Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek...

15
Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs Expertmeeting voor een strategische onderzoeksagenda voor het Hoger Onderwijs – Utrecht, 21 april 2017 – Informatie voor de deelnemers

Transcript of Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek...

Page 1: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs

Expertmeeting voor een strategische onderzoeksagenda voor het Hoger Onderwijs – Utrecht, 21 april 2017 – Informatie voor de deelnemers

Page 2: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

2

Programma Tijd Programmaonderdeel Locatie (Domstad Utrecht) 09:00 Inloop 09:30 Opening: welkom en introductie door dhr. Jelle

Kaldewaij, directeur van het NRO Plenaire zaal (tweede verdieping)

09:45 Introductie op de drie thema’s voor 2018: drie pitches Gelijke Kansen en toegankelijkheid

E. Klatter, Hogeschool Rotterdam

Kleinschalig onderwijs & studentenwelzijn

N. Gubbels, Inholland hogeschool & J. Dopmeijer, Windesheim

Relatie met de samenleving A. Wilson, University College Leiden

Plenaire zaal

10:00 Vraagarticulatie in groepen Subzalen (tweede verdieping) 10:45 Pauze / Koffie 11:00 Plenaire presentaties per groep: 2 min per poster – 1

min voor vragen. Plenaire zaal

11:20 Hoe nu verder? – Jelle Kaldewaij over het proces tot een Call for Proposals in 2018 en de bredere agenda voor 2019 en verder

Plenaire zaal

11:30 Brainstorm voor de agenda vanaf 2019 Groepsgesprekken over het hoger onderwijs in 2025, en de kennis & kunde die daarvoor nodig is

Plenaire zaal

12:15 Delen van bevindingen en afronding van de expertmeeting

Plenaire zaal

12:30 Lunch Lounge (eerste verdieping) 13:30 Einde

Page 3: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

3

Welkom, bij de eerste expertmeeting ter voorbereiding op het NRO subsidieprogramma onderzoek naar en voor het Hoger Onderwijs. Vanaf 2018 zet het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) onderzoek uit naar het Hoger Onderwijs. Dit onderzoek is bedoeld om de kwaliteit van het Nederlandse Hoger Onderwijs (verder) te verbeteren. Het onderzoek dient aan te sluiten bij de kennisvragen die de professionals in het HO (lectoren, docenten, bestuurders, beleidsmedewerkers, en óók de studenten) zich stellen. Welke ontwikkelingen signaleren zij in de samenleving , in hun eigen kennisinstelling en in het Nederlandse Hoger Onderwijs? Welke kennis en kunde zijn nodig om hier op in te kunnen spelen? Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te brengen. We spreken vanochtend over kennisvragen binnen de al vastgelegde thema’s voor 2018 én over de bredere agenda voor 2019 en verder. In dit boekje vindt u achtergrondinformatie over de thema’s en het proces. Na afloop hopen we samen met u binnen de drie vastgestelde thema’s enkele wezenlijke kennisvragen voor 2018 te hebben kunnen formuleren. Het resultaat van het tweede gedeelte van het programma zal dienen als input voor de prioriteiten in de onderzoeksagenda Hoger Onderwijs. Het NRO zal e.a. in een verslag van de ochtend uitwerken, wat ook aan de deelnemers van deze ochtend zal worden verzonden. Daarnaast dient deze ochtend natuurlijk óók voor informele ontmoeting tussen vak- en sectorgenoten: we nemen de tijd voor een netwerklunch en achterin dit boekje vindt u de deelnemerslijst. Wij zien uit naar een inspirerende ochtend, Jelle Kaldewaij, directeur NRO Gitta Snijders, programmasecretaris NRO Judith Huisman, programmasecretaris NRO

Page 4: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

4

Inhoud

Welkom, .................................................................................................................................................................. 3

Deel 1. HO-onderzoek in 2018: drie thema’s .......................................................................................................... 5

Thema’s ........................................................................................................................................................... 5

Vormen van het onderzoek ............................................................................................................................. 5

In kaart brengen van úw kennisvraag ............................................................................................................. 5

Deel 2. Een brede onderzoeksagenda voor het HO in 2019 en verder ................................................................... 6

Wat gaan we doen: ......................................................................................................................................... 6

Bijlage: Achtergrond en Inspiratie ........................................................................................................................... 7

1. (Nieuwe) vragen aan en over het Hoger Onderwijs in Nederland ........................................................ 7

2. De thema’s in de Onderzoeksagenda voor het Hoger Onderwijs ......................................................... 8

