FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al-...

170
FELIXTIIVMERMANS NAARWAAR DEAPPELSIENEN GROEIEN AMSTERDAM - P .N .VANKAMPEN&ZNN .V .

Transcript of FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al-...

Page 1: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

FELIX TIIV MERMANSNAAR WAAR

DE APPELSIENENGROEIEN

AMSTERDAM - P. N. VAN KAMPEN & ZN N.V.

Page 2: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een
Page 3: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een
Page 4: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN

Page 5: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

HOLLAND-BIBLIOTHEEK

k

9

AMSTERDAM+ P. N. VAN KAMPEN b ZOON N.V .

ilJfl

Page 6: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

FELIX TIMMERMANS

NAAR WAAR DEAPPELSIENENGROEIEN

VIERDE DRUK

.,7APEN ig~l

I

1

AMSTERDAM+ P. N. VAN KAMPEN ei ZOON N.V. +

Page 7: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Aanden doorluchtigen Monseigneur Dr . B. Eras,procurator van het Nederlandsch Episcopaat toRome, met grooten eerbied en hooge vereeringdezen groet uit het sappig, gemoedelijk Vlaanrderen aan het van schoonheid-overkokend Italie .

Felix Timmermans.

Page 8: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

HET VERTREK

DE kinderen Cecilia en Clara slapen nog, rozig,achter de witte gordijntjes. Beneden schenkt deoude moeder de koffie op. De hartelijke goede reuk

komt bekorend de trappen opgewandeld . 't Is een koffiewaar men een punt an aan zuigen, zegt ze, en tusschenelken doorschink zet ze voort heur haar in bekskens .

Terwijl ik mij scheer, zie ik in ons hofken, hoe hetkerselaarken eerst-communiekantenwit is opengebloemd !'t Is altij d een van d'eersten ! Waar de andere boomen,ook in verdere tuinen, nog de kat uit den boom zittento kijken, of de zon uit de wolken, doet het kerselaarken,snakkend naar leven, onverschrokken voort en stoot zijnwitte bloemen, mild en wild, naar buiten . Hagelt het,dan patientie ! Maar 't wil er zijn, en 't is er .Ah ! de lente-kitteling is begonnen ! In Italie zullen

nu wel alle struiken en boomen van bloemen gezwollenen opgepropt zijn, overdadig en dwaas-genadig ; purperegl ycine, wij ndonkere en auroraroze en theegele rozen,vioolen in bisschoppenkleur, vlammende mastouchen,liefde-blauwe vergeet-mij-nieten, voorzichtig-rozen ap-pelbloesem, witte appelsien-bloemen, zoo dienstig voorde huwelijken, hortensia, kruidnagel, goudregen enamandel en nog en nog, en al die kleurenweelde lijk open-slaande vlaggen onder den zegen van een hevige Lieven-vrouwenblauwe lucht ! Veronderstel daar de streelendegeuren bij, het krakende licht, een horizon van blauweBenozzo-Gozzoli bergen, en 't getinkel van een guitaar !Om in to duikelen en to bedwelmen ! Overmorgen zijn w'er ! Daar werkt de natuur in 't groot . Hier groeit de druifin een glazen kasken, ginder vult zij zich direkt met hetlicht en zuigt gulzig aan de lucht. Ach mijn grootmoederdie reeds zoo blij was met een citroenen-boomken in eenbloempot ! Wij zijn rap blij, een bloeiend kerselaarkenwipt reeds de vreugde in het hart . Hier gaat alles met

I

Page 9: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

schokskens, twijfelend en vol aarzeling. Hier zit angst enzorg in de natuur, en de steeds uitstellende zon doetniets dan maar probeeren. Maar ginder in Italie !

Terwijl ik al eet, en "t is ne goede koffie, zoo eenen,die men maar maakt als men vertrekt en terugkomt,zet ons Marieke met een pijpijzer heur haar in krullekensen neuriet uit Mignon : ,Connais-tu le pays ou fleuritl'oranger . . ."

We kussen nog eens pluimvoorzichtig de wang derkinderen. Ons Marieke heeft tranen in de oogen . 'k Loopnog eens naar ons kat, die van eergistren met twee jongligt, en 'k gooi een handeken naar het kerselaarken ; wezoenen de moeder, maken een kruisken en dan met dewaterzware valies naar het levergeelzieke stationneken,dat plots de poort is naar Italie, Franciskanie en Maca-donie. Daar wachten mijn twee zusters met nog water-zwaardere valiezen. Een krakend treintje, als moe, omdathet van zoo ver uit de Kempen komt, voert ons ge-moedelijk-traag naar Antwerpen . Ah ! de peperbustorenvan Lier ziet nog eens boven de wegdraaiende boomen,en ginder in de groene gordijn der Begijnenvest, waar-achter het witte, stifle Begijnhof bidt ! Dag Lier ! DagNethe ! Ach ! laat het mij schoon vinden het Italie, laatmij er voor in verrukking staan en zeggen „Ach ! ach ! 'tis schooner dan ik het verwacht had!" maar laat me tochdan ook weer zoo terugkomen, lij k Peter Breughel, onzegeestelijke vader, toen hij uit Italie kwam : onveranderd,snakkend om weer het gebaar der windmolens vanVlaanderen to zien, de schoone Vlaamsche taal to hooren,den eigen grond to rieken, en het eigen land to bewon-deren ! Och men zegt zooveel van Italie, en ik heb eenbeetje vrees, dat er wat van mijn liefde voor u zou ver-loren loopen. 't Is nochtans bijna niet mogelijk . Ge zieter zoo schoon uit, o land van Brabant ! De lente bege-nadigt u. Achter de zwarte hagen der boogaards zittende perzikboomen in 't roos, en reeds perelaren in 'twit; tusschen de groene en bruine plekken van 't veld,

2

Page 10: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

die zijn als tapijten, trompet het rapenzaad als een geel-koperen muziek, en de leeuwerik klimt naar de lucht,en de boeren zaaien en ploegen. Och, 't is simpel zonderverbazing, maar 't is zoo vertrouwelijk, innig, en 'tdraagt zoo'n zuivere vreugde in zich . Is een roos in eenwinkel schooner dan een gekregen madelief ken, dat gein uw knoopsgat draagt?

In Antwerpen is 't overstappen, en ik heb reeds spijtdat mijn valiezen zoo zwaar zijn, en die mijner zustersFr bij. Een ernstige bloctrein rukt ons naar Brussel. Hetis nu wel een azijnzonneken, maar de twee vorige dagenvan honing-licht hebben het groen en de bloemenuit den grond getokkeld, lijk Jef Denijn de klanken uitden beiaard van gindschen edel-stoeren, reuzigen Mechel-schen toren. Een Engelschman, die de gansche wereldwas rondgereisd, zei me : ,Het schoonste punt der aardeis de Groote Markt to Mechelen, als de schemeringgulden achter den subliemen titan staat ." Het moettriestig zijn dat ge daar eerst heel de wereld moet voorrondreizen om dat to vinden . En mijne vrees verrimpelt.In Brussel weer overstappen op den anti-democratischentrein Brussel Bazel, die pretentieus in goudene lettersmeedeelt, dat ge tusschen zijne wanden kunt eten endrinken. Rap naar plaats gezocht. Z'is er en z'is er niet .In elk compartiment zit een minnend koppel ! Hei ja !'t is waar ook ! We zijn na Paschen, 't heeft huwelijkengeregend ! En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al-leinigkeit verdroomen op het blauwe meer van Lugano,of aan de voeten van de eeuwige-witgekapte Jungfrau .We willen hen niet storen, ook een huwelijksreis gedaanniet-waar, en 't alleen zijn is dan creem en honing .Maar daar elk compartiment met zoo van die koppelstortelduiven is versierd, valt er niet to kiezen, en een blondkroezelkoppeken ten schouders van den jongen pappigenman, die toch reeds door zijn zwart haar groeit, heeft denvervelenden tref van ons gezelschap . Ze laten rap el-kaars harden los, en doen een paar minuten alsof ze

3

Page 11: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

niet getrouwd zijn. Doch ze kunnen zich niet lang tegen-houden, 't geschok van den trein, voorwendsel natuurlijk,neigt hunne hoofden en handen naar elkander . In Namenkomen er zoo nog twee minnenden bij, die lachen enpralines eten . Och 't is schoon om to zien zoo'n jonge,onverborgen liefde, vol beloften van volhoudendheidin het minnen en kozen . Ze nijpen in elkaars vinge-ren, pinken tot elkaar, ze streelen met hun handen,ze streelen met hun oogen, ze verdrinken in elkandershart.

,,De sukkelaars," fezelt een mijner zusters, „binnentwee weken is het nieuw er af."

In de Ardennen hebben de grijze wolken goesting omto regenen. Een der verliefde paren, die der pralines,misschien al meer dagen op reis, begint zich erg tointeresseeren aan den zotten waterloop van de Semois,die met forellenvisschers op haar keien, met den treinal krinsend, nu eens verdwij nend achter rotsen, weerterugkomend van onder den spoorweg, tot Aarlen mee-loopt. Daar mag een Italiaan Luxemburg niet binnen .Wees dan al Italiaan, 't zag er een goochelaar of postuur-kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigenschoon land, omdat er een papierken ontbreekt . Achwat is er na dezen oorlog toch een triestig wantrouwenonder de menschen gekomen ! Dan door Luxemburg,het schoone land, waar in de herfst de jagershoornenin de donkere bosschen schallen achter het woeste ever-zwijn. Op de Fransch Elzas-Lotharingsche grens komende Fransche douanen met veel troulala binnen . Z' heb-ben papier bij, trektangen, ijzeren pieken, en ook eenvrouw om de dames of to tasten . Van nu of aan begintdeze landen-aan-een-bindende-trein flauw to doen, enstaat alle vijf minuten stil, verveelt zich een tijd aanarme grijze dorpen, waar men nog niet in portret zouwillen hangen, laat goed staan er wonen . Het eerste ver-liefde koppel is in slaap gevallen en streelt niet meer .Deze trein doet me denken aan 't autobusken van Lier

4

Page 12: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

op Antwerpen . Mijn vriend Renaat moest haastig naarde groote stad. Een vrouw zat aan 't stuur. Aan 't Pape-gaaienbosch houdt de auto stil, de vrouw stapte af,en ging in 't bosch meikevers vangen voor haar kinderen .

Onderwegen zien we Fransche soldaten, en Elzasser-boerinnen met den strik op den blinkenden kop . TeStraatsburg begint de schemer, en de lucht berst open,heerlijk lijk een bakkend brood. De ronde Vogezen-heuvelen donkeren weemoedig tegen den uitgaandendag, en de lucht kruipt stillekens aan vol sterren . 't Isd' ure dat men aan huis denkt, dat men tracht naar demenschen rond zich, en om de huiselijke dingen tozien, die bij dag nuchter om ons heen staan, maar bijavond zoo innig, vol vrede worden, en een mystiektoetsken krij gen. De kinderen gaan slapen en zullen nogzeggen, spijts z' ons niet zien : ,Slaapwel vader ! Slaapwelmoeke !"

De nacht kruipt vol mysterie over de wereld . Morgenzijn er nieuwe geboortens, nieuwe dooden . De toekomstzit vol donkere en fonkelende verrassingen. En de treinsleurt ons vender, ver in den nacht, ver van huis waarvrede is en innigheid en eenvoudig geluk. Maar er ziteen onvoldane trek in de menschen, een herhalendehonger naar het nieuwe, het vreemde, naar lets dat onsvoor eeuwig zou moeten bevredigen, en 't niet kan .'t Is als een echo van den trek, den honger naar God !

Nu is het weer Italie met al zijn pracht, waar we hopennieuw geluk over ons hart to voelen ritselen . Ach ikweet het, en als w' het zullen gezien hebben, zullen weweer verlangen naar den eenvoud van stil, plat land,waar een manesikkeltje in een rivierken bevend staatweerspiegeld. Niet rusten tot bij den Grooten Baas !

Maar Italie zuigt onmeedoogend-zoet aan met zijnkunst en zijn licht, met zijn landschappen, met zijn ge-schiedenis en zijn mirakelenverspreidend geloof. Erstraalt betoovering uit, een fascinatie . En de oude Vlaam-sche kunstenaars gingen om to bewonderen, de vromen

5

Page 13: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

gingen er om to bidden, de dichters om to droomen .En hoe meer de moderne tijden in een chaos van ge-

dachten verwar-ren, hoe meer devoile droom vanItalie guldener zalblinken en demenschheid naarzijn licht zal dwin-gen. Want zonderItalie gezien tohebben, voelt menals een tekort aangeestelijken rijk-dom. Italie ver-puurt den geest . . .

Ik staar van uitmijn hotelvensterto Bazel in dengrooten nacht, volsterren gedrest .Daaronder, op hetverlicht stations-plein, tusschenbloemen en groen,kwispelt de staartvan een fonteintje.Mijn hart verlangtnaar de hoogtens,ik riek de be-sneeuwde bergen

al. De stilte is mild en zacht, als 't fluweel van eenperzik. Het is een nacht voor Sint-Franciscus.

6

Page 14: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

PLUVIEUSE ENTREE

Ik ga om vele dingen naar Italie, en een van de be-zonderste is: het Italiaansche landschap zien ! En welter wille van Sint Franciscus van Assisi. Want ik wil

over hem een boeksken schrijven . Zijn subliem leven isals een olievlek van heiligheid en poezie, die in medoordringt en me dwingt over hem to vertellen . Ikken hem uit de geleerde boeken, en uit de eenvoudi gelegende van de ,Fioretti". Maar ik kan hem niet zien

zonder het landschap, de natuur rond hem. Hij is eenheilige, die niet zonder natuur kan gezien worden . Eenportret van hem op gouden fond is maar de helft vanSint Franciscus. Gelijk de hemel bij een engel, is hetlandschap bij Sint Franciscus. Het is een stuk van zijnleven, het aanwakkerend muziek zijner ziel, de grootemedewerker voor zijn heiligheid . Zijn schoonste gebarenzijn door haar ingegeven, zijn groote schokken en stootenwerden door haar verwekt . Het landschap, de natuuris de ladder, waarmee hij naar God is geklommen. Hijhad ze lief, bewonderde ze, bezong haar, vertelde van

Page 15: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

haar. Van of de besneeuwde kruinen der Apenijnen,tot den druiventros, die rijpt in de zon ; den dauwdrupaan de bloemen; de insectjes, die gonzen ; de water-loopen, de wolf, het schaap, de vogelen en de graskens,ja de zon, de sterren, met alles wat hij verbroedert in hethart. Hij was de groote ingewijde in de natuur . Hijkende haar mysterie dat is : dienen den Heer, die haargeschapen heeft ! En daarom is 't Franciscanisme zooheerlijk en blinkend. Het verheerlijkt het leven ! Hetgroet de natuur, ziet er de schoonheid van en haalter dezen honing uit: ,Ik wil ook den Heere dienen enHem geven al wat ik heb, want ik ben ook door Hem ge-schapen". Dat zal de gouden poezie van het Francisca-nisme blijven: de mensch en natuur, die broeders zijn,om saam den Heer to dienen. En daarom wil ik hetItaliaansche landschap zien, waarmee Franciscus Fran-ciscus geworden is . . .

Direkt na Bazel ziet men hoe stilaan het onstuimiggebaar in de bergen komt. De Zwitsersche huizekenskomen als uit een speelgoeddoos ; en de koeien, natuur-lijk we zijn in Zwitserland, hebben reeds de kleur vande melkchocolade, die men met hare medewerking zalbereiden. Er liggen morgennevelen boven de bergen .Maar plots spring ik met vrouw en zusters spontaanrecht, we botsen naar het treinraamken en roepenjuichend tegelijk : ,Sneeuw op de bergen !" We zeggenbergen, maar't zijn rotsen . Ah daar zijn ze ! De machtigen,de eeuwigen, de woeste grondkrampen van den Genesis,met hun eeuwige sneeuw, hun onverroerende lijn eneeuwige stilte. De woorden zakken terug. Onder deenorme rotsflanken ligt de wereld der menschen inschoone koleuren, maar die wereld ziet naar omhoog !Zij is getikt met de onbewuste drift naar de hoogte, zerust niet, en de dorpen, als afgerukte stukken stad,groeien op de heupen der bergen, stoutere huizen hebbenzich nog hooger vastgeklampt, en er zijn er die zich ganderboven aan de blanke sneeuw zijn gaan hangen ! Excelsior !

Page 16: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

De grijze wolken blazen zich donker op .Maar 't geschok van den trein heeft ons Marieke

treinziek gemaakt, zoodat zij zich in een hoek to slapenlegt, vichy-pastillekens zuigt, en niets kan genieten vande voorbijschuivende natuur, die pronkt met rotswater-stortingen, kalme meren, bergweiden en eenzame berg-dorpen. Ah ! dat to voet to kunnen doen lij k die geknap-zakte „wanderers", die in kleine stations afstappen envandaar naar de hoogten tiegen.

Eenmaal de Sint Gothardtunnel onderdoor, krij gen wijde eerste wijngaarden to zien, die als prieeltjes aan derotsbloksteenen-huizekens groeien, en rond zijdewormen-boomen zijn gekrinseld . We krijgen ook het eersteItaliaansch eten, spaghetti ofte macaroni. 't Is een dunnemacaroni zonder gaatjes, verstopte macaroni; een etendat u doet in affronten vallen, als g' er niet handig meeto werk gaat. Ons Marieke eet er niet van, ze heeft metdie treinziekte al darmen genoeg . Maar er zijn er, die weltweeduizendmeters op hun telloor to verorberen krijgen .En we krijgen dan ook nog regen . De wolken hebbenhunnen buik opengetrokken, doende vallen een grijzenregen en mottige sneeuw, versmorend het meer vanLugano, dat als met een, helaas natte, bloemenguirlandeomring is van witte en rote villa's, in welker tuinencypressen en palmboomen groeien .

Het uitzicht wordt Italiaansch, zooals we dat van op decinema kennen .

En onder een malsch regentje stappen we to Milanen uit .Neen, geen joyeuse entree .Alle koetsiers, van onder hunne groote paraplu,

maken luid ruzie naar elkander met doofstommenge-baren. In 't hotel ons rap gewasschen, en dan lijk echtekinderen naar den Dom ! Een geweldig verkeer in dekrommende straten rumoert donker onder den plas-regen en beneden de hooge, marmeren huizen . Wit mar-mer, welks witheid moe geworden is, en peperkleurig isuitgeslagen. De stadskleur is er een van gewone peper,

9

Page 17: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

roode peper, en bier en daar de slappe rose gam van tand-pasta. Alle vensters hebben beluiken, en de grootehuizen zijn versierd met gecariatiede poorten, die openstaan, de lommerte van een korte gang aanbieden, endan, achter een ijzeren traliepoort, uitzicht geven opeen binnentuintje waar een fonteintje klatert tusschen 'tgroen, en waar purpere clycine aan de muren hangt .

En daar is de marmeren Dom in wastoon ! Een kerkdie het meer in de breedte heeft dan de hoogte . En 't isjuist of men to midden het groote Domplein en de hoogeomringende huizen, een enorm stuk druipsteenzolderingvan een grot, met de punten omhoog, heeft nedergezet .Een vizioen van geciseleerde, gekantwerkte, ajourendruipsteenen. Zooals er daar ergens in de grot van Haneen verlicht druipsteencomplex over een zwijgend waterhangt, en in dit water staat weerspiegeld, dus met depunten omhoog, en door den gids „La Cathedrale" ge-noemd wordt, zoo is deze Dom. Veel en overdadig,'t eene torenken op het andere, de eene pinakel onderen nevens den andere, zonder uitscheiden, van hetschoone to veel, een verspilling van kracht, niet wetenwat doen met den luister, om er migraine van to krij gen,en er de harmonie bij verzwakt. Als een zwaan die in haregladde blankheid zoo harmonisch-schoon kan zijn, maardie plots de gril krijgt al haar pluimkens recht to zettenen to laten friseeren .

Er zijn aan die kerk 135 torentjes en 2.300 heiligen-beelden, zegt een cameeenverkooper . Ik heb die na-tuurlijk niet geteld, maar er schijnen er veel meer to zijn .En to midden van die weelde pinakelt uit een ronde-dans van pinakels, een gepinakeld torentje op . Er isgeen tegenhouden aan. Maar toch is dit gebouw ge-weldig van indruk ; het staat, neen het ligt daar, als eenstuk wondernatuur dat zich uitfeest in een orgie vanfantastische gothiek, en barok, en dat verbaasd is overzijn eigen luister .

Mijn zuster Rachel doet de onvoorzichtigheid aan den

10

Page 18: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

cameeenverkooper to vragen hoeveel zoo'n roze camee-ken kost. Veel to duur. Maar de man is niet weg to slaanen laat zich mee beregenen, want wij hebben geen regen-waterstokdoek bij. We lekken. Veel duiven zijn ver-scholen in de nissen van de heiligenbeelden . Er zit eenmet den kop in de pluimen op den kop van Sint Petrus,twee anderen zijn aan 't trekkebekken op het schoonehandgebaar van Sint-Jan, apostel, en een duiver draaitrond zijn duivin in den bloemenschoot van Sint-Eli-zabeth .

Ah ! de ruischende regen over dit pralerig gebouw, despuwers spuwen hun voile goesting uit, de doorluchtigetympanen lekken, de heiligen druppelen als peigrims inregen; elk krolleken, elk blad, elk versiersel, "t drupten 't tikt en laat water vallen ; en daardonder, over deeigroote, ronde kasseikens, als de eieren dier duiven,schuift de zwarte geparaplude massa der menschen.

We gaan de kerk binnen : de cameeenverkooper gaatmee. Hei ! wat een duisternis ! Wat een wijde, ruime duis-ternis ! die bloemig beschemerd wordt door enkele felle,kleurige glasramen. En uit then schemer van vijf beuken,getorst door 52 olifantdikke pilaren, doezelt stilaan deontzettende hoogte en ruimte vol weelderigheden op .Men staat als een jong bieken in een ontzaglijken, hol-len biekorf. De poorten, de kolossale poorten, zijn onderdie ontzettende afmetingen als kleine vierkante gaatjes,waaronder de biekens, de menschen, in en uit kruipen .Geen stoelen of banken . ,Ze kan veertigduizend. manbevatten," zegt de man der cameetjes . „En dat zijn degrootste kerkramen der wergild," voegt hij er bij . 't Zi jntwee kerkramen achter het hoofdaltaar, die een stad-huis breed en hoog zijn, en in kleine tafereelkens, waarinrood en blauw domineeren, het oude en nieuwe testa-ment vertellen . Voor een Lievevrouwebeeld, een schilderijachter glas, brandt een enorme struik van kaarslicht,en zitten menschen geknield met de armen uiteen .Uit die duisternis schemeren groote schilderijen, graf-

1 1

Page 19: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

tomben van graven en aartsbisschoppen, altaren en stand-beelden, kandelaren en vaatwerk op. En van de hoogezolderingen hangen roode kardinaarshoeden met hunnedriehoeken van kwasten, als reuzige vledermuizen metopen vleugels. Onder in de kerk is het beedelsteende grafvan den H. Charles Borromeus, maar een man in 'trood houdt ons tegen . We moeten morgen terug komen .

We gaan weer buiten over den in alle soorten vanmarmer ingelegden vloer, en zien nog eens om. 't Iseen verbazende ruimte, die door hare duisternis noggeheimzinniger, grooter en hooger schijnt dan ze werke-lijk is. 't Is als een stoere ruk in een donkere holte, ver-licht met het bloemig vuur van enkele glasramen, enbuiten koninklijk-naief, weeldedronken opgepraald meteen oneindig gewemel van torentjes, pinakels en heiligen .Een marmeren bloem, waarin God den honing van zijneigen lichaam aan de menschen-biekens aanbiedt. Ja,de Italianen verstaan de kunst van Gode to eeren !

Buiten koopen wij dan eindelijk elk een roze cameetje.Het mijne schijnt een Vestaalsche maagd to zijn .Een dresregen stoot ons onder de gaanderijen der

Domplaats, waar we koffie drinken . De menschen wan-delen maar aanhoudend voorbij. De Janklaassige cara-binieri met een slipjas, en de wit-roode pluimen als eengaaiwipvogel recht op hunnen Napoleonhoed, wandelenbier en daar, maar altijd twee aan twee, als doorge-zaagde Siameesche tweelingen, overendweer . Verderszijn er nog zoo soorten van tweelingen met een koperen,pronkerigen helm op. Men heeft er voorwaar de langstemannen van Italie voor uitgezocht om die helmen goed tolaten zien ; officieren met de groote, grijze casserol-pet, enden grijzen mantel theatraal over den schouder geslagenlijk in een comediestuk; soldaten met een bussel hanen-luim op hunnen tafelgrooten hoed, en uitdagendeascisten die een koperen bijltje onder 't kwispeltje vanhun zwertmutsken hebben blinken. En allemaal veeldecoraties aan ! Het yolk praat luid, hun handen praten

12

Page 20: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

mee. Ze zijn allemaal chique gekleed naar de laatstemode, en er zijn daar schoone koppen van mannen bij .

Ik merk dat er zoo weinig gerookt wordt . De cigarethet meest, cigaren heel weinig, en pijpen niet . Ik vraagaan den koff iedienaar in een combinatie van Italiaansch-Fransch-Vlaamsch (achter elk Fransch woord een o, iof a to voegen) waarom ze hier zoo weinig pijpen rooken .Een beetje verlegen, geeft hij mij to verstaan, dat de ci-garen to duur, en de pijpen to boersch zijn. We komentoch maar van fevers aan de Nethe en daarom wordteen dikkoppige pijp naar bovengehaald, die weldratriomphantelijke pluimen rond mijn hoofd doet wapperen .

(finder den kneukelenden regen, in 't rumoer van auto's,voituren, fietsen en menschen schuiven wij nevens dewinkels naar 't hotel. Mij ne zusters en vrouw hebben hetgezien in 't antiek en de juweelen, de kanten en deporceleinen. Ik geniet en luister naar den regen overdeze marmeren stad, waar de zwijgende avond de lichtendoet ontsteken.

In 't hotel krijgen wij, mitsgaders andere dingen,waterzooi to eten, dat is een kieken met groenten in 'twater gekookt . Ik houd niet van die paraplusaus, heb dekippen liever gebraden, goud-bruin, omhult met blaas-kens tusschen vel en vleesch, die bij 't open prikkeneen goeden reuk en een smakelijk sauzeken uitbronnen .

We beginnen de reisbedervende postkaarten to schrij -ven. Een Grieksch priester doet hetzelfde. Ik heb spijtdat ik op voorhand to Lier geen Italiaansche postkaartenen zegels heb laten of komen, dan had ik 't huffs allesgeschreven, en had het hier maar in de bus to werpen .Dat wordt iets voor den volgenden keer . En buiten giethet water !

I3

Page 21: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DOODENVEREERING

Ik loop recht van uit mijn bed naar 't venster, en ziedaaronder mij gekrioel van open paraplus, die blinkenlijk een hooge hoed! . . . De palmboomblaren voor

't hotel trillen , als muzikale vingeren op de zilveren regen-draden. 't Is een schande voor Italie ! Ook de gegalonneer-

de portier is er zelf voor beschaamd, en troost me, dathet bier toch niet langer dan Brie A vijf dagen regent,en dan is 't weer voor lang zon . Ze gebruiken bier ge-makkelijk paraplus, ze zijn bang van den regen als vaninkt. De koetsiers dragen er een, de brievenbestellers,en ge ziet het split op een politieagent zijn gezicht om-dat hij geen paraplu mag dragen .

14

Page 22: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

En in dit kerkhofweer zullen wij dan maar eens hetMiliaansch kerkhof gaan bezoeken. Een auto slibberter ons been. Op een groot plein, achter een rij expres-sieve cypressen, blinkt de Facciata Monumentale, metgaanderijen, kapellen, in horizontale strepen van witteen roze marmer. In die gaanderij en, onder en boven, enin die kapellen is het gene grafmonument nevens hetandere. Maar de beroemdste, de hevigste staan in denhof. Zijn dat graven? We bezien elkander . Dat zijn hiergeen zerkskens ; dat zijn monumenten, statues equestres,denkmalen, standbeelden !Ah ! wat een hevige doodenvereering ! Graftomben zoo

groot en hoog als dorpskerken, met pinakels en torens,in alle soorten marmer, met meer dan levensgrootebronzen en marmeren beelden, met koper, met mozaiek,met licht en bloemen . Geweldige Egyptische poorten,zooals men ze op cigarettendoozen ziet, onder wier ruimteeen echte vlam brandt . Een kapel in gothiek, wit marmermet verguldsel, er omheen een reidans van bronzenengelen, en een koperen deur laat er binnen een fij naltaar zien. Daar dan weer een bronzen groep: eenmoeder met een kind op den arm, en kinderen aan heurzijde, die alien luisteren aan de kier van een deur, ofvader niet weerkomt. Daar een bronzen vrouw, diebloemen legt over een dood kind . Daar een man inmarmer (en dat zijn allemaal portretten naar de levendenen de dooden), die voor het bronzen beeld zijner vrouwgeknield zit. (Veronderstel dat die man een jaar na hetoprichten van dit standbeeld weer eens goesting krijgt omto trouwen !) Een straatbreede bronzen kom, waarin eenhof is aangelegd en vergeet-mij-nietjes, en daarin eenengeltje wandelend naar een bloemeken wijzend. Datis het graf ken van een kind ! 't Is een museum van ver-driet, en bronzen beloften van eeuwige liefde . Byzan-tijnsche, Romaansche kapellen, Grieksche tempels metgroote figuren ; kolossale monumenten met menschenen dieren er op. En dat zoo het eene nevens het andere,

i5

Page 23: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

met honderden ! Een bourgeois-genoegen om om terschoonste en rijkste to doen .Monumenten zooals er in Holland geen enkel staat

voor een vaderlandschen held, en dat dan nog eerstdoor gemeenteraad, commission, beheer van bruggen enwegen moet gekeurd worden . Hier hebt ge ze voor 'tscheppen ! Hier heeft ieder zijn standbeeld, men behoeftslechts rijk to zijn en to sterven, en ge hebt het. De trap-pisten doen elken dag een schup aan hun graf, wordtverteld, bier sparen ze voor hun graf. Een doodenver-eering opgezweept door hoogmoed en stoeverij . Alsmen dan tientallen van die graf lanen doorwandeld heeft,is men niet meer verbaasd, dat er zooveel Italianenpostuurkensverkoopers zijn . 't Beelden zit in 't bloed.En overal versche bloemen en licht. Op een graftombevan 1882 dateerend, zijn nog juist versche bloemen ge-legd. Ah ! nu versta ik die rij van kraamkens buiten op hetkerkhofplein, waar men versche bloemen verkoopt. Zeligt er als een bonte krans van bloemen, waaruit ver-driet en liefde tuiltjes komen plukken (natuurlijk mits tobetalen) .

Maar ssst ! daar zien wij iets ontroerends. We willende trappen opklimmen naar de bovengaanderij, maar weblijven verbaasd staan . Ginder voor een marmerenmannenbuste staat een oude, slanke dame met eenbloemengarve in den arm. En zij spreekt tot de buste .En zooals ik tegen u zou spreken, met knikken en schud-den van 't hoofd, met verwisseling van blik, met gebaren,en, als ik spreek over drie schilderijen, u dat met drievingeren aantoon, zoo vertelt zij tot then in een hoofd-gehouwen steen. Zij wil lets duidelijk maken, zij glim-lacht, zij schudt het hoofd, en wijst. Neen geen gesprekzonder gebaren lijk in een telefoonhoorn . Een gesprekmet leven in, alsof de marmeren oogen haar zien en ver-staan. Dan zwijgt ze even, streelt voorzichtig met heurvingertoppen het marmeren gelaat, de wangen, de wenk-brauwen, zoo liefelijk, zoo innig-ingenomen, als over het

16

Page 24: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

hoofd van een lijdend, bemind wezen ; en dan zoentze in een langen heiligen zoen die marmeren lippen vanhaar echtgenoot; streelt zachtkens de roode bloemenover zijn wangen, en gaat weer opnieuw aan 't vertellen .Ik bezie mij n vrouw en zusters, z' hebben tranen in deoogen, en we gaan zwij gend weer de trappen af. 't Is eenander yolk die Italianen, heviger van bloed en hartan wij .De regen symphoneert maar altijd door over de prale-

rige graven, en maakt de wegen tot een hazensaus . Deauto schuift als van zelf over het blinkend asphalt naarde roode baksteenen kerk : Santa Maria delle Grazie.Daarbinnen is 't schemer en veel stof, onverzorgd, nietBegijnenproper lijk de Vlaamsche kerken zijn . Alle zij-kapellen, door kerkramen troebel verlicht, hebben door-vochtigde fresco's, die of brokkelen . In de linkerkapel vanden kruisbeuk is er veel vrouwengezang. Ze zingen juistden Tantum Ergo, terwijl een goudgekoorkapt priestervoor een verlicht altaarken geknield zit . De vrouwen,die geen hoed ophebben, dragen een zwarten kantensluier op het hoofd, en anderen simpel een zakdoek. InItalie mag een vrouw niet in de kerk of ze moet hethoofd gedekt hebben. Eene die voorzeker geen zakdoekrijk was, heeft een boterpapier op het hoofd gespeten .En ze zingen, niet om mee to doen, maar uit volleyhart. Een bultje zingt er boven uit met blikken, krijschendestem. 't Is de kosteresse, ze verkoopt kaarsen, neemt geldaan, maar gaat swenst voort haar stem uit haar klein lijf tonijpen, dat het in mijn ooren trilt lijk een mirleton. HetHeilig Sacrament zegent ons, en dan het yolk op nieuw aan't zingen, een juichlied in 't Italiaansch, maar het koste-resken laat de boter van heur brood niet halen, en 't iseen delirium van gekres dat z' er uitstoot. In de donkertewaar een Byzantijnsche Lievevrouw-schilderij in 't lichtvan kaarsen opschemert, zitten er vrouwen geknieldmet de armen uiteen, ze kussen het altaar en kussen dengrond. Hier is 't geloof expressiever, ze willen er de

I7

Page 25: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

uiterste vormen, luister, kleur en gebaren aan geven .'t Is geloof met force-ballen, met gezwollen bicepsen !

We gaan buiten, een vrouw snuit eerst eens in haarzakdoek, legt hem dan op haar hoofd en gaat de kerk in .

In het Dominicanerklooster daarnevens gaan we onseen tijdje neerzetten op een marmeren bank, onder degaanderijen, die een hofken met fonteintje omvier-kanten. Wat een vredigheid, wat een zilveren rust ! Onderde gaanderijen is 't eene uitgeveegde fresco nevens deandere. Het fonteintje klatert. Rond de waterkom zittenbronzen kikvorschen met een klein kikvorschken op denrug, die alien mee een straaltje in het water spuiten. Dooreen open gangsken is het uitzicht van een ander tuintje,en een ander fonteintje. We eten een trossel malschemuscaat-rozijnen en luisteren naar den regen, die ruischtop het roode pannendak der kerk Santa Maria enz., ende zeer groene kruiden van het tuintje doet spelen enverroeren. Een jonge monnik met een schoot vol bloemen,lijk Sint Elizabeth, gaat ons lachend voorbij . Als derozijnen op zijn, gaan we naar den ouden refter, waarop een der muren Da Vinci het Laatste Avondmaalgeschilderd heeft . Ik doe vol eerbied mijnen hoed af .Helaas de beroemde fresco geeft de voile schoonheidniet meer die ze eens bezat. Het verduftsel heeft haar,blauw doormelkt, getaand en beraspt . Nog niet langgeleden is ze daarbij voorzichtig, dunnekens (hoe kanhet anders !) hersteld, maar 't is slechts de schaduwvan wat ze moet geweest zijn. Doch de compositie triom-pheert nog zuiver in al haar heerlijkheid . De twaalfapostelen zitten aan de tafel, drie aan drie, en in 't middenJesus, die het tragische woord uitspreekt : „Een uwerzal mij verraden." De ontzetting, de verbazing pakt deApostelen aan. 't Is een schok van zielen . Het is eenmathematisch, beredeneerd, verstandelijk werk, streng-psychologisch uitgediept, zooals trouwens Da Vinci al-tijd werkte. Dat karakteriseert hem zoo scherp. Da Vinciis de mathematische esthetiek. Alle spontaniteit is er

z8

Page 26: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

uit, de vreugde der verrassing, het gelukkig toeval is erniet in to vinden . 't Is werk zonder uiterlijke drift. Eris niet in het nerveuze zoeken, het juichend vinden .Zooals mij een schilder zei : „O het geluk van de verf-streek, die plots per verrassing een onverwachten toondoet openbloeien, en die dan kunnen laten staan, eer-biedigen. Het goddelijk toeval in de kunst ." Alles is bijDa Vinci verwacht, bewust berekend, maar hoe ! Het is degeniale mathematische muziek van lijn, kleur en blondlicht, vol gratie en sereene kalmte . Het is het werk vaneen ingenieur, berustend op strenge wetten en weten-schap, (begrijp dat Da Vinci eigenhandig zilveren luitenmaakte). Zooals zijn werk is, kon het niet anders . Hijkon gerust een tiental jaren een werk laten rusten,veranderen zou de eindsom niet . Zooals 2 + 2 vandaag4 is, zoo is het dat over io jaar ook. Zijn werk had geenhaast, de oplossing bleef hetzelfde, hij had ze maar neerto schrijven . Maar al lost hij het vraagstuk op voor zich,voor ons blijft het een raadsel ; een Pythagorische, Her-maphroditische, occulte, rozenkruizers-atmosfeer omhultde oplossing, en uit de gouden clair-obscur tergt desphynx-achtige glimlach van een Joconde en een Sint-Janonze onvermogendheid om to begrijpen . Da Vinci is eensphinx. Maar dichter bij ons voelen wij zijn tragiekecaricaturen, frisch en grillig neergepend, krampachtigzoekend het beest in den mensch weer to geven.We koopen eenige goed-gelukte postkaarten, en dan

weer terug in 't rumoer van de beregende massa, die naar't Domplein trekt, want de koning komt, en aan allegevels weenen slappe nationale vlaggen . En ons trekt denatte trein door de platte landen van Lombardij en . Wezitten weer bij verliefde paren, en ons Marieke is gelukkigniet meer treinziek. De bergen van Verona zitten alsassche grijs in den regen .Ah ! Ah ! daar is 't graf van Romeo en Juliette . Shakes-

peare heeft ons dat zoo schoon verteld. Later doemen dewitte campanilas van Padua op, en ons Emma gaat aan

ig

Page 27: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

't vensterken zien, naar de stad van haren geliefkoosdenheilige : Sint-Antonius. De steden in Italie ! Elke stad bierheeft een internationalen roem van kunst of heiligheid .Van al die dingen kiopt ons hart . Italie is iets van ons,to Lier hebben herten meegeklopt met het verliefdehart van Romeo ; Sint-Antonius is ook to Lier, duizendenvereeren hem. Sint-Franciscus, Michel-Ange, Raphael,en zooveel anderen zijn 't eten en drinken voor onzengeest, de Paus als vader aller Katholieken, 't bindtons allemaal aan Italie met draden van eerbied en be-wondering. Als de mensch ooit een tweede vaderlandheeft, maar dat is niet mogelijk, een is al genoeg, dan zalhet voorzeker Italie zijn, en gaarne dan !

