Examen Nederlands 2013 (2)
-
Upload
anton-van-aken -
Category
Documents
-
view
323 -
download
7
description
Transcript of Examen Nederlands 2013 (2)
1
Examen Nederlands 2013
Het sonnet Renaissance ( 14de - 16de eeuw)
Antropocentrische levenshouding: Het aardse leven moet niet meer onderdoen aan het hemelse. Het aardse en de natuur worden in al hun weelde beschreven.
Individualisme: Iedereen is uniek en wordt niet meer gezien als een wezen dat deel uitmaakt van een groter geheel. Het hoogtepunt van de renaissancemens is een uome universale worden: een intelligente, ontwikkelede, kunstzinnige mens die op alle gebieden van de menselijke cultuur uitblinkt.
Artistieke bewustzijn: De kunstenaars willen schoonheid creëren. Die wordt een doel op zich. Het is niet meer de didactische-moraliserende bedoeling van de kunst die primeert.
Klassieke oudheid: Kunstenaars laten zich inspireren door de klassieke oudheid. Ze willen deze zelf overtreffen door uit te blinken op gebied van taal: woordspellingen, metrum, versvorm,... Het sonnet wordt de nieuwe dichtvorm bij uitstek.
Het sonnet 4 strofen:
2 strofen van 4 versregels 2 kwatrijnen vormen samen een octaaf
2 strofen van 3 versregels 2 terzinen vromen samen een sextet
Tussen het octaaf en het sextet is er een volta, een wending in het gedicht. Het onderwerp wordt inhoudelijk vanuit een ander oogpunt bekeken.
Vast rijmschema: ABBA ABBA CCD EED
metrum: jambisch alexandrijn (elke versregel bestaat uit 6 jamben, afwisselend beklemtoon-onbeklemtoond, met een duidelijk pauze in het midden)
onderwerp: (onmogelijke) liefde
Subculturen
Soorten:
1) Beatniks: T-shirts, kaki legerbroeken, jeans en legeroverhemden. Soms alpinopet of Mexicaanse kleding. Zonnebril buiten en binnen. Gericht op geestelijke ontwikkeling. Interesse voor cultuur, moderne jazz en poëzie.
2) Hiphoppers: Erg losse kleding, vooral brede broek valt op. Ontstaan in de jaren 70 in de zwarte probleembuurten van New York. Basiskenmerken: experimenteren met bestaande muziek door platen te scratchen en te mixen. Voorliefde voor rappen, dans (vooral het spectaculaire breakdance) en graffiti.
3) Hippies: Flowerchildren, kleding met psychedelische kleurtjes of Indische motieven. Lange haren en indien mogelijk snor of baard. Basiskenmerken: vrije seks, experimenteren met drugs, ‘Peace man’.
4) Punkers:
2
Kapsel is vanop grote afstand herkenbaar, geverfd in alle kleuren van de regenboog, in de meest vreemde vormen geknipt. Kleding is meestal zwart en gescheurd. Sieraden: veiligheidsspelden, hondenhalsbanden, scheermesjes; Basiskenmerken: anarchistisch en agressief, een gevolg van woede en teleurstelling in de maatschappij.
5) Skinheads: kaalkoppen, bretellen, spijkerbroeken met omgeslagen pijpen en werkman schoenen. Verder ook voorliefde voor legerkleding, tatoeages en piercing. Basiskenmerken: verzet tegen immigranten, patriotisme, ‘workingclassattide’. Vaak racistische en neonazistische invloeden; Keren zich tegen alles en iedereen.
Hoofdcultuur (mainstream): cultuur die de toon aangeeft en waar toe de meeste mensen behoren Subcultuur: cultuur waartoe een minderheid behoord die zich wil onderscheiden van de ‘normale’ mensen Anticultuur: Cultuur waartoe een klein aantal mensen behoren die zich afscheiden van de rest en die die rest wilt choqueren.
