FILMMUZIEKMAGAZINE - Home | Score · 2017. 7. 11. · 15 Duel in the Sun – Dimitri Tiomkin 8...
Transcript of FILMMUZIEKMAGAZINE - Home | Score · 2017. 7. 11. · 15 Duel in the Sun – Dimitri Tiomkin 8...
-
1
FILMMUZIEKMAGAZINE
RAEL JONES – Componist van My Cousin Rachel
NUMMER 193 – 46ste JAARGANG – JULI 2017
-
2
Score 193
Juli 2017
46ste jaargang
ISSN-nummer: 0921-
2612
Het e-zine Score is een
uitgave van de stichting
Cinemusica, het
Nederlands Centrum
voor Filmmuziek
Informatienummer:
+31 050-5251991
E-mail:
Kernredactie: Paul
Stevelmans en Sijbold
Tonkens
Aan Score 193 werkten
mee: Paul Stevelmans
en Sijbold Tonkens
Eindredactie: Paul
Stevelmans
Vormgeving: Paul
Stevelmans
Met dank aan: Rael
Jones, Costa Communi-
cations, Steven Price
FILMMUZIEKMAGAZINE
REDACTIONEEL
Elk jaar maken we kennis met nieuwe namen aan het filmmu-
ziekfront. Zo brak Floris Verbeij onlangs in ons land door als
componist om in de toekomst rekening mee te houden (zie
Score 192). Ook in het buitenland duiken elk jaar weer nieu-
we namen op die soms weer in de vergetelheid raken en vaak
ook doorbreken naar een groter publiek zoals de Amerikaan
Nicholas Britell (zie Score 189).
In deze editie van Score kunt u kennis maken met een Engelse
componist die onlangs ook een doorbraak maakte naar een
groter publiek. Rael Jones is zijn naam en zijn score voor het
kostuumdrama My Cousin Rachel is een van de verrassingen
van dit jaar. U leest meer over hem in een interview dat op
pagina 3 begint. Ook Steven Price, een landgenoot van Jones,
is nog een relatief nieuwe kracht, zij het dat hij al vroeg een
Oscar heeft gewonnen. Een dergelijk vroege overwinning kan
een carrière bespoedigen, maar in het ergste geval breken.
Hoe het verder ging met hem na deze zege leest u in deze
Score. Wij houden nieuwe namen ook in de toekomst in de
gaten.
INHOUDSOPGAVE
3 Rael Jones - Interview
8 Boekbespreking - Dick Maas
10 Steven Price - Portret
15 Duel in the Sun – Dimitri Tiomkin
18 Recensies
-
3
RACHEL EN DE KLARINET
Rael Jones over zijn score voor My Cousin Rachel
My Cousin Rachel is een roman van Daphne du Maurier uit 1951 die een jaar later in Holly-
wood werd verfilmd met Olivia de Havilland in de hoofdrol van Rachel. Roger Michell regis-
seerde de remake die vorige maand in roulatie ging en waarin Rachel Weisz de rol van de
mysterieuze nicht speelt en Sam Claflin de rol van de achterdochtige Philip. Regisseur en
hoofdrolspelers worden gesteund door adembenemend camerawerk en een score die zowel
mysterieus als betoverend is. Componist Rael Jones sprak onlangs met Score over zijn fijn-
zinnige score.
Rael Jones.
Rael Jones is een Engelse componist die
woont en werkt in Londen. Hij volgde een
universitaire opleiding in de klassieke mu-
ziek en hij is zowel thuis in de wereld van
de klassieke muziek als de rockmuziek. Hij
speelt heel wat instrumenten, variërend van
piano, gitaar tot slagwerk. Hoe ben je in de
filmwereld terechtgekomen? ‛Vlak nadat
ik de universiteit verliet ontmoette ik Mi-
chael Price die co-componist is van de se-
rie Sherlock. De eerste twee jaar was hij
mijn mentor en dat is nu alweer elf jaar
geleden. In die jaren werkten we vooral
voor Sherlock. Ik heb heel veel van hem
geleerd en via hem legde ik veel contacten
en langzamerhand ontwikkelde zich mijn
-
4
carrière voorspoedig. Eigenlijk ben ik al-
tijd iemand geweest die dingen voor ande-
ren mogelijk maakte zoals mijn bijdragen
als sessiegitarist, het regelen van de juiste
instrumenten, mijn werk als muziekpro-
grammeur of het monteren of produceren
van muziek. Uiteindelijk werd ik bekend
door mijn filmmuziek. Als student en be-
gin twintiger deed ik low-budget films en
dankzij dit soort films wist ik een eigen
stijl te ontwikkelen naast de grotere films
waarvoor ik ook altijd heb gewerkt. Soms
komen vroegere contacten tien jaar later
weer terug en dat kan altijd van pas komen,
want het ging mij altijd om contacten met
allerhand mensen. Het is algemeen bekend
dat de regisseur een belangrijke rol speelt,
maar eigenlijk waren de mensen die de
postproductie superviseerden belangrijk
voor mij net als geluidseditors.՚
De eerste film die liet zien wat Jones als
componist in huis had, was Suite Française
die in het voorjaar van 2015 in de bioscoop
kwam. De film van Saul Dibb was geba-
seerd op de onvoltooide roman van Irène
Némirovsky en speelde zich af gedurende
het eerste jaar van de Duitse bezetting van
Frankrijk in 1940-1941. Jones schreef een
fijngevoelige, emotionele score voor dit
historische drama waarin de hoofdrollen
worden gespeeld door Michelle Williams
en Matthias Schoenaerts. Vooral het
hoofdthema Now I Am Free maakte grote
indruk. ‛Een groot deel van de score voor
Suite Française bestaat uit suspense- en
actiemuziek en dan na een uur komt het
liefdesverhaal pas goed tot ontwikkeling.
Het werd ons gauw duidelijk dat we een
pakkend thema nodig hadden. Het gaat
namelijk om mensen die worden onder-
drukt door de Duitsers en zodra het liefdes-
verhaal begint, benadrukt de muziek wat er
allemaal in Michelle Williams omgaat. Er
zit heel veel nuance in haar uitmuntende
vertolking en daardoor kun je al haar ge-
voelens op een subtiele wijze in haar ge-
zicht terugzien. Maar boven alles ben ik
heel ingenomen met dit hoofdthema omdat
het zo fijn was dat ik in de gelegenheid
werd gesteld om een compositie te schrij-
ven die naar mijn mening ook buiten de
film een krachtige stem heeft. Dit thema
kan worden gezien als een echt klassiek
muziekstuk, want het sluit mooi aan bij
Bruno, gespeeld door Matthias Schoen-
aerts, die zelf een componist is in de film.՚
Michelle Williams en Matthias Schoenaerts in
Suite Française.
Twee jaar later volgde My Cousin Rachel
van regisseur Roger Michell. Hoe kwam je
aan deze opdracht? ‛Omdat ik al drie keer
eerder met Roger Michell heb gewerkt,
maar dan als muziekeditor. Hij kende me
dus vrij goed, maar dit was toch een nieu-
we werkverhouding tussen mij en hem
omdat ik voorheen degene was die voor
hem de muziek monteerde. Tegen het ein-
de was het ook anders toen ik bij de opna-
men plaatsnam vóór het orkest.՚ In de film
speelt Sam Claflin een jonge grootgrond-
bezitter die in de ban raakt van zijn myste-
rieuze nicht Rachel, een rol van Rachel
Weisz, die hij ervan verdenkt zijn vroegere
voogd te hebben vermoord. Hoe ben je van
start gegaan met de muziek voor deze dra-
matische film? ‛Er zat heel veel piano en
strijkers in de temptrack. Ik vond echter
dat de muziek kleur behoefde en sowieso
wilde ik er meer houtblazers in hebben,
-
5
want deze instrumenten passen goed bij
enkele aspecten van het verhaal zoals de
agrarische wereld en de landelijke omge-
ving waarmee ik houtblazers vanwege hun
geluid graag verbind. Daarnaast kunnen
houtblazers de individuele persoonlijkheid
benadrukken en om die reden wilde ik de
in elkaar verstrengelende stemmen van de-
ze muziekgroep gebruiken. Maar ik heb
niet alleen de klarinet, de hobo en de alt-
fluit gebruikt, er zijn daarnaast onder meer
veel strijkers te horen alsmede in sommige
gevallen de hoorn.՚
Klarinet
Een van de opvallende instrumenten van
deze symfonische score is de klarinet. ‛Ik
heb de klarinet in het bijzonder voor Ra-
chel gebruikt. Het instrument past bij haar
als we haar zien zitten in haar lange zwarte
jurk, want ze is in de rouw. De klarinet
wordt bespeeld in de lagere regionen en
klinkt heel hol en zelfs een tikkeltje huive-
ringwekkend, dus dat past heel goed bij
haar. Rachel Weisz spreekt daarnaast met
een lage stem en daarom denk ik dat zij –
eerlijk gezegd – best klinkt als een klarinet;
dat past op de een of andere manier perfect
bij haar.՚ Heb je dit instrument alleen maar
voor Rachel gebruikt? ‛In hoofdzaak wel,
maar de film gaat bijna alleen over Rachel
Weisz en Sam Claflin; zij domineren het
grootste gedeelte van de film. Ik ging hier
trouwens niet al te strikt te werk, dus je
hoort de klarinet niet steeds als zij in beeld
komt. Ik probeer niet rechtlijnig te zijn met
zowel thema’s als de instrumentkeuze in-
zake de personages. Je ziet Rachel Weisz
vanzelf verschijnen, daar hoef ik het pu-
bliek niet aan te herinneren. Het gaat er
hier meer om de emotionele stemming een
extra dimensie te geven. Het geluid van de
klarinet doet me denken aan een gevoel
van droefheid, als je het instrument be-
speelt in de lagere regionen. Het instru-
ment kan natuurlijk ook in de hogere re-
gionen weerklinken, wanneer het in andere
scènes een vrolijke klankkleur heeft. De
klarinet is derhalve veelzijdig te noemen,
de klarinet is Rachel.՚
Rachel Weisz in My Cousin Rachel.
