Everything I do gonna be funky: jazzfunk · PDF file3 The free spirits: jazz fusion De dood...

7

Click here to load reader

Transcript of Everything I do gonna be funky: jazzfunk · PDF file3 The free spirits: jazz fusion De dood...

Page 1: Everything I do gonna be funky: jazzfunk · PDF file3 The free spirits: jazz fusion De dood van John Coltrane in 1967 was symbolisch voor een crisis in de jazz. Het leek alsof jazzmusici

Everything I do gonna be funky: jazzfunk Aan het eind van de jaren zestig waren veel jazzmusici na souljazz en hardbop op zoek naar iets nieuws. Zij lieten zich graag inspireren door de funky soul uit het zuidelijke deel van de Verenigde Staten van bij voorbeeld het Stax label en de funk zoals deze door James Brown werd gemaakt. Het eerste leidde tot veel covers van populaire soulhits en de stevig doorgroovende ritmes van Brown’s drummers Clyde Stubblefield en John “Jabo” Starks bleken een oneindige voedingsbodem voor een nieuw geluid te zijn. Artiesten als Lou Donaldson, Donald Byrd, Eddie Harris, Roy Ayers en Grant Green integreerden dit ritme in de souljazz en vervingen de aloude swing voor een stevige groove. Deze koerswijziging zou later uitgroeien tot jazzfunk. Jazzfunk ontstond in Amerika waar het in de jaren zeventig en begin jaren tachtig een grote populariteit kende. Deze stijl haalt zijn invloeden ook uit traditionele Afrikaanse muziek, Latijns-Amerikaanse ritmes en reggae. De tweede eigenschap van jazzfunk was het gebruik van elektrische instrumenten, zoals de elektrische basgitaar en de Fender Rhodes piano, en het eerste gebruik van analoge synthesizers. Vooral Herbie Hancock was hier een pionier in en zag zich op het podium omringd door een hele batterij aan synthesizers. Het derde kenmerk was, naast de verschuiving van swing naar groove, een duidelijke nadruk op arrangementen en melodie. Er zijn duidelijke overlappingen met souljazz en jazz fusion, maar jazzfunk kent minder vocalen, meer arrangementen en bevat meer improvisatie dan souljazz, en houdt zich meer aan de groove en rhythm & blues vast dan jazz fusion. Binnen dit genre ontwikkelden zich enkele substromingen. Zo specialiseerden artiesten als trompettist Donald Byrd, fluitiste Bobbi Humphrey en toetsenist Ronnie Foster zich in een zonnige, luchtige stijl, geïnspireerd door Philly soul en funk. Toetsenisten als Herbie Hancock en Lonnie Liston Smith zochten het meer in atmosferische jazzfunk met de nodige space-invloeden. De muzikanten op Creed Taylor’s CTI label leverden de meer gepolijste en gladde composities af. Puristen keken aanvankelijk neer op het genre en zagen deze jazzvorm voor de dansvloer als een uitverkoop. Het was volgens hen niet intellectueel en elitair genoeg, maar het zorgde wel voor een toenemende populariteit van de jazz. Toch was het door de ingewikkelde composities te moeilijk om een massaal publiek aan te boren. Ook het ontbreken van een leadzanger die de betrokkenheid van het publiek zou kunnen verhogen, speelde hier een grote rol in. Herbie Hancock had met albums als Head Hunters, Thrust, Man-Child, Flood, Secrets, Sunlight en Mr. Hands een dikke vinger in de pap wat betreft de ontwikkeling van jazzfunk. In de jaren tachtig voegde hij hier electro invloeden aan toe waarmee hij Future Shock en Sound System maakte. Hancock produceerde altijd zijn eigen platen. Andere belangrijke producers waren The Mizell Brothers, verantwoordelijk voor een hele jazzfunk golf van artiesten als Donald Byrd, Johnny “Hammond” Smith, Bobbi Humphrey en Gary Bartz, Dexter Wansel, Bob James en Dave Grusin. Zij waren van sterke invloed op het werk van latere soul en funk producers als Nile Rodgers en Bernard Edwards van Chic. Door de inspanningen van Engelse dj’s als Norman Jay en Gilles Peterson die in de tweede helft van de jaren tachtig stad en land afstruinden om zoveel mogelijk obscure soul, funk en jazzfunk (in die tijd ‘rare groove’ genaamd) te bemachtigen, en hiphop dj’s die jazzfunk ritmes sampleden voor hun

