energiezuinig vastgoed, vanzelfsprekend · 2017. 7. 5. · management (master, RuG) en...

4
12 ing. M.C. Vader MSc Rinus Vader is leading professional bij Royal HaskoningDHV. Hij optimaliseert organisaties en vastgoedportefeuilles op het gebied van asset management, huisvesting, verduurzaming en transformatie - resulterend in kapitaalgoederen die de bedoeling van ziekenhuizen, overheden, bedrijven en financiers helpen realiseren. Eerder richtte hij Netherlands Facility Cost Index Coöperatie op, waarvan hij 12 jaar bestuursvoorzitter was. Vader studeerde civiele techniek, bouwkunde (bachelor, HSZ), vastgoedkunde en facility management (master, RuG) en bedrijfskunde (INSEAD, Fontainebleau). AFBEELDING 1 Klimaatverandering, oorzaken van migratie 4 Energiezuinig vastgoed, vanzelfsprekend Vanaf 2023 zal de helft van de Nederlandse kantorenvoorraad onverhuurbaar zijn, wanneer er niet wordt aangepakt. Hoe komt dat, hoe voorkomen we dat, en hoe erg is dat? Waartoe De leefbaarheid van onze planeet is in het geding. Het goede nieuws is dat juist onze generatie hierin het verschil kan maken. Wij weten dat de aarde warmer wordt als gevolg van de uitstoot van CO 2 , dat zich als een broeikas rond de aarde spant. Door menselijk handelen komt er meer bij dan er door de aarde kan worden geabsorbeerd. Wat dat betekent laat de NASA 1 ons in een 1 minuut durende animatie op haar website zien, aan de hand van veranderende maaiveldtempe- raturen tussen 1884 en 2016 2 . Bij verdere temperatuur- stijging wordt het klimaat zo onstuimig 3 dat onze gebouwde omgeving onverzekerbaar wordt, de dicht- bevolkte delta’s van de wereld overstromen en in andere delen van de wereld oogsten zo vaak mislukken, dat volkeren hun heil zoeken op continenten waar ze niet welkom zijn, zoals in figuur 1 wordt gevisualiseerd. Wat Daarom moeten we onze CO 2 -uitstoot terugdringen. Alleen dan kunnen we de temperatuurstijging nog beperken tot 2 graden Celsius, de uiterste grens om catastrofale klimaatverandering te voorkomen. Het heeft even geduurd voor we hier aan toe waren. Wereldconferenties in Kyoto, Kopenhagen en Parijs gingen er aan vooraf. De Nederlandse polder werd wakker in 2013. September dat jaar ondertekenden 40 (koepel)organisaties (zie figuur 2) het Energie- akkoord voor duurzame groei; kortweg ‘het Energie- akkoord’. Tot de ondertekenaars behoorden de VNG (maatschappelijk vastgoed), Vastgoedbelang (com- mercieel vastgoed), de Rijksoverheid (rijks vastgoed) en de Nederlandse Vereniging van Banken (gebruiker- eigenaren en financiers van vastgoed). 1 NASA/GISS 2 NASA; https://climate.nasa.gov/interactives/climate-time-machine 3 Internationaal Energie Agentschap

Transcript of energiezuinig vastgoed, vanzelfsprekend · 2017. 7. 5. · management (master, RuG) en...

  • 12

    ing. m.c. Vader msc Rinus Vader is leading professional bij Royal HaskoningDHV. Hij optimaliseert organisaties en vastgoedportefeuilles op het gebied van asset management, huisvesting, verduurzaming en transformatie - resulterend in kapitaalgoederen die de bedoeling van ziekenhuizen, overheden, bedrijven en financiers helpen realiseren. Eerder richtte hij Netherlands Facility Cost Index Coöperatie op, waarvan hij 12 jaar bestuursvoorzitter was. Vader studeerde civiele techniek, bouwkunde (bachelor, HSZ), vastgoedkunde en facility management (master, RuG) en bedrijfskunde (INSEAD, Fontainebleau).

    AfBeelding 1

    Klimaatverandering, oorzaken van migratie4

    energiezuinig vastgoed, vanzelfsprekendVanaf 2023 zal de helft van de

    Nederlandse kantorenvoorraad

    onverhuurbaar zijn, wanneer er niet

    wordt aangepakt. Hoe komt dat,

    hoe voorkomen we dat, en hoe erg

    is dat?

