EESC...Nieuwe structuur van het EESC voor 2006-2008 Voorzitter Dimitris Dimitriadis (Groep I —...

4
Het ligt in mijn bedoeling dat het Comité tijdens mijn mandaat bijdraagt aan het welslagen van de herziene Lissabon-strategie en de EU-initiatieven terzake ondersteunt. De vorming van netwerken tussen de sector onderzoek en innovatie, de sector industriële toepassingen en onderwijskringen kan daarbij van grote betekenis zijn. M.n. dient aandacht uit te gaan naar het MKB, omdat daar de meeste nieuwe banen worden gecreëerd. Het is mijn overtuiging dat verbetering van de Europese en nationale wetgeving (zoals aanbevolen door onze Waarnemingspost voor de interne markt) tot meer groei en werkgelegenheid zal leiden. Een en ander impliceert een vermindering van de administratieve lasten, te beginnen bij het lokale niveau. Dit is een van de voornaamste prioriteiten van het Duitse Raadsvoorzitterschap waar ik dan ook volledig achter sta. (…) De ad-hocgroep die is belast met de voorbereiding van het syntheseverslag voor de voorjaarstop van 2008 moet haar taak met de grootste zorg uitvoeren, zodat dit document van de Europese leiders de aandacht krijgt die het verdient. Duurzame ontwikkeling De beleidsdoelstelling duurzame ontwikkeling hangt nauw samen met de herziene Lissabon- agenda. (…) Het is de taak van de EESC-Waarnemingspost voor duurzame ontwikkeling (WDO) om alle betrokkenen ertoe aan te zetten netwerken op te richten en contact te leggen met de vele organisaties die zich inzetten voor een duurzame economische en sociale ontwikkeling, met het Europees Milieuagentschap en met Eurostat. Daarnaast moet de waarnemingspost erop toezien hoe de verschillende vooruitgangsindicatoren zich ontwikkelen en goede en slechte praktijkvoorbeelden verzamelen. Klimaatverandering, energiebeleid en milieubescherming Kenmerkend voor deze tijd is dat de politieke agenda’s er van dag tot dag anders uitzien, en dat brengt mij bij het nieuwe prioritaire thema van de Commissie, nl. klimaatverandering en energiebeleid. (...) Het Comité telt een aantal leden die op dit vlak gepokt en gemazeld zijn: ik reken op hen om deze discussie aan te zwengelen. Wij mogen ons niet afzijdig houden van het debat over de interne en internationale beleidskeuzes die moeten worden gemaakt willen we eindelijk de laatste hand leggen aan de dringend noodzakelijke strategie over het energiebeleid. Ik zou in samenwerking met onze deskundigen en het bureau een debat op gang willen brengen over de oprichting van een nieuw orgaan van het Comité dat zich met dit thema gaat bezighouden, en het zou mij groot plezier doen mocht het Comité verzocht worden daarover verkennende adviezen op te stellen. Het Europees sociaal model Sociale dialoog is een van de pijlers van democratie en economische ontwikkeling. De EU, de nationale regeringen, de sociale partners en andere betrokkenen uit het maatschappelijk middenveld moeten op dit vlak nauw samenwerken. Om niet op tegenkanting te stuiten en de burgers te doen inzien dat een aantal hervormingen en aanpassingen van de socialezekerheidsregelingen noodzakelijk is, is overleg vereist. De beruchte dienstenrichtlijn is daarvan een treffende illustratie. Het is dan ook zaak nauwlettend toe te zien op de ontwikkelingen m.b.t. de ontwerp-richtlijn inzake arbeidstijden. (…) Het sociaal model moet het opleidingsniveau en het aanpassingsvermogen ten goede komen. (…) Tegen de achtergrond van de sociale zekerheid kan de vergrijzing worden gezien als een probleem, maar we mogen niet vergeten dat actieve senioren ook een groot potentieel in zich dragen. (…) 2. Externe betrekkingen Op het vlak van externe betrekkingen is de rol van het Comité in het institutionele bestel beperkt. Wel staan we voortdurend in contact met onze partners uit derde landen en kunnen we zo het officiële EU-beleid ondersteunen. Wij zijn geen politici — en pretenderen dat ook zeker niet te zijn — maar kunnen vaak wel een helpende hand reiken als het buitenlands beleid pas op de plaats maakt. Internationale vereniging van sociaaleconomische raden en aanverwante instellingen (Aicesis) Ik verheug mij erover dat in september 2006 in Seoel is besloten het Comité met ingang van 1 januari 2007 officieel lid te maken van de Aicesis. Het Comité zich binnen de Aicesis niet alleen als volwaardig lid profileren, maar ook het voortouw nemen. INLEIDING Als nieuwe voorzitter van het Comité wil ik hier dieper ingaan op mijn programma, dat niet zal botsen met dat van mijn voorgangster, mevrouw Sigmund. Hoewel mijn prioriteiten natuurlijk anders liggen stel ik