    zijn kaskraker Fanfare speelt. Dat was nog

    eens filmmuziek.

    ‛Buurman, wat doet u nu?՚ Films maken in

    Nederland. Dick Maas. Parachute Pictures,

    Amsterdam, 2017. ISBN 978-90-820704-

    2-2, 360 blz. Prijs: € 24,95 (Bol.com).

    PS

  • 10

    NA DE OSCAR

    Hoe het Steven Price verging na zijn overwinning

    Op 2 maart 2014 won Steven Price een Oscar voor zijn score voor de ruimtefilm Gravity van

    Alfonso Cuarón. Met zijn 36 jaar was de Britse filmcomponist een van de jongste winnaars

    ooit in de categorie Beste muziek. Gravity was nog maar zijn derde score. Hoe verging het

    hem nadien? Onlangs ging Baby Driver, een nieuwe film met muziek van zijn hand, in rou-

    latie.

    Steven Price.

    Steven Price (Nottingham, 1977) was van

    kinds af aan met muziek bezig en studeer-

    de muziek aan de Universiteit van Cam-

    bridge. Na zijn afstuderen begon hij op 21-

    jarige leeftijd in de Britse muziekwereld te

    werken. Price vertelde Score over zijn mo-

    tivatie daartoe: ‛Muziek en verhalen schrij-

    ven, daar hield ik mij als kind al mee be-

    zig. Filmmuziek is een combinatie van

    beide en heeft me altijd gegrepen net zoals

    het feit dat je met muziek personages vorm

    kunt geven en het publiek bij een film kunt

    betrekken.՚ Zijn eerste schreden als film-

    componist zette hij als assistent van de

    Zuid-Afrikaanse filmcomponist Trevor

    Jones. Hun eerste samenwerking betrof het

    in Nederland nooit uitgebrachte The Long

    Run (2001), een film over de marathon-

    sport. ‛Vervolgens deden we de film Thir-

    teen Days die ging over de Cubacrisis met

    Kevin Costner in de hoofdrol. Een boeien-

    de film waarbij ik veel heb geleerd zoals

    het schrijven van een underscore bij dia-

    loogscènes en in hoeverre deze dialoog een

    scène kan ondersteunen. Ik heb dit alles er-

    varen als een ware masterclass.՚

    Price werd steeds actiever in de filmin-

    dustrie. Hij werkte onder meer als muziek-

    editor, arrangeur en muzikant voor talloze

    Britse en Amerikaanse producties. Zijn

    eerste score schreef hij samen met de po-

    pulaire Britse band Basement Jaxx voor de

    kleine, maar opvallende film Attack the

    Block (2011) van Joe Cornish. ‛Ja, dat was

    mijn eerste zelf geschreven score. Na aller-

    hand baantjes in de filmindustrie hoopte ik

    vurig dat iemand me een kans zou geven

    als componist. En zo kwam het dat Attack

    the Block de eerste keer was dat iemand

    mij vertrouwen gaf in de vorm van een

    budget. En al heeft hij niet heel veel geld

    opgebracht, toch heb ik veel te danken aan

  • 11

    Sandra Bullock en George Clooney in Gravity.

    deze film. Veel mensen hebben hem na-

    melijk gezien en daardoor gingen heel wat

    deuren voor mij open. Zonder deze film

    had ik geen ontmoeting gehad met de ma-

    ker van Gravity. En wat te denken van Ed-

    gar Wright, een van de producers van de

    film, voor wie ik vervolgens The World’s

    End heb gedaan, wat ook een enorme op-

    steker voor mij betekende.՚

    Ruimte zonder muziek

    Ook Alfonso Cuarón had Attack the Block

    gezien. De Mexicaanse regisseur was bezig

    met de voorbereidingen voor zijn nieuwe

    film Gravity, die zich geheel in de ruimte

    zou afspelen. Sandra Bullock en George

    Clooney waren gecontracteerd voor de

    hoofdrollen. Cuarón zocht een componist

    die open wilde staan voor nieuwe dingen

    en vond in Price de geschikte kandidaat.

    ‛De bedoeling was dat onze eerste ontmoe-

    ting hooguit tien minuten zou duren, maar

    het werden uiteindelijk tweeënhalf uur. Al

    gauw ging het als volgt: we zouden dit

    kunnen doen of misschien dat. Vervolgens

    keerde ik huiswaarts waar ik verder ging

    met ideeën uitwerken. En dat werd weer

    vervolgd met verscheidene ontmoetingen.

