FEBEM Focus 18
-
Upload
febem-fege -
Category
Documents
-
view
238 -
download
5
description
Transcript of FEBEM Focus 18
1
#18BEDR IJV IG IN MIL IEUZORG Oktober 2010FEBEM focus
FEBEM zet verder bakens uit
▪ Steeds meer KMO’s houden afval selectief
▪ Federale politie & leefmilieu
▪ Voortgangsrapport Slib
Wij produceren slijtdelen Een competente contactpersoon
bij u in de buurt Meten en advies bij u ter plaatse Alleen bij CRACO: Premium-slijtvast
staal CRACOX®400 tot CRACOX®650 Altijd leveringsmogelijkheden
dankzij enorme voorraad
CRACO BelgïeStefan van MarckeGSM 0498-515363 [email protected]
3
Inhoudstafel
4 Voorwoord: Zelfgenoegzaamheid
5 Algemene vergadering FEBEM schot in de roos
6 Milieubedrijven centraal in duurzaamheidsdebat
8 FEBEM presenteert Jaarbericht 2009-2010
10 FEBEM vraagt toekomstige federale regering werk te maken van ondersteuningsbeleid voor Belgische Milieubedrijven
12 FEBEM en COBEREC gaan samenwonen
14 Werkgroep QESH in de kijker
17 Lid in de kijker: Smet Jet, een bedrijvengroep in beweging!
19 Partner in de kijker: SGS Environmental Services
22 Belgische afvalmarkt doorgelicht
26 Steeds meer KMO’s houden bedrijfsmatig verpakkingsafval selectief
28 Van afval naar innovatieve business
30 Beter voorkomen dan genezen
32 Veel aandacht voor debat recyclage versus terugwinning van energie op Waals afvalcongres
35 Na de dringende interventie, aandacht voor het milieu !
38 De centrale dienst Leefmilieu van de Federale Politie
41 Nieuw Voortgangsrapport Slib 2008-2009 wijst op toenemende aandacht voor kwalitatieve slibverwerking
43 Iers Hooggerechtshof oordeelt over afvalcontracten in Dublin
45 IFEST focust op groene innovaties, CO2 besparingen en uitbouw van een professioneel netwerk
47 Overzicht enkele standpunten en visies van FEBEM
48 Ledenlijst
51 Deontologische code
FEBEM Focus is het periodieke ledenblad van de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer.
Oktober 2010
Adres: FEBEM - Federatie van Bedrijven voor MilieubeheerPaviljoenstraat 9 - 1030 BrusselTel. 02 757 91 70Fax 02 757 91 12E-mail [email protected] www.febem-fege.be
Nieuw adres vanaf 1/01/2011:
Heysel Esplanade Bus 87
1020 Brussel
Redactie: Werner Annaert, Anita Cosaert, Cédric Slegers, Baudouin Ska en Mireille Verboven.
Realisatie: 2Mpact (www.2mpact.be)
V.U. Werner Annaert
U kan u op de Focus abonneren via onze website www.febem-fege.be.
Edition française sur demande.
Deze FEBEM Focus wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd en chloorvrij papier.
4
Bedrijvig in milieuzorgoktober 2010FEBEMFOCUS
Het grootste gevaar van een suc-cesverhaal is Zelfgenoegzaamheid. Voorbeelden uit de geschiedenis zijn er genoeg. De klassieker der klassiekers is uiteraard te vinden bij de Romeinen. Hun succes was zo overweldigend dat ze laks begonnen te worden, hun grenzen verwaarloosden …. Met de gekende gevolgen. Ook in onze moderne tijd zien we dat. Systemen vergelijken zich daarbij graag met anderen die minder goed scoren en zwijgen dan over de betere. Vlaanderen vergelijkt zich daarbij al te graag met Wallonië en Wallonië met Brussel maar een vergelijking met pakweg de Scandinavische landen is net iets minder populair als het gaat over zaken zoals ecologie, economie en begrotingsbeleid. “We zijn goed
bezig”, als we het maar lang genoeg
herhalen geloven we het op den duur
zelf nog.
Ook het beleid inzake grondreiniging en afvalbeheer begint tekenen van zelfgenoegzaamheid te vertonen. Kijk eens hoeveel gronden er al zijn geïnventariseerd en gesaneerd, hoeveel middelen we ter beschik-king stellen… Kijk maar eens hoe goed we het doen in vergelijking met het Zuiden en Oosten van Europa, om nog niet te spreken over landen buiten de Unie. Voor het afvalbe-heer zijn we al jaren “de beste van de wereld” want kijk eens hoe goed
onze cijfers zijn. Echter, wanneer we eens voorbij de officiële cijfers en mooie rapportjes kijken, zien we heel wat andere zaken. We zien een stagnering in de hoeveelheid grond die wordt gereinigd, saneringsbe- drijven in moeilijkheden, recycla-gebedrijven die steeds meer in de tang komen van stijgende aankoop-prijzen (of dalende bij negatieve prijzen) en dalende afzetprijzen, afvalophalers die zich terugtrekken uit bepaalde markten omdat de winst die er kan gehaald worden te marginaal is geworden en er niet meer kan geïnvesteerd worden in kwaliteit van de dienstverlening… En ondertussen blijft de goed-nieuws-show maar doorgaan zodat de buitenwereld nog altijd denkt dat die milieubedrijven het toch wel goed hebben, zelfs in de huidige economische crisis.
Het lichtpuntje is de steeds grotere koppeling tussen materiaal- en mi-lieubeleid. Maar onze klassiekers stabiliseren. Na het tijdperk van de kwantiteit, waarbij vooral de hoe-veelheid afval die men recycleerde, nuttig toepaste… centraal stond is er nu nood aan een tijdperk van
kwaliteit. De kwaliteit van de dienst-verlening aan burger, bedrijf en maatschappij moet centraal staan. Zowel als het gaat over het bijstaan van de vervuiler in het zich ontdoen van afval of verontreinigde grond als
over het terug ter beschikking stellen van gereinigde materialen voor nieuwe toepassingen.
Te veel mensen in ons land zijn
zelfgenoegzaam geworden als het
gaat over het bodem- en afvalbeleid.
We zijn tevreden met de gekende systemen en stellen ons te weinig vragen over de toekomst ervan. De privaatrechtelijke milieusector stelt met verbazing vast dat het zeer moeilijk is om de werking van bv. afvalbeheersorganisaties bij te sturen en om een versnelling hoger te schakelen inzake de bodemsa-nering. Wij willen alvast niet eindi-gen zoals de Romeinen, dat zouden de afstammelingen van de Oude Belgen toch moeten weten!
Veel leesgenot met deze 18de FEBEM FOCUS. Eindelijk volwas-sen?
ZelfgenoegzaamheidWerner Annaert, Algemeen directeur, FEBEM
Werner Annaert,
Algemeen Directeur, FEBEM
5
Het was wat een risico, de Algemene Vergadering in Luik organiseren. Luik is nu eenmaal
niet zo centraal gelegen. Maar toch waren bijna 100 leden afgezakt naar Val Saint Lambert.
En ze hadden geen ongelijk. Niet alleen was er het schitterende decor, maar tijdens de
Algemene Vergadering kregen de leden heel wat gedetailleerde informatie over de werking
van de Federatie. Johan Scholiers, voorzitter COBEREC, kwam hun federatie voorstellen
en er werd dieper ingegaan op het tussen FEBEM en COBEREC afgesloten samenwer-
kingsakkoord. Als kers op de taart kwam Rudi Thomaes, Gedelegeerd Bestuurder van het
VBO een fel gesmaakte uiteenzetting geven over de situatie van de Belgische Economie.
Hij wees erop dat we met zijn allen een tandje moeten bijsteken. We moeten geen schrik
hebben van de toenemende concurrentie vanuit andere landen maar we mogen ons ook
niet in slaap laten wiegen. Tijdens de afsluitende receptie werd nog druk nagekaart over
de uiteenzetting en al plannen gesmeed voor de Algemene Vergadering van 2011.
Algemene vergadering FEBEMschot in de roos
1
2
3
4
5
1 2
34
5
Rudi Thomaes, Gedelegeerd bestuurder VBO
David Vanheede, Voorzitter FEBEM
Mathieu Berthoud, Ondervoorzitter FEBEM
Johan Scholiers, Voorzitter Coberec
Olivier Barbery, Penningmeester FEBEM
5
6
een centrale rol in dit debat.
FEBEM werpt zich daarbij op als katalysator. We brengen bedrijven uit verschillende sectoren in contact met onze leden om duurzame pro-jecten op te starten. Bijvoorbeeld om samen de recycleerbaarheid van een product te verbeteren. Door onze nauwe contacten met beheerorganisaties zoals Recupel, Fost Plus en VAL-I-PAC kunnen we meteen een systeem uitwerken om die producten effectief tot bij de re-cycler te krijgen.
We hebben het voorbije jaar ook zelf enkele duurzame initiatieven genomen. Zo dienden we samen met enkele leden een voorstel in om steun los te weken voor de realisatie van technieken om asbest te detec-teren en te scheiden in het bouw- en sloopafval.De vraag om meer duurzaamheid geldt uiteraard ook voor milieube-drijven en de bedrijfsprocessen in de milieusector zelf. Ook wij moeten de ecologische voetafdruk van onze activiteiten reduceren.
“Het afgelopen werkjaar hebben we bij FEBEM mooie resultaten geboekt. We voelen dat we steeds sterker staan in onze discussies met organisaties en overheden en dit op alle niveaus. We hebben een aantal interessante doorbraken gereali-seerd in tal van dossiers, ik geef een aantal voorbeelden op de diverse beleidsniveaus
Op Europees niveau was er de doorbraak van het begrip End of Waste. Voor het eerst is er een juridisch kader om afvalstoffen die voldoende zijn opgeschoond het statuut product te geven.
Op federaal niveau konden we enkele onduidelijkheden wegwerken in de ADR-wetgeving waardoor onze leden minder kans lopen op admi-nistratieve boetes bij ADR-controles.
In Vlaanderen konden we er de minister en haar administratie van overtuigen dat de huidige wetgeving inzake de aanwezigheid van asbest in puingranulaten niet werkbaar is, waardoor ook hier onze leden voorlopig zonder al te grote zorgen kunnen verder werken.
FEBEM-voorzitter David Vanheede plaatst
milieubedrijven centraal in het duurzaamheidsdebat
David Vanheede, voorzitter FEBEM
In Wallonië verkregen we een akkoord om binnen de afvalhef- fingen de huidige compensaties voor private bedrijven verder te zetten. Jammer genoeg kwam er hier geen bijkomende compensatie voor onze stortplaatsen.
En ten slotte zien we op gemeentelijk
niveau een verdere afbouw van de dienstverlening door gemeenten voor bedrijfsafval.
Maar naast de realisaties en een terugblik op het voorbije jaar moeten we ons met nog meer aandacht toeleggen op de toekomst van onze sector. Er wachten ons immers enkele belangrijke uitdagingen.
Een eerste uitdaging is er op vlak van duurzaamheid.
Op Europees en nationaal niveau zijn er tal van nieuwe regels in de maak om de milieu-impact van het be-drijfsleven te verminderen. Reach en de implementatie van de Europese afvalrichtlijn zijn daar een paar voor-beelden van. Maar de vraag is hoe bedrijven die doelstellingen kunnen blijven inlossen? Samenwerking met de milieusector krijgt steeds vaker
“Onze sector begint steeds meer een sleutelrol te spelen in een aantal denkprocessen rond
duurzaamheid en daar moeten we als federatie kunnen op inspelen: een duidelijk antwoord
bieden op de vele vragen die op ons afkomen en ervoor zorgen dat onze sector hierme stevig
verankerd raakt in het industrieel landschap.”
David Vanheede plaatste op de Algemene vergadering van FEBEM de milieubedrijven centraal in het duurzaamheidsdebat.
1
7
Om al deze uitdagingen flink aan te pakken, is sa-
menwerking cruciaal. Dat is ook een taak van FEBEM : het verenigen van de krachten binnen de sector en het verdedigen van de gezamenlijke belangen in alle mogelijke dossiers.Het is juist dat wij verleden jaar een belangrijke stap in deze richting hebben gezet: we hebben beslist om onze krachten te bundelen met die van COBEREC, de Confederatie van de Belgische Recuperatie. Bij COBEREC vinden we een aanvul-lende kennis terug die van essentieel belang is om onze leden nog beter te vertegenwoordigen, en dit in nog meer domeinen.”
David Vanheede, voorzitter FEBEM
Het afgelopen jaar hebben we alvast heel wat duurzame inspan-ningen gezien in de sector. Een aantal nieuwe vergistingsinstallaties en biomassa-centrales zagen het levenslicht of staan in de stijgers.
Die inspanningen vragen meestal aanzienlijke investeringen. Een aantal van deze bedrijven heeft het momenteel trouwens heel moeilijk. Het is dan ook vrij onbegrijpelijk dat net nu het systeem van Groene Stroom Certificaten zo onder vuur komt te liggen en dan nog onder het voorwendsel van zogezegde monsterwinsten (die door deze be-drijven zouden gemaakt worden). De realiteit is soms schrijnend en staat ver af van deze theoretische benadering.
We moeten beseffen dat investeren in duurzaamheid betekent dat we moeten investeren in de toekomst; dit geldt evenzeer voor groene energie. Je kunt nu eenmaal geen omelet bakken zonder eieren te breken.
Een andere uitdaging bestaat in het openstel-
len van de Europese afvalmarkt. Binnenkort zullen de verschillende lidstaten van de Europese Unie hun grenzen openstellen voor het ver-werken van buitenlands afval.Onze sector is zeker voorstander van concurrentie, maar dan wel in alle
eerlijkheid. We zullen blijven eisen dat alle operatoren, met inbegrip van buitenlandse, onderworpen zouden worden aan dezelfde verplichtingen, zij het van ecologische, sociale of economische aard, met het oog op een « level playing field ».
We nemen evenwel de gewoonte aan om geen bescherming te vragen, maar wel dat de geweste-lijke en federale autoriteiten de markt zouden regelen en dat ze ons vooral middelen zouden aanbieden om ons nog sterker te maken.
Speech van David Vanheede,
voorzitter FEBEM, naar
aanleiding van de Algemene
Vergadering van FEBEM
midden 2010.
2
3
7
“Het is dan ook vrij onbegrij-pelijk dat net nu het systeem van Groene Stroom Certifi-caten zo onder vuur komt te liggen en dan nog onder het voorwendsel van zogezegde monsterwinsten“
“We zullen blijven eisen dat alle operatoren, met inbegrip van buitenlandse, onder-worpen zouden worden aan dezelfde verplichtingen, zij het van ecologische, sociale of economische aard, met het oog op een « level playing field”
FEBEM presenteert Jaarbericht 2009-2010
Al voor de vierde maal brengt FEBEM een Jaarbericht
uit, ditmaal voor de periode van midden 2009 tot midden
2010. Dit document werd toegelicht op de Algemene Ver-
gadering van de federatie op 24 juni in Val Saint Lambert te
Luik.
Het Jaarbericht legt meer dan ooit de focus op de verwezenlijkingen van de federatie. Het is duidelijk dat FEBEM er voor zorgt dat onze sector van ‘milieubedrijven’ meer dan ooit gehoord wordt. Door de profes-sionele en open aanpak van de federatie krijgen we ook een positieve evolutie van het imago dat anderen hebben van onze sector. Door het uitwisselen van ervaringen, het investeren in kennis, oplei-dingen… stijgt het algemene niveau van de sector. In het Jaarbericht geven heel wat leden hun ervaring-en weer. Veel aandacht is er ook voor de samenwerkingsverbanden die de federatie aangaat met tal van externen om via dit netwerk de belangen van onze leden nog beter te kunnen verdedigen.
Enkele cijfers over de FEBEM-werking
Het FEBEM-secretariaat heeft zich voor de periode midden 2009-midden 2010 gebogen over enkele markante gegevens die de werking en dynamiek van de federaties verduidelijken. Zo blijkt dat er maar liefst 51 werkgroepvergaderingen van FEBEM zijn georganiseerd en bovendien nog eens 5 Raden van Bestuur. Het gemiddeld aantal deel-
nemers aan de vergaderingen van
FEBEM was 9,9 (van de veertien werkgroepen was Treatment het meest succesvol met gemiddeld 14,8 deelnemers). Ter vergelij-king: in 2006 waren er gemiddeld 8,7 deelnemers (er waren toen 12 werkgroepen). Dit bewijst in elk geval dat de leden het nut inzien van de deelname aan de werkgroepen. Hun aanwezigheid is immers een unieke gelegenheid om enerzijds kennis op te doen maar anderzijds ook hun visie en ervaringen in te brengen. Op deze manier voeden zij ook het FEBEM-secretariaat, een mooie symbiose dus.
Onze elektronische nieuwsbrief FLASH verscheen 22 maal, wat samen goed was voor 487 pagina’s!
Het Jaarbericht staat op www.febem.be en is op te vragen bij FEBEM.
Werner Annaert, Algemeen directeur, FEBEM
We waren dan ook trots om op onze Algemene Vergadering gemeende felicitaties te krijgen van Rudi Thomaes, Gedelegeerd Bestuurder van het VBO.
De 5 personeelsleden van FEBEM hebben samen aan 647 vergaderingen deelge-nomen. Zij hebben 37.864 mails ontvangen en er 27.248 verzonden.
8
9
GZ-Zone 8, Oosterring 23, B-3600 Genk
Telefoon 089 - 623830 / Fax089 - 623829
E-mail: [email protected]
10
heid van een gemeente om zelf het huishoudelijk afval op te halen of dit uit te besteden aan een private onderneming, wordt momenteel scheefgetrokken door de BTW-regelgeving. Bij het uitbesteden van de taak moet het betrokken privébe-drijf 21% BTW aanrekenen op deze dienstverlening – wat niet het geval is wanneer de Gemeente of de In-tercommunale deze dienstverlening
in regie uitoefent. Deze ongelijkheid moet worden weggewerkt.Meerdere wetteksten die dateren van 1970 (maar ondertussen al verschillende keren zijn gewijzigd) leggen vast welke BTW-percentages van toepassing zijn voor het afvalbe-heer en de recyclage (secundaire grondstoffen). Zo definieert een omzendbrief van 15 december 1970 een reeks stoffen en recuperatie-producten die genieten van een nultarief inzake BTW. Een Koninklijk Besluit van 20 juli 1970 definieert “de gerecupereerde stoffen” (afval) met een BTW-percentage van 6%.FEBEM vraagt om dit KB aan te passen om het gebruik van de gere-cycleerde stromen te stimuleren, en dus een verlaging van het BTW-tarief te kunnen voorzien voor alle gerecy-cleerde producten of secundaire grondstoffen.
