Fact sheet · 2020. 3. 10. · In de Indische Buurt Oost zijn er in 2013 de meeste spanningen...
Transcript of Fact sheet · 2020. 3. 10. · In de Indische Buurt Oost zijn er in 2013 de meeste spanningen...
veel spanningen
relatief veel spanningen
relatief weinig spanningen
weinig spanningen
nummer 3 | mei 2014
Fact sheet
O+S heeft een spanningenindex ontwikkeld om per buurt te laten zien in hoeverre
sprake is van spanningen tussen bevolkingsgroepen. Deze fact sheet presenteert de
meest actueel beschikbare gegevens uit 2013 en de ontwikkeling tussen 2011 en
2013. De spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdam zijn redelijk stabiel
tussen 2011 en 2013. In de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Zuid vond een (lichte)
afname plaats en in Noord een lichte toename. Kijkend naar achtergrondkenmerken
blijkt dat Antilliaanse, laag opgeleide en mannelijke Amsterdammers relatief vaak
spanningen in de buurt ervaren.
Spanningen in Amsterdamse buurten in 2013
Figuur 1 Spanningenindex 2013
bron: VM/bewerking: O+S
2
Toelichting spanningenindexOm de mate van spanningen tussen bevolkings-
groepen in beeld te brengen, heeft O+S in
samenwerking met het Verwey-Jonker Instituut
en de Leerstoel Veiligheid en Burgerschap van
de Vrije Universiteit een instrument ontwikkeld.1
Spanningen in buurten, die vaak niet direct zicht-
baar zijn, kunnen met het instrument gemonitord
worden, ook in het kader van eventueel ingezette
beleidsmaatregelen. Dit signaleringsinstrument
bestaat uit acht stellingen. Drie stellingen meten
verschillende gradaties van ‘spanningen’ (cognitie,
emotie, gedrag), vijf stellingen bieden inzicht in
verschillende potentiële oorzaken voor spannin-
gen (zie figuur 2).
Deze acht stellingen zijn opgenomen in de
Amsterdamse Veiligheidsmonitor. De Veiligheids-
monitor is een enquête over leefbaarheid,
veiligheid en criminaliteit die jaarlijks onder
ongeveer 12.000 bewoners van de politieregio
Amsterdam-Amstelland wordt afgenomen
(1.000 per maand).
Het basisjaar van de spanningenindex is 2011 en
het gemiddelde van Amsterdam is hierbij 100.
De spanningenindex betreft de gemiddelde score
van een buurt2 op de acht stellingen van het
signaleringsinstrument gedeeld door de gemid-
delde score van alle buurten in 2011.3 Buurten
met relatief veel spanningen hebben een rode
kleur, buurten met juist relatief weinig spanningen
een donkergroene kleur. Buurten die meer een
midden positie innemen, krijgen ofwel een oranje
kleur toegekend ofwel een lichtgroene kleur.4
Figuur 1 toont de spanningenindex per buurt-
combinatie in 2013.
Ontwikkeling spanningen tussen 2011 en 2013Drie stellingen van de index geven inzicht in
de gradaties van spanningen in de stad. Van
de Amsterdamse bewoners geeft in 2013 18%
aan dat in de buurt bevolkingsgroepen wonen
waar hij/zij niet positief over denkt, 15% van de
Amsterdammers voelt spanningen met buurtge-
noten uit een andere cultuur en 11% geeft aan
dat bevolkingsgroepen contact met elkaar mijden
door de spanningen in de buurt (zie figuur 3).
Figuur 3 Gradaties van het concept ‘spanningen’, 2011-2013 (% (helemaal) mee eens)
bron: VM/bewerking: O+S
Figuur 4 Oorzaken van ervaren spanningen, 2011-2013 (% (helemaal) mee eens)
bron: VM/bewerking: O+S
2011
%
2012 2013
0
5
10
15
20
contact vermijden spanningen voelenniet positief denken
2011
%
2012 2013
0
5
10
15
20
25
30
spanningenreligieuzeverschillen
onprettigandere
omgangsvormen
onprettig anderenormen enwaarden
spanningenschoonhouden
buurt
spanningenoverlastjongeren
Figuur 2 Acht stellingen om spanningen tussen bevolkingsgroepen te meten
gradatie In deze buurt wonen bevolkingsgroepen waar ik niet zo positief over denk
gradatie Ik voel wel eens spanningen met buurtgenoten die uit een andere cultuur dan ikzelf afkomstig zijn.