Zijn er behalve de klarinet andere karakte-
ristieke muzikale geluiden in de score? ‛Ja.
De score wordt gekenmerkt door een con-
sistente inzet van groepen uit het orkest.
Allereerst is er een groep van vijftig strij-
kers die nooit solistisch optreden. Ze spe-
len altijd als groep en hierdoor vormen ze
een krachtige ondersteuning die mij beviel.
Anderzijds zijn de houtblazers echte solo-
spelers, ze spelen nauwelijks gezamenlijk.
Dan is er nog de harp die ik onweerstaan-
baar vind. Die klinkt als een hartslag en
kan evengoed romantisch klinken, daarom
is er veel harp op bepaalde plekken te ho-
ren. De hoorn is dan weer bij uitstek ge-
schikt voor opnamen van het landschap en
scènes in de buitenlucht om de sfeer van de
jacht en de dans op te roepen. Dit zijn alle-
maal voorbeelden van instrumenten die in
de score op een consistente wijze worden
gebruikt.՚
Tegelijkertijd horen we de piano veelvul-
dig. ‛Piano is het eerste instrument waarop
ik heb leren spelen. De scores voor My
Cousin Rachel en Suite Française heb ik
grotendeels geschreven op de piano, het is
dan ook logisch dat dit instrument een
hoofdrol speelt. Blijkt het in de regel te
werken, dan houd ik het bij de piano. In
My Cousin Rachel speelt de piano vaak
kleine motieven die heel goed de psycholo-
gische toestand van Philip weergeven. Hij
-
6
Sam Claflin en Rachel Weisz in My Cousin Rachel.
is nogal obsessief van aard en daardoor is
hij voortdurend achterdochtig ten aanzien
van Rachel. Voor de rest laat ik het over
aan het orkest om melodieën te spelen
evenals grootse gebaren, terwijl de piano
de bezetenheid van Philip voor zijn reke-
ning neemt.՚ My Cousin Rachel is een ro-
mantische thriller. Heb je romantiek en
suspense in de muziek door elkaar gebruikt
of heb je beide gevoelens afzonderlijk
gebruikt? ‛Het is een combinatie gewor-
den. Soms zijn er stukken die ondubbel-
zinnig romantisch zijn, maar voor het me-
rendeel is de muziek romantisch met een
vleugje droefenis. Ik vind de film meer een
thriller dan een romantische film omdat het
romantische aspect in zekere zin wordt
overstemd door die achterdocht die meer
bij een thriller past.՚
Glas
Over die achterdocht gesproken, een van
de cd-tracks heet Suspicion. Hoe heb je dat
ijzingwekkende geluid voor deze track tot
stand gebracht? ‛Op verschillende niveaus.
In de eerste plaats is de harmonie van dat
thema enigszins ongewoon: tot op zekere
hoogte is het bitonaal. Het zijn allemaal
akkoorden bestaande uit zes noten en die
akkoorden worden gespeeld door trillende
strijkers waardoor een psychologisch ge-
luid ontstaat dat ik mix met glas, het enige
niet-orkestrale element in de gehele score.
En over dit akkoord van zes noten heen
horen we een zevende noot die een warme
klank aanhoudt, afkomstig van glas en ho-
ge strijkers. Dit alles slaat op Philip: hij
heeft last van hoofdpijn en we weten niet
of die een psychische oorzaak heeft of een
medische – hij grijpt vaak naar zijn hoofd.
Ik heb die hoofdpijn soms middels deze
geluiden van glas en strijkers getracht weer
te geven en dit geluid past goed bij het ach-
terdochtsthema.՚ Heb je nog meer geluids-
effecten in de score verwerkt? ‛Nee, voor
deze score niet. Vaak doe ik dat wel, maar
bij deze film vond ik dat ik zuiver en alleen
orkestraal te werk moest gaan. Roger wees
mij steeds weer op films van Hitchcock en
op andere klassieke films net zoals hij aan-
vankelijk een moderne aanpak wilde. Ech-
ter, we wilden qua orkestratie en instru-
mentkeuze een symfonische score nastre-
ven. Het orkest was daarom voldoende.՚
-
7
Wat vond Roger Michell van je muziek?
‛Gedurende het proces was hij een enorme
steun voor mij. Hij was net zoals ik tevre-
den over de score. Hij is een fantastische
regisseur om mee samen te werken omdat
hij precies weet wat hij wil en recht door
zee is. De ene keer zei hij: dat is heel mooi,
bedankt! En de andere keer het tegenover-
gestelde: misschien moet je toch nog eens
daar naar kijken. Hij is een pietje precies in
het geven van commentaar, wat ik heel erg
waardeer. Ik kijk terug op een uitstekende
samenwerking en ook al was dit mijn eer-
ste score voor hem, ik heb hem heel goed
leren kennen. Kortom, het componeren
voor deze film was voor mij een geweldige
leertijd.՚ Heeft Michell gevoel voor mu-
ziek? ‛Jazeker. Hij speelt zelf gitaar en hij
heeft een verfijnd muzikaal gehoor. Dat
geldt ook voor Kevin Loader, de producer
van de film. Hij beschikt over een fenome-
nale kennis van klassieke muziek. Ik werd
dus omringd door heel wat verfijnde mu-
ziekoren die naar mijn demo’s luisterden.՚
Rael Jones heeft ook de muziek geschre-
ven voor de onlangs in Engeland en Ame-
rika uitgezonden tv-serie Harlots die zich
afspeelt in het Londen van de 18de eeuw.
De hoofdpersonages zijn prostituees die in
die tijd de enige burgers waren die finan-
cieel onafhankelijk waren. ‛Harlots vond
ik uniek omdat het zich afspeelt honderd
jaar vóór My Cousin Rachel, terwijl de
soundtrack 150 jaar na My Cousin Rachel
ontstond. De regisseurs en de drie produ-
cers van de serie waren allen vrouw. Ze
wilden een vette, moderne soundtrack en
daar was ik het van harte mee eens. Toen
ik de eerste aflevering zag, was ik er vast
van overtuigd dat de serie een moderne en
rebelse benadering verdiende om recht te
doen aan de vrouwen die zelf ook rebels
waren. In het beginstadium experimen-
teerde ik met enkele historische instrumen-
ten zoals de klavecimbel, luiten etc. Dat
zijn instrumenten die thuishoren in de tijd
waarin de serie zich afspeelt. Maar ze wer-
den bespeeld alsof het om heftige punk-
rock ging. ՚
Zowel My Cousin Rachel als Harlots zou
voor Jones wel eens de doorbraak in Holly-
wood kunnen betekenen. ‛Dat is zeer goed
mogelijk. Helaas werd Suite Française
nooit in Amerikaanse bioscopen uitge-
bracht, maar ik denk dat ik door My Cousin
Rachel zeker bekendheid zal krijgen. Ik
ben tevreden over de score en over de wij-
ze waarop film en muziek samengaan. Ik
hoop dan ook dat heel wat mensen de film
zullen zien en ook hoop ik dat de film tot
meer opdrachten zal leiden. Ik houd zowel
van Europese films als van grotere Holly-
woodfilms, daarom sta ik open voor elk
soort film. Filmmuziek maken bevalt me
enorm omdat ik heel divers ben. Bij film-
muziek gaat het vooral om de film: voor
elke film zijn verschillende benaderingen,
verschillende geluiden en verschillende
instrumentaties nodig en zodoende is het
heel handig als je uiteenlopende invalshoe-
ken hanteert die het hart vormen van je
compositiestijl. Ik kan klassieke muziek
componeren die vrij authentiek klinkt en ik
kan muziek schrijven die klinkt als Nirva-
na of een heavy metal band. Ik heb dit al-
tijd gedaan, zolang ik leef.՚
PS
-
8
HANDBOEK VOOR DE REGISSEUR (annex componist)
Hoe Dick Maas (bijna) al zijn films voorzag van muziek
Zijn laatste film was een gevoelige flop, geheel tegen de verwachtingen in. Dick Maas wijdt in
zijn onlangs verschenen handboek voor de beginnende Nederlandse regisseur veel aandacht
aan dit echec, Prooi geheten. Maar gelukkig blikt hij ook openhartig terug op de tien voor-
gaande films die voor het merendeel buitengewoon succesvol waren in de vaderlandse bios-
copen. Over zijn rol als zelfvoorzienend componist doet hij er nagenoeg het zwijgen toe.