De avond valt, we rij den, rij den, we zij n als reizendebedelaars naar geestelijke schoonheid, en hier maaktmen ons met schoonheids-aalmoezen overloopend rijk .

En daar is Venetie, het schoonste steenen sprookjeder wereld !

20

Page 28: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DE SPROOKJESSTAD

HET Venetiaansch station spuit de massa menschenbuiten als iemand, die rapper spreken wil danhij kan. Daar staan wij ingesloten in een halve

ronde, als in een amphitheater, van goudgepette ho-

telknechten, die een cacafonie van hotelnamen doorelkaar litanieen. Maar, daar het reisagentschap Fran-cois, voor ons gezorgd heeft, roep ik zelf: „Regina !Regina." Er spring een uit den kring, pakt ooze valiezenaf, geeft ze aan een pakjesdrager ; we wringen ons uit denhotelbediendenkring, en plots daar is het water al

21

Page 29: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Daar is het in den avond een krioeling van zwarte, dobbe-rende gondels, als halve-maan oranjeschillen met op deachterste punt een gondelier, op de voorste een loodrechtstalen tandgebit, en tusschen de twee punten in, eenbaldakijntje met gordijntjes, waaronder wij ons neder-zetten, Maar, 't water niet gewoon, laten de vrouwenbange kreetjes als 't bootie waggelt en schudt van onslichaamsgewicht. Die kreetjes stijgen haast uit alle gon-dels, de gondeliers roepen en sakkeren, de hotelbedienden-pakjesdragers overschreeuwen elkaar ; een lawaai als opeen stierenmarkt. Een vodderige man houdt met eenhaakstok de gondel tegen, steekt zijn hoed uit om watto krijgen; de pakjesdrager, die de valiezen slechts heeftopgeheven en neergezet, steekt zijn pet uit, een steektons postkaarten toe, een arme vrouw steekt haar handuit; de hotelknecht doet alsof hij niets vraagt, maarsteekt zijn oogen in onze porte-monnaie, en de gondelier(riekend naar brandewijn) treuzelt zoolang tot al dituitgestokene voldaan is met geld . 0, ze verstaan elkaarzoo goed ! Het is de Firma Krijgers & Co. En dan lossenwij als een zwart blad van een groote zwarte bloem,van de andere gondels af, en glijden over het breede,donkere water van het Canal Grande, varen een kleinsmaal straatje in, en plots omhult de stilte ons, en dedroom van een vertelselwereld !

In 't licht van schaarsche lantarens zien we langs weers-kanten, oude, hooge, stille huizen, paleizen met arkadenin ajouren Moorsche gothiek ; huizen met dikke krultralienvoor de gesloten ramen; met duistere loggias en zwarebalkonnen, waarrond wilde wingerd en accacia groeit ;met omkaderde poorten, waarvoor, tusschen hooge instreepgeschilderde palen, zwarte gondels slapen . Niets tohooren in deze Begijnhof-eenzaamheid dan het fluweelengeplas van den enkelen roeiriem, die de gondel voort-wiegt. Neen 't is geen varen ; 't is een voortzuigen overeen zwarte, stille diepte. De huizen staan vlak in 't water,direct, zonder het minste borduursel of gaanpad ; het

22

Page 30: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

water raakt de marmeren drempels. Kruid en mosgroeien tusschen de steenen ; zieke plekken verrotten derote kalk, zouten kanker knaagt de steenen af. We schui-ven voorbij blinde muren, waarboven cypressen duisterentegen sterrenlucht, (want het regent nu niet meer) enwaarin geheimzinnige poortjes de toegang zijn naarfluisterende tuinen. We glijden onder ronde bruggen,draaien in andere waterstraten, even eenzaam, zwij gend,en mysterievol van verganen luister. Aan elken hoekroept de gondelier een vreemden roep, als een vogel, dieklaagt, en 't blijft nagonzen in de nauwte der stratenals een klok .

Soms is er zoo een andere stem in een nabijzijndehoekstraat to hooren, en een andere gondel schuift danzwart voorbij, de stalen tanden als een dreigement .Een eind achter ons zien wij een rood lichtje traagzaamop en neder gaan; 't is een gondel, die ons steeds volgt .Stil, stil, overal schij nen geheimen to zweven van bangevertelsels, langs die prachtige, slapende huizen, die eeuwighunne schoonheid weerspiegelen .

,,Echt Blauwbaardachtig," zegt ons Emma. Men denktaan Othello, aan Marino-Marinelli, aan Hofmanns ver-tellingen en andere Venetiaansche verbeeldingen, metdolken, degens, vergift, maskers, zakdoeken, verraad,juweelen, brokaat, verkrachting, roof en schaking . . .Maar plots op een brug zingt een jonge krachtige man-nenstem een blij broksken uit „La Traviata" . 't Is alszoet lamplicht in een donkere kamer. En daar ontvouwtzich het breede Canal Grande, en hier is ons verlichthotel „Regina", met vlak er tegen-over de krachtigeRenaissance silhouet van de Santa Maria della Salute !Daar landt de andere gondel aan . En wien we daar

hebben ! Een Antwerpschen vriend die met zij n blondvrouwtje op huwelijksreis is ! Een vriend, die soldaatwas ie Lier, en ne keer of twee per week bij mij een pupkwam smoren en verzen der ultraviolet-modernen kwamvoorlezen. Wat geluk ! Prof iciat ! Prof iciat ! Seffens ver-

23

Page 31: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

teld. Maar eerst wat eten, goeden visch met fijn kruidin zijnen bulk, en daarbij een fluweelen Chianti, enMarino-Marinelli ligt vergeten in een hoek ! En nu voorde San Marcoplaats ! We moeten er niet voor to watergaan; een klein smal straatje, zoo smal, dat we achter-een moeten gaan lijk ganzen, geeft uitgang tot een

breedere straat, met lokkende, lichte winkels . We gaaneen poort onderdoor, en staan plots onder de arkadenvan de San-Marcoplaats. En o Heere ! Een onvergetelijkeaanblik doet ons ,och !" roepen. Heel de enorme hel-verlichte San Marcoplaats met haar gelijkvormige, even-hooge huizen, als de vleugels van een koninklijk paleis,en aan elk venster der twee verdiepen twee armdikke

24

Page 32: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

kaarsen, die branden ter eere der Madonna ! Het isZaterdag, de dag van ons Lievevrouwke, en ten eindedit verschiet van kaarslicht en ook van elektrische boog-lampen, doemt de witte heilige droom der San-Marcokerkmet haar koepels, minaretten en goudmozaieken, als eenkleurige walk, die voorbij drijft .

Schuins van de kerk lanceert zich de vierkante San-Marco-toren honderd meters de hoogte in, waar eenkoperen engel den spits doet blinken . Onder de arkadender paleisvleugels straalt het hevig wit licht van cafe's meteen strijkje, van winkels van kant, lederwerk, edelge-steenten, fruit en koper . Het plein is volgeperst vanmenschen, waarboven de geluiden zoemen. Maar diekaarsen ! wat een feest ! wat een feestelijk geloof ! Wewringers ons door de menschenmassa tot voor de kerk,waarnevens rechts, op een ander plein het dogenpaleisopblokt. We weten niet, wat we eerst moeten zien . Deoogen zijn zoo gulzig en krijgen ineens to veel . Ze kunnenhet niet slikken ! De eene roept: ,Zie dit beeldhouw-werk !" de andere: ,Zie die mozaiek !" ,Zie die kolom-men !" tie ! zie ! tie ! Als kinderen, als zotten van ver-bluftheid, tot de schoone verbazing ver-innigt tot zoetebewondering.

Wat een wondere kerk, zooals ze daar, verlicht door dekaarsen en booglampen, blank en perelmoerig op hetinktduister van den sterrenhemel staat geteekend . Alseen schoon gelogen vertelsel . Vijf ronde bogen, die rustenop bussels, pilaren van onyx en porfier, als op veleorgelpijpen; onder het portaal dier bogen fonkelen, bovenbronzen poorten, bont-kleurige goud-mozaieken . Bovendie vijf bogen en balustrade weer andere vijf, maar nuportaallooze bogen, die behalve de middelste, weergouden mozaieken tafereelen vertoonen, omkaderd meteen weelderig borduursel van marmeren bloemen, fruiten gedierte, dat spits uitloopt om een witten heilige in delucht to steken. Die middelste bovenboog, de grootste,heeft in plaats van mozaiek niets dan kleine vierkantige

25

Page 33: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

ruitjes, die uitzien naar vier bronzen paarden . Bovendit raam en zijn bloemenkader zit de gevleugelde Leeuwvan Venetie to midden eener blauwe lucht en goudensterren in een boek to lezen, en boven hem, ten hoogenspitse van een deinende engelenpyramide, staat Sint-Marcus zelf. Tusschen en bezijds de luisterlijke bogentriompheeren weer open minaretten, torentjes met eenheilige er in (de echte sterren ziet men er door) . Enachter then kraakfij nen, rij m-brozen dans, achter ditrythme, dit muziek, of wat ge het noemen wilt, van dituitgekorven marmer, bollen de enorme glanzende koepels,met hun Oostersch vreemd mutsken, waarop. een kruisvan koperen appeltjes zegeviert .

Een kerk, die zich niet kan tegenhouden de kleurigepracht, die we gewoon zijn, binnen to zien, naar buitento zetten. Al wat maar schoon, kunstig en kostelijk is,('t mocht ook gestolen zijn lijk die paarden) heeftmen er aan gegeven ; kinderlijk-weg, als het oudvrouwken op het Begij nhof, dat, toen de processiekwam, niet alleen hare heiligen en kandelaars buitenop de tafel plaatste, Gode ter eere, maar ook dekoperen schouwklok, omdat ze die toch zoo schoonvond.

Die kerk is een vertelsel uit duizend en een nacht.'t Lets wat men met moeite kan droomen, neen zooschoon droomt maar een zeer groot kunstenaar. Niet doormenschenhanden gemaakt. Een fantastische witte wolk,die achter de zee rust, die men aan Mozes zou wij zen,,Ginder is 't belofte land". Een wolk, die door eengril der elementen is geboetseerd en gekleurd, door denspeelschen wind is gepinakeld en gebloemd, waarregenbogen zijn in blijven haperen, - een wolk, door dezee-iriseering genacreerd, door de zon met gouden vlek-ken beslagen. Een wonder dat daar maar een minuutjezal staan, dat men gulzig met zijn oogen wil indrinkenen. . . Maar 't staat er in steen, al duizend jaar, vlakaan de zee, en wij, wij die uit Lier en Antwerpen komen,

26

Page 34: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

wij staan er voor. 't Is echt, 't is g een vertelsel, en wezuc ten van verwon ering.

En daar het dogenpaleis ! Bij den hoek tusschen kerken dogenpaleis, (daar brandt fevers altijd een lamp vooreen Byzantijnsche Lievevrouw) rond de paleispoort is't een juweel van uitgesneden marmer, als een ivorenaltaar met pinakels, heiligen, de gevleugelde Leeuw,met engeltjes en openkrullend blad, als een camee zoofijn, als gesneden met een diamant . En dan het dogen-paleis ! Zooals het daar staat, sober, trotsch met een-voudig borduursel, plat, vierkantig, met geen enkele ver-siering dan zij n eigen steen, als witte en roze parketvloermet enkele breede boogvensters, en een wellustige Loggialangs zee en Piazzazijde; rustend op twee bovenelkarerijen van zeer rijkgesnedene, ajouren spitsbogen, doethet aan als eene kostelijke doos, die heilige secreteninhoudt, en die men voorzichtig, opdat ze noch door zeeof grond zou ontwij d of geschonden worden, op die tweeajouren arkaden heeft nedergezet . En daar vlak aan dezee, bezijds de marmeren trap, die in 't water daalt,rijzen twee hooge kolommen, als kandelaren, met op d'eene een heilige op d'andere natuurlijk weeral de ge-vleugelde Leeuw, 't gebreveteerd fabrieksmerk !

Mijn vriend legt ons alles uit, heeft veel gelezen, wijstons het juweel-miniaturen-paleis onder aan den Sint-Marcus-toren, wijst den horlogie-toren, op welks platdak twee bronzen mannen een enorme klok elf keerenbehameren. 't Doet hier om ter schoonste !

„Kom," zegt ons Emma, die zeker weer door 't ver-tellen van then vriend aan Marino Marinelli denkt, „'twordt laat en morgen zullen wij het beter zien ." Dezee is donker als een holte, en vele sterren bloeien inde duisternis . Maar een ding wil ons Rachel nog zien :,,de Brug der Zuchten", die tusschen den achterkant van't dogenpaleis en de staatsgevangenis als een kokerboven het water hangt. En dan naar huis, weer als ganzendoor het smalle straatje .

2-

Page 35: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

En na een bad, verrukkend-schoon van chartreuze-groen helder water, zit ik in het open venster nog eenpijp to smoren . Vlak over mij aan den overkant ligt deSanta Maria delta Salute als een sphinx met lokken .

En over het Canal Grande, waar de stilte en de nachtover fezelt, komt een gondel met kleurige balonnekensgegleden. Van onder het baldakijntje ritselt en schuifthet muziek van cither, luit en viool, en een schoonetrage vrouwenstem zingt edel-warm: „Santa Lucia,Santa Lucia," en bij 't refrein vallen andere stemmenaccoordvol in. 't Klinkt ver en heerlijk in den nacht .Wat een weelde dit Venetie, een vertelsel is 't dat medeed vergeten al het ander, to Lier of elders, en ik luis-terde, luisterde naar dit vertelsel, tot ik onder mij n arm,die ons Marieke omsloot, hoorde vragen : ,Willen wenu maar gaan slapen?"

Hei ja, zij was er ook nog ! Gelukkiglijk !

28

Page 36: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

REGENZONDAG IN VENETIE

EEN als ik mi j n oogen open doe, vanuit mij n bed, zieik door 't open venster de boterklomp-ronde kerkder Santa Maria della Salute, in 't wit licht van de

Zondagmorgen-stilte . Van achter haar gekrulde massaspringen witte wolken omhoog . 't Is als een vrouw, dieheur haar van achteren naar voor schudt . Jong en heerlijk .. . . . Ik kom een asemken aan 't venster scheppen. Eenstilte, verlaten Zondagstilte, met links de verre lagunen,met geen enkel schip dan een Zondagstoomboot aan denhorizon. De wind legt een zachten rimpel over 't water,en de zon doorgiet het met haar licht, en hoe heerlijkjadegroen, emai en oorzic tig is et water ! En wat eenecht, malsch vergeet-mij-nietjes blauw, waar de wittevlokwolken op voort spoelen ! Dat is nu de eerste Ita-liaansche blauwe lucht, en, als ik een hoed op had, ikzou hem eerbiedig of doen !

Twee gondeliers wiegen voorbij, en al roeiend maken zetot elkaar ruzie, houden eens op om felle gebaren tokunnen maken, en roeien dan weer voort. De klokkenluiden in de stad, ook de Santa Maria, daar over het water,gonst uit al haar krullen en haar vazen, en een muziek-looze kinder-processie komt met vlaggeskens uit eenstraat gedraaid, en klimt, over de vele trappen, den steenenkrulbokaal der kerk binnen .

Na de morgenkoffie gaat het Antwerpsch-Lierschgroepken naar de Mis in San-Marco, natuurlijk . Onder-wegen is 't een schoon gezicht van kleur en licht over dewaterstraten, huizen en gebouwen . De zon speelt enduikelt, schudt de witte wolkenlakens van zich af, dektzich weer onder, wroet zich weer bloot. Nu eens staande huizen warm-donker tegen de witte wolken, en plotsworden ze oversproeid met kloeke zon, koleuren vanroze, geel, ros, rood, en wit en oker, juichen hevig bovende lagere gedeelten, die blauw in de schaduw blijven .

2'9

Page 37: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

En dat hemelblauw ! We staan er naar to wij zen metgezessen, en een Italiaan ziet mee omhoog, of er eenvliegmachine to zien is .

En in die tuimelende zon, zien wij weer van op de-

zelfde plaats als gisteren, het San-Marcoplein . Driegroote kleurige vlaggen wapperen hoog en breed hunfeestelijke kleuren voor de witte San-Marco uiteen . DeZondag die vlagt, de Zondag die feest !

30

Page 38: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

De duiven ! Heel het plein is vol van duiven, zwarteduiven met groen-gouden kroppen . Ze zitten in kladdenrond menschen, die eten strooien, ze vliegen als wolkenboven de hoofden, ze zij gen en stij gen van en naar dekroonlijsten der gebouwen, zitten op en in de ver-sierselen van 't witte vizioen van de San-Marcokerk,loopen achter elkaar, trekkebekken en klapwieken entuimelen voor hun genoegen in de lucht .

Duiven, om al de duivenmelkers van heel Vlaanderenjaloersch to maken. Bij dag ziet men slechts deze prachtigeplaats doorheen een fladdering van duiven . We moetenons een weg door de duiven banen om naar de kerk togaan. De San-Marco, het dogenpaleis, de Campanila,en heel de omkadering der twee pleinen, die we gisterenzagen in het tooverlicht van kaars en electriek, met hardeschaduw en geheimzinnig geglim, 't staat er allemaalnu helder, wakker, vertrouwelijk, en frisch van kleur .Schooner nu, direkter, omdat nu alles zijn kleur en vormin de zon kan zetten, waarin het gegroeid is, omdat hetzijn weelde van goud, brons en koper, zijn gespeel vanborduursels, pinakels en heiligen kan soppen en doopenin het licht, en drinken kan aan de blauwe lucht.

En de duiven, ze vliegen elken mensch, die op 't pleinkomt, tegemoet, bedelend, vragend . Dat hebben ze vande menschen geleerd. We koopen alle zes ook een paks-ken mais, en we hebben pas betaald, of ze zijn er, zekomen op den arm zitten, op de schouders op de hand.We staan daar als toovenaars, als Sint-Franciscussen,die tot de vogelen preeken . ,Willen we zoo ons portreteens laten maken ?" stelt ons Marieke voor. En aaneen dier hooge, bronzen vazen, waarin de vlaggestok devlag omhoog steekt, zullen we ons laten trekken. DeSan-Marco achter ons, duiven op en rond ons, dat kanschoon worden ! Ik koop rap voor drie lire mais bij, strooidat in den breeden rand van mij n hoed, die ik op houd,mij alzoo in een wolk van gulzige duiven hullend. Daarstaan we met gezessen be- en omduifd . Een donkere

3I

Page 39: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

wolk sluipt over Venetie, maar schuins veriicht ons tochde zon, en de fotograaf steekt zijn plaat in, wil zijn vin-ger opheffen om ons doen stil to zijn, maar plots lijkiemand, die gram-ruw zijnen frak opentrekt, dat deknoppen er of springen, zoo begint het plots to regenen,neen to gieten, lijk duizend pompierspuiten, onbeleefd,zonder knoppen, rats ineens, laf-overweldigend als eenbaanstrooper. Het ruischt, en op eens bot de duiven

weg, de vrouwen, de vriend, de fotograaf, ook ik loopheen, en de mais vliegt van 't danig loopen, al achter mij-nen hoed weg, als een chineeschen staart .

We loopen als van zelf den droom van San-Marcobinnen. En dan overvalt ons, mij in elk geval, eenhooge genade. Ik sta in het schoonste schrijn, dat hetGoddelijk juweel: de H. Hostie, omschittert. De kerkvan buiten kermis-achtig, ja, waar men caroussels metspiegels op namaakt, als om binnen to lokken, is hier

3 :Z

Page 40: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

vol luisterlijken ernst . We staan als onder den grond ineen fonkelenden schemer van goud . Een gegolfde vloerals de trage baren van een water, vol oneindig ver-scheidene marmerteekeningen, is als een steenen ta-pijt; daaruit een oprijzing van lage roode porphierenen onyxen bussels pilaren, een oprijzing van albasten enmarmeren muren vol nissen, heiligen en gebeeldhouwdeverbeeldingen. En op die pilaren en muren rusten deglorieuse gouden gewelven ; de gouden gewelven vanbeuken, koepels, gangen, bovengaanderij en, loggias enkapellen. Gouden mozaiek, die met Byzantijnsche fi-guren van heiligen, dieren en planten de H. Schrifturetoont, tot ginder boven in de koepels, tot ginder diep inde schemerverte der kapellen. 't Zij n doorzichten vangouden hallen op gouden gangen, en weer op goudenhallen en gangen; omhoog hangen gouden gaten, zooalser gaten in wolken zijn, die gouden vergezichten openenop gouden bovengaanderijen . Het koor is als de guldenbinnenwand van een ballon. En die effene guldenheid,aanhoudend heilige f iguren teekenend, glimt, glanst,fonkelt. 't Eene glimt in 't andere.

't Is als geen vaste stof meer, maar onvatbaar als't blauw van de lucht, ruimte, ijlheid, oneindigheid ;'t is geest, een gouden geest, gouden ether, waarin hei-ligen zweven. 't Is subliem ! De zon tuimelt door deniet-aandachtroepende ruiten, een gouden vuur laaitbij plekken, terwijl andere gedeeltens zich nog meer inden schemer verzwij gen . Uit die goudene hemelen dalenzwart-geworden zilveren lampen, die een licht dragen,de kaarsen branden voor de Madonna's en heiligen, ende roode schijnen glimmen in 't goud .

En onder dit mysterie van goud wordt op 't hoogkoor, onder het koepel-altaar Mis gezongen. De orgel-muziek welt zalig open, de geurige wierook wolkt blauwomhoog, en streelt als een ziel de gouden gewelven ;een zonnebalk doet in den schemer een radijsroze zijdenlap fel opglanzen. Maar, en dat is het zoet geheim deter

33

Page 41: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

kerk, spijts al den luister gaan de oogen toe en de zieleopen. Daar kan men bidden, en ligt de ziel als in eenolie. Een inspiratie voor Wagners Parsifal .

En de Mis uit zijnde, gaan wij een gouden gang door,om de Pala d'Oro, die 's Zondags niet to zien is, toch togaan zien, want morgen vertrekken wij ! De Pala d'Oro isde schat. Mysterieus van schoonheid en weelde ! Hijrust achter het hoogaltaar . Ik trek een gangdeur open,ik en ons Marieke zijn 't eerst binnen, de anderen willenvolgen, maar daar komen een koster en een pastoor af-gebulderd, stooten de anderen weg, rukken ons buiten,maar w' hebben hem gezien ! ik en ons Marieke ! vluchtigmaar toch gezien ! een schichtig vizioen van veel bijelkaere gouden platen met email-kleuren en de fonkelingvan edelsteenen. W' hebben hem gezien ! En om dezusters en den vriend het water over hun hart doen toloopen, spreken wij van amethysten, karbonkels en bril-lant zoo groot ! (duiveneieren) en z' hebben spijt alskinderen, die geen Sinter-klaas hebben gekregen .

Buiten is er zon en regen, duiveltjeskermis, de foto-graaf is weggeregend, en de vriend trekt ons dan maarmet een kodaksken, nabij een rood marmeren, zeeroud beeld: twee krijgers die elkaar omarmen . Venetieheeft geen pleinen, alleen deze twee, het San-Marco-plein en daarnevens het kleine Dogenplein, maar z' hebbenze dan zoo schoon gemaakt, met gekocht, gekregen engestolen goed, als om de menschen gemakkelijk saam toroepen, die anders eeuwig tusschen 't water en desmalle straatjes zitten . 't Is de rendez-vous. We gaan't Dogenpaleis binnen. In de binnenkoer stapelen zichvier marmeren verdiepen op elkaar, in ernstigen paleis-stijl, met arkaden, pilaren, kroonlijsten, kletsnaaktebeelden, en twee enorme bronzen waterputten. Mijnvriend leest ons allerlei wetenswaardigheden uit eenrood boeksken, en zoo klimmen wij al luisterend de gou-den trap op, en wandelen de zalen door. Maar zalen,mijnheer, waar ge per fiets van 't eene eind naar 't andere

34

Page 42: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

moet rijden, zoo groot; zalen met de grootste schilderijender wereld tegen de muren, zalen met zolderingen dieu den kop doen intrekken voor hun gouden dreigement .'t Zijn gouden balken, to rijk overladen met fruit engebloemte, waartusschen schilderijen van Veronese,Titiaen en Tintoretto, machtig en bruisend, de geweldigegeschiedenis van Venetie illustreerend, en waar heiden-sche allegorieen van voorspoed en oorlog met blootevleezen declameeren. 't Krioelt van zeeslagen en rood-gemantelde dogen, waar de heiligen en Jesus mee bij-gesleurd zijn. De geschiedenis van Venetie ! Een dolkin een rozentuil. Macht, egoistisch-leelijke macht, om-huld met fluweel, goud en kunst, en die door de pijp, diede Brug der Zuchten heet, wat niet dienen kan, dendood inblaast. Wij hebben die gevangenissen gezien . . . .En dan wordt al die schoonheid zoo leelijk !

En als wij dan het fijne Zondageten binnen hebben,gaan wij in een gondel varen, terwijl er ginds over de zeeeen onweertje soms vurige lassos in de donkere luchtslingert, en het hier zoetjes regent . 't Is stil. Nu en danin de smalle waterkens de roep van een gondelier, enverders 't geluid van regen. We bezoeken een oud palazzo,waar, in groote muffe zalen, Vlaamsche tapij ten, bruineschilderijen en albasten busten zijn . We varen onder debruggen langs de huizen, en zien nu ook bij dag, hoeVenetie verweerd is, in slaap gevallen, vergaat. 't Isnog een vertelsel . Daar is 't paleis waar Othello zijnblanke Desdemona keelde, uit een ander schoon huismet Gothische-Arabische ramen hangt een hemd todrogen. Er is iets treurigs over Venetie, is het de regen ?Is het de Zondag ? 't Is om weemoedige gedichten vanVerlaine en Byron op to zeggen .

Uit een hoog verdiep van een smalle waterstraatkomt harmonieus pianogespeel van Beethoven . Eenklok luidt. Schaarsche menschen loopen met paraplusover de bruggen, en achter de tuinmuren wiegen dezwarte cypressen en palmblaren lui op den stillen wind .

35

Page 43: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

We landen aan, om enkele kerken to zien, die tweeDire per kop laten betalen, die van binnen rommelig enstofferig zijn, die kerken, waar menschen gedurig metde handen open staan, waar kosters u apart roepen omu het puik van de kerk to laten zien en dan hun handuitsteken. Echte bedelaarsnaturen. Immerdoor murmeltde regen over het flessche-groene water, en immer rijgenzich aan elkaar de juweelige, vervallende huizen en demysterieuse tuinen, soms afgewisseld met een openpleintje waar armer menschen wonen, maar waar toch eenfontein of een ruiterstandbeeld zijn versiersel brengt .Want zij houden hier van palleeren !

't Is een dag van fijne gevoelens, en ons Marieke zingtdoor de stilte de Barcarolle uit Hofmann's vertellingen,en de gondelier hommelt in tweede stem, het liedekenmee. De vriend luistert met de oogen toe en geniet .En onder den immeren regen, landen wij weer terugaan 't hotel. De avond komt. Ik wandel met ons Mariekenog eens naar de San-Marco, maar hij is gesloten . En deregen houdt nu een kletsenden dans, zoodat niet eenmensch op het plein is, maar alles onder de arkaden isgeworst en geperst . . .

's Avonds als wij met gezessen op het San-Marcopleinergens bij een strijkje, dat uit Puccini speelt, koffie drin-ken, staat de hemel vol tergende sterren, en zeggen wijweinig, vol van schoonheid, die nu gekoesterd wordtdoor de muziek . Elke dag, die hier open gaat, laat eenwonder aan de wereld zien .

36

Page 44: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DE DOM VAN FLORENTIE

NADATwe's anderdaags, een 1Vlaandag in de vroegte,bij ons vertrek den Antwerpschen vriend en zijnvrouwtje van uit de wiegende gondel nog eens

hebben gegroet, varen wij bij een slappen, killen mot-regen (waarom zou het niet regenen !) weer de breedewateren op, de smalle straatjes in, voorbij de oude

paleizen, de edele woonsten, en de ronde bruggenonderdoor. Venetie onder dweilgrij ze wolken, onderstofregen, en dan die doormelkte roze gevels, het me-laatsche wit, het getaande rood en ros, de verschotenoker, en dan die fluweel-duistere cypressen, de natteboomen met blauwe donkerten, en het nu aarzel-groenewater, 't is als een oude gobelij n, die eens fel glansde,maar waarvan de kleuren nu zijn uitgedoofd, uitgeleefd,en waarvan de zilverdraad versleten is . Oh! de weemoedvan oude tapij ten, waarover rij ke herinnering ritselt,

37

Page 45: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

maar die innig en zacht-edel zijn, als de matte, kwijnendewesterhemelen, waarachter de zon is verslenst . Dochdeze druizelregen murmelt niet alleen van uiterlijkevergaanheid, ook van binnen is de Venetiaansche geest,de champagne-bruisende, pauw-feestelijke heerschers-geest verduurd, als brokaat, dat men tot stof wrijfttusschen de vingeren. Een fluisterend heimwee overal .Zij is nog slechts een museum deze stad . Het zijn nogde oude prinselijke kleeren van een illusteren doode,wiens naam men vergeet, maar wiens holle kleederen,waarin de stilte hangt, men nog zoo gaarne en eerbiedigzoent. Venetie doet niets anders meer dan schoon zijnen verwelken .

Er is een groote bedrijvigheid op de waters ; scheep-jes en gondels met melkstoopen, met ladingen hout,groenten en wijnen varen voorbij ; aan alle hoeken gal-men de gondeliersroepen, en er is vanzelfsprekend ruzie .Uit een poort, die uitziet op een vuile binnenkoer,stapt aan vasten, gelukkigen mannenarm een witte,gesluierde bruid met bloemekens in haar hand, in eengondel. Die varen naar 't stadhuis. Men trouwt to water.Dat is nu een echt huwelijksbootje. Eenige straten verderwiegt een groote zwarte gondel, waar zilver op ge-schilderd is, waarop vier zilveren lantarens branden,en de zilveren Leeuw van Venetie in zijn bijbel leest ;frissche bloemen kleuren op het zwart, en een kruisglanst boven 't baldakijn, welks toee zwarte gordijnenmet zilveren tranen zijn bedrest . Een corbillard to water .Zwarte lijkbidders en een man met zilveren steek, staanstijf als kandelaren rechtop, en de gondelier is ook pas-send in 't zwart. Een andere gesloten gondel, waarinfamilie voorzeker, schuift als een schaduw achteraan, meenaar 't kerkhof. Het is zoo heimweevol in den grijzenregen, menschen to zien, die met bloemen 't nieuweleven invaren, en een andere, die er met bloemen wordtuitgewiegd.

Zoo is in Venetie alles to water . Geen ander voertuig

38

Page 46: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

dan de sierlijke gondel . Terwille van die smalle straatjes,met al dit water, al die trapbruggen zij n er hier geenf ietsen to zien, geen karrekens, noch paarden . ,Als wehier zouden willen wonen," zegt ons Marieke, ,dankunnen wij gerust ons kindervoituurken to Lier laten ."

En we zijn Venetie uit . De trein rolt heen . .. ginderpunt nog vaag de Campanila in de verte-smoor, en Ve-netie i s weg . Het is als smoor geweest. Voor men erkwam, kon men het zich niet voorstellen, als men eruit is, is het een droom geweest . . .

We rollen over de liefelijke landen van Toskanen.Hooge, blauwe bergen, met blauwer bergen er achter,

teekenen een symphonieke golflijn tegen de grijze lucht,die ambergele klaarten krij gt. Wij ngaarden groenen opde hellingen, daar hooge zit een cameerooskerksken,rond een hoopken witte teerlingen van huizen, en wi ttewegen wandelen rond die bergen als slingerende lintennaar omhoog. Schapen grazen, cypressen droomen een-zaam tegen de lucht, kijken boven den witten muurvan een klooster, of reien zich ten dale achter elkaartot een donkere dreef, naar een witte villa met paraplu-boomen, en daarachter langsheen grijze olijfboom-gaarden vloeit een schuimende rivier . Ah ! 't is hier indeze zoet-verwisselende vergezichten, dat BenozzoGozzoli zijn inspiratie haalde voor zijn gratielijke land-schappen !

Plots een tunnel en er uit zijn het nieuwe vergezichtenvan bergkammen, waartegen huizekens plakken, enginder, zich verstoppend in de wolken, bonken rotsenop, waarop de oude sneeuw, grijs door den nevel op-blankt, met blauwe tone n in de ravij nen . Weer tunnels,weer bergen, weer tunnels, en we stij gen, stij gen, tot detunnel plots ons triomfantelijk uitkokert op een oneindigplat dal, honderden meters onder ons, waar de huizekensals blokskens zorgeloos ingeworpen zijn. Verschietelijkom zij n oneindigheid en zij n verrassing . Maar de bergenbeginnen opnieuw, versche fresco's bloeien open . We

39

Page 47: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

dalen, en de schuimende Arno onder ons probeert onsbij to houden.

En ik denk aan Breughel, die vierhonderd jaar geledenlangs deze landen ging . Wij hangen daar hoog, als eenzwarte slang, die voortsnelt over de bergen, er nevens ener onderdoor. We rukken de verten in, de verten enbergen draaien voorbij, de oogen kunnen het niet slik-ken, we juichen en verwonderen ons dat we zoo ver zijn !En Breughel, die deze oneindigheid van bergen en dalento voet aftrapte . Wat een geduld wat een drift zat er indat boertjen !

En ginder Florentie De trein staat even stil als omhet to laten zien. Over de zwarte toppen van cypressenzien wij haar liggen in een kom van blauwe bergen :een meer van huizen bijeengegroezeld, met daarbovenuitrijzend het machtig gezwel van een rooden koepel : dedom, en de tanden van een trotschen burcht : de Palaz-zo Vecc o !

Florentie ! De stad der genieen, der schilders, poeeten !De geniale stad ! Brugge kan men zien en, als een schilderijgenieten, zonder u met iets van geschiedenis to bekom-meren. Zoo ook Venetie, Mechelen en Antwerpen,maar Florentie kan ik niet zien dan doorheen zijn grootelieden. Want zij zijn Florentie, en Florentie bestaatdoor hen, hun gebaar is de charme, de bekoring en detoover dezer stad . Ziet gij ze daar stappen met voor-aan Dante, de sombere gloedvolle Prometheus dermiddeleeuwen; Fra Angelico, een engel uit den hemelneergedaald om op kloostermuren den hemel to komenschilderen; Savonarola als een kwade verzengende vlamuit het vagevuur ; de harmonische Donatello ; de mysteri-eus-sublieme Da-Vinci met zijn God-den-Vader-kop ;de lente-achtige Botticelli ; de processie-edele Ben-venuto Cellini; de titan Michel-Angelo ; de zuivereGiotto ; de zoete muzikale Benozzo-Gozzoli ; deschitterende familie der Medici . . . hou op, hou op !Florentie is des werelds juweelkistje, waarir de puurste

40

Page 48: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

edelsteenen van den menschelijken geest verborgenzijn .

