EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma’s (in de praktijk)euthanasieverklaring van een dementerende...
Transcript of EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma’s (in de praktijk)euthanasieverklaring van een dementerende...
1
EUTHANASIE EN OUDEREN:
dilemma’s (in de praktijk)
Agnes van der Heide
Erasmus MC
Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg
13 maart 2015
(potentiële) belangenverstrengeling Geen
Voor bijeenkomst mogelijk relevante
relaties met bedrijven -
Sponsoring of onderzoeksgeld
Honorarium of andere (financiële)
vergoeding
Aandeelhouder
Andere relatie, namelijk …
-
Disclosure belangen Agnes van der Heide
EUTHANASIE EN OUDEREN:
dilemma’s (in de praktijk)
Onderwerpen
1. Frequenties
2. Schriftelijke euthanasiewens (dementie)
3. ‘Voltooid leven’ problematiek
(4. Intensieve symptoombestrijding)
EUTHANASIE EN OUDEREN:
dilemma’s (in de praktijk)
Onderwerpen
1. Frequenties
2. Schriftelijke euthanasiewens (dementie)
3. ‘Voltooid leven’ problematiek
(4. Intensieve symptoombestrijding)
Overledenen
Bron: CBS, statline
0
20000
40000
60000
80000
100000
120000
140000
160000
1950 1970 1990 2013
85 jaar en ouder
75 - 84 jaar
65 - 74 jaar
< 65 jaar
Sterfte aan hart-/vaatziekten
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010
65 tot 75 jaar
75 tot 85 jaar
85 jaar en ouder
2
Sterfte aan kanker
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010
65 tot 75 jaar
75 tot 85 jaar
85 jaar en ouder
Sterfte en MBLs 2010
Bron: Sterfgevallenonderzoek 2010
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
30,0%
35,0%
40,0%
45,0%
Totaal
80+
Euthanasie en hulp bij zelfdoding 2010
Bron: Sterfgevallenonderzoek 2010
Euthanasie Hulp bij zelfdoding
0,0%
0,5%
1,0%
1,5%
2,0%
2,5%
3,0%
Totaal
80+
Meldingen van euthanasie en hbz bij de
toetsingscommissies
Bron: Jaarverslag 2013
Huisarts
Medisch specialist
Specialist
ouderengeneeskunde
Anders
Meldingen van euthanasie en hbz bij de
toetsingscommissies in 2013 (n=4829)
Bron: Jaarverslag 2013
3588
223
174 97
42
251
160
Aandoeningen Kanker
Hartvaat
Long
Dementie
Psychiatrie
Multipele
ouderdomsklachten
Overig
Meldingen van euthanasie en hbz bij de
toetsingscommissies in 2013 (n=4829)
Bron: Jaarverslag 2013
3588
223
174
97 42
251
160
Aandoeningen Kanker
Hartvaat
Long
Dementie
Psychiatrie
Multipele
ouderdomsklachten
Overig
3
EUTHANASIE EN OUDEREN:
dilemma’s (in de praktijk)
Onderwerpen
1. Frequenties
2. Schriftelijke euthanasiewens (dementie)
3. ‘Voltooid leven’ problematiek
(4. Intensieve symptoombestrijding)
Zorgvuldigheidscriteria voor levensbeëindiging
op verzoek
De wettelijke zorgvuldigheidseisen houden in dat de arts:
A. de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van
de patiënt;
B. de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de
patiënt;
C. de patiënt heeft voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over diens
vooruitzichten;
D. met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevond
geen redelijke andere oplossing was;
E. ten minste één andere, onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patiënt heeft gezien en
schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de bovengenoemde zorgvuldigheidseisen;
F. de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd.
Wtl, art. 2 lid 2
Indien de patiënt van zestien jaren of ouder niet langer in staat is zijn wil te
uiten, maar voordat hij in die staat geraakte tot een redelijke waardering van
zijn belangen terzake in staat werd geacht, en een schriftelijke verklaring,
inhoudende een verzoek om levensbeëindiging, heeft afgelegd, dan kan de
arts aan dit verzoek gevolg geven. De zorgvuldigheidseisen, bedoeld in het
eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Zoveel als mogelijk van toepassing?
