Expertmeeting smart

4
november 2011 schooldomein 24 Aan de vooravond van een revolutie Smartphones, iPads, mobiele apps. De technologische ontwikkelingen zijn niet meer te stoppen en raken het onderwijs in zijn diepste wezen. Leermiddelen zijn in kort tijdsbestek sterk veranderd. Leerlingen vinden informatie op een iPad, communiceren met hun docent via Twitter en ontmoeten hun vrienden op Facebook. Deze ontwikkelingen lijken een docent of een schoolgebouw zo langzamerhand volkomen overbodig te maken. Wat betekent dat voor de toekomst van het onderwijs? Een debat. Tekst Anje Romein Foto’s Kees Rutten Stelling 1: De docent blijft onmisbaar in zijn rol als leermeester. Daar kan geen enkele vorm van nieuwe technologie tegenop. De ervaren debater Edward van der Zwaag zwengelt de discussie aan en stelt zich ach- ter de stelling op. “De docent is onmisbaar als leermeester die zijn kennis en ervaring deelt, maar ook als sociaal vangnet fun- geert. Hij kent de leerlingen persoonlijk en is hun aanspreekpersoon bij problemen.” De docent is helemaal niet onmisbaar als leermeester, voorbeelden genoeg waar- uit het tegendeel blijkt, reageren Van der Zwaags opponenten. Kijk bijvoorbeeld naar de elektronische leeromgeving van Cultuurcampus Leidsche Rijn. Sibo Arbeek: “Leerlingen uit het voortgezet onderwijs organiseren hun eigen leerproces. Er komt geen boek meer aan te pas, alleen ICT. De enige rol van de docent is die van manager.” Ook Peter Stamps kent voorbeelden van virtuele scholen die goed functioneren. “In de VS zijn scholen waarbij de leerling de leraar fysiek niet ziet. Hooguit op Skype. De nieuwe generatie is gewend virtueel om te gaan met school en vriendschappen.” Het aanleren van vaardigheden wat spreekt uit de term ‘leermeester’ is al lang niet meer de rol van docenten, zegt Monique Spaan- sen. Zeker niet in het beroepsonderwijs, waar de docent vaak ver af staat van recente ontwikkelingen in de techniek en normen en waarden van de jeugd. “Toch zien veel docenten dat niet in. Zij overschatten hun eigen rol. Bij het aanleren van vaardigheden hebben leerlingen vaak meer aan jonge vak- mensen uit de beroepsgroep of ouderejaars leerlingen die dichter bij hun belevingswe- reld staan. Leerlingen kunnen praktische vaardigheden zelf aanleren, bijvoorbeeld met behulp van YouTube-filmpjes. Docen- ten moeten zich veel meer opstellen als organisator of coach.” Golfles Jammer dat de opleidingen nog niet aanslui- ten bij die nieuwe rol van de docent, vindt Marcel Kesselring. “Kennis ligt op straat, het is overal. Kinderen leren veel breder dan in het klaslokaal. Nu zitten docenten nog te beperkt op een eiland en worden pabo-stu- denten nog voor de oude rol opgeleid.” Toch moeten we de docent als leermeester ook weer niet helemaal afschrijven, vindt Theo Fledderus. Vakmanschap is niet vol- ledig met digitale techniek aan te leren. Hij illustreert dit aan de hand van zijn golfles. “Golfen kan ik voor een groot deel virtueel leren. Maar uiteindelijk heb ik een leraar nodig die mij corrigeert. Ik kan veel digitaal tot mij nemen, maar een docent heeft wel toegevoegde waarde.” Aanbevelingen: Door de opkomst van ICT is de rol van docenten verschoven van leermeester naar coach. Docenten moeten beter voor die rol worden toegerust De nieuwe rol van docenten moet veel meer tot uitdrukking komen in de oplei- dingen

description

 

Transcript of Expertmeeting smart

Page 1: Expertmeeting smart

november 2011schooldomein24

Aan de vooravond van een revolutieSmartphones, iPads, mobiele apps. De technologische ontwikkelingen zijn niet meer te stoppen en raken het onderwijs in zijn diepste wezen. Leermiddelen zijn in kort tijdsbestek sterk veranderd. Leerlingen vinden informatie op een iPad, communiceren met hun docent via Twitter en ontmoeten hun vrienden op Facebook. Deze ontwikkelingen lijken een docent of een schoolgebouw zo langzamerhand volkomen overbodig te maken. Wat betekent dat voor de toekomst van het onderwijs? Een debat. Tekst Anje Romein Foto’s Kees Rutten

Stelling 1: De docent blijft onmisbaar in zijn rol als leermeester. Daar kan geen enkele vorm van nieuwe technologie tegenop.De ervaren debater Edward van der Zwaag

zwengelt de discussie aan en stelt zich ach-

ter de stelling op. “De docent is onmisbaar

als leermeester die zijn kennis en ervaring

deelt, maar ook als sociaal vangnet fun-

geert. Hij kent de leerlingen persoonlijk en

is hun aanspreekpersoon bij problemen.”

