Efficiente Katheterzorg in de Thuisverpleegkunde...President SIO (Société Belge des Infirmiers en...

66
P. Crombez Hoofdverpleegkundige Dpt. Hematologie Expert Vpl. Onderzoek & Ontwikkeling Jules Bordet Instituut, Brussel President SIO (Société Belge des Infirmiers en Oncologie) Board Member – Chair Advocacy WG EONS (European Oncology Nursing Society) Board Member ESNO (European Specialist Nurses Organization) Co-Chair Study Group Cross-Cultural Issues MASCC (Multinational Association of Supportive Care in Cancer) Efficiente Katheterzorg in de Thuisverpleegkunde Workshop Kennis en Toepassingen

Transcript of Efficiente Katheterzorg in de Thuisverpleegkunde...President SIO (Société Belge des Infirmiers en...

P. CrombezHoofdverpleegkundige Dpt. Hematologie

Expert Vpl. Onderzoek & OntwikkelingJules Bordet Instituut, Brussel

President SIO (Société Belge des Infirmiers en Oncologie)Board Member – Chair Advocacy WG EONS (European Oncology Nursing Society)

Board Member ESNO (European Specialist Nurses Organization)Co-Chair Study Group Cross-Cultural Issues MASCC (Multinational Association of Supportive

Care in Cancer)

Efficiente Katheterzorg in de Thuisverpleegkunde

Workshop Kennis en Toepassingen

Agenda

12345

Introductie

Katheterkeuze

Poortkatheter & PICC

Conclusie & toekomst

Diagnose & aanpak complicaties

Workshop Kennis en Toepassingen

Introductie

⇑ gebruik CVK & shift thuiszorg Katheterzorg = Interprofessionele

zorg Expert-verpleegkundige Klinische zorg IV-katheter (IV-K) Expertise : opbouw van kennis Nood aan permanente vorming Innovatie & Evidence-based praktijk

Introductie

Vbn. vpl. expertise & IV-katheter

Vervangen van heparinedoor NaCl 0,9% bij afsluitenpoortkatheter CINAS classificatie-systeem

KATHETERKEUZE

Workshop Kennis en Toepassingen

Brede waaier kathetertypes Correcte keuze

⇒ ideale veneuze toegang met één katheterplaat-sing

⇒ voor volledige duur van behandeling⇒ max. behoud veneuze kapitaal⇒ multi-functioneel (in- & outpatient)⇒ verhoogd comfort van de patiënt⇒ efficiënte therapie

Waarom katheter-assessment?

Workshop Kennis en Toepassingen

Ideale Kathetertype

Perifere

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

PICC

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

CVK (getunneld– poortK)

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Your Text Here

Workshop Kennis en Toepassingen

Criteria katheterkeuze

Voorziene therapieduur

Al dan niet irriterend karaktertherapie

Therapie continu of intermittent

Workshop Kennis en Toepassingen

Perifeer

Veneuze vaataccess

Perifere k

Centraal

Niet irriterend IV-product

Irriterend IV-product

Therapieduur< 2 weken

Therapieduur< 4 weken

Therapieduur< 4 weken

Therapieduur> 4 mnd

Therapieduur< 4 à 6 mnd

Midline K Transcut K PICC

Continu Th. Intermittente Th.

Getunnelde K PoortK

Katheterkeuze

Workshop Kennis en Toepassingen

Patiëntgebonden factoren& aandachtspunten

• Stollingsstoornissen (géén poortK)• Behandeling met dermatologische

toxiciteit (wondheling)• Thuis-therapie (géén transcutane

CVK)• Esthetische bezwaren• Naaldfobie, sporten, regelmatige

bloedafnames

Workshop Kennis en Toepassingen

Ideale aantal lumina

Voldoende maar niet meer Vermijden dat lumina niet worden

gebruikt⇒ risico op verstopping & infectie

Elk lumen méér ⇒ ⇑ diameter K en risico op thrombose

Aantal lumina wordt bepaalddoor aantal niet-compatibelemedicatie dat gelijktijdig moetworden toegediend