    WaartoeDe leefbaarheid van onze planeet is in het geding. Het

    goede nieuws is dat juist onze generatie hierin het

    verschil kan maken. Wij weten dat de aarde warmer

    wordt als gevolg van de uitstoot van CO2, dat zich als

    een broeikas rond de aarde spant. Door menselijk

    handelen komt er meer bij dan er door de aarde kan

    worden geabsorbeerd. Wat dat betekent laat de NASA1

    ons in een 1 minuut durende anima tie op haar website

    zien, aan de hand van veranderende maaiveld tempe-

    raturen tussen 1884 en 20162. Bij verdere temperatuur -

    stijging wordt het klimaat zo onstuimig3 dat onze

    gebouwde omgeving onverzekerbaar wordt, de dicht-

    bevolkte delta’s van de wereld over stromen en in

    andere delen van de wereld oogsten zo vaak mislukken,

    dat volkeren hun heil zoeken op continenten waar ze

    niet welkom zijn, zoals in figuur 1 wordt gevisualiseerd.

    WatDaarom moeten we onze CO

    2-uitstoot terugdringen.

    Alleen dan kunnen we de temperatuurstijging nog

    beperken tot 2 graden Celsius, de uiterste grens om

    catastrofale klimaatverandering te voorkomen.

    Het heeft even geduurd voor we hier aan toe waren.

    Wereldconferenties in Kyoto, Kopenhagen en Parijs

    gingen er aan vooraf. De Nederlandse polder werd

    wakker in 2013. September dat jaar ondertekenden

    40 (koepel)organisaties (zie figuur 2) het Energie-

    akkoord voor duurzame groei; kortweg ‘het Energie-

    akkoord’. Tot de ondertekenaars behoorden de VNG

    (maat schappelijk vastgoed), Vastgoedbelang (com-

    mer cieel vastgoed), de Rijksoverheid (rijks vastgoed)

    en de Nederlandse Vereniging van Banken (gebruiker-

    eigenaren en financiers van vastgoed).

    1 NASA/GISS2 NASA; https://climate.nasa.gov/interactives/climate-time-machine 3 Internationaal Energie Agentschap

  • 13Serv ice m aga zine juni 20 17

    “Bij verdere temperatuurstijging wordt het

    klimaat zo onstuimig dat onze gebouwde omge

    ving onverzekerbaar wordt, de dichtbevolkte

    delta’s van de wereld overstromen en in andere

    delen van de wereld oogsten zo vaak mislukken,

    dat volkeren hun heil zoeken op continenten

    waar ze niet welkom zijn.”

    Met dit akkoord wilden partijen een besparing van jaarlijks gemid-

    deld 1,5 procent van het finale energieverbruik realiseren. Ze werden

    het eens over een maatregelenpakket op hoofdlijnen, waarvan ze

    verwachtten dat daarmee rond 2020 circa 100 PJ fossiele energie-

    consumptie kon worden bespaard, hetgeen overeen komt met bijna

    3 miljard kubieke meter aardgas of 28 miljard kiloWattuur. De afspra-

    ken richtten zich ondermeer op energiebesparing in de gebouwde

    omgeving, goed voor 36 procent van de nationale CO2-emissie5.

    Daarnaast wordt fossielvrije energieproductie bevorderd, energie uit

    wind, zon, biomassa en aardwarmte.

    AfBeelding 2

    Ondertekenaars Energie Akkoord

    Aan deze besparingsdoelstelling werden twee ijkmomenten

    gekoppeld: eind 2016 zou daarvan tenminste 35 procent bereikt

    moeten zijn en eind 2018 tenminste 65 procent. Indien zou blijken

    dat men niet op koers zat, zouden aanvullende maatregelen worden

    genomen. Dat konden ook verplichtende en/of fiscale maatregelen

    zijn, die meer zekerheid zouden bieden ten aanzien van het bereiken

    van de beoogde energiebesparing.

