fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na...

135
COACHING / LEREN, LOOPBAAN EN BURGERSCHAP 2011 – 2012

Transcript of fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na...

Page 1: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

COACHING / LEREN, LOOPBAAN EN BURGERSCHAP

2011 – 2012

Page 2: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

VOORWOORD

Binnen D’Drive van het Friesland College is materiaal ontwikkeld, gericht op de persoonlijke en professionele

ontwikkeling van de cursist, waarbij het accent ligt op het leren reflecteren en de persoonlijke ontwikkeling.

De bedoeling is dat er door middel van groepscoaching systematisch wordt gewerkt aan deze ontwikkeling.

De rode draad bestaat uit: ‘wie ben ik; wat kan ik; wat kan ik laten zien; waar pas ik; wat wil ik worden; wat moet ik

nog doen’.

De opbouw is zodanig samengesteld, dat de cursist begint bij zichzelf ofwel leert reflecteren en in groepsverband

oefent met feedback; commentaar geven en krijgen; leiding geven en krijgen, enzovoort.

Tijdens de groepscoaching komen de eerste twee kerntaken van Leren Loopbaan en Burgerschap aan bod: Kerntaak 1 en 2 : Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan.

Van de onderdelen die aangegeven worden in deze map wordt verwacht dat ze aan bod komen in de coachbijeenkomsten:

Schoolcultuur en FC Jargon. Persoonlijke ontwikkeling Leren kiezen en reflecteren

Dit programma beslaat twee leerjaren. Als basis krijgt je, als coach, richtlijnen, suggesties en een aantal werkvormen

aangereikt.

Al werkend met de verschillende onderdelen is gebleken dat deze werkvormen geschikt zijn voor niveau 4 leerjaar 1

en 2. De werkvormen in dit groeidocument zijn herzien en/of aangevuld.

Aansluitend vind je een aantal tips.

* Let wel deze coachmap is een groeidocument en dient flexibel te worden gebruikt, hierbij staan leervragen van

cursisten centraal. Jij als coach stuurt op het leerproces van de cursist.

Wil je meer weten over wat ervan jou als docent/coach verwacht wordt dan kun je dat vinden op de H-schijf

onder leerkaarten voor docent/coach.

Dit boekje bevat ook alle LLb opdrachten voor leerjaar 1 van Mbo niveau 4 voor alle opleidingen van D’Drive kunstopleidingen.

In dit leerjaar zijn de cursisten bezig met Leren en Loopbaan. De opdrachten die in dit boekje staan zijn hierop gebaseerd.

Bij deze opdrachten horen een aantal formulieren, stencils en handleidingen die hieronder verder uitgewerkt zijn. Het doel van deze uitgewerkte opdrachten dient als ondersteuning voor de coach. De coach kan de opdrachten op deze manier gemakkelijk printen en uitdelen. De opdrachten zijn duidelijk beschreven.

Juli 2011, Leeuwarden.

2Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 3: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

PERIODE INDELING VOOR COACH

“van sturing naar zelfsturing”

Periode: Werkvorm: Aandachtspunten:1

INTRODUCTIE/ORIENTATIE

Beeld:“aan de hand”

5 vingers

Kennismakingsgesprekken cursisten onderling en coach

Kennismaking met Portfoliogesprek in vertraagde week, na cursistenbespreking met vakspecialisten.

Registratie in ll.begeleiding Noise

Informatie Intakeformulier gebruiken om begeleidingsafspraken vast te stellen

Inventarisatie zorgcursisten/overleg coördinator zorgcursisten

Tijdens eerste 4 weken tussentijds instromen mogelijk

Cursistenbespreking op initiatief van coach. PF-gesprek kan in groepsverband 4 a 5 cursisten,

met portfolio en checklist in de vertraagde week Het registreren van resultaten is de

verantwoordelijkheid van de vakspecialist in blackboard gradecenter

2

IK ZIT GOED

Beeld:4 vingers

Begeleidingsgesprekken (in groepsverband?)

Cursistenbespreking

Portfoliogesprek in vertraagde week individueel met portfolio

Registratie in ll.begeleiding Noise Oudermoment algemeen

resultaten-theorie -praktijk/vaardigheden -BPV

thuissituatie combineren werk

en leren/reizen (beroeps)houding logboek- aanwezigheid leer\aandachtspunten uitkomst cursistenbespreking

3

IK DOE HET GOED

Beeld:3 vingers

Voorbereiding BPV

Begeleidingsgesprekken (in -groepsverband?)

Cursistenbespreking

Portfoliogesprek in vertraagde week individueel met portfolio

Registratie in ll.begeleiding Noise

Oudermoment individueel

Voorbereiding BPV

resultaten-theorie praktijk/vaardigheden BPV thuissituatie combineren werk

en leren/reizen (beroeps)houding logboek- aanwezigheid leer\aandachtspunten uitkomst cursistenbespreking

4

IK GA

Beeld:2 vingers

Begeleidingsgesprekken (in groepsverband?)

Cursistenbespreking Portfoliogesprek in vertraagde week

individueel met portfolio

Registratie in ll.begeleiding Noise

BPV richten op (beroeps)houding en oriëntatie op het beroep.

begeleiding bij /voorbereiding drempel van 1e naar 2e leerjaar (overgang)

inhoudsopgave

3Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 4: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Voorwoord 2Periode indeling voor coach 3Afteken lijst voor cursist LLB opdrachten 5Onderdelen coaching 6Coachwijzer, gedragscriteria 71e bijeenkomst 8

Bijlage: coach vragenBijlage: reflectievragen

Portfolio 11Portfolio waarom? 12Portfoliopresentatie 14Opdracht Portfolio presentatie 15Wie ben je, wat kun je en wat wil je? LLB opdracht 16De levenslijn LLB opdracht 17SMARTI –methode LLB opdracht 18Leerstijlentest en conclusie LLB opdracht 20Persoonlijke groei en reflectie LLB opdracht 27

Bijlage: Persoonlijke groei en reflectieBijlage: ReflectieverslagBijlage: Reflecteren op een prestatie

Individuele gesprekken 29Bijlage: Feedback formulierBijlage: Checklist Format periode Portfoliogesprek

Hoe los je iets op? 32 Opdracht: Vierkant probleem

Opdracht: GedachtenschemaOpdracht: STARR

Gedachtenschema 34Starr 37Het stappenplan SMART criteria 38

Bijlage: SMART CriteriaVoorwaarden om te leren: Opdracht Inzicht in leren 40

Bijlage: Lijst met voorwaardenVoorwaarden voor motivatie: Inzicht in motivatie 42Leerdoelen LLB opdracht 43

Bijlage: wat wil ik leren?Je kwaliteiten en vaardigheden 45Kwaliteitenspel LLB opdracht 46

Bijlage: Overzicht kwaliteitenBijlage: Overzicht vervormingen

Leervragen en je BPV llb opdracht 49Bijlage: wat wil ik leren?

Kwaliteiten en Vaardigheden 50Bijlage: Lijst met vaardigheden

Leerkaarten : Hoe gebruik ik dit in mijn opleiding? 59Opdracht: Elevator pitch 60Sollicitatiebrief en Curriculum Vitae 61

Bijlage: Curriculum VitaeSamenwerken en de rol die je speelt in de groep llb Opdracht 63

Opdracht 1: Samenwerken en teamrollenOpdracht 2: Teamrollen ‘Belbin’

Feedback geven en krijgen: Vaardigheden waarnemen 67Feedback geven en krijgen: “Hoe anderen jouw vaardigheden zien” 68Sterkte en zwakte analyse llb Opdracht 69

4Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 5: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Kernkwadrant LLB opdracht 72Competenties: Vaardigheden 75

Bijlage: Checklist Basiscompetenties in de cuCompetenties: Vaardigheden en kwaliteiten 77

Bijlage: De samenhang tussen vaardigheden, kwaliteiten en vervormingenKritiek geven en krijgen 87

Leren omgaan met conflicten: van meningsverschil tot ruzie 88

Leiding geven en leiding accepteren: meningsvorming over leiding geven 89Bijlage: SWOT-analyse

Coachsuggesties 92

Groepsevaluatie 93Presenteren: een persoonlijke presentatie digitaal en/of op papier 94De Ontwikkelspiraal: twee waarheden en een leugen 95Inspiratiespel voor portfolio 96Geef me de vijf! 97Kies je kaart/Metaforenspel 99Bijlage: stappen van kernreflectie in professionele groei 100Verzuimschema 101Denkfouten

Woordenboek uitleg FCjargon uit oude coachmap 105

Bronvermelding 106

5Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 6: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Aftekenlijst voor Cursist

PERIODE 1MIJN OPLEIDING en IK

PRODUCT DATUM PARAAF DOCENT

Zelfportret (schrift en beeld) en CV (NL en coaching)

Levenslijn ( in mail)

Overzicht van kwaliteiten (kaartjes/kwartet+praktijksituatie)

Basis van een portfolio (lijstje met wat er in moet)

PERIODE 2LEREN LEREN

PRODUCT DATUM PARAAF DOCENT

Leerstijlen test en conclusie

Beschrijving van je kernkwadrant

Reflecteren (punten/wat is het?)

Vervolg op portfolio (hoe ver ben je?/kennis, vaardigheden,houding, waar sta je? Wat wil je leren?) POP

PERIODE 3STAGEVOORBEREIDING

PRODUCT DATUM PARAAF DOCENT

Een overzicht kerntaken en werkprocessen.Kaart: Vragenlijstje/leerdoelen/leuk/simulatie algemeen

Voorkeur lijst met stagebedrijven en 2 leerdoelen

Samenwerken, jouw rol (123 test, dromer, doener, denker)

Sterkte zwakte analyse

6Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 7: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Onderdelen

Schoolcultuur en Fc vakjargon

CoachingLeerkaartenPortfolioKwalificatiedossierPrestatiesProjectenVertraagde weekCompetenties LogboekAanwezigheidsprotocolLeren Loopbaan & BurgerschapReflecteren

7Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 8: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

FeedbackOpleidingsjargonPraktijk gestuurd lerenOERProeve van BekwaamheidExamendossierExaminering

Persoonlijke Ontwikkeling:

ZelfportretEerder Verworven CompetentiesReflectiesPortfolioCreatief BewustzijnLLB = kerntaak 1 en 2

Leren Kiezen en Reflecteren

PassieReflectieKennis maken met FC Competenties PortfolioPlan van AanpakLL(B) kerntaak 1 en 2BeoordelenCreatief BewustzijnLLBLeren presenterenFC competenties (vermogen om met open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken, vermogen om jezelf steeds beter te leren kennen Plan van aanpakVoorbereiding stage

Coachwijzer: GEDRAGSCRITERIA

De coaching is de rode draad in de opleiding van de cursist.

Als vertrekpunt voor de activiteiten van de coach binnen het concept van praktijkgestuurd leren geldt het volgende raamwerk:

- Stimuleren en motiveren in het leerproces- persoonlijke kwaliteiten- sociale vaardigheden- algemeen

- Ontwikkelen van (studie)gedrag- plannen- time management

8Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 9: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

- zelfsturing / verantwoordelijkheid

- Registratie van gegevens- wettelijke documenten- aanwezigheidsregistratie- leerresultaten vd cursist- persoonlijke gegevens

- Reflecteren - reflectie gesprekken - feed back geven- confronteren

- Voortgang bewaking- gesprekken- cursistenvolgsysteem- communicatie met de vakspecialisten

- Communicatie met derden- ouders/verzorgers- vertrouwenspersoon- bureau cursisten- directie- examencommissie- administratief serviceteam

- Opleidingsroute plannen- keuze voor niveau’s- keuze voor onderwijsvormen

- Diplomeren

PORTFOLIO VOOR DE COACH EERSTE BIJEENKOMST

1e bijeenkomst

Coaching wat is het en wat kun je verwachten:

-Begeleiding-Leerproces in de gaten houden-persoonlijke ontwikkeling-eerste aanspreekpunt-vertrouwenspersoon-vervolgstappen zetten-vaste groep-het beste uit de mens halen

9Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 10: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Vraag aan de groep: Wat verwacht je zelf?

D’map en portfolio,wat wordt er van de cursist verwacht en wat moet hij zelf bijhouden in portfoliowie is verantwoordelijk voor wat.Overzicht op het bord

bewijsstukken zelfportret cv verslagen van bpv, projecten en opdrachten bewijs van bpv en leerbedrijf bewijs van projecten

Vraag om te beantwoorden:

Wanneer is iets bewijs?

Vraag om te beantwoorden:Wat heb je nu al wat in je portfolio kan?

Denk aan: eigen producties, producties voor anderen, projecten, Engels, Nederlands, zelfportret, cv enz

BIJLAGE : VOORBEELDEN VAN COACHINGSVRAGEN

• Hoe pak jij dat normaal gesproken aan?

• Wat heb jij hiervan geleerd?

• Wat betekent dit voor je?

• Welke conclusies trek je hieruit?

• Zie je een mogelijkheid om het uit te proberen?

• Welke alternatieven zie je?

• Wat gebeurt er als je nu totaal iets anders doet?

• Wat zou je eraan kunnen doen?

• Wat heb je er al aan gedaan?

10Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 11: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

• Waar ben je bang voor?

• Wat zou je anders adviseren?

• Wat zou je eigenlijk willen?

• Wat is de eerste stap die je zou willen/moeten zetten?

• Je hebt al meer lastige situaties meegemaakt, hoe heb je dat toen aangepakt?

• Wie zou je kunnen helpen?

• Wie zou je erbij kunnen betrekken?

• Hoelang wil je dit al?

• Wat heb je ervoor over om daadwerkelijk te veranderen?

• Wat let je om het te proberen?

• Waarom geef je het geen kans?

• Wat zou er kunnen gebeuren?

• Wat heb je nodig om dit te durven?

• Wat heb je nodig om dit te doen?

• Ken je iemand die dit wel kan?

• Bestaan er mensen die zoiets wel aan durven pakken?

• Waar zou je over een jaar willen zijn?

• Welke ideeën heb je hierover zelf al?

• Welke stappen zouden gezet moeten worden?

• Wat is de belangrijkste vraag die je jezelf zou moeten stellen?

• Hoe zal het zijn als je bereikt hebt wat je wil?

BIJLAGE: REFLECTIEVRAGEN

... , willen, voelen of denken en doen? Vooraf, tijdens of erna?

1. Waarom wil je dat?

2. Hoe ga je dat probleem oplossen?

3. Wat heb je gedaan/gemaakt?

4. Hoe ging de samenwerking met de andere kinderen?

5. Waar heb je het meest van genoten; wat was het leukst om te doen?

6. Wat moet het opleveren dat je gaat doen?

7. Wat vind je van het resultaat?

8. Hoe loopt het?

9. Waarom kies je daarvoor?

11Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 12: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

10. Hoe ga je dat aanpakken?

11. Waar ben je trots op?

12. Wat je bereikt hebt is dat wat je graag wilde?

13. Waar zie je het meest tegen op?

14. Hoe heb je dat probleem aangepakt?

15. Hoe ga je de taken verdelen?

16. Wat zou jij in het groepje het liefst willen doen?

17. Waarom heb je geen zin meer om door te gaan?

18. Waarom heb je geen hulp gevraagd?

19. Wat gebeurde er precies?

20. Wat heb je er van geleerd?

21. Waarom is dat voor jou het belangrijkste?

22. Waarom wil je daar geen hulp bij?

23. Waar heb je last van?

24. Hoe had je dat anders kunnen aanpakken?

25. Wat zou je nu kunnen proberen

PORTFOLIO voor de cursist

Met de start van een nieuwe opleiding gaan er veel dingen veranderen in je leven. Je ontmoet nieuwe mensen, je doet

nieuwe ervaringen op, je ontwikkelt (nieuwe) vaardigheden en een beroepshouding.

Voor een optimale ontwikkeling is het belangrijk dat je regelmatig over deze ervaringen nadenkt. Bijvoorbeeld: wat

gaat goed en wat gaat minder goed. Wat kan ik goed gebruiken in mijn toekomstig beroep. Enz.

Wat is een portfolio?

Een portfolio is een verzameling van werk en reflecties over iemands ontwikkeling. Het doel van zo’n portfolio is inzicht geven in de competenties die je ontwikkelt of bezit. Deze competenties/bekwaamheden gebruik je iedere dag. Binnen je opleiding dient je portfolio als leidraad voor je persoonlijke ontwikkeling. De groei naar je beroep kun je op deze manier vastleggen en analyseren. Een portfolio is een verzameling van verschillende materialen dat zicht geeft op jou als persoon. De stukken die je

verzamelt in het portfolio tonen iets over wie je bent en wat je kan. Daarnaast heb je ook een Taalportfolio.

12Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 13: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Wat komt er in zo’n portfolio?de basis van je portfolio bestaat uit: materialen, overzichten en reflecties.Materialen.Hierbij kun je denken aan:verslagen, ontwerpen, tekeningen, foto’s, video’s, feedbackformulieren, cijferlijsten, zelftests, reflectieverslagen, logboekfragmenten en stageverslagen.

Overzichten.

In je portfolio zit een overzicht. Omdat er veel materiaal verzameld wordt, zul je je portfolio moeten organiseren. Een chronologische volgorde (bijvoorbeeld jaar/blok) van je materiaal of een indeling naar competenties zijn hier voorbeelden van.

Reflecties.Bezig zijn met je eigen ontwikkeling betekent dat je reflecteert. Dit kan over verschillende onderwerpen gaan.Reflectie op leerervaringen/opdrachten. Reflectie op de persoonlijke ontwikkeling: je kijkt naar jouw sterke en zwakke kanten vanuit een helikopterview.Visie (bijvoorbeeld een standpunt in een ethisch dilemma, visie op het beroep): je schrijft jouw mening over je beroep op probleem die je tegen gekomen bent.Plannen of voornemens (Persoonlijke Ontwikkel of Activiteiten Plannen)

PORTFOLIO WAAROM?

Waarom werk je aan een portfolio?

In de jaren dat je op school bent maak je een ontwikkeling door als persoon en als toekomstig beroepsbeoefenaar.

Tijdens je studieloopbaan werk je aan je portfolio om jezelf blijvend te herinneren aan je ervaringen.

Het werken aan een portfolio heeft de volgende voordelen:

o Het laat je naar jezelf kijken,

o Het is een weergave van wat je geleerd hebt,

o Je krijgt inzicht in je kennis, vaardigheden en eigenschappen,

o Je krijgt inzicht in je interesses,

o Je ordent en structureert zaken die voor jou van belang zijn,

o Het wordt gebruikt bij het gesprek met je coach,

13Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 14: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

o Het dient als basis voor het maken van actieplannen (wie, wat, wanneer),

o Het wordt gebruikt bij het gesprek met je coach.

Verplicht en vrij

Enerzijds bepaalt de opleiding wat je verplicht moet opnemen in je portfolio. Hiervoor gebruik je de checklist die je

aan het begin van ieder schooljaar ontvangt per periode. Op deze checklist staan onder andere projectopdrachten die

je moet maken en opdrachten die je tijdens de groepscoaching bijeenkomsten maakt.

Anderzijds verzamel je zelf allerlei bewijsstukken van wat je gedaan hebt en de ontwikkeling die je doormaakt. Dit

noemen we het vrije deel van je portfolio. Je kiest zelf wat je wilt bewaren in je portfolio en wat niet. Dit doe je aan de

hand van criteria die je zelf bepaalt. Er moeten ten minste 3 eigen gekozen bewijsstukken in je portfolio zitten. Je

maakt dus een selectie uit je verzameling. In de loop van de tijd kun je dus ook besluiten om er dingen uit te halen

omdat ze niet langer iets laten zien van je ontwikkeling.

Naar aanleiding van je bewijsstukken denk je na over je ontwikkeling als persoon en als toekomstig

beroepsbeoefenaar. Met andere woorden: je reflecteert.

4x keer per jaar presenteer je je portfolio aan je coach en/of een groep medecursisten.

Kortom:

Je begint met verzamelen. Daarna selecteer je de producten die je wilt bewaren. (minstens 3) Op basis van deze

selectie reflecteer je over de ontwikkeling die je doorgemaakt hebt en als laatste presenteer je je portfolio. Het

portfolio is dus een soort groeidocument.

PORTFOLIO PRESENTATIE

Portfoliopresentatie

Aan het eind van het schooljaar kun je je presenteer je je portfolio aan je coach en/of een groepje medecursisten.

De volgende vragen staan centraal bij je portfoliopresentatie:

o Wat zijn je sterke kanten?

o Waar liggen je interesses?

o Wat zijn leerpunten voor jou?

o Hoe leer je?

o Hoe werk je?

o Wat zijn de belangrijkste waarden voor jou?

o In welke (bedrijfs)cultuur voel jij je thuis?

o Wat kan je bijdragen aan mijn omgeving/werk?

o Wanneer ben ik met een leerdoel bezig ?

14Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 15: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Door de beantwoording van deze vragen maak je dus een portfolio presentatie. Je houdt de presentatie voor je coach

en het groepje cursisten waarmee je de groepscoaching bijenkomsten bijwoont.

Wie is je coach?

Je coach kan ook een docent van D’Drive zijn. De coach heeft tot taak jou gedurende een bepaalde periode in je

persoonlijke en beroepsmatige ontwikkeling te begeleiden. Aan het begin van ieder schooljaar weet je wie je coach is

voor dat betreffende schooljaar. Daarnaast is hij/zij het eerste aanspreekpunt wanneer zich omstandigheden

voordoen, die je studievoortgang belemmeren.

Aan het einde van elke periode voer je een individueel gesprek met je coach. Het doel is je feedback te geven op je

ontwikkeling als persoon, als toekomstig beroepsbeoefenaar en je (studie)loopbaanoriëntatie. Ieder gesprek bereid je

voor aan de hand van een reflectieverslag.

Opdracht: PORTFOLIOPRESENTATIES

Nodig: Portfolio’s van de cursistenBijlage: Richtlijnen portfolio

In de laatste twee coaching bijeenkomsten van het 1e leerjaar of 2de leerjaar presenteren jullie je eigen portfolio aan

je eigen coachgroep. Voor de portfoliopresentatie zijn richtlijnen geformuleerd die jullie moeten gebruiken. De

presentatie gaat over zowel het vrije deel als het verplichte deel.