In België moeten milieuheffingen momenteel opgenomen worden in
FEBEM vraagt één Paritair Comité voor
de bedienden in onze sector
De industriële milieusector groe-peert verschillende activiteiten die verbonden zijn met de ophaling en de verwerking van afval. Er zijn talrijke actoren aanwezig in deze sector, hetzij uit hoofde van hun hoofdactiviteit, hetzij uit hoofde van een bijkomende activiteit. Er zijn echter belangrijke ongelijkheden vast te stellen, zelfs binnen de ondernemingen die alleen bezig zijn
met afvalbeheer. Het is omwille van bovenvermelde redenen van essentieel belang dat onze sector voortaan zou worden
FEBEM vraagt toekomstige federale regering werk te maken van ondersteuningsbeleid voor Belgische Milieubedrijven
beschouwd als één volwaardige activiteit, en niet als deel uitmakend van meerdere verschillende acti-viteiten. Het Paritair Comité 142.04 moet dan ook verder uitgebouwd worden als het PC voor de arbeiders bij onze leden.
Voor wat betreft de bedienden is er momenteel discussie of deze moeten ondergebracht worden in het PC 226 of het PC 218. Het is van belang dat deze discussie snel kan stoppen en alle bedrijven ook hier op dezelfde manier behandeld worden. Ook al beseffen wij dat het PC 218 eerder als een restcomité wordt aanzien, toch is het duidelijk dat het PC 226 (logistiek) niet aansluit bij de werkelijke activiteiten van onze leden. Mogelijk biedt het PC207 (chemie) een “derde” weg?
Een aangepast fiscaal kader
De vergelijking tussen de mogelijk-
Ook FEBEM werd moedeloos toen ze het memoran-
dum, dat in 2007 opgemaakt werd voor de toenmalig
nieuwe federale regering, van onder het stof haalde.
Een hele reeks van onze vragen en bedenkingen zijn
nog altijd even relevant als toen. Enkel wat admini-
stratieve zaken, zoals verduidelijkingen voor afvaltran-
sporten in de ADR-wetgeving, kregen een oplossing
de laatste 3 jaar. We hopen op beterschap bij de
volgende federale regering, als die er eens komt.
De FEBEM-vragen situeren zich op 4 domeinen:
sociaal, fiscaal, veiligheid en milieu.
1
2
Werner Annaert, Algemeen directeur, FEBEM
Het Paritair Comité 142.04 moet dan ook verder uitge-bouwd worden als het PC voor de arbeiders bij onze leden.
FEBEM vraagt het gebruik van de gerecycleerde stromen te stimuleren, en een verlaging van het BTW-tarief te voorzien voor alle gerecycleerde producten of secundaire grondstoffen.
11
Ondersteuning materialenbeleid en
productie groene energie
Op het milieudomein zit er uiteraard veel bij de gewestelijke bevoegd-heden. We vragen bij de federale overheid bijzonder aandacht voor:
▪ het promoten van een hoog-waardig gebruik van gerecy-cleerde materialen: wij vragen van de federale regering een bredere ondersteuning van het hergebruik van deze materialen, door het gebruik daarvan te verplichten in lastenboeken en zeker door het materiaal toe te passen bij overheidsprojecten.
▪ bodemsaneringsprojecten: bodemverontreiniging van ter-reinen in overheidsbezit komt veelvuldig voor. In de eerste plaats denken we op federaal niveau daarbij aan terreinen van de NMBS en de militaire domeinen. Wij vragen hier van de overheid een voortrekkersrol en voorbeeldfunctie om de bestaande brownfields aan te pakken.
▪ injectietarieven: het niet door-rekenen van de injectietarieven voor de producenten van groene stroom gezien dit ingaat tegen alle huidige inspanningen om de productie van hernieuw-bare energie te bevorderen.
de verworpen uitgaven bij het be-rekenen van de maatstaf van heffing voor de vennootschapsbelas- ting. Voor de afvalsector is dit een absurde situatie gezien de bedrijven die de afvalheffingen betalen niet diegenen zijn die het afval pro-duceren maar wel diegene die het verwerken (stortplaatsen, verbran-dingsinstallaties) – dit in tegenstel-ling tot bv. de afval- en grondwa-terhef-fing of de mestheffing. De gewesten hebben omwille van gemaks-redenen gekozen voor een dergelijk systeem in de afvalsector gezien er dan veel minder hef-fingsplichtigen zijn dan mocht elke afvalproducent belast worden. Als dank voor de dienstverlening die de afvalbe-drijven aanbieden aan het gewest (nl. het innen bij de afval-producent en doorstorten van de
heffing aan de gewesten) moeten ze nu op die heffing nog eens vennoot-schapsbelasting betalen. Wij vragen dan ook dat de afvalheffingen fiscaal aftrekbaar worden gemaakt.
Meer veiligheid in de sector
FEBEM is bezorgd over de veiligheid van het personeel van haar leden. Uit een interne bevraging blijkt dat het grootste arbeidsrisico ligt bij de
inzameling van afvalstoffen. Onze leden stellen immers een verhoging vast van het aantal arbeidson-gevallen in het verkeer. Tegelij- kertijd worden de arbeiders regel-matig geconfronteerd met agressief gedrag van de weggebruikers.
Verder stellen we vast dat de laders momenteel niet beschermd worden door de wegcode, gelet op het feit dat zij de wegcode moeten respec-teren en dus enkel mogen over-steken op zebrapaden! Dit is uiter-aard niet realistisch bij het inzamelen van afvalstoffen die overal langs de weg worden aangeboden.
Wij zouden structurele oplossing-en willen aanbrengen zodat ons personeel in alle veiligheid, be- schermd door de wetgeving zou kunnen werken. FEBEM is bereid om ook zelf een actie op te zetten , zoals de zichtbaarheid van onze voer-tuigen en ons perso-neel verbeteren. Maar ook wat dat betreft laat de huidige regelgeving ons weinig toe!
Inzake het plaatsen van meet-portieken voor radioactief afval vragen we van de overheid een meer risicogebaseerde aanpak en meer maatregelen aan de bron.
3
4
Als dank voor de dienstverle-ning die de afvalbedrijven aanbieden aan het gewest (nl. het innen bij de afvalproducent en doorstorten van de heffing aan de gewesten) moeten ze nu op die heffing nog eens vennootschapsbelasting betalen.
Wij zouden structurele oplos-singen willen aanbrengen zodat ons personeel in alle veiligheid, beschermd door de wetgeving zou kunnen werken.
Wij vragen hier van de overheid een voortrekkersrol en voorbeeldfunctie om de bestaande brownfields aan te pakken.
12
Wat houdt deze intentieverklaring in?
FEBEM en COBEREC
streven naar de uitbouw
van één nieuwe confederatie in de
loop van 2011 die paritair door beide organisaties wordt bestuurd. Deze confederatie zal bestaan uit 4 fede-raties (Schroot, Textiel, Papier, het huidige FEBEM) en op die manier aansluiten bij de structuur van het paritair comité 142. Elk van de 4 fe- deraties zal autonoom beslissen over de voorwaarden voor lidmaatschap.
FEBEM en COBEREC gaan samenwonenTwee milieufederaties bundelen krachten
COBEREC vertegenwoordigt al sinds jaar en dag verschillende sectoren van recuperatiebe-
drijven. De oudste – en nog steeds belangrijkste sector- is de afdeling ‘Metalen’ van COBEREC.
Maar daarnaast heeft COBEREC ook een aparte werking voor de recuperanten van textiel, oud
papier en kunststoffen. COBEREC staat voor de Confederatie van de Belgische Recuperatie.
Elke afdeling heeft dan ook haar eigen VZW, met de daarbij horende autonomie. Gezien er de
laatste jaren binnen FEBEM een werking was ontstaan voor Afgedankte Elektrische en Elektro-
nische Apparaten, voor kunststoffen en voor oud papier, deden COBEREC en FEBEM steeds
meer dubbel werk. Bovendien werden er steeds meer KMO’s en familiale bedrijven lid van
FEBEM en had je ook verschillende bedrijven die bij de twee federaties lid waren. Het werd dan
ook meer en meer duidelijk dat het niet meer dan logisch zou zijn mochten de twee federaties
gaan samenwerken. In het voorjaar van 2010 ondertekenden de twee federaties dan ook een
intentieverklaring.
secretariaat, ondersteund door het COBEREC-secretariaat. De leden van deze werkgroep kunnen beroep doen op de diensten van COBEREC. Als deze werkgroep naar buiten treedt, gebruikt ze de naam “FEBEM-COBEREC-Plastics”.
COBEREC blijft het secretariaat voeren van het sociaal fonds van de paritaire comités 142.01, 142.02, 142.03 en 142.04. Eenmaal de huidige procedure afgerond van de hervorming van het PC 142.04 (voor-zien midden 2010) wijzigt de be-slissingsmacht langs werkgevers-zijde binnen het sociaal fonds zoals
FEBEM en COBEREC wensen stapsgewijs te
werken met volgende actiepunten:
Het fysiek samenbrengen van de beide secretariaten op een nieuwe locatie in Brussel.
Het opstarten van een over-legplatform voor AEEA (met volledig behoud van de autonomie van FEBEM en COBEREC terzake).
Het vereffenen van COBEREC Plastics en de opname van de huidige leden van COBEREC Plas-tics die nog geen lid zijn bij FEBEM in de FEBEM-structuur. De eigen-heid van de familiale onafhankelijke recuperant wordt gerespecteerd binnen de werking en de structuur van FEBEM. De organisatie van de FEBEM-COBEREC-werkgroep Plastics berust bij het FEBEM-
1
2
2.1
2.2
2.3
2.4
De organisatie van de FEBEM-COBEREC-werkgroep Plastics berust bij het FEBEM-secretariaat, ondersteund door het COBEREC-secretariaat.
Werner Annaert, Algemeen directeur, FEBEM
13
overeengekomen tussen FEBEM en COBEREC. Indien de werkgevers het sociaal fonds van het PC 142.04 blijven beheren, zal FEBEM het se-cretariaat van COBEREC aanduiden voor het voeren van het secretariaat van het fonds. De FEBEM-directie zal de werkzaamheden van het COBEREC-personeel hieromtrent mee aansturen.
Wat de samenstelling van de werkgeversdelegatie in het paritaire comité 142.04 betreft zal de ene zetel van COBEREC worden in-genomen door een persoon van het COBEREC-secretariaat. FEBEM kan beroep doen op het COBEREC-secretariaat voor ondersteuning bij de werkzaamheden in het paritaire comité 142.04
De vzw Coberec Paper veran-dert van naam in “Coberec FEBEM Paper” (CFP) en de statuten worden aangepast. De werking van de FEBEM-werkgroep Papier wordt on-dergebracht bij CFP. Het COBEREC-secretariaat coördineert de vzw COBEREC-FEBEM Paper, onder- steund door het FEBEM-secretariaat.
De leden van CF Papier en FC Plastics worden beschouwd als lid van COBEREC en lid van FEBEM.
FEBEM en COBEREC-besturen overleggen regel-
matig om stapsgewijs te komen tot de nieuwe Confederatie. (2010-2011)
3
2.5
2.6
2.7
Beide federaties zijn ervan overtuigd dat ze een belangrijke stap zetten naar een verdere professionele verdediging van de bedrijven actief in het helpen van het omzetten van afvalstoffen in nieuwe materialen en brandstoffen. Het sluiten van de kringloop staat centraal in hun activiteiten. Meer info bij [email protected] of [email protected]
Het COBEREC-secretariaat coördineert de vzw COBEREC-FEBEM Paper, ondersteund door het FEBEM-secretariaat.
14
Werkgroep QESH: Quality, Environment, Safety and Health Technische werkgroep met veel expertise
worden daar regelmatig op een pijn-lijke manier mee geconfronteerd. Verder worden onze leden, zowel bij de constructie van installaties als bij contractbesprekingen voor een brandverzekering en besprekingen
na incidenten, vaak geconfronteerd met verschillende, of zelfs tegen- strijdige eisen vanwege de brand-weerdiensten en de verzekerings-maatschappijen. Om deze reden heeft de Werkgroep QESH een cel opgezet, die moet proberen om deze situatie te verbeteren. Hierover werden twee workshops georgani-seerd (één in elke taal), en er zullen
binnenkort initiatieven genomen worden om de verschillende actoren rond de tafel te brengen.”
De naam:
QESH is het letterwoord voor Quality, Environment, Safety and Health. Deze werkgroep houdt zich binnen FEBEM bezig met kwaliteit, veilig-heid, gezondheid en leefmilieu.
De structuur:
Jochen Aendenboom (J.A.):
“De deelnemers hebben twee specialiteiten : veiligheid en leefmi-lieu. Naargelang de leden, zijn dit twee aparte functies, of worden ze waargenomen door één en dezelfde persoon. De opvolging van de kwaliteitssystemen ligt eveneens, naargelang de leden, in handen van de dienst veiligheid of leefmilieu.”
De werking:
Eddy Van Eenoo (EVE):
“De agenda van de vergaderingen bestaat telkens uit twee aparte luiken. Meestal begint de vergade-ring ‘s morgens met de punten over veiligheid, terwijl de onderwerpen over leefmilieu in de namiddag worden behandeld. Tijdens de lunch kunnen de leden die bij de twee thema’s betrokken zijn, een beetje uitblazen, terwijl de anderen van deze korte pauze profiteren om elkaar te ontmoeten en te discus-siëren.”
FEBEM: Vanaf haar oprichting in 2006, heeft de groep zich gewijd aan een essentieel werk voor onze sector: zorgen voor een specifieke tool voor het opvolgen en analyseren van arbeidsongevallen in onze sector. Lukt dat?
EVE: “Vertrekkend van nul, hebben we gedetailleerde cijfers geana-lyseerd van talrijke leden, en dit over een periode van drie jaar. De resultaten daarvan zijn voorgelegd aan de Raad van Bestuur. Aan de hand van deze tool hebben de leden voor zichzelf jaarlijkse objectieven kunnen vastleggen om de veiligheid te verbeteren binnen hun onderne-ming. FEAD, onze Europese fede-ratie, heeft deze gegevens even-eens gebruikt om een Europees opvolgingsprogramma te lanceren, ondersteund door een charter dat is ondertekend door al haar leden. Sindsdien volgt de groep de alge-mene tendensen via een compilatie van de jaarlijkse veiligheidsversla-gen.”
FEBEM: Het andere grote aan-dachtspunt op het vlak van veilig-heid is de problematiek van bedrijfs-branden.
EVE: “Inderdaad. Het verwerken, en vooral het opslaan van afval is niet zonder risico, en tal van bedrijven
De werkgroep QESH bij FEBEM is een wat vreemde eend in de bijt. We overlopen even
waarom dit zo is en vroegen het aan Jochen Aendenboom (Veolia ES), voorzitter Milieu en Eddy
Van Eenoo (SGS Ewacs), voorzitter Veiligheid
Werkgroep in de kijker
We blijven pleiten voor een duidelijke, toepasbare en controleerbare wetgeving, één en dezelfde wetgeving voor iedereen.
Het verwerken, en vooral het opslaan van afval is niet zonder risico, en tal van be- drijven worden daar regel-matig op een pijnlijke manier mee geconfronteerd.
Baudouin Ska, Adjunct-directeur FEBEM
15
FEBEM: De lijst met de behandelde onderwerpen op het vlak van leefmi-lieu is bijzonder lang. We worden geconfronteerd met problemen die specifiek zijn voor elk gewest:
J.A.: “In het Vlaams Gewest worden we regelmatig geconfronteerd met de verschillende aanpak van de bevoegde autoriteiten (binnen de administratie voor leefmilieu LNE), provinciale verschillen, of verschillen naargelang de afdeling: vergunnin-gen of inspectie. We blijven pleiten voor een duidelijke, toepasbare en controleerbare wetgeving, één en dezelfde wetgeving voor iedereen. Daar waar FEBEM al structurele gesprekken heeft met Leefmilieu Brussel, OVAM, OWD en de over-eenstemmende ministeriële kabinet-ten, is dit nog niet het geval met het departement LNE. Maar beetje bij beetje is er verandering merkbaar, en we slagen er al in om overleg te organiseren wanneer de nood zich laat voelen.”
FEBEM: En Wallonië?
J.A.: “In het Waals Gewest is het gebrek aan een officieel statuut van de milieucoördinator (‘conseiller en environnement’) een echte handi-cap. De functie bestaat, de taken ook, maar de bedrijven zijn vrij om zich naar eigen goeddunken te organiseren, en er bestaat geen verzekering noch verplichting van
rapportering aan de directie voor deze adviseurs. Het zijn dus voor-namelijk « nationale » onderwerpen (zoals het toepassen van interna- tionale en Europese wetgevingen (ADR, Seveso, IPPC, CLP,…) of Vlaamse wetgevingen waarover wordt gedebatteerd: milieuversla-gen van het IMJV (Integraal Milieu-jaarverslag), emissienormen, onder-scheid tussen afvalwater en afval, …
Het is eveneens met deze specia-listen dat de nieuwe ontwerpwet-teksten of de wijzigingen daaraan (VLAREA, VLAREM,…) worden be-sproken, teneinde de standpunten van FEBEM ter zake te formuleren.”
Een dubbele structuur verdient een dubbele directie en ondersteuning: de voorzitter van het gedeelte Leefmilieu is Jochen Aendenboom (VEOLIA ES), voor veiligheid is dit (ad interim) Eddy Van Eenoo (SGS Ewacs). De coör-dinatie bij FEBEM ligt in handen van Mireille Verboven en Baudouin Ska.