Jaren heb ik mij met de prenten van de kunstenaars-werken verheugd en gekoesterd ; ze hebben mime jeugdverblijd. Van Lier uit stond steeds een regenboog vanverlangen naar hun werk gespannen, en toch ga ik zeniet zien. Ik wil mijn hart niet tergen, met er een beetjevan to zien, want ik heb geen tijd, maar een pik ik er uit :Angelico. Ik wil het werk van een engel zien ! Maardaarvoor is het to laat als wij in Florentie aankomen .Dat zal voor morgen zijn. Daarom dan maar, (nadatonze valiezen ter kamer zijn, en onze handen weer wit),direkt naar den Dom.

Een kerk is het hart van de stad, zooals het stad-huis de hersens zijn met haar zenuwstel van administratie.De kerk, het hart, dat al de gevoelens der menschenopvangt, dat het lijden meevoelt, de ellende ontvangt,het verdriet mee opkropt, mee bidt, smeekt en weent ; hethart, dat mee juicht en mee viert als de verheugingonder de menschen is, het hart, dat al de harten in liefdeverzamelt en met zijn onzichtbaar Wed vereenigt .Dus wij met spoed naar het hart van Florentie ! Juistis er in de grijs-paarse wolken een scheur, die een geelolielicht over de hooge huizen giet. Maar op de marktkunnen wij al niet voort, daar moeten wij zien, zien .Daar klompt een geweldige burcht, het Palazzo Vecchioeen brut-steenen fort, massaal en overweldigend denhemel in, en uit de zware kanteelen, schiet een steenenfusee op, een slanke toren, die weer op kanteelen als opvele vingertoppen een klokkenhuizeken draagt .

Beneden op het groote plein, dat klein toont onder ditsteenen gevaarte, is 't een openlucht-museum van kik-vorsch-naakte beelden in marmer en brons . Er staan erop de voorpui van den burcht, daarnevens is een fonteinvan een to korten Neptunus, en er staan er geschaardonder een galerij met sierlijke kolonnaden . Doch aliendoen om ter geweldigste, 't is een serie van koppen-

4I

Page 49: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

snellers, roovers en doodnijpers . De David van Michel-Angelo; van Benvenuto de Perseus, die den afgesnedenkop van Medusa toont; Judith, die Holofernes eenkoppeken kleiner gaat maken ; een Romein, die 'n Sa-bijnsche maagd schaakt ; een Hercules, die een hardspierenlijf tegen zijn nog harder spierenlijf to pletterkraakt, enz . 't Is als de tentoonstelling van een prijs-kamp van ,geweld" .

Die hooge schoonheid van lijn en vormen staat hiersimpel en naakt, als een gewone lantaarn in regen enslegen voor iedereen, en wordt nonchalant en bewon-derenswaardig geeerbiedigd. We gaan door drukke stratenmet altijd versche inkijken op andere palazzi en enormekerken; en daar is de Dom

In een opeenstapeling, een vernuftig spel van witteen zwarte en roze marmers, rijzen de wijde muren ende sierlijk-strenge gebronspoorten voorgevel, almachtighoog omhoog, en uit die marmeren horizon van wit enzwart en roos, bolt de kolossale koepel omhoog, alseen rood hart, dat uit de marmers opzwelt, hoog bovende stad, maar vroom tegengehouden wordt door wittebanden. Ge krimpt ineen van ontzag . Eenige meterslos van de kerk, zwiert zich boven de muren, boven hetzwellende hart, de wit-zwart-rote, slanke vierkanteklokke-toren in den hemel . Als een versierde meikaars,daar vroom neergezet. Een gebed in marmer !

Ons Rachel kan er maar niet over, over al die marmer.Zij heeft thuis een marmeren bustje, ziet ge ; en ik, dieook al blij was met een marmeren schouwke in ons huis !Maar nu is daar alle waarde of !

De kerk is gesloten, maar vlak daarover kunnen wijvan het juweeltje van het ronde doophuis ,Battistero"genieten ! 't Staat goed bewaard achter een ijzeren hek .Doorheen het hek zien we dan de fameuze bronzenpoort, de paradijspoort, (ze kan er haast voor dienen,zoo schoon !) In een marmeren omkadering van fruit enbloemfestoenen donkert ze zwartgroen, met koperen

42

Page 50: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

glimmingen op de puntjes. Elke deur is omkaderd meteen hoog-relief van heiligen, elke deur heeft vijf vlakkenboven elkaar, waarop Genesistafereelen uitkomen. Enmen zucht van bewondering voor dit reuzig juweel dat,meer dan wat ik ooit zag, als een camee fijn in zijn inge-wikkelde details is geslepen .

Wat onder glas, en lijk druiven in watten zou moetenliggen staat hier op straat. Italie is een openlucht-museum.

Water trekt aan en we staan ten einde van een brugover de Arno. De avond zit ginder over de stad, die alseen kinkhoren suist en hommelt, van trams, auto's enander lawaai. Daarboven zwelt het roode hart van denDom; een avondklok luidt fluweelig, en hier vloeit bleekhet water van de Arno . In gindsche huizekens, die metsteenen bogen over het water hangen, wordt een lichtjeaangestoken en ook in de woonsten, die op de haastonzichtbare bergen zitten.

En op deze brug was het, zooals een schilderij onstoont, dat Dante weer Beatrice ontmoette en in hemkweelde zoeter het lied der minne, en een paradijs-lenteomringde hem .

Ik lees eenige regels uit de Vita Nuova. De stiltefezelt. Schoon zegt ons Emma na een zucht, schoon zegtons Rachel, en ons Marieke ziet naar de lucht, waarin een wolkenberst twee sterren in den hemel blinken .

43

Page 51: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DE HEMELSCHE FRA ANGELICO

DE koetsier, die ons voert, een gemoedelijke, kortedikke vent, bruin onder zijn lederen hoed, damptongenadig naar look! Die tegenspannende reuk,

die uw keel doet schokken van misselijkheid ! Overal,

in kloosters en kapellen, in treinen en herberg walmtdie reuk u tegen. Gelukkig heb ik wat Keulsch waterbij me, dat mij een momentje de illusie geeft, dat ikeen rozentak naar mijn neus buig ; en ook mijn pijpe-smoor strijdt er tegen als naar een wolkje muggen.

Met een gezicht als van een vader van negen kinderen,

44

Page 52: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

spreekt de koetsier ons van op den bok bedel-lachendtoe, blaast den damp zijner maagatmosfeer over ons uit,en wijst met zijn zweep naar dit palazzo, dit standbeeld,die kerk .

Doch we rijden naar Angelico, en look en de rest vanFlorentie is nu van geenen tel . Er is zon in de lucht,smakelijk blauw en trage witte wolken . De palmboomenvan 't pleintj a waar we uitstappen, leggen hunne uit-geknipte schaduwen blauwig op den witten muur vanhet San-Marcoklooster.

Daar moeten we zijn . Ik klop op de poort en een jongemonnik met zwarte krollekens komt lachend zeggen,dat het nog een uur to vroeg is. Om den tijd niet to verbeu-zelen, rijden wij terug naar den heerlijken Dom, dit feestvan marmer, en, daar de drie bronzen poorten open zijn,hollen wij er binnen . Maar ik word als een ledig lamp-glas van ontgoocheling. In die marktruimte, onder diego meters hooge holte van den koepel is het kaal en ledigals op een zolder, en koud en spijtig van aanschijn .Een kerk, waar nog iets moet in komen . Tot overmaatvan onaf heid ligt er een metsersladder tegen den grond.Hier en daar een schoon beeld, een schilderij en eenaltaar poogt de ledigheid to troosten, maar 't lukt nietin die galmende, ongezellige wij dheid .

Ons Emma, die veel van Dante houdt, sedert ze PaterMolkenboer daarover to Lier heeft hooren spreken, roeptons naar een eigenaardig schilderij, waarop Dante inrood kleed aan Florentie zijn Goddelijke Komedietoont .

Doch die kerk stoot u buiten. Daarna steken wij nogeens, met vieren nevenseen, onzen neus tusschen de grillevan het Battistero, als om de schoonheid van de bronzenpoort met de oogen in to drinken. Terug naar het kloo-ster San Marco, waar we nog tien minuten moetenwachten. Dan gaat de poort open, we betalen, en metfluweelen voeten treden wij het mystiek heiligdombinnen.

45

Page 53: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Omheen een vierkant grasperk is een arkade met dunnekolommen. Boven de roode pannekens van het afdak,zitten in den roomwitten muur de kleine vensterkensder cellen, en to midden het grasperk verheft zich eenbreede vreemde donkere boom uit de mystieke dagen,die al die cellekens binnenkij kt. In deze rust leefdeAngelico. En wij als dwazen de trappen op, naar decellen !

't Is een lange gang vlak onder de pannen, met langs-weerskanten ronde deurkens, die uitnoodigend openstaanom in de cellekens to treden. En we treden binnen. Eenvensterken verlicht het klein, ledig vertrek, maar daarop den muur geschilderd, regenboogt de weelde openvan een Angelico: De Aankondiging aan Maria, en datis: ten einde een kale, rondgewelfde arkade, (die vanbeneden voorzeker) zit Maria in nacre wit op een scha-belleken geknield, ze kruist de handekens over de borst,en luistert naar den engel, die van uit het hof ken komt .Zijn kleed is zachtwijnrood, hij raakt, hangend op zijnvleugels, met de kleederplooien den vloer, en vanachter een kolommeke komt een monnik met bebloedhoofd toezien .

In het klooster zelf laat Angelico de Annunziatie plaatshebben. 't Is zoo simpel wat er op lien muur to zienis, maar het is zoo kinderlijk zuiver, zoo zacht en teederen oprecht als een bloem. En ge kunt u niet tegenhoudenvan to zeggen : ,Wat een gelukkig mensch ! Wat eenlentemaagdelij ke ziel !"

Want die schilderij doet zoo zeer niet denken aan hetschoon geval, dan aan den schoonen toestand van hem,die het schilderde . In een andere cel is 't de Verrijzenis,of het is Jezus bespot, of Jezus ten grave gelegd of dekruisiging, waar Jezus zelf op een ladderken is gaanstaan en Zijne handen aan de beulen geeft . Overal is ereen Dominicaner-heilige aanbiddend bij . Kinderlijk blijvan kleur is alles, zacht als teere bloemen, maar duidelijkbewust en verheugd nevens elkaar gestreeld . De teedere

46

Page 54: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

figuren bewegen als op muziek-geruisch, vol lenigheiden gratie, en dan is daar nog jets bij, dat men enkel kanuitdrukken met het woord : „gebed" .

Zoo zijn er drie gangen van cellen, en elke cel is eenbladzijde uit het leven van Jezus en heel het kloosteris een geenlumineerd heilig boek . En ge stelt hem biervoor in zijn tijd, Angelico, die tusschen de uren derVespers en Goddelijke diensten daar aan het schilderenis, zacht, langzaam aan, zonder haast, zonder zucht naarroem, alleen maar gelukkig in vorm en kleur zijn liefdevoor Jezus to kunnen uitdroomen . En dan de genadevan de monniken, die contempleerend in het Evangeliein hun stille cel zaten ! dan hadden zij maar hun oogenop to heffen, naar den muur, om al de liefde, al de zoet-heid, die zij lazen, daar in kleuren voor hen to zien.Zoo waren deze fresco's voor hen, gedurige besproei-ingen van mystiek.

Wat een zachtheid, wat een passielooze vreugde !Vreugde ! Vreugde, de hooge, stilie vreugde is hier overalen doorzingt de kleuren en de lij nen .

We zien terloops de cellen van Savonarola, dezengeweldigen hater der wereld, die 't dansende, feestendemenschdom terug wou voeren naar den tijd van die ge-schilderde visioenen, waarin hij dagelijks verbleef .

We zien tevens een rijke verzameling van verluchtemissalen. ,Om voor to knielen," zegt ons Rachel. Enons Emma kan wet meer van moeheid ; ze wil op 'n bankgaan zitten. „'t Kan toch niet hemelscher meer worden,"zegt. Maar ons Marieke, en ik nog heviger, willenook de olieverwen van Angelico zien . We sleuren onsEmma mee !

De fresco's in de cellen spreken niet ten voile de be-geerte der kleuren uit, door de begrenzing van hetprocede. Maar de olieverf, die zoo hartelijk en menschelijkkan spreken lijk een viool !

En dan breekt plots die kleurenweelde op een onver-wachte wijze open, in de groote benedenzaal . Als een

47

Page 55: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

bloemententoonstelling waar men, „och ! och !" roept,maar nu nog heerlijker, zoo hangen de groote en kleineschilderijen tegen den muur, de figuren afgeteekendop gouden fond en op verre landschappen .

Daar is Angelico in den hemel . In de cellen was heter een verlangen naar . Wat een geluk dat wij die celleneerst gezien hebben ! Dat is geen verf meer, dat is leven,dat is geest ! Het diepste blauw, het fijnste morgenrood,teeder, broos, dat als een asem zal been vlieden, trans-parant radijsrose, stralend groen, edelsteen-purper,alle gamma's, geen een kleur zich herhalend, altijd nieuw,alle regenbogen, bloemen, schelpen en perelmoerenbijeen, alle diepten en uitersten van kleur, maar door-geestigd, doorpuurd, doorhemeld en vergoddelijkt !Het is geen materie meer, het is geest . En alles duidelijken frisch, niet vaag als spiritistische verbeeldingen . Indie hemelsche paradijskleuren zien wij de reine gestaltenvan Annunciaties, kruisigingen, Lievevrouwe-vereeringen,engelen, heiligen, de drie Koningen . Overal in de kleu-ren, in de lijnen, de klare oogen, de subtiele handen ende edele gebaren, is het de puurste uitdrukking van hethoogste Godsgevoelen ; het sereenste geluk : met Godvereenigd to zijn . Het is een bad in God .

En dit volste geestelijk feest gebeurt in het laatsteoordeel waar Jezus, to midden de hemelen in een roosvan engelen gezeten is, met bezij ds twee vleugels vanheiligengroepen .Daaronder, langs den linkerkant van den weg, waar

open graf kuilen gapen, botsen en wringen de ver-doemden, en worden in de hel gesleurd, waar er anderenreeds, in vier verdiepen marmitten, koken in vet en pek .Maar die hel heeft hij niet geschilderd, hij kon nietsdan de vreugde der hemelen geven, omdat hij nietsanders zag.

En langs den anderen kant der graf kuilen is dan hetschoonste hemelvisioen, dat hij ooit heeft getoond. Daarzitten de nieuwe heiligen, kardinalen, bisschoppen en

48

Page 56: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

monniken met opgeheven handen van verwondering,den hemel in to staren . Maar engelen komen hen van uiteen twin vol bloemen, purperen lelien en wuivendeboomekens, op de schouders tikken, hen uit den hoophalen als op een bal, en hen uitnoodigen, niet naar denhemel to blijven staren, maar er mee binnen to gaan. Zezoenen elkaar al knielend in een vrome kuische omar-ming, en voegen zich dan mee in de guirlande, in denrondedans van engelen en heiligen met goud bestikt, metbloemen bekroond, hand aan hand, om zoo den hemel into dansen, die ginder op den heuvel blankt als eenperelmoeren kasteel, dat goudene stralen uit zijn poortenspuit. Het is de zuiverste uitdrukking van het gevoel, watde Hemel moet zijn: het hoogste geluk.Doch daar is de bloemtuil, die glanzend ten einde

der zaal zijn Goddelijke schoonheid openvouwt . Ik kanhet niet nuchter vertellen; ik ben nog dronken van gelukals ik er in kom. In een landschap van bergen, nabijeen witte stad, met witten wolkenhemel, met cypressenen wondere boomen gebeurt het, dat 0 . H. Jezus vanhet kruis wordt neergelaten . Vijf mannen laten Jezus af,Maria Magdalena kust de voeten, de Moeder Gods zitgeknield to midden der vrouwen ; een man knielt in aan-bidding met opene armen, een andere toont de wreedenagelen aan andere mannen. Maar hoe gebeurt het !Neen, dat zijn geen menschen meer, dat zijn zielen. Ineen hemelsche verrukking van kleur, van de diaphaanste,tot de gloedvolste, in de edelste gratie van lij nen en ge-baren ! 0, die oogen, die gebaren en die kleuren ! Wat eenbovenaardsche liefde, welke Franciscaansche zoetheid,wat seraphijnsch verdriet, welke kuische aanbidding,die het werk doorzielt en over u neerzijgt als een geur-wolk. Het is een mysterie, want het doek leeft, leeftecht, werkt echt, straalt over u in al zijn glorieuse schoon-heid en genadevolst Godsgevoel . 't Is geen doek meer ;'t is iets levends als een mensch, dat daar verwijlt . Ikkan er niet aan doen, ik wil het niet verbergen, 't is ook

49Appelsienen. 4

Page 57: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

de eerste maal, dat mij zoo iets overkomt, maar de tranenrollen weelderig over mijn kaken, en 'k laat ze loopen,'k laat ze loopen . Och ik zou er willen over zwijgen, ikkan niet, en weet niet hoe het to zeggen . Maar Beet-hoven in zijn zuiverste oogenblikken, de zuiverstemorgenstonden, de zachtste lentegeuren, de schoonsteedelsteenen, en alles wat maar puur en schoon kan zijnop de wereld ; 't is alles hier en nog meer . En om hetin een woord uit to drukken : die schilderij is : liefde .Er valt een fluidium van liefde uit dit werk over u,ge wordt met liefde omhuld ! Dat is geen kunst meer,dat is een stuk van den hemel, dat is de Hemeltoestandvan een zielszuiver mensch, een toestand, die daar voorons in stof is vereeuwigd. Dat is hemel, dat is heiligheid,dat is om iemand heilig to verklaren . Een engel !

En in vromen eerbied voor het schoonste wat ik ooitzag, heb ik met mijn wijsvinger dit schilderij geraakt .,,Maar blijf er toch of !" roepen vrouw en zusters uit hunnecontemplatie geschokt.

,,Ik heb mijn vinger in den hemel gesopt," zeg iktrotsch en blij .

Een kleine menheer, die achter ons stond, zegt daarop :,,U zijt Vlamingen ? Het doet zulk genoegen in een vreemdland een bekende taal to hooren . Ik ben van Breda . Eenmooi schilderij, niet waar, meneer ?"

,,Om voor to sterven !" zeg ik. Ik zie, dat hij de theoso-phische ster draagt .

,,Mijnheer," zegt hij, ,ik kom bier reeds vijftien dagenvoor dit schilderij . Rembrandt heeft nooit die subliemediepte en hoogte bereikt. Want men hoeft geen Katho-liek to zijn om er de schoonheid van to genieten . Dit isuniverseel." Hij gaat voort, na enkele zuchten . ,,Mijnheer,er zijn menschen die een tweede zicht hebben, die feitenuit het verleden terug voor hun geestesoog zien gebeu-ren; die helderziende menschen beweren, dat Angelicotijdens het leven van Jezus een vriend van hem was,en later gereincarneerd is in den monnik Angelico .

50

Page 58: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Hoe kon deze anders zulke liefde uit het werk doenstralen . . ."

,,Een schoon gedicht, mijnheer," zeg ik, ,dat zonderik er geloof wil aan hechten, een prachtige fantasie isom het innig-liefderijke van Angelico uit to drukken ."

De mijnheer vertelt nog wat, maar ik wil stilte. Iktrek er uit, doorzalfd, doorhoningd en doorhemeld. Dezusters en vrouw volgen mij. Maar ons Emma wil abso-luut een foto van die kruisafdraging hebben, die ze danveel to duur koopt. Ons Marieke vraagt om toch ookeens de Lente van Botticelli to zien . Daar dacht ze reedslang op ! De lookvent rijdt ons naar d'Uffizi . ,Zou Botti-celli ook zoo schoon zij n ?" vragen de zusters vreezend .Op een foto kunt ge een schilderij niet oordeelen, gemoet ze zien ! Dat heb ik nu ondervonden . En we zienBotticelli en we zien Filippino Lippi en heel die dreefvan kunstenaars. Maar het is alsof ik van een engelen-feest op een menschenfeest kom, en natuurlijk is er geentrek, geen lust . Ik druppel van hemelschen dauw .

De ziel in ons lijf wappert als een juichende viag .En dit juichende stoetje van vier vlaggen gaat in feeste-lijke stemming naar Assisi, naar Sint-Franciscus, hethovenierken Gods !

5 I

Page 59: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

MYSTIEKE AVOND

DE avond is daar reeds, als we van uit den treinginder, niet ten toppe, zooals ik mij had voor-gesteld, maar op het voorhoofd van een berg, het

lange Assisi met al zijn lichtjes aan, zien zitten, als eendiadeem, die fonkelt in den nacht.

We zijn in stemming om de mirakelstad to betreden .Angelico regenboogt nog in ons. In den trein, waar wemet vier alleen in een compartiment zaten, heb ik voor-gelezen van broeder wolf ; van den engel, die aan Fran-ciscus met een vioolstreek de zoetheid des hemels lietsmaken; van den valk, die hem wekte voor de metten,

5a

Page 60: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

en van zijn verlatenheid op God, als hij niet wetendewat God van hem wilde, broeder Masseus op een drie-sprongweg deed ronddraaien, snel, snel, en naar waardeze met zij n gezicht naar toe bleef staan, toen Fran-ciscus „halt" had geroepen, daar trokken zij naartoe .Aan die stemming hebben de verlokkelijke landschappenen de sneeuwtoppen onderwegen mee hun best gedaanom onze devotie to scherpen en to doen glanzen . Eenautobus voert ons snel en steil naar boven, rukt depoorten door, draait, krinselt en snokt de straatjes in,schudt en waggelt met ons, als waren we banderillos inde huid van een kwaden stier, ja als waren wij patatten,en laadt ons of aan 't hotel, dat nabij de San-Francesco-kerk aan den uithoek van Assisi staat .

Daar krijgen wij artisjokken to eten met slap stoof-vleesch, en een omelette met ongekookte spinazie in .Spinazie direkt uit den hof, to direkt, als van uit den hofdoorheen het venster zoo de eieren ingefloten. Om vege-tariers op hun handers to doen loopen van vreugde !Maar ik ben er niks geestdriftig om, ik pik de eierenspijser uit, de anderen doen het ook, en we laten de spinaziein, ze kunnen ze rats terug in den hof planten . Gelukkigbesproeien de tranen van Christus van den Vesuvius(lagrima Cristi del Vesuvo) alsmede het melk onzerLieve-vrouwe (Late di Madona) ons zoetelijk. Tweeheerlijke, olievolle, puntige wijnen, die „de Pastooruit den Bloeyenden Wijngaerdt" vergeten was to be-stellen .

En we zullen gaan wandelen, eerst naar de kerk vanSint Franciscus die vlak bij ons is. Een poort onderdoorkomen wij op een groot klimmend plein, iets als eenspeelkoer, met langs weerskanten arkaden, en ten eindebij een schraal electrisch lichtje is de kerk en de vleugelvan het groote Franciscaner klooster. 't Is er stil, duister,eenzaam en verlaten. Een kat zit ons met fosfooroogento bezien. We gaan draaiende straatjes op, smalle trap-pen af, tusschen hooge toee huizen, weer straatjes op .

53

Page 61: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

De huizen staan als trappen boven elkaar ; nevens uwlinkerkant rijzen ze hoog, met daarboven nog anderehuizen, en langs uw rechterkant ziet men soms overde daken heen. We dalen en klimmen op 't goed valle't uit .

Assisi valt mij leelijk tegen . Men kan van jets eenvoorstelling hebben en daar verhalen en verbeeldingenin en rond kweeken. Zoo had ik dit met Assisi gedaan,had er nooit een foto van gezien, maar ik had op hetwerk van Giotto, die in zijn fresco's Assisi tot een oftwee huizen herleidt, met den geest zoo andere huizenen kerken bij gebrodeerd ; frissche, kleurige midden-eeuwsche huizen, roos en blank, proper opgesmukt,blinkend van marmer, koper en brons, die gezamenlijkop den top van een ronden berg hunne kanteelen,nokken en torens verzamelen. Maar, zooals ik zei, Assisizit hoog tegen een berg, als een diadeem op een voor-hoofd: eerste tegenslag . En als tweede tegenslag de huizenzijn slordig, mat en zonder kleur, hobbelig, zeer oud,onverzorgd, hoog, met toed beluiken voor elk venster,met toegemetste spitsboog-ramen, met overhoope panne-kens op de daken, met ongeschilderde deuren, en stofop de vensterrichels, stof op de drempels, overal stof,twee vingeren dik ; een drukke steenzagerij, die nu slaapt.Ik hoop vol verlangen, dat het morgen bij zonlicht eenander uitzicht hebben zal . Kloosterstil en bangelijkeenzaam alsof hier niemand woonde . We zien geenmensch. Maar ons Rachel en ons Marieke houden erkrabbestevig aan, toch de kerk der H . Clara to zien .Nu en dan zien we van in een naar benedenloopendstraatje over de daken heen het dal van Assisi liggen,donker als zwart fluweel, met hier en daar de perel vaneen lichtje, en achter de bergen zit nog iets bleeks vanden dag, die langs daar is weggegleden. Hoog achter onsdonkert tegen het sterregeflonker de ronde rug vanden Subasio-berg.

We komen voorbij een laag huis, waar door de open-

54

Page 62: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

staande deur licht valt . We zien binnen. Onder een vul-gaire duivenprij skamphorlogie (ge weet wet, zoo eenemet allerlei frutselderij en van boven een steigerendpaardje op) zit een man in zijn hemdsmouwen guitaarto spelen, en een kind zingt met een klare stem eenhuppelend lied.

,,Wil ik hier gaan vragen waar die kerk is?" ,Stoortoch de menschen niet," zegt ons Emma . „tie ginder isook yolk!" We gaan. Een tiental huizen verder staan inde deuropening een jonge priester en een dikke heer,aan een boerenmensch en twee vrouwen iets in de verteto wijzen. „Die zal het zeker weten," en ik daar naar toe,en 'k vraag, een beetje verward door Italiaansch-onkun-digheid, in een combination-salade van allerlei talen :,,Bitte Herrn Signor, voulez-vous nous indiquer laChiesa Santa-Chiara, als 't enblieft ?"

,,Francese ?" vraagt de dikke heer .„Non, Flamando," zeg ik kloek. Och die plezierige

,,o" . Spreekt maar Fransch met een holleken er achteren ge zijt er. ,Vous parlez francais ?" vraagt de priester .Waarop mijn zuster Rachel, nu ze hoort, dat hij Franschspreekt, hem in die taal nog eens mijne vraag herhaalt .,,Puis-je vous conduire ?" vraagt hij en twee bruineoogen lachen vriendeli jk achter een bril en zijn handendoen het uitnoodigend gebaar van mee to gaan . We zijnzeer blij . Hij maakt nog eens duidelijk aan die anderemenschen langswaar ze moeten gaan, haalt zijn hoed engaat mee met ons. En hij is blij ons to mogen helpen enFransch to kunnen spreken . Hij spreekt 't met een Ita-liaansch accent, met een f luweelen mond, voorzichtig,aarzelend om geen fouten to doen . Hij is leeraar vanFransch in een gesticht . En weldra, al door de eenzamestraten klimmend, wordt er verteld over Sint Franciscus,kunst en letterkunde. Maar, als hij vertelt, moet hij stilstaan, en brengt telkens zij n vingeren aan zij n mond,als om de woorden van zijn glimlachende lippen to pluk-ken. Hij glimlacht steeds en vertelt met zulke vriende-

55

Page 63: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

lijkheid, een beetje bedeesd, en zulke oprechte liefheid,alsof wij oude kennissen zijn, die elkaar in jaren nietmeer gezien hebben. En 't gaat langs weerskanten zoovertrouwelijk, dat de gordijnen worden weggeschoven enwij in zijn huis, en hij in het onze binnenziet . Ik en mij nvrouw spreken van ons twee kinderen; ons Rachel enons Emma van de hunnen en hun echtgenooten, hij vanzijn moeder en vader en zuster, en tusschen door krinseltde bewondering voor Sint Franciscus . Wij zijn vrienden .Menschen kunnen met elkaar een jaar omgaan en zemoeten visschen naar elkanders vertrouwen. Deze jongepriester, Don Giuseppe Pronti, is na een goede twintigminuten onze hartelijke vriend. Santa Clara heeft onzehanden in elkaar gelegd, Sint Franciscus wikkelt er zijnbloemekens rond.

En al pratend zijn wij op de Groote Markt geklauterd,waar in de verlaten stilte een fonteintje klatert. De jongepriester wijst de plaats, waar de bedelaar steeds bij denadering van Sint-Franciscus zijnen mantel openspreidde,opdat de jongeling er zou overgaan. En ik herinner meduidelijk van op een afdruk de fresco van Giotto : eenachtergrond met een Gothiek paleis, in 't midden eenGrieksche tempel met dunne kolommekens, en daarne-vens een vreemd gebouw met twee boven elkaar gezuildeloggias. Dit paleis en die tempel zijn daar nog voor ons .Maar hoe heeft Giotto die gesublimeerd ! Hoe sierlijkeren edeler dan bier, waar het toch reeds zoo schoon omzien is. Giotto's achtergronden zijn leven voor mij ge-worden, meer leven dan Assisi zelf. Ik verklaar dit aanden heer Pronti, maar weer glimlacht hij, plukt metzijn vingeren de woorden van de lippen en zegt ons :,,Morgen zal het u even tegenvallen, dat heb ik nog ge-hoord. Assisi is als een boek; hoe verder ge er in leesthoe schooner het wordt . Ge moet in Assisi wonen . Gemoet het zien blikkeren in de radicale zon onder azurenluchten, dan is het wit . Ge moet het zien, als ginder overhet dal de zon in triomf gloort en de roode stralen de

56

Page 64: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

boven elkaar uitziende gevelen bestreelt . In de schemer-stilten, als de Angelus luidt ; in den morgen als de berg-nevel door de straten dwaalt, in den winter, als er sneeuwligt, en de maan daarop schijnt ; of als alles in bloei staat !En dan altijd daaronder het wijde vruchtbare wijndal metde verre blauwe bergen, en achter en boven de stad degigante rug van den Subasioberg . Dan krijgt Assisi kleuren atmosfeer, en dan zult ge stilaan de ziel van Assisivoelen, die Giotto heeft gegeven. En het leven van SintFranciscus indenkende zullen u alle steenen van hem ver-tellen, en zult gij hem hier zien wandelen en op elkenmuur de schaduw zijner gebaren zien !" Tegenover zulkewoorden die warm zijn van de vlam zijner liefde voorSint-Franciscus, zwijgt ge deemoedig en eerbiedig, enge peinst bij u zelven, Giotto is ne groote artist!"

We dalen of naar de kerk van Santa-Chiara, een stoeren toch sierlijk gebouw, rood en grijs gestreept, met langseen kant enorme steunbogen als de helften van grootebruggen. Beneden uit het stille dal klinkt liefelijk geluidvan een zingenden vogel. En de jonge priester vertelt,hoe Sint Franciscus tot tranen toe geroerd den schoonenzang van een nachtegaal beluisterde, en zich niet tegenhouden kon hem met zijn gezang to beantwoorden . En denachtegaal floot terug, en Sint Franciscus zong terug,ieder om beurt, en zoo hield dit Godlovend duo vanvogel en mensch aan, tot de morgen de sneeuwtoppenrood kwam verven. „Wat een schoone heilige," zegt onsRachel ! „Wat een schoone dichter," zegt ons Marieke !En de priester vertelt, hoe Franciscus bij den Keizervan het Roomsche rijk kwam vragen om zekere vogeltjesto sparen, terwijl hij zelf maar een steep had om zijnhoofd op to leggen. En 't is zoo heerlijk in de stille stratenvan Assisi daar door een nederig pastoorken, zoo vol ge-loof over Sint Franciscus, to hooren vertellen ! Hij wijstons de oudste woonste, de poort waar hij uitging. Ende steenen beginnen to vertellen . Deze jonge man is alseen zachte lamp, die ons de verdoken fonkelingen van

57

Page 65: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Assisi belicht ; we lezen verder in het boek en ja het wordtschooner !

Hij vergezelt ons tot aan 't hotel, en we spreken ofdat hij ons morgen om vijf uur zal komen halen om meede heiligdommen van San Damiano, Portiuncula en an-deren to zien. Een belofte, die blij den bloesem over onshart doet geuren !

In de gang der slaapkamers hooren wij achter een deureen mannestem op zingenden, gerokken toon, met letsals snikken er door, steeds herhalen : ,Jezu! JezuV' Achterdie deur is een geheim van hooge liefde en verdriet. Webezien elkaar verbaasd, wenschen slaap wel, en gaan iederop ons kamer .

Aan het open venster dat uitzicht geeft op het dal, staik nog langen tijd met ons Marieke. Aan den horizonstaan de bergen, rechts in de verte tintelen de lichtenvan Perugia, dat op een berg zit, en in de fluweelenvaagte van den nacht, die bedrest is met een oneindig-heid van sterren, zien wij den bleeken loop van eenriviertje.

En verder overal, overal de stilte. De nacht is als eengebed, en de sterren staan er glorieus als gebaren vanSint Franciscus.

58

Page 66: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

ST. FRANCISCUS EN SINTE CLARA

IN den nacht is een breede wind opgestaan, die nu vanachter de verre bergen, witte wolken zwiert, en hethuis doet gonzen en hommelen als een gestoorde

bijenkorf. De wolken zijn engelenvleugels, lang en rui-schend. En daar ligt het dal bloot en open in het voilemorgenlicht met de zon in onzen rug. Groen, in veldengevierkant, wijngaarden, weiden, olijfbosschen, en overalwitte huizekens gestippeld; en daaromheen liggen in ver-

eering de bergen, pastelblauw met verschuivende plek-ken zon, als gouden schilden, die zij aan elkaar voort-geven. Dorpen groeien wit op de hellingen, die nu eensmollig rond zijn, en dan weer als een kat zich van genoe-gen lang uitrekken. Van tusschen de berggolven van-waaruit ergens het smal rivierken het land doorkrinselt,komen andere berggolven zien . Ik denk aan de Roodezee, wier wateren scheidden, en waar de golven als murengingen recht staan om de naar 't Belofte-land-trekkersdoor to laten. Ik sta hier als op een kam dier golven ;ginder, rechts zit Perugia als een ivoren stad, op een an-

59

Page 67: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

dere kam, en gansch in 't midden van 't dal, waar lichten schaduw over wandelen, blinkt het feestelijk punt,waar alles zit naar to zien : de groote witte kerk met denronden koepel van Santa Maria dei Angeli, die d'uitgangs-plek bewaart van 't Franciskanisme : het kerksken vanPortiuncula ! Met spijt moet ik er bijvoegen dat daar-nevens de spoorhalle onbeleefd staat to smoren, en zwartejreintjes door die oneindigheid zendt . Maar een uitzichtom van verwondering de armen to openen en . . . nietsto zeggen !

. . .Ik zoek naar iets wat in een landschap het gemoedverheugt: windmolens, maar die zijn er niet ; 'k heb erin heel Italie nag geen gezien, en dat spij t mij danig .Doch ik voel het wel, als ik van Sint Franciscus ga ver-tellen, zal ik mij niet kunnen tegenhouden toch wind-molens in het landschap kruisen to laten slaan.

We gaan gevieren naar de Francesco-kerk naar de Mis .Als we op het plein komen, draait de wind om ons enblaast onder de arkaden zuilen stof omhoog . De stoere,schoone kerk met haar vierkanten toren, is vast aan hetklooster, dat op enorme bogen als op viaducten rust,wier muren diep in 't dal wortelen. Waarom het kloosterniet wat achteruit gebouwd, dan hadde men heel denarbeid en krachtinspanning van die viaducten en enormemuren niet noodig gehad . Wel, om 't mirakel ! Een pries-ter, then we daarover aanspreken, vertelt ons. ,Het mirakelwerkt hier soms vreemd, maar men luistert en gehoor-zaamt er naar. Sint Franciscus wou een groot kloosterbouwen in het dal. Zooals steeds wou hij weten waarGod het wilde hebben, en de heilige ging ten einde vandeze hoogte staan met een brandende fakkel, en waar diefakkel zou terecht komen, moest het klooster opgerichtworden. Hij slingerde de fakkel weg, maar ze daalde niet,bleef zweven in de lucht en kwam terug aan de voetenvan Sint Franciscus liggen. Dus bier moest het gebouwdworden." Een ander priester, een Franschman, zegt datdie legende behoort bij een andere kerk in een andere

6o

Page 68: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

stad, maar die legende misstaat in elk geval bij dezekerk toch ook niet .

We gaan de onderste kerk in, er zijn er twee bovenelkaar, en treden als in 'n donkere, lage grot ; zeer donker ;maar stillekensaan zien wij, hoe al die gewelven en wan-den van boven tot onder met schoone fresco's zijn be-schilderd. En dan is het, alsof wij in een vreemde dooszijn: overal, overal versierd als om een schoon kostbaar

juweel to vereeren . Dat kostbaar juweel is er, het lichaamhet omhulsel, waarin de van God-dronkene ziel van St .Franciscus brandde .

