EEN WOORD VOORAF - konjusch.weebly.com  · Web viewIn februari worden de LVS toetsuitslagen en de...

140
Schoolgids 2018 – 2019

Transcript of EEN WOORD VOORAF - konjusch.weebly.com  · Web viewIn februari worden de LVS toetsuitslagen en de...

Schoolgids2018 – 2019

Achterstraat 2a4675BW Sint PhilipslandTel. 0167-573134Email: [email protected]: www.konjusch.nl

1 EEN WOORD VOORAF................................................................................................................................................................................

1 DE SCHOOL.......................................................................................................................................................................................................

2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT........................................................................................................................................................

3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS....................................................................................................................................

4 DE ZORG VOOR KINDEREN..................................................................................................................................................................

5 DE SPECIALE ZORG VOOR KINDEREN MET SPECIFIEKE BEHOEFTEN.................................................................

6 DE LERAREN..................................................................................................................................................................................................

7 DE OUDERS.....................................................................................................................................................................................................

8 DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL...........................................................................................

9 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS.....................................................................................................................................

10 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN.............................................................................................................................

11 PRAKTISCHE INFORMATIE..................................................................................................................................................................

12 NAMEN (EN EVENTUEEL ADRESSEN)..........................................................................................................................................

13 JAAROVERZICHT PSALMEN EN KORT BEGRIP SCHOOLJAAR 2018-2019............................................................

Schoolgids 2018-2019 2

1 EEN WOORD VOORAF

Waarom een schoolgids voor ouders?Deze schoolgids is bestemd voor alle ouder(s) en verzorger(s) van de leerlingen op de Koningin Julianaschool. De schoolgids heeft tevens een functie naar alle ouder(s) en verzorger(s) van toekomstige leerlingen. Voor hen geeft deze schoolgids een beschrijving van wat zij van de school mogen verwachten op grond waarvan zij een beslissing kunnen nemen of hun kind op onze school past.Wat staat er in deze schoolgids?In deze schoolgids schetsen wij u een beeld van de Koningin Julianaschool. In de eerste plaats betreft dat de identiteit van waaruit we het onderwijs geven, maar ook het pedagogisch klimaat op de school, de wijze waarop het onderwijs georganiseerd wordt, hoe de contacten met u onderhouden worden, hoe de leerlingen gevolgd worden in hun ontwikkeling en hun leervorderingen, op welke wijze ingespeeld wordt als er zich knelpunten in de ontwikkeling voordoen. De school geeft niet alleen onderwijs, maar is ook opvoeder. In het verlengde van de opvoeding thuis willen wij ouders ondersteunen bij de opvoeding van de kinderen.Een pedagogisch klimaat van veiligheid en geborgenheid is voor ons een voorwaarde voor leerlingen om te komen tot leren.Onze school is dus behalve leergemeenschap ook leefgemeenschap.Daarnaast biedt de schoolgids antwoord op vele praktische vragen, zoals wanneer er vrije dagen en vakanties zijn, wanneer leerlingen verlof krijgen, hoe het overblijven geregeld is en op welke wijze u klachten over de school kunt indienen.Actuele informatie en foto’s kunt u vinden op de website van de school: www.konjusch.nl.Bij de verschijning van deze gids spreken we de wens uit, dat deze mag bijdragen tot een zo goed mogelijk functioneren van onze school.De schoolgids wordt uitgereikt aan ouders/verzorgers, bij inschrijving van een nieuwe leerling en aan het eind van ieder cursusjaar.

Verzoek aan ouders om te reagerenDit is de schoolgids voor het schooljaar 2018/2019. Heeft u opmerkingen over de inhoud of de vorm van deze schoolgids, graag vernemen wij deze van u. Heeft u vragen over het onderwijs op onze school, schroom dan niet hierover contact op te nemen met de directie van de school. Wij stellen het onderling contact zeer op prijs. Niet alleen uw meedenken wordt op prijs gesteld, maar eveneens uw meeleven in de vorm van aanwezigheid of assistentie. U bent als ouder verantwoordelijk voor de opvoeding van uw kind(eren), ook al vertrouwt u ons een deel van die opvoeding toe. Dus: u hebt recht op informatie en overlegmogelijkheden.

De directeur,

T. de Waard

Schoolgids 2018-2019 3

1 DE SCHOOL

Naam en richting

Koningin JulianaschoolAchterstraat 2a

4675 BW SINT PHILIPSLANDtel. 0167-573134e-mail: [email protected]

Richting: Christelijke school op reformatorische grondslag.“De stichting heeft als grondslag de Heilige Schrift als het onfeilbare Woord van God, zoals daarvan belijdenis wordt gedaan in artikel 2 t/m 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.Daarbij onderschrijft de stichting geheel en onvoorwaardelijk de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld door de Nationale Synode, gehouden te

Dordrecht in de jaren 1618 en 1619. De school maakt gebruik van de Statenvertaling.

1.1.1 Identiteitsbepalingen1. Bij het onderwijs wordt gebruik gemaakt van de Statenvertaling

alsmede de Psalmberijming van Datheen en van 1773. Dientengevolge kunt u, als u niet in het bezit bent van een Bijbel en/of psalmboekje deze in bruikleen krijgen van de school.

2. Het bestuur en de schoolleiding zien er op toe dat er op de school van de Stichting niets wordt onderwezen, dat strijdig is met de grondslag van de Stichting. Het onderwijs omvat, naast de wettelijke voorgeschreven vakken, in elk geval Godsdienstonderwijs.

3. Elke toelating wordt geacht te geschieden onder voorwaarde dat de ouder(s) of de verzorger(s) en leerlingen zich onderwerpen en conformeren aan de bepalingen van de reglementen van de school en dat de ouder(s) of verzorger(s) de regels, betreffende de kledingvoorschriften welke gelden voor leerlingen, bij schoolse activiteiten ook in acht nemen.

4. Indien door de ouder(s) of verzorger(s) van de leerling zelf wordt gehandeld in strijd met de voorwaarde waaronder toelating is geschied, is het bestuur bevoegd uit dien hoofde de leerling te verwijderen. Het gaat daartoe niet over, dan nadat de ouder(s) of verzorger(s) genoegzaam in de gelegenheid zijn gesteld te bewerkstelligen, dat alsnog aan de voorwaarde wordt voldaan.

5. In schoolverband dragen de meisjes een rok of jurk tot op, of over de knie.. Bij de jongens eisen we fatsoenlijke haardracht. Het dragen van oorbellen wordt bij jongens niet getolereerd. Baseballpetjes,

Schoolgids 2018-2019 4

naveltruitjes, nagellak, lippenstift, korte rokjes, hoofddoekjes en voetbalshirts zijn eveneens niet toegestaan. De school is een plaats waar ieder behoorlijk gekleed en verzorgd dient te verschijnen; de schoolleiding kan ouders en leerlingen hierop aanspreken.

6. Elke week dienen de leerlingen van de groepen 3 t/m 6 een psalmvers te leren uit de psalmberijming van Datheen of 1773. De leerlingen van groep 7 en 8 leren elke week een vraag en antwoord uit Kort Begrip.

7. Een niet-kerkelijk- meelevend lid kan geen functie (bestuur, ouderraad) vervullen binnen de school.

8. Op grond van artikel 29 lid 1 Wet medezeggenschap is er de mogelijkheid om met betrek- king tot bepaalde aspecten aan de medezeggenschapsraad in plaats van het instemmings- recht een adviesrecht toe te kennen. We maken geen gebruik van deze ontheffingsbepaling.

1.2 Directie: Directeur: Dhr. T. de Waard

1.3 Situering van de school: De Koningin Julianaschool gaat uit van de “Stichting voor Basisonderwijs op Gereformeerde grondslag te Sint Philipsland”. De stichting gaat uit van de plaatselijke kerken, te weten de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland, de Gereformeerde Gemeente en de Nederlands Hervormde Kerk (PKN).Mede als gevolg van de invoering van de wet “Bestuur en toezicht” per 1 augustus 2011, functioneert het bestuur als “toezichthoudend bestuur”. Het bestuur geeft aan de verplichte scheiding van bestuur en toezicht invulling door de directeur te belasten met het uitvoerende bestuurderschap, waarvan de bevoegdheden vastgelegd is in het managementstatuut. De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid op de school, hij werkt met een mandaatregeling.Het schoolbestuur bestaat uit 5 leden, waarvan er statutair 2 behoren tot de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland, 1 van de Oud Gereformeerde Gemeente in Ned (buiten verband), 1 van de Gereformeerde Gemeente en 1 van de PKN.Voor het onderwijs wordt gebruik gemaakt van het schoolgebouw Achterstraat 2a te Sint Philipsland. Het gebouw bestaat uit 8 lokalen, 1 speellokaal, 1 IB-ruimte, 1 computerlokaal, 1 lokaal voor handvaardigheid en 1 lokaal voor textiele werkvormen en bijbehorende ruimtes zoals gemeenschapsruimte, personeelskamer en directiekamer.De school is een bijzondere school, van reformatorische denominatie en is als zodanig aangesloten bij de besturenorganisatie “Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs” (VGS) te Ridderkerk. Deze vereniging, opgericht in 1921, zet zich al bijna een eeuw in voor groei en bloei van het christelijk-reformatorisch onderwijs. De VGS behartigt onze belangen

Schoolgids 2018-2019 5

bij het ministerie, de Tweede Kamer, de Inspectie van het Onderwijs en bij andere organisaties. Daarnaast adviseert de VGS scholen bij financien en personeelsvraagstukken en verzorgt ze hun financiele-, personeels- en salarisadministratie. Bij de VGS zijn een kleine 200 scholen en ruim 170 kerkenraden aangesloten. Kijk voor meer informatie op www.vgs.nl.

De Kon. Julianaschool is aangesloten bij de vereniging reformatorisch primair onderwijs Zeeland, Colon genoemd. Bij Colon zijn 26 Zeeuwse reformatorische basisscholen aangesloten.Colon biedt het bestuur en management van de scholen ondersteuning op het gebied van onderwijs, zorg, personeel en financien.

1.4 SchoolgrootteDe leerlingen die onze school bezoeken behoren tot de bevolking van ons dorp.Het leerlingenaantal van de school schommelt de laatste jaren rond de 120 leerlingen en zal de komende jaren stabiel blijven. De leerlingen zijn verdeeld over 6 klassen.Op de school werken 4 volledige leerkrachten, 9 parttime leerkrachten, 1 IB-leerkracht, 1 onderwijsassistente, 1 vakleerkracht voor handwerken en 1 interieurverzorgster.

Schoolgids 2018-2019 6

2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Doel, uitgangspunten of prioriteiten2.1.1 Doel

De grondslag en doelstelling van de Koningin Julianaschool te Sint Philipsland is vervat in artikel 2 en 3 van de statuten van de stichting. Het uitgangspunt is daarbij de Heilige Schrift als Gods onfeilbaar Woord en de Drie Formulieren van Enigheid die daarop zijn gegrond. Vanuit Schrift en Belijdenis willen we contouren aangeven voor ons schoolwerk en lijnen trekken naar identiteit, visie op mens, kind en opvoeding, school en opvoeding en school en maatschappelijke samenleving.

2.1.2 UitgangspuntenDe eerste en uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de opvoeding berust bij de ouders. Aangezien de samenleving in de loop der tijd een steeds gecompliceerder karakter kreeg, was het noodzakelijk dat de ouders het onderwijs moesten overdragen aan het instituut school. Ofschoon opvoeding en onderwijs één geheel vormen, is de opvoeding vooral een zaak van de ouders, terwijl de school een onderwijsinstituut is.De opvoeding op school dient in het verlengde te liggen van de thuissituatie. Wij vinden dit verwoord in ons doopformulier waar immers gesproken wordt van doen, maar ook van te helpen onderwijzen.Vanuit de doopbelofte nemen we aan dat ouders bewust voor het reformatorisch onderwijs kiezen en dat de onderwijsgevenden zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid.Onze school is een reformatorische school. Dat houdt in dat het onderwijs zijn normen vindt in de Bijbel en de belijdenisgeschriften (Drie formulieren van Enigheid), van waaruit de lijnen worden getrokken naar elke levenssituatie.Het kind dient ten eerste beschouwd te worden als mens met een eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van God en ten opzichte van de volwassene. Alle wezenskenmerken van de mens gelden voor het jonge kind, maar krijgen wel een specifieke invulling. Zo is de eenheid van handelen, denken en voelen bij het jonge kind duidelijk zichtbaar. In de schoolperiode wordt ook voor een belangrijk deel het geweten gevormd; een ontwakend besef van goed en kwaad en de poging om daarnaar te handelen. In de Bijbel wordt het jongere kind als meer afhankelijk beschreven dan het oudere. Het jonge kind behoeft ook meer ontferming en geborgenheid. Deze kenmerkende ontvankelijkheid en afhankelijkheid is van grote pedagogische waarde voor het verdere leven. Spreuken 22: 6 “Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.”.

Schoolgids 2018-2019 7

De godsdienstige vorming is zo verweven met de totale karaktervorming van het kind , dat deze naast het Bijbelverhaal en het gesprek daarover bij alle activiteiten een gepaste plaats dient te krijgen.We willen op een zorgvuldige wijze omgaan met straf en vergeving; tevens willen we de bijbelse elementen, zoals ontferming, liefde, geborgenheid en trouw plaats geven.De identiteit moet waar dat mogelijk is gestalte krijgen in de dagelijkse lespraktijk. Dit kan tot uitdrukking komen in de methodekeuze, maar ook de houding van de man of vrouw voor de klas in dezen vinden wij zeer belangrijk.Gezien de leeftijd van onze leerlingen ( 4-12 jaar) zien wij het als onze taak om een zekere bescherming te bieden tegen de zondige invloeden die vanuit de samenleving op hen afkomen.Naarmate het kind ouder wordt, zal naast het bieden van bescherming een geleide confrontatie met de hedendaagse samenleving niet mogen ontbreken.

2.1.3 De missie en visie van onze schoolMissieDe kinderen opvoeden en onderwijzen tot een zelfstandige, God dienende persoonlijkheid geschikt en altijd bereid om hun unieke gaven te besteden tot eer van God en heil van de naaste. Bestuur, directie en medewerkers hanteren onze grondslag als basis voor het handelen. Aan deze grondslag ontlenen wij ons bestaansrecht en onze inspiratie.

Door het “zaaien” van Gods Woord willen wij de kinderen brengen tot het liefhebben van God boven alles en het liefhebben van de naaste als zichzelf. Wij rusten de kinderen toe om de talenten die ze van God gekregen hebben zo optimaal mogelijk te gebruiken, zodat zij als christenen kunnen staan in de samenleving en ten nutte daarvan dienstbaar zijn. Dat “zaaien” en “toerusten” doen we in de eerste plaats door het dagelijkse Bijbelonderwijs. Daarnaast doortrekken de Bijbelse waarden en normen alle vak/vormingsgebieden en de sociale omgang.Gehoorzaamheid is in de Bijbel het centrale woord bij opvoeden. “Gij kinderen zijt uw ouders gehoorzaam”. Gehoorzaam aan ouderen en gehoorzaam met het oog op de positie in de maatschappij. In de Bijbel is gehoorzaamheid positief gekoppeld aan een relatie: “Ik ben de Heere uw God”.

VisieDe school heeft haar visie voor de nieuwe beleidsperiode als volgt geformuleerd:

“Goede relatie zorgt voor goede prestatie”Ons motto: aandacht, respect en openheid, omgeven door vertrouwen en veiligheid!

Op onze school streven we ernaar dat leerlingen zoveel mogelijk de kans krijgen hun persoonlijkheid en cognitieve mogelijkheden optimaal te ontwikkelen. Wij willen graag een “vriendelijke school” zijn waarbij de omgang met elkaar op een respectvolle wijze plaatsvindt. We dienen te zorgen voor een positief leer- en leefklimaat op onze school.

De leerkrachten moeten het kind leiden, begeleiden en helpen te leven naar Gods wil en leren verantwoordelijkheid te dragen. Belangrijk daarbij is de verhouding leerkracht-leerling, maar ook de verhouding tussen de leerlingen onderling.

Schoolgids 2018-2019 8

Uw kind brengt een groot gedeelte van de dag bij ons op school door. We willen in onze school een klimaat scheppen waarin de leerlingen zich “thuis” kunnen voelen. Er moet een sfeer zijn van vertrouwen, veiligheid en geborgenheid. De sfeer op school bepaalt of het daar fijn is om te leren en te leven.(leefklimaat) De leerkracht begeleidt uw kind in het leren (didactiek) maar ook in de opvoeding (pedagogiek). De school heeft dus een pedagogische en didactische opdracht. Een goed pedagogisch leefklimaat is nodig om goed te kunnen leren. Tussen de groepsleerkracht en de kinderen is een voortdurend contact. Het is dan ook belangrijk dat de leerkracht goed op de hoogte is van de achtergronden van het kind. Het leefklimaat thuis en op school moet zodanig op elkaar zijn afgestemd dat het kind zich in beide situaties veilig voelt. Het is belangrijk dat beide milieus elkaar goed begrijpen en aanvullen. Ze moeten van elkaar weten hoe ze met het kind omgaan. Een goed pedagogisch klimaat zorgt er voor dat leerlingen zich veilig voelen op school. Dat is een basisvoorwaarde voor het komen tot leren. Pas als er zo’n klimaat is kunnen de leerlingen optimaal functioneren.We werken duidelijk aan een relatiegericht klimaat binnen onze school.Optimaal presteren door plezier in leren! Relaties zorgt voor prestaties!Door het werk van leerlingen positief te waarderen, zorgen we ervoor dat de leerlingen hun eigen werk als succesvol ervaren.Wij vinden het belangrijk dat kinderen ervaren, dat de levensbeschouwing in de praktijk functioneert, d.w.z. dat de kinderen zien en voelen dat de leer die de leerkrachten in het onderwijs uitdragen ook in de lespraktijk en de levenswandel tot uitdrukking komt. Dan zal er merkbaar zijn een gevoel van vertrouwen, en de uitdaging om te willen leren. De leerlingen moeten respect tonen voor elkaar, vanuit de bijbelse opdracht de naaste lief te hebben als zichzelf. Ten opzichte van de leerkrachten dient er een gezagsverhouding te zijn. Zowel leerkrachten als leerlingen zijn gebonden aan het gezag van Gods Woord.Trefwoorden hierbij zijn: aandacht, duidelijkheid, veiligheid, gezelligheid en eigen verantwoordelijkheid.We hechten op onze school aan onderlinge betrokkenheid. Dart betekent dat er ruimte is voor onderlinge hulp en steun. Betrokkenheid van leerlingen is een belangrijke voorwaarde om tot ontwikkeling te komen.We streven naar bevordering van de eigen waarde van de leerling. In de groep, maar ook daar buiten dienen we respect te hebben voor elkaar. Dat betekent dat wij elkaar in waarde laten, waarderen en niet uitlachen of vernederen. De leerkracht bevordert deze pedagogische aspecten in zijn groep. De sfeer is open en eerlijk, en leerkrachten hebben daarin een voorbeeldfunctie. In de groep is er gelegenheid om ervaringen en gevoelens uit te wisselen; we leven met elkaar mee!!Naar de ouders toe streven we naar een eerlijke en open relatie, waarbij ruimte moet zijn om problemen te bespreken. Formeel waar het moet, informeel waar het kan. Verder willen we de identiteit in de school mede zichtbaar maken door aandacht te besteden aan de christelijke feest- en gedenkdagen.De (school-)regels en routines zijn helder geformuleerd en daardoor bevorderen we een duidelijk en veilig schoolklimaat. We werken aan eenheid in regels, routines en aanpak, maar verliezen de verschillen tussen kinderen en leerkrachten niet uit het oog. We hechten veel waarde aan het stimuleren, motiveren en waarderen van elkaar bij de uitvoering van ons werk. We proberen onderwijs te geven wat zoveel mogelijk aangepast is bij de onderwijsbehoefte van de leerlingen. M.b.t. de leerstof is het in onze visie zo, dat kinderen moeten woekeren met de talenten die zij van de Heere hebben ontvangen. Wij denken

Schoolgids 2018-2019 9

hierbij aan de gaven van hoofd, hart en handen. In het licht hiervan mogen prestaties geëist worden.We werken binnen onze school met kenmerken van het jaarklassensysteem. Kinderen van dezelfde leeftijd zitten in dezelfde jaargroep en ontvangen meestal hetzelfde ontwikkelings- en leerprogramma. Binnen de jaargroepen wordt gedifferentieerd, zodat iedere leerling een benadering ontvangt die is afgestemd op de individuele behoeften. We ontwikkelen daartoe een handelings- en opbrengstgerichte werkwijze.Afstemmen op verschillen is binnen een leerstofjaarklassensysteem niet eenvoudig. Onbeperkt differentieren levert vaak een onmogelijke werksituatie op voor leerkrachten. Toch streven we ernaar dat alle leerlingen maximaal worden uitgedaagd en ondersteund. Een hoofdkenmerk van goed onderwijs is: het is afgestemd op alle verschillende leerlingen. Zorgen voor een goede leeromgeving waarin alle leerlingen tot hun recht komen en zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Deze afstemming op verschillende leerlingen wordt adaptief werken genoemd. In de situatie van school en klas betekent adaptief onderwijs het passend maken van dat onderwijs aan de kenmerken van de leerlingen. Sommige leerlingen hebben meer instructietijd nodig, anderen hebben meer aan extra werk. T.a.v. onze zorg trachten we adaptief werken te maximaliseren binnen het leerstofjaarklassensysteem. Adaptief werken houdt ook in dat we hoge verwachtingen van elke leerling hebben. Het hebben van hoge verwachtingen ( op een pedagogisch verantwoorde wijze) zal de leerlingen helpen een positief zelfbeeld te ontwikkelen. De leerkracht zal ook zijn professionaliteit verruimen. Het pedagogisch-didactisch handelen van de leerkracht is van cruciale betekenis. Een middel hierbij is: praten over het onderwijs. We houden rekening met het niveau van betrokkenheid. We doen een beroep op de eigen verantwoordelijkheid en creativiteit van iedereen in de school. De kerndoelen van Stevens: relatie, competentie en onafhankelijkheid gelden ook t.a.v. collega’s We zorgen voor goede relaties en competentiegevoelens. Goede communicatie is daarbij het “cement” van de school.Door differentiatie behoeven niet alle kinderen in een zelfde leertempo door de groepen 1 t/m 8 te gaan en daarbij een zelfde eindniveau bereiken. Om tegemoet te komen aan de grote verschillen tussen kinderen en er zorg voor te dragen dat zoveel mogelijk kinderen binnen de reguliere basisschool geholpen kunnen worden wordt er aandacht gegeven aan differentiatie in leerstof, in tijd en bij instructie. Differentiatie is in principe niet anders dan verschillen aanbrengen. Samen doen wat samen kan, apart waar het moet. De leerstof en de instructie (uitleg) worden aangepast aan de groeimogelijkheden van het kind. We streven naar optimaal onderwijs voor iedere leerling op zijn of haar niveau. We willen d.m.v. differentiatie zoveel mogelijk voorkomen dat leerlingen losgekoppeld worden van een groep. Bij hoge uitzondering is het mogelijk dat een leerling vanaf groep 4 een eigen leerweg gaat volgen. Door aanpassing van de leerstofhoeveelheid en door uitleg te geven op het niveau van de leerling dienen de leerlingen

Schoolgids 2018-2019 10

meer plezier in hun werk te krijgen, waardoor ze zich ook meer gaan inzetten. Wanneer kinderen zin hebben in hun werk, als ze als voldoende gewaardeerde prestaties kunnen leveren en zodoende een gezond zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen en geleerd hebben zelfstandig problemen op te lossen en elkaar te helpen, dan hebben we als school een aantal belangrijke basisvoorwaarden in het leven van kinderen helpen vervullen.Een verdere uitwerking van onze visie “omgaan met verschillen” is te

vinden in hoofdstuk 8.

2.2 Sociale veiligheidVanuit onze visie heeft de sociale veiligheid veel aandacht binnen onze school. We zien het als een Bijbelse opdracht God lief te hebben boven alles en de naaste als onszelf. Als school hebben wij de volgende omschrijving van het begrip sociale veiligheid, vanuit christelijk perspectief:Een sociaal veilige school is een school waarin iedereen wordt beschouwd en behandeld als een waardevol schepsel van God en als een gerespecteerd lid van de leer- en werkgemeenschap van leerlingen, ouders en personeelsleden, die door Gods leiding in de school zijn samengebracht. De veiligheid van de ander wordt niet aangetast, maar bevorderd op een manier die past binnen de kaders van de grondslag van de school.Sociale veiligheid zien wij als een voorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs. Een leerling die zich veilig voelt op school en zelfvertrouwen heeft, staat meer open voor de lesstof. Personeelsleden moeten zich veilig voelen om de juiste leeromgeving te kunnen bieden. Vanzelfsprekend voelt de school zich verantwoordelijk dat leerlingen respectvol leren omgaan met anderen en dat iedereen zich veilig voelt op school. Niet alleen omdat de overheid dat verwacht, maar bovenal uit christelijke bewogenheid met betrokkenen. De school ziet sociale veiligheid als een Bijbelse opdracht. In onze school wordt gedrag dat niet naar Gods bedoelingen is, open benoemd en afgewezen, maar elk mens wordt met liefde en respect benaderd. Onze christelijke houding is die van mens naast mens, zondaar naast zondaar.De school is een leer- en oefenplaats voor sociaal gedrag. We bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen en leert hen op een verantwoordelijke, Bijbelse manier omgaan met zichzelf, de andere en de maatschappij. Dit doortrekt het hele onderwijs.In de groepen 1 en 2 volgen we de sociaal-emotionele ontwikkeling via het observatiesysteem KIJK! In de groepen 3-8 gebruiken we het expertsysteem ZIEN! Met de leerkracht- en leerlingvragenlijst van ZIEN! brengen we het sociaal-emotioneel functioneren van de kinderen systematisch in kaart. ZIEN! geeft inzicht in de ondersteuningsvragen op het gebied van het sociaal-emotioneel functioneren. Het helpt de leerkracht om het gedrag van het kind te begrijpen. Kinderen, die op bepaalde gebieden uitvallen, krijgen (externe) hulp.2.2.1Plagen

Jammer genoeg kunnen we het plagen op en na schooltijd niet voorkomen. Als u signalen heeft dat uw kind geplaagd wordt, ook al

Schoolgids 2018-2019 11

lijkt het nog zo onschuldig, wilt u dan contact opnemen met de directeur of de groepsleerkracht. Het is voor kinderen niet leuk om geplaagd te worden, maar er is vaak ook een probleem bij de plagers. Wacht daarom niet te lang, maar reageer snel als u signalen opvangt over plagen. In veel gevallen kan een “onschuldige” plagerij worden opgelost door een kort gesprek onder vier ogen.

Dus, ouders corrigeer uw kind als het pestGa naar school en regel daar ook de rest.Zoals afspraken om pesten te voorkomenZodat ieder kind veilig naar school kan komen.Want samenwerking tussen u en school in het belang van uw

kindDit is belangrijk, zodat er op school een veilig schoolklimaat

plaatsvindt.

Leerlingen van de groepen 3 t/m 8 vullen in oktober de signaleringslijst “ZIEN” in. De leerkrachten van groep 1 en 2 vullen naast KIJK, ook ZIEN in voor de kinderen die ze extra goed in beeld willen hebben. De leerlingen van groep 5 t/m 8 vullen in oktober en april de lijst “Veiligheidsbeleving” in. In oktober vullen de leerlingen ook de lijsten “Leer- en leefklimaat” en “Sociale vaardigheden” in. Van elke leerling worden allerlei werkhoudingsaspecten en het omgaan met de leerkracht en leerlingen door de leerkracht in kaart gebracht en zonodig krijgt een kind op het sociale vlak extra steun en begeleiding. In de groep proberen wij verschillende kinderen naast elkaar te zetten. We plaatsen soms een kind dat sociaal vaardig is naast een kind dat minder sociaal vaardig is, zodat dit kind hierdoor sociaal vaardiger kan worden. Bovendien stellen we als school in het nieuwe cursusjaar in overleg met de leerlingen klassenregels op en worden er gedragsregels vastgelegd in een anti-pest-protocol.Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken we de methode Kwink. Deze digitale methode biedt op een speelse en afwisselende manier handreikingen om met de leerlingen in gesprek te gaan over beter omgaan met jezelf en met de ander. We hopen op merkbare resultaten. Naar onze mening zijn die resultaten moeilijk meetbaar en in cijfers en getallen weer te geven.Een goede relatie zien we als een basis om te kunnen leren. In een schoolpleinmap wordt bijgehouden wanneer en door wie er kinderen geplaagd worden. Zo hopen we een beter inzicht te krijgen in het omgaan met elkaar.Ons pestprotocol (vastgesteld door bestuur en M.R.) beoogt via samenwerking het probleem van het pestgedrag bij kinderen aan te pakken en daarmee het geluk, het welzijn en de toekomstverwachting van kinderen daadwerkelijk te verbeteren. Om het op school gezellig en veilig te houden spreken we met elkaar regels af om te voorkomen dat er gepest wordt.

Schoolgids 2018-2019 12

Als er sprake is dat leerlingen gepest worden, dan is de eerste weg van de leerlingen en de ouders naar de groepsleerkracht. Meester de Groen is coordinator gedrag. Daarnaast hebben we binnen de school twee vertrouwenspersonen aangesteld waar de leerlingen hun verhaal kwijt kunnen. Dat zijn juf Liesbeth Roozemond en juf Tineke Duijster.Ook hebben wij op onze school een anti pest coordinator: Tineke Duijster. Zij coordineert zaken rondom pesten in de school. Als er vragen of problemen zijn rondom pesten kunt u bij haar terecht. Haar mailadres is: [email protected] belangrijkste regel van het pesten luidt: Word je gepest, praat er thuis en op school over. Je mag het niet geheim houden!Onze jaarregel luidt: Er zijn voor de ander, het gaat om De

Ander.Vanuit deze grondregel komen de volgende 14 regels regelmatig aan de orde:1. Je beoordeelt andere kinderen niet op hun uiterlijk.2. Je sluit een ander kind niet buiten van activiteiten3. Je komt niet zonder toestemming aan de spullen van een ander kind4. Je scheldt een kind niet uit en je verzint geen bijnamen.5. Je lacht een ander kind niet uit6. Je roddelt niet over andere kinderen.7. Je laat elkaar met rust en bemoeit je niet te veel met andere

klasgenoten.8. Je bedreigt elkaar niet en je doet elkaar geen pijn.9. Je accepteert een ander kind zoals hij of zij is.10. Je bemoeit je niet met een ruzie door zomaar partij te kiezen.11. Als je zelf ruzie hebt, praat het eerst zelf uit en anders meld je

het aan de leerkracht of de overblijfouder.12. Als je vindt dat jijzelf of een ander kind in de groep gepest

wordt, dan vertel je dat aan de leerkracht of de overblijfmoeder. Dat is geen klikken!

13. Nieuwkomers op school worden goed ontvangen en opgevangen in de groep.

14. Deze regels gelden op school en daarbuiten.Hieronder voorbeelden van groepsregels die we met de kinderen kunnen opstellen:- in gang en klas, gewone pas- alles netjes in gang en klas, iedereen in zijn sas- we houden het fijn en doen niemand pijn- zeg met een “nette” mond, wat je ervan vond- lekker spelen op het plein,dat vindt iedereen wel fijn- wees aardig voor elkaar, dat vindt niemand raar

Schoolgids 2018-2019 13

- met schelden, slaan en schoppen, gaat de goede sfeer naar de knoppen

- geen gelach, een foutje maken mag- zorgen voor elkaar, doe dat maar!- wie iets te zeggen heeft, doet dat netjes en beleefd!- zorg voor de natuur, de spullen van de school en je buur!- als we ons rustig gedragen heeft niemand te klagen!- voor iedereen van groot tot klein, moeten we aardig zijn- doe gewoon, houd onze school lekker schoon- bij ruzie kies ik geen partij, dat is beter voor de ander en voor mij- bij ruzie zeg ik: Stop, houd er mee op!- wie wat te zeggen heeft doet dat netjes en beleefd- ik ben zuinig op het materiaal want het is van ons allemaal- ik gooi met gemak mijn rommel in de afvalbak- in de school zorgen we voor rust, buiten spelen we naar hartelust- we weten het goed, voor spullen zorgen we zoals het moetIn het kader van het invoeren van nieuwe schoolregels wordt benadrukt dat we als leerkrachten verantwoordelijk zijn voor de navolging van de schoolregels. Er wordt van elke leerkracht verwacht dat ze leerlingen aanspreken indien een regel wordt overtreden. Bij overtreding van een schoolregel wordt door elke leerkracht verwezen naar die schoolregel. Elk jaar worden er enkele schoolregels belicht. De schoolregel van de maand wordt in alle groepen besproken. Het pictogram komt in alle lokalen te hangen en in de gemeenschapsruimten. Vervolgens worden die hoofdregels gedurende een aantal weken ingeslepen. Daarna worden die regels structureel na elke vakantie aan de orde gesteld. De schoolregel van de maand wordt ook middels de Nieuwsbrief/Schoolflits naar de ouders gecommuniceerd. De klassenregels, die aan het begin van het schooljaar in samenspraak met de leerlingen worden opgesteld, worden afgeleid van de hoofdregels.

