Erfelijkheid
description
Transcript of Erfelijkheid
ErfelijkheidErfelijkheid
DNA, Chromosomen, Genen, DNA, Chromosomen, Genen, Fenotype, genotype, recessief, Fenotype, genotype, recessief,
dominant, homozygoot, heterozygootdominant, homozygoot, heterozygoot
GenotypeGenotype
Totaal erfelijke eigenschappenTotaal erfelijke eigenschappen In de celkernIn de celkern
FenotypeFenotype
Totaal zichtbare eigenschappenTotaal zichtbare eigenschappen Beinvloedbaar door milieuBeinvloedbaar door milieu
DNADNA
Desoxy Nucleid AcidDesoxy Nucleid Acid Dubbele helixDubbele helix In celkernIn celkern Wirwar van dradenWirwar van draden
ChromosomenChromosomen
Dragers erfelijke eigenschappenDragers erfelijke eigenschappen Totaal 46 in de mensTotaal 46 in de mens In paren In paren 23 paar 23 paar Gesorteerd op gemeenschappelijke Gesorteerd op gemeenschappelijke
eigenschappeneigenschappen
De celDe cel
membraan
kern
organellen
Kern
DNA basen mRNA
DNA
eiwit
Ribosoom
Celmembraan
Gen
Aminozuur-keten (= eiwit)
DNA DNA RNA RNA eiwit eiwit
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 X Y
Menselijke chromosomenMenselijke chromosomen
GenenGenen
Staan voor 1 eigenschapStaan voor 1 eigenschap Stukjes op het chromosoomStukjes op het chromosoom
Dominant en recessiefDominant en recessief
Allelen kunnen dominant of recessief zijnAllelen kunnen dominant of recessief zijn dominant: komt altijd tot uiting (homozygoot dominant: komt altijd tot uiting (homozygoot
en heterozygoot)en heterozygoot) recessief: wordt overschaduwd als er een recessief: wordt overschaduwd als er een
ander allel aanwezig is (heterozygoot), komt ander allel aanwezig is (heterozygoot), komt alleen tot uiting als op het op beide homologe alleen tot uiting als op het op beide homologe chromosomen staat (homozygoot)chromosomen staat (homozygoot)
Homozygoot - Homozygoot - HeterozygootHeterozygoot
de 2 allelen op hetlocus zijn hetzelfde
HOMOZYGOOT
de 2 allelen op hetlocus zijn verschillend
HETEROZYGOOT
KruisingenKruisingen
Werken met letters Werken met letters Voorbeeld: HaarkleurVoorbeeld: Haarkleur Letter: R en rLetter: R en r Bruin haar: Dominant = RBruin haar: Dominant = R Blond haar: recessief = rBlond haar: recessief = r Eigenschappen in parenEigenschappen in paren
HomozygootHomozygoot
RRRR rrrr
HeterozygootHeterozygoot
RrRr
Kruising: PKruising: P
Vader : RrVader : Rr Moeder: RrMoeder: Rr
RR rr
RR RRRR RrRr
rr RrRr rrrr
OefeningOefening
OogkleurOogkleur H = Bruine ogenH = Bruine ogen h = Blauwe ogenh = Blauwe ogen Vader: Homozygoot recessiefVader: Homozygoot recessief Moeder: HeterozygootMoeder: Heterozygoot Genotype vader en moeder?Genotype vader en moeder? Kruising F1?Kruising F1?
Antwoord:Antwoord:
Vader: Homozygoot Vader: Homozygoot recessief = hhrecessief = hh
Moeder: Moeder: Heterozygoot = HhHeterozygoot = Hh
Kruising P:Kruising P:
hh x Hhhh x Hh
F1?F1?
hh hh
HH HhHh HhHh
hh hhhh hhhh
hh hh HH HhHh HhHh hh hhhh hhhh
50% bruine ogen : Hh50% bruine ogen : Hh 50% blauwe ogen: hh50% blauwe ogen: hh
Nog een oefeningNog een oefening
De vader van Bart heeft lange vingersDe vader van Bart heeft lange vingers De moeder van Bart heeft korte vingersDe moeder van Bart heeft korte vingers De letter voor lange vingers: a (kleine a)De letter voor lange vingers: a (kleine a) De moeder is homozygoot dominantDe moeder is homozygoot dominant Geef de genotypes van P?Geef de genotypes van P? Geef de F1?Geef de F1?
Antwoord:Antwoord:
P: aa X AAP: aa X AA
F1: F1:
aa aa
AA AaAa AaAa
AA AaAa AaAa
100 % Aa 100 % Aa Korte vingers Korte vingers
geslachtscellen (voortplantingscellen) zygote (Chromosomen in paren (diploïd = 2n)_
geslachtscel bevat een enkelvoudig stel chromosomen (n).l haploïd.
Bevruchting
Monohybride kruisingenMonohybride kruisingenKruising: het geslachtelijk voortplanten van twee individuen (met ongelijk genotype).
