Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de...

28
Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap vooruit Periode januari - juni 2015 Auteur: M.H. Kielema Afdeling: Beleid & Strategie Team: Team Samenleving Datum: September 2015

Transcript of Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de...

Page 1: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

Evaluatie uitvoering sociaal domein:Terugblik en een stap vooruitPeriode januari - juni 2015

Auteur: M.H. KielemaAfdeling: Beleid & StrategieTeam: Team Samenleving

Datum: September 2015

Page 2: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD 1 1. INLEIDING 2 1.1 Doel en status notitie 2 1.2 Leeswijzer 2

2. VISIE EN BELEIDSKEUZES SOCIAAL DOMEIN 3 2.1 Bestuursprogramma 2014 - 2018 3 2.2 Visiedocument sociaal domein 4 2.3 Beleidskeuzes 3D’s 5

3. DE TRANSITIE EN DE TRANSFORMATIE 6 3.1 De overgangsperiode: de transitie 6 3.2 De overgangsperiode: de transformatie 7

4. DE INWONER EN DE ONDERSTEUNINGSVRAAG 9 4.1 Gemeentelijke toegang en sociale teams 9 4.2 Eerste ervaringen: inwoners en (gecontracteerde) samenwerkingspartners 10 4.3 Opgaven uitvoeringspraktijk 11

5. MONITOR SOCIAAL DOMEIN: NULMETING 12 5.1 Beleidsperspectief 12 5.1.1 Maatschappelijke ondersteuning 12 5.1.2 Jeugd 14 5.1.3 Participatie 15 5.2 Cliëntperspectief 16 5.3 Organisatieperspectief 16

6. VOORUITBLIK 17

BIJLAGE 1 NULMETING BELEIDSPERSPECTIEF 19

BIJLAGE 2 NULMETING ORGANISATIEPERSPECTIEF 21

Page 3: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

VOORWOORD

In 2014 is veel werk verzet om vanaf 1 januari 2015 goed van start te kunnen gaan met de uitvoering van de grotendeels nieuwe verantwoordelijkheden binnen het sociaal domein. De invoering van drie nieuwe wetten, de Participatiewet, de Wmo-Awbz en de Jeugdwet, brengt veel nieuwe taken voor ons als gemeente, waarbij de uitvoering met een aanzienlijk lager budget plaats gaat vinden. Dit vraagt veel van alle betrokken partijen: uitvoerende organisaties, de inwoners en onszelf als gemeente.

De grote opgave die de gemeente Coevorden de komende jaren heeft, is: Hoe organiseren we optimale participatie, terwijl we binnen de financiële kaders blijven? Zelfredzaamheid is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Wij geven verantwoordelijkheden terug aan de samenleving en gaan daarbij uit van de eigen kracht van mensen en hun omgeving. Daarnaast bieden we een vangnet voor de inwoners die dit nodig hebben, waarbij de oplossing, voor zover mogelijk, samen met de inwoners en hun eigen omgeving wordt gezocht.

Onze opgave vraagt om deze reden om aandacht voor de transitie, de feitelijke implementatie van de drie wetten binnen de gemeente. En daarnaast vraagt het om aandacht en inzet op de transformatie. De transformatie richt zich op de feitelijke verandering in het zorglandschap. Het ontstaan van nieuwe verhoudingen tussen zorgaanbieders, inwoners en gemeente, met het accent op meer regie binnen een huishouden en meer sturing op effecten.

We kijken positief terug op deze eerste periode. Natuurlijk waren er vragen en was er onduidelijkheid. Onze inzet is steeds geweest om de inwoners de ondersteuning te bieden, die nodig is. Soms zorgde dit voor een verschil van mening tussen de inwoner en ons. Tot het indienen van een bezwaarschrift is het in de afgelopen maanden niet gekomen. Ook zorgden de persoonsgebonden budgetten (pgb’s) voor veel vragen. Ons streven was om de inwoners hierbij zo min mogelijk te belasten en dus zijn bijvoorbeeld de contacten met de Sociale Verzekeringsbank over de pgb’s zoveel als mogelijk was door ons opgepakt. Het aantal huishoudens waar de betaling van pgb’s tot problemen leidde, bleef beperkt, en in deze huishoudens zijn maatwerkoplossingen getroffen.

Dit rapport beschrijft de uitvoering in de eerste zes maanden van 2015. Het accent ligt op het evalueren van de gemeentelijke keuzes voor de inrichting van het sociaal domein. De eerste ervaringen van de inwoners en de netwerkpartners zijn in beperkte mate bij deze eerste evaluatie betrokken. In de evaluatie over het hele jaar 2015 worden de inwoners, de zorgaanbieders en de maatschappelijke instellingen nadrukkelijker betrokken. Daarnaast schetst de notitie een vooruitblik op de opgaven die de komende tijd nog onze aandacht vragen.

Wethouder Joop BrinkCoördinerend portefeuillehouder sociaal domein

1

Page 4: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

INLEIDING1.

In 2014 zijn alle voorbereidingen gedaan om vanaf 2015 uitvoering te kunnen geven aan de drie decentralisaties. De Wmo-Awbz en de Jeugdwet zijn op 1 januari jl. geïmplementeerd. Voor de Participatiewet geldt dit gedeeltelijk. De wet trad ook op 1 januari 2015 in werking, echter op dat moment waren nog niet alle regionale- en lokale organisatorische keuzes gemaakt met betrekking tot bijvoorbeeld de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling van de drie decentralisaties, met als overkoepelende doelstelling om integrale sturing op het sociaal domein te realiseren. Het uitgangspunt van de uitvoering binnen het sociaal domein is om passende zorg te bieden aan inwoners die dat nodig hebben binnen de daarvoor beschikbare budgetten.

In de onderstaande paragrafen wordt in de eerste paragraaf het doel en de status van deze notitie toegelicht en is in paragraaf 2 een leeswijzer opgenomen.

1.1 DOEL EN STATUS NOTITIE De onderliggende notitie is een evaluatie van de uitvoering van de drie nieuwe wetten binnen het sociaal domein, inclusief de uitvoering van de schuldhulp, een al bestaande gemeentelijke taak. Deze evaluatie geeft een indruk van onze eerste ervaringen met onze nieuwe verantwoordelijkheden. Het accent is gelegd op het evalueren van de gemeentelijke keuzes voor de inrichting van het sociaal domein. Onze uitvoeringspraktijk wordt gevoed door onze contacten met de inwoners en de - al dan niet gecontracteerde - organisaties waarmee samengewerkt wordt. De informatie die vanuit dit contact is verkregen, is verwerkt in deze evaluatie, zonder daarbij representativiteit en volledigheid na te streven. Er is ook gebruik gemaakt van (landelijk) beschikbare informatie, zoals bijvoorbeeld de gegevens uit de benchmark Waarstaatjegemeente.nl. Eveneens is met een aantal uitvoerende partijen gesproken, onder anderen met onze partner in het sociaal team, het Maatschappelijk Welzijn Coevorden. Daarnaast is een nulmeting van de gemeentelijke monitor sociaal domein onderdeel van dit rapport. Met deze monitor kunnen we tijdig en gericht informatie genereren om zo de effecten van onze nieuwe taken te volgen. Om te kunnen starten met monitoren is een nulmeting nodig. Lopende dit jaar wordt een uitgebreidere evaluatie voorbereid, die begin 2016 wordt gepresenteerd. In deze evaluatie krijgen de ervaringen van de inwoners, de zorgaanbieders en de maatschappelijke instellingen meer aandacht.

1.2 LEESWIJZERHoofdstuk 2 beschrijft de visie en de beleidskeuzes op het sociaal domein. Het programma Werk, Zorg & Jeugd van het bestuursprogramma Coevorden Verbindt en het visiedocument De Kracht van Coevorden staan centraal in de eerste twee paragrafen, met als slotparagraaf de beleidskeuzes van elke decentralisatie. In hoofdstuk 3 gaat het over de transitie en de transformatie. De transitie is randvoorwaardelijk en gericht op de implementatie van de nieuwe wetgeving. In de eerste paragraaf is daar meer over te lezen. De tweede paragraaf betreft de transformatie. De transformatie is volop bezig. Zo is de zorg en ondersteuning in de gemeente Coevorden vanaf dit jaar anders georganiseerd dan voorheen. Wat dat betekent is onder anderen met enkele voorbeelden weergegeven in deze paragraaf. Hoofdstuk 4 vertelt in de eerste twee paragrafen over de gemeentelijke toegang en de sociale teams en de eerste ervaringen van de inwoners en de betrokken organisaties. In de laatste paragraaf worden de opgaven voor de uitvoeringspraktijk beschreven. De nulmeting van de monitor sociaal domein is opgenomen in hoofdstuk 5. De opbouw van deze monitor is als basis gebruikt. In elke paragraaf staat één van de drie perspectieven centraal. De eerste paragraaf beschrijft het beleidsperspectief, de tweede paragraaf het cliëntperspectief en de derde paragraaf het organisatieperspectief. Het slothoofdstuk schetst de vooruitblik.

2

Page 5: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

VISIE EN BELEIDSKEUZES SOCIAAL DOMEIN2.

In Veur Mekaor, het Wmo-beleidsplan voor de periode 2012 – 2016, is al ingezet op de naderende overheveling van taken naar de gemeente. Hoewel dan nog niet duidelijk is wanneer de decentralisaties plaatsvinden, is de verwachting dat de gemeente bij het vaststellen van het beleid aan de vooravond staat van belangrijke veranderingen op het sociaal domein. Eveneens is duidelijk dat de gemeente fors minder budget krijgt voor de uitvoering van deze nieuwe wetten. Daartegenover staat dat er voor elke gemeente grote vrijheid in het vooruitzicht wordt gesteld in de wijze van de uitvoering. Daarmee bieden de drie decentralisaties ook kansen voor onze gemeente.