VOC 1 Herhalend lezen: HB p. 120, oef. 5 + samenvatting op apart blad
Schelden doet (geen) pijn Schelden wordt het meeste gedaan op plaatsen waar mensen zich frustreren, zoals het voetbalveld of op de weg. Men scheld om te kwetsen, om de tegenstander uit zijn concentratie te halen, om te kunnen domineren, om te choqueren,... Nieuwe tendensen in het schelden zijn het gebruiken van de overtreffende trap, het lachen met lichaamsuitscheidingen en Engelse vloekwoorden. Positief aan het vloeken is dat het beter is dan fysiek geweld en het is meestal in het Nederlands. Denotatie: een welomschreven betekenis die we met een woordvorm verbinden (zoals we die in een woordenboek vinden) Connotatie: de gevoel geladen betekenis van het woord.
Registerfouten registerfout 1: verkeerd inschatten van de gebruikswaarde (te deftig, ouderwets, familiair,...) registerfout 2: het gebruik van een cliché, afgezaagde en versleten uitdrukking registerfout 3: het gebruik van een stoplap of een versterking
VOC 2 HB p. 132, oef. in het midden
3
Reinaert de Vos HB p. 134-135 Proloog:
- aandacht trekken, de mensen warm maken - publiek voorbereiden om het verhaal op de juiste manier te interpreteren - om de mensen klaar te maken om te leren uit dit verhaal - satire: luisteraars waarschuwen voor dubbelzinnigheden
vers 7: vijte = vita levensverhaal van een heilige (Reinaert)
vers 35: pleghen der heeren wie de heren graag vertroetelt (= prostituees) Verhaal bestaat uit 3 delen:
1) de kopiist is aan het woord (4-10) 2) Willem (auteur) is aan het woord (11-40) 3) het verhaal zelf (41-60)
Vaste elementen in een geschreven verhaal: topoi (topos = Grieks voor cliché)
a) causa scribendi, de reden waarom het verhaal geschreven is het verhaal naar het NE vertalen
een dame had het gevraagd
b) de moeite die het heeft gekost het boek te schrijven het koste hem dikwijls zijn nachtrust
c) de bronvermelding versie van Aernout
Franse geschriften
het levensverhaal van een heilige
d) een gebed om hulp God moge ons zijn steun verlenen...
Reinaert als ridderverhaal : - het verhaal begint met een hofdag (orde) - ‘die avonture van Reinaerde’ (typische benaming van een ridderverhaal)
Reinaert is niet trouw aan zijn koning omdat hij niet op de hofdag aanwezig is. De hofdag zelf is zelf al een parodie op zich, want i.p.v. een prestigieus gebeuren wordt het een chaotische boel en koning Nobel kan de orde niet handhaven. Willem heeft dit verhaal geschreven voor mensen met verstand die zijn satire wel zouden begrijpen.
4
HB p. 137-140 het klassiek verloop van een queeste wordt in de verhalen van Reinaert helemaal belachelijk gemaakt:
Hoofse ridders zijn volgens Willem niet hoofs. Een van de belangrijkste hoofse deugden, mate,
vergeten ze wel vaak. Zo verliest Bruin de beer zijn mate nadat hij de honing had gezien.
De personages in het verhaal zijn goed uitgewerkt: - Reinaert: sluw, leugenachtig, niet te vertrouwen, gemeen, ziet direct zwaktes van anderen - Bruin: goedgelovig, dom, sterk - pastoor: heeft een vrouw, misbruikt zijn ambt, agressief - mensen van het dorp: dom, lelijk, belachelijk, agressief
Namen in het verhaal:
- Hersint: de wolvin die Reinaert verkracht ze heeft er wel zin in
- vrouwe Ogerne: dorpsbewoonster o, graag!