Page 2: Everything I do gonna be funky: jazzfunk · PDF file3 The free spirits: jazz fusion De dood van John Coltrane in 1967 was symbolisch voor een crisis in de jazz. Het leek alsof jazzmusici

2

producties, werden zowel de pop- als de jazzscene overtuigd van het belang van deze stroming. Naast hiphop werd jazzfunk ook veel gesampled in r&b en house.

Page 3: Everything I do gonna be funky: jazzfunk · PDF file3 The free spirits: jazz fusion De dood van John Coltrane in 1967 was symbolisch voor een crisis in de jazz. Het leek alsof jazzmusici

3

The free spirits: jazz fusion De dood van John Coltrane in 1967 was symbolisch voor een crisis in de jazz. Het leek alsof jazzmusici alle mogelijkheden van de conventionele toonsoorten hadden uitgeput. Rock werd steeds populairder en veel jonge jazzmusici begonnen elementen uit rock in hun repertoire op te nemen. De rauwe rockenergie werd gecombineerd met de muzikale complexiteit en de krachtige improvisaties uit de jazz. Vibrafonist Gary Burton behoorde met The Time Machine (1966) tot de eerste jazzmuzikanten die begonnen te experimenteren met rockritmes. Een jaar later maakte hij Duster, het eerste echte jazzrockalbum, met gitarist Larry Coryell die al het nodige veldwerk had verricht met zijn een jaar eerder opgerichte band The Free Spirits. Aan het eind van de jaren zestig, toen veel jazz musici met rockritmes en elektrische instrumenten experimenteerden, waren bands als Cream, The Jimi Hendrix Experience en The Grateful Dead op hun beurt bezig met het verwerken van jazzelementen in hun muziek. Andere bands zoals Blood, Sweat And Tears leenden direct harmonische, melodische en ritmische elementen uit de jazztraditie. Rockbands als Soft Machine, Caravan, Nucleus, Chicago en Frank Zappa, die jazzideeën tot zich namen, richtten zich eerder op de dynamiek die uit versterkte elektrische instrumenten verkregen kon worden, dan op de sound. Zappa bracht in 1972 met The Grand Wazoo en Waka/Jawaka twee jazzgeoriënteerde albums uit met toetsenist George Duke en drummer Aynsley Dunbar. Gitarist Carlos Santana combineerde salsa, rock, blues en jazz en drapeerde zijn heldere gitaarlijnen over een energieke laag latin percussie. Tussen 1973 en 1976 stonden stevige fusioninvloeden centraal in zijn band. Dit is met name te horen op Lotus (1973), een live album van bijna twee uur met voornamelijk instrumentale fusion. Ondertussen zat de jazzwereld niet stil. Miles Davis voer zoals altijd zijn eigen koers en trok zich van niemand iets aan. Voor de rest waren de meningen sterk verdeeld. Hoewel vele jazzmusici het gebruik van rockstijlen en elektrische en elektronische instrumenten ernstig bekritiseerden, voegden doorgewinterde jazzveteranen als Buddy Rich, Maynard Ferguson en Dexter Gordon uiteindelijk toch fusionelementen aan hun muziek toe. Naast Davis waren ook Larry Coryell en drummer Billy Cobham met zijn album Spectrum (1973) belangrijke sleutelfiguren in de vroege fusion. In de jaren tachtig werd fusion vaak verward met het in opkomst zijnde smooth jazz. Het grote verschil met fusion was dat smooth jazz meer een combinatie was van jazz met easy listening pop en lichte rhythm & blues. De gladde, gepolijste smooth jazz producties stonden qua karakter haaks op de rauwe, energieke oorspronkelijke fusion. Vanaf de jaren tachtig nam de populariteit voor jazz-rock af en begon jazz zich meer te fuseren met wereldmuziek. Uiteraard waren er al vormen van etnische muziek gecombineerd met jazz, zoals latin jazz, waarbij de wereldmuziek voor de basis zorgt en de improvisaties uit de jazz komen. Een andere vorm bevat jazz met aspecten uit de wereldmuziek zoals Night In Tunesia van Dizzy Gillespie, de muziek van Sun Ra die graag gebruik maakte van Afrikaanse ritmes, en het werk van Yusef Lateef dat veel traditionele islamitische instrumenten en elementen met zich meedroeg. De huidige vorm van worldfusion is ontstaan uit de combinatie tussen jazz improvisatie en nieuwe innovatieve ideeën. Joe Zawinul bleef tot aan zijn dood met The Zawinul Syndicate experimenteren met muziek en muzikanten uit alle windstreken. Hij stak hen aan met zijn experimenteerdrift, zodat hij daarmee vele volgelingen creëerde. Een van de bekendste is de Afrikaanse bassist Richard Bona.