2.1.4 Didactische en pedagogische uitspraken / kerndoelenDe school heeft onderwijskundig gezien het doel de leerlingen zodanig op te leiden, zodat ze in het vervolgonderwijs hun leerweg kunnen vervolgen.De Nederlandse overheid heeft kerndoelen vastgesteld, waaraan het onderwijs op school moet voldoen.Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Waar dit noodzakelijk of gewenst is zal de school het onderwijs aanpassen en/of methoden vervangen.Naast de hierboven genoemde kerndoelen stellen wij als school o.a. de volgende eisen aan ons onderwijs:

Het onderwijs gebeurt vanuit en overeenkomstig Gods Woord. Het onderwijs geeft een ononderbroken ontwikkelingsproces,

zodat een leerling in principe de school in acht jaar kan doorlopen.

Het onderwijs moet kinderen tot zelfstandigheid brengen.

Schoolgids 2018-2019 14

Het onderwijs wekt belangstelling voor de maatschappij en cultuur.

Het onderwijs moet de kinderen inzicht laten verwerven. Een paar belangrijke punten voor het onderwijs zijn:

doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheid, aanpassingsvermogen, nauwkeurigheid, ontwikkelen van de motoriek, enz.

De kinderen moeten leren omgaan met informatiebronnen. De kinderen bekend maken met de interculturele samenleving.

Voor deze meer algemene eisen betreffende ons onderwijs zijn een aantal leergebied overstijgende kerndoelen ingevoerd. Al de kerndoelen zijn op school ter inzage.2.1.5 PrioriteitenDe school moet de Christelijke levensbeschouwing verweven met het aanreiken van kennis en het aanleren van vaardigheden. Juist op dit punt onderscheidt zich de school met de andere plaatselijke school.Kinderen worden met zulk onderwijs niet alleen “uitgerust”, maar ook “toegerust”. Ze ontvangen niet alleen bagage voor onderweg, maar ze leren ook het kompas, de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord, te hanteren voor het vinden van de juiste richting in het leven.Een kind gaat naar school om te leren. Dat is vanzelfsprekend, maar wat een kind leert is afhankelijk van het plezier waarmee het kind kan werken. Een kind leert makkelijker wanneeer het met plezier naar school gaat en zich veilig voelt op school. dat betekent voor onze school; werken in een goede sfeer, met een positieve instelling ten opzichte van het kind en de ouder.Wij streven op onze school naar een inspirerend leerklimaat waarin veel aandacht is voor de basisvaardigheden.Het aanleren van de basisvaardigheden denken wij goed te kunnen bevorderen, omdat: - er een fijne sfeer heerst op school;- er moderne leer-hulpmiddelen worden gebruikt;- de inhoud van de lessen begrijpelijk is en aansluit bij de wereld van de kinderen;- er goed naar de kinderen wordt gekeken;- we proberen aan te sluiten bij het niveau van de individuele leerling;- er veel ruimte is om kinderen (individueel en/of in groepjes) extra hulp te bieden;- het team nauw samenwerkt.De school wil vanuit de grondslag steeds verder vorm geven aan het onderwijs, zoals dat tot uitdrukking gebracht wordt in het begrip adaptief onderwijs. Dat betekent dat wij uit willen gaan van een aantal basisbehoeften van het lerende kind. We noemen er drie:- het hebben van goede relaties met leerkrachten en leerlingen- het hebben van een goed competentiegevoel (dat is het gevoel hebben

dat je de opdracht die je krijgt aankunt)

Schoolgids 2018-2019 15

- het hebben van een gevoel van onafhankelijkheid, het zonder anderen zelf tot iets in staat zijn.

De zorg voor het individuele kind staat centraal in het onderwijs op onze school. Ons onderwijs moeten we proberen af te stemmen op de verschillende mogelijkheden van individuele kinderen. Met “afstemmen” wordt bedoeld, dat de eigenheden van het kind zoveel mogelijk uitgangspunt zijn voor het handelen van de leerkracht. Dit alles vraagt vaardigheid van de leerkracht in het scheppen van een leerklimaat waarin hij weet om te gaan met de verschillen van leerlingen. Dit is een van de onderwijskundige veranderingen die centraal staat. In de groepen 1 en 2 is er, door het gebruik van het observatie-instrument KIJK veel aandacht voor de ontwikkelingslijnen van het kind. Via de nascholingscursus richten de groepsleerkrachten zich op het vormen van een leerstofaanbod wat afgestemd is op de ontwikkeling van het kind. Dit in het kader van thematisch/ontwikkelingsgericht onderwijs.Ons onderwijs is sterk opbrengstgericht. Opbrengstgericht werken ligt in het verlengde van onze visie. Opbrengstgericht onderwijs is in feite niets anders dan streven naar goed onderwijs en dus passend onderwijs voor zoveel mogelijk kinderen met als resultaat: goede prestaties. Belangrijke elementen hierbij zijn o.a. het pedagogisch klimaat, effectieve instructie en klassenmanagement. Met deze thema’s bouwen we in de school aan belangrijke randvoorvaarde om uiteindelijk succesvol tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van kinderen. In het kader van opbrengstgericht werken streven we naar vergroting van de leerkrachtvaardigheden.Bij het werken met de zaakvakken gaan we ons steeds meer richten op de interesse, nieuwsgierigheid en betrokkenheid van de kinderen Sommige onderwerpen worden veel meer uitgediept zodat er ook meer bij de leerlingen blijft “hangen”. Soms gebruiken we exemplarisch onderwijs waarbij we de tijd nemen om ons in bepaalde zaken te verdiepen en te verwonderen. Vanuit een onderzoekende houding zijn leerlingen dan betrokken met hoofd, hart en handen. Leerlingen kunnen door middel van deze vorm van exemplarisch onderwijs positieve ervaringen opdoen, doordat ze zelf ook veel blijken te weten en met elkaar ( leerkracht en leerling) komen ze tot verrassende inzichten. In de leerlingenzorg richten we ons steeds meer op het werken van probleemgericht naar oplossingsgericht werken. Dit is een aspect van het handelingsgericht werken (HGPD en HGW). Enkele jaren geleden lag bij leerlingenzorg de nadruk vaak op: Wat is de oorzaak van het probleem en hoe kunnen we de problemen van de leerling oplossen en worden de problemen veelal herleid tot kindkenmerken en/of thuiskenmerken. Tegenwoordig ligt bij de HGPD-werkwijze de nadruk op: hoe kan de leerkracht en de leerling leren omgaan met de hulpvraag van deze leerling zodat alle betrokkenen weer met vertrouwen verder kunnen. We brengen de onderwijsbehoeften van een leerling in kaart. Een onderwijsbehoefte bestaat uit twee delen: “ welk doel streven we met een leerling na?” en “wat heeft de leerling extra nodig om dit doel te bereiken?”. We willen dat kinderen ook leren nadenken over wat ze willen leren en op welke manier. Dit kan door kinderen zelf de gelegenheid te bieden aan te geven wat wij willen leren

Schoolgids 2018-2019 16

en denken nodig te hebben op het gebied van lezen, spelling, taal, rekenen, gedrag en werkhouding. Om de leerlingen bij het leerproces te betrekken houden de leerkrachten leerlinggesprekken met de kinderen. Op deze manier wordt de leerling actief betrokken, zodat de leerling weet waar op lange termijn naartoe gewerkt gaat worden en wat daarvoor moet gebeuren. De leerling gaat zich meer verantwoordelijk voelen voor zijn eigen ontwikkeling en de keuzes die daarin gemaakt worden. Deze werkwijze is verankerd binnen de zorgstructuur van de school om zo leerkrachten uit te dagen naar kansen te zoeken in de eigen praktijk. Zo ontstaat er een consistente manier van omgaan met en denken over de zorg-/kans-leerlingen.

De zorg voor het kind in de groepen 1-4De zorg voor het jonge kind krijgt met name gestalte in de groepen 1 tot 4. De middelen die we van het ministerie ontvangen om de klassenverkleining te realiseren worden bij ons op school gebruikt voor het formeren van kleine groepen waarbij hulp, ondersteuning en begeleiding gegeven wordt door de onderwijsassistente. De onderwijsassistente is voor 3 morgens benoemd en geeft hulp aan de door de interne begeleider aangewezen leerlingen. Dat zijn hoofdzakelijk de “zorgleerlingen”. Door de hulp en inzet van de onderwijsassistente kunnen de leerlingen nog beter bij het onderwijs worden betrokken en kunnen de onderwijsgevenden meer gelegenheid nemen om hun onderwijs af te stemmen op verschillen tussen leerlingen.In het leerstofaanbod van groep 1-4 heeft het onderdeel taal onze bijzondere aandacht. Omdat het dialect de eerste taal van de leerlingen is, is extra aandacht voor de Nederlandse taal en in het bijzonder voor de ontwikkeling van de woordenschat nodig. In alle groepen wordt daar dan ook extra aandacht aan gegeven. In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met het taalprogramma “Ik ben Bas”.

2.2.2SchoolplanIn het schoolplan kunt u lezen wat de identiteit van de school is en hoe het team denkt over opvoeding en onderwijs. In dit document staat ook wat er precies geleerd wordt bij rekenen, taal en alle andere vakken. Het is een document waarin de school verantwoording aflegt over allerlei zaken betreffende het onderwijs. Het Schoolplan is een beleidsdocument dat een keer in de vier jaar wordt vastgesteld door het bestuur. U kunt dit document op school inzien.Jaarlijks wordt de stand van zaken vastgesteld, verwoord in het Jaarverslag en het vervolg in het Jaarplan beschreven.2.3 SponsoringSponsoring is de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, die niet gebaseerd zijn op de onderwijswetgeving. Bij sponsoring kan bijvoorbeeld gedacht worden aan:

1. Gesponsorde lesmaterialen.2. Advertenties in de schoolkrant3. Uitdelen van producten4. Sponsoren van activiteiten

Schoolgids 2018-2019 17

5. Sponsoren van gebouw, schoolplein, computerapparatuur, enz.Voor sponsoring heeft het bestuur het convenant van het VGS ondertekend. De kern van het convenant is, dat sponsoring:

verenigbaar moet zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school;

geen schade mag worden berokkend aan de geestelijke en lichamelijke gesteldheid van de leerlingen;

in overeenstemming moet zijn met de goede smaak en het fatsoen;

de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen niet in gevaar mag brengen;

de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet mag beïnvloeden;

niet in strijd mag zijn met het onderwijsaanbod en de door de school aan het onderwijs gestelde kwalitatieve eisen;

niet mag leiden tot afhankelijkheid van het onderwijs daarvan.

Intercultureel onderwijsHet voorkomen en tegengaan van vooroordelen en discriminatie is een belangrijk opvoedingsdoel voor ons. Daartoe proberen we de kinderen inzicht te geven in de wijze waarop waarden, normen, gewoonten en omstandigheden het gedrag van mensen bepalen. Vaak zullen deze dingen vanuit Bijbels perspectief of naast Bijbelse standpunten gelegd worden.Intercultureel onderwijs wordt niet als apart vak gegeven, maar is verweven in de leerstofgebieden: Nederlandse Taal, Lezen, Geschiedenis, Godsdienstonderwijs en Aardrijkskunde. Het draagt bij tot een brede ontwikkeling van hoofd, hart en handen; in dit geval met name van het hoofd en hart.Omgaan met de media, media-educatieWe zien moderne media enerzijds als een gegeven dat in de leefwereld van leerlingen een belangrijke rol speelt. Anderzijds onderkennen we dat niet alles wat de moderne media te bieden hebben acceptabel is, gezien de waarden en normen waar de school voor staat. Op school willen we de leerlingen leren om op een goede en verantwoorde manier om te kunnen gaan met moderne media, maar ook erop wijzen dat gebruik van bepaalde media onverantwoord is gezien de schadelijke invloed daarvan.

ICTOp school wordt gebruik gemaakt van computers, ter ondersteuning van ons onderwijs. Bovendien zijn de leslokalen uitgerust met een digitaal schoolbord. Voor deze digiborden wordt gebruik gemaakt van speciale lesmethodieken. We onderschrijven de mogelijkheden van de computer binnen onze samenleving. Daarom willen we het onderwijs met behulp van de computer verntwoord verder uitbouwen. Gebruik van internet door zowel personeel als leerlingen vindt gefilterd plaats

Schoolgids 2018-2019 18

3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS3.1 De organisatie van de school3.1.1 SchoolorganisatieDe leerstof wordt aangeboden via het traditionele leerstof-jaarklassensysteem. Dit wil zeggen dat elk leerjaar een afgesproken leerstofpakket door de kinderen geleerd moet worden. We kiezen voor het leerstofjaarklassensysteem omdat het doorbreken van jaargroepen en leerstofeenheden geen werkbare situatie oplevert voor de leerlingen en leerkrachten. Het klassikaal onderwijs geeft ordelijkheid, rust en overzicht.Orde, rust en overzicht zijn voor leerlingen niet minder belangrijk om geconcentreerd bezig te kunnen zijn en daardoor tot een goede verwerking van de leerstof te kunnen komen. Op onze school proberen we ons onderwijs zo in te richten dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het onderwijs wordt afgestemd op de voortgang van de ontwikkeling van het kind. Op grond van leeftijd en leerstof worden de leerlingen in een bepaald leerjaar ingedeeld. In 8 jaar kunnen de leerlingen in principe de basisschool doorlopen.Wisseling van groep gebeurt één keer per jaar. Zittenblijven wordt tot het minimum beperkt. Alleen als blijkt dat een kind de leerstof werkelijk niet onder de knie heeft en aangenomen wordt dat zittenblijven vruchten af zal werpen, wordt er in een teambespreking en na overleg met de ouders besloten tot zittenblijven. Omgaan met verschillen is duidelijk bedoeld om aan te sluiten bij de individuele ontwikkeling van het kind. Zo proberen we vorm te geven aan het thematisch/ontwikkelingsgericht onderwijs in de groepen 1 en 2. Een groot deel van het activiteitenaanbod is verbonden aan een thema dat gedurende langere tijd (meerdere weken vaak) in de aandacht staat. Alle activiteiten zijn betekenisvol. De leerstof is verwerkt in thema’s. Op deze wijze wordt vanuit een thema gewerkt aan de ontwikkeling van het kind. Vaak sluiten deze thema’s aan bij een gebeurtenis of een seizoen. We maken gebruik van ontwikkelingslijnen. Deze betreffen de totale ontwikkeling van het jonge kind. De vorderingen worden regelmatig vastgelegd door middel van observaties via KIJK.Ook in de groepen 3 t/m 8 proberen de leerkrachten bij de basisvakken op een praktische manier om te gaan met de verschillen tussen de leerlingen. Tijdens de reken- en taallessen starten de leerlingen gezamenlijk met een basisverkenning en –instructie. Aan de leerlingen wordt uitgelegd wat zij die les zullen gaan leren en met elkaar worden nieuwe strategieen en basisvaardigheden geoefend. Aansluitend wordt zelfstandig gewerkt aan de leerstof, waarbij de opdrachten op niveaus worden aangegeven. Het begrip “adaptief onderwijs” (onderwijs op maat) krijgt op deze manier een steeds duidelijker invulling binnen het onderwijs op onze school. Het geven van een zo effectief mogelijke instructie (uitleg) voorkomt in steeds grotere mate lesuitval. Niet meedoen, zich vervelen enzovoort wordt gerekend tot lesuitval. Door effectieve instructie- en verwerkingsvaardigheden wordt de betrokkenheid van de leerlingen vergroot. Er is dus differentiatie in het

Schoolgids 2018-2019 19

onderwijsaanbod (leerstof) en bij de instructie (de uitleg). In de midden- en bovenbouw zijn de kinderen in groepen ingedeeld. Een groep met instructieonafhankelijke leerlingen, zij volgen de verkorte instructie en krijgen extra stof. Een groep die het gewone klassikale programma volgt. Deze groep bestaat uit instructiegevoelige leerlingen, zij volgen de basisinstructie.Een andere groep bestaat uit instructieafhankelijke leerlingen, zij volgen de verlengde instructie en krijgen de minimumleerstof aangeboden.

Bij de zaakvakken aardrijkskunde, geschiedenis en biologie is er differentiatie in leerstof.3.1.2 Groepering:Onze school hanteert het jaarklassensysteem. Dit betekent voor ons dat de kinderen per groep zijn ingedeeld naar leeftijd en schoolrijpheid. In de groepen wordt veel waarde gehecht aan klassikaal onderwijs. Bij instructie en het aanbieden van de leerstof aan de leerlingen van de groep, heeft de leerkracht de opdracht om te gaan met de verschillen tussen kinderen.3.1.3 GroepsgrootteDoor de krimp van de school vanwege het leerlingenaantal komen er combinatieklassen voor. Dit is niet de meest ideale oplossing, maar de kinderen in deze groepen kunnen over het algemeen al vrij zelfstandig werken. De groepsleerkracht houdt zodoende toch nog tijd over om de kinderen met een probleem te helpen.

3.1.4. De opvang van nieuwe leerlingen in de schoolDe plaatsing van een kind op schoolDe contactpersoon voor de eerste opvang van nieuwe leerlingen is de leerkracht van groep 1. Kinderen kunnen op onze school worden toegelaten als ze de leeftijd van vier jaar hebben bereikt. Als de ouders het wensen kunnen de kinderen, om alvast te wennen gedurende ten hoogste vijf dagen op school komen kijken. (Deze dagen hoeven niet aaneengesloten te zijn, maar mogen niet opgedeeld worden in perioden van bijv. tien halve dagen of vijfentwintig keer een uur). De groepsleerkracht zal over de mogelijkheden daarvoor contact met u opnemen.De leerlingen van ouders die lid zijn van één van de plaatselijke kerkgenootschappen worden toegelaten na het ondertekenen van de grondslag van de school zoals die in de statuten is vastgelegd én na het ondertekenen van een formulier met de daarin vastgestelde schoolregels.Wanneer men niet aan de toelatingsnormen voldoet, volgt er een gesprek met ouders en toelatingscommissie.Daarna neemt het bevoegd gezag een beslissing over het al of niet toelaten van een leerling.Bij aanmelding ontvangt u een intakeformulier. Hierdoor kunnen we aan het begin van de schoolloopbaan al rekening houden met het niveau van uw kind. De nieuwe kleuters krijgen een fotoboekje met informatie over de kleutergroepen.

Schoolgids 2018-2019 20

Procedure van in- en uitschrijving en maatregelen van schorsing en verwijdering.

Een leerling die is aangemeld wordt door de school ingeschreven als er door de ouders een bewijs van uitschrijving van de vorige basisschool of een school voor ander onderwijs wordt overlegd.

Dit bewijs van uitschrijving mag op het moment van inschrijving niet ouder zijn dan 6 maanden.Indien een dergelijk bewijs niet kan worden overlegd (denk aan een kind dat voor het eerst de school bezoekt), dan is op het inschrijvingsformulier een vraag opgenomen, waarbij de ouders verklaren dat hun kind binnen de periode van 6 maanden voorafgaand aan de inschrijving niet eerder op een basis- of andere school was ingeschreven.

De ouders van een kind dat gedurende zijn basisschooltijd de school verlaat om een andere basisschool of een school voor speciaal basisonderwijs te gaan bezoeken ontvangen een afschrift van het onderwijskundig rapport dat tevens aan de ontvangende school gezonden wordt.

Met inachtneming van de wettelijke regels is de directeur bevoegd, na de betrokken groepsleerkracht gehoord te hebben, een leerling te schorsen.Indien dit voorkomt worden zowel de ouders als het bestuur onmiddellijk op de hoogte gesteld.Bij voortdurend wangedrag kan het bevoegd gezag besluiten om een leerling definitief te verwijderen.

SchorsingLeerlingen kunnen maximaal 1 week worden geschorst. Dit schorsingsbesluit moet schriftelijk gemotiveerd aan de ouders worden medegedeeld. Als de schorsing langer dan een dag duurt, moet de school ook de inspectie van het onderwijs schriftelijk informeren.

VerwijderingIn relatie tot de identiteit neemt de school de inspanningsverplichting op zich, om leerlingen die eenmaal op school geplaatst zijn zo goed mogelijk te begeleiden. Toch kan een situatie ontstaan die ertoe leidt dat het bevoegd gezag op wettelijke gronden uiteindelijk besluit tot verwijdering van een leerling, bijvoorbeeld als door wangedrag van de leerling de rust of de veiligheid op school ernstig wordt verstoord.Leerlingen mogen niet definitief worden verwijderd totdat er een nieuwe school is gevonden die de leerlingen wil aannemenBij verwijdering wordt een vastgestelde procedure gevolgd, die in hoofdlijnen als volgt luidt:- Er vindt een gesprek plaats tussen de betrokken groepsleerkracht en

de ouders van de leerling;- Wanneer het gesprek geen oplossing biedt, wordt het bestuur door de

directie ingelicht;- Het bestuur hoort de groepsleerkracht, directeur en ouders;- Bij het uitblijven van een oplossing besluit het bestuur tot verwijderen,

met inachtneming van het wettelijk bepaalde;

Schoolgids 2018-2019 21

- In combinatie met het besluit tot definitieve verwijdering kan het bestuur gebruikmaken van de mogelijkheid de leerling te schorsen;

- De ouders kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen het bestuursbesluit;

- Het bestuur beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift.

GeschillencommissieEr is een onafhankelijke Geschillencommissie Passend Onderwijs ingesteld waarbij onze school wettelijk verplicht is aangesloten. Deze geschillencommissie behandelt de conflicten tussen ouders en scholen over onder meer:- (de weigering van) toelating van leerlingen die extra ondersteuning

behoeven;- De verwijdering van leerlingen ( ongeacht of ze een

ondersteuningsbehoefte hebben).De uitspraak van de geschillencommissie wordt openbaar gemaakt, maar is niet bindend. Als de school van het advies afwijkt, moet ze gemotiveerd aangeven waarom. De ouders kunnen vervolgens naar de rechter stappen als ze het daar niet mee eens zijn.Mocht uw kind worden geschorst of verwijderd is het altijd raadzaam contact op te nemen met de informatiedienst van de Landelijke Ouderraad via 0800-5010.

Schoolgids 2018-2019 22

3.2 De samenstelling van het teamDirecteur T. de Waard.De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de school, maar tevens met de uitvoering van bestuurlijke taken en bevoegdheden voor zover dat is vastgelegd in het managementstatuut en de daarin opgenomen volmacht-(of mandaat)regeling. Verder is de directeur belast met de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering ten behoeve van het bestuur. ICT- coördinatoren C. Muijt, N. Kooistra en M. de GroenDe ICT-coördinatoren functioneren als systeembeheerder van de aanwezige computers binnen de school. Tevens verzorgt de ICT-coördinator een eerste-lijnszorg bij storingen en problemen in de bediening. Ook doet zij voorstellen voor de aanschaf van programma’s en zorgt dat de programma’s voor de leerlingen en leerkrachten toegankelijk zijn.Interne begeleider K. BakkerDe interne-begeleider is belast met de coördinatie van het afnemen van toetsen in het kader van het leerlingvolgsysteem. Aan de hand van deze toetsuitslagen wordt bepaald wie extra begeleiding nodig heeft. De interne-begeleider coördineert deze hulp en neemt zo nodig contacten op met externe deskundigen, zoals een schoolbegeleider of orthopedagoog. Zijn taak kenmerkt zich door het informeren van collega’s, het geven van adviezen en het bewaken van de kwaliteit van de leerlingenzorg.Coach K. BakkerDe coach is verantwoordelijk voor de begeleiding van stagiaires. Ook geeft hij begeleiding tijdens de inwerkperiode van nieuwe leerkrachten. Tevens biedt hij ondersteuning en geeft hij advies aan collega’s bij het geven van onderwijs aan de kinderen.GroepsleerkrachtDe groepsleerkracht is de verantwoordelijke voor het onderwijs-leerproces in de groep. De groepsleerkracht geeft vorm aan het onderwijsprogramma, houdt de resultaten van de leervorderingen bij en rapporteert intern aan de directie en extern aan de ouders. Ook zorgt de groepsleerkracht voor een goed pedagogisch leefklimaat in de klas. De groepsleerkracht is de eerst aanspreekbare voor de ouders als het over het onderwijs aan hun kind gaat.Vakleerkracht mevr. P.S. Geluk - AmptDe vakleerkracht geeft les in een vak. Op onze school is gekozen voor het vak textiele werkvormen (handwerken).Interieurverzorgster mevr. P. Kosten.De interieurverzorgster zorgt ervoor dat de leerlingen en leerkrachten dagelijks hun werk in en schone school kunnen doen. De schoonmaakwerkzaamheden worden volgens een vast schema afgewerkt.ARBO-coördinator / sociale veiligheidsfunctionaris M. de GroenDe ARBO-functionaris zorgt voor de uitvoering van de ARBO op de school. Hij zorgt voor de EHBO, ontruimingsplan enz. Ook zorgt hij als gedragsspecialist voor het zorgen van voorwaarden die nodig zijn voor een goed sociaal veilig klimaat.Onderwijsassistente/ Anti Pest coordinator: mevr. T. J. Duijster

Schoolgids 2018-2019 23

De onderwijsassistente biedt hulp aan de door de internbegeleider aangewezen leerlingen en geeft veelal hernieuwde instructie op onderwerpen die reeds in de groep zijn behandeld. De anti pest coordinator coordineert zaken rondom pesten in de school. Administratief medewerker: mevr. D.C. van DijkeDe administratief medewerker verzorgt de correspondentie, voert werkzaamheden uit ter ondersteuning van het management en notuleert alle vergaderingen van het bestuur.

Schoolgids 2018-2019 24

3.3 Kerndoelen/referentieniveausOnderwijs kan niet zonder doelen. Over de inhoud van het onderwijs aan de kinderen op de basisschool zijn afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn te vinden in de kerndoelen. Kerndoelen zijn beschrijvingen van wat leerlingen in elk geval moeten leren op de basisschool.Aanvullend op de kerndoelen geven de referentieniveaus rekenen en taal een specifiekere beschrijving van de onderwijsinhoud. De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en vaardigheden de leerlingen op een bepaald moment moeten beheersen. Zij bieden daarmee heldere en concrete doelen die leraren kunnen hanteren en op basis waarvan zij de voortgang van hun leerlingen kunnen evalueren. Voor het basisonderwijs zijn er twee niveaus, een fundamenteel niveau ( 1F) en een streefniveau ( 1S), omschreven. Het streefniveau omvat het fundamentele niveau. In ons onderwijs stellen we hoge, maar realistische doelen. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool het streefniveau 1S of hoger halen, maar in elk geval het fundamentele niveau 1F. In ons onderwijs zijn onze doelen en inhouden zoveel mogelijk gericht op het behalen van niveau 1S.3.3.1GodsdienstonderwijsAls reformatorische school staat het Bijbelonderwijs centraal aan het begin van de dag en daar waar nodig gedurende de gehele dag. Het doortrekt het hele onderwijs van begin tot het eind.Elke dag wordt er begonnen met gebed, zingen en een vertelling of verwerking van de vertellingen.In de groepen 1, 2 en 3 worden de psalmen klassikaal aangeleerd. Vanaf groep 3 tot en met groep 6 wordt er iedere week een psalm geleerd. U mag zelf kiezen in welke berijming uw kind de psalm leert, de berijming van 1773 of de berijming van Datheen. Verderop in deze schoolgids vindt u de psalmlijst. De kinderen in groep 7 en 8 leren iedere week een vraag en antwoord uit Kort Begrip.Ons onderwijs is niet neutraal. Als reformatorische school respecteren we andersdenkenden als mens, maar geven hen geen ruimte om hun geloof uit te dragen.3.3.2Activiteiten in onderbouw/Visie op kleuteronderwijsHet onderwijs van groep 1 en 2 heeft als uitgangspunt de ontwikkeling van de kleuter en onderscheidt zich daardoor van het onderwijs in de overige groepen. Niet de vakken staan centraal, maar de activiteiten, die ten dienste staan van de totale ontwikkeling van het kind. Spel is erg belangrijk. Juist door spel is veel te leren! Door spel krijgen kinderen inzicht in sociale verbanden. Ze leren gevoelens uiten en herkennen ( sociaal-emotionele ontwikkeling), ze leren vormen en kleuren herkennen en ervaren, maar ook tellen, meten,verwoorden van dingen (cognitieve ontwikkeling), klimmen, springen, vallen en weer opstaan (motorische ontwikkeling). Het spel stimuleert al deze ontwikkelingsgebieden. Kinderen worden gestimuleerd om met elkaar te praten en mee te denken. Kinderen leren door spel in de hoeken en door het werken met ontwikkelingsmateriaal. Kinderen leren vooral door te doen. Zij leren veel van elkaar en met elkaar. We zien spel duidelijk als

Schoolgids 2018-2019 25

leermiddel. Het aanleren van allerlei vaardigheden op verschillende ontwikkelingsgebieden gebeurt door middel van het spel. Spel is de leidende activiteit in de kleuterklassen. Behalve dat spel een belangrijke factor is in de algehele ontwikkeling van een kind, ontwikkelt een kind dus ook zelfvertrouwen door te spelen en kan het zijn of haar persoonlijkheid verder vormen.In de groepen 1 en 2 wordt bij het onderwijs gewerkt vanuit leer- en ontwikkelingslijnen die alle vak- en vormingsgebieden omvatten. Een paar ontwikkelingsgebieden zijn: zintuiglijk ontwikkeling, taalactiviteit, werken met ontwikkelingsmateriaal, bewegingsactiviteiten, expressie activiteiten en sociale ontwikkeling.

Ook inrichting van de lokalen en de manier van werken in groep 1 en 2 is verschillend van het werken in de overige groepen. Het werken in groep 1 en 2 gebeurt vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Het spelen en werken gebeurt aan tafels, in hoeken, in het speellokaal en op het plein. De dagactiviteiten zijn in grote lijnen als volgt: ontvangstgesprek, bijbelverhaal, werken in hoeken, fruit eten, bewegingsonderwijs, arbeid met ontwikkelingsmateriaal en buitenspel/gymspelles.

De meeste vakken komen in samenhang aan de orde aan de hand van een bepaald thema.Het onderwijs in de groepen 1 en 2 biedt in veel opzichten een doorgaande lijn naar de andere groepen. In de eerst twee jaren is er duidelijk sprake van ontwikkeling ten aanzien van de speel- en werkhouding. En deze houding is een belangrijke leervoorwaarde voor het onderwijs in groep 3. In groep 2 wordt er veel aandacht besteed aan het voorbereidend lezen, rekenen en taal. Er wordt gebruik gemaakt van ideeën uit de “Wereld in Getallen en de Leessleutel”In de kleuterperiode wordt veel aandacht besteed aan geletterdheid, mondelinge taalvaardigheid en woordenschat. Door interactief voor te lezen in kleine groepen, door samen prentenboeken te bekijken en te lezen, een goede boekenhoek en thematafels in te richten, en door gesprekken in kleine kring te houden, kan de taalontwikkeling van kinderen gestimuleerd worden. Herhaling hierbij is van groot belang. Uit onderzoek blijkt dat de letterkennis een belangrijke voorspeller is voor het leessucces. Aan deze vaardigheden besteden we in de kleutergroepen veel aandacht, wat gunstig kan zijn voor de leesstart van kinderen. We streven ernaar dat aan het eind van groep 2 de kinderen een aantal letters ( 15 letters) kennen.We vinden het belangrijk om zo vroeg mogelijk te beginnen met vreemdetalenonderwijs. Jonge kinderen pikken heel gemakkelijk een tweede taal op en bovendien is gebleken dat er geen nadelige gevolgen zijn voor het verwerven van de moedertaal. Integendeel: het op jonge leeftijd leren van een vreemde taal stimuleert juist de moedertaalverwerving. Onder vreemdetalenonderwijs wordt verstaan: het aanbieden vaan een vreemde taal (Engels) vanaf de eerste groepen van het basisonderwijs.

Schoolgids 2018-2019 26

Signalering kinderen met ontwikkelingsvoorsprong/meerbegaafdheidHet is van groot belang om al vroeg een ontwikkelingsvoorsprong bij kinderne te (h)erkennen en het kind die uitdagingen te bieden waardoor het zich kan ontwikkelen. We maken gebruik van een standaard procedure voor alle 4-jarigen die op de basisschool komen dit i.v.m. vroegtijdige signalering van kinderen met ontwikkelingsvoorsprong. Om het kind in beeld te krijgen gebruiken we de volgende instrumenten: het overdrachtsformulier van peuter naar kleuter, het observatieformulier voor leerkrachten en de menstekening.Op deze manier verzamelen we informatie en maken we kennis met het kind en de ouders. Ook krijgen we een eerste indicatie over de ontwikkeling van een kind: normale ontwikkeling, vertraagde ontwikkeling of een ontwikkelingsvoorsprong. Tevens zorgen we voor een goede en uitgebreide basis van het zorgsysteem, zodat problemen en/of andere bijzonderheden vroeg gesignaleerd en herkend kunnen worden.

