Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active...

58

Transcript of Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active...

Page 1: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de
Page 2: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

2

2

Examenvoorbereiding mbo 2/3 Nederlands en rekenen

versie 1.0

februari 2014

Uitgave van:

Technicom BV

Koddeweg 43

3194 DH Hoogvliet

E [email protected]

W Technicom.nl

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

en/of openbaar gemaakt door middel van druk,

fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook,

zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van

Technicom BV.

Page 3: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

3

Voorwoord

De Nederlandse opleiding tot Operator B is een MBO opleiding. Om een

Operator B diploma te kunnen halen moet je aan de eisen voldoen die de

Nederlandse overheid aan die opleiding stelt. De belangrijkste eisen hebben te

maken met het beroep van een Operator B. Zo is bijvoorbeeld vastgelegd dat je

je werkzaamheden moet kunnen voorbereiden, dat je het proces moet kunnen

bewaken, etc. Maar er zijn ook eisen die niet specifiek met het beroep te maken

hebben en die voor alle MBO opleidingen gelden. Dat zijn de eisen op het

gebied van Loopbaan & Burgerschap en Nederlands, Engels en Rekenen

(NER). Dit informatieboekje hoort bij het onderdeel NER.

Het Nederlandse MBO onderwijs kent 4 niveaus. De overheid heeft per niveau

bepaald aan welke eisen voor NER een cursist moet voldoen om een diploma te

kunnen krijgen. De opleiding Operator B is een MBO opleiding op niveau 3. Voor

álle MBO opleidingen op niveau 2 en niveau 3 geldt:

Je moet generiek examen doen voor het onderdeel Nederlands.

Je moet generiek examen doen voor het onderdeel Rekenen.

Je hoeft géén generiek examen te doen voor Engels. Alleen als voor jouw

specifieke opleiding bepaald is dat je Engels nodig hebt om je beroep goed

uit te kunnen oefenen moet Engels beroepsgericht worden getoetst. Dat is

het geval voor Operator B.

Generiek examen betekent dat de onderwerpen die geëxamineerd worden voor

iedereen (die een MBO opleiding niveau 2 of 3 doet) gelijk zijn. Het is bekend

wat die onderwerpen zijn, dus je kunt je voorbereiden op die examens. Dit

boekje is bedoeld als hulpmiddel om je voor te bereiden op de examens van

Nederlands en Rekenen. In hoofdstuk 1 vind je algemene informatie over de

examens en het niveau van de examens. In hoofdstuk 2 vind je informatie over

de verschillende onderdelen van het examen Nederlands. In hoofdstuk 3 lees je

meer over het examen rekenen. In hoofdstuk 4 lees je kort iets over

aanpassingen voor deelnemers met een beperking.

In de hoofdstukken 2 en 3 staat per examenonderdeel de volgende informatie:

Een uitleg wat je kunt verwachten van het betreffende examenonderdeel

Eén of meer voorbeeldopgaven

Achtergrondinformatie en tips waarmee je je kunt voorbereiden op het

onderdeel

Verwijzingen naar websites die je kunt gebruiken om je (extra) voor te

bereiden

Het beroepsgerichte examen voor Engels is niet voor iedereen gelijk. De

onderwerpen die getoetst worden zijn specifiek voor jouw beroep. In het geval

van Operator B moet je bijvoorbeeld de Engelse termen kennen die gebruikt

worden op de werkvloer, zoals P&ID, safety, valve, pressure, etc. Omdat je het

Engels wat je nodig hebt voor je beroep gebruikt in de praktijk, is het het beste

om ook in de praktijk te toetsen of je het beroepsgericht Engels beheerst. Voor

de Operator B opleiding is hiervoor géén apart examen. Of je het beroepsgericht

Engels beheerst wordt beoordeeld tijdens je praktijkproeve en met de observatie

softskills. Omdat je geen apart examen hoeft te doen voor Engels, is dit boekje

alleen ter voorbereiding op de examens Nederlands en Rekenen.

Page 4: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

4

4

Hoe gebruik je dit boekje?

Het is verstandig om na ontvangst van dit boekje op zijn minst hoofdstuk 1 en de

tekst onder de kopjes “wat kun je verwachten van…” in hoofdstuk 2 en 3 direct

door te lezen. Je hebt dan een globaal idee van wat er van je wordt verwacht en

waarvoor eventueel nog werk aan de winkel is.

Als het examen in zicht komt, kun je het boekje dan in zijn geheel gebruiken om

je voor te bereiden op het examen.

Veel succes bij de voorbereiding op je examens Nederlands en rekenen!

Page 5: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

5

Inhoudsopgave

1. Algemene informatie ........................................................................ 6 1.1 De generieke examens .................................................................... 6 1.2 Niveau 2F ......................................................................................... 6

2. Nederlands ....................................................................................... 8 2.1 De onderdelen .................................................................................. 8 2.2 Lezen ............................................................................................... 9

2.2.1 Wat kun je verwachten van het examen lezen? .............................. 9 2.2.2 Voorbeeldopgaven lezen ............................................................... 10 2.2.3 Aandachtspunten voor het examen lezen ..................................... 14 2.2.4 Extra bronnen ................................................................................. 16

2.3 Luisteren ........................................................................................ 17 2.3.1 Wat kun je verwachten van het examen luisteren? ....................... 17 2.3.2 Voorbeeldopgaven luisteren .......................................................... 18 2.3.3 Aandachtspunten voor het examen luisteren ................................ 20 2.3.4 Extra bronnen ................................................................................. 20

2.4 Schrijven ........................................................................................ 21 2.4.1 Wat kun je verwachten van het examen schrijven? ....................... 21 2.4.2 Voorbeeldopgaven schrijven .......................................................... 22 2.4.3 Aandachtspunten voor het examen schrijven ................................ 26 2.4.4 Extra bronnen ................................................................................. 35

2.5 Gesprekken .................................................................................... 36 2.5.1 Wat kun je verwachten van het examen gesprekken? .................. 36 2.5.2 Voorbeeldopgave gesprekken ....................................................... 37 2.5.3 Aandachtspunten voor het examen gesprekken ........................... 37 2.5.4 Extra bronnen ................................................................................. 39

2.6 Spreken .......................................................................................... 40 2.6.1 Wat kun je verwachten van het examen spreken? ........................ 40 2.6.2 Voorbeeldopgave spreken ............................................................. 41 2.6.3 Aandachtspunten voor het examen spreken ................................. 42 2.6.4 Extra bronnen ................................................................................. 43

3. Rekenen ......................................................................................... 44 3.1 Wat kun je verwachten van het examen rekenen? ........................ 44 3.2 Voorbeeldopgaven rekenen ........................................................... 46 3.3 Aandachtspunten voor het examen rekenen ................................. 49 3.4 Extra bronnen ................................................................................. 57

4. Voorzieningen voor deelnemers met een beperking ..................... 58

Page 6: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

6

6

1. Algemene informatie

Je gaat examens afleggen voor de vakken rekenen en Nederlands. In dit deel

lees je welke examens je zult gaan afleggen en op welk niveau.

1.1 De generieke examens

De examinering van rekenen en taal vindt plaats in de tweede helft van je

opleiding. Het gaat daarbij om de volgende examens:

1. Nederlands lezen

2. Nederlands luisteren

3. Nederlands schrijven (inclusief taalverzorging)

4. Nederlands gesprekken

5. Nederlands spreken

6. Rekenen

Een schooljaar/studiejaar wordt in Nederland een cohort genoemd. Voor het

cohort waar jij toe behoort geldt dat alle examens voor Nederlands en Rekenen

worden afgenomen als instellingsexamens. Dat betekent dat Technicom als

instelling zelf de examens mag (laten) ontwikkelen en afnemen. In de toekomst

worden dat centrale examens die landelijk ontwikkeld worden en voor iedereen

gelijk zijn.

Je bent geslaagd voor rekenen als je voor het rekenexamen een cijfer 5,5 of

hoger haalt. Je bent geslaagd voor Nederlands als je eindcijfer een 5,5 of hoger

is. Dit cijfer is een gemiddelde van je cijfers voor lezen, luisteren en je cijfers

voor schrijven, gesprekken en spreken.

1.2 Niveau 2F

Het wettelijk vastgelegde eindniveau rekenen en Nederlands voor mbo 2- en

mbo 3-opleidingen is niveau 2F van het referentiekader Meijerink1. Je gaat dan

ook examens afleggen op niveau 2F.

Referentieniveau 2F is het zogenaamde 'burgerschapsniveau'. Dit is het niveau

dat iedere burger moet beheersen om op het gebied van taal en rekenen goed

maatschappelijk te kunnen participeren in de hedendaagse samenleving. Met dit

niveau kun je je dus goed kunnen redden in een redelijk bekende situatie: op je

werk, op de opleiding, in de privésfeer, in het vrijwilligerscircuit.

Je:

beschikt over voldoende woorden om je te kunnen uiten, kunt redelijk en

vloeiend een probleem verhelderen en kunt informatie vragen, verzamelen,

verwerken en geven

kunt instructieve teksten en betogende teksten lezen

kunt de hoofdgedachte van een tekst weergeven en legt relaties tussen

tekstdelen en kunt die evalueren en beoordelen

1 Meer informatie over de niveaus van het referentiekader kun je vinden op www.taalenrekenen.nl/referentiekader.

Page 7: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

7

kunt samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire

opbouw, over uiteenlopende en vertrouwde onderwerpen. De tekst bevat

een volgorde met inleiding, kern en slot

beheerst nog niet alle spellingsproblemen, hebt kennis van de lijdende,

bedrijvende en vragende vorm, en beheerst moeilijke gevallen van de

persoonsvorm

Je:

kunt handig rekenen in alledaagse situaties

kunt rekenen met verhoudingen, procenten en breuken

kunt meetinstrumenten lezen en werken met omtrek, oppervlakte, inhoud,

gewichten, tijd en geld

kunt tabellen en grafieken lezen en interpreteren

In hoofdstuk 2 en 3 van dit boekje kun je meer lezen over wat je moet kunnen op

niveau 2F.

Page 8: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

8

8

2. Nederlands

In dit deel vind je informatie over de onderdelen van het examen Nederlands. Bij

elk examenonderdeel wordt uitgelegd wat je van het examen kunt verwachten.

Je krijgt ook voorbeeldvragen en uitleg waarmee je je kunt voorbereiden op het

examen.

2.1 De onderdelen

Je doet examen Nederlands op niveau 2F van het referentiekader Meijerink.