Na de Mis dalen we de trappen of naar het graf, datbeneden onder het hoogaltaar, als een hooge goudenkast blinkt in 't licht van vele lampen . Daar rust de grooteheilige, neen zijn lichaam . We zeggen:,,Ons lichaam heeft

6r

Page 69: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

een ziel", en misschien wel hierom, dat wij ons lichaamzoo goed voelen, en onze ziel zoo weinig . Maar bij SintFranciscus kan men 't tegenovergestelde zeggen : , Zij nziel had een lichaam ." Want groot en schoon is hij, deheilige Franciscus . Hij geurt zoo eenig in den bloeiendentuin der heiligen ! Dat hij zoo aantrekt is door den glanszijner zuivere vreugde. Men noemt hem den jongleurvan God, den minnestreel des Heeren. Ge kunt hem,spij is al zijn geweldige boeten, zijn vlij mend berouwniet voorstellen dan met een levendige vreugde in deoogen. Er is vreugde in zijn vrijwillige armoe, in zijnbrandende liefde, in den strijd tegen de bekoringen, toenhij sneeuwen beelden maakte, vreugde in de pijnen enin zijn enorm schoonen dood .

Hij is de heilige die zingt, de heilige die lacht, deheilige die zoent, die viool speelt door met een stokover zijn arm to strijken, een dansende Engel van Ange-lico. De heilige, die vreugdevol de natuur bezingt, dievreugdevol Gods-natuur beminde, niet vaag als een pan-theist, maar duidelijk in elk ding, zooals een hovenierelke bloem van zijnen hof appart bemint. VreugdeVreugde ! Hij is heel en al muziek. Hij hong als met eengouden draad aan God en op then gouden draad tokkelthij zijn levensvreugde uit. De minnestreel Gods ! Hijruischt van muziek en vreugdevolle liefde . Hij is dedichter onder de heiligen; al zijn daden zijn spontanegedichten, zijn woorden zijn muziek ! En liever dan dich-terlijke heilige, zou ik willen zeggen : heilige dichter ! Eensubliem figuur ! En toch, ga ergens in Holland ofVlaanderen een kerb binnen, zelfs in de kerken aan SintFranciscus toegewijd, dan ziet ge wel een kaars brandenvoor het beeld van de H. Apolonia, van Sint-Benedictusen zeer veel voor Sint Antonius, maar zelden een voorSint Franciscus, den patroon der armoede . . . En 't isof de menschen, als ze in tegenslag van zaken, ziekte enverdriet zijn, uit zijn beeld de woorden vreezen to zullenhooren, die hij zelf dichtte : ,Geloofd zij mijn God door

6a

Page 70: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

wie vergeven wil om zij ner liefde wil, en ziekte verdragenen moeite" of ,Geloofd zij mijn God door onzen broeder,den dood van 't lichaam ." Denken ze hem to groot voorzich? Zijn antwoord boven hun macht ? Hij die zelf noch-tans zoo vol liefde een hags uit den strik bevrij dde, ende vogeltjes uit zijn hand liet komen eten, of kennenz' hem eenvoudig niet? In elk geval zijn beeld wordtdoor het yolk vergeten . We zien met ijver, want het iszeer schemerig, naar de vier fresco's van Giotto, op hetspitstoeloopend gewelf boven het altaar . Ze stellen voor :de armoede, de kuischheid, de gehoorzaamheid en deglorie van Sint Franciscus. Vier tafereelen, die elk inhunne kinderlijke symboliek, hun samenstelling, decorumen wijze van uitbeelden, doen denken aan de apotheosevan een zinnenrijk middeleeuwsch tooneelstuk ; esbat-tementen of spelen van zinnen of wagenspelen, zooalsmen dat noemde . In de Gehoorzaamheid is er, onder meerbelangrijke dingen, de Heilige to zien met een paarden-gareeltje aan, dat vastgehouden wordt door Godshanden,die uit een wolk komen blinken . De Kuischheid zit alseen prinses opgesloten in een luisterrijken toren en wordtgediend door engelen. Waar Sint Franciscus met de slor-dige, magere vrouw Armoede trouwt, is het de zegenendeJezus die hun handen in elkaar legt, en in 't laatste tafereelzit Sint Franciscus in een eigenaardig gewafeld kleed opeen juweeligen troon, omgroezeld van zwevende, dan-sende en bewonderende engelen . Alles: personen, dingenen kleuren, is streng symboliek en expressief, maar pijn-lijk, om goed to laten zien de innerlijke beteekenis vanelk ding en wezen. Er zit geestesinspanning in, ziele-zweet. 't Is er niet uit gefloten, uitgevloeid . Maar in deheldere, slanke bovenkerk, die we zuchtend langs veelsteenen trappekens bereiken, daar heeft Giotto zijn vollezwier kunnen nemen met op de muren, tusschen dehooge, bloeiende glasramen, de bekendste tafereelen uitSint Franciscus' leven to illustreeren. Daar looptzijn talent los, vroolijk als een beeksken krinselend

63

Page 71: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

door de weide . Daar is alles meer aan 't leven gegaan,houding, doening, en alles spreekt direct uit zich-zelf,vloeiend en gemakkelijk . Het rebusachtige harnas vaneen gedwongen symboliek is weg. Giotto kan al zijn spie-ren laten zwellen en kraken, en kan loopen en springen volgeestdrift. De vier fresco's in de benedenkerk zijn gemoet,gezocht, afgeperst en moeilijk en toch nog zoo ontroerendschoon, maar in deze bovenkerk is alles blinkendervan spontaniteit, en komt de ziel van 't Sint Franciscusbewonderend yolk leven. Giotto is hier de tolk van hetyolk. Die dingen zijn met genoegen gedaan, en 't riektblijdzaam lijk hooi naar de poezie der legenden . Geziet er Sint Franciscus waar de Bisschop hem den damas-ten mantel rond het naakte lijf slaat ; de droom van denpaus, waar het arme ventje de instortende kerk schoort ;het verjagen der duivelen uit Arrezzo ; Sint Franciscusvoor den Sultan; het liefelijk Kerstspel to Greccio ; de ont-roerende prediking tot de vogeltjes, enz . enz. Hij bereiktde hemelhoogte van Angelico niet ; die haalde den hemelnaar beneden; hij is zoo engelachtig niet in kleur, houding,blik en gebaar. Zijn kleur is niet glanzend vol morgen-frischheid, maar danig harmonieerend toch, lijk edeletapij ten.

Giotto heeft maar gemoedelij k willen vertellen wat ervan Sint-Franciscus verteld wierd, als meer door de poe-zie van 't verhaal bekoord dan door den Heilige zelf.Er was in die verhalen stof om to schilderen en daar kwamhet op aan. Maar dat heeft hij dan ook zoo gedaan, omer de vingeren van of to likken. Kort en raak en spontaanverteld, zooals het yolk vertellen zou . Hij vervalt niet innuttelooze stoffeeringen, afwijkingen en encadrementenzooals Benozzo-Gozzoli; de kern blijft het geval dat vanden Heilige uitgaat. Hij geeft de synthese van het ding,(uit zwakte wel to verstaan, men kwam maar pas uit demozaiekkunst, die niets laat zien dan de personen) . Alseen kind teekent is het altijd synthetisch, en de kunst dernegers ook. Bij Giotto suggereert een boom een heel

64

Page 72: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

bosch, een huis een heele stad ; hij ziet tegelijkertijd bin-nen een paleis en er buiten, alles staat op den voorgrond,alles gebeurt van voor, en als hij genoodzaakt is toch eenstad to laten zien, lijk Arrezzo, waar de duivelen wordenweggejaagd, laat hij ze heelemaal zien met haar muren,poorten, boven elkaar klimmende kerken, huizen en stra-ten, zoodat Sint Franciscus reuzig nevens dit hoopje stadoprijst. En al de schoone hoedanigheden van Giotto be-wonderend: zijn kleur, zijn kinderlijkheid, gemoedelijk-heid, eenvoudigheid, raakheid en andere heid, zeg ik totons Marieke : „Zoo zou ik ook mijn boeksken over SintFranciscus willen vertellen ! Alles op den voorgrond plaat-sen, synthetisch blijven en . . ." Maar ons Marieke zegt :,,Dat kunt geniet, gij houdt to veel van verten ." z' Heeftgelij k ! Hoe is ne Vlaming ? Gulzig om veel to laten zien,om bloemen en dorpen to wij zen, de spelende wolkenin de lucht, en het verschuivende licht over de dingen .Want de natuur is zoo schoon ! en begin maar eens tozwijgen over de dingen die ge schoon vindt, en daarbijSint Franciscus vond ze ook schoon en . . . met eenverward hart dat snakt om to kunnen vertellen lijk Giottoschildert, en toch tevens verten, molens en alles to latenzien, zakken wij terug naar de benedenkerk.

Daar blijven wij lang staan voor een op den muur ge-schilderd beeld van Santa-Chiara . Een voornaam edelfiguur ! Een klein mondje, hooge fijne neus, en halftoeeblauwe oogen in een lang ovaal gezicht, grijs omsluierden met goud geaureoold ; en in de ranke handen liggenrozen. Lets van 't aristocratische wat men zien kan, endat zoo vinnig uitdrukt die zuivere, hooge, engelenzielvan de engelachtige heilige .

Maar dan rap gaan eten, nu geen spinazie gelukkiglijk !om nadien Assisi to doorwandelen, dat me nu bij dagewel mijn eersten indruk niet ontneemt, maar toch meerziel krij gt en hartelij ker wordt, als we de plekken bezoe-ken en betreden, die schoone herinneringen aan SintFranciscus oproepen . Men kan hem zien gaan door de

65

Page 73: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

smalle gekanteelde poorten, hem zien preeken op hetplein. Eindelijk kunnen wij dan ook in de kerk van Santa-Chiara, het lijk van de groote heilige zien . Zij ligtin hare bruine pij met gevouwen handen, de voeten ont-bloot en het aangezicht recht omhoog ; in dezelfde hou-ding als toen ze gestorven was, ongerept, ongeschonden,alleen bruin en hoornig geworden . Dat is nu het lichaamdier groote, klare heilige ! niet in 't heerlijk beeld van eenkunstenaar, maar in menschelijk eigen vleesch, dat ge-leefd heeft lijk ik en gij, menheer; geboren, geleefd, maarom zoo to zeggen niet gestorven is, niet ontbonden, nietovergegaan tot andere vormen, maar alleen verstard isgeworden, stil is gaan liggen zonder verder proces, endaar nu omtrent zoo zeven eeuwen ligt ! Dat geeft opzich-zelf reeds een knotsende bewondering. Maar diebewondering wordt een hemelsche ontroering als menweet dat dit lichaam het overgeschoten omhulsel is ge-weest van een heilige ziel . Dat die ziel door heen diehanden zegende, door dien mond gesproken en gebedenheeft, door die gesloten oogen een stuk van den hemelheeft gezien. Het omhulsel, waar doorheen die ziel ooitop een avond, dat Clara met Sint Franciscus sprak, zoo-veel licht uitstraalde dat men de klaarte boven de dakenzag. Die ziel is weg, heengevloden als een kleurigenvlinder ult zijn hoornen schelp, naar de Godheid zelve, enhet lichaam is blijven liggen, als een roos wier geur isweggevloden. Sint Franciscus zei dit, nog beter dan ooitiemand kan zeggen: ,Broeder Lichaam is onze cel, en deziel zit daarin gelijk een kluizenaar, en denkt op God enbidt tot hem."

Het is een balsemend machtig iets dat over u strijkt,en onwillekeurig vereert men dit overgeschoten omhulsel,die cel, waarin de ziel zat, en waarin men hoopt dat ernog lets van is blijven zitten . Haar lichaam is als eenkinkhoren waarin de zee van haar ziel nog na - blijftsuizen. We denken terug aan haar aangezicht dat wedaarstraks in de benedenkerk van San-Francesco zoo

66

Page 74: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

aristocratisch, edel en engelachtig hebben gevonden. Ennatuurlijk musiceert haar leven als een lied zoetjes onsin d'ooren. Zij woonde in een kasteel op een berg nabijAssisi, ze was achttien jaar, van oud adellijk geslacht enschoon en teeder als een bloem . En in die schitterendelentejaren hoorde zij Sint Franciscus prediken . Hij, diemet een zoekende vlam kan vergeleken worden, stak haarjonge ziel in brand van de hoogste liefde voor God . Entoen ze terug den berg opklom, ruischend in zijde enbrokaat, was haar leven beslist. Zij was begeesterd, zij,rijke, schoone, jonge, om ook zoo'n leven van armoede,kuischheid en gehoorzaamheid to leven . Zij bekende ditaan den heilige. Zij maakten een plan . Den nacht na Palm-zondag, vluchtte zij, met hulp van hare nicht, langsheeneen ac terpoortje van 't kasteel waar mutsaarshout voor-lag, dat zij eerst moesten wegnemen. Zij vluchtte doorden nacht naar het bosch van Portiuncula, waar, volgensafspraak, haar de Franciscaansche broeders afwachttenmet fakkellicht en palmen . In het klein kapelleken voorhet altaar knielde zij . Haar zijden kleed viel neer, zij deedde bruine haren pij aan, Sint Franciscus sneed zelf delange blonde haarlokken af, en eer de morgen een nieuwendag bracht, was zij als eerste Franciskanesse barrevoets opweg naar een ver klooster. 't Is als 't begin van een minne-feuilleton, aangrijpend, romantiek en echt italiaansch .Maar 't wordt een hemelsch lied later, als zij in 't kloos-terken van San-Damiano met andere zusters een levenslij t van boete, ziekte en liefde . En in de uren als 't voorSint Franciscus zelfs donker is, is zij zijn lichte troosten de vinger die hem naar den hemel wij st . Zij helpthem even naar het lichaam als naar de ziel, lescht zijnzieke oogen, en omwindt zijn bloedende stigmaten. Zijgaat als een engel doorheen het leven, de mirakelen om-ringen haar, haar ziel verlicht als de mane de duisterehuizen binnen, en als zij op haar zestigste jaar dit lichaam,dat wij nu nog zien, liggen laat, gaan de hemelen blijd-zaam open en komt O.-L.-Vrouw haar zelf tegemoet .

67

Page 75: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Vele menschen bidden voor het graf en laten door eenegesluierde kloosterzuster godsdienstige voorwerpen aande rustplaats der heilige toetsen .

Nadat wij het eigenaardig Byzantijnsch kruis, dat totSint Franciscus sprak, van achter dikke tralien hebbenmogen zien, dalen wij, al appelsienen zuigend de stad uit,naar 't San Damianoklooster. Het ligt er stil en eenvoudigin 't gesjirp van duizenden krekels . Een hinderend stand-beeld van de H. Clara ontneemt het schoon gezicht vanden voorgevel . Boven de lange, witte tuinmuren wiegenhooge cypressen. 't Kerksken binnen is zwart berookt,kaal en arm, en 't riekt hier ook al zoo misselijk naar look,dat het eau-de-cologne fleschken naar boven komt. Eenjonge pater die een klad Fransch en Duitsch kent, leidtons door 't schemerig, schilderachtig kapittelzaaltje, waarnog een negental jonge paters luidop bidden . En verderzien we onder menige andere dingen, de plaats waarSint Franciscus uit vrees voor zijn vader wegkroop, nadathij den afgewezen bedelaar was achterna geloopen enhem geld gegeven had. We zien het hof ken waar de H .Clara kwam zitten toen ze ziek was, en waar 't ziek zijnbijna seffens moet genezen, door het schoon uitzicht derUmbrische vlakte; -- de plaats waar Sint Franciscus hetgoddelijk zonnelied dichtte, toen hij de zon achter depaarsche heuvelen zag ondergaan ; een gedicht waarinal zijn liefde, wijsheid en bewondering als een fonteinin66ns opspoot, zoo hevig en vol, om nooit geen gedichtmeer to moeten maken.

We zien waar Franciscus sliep, een krocht, een soortkelder, en een houten blok zijn hoofdkussen . We zienwaar de H. Clara sliep, den refter enz . En 't is allemaalzoo in-arm, zoo duister, lusteloos dat ik er van griezel .En mijn vrouw en zusters griezelen mee . ,Am6," zegt onsEmma, ,als ge dat allemaal moet doen om in den hemelto komen ! Als wij er ooit in komen, dan vliegen wij errats door." „'t Is om nooit niet meer to lachen," zegtons Rachel.

68

Page 76: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Maar als men dan nagaat hoe bij dit ellendige wonen,nog een leven van boete, vasten, armoede en gestadiggebed kwam, een strenge tucht, eenzaamheid, zwaarwerk en opgesloten in sprakeloosheid ! ,Er waren nonnenbij," vertelde de jonge pater, „die toen zij na lange jarenzwijgens, bij noodzaak iets moesten zeggen, nog slechtskonden stamelen." Als men dat allemaal bedenkt, vraagtmen zich of wat een krachtig hemelsch vuur er dan in'die wezens moet gezeten hebben, dat ze nog steeds denlach der liefde en der vreugde over het leven op de lippendroegen !

Och 't is allemaal zoo schoon in de boeken, daar slaatmen veel jaren ineens over; een volgend hoofdstukspreekt van zes jaar later. Maar in 't leven is 't maandaan maand, dag aan dag, uur aan uur, en elke minuuteischt deemoed en zelfverloochening, elke minuut. Endat gaat zoo tientallen van jaren, met het bewustzijn dater geen eind aan komt dan met den dood, en toch ge-lukkig zijn, gelukkig als geen !

„Die zijn van anderen deeg gemaakt dan wij," zegt onsMarieke, verslagen over wat ze ziet en hoort .

Als we terug naar boven stappen, moeten we ons Emmameetrekken. We wijzen haar de Carceri, (de grotten),ginder boven op den Subasio, die achter de stad hoog denhemel invaart . ,Wat zult ge morgen dan zeggen, als wenaar ginder boven moeten, 2 1/2 uur klimmen !" „Dan blijfik thuis," zucht ze, ,daar geraak ik nooit op!"

In de stad, waar er veel gewoel gekomen is van pelgrims,drinken wij in een donker wij nhuis, goeden roodenwijn, direct van 't vat, en wachten nadien in 't hotel denheer Pronti af.

Als deze met zijn glimlach gekomen is, rijden wij ineen rijtuig naar Portiuncula, dat bij 't station ligt . Enweer begint de jonge, zeer vrome priester over SintFranciscus to vertellen, wijst de plaats aan, vanwaar deheilige de stad zegende . We staan wat stil, en nu eerstzien we duidelijk in goudene namiddagzon 't oude Assisi

69

Page 77: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

met al zijn opeenstapeling van huizen, zijn kerken, degeweldige boogmuren van San Francesco, en de gekan-teelde poorten . En boven dit diadeem van gebouwen, dieals boven elkaar staan om goed in 't dal to zien, groent derest van den berg op, met op de kruin de ruinen van eenoud kasteel, en rechts daarnevens de eeuwige dominee-rende Subasio, die zich naar de wolken rukt !

En Pronti vertelt en plukt de woorden van zijn glim-lachende lippen .

Portiuncula is feitelijk een oud kapelleken, waarover degroote ruimte van de Santa Maria degli Angeli gebouwdis; een kerksken in een kerk. En Pronti vertelt, en zijnoogen en lippen blinken van genoegen . Veel yolk gaatdit kleine kerksken in en uit om den gekenden aflaat toverdienen . Ook in 't oude klooster is er to veel yolk omrustig de cellen der volgelingen van Sint Franciscus tozien, men wordt genepen lijk een sardine, en dan dielookreuk, die over de menschen walmt, neen, 't is omineen to vallen. De frischheid gaan we genieten onder eenblauw gewelfd gangsken met gele pilaren, en daarnevensis het hof ken met de mirakuleuze rozen zonder doornen .

Sint Franciscus voelde eens vleeschelijke bekoringen,en hij zei : ,Broeder lichaam ik zal u kastijden," medeenrolde hij zich in de doornige rozenstuiken, die dan sedertthen ook nooit meer dooms hebben gedragen.

Een eater komt naar ons toe en biedt kinderlijk-blijaan elk onzer, zoo een bladje van die wondere rozen aan .

O ! de guldene legenden, die bier in Assisi uit elke plekopzingen en het hart met schoon geloof doorgieten ! . . .

Den avond zit Don Pronti mee aan ons tafel, en vraagtook tot bij hem to komen .

In een nederige, vriendelij ke kamer worden wij doorPronti's vriendelijke zuster op koffie getrakteerd, wantkoffie is hier iets buitengewoons : 37 fr. de slechte ! Maardeze is wel van de in de 5o fr . het kilo, naar den lekkerensmaak to oordeelen. Men biedt er geen melk bij aan,opdat men hem puur en direct zou genieten . Toch doen

70

Page 78: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

er mijn zusters een klotteken suiker in . De vader vanden priester, de dikke man van gisteren, probeert Franschto spreken en ik Italiaansch, en priester Pronti hoort dietwee krachtinspanningen, die op niets uitdraaien, lachendaan. Ook moeder Pronti, een lieve, gemoedelijke vrouw,komt ons groeten, maar moet terwille van de kou, wantkoud is 't geworden, naar de keuken, waar ze zich kanwarmen bij een klein koolvuurtje .

We mogen het huffs afzien. Heer Pronti wil mij eenvolledig gedacht van Assisi geven, en we zien de potten-rijke keuken, waar de moeder heur voeten warmt, wewarmen de onze een tij deke mee ; zien de eenvoudigeslaapkamers, en de gezellige studeerkamer van den pries-ter. Er zit iets Franciscaansch in hen, iets beminnelijkvreugdigs en vol van grooten eenvoud .

Wie had ooit gedacht, toen we uit Lier vertrokken,een hartelijke Italiaansche, ja Franciscaansche gastvrij-heid to genieten ? . . .

In 't naar huis gaan vertelt Pronti, dat al die toege-metste deuren nog sporen zijn van het oude gebruik :als men een doode langs de deur buiten bracht, wierdnadien die deur toegemetst, en een andere gestoken . . .

En morgen vroeg zal onze vriend Pronti, ginder hoogboven op den Subasio, in 't kerksken der Carceri (dergrotten) voor ons de mis lezen . Maar denkende op onsEmma en ook al op ons Rachel zullen wij dat niet to voetdoen; al hadden ons Marieke en ik 't zoo gaarne to voetgedaan. Daar ik het zoo belachelijk vind ons alien opezeltjes to zien zitten, zullen wij dan maar per auto ernaar toe rollen.

71

Page 79: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DE CARCERI OF DE GROTTEN VANSINT FRANCISCUS

DE lange Fiat-auto rijdt met ons in ronde zig-zaggende Subasio-hoogte op . Assisi ligt al onder ons ;en de groene dalen, blauw in den verschen morgen,

rekken zich uit, worden wijder en wijder, - andere berg-ketens verrijzen aan den einder, en het is of men onderons altijd maar verder en verder een nieuw groen-blauw

tapijt openrolt, en Don Pronti wijst met breede gebarennaar het groeiend, schoone uitzicht. De weg is zoo smal,dat hij juistekens plaats genoeg biedt voor de auto, ennevens ons gaan de bergranden naar de diepte met trap-pen van olijf boomgaarden en kleine weidekens . We moe-ten stil staan ter wille van een kudde schapen, die eerstde helling nevens den weg moet opklauteren . Plots zegtons Emma: ,,Maar als er nu een andere auto van bovenkomt?" „Dan is 't lijk in La Fontaine, de twee bokkenop 't bruggesken," zegt Pronti, ,dan moeten wij ofwelterug naar beneden, of de andere weer naar boven . Maar

72

Page 80: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

vrees niet, een andere auto komt hier niet, het is maardeze chauffeur in heel Assisi, die het kan en durft ."

De chauffeur is een lief, jong man, zeer heerachtiggekleed, hij geniet al rij Bend gezapig van zijn cigaret . Enwe stij gen, stij gen, en zoolang we nevens de olij f boomenrijden is de rit rustig en veilig ; maar plots als de boom-gaarden ophouden en de laatste hovekens voorbij zijn,wordt het andere peper ! Er beginnen hobbelingen engroote steenen het rijden moeilijk to maken ; de weg iszonder een borduursel en vlak nevens de wielen schietde steile diepte duizelingwekkend, brutaal naar beneden .Dat doet naar 't hart pakken . Het stijgen wordt meteenonrustig, de weg zit vol listen en zotte kuren . Daarstraks waren de draaiingen langzaam rond, nu zijn zescherp winkelhakig en kort. We kunnen er ineens nietop. De chauffeur moet telkens wat laveeren, rijdt eenweinig achteruit, de auto gaat dwars over den weg staan,met den kop in de hoogte, zoodat het achterste der kastover den afgrond hangt, en de achterste wielen een twin-tig centimeter van den hellenden boord of staan . Daar-onder zuigt de enorme diepte . En veronderstel, eenverward momentje, een stuurwendinkje to veel, 'n wieltjedat kraakt en we tuimelen, lij k een gebroken pottekenmarmelade den afgrond in. Doch handig en kalm is destuurder en we rijden weer zoetjes naar omhoog. Diehoekige zig-zaggen volgen nu snel opeen, worden nognauwer, de weg nog slechter, rond-af hellend, vormeloosmet hotsen en bulten, en telkens aan de draaien herhaaltzich het dreigement, van lijk een leege emmer naar bene-den to botsen. 't Wordt mijn zuster Emma, en mij er bij,wat to benauwd . Ons Rachel en ons Marieke zijn kalmlijk een sonnet . „Dat is waaghalzerij, spelen met onsleven," zegt Emma. Ik zeg natuurlijk niets, maar ikdenk het.

Ginder, heel hoog, zijn eerst de Carceri, de grotten, wezien den weg er wit en steil naar opklauteren, benedenblauwt de honderden meters diepte . Daartusschen in

73

Page 81: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

hangen wij to krochen . Het wordt to machtig voor onsEmma, ze kan het niet blijven aanzien, en ze trekt harenhoed over haar oogen . Het wij de dal biedt nu meer ge-vaar dan schoonheid aan. Weer kunnen wij een zig-zagniet op. De auto snorkt en bromt als een kwade dol,gaat achteruit om zijn wip to nemen, maar de wielenraken haast den rand, we hangen achterover ; nog eenbeetje achteruit, -- nog wat . . . plots een schok naaromlaag als iemand die uitschuift, een noodkreet gilt !maar met een snok botst de auto vooruit en rolt de hoogtein met het gezellig geluid van kokende patatten . Ginderwenken nieuwe zig-zaggen ! Ook ik heb er genoeg van !Ik stap uit, ons Emma volgt, en de anderen dan ook maar .We gaan nu to voet, terwiji ginder de auto met schokkenen sprongen den berg opdanst . Er zit iets heldhaftigs inthen jongen man, then ik gaarne begroet .

En nu al klimmend op de goede, vertrouwelijke voeten,zie ik alles weer met blijde oogen aan . Oneindig strekthet landschap zich uit onder ons, een vergezicht vanbergen wierook-blauw tegen den horizon, en de goedezon omjuicht de wereld met haar glanzend licht ! ,,Geloofdzij God om de zuster zon !" Hoe schoon is de wereld !Het raam, waarop God zijn werk borduurt ! En al klim-mend, klimmend zien wij ginder, boven het loof vanheldergroene boomen, het witte kloosterken tegen denberg hangen, als een bleek zwaluwnest .

Vaar de kloosterpoort zit de jonge chauffeur in 'n boekto lezen, en glimlacht ons een beetje medelijdend toe .

Wat een kostelijke stilte hier ! Een stilte, omkweeld vanveel en lief vogelengezang, dat uit de boomen omhoogeperelt. Pronti trekt aan de bel, en het is als een luidekinderlach, die schalt in de eenzaamheid .Een gladgeschoren, mollige Franciscanerpater komt

lachend open doen. Het is de prior, met wien Don Prontigoed bevriend is, ze drukken elkaar de hand, en achter denprior komt een andere pater zien, een met zwarte Chinees-haren, die stekelen boven een plezierig, spits vogelenge-

74

Page 82: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

zicht. Een echte Breughel ! Die twee mannen, die prioren die pater verblijven bier in de hooge eenzaamheidslechts onder hun getweetjes in dit oude kloosterken . Ach,wat is het bier vredig ! Een klein hobbelig koertje met tomidden een waterput, daarachter het zeer kleine kerks-ken en de kloostervleugel, en altijd die overhoope panne-kens op het dak ; daarboven klimt de massa van denSubasio den hemel in, en langs hier wordt het koertjeafgesloten met een nijlpaard-dikken muur, die tot opborsthoogte komt, en vanwaar men in het lagergelegenboschken ziet en over welks kruinen ginder het oneindigdal open blauwt ! Het kloosterken en het bosch zitten tus-schen een plooi van den berg, en het is in dit bosch,(daar voor dezen boom, mijn handen geraken hem haast),dat Sint Franciscus tot de vogeltjes preekte . En hoorze nu fluiten en zingen ; wel duizend bij elkaar. alsof zehet van geslacht tot geslacht hebben voortgeleerd hetarme ventje van Assisi to blijven loven .

Don Pronti zal Mis lezen en de pater luidt het kleineklokske: 't Is een schaapken, dat op de bergen loopt,en niemand zal de zilveren klankjes hooren in dezeeenzaamheid, want we zitten zoo hoog boven demenschen !We gaan het kerkske binnen : 't Is maar twee voor-

schoten groot, en het ronde gewelf is zwart berookt alseen help. Op het nederig altaar blinken edelsteenen ineen zwart-zilveren kruis . In een zijkapel, of beter gezegdeen nis, waar juist plaats is voor twee menschen, vooreen ander altaar, voor het O. L. Vrouwenbeeld, waarSint Franciscus steeds voor bad, draagt Don Pronti hetH. Misoffer op, bij gestaan door den spitsen pater, dieook de kaarsen heeft aangestoken. Wij bidden. Och hetis zoo een groot voorrecht, alleen voor ons gevieren deMis to weten doen, door een nieuwen zoeten vriend, opdeze heilige hoogte, in dit peiselijke kloosterken, han-gend boven het zingende boschken . Het is roerend aande ziele, en het geheel is als honing op de lippen .

7 5

Page 83: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

De Heer Pronti, in zijn gouden kasuivel en wittenkanten rok, doet de Mis met heilige ingetogenheid envol van grooten eerbied. En we bidden voor die in Lier

zijn, voor de kinderkens, waar, spijts al de schoonheid,soms zoo fel het hart naar verlangt, voor de vrienden, ende dooden, die ons dierbaar zijn . En het gebed rooktgemakkelijk uit de ziele uit als de geur uit de bloem . De

76

Page 84: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

deur staat open, laat de morgenzonne binnen, alsmedeeen guirlande van lentegeuren en de weelde van het schoo-ne vogelengezang; en plots, ongezien van achter denmuur, begint de prior een nederig orgeltje to bespelen .Teedere, zoete klanken zwellen en wiegen tot een lovendehuldezang. Ach, het pakt zoo op het gemoed, de handengaan open als onder de druppels eener fonteine, de oogensluiten zich en er kropt iets in de keel. Wat een genadeomhemelt ons ! 0, die hoogte, die vredige eenzaamheid,die edele armoede, die drie vrome, nederige zielen, ditgezang van orgel en vogelen, dat allemaal als een kaderdie het Goddelijk mysterie omringt i En in die gieterendeweelde, then horen van overvloed van geloof, gaan wij toCommunie, terwijl het orgeltje hemelsch doorneuriet. Enhet is om met Gezelle to zeggen : ,Gij kunt het nat,dat leekt nu langs mijn kaken, gij kunt het honing ma-ken."

Als de Mis uit is, en we komen buiten op het koertje,brengt de Breughelige pater op 'n plank het ontbij t buiten .Daar de vrouwen niet in den refter mogen, zullen wijhet gul-aangeboden Franciscaansche morgenmaal onderGods goede zonne binnenrammelen, en nog wel op denmuur. Die dikke muur is de tafel, daarop worden dekommen, de koffie en het brood gezet, en met zevenennevenseen, (de paters doen mee ), staan wij daar to etenmet voor ons het wijde dal, als 'n schoone gekleuxdebladzijde, uit een gebedenboek der engelen . Het is eenecht Franciscaansch ontbijt, zwarte koffie met boterloosbrood. Maar 'n koff ie, die, als ons Marieke haar zouopdienen, zij terug naar haren kop kreeg, een koff ie, omechtscheidingen to verwekken. Een afkooksel van gebran-de olijven, geloof ik, maar hier in dit midden dat geurten juicht van Sint Franciscus, is het lijk een wijn, goedals Late di Madonna. Maar ons Rachel en ons Emmahalen toch chocolade en muntbollen uit hun sacochken,deelen er ons en den paters van mee, die er smakelijk aanknabbelen, dat het een lust is om to zien . Er wordt ge-

77

Page 85: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

geten, gesproken, gelachen, gewezen naar de zon, naarhet dal, naar de vogelen geluisterd, naar de geuren ge-roken. Er is geestdrift en muziek ; het is een smakelijkfeest op de bergen !

De prior, met zijn oogen als groote zwarte perelen,wil ook het kloosterken laten afzien . Eerst dalen wij hetboschken in, waar nooit een vogel gejaagd wordt . Daarstreel ik den ouden, gespleten boom, die nog altijd ver-eeringsvol groeit, nog altijd vol zangen hangt, als om deschoone herinnering to bewaren. Natuurlijk, dat we naareen lage twijg naar bladeren grijpen, doch hij hangt nogto hoog, en daarom hef ik ons Marieke op, die dan blaar-kens plukt. Dieper beneden, to bereiken langs smallewegen, die nevens steile afgronden kruisen, zijn de carce-ri, de grotten, waar Sint Franciscus gewoonlijk placht tobidden. Het zijn holen in de rotsen, waar nooit een zonne-straal binnenkomt en er van klamte varens voor den inganggroeien. Wij gaan er eens binnen en het is er alsof men eenkouden lederen frak aantrekt . Ons Emma kan er nietover, over zulk geloof, en ze verstaat niet, hoe Sint-Fran-ciscus nog kon zingen. Buiten de grotten is er een bedvan narcissen, en, als we daar elk een tuiltje hebbenmogen van plukken, vertelt de prior, terwijl de patermet zijn spits gezicht ons fier en lachend toeziet, alsofhij zelf schoon muziek laat hooren . ,Ziet," zegt de priorvan boven naar onder wijzend, ,,die bergplooi is de na-tuurlijke weg van een waterloop. Als de groote regenskomen, moet het water langs bier naar beneden loopen .En toch is het niet . Sint Franciscus in gebed zijnde,wierd afgeleid door het bruisen van het water en hij zei :,,Broeder water, loop naar waar ge wilt, maar langs bierniet !" Sedert then heeft het water een anderen loop ge-nomen, en het mag regenen zooveel het wil, de waterloopkomt nooit ! en als hij komt, is het dat er rampspoedenover Italie hangen. En toch is bier veel water," voegt hijer in triomf bij, ,ginder hebt ge wel onzen waterput ge-zien ? En daar moet ge eens van drinken !"

78

Page 86: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Wat een land hier ! Alles vertelt van den heilige, demuursteenen, de stadspoorten, de boomen, de bloemenen de bergen. Heel Assisi is een levend sprookje !

We zien het klooster af, waar me bezonder het prior-celleke aantrekt . Niets dan een bed, een tafeltje metinktpot en schrijfgerief, een blad papier, aan den wittenmuur een kruisken, en dan een open venster op de vlaktenen de bergen ! Daar een maand kunnen wezen !

En nadat we het glas water gedronken hebben, verlatenwij het Franciscaansch nestje . Groeten van op den wegnog eens de paters met een hellen roep, die langs de ber-gen a choot . En we zij n gesterkt, kinderlij k blij ; hetgevaar van daar straks is vergeten, en we stappen in deauto, die ons weer langs de venijnige zig-zaggen, nu noggevaarlij ker door het dalen, naar beneden voert .

Ginder blinkt in het dal de witte, gekoepelde SantaMaria degli Angeli, waar al de bergen komen naar zien .

79

Page 87: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

EEN LOKSTEM DER HEIMAT

TERW I JL Don Pronti naar school is, wandelen wij nogeens Assisi in, om cadeautjes to koopen. In ditvoornoensuur is het stil langs de stofferige, klim-

mende boogstraatjes, pleinen en trapsteegjes, waarvan allevensters hunne ontkleurde blaveturen hebben toegedaan .

Er zijn witte wolken met blauwe spleten in de lucht en deverre bergen hebben de zachtgele kleur van verflenstewitte rozen .