De docent is helemaal niet onmisbaar als

leermeester, voorbeelden genoeg waar-

uit het tegendeel blijkt, reageren Van der

Zwaags opponenten. Kijk bijvoorbeeld

naar de elektronische leeromgeving van

Cultuurcampus Leidsche Rijn. Sibo Arbeek:

“Leerlingen uit het voortgezet onderwijs

organiseren hun eigen leerproces. Er komt

geen boek meer aan te pas, alleen ICT. De

enige rol van de docent is die van manager.”

Ook Peter Stamps kent voorbeelden van

virtuele scholen die goed functioneren. “In

de VS zijn scholen waarbij de leerling de

leraar fysiek niet ziet. Hooguit op Skype. De

nieuwe generatie is gewend virtueel om te

gaan met school en vriendschappen.”

Het aanleren van vaardigheden wat spreekt

uit de term ‘leermeester’ is al lang niet meer

de rol van docenten, zegt Monique Spaan-

sen. Zeker niet in het beroepsonderwijs,

waar de docent vaak ver af staat van recente

ontwikkelingen in de techniek en normen

en waarden van de jeugd. “Toch zien veel

docenten dat niet in. Zij overschatten hun

eigen rol. Bij het aanleren van vaardigheden

hebben leerlingen vaak meer aan jonge vak-

mensen uit de beroepsgroep of ouderejaars

leerlingen die dichter bij hun belevingswe-

reld staan. Leerlingen kunnen praktische

vaardigheden zelf aanleren, bijvoorbeeld

met behulp van YouTube-filmpjes. Docen-

ten moeten zich veel meer opstellen als

organisator of coach.”

GolflesJammer dat de opleidingen nog niet aanslui-

ten bij die nieuwe rol van de docent, vindt

Marcel Kesselring. “Kennis ligt op straat, het

is overal. Kinderen leren veel breder dan in

het klaslokaal. Nu zitten docenten nog te

beperkt op een eiland en worden pabo-stu-

denten nog voor de oude rol opgeleid.”

Toch moeten we de docent als leermeester

ook weer niet helemaal afschrijven, vindt

Theo Fledderus. Vakmanschap is niet vol-

ledig met digitale techniek aan te leren. Hij

illustreert dit aan de hand van zijn golfles.

“Golfen kan ik voor een groot deel virtueel

leren. Maar uiteindelijk heb ik een leraar

nodig die mij corrigeert. Ik kan veel digitaal

tot mij nemen, maar een docent heeft wel

toegevoegde waarde.”

Aanbevelingen:

• Door de opkomst van ICT is de rol van

docenten verschoven van leermeester

naar coach. Docenten moeten beter voor

die rol worden toegerust

• De nieuwe rol van docenten moet veel

meer tot uitdrukking komen in de oplei-

dingen

Page 2: Expertmeeting smart

Tekst Anje Romein Foto’s Kees Rutten

november 2011schooldomein 25

moeten wennen. “Voor de docent zijn het

middelen, voor leerlingen is het een way to

be, het zit in hun dna.”

Die generatiekloof tussen docent en leer-

ling klopt niet helemaal, brengt Monique

Spaansen er tegenin. “Jonge docenten pak-

ken de nieuwe technologie wél op, maar

je ziet ook docenten voor wie het te snel

gaat.” Leerlingen vergaren hun kennis an-

ders. Het is een ontwikkeling waar Erik van

Wel zich inmiddels bij heeft neergelegd.

“Ik was er in eerste instantie heel veront-

waardigd over dat jonge pabo-docenten

niet meer kunnen hoofdrekenen. Nu denk

ik: waar is het voor nodig? Iedereen heeft

een rekenmachine. Als je de hoogte van een

bedrag kunt aanvoelen en met moderne

apparaten en ICT kunt omgaan, ben je heel

waardevol.”

We moeten ook weer niet doorslaan door

altijd alles met ICT te doen. “Dat willen veel

leerlingen ook weer niet,” heeft Spaansen

ervaren. “Continu online zijn betekent

stilzitten, terwijl leerlingen beweging nodig

hebben. Fysieke beweging, maar ook afwis-

seling in hun hoofd. Studenten moeten ook

praktische vaardigheden leren als offertes

maken of onderhandelen.”

