el w am Diederik S F oto emers oger Cr R 2Kennelijk ... · PDF fileZorgvuldige dictie...

1
‘Kennelijk stroomt Suriname toch door mijn aderen’ JOHAN FRETZ Tot zijn 29ste had schrijver, verteller en performer Johan Fretz zijn band met Suriname op afstand gehouden. Toen bezocht hij het land van zijn moeder, en schreef hij er een roman over. „Plotseling vlogen alle luiken open. Onvoorstelbaar dat daar een hele wereld blijkt te bestaan.” Dooronzemedewerker Diederik Samwel Foto RogerCremers B egin 2015 kreeg Johan Fretz (32) een uitnodiging om in Paramaribo als gastspreker op te treden. Dat zou gebeu- ren tijdens een jongerenbij- eenkomst in de aanloop naar de parlementsverkiezingen. Einde- lijk zou hij het geboorteland van zijn moeder bezoeken. Een gevoelig punt. Hoe vaak had ze hem niet gesmeekt sa- men met haar de oceaan over te steken? Maar Fretz voelde niet de minste behoef- te. Wat had hij daar te zoeken? Dan kon ze nog zo vaak benadrukken dat ook haar zoon daar zijn roots had lig- gen, maar Fretz wist niet beter of hij was een Hollander. Een licht getinte welis- waar, maar met de naam Johan beschikte hij over een perfect alibi. „Oh, dat is er een van ons”, dacht iedereen op school. Hijzelf voorop. Daar was hij ook helemaal niet mee bezig: met afkomst, huidskleur, integratie en acceptatie. Zoals hij zichzelf ook nooit had horen zeggen dat hij half- Surinaams was. Inderdaad, hij had een Surinaamse moeder. En wat dan nog? „Ik heb het verschil tussen zwart en wit ei- genlijk nooit zo ervaren. In elk geval niet als duidelijke afbakening. Misschien komt het omdat ik die twee kanten altijd in me heb gedragen.” Na het uitkomen van zijn boek Fretz 2025 in 2012, over een jonge idealist die een gooi doet naar het premierschap van Nederland, was hij binnen de kortste ke- ren doorgedrongen tot het ‘meningencir- cus’ in ons land. Na een tijdje besloot hij daar weer uit te stappen want „voor je het weet moet je overal een mening over heb- ben. Daarna zocht ik de luwte, om mooie verhalen te schrijven, te vertellen en te spelen.” Fretz verschijnt nog weleens op televi- sie om iets grappigs te vertellen, in een combinatie van satire, engagement en op- rechte verbazing. Zo gaf hij vorig voorjaar in de aanloop naar de Tweede Kamerver- kiezingen een paar keer een gevatte te- rugblik op de bij Pauw en Jinek gevoerde discussies. Maar eigenlijk vertelt hij het liefst verhalen. Zoals in zijn columns voor Het Parool waarin hij op milde toon scè- nes uit het dagelijks leven vastlegt. De trip naar Suriname leverde hem een veel groter verhaal op. Eenmaal aangeko- men op vliegveld Zanderij wist hij niet wat hem overkwam. Alsof hij in vuur en vlam stond: „Plotseling vlogen alle luiken open. Onvoorstelbaar dat daar een hele wereld blijkt te bestaan. Waar ze gewoon Nederlands spreken, mooier en met meer liefde dan in het land waar de taal van- daan komt.” Op de geboortegrond van zijn moeder veranderde zijn rationele, nuchtere hou- ding ten opzichte van het verleden. Zou dit land dan toch een rol van betekenis hebben gespeeld in zijn persoonlijke ont- wikkeling? Een nieuw, onthutsend gevoel overviel hem. Bij gebrek aan Nederlands equivalent nog het best te omschrijven als ‘a sense of belonging’. Want