er als primus inter pares van onze voltallige vergadering eer in en zie ik het als mijn plicht de belangen van alle leden en door het Comité vertegenwoordigde sociale en beroepsorganisaties te behartigen. Mijn programma staat net als mijn inaugurele rede in het teken van „Ondernemerschap met een menselijk gezicht”. Gezien de uitdagingen die ons wachten moeten wij het ondernemerschap op alle maatschappelijke niveaus en in al zijn vormen aanmoedigen. Ik bedoel daarmee ondernemerschap in de brede zin van het woord, een ondernemerschap dat gelijk staat aan zin voor initiatief en betrekking heeft op jongeren zowel als op ouderen, op economische maar ook op wetenschappelijke en burgerinitiatieven. In economische zin is ondernemingsgeest op de eerste plaats de sleutel om de problematiek van de mondialisering aan te pakken. Ondernemen mag evenwel nooit een doel op zich zijn maar moet op maat van de mens worden gesneden. Idealiter moet het ondernemerschap erop gericht zijn het Europees sociaal model, dat de rest van de wereld tot voorbeeld strekt, te beschermen en te wapenen tegen de dreigingen van de wereldwijde concurrentie en de demografische veranderingen. Ik ben zelf ondernemer en weet dus maar al te goed dat tijd kostbaar is — zegt men niet „Tijd is geld”? Ik heb mijn programma daarom toegespitst op een aantal kernprioriteiten en getracht me aan concrete, praktische en meetbare zaken te houden. De prioriteitenlijst kan worden opgedeeld in drie categorieën: thematische beleidsprioriteiten, de rol van het Comité binnen de EU, en interne aangelegenheden van het Comité. Mijn bijzondere dank gaat uit naar alle leden die hebben gereageerd op mijn vraag om een bijdrage in te sturen. Ook al zijn ze niet altijd van dezelfde strekking, al deze bijdragen zijn goed onderbouwd en bijzonder nuttig. Ik heb ervoor gekozen m.n. de voorstellen te selecteren waarover een ruime consensus bestaat. Mochten uw aanbevelingen niet in het huidige programma terug te vinden zijn, weet dan dat zij niet zonder meer terzijde zijn geschoven maar zorgvuldig bewaard worden, en zeker in aanmerking zullen worden genomen bij de tenuitvoerlegging van het programma. Nieuwe ideeën blijven overigens welkom. I. BELEIDSPRIORITEITEN 1. Hoe de globalisering aan te pakken? De globalisering brengt voor de EU drie soorten uitdagingen mee, nl. op economisch, intellectueel (onderwijs, innovatie en onderzoek) en bestuurlijk vlak. (…) Het antwoord op de globalisering moet de Europese integratie een nieuwe impuls geven: burgers en samenleving weten immers dat het nationale kader te eng is voor de oplossing van dit soort problemen. De EU, die op dit moment 27 lidstaten telt, is nu al de grootste economische unie ter wereld en zal zich ongetwijfeld nog verder uitbreiden. We moeten ons bewust zijn van de kracht van Europa, maar mogen tegelijkertijd niet vergeten dat we enkel iets kunnen bereiken als we als één man optreden en met één stem spreken. Hier is een bijzondere taak weggelegd voor het Comité, zowel voor de instelling en haar verschillende organen op zich als voor de leden en hun bijdragen. De leden zelf en hun nationale en internationale organisaties fungeren als pleitbezorger van de Europese ideeën, kunnen de burger de ogen openen voor de impact van de Europese besluitvorming op hun dagelijkse leven, en de EU en haar instellingen attent maken op de verwachtingen van burgers, werknemers en bedrijfsleven. Geen enkele beleidsmaatregel, geen enkel programmapunt, kan vruchten afwerpen als niet ieder van u zich actief inzet om de impact ervan te vergroten en voor een degelijke follow-up te zorgen. De herziening van de Lissabon-agenda en het concurrentievermogen De herziene Lissabon-agenda is het belangrijkste politieke instrument waarmee de EU de uitdagingen van de globalisering kan aangaan. Om de tenuitvoerlegging ervan nieuw leven in te blazen is tijdens de voorjaarstop van de Raad van 2005 besloten alle aandacht te richten op de bevordering van groei en werkgelegenheid enerzijds en het promoten van onderzoek, innovatie en concurrentievermogen anderzijds. (…) September 2007 / 7 Bijzondere uitgave HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ — EEN BRUG TUSSEN EUROPA EN HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD WWW.EESC.EUROPA.EU EESC INFO ISSN 1830-6357 Programma van voorzitter Dimitriadis voor 2006-2008 Samenvatting van zijn toelichting Ondernemerschap met een menselijk gezicht (vervolg op blz. 4)

Transcript of EESC...Nieuwe structuur van het EESC voor 2006-2008 Voorzitter Dimitris Dimitriadis (Groep I —...