Gregor Johann Mendel (1822-1884) de grondlegger van de erfelijkheidsleer
verwijderen meeldraden
overbrengen stuifmeel van witte bloem op de stamper van de paarse bloem
bevruchte stamper ontwikkeld zich tot vrucht
nakomelingen uit zaad van paarse en witte bloem
ouder planten (P)
nakomelingen (F1)
Monohybride kruisingenMonohybride kruisingen
A of aA of aA of aA of aGeslachtscellenGeslachtscellen
AaAaAaAaFF11 xx Bij runderen is het gen voor zwarte haarkleur (A) dominant over het gen voor rode haarkleur (a).
Een zwartharige koe die homozygoot is voor de haarkleur, wordt een aantal malen gekruist met een roodharige stier.
De dieren in de F1 planten zich onderling voort.
Welke haarkleur kunnen de kalveren in de F2 hebben?
FF22
AaAaAAAA
aaaaAaAa
aa
AA
aaAA
Monohybride kruisingenMonohybride kruisingen
A of aA of aA of aA of aGeslachtscellenGeslachtscellen
AaAaAaAaFF11
aaAAGeslachtscellenGeslachtscellen
xx aaaaAAAA
roodharige stierroodharige stierzwartharige koezwartharige koePP Bij runderen is het gen voor zwarte haarkleur (A) dominant over het gen voor rode haarkleur (a).
Een zwartharige koe die homozygoot is voor de haarkleur, wordt een aantal malen gekruist met een roodharige stier.
De dieren in de F1 planten zich onderling voort.
Welke haarkleur kunnen de kalveren in de F2 hebben?
Monohybride kruisingenMonohybride kruisingenBelangrijke regel bij oplossen monohybride kruisingsvraagstukken:Om te bepalen of bij een onbekend genotype het individu homozygoot of heterozygoot is, moet je het kruisen met een homozygoot recessief individu terugkruising.Uit de verhouding waarin de fenotypen in de nakomelingschap voorkomen, kun je het genotype van de onbekende afleiden.
Dit is alleen betrouwbaar als de F1 uit een groot aantal nakomelingen bestaat.
GenenparenGenenparen- Intermediair: de beide genen voor de eigenschap zijn ‘even sterk’.
De bloemkleur bij leeuwenbekjes
ARAR = rood ARAW = roze AWAW = wit
Monohybride kruisingenMonohybride kruisingenStamboom: grafische weergave van de overerving van een eigenschap.
□ = mano = vrouw
Belangrijke regel bij oplossen van stamboomvraagstukken:Als twee ouders met gelijk fenotype een nakomeling krijgen met een ander fenotype, zijn beide ouders heterozygoot voor deze eigenschap. De nakomeling is dan homozygoot recessief voor deze eigenschap.
gezondedochter
ziekedochter
ziekezoon
ziekemoeder
gezondevader
gezondezoon
Overerving van dominante Overerving van dominante afwijkingenafwijkingen
De ziekte van Huntington
Fenotypisch
Overerving van dominante Overerving van dominante afwijkingenafwijkingen
De ziekte van Huntington
Genotypisch
vadermoeder plus moeder plus
vader
vader
moeder plus
vader
moeder plus
Overerving van recessieve Overerving van recessieve afwijkingenafwijkingen
Mucoviscidose
Fenotypisch
ziekezoon
gezondedochter
dragerdochter
dragermoeder
dragervader
dragerzoon
Overerving van recessieve Overerving van recessieve afwijkingenafwijkingen
Mucoviscidose
Genotypisch
GeslachtschromosomenGeslachtschromosomen
Geslachtschromosomen in de geslachtscellen
Geslachtschromosomen bij bevruchting
Als bij bevruchting in de kern van de zaadcel een X-chromosoom bevat, ontstaat een zygote met twee X-chromosomen in de kern, hieruit ontwikkelt zich een meisje (XX).
Als bij bevruchting in de kern van de zaadcel een Y-chromosoom bevat, ontstaat een zygote met een X-chromosomen en een Y-chromosoom in de kern, hieruit ontwikkelt zich een jongetje (XY).