LandschappenMartien Heerlien vindt de stelling te gene-

raliserend. Hij wil onderscheid maken in

onderwijsniveaus. “In het basisonderwijs

worden moderne middelen, zoals interac-

tieve borden, gecombineerd met traditio-

neel lesgeven. In het middelbaar onderwijs

is dit nog helemaal niet zo doorgevoerd.

Overigens leren ze op de pabo´s nog steeds

niet met interactieve borden om te gaan.”

Basisschool, voortgezet onderwijs, de

universiteit: René Hoek noemt het verschil-

lende landschappen. “De digitale wereld

past niet in ieder landschap. Het grootste

gevaar van volledige digitalisering vind ik

het verlies van het zintuiglijke. Als je alleen

wordt opgeleid in een mechanische wereld,

verlies je gevoel voor wat je doet. Ik heb dat

gezien op de TU Delft. Studenten konden

EXPERTMEETING SMARTSibo Arbeek – ICSadviseurs, hoofdredacteur

Schooldomein

Martin Heerlien – sales manager onderwijs BIS

René Hoek – architect HET Architectenbureau

Theo Fledderus – Fledderus Advies

Marcel Kesselring – organisatieadviesbureau

Hutspot

Wim Mollema – verkoopmanager Schoots

Schoolborden

Monique Spaansen – beroepsonderwijs BMC

advies management

Peter Stamps – business development manager

Atos

Erik van Wel – architect BRT Architecten

Edward van der Zwaag – onderwijskundige,

trainer bij Colourful People (gespreksleider)

Stelling 2: ICT is voor de leerling, het krijtje en het (digitale) schoolbord zijn voor de leerkracht. Doceren is voor de docent, vergaren is voor de student.Van der Zwaag schetst een beeld van de

docent met een krijtje of hooguit een elek-

tronisch schoolbord. En de leerling die hem

aan alle kanten voorbij streeft met iPads en

smartphones. “Het kan toch niet zo zijn dat

we allemaal alleen nog digitaal communi-

ceren?” Volgens Arbeek zal hij daar toch aan

THEMA SMART

Namen onder de foto: v.l.n.r. René Hoek, Theo Fledderus, Erik van Wel

Page 3: Expertmeeting smart

november 2011schooldomein26

prachtige presentaties opstellen, maar bij

het maken van een simpel detail voor een

kozijn wisten ze niet goed wat ze aan het

doen waren. Vakmanschap leer je in de

praktijk, de digitale wereld is er voor de

herhaling.” Ook Wim Mollema breekt een

lans voor de docent. “De liefde en passie

voor het vak kan alleen een docent goed

overbrengen.”

Aanbevelingen:

• De rol van ICT in het onderwijs wordt

alleen maar groter. Probeer toch oog te

houden voor het zintuiglijke, vakman-

schap en passie voor het vak

• Pabo-studenten moeten beter worden

opgeleid in ICT-leermiddelen

Stelling 3: Het traditionele schoolge-bouw heeft zijn plaats als leerplaats bewezen. Vormgeving en kleurgebruik kunnen hooguit worden aangepast maar het traditionele klaslokaal blijft van essentieel belang.Van der Zwaag lokt met een paar vragen

rond deze stelling het debat verder uit. “Wat

heeft een leerling anno 2011 nog aan faci-

liteiten nodig? Met zijn laptop of iPad heeft

hij voldoende aan een stoel en een tafel.

Wat is nog de functie van een schoolgebouw

binnen al die ontwikkelingen waar we nu

mee worden geconfronteerd?”

“Ontmoeting,” reageert Fledderus. “De

school zorgt ervoor dat leerlingen ergens

bij horen en van elkaar leren. De kern is een

gevoel van erkenning. Daarvoor heb je een

ontmoetingsplek nodig, geen traditioneel

lokaal.” Veel hedendaagse schoolgebou-

wen hebben niks meer te maken met een

traditionele school, zegt ook Van Wel. “Een

schoolgebouw is veel vrijer dan vroeger. Het

is open, er is veel beweging. De sfeer is be-

langrijk. Het is de plek waar je de dag begint

en elkaar ontmoet.”

Samengevat: een leerling gaat ´s ochtends

naar school, ontvangt er zijn opdracht voor

die dag en voert deze ergens in een gebouw

uit. Kleine kantoren lijken het bijna. “Maar

geen grote leerdomeinen meer,” reageert

Arbeek. “Het gaat om kleine, georganiseerde

eenheden. Smart buildings met minder

vierkante meters en een efficiënter gebruik

van die gebouwen zodat de ruimte optimaal

wordt benut.” De schaalvergroting in het

onderwijs van enkele jaren geleden, waarbij

“Bij het aanleren van vaardigheden hebben leerlingen vaak meer

aan jonge vakmensen uit de beroepsgroep of ouderejaars leerlingen

die dichter bij hun belevingswereld

staan.”