Het examen bestaat uit 5 onderdelen:

Onderdeel Toetsvorm

Indicatie

toetsduur Opmerkingen

Instellingsexamen

Lezen

Schriftelijk,

meerkeuze-

vragen

60 minuten Wordt z.s.m.

vervangen door

centraal examen

(digitaal)

Instellingsexamen

Luisteren

Schriftelijk,

meerkeuze-

vragen

45 minuten Wordt z.s.m.

vervangen door

centraal examen

(digitaal)

Instellingsexamen

Schrijven

Schriftelijk,

aantal korte

teksten schrijven

120 minuten

Instellingsexamen

Spreken

Mondeling,

presentatie over

een vraagstelling

waarbij enige

vragen worden

gesteld

15 minuten

Instellingsexamen

Gesprekken

Mondeling,

twee deelnemers

wisselen met

elkaar informatie

uit (door middel

van een vraag-

gesprek) en

voeren een

discussie

15 minuten

Je bent geslaagd voor Nederlands als je eindcijfer een 5,5 of hoger is. Het

eindcijfer wordt als volgt berekend:

Eindcijfer

= 2

Spreken) ,Gesprekken Schrijven, e(gemiddeldLuisteren) Lezen, e(gemiddeld

Page 9: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

9

2.2 Lezen

2.2.1 Wat kun je verwachten van het examen lezen?

In het examen vind je teksten over alledaagse onderwerpen, maar ook over

onderwerpen die wat verder van je af staan. Deze teksten hebben een heldere

structuur en duidelijke verbanden.

Het kan gaan om:

informatieve teksten (krant, schema, studietekst)

instructieve teksten (recept, handleiding)

betogende teksten (reclame, ingezonden brief)

Bij elke tekst moet je een aantal meerkeuzevragen beantwoorden. Je laat

daarmee zien dat je in staat bent om:

de hoofdgedachte van een tekst weer te geven

hoofd- en bijzaken te scheiden

relaties te leggen tussen tekstdelen

de bedoeling van de schrijver te verwoorden

een eenvoudige tekst samen te vatten

systematisch informatie op te zoeken

Bij het instellingsexamen lezen mag je geen woordenboek gebruiken.

Page 10: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

10

10

2.2.2 Voorbeeldopgaven lezen

Hieronder staan een aantal voorbeeldopgaven om een beeld te geven van het

examen lezen.

Voorbeeldtekst 1 (Bron: CSE Nederlands VMBO GL/TL 2013)

Page 11: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

11

Vragen bij voorbeeldtekst 1

Vraag 1

Vraag 2

Vraag 3

Antwoorden

Page 12: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

12

12

Voorbeeldtekst 2 (Bron: MBO COE 2012-2013)

Vragen bij voorbeeldtekst 2

Vraag 1

Vraag 2

Vraag 3

Page 13: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

13

Vraag 4

Welke zinnen horen bij de uitkomst van het Britse onderzoek en welke bij de

mening van Dick van der Niet?

Als iemand een bril draagt, wordt

verwacht dat hij of zij goed is in zijn

werk.

A het Britse

onderzoek

B Dick van der Niet

Een bril is hip. A het Britse

onderzoek

B Dick van der Niet

Mensen met en zonder bril zijn even

slim.

A het Britse

onderzoek

B Dick van der Niet

Sollicitanten met een bril krijgen sneller

een baan.

A het Britse

onderzoek

B Dick van der Niet

Een compleet voorbeeld van een centraal examen Nederlands kun je vinden op:

https://www.cve.nl/item/voorbeeldexamens_coe_mbo

(Niet heel prettig leesbaar, maar wel informatief)

Een demofilm over het centrale examen kun je vinden op:

http://www.cito.nl/static/mbo/COE/nederlands/DemoFilmNederlands_2F/

start.html

Antwoorden

Page 14: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

14

14

2.2.3 Aandachtspunten voor het examen lezen

1. Gebruik de juiste leesstrategie: globaal, zoekend of intensief

Je kunt een tekst op verschillende manieren lezen.

Globaal: je weet in grote lijnen waar de tekst over gaat. Je onthoudt geen

details maar alleen de algemene (globale) informatie.

Zoekend: je zoekt heel gericht naar bepaalde informatie. Als iemand

bijvoorbeeld vraagt “wat zegt de schrijver in de tweede alinea?”, en je leest

dat stukje, dan ben je zoekend aan het lezen.

Intensief lezen: je leest heel geconcentreerd alle informatie in het

tekstfragment. Als je intensief hebt gelezen kun je veel details navertellen.

Waarom is dit belangrijk?

Dit is belangrijk omdat het je op het examen veel tijd kan sparen. Je moet veel

vragen beantwoorden, in weinig tijd! Als je bijvoorbeeld de vraag krijgt: ‘waar

gaat de tekst over?’ dan weet je dat je globaal moet lezen. Maar als je

bijvoorbeeld de vraag krijgt ‘wat vindt de schrijver van de tekst van dit

onderwerp?’ dan moet je intensief lezen. En wanneer lees je zoekend? Als de

vraag bijvoorbeeld is ‘wat zegt de schrijver van de tekst in de derde zin over het

onderwerp?’

2. Let op de opmaak van de tekst

De teksten op het examen zijn bijvoorbeeld reclameteksten of stukjes uit de

krant. Niet alle onderdelen van zo’n tekst zien er hetzelfde uit. De opmaak van

de titel is bijvoorbeeld heel anders dan die van de rest van de tekst. Op het

examen moet je op de volgende onderdelen in een tekst letten:

Titel. De titel staat bovenaan de tekst en is groter en vaak ook dikker

gedrukt dan de rest van de tekst. De titel is heel belangrijk voor een tekst

omdat het de lezer moet aanzetten om de tekst te gaan lezen. Als een tekst

een leuke of interessante titel heeft, gaan mensen de tekst sneller lezen.

Tussenkopjes. Tussenkopjes staan in de tekst en delen de tekst in kleinere

stukjes. Ze zijn vaak dikker gedrukt dan de rest en maken het makkelijker

om de tekst te lezen. Je kunt ze gebruiken als je zoekend moet lezen.

Dankzij de tussenkopjes hoef je soms niet de hele tekst te lezen maar weet

je meteen welke stukjes tekst waarover gaan.

Illustraties. Illustraties zijn plaatjes of foto’s die bij de tekst horen. Ze zorgen

ervoor dat de tekst leuker wordt om te lezen maar ook makkelijker te

begrijpen.

Lettertypen. Het lettertype van een tekst zegt heel veel over het soort tekst.

Je kunt soms al ongeveer weten wat voor tekst het is zonder hem te lezen

door te kijken naar het lettertype. Als dat bijvoorbeeld heel groot is kan dat

betekenen dat er iets belangrijks gezegd wordt en als het heel saai is, moet

je waarschijnlijk een serieus stuk gaan lezen.

Alinea’s. Alinea’s zijn groepjes zinnen die bij elkaar horen. Ze zijn vaak te

herkennen omdat er een witruimte tussen staat, maar niet altijd. Soms

begint een nieuwe alinea ook met een inspringende zin, dat is een zin die

iets verder naar rechts op het blad begint. Alinea’s zijn er om de tekst

structuur te geven en hem duidelijk en makkelijker te maken.

Page 15: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

15

3. Wat is het doel van de tekst?

In het examen kan gevraagd worden naar het schrijfdoel van de schrijver.

Waarom heeft de schrijver deze tekst geschreven? Wat wilde hij ermee

bereiken?

Dat schrijfdoel kan bijvoorbeeld zijn:

de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp

de lezer ergens van overtuigen

een mening geven over iets

de lezer tot actie aanzetten

de lezer amuseren

zijn/haar gevoelens uitdrukken

gevoelens oproepen bij de lezer

4. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Elke tekst heeft een onderwerp en een hoofdgedachte. Op het examen moet je

die uit de tekst kunnen halen. Het onderwerp van een tekst is waar de tekst

globaal over gaat.

Wat is de makkelijkste manier om de hoofdgedachte uit een tekst te halen?

Bedenk eerst wat het onderwerp van de tekst is en bedenk daarna wat het

belangrijkste is wat er over het onderwerp gezegd wordt.

Vaak staat de hoofdgedachte in het slot van de tekst. Het is vaak een mening of

een conclusie over het onderwerp.

Tips om de hoofdgedachte te vinden:

Bekijk de titel goed. Daar moet al een kern in zitten van waar het over gaat.

De eerste zin is erg belangrijk. Ook geeft de eerste zin van elke alinea vaak

veel informatie.

Als het eind van de tekst staat vaak de conclusie. Ook die is belangrijk.

5. Let op de relaties binnen de tekst

Een tekst heeft meerdere alinea’s. Tussen de alinea’s kunnen verschillende

relaties bestaan. Er kunnen ook verschillende relaties zijn tussen zinnen.

Je moet de volgende relaties kunnen herkennen:

Oorzaak-gevolg. Het tweede deel van de zin of alinea is het gevolg van de

eerste deel. Bijvoorbeeld: ‘Anna is ontzettend mooi, dus is iedereen verliefd op

haar’. Het feit dat Anna zo mooi is, is de oorzaak van de verliefdheid. Bepaalde

woorden kunnen een hint zijn dat er sprake is van deze relatie. Denk

bijvoorbeeld aan woorden als: omdat, dus, want.

Doel-middel. In één deel van de alinea’s of zinnen wordt het doel genoemd en

in een ander deel de manier waarop dat bereikt moet worden. Bijvoorbeeld: ‘Mijn

kinderen moeten naar voetbaltraining en ik breng ze met de auto’. Het doel is

hierin naar de voetbaltraining gaan en het middel ben jij die ze met de auto

brengt.

Algemene uitspraak en voorbeeld. Een uitspraak in een zin of alinea die wordt

ondersteund met een voorbeeld. Dit voorbeeld kan dienen om de eerste

uitspraak uit te leggen of te ondersteunen. Bijvoorbeeld: ‘Laten we Bert om de

weg vragen, want hij wist de vorige keer ook de weg’. De vorige keer is in deze

Page 16: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

16

16

twee zinnen het voorbeeld om uit te leggen waarom we Bert om de weg moeten

vragen.

Tegenstelling. Het ene onderdeel van de tekst spreekt een ander onderdeel

tegen. Bijvoorbeeld als er twee verschillende mensen in de tekst hun mening

geven, of als de schrijver verschillende meningen over één onderwerp geeft.

Woorden die kunnen aangeven dat er een tegenstelling komt zijn bijvoorbeeld

‘toch’ of ‘maar’.

Voorwaarde. Het ene deel van de zin of alinea is afhankelijk van het andere

deel van de zin of alinea. Het ene gebeurt alleen als het andere ook gebeurt; het

ene is de voorwaarde voor het andere. Bijvoorbeeld: ‘ik ga alleen zwemmen, als

ik een leuke zwembroek vind’. Het vinden van een leuke zwembroek is in deze

zin de voorwaarde voor het zwemmen.

Argumenten-conclusie. Er worden een aantal argumenten opgenoemd en met

die argumenten wordt een conclusie gegeven. Bijvoorbeeld; ‘het is veel te koud,

ik heb geen leuke zwembroek en het meer is ver fietsen, dus ik ga niet

zwemmen’.

2.2.4 Extra bronnen

Wil je meer weten over (het examen) lezen? Kijk dan eens op de volgende

websites:

https://www.cve.nl/item/voorbeeldexamens_coe_mbo

Een compleet voorbeeld van een centraal examen Nederlands mbo.

http://www.cito.nl/static/mbo/COE/nederlands/DemoFilmNederlands_2F/

start.html

Een demofilm over het centrale examen Nederlands mbo.

http://www.examen.nl/

Zoek naar oefenexamens Nederlands vmbo GL/TL. De teksten van het vmbo-

examen zijn over het algemeen iets langer dan de teksten in het mbo-examen,

maar het niveau (2F) is hetzelfde.