    We zijn allebei personen die graag en goed

    samenwerken.՚ Zoals gezegd speelt Gravi-

    ty zich geheel af in de ruimte, een univer-

    sum zonder geluiden en dus ook zonder

    muziek. ‛Klopt, de muziek diende er voor-

    al toe de kijker echt deelgenoot te laten

    maken van Sandra Bullocks ruimteavon-

    tuur.՚

    Muziek speelde op deze wijze een promi-

    nente rol in Gravity. Had Price dat gauw

    door? ‛Zeker, ik vermoedde al snel het be-

    lang ervan, maar ik was zo druk dat ik pas

    bij de wereldpremière in Venetië besefte

    hoe goed de score in de film werkte. Alles

    kwam hier prachtig samen, wat te danken

    is aan de genialiteit van Alfonso. Hij en

    niemand anders had dit allemaal voorzien.՚

    Deze score bood Price een unieke uitda-

    ging, ‛omdat je je in een wereld begeeft

    waar geen geluid en muziek is. Hier kon ik

    variëren van heel kleine dingen naar heel

    grote dingen vol details waarvan ik wist

    dat ze zouden worden gehoord, met als ge-

    volg dat ik heel subtiele nuances kon aan-

    brengen op een wijze die in elke andere

    film volledig onopgemerkt zou blijven. Zo

    waren explosies in Gravity muzikale gelui-

    den waardoor deze score een volstrekt

    unieke belevenis werd.՚

    Ondanks de adembenemende locatie was

    Gravity een relatief korte film van ander-

    half uur. De cd met de score duurt ruim

    zeventig minuten. Op de cd ontbreekt dus

  • 12

    weinig muziek. Zijn er ook momenten

    zonder originele muziek? ‛Aan het begin

    van de film zit een gedeelte waarin we de

    hoofdpersonages leren kennen en waar

    George Clooney naar countrymuziek luis-

    tert. Daarnaast is er muziek die als een

    constante toon weerklinkt, voortgebracht

    door een akoestisch klinkende gitaarsnaar,

    maar eigenlijk hebben we hier niet te ma-

    ken met een compositie, maar meer met

    een geluidsding. Ook hebben we op som-

    mige momenten de stilte echt wat aange-

    dikt. We creëerden iets op de geluidsband

    waarna we naar het absolute niets gingen

    teneinde de eenzaamheid en het vacuüm

    waarin Sandra zich bevindt te benadruk-

    ken.՚ Voor dit soort scènes was de samen-

    werking met geluidstechnici ongetwijfeld

    van groot belang. ‛Inderdaad. We waren

    allemaal vanaf de start bij de film betrok-

    ken om vervolgens in de geest van Alfon-

    so’s concept aan de slag te gaan. Geëxpe-

    rimenteerd werd er ook volop en dat alle-

    maal onder de leiding van Alfonso die

    steeds weer een stapje verder ging. Waarop

    wij dan zeiden: Goh, wat ingenieus. Waar-

    na wij hem volgden en hij zei: nou, ga ver-

    der. Al met al was het een weergaloze,

    unieke ervaring.՚

    Heeft het succes van de film Price erg

    verrast? ‛Absoluut. Ik herinner me nog dat

    ik de score aan het mixen was en dacht:

    misschien krijg ik wel nooit meer een op-

    dracht. Als ik nu terug luister is dat een

    vreemde ervaring, zeker voor een score

    van een Hollywoodfilm. Ik kneep het hem

    echt toen de eerste recensies verschenen en

    ik de neiging voelde om ze weg te klikken

    op mijn computer. In plaats daarvan sprak

    de muziek het publiek aan. Toch speelde

    steeds weer in mijn hoofd: dit is niet echt!

    Een jaar lang bevond ik mij in een soort

    surrealistische wereld. Ik had dit echt niet

    verwacht. Ik was best trots op mijn mu-

    ziek, ook als de film een flop was gewor-

    den.՚

    Steven Price won als een van de jongste

    componisten ooit de Oscar voor de beste

    score. Heeft hij nadien veel aanbiedingen

    ontvangen? ‛Je komt als het ware vanuit

    het niets en dan overvalt dit grote succes

    je, waardoor je veel gevraagd wordt maar

    tegelijkertijd is er ook enig wantrouwen:

    kan hij eigenlijk wel iets anders? Kortom,

    er zaten twee kanten aan het succes. Voor-

    dat überhaupt iemand Gravity had ge-

    hoord, wist ik al dat ik Fury zou gaan

    doen. En de dag na de Oscars was ik al

    achter op schema voor Fury, dus ik had

    niet eens de tijd om me zorgen te maken

    over nieuwe opdrachten. Fury was de eer-

    ste film waarbij ik doorhad dat het publiek

    naar de muziek zou luisteren. Toen ik de

    laatste hand legde aan Gravity verwachtte

    ik niet dat mensen de muziek zouden op-

    merken.՚

    Metalig

    Fury van David Ayer draait om een tank-

    bataljon van het Amerikaanse leger dat

    zich in de laatste dagen van de Tweede

    Wereldoorlog diep in het Duitse binnen-

    land bevindt. Ayer en Price wilden vanaf

    het begin geen ‘period’ score. ‛De soldaten

    zijn al een jaar of vier samen in dit tankba-

    taljon en we wilden ons niet binden aan dit

    tijdsbestek, want het gaat hier om beleve-

  • 13

    nissen die niet aan een bepaald tijdperk

    verbonden zijn. Toen we dit besluit een-

    maal hadden genomen kon ik verder: er zit

    orkestrale muziek in, maar net zo goed zijn

    er veel geluidseffecten. Zo werd dit geen

    traditionele score voor een film die zich

    afspeelt in de Tweede Wereldoorlog met

    soms een romantisch zijpad, maar vooral

    een instinctieve ervaring.՚ Meer nog dan

    bij Gravity horen we metalige geluidsef-

    fecten. ‛Omdat ik opnieuw vroeg bij de

    film betrokken was, vroeg ik mijn geluids-

    collega’s: kunnen jullie wat geluiden voor

    me opnemen? Ze kwamen met geluiden

    van de originele Sherman tanks en vervol-

    gens luisterden we welke muziek er als het

    ware in deze geluiden zat. Toen we later in

    Abbey Road het orkest opnamen, werden

    stukjes wapentuig en delen van de tank de

    studio in gedragen waar we dan tegenaan

    sloegen. Alles klinkt daardoor nogal knar-

    send en metalig. Het gaat om mensen in

    een machine.՚

    Er wordt in de score van Fury ook heel wat

    afgezongen. ‛Dat hebben we gedaan bij de

    emotionele momenten. Meestal is dat ge-

    zang vrij monotoon. De mannen zitten

    midden in Nazi-Duitsland en worden over-

    al omringd door Duitsers. Ik wilde dat de

    luisteraar het gevoel krijgt dat hij muziek

    van deze Duitsers hoort in de vorm van

    Lutherliederen.՚ Brad Pitt speelt de aan-

    voerder van het bataljon en Logan Lerman

    is de jonge, onervaren soldaat Norman die

    tijdens de tocht volwassen wordt en iets

    moois krijgt met een jong Duits meisje.

    Emma is haar naam en het nummer met

    dezelfde naam vormt het hart van de score.