In deze coaching bijeenkomst houden we een soort voorbespreking met elkaar.

Opdracht 1

Wie van jullie wil starten met iets te vertellen over je portfolio?

Aan de coach:

Kijk of de richtlijnen gebruikt worden en kijk of er onderscheid gemaakt wordt tussen het verplichte deel en het vrije

deel.

15Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 16: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Nodig medecursisten uit vragen te stellen.

Afsluiting

Laat ter afsluiting de cursisten elkaar adviezen geven en formuleer zelf als laatste één of meerdere adviezen voor de

portfoliopresentaties.

\

OPDRACHT: WIE BEN JE,WAT KUN JE EN WAT WIL JE? LLB opdracht

Opdracht: Zelfportret (schrift en beeld) en CV (NL en coaching)

Doel: Je schrijft/maakt een zelfportret. Het doel van de opdracht is erachter komen hoe je op dit moment in je studie staat en waar je naartoe wilt werken. De opdracht kan op 2 manieren gemaakt worden:

Portret makenJe neemt een groot vel papier waarop je jezelf kunt omtrekken. De omtrek van je lichaam moet dus helemaal op het papier staan. Je gaat nu jezelf invullen met woorden, plaatjes, foto’s etc. Probeer zoveel mogelijk dingen te verzamelen die met jezelf te maken hebben. Het lijstje hieronder ga je bij langs.

Portret schrijvenJe schrijft een zelfportret van ongeveer 1 a4 en behandelt de volgende punten:

Beroep- Waarom heb je deze opleiding gekozen? - Wat spreekt je aan in het beroep? - Hoe zie je jezelf later in het beroep?

Voorgeschiedenis- Welke vooropleiding heb je gedaan?

16Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 17: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

- wat was je ervaring hiermee?- Zijn er dingen die je mee neemt uit deze eerdere opleidingen?

Opleiding- Wat is je indruk van deze opleiding? - Hoe ga je je tijd indelen? Hoeveel uur per week aan school, werk en vrije tijd?- Hoe zie je jezelf als cursist bij D-drive?

Persoonlijke kenmerken- Waar ben je goed in en hoe wil je dat in je opleiding gebruiken?- Hoe reageer je op feedback?- Hoe snel vraag je hulp?

CvNaast dit zelfportret maak je een cv. In je cv komen de volgende gegevens:Persoonlijke gegevens- naam, adres, postcode,woonplaats, geboortedatum,telefoon en e-mailadres. Werkervaring- Lijst met alle baantjes die je hebt gehad. Eventuele stages en cursussen. Geef een omschrijving van het werk en schrijf erbij wanneer je er hebt gewerkt.

De Levenslijn LLB Opdracht

Nodig:Gebruik stiften, krijtjes, verf….

Opdracht: De Levenslijn!

Doel: Inzicht in je eigen levensgeschiedenisHet belang inzien van je herkomst (gezin, subcultuur, cultuur)Ervaren in hoeverre waarden en normen het gedrag bepalen of bepaald hebben

Hoe werkt het:

Op een A-4tje teken je een rechte lijn, de levenslijn:

Helemaal links schrijf je je geboorte, rechts van het midden het huidige jaar en de rest is toekomst Deel de lijn in door middel van streepjes en geef belangrijke gebeurtenissen aan in je leven In de eerste fase werk je dit niet uit. Het is slechts een kladje. Vervolgens neem je een groot vel papier en beeld je je leven uit als een rivier.

De rivier heeft een oorsprong en ontwikkelt zich op een bepaalde manier. Er komen stromingen bij en er zijn vertakkingen. Bruggen die de oevers verbinden, dammen, sluizen, stroomversnellingen, droogte, soms lopen er stromingen parallel die verderop weer afbuigen…. Gebruik je fantasie!!In plaats van een rivier kun je ook denken aan een berglandschap, een regenboog enz…- Bij het tekenen kun je denken aan:

17Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 18: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

- Omwentelingen en belangrijke gebeurtenissen- Scholen, opleidingen, banen- Invloed van ouders en familie- Vrienden die belangrijk voor je zijn- Verhuizingen

En dan:

Bekijk je levenslijn en beantwoord de volgende vragen:

1.a Welke periode/gebeurtenis heb je als heel fijn ervaren?

1.b Kun je uitleggen waarom?

1.c Wat heb je van die periode/gebeurtenis geleerd?

2.a Welke periode/gebeurtenis zou je liever vergeten?

2.b Kun je uitleggen waarom?

2.c Wat heb je van die periode/gebeurtenis geleerd?

3.a Welke gebeurtenis en/of periode in je leven heeft het meeste invloed op je gehad?

3.b Kun je uitleggen waarom?

3.c Heeft dat ook nog invloed in je huidige leven??

18Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 19: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

3.d Zo ja, wat voor invloed?

4.a Welke periode/gebeurtenis heeft je schoolkeuze bepaald?

4.b Kun je aangeven waarom?

SMARTI –METHODE LLB opdracht

SMARTI –methode.Vraag je coach naar de competenties die je moet bezitten voor jouw opleiding. Ga voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog aan moet werken. Geef bij iedere competentie aan of je de competentie niet goed beheerst, goed op weg bent of de competentie al bezit. Geef bij de competenties, die je nog niet nog niet goed beheerst of helemaal niet goed beheerst, ook aan hoe je aan je competentie wil werken. Doe dit door middel van leerdoelen. Deze leerdoelen formuleer je op basis van de SMARTI –methode.

SMARTI-methode:Doelstellingen worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd als wensen, intenties, of goede voornemens. Deze methode bied een doelstelling. Er staat heel concreet wat je wilt bereiken en hoe je dat gaat doen. Dit zorgt ervoor dat de kans groter is dat er in de praktijk wat van terecht komt.

S Specifiek geeft precies aan wat je wilt ontwikkelenM Meetbaar het resultaat is meetbaarA Activerend geformuleerd in activiteiten, een actieplanR Realistisch haalbaar gezien omstandighedenT in Tijd gezet voorzien van een tijdsplanningI Inspirerend motiveert je, is aantrekkelijk voor je

Als je deze stappen bij langs bent gelopen beantwoord je de volgende vragen:

Wat moet er geleerd worden?

19Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 20: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Hoe wil ik dit leren? Waar ga ik dit leren? Wanneer ben ik met het leerdoel bezig?

Dit is een voorbeeld van een leerdoel die volgens de smarti-methode is geformuleerd: Ik wil binnen een maand een dag-planning hebben gemaakt (waarin ik afstreep wat ik gedaan heb) voor alles wat ik in periode 3 (daar ben ik bijna) moet leren en af moet hebben en hem hebben uitgevoerd.

Specifiek: ik wil beter plannenMeetbaar: de planning zelf en mijn resultaten op de toetsen en opdrachten.Activerend: werkplan maken en strepen wat af is, werkt activerend.Realistisch: als ik mezelf goed motiveer en niet teveel werk per dag neerzet Tijdgebonden: binnen een maand. Inspirerend: Ik krijg een stuk zekerheid als ik me eraan kan houden. Het is goed voor mijn zelfvertrouwen als het

werkt.o Wat moet er geleerd worden?

Plannen en me eraan houden.o Hoe wil ik dit leren?

Ik zal beginnen met het maken van een werkplan waarin het werk zoveel mogelijk verspreid is. Daarnaast ga ik iedere dag afstrepen wat af is/geleerd is.

o Waar ga ik dit leren?Op school en thuis. Als ik thuis ben maak ik eerst het huiswerk wat er op de planning staat. Dan heb ik daarna vrije tijd ( motiverend).Op school probeer ik in de tijd die ik over heb, te gebruiken om meer af te strepen van de planning. Zo kan ik ook proberen vooruit te werken als het meezit.

o Wanneer ben ik aan het leren plannen?Iedere dag, ik maak een dag planning zodat er per dag niet heel veel werk is, als ik bijvoorbeeld een weekplanning zou maken lijkt het meer werk. De motivatie kan dan snel wegzakken.

LEERSTIJLENTEST EN CONCLUSIE LLB opdracht

Opdracht: Leerstijlentest en conclusie

Doel: Inzicht krijgen in leerstijl. Verbeteren van leer en werkhouding. Welke leerstijl heb jij?In totaal zijn er 4 leerstijlen, dat wil zeggen 4 manieren waarop je dingen kunt leren. Afhankelijk van de leerstof en de situatie gebruik je een bepaalde leerstijl. Mensen hebben echter ook een favoriete manier van leren, oftewel een voorkeursleerstijl. Weet je wat jouw voorkeursleerstijl is dan weet je ook wat er, qua leerstof en studie, het beste bij je past.Met deze leerstijlentest wordt bekeken op welke manier jij meestal een probleem aanpakt. Voor een leraar is het erg nuttig om te weten op welke manieren zijn leerlingen leren, omdat hij hierop zijn lessen kan aanpassen. Bedenk je goed; jouw manier van leren is niet beter of slechter dan die van een ander. Beantwoord de vragen dus eerlijk.

Hoe ga je te werk? De test bestaat uit 9 vragen. Het antwoord dat het beste bij jou past geef je 4 punten. Het antwoord dat daarna het beste bij jou past geef je 3 punten. Het antwoord daarna 2 punten en het antwoord wat het minst bij je past geef je 1 punt. Schrijf de punten (4, 3, 2 en 1) in het grijze hokje voor het antwoord. Zorg ervoor dat je altijd aan alle antwoorden punten geeft!

Kolom A Kolom B Kolom C kolom D

1 Je wilt leren zeilen. Hoe pak je het aan?

20Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 21: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Ik stap direct in de boot en probeer hoe je moet zeilen

Ik blijf eerst op de kant staan en kijk hoe een ander het doet

Ik kijk eerst in een boek hoe je moet zeilen

Ik vraag iemand om het mij voor te doen en doe het na

2 Je krijgt een nieuwe computer. Je wilt hem meteen gebruiken. Hoe ga je te werk?

Ik denk er eerst over na wat je er allemaal mee zou kunnen doen.

Je vraagt eerst precies na wat er allemaal op zit en wat je ermee kunt doen

Ik lees eerst de gebruiksaanwijzing goed door

Ik probeer direct alles uit

3 Je moet een werkstuk maken bij techniek. Wat doe je?

Ik denk er eerst over na wat de bedoeling is en hoe je het aan moet pakken

Ik lees eerst de opdracht helemaal door en bekijk de tekening eerst goed

Ik kijk eerst waar ik het werkstuk voor kan gebruiken

Ik begin meteen te werken

4 Je hoort op de radio een spannend verhaal. Je wilt het straks navertellen. Wat doe je?

Ik doe net of het verhaal nu gebeurt en dat ik er bij ben

Ik vind wat ik hoor geweldig en wil het meteen zelf ook doen

Ik wil eerst weten of het verhaal wel klopt

Ik vertel het verhaal gewoon na

5 Je gaat op vakantie. Je mag kiezen uit twee landen. Wat doe je?

Ik probeer me voor te stellen wat je allemaal in die landen kunt doen. Ik vind het moeilijk om te kiezen

Ik denk er niet zo lang over na. Je moet er gewoon het beste van maken.

Ik probeer zoveel mogelijk over dien landen te weten te komen. Daarna kies ik een land.

Ik kijk waar ik het meeste aan heb. Ik kan snel kiezen.

6 Je gaat een nieuwe fiets uitzoeken. Hoe ga je te werk?

Ik denk na waar ik allemaal met die fiets naartoe zou kunnen gaan en hoeveel plezier ik er van zal hebben.

Ik wil precies weten wat er allemaal op die fiets zit, wat de beste is en hoe duur hij is.

Ik wil direct proberen hoe hij rijdt.

Ik kijk welke fiets het beste voor mij geschikt is.

7 Je krijgt een toets over motormanagement. Hoe bereid je je voor?

Ik leer alles wat ik voor die toets moet weten.

Ik probeer alles rond motor-management te begrijpen

Ik schrijf de belangrijkste dingen even op.

Ik leer, omdat het nou eenmaal moet.

8 Je staat op het punt een totaal nieuwe baan aan te nemen. Hoe beslis je?

Ik probeer me voor te stellen hoe het voor me zal zijn om dat werk te doen.

Ik wil eerst precies weten hoe hard ik moet werken en hoeveel ik verdien.

Ik wil precies weten wat iemand in dat bedrijf moet doen en hoe het bedrijf werkt.

Ik ga werken en merk vanzelf wel of het mij bevalt

9 Je mag kiezen hoe je les krijgt in een vreemde taal. Hoe wil je het?

Ik wil graag dat de leraar verhalen vertelt.

Ik wil graag werkstukken maken.

Ik wil graag duidelijke opdrachten hebben.

Ik wil graag weten waar de opdrachten voor nodig zijn.

21Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 22: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Je hebt voor elk antwoord 4, 3, 2 of 1 punt gezet. Maak nu de volgende optelsommen:

Kolom A: Vraag 2 + 3 + 4 + 5 + 7 + 8= punten = CE scoreKolom B: Vraag 1 + 3 + 6 + 7 + 8 + 9= punten = RO scoreKolom C: Vraag 2 + 3 + 4 + 5 + 8 + 9= punten = AC scoreKolom D: Vraag 1 + 3 + 6 + 7 + 8 + 9= punten = AE score

Bereken nu:

AC score – CE score = Kruis dit getal aan op de verticale as in de onderstaande figuur.AE score – RO score = Kruis dit getal aan op de horizontale as in de onderstaande figuur.

Trek een lijn tussen de getallen die je hebt aangekruist. Het kwadrant welke door deze lijn doorsneden wordt, is je voorkeursleerstijl!

22Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 23: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Beschrijving leerstijlen

Beschrijving van alle leerstijlen

23Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

doener dromer

beslisser denker

Page 24: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Doener:Een doener steekt de handen uit de mouwen en pakt ideeën van anderen op. Een doenergaat een directe ervaring opdoen. Lost een probleem op en springt in het diepe met een uitdagende taak.Als je een Doener bent/voorkeur hebt voor deze stijl, leer je het meeste van activiteiten waarbij:

Er nieuwe ervaringen en situaties zijn om van te leren Je je kunt verdiepen in korte activiteiten in het hier en nu (b.v. opdrachten, rollenspelen) Er drama en crisis is: zaken telkens veranderen met een veel aan ondernemende activiteit Je in het diepe wordt gegooid met een fikse uitdaging Je een leidinggevende rol kunt innemen (bv. vergaderingen voorzitten, voordrachten geven, gesprekken

leiden) Je ideeën kunt delen zonder rem, structuur of realiseerbaarheid Je te maken hebt met andere mensen: problemen oplossen, onderdeel van het team en ideeën

2. Dromer:Een dromer maakt vooraf een plan en neemt de tijd voor lastige beslissingen. Een dromer bekijkt de zaken met een veelhoeklens en neemt de tijd om zijn ervaringen over te denken.Als je een dromer bent/voorkeur hebt voor deze stijl, dan leer je het meeste van activiteiten waarbij:

Hetgeen aangeboden wordt onderdeel uitmaakt van een systeem/model/ concept/theorie Je de tijd hebt methodisch de verbanden tussen ideeën/gebeurtenissen/situaties te onderzoeken Je je geestelijk moet inspannen: een ingewikkelde situatie onderzoeken. Je je bevindt in gestructureerde situaties met een duidelijk doel Je kunt luisteren naar/lezen over ideeën en concepten met een accent op logica. Je redenen voor succes/mislukking kunt analyseren. je ingewikkelde situaties dient te begrijpen en er aan deel te nemen

3. Denker:Een denker bestudeert theoretische concepten, modellen en systemen. Een denker zoekt verbanden met de al aanwezige kennis en is verklarend zoekend. Een denker zoekt naar gestructureerde leermiddelen.Als je een Denker bent/voorkeur hebt voor deze stijl, dan leer je het meeste van activiteiten waarbij:

Je in staat wordt gesteld en aangemoedigd om activiteiten te bekijken en over te denken Je afstand kunt nemen van zaken: kunt luisteren/observeren (je op de achtergrond houden) je de

gelegenheid krijgt om te denken voordat je doet en dan pas commentaar te geven (dus tijd krijgen om je voor te bereiden).

Je in je eigen tempo een beslissing kunt nemen zonder druk van anderen en/of een strakke tijdslimiet Je onderzoek kunt doen in de zin van informatie verzamelen Je zorgvuldige analyses en rapporten kunt schrijven Je gedachtewisseling met anderen zonder risico is: na overleg, binnen een structuur

4. Beslisser:

24Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 25: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Een beslisser richt zich op praktische zaken en heeft minder aandacht voor mensen en relaties. Een beslisser zoekt naar verbanden tussen de leerstof en de praktijkAls je een Beslisser bent/voorkeur hebt voor deze stijl, dan leer je het meest van activiteiten waarbij:

Er een duidelijk verband is tussen de stof en een probleem. Er technieken/vaardigheden getoond worden waar je in de praktijk meteen iets mee kan. Je de kans krijgt technieken te proberen/beoefenen onder toezicht van een leerkracht. Je te maken krijgt met een indrukwekkend voorbeeld waaraan je je kunt optrekken: een leerkracht, veel

voorbeelden/anekdotes, instructie- of demonstratiefilms etc. Je meteen de kans krijgt om de theorie in de praktijk te brengen Er tips voor toepassing in de praktijk worden geven. De leeractiviteit sterk realistisch is: goede simulatie, echte problemen etc. Je je kunt bezighouden met praktische zaken: actie of plannen met duidelijk een duidelijk einddoel/product

REFLECTEREN llb opdracht

Opdracht: Reflecteren

Doel: Het doel van reflecteren is je zelfkennis vergroten, je je bewust worden van de emoties die in bepaalde situaties bij jou een rol spelen en inzicht krijgen in hoe je daarnaar handelt.

Reflecteren is een heel belangrijk onderdeel in je studie.Vul onderstaande vragenlijst in. Deze vragenlijst is een hulpmiddel om na te denkenover jezelf. Laat deze vragenlijst dan ook invullen door iemand in je omgeving. Kijk naar de overeenkomsten en de verschillen. Wat valt je op?

Ja Meestal wel Meestal niet neeIk werk op school zelfstandigIk moet naar school!Ik ben nogal lui

25Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 26: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Ik laat me snel beïnvloedenIk kijk graag naar “woon”programma’sIk voel me onzeker bij onbekende situatiesIk ben een flapuitIk kan goed luisterenIk speel graag de baasIk ben een twijfelaarIk maak me vlug kwaadIk durf over mijn gevoelens te pratenIk kan me goed in iemands gevoelens verplaatsenIk geef snel een complimentIk plan mijn werkzaamhedenMet mij kun je goed samenwerkenIk kan vrienden maken en houdenIk kan me goed aanpassenIk kan hard werkenIk pas me gemakkelijk aanIk doe alles op het laatste momentIk heb gevoel voor humorAls ik iets wil, lukt het meestal welIk houd me aan afsprakenIk kan gemakkelijk fouten toegevenIk kan om mezelf lachenIk help anderen graagIk ben relaxedIk maak af waar ik aan beginIk denk snel: “laat maar”Ik los problemen op en loop er niet voor wegIk ben creatiefIk kan goed voor mezelf opkomenIk heb respect voor de mening van anderenIk ben perfectionistischIk neem zelf de verantwoordelijkheid voor mijn levenIk weet wat ik wil bereiken in mijn leven

Omdat je tijdens je opleiding veel reflectieverslagen zal maken staan hieronder tips over hoe je dat het beste kunt aanpakken.

Het gaat er bij reflecteren om steeds terug te kijken op en jezelf vragen te stellen over hoe jij aan het werk bent en wat daar de achtergronden van zijn.

Het gaat er dan niet zozeer om of je het werk goed of juist niet goed hebt gedaan. Dat is evalueren. Het is juist belangrijk het beoordelen (evalueren) van je eigen handelen uit te stellen. Dit geeft ruimte voor zelfonderzoek, waardoor je meer leert over je eigen handelen.

Bij reflecteren:

Omschrijf je de situatie en omgeving.

Onderzoek je je gedrag.

Stel je vragen over je eigen vaardigheden.

Achterhaal je je motivatie of overtuigingen.

Sta je stil bij je identiteit.

Is er oog voor je dieperliggende drijfveren.

Je kunt op iedere situatie reflecteren en op elk probleem dat je bezighoudt. Daar kun je veel van leren, maar de valkuil is dat je hierdoor door de bomen het bos niet meer ziet en eindeloos blijft terugkijken. Een ander gevaar is dat je misschien het gevoel dat je eigenlijk wel lekker bezig bent – het werk gaat goed, er is geen kritiek van medestudenten

26Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 27: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

of je docent – en dus zie je geen reden om te reflecteren. Toch kan het dan ook heel leerzaam zijn om stil te staan bij jezelf en je manier van handelen.

Tips:

Kies een concrete situatie en kijk terug op dat specifieke moment en jouw manier van handelen.

Reflecteer regelmatig en 'rooster' tenminste één keer per week een reflectiemoment in liefst op een vast moment.

Stel jezelf open vragen.

Stel oordelen over jezelf uit, kijk eerst wat er gebeurde voor dat je hier een waarde aan geeft.

Reflecteer op een methodische manier, bijvoorbeeld door een lijstje vragen te doorlopen of het reflectiemodel te gebruiken.

Reflecteer niet alleen op probleemsituaties maar ook op succeservaringen.

Gebruik feedback van anderen om vanuit dat gezichtspunt te reflecteren.

Dit is een concrete manier die je kunt volgen bij het maken van een reflectie verslag:

Competentie waarop je gaat reflecteren aan de hand van de STARR-methode:

Situatie: In welke situatie heb je de ervaringen opgedaan? Wie waren erbij betrokken? Taak: Wat was in jou situatie precies jouw taak, opdracht of rol?

Beschrijf welke rol jij in de situatie hebt gespeeld. Acties: Welke acties heb jij ondernomen? Resultaat: Wat was het resultaat van jouw acties? Reflectie: Wat ging er goed en wat ging er minder goed?