Page 17: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

17

2.3 Luisteren

2.3.1 Wat kun je verwachten van het examen luisteren?

In het examen beluister je fragmenten over alledaagse onderwerpen, maar ook

over onderwerpen die wat verder van je af staan. Deze fragmenten hebben een

heldere structuur en duidelijke verbanden.

Het kan gaan om:

Informatieve teksten (radio, tv, internet)

Dit kan een uiteenzettende of beschouwende (kijk)luistertekst zijn. Een

uiteenzettende informatieve tekst, is een tekst waarin op neutrale toon

informatie wordt gegeven. In een beschouwende informatieve tekst wordt

een onderwerp van verschillende kanten belicht en worden meningen van

verschillende personen/groepen verwoord. Het doel van een beschouwende

tekst is de luisteraar te informeren, zodat de luisteraar zich een mening kan

vormen.

Instructieve teksten

In een instructieve tekst krijgt de luisteraar informatie om een beschreven

handeling uit te voeren.

Bij elke tekst moet je een aantal meerkeuzevragen beantwoorden. Je laat

daarmee zien dat je in staat bent om:

de hoofdgedachte van een tekst weer te geven

een onderscheid tussen hoofd- en bijzaken te maken

relaties tussen tekstdelen te leggen

informatie te ordenen voor een beter begrip (bijvoorbeeld op basis van

signaalwoorden)

onbekende woorden af te leiden uit vorm, samenstelling of context

beeldspraak te herkennen

een relatie te leggen tussen tekst en beeld

informatie en meningen te duiden

de bedoeling van de spreker(s) of het doel van de makers van een

programma te verwoorden

Bij het instellingsexamen lezen mag je geen woordenboek gebruiken. Je mag de

fragmenten meerdere malen beluisteren. Doe je dit echter te vaak, dan kun je in

tijdnood komen.

Page 18: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

18

18

2.3.2 Voorbeeldopgaven luisteren

Hieronder staan een aantal voorbeeldopgaven om een beeld te geven van het

examen luisteren. Het zijn opgaven bij een videofragment over aangifte doen.

Aangifte doen

Je ziet een filmpje over aangifte doen bij de politie. Het fragment duurt ongeveer

4 minuten.

Bij dit filmpje horen 7 vragen.

Aangifte doen Keuze

1. Waar gaat dit filmpje over?

A over de problemen bij het opnemen van een aangifte

B over het gemak van aangifte doen via Skype

C over het in behandeling nemen van een aangifte

2. Iemand woont in de Regio Noord- en Oost-Gelderland.

Hij wil aangifte doen via de computer.

Vanuit welke plaats kan hij dat doen?

A Dat kan vanaf de plaats waar hij het wil.

B Dat moet vanaf een plaats in de Regio Noord- en Oost-

Gelderland.

C Dat moet vanuit zijn eigen huis.

3. In het filmpje meldt een vrouw bij de politie dat haar schutting

vernield is. Zij wil aangifte doen via de webcam.

Ze heeft gebeld om een afspraak te maken om aangifte te

doen.

Wie moet daarna contact opnemen?

A De politie moet altijd contact opnemen.

B Het slachtoffer moet altijd contact opnemen.

C De politie of het slachtoffer kan contact opnemen.

4. Iemand doet aangifte van een diefstal. Dit gebeurt in een aantal

stappen.

Wat is de volgorde in het filmpje?

A legitimatie tonen - vragen van de politie beantwoorden -

uitleggen wat er gebeurd is

B uitleggen wat er gebeurd is - legitimatie tonen - vragen van

de politie beantwoorden

C uitleggen wat er gebeurd is - vragen van de politie

beantwoorden - legitimatie tonen

Page 19: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

19

Aangifte doen Keuze

5. Iemand heeft aangifte gedaan.

Wat moet hij als laatste doen voordat de politie zijn

aangifte in behandeling neemt?

A de aangifte nog eenmaal in zijn geheel voorlezen

B de aangifte ondertekenen en opsturen naar de politie

C de aangifte op een internetformulier invullen

6. In het filmpje wordt een aantal dingen genoemd die je nodig

hebt om aangifte te doen.

Wat noemen ze in het filmpje wel, maar blijkt niet altijd

nodig te zijn?

A headset

B internet

C webcam

7. Waarom heeft de politie dit filmpje laten maken?

A Ze wil laten zien dat aangifte doen verplicht is.

B Ze wil laten zien hoe je aangifte kunt doen.

C Ze wil laten zien hoe je contact op kunt nemen met de

politie.

Een compleet voorbeeld van een centraal examen Nederlands kun je vinden op:

https://www.cve.nl/item/voorbeeldexamens_coe_mbo

(Niet heel prettig leesbaar, maar wel informatief, bevat ook het videofragment

“Aangifte doen”)

Een demofilm over het centrale examen kun je vinden op:

http://www.cito.nl/static/mbo/COE/nederlands/DemoFilmNederlands_2F/

start.html

Page 20: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

20

20

2.3.3 Aandachtspunten voor het examen luisteren

1. Luister goed naar de inleiding van het fragment en bedenk wat je al van het

onderwerp weet.

2. Lees de vraag en de antwoorden een keer door, voordat je gaat luisteren

naar het fragment. Probeer de antwoorden in steekpunten te onthouden

zodat je weet waar je op moet letten tijdens het luisteren. Gebruik de pauzes

tussen de fragmenten om de volgende vraag te lezen.

3. Probeer het antwoord te ontdekken tijdens het luisteren. Soms hoor je een

woord dat in één van de antwoorden voorkomt. Dat hoeft echter niet het

goede antwoord te zijn. Beluister daarom altijd het hele fragment en kies

vervolgens je antwoord. Sprekers zeggen vaak in andere woorden hetzelfde

nog een keer.

4. Weet je een antwoord niet? Raak niet in paniek. Kies in ieder geval een

antwoord. Geen antwoord wordt altijd als fout beoordeeld. Concentreer je

vervolgens op de volgende vraag.

5. Luisteren is vooral een kwestie van concentratie. Probeer je niet af te laten

leiden door dingen die om je heen gebeuren. Gebruik de pauzes tussen

fragmenten op de juiste manier: om alvast de volgende vraag te lezen.

6. Je mag bij het examen de fragmenten meerdere keren beluisteren. Doe dit

niet té vaak: je hebt niet veel tijd voor een luisterexamen. Fragmenten

herhalen kost veel tijd.

2.3.4 Extra bronnen

Wil je meer weten over (het examen) luisteren? Kijk dan eens op de volgende

websites:

https://www.cve.nl/item/voorbeeldexamens_coe_mbo

Een compleet voorbeeld van een centraal examen Nederlands mbo. De

kijk/luister-vragen vormen het laatste deel van het examen.

http://www.cito.nl/static/mbo/COE/nederlands/DemoFilmNederlands_2F/

start.html

Een demofilm over het centrale examen Nederlands mbo.

http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/3088509/kijk-en-luistervaardigheid/

Oefenvragen voor het onderdeel kijken en luisteren van het vmbo-examen

(niveau 2F).

Page 21: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

21

2.4 Schrijven

2.4.1 Wat kun je verwachten van het examen schrijven?

Tijdens het examen schrijven moet je een aantal korte teksten schrijven over

uiteenlopende onderwerpen uit de beroepsopleiding of van maatschappelijke

aard. Deze teksten moeten samenhangend zijn en een duidelijke en

overzichtelijke opbouw hebben. Meestal moet je 3 à 5 teksten schrijven.

Het kan hierbij gaan om:

correspondentie (informele brief of e-mail, zakelijke brief of e-mail)

notities/korte berichten

instructie

advertentie (bijvoorbeeld op Marktplaats)

kort artikel/betoog

In de opdracht kun je antwoorden vinden op de volgende vragen:

Wat is de aanleiding om te gaan schrijven?

Bijvoorbeeld: je hebt de telefoon opgenomen voor een collega, je gaat op

vakantie, je hebt een ondeugdelijk product gekocht.

Wat moet je gaan schrijven?

Bijvoorbeeld een brief, een e-mail, een betoog.

Welke informatie moet je gebruiken?

Bijvoorbeeld een bepaalde datum, een bepaald adres, maar ook de punten

die je aan de orde moet stellen.

Hoe lang moet de tekst minimaal zijn?

Er is niet altijd een minimumlengte, maar als er een minimumlengte staat,

moet je deze ook aanhouden. Anders krijg je namelijk 0 punten voor de

opdracht.

Welke argumenten kan ik gebruiken?

Als je een artikel of betoog moet schrijven, moet je soms eerst een paar

korte teksten lezen. Hierin staat extra informatie over het onderwerp en vaak

worden er ook argumenten genoemd voor en tegen de stelling. Deze

argumenten mag je gebruiken in je betoog, maar je mag natuurlijk ook

andere argumenten gebruiken.

Bij de beoordeling van je teksten worden punten gegeven voor de (volledigheid

van de) inhoud, voor de opbouw/overzichtelijkheid en voor de taalvaardigheid.

Bij het examen mag je geen woordenboek gebruiken.

Page 22: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

22

22

2.4.2 Voorbeeldopgaven schrijven

Voorbeeldopgave 1 Een zakelijke brief schrijven

Je woont in een huurwoning van Woningcorporatie Woongenot. Je hebt gehoord

dat het soms mogelijk is om een huurwoning van Woongenot te kopen. Je zou

jouw huurhuis ook wel willen kopen. Je weet niet of dat mogelijk is voor jouw

huis. Je schrijft daarom een brief aan Woningcorporatie Woongenot om te

informeren naar de mogelijkheden.

Het adres van Woningcorporatie Woongenot is:

Woningcorporatie Woongenot

Lange Binnendijk 25

3801 AA Zattum

Jouw adres is:

Kerkstraat 39

3803 DK Zattum

De inhoud van je brief moet uit minimaal 60 woorden bestaan. In de brief:

vertel je waar je woont en dat je je huurhuis wilt kopen

geef je twee redenen waarom je je huurhuis wilt kopen

vraag je of het mogelijk is om je huurhuis te kopen en voor welke prijs

vraag je welke voorwaarden er gelden voor het kopen van je huurhuis

vraag je om een spoedig antwoord

Gebruik de indeling van de zakelijke brief zoals je die hebt geleerd. Gebruik de

datum van vandaag. Je schrijft de brief vanaf jouw eigen adres in Zattum. Geef

een duidelijk onderwerp. Open de brief met een passende aanhef. Sluit de brief

af met een passende slotgroet.

Schrijf de netversie van de brief op de schrijflijnen op de volgende bladzijde.

Controleer de brief goed op taalfouten. Plaats waar nodig witregels.

Page 23: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

23

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

Page 24: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

24

24

Voorbeeldopgave 2 Een reactie schrijven

Lees de volgende teksten. Ga daarna verder met de opdracht op de volgende

pagina.