    ‛Dit is een van de eerste stukken die ik

    schreef. Het betreft een uiterst pijnlijk mo-

    ment voor deze Norman en het vormt daar-

    door het keerpunt in de film. Je hoort hier

    koorzang evenals een solostem die klinkt

    als een pijnlijke schreeuw, zeg maar als

    een soort ontlading. Alle voorgaande the-

    ma’s leiden naar dit moment waarop Nor-

    man werkelijk doorheeft wat oorlog exact

    inhoudt. Hij verandert van een angstige

    jongen in de man die hij op dat moment is.՚

    Brad Pitt en Logan Lerman in Fury.

    Meer nog dan de vooral technische score

    voor Gravity toonde Price met de muziek

    voor Fury wat hij in zijn mars had. De

    meer emotionele muziek legde binnen de

    karakters van de bikkelharde soldaten emo-

    tionele lagen bloot. Na de score voor The

    Hunt, een natuurserie van de BBC uit

    2015, waarvoor Price een grotendeels sym-

    fonische score met stevige percussieve ba-

    sis schreef, deed David Ayer wederom een

    beroep op hem. Suicide Squad (2016) heet-

    te hun nieuwe samenwerking en net als bij

    Fury was Price vanaf de start nauw betrok-

    ken bij dit project. Voor de groep onwaar-

    schijnlijke antihelden in deze comic-book-

    verfilming moest hij uiteenlopende the-

    ma’s schrijven. Naast de vele hits die deze

    doldwaze actiefilm begeleidden, schreef hij

    stevige actiemuziek met een aanzienlijk

    rockgehalte en heel wat ruwe randjes die af

    en toe werden afgewisseld door gevoelige

    stukken, hetgeen ook geldt voor de mooie

    afsluiter. In een interview met filmsite Col-

    lider vertelt Price over de vele reshoots en

    het effect daarvan op zijn score: ‛Ik heb de

    neiging om altijd dingen te herzien als on-

    derdeel van mijn werkwijze, dus in die zin

    was dit niet bijzonder. Maar extra opnamen

    zorgen voor meer tijd waarin je wat meer

    op adem kunt komen. Stilistisch gezien

    voelde het echter alsof er een min of meer

  • 14

    Jamie Foxx en Ansel Elgort in Baby Driver.

    constante lijn was in de manier waarop de

    score tot stand kwam.՚

    Nog voordat Suicide Squad werd uitge-

    bracht was Price verbonden aan Ant Man,

    de nieuwe film van Edgar Wright, met wie

    hij in 2013 The World’s End had gedaan.

    Echter, zowel regisseur als componist

    haakte in 2014 af, ook al hadden beiden

    veel tijd in dit project gestoken. In plaats

    daarvan werkten ze voor de actiefilm Baby

    Driver die onlangs werd uitgebracht. Voor

    deze film en The World’s End geldt een

    soortgelijk stramien: in de eerste helft

    vooral hits en in de tweede helft een grote

    rol voor de originele score. Die score bege-

    leidt de vele vechtscènes (The World’s

    End) en achtervolgingen (Baby Driver) en

    is net als de muziek voor Suicide Squad

    een stevige mix van rock en orkestraal,

    waarbij de poëtische stukken onvermijde-

    lijk een orkestrale ondersteuning kennen.

    De hits in Baby Driver bepalen regelmatig

    de handeling in de film. Als een eigentijdse

    choreografie bepaalt het ritme van bijvoor-

    beeld Hocus Pocus van onze eigen Focus

    de bewegingen en montage van de bijbeho-

    rende actiescène. Door deze choreografi-

    sche aanpak was het voor Price lastig zijn

    muziek net zo’n karakter te geven.

    Wat brengt de toekomst? Alfonso Cuarón

    is bezig met de voorbereidingen voor de

    opvolger van Gravity. Het moet zijn eerste

    Spaanstalige film worden sinds zijn door-

    braakfilm Y tu mamá también uit 2001.

    Plaats van handeling is zijn geboortestad

    Mexico City. Of Price de muziek voor zijn

    rekening zal nemen, is nog niet officieel

    bevestigd.

    PS

  • 15

    MUZIEK VOOR VERBODEN VRUCHTEN

    Tiomkin versus Selznick

    Wat doe je als je de grootste film aller tijden hebt gemaakt? Je probeert die te overtreffen met

    een nog ontzagwekkender epos. Dat moet David O. Selznick voor ogen hebben gestaan toen

    hij halverwege de jaren ’40 van de vorige eeuw in een boek van schrijver Niven Busch een

    nieuwe uitdaging vond. Duel in the Sun (1946) zou nog grootser moeten worden dan zijn

    monumentale Gone With the Wind uit 1939. De complete score van deze epische western

    werd vorige maand uitgebracht door het Belgische label Prometheus. Dimitri Tiomkin schreef

    een van zijn eerste westernscores voor het megalomane project van Selznick wat niet geheel

    van een leien dakje is gegaan.

    Met Gone With the Wind had Selznick

    (1902-1965) op 37-jarige leeftijd in Holly-

    wood de top bereikt. Na drie jaar zwoegen

    was het hem gelukt een vier uur durend

    filmepos af te leveren dat in alle opzichten

    gigantisch bleek te zijn. Acht Oscars –

    waaronder die voor beste film – vielen de

    film een jaar later ten deel. En nadat Selz-

    nick met het door hem geproduceerde Re-

    becca (1940) voor het tweede jaar op rij de

    Oscar voor beste film had gewonnen pro-

    duceerde hij “kleinere” films als Since You

    Went Away (1944) en Spellbound (1945).

    Maar het bloed kruipt waar het niet gaan

    kan. Een jaar eerder verscheen de roman

    Duel in the Sun van schrijver Niven Busch.

    In deze bestseller zag Selznick een kans

    om het overweldigende succes van Gone

    With the Wind bijkans voorbij te streven.