Een lauwe wind met schokskens, tuimelt soms in hetzand en wandelt in 'n wolksken stof voorbij . Hier endaar op een drempel zitten meiskens den eigenaardigenkruissteek op wit linnen to borduren, en de oude winkel-tjes zijn meestal een breed raamloos hol in den muur,waarbinnen in den schemer, de waren to koop liggen . Er

8o

Page 88: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

hangen er ook buiten, rond de donkere winkelholten . Bijde vleeschverkoopers is het een triomf boog van saucissen,opengesneden geitjes met hunnen marten pels nog aan,vieselijke darmen en blazen met vet er in ; bij de kruide-niers hangen aangeregen vijgen, wijnflesschen, elk in eenstrooien zakje, droge visch etc. Een wolk stof komt eral eens aan rieken en vergeet wat van zich zelven mee tonemen. De koperslager heeft lantaarnen en uithangbordenbuiten gehangen en gezet ; een botswind stoot een grootenlantaren om; de ruiten rinkelen kapot, en de man komtons kwaad bezien, alsof wij de wind waren .

Mijn zuster en ons Marieke willen wat van dit kruis-steekwerk koopen, waarvan de eigenaardigheid is, dat demotieven niet van kruissteek zijn, maar dat die rond demotieven gewerkt wordt . Ons Marieke koopt voor onskinderkens elk een kleedje ; ieder zou gaarne nog watmeer koopen, maar de vrees voor de tolmannen doet deportemonnaie zijn zilveren bollekens sluiten . Ook in eenwinkel van bewerkt leder wordt er gekocht ; ik kies eenbrieventasch met zingende engelen van Donatello op .

Assisi is nu gemoedelijk stil. Een statig wit-gebaardeFranciscaan trekt den weg op naar de Carceri . Een vrouwzit met haar kind in den schoot, op de kuip eener fonteinen vertelt tot een appelsienenverkooper . Daarnevensliggen nog een paar bedelaars. Een vrouw leurt met visch,inktvisch, smorsig en kleverig in een zwarte spijs. ,Laatons algauw een appelsien eten, om het to vergeten," steltons Emma voor . En wig doen 't .

Och die pannekens op de daken, kleine bemoste pan-nekens met den rug naar omhoog, veel boven elkaar,hobbel en sobbel als door den wind in wanorde dooreengesmeten; en altij d dit eene huis boven het andere, metdaarboven den groenen bergschedel met twee spitse puin-muren a s hoorntjes .

Ja, met deze voornoenstilte, met die zon, die rust,komt er meer glans over het oude, verweerde Assisi, envergeet men een beetje het stof en de slordigheid . Maar

8z

Page 89: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

zal ik bier St. Franciscus kunnen verbeelden en vertel-len? . . . Want ons land met zijn molens, zijn lachendedorpen, zijn . . . neen, wat wachten . . . Ik moet er nogeenige keeren op slapen, dat moet nog flesch hebben . . .In die vredigheid klimt van uit de velden een lijkstoetop, en trekt de gekanteelde stadspoort onderdoor, die eenschoon zicht op Perugia omkadert.

De mannen, die vooraf gaan, en ook zij, die den zwar-ten lijkwagen volgen, zijn slordig in wit en blauw kleedgehuld, en dragen groote brandende flambeeuwen ; defamilie en kennissen daarachter hebben ook elk een kaars .Er zijn vrouwen bij, die zich voor de gelegenheid in't ros religieusenhabijt van de derde orde hebben gesto-ken. De klokken van de San Francesco-kerk luiden overdood, en daar trekt de trage stoet naar toe . Wij gaan nogeens naar het lijk van Santa-Clara zien, en dan rap naarhet hotel. Nadat wij vlug gegeten hebben, komt DonPronti afscheid nemen. Hij geeft geschenken voor dekinderen mee . We drukken nog eens in telegramstijl dedankbaarheid uit, om al de serene vreugde, die wij doorzijn toedoen genoten hebben. We danken hem uit het hart,zullen hem schrijven, veel schrijven. Hij zal bidden voorons. En als we gereed staan om in de omnibus to stappen,juicht van de Sint Franciscus-kerk de middag-Angeluslos ! Vier, vijf klokken wiegen hun bronzen rokken, hetgegalm schuimt rond den toren, springt over den bergde velden in, en verkondigt den triomf van 0 . L. Vrouwein de verspreide witte huizekens . En de klokken en kloks-kens van andere kerken en kloosters beginnen dan ookhun hulde to vieren. De zingende berg ! En onder diesymphonie van klokkengelui verlaten wij, al botsend inhet omnibusken, bet oude, heilige Assisi, dat ginder alsuit elpenbeen gesneden in de zon to zingen zit . En wegroeten bet bewonderend en lovend als een groot kun-stenaar, die ons schoone kunstwerken heeft laten zien,en ik prevel : ,Sint Franciscus, Santa Clara."

De trein rij dt nevens borstronde, hooge bergen, waarop

82

Page 90: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

en waartusschen dorpen genesteld zijn . Een stad zit alseen ivoren helm ten toppe van een berg . Het zijn steedsvergezichten van bergen en dalen, met populieren, olijf-boomen en cypressen ; soms omkranst met het water eenersmalle rivier, waar vrouwen wasschen, en het linnen todrogen leggen op de kiezel .

De streek wordt woester, beklemmend, we worden alstusschen twee rotsen genepen en ginder heel hooge,(hoe z'er op kunnen ge weet het niet), zit een wit kloos-terken achter zwarte cypressen . Het gaat weer wat aan't regenen, doch de zon duikelt er weer door en gieterthare stralen uit. Maar waar zijn de bloemen, het geurigekleed van de Lente ? Toen ik het gele rapenzaad bij onseenzaam in de velden zag blinken, heb ik medelijdend ge-glimlacht, want in mij gonsde het van de kleurigstebloemenverbeeldingen, die ik mij in Italic had voorge-steld, en wij zien enkel blauwen en gouden regen rondde villa's met parapluboomen . Zeldzaam zijn de rozen .En de citroenen en de appelsienen ? Tot hiertoe heb iker altijd enkel zien groeien in 't bloempotteken van mijngrootmoeder. Hier ziet men wel veel appelsienen opkarretjes, maar duurder dan bij ons .

En dichter en dichter komen wij bij Rome ! Dat brengtbeweging onder de menschen . Een Duitsche vrouw wilabsoluut eens door het vensterken piepen, of ze Romenog niet gewaar wordt, maar ze krijgt een kiezeltje inhaar oog, en wordt kwaad tegen haar man . Een Engelschemiss ziet zelf niet naar Rome, maar laat hare gouvernantehet voor haar doen. Ook uit de andere compartimentenkomen menschen in de wandelgangen aan het raamkenkijken. ,Ziede gij het nog niet ?" vraagt ook ons Racheltot mij . Het is of heel de trein naar Rome ziet, als naareen groot geluk . . .

Van toen we nog klein waren had Rome reeds een mys-tieke macht over ons . 't Begost met de klokken, die metWitten Donderdag bij den Paus van Rome, geschilderdesuikeren en chocolade eieren gingen halen, en die dan

83

Page 91: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

kwamen uitstrooien in de hagen der tuinen, en de bottendestruiken. Die Paus van Rome toch, die een paleis bewoondezoo groot als Mechelen, die eigen soldaten had, de grootstekerk der wereld, waar we postzegels van hadden in onzeverzameling, en waar geld van bestond ! Dan later ver-namen wij het Rome uit „Quo Vadis" en uit andereboeken, en hoe het Christelij ke Rome het heidendomovergroeide en zijn zaad schoot tot aan 't uiteinde derwereld; hoe daaruit de Christene kunst ontstond met haremirakelen in steen, kleuren, gezangen en gedichten . EnRome werd de kern van de wereld. En de verborgensteherder in de heide ; de eenzame visscher op de groenezee; diegenen, die op de bergen wonen, of in de steden,die wit als beenderen zengen onder de zon ; de nederigenuit de dorpen waar de sneeuw zijn stilte over legt, enalle de millioenen, die een kruisken maken, zijn aan datRome, aan then Paus, den Plaatsvervanger des Heeren,dit mystiek in goud gehuld figuur, verbonden. En in heelons leven met zijn Zondagen, heiligendagen met zijnzeden en gebruiken klopt het bloed van Rome ; die stadheeft in elken mensch een barer zenuwen geknoopt. 't Ismodernerwijze gesproken een draadlooze, waar de mil-lioenen geloovigen elk op zich zelf een opvanger van zijn .En elken dag, elk uur, zingt het toestel de Goddelij kewoorden: ,Bemin God bovenal en uwen evennaaste als uzelven." En de menschen haten, vertrappen en verwurgenelkaar, "t is soms bij poozen als een aanblik in een vatvol slangen, maar immerdoor klinkt het over den kwadenwalm been: ,Bemint elkander." En dat Roomsche muziekdeed bloemen van liefde ontluiken als Sint Franciscus,zusterken Therese, pater Damiaan, Sint Elizabeth enduizend anderen wier liefde voortbloeit in de wereld enaan het leven wijding geeft . . .

Maar als we in dit Rome buiten het station komen,zien wij wel een schoone fontein blinken, geweldige hoogehuizen, bangelijk groot, maar de hotelman is niet to zien .Terwijl de vrouwen bij de pakken blijven, ga ik langs den

84

Page 92: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

zijvleugel zoeken . Daar is hij . De naam van 't hotel staatop zijn pet to lezen, at weet de vent, en daarom slaapthij, op een stoeltje met den rug tegen den muur . Ik maakhem wakker en aanstonds steekt hij van gewoonte zijnhand uit, om wat to krij gen . Ik leg er niets in . Dan begrij pthij, zoekt een auto en rijdt met ons naar 't hotel . . .'t Is donker als wij gedaan hebben met eten . We willennaar de Sint-Pieter, doch de portier raadt het af . 't Isto ver en er is niets meer van to zien . Dan gaan we voorbijfonteinen, die genoeglijk spuiten uit leeuwen en dolfijnen-snuiten, naar de Via Nazionale, de drukste straat, die methare verlichte vitrienen en kleurige uitstallingen als eengroot aquarium is. 't Is een verward, ordeloos gewoel vanluid pratende menschen, soldaten (meer soldaten danmenschen) dwaze auto's, wijnkarretjes met appelrondekap en geschilderd als een Friesche stoeltjesklok, ramme-lende rijtuigen en schellende trams, waar men lijk mosse-len aangetrosseld hangt ; en Been enkele witte handschoendaar boven uit om er het malheurachtige of to nemen !

Als we terug in 't hotel komen, ligt er voor ons alieneen brief. Die voor ons is geschreven door de hand vanons Ceciliatje en Claratje, maar stevig vastgehouden dooreen groote menschenhand. En ze vertellen in korte zin-nekens, dat het hun zoo goed gaat, dat ons Clarake naarons nog niet vraagt, ja, dat schri jft ze zelf, z'is twee enhalf jaar! Dat Cecileken de dagen aftelt en dikwijls gaatzien naar de groeiende bloemekens, die ze in een vaaskenzal zetten als we thuis komen . Ons Marieke kan het nietlezen zonder tranen, 't is toch zoo ver van huffs, en dekinderkens zijn nog zoo klein ! Verder vertellen ze, dathet to Lier zoo'n slecht weer is geweest, sneeuw en hagel,donder en weerlicht, en dat ons kat haar twee jongengroeien gelijk aspergien. Ze hebben ook goed de post-kaarten ontvangen, maar vragen nu, of ik zelf eens voorhun zou teekenen wat ik gezien heb .

Het doet zoo'n deugd, als men zoo heel ver is, een ver-trouwelijke stem uit het huis to vernemen. Men ziet het

8 5

Page 93: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

huis terug, men is er in, men riekt de koffie, men hoortde deuren piepen; elke deur heeft haar eigen geluid, detrap kraakt, een merel fluit in 't hofken, ons Mariekenneuriet. Och ! "t is allemaal zoo eenvoudig, maar de ver-trouwelijkheden der kleine dingen maken deel uit van't geluk en . . . In de andere kamer begint een Engelschedame, begeleid van piano „'t Is de laatste roos des zo-mers" to zingen, en we zij n weer to Rome . En, terwij ions Marieke schrijft, ik wat mannekens teeken voor dekinderen, en aan andere tafeltjes de twee zusters post-kaarten schrijven, doen ze daarnevens om ter weemoe-digst, een Duitscher zingt nu : „Die Heimat ist so wun-derschon."

O die eeuwige trek om weg to zijn, en onderwegen tochsteeds naar zijn huizeken om to zien !

86

Page 94: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

HET ADELAARSNEST

LS ge to Rome zijt, kom dan direct naar't klooster,en we beginnen Rome to zien !" . . . . Zoo stond

„ op 't briefken van mij n vriend den pater . ,OmRome to zien hebt ge op zijn minst een maand noodig ."

En wij hebben maar vier dagen ! Dan al begonnen metvroeg op to staan, en rap to eten : brood, honing, kaas eneieren, met melk lij k een van de zeven deugden ! En danop weg ! Aan een fontein, waar vier Egyptische leeuwen

87

Page 95: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

tegen goesting spuiten, daar de marmeren kuipen tochniet vol geraken, nemen wij de tram . Ik geef den ontvan-ger een brief ken van 5 lire, het is 5o cm . per kop, hij geeftmi . in klein geld terug ; ik tel een lire to kort ; ik tik hemop den rug, en zonder omzien reikt hij mij een lire overzijn schouders.

Wij rij den langs woelige straten, hooge huizen, eeneeuwigheid van winkels, voorbij kazernen, palazzas, ker-ken met hooge trappen en lederen voorhang, voorbijplaatsen en pleinen, die altij d met een standbeeld, eenfontein of 'n zuil versierd zijn . Men wordt seffens ge-waar: 't is een trotsche stad, die laat zien hoeveel geldzij heeft, en zich maar paleert, met krullen, festoenen enbeelden, altijd maar paleert lijk 'n orgue de Barberie . . .De lucht is van 'n zuiver koningsblauw, bekleed met blan-ke vlokken hermelyn. Er is zon op de versieringen derkerken, zon op de palmen en cy, pressen, zon in de fon-teinen en op de koperen knoppen der soldaten, waar-onder veel zwart-gemutste fascisten zijn . Er is iets vande zon in den steen gezogen ; lauw-bruin en honingachtigmet de plezierige afwisseling van roode daken. Doch opeen groot plein blekkert schel-wit het kolossaal vrijheids-en onbekende-soldaat-monument met zijn to veeltalligetrappen en kolommen, goud en brons, -- zonder kleur-emotie lijk een fantasie van versche witte suiker, diehoogmoedig over alle daken haar spijtig wit domineert .Daarna weer als hier boven, palazzas, winkels, pleinen,fonteinen, etc. etc. We stappen of aan den Tiber, diezeepsopgrijs onder de breede bogen der bruggen schuift ;we gaan over een brug met veel groote standbeelden vanengelen op, die wind in hun kleeren hebben, en komenuit op den zeer ouden engelenburcht: een rond, steenenfort, als het scheel van een boterpot met een engel op .Daar achter ergens is 't klooster. Na wat wachten in eenonaangename gang, komt de vriend pater ginder in zijnpij aangeruischt. 't Is een karaktervolle kop, veritaliaanschtvan kleur, met groote, zwarte, vinnige oogen . We kletsen

88

Page 96: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

de handen in elkaar; ik stel vrouw en zusters voor, enin een klein kamerken wordt ter verwelkoming een traan-tje van Christus gestort .

Uit een andere kamer roept hij een vriend van hem,en binnen komt een lange blonde heer met tandenborstel-snor, en blauwe, onderzoekende oogskens ; hij beetFransoo Hollander is hij en na voorstelling beginthij aanstonds to vertellen en to zeggen, wat we moetengaan zien in deze korte spanne tijds ; hij vertelt het metcijfers, datums en namen ; het rolt er uit, en men denkt :Ei ja! dat heeft de man daarjuist in een boeksken gelezen !We gaan seffens met zessen een auto in, en zullen eenbevriend Monseigneur bezoeken. Terwijl de pater eenkerk aanwijst, een generaal-fascist, dit palazza, die fon-tein, die antieke ruine, dat standbeeld of wat anders,vertelt Fransoo met namen en cijfers en datums er kor-daat en kort de historie van. Hij verbluft. En deze twee :de pater en Fransoo doen denken aan de personen uitTeirlincks Beatrijs-stuk : Blik en tong. Wat de eene zietvertelt de andere. Maar beiden weten het even goed, dochde pater is van zelf zwijgzamer door zijn patersnatuur .

Ik had to Florentie met mijn kaart van den VlaamschenToeristenbond een boeksken van Noord- Italie tegen ver-minderden prij s kunnen verkrij gen . Waar het noodigwas, raadpleegden wij het. Doch nu met dezen heer isdat boeksken om zeep . En terwijl voor onzen blik Romegroeit en schooner wordt, evoceert Fransoo met cijfers,namen en datums de geschiedenis van de dingen, die wijzien, en Rome groeit, groeit voor ons van binnen en vanbuiten. Rome krijgt alzoo verschiet, diepte, verleden enbeweging, en de machtige figuren van Pausen, keizers,kunstenaars, krijgers en geleerden rijzen grooter en kleu-riger als gebeiteld aan den horizon, uit den smoor van 'tverleden op, en geven ziel aan de huizen .

De bevriende monseigneur is niet thuis, komt eerstvan avond . De pater en Fransoo willen onze geestdriftberstensgereed opblazen met dat geweldige Rome ineens

89

Page 97: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

heelemaal to laten zien . We schuiven een hoogte op naareen park. Paraplu-boomen omkaderen het vergezicht, eenfontein wiegt haar blanke pluim tegen de blauwe lucht,een balustrade met rozen en amandeltakken biedt ellen-bogensteun aan. Het is een echt decor voor een theater,om er uw portret to laten trekken in uw 's Zondagschcostuum en een boek in uw hand . Maar Rome is schoonvan bier ! Daaronder ligt de stad, de geweldige, groote,massale stad, bruin, honingblond en rood, met in deverte de witte spotternij van het onbekende-soldaat-monument, met het Forum, antieke ruinen die goden engodinnen evoceeren, met al haar 4oo kerken (getal vanFransoo) palazzas, het wreede kom-ronde coliseum, defonteinen, standbeelden, koepels, torens, en tuinen . 'tLigt in een kring van zeven heuvelen met villas bezet,en aan 't uiteinde van die massa rijst hoog en majestatischde Sint-Pieter met zijn glanzenden koepel en zijn enormezuilenvleugels. Het is als een reuzige vogel, een getiaardezwaan, die met de vleugels open, de kloeke pennen vanelkaar, neergestreken komt op den rand van een nest, hetadelaarsnest ! En er gaat een huiver van ontzag door mij,als ik die stad, het geweten der wereld, daar voor mij zieliggen. Het adelaarsnest der Cesars, dat adelaars kweekteen ze over de wereld zond die de wereld beheerschten,en bier telkens met buit in den bek weerkeerden, totvan uit de Galileesche velden de Goddelij ke stem vanJezus, schooner dan alle muziek, de liefde begon to pre-diken ! Petrus en Paulus kwamen de liefde to Rome plan-ten. En hoe de adelaars den groei ook probeerden toversmachten ginder in dit Coliseum, dat de bloedkom is,waaraan de oudheid haar dorst leschte, de adelaars be-zweken, niet alleen bier, maar overal, en de oude wereldging stilaan ten onder voor de nituwe . De christene liefdebloesemde hare rozen van hier uit bruisend de bergenover, schoot tot in alle landen, onder alle zonnen, overalle horizonten, en ze brak de harmonisch-schoone zui-len der oude tempels onder het bloemengewicht. En al

9o

Page 98: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

bleek het spijtiglijk, dat ook deze rozenbloei soms scher-pe dorens van al to danige menschelijkheid op haar twijgenstekelde, de rozenbloei was toch machtiger, en de wereldkwam onder de bedwelming der geuren en der rozen, diehare wortels klauw-stevig geworteld hebben, en 't voed-zaam sap halen uit het hart van den witten zwaan, dienu ginder met zij n steenen vleugels het oude adelaarsnestbeheerscht en over de wereld zegeviert.

De pater wijst naar daar, naar ginder, noemt de namender dingen, en Fransoo vertelt zwellend en geestdriftigvan Constantijn, Nero, Alexander, Julius II, de Borgias,de Cenci, Garribaldi, Raphael, Michel-Angelo, Hannibal,Sint Ignatius. Men voelt den dreun van 't verledene, wezien medeen in de gebouwen binnen, en Rome zwelt alseen zomerwolk, gebald van titanische krachten, Michel-Angelofiguren en Shakespearekarakters .

Een theaterdecor in den schoonen zin van 't woord, 'ntheaterstad in den schoonen zin, theaterfiguren in denschoonen zin. De zon en de blauwe hemel daar overmet sprietelend goud, en als om dit subliem-theatrale tovervolledigen, lijk een apothese beginnen ineens de hon-derden klokken van Rome to dansen ! De middag-angelusluidt, en 't moderne Rome laat een belachelijk, droogkanonschot af.

De pater en Fransoo willen ons nu het Coliseum latenzien, direct . Maar ik wil niet, eerst de Sint Pieter ! denzwaan zien ! Dat vooral ! Mijn vrouw en zusters spelen opdezelfde snaar als ik, en daar is niet aan to weerstaan .

Als we voor lien gedeeltelijken droom van Michel An-gelo komen, waar het yolk lijk mierkens in en uit kruipt,met haar twee ronde zuilenrijen, haren berg-hoogen gevelmet heiligen befladderd ; met haren heerlijken koepel, detwee fonteinen, een is verstopt, maar de ander doethaar best voor twee, -- dat heb ik rechtuit gezegd, spijtdat het nog niet grooter is . En we gaan binnen door een dervijf bronzen poorten, en we komen in een plechtige, hel-dere ruimte, wier gouden gewelven op vierkantige pilaren,

gz

Page 99: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

neen op belforten van marmer rusten. De zusters ende vrouw staan paf. Maar mij pakt een verlegen gevoel,dat men niet zeggen durft tot vriend Fransoo, maar dantoch zegt: , Ik dacht dat ze veel grooter was." Vriendpater en Fransoo protesteeren : ,Dit komt door harmo-nische verhoudingen, door de verstandelijke symetrie .",,Zie die engeltjes," zegt de pater als bewijs. Endan zien we daar engeltjes, die een wijwatervatvasthouden; ze zijn zoo groot en zoo dik, dat,indien ze van echt vleesch waren, ze super-eerepre-sident der maatschappij van de mannen van bovende ioo K.G zouden zijn. Tweemaal zoo groot als ik,met armen, die ik met drie afmetingen open handennauw overneem. Het is geweldig, en toch toonen hetmaar engeltjes. Men kan met tweeen gemakkelijk eenbad nemen in die wijwaterbak, men kan er gerust opzetten: ,Verboden hier to zwemmen," en toch doet hetaan als een gewoon wijwatervat . Maar dan zie ik depilaar, waar ze tegen hangen, die is ook een belfort-torendik, en de heilige, in de nis van then pilaar troonend, iszoo enorm, geweldig groot . Alles is in verhouding, elkding geweldig op zich-zelve, maar die geweldigheid ver-mtndert, door dat alles geweldig is . „zie," zegt vriendFransoo mij maar willend overtuigen, naar een mozaiek-medaillon in den gouden koepel wijzend, „de pen, diede heilige Mattheus hanteert, is drie meters lang !" enhet schijnt een pen to zijn van de lengte van 'n goudschepijp. „En onder die koepel kan de toren van Antwerpendansen !" triompheert Fransoo . „En dit altaer," wij st depater, - 'n bronzen baldekijn, heelemaal brons, onderden glorieuzen koepel, met 4 stoppentrekkerszuilen, metdraperie, engelen en bijeenpuntende krullen, die hetglanzende kruis verheffen . ,Het is 28 M. hoog en weegt4000 ton," zegt Fransoo. Ik geloof het allemaal wel, maarhet schijnt zoo niet. En om u nog meer to tergen, blinkener uitdagende koperen schreefkens in den glimmendenmarmergrond, die u zeggen, tot hier komt slechts de

92

Page 100: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Dom van Keulen, tot hier maar die van Antwerpen. Geschokschoudert ! Alo, komaan, de kerk van Antwerpen,die in mijn verbeelding zoo immens is, met haar ver-schiet van zeven beuken spitsbogen . Het is een bespotting.„Het moet groeien," zegt de eater. Laat het dan maargroeien ! Ondertusschen vlieg ik als een bie, van d'eeneschoonheid naar d'ander, terwijl een boetprocessie methet zwart houten kruis voorop, zingend de kerk om-slentert, terwijl de menschen praten, klappen en wijzenen rondloopen. 't Is pier een harmonische, tiendubbele,paleizenweelde van marmer en brons, van kleurig mozaieken marmer-inleg, zilveren altaren in de zijbeuken, goudenlampen, en guirlandes van kristallen lusters, heel de kerkrond. In de absis is 't hoogaltaar met den stoel vanSt. Petrus, daarboven is de stralende gouden engelen-ontwiekte H. Geest, en daarrond en daarboven zijn weerloggias, zuilen, nissen, beglansd door het immer goudenrosaccengeweif, en gander deepen de zijbeuken, kruis-beuken, vol kostelijke prachten . Alles is grootsch ge-houden in zijn stijl, zonder prutserij, plechtig, koninklijk,majestatisch .

Wij bidden aan het bronzen altaar, waaronder het grafis van Sint Petrus, negentig gouden lampen hangen errond. Daar ligt de heilige, een arme visscher, die de rotsgeworden is, waarop Hemel en aarde zich vereenigen . . .Het radijsrose kleed van een kardinaal raakt mijn elleboog,nevens hem zit een arme vrouw met den zakdoek op haarhoofd, er zijn Spanjaards, Hollanders, Amerikanen, heelde werelt knielt hier, elk brengt een stuk van zijn land . . .Deze kerk heeft het heidendom genomen om zich toversieren, de schoonheid, die uit de levensbeschouwingvan het paganisme gegroeid is. Die daad is de daad derzegevierende overwinning ! Als wou ze zeggen : ,Ik hebu overwonnen, nu wordt ge de schabel voor mijn voeten ."Het is een overwinningskerk, een diplomatieke kunst ;niet symbolisch uitgeweld en gegroeid uit het H . Geheim,zooals de gothiek.

93

Page 101: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Maar zie ginder ! Aan de voeten van then witten heiligein de absis loopt een hondeken ! Een zwart spitsken, datonder het opgeheven kleed van den heilige weg en wederloopt. We zien duidelijker, neen het is een man, eenelectricien ! En medeen met dit to zien, dit kleine verge-lijkingspunt, is het of de kerk bij tooverslag vergroot ! Demuren wijken, de zoldering zwelt en klimt, de koepelverheft zich, het wordt een kerk van goud en licht, allesgroeit, groeit, de beelden, de zuilen, alles verruimt enverwij dt. En nu zie ik de kerk, zooals ze gezien moetworden, zooals ik ze in mij n verbeelding gedroomd had .Grootsch, geweldig, een verte, een heelal van steen, heer-schend, vol luister en koninklijke majesteit, u overweldi-gend in zijn immensiteit, een heele wereld overspannendin zijn glorie een heele wereld doende knielen, niet ominnig to bidden en de mystieke bloem uwer ziel to voelengroeien in de stilte, maar om er met duizenden en duizen-den op 't geschetter van bazuinen to komen zingen enjuichen en jubelen, dat de aders er van zwellen : ,Sanctus,sanctus Domine . . . .

En wij terug per tram. Straks vertrekken we samennaar de basilieken . 't Wil lukken, maar het is weerdezelfde tramontvanger. "t Klein geld is op aan appel-sienen. Ik geef hem dus weer vijf lire, hij geeft klein geldterug, ik tel weer een lire to kort . „leg eens, Bruurke,"zeg ik hem, ,Uno liro to korto !" Hij knipoogt, als wouhij zeggen : „u kan ik vandaag niet beet hebben," engeeft mij lachend een lire terug .

94

Page 102: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DE HEILIGE WEG

DE fooien, of wat men in Vlaanderen het drinkgeldnoemt, geld om op to drinken, zijn begrepen inden prijs, zijn op voorhand betaald, liet het reis-

agentschap op zijn kaartjes drukken . Maar toch doen dedieners, of ze van klaverenaas weten . Als men ergens eendag is, kan men ze gerust in hunne schijnonwetendheidlaten, maar blijft ge langer, dan is het to prijzen, ze eenaparte fooi to geven, bizonder aan hem, die met de scho-tels bij u rond komt . Onzen diener hebben we alzoo gis-

teravond een brief ken in de hand gefoefeld, met de beloftevan later nog, en de jonge man is daardoor lijk een horenvan overvloed, en bisseert elken schotel. De Chanti ishet roode rivierken, waarop de smakelijke galjoenen terveilige haven varen.

Er is veel yolk in het hotel, er zijn ook veel graven enbaronnen van Duitschen adel, die in een aparte zaaleten. En ge ziet dat z'er spijt van hebben, zij zoudenliever bij ons en het ander yolk zitten, om zich kunnen

95

Page 103: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

doen op to merken. Want in de hal, waar mengeling isvan adel en onadel, is het gedurig op luiden toon vanbaron van hier en baronnin van ginder, en hoe minderg'er naar ziet, hoe luider zij elkaar betitelen en bebaron-nen .

Na het eten, waarvan ik de spij skaart op zak steek,opdat ons Marieke met Liere-kermis hetzelfde zou kun-nen bereiden, nemen wij terug de tram, aan de vierspuitende leeuwkens, naar den Engelenburcht ; halen denpater en Fransoo, en weer met zessen een auto in, omden Heilgen Weg to doen : het bezoek aan de vier voor-geschreven basilieken . We rollen de hoogte op. De paterwijst: ,dit is 't standbeeld van Garribaldi," en Fransoomedeen aan het vertellen, over den Pauselijken oorlogvan 1870; 't beleg van Rome enz. enz. Wij luisteren engenieten. Ons Rachel zou op ginder die villa willen wonen,waar tusschen palm-, paraplu- en cypressenboomen fon-teinen spuiten en beelden blanken . We zijn volkomenvan haar gedacht. Kerken, graftomben, palazzas, kloos-ters, gemeene, stinkende buurten, 't schuift allemaalspijtig to rap voorbij . Men zou Rome to voet moeten doen,rusten, blijven staan en droomen, een pijp zitten smoren,en al de schoonheid en eigenaardigheden stillekens in-genieten.

Doch ons reis is een snorrende reis, een verkenning,en elkendeen van ons zegt, van in Milanen reeds : „maar,hier koom ik terug, en hier ook, en hier ook ." EnFransoo vertelt: ,Om in Rome zekers terug to komen,moet ge maar een lire in de Mozesfontein werpen, datdoet hier elke vreemdeling ." Een Italiaansche truc omaan geld to komen. Ons Emma stelt voor het straks todoen.

We rollen nu buiten Rome op de Via Ostia . De huize-kens bezij ds zijn vuil en donker van binnen ; haast ner-gens een gordijntje aan de ruiten, donkere gaten, met ont-verfde beluiken, die men sluit als er wat zon is. Vuilekinderen spelen op straat, kudden bleeke koeien met

96

Page 104: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

lange hoornen zijn lastig voor het druk verkeer van auto's,rijtuigen, waarvan de koetsiers gretig de wijnhuizen bin-nenzien; creme-de-glace-bakken op wieltjes, boeren-wagens, en de wijnkarretjes altijd met guirlanden ge-kleurd, als huldekransen aan den wijn. Het yolk staataan de deuren, en de wijnhuizen zitten okkernootvol .Elkendeen spreekt luid en maakt heftige gebaren . 0,die gebaren hier ! In Italie hebben ze geen wijsvinger,de Italianen wijzen met den duim . Van over eeuwen reeds.In Assisi zag ik in de Sint Franciscuskerk een O . L .Vrouw, die aan Jezusken met haar duim achterwaartswijst naar den heiligen Frans . Vraagt men aan iemandden weg, en de weg loopt voor u uit, dan fladdert hunuitgestoken hand als een musschevleugel . Waar wij meteen knikkenden wij svinger iemand wenken, doen zij alsofze een vlieg van hunnen neus wegjagen . En 't is alzoo,deze gebaren niet kennende, b .v, met naar een wolkj emuggen to slagen, dat men een koetsier bij zich krijgt,die beweert, dat gij hem geroepen hebt . Het beste omer van of to geraken, is een van de overal to vinden koppelscarabinieri to wenken, als ge dan maar weet, hoe ge diebepluimde tweelingen wenken moet . . .

En daar is Sint Paulus-basiliek . ,Och, hoe schoon !"roepen de vrouwen als we op een blinkend voorhof ko-men. Een vierkantige galerij met witte corintische zuilen,omringt een bloemtuiligen twin ; in de galerij en glanzenmarmeren nissen met heiligen, onder een borduursel vanmozaiekmedaillons, die heiligenhoofden omgulden . Endaarboven uit beurt de kerk haren louter gouden mo-zaiekgevel, blinkend en stralend in de blauwe lucht . Hetis zoo voornaam en edelplechtig, dat ge reeds uwen hoedafdoet, voor ge in de kerk zijt. Daarbinnen wordt devoornaamheid nog intenser, als men de verte van vierrijen dicht bij elkaar glanzende kolommen voor zich zietwegdiepen . 't Is een symphonie van kolommen, een dapsvan zuilen, zonder heiligen aan, gelukkiglij k; blinkenden glanzend, die op hunne ronde boogskens, de veel-

97Appelsienen. 7

Page 105: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

kleurige marmeren, bevensterde en beschilderde murendragen. Een rechte rei van medaillons, waarin de Pau-sen gemozaiekt zijn, loopt boven de bogen de kerk rond,en er is een Paus bij, die uit een brillanten oog ziet ; bovende muren rust het horizontals gouden caissonsgewelf .En ten einde van de zuilenharmonie is de triomf boogvan goudmozaiek, waar het groot Jezushoofd, omblanktvan de 40 grij saards en omvleugeld der evangelischewezens, aanbeden wordt, en daaronder schemert demozaiekkoepel, die het gothiek baldakijn van den altaaroverwelft, waaronder Sint Paulus, de geweldige, begravenligt . . .

Ailes glanst, blinkt en glimt, de vloer, de zuilen, demozaiek, de zoldering . De zon giet door de kleurigeramen voile geuten licht, en regenboogtinten bestreelenden reeds kleurigen marmeren vloer, die heel de vertevan zuilen in zijn glanzende effenheid weerspiegelt . Eenkoningshalle, sereen, plechtig, voornaam en vol kalmte .De adel glanst u tegen. ,Veel meer Pauselijk dan deSint Pieter," zegt ons Marieke . „De Sint Pieter wil enkeloverbluffen," * denkt ons Emma hardop . Ons Rachelhoudt het met Fransoo, die beiden beweren, dat eenPausenkerk den mensch juist moet overmeesteren doorzijn bovenmenschelijken durf, majestatische, ontzagge-lijke afmetingen en overweldigenden luister, als symbolenvan 's Pausen innerlijke macht. Waarna de pater en ikons aansluiten bij ons Marieke : n.l, dat zuivere ingetogenschoonheid dieper spreekt en meer wijding geeft danmusculeuze overdavering van vormen en van weelde .

Al diskuteerend wandelen wij in den palmentuin vanhet klooster ; maar de discussie verslapt bij het zien dermarmeren gaanderij en, waarvan elk boogsken langs weers-kanten op twee pilaarkens rust. Elk koppel pilaarkens isanders; er zijn er effen, ronden, gekronkelden en gekeper-den, met een vet van diverse glanzende mozaieken aan,als mysterieuze slangenlijven, die de bogen schragen .Andere menschen redetwisten ook over den Sint Pieter en

98

Page 106: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

dezen Sint Paulus, then wij verlaten om naar Sint Jan vanLateranen to bollen .

Doch onderwegen, ten einde van een klimmendenmuur, zegt de eater ; „Hier is de catacombe van Domi-tilla". Fransoo wil gaan vertellen . Maar ik eisch van uitto stappen en er binnen to gaan. ,,Maar dan rap," zegtde pater, „want z'is groot ." We dalen vele trappen af,voorafgegaan door een man met een strooidun kaarsken .De kilte van onderaardsche ruimte doet ons onzen frakaantrekken. Eerst zien we een groote plaats, waar dag-licht invalt. Tusschen rumen van kapiteelen en friezenis 't graf der H . Petronilla ; en nadien moeten we achter-een loopen in duistere, onderaardsche smalle gangen .Hier en daar laat een lichtje lange marmeren steenenzien, in de muren gemetst, als schabben boven elkaar ;daarin rusten de dooden. Soms verbreedt de gang toteen hal, waar de grafzerken grooter zijn, half-rond alsbakkersovens, waaromheen, en op de zoldering ook,naieve frescos kleuren. Daar rusten de edelen en de meervereerden. Hier en daar staan we stil om to luisteren naarden man met het dunne kaarsken, dat hij niet aansteekt,maar we verstaan hem niet, en dan is het Fransoo, diehet ons oververtelt met nog veel meer, dat hij gelezenheeft. Doch Fransoo vertelt nu niet alleen, de pater nuook ! Hij, die als priester meer dan iemand, de subliemewij ding deter heilige plaatsen ondergaat, begint nu ookto vertellen, vol toewijding en vuur over de Flaviussen,de bekende Romeinsche patriciers-familie, die, bekeerdzijnde, deze plaats aan de Christenen schonk, die degangen groeven om er hunne dooden to begraven, enhier in deze gangen en hallen samen kwamen om de H .Geheimen to vieren, bij het licht der potaarden lampe-kens, die men hier overal ziet. De eerste kerk der Chris-tenen was een doodenplaats. Dikwijls wierden zij totin deze gangen vervolgd, meegesleurd om in de bloedkomvan den cirkus door de beesten to worden opgevreten,tot jolijt van het lachende, toekijkende Rome. Doch an-

99

Page 107: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

dere Christenen groeven weer nieuwe verschuilendegangen, opnieuw kwamen zij bier bij elkaar in altij deendere vurigheid, elken dood trotseerende . Er gaat eeneontroering door u, als men dezen doolhof van zerkgangenziet, en aan het leven der eerste adepten der Christenheiddenkt. Wat een vuur, wat een liefde zoefde in die men-schen ! Och, voor ons is het zoo gemakkelij k to gelooven,wij worden door het geloof gewiegd, getroeteld . Het zuigtons aan met zijn orgelmuziek, met zijn sublieme kunsten meesleepende liturgie. Maar zij hadden niets, geentroost, geen opbeuring van schoone gebeden en gezangen,kunst en luister. Er was niets dat hen naar deze dooden-gangen neertrok, niets dan de liefde en de H . Geheimenop zich-zelven. Voor zulk geloof verwondert het mij nietdat er menschen zijn, die dezen grond kussen .

