FARN*NIC 2021 - Universiteit Gent · 2021. 1. 4. · FARN*NIC 2021 GENEESMIDDELENREPERTORIUM VOOR...

172
FARN*NIC 2021 GENEESMIDDELENREPERTORIUM VOOR N* en NIC DIENSTEN

Transcript of FARN*NIC 2021 - Universiteit Gent · 2021. 1. 4. · FARN*NIC 2021 GENEESMIDDELENREPERTORIUM VOOR...

  • FARN*NIC2021

    GENEESMIDDELENREPERTORIUM

    VOOR

    N* en NIC DIENSTEN

  • MERKNAAM GENERISCHE NAAM37 Aacidexam®, Dexamethason Jenapharm® Dexamethason 378 Actilyse® Alteplase 85 Adenocor® Adenosine 549 Adrenaline® Epinephrine = adrenaline 496 Albumine® 20% Albumine, menselijk 698 Aldomet® Methyldopa 987 Allopurinol® Allopurinol 713 Ambisome® Amphotericine B 139 Amukacine Braun® Amikacine 9108 Amzoate®, Natriumbenzoaat® Natriumbenzoaat 10860 Anexate® Flumazenil 603 Aspegic® Acetylsalicylzuur 316 Atropinesulfaat® Atropinesulfaat 1678 Atrovent® Ipratropium-bromide 7812 Augmentin® Amoxicilline-clavulaanzuur 1217 Azactam® Aztreonam 1732 Bactrim®, Eusaprim® Co-trimoxazole = sulfamethoxazole + trimethoprim 3218 Bloed Bloed 1820 Burinex® Bumetanide 2033 Cafeïne® 25 mg Aqua ad 2 mL (Sterop)® Coffeïne, CAFEÏNE 3321 Calciumgluconaat 10% B.Braun® Calciumgluconaat 2122 Cardioversie = defibrillatie Cardioversie = defibrillatie 2284 Carnitene® L-carnitine = levocarnitine 8423 Cefazoline® Cefazoline 2325 Ceftazidime Fresenius Kabi® Ceftazidime 2526 Ceftriaxone Fresenius Kabi® Ceftriaxone 2627 Cefuroxime Fresenius Kabi®, Zinnat® Cefuroxime 2729 Chloralhydraat Chloralhydraat 2948 Clexane® Enoxaparine 4824 Claforan® Cefotaxime 2411 Clamoxyl® Amoxicilline 1130 Clindamycine®, Dalacin C® Clindamycine 3010 Cordarone® Amiodaron 10104 Corotrope® Milrinone 104147 Curosurf®

    ATTESTSurfactant ATTEST/STALEN 147

    159 D-cure® Vitamine D3 159120 Dafalgan®, Perdolan®, Paracetamol® paracetamol 120102 Daktarin® Miconazole 10230 Dalacin C®, Clindamycine® Clindamycine 3035 Dantrium® Dantroleen-natrium 35135 Daraprim® Pyrimethamine 135154 Depakine® Valproaat 15437 Dexamethason Jenapharm®, Aacidexam® Dexamethason 371 Diamox® Acetazolamide 138 Diazepam®, Valium® Diazepam 3853 Dibenzyran® Phenoxybenzamine-HCl 5359 Diflucan®, Fluconazol® Fluconazole 5943 Diphantoine® Diphenylhydantoïne = phenytoïne 4344 Dobutamine EG® 12,5 mg/mL Dobutamine 4446 Dopamine® Dopamine 4647 Dopram® Doxapram 47118 Dridase® Oxybutyninehydrochloride 11852 Duovent® Fenoterol + Ipatropiumbromide 5285 Duphalac® Lactulose 8569 Engerix B® Junior

    ATTESTHepatitis B vaccin ATTEST 69

    86 Epivir® Lamivudine = 3-TC 8651 Eprex® Erythropoietine = Epoëtine-beta 51139 Esmeron® Rocuroniumbromide 13950 Erythrocine® Erythromycine 5032 Eusaprim®, Bactrim® Co-trimoxazole = sulfamethoxazole + trimethoprim 32124 FenobarbitalG, Luminal® Phenobarbital-Natrium 12454 Fentanyl® Fentanyl 54

    1

  • 75 Ferricure® orale oplossing Ijzer 75101 Flagyl®, Metronidazole Braun® Metronidazole 10158 Floxapen®, Staphycid® Flucloxacilline = floxacilline 5859 Fluconazol®, Diflucan® Fluconazole 5961 Folinate®, Rescuvolin® Folinezuur = leucovorine 6162 Foliumzuur Foliumzuur 6264 Glucagen® Hypokit Glucagon 6465 Glucose 10 %, Glucose 20 % Glucose (dextrose), hypertoon 6567 Granulocytentransfusie Granulocytentransfusie 67130 Haemangiol®, Inderal® Propranolol 13068 Heparine Leo® Heparine 6814 Hepatitis B Ig® Anti-Hepatitis-B Immunoglobulines 1470 Hexyon® Hexavalent vaccin (IPV, DTPa, H. Influenzae type B, hepatitis B) 7071 Hyalase® Hyaluronidase 7172 Hydrochlorothiazide Hydrochlorothiazide 7273 Hydrocortisone®, Solucortef® Hydrocortisone-Natriumsuccinaat 7392 Imodium® Loperamide 92130 Inderal®, Haemangiol® Propranolol 13077 Insuline Humuline® Regular insuline (standaard) 7779 Isuprel® Isoprenaline 7980 Iqymine®, Nanogam®, Privigen®, Sandoglobulines® IV immunoglobulinen = IVIG ATTEST 8093 Kaletra® Lopinavir 400 + Ritonavir 100 9381 Kalii Phosphas Kalium-phosphaat 8182 Kaliumchloride® Kaliumchloride 82107 Kayexalate Na® Natrium-polystyreensulfonaat 10787 Keppra® Levetiracetam 8783 Ketalar® Ketamine 83161 Konakion® paediatric, Vitamon K® Vitamine K1 = phytomenadion 16115 L-arginin-hydrochlorid 21 % Braun® Arginine 1540 Lanoxin® Digoxine 4028 Largactil® Chloorpromazine 2863 Lasix® Furosemide 6388 L-Thyroxine® Levothyroxine = thyroxine = T4 8889 Linisol 1%®, Xylocaïne 1%® Lidocaine 8990 Lisinopril® Lisinopril 90116 Losec®, Nexiam®, Omeprazole® Omeprazol 116124 Luminal®, FenobarbitalG Phenobarbital-Natrium 1242 Lysomucil® Acetylcysteïne 295 Magnesiumsulfaat® 20%, Magnesiumsulfaat® 50% Magnesiumsulfaat 9596 Mannitol® 15 % Mannitol 96100 Medrol®, Solu-medrol® S.A.B Methylprednisolon 10097 Meropenem Fresenius® Meropenem 9799 Metiblo %® Methyleenblauw 99101 Metronidazole Braun®, Flagyl® Metronidazole 101103 Midazolam® Midazolam 10336 Minirin® Desmopressine-acetaat = DDAVP 36105 Morfine® Morphine-HCL 10545 Motilium® Domperidone 45128 Mysoline® Primidon 128106 Naloxone® Naloxone 10680 Nanogam®, Iqymune®, Privigen®, Sandoglobulines® IV immunoglobulinen = IVIG ATTEST 80108 Natriumbenzoaat®, Amzoate® Natriumbenzoaat 108109 Natriumbicarbonaat® 8,4 % Sterop Natriumbicarbonaat 109110 Natriumchloride 10 %, 20 %, 30 % Natriumchloride, hypertoon 11034 Neoral - Sandimmun®, Sandimmun® Cyclosporine A 3441 Nepresol® Dihydralazine 4156 Neupogen® 30 Mio U Filgrastim = recombinant G-CSF STALEN 56116 Nexiam®, Losec®, Omeprazole® Omeprazol 116114 Nilstat® Nystatine 114113 Noradrenaline aguettant® Noradrenaline = Norepinephrine 11376 Noxap®

    ATTESTiNO = inhaled nitric oxide ATTEST 76

    149 Obracin® Tobramycine 149116 Omeprazole®, Losec®, Nexiam® Omeprazol 116

    2

  • 117 Ondansetron®, Zofran® Ondansetron 117121 Paracetamol® Paracetamol-HCL IV 12174 PEDEA® (Orphan EUROPE SARL) Ibuprofen 74122 Penicilline® Penicilline G = na-benzylpenicilline 122120 Perdolan®, Dafalgan® paracetamol 120123 Pethisom® Pethidine-HCl = meperidine 12366 Phocytan® Glucose-phosphaat 66125 Piperacilline-Tazobactam® Piperacilline-Tazobactam 125126 Plaatjes Plaatjes 126127 Plasma Plasma, vers bevroren = FFP-SD 12780 Privigen®, Sandoglobulines®, Nanogam®, Iqymune® IV immunoglobulinen = IVIG ATTEST 8039 Proglicem® Diazoxide 3942 Progor®, Tildiem® Diltiazem 42129 Propolipid® Propofol 129131 Propylthiouracile® Propylthiouracil 131111 Prostigmine® Neostigmine-methylsulfaat 111132 Prostin® E2 Prostaglandine E2 = dinoprostone 132133 Protamine Sulfate®, Protamine 1.000® Protamine 13319 Pulmicort® Budesonide 19134 Pyridoxine® Pyridoxine = vitamine B6 134136 Ranitidine®, Zantac® Ranitidine 13655 Regitine® Fentolamine 5561 Rescuvolin®, Folinate® Folinezuur = leucovorine 61162 Retrovir® oplossing, Retrovir® i. v. Zidovudine = azidothymidine, AZT 162141 Revatio®, SildenafilG Sildenafil-citraat 141156 Reverpleg® Vasopressine 156138 Rifadine®, Rifampicine® Rifampicine 13831 Rivotril® Clonazepam 31157 Sabril® Vigabatrine 15734 Sandimmun®, Neoral - Sandimmun® Cyclosporine A 3480 Sandoglobuline®, Privigen®, Nanogam®, Iqymune® IV immunoglobulinen = IVIG ATTEST 80115 Sandostatine® Octreotide-acetaat 115141 SildenafilG, Revatio® Sildenafil-citraat 14173 Solu-Cortef®, Hydrocortisone® Hydrocortisone 73100 Solu-medrol® S.A.B., Medrol® Methylprednisolon 100142 SOPP SOPP 142143 Sotalex®, SotalolG Sotalol 143144 SpironolactoneG Spironolactone 14458 Staphycid®, Floxapen® Flucloxacilline = floxacilline 58145 Sufenta® Sufentanil 145146 Sulfadiazine Sulfadiazine 146119 Synagis® Palivizumab 11957 Tambocor® Flecaïnide 57148 Targocid® Teicoplanine 14894 Temesta® Lorazepam 94151 Tham Kohler® Trometamine = trometamol = THAM 15142 Tildiem®, Progor® Diltiazem 42160 Tocoferol® Vitamine E = DL-alfa-tocopherolacetaat 160150 Topamax® Topiramaat 150137 Ultiva® Remifentanyl 137152 Ursodeoxycholzuur®, Ursofalk® Ursodeoxycholzuur 152153 Valcyte® Valganciclovir 15338 Valium®, Diazepam® Diazepam 38155 Vamysin® Vancomycine 155140 Ventolin® Salbutamol 140112 Viramune® Nevirapine 112158 Vitamine C Vitamine C = ascorbinezuur 158161 Vitamon K®, Konakion® paediatric Vitamine K1 = phytomenadion 16189 Xylocaïne 1%®, Linisol 1%® Lidocaine 89136 Zantac®, Ranitidine® Ranitidine 13627 Zinnat®, Cefuroxime Fresenius Kabi® Cefuroxime 27117 Zofran®, Ondansetron® Ondansetron 1174 Zovirax® Acyclovir 4

    3

  • 90 Zyvoxid® Linezolid 90

    4

  • 1

    ALGEMENE BEMERKINGEN BIJ HET NEONATAAL VOORSCHRIJVEN

    !!! ALLE TOEGEDIENDE MEDICATIE DIENT GEDUBBELCHECKT TE WORDEN !!!

    1. Definities, afkortingen en eenheden

    ° Postconceptionele leeftijd (PCL)= totale leeftijd vanaf de conceptie= zwangerschapsleeftijd (ZL) + postnatale leeftijd (PNL).

    NB. De farmacokinetiek van de antibiotica wordt in de eerste dagen van de neonatale periode voornamelijk beïnvloed door de postconceptionele leeftijd (PCL), daarna is de postnatale leeftijd van groter belang (PNL). De meeste antibiotica worden daarom gedoseerd niet alleen naar lichaamsgewicht, maar ook in functie van deze 2 leeftijden telkens wanneer voldoende farmacokinetische gegevens beschikbaar zijn.

    ° Eenheden

    1 gram (g) = 1.000 milligram1 milligram (mg) = 1.000 microgram1 microgram (mcg) = 1.000 nanogram1 nanogram (ng) = 1.000 picogram

    NB. Om verwarring tussen het cijfer “1” en de letter “l” te vermijden werd milliliter altijd afgekort als “mL” en niet als ml; microgram werd afgekort als ”mcg”. Mcg en ng worden best voluit als microgram of nanogram genoteerd bij het medisch ‘handgeschreven’ voorschrift.