3. Voorstellen voor onderzoek. Inspiratietekst 1: Learning Analytics (door SURF) .................................. 9

4. Voorstellen voor onderzoek. Inspiratietekst 2 : Internationalisering (door Nuffic) ............................ 10

5. Vormen van (onderwijs-)onderzoek – beknopt overzicht door het NRO ............................................ 12

6. Een stevige kennisinfrastructuur ......................................................................................................... 12

Deelnemerslijst ..................................................................................................................................................... 13

Page 5: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

5

Deel 1. HO-onderzoek in 2018: drie thema’s In 2018 kan via het NRO in totaal €1.800.000 toegekend worden aan onderzoeksprojecten naar het Hoger Onderwijs. Een dergelijk budget vraagt om het vaststellen van prioriteiten; zowel inhoudelijk/thematisch als in de vorm van het onderzoek dat uitgevoerd zal worden.

Thema’s In samenspraak met de VSNU, de VH en de studentenbonden hebben het NRO en het ministerie van OCW drie thema’s binnen het HO geselecteerd die dringend om nader onderzoek vragen. Deze thema’s zijn:

a) Toegankeliikheid, mede in het licht van mbo-hbo doorstroom, selectie matching en diversiteit b) Kleinschalig onderwijs, het optimaal inrichten van kleinschalig onderwijs (klein binnen groot)

en het daarmee bevorderen activerende werkvormen, in combinatie met studentenwelzijn (binnen het onderwijs);

c) Hoger onderwijs in sterkere verbinding met de samenleving. Community engagement, service learning en de bijdrage hiervan aan de bredere algemene vorming van studenten

Vormen van het onderzoek In gesprekken tussen onderzoekers en het NRO is gebleken dat deze thema’s en dit budget (waarschijnlijk) vragen om relatief kortlopend praktijkgericht onderzoek, waarin onderzoekers en docenten nauw samenwerken, en (enkele) overzichtsstudies, kleinschalige onderzoeksprojecten om door middel van (voornamelijk) literatuurstudie en/of analyse van bestaande datasets bestaande kennis beter in kaart te brengen. Wij zijn benieuwd naar uw visie hier op.

In kaart brengen van úw kennisvraag Wij hebben enkele van uw collega’s bereid gevonden de thema’s in te leiden met een korte en prikkelende pitch. Allen zijn werkzaam op onderzoek binnen de thema’s. Na hun pitches bent u zelf aan het woord. Aan zes tafels, verdeeld over de thema’s, vragen we u met uw tafelgenoten te spreken over deze vragen:

• Welke kennis heb je nodig om het onderwijs op deze gebieden te verbeteren? Spelen, op dit gebied in het HBO en WO dezelfde of verschillende vragen?

• Wat voor soort onderzoek zou hier goed bij passen? • Wat zou de rol van de docent/onderwijskundig adviseur et. kunnen zijn in het onderzoek?

Eén door u zelf aangewezen persoon per tafel deelt vervolgens de opbrengst met de rest van de aanwezigen. De pitches worden als volgt verzorgd: A. Toegankelijkheid van het onderwijs, mede in het licht van mbo-hbo doorstroom, selectie matching en diversiteit

Spreker: dr. Ellen Klatter

B. Studentenwelzijn (binnen het onderwijs) en kleinschalig onderwijs, het optimaal inrichten van kleinschalig onderwijs (klein binnen groot) en het daarmee bevorderen activerende werkvormen.

Sprekers: Nikkie Gubbels, MSc en Jolien Dopmeijer, MSc

C. Hoger onderwijs in sterkere verbinding met de samenleving: Community engagement, service learning en de bijdrage hiervan aan de bredere algemene vorming van studenten

Spreker: dr. Ann Wilson

Page 6: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

6

Deel 2. Een brede onderzoeksagenda voor het HO in 2019 en verder Het doel van de meerjarenagenda voor onderzoek naar het Hoger Onderwijs is uiteindelijk de verdere verbetering van de kwaliteit van het Nederlandse Hoger Onderwijs. Leidraad voor de onderzoeksagenda is de Strategische Agenda Onderwijs en Onderzoek in het HO, gepubliceerd door het ministerie van OCW, De waarde(n) van weten. De onderzoeksagenda is dermate breed dat we, willen we in de toekomst het soort onderzoek uitzetten dat goed aansluit bij de kennisbehoefte in het veld, de thema’s verder moeten specificeren. Het tweede gedeelte van deze bijeenkomst dient als input daarvoor. Voor de thema’s Learning Analytics en Internationalisering hebben respectievelijk SURF en Nuffic voorbeelden/voorstellen voor verdere specificatie beschreven. De onderzoekslijnen die uit de Waarde(n) van weten voortkomen en de voorstellen van SURF en Nuffic vindt u in de bijlage op de volgende pagina’s ter inspiratie. Ook vind u daar beschrijvingen van de soorten onderzoek die het NRO uitzet en het belang van stevige kennisinfrastructuur.

