Estuaria. Definities : Pritchard (1952, 1967): Een estuarium is een half ingesloten watermassa langs...
-
Upload
stefan-michiels -
Category
Documents
-
view
215 -
download
0
Transcript of Estuaria. Definities : Pritchard (1952, 1967): Een estuarium is een half ingesloten watermassa langs...
Estuaria
Definities :
Pritchard (1952, 1967): Een estuarium is een half ingesloten watermassa langs de kustdie in open verbinding staat met de open zee en waar het zeewater meetbaar vermengdis met zoet water afkomstig van terrestrische drainage.
Grenzen ???
Day et al. , 1989 : Een estuarien systeem bestaat uit een inbochting van de kust die een beperkte verbinding heeft met de oceaan en die minstens een tijdelijkeopen verbinding heeft met het terrestrisch systeem 3 regio’s :
(1) Een fluviatiele zonefluviatiele zone (zoetwatergetijde zone) gekenmerkt door afwezigheid van zout water maar onderhevig aan getijdenwerking
(2) Een gemengde zonegemengde zone (eigenlijke estuarium) gekenmerkt door een sterke mengingvan de watermassa’s en door sterke gradiënten in fysische, chemische en biologischecomponenten.
(3) Een troebel kustgebiedtroebel kustgebied aan de monding van het estuarium
Europese estuaria : ontstaan sinds laatste ijstijd Geologisch niet constant : sedimentafzetting-kolonisatie grote verschillen in grootte (kreek tot delta)
Europese estuaria : ontstaan sinds laatste ijstijd Geologisch niet constant : sedimentafzetting-kolonisatie grote verschillen in grootte (kreek tot delta)
2000 jaar geleden
500 jaar geleden
12000 jaar geleden
heden
Types estuaria
Geomorfologische basis :Geomorfologische basis :Vlakke estuaria (drowned river valleys): ontstaan tijdens na laatste ijstijd toen laagliggende rivierbeddingen werden overstroomd door de zee (typische estuaria)
Lagunes (bar built estuaries): wanneer ondiepe watermassa’s worden afgesloten door sedimentatiestructuren parallel met de kust. Geknemerkt door een smalle, ondiepe ingangwaardoor de uitwisseling met de zee en dus ook het getijdeneffect laag is.
Fjorden : diepe en smalle estuaria waar door de ophoping van glaciale sedimenten aan de ingang een beperkte watercirculatie ontstaat in de dieper zones
Tektonische estuaria : niet ontstaan door de stijging van zeewater maar door tektonische Processen waardoor scheuren ontsonden en de zee landinwaarts kon trekken.
Delta’s : Rivieren waar door grote hoeveelheden opgelost materiaal wordt meegenomen dataan de monding wordt afgezet doordat de stroomsnelheden daar afnemen. Delta’s kunnen ergcomplex worden in structuur. In het hoofdkanaal kan een zoutwig gevormd worden waar er bijnageen menging is tussen zout en zoet water.
Watercirculatie basispatroon :Zoetwater (minder dens) stroomt zeewaarts aan oppervlakte Zoutwater (meer dens) stroomt landinwaarts over bodem
Verschillende gradaties van menging van waterlagenafhankelijk van :
-Lokale topografie-Getijden stroomsnelheid-Relatieve volumes zout- en zoetwater-Wrijving ter hoogte van interface zout /zoet
Discontinuiteit in zoutgradient
Op basis van saliniteit en densiteit :Op basis van saliniteit en densiteit :Goed gemengde estuaria : geen verschil in saliniteit tussen oppervlakte en bodem door sterke menging (zeewaartse nettostroming op alle diepten). Aanwezig in vlakke estuaria en lagunes
Gering gestratifieerde estuaria : matige saliniteitsvariatie tussen oppervlakte en diepte. Er is uitwisseling van zout en zoet water over een saliniteitsgradient op gemiddelde waterdiepte.Aanwezig in vlakke estuaria
Sterk gestratifieerde estuaria : Er is een sterke saliniteitsgradient op gemiddeldewaterdiepte. Dit resulteert in een nettostroom aan oppervlakte naar zee, terwijl op de bodem de nettostroom landinwaarts gaat. Mengzone beperkt tot interface zoet/zout over lengte van estuarium.