gradatie Spanningen tussen bevolkingsgroepen in deze buurt zorgen ervoor dat mensen uit verschillende bevolkingsgroepen contact met elkaar vermijden.
oorzaak Sterke verschillen in religieuze achtergronden van bevolkingsgroepen in deze buurt zorgen voor spanningen.
oorzaak Het geeft mij een onprettig gevoel dat er in deze buurt bevolkingsgroepen wonen met andere normen en waarden.
oorzaak Overlast van jongeren uit andere bevolkingsgroepen zorgt voor spanningen in deze buurt.
oorzaak Het geeft mij een onprettig gevoel dat er in deze buurt bevolkingsgroepen wonen met andere omgangsvormen.
oorzaak Verschillen in opvattingen tussen bevolkingsgroepen over het schoonhouden van deze buurt zorgen voor spanningen.
3
Tussen 2012 en 2013 is het aandeel bewoners dat
niet zo positief denkt en het aandeel dat span-
ningen ervaart licht toegenomen (en weer op het
niveau van 2011). Het aandeel dat hierdoor con-
tact vermijdt is sinds 2011 afgenomen tot 2013
(13 naar 11%).
De vijf stellingen met potentiële oorzaken van
spanningen laten zien dat gedrag van andere
bewoners vaker aanleiding voor spanningen tussen
bevolkingsgroepen is dan religieuze tegenstellin-
gen (zie figuur 4). Zo vindt 24% van de bewoners
in 2013 dat overlast van jongeren uit andere bevol-
kingsgroepen voor spanningen zorgt en 18% dat
spanningen ontstaan als gevolg van verschillende
opvattingen over het schoonhouden van de buurt.
Spanningen door verschillende religieuze verschil-
len wordt met 8% het minst waargenomen.
Tussen 2012 en 2013 is er sprake van een (lichte)
toename van spanningen door overlast van jonge-
ren, religieuze verschillen, verschillende normen
en waarden en omgangsvormen (vier van de vijf
stellingen). De stijging is echter zo miniem dat
het (hogere) niveau van 2011 niet bereikt wordt.
Spanningen door verschillende opvattingen over
het schoonhouden van de buurt kent tussen 2011
en 2013 een continue afname.
Verschillen tussen stadsdelenIn de stadsdelen Nieuw-West en Noord is het
meest sprake van spanningen tussen bevolkings-
groepen in 2013: de spanningenindex is in deze
stadsdelen 109 en 108 (tabel 5). In de stadsdelen
Centrum en Zuid zijn er juist relatief weinig span-
ningen tussen bevolkingsgroepen (86 en 89).
Tussen 2011 en 2013 is de spanningenindex in
de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Zuid iets
afgenomen. Een lichte toename vond plaats in
Noord. In Centrum en West is de index tussen
2011 en 2013 op vergelijkbaar niveau gebleven.
Figuren 6 en 7 laten per stadsdeel de scores zien op
de afzonderlijke stellingen uit de spanningenindex.
Figuur 6 toont de drie gradaties van spanningen,
figuur 7 de vijf mogelijke oorzaken van span-
ningen. Uit deze figuren komt naar voren dat de
stadsdelen Nieuw-West en Noord zich vooral
van de andere stadsdelen onderscheiden op de
gebieden: niet positief denken over andere bevol-
kingsgroepen, spanningen door verschillende
opvattingen over het schoonhouden van de buurt
en onprettige gevoelens over andere normen
en waarden. Nieuw-West onderscheidt zich nog
Tabel 5 Spanningenindex naar stadsdelen, 2011-2013
stadsdeel 2011 2012 2013
Centrum A 86 87 86
West E 100 100 100
Nieuw-West F 113 108 109
Zuid K 91 89 89
Oost M 100 99 101
Noord N 106 107 108
Zuidoost T 105 100 102
Amsterdama totaal 100 99 99
Standaarddeviatie 9,1 a Hier gebaseerd op gemiddelde van zeven stadsdelen.
Figuur 6 Gradaties van het concept ‘spanningen’ naar stadsdelen, 2013
(% (helemaal) mee eens)
bron: VM/bewerking: O+S
Nieuw-West
niet postiefdenken
contactvermijden
spanningenvoelen
Noord WestZuidoost Zuid Centrum
Oost
25
20
15
10
5
0
Figuur 7 Oorzaken van ervaren spanningen naar stadsdelen, 2013
(% (helemaal) mee eens)
bron: VM/bewerking: O+S
Nieuw-West
normenen waarden
omgangs-vormen
overlastjongeren
religie schoonhoudenbuurt
Noord WestZuidoost Zuid Centrum
Oost
35
20
25
30
15
10
5
0
van Noord door hogere scores op het ervaren
van spanningen, contactvermijding, spanningen
door overlast van jongeren en door religieuze
tegenstellingen.