Eddy Van Eenoo
Voorzitter veiligheid,
SGS Ewacs
Jochen Aendenboom
Voorzitter Milieu, Veolia ES
WEB: WWW.BELTYRE.BE
EMAIL: [email protected]
TEL.: +32-(0)89-65 64 11
Bespaar geld en verhoog uw productiviteit met onze innovatieve reeksSG Revolution banden. Deze duurzame band, ontworpen voor de meest veeleisende omgevingen, is bestand tegen sneden en scheuren veroorzaakt door losse en scherpe voorwerpen op de werkplek.Zo wordt verloren tijd ten gevolge vandure bandherstellingen tot eenminimum beperkt.
SG Revolution banden – erkendespecialisten in de afval- enrecyclingsector, doen onze klantentijd en geld besparen doordat er geen lekke banden meer hersteld moeten worden. Bovendien gaan ze langermee, kunnen ze gemakkelijk wordengemonteerd en bieden ze hetzelfde rijcomfort als gevulde luchtbanden, waardoor uw bestuurders en uwmachines langer productief blijven.
Bel ons vandaag nog en ontdek hoe wij uw afval- en recyclingactiviteiten productiever kunnen maken.
SG Revolution banden
SG Revolution: Maak komaf met lekke banden!
Advertentie 148x100 CMYK.indd 2 7/06/10 19:46Met milieubeleid ga je best om met kennis van zaken.
M-tech is gespecialiseerd in:
Milieuvergunningen
Externe milieucoördinatie
Milieuaudits en ISO
Veiligheidsrapportage en -studies
Milieueffectenrapportage en -studies
Open ruimte en planologie
Energiestudies
ADR-regelgeving
Afval- en bodemwetgeving
Hasselt Maastrichtersteenweg 210, 3500 Hasselt T.011/223240•F.011/234670
Gent Industrieweg 118/4, 9032 Gent T.09/2168000•F.09/3753617
Brussel Clovislaan 82, 1000 Brussel T.02/7340265•F.02/7346180
Namur Av. Comte de Smet de Nayer 2/28, 5000 Namur T.081/226082•F.081/229922
www.m-tech.be
B O VAenvironmental consulting
Ruime ervaring en expertise in:
Stortplaatsbeheer (erkend deskundige, inrichtings- en afwerkingsplannen, ...)
Studies TOP, grondreiniging en baggerwerken (inrichting, ...)
Afvalstoffenstudies en -beheer (optimalisatie beheer, gebruikscertificaten, ...)
Haalbaarheidstudies (milieutechn., fin.-econ., maatsch. aanvaardbaarheid, ...)
Milieueffectenrapporten (MER, ontheffingsnota’s, ...)
Milieueffectenstudies (impactbepaling, remediërende maatregelen, ...)
Milieucoördinator (extern, bijstand, ...)
Milieuvergunning (opmaak, begeleiding, ...)
Milieuauditing (due diligence, compliance, ...)
Bodemstudies (erkend Bodemsaneringsdeskundige type II)
Bodemonderzoeken (oriënterende en beschrijvende bodemonderzoeken)
Bodemsaneringsprojecten (ook begeleiding van saneringswerken)
Grondverzetstudies (technisch verslag, studie ontvangend terrein, ...)
Second opinions (bodemonderzoeken, milieumanagement, ...)
Authority engineering (haalbaarheid, onderbouwing, overleg overheden, ...)
Expertise en bemiddeling (conflictbemiddeling, ...)
Geert Bogaert, GSM 0495 274 185 - [email protected]
Wetenschapspark 1 (Greenbridge, Plassendale I) - B-8400 OostendeTel. 059 33 92 51 - Fax 059 33 92 59
Wellingstraat 102 - B-9070 DestelbergenTel. 09/328.11.40 - Fax 09/328.11.50
Nieuw adres vanaf dec 2010:
advertentie-bova.indd 1 30/09/2010 15:26:50
17
de slechte beton wordt verwijderd en de bewapening in perfecte staat blijft. Deze techniek past uitstekend bij het herstellen van bruggen. Het afgelopen jaar heeft Smet Jet zelfs een tunnel van 80 meter lang en een diameter van 2 meter gecreëerd in een stuwdam, en dat enkel met water.”
FOCUS: “Reiniging, afbraak, dit zijn milieubegrippen. Is Smet Jet dan een echt milieubedrijf?”
PS: “Sinds jaar en dag wordt bij ieder project en iedere activiteit aan het milieu gedacht. Ook bij hydro-demolition wordt het water herbruikt. Soms hoort men over water spreken als het “goud van de toekomst” dus het is normaal dat er zuiniger wordt mee omgesprongen. Het zuiveren en hergebruiken/recycleren van het reinigingswater en diverse soorten slib is een activiteit die binnen Smet Jet is ontstaan eind jaren ’80. Tien jaar later werd de vennootschap ATOX opgericht, die actief is in de Benelux, Duitsland en Frankrijk met als hoofdactiviteit het mobiel ont-wateren van alle soorten slib om zo het afval volume te reduceren. De vrijgekomen afvalstoffen worden af-gevoerd naar erkende verwerkings-centra, waaronder “Atech” het des-tijds door Smet Jet mee opgerichte bedrijf in Luik, inmiddels door fusie het wel gekende Revatech.”
FOCUS: “Diversificatie vraagt coördinatie. Hoe heeft Smet Jet dit aangepakt?”
Yves Van Nevel (YN): “Door interne en externe groei werd midden 2008 besloten om de vennootschap Jet Inter en de vennootschap Edelweiss
Hoe het begon
Philip Smet (PS) legt ons uit hoe alles is gestart.
PS: “ Smet Jet is in 1974 ontstaan uit de rioolreinigingsactiviteit binnen de groep Smet Boring, ontwikkeld in de jaren ’60. Het was snel duidelijk dat niet alleen gemeenten en steden be-hoefte hadden aan reiniging van hun leidingnet, maar dat ook heel wat bedrijven hier vragende partij voor waren. We besloten dan ook om een vestiging te openen in de Antwerpse haven. Op die manier konden we de sterk opkomende raffinage, (petro-)chemische sector ondersteunen bij het inwendig reinigen van hun installaties zoals warmtewisselaars, reactoren, leidingen, tanks, …In 1978 werd de vestiging in Oevel (Westerlo) ingehuldigd en dit is nog steeds onze hoofdvestiging waar diverse diensten gecentraliseerd zijn zoals de engineering, ontwikkeling, onderhoud en alle administratieve diensten. Ook onze afdeling Waste
is hier gevestigd. De ligging werd uitgekozen door de sterke aanwezig-heid van de chemische, farmaceu-tische en metallurgische nijverheid. Voor de start van de activiteiten in Wallonië werd “Jet Inter” in het leven geroepen met vestigingen in Luik en Charleroi.”
FOCUS: “De technieken evolu-eren meestal snel. Is dit ook bij u het geval?”
PS: “De gebruikte waterdebieten en -drukken van in de jaren ‘70 zijn niet meer te vergelijken met deze die nu worden aangewend voor bepaalde niches waarbinnen Smet Jet markt-leider is. Voor hydrodemolition en koudsnijden van staal spreekt men van drukken tot 3000 bar en water-debieten tot 25.000 liter/uur. “
FOCUS: “Hydrodemolition, wat is dat eigenlijk?”
PS: “Dit is een trillingsvrije gerobo-tiseerde techniek waarbij uitsluitend
Smet Jet, een bedrijvengroep in beweging!
Smet Jet is al enige tijd lid van FEBEM. Oorspronkelijk
was dat als Edelweiss uit Oostende maar toen dat opging
in Smet Jet, werd de hele groep FEBEM-lid. We kennen
het bedrijf ondertussen als een stille kracht binnen onze
federatie. Het werd dus tijd om hen eens in de kijker te
plaatsen in het FEBEM-ledenblad. Tijdens de afgelopen
zomermaanden, schoven we aan bij de sturende krachten
van de groep, Philip Smet, afgevaardigd bestuurder en
Yves Van Nevel, Business Unit Manager.
Baudouin Ska, Adjunct-directeur FEBEM
Lid in de kijker
18
(Oostende) te laten fusioneren met Smet Jet. De kennis en ervaring die voordien verspreid waren, zijn nu in iedere vestiging te vinden en kunnen wij zo streven naar een uniforme werkwijze in gans België. Deze werkwijze komt iedere klant ten goede. Aandacht voor veiligheid en milieu tot op de werkvloer is steeds onze troef geweest, in Vlaanderen is Smet Jet al sinds 1996 VCA** gecertificeerd. Deze doorgedreven mentaliteit is nu uniform over heel België.”
PS: “Naast de groep Smet Jet, met haar 5 Belgische vestigingen, zijn wij tevens actief in Frankrijk met de vennootschap Jet Inter France met een vestiging te Lorgies(Lille) en een vestiging te Reims van waaruit wij dezelfde activiteiten ontwikkelen.
In België is naast de firma ATOX de groep Smet Jet ook eigenaar van Franssens Cleaning Services (che-misch reinigen, beitsen en passive-
ren) met vestiging te Sint-Gillis-Waas en hebben we een participatie in een bodemonderzoeksbureau (Rimeco te Tienen). We zijn ook medeoprich-ter van Z-Staffing (uitzendsector met kantoren te Antwerpen, Beringen, Genk, Dilsen, Sint-Truiden,..). U ziet: een bedrijvengroep in beweging.”
FOCUS: “Met zoveel kennis en ex-pertise in huis, hoe ziet u de rol van FEBEM?”
YVN: “Zowel aan de zijde van de sector, als aan de zijde van de over-heden is FEBEM de laatste jaren een begrip geworden waar niemand nog omheen kan. Voor Smet jet NV is het belangrijk steeds op de hoogte te blijven van de meest recente wijzi- gingen, correcte informatie en de visie van de overheden met betrek-king tot de sector. FEBEM geeft “eerstelijns” informatie onder andere via de Newsflash, de dagelijkse krantenartikels, de Focus, berichten verstrekt door de overheden en leden enz… Ook de verschillende opleidingen en informatieverga-deringen vormen hierin een meer-waarde.Als je vaststelt welke inzet en kracht er uitgaat van de werkgroepen, de
periodieke bijeenkomsten met de overheden zoals OVAM, LNE,..., betekent dit dat die instanties FEBEM beschouwen als “de sector” en zij de federatie aanspreken als zij de sector willen betrekken bij het beleid. Vandaar dat het voor Smet jet NV een must is om actief deel uit te maken van deze federatie. Daarenboven zorgt FEBEM onder andere door haar beleidsverklaring voor een gelijk speelveld, zonder
afbreuk te willen doen aan de vrije markt. Door proactief in te spelen op, en zelfs bij te sturen van de visie of voorstellen van de overheden, krijgen de bedrijven de kans om zich snel en correct aan te passen aan de wetgeving.”
Wenst u meer te weten over de groep Smet Jet, raadpleeg hun website www.smetjet.be
Door interne en externe groei werd midden 2008 besloten om de vennootschap Jet Inter en de vennootschap Edelweiss (Oostende) te laten fusioneren met Smet Jet.
Zowel aan de zijde van de sector, als aan de zijde van de overheden is FEBEM de laatste jaren een begrip geworden waar niemand nog omheen kan.
Naast de groep Smet Jet, met haar 5 Belgische sites, zijn wij tevens actief in Frankrijk met de vennootschap Jet Inter France met een vestiging te Lorgies(Lille) en een vestig-ing te Reims van waaruit wij dezelfde activiteiten ontwikke-len.
Yves Van Nevel
Smet Jet
Philip Smet
Smet Jet
SGS Environmental Services (Benelux)
Laboratory Testing Services
Air Monitoring & Related Field Services
Studies & Assessments’ Services
Geotechnical & Soil Services
Waste & Chemicals’ Services
On-site sampling Air Environmental impact Geotechnical testing Waste management
Courier & sample collection
OdourIndustrial & product
safetyPollution investigation Emergency response
Enivilab soil & water Asbestos Noise & vibrations Drilling & sampling Repack
institute for Applied Chromatography (IAC)
Occupational healthCompliance, auditing &
climate changeTraceability verification Reach
19
SGS Environmental Services“Environmental Expertise & Excellence”
marktspeler. Mee omwille van de constant evoluerende markt-omstandigheden werden via een acquisitiebeleid externe bedrijfs-onderdelen toegevoegd en zo nodig ook geherpositioneerd.
De structuur en diensten van vandaag
Het huidige team bestaat uit een 300-tal gespecialiseerde en gekwa-lificeerde medewerkers met uiteen-lopende maar zeer complementaire kwalificaties.
Caers: “Gelet op het regionale ka-rakter van de milieu- en veiligheids-wetgeving werd het operationele kantorennetwerk geografisch ge-spreid ingeplant (ook in functie van een optimale klantennabijheid). In België zijn er kantoren in Antwerpen, Melsele, Bertem, Gent en Gembloux.
SGS heeft een duidelijke missie
Paul Caers, Marketing & Sales Manager: “Als toonaangevend milieubedrijf is SGS Environmental Services een neutrale en onaf-hankelijke leverancier van gespe-cialiseerde en geïntegreerde milieu- diensten. Dit dienstenpakket vertrekt van veldwerk en bemonsteringen en gaat over onsite metingen en labora-toriumanalyses tot deskundig onder-zoek & onafhankelijke advisering. Wij leveren een brede ondersteuning aan industrieën en overheden bij de toepassing van een duurzaam milieu- en veiligheidsbeheer.”
SGS Environmental Serv-ices heeft al een mooie historiek
Het is één van de tien autonome ‘business lines’ binnen de bedrijfs- structuren van SGS Belgium NV/SA. Caers: “In de periode 2000 t.e.m. 2003 is SGS Environmental Services gradueel tot stand gekomen na con-solidatie van de destijds bestaande milieudivisies zoals ondermeer SGS EcoCare Consultants, SGS IAC, Geologica, SGS Depauw & Stokoe, etc. Sinds midden de jaren tachtig zijn een aantal van voormelde bedrijven reeds ononderbroken actief als pionier en dominante
Een van de eerste FEBEM-partners was SGS. Een
logische keuze want SGS is van vele markten thuis en
werkt al vele jaren met heel wat FEBEM-leden samen. De
samenwerking tussen FEBEM en SGS was dan ook van
in het begin gericht op het verder ondersteunen van de
milieubedrijven.
Gelet op het regionale karakter van de milieu- en veiligheidswetgeving werd het operationele kantorennetwerk geografisch verspreid
Partner in de kijker
Baudouin Ska, Adjunct-directeur FEBEM
20
In overeenstemming met de toepas-selijke wettelijke voorwaarden en reglementeringen beschikt SGS Environmental Services voor al haar activiteiten over een brede waaier van regionale, federale en interna-tionale erkenningen, accreditaties, certificaties alsook andere relevante ‘credentials’ (bijv. de structurele deelname aan interlaboratorium-onderzoeken).”
De dienstenportfolio en bijhorende operationele structuur van SGS Environmental Services kan als volgt geclusterd en schematisch voor-gesteld worden:
De SGS milieulaboratoria stellen zich ondermeer tot doel om innovatief en reactief te focussen op allerlei acute analysebehoeften als gevolg van diverse crisissen en calamiteiten, evenals nieuwe wetgevende initia-tieven. Ervaring heeft aangetoond dat de integratie van de keten milieu – veiligheid – voeding – gezondheid – duurzaamheid in toenemende mate aandacht krijgt, en vervolgens leidt tot gespecialiseerd (labo)onderzoek.
De ruime waaier van diensten die door de internationale SGS Groep(*) aangeboden wordt, (bijv. analyse van voedingswaren, klinisch en ge-neesmiddelenonderzoek, statutaire controles van liften en elektriciteit,
gebouweninspecties, certificering van managementsystemen, ...) draagt uiteraard bij tot een verbre-ding van kennis, de uitwisseling van internationale expertise en talrijke synergie-effecten. Deze verrijkende ‘cross business’ interacties im-pliceren eveneens een substantiële toegevoegde waarde voor onze (internationale) opdrachtgevers.
Ten slotte wijst Paul Caers ook nog op het belang van hun “Integriteit”. Caers: “Dit loopt als een rode draad
doorheen alle activiteiten van de SGS Groep waardoor alle medewerkers strikt gebonden zijn aan een profes-sionele gedrags- en integriteitscode. Met deze kernwaarde wordt aan de professionaliteit van SGS en al haar medewerkers een extra dimensie toegekend”.
(*)SGS is wereldleider op het gebied van inspectie, controle, analyse en certificering. SGS is de global benchmark inzake kwaliteit en inte-griteit. SGS beheert een netwerk van ca. 1 000 kantoren en laboratoria met meer dan 59 000 werknemers.
20
De ruime waaier van diensten die door de internationale SGS Groep(*) aangeboden wordt, draagt bij tot een verbreding van kennis, de uitwisseling van internationale expertise en talrijke synergie-effecten.
SGS is wereldleider op het gebied van inspectie, controle, analyse en certificering. SGS is de global benchmark inzake kwaliteit en integriteit.
Paul Caers - SGS
www.sgs.com
WHEN YOU NEED TO BE SUREwww.sgs.com
• LABORATORIA
• LUCHTMETINGEN
• REACH & SDS
• MILIEU-ADVIES
• VEILIGHEIDSSTUDIES
• GEOTECHNIEK
• GELUID & TRILLINGEN
SGS IS THE WORLD’S LEADING INSPECTION, VERIFICATION, TESTING AND CERTIFICATION COMPANY
adv SGS-febem_3.indd 2 30/04/09 12:24
22
23
2424
25
The reflection of quality
driven by quality
DAF Trucks België • Telefoon: 03/710.14.11 • Telefax: 03/710.14.02 • www.daf.be • Geef voorrang aan veiligheid
DAF_RANGE_2010_A4_B.indd 1 18-03-2010 13:04:52
26
Terugblik op het sorteren van industrieel verpak-kingsafval
Al meer dan 10 jaar verleent VAL-I-PAC financiële ondersteuning aan bedrijven die hun industrieel verpak-kingsafval sorteren. Deze financiële ondersteuning ver-taalt zich enerzijds in premies voor het recycleren van verpakkingshout en –plastic en anderzijds in een tussenkomst in de kosten voor het huren van selectieve containers voor alle soorten industriële verpakkings-materialen (de containerpremies).