Vooruitlopend op deze wetswijzigingen was door ons in 2010 binnen de Wmo gestart met het project ‘De Kanteling’. Met dit project is ingezet op de eigen kracht van de inwoners. Wat kan hij/zij zelf oplossen en welke ondersteuning kan vanuit het bestaande sociale netwerk worden georganiseerd? Vervolgens wordt er gekeken naar eventueel algemene- dan wel individuele voorzieningen. Ook in kwetsbare en afhankelijke posities is het uitgangspunt dat inwoners zelf primair verantwoordelijk blijven en de regie houden.

Het gedachtengoed van ‘De Kanteling’ is meegenomen in de gemeentelijke visie op het sociaal domein, die is vastgelegd in de Wmo-beleidsnotitie. Deze visie is nog steeds actueel en is onderdeel van de visies en beleidskeuzes op het sociaal domein die recent zijn vastgelegd en de kaders zijn voor de uitvoering van onze nieuwe gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden.

In onderstaande paragrafen zijn de visie en de beleidskeuzes binnen het sociaal domein zoals vastgelegd in een aantal documenten beschreven. Allereerst wordt ingegaan op het Bestuursprogramma, in de tweede paragraaf staat het visiedocument sociaal domein centraal en het hoofdstuk wordt afgesloten met de beleidskeuzes van de drie decentralisaties.

2.1 BESTUURSPROGRAMMA 2014 – 2018Het college van Burgemeester en Wethouders is haar bestuursperiode gestart met een gesprek met de samenleving. De gemeente Coevorden staat de komende jaren voor grote uitdagingen, die samenhangen met demografische ontwikkelingen, nieuwe wetgeving in het sociaal domein, behoud en bevorderen werkgelegenheid en het invulling geven aan bezuinigingen. Het bestuur wilde hierover graag eerst in gesprek met haar inwoners om zo te horen wat mensen belangrijk vinden, wat zij zelf kunnen betekenen en wat zij van de gemeente verwachten. Mede op basis van deze gesprekken is het bestuursprogramma opgesteld. In het bestuursprogramma, met als titel Coevorden Verbindt, is de missie uitgewerkt in zes programma’s, waaronder het programma Werk, Zorg & Jeugd. In elk programma is een aantal doelstellingen geformuleerd waarin de belangrijkste opgaven zijn beschreven. Eveneens is aangegeven welke resultaten, acties en maatregelen worden ingezet om deze doelstellingen te halen. Samengevat zijn de acht doelstellingen van het programma Werk, Zorg & Jeugd1:1. Burgers met een ondersteuningsvraag weten deze vraag zo veel mogelijk binnen hun eigen netwerk op

te vangen. De gemeente blijft een vangnet bieden voor als dat echt nodig is. 2. Burgers voorzien in hun eigen levensonderhoud. Als dat niet op eigen kracht of met behulp van het

eigen netwerk lukt, dan bieden wij ondersteuning. 3. Ondersteuning is gericht op het bereiken van maximale zelfstandigheid en zelfredzaamheid. 4. Inwoners met een arbeidsbeperking worden daar waar mogelijk doorgeleid naar garantiebanen. 5. In de hulpverlening staat de integrale benadering centraal, dit betekent: één huishouden, één plan,

één regisseur. 6. Inzet op preventie is een belangrijke voorwaarde om ondersteunigsbehoefte(n) van inwoners te

voorkomen dan wel zo vroeg mogelijk te signaleren en zo snel mogelijk hulp te bieden. 7. De ondersteuning via algemene voorzieningen als het maatschappelijk werk neemt toe ten opzichte

1) Het betreft een samenvatting van de doelstellingen zoals beschreven op pagina’a 11 en 12 van het Bestuursprogramma 2014-2018 Coevorden Verbindt.

3

Page 6: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

van de zorg waarvoor een indicatie nodig is. 8. De gedecentraliseerde taken in het sociaal domein worden uitgevoerd binnen de financieel gestelde

kaders.

Het college wil vanuit een gezamenlijke inspanning en brede betrokkenheid van inwoners, bedrijven, maatschappelijke instellingen en verenigingen het verschil maken voor Coevorden en uitvoering geven aan het bestuursprogramma in de komende jaren.

2.2 VISIEDOCUMENT SOCIAAL DOMEINVoor het eerst is de gemeente verantwoordelijk voor alle terreinen waarop inwoners ondersteuning nodig hebben bij het leven van alledag. Van een schoon huis tot het opvoeden van een peuter; als advies of ondersteuning nodig is omdat het niet goed gaat, de gemeente heeft dan een verantwoordelijkheid. Het betreft allemaal taken die behoren tot het sociaal domein. De gemeente voert op alle terreinen de regie. Inwoners met een ondersteuningsbehoefte willen wij een passende vorm van ondersteuning bieden, welke regeling daaraan ten grondslag ligt is minder relevant. Onder de uitvoering van de decentralisaties ligt een grote transformatie-opgave. De decentralisaties willen we in samenhang bezien en zoveel als mogelijk is integraal oppakken. Gezamenlijk vormen zij een belangrijke impuls voor de transformatie van het sociaal domein. Met de invoering van de Participatiewet, de Jeugdwet en de toevoeging van de begeleiding en dagbesteding aan de Wmo heeft elke gemeente er een grote verantwoordelijkheid bijgekregen en beslaat het merendeel van de gemeentelijke begroting het sociaal domein. Deze veranderingen hebben ook invloed op de wijze waarop de ondersteuning wordt verleend aan de inwoners. Het recht hebben op ondersteuning dan wel zorg is vervangen door zorgen dat er ondersteuning is voor de inwoners die dat nodig hebben. Er wordt meer aan het initiatief van de inwoners zelf overgelaten. In De kracht van Coevorden is de gemeentelijke visie op het sociaal domein vastgelegd. Het sociaal domein in Coevorden in 2020 wordt beschreven. De ambitie voor 2020 is dat inwoners samen met de professionals, de maatschappelijke partners, het bedrijfsleven en de gemeente de kracht van Coevorden vormen. Vanuit die kracht wordt onder anderen gestreefd naar optimale participatie van alle inwoners en arbeidsparticipatie als doel waar dat mogelijk is. In 2020 is er sluitende signalering van inwoners die ondersteuning nodig hebben, maar daar niet zelf om vragen. In huishoudens waar meer problemen spelen, loopt het contact via één aanspreekpunt. De uitvoering vindt plaats binnen de financiële kaders.

Voor het realiseren van deze ambitie wordt intensief geïnvesteerd in de volgende uitgangspunten2: 1. Preventie. Om te voorkomen dat inwoners een beroep doen op ondersteuning door de gemeente is

een stevige inzet op preventie een vereiste. Preventie is daarnaast een noodzaak omdat er een grote bezuinigingsopgave ligt. Preventie betekent ook winst voor de inwoners. Het doel van preventie is om eerder de vraag van de inwoner duidelijk en zichtbaar te hebben door vroegtijdige signalering, en daardoor eerder en sneller de juiste vorm van ondersteuning te bieden. Het streven is om de ondersteuning zo licht mogelijk aan te bieden, en alleen zwaardere ondersteuning als dit echt nodig is. Om dit te kunnen realiseren zijn vroegtijdige signalering en investeren in goede informatievoorziening en cliëntondersteuning belangrijke voorwaarden.

2. Het bevorderen van de eigen kracht. De inzet is om mensen zoveel mogelijk zelf verantwoordelijkheid te laten nemen voor de inrichting van hun eigen leven. Iedereen neemt op een gelijkwaardige manier deel aan de maatschappij. Mensen worden aangesproken op hun mogelijkheden, niet op hun beperkingen. In deze samenleving wordt minder snel een beroep gedaan op de overheid en de gemeente vervult hierin een andere rol: meer regie en op sommige terreinen minder ondersteuning bieden, alleen waar die echt nodig is. Inwoners zijn weer meer zelf verantwoordelijk voor het oplossen van hun eigen problemen. Op eigen kracht waar mogelijk, al dan niet met een beroep op de directe omgeving en

2) Het betreft een samenvatting van de uitgangspunten zoals beschreven vanaf pagina 9 t/m 14 van het visiedocument De kracht van Coevorden Visieschets 2020.

4

Page 7: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

alleen inzet van specialistische ondersteuning als dat echt nodig is. 3. Een gebiedsgerichte aanpak. De gemeente Coevorden is ingedeeld in 8 gebieden, namelijk

Schoonoord, Aalden, Oosterhesselen, Sleen, Dalen, Steenwijksmoer, Coevorden-Noord en Coevorden. Deze gebieden kennen geen harde grenzen , maar overlappen elkaar. Elk gebied heeft een sociaal team, waar inwoners en professionals terecht kunnen met hun vragen. In ieder gebied zijn algemene voorzieningen voor inwoners die behoefte hebben aan structuur en invulling van de dag en dat niet zelf kunnen organiseren. Doordat we een krimpende en vergrijzende gemeente zijn, zal ons voorzieningenniveau onder druk komen te staan. Onze inzet is dat iedere inwoner binnen een redelijke afstand van een goede voorziening gebruik kan maken, soms zal die voorziening een dorp verder zijn.

4. Een integrale aanpak. We streven naar minder schotten tussen financiële stromen en interventies. Dit betekent dat een huishouden vanuit de eigen context en eigen historie wordt benaderd. Als er vraagstukken vanuit verschillende domeinen spelen, worden deze vanuit de werkwijze één huishouden, één plan, één regisseur opgepakt.

5. Financieel toekomstbestendig. Om de zorg betaalbaar te houden is het noodzakelijk dat we het systeem ontdoen van perverse prikkels en zorgen dat we financieel toekomstbestendig zijn. Dit betekent dat we binnen de middelen die we beschikbaar hebben voor het sociaal domein moeten sturen op een goede realisatie van de maatschappelijke opgaven. We sturen op het resultaat. Beantwoord het resultaat en de kwaliteit aan de vraag van de samenleving in het algemeen en die van de individuele inwoner in het bijzonder.