- Julocke: de vrouw van de pastoor Jou lok ik
Hof
Manquee
Queeste
Andere wereld
Onmate
Lamfriet
Oneer
Geen orde
Koning Nobel op zijn hofdag
Reinaert is afwezig
Bruin de beer vertrekt op queeste
leefwereld van Reinaert
Reinaert koopt Bruin om met honing
Bruin wordt geslagen en moet op een schandelijk manier
naar het hof terugkeren
er is niks opgelost
Eer
Orde
5
De auteur:
Willem schreef naast het verhaal van Reinaert de vos ook nog ‘Madoc’. Hij genoot van enige
naambekendheid want het eerste woord van zijn verhaal is zijn naam. En dit komt bij nooit voor. er
is niet veel van hem geweten, al moet het een Oost-Vlaming geweest zijn die het Waasland goed
kende. Willem schreef Reinaert de vos in de 12de of 13 de eeuw (dat is niet zeker) en hij baseerde zich
gedeeltelijk op Franse verhalen. Hij vertaalde ze niet alleen, hij verbeterde ze ook.
Een lied als een wapen
Powerpoint leren
Geuzen: komt van het Franse ‘gueux’, wat bedelaar betekent. Met deze term werden de Nederlandse edelen die tegen Filips II waren aangeduid. Men verspreide propaganda tegen Alva door liederen, pamfletten en prenten. Ook strijdliederen werden verspreid door ze te laten meevoeren met de wind. Later werden dezen gebundeld. Een bekend geuzenlied is ‘Gentsch Vader-Onze’.
Gentsch Vader-Onze parodie; niet om te spotten met God, maar iedereen kent gewoon het origineel dus
het is makkelijk te verspreiden
verwijten tegen de Spaanse bezetter
bestaat uit 2 delen: - haat tegen de Spaanse bezetter (vers 1-12) - smeekbede naar God toe (vers 11-19)
Hugo Claus schreef ook een bewerking op het Onze vader, had hij het over nucleaire wapens in de Koude Oorlog. Het zit vol sarcasme en ironie.
6
Antroponymie Voornaam
1) Namen uit Germaanse tijd: samengestelde naam:
betekenisvolle naam Bernhard samenstelling van ouders’ namen Gerbrandt
2) Bijbelse, vaak Hebreeuwse namen:
door het christendom, namen van heiligen Joachim, Maria, Elisabeth
3) Ontlening van uitheemse namen: namen uit Frankrijk, VS, GB, Scandinavië, Italië,... René, Daisy, Sven
4) Naam uit de familie:
vernoemd naar grootouders Bert, Jef (soms is het geslacht van de naam wel aangepast)
Waarom?
vernoemd naar familie
mooie klank
mooie/ leuke naam
naar idool
...
Achternaam In 1794 liet Napoleon de burgers hun achternaam registreren. Achternamen kunnen uitsterven (statistische wet van de grote getallen), zeker nu. Kinderen kunnen wettelijk de achternaam van hun moeder krijgen.
1) Afgeleid van de naam van de vader/ moeder: metroniemen Verellen patroniemen Peeters
2) Herkomstnaam Van Aken
3) Beroepsnaam Desmet
4) Verwijzing naar karakter of uiterlijk kenmerk De Witte
onomastiek (studie van de naamgeving)
antroponymie (studie van persoonsnamen) toponymie (studie van de plaatsnamen)
7
Niemand voorziet de wraak van de keeper HB p. 166-167 + notities nalezen
Eeuwig gaat voor oogenblick Kinder-lyck - Joost van den Vondel
Constantijntje, 't zaligh kijntje, Cherubijntje, van om hoogh, D'ydelheden, hier beneden, Vitlacht met een lodderoogh. Moeder, zeit hy, waarom schreit ghy? Waarom greit ghy, op mijn lijck? Boven leef ick, boven zweef ick, Engeltje van 't hemelrijck: En ick blinck 'er, en ik drincker, 't Geen de schincker alles goets Schenckt de zielen, die daar krielen, Dertel van veel overvloets. Leer dan reizen met gepeizen Naar palleizen, uit het slick Dezer werrelt, die zoo dwerrelt. Eeuwigh gaat voor oogenblick Bespreking gedicht:
- Eindrijm op even verzen - binnenrijm op oneven verzen - middenrijm om de 2 verzen - 4 strofen - veel trocheeën