    HoeTot 2020 zouden jaarlijks 300.000 bestaande woningen twee stappen

    in het energielabel vooruit moeten gaan en andere gebouwen mini-

    maal twee stappen in het energielabel vooruit gaan. De partijen van

    het Convenant Energiebesparing Huursector committeerden zich

    daartoe om gemiddeld label B (woningcorporaties) en 80 procent van

    de woningen minimaal label C (particuliere verhuurders) in 2020 te

    halen. Een eenvoudig toetsbare doelstelling, die overigens niet zou

    worden gehaald, ondanks de energieprestatieheffing die als aanvul-

    lende maatregel is ontwikkeld ter tegemoetkoming voor de investe-

    ringskosten van fossielvrije energieopwekking.

    De koopsector wordt tot energiebesparing en ver-

    groening gestimuleerd met voorlichting, reclame,

    indicatieve energielabels, energieloketten, energie-

    prestatiegaranties en subsidies. Voor scholen en sport-

    accommodaties is gesubsidieerd advies ter verduur-

    zaming beschikbaar.

    AfBeelding 3

    Woningeigenaren worden gestimuleerd met subsidies6

    In tegenstelling tot de woningen werd bij het Energie-

    akkoord voor de bijdrage van het maatschappelijk en

    overig vastgoed juist veel verwacht van twee andere

    instrumenten.

    Enerzijds de verplichte energieprestatiekeuring7 (EPK),

    waarbij met de afgestofte Wet Milieubeheer 200.000

    bedrijven, zorginstellingen, winkeliers en scholen, als

    drijvers van hun nering met een jaarlijks energiegebruik

    van meer dan 50.000 kilo Watt uur of meer dan

    25.000 kubieke meter gas, zouden worden verplicht

    tot het uitvoeren van energiebesparende maatregelen,

    die zich binnen vijf jaar zouden terugverdienen8.

    De bestuursrechtelijke handhaving van de Wet

    Milieubeheer ligt bij gemeenten, die dat op hun beurt

    onder kunnen brengen bij de Omgevingsdiensten

    (regionale uitvoeringsdiensten).

    Anderzijds de vrijwillige meerjarenafspraken energie-

    efficiëntie (MJA3) voor bedrijven en organisaties, die

    daartoe periodiek een energie-efficiëntie audit en

    energie-efficiëntieplan (EEP) maken met zelfgekozen

    maatregelen, die in de pas dienen te lopen met de

    ambitie van het Energieakkoord. De plannen en de

    naleving daarvan zou worden begeleid door de Rijks-

    dienst voor Ondernemend Nederland en getoetst door

    een Omgevingsdienst. Overigens doen hier een beperkt

    aantal kantoorhoudende organisaties aan mee: minder

    dan tien financiële dienstverleners, die als gevolg van

    hun sterk krimpende huisvestingsbehoefte sinds 2013

    veel vastgoed afstoten. Verder industrieën, univer-

    siteiten, hogescholen en academische zieken huizen,

    die naast hun specifieke vastgoed, beschikken over een

    beperkt aantal kantoorgebouwen. Sectoren waar nog

    weinig aan dacht voor is in de voortgangs rapportages,

    al zijn ook daar substantiële besparingen mogelijk.

    4 Bron © Migreurop (2012) Atlas des migrants en Europe. Géographie critique des politiques migratoires européenne, vertaald door 11. Koepel van Vlaamse NGO’s, www.11.be

    5 Van de totale Nederlandse CO2-uitstoot is 36% toe te rekenen aan de bebouwde om-geving, die bestaat uit circa 8 miljoen gebouwen https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2016/10/26/nationale-klimaattop-2016-leidt-tot-grote-co2-reductie

    6 Bron Energieakkoord voor duurzame groei, voortgangsrapportage 2016. 7 http://www.rvo.nl/energie-prestatie-keuring en http://www.

    energieakkoordser.nl/nieuws/voorstudie-energie-prestatie-keuring.aspx 8 SER Akkoord voor Economische groei, paragraf 3.2.6 Uitvoering Wet

    milieubeheer

  • 14

    EvaluatieKort door de bocht kan worden gesteld dat de energieprestatie-

    keuring voor maatschappelijk en overig vastgoed effectief niet vol-

    doende van de grond is gekomen. Daarvoor zijn drie redenen: door

    de dalende energietarieven zijn de maatregelen beperkt en arbitrair.