2.3 BELEIDSKEUZES 3D’SOm de transitie van elke decentralisatie te realiseren is in 2014 aan alle wettelijke verplichtingen voldaan. Zo zijn er beleidsplannen en verordeningen vastgesteld om uitvoering te kunnen geven aan de Wmo-Awbz, de Jeugdwet en de Participatiewet vanaf de inwerking treding van deze nieuwe wetgeving, waarbij de implementatie van de Participatiewet nog doorloopt in 2015. Eind juni is nog een aantal verordeningen vastgesteld. De beleidskeuzes die voor elke decentralisatie zijn vastgelegd, hebben als kader de gemeentelijke visie op het sociaal domein en dragen actief bij aan het investeren op onze uitgangspunten om zo onze ambitie in 2020 te realiseren.

5

Page 8: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

DE TRANSITIE EN DE TRANSFORMATIE 3.

In het laatste voorbereidingsjaar 2014 op de nieuwe wetgeving in het sociaal domein, en daarmee op de nieuwe verantwoordelijkheden van de gemeente, stond de transitie centraal. Dit betekent dat de nadruk lag op een goede implementatie van de wetgeving. De overgang van verantwoordelijkheden van de rijksoverheid en zorgverzekeraars naar de gemeente moest voor de inwoners met een ondersteuningsvraag niet tot problemen leiden. Na 1 januari 2015 zou de nadruk komen te liggen op de uitvoering: het goed doen. En daarnaast ook op de transformatie: doen we het goede? De transformatie richt zich op de feitelijke verandering in het zorglandschap, nieuwe verhoudingen, andere rol inwoners in relatie tot zorgaanbieders en meer sturing op de ondersteuning cq. hulpverlening binnen een huishouden en ook meer sturing op effecten.

De volgende paragrafen beschrijven de transitie en transformatie in het eerste halfjaar na de stelselwijziging. Met de inwerking treding van de nieuwe wetgeving op het sociaal domein is de transitie nog niet afgerond. De transitie is randvoorwaardelijk om de bredere doelstellingen die verbonden zijn aan het bouwen van een nieuw sociaal domein te kunnen verwezenlijken.

3.1 DE OVERGANGSPERIODE: DE TRANSITIE Als we terugblikken op het eerste halfjaar zijn we tevreden. Onze inzet was vooral gericht op een zo goed mogelijk functionerende uitvoering, zodat voor de inwoners met een ondersteuningsvraag de overgang naar de gemeente zo soepel mogelijk zou verlopen. De keuzes die we gemaakt hebben, bleken in de praktijk goed werkbaar. Natuurlijk was zo nu en dan bijstelling dan wel aanpassing nodig. Soms lag dit op praktisch vlak, bijvoorbeeld het herverdelen van consulenten over de gebieden in verband met de onderlinge caseloadverdeling. Soms was de oorzaak buiten onszelf gelegen, bijvoorbeeld de problemen met de uitbetaling van de persoonsgebonden budgetten (pgb’s) door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Ook de vele nieuwe doelgroepen die nu onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen, vroegen tijd en extra aandacht. De complexiteit van de ondersteuningsvragen binnen de nieuwe Wmo-wetgeving is enorm toegenomen. Er is actief op ingezet om te voorkomen dat de betrokken inwoners hiervan enig hinder zouden ondervinden. Achter de schermen bleek de expertise van het maatschappelijk werk als partner in het sociaal team van meerwaarde. Ook bij de huisbezoeken voor de nieuwe doelgroepen vervulde het maatschappelijk werk een belangrijke rol. Deze huisbezoeken werden namelijk veelal door een Wmo-consulent en een maatschappelijk werker afgelegd.

Inwoners met ondersteuning vanuit Wmo en Jeugd die was gestart in 2014 en doorliep in 2015 vielen onder het zogenaamde overgangsrecht. Pas bij het aflopen van de indicatie kwam de gemeente in beeld. Deze inwoners waren hierover in 2014 geïnformeerd. Helaas is de gegevensoverdracht van de jeugdigen met jeugdhulp in het eerste halfjaar nog niet afgerond. Er is dus nog geen volledig zicht op het aantal jeugdigen met ondersteuning. Om het proces van herindicaties goed te laten verlopen, zijn indicaties die afliepen in de eerste maanden met een beperkte periode verlengd. Lopende de indicatie is het gesprek met de inwoner aangegaan over welke ondersteuning nog nodig is, met als uitgangspunt dat in elke situatie verkend wordt wat via het eigen netwerk gedaan kan worden. Alle problemen rond de pgb’s hebben veel tijd van onze medewerkers gevraagd. Inwoners met een pgb, zowel jeugd als volwassenen, krijgen hun budget sinds dit jaar van de SVB na toestemming van de gemeente. Helaas leidde dit tot veel problemen. Op landelijk niveau was er ook veel aandacht voor, omdat mensen soms hun geld niet op tijd dan wel helemaal niet ontvingen. Ook inwoners van Coevorden meldden zich bij ons. Er is geprobeerd om vanuit de gemeente de contacten te leggen met de SVB en tot een oplossing te komen. Er was zicht op het aantal huishoudens waar een probleem was, en dat aantal bleef gelukkig beperkt. De ambtelijke inzet op dit vraagstuk was echter groot. De verwachting is dat deze inzet in de loop van dit jaar zal afnemen, omdat de SVB de problemen dan heeft opgelost en het aantal nieuwe pgb’s beperkt is.

6

Page 9: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

Achter de schermen werd ondertussen hard gewerkt aan de verdere inrichting van de digitale systemen om de betalingen aan de zorgaanbieders te realiseren en om de overdracht van cliënten goed te implementeren. De digitale processen voor de uitvoering van de Jeugdwet vroeg hierbij om extra aandacht vanwege de complexiteit. Dit komt onder andere door de afspraken op Drents niveau. Zo is er een berichtenportaal ontwikkeld, waarin de aanbieders kunnen vragen om toewijzing van jeugdhulp en waarmee de gemeente kan communiceren met de penvoerende gemeente financien. Ook is de aansluiting met het justitieel kader nieuw. Voor communicatie met de justitiële keten en jeugdhulp is een geheel nieuw systeem ingericht.

Er staan nog grote opgaven op de rol, vooral gericht op het realiseren van de integrale aanpak en een efficiënte registratie. Het raadplegen dan wel vullen van de vele verschillende systemen door onze consulenten willen we zoveel als mogelijk is, terugbrengen tot een werkbaar aantal. De jeugdconsulenten hebben nu bijvoorbeeld te maken met negen verschillende systemen.

3.2 DE OVERGANGSPERIODE: DE TRANSFORMATIEIn ons bestuursprogramma is aangegeven dat we onze aandacht eerst richten op het neerzetten van de kaders en basisstructuren om er onder anderen zorg voor te dragen dat er geen mensen tussen wal en schip raken. De jaren 2015 en 2016 zijn de leerjaren waarin we op basis van de ervaringen en de evaluatie de uitvoering stapsgewijs verbeteren en verder ontwikkelen. Dit betekent niet dat er geen aandacht is voor de transformatie. We organiseren de zorg en de ondersteuning aan onze inwoners echt anders dan voorheen. Bij elke ondersteuningsvraag wordt met de vragende inwoner verkend wat in het eigen netwerk opgelost kan worden. Onze inzet is gericht op het lichter, korter en dichterbij huis organiseren van de zorg. Natuurlijk bieden wij een vangnet voor de inwoners die het niet op eigen kracht en met hulp van het eigen netwerk redden. Ook vanuit financieel oogpunt zijn wij genoodzaakt de ondersteuning anders te organiseren. Echter wij zijn van mening dat in de gemeente Coevorden iedereen kan participeren naar vermogen. Wij vinden het vanzelfsprekend dat iedereen verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen sociale en fysieke (leef)omgeving. De ondersteuning sluit aan bij de mogelijkheden van iemand en zijn omgeving. Het gaat dus om maatwerk, waarbij het systeem niet uit het oog wordt verloren. Ondersteuning werkt alleen als het hele systeem wordt aangepakt. We hebben daar nu beter de mogelijkheden voor. Ook kijken we naar lange termijn effecten. Nu extra investeren in een kind maakt dat we problemen bij toekomstige generaties voorkomen. We merken dat ouders/verzorgers vaak gericht zijn op korte termijn oplossingen. Een voorbeeld hiervan is een casus van een gezin met een inwonend kind van 18 jaar, die alleen verlenging aanvragen van de dagbesteding. Het gaat om een jongere met een verstandelijke beperking en agressieproblemen. Onze consulent signaleert bij het huisbezoek dat er sprake is van een overbelaste gezinssituatie en gaat daarover het gesprek aan. De consulent bespreekt met de ouders dan de toekomst van het kind en de ouders zelf. Is het bijvoorbeeld nog mogelijk dat het kind ook over 10 jaar nog thuis woont?

7

Page 10: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

8

Om een beeld te schetsen van de veranderingen die al hebben plaatsgevonden een aantal concrete voorbeelden.

Een van onze Wmo-consulenten krijgt een aanvraag voor een herindicatie begeleiding onder ogen. In die aanvraag staat dat er ook kinderen zijn met allerlei problemen. Ze vraagt een jeugdconsulent mee te gaan op huisbezoek. Samen brengen ze de ondersteuningsbehoefte en de aanwezige ondersteuning van het gezin in kaart. Vader, moeder en twee dochters blijken allemaal verschillende indicaties en verschillende hulpverleners te hebben.

Het plan is om in ieder geval de termijnen van de indicaties gelijk te trekken zodat er bij nieuwe indicaties direct naar het hele gezin wordt gekeken, in plaats van naar iedereen afzonderlijk. Daarnaast initiëren de twee consulenten een zorgoverleg, waarin er een ondersteuningsplan wordt opgesteld voor het hele gezin. In dat zorgoverleg wordt ook een casusregisseur benoemd. Dit is de zorgverlener die al langere tijd in het gezin aanwezig is. Vader en moeder zijn zelf ook bij dit overleg aanwezig.