• Bloedafname langs K is géénindicatie voor extra lumen

Workshop Kennis en Toepassingen

Kenmerken Kathetermateriaal

Kwalitatieveeigenschap

Polyurethaan Silicone

Materiaalsterkte + -Knikresistentie - +Rigiditeit + -Thrombogeniciteit + +Bacteriële adhesie + +Langetermijnstabili-teit

- +Mechanischeirritatie

- +

K-keuze ngl. toe te dienen medicatie

Belangrijke factoren Osmolariteit Zuurtegraad (pH) Classificatie medicatie als irriterend

⇒ Centrale toediening

Workshop Kennis en Toepassingen

Tips om onveringbaarheden te

vermijden Spoelen met 10/20ml NaCl 0,9%

tussen medicatie Niet simultaan toedienen via

zelfde lumen van onverenigbaremedicatie

Hoe hoger de [ ], hoe hoger de kans op onverenigbaarheid

Let op met Ca++, snel precipitatie Let op voor sterk licht & hoge T° Bij TPN is de verenigbaarheid met

medicatie vaak niet gekend

Workshop Kennis en Toepassingen

POORTKATHETER

Workshop Kennis en Toepassingen

Karakteristie-ken

Poortkatheter

Volledig implanteerbaar subcutaan toedie-ningsysteem dat kan gebruikt worden voor de toediening van medicatie / vocht en het uitvoeren van bloedafnames Poortkamer (reservoir) uit titanium (inert) Septum uit silicone (3-5 mm dik) Katheter uit silicone of polyurethaan

(Φ 4-9 Fr, L 50-70 cm) Huberpuntnaald met zijdelingse opening

om septum niet beschadigd bij het perfo-reren van de silicone

Basis van poortkamer heeft # openingen voor spontane doorgroei van littekenweef-sel

Soorten poortkatheters

Klassieke poortkatheters (druk van 25psi) = steeds spuiten gebruiken ≥ 10mlToedienen van medicatieUitvoeren van bloedafnamesToedienen van bloedproductenToedienen parenterale voedingIntermitterende therapie

CT – poortkatheters - Power port (druk van 300psi)Idem als klassieke poortkatheterSeptum van de toegangspoort kan grotere druk aanContrast kan ingespoten worden met een snelheid van5ml/sec of met een druk van 300psi

Workshop Kennis en Toepassingen

Herkennen van een Power Port

Voelen van de poort (drie punt-jes, driehoekige vorm?)

Medische beeldvorming Identificatiekaart bij patiënt zelf

Workshop Kennis en Toepassingen

Huberpunt-naalden

Speciale niet borende punt met zijdelings opening Kaliber: 19-24 G – 19G laat 1000 puncties toe,

20-24 G 2000 puncties – meestal 20G Lengte: 25-38 mm Patiënt heeft CT poort EN dient een CT met con-

trast te ondergaan⇒ powerloc safety infusion set Patiënt heeft klassieke of CT poort maar dient

GEEN CT onderzoek te krijgen & beperkte duur ⇒ winged infusion set

Patiënt heeft klassieke of CT poort maar dient GEEN CT onderzoek te krijgen & langere duur ⇒ Gripper naald

Aandachtspunten bij het aanprikken

Observatie huid Palperen om pijn of gevoeligheid te constateren +

correcte lengte naald te bepalen Keuze diameter naald ngl. gewenste debiet (20G) Bij gevoelige/angstige patiënten Emla® 1u vóór

aanprikken Liggende houding Gebruik chloorhexidine 2% & wacht min.15 sec. Na ontsmetting enkel nog de randen van de poort

aanraken Onvoldoende wetenschappelijke evidentie

omtrent gebruik steriele handschoenen

MAAR respecteren van handhygiëne en de Aseptic Non Touch Technique (ANTT)