Wat zou je in de toekomst anders doen? Waaruit blijkt dat jij het werkproces/de competentie beheerst?

PERSOONLIJKE GROEI EN REFLECTIE (sterke en zwakke kanten)

Nodig: Bijlage: Reflectieformulier te gebruiken 2 per periode!Bijlage: Sterke en zwakke kantenBijlage: Reflecteren op een prestatie

Inleiding

Zowel binnen als buiten de school maak je als persoon een ontwikkeling door. Je leert nieuwe dingen en

vaardigheden. Je leert sommige dingen anders te doen. Je leert sommige dingen beter te doen. Of je leert sommige

dingen niet te doen.

In sommige dingen ben je al sterk en in andere dingen ben je zwak. Soms weet je dat van je zelf en soms niet.

Veel van de zwakke plekken kun je ombuigen tot sterke kanten als je de juiste vaardigheden onder de knie krijgt.

27Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 28: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

In deze groepscoaching bijeenkomst gaan we ons bezig houden met sterke en zwakke kanten.

Opdracht 1

Schrijf 5 vaardigheden op die je op school gebruikt en waar je goed in bent.

Schrijf 5 vaardigheden op die je buiten school gebruikt en waar je goed in bent.

Opdracht 2

In dit overzicht staan allerlei vaardigheden. Zet een cirkel om de vaardigheden waarin je niet goed bent of waar je

onzeker over bent.

Voor de coach: Gebruik “Bijlage 1: Persoonlijke Groei” voor deze opdracht

Opdracht 3

Noem de vaardigheden waarmee je zou willen oefenen en waarom.

Voor de coach:

Deel een kopie uit van het reflectieformulier.

Opdracht 4

Verwerk de uitkomsten van opdracht 1, 2 en 3 in het reflectieformulier.

Aan de coach:

Bespreek dit na met de cursisten.

BIJLAGE : REFLECTIEVERSLAG

Naam Begeleider/coach

Leerjaar

Periode

Datum

Terugblik Opmerkingen begeleider/coach

• Jouw ontwikkeling als persoon

28Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 29: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

• Jouw ontwikkeling als professional

• Analyse

• Conclusies

• Verbeterpunten

• Plan van aanpak

BIJLAGE: PERSOONLIJKE GROEI (sterke en zwakke kanten)

Ik ben niet zo goed in:

Een spreekbeurt houden

interviewen

rijtjes leren

teksten lezen of leren

begrippen onthouden

rekenen

luisteren naar de andere

concentreren

een planning maken

een werkstuk maken

samenwerken

een verslag schrijven

29Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 30: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

doorzetten

een onderwerp voor een werkstuk bedenken

aantekeningen maken

informatie zoeken

mijzelf motiveren

samenvatten

verbanden leggen

commentaar geve

beginnen met leren

feiten onthouden

tabellen maken

onderzoek doen

jezelf overhoren

een werkplan maken

van mijn fouten leren

tijd goed indelen

communicatieproblemen met anderen oplossen

woordbetekenissen leren kennen

grote opdrachten goed plannen

met elkaar een besluit nemen

tegen kritiek kunnen

kritiek op een juiste manier kunnen geven

afmaken waar je aan begonnen bent

overleggen enz.

BIJLAGE: REFLECTEREN OP EEN PRESTATIE: MOGELIJKE VRAGEN

Reflecteren op een prestatie: mogelijke vragen.

• Wat heb je vandaag gedaan?

• Wat is het resultaat, gevolg, effect?

• Wat heb je gedaan waar je tevreden over bent?

• Wat heb je gedaan waar ik niet tevreden over ben?

• Hoe ga je dat een volgende keer anders doen?

• Wat heb je, (vandaag), geleerd?

• Waar ben je door verrast?

• Hoe heb je aan je leerdoel (kwaliteit) gewerkt?

• Wat vind je van de samenwerking met de opdrachtgever?

• Hoe is je relatie met de groep?

30Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 31: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Vooruitblik naar morgen

• Wat ga je (ik) morgen/ een volgende keer anders doen?

• Waar ga je (ik) op letten?

• Wat of wie heb je (ik) daarbij nodig?

INDIVIDUELE GESPREKKEN einde periode

Nodig: Bijlage: Feedbackformulier Bijlage: Format checklist

In onderdelen van het coachen heb je op de ontwikkeling als persoon, je ontwikkeling als professional en je

loopbaanoriëntatie gereflecteerd.

Het doel is vast te stellen wat er in je ontwikkeling goed verliep en waar verbeteringen en ontwikkelingen in nodig zijn.

Vervolgens maak je dan een plan van aanpak voor verbetering.

Deze kun je invullen in de smart criteria.

Als coach voer je ook aan het eind van elke 10 wekelijkse periode van het eerste en tweede leerjaar een individueel

gesprek met de iedere cursist waarvan jij de coach bent maak gebruik van de checklist welke je ontwikkelt binnen je

eigen team zie format.

31Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 32: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

nde periode

Bijlage: Checklist Format periode Portfoliogesprek

Beoordeling 1ste Portfolio gesprek 1ste periode 1ste Leerjaar

Cursist: …………………………… Coach: ………………………………… Datum: ………………………….

Registratie Aanwezigheid: O V Opmerkingen Afspraken

Aanwezigheid 100 %

Nederlands portfolio:

Cito Toets luisteren /lezen/ Taalverzorging

Vakgerichte opdrachten

Wiskunde/Rekenen:

Opdrachten/toetsen

Portfolio coaching

32Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 33: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

LLB opdrachten

Reflecties/week opdracht 2x

Ontwikkellijnen: 1 2 3 4 5

Motivatie

Flexibiliteit

Doorzettingsvermogen

Zelfstandigheid

Probleemoplossend vermogen

Initiatief nemen

Omgaan met kritiek

Gedrag en houding

Afspraken na komen

School/aanwezigheid

Handtekening cursist: Handtekening coach:

………………………………………….. …………………………………………….

BIJLAGE: FEEDBACK FORMULIER

Vul In dmv een rondje om het juiste cijfer.Dit cijfer is vanuit jouw waarneming het juiste getal. Daar waar jij vind dat je staat op dit moment.

33Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 34: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

e los je iets op? Opdracht: VIERKANT PROBLEEM

34Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 35: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Hoeveel vierkanten kun je ontdekken in dit plaatje?

Vierkant Probleem: Oplossing = 40

35Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 36: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

36Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 37: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opdracht: GEDACHTENSCHEMA

Formulieren: gedachteschemaVragen die kunnen helpen bij een rationele reactie:

Tijd en situatie Automatische gedachten(wat ging er door je hoofd?)

Stemming en intensiteit van stemming

Denkfouten (overeenkomsten met lijst)

Rationele reactie

Welke bewijs heb ik dat deze gedachte waar is? Is er een andere verklaring mogelijk? Wat is het ergste dat er kan gebeuren ? Is deze situatie naar verhouding veel te belangrijk geworden? Wat zou een goede coach zeggen over deze situatie? Heb ik alles gedaan wat ik kan om de situatie te veranderen? Als ik nog iets deed, zou dat de situatie dan verbeteren of verergeren? Maak ik me hierover te veel zorgen? Wat zou een goede vriend(in) over de situatie tegen me zeggen? Wat zou ik tegen een goede vriend(in) zeggen over deze situatie als hij/zij er middenin zat? Waarom is deze uitspraak een denkfout?

Page 38: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opdracht: GEDACHTENSCHEMA HULPMIDDEL

Formulieren : denkfouten handig hulpmiddel voor als er iets niet goed gaat zoals je wil

Alles -of- niets denken: Je ziet dingen zwart – wit. ALLE aspecten van een project moeten bijvoorbeeld onmiddellijk af zijn: of als je prestatie niet perfect is, beschouw je die als totaal mislukt.

Overgeneraliseren: Je ziet één negatieve gebeurtenis als onderdeel van een eeuwigdurend patroon.

Mentaal filteren: Je haalt één negatief detail naar voren en blijft daarop hameren, terwijl je andere positieve aspecten van de situatie over het hooft ziet.

Selectief waarnemen: Je wijst positieve ervaringen af omdat die volgens jou om één of andere reden ‘niet tellen. Zo kun je een negatief idee in stand houden dat niet klopt met je dagelijkse ervaringen.

Overhaaste conclusies trekken: Je interpretatie is negatief, ook al zijn er geen feiten die je conclusie ondersteunen.

Gedachtelezen: Je concludeert zonder enige grond dat iemand negatief op je reageer en je controleert niet of dit waar is.

Waarzeggerij: Je verwacht dat dingen fout gaan en je ziet dat niet als jouw voorspelling maar als een feit.

Overdrijven/bagatelliseren: Je overdrijft het belang van dingen (zoals een fout van jou of het succes van een ander) of je reduceert dingen ten onrechte tot minieme proporties (jouw eigen goede eigenschappen of de onvolkomenheden van de ander).

Doemdenken: Je verbindt extreme en verschrikkelijke gevolgen aan gebeurtenissen. Eén fout op je werk staat gelijk aan ontslag.

Emotioneel redeneren: Je gaat ervan uit dat jouw negatieve emoties de werkelijkheid weerspiegelen: ik voel het zo, dus moet het wel waar zijn.

‘Moet’ uitspraken: Je probeert jezelf te motiveren met ‘moet’ en ‘mag niet’, alsof je gestraft moet worden voordat er iets van je te verwachten valt. Je gevoelens ten opzichte van andere zijn woede, frustratie en wrok.

Negatief etiketten: Dit is een extreme vorm van over generaliseren. In plaats van een fout te beschrijven, plak je een algemeen negatief etiket op jezelf of anderen.

Personaliseren: Je ziet negatieve gebeurtenissen als een bewijs van een negatief kenmerk van jezelf of anderen. Of je voelt je verantwoordelijk voor gebeurtenissen waarmee je niets te maken hebt.

Negatief denken: Je concentreert je op een gedachte die misschien waar is, maar waarop je geen greep hebt. Dit kan een vorm van zelfkritiek zijn die je afhoudt van een belangrijke taak of van pogingen tot nieuw gedrag.

Page 39: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opdracht: STARR

Invulblad

In de stappen de uiteen van de methode.

Beschrijf een situatie uit het leerbedrijf of BPV waarop je de Star methode toepast. In tweetallen beschrijf je de

verschillen en overeenkomsten van het proces.

Stappen die je volgt bij de star methode zijn:

1 Benoem een Situatie

2 Wat was daarin jouw Taak

3 Welke Actie heb je ondernomen

4 Wat was het Resultaat

5 Hoe stond ik daarin Reflectie

Geef de terug koppeling naar jouw professionele beroepshouding.

Omschrijf:

Situatie

Taak

Actie omschrijven

Resultaat omschrijven

Page 40: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

HET STAPPENPLAN SMART CRITERIA

Nodig: Bijlage: Invulblad Smartcriteria

Stap 1

Je maakt aan de hand van alle feedback die je van je medecursisten hebt gekregen een overzicht met conclusies.

Orden de feedback per leerervaring (ontwikkeling als persoon, je ontwikkeling als professional en je (studie)

loopbaanoriëntatie.

Stap 2

Bekijk het overzicht van stap 1 en beschrijf wat deze informatie met je doet. Welke reactie de informatie bij je

oproept.

Stap 3

Met behulp van stap 1 en 2 heb je alvast en begin gemaakt met het benoemen van actiepunten.

Per leerervaring ga je nu 1 actiepunt uitwerken op het stencil in de bijlage.

40Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 41: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opdracht: SMART CRITERIA EN JE ONTWIKKELING

1. Geef aan welk (aspect van een) competentie in je ontwikkeling als persoon, als professional en in je (studie)

loopbaanoriëntatie je de komende tijd wilt verder ontwikkelen.

2. Benoem je drie actiepunten volgens de zogenaamde SMART -richtlijnen in het onderstaande schema.

SMART is de afkorting voor Specifiek, Meetbaar, Aantoonbaar, Realistisch, Tijd-gerelateerd.

Onderstaande vragen zijn controlevragen om vast te stellen of je je actiepunt SMART hebt geformuleerd.

S : Wat wil je verbeteren? Zorg ervoor dat je zo concreet en gedetailleerd mogelijk het aspect dat je wilt ontwikkelen

beschrijft.

M : Welk resultaat moet de aandacht aan het te ontwikkelen aspect hebben?

A : In welke situatie kun je laten zien dat je je ontwikkeld hebt?

R : In hoeverre is datgene wat je wilt verbeteren haalbaar.

T : Hoeveel tijd en energie moet je gaan investeren om je doel te bereiken?

Wat wil je gaanontwikkelen

Wat zal het resultaat zijn In welke situatie Haalbaarheid Tijdsinvestering

1. Ontwikkelingals persoon

2. Ontwikkelingals professional

3. (Studie)LoopbaanOriëntatie

41Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 42: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opdracht :VOORWAARDEN OM TE LEREN: INZICHT IN LEREN

Nodig: De kaarten ‘voorwaarden’ [37 stuks] van het Inspiratiespel

Bijlage: Lijst met voorwaarden

Bij voorwaarden is de centrale de vraag: wat heb ik nodig om gemotiveerd te blijven. Ofwel wat heb ik nodig om

effectief en prettig te functioneren?

Voor de een is vrijheid heel belangrijk en voor de ander zijn dat heldere regels en afspraken. De kaarten voorwaarden

kunnen helpen bij het vinden van een antwoord op deze vraag.

OpdrachtLeg de kaarten open op tafel.

Neem een voorwaarde in gedachten die heel belangrijk voor je is, om tijdens deze opleiding optimaal te kunnen leren.

Kortom, wat heb jij nodig?

Om de beurt pak je nu de door jou gekozen kaart en geef je een toelichting.

De andere groepsleden kunnen vragen stellen ter verduidelijking. Als je klaar bent, leg dan de kaart terug, zodat de

ander ze kan pakken.

Voor de coach: Noteer de gekozen voorwaarden en de naam van de persoon op een flipovervel.

AfsluitingAls iedereen aan de beurt is geweest, bespreek je het resultaat:

Welke conclusie(s) trekken jullie?

Hoe beïnvloeden de gekozen voorwaarden jouw manier van werken tijdens een project of werken in het

leerbedrijf?

Welke gevolgen heeft dit voor je medecursisten?

Voorbeeld

Als het merendeel van jullie ‘open communicatie en elkaar positieve feedback geven’ belangrijk vinden, heeft dat niet

alleen gevolgen voor de manier waarop jullie met elkaar werken, maar beïnvloedt dit ook de wijze waarop jullie met

elkaar omgaan.

Tip Deze spelvorm kan ook worden gebruikt op het einde van een periode. De cursist kiest dan een voorwaarde

waaraan volgens hem/ haar werd voldaan en die het voor hem/ haar gemakkelijker heeft gemaakt om te leren.

Coach: “Vergelijk deze kaart met de kaart die jij bij de start van de periode hebt gekozen. Wat is jouw

conclusie”?

42Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 43: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

BIJLAGE: LIJST MET VOORWAARDEN

Wat ik nodig heb om goed en prettig te functioneren is:

1. Afwisseling of verandering

2. Eigen werkplek

3. Emotionele betrokkenheid

4. Competitie

5. Doorgroeimogelijkheden

6. Duidelijke taken

7. Enthousiaste medecursisten

8. Erkenning

9. Evenwicht tussen school, werk en privé

10. Flexibiliteit

11. Goed verdienen

12. Goede secundaire arbeidsvoorwaarden

13. Haalbare doelstellingen

14. Heldere regels en afspraken

15. Informele sfeer

16. Interessant werk

17. Zinvol werk

18. Invloed uitoefenen

19. Open communicatie en feedback

20. Persoonlijke ontwikkeling

21. Prettige werkomgeving

22. Respect

23. Resultaat zien

24. Rust

25. Samenwerken

26. Scholing of begeleiding

27. Status

28. Steun van anderen

29. Streven naar winst

30. Uitdaging

31. Veiligheid

32. Verantwoordelijkheid dragen

33. Vrijheid

34. Werken onder druk

35. Zekerheid of stabiliteit

36. Zelfstandigheid

43Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 44: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opdracht:VOORWAARDEN VOOR MOTIVATIE

INZICHT KRIJGEN IN DE VOORWAARDEN DIE NODIG ZIJN OM GEMOTIVEERD TE KUNNEN WERKEN.

Nodig: De kaarten ‘voorwaarden’ [37 stuks] van het Inspiratiespel

Pen en papier

Instructie

Leg de kaarten open op tafel.

Kies maximaal 10 voorwaarden uit die voor jou belangrijk zijn om je prettig te voelen en gemotiveerd te kunnen werken en schrijf deze op een lijstje

Geef een waardering in hoeverre jij vindt dat binnen jouw opleiding aan de betreffende voorwaarde wordt voldaan.

helemaal + gedeeltelijk +/ - niet -

Om de beurt sta je centraal.

Leg de kaarten met voorwaarden die op jouw lijstje staan, in volgorde van belangrijkheid, voor je neer. Geef een

toelichting op de volgorde van belangrijkheid van jouw keuze.

De anderen kunnen vragen stellen.

Geef een toelichting op de waardering die je aan de voorwaarden hebt geven.

Leg daarvoor de kaarten met een gelijke waardering bij elkaar.

Wat is het effect op jouw gedrag als aan de voorwaarden gedeeltelijk of niet wordt voldaan?

De anderen vertellen wat hun opvalt.

Geef met een cijfer tussen 1 en 10 aan hoeveel plezier jij hebt op en in je huidige opleiding. Wat is je conclusie?

Wie of wat kan ervoor zorgen dat er (meer) aan de voor jou belangrijke voorwaarden kan worden voldaan? Hoe?

Hoezo niet? En zo ja, op welke manier?

Afsluiting

Ga, als iedereen aan de beurt is geweest, na of er onderling belangrijke verschillen zijn in de keuze van de

voorwaarden of de mate waarin daaraan wordt voldaan.

Welke conclusies trek je daaruit?

44Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 45: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

LEERDOELEN llb opdracht

Opdracht: vervolg op portfolio

Deze opdracht is vergelijkbaar met opdracht 4. Je gaat nu bekijken hoever je bent met de ontwikkeling van je competenties en de leerdoelen die je daarbij hebt geformuleerd. Selecteer de competenties waarbij je een leerdoel hebt geformuleerd. Beschrijf je ontwikkeling. Pas de leerdoelen aan als dat nodig is. Maak de opdracht in deze volgorde:

Leerdoelen periode 1: Ontwikkeling per leerdoel.

- Wat is er verbeterd?- Hoe heb je dat gedaan?- Ging het geheel volgens plan?- Wat doet dit gevoelsmatig met jou?

-Leerdoelen periode 2Eventuele aanpassing van leerdoelen periode 1/ een leerdoel erbij.

Beantwoord de volgende vragen:

- Ben je voor jou gevoel goed op weg in je opleiding? Waarom wel/waarom niet?- Hoe vind je het om met leerdoelen te werken? - Wat zijn voor jou belangrijke leermomenten geweest tot nu toe mbt je competenties?- Is je beeld van de opleiding veranderd? Leg uit waarom wel/ waarom niet.- Leg uit hoe je kernkwaliteiten een rol hebben gespeeld bij je leerdoelen.

45Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 46: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

BIJLAGE: WAT WIL IK LEREN?

Onderstaande leerpunten kunnen je misschien helpen om je eigen vraag/leerdoel duidelijk te krijgen.

Mogelijke leerpunten zijn:

Ik wil leren meer rekening met mezelf te houden

Ik wil beter voor mezelf opkomen

Ik wil beter leren luisteren

Ik wil beter leren omgaan met mensen uit andere culturen

Ik wil meer zeggen wat ik denk en voel en hierbij rekening houden met de ander

Ik wil leren initiatieven te nemen

Ik wil leren onderhandelen

Ik wil leren feedback te vragen aan mensen

Ik wil leren beter om te gaan met kritiek

Ik wil leren feedback te geven

Ik wil leren mijn eigen keuzes te maken

Ik wil leren organiseren en plannen

Ik wil leren presenteren

Ik wil leren om hulp te vragen

Ik wil leren omgaan met regels (die ik moeilijk vind)

Ik wil leren doorzetten als het moeilijk wordt

Ik wil leren beter naar mijn eigen gedrag te kijken

Ik wil leren omgaan druk

Ik wil leren omgaan met stress

Ik wil leren ‘nee’ zeggen

Ik wil leren om te gaan met tegenslag of teleurstelling

Ik wil leren samenwerken

Ik wil leren omgaan met complimenten

Ik wil leren mijn boosheid onder controle te houden

Ik wil leren me te verplaatsen in een ander

Ik wil leren om netjes en gestructureerd te werken

Ik wil leren rekening houden met anderen

Ik wil leren omgaan met conflicten

Ik wil leren .......................................................................................................................................

Maak een top drie van je leerdoelen

1. Ik wil ..............................................................................................................................................

2. Ik wil ..............................................................................................................................................

3. Ik wil ..............................................................................................................................................

46Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 47: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

JE KWALITEITEN EN VAARDIGHEDEN

Nodig: Bijlage: Kwaliteitenoverzicht

Bijlage: Overzicht vervormingen

Randvoorwaarden

1. De spelvorm wordt individueel gespeeld in een groep van 10 à 12 cursisten.

2. Nodig zijn het hele spel, pen en papier.

3. Speelduur 30 – 40 min.

Je past deze spelvorm toe om cursisten meer bewust te laten worden van de eigen sterke en/of minder sterke kanten.

Het doel is het op een rijtje zetten van jouw eigen kwaliteiten.

Introductie

Leg het verschil uit tussen kwaliteiten en vaardigheden.

In jullie opleiding gaat het er niet alleen om wat je allemaal kan. Maar ook om jou als persoon.

Kwaliteiten zijn kenmerken in jouw persoon (wie je bent). Die staan los van wat je hebt aangeleerd. Kwaliteiten krijg

je mee bij je geboorte, een soort cadeau. Ieder mens heeft een eigen set aan kwaliteiten, die net zo uniek zijn als zijn

vingerafdruk. Kwaliteiten zijn in aanleg aanwezig en kunnen aangeboord worden of niet.