Bij sterke rivierstroming in verhouding tot de getijdenstromingBij lage breedte/diepte ratio
Positie van mengzone kan veranderen naargelang seizoen en moment in de getijdecyclus, afhankelijk van het volume van de zoetwaterinput
Vb Amazone met extreme zoetwaterstroom heeft een mengzonebuiten het estuarium
Vooral in warme klimaten
Saliniteit
Stroomafwaartse daling van
-chloriniteit (saliniteit) toename menging
-Zuurstofgehalte hoge conc. opgelost org.
Materiaal(onbehandeld afvalwater)
verhoogde mineralisatie (afbraak)
verhoogde bacteriële activiteit(verbruiken zuurtsof)
hogere inorganische nutrientenconcentratie
Meeste vlakke , trechtervormige estuaria gekenmerkt door hoge turbiditeit (troebelheid) door plotse toename van hoeveelheid opgelost materiaal (SM) maximum turbidity zonemaximum turbidity zone= plaats waar inwaartse stroom van zoutwater stopt, stijgt en gaat mengen met zoet water (gekenmerkt door grote hoeveelheid org.materiaal)
Turbiditeit
Flocculatie :Flocculatie : vlokkenvorming en neerslag van opgelostestoffen oiv van zoutgehalte (opgeloste zwevende stof)
Turbulentie : Turbulentie : door botsen van zout en zoet waterontstaat turbulentie waardoor neergeslagen vlokken terug in de waterkolom terecht komen (resuspensie)
Mariene soortenStenohaliene Cerastoderme eduleEuryhalieneCarcinus maenas
Zoetwatersoortenmaximaal 5 PSU
Brakwatersoorten (?)HydrobiaNereis divesicolorMacoma balticaNeomysis integer
minimum tussen 5-8 PSU
Voedselkamer, schuilplaats en kraamkamerfunctie
Migranten: sommige soorten verblijvenslechts een deel van hun levenscyclus in het estuarium.
Vb Solea solea :komt in eistadium of als larvehet estuarium binnen en verblijft daar tot zeadult zijn terug naar zee
Migratieroute voor vissen :Anadrome: mariene vissen die zich in rivieren voortplanten zoals rivierprik, fint,zalmKatadrome: zoetwatervissen die opzee paaien zoals paling
Adaptaties van estuariene organismen :Osmoconformisten : tolerant in die zin dat ze noch celvolume noch ionische samenstelling van hun lichaamsvloeistoffen reguleren.Vb Bivalvia kunne door sluiten van hun kleppen breed spectrum vanveranderingen ondergaan.
Osmoregulatoren : Intracellulaire regulatie van concentratie van opgelosteVrije aminozuren aan saliniteit iso-osmotische toestand intra- en extracellulair& constant celvolume (vooral bij crustacea)
Estuaria worden gekenmerkt door zeer hoge produktiviteit
-efficiente nutrient traps -efficiente recyclage van nutrienten (benthic pelagic coupling interactie bodem-waterkolom)
Primaire producentenPrimaire producenten
Fytoplankton-netto transport nutrienten naar zee-Hoge turbiditeit, weinig licht-Competitie met macrophyta
Detritus
bodem
Benthische algendiatomeeën
Macrophyten
Weinig begrazing
Detritus
Algen
Alleen marien
Allochtoon(terrestrisch)Detritus
50 % begrazingdoor zooplankton
Benthic detritus feeders - deposit feeders (bioturbatie) - suspension feeders (verstopping)
Hoge densiteiten en biomassa