Workshop Kennis en Toepassingen

Aandachtspunten bij het aanprikken

Fixeer de poort met duim & wijsvinger

Prik loodrecht & in het midden vd poort

Voel of de punt vd naald de bodem raakt

Controleer de bloedaspiratie

Breng een transparant semi-permeabel ka-theterverband aan en vermijd lucht onder

het verband

Fixeer de verlengleiding naar craniaal

Vervang naald en verband éénmaal/week

Dateer het verband voor extra controle

Workshop Kennis en Toepassingen

Spoelenpoortkatheter

Waarom?Preventie intraluminale verstopping & katheter-kolonisatie

Wanneer?Na bloedafnameTussen verschillendemedicatiesNa bloedrefluxNa elke IV-therapie

Workshop Kennis en Toepassingen

Afsluiten& onderhoudenpoortkatheter

Om de 6 à 12 weken spoelen met

10ml NaCl 0,9%

Workshop Kennis en Toepassingen

Preventie & behandeling kathterinfecties door « locks »

Langdurig gebruik katheter EN na katheter-gerelateerde infectie

Doel : vorming biofilm te voorkomen of afte breken

Opgelet voor antibioticaresistentie ⇒ pro-ducten met antimicrobiële eigenschappen(taurolidine, natriumcitraat en ethanol) in geval van preventie

Minimale hoeveelheid = inhoud katheter(1 tot 1,3ml) – om de 4 weken vervangen

« Lock » aspireren vóór hergebruik poortka-theter

Workshop Kennis en Toepassingen

Wanneer infuusleidingen & naaldlozen connectoren wisselen ?

Intermittent gebruik Na 24u

Continue IV-inloop Na 96u

TPN & lipiden Na 24u

Bloedtransfusie Na 6u

Naaldloze connector Na 7d

Afsluitdopjes Na elke deconncetie

Workshop Kennis en Toepassingen

Bloedafname

Bij multilumenkatheter, de anderelumen tijdens de bloedafnameafklemmen

Katheter vooraf spoelen met 10ml NaCl 0,9%

Eerste 10ml bloed verwijderen Na bloedafname, pulserend spoe-

len met 10ml NaCl 0,9%

Workshop Kennis en Toepassingen

Verwijderen van Huberpuntnaald

Standaard-Huberpuntnaald vs. Huberpunt-naald met veiligheidssysteem

Bij standaard-H. met de ene hand poortfixeren en met andere hand naald verwij-deren

Let op voor een « reboundeffect » Verwijder naald in container Bij Huberpuntnaalden met veiligheidssyste-

men ngl. voorschrift

Workshop Kennis en Toepassingen

PICC

Peripherally Inserted Central Catheter

Workshop Kennis en Toepassingen

Karakteristieken PICC-line

Centrale Katheter perifeer inge-bracht via een brachiale vene

Vervaardigd uit silicone of poly-urethaan

Middellange-IV-therapie(enkele weken – 4/6 mnden)

Veilige alternatieve centrale toe-gang

Plaatsing onder echografie doorverpleegkundige

Vervangen na 6 mnden(« sleeve »- vorming)

Workshop Kennis en Toepassingen

Soorten PICC-lines

Silicone distale klep / geen

proximale klem

Polyurethaan geen distale klep /

proximale klem

Diameter 4 - 7 FrenchEnkel lumen, dubbelof tripelVb. 4 Fr = min. 2,5mmФ vene

Workshop Kennis en Toepassingen

Aandachtspunten bijbepalen punctieplaats

Meest aangewezen punctieplaats is bovenarm(ZIM)

Lymfoedeem Hemiplegie of hemipa-

resie (sensorische func-tiestoornis)

Veneuze thrombose of flebitis

Huidletsels (tgv. RXΦ) Tekens van infectie thv.