Vanitasidee: alles is vergankelijk, gaat ooit dood. (vers 16) Memento mori: er aan laten denken dat je gaat sterven (verzen 13 - 16)
HB p. 196 + notities herlezen
1
3
4
2 geschreven uit het oogpunt van Constantijntje
huil niet, het is hier goed in de hemel (simpele verwoording)
geschreven uit het oogpunt van de dichter
Houd niet vast aan het leven op aarde, je leeft eeuwig in de
hemel (meer serieuze verwoording)
8
Twee zangers over de dood Egidius - Jan Moritoen Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn; Du coors die doot, du liets mi tleven. Dat was gheselscap goet ende fijn, Het sceen teen moeste ghestorven sijn. Nu bestu in den troon verheven, Claerre dan der zonnen scijn; Alle vruecht es die ghegheven. Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn; Du coors die doot, du liets mi tleven. Nu bidt vor mi, ic moet noch sneven, Ende in de weerelt liden pijn; Verware mijn stede di beneven. Ic moet noch zinghen een liedekijn; Nochtan moet emmer ghestorven sijn. Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn; Du coors die doot, du liets mi tleven. Bespreking gedicht:
- gevoelens die voorkomen: woede, verdriet, verlatenheid, jaloezie (de dichter wil zelf niet in deze wrede wereld leven),...
- elegie: klaaglied - de 3 eerste verzen worden in totaal 3 keer gezegd - repetitieve in klank: -even en -ijn - een retorische vraag - Dit gedicht is een lied, naar vorm is het een rondeel.
Een rondeel is oorspronkelijk een danslied met wisselzang voor koor en solist. Het is ontstaan in de middeleeuwse Provence in de 13de eeuw. De tekst heeft 2 rijmklanken en de beginverzen worden in het midden herhaalt.
In dit gedicht worden de 2de en de 4de strofe que rijmschema nog eens omgedraaid.
A B A B B A B A A B A A B A B B A B A
9
Het onbegonnen werk is af Herman de Coninck
gestorven op 22 mei 1997 in Lissabon behoort tot het nieuw-realisme veel voorkomende onderwerpen in zijn gedichten:
- dagdagelijkse dingen - dood en verdriet - liefde en gezinsleven - gerelativeerde dingen
HDC had een moeilijke relatie met zijn zoon en was na het overlijden van zijn eerste vrouw (waarover veel van zijn gedichten gaan) hertrouwd. Die relatie liep stuk en hij trouwde opnieuw, deze keer met schrijfster Kristien Hemmerechts.
Enkele van zijn kenmerken: - onzeker - hij wou zijn eigen ding doen - hij moest vaak naar zijn woorden zoeken - ongezond (roken en drinken) - workaholic - niet romantisch naast zijn gedichten
Nieuw-realisme (1960-heden) Reactie op ondoordringbare gedichten van de Vijftigers. De Poëzie is weer naar buiten
gericht: ze gaat terug naar de alledaagse werkelijkheid in een verstaanbare taal. Communicatie is haar grootste bekommernis
Dit leidt tot: - objectivisten: neutrale, objectieve poëzie (observatie en registratie van de zichtbare
werkelijkheid) - een verwonderingscultus: dichters zorgen voor verassingen. Ze bekijken de
werkelijkheid op een andere manier - readymades: al bestaande dingen/ stukjes tekst uit hun context halen en ze apart als
kunstwerk beschouwen. - relativering van het dichterlijke ik: de dichter is slecht een toeschouwer van de
werkelijkheid die onbevoordeeld verslag uitbrengt over de werkelijkheid. - voorliefde voor het understatement - voorliefde voor een pointe - parlandotaal
In Vlaanderen komt het afstandelijke niet vaak voor. Er is meestal een eigen creatieve inbreng aanwezig, een human touch (vaak autobiografische belevenis).