Top tien buurten met spanningenIn de Indische Buurt Oost zijn er in 2013 de meeste
spanningen tussen bevolkingsgroepen (tabel 8).
Van de tien buurten met de hoogste score op de
spanningenindex liggen er vijf in stadsdeel Nieuw-
West, drie in stadsdeel Noord, een in stadsdeel
Oost en een in West. De spanningenindex van
de buurten in de top tien loopt in 2013 van 111
(Osdorp-Oost) naar 120 punten (Indische Buurt
Oost). Tussen 2012 en 2013 zijn de Kolenkit,
Overtoomse Veld, Westlandgracht en Slotervaart
uit de top tien gegaan. Nieuw in de top tien zijn:
de Indische Buurt Oost (met een toename van
12 punten op de index), Banne/Buiksloterham
(+9), Slotermeer-Noordoost (+7) en Erasmuspark
(+7).
Top tien buurten met grootste toename en afname spanningenTabel 9 toont zowel de tien buurten waar de span-
ningenindex tussen 2012 en 2013 het sterkst is
afgenomen, als de buurten waar de index het
sterkst is toegenomen. De sterkste afname vond
plaats in Slotervaart (stadsdeel Nieuw-West).
De grootste toename in de Indische Buurt Oost.
Achtergrondkenmerken inwoners die spanningen ervarenOp basis van de acht stellingen uit de spanningen-
index zijn we nagegaan welke Amsterdammers
vooral verschillende gradaties en soorten van
spanningen ervaren in 2013.
Tabel 10 laat zien dat er redelijk wat verschillen
zijn tussen verschillende leeftijdscategorieën.
Zo ervaren 21-34 jarigen relatief de meeste
spanningen met andere bevolkingsgroepen,
terwijl de 50-plussers het meest onprettige
gevoelens hebben vanwege verschillende normen
en waarden van andere bevolkingsgroepen.
Als we naar herkomst kijken, valt op dat
Antilliaanse Amsterdammers relatief vaak span-
ningen ervaren (op zes van de acht stellingen).
4
Tabel 8 Top tien buurten met hoogste score op spanningenindex, 2013
index index
1 Indische Buurt Oost 120 6 Erasmuspark 112
2 Nieuwendam-Noord 118 7 Osdorp-Midden 112
3 Slotermeer-Noordoost 117 8 Tuindorp Nieuwendam/Buiksloot 112
4 Banne/Buiksloterham 115 9 De Punt 112
5 Geuzenveld/Spieringhorn 114 10 Osdorp-Oost 111
Tabel 9 Top tien buurten met sterkste afname of toename op spanningenindex tussen 2012 en 2013
top tien afname index top tien toename index
1 Slotervaart –11 1 Indische Buurt Oost +13
2 Omval/Betondorp – 9 2 Waterland/N’damham/dijken +11
3 Oostzanerwerf/Kadoelen – 9 3 Middenmeer +10
4 Indische Buurt West – 8 4 Banne/Buiksloterham + 9
5 De Krommert 1 – 8 5 Tuindorp N’dam/Buiksloot + 9
6 Haarlemmerbuurt – 7 6 Frankendael + 7
7 Buikslotermeer – 7 7 Erasmuspark + 7
8 Weesperzijde – 6 8 Slotermeer-Noordoost + 7
9 Helmers-/Vondelbuurt – 6 9 Weesperbuurt/Plantage + 7
10 Westlandgracht – 5 10 Burgwallen-Nieuwe Zijde + 6
Tabel 10 Achtergrondkenmerken personen die vooral spanningen ervaren, 2013
leeftijd herkomst sekse opleiding
niet positief denken 21-49 Antilliaans, Turks man laag
spanningen ervaren 21-34 Antilliaans, autochtoon man laag, midden
vermijden – Antilliaans, Turks man laag, midden
overlast jongeren 21-49 Turks man laag, midden
schoonhouden buurt 35-64 westers allochtoon, autochtoon – midden
normen en waarden 50+ Antilliaans, autochtoon man laag
omgangsvormen – Antilliaans, niet-westers allochtoon man laag
religie –Antilliaans, niet-westers allochtoon, autochtoon
man laag
Datzelfde geldt in iets mindere mate voor Turkse
Amsterdammers (drie stellingen bovengemiddeld)
en autochtonen (vier stellingen bovengemiddeld).