    Als regisseur koos hij King Vidor met wie

    hij weliswaar slechts één film had gemaakt

    (Bird of Paradise, 1932) maar met wie hij

    nadien altijd bevriend was gebleven. Voor

    de rollen van de twee broers die onder de

    betovering van de halfbloed indiaanse

    Pearl Chavez geraken werden Gregory

    Peck en Joseph Cotten geëngageerd. Pearl

    zou worden vertolkt door Jennifer Jones,

    een actrice die Selznick enkele jaren daar-

    voor zelf had ontdekt en die voor haar

    eerste hoofdrol – in The Song of Berna-

    dette (1943) – een Oscar had gewonnen.

    Lillian Gish, Lionel Barrymore en Walter

    Huston werden gecast in de voornaamste

    bijrollen. De opnamen startten begin 1945

    op locatie in Arizona en duurden tot augu-

    stus van dat jaar. De productie werd onder

    meer geplaagd door enkele stakingen,

    slecht weer, onenigheid tussen regisseur en

    producer en heel veel meer. Een ongeken-

    de publiciteitscampagne moest het publiek

    in datzelfde jaar alvast warm maken voor

    het gigantische westernepos waarvan de

    release steeds weer werd uitgesteld. Maar

    het grootste obstakel op de weg naar de

    filmpremière was Selznick zelf. Talloze

  • 16

    scriptherzieningen zorgden ervoor dat heel

    wat scènes – soms in een laat stadium –

    opnieuw moesten worden opgenomen. Zijn

    scheiding van Irene Mayer tussen de be-

    drijven door was slechts een onbetekenend

    voorval.

    Hoewel King Vidor als enige regisseur op

    de aftiteling staat vermeld waren er nog zes

    regisseurs betrokken bij de film waaronder

    Josef von Sternberg, William Dieterle (hij

    filmde een geheel nieuwe beginsequentie)

    en Selznick zelf. Intussen werkte achter de

    camera niet één director of photography,

    maar liefst drie en volgens andere bronnen

    zelfs zes. Duel in the Sun werd uiteindelijk

    een film van de superlatieven. De western

    duurde bijna tweeënhalf uur, werd ge-

    draaid in glorieus Technicolor, zat vol met

    talloze sterren, werd op veel locaties buiten

    de studio gedraaid en werd zoals gezegd

    vooruitgegaan door een flinke dosis publi-

    citeit (voor het indertijd ongekende bedrag

    van $2 miljoen). Maar ook nu nog oogt

    Duel in the Sun indrukwekkend, met name

    door de prachtige buitenopnamen met een

    overdaad aan roodgloeiend, massale scènes

    met mannen te paard (en zonder hulp van

    de computer), enkele opmerkelijke acteer-

    prestaties en enkele voor die tijd vergaande

    liefdesscènes. De totale productiekosten la-

    gen uiteindelijk rond het destijds astrono-

    mische bedrag van $6 miljoen.

    En dan was er nog de muziek. Als jonge

    producer bij RKO werkte Selznick begin

    jaren ’30 regelmatig samen met Max Stei-

    ner die hij de vrije hand gaf om te experi-

    menteren met muziek in films. Zo bevat

    het overgrote deel van Symphony of Six

    Million (1932) muziek en een jaar later

    schreef Steiner geschiedenis met zijn score

    voor King Kong, geproduceerd door Selz-

    nick. Deze had dertien jaar later voor Duel

    in the Sun iets nieuws bedacht: een pitch

    voor componisten. Een van de afvallers

    was Miklós Rózsa die niet lang daarvoor

    nog een Oscar had gewonnen voor Spell-

    bound en deze auditie als een belediging

    opvatte. Winnaar werd Dimitri Tiomkin

    (1894-1979) die toen nog geen grote naam

    was ondanks scores voor Lost Horizon

    (1937) en The Westerner (1940). Duel in

    the Sun zou hem in twee opzichten vooruit

    helpen: als componist van grote producties

    en als westerncomponist.

    Dimitri Tiomkin dirigeert de muziek voor Duel

    in the Sun.

    Selznick was de man van de memo’s.

    Tiomkin beschrijft in zijn autobiografie

    Please Don’t Hate Me ¹ hoe hij enkele me-

    mo’s ontving met thema’s voor de film zo-

    als jaloezie, verre herinneringen, conflict,

    sentimentele liefde en orgasme. Hij schreef

    gepaste muziek voor deze thema’s en voer-

    de die uit in een zaaltje van een opname-

    studio. Selznick en enkele collega’s – op

    de achterste rij gezeten – luisterden aan-

    dachtig. Alles verliep naar tevredenheid

    totdat de componist zijn orgiastische com-

    positie liet spelen. Selznick verliet de zaal

    en ontbood Tiomkin vervolgens op zijn

    kantoor. Dit thema deugde niet, want het

    moest niet sentimenteel klinken, maar ge-

    welddadig, onbeheerst en orgiastisch, aldus

    de producer. Tiomkin beloofde andere mu-

    ziek te schrijven en stak er een dosis ritme

    onder. Weer was de producer ontevreden:

    de componist moest de teugels veel meer

    laten vieren. Tiomkin schreef nieuwe mu-

    ziek, dit keer met woeste uithalen. Hij was

    nu ten einde raad. Echter, voor de derde

  • 17

    keer liep Selznick de zaal uit. In zijn kan-

    toor aangekomen vroeg de componist:

    ‛What is wrong now?՚ I restrained myself

    with difficulty.

    ‛Dimi, that is not the way I make love.՚

    With that, my Russian inflections thickened

    in a shout of rage: ‛But is the way I make

    love.՚

    He burst out laughing. That was the end of

    it. He agreed I should make musical love in

    my own way. When the story got around,

    everyone laughed; and “orgiastic” went

    into the picture the way I’d written it the

    third time.

    De uit Oekraïne (in 1894 tot Rusland beho-

    rend) afkomstige componist schreef een

    grootschalige score die verscheidene melo-

    dische thema’s voor de hoofdpersonen om-

    vatte evenals muziek voor massascènes,

    een prelude, actie en uiteraard voor de ge-

    waagde momenten tussen Pearl Chavez en

    Lewt, de ongetemde wildebras uit haar

    pleegfamilie, waaronder een scène die het

    midden hield tussen verkrachting en on-

    stuimige fysieke liefde. De publiciteitsma-

    chine rondom de prestigieuze film die

    maar niet wilde uitkomen betrok ook de

    originele score waarvan delen op plaat

    werden uitgebracht in de campagne, een in

    die prille naoorlogse jaren nog relatief

    nieuwe praktijk.