arm Beperkte armmobiliteit

of functionaliteit

Workshop Kennis en Toepassingen

Externe meting

als richt-lengte

2 Meetmeethoden Lengte vd puctieplaats tot midden sleutel-

been & verder tot 3de intercostale ruimte Lengte vd puctieplaats tot bovenrand ster-

num + 10 en 15 cm indien de plaatsing respvia rechts of links gebeurd

Fluoroscopie tijdens plaatsing

Workshop Kennis en Toepassingen

Fixeren katheter

Hechtingen vermijden(litteratuurstudies –verhoogd infectierisico )

Klevende fixatiesystemenwaarin katheter wordtbevestigd of subcutaanverankerde systemen

Statlock®

SecurAcath®Griplok®

Workshop Kennis en Toepassingen

Afdekken na plaatsing

Doel is voorkomen van nabloeding

Absorberend kompres op puctieplaats onder afdek-kend verband. Vervangenna 48u.

Chirurgische lijm om prik-plaats af te sluiten

Eerste uren na plaatsingzwachtel rond puctieplaats

Workshop Kennis en Toepassingen

Belangrijke info voor de patiënt

Aandachtspunten komende dagen Arm normaal gebruiken voor goede bloed-

doorstroming maar niet intensief Eerste uren en dagen nog wat nabloeding

mogelijk Pijnstiller indien nodig (paracetamol - ∆ T°) Insteekplaats & katheterhub droog houden Zorgverlener contacteren wanneer verband

los komt, bij continue bloedsijpeling of hevigbloeden, bij zichtbare tekens van infectie(roodheid, zwelling, pijn of warmte) en zwel-ling of toenemende pijn

Workshop Kennis en Toepassingen

Verband & zorg insteek-plaats

• Klevend fixatiesysteem ((Statlock®) wekelijks vervangen

• Subcutaan verankeringssyteem(SecurAcath®) blijft ter plaatse totverwijdering katheter

Workshop Kennis en Toepassingen

Algemene aandachtspunten bij klevende fixatiesystemen

Wees alert voor interne of externe verschuivingen

Laat ontsmettingsmiddel volledigdrogen om huidirritatie te voorko-men

Plaats katheter eerst in het nieuwefixatiesysteem alvorens op de huidte kleven

Vermijd op exact dezelfde plaats alshet vorige verband te kleven

Noteer de uitwendige lengte vd ka-theter om migratie van katheter te checken

Workshop Kennis en Toepassingen

Algemene aandachtspunten

Overweeg bij lokale roodheid thvinsteekplaats, een met chloorhexidinedoordrongen patch

Overweeg bij fragiele huid een huid-bescherming (Cavilon®). Laten drogenalvorens verband aan te brengen

Evalueer insteekplaats op tekens van infectie, lekkage of huidirritatie

Bij huidirritatie overschakelen naarTegaderm Advanced of Mepitel Film

Insteekplaats niet onderdompelen in water. Gebruik voor douchen,…water-dichte verbanden (PICClijn douche co-ver) of waterdichte film (Secuderm®)

Workshop Kennis en Toepassingen

Spoelen van PICC-lijn

Waarom?Preventie intraluminale verstopping & katheter-kolonisatie

Wanneer? Na bloedafname Tussen verschillende

medicaties Na bloedreflux Na elke IV-therapie

Workshop Kennis en Toepassingen

Spoelen van PICC-lijnHoe?

Steeds pulserend (push-pauze), ook na conti-nu infuus met NaCl 0,9%

10ml is voldoende Na TPN, transfusie, Ig en contraststof met 20

ml Naaldloze connectoren met negatieve ver-

plaatsing zijn niet aanbevolen Neutrale naaldloze conectoren wel Afsluiten & wekelijks spoelen van PICC-lijn

met 10ml NaCl 0,9% (geen heparine) Eventueel met microbiële vloeistof (cf. poortK)

Workshop Kennis en Toepassingen

Wanneer infuusleidingen & naaldlozen connectoren wisselen ?