Page 1: EESC...Nieuwe structuur van het EESC voor 2006-2008 Voorzitter Dimitris Dimitriadis (Groep I — Werkgevers, Griekenland) PRESIDIUM Het presidium, dat voor een periode van twee jaar

Het ligt in mijn bedoeling dat het Comité tijdens mijn mandaat bijdraagt aan het welslagen van de herziene Lissabon-strategie en de EU-initiatieven terzake ondersteunt. De vorming van netwerken tussen de sector onderzoek en innovatie, de sector industriële toepassingen en onderwijskringen kan daarbij van grote betekenis zijn. M.n. dient aandacht uit te gaan naar het MKB, omdat daar de meeste nieuwe banen worden gecreëerd.

Het is mijn overtuiging dat verbetering van de Europese en nationale wetgeving (zoals aanbevolen door onze Waarnemingspost voor de interne markt) tot meer groei en werkgelegenheid zal leiden. Een en ander impliceert een vermindering van de administratieve lasten, te beginnen bij het lokale niveau. Dit is een van de voornaamste prioriteiten van het Duitse Raadsvoorzitterschap waar ik dan ook volledig achter sta. (…)

De ad-hocgroep die is belast met de voorbereiding van het syntheseverslag voor de voorjaarstop van 2008 moet haar taak met de grootste zorg uitvoeren, zodat dit document van de Europese leiders de aandacht krijgt die het verdient.

Duurzame ontwikkeling

De beleidsdoelstelling duurzame ontwikkeling hangt nauw samen met de herziene Lissabon-agenda.

(…)

Het is de taak van de EESC-Waarnemingspost voor duurzame ontwikkeling (WDO) om alle betrokkenen ertoe aan te zetten netwerken op te richten en contact te leggen met de vele organisaties die zich inzetten voor een duurzame economische en sociale ontwikkeling, met het Europees Milieuagentschap en met Eurostat. Daarnaast moet de waarnemingspost erop toezien hoe de verschillende vooruitgangsindicatoren zich ontwikkelen en goede en slechte praktijkvoorbeelden verzamelen.

Klimaatverandering, energiebeleid en milieubescherming

Kenmerkend voor deze tijd is dat de politieke agenda’s er van dag tot dag anders uitzien, en dat brengt mij bij het nieuwe prioritaire thema van de Commissie, nl. klimaatverandering en energiebeleid. (...)

Het Comité telt een aantal leden die op dit vlak gepokt en gemazeld zijn: ik reken op hen om deze discussie aan te zwengelen. Wij mogen ons niet afzijdig houden van het debat over de interne en internationale beleidskeuzes die moeten worden gemaakt willen we eindelijk de laatste hand leggen aan de dringend noodzakelijke strategie over het energiebeleid. Ik zou in samenwerking met onze deskundigen en het bureau een debat op gang willen brengen over de oprichting van een nieuw orgaan van het Comité dat zich met dit thema gaat bezighouden, en het zou mij groot plezier doen mocht het Comité verzocht worden daarover verkennende adviezen op te stellen.

Het Europees sociaal model

Sociale dialoog is een van de pijlers van democratie en economische ontwikkeling. De EU, de nationale regeringen, de sociale partners en andere betrokkenen uit het maatschappelijk middenveld moeten op dit vlak nauw samenwerken. Om niet op tegenkanting te stuiten en de burgers te doen inzien dat een aantal hervormingen en aanpassingen van de socialezekerheidsregelingen noodzakelijk is, is overleg vereist. De beruchte dienstenrichtlijn is daarvan een treffende illustratie. Het is dan ook zaak nauwlettend toe te zien op de ontwikkelingen m.b.t. de ontwerp-richtlijn inzake arbeidstijden. (…)

Het sociaal model moet het opleidingsniveau en het aanpassingsvermogen ten goede komen. (…)

Tegen de achtergrond van de sociale zekerheid kan de vergrijzing worden gezien als een probleem, maar we mogen niet vergeten dat actieve senioren ook een groot potentieel in zich dragen. (…)

2. Externe betrekkingenOp het vlak van externe betrekkingen is de rol van het Comité in het institutionele bestel beperkt. Wel staan we voortdurend in contact met onze partners uit derde landen en kunnen we zo het officiële EU-beleid ondersteunen. Wij zijn geen politici — en pretenderen dat ook zeker niet te zijn — maar kunnen vaak wel een helpende hand reiken als het buitenlands beleid pas op de plaats maakt.