    Een 1 % (gewicht voor volume) oplossing bevat 1 gram per 100 milliliter1:100 (1 %) oplossing bevat 10 mg/mL1:1.000 (1 ‰) oplossing bevat 1 mg/mL1:10.000 oplossing bevat 100 microgram/mL

    ° Vaker gebruikte afkortingen zijn: ‘nvt’ = niet van toepassing en ‘gb’ = geen bekend.° In dit compendium werden alleen die afleveringsvormen vermeld die voor de pasgeborene relevant (of het minst irrelevant) zijn.

    2. Stockeren van medicatie

    ° Frequent gebruikte farmaca die in koelkast moeten bewaard worden bij 2 - 8 °C zijn: amphotericine B, atracurium, dinoprostone en alprostadil (PGE2 en PGE1), insuline, lorazepam, pancuronium, rocuronium, surfactant.

  • 2

    ° Glazen of plastiek ampullen worden onmiddellijk weggeworpen na eenmalig gebruik; flacons kunnen, tenzij anders aangegeven bij het specifieke medicijn, mits strikt aseptische afnametechniek koel (± 4 °C) bewaard worden tot maximaal 24 uur. Zeer dure farmaca kunnen eventueel in de apotheek onder gecontroleerde omstandigheden van asepsie afgevuld worden in kleinere spuitvolumes.

    3. Toedienen van medicatie neonataal

    ° Vermijd het voorschrijven van “absurd preciese” doseringen die niet afmeetbaar zijn: volumes minder dan 0,05 mL zijn zelfs met een 1 mL spuit niet meer correct meetbaar; voorafgaandelijk dient nagedacht te worden over de nodige dilutie; deze wordt voorgesteld bij elk farmacon indien noodzakelijk.

    ° Vele medicaties aan de pasgeborene toegediend hebben een relatief lange serum halfwaardetijd (= de tijd nodig om de serumconcentratie te zien halveren): geef ze daarom telkens wanneer mogelijk in één of twee giften per dag; de parentale ‘compliance’ na ontslag zal er eveneens goed bij varen.

    ° Tijdig stoppen van een farmacon is minstens zo belangrijk als ermee beginnen. “De helft van de moeders die anti-epileptica nemen doen dit vooral omdat niemand hen ooit heeft verteld dat zij ermee konden ophouden" (sic Neonatal Formulary 4th ed. 2003). Het is bijzonder nuttig gebleken een “geplande einddatum” in te schrijven op je voorschriftenformularium telkens wanneer je deze – zoals vaak - kunt voorspellen.

    4. Dilutie van medicatie

    ° De voorkeur gaat naar glucose 5 % als diluens daar waar mogelijk. Voordelen zijn o.a. geen extra zoutbelasting en extra calorieënaanbod (vaak onder omstandigheden van volumebeperking). Bij elk farmacon wordt aangegeven welk diluens kan gebruikt worden.

    ° Belangrijke fouten kunnen gemaakt worden bij het dilueren indien geen rekening wordt gehouden met de dode ruimte van bv. een 1 mL spuit: indien een farmacon opgetrokken wordt in een 1 mL spuit tot de 0,05 mL markering zal de spuit in werkelijkheid (afhankelijk van de producent) tussen 0,14 en 0,18 mL van het farmacon bevatten; wanneer de spuit dan verder opgevuld wordt met een diluens tot 1 mL zal zij driemaal zoveel medicatie bevatten als oorspronkelijk gepland. Om de medicatie veilig en correct te verdunnen wordt best eerst een hoeveelheid oplosmiddel opgetrokken en nadien het actief product: de afstand tussen 2 spuitmarkeringen laat nu toe de gewenste hoeveelheid actief farmacon precies af te meten.

    ° Bij dilutie meer dan 1/10 is bovenstaande methode niet meer adequaat: gebruik dan de techniek van een kleine spuit verbonden via een driewegkraan met een grote spuit: optrekken van het farmacon in de aangepaste kleine spuit, doorspuiten via drieweg naar de grote spuit en na afsluiten de gewenste hoeveelheid verdunner optrekken in de hoofdspuit. Bij elk farmacon afzonderlijk wordt precies aangegeven hoe een eventuele verdunning dient toegepast te worden.

  • 3

    5. Toedieningswijze van medicatie

    ° De meeste IV medicatie in bolus wordt tenzij anders aangegeven traag IV ingespoten over een 5 tal seconden. Dit gebeurt best met een ‘dode ruimte’ ten opzichte van de patiënt van ± 2 mL; op die wijze bereikt de medicatie de patiënt over 5 tot 20 minuten; er wordt niet nagespoeld en het basisinfuus wordt nooit tijdelijk versneld. Wanneer de medicatie zeer snel de patiënt moet bereiken (bv. adenosine = Adenocor®) wordt ‘nagespoeld’ met 10 mL NaCl 0,9 % bij middel van een tweede spuit. Bij toediening van antibiotica wordt eveneens ‘nagespoeld’ met 0,5 mL (spuit 2 mL met pyepomp op stand 99).

    6. Toedieningsweg van medicatie

    ° Intramusculaire injecties worden - zo niet vermijdbaar - bij de pasgeborene best uitsluitend toegediend ter hoogte van de dij in het voorste deel van de musculus quadriceps.

    ° Elke medicatie die intraveneus mag toegediend worden kan ook intra-osseus gegeven worden bij urgentie. Gebruik hiervoor een 21-G lumbaal punctie naald of een brede ‘butterfly’-naald thv de mediale zijde van de tibia juist onder de tuberositas tibiae.

    ° Kunnen endotracheaal gegeven worden: tolazoline, epoprostenol (prostacycline), adrenaline, atropine, diazepam, lignocaine, midazolam, naloxone, propanolol. Zie bij de afzonderlijke records. Liefst naflushen met 2 mL NaCl 0,9 %.

    7. Excipiëntia en compatibiliteit

    ° Benzyl alcohol als excipiëns kan oorzaak zijn van het neonataal "gasping syndrome" indien de dagelijkse inname 100 mg/kg overtreft (N Engl J Med 1982; 307: 1384). Propyleenglycol als solvens kan de oorzaak zijn van convulsies indien inname meer dan 2 g/kg per dag bedraagt (Pediatrics 1987; 79: 622).

    ° Een medicatie dient ongeveer gedurende 4 “halfleeftijden” gegeven te zijn vooraleer de bloedconcentratie stabiliseert (en dus zinvol meetbaar wordt), tenzij een ladingsdosis wordt toegediend.

    ° Tenzij anders aangegeven kunnen alle medicaties in dit repertorium direct of retrograad ingespoten worden in een IV-lijn die NaCl 0,9 % of glucose 5/10 % (of beide) bevat. Belangrijke uitzonderingen zijn amphotericine B, phenytoïne en erythromycine.

    ° Voeg nooit medicatie toe aan een IV-lijn die bloed of bloedproducten bevat. Zo meerdere incompatiebele medicaties noodgedwongen langs een IV-lijn moeten toegediend worden, wordt ofwel minstens 10 minuten gewacht tussen de giften of zonodig wordt tussenin 1 mL NaCl 0,9 % traag ingespoten over minstens 2 minuten.

  • 4

    8. Afspraken in verband met het voorschrijven van medicatie

    Het voorschrijven van medicatie gebeurt op een zorgvuldige manier. Om het aantal voorschrijffouten te beperken worden een aantal afspraken gemaakt.

    Indien zich een incident voordoet -ongeacht het niveau waarop de fout gebeurde- steeds een melding te maken via het incident meld- en leersysteem (IML). Deze incidenten zullen worden geïnventariseerd binnen de werkgroep farmaceutisch team. De uiteindelijke bedoeling is om structurele oplossingen te zoeken die het aantal fouten in het voorschrijven verminderen.

    • elk voorschrift wordt gemaakt door een arts en dient gedubbelcheckt te worden door een andere arts, tenzij geen andere arts aanwezig is op de afdeling (paraaf cf. infra duidt aan dat dit gebeurd is)

    • raadpleeg steeds de FarN*NIC, dewelke aanwezig is in elke zaal alsook te vinden is op intranet onder sectoren & diensten -> neonatale intensieve zorg

    • alle medicatie dient voorgeschreven te worden op het blauwe blad “medische voorschriften” volgens juiste rubriek aangeduid op het blauw blad, afgezien van natriumchloride en kaliumchloride enteraal dewelke worden voorgeschreven op de verpleeglijst onder extra toevoegingen

    • blauw blad “medische voorgeschriften” steeds voorzien van naam, calculatiegewicht en volgnummer

    • bij volle rubriek, steeds alle nog toegediende medicatie op nieuw blad noteren

    • alle voorgeschreven medicatie dient geparafeerd te worden naast de kolom waarin het voorschrift staat, links bij het opstarten en rechts bij het stoppen (dit geldt eveneens als dubbelcheck, cf. supra)

    • parafeer de door de verpleegkundige op de daglijst overgeschreven medicatie na vergelijking met het blauwe blad

    • vergeet niet einddatum en einduur te noteren

    • wees zo volledig mogelijk en vul steeds alle vereiste kolommen in

    • afkortingen die niet mogen gebruikt worden (tenzij elektronisch):

    Afkorting/Aanduiding Betekenis Misinterpretatie Correctie

    µg microgram mg (milligram) gebruik mcg

    cc cubic centimeters u (units) gebruik ml

    > en < groter en kleiner dan Tegenovergestelde interpretatie

    gebruik “groter dan” en/of “kleiner dan”

  • 5

    • naast de internationale algemene afkortingen, worden binnen het UZ Gent een aantal afkortingen gebruikt met betrekking tot medicatie die te vinden zijn op het intranet onder documentenbeheer -> geneesmiddelengerelateerde afkortingen

    • geef alle aanpassingen correct door aan de verpleegkundige zowel mondeling als door het rechtzetten van de daglijst

    • bij dilutie verschillend van de normale dilutie (vb. in het kader van vochtbeperking) STEEDS noteren bij bijzondere instructies

  • ACETAZOLAMIDE

    Diamox®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° (tijdelijke) behandeling van progressieve (posthemorrhagische) hydrocefalie;° renale tubulaire acidose (RTA);° refractaire neonatale convulsies (petit mal, complexe partiële convulsies);° congenitaal glaucoom;° slaap-apnoe syndroom

    indicatie

    ° hydrocefalie: initieel 5 mg/kg/dosis om de 6 uur traag IV of PO; progressief opdrijven tot25 mg/kg/dosis om de 6 uur (vaak in associatie met furosemide 1 mg/kg/dag in 2 doses).° RTA of alkalinisatie urine: 5 mg/kg/dosis om de 8 - 12 uur.° anticonvulsivum, anti-glaucoom: 8 - 30 mg/kg/24 u PO verdeeld over 3 - 4 doses.

    dosis

    IV, PO, (IM mogelijk).toedieningswegpH en bloedgassen, kalium.monitoring

    niet-bacteriostatisch sulfonamide; koolzuuranhydraseremmer; renale eliminatie zondermetabolisatie: zwak diuretisch; serumhalfleeftijd = 4 - 10 u.

    farmacologie

    GI-intolerantie (braken, diarree), sedatie, soms stupor of convulsies, hyperchloremischemetabole acidose (obligaat renaal bicarbonaatverlies), hypokaliëmie, hyperuricemie,agranulocytose, trombocytopenie, aplastische anemie, polyurie, cristallurie en nefrolithiase.

    bijwerking

    allergie voor sulfonamiden; leverfalen.tegenaanwijzing

    J Pediatr 1985; 107: 31;Acta Paediatr 1994; 83: 1319;Volpe JJ ed. 3: Neurology of the Newborn 1995: 447.

    referentie

    ° bicarbonaat- en kaliumsuppletie (± 1 mEq/kg/d KCl peroraal) meestal noodzakelijk;° beter niet IM toedienen (pijnlijk!);° oplossing is 24 uur houdbaar in koelkast en 12 uur bij kamertemperatuur;° maximale concentratie bedraagt 100 mg/mL.

    bijzonderevoorzorg

    isoprenaline (Isuprel®), cefotaxime (Claforan®)incompatibiliteit

    toxiciteit

    ° compr. 250 mg voor magistrale bereiding (bv. orale suspensie) (PO)° poederflacon 500 mg (IV, IM) (kan na reconstitutie ook gebruikt worden voor PO).

    afleveringsvorm

    voor IV toediening:los één poederflacon Diamox® (= 500 mg) op met 10 mL aqua pro inj. :concentratie = 50 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 1