Kunst was er niet, maar in deze duisternissen is zebegonnen. Ze konden zich niet tegenhouden de symbo-len, die het H. Geheim omkransen, uit to drukken. Heteerste teeken was een kruisken, dat ze op den grafsteenteekenden, aldra kwam er een duffken bij, twee duff kens,een visch, een druiventros. Ze begosten ook de zolderingmet die teekens to orneeren, er kwamen f iguren van Jezusen heiligen bij, en "t groeide, groeide, en uit dit kruisken,dit duif ken ontlook de schoone Christene kunst het dag-licht in, balsemde in alle kerken, en vond hare goddelijk-ste uitvloeisels in de schilderij en van Angelico, in deSan Marco van Venetie, de cathedraal van Chartres, dendom van Keulen . . . En de kaarskensman en de pateren Fransoo wijzen en vertellen . ,Is "t nog Lang?" vraagtons Emma. ,Nog twintig kilometers," antwoordt diemet zijn asperge . Ik wil niet verder . 'k Heb een olievollengoeden indruk van wat de catacomben zijn . 'k Wil thenindruk zuiver bewaren, en ik ga er uit met een gevoelvan bewondering en eerbied voor de heiligen, die 't eerstde menschen als broeders aanvoelden . . .

We rijden voorbij de het Quo Vadis-kerksken, voorbijrulnen van Romeinsche landhuizen, als burchten zoo

too

Page 108: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

groot. Maar ginder druischt de Sint Jan van Lateranenontzettend de hoogte in ! Een villagevel, op wiens kroon-lijst reuzige heiligen in hun mantels wapperen . We gaanlangs de jubileumpoort, zooals het voorgeschreven is,de kerk binnen. Barokker dan Sint Paulus, gezwollen,declamatorachtig, overdaverd met to laag staande beeldenin zwarte nissen in elke zuil, met bas-reliefs, woeligealtaars, neen . . . Ik wil u niet verder lastig vallen metbeschrijvingen van gouden zolderingen, mozaieken, ivo-ren, marmerinleg, enzoovoorts. Maar deze kerken vanRome zijn triomphant als een vuurwerk, bruisend vanweelde als een zee, steeds nieuwe schatten aanschuimend,dat men er begint van to duizelen . Alles is het kostelijkste :goud, zilver, brons, uitgezochte houten en marmers, allesin 't groot met gebaren en afmetingen uit de Genesis .Er zit iets Mozes-achtigs, iets Michel Angeloachtig-onstuimigs in, als donderwolken . Waar het ook barok tozwaar, of wat anders is, wat ik niet gaarne heb, 't is altijdmachtig, groeiend naar het bovenmenschelijke, den Ue-bermensch, den half-god .

Nadien naar de Santa Maria Maggiore, ontstaan in de3e eeuw, door een Broom en omdat het er op 5 Oogstgesneeuwd had, vertelt Fransoo . De latere kerkgevel isdie als van een orgel, en binnen is weer uitschallend,uitstulpend van schatten weelde, overkokend van luis-ter. Alles in 't groot en in 't duurzame, en even als deandere kerken een Pausengebaar, dat de eeuwigheid moettrotseeren . Daar in die kerk hadde ik graag gezienhet schilderijtje, het portret van O . L. Vrouw, dat SintLucas gepenseeld heeft . Doch het is verborgen achtereen gouden poortje, in het triomphante altaar derBorghese-kapel, waar de raarste marmers der wereldde muren bekleeden. Maar tot troost krij gen wij hetgezang van Tsjecho-Slowaksche nonnen, die drie-stemmig hulde brengen aan het beeld van O . L. Vrouwvan den Vrede .

Van daar direct naar den overvloedigen Sint Pieter,

IoI

Page 109: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

binnen door de jubileumdeur, geknield aan het Sint-Petrus-graf, en de H . Weg is ten einde ! . . .

Na het eten in het hotel, zitten wij met de weemoedigeEngelschen en Duitschers van gisteren, in de muziekzaalto praten. Het zijn ook pelgrims, en er zijn er bij, die over-morgen voort reizen naar Jeruzalem. En het kan nietanders, of ze zien om naar hun home, hun heimat, wijnaar ons thuis. Ze zingen overhand hunne vriendschaper voor uit, en op het gedurig aandringen mij ner zustersen een Engelsche dame, zingt ons Marieke een beetjeontroerd, het liedeken ,Vlaanderen" van Renaat Vere-mans: „Mijn land is het land van de stilte, der vreedzame,blijde natuur." En het dauwt frisch op mijn van zilver,gouden en bronzen gonzenden kop, als een regen in deMei .

Ion

Page 110: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DE GEENLUNIINEERDE STAD

DAAR de eater wegens den Zaterdag to veel werkheeft, zoo zal Fransoo ons alleen vergezellen . Nade H. Mis en de H. Communie in den steeds

intenser glorenden Sint Pieter, gaan wij koffie drinkenin een klein huizeken, waar Fransoo weet, dat er goedehoning is. De zon zit in de fontein, die als een geestdrif-tige zilveren watertuil openbloeit . 't Is daar dat devrouwen beslissen eerst naar het Vaticaan-museum togaan, en straks naar het Coliseum . Goed. Maar eerstloopen wij verloren langs de pleinen en poorten van hetVaticaan, tot verwondering van Fransoo, die blij is om-dat het nog grooter is dan hij dacht. Een Zwitserschegarde, met een costuum om op een kermisaffiche tozetten, rood, gee] en blauw, en die een lans hanteert lijkeen vogelenbek, om al de ingewanden met een steek eneen draai in eens uit uw lijf to halen, wijst ons den rech-ten weg .Na vele trappen op, komen wij in het museum. Voor

ons diept een verre heldere gang met rond gewelf . Wevragen aan elkander, of we niet droomen. Die gewelven,die muren, de deuren der muren, de nissen der vensters,alles is beschilderd van onder tot boven met kleurigearabesken, guirlanden, dieren, wonderwezens, bloemen,cul-de-lampes, glanzende heiligen- en wetenschaps-tafereelen, pavilioentjes, draperiekens, camees, basreliefs .Heel de speelsche Italiaansche renaissance feest haar over-dadigheid van decoratieve weelde uit ; en nog niet genoegdat muren, gewe ven en deuren en vensternissen metde fantastische motieven tot in het oneindige zijn befes-toeneerd, ook de vloer is vol zeldzame speelsche krullenen kleurige teekeningen .

Dat is zoo een stede-straat lang, en bezijds de murenzijn daar uitgestald, het eene nevens het andere, de geschen-ken door de grooten der aarde den Pausen gedaan, van

103

Page 111: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Napoleon, den koning van Engeland enz . : goudene kro-nen, ivoren schrijnen, wonderlijke boekomslagen, sleutels,kerken en wat weet ik nog. Alles ingelegd en beglansdmet parelen en edelsteenen, met heelder handsvollen,dat men haast beschaamd het zoo hartelijk geschonkenamethystje van zijn ring naar binnen draait . Achter

die deuren, zegt Fransoo, staan de boeken der Vaticaan-bibliotheek, waarin de zeldzaamste handschriften enpapieren zitten . De zusters en vrouw kruipen haast in deguldene schatten. Maar de muren en gewelven overwel-digen de schatten tot simpele versieringetjes, zij wordengeduld. Ik zeg zoo een straat lang, om weer in zoo

104

Page 112: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

een andere luisterlij ke straat to draaien, om in zalen, grootals pleinen, to komen, waar de versieringsuitbundigheidop muren, gewelven, en kolommen, zich herhaalt, neenzich verdriedubbelt.

Het is alsof men in een Indische zee staat, waar alde iriseeringen en tinten van perels, schelpen, glans-visschen, koraal en perelmoer, van planten en kruidenzich tot deze oneindige decoratiegrilligheden hebbenomgezet. En opnieuw schatten, geschenken, als : vazen,kandelaars, koffers en doopvonten, die, hoe groot zeook zij, klein blijven, ja haast verdwijnen, tegenover deschitterende ornamentatie van muren en gewelven, waarwetenschap en godgeleerdheid in kleurige heiligen entafereelen vereerd worden, omringd met de onuitputte-lijke en niet uit to scheidene omkaderingen der toch zooalles gebruikende Italiaansche decoratiekunst . Het is eenmengeling, uitwassing, uitbloeiing het eene uit het andere,dieren, legumen, fruit, slangen, menschen, fakkels, dra-ken, korven, huizekens, tritonen, en noem nu maar ietswat er niet op staat ! Zoo als de bladen van oude missalenverlucht zijn, zoo hier de muren, met geen vijf vingerenledig er tusschen. En zoo heelder straten, heelder pleinen .Een geenlumineerde stad ! Een stad, die zelf een juweelis, en waar de schoonste juweelgeschenken, onjuweeligin warden .

Fransoo vertelt nu maar zooveel de hemel geven kan .In de aandoenlijk-kleurige appartementen der Borgias,door de Pintoriecchio beschilderd, vertelt hij natuurlijk overthen wulpschen tijd der Borgias . De geweldige brutale,onpausachtige Paus Alexander VI, met Jan en CesarBorgia, en Lucretia Borgia . De distel in den Pauselijkenbloemtuil, maar geweldige figuren toch ! bizonder Cesar't gedroomd ideaal van Macchiavelli . De Borgias, echtetheaterfiguren naar den trant van Francois Coppee, Vic-tor Hugo, figuren voor Fransche dikke boeken van 65centiemen, en uitgelezen gestalten voor de bioscoop .Ik moet Fransoo aan de mouw trekken om hem naar

105

Page 113: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

de Sixtijnsche kapel to krijgen . Maar hij stelt voor eerstde Grieken to zien. We komen in gangen, neen laat mijzeggen straten, honderden meters lang, waar de decora-tieweelde zich herhaalt, de muren met landkaarten zijnbeschilderd, en waar, op de witte golf kammen van blauw-selzeeen, gebolzeilde galjoenen stevenen . In een straat,waar het gewelf in somptueus bas-relief geschilderd is,zijn de muren behangen met heerlijke gobelijnen, waarinhet appelrood zuiver in zegeviert. Doch ik loop maar doorin andere weelderige straten, terwijl 't groepje met hunnebewondering aan de gobelijns zijn blijven haperen . Endaar zijn ze in verschillende straten en rotonden, de mar-meren godengestalten van Venussen, Apollos, Jupiter,Minerva, Bacchus e. a. de faunen, nymphen, keizersen filosofen, de maskers, busten, groepen en bas-reliefs,heel de kunst-creem van Hellas en het oude Rome . Hetis pure schoonheid, volmaakte gestalten, goddelijke-har-monische vormen. Het licht van de zon dat vorm heeftaangenomen. Het leven zingt zijn schoonste lied, hetbezingt zijn eigen schoonheid . De G oden zijn menschengeworden. Nu zie ik ze, laat mij maar zeggen in levendenlijve, waar ik zoo naar verlangde, toen ik veel, veel jarenher, 's avonds op het Liersch academieken hen afteekendemet boskool en zwart krijt, om op het einde van het jaareen zilveren medalieken to winnen. En telkens een nieuwbeeld of groep in pleister, voorzichtig in de teekenklaswierd binnen geschoven, vertelde de zachte bestuurder,met zijn witten driekoningenbaard, en zijn rood Turkschmutsken op, wie en wat zij waren . Hij vertelde zachtover Apollo, over de Venus van Knydo, over de liefdevan Praxiteles, den meester der beeldhouwers, die zijngeliefde voor model nam voor die schoone Venus ; hijvertelde uit den Illias, en hij bestreelde ondertusschenmet zijn edele, roze hand, vroom hunne witte pleisteren-vormen, en hij loofde hunne goddelijke schoonheid enhunne ideale volmaaktheid. Wij leerden er de mythologieen den Griekschen geest kennen, en deze zonneverschij-

io6

Page 114: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

ningen liefhebben . En wij teekenden ze dan ook met de-votie. En hier zijn ze, ik ken ze door en door, eenigevan de oneindig velen bier . Ik heb ze doorwerkt, ik her-inner mij nog de moeilijkheden van then kop, die hand,dit kleed van die Nike, dat is als een gaas van steen overde heerlijke vormen . Ik ken ze, ze zijn door mijne handengepasseerd; ik heb ze lief gehad . Maar ik was ze vergeten .Nu zie ik ze als oude kennissen terug, maar nu splendie-der als licht- en levend in marmer . Ik ben ontroerdgelukkig, en toch weet ik niet wat me het meest ontroert,de beelden zelf in hun marmer-levenden lijve, of deintense herinnering aan den zachten bestuurder, die zeons leerde lief hebben, en nu met een schooners kop alseen dier filosofen, half-blind zachtkens over de Lierschevesten wandelt . . .

En nu naar de Sixtijnsche kapel, maar als ge dan zoorats nevens de Stanzazalen van Raphael gaat, geef ik u denmoed er voorbij to loopen ! We worden er binnen ge-magnetiseerd. 't Is vooral de Stanzazaal der Disputa,Wijsbegeerte en Parnasus die mij het meeste boeit : hetzijn groote half-ronde muurschilderingen, maar laat mijze niet beschrijven, ge kent ze van op de gravuren, envan op postkaarten, die uw vrienden van Rome uit, uhebben gestuurd. Laat mij alleen zeggen, dat het deGrieksche en Romeinsche beelden van daar juist zijn,doch nu in verf en met kleederen aan. 't Zelfde muziekzingt er uit, begeleid van Katholieke accoorden . Het isde zelfde verheerlijking van den menschelijken vorm envan menschelij ke gratie . Een Katholieke Griek die Ra-phael ! Het zijn de schoonste menschen op hun schoonstgetoond. Angelico bidde ziel in zijn menschen en 'twierden engelen, maar hier worden de engelen menschen,als bij de Grieken, maar dan ook de schoonste menschen .De schoonheid vloeit als een geur uit de lentekoleuren,ge bezwijkt haast onder het paradijsachtige en ge prevelt :Het leven is schoon, laat ons drinken op het leven ! Desombere hartstocht, de donkere passie, de woelige binnen-

107

Page 115: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

mensch, die Shakespeare zoo machtig uitbeeldde nevensde klaarte van een Ophelia en andere zij ner Rafaelf iguren;de menschelijke donkerten, die diepten tusschen de he-melsche, lichte zangen van Beethoven, dat heeft Raphaelniet gekend. Het is alleen schoon, en ieder laat zien hoeschoon hij is, zelfs in lij den en,

jzwaarsten strij d. Zij n

Sint Michael doet die niet of hij deed? Alleen in denouden kop van Dante in de Disputa zit de echte tragedieto grollen. Het is "t eenig donker punt, dat ik in Raphael'skunst zag; het is als een plots opengapen van een sterf-putteken van verdriet in den geurigen tuin van schoon-heid.

,,En hoe vreemd," zegt ons Marieke, ,dat er zoo be-wogen gedisputeerd wordt rond het H. Sacrament, waaral die mannen het eens over zijn, en er de grootste kalmteheerscht bij de filosofen, die elk met een tegen elkaarstrijdend stelsel komen afgeredeneerd." „Daar moet 1kgroote foto's van hebben," zegt ons Emma . Als dat zoovoortgaat met die foto's worden het een paar kilo's bijin de valies, die ik haar nu en dan bij het overstappenhelp , , dragen. Plezant ! . . . We zij n al op weg naar deSixtijnsche kapel, als we ons Rachel missen . Ik ga zoekenze staat nog in bewondering voor den Parnassus . „Hierkom ik later een heelen dag zien," zegt ze .

Zooals men van zonnige lentetuinen plots in een orkaanvan alle kwade elementen komt, die gieren om de rotsen,zoo is de overgang van Raphael naar deze Sixtijnschekapel, waar op de zoldering, omkaderd van profeten ensybillen, de schepping der wereld, der menschen, dezondvloed to zien is, en op den grooten muur het laatsteoordeel. Dat is het geweldige in Michel Angelo's werkhier. Het begin van werelden en het einde er van . We-relden, die ontstaan en vergaan in donderende epiek,doordommeld, doorschud van kwade godenkrachten. Erzit de grootschheid in van cataclysmen en de somberheiden de angst van onweeren . Door Mozes geschilderd,maar een Mozes zonder de stalen hoop van een wit en

i o8

Page 116: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

heerlijk belofteland. Daardoor een mismoed en donker-heid, die boos wordt. Het laatste oordeel is de illustratievan den Dies irae, dies illa, dag van gramschap, dag desHeeren, tot aan het vers ,Rex tremendae majestatis," Gijdie schrikbre Gloriekoning ! Van zaligheid geen uitzicht .Het is een warreling, diepten en kolken van reuzenfiguren,die reuzen zijn niet alleen door hun grootte, maar doorhunne grootschheid . God, "n gespierd figuur, baardeloos,met gezwollen spieren, athletenkolos, lanceert met op-geheven hand zijn vloek naar de verdoemden, die in dehel gestooten en geslingerd worden . De bazuinende enge-len komen echt blazen met al de macht van hun titanen-blaaskaken, om zelfs den oudsten doode doen op to sirrelenvan schrik. Maar heviger dan die heelal-verscheurende-bazuinen, grolt de vloek van den schrikbren Gloriekoning,dat zelfs in de hemelen de reeds zoo oude en beproefdegeliefde heiligen met twijfel en schrik bevangen zijn .Medelijdend en vol vrees kruipt Maria tegen den on-jezuslijken Jezus aan. De machtige Sint Pieter toont volvrees en twij fel, als bewij s van zijn heiligheid, de hemel-sleutels en a] de heiligen komen uit de diepten deshemels hun zege en martelaarsteeken vol vreeze, bedeesd,vol ontzag, laten zien aan dien Jupiter . De H. Catharinahet rad, een heilige zijn afgeteerd vel waarvan het hoofdo bitterheid, het zelfportret van Michel Angelo zelf is !,,Neen," zegt ons Emma, ,in zulken hemel moet ik nietinkomen." Boven dien chaos van vleezige heiligen slin-geren engelen, of beter spiermassa's met kruis en geesel-zuil als zotte molenwieken rond . Alles is gezwollen, allesgespierd uit overmaat van innerlij k geweld, ontzettendgroot en grootsch. Als een donderwolk met bollen enbulten, die openberst vol woede . Het treft mij, dat iksteeds, als ik over Michel Angelo spreek, er wolken bijsleur. Maar het is of zijn figuren uit donderwolken ge-houwen zijn, want ook deze figuren van profeten ensybillen zijn met beeldhouwersgevoel geschilderd. Zooalseen kind in wolken wezens ontdekt, zoo is Michel Angelo

109

Page 117: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

den hemel ingestormd, heeft ze uit de massa's geklopt,en nu dragen ze in zich den grol der naderende on-weders .

En we zien in het hart van dezen reus waarin afgrondenzich openen van smart. Voor wien het leven en de hemelzelfs een last zijn als een rots op het hart . Zie then Adam,hoe hij moe en lusteloos door Gods vinger uit de onbe-wustheid ontwaakt. Profeten, sybillen wereldgeboortensen ondergangen, alles geweld ! Een Mozesvisioen zonderhoop, waarin alleen twee menschen lachen : die met dehoren van overvloed en die met de banderolle juicht,en ook de kinderkens zijn blij, de engeltjes rond sybillenen profeten. Maar al de rest is ernst, somber-lusteloos,'n smachting naar de onbewustheid, uitgedrukt in f igu-ren, Genesisfiguren, einde der wereldf iguren, als bergenopgedreund uit aardbevingen, met de woelingen van deonderaardsche krachten nog in hunne machtige vormen.En de toeristen staan, om hunnen hals niet naar achter tomoeten plooien, die geweldige kunstorkanen in een spie-geltje to bezien . . .

En terug buiten, ga ik, terwijl de anderen naar de pater-nosterwinkels hollen, in de frissche vaporisatie der fonteinstaan, en ik peins terwijl aan het moederlijke gezegdevan ons Marieke: ,Als Michel Angelo kinderen had ge-had, zou hij het leven dan niet lichter ingezien hebben ?"

1 10

Page 118: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DE WANDELENDE TUIN

HET is nu Zondag, heel vroeg in den morgen, en hethagelt kwaad uit donkere wolken . Maar tegendat wij aangekleed zijn, bersten de wolken als

rotsen vaneen en door de spleten vloeien gouden water-vallen van zonnelicht. En Rome blinkt als een harnas .'t Is een jeugdig weer, een creme van een weer, en depalmen in den tuin daarover, steken hun bladeren alsveel-vingerige handen in de klare zonnehoning, dat z' ervan blinken als email .

De dag van gisteren gonst nog duidelijk in mijn kop .Als ik mij n oogen toe doe, zie ik terug den luister vanhet Vaticaan; dan doemt, om van to schrikken zoo hoogen groot, het Coliseum-gevaarte op, met zijn vier ver-diepen arcaden, zijn trappen, kelders en gangen, en zijnverbrokkelingen, zoo groot, dat er verschillende paleizenin Rome mee zijn gebouwd . Die steenen put, waarin,volgens een opdringerige gids vertelde, er soms 8o.ooomenschen genoten van andere menschen elkaar to ziendooden, van de Christenen zien opgevreten to wordendoor leeuwen en tijgers, en zich verkneukelden, als zijde menschenbeenderen tusschen de tanden der dierenhoorden 1raken. Nu wast er het wilde gras op den grond,en tusschen de gaten en spleten hebben de vogels hunnenesten gebouwd. Die gebroken bloedkom, waaruit deheidensche reus het bloed der Christenen dronk, is nude grootste relikwie der aarde, en de menschen knielener, plukken een bloemeken van den heiligen grond, enrapen een steentje van die bloedmachine op.

Als ik mijn oogen toe doe, zie ik nog duidelijk het Fo-rum, dat reeds gesloten was, en waarin de schaduw waar-de, maar vanuit de hoogte zagen we de blanke rulnenvan oude tempels, en paleizen ; voetstukken en kronenvan kolommen, friezen, bas-reliefs, triomf bogen en beel-den. Purpere bloemen hangen over de witte gestalten en

III

Page 119: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

vormen, en op de drie nog rechtstaande zuilen in 'tmidden zit nog een restje roze licht van de ondergaandezon, en 't zijn als drie hooge kaarsen met van boven eeninwendige vlam, die weemoedig branden ter eere vande doode goden en nymphen . Legenden tokkelen zoet

in d'ooren en men is geneigd klagende gedichten enelegieen to maken.

En als ik mijn oogen toe doe, zie ik weerom den Mozesvan Michel-Angelo in de kerk van Sint-Pieter in banden .De machtigste figuur uit de machtigste hand geboren.

1 12

Page 120: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Reuzig uit een steen gekapt, een dondertoren in menschen-gedaante; een echt f iguur, en 't eenige f iguur op heelde wereld, om to midden van donder en bliksem, hoog opde rotsen met Jehova van aangezicht tot aangezicht tospreken ; de man, die een natie 40 jaar lang door de woes-tijn leidt en voor wie de zeeen opengaan . Zie hem daarzitten, den reus, met den grol der onweders in de spierige,machtige vormen en den draaienden baard, met den blik-sem in de dreigende oogen, gereed om to springenen de steenen wettafelen to verbrijzelen. De smart vanonbegrepen to zijn ruischt doorheen then kolos, de ont-wakende woede perst en woelt de vormen op, geeft dehouding aan, en 't is of er een catastrophe gaat losber-sten . . , en in den grond is 't niets anders dan Michel-Angelos eigen zieleportret. De Mozes der kunst. DeMozes zonder belofteland.

Die dingen zagen wij gisteren, Zaterdag, waarna wijeen express-koffie dronken op een terrasken, bij eenfontein. En haast brekend onder al die weelde en macht,zijn we zwijgend over al dit schoone naar 't hotel gegaan,want onze gewone woorden als: ,schoon, geweldig,kolossaal, buitengewoon," waren onvolkomen om de be-wondering uit to drukken . We bleven aan de winkelsstaan, vertelden over linoleum, kreeften, inkt, vulpennen,geconfijt fruit en hoedenspelden, terwijl ons hoofd ge-zwollen was van geestdrift over Vaticaan, Forum enMichel-Angelo. Als we pas thuis kwamen, bracht dedoorluchtige en vriendelijke Monseigneur ons zelf denoodige kaarten voor bijwoning van mis en Lof der zalig-verklaring van Giuseppe Cafasso ; voor 't bijwonen derMis opgedragen door Z. H. den Paus, en voor audientiebij Zijne Heiligheid, wat ons een voet deed groeien vangeluk . . .

En nu is 't Zondag, de hagelbui is door de zon kapotgestoken en gepriemd, en nu en dan veegt de zon methaar gouden lepels een vlok slagroom in de zuiverblauwehemelkom. Fransoo, die gisterennoen wegens bij zondere

Appelsienen. 8II3

Page 121: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

omstandigheden afwezig bleef, had ons gezegd : ,Om eenschoon gezongen Mis to hooren, moet ge naar de Sint-Jan van Lateranen gaan." Wat we nu doen. Onderwegengaat 't Zondaggekleede yolk, dat in de week reeds zoofijn gekleed is, want de Romeinen houden van fijnekleederen en bijzonder van fijne schoenen . En zie zegaan, fier en bewust Romein to zijn. Er zit een trots indeze menschen, nog iets van den adelaarstrots der oudeRomeinen. Hoe kan het anders ! Ze zien ook niets andersdan dat heel de wereld hun land en kunst bewonderenkomt.

Maar Fransoo heeft een verkeerd uur gegeven, de Misis reeds ten einde, doch er begint er nu een voor pelgrimsuit Napels. De vrouwen hebben allen witte kanten sluiersop het hoofd, en gaan met de gebruinde mannen op hethoogkoor staan, halen papieren voor den dag, en, terwijlde priester de Mis doet, zingen deze Napelsche vrouwenen mannen, een 300-tal, begeleid door het machtig orgel,melodieuze gezangen .

Het is zeer indrukwekkend in deze machtige kerk methaar triomphante gouden zoldering. Ander yolk looptintusschen in en uit, en in een zijkapel wordt een nieuwmacaroni -eter en gedoopt.

Als we buiten komen is alles klaar in zuiver zonnelicht,en van de hooge trappen der gigantische kerk zienwij, blauw in zonnenevel, de bergen rond Rome liggen,met villas wit bestippeld . De Scala-Santa, de HeiligeTrap, schuins tegenover de kerk, trekt veel yolk, dat ookde treden wil opgaan die Jezus zelf opging, toen Hij voorPilatus kwam.

Deze 28 tredige trap, door de godvruchtige moedervan keizer Constantijn uit Jeruzalem per schip naar hiergebracht, wordt door de menschen (wij doen het ook)uit eerbied met de knieen opgekropen .

Na het eten dat echt 's Zondags is met uitgelezen creme-sausen en bibber-glanzende geleien, doen ons Marieke ende zusters een zwarten sluier om, ik kleed mij in 't zwart,

114

Page 122: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

en doe een wit strikske aan ; en een warm voituurken voertons door de drukte naar den Sint-Pieter . We moeten onzekaarten laten zien aan carabinieri, fascisten en anderemilitaristen, en we krijgen een goede plaats links van deConfessio met haar negentig lampen . We zitten nevensde nonnen van Tsjecho-Slowakijen, die Vrijdag in deSanta Maria Maggiore zoo schoon zongen. We kijkenvlak op de bronzen baldakijn van zooveel duizend kgr .,en schouwen omhooge recht den enormen koepel in,die is als een oneindige kolk van licht en goud, en waar-onder de toren van Antwerpen kan draaien. Links vanons is de absis met het koorgestoelte en het Pauselijkaltaar, waar de reuzige geel-bronzen bisschoppen rondden Stoel van Sint-Pieter glanzen, en waarboven in denengelen-omwiekten H . Geest, nu de beeltenis van Gui-seppe Cafasso kleurt, die dezen morgen is zaligverklaard .Rechts van ons is de middenbeuk met tusschen debelfort-dikke zuilen, het zicht op zijbeuken, en op degang, waaruit straks de Paus zal naderen . We hebbenalzoo een goed zicht over den Sint-Pieter, die nu gegroeidis tot de grootte, die zij verlangde : de grootste kerk derwereld to zijn. Maar spijtiglijk zijn de vier zuilen, die denkoepel de hoogte in lanceeren, met vier gelegenheids-schilderijen uit het vrome leven van den gelukzaligenCafasso versierd, rap gedaan, carousseldoeken, en zijnde overige zuilen met rooden damast behangen . Er isveel licht in de kerk, dat zonnig door de blanke ramenvalt; en de guirlanden van groote kristallen lusters, dieals water blinken, d'eene nevens d'andere,, van zuil totzuil, omheen den koepel en de absis, wachten om hunnelichten to ontsteken.

Intusschen branden plechtig de go gulden lampenrond het graf van Sint Pieter, wiens bronzen beeld metden afgekusten teen, ginder zit, omhangen met een Pau-zelijken mantel en met de tiaar gekroond. Het yolk komtnaar binnen met heelder zwermen, zet zich in de metrooden doek behangen afsluitingen, of begeeft zich naar

1 1 5

Page 123: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

het koorgestoelte, alles volgens de kaarten, die ze toonen .Kardinalen, bisschoppen, prelaten, zwaar gedecoreerdeen belinte graven en baronnen, ridders van Malta gaanvoorbij, en stilaan wordt het hoog koor als een bloemtuilvan roze, roode, purpere, zwarte en witte bloemen. Inde afsluiting perst het yolk opeen . Uit alle natien zij n zegekomen, uit alle standen en kringen, van over de zeeenen de Bergen. Hier is een wergild onder de goudene zol-dering. Een Fransch priester zegt me, dat er wel 40.000menschen tegenwoordig zijn. En dan is de gansche mid-denbeuk nog ledig ! Verder is alles nu volzet, de loggias, hetkoorgestoelte, de afsluitingen ; op 't hooge koor zittenmenschen in de nissen der beelden, en ginder torenhoogop de gaanderijen rond absis en rond den koepel is 'teen zwarte band van yolk. En heel die wereld spreekten vertelt, en 't is een gezoef en gehommel, dat ruischtonder de gewelven, tot er na lang wachten plots bewegingkomt; elkeen gaat recht staan, pint zich op de teenen,rekt den hals en kijkt naar de verte, en 't hommelt kin-derlijk blij : ,Daar is hij, daar is hij !"

En plots klinkt bazuingeschal los, het orgel begint toronken, en de Pauselijke marche zegeviert helmend doorde ruimte. Ginder rechts, van uit de gang, nevens deninkoom nadert de stoet ! Een rilling loopt door 't yolk.De nonnekens nevens mij beginnen to trippelen van blij d-schap. En op 't einde der kerk blinkt en kleurt het vanroze, wit, rood, goud, zilver, purper en groen . Als eendoos juweelen, die men uitschudt, en daarboven uit,omwiegd van witte struisvogelenwaaiers troont de Pausin 't wit, en zegent; en bij elken zegen breekt uit de massadaarginds luid hoerageroep en hevig handengeklets . Daarnadert de vloeiende tuin, een twin, die op wandel is,waarvan al de bloemen, de pauselijke witte roos vereeren,verheffen en omsingelen .

De bazuinblazers voorop, de Zwitsersche garden inharnas en bepluimde helmen, en torsend de hellebaardenof vlamzwaarden; bisschoppen in purper, kardinalen in

1 16

Page 124: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

scharlaken ; 't is een gewemel van witte, zilveren en gou-den mantels; edelwachten in zwart fluweel, met pijpkens-kraag; Pauselijke gendarmen in kressend rood; dienaarsin wijn-rooden damast, en daarboven uit die weelde,gezeten op den hoogleunigen zetel, omwuifd van wittewaaiers, zit de witte vereerde roos, de Paus, die zegent,altij d maar zegent . De haizen rekken, de teenen pinnen,men gaat op de banken staan, men wil hem zien, de genadeondergaan, om van den Plaatsvervanger van Christus denzegen to krijgen . De geestdri t zwe t, et geroep van,,Evviva it Papa" vermeerdert en groeit met zij ne nadering .Men knielt niet, men juicht, men tiert, men triomfeerten de bazuinen schallen, het orgel ronkt, en plots schietende guirlandes van honderden lusters in gloei, en 't zijnals golven, cascaden, fonteinen van licht, die met ver-blindende klaarte door de ruimte slingeren . De absis iseen kolk van vuur, en de Paus zegent . Ja, zoo moet hetzijn, zoo moet de Kerk zijn, hevig, hevig, het kan niethevig, niet groot, niet luisterlijk genoeg zijn ! Nu spreektze haar hart uit ! Ze dreunt, ze davert van luister enjuichende menschen. Ze triompheert !

Voor 't altaar op 't hooge koor stij gt de Paus of en knielt .En plots vleugelt over die duizenden de heilige stiltevan eerbied, het gebed van de wereld, die Gode looft .En dan zegent hij de wereld met God zelf: hetH. Sacrament, en als korenaren onder een wind knieltde wergild!.. .

En opnieuw komt de stoet voorbij de juichende massa,de handen kletsen, de monden roepen, de bazuinenschetteren, en al zegenend verdwijnt de Paus als eenwitte roos, op een rivier van bloemen . . .

Als we terug buiten zijn, zit de zon oranjegoud op deheiligen der gaanderij . De pater, onze vriend, staat vol-gens afspraak bij de fontein, en een auto voert ons naarde Aventijnsche hoogte, waar we van op een terras metglycine, Rome overschouwend, een echt Italiaansch Zon-dagmaal eten, met o .a. een uitgelezen hors-d'oeuvre en

II7

Page 125: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

heerlijk vischgebak, aspergien, lamsvleesch en Romein-sche taart. En terwijl wij geestdriftig praten over Rome,het geweldige, Heilige Rome, dat in elk dorpken tot overde verste zeeen een vlammeken voor het H. Sacramentontsteekt, komt de vioolblauwe nacht met veel sterrenover de wereld geschoven, en Rome zelf steekt zijn lich-ten aan .

De lucht is zoel, lentezuiver, met reine bloemengeuren,de wijn smaakt en de sigarensmoor wiegt boven de tafel .Beneden in den tuin trilt zoet een mandolien .

1 18

Page 126: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

EEN HOOGE GENADE

B IJ 't opstaan is de lucht vol dikke, witte wolkjes,dicht bij elkaar als een kudde schapen, perel-moerig grijs met goud in de randen . Ik had ge-

hoopt weer nieuws van de kinderkens to vinden, er is

niets, maar wel een brief ken van Monseigneur, waaringevraagd wordt van avond bij hem wat to komen klappen .Wat met zeer veel pleizier aangenomen wordt . Mijnvrouw en zusters hebben de zwarte kanten sluiers op hethoofd, en ik ben ook weer in 't zwart met het wittestrikske. Ik zie gaarne lien kanten sluier bij de vrouwen,

I19

Page 127: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

hij doet het hoofd gracielijker uitkomen en geeft aan 'taanschijn iets plechtig zoets ; 't is meer schilderij, hethoudt haar vrouwelijker en is daarbij zeer gekleed . Alle-maal hoedanigheden, die een hoed met bloemen of plui-men niet verwe t.

Zoo denk ik, terwijl we naar 't Vaticaan rijden om deMis van z. H. bij to wonen . Een koel windeken toutertop de palmenblaren, 'k zou haast zeggen : doet de toren-haantjes draaien, maar in heel Italie heb ik nog geentorenhaan gezien; dit koperen pluimvee kweeken ze hierniet.