Meer en meer bedrijven sorteren hun verpakkings-afval
Uit de analyse van de bij VAL-I-PAC geregistreerde gegevens blijkt dat
het aantal bedrijven dat van de financiële stimulansen geniet, con-stant evolueert. In het algemeen stelt men vast dat het aantal bedrijven dat overgaat tot het sorteren van hun industrieel verpakkingsafval in 8 jaar tijd verdubbeld is, van 9.985 in 2002 tot 20.551 in 2009.
Verhoogde aanwezigheid van kleine bedrijven
De ophaling van het afval gebeurt door afvalbedrijven die hiervoor erkend zijn bij VAL-I-PAC. Het zijn de zogenaamde « operatoren ». De inspanningen die door de opera-toren worden geleverd op het vlak van het informeren van de bedrijven, zorgden er ook voor dat meer en meer kleine bedrijven hun verpak-kingsafval apart zijn gaan houden en hiervoor VAL-I-PAC-premies ontvan-
gen. De communicatiecampagnes die door VAL-I-PAC zijn gevoerd, hebben dat ook positief beïnvloed. Momenteel bestaat 85% van de bedrijven die van de premies geniet, uit bedrijven met minder dan 50 werknemers. Deze bedrijven zijn nu twee keer zo talrijk als in 2002 : hun aantal is gestegen van 8.003 in 2002 naar 17.487 in 2009
De container voor papier/karton : een zekere waarde !
Met een gemiddelde van 1,2 contai-ners per bedrijf waar hij uitstaat, is de rolcontainer voor papier/karton
Steeds meer KMO’s houden bedrijfsmatig verpakkingsafval selectief
KMO’s halen achterstand selectieve inzameling verder in
25.000
2002
< 10 person. > 10-49 person. > 50-249 person. > 250 person.
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
20.000
15.000
10.000
5.000
0
Aantal bedrijven dat VALIPAC premies ontvangt
Momenteel bestaat 85% van de bedrijven die van de premies geniet, uit bedrijven met minder dan 50 werknem-ers. Deze bedrijven zijn nu twee keer zo talrijk als in 2002: hun aantal is gestegen van 8.003 in 2002 naar 17.487 in 2009
Ingrid Bouchez, Valipac
27
Momenteel bedraagt de hoeveel-heid industrieel verpakkingsafval in het restafval nog slechts 4%.
We kunnen dus zeker besluiten dat de Belgische bedrijven, waaronder heel wat KMO’s elk jaar meer in-spanningen leveren op het vlak van sorteren. Dankzij het werk van de operatoren en de financiële steun van VAL-I-PAC, liggen er nog mooie dagen in het verschiet voor het selectief sorteren van industrieel verpakkingsafval.
de meest geplaatste container. De evoluties in de plaatsing van deze container tonen dan ook algemeen de evolutie van het selectief sor-teren. Het aantal rolcontainers voor de ophaling van papier/karton is gestegen van 10.899 eenheden in 2002 naar 19.292 eenheden in 2009, aldus goed voor een gemiddelde jaarlijkse groei van 9%.
Steeds meer zakken voor de ophaling van plastic folie
Ook de zakken voor de ophaling van plastic verpakkingsfolie worden steeds populairder. Het aantal zakken dat wordt verkocht, is immers meer dan verdrievoudigd
sinds 2002. Het aantal gebruikers is gestegen van 1.872 in 2002 naar 4.461 in 2009. Als we bij dat laatste cijfer nog de bouwaannemers tellen die gebruik maken van de zakken van het Clean Site System voor hun werfafval, zijn er bijna 8.500 ge-bruikers van de plastic zakken. Het verbaast ons niet dat het opnieuw de bedrijven met minder dan 50 werk-nemers zijn die het meest gebruik maken van de plastic zakken. Zo’n 83% van de zakken die door de operatoren verkocht worden, wordt gebruikt door KMO’s.
Daling van de aanwezig-heid van industriële ver-pakkingen in het restafval
Om na te gaan of er meer verpakking- en aan de bron worden gesorteerd, kan ook gekeken worden naar de hoeveelheid industrieel verpak-kingsafval die nog in het industrieel restafval zit. Elk jaar vermindert het industrieel verpakkingsafval (in dit geval papier/karton en plastic) dat in het restafval zit met ongeveer 11%.
25.000
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
20.000
15.000
10.000
5.000
0
Evolutie van het aantal rolcontainers voor papier-karton
Het aantal rolcontainers voor de ophaling van papier/karton is gestegen van 10.899 eenheden in 2002 naar 19.292 eenheden in 2009, aldus goed voor een gemiddelde jaarlijkse groei van 9%.
28
Minerale afvalstoffen zoals bouw- en sloopafval, gieterijzand of
verbrandingsresidu’s kunnen worden opgewaardeerd tot een
nieuwe grondstof. Tal van procédés staan ter beschikking om
waarde uit afval te creëren, ook uit andere dan minerale afval-
stromen zoals biologisch afval of industrieel slib. De voordelen
zijn legio: een besparing op de kosten van afvalverwerking en
de aankoop van nieuwe grondstoffen, en mogelijk een nieuwe
business vanuit de ‘secundaire grondstof’.
VITO ondersteunt KMO’s bij innovatie in afvalsector
Van afval naar innovatieve business
Bezint eer ge begint
Bij het opstarten van nieuwe business op basis van afvalherge-bruiksmogelijkheden komt er een en ander kijken. Een eenvoudig, maar solide plan voorkomt ontgoocheling-en.
Stap 1
Belangrijk is het ‘afval’ eerst te ka-rakteriseren, zich te vergewissen van de geldende beleidsregels op het vlak van afval versus grondstof, en de theoretische hergebruiksmoge-lijkheden in kaart te brengen.
Stap 2
Vervolgens is het aangewezen enkele parameters te evalueren: de technische eigenschappen van het afval, de homogeniteit, het volume, de contaminatie, enz. Op econo-misch vlak moeten o.a. continuïteit, waarde en mogelijke afnemers worden bekeken. Een spectrumkaart vat de hergebruiksmogelijkheden van een afvalstroom overzichtelijk samen. De meest beloftevolle toe-passingen tekenen zich snel af.
Stap 3
Voor de beloftevolle piste test de onderneming in de volgende stap de effectieve behandelingsstappen en de technologische parameters ervan in detail uit. Mogelijk moet ze een beroep doen op een organisatie die over de juiste infrastructuur beschikt voor deze testen op laboschaal. Als ook deze uitkomst positief is, kan de business rond de nieuwe grondstof opgestart worden.
Stap 4
Een marktonderzoek geeft zicht op de afzet- en opnamecapaciteit in Vlaanderen en daarbuiten. Het goed opvolgen van toekomstige ontwikkelingen is belangrijk. De businesscase kan grondig wijzigen door externe factoren. Een verbod op storten van afval, het openstel-len van de grenzen voor afvaltran-sport, het beschikbaar komen van financiële steun voor een haalbaar-heidsonderzoek, een go-to-market of een investering in een innovatieve shredderinstallatie, enz … het kan de businesscase grondig wijzigen. Blijken ook deze scenario-evaluaties
positief, dan is de onderneming aan zet. Met de juiste focus kunnen in Vlaanderen zo nog heel wat kiemen voor zinvolle business vanuit afval-valorisatie tot ontwikkeling worden gebracht. Niettemin: bezint eer ge begint!
1
2
3
4
Brandwerendmateriaal
Sportschoenen
Sportvloeren
Wegenbouw
Geluidsisolatiematerialen
Calorischeisolatiematerialen
Spectrumkaart van hergebruiksmogelijkheden
Afvalstroom “puingranulaat”
Vloerbekleding speeltuinen
Korrelmixen
Funderings-producten
10
8
6
4
2
Een spectrumkaart vat de evaluatie van
hergebruiksmogelijkheden van een afval-
stroom overzichtelijk samen. In de vervolg-
stappen wordt diepgaand inzicht verworven
in de slaagkansen van de diverse opties,
zowel technisch als economisch.
Bron: VITO NV
Carine Van Hove, VITO
Met de juiste focus kunnen in Vlaanderen zo nog heel wat kiemen voor zinvolle business vanuit afvalvalorisatie tot ontwikkeling worden gebracht. Niettemin: bezint eer ge begint!
29
Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de Vlaamse overheid. VITO neemt de administratie van de subsidieaanvraag op zich en de korting wordt onmiddellijk verrekend op de factuur. Wanneer relevant,
wijst VITO ook de weg bij de bedrijfs-economische aspecten die bij het ontwikkelen van een nieuwe produc-tielijn, een nieuwe markt, een nieuwe dienst… komen kijken. Bijvoorbeeld: een marktonderzoek, de zoektocht naar kapitaal, team engineering.
Inspiratieworkshop over innovatieve valorisatie-trajecten voor afval
Op 9 december organiseert FEBEM een workshop over innovatie in de milieu-industrie. In één van de onder-werpen schetst VITO de diverse mogelijkheden om innovatieve busi-ness rond afval te creëren. Zowel het aanmaken van een secundaire
grondstof uit mineraal afval, als het energetisch of nutritioneel valori-seren van biologisch afval komt aan bod. Enkele cases illustreren en inspireren.
Afval als innovatieve sector
Afval is nu al een belangrijke en innovatieve sector in Vlaanderen. Aangemoedigd door de beschik-bare kennis en kunde over milieu- en energievriendelijke technologieën bij onderzoeksinstellingen, ontkiemen nieuwe businessideeën en ontstaan nieuwe bedrijven. Kmo’s zijn door hun wendbaarheid goed geplaatst om in dit marktspel, dat vaak op Europese schaal moet worden gespeeld, als eerste een rol op te nemen. Ze zijn door de voortdurende kennisuitwis-seling en –absorptie in staat om een stap vóór te blijven. Hun voorsprong beperkt zich bovendien niet tot de eigen regio of het puur technolo-gische: de Vlaamse knowhow om bijvoorbeeld milieubeleid op het vlak van afval mee vorm te geven, is een prima exportproduct.
Voorrang aan preventie: clean technologies en systeeminnovaties
Belangrijk blijft echter om niet alleen in te spelen op de end-of-processproducten die afval zijn. Net zoals de niet gebruikte Watt de goedkoopste is, is geen afval produceren het meest verkieslijk. Preventie is trouwens de hoogste trede in de zogenaamde Ladder van Lansink. Projecten met een hoog ‘cradle-to-cradle’-gehalte genieten ook voorrang bij het zoeken naar (co)financieringsmogelijkheden. Om op voldoende grote schaal effect te sorteren, moet al van bij het ontwerp van producten het no-wastescenario worden vooropgesteld. Er wordt best gewerkt vanuit procesgeïntegreerde schone technologieën of clean tech-nologies, in plaats van enkel end-of-pipe- of end-of-lifeoplossingen. Ook systeeminnovaties, waarbij in de hele keten wordt samengewerkt ter voorkoming van afval of om model-len voor optimale herinzetbaarheid van afval uit te werken, zijn heel ambitieus en het nastreven waard.
Technologische en finan-ciële steun gekoppeld aan ondernemerschap
VITO staat bedrijven met technolo-gische en financiële steun bij om de groene economie verder gestalte te geven. Projecten rond afvalherge-bruiksmogelijkheden en de haal-baarheid van procesgeïntegreerde oplossingen of, waar het niet anders kan, end-of-pipeoptimalisaties behoren tot de mogelijkheden. Bij een haalbaarheidsstudie genieten Vlaamse kmo’s minstens 66 % sub-sidies. Die komen van het Europees
Brandwerendmateriaal
Sportschoenen
Sportvloeren
Wegenbouw
Geluidsisolatiematerialen
Calorischeisolatiematerialen
Spectrumkaart van hergebruiksmogelijkheden
Afvalstroom “puingranulaat”
Vloerbekleding speeltuinen
Korrelmixen
Funderings-producten
10
8
6
4
2
Bij een haalbaarheidsstudie genieten Vlaamse kmo’s minstens 66 % subsidies.
Op 9 december organiseert FEBEM een workshop over innovatie in de milieu-industrie.
30
Als we sommigen mogen geloven, zouden de dagen van het afval geteld zijn. De eco-designers
herdenken immers de hele levenscyclus van de producten, van de industriële productieproces-
sen tot het « nagebruik » ervan. Hun objectief is daarbij : het bouwen van niet-vervuilende
fabrieken, die producten fabriceren die niet schadelijk zijn voor het milieu en 100% recycleerbaar.
De producten die volgens deze principes gecreëerd worden, dragen vandaag de dag een nieuw
kwaliteitsmerk : Cradle to Cradle. Maar de dingen zijn niet zo simpel als deze promotors van een
groene industriële revolutie dromen…
Waalse milieubeweging over afval- en milieubeleid:
“Beter voorkomen dan genezen”
Véronique Paternostre, adviseur afval, Inter Environnement Wallonie
Deze visie verschilt immers nog altijd duidelijk van de traditionele ecologische benadering. In plaats te proberen de consumptie te vermin-deren, wil de visie immers nieuwe industriële processen uitvinden om kringlopen te sluiten (hetzij door het teruggeven van het materiaal aan de bodem in de vorm van “biologische voedingsstoffen”, hetzij door het te- ruggeven aan de industrie in de vorm van “technische voedingsstof-fen” die onbeperkt kunnen gerecy-cleerd worden). Hoe verleidelijk dit ook mag zijn, deze idealiserende benadering vergeet evenwel een essentiële parameter in overweging te nemen : de beperkte capaciteiten van de planeet om zichzelf te ver-nieuwen.
Beperkte natuurlijke hulpbronnen kunnen niet voldoen aan onbeperkte behoeften…
In september publiceerden 29 wetenschappers afkomstig van 27 universiteiten en onderzoekscentra in Europa en de Verenigde Staten, in het wetenschappelijke tijdschrift
« Nature » (www.nature.com, nr.461, p472-475) een artikel met als titel « A safe operating space for humanity ». Deze wetenschappers trachtten aan te tonen dat enerzijds de moderne mens nog niet zo lang aanwezig is op deze aarde (slechts zo’n 10.000 jaar). Anderzijds dat de laatste 150 jaar van intense industriële activiteit, ondanks het feit dat ze slechts een fractie voorstellen in het bestaan van de aarde, ze wel al iets verwezen-lijkt hebben. Die 150 jaar hebben gezorgd voor een nieuw tijdperk met als voornaamste kenmerk dat de menselijke activiteiten de voor-naamste oorzaken geworden zijn van wijzigingen in het milieu. Het gaat dan ook over dermate abrupte milieuwijzigingen dat we ze moeilijk het hoofd zullen kunnen bieden.De gedane vaststellingen zijn op zijn minst onrustwekkend. « We hebben de grenzen overschreden en we hebben niet de luxe om onze inspan-ningen te concentreren op één van
de processen en deze te isoleren van de andere. Ze zijn allemaal nauw met elkaar verbonden», zo luiden de wetenschappers in koor.
Net als de fossiele energieën, zijn de natuurlijke grondstofvoorraden eindig. We zouden heel dicht bij het punt van uitputting zitten, veel dichter dan we denken. En de reserves die bestaan, zijn steeds minder toegan-kelijk, zodat de exploitatie ervan voortdurend duurder zal zijn, zowel op economisch vlak als op het vlak van milieu. Om uit deze spiraal van overconsumptie van natuurlijke rijkdommen te geraken, moeten we onze productie- en consumptie-wijzen herbekijken.
Doeltreffende hiërarchieën
Met betrekking tot de “eindigheid” van onze planeet en haar natuurlijke rijkdommen, bestaan er een aantal interessante scenario’s die gebruikt kunnen worden om die eindigheid te voorkomen.Zo bestaat er wat betreft de consumptie van energie het zo-genaamde « negawatt-scenario »
Net als de fossiele energieën, zijn de natuurlijke grond-stofvoorraden eindig.
31
Het standpunt dat is ingenomen door
InterEnvironnement Wallonie maakt
deel uit van een zinvol debat over de
evolutie van afvalbeheer. Het komt ook
op het juiste moment nu beslissingen
moeten worden genomen inzake bij-
producten of het begrip « End of Waste
». In tegenstelling tot Inter Environ-
nement Wallonie gaan wij er echter
vanuit dat nu eenmaal niet al het
afval te voorkomen is. Eerder dan op
die “droom” te wachten willen wij maxi-
maal gaan voor het zo goed mogelijk
toepassen van afvalstoffen in mate-
riaalrecuperatie en energietoepas-
singen. In de meeste gevallen heeft
het eerste de voorrang op het tweede
maar zeker voor biomassastromen is
dat een discussie waard en pleiten wij
eerder voor een gelijke behandeling.
Afval kan dan ook meer en meer gezien
worden als een bron voor nieuwe
materialen en energie. Overbodige
administratieve formaliteiten mogen
die opportuniteiten niet in de weg
staan. FEBEM meent wel dat niet mag
toegegeven worden op de kwaliteit van
de stromen.
(zie http://www.institut-negawatt.com/ ). Dit scenario polst eerst naar de echte energiebehoefte, gaat daarna op zoek naar de meest doel-treffende oplossingen, om ten slotte een beroep te doen op de minst problematische energiebronnen.Inzake natuurlijke rijkdommen, is er het zogenaamde « 3M-principe (trias materialis) « . Om het gebruik van (nieuwe) materialen te vermin-deren wordt in dat scenario door-dachte consumptie aangemoedigd. Om zoveel mogelijk materialen te kunnen recycleren gaat men daar al rekening mee houden bij het design van de producten en van de produc-tieprocessen. Om het gebruik van zeldzame materialen te vermijden gaat men op zoek naar alternatieven. Als we deze scenario’s los laten op het afvalbeheer, komen we terecht bij de ladder van Lansink, de fameuze hiërarchie voor goed afvalbeheer. Onlangs nog heeft de nieuwe Euro-pese kaderrichtlijn voor afval de volgorde ervan als volgt vastgelegd 1) preventie, 2) hergebruik, 3) recy-clage, 4) andere nuttige toepassing met name terugwinning van energie en 5) verwijdering. Op 1e staat dus nog wel degelijk ‘preventie’.