Versnellen of vertragen:Veel kleuters zitten gewoon twee jaar in de kleutergroepen. Er zijn er echter ook die ruim tweeenhalf jaar in de kleutergroepen zitten. Dit is afhankelijk van het tijdstip waarop kinderen jarig zijn en het hangt ook af van hun ontwikkeling. Vanouds werd de 1 oktobergrens aangehouden. Kinderen die voor 1 oktober jarig waren gingen door naar groep 2. De kinderen die na 1 oktober jarig waren bleven in groep 1. Onze ervaring is dat de grens van 1 oktober, mede gezien de emotionele ontwikkeling van kinderen en hun verdere schoolloopbaan, een goed markeerpunt is. Maar elk jaar wordt er speciaal gekeken naar de najaarskinderen; dat zijn kinderen die geboren zijn in oktober, november of december. Een deel van deze kinderen gaat na tweeenhalf jaar kleuteren naar groep 3, een ander deel stroomt na ruim anderhalf jaar door naar groep 3.Omdat we willen dat ons onderwijs aansluit bij de leer- en ontwikkelingsbehoeften van de kinderen, kijken we vooral naar de mogelijkheden van het kind.In het algemeen zijn we terughoudend om najaarskinderen eerder naar een volgende groep te laten gaan. Vooral omdat wij binnen alle groepen mogelijkheden hebben om, binnen of buiten de groep, kinderen extra stof te geven, zodat ze voldoende uitdaging krijgen.Ouders kunnen ook via de leerkracht aangeven dat ze denken aan een kort kleutertraject ( wij praten als het kleuters betreft niet over zittenblijven of een groep overslaan, maar over een kort of lang kleutertraject).Spel is de basis van de ontwikkeling van jonge kinderen. Kinderen die heel jong zijn in leeftijd en gedrag kunnen veel groei- en ontwikkelingsvoordeel van een verlengde kleuterperiode hebben. Het kan juist een positieve bijdrage leveren om een kind met een zo hoog mogelijk ontwikkelingsniveau de basisschool te laten verlaten. Vanuit een stevige basis kan een kind zich verder ontwikkelen. We volgen de ontwikkeling van een kind aan de hand van het ontwikkelingsvolgsysteem KIJK. In het eindoordeel spelen de volgende aspecten een belangrijke rol:

Schoolgids 2018-2019 27

- De cognitieve ontwikkeling; waaronder de beginnende geletterdheid en gecijferdheid.

- De sociaal-emotionele ontwikkeling, de mate van zelfvertrouwen, de zelfstandigheid, taakgerichtheid, motivatie, concentratie en het werktempo van het kind.

- Het totaalbeeld van het kind is doorslaggevend. We kijken dus of het kind in balans is.

In bijgaand stappenplan staat beschreven hoe wij als school omgaan met najaarskinderen.Aandachtspunten:- Gemaakte afspraken worden vastgelegd in het digitaal dossier van het betreffende kind.- Het advies komt tot stand in overleg tussen ouders en school. Bij verschil van inzicht met de ouders worden de mogelijke consequenties besproken en vastgelegd.- Bij twijfel of een verschil van mening wordt de directeur ingeschakeld. Hij heeft de eindverant- woordelijkheid en neemt de eindbeslissing.Stappenplan:Groep 0/1:- Kinderen die tussen 1 oktober en 1 januari 4 jaar worden, starten in

de combinatiegroep 0/1.- Tijdens het contactmoment zal de voortgang van de ontwikkeling van

het kind besproken worden.- Gedurende het hele schooljaar wordt het kind geobserveerd.- De voortgang van de najaarskinderen wordt tijdens de

leerlingbespreking besproken met deIB-er. Bijzonderheden worden opgenomen in het groepsplan.

- Voor zorgleerlingen vullen we de checklist basiskenmerken van KIJK in.

- In januari en juni vindt de KIJK registratie plaats.- Aan het eind van het schooljaar kijken we hoe het kind zich heeft

ontwikkeld en welke groephet beste bij hem/haar past ( 1 of 2). Dit doen we a.d.h.v. de kijklijnen en Cito LVS toetsen.

Om mee te gaan naar groep 2 moet op eerder genoemde ontwikkelingslijnen van KIJK een voorsprong van 4 maanden te zien zijn.

Groep 2:- In december wordt tijdens het contactmoment de ontwikkeling van het

kind met de oudersbesproken. Er kan soms al worden meegedeeld dat er twijfels zijn over de overgang naar devolgende groep of dat er gedacht wordt aan versnellen.

- In februari worden de LVS toetsuitslagen en de KIJKregistratie met de ouders besproken.

- De ontwikkelingslijnen moeten aangeven dat het kind schoolrijp is voor groep 3. De Cito-score moet A of B zijn.

Schoolgids 2018-2019 28

- In juni na de LVS afname vindt de overgangsvergadering plaats en daarna een gesprek metde ouders om een definitieve beslissing te nemen.

3.3.3Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen)a. Lezen

In groep 3 wordt er met het aanvankelijk lezen begonnen. Er wordt gewerkt met de methode “Leessleutel”. Met deze methode kunnen de kinderen ongeveer in januari eenvoudige teksten lezen. De kinderen worden dan ook getest en er wordt gekeken of ze alle letters kennen en eenvoudige woorden kunnen lezen. Zwakke lezers hebben vooral meer tijd voor extra instructie en extra oefening nodig. Hierbij is ook herhaling van dezelfde tekst zeer belangrijk.In de groepen 4 tot en 8 blijft onderwijs in technisch lezen noodzakelijk in de vorm van instructie en leesoefeningen. Dit gebeurt d.m.v. klassikaal lezen, vrij lezen en niveaulezen. Hierbij is woordherkenning zeer belangrijk om de steeds moeilijker teksten met begrip te kunnen lezen. De klassenbibliotheek bevat verschillende soorten boeken om op deze manier rekening te kunnen houden met de leesvoorkeuren van de kinderen. Want naast de beheersing van de leestechniek is het ook belangrijk dat kinderen plezier beleven aan lezen.We proberen de zwakke lezers verschillende keren per week extra leestijd en extra instructie aan te bieden. Hierbij maken we gebruik van de methode “leesfontein”. We streven ernaar dat de leerlingen minimaal beheersen: eind groep 3AVI- E3 niveau; eind groep 4 AVI E4-niveau; eind groep 5 AVI –E5-niveau; eind groep 6 AVI-E6 niveau, eind groep 7 AVI-E7 niveau; eind groep 8 AVI-Plus niveau. Het streefdoel eind groep 6 is beheersing van AVI-Plus niveau.

b. SchrijvenIn groep 1 en 2 is de motorische ontwikkeling van het kind belangrijk. In deze groepen zijn de kinderen bezig met een verfijning van hun motoriek. Er wordt gewerkt aan de “grove” patronen. Dit is belangrijk om later goed te kunnen schrijven.In groep 3 en 4 wordt volgens een vaste structuur het handschrift aangeleerd en verfijnd. We gebruiken hiervoor de methode “Schrijffontein”. De thema’s uit Schrijffontein zijn gekoppeld aan de thema’s van Taalfontein. Naast het leren schrijven van letters komen in groep 3 het schrijven van schrijfpatronen en het schrijven van cijfers en rekentekens aan bod.In groep 4 worden de hoofdletters aangeleerd. Ook het schrijven van de kleine letters en de verbindingen krijgen ruimschoots de aandacht. In de groepen 5 en 6 wordt aandacht besteed aan verschillende fcetten van het schrijven. Naast het technisch schrijven en de zit-schrijfhouding krijgen creatieve opdrachten, temposchrijven, schrijfverrijking en handschriftontwikkeling ruimschoots de aandacht.

c. Nederlandse taal

Schoolgids 2018-2019 29

Voor deze basisvaardigheid gebruiken we in de groep 8 de methode “Taalfontein”. Dit is een veelomvattende methode voor het taalgebied: uitbreiding woordenschat, taalbegrip, spelling, werken met teksten, stellen, spreken, luisteren en begrijpend lezen. Groep 4, 5 ,6 en 7 maakt gebruik van de nieuwe methode “Taalactief”.

d. EngelsIn de groepen 1-8 werken we met de methode “My name is Tom”. In de groepen 5-8 wordt er facultatief gewerkt met de methode “Hello World” en Holmwoods.

e. Rekenen en wiskunde.Op onze school wordt de nieuwe versie van de reken-wiskundemethode “Wereld in Getallen” gebruikt. Dit is een zogenaamde realistische methode. Dit betekent dat de methode zoveel mogelijk uitgaat van het dagelijkse leven en heeft veel variatie in oefenvormen. Er worden niet meer louter rijtjes sommen aangeboden. De leerlingen leren niet zozeer een “foefje” aan maar moeten meer gaan begrijpen wat ze doen.

3.3.4Wereldoriënterende vakkenOp heel veel momenten wordt er gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kinderen kennis bij over het heden en het verleden. In de onderbouw wordt geen aparte methode gebruikt, wereldoriëntatie is daar verweven met heel het onderwijs. De kinderen zijn constant bezig hun wereld te ontdekken, o.a. door het werken met thema’s.Voor de verschillende vakken maken we vanaf groep 5 gebruik van de volgende methodes.Biologie: (EHBO boekje A), Wonderlijk gemaakt, Wondering the worldAardrijkskunde: GeobasGeschiedenis: Vensters op NederlandVerkeer: WegwijsVerkeerseducatie richt zich op het bevorderen van veiligheidsbewustzijn en het versterken van op veiligheid gericht gedrag in het verkeer. Om dat te bereiken besteden we op onze school veel aandacht voor bewustzijn, kennis en inzicht, vaardigheden en gedrag.Bij verkeerseducatie maken we ook gebruik van praktijkelementen zoals o.a dode hoek lessen, deelname skateclinic, gebruik van leskisten. Ook nemen we deel aan de netwerkbijeenkomsten waarin ervaringen met andere scholen worden gedeeld en afspraken worden gemaakt over gezamenlijk uit te voeren projecten. Verkeerseducatie komt ook ter sprake tijdens vergaderingen van de medezeggenschapsraad/ouderraad. Dhr. Hoek is verkeersouder. Het zeeuwse verkeersveiligheidslabel is een keurmerk dat wordt uitgereikt aan basisscholen die hoogwaardige verkeersducatie geven: brons, zilver en goud. We zijn in het bezit van het gouden verkeerslabel!3.3.5Expressie activiteiten De creatieve vakken brengen evenwicht in het lesprogramma. Niet alleen het leren heeft nadruk, ook de creatieve vorming. Toch worden deze vakken niet louter als ontspanning gezien. Ook hier wordt lesgegeven en streven we naar kwaliteit. De leerkracht richt zich op het leren gebruiken

Schoolgids 2018-2019 30

van bepaalde technieken en materialen. Ook de creativiteit van de kinderen proberen we te bevorderen. In de groepen 1 en 2 is de creatieve vorming geheel verweven met het totale lesprogramma.In de groepen 3 tot en met 8 worden voor de verschillende vakken de volgende methodes gebruikt.Muziek: Meer met muziekHandvaardigheid: Uit de kunstTekenen Uit de kunstDe meisjes vanaf groep 4 krijgen 1 x per week les van een vakleerkracht textiele werkvormen.3.3.6Lichamelijke opvoeding of bewegingsonderwijsLichamelijke opvoeding is breder dan alleen de gymles. Bij de lichamelijke opvoeding richt men zich op gezondheid, houdings- en bewegingsvorm, uitdrukkings- en prestatievermogen. Lichamelijke opvoeding moet gezien worden als een van de middelen tot ontwikkeling en ontplooiing van de gehele persoonlijkheid.De kleuters ontvangen dagelijks bewegingsonderwijs, om tegemoet te komen aan hun motorische- en sociaal-emotionele ontwikkeling. We onderscheiden dit bewegingsonderwijs in buitenspel op het plein en binnenspel in ons speellokaal. Spel zien wij als de motor van de ontwikkeling!Vanaf groep 3 krijgen de kinderen bewegingsonderwijs via de methode Basislessen Bewegingsonderwijs (w. van gelder). Ook het buitenspel op het plein voor schooltijd en in de pauze vertoont een relatie met bewegingsonderwijs.

3.3.7Visie op Burgerschap en sociale integratieBurgerschap is een door de overheid nieuw benoemd gebied. Vanwege zorgen over de gevolgen van afnemend normbesef en voortgaande discriminatie, ziet de overheid een taak voor de scholen weggelegd om leerlingen op te voeden tot verantwoordelijke burgers.We zien in dit vormingsgebied een duidelijke rol voor onze school weggelegd. Onze kinderen groeien op in een multiculturele samenleving. De gemeenschap waar zij opgroeien, noemen we weleens een beschermd milieu. Zodra de kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan treden ze buiten dit milieu. Het is dan van groot belang dat wij onze kinderen thuis en op school hebben aangeleerd hoe ze moeten staan als actief christelijk burger in de samenleving.We vinden het belangrijk en noodzakelijk dat zij actief hun verantwoordelijkheden in hun omgeving op zich nemen. Hun sociale integratie, binnen Bijbelse kaders, moet bevorderd worden. Voor actief burgerschap zijn sociale vaardigheden nodig. Deze krijgen de nodige aandacht bij ons op school want die hebben we dagelijks nodig! We staan stil bij vragen als: Hoe gaan we om met de ander en met onszelf? Hoe spreken we iemand aan in een bepaalde situatie? Middels ZIEN volgen we de leerlingen in hun sociale vaardigheden. We onderwijzen de leerlingen naast onze voorbeeldfunctie ook vanuit een methode ( Kwink).Er is aandacht voor:-het zich eigen maken van de gebruikelijke omgangsvormen;

Schoolgids 2018-2019 31

-het respecteren van verschillen in levensbeschouwing en cultuur;-het in een groep durven iuitkomen voor je eigen standpunt;-rekening houden met gevoelens en wensen van anderen;-in een groep steun durven geven aan iemand met een afwijkend standpunt;-het nemen van verantwoordelijkheid voor te verrichten taken;-het uiten van gevoelens.De Bijbel is onze norm. Deze wijst er nadrukkelijk op dat de zorg voor de schepping en de naaste van het hoogste belang is. De Bijbel geeft ons tegelijk kaders waarbinnen dit dient te gebeuren. De meeste items van burgerschap maken deel uit van het christelijk vormingsideaal. De Tien geboden vormen in onze visie een solide basis voor goed burgerschap.We hebben ervoor gekozen om burgerschap een zo natuurlijk mogelijke plaats te geven in ons onderwijsaanbod. Dat betekent dat het niet als apart gebied in het weekrooster is terug te vinden.Er is een meerjaren (verantwoordings)plan geschreven waarin wij concreet aangeven welke activiteiten wij in dit kader uitvoeren. Per groep is er een planning gemaakt om er zorg voor te dragen dat een en ander ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd.Doelen met burgerschap:-We bevorderen de competenties van onze leerlingen om met andere mensen om te gaan;-We bereiden onze leerlingen voor op deelname aan de Nederlandse samenleving;-Leerlingen hebben kennis van de verschillende culturele en godsdienstige achtergronden van hun leeftijdsgenoten. Daar waar mogelijk en verantwoord is, streven we ook ontmoeting na.-We bevorderen de basiswaarden van de democratische rechtsstaat;-We brengen, als school, ookzelf burgerschap in de praktijk.Voorbeelden van activiteiten die onder dit vormingsgebied vallen zijn:Actualiteit bespreken, bidden voor de overheid, bezoeken van bedrijven, zorginstellingen, gastlessen, deelnemen aan acties voor goede doelen, boomplantdag, geestelijke stromingen aanbieden, geschiedenis van Nederland, projecten over politie, brandweer en ambulance, opruimen en schoonhouden van schoolplein,opruimen van zwerfafval bij zeedijken, schoolregels, staatsinrichting, vaderlandse liederen aanleren, verkeersexamen, gedrag in het verkeer, aandacht voor sexuele vorming via methode “Wonderlijk gemaakt”, viering Koningsdag, media-educatie en het Wilhelmus aanleren. Verkeerseducatie, of meer in het algemeen het stimuleren van veilig en verantwoord gedrag in het verkeer, levert ook een bijdrage aan burgerschapsontwikkeling bij de leerlingen. In het verkeer is het altijd een kwestie van geven en nemen. Elkaar de ruimte geven, niet altijd gelijk willen hebben, anticiperen en reflecteren op onverwachte situaties en rekening houden met anderen.Het verkeer is een stukje samenleving. Je hebt rechten en plichten. Er gelden regels en afspraken. We zouden het verkeer een oefenplaats voor burgerschap kunnen noemen.

3.3.8Visie op CultuureducatieSchoolgids 2018-2019 32

De Bijbel leert ons dat de wereld door God geschapen is, maar dat door de mens de zonde in de wereld gekomen is. Deze zonde trekt zijn sporen in de wereld maar door Gods algemene genade is er in de wereld Gods zorg en bemoeienis. Daarnaast is er opdracht die de mens kreeg: de aarde bouwen en bewaren. Dit is de zgn. cultuuropdracht. Bij die cultuuropdracht zijn de normen van de Bijbel leidend. Voor onze school is van belang dat veel kinderen van huis uit niet zo in aanraking komen met expliciete uitingen van kunst. Wij zien daarom een taak om de kinderen vanuit de normen van de Bijbel, kennis te laten maken met cultuuruitingen die een verrijking kunnen zijn voor hun leven, die tot verwondering en waardering leiden en die hen kunnen helpen hun eigen cultuuropdracht beter te vervullen.We hebben er voor gekozen om cultuureducatie een zo natuurlijk mogelijke plaats te geven in het onderwijsaanbod. Dit betekent dat het niet als apart gebied in het weekrooster is terug te vinden.Doelen met cultuureducatie:-We bevorderen de kennismaking met de cultuur om ons heen.-We streven bij cultuureducatie naar kennismaken, begrijpen, beoordelen vanuit onze identiteit, en waar mogelijk, waarderen en participeren.-We brengen de kinderen kennis bij over de verschillende aspecten van ons cultureel erfgoed.Voorbeelden van activiteiten die onder dit vormingsgebied vallen zijn:Sociale vorming, Bijbelverhalen, beeldende vorming, muziek beluisteren, boeken over andere culturen, aardrijkskunde, geschiedenis, geestelijke stromingen, kerkgeschiedenis, projektweek, media-educatie, Koningsdag, 4/5 mei, jeugdliteratuur en het organiseren van een culturele excursie zoals bezoek Markiezenhof en Rijksmuseum.

3.4 .1 Verplichte activiteiten

Alle activiteiten die we aan de kinderen aanbieden zijn verplicht.

3.5 Buitenschoolse activiteiten voor kinderenDe kinderen van groep 8 gaan als voorbereiding voor het voortgezet onderwijs naar de open-dagen van Calvijn College in Tholen en Prins Mauritsscholengemeenschap en Edudelta in Middelharnis.

Schoolreisje:Tegen het einde van het schooljaar worden voor alle groepen de jaarlijkse schoolreisjes georganiseerd. Deze schoolreisjes hebben een vormende waarde, maar er is ook gedacht aan een ontspannend element. Veiligheid en principiële aanvaardbaarheid krijgen grote nadruk.

Excursies:Het is mogelijk dat in de loop van het schooljaar n.a.v. gegeven lessen exursies naar bedrijven, instellingen e.d. plaatsvinden. Een en ander hangt af van financiële en/of organisatorische mogelijkheden.

EHBO:Schoolgids 2018-2019 33

In groep 8 krijgen de kinderen jeugd EHBO. De kinderen leren eenvoudige verbanden aan te leggen en een paar levensreddende handelingen te verrichten. De lessen worden afgesloten met een EHBO-examen.

Verkeersdiploma:In groep 7/8 vindt het verkeersexamen plaats. Dit examen bestaat uit een theoretisch gedeelte, waarin de leerlingen vragen over verkeersregels en verkeerssituaties moeten beantwoorden, en uit een praktisch gedeelte, waarin de leerlingen een bepaalde route moeten fietsen en waarin ze zich moeten houden aan de juiste verkeersregels.

3.6 Regels en afspraken.1. Voor schooltijd mogen de kinderen niet naar binnen, tenzij het regent

( 5 minuten voor aanvang van de les naar binnen). In de pauze mogen de leerlingen uitsluitend in de hallen (tot aan de gele vluchtdeuren) komen om eventueel naar het toilet te gaan.

2. De schoolbel laat voortaan drie minuten voor half negen en ook drie minuten voor kwart over één een signaal horen. De kinderen mogen dan naar binnen gaan. Als het tweede belsignaal klinkt, kunnen de lessen beginnen. Dit spaart tijd.

3. Kinderen mogen na schooltijd op het schoolplein als het schoolhek open is.

4. In bepaalde (identiteits- of gevoelsgebonden) zaken kan de directeur een bindende beslissing nemen.

5. Toiletgebruik: bij goede introductie is dit vaak te beperken tot: voor en na schooltijd en in de pauze, en voor en na de les (tijdens het wisselen). Het zal fijn zijn dat kleuters zelfstandig naar het toilet kunnen gaan.

6. In de lokalen wordt tijdens de les niet gesnoept. Ook kauwgom is niet toegestaan.

7. Ook staat er op de stoep voor het plein een hekje dat er voor zorgt dat de kinderen van het plein niet direct de weg op lopen maar op de stoep blijven. Wij verwachten van de ouders die hun kinderen naar school brengen en ophalen de nodige voorzichtigheid. De groepen 1 en 2 worden onder begeleiding van de leerkracht naar het hek gebracht.

8. Op onze school geldt een rookverbod. Mobiele telefoons zijn niet toegestaan.

9. Jassen en tassen worden opgehangen aan de kapstok.10. Als gymnastiek op het rooster staat, mogen de kinderen niet met

skeelers naar De Wimpel.11. Leerlingen die van ver komen (buiten het dorp) mogen op de fiets

naar school12. Schoenen die niet schoon te krijgen zijn moeten worden uitgedaan13. Trakteren gebeurt alleen in de klas van de jarige. Wilt u voor een

gezonde tractatie zorgen?En wilt u er ook rekening mee houden dat er kinderen zijn met een bepaalde allergie?

14. De leerkrachten dienen een kwartier voor de aanvang van de schooltijd aanwezig te zijn.

15. Op een vastgestelde tijd heeft een van de leerkrachten pleinwacht en houdt toezicht op de kinderen.

Schoolgids 2018-2019 34

16. De leerlingen blijven voor schooltijd of tijdens de pauze buiten. De leerlingen kunnen spullen naar binnen brengen na toestemming van degene die pleinwacht heeft.

17. De leerlingen krijgen halverwege groep 3 een vulpen waarmee ze tot en met groep 8 dienen te schrijven.

18. Dingen die expres kapot zijn gemaakt, moeten vergoed worden.19. Kledingstukken waar lijm- of verfvlekken opzitten of kledingstukken

die tijdens het spelen kapot gaan, worden door de school niet vergoed. Kinderen kunnen een verfschort meenemen.

23.Het dragen van baseballpetjes, naveltruitjes, nagellak, korte rokjes, make-up, voetbalshirts, hoofddoekjes en (oorbellen bij jongens) wordt niet toegestaan. 24.Ouders mogen de kleuters van groep 1 in het lokaal binnenbrengen. Graag in de klas voor de 2e bel afscheid nemen van uw kind zodat de lessen op tijd kunnen beginnen. Kinderen van groep 2 kunnen tot de deur van de klas gebracht worden. 25.Kinderen kunnen voor de gymles hun bril in een brillenkoker bij de leerkracht inleveren en na de gymles weer ophalen.26. Uit veiligheidsoverwegingen gaat bij de 2e bel het hek op slot van de pleinen van groep 1 t/m 5. Het hek op het hoofdplein blijft als enige geopend. 27. Kinderen hebben allemaal een eigen hoofdtelefoon bij computerles. Als deze stuk gaat, wordt van de leerling een vergoeding gevraagd van € 1,50 voor een nieuw exemplaar.28. In het kader van de privacywetgeving mogen er geen digitale gegevens ( foto’s, filmpjes enz.) op internet/facebook gezet worden door ouders en/of leerlingen.29. Graag een oud overhemd, blouse meegeven wat de leerlingen snel en makkelijk over hun eigen kleding kunnen aantrekken wanneer er geverfd wordt.30. In verband met de veiligheid worden heelys ( schoenen met een wieltje in de hak) op school niet toegestaan.

4. DE ZORG VOOR KINDEREN4.1 Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeftenOnder zorgverbreding verstaan we de mate waarin en de wijze waarop de school mogelijkheden biedt om kinderen met uiteenlopende ontwikkelingsniveaus en verschillende gedragskenmerken zinvol pedagogisch en didactisch onderwijs te bieden.Zorgverbreding is de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten, vooral op school- en groepsniveau, ten behoeve van een zo intensief mogelijke zorg voor leerlingen, in het bijzonder voor hen die specifiek pedagogisch-didactische behoeften tonen, opdat zij in een zekere hoeveeltijd tijd door de school te bepalen doelen en tussendoelen

Schoolgids 2018-2019 35

bereiken. Dit geldt ook voor meer begaafde leerlingen. Zorg betekent: goed onderwijs voor alle leerlingen.Bij zorg gaat het vooral om aandacht te geven aan de ontwikkeling van alle leerlingen. De visie op zorg voor leerlingen is beschreven in het schoolzorgondersteuningsprofiel. Door het samenwerkingsverband van de reformatorische scholen in Zeeland is deze visie op de zorg voor leerlingen weergegeven in het Zorgplan. Daarin hebben we een zorgkant d.w.z. hoe zorgen wij voor leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen. Bij de zorgkant gaat het om de hulpverleningsstructuur waarin kinderen met speciale zorgen kunnen worden opgevangen. Behalve de zorgkant is er ook de preventiekant d.w.z. hoe kunnen we op onze school zoveel mogelijk leer- en/of gedragsproblemen voorkomen.De “curatieve zorg” (problemen oplossen door hulp geven) is een kernactiviteit van de zorg. Binnen de doelstelling van de zorg valt ook de “preventieve zorg” (minder problemen laten ontstaan). Vandaar dat we veel aandacht besteden aan goed lesgeven, de overlegstructuur, coaching en professionalisering. Een lerende houding (openheid) is daarbij cruciaal.Van het hele zorggebeuren kan worden gesteld: het gaat om de situatie in de klas, om de leerkracht!! Het hele proces van de zorg draait ten diepste rond de groepsleerkracht. De leerkracht is de spil in het onderwijs. We willen de zorg zoveel mogelijk in de klas laten plaatsvinden, door de leerkracht die de professional is. Het pedagogisch-didactisch handelen is van cruciale betekenis. De leerkracht geeft goed en effectief onderwijs aan alle kinderen, dus ook aan de kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. De groepsleerkracht wordt gezien als de eerst verantwoordelijke voor de klas en de leerlingen daarbinnen. De leerkracht moet zoveel als mogelijk is proberen om al de leerlingen binnen zijn eigen klas te helpen. Zorgbreedte moet gestalte krijgen aan de basis. Incidenteel worden er ook kinderen buiten de groep begeleid door een onderwijsondersteuner of een ambulant begeleider.In de hulpverlening aan “probleemkinderen” zal gelet worden op de mogelijkheden van de leerlingen en er zal rekening gehouden worden met de ontvangen talenten.De leerkracht moet het kind zo optimaal mogelijk persoonlijke aandacht geven en waarderen in zijn/haar mogelijkheden; zo moet het kind leren zijn talenten te gebruiken. De leerkrachten moeten steeds werken aan de ontwikkeling van de leerlingen.Bij ontwikkelingsgericht werken dienen leerkrachten zelf goed na te denken over hun doelen en leerkrachten moeten goed leren kijken naar de kinderen. Het onderwijs wordt steeds betekenisvoller. In de leerlingenzorg staat het groepsplan centraal. Dit is een manier van leerlingenzorg waarbij samen met de leerkracht gezocht wordt naar oplossingen in het omgaan met problemen. Het is een leerkrachtgerichte benadering waarin men samen op zoek is naar overzicht en inzicht in de ervaren problemen en vooral naar kansen en mogelijke aanknopingspunten voor het behandelen van moeilijkheden. Handelingsgericht werken vraagt om een helder beeld van de onderwijsbehoeften van een kind. Bij deze werkwijze gaat de nadruk steeds meer liggen op de vraag: hoe kunnen we de leerkracht en de

Schoolgids 2018-2019 36

leerling leren omgaan met de hulpvraag van deze leerling zodat alle betrokkenen weer met vertrouwen verder kunnen. De positieve (sterke) kanten en de kwaliteiten van de leerling en de leerkracht moeten zo goed mogelijk benut worden!We krijgen steeds meer te maken met een grotere diversiteit op didactisch gebied. Daardoor zal handelingsgericht werken noodzakelijk zijn. Dit vraagt kennis en vaardigheden, maar vooral differentiatiecapaciteit van leerkrachten.Oplossingsgericht denken. Een toekomstige kijk waarin leerkrachten worden uitgedaagd om naar kansen en aanknopingspunten te zoeken voor het handelen in de toekomst waarin we nadrukkelijk spreken van het vertrouwen wat leerkrachten hebben in de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling. Elke zorgleerling is een kansleerling!We willen graag denken vanuit kansen en niet vanuit tekorten, belemmeringen en beperkingen!We willen denken in termen van ontwikkeling, vooruitgang en leerproces.Uit het bovenstaande blijkt duidelijk waar wij het accent op leggen: de nadruk ligt op de zorg in de groep! De leerkrachten krijgen door gerichte scholing de vaardigheden om zoveel mogelijk kinderen te helpen in de eigen klas. In het kader van Passend Onderwijs worden meer leerlingen binnen de basisschool opgevangen, die voorheen op een speciale school voor basisonderwijs aangewezen waren. Dit houdt in dat leerkrachten meer te maken krijgen met ernstiger leer- en gedragsproblemen in hun klas. Van elke school wordt als basiszorg verwacht dat aan de hulp en ondersteuning van leerlingen met complexe onderwijsvragen voldaan moet kunnen worden. Dit stelt hoge eisen aan de kennis en vaardigheden van leerkrachten. Als er zorgen komen op het gebied van onderwijs, werkhouding, of gedrag zal de leerkracht hiermee kundig aan de slag gaan. Leerkrachtgedrag versterken en handelingsbekwaamheid zijn voor de leerkracht sleutelwoorden bij het passend onderwijs. Voorkomen is beter dan genezen!Indien er leerlingen zijn die stilstand of teruggang vertonen op de CITO toetsen of methodetoetsen of op het gebied van werkhouding, sociaal/emotionele ontwikkeling, dan hebben zij specifieke onderwijsbehoeften. De leerkracht zal dan een passend onderwijsaanbod moeten geven aan deze kinderen. Omdat in dit niveau sprake is van een vorm van extra zorg/aandacht binnen de groep, bestaat voor de leerkracht de mogelijkheid advies te vragen aan collega’s. Tijdens de groepsbespreking en leerlingbespreking met de Interne Begeleider wordt er gesproken over verdere mogelijkheden van begeleiding. Het initiatief en de uitvoering hiervan ligt bij de leerkracht. De leerkracht is verantwoordelijk voor de tijdige communicatie van de onderkende zorgbehoefte aan de ouders. Ook legt de leerkracht haar/zijn handelen vast in het groepsplan.Leerlingen die extra zorg nodig hebben worden door de leerkracht gesignaleerd. Extra zorg kan zich voordoen op het gebied van leren, de werkhouding, het sociaal emotioneel functioneren of de thuissituatie van het kind. De leerkracht neemt toetsen af, observeert de leerling en voert gesprekken met leerling en ouders.