Intermittent gebruik Na 24u

Continue IV-inloop Na 96u

TPN & lipiden Na 24u

Bloedtransfusie Na 6u

Naaldloze connector Na 7d

Afsluitdopjes Na elke deconncetie

Workshop Kennis en Toepassingen

Bloedafname via PICC-lijn

Dragen van kiemarme handschoe-nen

Bij multilumenkatheter, de anderelumen tijdens de bloedafnameafklemmen

Katheter vooraf spoelen met 10ml NaCl 0,9%

Eerste 10ml bloed verwijderen Na bloedafname, pulserend spoe-

len met 10ml NaCl 0,9%

Workshop Kennis en Toepassingen

Speciale PICC-lijnen

• Katheters geïmpreg-neerd en gecoat met antimicrobiële en anti-trombotische stoffen

• Hogere kostprijs • Onvoldoende onder-

zoek meerwaarde van zulke PICC’s (en acute CVK’s) naast evidence-based preventieve maatregelen

Workshop Kennis en Toepassingen

COMPLICATIES

Workshop Kennis en Toepassingen

Meest voorkomende complicaties

Kathetermalfunctie (Infusie- en bloedaspiratie-problemen) Studie Delvallee et al. (2017) in de thuissetting occlusie vd katheter = meest voorkomende complicatie

Lokale problemen Kathetergerelateerde bloedbaan-

infectie Kathetergerelateerde thrombose Extravasatie

Workshop Kennis en Toepassingen

Kathetermalfunctie(Infusie- en bloedaspiratie-problemen)

Onduidelijke definiëring, dus vage overkoe-pelende term

Globale oorzaak, geen concreet operatio-neel klinisch teken (partiële vs totale occlu-sie)

= elke toestand waarbij de injectie en/of de aspiratie moeilijk of onmogelijk is

katheter INjectie & ASpiratie Classificatie(CINAS)

Schaal van 1 tot 31 = gemakkelijk

2 = moeilijk3 = onmogelijkX = niet gekend

Workshop Kennis en Toepassingen

3 Leuven Malfunction Management Protocollen (LMMP)

Vbn van interpretatieCINAS

Bloedafname via een PICCJe kan gemakkelijk inspuiten maar wanneer je probeert om bloed te aspireren komt er enkel een weinig rozig vochtNa het inspuiten van een extra 10 ml of NaCl 0,9% en het vragen aan de patiënt om eens diep in te ademen kan de bloedafname vlot gebeuren

CINAS classificatie=IN1AS2

Workshop Kennis en Toepassingen

Vbn van interpretatieCINAS

Bloedafname via een poortkatheter Bij het voorafgaandelijk spoelen kan je gemakkelijk inspuiten maar het is niet meer mogelijk de 3 resterende tubes af te nemen, wat je ook pro-beert (zoals extra spoelen, een nieuwe Hubernaald plaatsen)

CINAS classificatie=IN1AS3

Workshop Kennis en Toepassingen

Vbn van interpretatieCINAS

De infusiezak is volledig leeg en er isbloed in de leiding Je probeert met NaCl 0, 9% de ka-theter te spoelen maar dit is onmo-gelijk; ook de bloedaspiratie is onmo-gelijk

CINAS classificatie=IN3AS3

Workshop Kennis en Toepassingen

3 Leuven Malfunction Management Protocollen (LMMP)

Bijbehorende algoritme afhankelijk van het vastgestelde probleem Algoritme is opgebouwd als volgt:

1 de verpleegkundige acties die ‘aan het bed’ van de patiënt kunnenworden uitgevoerd;

2 eventueel bijkomende onderzoeken om het probleem verder tediagnosticeren;

3 therapeutische acties: medicamenteus, radiologisch of chirurgisch

LMMP1: algoritme aspiratieproblemen LMMP2: algoritme injectieproblemen LMMP3: algoritme onmogelijke injectie

Intraveneuze katheters Praktijkgids voor een kwaliteitsvolle en multiprofessionele aanpak, L. Goossens 2018 Acco

Workshop Kennis en Toepassingen

IN1AS1

Leuven Malfunction Management Protocol (LMMP1)Aspiratieproblemen CINAS code: IN1AS2, IN1AS3 versie 2018