Recyclage versus terug-winning van energie
De vermelde kaderrichtlijn voor-ziet dat, mits gegronde motivering er kan afgeweken worden van deze hiërarchie. Deze afwijkingen zouden echter echte uitzonderingen moeten zijn. Talrijke studies tonen immers aan dat de ladder in vele gevallen nog altijd opgaat, zowel op het vlak van besparingen van natuurlijke grondstoffen als wat de strijd tegen de klimaatveranderingen betreft.
Belangrijk is ook dat de recyclage zeer vaak te verkiezen is boven de terugwinning van energie. Ook al zou in bepaalde gevallen, zoals voor bioafval, een terugwinning van energie zoals vergisting kunnen plaatsvinden vóór het recycleren (via compostering van het digestaat); het respecteren van de vijf niveaus moet DE regel blijven.
Materialen moeten hun fysisch-chemische toestand zo lang moge-lijk behouden. Wat bijvoorbeeld betekent dat koolstof en stikstof zo lang mogelijk moeten blijven zitten in de gewassen en de bodems (wat eerder pleit voor het hergebruik en recyclage dan voor de terugwinning van energie).
Het is belangrijk dat één principe be-houden blijft : afval blijft afval. Neen, het zijn geen hernieuwbare brand- stoffen ! Neen, het zijn geen produc-ten als andere ! Ook al laat recyclage een besparing van natuurlijke rijk-dommen en energie toe, toch is het nog altijd beter afval te voorkomen.
De planeet zal niet overleven als we verdergaan met ons mateloos consumptieritme. Hergebruik en recyclage remmen deze levenstrein meer af dan terugwinning van energie, maar dat zal niet volstaan ! Het beste afval is en zal altijd zijn… het afval dat niet bestaat.
Reactie FEBEM
Belangrijk is ook dat de recy-clage zeer vaak te verkiezen is boven de terugwinning van energie.
De planeet zal niet overleven als we verdergaan met ons mateloos consumptieritme.
32
Voor de tweede keer al verenigden de openbare (COPIDEC) en privaatrechtelijke afvalsector
(FEBEM) hun krachten om het Waalse afvalcongres te organiseren. Als centrale thema werden
alle aspecten van het afvalbeheer bekeken: economische, sociale, ecologische en zelfs politieke
overwegingen spelen mee en moeten uiteindelijk leiden tot beslissingen. Op 25 maart ver-
zamelden we in UPIGNAC en werd de hele namiddag over deze onderwerpen gediscussieerd.
Een achttal debatten passeerden de revue. Dankzij een elektronisch stemsysteem konden de
200 deelnemers zich telkens online uitspreken over de voorgestelde thema’s. Dit zorgde voor
heel wat animo en directe feedback voor de sprekers en panelleden.
FEBEM en Copidec organiseren 2de Waalse afvalcongres
Veel aandacht voor debat recyclage versus terugwinning van energie
Cédric Slegers, Adjunct-directeur FEBEM
Het debat werd in goede banen geleid door Anne-Catherine Lahaye
van COPIDEC en Cédric Slegers van FEBEM. In het eerste deel van de namiddag focusten de deelnemers op thema’s die te maken hadden met aspecten die de ophaling van afval vooraf gaan: preventie van verpakkingen, hergebruik van afval en afvalsortering in de bedrijven, en in grote lijnen, een debat over de keuzes die de «consument-burger» kan maken. Elk thema werd zo grondig mogelijk behandeld, in telkens een debat van tien minuten. Door personen met soms sterk ver-schillende visies het woord te geven, konden de aanwezigen gemakkelij-
ker ‘partij’ kiezen. Dit vereenvou-digde ook de keuze voor de aan-wezigen in de stellingen die hen telkens na een debat werden voor-gesteld. Interessant was te zien dat maar liefst 76% van de aanwezigen
van mening was dat verpakking vaak overbodig is en momenteel nog altijd een te grote bron van vervuiling. Een quasi even groot percentage was van mening dat het sorteren van afval zou moeten verplicht worden bij bedrijven (in tegenstelling tot Vlaanderen is dat in Wallonië nog geen verplichting).
Het tweede gedeelte focuste op de verwerking van afval. Zo kon de zaal aan de hand van de debatten zich uitspreken over het belang van het nuttig toepassen van organisch afval, de verbranding van afval versus de co-verbranding ervan en het al dan niet verder openstellen van de grenzen. Vooral het debat tussen de beheerders van afvalver-brandingsinstallaties enerzijds en de co-verwerking in cementfabrieken anderzijds, was zeer geanimeerd… Duidelijk is alvast dat hier een jaren-lange concurrentie heeft gezorgd voor enkele frustraties. De centrale discussie hierbij was of dat men afval dat verwerkt wordt in de ce-mentindustrie, moet beschouwen als een recyclage van materie of als een bron van energie.
De Voorzitter van FEBEM, David
Vanheede heeft het congres afge-sloten door er de nadruk op te leggen
dat ook onze sector het sinds het begin van de financiële crisis moe-ilijk heeft. De voorzitter benadrukte ook dat ondanks de huidige moei-lijkheden, de privaatrechtelijke be-drijven klaar staan om het Waalse afvalbeleid verder mee uit te voeren. Roger Croughs, Voorzitter van
COPIDEC, benadrukte in zijn slot-woord het belang aan een continue dialoog tussen de verschillende par-tijen. Tot slot charmeerde Philippe
Henry, Minister van Leefmilieu,
Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, de zaal door op een aangename manier de talrijke uitdagingen in de verf te zetten die hem te wachten staan, zoals de omzetting van de Eu-ropese kaderrichtlijn en het nieuwe Waalse Afvalplan.
76% van de aanwezigen was van mening dat verpakkingen vaak overbodig zijn en mo-menteel nog altijd een te grote bron van vervuiling.
David Vanheede benadrukte ook dat ondanks de huidige moeilijkheden, de privaatrech-telijke bedrijven klaar staan om het Waalse afvalbeleid verder mee uit te voeren.
2
De aanwezigen lieten achteraf duidelijk verstaan de dynamiek van het congres zeer te waarderen. Het gebruik van het elektronisch stemsysteem vond 81% van de deelnemers « interessant » of « zeer interessant » en door 13% zelfs « volkomen geniaal », en toen moest de receptie nog starten…. Met een aperitiefje, gevolgd door een diner in het kader van de boerderij van UPIGNAC, beroemd voor zijn gan-zenlever, werd deze dag op een aangename manier afgesloten.
1
53
6
4
33
Foto 1 : Meer dan 200 personen kwamen samen in de
schuur van de boerderij van Upignac
Foto 2 : Philippe Van de Velde (OVAM, midden) in dis-
cussie met Johan Sneyers (VALIPAC, links) en
Francis Huysman (VALIPAC, rechts)
Foto 3 : Jean-François Rixen, ondervraagd door Anne-
Catherine Lahaye, in een debat met An Nachter-
gaele
Foto 4 : Gaat thuiscomposteren (verdedigd door Pascal
Simus van het Comité Jean Pain, midden) de
concurrentie aan met de industriële installaties
(verdedigd door Guy Schmit, Idelux, links)
Foto 5 : Het toekomstige Waalse afvalplan al zeker voor-
werp van discussie, tussen Alain Ghodsi (OWD)
en Philippe Decaluwé (Van Gansewinkel, rechts)
Foto 6 : De openbare of de privévisie ? respectievelijk
verdedigd door Gonzague Delbar (nu Voorzitter
van COPIDEC, rechts) en Werner Annaert (Alge-
meen Directeur van FEBEM)
Foto 7 : Roger Croughs, Voorzitter van COPIDEC
Foto 8 : Minister Philippe Henry
7 8
34SCHMIDT BELGIUM Boomsesteenweg 74 - B 2630 Aartselaar Tel.: +32(0)3 458 15 85 Fax: +32(0)3 458 18 25 e-mail: [email protected] BELGIQUE Route de Wavre 110 - B 4280 Hannut Tel.: +32(0)19 65 76 32 Fax: +32(0)19 65 76 33 e-mail: [email protected]
KWALITE IT OP WEGEN ROUTE POUR LA QUAL ITE
hoogkwalitatieve machinesbedrijfszekerheidservice 24/24 u.wisselstukkenbeheeronderhoudklantvriendelijkheid
machines de haut qualitéfi abilité
service 24/24h.gestion de pièces de rechange
entretienacceuil clientèle
Geen loze woorden maar bij ons een dagdagelijkse opdracht.
www.schmidt-belgium.be
Ne sont pas des vaines paroles mais
notre mission journalière.
www.schmidt-belgique.be
35
De brandweerdienst van Namen heeft een procedure opgezet die origineel maar nodig is om
het gezondheidszorgafval dat afkomstig is van dringende medische hulpverlening op een goede
manier te beheren. De verantwoordelijkheid van het interventiepersoneel beperkt zich immers
niet tot het toedienen van de nodige zorgen aan de patiënt, maar omvat eveneens het verplicht
opvolgen van de milieuvoorschriften.
De brandweer en hun afval:
Na de dringende interventie, aandacht voor het milieu !
Pierre-Yves Paquot-Servais, 1e sergeant bij de Brandweerdienst van Namen,
Verpleger bij de MUG van het CHR in Namen - Cédric Slegers, Adjunct-directeur van FEBEM
Brandweerlui worden in het kader van dringende medische hulpverle- ning dagelijks geconfronteerd met gezondheidszorgafval. Het gaat hierbij om gebruikt materiaal, hetzij thuis bij de zieken of op de openbare weg, al dan niet in aanwezigheid van een medisch team (MUG of
PIT). Dit afval bestaat dan uit hand- schoenen, kompressen, zuurstof-maskers, naalden, maar ook materi-aal - meer en meer voor eenmalig gebruik – zoals reanimatieballonnen, laryngoscopen of buisjes voor bea-demingstoestellen. Nadat de patiënt de nodige zorgen heeft toegediend gekregen, brengt het schoonmaken en ontsmetten van de ziekenwagen eveneens afval met zich mee, soms in zeer grote hoeveelheden. Niemand kan garanderen dat dit afval niet besmet is. Meer nog, in het verleden is al meermaals aangetoond dat de
hulpverleners regelmatig gecon-fronteerd worden met patiënten met pathologieën zoals hepatitis en/of aids, maar doorgaans gaat het om bepaalde bacteriologische infecties.De drie Gewesten hebben al meer dan 15 jaar een specifieke wetge-ving vastgelegd voor het beheer van dit soort afval. Maar welk brandweer-korps is zich daarvan bewust ? Wat Brussel betreft, is immers het besluit van 23 maart 1994 van toepassing, in Vlaanderen wordt dit soort afval geregeld door het VLAREA-regle-ment (artikel 5.5.3.1 en volgende), terwijl Wallonië zich schikt naar een tekst van 30 juni 1994. De wetge-ving is duidelijk : afval dat een risico op infecties of besmetting inhoudt, bloed of bloedderivaten, scherpe, snijdende, kneuzende of stekende
voorwerpen behoort tot het speciaal afval. Ze worden geklasseerd als type « B2 » in Wallonië of « risicoaf-val » in Vlaanderen, en vergen een speciale ophaling en verwerking. Het is dan ook volkomen illegaal om dit afval op te halen samen met het niet-gesorteerde afval, zoals bijvoorbeeld het klassieke huishoudelijk afval. In het huidige beheer van zorgafval ziet men vanalles
Bij de brandweerdienst van Namen is een procedure op poten gezet om de gewoontes van de ambu-lanciers te wijzigen, die met behulp van zes voertuigen om en bij de 6000 interventies voor dringende medische hulpverlening per jaar uitvoeren. «Vroeger stelde men zich
Over welke hoeveelheden afval gaat het ?
Als men zich baseert op 500.000 interventies per jaar (waarvan 25% met medische voorzieningen) en rekening houdt met de eerste gegevens van de Naamse ervaring, kan de afzet geraamd worden op 200 ton per jaar B2-afval afkomstig van dringende medische hulpverlening. Dat is dus weinig en veel tegelijk, rekening houdend met de gezondheidsrisico’s die daaraan gekoppeld zijn.
In het verleden is al meermaals aangetoond dat de hulpverle- ners regelmatig geconfronteerd worden met patiënten met pathologieën zoals hepatitis en/of aids
36
maken in het voertuig. In de oude voertuigen is evenwel te weinig plaats. Daar worden dus zakken gebruikt. In de kazerne wordt het reinigings- of ontsmettingsafval samen met de zakken in kartonnen dozen geplaatst. Deze dozen zijn geschikt voor B2-afval en worden geleverd door de erkende ophaler. We hebben er een aantal in stock. Deze dozen, evenals de verzegelde containers van 30 liter, worden dan opgeslagen in een koelcontainer die op de koer van de kazerne staat.», aldus onze gesprekspartner. Het opgeslagen afval wordt op een-voudig verzoek opgehaald door de erkende ophaler en het geheel wordt verwerkt in een verbrandingsinstal-latie met terugwinning van energie in Thumaide, nabij Doornik.
Het technisch aanbod was één zaak … maar het personeel moest ook nog gesensibiliseerd worden. «Daar schuilt ongetwijfeld onze grootste uitdaging», onderstreept Kapitein
bij het terugkeren van een interventie tevreden met alles in een klassieke vuilnisbak te droppen. Ik heb zelfs nog erger gezien als verpleger bij de MUG, aangezien sommige ambulan-
ciers het afval gewoon op de plaats van de interventie achterlieten, in de natuur. Ik heb altijd gevonden dat dit niet normaal was, men laat risicoaf-val rondzwerven, terwijl het in ons beroep juist de bedoeling is om ri-sico’s te bestrijden ». Aan het woord is Pierre-Yves Paquot-Servais, 1e sergeant bij de Brandweerdienst en verpleger bij de MUG. Commandant Jean-Pol Charlier heeft dan ook zijn team duidelijk opge-dragen om een optimale en legale oplossing te vinden. Een eerste piste werd evenwel uitgesloten door de wettekst. Jean-Yves Mercier,
attaché bij het Office wallon des
déchets: « Gebruik maken van de ziekenhuiscontainers, zelfs wanneer het gaat om containers specifiek voor zorgafval, wordt niet voorzien in het besluit, ook al is dat reeds een aanzienlijke vooruitgang. De afval-producent is hier immers duidelijk de brandweerdienst, en dus de Ge-meente, niet de ziekenhuizen. Het is aan de beheerder van de dringende medische hulpverlening om een oplossing te vinden en niet om dat door te schuiven naar een andere afvalproducent ».
Er werd contact opgenomen met mogelijke dienstverleners.
De vuilnisbakken, voorzien in de nieuwe ziekenwa-gens, waren niet aange-past.
Na het bestuderen van de verschil-lende ontvangen offertes, heeft de brandweerdienst van Namen uiteindelijk gekozen voor een opera-tor die haar een oplossing op maat aanbiedt. De eerste aanpassing betrof de vuilnisbakken die samen met de nieuwe voertuigen geleverd werden. «Wat de recente voertuigen betreft, hebben we de kleine vuil-nisbak die samen met het voertuig werd geleverd vervangen door een container van 30 liter, omdat de kleine bak totaal niet aangepast was aan de evolutie van het materiaal dat gebruikt wordt voor de zorgverstrek-king. De stadsdiensten hebben voor ons een omsnoering gemaakt, zodat we de containers goed kunnen vast-
De organisatie van de dringende medische hulpverlening
In België is de dringende medische hulpverlening toegespitst op de 100-centrales, die geleidelijk aan ‘112’ worden (het Europese noodnum-mer). In 2008 zijn 499.933 interventies van dringende medische hulpver-lening uitgevoerd – bijna om de minuut vertrekt er een ziekenwagen ! Bij één interventie op vier zijn medische voorzieningen nodig omdat de patiënt in levensgevaar is (bij de oproep, in realiteit is het soms heel wat anders). Dat betekent concreet dat er naast een ziekenwagen ook nog een MUG op pad wordt gestuurd. Voor deze interventies zijn er 597 ziekenwagens beschikbaar, en dit vanuit 222 diensten, waarvan 61% verzekerd wordt door brandweermannen en 7% door het Rode Kruis. De rest wordt gerealiseerd vanuit ziekenhuizen, privédiensten of andere gemeentelijke diensten. De grote meerderheid van 100-ziekenwagens die u ziet, worden dus bemand door brandweermannen.
Jean-Yves Mercier, attaché bij het Office wallon des déchets: “Gebruik maken van de ziekenhuiscontainers, zelfs wanneer het gaat om contai-ners specifiek voor zorgafval, wordt niet voorzien in het besluit”
2
3
4
Foto 1 : Pierre-Yves Paquot-Servais
Foto 2 : De container van 30 liter vastgesnoerd in de drie
nieuwe Naamse ziekenwagens
Foto 3 : Gezondheidszorgafval is ook afkomstig van
de reiniging van de medische voertuigen
(© Didier Stuckens)
Foto 4 : Het afval beperkt zich niet tot handschoenen,
we vinden er ook talrijke materialen voor eenma-
lig gebruik terug (© Didier Stuckens)
Foto 5 : Zoals het moet: het opgeslagen afval verpakt in
een aangepaste kartonnen doos, in een duidelijk
geïdentificeerd lokaal
Pierre Bocca. In Namen zijn immers naast de zes ambulanciers die instaan voor de drie departementen, talrijke brandweermannen ge-diplomeerd in SMH (spoedeisende medische hulpverlening). Het gaat dus over een honderdtal mensen waarvan men de gewoonten moet veranderen ! De verantwoordelijke voor het dossier heeft zich dus gewijd aan het vastleggen van een eenvoudige en pragmatische procedure, aanvaard door de Korps-chef. « We zijn vertrokken van het principe om niets achter te laten op de plaats van de interventie. Dat zou een onverantwoorde houding zijn, zowel op het vlak van leefmilieu als op psychologisch vlak, voor nieuws-
gierige wandelaars of de familie. Alles wordt dus meegenomen naar
de kazerne. Daar heeft men, om de verkeerde handelingen onder controle te houden – bijvoorbeeld alles in de eerste de beste vuilnisbak droppen die men tegenkomt – de vuilnisbakken voor huishoudelijk afval op een andere plaats gezet. De kartonnen dozen die specifiek bedoeld zijn voor B2-afval, zijn on-middellijk naast de ziekenwagens geplaatst. De instructies moeten
regelmatig herhaald worden, maar het personeel is heel ontvankelijk. Ik zal zelfs meer zeggen, het wordt er zich bewust van dat het ook om hun eigen gezondheid gaat ». Dat alles gaat effectief gepaard met een
kostenplaatje, maar dat is slechts een miniem onderdeel in de context van de bescherming van de bevol-king die ressorteert onder de brand-weerdienst van Namen.