  • ACETYLCYSTEÏNE

    Lysomucil®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° meconiumileus;° mucolyticum° antidoot bij paracetamolintoxicatie

    indicatie

    ° meconiumileus: 5 - 10 mL PR (clysma) van 10% oplossing of PO tot 4 maal daags;° mucolytisch: verstuiving van 2 - 4 mL van 10 % oplossing 3 - 4 maal daags;° antidoot bij paracetamolintoxicatie: 150 mg/kg PO of IV, gevolgd door 17 doses van 50mg/kg om de 4 u. (herhaal dosis bij braken binnen uur zo PO toediening of schakel over opIV toediening).° preventie contrast nefropathie: 150mg/kg IV over 10 min. 1/1 verdund met NaCl 0,9%,toediening 1 à 2 uur voor de procedure

    dosis

    PO, PR, per inhalatie, IV infusie.toedieningswegleverfunctietesten.monitoring

    N-acetyl-L-cysteïne; viscositeitsverlaging van mucoproteïnen door opening van disulfide-bindingen; deacetylatie tot cysteïne in de lever en urinaire excretie vnl. als anorganischsulfaat.

    farmacologie

    nausea/braken, zelden urticaria, bij inhalatie bronchospasme, stomatitis, rhinorrhoe,hemoptyse.

    bijwerking

    ernstige leverdysfunctie.tegenaanwijzing

    Acta Paediatr 1992; 81: 335;Pediatrics 1993; 91: 1021;J Pediatr 1998; 132: 149.

    referentie

    ° zonodig verdunnen tot 5 % oplossing met NaCl 0,9 % of aqua pro inj.;° goede hydratatietoestand verzekeren vòòr herhaald clysma bij meconiumileus;° bij antidoot indicatie: liefst binnen de 10 uur na paracetamolinname en ten laaste na 36uur.

    bijzonderevoorzorg

    gb.incompatibiliteit

    levertoxiciteit bij langdurig gebruik.toxiciteit

    3 mL ampul 10 % à 100 mg/mL (IV, IM, lokaal gebruik)afleveringsvorm

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 2

  • ACETYLSALICYLZUUR

    Aspegic®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° antipyreticum-analgeticum (kortstondig);° anticoagulans (vnl. post cardiochirurgie);° farmacologische ductussluiting (beperkte wetenschappelijke ondersteuning)

    indicatie

    ° antipyretisch: 50 - 80 mg/kg/dag ASZ PO verdeeld over 3 - 4 doses;° anti-aggregatie: oplaad: 5 mg/kg ASZ IV gevolgd door onderhoud: 15 - 30 mg/dag ASZin 1 dosis IV/PO;° ductussluiting: 15 mg/kg/dosis ASZ IV 4 maal per dag (= 0,15 mL/kg/dosis van met 5mL solvens hersamengestelde flacon) gedurende 48 uur (= totaal 8 doses) (efficiëntie ?).

    dosis

    PO, IV in bolus.toedieningswegtherapeutische spiegel: analgetisch: 30 - 50 mcg/mL; anti-inflammatoir: 150 - 300 mcg/mL.monitoring

    dosis aanpassen bij nierdysfunctie.farmacologie

    irreversiebele inhibitie van plaatjesaggregatie, verlenging van aPTT en bloedingstijd mettoename van bloedingsneiging (ook cerebraal), GI-intolerantie.

    bijwerking

    stollingsafwijkingen, hyperbilirubinemie, best niet bij geplande of uitgevoerde chirurgischeingreep.

    tegenaanwijzing

    NEJM 1976; 295: 530;Paediatrician 1978; 7: 3;Ped Res 1995; 38: 886.

    referentie

    ° 900 mg (5 mL) Aspegic® (= “zoutverbinding” lysine-acetylsalicylaat) bevat 500 mgacetylsalicylzuur (ASZ): 50 mg/kg/dag ASZ = 0,5 mL/kg/dag (cave onderdosering zo geenrekening gehouden wordt met deze farmacologische wetmatigheid!);° 1000 mg Aspirin® bevat 500 mg acetylsalicylzuur° opgeloste flacon is niet houdbaar.

    bijzonderevoorzorg

    difenylhydantoïne (Diphantoine®), amphotericine B (Fungizone®), glucagon (Glucagen®Hypokit).

    incompatibiliteit

    hepatotoxisch (Reye syndroom), bloeding, deshydratie, metabole acidose, hypoglycemie.toxiciteit

    Aspegic 500®: poederflacon à 900 mg lysine-acetylsalicylaat + 5 mL solvens (aqua pro inj.)(IV, IM)

    afleveringsvorm

    voeg 5 mL aqua bij bij 900 mg poederflacon Aspegic®:eindconcentratie van acetylsalicylzuur (ASZ) = 100 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 3

  • ACYCLOVIR

    Zovirax®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° systemische neonatale herpes simplex (HSV-1 & 2);° ernstige (bv. CZS of longaantasting) varicella zoster infecties

    indicatie

    ° PCL < 34 w: 10 mg/kg traag IV over 1 uur om de 12 uur gedurende 10 - 15 dagen;° PCL >= 34 w: 15 mg/kg traag IV over 1 uur om de 8 uur (interval verlengen tot 12 uur bijkreatinine >= 0,8 mg/dL of leverdysfunctie) gedurende 14 dagen; bij gedissemineerdeziekte of CNS-ziekte wordt de voorkeur gegeven aan een hogere dosis gedurende langeretijd wegens recidiefrisico: 60 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses gedurende 21 dagen.

    dosis

    IV perfusie over minstens 1 uur.toedieningswegnier- en leverfunctie, bloedbeeld (cfr. neutropenie).monitoring

    inhibeert virale DNA-synthese als synthetisch nucleoside-analoog (guanine) door negatieveinterferentie met transcriptie; aciclovir-triphosphaat is farmacologisch actief metaboliet(DNA-polymerase inhibitor); beperkte eiwitbinding (10 - 30 %); goede CSV en oculairepenetratie; uitsluitend renale excretie; serum halfwaardetijd 3 tot 5 uur.

    farmacologie

    flebitis (pH 11!) (R/ Hyalase®), transiënte renale dysfunctie (kristalnefropathie te voorkomendoor voldoende hydratie en trage IV perfusie), zeldzaam rash/urticaria, ‘drugfever’,neurotoxisch (agitatie tot convulsies) bij langdurig gebruik, trombocytose, ernstigeneutropenie (20%).

    bijwerking

    overgevoeligheid voor aciclovir.tegenaanwijzing

    Am J Ped 1982; 73 (suppl): 210;J Pediatr 1991; 119: 129; Semin Pediatr Inf Dis 1991; 2: 59;Obstet Gynecol 1996; 87: 69; Clin Perinatol 1997; 24: 129.

    referentie

    ° dosis aanpassen bij nierdysfunctie;° perfusie-oplossing altijd dilueren tot concentratie < 7 mg/mL;° niet dilueren met water voor injectie;° niet invriezen; oplossing 12 uur houdbaar bij kamertemperatuur.

    bijzonderevoorzorg

    alle biologische of colloïdale oplossingen (= bloed en -derivaten, eiwit- en vetoplossingen);aztreonam (Azactam®), dobutamine (Dobutrex®), dopamine (Dynatra®), morfine,piperacilline-tazobactam (Tazocin®); afzonderlijk toedienen wordt aangeraden.

    incompatibiliteit

    nierdysfunctie (aciclovir is dialyseerbaar).toxiciteit

    °poederflacon à 250 mg (IV)°siroop fles 100 ml à 80 mg/mL

    afleveringsvorm

    los 1 flacon Zovirax® à 250 mg op met 50 mL NaCl 0,9 % of NaCl 0,45 %:eindconcentratie = 5 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 4

  • ADENOSINE

    Adenocor®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° voorkeurspreparaat voor acute medicamenteuse behandeling van (niet-levensbedreigende) neonatale paroxysmale supraventriculaire tachycardie (PSVT > 220/’)(na falen van vagale stimulatie);° persisterende pulmonale hypertensie (PPH) (speculatief)

    indicatie

    ° PSVT: 100 - 200 microgram/kg (= 0,1 - 0,2 mL/kg van 1/3 dilutie) zeer snel IV (= over 1-2’’ !), verhoog de dosis met 50 mcg/kg om de 15 - 30 seconden tot terugkeer van sinusaalritme of tot maximale dosis van 350 mcg/kg/bolus wordt bereikt;° PPH: 50 microgram/kg/min in continu IV infuus (beperkte ervaring).

    dosis

    zeer snel IV liefst via perifere vene dicht bij het hart onder continu ECG-monitoring.toedieningswegECG (met recorder) en bloeddruk.monitoring

    kortwerkend purine-nucleoside; actief metaboliet van ATP; onderdrukt tijdelijksinusknoopautomaticiteit en AV-nodus conductie (preventie van re-entry fenomeen); geennegatieve inotrope effecten; serum halfleeftijd bedraagt ongeveer 10 seconden.

    farmacologie

    kortdurende aritmie/bradycardie door ‘nodale escape’ (meestal < 1 minuut) mogelijk,transiënte ‘flushing’, zelden apnoe/bronchospasme, prikkelbaarheid.

    bijwerking

    2de en 3de graad AV-blok; “sick-sinus” syndroom; BPD/hyperreactieve luchtwegen.tegenaanwijzing

    Arch Dis Child 1990; 65: 127; Eur J Pediatr 1994; 153: 668; Am J Perinatol 1996; 13: 343;J Pediatr 1996; 129: 324; Pediatrics 1996; 97: 295 (PPH); Ann Emerg Med 1996; 28: 356;Pediatr Cardiol 1997; 10: 118; Pediatrics 1998; 101: 13.

    referentie

    ° zeer snel (= over 1 - 2 sec) IV zonder dode ruimte en na-’flushen’ met 10 mL NaCl 0,9 %; kan ookintra-osseus toegediend worden;° bij levensbedreigende situatie heeft electrische cardioversie (QRS-synchroon) de voorkeur:0,5 - 4 joule/kg (cfr. record “cardioversie”);° overweeg flecaïnide en amiodaron bij resistentie en/of recurrentie in overleg met kindercardioloog.

    bijzonderevoorzorg

    theophylline (Euphyllin®) en coffeïne = competitieve antagonisten: gebruik van adenosine isdan vaak ineffectief.

    incompatibiliteit

    dipyramidole potentialiseert effect van adenosine: start met lagere dosis; bij ernstigebradycardie: antidoot R/ theophylline 5 mg/kg IV over 5 minuten.

    toxiciteit

    2 mL flacon à 3 mg/mL (IV).afleveringsvorm

    ONVERDUND TOEDIENENspecifiekebereiding

    1/01/2021editie 5

  • ALBUMINE, MENSELIJK

    Albumine® 20%merknaam

    20/11/2019

    update

    - Albumine 20% oplossing:° vnl. hypoalbuminemie (bij leverfalen, GI- of renaal verlies);° voorbereiding tot wisseltransfusie voor hyperbilirubinemie (facultatief).- Albumine 5% oplossing:° herstel van hypovolemie;° partiële wisseltransfusie bij ernstige neonatale polycythemie (symptomatisch of veneus Hct > 75 %)

    indicatie

    ° hypoalbuminemie: 1 gram/kg/dosis = 5 mL/kg/dosis Albumine 20 % traag per continu IVinfuus over 1 tot 2 uur (zonodig halfweg Lasix® 1 mg/kg IV).° pre-exsanguino: 0,5 - 2 mL/kg Albumine 20 % 30 min. vòòr WT traag IV over 30 minuten.

    dosis

    IV, IA.toedieningsweghartfrequentie en bloeddruk.monitoring

    behoud van colloïdale oncotische druk in plasma; shift van interstitieel vocht naar circulatie:1 mL albumine 20 % bindt oncotisch ongeveer 3,5 mL vocht (weinig efficiënt bij capillair lekten gevolge van asfyxie of septische shock); albumine heeft een intrinsieke buffercapaciteitonafhankelijk van zijn anti-hypotensief effect.

    farmacologie

    acute intravasculaire volumeoverbelasting bij te snelle infusie; overgevoeligheidsreacties(koorts, urticaria, hypotensie); hypernatriëmie bij herhaalde toediening.

    bijwerking

    ernstige anemie of acuut congestief hartfalen, hypervolemie.tegenaanwijzing

    Early Hum Dev 1990; 22: 81; Arch Dis Child 1993; 69: 284;Arch Dis Child (F/N Ed.) 1997; 77: 115;Eur J Pediatr 1998; 157: 699.

    referentie

    ° bewaar bij kamertemperatuur;° terugbetaling beperkt = medisch attest nodig;° niet verdunnen met aqua pro inj.;° terminale coïnfusie met glucose/aminozuuroplossing mag (distaal van ev. filter).

    bijzonderevoorzorg

    niet samen met andere geneesmiddelen of bloedproducten toedienen.incompatibiliteit

    longoedeem of circulatoire overlast bij te snelle toediening.toxiciteit

    Albumine® 20 % C.A.F.: 10 mL flacon (IV) en 100 mL flacon (IV)afleveringsvorm

    Albumine 20% wordt onverdund traag IV toegediend, tenzij anders voorgeschreven;concentratie = 200 mg/mL.