Een Wmo-consulent komt voor de herindicatie begeleiding bij vader en moeder thuis. Zij hebben een jong zoontje die ook tijdens het huisbezoek aanwezig is. Beide ouders zijn licht verstandelijk beperkt, en de Wmo-consulent vraagt ook hoe het met de jongen gaat. Moeder geeft aan dat de jongen vaak in zijn broek plast. De consulent krijgt een ‘onderbuik-gevoel’ bij deze situatie. Bij terugkomst overlegt hij met de functioneel coördinator.

De aanvraag voor herindicatie voor moeder wordt toegekend. De Wmo-consulent maakt met ouders en begeleider een afspraak om het genomen besluit door te spreken, maar ook om eens te kijken wat we voor het zoontje kunnen doen. Ouders geven tijdens het gesprek aan graag hulp te willen bij de opvoeding. De jongen plast vaak in zijn broek en is volgens ouders hoogbegaafd. De jongen heeft al eerder ondersteuning gehad, maar dat is gestopt. Ouders weten niet goed waarom en kunnen ook niet goed uitleggen wat voor ondersteuning de jongen heeft gehad. Ook de begeleider van ouders weet het niet.

Er wordt aan ouders gevraagd of het goed is dat we wat informatie inwinnen op school en bij de (preventieve) jeugdwerker daar. Ouders gaan hier mee akkoord. Inmiddels is de jeugdwerker van de basisschool bij ouders langs geweest en heeft ook contact opgenomen met een zorgaanbieder. De aanbieder heeft de hulp weer opgepakt, samen met school en de begeleider van ouders.

De transformatie vraagt de komende jaren nog veel aandacht en inzet van onze gemeentelijke organisatie, maar ook van de gecontracteerde aanbieders, de maatschappelijke organisaties en de inwoners van Coevorden. Er zullen successen worden behaald en er zullen zich nog vragen aandienen die om een oplossing vragen.

Page 11: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

DE INWONER EN DE ONDERSTEUNINGSVRAAG4.

In het systeem tot 2015 werd per voorziening de toegang geregeld met indicatiestellingen. Hierdoor kwam het recht op een voorziening steeds meer centraal te staan, en niet de oplossing voor de ondersteuningsvraag. Om een verandering in het sociaal domein te realiseren, is het nodig de toegang tot het systeem te veranderen. Als gemeente zetten we in op het realiseren van ondersteuning op maat en de inzet van de eigen kracht en het sociale netwerk van de inwoners zelf, met als achterliggend doel dat minder inwoners afhankelijk zijn van individuele voorzieningen. De toegang en de ondersteuning die nodig is, vindt in samenhang plaats. De toegang is dan ook integraal georganiseerd. Hierdoor wordt voorkomen dat het niet toelaten van een inwoner tot de ene voorziening leidt tot verplaatsing naar een ander loket. De afzonderlijke voorzieningen staan niet meer centraal. De vraag van de inwoners is het uitgangspunt.

In 2014 is de notitie Kaders voor toegang en sociale teams vastgesteld, daarin is onder anderen vastgelegd dat er gebiedsgericht gewerkt wordt, dat sociale teams worden gevormd en dat de gemeente sturing heeft op de sociale teams en de integrale toegang. De uitwerking van deze notitie vormt het uitgangspunt van de gemeentelijke werkwijze binnen het sociaal domein. In de volgende paragrafen is allereerst beschreven wat de eerste ervaringen met deze werkwijze in de praktijk zijn vanuit gemeentelijk oogpunt. In de tweede paragraaf komen de gebruikers in brede zin aan het woord: wat zijn de ervaringen van onze inwoners en (gecontracteerde) samenwerkingspartners met onze nieuwe manier van werken? De derde paragraaf geeft een blik op de toekomst.

4.1 GEMEENTELIJKE TOEGANG EN SOCIALE TEAMS Inwoners van de gemeente Coevorden kunnen op verschillende manieren en bij verschillende ingangen hun vragen stellen. De inwoners waren al bekend met het gemeentelijk klantcontactcentrum (kcc), waar zij met vele vragen terecht konden. Inwoners kunnen hun vragen ook stellen aan de verschillende samenwerkingspartners, zowel gecontracteerde zorgaanbieders als maatschappelijke organisaties als Humanitas. Vanaf 2015 komt daar het sociaal team in de 8 gebieden bij als toegang tot ondersteuning. Natuurlijk blijven de bestaande routes via (gecontracteerde) samenwerkingspartners gewoon intact. De nieuwe taken vragen echter om meer capaciteit en een goede doorgeleiding van de vragen. Het aantal telefoontjes, mails en bezoeken aan het gemeentehuis is toegenomen. Nieuwe doelgroepen vallen nu onder onze verantwoordelijkheid. De keuze om een zogenaamde frontoffice sociaal domein in te richten is een goede keuze geweest. Het eerste contact van de inwoners met de gemeente is gelijk gebleven. Echter als duidelijk is dat de inwoner een vraag heeft die betrekking heeft op het sociaal domein wordt doorgeschakeld naar een medewerker van de frontoffice sociaal domein. Er wordt door deze medewerker verkend of hij/zij de vraag zelf kan beantwoorden. Als het vragen betreft over bijvoorbeeld de termijn van de afhandeling of een geplande afspraak kan dit direct nagezocht worden. Ook kan deze medewerker een afspraak met een consulent inplannen als dat nodig is. Het streven is dat de inwoner met zo min mogelijk gemeentelijke medewerkers van doen heeft en de vraag zo snel mogelijk beantwoord wordt. De onderlinge taakverdeling tussen het kcc en de frontoffice sociaal domein vraagt om deze reden nog aandacht en het nader verkennen van de mogelijkheden om meer vragen te laten beantwoorden door de medewerkers van het kcc.

Als een consulent gewenst is, dan wordt op basis van de woonplaats van de inwoner, een medewerker uit het betreffende sociaal team benaderd door de frontoffice sociaal domein. Vaak blijkt uit de vraag welke expertise nodig is, dan wordt direct met de betreffende consulent een huisbezoek ingepland. Binnen de gemeente Coevorden zijn 8 sociale teams, die bemenst worden door gemeentelijke consulenten Jeugd, Wmo en Schuldhulp en een gemeentelijke klantmanager Participatie. Daarnaast maken maatschappelijk werkers en opbouwwerkers van het Maatschappelijk Welzijn Coevorden deel uit van de sociale teams. Als de consulent het wenselijk vindt, gaat een maatschappelijk- of opbouwwerker mee op huisbezoek. De

9

Page 12: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

eerste ervaringen zijn dat de complexiteit van de vragen die een consulent krijgt is toegenomen. De nieuwe doelgroepen binnen de Wmo en Jeugd vragen nog veel aandacht en in bepaalde situaties om meer ervaring en kennis. Er is in het afgelopen halfjaar een groot beroep gedaan op de inzet van de maatschappelijk werkers. Dit heeft geleid tot extra werkdruk en vraagt om aandacht om te voorkomen dat de werkdruk te hoog wordt. Voor de meer specialistische expertise kan vaker dan nu gebeurd een beroep worden gedaan op de gecontracteerde aanbieders. Vanuit deze organisaties is eveneens aangegeven dat hun indruk is dat hun expertise vaker ingeschakeld kan worden door de consulenten. Elk sociaal team heeft een functioneel coördinator, die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke aansturing van het team. De functioneel coördinator is sparringpartner voor de leden van het sociaal team en roept het team samen als dat nodig is en nodigt eventueel andere organisaties uit. Dit gebeurt in overleg met de inwoners die het betreft. De inwoners kunnen zelf bij dit gesprek aanwezig zijn. Dit gebeurt op dit moment nog niet structureel. Daarnaast monitort deze coördinator het proces en de gestelde doelen. In dit eerste halfjaar lag de nadruk van de werkzaamheden van de functioneel coördinatoren vooral op het realiseren van de juiste werkprocessen om de vragen van de inwoners goed te kunnen beantwoorden. Een deel van de werkzaamheden voltrok zich buiten het zicht van de inwoners en de samenwerkingspartners. De coördinatoren met zijn/haar team zijn ook de aanspreekpunten in elk gebied. In de maand maart heeft elk sociaal team zich voorgesteld aan de inwoners en instellingen in het gebied. De belangstelling van zowel inwoners als (professionele) organisaties was groot en de bijeenkomsten werden gewaardeerd. Mede op basis van input vanuit deze bijeenkomsten is besloten voor de zomer een tweede Huis-aan-Huis-krant te verspreiden over het sociaal domein.

4.2 EERSTE ERVARINGEN: INWONERS EN (GECONTRACTEERDE) SAMENWERKINGSPARTNERS Voor de inwoners die ondersteuning krijgen, dan wel aanvragen, is er veel veranderd. In de voorgaande paragraaf is aangegeven hoe we als gemeente ingezet hebben om voor de inwoners deze overgang met zo min mogelijk hobbels te laten verlopen. Een goed contact met de inwoners is daarbij een belangrijke voorwaarde. In deze eerste zes maanden heeft de nieuwe situatie niet geleid tot bezwaarschriften. Inwoners waren het niet altijd eens met de verandering van hun ondersteuning, echter tot een bezwaarschrift heeft dit dus niet geleid.

De inwoners van onze gemeente zijn benaderd om deel te nemen aan de benchmark Waarstaatjegemeente.nl. Deze landelijke benchmark brengt in kaart hoe inwoners het woon- en leefklimaat en de lokale dienstverlening ervaren. Als gemeente hebben we vragen toegevoegd, waaronder een waardering geven, uitgedrukt in een cijfer, over de kwaliteitsbeleving van de zorg en de dienstverlening. Circa 75% van de inwoners waardeert beide onderwerpen met het cijfer 6 of hoger. Meer informatie hierover is opgenomen in het volgende hoofdstuk. Daarnaast is in het kader van de Wmo een aantal onderzoeken uitgevoerd in onze gemeente, namelijk de Effectmeting Wmo en de AVI-cliëntenmonitor Wmo. De AVI-cliëntenmonitor bestaat uit een digitale raadpleging en een verdiepend onderzoek. waaraan inwoners van onze gemeente hebben deelgenomen. De groep deelnemers aan beide onderzoeken is niet representatief voor de groep mensen die in het dagelijks leven aangewezen is op zorg en ondersteuning. Er is gestreefd om vooral ook cliënten te betrekken uit de nieuwe doelgroepen die sinds dit jaar onder de Wmo vallen. Voor de digitale raadpleging melden deelnemers zichzelf aan.