Voor de bronzen poort van 't Vaticaan staat een hoopmenschen to wachten, die ook de Mis willen bijwonen .We moeten er ons doorpersen, en venijnige ellebogenen morrende woorden probeeren ons tegen to houden .Doch door veel wroeten en wringen komen we bij denblauw-geel-rooden Zwitserschen garde, die op zijn piekleunt lijk een ooievaar op een been. We laten hem onzepapieren zien, dan kunnen we door, en moeten veeltrappen op. 't Is een lange kapel, heel eentonig zonderpilaren, zonder de minste praal, met links matte ramen,rechts onversierde muren, en ten einde is het eenvoudigaltaar. Ook hier zijn afsluitingen met rood fluweel be-hangen. Nog familie van den gelukzaligen Cafasso, diein 186o in geur en heiligheid gestorven is, zit op devoorste banken met hoogwaardigheden uit Castelnuovo,waar Cafasso geboren wierd . . . Wij mogen ons in deafsluiting juist achter de familie zetten. Wij zijn er alleenmet nog een schoone Spaansche dame, die een grootewitte scapulier draagt met een rood H. Hart beborduurd.In een simpel koorgestoelte zetten zich enkele purperebisschoppen, monseigneurs en een rood-gemanteldekardinaal .

In de andere verder gelegene afdeelingen komen demenschen, die buiten de poort stonden, plots binnengestroomd, wild als losgelaten duiven om een goede plaatsto hebben, wat veel lawaai verwekt. Doch de roodgekleede

120

Page 128: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Pauselijke gendarmen laten hunne ernstige oogen eensover de massa koppen wandelen en ze zwijgen als visch-kens. 't zijn meestal menschen uit Castelnuovo en vandie streek.

Na een lange stilte, en veel overendweer gewandelvan hellebaarden, komt ginder de Paus zegenend binnen .Nu begroet hem geen geroep als gisteren, slechts eeneerbiedig hoofdbuigen . Hij is in 't wit met blinkendgouden kruis op de borst en heeft dikke roode kamer-schoenen aan met goud bestikt. Een vijftal geestelijkenvergezellen hem en een paar zwart-gekleede gendarmen .Hij begint eerst nabij het venster geknield in een hemvoorgehouden geenlumeerd boek stil to lezen . En 't is,of er daar een schilderij voor mij leven krijgt, zooalsRafael er schilderde : 't portret van een Paus in voilelicht, biddend in een boek, en uit de schaduw rijzennevenfiguren op. Nu ik den Paus van dicht bij zie, wordik van hem seffens gewaar het hartelij ke, het vertrouwe-lijke en tegelijk het aristocratische en karaktervolle . 't Isgeen decoratief figuur, geen die imponeert en waar gevoor achteruit gaat, geen renaissancefiguur met wind inde kleeren, met zwier en statie, geen zonneverschijning,zooals wij ons gaarne Pausen voorstellen ; hij is klein,een gewone gestalte, een gewoon hoofd; de neus eenbeetje gebogen, de mond karaktervol, maar de grooteexpressie is vooral in de blauw-grijze oogen, waar goed-heid, hartelijkheid, en veel fijn verstand uit schitteren .Er zit vooral iets rustigs en vredigs over hem, om hetin een woord weer to geven : iets vaderlijks . Zoo iemandwaar de armste en meest bedeesde mensch zijn hart zoukunnen en durven tegen uitklappen . Hij kleedt zich endoet de H . Mis, schijnt elk woord, dat hij leest, met gevoelto onderlij nen, en er is eerbied in zijn zachte, stille ge-baren. Eene zangvereeniging uit Castelnuovo zingtondertusschen eenige pleinchant-gezangen, wat ik erliever hadde uit gehad, om alleen en zuiver in alle stiltevan de H. Mis to kunnen genieten .

1 2 1

Page 129: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Als de zegen over het yolk is gegaan, legt Hij het ka-suifel of en begint van aan het altaar in 't Italiaanschover den gelukzaligen Cafasso to vertellen, wiens pries-terlijk leven zoo zuiver en vol liefde was . De woordenzijn zacht, warm, hartelijk, en precies als zijn geheelefiguur. Hij brengt ook, zooals ik dat van don Prontigezien heb, zijn vingeren aan zijn soms glimlachendelippen, legt er om zoo to zeggen zijn woorden op, die hijmet zijn schoone open handen aanbiedt . En de man, diedaar zoo fijn-zacht, zoo edel, gemoedelijk en hartelijkstaat to vertellen is de Plaatsvervanger van den God-Mensch op aarde ! Dat is een geweldig iets ! Een menschlijk een ander, die den grooten God hier vervangt . Ja't is een allergeweldigst iets, en men wil aureool rond zijngestalte zien, en licht zien vloeien uit zijn handen . Maarer is niets wonders to zien, alleen een fijn, edel, hartelijkman, die hartelijk praat. En toch . . . . voor dit mysterieworden we stil en vouwen de handen. De schoonheidzit van binnen .

Als de Paus weggaat, begint de gescapulierde Spaan-sche dame nevens ons, luid to roepen ,Ev viva it Papa !Papa it Re!" en de andere menschen ginder verder roepenbedeesd mee. Als we buiten komen, botsten we op Fran-soo, die rustig tusschen 't gewoel in een boekske staat tolezen. Maar we moeten voort, daar we rammelen vanden honger, en noodigen hem voor dezen noen aan onzetafel. We wachten op een auto en zien ondertusscheneen troep mannen gehuld in pijen en een kap voor deoogen met twee gaten in, luidop biddend naar den SintPieter trekken. Na het ontbij t gaan we in de winkelswat cadeaukens koopen, en terwkj 1 de vrouwen maar totemmen zijn met van een douanier to spreken, peins ikmaar op de verzwaring der reeds zoo zware valiezen .Fransoo komt 's noens met ons mee aan tafel zitten envertelt over de H. Catharina van Sienna, die de Pausuit Avignon ging terug halen . Een serie auto's brengt deDuitsche edelen en edelinnen terug van een Pauselijk

122

Page 130: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

audientie. De mannen hebben een marten frak met gou-den borduursel aangetrokken en al hun medalies aan,er is een lange bij, met sibero, sabel en rooden frak, enze tateren en loopen tot elkaar blij als kinderen . En, waarzij vandaan komen, gaan wij naar toe . Maar eerst onsnog eens geborsteld, nog eens gekamd, het wit strikskeherknoopt en we bollen weg met Fransoo, die ons totaan 't Vaticaan vergezelt. We moeten weer door de bron-zen poort. Heelder zwermen menschen begeven zichrecht door, om de trappen op to klimmen, naar gangenwaar de Paus hen straks zal voorbij gaan en zij n ringlaten kussen. Doch wij worden bij het toonen onzerkaarten door een Zwitserschen garde rechts een kameringeleid, moeten een gang door, een plein over, waaraan een groote poort Pauselijke gendarmen ons tegenhouden. Nieuw vertoon van kaarten en een gesabeldeleidt ons veel trappen op, door plechtige zalen, waar weovergeleverd worden aan mannen in rooden damast, metkorte broeken, roode kousen, hetzelfde gekleed als zij,die gisteren den Paus droegen. Deze mannen beginnenmet de hoeden en overjassen aan to nemen en ons scherpen onderzoekend to bezien, of we wel in 't zwart zijn enof ik wel het strikske aan heb, zooals is voorgeschreven .Een paar andere damen, achter ons binnen gekomen,worden aanstond door een dikken damast-man gekeurd,en bij eene ervan draait hij den echarpe nog eens rondden volgens hem to blooten hats . Alles verder in ordebevonden, wenkt hij ons hem to volgen met onze papierenin zijn hand, plaatst de twee damen in een kleine zaal enons een paar zaaltjes verder. Het is een zeer prachtigeruime kamer, waar we alleen zijn, en met vieren nevenselkaar zitten op vergulde stoelen met roode kussens.Door twee hooge ramen valt het licht gulzig naar binnen,maar blijft seffens haperen in den groenen glans der zij-den draperieen, die laaien als een kerkraam, en 't grootcrucifix ertusschen in schemert als een wit gedacht ; hetlicht valt op het bloementuilig grondtapijt met het Pau-

123

Page 131: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

selijk wapen van Leo XIII er in, spiegelt zich in denparketvloer, bestreelt het goud van de georneerde zolde-ring en wandelt eerbiedig en voorzichtig over twee grootegobelij nen, waarop Maria Magdalene op Jezus' voetenbalsem giet, en Jezus to Capharnaum de zieken geneest .We zijn stil, fezelen nu en dan wat, maar de vrouwenzijn zeer onder den indruk en zwij gen nu liever. Somskomt een zwart-fluweelen edelwacht voorbij of een manin rooden damast. Een beer met vijf kinderen wordtin de kamer daarnevens geleid. Bij ons komen nog eenigedamen bij een paar heeren, een oud vrouwtje op krukken,en twee geestelijken, die zich in den groenen glans dergordijnen zetten, zoodat er hun gelaat groen van beglansdwordt. Ieder zit in afwachtende plechtige houding. Eendamast-man wenkt ons een zaal verder op to schuiven,als er nog rap een dikke menheer met zijne dame komtbinnen gehij gd. Hij tweet alsof hij zijn weinig-harig,dik hoofd in olie heeft gesopt, heeft een enorm wit ridder-orde-lint met roode zoomen over de borst, en veel kruisenen medalies waggelen op zijn frak . We schuiven alleneen zaal verder op, ook de heer met vijf kinderen gaatnog een zaal verder. Hier zijn wij in de troonzaal vanPius IX; een groote vergulde zetel blinkt onder een hoogrood baldakij n waaraan gouden engeltj es de gordijnenvasthouden. Daar hangen gobelijnen en . . .

Maar ik kan niet veel zien, de Paus komt ! Wij hoorenzijne hartelijke stem, ja dezelfde als van dezen morgenin de Mis, vertellen tot den heer met vijf kinderen . Deman in damast doet teeken op de knieen to zitten, watelkeen doet, behalve het oude vrouwtje, dat wegens haarkrankheid op den stoel blijft zitten . In gezelschap vaneenige geestelijken komt Z. H. binnen. Hij is weer in 'twit met het beedelsteende kruis op de borst, een roodhoofddekseltje op, en dezelfde roode schoenen aan . Hijgroet den kleinen kring van geknielden, de hem verge-zellende geestelij ken gaan apart staan. En de Paus gaatrond om zijn ring to laten kussen, zegt tot de menschen

124

Page 132: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

wat. En er zijn bier en daar kleine gesprekken, ook methet kramankel vrouwtje onderhoudt hij zich glimlachend,gemoedelijk. Er zijn er die slechts den ring kussen enverder het hoofd buigen . En dichter nadert Hij ons,wat zeer het hart doet kloppen ; met de gauwte zie ik,hoe ons Marieke danig bleek ziet onder den zwarten sluier.Wij kussen den ring en Z. H. voert tot ons in 't Franscheen klein maar hartelijk gesprek, waar wij hem om dezegenade, in ons hart zeer hoog-dankbaar voor zijn. Enals hij is rond gegaan, zet hij zich in 't midden der troon-kamer, en spreekt een tiental minuten in 't Italiaansch,begeleid van de gemoedelijke gebaren. Hij spreekt lang-zaam, als probeerend ook aan de anderen, die de taalniet verstaan, zijn gezegden over het Christelijk leven dui-delijk to maken . Hij geeft den zegen, gaat weer weg, terwijleen man in damast ons eene schoone herinneringsmedalieaanbie t . . .

Het was een plechtig oogenblik . . . een oogenblik vanhooge genade en van diepe inwerking in het hart .

Als we later over de koer komen, hooren wij daarbo-ven het yolk in de gangen, waar de Paus nu zijn zegenbrengen komt, en den ring laat kussen, luide roepen van,,Evviva it Papa ! Evviva it Papa!" Als we buiten komen,zien we natuurlijk Fransoo ! Rome mag nog zoo groot zijn,maar Fransoo ontmoet ge toch ! We drinken een fleschkenduurbare Chianti op het gelukkig moment van daar straks,en ook op het afscheid . Dit afscheid gaan we ook naarden vader in zijn klooster doen, in de hoop die tweevrienden ook later eens in Lier of, laat ons hopen, terugin Rome to zien !

En, als we in 't hotel door den vriendelijken kellnerden horen van overvloed in onze tellooren hebben latenuitstorten, zetten de vrouwen weer hun hoedeken op,doch ik houd mijn feestelijk strikske maar aan . We toe-teren met de auto naar den zeer doorluchtigen Monseig-neur, die ons in zijn plechtig maar gezellig appartementin 't bij zij n van vier jonge vrienden op een geurige thee,

1a5

Page 133: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

en nadien ons op een zuiver en uitgelezen wijntje trak-teert, een wijntje, dat men zou kunnen noemen, denkendeaan „Den Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt",,,Rooden Perel uit Salomons kroon" . Want het geurtnaar paleizen, en is koninklijk van smaak.

Middernacht zijn we weer thuis. En moe, als we zijn,met weelden belast en beladen, is vriend slaap rap omonze oogen to s uiten .

ia6

Page 134: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DE SLAPENDE LUISTER

WE zitten reeds in den trein, die ons naar Pisavoert, als Fransoo nog komt binnengekegeld :,,Hebt ge nu elk een lire in de fontein gewor-

pen? „Och ! dat zijn we vergeten !' - „Dan zal ikhet voor u doen !" zegt hij. De trein fluit. Fransoo kanons nog rap een hand nijpen, en juist bijtijds uit den reedsbewegenden trein springen .

We rollen terug naar Vlaanderen ! En eerlijk gezegd,Italie mag nog zoo schoon zijn, mijn hart verlangt weerhevig terug naar 't land van Uilenspiegel . De streek on-derwegen is niet danig aantrekkelijk . Maar plots van tus-schen donkere parapluboomen blinkt de oneindigheidvan de zeer blauwe Middellandsche zee ! Blauw als hya-cinthen met iets likeurgroen er in ; effen als een vijver,klaar als een stuk kerkraam, maar verlaten en eenzaam

127

Page 135: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

als een akkerland op een winterzondag . Geen enkel schip !Die kleur trekt aan !

Maar lang is 't genoegen niet, de hemel wordt bewolkten het edele groenblauw wordt flauwgrijs, zonder be-langstelling. Rechts hadden we dan weer bergen, enbergen zijn voor mij altijd een duurbare oogenkost .

Om 3 uur zijn we to Pisa; en gevoerd zijnde naar onshotel aan den Arno, trekken wij, zonder eerst de lastigepostkaarten to schrijven, naar het eeuwig openlucht-museum van Pisa, dat is de Dom, de scheeve toren, hetBatistero, en het kerkhof. De straten zijn stil, warm stof-ferig en verlaten. De bovenramen zijn met groene blave-turen toe, en de benedenramen hebben vooruitbuikendekrultralien . Er zijn groote particuliere tuinen achterblinde muren. Ge voelt seffens de kleine stad; een Ita-liaansch Lier, maar minder gemoedelijk, deftiger, zooiets als een stil Dordrecht .

Hier en daar in een donkere winkelopening zit eenman, vredig in de noenstilte, den scheeven toren vanPisa uit een stuk marmer to snijden, achter een boelmarmeren kerkskens en koppekens, en beelden met rozeen groene albasten kleederen aan . En, als we dan teneinde de stad uitkomen op een groot, triestig, met gras-begroeid plein, zien we ineens een beroemden luistervan Pisa. Daar staat alles bij elkaar. De Dom, de scheevetoren, het Battistero en het kerkhof. Of beter daar staatalles van elkaar af. In de Noorsche landen zijn die dingeneen ding. Daar is de toren aan, de doodskapel in, en hetkerkhof rond de kerk. Hier is alles apart. ,In Italiehebben z'er een handje van weg, die dingen apart tozetten," zegt ons Emma. Maar nergens treft het zoo alshier. Vooreerst ginder de scheef hellende ronde torenzonder deksel, een wit-marmeren opeenstapeling van achtPisaansch-Gothieke booggaanderijen ; als een kaars, diescheef is gaan staan van de warmte .

Wie kept niet de sombere bloedhistories, die in diewitte bougie met kolommekes zijn voorgevallen ! Een

i :a8

Page 136: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

twintig, dertig meters van den toren af, rijst de rangeDom op, in banden van witte en zwarte marmer, met eenspitsen gevel van vier verdiepen boogskens, broederlij kdezelfde als die van den scheeven toren, en met een sierlij kkoepeltje dat opzwelt uit een kring van dezelfde boogs-kens, maar nu versierd met vriendelijke pinakeltjes . Hijstaat daar edel als een ivoren doos met arabesken enborduursel bekerfd . De zijgevels doen wat to effen aan,waar juist de Noordelijke landen zoo veel komaf en feestvan maakten. En weer een dertig meters verder klokthet Battistero op, als een wit-marmeren klok, wier zoomin den grasgrond steekt, Zij is omkranst met bogen, weerdezelfde natuurlij k, omkranst met het marmerkantwerkvan pinakels, uit wier bovenste nissen to groote heiligen-hoofden kijken, omkranst met vensters en nog eenspinakels; en het ronde dak dier klok, met het kleineuitzwellende daksken er nog boven op, waardoor hetgebouw zoo klokachtig toont, is van plezante roodepannekens .

Die drie werkelijk schoone dingen staan er afgezonderdnevenseen, de toren, de Dom en het Battistero, voor denlangen muur van het kerkhof. Zij staan er temidden in't gras, teneinde de stad, eenzaam en verlaten, alsof zehier zijn afgewerkt en nog naar de stad moesten gevoerdom to midden der huizenmassas geplaatst to worden, maarper abuis vergeten zijn. Zij zijn wonderschoon, maarstaan er slecht . Daar is geen leven rond, geen atmos-feer, geen ziel. Ze staan ten toon, ze laten zich zien, enwaar ze to midden in de stad zouden gloren in hun voilepracht, mee vergroeid met de huizen, het leven en demenschen, is er nu een slaap over hen, en een koudetriestigheid. De toren gaan we niet op . Maar we gaanden ivoor-doozigen Dom in, langs een bewonderens-waardige poort uit 't jaar duizend, waar ge u niet kunt vantegenhouden eens uw hand over de bronzen bas-reliefsto laten glijden. Aan die poort staat een boetebedelaarmet een zwarte kap over 't hoofd, en een enorm offer-

129

Page 137: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

blok in de hangen . Binnen is 't lijk in de meeste Italiaan-sche Doms; weer luister en nog eens luister van goudenzolderingen, kolommen, altaren, beelden en schilderijen .Doch als men daar reeds eenige dagen al zooveel meeoverbluft is geweest, begint men naar de kleine dingento zien. En voor mij is de groote aantrekking hier, dekleine kleurige ramen, als de zuiverste en flinkste com-binatie van edelgesteenten, die figurenvormen hebbenaangenomen. Och, zoo kunnen schilderen, levende, sterkebrillante kleuren, als de innerlijke geest der kleuren !Niet grijs, pastellerig, stofferig, bruin, mollig, door-speekseld, doorpapt en vergaan, maar levende glanzen,elke kleur stralend op zich-zelve, en 't geheel een hevigeregenboogzon ! 0 ik houd van kerkramen om de trans-parante kleur, om hun volste hevigheid van kleur, en omhunne bezieling en inzuiging van het licht ! Als een gees-telijke foto van de niet genoeg glanzende dingen om ons !Och ja, zoo hevig kunnen schilderen op het doek, zonnenin uw kamer hangen ! en die kleuren kunnen evoceerenin de letterkunde ! . . .

Om in 't Battistero to komen moet ge eerst dooreenhoop Breugheliaansche bedelaars . En daarbinnen is 'tplechtig, maar kil van aanzien, door then witten koepel .Ge geniet er bezonder van de preekstoel van NicolasPisano, een preekstoel, die zijn bas-reliefs en zijn ko-lommen laat rusten op den rug van -- en dat is begrijpe-lijk - van moeheid hijgende leeuwen . We willen den weggaan, doch de portier veegt eens met den rug van zijnhand over zijn natte knevels en zingt een trek . We denken :wordt die man nu gek ! maar daarboven in de kalediepte van den koepel, galmt viervoudig en op vier ver-schillende tonen de echo terug; dan doet de portier tweetrekken, en 't mengelt zich ginder hooge tot een schoonaccoord, en dan zingt de man een heel lied, en terwijl hijzingt is het, of er een schoon zwellend orgelgespeel dewijde ijlte zwelt . ,Z'hebben hier geen orgel noodig,"zegt ons Marieke. Ons Rachel wil het nog eens hooren

130

Page 138: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

en 't is de lirekosten waard . . . Door een heel smal deur-ken, opdat ge zeker niemand zonder to betalen onder uwfrak zoudt binnensmokkelen (ik zelf moet mijn doormacaroni gezwollen buik intrekken) geraken wij in hetkerkhof, het Camposanto. 't Is zoo simpel als het langis. Een lange, vierkante gaanderij, rond een grasperk,waar rozen groeien. Onder de gaanderijen staan er steenenen marmeren kisten met liggende of geknielde f igurenop, staan er beelden en ruinestukken van bas-reliefs, ko-lommen en friezen, en op de muren is de eene fresconevens de andere geschilderd, door Benozzo Gozzoli,Orcagna en anderen. Ah ! Benozzo Gozzoli, de lang-ver-wachte. Wat is hij schoon, edel, dartel en gelukkig ! Degeur van Angelico zit in de meer gedrapeerde kleurender prinselijke figuren. Er zit dans in hunnen voet, (tiede druivenpluksters in Noe zijnen wijngaard) ; iets konink-lijks in de gebaren, iets religieus in de houding en denblik. 't Zijn tafereelen uit het begin van 't oude testament .'t Zijn geen hemelmenschen als bij Angelico, maar ze riekener toch naar. Doch de hemel zit in de landschappen, diezich achter de figuren openplooien ! Het is het Italiaanschlandschap verhemelscht, 't is gefriseerd, gecoiffeerd,gesmukt, maar doorzogen van zuiverheid en liefde . Enhij voelt, en laat u voelen meer belangstelling voor hetlandschap dan voor de personen . 't Zij n rotsen, bergen,dalen, weiden en wij ngaarden, die blauwig diepen achterrechte donkere cypressen-, citroen- en appelsienen-boomen, en tusschen de torens der dichtbije steden .Rivieren krinselen lijk melklinten door vruchtbare verredalen, langs dorpen, huizekens, laurier- en olijfbosschen,waar jagers het hert jagen, waar de druif geplukt wordt,en de herder met zijn schapen wandelt. Witte stedenbloeien rond de verre bergen, kasteelen zitten ten toppe,en witte wegen wandelen er naar toe met ruiters en men-schen er op. En tot in de verste verte is elk boomken tozien, de cypressen, de palmen, de zesverdiepige paraplu-boomkens, de citroen en appelsienenboomen . Het land-

I3I

Page 139: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

schap is Benozzo zijn liefste drift, het is zijn passie ! Waareen ander een vlag zal laten openwaaien om een stukvan 't landschap to bedekken, rolt hij de vlag op, om veelvan 't landschap to toonen ; en in de opening van een arm,waarvan de hand op de heup rust, is hij blij een ingewikkeldvergezicht to kunnen laten zien . Zijn liefde voor hetItaliaansche landschap is zoo groot als de liefde en hetgaarne laten zien van Breughel voor het uitzicht vanVlaanderen. Zoo zijn hier zes en twintig groote schoonefresco's van zijn hand .

Maar men zou de Italianen eens een schudding willengeven, dat ze de moeite niet doen, er eens met den stof-bortel over to gaan. Het stof ligt er twee vingeren alskalk dik op. Als g'er over streelt, 'k heb het gedaan, hebtg' een vol hand stof. En dit stof vergrijst de kleuren,pikt ze ziek en dood, en stilaan verdwijnen heelderfiguren Een schande is 't! Zoo ook is met stof vergiftigdde triomf van den dood van Orcagna, naief maar aan-grijpend. Daar liggen rottende koningslijken, waar deprinselijke edelen bij de terugkomst der plezierige jachthunnen neus voor dichtnijpen ; terwijl daarnevens, gerustin een oranjeprieeltje, heeren en damen cither en luitspelen en aan minnekoozerij en doen ; en ze rieken of voelende groote verdelgster niet die waggelt boven hun hoofd,als twee engeltjes die elk een fakkel zwaaien . Maar daar-nevens kraakt het laatste oordeel los, waar uit den openmond der naakte dooden, de engelen en duivelen eenengeltje of een duiveltje halen . De Pausen zijn to herken-nen aan hun tiaar, de monniken aan de geschoren kruin .Daarboven staan naakte menschen, die ofwel hun hoofdin hun hand dragen lijk een boek of hunne Barmen toonenuit hunnen opengesneden bulk . Een heeft zijn darmencylinderachtig opgerold lijk worst die men bij de been-houwers koopt. Verder is 't een gewoel van duivelen enengelen, en verdoemden, die bakken en braden in degulzige roode vlammen. 't Is het middeleeuwsch laatsteoordeel-visioen in al zijn lugubere kinderlijkheid .

132

Page 140: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

We gaan naar huis langs andere, drukke straten, onderarkaden waar voorname winkels zijn. Na het eten en't schrijven van postkaarten, gaan we vroeg naar 't aan-trekkelijke bed . En 't is diep in den nacht als ons Mariekemij wakker stoot. ,Luister eens," fluistert ze, „Iuistereens hoe schoon !" Ik luister en door het open vensterkomt van niet heel ver, een danig schoon saamgeklankvan viool, cither en mandolien. Maar och zoo roerenden meeslijpend van spel en melodie ! Wij gaan aan 'tvenster zien, en ginder aan den hoek der ledige straatzitten onder een lantaarn mannen to musiceeren ; eenserenade ! och ! 't klinkt zoo heerlijk in den stillen nacht,van een kleine stille Italiaansche stad, 't klinkt zoo klagenden smeekend, en toch zoo schoon en 't vult zoo heel zuiverden zuiveren nacht. Een der mannen gaat mandolien-spelend wat meer vooruit in 't midden der straat, en zietop naar een venster . Zijn mandolien trillert en bibbertnu fijn, klaar en helderder, terwijl de anderen het liedzacht omvedelen en begonzen . Een venster gaat open,en daarin verschijnt een meisken, dat luisteren komt . Ende mandolienspeler rekt zich, als om de heviger en scherp-trillende klagende melodie dichter bij hare witte gestalteto brengen. „Romeo en Juliette !" zegt ons Marieke be-wogen. Wat een yolk ! Wat een kloeke expressie in hungeloof, in hunne kunst en hunne liefde ! Wat een traditie,die immer voortjubelt in dat yolk ! We leven een stondeeen honderd jaar terug in de volle romantiek . Maar watwas ze schoon ! Wat is ze nog schoon ! Als ze maar echtuit het hart komt ! Romantiek is durven leven ! En watdurven ze hier leven ! in hun geloof en in hunne liefde !Ach Holland, zelfs ach Vlaanderen, in wat voor glazenkasken hebben w' ons stilaan gestoken ! Hier is in demenschen zon en druif, hier is nog muziek in de men-schen ! Levende muziek !

En dat ik zulks heb mogen zien en hooren, dat maaktItalie mij nog dierbaarder dan het was !

'33

Page 141: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

DE PERELS DER MIDDELLANDSCHE ZEE

IK hadde gaarne ginder het kerksken bezocht, dat Pi-saansch-gothiek, wit juweeltje, dat met zijn rechter-wan in 't water van den rappen Arno staat, maar,

daar wij den tijd niet hebben, hooren wij een stukskenMis in een zeer klein donker kapelleken, een paar huizenvoorbij 't hotel. Een zeer oude priester, die erg stamelten den beverik heeft, doet langzaam de Mis, bij gestaan

door een arme, triestige vrouw, die met neusstem deLatijnsche woorden murmelt. Wij zitten er alleen, en,als we weggaan, blijft er niemand dan de oude priesteren de triestige vrouw, wat een verdrietigen indruk geeft .De bergen achter de stad staan in den wierook van denmorgen, en de trein rolt, met links soms zichten op dezee, en rechts gewoel en geknobbel van heuvelen, meter op en rond en er tusschen witte dorpen, steden enrote villa's; daarachter rij zen de geweldige rotsbergen

1 34

Page 142: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

met sneeuw op hun toppen en in hunne ravijnen, degrij ze wolken .

We rollen voorbij Carrara, waar de witte marmer vankomt. Ons Rachel en ons Emma springen op, daar zenu eenmaal van marmer houden, en zij wij zen geest-driftig naar de witte groeven, die in de verre donkererotsen opblanken. Na nog eenige dorpen voorbij gestoomdto zijn komen wij aan de Riviera di Levante, en de treinblijft nu aanhoudend nevens de blauwe wateren van deMiddellandsche zee. Rats er nevens, als voor een weddingzoo nip. Z' is van diep en zuiver blauw, met een smallenzoom van wit schuim, die op de keien speelt, als eenBrugsche kant, die onder een blauw kleed uitpiept . Detrein volgt de bochten, de rotsige inhammen, schiettunnels in en uit, en telkens, uit de donkerte gekomen,zien we nieuwe zichten in geweldige kleuren . Want dezee is blauw, de huizen roze en wit, de daken hevig rood,en het groen is vol smaragden spelingen . „Appelsienen !Appelsienen ! Citroenen !" roept ons Rachel . En eindelij kzien wij ze, in 't teruggaan ! Ze groeien in de tuinen, erzijn er heele bosschaadjes van, en ze blinken in de boo-men der stationnekens, als reclame-affichen voor limo-nadefabrieken. Och Grootmoeder en Grootvader ! Gij dieachter het donker smidshol, (mijn grootvader was eensmid), dit appelsienenboomken in een bloempot metzooveel liefde onderhieldt . Hier zijn ze de goudenevruchten in volle zon en voile lucht ! Ze beperelen guldenhet klare landschap, als met goud bedrest, en verhoogenin voornaamheid de voornamer wordende uitzichten !Groote roze en witte villa's met palmentuinen zitten opde heuvels, blinken aan de zee; de rijkheid groeit naar-mate we dichter Genua naderde. Op huizen van minderenrang, maar toch met Grieksche omlijstingen rond de velevensters, (de menschen doen zoo gaarne paleisachtig),zijn er veel vensters niet echt, maar geschilderd en tochecht schijnend . In Italie houden z' er aan u to verschalken,en ze kunnen het ! Zoo denkt men soms, op zekere zol-

x35

Page 143: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

deringen en muren, bas-reliefs, nissen en beelden to zien ;of in sommige altaren en koorgestoelten, openingen endiepten met goudene voorwerpen in, maar 't is allemaalgeschilderd. Ze maken er een kunstenarij van . Zoo heb ik in

Rome 's norgensin mijn bed rechtgestaan, om to zienof de mouluren ophet plafond welecht of geschilderdwaren. 'k Heb hetniet kunnen vin-den alvorens er eenballeken nat papiernaar toe to kletsen;t bleef plakken !'t Was geschilderd !

Plots op een bergverrijzen veel hoo-ge huizen bijeen;op een nog hooge-ren berg rust lij keen sphinx een as-teel, en we zijn toGenua. De autobusvoert ons klim-mende, woeligestraten op, en alswe in 't hotel dehanden gewas-schen hebben,staat de noodige

voituur met twee paarden reeds klaar . We reden een bergvan hooge huizen op, waarboven een andere berg methuizen oprijst, en daarboven weer een. De huizen doen omter hoogst. En zijn er die heel de flank van den berg lood-recht bedekken. Maar proper verzorgd, voornaam, rozig

136

Page 144: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

rood of gelig gelakt, of uit steep en marmer, en met veelpalatie van mouluren aan. Denk daarbij de zon en palm-boomen, platanen en fonteinen langs de wegen, enamandel-, Citroen- en rozenboomen in de tuinen ! 't Iser deftig. De dames zijn schoon gedost en de dienstmeidenzijn net, met net-gekleede kinderen . Dit laatste vooral,doet mijn vrouw en ons Rachel, die nog kleine kinderenmoeten kleeden, scherp met copieer-oogen toezien. Zoozijn we langzaam de hoogte opgerold op den nok vande stad, en zien we diep beneden ons dalen en hoogtensmet tuinen en wegen, en met witte huizen bedekt, enkasteelen op de Bergen . Een Benozzo Gozzoli in levendenlijve ! De koetsier voert ons naar 't kerkhof. 't Is een strijdtusschen Milaan en Genua om ter schoonste kerkhof.Dit van Genua is schooner van uitzicht, 't ligt op dehelling van een berg als een Grieksch theater en de zeespoelt tegen de muren ; er zijn veel meer cypressen, 'tis meer in stijl gehouden, meer Grieksch en meer Bock-linachtig. Maar als g' er op wandelt, dan doet het zoohevig niet aan als dat van Milaan . In Milaan zit meerforschheid, meer hartstocht, 't is feller van uitdrukking .

We gaan er rap af, om aan een kraamken veel citroen-water to drinken, want de zon maakt dorst . De bol-neuzige koetsier rijdt met ons door de hooge stad, met haarpracht van huizen, parken en tuinen ; en toont dan fier't Panorama van Genua . 't Is gebouwd in halven cirkel-ronde omheen de blauwe zee-baai, die krioelt van sche-pen, en 't eene huis groeit boven het andere als trappersden berg op. Alles ziet in felle kleuren naar de fel-kleurigezee. De koetsier zegt trots in 't Fransch : ,Nu zal ik ueens een gouden plafond laten zien." Wij rijden naar deAnnunziatakerk. Och ja al die Italiaansche kerken hebbenhet zoo geweldig in 't plafond gezien ! Maar in deze kerkmet haar drie beuken en drie koepels, zijn 't gewelf ende binnenwanden der koepels dan ook zoo overweldigendvan gouden luister en fresco dat het niet machtiger kan .'t Is als een gebruis, een overgekook, een storm van

1 37

Page 145: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

renaissance gouden krullen, gouden engelen, goudenvruchten, gouden friezen, gouden bogen en gouden bas-reliefs. Om omver to vallen 1

Doch we moeten rap zijn, willen we nog de kathedraalzien. Zij heeft de air niet een kathedraal to zijn, in haareenvoudig Romaanschen bouwtrant, gezebraad in witteen zwarte marmer, met een nederigen toren bezijds,in 't zelfde kleed. Ze staat voornaam op trappen, en bin-nen is 't er ook in witte en zwarte strepen, met een galerijvan 't zelfde boven de twee zij beuken, wat Alhambra-achtig aandoet . Een koster biedt ons aan den tresoorto bekijken, maar onze oogen rammelen van al het tre-soorige Italie, en we gaan liever naar het nog bewaardelichaam van de H. Catherina van Genua zien . Na ineen klooster veel trappen to hebben geklommen komenwe in de kapel, waar er juist vlaggen en draperieen ge-hangen worden voor a.s Zondag, die de feestdag der heiligeis. De kist is boven het altaar, maar een broeder laater ons naar toe klimmen langs een ijzeren ,trappeken .En dan zien we haar liggen, zoo dicht bij als dit papier .Z' is nog zeer goed bewaard, bruinrozig, dof; de oogsche-len als van gesmolten was toegeloopen, de naakte voetengezwollen en veel van hun vorm verloren, maar de fij ne,saamgevouwen handen zijn zeer goed en schoon ; enwaar de mond is weggeteerd, heeft men in de holte ge-steriliseerde rozen gelegd . Als wij een tijdeken gebedenen gemij merd hebben bij het overgeblevene ziele-om-hulsel dezer schoone heilige, heeft de bolneuzige koetsierer plezier in, ons naar de lage stad, de straatjes bij dehaven to voeren. Hoog, to hoog zijn de huizen, to dichtbij elkaar, en terwijl het er beneden rammelt en krioeltvan wagens en karren en menschen, is het er van bovenkolossaal bevlagd met waschgoed, dat aan dwarsgespan-nen koorden to drogen hangt, honderden hemden, mans-en vrouwenbroeken, onderbroeken, rokken, jakken, kou-sen en lakens kleuren en zwaaien ondereen als de vlaggenen wimpels bij een joyeuse entree . En zie, een vrouw

1 38

Page 146: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

hecht met een stok, van uit een zesde verdieping een nattefrak bij de koord, de vallende druppels blinken in dezon, en de menschen die er onder door gaan, en den dresop hunnen kop krij gen, zien nog niet eens naar omhoog .

Haast op alle huizen, zooals in veel andere steden, zijnnog sporen van de hartstochtelijke voormalige kiezing ge-schilderd. „Votate per Mussolini," „Votate per Manzani,"met allerlei spreuken en teekens als de Fascistische bij i enandere dingen . . . Als wij 's avonds gegeten hebben,gaan wij -- ons Emma blijft thuis, smalle straatjesin waar schoone winkels zijn van chocolade, van Middel-landsche zeevisch, van zilveren vlecht- en drijfwerk, vanleder, kousen en fijne porceleinen . Als we 's morgenswakker worden trommelt de regen lijk soldatentrommelsop het glazen dak der galerij, waaronder ons vensteruitgeeft . . . In den morsigen regen rijdt de trein weer vande eene tunnel in de andere, telkens uitzichten gevend,links op de zee, helaas nu grijs, en rechts op bergen enrotsen, die zich wegsteken in de wolken. Maar stilaanvouwt de zon de regengordij nen op, plekken absinth-groene lichtglanzen op de zee, bergflanken dragen eenharnas van goud, de hemel wordt weer vergeetmij-nieten-blauw en weldra is het voile juichende tonne ! Hetlicht omhult de wereld, de kleuren kraken uit de nevels.,Os ., lijk vlinders uit hunne hoornen-schelpen, en Italie,dat we gaan verlaten (de menschen nemen reeds hunvalaezen uit de netten) Italie, waar we een schoonebrok van gezien hebben, laat zich nog eens schoon zien .Een stille blauwselblauwe zee, bergen met sneeuw, over-daad van bloemen in de tuinen, villa's en dorpen op dein de zee uitstekende rotsen, zon, citroenen en appelsie-nen, en enorme cactussen . Een Paradijzenland !