    NB. Albumine 20% kan zonodig (vb. niet beschikbaar zijn van 5% oplossing) 1/4 verdundworden met NaCl 0,9% of glucose 5% (zo zoutbeperking gewenst): bv. voeg 10 mLalbumine 20% bij 30 mL NaCl 0,9%; eindconcentratie = 50 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 6

  • ALLOPURINOL

    Allopurinol®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° hyperuricemie (bv. nierinsufficiëntie, cyanogeen congenitaal hartgebrek);° aangeboren stofwisselingsziekte: o.a. sommige glycogenosen, Lesch-Nyhan syndroom;° tumor lysis syndroom (vnl. na chemotherapie bij leucemie);° “oxygen radical scavenger” bij hypoxie/re-oxygenatie schade (experimenteel)

    indicatie

    10 - 20 mg/kg/dag in 3 - 4 doses PO; pas na 48 uur dosis aan volgens uricemie.dosis

    PO.toedieningsweguricemie, leverfunctietesten, oogonderzoek.monitoring

    xanthine-oxidaseremmer: remming van urinezuursynthese vnl. door xanthine-oxydaseinhibitie.

    farmacologie

    rash (staak onmiddellijk de behandeling: huidreactie kan begin zijn van een fulminanteallergie), neuritis, leverdysfunctie (granulomateuse hepatitis), GI-intolerantie, aplastischeanemie, trombocytopenie, leucopenie/leucocytose, eosinofilie, koorts (zelden), cataract.

    bijwerking

    leverinsufficiëntie; overgevoeligheid voor allopurinol.tegenaanwijzing

    Pediatr Res 1990; 27: 332;Arch Dis Child (F/N edition) 1995; 73: 27;Pediatrics 1996; 98: 103.

    referentie

    dosis verminderen bij gedaalde creatinineklaring; alkaliniseren van urine kan belangrijk zijn.bijzonderevoorzorg

    best niet samen met ampicilline (hogere kans op rash); niet samen met ijzersupplementen.incompatibiliteit

    toxiciteit

    tabl. 100 mg (PO) voor magistrale bereiding.afleveringsvorm

    magistrale bereiding.specifiekebereiding

    1/01/2021editie 7

  • ALTEPLASE

    Actilyse®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° trombolytische (fibrinolytische) behandeling van systemische arteriële en/of veneusetrombose vaak in associatie met heparine of (beter) LMGH-behandeling die reedsvoorafgaandelijk was gestart (alternatief voor streptokinase).° “ontstoppen” van centraal veneuse catheter

    indicatie

    ° ladingsdosis: 0,5 mg/kg traag IV over 10 minuten, gevolgd door° onderhoudsdosis: 0,1 mg/kg/uur in continu IV infuus; zo geen effect na 12 uur om de 6uur dosis opdrijven met 0,1 mg/kg/uur tot een maximale dosis 0,5 mg/kg/uur (maximalecumulatieve dosis = 75 mg); behandeling zal niet langer duren dan 36 - 48 uren; bijleverlijden: geen lading en dosering opklimmen met slechts 0,05 mg/kg/uur in plaats van0,1 mg/kg/uur.

    dosis

    IV of IA (zo dicht mogelijk bij trombus).toedieningswegechografische monitoring van trombus, fibrinogeen (>= 100 mg/dL houden),cardiorespiratoir en bloeddruk.

    monitoring

    t-PA = trombolyticum = glycoproteïne; t-PA activeert rechtstreeks de omzetting vanplasminogeen in plasmine dat op zijn beurt fibrine afbreekt resulterend in klonterlyse; kortehalfwaardetijd = 3 - 9 minuten: na 20 minuten is slechts nog 10 % van oorspronkelijkeplasmagehalte aanwezig; snelle hepatische klaring via specifieke klaringsreceptoren voor t-PA; vandaar beperkt bloedingsrisico dat meestal snel te controleren valt alleen door hetstaken van de behandeling.

    farmacologie

    mucosale, cutane of inwendige bloedingen, overprikkelbaarheid.bijwerking

    voorafbestaande intracraniële haemorrhagie > graad I (classificatie volgens Papile).tegenaanwijzing

    J Pediatr 1990; 116: 798; Arch Dis Child 1992; 67: 443;Acta Paediatr 1994; 83; 1215; Am J Perinatol 1996; 13: 217;Arch Pediatr 1997; 4: 343.

    referentie

    ° oplossing uitsluitend verdunnen met NaCl 0,9 %;° einddilutie gebruiken binnen de 24 uur zelfs bij bewaring in koelkast;° geen SC/IM injectie, geen rectale t°-meting, alleen oppervlakkige venepunctie (langnadrukken!), geen hielprik, geen tapottage, geen blaasdruk.

    bijzonderevoorzorg

    onbekend: best toedienen via afzonderlijke infuuslijn; niet verder verdunnen in infuus metglucose 5 % of aqua dest.

    incompatibiliteit

    niet gekend.toxiciteit

    ° poederflacon à 20 mg + 20 mL solvens (= aqua pro inj.) (IV);° poederflacon à 50 mg + 50 mL solvens (= aqua pro inj.) (IV).

    afleveringsvorm

    bereiding in 2 stappen:stap 1: voeg 20 mL bijgeleverd solvens bij de 20 mg poederflacon Actilyse®;stap 2: voeg de 20 mL hersamengestelde oplossing bij 20 mL NaCl 0,9 % (= 1/2 dilutie):eindconcentratie = 0,5 mg/mL.

    NB: eindconcentratie mag niet lager zijn dan 0,2 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 8

  • AMIKACINE

    Amikacine Braun®merknaam

    20/11/2019

    update

    Amikacine is een aminoglycoside actief tegen aerobe Gram-negatieve micro-organismen, tegenstafylokokken en tegen bepaalde mycobacteriën, maar minder tegen de overige Gram-positievemicro-organismen en helemaal niet tegen anaeroben. Aminoglycosiden worden best in associatiegebruikt om hun spectrum te verbreden. Ze worden geassocieerd aan een penicilline of eencefalosporine bij ernstige infecties te wijten aan enterobacteriën of aan Pseudomonas aeruginosa, enbij endocarditis door streptokokken of enterokokken

    indicatie

    dosis afhankelijk van gewicht en PNL:gewicht bij toediening(g) PNL< 14 dagen PNL >= 14 dagen------------------------------------------------------------------------------------------------------------------0-800 16 mg/kg/48u 20 mg/kg/42u800-1200 16 mg/kg/42u 20 mg/kg/36u1200-2000 15 mg/kg/36u 18 mg/kg/30u2000-2800 15 mg/kg/36u 18 mg/kg/24u>=2800 15 mg/kg/30u 18 mg/kg/20udosisinterval wordt verlengd met 10u bij co-administratie van ibuprofen of bij asfixie

    dosis

    traag IV over 20 minuten of IM (variabele absorptie).toedieningswegserumspiegel rond 3de dosis: dal < 1,5 mg/L, piek > 24 mg/Lmonitoring

    semi-synthetisch aminoglycoside; bactericied door inhibitie van eiwitsynthese in debacterie; distributievolume verhoogd bij open ductus arteriosus; verlengd halfleven (7 - 14uur ipv 4 - 7 uur) bij pretermen en na asfyxie, volledige eliminatie via glomerulaire filtratie.

    farmacologie

    transiënte proximale tubulaire dysfunctie leidend tot Na+, Ca++ en Mg++-verlies, ototoxisch,toegenomen neuromusculaire blokkade bij curarisatie of hypermagnesiëmie, rash, oligurie.

    bijwerking

    ernstige nierinsufficiëntie.tegenaanwijzing

    J Pediatr 1981; 98: 636; Antimicrob Agents Chemother 1990; 34: 265;Dev Pharmacol Ther 1993; 20: 220; Pediatr Nephrol 1995; 9: 163;Biol Neonate 1998; 74: 351; AAC 2015;59:6344.

    referentie

    ° niet mengen met antibioticum van penicilline-groep in zelfde infuuslijn (bv. 1 uur intervaltoepassen);° ‘loop’diuretica (bv. furosemide) potentialiseren ototoxiciteit;° verdunning is 24 uur stabiel bij kamertemperatuur.

    bijzonderevoorzorg

    amphotericine B (Fungizone®), ampicilline (Penbritin®, Pentrexyl®), zuivere heparine,lipidenemulsie, methicilline, difenylhydantoïne (Diphantoine®), thiopental, cefazoline(Cefazoline ® Sandoz, Cefacidal®)

    incompatibiliteit

    ototoxisch (cochleair > vestibulair), nefrotoxisch, dosisinterval aanpassen bij co-administratie van ibuprofen of bij asfixie

    toxiciteit

    flacon à 10 mg/mL (IV, IM).afleveringsvorm

    “ready to use”specifiekebereiding

    1/01/2021editie 9

  • AMIODARON

    Cordarone®merknaam

    20/11/2019

    update

    anti-aritmicum voor ritmestoornissen van vnl. supraventriculaire oorsprong: atriale flutter offibrillatie, WPW-syndroom, therapieresistente PSVT (overleg met kindercardioloog voor IVgebruik)

    indicatie

    ° PO: eerst lading: 5 mg/kg/dosis tweemaal per dag gedurende 10 dagen (eventueelopdrijven tot max. 20 mg/kg/dag zo geen effect na 5 - 7 dagen); nadien onderhoud: 5 - 7,5mg/kg/dag in 1 dosis (max. 600 mg/dag).° IV bij “levensbedreigende” refractaire ventrikeltachycardie: start: 5 mg/kg over 1 - 2 uur(= 1 mL/kg van 1/10 dilutie; onderhoud: continu IV infuus à 10 - 20 mg/kg/dag (= 2 - 4mL/kg/dag van 1/10 dilutie) gedurende 24 - 48 uur, nadien zonodig PO onderhoud.

    dosis

    PO, traag IV over minstens 1 uur .toedieningswegschildklier- en leverfunctie, oftalmologische follow-up (spleetlamponderzoek), ther.serumspiegel: 0,5 - 2,5 mcg/mL (facultatief).

    monitoring

    anti-aritmicum Vaughan-Williams klasse III; vertraging van atrioventriculaire nodaleconductie en verlenging van atriale, nodale en ventriculaire refractaire periode (= preventievan re-entry fenomeen); bijzonder lange half-leeftijd: 40 - 55 dagen; perorale behandelingdient meerdere dagen (5 - 7) gegeven te worden vòòr een therapeutisch effect magverwacht worden.

    farmacologie

    frequent ernstig (maar reversiebel): schildklierdysfunctie, fotosensitiviteit, huidverkleuring,interstitiële pneumonitis, leverdysfunctie (met of zonder icterus), corneale microneerslagen(transiënt), perifere neuropathie.

    bijwerking

    schildklierdysfunctie, sinusale bradycardie.tegenaanwijzing

    Prenat Diagn 1994; 14: 762; Clin Perinatol 1994; 21: 543; Pediatr Cardiol 1994; 22: 95;Am J Cardiol 1994; 74: 573; Pediatr Cardiol 1995; 16: 16;J Am Coll Cardiol 1995; 25: 1195; Pediatr Cardiol 1996; 17: 112; Drug-Saf 1998; 18: 345.

    referentie

    ° niet verdunnen met NaCl 0,9 %;° tijdens of direct nà de voeding toedienen;° één compr. bevat 75 mg iodide (vandaar schildklierdysfunctie als bijwerking);° parenterale oplossing maximaal 12 uur houdbaar.

    bijzonderevoorzorg

    heparine (Heparine Leo®, Heparine Na+ Braun®), flucloxacilline (Floxapen®, Staphycid®),piperacilline-tazobactam (Tazocin®)

    incompatibiliteit

    verminder digoxine (met 50 %!) en difenylhydantoïnedosis bij simultaan gebruik metamiodarone.

    toxiciteit

    Cordarone®: compr. à 200 mg voor magistrale bereiding cfr. infra (PO); 3 mL ampul à 50mg/mL (IV).

    afleveringsvorm

    voor IV toediening: voeg één 3 mL ampul Cordarone® (= 150 mg) bij 27 mL glucose 5 % (=1/10 dilutie):eindconcentratie = 5 mg/mL.

    NB. Bij orale onderhoudsbehandeling: magistrale bereiding van orale suspensie à 20mg/mL ( 14 dagen houdbaar, lichtprotectie).