Uit deze cliëntenmonitor Wmo komt als belangrijk aandachtspunt naar voren het gesprek tussen inwoner en gemeente. Meer dan nu het geval is, kan worden ingezet op samenspraak tussen inwoner en gemeente over een integraal passende oplossing. Het is wenselijk met de mensen mee te denken welke betrokkenen, vrienden, familie of mantelzorgers, willen meedenken bij het zoeken naar oplossingen voor hun vragen.

10

Page 13: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

Zo ontstaat beter inzicht in de sociale leefomgeving. Bekendheid en makkelijk vindbare informatie over de toegang tot zorg en ondersteuning uit de Wmo is een belangrijke voorwaarde. Dat geldt ook voor de informatie over onafhankelijke cliëntondersteuning en de mogelijkheid tot het indienen van een persoonlijk plan3. De gegevens van de Effectmeting Wmo zijn nog niet beschikbaar.

In deze eerste periode was er veel contact met de (gecontracteerde) samenwerkingspartners, want ook voor hen veranderde er veel. Het contact verschilde per organisatie, afhankelijk van onze rol. In praktische zin moest er bij elke organisatie nog veel geregeld worden. Ook nu zijn er nog transitie-opgaven. De facturering verliep bijvoorbeeld niet bij elke aanbieder direct goed. De voortgangsgesprekken met de gecontracteerde Wmo-aanbieders vinden aan het eind van het derde kwartaal plaats. Deze informatie is dus nog niet meegenomen. Voor jeugd is er een eerste kwartaalrapportage opgeleverd, deze voorzag echter nog niet in alle informatie. De tweede kwartaal rapportage is nog niet beschikbaar.

Met een aantal aanbieders en andere samenwerkingspartners is teruggeblikt op het eerste halfjaar. De belangrijkste bevindingen vanuit deze gesprekken zijn dat de contacten met de sociale teams overwegend positief zijn. De lijnen worden als kort ervaren. Maatschappelijk Welzijn Coevorden (MWC), de partner in de gemeentelijke sociale teams, merkt dat de samenwerking met de gemeentelijke medewerkers intensiever is geworden dan voorheen en dat de verbreding naar het hele sociale domein winst is. Ook over de rol van de functioneel coördinatoren is het MWC positief. Vanuit de Coevordense huisartsen wordt de wens uitgesproken om te investeren in een nauwere samenwerking. Er is nog onvoldoende kennisgemaakt met de consulenten en de functioneel coördinatoren, terwijl deze wens er wel is bij de huisartsen. Echter er is ook begrip dat deze eerste maanden andere prioriteiten zijn gesteld door de sociale teams. Ook het inschakelen van aanbieders vanwege hun specialistische kennis en ervaring verdient nog aandacht. Zo geven Promens Care en VNN aan dat zij nog weinig ingeschakeld worden door de sociale teams. Zij vinden het wenselijk meer te investeren in expertisedeling. Zij schuiven bijvoorbeeld graag aan om samen met de consulenten van het sociaal team en de inwoner zelf, te kijken wat nodig is. Met de VNN zijn nadere afspraken gemaakt over kennisdeling met betrekking tot signalering van middelengebruik door de gemeentelijke medewerkers. Door een aantal partijen is ook de privacy benoemd. Voldoende oog hebben voor de privacy en goede afspraken zijn voorwaarden voor het borgen van de samenwerking met externe partijen en het contact met de inwoners. In het vierde kwartaal 2015 wordt een bijeenkomst georganiseerd met een afvaardiging van de externe partners rondom de sociale teams om onder anderen van gedachten te wisselen over de onderlinge samenwerking.

4.3 OPGAVEN UITVOERINGSPRAKTIJK Voor de transitie hebben we als gemeente ingezet op het krijgen van inzicht in de doelgroepen waarvoor we als gemeente verantwoordelijk worden. De ondersteuningsbehoeften blijken in de praktijk toch complexer dan was verwacht. In hoeverre we dit vooraf hadden kunnen weten, is moeilijk in te schatten. We komen meer casussen tegen dan verwacht, waar in het hele gezin een complexe langdurige ondersteuningsbehoefte bestaat, met veel hulpverleners en een slecht functionerend netwerk, dat te vaak overbelast is. Dit vraagt andere vaardigheden van onze medewerkers. We hebben daarom ingezet op casusoverleg en scholing. We zijn daarnaast content met de nauwe samenwerking met Maatschappelijk Welzijn Coevorden binnen het sociaal team. Vanuit deze eerste ervaring blijkt dat we ons redden met de complexe materie. Het vraagt echter veel van onze ambtelijke organisatie. In hoeverre de huidige capaciteit voldoende is voor de toekomst is op dit moment nog moeilijk in te schatten. Na dit jaar zal een beter beeld geschetst kunnen worden. Hoewel we in onze uitvoering natuurlijk altijd afhankelijk blijven van diverse ontwikkelingen, zowel op landelijk-, provinciaal- als lokaal niveau, waar we niet altijd zelf invloed op hebben.

3) Meer informatie is te lezen in het rapport Zorg naar gemeenten. In samenspraak met de burger. AVI-cliëntenmonitor,1 juli 2015 (digitale raadpleging) en het rapport Zorg naar gemeenten. Is uw zorg veranderd onder de ‘nieuwe Wmo’?, juni 2015 (verdiepend onderzoek).

11

Page 14: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

MONITOR SOCIAAL DOMEIN: NULMETING5.

Nu er sinds dit jaar concreet uitvoering wordt gegeven aan onze nieuwe verantwoordelijkheden op het sociaal domein is het wenselijk en nodig om de effecten van deze nieuwe wettelijke taken te volgen, zodat er verantwoord en waar nodig bijgestuurd kan worden. Om deze reden groeide bij ons de behoefte om te komen tot een gemeentelijke monitor sociaal domein, die tijdig en gericht die informatie weet te genereren die nodig is voor beleidsevaluatie. Onze monitor is ingericht vanuit drie perspectieven: Beleid, Cliënt, Organisatie. Met een opbouw voor de inrichting van de monitor begint ook de start met het verzamelen van de informatie. De monitor zal niet vanaf het eerste moment volledig gevuld zijn. Dit is vanwege de beschikbaarheid van bepaalde bronnen niet mogelijk. De monitor is een groeimodel. Daarnaast speelt de vraag hoe de monitor kan aansluiten bij de bestaande Planning & Control cyclus. Om te kunnen starten met een monitor is een nulmeting nodig. De nulmeting is nog niet compleet. Het is niet wenselijk te wachten met de nulmeting tot het moment waarop de monitor wel compleet gevuld is.

Dit hoofdstuk beschrijft de nulmeting. In de eerste paragraaf is de nulmeting van het beleidsperspectief beschreven, in de tweede paragraaf van het cliëntperspectief en in de laatste paragraaf is de nulmeting van de managementinformatie opgenomen, het organisatieperspectief.

5.1 BELEIDSPERSPECTIEF Voor de invulling van het beleidsperspectief is als basis het bestuursprogramma Coevorden Verbindt gebruikt. De onderwerpen die in programma 2 Werk, Jeugd & Zorg zijn vastgelegd, hebben een plek gekregen in de monitor. Daarnaast is een aantal onderwerpen toegevoegd, die voortvloeien uit de gemeentelijke visie en de beleidskeuzes op het sociaal domein, namelijk: Burgerkracht en eigen kracht, Duurzame uitstroom en Doelen op zorg en participatie per gebied. Als bron zijn de landelijke benchmark Waarstaatjegemeente.nl4 en onze eigen informatiesystemen gebruikt. Dit betekent niet dat de informatie al volledig is, wel dat er een start gemaakt is met het verzamelen van informatie over elk onderwerp.

In de onderstaande subparagrafen is respectievelijk voor Maatschappelijke Ondersteuning, Participatie en Jeugd de beschikbare beleidsinformatie beschreven.

5.1.1 Maatschappelijke ondersteuningMet de invoering van de Wmo-Awbz zijn we verantwoordelijk geworden voor nieuwe doelgroepen en daardoor is overdracht van cliëntinformatie nodig. We zijn op dit moment nog druk bezig met het invoeren van de informatie in alle nieuwe systemen die we tot onze beschikking hebben. Onderstaand volgt een nadere toelichting per voorziening in relatie tot kwantitatieve cliëntgegevens.

Ondersteuning bij participatie en zelfredzaamheidWe hebben veel bestanden ontvangen van het Rijk, deze bestanden zijn deels verouderd en blijken vervuild. Om de juiste informatie in onze systemen te verwerken, boeken we alleen de cliënten op waarvoor de zorgaanbieder, of de cliënt zelf middels een PGB, bij ons declareert. De cliënten die wel een indicatie hebben, maar geen ondersteuning ontvangen, nemen we niet op in onze systemen. Het kan echter zo zijn dat iemand op dit moment tijdelijk geen ondersteuning ontvangt of dat de zorgaanbieder de ondersteuning nog niet heeft gedeclareerd. We hebben daarom nog niet alle cliënten in beeld.