Wat je ook vindt van Dick Maas (66), en-
kele van zijn elf films behoren tot de meest
iconische Nederlandse films. Titels als De
lift (1983), Flodder (1986) en Sint (2010)
zijn niet meer weg te denken uit de naoor-
logse vaderlandse film. Flodder schopte
het in 2007 zelfs tot de Canon van de
Nederlandse film. Eerder dit jaar publi-
ceerde Maas het boek ‛Buurman, wat doet
u nu?՚, waarin hij aan de hand van zijn ei-
gen carrière tips, trucs en anekdotes op-
dient voor het voorbereiden en draaien van
films en het uitbrengen ervan. In dit uit
veertien hoofdstukken bestaande handboek
voor aanstormende filmmakers presenteert
Maas zich als regisseur, scenarioschrijver,
producer en componist. Die eerste rollen
komen ruimschoots aan bod, de rol van
componist blijft nagenoeg geheel onder-
belicht.
Maar eerst nog iets over de rest van het
boek, waarvan de titel natuurlijk afkomstig
is uit Flodder. Als een zelfbewuste school-
meester (Maas’ vijfde rol) wijst hij de lezer
de weg door het gehele productieproces
van een film. Veel aandacht geeft hij aan
het scenario, de cast, locaties, opnamen en
de montage. Elk hoofdstuk wordt afgeslo-
ten met citaten (in het Engels) van minder
of vooral meer bekende collega-regisseurs
en met een aantal leerpunten onder de kop
Wat hebben we geleerd? Maas kan het niet
laten om af en toe ongezouten kritiek te ui-
ten op collega’s, instituten en andere film-
medewerkers die hem ooit dwarsgezeten
hebben. Dat doet hij vaak op humoristische
toon en die (zwarte) humor kenmerkt ook
de rest van dit boek.
Slechts één pagina lang krijgt de lezer een
bescheiden indruk van de vierde rol van
Maas, namelijk die van componist van zijn
eigen films. Twee foto’s spreken als het
ware boekdelen: we zien de regisseur thuis
achter twee geleende synthesizers (de Ro-
land Jupiter 8 en de Juno 60) muziek
schrijven voor zijn debuutfilm De lift.
Maas in het boek: ‛Ik zelf ben ooit begon-
nen met het maken van de muziek bij De
lift, enerzijds omdat ik het leuk vond, maar
ook omdat er eigenlijk geen budget was en
ik ook geen tijd had om te overleggen met
een componist. Na de laatste draaidag had-
den we slechts een week of acht om de
film te monteren, het geluid af te werken
en de muziek te maken.՚ Producent Mat-
thijs van Heijningen had echter grote
-
9
twijfels over Maas’ capaciteiten als com-
ponist en hield voor de zekerheid een
synthesizerband achter de hand. Maas was
inmiddels bijna klaar met de score, zodat
de band thuis kon blijven. Over de uitein-
delijke muziek was hij tevreden: ‛In ieder
geval is het een score geworden waarvan
de titelmuziek nog steeds op allerlei com-
pilatie-cd’s opduikt.՚
Dick Maas componeert de muziek van De lift
(1983). Foto uit besproken boek.
Wat horen we eigenlijk? Die typische jaren
’80-synthesizermuziek: blikken, pompende
klanken die overduidelijk volledig elektro-
nisch zijn. Vette muziek dus die Maas ook
gebruikte voor volgende films als Amster-
damned (1988) en eigenlijk gedurende zijn
gehele carrière. In latere films als Moord-
wijven (2007) en Quiz (2012) horen we
nog steeds die oubollige muziek, ook al
horen we tijdens de begin- en eindtitels van
beide films een niet onaardige melodie die
vooral sfeerbepalend is. Voor de rest is het
louter functionele spannings- en actiemu-
ziek met hier en daar een dosis Mickey-
Mousing. Slechts één keer liet hij de mu-
ziek over aan een ander. Voor Down
(2001) schiep Paul M. van Brugge een or-
kestrale score vol inventieve suspense en
gespierde actie die niet zou misstaan in een
Hollywoodfilm. Dat Maas veel vertrouwen
heeft in zijn eigen kunnen als componist
bewijst het grote aantal scores (acht stuks)
dat via iTunes kan worden aangeschaft.
Aan zijn laatste film wijdt Maas veel aan-
dacht, niet alleen qua tekst maar ook qua
foto’s. Gezien de geavanceerde technische
mogelijkheden – onder meer voor het na-
bootsen van een levensgevaarlijke leeuw in
de stad Amsterdam – zullen de vele foto’s
de lezer annex toekomstige filmmaker be-
slist van dienst zijn. Ongemerkt lijkt het er
daarnaast op dat Maas zijn verbazing even-
als ingehouden woede over dit falen aan de
bioscoopkassa’s van zijn elfde geesteskind
op deze wijze een beetje kwijt kan. Over
iets meer dan twee pagina’s tracht hij zelf
een verklaring te geven voor het floppen
van Prooi. Schuld hieraan waren volgens
hem een verkeerd affiche en incompetente
promotie door distributeur Dutch Film-
works. Maar in diverse media werd de vin-
ger wellicht beter op de zere plek gelegd:
zijn ouderwetse format spreekt het heden-
daagse, jonge filmpubliek nauwelijks meer
aan. Een van die ouderwetse ingrediënten
is de muziek die niet meer van deze tijd
zou zijn. Net als bij al die andere aspecten
van het filmen zou Maas meer aansluiting
moeten zoeken bij jongere generaties film-
makers. Misschien dat een cursus muziek
componeren hem uit de brand zou helpen.
Dat hij best verstand heeft van muziek be-
wees hij in de jaren ’80 al met enkele voor
Nederlandse begrippen baanbrekende vi-
deoclips zoals die voor enkele liedjes van
de Golden Earring waaronder natuurlijk
When the Lady Smiles (1984). En wat te
denken van die leuke cameo van Bert
Haanstra in Amsterdamned? Op een boot
dirigeert hij een orkest dat de muziek uit
zijn kaskraker Fanfare speelt. Dat was nog
eens filmmuziek.
‛Buurman, wat doet u nu?՚ Films maken in
Nederland. Dick Maas. Parachute Pictures,
Amsterdam, 2017. ISBN 978-90-820704-
2-2, 360 blz. Prijs: € 24,95 (Bol.com).
PS
-
10
NA DE OSCAR
Hoe het Steven Price verging na zijn overwinning
Op 2 maart 2014 won Steven Price een Oscar voor zijn score voor de ruimtefilm Gravity van
Alfonso Cuarón. Met zijn 36 jaar was de Britse filmcomponist een van de jongste winnaars
ooit in de categorie Beste muziek. Gravity was nog maar zijn derde score. Hoe verging het
hem nadien? Onlangs ging Baby Driver, een nieuwe film met muziek van zijn hand, in rou-
latie.
Steven Price.