    De oplossing die hiervoor is ontwikkeld, bestaat uit een lijst van per

    sector erkende maatregelen, waarvan de 15 belangrijkste later zijn

    samengevat in een infographic9. De handhaving is lastig door haar

    gebouw- en branche-specifieke karakter, en omdat als eerste niet

    de eigenaar maar de huurder van de asset wordt aangesproken -

    als drijver van de in de asset gevestigde nering.

    De afspraken in de convenanten met specifieke branches waren de

    eerste jaren gemakkelijk te realiseren. Nu het laaghangende fruit is

    geoogst vraagt 2 procent jaarlijks toenemende energiebesparing

    creativiteit, waarbij tot op heden de deelnemers weinig van elkaar

    hebben geleerd.

    Ed Nijpels, voorzitter van de Borgingscommissie, die toeziet op de

    uitwerking en realisatie van het Energie akkoord, maakt in zijn

    voortgangsrapportages dan ook al enkele jaren melding van de

    stroperige vooruitgang in resultaten van de gebouwde omgeving.

    Tijdens de jaarlijkse verkenningen blijkt dat de gestelde besparings-

    doelen niet worden gehaald. Tegelijkertijd is urgentie van CO2-

    emissiereductie in de publieke en politieke opinie toegenomen,

    gestimuleerd door de klimaattop in Parijs en de naïeve wind die

    inmiddels vanuit het Westen waait.

    “Het is raadzaam te kiezen voor verduurzamings

    maatregelen die leiden tot een betere

    verhuurbaarheid en tot levensduurverlening.”

    Wat nuHet is tegen deze achtergrond dat Minister Blok op 28 november

    201610 de Tweede Kamer informeerde, dat hij met ingang van 2023

    een wettelijke verplichting invoert om kantoren tot minimaal label C

    te renoveren. Deze verplichting houdt in dat zowel publieke als

    private gebouwen met een kantoorfunctie volgens de Basisregistraties

    Adressen en Gebouwen (BAG), met een ondergrens van 100 vierkante

    meter, uiterlijk 1 januari 2023 een Energie-Index (EI) van minimaal

    1,3 dienen te hebben, wat overeenkomt met label C. Doordat de

    sanctie bij niet nakomen het niet meer mogen gebruiken als kantoor

    is, worden leegstaande, te transformeren en te slopen kantoren

    ontzien.

    Deze geforceerde vorm van energiebesparing in kantoren, waarvan

    de minister een effect verwacht van 8,6 PJ, past in het kader van het

    Energieakkoord, waarin afspraken zijn gemaakt om te komen tot een

    energieneutraal gebouwde omgeving in 2050. Een tussenstap is de

    ambitie dat alle gebouwen in 2030 gemiddeld tenminste label A

    hebben. Energiebesparing vormt hiervoor een belangrijke pijler11.

    In zijn brief veronderstelt de minister dat de kosten

    van de daartoe noodzakelijke maatregelen € 860

    miljoen zullen zijn en dat de asset eigenaren die

    kosten binnen 3 tot 6,5 jaar zullen terugverdienen12.

    Deze veronderstelling blijkt gebaseerd op deels

    onterechte aannames. De werkelijke kosten zullen rond

    de twee miljard euro liggen13. In veel gevallen zal

    immers gekozen worden voor het vervangen van een

    raam of een kozijn in plaats van slechts dubbel glas

    plaatsen in een gammele pui.

    In het algemeen is het raadzaam te kiezen voor

    verduurzamingsmaatregelen die leiden tot een betere

    verhuurbaarheid en tot levensduurverlening. Dat

    schept de voor beleggers gewenste waarde, die maakt

    dat investeren in onderhoud en verduurzaming ren-

    dabel zijn - ook al lukt het hen niet hun huurders daar

    direct voor te laten betalen.

    Reflectiesmaatschappelijk Verantwoord ondernemen

    Het is op zich bijzonder dat eisen worden gesteld aan

    gebouwen binnen de vigerende bestemming, lang

    nadat ze zijn gebouwd. Gebruikelijk is dat de overheid

    eisen stelt bij de bouw of herbestemming. Dat dit in

    2023, tien jaar na het ondertekenen van het Energie

    akkoord, nog nodig is, illustreert de noodzaak van de

    te bereiken doelstelling, versus de traagheid in het

    nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid

    door de vastgoedsector. Illustratief hiervoor is dat

    sommigen in de sector de maatregel alsnog framen

    als een probleem dat de overheid de vastgoedsector

    aandoet.