PGB participatie en/of zelfredzaamheidOp dit moment zijn er 123 persoonsgebonden budgetten verstrekt. Een cliënt kan meerdere PGB’s

4) Waarstaatjegemeente.nl brengt in kaart hoe de inwoners het woon- en leefklimaat en de lokale dienstverlening ervaren en geeft inzicht waar verbetering nodig is. Er wordt gewerkt met een standaard vragenlijst, waardoor vergelijking met andere gemeenten mogelijk is. Naast de standaardvragen is door ons een aantal extra vragen toegevoegd. Twee van de vier extra vragen hadden te maken met het sociaal domein. Een eerste onderzoek onder de inwoners van de gemeente Coevorden is in juni 2015 uitgevoerd. Er is een steekproef genomen van 2200 mensen, waarvan 590 inwoners hebben gereageerd. Dit betreft een respons van 27%. 12

Page 15: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

ontvangen. 265 cliënten ontvangen ondersteuning bij participatie of zelfredzaamheid op grond van het overgangsrecht. Inmiddels hebben 95 cliënten een indicatie van de gemeente ontvangen.

Schoonmaakhulp Per 1 april 2015 wordt bij de voorziening schoonmaakhulp onderscheid gemaakt tussen cliënten die wel een eigen bijdrage betalen en cliënten die geen eigen bijdrage betalen. 461 mensen betalen geen eigen bijdrage (totaal 1292 uren per week) en 373 mensen betalen een eigen bijdrage (totaal 1044 uren per week)

Hulp bij het huishoudenVan de voorziening hulp bij het huishouden maken inwoners gebruik die niet in staat zijn om eigen regie over hun huishouden te voeren. Deze voorziening is ongewijzigd gecontinueerd in 2015. In totaal maken 219 cliënten gebruik van deze voorziening (totaal 795 uur).

Naast kwantitatieve informatie over het gebruik van de voorzieningen is de kwaliteitsbeleving van de zorg en de ondersteuning door de inwoners onderdeel van de beleidsinformatie. Deze informatie is door onze deelname aan de benchmark Waarstaatjegemeente.nl verkregen. De kwaliteitsbeleving van de zorg en de dienstverlening is in een meetbare waarde aan te geven. De vragen ‘Hoe waardeert u de kwaliteitsbeleving van de zorg in uw gemeente?’ en ‘Hoe waardeert u de kwaliteitsbeleving van de dienstverlening in uw gemeente?’ zijn door onze inwoners gewaardeerd met het gemiddelde cijfer 6,2 voor de kwaliteitsbeleving van de zorg en het cijfer 6,3 voor de kwaliteitsbeleving dienstverlening. Ook voor het onderwerp Burgerkracht & eigen kracht is als bron de benchmark Waarstaatjegemeente.nl gebruikt. In de benchmark is bij het thema Zorg en welzijn een aantal vragen opgenomen die samenhangen met Burgerkracht en Eigen kracht. Op de vraag ‘Welk cijfer geeft u over het geheel genomen uw gezondheid?’ wordt het gemiddelde cijfer 7.4 gegeven. 90% van de respondenten geeft een cijfer van een zes of hoger. Het overgrote deel van de inwoners voelt zich niet belemmerd om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Slechts een klein deel ervaart een bepaalde mate van belemmering, vooral de fysieke en lichamelijke gezondheid en de financiën worden door hen gezien als belemmeringen. Van de inwoners doet 22% vaak aan vrijwilligerswerk, 32% zegt dit zeker te willen (blijven) doen en 67% geeft aan dat zij in de toekomst vrijwilligerswerk willen (blijven) doen. Mantelzorg wordt door 16% vaak verricht. Van deze mantelzorgers geeft 44% aan dat zij zich soms tot vaak belemmerd voelen in de dagelijkse activiteiten en bezigheden door het geven van zorg aan een hulpbehoevende naaste. Bijna alle inwoners geven aan terug te kunnen vallen op familie of vrienden op het moment dat zij hulp of zorg nodig hebben. Ook kunnen inwoners, al is het in mindere mate, terugvallen op mensen in de buurt. In onze eigen systemen is het op dit moment nog niet mogelijk om de scores op de zelfredzaamheidmatrix te registreren.

Een aantal onderwerpen kan nog niet betrokken worden in de nulmeting, omdat de beschikbare informatie onvolledig dan wel nog niet verzameld wordt. Een belangrijke doelstelling binnen het sociaal domein is het realiseren van één regisseur per huishouden om onder anderen te voorkomen dat hulpverleners naast elkaar werken in plaats van samenwerken. Op dit moment wordt voor huishoudens waar veel problematiek speelt, onderzocht welke hulpverlening aanwezig is en of één regisseur daarin helpend is. Ook bij nieuwe aanvragen waar meerdere problemen spelen, wordt vooraf bepaald of één regisseur nodig is. In een aantal situaties is hier al voor gekozen. De waarde die aan dit getal kan worden gehecht is echter beperkt, vandaar dat er nog niet voor is gekozen om dit getal op te nemen in deze nulmeting. Bij de verdere inrichting en implementatie van de monitor wordt verkend hoe de integraliteit een plek kan krijgen. Ook het monitoren van de financiën is nog geen onderdeel van deze nulmeting. De doelstelling is om een verschuiving in de zorg te realiseren van specialistische zorg naar algemene voorzieningen, en dat dit ook zichtbaar is in onze budgetten. De veranderingen in het sociaal domein hebben ook hun invloed op de bedrijfsvoering

13

Page 16: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

van de gecontracteerde aanbieders, waardoor de facturering achterloopt. Hierdoor is nog onvoldoende zicht op de uitgaven. Onze verwachting is dat in de tweede bestuursrapportage hierover een valider beeld geschetst kan worden. Een verschuiving in de zorg zal veel meer tijd vragen. Onze gemeente is ingedeeld in 8 gebieden. Wij willen de komende tijd gebruiken om meer inzicht te krijgen in de zorgvragen in elk gebied om daardoor ook doelstellingen per gebied te kunnen formuleren. Op dit moment is dat nog niet mogelijk. Een samenvatting van de nulmeting van de beleidsinformatie Maatschappelijke ondersteuning is opgenomen in bijlage 1.

5.1.2 ParticipatieWe zijn sinds 1 januari jl. verantwoordelijk voor iedereen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig heeft. In de praktijk betekent dat dat de doelgroep is uitgebreid met mensen die een arbeidsbeperking hebben en niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Wij hebben voor deze nieuwe doelgroep dezelfde taken als voor de andere klanten die gebruik maken van de Participatiewet, namelijk om deze mensen ondersteuning te bieden gericht op arbeidsinschakeling en waar nodig, inkomensondersteuning (een uitkering). Voor de uitvoering van de wet werken we samen binnen de Arbeidsmarktregio en het werkleerbedrijf voor zuidoost Drenthe, de Emco Groep.

In het sociaal akkoord is afgesproken dat het bedrijfsleven in samenwerking met de overheid extra banen, de zogenaamde BaanAfspraakBanen, creëert voor mensen met een arbeidsbeperking. De Arbeidsmarktregio heeft een belangrijke rol om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen bij reguliere werkgevers. Voor deze doelgroep is ook de samenwerking in het Werkgeversservicepunt (WSP) van de Arbeidsmarktregio van cruciaal belang. Accountmanagers die participeren in het WSP zijn actief voor de doelgroep. Hierin heeft de netwerkorganisatie WSP al de eerste praktische successen voor mensen kunnen realiseren.

Uiteraard probeert de gemeente Coevorden haar netwerk bij bedrijven in te zetten om mensen die een arbeidsbeperking hebben te plaatsen op een BaanAfspraakBaan. We ondersteunen ondernemers die willen onderzoeken welke (delen van) functies geschikt (te maken) zijn voor deze specifieke doelgroep.Inmiddels hebben wij 2 cliënten die zijn uitgestroomd naar een BaanAfspraakBaan.

Vanuit onze rol als werkgever is iemand met een Wajong-indicatie aangenomen voor een reguliere baan, welke meetelt in de afgesproken doelstelling voor het realiseren van de BaanAfspraakbanen. Hierbij moet er opgemerkt worden dat de instroom van mensen met een arbeidsbeperking in de Participatiewet in het eerste half jaar beperkt was.

Het totaal aantal klanten op de peildatum 1 juli 2015 is 1093, waarvan er 234 het eerste halfjaar zijn ingestroomd. Het aantal mensen dat uitstroomde in het eerste halfjaar is 200, waarvan er 101 zijn uitgestroomd naar een parttime baan. De duurzame uitstroom, dat betekent dat er geen uitkering wordt ontvangen, betreft 202 mensen.

Het merendeel van het inwoners met een uitkering woont in de stad Coevorden, vooral in gebied 7 (wijken Poppenhare, Tuindorp, Binnenvree, Lootuinen). Het aantal mensen dat direct bemiddelbaar is voor werk, dan wel kansen heeft om binnen een jaar uit te stromen naar betaalde arbeid, is 286. Van meer dan 500 klanten is de verwachting dat er geen kansen zijn om betaalde arbeid te verrichten, van wie 238 mensen ook geen kansen worden voorzien op langere termijn.

14

Page 17: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

Onderstaand is het gebiedsoverzicht weergegeven en een overzicht van de doeltreden binnen elk gebied:

Doeltreden binnengebied

1 2 3 4 5 6 7+8 Totaal

Betaald werk 17 9 8 14 9 5 114 176Betaald werk met ondersteuning

18 5 11 5 16 4 102 161

Onbetaald werk 25 8 11 15 19 1 200 279Deelname georganiseerde activiteiten

11 7 4 11 6 3 119 161

Sociale contacten buitenshuis

8 5 6 11 10 0 97 137

Geïsoleerd 2 2 0 0 1 0 5 10

Onbekend 3

Totaal s s s s s s s 927*Peildatum 01-08-2015, Bron: Competensys

* Toelichting: het verschil in relatie tot het totaal aantal klanten Stratech, zie bijlage 2 pagina 22, (1093 per 1 juli) is te verklaren door

onafgeronde dossiers met als oorzaak o.a. heronderzoeken, wachttijd jongeren, partners met ww/zw/wajong, etcetera. De peildatum per

gebied 1 tot en met 8 kan in competensys niet achteraf worden bepaald en is uitgedraaid op 1 augustus 2015

In bijlage 1 is een samenvatting van de nulmeting van de beleidsinformatie Participatie opgenomen.