Spoel extra, pulserend met NaCl0,9%Verander de intrathoracaledruk: laat de patiënt diep ademhalen of het valsalva-manoeuvre uitvoerenVerander de houding van de patiënt: zijligging, platliggen, armen boven hoofd laten bewegenBij poortkatheters: Herprik met een nieuwe (langere) naald

Spoel met 10 ml NaCl0,9%, noteer ondernomen acties en

IN1AS1 in het patiëntendossier

Ja

Nee

Check poort, katheterverloop en

tippositie op een (nieuwe) RX Thorax (face/profiel) en

bovenarm (PICC)

Workshop Kennis en Toepassingen

Oorzaken malfunctie

Thrombotisch Niet-thrombotisch

Na bloedafname, transfusie, leeg infuus, hoesten, braken

Meestal door opstapeling medicatie- en vetresten

- Voldoende spoelen na elke medicatie- Vooral na viskeuze producten (TPN, albumi-ne, bloed, contraststof- Let op met onverenigbare medicatie- Elke neerslag = ideale voedingsbodem voorbacteriën

« Reverse ball valve-effect » IN3AS1 - Klonter werkt als een klep- Klontertje in de poortkamer dat zich ge-deeltelijk voor het ‘uitlaatbuisje’ naar de ka-theter toe plooit- Bij inspuiten via de Huberpuntnaald plooit de klonter zich voor de katheteringang- Bij de bloedaspiratie wordt de klonter uit de katheter geplooid en is er doorgang van-uit de katheter naar de poortkamer toe

Mechanisch- Meestal extern- « Pinch-offsyndroom » IN1AS2, IN1AS3- Afklemming katheter tussen sleutelbeen en

eerste rib- Risico op longitudinale barst bij polyure-

thane katheter- Risico op transsectie bij silicone katheter- Kathetertip tegen vaatwand

Workshop Kennis en Toepassingen

Oorzaken malfunctie

Niet-thrombotisch

« Sleeve-vorming » = reactie vaatwand op vreemd lichaam

- Ontwikkelt zich vanaf de katheterplaatsing - De sleeve start bij de intredeplaats

in de ader, maar groeit soms progressiefdoor rond de kathetertip ⇒ malfunctie

- Aanwezigheid zal pas worden opgemerkt door diagnostische beeldvorming, namelijk bij een kathetergram (contraststof inspuiten via de katheter)

- Indien er geen functionele problemen zijn, zal een kathetergram geen sleeve in beeld brengen

- Bij een PICC kan de sleeve aanleiding ge-ven tot een moeilijke verwijdering van de PICC

Workshop Kennis en Toepassingen

Type malfunctieprobleem

Injectiemoeilijkheden (CINAS-code IN2AS1, IN2AS2, IN2AS3, IN3AS1,

IN3AS2, IN3AS3)

Aspiratiemoeilijkheden (CINS-code IN1AS2, IN1AS3)

Injectieproblemen Aspiratieproblemen

Al dan niet vlotte aspiratie Injectie meestal gemakkelijk

Intraluminaal probleem Extraluminaal probleem

Workshop Kennis en Toepassingen

Vpl. aanpakmalfunctie

Vroetijdig herkennen Check bij elk gebruik

katheter Noteren van gegevens Gebruik CINAS-code

(uniforme taal) Gebruik vastgelegd

protocol, ideaal Leuven Malfunction Manage-ment Protocol

LMMP1: algoritme as-piratieproblemen

LMMP2: algoritme in-jectieproblemen

LMMP3: algoritmeonmogelijke injectie

Vpl. aanpak Aspiratie-malfunctie(LMMP1)

Meestal een extraluminaal probleem Sterk vermoeden aan kathetertip (inclusief wijziging posi-

tie) Bij poortkatheter eerst huberpuntnaaldpositie checken Bij twijfel, herprikken (ev. met langere naald) Patiënt in zijligging, volledig plat of met armen omhoog

Is bloedaspiratie gemakkelijk met armen omhoog en moeilijk met armen omlaag ⇒ pinch-offsyndroom⇒ RX-thorax of kathetergram

Wijzigen intrathoracale druk door valsalvamanoevre Pulserend spoelen met NaCl 0,9% (min 10ml!!)