HB p. 171-173 bespreking gedichten
Stijlfiguren
alliteratie (beginletterrijm)
anafoor (herh. van een woord)
assonantie (klinkerrijm)
paradox (schijnbare tegenstelling)
metafoor (vergelijking zonder vergelijkingswoord)
vergelijking
10
Eufemismen en dysfemismen Eufemismen
Als je een woord met een negatiever connotatie vervangt door een synoniem met een positieve klank, gebruik je een eufemisme
Redenen om eufemisme te gebruiken:
1) tactvol eufemisme: om niet te kwetsen (o.a. upgraden van beroepen/ politiek correct taalgebruik)
2) taboe-eufemisme: uit angst, ontzag (ziekte/ dood) 3) fatsoeneufemisme: uit gêne, preutsheid (seksualiteit/ lichamelijkheid) 4) sluiereufemisme: als excuus, misleiding (economie/ leger/ misdaad)
Technieken:
1) een algemenere term of hyperoniem: de pil 2) een vreemdtalig woord: cohabiteren 3) een zo vaag mogelijke term: de daad 4) een understatement: een leuk prijsje (als iets veel kost) 5) een litotes: hij is moeders mooiste niet 6) bewust minimaliseren: een woordwisseling (ruzie) 7) een afkorting: pedo 8) een omschrijving: betaalde liefde 9) een metafoor: vriendschappelijk vuur 10) vervorming: potvolkoffie
Hand-out eufemisme (oefeningen)
Dysfemisme opzettelijk grof taalgebruik
HB p. 186 lezen
VOC 3
Het debat
Deugdelijke argumentatie 1) Gezagsargument (een beroep doen op een autoriteit) 2) Analogie (een gelijkaardige situatie bijhalen) 3) Voorbeeld 4) Cijfers en statistieken 5) Oorzaak en gevolg (een verband leggen) 6) Argumentje op basis van regels:
- gedragsregels (hoe je je moet gedragen in een bepaalde situatie) - waarderingsregels (oordeel op basis van persoonlijke of andere criteria)
11
Ondeugdelijke argumentatie 1) Appels met peren vergelijken 2) Op een bedenkelijk manier met autoriteit en deskundigheid zwaaien 3) Onjuist verband tussen oorzaak en gevolg 4) Ongeoorloofde veralgemening 5) Op de man spelen 6) Recht praten wat krom is 7) een cirkelredenering maken
volgt uit een manier van redeneren waarbij al als juist wordt aangenomen wat nog bewezen moet worden, of waarbij feiten gebruikt of aangehaald worden waarvan de spreker/schrijver verkeerdelijk veronderstelt dat ze al bestaan of verwezenlijkt zijn.
8) Een argument uit het ongerijmde
de juistheid van het argument kan niet worden aangetoond
Emotionele argumentatie
Je kunt het vertrouwen van de toeschouwer winnen. Medelijden of verontwaardiging opwekken is ook een tactiek.
Deugdelijk of ondeugdelijk? Niet duidelijk, hangt af van de context.
De Vijftigers
De experimentelen (1950-1960) Na WO II ontstaan de Vijftigers, een groep dichters die radicaal wil breken met het verleden en opnieuw willen beginnen (tabula rasa). Ze hebben een nauwe band met de beeldende kunstenaars, die zich verenigd hebben in de Cobra-beweging.
Experimenteel: ze experimenteren met taal en zoek naar nieuwe uitdrukkingsvormen.
Traditionele vormelementen afwijzen
De gedichten zijn een . Ze dienen niet als aaneenschakeling van beeldenrandversiersel, maar vormen echt het gedicht. Het verband tussen de beelden is niet rationeel of logisch, maar . Dit maakt de deze poëzie vaak moeilijk associatiefverstaanbaar.