Internationale vereniging van sociaaleconomische raden en aanverwante instellingen (Aicesis)

Ik verheug mij erover dat in september 2006 in Seoel is besloten het Comité met ingang van 1 januari 2007 officieel lid te maken van de Aicesis. Het Comité zich binnen de Aicesis niet alleen als volwaardig lid profileren, maar ook het voortouw nemen.

INLEIDINGAls nieuwe voorzitter van het Comité wil ik hier dieper ingaan op mijn programma, dat niet zal botsen met dat van mijn voorgangster, mevrouw Sigmund. Hoewel mijn prioriteiten natuurlijk anders liggen stel ik er als primus inter pares van onze voltallige vergadering eer in en zie ik het als mijn plicht de belangen van alle leden en door het Comité vertegenwoordigde sociale en beroepsorganisaties te behartigen.

Mijn programma staat net als mijn inaugurele rede in het teken van „Ondernemerschap met een menselijk gezicht”. Gezien de uitdagingen die ons wachten moeten wij het ondernemerschap op alle maatschappelijke niveaus en in al zijn vormen aanmoedigen. Ik bedoel daarmee ondernemerschap in de brede zin van het woord, een ondernemerschap dat gelijk staat aan zin voor initiatief en betrekking heeft op jongeren zowel als op ouderen, op economische maar ook op wetenschappelijke en burgerinitiatieven. In economische zin is ondernemingsgeest op de eerste plaats de sleutel om de problematiek van de mondialisering aan te pakken. Ondernemen mag evenwel nooit een doel op zich zijn maar moet op maat van de mens worden gesneden. Idealiter moet het ondernemerschap erop gericht zijn het Europees sociaal model, dat de rest van de wereld tot voorbeeld strekt, te beschermen en te wapenen tegen de dreigingen van de wereldwijde concurrentie en de demografische veranderingen.

Ik ben zelf ondernemer en weet dus maar al te goed dat tijd kostbaar is — zegt men niet „Tijd is geld”? Ik heb mijn programma daarom toegespitst op een aantal kernprioriteiten en getracht me aan concrete, praktische en meetbare zaken te houden. De prioriteitenlijst kan worden opgedeeld in drie categorieën: thematische beleidsprioriteiten, de rol van het Comité binnen de EU, en interne aangelegenheden van het Comité.

Mijn bijzondere dank gaat uit naar alle leden die hebben gereageerd op mijn vraag om een bijdrage in te sturen. Ook al zijn ze niet altijd van dezelfde strekking, al deze bijdragen zijn goed onderbouwd en bijzonder nuttig. Ik heb ervoor gekozen m.n. de voorstellen te selecteren waarover een ruime consensus bestaat. Mochten uw aanbevelingen niet in het huidige programma terug te vinden zijn, weet dan dat zij niet zonder meer terzijde zijn geschoven maar zorgvuldig bewaard worden, en zeker in aanmerking zullen worden genomen bij de tenuitvoerlegging van het programma. Nieuwe ideeën blijven overigens welkom.

I. BELEIDSPRIORITEITEN1. Hoe de globalisering aan te pakken?De globalisering brengt voor de EU drie soorten uitdagingen mee, nl. op economisch, intellectueel (onderwijs, innovatie en onderzoek) en bestuurlijk vlak. (…) Het antwoord op de globalisering moet de Europese integratie een nieuwe impuls geven: burgers en samenleving weten immers dat het nationale kader te eng is voor de oplossing van dit soort problemen.

De EU, die op dit moment 27 lidstaten telt, is nu al de grootste economische unie ter wereld en zal zich ongetwijfeld nog verder uitbreiden. We moeten ons bewust zijn van de kracht van Europa, maar mogen tegelijkertijd niet vergeten dat we enkel iets kunnen bereiken als we als één man optreden en met één stem spreken.

Hier is een bijzondere taak weggelegd voor het Comité, zowel voor de instelling en haar verschillende organen op zich als voor de leden en hun bijdragen. De leden zelf en hun nationale en internationale organisaties fungeren als pleitbezorger van de Europese ideeën, kunnen de burger de ogen openen voor de impact van de Europese besluitvorming op hun dagelijkse leven, en de EU en haar instellingen attent maken op de verwachtingen van burgers, werknemers en bedrijfsleven.

Geen enkele beleidsmaatregel, geen enkel programmapunt, kan vruchten afwerpen als niet ieder van u zich actief inzet om de impact ervan te vergroten en voor een degelijke follow-up te zorgen.