    Duel in the Sun ging dan toch nog in 1946

    in première, op de een na laatste dag van

    het jaar. Dankzij de vele publiciteit waren

    de verwachtingen hooggespannen. De film

    werd aan de kassa geholpen door de con-

    troverse rondom enkele omstreden scènes

    zoals de hierboven beschreven verkrach-

    tingsscène. Ruim $20 miljoen bracht de

    film in het laatje en daarmee ging hij de

    boeken in als een financieel succes. Minder

    positief was de pers die de film vrijwel

    unaniem afkraakte als over de top. Ook

    waren er slechts twee Oscarnominaties die

    niet werden verzilverd: voor Jennifer Jones

    en Lillian Gish. Meer verbazing wekte het

    negeren van de muziek door de Academy.

    Christopher Palmer schaart de score in zijn

    biografie van de componist – Dimitri

    Tiomkin: A Portrait – onder diens belang-

    rijkste werken. Hij roemt met name de be-

    faamde slotscène waarin Pearl en Lewt el-

    kaar neerschieten en vervolgens in elkaars

    omarming sterven: ‛neo-Wagnerian extra-

    vaganza,՚ aldus de biograaf. ²

    Dimitri Tiomkin zou twee jaar later weder-

    om furore maken met een westernscore:

    Red River. Daarna volgden scores voor

    talloze westerns zoals High Noon (1952),

    Giant (1956), Gunfight at the O.K. Corral

    (1957), Rio Bravo (1959) en The Alamo

    (1960). En zo werd de Russische Oekraïner

    bij uitstek de westerncomponist van Holly-

    wood.

    ¹ Please Don’t Hate Me. Dimitri Tiomkin

    en Prosper Buranelli. Doubleday & Com-

    pany, Inc., New York, 1959.

    ² Dimitri Tiomkin: A Portrait. Christopher

    Palmer. T.E. Books, Londen, 1984.

    PS

  • 18

    RECENSIES

    MY COUSIN RACHEL

    Sony Classical 88985432092

    26 tracks, 49:55

    My Cousin Rachel speelt zich af op het Engelse platteland van

    de 19de eeuw. Componist Rael Jones schreef een prachtige

    symfonische score voor deze verfilming van de roman van

    Daphne du Maurier. Hij begint de score in Who’s to Blame?

    met een kort pianomotiefje dat onheil aankondigt. Dit krachti-

    ge onheilsmotief keert regelmatig terug en vormt een rode

    draad door film en score. Jones laat vervolgens in de tweede track (Memory of a Happy Day)

    iets onbestemds horen en enkele volgende tracks lijken doortrokken te zijn van iets myste-

    rieus of ongemakkelijks. Al dat onheil en mysterie hoeft niemand te bevreemden, aangezien

    de grote vraag omtrent de mysterieuze Rachel – heeft zij de voogd van haar neef Philip ver-

    moord? – tot het einde onbeantwoord blijft. Met kleine muzikale effecten en een meesterlijke

    instrumentkeuze laat Jones de kijker tot het eind in het ongewisse. Dat doet hij bijvoorbeeld

    met schrijnende tonen in de hogere registers of met ijle violen die de spanning enkel tot grote

    hoogte drijven. Dat er ook plaats is voor enkele romantische momenten bewijzen tracks als

    Christmas en I Will Not Permit It. Rael Jones heeft een meesterlijke score afgeleverd die veel

    belooft voor de toekomst.

    PS

    THE PROMISE

    Lakeshore Records LKS 349762

    17 tracks, 52:03

    Terry George regisseerde in 2004 Hotel Rwanda over de

    Rwandese genocide van 1994. Dertien jaar later maakte hij The

    Promise, een film over de Armeense genocide ten tijde van de

    Eerste Wereldoorlog. Gabriel Yared, die altijd een sterke affi-

    niteit heeft gevoeld met zijn Armeense vrienden uit zijn ge-

    boortestad Beiroet, schreef de muziek voor deze epische film.

    Ondanks de grootschalige proporties van de film houdt de componist het grotendeels klein-

    schalig. Enkel in tracks als Exodus, Way Home en Going Up the Mountain pakt hij uit met

    onstuimige percussie en een energieke drive, waardoor de onthutsende beelden een dosis

    pathos meekrijgen. Ook het hoofdthema kent een groots geluid. Voor de rest zoekt Yared het

    in verstilde, melodieuze composities zoals de vele liefdesstukken voor de geliefden Michael

    en Ana en naar klaagzang neigende stukken evenals een requiem in Mourning. Geregeld ge-

    bruikt Yared hierbij etnische instrumenten om de locatie te benadrukken. Op deze cd staan

    verder enkele traditionals waaronder een bekend Armeens lied getiteld Sari Siroun Yar. De cd

    sluit af met het door de onlangs overleden Chris Cornell geschreven en uitgevoerde lied The

    Promise. Gabriel Yared biedt ons niets nieuws, maar zijn gevoelige en melodierijke stukken

    zijn toch steeds een aanleiding om deze meeslepende score te beluisteren. PS

  • 19

    PAPILLON

    Quartet Records QR286

    27 tracks, 71:31

    In 1973 verscheen de film Papillon onder regie van Franklin J.