Overerving van geslachtsgebonden Overerving van geslachtsgebonden afwijkingafwijking
Kleurenblindheid
gezondevader
X zonder afwijkingY
GEZOND
Overerving van geslachtsgebonden Overerving van geslachtsgebonden afwijkingafwijking
X zonder afwijkingX met afwijking
DRAGER
dragermoeder
Kleurenblindheid
Overerving van geslachtsgebonden Overerving van geslachtsgebonden afwijkingafwijking
ziekezoon
dragermoeder
gezondevader
ZOON
50% gezond50% heeft afwijking
DOCHTER
50% gezond50% gezond (drager)
gezondezoon
dragerdochter
gezondedochter
Kleurenblindheid
Overerving van geslachtsgebonden Overerving van geslachtsgebonden afwijkingafwijking
ziekezoon
dragermoeder
gezondevader
ZOON: 50% ZIEKvader: Ymoeder: X met afwijking
Kleurenblindheid
Overerving van geslachtsgebonden Overerving van geslachtsgebonden afwijkingafwijking
gezondezoon
dragermoeder
gezondevader
ZOON: 50% GEZONDvader: Ymoeder: normale X
Kleurenblindheid
Overerving van geslachtsgebonden Overerving van geslachtsgebonden afwijkingafwijking
dragerdochter
dragermoeder
gezondevader
DOCHTER:50% DRAGER
vader: normale Xmoeder: X met afwijking
Kleurenblindheid
Overerving van geslachtsgebonden Overerving van geslachtsgebonden afwijkingafwijking
gezondedochter
dragermoeder
gezondevader
DOCHTER:50% GEZOND
vader: normale Xmoeder: normale X
Kleurenblindheid
Meerdere genen en lethale Meerdere genen en lethale factorenfactorenVoor sommige erfelijke eigenschappen bestaan drie of meer
verschillende genen.
Bloedgroep bij mensen wordt veroorzaakt door één gen, waarvoor drie genen bestaan. Twee genen zijn dominant (IA en IB) en één gen is recessief (i).
Er zijn vier bloedgroepen: A, B, AB en 0. Bij mensen bevatten lichaamscellen twee genen voor de bloedgroep:- IAIA en IAi: bloedgroep A- IBIB en IBi: bloedgroep B- IAIB: bloedgroep AB- ii: bloedgroep 0
Meerdere genen en lethale Meerdere genen en lethale factorenfactorenVoorbeeldopgave:
Een man met bloedgroep 0 verwekt een kind bij een vrouw met bloedgroep AB. Hoe groot is de kans dat het kind bloedgroep AB heeft?
IIBBiiIIBBiiIIBB
IIAAiiIIAAiiIIAA
iiiiFF11
iiIIAA of I of IBBgeslachtscellengeslachtscellen
iiiixxIIAAIIBBPP
Meerdere genen en lethale Meerdere genen en lethale factorenfactoren
Bij sommige erfelijke eigenschappen komen lethale factoren voor. Er is dan bij de overerving een gen betrokken dat in homozygote toestand geen levensvatbaar individu oplevert.
Doordat een deel van de verwachte nakomelingen niet wordt geboren, treffen we bij de nakomelingen andere verhoudingen in de genotypen en in de fenotypen aan.
Voorbeeldopgave:Bij kanaries is het gen voor een kuif (K) dominant over het gen voor het ontbreken van een kuif (k). Het gen K bevat een lethale factor, d.w.z. kanaries met het genotype KK sterven in een vroeg embryonaal stadium.
Twee kuiskanaries paren met elkaar welke fenotypen verwacht je in de F1 en in welke verhouding?67% kuifkanaries (Kk)
33% kanaries zonder kuif (kk)
Meerdere genen en lethale Meerdere genen en lethale factorenfactoren
2. Welke fenotypen komen in de nakomelingschap voor?In de nakomelingschap komen gele en grijze muizen voor.
Bij muizen is het gen voor gele vacht (G) dominant over het gen voor grijze vacht (g). Het gen G bevat een lethale factor.Twee gele muizen paren met elkaar. Er worden na enkel worpen in totaal 24 jongen geboren.
1. Maak een kruisingsschema van deze paring.
3. Hoeveel jongen verwacht je voor elk fenotype?Naar verwachting zullen er ongeveer 16 gele en ongeveer 8 grijze jongen worden geboren.
ggggGgGggg
GgGgGGGGGG
ggGGFF11
G of gG of gG of gG of ggeslachtscellengeslachtscellen
GgGgxxGgGgPP
Meerdere genen en lethale Meerdere genen en lethale factorenfactoren
Bananenvliegjes met rechte haren worden gekruist met bananenvliegjes met geknakte haren. Alle nakomelingen in de F1 hebben rechte haren. De F1-vliegjes planten zich onderling voort. In de F2 worden 73 vrouwtjes met rechte haren, 37 mannetjes met rechte haren en 35 vrouwtjes met geknakte haren aangetroffen.
1. Maak een kruisingsschema van deze kruising.
XXrrYYXXRRYY
XXRRXXrrXXRRXXRR
YY
XXRR
XXrrXXRR
XXRR of Y of YXXRR of X of Xrrgeslachtscellengeslachtscellen
XXRRYYxxXXRRXXrr
XXRRXXrr en X en XRRYYFF11
XXrr of Y of YXXRRgeslachtscellengeslachtscellen
(mannetjes met (mannetjes met geknakte haren)geknakte haren)
(vrouwtje met (vrouwtje met rechte haren)rechte haren)
XXrrYYxxXXRRXXRRPP
FF22