Steven Price (Nottingham, 1977) was van
kinds af aan met muziek bezig en studeer-
de muziek aan de Universiteit van Cam-
bridge. Na zijn afstuderen begon hij op 21-
jarige leeftijd in de Britse muziekwereld te
werken. Price vertelde Score over zijn mo-
tivatie daartoe: ‛Muziek en verhalen schrij-
ven, daar hield ik mij als kind al mee be-
zig. Filmmuziek is een combinatie van
beide en heeft me altijd gegrepen net zoals
het feit dat je met muziek personages vorm
kunt geven en het publiek bij een film kunt
betrekken.՚ Zijn eerste schreden als film-
componist zette hij als assistent van de
Zuid-Afrikaanse filmcomponist Trevor
Jones. Hun eerste samenwerking betrof het
in Nederland nooit uitgebrachte The Long
Run (2001), een film over de marathon-
sport. ‛Vervolgens deden we de film Thir-
teen Days die ging over de Cubacrisis met
Kevin Costner in de hoofdrol. Een boeien-
de film waarbij ik veel heb geleerd zoals
het schrijven van een underscore bij dia-
loogscènes en in hoeverre deze dialoog een
scène kan ondersteunen. Ik heb dit alles er-
varen als een ware masterclass.՚
Price werd steeds actiever in de filmin-
dustrie. Hij werkte onder meer als muziek-
editor, arrangeur en muzikant voor talloze
Britse en Amerikaanse producties. Zijn
eerste score schreef hij samen met de po-
pulaire Britse band Basement Jaxx voor de
kleine, maar opvallende film Attack the
Block (2011) van Joe Cornish. ‛Ja, dat was
mijn eerste zelf geschreven score. Na aller-
hand baantjes in de filmindustrie hoopte ik
vurig dat iemand me een kans zou geven
als componist. En zo kwam het dat Attack
the Block de eerste keer was dat iemand
mij vertrouwen gaf in de vorm van een
budget. En al heeft hij niet heel veel geld
opgebracht, toch heb ik veel te danken aan
-
11
Sandra Bullock en George Clooney in Gravity.
deze film. Veel mensen hebben hem na-
melijk gezien en daardoor gingen heel wat
deuren voor mij open. Zonder deze film
had ik geen ontmoeting gehad met de ma-
ker van Gravity. En wat te denken van Ed-
gar Wright, een van de producers van de
film, voor wie ik vervolgens The World’s
End heb gedaan, wat ook een enorme op-
steker voor mij betekende.՚
Ruimte zonder muziek
Ook Alfonso Cuarón had Attack the Block
gezien. De Mexicaanse regisseur was bezig
met de voorbereidingen voor zijn nieuwe
film Gravity, die zich geheel in de ruimte
zou afspelen. Sandra Bullock en George
Clooney waren gecontracteerd voor de
hoofdrollen. Cuarón zocht een componist
die open wilde staan voor nieuwe dingen
en vond in Price de geschikte kandidaat.
‛De bedoeling was dat onze eerste ontmoe-
ting hooguit tien minuten zou duren, maar
het werden uiteindelijk tweeënhalf uur. Al
gauw ging het als volgt: we zouden dit
kunnen doen of misschien dat. Vervolgens
keerde ik huiswaarts waar ik verder ging
met ideeën uitwerken. En dat werd weer
vervolgd met verscheidene ontmoetingen.
We zijn allebei personen die graag en goed
samenwerken.՚ Zoals gezegd speelt Gravi-
ty zich geheel af in de ruimte, een univer-
sum zonder geluiden en dus ook zonder
muziek. ‛Klopt, de muziek diende er voor-
al toe de kijker echt deelgenoot te laten
maken van Sandra Bullocks ruimteavon-
tuur.՚
Muziek speelde op deze wijze een promi-
nente rol in Gravity. Had Price dat gauw
door? ‛Zeker, ik vermoedde al snel het be-
lang ervan, maar ik was zo druk dat ik pas
bij de wereldpremière in Venetië besefte
hoe goed de score in de film werkte. Alles
kwam hier prachtig samen, wat te danken
is aan de genialiteit van Alfonso. Hij en
niemand anders had dit allemaal voorzien.՚
Deze score bood Price een unieke uitda-
ging, ‛omdat je je in een wereld begeeft
waar geen geluid en muziek is. Hier kon ik
variëren van heel kleine dingen naar heel
grote dingen vol details waarvan ik wist
dat ze zouden worden gehoord, met als ge-
volg dat ik heel subtiele nuances kon aan-
brengen op een wijze die in elke andere
film volledig onopgemerkt zou blijven. Zo
waren explosies in Gravity muzikale gelui-
den waardoor deze score een volstrekt
unieke belevenis werd.՚
Ondanks de adembenemende locatie was
Gravity een relatief korte film van ander-
half uur. De cd met de score duurt ruim
zeventig minuten. Op de cd ontbreekt dus
-
12
weinig muziek. Zijn er ook momenten
zonder originele muziek? ‛Aan het begin
van de film zit een gedeelte waarin we de
hoofdpersonages leren kennen en waar
George Clooney naar countrymuziek luis-
tert. Daarnaast is er muziek die als een
constante toon weerklinkt, voortgebracht
door een akoestisch klinkende gitaarsnaar,
maar eigenlijk hebben we hier niet te ma-
ken met een compositie, maar meer met
een geluidsding. Ook hebben we op som-
mige momenten de stilte echt wat aange-
dikt. We creëerden iets op de geluidsband
waarna we naar het absolute niets gingen
teneinde de eenzaamheid en het vacuüm
waarin Sandra zich bevindt te benadruk-
ken.՚ Voor dit soort scènes was de samen-
werking met geluidstechnici ongetwijfeld
van groot belang. ‛Inderdaad. We waren
allemaal vanaf de start bij de film betrok-
ken om vervolgens in de geest van Alfon-
so’s concept aan de slag te gaan. Geëxpe-
rimenteerd werd er ook volop en dat alle-
maal onder de leiding van Alfonso die
steeds weer een stapje verder ging. Waarop
wij dan zeiden: Goh, wat ingenieus. Waar-
na wij hem volgden en hij zei: nou, ga ver-
der. Al met al was het een weergaloze,
unieke ervaring.՚
Heeft het succes van de film Price erg
verrast? ‛Absoluut. Ik herinner me nog dat
ik de score aan het mixen was en dacht:
misschien krijg ik wel nooit meer een op-
dracht. Als ik nu terug luister is dat een
vreemde ervaring, zeker voor een score
van een Hollywoodfilm. Ik kneep het hem
echt toen de eerste recensies verschenen en
ik de neiging voelde om ze weg te klikken
op mijn computer. In plaats daarvan sprak
de muziek het publiek aan. Toch speelde
steeds weer in mijn hoofd: dit is niet echt!
Een jaar lang bevond ik mij in een soort
surrealistische wereld. Ik had dit echt niet
verwacht. Ik was best trots op mijn mu-
ziek, ook als de film een flop was gewor-
den.՚
Steven Price won als een van de jongste
componisten ooit de Oscar voor de beste
score. Heeft hij nadien veel aanbiedingen
ontvangen? ‛Je komt als het ware vanuit
het niets en dan overvalt dit grote succes
je, waardoor je veel gevraagd wordt maar
tegelijkertijd is er ook enig wantrouwen:
kan hij eigenlijk wel iets anders? Kortom,
er zaten twee kanten aan het succes. Voor-
dat überhaupt iemand Gravity had ge-
hoord, wist ik al dat ik Fury zou gaan
doen. En de dag na de Oscars was ik al
achter op schema voor Fury, dus ik had
niet eens de tijd om me zorgen te maken
over nieuwe opdrachten. Fury was de eer-
ste film waarbij ik doorhad dat het publiek
naar de muziek zou luisteren. Toen ik de
laatste hand legde aan Gravity verwachtte
ik niet dat mensen de muziek zouden op-
merken.՚
Metalig
Fury van David Ayer draait om een tank-
bataljon van het Amerikaanse leger dat
zich in de laatste dagen van de Tweede
Wereldoorlog diep in het Duitse binnen-
land bevindt. Ayer en Price wilden vanaf
het begin geen ‘period’ score. ‛De soldaten
zijn al een jaar of vier samen in dit tankba-
taljon en we wilden ons niet binden aan dit
tijdsbestek, want het gaat hier om beleve-
-
13
nissen die niet aan een bepaald tijdperk
verbonden zijn. Toen we dit besluit een-
maal hadden genomen kon ik verder: er zit
orkestrale muziek in, maar net zo goed zijn
er veel geluidseffecten. Zo werd dit geen
traditionele score voor een film die zich
afspeelt in de Tweede Wereldoorlog met
soms een romantisch zijpad, maar vooral
een instinctieve ervaring.՚ Meer nog dan
bij Gravity horen we metalige geluidsef-
fecten. ‛Omdat ik opnieuw vroeg bij de
film betrokken was, vroeg ik mijn geluids-
collega’s: kunnen jullie wat geluiden voor
me opnemen? Ze kwamen met geluiden
van de originele Sherman tanks en vervol-
gens luisterden we welke muziek er als het
ware in deze geluiden zat. Toen we later in
Abbey Road het orkest opnamen, werden
stukjes wapentuig en delen van de tank de
studio in gedragen waar we dan tegenaan
sloegen. Alles klinkt daardoor nogal knar-
send en metalig. Het gaat om mensen in
een machine.՚
Er wordt in de score van Fury ook heel wat
afgezongen. ‛Dat hebben we gedaan bij de
emotionele momenten. Meestal is dat ge-
zang vrij monotoon. De mannen zitten
midden in Nazi-Duitsland en worden over-
al omringd door Duitsers. Ik wilde dat de
luisteraar het gevoel krijgt dat hij muziek
van deze Duitsers hoort in de vorm van
Lutherliederen.՚ Brad Pitt speelt de aan-
voerder van het bataljon en Logan Lerman
is de jonge, onervaren soldaat Norman die
tijdens de tocht volwassen wordt en iets
moois krijgt met een jong Duits meisje.