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 10

  • AMOXICILLINE

    Clamoxyl®merknaam

    20/11/2019

    update

    Breedspectrum antibioticum actief tegen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën(Bacillus anthracis, Corynebacterium diphtheriae, Enterococcus faecalis, β-hemolytischestreptokokken (groep A, B, C, G), Listeria monocytogenes, Streptococcus agalactiae,Streptococcus bovis, Streptococcus pyogenes, Brucella spp., Neisseria meningitidis, Vibriocholerae, Peptostreptococcus spp.); meestal gebruikt in associatie met aminoglycoside ter(empirische) behandeling van neonatale bacteriële sepsis

    indicatie

    50mg/kg/dosis 4x/d; voor gewicht van < 2000g alsook voor een leeftijd < 7 dagen wordt telkens een dosis weggelaten

    NB. dosis verdubbelen bij meningitis

    dosis

    IV bolus, IM, POtoedieningswegniet van toepassingmonitoring

    Bactericide β-lactamantibioticum. Remt de crosslinking van peptidoglycanen in de celwand,wat uiteindelijk leidt tot lysis en celdood. Amoxicilline is penicillinase-gevoelig. De(microbiologisch inactieve) metaboliet penicilloïnezuur heeft allergene eigenschappen. Blijftextra-cellulair; de concentratie in weefsels is afhankelijk van de doorbloeding en dehoeveelheid extracellulair vocht. Penetratie in liquor slecht. Eliminatie vnl. renaal, ca. 80%via tubulaire secretie en 20% via glomerulaire filtratie. T 1/2 3–4 uur. Bevat 2,74 mEq Na+per gram.

    farmacologie

    Diarree, misselijkheid, braken, rash, candidiasis, anafylaxie, convulsies (bij gestoordenierfunctie, meningitis, epilepsie in de voorgeschiedenis en/of bij hoge doses), reversibeleleukopenie/thrombocytopenie, eosinofilie, hemolytische anemie, hepatitis, cholestatischeicterus, acute interstitiële nefritis, geneesmiddelkoorts, thromboflebitis.

    bijwerking

    overgevoeligheid, voorzichtig met EBV en CMV infectiestegenaanwijzing

    bijsluiter FAGGPineda L, Watt K New antibiotic dosing in infants. Clin Perinatol. 2015;42:167-76.

    referentie

    éénmalig gebruik: slechts 1 uur houdbaarbijzonderevoorzorg

    lipiden, TPN (terminale co-infusie mag wel), midazolam (Dormicum®), amikacine(Amukin®), hydrocortisone (Solucortef®), protamine, gentamycine (Geomycine®), natriumbicarbonaat, amiodarone (Cordarone®), bloed

    incompatibiliteit

    dosis aanpassen bij renale dysfunctietoxiciteit

    °poederflacon à 1000 mg (IV/IM)

    °siroop 80 mL fles 25 mg/mL (PO)

    afleveringsvorm

    voor IV toediening: voeg 20 ml aqua pro inj. bij 1 flacon Clamoxyl® à 1000 mg:eindconcentratie 50 mg/mL

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 11

  • AMOXICILLINE-CLAVULAANZUUR

    Augmentin®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° Vooral bij vermoeden of indicatie van bacteriële infecties door stammen resistent aanamoxicilline door productie van beta-lactamasen zoals Staph. Aureus of Epidermidis (nietMRSA!), Pneumococcus, Haemophilus influenzae, Klebsiella, Moraxella catarrhalis,Streptococcus pyogenes; geen eerste keuze bij zuigeling met belangrijkeluchtwegeninfectie , enkel bij geen verbetering na 2-3 dagen ampicilline of amoxicilline° honden- en kattenbeten

    indicatie

    Dosering wordt telkens uitgedrukt op basis van amoxicilline component.

    ° PO: 15 - 20 mg/kg/dosis 2 x per dag (gebruik suspensie à 125 mg/5 ml) gedurende 5 - 10dagen.

    ° IV: 25 tot maximaal 50 mg/kg/dosis 2 x per dag traag IV of IV perfusie over 30’.

    dosis

    traag IV over 2 à 4 minuten of IV perfusie over 30’toedieningswegbasaal serum creatinine; controleer bij langdurig gebruik PBO en leverfunctie.monitoring

    zie ampicilline voor amoxicilline component; clavulaanzuur (betalactamase-inhibitor) wordtvoor 35-45% ongewijzigd urinair uitgescheiden; bactericide werking (inhibitie vancelwandmucopeptide synthese); inhibitie van beta-lactamases.

    farmacologie

    Frequent diarree en andere GI-verschijnselen; erytheem (2%); variabele dermatosen incl. Stevens-Johnson syndroom en erythema multiforme; verstoring glucosemeting bij IV; risico op erytheem bijsimultane toediening van allopurinol; interstitiële nefritis; anafylactische shock (R/ adrenaline 1‰ SC+Solucortef IV); ernstige colitis; hepatitis en/of cholestase (clavulaan?); (reversiebele) hematologischebijwerkingen oa. stollingsstoornis (verlenging bloedingstijd en PT); convulsies (bij hoge doses).

    bijwerking

    overgevoeligheid voor betalactam-antibiotica (kruisallergie penicillines:cefalosporines);EBV-infectie en acute lymfatische leucemie

    tegenaanwijzing

    referentie

    ° geef tijdens de voeding om GI-intolerantie te verminderen; orale suspensie in koelkast bewaren;° Augmentin® wordt vaak verward met Clamoxyl® (amoxicilline);° Bij kinderen enkel Augmentin P 500 of P 1000 gebruiken;° 15 ml orale suspensie à 125 mg bevat 19 mg fenylalanine: cave PKU!° niet oplossen in glucose oplossingen.

    bijzonderevoorzorg

    niet samenbrengen met een aminoside in eenzelfde flacon.incompatibiliteit

    ° dosis aanpassen bij renale dysfunctie;° bij IV overdosis zorgen voor goede hydratie en diurese (haemodialyseerbaar).

    toxiciteit

    ° Augmentin P 500: poeder voor oplossing voor injectie of IV perfusie: elk injectieflacon bevat 500 mgamoxicilline en 50 mg clavulaanzuur onder hun respektievelijke zoutvorm (bevat 1,4 mEq Na+).° Augmentin 125 poeder voor orale suspensie: na bereiding van 80 mL orale suspensie bevat 5 mlhet equivalant van 125 mg amoxicilline en 31,25 mg clavulaanzuur (74 ml aqua toevoegen)

    afleveringsvorm

    ° Bij 1 poederflacon Augmentin P 500 voeg je 10 mL aqua pro inject.: de eindconcentratiebedraagt 50 mg amoxicilline per 1 milliliter (oplossing is 1 uur houdbaar).

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 12

  • AMPHOTERICINE B

    Ambisome®merknaam

    20/11/2019

    update

    ernstige en systemische infecties veroorzaakt door gevoelige schimmels of gisten (vaakgebruikt in associatie met flucytosine)

    indicatie

    oplaaddosis: 0,25 - 0,5 mg/kg IV infusie over 2 tot 6 uur, gevolgd dooronderhoudsdosis: 0,1 mg/kg éénmaal per dag over 1 uur IV; dagelijks opklimmen tot 0,5mg/kg/dag IV te infunderen over 4 - 6 uur; cumulatieve totaaldosis bedraagt 15 tot 30mg/kg: d.i. een totale therapieduur van minstens 4 tot maximaal 6 weken (zie ook onder);(NB. volgens “Neonatal Formulary BMJ 1998” is het opklimmend onderhoud onnodig enkan onmiddellijk met 0,5 mg/kg/dag gestart worden).

    dosis

    IV infusie.toedieningswegperifeer bloedbeeldonderzoek (anemie, trombocytopenie), ionogram (vnl. K+ en Mg++) encreatinine om de 48 - 72 uur; transaminasen wekelijks; observeer voor flebitis.

    monitoring

    antifungaal antibioticum geproduceerd door Streptomyces nodosum; bindt specifiek metergosterol aanwezig in de celmembraan van sommige fungi; hierdoor wordt decelmembraanpermeabiliteit verhoogd leidend tot celdood; meer dan 90 % eiwitgebonden;biliaire excretie; (onvoorspelbare) serum halfwaardetijd: gemiddeld 15 dagen; nefrotoxiciteitis dosisafhankelijk en komt bij neonati minder voor dan bij volwassenen.

    farmacologie

    oligurische nierinsufficiëntie en tubulopathie met hyperkaliurie, tubulaire acidose,nefrocalcinose, hypokaliëmie en hypomagnesiëmie; nausea/braken en koorts bij (te)snelle infusie, anemie (frequent), leucopenie/trombocytopenie, bloeddrukwijzigingen,zelden perifere neuropathie, convulsies, acute levernecrose, flebitis.

    bijwerking

    creatinine > 3 mg/dL en/of ureum > 40 mg/dL; leverdysfunctie.tegenaanwijzing

    J Infect Dis 1987; 155: 766; J Pediatr 1990; 116: 791; Pediatr Infect Dis J 1997; 16: 1002;Eur J Ped 1997; 156: 421; BMJ 2001; 322: 579; Curr Opin Pediatr 2003; 15: 97.

    referentie

    ° niet oplossen in NaCl 0,9 % (precipitatie) (wel zonodig in aqua pro inj.);° niet via filter mengen (tenzij porusdiameter > 1 micron);° oplossing 24 uur houdbaar bij kamert° en 7 dagen in koelkast;° bewaarde oplossing beschermen tegen licht (niet geïnfundeerde zo infusie over < 8 uur).

    bijzonderevoorzorg

    niet mengen met andere IV medicatie: TPN, NaCl 0,9 %, amikacine (Amukin®), ampicilline (Penbritin®,Pentrexyl®), gentamycine (Geomycine®), dopamine (Dynatra®), penicilline, filgastrim (Neupogen®), fluconazole(Diflucan®), chloorpromazine (Largactil®), cimetidine (Tagamet®), ranitidine (Zantac®), calciumoplossingen,aztreonam (Azactam®), Mg-sulfaat, acetylsalicylzuur (Aspegic®), tolazoline, tobramycine (Obracin®),phenobarbital-natrium (Luminal®), rocuronium bromide (Esmeron®).

    incompatibiliteit

    hartstilstand bij 10-voudige overdosis; bijwerkingen (o.a. nefrotoxiciteit) lijkt geringer bijinfusie over 24 uur ipv over 4 uur (BMJ 2001).

    toxiciteit

    gelyofyliseerd poederflacon à 50 mg (IV infusie) (bewaren in koelkast 4° C).afleveringsvorm

    bereiding in 2 stappen:stap 1: voeg 10 mL glucose 5 % bij één poederflacon Ambisome® (= 50 mg);stap 2: voeg 1 mL (= 5 mg) van de hersamengestelde oplossing bij 49 mL glucose 5 %:eindconcentratie = 0,1 mg/mL.

    NB1. maximale concentratie voor perifere IV infusie = 0,1 mg/mL.NB2. gezien lange therapieduur kan het ‘handig’ zijn om na 1 week over te schakelen opdubbele dagdosis om de 48 uur, d.i. 1 mg/kg/dag IV over 4 - 6 u om de 48 uur.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 13

  • ANTI-HEPATITIS-B IMMUNOGLOBULINES

    Hepatitis B Ig®merknaam

    20/11/2019

    update

    preventie van verticale transmissie van hepatitis B bij 1. kinderen van HBs-Ag en/of HBe-Ag-positievemoeders, 2. moeders met acute hepatitis B in 3de trimester, 3. moeders uit endemisch gebied metonbekende serologische status (Afrika [Sub-Sahara], O-Europa, Z0-Azië, Midden-Oosten, Z- en C-Amerika, Caraïben, Haiti, China en Alaska) en 4. moeders uit risicogroep met onbekendeserologische status (IV drugs, HIV, multipele transfusie, hemodialyse, geïnstitutionaliseerdegehandicapte en huisgenoot of gezondheidswerkster bij deze twee laatste)

    indicatie

    150-200 I.E. intramusculair direct postpartum, liefst binnen de 2 uur en ten laatste 12 uurna de geboorte, gevolgd door vaccinatie (zie aldaar). Flacon laten opwarmen totlichaamstemperatuur voor toediening.

    dosis

    diep IM (ter hoogte van anterolaterale zijde van de dij).toedieningswegnihil, tenzij 20 minuten observatie na injectie.monitoring

    passieve immunisatie als brug naar definitieve protectie (95 %) door actieve immunisatie;bekomen bij middel van gefractioneerde precipitatie volgens Cohn vanuit humaan plasma.

    farmacologie

    zelzaam rash, koorts, urticaria, zeer zelden anafylactische reactie.bijwerking

    congenitale a- of hypogammaglobulinemie of hereditaire IgA deficiëntie.tegenaanwijzing

    BMJ 1995; 311: 1178;Pediatr Infect Dis J 1996; 15: 535; Clin Perinatol 1997; 24: 181.

    referentie

    ° bewaren in koelkast bij 2 - 8 °C (lichte troebeling of beperkte neerslag tijdensbewaarperiode mag) ;° niet intraveneus toedienen!

    bijzonderevoorzorg

    niet mengen met andere geneesmiddelen in de zelfde spuit.incompatibiliteit

    gb.toxiciteit

    Hepatitis B-Ig® 1 mL ampul à 200 IE/ml (IM/SC)afleveringsvorm

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 14

  • ARGININE

    L-arginin-hydrochlorid 21 % Braun®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° acute (al dan niet transiënte) hyperammoniëmie (vnl. ureumcyclusstoornis zoals ornithine-carbamyltransferase (OTC) en carbamyl-phospaatsynthetase (CPS) deficiëntie,citrullinemie en argininosuccinaat-acidurie exclusief hyperargininemie);° groeihormoonsecretietest (cfr. kinderarts-endocrinoloog);° persisterende pulmonale hypertensie van de neonaat (PPHN)

    indicatie

    ° ureumcyclusstoornis: 300 - 400 mg/kg per 24 uur in continu IV infuus of gefractioneerd in6 doses traag IV telkens over 15 minuten; nadien zonodig gevolgd door 25 - 175mg/kg/dosis PO viermaal per dag;

    ° PPHN: L-arginine 500 mg/kg traag IV over 30 minuten (experimenteel cfr. ref).