Schoolgids 2018-2019 37

Hiervoor maakt de leerkracht gebruik: KIJK, gegevens dyslexie protocol, methode gebonden toetsen, ZIEN en Cito LOVS toetsen. Cirteria voor zorgleerlingen zijn:-leerlingen met een AB-traject (ambulante begeleiding)-leerlingen met zorgen rond gedrag en zelfbeeld (Zien, Kijk)-leerlingen met een E-score op een toets-leerlingen met twee of meer D-scores op een toets-leerlingen met een eigen leerweg-leerlingen die meer dan twee blokken uit de methodetoetsen op de zorg zitten-leerlingen die 2 niveaus omhoog/omlaag zijn gegaan in vergelijking met de vorige LOVS afname

Zo nodig wordt er binnen de school extra hulp geboden. Soms is het noodzakelijk dat zorgleerlingen de klas uitgaan om geholpen te worden door de onderwijs assistente (IRT-er). Wanneer een kind door de I.R.T.-leerkracht wordt geholpen, worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht. Er wordt dan gevraagd of de ouders toestemmen in de extra begeleiding en of ze eventueel mee willen helpen.Bij complexere problemen en/of wanneer de begeleidingsdienst bij het onderzoek is betrokken, worden de ouders voor een gesprek op school uitgenodigd. Er worden dan afspraken gemaakt hoe de school met de ouders omgaan met het probleem van het kind. Wanneer er sprake is van sociaal-emotionele problematiek in combinatie met gedragsproblematiek en/of problematiek in de thuissituatie wordt deze besproken in het Ondersteuningsteam (H.5).Het kan gebeuren dat de school tegen haar grenzen aanloopt. De gevraagde zorgbehoefte is dan niet op school aanwezig. In geval binnen het schoolverband geen toereikende hulp kan worden geboden aan leerlingen, zien wij het als onze taak de hulp in te roepen van de schoolbegeleidingsdienst Driestar Educatief. In samenspraak tussen de Intern begeleider, leerkracht en ouders wordt dan besloten de leerling aan te melden voor extern onderzoek.Voor sommige leerlingen gaat het tempo van de groep veel te snel of veel te langzaam. Voor deze leerlingen maken wij een uitzondering: zij kunnen vanaf groep 6 een aangepaste leerlijn gaan volgen. Een eigen leerlijn volgen gebeurt bij hoge uitzondering. Dit kan dus zowel voor leerlingen die moeite hebben met de leerstof als ook voor hoogbegaafde leerlingen. Het volgen van een eigen leerlijn beschrijven wij in het Ontwikkelingsperspectief. We gaan als beginsituatie uit van analyses van zowel Cito-toetsen als methodetoetsen. We gebruiken onderzoeksverslagen met gemeten intelligentie als uitgangspunt om het einddoel te bepalen. Intern gebruiken we als school de NSCCT om de intelligentie globaal te bepalen. Uit dat onderzoek volgt dan het advies om op het eigen leertempo door te leren.Het is onze bedoeling dat zoveel mogelijk kinderen die op onze school zitten hun hele basisschoolloopbaan bij ons op school kunnen blijven. Naar school gaan in je eigen dorp, met andere kinderen waar je na schooltijd mee speelt, vinden we belangrijk. Het verwijzingspercentage willen we zo laag mogelijk houden.Type zorgschool

Schoolgids 2018-2019 38

We hebben besloten om in de zorg ons vooral te richten op kinderen met speciale zorg op het gebied van gedrag. We willen als team meer expertise ontwikkelen om deze leerlingen met zorg op het gebied van gedrag goed te kunnen begeleiden. Er is een plan van aanpak voor gedrag opgesteld. Ook dit jaar werken we aan voortgaande deskundigheidsbevordering van leerkrachten in het effectief managen van complex gedrag van leerlingen, waarbij de principes van oplossingsgericht werken leidend zijn.Een leerkracht heeft de 2 jaarlijkse masteropleiding gericht op het thema “Gedrag” afgerond.We werken aan deskundigheidsbevordering van leerkrachten in het omgaan met gedrags- en motivatieproblemen, waarbij de principes van oplossingsgericht, handelingsgericht werken leidend zijn.Door de deelname aan COLON ( het reformatorisch Samenwerkingsverband Zeeland) is er versterking van onze mogelijkheden om kinderen met problemen op te vangen. Hierbij valt te denken aan ondersteuning van Driestar educatief, ambulante begeleiding ( Auris, Qwestor, Dienst Ambulante Begeleiding Kapelle) het netwerk interne begeleiders van Colon en het Ondersteuningsteam.De grotere diversiteit aan sociaal emotionele problematiek maakt scholing van leraren noodzakelijk, waarbij het voeren van gesprekken met ouders en kinderen ook een aandachtspunt is. Het is van groot belang dat leraren over inzicht en vaardigheden beschikken om een goed pedagogisch, praktisch antwoord te kunnen geven op probleemgedrag van kinderen. Het werken aan de betrokkenheid en de professionalisering van individuele leraren en van het team en het organiseren van de ondersteuning van leraren is van groot belang. Leerkrachten moeten zich immers competent en gesteund voelen om voor alle leerlingen passend onderwijs te verzorgen. Het signaleren van gedrags- en leerproblemen en ermee om te gaan is binnen de scholing voor leerkrachten een belangrijk punt van aandacht.

DyslexieDyslexie is een handicap die iedereen kan treffen. Het is een ernstige beperking bij het lezen en spellen van taal. Het kan de schoolprestaties ernstig belemmeren waardoor kinderen met dyslexie op school vaak onder hun niveau presteren.De vergoeding van diagnose en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie bij kinderen is opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering. Enkelvoudig wil zeggen dat er naast dyslexie geen sprake is van een of meer andere (leer)stoornissen.Voordat dyslexie bij kinderen kan worden vastgesteld fungeren basisscholen vaak als “poortwachter”. Zij volgen het protocol Leesproblemen en Dyslexie, dat is een leidraad die scholen in staat stelt een vermoeden van dyslexie vast te stellen.Samen met u wordt, nadat er een trajekt van intensieve hulp is geweest, bekeken of het stellen van de diagnose dyslexie en eventuele behandeling, raadzaam is. U kunt dan als ouder, niet de school, een dyslexie onderzoek aanvragen. De kosten hiervoor worden vergoed door de zorgverzekering. We maken u erop attent dat wanneer u deze kosten niet kunt declareren bij uw zorgverzekering, ze voor eigen rekening zijn.

Schoolgids 2018-2019 39

De kosten van een dyslexie onderzoek kunnen nietdoor de school worden vergoed.

4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school (leerlingvolgsysteem)4.2.1 De wijze waarop het dagelijkse werk van kinderen wordt

bekeken en beoordeeld en de middelen die worden gebruikt om vorderingen van leerlingen te verzamelen.

Om de ontwikkelingen en de leervorderingen van uw kind te volgen, wordt op school gebruik gemaakt van een observatie- en toetssysteem (LVS) die gedurende de hele basisschoolperiode met de groep meegaat. De observatielijsten van KIJK worden bij de kleuters intensief gebruikt. Verdere informatie die nodig is voor het invullen van de lijsten krijgen de leerkrachten uit de Cito-testen: rekenen en taal voor kleuters. Hierdoor worden de resultaten gemeten op het gebied van taalontwikkeling, woordenschat en rekenen en wiskunde.We hebben voor KIJK gekozen, omdat we het belangrijk vinden kinderen in hun ontwikkeling te volgen, om tijdig achterstanden te signaleren, om kinderen die voorlopen in hun ontwikkeling op te merken, en om het onderwijsaanbod daarop af te kunnen stemmen. KIJK werkt met ontwikkelingslijnen. In deze lijnen wordt aangegeven, waar een kind op een bepaalde leeftijd in zijn ontwikkeling zou moeten zitten. Er zijn in totaal 17 ontwikkelingslijnen, waar wij er 8 voor groep 0, 14 voor groep 1 en 15 voor groep 2 van hebben uitgekozen. Deze uitgekozen lijnen worden bij elk kind 2 x per jaar geobserveerd. Op deze manier ontstaat er inzicht in het ontwikkelingsverloop van het kind. Naar aanleiding van groepsoverzichten worden er hulpplannen opgesteld voor leerlingen die uitvallen op bepaalde ontwikkelingslijnen.In de groepen 3 tot en met 8 worden de leerlingen gevolgd door observatie,het dagelijks werk en de methodegebonden toetsen. Daarnaast is er een Cito LOVS (leerlingvolgsysteem) waarbij elke leerling van groep 1 t/m 8 twee maal per jaar, in vooraf geplande toetsweken, objectieve toetsen maakt om de vorderingen voor lezen (technisch- en begrijpend lezen), taal (begrippen, woordenschat, spelling), rekenen/wiskunde en informatieverwerking (studievaardigheden) vast te leggen. Ook deze gegevens geven aanwijzingen over het verloop van de vorderingen en geven aanwijzingen op welke onderdelen speciale aandacht gegeven moet worden. Door deze opjectieve toetsen zien wij direct waar knelpunten in de ontwikkeling zitten. Ook geeft het LVS een beeld van de groep, waardoor de leerkracht eigen accenten in het onderwijs kan leggen.

4.2.2 De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleraarVan elk kind is een leerlingdossier aanwezig. In het dossier worden die zaken opgenomen die in de verdere schoolloopbaan van het kind van belang kunnen zijn. Dit betreffen soms toetsuitslagen. Verslagen van onderzoeken door de intern begeleider, hulp- en handelingsplannen e.d..

Schoolgids 2018-2019 40

Dit dossier is alleen voor de leerkrachten toegankelijk. Ouders van het kind hebben het recht inzage in het dossier te vragen.4.2.3 Groepsbespreking/leerlingbesprekingDe groepsbesprekingen van de leerkracht met de IB-er zijn belangrijke momenten. Met het evalueren van het groepsplan, ronden we een cyclus af. Tegelijkertijd starten we een nieuwe cyclus, waarin de leerkracht een nieuw groepsplan opstelt. Er zijn vier groepsbesprekingen per jaar.De zorgleerlingen worden besproken in het zgn. Zorgteam. Tijdens de vergadering van het Zorgteam worden afspraken gecheckt en nieuwe leerlingen worden besproken. Wanneer tijdens de vergadering van het Zorgteam de problematiek van de leerling te veel omvattend is maakt de Intern Begeleider gebruik van de deskundigheid van Driestar Educatief. Mocht verder onderzoek nodig zijn dan wordt dit met de ouders doorgesproken4.2.4 De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen besproken wordt met ouders/Passend onderwijsOuders die informatie wensen over het functioneren van hun kind op school, kunnen contact opnemen met de groepsleerkracht. Ouderbetrokkenheid vinden wij enorm belangrijk. Het is van eminent belang dat de school een open houding heeft ten opzichte van alle ouders. En dat de houding van wederkerigheid, van respect voor elkaar, de grondhouding is van elke leerkracht en elk directielid. We vragen respect van onze ouders, maar dat mag alleen als we het ook geven en uitstralen.Wij hechten eraan de ouders te betrekken bij het besteden van zorg aan de leerlingen. We zien de ouders daarbij niet als partij, maar als partner. De school praat met de ouders in plaats van over en tegen hen. De ouders hebben belang bij een goede zorg. Prioriteit is de inzet van ouders als partner bij de zorgleerlingen. De wettelijke bepalingen in het kader van ouderbetrokkenheid worden in acht genomen. Daarnaast is verplicht de ouders als eerste gesprekspartners in te lichten als er zorgen zijn, de ouders vooraf in kennis te stellen van speciale zorg. Met de komst van het passend onderwijs wordt de samenwerking tussen ouders en school nog eens extra belangrijk. Veel aandacht is er voor de relatie met de ouders van zorgleerlingen.Zeker wanneer kinderen extra zorg nodig hebben, is het belangrijk dat ouders en school goed samenwerken en van elkaar leren, om zo ook deze kinderen optimaal ontwikkelingskansen te geven. De leerkracht gaat in gesprek met ouders en geeft informatie over de ondersteuningsroute. Tijdens de gesprekken zijn de termen verwachtingen en samenwerking van groot belang. Bij zwaarwegende gevallen wordt samen met de ouders het hulpplan ( HGW/HGPD formulier) opgesteld. Minstens 3 keer per schooljaar is er een gesprek met de ouders van zorgleerlingen met een handelingsplan. Die gesprekken gaan over de inhoud van de zorg aan hun kind. Ouders worden gelegenheid gegeven tot inzage in het dossier (hulpplan) van hun kind en we betrekken de ouders ook bij de evaluatie van de zorg. Leerkrachten en ouders werken samen aan realiseerbare doelen die zowel thuis als op school onder de aandacht komen.In de groepen 1 en 2 wordt er gewerkt met het observatie-instrument KIJK, wat werkt met ontwikkelingslijnen.

Schoolgids 2018-2019 41

In het begin van het schooljaar beginnen de groepsleerkrachten van de groepen 1 en 2 met het invullen van de basiskenmerken en de betrokkenheid. In oktober t/m januari worden de gekozen ontwikkelingslijnen geobserveerd. In februari t/m mei is er verdere observatie van de gekozen de ontwikkelingslijnen. Begin van het schooljaar is er een contactavond die we “luisteravond” noemen. De kinderen van de groepen 1 t/m 8 krijgen 2 keer per jaar een rapport over hun kind. Dit rapport geeft niet alleen de cijfers te zien voor de verschillende vakken, maar geeft ook informatie over zaken als werktempo, zelfstandigheid, omgang met de leerkracht en andere kinderen, enz.Het uitreiken van het rapport (in februari en mei/juni) is twee maal per jaar gekoppeld aan contactavonden. Voor elke ouder wordt 15 minuten spreektijd gereserveerd. De leerlingen worden thuis bezocht als daar bijzonderheden aanleiding toegeven, zoals ziekte, leer- en of gedragsmoeilijkheden. Tijdens het ouderbezoek is het fijn als de leerkracht alleen met de ouders kan spreken.Daarnaast zijn er informatiebijeenkomsten voor elke groep in het begin van het schooljaar.Dan komen aspecten aan de orde als de manier van werken, het gebruik van de methodes e.d.

5 PASSEND ONDERWIJSOp onze school zijn binnen het toelatingsbeleid in principe alle kinderen welkom die behoren tot het normale voedingsgebied van de school.Scholen hebben de wettelijke taak om aan leerlingen passend onderwijs te geven of voor leerlingen een passende onderwijsplek te vinden. Om deze taak te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk, dat scholen samenwerken in een samenwerkingsverband. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berseba. Hierbij zijn alle reformatorische basisscholen en speciale ( basis) scholen aangesloten. Het samenwerkingsverband is opgesplitst in vier regio’s. onze school ligt in de regio Zeeland.ZorgplichtEen kernbegrip bij passend onderwijs is “zorgplicht”. Zorgplicht betekent dat de school verplicht is om te zorgen voor een passende onderwijsplek voor iedere aangemelde of ingeschreven leerling. De school onderzoekt samen met de ouders welke ondersteuningsbehoeften een leerling heeft en hoe de school hieraan tegemoet kan komen.Als op grond van objectieve argumenten blijkt dat dit niet mogelijk is, dan heeft de school de opdracht om samen met de ouders een passende plaats op een andere school te zoeken.Passend is onderwijs dat aansluit op de ontwikkeling van de leerling, de mogelijkheden van het personeel en de wensen van de ouders. Voor elk kind passend onderwijs, een passend onderwijsaanbod en passende zorg! Of door het kind onderwijs te geven op de eigen school. Of door een

Schoolgids 2018-2019 42

andere plaats te zoeken voor dat kind, waar het meer op zijn plek zal zijn. Er mag geen kind meer “tussen wal en schip vallen”. SchoolondersteuningsprofielOnze school heeft dus een centrale rol in het tegemoetkomen aan de ondersteuningsbehoeften van de kinderen. De school heeft een ondersteuningsprofiel geschreven. U kunt dit profiel op de website van de school vinden of op school inzien. In dit profiel is te lezen op welke wijze we de begeleiding aan leerlingen vormgeven en welke mogelijkheden voor extra ondersteuning onze school heeft. Bij het realiseren van de gewenste ondersteuning werkt de school vanuit de uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW). Dit betekent kort gezegd: Als een kind extra ondersteuning nodig heefty, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind heeft, maar naar wat het kind nodig heeft. Bij HGW is de samenwerking en afstemming met ouders en andere deskundigen een belangrijk aandachtspunt.OndersteuningsteamHeel vaak kan de ondersteuning door onze school zelf georganiseerd en gegeven worden.Op onze school is de leerkracht als eerste verantwoordelijk voor de begeleiding van de leerlingen. Als hij/zij er zelf niet uitkomt, wordt advies gevraagd aan collega’s of de intern begeleider. Zo nodig voert de leerkracht een uitgebreider gesprek over de leerling met de intern begeleider.Onze school heeft een ondersteuningsteam. Als de situatie rondom een leerling daar aanleiding toegeeft, zal de leerling in het ondersteuningsteam besproken worden. Het ondersteuningsteam wil in gesprek gaan met ouders/verzorgers om samen de zorg om de kinderen te dragen en te zoeken naar wegen om zo nodig extra hulp te krijgen voor een kind, kinderen en/of de ouders. In een gesprek worden de onderwijs- en zorgbehoeften van het betreffende kind in kaart gebracht en wordt besproken hoe het meeste recht kan worden gedaan aan de onderwijs- en zorgbehoeften van uw kind. Het ondersteuningsteam bespreekt de vragen waarin raakvlakken tussen opvoed- en kindproblematiek aan de orde zijn. In samenspraak met de ouders wordt bepaald welke begeleiding een leerling nodig heeft en hoe dit het beste plaats kan vinden. Hierbij wil de school intensief samenwerken met Jeugdhulp. De school geeft aan op welke manier ze dit gaat doen. Als het voor de school niet ( meer) mogelijk is om de juiste ondersteuning te geven, wordt met de ouders besproken welke school dan een passende plek kan bieden. Het ondersteuningsteam wil preventief werken en maakt onderdeel uit van de ondersteuningsstructuur van de school en wordt op school gehouden en dat maakt de drempel voor ouders lager. Afspraken lopen over minder schijven en acties kunnen gericht teruggekoppeld worden.Het ondersteuningsteam bestaat uit de intern begeleider van de school, de orthopedagoog, die de geplande consultaties op de school doet, en een jeugdverpleegkundige (JGZ) of schoolmaatschappelijk werker (SMW).De orthopedagoog en de JGZ/SMW zijn de sleutelfiguren naar resp. het onderwijsloket van Berseba en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).Het Loket van Berseba regio Zeeland.Soms komt het ondersteuningsteam tot de conclusie, dat het voor de ontwikkeling van een leerling beter is om naar een speciale (basis)school

Schoolgids 2018-2019 43

te gaan. In dat geval vraagt de school samen met de ouders bij het loket van Berseba regio Zeeland een toelaatbaarheidsverklaring voor zo’n school aan. Als dit Loket besluit om de toelaatbaarheidsverklaring toe te kennen, dan kan de leerling aangemeld worden bij een speciale (basis) school.Bij dit Loket kunnen school en ouders ook met andere vragen terecht. De school kan advies vragen of allerlei zaken rondom leerlingenzorg. School en ouders kunnen samen een extra ondersteuningsarrangement voor kinderen met spcifieke ondersteuningsvragen ( bijv. rondom zeer moeilijk leren, een lichamelijke handicap of langdurig ziekte, gedragsproblemen, hoogbegaafdheid)Ouders mogen ook zelf contact opnemen met het Loket als zij advies of informatie willen.OuderbetrokkenheidOnze school hecht eraan bij de ondersteuning aan leerlingen goed samen te werken met de ouders. Daarom vinden we het van belang dat ouders direct betrokken worden bij gesprekken als hun kind individueel besproken wordt. In sommige situaties zijn er niet alleen zorgen op school, maar ook thuis. Om tot een goede ondersteuning te komen vinden we het belangrijk om met de ouders daarover in alle openheid en vertrouwelijkheid te spreken. We beseffen hoe moeilijk dit soms kan zijn, maar in het belang van uw kind is dit wel nodig.Wanneer u als ouders vindt dat er voor uw kind meer hulp nodig is, of dat uw kind beter op zijn plaats is in een school voor speciaal ( basis) onderwijs, dient u zich uiteraard eerst tot ons als school te wenden. School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om eensgezind het best voor uw kind, onze leerling te zoeken. Bent u van mening dat u bij ons als school onvoldoende gehoor vindt, dan kunt u zich ook zelf tot het Loket wenden. Graag wordt de school hiervan door u op de hoogte gesteld.Contactgegevens loket ZeelandDe zorgmakelaar van het Loket is Sandra van den Berge. Zij is bereikbaar via telefoonnummer 06-52581166 of per email via [email protected] de website www.berseba.nl kunt u meer informatie vinden over het samenwerkingsverband Berseba en de regio Zeeland.OnderzoekenZoals al gezegd is, is het uitgangspunt bij passend onderwijs niet wat het kind heeft, maar wat het kind nodig heeft. Dit betekent dat onderzoek naar “wat een kind heeft” niet altijd noodzakelijk is om tot een goed aanbod voor een leerling te komen.Toch kan er altijd een moment aanbreken, dat een onderzoek wel nodig is. Ons uitgangspunt is dat we hierin graag samen met de ouders optrekken. Het formuleren van een gezamenlijke onderzoeksvraag is belangrijk om ook samen het gesprek over de leerling verder te voeren. We hechten er waarde aan, dat in een verslag van een onderzoek niet wordt geconcludeerd welke vorm van onderwijs de leerling nodig heeft, maar voor al welke begeleiding hij/zij nodig heeft. Dat is de kern van passend onderwijs. Als school zullen we dan in alle openheid met u bespreken, wat de mogelijkheden voor ondersteuning bij ons op school zijn.

Schoolgids 2018-2019 44

Hoewel we ouders niet het recht willen en mogen ontzeggen om zelf stappen te nemen voor een onderzoek, heeft dit niet onze voorkeur. U kunt uw redenen hebben om dit wel te doen. We stellen het op prijs dat u dit aan ons doorgeeft met de redenen waarom u deze stap neemt.Blind of slechtziend/doof of slechthorend/taal-spraakproblemenOnze school wil zich ook inspannen om slechtziende en blinde kinderen, slechthorende en dove kinderen en kinderen met taal-spraakproblemen op onze school een plaats te geven. Voor hen is ook extra ondersteuning beschikbaar. Deze ondersteuning valt echter niet onder de bevoegdheid van een samenwerkingsverband. De intern begeleider weet op welke manier die extra ondersteuning wel beschikbaar kan komen.

Ambulante begeleidingAmbulante begeleiding vanuit het SBO (speciaal basisonderwijs) maakt al jaren een vast onderdeel uit van de bovenschoolse hulpstructuur in ons samenwerkingsverband. De ambulante begeleiders vanuit het SBO ondersteunen leerkrachten in het omgaan met zorgleerlingen, die problemen hebben of veroorzaken op het gebied van leren en/of werkhouding. Ook is er ondersteuning voor leerlingen met problemen op het gedrags- en sociaal-emotionele gebied. Het biedt de mogelijkheid tot een intensieve en praktijkgerichte begeleiding van leerkrachten. Er wordt gebruik gemaakt van de deskundigheid van het SBO. De dienst ambulante begeleiding maakt onderdeel uit van het SO/SBO in Kapelle. De ambulante begeleiders vanuit de ZML lichten op verzoek leerkrachten/interne begeleiders en ouders voor m.b.t. de plaatsing van een verstandelijk gehandicapte leerling op de basisschool. Preventieve ambulante begeleiding (PAB) krijgt steeds meer vorm.

OudersDe minister wil dat de ouders meer betrokken worden bij de leerlingenzorg. Het is immers hun kind. Sinds kort is er een reformatorische oudervereniging (ROV). De ouders die hierin zitting hebben, zijn betrokken bij het nadenken over Passend Onderwijs. Op het niveau van de eigen school worden ouders via de medezeggenschapsraad (MR) betrokken bij de ontwikkelingen rondom passend onderwijs. De MR van de school buigt zich over het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en kijkt mee met de totstandkoming van het ondersteuningsprofiel van de eigen school.

Passend Onderwijs voor de kinderen op school: samen met ouders en leerkracht

Vanaf 1 augustus is de Wet passend onderwijs van kracht. De school van uw kind/uw school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba. De scholen werken binnen Berséba samen om voor elk kind/elke leerling een passende onderwijsplek te vinden. Bij het realiseren van die passende plek zijn binnen Berséba een paar uitgangspunten van kracht:1. We streven naar thuisnabij onderwijs voor uw kind/uw leerling. Dat

betekent dat de basisschool als eerste aan zet is om binnen de school

Schoolgids 2018-2019 45

goede ondersteuning te realiseren met de middelen, die ze daarvoor -onder andere van Berséba- ontvangt.

2. Deze ondersteuning vindt zo veel mogelijk plaats in en rond de groep.3. Als dit niet toereikend is, verwachten we van de school dat ze met de

inzet van deskundigen van buiten de school goede ondersteuning voor uw kind/uw leerling op de basisschool realiseert.

4. We verwachten van de scholen dat teamleden binnen de school samenwerken onder het motto: Elke leerling is mijn leerling.

5. We streven naar een goede afstemming met de ouders. Ook hierbij is het kernwoord: samen. Samen praten en samen werken aan de ontwikkeling van uw kind/uw leerling om met elkaar tot goede hulp van het kind te komen en ook de leerkracht te ondersteunen.

De intern begeleider van de school vervult naast de leerkracht een belangrijke rol om de juiste ondersteuning voor uw kind/uw leerling te realiseren. Op elke school is een ondersteuningsteam aanwezig. In dit team werkt de school samen met deskundigen van buiten de school. Het kan nodig zijn om uw kind/uw leerling in het ondersteuningsteam te bespreken. Werkend vanuit de genoemde uitgangspunten zal voor het kind steeds bekeken worden welke ondersteuning nodig is. Berséba hecht er waarde aan dat het ondersteuningsteam nauw samenwerkt met ouders en leerkrachten. Ouders en leerkrachten zullen daarom altijd betrokken moeten zijn bij het overleg in het ondersteuningsteam.

Vorig schooljaar is vanuit Berséba (via de scholen) een nieuwsbrief naar ouders verstuurd. Vanuit verschillende vragen die ons bereikt hebben, hebben we een tweede nieuwsbrief opgesteld. Deze is niet alleen bestemd voor ouders, maar ook voor de leerkrachten van onze scholen. Deze nieuwsbrief heeft de vorm gekregen van een soort spiegel. Links komen vragen aan de orde die ouders kunnen stellen over hun kind; rechts dezelfde vragen, maar dan vanuit het perspectief van de leerkracht.

We beseffen dat deze nieuwsbrief veel tekst geeft. We hopen desondanks dat u als ouder en u als leerkracht deze toch zult doornemen. U krijgt veel informatie over de manier van werken binnen passend onderwijs.

Passend onderwijs is een ontwikkeling. Dat geldt ook voor de uitgangspunten die hierboven zijn genoemd. Onze scholen zijn bezig om zich die uitgangspunten steeds meer eigen te maken. Dat vraagt tijd. Dingen kunnen niet van het ene op het andere moment veranderd worden. Ook onze leerkrachten hebben tijd nodig om zich nieuwe werkwijzen eigen te maken. De scholen zullen zich de komende jaren ook daarvoor inspannen.

Opvoeding en onderwijs vraagt veel, zowel van ouders als van leerkrachten. Zij hebben te maken met hetzelfde kind. Berséba ziet er

Schoolgids 2018-2019 46

naar uit dat binnen de school ouders en leerkrachten steeds met elkaar in gesprek zijn rondom de vraag: hoe kunnen we dit kind het beste helpen, om de gaven die het heeft tot ontwikkeling te laten komen?

Ik ben ouder en wat betekent passend onderwijs voor mij en mijn kind? De school van uw kind heeft tot taak uw kind passend te begeleiden en te ondersteunen. Passend betekent: aansluitend bij de mogelijkheden van uw kind. Het gaat dan over kinderen die: lichamelijke beperkingen hebben, verstandelijk minder of juist meer

mogelijkheden hebben, qua gedrag aangepaste begeleiding nodig

hebben. Het onderwijs aan uw kind vindt plaats in een groep. Dat betekent dat de leerkracht van uw kind het onderwijs in de groep zo goed mogelijk afstemt op wat uw kind nodig heeft.

Ik ben leerkracht en wat betekent passend onderwijs voor mij en mijn leerlingen?Uw school heeft als opdracht voor iedere leerlingen een passende onderwijsplek te realiseren. Het samenwerkingsverband Berséba hanteert als uitgangspunt: thuisnabij onderwijs.Dat betekent dat uw leerlingen zo veel als mogelijk de extra ondersteuning binnen uw basisschool krijgen. U geeft uw onderwijs in de context van uw groep. Ook dat is een uitgangspunt van Berséba. Dat betekent, dat u als leerkracht het onderwijs zo veel mogelijk afstemt op wat een leerling nodig heeft.

En als het de school dan niet meer lukt?De leerkracht zal dan zo snel mogelijk met u in gesprek gaan over uw kind. We willen graag dat eerst in de groep extra hulp aan uw kind wordt gegeven. Samen met u wordt over uw kind gesproken. De school zal dan samen met u gaan kijken op welke manier uw kind het beste geholpen kan worden.

En als het mij dan niet meer lukt?Berséba vindt het van belang, dat u als leerkracht zo snel mogelijk in gesprek gaat met de ouders. Samen met de ouders wordt over uw leerling gesproken. Met elkaar gaat u kijken op welke manier uw leerling het beste in uw groep ondersteund kan worden bij zijn ontwikkeling.

Maar kan de school dat wel betalen?De school krijgt van het Rijk en van Berséba geld om extra hulp aan uw kind te geven.De school bepaalt zelf op welke manier ze dit geld zal gebruiken.

Maar heeft mijn school daar wel het geld voor?Uw school krijgt van het Rijk en van Berséba geld om extra hulp aan uw leerling te kunnen geven. Berséba verwacht van de scholen, dat ze zullen nadenken over de manier, waarop ze het geld het beste kunnen inzetten.

Mijn kind is chronisch/langdurig ziek of heeft een lichamelijke beperking. Wat dan?De school kan dan aan Berséba extra middelen vragen om uw kind op de basisschool te ondersteunen. Samen met u zal gekeken worden wat nodig is om uw kind in de groep te helpen en de leerkracht te ondersteunen.

Mijn leerling is chronisch/langdurig ziek of heeft een lichamelijke beperking. Wat dan?Uw school kan dan van Berséba extra middelen krijgen om u en uw leerling extra te ondersteunen. Samen met de ouders bepaalt u wat nodig is om u te ondersteunen en uw leerling te helpen.

Hoe gaat het dan met mijn kind dat een verstandelijke beperking heeft?Er zijn grote verschillen in verstandelijke

Hoe gaat het dan als ik een leerling heb met een verstandelijke beperking?Er zijn grote verschillen in verstandelijke

Schoolgids 2018-2019 47

mogelijkheden van kinderen. Voor een groot deel kan de school van uw kind daaraan tegemoet komen met het geld dat ze ontvangt. Echter, als de verstandelijke beperking echt groot is – de school weet wanneer daarvan sprake is – kan de school extra middelen ontvangen, net als bij een kind dat langdurig ziek is of een lichamelijke beperking heeft.

mogelijkheden bij uw leerlingen. U ervaart dat iedere dag. Voor een groot deel kunt u daaraan tegemoetkomen met de reguliere middelen die de school ontvangt.Echter, als de verstandelijke beperking echt groot is – uw intern begeleider kan u vertellen wanneer daar sprake van is - kan de school extra middelen bij Berséba aanvragen.

Mijn kind is echter juist hoogbegaafd. Wat mag ik dan verwachten?Ook dan mag u verwachten dat uw kind passende begeleiding en ondersteuning krijgt. Vaak zal dit gewoon in de groep kunnen gebeuren. Soms is toch wat extra’s nodig. De school heeft daarvoor middelen ontvangen. Het kan zijn dat op uw school bijvoorbeeld een plusgroep is.Het begeleiden van hoogbegaafde kinderen is voor veel scholen nog een aandachtspunt. Vanuit Berséba wordt beleid gemaakt om het aanbod voor hoogbegaafde kinderen verder uit te breiden. De komende jaren zal de school zich steeds meer ontwikkelen om ook aan de behoeften van deze kinderen tegemoet te komen.

Ik heb echter ook hoogbegaafde leerlingen. Wat wordt dan van mij verwacht?Ouders van hoogbegaafde leerlingen mogen verwachten dat u tegemoet komt aan wat deze leerlingen nodig hebben. Vaak zal dit gewoon in uw groep kunnen gebeuren door extra uitdaging aan te bieden. Soms is toch nog wat extra’s nodig is. De school heeft middelen ontvangen om hierop beleid te maken.Het begeleiden van hoogbegaafde kinderen is voor veel scholen nog een aandachtspunt. Vanuit Berséba wordt beleid gemaakt om het aanbod voor hoogbegaafde kinderen verder uit te breiden. De komende jaren zal ook uw school zich steeds meer ontwikkelen om ook aan de behoeften van deze kinderen tegemoet te komen.

Wat mag ik van de school verwachten als mijn kind extra hulp nodig heeft bij zijn gedrag?De school zal ook dan samen met u kijken wat er aan extra hulp nodig is. De school heeft hiervoor middelen ontvangen. Het kan nodig zijn om advies te vragen aan een deskundige. Dat kan bijvoorbeeld een orthopedagoog zijn of iemand die deskundig is op een bepaald terrein. Zo’n deskundige ondersteunt de leerkracht om goed af te stemmen op het gedrag van uw kind. U wordt hierbij betrokken. Het is immers uw kind.

Wat wordt van mij verwacht, als mijn leerling extra hulp nodig heeft bij zijn gedrag?Samen met de ouders bespreekt u wat deze leerling aan extra hulp nodig heeft. De school heeft hiervoor middelen ontvangen. Als u behoefte hebt aan bijv. begeleiding of coaching door een deskundige, dan kan dat door school geregeld worden. Samen met u wordt bepaald welke ondersteuning u zult krijgen en hoe u kunt afstemmen op uw leerling. De ouders betrekt u hierbij. Het is immers hun kind.

Maar het is voor de ontwikkeling van mijn kind beter om naar het speciaal onderwijs te gaan. Kan dat?Het kan zijn dat de school dit aangeeft of dat u dit zelf vindt. Het is belangrijk om hierover met de school goed in gesprek te

Maar het is voor de ontwikkeling van mijn leerling beter om naar het speciaal onderwijs te gaan. Kan dat?Het kan zijn dat u dit zelf aangeeft of dat ouders dit vinden. Het is belangrijk om hierover met de ouders goed in gesprek te

Schoolgids 2018-2019 48

zijn. Het blijft mogelijk dat uw kind in het speciaal onderwijs geplaatst wordt. Het is echter wel goed om te weten, dat de basisschool van uw kind de verantwoordelijkheid heeft om de juiste begeleiding te geven. Als al die inzet echter toch niet leidt tot een goede ontwikkeling van uw kind, kan de school een verklaring aanvragen om uw kind toe te laten in het speciaal onderwijs.

zijn. Het blijft mogelijk om uw leerling in het speciaal onderwijs te plaatsten. Het is echter wel goed om te weten, dat uw school de verantwoordelijkheid heeft om de juiste begeleiding te geven. Als al die inzet echter toch niet leidt tot een goede ontwikkeling van uw leerling, kan uw school een verklaring aanvragen om uw leerling op het speciaal onderwijs toe te laten.

Mijn kind heeft geen extra hulp nodig, maar in de groep van mijn kind zitten wel veel kinderen met extra hulp. Ik maak me zorgen of dat niet ten koste gaat van mijn kind. Dit is een begrijpelijke vraag en het is goed om deze ook te stellen. Scholen zullen zich ook steeds afvragen of de hulp die aan kinderen geboden wordt niet ten koste zal gaan van de andere kinderen in de groep. De grens kan een keer bereikt worden.Verwacht wordt echter dat er in de komende jaren meer kinderen in een groep zullen zitten, die extra hulp nodig hebben. Dat zal niet van het ene op het andere moment gaan. Scholen zullen zich hierin ook gaandeweg ontwikkelen. Uitgangspunt van Berséba is dat kinderen zo veel als mogelijk thuisnabij onderwijs krijgen.