hij voelde zich direct op zijn gemak in de tropische temperaturen, en vertrouwd met de om- gangsvormen waarbij mensen elkaar in de ogen kijken en direct contact proberen te maken. „Kennelijk zit er toch iets in mijn lichaam, stroomt het door mijn ade- ren, ligt het besloten in mijn genen.” Meteen wist Fretz dat hij erover zou gaan schrijven. Hij had in elk geval een verhaal te vertellen. Deze maand ver- scheen het in romanvorm: Onder de Para- mariboom. Zorgvuldige dictie Misschien sprak de taal hem nog het meest aan: „Mijn oom, sinds een paar jaar weduwnaar, die uitroept dat hij het graf van zijn vrouw zou willen zijn. Dan kan hij haar voor altijd omhelzen. Dat is toch een weergaloze manier van spreken? En het dan op gedragen toon verzuchten, met zorgvuldige dictie, maar ook weer niet pathetisch.” De zin haalde het boek waarin oom Reginald onder zijn eigen naam figureert. Net als zijn ouders en zijn tante: gelijkenissen te over met zijn per- soonlijke geschiedenis. Toch wordt Onder de Paramariboom als roman gepresenteerd. Maar of het ook fictie is? Laten we het houden op een mengvorm, zegt Fretz: „Maar wat doet het er eigenlijk toe? Werkelijkheid en ver- beelding zijn met elkaar vervlochten. Zo lang de vertelling de keuze tussen die twee maar dicteert. Dan dwingt het ver- haal vanzelf af wanneer verbeelding en werkelijkheid elkaar aftroeven. Zelf wil ik altijd verhalen lezen, liefst in roman- vorm, waarin de nadruk ligt op het vertel- len. Waarin ik in het persoonlijk univer- sum van een ander word meegezogen.” Onder de Paramariboom is geschreven in de eerste persoon, die luistert naar de naam Johannes in plaats van Johan. De ik-figuur doet van dag tot dag verslag van zijn enerverende verblijf in Paramaribo. Vanaf zijn aankomst wordt hij overwel- digd door het land. Nu eens door de sfeer, de geuren en kleuren, zoals het oneindige aantal groentinten. Dan weer door het ge- ritsel van een wegschietende leguaan of zijn hartgrondige afkeer van kakkerlak- ken. Maar vooral van binnen wordt hij door elkaar geschud. Of het autobiografisch is? Zonder twij- fel. „Voor mijn gevoel is het goudeerlijk, maar dat wil niet zeggen dat alles waar is. Ik heb eens van iemand gehoord dat een verhaal niet persoonlijk genoeg kan zijn, zolang het maar niet te privé wordt. Want in het persoonlijke schuilt vaak het uni- versele dat ook voor een ander interes- sant is. Terwijl de meeste dagboeken vooral boeiend zijn voor degene die het heeft geschreven.” Tijdens het schrijven van de roman heeft Fretz een ontwikkeling doorge- maakt. Zijn verblijf in Suriname vormde een keerpunt in zijn leven: „Ik heb daar geleerd mezelf niet langer anders voor te doen dan ik ben door hardnekkig een deel van mezelf weg te duwen. Lang heb ik ge- daan alsof het verhaal van Suriname niet bestond. Misschien dat daar een vorm van pleasen uit voortgekomen is, omdat ik graag ergens bij wilde horen. Nu ik het deel van mezelf heb omarmd dat ik daar- voor heb weggestopt, is dat pleasen niet meer nodig. Door me te verzoenen met de wereld waar ik ook vandaan kom, durf ik nog meer te geloven in het bundelen van die twee werelden. Ik ben geen kameleon die de kleur aanneemt van andermans verbeelding maar sta in mijn eigen