Emma is haar naam en het nummer met
dezelfde naam vormt het hart van de score.
‛Dit is een van de eerste stukken die ik
schreef. Het betreft een uiterst pijnlijk mo-
ment voor deze Norman en het vormt daar-
door het keerpunt in de film. Je hoort hier
koorzang evenals een solostem die klinkt
als een pijnlijke schreeuw, zeg maar als
een soort ontlading. Alle voorgaande the-
ma’s leiden naar dit moment waarop Nor-
man werkelijk doorheeft wat oorlog exact
inhoudt. Hij verandert van een angstige
jongen in de man die hij op dat moment is.՚
Brad Pitt en Logan Lerman in Fury.
Meer nog dan de vooral technische score
voor Gravity toonde Price met de muziek
voor Fury wat hij in zijn mars had. De
meer emotionele muziek legde binnen de
karakters van de bikkelharde soldaten emo-
tionele lagen bloot. Na de score voor The
Hunt, een natuurserie van de BBC uit
2015, waarvoor Price een grotendeels sym-
fonische score met stevige percussieve ba-
sis schreef, deed David Ayer wederom een
beroep op hem. Suicide Squad (2016) heet-
te hun nieuwe samenwerking en net als bij
Fury was Price vanaf de start nauw betrok-
ken bij dit project. Voor de groep onwaar-
schijnlijke antihelden in deze comic-book-
verfilming moest hij uiteenlopende the-
ma’s schrijven. Naast de vele hits die deze
doldwaze actiefilm begeleidden, schreef hij
stevige actiemuziek met een aanzienlijk
rockgehalte en heel wat ruwe randjes die af
en toe werden afgewisseld door gevoelige
stukken, hetgeen ook geldt voor de mooie
afsluiter. In een interview met filmsite Col-
lider vertelt Price over de vele reshoots en
het effect daarvan op zijn score: ‛Ik heb de
neiging om altijd dingen te herzien als on-
derdeel van mijn werkwijze, dus in die zin
was dit niet bijzonder. Maar extra opnamen
zorgen voor meer tijd waarin je wat meer
op adem kunt komen. Stilistisch gezien
voelde het echter alsof er een min of meer
-
14
Jamie Foxx en Ansel Elgort in Baby Driver.
constante lijn was in de manier waarop de
score tot stand kwam.՚
Nog voordat Suicide Squad werd uitge-
bracht was Price verbonden aan Ant Man,
de nieuwe film van Edgar Wright, met wie
hij in 2013 The World’s End had gedaan.
Echter, zowel regisseur als componist
haakte in 2014 af, ook al hadden beiden
veel tijd in dit project gestoken. In plaats
daarvan werkten ze voor de actiefilm Baby
Driver die onlangs werd uitgebracht. Voor
deze film en The World’s End geldt een
soortgelijk stramien: in de eerste helft
vooral hits en in de tweede helft een grote
rol voor de originele score. Die score bege-
leidt de vele vechtscènes (The World’s
End) en achtervolgingen (Baby Driver) en
is net als de muziek voor Suicide Squad
een stevige mix van rock en orkestraal,
waarbij de poëtische stukken onvermijde-
lijk een orkestrale ondersteuning kennen.
De hits in Baby Driver bepalen regelmatig
de handeling in de film. Als een eigentijdse
choreografie bepaalt het ritme van bijvoor-
beeld Hocus Pocus van onze eigen Focus
de bewegingen en montage van de bijbeho-
rende actiescène. Door deze choreografi-
sche aanpak was het voor Price lastig zijn
muziek net zo’n karakter te geven.
Wat brengt de toekomst? Alfonso Cuarón
is bezig met de voorbereidingen voor de
opvolger van Gravity. Het moet zijn eerste
Spaanstalige film worden sinds zijn door-
braakfilm Y tu mamá también uit 2001.
Plaats van handeling is zijn geboortestad
Mexico City. Of Price de muziek voor zijn
rekening zal nemen, is nog niet officieel
bevestigd.
PS
-
15
MUZIEK VOOR VERBODEN VRUCHTEN
Tiomkin versus Selznick
Wat doe je als je de grootste film aller tijden hebt gemaakt? Je probeert die te overtreffen met
een nog ontzagwekkender epos. Dat moet David O. Selznick voor ogen hebben gestaan toen
hij halverwege de jaren ’40 van de vorige eeuw in een boek van schrijver Niven Busch een
nieuwe uitdaging vond. Duel in the Sun (1946) zou nog grootser moeten worden dan zijn
monumentale Gone With the Wind uit 1939. De complete score van deze epische western
werd vorige maand uitgebracht door het Belgische label Prometheus. Dimitri Tiomkin schreef
een van zijn eerste westernscores voor het megalomane project van Selznick wat niet geheel
van een leien dakje is gegaan.
Met Gone With the Wind had Selznick
(1902-1965) op 37-jarige leeftijd in Holly-
wood de top bereikt. Na drie jaar zwoegen
was het hem gelukt een vier uur durend
filmepos af te leveren dat in alle opzichten
gigantisch bleek te zijn. Acht Oscars –
waaronder die voor beste film – vielen de
film een jaar later ten deel. En nadat Selz-
nick met het door hem geproduceerde Re-
becca (1940) voor het tweede jaar op rij de
Oscar voor beste film had gewonnen pro-
duceerde hij “kleinere” films als Since You
Went Away (1944) en Spellbound (1945).
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan
kan. Een jaar eerder verscheen de roman
Duel in the Sun van schrijver Niven Busch.
In deze bestseller zag Selznick een kans
om het overweldigende succes van Gone
With the Wind bijkans voorbij te streven.
Als regisseur koos hij King Vidor met wie
hij weliswaar slechts één film had gemaakt
(Bird of Paradise, 1932) maar met wie hij
nadien altijd bevriend was gebleven. Voor
de rollen van de twee broers die onder de
betovering van de halfbloed indiaanse
Pearl Chavez geraken werden Gregory
Peck en Joseph Cotten geëngageerd. Pearl
zou worden vertolkt door Jennifer Jones,
een actrice die Selznick enkele jaren daar-
voor zelf had ontdekt en die voor haar
eerste hoofdrol – in The Song of Berna-
dette (1943) – een Oscar had gewonnen.
Lillian Gish, Lionel Barrymore en Walter
Huston werden gecast in de voornaamste
bijrollen. De opnamen startten begin 1945
op locatie in Arizona en duurden tot augu-
stus van dat jaar. De productie werd onder
meer geplaagd door enkele stakingen,
slecht weer, onenigheid tussen regisseur en
producer en heel veel meer. Een ongeken-
de publiciteitscampagne moest het publiek
in datzelfde jaar alvast warm maken voor
het gigantische westernepos waarvan de
release steeds weer werd uitgesteld. Maar
het grootste obstakel op de weg naar de
filmpremière was Selznick zelf. Talloze
-
16
scriptherzieningen zorgden ervoor dat heel
wat scènes – soms in een laat stadium –
opnieuw moesten worden opgenomen. Zijn
scheiding van Irene Mayer tussen de be-
drijven door was slechts een onbetekenend
voorval.
Hoewel King Vidor als enige regisseur op
de aftiteling staat vermeld waren er nog zes
regisseurs betrokken bij de film waaronder
Josef von Sternberg, William Dieterle (hij
filmde een geheel nieuwe beginsequentie)
en Selznick zelf. Intussen werkte achter de
camera niet één director of photography,
maar liefst drie en volgens andere bronnen
zelfs zes. Duel in the Sun werd uiteindelijk
een film van de superlatieven. De western
duurde bijna tweeënhalf uur, werd ge-
draaid in glorieus Technicolor, zat vol met
talloze sterren, werd op veel locaties buiten
de studio gedraaid en werd zoals gezegd
vooruitgegaan door een flinke dosis publi-
citeit (voor het indertijd ongekende bedrag
van $2 miljoen). Maar ook nu nog oogt
Duel in the Sun indrukwekkend, met name
door de prachtige buitenopnamen met een
overdaad aan roodgloeiend, massale scènes
met mannen te paard (en zonder hulp van
de computer), enkele opmerkelijke acteer-
prestaties en enkele voor die tijd vergaande
liefdesscènes. De totale productiekosten la-
gen uiteindelijk rond het destijds astrono-
mische bedrag van $6 miljoen.