    Het flankerend beleid, waar de overheid op inzet met

    handhaving op vlot terugverdienbare maatregelen via

    de Wet Milieubeheer, is primair gericht op de

    gebruiker van vastgoed.

    gebruiker/eigenaar

    In situaties van gebruiker-eigenaar vallen beide

    benaderingen samen. Dit speelt op grote schaal bij

    gemeentelijk vastgoed, onderwijsgebouwen, zieken-

    huizen, rijksgebouwen en grootbanken. Hier is ook niet

    echt sprake van een onderscheiden financiële prikkel

    (split incentive) voor interne 'huurder' en interne

    'verhuurder’, al zullen beiden wel zo hun eigen

    budget-potjes hebben binnen deze organisaties. Er is

    inmiddels heel wat ervaring met het overstijgen van

    deze deelbelangen, zoals bij het inhouse greening fund

    dat de gemeente Nijmegen hiervoor heeft ontwikkeld

    en de integrale procesbenadering van de aanpak van

    9 Energiebesparing in kantoren. Dit zijn de 15 erkende maatregelen, uitgave RvO. https://www.rvo.nl/sites/default/files/2015/12/6616%20RVO%20Infographic%20Activiteitenbesluit%20A4st%20[5].pdf, pagina 1

    10 Tweede Kamer, vergaderjaar 2016–2017, 30 196, nr. 485 2. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2016Z22365&did=2016D45832. De commissie voor Wonen en Rijksdienst sprak er op woensdag 7 december 2016 over met Minister Blok https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/energiebesparing-gebouwde-omgeving.

    11 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/11/24/label-c-verplichting- kantoren

    12 Brief van Minister Blok aan de Tweede Kamer, verwijzend naar de rap-portage Verplicht energielabel voor kantoren, van Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en ECN, november 2016, https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2016/11/24/label-c- verplichting-kantoren/Verplicht+energielabel+voor+kantoren.pdf

    13 Rinus Vader e.a. in het Fd, Energielabel kost eigenaars kantoren dik €1 miljard meer, 21-02-2017 © Het Financieele Dagblad, pagina 1 en 3.

  • 15Serv ice m aga zine juni 20 17

    de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed door gemeente

    Gouda. Het zou van wijsheid getuigen wanneer alle voornoemde

    organisaties concrete actieprogramma’s ontwikkelen om hun

    bedrijfsmiddelen de komende drie jaar te verduurzamen.

    huurder

    In de voor zakelijk vastgoed gebruikelijke setting van een huurder,

    die geen eigenaar is van het vastgoed waar hij gebruik van maakt,

    mag van de huurder meer verwacht worden dan tot nog toe het geval

    is, waar het gaat om het bevorderen en waarderen van verduur-

    zamingsinitiatieven van de asset eigenaar. Op het moment van

    aanhuur of huurverlening is nogal eens sprake van onderwaardering

    van de verduurzamingsmaatregelen die de verhuurder heeft

    genomen of voorstelt te zullen nemen. Dat werkt lage taxaties van

    verduurzaamde kantoren in de hand en maakt dat deze maatregelen

    niet primair worden afgestemd op energiebesparing, comfort en

    gezondheid van kantoorgebruikers. Hier ligt dan ook een maat-

    schappelijke verantwoordelijkheid voor inkopers, huisvestings-

    adviseurs, property managers, facility managers en het general

    management van kantoorhoudende organisaties die hun kantoor-

    ruimte huren.

    “Het zou van wijsheid getuigen wanneer

    alle organisaties concrete actieprogramma’s

    ontwikkelen om hun bedrijfsmiddelen de

    komende drie jaar te verduurzamen.”

    speculanten

    Vermoed wordt dat uitvoering van de verduurzamingsplicht naar

    energielabel C of beter voor zwakke kantoren niet gaat gebeuren.

    Daardoor zal de verhuurbaarheid van kansarme en kansloze kantoren

    verder afnemen. Dat is misschien niet de bedoeling van het beleid,

    maar waarom ook niet? Zo’n shake out is reëel. Het is goed dat bij

    overaanbod het slechtste materiaal als eerste uit de markt wordt

    gehaald. Wellicht voor duurzame herbestemming.