Wat gaan we doen: In de zaal hangen aan de vier wanden vier lange stroken papier. Op deze vellen zullen we de paden uittekenen. Dat doen we als volgt: 1. In trefwoorden een toekomstbeeld te schetsen: wat voor onderwijs zien we voor ons in 2025?

Schrijf dit op aan het rechter uiteinde van het vel 2. een kort beeld te schetsen van de huidige praktijk, bijv. door ‘best practices’ die u nu kent op te

schrijven, aan de uiterste linkerkant van het veld 3. vervolgens gaat u met de andere aanwezigen in gesprek over welke kennis en kunde (en

daarmee wat voor onderzoek) nodig is om van de huidige praktijk tot de gewenste situatie in 2015 te komen. Ook dit schrijft u op het vel.

Tijdens de sessie kunt u rondlopen en op verschillende vellen schrijven.

Page 7: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

7

Bijlage: Achtergrond en Inspiratie

1. (Nieuwe) vragen aan en over het Hoger Onderwijs in Nederland

Het hoger onderwijs zal studenten steeds meer moeten voorbereiden op een wereld die onvoorspelbaarder wordt en een die drijft op nieuwe technologieën. Waar routine en stabiliteit aan waarde verliezen, neemt het belang van wendbaarheid en creativiteit van professionals toe. Daarnaast neemt de omvang en complexiteit van diversiteit in de grote stedelijke regio’s en het hoger onderwijs toe. Een één-op-één gebruiksaanwijzing hoe hier mee om te gaan, is er niet. De oplossingen zullen uit meerdere hoeken moeten komen. Tegen deze achtergrond is in 2015 De waarde(n) van weten, een Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs tot stand gekomen, leidend tot de volgende onderzoeksprogramma’s:

- Kwaliteit van onderwijs - Toegankelijkheid, talentontwikkeling en diversiteit - Relatie met de samenleving - Stelselontwikkeling hoger onderwijs

Deze programma’s sluiten ook goed aan bij de Strategische Agenda die de VSNU, de VH, het ISO en de LsvB publiceerden onder de titel: Gemeenschappelijke Agenda Hoger Onderwijs. Zij formuleerden samen de volgende doelstellingen:

- Intensiever en kleinschalig onderwijs - Meer en betere begeleiding van studenten - Inzet op talentontwikkeling: binnen en buiten de studie - Passende en goede onderwijsfaciliteiten - Verdere professionalisering docenten

Daarmee lijken de hoofdthema’s voor het hoger onderwijs goed afgedekt te worden, maar prioritering is nodig. Sommige thema’s zijn urgenter dan andere. Wat nodig is, is een goed doordacht onderzoeksprogramma voor de komende jaren.

Page 8: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

8

Het Ministerie van OCW en het NRO kunnen een dergelijk programma gebruiken als richtinggevend voor het onderzoek dat zij uitzetten. Ook kan het programma een rol spelen in gesprekken met het CPB, SCP, CBS en de Onderwijsraad over het door hen uit te voeren onderzoek. Het programma zal complementair zijn aan de onderzoeken door of via de NVAO en de Inspectie van het Onderwijs. Tenslotte kan het programma ook inspiratie bieden aan onderzoekers naar hoger onderwijs binnen universiteiten en hogescholen.

2. De thema’s in de Onderzoeksagenda voor het Hoger Onderwijs A. Onderzoeksprogramma: Kwaliteit van het onderwijs Het onderzoeksprogramma ‘Kwaliteit van het onderwijs’ bestaat uit de volgende onderzoekslijnen:

1. Vernieuwing van leerdoelen, leeropbrengsten en eindtermen 2. Rijke leeromgevingen voor iedereen 3. Kwaliteit van toetsing en feedback 4. Studentenwelzijn 5. Docenten en onderwijsleiders: professionalisering

B. Onderzoeksprogramma Toegankelijkheid, talentontwikkeling en diversiteit Het onderzoeksprogramma ‘Toegankelijkheid, talentontwikkeling en diversiteit’ bestaat uit de volgende onderzoekslijnen:

1. Toegankelijkheid 2. Overgang VO/MBO – HO: selectie, overgangsperikelen, sociaal leenrecht 3. Studiesucces 4. Talentprogramma’s 5. Diversiteit

C. Onderzoeksprogramma Relatie met de samenleving Het onderzoeksprogramma ‘Relatie met de samenleving’ bestaat uit de volgende onderzoekslijnen:

1. Centers of expertise, learning labs, academische werkplaatsen 2. Samenleving verbinden met curriculum 3. Responsiviteit

D. Onderzoeksprogramma: Stelselontwikkeling hoger onderwijs Het onderzoeksprogramma ‘Stelselontwikkeling hoger onderwijs’ bestaat uit de volgende onderzoekslijnen:

1. Profilering van en diversiteit tussen sectoren en instellingen 2. Bestuurlijke verhoudingen overheid – instellingen 3. Internationale positionering Nederlands hoger onderwijs 4. Onderwijsvernieuwingen 5. Opleidingenaanbod

Page 9: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

9

3. Voorstellen voor onderzoek. Inspiratietekst 1: Learning Analytics (door SURF)

Hoe kunnen data worden gebruikt om het onderwijs te verbeteren? De betekenis van data wordt groter in allerlei gebieden van ons leven. Dankzij analyse van data weten we wanneer iemand anders onze creditcard gebruikt, hebben we inzicht in onze sportprestaties en hebben we meer eigen sturing over onze gezondheid. Ook in het hoger onderwijs liggen de data bij wijze van spreken voor het oprapen. Vanaf het moment dat een student zich oriënteert op de website van de hogeronderwijsinstelling tot het moment dat hij als alumnus wordt geregistreerd, laat hij een digitaal spoor na. Studenteninformatiesystemen, de online leeromgeving en de bibliotheek, maar ook bijvoorbeeld wearables van studenten zelf, genereren een veelheid aan potentieel interessante data. Wat kan het gebruik van data voor het hoger onderwijs betekenen? Kan dat ook een positief effect op het onderwijs hebben? En zo een bijdrage leveren aan het verbeteren van studiesucces en het terugbrengen van het studie-uitval? Het antwoord hierop lijkt bevestigend: nog nooit was het mogelijk om de student zo nauwkeurig te volgen in gedrag en ook de historie van het gedrag vast te leggen. Tegelijkertijd is de vraag of en hoe deze data zo geïnterpreteerd kunnen worden, dat hieruit aanwijzingen voor docenten en studenten kunnen worden gedestilleerd. Het verzamelen, analyseren en rapporteren van data van studenten en hun omgeving om zo het onderwijs en de omgeving waarin dit onderwijs plaatsvindt te begrijpen en verbeteren, wordt learning analytics genoemd. Natuurlijk is het verzamelen, analyseren en rapporteren van data uit leeromgevingen niet zo eenvoudig als hier voorgesteld. Er zijn onderwijskundige, ethische, juridische en technische uitdagingen die meer duidelijkheid behoeven. Daarnaast moet nog duidelijker worden welke studiedata betekenisvol zijn om het leerproces te verbeteren. Het gaat niet alleen om het ontdekken van patronen in grote hoeveelheden data, maar om de vertaling van analyses naar zinvolle interventies. De belofte van het gebruik van studiedata om studiesucces te vergroten lijkt groot, maar er is nog veel onderzoek nodig om die belofte in te kunnen lossen. Nieuw onderzoek Experts1 geven aan dat nieuw onderzoek zich zou moeten richten op inzicht in welke data een bijdragen kunnen geven aan studiesucces en kwaliteit van onderwijs. Hoe kun je learning analytics effectief inzetten in het onderwijs? Ga je hierbij uit van de beschikbare data en het ontdekken van patronen binnen die data? Of neem je een specifieke onderwijskundige vraag als uitgangspunt? Welke studiedata zijn betekenisvol voor het verbeteren van het leerproces? Moet je alles willen weten of is minder informatie informatiever dan meer? Of het verbeteren van de cursus? Hoe vertaal je analyses naar zinvolle interventies? Op welke manier kan de student daadwerkelijk een stap verder geholpen worden in zijn studieproces? Wat zijn de effecten van het gebruik van learning analytics in het onderwijs?

1 Zie ook het rapport dat is gemaakt naar aanleiding van een expertsessie over Learning Analytics in oktober 2016: “Towards data driven higher education”, SURF – NRO Report, December 2016.