Workshop Kennis en Toepassingen

Vpl. aanpak Aspiratie-malfunctie(LMMP1)

Indien radiografie bevestigt dat kathetertip thv het laatste derde vd VCS of hoog in rechter atrium ⇒ grote kans op klonter aan de kathetertip⇒ toedienen van thrombolyticum

- continue IV-toediening over 1 uur (40.000 IE urokinase in100ml

NaCl 0,9%) is effectiever dan een bolusinjectie (15.000IE) vanwege

langere contacttijd

- bolusinjectie is veiliger indien stollingsstoornissen

- bij bolusinjectie : iets groter volume dan kathetervolume

& langzaam toedienen om contact met

fibrine te garanderen

voor PICC 1,5ml; voor poortkatheter 3ml

soms nodig te herhalen of als « lock » (2ml; min. 15’)

Workshop Kennis en Toepassingen

Vpl. Aanpak Moeilijke Injectie-malfunctie(LMMP2)

Klinisch teken van obstructie in de katheter of aan de kathetertip

Bij poortkatheter eerst huberpuntnaaldpositie-obstructie checken

Bij twijfel, herprikken (ev. met langere naald)

Inloopvloeistoffen onder hoge druk toedienen zonder oorzaak na te gaan is afgeraden

Eerst nagaan voorgeschiedenis vd verstopping : welke producten hebben gelopen, TPN, vermoeden van bloedklonter,…?

Bij twijfel, eerst een radiografisch onderzoek

Bij groot vermoeden van een specifieke oorzaak, obstructie oplossen met bepaalde producten

Workshop Kennis en Toepassingen

Vpl. Aanpak Moeilijke Injectie-malfunctie(LMMP2)

Producten om obstructie in oplossing te brengen op voorschrift arts

Thrombolyticum : cf supra, altijd vóór gebruik andere middelen

Natriumhydroxide (NaOH 0,1M) voor lipiden, TPN- obstructie : 10ml-spuit gevuld met 3ml NaOH 0,1M gedurende enkele minuten ⇒ kleuromslagnaar groen-bruinachtige aspiratievocht ⇒ herhalen tot heldere vloeistofwordt geaspireerd

Infuus van NaOH 0,1M over één uur is ook mogelijk, tussendoor probe-

ren te aspireren

Ethanol 70% tot 95% is mider effectief voor TPN-neerslag

Basische of zure producten : bij neerslag na niet-verenigbare vloeistoffen,

op advies ziekenhuisapotheker

Indien nodig kathetergramWorkshop Kennis en Toepassingen

Vpl. Aanpak Onmogelijke Injectie-malfunctie(LMMP3)

Meestal een intraluminaal probleem

Meestal belemmering injectie en aspiratie tgl (IN3AS3), zelden kan er nogwel bloed worden geaspireerd

Bij poortkatheter eerst huberpuntnaaldpositie-obstructie checken

Bij twijfel, herprikken (ev. met langere naald)

Oplossen probleem doorgaans minder tijdrovend bij poortkatheter dan bij PICC vanwege het verschil in lengte (15 à 25cm; 40cm resp.)

Specifieke technieken (vpl.)