Opmerking voor de coach:

Geef een voorbeeld van jezelf

Kwaliteiten vormen namelijk een goede bodem voor het aanleren van vaardigheden. Er bestaat een duidelijke relatie

tussen kwaliteiten en vaardigheden. Denk maar aan het gemak waarmee de één bepaalde vaardigheden aanleert en

de ander daar meer moeite mee heeft.

Informatie voor de coach:

Kennis = weten

Vaardigheden = kunnen

Kwaliteiten = zijn

Motivatie = willen

47Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 48: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Kwaliteiten spel LLB opdracht

Opdracht: Overzicht van kwaliteiten

Doel: Inzicht krijgen in eigen kwaliteiten en kwaliteiten van anderen. Bij deze opdracht hoort het kwaliteitenspel. Het Kwaliteitenspel is een kaartspel met 140 kaarten waarop menselijke eigenschappen staan. De ene helft van de kaarten bevat kwaliteiten (positieve eigenschappen), de andere helft bestaat uit vervormingen (negatieve eigenschappen). Met het kwaliteitenspel kun je nagaan hoe goed je je medespelers en/of jezelf kent en hoe goed zij jou kennen. Het is daarnaast een speelse vorm van feedback geven en ontvangen. Je kunt het spel spelen met twee tot zes mensen als een soort kwartetspel. Je kunt het ook individueel gebruiken als een hulpmiddel voor zelfanalyse.

Het spel is gebaseerd op het principe van het kernkwadrant van Ofman. Net als bij het kernkwadrant zijn de vervormingen – of valkuilen – niet zomaar negatieve eigenschappen maar een teveel van je eigen kwaliteiten.

Er zijn heel veel verschillende manieren waarop je het kwaliteitenspel kan spelen. In deze opdracht ga je op 2 manieren met het spel werken. In de kwartet vorm en je gaat uitzoeken hoe anderen zichzelf zien. Beide manieren doe je in groepjes in de klas. Voorwaarde bij beide spellen is dat je je klas aardig kent.

‘Kwartet’

1. De kwaliteiten worden geschud en elke speler krijgt willekeurig vijf kaarten. De overige kaarten komen op een stapel te liggen.

2. Vervolgens begint het spel. De bedoeling is dat iedere deelnemer om de beurt een kaart van de stapel pakt, die bij de andere kaarten in zijn hand voegt en vervolgens een kaart uit zijn hand pakt en die bij een andere speler neerlegt. Het gaat erom:

Zelf uiteindelijk vijf kwaliteiten in handen te hebben, die helemaal bij jou passen.Kwaliteiten bij anderen neer te leggen, die het meest op hen van toepassing zijn.

3. Als je een kaart bij een medespeler neerlegt, geef je daarbij een toelichting: "Ik geef jou Anna de kaart 'toewijding', omdat je ... "

4. Dan is de volgende speler aan de beurt.5. Dit gaat zo door tot de stapel 'kwaliteiten' op is.6. Tot slot legt iedereen zijn vijf handkaarten op tafel. Een voor een vertellen de deelnemers waarom ze deze

kwaliteiten zelf hebben gehouden. De anderen geven daar eventueel een reactie op.

Wil je dit spel wat "pikanter" maken, neem dan ook de stapel vervormingen erbij. Hiervoor is wel een open houding en vertrouwen nodig. Het vraagt bijvoorbeeld om moeilijkheden als van de zes spelers er een telkens de vervormingen krijgt toegespeeld. Dat bevordert de samenwerking niet!

Hoe zien anderen zichzelf?Leg alle kaarten – kwaliteiten en vervormingen – open op tafel.

1. Iedereen kiest een van tevoren afgesproken aantal kwaliteiten en vervormingen (bijvoorbeeld vijf van elk) uit die hij het meest op zichzelf vindt slaan. Deze schrijf je op een lijstje, zonder dat de anderen het zien.

2. Dan worden de kaarten die op de lijstjes staan uit het spel gehaald. Om de beurt, terwijl de anderen niet kijken. (Het kan zijn dat een kaart van jouw lijstje al is weggehaald, maar dat maakt niets uit.)

3. Deze kaarten worden geschud en in een dichte stapel op tafel gelegd. Alle andere kaarten worden opzij gelegd.

4. De spelers pakken om de beurt een kaart van de stapel en leggen hem open op tafel. Iedereen schat in wie deze kaart op zijn lijstje heeft staan en geeft daar een toelichting op. Degene(n) die het goed heeft/hebben, krijgt/krijgen tien punten per keer.

5. Zo speel je door tot alle kaarten op zijn. Degene met de meeste punten kan het beste inschatten hoe anderen zichzelf zien en is daarmee de 'winnaar'.

6.

48Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 49: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

BIJLAGE: OVERZICHT KWALITEITEN

Onderstaande lijst is alfabetisch

1. ambitieus

2. avontuurlijk

3. bedachtzaam

4. behulpzaam

5. belangstellend

6. bemiddelaar

7. bescheiden

8. betrouwbaar

9. consequent

10. creatief

11. direct

12. doelgericht

13. doorzetter

14. duidelijk

15. eerlijk

16. enthousiast

17. evenwichtig

18. flexibel

19. geduldig

20. gedisciplineerd

21. gemoedelijk

22. genieter

23. gevoelig

24. gul

25. handig

26. humoristisch

27. idealistisch

28. initiatiefrijk

29. inlevingsvermogen

30. inspirerend

31. intelligent

32. ijverig

33. kan goed analyseren

34. kan goed luisteren

35. kan relativeren

36. krachtig

37. levendig

38. makkelijke prater

39. mild

40. moedig

41. nieuwsgierig

42. nuchter

43. ordelijk

44. organisator

45. openhartig

46. oplettend

47. optimistisch

48. praktisch

49. respectvol

50. rustig

51. serieus

52. speels

53. spontaan

54. tactvol

55. tevreden

56. toegewijd

57. vastberaden

58. veelzijdig

59. verantwoordelijk

60. verdraagzaam

61. voor jezelf opkomen

62. vriendelijk

63. vrolijk

64. weet te overtuigen

65. weet te onderscheiden

66. zelfstandig

67. zelfverzekerd

68. ziet samenhang

69. zorgzaam

70. zorgvuldig

49Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 50: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

BIJLAGE: OVERZICHT VERVORMINGEN

In onderstaande lijst zijn de vervormingenalfabetisch opgenoemd. Indien een vervorming in het spel een duidelijke

kwaliteit kent, is deze tussen haakjes weergegeven.

1. Aarzelend

2. Afstandelijk

3. Agressief (krachtig)

4. Arrogant (zelfverzekerd)

5. Bazig

6. Bemoeizuchtig (zorgzaam)

7. Bevooroordeeld

8. Bot

9. Brutaal

10. Cynisch

11. Doet minachtend

12. Doet negatief

13. Drammerig

14. Egoïstisch

15. Fanatiek (enthousiast)

16. Gemeen

17. Geremd

18. Gesloten

19. Haatdragend

20. Hebberig

21. Humeurig

22. Jaloers

23. Kan geen 'neen' zeggen

24. Kan slecht luisteren

25. Klagerig

26. Koppig (vastberaden)

27. Kortzichtig (doelgericht)

28. Krenterig

29. Lichtgeraakt

30. Ligt dwars

31. Loslippig (open)

32. Lui

33. Naïef

34. Onderdanig (vriendelijk)

50Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 51: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

35. Onhandig

36. Ongedisciplineerd

37. Ongeduldig

38. Onoprecht

39. Onredelijk

40. Onrustig (levendig)

41. Ontevreden

42. Onverdraagzaam

43. Onverschillig (kan relativeren)

44. Onzelfstandig

45. Onvoorzichtig

46. Onzeker

47. Opdringerig (overtuigend)

48. Oppervlakkig

49. Opschepperig

50. Overgevoelig (gevoelig)

51. Overmoedig (moedig)

52. Overbezorgd

53. Passief

54. Pessimistisch (serieus)

55. Pietluttig (zorgvuldig)

56. Saai

57. Slordig

58. Star (consequent)

59. Streng (serieus)

60. Te kritisch (weet te onderscheiden)

61. Traag

62. Vaag

63. Verkwistend (gul)

64. Verlegen (bescheiden)

65. Verward

66. Waait met alle winden mee (flexibel)

67. Wantrouwig (oplettend)

68. Weet te misleiden (tactvol)

69. Wispelturig

70. Zweverig

51Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 52: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

LEERVRAGEN EN JE BPV: llb Opdracht

Opdracht: voorkeur lijst met stagebedrijven en 2 leerdoelen

Maak een lijstje met stagebedrijven die jou voorkeur hebben. Schrijf bij ieder bedrijf wat je aanspreekt, leg uit waarom je daar zou willen stagelopen en geef aan waarom het bedrijf bij jou past.

Formuleer vervolgens 2 leerdoelen die je in je stage wilt meenemen. Gebruik hiervoor de SMARTI- methode.

SMARTI-methode:

Doelstellingen worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd als wensen, intenties, of goede voornemens.Deze methode bied een doelstelling.Er staat heel concreet wat je wilt bereiken en hoe je dat gaat doen.Dit zorgt ervoor dat de kans groter is dat er in de praktijk wat van terecht komt.

S Specifiek geeft precies aan wat je wilt ontwikkelenM Meetbaar het resultaat is meetbaarA Activerend geformuleerd in activiteiten, een actieplanR Realistisch haalbaar gezien omstandighedenT in Tijd gezet voorzien van een tijdsplanningI Inspirerend motiveert je, is aantrekkelijk voor je

Als je deze stappen bij langs bent gelopen beantwoord je de volgende vragen:

Wat moet er geleerd worden?Hoe wil ik dit leren?Waar ga ik dit leren?Wanneer ben ik met het leerdoel bezig?

52Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 53: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

BIJLAGE: WAT WIL IK LEREN?

Onderstaande leerpunten kunnen je misschien helpen om je eigen vraag/leerdoel duidelijk te krijgen.

Mogelijke leerpunten zijn:

Ik wil leren meer rekening met mezelf te houden

Ik wil beter voor mezelf opkomen

Ik wil beter leren luisteren

Ik wil beter leren omgaan met mensen uit andere culturen

Ik wil meer zeggen wat ik denk en voel en hierbij rekening houden met de ander

Ik wil leren initiatieven te nemen

Ik wil leren onderhandelen

Ik wil leren feedback te vragen aan mensen

Ik wil leren beter om te gaan met kritiek

Ik wil leren feedback te geven

Ik wil leren mijn eigen keuzes te maken

Ik wil leren organiseren en plannen

Ik wil leren presenteren

Ik wil leren om hulp te vragen

Ik wil leren omgaan met regels (die ik moeilijk vind)

Ik wil leren doorzetten als het moeilijk wordt

Ik wil leren beter naar mijn eigen gedrag te kijken

Ik wil leren omgaan druk

Ik wil leren omgaan met stress

Ik wil leren ‘nee’ zeggen

Ik wil leren om te gaan met tegenslag of teleurstelling

Ik wil leren samenwerken

Ik wil leren omgaan met complimenten

Ik wil leren mijn boosheid onder controle te houden

Ik wil leren me te verplaatsen in een ander

Ik wil leren om netjes en gestructureerd te werken

Ik wil leren rekening houden met anderen

Ik wil leren omgaan met conflicten

Ik wil leren .......................................................................................................................................

Maak een top drie van je leerdoelen

1. Ik wil ..............................................................................................................................................

2. Ik wil ..............................................................................................................................................

3. Ik wil ..............................................................................................................................................

53Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 54: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

KWALITEITEN EN VAARDIGHEDEN

Nodig: Bijlage: Vaardigheden vragenlijst

In de bijeenkomst ‘Je kwaliteiten en je stage’ hebben we het vooral gehad over kwaliteiten.

Vandaag gaan we het hebben over VAARDIGHEDEN.

Opdracht 1

Bedenk welke vaardigheden jij hebt en schrijf ze op.

[individuele opdracht ± 10 min.]

Opdracht 2

Vul de Vaardigheden vragenlijst in [zie bijlage].

Deze vragenlijst brengt je wellicht op nog meer ideeën waar je goed in bent.

Allereerst ga je alle vaardigheden langs en geef je op de schaal aan wat op jou van toepassing is [goed, redelijk, een

beetje, nee].

Omcirkel daarna die bekwaamheden waarover jouw oordeel goed uitviel.

Zet tenslotte een * bij die vaardigheden waarin je veel ervaring hebt opgedaan.

Deze ervaring kun je hebben opgedaan in je werk, tijdens je studie, als vrijwilliger, op sportgebied, enz.

Coach:

“Heb je zelf vaardigheden opgeschreven die óók op deze lijst staan?”

Opdracht 3

Stel je eigen je Vaardigheden-top-vijf samen.

Kies die vaardigheden uit die je het beste kan. Iets wat je bijvoorbeeld pas één keer gedaan hebt, kun je niet echt een

vaardigheid noemen.

Bij het kiezen van jouw vaardigheden–top–vijf is het heel belangrijk dat je kan uitleggen waarom dat jouw beste

vaardigheden zijn.

Schrijf op in welke situatie, wanneer, hoe je die vaardigheid hebt gebruikt.

Afsluiting

Kies een vaardigheid uit die je wilt leren in je stage (BPV) en presenteer die aan de andere groepsleden.

54Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 55: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Als je je vaardigheden kent en ze goed kan onderbouwen met voorbeelden, dan kan je jezelf beter ‘verkopen’.

Bovendien moet je bij het schrijven van een sollicitatiebrief jouw vaardigheden verwerken in de informatie die je over

jezelf geeft. Dit geldt ook voor de vaardigheden die je op stage wilt leren.

Mijn vaardigheden-top-5

Vaardigheid 1 is:

Deze vaardigheid blijkt uit:

Vaardigheid 2 is:

Deze vaardigheid blijkt uit:

Vaardigheid 3 is:

Deze vaardigheid blijkt uit:

Vaardigheid 4 is:

Deze vaardigheid blijkt uit:

Vaardigheid 5 is:

Deze vaardigheid blijkt uit:

55Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 56: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

BIJLAGE: LIJST MET VAARDIGHEDEN

Onderstaande lijst met vaardigheden kun je ook gebruiken als vaardighedentest. Omcirkel in dit geval die

vaardigheden die van toepassing zijn voor een bepaalde functie. Geef vervolgens aan in hoeverre je deze

vaardigheden beheerst (goed (+), redelijk (+/-) of onvoldoende (-).

VAARDIGHEDEN + +/- -

1. Actief luisteren

2. Non-verbale signalen opmerken

3. Feiten van meningen of gevoelens onderscheiden

4. Duidelijk verstaanbaar spreken

5. Helder formuleren

6. Samenvatten

7. Duidelijk uitleggen

8. Veelpraters correct afkappen

9. Gerichte vragen stellen

10. Open vragen stellen

11. Non-verbale communicatie effectief gebruiken

12. Eigen gevoelens verwoorden

13. Een gesprek op gang houden

14. Logisch redeneren

15. Nieuwe contacten leggen

16. Bestaande contacten onderhouden

17. In grote lijnen denken

18. Details opmerken

19. Gesprekken voorbereiden

20. De lijn van een gesprek vasthouden

21. Telefoongesprekken voeren

23. Interesse tonen voor meningen of ideeën van anderen

24. Een discussie leiden

25. Doelen stellen

26. Anderen beïnvloeden

27. Eigen mening of standpunt onderbouwen

28. Afspraken maken

56Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 57: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

VAARDIGHEDEN + +/- -

29. Capaciteiten van anderen inschatten

30. Geloofwaardig gedrag vertonen

31. Omgaan met verschillen tussen mensen

32. Een bijdrage leveren in een groep

33. Weerstand opmerken

34. Omgaan met weerstand

35. Omgaan met emoties van anderen

36. Bij de kern van de zaak blijven

37. Een vergadering voorzitten

38. Evalueren

39. Samenwerken met andere disciplines

40. Steun geven aan anderen

41. Deskundigheid van anderen benutten

42. Een ontspannen sfeer scheppen

43. Anderen aanmoedigen

44. Leiding accepteren

45. Anderen stimuleren open te zijn

46. Eigen kwaliteiten inzetten

47. Omgaan met eigen zwakke kanten

48. Omgaan met eigen energie

49. Mezelf motiveren

50. Eigen fouten toegeven

51. Eigen werk organiseren

52. Intuïtie gebruiken

53. Omgaan met eigen emoties

54. Leren van fouten

55. Zelfstandig werken

56. Teleurstellingen verwerken

57. Eigen gedrag analyseren

58. Eigen gedrag bijsturen

59. Mezelf concentreren

60. Evenwicht scheppen tussen werk en privé

57Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 58: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

VAARDIGHEDEN + +/- -

61. Anderen motiveren

62. Een visie uitdragen

63. Werk van anderen organiseren

64. Beoordelen

65. Delegeren

66. Manier van leidinggeven afstemmen op situatie

67. Slecht nieuws overbrengen

68. Het goede voorbeeld geven

69. Toe richt houden

70. Omgaan met macht

71. Controleren

72. Instructies geven

73. Gedrag van anderen analyseren

74. Interesse tonen in gevoelens van anderen

75. Problemen bespreekbaar maken

76. Gevoelens van anderen verwoorden

77. Confronteren

78. Stiltes in een gesprek hanteren

79. Advies geven

80. Begeleiden of coachen

81. Een positieve eerste indruk achterlaten

82. Vertrouwen opbouwen

83. Inspelen op wensen of behoeften van anderen

84. Anderen helpen

85. De juiste argumenten gebruiken

86. Omgaan met bezwaren

87. Verkopen

88. Omgaan met klagers en klachten

89. Kritiek accepteren

90. Opbouwende kritiek geven

92. Complimenten geven

93. Vragen om hulp, advies of feedback

58Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 59: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

VAARDIGHEDEN + +/- -

94. Eigen wensen naar voren brengen

95. ‘Nee’ zeggen

96. Aangeven wat u van anderen verwacht

97. Anderen aanspreken op hun verantwoordelijkheden

98. Grenzen eigen mogelijkheden aangeven

99. Conflicten tijdig aangaan

100. Bemiddelen bij conflicten of tegenstellingen

101. Conflicten op een passende manier hanteren

102. Naar een win - win situatie toe werken

103. Onderhandelen

104. Compromissen sluiten

105. Prioriteiten stellen

106. Tijd efficiënt gebruiken

107. Planmatig werken

108. Afspraken of beloftes nakomen

109. Omschakelen tussen verschillende activiteiten

110. Omgaan met hectische situaties

111. Overzicht houden

112. Omgaan met werkdruk

113. Problemen of conflicten zien aankomen

114. Problemen analyseren

115. Tot de kern van een probleem doordringen

116. Creatieve oplossingen aandragen

117. Een mening vormen

118. Voor- en nadelen tegen elkaar afwegen

119. Anderen betrekken bij beslissingen

120. Beslissingen nemen

121. Risico’s nemen

122. Een mondelinge presentatie houden

123. Ingaan op vragen van anderen

124. Aandacht van anderen vasthouden

125. (Audio-) visuele middelen effectief gebruiken

59Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 60: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

VAARDIGHEDEN + +/- -

126. Informatie van anderen ordenen

127. Informatie verzamelen

128. Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden

129. Anderen informeren

130. Omgaan met onzekerheid

131. Verbeteringen aanbrengen

132. Anderen stimuleren tot verandering

133. Omgaan met verandering

134. Inspelen op onverwachte situaties

135. Ideeën ontwikkelen

136. Ideeën vormgeven

137. Nieuwe kansen of mogelijkheden zoeken

138. Omgaan met beperkingen

139. Nieuwe kennis toepassen

140. Nieuwe vaardigheden aanleren

60Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 61: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

LEERKAARTEN HOE GEBRUIK IK DIT IN MIJN OPLEIDING?

Hieronder vind je een aantal items die van belang zijn voor je beroep. Het zijn de hoofdlijnen van de leerkaarten die bij je beroep horen.

Kijk ernaar en bepaal van welk item je al iets in je portfolio hebt zitten.Is dat al bewijs???Wanneer is iets bewijs en wat is er nodig om het straks voor je diploma te kunnen gebruiken.

Wat moet je aanvullen?

Wat ga je concreet doen?

Artiest Muziek (Als voorbeeld)

Werken als muzikant Zaken doen Voorbereiden en ontwikkelen Repeteren en bandcoaching Uitvoeren en performance Afterparty

Artiest SoundDesign (Als voorbeeld)

Werken als SoundDesigner Zaken doen Voorbereiden Produceren Afronden

Medewerker Evenementenorganisatie (Als voorbeeld)

Werken in de evenementenbranche Communiceren Initiëren en ontwikkelen Zakelijk ondernemen Plannen Uitvoeren

Neem nu je leerkaart en beantwoord dezelfde vraag. Het is een stuk gedetailleerder dan bovenstaande tekst.Komt er nu hetzelfde uit.Wat neem je je voor om te gaan doen?

Opdracht: Elevator pitch

61Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 62: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

E l e vato r p i tc h m a ke n… … …

Opdracht: Een korte presentatie waarin je enthousiast vertelt wie je bent en waar je goed in bent.

Met het beantwoorden van onderstaande vragen ontstaat een goede elevator pitch.

Deze boodschap moet uitdragen welk soort werk je op dit moment het liefst doet en dat je graag in de toekomst méér wilt doen. Daarom begint de lijst met vragen over je werkervaringen in het recente verleden. Reflecterend op wat je hebt gedaan, kom je tot een overtuigende pitch.

Vul de volgende vragen in. Met de pitch die je volgens deze stappen opbouwt, wordt het netwerken gemakkelijker.

M a a k j e e i ge n e l eva to r p i tc h i n e e n sta p p e n pl a n :

Kortom: Vrij vertaald betekent 'elevator pitch' een verkooppraatje-in-de-lift.

In de tijd van een ritje met de lift moet je jezelf presenteren als de ideale oplossing voor het probleem van je gesprekspartner.

1. Maak een lijst met belangrijke gebeurtenissen waar je de afgelopen tijd bij betrokken bent geweest.optredens, producties, samenwerkingsverband, onderneming.