‘Consumentenvuurwerk moet verboden worden’ DOOR MIRJAM REMIE

De Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) en het

Oogheelkundig Gezelschap (NOG) pleiten voor een verbod op het afsteken

van consumentenvuurwerk. Dat meldt de NOS. Een meerderheid van de

Nederlanders is het hier mee eens, zeggen twee GroenLinks-fracties.

“Laat gemeenten maar een vuurwerkshow organiseren”, zegt Annekatrien

van de Kar van de NVPC zondag tegen de NOS. Tjeerd de Faber van het

Oogziekenhuis in Rotterdam stelt dat de afgelopen twee jaarwisselingen in

Nederland tot net zo veel ernstig oogletsel hebben geleid als de Irak-oorlog

bij Amerikaanse militairen.

Reacties:

Waarom moet iedereen nu weer lijden om de stommiteiten van een ander? Vuurwerk hoort bij Oud-en Nieuw! Iedereen maakt zelf de keuze om vuurwerk wel/dan niet te kopen en af te steken en de consequenties horen daar ook bij. Het zou wel fijn zijn als er alleen siervuurwerk gekocht kon worden....

wolga op 03 januari 2013

Ik ben het helemaal eens met deze stelling, en dan druk ik het nog zachtjes uit. Waarom kan het in Nederland niet zo als ze in andere landen doen, namelijk dat de overheden en gemeentes in nederland zelf een locatie uit zoeken waar dan iedereen vrijwillig naar toe kan gaan.

bank1 op 03 januari 2013

Particulier vuurwerk afsteken moet verboden worden omdat de vernielingen, die erdoor ontstaan de gemeenschap heel veel kosten. Ook zou het verboden moeten worden omdat mensen zichzelf verwonden, maar erger is dat door toedoen van deze vuurwerkafstekers anderen verwond raken.

AnRo op 04 januari 2013

Hè ja, laten we weer eens wat verbieden, daar zijn ze heel goed in hier in dit land. Niemand gaat toch helemaal naar een plek waar de gemeente vuurwerk afsteekt? De meesten hebben gedronken tijdens oudejaarsavond en gaan dan met kinderen in de auto naar die bewuste plek van het vuurwerk. christien op 10 januari 2013

Page 25: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

25

Een reactie schrijven

Schrijf een reactie op de stelling “Consumentenvuurwerk moet verboden

worden”. Gebruik minimaal 40 woorden.

In de reactie:

geef je één passend argument vóór het verbieden van consumenten-

vuurwerk

geef je één passend argument tegen het verbieden van consumenten-

vuurwerk

sluit je af met een conclusie. Daarin geef je aan wat jouw mening is en

waarom je er zo over denkt

Je mag informatie uit de teksten gebruiken, maar je mag niets letterlijk

overschrijven. Geef je reactie een passende titel. Deel je reactie in alinea’s in.

Schrijf de netversie van je reactie in het schrijfkader hieronder. Controleer je

reactie goed op taalfouten.

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

Page 26: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

26

26

2.4.3 Aandachtspunten voor het examen schrijven

1. De opdracht

In de opdracht bij de schrijftaak staat informatie over wat voor soort tekst je

moet schrijven, welke punten je moet noemen en eventueel hoe lang de

tekst minimaal moet zijn. Deze informatie staat er niet voor niets; het zijn de

voorwaarden waaraan je tekst moet voldoen om een voldoende te kunnen

halen.

Lees de opdracht daarom goed door voor je gaat schrijven en onderstreep

eventueel kernwoorden. Ben je klaar met schrijven? Controleer dan nog een

keer of je alle relevante informatie uit de opdracht hebt gebruikt.

2. Conventies

Een brief heeft een bepaalde indeling en bevat bepaalde vaste onderdelen,

zoals een plaats en een datum. Dit soort gewoonten noem je conventies.

Ook voor andere tekstsoorten als een email, een notitie of een betoog

gelden bepaalde conventies. Je krijgt punten voor het juiste gebruik hiervan.

Het is dus belangrijk dat je op de hoogte bent van deze conventies.

Hieronder vind je daarom voorbeelden van de indeling van een email en een

zakelijke brief.

E-mail

Onderwerp. Door een

duidelijk onderwerp weet de

lezer precies waar de mail

over zal gaan. E-mailadres van de

geadresseerde.

Een passende eindgroet met een komma. Een witregel ervoor en erna.

In een zakelijke mail:

Met vriendelijke groet,

Hoogachtend,

Een passende aanhef met

een komma.

Een witregel na de aanhef.

In een zakelijke mail:

Geachte heer/mevrouw,

Geachte mevrouw De Wit,

Naam van de afzender.

In een zakelijke mail de voor- en achternaam

en eventueel daaronder de functie.

Page 27: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

27

Zakelijke brief

Naam en adres van de ontvanger.

Naam en adres van de afzender.

Een passende aanhef met een

komma. Let op het hoofdletters

bij achternamen met een

voorvoegsel. Het is Jan van Dijk,

Maar meneer Van Dijk.

Aanhef in een persoonlijke brief:

Beste Jan,

Lieve moeder,

Een passende eindgroet met een

komma. Alternatief:

Met vriendelijke groet,

In een persoonlijke brief:

Groetjes,

Liefs,

Handtekening van de afzender.

Niet in een persoonlijke brief.

Onderwerp. Door een duidelijk onderwerp weet

de lezer precies waar de brief over zal gaan.

Plaats, datum. Let op de komma!

Handtekeningen zijn meestal

onleesbaar. Vermeld dus ook

altijd je volledige naam.

Page 28: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

28

28

Let op de witregels:

Page 29: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

29

1. Opbouw

Of je nu een brief, een betoog of een e-mail schrijft, zorg altijd voor een logische

opbouw van je tekst. Er moet een duidelijke verdeling in een inleiding, een

middenstuk en een slot te herkennen zijn. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik

van witregels.

De inleiding is bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken én om de lezer

te informeren over het onderwerp van de tekst.

Het middenstuk is het belangrijkste en langste stuk van de tekst. Hierin geef je

informatie, leg je iets uit of geef je bijvoorbeeld argumenten voor een stelling.

Het slot is het laatste deel van de tekst. Hierin staat geen nieuwe informatie,

maar wel een samenvatting, een conclusie of bijvoorbeeld een toekomst-

verwachting.

2. Alinea’s

Het is belangrijk dat je je tekst verdeelt in alinea’s. Alinea’s zorgen voor structuur

en rust en maken het lezen op die manier gemakkelijker.

Een alinea heeft altijd een kernzin. Deze vertelt waar de alinea over gaat en

bevat de kernuitspraak van de alinea. De kernzin staat aan het begin (eerste of

tweede zin) of aan het einde van de alinea.

In de volgende voorbeelden is de kernzin van de alinea vetgedrukt.

De agenda is niet zomaar een lijstje met onderwerpen. Een goede agenda

geeft een algemeen overzicht en informatie aan de deelnemers over wat van

hen verwacht wordt en waar zij zich op moeten voorbereiden. Je verzendt de

agenda van tevoren en zorgt dat iedereen genoeg tijd heeft om zich voor te

bereiden.

In de vorige alinea stelden we dat het belangrijk is om eerst uit te zoeken wat het

werkelijke probleem is. Om het werkelijke probleem te kunnen vaststellen,

zul je zoveel mogelijk informatie moeten verzamelen. Ga niet tot het

oneindige door met het zoeken van informatie, maar zorg wel dat je voldoende

informatie hebt, zodat je volledig kunt zijn.

We hebben veel aanmeldingen gekregen voor de workshop “Doelgericht

Communiceren”. Helaas kunnen er maar twintig mensen deelnemen aan deze

workshop. We willen de andere geïnteresseerden niet in de kou laten staan.

Daarom geven we in januari twee extra workshops.

Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Je kunt alinea’s scheiden door een

enter, een witregel of door in te springen.

Behandel in één alinea één onderwerp. Zorg ervoor dat de alinea niet te kort is,

maar ook niet te lang. Houd ongeveer 10 regels tekst als maximum aan en

probeer alinea’s van één regel te vermijden.

Page 30: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

30

30

3. Verbanden

Door het gebruik van verbindingswoorden/signaalwoorden geef je aan wat het

verband is tussen zinnen. Hiermee wordt de structuur van de tekst helder en dus

beter leesbaar.

In het overzicht hieronder kun je zien welke signaalwoorden je kunt gebruiken

om een bepaald verband aan te brengen.

opsommend ook, tevens,

bovendien,

ten eerste, ten

tweede

Het rookverbod heeft ervoor gezorgd

dat minder jongeren naar disco-

theken gaan. Ook speelt het feit dat

jongeren thuis indrinken een

belangrijke rol.

tegenstellend maar, echter,

toch,

daarentegen

Meneer De Wit vindt dat bank-

directeuren verantwoordelijk zijn

voor de crisis, maar meneer

Wientjes denkt daar anders over.

chronologisch eerst, daarna,

toen, vroeger, nu,

later

Vroeger gingen veel mensen naar

de kerk, maar nu is er alleen nog

een handvol kerkgangers. Hoe zou

dat later zijn?

oorzakelijk doordat,

waardoor,

daardoor

De huizenprijzen zijn enorm gedaald

doordat het aanbod groter is

geworden dan de vraag.

toelichtend

(geven van een

voorbeeld)

zo, zoals,

bijvoorbeeld

Nederlandse voetbalclubs spelen

internationaal nauwelijks een rol van

betekenis. Ajax bijvoorbeeld won de

Champions League voor het laatst in

1995.

voorwaardelijk als, indien, tenzij,

mits

Als jij kookt, doe ik de afwas.

(voorwaarde: jij kookt)

vergelijkend zoals, evenals,

beter dan

In Libië is de dictator van zijn troon

gestoten, evenals in Tunesië en

Egypte is gebeurd.

redengevend daarom, omdat,

want, immers

Omdat het steeds kouder wordt, trek

ik mijn winterjas aan.

doel-middel om te, zodat,

opdat, om … te

De bandleden verspreidden een

aankondiging van hun optreden in

de buurt, om meer publiek te

trekken.

toegevend

(andere kant van

de zaak)

ook al, hoewel,

ofschoon

Pieter moest de hele avond toetsen

nakijken, hoewel hij liever een boek

had gelezen.

samenvattend kortom,

samengevat,

al met al

Kortom, sommige leerlingen

besteden het liefst zo weinig

mogelijk tijd aan school.

concluderend dus, daarom,

concluderend

Het is dus belangrijk om regelmatig

het huiswerk te controleren.

Page 31: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

31

4. Spelling

Op niveau 2F mag je nog af en toe een spelfout in je tekst maken, maar niet te

veel. Kijk daarom je tekst altijd nog even goed na op spelfouten.

Werkwoordspelling

De meest gemaakte fouten met de spelling van werkwoorden hebben te maken

met de zogenaamde d/t-problematiek; is het nou beantwoord, beantwoordt,

beantwoorde of beantwoordde?