Ik heb best veel leerlingen die extra hulp nodig hebben. Ik maak me zorgen of dat niet ten koste gaat van de andere leerlingen.Dit is een begrijpelijke vraag en het is goed om deze ook te stellen. Doe dat ook steeds in gesprek met elkaar op school. Ook uw school zal zich steeds afvragen of de hulp die aan kinderen geboden wordt niet ten koste zal gaan van de andere kinderen in de groep. De grens kan een keer bereikt worden.Verwacht wordt echter dat er in de komende jaren meer kinderen in uw groep zullen zitten, die extra hulp nodig hebben. Dat zal niet van het ene op het andere moment gaan. Scholen zullen zich hierin ook gaandeweg ontwikkelen en de middelen die ze hiervoor ontvangen zo dicht mogelijk bij de groep inzetten. Uitgangspunt van Berséba is dat kinderen zo veel als mogelijk thuisnabij onderwijs krijgen.

Blijft mijn kind altijd in het speciaal onderwijs als hij daar toegelaten is?Dit zal niet bij elk kind het geval zijn. Regelmatig zullen tijdelijke verklaringen voor het speciaal onderwijs worden afgegeven. De school voor speciaal onderwijs zal bij het aflopen van de termijn kijken of uw kind in staat is om terug te gaan naar een basisschool en of de basisschool zich zo ontwikkeld heeft, dat zij uw kind kan begeleiden. Als hiervan sprake is, kan terugplaatsing volgen. U zult altijd hierbij betrokken worden.

Blijft mijn leerling altijd in het speciaal onderwijs als hij daar toegelaten is?Dit zal niet bij elk kind het geval zijn. Regelmatig zullen tijdelijke verklaringen voor het speciaal onderwijs worden afgegeven. De school voor speciaal onderwijs zal dan kijken of de leerling in staat is om terug te gaan naar een basisschool en of uw school zich zo ontwikkeld heeft, dat zij deze leerling kan begeleiden. Als hiervan sprake is, kan terugplaatsing volgen. De school zal altijd hierbij betrokken worden.

Hierboven gaat het niet over mijn blind/slechtziend kind, of mijn doof/slechthorend kind, of mijn kind met een

Hierboven gaat het niet over mijn blinde/slechtziende leerling, of mijn dove/slecht-horende leerling, of mijn leerling met een

Schoolgids 2018-2019 49

taalontwikkelings-stoornis. Heeft dat niets met passend onderwijs te maken?Ja zeker. Ook voor die kinderen wil Berséba graag een passende onderwijsplek realiseren. Voor informatie over de begeleiding van uw kind met bovengenoemde problematiek, kunt u het beste contact opnemen met de intern begeleider van uw school. De middelen voor deze begeleiding ontvangt Berséba niet. Deze kunnen echter wel beschikbaar komen.

taalontwikkelingsstoornis. Heeft dat niets met passend onderwijs te maken?Ja zeker. Ook voor die leerlingen wil Berséba graag een passende onderwijsplek realiseren. Voor informatie over de begeleiding van uw leerling met bovengenoemde problematiek, kunt u het beste contact opnemen met de intern begeleider van uw school. De middelen voor deze begeleiding ontvangt Berséba niet. Deze kunnen echter wel beschikbaar komen.

Ik krijg voor de begeleiding van mijn kind ook begeleiding in mijn gezin. Hoe moet ik daarmee omgaan?Uw kind ontwikkelt zich niet alleen op school, maar ook in uw gezin. Soms is het nodig om ook in de gezinssituaties hulp te krijgen. Het is belangrijk om dit met de school te bespreken. Dat is niet altijd makkelijk, maar het is voor uw kind in veel gevallen heel nuttig. Immers, hoe beter de begeleiding op school en buiten de school op elkaar zijn afgestemd, hoe meer ze elkaar kunnen versterken en hoe beter dat is voor de ontwikkeling van uw kind. Berséba adviseert dan ook hierover open te zijn naar de school. U mag vertrouwen dat uw informatie in veilige handen is bij de medewerkers van de school.

Ik heb kinderen in mijn klas die buiten school ook begeleiding krijgen, of hun ouders. Wat heb ik daarmee van doen?Uw leerling groeit op in verschillende opvoedsituaties. Als hulp gegeven wordt in meerdere situaties, is afstemmen en samenwerken van groot belang voor de ontwikkeling van uw leerling. Berséba adviseert ouders om hierover open te zijn naar uw school. Ouders mogen erop vertrouwen dat hun informatie bij u in veilige handen is. Het kan zijn, dat u het nodig vindt, dat in het gezin extra begeleiding komt, bijvoorbeeld opvoedondersteuning. Bespreek met uw intern begeleider hoe dit het beste met ouders kan worden gedeeld.

En als ik nog vragen heb of informatie wil?De leerkracht is in de eerste plaats degene met wie u spreekt. Als uw kind meer begeleiding nodig heeft, zult u contact hebben met de intern begeleider en misschien wel met anderen in het ondersteuningsteam. Ook als er verschil van mening is, zult u dit eerst met de school bespreken. U mag voor uw vragen ook contact opnemen met het Loket van Berséba: [email protected] of tel.nr. 0182-760770/06-13097796. Als uw vraag te maken heeft met verschil van mening tussen u en de school, dan zal altijd gevraagd worden, wat er is gedaan om dit op te lossen. Eventueel kan een medewerker van het Loket bemiddelend optreden.

En als ik nog vragen heb of informatie wil?U bent in de communicatie over begeleiding van leerlingen het eerste aanspreekpunt voor ouders. Belangrijk is om zorgen over de ontwikkeling van een leerling in een vroegtijdig stadium met ouders te delen en samen na te denken over wat goed is voor uw leerling.In situaties waarin de communicatie wat moeizaam verloopt of waarbij er verschil van mening met ouders is, is het nuttig om de intern begeleider erbij te betrekken. Verschil van mening is altijd vervelend en soms moeilijk, maar probeer vanaf uw kant altijd een open houding te creëren. Op de website van Berséba, www.berseba.nl, kunt u veel informatie vinden. Dit zal in de toekomst verder worden uitgebreid. Op deze website kunt u

Schoolgids 2018-2019 50

Op de website van Berséba, www.berseba.nl, kunt u veel informatie vinden. Dit zal in de toekomst verder uitgebreid worden. Op deze website kunt u de regio ZEELAND aanklikken. U vindt dan ook een pagina voor ouders. Ook de informatie op andere pagina’s is voor u toegankelijk. Als u informatie op de website mist, stellen we het op prijs als u ons hierop attendeert via het mailadres [email protected]

de regio ZEELAND aanklikken. U vindt o.a. een pagina voor ouders. Daardoor weet u op welke wijze Berséba ouders informeert. Ook de informatie op andere pagina’s is voor u toegankelijk. Als u informatie op de website mist, stellen we het op prijs als u ons hierop attendeert via het mailadres [email protected].

6 DE LERAREN 6.1.1 Wijze van vervanging bij ziekte, ADV, studieverlof, scholingElke groep heeft een leraar als eindverantwoordelijke. Deze geeft het meest les in de groep. Bij verlof wordt deze zoveel mogelijk door steeds dezelfde leerkracht vervangen. Dit wordt ook geprobeerd bij ziekte van de leerkracht. U zult begrijpen dat dit echter niet altijd mogelijk is. Bij ziekte of afwezigheid, waarbij het niet lukt een vervanger te krijgen, zal de groep worden verdeeld over de andere groepen, zodat er geen vrij gegeven moet worden.

6.1.2. De inzet van onderwijsassistenten Op school maken we ook gebruik van een onderwijsassistente. De onderwijsassistente wordt op school ingezet o.a. voor het geven van de benodigde begeleiding aan de zorgleerlingen. Tijdens werklessen en werken met ontwikkelingsmateriaal in de klas kan er door de onderwijsassistente specifieke hulp geboden worden aan een kind. Ook kan de onderwijsassistente of de interne begeleider extra taal- en reken- of motorische activiteiten buiten de klas uitvoeren met het kind.

6.1.3. Snuffelstages en maatschappelijke (beroepsorienterende) stage:Oud-leerlingen wordt gelegenheid tot zgn. snuffelstages geboden.Onze school staat open voor de maatschappelijke stage. Oud-leerlingen kunnen zich opgeven voor hand- en spandiensten rond de school.

6.1.4. De begeleiding en inzet van stagiaires van PABO’s en MDGO(spw)Onze school is stageschool voor studenten van Pabo “De Driestar” te Gouda en MDGO opleiding van het “Hoornbeeck College” in Goes. Dat betekent dat een Pabo stagiaire in een klas activiteiten verricht om het lesgeven te leren onder toezicht van de leerkracht.Leerkrachten die voor het eerste jaar werken krijgen in principe geen stagiaire.De studenten van het laatste studiejaar aan de Pabo komen een bepaalde periode de hele week lesgeven, de LIO-stage (Leraar in Opleiding). Hierbij is het de bedoeling zelfstandig leiding te leren geven aan de klas.

Schoolgids 2018-2019 51

Om die reden zal de leerkracht in die situatie wat langer buiten het klaslokaal verblijven en andere taken binnen de school verrichten. Onze coach, C. Bakker is de begeleider van de stagiaires. Het Hoornbeeck College biedt een opleiding voor onderwijsassistente. Studenten die deze opleiding volgen moeten stage lopen. Indien mogelijk proberen wij deze stagiaires een plaats te bieden.Op onze school kunnen tevens studenten van andere instellingen worden toegelaten. Deze studeren voor bijvoorbeeld onderwijs- of klassenassistent. Onze school is door Calibris gecertificeerd tot erkend leerbedrijf voor niveau 2,3 en 4.

6.1.5. Scholing van leraren/ professionele leergemeenschapPassie voor ons werk, maakt ons samen sterk!De kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de leerkracht.Het onderwijs is voortdurend in beweging en daar moet op ingespeeld worden. Door maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen is het van belang dat leerkrachten zich niet alleen bezig houden met het primaire proces van lesgeven, maar actief meewerken aan het schoolontwikkelingsproces. Dit vraagt een lerende houding.We bouwen aan een professionele cultuur. We werken aan een professionele leergemeenschap. De leiding van onze school geeft richting aan het gedrag en inspireert anderen om gezamenlijk het gestelde doel te bereiken.Goed onderwijs is wat ons betreft onderwijs waarin je met elkaar praat over hoe het nog beter kan. Hoe de opbrengsten van de inspanningen nog groter kunnen zijn. Leren van elkaar is onderwerp van gesprek. Samen delen, samen onderzoeken en verbeteren van de praktijk van leerkrachten en schoolleiding om zo het onderwijs aan de leerlingen te verbeteren. Leerkrachten werken vanuit een stevige basiskennis gericht op het leren door de leerling. Leerkrachten volgen cursussen, masteropleidingen (formele leren) maar ook besteden we veel aandacht aan het informele leren. Op teambijeenkomsten komt het thema “versterking van het leren” regelmatig aan de orde. Hierdoor ligt het accent op met elkaar en van elkaar leren. Voortdurend nemen we de eigen praktijk en die van anderen onder de loep, met het doel die steeds verder te ontwikkelen. Gezamenlijk bespreken van de mogelijkheden, de onderlinge overeenkomsten en verschillen en leren reflecteren op de eigen lespraktijk. Deze vorm van collectief leren op de werkplek samen met collega’s vinden wij een krachtig middel. Het sluit aan bij de leervraag en de behoefte van de leerkracht en daarom is het betekenisvol en effectief. We leren van elkaar en met elkaar door bijvoorbeeld startvragen te stellen zoals: “hoe kunnen wij de kwaliteit van het rekenonderwijs verbeteren?”. Leren zien we als een sociaal proces en samenwerking ( ervaringen uitwisselen, elkaar bevragen, uitleg geven en samen tot nieuwe inzichten komen) versterkt het leren. Het individueel en samen ervaren van succes en daarbij gezien worden en waardering krijgen geeft energie en vertrouwen in eigen kunnen. Hierdoor kunnen en willen onze leerkrachten op een bevlogen

Schoolgids 2018-2019 52

manier hun talenten blijvend inzetten op onze school.Onze ambitie gaat gepaard met passie, gedrevenheid en bezieling!Iedereen kan met zijn eigen expertise en interesse een belangrijke bijdrage leveren.Wij geloven in de kracht van verbinding!Door luisteren en uitleggen ontstaat er verbinding. Dan wordt de zorg een gezamenlijke zorg. En de oplossingsgerichtheid wordt dan een gezamenlijke zoektocht.Het wij-gevoel en de wij-cultuur binnen onze school dragen bij aan kwaliteitsverbetering en werkplezier. Samen werken aan wat “wij” goed vinden voor onze leerlingen. Samen enthousiast werken aan de kwaliteiten van onze school zien we als een belangrijk doel van collegiaal leren.Enkele vormen van informeel leren die wij gebruiken zijn:Deelnemen aan netwerken (samen van elkaar leren):verworven kennis en nieuwe inzichten delen met collega’s binnen en buiten de school; intervisie; collegiale consultatie; coachgesprekken ;samen analyseren en verbeterplan maken in het kader van opbrengstbewust leren; elkaar feedback geven etc. We zijn steeds op zoek naar verbeteringen in een open cultuur op basis van onderling vertrouwen en respect. Een gezonde teamgeest is uiteraard zeer belangrijk. Wij proberen te werken vanuit een gezamenlijke visie, binnen een klimaat dat open en respectvol is. Bij ambities verbinden zien we mensen verbinden als een belangrijk onderdeel in het kader van de professionalisering.Er wordt gericht gebruik gemaakt van het nascholingsaanbod voor het team als voor individuele leerkrachten. De één specialiseert zich verder op de zorg en speciale hulp voor leerlingen, de ander bekwaamt zich verder in een bepaald vak of pedagogisch onderdeel.De laatste jaren is er een toename van het aantal leerlingen met gedrags- en sociaal-emotionele problemen. Dit kan een negatief effect opleveren voor het pedagogisch klimaat in de klas. Ook vloeit hier een hoge werkdruk voor leerkrachten uit voort. In een eerste aanzet om deze problematiek aan te pakken richten we ons op de invoering van de methode Kwink voor sociaal-emotionele vorming om het klimaat (sfeer) in de klas te verbeteren. Als school richten we ons op een deskundigheidsbevordering van leerkrachten in het omgaan van complex gedrag van leerlingen. We ontwikkelen als team via scholing, meer expertise om leerlingen met zorg op het gebied van gedrag goed te kunnen begeleiden. Er is een gedragsprotocol beschreven van beleid voor onderwijs aan leerlingen met gedrags- en sociaal-emotionele problemen op de eigen school.Het is voor leerlingen van groot belang dat het onderwijs en de zorg aansluit bij hun behoefte.Passend onderwijs staat of valt met de man of vrouw voor de klas. Passend onderwijs vraagt in de eerste plaats kwalitatief goed onderwijs voor alle kinderen. Omgaan met verschillen, het kennen van leerlijnen, doelgericht kunnen werken en het kunnen realiseren van een goed werk- en pedagogisch klimaat is nodig. De onderwijsgevende zal, al dan niet met meer handen voor de klas, visie en vaardigheden moeten ontwikkelen om het pedagogisch/didactisch handelen in lijn te brengen met datgene

Schoolgids 2018-2019 53

wat de klas nodig heeft.Via de lerarenbeurs is er een tweejaarlijkse masteropleiding “Gedrag” gevolgd. In het kader van handelingsgericht werken betreffende de zorgverlening aan leerlingen verdiepen we ons onder leiding van de IB-leerkracht steeds meer in het werken met groepsplannen.Het vakgebied Engels krijgt als basisvak ook steeds meer aandacht binnen onze school. In alle groepen wordt er Engels aangeboden en alle teamleden volgden via Colon de nascholingscursus Engels. De Cambridge cursus wordt momenteel door 1 leerkracht gevolgd.We volgden scholing op het gebied van effectief en doelgericht kleuteronderwijs. Daarbij komen aspecten aan de orde als het observeren van kleuters, het gebruiken van registratieformulieren, het werken met KIJK, differentiatie dus het omgaan met verschillen en de spelontwikkeling.We volgen ook scholing over het omgaan met leerlingen die bovengemiddeld presteren in de groep. Samen met andere Colon scholen ontwikkelen we modellen, instrumenten en beleidsstukken om talent en meer-(hoog) begaafdheid in beeld te brengen, te stimuleren en een vaste plaats te geven in ons onderwijsaanbod. Kortom: we gaan voor het realiseren van goed onderwijs aan talentvolle leerlingen.We denken bij de zaakvakken ook na over het op een andere manier inrichten van het onderwijs, bijvoorbeeld door zo nu en dan met thema’s werken. Na studie- en scholingsdagen krijgen de leerkrachten ook coaching en intervisie waarbij gelegenheid is de leerervaringen met elkaar te delen en te werken aan invoering van aspecten van exemplarisch onderwijs binnen de school.Op de kwaliteitsdagen binnen ons samenwerkingsverband bespreken we met de andere scholen de toetsuitslagen en maken we afspraken over het gestalte geven aan het opbrengst- en handelingsgericht werken.PlusklasSinds enkele jaren werken we met een Plusgroep. Op 1 middag in de week zijn er leerlingen van de groepen 6 t/m 8 o.l.v. de talentcoach hiermee aan de slag gegaan. Voor de selectie is uiteraard gekeken naar de Cito-uitslagen en de score van de NIO intelligentietest. De plusklas is op vrijdag.

Schoolgids 2018-2019 54

7 DE OUDERS7.1.1 Het belang van de betrokkenheid van oudersVoor het goede verloop van het onderwijs aan uw kind is uw betrokkenheid op het onderwijs aan uw kind van groot belang. Tenslotte brengt het kind een groot deel van de tijd op school door en heeft de school invloed op de vorming van het kind. Vraag regelmatig aan uw kind wat er op school gedaan wordt, hoe het gaat, of er huiswerk gemaakt moet worden enz. Wij stellen het op prijs als u thuis met uw kind napraat over de vertelling uit de Bijbel of helpt bij het leren van de psalm.Het zou vanzelfsprekend moeten zijn niet negatief met uw kind over een leerkracht te spreken. Probeer uw spreken over de leerkracht zo vorm te geven dat dit niet ten koste gaat van de relatie kind - leerkracht.De school stelt een goede samenwerking tussen ouders en leraren op prijs. Bij ziekte of dringende zaken verwachten we, dat dit telefonisch of schriftelijk gemeld wordt.Wij verzoeken u het telefoneren tijdens de lesuren zoveel mogelijk te vermijden. Vooral tijdens een Bijbelvertelling kan een telefoontje zeer ongelegen komen. Zodra er iets te melden of te vragen is over een leerling, dan kan men dit altijd doen bij de desbetreffende leerkracht.De inbreng van ouders is de laatste jaren niet meer weg te denken uit het basisonderwijs.Ouders zijn veel nauwer betrokken bij de ontwikkelingen van hun kind en willen daarover steeds meer met de leerkracht praten. Dit vinden we een goede zaak!Als schoolteam zijn we de laatste jaren omslag aan het maken in de benadering naar ouders van “de ouders als partij” naar “de ouders als partner”.We zien de ouders als partner in de begeleiding van hun kind door de basisschool. Ouders hebben ons hun kind toevertrouwd. Dat vertrouwen moeten we iedere dag waarmaken. Opvoeden en onderwijzen doen we samen met de ouders. Opvoeden en onderwijzen van kinderen zien wij als een gemeenschappelijke opdracht. We communiceren open met elkaar. Prioriteit is de inzet van ouders als partner bij de zgn rugzakkinderen en zorgleerlingen. Bij kinderen die minder of geen begeleiding nodig hebben, zoeken we naar een afstemming om wel positief contact op te bouwen. Het team ziet het belang van een goede relatie met alle ouders. In principe willen we alle ouders duidelijk als partners zien. We beseffen wel dat we, om dit goed uit te voeren, stuiten op enkele tegenwerkende factoren als werkdruk en tijdsdruk.Het ministerie van onderwijs heeft betrokkenheid (samenwerking) van ouders bij de school tot speerpunt verheven. Niet voor niets: uit onderzoeken blijkt een positief effect van ouderbetrokkenheid op het functioneren van kinderen binnen de school. Dit betreft de gebieden: leerprestatie, gedrag en werkhouding.Veelal staat de aandacht voor het verrichten van hand- en spandiensten door ouders centraal. Dit is echter ouderparticipatie en heeft verder op zichzelf geen positief effect op de resultaten van kinderen. Bij ouderparticipatie denken we aan al het vrijwilligerswerk wat door de ouders voor onze school wordt gedaan. Dit wordt uiteraard zeer gewaardeerd!

Schoolgids 2018-2019 55

Ouderbetrokkenheid is veel meer en gaat dieper. Het gaat dan om het ondersteunen van de kinderen bij het schoolwerk thuis. Ouderbetrokkenheid is betrokkenheid van ouders bij de schoolloopbaan van hun kind. Opvoeding is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de ouders, maar een deel ervan geven ze uit handen aan leerkrachten. De leerkracht en de ouder zijn beide belanghebbenden als het gaat over de opvoeding en het onderwijs aan de kinderen. Samen werken we, met respect voor elkaar, aan de kwaliteit van opvoeding en onderwijs, waarbij we het welbevinden van het kind van groot belang achten. Wij vinden het belangrijk dat ouders zich medeverantwoordelijk (blijven) voelen voor de schoolontwikkeling van hun kind. Voor een kind is het van groot belang dat er een evenwicht is tussen de school en thuis. Dat evenwicht wordt gevonden in het gesprek tussen school en ouders en in het leren van elkaar. Samen wordt er gezocht naar het beste voor het kind, zowel thuis en op school. Gezamenlijke verantwoordelijkheid is hierbij het sleutelwoord. Uit het voorgaande is wel duidelijk dat een goede ouderbetrokkenheid gekenmerkt wordt door een goede, heldere communicatie! Een goede communicatie tussen school en ouders leidt doorgaans tot meer zelfvertrouwen, meer positieve attitudes richting de school, betere leerprestaties en minder gedragsproblemen. Kinderen leren beter en gaan met meer plezier naar school wanneer ouders zich betrokken voelen bij de school!! Persoonlijk contact tussen de leerkracht en de ouders is hierbij heel belangrijk. Goede communicatie draagt ook bij aan een cultuur waarin leerkrachten en ouders zij aan zij staan. Dit is gunstig voor het werkplezier van de leerkrachten en leerlingen en het vertrouwen van ouders in de school.Niet zozeer ouderparticipatie op school, maar vooral betrokkenheid thuis levert een grote bijdrage aan de ontwikkeling en schoolsucces bij kinderen. Als school en ouders inzien waar ieders expertise en verantwoordelijkheid ligt en er afspraken worden gemaakt die zijn afgestemd op de behoeften van het kind, dan zal dat de ontwikkeling van het kind ten goede komen. Pas dan is er werkelijk sprake van samenwerking en kunnen we spreken van ouderbetrokkenheid. Als school willen we het onderwijsondersteunend gedrag van ouders stimuleren. We zien ouders absoluut niet als lastig, maar als betrokken en volwaardige gesprekspartners en respecteren hun emotionele betrokkenheid! We zien ouderbetrokkenheid als een belangrijk kenmerk van succesvol onderwijs!

VerkeersouderTijdens de praktische verkeerslessen willen we gebruik maken van de hulp van verkeersouder. Dhr. H. Hoek heeft zich hier beschikbaar voor gesteld.NatuurouderKinderen leren met al hun zintuigen, niet alleen door te lezen en te luisteren, maar vooral door te voelen, te ruiken, te beleven en te doen. Wij vinden het daarom belangrijk dat kinderen niet alleen in de klas, maar juist ook buiten de klas kennis kunnen maken met natuur en milieu. Om dit mogelijk te maken maken we gebruik van de diensten van dhr. Bolier die de cursus voor natuurouders heeft gevolgd. Kinderen kunnen

Schoolgids 2018-2019 56

uit de klas mee naar buiten genomen worden om hen te laten verbazen en verwonderen over al het moois dat in de natuur te vinden is.

7.1.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school

U krijgt uw informatie binnen via diverse kanalen. Denk hierbij vooral aan de informatie die uw kind u dagelijks aanlevert! Onze school kent echter nog meer vormen van contact. We streven ernaar om de ouders zo goed mogelijk in te lichten over het onderwijs aan hun kind. De school betrekt de ouders op de volgende manieren bij het onderwijs:Formele contacten:Begin van het schooljaar geeft de groepsleerkracht op de informatieavond uitleg over het werken in de klas, de leerstof, huiswerk en klasseregels. We houden ook elk jaar een luisteravond waar ouders in de gelegenheid zijn om informatie over hun kind te geven. Een andere manier om met de school in gesprek te komen is de ouderavond. Op deze avond krijgt een bepaald thema ( bijv. mediabeleid) de aandacht.Er worden 2 keer per jaar oudergesprekken gevoerd n.a.v. de rapporten. Daarbij komen de volgende gegevens aan de orde: KIJK (groep 1 en 2); ZIEN (gedragsvragenlijst), LVS, prognose VO (vanaf groep 6); werkhouding en leerontwikkeling.Natuurlijk zijn er binnen de school meer communicatiemogelijkheden.Het intakegesprek vindt plaats voordat het kind op school komt. Tijdens dit gesprek vertelt de kleuterjuf aan de ouders over de gang van zaken op school en kunnen de ouders daarover vragen stellen. Tijdens het intakegesprek neemt de school ook alle relevante gegevens van het kind op. Tijdens het intakegesprek willen we heel duidelijk zijn over wat we van de ouders verwachten. Er wordt duidelijk gemaakt aan de ouders dat zij ook een rol spelen in het schoolsucces van hun kinderen. Aan de ouders wordt de boodschap mee gegeven: We kunnen en willen het niet alleen, we hebben u als ouder nodig!Informele contacten:Er zijn informele contacten op de volgende momenten: tijdens de jaarlijkse projectavond/verkoping, de kerstavond, op Koningsdag, tijdens de jaarlijkse inloopmorgen.Sommige ouders, vooral moeders, helpen regelmatig als vrijwilliger op school. In enkele gevallen begeleiden ze hun eigen kind, in de meeste gevallen ondersteunen ze de leerkrachten. Hulpouders dienen zich te houden aan eventuele aanwijzingen van de directie en personeel.Uiteraard hebben we regelmatig contact met ouders die zitting hebben in de ouderwerkgroep. Zij assisteren bij organisatie van allerlei schoolactiviteiten.Ouders helpen bij de jaarlijkse schoonmaakavond van de kleutermaterialen; nemen deel aan incidentele werkbijeenkomsten (ramenzemen etc.); ouders assisteren naar behoefte binnen de zorgstructuur als ondersteuner en enkele ouders worden ingezet als computermoeders.Schriftelijk contact:

Schoolgids 2018-2019 57

Maandelijks komt de Schoolflits uit met informatie over de school. Jaarlijks wordt de Schoolgids aan de ouders uitgereikt. Incidenteel worden er brieven voor de ouders aan de kinderen meegeven met informatie over de klas. Regelmatig worden er berichten geplaatst op de website van de school. Tips voor ouders betreffende leerstofaanbod en onderwijsondersteunende zakenzijn ook op de website te vinden.OudertevredenheidsonderzoekEen ouderenquete wordt 1 keer in de 4 jaar afgenomen om o.a. te peilen of de school voldoet aan de verwachtingen die de ouders van de school hebben De uitslag van dit onderzoek zal met betrekking tot de communicatie minimaal 90% tevreden ouders op moeten leveren.

Informatievoorziening gescheiden oudersOnze school heeft een protocol “informatievoorziening aan gescheiden ouders”. Daarin staat beschreven hoe onze school omgaat met informatievoorziening in die situaties, waarin een kind te maken heeft met ouders die niet meer bij elkaar wonen. Het protocol bevat richtlijnen over bijvoorbeeld de informatievoorziening, wie een oudergesprek mag voeren, waar het thuisbezoek plaatsvindt en door wie van de ouders verlof kan worden aangevraagd. Het protocol is op te vragen bij de directeur.VragenlijstIndien een kind van gescheiden ouders op school wordt aangemeld, dient een vragenlijst te worden ingevuld, waarin praktische zaken worden vermeld over onder andere de verblijfplaats van het kind en de contactgegevens van de ouders. Als een kind al op school zit, verwachten we van de ouders dat zij wijzigingen in de thuissituatie direct melden bij de directeur. Dit is namelijk van groot belang voor een goede communicatie tussen de school en de ouders en niet te vergeten voor het welzijn van het kind. Hiervoor dient gebruik gemaakt te worden van de vragenlijst, die samen met het protocol bij de directeur direct worden opgevraagd.

7.1.3 Informatievoorziening schoolkeuze groep 8De leerlingen van groep 8 bezoeken de open dagen van het voortgezet onderwijs in Tholen en Middelharnis.Op de contactavonden voor groep 8 wordt door de leerkracht met de ouders gesproken over de schoolkeuze van de betreffende leerling. Daarbij spelen de ervaring van de groepsleerkrachten, de uitslagen van diverse LVS-toetsen, methodegebonden toetsen, de wens van de ouders en van de kinderen een rol. In februari wordt het schooladvies vastgesteld en het onderwijskundig rapport gemaakt over de keuze voor het vervolgonderwijs. De ouders van de leerlingen ontvangen een afschrift van het onderwijskundig rapport. De ouders melden hun kind aan bij het vervolgonderwijs. De toetsgegevens worden met het schooladvies van de directeur betreffende de plaatsing, aan de school van voortgezet onderwijs verstrekt. In april maken de leerlingen de Cito Eindtoets. De centrale eindtoets is het tweede advies. Voor het schooladvies kijkt de school naar de ontwikkeling van uw kind tijdens de hele basisschoolperiode., naar de

Schoolgids 2018-2019 58

resultaten die uw kind heeft laten zien en naar de manier waarop uw kind leert. Het schooladvies is het advies waar het voortgezet onderwijs de toelating op baseert. De centrale cito eindtoets geeft een tweede, onafhankelijk advies. De toets is bedoeld om na te gaan of de school met het schooladvies goed zit.Als uw kind de centrale eindtoets van cito beter maakt dan de school op basis van het schooladvies verwacht, dan moet de school het advies heroverwegen, in overleg met u en het kind zelf. Het is mogelijk dat het advies dan wordt aangepast. Als uw kind de eindtoets slechter maakt dan verwacht, wordt het schooladvies niet aangepast. Het is voor het voortgezet onderwijs niet toegestaan om op basis van de score op de eindtoets een kind wel of niet toe te laten.Na verwijzing blijft de basisschool op de hoogte van de vordering van hun voormalige leerlingen. De scholen voor voortgezet onderwijs sturen de rapportcijfers toe en 1 keer per jaar worden de resultaten van de leerlingen met de mentor op de basisschool doorgesproken. Op deze manier wordt er dan gekeken of het verwijzingsadvies juist was en of dit in de toekomst bijgesteld moet worden.7.1.4 Inspraak MedezeggenschapsraadEr is een medezeggenschapsraad met 2 vertegenwoordigers namens de ouders en 2 namens het personeel. In de medezeggenschapsraad bespreken ouders en personeelsleden alle belangrijke aangelegenheden van de school. Taken van verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in een reglement. 7.1.5 OuderactiviteitenOnze school heeft een ouderwerkgroep. De ouderwerkgroep verleent ondersteunende diensten aan het personeel. De werkzaamheden bestaan hoofdzakelijk uit hulp bij de organisatie van allerlei schoolactiviteiten.7.1.6 Inloop-morgenEén keer per jaar worden alle belangstellenden uitgenodigd om tijdens de lessen een bezoekje te brengen aan de groepen waarin de kinderen zitten.7.1.7 Voorlichting werkwijze met methodenAan het begin van het schooljaar wordt er in de groepen specifieke informatie gegeven aan de ouders over de klas waar uw kinderen dat schooljaar in zitten.

7.1.8 Verantwoordelijkheid/toezichtVoor schooltijd is er op het schoolplein toezicht vanaf 8.20 uur. In de pauze (10.15-10.30 uur) is er pleinwacht. ’s Middags is er d.m.v. pleinwacht toezicht op het schoolplein om 13.00 tot 13.15 uur.7.1.9Overblijfmogelijkheden:De mogelijkheid is er om op school te blijven eten. De organisatie hiervan is in handen van leden van de ouderwerkgroep. Tot 13.00 uur blijven de kinderen onder toezicht van overblijfmoeders. Daarna mogen ze naar hun eigen schoolplein. De ouders die het overblijven op school begeleiden, houden ook toezicht tijdens het buitenspelen na het eten. Veelal is dit van

Schoolgids 2018-2019 59

12.45-13.00 uur. Om 13.00 uur wordt het toezichthouden overgenomen door de leerkracht die pleinwacht heeft.