Te Ventimiglia, de Italiaansch-Fransche grensstatie,worden, na lang wachten in een soort van glazen broeikast,eindelijk de koffers opengedaan door de minutieuseFransche douanen. Een vraagt me, of ik tabak bij meheb, terwijl mijn pijpesmoor hem in 't gezicht pluimt .

I39

Page 147: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Op mijn ontkennend antwoord mag ik de valies geslotenhouden. Een Hollandsche vrouw hoor ik na 't onderzoektot haar vriendin fluisteren . ,Ik ben er met den schrikvan af. Niets moeten opendoen, wat geluk !" Maar anderenzijn er die schoone sommen mogen betalen .

En we bollen Italie uit, het schoon, het geweldig,hartstochtelijk, geloovig Italie . 'k Zou een lofgedicht wil-len afsteken, maar de lucht, het water, het land, spijtswe in Frankrijk zijn, verandert wel van naam, maar nietvan schoonheid . Integendeel ! Hier liggen de steden endorpen op de zeerotsen als perels uit de zee, koraal, rote,blank, goudgeel met bloeiende tuinen, palmen, citroen,appelsienenboomen. Er zit iets aarzelend goud in derotsen, die purper zijn in de verte, iets doorzichtigs inde verschillende groenen, en de blauwe zee weerspiegeltdie weelde als geschilderd ! Elke uitkom van een tunnelaan de kleine baaien is als een nieuw glasraam. En somszien we achter of voor ons verschillende baaien met haardorpen liggen . We houden gelukkiglijk aan al de kleinestationnekens stil, telkens met het gezicht op het wateronder ons. Daar is Mentone met zijn visschershaven enzij n witgezeilde scheepkens als vlinders ; ginder steektMonaco als een bonte bloemtuil ver in de zee ; daar is hetjuweelige Monte-Carlo, waar we de Kurzaal zien, demenschen onder rood en wit gestreepte parasols en pal-men zitten, en waar we in de blauwe en groene kleurenvan het water de visschen zien zwemmen. Altijd dicht,zoo dicht mogelijk bij het goddelijk-schoone water . Rechtsklimmen de villa's op de blauwe bergen, maar zie diemuren der villa's, beladen, betapijt met bloemen; 't iseen bloem aaneen. 't zij n gevels van bloemen, d'eenenevens d'andere, een Angelicostraat ! Scharlaken, roze,safraangeel, oranje, wijnpurper, gee!, wit, blauw in alletonen en tinten, hevig en zacht . Stel u de tulpen en hya-cinthenvelden van Haarlem voor, die ongevierkant,zwierend en golvend hier aan de muren gehecht zijn,naar de balustraden kruipen, rond vensters en rond

140

Page 148: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

prieelen vlammen. Stel u daarbij voor, die blauwe zeemet perelmoeren schijnen en witten kant, die dorpen ensteden als ivoor en koraal, het groen als glas, en daarbovende blauwe bergen met dorpen en huizen op, en nog hoo-ger de sneeuw, glinsterend tegen een hemels-blauwenhemel ! Dit is hier 't schoone aan, dat de mensch hier meede natuur heeft schoon gemaakt . De mensch heeft hiermet gebouwen en tuinen een guirlande van levenshuldelangs heen den witten zoom der blauwe zee gelegd .

Daar is Beaulieu, een bloemstraat tot Villafranca, endaar is Nizza !

De honger klepelt lijk een kloksken der arme Clarissen,en waar de aromige Chianti de spijzen naar binnen dreef,doet het nu de ernstiger Bordeauxwij n. Maar dan seffens,neen, nu niet naar de kathedraal, den Dom, want met degroote Christene kunst is 't hier uit, maar seffens naar dezee, waar we stil en moe op een bank gezeten, de halvemaan over het blauwe water zien omhoogschuiven. Inde verste speelt snaarmuziek, en de witte kantzoom derzee ruischt als zijde . We gaan natuurlijk naar huis langsde winkels, die juist aan 't sluiten zijn, en aan de mode-magazij nen plakken de vrouwen lij k gelij md. Ik koop tabaken sigaren. En we zitten nog laat in den voortuin van 'thotel. Palmboomen rij zen hoog boven ons op, en de maneschijnt door de vingeren der palmbladen, en bestreepthet tafeltj a waarop onze kommekens koff ie staan. 't Isstil, er zijn zoete bloemenreuken ; het vuurken van eensigaret blinkt onder een glorieet, waar gefezeld wordt . Erzitten sterren en mirakelen in de lucht .

'4I

Page 149: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

HET OORD DER MIRAKELEN

D

ES morgens wandelen we onder de palmboomenlangs de blauwe zee, die gedurig wisselt van kleur .Er zijn dunne wolken, die van achter de zee

aankomen, en zich ginder wit en loodgrijs rond de verrebergtoppen optasten en daar dreigend blijven hangen. Opde kleine vischmarkt liggen de zeevisschen in al hunne

iriseeringspracht tokleuren, om een schil-dershart van vreugdeto doen bibberen. Welaten onder palmboo-men ons portret trek-ken, dat dezen avondof zal zijn. Het blauwdes hemels is zoo glan-zend, het licht zooschril, dat haast elkend-een met 'n zwarten brilloopt; mij n zustersook,' maar ik duw lievermijn hoed dieper op hethoofd, want het iszonde deze schoonekleuren door een roet-glas to moeten zien .

Na het noeneten doen we per auto la grande Corniche .Er is ons verzekerd, dat de weg een autoweg is, en deschrik van Assisi is er nu niet bij . De auto klimt 400meters hoog, tusschen en rond de flank der bergen, diegeweldig en somber aandoen met den tulband van wolkenrond hunnen top, en nu en dan zien we de glanzendezee van uit die hoogte, en overschouwen zeer ver de ner-veuse kust, waarnevens de guirlande van dorpkens, stedenen tuinen schittert .

142

Page 150: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Van de hoogte van La Turbie, waar ons Rachellapissen koopt, en waar op 't hoogste een stuk wit-marmeren Grieksche tempel als een altaar blankt, wordthet vergezicht nog wijder en rijker, we zien recht in Mon-te-Carlo, en op de bepaleisde rots van Monaco, Mentoneen andere vlekken aan de zee en op de bergen. En dieeeuwige bloemen, die er overal rond vlammen als eenveelkleurig vuur ! En de zon daarover ! 't Is eenig en mendenkt dat het een leugen is. In Mentone wordt op degrens wat Italiaansch lederwerk gekocht, terwijl ik naareen oud Fransch zanger luister, die in de nis eener rotsplezante liedjes zingt op de guitaar, en dan met zijn hoo-gen hoed rond gaat .

Te Monte-Carlo wordt er thee gedronken bij de Kur-zaal, onder de palmen ; naar het water gezien, dat anijs-groen, blauw, en purper met een witten kant voor onzevoeten speelt. In het terugrollen werp ik een Aug ge-schreven postkaart naar een politie, in de hoop, dat hijze wel zal bussen . En langsheen de muren van bloemen,de straten van bloemen, keeren wij nevens de zee terugnaar Nizza, waar we tot laat in den avond aan het maan-beschenen strand zitten.

De portretten zijn gelukt. Maar ik word danig ziek,van then Franschen tabak geloof ik, moet heel den nachtaan 't open venster liggen, en ik ben het nog, als we denanderen dag naar Marseille stoomen . Van die stad hebik nets gezien . Ik ben direct to bed gaan liggen, maar hebhaast niet kunnen slapen van het duivelsch lawaai vantrams, auto's, bussen, wagens en karren, dat heel dennacht voortduurde. Nu is het dan Zondag. En we rij dendoor het land van Fredrik Mistral, en Daudet, doorProvence ! Dat schooner is in de boeken, dan van uit dentrein gezien.

Mireille zingt, Tartarin de Tarascon stoeft . Daar isArles, waar de licht-gulzige Vincent van Gogh werkte .Doch het licht blijft achterwege, het regent. 0, een regen-zondag in Provence, waar heelder uren niets dan wijn-

143

Page 151: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

gaardvelden to zien zijn ; klelne boomknotsers, die jongblad beginnen to geven, en hier en daar grijze, triestigehuizekens in de vlakte en op de glooungen . Franscheviaggen aan de gevels, ter eere van Jeanne d'Arc, doen hunbest de triestigheid to verjagen . . .

En girder schimmen grijs achter den regen, de

ruggen van de Pyreneeen op . Medeen herinner ik mij,hoe vele jaren geleden, een woonwagen uit de Pyreneeennaar Lier kwam. De wagenbewoners bakten groote,ronde, dunne wafelen, tegen 5 centen het stuk, en deouders, de kinderen, gingen zingend door de straten :

144

Page 152: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

,,VoIla les gaufres de faridondiere de faridondon !"Om 8 uur zij n we to Lourdes, en terwij 1 zusters en

vrouw moe to bed gaan, loop ik eens even naar het parken naar de grot. De drie kerken boven elkaar zijn naiefvan onder tot boven met kleurige lampekens verlicht,een groep menschen gaat, elk met een brandend kaarsken,de trappen langs weerskanten de kerk op en af, en zingenaltijd hetzelfde liedjes: „Ave, ave Maria."

Maar ik spoed mij naar de grot, waarop de kerk ge-bouwd is, en daar boven in de grot in het licht van eenpyramide brandende kaarsen, schemert het blanke 0. L .Vrouwebeeld in de rotsnis. Het is er eenzaam, enkelemenschen bidden voor de tralien, en achter mij klotsten bruist in de duisternis de woelige bergstroom, deGave.

Dat is nu het beeld, waar heel de geloovige wereld naartoeziet, als de pijn en mizerie hun lichaam benijpt, enals het verdriet hun hart komt raken. En al is het ditbeeld niet dat geneest, maar de H. Moeder in den Hemel,toch zien miljoenen oogen er naar op, omdat de oogeniets willen zien ; en de genade, troost, liefdebalsem engenezing vloeien bier uit den hemel als rozen onder demenschen. Als ik wegga, speelt het klokkespel „Ave, aveMaria." Heel de wereld kent het, zingt het, 't is hetgekendste lied onder de menschen, en het is gemaakt,getoonzet door 'n eenvoudig man, den koster van hetdorpken Berlaer, een uurken van Lier gelegen . Hij zeieens, eenige jaren geleden, tot mijn vriend, Renaat Vere-mans, wiens liedje : ,Vlaanderen" toen pas verschenenwas : ,Manneke," zei hij, ,uw lieken is goed, maar dit endat mankeert er aan . En naar mij moogt ge luisteren, wantik heb het beroemdste lied der wereld gemaakt, dat ge-zongen wordt door arm en rij k, graven en baronnen,gekend over land en over zee, door Spanjaards en matro-zen, bekeerde Mooren en Chineezen, en dat liedje is :Maar eerst sprong hij terug op zij n flets, en zong allachend en voortrij dead ; „Ave, ave Maria." Twee jaar

145

Page 153: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

geleden is de man van het gekendste lied gestorven . . .En de morgenzon kleurt roze de sneeuwtoppen der

bergen, en komt haar gulden kleed over de schoone flan-ken der hoogten leggen, over de bergweiden en de woeligeGave.We gaan naar de Mis in de onderste kerk, krij gen de

H. Communie van een Portugeesch bisschop . Dezeonderste kerk, de crypte genoemd, is enorm groot metronde gewelven. Het is een smakelooze afgetapte mengel-moes van Romaansch en Byzantijnsch, met veel mozaie-ken, die dof, als koleurig slijk de kerk -omgeven, langsheende vele genummerde altaars . Alles is zeer kostelijk, maaralles is even vulgair, zonder ziel, zonder hartstocht . Menmoet maar joist van Italie komen om dat zoo scherp tovoelen. De kerk daarboven is beter, omdat 't er zoo sim-pel is, en zoo klein ; en de bovenste, van een zouteloozecopieer-gothiek, is een museum geworden van giften :epauletten van off icieren, medalies en dekoraties vangeneraals en baronnen, huwelijksdichten en haarlokken .En het doet wel triestig aan dat in het hevigste en leven-digste brandpunt der Katholiciteit de kunst zoo niks is,maar zoo echt niks . En hier in zulke schoone, schilder-achtige streek !

Want zie den kruisweg then we opgaan, langs densteilen berg . Hoe zouteloos, hoe flauw en ordinair. Ver-onderstel eens een Rodin, de man der Burgers van Calais,wat die daar had kunnen van maken ! Neen, voor watkunst betreft, of ze dan romantiek, expressionistisch, ofwat anders weze, als ze maar van binnen uit spreekt, iser in Lourdes gaar niets to vinden, dat is nul. Er wordtdan ook door ons naar niets gewezen, geen „oh" ge-roepen, of we blijven ook niet staan .

Maar hier to Lourdes is het de menschheid die u aan-grijpt, de menschheid in al hare ellende en mizerie vanhet lichaam, en in al hare liefde en geloof van de ziel .

Veel yolk is nu to been, Portugeezen, groenig van huidals ongekookte garnaal; Fransche Zwitsers, waarvan de

146

Page 154: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

vrouwen haar zwarte, langsweerskanten neerhangendehoed zoo bizonder is. Bretonsche vrouwen, die voorhoofddeksel, slechts een pinkgroot wit lappeken tulle ofgoed hebben. ,Als hun muts gaat vliegen, snij den zemaar een stuksken van hunnen rok," zegt ons Emma.Het yolk propt in de crypte, het woelt voor de kraantjesder fonteinen, om van het water door 0 . L. Vrouw aanBernadette gewezen, to drinken en mee naar huis tonemen in emmerkens, bussen en f lesschen . Het zit opde banken voor het 0 . L. Vrouwebeeld luidop to bidden,gaat kaarsen geven aan den ouden kaarsenaansteker, diede struiken van licht verzorgt en onderhoudt en zorgtdat alies opbrandt. Doch de eene struik is niet genoeg,en heelder vrachten kaarsen, worden met voile armenin bakken gelegd. De menschen Pan de onderste grotin, toetsen religieuze voorwerpen aan den grotwand, kus-sen hem, en houden de voorwerpen onder de druppels,die uit een spleet der grot lekken . Ander yolk gaat denkruisweg op, en buiten aan de Piscinen zitten zieken towachten om in de ij skoude baden gedompeld to worden .En in het dorp zij n er anderen, die nevens de winkelsslenteren en iets zoeken to koopen . Want Lourdes iseen winkel aan een, van bondieuseries, paternosters, me-dalies, Lieve Vrouwen die fosfoor lichten in den don-keren, en Lievevrouwen waarbinnen het refrein ,Ave,ave Maria" beiaardt, zelfs zijn er bonbons, zuurtjes,muntebollen met het water van Lourdes bereid. Er wordthier wel to veel met het heilige geklast door die ver-koopers .

Dat is Lourdes : kerk, grot, kruisweg, fontein, pisci-nen en winkels, en het huizeken der Gelukz . Bernadette .Tusschen die dingen van her en nog eens en nogeens to bezoeken, vergaan de dagen in Lourdes . En demenschenmassa is er dik lijk het haar op den hond .Menschelijk opzicht in kwestie van geloof en geloofs-uitdrukking bestaat niet meer, ze bidden luidop, de armenuiteen, kussen de grot, kruipen op hun knieen de Scala

147

Page 155: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Sancta op, aan de eerste kruiswegstatie, ze kennen nietsmeer dan maar zooveel mogelijk hun liefde voor 0. L .Vrouw to later zien.

Maar ik zeg, er is al de ellende nevens de schoonsteliefde. 0, die ellende ! En zie ze daar zitten wachten opde banken of in hunne wagentjes, om in het ijskoudewater gesopt to worden. Gelaten zij n ze, terwij 1 van daar-binnen snij dende kreten weergalmen. Het zij n lammen,blinden, kreupelen, zenuwtrillers, schurftigen en anderemizerabelen. tie die. vrouw haar handen kiepperen, ziethen man daar liggen, bleek, met den dood op het lijf .Een andere man met roode oogen is met een grijs jeu-kend schurft bedekt in aangezicht en handen, en nu endan haalt hij uit zij n hals een grij ze pel weg en komt erbloot vleesch to voorschijn. Het is iets afgrijselijks. Eenvrouw zit daar met haar kind, dat ze met graangrootestukjes beschuit moet voeden, en telkens stikt het er in,wordt purper, huilt en woelt tot het stukje door de keelis; en het kind opent telkens opnieuw zijn mond en tel-kens plettert de dood het haast kapot. Dat duurt zoo alzeven jaar, vertelt ze ons. Nieuwe zieken worden in wa-gentjes aan gevoerd, naar de piscinen of naar de grot .Heel de mizerie der wereld, die men achter de gordijnverborgen houdt, ligt hier bloot in al zij n geweldigevreeselijkheid, dat ge u de handen voor het aangezichtbrengt van ontzetting.

Maar zie daarnevens dan de liefde ! Hoe elkendeenhelpt en elkaar bijstaat. Hoe edel en arm die getroffenenmet zorg omringen. Men ontziet zich niet den asem derteringlijders, de lucht van etter en zweeragien in to ase-men, men wendt het hoofd niet om bij het vastnemender schurftigen, om ze in het water to dompelen. Menis vol vertrouwen op de H . Maagd en de gezondheidsleeris bier van geenen tel . Het is als bij een grooten brand,waar elkendeen emmers aangeeft. Maar hier is er dejacht niet in: 't gaat kalm, vol betrouwen, met de zeker-heid dat genezing en troost zal komen. En hoor na, als

148

Page 156: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

de menschen vertellen, die toch elk voor hun huiseken watto vragen hebben, hoe ze hunne wenschen willen afleggen,als die lamme maar geneest, als die schurftige met zijnroode oogen, gaaf en frisch naar huis mag gaan, als dtkind maar goed kan eten. Eigenliefde verdwijnt hier,en dat is het schoone mirakel, dat ge hier zienderoogenkunt genieten ! Wat een gewoel ! ginder wordt gepreekt,dAAr wordt gezongen, ginder gebeden, daar Mis gedaanhet houdt niet op ; geen rust, men bidt, men bestormt,men beknotst den hemel met gebeden.En het spreekt van zelf, dat bier, met zoovele

menschen, de zuivere liturgie niet kan plaats hebben .Veronderstel, honderd en zooveel altaars, en dan de liturgietot in de puntjes uitgevoerd, terwijl het yolk in en uitloopt, terwijl massas aanstroomen, terwijl er gepreekt,gebiecht, gezongen en gebeden wordt . Hier moet allesrap en veel gaan lijk een lepelengiet, voor duizenden .Het moet een delirium van uitend geloof zijn. En het ishet ! En daarom kunt ge het vergeven, dat de gebouweneenig in hun smakeloosheid zijn ; het hart der menschenklopt er, lijk het nergens schooner klopt . Ze leggen hunneziel lij k tapij ten open voor O . L. Vrouw en beminnenelkaar echt broederlijk voor eenige dagen .

Dan, na den noen, wonen wij de plechtige zegeningvan het H. Sacrament bij . Bezijds het groote plein zittende zieken in de wagentjes, en staan de duizenden men-schen in bijeengeperste hagen opeengepakt. En daarkomtde priester met het H. Sacrament, en zegent de honder-den zieken een voor een, terwijl in de stilte een eenzaampriester in het midden van het plein, Jezus, Maria en heelden hemel aanroept om genezing voor de zieken to geven .Zijn stem krijscht ten hemel, beukt klagend tegen delucht, smeekt naar de hoogte, en trekt aan de genade deshemels ! En het klinkt zoo ontroerend in de stilte, de wijdeheilige stilte . Het is of heel de wergild luistert naar desmeekende stem, en of de besneeuwde toppen der Py-reneeen ginder, eerbiedig mee de klacht der wereld aan-

1 49

Page 157: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

hooren. Er gebeuren geen genezingen, maar de troost,de balsem van geduld, blinkt in de oogen der zieken . . .

We koopen in het dorp natuurlijk ook paternostersen medalies, en ik koop alvast een glazen bal, waarinto zien is de grot van Lourdes met 0. L. Vrouw en de

geknielde Gelukz. Bernadette, en als men then bol eensschudt, dan sneeuwt het over het cartonnen grotje . Datis voor mijn kinderkens. En voor de oude moeder koo-pen wij een broche met onze Lievevrouw er op .

Des avonds gaat weer de keersekensprocessie en dui-zenden brandende kaarskens wandelen in de duisternis,

150

Page 158: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

dat er de boomen van verlicht worden, en duizendenmonden zingen aanhoudend het lied van den koster vanBerlaer: ,Ave, ave Maria" .We gaan mee. Meikevers gonzen over de kaarsen, de

sterren pralen in de lucht, en ginder boven op den Picdu Jer gloeit een kruis triomfantelijk in den nacht !

We zij n twee dagen to Lourdes geweest in die brandingen koking van gebeden, en, als we den dag nadien hetoord der mirakelen verlaten, groeten wij nog eens vanuit den trein het witte beeld der Goddelijke ziekenver-pleegster op wier moederlij ken schoot de menschheidgenezing zoekt en vindt .

1 5 1

Page 159: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

TERUG T'HUIS !

De besneeuwde keten der Pyrenean, zoo heldertegen de morgenklare lucht, verdwijnt stillekensaan in de nevelen der verten. De trein krocht een

hoogte op, en we komen to midden een wolk, die alleuitzicht belemmert enhuiverende koude ver-wekt. Nadien rollen wijtusschen de oneindigedennenbosschen der Lan-des, waar aan elken boomeen potteken hangt .'t Gaatvoorbij Bayonne, Dax. Dedennenstreek verandertstilaan tot de gekendewijnstreek van Bordeaux .De trein springs over deGironde, smoort langsde wijngaarden ; 't gaatnaar Angouleme, Poitiers,Blois, Orleans, waarJeanne d'Arc gevierdwordt, en voorbij anderesteden, gekend, 't zij voorharen wijn, of als op-latingsplaatsen voor deduiven der Vlaamsche dui-venmelkers. Ik vermoed,dat het Oostelijk Frankrijkveel schooner moet zijndan deze Westelijke vlak-

ke landen, die geen bewondering in uw hart .borduren .En 's avonds om i i uur zijn we dan to Parijs . Vijftien

uren trein ! Een auto voert ons naar 't hotel . En 't is heelcurieus bij avond het eerste bezoek aan Parijs to brengen .

1 52

Page 160: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

Het is al geen nacht. Het is een overstrooming van licht .Het is feeeriek. Het licht perelt als kransen langs destraten en langsheen de Seine ; 't slaat uit cafe's en boven-vensters, en van de kleurige reclamen op de gevelsder huizen, 't krioelt op pleinen, 't wemelt op de hoogteginder, er strijken zoeklichten in de lucht als lichtemolenwieken, en uit de pharen van de tentoonstellingvoor decoratieve kunst spuit 't als nijdige fonteinen . DeSeine spiegelt 't allemaal terug, en de macadam der breedestraten en lanen is gepolijst, blinkend als een nieuweschoen, en kaatst het licht in lange banen weer .

Het geheel doet aan als een groote zwarte visch metbliksemende schubben . . . Kapot getreind leggen w' onsrap to bed, en morgen zijn we thuis 1 . . . Maar we moeteneerst 's noenens vertrekken, en van dit paar uren gepro-fiteerd om 'n stukske van Parijs to zien ! Vroeg is de autoaan 't hotel en we rijden rond . Parijs ligt nog in denmorgensmoor van een warmen dag. Ge hebt hier seffenshet welbehagen van in een goedgeordende, grootsche,schoone wereldstad to zijn . Hier is niets kleintjes meer.Alles is grootsch, zonder pretentie, maar uit noodzake-lijkheid en uit levenslust . Hooge huizen, breede straten,glimmende macadam, enorme parken, feestelijk-grootegebouwen, provinciestadsgroote pleinen met standbeel-den en fonteinen, breede sierlij ke bruggen, wij de met boo-men beplante lanen; alles grootsch, breed, luchtig, im-mens. Veronderstel deze stad in de klare marmers vanItalie, onder het licht van Ital.ie en to midden zijn palm-boomen en bloemen ! Dat was de klop ! want nu is ereen grijze, vuile kleur over Parijs, die in den steen vastgebeten zit ; en, spijts al de grootschheid, de breedte vanpleinen en straten, spijts de zon, die meehelpt om detorens en gevelen met klaarte to versieren, er zit iets be-slotens over deze wereldstad, een eentonigheid, een kleur-loosheid, die slecht is voor 't migraine . Men snakt naarbloemen en landschappen. Van aan den Arc de Triomphewaar a1 de groote lanen bijeenkomen als de stralen eener

1 53

Page 161: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

ster, en vanwaar men een blik heeft over de stad, voelt gede opperste kracht dezer grijze, schoone wereldstad . Allede groote lanen zij n de blij dschap gegeven, hier naar toeto mogen loopen, en de menschen profiteeren ervan, wantde auto's schuiven van uit de verte, met duizenden, inrijen van acht tot Lien, nevens elkaar, heen en weer, rollenrond de Arc de Triomphe, weer de lanen op ; en anderenkomen en anderen gaan. Het is een feest, een levensfeest .En toch zegt ge : „Spijtig dat bier niet meer kleur is!"

De chauffeur wil ons absoluut den Eiffeltoren latenzien, 'n vernuftige kinderlijke fantasie van ijzerenpoutrels. Maar wij willen de Notre Dame zien, en wezien ze. Maar ze valt mij tegen van buiten, z' is veel toklein en laat zich to veel zien . Ik denk aan Pisa, en anderekerken, die afgezonderd staan . Een kerk moet vergroeidzijn met de huizen, wil ze aan hare voile schoonheid enbestemming beantwoorden . Ze moet de huizen, de men-schen dicht rond zich vereenigen als een moeder, en ergrootsch en statig boven uit rij zen. Maar 't is een wondervan ernstige gothische sierlijkheid, met klare rijke por-talen, hare nj van heiligen, haar verdiep van rosacen, enverdiep van kolonnaden, waarboven langs weerskantende twee daklooze vierkante torens uitfeesten met dubbelespitsbogen en bloemige gothiek . Binnen is het de sche-mer; de kelder-naaktheid pakt u aan, 't stal-grijze enzolder-kleur-looze der majestatische ruimte, maar danwordt ge ineens tiendubbel aan kleur getroost, door detwee ronde glasramen langs weerskanten de kruisbeuk .Groot als een huis zij n ze, en weelderig als een paradij s .'t zijn rozen, die in elk der in kringen rondloopendebladeren, een kieurige heilige of engel vertoonen, sym-bolen en bloemen. 't Zijn reuzige rozen, als uit den he-mel zelf geplukt, en hier tot geluk der menschheid inde steenen komen bloeien . Om Angelico zelf to doen knie-len. Min vriend Flor van Reeth had gezegd : ,Groetvoor mij die schoone bloemenwielen," en ik doe het.Spijtig, dat we niet meer tijd hebben, maar hier komen

I54

Page 162: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

we terug is de viervoudige wensch, die we elders ookal zoo dikwij is geuit hebben.

Recht naar de Sainte Chapelle, die op 'n binnenpleinvan paleizige gebouwen hare rilde juweeligheid verheft .Hier binnen slaat ge de handen in elkaar van schooneverrassing ! De onderste kapel, laag van verdiep, is alseen gouden kleurig tuintj e, waarvan de pilaren de korteboomen zijn, die hun bonte spitsboogtakken uitwaaieren,en naar elkaar toenij gen waar ze zich door een goudenroos laten aaneenbinden. Tusschen hunne pure lijnenschemeren de blauwe hemelen met heraldieke sterrenverguld. Maar de bovenste kapel smal en hoog, is eenglasraam aan een stuk, 't zijn glazen wanden, waarinheel de H. Schrifture in kleine tafereelkens in vlammenvan kleur hare mirakelen vertelt . Het onderste der wanders,waarboven die bloeiende hemeltuinen de hoogte in-j ubelen, zijn van een weergalooze Gothische pracht metverguldsel, majolica en zuivere beelden overplechtigd .Een koningskapel gebouwd door St . Louis, de kapel vanden Heiligen koning Lodewijk ! Zooals hij heilig was vanleven, is dit gebouw heilig van schoonheid . De perel derGothiek ! Maar spijtig dat er sedert jaren geen dienst meergedaan wordt. Geen kaarsen, geen geur, geen muziekmeer. Een schoonheid met een museumziel .

Natuurlijk dat de vrouwen ook eens naar de modema-gazijnen en de winkels moeten gaan zien ! En daar wordtreukwerk gekocht, en ik koop voor de kinderen elk eenkoperen Eifeltorentje. En dan naar de staatie, den treinin, waarin wij het laatste treineetmaal nemen . We bollende verwoeste streken door ; zijn blij, dat de douanen geenpluizers zijn, snuiven door de Waalsche koolmijnstreek,naar Brussel, naar Antwerpen !

Daar hebben we 'n uurken tijd, en gaan 'n smakelijkeportie paling eten. Ik koop nog in den Bazar voor elkkind 'n gieterken, waarop gondels geschilderd zijn, zoodatdeze gieterkens voor hen uit Venetie zullen komen. Westappen den trein in, zien weer kennissengezichten, Lier-

'55

Page 163: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

sche menschen, en na 'n twintig minuten sporens, kij ktginder de peperbustoren van Lier boven de boomen ! Ah !de goede kerel ! de hartelijke tamboer-majoorskop ! Enginder de gordij n der Begij nenvest, en witte appelaarsrond de boerenhoeven, en de dalende zon op den toren van't stadhuis, en op de punt- en trapgevels der huizen ! Lier!We zijn er en hebben Lierschen grond onder onze voeten !

Aan het levergeel-ziek stationneke staat de familievan ons Emma en van ons Rachel, ieders echtgenoot enkinderen, en de kussen klinken alsof er daar een haagvol musschen is. Ons kinderkens zijn er niet, maar zullenseffens met de oude moeder naar ons Rachel komen,die over de statie woont . Doch als ons Marieke de blijde,uitgelaten kinderen van ons Rachel ziet, die hun moederkussen, dan kan ze niet meer wachten, en wil seffensnaar huis, een paar straten verder. De zware valiezenzijn licht in mijn handen nu ! En, achter den hoek derstille straat, staat een oude vrouw met twee kinderkensaan heur hand ; het gele haar goed gekamd met een witstrikske in, een zuiver wit voorschooteken aan, en elkeen bloemtuiltje in hun handeken ! En seffens plakkenonze tranen tegen hun gezicht ! Maar ze kennen ons haastniet meer, ons Clarreken is wat schuw van mij, maar alswe thuis zijn hangt ze seffens om mijn hals . En in deheldere keuken met de koperen kandelaars staat de be-loofde bloemtuil op de tafel, maar we rieken hem haastniet van de koffie, die to balsemen staat op de kachel.'t Is weer eene waar ge een punt kunt aan zuigen ! Endirekt, met den hoed nog op, en den frak nog aan, moetenwe de valiezen opendoen . En ze juichen om de pater-nosters en medalikens, om het marmeren Sint Ceciliatjevan Don Pronti gekregen, om de lederen portemonnai-kens uit Florentie, om de wondere kreukels uit Nice, omden glazen bal waarin het sneeuwt, om den koperenEifeltoren, de gieterkens uit Venetie ! Maar hun meesteplezier is de pennestok, waarin ge door een graangrootglazeken de grot van Lourdes ziet. Ze laten ons de vele

1 56

Page 164: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

kaarten zien, die we geschreven hebben, en de kaartdie ik naar den politieman in Monte Carlo wierp is erook bij ! Brave vent ! Als ik hem kende, ik stuurde hem eendooseken sigaren. Daar komen Janneken en Mieken bin-nen, onze zwarte kater en onze grij ze kat ! En de j onges-kens ? Dood ! Nu had Mieken haar kattekens, omdat Jan-neken haar geen rust liet, ze daar nevens, bij de kosteresonzer parochie gedragen, en nogal in de linnenkast ! Hoeverschoot 't mensch, toen ze een ander hemd wou nemen,als ze daar twee beestjes zag liggen ! Ze riep seffens naarbeneden: ,ratten ! ratten !" Maar dan bleken het kattekensto zijn; een ervan was al dood . Ze bracht ze beiden inharen voorschoot bij de oude moeder terug, maar 'tandere stierf den zelfden dag. De kinderen en de moedervertellen hoe het gegaan is, en wij vertellen van onze reis,terwij 1 we aan de hartelij ke koff ie slurpen . De donkerenkomt, de kinderen gaan naar boven en we zitten en ver-tellen aan hun beddeken tot ze in slaap vallen. Och ! en't is zoo deugdelijk nu in den hof to zitten ! Zich weerthuis en bij de kinderen to voelen en to weten . Deavond is zoo zuiver met zoete meireuken, de vlier heeftnooit zoo weldadig geroken ! We leunen met drieen opeen bank onder het bloeiend appelboomken, dat rozig-wit blijft lichten. Moeder en vrouw hebben elk een kat ophaar schoot, de pijpesmoor blijft hangen als 'n vool vodrden rozelaar tegen den muur, en er zit op de vest eennachtegaal een krans van Ware perels aaneen to rijgen .

De lucht is zoel, en 'k voel mij zoet-frisch in mijnhemdsmouwen. De schijn van de klimmende maan groeitachter het Fransche dak, de lucht is met bleeke sterrendoorweven. De kosteres sluit het venster harer slaap-kamer. En hoor nu eens hoe stil het is in den ronde ? . .Er sleept muziek in de lucht, muziek van geluk en

liefde. Ik haal de fonograaf, zet hem onder het duistereglorieet, en laat hem spelen het vioolstuk van Mendel-sohn ,Auf Flugeln des Gesanges", terwijl ik mijterug onder 't bloeiend appelaarken zet . In de reukige,

157

Page 165: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

reine, nachtelijke stilte, bloeit dit schoone lied open alseen wierook van melodie. En de klanken stijgen, alwiegend, en deinend, spiralend als een adelaar naar denhemel van "t verlangen.„Auf Fliigeln des Gesanges" . Er is een ziele-

feestelijkheid in den nacht, een feestelijkheid die stijgten immer klimt. ,,Auf Flugelen des Gesanges !" Enal de schoonheid van Italie met zijn paleizen, kerken,heiligen, kunstenaars, mozaieken, fresco's, beelden enfonteinen, 't is allemaal op de vleugelen van 't gezangde wereld ingebloeid . Het gezang van de ziel, van degeloovige ziel, de God bewonderende zingende ziel !De schoonheid der wereld is de geuite klank der mensche-lijke ziel in bewondering voor God en de natuur.

En ikdenkaanhetwoordvanEmileVerhaeren :,,Admirezvous les uns les autres" . Bewonderen wij elkander ! Wantin alle landen klinkt het zielelied . Op de vleugelen van hetziele-gezang zijn gekomen Rome, Michel-Angelo, Ange-lico, St. Franciscus, Memlinc, Rubens, Durer, Rembrandt,Palestrina, Beethoven, Pater Damiaan, de Cathedraal vanChartres, van Keulen, de Sainte-Chapelle, de torens vanVlaanderen, de Baseliek van Venetie . Bewonderen wijelkaar ! Want gij zijt schoon o Holland en Vlaanderen,gij zijt schoon Frankrijk, Italie, Duitschland en Spanje !Gij zijt schoon ook mijn stedeken Lier . Ik heb u nietverlaten, ge zijt rond mij gebleven, en 't is of ik van uithet venster van een uwer puntgevels Italie heb zienvoorbij wandelen. De bewondering voor elkaar is deschoonste en eenigste band die de menschen kan vereeni-gen. Elkaar bewonderen op de vleugelen van 't gezang !

En boven het dak komt de ronde maan luisteren, meteen lack in haar gezicht. 't Is of van ontroering 't appel-boomken huivert, honderden roos-witte bladjes vallen .Ons Marieke zit stil, en heur wijsvinger veegt overend-weer in de puttekens van haar natte oogen.

GEDAAN.

158

Page 166: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een

INHOUD.

Bladz .Het vertrek iPluvieuse entree 7Doodenvereering 14

De sprookjesstad 21

Regenzondag in Venetie 29De Dom van Florentie 37De hemelsche Fra Angelico 44Mystieke avond 52St. Franciscus en Sinte Clara 59De Carceri of de grotten van Sint Franciscus72

Een lokstem der Heimat r . 8oHet adelaarsnest 87De Heilige Weg 95De geenlumineerde stad i o3De wandelende tuin iiiEen hooge genade 119

De slapende luister 127

De perels der Middellandsche zee134Het oord der Mirakelen 142

Terug t'huis 152

Page 167: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een
Page 168: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een
Page 169: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een
Page 170: FELIX TIIV MERMANS NAAR WAAR DE APPELSIENEN GROEIEN · En die gaan nu hiinne einsam-doch-nicht-al- ... kensverkooper uit, en ge moogt niet naar uw eigen schoon land, omdat er een