Om de spelling van werkwoorden te controleren, moet je bekend zijn met de

volgende begrippen:

Persoonsvorm: werkwoord dat meeverandert als je de zin van tijd of getal

verandert. Als je de zin vragend maakt, staat de persoonsvorm vooraan.

Mijn vriend loopt op straat.

“Loopt” is de persoonsvorm.

In de verleden tijd verandert loopt in “liep”.

Mijn vriend liep op straat.

“Loopt” verandert in “lopen” als de zin in het meervoud wordt gezet.

Mijn vrienden lopen op straat.

“Loopt” staat vooraan in de vraagzin.

Loopt mijn vriend op straat?

Onderwerp: Te vinden door de vraag te stellen: Wie of wat + persoonsvorm?

Mijn vriend loopt op straat.

“Mijn vriend” is het onderwerp. Wie of wat loopt? Mijn vriend.

Stam van het werkwoord: De stam van het werkwoord is dat deel van het

werkwoord dat in alle vormen van het werkwoord te herkennen is. De stam van

het werkwoord is te vinden door het hele werkwoord uit te spreken zonder de

“-en” en dit op te schrijven.

Werkwoord Stam

werken werk

worden word

lopen loop

zitten zit

boffen bof

leven leef (eigenlijk leev, maar we schrijven nooit een v aan het einde)

wassen was

reizen reis (eigenlijk reiz, maar we schrijven nooit een z aan het einde)

Page 32: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

32

32

Je kunt je werkwoordspelling nu controleren aan de hand van een aantal vragen.

Is het woord dat je wilt schrijven een persoonsvorm? Alleen dan heb je

mogelijk te maken met d/t-problematiek. Je moet dan doorgaan naar de

volgende vraag.

Is het woord geen persoonsvorm? Schrijf het woord dan zo kort mogelijk,

volgens de algemene spellingsregels.

Voorbeelden:

Het antwoord van de minister komt volgende week.

Antwoord is geen persoonsvorm.

Gisteren heb ik een nieuwe auto besteld.

Besteld is geen persoonsvorm.

De crisis duurt nu al een aantal jaar.

Duurt is wél een persoonsvorm. Ik ga verder naar de volgende vraag om de

spelling te controleren.

Staat de persoonsvorm in de tegenwoordige of in de verleden tijd? Welk

onderwerp hoort er bij de persoonsvorm?

Voorbeelden:

Mijn moeder woont al haar hele leven in Rotterdam.

woont = tegenwoordige tijd

onderwerp = mijn moeder (zij)

Jullie woonden daar ook in 1989.

woonden = verleden tijd

onderwerp = jullie

De persoonsvorm staat in de tegenwoordige tijd. De persoonsvorm van een

regelmatig werkwoord schrijf je dan afhankelijk van het onderwerp volgens het

onderstaande schema.

Tegenwoordige tijd

Onderwerp Persoonsvorm Voorbeeld

ik stam ik loop, ik word, ik zit

jij/je stam + t jij loopt, jij wordt, jij zit

u stam + t u loopt, u wordt, u zit

hij/zij/ze/het stam + t hij loopt, zij wordt, het zit

wij/we hele werkwoord wij lopen, wij worden, wij zitten

jullie hele werkwoord jullie lopen, jullie worden, jullie zitten

zij/ze hele werkwoord zij lopen, zij worden, zij zitten

Als het onderwerp jij/je achter de persoonsvorm staat, krijgt de persoonsvorm

geen -t!

Jij loopt op straat. Loop jij op straat? Vandaag loop je op straat.

Page 33: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

33

De persoonsvorm staat in de verleden tijd. Veel werkwoorden hebben in de

verleden tijd een afwijkende, onvoorspelbare spelling. Bijvoorbeeld:

kopen - kocht, worden - werd, lopen - liep. Deze woorden schrijf je zo kort

mogelijk, volgens de algemene spellingsregels. Meestal levert de spelling van

deze onregelmatige werkwoorden weinig problemen op.

De schrijfwijze van de persoonsvorm van een regelmatig (zwak) werkwoord is

afhankelijk van de laatste letter van de stam van het werkwoord.

Eindigt de stam van het werkwoord op één van de medeklinkers uit het woord

’T eXKoFSCHiP?

Dan is de persoonsvorm stam + te (enkelvoud) of stam + ten (meervoud).

Anders is de persoonsvorm stam + de (enkelvoud) of stam + den (meervoud).

faxen stam: fax stam + te(n) ik faxte, wij faxten

bakken stam: bak stam + te(n) jij bakte, jullie bakten

wandelen stam: wandel stam + de(n) u wandelde, zij wandelden

leren stam: leer stam + de(n) hij leerde, jullie leerden

barsten stam: barst stam + te(n) het barstte, zij barstten

branden stam: brand stam + de(n) het brandde, ze brandden

kussen stam: kus stam + te(n) zij kuste, wij kusten

reizen stam: reis (maar z= s!) stam + de(n) ik reisde, jullie reisden

boffen stam: bof stam + te(n) jij bofte, wij boften

leven stam: leef (maar v = f!) stam + de(n) hij leefde, zij leefden

gooien stam: gooi (i = klinker!) stam + de(n) u gooide, jullie gooiden

Wanneer is het dus beantwoord, beantwoordt, beantwoorde of beantwoordde?

De stam van beantwoorden = beantwoord.

Ik beantwoord de brief.

(persoonsvorm, tegenwoordige tijd, onderwerp ik stam)

Beantwoord jij de brief?

(persoonsvorm, tegenwoordige tijd, onderwerp jij achter persoonsvorm stam)

Ik heb de brief beantwoord.

(geen persoonsoonsvorm, zo kort mogelijk schrijven volgens gewone spellings-

regels, als ik het woord langer maak hoor ik een /d/, dus beantwoord eindigt niet

op een t, maar op een d)

Hij beantwoordt de mail.

(persoonsvorm, tegenwoordige tijd, onderwerp hij stam + t)

De beantwoorde brieven legde hij op een stapel.

(geen persoonsvorm, zo kort mogelijk schrijven volgens gewone spellingsregels)

De ambtenaar beantwoordde gisteren de brieven.

(persoonsvorm, verleden tijd, stam eindigt niet op medeklinker ’t exkofschip,

onderwerp enkelvoud stam + de)

Page 34: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

34

34

Aaneenschrijven van woorden

Woorden die uit twee of meer woorden bestaan krijgen nooit een spatie. Ze

worden in principe aaneengeschreven.

Niet: productie medewerker Maar: productiemedewerker

Niet: vijf sterren restaurant Maar: vijfsterrenrestaurant

Eigennamen zijn een uitzondering op deze regel. Tussen Marco en Borsato

komt wel altijd een spatie, ook in een woord als Marco Borsato-fandag. Hier is

een koppelteken gebruikt om de leesbaarheid te vergroten.

Behalve in samenstellingen met een eigennaam worden ook in de volgende

gevallen altijd koppeltekens gebruikt:

Afkorting tv-programma, AIVD-medewerker

Cijfer 50-jarig, 10-tonner (maar: vijftigjarig, tientonner)

Symbool @-teken, €-teken

Klinkerbotsing na-apen, diploma-uitreiking (ter voorkoming van een foute

uitspraak)

Ten slotte worden koppeltekens soms ook gebruikt om verwarring te voorkomen,

maar dit is niet verplicht. Kassalade is correct, maar kan twee heel verschillende

betekenissen hebben. Om onduidelijkheid te voorkomen, kun je ook kas-salade

of kassa-lade schrijven.

U, uw, jou en jouw

Onthoud dat uw en jouw bezittelijke voornaamwoorden zijn. Ze betekenen

eigenlijk “van u”, “van jou”. In alle andere gevallen wordt u/jou geschreven,

zonder w dus.

Ik zag jou en jouw hond gisteren op straat lopen.

Ik heb u gevraagd of u uw legitimatiebewijs en dat van uw vrouw wilde

meenemen.

Is dát uw auto of is die blauwe daar van u?

5. Interpunctie

Begin elke zin met een hoofdletter en eindig met een punt, een uitroepteken of

een vraagteken.

Schrijf geen punt aan het einde van een titel, een vraagteken of uitroepteken

mag eventueel wel.

Schrijf een komma als er bij het voorlezen een duidelijke pauze hoorbaar is. Hoe

langer de zin is, hoe meer behoefte er bestaat aan een rustpunt in de zin, en dus

aan een komma.

In de volgende gevallen gebruiken we in ieder geval komma’s:

In opsommingen: 'Zij schrijft artikelen, essays, romans, verhalen en

columns.'

Tussen gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden: 'Oma had een mooie,

oude, eiken linnenkast.'

Voor en na een bijstelling: 'Schultz van Haegen, de minister van

Infrastructuur en Milieu, deed een nieuw voorstel.'

Voor en na een uitbreidende bijzin: 'De cursisten, die goed Nederlands

spreken, vinden die komma's niet moeilijk.'

Na de aanhef boven een brief: 'Geachte heer/mevrouw,'.

Na de groet aan het einde van een brief: ‘Met vriendelijke groet,’.

Page 35: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

35

Het is ook gebruikelijk om tussen twee naast elkaar staande persoonsvormen

een komma te zetten: 'Wat zij gezegd heeft, is heel opmerkelijk', 'Nu ik er langer

over nadenk, vind ik het geen gek idee', 'Wat zij bereikt heeft, is vooral te danken

aan haar doorzettingsvermogen.' Alleen in korte zinnen kan de komma tussen

persoonsvormen soms achterwege blijven: 'Wat je zegt ben je zelf', 'Wie dit leest

is gek', 'Voor je het weet is het zover.' In deze zinnen is ook geen duidelijke

pauze hoorbaar.

Vóór voegwoorden als hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien en

terwijl kan meestal het best een komma worden geplaatst: 'Zij vertelde het aan

iedereen, hoewel de informatie vertrouwelijk was', 'Hij dacht er lang over na,

aangezien hij veel tijd had.'

2.4.4 Extra bronnen

Wil je meer weten over schrijven? Kijk dan eens op de volgende websites:

www.beterspellen.nl

Uitleg over veelvoorkomende moeilijkheden op het gebied van spelling en stijl.

Elke dag een nieuw taaltestje.

www.cambiumned.nl

Uitleg over o.a. brieven schrijven, spelling, grammatica en stijl. Veel oefeningen.

www.onzetaal.nl/taaladvies

Voor bijna elk taalprobleem is hier wel een advies te vinden.

www.taaladvies.net

Nog een website met heel veel taaladviezen.

Page 36: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

36

36

2.5 Gesprekken

2.5.1 Wat kun je verwachten van het examen gesprekken?

Tijdens het examen gesprekken moet je een aantal gesprekken voeren over

onderwerpen van maatschappelijke aard. Je moet tijdens de gesprekken je

mening kunnen uiten, informatie kunnen uitwisselen en je gevoelens onder

woorden kunnen brengen.

Je doet het examen gesprekken samen met een andere kandidaat of met één

van de examinatoren.

Jij en jouw gesprekspartner moeten het gesprek zelfstandig op gang kunnen

houden.