Mannen blijken over de gehele linie meer span-
ningen met andere bevolkingsgroepen te ervaren.
Datzelfde geldt voor bewoners met een laag
opleidingsniveau (uitgezonderd spanningen
door het schoonhouden van de buurt). Over het
algemeen zien we dat het ervaren van onprettige
gevoelens en spanningen afneemt naarmate de
bewoner een hoger opleidingsniveau heeft.
Verdiepende buurtscanDeze fact sheet biedt een eerste inzicht in span-
ningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse
buurten en de ontwikkeling van deze spanningen.
Op basis van de Veiligheidsmonitor (waarin de
spanningenindex is opgenomen), is het mogelijk
meer informatie over de spanningen in een buurt
te geven, zoals:
• welke elementen van spanningen vooral hoog
zijn in een bepaalde buurt,
• welke elementen van spanningen vooral
toegenomen of afgenomen zijn in een bepaalde
buurt en
• welke typen bewoners vooral spanningen in een
specifieke buurt ervaren.
Ook is het mogelijk om, vergelijkbaar met het
project ‘Samenleven met verschillen’ verdiepend
onderzoek te laten plaatsvinden. In 2011 is in
samenwerking met het Verwey-Jonker Instituut in
vijftien Amsterdamse buurten een verdiepende
kwantitatieve en kwalitatieve scan uitgevoerd,
waarbij het signaleringsinstrument als vertrekpunt
is gebruikt. Een uitgebreide enquête onder bewo-
ners en interviews met bewoners en professionals
hebben in deze vijftien buurten gezorgd voor
meer inzicht in de locatiespecifieke risicofactoren
en beschermende factoren voor spanningen. De
vijftien buurtscans hebben ook per buurt laten zien
in hoeverre het bestaande beleid aansluit op de
risicofactoren in de buurt: op welke risicofactoren
moet men zich meer richten, welke beschermende
factoren kunnen (nog meer) versterkt worden?
Om buurtspecifiek beleid te kunnen ontwikkelen
is het bijvoorbeeld van belang te weten tussen
welke bevolkingsgroepen spanningen zijn. Gaat
het bijvoorbeeld om Turkse versus autochtone
Amsterdammers, om huurders versus kopers of
over jongeren versus ouderen (of een mix van
dezen). Ook is om gerichte beleidsmaatregelen
te kunnen nemen meer kennis nodig over de
gehele mix van risicofactoren voor spanningen
die in een buurt aanwezig zijn. Niet alle potenti-
ele risicofactoren zijn immers opgenomen in het
signaleringsinstrument. Zo kan ook de aanwezig-
heid van overlastgevende jongeren met een licht
verstandelijke beperking en bewoners met psy-
chiatrische problematiek, uitgestelde stedelijke
vernieuwing, onvoldoende publieke familiariteit
en informele sociale controle voor spanningen
zorgen.
5
Tabel 11 Spanningenindex per buurtcombinatie, 2011-2013
2011 2012 2013
A00 Burgwallen-Oude Zijde 88 87 90
A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde 93 90 96
A02 Grachtengordel-West 81 80 78
A03 Grachtengordel-Zuid 84 79 85
A04 Nieuwmarkt/Lastage 82 80 80
A05 Haarlemmerbuurt 87 94 87
A06 Jordaan 87 87 83
A07 De Weteringschans 85 83 79
A08 Weesperbuurt/Plantage 79 83 89
A09 Oostelijke Eilanden/Kadijken 98 98 101
E13/E12(B10/B11) Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt 97 99 101
E14 Staatsliedenbuurt 98 96 94
E16/E15 Centrale Markt/Frederik Hendrikbuurt 94 95 96
E17 Da Costabuurt 101 96 97
E18 Kinkerbuurt 96 98 98
E19 Van Lennepbuurt 99 98 96
E20/E22 Helmers-/Vondelbuurt 86 88 82