2. Markeer de activiteiten waar je het meest tijd aan hebt besteed.3. Bekijk je activiteiten. Wat komt er in je op als je aan deze activiteiten denkt: blij, enthousiast, gefascineerd,

trots, zelfverzekerd, etc. Schrijf dat op.4. Schrijf ook op wat je voor deze activiteit hebt gedaan. Gebruik hiervoor woorden voor mensen die niet in de

muziek zitten.5. Schrijf op welke personen of organisaties bij je activiteiten betrokken waren. Benoem kort welke rol deze

persoon of organisatie hebben gehad.6. Schrijf op welke feedback je hebt ontvangen.7. Maak nu een tekst waarin je 3, 4, 5, 6 verwerkt.

Voor een uitgebreide powerpoint presentatie, kun je kijken bij de bronnen op blackboard.

SOLLICITATIEBRIEF EN CURRICULUM VITAE

62Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 63: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Nodig: Bijlage: Curriculum Vitae

Voordat jullie op stage gaan moet je aan het stagebedrijf een sollicitatiebrief schrijven en een Curriculum Vitae.

Met je Curriculum Vitae (CV) ben je al begonnen voor je portfolio. In deze bijeenkomst ga je je CV nog eens lezen en

eventueel aanpassen voor het stagebedrijf en je gaat een sollicitatiebrief schrijven.

Opdracht

Schrijf een sollicitatiebrief voor je stagebedrijf. De brief hoeft niet af te zijn. Vandaag gaat het met name om het

middenstuk van de brief:

Inleiding

Vertel iets over jezelfen maak hierin

ook de koppelingnaar het stagebedrijf

Afsluiting

Sluiting

Aan elke leerling: Lees een stukje voor uit je brief. Je mag zelf kiezen welk stukje.

Kijk voor voorbeelden van een Sollicitatiebrief en CV op blackboard onder het kopje “bronnen”.

BIJLAGE: CURRICULUM VITAE

63Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 64: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Naam:

Geboortedatum:

Adres:

Telefoon:

Email:

Persoonlijke opmerking:

(een beschrijving of een standpunt dat je van of over jezelf kwijt wilt)

Opleiding:

(in omgekeerde volgorde, dus je start bij nu)

Werkervaring:

(betaald en/of vrijwilligerswerk)

Verdere informatie:

(wat je nog niet genoemd hebt, bijvoorbeeld computervaardigheden, ….)

SAMENWERKEN EN DE ROL DIE JE SPEELT IN DE GROEP llb opdracht 1

Opdracht: samenwerken en teamrollen

Doel: ontdekken welke teamrol je inneemt. Gebruiken van het feit dat je veel van anderen kunt leren.

64Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 65: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Er zijn mensen die een hekel hebben aan samenwerken. Toch zijn er belangrijke redenen om het wel te doen.De eerste reden is dat een paar mensen meer weten dan één persoon. Je kunt gebruik maken van wat de ander weet en jij niet. Daarnaast kun je taken verdelen. Ieder doet het werk waar hij of zij goed in is. De derde reden is dat je elkaar kunt inspireren. Wanneer iemand een idee heeft, krijgt de ander weer een nieuw idee. Je kunt uiteindelijk voor het beste idee kiezen. En misschien is een teamlid wel erg enthousiast waardoor jij energie krijgt.Een andere reden is dat je van elkaar kunt leren. Omdat je samen verantwoordelijk bent lees je elkaars werk door. De ander zal een reactie op je werk geven. Je leert feedback te geven en te ontvangen.

Ieder mens heeft zijn eigen rol in het team. Weet jij wat voor type je bent? Herken je andere types en weet je wat voor invloed dat heeft op hoe je met elkaar omgaat?De Amerikaanse psycholoog Holland heeft een indeling van menstypen gemaakt.Hij beschrijft 6 verschillende karakters waarmee je menstypen zou kunnen beschrijven.Ieder mens is graag het liefste bezig met de dingen die bij zijn karakter en interesse passen.Door het invullen van onderstaand testje kun je onderzoeken welk type jij vooral bij jezelf herkent.

Bekijk de volgende uitspraken; zet een kruisje in de kolom die voor jou van toepassing is. Tel het aantal kruisjes dat je in de verschillende kolommen hebt en noteer het totaal.

REALISTISCH Klopt! Klopt een beetje Klopt niet*Ik houd van actie, beweging*Ik houd van duidelijkheid*Ik lees weinig*Ik vind tekenen een leuk vak*Ik houd niet van discussiëren*Ik ben graag met sport bezig*Ik werk graag met mijn handen*Ik heb niet zoveel geduldTotaalINTELLECTUEEL Klopt! Klopt een beetje Klopt niet*Ik lees graag boeken over diverse onderwerpen*Ik vind het leuk om te onderzoeken hoe iets werkt*Ik houd van discussiëren*Biologie vind ik een leuk vak*Ik houd ervan dingen te onderzoeken*Wetenschappelijke programma’s vind ik interessant*Ik doe graag scheikunde*Ik denk na over oplossingen voor ons milieuTotaalARTISTIEK Klopt! Klopt een beetje Klopt niet*Ik houd van mooie ontwerpen, dingen*Ik ben veel bezig met de inrichting van mijn kamer*Ik vind zelf iets bedenken leuker dan iets namaken*Ik wil het altijd net even anders dan anders*Ik vind tekenen leuk*Ik kies met zorg de kleren die ik draag*Ik vind het leuk om naar musea te gaan*Het lijkt me leuk om een etalage mooi in te richtenTotaalSOCIAAL Klopt! Klopt een beetje Klopt niet*Ik heb veel vrienden*Ik praat graag met mensen*Ik vind het leuk om met iedereen uit de klas goed om te gaan*Ik zou wel mee willen helpen bij de organisatie van een feest*Ik wil anderen graag helpen als ze problemen hebben*Ik kan met de meeste docenten goed opschieten*Ik vind het niet leuk om alleen te zijn*Ik vind sfeer erg belangrijkTotaalONDERNEMEND Klopt! Klopt een beetje Klopt niet

65Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 66: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

*Ik neem in een groep vaak de leiding*Ik regel tamelijk veel in de klas*Ik wil meestal gelijk hebben*Ik vind dat iedereen voor zichzelf moet opkomen*Ik ben vaak aan het woord*Ik word vaak gevraagd ergens aan mee te doen*Als het moet geef ik iemand een grote mond*Ik denk dat ik het best ver zal schoppen laterTotaalCONVENTIONEEL Klopt! Klopt een beetje Klopt niet*Ik maak altijd mijn huiswerk af*Ik ben behoorlijk serieus*Ik schrijf netjes*Ik heb een hekel aan rotzooi op mijn kamer*Ik heb mijn aantekeningen altijd wel compleet*Ik kan goed met geld omgaan*Ik houd van zekerheid*Ik ben wel van de orde en regelmaatTotaal

Betekenis types:Realistisch:Realistische mensen houden zich graag bezig met dingen die een duidelijk zichtbaar of tastbaar resultaat hebben. Het zijn “doeners”. Zij zijn graag bezig met hun handen en zitten niet graag stil. De kreet “geen woorden maar daden”past bij hen.Intellectueel:Intellectueel ingestelde mensen gebruiken hun verstand om de wereld om zich heen te onderzoeken. Ze denken liever dan dat ze handelen. Vaak vinden ze het ook fijn om alleen hun dingen te doen.Artistiek:Artistieke mensen hechten waarde aan mooie dingen in hun omgeving, waarbij ze graag bijdragen door te kiezen en te ontwerpen. Ze zoeken een eigen stijl, een eigen manier om hun persoonlijkheid uit te drukken. Ze hebben vrijheid nodig.Sociaal:Sociaal ingestelde mensen vinden het contact met andere mensen het belangrijkst. Ze willen graag iets voor anderen betekenen. Ze zijn vaak behulpzaam en houden van praten.Ondernemend:Ondernemende mensen houden van situaties waarin nog niet alles vast lig. Ze willen wel een beetje avontuur. Ze houden wel graag de touwtjes in handen. Ze willen ook graag leiding geven of eigen baas zijn.Conventioneel:Conventionele mensen houden van orde, regelmaat en systeem. Zijn hebben een groot plichtsbesef en passen zich gemakkelijk aan. Ze hechten veel waarde aan zekerheid.Teamrollen*Welke teamrol heb jij?*Vind je dat dat klopt?*Kun je een voorbeeld benoemen waaruit blijkt dat je die rol hebt?*Met welk type heb jij de meeste moeite?*Hoe komt dit?Wat zou je van dit type kunnen leren?

SAMENWERKEN EN DE ROL DIE JE SPEELT IN DE GROEP llb opdracht 2

Nodig: Beeldenspel

Bijlage: Belbin

66Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 67: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opening ‘Warm-up’

Met een stilte-moment beginnen, ongeveer 2 minuten, om de concentratie op gang te brengen.

Het doel is de cursist tot rust te brengen zodat de cursist in contact met zichzelf en de ander kan komen, en goed

kunnen kijken/luisteren met een helder vizier.

Opdracht

1e stap: Welk beeld heb je van jezelf in de groep?

Kies een kaart die, volgens jou, uitbeeldt hoe jij jezelf ziet in de groep.

Schrijf voor jezelf op: Welke rol wil je spelen in de groep en welke rol denk je te spelen in de groep. Probeer dit in

twee zinnen op papier te zetten.

2e stap: Hoe ziet jouw projectgroep eruit?

Flap met een cirkel; in het midden van de cirkel staat projectgroep. Elke groep neemt een flap en schrijft kernwoorden

op, uit haar/ zijn twee zinnen, rond de cirkel en ga hierover in gesprek met elkaar.

Vragen die je aan de groepjes kunt stellen zijn:

Hoe kijk je naar jezelf?

Hoe kijken anderen naar jou?

Hoe ervaar je dat en wat doet dat met jou?

Etcetera?

3e stap: Plenair geeft één uit elke groep een toelichting op de inhoud van de groeps–flap.

Soort vragen wat je als begeleider kunt stellen:

Welke rollen zitten erin en welke rollen komen duidelijk naar voren?

Wat betekent dit voor samenwerken in deze projectgroep?

Wat betekent dit voor het product?

Etcetera?

Afsluiting

De begeleider/ coach geeft een korte samenvatting en wil in het evaluatieverslag van het project terugzien hoe

iedereen zijn/haar kwaliteiten heeft ingezet.

BIJLAGE: TEAMROLLEN (BELBIN)

DE NEGEN TEAMROLLEN

Rollen Beschrijvingen team rolbijdrage Toelaatbare zwakheden

Plant Creatief, grote verbeeldingskracht, onorthodox. Lost moeilijke problemen op.

Let niet op details. Gaat zozeer in zijn werk op dat hij niet effectief kan communiceren.

67Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 68: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Brononderzoeker Extrovert, enthousiast, communicatief. Onderzoekt nieuwe mogelijkheden. Legt contacten.

Te optimistisch. Verliest interesse als het eerste enthousiasme gezakt is.

Voorzitter Volwassen, veel zelfvertrouweneen goede voorzitter. Verheldert doelstel-lingen, versnelt de besluitvorming, kan goed delegeren.

Heeft iets manipulerend. Delegeert zijn eigen werk.

Vormer Uitdagend, dynamisch, functioneertop zijn best onder druk. Heeft de gedrevenheid en moed die nodig zijn om obstakels te overwinnen.

Kan anderen provoceren. Kwets de gevoelens van mensen. Doet kwetsende uitspraken.

Monitor Nuchter, strategisch inzicht, goed onderscheidingsvermogen. Ziet alle opties. Scherp beoordelingsvermogen

Mist gedrevenheid en het vermogen anderen te motiveren. Al te kritisch.

Groepswerker: Coöperatief, mild, opmerkzaam, en diplomatiek. Luistert, is opbouwend voorkomt wrijving, brengt rust in de tent.

Besluiteloos in moeilijke situaties. Laat zich makkelijk beïnvloeden.

Bedrijfsman Gedisciplineerd, betrouwbaar, behoudend en efficiënt. Zet ideeën om in praktische handelingen.

Niet erg flexibel. Reageert traag wanneer zich nieuwe mogelijkheden voordoen.

Zorgdrager Nauwgezet, gewetensvol, gespannen. Is alert op vergissingen en omissies. Zorgt dat de dingen op tijd gebeuren.

Geneigd zich onnodig zorgen te maken. Delegeert niet graag. Is soms een muggenzifter.

Specialist Doelbewust, initiatiefrijk, toegewijd. Voorziet in kennis en vaardigheden waar een tekort aan is.

Zijn inbreng is beperkt tot een klein gebied. Blijft te lang stil staan bij technische details. Geen oog voor het grote geheel.

FEEDBACK GEVEN EN KRIJGEN: VAARDIGHEDEN WAARNEMEN

Nodig: Vaardighedenspel

Feedback betekent letterlijk terugkoppelen wat je hoort en ziet. Feedback is een hulpmiddel om de communicatie te

verbeteren. Maar dan moet de feedback wel goed worden gegeven. Kritiek werkt vaak averechts.

Goed luisteren en kijken = waarnemen en observeren.

68Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 69: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

De ander vertellen wat je hoort en ziet en vragen of dit klopt.

Geen kritiek geven, maar noem het een verbeterpunt, verpakt tussen wat je goed vindt.

Opdracht

In hoeverre jouw vaardigheden voor anderen zichtbaar zijn:

Leg alle kaarten open op tafel. Kies voor de rechter buurman/-vrouw één vaardigheid uit, die volgens jou goed door

hem/ haar wordt beheerst. Eén vaardigheid die redelijk wordt beheerst. En één vaardigheid die je nu (bijna) niet ziet,

maar wel graag (meer) bij de ander zou willen zien. Leg de gekozen kaarten vóór de ander neer.

Wissel om de beurt de gegevens uit over de gekregen kaarten. Geef ook aan of je het wel of niet eens bent met de

keuze en waarom. Vergelijk ook de gekregen kaarten met je eigen lijstje. Wat zie je? Wat valt op? De andere cursisten

geven ook hun mening over wat er wordt gezegd.

Afsluiting

De coach geeft samenvatting en herhaalt de feedbackregels en sluit af met:

Feedback kan je vergelijken met sneeuw:

HOE ZACHTER HET VALT, HOE BETER HET PAKT.

FEEDBACK GEVEN EN KRIJGEN: “HOE ANDEREN JOUW VAARDIGHEDEN ZIEN”

Nodig: Vaardighedenspel.

Tip: Je kan een selectie van de kaarten maken gericht op de doelgroep!

Het gaat er niet alleen om wat je zelf vindt dat je aan vaardigheden in huis hebt. [De vorige bijeenkomst hebben we

daar ook mee geoefend]

Het is ook belangrijk dat je ontdekt, hoe anderen jouw vaardigheden inschatten.

Het kan zijn dat de ander jou [nog] niet goed genoeg kent. Ook kan het zijn dat je die vaardigheid [nog] niet gebruikt.

69Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 70: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Zijn er overeenkomsten en/ of verschillen in wat je zelf vindt?

Dit doe je door middel van het geven en ontvangen van positieve feedback.

OpdrachtDe kaarten worden blind op een stapeltje gelegd.

Alle cursisten nemen een kaart van het stapeltje en gaan na wie van de andere medecursisten deze vaardigheid het

beste beheerst. Je mag de kaart dus niet aan jezelf geven.

Neem om de beurt een kaart en geef die aan een medecursist. Motiveer je keus.

Als de beschrijving van de vaardigheid niet precies weergeeft, wat jij vindt, leg dan toch de kaart bij die ander neer en

geef je eigen omschrijving van die vaardigheid. Degene, die de kaart ontvangt, vraagt zo nodig om verheldering.

Als een kaart op geen van je medecursisten van toepassing is, wordt deze terzijde gelegd en pak je een nieuwe kaart.

Als alle cursisten een vaardigheid goed beheersen, leg dan de betreffende kaart in het midden van de tafel. Het spel

gaat door totdat iedereen 10 kaarten heeft ontvangen.

Afsluiting

Het eindresultaat is dat elke cursist een beeld heeft hoe de ander[en] zijn/ haar vaardigheden inschat in de groep.

Bespreek dit eindresultaat met elkaar.

Elke cursist geeft daarbij aan wat hij/ zij wel of niet herkent.

Opdracht

Schrijf voor jezelf de uitkomsten op in je coachmap.

F

TERKTE EN ZWAKTEANALYSE llb Opdracht

EEDBACK GEVEN EN KRIJGEN: “HOE ANDEREN JOUW VAARDIGHEDEN ZIEN”

Doel: zelfkennis opbouwen.

Kwaliteiten

Welke 5 kwaliteiten passen helemaal bij jou?Schrijf ze hieronder opLaat minimaal 3 anderen opschrijven welke 5 kwaliteiten zij bij jou zien.Vergelijk de uitkomsten en ga het gesprek aan als er verschillen zijn.

Ambitieus Gemoedelijk Nieuwsgierig

70Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 71: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Avontuurlijk Genieter NuchterBehulpzaam Gevoelig OrdelijkBelangstellend Gul OrganisatorBemiddelaar Handig OpenBescheiden Humoristisch OplettendBetrouwbaar Idealistisch PraktischConsequent Initiatiefrijk RespectvolCreatief Inspirerend RustigDoelgericht Intelligent SerieusDoorzetter IJverig SmaakvolDuidelijk Kan relativeren SpeelsEenvoudig Krachtig SpontaanEerlijk Levendig TactvolEnthousiast Liefdevol TevredenEvenwichtig Makkelijke prater ToegewijdFlexibel Meelevend VasthoudendGeduldig Mild VeelzijdigGedisciplineerd Moedig VerantwoordelijkVerdraagzaam Weerbaar ZelfstandigVredelievend Weet te overtuigen ZelfverzekerdVriendelijk Zorgzaam ZorgvuldigVrolijk Wijs

Mijn 5 beste kwaliteiten zijn:

1.

2.

3.

4.

5.

Noem bij één kwaliteit een voorbeeld waaruit blijkt dat je die kwaliteit bezit.

Ontwikkelpunten

Welke kanten heb je ook waar je misschien niet zo trots op bent en die je nog kunt ontwikkelen?Noteer je 5 punten die je wilt ontwikkelen hieronder op.Laat minimaal 3 anderen opschrijven welke 5 ontwikkelpunten zij bij jou zien.Vergelijk de uitkomsten en ga het gesprek aan als er verschillen zijn.

Aarzelend Kleurloos OverbezorgdAgressief Koppig PietluttigAngstig Kortzichtig SchijnheiligArrogant Krenterig SlijmerigBazig Kritisch SlordigBemoeizuchtig Lichtgeraakt SomberBevooroordeeld Ligt dwars StarBot Loslippig Stijf

71Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 72: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Brutaal Lui StrengCynisch Naïef StugDoet gemaakt Onhandig TraagDoet minachtend Ongedisciplineerd VaagDoet negatief Ongeduldig VerkwistendEgoïstisch Onrustig VerlegenFanatiek Ontevreden VerwardGemeen Opschepperig Waait met alle winden meeGeremd Onverdraagzaam WantrouwigGesloten Onverschillig Weet te misleidenHard Onzelfstandig WispelturigHaatdragend Onvoorzichtig ZweverigHebberig Opdringerig OppervlakkigJaloers Overgevoelig OvermoedigKlagerig Klef

Mijn 5 grootste ontwikkelpunten zijn:

1.

2.

3.

4.

5.

Leg bij 1 ontwikkelpunt uit waarom je voor dit punt hebt gekozen.

*Je kunt de kaartjes uit kwaliteitenspel ook gebruiken.

Samenvatting: Wat kan ik en wat wil ik leren?

Wat leveren mijn kwaliteiten mij op? (Denk aan werk- en/of privésituaties)

Aan welke ontwikkelpunten wil ik werken??

72Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 73: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Waarom wil ik daaraan werken?

Wat wil ik dan bereiken?

Plan van aanpak:

KERNKWADRANT LLB opdracht

Opdracht: beschrijving van je kernkwadrant

Doel: Het doel van deze test is zelfkennis krijgen en dit gebruiken in leersituaties.

Het Kernkwadrant of het Kwadrant van Ofman is een veelgebruikt model om de eigenschappen te beschrijven die bij een persoon horen. Het model is opgesteld door Daniel Ofman. Het doel van dit model is een beeld van jezelf krijgen. Het kernkwadrant draait om vier termen: kernkwaliteit, valkuil, allergie en uitdaging. Dit zijn alle vier karaktereigenschappen of kwaliteiten en het model beschrijft hun onderlinge samenhang.

KernkwaliteitVolgens Ofman horen bij iedere persoon bepaalde kernkwaliteiten. Dit zijn eigenschappen die tot de kern van een persoon horen. Het zijn de specifieke eigenschappen die een persoon kenmerken. In tegenstelling tot vaardigheden

73Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 74: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

die aangeleerd zijn, zijn kernkwaliteiten dus aangeboren eigenschappen.

Valkuil / Vervorming Iedereen heeft volgens Ofman een aantal van deze kwaliteiten, maar sommige van deze kernkwaliteiten zijn zo sterk aanwezig dat ze juist een valkuil wordenEen valkuil is dus een karaktereigenschap die een doorgeschoten vorm is van een kernkwaliteit en wordt ook wel vervorming genoemd

UitdagingHet tegenovergestelde van iemands valkuil is iemands uitdaging. De uitdaging is dus een karaktereigenschap die het tegenovergestelde is van iemands valkuil. Deze kwaliteit is een goede aanvulling op iemands kernkwaliteit.

AllergieWanneer een ander doorschiet in een van zijn kernkwaliteiten, dan kan dat bij andere personen wrevel opwekken. Opmerkelijk is dat de ene mens zich meer aan bepaalde, doorgeschoten kernkwaliteiten ergert dan andere. In zo'n geval spreekt Ofman van allergie. De allergie is dus datgene dat iemand met een bepaalde kernkwaliteit als lastig ervaart. Daarnaast is deze allergie een doorgeschoten vorm van de uitdaging. Volgens Ofman kun je daarom veel leren over jezelf wanneer je je aan bepaalde mensen ergert.De allergie is dus de doorgeschoten vorm van iemands uitdaging. Het is de karaktereigenschap die iemand met een bepaalde kernkwaliteit als lastig ervaart.