En dan was er nog de muziek. Als jonge
producer bij RKO werkte Selznick begin
jaren ’30 regelmatig samen met Max Stei-
ner die hij de vrije hand gaf om te experi-
menteren met muziek in films. Zo bevat
het overgrote deel van Symphony of Six
Million (1932) muziek en een jaar later
schreef Steiner geschiedenis met zijn score
voor King Kong, geproduceerd door Selz-
nick. Deze had dertien jaar later voor Duel
in the Sun iets nieuws bedacht: een pitch
voor componisten. Een van de afvallers
was Miklós Rózsa die niet lang daarvoor
nog een Oscar had gewonnen voor Spell-
bound en deze auditie als een belediging
opvatte. Winnaar werd Dimitri Tiomkin
(1894-1979) die toen nog geen grote naam
was ondanks scores voor Lost Horizon
(1937) en The Westerner (1940). Duel in
the Sun zou hem in twee opzichten vooruit
helpen: als componist van grote producties
en als westerncomponist.
Dimitri Tiomkin dirigeert de muziek voor Duel
in the Sun.
Selznick was de man van de memo’s.
Tiomkin beschrijft in zijn autobiografie
Please Don’t Hate Me ¹ hoe hij enkele me-
mo’s ontving met thema’s voor de film zo-
als jaloezie, verre herinneringen, conflict,
sentimentele liefde en orgasme. Hij schreef
gepaste muziek voor deze thema’s en voer-
de die uit in een zaaltje van een opname-
studio. Selznick en enkele collega’s – op
de achterste rij gezeten – luisterden aan-
dachtig. Alles verliep naar tevredenheid
totdat de componist zijn orgiastische com-
positie liet spelen. Selznick verliet de zaal
en ontbood Tiomkin vervolgens op zijn
kantoor. Dit thema deugde niet, want het
moest niet sentimenteel klinken, maar ge-
welddadig, onbeheerst en orgiastisch, aldus
de producer. Tiomkin beloofde andere mu-
ziek te schrijven en stak er een dosis ritme
onder. Weer was de producer ontevreden:
de componist moest de teugels veel meer
laten vieren. Tiomkin schreef nieuwe mu-
ziek, dit keer met woeste uithalen. Hij was
nu ten einde raad. Echter, voor de derde
-
17
keer liep Selznick de zaal uit. In zijn kan-
toor aangekomen vroeg de componist:
‛What is wrong now?՚ I restrained myself
with difficulty.
‛Dimi, that is not the way I make love.՚
With that, my Russian inflections thickened
in a shout of rage: ‛But is the way I make
love.՚
He burst out laughing. That was the end of
it. He agreed I should make musical love in
my own way. When the story got around,
everyone laughed; and “orgiastic” went
into the picture the way I’d written it the
third time.
De uit Oekraïne (in 1894 tot Rusland beho-
rend) afkomstige componist schreef een
grootschalige score die verscheidene melo-
dische thema’s voor de hoofdpersonen om-
vatte evenals muziek voor massascènes,
een prelude, actie en uiteraard voor de ge-
waagde momenten tussen Pearl Chavez en
Lewt, de ongetemde wildebras uit haar
pleegfamilie, waaronder een scène die het
midden hield tussen verkrachting en on-
stuimige fysieke liefde. De publiciteitsma-
chine rondom de prestigieuze film die
maar niet wilde uitkomen betrok ook de
originele score waarvan delen op plaat
werden uitgebracht in de campagne, een in
die prille naoorlogse jaren nog relatief
nieuwe praktijk.
Duel in the Sun ging dan toch nog in 1946
in première, op de een na laatste dag van
het jaar. Dankzij de vele publiciteit waren
de verwachtingen hooggespannen. De film
werd aan de kassa geholpen door de con-
troverse rondom enkele omstreden scènes
zoals de hierboven beschreven verkrach-
tingsscène. Ruim $20 miljoen bracht de
film in het laatje en daarmee ging hij de
boeken in als een financieel succes. Minder
positief was de pers die de film vrijwel
unaniem afkraakte als over de top. Ook
waren er slechts twee Oscarnominaties die
niet werden verzilverd: voor Jennifer Jones
en Lillian Gish. Meer verbazing wekte het
negeren van de muziek door de Academy.
Christopher Palmer schaart de score in zijn
biografie van de componist – Dimitri
Tiomkin: A Portrait – onder diens belang-
rijkste werken. Hij roemt met name de be-
faamde slotscène waarin Pearl en Lewt el-
kaar neerschieten en vervolgens in elkaars
omarming sterven: ‛neo-Wagnerian extra-
vaganza,՚ aldus de biograaf. ²
Dimitri Tiomkin zou twee jaar later weder-
om furore maken met een westernscore:
Red River. Daarna volgden scores voor
talloze westerns zoals High Noon (1952),
Giant (1956), Gunfight at the O.K. Corral
(1957), Rio Bravo (1959) en The Alamo
(1960). En zo werd de Russische Oekraïner
bij uitstek de westerncomponist van Holly-
wood.
¹ Please Don’t Hate Me. Dimitri Tiomkin
en Prosper Buranelli. Doubleday & Com-
pany, Inc., New York, 1959.
² Dimitri Tiomkin: A Portrait. Christopher
Palmer. T.E. Books, Londen, 1984.
PS
-
18
RECENSIES
MY COUSIN RACHEL
Sony Classical 88985432092
26 tracks, 49:55
My Cousin Rachel speelt zich af op het Engelse platteland van
de 19de eeuw. Componist Rael Jones schreef een prachtige
symfonische score voor deze verfilming van de roman van
Daphne du Maurier. Hij begint de score in Who’s to Blame?
met een kort pianomotiefje dat onheil aankondigt. Dit krachti-
ge onheilsmotief keert regelmatig terug en vormt een rode
draad door film en score. Jones laat vervolgens in de tweede track (Memory of a Happy Day)
iets onbestemds horen en enkele volgende tracks lijken doortrokken te zijn van iets myste-
rieus of ongemakkelijks. Al dat onheil en mysterie hoeft niemand te bevreemden, aangezien
de grote vraag omtrent de mysterieuze Rachel – heeft zij de voogd van haar neef Philip ver-
moord? – tot het einde onbeantwoord blijft. Met kleine muzikale effecten en een meesterlijke
instrumentkeuze laat Jones de kijker tot het eind in het ongewisse. Dat doet hij bijvoorbeeld
met schrijnende tonen in de hogere registers of met ijle violen die de spanning enkel tot grote
hoogte drijven. Dat er ook plaats is voor enkele romantische momenten bewijzen tracks als
Christmas en I Will Not Permit It. Rael Jones heeft een meesterlijke score afgeleverd die veel
belooft voor de toekomst.
PS
THE PROMISE
Lakeshore Records LKS 349762
17 tracks, 52:03
Terry George regisseerde in 2004 Hotel Rwanda over de
Rwandese genocide van 1994. Dertien jaar later maakte hij The
Promise, een film over de Armeense genocide ten tijde van de
Eerste Wereldoorlog. Gabriel Yared, die altijd een sterke affi-
niteit heeft gevoeld met zijn Armeense vrienden uit zijn ge-
boortestad Beiroet, schreef de muziek voor deze epische film.
Ondanks de grootschalige proporties van de film houdt de componist het grotendeels klein-
schalig. Enkel in tracks als Exodus, Way Home en Going Up the Mountain pakt hij uit met
onstuimige percussie en een energieke drive, waardoor de onthutsende beelden een dosis
pathos meekrijgen. Ook het hoofdthema kent een groots geluid. Voor de rest zoekt Yared het
in verstilde, melodieuze composities zoals de vele liefdesstukken voor de geliefden Michael
en Ana en naar klaagzang neigende stukken evenals een requiem in Mourning. Geregeld ge-
bruikt Yared hierbij etnische instrumenten om de locatie te benadrukken. Op deze cd staan
verder enkele traditionals waaronder een bekend Armeens lied getiteld Sari Siroun Yar. De cd
sluit af met het door de onlangs overleden Chris Cornell geschreven en uitgevoerde lied The
Promise. Gabriel Yared biedt ons niets nieuws, maar zijn gevoelige en melodierijke stukken
zijn toch steeds een aanleiding om deze meeslepende score te beluisteren. PS
-
19
PAPILLON
Quartet Records QR286
27 tracks, 71:31
In 1973 verscheen de film Papillon onder regie van Franklin J.