Ongeveer 2 weken voor het examen ontvang je de gespreksopdrachten en meer

informatie over het examen gesprekken. Lees de informatie direct na ontvangst

door. Je hebt dan voldoende tijd om je voor te bereiden op het examen.

Je krijgt in de informatie onder andere antwoord op de volgende vragen:

Hoeveel gesprekken moet je voeren?

Meestal zullen dit twee gesprekken zijn.

Wat voor soort gesprekken moet je voeren?

Vaak gaat het om een interview en/of een discussie.

Waarover gaan de gesprekken?

Over welk onderwerp (interview) of over welke stelling (discussie).

Hoe lang moeten de gesprekken minimaal duren?

Er is niet altijd een minimumduur, maar als er een minimumduur staat, moet

je deze ook aanhouden. Anders is het examen niet geldig en moet je het

herkansen.

Mag ik aantekeningen gebruiken tijdens het gesprek?

Over het algemeen mag je korte aantekeningen wél gebruiken tijdens het

examen, maar hele teksten niet. Kijk goed welke regels voor jouw examen

gelden.

Het examen wordt afgenomen door twee examinatoren. Bij de beoordeling

worden punten gegeven voor de inhoud, voor gespreksvaardigheden en voor de

taalvaardigheid.

Page 37: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

37

2.5.2 Voorbeeldopgave gesprekken

Voorbeeldopdracht Nederlands Gesprekken 2F

Je gaat binnenkort examen doen voor het onderdeel Gesprekken voeren. Je

doet dit examen samen met een andere kandidaat.

Het examen bestaat uit twee delen:

1. Informatie uitwisselen: je stelt vragen aan je medekandidaat en je

beantwoordt de vragen van je medekandidaat. De vragen gaan over het

discussieonderwerp van deel 2.

2. Deelnemen aan een discussie: je voert een discussie met je medekandidaat.

Het onderwerp van de discussie is: Illegaal downloaden van films en muziek.

De discussie zal gaan over de volgende stelling:

Het illegaal downloaden van muziek en films moet harder worden

aangepakt.

Voor deel 1 bereid je een interview voor over illegaal downloaden. Zorg ervoor

dat je jouw medekandidaat gerichte vragen kunt stellen over dit onderwerp.

Bedenk van tevoren wat je graag van de ander zou willen weten. Denk eraan dat

je deel 1 goed kunt gebruiken om informatie op te doen die je in deel 2 kunt

gebruiken. Ga voor jezelf ook na hoe je tegenover het gespreksonderwerp staat,

zodat je de vragen van jouw medekandidaat goed kunt beantwoorden.

Het uitwisselen van informatie duurt 4 minuten: elke kandidaat heeft 2 minuten

de tijd om vragen te stellen. Let op: je bent samen verantwoordelijk voor het op

gang houden van het gesprek. Als het gesprek te kort is, kan het niet worden

beoordeeld.

Deel 2 bereid je voor aan de hand van de stelling. Je hoort bij het examen pas of

je de stelling moet aanvallen of verdedigen. Bereid daarom minimaal twee

argumenten vóór en twee argumenten tegen de stelling voor.

De discussie duurt minimaal 5 en maximaal 8 minuten. Ook bij de discussie

ben je weer samen verantwoordelijk voor het op gang houden van het gesprek.

Als de discussie korter dan 5 minuten is, kan deze niet worden beoordeeld en

krijg je geen cijfer.

Je mag voor beide delen van het examen aantekeningen maken die je tijdens

het examen bij je houdt. Volledig uitgewerkte teksten zijn niet toegestaan.

2.5.3 Aandachtspunten voor het examen gesprekken

1. Samen

Het examen gesprekken doe je samen met een andere kandidaat. Als er geen

andere kandidaat beschikbaar is, doe je het examen met één van de

examinatoren.

Je bent samen met je gesprekspartner verantwoordelijk voor het voeren van een

goed gesprek. Houd daarom tijdens het gesprek rekening met je

gesprekspartner: luister goed, ga in op wat de ander zegt en ondersteun elkaar

als dat nodig is. Kom ook goed voorbereid naar het examen. Als je je niet goed

Page 38: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

38

38

hebt voorbereid op het examen, dan maak je het examen voor je mede-

kandidaat onnodig moeilijker.

Jij en je gesprekspartner worden overigens wel individueel beoordeeld.

2. Vragen stellen

Misschien moet je tijdens je examen je gesprekspartner interviewen. Stel dan

vooral open vragen. Open vragen zijn vragen die beginnen met een vraagwoord

(wie, wat, waar, waarom, hoe, enz.). Op deze vragen komen langere en

interessantere antwoorden dan op gesloten vragen.

Vergelijk maar eens:

Welke hobby’s heb je? (open vraag)

Hou je van voetballen? (gesloten vraag)

Zorg dat je vragen aansluiten bij het thema van het interview. Vraag ook door op

de antwoorden van je gesprekspartner.

Voorbeeld:

Jij: Welke hobby’s heb je? (open vraag)

Gesprekspartner: Voetballen, musea bezoeken en trompet spelen.

Jij: Je speelt trompet? Hoe lang doe je dat al? (vervolgvraag)

Als een antwoord van je gesprekspartner niet helemaal duidelijk is, kun je een

verhelderende vraag stellen. Dit is meestal een gesloten vraag. Je wilt immers

geen lang antwoord, maar je wilt duidelijkheid. Dan kun je snel weer verder met

het gesprek.

Voorbeeld:

Jij: Welke hobby’s heb je?

Gesprekspartner: Mijn werk.

Jij: Heb ik goed begrepen dat je werk je hobby is?

3. Argumenten

Tijdens je examen moet je een standpunt kunnen verdedigen. Bijvoorbeeld in

een discussie. Het is dan niet voldoende om te vertellen wat je vindt, wat je

standpunt is. Je moet je standpunt ook uitleggen en onderbouwen. Wat voor jou

misschien vanzelfsprekend is, hoeft dat voor een ander niet te zijn.

Met argumenten kun je je standpunt aannemelijker maken, de ander overtuigen.

Argumenten volgen vaak op woorden als “want”, “vanwege”, “omdat” en

“daarom”.

Je kunt je standpunt onderbouwen aan de hand van het zogenaamde A.U.B.-

model: Argument - Uitleg - Bijvoorbeeld

Stap 1: Argument

Je begint met het benoemen van het argument.

Stap 2: Uitleg

Je legt uit wat je met het argument bedoelt. Je maakt de link tussen het

argument en de stelling duidelijk en je benadrukt hoe belangrijk het argument is.

Stap 3: Bijvoorbeeld

Tot slot geef je voorbeelden waarmee je je argument zo tastbaar en concreet

mogelijk maakt. Hiermee wordt je argument extra geloofwaardig en dat is

natuurlijk wat je wilt bereiken.

Een voorbeeld:

Page 39: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

39

Roken moet verboden worden (stelling). ‘Roken is erg ongezond (argument).

Ieder jaar gaan er 25.000 mensen dood als een direct gevolg van roken (uitleg).

Neem mijn buurman die vorig jaar aan longkanker overleed nadat hij 20 jaar lang

een pakje per dag had gerookt (voorbeeld).

Bij het voorbereiden van een discussie moet je zowel argumenten vóór als tegen

de stelling bedenken. Je hoort namelijk pas tijdens het examen of je vóór of

tegen de stelling moet pleiten. Bovendien weet je op deze manier ook al welke

argumenten de tegenpartij kan gaan gebruiken. Je kunt dan alvast nadenken

over een weerwoord. Tijdens een discussie moet je immers niet alleen je eigen

argumenten naar voren brengen. Je moet ook proberen de argumenten van de

ander te weerleggen.

4. Non-verbale communicatie

Een goed gesprek wordt niet alleen gevoerd met woorden. Ook de non-verbale

communicatie is belangrijk. Hoe is je houding? Kijk je de gesprekspartner aan?

Spreek je rustig en overtuigend of hard en agressief? Ook deze aspecten tellen

mee bij de beoordeling van je examen gesprekken.

Tips non-verbale communicatie:

Zit of sta in een open houding: zorg dat je naar je gesprekspartner

toegedraaid staat of zit. Hou je armen niet over elkaar of gekruist voor het

lichaam. Dit komt verdedigend over.

Hou oogcontact met je gesprekspartner.

Spreek rustig en duidelijk, niet hard en agressief.

Geef de ander de ruimte om uit te spreken. Wees niet bang voor een korte

stilte. Soms is de ander nog even aan het nadenken.

2.5.4 Extra bronnen

Wil je meer weten over gespreksvaardigheden? Kijk dan eens op de volgende

websites:

http://www.leren.nl/rubriek/persoonlijke_vaardigheden/communiceren/vragen-

stellen

Links naar meer informatie over vragen stellen.

http://nl.wikihow.com/Het-ontwikkelen-van-goede-communicatievaardigheden

Tips voor het verbeteren van communicatievaardigheden.

Page 40: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

40

40

2.6 Spreken

2.6.1 Wat kun je verwachten van het examen spreken?

Tijdens het examen spreken moet je een korte presentatie houden over een

onderwerp van maatschappelijke aard. De presentatie moet een duidelijke

opbouw hebben. Je moet tijdens de presentatie informatie kunnen geven over

het onderwerp van de presentatie, je moet je mening kunnen verwoorden en je

moet deze ook kunnen onderbouwen met argumenten. Je moet ook vragen

kunnen beantwoorden over je presentatie.

Ongeveer 2 weken voor het examen ontvang je de spreekopdracht voor het

examen en meer informatie over het examen spreken. Lees de informatie direct

na ontvangst door. Je hebt dan voldoende tijd om je voor te bereiden op het

examen.

Je krijgt in de informatie onder andere antwoord op de volgende vragen:

Waar moet de presentatie over gaan?

Je krijgt de keuze uit een aantal onderwerpen. Dit zijn onderwerpen van

maatschappelijke aard waar de meeste mensen wel eens wat over gehoord

of gelezen hebben. Je kiest bij voorkeur één van deze onderwerpen voor je

presentatie. Je mag eventueel wel een ander onderwerp kiezen. Dit

onderwerp moet goedgekeurd worden door de examinatoren. Geef je

voorstel voor een ander onderwerp daarom zo snel mogelijk door aan de

opleidingsinstelling. Doe je dit niet, dan kan je onderwerp tijdens het examen

afgekeurd worden en daarmee zak je voor het examen.

Welke punten moeten in de presentatie aan de orde komen?

Op deze onderdelen zullen de examinatoren letten bij de beoordeling.

Hoe lang moet de presentatie duren?

Je moet de minimum- en de maximumduur echt aanhouden. Als je

presentatie te kort is, is het examen niet geldig en moet je het herkansen.

Als je presentatie te lang is, wordt hij afgebroken. Hierdoor krijg je minder

punten voor de presentatie.

Mag ik ondersteunend beeld- en geluidsmateriaal gebruiken?