De herziening van de Lissabon-agenda en het concurrentievermogen

De herziene Lissabon-agenda is het belangrijkste politieke instrument waarmee de EU de uitdagingen van de globalisering kan aangaan. Om de tenuitvoerlegging ervan nieuw leven in te blazen is tijdens de voorjaarstop van de Raad van 2005 besloten alle aandacht te richten op de bevordering van groei en werkgelegenheid enerzijds en het promoten van onderzoek, innovatie en concurrentievermogen anderzijds.

(…)

September 2007 / 7 Bijzondere uitgave Het europees economiscH en sociaal comité — een brug tussen europa en Het maatscHappelijk middenveld WWW.EESC.EUROPA.EU

EESCINFO

ISSN 1830-6357

Programma van voorzitter Dimitriadis voor 2006-2008 Samenvatting van zijn toelichting

Ondernemerschap met een menselijk gezicht

(vervolg op blz. 4)

Page 2: EESC...Nieuwe structuur van het EESC voor 2006-2008 Voorzitter Dimitris Dimitriadis (Groep I — Werkgevers, Griekenland) PRESIDIUM Het presidium, dat voor een periode van twee jaar

Nieuwe structuur van het EESC voor 2006-2008

www.eesc.europa.eu

VoorzitterDimitris Dimitriadis (Groep I — Werkgevers, Griekenland)

PRESIDIUMHet presidium, dat voor een periode van twee jaar wordt gekozen, bestaat uit de voorzitter en de twee vicevoorzitters.

VicevoorzitterAlexander Graf von Schwerin (Groep II — Werknemers, Duitsland) Voorzitter van de groep Begrotingszaken

VicevoorzitterJillian van Turnhout(Groep III — Diverse werkzaamheden, Ierland) Voorzitter groep Communicatie

VoorzitterHenri Malosse (Frankrijk)

Het EESC bestaat uit drie groepen: „Werkgevers”, „Werknemers”, en „Diverse werkzaamheden”.Groep I — Werkgevers

VoorzitterMario Sepi (Italië)

VoorzitterStaffan Nilsson(Zweden)

Groep III — Diverse werkzaamhedenGroep II — Werknemers

Vicevoorzitters van groep IPeter Clever (Duitsland)Antal Csuport (Hongarije)Jacek Krawczyk (Polen)Thomas McDonogh (Ierland) Eve Päärendson (Estland) Irini Ivoni Pari (Griekenland)

BureauHet bureau regelt de interne organisatie en werkwijze van het Comité. Het bestaat uit 39 leden, waaronder de voorzitter en twee vicevoorzitters. Het bureau kan op bepaalde gebieden worden bijgestaan door ad-hocgroepen.

Vicevoorzitters van groep IIIMiklós Barabás (Hongarije)Luca Jahier (Italië)Mall Hellam (Estland)

Vicevoorzitters van groep IIKarin Alleweldt (Duitsland)Liina Carr (Estland)Gérard Dantin (Frankrijk)Ernst Erik Ehnmark (Zweden)Victor Hugo Sequeira (Portugal)Dana Štechová (Tsjechië)

Voltallige vergaderingDe adviezen van de gespecialiseerde afdelingen worden door de voltallige vergadering met een gewone meerderheid van stemmen goedgekeurd en toegezonden aan de Raad, de Commissie en het Europees Parlement. Het Comité telt 344 leden.

Groep IDimitris Dimitriadis (Griekenland)Malosse Henri (Frankrijk)Dorthe Andersen (Denemarken)Paulo Barros Vale (Portugal)Vladimíra Drbalová (Tsjechië)Filip Hamro-Drotz (Finland)Brenda King (Verenigd

Koninkrijk)Viesturs Kociņš (Letland)Gintaras Morkis (Litouwen)José Isaías Rodríguez García-Caro

(Spanje)Cveto Stantič (Slovenië)Joost van Iersel (Nederland)János Vértes (Hongarije)

Groep IIAlexander Graf von Schwerin

(Duitsland)Mario Sepi (Italië)William A. Attley (Ierland)Laure Batut (Frankrijk)Peter Coldrick

(Verenigd Koninkrijk)Anna Maria Darmanin (Malta)Georgios Dassis (Griekenland)Plamen Dimitrov (Bulgarije)Marian Krzaklewski (Polen)Lars Nyberg (Zweden)Josly Piette (België)Maria Candelas Sánchez (Spanje)Robert Schadeck (Luxemburg)

Groep IIIJillian Van Turnhout (Ierland)Staffan Nilsson (Zweden)Bernardo Hernández Bataller

(Spanje)Luca Jahier (Italië)Meelis Joost (Estland)Seppo Kallio (Finland)Kostakis Konstantinidis (Cyprus)Cristian Pîrvulescu (Roemenië)Anne-Marie Sigmund