Je gaat nu zelf het model van Ofman proberen in te vullen. Schrijf in dit schema op alle lege plekken een eigenschap in. Als je dit gedaan hebt schrijf je een reflectie waarin je de gekozen eigenschappen toelicht. Geef een paar voorbeelden waarbij jou eigenschap duidelijk naar voren kwam. Noteer ook of je wel eens wat hebt gemerkt van je valkuil, je uitdaging en je allergie. Hieronder staat het model en een lijst met eigenschappen. Deze lijst is bedoeld als ondersteuning. Als je nog andere eigenschappen van jezelf weet mag je ze natuurlijk gebruiken!

74Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 75: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

KERNKWALITEIT VALKUIL ALLERGIE UITDAGING

75Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 76: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

service-gericht grenzeloos hard en star grens stellenconsensus-gericht egocentrisch dwang gezagsgetrouwoptimistisch naief pessimisme alertbeheerst onpersoonlijk onbereikbaar empatischstabiel traag onbezonnen experimenteelefficient statisch chaotisch creatiefempathisch sentimenteel afstandelijk beschouwendbetrokken dwepend onverschillig beschouwendrealistisch cynisch zweverig idealistischprofilerend arrogant onzichtbaar bescheidengedisciplineerd dwang-neurotisch ongedisciplineerd los lateninnovatief zwevend statisch en star efficientkritisch rebels ja-knikken respectvolflexibel wispelturig star ordenenddaadkrachtig drammerig passief geduldiggeduldig passief drammerig daadkrachtigbeschouwend afstandelijk sentimenteel empatischzelfverzekerd arrogant middelmatig bescheidenbescheiden onzichtbaar arrogant profilerendautonoom dwars onderdanig meegaandbesluitvaardig forcerend besluiteloos ontvankelijkingetogen passief opdringerig initiatiefrijkrust(ig) afwachtend opdringerig initiatiefrijkgezagsgetrouw ja-knikken anarchistisch concensusvolgzaam onderdanig eigengereid initiatiefrijkgehoorzaam slaafs eigenzinnig autonoomloyaal gezag onderdanig ongehoorzaam kritischbehulpzaam bemoeizuchtig onverschillig los latentoegewijd fanatiek laissex-faire hulpvaardigrelativerend onzichtbaar opgeblazen overtuigdovertuigd fanatiek meningloos relativerendmoed(ig) roekeloos aarzelend bedachtzaambedachtzaam beducht roekeloos moedigmeegaand onzichtbaar eigengereid autonoomwederkerig gelijkvormig eenzijdig fairidealistisch zweverig cynisch realistischharmonisch toedekken conflict directgestructureerd bureaucratisch inconsistent aanpassingordenend star wispelturig flexibelrationeel afstandelijk willekeur betrokkenbetrouwbaar saai arbitrair innovatief

76Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 77: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

COMPETENTIES: “VAARDIGHEDEN’

Nodig: Vaardighedenspel

Bijlage: Basiscompetenties in de kunst en culturele sector

Aan de coach:

Zet de eerste basiscompetenties op aparte briefjes en geef ieder groepje zo’n stapeltje van 5 briefjes.

Verwijzen naar leerkaarten………………………

Opdracht

Leg de 5 competenties voor jullie op tafel.

Pak om de beurt een kaart van het stapeltje vaardigheden. Laat de kaart aan de groep zien en vertel of de vaardigheid

bij een van de competenties hoort en bij welke het meest. Iedereen geeft zijn mening. Je probeert als groep het met

elkaar eens te worden. Leg vervolgens de kaart bij de gekozen competentie. Als de kaart nergens bij past leg je ‘m

apart. Je speelt het spel door tot de kaarten op zijn.

Sluiting

Vraag aan de cursisten wat hen opvalt aan het resultaat en bespreek dit met elkaar.

Opdracht

Schrijf voor jezelf op aan welke competenties je de komende tijd wilt werken en waarom.

Sluiting

Vraag aan de cursisten of ze iets willen vertellen over wat ze opgeschreven hebben.

77Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 78: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

BIJLAGE: CHECKLIST BASISCOMPETENTIES Kunst en Culturele sector

De top 10 van basiscompetenties voor werknemers in de

1. Creativiteit: Het vermogen om vanuit een concept tot een creatief proces te komen en te eindigen in een product

wat in de markt kan worden neergezet.

2. Pro activiteit: ongevraagd iets uit zichzelf willen doen.

Het vermogen om daar waar mogelijk initiatieven te nemen om (onuitgesproken) wensen van anderen te

vervullen dan wel het inschatten van behoeften van gasten.

3. Stressbestendigheid.

Het vermogen om bij grote drukte of tegenvallers in sterk wisselende omstandigheden te blijven presteren en de

innerlijke rust te bewaren.

4. Sociale vaardigheden: het kunnen omgaan met mensen.

Het vermogen zich gastgericht te presenteren en zich uit te kunnen drukken in het Nederlands en indien mogelijk

bij buitenlandse gasten in hun eigen taal, maar in ieder geval zo dat het vriendelijk en positief op de gasten

overkomt.

5. Flexibiliteit.

Het vermogen om over te kunnen schakelen van de ene situatie naar de andere en zich te kunnen aanpassen

wanneer er zich problemen of kansen voordoen.

6. Commerciële vaardigheden.

Het vermogen om kosten- en batenbewust te werken.

7. Kwaliteitsgericht.

Het vermogen eisen te stellen (ook aan zichzelf) en voortdurend verbeteringen na streven.

8. Doorzettingsvermogen.

Het vermogen om alles op alles te zetten om een gesteld doel te bereiken.

9. Zelfstandigheid en teamgerichtheid.

Het vermogen zelfstandig te werken maar ook zelfstandig kunnen werken in een team en het werken aan/in

teamspirit.

10. Probleemoplossend vermogen.

Het vermogen om problemen in de werkomgeving te voorkomen, danwel problemen op te lossen eventueel met

hulp van anderen.

78Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 79: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

COMPETENTIES: “VAARDIGHEDEN EN KWALITEITEN”

Nodig: Kwaliteitenspel

Bijlage: Overzicht Kwaliteiten en Vervormingen

! Zie ook: Bijlage: Basiscompetenties in de kunst en culturele sector.

Vandaag werken jullie met de volgende vijf van deze competenties en gebruiken we het Kwaliteitenspel erbij.

Het gaat erom dat je inzicht krijgt in de vaardigheden en de kwaliteiten die bij elke basiscompetentie horen.

Kortom, deze competenties leert ‘vertalen’ in concrete vaardigheden, die jij gebruikt of wilt leren gebruiken.

Opdracht

Zet de basiscompetenties in de horeca op een flap en leg die in het midden van de tafel.

Om de beurt pakken de cursisten een kaart van het stapeltje, laten deze aan de groep zien en vertellen of de

betreffende kwaliteit bij een van de competenties hoort en zo ja, bij welke het meest. Medecursisten die er anders

over denken geven ook hun mening. Als dat gelukt is, wordt de kaart bij de betreffende competentie gelegd. Als de

kaart niet past bij een van de competenties, wordt deze op een apart stapeltje gelegd. Het spel gaat door totdat alle

kaarten op zijn.

Afsluiting

Laat cursisten antwoord geven op de vraag: Welke van de 10 basiscompetenties heb ik in huis? Cursist geeft hier een

voorbeeld bij.

Opdracht

Schrijf voor jezelf op welke kwaliteiten jij in huis hebt en welke vaardigheden daar bij horen. Vervolgens schrijf je voor

jezelf op welke van de 10 basiscompetenties jij al hebt en waar dat uit blijkt.

79Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 80: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

BIJLAGE: DE SAMENHANG TUSSEN VAARDIGHEDEN, KWALITEITEN EN VERVORMINGEN

De specifieke invulling van een vaardigheid kan per situatie verschillen. Het overzicht is bedoeld om je op weg te helpen de samenhang te vinden tussen vaardigheden en karakter-eigenschappen. Dat betekent dat het overzicht niet volledig is en dat de kwaliteiten en vervormingen die genoemd zijn, niet voor iedereen met de betreffende vaardigheid samenhangen.

In het overzicht wordt alleen gekeken naar de invloed die kwaliteiten en vervormingen kunnen hebben op het aanleren van een vaardigheid, en niet op de toepassing ervan. Vervormingen kunnen er toe leiden dat een vaardigheid op een onjuiste manier wordt toegepast.

Uitleg tekens:

+ = kwaliteit - = vervorming van de kwaliteit

1. Actief luisteren

(+) belangstellend, inlevingsvermogen, geduldig,

respectvol

(-) bevooroordeeld, ongeduldig

2. Non-verbale signalen opmerken

(+) oplettend, belangstellend

(-) afwezig, oppervlakkig, naïef

3. Feiten van meningen of gevoelens

onderscheiden

(+) onderscheidingsvermogen, nuchter, duidelijk

(-) slordig, overgevoelig, verward

4. Duidelijk verstaanbaar spreken

(+) zorgvuldig, gedisciplineerd

(-) slordig, lui, onverschillig

5. Helder formuleren

(+) zorgvuldig, ordelijk, bedachtzaam

(-) slordig, vaag, verward

6. Samenvatten

(+) oplettend, onderscheidingsvermogen,

zorgvuldig

(-) verward, vaag, ongedisciplineerd

7. Duidelijk uitleggen

(+) geduldig, inlevingsvermogen, ordelijk, rustig

(-) vaag, verward, ongeduldig

8. Veelpraters correct afkappen

(+) tactvol, duidelijk, doelgericht

(-) bot, onzeker, onderdanig

9. Gerichte vragen stellen

(+) doelgericht, oplettend, ordelijk,

gedisciplineerd

(-) vaag, chaotisch, ongedisciplineerd

10. Open vragen stellen

(+) belangstellend, geduldig, inlevingsvermogen

(-) ongeduldig, kortzichtig

11. Non-verbale communicatie effectief gebruiken

(+) levendig, duidelijk

(-) geremd, vaag

12. Eigen gevoelens verwoorden

(+) openhartig, duidelijk

(-) gesloten, vaag

13. Een gesprek op gang houden

80Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 81: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

(+) belangstellend, initiatiefrijk, makkelijke

prater, humor

(-) gesloten, verlegen, traag

14. Logisch redeneren

(+) ordelijk, ziet samenhang, nuchter,

doelgericht

(-) verward, kortzichtig, slordig

15. Nieuwe contacten leggen

(+) belangstellend, initiatiefrijk, makkelijke

prater, respectvol

(-) afstandelijk, onverschillig, arrogant

16. Bestaande contacten onderhouden

(+) belangstellend, betrouwbaar, respectvol,

levendig

(-) arrogant, gesloten, egoïstisch, onoprecht

17. In grote lijnen denken

(+) ziet samenhang, intelligent,

onderscheidingsvermogen

(-) kortzichtig, pietluttig

18. Details opmerken

(+) geduldig, oplettend, zorgvuldig

(-) lui, onoplettend, slordig, ongeduldig

19. Gesprekken voorbereiden

(+) gedisciplineerd, doelgericht, ordelijk

(+) vaag, ongedisciplineerd, chaotisch

20. De lijn van een gesprek vasthouden

(+) doelgericht, onderscheidingsvermogen,

ordelijk

(-) slordig, chaotisch, ongedisciplineerd

21. Telefoongesprekken voeren

(+) belangstellend, doelgericht, duidelijk

(-) chaotisch, vaag

22. Schriftelijk communiceren

(+) creatief, duidelijk, ordelijk

(-) saai, slordig, vaag

23. Interesse tonen in meningen en ideeën van

anderen

(+) belangstellend, inlevingsvermogen,

respectvol

(-) bevooroordeeld, onverdraagzaam,

onverschillig

24. Een discussie leiden

(+) ordelijk, oplettend, duidelijk, makkelijke

prater

(-) bazig, onzeker

25. Doelen stellen

(+) vastberaden, duidelijk, initiatiefrijk,

enthousiast

(-) aarzelend, passief, waait met alle winden

mee, vaag

26. Anderen beïnvloeden

(+) tactvol, initiatiefrijk, overtuigingskracht,

duidelijk

(-) verlegen, vaag, aarzelend

27. Eigen mening of standpunt onderbouwen

(+) zorgvuldig, duidelijk,

onderscheidingsvermogen

(-) onzeker, oppervlakkig, wispelturig

28. Afspraken maken

(+) doelgericht, duidelijk, eerlijk, zorgvuldig

(-) aarzelend, slordig, vaag

9. Capaciteiten van anderen inschatten

(+) inlevingsvermogen, oplettend, ziet

samenhang

(-) bevooroordeeld, pessimistisch, te kritisch

30. Geloofwaardig gedrag vertonen

81Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 82: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

(+) betrouwbaar, duidelijk, respectvol,

inlevingsvermogen

(-) onoprecht, aarzelend, vaag, wispelturig

31. Omgaan met verschillen tussen mensen

(+) inlevingsvermogen, respectvol, tactvol, mild

(-) bevooroordeeld, arrogant, onverdraagzaam

32. Een bijdrage leveren in een groep

(+) belangstellend, eerlijk, makkelijke prater,

inlevingsvermogen

(-) verlegen, ongeduldig, passief, bot

33. Weerstand opmerken

(+) gevoelig, oplettend,

onderscheidingsvermogen

(-) afstandelijk, oppervlakkig, afwezig

34. Omgaan met weerstand

(+) eerlijk, moedig, gedisciplineerd, geduldig

(-) arrogant, onderdanig, ongedisciplineerd

35. Omgaan met emoties van anderen

(+) inlevingsvermogen, geduldig,

relativeringsvermogen

(-) overgevoelig, onverdraagzaam, agressief

36. Bij de kern van de zaak blijven

(+) doelgericht, vastberaden, oplettend

(-) chaotisch, oppervlakkig, slordig

37. Een vergadering voorzitten

(+) doelgericht, makkelijke prater, flexibel,

gedisciplineerd

(-) onzeker, slordig, ongedisciplineerd

38. Evalueren

(+) bedachtzaam, kan goed analyseren,

oplettend, ziet samenhang

(-) oppervlakkig, bevooroordeeld, te kritisch

39. Samenwerken met andere disciplines

(+) belangstellend, inlevingsvermogen, flexibel

(-) star, bazig, egoïstisch

40. Steun geven aan anderen

(+) behulpzaam, zorgzaam

(-) onverschillig, egoïstisch

41. Deskundigheid van anderen benutten

(+) eerlijk, initiatiefrijk, creatief

(-) arrogant, lui

42. Een ontspannen sfeer scheppen

(+) belangstellend, inlevingsvermogen,

gemoedelijk, rustig

(-) gesloten, bot, onrustig

43. Anderen aanmoedigen

(+) enthousiast, optimistisch,

inlevingsvermogen, overtuigingskracht

(-) onverschillig, drammerig, pessimistisch

44. Leiding accepteren

(+) bescheiden, flexibel

(-) arrogant, wantrouwig

45. Anderen stimuleren open te zijn

(+) openhartig, respectvol, betrouwbaar,

duidelijk

(-) gesloten, bot, onoprecht

46. Eigen kwaliteiten inzetten

(+) zelfverzekerd, creatief, praktisch

(-) geremd, opschepperig, wantrouwig, passief

47. Omgaan met eigen zwakke kanten

(+) eerlijk, relativeringsvermogen, speels,

vermogen tot zelfreflectie

(-) lichtgeraakt, gesloten, onverschillig,

ongedisciplineerd

48. Omgaan met eigen energie

82Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 83: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

(+) gedisciplineerd, onderscheidings-vermogen,

doelgericht, oplettend

(-) ongedisciplineerd, verkwistend, fanatiek

49. Mezelf motiveren

(+) ambitieus, toegewijd, zelfstandig

(-) lui, pessimistisch, onzelfstandig, onverschillig

50. Eigen fouten toegeven

(+) eerlijk, moedig, serieus

(-) arrogant, onoprecht, wantrouwig

51. Eigen werk organiseren

(+) doelgericht, gedisciplineerd, zelfstandig

(-) passief, slordig, lui, ongedisciplineerd

52. Intuïtie gebruiken

(+) gevoelig, creatief

(-) wantrouwig, afstandelijk, oppervlakkig

53. Omgaan met eigen emoties

(+) eerlijk, relativeringsvermogen,

gedisciplineerd

(-) overgevoelig, gesloten, ongedisciplineerd

54. Leren van fouten

(+) eerlijk, gedisciplineerd, zorgvuldig

(-) arrogant, star, ongedisciplineerd

55. Zelfstandig werken

(+) doelgericht, gedisciplineerd, ordelijk,

verantwoordelijk

(-) lui, aarzelend, ongedisciplineerd, slordig

56. Teleurstellingen verwerken

(+) relativeringsvermogen, evenwichtig,

openhartig

(-) overgevoelig, onverdraagzaam

57. Eigen gedrag analyseren

(+) eerlijk, oplettend, onderscheidings-

vermogen, vermogen tot zelfreflectie

(-) arrogant, oppervlakkig, bevooroordeeld

58. Eigen gedrag bijsturen

(+) flexibel, inlevingsvermogen, verdraagzaam

(-) koppig, onverschillig, ongeduldig

59. Mezelf concentreren

(+) doelgericht, rustig, gedisciplineerd

(-) afwezig, onrustig, ongedisciplineerd

60. Evenwicht scheppen tussen werk en privé

(+) evenwichtig, voor jezelf opkomen,

gedisciplineerd, verantwoordelijk

(-) fanatiek, ongedisciplineerd

61. Anderen motiveren

(+) enthousiast, inspirerend,

inlevings/vermogen

(-) arrogant, bazig, onverschillig

62. Een visie uitdragen

(+) zelfverzekerd, idealistisch, inspirerend,

makkelijke prater

(-) pessimistisch, kortzichtig, saai

63. Werk van anderen organiseren

(+) doelgericht, initiatiefrijk, ordelijk

(-) passief, slordig, ongedisciplineerd

64. Beoordelen

(+) kan goed analyseren, ziet samenhang,

moedig, oplettend

(-) bevooroordeeld, onzeker, te kritisch

65. Delegeren

(+) onderscheidingsvermogen, duidelijk,

verantwoordelijk

(-) wantrouwig, overbezorgd, bemoeizuchtig

83Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 84: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

66. Manier van leiding geven afstemmen op situatie

(+) flexibel, inlevingsvermogen, creatief

(-) bazig, star

67. Slecht nieuws overbrengen

(+) moedig, inlevingsvermogen,

relativerings/vermogen, duidelijk

(-) bot, onverschillig, gesloten

68. Het goede voorbeeld geven

(+) consequent, toegewijd, enthousiast

(-) lui, slordig, ongedisciplineerd

69. Toezicht houden

(+) krachtig, ordelijk, oplettend, tactvol

(-) aarzelend, onrustig, naïef

70. Omgaan met macht

(+) zorgvuldig, gedisciplineerd,

relativeringsvermogen, zelfverzekerd

(- ) bazig, onderdanig, onzelfstandig,

overmoedig

71. Controleren

(+) consequent, oplettend, eerlijk, zorgvuldig

(-) slordig, verward, pietluttig

72. Instructies geven

(+) inlevingsvermogen, doelgericht, duidelijk,

geduldig

(-) ongeduldig, vaag, chaotisch

73. Gedrag van anderen analyseren

(+) onderscheidingsvermogen, oplettend,

inlevingsvermogen

(-) oppervlakkig, bevooroordeeld, vaag

74. Interesse tonen in gevoelens van anderen

(+) inlevingsvermogen, belangstellend,

respectvol

(-) afstandelijk, onverschillig, ongeduldig

75. Problemen openlijk bespreken

(+) openhartig, moedig, eerlijk, direct

(-) gesloten, verlegen, onoprecht

76. Gevoelens van anderen verwoorden

(+) inlevingsvermogen, direct

(-) afstandelijk, geremd

77. Confronteren

(+) moedig, doelgericht, direct, respectvol

(-) bot, brutaal, aarzelend

78. Stiltes in een gesprek hanteren

(+) geduldig, gedisciplineerd, rustig

(-) ongeduldig, drammerig, ongedisciplineerd

79. Advies geven

(+) behulpzaam, duidelijk, overtuigingskracht,

eerlijk

(-) vaag, bemoeizuchtig, kortzichtig

80. Begeleiden of coachen

(+) behulpzaam, oplettend, inlevings-vermogen,

betrouwbaar

(-) onverschillig, gesloten, bot

81. Een positieve eerste indruk achterlaten

(+) alle kwaliteiten van de betreffende persoon

(-) alle vervormingen van de betreffende

persoon

82. Vertrouwen opbouwen

(+) betrouwbaar, inlevingsvermogen, duidelijk,

eerlijk

(-) onoprecht, loslippig, vaag

83. Inspelen op wensen of behoeften van anderen

84Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 85: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