kleur.” Weggeduwd om niet gek te worden Volgens Fretz vormt de verzoening met zijn moeder de kern van het boek. Lang heeft hij Suriname weggeduwd om te voorkomen dat hij net als zijn moeder zou worden. „Zij was afwezig, zelfs gek, en heeft de kleine Johannes roerige tijden bezorgd. Pas in Suriname weet hij haar te vergeven en zich met haar verzoenen. Met haar wortels én met zichzelf. Nu be- grijp ik veel beter wat ze heeft doorge- maakt. Als jonge vrouw, een meisje nog, kwam ze in de jaren zeventig in Neder- land waar ze voor haar gevoel in een koel- cel is gestopt. En al raakte ze nog zo de weg kwijt, het is een wonder dat haar hart niet is bevroren.” Zo heeft Fretz een zoektocht naar zijn oorsprong ondernomen, waarbij het niet zozeer gaat om afkomst maar om waar je vandaan komt: „Als jong mens wil je nog zo graag weg van de buik waar je ooit uit bent gekropen, maar uiteindelijk moet je je met die oorsprong verzoenen. Identi- teit is niet meer dan het verstrijken van tijd en het afleggen afstand. De rest is ruis.” Zijn ouders komen uitgebreid aan bod in de roman. Dat is niet zo’n probleem; hij schrijft net zo eerlijk als ze hem grootge- bracht hebben. Zo is Fretz van jongs af aan gewend dat zijn ouders elkaar stevig op de korrel nemen. „Bij ons thuis wordt altijd hard en straight gepraat. Maar zo ontstaat ook weer adem en lucht en is er alle ruimte voor humor en zachtmoedig- heid.” Inmiddels heeft zijn moeder het boek gelezen: „Dat vond ik enorm spannend. Ze was ontroerd en vond het mooi. Mijn vader is net geopereerd aan zijn ogen; dat duurt jammer genoeg nog even.” Fretz richt zich nu op de solovoorstel- ling De zachtmoedige radicaal, die is geba- seerd op het boek en op 4 maart in pre- mière gaat. De titel verwijst naar de te- genstelling in zijn persoonlijkheid: „Ik denk dat ik word gekenmerkt door een zekere zachtmoedigheid. Vóór ik naar Su- riname ging, schaamde ik me daarvoor. Ik leef in een land waar ik soms het gevoel heb dat ik moet kiezen tussen hoofd en onderbuik. Maar daartussen zit het hart. Dat wordt vaak overgeslagen maar in Su- riname leerde ik dat het hart er mag zijn en meetelt. Daarom durf ik nu radicaler voor mijn zachtmoedigheid te staan.” Waar zijn identiteit uit verschillende la- gen bestaat, en zijn boek een mengvorm is van verbeelding en werkelijkheid, zo zoekt Fretz op het podium naar een com- binatie van genres: „Ik dans overal tus- sendoor. Een verhaal vertellen en daar vorm, ritme, muziek en beelden bij ver- zinnen. Met de nodige humor, al sta ik niet de hele tijd grappen te vertellen. Ha, misschien wordt het wel een nieuw gen- re: tori praten op toneel.” ‘Voor mijn gevoel is het goudeerlijk, maar dat wil niet zeggen dat alles waar is’ JohanFretz 1985 Geborenin Dordrecht 2010 Afgestudeerd AmsterdamseTo- neelschool&Klein- kunstAcademie. Pamflet Hartvoor Kunst 2012 Roman Fretz 2025,genomineerd voordeBronzenUil voorbesteNeder- landstaligedebuut 2012-2015 Duo GebroedersFretz (laterGebroeders Harteveld&Fretz) tweeavondvullende cabaretvoorstellin- gen 2013-heden Co- lumnistvoor HetPa- rool 2017 Scenario Lost &Found,Telefilm uitzending21feb 2018NPO3 2018 Roman Onder deParamariboom . DeZachtmoedige Radicaal,première4 maart,KleineKome- die,Amsterdam.