V.l.n.r. Marcel Kesselring, Martin Heerlien, Edward van der Zwaag

Erik van Wel, Peter Stamps

Page 4: Expertmeeting smart

november 2011schooldomein 27

kinderen. ICT biedt daarin ook kansen. Met

goedgemaakte games kun je ICT ook inzet-

ten om het onderwijs weer avontuurlijker te

maken. ”

Ook Mollema vindt dat we niet moeten

somberen over de nadelige invloed van ICT

op de opgroeiende mens. “Je moet een kind

vertrouwen geven en op de gevaren wijzen.

Een leerling maakt zijn eigen keuzes, ook

voor sociale media.” De ontwikkelingen zijn

simpelweg niet meer te stoppen. Heerlien:

“We staan aan de vooravond van een tech-

nologische revolutie. Kijk eens naar de iPad.

Er is nog nooit een product geweest dat zo

snel is doorgevoerd in onze samenleving.

We gaan allemaal mee in de voortgang.

Ook scholen moeten beter anticiperen op

de mogelijkheden die deze tablets en apps

bieden.”

Dat betekent in ieder geval dat volwassenen

de plicht hebben die ontwikkelingen ook bij

te houden, sluit Van der Zwaag af: “Kinde-

ren snappen meer van moderne ICT dan

hun ouders en docenten. Ouders moeten

weer naar school om te leren begrijpen

waar hun kinderen mee bezig zijn. Genera-

ties begrijpen elkaar anders niet meer.”

Aanbevelingen:

• De ontwikkelingen zijn niet meer te stop-

pen, maak daarom slim gebruik van apps

en sociale media

• Gebruik ICT om het onderwijs weer avon-

tuurlijk te maken

• Zorg dat je als volwassene – ouders en do-

centen – de ontwikkelingen blijft volgen

heel veel leerlingen in één gebouw werden

ondergebracht, is verleden tijd denkt ook

Van Wel: “Gezien de mogelijkheden die ICT

biedt om met elkaar verbonden te zijn, is

dat alweer achterhaald.”

Website 1.0Al is hij zelf architect, Hoek is heel eerlijk

over de functie van die gebouwen: “Het

schoolgebouw speelt geen bepalende rol.

De kwaliteit van de docent en de orga-

nisatie bepalen het succes en de sfeer in

een school. Als architect faciliteer je alleen

maar.”

Kesselring valt hem bij. “Startpunt is de on-

derwijsvisie. Daar maak je een gebouw bij.

De betrokkenheid die je binnen een school

wilt creëren, kun je ook online versterken

met sociale media. Scholen maken daar nog

onvoldoende gebruik van. Ze hebben vaak

een website 1.0 die niet interactief is.”

Aanbevelingen:

• Zorg dat je schoolgebouw vooral ontmoe-

ting faciliteert

• Maak meer gebruik van sociale media om

betrokkenheid bij de school te vergroten

Stelling 4: De school van vandaag moet zorgen voor de vertaalslag van de innovatie van morgen. Alleen met voldoende euro’s kunnen we een slag vooruit maken.“Waar gaan we naartoe?,” vraagt debatlei-

der Van der Zwaag tot slot. Met een laptop

of tablet met internetverbinding kunnen

leerlingen en docenten overal met elkaar

overleggen en kennis uitwisselen. Een

megalomaan schoolgebouw in de periferie

van een stad of dorp is hopeloos ouderwets.

Werken doe je thuis of onderweg, naar

‘school’ ga je voor ontmoeting.

Van der Zwaag ziet gevaren in die ICT-

ontwikkeling. “Als het traditionele systeem

plat valt weten we niet wat we moeten.

Als het enige contact van jongeren nog via

Facebook verloopt, zie ik grote gevaren voor

de jeugd.”

Arbeek ziet ook nadelige gevolgen. Zijn

voorkeur gaat uit naar een school waar

nog wél uit boeken wordt geleerd. “Waar

elektronisch onderwijs niet de hoofdmoot

is. Leerlingen zijn verslaafd aan pingen

en Facebook. Ik stel: ICT maakt geestelijk

dood.” Hoek gaat voor een deel met hem

mee, maar benadert het van de positieve

kant. “Het avontuur is weg uit het leven van

THEMA SMART

“Je moet een kind vertrouwen geven en op de gevaren wijzen.”

Wim Mollema, René Hoek, Theo Fledderus