37
We zijn vertrokken van het principe om niets achter te laten op de plaats van de interventie.
De instructies moeten regelmatig herhaald worden, maar het personeel is heel ontvankelijk.
1 5
38
FEBEM op (vrijwillig!) bezoek bij de centrale dienst
Leefmilieu van de Federale Politie
VERZAMELEN VAN INFORMATIE
Binnen het project afval is de werking van de dienst toegespitst op het verzamelen van informatie. Deze informatie kan spontaan worden aangebracht door andere politie-diensten of controlediensten. Het merendeel van de informatie wordt echter vergaard tijdens controles van afvaltransporten. Deze controles kunnen niet geplande punctuele controles zijn van transporten die op één of andere manier de aandacht trekken of “verdacht” lijken. De con-troleacties worden anderzijds ook vaak op voorhand gepland. Ze zijn dan iets grootschaliger en verlopen in principe in samenwerking met de bevoegde milieuadministraties. De informatie wordt ingezameld via een standaard invulformulier, het Ecoformulier afval (EFA). Het EFA heeft als voordeel dat elke controle dezelfde elementen van informatie oplevert, dat er niets wordt vergeten en dat informatie gestructureerd wordt aangeleverd. De EFA’s worden door de centrale dienst leefmilieu - en eventueel door de bevoegde
administratie - beoordeeld om na te gaan of er geen overtreding is die op het moment van de controle nog niet aan de oppervlakte was gekomen. De opsteller van het EFA krijgt hierover feedback en kan in desbetreffend geval overgaan tot het opstellen van een PV als hij dat nog niet eerder had gedaan.
UITBOUWEN DATABASE AFVAL Elke controle vindt zijn neerslag in een EFA dat wordt ingevoerd in een database, die wordt beheerd door de centrale dienst leefmilieu. De database bevat een schat aan infor-matie die niet alleen van nut kan zijn voor concrete onderzoeken. Opera-tionele analyse van de gegevens kan toelaten om te determineren welke
bedrijven, welke regio’s, welke tijd-stippen meer in aanmerking komen als het gaat om milieuovertredingen.
AANPAK VAN AFVALZWENDEL
Bij de aanpak van afvalzwendel wordt er enerzijds gesteund op informatie en analyse ervan, en anderzijds op het gebruik van de klassieke politionele opsporings- en onderzoekstechnieken. Het uitein-delijke doel is niet enkel het aan-houden en vervolgen van de over-treders, maar ook de inbeslagname van de illegaal verworven voordelen (verbeurdverklaring) en natuurlijk ook het doen ophouden van het gevaar voor bevolking en leefmilieu.
FEBEM: We spreken al eens over “milieupolitie”, is dat een correcte term voor uw dienst?
Frans Geysels, Hoofdcommissaris van de centrale dienst Leefmilieu:Het woord “milieupolitie” kan ver-warring geven met de controle- en toezichtsdiensten van de bevoegde milieuadministraties die zich soms ook bestempelen als “milieupolitie”. Beter is te spreken over “politie die optreedt tegen milieu-inbreuken”.
FEBEM: Wat verstaat men onder “afvalzwendel”?
Frans Geysels: ”Afvalzwendel valt onder de noemer van zware leefmilieucriminaliteit. Via criminele gedragingen beoogt men zich te ontdoen van het afval via de minste kosten en door het niet naleven van de wettelijke verwijderingsvor-men. De gemaakte illegale winsten vormen duidelijk de motor van deze
De centrale dienst Leefmilieu van de Federale Politie,
heeft haar activiteiten toegespitst op 4 domeinen:
afval, radioactieve materialen, biodiversiteit en vuur-
werk. Daarbij speuren ze voornamelijk naar illegale
handel en criminele netwerken. De dienst is een
cruciaal element in de handhaving bij milieudelicten.
Voor onze sector dus een belangrijk orgaan om een
gelijke concurrentie te bekomen.
Mireille Verboven, adviseur FEBEM
Operationele analyse van de gegevens kan toelaten om te determineren welke bedrijven, welke regio’s, welke tijdstippen meer in aanmerking komen als het gaat om milieuovertre-dingen.
▪ Vloeibare afvalstoffen (waaronder mest)
▪ Afvalstoffen die in de voed-selketen van mens en dier te-rechtkomen
▪ Afvalstoffen die onderworpen zijn aan de aanvaardingsplicht
▪ Opmenging van bodem en afvalstoffen
▪ Asbesthoudende afvalstoffen
In het kader van het EU-voorzitter-schap van België, zal onze dienst ook veel aandacht besteden aan het
concretiseren, begeleiden en fina-liseren van het internationale project rond afvaltransporten “AUGIAS”. Dit project wil een lans breken voor de informatiegestuurde aanpak ter
criminaliteitsvorm. Het beantwoordt aan de criteria van “zware crimi-naliteit” wanneer de zwendel van repetitieve aard is, georganiseerd verloopt, frauduleus is, gericht is op
grof geldgewin en schadelijk is voor het milieu en/of de volksgezondheid. De verschijningsvormen van de zwendel zijn veelzijdig. Vertrekkend van het Belgische grondgebied zijn er drie vormen van transport: de invoer, de uitvoer en de transit. Daarenboven zijn er nog de inter- en intragewestelijke transporten binnen België.
FEBEM: Welke taken heeft van de centrale dienst Leefmilieu van de Federale Politie hierin?
Frans Geysels: Onze taken bestaan vooral uit het beheren en exploiteren van informatie om beeldvorming te verkrijgen van de frauduleuze praktijken. We hebben een netwerk binnen de politiediensten opgezet
en uitgebouwd zodat specifieke expertise en ondersteuning aan de politiediensten kan verleend worden. Hierdoor bevorderen we een geïnte-greerde, politionele aanpak van de fenomenen. We staan ook in voor de specifieke vorming van de politie-diensten.Bovendien vertegenwoordigen we ook de Belgische politie op inter-nationale fora waar leefmilieuhand-having wordt behandeld: Interpol, Europol, TFS, EU, OESO, …
FEBEM: In het jaarlijks Milieu-handhavingsprogramma, is ook het programma van de Federale gerechtelijke politie, dienst leefmi-lieu, opgenomen. Welke prioriteiten kan je opsommen?
Frans Geysels: Er is beslist om prioritair die afvalstoffen aan te pakken die een ernstige bedreiging uitma-ken voor de volksgezondheid of voor het leefmilieu en die grote (illegale) winsten genereren. Ook het aspect “ontduiken van milieuhef-fingen” zullen we daarbij niet uit het oog verliezen. Het aandachtspunt gaat daarbij dit jaar naar:
Federaal Gerechtelijke Politie,Centrale Dienst Leefmilieu
Fenomeencoördinator
(op niveau gerechtelijk arrondissement)
Taakhouder
(per lokale politie)
Taakhouder
(per terreineenheid van spoorweg-, autoweg- en scheepvaartpolitie)
Fed.Gerechtel.Politie
(per gerecht. arrondissement) “onderzoekscapaciteit”
LOK
AA
LFE
DE
RA
AL Exp
ertisead
min
istratieExp
ertisead
min
istratie
Verbindingso�cier
Afvalzwendel valt onder de noemer van zware leefmi-lieucriminaliteit
Er is beslist om prioritair die afvalstoffen aan te pakken die een ernstige bedreiging uitmaken voor de volksge-zondheid of voor het leefmilieu en die grote (illegale) winsten genereren.
39
bestrijding van illegale internatio-nale afvaltransporten. De activiteiten omvatten o.a. een internationaal trainingsseminarie en een groot-scheepse internationale actie met de bedoeling afvaltransporten over de weg, het spoor, waterlopen en zee te controleren.
Zie http://www.police-eu2010.be/projects_augias_nl.php
FEBEM: De FEBEM-leden kennen vooral de milieu-inspectie als milieuhandhavers. Hoe verloopt de samenwerking en taakverdeling tussen de verschillende milieu-handhavingsactoren, waaronder de Federale gerechtelijke politie, dienst leefmilieu?
Frans Geysels: Wij vertegen-woordigen de Federale politie in de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving (VHRM). De VHRM fungeert als motor voor het afsluiten van milieuhandhavingsprotocollen
tussen de verschillende actoren in de milieuhandhaving, opdat de milieuhandhaving gecoördineerd zou verlopen. Wij hebben regel-matig structureel overleg met onder meer de afdeling milieu-inspectie
van LNE, OVAM en de Federale Leefmilieu-Inspectie. Op analoge wijze zijn er overlegmomenten met de handhavingsactoren uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en uit het Waals Gewest. Binnen de federale politie willen we het ‘netwerk Leefmilieu’ consolideren en de efficiëntie van de informatie-uitwisseling verbeteren.
Wij hebben regelmatig struc-tureel overleg met onder meer de afdeling milieu-inspectie van LNE, OVAM en de Fede-rale Leefmilieu-Inspectie.
Frans Geysels
Hoofdcommissaris
van de centrale dienst
Leefmilieu
Het Vlaamse sliblandschap is de voorbije 8 jaar sterk gewijzigd. Met de goedkeuring van het
uitvoeringsplan Slib door de Vlaamse Regering eind 2002, werd het startsein gegeven voor het
realiseren van structurele oplossingen. Een overlegplatform slib vertegenwoordigt alle betrokken
stakeholders – zowel de slibproducenten als de verwerkers – en volgt de uitvoering van het
uitvoeringsplan op. Intussen heeft de OVAM een derde voortgangsrapport klaar dat een tussen-
tijdse balans opmaakt. Hoeveel slib produceren de sectoren in vergelijking met twee jaar
geleden? Lonen de inspanningen van de bedrijven om de kwaliteit van het waterzuiveringsslib
te verbeteren? Hoe zijn de pistes voor afzet en hoe zijn de verwerkingscapaciteit en -prijs
geëvolueerd? Hoe speelt de sector in op het hernieuwbare energiebeleid? De informatie voor
het voortgangsrapport haalt de OVAM vooral uit een actuele bevraging van de verschillende
sectoren.
de slibafzet door de stimulans van de groene stroomcertificaten. Voor waterzuiveringsslib dat niet aan de kwaliteitsnormen voldoet van Vlarea, weerspiegelen kwaliteitsmaatrege-len meestal niet in een verschil in een gunstiger prijskaartje richting verbranding. Slib van RWZI’s (riool-waterzuiveringsinstallaties) wordt
Voor elke slibstroom wordt in de eerste plaats gestreefd naar maatregelen aan de bron en de kwaliteitsverbetering ervan, in relatie met de (toekomstige) lozingsnormen voor afvalwater. Zo is de kwaliteit van de rioolwaterleidingen van belang en wordt het chemicaliënverbruik voor defosfatatie geoptimaliseerd. Ook
worden bijv. in steeds meer voedings- en textielbedrijven onderhoudspro-ducten of flocculantia of kleurstoffen ingezet op basis van gecertifieerde productinformatie van de leveran-ciers. Voor waterzuiveringsslib uit de voedingsindustrie biedt dit ook meer afzetperspectieven richting vergisting, goed voor bijna 20% van
Nieuw Voortgangsrapport Slib 2008-2009 wijst op
toenemende aandacht voor kwalitatieve slibverwerking
Tabel. Huidige bestemmingen voor slib in 2009
Slibsoort Hergebruik of recyclage vergisten (mee)-
verbranden storten andere
RWZI-slib 47% voorvergisten 90,2% (83 136 ton ds)9,8% afdichtlaag
stortplaatsen (9 002 ton ds)
Drinkwaterslib 79% (7 400 ton ds) 21% (1 967 ton ds)
Riool(kolken)slib 100% (44 266 ton ds)Restfractie na
zandafscheiding-
Slib voedingsindustrie55% landbouw 20%
biol.droging/ compost. (22500 ton ds)
17% (5 100 ton ds) 2% (600 ton ds) 6% (1 800 ton ds)
Ontinktingsslib100 % (115 000 ton
ds)
Slib textielindustrie 93,3% (4 371 ton ds) 6,7% (314 ton ds)
Totaal in ton ds 74 166 5 100 203 107 2 281 11 402
41
Ann Braekevell, OVAM
42
vanaf 2007 niet meer in de landbouw afgezet, maar grotendeels verbrand in wervelbedinstallaties. Ook ge-meenten zoeken naar goedkope en toch duurzame afzetmogelijkheden voor het slib van rioolkolken. Steeds meer riool(kolken)slib vindt zijn weg naar de verwerker voor afscheiding in een zandfractie en een restfractie.
In 2009 heeft de economische crisis ook een tijdelijke weerslag gehad op de slibproductie waardoor in 2010 een hogere slibproductie mag worden verwacht. Met het
uitvoeringsplan Slib is ook meer geïnvesteerd in eindverwerkings-capaciteit in Vlaanderen. De capa-citeit voor slibdroging is ingevuld. In de wervelbedverbranding van Aquafin te Brugge wordt 22 000 ton ds RWZI-slib verbrand. De wervelbedverbrandingsinstallatie Sleco in Beveren is sinds eind 2006 operationeel (cap. 38 000 ton ds slib). Meeverbranding van RWZI-slib in de elektriciteitscentrale van Langerlo wordt in 2011 vervangen door verbranding van slibpellets in de Waalse cementindustrie. Al het slib uit de ontinktings- en de waterzuiveringsinstallatie van Stora Enso wordt sinds 2007 in de eigen warmtekrachtcentrale, samen met houtafval, omgezet naar elektriciteit
en stoom. In 2010 is een tweede WKK-wervelbed opgestart voor vnl. hout en verpakkingsafval (RDF), die als backup-installatie kan dienen voor de eerste wervelbed, zodat de verbranding van ontinktingsslib
steeds kan worden gegarandeerd. De volgende tabel geeft een over-zicht van de bestemmingen voor verschillende soorten slib in 2009.
Wat brengt 2010-2011?
Op Europees niveau loopt een bespreking of een actualisatie van de Slibrichtlijn van 1986 nodig is.
De situatie in Vlaanderen is sterk verschillend van de zuiderse landen. In Vlaanderen worden enkel nog kwalitatieve waterzuiveringsslibs – rechtstreeks of via compostering/vergisting – als bodemverbeterend middel afgezet in de landbouw.
Continuïteit in het slibbeleid wordt verwacht met blijvende aandacht vanuit de OVAM en de sectoren voor nieuwe uitdagingen, waaronder optimalisaties in het sluiten van de materiaalketen, innovatieve syner-gieën inzake recyclage tussen de verschillende slibsectoren, verdere verschuiving naar energieproductie via vergisting en verbranding in Vlaanderen en Wallonië, gestuurd door het hernieuwbare energiebe-leid.
Voor meer info:
www.ovam.be Voortgangsrapportage slib 2008-2009
Steeds meer riool(kolken)slib vindt zijn weg naar de ver-werker voor afscheiding in een zandfractie en een restfractie.
Met het uitvoeringsplan Slib is ook meer geïnvesteerd in eindverwerkingscapaciteit in Vlaanderen
43
weigerde de Dublin City Council om de details van het contract voor de verbrandingsoven vrij te geven en kondigde de Ierse minister van leefmilieu aan dat hij een inspecteur zou aanstellen om het contract te onderzoeken.
Dit arrest moet uiteraard worden gelezen in het licht van de speci-fieke situatie in Dublin en rekening houdend met de Ierse wetgeving en kan dan ook niet zomaar worden geëxtrapoleerd op de Vlaamse situatie, waar de gemeentes de hoofdverantwoordelijken zijn voor de ophaling van huishoudelijk afval. Maar het arrest bevat wel een aantal belangrijke principes (vrij verkeer van goederen en diensten, verbod op het misbruik van een dominante machtspositie en op de schending van de concurrentiewetgeving, ) die Europeesrechtelijk verankerd zijn (het arrest verwijst onder meer expliciet naar de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaken C-49/07, C-309/99, C-27/76, C-395/96 en C-396/96) en bijgevolg ook in een Vlaamse context een rol kunnen spelen.
De integrale versie van het arrest is terug te vinden op: http://bit.ly/9iK7eG
Sinds 2001 betalen de inwoners van Dublin voor het ophalen en verwerken hun huishoudelijk afval, maar er bestaat geen afvalbe- lasting of heffing. Zowel de Dublin City Council als private bedrijven kunnen huishoudelijk afval ophalen en verwerken. De eerste private speler op deze markt was PANDA.
De Dublin City Council heeft in dit verband een langetermijncontract afgesloten met de Amerikaanse firma COVANTA voor het aanle-veren van 300.000 ton afval per jaar voor de verbrandingsoven in Poolbeg. Wanneer dit target niet wordt gehaald, moet de Raad de eigenaars vergoeden.
In het afvalbeheersplan voor Dublin werd bijgevolg opgenomen dat enkel de raden of door hen aange-duide contractanten huishoudelijk afval konden ophalen.
Naar aanleiding hiervan werd zowel door PANDA WASTE SERVICE als door GREENSTAR een procedure gestart tegen de Raad wegens misbruik van haar machtspositie en schending van de concurrentiewet-geving. Het Ierse Hooggerechtshof
oordeelt in de procedure van PANDA WASTE SERVICE dat de Dublin City
Council inderdaad haar dominante marktpositie met betrekking tot het ophalen van huishoudelijk afval heeft misbruikt om rivaliserende private bedrijven uit te sluiten. De wijziging aan het afvalbeheersplan werd dan ook verworpen. Het Hof oordeelde hierbij onder meer dat private be-drijven die afval ophalen, juridisch gezien eigenaar worden van dit afval en bijgevolg zelf kunnen beslissen waar het afval wordt verwerkt. In de procedure van GREENSTAR werd nog geen uitspraak gedaan, maar uiteraard mag een gelijkaardige beslissing verwacht worden.