Page 4: Everything I do gonna be funky: jazzfunk · PDF file3 The free spirits: jazz fusion De dood van John Coltrane in 1967 was symbolisch voor een crisis in de jazz. Het leek alsof jazzmusici

4

In a silent way: Miles Davis' fusion Door het gebruik van elektrische instrumenten op zijn albums Miles In The Sky (1968) en Filles De Kilimanjaro (1968) had trompettist Miles Davis een belangrijke invloed in de ontwikkeling van de jazz fusion. Een jaar later introduceerde hij zijn elektronische benadering van jazz met In A Silent Way dat bestond uit twee lange suites. Dat het zelfs voor de muzikanten niet altijd even duidelijk was wat Davis voor ogen had, blijkt uit de volgende anekdote. Na de In A Silent Way sessie zaten John McLaughlin en Herbie Hancock nog even na te praten. McLaughlin had ernstige twijfels over zijn spel en vroeg aan Hancock: “Herbie, ik weet het niet meer… was het goed wat we hebben gedaan? Ik bedoel, wat hebben we gedaan? Ik weet niet wat er gebeurt!” Waarop Hancock antwoordde: “John, welkom op een Miles Davis sessie. Als jij het weet, weet ik het ook. Ik heb geen idee, maar op de een of ander manier klinken de platen altijd goed als zij uitkomen.” De muzikanten op dit album formeerden allen hun eigen bands om jazz fusion verder te verspreiden. Saxofonist Wayne Shorter en toetsenist Joe Zawinul richtten Weather Report op, toetsenist Chick Corea ging verder met Return To Forever, gitarist John McLaughlin stond aan het hoofd van het Mahavishnu Orchestra en toetsenist Herbie Hancock, drummer Tony Williams en bassist Dave Holland hadden hun eigen projecten. Met Bitches Brew (1970) ging Davis nog een stapje verder door het gebruik van rockritmes, een dikke laag percussie en elektrische basgrooves. Ook het benutten van pedalen en elektronische effecten over zijn trompet was geïnspireerd op de wijze zoals rockgitaristen hun geluid bewerken. Het leverde hem een gouden plaat op, maar de jazzpuristen stonden op hun achterste poten en lieten geen kans onbenut om hun ongenoegen uit te spreken. Weather Report ontwikkelde zich van een avant-gardistische, experimentele jazzband die in eerste instantie de weg van In A Silent Way volgde, tot een fusion band die wereldmuziek combineerde met jazz. In 1976 sloot de fretloze basgitarist Jaco Pastorius zich bij de band aan om Black Market op te nemen. Samen met Zawinul produceerde hij Heavy Weather, het best verkopende album van Weather Report. Chick Corea formeerde in 1972 Return To Forever en begon door de aanwezigheid van zangeres Flora Purim en percussionist Airot Moreira in eerste instantie met latin beïnvloede muziek. In 1973 maakten zij de overstap naar door psychedelische en progressieve rock beïnvloede jazzrock. Moreira werd vervangen door drummer Lenny White die ook met Davis had gespeeld. De composities van Return To Forever waren zeer melodisch dankzij Corea’s stijl als componist en de basstijl van Stanley Clarke die samen met Pastorius wordt beschouwd als de meest invloedrijke bassist van de jaren zeventig. Gitarist Al Di Meola sloot zich in 1974 aan bij het gezelschap en zou uitgroeien tot een zeer belangrijk fusion gitarist. John McLaughlin zocht het in een totaal ander gebied met zijn Mahavishnu Orchestra. Hij combineerde jazz, psychedelische rock en traditionele Indiase muziek. Belangrijkste leden uit de eerste bezetting waren Billy Cobham en toetsenist Jan Hammer die later de soundtrack voor de tv-serie Miami Vice zou schrijven. Na twee studio album en een live album formeerde McLaughlin een tweede bezetting met als belangrijkste leden violist Jean-Luc Ponty die met Frank Zappa had gespeeld, en drummer Narada Michael Walden die later naam zou maken als producer van bijzonder gladde soul. Ook in de jaren tachtig verzamelde Miles Davis elke keer nieuwe jonge muzikanten om zich heen en bleef aan de top van het genre staan. Artiesten als Bill Evans, Marcus Miller, Mike Stern, John Scofield, Branford Marsalis, Bob Berg, Kenny Garrett en Joey DeFrancesco volgden het spoor van hun leermeester en wisten allen succesvolle carrières op te bouwen.