    dosis

    traag IV of continu IV infuus, PO.toedieningswegglycemie; behoud arginine plasmaspiegel tussen 50 en 200 micromol/L, pH en chloremie.monitoring

    arginine is een natuurlijk aminozuur gesynthetiseerd in de ureumcyclus.farmacologie

    braken, hyperchloremische acidose (R/ bicarbonaat), hyperglycemie, trombocytopenie.bijwerking

    nier- of leverfalen.tegenaanwijzing

    The metabolic and molecular bases of inherited disease (Scriver & Beaudet Eds.) 7th ed.1995; 1187;Biol Neonate 1995; 67: 240.

    referentie

    ° mag ook verdund worden met glucose 10 %;° magistrale bereiding voor perorale therapie.

    bijzonderevoorzorg

    thiopental.incompatibiliteit

    toxiciteit

    20 mL ampul à 210 mg/mL (IV) (= L-arginine 1 mmol/mL).afleveringsvorm

    voor IV toediening: voeg 11 mL glucose 5 % bij 10 mL (= halve ampul = 2.100 mg) L-arginin-hydrochlorid 21 % Braun® :eindconcentratie = 100 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 15

  • ATROPINESULFAAT

    Atropinesulfaat®merknaam

    28/10/2020

    update

    ° ernstige sinusale (reflex-)bradycardie;° onderdrukking van muscarine-effect van neostigmine bij opheffen van neuromusculairblok (NMB);° premedicatie (preventie van sialorrhee, bradycardie en hypotensie) vlg. advies vananesthesioloog

    indicatie

    ° reanimatie: IV: 20 microgram/kg/dosis IV over 1 min., naflushen met 1 - 2 mL NaCl 0,9 %; zonodigherhalen na 5 minuten (max. totaal dosis van 0,5 mg); ET: 0,4 - 0,8 mL ET, eventueel verdund in 1 -2 mL NaCl 0,9 %;° reversie NMB: 10 - 40 mcg/kg (= 0,1 - 0,4 mL/kg van 1/2,5 dilutie) IV 30 sec. vòòr neostigmine;° premedicatie: 10 - 20 mcg/kg SC/IM 30 - 60 min. vòòr ingreep of 20 - 40 mcg/kg PO (zo normaledarmmotiliteit) 1 uur vòòr ingreep (bv. scopie).

    dosis

    IV, ET,( IM), SC, PO.toedieningsweghartfrequentie.monitoring

    natuurlijk (“herba bell donna”) anticholinergicum afkomstig van Solanaceae (o.a.bilzekruid); atropine blokkeert muscarine effecten van acetylcholine thv. depostganglionaire autonome zenuwvezels: vagale blok, verminderde bronchiale secretie enGI-motiliteit; renale excretie; maximaal effect binnen de halve minuut bij IV en na 30 - 60minuten bij SC of IM toediening.

    farmacologie

    tachycardie (paradoxale bradycardie bij te lage dosis), aritmie (transiënte A-V dissociatie),koorts, abdominale opzetting/constipatie, GER, xerostomie, mydriase, cycloplegie,urineretentie.

    bijwerking

    thyreotoxicose, obstructief darmlijden, obstructieve uropathie, tachycardie bij hartfalen,glaucoom.

    tegenaanwijzing

    J Pediatr Gastroenterol Nutr 1989; 9: 532;Crit Care Med 1990; 18: 1307;Can J Anesth 1995; 42: 8.

    referentie

    ° overdosis = zeer gevaarlijk: controleer dosis zorgvuldig en in duplo;° antidoot = Fysostigmine (Anticholium®) 0,02 mg/kg/dosis traag IV te herhalen om de 5minuten; zonodig opnieuw om de 30 min. à 2 u. (stop bij hypersalivatie, ...).

    bijzonderevoorzorg

    tromethamine (Thamacetat®).incompatibiliteit

    cardiale aritmie, hypotensie, ademhalingsdepressie, hyperpyrexie.toxiciteit

    1 mL ampul à 0,25 mg/mL of 250 microgram/mL (SC, IM, IV).afleveringsvorm

    andere toepassingen dan reanimatie (bv. reversie NMB): voeg 1 mL (= 0,25 mg)atropinesulfaat bij 1,5 mL NaCl 0,9 %:eindconcentratie = 0,1 mg/mL of 100 microgram/mL.

    pas op: er zijn ampullen met zeer verschillende concentratie atropine beschikbaar !

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 16

  • AZTREONAM

    Azactam®merknaam

    20/11/2019

    update

    antibioticum enkel actief tegen aërobe gramnegatieve kiemen (E. Coli, H. Influenzae,Klebsiella, Serratia sp.) met inbegrip van Pseudomonas sp.; wordt vaak toegediend incombinatie met ampicilline (empirische therapie) of met aminoglycoside (in vitro synergietegen Pseudomonas of Enterobacteriaceae)

    indicatie

    individuele dosis: 30 mg/kg/dosis traag IV over 5 tot 10 minuten of IM; het tijdsinterval isafhankelijk van PCL/PNL:° PCL 28 d: om de 8 u;° PCL 30 - 36 w: PNL 0 - 14 d: om de 12 u; PNL > 14 d: om de 8 u;° PCL 37 - 44 w: PNL 0 - 7 d: om de 12 u; PNL > 7 d: om de 8 u;° PCL >= 45 w: om de 6 uur.

    dosis

    traag IV over 5 - 10 minuten, IM.toedieningswegglucose-striptest 1 uur na toediening.monitoring

    synthetisch smalspectrum monocyclisch beta-lactam antibioticum; induceert geen beta-lactamase activiteit; bactericied: inhibeert mucopeptidesynthese in bacteriële celwand; nietactief tegen grampositieve kiemen en tegen anaëroben (weinig invloed op darmflora);goede CSV penetratie; vnl. renale ongewijzigde eliminatie (80 % binnen de 24 u); serumhalfleeftijd bedraagt 3 tot 9 uur bij neonatus (bij volwassene 1,7 uur); geen interferentie metbilirubine-albumine binding; goede absorptie bij IM toediening.

    farmacologie

    diarree/braken; rash/urticaria; verlenging van prothrombinetijd; zelden eosinofilie,leucopenie/neutropenie, trombocytopenie, transaminasenstijging, convulsies, hypotensie,flebitis; (theoretische) mogelijkheid van arginine-geïnduceerde hypoglycemie (tevoorkomen door glucose-infusie aan minstens 5 mg/kg/minuut).

    bijwerking

    hypoglycemie.tegenaanwijzing

    Antimicrob Agents Chemother 1987; 31: 81;Pediatr Infect Dis J 1990; 9: 175;J Pediatr 1991;118: 965; Antimicrob Agents Chemother 1991; 35: 1726.

    referentie

    ° bevat 780 mg L-arginine per gram: geef voldoende glucose ter preventie vanhypoglycemie;° oplossing 48 uren stabiel bij kamert° en 7 dagen in koelkast;° dosisinterval aanpassen bij nierdysfunctie (kreatinine > 1,5 mg/dL).

    bijzonderevoorzorg

    amphotericine B (Fungizone®), chloorpromazine (Largactil®), ganciclovir (Cymevene®),lorazepam (Temesta®), metronidazole (Flagyl®, ...), miconazole (Daktarin®), nafcilline,vancomycine (Vancocin®), aciclovir (Zovirax®).

    incompatibiliteit

    hepatotoxisch; niet oto- of nefrotoxisch.toxiciteit

    poederflacon à 1000 mg of 2000 mg(IV, IM)afleveringsvorm

    los 1000 mg poederflacon op in 20 mL aqua pro inj. (onmiddellijk en goed schudden!):eindconcentratie = 50 mg/mL.los 2000 mg poederflacon op in 40 mL aqua pro inj. (onmiddellijk en goed schudden!):eindconcentratie = 50 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 17

  • BLOED

    Bloedmerknaam

    20/11/2019

    update

    1. vol bloed: wisseltransfusie (CPD-bloed, geen SAG-M !);2. packed cells (pc): correctie chronische anemie (vnl. bij GG < 1250 g); globale richtlijnen:° zo Hct < 36 - 40 % of Hb < 13 g/dL bij IPPV of FiO2 >= 40 % of cyanogeen hartgebrek;° zo Hct < 28 - 30 % of Hb < 10 g/dL bij O2-nood FiO2 < 40 % of "symptomatisch" (apnoe,tachycardie, slechte gewichtstoename (< 10 g/kg/d over 1 wk) onder voldoende intake);° zo Hct < 20 - 25 % of Hb < 7 g/dL: transfusie obligaat

    indicatie

    ° ‘vol bloed’ bij hypovolemische shock: 10 - 20 mL/kg IV (1/3 SOPP + 2/3 ‘packed cells’)over 30’ tot 1 u. als start; wacht niet tot bloed ter beschikking is, correctie van circulerendvolume is initieel meest kritisch: geef voorlopig alleen SOPP, albumine 5 % of zelfs NaCl0,9 % (fysiologisch) als u alleen die oplossing ‘bij de hand’ heeft.° ‘packed cells’: 15 mL/kg traag IV à 3 - 4 mL/kg/uur of aantal mL toe te dienen ‘packedcells’ = [gewenst hemoglobine (Hb) - geobserveerd Hb (g/dL)] x 3 x gewicht (kg).

    dosis

    IV toedienen afzonderlijktoedieningswegBloedgroepbepaling (liefst in duplo) vòòr de eerste transfusie; voorafgaande kruisproef (bijvoorkeur op serumstaal moederlijk bloed gedurende de eerste 8 weken).

    monitoring

    ° bloed ouder dan 5 dagen wordt best niet gebruikt bij neonatus: hogere kalium- enzuurbelasting, meer micro-aggregaten, minder zuurstofdragend vermogen door afnemende2,3-di-P-glyceraatconcentratie in rode bloedcellen, sterk dalende factor V/VIII concentratie;° SAG-M bloed (= Sodiumchloride Adenine Glucose-Mannitol) mag niet gebruikt wordenvoor belangrijke transfusies (bv. peroperatief of bij wisseltransfusie).

    farmacologie

    volumeoverlast bij hartfalen: traag IV à rato van 5 mL/kg/uur; bij wisseltransfusie met CPD-bloed kan hypocalcemie ontstaan (vnl. bij GG < 1500 g: R/ 1 mL Ca-glubionaat/100 mLtraag IV over 10’); rebound hypoglycemie en trombocytopenie nà WT; zelden urticaria.

    bijwerking

    bloedgroepincompatibiliteit: sommige transfusiecentra (o.a. UZG) verkiezen uitsluitend rhesus D compatiebelbloed van bloedgroep O voor te behouden voor neonati en zuigelingen tot < 2 maand oud.

    tegenaanwijzing

    J Pediatr 1993; 123: 783; J Pediatr 1994; 125: 92; J Pediatr 1995; 126: 280; Clinics in Perinatology 1995; 22: 641en 657; Transfusion 1996; 36: 873; Arch Dis Child (F/N) 1995 ; 72: 29; J Paediatr Child Health 1997; 33: 250 (*);Eur J Pediatr 1998; 157: 579;J Pediatr 2000; 136: 220; Arch Dis Child (F/N) 2001; 84: 96; Clin Perinatol 2000; 27:733; ISBN 92-871-3804-4 Guide to the preparation, use and quality assurance of blood components 6th Ed;Council of Europe Publishing.

    referentie

    ° terminale co-infusie met IV glucose/aminozuurlijn is veilig (geen meetbare hemolyse) (*);° controleer zorgvuldig kruisproeven en patiëntennaam vòòr start van transfusie;° bloed kan lokaal max. 72 u. bewaard worden in koelkast (4 °C) zolang niet geopend; zogeopend max. 6 uur bewaren.

    bijzonderevoorzorg

    ideaal wordt gezorgd voor maternaal bloedstaal (EDTA-bloed) bij kruisproeven: dit kangelden voor minstens de eerste 8 levensweken; spreek af met bloedbank voor ‘uniekedonor protocol’ bij neonati < 28 w of ‘SGA’ < 31 w (= anticipatie op multipele transfusies).

    incompatibiliteit

    ABO-incompatibiliteit met acute hemolyse: flushing, dyspnoe, koorts, hypotensie, oligurie,hemoglobinurie, hyperkaliëmie, coagulopathie en hyperbilirubinemie; acute haemolyse door T-cryptantigen activatie bij NEC (steeds T-Ag screening bij transfusie van NEC-patiënt).

    toxiciteit

    ° VOL BLOED (Hct 35 - 45 %) = 450 mL donorbloed + 63 mL anticoagulans (CPD = citraat phosphaat dextrose)(tot 35 dagen houdbaar in bloedbank);° PACKED CELLS (Hct 55 - 75%) (maximaal 5 dagen oud + Kell negatief + gedeleukocyteerd + bestraald <24 u vooraf + CMV negatief): beschikbaar o.v. v. baby-unit < 50 mL (richtlijnen per 01.10.2002);uitzondering: NIET BESTRAALD BLOED VOOR KUNSTHARTOPERATIE TENZIJ OP VRAAG VAN DE ARTS(UNITS > 50 ML) !

    afleveringsvorm

    ° kruisbloed = minstens 200 µL (= 2 dikke druppels); neem reserve kruisbloed af bijvermoeden van herhaalde transfusies: stockeer in koelkast gedurende 2 - 3 dagen;maternaal bloedstaal is nog beter (cfr. supra)!° vol bloed voor WT: bloedtransfusiecentrum zorgt zelf voor menging van ‘packed cells’ en(vers bevroren) (AB-)plasma: vraag eenheid (150 mL/kg) met Hct 50 %: pc-volume = totaalwisselvolume x 0,5 / 0,7; plasma-volume = totaal wisselvolume minus pc-volume;° voeding tijdens transfusie kan doorgaan;° gebruik altijd bloedfilter (porus minimaal 40 µm en maximaal 170 µm).