5.1.3 JeugdVoor de uitvoering van de Jeugdwet wordt op Drentse schaal samengewerkt. Zo is de inkoop van de jeugdhulp in Drents verband gebeurd voor een periode van twee jaar. De gesprekken met de aanbieders vinden plaats met het zogenaamd Drents accountteam jeugdhulp, waarna terugkoppeling plaatsvindt naar elke gemeente. Ook voor de kwartaalrapportages zijn we afhankelijk van de informatie die vanuit het Drents accountteam wordt aangeleverd. Er is voor de aanbieders veel veranderd, waardoor de eerste kwartaalrapportage nog niet de informatie heeft opgeleverd waarop gerekend was.

De verwachting is dat de tweede kwartaalrapportage meer inzicht biedt. Daar komt bij dat de gegevensoverdracht nog niet is afgerond. Een compleet overzicht van het aantal jeugdigen dat ondersteuning krijgt, is er dus nog niet.

Uit onze eigen registratie blijkt dat in het eerste half jaar 64 heronderzoeken zijn uitgevoerd. Dit betreft jeugdigen die al een indicatie hadden voor 1 januari 2015. Verder zijn er 45 nieuwe cliënten bij ons gekomen. Dit kunnen aanvragen betreffen voor een voorziening jeugdhulp, maar ook zaken op gebied van casemanagement of signalen vanuit andere professionals. Van deze 45 nieuwe cliënten waren er negen aanmeldingen voor ondersteuning op het gebied van dyslexie en zijn er acht aanvragen nog in behandeling. De overige nieuwe cliënten zijn bij ons bekend door meldingen van derde partijen of aanmeldingen voor jeugdhulp.

15

Page 18: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

De ondersteuning die aan deze nieuwe aanvragen is toegekend, is als volgt te verdelen over de interventieniveaus5:

Sommige cliënten kunnen ondersteuning op meerdere interventieniveaus hebben. De enige betrouwbare informatie waarover wij nu beschikken, is het aantal jeugdigen met een persoonsgebonden budget (pgb). In onze gemeente krijgen 89 kinderen en jongeren ondersteuning via een pgb. In het eerste halfjaar hebben 24 van deze 89 jeugdigen een indicatie gekregen. Dit zijn echter geen nieuwe aanmeldingen, maar jeugdigen die al ondersteuning via pgb ontvingen. Uit de eerste kwartaalrapportage is ook onvoldoende informatie te halen over het volume van de uitgaven. De veranderingen binnen het jeugddomein vragen tijd. In bijlage 1 is een samenvatting van de nulmeting van de beleidsinformatie Jeugd weergegeven.

5.2 CLIËNTPERSPECTIEFVoor de inwoners van onze gemeente met een ondersteuningsvraag is er dit jaar veel veranderd. Wij vinden het van essentieel belang om aandacht te hebben voor deze inwoners en hun ervaringen te weten. Deze vooral kwalitatieve informatie gebruiken wij om de effecten van ons beleid te monitoren en eventueel bijstellingen te doen. Met de cliënt(advies)raden gaan wij in de 2e helft van dit jaar nader in gesprek om vorm en inhoud te geven aan het cliëntperspectief. Er zijn diverse instrumenten voor te gebruiken, waaronder het instellen van een panel, een gesprek voor en door inwoners, verhalen van cliënten in de vorm van storytelling en een analyse van binnengekomen klachten en bezwaarschriften. Daarnaast zijn wij verplicht om in het kader van de Wmo jaarlijks de uitkomsten van onderzoek naar de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet te publiceren. Om hieraan te voldoen namen wij tot nu toe deel aan de Effectmeting Wmo als onderdeel van de Benchmark Wmo. We willen graag verkennen of dit aansluit bij onze ideeën van het volgen van de cliëntervaringen, of dat een andere manier beter passend is.

5.3 ORGANISATIEPERSPECTIEFDe informatie die in het kader van het organisatieperspectief wordt verzameld, betreft een set gegevens die uit de bestaande managementrapportages Wmo, Schuldhulpverlening, Participatiewet en Jeugd gehaald kan worden. Op dit moment wordt gewerkt aan het vullen van de eigen gemeentelijke systemen, waarbij wij mede afhankelijk zijn van derden. Zo is de gegevensoverdracht voor jeugd nog niet volledig afgerond en zijn de aanpassingen aan de landelijke standaarden voor de Wmo niet geheel gerealiseerd. Voor Participatie kan de reeds bestaande managementinformatie gebruikt worden. Dit geldt ook voor Schuldhulp. In bijlage 2 is alleen de informatie opgenomen, die betrouwbaar is.

5) Het interventieniveau heeft betrekking op het type jeugdhulp. Hoe hoger het interventieniveau hoe intensiever de ondersteuning van de jeugdige is. Zo valt onder interventieniveau 6 bijvoorbeeld dyslexie, is bij interventieniveau 7 sprake van dagopname en interventieniveau 8 betreft opname. 16

Page 19: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

VOORUITBLIK6.

In de voorgaande hoofdstukken is een beeld geschetst van de praktijk sociaal domein in het eerste halfjaar 2015. We hebben het sociaal domein anders ingericht. Er zijn veel veranderingen ten opzichte van de uitvoering in 2014. Transformeren is echter ook een lange termijn proces, waarbij de weg onduidelijk is. We hebben een stip op de horizon vastgelegd in ons visiedocument De kracht van Coevorden, en we willen deze doelstellingen graag samen met de inwoners en onze samenwerkingspartners realiseren. Dit vraagt om een gezamenlijke inspanning om te verkennen wat nodig is. Wij ervaren ook een gevoel van urgentie. De veranderopgave is groot en de financiële mogelijkheden beperkt. Het transformatieproces is lang en complex. Daarom zijn het durven uitproberen en het stappen zetten zonder succesgarantie belangrijk. Zonder het nemen van risico’s zal er weinig veranderen.

TerugblikVoor deze eerste evaluatie is gekozen voor een pragmatische aanpak, omdat het een korte periode betreft na de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving. Daarnaast worden de bevindingen direct betrokken bij de uitvoering in het tweede halfjaar. In de evaluatie over het jaar 2015 en in de monitor sociaal domein krijgen bijvoorbeeld de inwoners cq. cliënten een grotere plek. We vinden het belangrijk dat wij hierin ook de betrokkenheid van onze gemeentelijke cliënt(advies)raden meenemen. Hierover is in het derde kwartaal nader overleg met de raden. De eerste voortgangsgesprekken met de gecontracteerde partijen voor de uitvoering van de Wmo vinden aan het eind van het derde kwartaal plaats. Deze informatie kon dus nog niet verwerkt worden. Wel is met een aantal samenwerkingspartners gesproken en is hun input in deze evaluatie betrokken. In het vierde kwartaal wordt een bijeenkomst met onze netwerkpartners georganiseerd om nader van gedachten te wisselen over de onderlinge samenwerking en de herinrichting van het sociaal domein.

Financiën en personeelIn het rapport is al aangegeven dat op basis van dit eerste halfjaar er nog onvoldoende inzicht is in de financiële ontwikkelingen binnen het sociaal domein. Zo vertoont de facturering van de gecontracteerde Wmo-aanbieders een achterstand en geven aanbieders aan dat de aanmeldingen achterlopen ten opzichte van vorig jaar. De verwachting is dat in het derde kwartaal de aanmeldingen zullen toenemen om de daling in het tweede kwartaal te compenseren. Onze verwachting is wel dat ons budget voor dit jaar toereikend is voor betreft onze verantwoordelijkheden voor de uitvoering van de Wmo, en er ook (beperkte) financiële mogelijkheden zijn als dit in bepaalde situaties nodig mocht zijn. Voor de komende jaren is dat onzeker, omdat er dan opnieuw op sommige budgetten gekort wordt.

De financiering van de jeugdhulp vindt via bevoorschotting plaats. Uit de eerste kwartaalrapportage is nog te weinig informatie te halen om een voorspelling te kunnen doen over het hele jaar. De nieuwe doelgroepen en de onwennigheid in deze nieuwe werkelijkheid vraagt nog tijd van de aanbieders, en ook van onze eigen organisatie. We streven er naar om met de tweede bestuursrapportage meer zicht te hebben op onze uitgaven binnen het sociaal domein.

Daarnaast vraagt onze personele inzet nog aandacht. Onze keuze om als gemeente een grote verantwoordelijkheid te nemen bij de uitvoering van onze nieuwe taken heeft gezorgd voor veel eigen personele inzet. Onze verwachting is dat met de huidige formatie onze verantwoordelijkheden niet voldoende gedragen en geborgd kunnen worden. Wij streven er naar om hierover lopende het jaar meer duidelijkheid te kunnen geven.

17

Page 20: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

VooruitblikDe komende periode wordt actief ingezet op de verandering: de transformatie. De gewenste verandering binnen onze eigen gemeentelijke organisatie verdient nog aandacht, als ook het realiseren van de gewenste verandering in het veld. Onze nog openstaande transitieopgaven verliezen we daarbij niet uit het oog. Al eerder is aangegeven dat wij als gemeente nog bezig zijn met het integraal maken van de werkwijzen en –processen. Ook onze registratiesystemen bieden nog geen volledig betrouwbare managementinformatie. In het vorige hoofdstuk is dit toegelicht.

Over hoe wij als gemeente de transformatie verder vorm en inhoud willen geven, gaan wij de komende tijd in gesprek. Dit rapport biedt daarvoor een aanknopingspunt. We gaan zowel intern als extern aan de slag. Met onze medewerkers, werkzaam binnen het sociaal domein in uitvoerende- en beleidsfuncties, gaan we van gedachten wisselen over hun ervaringen en vragen, als ook over de opgaven voor de komende periode. Daarnaast willen we met de gemeenteraad tijdens de informatiebijeenkomsten in gesprek over de transformatie, en de factoren die daaraan bijdragen en hun rol hierin.