Page 5: Everything I do gonna be funky: jazzfunk · PDF file3 The free spirits: jazz fusion De dood van John Coltrane in 1967 was symbolisch voor een crisis in de jazz. Het leek alsof jazzmusici

5

Background music: smooth jazz Smooth jazz werd stilistisch beïnvloed door rhythm & blues, funk en pop. Een smooth jazz nummer beweegt zich langzaam voort terwijl een melodielijn van meestal een saxofoon, toetsen of een gitaar over een ingehouden, al dan niet voorgeprogrammeerd ritme wordt gedrapeerd. De muzikanten in dit genre bespelen hun instrument op een uitgesproken melodische manier, zodat zij al na een paar maten direct worden herkend. Smooth jazz wordt doorgaans beschouwd als achtergrondmuziek. De eerste tonen weerklonken aan het eind van de jaren zestig toen producer Creed Taylor met gitarist Wes Montgomery aan drie populaire platen werkte. A Day In The Life (1967), Down Here On The Ground (1967) en Road Song (1968) bestonden uit instrumentale versies van bekende songs als Eleanor Rigby, I Say A Little Prayer en Scarborough Fair. Het was duidelijk dat Montgomery zich op een poppubliek richtte, want van de complexe improvisaties die op zijn vorige albums waren te horen, was niets meer over. Begin jaren zeventig begon Taylor met de opbrengst van de door hem geproduceerde Montgomery albums CTI Records, een label waarop uiteindelijk veel gevestigde namen als Freddie Hubbard, Stanley Turrentine, George Benson en Chet Baker op terug waren te vinden. Taylor richtte zich met zijn label op zowel een jazz als een poppubliek. Bij een typisch CTI nummer lag de nadruk meer op de melodielijn dan in jazz gebruikelijk was en soms werd ook een overdadig strijkersarrangement toegevoegd. Aan het eind van de jaren zeventig was het duidelijk dat smooth jazz een commercieel levensvatbaar genre was. De samensmelting tussen jazz en popmuziek nam een commerciëlere richting aan in de vorm van composities met een zachter geluidspalet die perfect in de playlist van de Amerikaanse softrock radiostations pasten. Hoewel dit genre een combinatie was tussen jazz, easy listening, pop en lichte rhythm & blues, werd het toch nog steeds gecatalogiseerd als fusion. Eén van de laatste ontwikkelingen in smooth jazz is urban contemporary of smooth jazz gemixt met hiphopbeats, en is gericht op het publiek dat luistert naar radiozenders die een mix van hiphop en r&b spelen. Voor de rest is smooth jazz voornamelijk gericht op een publiek van boven de dertig dat opfleurt als zij weer eens een cover van een pop standard hoort.