    Schaffner naar het boek van Henri Charrière. Dalton Trumbo

    schreef het script naar het waargebeurde verhaal en Steve

    McQueen en Dustin Hoffman speelden de hoofdrollen. De

    prachtige muziek is van Jerry Goldsmith. Geen rare keuze van

    de regisseur die al met Goldsmith had samengewerkt bij The

    Stripper (1963), Planet of the Apes (1968) en Patton (1970). Na Papillon werd de samenwer-

    king vervolgd met de films Islands in the Stream (1977), The Boys from Brazil (1978) en

    Lionheart (1987). Het verhaal in de film speelt in Frans Guyana op een eiland waar Franse

    criminelen gevangen zaten. De muziek voor Papillon begint met een wals op accordeon met

    orkest. Om de score een Frans tintje te geven werd de accordeon ingezet. Dit is een heel toe-

    gankelijke score van Goldsmith die toch vaak de moeilijke muziek opzoekt als ik aan Planet

    of the Apes denk. Ook deze score heeft atonale momenten, doch minimaal. Het gebruik van

    harp, dwarsfluit en houten percussie geeft de score een exotisch karakter. Op deze bijzondere

    cd-uitgave staat voor het eerst de complete geremasterde score en dat maakt deze uitgave in-

    teressant. De geluidskwaliteit is beter dan ooit tevoren. Ook staan er tracks met source music

    op de cd zoals thema’s uit Faust van Gounod, bewerkt voor blaasinstrumenten door Alexan-

    der Courage. Ook een paar alternatieve versies van de score vullen de cd. Eén van de mooiste

    werken van Goldsmith is nu compleet verkrijgbaar, zij het in beperkte oplage.

    ST

    THE CAINE MUTINY

    Intrada Special Collection Volume ISC 382

    28 tracks, 53:25

    Hier is de wereldpremière van Max Steiner’s legendarische

    score voor The Caine Mutiny. Humphrey Bogart schittert in de

    beroemde film uit 1954 en won een Oscarnominatie voor zijn

    rol als kapitein Queeg op een mijnenveger in de Stille Oceaan

    tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is Intrada weer gelukt

    een filmscore op leeftijd op te poetsen, waardoor liefhebbers

    van Max Steiner aan hun trekken komen. De score is rijk aan

    marsmuziek waar John Philip Sousa niet voor onder doet. Zelfs het fluitje van de marine-

    kapitein zit er in verwerkt en doet mij even aan de film The Sound of Music denken. Uiteinde-

    lijk heeft de score maar een paar pakkende thema’s die in diverse variaties terugkeren. Dit

    heeft tot gevolg dat men na de film nog dagen met het deuntje in het hoofd rondloopt. Een

    belangrijk weetje is dat RCA in 1954 een elpee had geperst met dramatische hoogtepunten uit

    de film. Muziek van Max Steiner zonder dialogen of geluidseffecten ontbrak op deze elpee.

    Omdat er rechten op deze filmgeluiden zaten werd de plaat direct uit de handel gehaald en

    slechts een paar hebben het overleefd. Die paar exemplaren hebben een marktwaarde van

    duizenden dollars, er is in 1970 een bootleg van geperst en in 1993 nog eens. Nu dan eindelijk

    de complete score zonder dialoog, met tevens het lied uit de film For He’s a Jolly Good Fel-

    low en de song I Can’t Believe That You’re in Love With Me gezongen door May Wynn en

    een gearrangeerde instrumentale versie door George Duning die de score een mooi tijdsbeeld

    uit die periode geven. ST

  • 20

    THE DAY THE EARTH STOOD STILL

    Satellite SAT001LP

    17 tracks, 35:01

    In 1951 verscheen de sciencefictionfilm The Day the Earth

    Stood Still geregisseerd door Robert Wise. Bernard Herrmann

    werd gevraagd de score te schrijven en er iets speciaals van te

    maken. Dat nam Herrmann serieus op. Hij componeerde de

    score in juli 1951 en in augustus werd hij opgenomen. Herr-

    mann nam theremin meester Samuel Hoffman in de arm om

    een dreigende atmosfeer toe te voegen die een handelsmerk

    zou worden voor sciencefiction soundtracks in de jaren ‘50. Naast Hoffman’s theremin zijn de

    andere instrumenten voor de score: viool, cello en bas (alle drie elektrische), een andere there-

    min (gespeeld door Paul Shure), twee hammondorgels, een groot studio elektrisch orgel, drie

    vibrafoons, twee glockenspiels, twee piano's, twee harpen, drie trompetten, drie trombones en

    vier tuba's. Bijzondere overdubbing en tape-reversaltechnieken werden ook gebruikt. Het re-

    sultaat is een boeiende, gevarieerde en originele score die ondanks alle muzikale nieuwtjes

    herkenbaar is als Herrmann. In 1951 was alle elektronica in de score vernieuwend en doeltref-

    fend in de film. De soundtrack is vreemd genoeg nooit uitgebracht op plaat in die tijd, dus

    hier is een unieke kans om deze merkwaardige opname op vinyl in uw collectie te hebben!

    Komt in ultra-cool front gelamineerde flipbackhoes in een beperkte editie van 300 exempla-

    ren. De plaat is een 10-inch elpee die qua vormgeving helemaal in het genre past met een

    mini-poster en een leaflet waarop een Amerikaanse bioscoop in New York staat afgebeeld

    waar de film draait. De plaat biedt muzikaal niets nieuws dan wat er al eerder op cd was

    verschenen. Ondanks dat is het voor de fans van Hermann een prachtig hebbedingetje.