Page 10: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

10

4. Voorstellen voor onderzoek. Inspiratietekst 2 : Internationalisering (door Nuffic) Internationalisering van het hoger onderwijs Inleiding De internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs staat hoog op de agenda. Volgens OCW en VH/VSNU beleid heeft internationalisering van het hoger onderwijs een cruciale rol in het ontwikkelen van vaardigheden voor goed functioneren in de internationale samenleving en arbeidsmarkt. Met ‘internationalisering van het onderwijs’ bedoelen we het doelbewust integreren van een internationale, interculturele en globale dimensie in het doel, de functies en het aanbod van onderwijs, om de kwaliteit van onderwijs en onderzoek (waar relevant) te verhogen en een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de samenleving (Knight, 2004). Daarbij wordt internationalisering van het onderwijs ingezet als strategie en didactische benadering, bijvoorbeeld via internationale studenten- en stafmobiliteit en internationalisering van het curriculum. Niet alleen in Nederland, maar ook in termen van Capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden. Uit onderzoek blijkt dat internationalisering van het onderwijs positieve effecten beoogt voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. De bijdrage van internationalisering aan de Nederlandse (kennis)economie wordt gezien als steeds belangrijker. Motivaties van instellingen om te internationaliseren en de manieren waarop zij dit doen variëren, afhankelijk van onder meer instellingsprofiel en context. Belang onderzoek Internationalisering Strategische beslissingen op het gebied van internationalisering vinden momenteel nog beperkt plaats op basis van onderzoeksresultaten. Onderzoek naar internationalisering in het hoger onderwijs is incidenteel, gefragmenteerd en gebaseerd op kleine onderzoekspopulaties. Een systematisch inzicht in de relatie tussen internationaliseringsactiviteiten en realisatie van doelstellingen ontbreekt. Dit heeft geleid tot een beperkte generaliseerbaarheid van onderzoeksresultaten, weinig inzicht in causale verbanden en resultaten die elkaar tegenspreken. Stand van zaken Onderzoek vindt grotendeels op drie terreinen plaats namelijk naar 1. internationaliseringsactiviteiten, 2. Ontwikkeling van internationale en interculturele vaardigheden en 3. de impact van internationalisering. Zo is er relatief veel onderzoek gedaan naar mobiliteit van studenten met name tevredenheidsonderzoeken en evaluaties van programma’s (zoals Erasmus+), Onderzoek naar de rol van online methoden in internationalisering van het onderwijs in Nederland en naar transnationaal onderwijs is er nauwelijks. Dit geldt ook voor onderzoek naar welke internationaliserings-benaderingen werken in een bepaalde context en waarom. In het kader van gelijke kansen komt in toenemende mate de vraag naar voren op welke manier en met welke vormen internationalisering een zo breed mogelijke groep studenten kan bereiken. Binnen het tweede onderzoeksthema is aangetoond dat voor de ontwikkeling van interculturele vaardigheden zowel een internationale activiteit (bijv. mobiliteit) als een pedagogische benadering, waarin studenten reflecteren op hun interculturele ervaring en daar betekenis aan toekennen, nodig zijn (Vande Berg, Paige & Hemming Lou, 2012). In hoeverre deze twee aspecten in de praktijk worden gecombineerd is nog onduidelijk. De meeste onderzoeken naar de waarde van internationale vaardigheden baseren zich (grotendeels) op percepties van afgestudeerden en werkgevers (bijv. Europese Commissie 2010, 2014; Kostelijk et al., 2015; Walenkamp et al., 2015). Afgestudeerden, en soms ook werkgevers, vinden interculturele vaardigheden van belang. Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse afgestudeerden met buitenlandervaring relatief hogere taal- en interculturele vaardigheden hebben, vaker in een internationale setting en op een hoger niveau werken dan andere studenten. Onduidelijk is of de internationale ervaring hierin de bepalende factor is of dat dat persoons- of omgevingsfactoren zijn. Tenslotte is er in toenemende mate aandacht voor onderzoek naar impact van internationalisering, met een focus op economische impact. Inkomende diplomastudenten zijn gunstig voor de Nederlandse economie; daarnaar is uitgebreid onderzoek gedaan (CPB, 2012). Buitenlandse studenten halen ook hogere cijfers en studeren sneller af (SER, 2010). Het effect daarvan op de kwaliteit van het Nederlands onderwijs als geheel is nog niet onderzocht. Ook is onduidelijk of het belang dat werkgevers aan internationale vaardigheden hechten ook tot uitdrukking komt in een betere arbeidsmarktpositie van afgestudeerden met die vaardigheden. Er is

Page 11: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

11

enig onderzoek naar onderwijskundige impact op studenten (bijv. n.a.v. internationale stafmobiliteit), maar nauwelijks naar maatschappelijke impact. Mogelijkheden voor verder onderzoek Onderzoek naar internationaliseringsactiviteiten

• Waarom leiden bepaalde internationaliseringsactiviteiten tot de beoogde doelen en andere niet? In welke opzichten is de context bepalend?