Schaffner naar het boek van Henri Charrière. Dalton Trumbo
schreef het script naar het waargebeurde verhaal en Steve
McQueen en Dustin Hoffman speelden de hoofdrollen. De
prachtige muziek is van Jerry Goldsmith. Geen rare keuze van
de regisseur die al met Goldsmith had samengewerkt bij The
Stripper (1963), Planet of the Apes (1968) en Patton (1970). Na Papillon werd de samenwer-
king vervolgd met de films Islands in the Stream (1977), The Boys from Brazil (1978) en
Lionheart (1987). Het verhaal in de film speelt in Frans Guyana op een eiland waar Franse
criminelen gevangen zaten. De muziek voor Papillon begint met een wals op accordeon met
orkest. Om de score een Frans tintje te geven werd de accordeon ingezet. Dit is een heel toe-
gankelijke score van Goldsmith die toch vaak de moeilijke muziek opzoekt als ik aan Planet
of the Apes denk. Ook deze score heeft atonale momenten, doch minimaal. Het gebruik van
harp, dwarsfluit en houten percussie geeft de score een exotisch karakter. Op deze bijzondere
cd-uitgave staat voor het eerst de complete geremasterde score en dat maakt deze uitgave in-
teressant. De geluidskwaliteit is beter dan ooit tevoren. Ook staan er tracks met source music
op de cd zoals thema’s uit Faust van Gounod, bewerkt voor blaasinstrumenten door Alexan-
der Courage. Ook een paar alternatieve versies van de score vullen de cd. Eén van de mooiste
werken van Goldsmith is nu compleet verkrijgbaar, zij het in beperkte oplage.
ST
THE CAINE MUTINY
Intrada Special Collection Volume ISC 382
28 tracks, 53:25
Hier is de wereldpremière van Max Steiner’s legendarische
score voor The Caine Mutiny. Humphrey Bogart schittert in de
beroemde film uit 1954 en won een Oscarnominatie voor zijn
rol als kapitein Queeg op een mijnenveger in de Stille Oceaan
tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is Intrada weer gelukt
een filmscore op leeftijd op te poetsen, waardoor liefhebbers
van Max Steiner aan hun trekken komen. De score is rijk aan
marsmuziek waar John Philip Sousa niet voor onder doet. Zelfs het fluitje van de marine-
kapitein zit er in verwerkt en doet mij even aan de film The Sound of Music denken. Uiteinde-
lijk heeft de score maar een paar pakkende thema’s die in diverse variaties terugkeren. Dit
heeft tot gevolg dat men na de film nog dagen met het deuntje in het hoofd rondloopt. Een
belangrijk weetje is dat RCA in 1954 een elpee had geperst met dramatische hoogtepunten uit
de film. Muziek van Max Steiner zonder dialogen of geluidseffecten ontbrak op deze elpee.
Omdat er rechten op deze filmgeluiden zaten werd de plaat direct uit de handel gehaald en
slechts een paar hebben het overleefd. Die paar exemplaren hebben een marktwaarde van
duizenden dollars, er is in 1970 een bootleg van geperst en in 1993 nog eens. Nu dan eindelijk
de complete score zonder dialoog, met tevens het lied uit de film For He’s a Jolly Good Fel-
low en de song I Can’t Believe That You’re in Love With Me gezongen door May Wynn en
een gearrangeerde instrumentale versie door George Duning die de score een mooi tijdsbeeld
uit die periode geven. ST
-
20
THE DAY THE EARTH STOOD STILL
Satellite SAT001LP
17 tracks, 35:01
In 1951 verscheen de sciencefictionfilm The Day the Earth
Stood Still geregisseerd door Robert Wise. Bernard Herrmann
werd gevraagd de score te schrijven en er iets speciaals van te
maken. Dat nam Herrmann serieus op. Hij componeerde de
score in juli 1951 en in augustus werd hij opgenomen. Herr-
mann nam theremin meester Samuel Hoffman in de arm om
een dreigende atmosfeer toe te voegen die een handelsmerk
zou worden voor sciencefiction soundtracks in de jaren ‘50. Naast Hoffman’s theremin zijn de
andere instrumenten voor de score: viool, cello en bas (alle drie elektrische), een andere there-
min (gespeeld door Paul Shure), twee hammondorgels, een groot studio elektrisch orgel, drie
vibrafoons, twee glockenspiels, twee piano's, twee harpen, drie trompetten, drie trombones en
vier tuba's. Bijzondere overdubbing en tape-reversaltechnieken werden ook gebruikt. Het re-
sultaat is een boeiende, gevarieerde en originele score die ondanks alle muzikale nieuwtjes
herkenbaar is als Herrmann. In 1951 was alle elektronica in de score vernieuwend en doeltref-
fend in de film. De soundtrack is vreemd genoeg nooit uitgebracht op plaat in die tijd, dus
hier is een unieke kans om deze merkwaardige opname op vinyl in uw collectie te hebben!
Komt in ultra-cool front gelamineerde flipbackhoes in een beperkte editie van 300 exempla-
ren. De plaat is een 10-inch elpee die qua vormgeving helemaal in het genre past met een
mini-poster en een leaflet waarop een Amerikaanse bioscoop in New York staat afgebeeld
waar de film draait. De plaat biedt muzikaal niets nieuws dan wat er al eerder op cd was
verschenen. Ondanks dat is het voor de fans van Hermann een prachtig hebbedingetje.
ST
PUPPET ON A CHAIN
Silva Screen Records SILCD1519
18 tracks, 34:15
Puppet on a Chain (1971) van Geoffrey Reeve werd opgeno-
men in Amsterdam en omgeving. De thriller naar een bestseller
van Alistair MacLean kreeg extra publiciteit door een speed-
bootachtervolging door de Amsterdamse grachten, later dunne-
tjes overgedaan door Dick Maas. De muziek werd geschreven
door Piero Piccioni die in datzelfde jaar enkele internationale
films voor zijn rekening nam. Voor Puppet on a Chain schreef hij een ronduit psychedelische
score die goed tot zijn recht komt in onze door drugs geteisterde hoofdstad. Met hallucineren-
de muziekeffecten, een opzwepend hammondorgel en opwindende percussie creëert de Ita-
liaanse filmcomponist een enerverende actiescore die het midden houdt tussen jazz en popmu-
ziek en waarop geregeld de schaduw van de indertijd populaire James-Bondmuziek valt. Een
stevig hoofdthema, dwarsfluit en bongo’s voor LSD Party, een uitgesponnen samengaan van
diverse thema’s in de langste track (toepasselijk Obsession geheten), kerkorgel voor The Fu-
neral, naast een traditionele toonzetting voor het Love Theme zorgen voor een muzikale cock-
tail die zijn weerga niet kent. Deze score is ook buiten de film een spannende muzikale bele-
venis en biedt niets extra’s vergeleken met de uitgave op DC Recording uit 2001. Wat blijft:
zo worden filmscores vandaag niet meer gemaakt. PS
-
21
UN SAC DE BILLES
Milan Records 3998942
21 tracks, 54:13
Jacques Doillon verfilmde de in 1973 verschenen roman Un sac
de billes van Joseph Joffo al in 1975. Dit jaar verscheen een
nieuwe versie, geregisseerd door de Canadees Christian Du-
guay. De film gaat over twee joodse broertjes die tijdens de
Tweede Wereldoorlog uit handen van de Nazi’s proberen te
blijven. De muziek voor de even spannende als hartverscheurende film werd gecomponeerd
door de Franse componist Armand Amar. Die stond voor de lastige taak muziek te schrijven
die functioneel, maar tegelijkertijd niet overdreven sentimenteel diende te zijn. Een enorme
valkuil dreigde, waar Amar zoveel mogelijk omheen is gelopen. Hij begint met twee thema’s
waarvan het eerste een tamelijk onschuldige, levendige indruk maakt. Het tweede thema (Le
départ) is van een melancholieke schoonheid en zal als hoofdthema regelmatig terugkeren,
culminerend in het aangrijpende Retour à Paris (met in de coda de viool als sleutelinstru-
ment) waarmee film en cd afsluiten. Voor de meeste nummers geldt een sobere orkestratie die
recht doet aan de soms schokkende beelden. De piano speelt hier een leidende rol, terwijl
strijkers voornamelijk in enkele meer opgewekte stukken figureren. Want niet alles is kom-
mer en kwel, zo maken regisseur en componist ons duidelijk, al geldt dat slechts voor een
handvol scènes. Armand Amar heeft een ontroerende, soms ook opbeurende score geschreven
waar je stil van wordt. PS
STATE OF GRACE
Quartet Records QR282
Cd 1: 33 tracks, 70:07
Cd 2: 18 tracks, 53:13
Phil Joanou regisseerde in 1990 de gangsterfilm State of Grace
die zich in New York afspeelt met in de hoofdrollen Sean
Penn, Gary Oldman, Ed Harris en Robin Wright. De muziek
voor de film is van Ennio Morricone. Blijkbaar heeft iemand
de mastertapes teruggevonden, want nu is er na de uitgave uit
1990 een dubbel-cd met de complete score. Even een persoon-
lijke anekdote: tegen kerst 1990 was ik in Rome en had een afspraak bij Morricone thuis sa-
men met vriend Claudio Fuiano als tolk. We waren iets te vroeg en gingen nog even naar de
platenzaak aan de overkant. Daar vond ik de soundtrack van State of Grace. Dat is een mooi
cadeau voor Morricone. Na de cd te hebben overhandigd was deze er blij mee maar merkte op
dat de titel hem niet bekend voorkwam. De werktitel was Hell’s Kitchen volgens hem. De
muziek is onmiskenbaar Morricone. De orkestraties en de geniale wijze van componeren ver-
raden direct de kwaliteit en stijl waar hij beroemd om is. De score is gevarieerd en geeft de
film een gespannen sfeer. Op cd één staat de filmversie van de score terwijl cd twee de sound-
trackversie is die al eerder was verschenen. De keuze om Morricone de score te laten doen
was duidelijk: de gangsterfilm The Untouchables van Brian De Palma was een paar jaar eer-
der verschenen met zijn muziek. Het boekwerkje bij de cd’s geeft leuke informatie over het
tot stand komen van de score. Joanou was nog geen dertig en had lang haar. Zijn jongens-
droom om een klassieker als Morricone te vragen kwam uit. Voor de verzamelaars van
Morricone is deze uitgave weer smullen vanwege de extra muziek.