    ST

    PUPPET ON A CHAIN

    Silva Screen Records SILCD1519

    18 tracks, 34:15

    Puppet on a Chain (1971) van Geoffrey Reeve werd opgeno-

    men in Amsterdam en omgeving. De thriller naar een bestseller

    van Alistair MacLean kreeg extra publiciteit door een speed-

    bootachtervolging door de Amsterdamse grachten, later dunne-

    tjes overgedaan door Dick Maas. De muziek werd geschreven

    door Piero Piccioni die in datzelfde jaar enkele internationale

    films voor zijn rekening nam. Voor Puppet on a Chain schreef hij een ronduit psychedelische

    score die goed tot zijn recht komt in onze door drugs geteisterde hoofdstad. Met hallucineren-

    de muziekeffecten, een opzwepend hammondorgel en opwindende percussie creëert de Ita-

    liaanse filmcomponist een enerverende actiescore die het midden houdt tussen jazz en popmu-

    ziek en waarop geregeld de schaduw van de indertijd populaire James-Bondmuziek valt. Een

    stevig hoofdthema, dwarsfluit en bongo’s voor LSD Party, een uitgesponnen samengaan van

    diverse thema’s in de langste track (toepasselijk Obsession geheten), kerkorgel voor The Fu-

    neral, naast een traditionele toonzetting voor het Love Theme zorgen voor een muzikale cock-

    tail die zijn weerga niet kent. Deze score is ook buiten de film een spannende muzikale bele-

    venis en biedt niets extra’s vergeleken met de uitgave op DC Recording uit 2001. Wat blijft:

    zo worden filmscores vandaag niet meer gemaakt. PS

  • 21

    UN SAC DE BILLES

    Milan Records 3998942

    21 tracks, 54:13

    Jacques Doillon verfilmde de in 1973 verschenen roman Un sac

    de billes van Joseph Joffo al in 1975. Dit jaar verscheen een

    nieuwe versie, geregisseerd door de Canadees Christian Du-

    guay. De film gaat over twee joodse broertjes die tijdens de

    Tweede Wereldoorlog uit handen van de Nazi’s proberen te

    blijven. De muziek voor de even spannende als hartverscheurende film werd gecomponeerd

    door de Franse componist Armand Amar. Die stond voor de lastige taak muziek te schrijven

    die functioneel, maar tegelijkertijd niet overdreven sentimenteel diende te zijn. Een enorme

    valkuil dreigde, waar Amar zoveel mogelijk omheen is gelopen. Hij begint met twee thema’s

    waarvan het eerste een tamelijk onschuldige, levendige indruk maakt. Het tweede thema (Le

    départ) is van een melancholieke schoonheid en zal als hoofdthema regelmatig terugkeren,

    culminerend in het aangrijpende Retour à Paris (met in de coda de viool als sleutelinstru-

    ment) waarmee film en cd afsluiten. Voor de meeste nummers geldt een sobere orkestratie die

    recht doet aan de soms schokkende beelden. De piano speelt hier een leidende rol, terwijl

    strijkers voornamelijk in enkele meer opgewekte stukken figureren. Want niet alles is kom-

    mer en kwel, zo maken regisseur en componist ons duidelijk, al geldt dat slechts voor een

    handvol scènes. Armand Amar heeft een ontroerende, soms ook opbeurende score geschreven

    waar je stil van wordt. PS

    STATE OF GRACE

    Quartet Records QR282

    Cd 1: 33 tracks, 70:07

    Cd 2: 18 tracks, 53:13

    Phil Joanou regisseerde in 1990 de gangsterfilm State of Grace

    die zich in New York afspeelt met in de hoofdrollen Sean

    Penn, Gary Oldman, Ed Harris en Robin Wright. De muziek

    voor de film is van Ennio Morricone. Blijkbaar heeft iemand

    de mastertapes teruggevonden, want nu is er na de uitgave uit

    1990 een dubbel-cd met de complete score. Even een persoon-

    lijke anekdote: tegen kerst 1990 was ik in Rome en had een afspraak bij Morricone thuis sa-

    men met vriend Claudio Fuiano als tolk. We waren iets te vroeg en gingen nog even naar de

    platenzaak aan de overkant. Daar vond ik de soundtrack van State of Grace. Dat is een mooi

    cadeau voor Morricone. Na de cd te hebben overhandigd was deze er blij mee maar merkte op

    dat de titel hem niet bekend voorkwam. De werktitel was Hell’s Kitchen volgens hem. De

    muziek is onmiskenbaar Morricone. De orkestraties en de geniale wijze van componeren ver-

    raden direct de kwaliteit en stijl waar hij beroemd om is. De score is gevarieerd en geeft de

    film een gespannen sfeer. Op cd één staat de filmversie van de score terwijl cd twee de sound-

    trackversie is die al eerder was verschenen. De keuze om Morricone de score te laten doen

    was duidelijk: de gangsterfilm The Untouchables van Brian De Palma was een paar jaar eer-

    der verschenen met zijn muziek. Het boekwerkje bij de cd’s geeft leuke informatie over het

    tot stand komen van de score. Joanou was nog geen dertig en had lang haar. Zijn jongens-

    droom om een klassieker als Morricone te vragen kwam uit. Voor de verzamelaars van

    Morricone is deze uitgave weer smullen vanwege de extra muziek.

    ST

  • 22

    DUEL IN THE SUN

    Prometheus Records XPCD180

    Cd 1: 15 tracks, 53:36

    Cd 2: 13 tracks, 57:09

    Nog geen half jaar na de schitterende uitgave van The Thief of

    Bagdad komt het Belgische label Prometheus Records met een

    nieuw huzarenstuk: de complete score van Duel in the Sun. De

    western van King Vidor uit 1946 heeft altijd een wat oneven-

    wichtige reputatie gehad, maar wordt nu algemeen gezien als

    een typisch product uit Hollywoods gloriejaren. Voor deze door David O. Selznick overge-

    produceerde film schreef Dimitri Tiomkin een van zijn eerste magistrale scores. Die begint in

    film en op cd 1 met een prelude (9:37) en een ouverture (2:15) waarin het imposante hoofd-

    thema naast de vele andere melodieën prachtig weerklinken. Daarna pakt Tiomkin echt uit

    met een veelheid aan stukken zoals een opzwepende Mexicaanse dans, de krachtige thema’s

    voor de twee broers McCanless (gespeeld door Joseph Cotten en Gregory Peck) en verschei-

    dene stukken die cirkelen rondom Pearl Chavez (Jennifer Jones), de vrouw waarom alles

    draait. Ook de muziek voor het landgoed van de familie McCanless is uiterst expressief, maar

    evenzeer voor de dramatische, gevoelige scènes spaart de componist de luisteraar niet. En dan

    zijn er nog de grootschalige scènes zoals die tussen de cowboys enerzijds en de spoorweg-

    mannen anderzijds – Cavalry to the Rescue, compleet met heroïsche fanfare. Op weg naar de

    legendarische eindscène gaan alle remmen los en koerst de componist vastberaden en vernuf-

    tig af op een overweldigende climax. Het onvolprezen City of Prague Philharmonic Orchestra