Page 6: Everything I do gonna be funky: jazzfunk · PDF file3 The free spirits: jazz fusion De dood van John Coltrane in 1967 was symbolisch voor een crisis in de jazz. Het leek alsof jazzmusici

6

Gimme one of those: acid jazz De acid jazz beweging wordt gezien als de herontdekking van de jazzfunk, opnieuw geïnterpreteerd door artiesten van eind jaren tachtig en negentig die samples en invloeden uit jazzfunk, soul en latin mixten met funk en hiphop. Acid jazz producers voegden elementen uit de elektronische dance toe aan het geluid van de jazzfunk. Jazzfunk musici als Roy Ayers, Donald Byrd en Grant Green werden gezien als voorlopers van de acid jazz. Ayers werd in die hoedanigheid vaak gevraagd om op platen van acid jazz bands mee te spelen, zodat hij in beide scenes een toonaangevend artiest was. Hoewel acid jazz vaak voor een gedeelte uit diverse soorten elektronische compositie bestaat, werd het net zo goed live gespeeld door muzikanten. De composities van bands als Jamiroquai, The Brand New Heavies en Incognito zijn vaak doorspekt met jazzakkoorden. DJ’s als Norman Jay, Gilles Peterson en Patrick Forge die de hele wereld afzochten naar ‘rare grooves’, collector’s items op het gebied van soul, jazz en funk, waren de grote initiatiefnemers van de acid jazz scene die begon in de clubs waar deze heren de draaitafels bemanden. Dat was ook de motivatie van de initiators om jazz terug te brengen waar het ontstond: op de dansvloer. De naam is overigens niet het gevolg van een bijzonder logisch uitgekiende marketingcampagne, maar is ontstaan toen Gilles Peterson zijn collega Chris Bangs op visite had tijdens zijn radioshow. Peterson draaide na een housenummer een jazzplaat en ging met de pitchknop van zijn draaitafel zitten spelen waardoor de muziek een sterk vervreemdend effect teweegbracht. Bangs’ commentaar was: “Als de vorige plaat een acid house plaat was, dan is dit een acid jazz plaat!”. Ook acid jazz had zijn puristen. Dit waren degenen die op de originele jazz en soul muziek van de ‘rare grooves’ afkwamen. Daartegenover stonden de fans van de nieuwe bands die op het Acid Jazz label van Eddie Pillar en op Talkin’ Loud van Gilles Peterson hadden getekend. Bekende Engelse acid jazz bands uit de jaren negentig zijn, naast de eerder genoemde namen, James Taylor Quartet, Galliano, Urban Species en US3. Een van de meest invloedrijke albums uit die tijd was Road To Freedom van Young Disciples dat de toon zette voor deze beweging. De Verenigde Staten had Groove Collective en Brooklyn Funk Essentials als bands. Amerika’s bijdrage aan de acid jazz bestond voornamelijk uit jazzy hiphop van artiesten als A Tribe Called Quest, De La Soul, Jungle Brothers, en Digable Planets. In Japan opereerden United Future Organization, Mondo Grosso en DJ Krush die samenwerkte met Monday Michiru, de bekendste Japanse jazzzangeres.