Net zozeer van toepassing?
Regionale toetsingscommissies
Meldingen van levensbeëindiging bij dementie
2013: 97 (bijna allemaal vroeg stadium; allemaal ‘zorgvuldig’)
2012: 42
* het is ‘moeilijk is om in algemene zin uitspraken te doen over de vraag wanneer
in deze omstandigheden tot euthanasie kan worden overgegaan’;
* ‘altijd van de specifieke omstandigheden van ieder individueel geval’
afhankelijk;
* het is ‘van belang de wilsverklaring tijdig op te stellen, op gezette tijden te
actualiseren, en daarin zoveel mogelijk de concrete omstandigheden te
beschrijven, waarin men wenst dat de levensbeëindiging wordt uitgevoerd’.
Bron: Jaarverslag 2013
16
17
Van der Heide, Geijteman, Rietjens: literatuuroverzicht voor ZonMw ten behoeve van onderbouwing handreiking VWS
Rurup, Onwuteaka-Philipsen, van der Heide, e.a. 1998 / 2002
Rurup, Onwuteaka-Philipsen, Pasman, e.a. 2000
Rurup, Onwuteaka-Philipsen, van der Heide, e.a. 2002
Van Wijmen, Rurup, Pasman, e.a. 2005
Van Wijmen, Pasman, Widdershoven, e.a. 2005
Rurup, Pasman, Onwuteaka-Philipsen 2006
De Boer, Dröes, Jonker, e.a. 2007/2008
Booij, Engberts, Rödig, e.a. 2011
Van Delden, van der Heide, van de Vathorst,e.a. 2011
Van der Heide, Legemaate, Onwuteaka-Philipsen, e.a. 2011
Zembla/ANBO-enquête 2013
Bevindingen m.b.t. burgers
< 1 op de 20 volwassen Nederlandse burgers heeft een schriftelijke
euthanasieverklaring (met name ouderen, vrouwen, hoger opgeleiden,
zonder religie, weinig vertrouwen in zorg, ervaring met euthanasie in
omgeving, slechtere gezondheid)
Motieven: zelf regie houden + voorkomen van een onwaardig levenseinde
(dementie)
Uitvoering wilsverklaring acceptabel, enig begrip voor ingewikkeldheden
18
4
19
ZEMBLA/ANBO enquête 2013 KOPPEL onderzoek 2011
Een arts moet een schriftelijke
euthanasieverklaring van een
dementerende patiënt die zijn wens
niet meer kan herhalen uitvoeren.
De heer Smit is 62 jaar oud en
dement. Hij herkent zijn vrouw en
kinderen niet meer, weigert te eten en
trekt zich steeds meer terug. Er is
geen communicatie meer met hem
mogelijk over de behandeling. Kort
voordat hij dement werd heeft hij een
euthanasieverklaring opgesteld waarin
hij stelt dat zijn leven beëindigd moet
worden als hij dement zou zijn. De
familie is het hier mee eens. De arts
besluit te doen wat de heer Smit heeft
gevraagd.
Ouderen: 91% eens Burgers: 77% eens
Bevindingen m.b.t. artsen
Artsen komen het regelmatig tegen
Huisartsen reageren niet altijd op een schriftelijke
euthanasieverklaring
Specialisten ouderengeneeskunde: wel gesprek, beperkte impact
Artsen hebben begrip voor wens tot bij gevorderde dementie
Vlg artsen kán gevorderde dementie uitmonden in ondraaglijk lijden
Zelden uitvoering, omdat patiënt wens noch lijden kan bevestigen
Bij ondraaglijk lijden meestal restrictief behandelbeleid, soms
‘ruimhartige’ toediening morfine
20
21
KOPPEL onderzoek 2011 EEW2 2011
De heer Smit is 62 jaar oud en
dement. Hij herkent zijn vrouw en
kinderen niet meer, weigert te eten en
trekt zich steeds meer terug. Er is
geen communicatie meer met hem
mogelijk over de behandeling. Kort
voordat hij dement werd heeft hij een
euthanasieverklaring opgesteld waarin
hij stelt dat zijn leven beëindigd moet
worden als hij dement zou zijn. De
familie is het hier mee eens. De arts
besluit te doen wat de heer Smit heeft
gevraagd.