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 18

  • BUDESONIDE

    Pulmicort®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° bronchopulmonale dysplasie (BPD) (speculatief);° niet-neonatale indicatie: infantiele kroep

    indicatie

    ° niet ventilator-dependente neonatus: verstuiving van 2 mL (= 500 mcg) suspensieopgelost in 2 mL NaCl 0,9 % via gelaatsmasker of onder ‘oxyhood’; inhalatie tweemaal perdag (flow van 8 L/min);° ventilator-dependente neonatus: 2 puffs à 200 mcg/kg tweemaal per dag via spaceraangesloten op ET-tube: bv. 11 x 4 cm spacer MV15 Aerochamber (Trudell Medical,Canada).

    dosis

    per inhalatie.toedieningsweglongfunctie, ventilatie en/of zuurstofbehoefte.monitoring

    niet-gehalogeneerd glucocorticoïd; 10 % van toegediende dosis wordt in de longen afgezet;budesonide wordt in de lever omgezet tot inactieve metabolieten: 6-beta-OH-budesonideen 16-alfa-OH-prednisolone; biologische beschikbaarheid na metabolisatie bedraagt 10 %.

    farmacologie

    tonghypertrofie, orofaryngeale candidiase, zeldzaam bronchospasme, heesheid, hoesten,systemische effecten bij langdurig gebruik: groeivertraging, bijnieronderdrukking, cataract.

    bijwerking

    virale of fungale infecties van de luchtwegen.tegenaanwijzing

    Pediatr Pulmonol 1992; 13: 172; J Pediatr 1995; 127: 651; Pediatr Pulmonol 1996; 21: 231;Pediatrics 1996; 98: 204; Pediatr Res 1996; 39: 337A; Eur J Pediatr 1997; 156: 51; NewEngl J Med 1997; 337: 8; Eur J Pediatr 1998; 157: S31; Lancet 1998; 352: 461; Pediatrics2001; 107:232-40.

    referentie

    ° (beperkt) direct effect te verwachten pas na 7 à 10 dagen;° actueel geen evidentie dat deze behandeling de incidentie of ernst van chronischlonglijden bij pretermen wijzigt, noch naar mortaliteit, noch naar lange termijn prognose

    bijzonderevoorzorg

    incompatibiliteit

    toxiciteit

    ° Pulmicort® suspensie voor verstuiving: eenheidsdosis van 2 mL à 250 mcg/mL (oraleinhalatie);° Pulmicort® 200 doseeraërosol: 100 doses à 200 mcg/dosis (orale inhalatie).

    afleveringsvorm

    NB. menging kan met oplossing voor verstuiving van terbutaline, salbutamol ofipratropiumbromide, waarbij een totaal volume van 5 mL niet wordt overschreden.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 19

  • BUMETANIDE

    Burinex®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° lisdiureticum voor patiënt met nierinsufficiëntie;° congestief hartfalen of uitgesproken oedeem refractair voor furosemide

    indicatie

    ° individuele dosis: 5 - 50 microgram/kg/dosis (0,125 - 1,25 mL/kg/dosis van een 1/50dilutie) om de 6 uur traag IV over 1 - 2 minuten of IM of PO;

    ° continu IV infuus: 7 microgram/kg/uur (= 0,175 mL/kg/uur van een 1/50 dilutie) (nietopdrijven: maximaal diuretisch effect is bereikt bij 7 mcg/kg/uur).

    dosis

    PO, traag IV, continu IV infusie, IM.toedieningswegionogram, diurese.monitoring

    lisdiureticum 40 x krachtiger dan furosemide (gelijkaardig werkingsmechanisme: inhibitievan actief chloridetransport ter hoogte van lis van Henle); serum halfleeftijd is 2 - 6 uur bijpasgeborene; forse eiwitbinding (> 97 %); sterke toename van renale bloedflow.

    farmacologie

    frequent electrolietstoornissen: hyponatriëmie, hypokaliëmie en hypochloremischealkalose; hypomagnesiëmie; hypotensie; hyperglycemie; potentieel ototoxisch (minder danfurosemide); braken/diarree of constipatie; competitieve inhibitie voor bilirubine-albuminebinding.

    bijwerking

    niet gecorrigeerd ionogram; hepatische encefalopathie.tegenaanwijzing

    J Pediatr 1992; 121: 974; Pediatr Nephrol 1995; 9: 159; Clin Pharmacol Ther 1996; 60:424;Biol Neonate 1997; 72: 265.

    referentie

    ° excellente biologische beschikbaarheid: orale dosis is gelijk aan intraveneuse dosis;° verkleurt bij lichtexpositie: protectie tijdens toediening: speciale bruine spuit gebruiken;° verdunde oplossing 24 u houdbaar.

    bijzonderevoorzorg

    dobutamine (Dobutrex®), indomethacine (Indocid®), midazolam (Dormicum®).incompatibiliteit

    cfr. furosemide.toxiciteit

    ° compr. 1 mg (PO);° 4 mL flacon à 0,5 mg/mL (IV, IM).

    afleveringsvorm

    ° mag onverdund gebruikt worden;° indien verdunning gewenst voor IV of IV infusie:voeg één 4 mL ampul à 2 mg bumetanide bij 46 mL glucose 5% (1/50 dilutie):eindconcentratie bumetanide = 40 microgram/mL

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 20

  • CALCIUMGLUCONAAT

    Calciumgluconaat 10% B. Braun®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° (vroegtijdige) neonatale hypocalcemie (< 7 mg/dL);° controle van cardiale hyperexitabiliteit bij ernstige hyperkaliëmie (> 7 mEq/L);° hartstilstand (efficiëntie controversieel)

    indicatie

    ° hypocalcemie: IV: 1 mL/uur in continu IV infuus gedurende 6 - 8 uur (pretermen 0,5mL/uur gedurende 6 - 8 uur); (liefst) PO: 2 - 4 mL/kg/dag verdeeld over 3 - 4 doses;° hyperkaliëmie: 0,5 - 1 mL/kg IV over 5 - 10 minuten;° hartstilstand: 0,2 - 0,5 mL/kg traag IV over 5 - 10 minuten (of uitz. IC).

    dosis

    traag IV, PO (niet intra-arterieel, niet IM, niet via ondiepe veneuse navelcatheter).toedieningswegECG bij IV toediening, IV insteekplaats observeren.monitoring

    behandeling van asymptomatische vroegtijdige hypocalcemie wordt in vraag gesteld; denkaan parathyroïdstoornissen bij moeder en/of kind bij persisteren van het probleem zonderevidente predisponerende factoren.

    farmacologie

    diarree (hoge osmolaire ‘load’), hypotensie, cardiovasculaire collaps bij te snelle IVtoediening (< 3 minuten), hypercalcemie, ernstige weefselnecrose bij extravasatie (R/hyaluronidase SC).

    bijwerking

    NEC, hypercalcemie, hypercalciurie, nierfalen, digitalistherapie (relatieve contra-indicatie).tegenaanwijzing

    Neonatal Formulary 1998 Edition (NNN BMJ: ISBN 0 7279 1238 0); blz. 67.referentie

    ° bij PO: toedienen vòòr voeding voor optimale absorptie;° inspuitbare vorm kan ook PO toegediend worden;° vermijd skalpvene;

    bijzonderevoorzorg

    natriumbicarbonaat, tham, alle phosphaat - of sulfaatoplossingen, TPN (mag wel terminaalgeco-infundeerd worden met TPN), amphotericine B (Fungizone®), pentothal,indomethacine (Indocid®), fluconazole (Diflucan®), flucloxacilline (Floxapen®, Staphycid®),cefazoline.

    incompatibiliteit

    toxiciteit

    10 mL ampul10 ml bevat 940 mg calciumgluconaat als werkzame stof, equivalent aan 2,10 mmol calcium.Het product bevat ook een hoeveelheid van de hulpstof calcium-D- glucaraat-tetrahydraat, equivalentaan 0,15 mmol calcium per 10 ml.Totaal calciumgehalte: 2,25 mmol per 10 ml.1 mmol elementair calcium = 40,1 mg elementair calcium.

    afleveringsvorm

    onverdund traag IV toe te dienen à 1 mL/uur.

    NB: bij reanimatie niet sneller toedienen dan 0,25 mL per minuut !

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 21

  • CARDIOVERSIE = DEFIBRILLATIE

    Cardioversie = Defibrillatiemerknaam

    20/11/2019

    update

    symptomatische patiënt met supraventriculaire (synchrone cardioversie) of ventriculairetachycardie/fibrillatie (asynchrone cardioversie) met slechte perfusie, hypotensie ofhartfalen

    indicatie

    startdosis neonataal: 0,5 joule/kg, zonodig telkens energie verdubbelen tot maximaal 4joule/kg.

    dosis

    percutaan.toedieningswegmonitoring

    nvt.farmacologie

    bijwerking

    tegenaanwijzing

    Semin Perinatol 1993; 17: 135;Am Heart J: 1995; 130: 323.

    referentie

    ° eerst hypoxie, acidose, hypoglycemie, hypothermie corrigeren;° zo mogelijk vooraf sedatie toepassen met bv. diazepam (Valium®).

    bijzonderevoorzorg

    nvt.incompatibiliteit

    nvt.toxiciteit

    “afleveringsvorm”: 1 joule = 1 watt.seconde.afleveringsvorm

    1 electrode aan de rechter bovenzijde van de thorax, de andere ter hoogte van de apexlinks van de linker tepel; electrodengel aanbrengen.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 22

  • CEFAZOLINE

    Cefazoline®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° vnl. als peri-operatieve infectieprofylaxie (eerste dosis bij inductie van narcose), eventueelgevolgd door 1 of 2 doses binnen de 24 uur postoperatief;° behandeling volgens antibiogram van bv. urineweg- of cutane/weke weefselinfectiesveroorzaakt door penicillinase producerende Staphylococcus, Klebsiella of Proteus sp.; nietactief tegen enterococcen

    indicatie

    individuele dosis: 25 mg/kg/dosis (= 0,25 mL/kg/dosis van een met 10 mL solvenshersamengestelde 1.000 mg flacon) traag IV of IM, te herhalen afhankelijk van PCL/PNL:° PCL 28 d: om de 8 u;° PCL 30 - 36 w: PNL 0 - 14 d: om de 12 u; PNL > 14 d: om de 8 u;° PCL 37 - 44 w: PNL 0 - 7 d: om de 12 u; PNL > 7 d: om de 8 u;° PCL >= 45 w: om de 6 uur.

    dosis

    traag IV of IM of per IV infusie.toedieningswegniet noodzakelijk.monitoring

    eerste generatie bactericied cefalosporine; inhibeert de bacteriële celwandsynthese;inactivatie door beta-lactamase producerende kiemen; slechte CSV-penetratie (nietgebruiken bij meningitis); ongewijzigde renale excretie (80 - 100 % binnen de 24 u);halfwaardetijd bij neonatus bedraagt 3 tot 5 uur.

    farmacologie

    zeldzaam: flebitis, kruisallergie met penicillines (‘drugfever’, rash/urticaria, eosinofilie,anafylactische shock), leucopenie, trombocytopenie, stijging leverenzymen, positieveCoombs test; convulsies zo hoge doses bij nierinsufficiëntie.

    bijwerking

    bekende allergie voor cefalosporinen of penicillines.tegenaanwijzing

    referentie

    ° mag zonodig verder verdund worden met glucose 5 %;° dosisinterval aanpassen bij nierinsufficiëntie; bevat 2 mEq Na+ per gram;° veroorzaakt vals positieve glucosurie-reductietest (bv. Clinitest®);° 24 uur houdbaar bij kamert° en 96 uur in koelkast.

    bijzonderevoorzorg

    amikacine (Amukin®), atracurium (Tracrium®), calciumgluconaat (Calcium-Sandoz®),cimetidine (Tagamet®), erythromycine (Erythrocine®), lidocaine (Xylocaine®), pentobarbital(Nembutal®), rocuronium bromide (Esmeron®).

    incompatibiliteit

    toxiciteit

    poederflacon à 1.000 mg (IV, IM)

    [(ook beschikbaar als 2 gram poederflacon (IV, IM)].

    afleveringsvorm

    los 1.000 mg poederflacon Cefazoline SA op met 10 mL aqua pro injectione (of NaCl0,9%):eindconcentratie = 100 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 23