Het is gebruikelijk dat je beeld- en geluidsmateriaal mag gebruiken tijdens je

presentatie, bijvoorbeeld powerpoint-dia’s. In de informatie die je voor je

examen ontvangt, staan de regels die voor je examen gelden. Het al dan

niet gebruiken van visuele ondersteuning telt overigens niet mee in de

beoordeling. Je wordt alleen beoordeeld op je spreekvaardigheid.

Mag ik aantekeningen gebruiken tijdens de presentatie?

Over het algemeen mag je korte aantekeningen wél gebruiken tijdens het

examen, maar hele teksten niet. Kijk goed welke regels voor jouw examen

gelden.

Het examen wordt afgenomen door twee examinatoren. Bij de beoordeling

worden punten gegeven voor de inhoud, voor de presentatievaardigheden en

voor de taalvaardigheid.

Page 41: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

41

2.6.2 Voorbeeldopgave spreken

Voorbeeldopdracht Nederlands Spreken 2F

Voorbereiding

Je gaat binnenkort een presentatie houden over een vraagstelling. Je kunt

kiezen uit één van de onderstaande vraagstellingen, maar je mag ook zelf een

vraagstelling verzinnen die verband houdt met de maatschappij in het algemeen.

1. Moet consumentenvuurwerk ook met Oud en Nieuw verboden worden?

2. Moet het openbaar vervoer gratis worden?

Let op: als je een andere vraagstelling kiest, moet je je vraagstelling zo spoedig

mogelijk doorgeven ter goedkeuring!

Bereid je presentatie voor aan de hand van de volgende eisen:

Stel jezelf voor.

Introduceer het onderwerp van de presentatie en de vraagstelling die daarbij

hoort.

Maak duidelijk wat je standpunt is ten opzichte van het onderwerp.

Geef minimaal twee passende argumenten om je standpunt te

ondersteunen.

Sluit je presentatie af met een conclusie waarin je terugkomt op de

vraagstelling.

Maak en houd contact met de luisteraars; lees niet voor.

Spreek duidelijk, niet te gehaast en niet monotoon.

Maak zo weinig mogelijk taalfouten.

Blijf binnen de afgesproken tijd.

Tijdens je presentatie:

geef je informatie over het onderwerp van de vraagstelling

neem je een standpunt in en verdedig je dit met argumenten

geef je je mening

Je presentatie moet 5 tot 8 minuten duren. Je mag aantekeningen maken die je

tijdens de toets bij je houdt. Je mag ondersteunend beeld- en geluidsmateriaal

gebruiken, bijvoorbeeld een powerpointpresentatie. Uitgeschreven teksten mag

je niet bij je houden.

Het examen

Het examen zelf bestaat uit twee onderdelen. Eerst houd je je presentatie

volgens de opgegeven eisen. Daarna krijg je minimaal twee vragen over de

presentatie.

Page 42: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

42

42

2.6.3 Aandachtspunten voor het examen spreken

1. Opbouw

Een goede presentatie heeft een duidelijke opbouw:

Voorstellen

Je begint een presentatie altijd met jezelf voor te stellen. Wie ben je?

Waarom houd je deze presentatie?

Inleiding

De inleiding is bedoeld om de aandacht van het publiek te trekken én om de

luisteraars te informeren over je vraagstelling. Het is een goed idee om ook

alvast je standpunt te noemen. Bij een langere presentatie vertel je in de

inleiding ook iets over de opbouw van de rest van de presentatie.

Kern

In het middenstuk geef je meer informatie over het onderwerp. Je bespreekt

de argumenten die je hebt voor je standpunt.

Slot

Aan het einde van je presentatie geef je geen nieuwe informatie meer, maar

kom je even terug op de vraagstelling en herhaal je kort je standpunt en je

belangrijkste argumenten.

2. Argumenten

Tijdens je presentatie moet je je standpunt verdedigen. Het is dan niet

voldoende om te vertellen wat je vindt, wat je standpunt is. Je moet je standpunt

ook uitleggen en onderbouwen. Wat voor jou misschien vanzelfsprekend is,

hoeft dat voor een ander niet te zijn.

Met argumenten kun je je standpunt aannemelijker maken, de ander overtuigen.

Argumenten volgen vaak op woorden als “want”, “vanwege”, “omdat” en

“daarom”.

Je kunt je standpunt onderbouwen aan de hand van het zogenaamde A.U.B.-

model: Argument - Uitleg - Bijvoorbeeld.

Stap 1: Argument

Je begint met het benoemen van het argument.

Stap 2: Uitleg

Je legt uit wat je met het argument bedoelt. Je maakt de link tussen het

argument en de stelling duidelijk en je benadrukt hoe belangrijk het argument is.

Stap 3: Bijvoorbeeld

Tot slot geef je voorbeelden waarmee je je argument zo tastbaar en concreet

mogelijk maakt. Hiermee wordt je argument extra geloofwaardig en dat is

natuurlijk wat je wilt bereiken.

Een voorbeeld:

Roken moet verboden worden (stelling). ‘Roken is erg ongezond (argument).

Ieder jaar gaan er 25.000 mensen dood als een direct gevolg van roken (uitleg).

Neem mijn buurman die vorig jaar aan longkanker overleed nadat hij 20 jaar lang

een pakje per dag had gerookt (voorbeeld).

Page 43: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

43

3. Non-verbale communicatie

Goed presenteren doe je niet alleen met woorden. Ook de non-verbale

communicatie is belangrijk. Hoe is je houding? Kijk je het publiek aan? Spreek je

rustig en overtuigend of hard en agressief? Ook deze aspecten tellen mee bij de

beoordeling van je examen spreken.

Tips non-verbale communicatie

Zit of sta in een open houding: zorg dat je naar het publiek toegedraaid staat

of zit. Hou je armen niet over elkaar of gekruist voor het lichaam. Dit komt

verdedigend over.

Hou oogcontact met je gesprekspartner.

Spreek rustig en duidelijk, niet hard en agressief.

Wees niet bang voor een korte stilte. De stilte duurt voor jou altijd langer dan

voor het publiek. Een korte stilte geeft je de gelegenheid om je gedachten te

ordenen.

2.6.4 Extra bronnen

Wil je meer weten over presenteren? Kijk dan eens op de volgende websites:

http://www.leren.nl/cursus/professionele-vaardigheden/presentatie

Links naar meer informatie over presentatievaardigheden.

http://nl.wikihow.com/Het-ontwikkelen-van-goede-communicatievaardigheden

Tips voor het verbeteren van communicatievaardigheden.

Page 44: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

44

44

3. Rekenen

In dit deel vind je informatie over de onderdelen van het examen rekenen. Je

krijgt voorbeeldvragen en uitleg waarmee je je kunt voorbereiden op het

examen.

Het cijfer voor het examen rekenen is direct ook je eindcijfer voor rekenen.

3.1 Wat kun je verwachten van het examen rekenen?

Tijdens het examen rekenen krijg je verschillende soorten rekenopgaven.

Sommige opgaven zijn “kaal”, dat wil zeggen: je krijgt sommen en die moet je

uitrekenen. De meeste opgaven zijn “verhaaltjessommen”; je moet het probleem

en de informatie uit de opdracht halen en zelf bedenken hoe je dit probleem gaat

oplossen.

Het examen voor rekenen is op papier en duurt ongeveer 90 minuten. Bij veel

opgaven moet je ook de berekening opschrijven en daar krijg je dan ook punten

voor. Het instellingsexamen op papier is verdeeld in twee aparte onderdelen:

één deel waarbij je geen rekenmachine mag gebruiken en één deel waarbij dat

wel mag. Je mag bij het examen rekenen kladpapier gebruiken. Dit moet na

afloop worden ingeleverd bij degene die toezicht houdt op het examen.

De opgaven in het examen rekenen zijn verdeeld over 4 domeinen:

Getallen

Verhoudingen

Meten & Meetkunde

Verbanden

Met het oplossen van de opgaven in het domein Getallen laat je zien dat je de

notatie en betekenis van getallen kent en gebruikt, dat je getallen met elkaar in

verband kunt brengen en dat je kunt rekenen met getallen.

Je kunt:

getallen relateren aan de situatie

rekenen met de voorkomende gehele en decimale getallen en eenvoudige

breuken (schattend, uit het hoofd op papier of met de rekenmachine) en

waar nodig haakjes gebruiken

het resultaat van een berekening afronden in overeenstemming met de

situatie

negatieve getallen plaatsen in het getalsysteem (ordenen) en vergelijken

getalnotaties met miljoen en miljard gebruiken en eenvoudige berekeningen

met getallen in dergelijke notaties uitvoeren

aantallen, hoeveelheden en maten (weergegeven als gehele of decimale

getallen) afronden op 'mooie' getallen, met elkaar in verband brengen,

vergelijken, ordenen en plaatsen op een schaal

Met het oplossen van de opgaven in het domein Verhoudingen laat je zien dat je

de schrijfwijze, taal en betekenis van verhoudingen, procenten en breuken kent

en gebruikt en dat je eenvoudige verhoudingen, percentages, breuken en

decimale getallen in elkaar kunt omzetten.

Page 45: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

45

Je kunt:

met een rekenmachine breuken en percentages berekenen of benaderen als

eindige decimale getallen

in de context van verhoudingen berekeningen uitvoeren; ook met procenten,

samengestelde grootheden (zoals snelheid), schaal en bij

vergroten/verkleinen

rekenen met verhoudingen, onder andere verhoudingen vergelijken

Met het oplossen van de opgaven in het domein Meten & Meetkunde laat je zien

dat je de notatie en betekenis van maten en gangbare meetkundige symbolen

en begrippen kent en dat je deze kunt interpreteren en gebruiken. Je laat verder

zien dat je maateenheden en verschillende vlakke en ruimtelijke representaties

met elkaar in verband kunt brengen en dat je afmetingen of grootheden kunt

bepalen via afpassen, meten, schatten en berekenen.

Je kunt:

gangbare maateenheden en voorvoegsels gebruiken en de juiste

maateenheid kiezen in de gegeven situatie

schalen van meetinstrumenten aflezen en de aanduidingen correct

interpreteren

veelvoorkomende maten gebruiken: ze vergelijken, ordenen en in elkaar

omzetten

rekenen met gangbare maten voor grootheden zoals: lengte, oppervlakte,

inhoud, gewicht, tijd, temperatuur, geld en snelheid

afmetingen zoals: afstand, lengte, hoogte, omtrek, oppervlakte en inhoud

meten, schatten of berekenen (eventueel met behulp van een gegeven

formule of rekenregel) en aan elkaar relateren; de formules voor oppervlakte

van een rechthoek en inhoud van een balk worden bekend verondersteld

vlakke (2D) representaties (uitslagen, kaarten, aanzichten, eenvoudige

werktekeningen) van ruimtelijke (3D) objecten en situaties interpreteren, met

elkaar in verband brengen

een eenvoudige situatieschets maken

gangbare meetkundige termen, symbolen en begrippen kennen en

gebruiken, zoals plaatsaanduidingen met alledaagse coördinaten (rij 7

stoel 5); hoeken of richtingen; afstanden; namen van vormen zoals bol,

piramide, vierkant, cirkel; termen als evenwijdig, haaks, horizontaal etc., om

situaties, vormen, voorwerpen, plaatsen in de ruimte en routes te

beschrijven

Met het oplossen van de opgaven in het domein Verbanden laat je zien dat je

numerieke informatie uit diverse soorten tabellen, diagrammen en grafieken kunt

analyseren, interpreteren en gebruiken. Je laat verder zien dat je vuistregels en

alledaagse formules horend bij specifieke situaties begrijpt en dat je er

eenvoudige berekeningen mee kunt uitvoeren.