Specialisten ouderengeneeskunde:
51%: euthanasie vanwege gevorderde
dementie is aanvaardbaar
86%: zelf uitvoeren van euthanasie
vanwege gevorderde dementie is niet
denkbaar
Burgers: 77% eens
Artsen: 33% eens
Conclusies m.b.t. levensbeëindiging bij dementie
Steun dan wel sympathie voor mogelijkheid van euthanasie op basis van
schriftelijke euthanasieverklaring bij (vooral) burgers en artsen
Burgers verwachten mogelijk teveel
Grote terughoudendheid in uitvoering bij artsen
(en familie)
Aantal echte probleemsituaties lijkt vooralsnog gering
22
EUTHANASIE EN OUDEREN:
dilemma’s (in de praktijk)
Onderwerpen
1. Frequenties
2. Schriftelijke euthanasiewens (dementie)
3. ‘Voltooid leven’ problematiek
(4. Intensieve symptoombestrijding)
‘Voltooid leven’ problematiek
Kennissynthese ZonMw
Van der Heide, Onwuteaka-Philipsen, van Thiel, van de Vathorst, Weijers
www.zonmw.nl
24
‘Ouderen met een actuele en actieve wens
tot levensbeëindiging zonder dat daar
lijden als gevolg van een medisch
classificeerbare aandoening aan ten
grondslag ligt.’
5
‘Voltooid leven’ problematiek
LASA (ouderen van 65 jaar en ouder): 15% had ‘wel eens’
doodsgedachten of doodswensen; 3,4% had een actuele ‘doodswens
en/of verminderde wens tot voortleven’.
= 100.000 ouderen in Nederland
Aantal met actieve wens tot levensbeëindiging?
Aantal met doodswens vanwege lijden zonder medische grondslag?
25
‘Voltooid leven’ problematiek
Doodswensen kunnen vele jaren bestaan en wisselen in intensiteit.
Een doodswens wordt niet altijd als een constante
belasting ervaren.
Een aanhoudende doodswens lijkt samen te hangen
met het samengaan van problemen met de fysieke
en/of geestelijke gezondheid, die leiden tot toenemende
afhankelijkheid en een verlies van gevoel van eigenwaarde en/of
persoonlijke waardigheid, en het verlies van dierbaren en de sociale
omgeving, leidend tot eenzaamheid en het verlies van zingeving.
26
‘Voltooid leven’ problematiek
De meeste verzoeken om levensbeëindiging in de context van ‘voltooid
leven’ problematiek worden afgewezen.
Meestal voorstel tot alternatieve behandeling.
Sommige ouderen stellen dat op prijs, anderen voelen
zich miskend.
Als dergelijke verzoeken wel worden ingewilligd, heeft de betreffende
persoon voor zover bekend ook altijd een of meer medische
aandoeningen.
Rte’s: multipele ouderdomsaandoeningen = 251 (2013)
27
EUTHANASIE EN OUDEREN:
dilemma’s (in de praktijk)
Onderwerpen
1. Frequenties
2. Schriftelijke euthanasiewens (dementie)
3. ‘Voltooid leven’ problematiek
(4. Intensieve symptoombestrijding)
Euthanasie en intensieve
symptoombestrijding 2010
Bron: Sterfgevallenonderzoek 2010
Euthanasie Hulp bij zelfdoding
Niet op verzoek Palliatieve sedatie
0,0%
2,0%
4,0%
6,0%
8,0%
10,0%
12,0%
14,0%
Totaal
80+
Euthanasie en intensieve symptoombestrijding
naar leeftijd van de overledene
Jonger dan
65 jaar
65-79 jaar 80 jaar en
ouder
Morfine 79% 80% 72%
Morfine
‘plus’
4% 4% 2%
Palliatieve
sedatie
20% 19% 11%
Euthanasie 7% 4% 1%
Minder intensieve
symptoombestrijding bij
ouderen?
• Ouderen sterven een
zachtere dood
• Ouderen laten minder
van zich horen
• Er wordt minder op
ouderen gelet
Bron: Sterfgevallenonderzoek 2010
6
31