  • CEFOTAXIME

    Claforan®merknaam

    20/11/2019

    update

    behandeling van gramnegatieve (Enterobacteriaceae inclusief Serratia) sepsis enmeningitis; niet alleen gebruiken bij empirische behandeling van vermoedelijke neonatalesepsis: combinatie met ampicilline voor spectrumuitbreiding naar Listeria enenterococcen noodzakelijk; alternatief voor empirische ampicilline-aminoglycosidecombinatie

    indicatie

    individuele dosis: 50 mg/kg/dosis (= 0,5 mL/kg/dosis van 1/10 dilutie) traag IV over 3 - 4minuten of infuus over 20 - 30 minuten of IM; dosisinterval afh. van PCL/PNL:° PCL 28 d: om de 8 u;° PCL 30 - 36 w: PNL 0 - 14 d: om de 12 u; PNL > 14 d: om de 8 u;° PCL 37 - 44 w: PNL 0 - 7 d: om de 12 u; PNL > 7 d: om de 8 u;° PCL >= 45 w: om de 6 uur.

    dosis

    traag IV of IV infusie of IM.toedieningswegperifeer bloedbeeldonderzoek.monitoring

    3de generatie cefalosporine; werking via disruptie van bacteriële celwand; beperkteeiwitbinding (13 - 38 %); levermetabolisatie (actieve metaboliet: desacetylcefotaxime) enrenale excretie: dosisreductie bij nierinsufficiëntie; goede weefseldistributie o.a. ook inCSV; serum halfleeftijd van 2 - 6 uur; wellicht verhoogd risico voor inductie van resistentie(o.a. multiresistente Enterobacter cloacae) bij gebruik van 3de generatie cefalosporines alseerste lijn bij behandeling van neonatale sepsis.

    farmacologie

    zeldzaam: rash, anafylaxie, flebitis, diarree, leucopenie, neutropenie en eosinofilie;positieve directe Coombs reactie mogelijk; vals positieve glucosurietest bij reductiebepaling(bv. positieve Clinitest® met negatieve Clinistix®); zeldzaam stijging creatinine enleverenzymen.

    bijwerking

    penicilline-allergie, ernstige nierinsufficiëntie.tegenaanwijzing

    Pediatrics 1988; 81: 904; J Pediatr 1989; 114: 461;Pediatr Infect Dis J 1990; 9: 92.

    referentie

    ° hersamengestelde oplossing is 24 uur houdbaar bij kamert° en 5 dagen in koelkast;° bevat 2,2 mEq Na+ per gram;° dosisinterval aanpassen bij renale dysfunctie (kreatinine > 1,5 mg/dL).

    bijzonderevoorzorg

    co-trimoxazole (Bactrim®, Eusaprim®), acetazolamide (Diamox®), difenylhydantoïne(Diphantoine®), furosemide (Lasix®), theophylline (Euphyllin®), fluconazole (Diflucan®),zuivere heparine, natriumbicarbonaat, tromethamine (Thamacetat®), vancomycine(Vancocin®), protamine, levothyroxine (Elthyrone)®.

    incompatibiliteit

    gb.toxiciteit

    poederflacon à 1 gram + 4 mL solvens (= aqua pro inj.) (IV, IM) (lichtprotectie).afleveringsvorm

    bijgeleverd solvens wordt niet gebruikt;voeg 10 mL glucose 5 % bij één poederflacon (= 1 gram) Claforan®/Cefotaxim Sandoz®:eindconcentratie = 100 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 24

  • CEFTAZIDIME

    Ceftazidim Fresenius Kabi®merknaam

    20/11/2019

    update

    voorbehouden voor de gerichte behandeling van neonatale meningitis en sepsisveroorzaakt door gevoelige gramnegatieve kiemen (bv. E. Coli, H. Influenzae, Neisseria,Klebsiella, Proteus sp.), meer in het bijzonder Pseudomonas aeruginosa

    indicatie

    individuele dosis: 30 mg/kg/dosis traag IV over 30 minuten of IM;dosisinterval afhankelijk van PCL/PNL:° PCL 28 d: om de 8 u;° PCL 30 - 36 w: PNL 0 - 14 d: om de 12 uur; PNL > 14 d: om de 8 u;° PCL 37 - 44 w: PNL 0 - 7 d: om de 12 uur; PNL > 7 d: om de 8 u;° PCL >= 45 w: om de 8 uur.

    dosis

    traag IV over 30 minutentoedieningswegnvt.monitoring

    3de generatie cefalosporine; inhibeert bacteriële celwandsynthese; goede weefselverdelingook in cerebrospinaal vocht (CSV); lage eiwitbinding (± 10 %); 70 - 90 % onveranderduitgescheiden in urine; synergisme met aminoglycosiden; serum halfleeftijd bedraagt 3 tot12 uur bij neonatus; niet werkzaam tegenover enterococci, Listeria, Helicobacter enClostridium difficile.

    farmacologie

    rash/urticaria, ‘drugfever’, diarree, transaminasenstijging, eosinofilie, vals-positieveCoombs reactie (5 %), zelden trombocytopenie, leucopenie/neutropenie, lymfocytose,uitzonderlijk hemostaseproblemen door o.a. inhibitie van ADP-geïnduceerdeplaatjesaggregatie of hypoprothrombinemie (via interferentie met vitamine K metabolisme).

    bijwerking

    overgevoeligheid voor cefalosporines.tegenaanwijzing

    Pediatr Infect Dis 1987; 6: 371; Eur J Pediatr 1988; 147: 405;Eur J Pediatr 1991; 151: 876; Clin Pharmacol Ther 1995; 58: 650.

    referentie

    ° opgeloste flacon 24 uur houdbaar bij kamert° en 7 dagen in koelkast;° bevat 2,3 mEq Na+ per gram;° opbruising door gasvorming bij oplossen (CO2 vrijstelling vanuit bijgevoegd Na-carbonaat);° niet simultaan met vancomycine of een aminoglycoside toedienen.

    bijzonderevoorzorg

    fluconazole (Diflucan®), midazolam (Dormicum®), vancomycine (Vancocin®), protamine.incompatibiliteit

    potentieel nefrotoxisch: dosisinterval aanpassing nodig bij nierinsufficiëntie.toxiciteit

    poederflacon à 1 gram (IM, IV)afleveringsvorm

    ° IV toediening: los 1 poederflacon (= 1 g) op in 10 mL glucose 5 %:eindconcentratie = 100 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 25

  • CEFTRIAXONE

    Ceftriaxone Fresenius Kabi®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° sepsis en/of meningitis veroorzaakt door gevoelige gram-negatieve organismen (bv. E.Coli, Klebsiella, H. Influenzae) (Enterococcen en Listeria sp. meestal resistent);° gonococcenophthalmie en gedissemineerde gonococceninfectie

    indicatie

    * individuele dosis = 50 mg/kg/dosis (75 mg/kg/dosis zo meningitis); interval afh. van PCL/PNL:° PCL 28 d: om de 12 u;° PCL 30 - 36 w: PNL 0 - 14 d: om de 24 uur; PNL > 14 d: om de 12 u;° PCL 37 - 44 w: PNL 0 - 7 d: om de 24 uur; PNL > 7 d: om de 12 u;° PCL >= 45 w: om de 12 uur.* onverwikkelde gonococcenophthalmie: 125 mg eenmalig IM of IV (prematuren 50 mg/kg).

    dosis

    traag IV over 30 minuten.toedieningswegperifeer bloedbeeldonderzoek; lever- en nierfunctietesten, overweeg abdominaleultrasonografie (cfr. galblaas ’sludge’), protrombinetijd.

    monitoring

    beta-lactamaseresistent 3de generatie cefalosporine; inhibeert bacteriële celwandsynthese;goede penetratie in cerebrospinaal vocht (zelfs bij afwezigheid van inflammatie), gal,bronchiale secreties, longen en ascitesvocht; ongewijzigde eliminatie zowel biliair (± 40 %)als renaal (± 60 %); serum halfwaardetijd bij preterm baby ’s bedraagt 5 tot 16 uren;ceftriaxone verdringt bilirubine van zijn plasma-albumine bindingsplaatsen.

    farmacologie

    diarree/braken; eosinofilie, trombocytose, leucopenie, zeldzame gevallen vanagranulocytose; stijging van creatinine en transaminasen mogelijk; huiduitslag; (transiënte)galblaasprecipitatie van ceftriaxonecalciumzout soms gepaard met “kolieken”; zeldzaamlaattijdige ernstige hemolyse; zelden stollingsstoornis (verlengde protrombinetijd: R/ vit. K).

    bijwerking

    belangrijke indirecte hyperbilirubinemie, gekende overgevoeligheid voor cefalosporines ofkruisallergie met penicilline, lidocaine-overgevoeligheid bij IM injectie.

    tegenaanwijzing

    J Pediatr 1984; 105: 475; N Engl J Med 1986; 315: 1382; Eur J Pediatr 1986; 144: 179;Pediatrics 1987; 80: 873; N Engl J Med 1990; 332: 141; Folia Pharmacotherapeutica. 34oktober 2007, p.9.

    referentie

    ° 1 gram Ceftriaxone® bevat ongeveer 83 mg NaCl (= 3,6 mEq);° oplossing (zowel IV als IM) minstens 24 uur stabiel in koelkast;° vals positieve directe Coombs-test mogelijk; vals positieve glucosurietest bij reductie (bv. positieveClinitest® met negatieve Clinistix®);° pas op: lidocainebevattende oplossing voor IM nooit IV toedienen!

    bijzonderevoorzorg

    theophylline (Euphyllin®), fluconazole (Diflucan®), vancomycine (Vancocin®); niet mengenmet oplossingen die andere antibiotica (vooral aminoglycosiden) bevatten. Ceftriaxone magniet gemengd worden met calciumhoudende oplossingen (bv. Ringer, Hartmann) en niettoegediend worden in dezelfde of een andere infuuslijn binnen de 48 uur.

    incompatibiliteit

    verhoogd risico voor bilirubine-encefalopathie bij forse indirecte hyperbilirubinemie;dosisaanpassing alleen nodig bij gecombineerde nier- en leverdysfunctie.

    toxiciteit

    1 g poederflacon (IV)afleveringsvorm

    IV toediening: los 1 poederflacon (= 1.000 mg) ceftriaxone op in 10 mL glucose 5%eindconcentratie = 100 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 26

  • CEFUROXIME

    Cefuroxim Fresenius Kabi®, Zinnat®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° meeste gram+ en vele gram- infecties: vb. osteitis (niet bij meningitis!);° ziekte van Lyme (Borrelia burgdorferi): foetale infectie;° otitis media/pharyngitis (alternatief voor co-amoxiclav)

    indicatie

    ° 25 mg/kg (= 0,25 mL/kg van de oplossing: zie onderaan) om de 12 uur in de eerstelevensweek, om de 8 uur bij baby’s 1 - 3 weken oud en om de 6 uur bij oudere baby’s.

    ° dosis verdubbelen bij congenitale Lyme ziekte en toedienen gedurende 2 tot 4 weken(NB. de moeder wordt behandeld met 2 g cefuroxime IV om de 8 uur gedurende 2 - 4weken).

    dosis

    traag IV (over enkele minuten).toedieningswegnierfunctie.monitoring

    ß-lactamase resistente 2de generatie cefalosporine actief tegen meeste grampositieve organismen(incl. GBS en penicilline-resistente staphylococcen) en brede waaier gramnegatieven; niet actieftegen Listeria, Enterococci, Bacteroides en Pseudomonas species; vnl. renale excretie; slechte CSFpenetratie; cefuroxime wordt bijna niet opgenomen bij orale toediening; de lipofiele acetoxyethyl-estercefuroxime-axetil wordt wel (± 30%) opgenomen bij orale toedinening (cfr. Axetine®); plasma-halfleven bedraagt 6 uur bij geboorte, maar bereikt volwassen waarde bij 1 maand (= 1 uur).

    farmacologie

    weinig toxisch cefalosporine; nausea en braken bij orale toediening; pseudomembraneusecolitis gerapporteerd bij orale toediening.

    bijwerking

    meningitis.tegenaanwijzing

    Pediatr Inf Dis J 1996; 15: 157; Arch Dis Child 1982; 57: 59; Remington & Klein Ed.Infectious diseases in the fetus and newborn infant, 5th Ed. 2001: 519-641.

    referentie

    ° dosisinterval verlengen bij ernstige nierinsufficiëntie;° oplossing is 24 uur houdbaar bij kamert° en 72 uur in de koelkast.

    bijzonderevoorzorg

    protamine, midazolam (Dormicum®).incompatibiliteit

    nvt.toxiciteit

    750 mg poederflacon voor IV/IM;

    (Zinnat® (cefuroxime-siroop): 100 mL siroop à 250 mg per 5 mL).

    afleveringsvorm

    Bereiding voor IV toediening: voeg 7 mL steriel water (aqua pro inj.) bij 1 poederflaconvan 750 mg: de eindconcentratie = ± 100 mg/mL.

    specifiekebereiding

    1/01/2021editie 27

  • CHLOORPROMAZINE

    Largactil®merknaam

    20/11/2019

    update

    ° sedatie bij abstinentiesyndroom door moederlijke drugaddictie (niet 1ste keuze);° persisterende pulmonale hypertensie van de neonatus (PPHN/PFC)

    indicatie

    ° sedatie: 0,5 - 0,7 mg/kg/dosis om de 4 - 6 uur PO of IM gedurende 2 - 3 weken (maximaletotale dagdosis = 6 mg/kg).