    & Chorus onder de leiding van Nic Raine voert de epische score die toekomstige westernmu-

    ziek mede vorm zou geven briljant uit. Een Concert Suite (12:26) besluit deze exceptionele

    uitgave. PS

    LA CONQUÊTE/COMME UN CHEF

    Music Box Records MBR-109

    26 tracks, 55:37

    Soms komt het zo uit dat er twee korte scores voor films ge-

    maakt worden en dat die dan in combinatie op een cd komen

    zodat de complete scores toch worden uitgebracht. La conquête

    (2011) is een Franse biografische film over de opkomst van de

    vroegere president Nicolas Sarkozy. De muziek van Nicola Pio-

    vani opent met een wat circusachtig thema en zal de biografie

    een bijzonder karakter geven. Piovani is een componist waarvan je weet wat je kunt verwach-

    ten. Hij heeft een unieke eigen stijl die ook hier weer in volle glorie tot uiting wordt gebracht.

    De muziek is veelzijdig met een leuk carillon met kleine belletjes, een klarinet die ook vaak in

    de orkestraties van Piovani zit, violen (als groep en ook solo), een jazzy bewerking van het

    hoofdthema, het zit er allemaal in. Kortom, een mooie score die gehoord mag worden.

    Comme un chef (2012) is een Franse komedie over twee chef-koks, gespeeld door Jean Reno

    en Michaël Youn. Deze soundtrack was al te koop als download bij iTunes, maar is nu voor

    het eerst op cd verkrijgbaar. Alweer doet Nicola Piovani met zijn vrolijke thema’s zijn werk

    om deze grappige film muzikaal te ondersteunen. Met in de orkestraties onder andere een kla-

    rinet, een mandoline en een gitaar geeft hij zijn muziek zijn eigen stijl. Wie de muziek van La

    vita è bella voor de geest kan halen: deze score lijkt daar wel wat op. Resultaat: een leuke, ge-

    varieerde cd. ST

  • 23

    STAVISKY

    Quartet Records QR271

    37 tracks, 68:04

    Over het belang van Stephen Sondheim op het

    gebied van de musical bestaat geen enkele twij-

    fel. De Amerikaanse componist en tekst-

    schrijver geniet al decennia een onaantastbare

    status die nog steeds lijkt te groeien. Op

    filmgebied is hij weinig actief geweest. Voor

    films als Dick Tracy (1990) en The Birdcage

    (1996) schreef hij enkele liedjes. Zijn enige

    echte filmscore is die voor Stavisky (1974) van

    Alain Resnais. Op sondheim.com lezen we dat

    de Franse regisseur een groot fan was van

    Sondheim, in het bijzonder van diens musical Follies. Een telefoontje resulteerde in een

    eenmalige samenwerking. Resnais schreef het script met de werken van de componist in zijn

    achterhoofd, vanwege het ritme van zijn liedjes. Tijdens het draaien van de film werd Resnais

    geïnspireerd door de liedjes uit A Little Night Music, het recente succes van Sondheim, zo valt

    te lezen in het cd-boekje van deze speciale uitgave. Resnais draaide ze vanaf dag 1 van de

    opnamen om onder meer het ritme van het lopen en enkele bewegingen juist te krijgen. Veel

    muziek werd voor de twee uur durende film overigens niet gebruikt. Op eerder verschenen

    geluidsdragers is drie kwartier aan muziek te horen. Volgens sondheim.com kwam slechts de

    helft van de muziek die de componist schreef in de film terecht. Hoofdthema is een aange-

    naam deuntje dat doet denken aan de foxtrot, een dans die in de jaren ’30 zijn hoogtepunt

    bereikte. Dat laatste is geen toeval. Stavisky draait om de financier met dezelfde naam

    (gespeeld door Jean-Paul Belmondo) die in de jaren ’20 en ’30 vanwege zijn zwendelprak-

    tijken veel opzien baarde. Uiteindelijk culmineerden deze zaken in de Stavisky affaire die de

    Franse regering begin 1934 dwong tot aftreden. Stavisky zelf liet bij dit enorme schandaal het

    leven. Na het hoofdthema horen we enkele walsen, variaties op het hoofdthema (tot en met

    Final, de laatste track) en naast enkele stukken met suspense een ronduit poëtisch nummer

    (Erna). Wie goed luistert hoort bij veel tracks duidelijk een liedjesstructuur. Au “Claridge”

    en zijn vele variaties is een schitterend voorbeeld van een dergelijk scoremotief in liedvorm.

    Wat ontbreekt bij de vele nummers (24 in totaal, de dertien bonusstukken zijn langere en

    langzamere versies van de originele stukken) is een tekst. Leuk is te lezen in Stephen Sond-

    heim: a life, de biografie van Meryle Secrest uit 1998, dat deze score de enige compositie ooit

    was waarbij de componist geen enkel verdovend middel (sigaretten, drank en drugs) nodig

    had, juist omdat hij geen teksten hoefde te schrijven. Alleen water had hij nodig. Hoe ging het

    verder na deze enige echte filmscore? Zeven jaar later vroeg Warren Beatty Sondheim de

    muziek voor het epos Reds te schrijven. Veel verder dan een liefdesthema (Goodbye for Now)

    kwam Sondheim niet. De rest van de score werd geschreven door Dave Grusin die voor zijn

    aandeel geen vermelding op de aftiteling kreeg. In het door hemzelf samengestelde boek

    Look, I Made a Hat (2011) schrijft de componist dat hij graag muziek voor films schrijft. 87

    jaar oud is hij nu, er is nog een klein beetje hoop.

    PS