De beelden zijn sterk . lichamelijk
De meest verassende combinaties worden gemaakt; het beeld verzoent en maakt de werkelijkheid op die manier rijker en complexer. tegenstellingen
: verschillende betekenissen tegelijk in een Polyinterpretabiliteit van beeld en woordgedicht.
leidt tot: De ruimte van het volledig leven tot uitdrukking brengen - het onderbewuste, de hallucinatie, de droom - het kinderlijke ne het spontane - het verzet tegen absurde en zinloze van een autoritaire maatschappij (gezin,
religie, politiek) - de lichamelijkheid, het dierlijke , het amorele - de taal (het materiaal van de dichter), het spreken, het schrijven
VOC 4 HB p. 190-197 lezen
12
! WB p. 65-66 ontbreekt kopie Esther Hand-out gedichten Lucebertgoed herlezen
Guido Gezelle
De romantiek (1800-1880) De kunstenaar is nog . De kunstenaar probeert zijn eigen zielenleven te individualistischer
analyseren. is belangrijk. Originaliteit
Met hun proberen kunstenaars te ontsnappen aan de dagdagelijkse verbeeldingskrachtwereld. De schrijver vlucht in ( ) : escapisme
- het verleden - het bovennatuurlijke - religieuze - de pure natuur - de dood - ironie en humor
: 2 gevoelens spelen een overheersende rol: Nadruk op gevoel- : romantische melancholie, droefgeestigheid Weltschmerz- : het onvervulde verlangen naar het onbereikbare geluk Sehnsucht
Guido Gezelle
1830-1899
zoon van een tuinman en een depressieve moeder
woont in Brugge
na een seminarie in Roeselare wordt hij priester
verliefd op Eugène Van Oye, later ook een bekend dichter
heeft poésie pure geïntroduceerd in de Vlaamse letterkunde HB p. 200-203 gedicht
13
1 een karakteriserend kenteken attribuut
2 niet overal verkrijgbaar exclusief
3 gewestelijk woord voor knutselen bricoleren
4 subcultuur waarvan de leden vaak vegetarisch zijn en bovendien
niet roken, drinken of drugs gebruiken
straightedgers
5 eigenheid identiteit
6 kijker die daarin gelegde figuurtjes veelvoudig weerspiegelt en zo
telkens wisselende figuren vertoont; (fig.) bonte mengeling
caleidoscoop
7 de nieuwste mode volgend, modieus trendy
8 wie nauwgezet volt wat in is trendwatcher
9 inpalmen en gebruiken voor eigen doeleinden recupereren
10 Grote, lange ruzie vete
11 Ruzie via lezersbrieven polemiek
12 Ruzie, herrie hommeles
13 Discussie over theoretische zaken dispuut
14 Schelden fulmineren
15 Uitdagen provoceren
16 Caféruzie krakeel
17 Lastercampagne hetze
18 Gevat antwoorden riposteren
19 afwenden pareren
Tactvol eufemisme20 opvangtehuis voor asielzoekers transithuis
21 vuilnisman milieuwerker
22 acherbuurt kansenzone
23 asielzoekers nieuwkomers
Taboe-eufemisme 25 mongolisme downsyndroom
26 nieuwe tumor nieuwgroei
27 overdosis drugs od
28 verslaafd zijn aan drugs gebruiken
Fatsoeneufemisme29 deel van de stad waar prostitutie is toegelaten gedoogzone
30 condoom feestmutsje
31 seksueel overdraagbare aandoening soa
32 nudist naturist
Sluiereufemisme 33 faillissement de deuren moeten sluiten
34 ontslag door overplaatsing outplacement
35 sjoemelen creatief boekhouden
36 zwartwerk bijklussen
1: subculturen
2: Schelden doet (geen) pijn
3: Eufemismen en dysfemismen
14
37 precisiebombardementen chirurgische aanval
38 vernietigen decimeren
39 satellietgestuurde bom slimme bom
40 per vergissing doden in eigen kamp vriendschappelijk vuur
41 doofpotoperatie cover-in
42 hooligan risicosupporter
43 een gerechtelijk verleden hebben antecedenten hebben
44 gevangene deti
45 vereniging kunstenaars (Copenhagen - Brussel - Amsterdam) Cobra
46 omgeving contreien
47 opnieuw beginnen tabula rasa
48 reclame maken propageren
49 beoordelen kwalificeren
50 schijnheilig hypocriet
51 wat afhangt van het moment momentane
52 taal afbreken taaldestructie
53 onnatuurlijk gekunsteldheid
4: De Vijftigers