ST
-
22
DUEL IN THE SUN
Prometheus Records XPCD180
Cd 1: 15 tracks, 53:36
Cd 2: 13 tracks, 57:09
Nog geen half jaar na de schitterende uitgave van The Thief of
Bagdad komt het Belgische label Prometheus Records met een
nieuw huzarenstuk: de complete score van Duel in the Sun. De
western van King Vidor uit 1946 heeft altijd een wat oneven-
wichtige reputatie gehad, maar wordt nu algemeen gezien als
een typisch product uit Hollywoods gloriejaren. Voor deze door David O. Selznick overge-
produceerde film schreef Dimitri Tiomkin een van zijn eerste magistrale scores. Die begint in
film en op cd 1 met een prelude (9:37) en een ouverture (2:15) waarin het imposante hoofd-
thema naast de vele andere melodieën prachtig weerklinken. Daarna pakt Tiomkin echt uit
met een veelheid aan stukken zoals een opzwepende Mexicaanse dans, de krachtige thema’s
voor de twee broers McCanless (gespeeld door Joseph Cotten en Gregory Peck) en verschei-
dene stukken die cirkelen rondom Pearl Chavez (Jennifer Jones), de vrouw waarom alles
draait. Ook de muziek voor het landgoed van de familie McCanless is uiterst expressief, maar
evenzeer voor de dramatische, gevoelige scènes spaart de componist de luisteraar niet. En dan
zijn er nog de grootschalige scènes zoals die tussen de cowboys enerzijds en de spoorweg-
mannen anderzijds – Cavalry to the Rescue, compleet met heroïsche fanfare. Op weg naar de
legendarische eindscène gaan alle remmen los en koerst de componist vastberaden en vernuf-
tig af op een overweldigende climax. Het onvolprezen City of Prague Philharmonic Orchestra
& Chorus onder de leiding van Nic Raine voert de epische score die toekomstige westernmu-
ziek mede vorm zou geven briljant uit. Een Concert Suite (12:26) besluit deze exceptionele
uitgave. PS
LA CONQUÊTE/COMME UN CHEF
Music Box Records MBR-109
26 tracks, 55:37
Soms komt het zo uit dat er twee korte scores voor films ge-
maakt worden en dat die dan in combinatie op een cd komen
zodat de complete scores toch worden uitgebracht. La conquête
(2011) is een Franse biografische film over de opkomst van de
vroegere president Nicolas Sarkozy. De muziek van Nicola Pio-
vani opent met een wat circusachtig thema en zal de biografie
een bijzonder karakter geven. Piovani is een componist waarvan je weet wat je kunt verwach-
ten. Hij heeft een unieke eigen stijl die ook hier weer in volle glorie tot uiting wordt gebracht.
De muziek is veelzijdig met een leuk carillon met kleine belletjes, een klarinet die ook vaak in
de orkestraties van Piovani zit, violen (als groep en ook solo), een jazzy bewerking van het
hoofdthema, het zit er allemaal in. Kortom, een mooie score die gehoord mag worden.
Comme un chef (2012) is een Franse komedie over twee chef-koks, gespeeld door Jean Reno
en Michaël Youn. Deze soundtrack was al te koop als download bij iTunes, maar is nu voor
het eerst op cd verkrijgbaar. Alweer doet Nicola Piovani met zijn vrolijke thema’s zijn werk
om deze grappige film muzikaal te ondersteunen. Met in de orkestraties onder andere een kla-
rinet, een mandoline en een gitaar geeft hij zijn muziek zijn eigen stijl. Wie de muziek van La
vita è bella voor de geest kan halen: deze score lijkt daar wel wat op. Resultaat: een leuke, ge-
varieerde cd. ST
-
23
STAVISKY
Quartet Records QR271
37 tracks, 68:04
Over het belang van Stephen Sondheim op het
gebied van de musical bestaat geen enkele twij-
fel. De Amerikaanse componist en tekst-
schrijver geniet al decennia een onaantastbare
status die nog steeds lijkt te groeien. Op
filmgebied is hij weinig actief geweest. Voor
films als Dick Tracy (1990) en The Birdcage
(1996) schreef hij enkele liedjes. Zijn enige
echte filmscore is die voor Stavisky (1974) van
Alain Resnais. Op sondheim.com lezen we dat
de Franse regisseur een groot fan was van
Sondheim, in het bijzonder van diens musical Follies. Een telefoontje resulteerde in een
eenmalige samenwerking. Resnais schreef het script met de werken van de componist in zijn
achterhoofd, vanwege het ritme van zijn liedjes. Tijdens het draaien van de film werd Resnais
geïnspireerd door de liedjes uit A Little Night Music, het recente succes van Sondheim, zo valt
te lezen in het cd-boekje van deze speciale uitgave. Resnais draaide ze vanaf dag 1 van de
opnamen om onder meer het ritme van het lopen en enkele bewegingen juist te krijgen. Veel
muziek werd voor de twee uur durende film overigens niet gebruikt. Op eerder verschenen
geluidsdragers is drie kwartier aan muziek te horen. Volgens sondheim.com kwam slechts de
helft van de muziek die de componist schreef in de film terecht. Hoofdthema is een aange-
naam deuntje dat doet denken aan de foxtrot, een dans die in de jaren ’30 zijn hoogtepunt
bereikte. Dat laatste is geen toeval. Stavisky draait om de financier met dezelfde naam
(gespeeld door Jean-Paul Belmondo) die in de jaren ’20 en ’30 vanwege zijn zwendelprak-
tijken veel opzien baarde. Uiteindelijk culmineerden deze zaken in de Stavisky affaire die de
Franse regering begin 1934 dwong tot aftreden. Stavisky zelf liet bij dit enorme schandaal het
leven. Na het hoofdthema horen we enkele walsen, variaties op het hoofdthema (tot en met
Final, de laatste track) en naast enkele stukken met suspense een ronduit poëtisch nummer
(Erna). Wie goed luistert hoort bij veel tracks duidelijk een liedjesstructuur. Au “Claridge”
en zijn vele variaties is een schitterend voorbeeld van een dergelijk scoremotief in liedvorm.
Wat ontbreekt bij de vele nummers (24 in totaal, de dertien bonusstukken zijn langere en
langzamere versies van de originele stukken) is een tekst. Leuk is te lezen in Stephen Sond-
heim: a life, de biografie van Meryle Secrest uit 1998, dat deze score de enige compositie ooit
was waarbij de componist geen enkel verdovend middel (sigaretten, drank en drugs) nodig
had, juist omdat hij geen teksten hoefde te schrijven. Alleen water had hij nodig. Hoe ging het
verder na deze enige echte filmscore? Zeven jaar later vroeg Warren Beatty Sondheim de
muziek voor het epos Reds te schrijven. Veel verder dan een liefdesthema (Goodbye for Now)
kwam Sondheim niet. De rest van de score werd geschreven door Dave Grusin die voor zijn
aandeel geen vermelding op de aftiteling kreeg. In het door hemzelf samengestelde boek
Look, I Made a Hat (2011) schrijft de componist dat hij graag muziek voor films schrijft. 87
jaar oud is hij nu, er is nog een klein beetje hoop.
PS