(Oostenrijk)Stylianos Staikos (Griekenland)Juraj Stern (Slowakije)Frank Stöhr (Duitsland)János Tóth (Hongarije)

Page 3: EESC...Nieuwe structuur van het EESC voor 2006-2008 Voorzitter Dimitris Dimitriadis (Groep I — Werkgevers, Griekenland) PRESIDIUM Het presidium, dat voor een periode van twee jaar

Nieuwe structuur van het EESC voor 2006-2008

www.eesc.europa.eu

VoorzitterJános Tóth(Groep II — Diverse werkzaamheden, Hongarije)

Afdeling „Vervoer, energie, infrastructuur, informatiemaatschappij” (TEN)

VoorzitterFilip Hamro-Drotz (Groep I — Werkgevers, Finland)

VoorzitterGeorgios Dassis (Groep II — Werknemers, Griekenland)

Afdeling „Economische en Monetaire Unie, economische en sociale samenhang” (ECO)

Afdeling „Externe betrekkingen” (REX)

VoorzitterMaría Candelas Sánchez Miguel (Groep II — Werknemers, Spanje)

Afdeling „Landbouw, plattelandsontwikkeling, milieu” (NAT)

VoorzitterBernardo Hernández Bataller (Groep III — Diverse werkzaamheden, Spanje)

VoorzitterBrenda King (Groep I — Werkgevers — Verenigd Koninkrijk)

Afdeling „Werkgelegenheid, sociale zaken, burgerschap” (SOC)

Afdeling „Interne markt, productie en consumptie” (INT)

VoorzitterDerek Osborn(Groep III — Diverse werkzaamheden, Verenigd Koninkrijk)

Photo VJorge Pegado Liz(Groep III — Diverse werkzaamheden, Portugal)

VoorzitterJosly Piette (Groep II — Werknemers, België)

Waarnemingspost voor de arbeidsmarkt (WAM)

VoorzitterJoost van Iersel (Groep I — Werkgevers, Nederland)

Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

David Sears (Groep I — Werkgevers, Verenigd Koninkrijk)

Quaestoren

Daniel Retureau (Groep II — Werknemers, Frankrijk)

Ludvík Jírovec(Groep III — Diverse werkzaamheden, Tsjechië)

Secretaris-generaalPatrick Venturini

Het Comité telt 6 gespecialiseerde afdelingen. Daarnaast zijn er de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI), de Waarnemingspost interne markt (WIM), de Waarnemingspost duurzame ontwikkeling (WDO) en de Waarnemingspost voor de arbeidsmarkt (WAM).

Waarnemingspost interne markt (WIM)Waarnemingpost duurzame ontwikkeling (WDO)

Page 4: EESC...Nieuwe structuur van het EESC voor 2006-2008 Voorzitter Dimitris Dimitriadis (Groep I — Werkgevers, Griekenland) PRESIDIUM Het presidium, dat voor een periode van twee jaar

verdedigen, wat ook de naam mag zijn die de tekst uiteindelijk zal meekrijgen, „grondwet”, of eenvoudigweg „grondverdrag” of „basisverdrag”.

Ik wil er hier nog op wijzen dat het Comité tijdens het voorzitterschap van mijn voorgangers Frerichs en Briesch destijds officieel is uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen aan de werkzaamheden van de Europese Conventie, die ermee belast was een ontwerp-grondwet voor Europa op te stellen.

Met de Verklaring van Berlijn, die op 25 maart 2007 werd aangenomen ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de ondertekening van het Verdrag van Rome, valt weer een stukje van de institutionele puzzel op zijn plaats. Mag ik er hier nog maar eens op wijzen dat het Comité onvoorwaardelijk achter de beginselen, de waarden en de inhoud van het verdrag tot vastselling van een Grondwet staat. (…)

2. Verbetering van de positie van het EESC binnen het Europese bestelBelangrijker nog in mijn ogen is dat het Comité zich een duidelijker politiek profiel aanmeet. Dit is waar het tijdens mijn mandaat om zal draaien. (…) Ik ben ervan overtuigd dat het Comité als spreekbuis van de burgers en als forum van deskundigen een belangrijke taak binnen het Europese institutionele bestel vervult.

Het Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft de laatste tien jaar enorm aan belang gewonnen. Een verdubbeling van onze inspanningen om de banden met deze instelling aan te halen, moet dan ook ons nieuwe streefdoel zijn.

Ik ben voornemens regelmatig contact te houden met de conferentie van de commissie- en fractievoorzitters van het EP. De EESC-leden dienen vaker en actiever deel te nemen aan vergaderingen van de EP-commissies. Ik zal dan ook nagaan hoe en onder welke voorwaarden de contactgroep EP-EESC nieuw leven kan worden ingeblazen.