Transcript of el w am Diederik S F oto emers oger Cr R 2Kennelijk ... · PDF fileZorgvuldige dictie...

Page 1: el w am Diederik S F oto emers oger Cr R 2Kennelijk ... · PDF fileZorgvuldige dictie Misschien sprak de taal hem nog het meest aan: 8 Mijn oom, sinds een paar jaar weduwnaar, die

‘Kennelijk stroomt Surinametoch door mijn aderen’

JOHAN�FRETZ Tot zijn 29ste had schrijver, verteller en performer Johan Fretz zijn bandmet Suriname op afstand gehouden. Toen bezocht hij het land van zijn moeder, enschreef hij er een roman over. „Plotseling vlogen alle luiken open. Onvoorstelbaar dat daareen hele wereld blijkt te bestaan.”Door�onze�medewerker�Diederik�Samwel�Foto�Roger�Cremers

Begin 2015 kreeg Johan Fretz(32) een uitnodiging om inParamaribo als gastsprekerop te treden. Dat zou gebeu-ren tijdens een jongerenbij-eenkomst in de aanloop

naar de parlementsverkiezingen. Einde-lijk zou hij het geboorteland van zijnmoeder bezoeken. Een gevoelig punt.Hoe vaak had ze hem niet gesmeekt sa-men met haar de oceaan over te steken?Maar Fretz voelde niet de minste behoef-te. Wat had hij daar te zoeken?

Dan kon ze nog zo vaak benadrukkendat ook haar zoon daar zijn roots had lig-gen, maar Fretz wist niet beter of hij waseen Hollander. Een licht getinte welis-waar, maar met de naam Johan beschiktehij over een perfect alibi. „Oh, dat is ereen van ons”, dacht iedereen op school.Hijzelf voorop. Daar was hij ook helemaalniet mee bezig: met afkomst, huidskleur,integratie en acceptatie. Zoals hij zichzelfook nooit had horen zeggen dat hij half-Surinaams was. Inderdaad, hij had eenSurinaamse moeder. En wat dan nog? „Ikheb het verschil tussen zwart en wit ei-genlijk nooit zo ervaren. In elk geval nietals duidelijke afbakening. Misschienkomt het omdat ik die twee kanten altijdin me heb gedragen.”

Na het uitkomen van zijn boek Fre t z2 02 5 in 2012, over een jonge idealist dieeen gooi doet naar het premierschap vanNederland, was hij binnen de kortste ke-ren doorgedrongen tot het ‘meningenc ir-c us’ in ons land. Na een tijdje besloot hijdaar weer uit te stappen want „voor je hetweet moet je overal een mening over heb-ben. Daarna zocht ik de luwte, om mooieverhalen te schrijven, te vertellen en tes p e l e n .”

Fretz verschijnt nog weleens op televi-sie om iets grappigs te vertellen, in eencombinatie van satire, engagement en op-rechte verbazing. Zo gaf hij vorig voorjaarin de aanloop naar de Tweede Kamerver-kiezingen een paar keer een gevatte te-rugblik op de bij Pa uw en J i n ek ge vo e rd ediscussies. Maar eigenlijk vertelt hij hetliefst verhalen. Zoals in zijn columns voorHet Parool waarin hij op milde toon scè-nes uit het dagelijks leven vastlegt.

De trip naar Suriname leverde hem eenveel groter verhaal op. Eenmaal aangeko-men op vliegveld Zanderij wist hij nietwat hem overkwam. Alsof hij in vuur envlam stond: „Plotseling vlogen alle luikenopen. Onvoorstelbaar dat daar een helewereld blijkt te bestaan. Waar ze gewoonNederlands spreken, mooier en met meerliefde dan in het land waar de taal van-daan komt.”

Op de geboortegrond van zijn moederveranderde zijn rationele, nuchtere hou-

ding ten opzichte van het verleden. Zoudit land dan toch een rol van betekenishebben gespeeld in zijn persoonlijke ont-wikkeling? Een nieuw, onthutsend gevoeloverviel hem. Bij gebrek aan Nederlandsequivalent nog het best te omschrijvenals ‘a sense of belonging’. Want hij voeldezich direct op zijn gemak in de tropischetemperaturen, en vertrouwd met de om-gangsvormen waarbij mensen elkaar inde ogen kijken en direct contact proberente maken. „Kennelijk zit er toch iets inmijn lichaam, stroomt het door mijn ade-ren, ligt het besloten in mijn genen.”