Buitenschoolse opvang:OmschrijvingTijdens de Algemene politieke Beschouwingen in 2006 heeft de Tweede kamer de motie Van Aartsen/Bos aangenomen.De inhoud van deze motie is: Het verzoek aan de regering om per 01-01-2007 de scholen verplicht te stellen hetzij voor- en naschoolse opvang (te benoemen als buitenschoolse opvang (BSO) te bieden van 7.30 uur tot 18.30 uur, hetzij mogelijkheden te bieden waarbij andere partijen deze opvang realiseren.De doelstelling van deze motie is om het spanningsveld te verminderen tussen de arbeidstijden van werkende ouders en de schooltijden van hun kinderen op de basisschool.Visie van het schoolbestuurDe visie die de regering hier mee voor ogen heeft, druist in tegen de in Gods Woord gegeven opdracht aan ouders ten opzichte van hun kinderen. De school vindt BSO niet tot haar (kern)taken behoren; ouders zijn volgens Gods Woord verantwoordelijk voor de jonge kinderen.

Verantwoordelijkheid ouders en schoolMet deze nieuwe wetgeving blijkt opnieuw dat de zorgtaken van de ouders verschoven worden naar de school.UitvoeringIn november 2006 is door het bestuur bovenstaande visie verwoord. Bovendien is besloten dat de voorkeur van het bestuur ( indien toch noodzakelijk) uitgaat naar het gastoudermodel. In dat geval wordt in de achterban van de school gezocht naar een gastoudergezin dat voor opvang wil zorgen. In nov. 2006 is door het schoolbestuur een brief gestuurd aan de ouders waarin bovenstaande visie uitgebreider is toegelicht. Daarnaast is een enquête onder de ouders gehouden om zo aan deze wettelijke verplichting te voldoen.ResultaatUit die enquête is gebleken dat er geen ouders gebruik willen maken van deze regeling. De taak van het schoolbestuur betreffende kinderopvang is als volgt:Mochten ouders in de toekomst toch gebruik willen maken van hun wettelijk recht op BSO dan kan daartoe een schriftelijk verzoek worden ingediend bij de secretaris van het schoolbestuur. Wij zullen dan proberen een gastoudergezin uit onze achterban te vinden. Voor uitvoering van BSO maakt onze school gebruik van de raamovereenkomst SFZ die is afgesloten met Kinderopvang Kobalt. Zij realiseren het gastoudermodel voor ons binnen de principiële kaders die daarvoor zijn opgesteld.U ontvangt uiterlijk 3 maanden na ontvangst van uw verzoek reactie op uw vraag.

Schoolgids 2018-2019 60

7.1.10 Contact en overleg leraar en ouders over kind betreffende leervorderingen en/of bij problemen

De leerkracht heeft op diverse manieren contacten met de ouders. In de eerste plaats de ontmoetingen zo bij school. Vaak zijn deze ontmoetingen niet geregeld, maar komt er zo toch veel informatie over het kind bij de leerkracht terecht, terwijl de leerkracht dan ook gemakkelijk iets aan de ouders kan vragen.Verder heeft een leerkracht ook tijdens een huisbezoek en tijdens de contactavond contact met de ouders. Dit gebeurt wel volgens afspraak. Tijdens deze gesprekken komt ook de extra begeleiding van het kind, huiswerk en eventueel het I.R.T. werk aan de orde. Ouders worden er op gewezen om de vorderingen van hun kind goed te blijven volgen Daarnaast worden ouders gestimuleerd hoge verwachtingen te hebben van ( de vorderingen van) hun kind en dat ook naar hun kind toe uit te spreken. Toe te zien op de uitvoering van het huiswerk en de daarvoor behaalde resultaten zien wij als een belangrijke taak voor ouders.We streven bij de besluitvorming van alle ingrijpende zaken betreffende de leerling (bijv.tot doubleren) naar overeenstemming met de ouders waarbij de school het laatste woord heeft.

7.1.11 Ouderbijdragen/GiftenOnze school kent een ouderbijdrage vanaf groep 1. Dit is een vrijwillige bijdrage en wij vragen deze voor de jaarlijkse schoolreis.Dit is een activiteit die niet tot het gewone lesprogramma behoort en die dus niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en wetenschappen wordt betaald. Deze ouderbijdrage staat weergegeven in een overeenkomst. Indien de ouders bereid zijn deze bijdrage te betalen, dienen zij deze overeenkomst te ondertekenen. De toegankelijkheid van het onderwijs wordt er niet door beïnvloed. Dit laatste geldt echter wel voor deelname aan de activiteit. De kinderen voor wie de bijdrage niet is betaald, blijven dan op school en krijgen vervangend werk.Omdat er niet in alle plaatselijke kerken wordt gecollecteerd voor de school geven wij de ouders elk jaar een brief mee waarin gevraagd wordt om een gift voor de school. De adviesbedragen zijn: € 30,00 per jaar indien 1 kind op school zit en € 50,00 per jaar indien meerdere kinderen de school bezoeken. Vanzelfsprekend zijn giften geen verplichtend karakter, maar vrijwillig!7.1.12 Schoolverzekering voor leerlingenHet bestuur heeft een verzekering voor Wettelijke aansprakelijkheid afgesloten.

7.1.13 Meldcode Huiselijk Geweld en KindermishandelingWe zijn als school verplicht een meldcode te hebben en toe te passen wanneer er vermoedens zijn van kindermishandeling of huiselijk geweld.De meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling heeft betrekking op alle vormen van geweld in de huiselijke situatie, zoals mishandeling, seksueel geweld, genitale verminking, en eergerelateerd geweld. De meldcode heeft tot doel kinderen, die te maken hebben met een vorm van geweld of mishandeling, eerder passende hulp te bieden, zodat een einde komt aan de (bedreigende) situatie. Hiertoe biedt de meldcode stappen

Schoolgids 2018-2019 61

en handvatten aan de school voor signalering en het verder handelen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling.De stappen die we hierbij als school nemen zijn als volgt:

1. Signaleren: in kaart brengen van signalen2. Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het Advies-en

MeldpuntKindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld.

3. Gesprek met de ouders/verzorgers4. De aard en de ernst van het huiselijk geweld/de kindermishandeling

afwegen5. Beslissen: hulp bieden en/of melden bij het AMK

7.1.14 KlachtenregelingKlachten moeten op een goede wijze behandeld worden. Wij vinden in de Bijbel richtlijnen voor het afhandelen van klachten en wel in Matt.18. Elke klacht dient in de eerste plaats met de aangeklaagde (bv. de leerkracht) besproken te worden. Indien dit niet tot resultaat of overeenstemming leidt, dan staat de weg open om hierover het bevoegd gezag, de directeur of de vertrouwenspersoon te benaderen. Dit kan rechtstreeks of via de contactpersoon. Hoewel het de klager vrijstaat om naar eigen keuze het bevoegd gezag, de directeur of de vertrouwenspersoon te benaderen, ligt het onzes inziens voor de hand dat bijvoorbeeld klachten op onderwijskundig terrein bij de directeur aan de orde gesteld worden en klachten op bestuurlijk terrein bij het bevoegd gezag. In eerste instantie worden klachten langs deze weg afgehandeld. Leidt ook dit overleg niet tot resultaat of overeenstemming, dan staat de weg naar de klachtencommissie open. Het indienen van een klacht bij de klachtencommissie verloopt via de vertrouwenspersoon, de directeur of het bevoegd gezag.

Het indienen van een klachtAls eerste aanspreekpunt voor klagers kan de contactpersoon fungeren. Een door de directeur, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag ontvangen klacht wordt in principe door hen afgehandeld. Indien de klager dit terstond wenst of in de loop van de afhandeling de wens te kennen geeft, wordt de klacht doorgestuurd naar de klachtencommissie.Ook: indien de klacht naar het oordeel van de directeur, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag betrekking heeft op een vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit wordt de klacht doorgezonden naar de klachtencommissie.Het doorzenden van de klacht geschiedt binnen uiterlijk twee weken na het indienen of het blijk geven van de wens de klacht door te zenden.

ContactpersoonDe contactpersoon moet voor klagers als eerste aanspreekpunt fungeren. De contactpersoon is te allen tijde verplicht de klager onmiddellijk door te verwijzen naar de directeur, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag. Zijn/haar naam en adres vindt u achter in onze schoolgids.

Vertrouwenspersoon

Schoolgids 2018-2019 62

Indien het niet mogelijk is de klacht met de betrokkenen te bespreken kunt u zich onder andere tot de vertrouwenspersoon wenden. Zijn/haar naam en adres vindt u achter in onze schoolgids. U kunt uw klacht met hem/haar bespreken waarbij gekeken wordt of hij/zij de klacht probeert op te lossen of de klacht doorstuurt naar de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon heeft een brugfunctie tussen u en de school en /of tussen u en de klachtencommissie.

KlachtencommissieDe ingediende klachten worden behandeld door een klachtencommissie. Onze school is aangesloten bij de klachtencommissie, ingesteld door de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs te Ridderkerk. Deze landelijke klachtencommissie werkt met verschillende kamers die in een regio de klachten behandelen.

KlachtenregelingDe vertrouwenspersoon, de directeur en het bevoegd gezag en de klachtencommissie doen hun werk binnen de kaders van een klachtenregeling. De volledige klachtenregeling ligt ter inzage op school. U kunt via het bevoegd gezag, de directeur of de vertrouwenspersoon inzage krijgen in deze klachtenregeling.Reikwijdte van de klachtenregelingDe klachtencommissie heeft op basis van de klachtenregeling de bevoegdheid een oordeel te geven over de klachten betreffende gedragingen en/of beslissingen, waaronder discriminatie, dan wel over het nalaten van gedragingen en /of het niet nemen van beslissingen van het bevoegd gezag, de personeelsleden en de leerlingen.

KlachtentermijnKlachten dienen zo spoedig mogelijk, maar (op een enkele uitzondering na) uiterlijk binnen een termijn van drie maanden, na de gedragingen en/of beslissingen of het niet nemen van een beslissing ingediend te worden. Enkele klachten kunnen ook na de termijn van drie maanden ingediend worden.

KlachtenafhandelingBij de behandeling van de klacht kan de klager zich op eigen kosten laten bijstaan door een raadsman. De klachtencommissie heeft het recht bestuursleden, personeelsleden en leerlingen te horen. De opgeroepenen hebben de plicht aan de oproep gehoor te geven. De klachtencommissie brengt een schriftelijk oordeel uit aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag heeft de plicht binnen vier weken na binnenkomst van het schriftelijk oordeel de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie, de directeur en de vertrouwenspersoon mee te delen of zij het oordeel over de gegrondheid van de klacht delen en welke maatregelen zij, indien nodig, zullen nemen.

Strafbaar feitIndien de klacht betrekking heeft op een zedenmisdrijf, dan heeft het bevoegd gezag, op grond van een schriftelijk oordeel over de klacht door

Schoolgids 2018-2019 63

de klachtencommissie en in overleg met de vertrouwensinspecteur de plicht aangifte daarvan te doen bij een opsporingsambtenaar. Aan de onderwijsinspecteur wordt gemeld dat aangifte gedaan is.

ContactpersoonDhr. T. WalpotEendrachtstraat 194675 CR St-PhilipslandTelefoon 0167-572922

VertrouwenspersoonJeugdverpleegkundige

KlachtencommissieKlachtencommissie reformatorisch onderwijspostbus 5 2980 AA RidderkerkWSNS-regio “Kapelle”.De (plv) ambtelijk secretaris de heer C.M. VisserBurgemeester Landsheerweg 74341 BG Arnemuidena. de heer dr. C. Polderman te Middelburgb. mevrouw drs. A. Nieuwenhuyzen-Tanis te

Yersekec vacature

PrivacyOp onze website, in de schoolgids, op de schoolkalender en in videomateriaal kunnen kinderen herkenbaar in beeld zijn gebracht. De school heeft u als ouders daarvoor om toestemming verzocht. Wij noteren dat op een lijst en voorkomen plaatsing van een foto of ander beeldmateriaal van uw kind(eren) indien daar geen toestemming voor verleend is. Deze lijst wordt iedere keer geraadpleegd als er een werkje, foto of video wordt gebruikt en/of geplaatst op internet. U kunt uw toestemming altijd weer herzien. Bij publicatie worden nooit achternamen gebruikt. Bij vermelding van persoonlijke informatie van hen die bij de school zijn betrokken, zal nooit meer worden gepubliceerd dan vrij verkrijgbare informatie. Bij publicatie van informatie waar een betrokkene bezwaar tegen maakt, zal de school deze informatie altijd op verzoek verwijderen. Op de website zijn foto’s beveiligd met een wachtwoord om de privacy verder te waarborgen. Het wachtwoord krijgt u over de mail. In onze school leren leerkrachten en stagiaires o.a. van elkaar door collegiale consultatie: ze kijken bij elkaar in de klas en voeren na afloop een reflectief gesprek. Soms worden bij deze manier van leren video opnamen van een les gemaakt. Na de nabespreking worden deze weer verwijderd. Wanneer Het is ouders/verzorgers niet toegestaan om foto’s en filmpjes van kinderen, anders dan hun eigen op sociale media te verspreiden. De school zal tijdens evenementen zelf foto’s en video’s maken en deze verspreiden via de eigen sociale media (website, facebook, twitter),

Schoolgids 2018-2019 64

waarbij er rekening gehouden wordt met de privacy rechten van het betreffende kind.

Intrekken toestemming

U heeft bij de inschrijving van uw kind toestemming kunnengeven voor het gebruik van foto’s e.d. van uw kind  

* in de schoolgids en schoolbrochure en schoolkalender

* op de website van de school 

* in de (digitale) nieuwsbrief 

* en op sociale-media accounts van de school (Twitter, Facebook)

* (herinnerings) CD-rom of andere gegevensdrager bedoeld om uit te reiken aan het einde van het schooljaar

 We brengen u op de hoogte dat u deze toestemming desgewenst kunt intrekken.

Schoolgids 2018-2019 65

8 DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL8.1 Ontwikkelingen in ons onderwijsIn ons onderwijs proberen wij ons pedagogisch en didactisch handelen, afgestemd op het in het samenwerkingsverband vastgestelde zorgplan, zo goed mogelijk op individuele kinderen af te stemmen. Dit is mogelijk door bijvoorbeeld in te spelen op verschillend in instructiebehoeften, door aan te sluiten bij de verschillende leerwegen van kinderen of door het accepteren dat kinderen een eigen ontwikkelingstempo hebben. Dit kan ertoe leiden dat extra instructie- en oefentijd wordt gerealiseerd voor kinderen die meer tijd nodig hebben om de minimumdoelen te bereiken. Voor kinderen die meer aankunnen is er gelegenheid te werken aan de beheersing van aanvullende leerdoelen die passen bij hun mogelijkheden.Wonderlijk gemaaktVerwondering over Gods schepping is een van de rode draden in de lessen sexuele vorming die we ook dit jaar gebruiken. Door alle groepen van de basisschool heen wordt met de lessen systematisch gewerkt aan het ontwikkelen van een gezond zelfbeeld en weerbaarheid. Het begrip van christelijke en sociale normen rond seksualiteit en het opbouwen van relaties vol liefde en trouw komen aan bod. De methode is gestoeld op een stevige Bijbelse en pedagogische visie en kennis over de normale ontwikkeling van kinderen. In de loop van het schooljaar zullen we u nader informeren over de onderwerpen die in de diverse groepen behandeld zullen worden, zodat u ook thuis hierover met uw kinderen kunt spreken.Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de schoolEen school moet steeds blijven streven naar verbetering van het onderwijs dat wordt aangeboden. Heel wat zaken in de school kunnen daartoe bijdragen. In deze paragraaf worden de activiteiten ter verbetering van het onderwijs op onze school besproken.- De leerkrachten van de onderbouw geven extra aandacht aan

taalstimulering bij het jonge kind. Bij taalstimulering wordt er vooral gelet op: woordenschat, gesprekken.

De leerkrachten volgen onder leiding van de IB-leerkracht scholing op het gebied van zorg en het maken van groepsplannen.

Begeleiding en nascholing. Leerkrachten die nieuw op onze school komen krijgen begeleiding van de coach, zodat ze goed kunnen functioneren. De directie houdt toezicht over het functioneren van al de personeelsleden en er worden gesprekken gehouden.

We werken de komende jaren aan het geven van doelgericht kleuteronderwijs. We zorgen voor een goed leerstofaanbod rekening houdende met de verschillen tussen leerlingen.

Het omgaan met hoogbegaafde leerlingen krijgt de komende periode volop onze aandacht. Er is een visiedocument ontwikkeld dat ons beleid toelicht en voldoende praktische informatie biedt. Bij dit beleid ligt het accent op het bevorderen van het welbevinden van het kind en niet zozeer op de cognitieve ontwikkeling, al is die niet onbelangrijk. Zo willen we bereiken dat het onderwijs aan meer- en hoogbegaafde leerlingen breed gedragen wordt en ingebed wordt in het onderwijs op onze school.

Schoolgids 2018-2019 66

Door het vormen van een Pluisklas voor 1 of 2 dagdelen per week hopen we nog meer tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften die talentvolle leerlingen hebben.

Met behulp van onderzoeken en bevindingen van bijvoorbeeld de Inspectie voor het basisonderwijs zullen knelpunten in ons onderwijs aan het licht komen. Een andere vorm van het helder krijgen van zwakke punten binnen de school zijn interne en externe diagnose-instrumenten, zoals externe visitatiecommissie betreffende het leiding geven en het bieden van voldoende zorg aan de leerlingen. We maken hier graag gebruik van, trekken conclusies en praten samen met elkaar over het geven van ons onderwijs. Hierop volgen dan nieuwe ontwikkelingen, waardoor de voortdurende ontwikkeling in gang wordt gehouden. Dit geheel is ook in enkele woorden samen te vatten: wij zijn een lerende organisatie.

De kwaliteit van ons onderwijs heeft steeds onze aandacht: verhoging van de leeropbrengsten en verbetering van de leerkrachtvaardigheden (competenties). We kiezen nadrukkelijk voor versterking van de rol van de leerkracht. Onze insteek is dicht bij de praktijk te blijven en middels klassenbezoek, collegiale consultatie en feedback op het waarneembare gedrag van de leerkracht de vaardigheden op een hoger peil te brengen. Tijdens de vergaderingen van de Colon-scholen komt steeds het opbrengstgericht werken onder de aandacht zodat de directie versterkt wordt in hun sturende en ondersteunende rol en dat er een verhoging plaatsvindt van het kwaliteitsbewustzijn bij leerkrachten.

In de schoolplanperiode 2015-2019 liggen de accenten dit schooljaar op:- Doelgericht kleuteronderwijs; goed omgaan met verschillen tussen

leerlingen.- Verschillen tussen leerlingen: we streven er naar om onze leerlingen

gelegenheid te geven zich optimaal te kunnen ontwikkelen, hierbij de onderlinge verschillen als uitgangspunt te hanteren.

- Veilig klimaat: een schoolklimaat waarbij leerlingen en leerkrachten zich veilig voelen staat hoog in het vaandel

- Respect en gehoorzaamheid, orde en netheid: aspecten waarvan wij vinden dat deze binnen de school verbeterd kunnen worden

- Werken met groepsplannen en lesgeven vanuit de onderwijsbehoefte van het kind

- Leerkrachten houden leerlinggesprekken over de onderwijsbehoefte en het welbevinden van de leerlingen.

- Scholing omgaan met gedragsmoeilijkheden. ( groepsdynamica)- Scholing omgaan met meerbegaafdheid.8.1.1Omgaan met verschillenTen aanzien van onderwijs en onderwijsontwikkeling voelen we ons verbonden met de bijbelse (scheppings-)opdracht van bouwen en bewaren. We willen recht doen aan verschillen tussen kinderen vanuit de bijbelse notie van het verschil in talenten. Een belangrijke aanvulling op het model adaptief onderwijs is dat vanuit de basisbehoefte relatie een drietal relaties centraal staan: kind tot de Schepper, kind en schepping, kind en de naaste.

Schoolgids 2018-2019 67

We willen “bouwen”, dus werken, aan het steeds beter omgaan met verschillen. Bouwen betekent ontwikkeling, een stapsgewijze doordachte aanpak. Ook zien we in het bouwen een leerproces. We kunnen het nog niet zoals we wensen, er blijven steeds verbeterpunten. Met Gods hulp spannen we ons in om meer en beter om te leren gaan met verschillen tussen kinderen.Hoe krijgt dit gestalte in de praktijk? Bij de basisvakken werken we aan differentiatie naar onderwijsaanbod

(leerstof) en instructie.Verschillen in onderwijsaanbod: niet voor iedereen dezelfde doelen. Niet voor iedereen dezelfde leerstof. Niet voor iedereen dezelfde leerroute.Verschillen in instructie: de instructie ( de uitleg van de leerstof) is afgestemd op de behoeften van de leerlingen qua vorm en duur. Bij deze werkwijze ligt het accent dus niet op de nazorg maar veel meer op de voorbereiding en planning. De leerkracht houdt van tevoren al rekening met de verschillen in kinderen. De kinderen ervaren dat tijdens de uitleg en oefening. Bij de zaakvakken (geschiedenis, aardijkskunde en biologie) differentiatie in leerstof. Als leerkrachten proberen we zoveel mogelijk adaptief onderwijs te

geven. In hoofdlijnen gaat het er bij adaptief onderwijs om dat de leerkracht tegemoet moet komen aan basisbehoeften van kinderen. Deze zijn: relatie, competentie en zelfstandigheid.

Iedere leerling heeft een competentiegevoel d.w.z. een gevoel de dingen die gevraagd worden aan te kunnen. Voorkomen moet worden dat incompetentiegevoelens gaan overheersen.Ieder kind heeft behoefte aan relaties met mensen waarvan het kind weet dat ze hem/haar waarderen, respecteren en met hen om willen gaan.Elk kind heeft ook behoefte aan een zekere mate van onafhankelijkheid, het gevoel dat het iets kan ondernemen zonder daarbij van anderen afhankelijk te zijn. Deze 3 basisbehoeften worden wel de voorwaarden genoemd voor een actieve en gemotiveerde leerhouding bij kinderen.Vanuit deze 3 basisbehoeften van leerlingen proberen wij vorm te geven aan een goed evenwicht tussen de draaglast en de draagkracht bij leerlingen.Om aan deze behoeften tegemoet te komen kan de leerkracht gebruik maken van interactie, klassenmanagement en instructie.Onder interactie verstaan we de wijze waarop de leerkracht met de kinderen omgaat en contacten met hen onderhoudt. Onder klassenmanagement verstaan we het geheel van inrichting van de leeromgeving en de manier waarop het verloop van de lessen georganiseerd wordt.Bij instructie denken we aan de wijze waarop de leerkracht uitleg geeft, daar variatie in aanbrengt, de doelen die de leerkracht wil bereiken en de wijze waarop de methode gebruikt wordt.Dit alles wordt gerealiseerd in een goed pedagogisch klimaat. Enkele trefwoorden hierbij zijn: uitdaging, vertrouwen en ondersteuning.Leerkrachten dagen leerlingen uit om op verkenning uit te gaan, dingen uit te zoeken en te ontdekken. Het ondersteunen is van belang om de leerlingen het gevoel te geven op verkenning uit te kunnen gaan naar dat wat ze nog niet geheel op eigen kracht kunnen. Het gevoel van

Schoolgids 2018-2019 68

vertrouwen moet leiden tot een gevoel van zelfvertrouwen bij het kind. De leerkracht erkent dat de behoeften bij ieder kind anders kunnen liggen en geeft vorm aan het omgaan met deze verschillen.We vinden het belangrijk dat er op school een onderlinge betrokkenheid is, een goed werkklimaat om goed prestatiegericht bezig te kunnen zijn. Alle kinderen moeten zich op school thuis voelen en in een veilige omgeving kunnen leren.Adaptief onderwijs houdt voor ons in het zoveel mogelijk afstemmen op de verschillende mogelijkheden van individuele kinderen. Met “afstemmen” wordt bedoeld, dat de eigenheden van het kind zoveel mogelijk uitgangspunt zijn voor het handelen van de leerkracht. Als leerkracht moet je proberen om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij datgene wat het kind nodig heeft.Adaptief onderwijs houdt voor ons in dat wij steeds zoeken naar de mogelijkheden om recht te doen aan het omgaan met verschillen en het bieden van onderwijs op maat. We vinden het realiseren van adaptief onderwijs van groot belang en werken dan ook aan een verdere uitbouw daarvan in onze school.

Hierbij spreken we dus over de schoolontwikkeling. Thema’s hierbij zijn ondermeer: pedagogisch klimaat (werkomgeving, sfeer, omgaan met elkaar e.d.), effectief onderwijzen ( het geven van goede uitleg, organisatie van de les e.d.) en differentiatie ( niet voor iedereen dezelfde leerstof, niet voor iedereen dezelfde uitleg), bevorderen van zelfstandigheid en stimuleren van de motivatie.

In de komende jaren verdiepen we ons in vergroting van de leerkrachtvaardigheden. Te denken valt aan aspecten als: interactie en instructievaardigheden. We proberen bij de uitleg van de leerstof grotere betrokkenheid van de kinderen te krijgenDeze onderwerpen zijn belangrijke ingrediënten voor onderwijs waarin omgaan met verschillen centraal staat. Omgaan met verschillen is de opdracht waar we als basisschool de komende jaren voor staan.8.2 Zorg voor de relatie school en omgevingDoor samen te werken met andere scholen en instellingen wordt de blik verruimd. Wij maken gebruik van de diensten van “Driestar Educatief” om onderwijsvernieuwingen en verbeteringen in te voeren en om de zorg voor leerlingen gestalte te geven. Gespecialiseerde leerkrachten hebben zich verbonden in netwerken, zoals directeuren-, computer- en intern begeleider-netwerk. De directeuren van de bijzondere scholen komen regelmatig bij elkaar. Het bestuur ziet de noodzaak van bestuurlijke samenwerking. Wij nemen bestuurlijk deel aan de regionale Zeeuwse bestuursstructuur “Colon”. Dit bestaat uit een samenwerkingsverband van 25 reformatorische scholen. Door de samenwerking van besturen worden verantwoordelijkheden gezamenlijk gedragen terwijl de school zijn eigenheid behoudt. Allerlei diensten op het gebied van onderwijs, personeel, financien en op het gebied van de leerlingenzorg worden verleend. Een personeels beleidsmedewerker en een financieel beleidsmedewerker zullen de besturen en directies adviseren en personele en financiele zaken behartigen.

Schoolgids 2018-2019 69

Driestar EducatiefOnze school is bij deze stichting aangesloten. Deze stichting geeft leerlingenbegeleiding. Zij biedt ons hulp bij leer- en gedragsproblemen van de leerlingen. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. De hulp kan bestaan in het afnemen van op de problemen van de leerling afgestemde testen, adviezen aan de leerkracht, het verstrekken van onderwijsmateriaal, e.d. Het kan voorkomen dat n.a.v. afgenomen testen en gesprekken met de leerkrachten, advies wordt gegeven het kind aan te melden bij de Commissie Leerlingenzorg. Ook biedt Driestar Educatief systeembegeleiding.. Zij begeleidt het totale onderwijsgebeuren. Bijvoorbeeld het organiseren van nascholingscursussen, het verstrekken van informatie over vernieuwing van methoden, enz.Speciale school voor basisonderwijsOnze school heeft een samenwerkings-verband met een speciale school voor basisonderwijs (SBO en SO) in Kapelle. Leerlingen die doorverwezen worden, gaan meestal deze school bezoeken.Pabo “De Driestar”en “Hoornbeeck College”Studenten van bovengenoemde instellingen komen bij ons stage lopen. Zij volgen de pabo-opleiding of de opleiding MDGO-sociaal pedagogisch werk.BibliotheekDe school is lid van de Prov. Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg. Met projecten kan hier onderwijsmateriaal worden besteld (leskisten).De GGD en uw kindDe jeugdgezondheidszorg van GGD Zeeland volgt de groei en ontwikkeling van jeugdigen van 0-19 jaar. Dit doen zij op het consultatiebureau, de basisschool in groep 2 en groep 7 en op het voortgezet onderwijs. Omdat gezondheid een breed begrip is, zijn er ook veel verschillende factoren rondom het opgroeiende kind, waar de JGZ bij betrokken kan worden. Hierbij kunt u denken aan lichamelijke gezondheid, geestelijke gezondheid, de ontwikkeling en de sociale omgeving van het kind. Het team bestaat uit jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen. Bij onze school zijn twee vaste personen betrokken: Diana Hoenselaar (jeugdverpleegkundige) en een jeugdarts (vacature).De jeugdverpleegkundige ziet uw kind bij de vaste contactmomenten. Zij doet dan een kort onderzoek en bespreekt de door u ingevulde vragenlijst. Indien er vragen of twijfels zijn over de ontwikkeling en/of de gezondheid van uw kind, schakelt de jeugdverpleegkundige in overleg met u de jeugdarts in.OndersteuningsteamDe jeugdverpleegkundige en of jeugdarts hebben regelmatig contact met de intern begeleider van school over leerlingen waarvoor extra zorg nodig is. Betrokken ouders zijn hiervan op de hoogte.Een gezond schoollevenDe GGD kan de school adviezen geven over veiligheid, hygiene, infectieziekten, hoofdluis, omgang met elkaar, pesten, voeding en beweging. De GGD steunt de school bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten.Contact

Schoolgids 2018-2019 70

U kunt ook zelf contact opnemen met de jeugdverpleegkundige als u vragen of zorgen hebt over de gezondheid, ontwikkeling en opvoeding van uw kind. Hierbij kunt u denken aan eten, slapen, zindelijkheid, mototriek,vaccinaties en opvoedingsvragen. Elke werkdag van 9-10.30 uur is er een telefonisch spreekuur waar u voor deze vragen ook naartoe kunt bellen: 088-0096.ZiektenHet doormaken van een aantal veel voorkomende infectieziekten behoort tot de normale ontwikkeling van een kind. Deze ziekten zijn over het algemeen eenvoudig van mens op mens overdraagbaar. Op plaatsen waar veel kinderen samenkomen, zoals de school, is er daarom een grote kans op verspreiding van dergelijke veel voorkomende ziekten. Maar ook een aantal meer zeldzame en ernstige infectieziekten kunnen via de school verspreid worden. Op 1 april 1999 is in Nederland de nieuwe Infectieziektewet in werking getreden. Deze wet bepaalt onder meer dat de directeur van de school een ongewoon aantal ziekten onder de kinderen en de leerkrachten moet melden bij de GGD. Het gaat dan bijvoorbeeld om een ongewoon aantal ziekten met diarree, geelzucht, huidaandoeningen of andere ernstige (mogelijk) besmettelijke aandoeningen. In het belang van de kinderen, maar ook van het personeel, kunnen dan in overleg met de GGD maatregelen genomen worden om verdere verspreiding van de ziekte te helpen voorkomen.Wanneer bij uw kind door de huisarts of specialist een besmettelijke aandoening is vastgesteld, stellen wij het op prijs dat u dit meldt aan de leerkracht of de directeur van de school. Deze informatie zal vanzelfsprekend door onze school vertrouwelijk worden behandeld.

Schoolgids 2018-2019 71

Diana Hoenselaar

(jeugdverpleegkundige)

Schoolgids 2018-2019 72

9 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS

Hoe zien we of het onderwijs op onze school voldoende effect heeft? In dit hoofdstuk noemen we een aantal gegevens: de cijfers over extra zorg op school, de verwijzing naar de speciale school voor basisonderwijs, de resultaten van groep 8 en eventuele resultaten van de ontwikkelingsprojecten en begeleidingsonderwerpen waarmee we als school bezig zijn.Vooraf willen we enkele kanttekeningen plaatsen: Onze identiteit is het fundament. In deze identiteit wordt veel

geïnvesteerd en dat beperkt zich niet alleen tot de dagelijkse Bijbelles. Van dit aspect kunnen wij echter geen resultaten tonen. Daarvan geldt: “Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen”(Pred. 11:1).

Kinderen gaan naar school om iets te leren. Wanneer het leren geen resultaat heeft, is het schoolgaan niet zinvol meer. Alles moet van het ministerie worden gemeten. Maar niet alle vorderingen kun je in cijfers weergeven. Cijfers over het plezier waarmee kinderen naar school gaan, een cijfer voor persoonlijke aandacht, een cijfer voor groeiend zelfvertrouwen, een cijfer voor culturele en persoonlijke vorming, een cijfer voor… alle zaken die heel belangrijk zijn voor een school worden niet weergegeven op het rapport of in deze gids. Die worden bij individuele contacten met de ouders besproken.

Bij resultaten wordt naar ons idee te veel gedacht aan cijfermatig materiaal. Wij vinden dat een achtjarig ontwikkelingsproces van kinderen niet in kale cijfers te vangen is. Om de resultaten van het onderwijs goed te kunnen meten moet je eigenlijk de beginsituatie, de leerroute en het eindresultaat kunnen vergelijken. We kunnen het beeld van de totale werkelijkheid van onze school niet terugbrengen tot alleen maar cijfers en getallen. Wat wij als school belangrijk vinden kunnen we weergeven in 3 trefwoorden : Reformatie - Relatie - Prestatie.

Onder het motto “Passend Onderwijs” worden scholen gestimuleerd zorgleerlingen binnen de school op te vangen. Dat is ook op onze school gebeurd. U kunt het hieronder bij “verwijzing” zien. Dat heeft tot gevolg dat leerlingen die zodanige resultaten behalen dat ze eigenlijk naar de school voor speciaal basisonderwijs (SBO of SO) verwezen moeten worden, met veel extra hulp binnen onze school worden opgevangen. Deze leerlingen doen ook mee met de testen en toetsen. Daardoor beïnvloeden deze leerlingen het gemiddelde resultaat echter wel. Wij zien als school een spanningsveld tussen enerzijds het “binnen de eigen school houden van de zorgleerlingen” en anderzijds “het publiceren van resultaten.