• Hoe draagt internationalisering van het onderwijs bij aan de studentcompetenties? • Wat is de impact internationalisering op de algemene kwaliteit van onderwijs en onderzoek? • Hoe kunnen doelen voor het Nederlandse onderwijs worden verenigd met doelen van

capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden?

• Aan welke randvoorwaarden (in termen van personeelscapaciteit, beleid en voorzieningen) moet worden voldaan voor succesvolle internationalisering? En op welke wijze is dit contextafhankelijk?

• Inclusiviteit van een buitenlandervaring (gender, opleidingsniveau ouders, etnische achtergronden). • Inzicht in het ‘stapelen’ van internationaliseringactiviteiten: vormen van internationalisering at home,

de international classroom en/of een individuele buitenlandervaring. Zijn de opbrengsten cumulatief? Onderzoek naar internationale vaardigheden

• Hoe kunnen – binnen de vakgebieden en programma’s – de interculturele vaardigheden systematisch worden gedefinieerd en bereikt, in de context van de vakgebieden én de multiculturele globale samenleving?

• Hoe kunnen interculturele vaardigheden effectief en structureel worden geïntegreerd in de beschrijving van leeruitkomsten, de pedagogische interventies en de toetsing van vaardigheden?

• Hoe vindt de ontwikkeling van interculturele vaardigheden plaats en welke interventies zijn effectief in de context van Internationalisation at Home, mobiliteit en internationalisering van het curriculum?

• Welke methodes van toetsing van de ontwikkeling van interculturele vaardigheden zijn passend voor verschillende typen gebruik en welke moeten ontwikkeld worden?

Onderzoek naar impact van internationalisering

• Longitudinaal onderzoek naar de effecten van verschillende vormen van internationalisering in het onderwijs (alle sectoren) op onderwijskwaliteit, arbeidsmarktpositie en maatschappelijke betrokkenheid.

• In hoeverre en onder welke omstandigheden draagt internationalisering van het onderwijs bij aan versterking van de eenheid en wederzijds begrip in een multiculturele maatschappij?

• In hoeverre en onder welke omstandigheden draagt internationalisering van het onderwijs bij aan

• versterking van de Nederlandse (kennis)economie? • Welke impact hebben internationaliseringsactiviteiten op de verdere studieloopbaan, levensloop en

arbeidsmarktperspectief?

• Effecten van voertaal (ENG/NLD) in ho-programma’s op het studiesucces (nominale afstudeer-tijd en gemiddeld eindcijfer), gekoppeld aan studentenoordelen over onderwijs in deze programma’s.

• Effecten van diversiteit (van herkomstlanden) in ho-studieprogramma’s, op studiesucces en studentenoordelen.

• Neveneffecten van een buitenlandverblijf: hogere afstudeercijfers, andere ontwikkeling van de carrière op de binnen- en buitenlandse arbeidsmarkt etc.

• De impact van transnationaal hoger onderwijs (internationale joint programmes, online programma’s in het buitenland) op arbeidsmarkt- en interculturele vaardigheden van studenten.

Page 12: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

12

5. Vormen van (onderwijs-)onderzoek – beknopt overzicht door het NRO

Afhankelijk van de vraagstelling zijn diverse soorten van onderzoek en gebruik van verschillende instrumenten binnen het onderzoek mogelijk.