Je kunt:

eenvoudige regelmaat in een tabel herkennen en beschrijven in woorden en

eenvoudige vuistregels of (woord)formules

numerieke gegevens verwerken; deze bijvoorbeeld in een tabel, grafiek of

diagram weergeven en met enkele waarden samenvatten

waarden in een formule of vuistregel invullen en de waarde van de

ontbrekende variabele berekenen

Page 46: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

46

46

3.2 Voorbeeldopgaven rekenen

Voorbeeldopgaven - contextloos

Voorbeeldopgaven met context

Opgave 1 Het reuzenrad

Page 47: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

47

Opgave 2 Abonnement

Opgave 3 Pakket versturen

Page 48: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

48

48

Opgave 4 Rekening delen

Opgave 5 Logo

Een compleet voorbeeld van een centraal examen rekenen kun je vinden op:

https://www.cve.nl/item/voorbeeldexamens_coe_mbo

(Niet erg prettig leesbaar, maar wel informatief.)

Antwoorden

Page 49: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

49

3.3 Aandachtspunten voor het examen rekenen

1. Lees de opgaven goed!

Als je de opgave niet goed leest, kun je onnodige fouten maken. Bijvoorbeeld

omdat je gegevens over het hoofd ziet (je berekent een enkele reis in plaats van

een retour) of omdat je de instructie niet goed uitvoert (je geeft het antwoord in

centimeters in plaats van meters).

2. Check of je de vraag hebt beantwoord

Controleer aan het einde van de berekening of het antwoord dat is waarnaar

wordt gevraagd. Check ook of het antwoord realistisch is binnen de gegeven

context (een fietsenmaker zal geen 2,5 fiets verkopen).

3. Let op bij het afronden van geldbedragen

Bij antwoorden in geldbedragen in euro en centen moet je niet ten onrechte

afronden op veelvouden van 5 cent. Bij berekeningen van bedragen die zeker

niet leiden tot contante betalingen, is afronden op veelvouden van 5 cent fout en

wordt alleen het exacte, op centen afgeronde bedrag goedgekeurd. Dit is

bijvoorbeeld het geval bij maandelijkse kosten van nutsvoorzieningen of bij

aankopen via het internet. Bij berekeningen van bedragen die in een winkel

betaald moeten worden, wordt zowel het exacte antwoord, als het op een

veelvoud van 5 cent afgeronde bedrag goedgekeurd.

4. Verhoudingen

Een foto vergroten

Je hebt een fotoafdruk van 10 cm breed en 15 cm hoog ofwel "10 bij 15 cm".

In schrijftaal: "10 cm 15 cm" of "10 15 cm".

Als je zo'n foto groter afdrukt en de breedte wordt 20 cm, dan wordt de hoogte

ook twee keer zo groot, dus 30 cm. De verhouding tussen de breedte en hoogte

blijft gelijk.

De verhouding tussen breedte en hoogte is in dit geval "2 staat tot 3" ofwel

"2 op 3".

In schrijftaal: "2 : 3".

De verhouding 10 : 15 is hetzelfde als 20 : 30.

Als de getallen aan beide kanten van het deelteken met dezelfde waarde

vermenigvuldigd worden, blijft de verhouding gelijk. Bij de opgaven in je examen

schrijf je de verhouding altijd in zo klein mogelijke, maar gehele getallen.

Page 50: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

50

50

5. Procenten

Een procent is 1/100 deel van het geheel. 1% van € 300,00 is dus € 3,00

(300 : 100 = 3).

67% van € 300,00 is dan 67 € 3,00 = € 201,00.

Je kunt op het examen opgaven krijgen van het type “ Hoeveel is 100%?”.

Hieronder zie je twee voorbeelden2 waaraan je kunt zien hoe je dergelijke

opgaven kunt oplossen.

Voorbeeld 1 Hoeveel is 100%

Voorbeeld 2 Terugrekenen naar 100%

2 Bron: www.beterrekenen.nl

Page 51: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

51

Je kunt ook opgaven krijgen waarin je juist moet uitrekenen welk deel van een

geheel iets is. Ook hiervan krijg je drie voorbeelden 3 die laten zien hoe je dat

aan kunt pakken.

Voorbeeld 1 Een deel van het geheel berekenen

Voorbeeld 2 Het nieuwe loon uitrekenen

3 Bron: www.beterrekenen.nl

Page 52: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

52

52

Voorbeeld 3

Let goed op bij opgaven waarin gerekend wordt met BTW.

Page 53: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

53

Overzicht veelgebruikte percentages

Page 54: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

54

54

6. Meten

Je moet niet alleen de verschillende lengtematen en gewichtsmaten kennen,

maar je moet ook kunnen omrekenen van de ene eenheid naar de andere

eenheid. Hieronder daarom een overzicht van de verschillende eenheden en

hoe je van de ene eenheid kunt omrekenen naar de andere.

Afstand

Oppervlakte (lengte breedte)

Inhoud (lengte breedte hoogte)

Page 55: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

55

Inhoud

1 liter = 1 dm3

1 ml = 1 cm3 = 1 cc

Tijd

1 minuut = 60 seconden

1 uur = 60 minuten

1 dag (etmaal) =24 uur

Snelheid

Snelheid wordt uitgedrukt in m/s (meter per seconde). In het verkeer gebruiken

we meestal km/h (kilometer per uur).

Hieronder kun je zien hoe je kunt omrekenen van m/s naar km/h.

Dus:

1 m/s = 3,6 km/h

7. Breuken

Een taart wordt verdeeld in 8 gelijke stukken. Eén stuk taart is dan “één achtste”

van de hele taart ofwel 8

1.

8

1 is een breuk.

Boven de streep staat de teller. De teller 1 geeft aan hoeveel stukken taart je

hebt. Onder de streep staat de noemer. De noemer 8 geeft aan uit hoeveel

stukken de gehele taart bestaat. Krijg je twee stukken taart, dan heb je dus

8

2 deel van de taart.

8

2 is hetzelfde als

4

1. Je kunt namelijk de teller en de

noemer delen door hetzelfde getal (2). Dit noem je het vereenvoudigen van de

breuk. Meestal moet je bij de opgaven in het examen de breuken zoveel

mogelijk vereenvoudigen.

Voorbeelden van vereenvoudigen:

25

5=

5

1

3

10 = 3

3

1

Page 56: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

56

56

Je kunt breuken optellen en aftrekken, maar dit kan alleen als ze gelijknamig

zijn. Dat wil zeggen: de breuken moeten dezelfde noemer hebben. Je kunt dan

de tellers gewoon bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.

Voorbeelden optellen en aftrekken:

3

1 +

3

1 =

3

2

9

1 +

9

3 +

9

3 =

9

7

3

2 –

3

1 =

3

1

37

25 –

37

2 =

37

23

Als de breuken niet gelijknamig zijn, moet je ze eerst gelijknamig maken. Je doet

dat als volgt:

Hoeveel is 8

3 +

3

1?

Het getal 24 zit zowel in de tafel van 8 als in de tafel van 3. Je kunt de noemers

van de breuken daarom veranderen in 24. Dit mag zolang je de teller maar met

hetzelfde getal vermenigvuldigt als de noemer.

Je vermenigvuldigt de teller en de noemer van 8

3 met 3, immers 3 8 = 24.

Dus 8

3 =

24

9.

Je vermenigvuldigt de teller en de noemer van 3

1 met 8, immers 8 3 = 24.

Dus 3

1 =

24

8.

Nu kun je de som wel uitrekenen, want de breuken zijn gelijknamig:

8

3 +

3

1 =

24

9 +

24

8 =

24

17

Nog een voorbeeld:

8

7 –

4

1 =

8

7 –

8

2 =

8

5

Je kunt breuken vermenigvuldigen.

Als je een breuk vermenigvuldigt met een geheel getal, gaat dat als volgt:

3 4

1 =

4

3. Je vermenigvuldigt dus de teller (1) met het gehele getal (3).

Vergeet niet te vereenvoudigen als dat kan:

5 3

2 =

3

10 = 3

3

1

Als je een breuk vermenigvuldigt met een breuk, gaat dat als volgt:

2

1

2

1 =

4

1.

Je vermenigvuldigt dus de teller (1) met de teller (1) en de noemer (2) met de

noemer (2).

Page 57: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Nederlands en rekenen

57

Vergeet ook hier niet te vereenvoudigen als dat kan:

4

3

9

8 =

36

24 =

3

2

Je kunt breuken delen. Als je een breuk deelt door een geheel getal, gaat dat

als volgt:

9

8 : 4 =

9

2

Je deelt dus de teller (8) door het gehele getal (4).

Als je een breuk deelt door een breuk, gaat dat als volgt:

2

1 :

8

1 =

2

1

1

8 =

2

8 = 4

Delen is vermenigvuldigen met het omgekeerde!

Nog een voorbeeld:

42

1 :

4

3 =

2

9 :

4

3 =

2

9

3

4 =

6

36 = 6

3.4 Extra bronnen

Wil je meer weten over (het examen) rekenen? Kijk dan eens op de volgende

websites:

https://www.cve.nl/item/voorbeeldexamens_coe_mbo

Een compleet voorbeeld van een centraal examen rekenen mbo.

www.beterrekenen.nl

Uitleg en oefeningen over alle onderwerpen die relevant zijn voor het examen

rekenen.

www.rekenlessen.nl

Rekenoefeningen.

Page 58: Examenvoorbereiding mbo 2/3 - Active Learnercloud1.activelearner.com/contentcloud/portals...Examenvoorbereiding mbo 2/3 6 6 1. Algemene informatie Je gaat examens afleggen voor de

Examenvoorbereiding mbo 2/3

58

58

4. Voorzieningen voor deelnemers met een

beperking

De verplichting om examens af te leggen voor Nederlands en rekenen geldt ook

voor mbo-deelnemers met een beperking. Het kan daarbij gaan om deelnemers

met een visuele of auditieve beperking, maar bijvoorbeeld ook om deelnemers

met dyslexie of dyscalculie.

Aanpassingen zoals verlengde tijdsduur, gesproken tekst of het vervangen van

luistervragen door leesvragen zijn in sommige gevallen mogelijk. Dit geldt vrijwel

altijd alleen voor deelnemers die beschikken over de juiste medische

verklaringen die ook tijdens hun opleiding al op aangepaste wijze examens

afleggen.

Denk je dat je niet in staat bent de examens zonder aanpassingen af te leggen,

neem dan in een zo vroeg mogelijk stadium contact op met de examen-

commissie van je opleiding.