Meteen wist Fretz dat hij erover zougaan schrijven. Hij had in elk geval eenverhaal te vertellen. Deze maand ver-scheen het in romanvorm: Onder de Para-mar iboom.

Zorgvuldige dictieMisschien sprak de taal hem nog hetmeest aan: „Mijn oom, sinds een paar jaarweduwnaar, die uitroept dat hij het grafvan zijn vrouw zou willen zijn. Dan kanhij haar voor altijd omhelzen. Dat is tocheen weergaloze manier van spreken? Enhet dan op gedragen toon verzuchten,met zorgvuldige dictie, maar ook weerniet pathetisch.” De zin haalde het boekwaarin oom Reginald onder zijn eigennaam figureert. Net als zijn ouders en zijntante: gelijkenissen te over met zijn per-soonlijke geschiedenis.

Toch wordt Onder de Paramariboom alsroman gepresenteerd. Maar of het ookfictie is? Laten we het houden op eenmengvorm, zegt Fretz: „Maar wat doethet er eigenlijk toe? Werkelijkheid en ver-beelding zijn met elkaar vervlochten. Zolang de vertelling de keuze tussen dietwee maar dicteert. Dan dwingt het ver-haal vanzelf af wanneer verbeelding enwerkelijkheid elkaar aftroeven. Zelf wil ikaltijd verhalen lezen, liefst in roman-vorm, waarin de nadruk ligt op het vertel-len. Waarin ik in het persoonlijk univer-sum van een ander word meegezogen.”

Onder de Paramariboom is geschreven

in de eerste persoon, die luistert naar denaam Johannes in plaats van Johan. Deik-figuur doet van dag tot dag verslag vanzijn enerverende verblijf in Paramaribo.Vanaf zijn aankomst wordt hij overwel-digd door het land. Nu eens door de sfeer,de geuren en kleuren, zoals het oneindigeaantal groentinten. Dan weer door het ge-ritsel van een wegschietende leguaan ofzijn hartgrondige afkeer van kakkerlak-ken. Maar vooral van binnen wordt hijdoor elkaar geschud.

Of het autobiografisch is? Zonder twij-fel. „Voor mijn gevoel is het goudeerlijk,maar dat wil niet zeggen dat alles waar is.Ik heb eens van iemand gehoord dat eenverhaal niet persoonlijk genoeg kan zijn,zolang het maar niet te privé wordt. Wantin het persoonlijke schuilt vaak het uni-versele dat ook voor een ander interes-sant is. Terwijl de meeste dagboekenvooral boeiend zijn voor degene die hetheeft geschreven.”

Tijdens het schrijven van de romanheeft Fretz een ontwikkeling doorge-maakt. Zijn verblijf in Suriname vormdeeen keerpunt in zijn leven: „Ik heb daargeleerd mezelf niet langer anders voor tedoen dan ik ben door hardnekkig een deelvan mezelf weg te duwen. Lang heb ik ge-daan alsof het verhaal van Suriname nietbestond. Misschien dat daar een vormvan pleasen uit voortgekomen is, omdatik graag ergens bij wilde horen. Nu ik hetdeel van mezelf heb omarmd dat ik daar-voor heb weggestopt, is dat pleasen nietmeer nodig. Door me te verzoenen met dewereld waar ik ook vandaan kom, durf iknog meer te geloven in het bundelen vandie twee werelden. Ik ben geen kameleondie de kleur aanneemt van andermansverbeelding maar sta in mijn eigen kleur.”