(+) belangstellend, inlevingsvermogen,

respectvol, zorgzaam

(-) onverschillig, egoïstisch, krenterig

84. Anderen helpen

(+) behulpzaam, inlevingsvermogen, zorgzaam,

praktisch

(-) lui, onverschillig, egoïstisch

85. De juiste argumenten gebruiken

(+) geduldig, inlevingsvermogen, tactvol,

oplettend

(-) drammerig, ongeduldig

86. Omgaan met bezwaren

(+) inlevingsvermogen, tactvol, flexibel,

relativeringsvermogen

(-) onredelijk, kortzichtig, star

87. Verkopen

(+) belangstellend, inlevingsvermogen,

overtuigingskracht, zelfverzekerd

(- ) ongeduldig, opdringerig

88. Omgaan met klagers en klachten

(+) incasseringsvermogen, behulpzaam,

inlevingsvermogen, zorgvuldig

(-) bot, brutaal, ongeduldig, krenterig

89. Kritiek accepteren

(+) relativeringsvermogen, eerlijk, inlevings-

vermogen

(-) lichtgeraakt, kortzichtig, onverschillig

90. Opbouwende kritiek geven

(+) moedig, openhartig, duidelijk, zorgvuldig

(-) agressief, gesloten, vaag

91. Complimenten ontvangen

(+) eerlijk, belangstellend

(-) onzeker, verlegen, wantrouwig

92. Complimenten geven

(+) openhartig, direct, duidelijk

(-) geremd, gesloten

93. Vragen om hulp, advies of feedback

(+) openhartig, moedig, eerlijk

(-) wantrouwig, koppig, geremd, arrogant

94. Eigen wensen naar voren brengen

(+) direct, eerlijk, openhartig, zelfverzekerd

(-) aarzelend, gesloten, onzeker, drammerig

95. ‘Nee’ zeggen

(+) direct, eerlijk, duidelijk, zelfverzekerd

(-) onderdanig, aarzelend, onzeker

96. Aangeven wat u van anderen verwacht

(+) direct, eerlijk, openhartig, duidelijk

(-) gesloten, vaag, onoprecht

97. Anderen aanspreken op hun

verantwoordelijkheden

(+) eerlijk, consequent, moedig, tactvol

(-) verlegen, bazig, bot

98. Grenzen eigen mogelijkheden aangeven

(+) duidelijk, eerlijk, zorgvuldig

(-) arrogant, overmoedig, koppig, onoprecht

99. Conflicten tijdig aangaan

(+) initiatiefrijk, moedig, direct, doelgericht

(-) aarzelend, gesloten, lichtgeraakt

100. Bemiddelen bij conflicten of tegenstellingen

(+) betrouwbaar, tactvol, belangstellend,

inlevingsvermogen

(-) bevooroordeeld, drammerig, loslippig

85Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 86: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

101. Conflicten op een passende manier hanteren

(+) inlevingsvermogen,

onderscheidingsvermogen, creatief

(-) kortzichtig, bevooroordeeld

102. Naar een win-win situatie toe werken

(+) inlevingsvermogen, flexibel, praktisch,

creatief

(-) star, lui, egoïstisch

103. Onderhandelen

(+) flexibel, makkelijke prater, vastberaden,

tactvol

(-) drammerig, koppig, loslippig

104. Compromissen sluiten

(+) flexibel, nuchter

(-) koppig, hebberig, egoïstisch

105. Prioriteiten stellen

(+) doelgericht, onderscheidingsvermogen,

zelfverzekerd

(-) aarzelend, onzeker, chaotisch

106. Tijd efficiënt gebruiken

(+) doelgericht, gedisciplineerd, ordelijk

(-) lui, slordig, ongedisciplineerd

107. Planmatig werken

(+) doelgericht, ordelijk, gedisciplineerd,

verantwoordelijk

(-) slordig, chaotisch, ongedisciplineerd

108. Afspraken of beloftes nakomen

(+) betrouwbaar, consequent, zorgvuldig, eerlijk

(-) lui, ongedisciplineerd, onoprecht

109. Omschakelen tussen verschillende activiteiten

(+) flexibel, veelzijdig

(-) traag, aarzelend

110. Omgaan met hectische situaties

(+) nuchter, relativeringsvermogen,

evenwichtig, zelfverzekerd

(-) overbezorgd, overgevoelig, pessimistisch

111. Overzicht houden

(+) doelgericht, ordelijk, gedisciplineerd,

oplettend

(-) vaag, kortzichtig, ongedisciplineerd

112. Omgaan met werkdruk

(+) evenwichtig, flexibel, gedisciplineerd

(-) lui, star, ongedisciplineerd

113. Problemen of conflicten zien aankomen

(+) oplettend, gevoelig, inlevingsvermogen,

belangstellend

(-) kortzichtig, afstandelijk, onverschillig, naïef

114. Problemen analyseren

(+) inlevingsvermogen, oplettend, ordelijk

(-) oppervlakkig, bevooroordeeld, verward

115. Tot de kern van een probleem doordringen

(+) doelgericht, vastberaden, direct

(-) oppervlakkig, verward, slordig

116. Creatieve oplossingen aandragen

(+) creatief, praktisch, behulpzaam

(-) pessimistisch, kortzichtig, passief

117. Een mening vormen

(+) onderscheidingsvermogen, belangstellend,

zelfstandig

(-) onzeker, met alle winden meewaaien,

onderdanig

118. Voor- en nadelen tegen elkaar afwegen

(+) evenwichtig, onderscheidingsvermogen,

inlevingsvermogen

86Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 87: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

(- ) bevooroordeeld, verward, wispelturig

119. Anderen betrekken bij beslissingen

(+) belangstellend, flexibel, respectvol, duidelijk

(-) bevooroordeeld, star, onverdraagzaam

120. Beslissingen nemen

(+) doelgericht, moedig, verantwoordelijk,

bedachtzaam

(-) aarzelend, kortzichtig, wispelturig,

drammerig

121. Risico’s nemen

(+) moedig, initiatiefrijk, optimistisch

(-) onzeker, overbezorgd, pessimistisch

122. Een mondelinge presentatie houden

(+) duidelijk, ordelijk, praktisch

(- ) chaotisch, ongedisciplineerd

123. Ingaan op vragen van anderen

(+) belangstellend, zorgvuldig, duidelijk,

verantwoordelijk

(-) onverschillig, slordig

124. Aandacht van anderen vasthouden

(+) levendig, humoristisch, duidelijk, creatief

(-) saai, aarzelend, passief

125. (Audio-) visuele middelen effectief gebruiken

(+) doelgericht, handig, zorgvuldig

(- ) onhandig, slordig

126. Informatie van anderen ordenen

(+) ordelijk, doelgericht, onderscheidings-

vermogen

(-) slordig, chaotisch

127. Informatie verzamelen

(+) oplettend, belangstellend,

onderscheidingsvermogen, doelgericht

(-) lui, slordig

128. Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden

(+) onderscheidingsvermogen, doelgericht,

oplettend

(-) chaotisch, vaag, ongedisciplineerd

129. Anderen informeren

(+) behulpzaam, duidelijk, openhartig

(-) gesloten, onverschillig, vaag

130. Omgaan met onzekerheid

(+) flexibel, evenwichtig, optimistisch

(-) angstig, overgevoelig, pessimistisch

131. Verbeteringen aanbrengen

(+) ambitieus, initiatiefrijk, creatief, flexibel

(-) passief, pessimistisch, star

132. Anderen stimuleren tot verandering

(+) inlevingsvermogen, vastberaden,

overtuigingskracht, inspirerend

(-) drammerig, ongeduldig, aarzelend

133. Omgaan met verandering

(+) zelfverzekerd, flexibel, veelzijdig,

evenwichtig

(-) bevooroordeeld, onzeker, star, pessimistisch

134. Inspelen op onverwachte situaties

(+) flexibel, initiatiefrijk, speels, veelzijdig

(-) aarzelend, star, overbezorgd

135. Ideeën ontwikkelen

(+) creatief, idealistisch, praktisch

87Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 88: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

(-) lui, pessimistisch, vaag

136. Ideeën vormgeven

(+) creatief, handig, praktisch

(-) onhandig, vaag

(+) ambitieus, oplettend, initiatiefrijk, creatief

138. Omgaan met beperkingen

(+) creatief, nuchter, flexibel, praktisch

(-) overgevoelig, klagerig, star

139. Nieuwe kennis toepassen

(+) ambitieus, belangstellend, praktisch

(-) lui, onverschillig, passief

140. Nieuwe vaardigheden aanleren

(+) ambitieus, nieuwsgierig, flexibel,

vastberaden

(-) lui, ongeduldig

(-) lui, kortzichtig, onverschillig

KRITIEK GEVEN EN KRIJGEN

88Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 89: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Nodig: pen en papier

Als je samenwerkt, moet je elkaar ook commentaar kunnen geven. De sfeer hoeft daar niet onder te lijden, zolang je

het maar op de goede manier doet en er ook goed op reageert. In deze bijeenkomst gaat het over ‘Hoe geef ik

commentaar en hoe ontvang ik commentaar’.

Opdracht 1

Individueel, circa 20 minuten, laten werken aan de volgende vragen:

• Als je kritiek geeft, hoe pak je dat aan?

• Hoe reageer je, als je zelf kritiek krijgt.

• Ga bij jezelf na waar je tegenop ziet en/of waar je bang voor bent, als je kritiek moet geven en/of -krijgt.

Opdracht 2

Groepsgesprek over hoe hij/zij dit ervaart bij het geven en krijgen van kritiek. Laat iedereen aan het woord komen.

Afsluiting

Commentaar geven

Geef alleen commentaar als je elkaar vertrouwt.

Zeg wat de ander doet en niet wat jij vindt.

Commentaar is bruikbaar als:

• het precies aangeeft wat goed was en wat niet;

• dat te begrijpen is voor de ontvanger;

• het gaat over punten die te verbeteren zijn.

• Geef commentaar zonder een reactie te verwachten.

Commentaar ontvangen

• Verdedig je niet.

Als je iets niet goed hebt gedaan, dan hoef je je niet te gaan verdedigen. Wel is het verstandig, na te denken over

het commentaar. “Okay, ik zal er de volgende keer op letten.”

• Vraag uitleg van datgene die het commentaar geeft.

Iemand zal vaak voorzichtig commentaar leveren. Vraag of hij/zij wat meer wil uitleggen wat hij/zij bedoelt. Ook

nu zul je in de verleiding komen je te gaan verdedigen.

LEREN OMGAAN MET CONFLICTEN: VAN MENINGSVERSCHIL TOT RUZIE

89Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 90: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Nodig: Flap en viltstift

Pen en paper

Vandaag gaan we het hebben over ‘Hoe los ik communicatieproblemen op’.

Als je samenwerkt kan er wel eens iets mis gaan in de communicatie.

Opdracht 1

Individueel 15 à 20 minuten laten werken aan de volgende vragen:

• Als je van mening verschilt, hoe pak je dat aan?

• Hoe reageer je, als je ruzie krijgt.

• Ga bij jezelf na waar je tegenop ziet en/of waar je bang voor bent.

Opdracht 2

Groepsgesprek over wat de oorzaak van een conflict kan zijn. Zet de uitkomsten op een flap.

De coach kan eventueel aanvullen met een paar mogelijke oorzaken:

• Verschillen van opvatting over de manier waarop de taak moet worden uitgevoerd.

• Niet op de goede manier overleggen.

• De planning deugt niet.

• Niet met elkaar overweg kunnen.

Welke gereedschap kan ik gebruiken voor het leren hanteren van conflicten:

Begin niet met verwijten, maar constateer dat de samenwerking niet loopt.

[Je kan het op die manier bespreekbaar maken]

Je mening geven zonder onderbroken te worden.

[Heel belangrijk is dat iedereen de kans krijgt om te zeggen wat hij/ zij denkt, vindt en voelt]

Breng het verschil van mening onder woorden.

[Nu iedereen zijn/ haar mening heeft gegeven, proberen om samen het probleem te formuleren]

Zoek naar punten waar je het wel over eens bent.

[Hieruit kan blijken dat je meer overeenkomsten hebt dan verschillen]

Bespreek of er nog andere problemen zijn.[Vaak is een ruzie een gevolg van een al langer durende wrijving. Vragen naar onderlinge irritatie]

Zoek een oplossing, waarmee iedereen tevreden kan zijn.[Het werkt vaak goed als er een onpartijdige gespreksleider is]

Afsluiting

Schrijf voor jezelf op waar je de komende tijd aan wilt werken, als het gaat om leren omgaan met conflicten.

LEIDING GEVEN EN LEIDING ACCEPTEREN: MENINGSVORMING OVER LEIDINGGEVEN

90Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 91: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Nodig: Vaardighedenspel

Bijlage: SWOT-analyse

Tip: maak een selectie van de kaarten gericht op het doel en de doelgroep!

Het is de bedoeling dat jullie je gaan voorbereiden op het kunnen aansturen van medecursisten ofwel kennis maken

met leidinggevende taken. Daarom is het belangrijk, dat jullie je een mening kunnen vormen over de vaardigheden die

voor een leidinggevende het meest relevant zijn.

Opdracht

De kaarten worden open op tafel gelegd.

Elke cursist kiest voor zichzelf 8 vaardigheden uit die hij/zij belangrijk vindt voor leiding geven en schrijft deze op. De

cursist geeft ook aan waarom hij/zij dat belangrijk vindt.

Om de beurt maakt iedere cursist zijn/haar lijstje inclusief de motivatie bekend aan de anderen. De vaardigheden die

door niemand worden genoemd, worden aan de kant gelegd.

De groep probeert tot overeenstemming te komen over het ideale vaardighedenprofiel voor een leidinggevende.

Gaandeweg de discussie worden de kaarten met vaardigheden erop die afvallen, verwijderd, totdat uiteindelijk 8

vaardigheden blijven liggen.

De cursist schrijft het resultaat op en rangschikt dit profiel zo dat de vaardigheid die hij/zij het beste beheerst

bovenaan komt te staan en die hij/zij het minst beheerst onderaan.

Afsluiting

Laat cursisten hun eigen vaardighedenprofiel voor een leidinggevende toelichten.

Opdracht

Schrijf voor jezelf op met welke vaardigheden jij wilt gaan oefenen.

BIJLAGE: SWOT- ANALYSE

91Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 92: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Richtlijn SWOT analyse

Persoonlijk SWOT

SWOT betekent

S = strengths

W = weakness

0 = oppertunites

T = threats

Interne sterkten en zwakten gerelateerd aan externe kansen en bedreigingen

De SWOT (sterker/ kansen/ bedreigingen is een instrument om te analyseren hoe organisaties of hun onderdelen

functioneren. Door een persoonlijke SWOT analyse uit te voeren krijg je meer inzicht in de sterkten zwakten kansen

en bedreigingen die voor jou kunnen gelden.

Positief Negatief

Intern Je sterkten

- Waar ben je goed in als het gaat om communicatie?

- Wat draagt bij aan je succes?

- Wat zijn je beste prestaties tot nu toe?

- Wat zijn je beste prestaties tot nu toe?

- Welke verklaringen heb jij voor je succes?

Je zwakten

- Waar ben je zwak in als het gaat om communicatie?

- Wat zou je graag veel beter kunnen?

- Op welke manier worde je prestaties beïnvloed door je zwakten op het gebied van communicatie?

Extern Kansen voor je studie/loopbaan

- Welke trends/ kansen/ uitdagingen zie je op dit moment in het werkveld waarin jij studeert ten aanzien van communicatie?

- Wat doe jij op dit moment om deze kansen te benutten?

Kansen voor je studie/loopbaan

- Welke trends/ kansen/ uitdagingen zie je op dit moment in het werkveld waarin jij studeert ten aanzien van communicatie?

- Wat doe jij op dit moment om deze kansen te benutten?

BIJLAGE: SWOT-ANALYSE

Invulblad voor cursisten

92Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 93: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Sterkte – zwakte analyse ( SWOT ) Strengths, Weakness, Opportunites, Threats Invulblad

Positief Negatief

Intern Je sterkten Je zwakten

Extern Kansen voor je studie/loopbaan Kansen voor je studie/loopbaan

Stap 1: Benoem 3 punten waar je goed in bent, wat draagt bij aan je succes?

Stap 2: Benoem 3 punten waar je zwak in bent, wat zou je graag veel beter kunnen?

Stap 3: Welke uitdagingen zie je op dit moment ten aanzien van je toekomstige beroep?

Stap 4: Wat doe jij op dit moment om deze kansen te benutten

93Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 94: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

GROEPSEVALUATIE

Maak aan de hand van de onderstaande vragen een verslag over het functioneren van jou en van je groepsleden.

94Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

COACHSUGGESTIES

Page 95: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

1. Hoe is de samenwerking afgelopen periode gegaan?

o Beschrijf dit.

2. Was het ‘’stressen’’ deze periode?

o Zo, ja/ nee waar heeft dit volgens jou aan gelegen?

3. Hoe was je inzet en van je groepsleden deze periode? Ben je hierover tevreden?

o Beschrijf je inzet zowel van jezelf als van je groepsleden.

4. Waaraan kon een ander zien dat je wel of niet gemotiveerd was deze periode?

o Beschrijf dit.

5. Kwam je in de afgelopen week je afspraken na, was je op tijd?

o Beschrijf dit zowel van jezelf als van de groepsleden; hoe dit is gegaan.

6. Wat vond je zelf van je eigen functioneren in de groep afgelopen periode?

o Geef een beschrijving van jezelf.

7. Hebben jullie afgelopen periode iets over het teamproces geleerd?

o welke rol had een ieder volgens jou?

8. Benoem voor elk groepslid een tip en een top.

9. Hoe was de begeleiding binnen de opleiding?

PRESENTEREN: EEN PERSOONLIJKE PRESENTATIE DIGITAAL EN/OF OP PAPIER

Je toekomstige werkplek ligt in de kunst en cultuur sector, waarin het contact met klanten en opdrachtgevers

belangrijk is. Het op de juiste wijze presenteren van jezelf en het bedrijf is dus noodzakelijk. Het is de basis voor

klantenbinding.

95Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 96: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opdracht 1

Voor het presenteren van jezelf, verzamel je verschillende digitale foto’s over jezelf. Maak minimaal vier verschillende

digitale foto’s waarin je, je zelf zo compleet mogelijk presenteert.

Presenteer jezelf in een verslag

• Wie ben ik;

• Wat zijn mijn kwaliteiten; geef vijf voorbeelden waaruit dat blijkt;

• Wat zijn mijn vaardigheden; geef vijf voorbeelden waaruit dat blijkt;

• Wat zijn mijn sterke punten; geef een paar voorbeelden waaruit dat blijkt;

• Wat zijn mijn minder sterke punten; geef een paar voorbeelden waaruit dat;

• Waar wil ik aan werken en/ of wat wil ik [verder] ontwikkelen.

Foto als werkervaring : Werkervaring bij …

Foto tijdens vakantie : Op vakantie naar …

Foto van je hobby/ favorieten : Mijn hobby’s / favorieten …

Foto van je toekomstig werkveld : Wil gaan werken als …

Opdracht 2

Ontwerp je eigen huisstijl, waarin je door middel van jouw visitekaartje, briefpapier de volgende onderdelen kan laten

zien.

Huisstijl is een combinatie imago, identiteit, logo en pay-off. Denk hierbij aan compositie, kleur, letters.

Logo ofwel beeldmerk hoort bij je huisstijl

Een logo kan bestaan uit een aantal letters, dit noemen we een woordmerk;

Uit een tekening/foto, heet een beeldmerk of uit een combinatie van beiden.

De betekenis van een aantal woorden, die belangrijk zijn bij het ontwerpen van je eigen huisstijl:

Imago/identiteit : beeld van jezelf geven

Pay-off : slagzin of slogan

Metafoor : beeldspraak

Context : samenhang

Analyse : ontleden

Draaiboek : werkplan

DE ONTWIKKELSPIRAAL: TWEE WAARHEDEN EN EEN LEUGEN

Waar komt deze vorm vandaan?

Overlevering

Wat is het doel?

96Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 97: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Kennismaken, feedback geven, bewustwording van (voor-)oordelen

Wanneer gebruik je het?

Eerste bijeenkomst met een nieuwe groep

Hoe werkt het?

leder groepslid stelt zich zelf voor door drie dingen te vertellen over zichzelf.

Bijvoorbeeld:

1. iets over de woon/leefsituatie

2. iets over een favoriete hobby

3. iets over uit zijn/haar geschiedenis

Twee van deze aspecten kloppen, een is er verzonnen en klopt pertinent niet.

De anderen raden welk onderdeel verzonnen is en motiveren dat.

Waardoor denken ze dat iets verzonnen is en niet past bij de inbrenger?

Tenslotte vertelt de inbrenger wat er wel en wat er niet klopt.

Aandachtspunten:

Laat zo concreet mogelijk benoemen wat de groepsleden aan iemand zien waardoor hun beeld bepaald werd.

Tijd:

5 minuten individuele voorbereiding

5 minuten p.p. vertellen en 5 minuten p.p. feedback

INSPIRATIESPEL VOOR PORTFOLIO

Nodig: Groot, afsluitbaar lokaal (15 personen)

Kaartspel

Papier voor de groep

97Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 98: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Spel 1: Belemmeringen

Belemmeringen, obstakels of dingen die je tegen houden om je werk of school te doen. Deze obstakels die je bij jezelf

tegenkomt kunnen je drijfveer zijn voor een bepaald gedrag bij jezelf.

Voorbeeld van gedrag door belemmering/obstakel:

- Altijd te laat komen.

- Afspraken niet na komen.

- Grote mond.

Uitleg spel:

• Leg de kaarten `belemmeringen’ open op tafel.

• Kies maximaal 3 belemmeringen waar jezelf het meeste last van hebt.

• Schrijf deze op papier.

• Beschrijf ook een situatie die daar bij past, geef dus een voorbeeld van jezelf in die situatie.

• Geef een nadeel van jouw gedrag en geef een voordeel wat het gedrag jouw oplevert.

Spel 2: Voorwaarden

Voorwaarden welke nodig zijn om gemotiveerd te kunnen werken of deze opleiding te doen.

Uitleg spel:

• Leg de kaarten Voorwaarden open op tafel.

• Kies maximaal 10 voorwaarden uit die voor jou belangrijk zijn om je prettig te voelen en gemotiveerd te kunnen

werken.

• Schrijf deze op papier.

• Geef een waardering in hoeverre jij vindt dat binnen jouw opleiding aan de betreffende voorwaarde wordt

voldaan.

- Helemaal +

- Gedeeltelijk +/-

- Niet -

• Om de beurt geef je een uitleg.

• De uitwerkingen doe je in je portfolio.

GEEF ME DE VIJF!

Situatiebeschrijving

Voor- of nabespreking

Opdracht

Trek de buitenlijnen van je hand over op een wit A-viertje.

98Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 99: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Schrijf in de overtrek van je hand:

• in de duim waar ben ik goed in?

• in de wijsvinger waar wil ik naar toe werken?,

• in de middelvinger waar heb ik een hekel aan?,

• in de ringvinger wat 'zit' het fijnst?

• in de pink waarin voel ik me klein?

Ruimte:

tafels in groepen van vier.

Benodigde tijd:

vijftien minuten.

Aantal cursisten:

groepen van vier.

Hulpbronnen/materialen:

wit A-4, pen.