E21 Overtoomse Sluis 89 87 85
E37(E36) Landlust / Sloterdijk 108 107 107
E38 Erasmuspark 109 105 112
6
Tabel 11 Spanningenindex per buurtcombinatie, 2011-2013 (slot)
2011 2012 2013
E39 De Kolenkit 107 114 109
E40abc De Krommert 1 105 110 102
E40defg De Krommert 2 108 108 104
E41 Van Galenbuurt 113 111 108
E42 Hoofdweg e.o. 107 107 107
E43 Westindische Buurt 98 99 101
F76 Slotermeer-Noordoost 121 110 117
F77 Slotermeer-Zuidwest 114 111 111
F78(F75) Geuzenveld/Spieringhorn 114 113 114
F79 Eendracht 108 107 107
F81 Osdorp-Oost 117 112 111
F82 Osdorp-Midden 114 114 112
F83 De Punt 122 112 112
F84/F80 Middelveldsche Akerpolder/Lutkemeer/Ookmeer 105 102 107
F85 Slotervaart 111 112 102
K26 Diamantbuurt 105 102 98
K44 Hoofddorppleinbuurt 97 96 93
K45 Schinkelbuurt 95 90 89
K46 Willemspark 80 79 79
K47/K50 Museumkwartier/Duivelseiland 85 75 75
K48 Stadionbuurt 89 90 86
K49 Apollobuurt 88 79 80
K52 Scheldebuurt 85 83 88
K53 IJselbuurt 102 92 88
K54 Rijnbuurt 95 97 92
K90/K59 Buitenveldert-West/Station Zuid/WTC e.o. 86 91 88
K91 Buitenveldert-Oost 92 88 94
M27 Weesperzijde 97 98 92
M28 Oosterparkbuurt 104 101 99
M29 Dapperbuurt 107 105 105
M30 Transvaalbuurt 112 102 107
M31 Indische Buurt West 108 108 100
M32(M34) Indische Buurt Oost 110 108 120
M33 Oostelijk Havengebied 92 96 96
M35(IJburg) IJ-eiland e.o. 103 103 104
M55 Frankendael 89 90 98
M56 Middenmeer 87 84 94
M57/M58 Omval/Betondorp 102 108 99
N60 Volewijck 110 109 108
N61 IJplein/Vogelbuurt 109 108 107
N62/N63 Tuindorp Nieuwendam/Buiksloot 105 103 112
N65 Tuindorp Oostzaan 102 104 105
N66/N67 Oostzanerwerf/Kadoelen 100 104 95
N68 Nieuwendam-Noord 116 116 118
N69 Buikslotermeer 107 115 107
N70(N71) Banne/Buiksloterham 104 106 115
N73/N72/N64 Waterland/Nieuwendamham/dijken 91 81 92
T93 Bijlmer Centrum (D,F,H) 113 105 106
T94 Bijlmer Oost (E,G,K) 100 100 106
T95 Nellestein 99 90 89
T96(T92) Holendrecht/Reigersbos/Amstel III/Bullewijk 109 102 102
T97 Gein 104 100 97
T98 Driemond 85 88 92
7
Oudezijds Voorburgwal 300
1012 GL Amsterdam
Telefoon 020 251 0333
www.os.amsterdam.nl
Auteurs
Jolijn Broekhuizen
Josca Boers
1 Samenlevenmetverschillen.Overdeontwikkelingvan
eeninstrumentompolarisatieenvertrouweninbuurtente
meten.(2010)JolijnBroekhuizenenRonvanWonderen.
2 Hiermeebedoelenwe‘buurtcombinatie’.Amsterdam
bestaatuit97buurtcombinaties,waarvansommigezijn
samengevoegdvoordeberekeningvandeindex.Indeze
factsheetzalwordengesprokenover‘buurt’.
3 Bijvoorbeeld:bewonersuitOsdorp-Middenscoren
gemiddeldeen2,7opdeachtstellingen,de
gemiddeldescoreiseen2,4;Osdorp-Middenheeft
eenspanningenindexvan117punten.Descoreopeen
afzonderlijkitemkanvariërentussen1,helemaalniet
eensen5,helemaalmeeeens.Hoehogerdescore,
hoemeerbewonersheteenszijnmetdestellingendie
spanningenmeten,zoals‘ikvoelweleensspanningen
metbuurtgenotendieuiteenanderecultuurafkomstig
zijn’.Deantwoordcategorie‘weetniet,geenantwoord’
wordtbuitenbeschouwinggelaten.
4 Toekenningvankleurenvindtplaatsopbasisvande
standaarddeviatie.Dekleuroranjekennenwetoeindien
deindexscorehogerisdan100,maardeafwijkingvanhet
gemiddeldebinnenéénstandaarddeviatievalt.Dekleur
roodkennenwetoebijafwijkingenvanmeerdanéén
standaarddeviatie.Bijdekleurenlicht-endonkergroen
geldthetzelfdeprincipe,maarindatgevalisde
indexscorelagerdan100.
Noten