Los daarvan is hier ook een sleutelrol weggelegd voor onze rapporteurs, die niet moeten schromen hun EP-collega’s te benaderen, d.w.z. de EP-rapporteurs die bezig zijn met hetzelfde thema. Ook behoort het tot de taken van de rapporteurs na te gaan in hoeverre het Comité met zijn adviezen een stempel drukt op de besluitvorming. Ik heb daarom verzocht om de „Beknopte handleiding bij het opstellen van adviezen” te actualiseren.

De Raad en de Raadsvoorzitterschappen

Onze leden zouden vaker de kans moeten krijgen deel te nemen aan vergaderingen en werkgroepen van de Raad. We zouden regelmatig met het secretariaat-generaal van de Raad in dialoog moeten treden over de werkmethoden van deze instelling.

Nog belangrijker is dat we steeds terdege op de hoogte zijn van de prioriteiten van het voorzitterschap van de Raad. Ook zal ik indien nodig bilaterale betrekkingen aanknopen met de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten. Cruciaal zijn echter de aanvragen om verkennende adviezen op te stellen (…), m.n. over de uitdagingen van de globalisering, een dossier dat bovenaan mijn agenda staat.

De Europese Commissie

Over het algemeen zijn onze betrekkingen met de Commissie uitstekend, getuige daarvan het samenwerkingsprotocol uit 2005. Met het nieuwe addendum zullen de banden verder worden aangehaald en zullen Comité en Commissie nog nauwer kunnen samenwerken.

Rapporteurs mogen zich bij de voorbereiding van hun adviezen niet beperken tot ontmoetingen met de commissarissen en hun diensten. Na de goedkeuring van een advies door de voltallige vergadering moeten zij ook stappen nemen om hun tekst tot op het hoogst mogelijke niveau bekendheid te geven. (…)

3. Betrekkingen met de nationale sociaaleconomische raden (SER’S)

Aangezien het EESC binnen het netwerk van sociaaleconomische raden van de Europese Unie als drijvende kracht wil fungeren, heb ik als eerste stap de voorzitters van alle nationale sociaaleconomische raden uitgenodigd om de zitting van juli 2007 bij te wonen en deel te nemen aan een debat over de institutionele hervorming.

Een van mijn grootste ambities is alle betrokkenen uit Cyprus de voordelen van een nationale sociaaleconomische raad te doen inzien. Voorts zou ik via de EESC-leden uit landen zonder SER (…) stabiele betrekkingen willen aanknopen met hun voornaamste maatschappelijke en beroepsorganisaties en hun NGO’s.

4. Dialoog met het maatschappelijk middenveld in Europa

Op verzoek van de groepen en na overleg met de groepsvoorzitters heb ik het plan opgevat officiële samenwerkingsovereenkomsten af te sluiten met de grote, door het EESC-bureau erkende maatschappelijke en beroepsorganisaties.

Om te vermijden dat het EESC wordt gezien als een „grote NGO” moet transparantie worden nagestreefd t.a.v. de werkzaamheden, de samenstelling en de werking van de verbindingsgroep met het maatschappelijk middenveld.

Ten slotte dienen een aantal criteria te worden vastgelegd voor de manier waarop het Comité samenwerkt met de maatschappelijke organisaties uit de EU en vooral ook uit derde landen.

EESC-INFO / September 2007 / 7 — Bijzondere uitgave

Hoofdredacteur • Karel Govaert

Adjunct-redacteuren • Christian Weger • Agata Berdys • Gudrun Eisele • Agnieszka Nyka • Sabine Pierrel • Ana-Cristina Costea

Adres • Europees Economisch en Sociaal Comité Jacques Delorsgebouw, Belliardstraat 99, B-1040 Brussel Tel. (32-2) 546 93 96 of 546 95 86 Fax (32-2) 546 97 64 E-mail: [email protected] Internet: http://www.eesc.europa.eu/

QE

-AA

-07-

007-

NL-

N

EESC-INFO / September 2007 / 7 — Bijzondere uitgave

De Euromed-landen

Ons partnerschap met de landen ten zuiden van de Middellandse Zee en hun eventuele sociaaleconomische raden is een succesverhaal, waarvan het belang niet mag worden onderschat (…).

Het ligt in onze bedoeling de banden met het maatschappelijk middenveld van de Euromed-landen nog nauwer aan te halen. Door het debat op gang te brengen en de samenwerking binnen de regio te versterken hopen we positieve invloed uit te oefenen op de participatiedemocratie, het onderwijs, de werkgelegenheid, de mensenrechten (inclusief gelijke rechten voor mannen en vrouwen) en het milieubeleid.