Page 7: Everything I do gonna be funky: jazzfunk · PDF file3 The free spirits: jazz fusion De dood van John Coltrane in 1967 was symbolisch voor een crisis in de jazz. Het leek alsof jazzmusici

7

Future rage: nu jazz Nu jazz ontstond aan het eind van de jaren negentig als overkoepelende term voor muziek die jazzelementen mengt met andere muziekstijlen zoals funk, soul, elektronische dance, en vrije improvisatie. Soms wordt het ook wel electro-jazz of future jazz genoemd. Nu jazz is een breed begrip dat zich niet altijd even makkelijk laat catalogiseren. Het varieert van een combinatie van live instrumenten met beats (St. Germain, Jazzanova) tot een vorm van een meer op een liveband gebaseerde geïmproviseerde jazz met elektronische instrumenten (The Cinematic Orchestra, Bugge Wesseltoft, Nils Petter Molvaer). In beide gevallen speelt de nabewerking in de studio een grote rol. Nu jazz beweegt zich meer op elektronisch gebied dan acid jazz dat dichter bij de originele funk, soul en rhythm & blues staat. Wat dat betreft heeft nu jazz een vernieuwende functie, terwijl acid jazz de traditie in een nieuw jasje steekt. Aangezien nu jazz van nature heel experimenteel kan zijn en enorm kan verschillen in geluid en concept, is het niet altijd even makkelijk om te bepalen wat er nu precies onder de noemer nu jazz valt. Het geluid verkent elektronische sounds en het etherische jazzgevoel, en kan gebruik maken van gebroken ritmes, atonale harmonieën en geïmproviseerde melodieën. De wortels van nu jazz zijn onmiskenbaar terug te leiden naar de geboorte van de jazz fusion, toen artiesten als Miles Davis, Herbie Hancock en Ornette Coleman elektrische en elektronische instrumenten in hun muziek integreerden, en volgens hele andere principes muziek begonnen te maken. Hancocks werk met bassist/producer Bill Laswell aan het begin van de jaren tachtig, anticipeerde op de stijl door gebruik te maken van electro en hiphopritmes. Vanaf het eind van de jaren tachtig ontwikkelden hiphop acts als Gang Starr, The Roots en A Tribe Called Quest de jazzrap. Steeds meer houseproducenten lieten zich inspireren door post-bop en jazzfunk. Nu jazz projecten of bands kunnen werkelijk uit alle hoeken en gaten van de muziekwereld komen. Traditionele jazzmuzikanten als pianist Bugge Wesseltoft en trompettist Nils Petter Molvaer integreerden steeds meer elektronica in hun muziek. Het Engelse Cinematic Orchestra bestond uit een traditionele jazzband die elektronische invloeden aan hun muziek toevoegt. Het Duitse producercollectief Jazzanova werkte in eerste instantie met samples uit souljazz, jazzfunk en latin jazz die ze op kundige wijze aan elkaar smeedden. Later zouden zij steeds meer met elektronica en gastmuzikanten gaan werken. St. Germain, tot nog toe de best verkopende nu jazz act, en DJ Takemura waren afkomstig uit de downtempo scene en maakten voorheen triphop. Squarepusher en Spring Heel Jack kwamen als intelligent dance music producers juist uit de elektronicahoek. Good Looking Records van LTJ Bukem en het Hospital label met London Elektricity en Landslide brachten de jazz naar de intelligent drum & bass. Ook de technoscene met Laurent Garnier en Carl Craig met zijn Innerzone Orchestra liet zich niet onberoerd. In de jaren nul waren de Engelse producers Bugz In The Attic het paradepaardje van de West-Londense broken beat scene en waren verantwoordelijk voor een hele nieuwe substroming gericht op de dansvloer. Ook in de dubstep verkennen producers als Boxcutter de mogelijkheden die nu jazz met zich meebrengt.