Vragen uit de onderwijspraktijk: praktijkonderzoek of praktijkgericht onderzoek Veel vragen over het hoger onderwijs zijn gericht op de praktijk. Hierbij komt de vraag voort uit de onderwijspraktijk en verrichten docenten en/of onderwijsleiders onderzoek naar hun eigen onderwijs. Dit wordt ook wel ‘scholarly onderzoek’ of praktijkonderzoek genoemd. Uiteraard worden deze docenten en onderwijsbegeleiders in hun onderzoek ondersteund door onderzoekers die ervaring hebben met onderwijsonderzoek. Bij praktijkgericht onderzoek verricht de onderwijsonderzoeker het onderzoek, maar wordt de onderzoeksvraag met docenten en/of andere betrokkenen bij de onderwijspraktijk geformuleerd waarna er in diezelfde onderzoekspraktijk onderzoek wordt gedaan. Zowel bij praktijkonderzoek als praktijkgericht onderzoek is het de bedoeling om tot inzichten te komen die ook relevant zijn voor andere opleidingen of onderwijsinstellingen. Dergelijk onderzoek zou –bij externe financiering- aangevraagd moeten worden door een consortium van onderwijsuitvoerders en onderwijsonderzoekers. (In het geval van HO zijn dat vaak collega’s in dezelfde instelling, maar het kunnen ook onderzoekers uit andere instellingen dan de te onderzoeken opleidingen zijn.)

Verdieping van theoretische kennis: fundamenteel onderzoek De ontwikkeling van het hoger onderwijs is ook gediend met verdieping van theoretische inzichten in dit onderwijs via meer fundamenteel onderzoek. Hierbij kan het gaan om de ontdekking en ontrafeling van de essentiële kenmerken van (goed) tertiair onderwijs; ook kan dit onderzoek licht werpen op de vraag waarom bepaalde didactische aanpakken of een specifieke inrichting van het onderwijs beter werken dan andere. Hierbij gaat het dus niet alleen om de vraag of een bepaalde werkwijze tot betere resultaten leidt, maar ook waarom dat zo is: wat de werkzame factoren in deze werkwijze zijn. Hierbij zijn ook verbindingen mogelijk met cognitie-onderzoek: met welke mogelijkheden en beperkingen in het menselijk brein moet het hoger onderwijs rekening houden?

Overige soorten van onderzoek; experimenteel, data-analyses en (internationale) overzichtsstudies Als verdere specifieke vorm kan nog experimenteel onderzoek genoemd worden, waarbij bepaalde vernieuwingen worden ingezet als een interventie die vergeleken kan worden met een situatie zonder die interventie. Daarnaast kunnen data-analyses op basis van cohorten studenten antwoorden geven op vragen over effecten van bepaalde maatregelen op de in-, door- en uitstroom van studenten. Dit vereist dat deze cohorten in beeld gebracht kunnen worden en dat relevante aspecten van hun opleidingen (zoals eisen bij toelating of na het eerste jaar) daaraan gekoppeld kunnen worden. Ook voor andere vragen is het mogelijk om nader onderzoek te doen naar reeds aanwezige en relevante data. Student of learning analytics is hierbij een zeer interessante ontwikkeling. Ten slotte is op tal van onderwerpen is (internationaal) al veel bekend, maar niet altijd is deze kennis goed toegankelijk. Via gerichte overzichtsartikelen zou in deze behoefte kunnen worden voorzien. Al deze soorten onderzoek kunnen relevant zijn: afhankelijk van de vraag moet bekeken worden wat het meest geëigende onderzoek hiervoor is.

6. Een stevige kennisinfrastructuur Om afstemming tussen de verschillende onderzoeksactiviteiten en onderzoekers mogelijk te maken is daarnaast een kennisinfrastructuur nodig. Het NRO, OCW en verschillende instellingen zijn in gesprek over het opzetten van een dergelijke structuur. Hierbij wordt onder andere gedacht aan (verbeterde) toegankelijkheid van databestanden, het vormen van netwerken (online en offline) en een eventueel nieuw op te zetten (online) platform.

Page 13: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

Deelnemerslijst

Naam Instelling Functie E-mail Jan Aarts Universiteit Leiden Hoogleraar experimentele natuurkunde [email protected] Nursel Akdeniz Saxion Docent [email protected] Christiaan van den Berg OCW Beleidsadviseur [email protected] Bas Blom Rijksuniversiteit Groningen Docent/onderzoeker Pedagogiek en

Onderwijskunde [email protected]

simone Boogaarts HAN Docent [email protected] Nico Bos Rijksuniversiteit Groningen-

UMCG Hoogleraar internationalisering onderwijs medische wetenschappen

[email protected]

Chantal Brans TU/e / 4TU.CEE Coordinator [email protected] Hester Brauer Haagse Hogeschool Docent-teamleider [email protected] Anja van den Broek ResearchNed Directeur [email protected] Perry den Brok TU/e (4TU Centre for

Engineering Education) Hoogleraar-directeur [email protected]