Naar aanleiding van deze zaak
Iers Hooggerechtshof oordeelt over afvalcontracten in Dublin
De stad Dublin wordt momenteel bestuurd door vier
verschillende raden: de Dublin City Council, de Fingal
County Council, de South Dublin County Council en de
Dun Laoghaire Rathdown County Council. The Dublin
City Council is de belangrijkste van de vier en is de enige
verantwoordelijke voor het inzamelen van huishoudelijk
afval.
43
Het Ierse Hooggerechtshof oordeelt in de procedure van PANDA WASTE SERVICE dat de Dublin City Council inderdaad haar dominante marktpositie met betrekking tot het ophalen van huishoudelijk afval heeft misbruikt om rivali-serende private bedrijven uit te sluiten.
Tom Malfait, LDR
Tom MalfaitAdvocaat bij LDR
(www.ldr.be – [email protected])
• Wetenschappelijk medewerker Centrum voor Milieurecht UGent
• Lector ‘wettelijk kader afval’ Instituut Voor Permanente Vorming Gent
• Praktijkassistent Vakgroep Publiek Recht KU Leuven Afdeling Kortrijk
Op 4 maart 2010 veroordeelde het Hof Italië (Zaak C-297/08) omdat het voor de regio Campania niet alle maatregelen had vastgesteld die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de nuttige toepassing en de verwijdering van de afvalstoffen plaatsvindt zonder gevaar voor de gezondheid van de mens en zonder
nadelige gevolgen voor het milieu. Meer specifiek verwijt het Hof Italië dat het geen toereikend en geïnte-greerd net van verwijderingsinstalla-ties had opgezet.
Italië wordt dan ook veroordeeld wegens een schending van de ar-tikelen 4 en 5 van Richtlijn 2006/12
van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen en wordt verwezen in de kosten.
Italië veroordeeld door Europees Hof van Justitie wegens schending Kaderrichtlijn Afvalstoffen tijdens afvalcrisis in Napels
In 2007 kwam Italië uitgebreid in de actualiteit met de afval-
crisis in Napels en in de regio Campania, waar de afvalsector
gerund werd door de plaatselijke maffia, met alle gevolgen
vandien.
Tom Malfait, LDR
45
op de hallen van Flanders Expo. Zoals u ziet, gaat maatschappelijk verantwoord ondernemen over fun-damentele keuzes. Duurzaamheid komt altijd ten goede van het bedrijf en zijn medewerkers. Op deze manier geeft IFEST het voorbeeld voor zijn standhouders en bezoek-ers.
Networking event voor milieuprofessionals
IFEST profileert zich als een breed networking event voor de hele milieu- en energiesector. Door inhoud te koppelen aan networking heeft de beurs een ruime nationale uitstraling, die een groot aantal be-drijven aanspreekt. Zaakvoerders en bedrijfsleiders vertegenwoordigen trouwens meer dan een derde van alle bezoekers. Ook professionals uit de overheid zijn ruim vertegenwoor-digd.
IFEST ondersteunt ecologisch ondernemen
Onze hedendaagse economie heeft steeds meer aandacht voor duur-zaam ondernemen en voor efficiënt milieu- en energiebeleid. Alsmaar meer bedrijven hebben begrepen dat ze hun verantwoordelijkheid moeten opnemen om hun toekomst veilig te stellen. Bovendien blijkt milieubewust ondernemen ook op korte termijn financiële voordelen op te leveren. Als vakbeurs voor milieu en energie maakt IFEST een rechtstreekse link tussen doeltreffend milieubeleid en economische resultaten. Innovaties die ecologisch ondernemen bij be-drijven stimuleren en ondersteunen, worden voorgesteld aan een ruim publiek van milieuprofessionals.
Openingsseminarie rond CO2-besparingen bij bedrijven
Recente evoluties tonen aan dat de CO2-balans integraal meetbaar is geworden via nieuwe CO2-scans. Inspanningen van milieu- en energieprofessionals kunnen dus steeds duidelijker gekwantificeerd worden. Voor bedrijven betekent dit een perfecte analyse van het effect van duurzame initiatieven. IFEST opent dinsdag 26 oktober met een seminarie waarin het thema “CO2-
besparing bij bedrijven” uitvoerig wordt besproken en toegelicht. Duurzaam investeren en ondernemen is goed voor het milieu, draagt bij tot een aangename werkom-geving en weegt positief door in de economische balans. Vlaanderen beschikt ondertussen over een groot aantal milieuprofessionals en voorbeeldbedrijven die hierin verder willen gaan. Het congres focust op kansen en bedreigingen die voor ons staan. Prominente sprekers uit binnen- en buitenland maken tijdens deze conferentie de balans op van de succesfactoren voor een duurzame economie. De Vlaamse Milieukoepel (VMC, Febem, OVB, VEB) en ARGUS staan in voor de or-ganisatie van dit openingsevent. Het volledige seminarieprogramma op www.ifest.be.
CO2-neutrale vakbeurs
IFEST is ook in 2010 CO2 neutraal. Er wordt niet alleen gekeken naar de gebruikte materialen, ook het water- en energieverbruik wordt beperkt. Deze beslissingen werden genomen vanuit een bewustzijn om duurzaam om te springen met de beschikbare materialen en energie. Artexis heeft ook duurzaamheid- richtlijnen opgesteld voor stand-houders en voor catering. Op het vlak van energieverbruik heeft Artexis gekozen voor zonnepanelen
IFEST focust op groene innovaties, CO2 besparingen
en uitbouw van een professioneel netwerk
Nieuwe evoluties zichtbaar maken op IFEST, dat is het doel. De afgelopen maanden hebben een
aantal grote namen in de milieu- en energiesector hun interesse getoond. Ook SITA is opnieuw
aanwezig op IFEST. Bovendien worden een aantal internationale delegaties verwacht uit Frank-
rijk, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.
PraktischIFEST vindt plaats van dinsdag 26 tot en met donderdag 28 oktober 2010 in Flanders Expo Gent. Open van 10u00 tot 18u00, op woensdag nocturne tot 20u00. U kan zich gratis registreren op www.ifest.be, zo vermijdt u lange wachtrijen aan de ingang.
26 - 28 OKTOBER 2010
Plastic Omnium N.V., Ring Oost 14, B-9400 Ninove, tel: +32 (0)54 31 31 31, fax: +32 (0)54 31 31 30Plastic Omnium B.V., Postbus 3988, 4800 DZ Breda, tel: (0800) 542 50 55, fax: (0800) 542 50 33 E-mail: [email protected]
Internet: www.plasticomnium.nlwww.plasticomnium.be
Plastic Omnium wint nieuwe servicecontracten
Uithoorn kiest voor Ecosourcing Equalis
De gemeente Uithoorn heeft besloten de duobak te vervangen door een nieuwe container voor restafval, groente en fruit en een nieuwe container voor papier. Deze
beide containers worden voorzien van een chip. Plastic Omnium kwam met de beste aanbieding en kan daardoor de relatie met de gemeente Uithoorn voortzetten. In januari zal de implementatie plaatsvinden, waarna Plastic Omnium voor minimaal vijf jaar de volledige service rond de containers zal verzorgen. Tot deze service behoren ook de gratis informatielijn, het datamanagement inclusief het beheren van alle lediginggegevens en de servicewerkzaamheden aan de containers op straat.
Doetinchem kiest voor Ecosourcing Adaptis
Afgelopen zomer heeft de gemeente Doetinchem besloten containermanagement met adresstickers in te voeren. Plastic Omnium bleek de
meest complete en voordelige inschrijving te hebben gedaan. In september/oktober werd het systeem ingevoerd. Plastic Omnium heeft een nazorgcontract gekregen voor de gratis informatietelefoon, het bijbehorende datamanagement en het opmaken van rapportages over de voortgang. De gemeente Doetinchem blijft zelf het veldwerk uitvoeren. Op deze wijze zijn de continuïteit en de betrouwbaarheid van de data gewaarborgd, zonder dat investeringen in een softwarepakket nodig zijn.
Epe kiest eveneens voor Ecosourcing Adaptis
Na overleg met en voorlichting van Plastic Omnium heeft de gemeente Epe eveneens voor containermanagement met adresstickers
gekozen. De implementatie in Epe ging voorspoedig; maar liefst 1000 containers werden ingenomen. Tevens werden ruim 200 adressen gevonden, die nog geen reinigingsrecht betaalden. Plastic Omnium blijft na de implementatie de nazorg doen, inclusief alle werkzaamheden aan de containers in de gemeente zelf.
Mol (B) start pilot met service premier
De gemeente Mol en Plastic Omnium zijn samen een pilot gestart met Service Premier. Plastic Omnium heeft hiervoor alle afvalbakken in kaart gebracht en de gegevens
daarvan digitaal opgeslagen. Tevens zijn de afvalbakken voorzien van een chip, waarmee de ledigingsfrequentie en het volume van het afval kunnen worden geregistreerd. Via de chip kunnen we bovendien de service-interventies automatiseren. De dienstverlening Service Premier is inclusief een gratis 0800-nummer voor het melden van onregelmatigheden én het repareren en wassen van alle afvalbakken.
Adaptisdé oplossing voor containermanagement
Equalisdé oplossing voor afvalmanagent
Service Premierdé oplossing voor zwerfafval
Ecosourcing: sterke uitbreidingIn 2007 hebben we onze serviceactiviteiten in Nederland en België sterk kunnen uitbreiden. In Nederland zijn servicecontracten afgesloten met de gemeenten Doetinchem, Epe en Uithoorn en is de service met 43.000 aansluitpunten uitgebreid. In België hebben er uitbreidingen plaatsgevonden bij ILVA, IOK en IVLA, die in totaal 55.000 extra aansluitpunten opleverden.
Tot slot enkele kerncijfers over Ecosourcing per eind 2007:Aantal gemeenten waar Plastic Omnium met de dienstverlening actief is: 47Aantal huishoudens die dit betreft: 403.250Aantal containers onder contract: 596.000
24479_infopost 2007_WT.indd 1 18-02-2008 15:04:31
47
Overzicht standpunten en visies van FEBEM
Nieuws - Standpunten en visies
24.06.2010 Memorandum voor de nieuwe federale regering
10.06.2010 Note de réflexion sur l’avenir des centres d’enfouissement technique, dans le cadre de la rédaction du PWD 2020
22.04.2010 Standpunt van FEBEM over de Toekomst van de Vlaamse Afvalverwerkende bedrijven
15.02.2010 Reactie FEBEM op nota OVAM over verwerking
08.02.2010 Reactie FEBEM op het vernieuwde afvalstoffendecreet (materialendecreet)
22.12.2009 FEBEM: afvalrecyclage kan heel wat bijdragen tot CO2-reductie
27.11.2009 FEBEM: extra verbrandingscapaciteit en prioriteit voor recyclage kunnen wel samen
12.10.2009 Standpunt van FEBEM over het voorstel van de federale minister van Economie om de prijscontrole voor de afvalbehandeling af te schaffen
11.06.2009 Standpunt ingenomen door de Raad van Bestuur over Verwerking Verantwoord
11.06.2009 Standpunt ingenomen door de Raad van Bestuur over hout en Val-I-Pac
28.05.2009 Standpunt van FEBEM betreffende het voorontwerp (1° lezing) van het Waalse besluit voor de omzetting van het Europees besluit over de procedures en de acceptatiecriteria voor stortplaatsen (Franstalige tekst)
18.05.2009 Standpunt van FEBEM (3° lezing ) betreffende het Waalse ontwerp van de sectorale voorwaarden voor com-posteerinstallaties (Franstalige tekst)
11.05.2009 Standpunt van FEBEM (2° lezing) betreffende het Waalse ontwerp-besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het gebruik van compost en digestaat (Franstalige tekst)
17.04.2009 Standpunt van FEBEM betreffende het ontwerp-besluit (2° lezing) over uitgegraven bodem in het Waals Gewest (Franstalige tekst)
09.04.2009 Standpunt van FEBEM betreffende het ontwerp (dossier nog niet ingediend bij Waalse regering) voor de nieuwe verbodsbepalingen op stortplaatsen (Franstalige tekst)
09.04.2009 Twee standpunten van FEBEM betreffende het voorontwerp (1° lezing) voor de wijziging van de Waalse lijst van afvalstoffen (de definitie van biologisch afbreekbaar organisch afval) - Franstalige tekst
27.04.2009 Standpunt van FEBEM over de studie van de OWD betreffende de traceerbaarheid van afval (Franstalige tekst)
10.03.2009 Standpunt van FEBEM en FERAB betreffende het Waalse ontwerp van de sectorale voorwaarden voor compos-teerinstallaties (Franstalige tekst)
05.02.2009 Standpunt Bioplastics
27.02.2009 FEBEM MEMORANDUM voor de gewestregeringen 2009-2014
Plastic Omnium N.V., Ring Oost 14, B-9400 Ninove, tel: +32 (0)54 31 31 31, fax: +32 (0)54 31 31 30Plastic Omnium B.V., Postbus 3988, 4800 DZ Breda, tel: (0800) 542 50 55, fax: (0800) 542 50 33 E-mail: [email protected]
Internet: www.plasticomnium.nlwww.plasticomnium.be
Plastic Omnium wint nieuwe servicecontracten
Uithoorn kiest voor Ecosourcing Equalis
De gemeente Uithoorn heeft besloten de duobak te vervangen door een nieuwe container voor restafval, groente en fruit en een nieuwe container voor papier. Deze
beide containers worden voorzien van een chip. Plastic Omnium kwam met de beste aanbieding en kan daardoor de relatie met de gemeente Uithoorn voortzetten. In januari zal de implementatie plaatsvinden, waarna Plastic Omnium voor minimaal vijf jaar de volledige service rond de containers zal verzorgen. Tot deze service behoren ook de gratis informatielijn, het datamanagement inclusief het beheren van alle lediginggegevens en de servicewerkzaamheden aan de containers op straat.
Doetinchem kiest voor Ecosourcing Adaptis
Afgelopen zomer heeft de gemeente Doetinchem besloten containermanagement met adresstickers in te voeren. Plastic Omnium bleek de
meest complete en voordelige inschrijving te hebben gedaan. In september/oktober werd het systeem ingevoerd. Plastic Omnium heeft een nazorgcontract gekregen voor de gratis informatietelefoon, het bijbehorende datamanagement en het opmaken van rapportages over de voortgang. De gemeente Doetinchem blijft zelf het veldwerk uitvoeren. Op deze wijze zijn de continuïteit en de betrouwbaarheid van de data gewaarborgd, zonder dat investeringen in een softwarepakket nodig zijn.
Epe kiest eveneens voor Ecosourcing Adaptis
Na overleg met en voorlichting van Plastic Omnium heeft de gemeente Epe eveneens voor containermanagement met adresstickers
gekozen. De implementatie in Epe ging voorspoedig; maar liefst 1000 containers werden ingenomen. Tevens werden ruim 200 adressen gevonden, die nog geen reinigingsrecht betaalden. Plastic Omnium blijft na de implementatie de nazorg doen, inclusief alle werkzaamheden aan de containers in de gemeente zelf.
Mol (B) start pilot met service premier
De gemeente Mol en Plastic Omnium zijn samen een pilot gestart met Service Premier. Plastic Omnium heeft hiervoor alle afvalbakken in kaart gebracht en de gegevens
daarvan digitaal opgeslagen. Tevens zijn de afvalbakken voorzien van een chip, waarmee de ledigingsfrequentie en het volume van het afval kunnen worden geregistreerd. Via de chip kunnen we bovendien de service-interventies automatiseren. De dienstverlening Service Premier is inclusief een gratis 0800-nummer voor het melden van onregelmatigheden én het repareren en wassen van alle afvalbakken.
Adaptisdé oplossing voor containermanagement
Equalisdé oplossing voor afvalmanagent
Service Premierdé oplossing voor zwerfafval
Ecosourcing: sterke uitbreidingIn 2007 hebben we onze serviceactiviteiten in Nederland en België sterk kunnen uitbreiden. In Nederland zijn servicecontracten afgesloten met de gemeenten Doetinchem, Epe en Uithoorn en is de service met 43.000 aansluitpunten uitgebreid. In België hebben er uitbreidingen plaatsgevonden bij ILVA, IOK en IVLA, die in totaal 55.000 extra aansluitpunten opleverden.