Het betrekken van de inwoners en de diverse organisaties, waaronder de gecontracteerde aanbieders, bij de transformatieopgave vraagt om een nadere uitwerking. We willen recht doen aan hun input en daarbij onze eigen ambities niet uit het oog verliezen.

18

Page 21: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

BIJLAGEN

BIJLAGE 1: NULMETING BELEIDSPERSPECTIEF

Maatschappelijke ondersteuning

Onderwerp Indicator Meetbare waarde Toelichting

OndersteuningsvraagEigen levensonderhoudMaximale zelfstandigheid en zelfredzaamheid

Kwaliteitsbeleving van zorg Cijfer: 6,273% geeft cijfer 6 en hoger

De waardering van de kwaliteitsbeleving van de zorg is een vraag van de benchmark waarstaatjegemeente.nl.

OndersteuningsvraagEigen levensonderhoudMaximale zelfstandigheid en zelfredzaamheid

Kwaliteitsbeleving van dienstverlening

Cijfer: 6,379% geeft cijfer 6 of hoger

De waardering van de kwaliteitsbeleving van de dienstverlening is een vraag van de benchmark waarstaatjegemeente.nl.

IntegraalTerugbrengen aantal hulpverleners in gezinEén regisseur per gezin

Gemiddeld aantal hulpverleners per gezinEén regisseur per huishouden

Op dit moment is nog onvoldoende informatie beschikbaar.

PreventieVerschuiving van ondersteuning

Verschuiving van ondersteuning

Aantal cliënten -Huishoudelijke Hulp 219 (795 uren)-Schoonmaakhulp zonder eigen bijdrage 461 (1292 uren)-Schoonmaakhulp met eigen bijdrage 373 (1044 uren)-PGB’s 123-Overgangsrecht participatie / zelfredzaamheid 265

De informatie is nog niet volledig. De systemen worden nog gevuld en aangepast naar de landelijke standaard.

Sinds 1 april 2015 wordt onderscheid gemaakt tussen schoonmaakhulp met en zonder eigen bijdrage.

Verschuiving van ondersteuningFinancieel

Inkomsten en uitgaven sociaal domein Volume uitgaven

Op dit moment is er nog onvoldoende zicht op uitgaven. De 2e voortgangsgesprekken met de aanbieders Wmo vinden in september plaats.

Burgerkracht & eigen kracht

Gemiddelde score zelfredzaamheidsmatrix neemt toe

Overgrote deel inwoners voelt geen belemmering om deel te nemen aan maatschappelijk levenCijfer 7,4: beoordeling gezondheid80%: voldoende contact met andere mensen

Scores zelfredzaamheidmatrix worden nog niet geregistreerd. De benchmark Waarstaatjegemeente.nl heeft aantal vragen die inzicht geeft in dit onderwerp.

Burgerkracht & eigen kracht

Aantal vrijwilligers, mantelzorgers en bewonersinitiatieven neemt toe

22%: vrijwilligerswerk67%: overweegt vrijwilligerswerk16%: mantelzorg

De benchmark Waarstaatjegemeente.nl heeft aantal vragen die inzicht geeft in dit onderwerp.

Doelen op zorgdomein per gebied

Zorggebruik per gebiedGezondheidInkoop en aantal voorzieningen per gebied

Aantal beschikkingen en soort beschikkingen WmoErvaren gezondheidsbelevingLeeftijdsopbouwSociaal-economische status

Op dit moment is nog onvoldoende informatie beschikbaar.

19

Page 22: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

Participatie

Onderwerp Indicator Meetbare waarde Toelichting

Baanafspraakbanen

Mensen met arbeidsbeperking werkzaam bij gemeente Coevorden

1

Medewerker met Wajong-indicatie, 50% loonkostensubsidie, werkzaam op reguliere functie.

BaanafspraakbanenGerealiseerde baanafspraakbanen in arbeidsmarktregio

2

Twee cliënten zijn uitgestroomd naar een garantiebaan binnen het regulier bedrijfsleven.

Werknemers arbeidsbeperking Aantal wsw-ers (Emco) 34 (30.9 fte)

34 mensen zijn via detachering vanuit Emco bij de gemeente aan het werk. Er is geen nieuwe instroom in de wsw.

Mogelijk maken van participatie en re-integratie

Duurzame uitstroom naar werk 202

Op peildatum 1 juli ‘15 ontvangen 202 mensen geen uitkering meer.

Doelen op werkdomein per gebied

Arbeidsparticipatie per gebied

Aantal personen met een baan

Op dit moment is deze informatie nog niet beschikbaar.

Doelen op werkdomein per gebied Vrijwilligerswerk per gebied

Aantal personen dat onbetaald werk verricht per gebied

Op dit moment is deze informatie nog niet beschikbaar op gebiedsniveau. Op peildatum 7 september 2015 verrichten 238 mensen vrijwilligerswerk.

Jeugd

Onderwerp Indicator Meetbare waarde Toelichting

IntegraalTerugbrengen aantal hulpverleners in gezinEén regisseur per gezin

Gemiddeld aantal hulpverleners per gezinEén regisseur per huishouden

Op dit moment is nog onvoldoende informatie beschikbaar.

PreventieVerschuiving van ondersteuning

Verschuiving van ondersteuning

Aantal cliënten jeugd per interventieniveauVolume uitgaven

Op dit moment is nog onvoldoende informatie beschikbaar.

20

Page 23: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

BIJLAGE 2: NULMETING ORGANISATIEPERSPECTIEF

Managementinformatie Maatschappelijke ondersteuning

Sinds 1 april 2015 wordt bij de voorziening schoonmaakhulp onderscheid gemaakt tussen cliënten die wel een eigen bijdrage betalen en cliënten die geen eigen bijdrage betalen. Hieronder treft u een overzicht aan de geleverde uren schoonmaakhulp per groep. De eerste tabel toont een overzicht van de cliënten met hulp bij het huishouden.

21

Page 24: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

Managementinformatie Participatie

Klantenbestand (Bron: Stratech)Aantal klanten Aantal

Totaal 1093

Klantenbestand per geslacht Aantal

Man 468

Vrouw 625

Totaal 1093

Klantenbestand per leeftijdscategorie Aantal

Jonger dan 27 jaar 120

27 - 35 jaar 186

35 - 45 jaar 257

45 - 55 jaar 280

55 - pensioengerechtigde leeftijd 250

Totaal 1093

Klantenbestand per leefvorm Aantal

Alleenstaanden 409

Alleenstaande ouders 159

Gehuwd/Samenwonend 393

Anders (thuiswonenden) 132

Totaal 1093

Klantenbestand per afkomst Aantal

Allochtoon 155

Autochtoon 938

Totaal 1093

Indeling in projecten Aantal

Arbeid 360

Maatschappelijke participatie 141

Participatie 242

Vrijstelling 77

Zorg 236

Zelfstandig 8

Zoekperiode 16

Intake 45

Nuggers en ANW-ers 3

22

Page 25: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

(Bron: Competensys)Aantallen per doeltrede Aantal

Betaald werk 176

Betaald werk met ondersteuning 167

Onbetaald werk 287

Deelname georganiseerde activiteiten 169

Sociale contacten buitenshuis 142

Geïsoleerd 10

Onbekend 3

Totaal 954

Indicatoren loonwaarde Aantal

Klanten met lichamelijke belemmeringen 532

Klanten met psychische belemmeringen 405

Klanten met zowel lichamelijke als psychische belemmeringen 279

Kansen op arbeid Aantal

Ja, direct bemiddelbaar 205

Ja, kansen binnen een jaar 84

Ja, maar pas kansen op termijn van 2 jaar 158

Nee, momenteel geen kansen 262

Nee, ook geen kansen op langere termijn 245

Totaal 954

In- en uitstroom (Bron: Stratech)Instroom eerste half jaar 2015 Aantal

Participatie 66

Re-integratie 144

Nog niet bepaald (bijv. zoekperiode) 24

Totaal 234

Uitstroom eerste half jaar 2015 Aantal

Participatie 41

Re-integratie 142

Niet bepaald (bijv. niet gemeld na zoekperiode) 17

Totaal 200

Uitstroom naar parttime werk Aantal

Totaal eerste half jaar 2015 101

23

Page 26: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

Managementinformatie Schuldhulp

Grafiek 1. Aanmeldingen schuldhulpverlening 1 jan. 2015 tot en met 30 juni 2015

Deze aanmeldingen zijn exclusief de achterstanden die de energiemaatschappij aanlevert.

Grafiek 2. Aantal unieke inwoners in een schuldhulpverleingstraject

0

januari aprilfebruari meimaart juni

20

10

30

5

25

15

35

35

40

0

januari aprilfebruari meimaart juni

200

100

300

50

250

150

350

24

Page 27: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

Grafiek 3. Aantal inwoners per kavel

Grafiek 4. Uitstroom

0

januari aprilfebruari meimaart juni

8

4

12

2

10

6

25

Page 28: Evaluatie uitvoering sociaal domein: Terugblik en een stap ... · de Arbeidsmarktregio en de sociale werkvoorziening (Emco). Op 1 januari 2015 startte de uitvoering en de doorontwikkeling

Grafiek 5. Aantal cliënten per leeftijdsgroep

Grafiek 6. Inkomstenbron

Managementinformatie JeugdEr is nog geen betrouwbare managementinformatie beschikbaar, omdat het totaal aantal jeugdigen dat jeugdhulp krijgt in de gemeente Coevorden nog niet bekend is. De informatie uit de eigen gemeentelijke registratiesystemen met betrekking tot heronderzoeken, nieuwe aanvragen en pgb’s is beschreven in hoofdstuk 5, paragraaf 5.1.3. over de beleidsinformatie.

0

0-20 26-30 36-40 51-55

20

10

30

5

25

15

35

40

21-25 31-35 41-45 56-6046-50 61+

26