Mesut Çifçi NRO Stagiair [email protected] Hanke Dekker UMCG Hoofd onderwijsontwikkeling [email protected] Mirte Disberg-van

Geloven Universiteit Twente onderzoeker [email protected]

Jolien Dopmeijer Hogeschool Windesheim Docent/onderzoeker [email protected] Pascal van Gerven Maastricht University universitair hoofddocent [email protected] Nellie van de Griend TU Delft Hoofd Student en Docent Voorzieningen [email protected] Nikkie Gubbels Hogeschool Inholland Onderzoeker lectoraat Studiesucces [email protected] Marjolein Hassink NHTV Breda Beleidsmedewerker onderwijs [email protected] Anne Hemker UvA junior onderzoeker [email protected] Pia Hindriks Radboud Universiteit Nijmegen

& NRO Student & Stagair [email protected]

Maarten Hogenstijn Hanzehogeschool Groningen senior onderzoeker [email protected]

Page 14: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

14

Peter de Jong Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)

Stafadviseur/Onderzoeker [email protected]

Jan Kamphorst Hanzehogschool Groningen Onderwijsadviseur/onderzoeker [email protected] Rutger Kappe Hogeschool Inholland Lector studiesucces [email protected] Lucy Kerstens Hogeschool van Amsterdam Manager Kenniscentrum Faculteit

Business en Economie [email protected]

Mariska Knol UvA / Bureau Hoger Onderwijskunde

onderwijskundig adviseur / opleider / onderzoeker

[email protected]

Albert van der Kooij NHL Hogeschool Programmamanager Frisian Design Factory

[email protected]

Wietske Kuijer-Siebelink

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, faculteit Gedrag, Gezondheid en Maatschappij

Hoofddocent en onderzoeker [email protected]

Marcel Lemmen Hogeschool de Kempel Lid College van Bestuur [email protected] Hannah Leyerzapf VU Medisch Centrum

Amsterdam promovendus en docent [email protected]

Norbert Ligterink Nuffic onderzoeksdocent internationaliseren [email protected] Mieke Lopes

Cardozo Universiteit van Amsterdam Universitair Docent [email protected]

Jeroen Lutters ArtEZ lectoraat kunst- en cultuureducatie

lector [email protected]

Christel Lutz University College Utrecht, Universiteit Utrecht

UHD Psychology, Teaching Fellow [email protected]

Lucas Meijs Erasmus University, Rotterdam School of Management

Hoogleraar [email protected]

Kelly Meusen HZ University of Applied Sciences

Lector [email protected]

Lisette Munneke Hogeschool Utrecht Hogeschoolhoofddocent Lectoraat Methodologie van Praktijkgericht onderzoek

[email protected]

Loek Nieuwenhuis HAN, Kenniscentrum Kwaliteit van Leren

Lector [email protected]

Jan Nijhuis Universiteit Maastricht Onderzoeker / Beleidsmedewerker [email protected]

Page 15: Expertmeeting onderzoek naar het Hoger Onderwijs · Deze eerste expertmeeting dient om het gesprek over deze vragen en het soort onderzoek(en) dat deze vragen vereisen, op gang te

15

Ineke Oenema-Mostert

Stenden university of applied sciences

Lector [email protected]

Helma Oolbekkink-Marchand

Radboud Universiteit Universitair docent [email protected]

Iris Ossenblok NHTV Beleidsmedewerker [email protected] Pierre Poell Hogeschool Inholland Beleidsadviseur [email protected] Jan Paul van Staaduinen TU Delft . [email protected] Anja Tertoolen iPabo manager onderzoekscentrum [email protected] Greetje Timmerman Rijksuniversiteit Groningen hoogleraar [email protected] Jan van der Veen Universiteit Twente Hoofd Centre for Engineering Education [email protected] Petra Verdonk VUmc UHD [email protected] Marijke van Vijfeijken Hogeschool Arnhem Nijmegen senior-onderzoeker [email protected] Irene Visscher-

Voerman Universiteit Twente Hoofd Centre of Expertise in Learning

and Teaching [email protected]

Wendy de Visser ArtEZ hogeschool voor de kunsten

Managementassistent Lectoraten [email protected]

Jules Warps ResearchNed senior onderzoeker [email protected] Ann M Wilson Leiden University College Assistant Professor of History and

Coordinator, EngageTheHague.nl [email protected]

Katrien de Witte Hogeschool van Amsterdam programmamanager Urban Technology [email protected] Wâtte Zijlstra Den Haagse Hogeschool Programmacoördinator Connected

Learning [email protected]