    Vastgoedvermogensbeheerder

    Tenslotte de belegger, die vastgoed beschouwt als een financieel

    product. Courante kantoren, die doordacht worden verduurzaamd,

    blijven langer verhuurbaar. Daardoor is de netto contante toename

    van hun vastgoedwaarde groter dan de investering in verduur zaming.

    Dat is zowel financiële als maatschappelijke waardeontwikkeling,

    voor de eigenaar, voor de huurder en voor het klimaat14. Vijf jaar

    geleden renoveerde Royal HaskoningDHV haar eigen hoofdkantoor in

    Amersfoort, gebouwd in de jaren zeventig. Enkel glas, verrotte puien.

    Van label G opgetrokken naar label A. Kosten € 500 per vierkante

    meter bruto vloeropper vlak. Dat is veel geld, maar voor nog geen

    kwart van de nieuwbouwwaarde werd een levensduurverlening van

    veertig jaar gerealiseerd. Dat is pas waarde ontwikkeling.

    De boodschap van de samenleving en de overheid is

    duidelijk: indien we niet in beweging komen zal de

    helft van de Nederlandse kantoren vanaf 1 januari 2023

    tot onverhuurbaar verklaard vastgoed verworden (alles

    dat minder dan een C-label heeft), en rond 2030 nog

    een deel (alles wat minder dan een A-label heeft). Dat

    is slecht nieuws voor de waarde van het in vastgoed

    belegd vermogen, en slecht nieuws voor de huurder die

    er tegen die tijd uit moet. Dat is ook slecht nieuws

    voor de bank, wanneer het vastgoed mede bancair is

    gefinancierd. Dat is slecht nieuws voor ECB en DNB, de

    toezichthouders van de bank15, die toezien op de

    gezondheid van de kredietportefeuilles van de banken.

    Immers, zonder C-label vanaf 2023 geen huur en

    zonder huur geen cashflows om aan de financiële

    verplichtingen te voldoen.

    Banken

    Het goede nieuws is dat de banken (in ieder geval

    ABN-AMRO en ING) hierbij wilen helpen. Zij finan-

    cieren graag een doordachte verduurzaming van het

    vastgoed dat dient als hun onderpand. Ook omdat dat

    bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen. Voor leningen

    aan onroerend met energielabel D-G zullen naar

    verwachting vanaf 2020 hogere kapitaaleisen worden

    gesteld. Het gaat er dus niet meer om dat investe-

    ringen met energiebesparing worden terug verdiend,

    het gaat er inmiddels om dat vastgoed haar waarde

    en financiering behoudt.

    14 Betwijfeld kan worden of het verduurzamen van kantoren de eigenaren helpt aan hogere huurinkomsten. De eigenaar zal de kosten van verduurzaming van er langs die weg niet altijd uithalen. De lagere gasrekening komt de huurder ten goede, niet bij de verhuurder. De verhuurder zou een hogere huur kunnen vragen, of via een zogeheten green lease kunnen delen in het profijt: een iets hogere huur in ruil voor een lagere energierekening. Meestal geeft de huurder op het moment van contracteren de voorkeur aan een lage huur en tijdelijke incentives. Daarmee leidt verduurzaming dus eigenlijk tot huurverlaging. Dat is echter op lange termijn geen juiste voorstelling van zaken. Courante kantoren, die doordacht worden verduurzaamd, blijven immers veel langer verhuurbaar. Daardoor neemt hun vastgoedwaar-de netto contant meer toe, dan de investering in de verduurzaming. Dat is de echte waarde-ontwikkeling; voor de eigenaar, voor de huurder - en voor het milieu.

    15 De Nederlandsche Bank (DNB) stelt dat onroerend goed met energie labels D t/m G mogelijk een financieel obstakel vormt voor financiële instellingen als gevolg van klimaatbeleid. Begin 2016 heeft DNB de Nederlandse grootbanken gevraagd inzicht te verlenen in de labelver-deling van hun onroerend goed portefeuilles, hieruit bleek dat gemid-deld 43% van deze portefeuilles energielabel D t/m G heeft.