Workshop Kennis en Toepassingen

Vpl. Aanpak Onmogelijke Injectie-malfunctie(LMMP3)

Driewegkraantechniek

o 3-wegkraan plaatsen

o Op ene uiteinde een lege spuit van 20ml, op andere uiteinde een spuitvan 10 ml met 3ml product (ngl vermoede oorzaak)

o Draai 3-wegkraan in richting lege spuit en aspireer door de stamperenkele keren naar achter te trekken en opnieuw los te laten

o Eindig met maximaal aspireren, behoud de kracht en draai 3-wegkraan in richting van spuit met het oplosproduct dat wordt aangezogen

o Daarna 10 tot 20 X zachtjes druk uitoefenen op de spuit met product totvlotte doorgang wordt bekomen (mechanische vermenging vh product in katheter)

o Het product 15’ tot enkele uren ter plaatse laten

o Zo nodig de hele procedure herhalen

o Daarna pulserend spoelen met 10ml NaCl 0,9%

Vpl. Aanpak Onmogelijke Injectie-malfunctie(LMMP3) Pop-techniek

o Doel is inhoud katheter in kleine stukjes te breken en op mechanischewijze de doorgangkelijkheid te herstellen

o Sluit 10ml-spuit aan op katheteruiteinde of kraan

o Aspireer maximaal en laat de stamper los ⇒ ‘pop’-geluid. Door de nega-tieve druk, veroorzaakt door de stamper terug te trekken, wordtNaCl 0,9% gemengd met katheterinhoud (via schockgolven)

o Herhaal tot 30 X indien nodig

o Goed om steeds aansluitend nog een product, ngl type verstopping, toete dienen om resten te verwijderen

Workshop Kennis en Toepassingen

Vpl. Aanpak Onmogelijke Injectie-malfunctie(LMMP3)

Melken externe deel katheter

o Enkel mogelijk bij katheters met een uitwendig deel (getunnelde K, PICC, MC)

o Platknijpen uitwendige deel vd katheter ⇒ inhoud wordt mechanisch in kleinere deeltjes opgebroken ⇒ versnelt het proces in combinatie met voorgaande technieken

Producten om obstructie in oplossing te brengen (cf supra)

NB Knik in PICC (radiografisch vastgesteld) ⇒ overwegen om katheterzachtjes terug te trekken om doorgangkelijkheid te herstellen(medische handeling)

Daarna nieuwe radiografie

Workshop Kennis en Toepassingen

Permanente technologische evolutie Toenemend gebruik CVK in thuiszorg Organisatorische innovatie in thuisver-

pleegkunde Patiënten-participatie Noodzaak om up to date te blijven Gebruik steeds evidence-based praktijk

(lees goede litteratuur) Nood aan meer intensieve samenwer-

king Zh & thuiszorg (partnerschap)

Conclusie

Workshop Kennis en Toepassingen

BibliographieGoossens, L. (2018). Intraveneuze katheters. Praktijkgids voor een kwaliteitsvolle en multiprofes-sionele aanpak. Leuven: AccoGoossens GA., Grumiaux N., Janssens C., Jérome M., Fieuws S., Moons P., Stas M.,Maleux G., (2018). SecurAstaP trial: securement with SecurAcath versus StatLock for peripherally insertedcentral catheters, a randomised open trial BMJ Open 2018;8:e016058doi: 10.1136/bmjopen-2017-016058Gorski, L., Hadaway, L., Hagle, M., McGoldrick, M., Orr, M., Doellman, D. (2016). Infusion Therapy Standards of practice. Johansson, E., Hammarskjöld, F., Lundberg, D., & Arnlind, M. H. (2013). Advantages anddisadvantages of peripherally inserted central venous catheters (PICC) comparedto other central venous lines: A systematic review of the literature. In (Vol. 52,pp. 886-892): Taylor & Francis.O' Grady, N., Alexander, M., Burns, L., Dellinger, E., Garland, J., Heard, S., Lipsett, P.,Masur, H., Mermel, L., Pearson, M., Raad, I., Randolph, A., Rupp, M., Saint, S.,and the Healthcare Infection Control Practices Advisory Committee, (2011).Guidelines for the prevention of intravascular catheter-related infections. UZ Leuven, (2017). Onderhoud van een perifeer ingebrachte centrale katheter en midlinekatheter. Online geraadpleegd op 27 augustus 2018 op https://www.uzleuven.be/sites/default/files/onderhoud_PICK_midline_katheter_0. pdf

Workshop Kennis en Toepassingen