Weggeduwd om niet gek te wordenVolgens Fretz vormt de verzoening metzijn moeder de kern van het boek. Langheeft hij Suriname weggeduwd om tevoorkomen dat hij net als zijn moederzou worden. „Zij was afwezig, zelfs gek,en heeft de kleine Johannes roerige tijdenbezorgd. Pas in Suriname weet hij haar tevergeven en zich met haar verzoenen.Met haar wortels én met zichzelf. Nu be-grijp ik veel beter wat ze heeft doorge-maakt. Als jonge vrouw, een meisje nog,kwam ze in de jaren zeventig in Neder-land waar ze voor haar gevoel in een koel-cel is gestopt. En al raakte ze nog zo deweg kwijt, het is een wonder dat haar hartniet is bevroren.”

Zo heeft Fretz een zoektocht naar zijnoorsprong ondernomen, waarbij het nietzozeer gaat om afkomst maar om waar jevandaan komt: „Als jong mens wil je nogzo graag weg van de buik waar je ooit uit

bent gekropen, maar uiteindelijk moet jeje met die oorsprong verzoenen. Identi-teit is niet meer dan het verstrijken vantijd en het afleggen afstand. De rest isr uis.”

Zijn ouders komen uitgebreid aan bodin de roman. Dat is niet zo’n probleem; hijschrijft net zo eerlijk als ze hem grootge-bracht hebben. Zo is Fretz van jongs afaan gewend dat zijn ouders elkaar stevigop de korrel nemen. „Bij ons thuis wordtaltijd hard en straight gepraat. Maar zoontstaat ook weer adem en lucht en is eralle ruimte voor humor en zachtmoedig-h e i d .”

Inmiddels heeft zijn moeder het boekgelezen: „Dat vond ik enorm spannend.Ze was ontroerd en vond het mooi. Mijnvader is net geopereerd aan zijn ogen; datduurt jammer genoeg nog even.”

Fretz richt zich nu op de solovoorstel-ling De zachtmoedige radicaal, die is geba-seerd op het boek en op 4 maart in pre-mière gaat. De titel verwijst naar de te-genstelling in zijn persoonlijkheid: „Ikdenk dat ik word gekenmerkt door eenzekere zachtmoedigheid. Vóór ik naar Su-riname ging, schaamde ik me daarvoor. Ikleef in een land waar ik soms het gevoelheb dat ik moet kiezen tussen hoofd enonderbuik. Maar daartussen zit het hart.Dat wordt vaak overgeslagen maar in Su-riname leerde ik dat het hart er mag zijnen meetelt. Daarom durf ik nu radicalervoor mijn zachtmoedigheid te staan.”

Waar zijn identiteit uit verschillende la-gen bestaat, en zijn boek een mengvormis van verbeelding en werkelijkheid, zozoekt Fretz op het podium naar een com-binatie van genres: „Ik dans overal tus-sendoor. Een verhaal vertellen en daarvorm, ritme, muziek en beelden bij ver-zinnen. Met de nodige humor, al sta ikniet de hele tijd grappen te vertellen. Ha,misschien wordt het wel een nieuw gen-re: tori praten op toneel.”

‘Voor mijn gevoel ishet goudeerlijk,maar dat wilniet zeggen datalles waar is’

Johan�Fretz19�8�5�Geboren�inD�o�rd�re�c�h�t2010A�f�g�e�s�t�u�d�e�e�rdAmsterdamse�To-neelschool�&�Klein-kunst�Academie.Pamflet�Hart�voorKu�n�s�t2012�Roman�Fre�t�z202�5�,�genomineerdvoor�de�Bronzen�Uilvoor�beste�Neder-landstalige�debuut2012�-�2015DuoGebroeders�Fretz(later�GebroedersHarteveld�&�Fretz)twee�avondvullendeca�b�a�re�t�vo�o�r�s�t�e�l�l�i�n�-gen2013�-�hedenCo�-lumnist�voor�Het�Pa-ro�o�l2�0�17�Scenario�Lo�s�t&�Found,�Telefilmuitzending�21�feb2018�NPO�32�0�18�Roman�Onderde�Paramariboom�.De�ZachtmoedigeRa�d�i�ca�a�l�,�première�4maart,�Kleine�Kome-die,�Amsterdam.