Staat u mij toe hier ook een politieke verklaring af te leggen over het vredesproces in het Midden-Oosten: vrede kan pas duurzaam zijn als zij gebouwd is op wederzijds begrip tussen de samenlevingen in het Euro-mediterrane gebied.

De uitbreiding

Hoewel de Europese leiders het erover eens lijken te zijn dat de EU een aantal institutionele hervormingen moet uitvoeren vóór aan verdere uitbreiding kan worden gedacht, dient het Comité zijn werkzaamheden in dit verband toch voort te zetten.

De westelijke Balkan en Kroatië

De contactgroep „Westelijke Balkan” heeft al mijn aandacht. Het zou logisch zijn het aantal leden van de groep op te trekken tot twaalf, naar het voorbeeld van andere, vergelijkbare groepen in het Comité. Daarnaast zou ik het follow-upcomité EU-Kroatië willen vragen zijn inspanningen verder te zetten en te blijven ijveren voor een snelle toetreding van Kroatië tot de EU.

Turkije

U weet dat de toetredingsonderhandelingen momenteel in het slop zitten.

Wij kunnen een steentje bijdragen door via het gemengd raadgevend comité de banden met het Turkse maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven nauwer aan te halen, en het land er zo toe aan te zetten verder te gaan met de hervormingen die het moeten klaarstomen voor lidmaatschap van de EU.

Bilaterale betrekkingen

Wat de bilaterale betrekkingen betreft moet alle aandacht uitgaan naar India en China. (…) Zo zouden we de banden tussen het Comité en het Chinese maatschappelijk middenveld moeten aanhalen met de oprichting van een „Rondetafel EU-China”, naar analogie van de Rondetafel EU-India. (…)

3. De interculturele dialoog

Openstaan voor andere culturen, dat is een van de gedachten die het Comité moet uitdragen. Daarbij denk ik op de eerste plaats aan de grote groepen immigranten waar het merendeel van de lidstaten mee te maken heeft.

Het spreekt in dit verband vanzelf dat respect voor tradities in twee richtingen moet werken: immigranten dienen zich te houden aan de wetten en waarden van het land waar zij zich hebben gevestigd. Als zij hun land van herkomst hebben verlaten is dat uiteindelijk toch omdat zij hopen in een lidstaat van de EU een beter leven te kunnen opbouwen?

De EU-landen en -samenlevingen moeten op hun beurt respect tonen voor de waarden en tradities van de immigranten, op voorwaarde dat die niet in tegenspraak zijn met onze wetten en beginselen.

Een van de grondgedachten waarop de EU gebouwd is, is de dialoog tussen religies en culturen uit de hele wereld. Het toekomstige Sloveense voorzitterschap van de Raad wil deze uitwisseling tot een van de prioriteiten van zijn actieprogramma 2008 maken. Ik ben er in dit verband ook bijzonder mee ingenomen dat de groep Communicatie een werkgroep culturele manifestaties heeft opgericht, waarin o.m. mijn voorgangster zitting heeft, en ik hoop dat de leden van deze groep erin zullen slagen een aantal belangrijke evenementen te organiseren.

II. DE ROL VAN HET EESC IN DE EUROPESE UNIE

1. Het verdrag tot vaststelling van een Grondwet, de hervorming van de instellingen en de viering van het vijftigjarige bestaan van de Europese Unie

Nu het schokeffect van de twee negatief uitgevallen referenda in Frankrijk en Nederland is weggeëbd en er een einde is gekomen aan de ruime denkpauze, is de tijd rijp om het debat en de onderhandelingen over de interinstitutionele thematiek weer aan te zwengelen. De EU moet de kernpunten van het verdrag tot vaststelling van een Grondwet tot elke prijs

(vervolg van blz. 1)

EESC-Info komt negen keer per jaar uit (telkens ter gelegenheid van een zitting van het EESC).

Gedrukte versies van EESC-Info in het Duits, Engels of Frans kunnen gratis worden verkregen bij de persdienst van het EESC.

Daarnaast is EESC-Info op de website van het EESC in 22 talen beschikbaar in pdf-formaat: http://www.eesc.europa.eu/activities/ press/eescinfo/index_en.asp

EESC-Info is niet het officiële verslag van de werkzaamheden van het EESC. Daarvoor zij verwezen naar het Publicatieblad van de Europese Unie en naar andere publicaties van het EESC.

Reproductie — met vermelding van EESC-Info — is toegestaan, op voorwaarde dat de redactie een kopie wordt toegestuurd.

Oplage: 20 500 exemplaren

Het volgende nummer van EESC-Info komt uit in september 2007.

Op chlOOrvrij papier gedrukt