9.1 Opbrengsgericht werken: praten over ons onderwijsOm de resultaten van de leerlingen te meten worden er op school toetsen afgenomen die niet aan een bepaalde methode gebonden zijn. Deze toetsen noemen we LVS-toetsen. Wij hopen hiermee een objectieve maatstaf aangelegd te hebben. We volgen op deze manier de leerling persoonlijk, maar ook de groep en de school in zijn algemeen. De

Schoolgids 2018-2019 73

kinderen worden 2 maal per jaar getoetst. Met de interne begeleider bespreekt de directeur de door de interne begeleider gemaakte analyse naar aanleiding van de opbrengsten en de conclusies naar aanleiding die analyses. Wat gaat goed? Wat moeten we vasthouden? Maar ook: Wat kan er beter? En hoe gaan we dat doen?Daarna worden de toetsresultaten van de methodeonafhankelijke toetsen (LVS) (zowel van de afzonderlijke groepen als van de school als geheel) tijdens vaste overlegmomenten met het hele team bekeken en besproken en aan de hand daarvan worden verbeteracties vastgesteld. Het effect van die verbeteractiviteiten op de toetsresultaten wordt vervolgens door de directeur en IB-er nauwlettend gevolgd. Periodiek gaat de directeur met elke leerkracht afzonderlijk in gesprek over de toetsresultaten van zijn of haar groep en zo nodig worden afspraken gemaakt om tegenvallende toetsresultaten te verbeteren en na verloop van tijd is er een evaluatie. Tegelijkertijd wordt er ook waardering uitgesproken over datgene wat goed gaat. Het belang van het halen van goede leerlingresultaten wordt steeds nadrukkelijk onderstreept. De directeur stimuleert en faciliteert onderwijskundige verbeteringen die zorgen dat de resultaten verbeteren en zorgt voor mogelijkheid tot ondersteuning van leerkrachten in hun dagelijkse onderwijspraktijk. Als een leerling niet presteert naar wat hij zou moeten kunnen, dan moet de leerkracht kijken naar wat hij heeft gedaan en hoe hij een leerling beter zou kunnen begeleiden. Meten is niet alleen kijken hoe de prestaties zijn van de leerling. Het meten van leerresultaten is vooral kijken hoe goed je onderwijs is, in samenhang met de ontwikkeling van het kind. Zo werkt iedere leerkracht heel doelgericht aan zijn persoonlijke ontwikkeling.De vorderingen die behaald worden voor de methode-onafhankelijke toetsen worden door de interne begeleider samen met de leerkracht geanalyseerd op groepsniveau. Zij vragen zich af: Wat is de trend? Wat valt op? Wat gaat er goed? Wat moeten we vasthouden? Maar ook: Wat vraagt actie? De interne begeleider bespreekt met de directeur zijn bevindingen en geeft ook aan welke afspraken er zijn gemaakt naar aanleiding van die resultaten en wat het effect daarvan is.Ook op het niveau van de school worden de vorderingen voor de methode-onafhankelijke toetsen door de interne begeleider geanalyseerd. Wat valt er op als we de resultaten vergelijken met voorgaande jaren? Hoe ontwikkelt zich de school? Wat gaat er goed? Welke vakgebieden vragen aandacht? De interne begeleider spreekt zijn bevindingen door met de directeur. Hij adviseert de directeur over eventuele verbeteracties of manieren om bereikte resultaten vast te houden, te borgen.Als we spreken over resultaten dan is de leerkracht een heel belangrijke figuur. Wanneer er iets duidelijk is, dan is het wel dat de rol van de leerkracht cruciaal is. De vorderingen die behaald worden voor de methode-onafhankelijke toetsen worden door de leerkracht geanalyseerd op het niveau van de afzonderlijke leerling en op het niveau van de groep. Aan de hand van de toetsresultaten en het verloop daarvan wordt door de leerkracht en door de interne begeleider gekeken of leerlingen of groepen leerlingen onderpresteren. Laten de leerlingen wel zien wat we van ze mogen verwachten? Naar aanleiding van deze bespreking worden er afspraken gemaakt die vrijwel altijd betrekking hebben op het handelen van de leerkracht. De leerkrachten kijken kritisch naar hun

Schoolgids 2018-2019 74

eigen handelen en denken na over de wijze waarop er onderwijs wordt gegeven. Leerkrachten krijgen meer inzicht in het niveau van de afzonderlijke leerlingen en stemmen tijdens de les heel bewust de instructie en de verwerking daar op af. Voor leerlingen die het eindniveau groep 8 niet halen, stellen ze een ontwikkelingsperspectief vast en kijken vervolgens of de leerling zich overeenkomstig dit perspectief ontwikkelt. Wanneer dat niet zo is, stellen ze doelen bij en/of passen de hulp aan.Het handelen van de leerkrachten is er op gericht dat leerlingen presteren op het niveau passend bij hun talenten. Bij de basisvaardigheden wordt er gewerkt met streefdoelen. Er wordt gedifferentieerd in het stellen van de streefdoelen ( voor de minder begaafde, de gemiddeld begaafde en de meerbegaafde leerling gelden afzonderlijke streefdoelen). De leerkrachten vertellen de leerlingen nadrukkelijk wat het doel van de les of van een bepaalde periode is en gaan na afloop daarvan met de leerlingen na of het doel ook is bereikt. Tijdens de les krijgen de leerlingen nadrukkelijk feedback gericht op de door hen gehanteerde oplossingsstrategie. Hoe heb je het opgelost, welke strategie heb je gevolgd? Tijdens de les ( en ook in individuele gesprekken) krijgen de leerlingen daarnaast nadrukkelijk feedback gericht op hun werkhouding en taakaanpak in het algemeen. We laten merken dat we hoge verwachtingen van ze hebben en we stellen eisen, wanneer de leerlingen beneden de verwachting presteren. Uiteraard is er structureel veel aandacht voor het zorgen van een veilige sfeer die gekenmerkt wordt door orde en rust. Samen met andere COLON- scholen uit Zeeland werken we met de toetskalender. Daarin staan o.a. welke toetsen er op welk tijdstip en op welke wijze moeten worden afgenomen. We brengen de leerling-resultaten op de verschillende aspecten van de taal/lees- en rekenwiskundige ontwikkeling scherp in beeld. Dit in het kader van opbrengstgericht werken. Als school ontvangen we een vergelijking van de eigen gemiddeldes van het lopende cursusjaar met de gemiddeldes van de overige reformatorische basisscholen in Zeeland. Nuttig is het om het het gehele team leerlingresultaten te analyseren en er conclusies aan te verbinden. Via opbrengstgericht werken proberen we het onderwijs beter af te stemmen op pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van leerlingen, wat zal leiden tot betere onderwijsresultaten en daarmee samenhangend ook het welbevinden van de leerlingen versterken. Opbrengstgericht werken is niet alleen focussen op leerlingresultaten. Er wordt op onze school ook duidelijk ingezet op het verbeteren van leerkrachtvaardigheden.De conclusie die wij willen trekken uit toetsuitslagen is:op welke punten kunnen en moeten wij ons onderwijs verbeteren, om zo goed mogelijke resultaten te behalen, recht doende aan de capaciteiten van elke leerkracht en leerling persoonlijk.Mede op grond van de toetsuitslagen bepalen we of een leerling extra zorg nodig heeft en of een onderdeel in een groep of door de hele school meer aandacht behoeft.

Schoolgids 2018-2019 75

9.2 Gegevens over de specifieke zorg voor leerlingen en cijfers over verwijzingen

Gegevens over de specifieke zorg voor leerlingen en cijfers over verwijzingen

Er wordt op school in het kader van HGW met groepsplannen gewerkt voor Rekenen, Spelling, Technisch lezen en Gedrag. De groepen worden in maximaal drie subgroepen verdeeld. In de uitvoering wordt weergegeven wanneer en met welke leerstof er wordt gewerkt en hoe een leerling of groepje leerlingen presteert. In de evaluatie wordt de werkwijze en de groei mb.t. het niveau van de leerling of een groep leerlingen over een langere periode bekeken aan de hand van methode en niet-methode toetsen. Het onderwijs wordt zoveel als mogelijk afgestemd op de onderwijsbehoeften van een leerling of groep leerlingen.

De zorg voor de leerlingen vindt vooral plaats in de groep. De leerkracht is de professional en stuurt waar nodig onderwijsassistenten aan. We werken met drie onderwijsassistenten en een onderwijsondersteuner.

Interne zorg

Ontwikkelingsperspectief (OPP)

We volgen vier leerlingen en bekijken of er aanpassingen gedaan moeten worden in het leerstofaanbod. Bij twee leerlingen met een dyslexieverklaring en een leerling die onderzocht gaat worden werken we  op het niveau van een leerjaar eerder. We onderzoeken de mogelijkheid dat er  leerlingen zijn die vanaf groep 7 naar het voortgezet onderwijs gaan.

Verlengde kleuterperiode

Eén leerling gaat een extra jaar groep 2 volgen.

Doublure

Twee leerlingen uit groep 3 blijven nog een jaar in groep 3.

GGD

De medewerkers van de GGD gebruiken een lokaal op onze school als consultatiebureau. De medewerkers van de GGD voeren een pilot uit waarbij er bij de screening voor de leerlingen van groep 2 samengewerkt wordt tussen de GGD en de leerkrachten van groep 2. 

De medewerkers van de GGD zijn regelmatig op onze school te vinden. Daardoor zijn de lijntjes tussen de leerkrachten en de GGD medewerkers kort.

Schoolgids 2018-2019 76

Ondersteuningsteam

Tijdens de vijf bijeenkomsten van het Ondersteuningsteam zijn er negen leerlingen besproken en daarnaast lopende schoolzaken. Het afgelopen schooljaar zijn er naast kinderen met zorg op het gebied van leerstof en/of op het gebied van gedrag ook leerlingen besproken in het spectrum van meer begaafdheid.  

Voor één leerling is er Preventieve Ambulante Begeleiding bij Auris aangevraagd. Dit heeft geleid tot een aanvraag voor een breed onderzoek  (intelligentieonderzoek en onderzoek naar gedrag). 

Eén leerling heeft een onderzoek gehad bij een externe bureau.

Twee leerlingen zijn verwezen naar een psycholoog om gesprekken te voeren.

Voor het volgend schooljaar staan er nieuwe kinderen op die we zullen gaan volgen.

De samenwerking van ouders met de orthopedagoog, de jeugdverpleegkundige, en de vertegenwoordigers van de school wordt als waardevol ervaren.

Dyslexietraining

Eén leerling volgt een dyslexietraining door een medewerker van Driestar-educatief. Volgend schooljaar wordt de training voortgezet.  Er is een dyslexieonderzoek voor een leerling aangevraagd.

Verschillende leerlingen worden vanaf de kleuters gevolgd met een vermoeden van dyslexie. Als hun ontwikkeling niet op gang komt of stagneert, volgt er een onderzoek. Twee leerlingen zijn  al gestart met extra hulp in de klas. Als deze hulp niet leidt tot ontwikkeling, dan vragen we na twee slechte scores op de AVI en de DMT een dyslexieonderzoek aan.

Syndroom van Down

Dit schooljaar zijn er de voorbereidingen geweest voor de komst van een leerling met het syndroom van Down naar onze school. 

Vluchtelingenkinderen

Het afgelopen schooljaar zijn er vluchtelingenkinderen bij ons op school gekomen. Ze zijn al helemaal ingeburgerd.  Twee oud docenten van het Calvijn College hebben twee kinderen begeleid om zich de Nederlandse taal eigen te maken. Er is gewerkt met de methode “Horen, zien en schrijven” van uitgeverij Bazalt. Het werken met deze methode is afgerond en we kijken nu hoe de kinderen aan kunnen sluiten bij de

Schoolgids 2018-2019 77

methoden die we op school gebruiken.  Op afstand kijkt Driestar educatief mee.

9.3 SchooleindresultatenDe behaalde leerresultaten van de schoolverlaters kan uitgedrukt worden door middel van de schooleindonderzoeken.

Uitslag Schooleindonderzoek groep 8 schooljaar 2013-201415 van totaal 4838 deelnemende leerlingen ( op 202 scholen)

SCHOOLVORDERINGEN

Gemiddelde van TotaalgemiddeldeKon. Julianaschool alle deelnemende

scholenTaal 115,7 104,1Rekenen 107,1 106,0Studievaardigheden 115,7 109,5

INTELLIGENTIE Gemiddelde vanTotaalgemiddelde

Kon. Julianaschool alle deelnemende scholen

Verbaal 102,7 101,6Symbolisch 95,9 101,3

TOTAALINDEXEN Gemiddelde vanTotaalgemiddelde

Kon. Julianaschool alle deelnemende scholen

Schoolvorderingen 112,8 105,9Intelligentie 99,2 101,7----------------------------------------------------------------------------------------------------

Uitslag Eindtoets Cito groep 8 schooljaar 2014-2015:De inspectie beoordeelt de resultaten van de Cito-eindtoets volgens vastgestelde criteria, waarbij rekening gehouden wordt met het gemiddeld leerling gewicht (GLG). Dit leerling Gewicht (LG) is gebaseerd op het opleidingsniveau van de ouders. De onder- en bovengrens van de inspectie is afhankelijk van het percentage gewogen leerlingen op de hele school. De resultaten van ene school zijn goed als de score van de school op of boven de ondergrens en onder de bovengrens ligt.

De schoolscore Centrale Eindtoets groep 8 in 2015 bedroeg 544,0 (landelijke norm: 534,8).De schoolscore Centrale Eindtoets groep 8 in 2016 bedroeg: 539,3( landelijke norm: 534,5)

Schoolgids 2018-2019 78

De Schoolscore Centrale Eindtoets groep 8 in 2017 bedroeg: 539,6.( landelijke norm: 535,1)De Schoolscore Centrale Eindtoets groep 8 in 2018 bedroeg: 540,2.(landelijke norm: 534,9).Het schoolgemiddelde ligt net als de vorige jaren ver boven het gemiddelde. U zult begrijpen dat we daar erg blij mee zijn.

Seo

Historie achterliggende jaren

2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

Seo sd = 0,84 blauwgoed

Seo sd =-0,13 groenvoldoende

Seo sd =-0,01 groenvoldoende

-w

Seo sd=-0,74 blauwgoed

Seo sd=+ 1,02 blauwgoed

Seo sd=+ 2,30 blauwgoed

O + 0,5 ofHoger

O + 0,5 ofHoger

O + 0,5 ofHoger

0 + 0,5 ofHoger

O + 0,5 ofHoger

+ 0,5 ofHoger

O - 0,25 –+ 0,49

O - 0,25 –+ 0,49

O - 0,25 –+ 0,49

O - 0,25 –+ 0,49

O - 0,25 –+ 0,49

- 0,25 –+ 0,49

O - 0,5 –- 0,25

O - 0,5 –- 0,25

O - 0,5 –- 0,25

O - 0,5 –- 0,25

O - 0,5 –- 0,25

- 0,5 –- 0,25

O Lager dan- 0,5

O Lager dan- 0,5

O Lager dan- 0,5

O - 0,5 –- 0,25

O - 0,5 –- 0,25

- 0,5 –- 0,25

Evenals vorige jaren zijn de prestaties bij de verbale intelligentietaken hoger dan bij de symbolische intelligentietaken. De taalvaardigheid op het onderdeel schoolvorderingen is hoger dan de rekenvaardigheden. De verbale intelligentie

Schoolgids 2018-2019 79

heeft vooral betrekking op de taalkundige kennis en inzicht. De symbolische intelligentie bestaat met name uit rekenkundig inzicht, redeneervermogen en ruimtelijk inzicht.Om hieruit een conclusie te trekken is nog te voorbarig, maar het is wel opvallend!

Het vergelijkingsoverzicht is als volgt:

Jaar 09-10 10-11 11-12 12-13 13-14Aantal leerlingen 21 27 19 16 15Afwijking t.o.v. norm

-0,13 -0,01 +0,74 +1,02 + 2,30

Uiteindelijk wordt in overleg met de ouders een schoolkeuze bepaald. Dit resulteert in een verdeling over 4 soorten voortgezet onderwijs.

Jaar 09-10 10-11 11-12 12-13 13-14

Aantal leerlingen 21 27 19 16 15Stream 1 HAVO/VWO 9 11 3 7 5Stream 2 TLW/GLW 7 12 11 5 6Stream 3 BA/KA 5 4 5 4 4Stream 4 LWOO/PRO 0 0 0 0 0

In aug. 2015, gingen er 13 leerlingen van groep 8 naar het vervolgonderwijs.2leerlingen volgen de basis/kaderberoepsgerichte opleiding.7 leerlingen volgen de theoretisch beroepsgerichte opleiding en3 leerlingen volgen de HAVO/VWO opleiding

In aug. 2016 gingen er 18 leerlingen van groep 8 naar het vervolgonderwijs.2 leerlingen volgende basis/kaderberoepsgerichte opleiding8 leerlingen volgen de theoretisch beroepsgerichte opleiding8 leerlingen volgen de HAVO/VWO opleiding

In aug. 2017 gaan er 18 leerlingen naar het vervolgonderwijs.9 leerlingen volgen de theoretisch beroepsgerichte opleiding9 leerlingen volgen de HAVO/VWO opleiding

In aug. 2018 gaan er 19 leerlingen naar het vervolgonderwijs.2 leerlingen volgen de basis/kader opleiding.8 leerlingen volgen de theoretisch beroepsgerichte opleiding.

Schoolgids 2018-2019 80

3 leerlingen volgen de HAVO opleiding4 leerlingen volgen de VWO opleiding

9.4 Overige cijfermatige gegevensOp onze school is voor de schooljaren het verwijzingspercentage naar het speciaal basisonderwijs 0,32%. In de ligt het verwijzingspercentage voor scholen in ons samenwerkingsverband Zeeland op 0,42% en landelijk op 0,65%.De ontwikkeling hiervan in de achterliggende jaren was als volgt:Van onze school zijn er de laatste jaren geen leerlingen doorverwezen naar het ZMLK. In 2012, 2013 en 2016 is er 1 leerling doorverwezen naar het SBO.In het afgelopen schooljaar 2016/2017 zijn er geen leerlingen doorverwezen naar het SBO.

9.4 Uitkomsten van ouderenquête over de kwaliteiten van de school.Uit het gehouden tevredenheidsonderzoek in 2018 blijkt dat er voldoende sprake is van passie, inspiratie en gedrevenheid binnen de school. De ouders hebben een goed gevoel over onze school. Zeer tevreden over de kwaliteit van ons onderwijs (opbrengsten, leerresultaten) en over de werksfeer! Het positieve klimaat wordt vaak genoemd. Ouders geven aan de school als een aantrekkelijke school te ervaren, waar ze hun kind veilig achter laten. De toenemde aandacht voor leerlingen met meerbegaafdheid wordt positief ervaren. De zorg die wij als school aan alle leerlingen geven wordt erg gewaardeerd. We zien ouders duidelijk als gesprekspartner; de leerkracht zoekt samen met de ouders het beste voor het kind.Samenwerking en overlegvormen met elkaar zijn van wezenlijk belang om ons onderwijs te verbeteren. Omdat we de laatste jaren ook onze aandacht richten op de contacten met de ouders, zijn we blij dat we dit ook terugzien in het gehouden onderzoek.Ouders vinden dat leraren respect tonen voor de leerlingen en hun zelfvertrouwen bevorderen. Ze zijn ook tevreden over de informatievoorziening. Trefwoorden die de ouders veel voor onze school hebben gebruikt zijn o.a.: aandacht, relatiegericht, prestatiegericht, duidelijkheid, veiligheid, geborgenheid, gezelligheid en betrokkenheid.De contacten tussen ouders en school worden over het algemeen als open en laagdrempelig ervaren. Fijn dat de schoolorganisatie als helder en veilig wordt ervaren, terwijl er een fijn gezag wordt ervaren. Het pestprotocol moet in de praktijk nog beter gaan functioneren. Wel wordt opgemerkt dat gezag en het hanteren van gedragregels en het geven van instructie (uitleg) leerkrachtafhankelijk is; dat klopt en dat is ook van alle tijden!Zowel het gedrag van verschillende leerlingen als het taalgebruik zijn dagelijkse aandachtspunten, voor ons en voor u als ouders!

Via COLON, het samenwerkingsverband van reformatorische scholen in Zeeland, is er onder alle medewerkers een onderzoek gehouden over het welbevinden van de personeelsleden van onze school. Over de uitslag

Schoolgids 2018-2019 81

hiervan zijn we als school zeer tevreden. Hieronder treft u de uitslag van de vierpuntsschaal per rubriek:Waardering/voldoening werk 3,3Samenwerking collega’s 3,2Relatie met leerlingen en ouders 3,6Interne communicatie 2,9Kwaliteitszorg 3,0Uitdagings-/ontplooiingsmogelijkheden 3,2Directie 3,0

9.6 Uitkomsten van een sterkte/zwakte analyse van de school/ SchooldiagnoseProfessionaliseringWerken aan verbeteringen kost tijd en vraagt een positieve inzet van alle betrokkenen. We werken steeds aan de ontwikkeling van kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Schoolontwikkeling vindt continu plaats, het draagt bij tot verbetering. We zien schoolontwikkeling ook als een proces van samen veranderen en samen leren. Schoolontwikkeling vereist daarom ook een gezamenlijke activiteit. Binnen het team zien we door de goede gesprekken tijdens de teambijeenkomsten over het onderwijsproces, steeds meer draagvlak ontstaan voor het totale onderwijsgebeuren. Ieder voelt zich daar ook steeds meer verantwoordelijk voor.In het kader van de ontwikkeling van teamleden maken we gebruik van coaching wat gegeven wordt door een leerkracht binnen onze school die de cursus Opleider in de school (OIDS) heeft gevolgd. Coaching vindt structureel plaats in het schoolsysteem. De kwaliteit en de persoonlijkheid van de leerkracht vinden wij cruciaal voor het vorm en inhoud geven van het onderwijskundig beleid van de school.Het steeds veranderende onderwijs vraagt van het personeel ook andere competenties dan een aantal jaren geleden. Het team is dan ook permanent bezig met professionalisering. Voor de individuele scholing van medewerkers worden op basis van deskundigheid, interesse en behoeften op regelmatige basis afspraken gemaakt.We streven ernaar om blijvend een uitdaging te bieden aan het personeel. Voor goed onderwijs zijn goede leerkrachten nodig. We vragen van de leerkrachten een reflectererende houding. We vragen van hen om hun kennis op peil te houden of uit te breiden door het volgen van een studie of cursussen. De leerkrachten houden hun ontwikkeling bij in een Bekwaamheidsdossier. We willen een lerende school zijn waar leerkrachten en leerlingen van en met elkaar leren.Jaarlijks worden met de personeelsleden gesprekken gehouden. Ook maakt een ieder een eigen persoonlijk ontwikkelingsplan. De POP’s worden gerelateerd aan de SBL bekwaamheden. Elke leerkracht is verplicht de eigen bekwaamheid op een professionele manier te onderhouden en te ontwikkelen, wat te vinden is in het bekwaamheidsdossier. Prioriteit is en wordt gegeven aan de leerkrachtvaardigheden. De laatste jaren staat het didactisch handelen van de leerkrachten centraal. De gesprekken in het kader van IPB worden

Schoolgids 2018-2019 82

benut om beter zicht te krijgen op de verandercapaciteit en veranderbereidheid van het personeel.Personeelsleden werken in het belang van de schooldoelen aan hun competenties (kennis, inzet en vaardigheden). Het competentieprofiel is ontwikkelingsgericht maar wordt ook gebruikt als meetinstrument bij het regelmatig beoordelen van de medewerker. We zien integraal personeelsbeheer (IPB) als een middel om de identiteit en kwaliteit van het onderwijs gestalte te geven.

School Video Actie Begeleiding (SVIB)De startende leerkrachten volgen in het eerste of tweede jaar een SVIB traject. Voor de leerkrachten die al werken binnen de school is er de mogelijkheid om een SVIB traject te volgen om zich te professionaliseren. SVIB is het systematisch coachen aan de hand van het bekijken en bespreken van video-opnamens op het gebied van de interactie tussen de leerkracht en een leerling of leerlingen ( basiscommunicatie). Bij SVIB wordt er gecoacht aan de hand van de leervragen en leerbehoeften van een leerling of leerkracht.

In de onderbouw is er veel aandacht voor het gestalte geven aan ontwikkelingsgericht onderwijs. Een meerjarige cursus betreffende het observatie-instrument KIJK, wordt intensief gevolgd door de kleuterleidsters. Tijdens deze cursusbijeenkomsten zijn allerlei aspecten van KIJK aan de orde gekomen.Er zijn afspraken gemaakt over de wijze van scoren en het verwerken van de uitkomsten in gerichte activiteiten voor kinderen. We zien duidelijk dat de leerkrachten van de onderbouw zich steeds meer bewust worden van hun eigen handelen op de werkvloer. Het werken met KIJK zorgt voor een kwaliteitsimpuls voor de onderbouw.Door het volgen van de cursus doelgericht kleuteronderwijs kunnen de leerkrachten van de onderbouw de ontwikkeling van jonge kinderen steeds beter herkennen in hun gedrag op de verschillende ontwikkelingsgebieden en kan de ontwikkeling van kinderen worden weergegeven in een registratiemodel. Ook in de volgende jaren hopen de leerkrachten van de onderbouw zich verder te ontwikkelen via een vervolgcursus over het observatie-instrument KIJK. De groepsleerkrachten van de kleuters gaan zich richten op het samenstellen van een doelgericht en beredeneerd onderwijsaanbod. Bij de ontwikkelingslijnen van KIJK zijn tussendoelen beschreven en op basis van de conclusies uit het groepsoverzicht of een individueel ontwikkelingsprofiel wordt er een activiteitenaanbod ontworpen dat gericht is op het bereiken van deze tussendoelen. Op deze manier wordt er planmatig gewerkt. Ook zal er aandacht worden besteed aan het herkennen van jonge kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong om ook op deze doelgroep het onderwijsaanbod af te stemmen.

Het “omgaan met verschillen” blijft onze aandacht vragen. Differentiatie in leerstof en differentiatie bij instructie verdient ook dit schooljaar onze aandacht.

Schoolgids 2018-2019 83

Dit zal moeten leiden tot meer structuur in de les waardoor de leerkracht beter in staat is tijdens de les hulp naar behoefte te bieden.Op 10 december 2008 heeft het bestuur bezoek gehad van de onderwijsinspectie. Deze vorm van inspectie is nieuw. Tegenwoordig wordt er ook gekeken hoe het bestuur de kwaliteit van onderwijs en overige, zoals financien, bewaakt. Tijdens deze bijeenkomst heeft het bestuur verantwoording af moeten leggen aan de inspecteur. Hierbij was ook de directeur aanwezig. Na afloop heeft de inspecteur aangegeven dat er binnen onze school geen tekortkomingen zijn geconstateerd.Op 19 januari 2012 heeft de inspectie tijdens een bezoek aan de school de kwaliteit van het onderwijs beoordeeld. Zowel de kwaliteitszorg als de zorg en begeleiding werden voldoende tot goed beoordeeld. In de algemene conclusie schrijft de inspectie dat er op onze school geen onderdelen/gebieden zijn die tekortkomingen kent en dat de kwaliteit van het onderwijs op onze school ruimschoots op orde is. De kwaliteitszorg is goed ontwikkeld zodat concreet invulling wordt gegeven aan een lerende organisatie. Er is dan ook opnieuw een basisarrangement toegekend aan de school. Dit betekent dat het goed gaat met de school en er geen extra toezicht door de inspectie wordt ingesteld. Het verzamelen van kengetallen en het analyseren van LVS-gegevens is in het kader van kwaliteitszorg en schoolontwikkeling van toenemend belang. Op school nemen we in alle groepen tweemaal per jaar LVS-toetsen voor de vakken lezen (technisch en begrijpend lezen), rekenen en spelling af.Er wordt binnen ons samenwerkingsverband COLON met andere reformatorische basisscholen in Zeeland steeds meer aandacht geschonken aan het opbrengstgericht werken. Naast het gebruik van een goede methode is het van belang om de uitslagen van de LVS-toetsen (=opbrengsten) binnen en buiten de school te monitoren. Dat wil zeggen dat in een grotere groep vergelijkbare scholen de opbrengsten worden vergeleken. Op basis hiervan worden doelen ( individueel, op groeps- en op schoolniveau) gesteld. Samen met andere scholen wordt er gewerkt aan het realiseren van de doelen. Uiteindelijk moet dit ertoe leiden, dat kinderen les krijgen op een manier die aanzet tot leren, waarbij hun talenten naar boven komen en het lukt om daar zelfs nog een schepje bovenop te doen. De leerkracht heeft vaardigheden nodig om die doelen te realiseren en zal daarin via coaching worden ondersteund.

Uit de benchmark van de bovenschoolse module van de Zeeuwse toetskalender over de afgelopen jaren blijkt dat we een goede Cito LOVS score hebben behaald. (schaal 1 tot 5).Toets Groepsniveauwaarde 2017-2018

Gr. 1 Gr. 2 Gr. 3 Gr.4 Gr.5 Gr. 6 Gr. 7 Gr. 8Cito Taal kleuters 4,3 3,9Cito Rekenen kleuters 4,1 4,1Cito DMT technisch lezen 3,4 4,9 5,0 4,8 5,0 5,0Cito Spelling 3,8 4,2 4,3 4,0 4,9 4,9Cito Begrijpend lezen 3,8 4,3 4,3 4,4 4,7 4,8Cito Rekenen 3,8 4,1 4,3 2,8 4,3 4,3

Schoolgids 2018-2019 84

In de onderbouw wordt er veel tijd besteed aan taalstimulering en woordenschatontwikkeling. In de middenbouw zien we een groot verschil in leesvorderingen binnen de groep. Groepjes zwakke lezers houden we zolang mogelijk bij de groep. Met de methode “leessleutel” is dit te realiseren. Wel krijgen de zwakke leerlingen meer instructie- en oefentijd. Instructie is, in onze ogen, het hart van het onderwijs! Dit kan weer een positief effect geven op de motivatie van de zwakke lezers.In de leeslessen wordt er nu meer accent gelegd op gevarieerd, gezamenlijk en interactief oefenen.In het rekenverbetertraject focussen we ons op de leerkrachtvaardigheden en dan met name op het gebied van differentiatie in het aanbieden van de instructie (uitleg).

Betreffende de kwaliteit maken we gebruik van instrumenten voor zelfevaluatie en voor externe visitatie. Hierop willen we bekeken worden. Er is bezoek geweest van het Samenwerkingsverband die een externe check hebben uitgevoerd op het gebied van “zorg en begeleiding”. Middels gesprekken en documentenanalyse en het doornemen van het schoolondersteuningsprofiel is er een beoordeling gegeven van de kwaliteit van leerlingenzorg en begeleiding op school.In het kader van de relatie met PKO-Inspectiekader is de waardering van kwaliteitsaspect 10 en 11, de zorg voldoende tot goed, meer sterk dan zwak. De school pakt voortvarend allerlei ontwikkelingen aan, met enthousiasme en betrokkenheid van de teamleden. Als werkpunten gaan we een grondiger omschrijving geven van het probleem wat een leerling heeft en een scherpe omschrijving van het doel van de extra zorg die een leerling voor een bepaalde periode krijgt. Het cyclisch planmatig werken moet verbeterd worden. Het rendement van de gegeven zorg per periode ( per vak en per groep) moet meer gaan plaatsvinden. Dat houdt ons scherp en stimuleert het scherper formuleren van doelen.

Schoolgids 2018-2019 85

10 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN10.1 Schooltijden10.1.1 Groep 1 t/m 8.Groep 1 en 2: aantal uur per week: 20.15 uur aantal uur per jaar: 793,3 uurMaandag en dinsdag: 8.30- 12.00 uur en 13.15-15.15 uurWoensdag: 8.30- 12.15 uur.Donderdag: 8.30- 12.00 uur en 13.15-15.15 uur

Groep 3 t/m 8: aantal uur per week: 25.45 uur aantal uur per jaar: 1006,4 uurMaandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 8.30 – 12.00 uur en 13.15 – 15.15 uurWoensdag: 8.30 – 12.15 uurmorgenpauze is van 10.15 - 10.30 uur

Ons onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen gedurende de basisschooltijd tenminste 7520 uren onderwijs ontvangen, en in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen.In de groepen 1 t/m 4 wordt 3599,4 uur in totaal lesgegeven (minimaal is: 3520 uur op jaarbasis).In de groepen 5 t/m 8 wordt 4025,6 uur in totaal lesgegeven (minimaal is: 4000 uur op jaarbasis).Groep 1 t/m groep 8 moet totaal 7520 uur lesuren hebben.Dit schooljaar heeft groep 1 t/m groep 8 totaal 7625 lesuren.Iedere dag is er in iedere groep een half uur godsdienstonderwijs. Dit betekent dat we 2.30 uur per week (=100 uur per schooljaar) aan godsdienstonderwijs besteden.10.1.2 Maatregelen preventie schoolverzuimElk kind is leerplichtig met ingang van de maand die volgt op die waarin het kind 5 jaar is geworden. Dus: op 5 maart 5 jaar geworden, leerplichtig op de eerste schooldag in april.De school houdt het schoolverzuim van de leerlingen scherp in de gaten. Het is namelijk van groot belang dat de leerlingen zo min mogelijk van de leerstof missen. Daarom moet er altijd schriftelijk of telefonisch een berichtje naar de school komen, wanneer een leerling ziek is, naar de dokter moet, of iets dergelijks. Op school wordt de afwezige leerling aangetekend in de absentielijst. Wanneer er op de dag zelf geen ziekmelding van de leerling is gekomen, zal de groepsleerkracht contact met de ouder(s) op nemen. Als uit dit gesprek blijkt dat het kind ongeoorloofd is thuisgebleven, zal de directeur contact opnemen met de ouder(s) en daarna dit melden bij de leerplichtambtenaar. Schoolverzuim kan leiden tot een veroordeling door de kantonrechter. Het is in het belang van het kind, dat het schoolverzuim tot een minimum wordt beperkt !!