Tot slot enkele kerncijfers over Ecosourcing per eind 2007:Aantal gemeenten waar Plastic Omnium met de dienstverlening actief is: 47Aantal huishoudens die dit betreft: 403.250Aantal containers onder contract: 596.000
24479_infopost 2007_WT.indd 1 18-02-2008 15:04:31
48
LEDENLIJST
Meer info op onze websitewww.febem-fege.be
Foronex 8710 Wielsbeke www.foronex.com Frimpex 3370 Boutersem Fraxicor 1500 Halle www.colruyt.be Garwig 8650 Houthulst www.garwig.be Geldof 8560 Wevelgem www.geldof-recycling.be Gemini Corporation 2050 Antwerpen www.geminicorp.be General Plastics International D-24558 Henstedt-Ulzburg gpigmbh.blogspot.com Geocycle 7181 Seneffe www.geocycle.be Geo-Milieu 2480 Dessel www.geo-groep.com Gielen Container Service 3600 Genk www.gielen-recyclage.be Gilgemyn oudpapierbedrijf 8560 WevelgemGovaerts Recycling 3570 Alken www.govaplast.com GRC-Kallo 9130 Kallo www.decnv.com GRL 3560 Lummen www.grl.be Grondreinigingscentrum Limburg 3560 Lummen www.carmans.beGRV 8800 Roeselare www.vanheede.com GV & T Kruishoutem 9770 Kruishoutem www.gvtkruishoutem.be HCI 2950 Kapellen www.hci.be Henri Containerdienst 3300 Tienen www.henricontainerdienst.be Holcim Belgique 7034 Obourg www.holcim.be Hoslet1325 Chaumont-Gistoux www.sita.be IEH Recycling 2310 Rijkevorsel www.iehrecyclingbelgium.com Inafzo 8980 Zonnebeke Indaver 2800 Mechelen www.indaver.be Ivo Van den Bosch Containerdienst 2520 Ranst www.ivovandenbosch.be Jeritop 9031 Drongen www.jeritop.be Jozef Michel oudpapier 2920 KalmthoutKargro Group 2920 Kalmthout www.tyreplan.be Kayak Maritime Services 2000 Antwerpen Kempisch Recyclage Bedrijf 2340 Beerse www.krb-glasscollecting.be Klerk’s Plastic Recycling KPR 2320 Hoogstraten www.hyplast.be Lammertyn.net 9070 Destelbergen www.lammertyn.net Lavatra8930 Lauwe Leysen2300 Turnhout www.leysen.org Lhoist Recherche & Développement1342 Ottignies www.lhoist.com Liekens2030 Antwerpen www.liekens.be MAC2030 Antwerpen Machiels3500 Hasselt www.groupmachiels.com
4Biofuels 1070 Brussel www.4energyinvest.comA.B.R. 1850 Grimbergen www.demeuter.be Accurec 3980 Tessenderlo Aclagro 9032 Wondelgem www.aclagro.be Adams Massenhoven 2240 Massenhoven www.adams-massenhoven.be Aerts Jan Containerdienst 2160 Wommelgem www.aerts-containers.be Alfamet 9200 Dendermonde www.alfamet.be Alvin 7012 JemappesAmacro1654 Huizingen www.amacro.be André Celis Containers & Recyclage 3210 Lubbeek www.celis.be Antwerp Tank Cleaning ATC 2030 Antwerpen www.vanloon.beAOP Antwerpse Oudpapiercentrale 2660 HobokenApparec 2830 Tisselt-Willebroek www.apparec.be Atravet 9200 Dendermonde Attero 2800 Mechelen AVR België 2400 Mol www.avr-belgie.be AWS 2860 Sint-Katelijne-Waver www.aws.euBel Fibres 7022 HyonBelgras 2235 Hulshout www.belgras.be Beta Recycling 3660 Opglabbeek www.betarecycling.comBionerga 3740 Bilzen / 3630 Maasmechelen www.bionerga.be Bioterra 3660 Opglabbeek www.bioterra.beBio Oil Expoitation 3980 Tessenderlo www.bio-oil-holding.eu Bio Oil Recycling 8200 Brugge www.allvet.be BLC-group 9600 Ronse www.containerdienst-bert.be Bongaerts Recycling 3990 PeerBOS 2030 Antwerpen Bosatec 3600 Genk www.groupmachiels.comBremcon 2070 Zwijndrecht www.bremcon.be Broeckx Plastic Recycling NL-5085 ET Esbeek www.broekcx.nl Bruco Containers 2030 Antwerpen www.bruco.containers.com BST 2830 Willebroek www.belgianscrap.comBSV 8530 Harelbeke www.bsv-nv.be
Buchen Industrial Services 7170 Manage www.buchen.net Campine Recycling 2340 Beerse www.campine.be CETB 7141 Carnières www.sita.be Cimenteries CBR 1170 Brussel www.cbr.be CNA Containers 9300 Aalst www.leysen.orgCogal 9100 St.-Niklaas www.cogal.be of www.dehon.com Cogetrina 7522 Marquain www.dufour.be Comet Tyre Recycling 6200 Chatelet www.cometsambre.be Conelso 2840 Reet www.fransdevocht.be Corneillie Containerverhuur 8000 BruggeCorvers 3583 Beringen www.sita.beCroco 3910 NeerpeltDe Bree Solutions 9990 Maldegem www.debree.be De Coninck 3020 Veltem www.de-coninck.be De Coster Dominique 3530 Houthalen-Helchteren www.decosternv.be De Dijcker Recycling 2860 Puurs www.ddrecycling.be De Kock E. 3090 Overijse www.dekock.info Demets Containers 1120 Brussel www.sita.be De Meuter Containers 1000 Brussel www.sita.be De Neef Chemical Processing 2220 Heist-op-den-Berg www.deneef.net Depovan 8800 Roeselare www.vanheede.com De Sutter 9900 Eeklo www.afvalbeheer-desutter.be Dilissen Transport 3900 Overpelt www.dilissen-transport.com Doopa 8800 Roeselare www.doopa.be DPL 8810 LichterveldeDuferco Diversification 7100 La Louvière www.duferco.be Ecomac 3990 Linde-Peer www.groupmachiels.com Ecosmart 2870 Puurs www.vangansewinkel.com Ekol 3530 Houthalen-Helchteren www.ekol.be EKP Recycling 2860 St Katelijne Waver www.jacobsbeton.be Electrawinds 8400 Oostende www.electrawinds.be Eneco België 2800 Mechelen www.eneco.be Envisan 9308 Hofstade-Aalst www.envisan.com Eurocompost 3530 Houthalen www.eurocompost.be Eurofat 8552 Zwevegem-Moen Eurowaste 2000 Antwerpen www.eurowaste.be Fim P&R 2260 Westerlo, www.fim.be
49
Maintenance Industrielle Walonne 7971 BasèclesMaltha3920 Lommel www.maltha.nl Marpobel 2030 Antwerpen Marpos 8380 Dudzele Matco 8790 Waregem www.matco.be Matco Glas 8710 Wielsbeke M.C.A. Recycling 1190 Vorst www.mca-recycling.com MCR 2627 Schelle M.E.C. nv 8500 Kortrijk Minérale 6042 Lodelinsart Molok 3530 Houthalen www.molok.-benlux.com Monseu 1440 Braine le ChateauMTD Milieutechnieken 2270 Herenthout www.mtd-etec.com New West Gypsum Recycling 9130 Kallo www.nwgypsum.com Norland 5300 Andenne www.sita.be OCS - ATM 2170 Antwerpen www.atmmoerdijk.nl Oostvlaams Milieubeheer OVMB 9042 Gent www.ovmb.be Op de Beeck 2288 Bouwel www.odbeeck.be Oriental Recycling 2230 Oevel www.orientalrecycling.com Out of Use 2840 Putte www.outofuse.com Pack2pack 8800 Rumbeke www.pack2pack.com Papnam 5060 Auvelais Pieck Containers 3290 Tessenderlo www.sita.be Pirobouw 2900 Schoten www.pirobouw.com Plasticollect F-59250 Halluin www.plasticollect.com Plastics Latinne-Neyens 3583 Paal www.pln-latinne.com Plastirec 2330 Merksplas www.plastirec.be Protelux 6880 Bertrix Put Boudewijn & zoon 3582 Beringen www.putboudewijn.be Ravago Production 2370 Arendonk www.ravago.be RCMD 9870 Zulte www.rcmd.be R.D. Recycling 3530 Houthalen www.rdrecycling.be Recma 4100 SeraingRenovius 3900 Overpelt www.renovius.be Recoval Belgium 6182 Souvret www.trcnv.be Recupa 1070 BruxellesRecup-Oil 8770 Ingelmunster Recyc-Oil 8710 Wielsbeke www.recyc-oil.be Recydel 4020 Wandre www.vangansewinkel.com Recyfin International 2980 Halle-Zoersel
Recyfood 3560 Lummen www.recyfood.be Recyfuel 4480 Engis www.recyfuel.be Recygom 4821 Andrimont www.sita.be Recyper 9100 Sint-Niklaas www.sita.be Remo Milieubeheer 3530 Houthalen www.groupmachiels.com REMONDIS 3210 Lubbeek www.remondis.be Rendac 9470 Denderleeuw www.rendac.com Repaper 2910 EssenRe-Tyre 3920 Lommel Revatech 4480 Engis www.revatech.be Rik’s Plastics 3600 Genk www.riksplastics.com Romarco 9240 Zele www.romarco.be Rulo 7742 Hérinnes-lez-Pecq www.rulo.be Rumst Recycling 2840 RumstRymoplast 3920 Lommel www.morssinkhofplastics.nl SAF Recyclage 9990 Maldegem SEOS Plastic Recycling 4600 Verviers SGS Ewacs 9120 Beveren-Melsele www.be.sgs.com SHANKS sa 1435 Mont-St-Guibert www.shanks.be SHANKS Vlaanderen 8800 Roeselare www.shanks.be SHANKS Vlaanderen 9042 Gent www.shanks.beSilvamo 8800 Roeselare SIMS Recycling Solutions 9100 Sint-Niklaas www.sims-group.com SITA Remediation 1850 Grimbergen www.sitaremediation.beSITA Recycling Services 2340 Beerse www.sita.be SITA Treatment 1180 Brussel www.sita.be SITA Wallonie 4460 Grâce-Hollogne www.sita.be Smet Jet 8400 Oostende www.edelweissnv.be Smurfit Kappa 2170 Merksem www.smurfitkappa.com Soborel 3550 Heusden-Zolder www.vangansewinkel.com Socaplast 1840 Londerzeel www.socaplast.be Sodecom 7040 Quévy www.vanheede.com Sodever 1420 Braine l’Alleud Soraf 2840 Rumst www.ljanssens.be Soret 1560 Hoeilaart Soreplastic 6971 Champlon www.soreplastic.be SO.TRA.EX 4700 Eupen www.sotraex.com Spanin 8780 Oostrozebeke www.indaver.be
Stadsbader-Flamand 8530 Harelbeke www.stadsbader.comStallaert Recycling 1800 Vilvoorde www.stallaert.be Stevan 8860 Lendelede www.stevan.be Stok&Co 3530 Houthalen-Helchteren www.leysen.org Stora Enso Langerbrugge 9000 Gent www.storaenso.com SVK 9100 Sint-Niklaas www.svk.be Tellgnosis 2860 Sint-Katelijne-WaverThenergo 2018 Antwerpen www.thenergo.be Thomé H. & Fils 1730 MollemTrack International 8790 Waregem www.track-international.com Transcoma 3600 Genk www.transcoma.be Tri-Terre SAFS 4040 HerstalTWZ 9940 Evergem www.twz.be Vaco Containerdienst 2950 Kapellenwww.leysen.org Valomac 1850 Grimbergen www.sita.be Vandewiele Recycling 8470 Gistel www.houtmolen.be Van Gansewinkel 2870 Puurs www.vangansewinkel.com Vanheede Environment Group 8940 Wervik www.vanheede.com Van Moer H & Zn 9120 Melsele www.vanmoerh.be Van Pelt Containerbedrijf 2900 Schoten www.vanpelt-nv.beVan Puijfelik NL 4815 CD Breda www.vanpuijfelik.nl Van Roy 9470 Denderleeuw www.van-roy.be Veolia ES 1800 Vilvoorde www.veolia-es.be Verpola 8000 Brugge www.verpola.be Vetboerke 8750 Wingene Vlar Papier 2830 Tisselt www.storaenso.com Vosselaarse Oud Papier Centrale 2330 Merksplas www.vopc.be Vulsteke & Verbeke 8970 Poperinge www.vulsteke-verbeke.be West Waste Treatment 8600 Diksmuide www.wwt.be WOS 3600 Genk www.wos-genk.be Wubben Aflaatolie 2910 Essen
50Interesse? Een demo op maat? Bel ons op 0800 30 144Interesse? Een demo op maat? Bel ons op 0800 30 144
www.senTRAL.be:dé website voorveiligheid, milieu enarbeidsgeneeskunde
Gemaakt in samenspraak met preventieadviseurs,milieucoördinatoren en arbeidsgeneesheren uit de praktijk.
senTRAL is de enige website in België met:
• wetgeving• commentaar op de wetgeving• commentaar op rechtspraak• de praktische uitvoering van de wetgeving• praktische en invulbare werkdocumenten
in Word en Excel formaat• de volledige NBN basisnormen• nieuws
voor de drie domeinen.
Met senTRAL hebt u alle info meteenbij de hand !
Kluwer • Ragheno Business Park • Motstraat 30 • 2800 Mechelen
ann_senTRAL.indd 1 26/10/09 15:38:45
5151Interesse? Een demo op maat? Bel ons op 0800 30 144Interesse? Een demo op maat? Bel ons op 0800 30 144
www.senTRAL.be:dé website voorveiligheid, milieu enarbeidsgeneeskunde
Gemaakt in samenspraak met preventieadviseurs,milieucoördinatoren en arbeidsgeneesheren uit de praktijk.
senTRAL is de enige website in België met:
• wetgeving• commentaar op de wetgeving• commentaar op rechtspraak• de praktische uitvoering van de wetgeving• praktische en invulbare werkdocumenten
in Word en Excel formaat• de volledige NBN basisnormen• nieuws
voor de drie domeinen.
Met senTRAL hebt u alle info meteenbij de hand !
Kluwer • Ragheno Business Park • Motstraat 30 • 2800 Mechelen
ann_senTRAL.indd 1 26/10/09 15:38:45
Bezoek onze websitewww.febem-fege.be
Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer vzwPaviljoenstraat 9 - 1030 BrusselTel. 02 757 91 70 - Fax 02 757 91 [email protected] - www.febem-fege.be
Indien een bedrijf volwaardig lid
wenst te worden van FEBEM,
moet het zich verbinden de deon-
tologische code van de Federatie
te respecteren. Deze code bevat
enkele duidelijke engagementen
naar het respecteren van wetgeving
toe en schrijft ook een bepaalde col-
legialiteit voor. Voor FEBEM zijn dit
basisverklaringen, waar elk regulier
bedrijf zich moet aan houden. Er is
dan ook een duidelijke procedure
voorzien indien zou worden gesig-
naleerd dat een van onze leden deze
deontologie niet zou respecteren.
Deze procedure is al enkele malen
in werking gezet met telkens een
uitklaring van enkele onduidelijk-
heden als gevolg. De code zorgt dus
ook voor een betere sfeer tussen de
bedrijven en is ook een kapstok voor
verdere uitwerkingen binnen enkele
sectoren. Zo is in het kader van deze
code door de Federatie een “code
van goede praktijk” uitgewerkt voor
de behandeling van asbestafval én
een code voor de aanvaarding van
afvalstoffen op stortplaatsen. Een
code voor de problematiek van
het mengen van afvalstoffen is in
ontwerpfase, net als enkele richt-
lijnen voor de recuperatie van papier
en karton. Het is de bedoeling deze
codes te laten omzetten in regelge-
ving maar in tussentijd moeten onze
leden deze codes wel te respec-
teren. De leden-grondreinigers
van FEBEM engageren zich ook
om de milieubeleidsovereenkomst
voor bodemsaneringsoperaties te
respecteren. FEBEM meent dat
op deze manier de Federatie ef-
fectief werk maakt van de verdere
professionalisering van de sector
en zonder “windowdressing” ten
velde zaken helpt verbeteren. Het
FEBEM-lidmaatschap is dus ook
duidelijk een kwaliteitslabel, wat
uitwendig gemaakt wordt door een
ingekaderde verklaring die de vol-
waardige leden ontvangen.
Deontologische code
DE LEDEN VAN FEBEM STAAN GARANT VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EN CORRECTE DIENSTVERLENING DIE
MENS, MILIEU EN MAATSCHAPPIJ TEN GOEDE KOMT. FEBEM EN HAAR LEDEN ZIJN OVERTUIGD DAT HET SUCCES
VAN DE FEDERATIE EN HAAR LEDEN TE VERBINDEN IS MET HET VERTROUWEN DAT MEN KAN HEBBEN IN DE
FEDERATIE EN DE LEDEN.
VOOR FEBEM EN HAAR LEDEN STAAN VOOROP
· professionalisme: een professionele werking met aandacht voor kwaliteit en het resultaatsgericht organiseren van de
dienstverlening;
· partnerschap: een open werking waarbij discussies constructief en oplossingsgericht worden gevoerd met aandacht en
respect voor ieders mening;
· groepsgeest: FEBEM en haar leden vormen een team en komen als een groep naar buiten;
· waardeschepping: een toegevoegde waarde voor de sector in België, de klanten en het leefmilieu;
· respect voor het leefmilieu: de vrijwaring van het leefmilieu voor de toekomstige generaties, daar werken FEBEM en haar
leden dagdagelijks aan;
· wederzijds respect: meningsverschillen vormen de kleur van de democratie, andere meningen dienen
voldoende aandacht te krijgen en mogen niet leiden tot conflicten.
DE LEDEN VAN FEBEM STELLEN ZICH GARANT
· de wetgeving te allen tijde te respecteren;
· een eerlijke concurrentie te voeren waarbij respect voor de vrije marktwerking centraal staat;
· het imago van de sector te verbeteren;
· voortdurend te streven naar verbetering ten voordele van klanten, partners, maatschappij en leefmilieu;
· de volledige medewerking te verlenen aan de overheidsinstanties in zoverre FEBEM het eens is met de betrokken
overheidsstandpunten.
NAAR DE FEDERATIE TOE ZULLEN DE LEDEN
· zich neerleggen bij consensusbeslissingen van de federatie;
· collegiaal zijn met de federatie en de andere leden;
· in FEBEM-vertegenwoordigingen waarin men zetelt enkel het FEBEM-standpunt verkondigen;
· maximaal participeren aan de FEBEM-evenementen zoals studiedagen, Algemene Vergadering,
Ledenraden, Trefdagen, Werkgroepen en Task Forces;
· zich zoveel mogelijk eerst naar de federatie richten alvorens problemen van algemeen belang aan te kaarten bij overheden;
· een transparantie vertonen naar de federatie toe betreffende activiteiten, financiële resultaten en interne structuren
(organogram) waarbij de federatie zich borg stelt voor de nodige confidentialiteit.
Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer
“FEBEM, bedrijvig in milieuzorg”
ETHISCH EN DEONTOLOGISCH CHARTER VAN DE BEDRIJFS-
FEDERATIE FEBEM, DE FEDERATIE VAN DE MILIEUBEDRIJVEN
FEBEM vertegenwoordiger
FEBEM lid
52