GEEF ME DE VIJF!

Wat is het doel?

Leren reflecteren.

Wanneer gebruik je het?

Terugkijkend op een leerproces.

99Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 100: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Hoe werkt het?

De cursist trekt met een pen of potlood zijn hand om. Dan schrijft hij een reflectie bij iedere vinger.

Vervolgens kan dit gedeeld worden met de coach of de buurman.

Aandachtspunten:

Interpreteer de acties van de inbrenger niet, je rol is luisteren, vragen stellen en aanmoedigen.

Tijd:

15 minuten individueel, daarna 15 minuten elkaar bevragen

KIES JE KAART/METAFORENSPEL

Situatiebeschrijving

Deze methode is goed bruikbaar om reflectie te starten op basis van beelden. Geschikt voor bijna alle onderwerpen en

thema's.

Opdracht

Op een tafel of de vloer wordt een aantal foto's of ansichtkaarten neergelegd.

Aan de cursisten wordt gevraagd een kaart te pakken die weergeeft wat bijvoorbeeld:

100Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 101: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

• hun verwachting is ten aanzien van de opdracht/de dag/elkaar

• hoe ze zich nu voelen

• hoe ze terugkijken op ...

• wat ze geleerd hebben over ...

• waardoor ze vooral geraakt zijn ...

• …

Nadat elke cursist een kaart gepakt heeft, zijn er verschillende vormen voor verwerking:

• eerst in twee-, drie- of viertallen uitwisselen

• direct in de groepen toelichten van keuze

• noteren van ...

• kopiëren/overtekenen/inplakken van de kaart

• …

Ruimte

- Grote tafel of ruimte op de vloer voor het neerleggen van kaarten.

- Mogelijkheid om in kring of kleine groepen een gesprek te voeren.

Benodigde tijd:

10 - 45 minuten (afhankelijk van groepsgrootte en verwerkingsvorm).

Aantal cursisten:

2 - 15 (als de groep groter is, dan uitsluitend uitwisselen in kleine groepen).

Hulpbronnen/materialen:

- Kaarten met foto's (bijvoorbeeld APS-set, Twijnstra & Gudde) of ansichtkaarten (zelf aanschaffen of verzamelen).

Opdracht: STAPPEN VAN KERNREFLECTIE IN PROFESSIONELE GROEI

Vragen bij de niveaus van Bateson: vragen om te leren van succeservaringen

Omgeving

Welke succeservaring heb je je voorgesteld? Hoe zag die situatie eruit? Wat gebeurde er precies?

Welke consequenties had deze situatie voor jou?

Gedrag

Wat deed jij in die situatie? Hoe deed je dat?

101Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 102: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Op welk punt was je over jezelf het meest tevreden? Wat was jouw invloed in de situatie? Hoe had je nog meer

invloed uit kunnen oefenen? Wanneer kreeg je het trotse gevoel? Waar denk je aan als je dat trotse gevoel oproept?

Wat is gemeenschappelijk in de verschillende situaties?

Kun je dezelfde invloed ook in andere situaties uitoefenen?

Hoe komt het dat het lukt die invloed uit te oefenen?

Wat zou je nodig hebben om in andere situaties ook die invloed uit te oefenen? Hoe kun je dat laten lukken?

Wat zou je dan moeten kunnen of leren?

Wat is gemeenschappelijk in de verschillende situaties?

Overtuigingen

Wat vind je daar belangrijk aan?

Waar kreeg je het trotse gevoel van? Wat vind je daar eigenlijk van?

Wat is daar fijn aan? Waarom is dat goed?

In welke (vergelijkbare) situaties krijg je nog meer datzelfde trotse gevoel? Wat is de gemeenschappelijk factor in de

verschillende situaties? Dus je zegt eigenlijk (overtuiging benoemen)

Hoe omschrijf jij zelf je overtuiging? Wat is voor jou belangrijk om iets als een succes te ervaren?

Wat voor winst haal je uit deze overtuiging?

Hoe denk je dat deze overtuiging is ontstaan?

Kun je met deze overtuiging voldoende succeservaringen opdoen?

Wat betekent het feit dat je zicht hebt op je (succes) overtuiging voor je werk en je eigen ontwikkeling?

Identiteit

Waar word je enthousiast van? Waar ga je voor?

Hoe zie jij jezelf in de situatie? Kom je tot je recht?

Wil zo blijven leven? Past dat bij je?

Wat is voor jou het belangrijkste?

Welke nieuwe uitdagingen zie je?

Spiritualiteit/Betrokkenheid

Wat wil je bereiken?

Wat zie je voor verbanden in het leven?

Welke ervaringen maken je rijker/wijzer?

Wat zijn je levenslessen?

Waar draait het uiteindelijk allemaal om?

Bron:

Kessels & Smit, The Learning Company, APS, 1810.100/02.034

102Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 103: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

103Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 104: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

bij geen reactie cursist

Cursist komt op afspraak

AFWEZIG / TE LAAT

MELDING VERZUIMLOKETDOOR COACH Actie:brief 1 + invullen verzuimformulierinleveren bij YolandaTevens aangeven datum, tijd en locatie voor uitnodiging gesprek

GESPREK MET COACH:Wat is er aan de hand?Gespreksverslag met afspraken Hulpverlening / Pitstop ?Gebruik hiervoor het gespreksformulier Portfolio,Gemaakte afspraken laten tekenen door cursist

START EXIT-PROCEDURE- brief 2.0 + contract 1 EERSTE WAARSCHUWING- verzuimbrief- Afspraken maken- Contract evalueren met cursist

CONTACT OUDER:- Contract handtekening voor gezien ouder/verzorger- 2 voud versturen 1 voor hen, ander terugsturen school

Gevolg bij nietnakomen gemaakte

afspraken

CONTRACT 1 + 2 WORDEN IN 2-VOUD VERSTUURD NAAR DE CURSIST; DEZE WORDT GETEKEND DOOR CURSIST, COACH EN OUDER/VERZORGER (VOOR GEZIEN)

ALLE BRIEVEN WORDEN IN HET DOSSIER VAN DE CURSIST GEDAAN + EEN MELDING IN NOISE GEZET

Gevolg bij nietnakomen gemaakte afspraken na contract 1

EXIT-PROCEDURE DEEL 2- brief 2.4 contract 2 TWEEDE WAARSCHUWING- verzuimbrief- Afspraken maken- Contract evalueren met cursist

CONTACT OUDER:- Contract handtekening voor gezien ouder/verzorger- 2 voud versturen 1 voor hen, ander terugsturen school

Gevolg bij nietnakomen gemaakte afspraken na contract 2

EXITBrief 3.2 AANGETEKEND-verzuimbrief

VERZUIMSCHEMA

EXIT-PROCEDURE DEEL 2- Brief 2.2 + contract 2 TWEEDE WAARSCHUWING- verzuimbriefmelding eenzijdige uitschrijving wordt in gang gezet

CONTACT OUDER:- Contract handtekening voor gezien ouder/verzorger- 2 voud versturen 1 voor hen, ander terugsturen school

bij geen reactie cursist

EXITBrief 3.1 AANGETEKEND-verzuimbrief

START EXIT-PROCEDURE- brief 2.1 + contract 1 EERSTE WAARSCHUWING- verzuimbrief- Afspraken maken- Contract evalueren met cursist

CONTACT OUDER:- Contract handtekening voor gezien ouder/verzorger- 2 voud versturen 1 voor hen, ander terugsturen school

bij geen reactie cursist

Page 105: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opdracht: MINDMAPPEN Hoe doe je dat?

Mind Mappen…………….

1. Begin met een centraal onderwerp

Pak het grote papier en schrijf in het midden een centraal onderwerp bijv TV op. Dit is het onderwerp waar de Mind Map om draait. Maak van dit onderwerp ook een kleine tekening. ‘Gebruik altijd kleuren als je aan het Mind Mappen bent. Dat maakt het proces veel leuker voor jou en veel interessanter voor je hersenen!’

2. Verbind takken aan het onderwerp

Kies een gekleurde stift en teken een tak van de middelste afbeelding naar buiten. Schrijf op deze tak een woord dat te maken heeft met je onderwerp. Omdat het hier over je onderwerp gaat, kun je de tak ook ‘communicator’ noemen. Teken met andere kleuren ook nog een aantal andere takken, zoals bijvoorbeeld ‘programma’s’ en ‘documentaire’.

3. Gebruik één woord per tak

Je hoeft voor iedere tak maar één woord te gebruiken. ‘Een enkel woord kan beter gedachten triggeren dan woordgroepen of zinnen.’ Zorg ervoor dat alle takken het middelste beeld raken, zodat de verbinding ook in je hoofd gelegd wordt. Door één woord per tak te gebruiken houd je je Mind Map ook overzichtelijk. Als je Mind Map overzichtelijk is op papier, dan is hij dit ook in je hoofd.

4. Verbind grote takken met subtakken

Aan de grote takken die je net getekend hebt kun je nu subtakken toevoegen. Die subtakken ontwikkelen het thema verder. ‘Als je bijvoorbeeld denkt dat je een thema kan uitdiepen, dan kan een Mind Map dat verder nemen. Door subtakken te plaatsen vertaal je je onderwerp in concrete begrippen.

5. Blijf tekenen

‘Blijf plaatjes tekenen terwijl je een Mind Map maakt – de afbeeldingen helpen je om je fantasie aan te sporen. Het hoeven geen kunstwerkjes te zijn – grove schetsen zijn goed genoeg. Het is vooral belangrijk dat het beeld je geheugen aan kan spreken.’ Teken plaatjes bij de subtakken, maar vervang ook woorden door plaatjes. Plaatjes spreken je hersenen erg aan en zijn daarom perfect voor in een Mind Map.

6. Vul je Mind Map regelmatig aan

Wanneer je de eerste opzet voor je Mind Map af hebt, zul je merken dat er steeds meer ideeën in je opkomen die je in je Mind Map kunt verwerken. Dankzij de Mind Map heb je namelijk een beter overzicht én meer ruimte in je hersenen om na te denken over nieuwe toevoegingen.

Do's

Gebruik gekleurde stiften; kleuren kun je beter onthouden, waardoor de Mind Map nog beter blijft hangen Houd je Mind Map bij de hand, zodat je hem regelmatig aan kunt passen Probeer ook eens voor andere dingen een Mind Map op te zetten, bijvoorbeeld voor een probleem of een

project en of CV!!!!

Don'ts

Maak er geen rommeltje van: één woord per tak en iedere tak moet verbonden zijn aan de hoofdtak Raffel je Mind Map niet af, maar neem er echt de tijd voor…………..

Page 106: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

U i t l e g : I N S T R U M E N T E N E N F C J A R G O N

Coaching

De coach begeleidt de groep cursisten bij het leren en het functioneren binnen het gekozen leertraject van D-Drive.

De begeleiding richt zich op het bewaken en bevorderen van het leerproces van de cursist.

Hij ondersteunt/helpt de cursist bij de persoonlijke ontwikkeling en bij het opstellen en het maken van keuzes binnen het leertraject.

De coach heeft regelmatig gesprekken over de ervaringen en wat deze ervaringen met de cursisten doen, over de stappen die ze kunnen zetten en maakt hier afspraken over.

De coach volgt de cursist gedurende de eerste fase/jaar van het opleidingstraject en is zijn aanspreekpunt binnen de opleiding.

De essentie van coachen is om het beste uit mensen te halen, het beste is natuurlijk gekleurd door de persoon zelf. Verder is een kenmerk van coaching om aan te sluiten bij wat de betreffende personen al kunnen en niet bij wat ze niet kunnen.

Het verhelderen van kwaliteiten en mogelijkheden van de cursist is een taak waar de coach zich op richt.

Je werkt met een vaste coachgroep, die, waar mogelijk, in het begin en aan het eind van de week bij elkaar komen.

Portfolio

Een portfolio is een verzameling van verschillende materialen / bewijsstukken, waarmee je kunt laten zien wat je geleerd hebt.

Het portfolio is weliswaar een instrument bij de opleiding maar daarmee niet uitsluitend

schoolgebonden. Stukken die binnen en buiten de schoolcontext verkregen zijn kunnen in het portfolio worden gebruikt.

Van elk van het portfolio aanwezige onderdeel kan de cursist aangeven waarom hij/zij er

voor kiest dit in het portfolio te doen.

Het portfolio kent vele vormen. Het hoeft niet altijd een verzameling teksten, verslagen of rapporten te zijn.

Wat kun je in een portfolio verzamelen ?

- Bewijsstukken van Erkennen Verworven Competenties.- Startdocument: introductie van jezelf.- Sollicitatiebrief Beroeps Praktijk Vorming.- Curriculum Vitae.- Groepsevaluaties.- Kwaliteiten, met voorbeelden, waaruit dat blijkt.- Vaardigheden, met voorbeelden, waaruit dat blijkt.- Beschrijving van eigen waarden en normen- Verslagen van gesprekken.- Reflectieverslagen.- Bewijsstukken BPV en Leerbedrijf.- Bewijsstukken van geleverde prestaties/opdrachten.-

106Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 107: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Leerkaarten

Leerkaarten zijn beroepsomschrijvingen per uitstroomprofiel, gemaakt door het Friesland College. Ze geven overzichtelijk weer wat je laat zien, wat je daarvoor moet weten en wat je daarvoor doen kunt. De leerkaarten hebben een handzame uitvoering, waardoor ze te gebruiken zijn bij het begeleiden van cursisten, in keuzes van bijvoorbeeld prestaties, BPV plaatsen, producten, maar ook tijdens portfoliogesprekken en gesprekken in de BPV over leerdoelen.

Prestaties

Prestaties zijn kort geformuleerde opdrachten die individueel of samen met een klein aantal cursisten uitgevoerd worden. Een prestatie is een complexe ‘opdracht’, meestal afkomstig van een bedrijf of organisatie buiten het Friesland College. De opdrachtgever geeft aan wat het resultaat moet zijn. Of de prestatie goed is uitgevoerd, bepaalt de opdrachtgever. Hoe je aan een prestatie werkt, bepaal je samen met je collega-cursisten. Bij het uitvoeren van een prestatie kun je gebruik maken van allerlei voorzieningen in het Friesland College, zoals een studieruimte, colleges, workshops, speciale trainingen en instructies. Natuurlijk word je bij het uitvoeren van een prestatie begeleid door je coach van het Friesland College en begeleiden vakspecialisten je daar waar je extra kennis en vaardigheden nodig hebt.

Projecten

Onder projecten worden schoolopdrachten vanuit verschillende disciplines bedoeld, waarbij van te voren is vastgesteld aan welke criteria het resultaat moet voldoen.

Kwalificatiedossier

Een door de beroepsgroep vastgestelde omschrijving van het uitstroomprofiel.

Een door de minister van Onderwijs goedgekeurd document, dat door de betreffende beroepsgroep is samengesteld. Zie www. Colo.nl

Vertraagde week

Een pas op de plaats, een moment van vertraagde tijd, waarbij het portfolio wordt doorgenomen en de cursist kan laten zien waar hij staat in zijn leertraject. Dit gebeurt in de vorm van een portfoliogesprek waarin de cursist laat zien wat hij heeft gedaan en geleerd heeft in de afgelopen periode.

Een moment van viering van de successen die zijn behaald en er kunnen plannen worden gemaakt voor de volgende periode.

Competenties

Het geheel van kennis, vaardigheden en inzichten die je toepast in de uitvoering van je beroep.

Leren Loopbaan Burgerschap

Zie leerkaart ontwikkelingsproces 1 en 2

In het portfolio van de cursist zitten aan het einde van de opleiding bewijsstukken waardoor de cursist aantoont deze te beheersen. Tijdens de coachbijeenkomsten wordt verwacht dat hierbinnen aandacht en ondersteuning geboden wordt om deze te behalen.

107Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 108: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Reflecteren

Reflecteren is terugdenken en overzien, nadenken over jezelf, je gedrag of een activiteit.

Reflecteren betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt om zo stil te staan bij hoe je bijvoorbeeld werkt, welke keuzes je maakt, welke vaardigheden je inzet en hoe dat voelt.

Door te reflecteren weet je wie je bent, wat je motiveert, wat je gemakkelijk afgaat en waar nog uitdagingen voor je liggen.

Het doel van reflecteren is het vergroten van begrip en inzicht en het verbeteren van je gedrag. Het reflecteren op het leerproces kan helpen om effectiever te leren en om de lesstof beter te onthouden.

Feedback

Feedback is het terugkoppelen van wat je ziet, een ander aangeven wat zijn gedrag met jou doet. Dit kan positief of negatief zijn.

Feedback bevordert de werkresultaten, de werkrelaties en sfeer. Verder vergroot het de zelfkennis, de kennis van anderen en het lerend vermogen.

Opleidingsjargon

Alle beroepen spreken hun eigen taal, ze gebruiken woorden die binnen hun vak een eigen betekenis hebben.

In dit onderdeel van de coachmap worden een aantal woorden uit het FC-jargon verduidelijkt.

Misschien zijn er vanuit de betreffende beroepsopleiding binnen D-Drive nog toevoegingen te doen die specifiek gelden voor de groep waar jij mee werkt.

Praktijkgestuurd leren

Het inzicht dat effectieve leerprocessen uitgaan van dat wat de cursist boeit, bindt en motiveert vormt de basis van praktijkgestuurd leren.

Niet leren en later toepassen, maar door toepassen steeds meer ontdekken wie je bent en wat je nodig hebt en wilt leren.

Ervaring opdoen als sturende kracht voor een leerproces.

De cursist en zijn leerstijl is uitgangspunt voor praktijkgestuurd leren.

De praktijk is van groot belang voor de cursist, niet alleen de praktijk in bedrijven maar ook van het hbo, de interne leerbedrijven, vrijwilligersorganisaties en bijbaantjes.

OER

Volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (de WEB) is de school verplicht om aan iedere cursist duidelijk te maken hoe het onderwijs er uit ziet en hoe het examen is geregeld.

De school moet dit doen voordat de cursist met zijn studie begint.

In het Opleiding Examen Reglement staat beschreven:

1. Hoe een cursist onderwijs krijgt op het Friesland College.

2. De wettelijke eisen voor een officiële kwalificatie. (diploma)

3. Hoe een leertraject is opgebouwd en ingericht.

108Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 109: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

Opbouw van een leertraject

Een leertraject start met een introductieweek, waarin de cursist informatie krijgt over onder andere het Friesland College en het praktijkgestuurd leren. Je deelt de studiegids en het OER uit, waarin alle informatie over de opleiding is opgenomen.

Een cursusjaar bestaat uit vier periodes van tien weken. In de eerste periode maak je kennis met je coach en je vaste coachgroep. Je krijgt informatie over de door jou gekozen sector en hoe het ‘praktijkgestuurde leren’ is ingevuld.

Aangezien elk leertraject binnen D-Drive anders is georganiseerd kunnen we hier geen algemene indeling geven. Een cursist werkt aan prestaties en praktijkopdrachten, vaak uit de gekozen sector, maar soms ook uit een hele andere richting.

Logboek

In het praktijkgestuurde leren van D-Drive maak je als cursist vaak zelf keuzes welke activiteiten je gaat uitvoeren. (BPV, prestaties, colleges, workshops etc.)

Dit doet een cursist in overleg en met hulp van zijn coach, hij zet dit in zijn planning.

Soms komen acties spontaan op het pad van de cursist.

Zowel de planning als de uitvoering worden beschreven door de cursist in een logboek.

De coach en de cursist kunnen op deze wijze het leertraject bewust volgen en hierop invloed uitoefenen. Het logboek wordt tevens als urenverantwoording gebruikt.

Logboeken worden per periode uitgegeven en in het dossier van de cursist bewaard.

Aanwezigheidsprotocol

Zie studiewijzer per leertraject D-Drive.

Examinering

De examinering bestaat doorgaans uit de volgende onderdelen: criterium gericht interview, proeve van bekwaamheid en een diplomeringsdossier. Zie beschrijving examinering per uitstroom.

109Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012

Page 110: fcsprint2.nlfcsprint2.nl/bronnen/wp-content/uploads/2016/10/coach…  · Web viewGa voor jezelf na in hoeverre je de competenties bezit en probeer uit te zoeken waar je nog ... kun

BRONVERMELDING

Buchel, Yolanda en Dinjens, Puck, Jij bent aan Z: het praktische boek voor je loopbaan ( 2004, Uitgeverij Nieuwzijds,

Amsterdam)

Gerrickens, Peter, Handleiding: Waarden en Normen Spel (2002, Gerrickens Training & Advies, 's-Hertogenbosch,

Nederland)

Gerrickens, Peter, Handleiding: Kwaliteitenspel (2002, Gerrickens Training & Advies, 's-Hertogenbosch, Nederland)

Gerrickens, Peter, Handleiding: Vaardighedenspel (2002, Gerrickens Training & Advies, 's-Hertogenbosch, Nederland)

Gerrickens, Peter, Handleiding: Inspiratiespel (2002, Gerrickens Training & Advies, 's-Hertogenbosch, Nederland)

Lingsma, Marijke en Scholten, Marcel, Coachen op competentieontwikkeling (2004, Uitgeverij Nelissen, Soest)

Ofman, Daniel en van der Weck, Rita, De kernkwaliteiten van het Enneagram (2005, Scriptum Publishers, Schiedam)

Somberg, Peter, Hoe ontwikkel ik mijn competenties? Werkboek voor talent (2004, Academic Service, Den Haag)

© 2010 MBO Middelbare Hotelschool Friesland, Friesland College, Leeuwarden2e herziene druk dl. 1, dl. 2: mw. G. van der Hoeven, mw. A. Luursema, mw. I. de Moor-van de VenOntwerp en opmaak: mw. L.B. Chambers

© 2011 MBO D’Drive Kunstopleidingen, Friesland College, Leeuwarden3e herziene druk dl. 1, dl. 2: hr. Ben Feiertag, mw. I. de Moor-van de VenOntwerp en opmaak: mw. L.B. Chambers/I.de Moor-van de Ven

* Managementspellen van 'Gerrickens' zijn te bestellen bij Managementboek.nl

110Coachmap/Leren en Loopbaan 2011-2012