Schoolgids 2018-2019 86

ThuiszittersThuiszitters zijn kinderen en jongeren die thuis zitten zonder onderwijs te volgen omdat hun situatie/problematiek deelname in een reguliere dan wel speciale onderwijssetting onmogelijk maakt.Het ministerie van OCW spreekt van verschillende soorten verzuimers:Relatief verzuim: wanneer een leerling die op school is ingeschreven, ongeoorloofd afwezig is. Scholen moeten dit verzuim aan DUO melden als leerlingen meer dan 16 uur in 4 weken ongeoorloofd hebben verzuimd. Langdurig relatief verzuim: een ingeschreven leerling die langer dan 4 weken ongeoorloofd verzuimd.Thuiszitters zijn leerlingen die ingeschreven zijn op school, maar langer dan 4 weken thuiszitten. Daarnaast is er een groep leerlingen die wel leerplichtig zijn, maar niet op een school staan ingeschreven en dus niet naar school gaan. In dat geval is er sprake van absoluut verzuim.In het protocol thuiszitters staat vermeld dat meldingen van ( dreigende) thuiszitters door de school worden gedaan via Kindkans, daarnaast meldt de school dit bij de regiomanager. In gezamenlijkheid – school, ouders, gemeente en samenwerkingsverband- wordt gewerkt aan een plan van aanpak. Een aangepast onderwijsprogramma voor de thuiszitter wordt door de school aangeboden. In het Ondersteuningsteam vindt er een bespreking plaats om binnen een maand een passende onderwijsplek te realiseren. Indien na 2 weken geen perspectief ontstaat dat binnen 1 maand na melding een passende onderwijsplek wordt gevonden, wordt de leerling besproken aan de overlegtafel thuiszitters van de betreffende gemeente of regio.

In de Leerplichtwet 1969 staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Uw kind mag dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen kunnen kinderen worden vrijgesteld van leerplicht. Dit noemen we verlof. Kinderen hoeven voor een dag of voor een beperkt aantal dagen dan niet naar school. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om terughoudend dit verlof aan te vragen. Vraag niet meer verlof aan dan echt noodzakelijk. In het algemeen is het niet in het belang van het kind de school te moeten missen!

Wel extra verlof mogelijk: Huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad van

het kind: (maximaal 1 dag als het huwelijk binnen de woonplaats wordt gesloten en maximaal 2 dagen als het huwelijk buiten de woonplaats wordt gesloten)

12 ½- of 25-jarig huwelijksjubileum van ouders: 1 dag 12 ½, 25, 40, 50 of 60 jarig huwelijksjubileum van grootouders: 1

dag 25, 40 of 50 jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: 1 dag Ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de

derde graad van het kind: duur in overleg met directeur maar maximaal 2 weken

Schoolgids 2018-2019 87

Overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad van het kind: duur in overleg met de directeur (ouders maximaal 4 dagen, broers/zussen en grootouders maximaal 2 dagen, ooms/tantes en neven en nichten maximaal 1 dag)

Verhuizing van gezin: 1 dag Het voldoen aan een wettelijke verplichting of het nakomen van een

medische afspraak voor zover dat niet buiten schooltijd kan.

Graden in verwantschap1e graad: ouders2e graad: grootouders, broers en zussen3e graad: overgrootouders, ooms, tantes, neven en nichten (kinderen van broers en zussen)4e graad: neven en nichten (kinderen van ooms en tantes), oudooms en oudtantes, achterneven en achternichten (kinderen van broers en zussen)

Geen extra verlof mogelijk:De leerplichtwet kent geen snipperdagen. Om bijvoorbeeld een dag eerder met wintersport te gaan om files voor te zijn. Jongeren hebben in een schooljaar voldoende vakantie. Meer voorbeelden waar geen extra verlof mogelijk voor mogelijk is:

Activiteiten van verenigingen, zoals scouting- of voetbalkamp Vakantie buiten de vastgestelde schoolvakanties (ook in geval van

speciale aanbiedingen in het laagseizoen) Een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale

schoolvakantie op vakantie te gaan Eerder vertrekken of later arriveren vanwege (verkeers) drukte of

familiebezoek in het buitenland Het argument “mijn kind is nog jong” Het argument “vlak voor de vakantie wordt er toch (bijna) geen les

meer gegeven” Verlof voor uw kind omdat uw andere kinderen (die op een andere

school zitten) al wel vrij zijn.

Vakantie onder schooltijdTijdens schooltijd op vakantie gaan kan uitsluitend als het op grond van de specifieke aard van het beroep van een van de ouders niet mogelijk is om eenmaal per schooljaar tijdens een van de schoolvakanties een gezinsvakantie van twee weken te plannen.Uit de jurisprudentie is gebleken dat het moet gaan om beroepen in de agrarische en toeristische sector, de horeca. Bij de aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep en de verlofperiode van de betrokken ouder blijkt. De ouder of verzorger dient aan te tonen dat hij/zij geen vervanging kan regelen in schoolvakanties. Het overleggen van alleen een werkgeversverklaring is geen geldige reden voor het verlenen van het verlof. Om aan te tonen dat men geen mogelijkheid heeft om tijdens reguliere schoolvakanties op vakantie te gaan dient men gegevens te overleggen waaruit onomstotelijk blijkt dat een gezinsvakantie in een van

Schoolgids 2018-2019 88

de regulier schoolvakanties tot zeer ernstige bedrijfseconomische problemen leidt.Het leiden van een eigen bedrijf c.q. winkel geeft niey automatisch recht op extra verlof. Ook personele problemen zijn gene reden voor extra verlof buiten de schoolvakanties. Een werkgever moet de werknemer jaarlijks in de gelegenheid stellen om in ieder geval de minimale vakantie ( 2 weken) op te nemen ook als het “zo slecht uitkomt met het rooster”.

Verder moet met de volgende voorwaarden rekening worden gehouden:- in verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht weken van te voren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was.- De extra verlofperiode is nooit langer dan tien schooldagen.- De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen.- in bovenstaande gevallen mag de directeur eenmaal per schooljaar een kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaats vinden.

ZiekteEen ziek kind kan niet naar school. Is uw kind ziek, waarschuw dan de school. De wetgever gaat uit van de goede trouw van de ziekmelding. Bestaat het vermoeden dat de ziekmelding niet klopt, dan kan de school de leerplichtambtenaar vragen een onderzoek uit te voeren. Deze informeert bij de ouders en/of de schoolarts naar de achtergrond van de ziekte.

Ziek tijdens de vakantieHelaas komt het wel eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens een vakantie ziek wordt, waardoor de leerling pas later op school kan terugkomen. Het is van groot belang om dan een doktersverklaring uit het buitenland mee te nemen, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijken. Op die manier worden mogelijke misverstanden voorkomen.

5-jarigenEen bijzondere regeling is er voor 5-jarigen. Zo mogen kinderen van 5 jaar vijf uur per week thuisblijven om overbelasting te voorkomen. Dit wordt geregeld in goed overleg met de schooldirecteur. Is dit niet genoeg, dan mag het kind nog maximaal vijf uur per week extra thuisblijven. Zodra het kind 6 jaar is, geldt deze vrijstellingsmogelijkheid niet meer. De vrijstellingsmogelijkheid is niet bedoeld om, naar keuze van de ouder/verzorger, de 5-jarige leerling op willekeurige momenten thuis te houden.

Verlof voor religieuze feestdagenVrij voor het vervullen van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging.Een leerling heeft recht op verlof als hij plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Per verplichting geeft de school in principe 1 dag vrij, in verreweg de meeste situaties is dit

Schoolgids 2018-2019 89

voldoende. Als de leerling gebruik wil maken van deze vorm van extra verlof, moeten zijn ouders dit minimaal twee dagen van tevoren melden bij de directeur van de school.

Verlof door overmachtEr zijn andere gewichtige omstandigheden denkbaar waaronder de leelring vrijgesteld moet (kunnen) zijn van de plicht tot schoolbezoek. Het gaat hierbij om eenmalige gezins- en familiesituaties die buiten de wil en de invloed van de ouders en/of de jongere liggen. Wanneer de vrijstelling om ten hoogste tien dagen in een schooljaar gaat, dan is de directeur van de school bevoegd om een besluit te nemen over een dergelijk verzoek van de ouders.Gaat het om meer dan tien dagen in een schooljaar dan is de leerplichtambtenaar bevoegd tot een besluit. De leerplichtambtenaar neemt pas een besluit als hij de directeur heeft gehoord.Bij een beslissing moeten de directeur van de school en/of de leerplichtambtenaar het algemeen onderwijsbelang afwegen tegen het persoonlijk belang van de jongere en zijn gezin.Uitgangspunt bij aanvragen van verzoeken om extra verlof op grond van andere gewichtige omstandigheden is dat dit verlof kan worden gegeven als hiermee een onredelijke situatie wordt voorkomen.

Bijzondere talentenSommige kinderen hebben bijzondere talenten op het gebied van sport of kunst. Het kan zijn dat zij hiervoor lessen moeten verzuimen. De Leerplichtwet biedt hiervoor echter geen vrijstellingsmogelijkheid. Wel is het mogelijk hierover afspraken te maken met de schooldirecteur. Deze afspraken worden jaarlijks aan het begin van het schooljaar gemaakt. Incidentele verzoeken vallen buiten deze regeling.

Extra verlof aanvragenExtra verlof kunt u aanvragen bij de schooldirecteur of de leerplichtambtenaar. Hij beoordeelt elke aanvraag individueel. Om tijd te creeren voor overleg of een eventuele bezwaarprocedure, moet de verlofaanvraag minimaal 8 weken van tevoren bij de directeur van de school binnen zijn. Is de vakantie al besproken en zijn de koffers bij wijze van spreken al gepakt, dan is er geen sprake meer van open overleg. Deze hoofdregel geldt niet voor verlof voor een religieuze feestdag of wanneer de termijn van 8 weken niet redelijk en of realistisch is door een bijzondere omstandigheid.De schooldirecteur is bevoegd een besluit te nemen over een extra verlofaanvraag voor maximaal tien dagen in een schooljaar (aaneensluitend). De leerplichtambtenaar is bevoegd een besluit te nemen over een extra verlofaanvraag voor meer dan tien dagen. Hij doet dit altijd in overleg met de schooldirecteur.

Bezwaar en beroepZowel de directeur als de leerplichtambtenaar is verplicht een besluit te nemen binnen een redelijke termijn. Moet hiervoor extern advies worden

Schoolgids 2018-2019 90

ingewonnen, dan wordt dit gemeld. U hebt recht om tegen dit besluit in beroep te gaan. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is 6 weken. Een bezwaarschrift moet: ondertekend zijn, de naam van de afzender bevatten, een dagteneing bevatten, vermelden tegen welk besluit bezwaar gemaakt wordt en wat de gronden van het bezwaar zijn. Een bezwaar moet bij de juiste persoon ingediend worden. Is een beslissing door de directeur genomen dan wordt daar het bezwaarschrift naar gestuurd; is een beslissing door de leerplichtambtenaar genomen dan wordt het bezwaarschrift daar naar toe gestuurd.

Geen toestemming, toch weg?Wanneer u geen toestemming hebt voor extra verlof voor uw kinderen en u houdt uw kinderen toch van school, dan is de directeur van de school verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar van het RBL Oosterschelderegio. De leerplichtambtenaar zal u in dit geval oproepen en kan ertoe besluiten proces-verbaal op te maken. Het proces-verbaal zal toegezonden worden naar de Officier van Justitie, waarna uitspraak volgt. De straf bestaat meestal uit een fikse geldboete.10.2 VakantietijdenHerfstvakantie 15 oktober t/m 19 oktober 2018Dankdag 21 november 2018Kerstvakantie 24 december 2018 t/m 4 januari 2019Biddag 27 februari 2019Voorjaarsvakantie 4 maart t/m 8 maart 2019Goede Vrijdag/Pasen 19 april t/m 22 april 2019Meivakantie 29 april t/m 3 mei 2019Hemelvaart 27 mei t/m 31 mei 2019Pinkstervakantie 10 juni 2019laatste schooldag ( middag) 5 juli 2019Zomervakantie 8 juli t/m 16 aug. 2019

10.3 Weekopening/sluitingOp maandagmorgen voor aanvang van de lestijd, begint het personeel gezamenlijk de week met Bijbellezen en gebed van 8.00 uur tot 8.15 uur.Op vrijdagmiddag na schooltijd om half vier eindigt het personeel gezamenlijk de week met Bijbellezen en gebed. Wilt u hier rekening mee houden? We kunnen dan geen telefoontjes beantwoorden. Voor en na een vakantie houden we altijd met de leerlingen een gezamenlijke opening/afsluiting.

10.4 Ontruimingsoefeningen/ Arbo planDe overheid heeft ons wettelijk verplicht een ARBO plan op te stellen. Daarin worden onveilige punten van het schoolgebouw en de directe omgeving opgesomd. Tevens is er een vlucht- en schuilplan, dat bij brand

Schoolgids 2018-2019 91

of alarmering via de sirene in werking treedt. Ook worden wij verplicht ongevallen die op school plaatsvinden te registreren.Voor u is het van belang dat u weet dat uw kind veilig is, wanneer de sirene gaat. Als alles verloopt zoals het in het plan vermeld is, zitten we in zo’n geval binnen met de ramen dicht en de radio aan. Pas wanneer het sein veilig gegeven wordt, kunnen de kinderen naar buiten. Het heeft dus geen zin om uw kind in een dergelijk geval op te komen halen. Beter voor uw veiligheid en de veiligheid van uw kind is het om eenvoudig de instructies op te volgen. Wilt u s.v.p. ook niet telefoneren naar school? Wij hebben op zo’n moment waarschijnlijk weinig behoefte aan telefoon. Bovendien is het belangrijk dat de lijn vrij blijft.Het kan gebeuren dat we de school moeten ontruimen. Ook daarvoor is een plan opgesteld. Ook in dit geval is het hinderlijk als u uw kinderen van school op zou halen, bijvoorbeeld omdat u hoort of ziet dat er iets aan de hand is. De verantwoordelijke leerkracht is dan moeilijker in staat om overzicht over de kinderen te behouden.In het kader van ons Arbobeleid ten aanzien van de veiligheid op school wordt er elk jaar een ontruimingsoefening gehouden.Bij calamiteiten binnen de school worden de kinderen opgevangen in Dorpshuis “De Wimpel”.

10.5 Maatregelen tegen uitval bij ziekteAls een leerkracht ziek is, belt deze de directie die vervolgens nagaat of er een vervanger gevonden kan worden. Als dit niet lukt wordt, indien mogelijk, de ambulante tijd van de leerkracht/directie ingeleverd of worden de kinderen verdeeld onder enkele leerkrachten.

11 PRAKTISCHE INFORMATIE11.1 GeldElke maandagmiddag wordt zendingsgeld voor Woord en Daad opgehaald. Twee kinderen zijn financieel geadopteerd door onze school zodat zij gevoed, gekleed kunnen worden en naar school kunnen. Ook kunnen de kinderen postzegels meebrengen die opgespaard worden voor de zending.11.2 KerstfeestIeder jaar vieren we net voor de kerstvakantie het Kerstfeest met de school. Het wordt dit jaar in de Wimpel gehouden. Het programma bestaat uit samenzang, zang, vertelling en declamatie. De kinderen worden met hun ouders uitgenodigd.

11.3 Ouders van alle leerlingen van groep 1 en 2 mogen hun kind elke dag tot de deur van de klas brengen. Om de zelfstandigheid te bevorderen, adviseren wij ouders om te bezien of hun kinderen eraan toe zijn of zij wellicht op een of meerdere momenten zelfstandig de school kunnen binnengaan. Wij geven ouders van groep 2-leerlingen het advies om te bekijken of het binnenbrengen in de loop van het schooljaar kan worden afgebouwd, zodat zij geleidelijk aan kunnen wennen aan het alleen naar binnen gaan.

Schoolgids 2018-2019 92

11.4 AgendaIn de bovenbouw wordt aandacht besteed aan het plannen en maken van huiswerk. Als hulpmiddel hiervoor ontvangen de leerlingen van groep 7 en 8 aan het begin van het schooljaar een agenda. Hierin wordt het opgegeven huiswerk genoteerd. Andere agenda’s worden niet geaccepteerd. Wilt u erop letten dat uw kind iedere dag de agenda mee naar school neemt.

11.3 Rugtas/SchoudertasKinderen nemen een rug- of schoudertas mee zodat het eten en drinken, huiswerk, de agenda, etc. op een nette en overzichtelijke manier zowel thuis als op school aankomt.

11.4 SchoolbibliotheekInmiddels hebben we op school een volle bibliotheek met prachtige boeken. Kinderen kunnen op school boeken lenen die zij ook op school lezen. In bepaalde situaties mogen boeken na toestemming van de leerkracht mee naar huis worden genomen.

11.5 OuderportaalHet is mogelijk om via het ouderportaal de behaalde resultaten van uw kind in te zien. Het betreft uitslagen van de Citotoetsen die elk jaar afgenomen worden in januari/februari en mei/juni.De cijfers van de methodetoetsen kunt u ook steeds inzien via ouderportaal.Dit kan via een inlogcode.

11.6 Overige activiteiten Trakteren

Wanneer een kind jarig is, mag er getrakteerd worden in de eigen klas.Wij adviseren u om gezonde traktaties aan uw kind mee te geven. Er zijn een paar kinderen op school die geen zoet- en/of kleurstoffen mogen hebben. Trakteer daarom gezond, de kinderen en leerkrachten stellen dit erg op prijs.Indien uw kind een bepaald dieet heeft, wilt u dit dan aan de groepsleerkracht van uw kind doorgeven, zodat wij bij allerlei traktaties daar rekening mee kunnen houden.

Verjaardag leerkrachtenDe verjaardag van de (eindverantwoordelijke) leerkrachten

Schoolgids 2018-2019 93

wordt feestelijk gevierd in de groep. Een van de collega’s zorgt voor het cadeau van de groep, dat de kinderen mogen geven. Daarvoor wordt vooraf een bijdrage gevraagd van de leerlingen.

KraambezoekBij de geboorte van een broertje of zusje van een leerling wil de school graag meeleven door het brengen van een kraambezoek. Namens de school ontvangen de ouders dan een kleine attentie. Wij stellen het op prijs om een geboortekaartje te ontvangen.

Pannenkoeken eten groep 1 en 2Aan het eind van het schooljaar blijven de kleuters op school pannenkoeken eten. Aan de ouders wordt dan gevraagd of ze voor de school pannenkoeken willen bakken. Deze worden dan heerlijk op school opgegeten. Vooraf wordt een bezoek aan het strandje gebracht waar we heerlijk kunnen spelen.

Kado’s voor ouders De kinderen van groep 1 t/m 2 mogen voor hun ouders een kadootje maken voor hun verjaardag. De kinderen van groep 3 mogen een tekening maken. Het is voor de leerkracht wel zo fijn als u de leerkracht hiervan een week van te voren schriftelijk op de hoogte brengt.

SpeelgoedmiddagOp de laatste dag voor elke vakantie (donderdagmiddag) mogen de kinderen van groep 1 en 2 speelgoed meenemen.

Eten en drinken in de pauzeVanaf dit jaar willen we u vragen uw kind op dinsdag en donderdag fruit mee te laten nemen. We willen u erop wijzen dat chips, tucjes, snoep en chocolade niet zijn toegestaan. Graag fruit en/of een koek aan uw kind meegeven.

SchoolreisjeVoor alle leerlingen houden we elk jaar een schoolreis.De schoolreizen zijn gesplitst in drie groepen: Groep 1 en 2, groep 3/4/5 en groep 6/7/8. Voor de schoolreisjes vragen wij een vrijwillige bijdrage van € 16,- voor de groepen 1 en 2; € 17,- voor de groepen 3,4 en 5 en € 25,-- voor de groepen 6 t/m 8.Indien de onkosten voor het schoolreisje voor u een probleem opleveren, kunt u contact opnemen met de directeur.

AfscheidAan het eind van het schooljaar nemen we afscheid van de kinderen uit groep 8.’s Morgens is er afscheid in de klas en ‘s middags gaan we met de kinderen uit. Daarna keren we weer terug naar school waar we in de school de dag afsluiten met een etentje waarna door een bestuurslid in het bijzijn van ouders een Bijbel aan de leerlingen wordt overhandigd.

OvergangIn de laatste schoolweek gaan de kinderen van groep 2 een half uurtje naar groep 3. Ze kunnen dan alvast even wennen in de nieuwe groep, bij de andere leerkracht.

Koningsdag

Schoolgids 2018-2019 94

Op koningsdag wordt er spelletjes georganiseerd. We willen u er nog op wijzen dat koningsdag een schooldag is.

FotograafDe schoolfotograaf komt ieder jaar. Het ene jaar portret- gezins- en groepsfoto’s; het andere jaar alleen groepsfoto’s. In de loop van het schooljaar gaan alle groepen op de foto. Voor groep 8 wordt er ter afscheid ook een foto gemaakt.

11.7 HuiswerkbeleidHuiswerk hoort bij het leerproces. Goed huiswerk ligt in het verlengde van het leerproces dat in de klas gestart is. We willen leerlingen studievaardigheden bijbrengen; leren om zelfstandig te kunnen werken. Door het leren/maken van huiswerk leren we de leerlingen buiten de klas hun werk te plannen. Ook leren ze zelfstandig te werken door zelf doelen te stellen, een geschikte strategie te kiezen en zelf problemen op te lossen. Door middel van huiswerk krijgen meer begaafde leerlingen extra uitdaging en verdieping en leerlingen die moeite hebben met bepaalde leerstofonderdelen krijgen meer oefentijd aangeboden.Huiswerk dient als brug tussen school en thuis, ouders zijn medeverantwoordelijk. Ouders krijgen ook meer zicht op wat hun kind op school leert. Wij verzoeken de ouders toezicht te houden op het uitvoeren van huiswerkopdrachten. Zo wordt voorkomen dat zij tot het laatste moment wachten. Uw stimulerende houding heeft een positieve invloed op het leren en welbevinden van uw kind. Huiswerk wordt minstens 1 week van te voren opgegeven. Verjaardagen of feestjes zijn geen redenen om het huiswerk niet af te hebben! Alleen wanneer u schriftelijk of telefonisch weergeeft dat door bepaalde omstandigheden uw kind de leerstof nietheeft kunnen leren, zal hier rekening mee worden gehouden. In alle andere gevallen zal uw kind deel moeten nemen aan de repetities. De leerlingen van groep 8 krijgen een agenda waarin ze hun huiswerk kunnen noteren. 11.8 Leergeld ( stukje informatie vanuit de stichting Leergeld)Leergeld wil dat alle kinderen mee kunnen doen.Je wilt als ouder dat je kind mee kan doen. Met een excursie, met sport, met school. Leergeld helpt bijv. met sportschoenen, een ouderbijdrage of contributie als daar even geen geld voor is. Want kinderen die sporten zijn gezonder en maken meer vriendjes. Muziekles helpt kinderen om hun creativiteit te ontwikkelen. En samen naar school fietsen, maakt dat je erbij hoort.Leergeld zegt: nu meedoen is later meetellen!Hoe werkt Leergeld?Leergeld komt bij u thuis. U hoeft dus niet naar een loket. Thuis bekijkt een medewerker van leergeld uw situatie. Wat zijn de dingen waar uw kind nu niet aan mee kan doen? Wat kunnen andere instanties zoals de gemeente, voor u betekenen? En wat kan Leergeld voor u doen?Leergeld werkt samen met gemeentes, verenigingen, scholen en bedrijven. Zo kan Leergeld er voor zorgen dat de kosten voor sport en/of muzieklessen vergoed worden. Of dat uw kind een fiets krijgt. Ook voor schoolreizen kunnen we bekijken wat er geregeld kan worden.

Schoolgids 2018-2019 95

Voor wie?Ouder(s)/verzorger)s) van kinderen van 4 – 18 jaar die in het Oosterscheldegebied wonen kunnen een beroep doen op Leergeld Oosterschelderegio indien zij bepaalde voorzieningen niet kunnen betalen en een aantoonbaar inkomen hebben dat beneden 120% van het bijstandsniveau zit.Een aanvraagfprmulier is te vinden op: [email protected] u kunt ons bereiken op 06-38930371

Groep Tijd Vakgebied

3 15 min. Psalm lerenLeesboekje

4 15 min. Psalm lerenLeesboekjeAutomatiseren (vb tafels)

5 20 min. Psalm lerenAutomatiseren Repetities zaakvakkenRepetitie Bijbelse GeschiedenisLeesboekje (zwakke lezers) Boekbespreking presenteren + schriftelijk verslag inleverenMiniwerkstukjePresentaties taalvaardigheid voorbereiden

6 20 min. Psalm lerenAutomatiseren (zwakke leerling)Leesboekje (zwakke lezersRepetities zaakvakkenRepetitie EngelsRepetitie Bijbelse GeschiedenisBoekbespreking presenteren + schriftelijk verslag inleverenWerkstuk makenPower Point presentatie maken

7 30 min. Kort Begrip lerenAutomatiseren (zwakke leerling)Leesboekje (zwakke lezersRepetities zaakvakkenRepetitie EngelsRepetitie Bijbelse GeschiedenisBoekbespreking presenteren + schriftelijk verslag inleverenWerkstuk makenPower Point presentatie maken

8 30 min. Kort Begrip lerenAutomatiseren (zwakke leerling)Leesboekje (zwakke lezers

Schoolgids 2018-2019 96

Repetities zaakvakkenRepetitie EngelsRepetitie Bijbelse GeschiedenisBoekbespreking presenteren + schriftelijk verslag inleverenWerkstuk makenPower Point presentatie maken+ leerlingen:verdiepingsopdrachten maken. Extra boekverslag, Power Point presentatie, werkstuk maken. Rekenen 8B boek Instructie op school, thuis verwerking maken/ Begrijpend lezen plus boek taken maken.

11.9 Lichamelijke oefeningHet dragen van gymnastiekkleding en gymschoenen tijdens de gymnastieklessen is verplicht.-voor de jongens een korte broek en shirt-voor de meisjes een turnbroek met shirt, of een korte broek met shirt, of

een gympakje.Met nadruk willen wij wijzen op het belang van de gymschoenen. Gymnastiek doen op de sokken is vaak in verband met uitglijden niet verantwoord en op blote voeten meedoen is uit hygiënisch oogpunt sterk af te raden. Het vergeten van gymnastiekkleding als reden voor het niet meedoen met de gymles wordt niet geaccepteerd.Lichamelijke oefening is namelijk ook een verplicht vak. Gymnastiekkleding en gymnastiekschoenen kunnen op school worden gehouden. Overigens “zwerven” er op school nogal eens gymspullen rond waarvan de eigenaar onbekend is. Dit kan voorkomen worden door de gymspullen met een watervaste stift te voorzien met de naam van de leerling.Kinderen kunnen hun bril tijdens de gymlessen in een brillenkoker inleveren bij de leerkracht.

Gymrooster:Groep 3: dinsdagmiddagGroep 4: woensdagGroep 5/6: woensdagGroep 7/8: maandagmorgen

11.10HoofdluiscommissieDe hoofdluiscommissie bestaat uit ouders die met enige regelmaat alle kinderen en leerkrachten controleren op hoofdluis. In samenspraak met de G.G.D. is het volgende afgesproken: 5 keer per jaar (elke keer na een zogenaamde ‘lange’ vakantie) worden

alle kinderen gecontroleerd op hoofdluis. Dit gebeurt in principe in de eerste week na de betreffende vakantie. De controles zullen allemaal indien mogelijk op vrijdag plaatsvinden. Op die dag is het wenselijk

Schoolgids 2018-2019 97

dat kinderen hun haardracht enigszins aanpassen. Ingewikkelde vlechten en staarten of teveel gel belemmeren de controles.

Kinderen die op deze dag afwezig zijn worden de maandag daarop gecontroleerd.

Minimaal 2 ouders werken met elkaar in 1 ruimte. Indien u geen bericht van school ontvangt kunt u er vanuit gaan dat er

op school geen hoofdluis is geconstateerd. Als er bij een kind hoofdluis is geconstateerd, geven de controlerende

ouders dit door aan de directeur van de school. De controlerende ouders doen dus geen mededelingen aan de kinderen en ouders over de hoofdluis! De directeur neemt vervolgens contact op met de ouders van de betreffende kinderen met het verzoek om de kinderen te behandelen. We willen zo op een discreet mogelijke manier te werk gaan.

Indien er op school hoofdluis geconstateerd wordt, krijgen de kinderen een brief mee naar huis. Uiteraard wordt ook dan niet vermeld bij welk(e) kind(eren) hoofdluis geconstateerd is.

De gehele school wordt twee weken later weer gecontroleerd op hoofdluis.

Mocht er toch nog hoofdluis zijn, dan neemt de directeur wederom contact op met de ouders en krijgen de desbetreffende groepen opnieuw een brief mee naar huis, weer gevolgd door een her-controle na 2 weken.

Er worden bij dezelfde kinderen nog steeds luizen/ neten aangetroffen. Het kan ook voorkomen, dat de ouders geen actie ondernemen om de luizen en neten te bestrijden. In dit geval wordt de G.G.D. ingeschakeld om samen met de ouders te kijken hoe het probleem opgelost kan worden.

Als u als ouder zelf hoofdluis constateert bij uw kind, dan vertrouwen wij erop dat u dit op school meldt. Ook op dat moment wordt bovengenoemd plan opgestart.

Dit plan van aanpak werkt alleen als echt alle kinderen gecontroleerd worden.

Dit plan van aanpak wordt ook met de kinderen in verschillende groepen besproken. Op deze manier proberen we de taboesfeer rondom hoofdluis enigszins te doorbreken.

Van de controle ouders wordt verwacht dat ze om kunnen gaan met de privacy van kinderen en hun ouders en het protocol hierover ondertekenen.

In de periode dat er luizen op school zijn dienen de kinderen de luizencape te gebruiken.

Bovenstaand plan is goedgekeurd door zowel bestuur als ouderraad.Data hoofdluiscontrole:maandag 20 aug. 2018 maandag 22 okt. 2018 maandag 7 januari 2019maandag 11 maart 2019 maandag 6 mei 2019 maandag 3 juni 2019

11.11 Groepsverdeling:

Schoolgids 2018-2019 98

Vrijdag hebben de leerlingen van groep 1 en 2 vrij.

Groep 0/1a:Maandag: Juf I. MolenaarDinsdag: Juf A. Harmsen Woensdag: Juf A. HarmsenDonderdag: Juf I. Molenaar

Groep 1b/2: Maandag: Juf P. KunstDinsdag: Juf P. KunstWoensdag: Juf C. Muijt Donderdag: Juf C. Muijt

Groep 3: Maandag: Juf L. RoozemondDinsdag: Juf L. RoozemondWoensdag: Juf L. RoozemondDonderdag: Juf L. RoozemondVrijdag: Juf J. Slingerland

Groep 4 Maandag : Juf I. v.d. BreevaartDinsdag: Juf I. v.d. BreevaartWoensdag: Juf I. v.d. BreevaartDonderdag: Juf I. v.d. BreevaartVrijdag: Juf I. v.d. Breevaart

Groep 5/6:Maandag: Meester M. de GroenDinsdag: Meester M. de Groen Woensdag: Meester M. de Groen Donderdag: Juf C. BaaijVrijdag: Meester M. de Groen

Groep 7 en 8: Maandag: Meester C. van ’t Hof/ Juf N. KooistraDinsdag: Meester C. van ’t Hof/ Juf N. KooistraWoensdag: Meester C. van ’t Hof/ Juf N. KooistraDonderdag: Meester C. van ’t HofVrijdag: Meester C. van ’t Hof

Zoals u in het overzicht ziet, heeft meester Bakker geen eigen klas meer omdat hij in de achterliggende jaren heel vaak niet op onze school was, vanwege werkzaamheden op andere scholen en stagebegeleiding.Meester Bakker werkt als IB-leerkracht maandag in Nieuwerkerk, dinsdag als IB-leerkracht op onze school,Woensdag tot de pauzegeeft hij gym aan de groepen 4 t/m 6.Woensdag na de pauze verricht hij andere werkzaamheden.Donderdag is meester Bakker vaak weg vanwege stagebegeleiding studenten van de Driestar, werkplaats startende leerkrachten enz. Soms geeft meester Bakker dan les aan groep 7.Vrijdag geeft hij les aan de Plusklas. Er zijn ook vrijdagen waarop meester Bakker afwezig is, dan vervalt uiteraard de Plusklas.

Schoolgids 2018-2019 99

12 NAMEN (EN EVENTUEEL ADRESSEN) 12.1 Teamleden

Dhr. T. de Waard(directeur)

[email protected]

Graaf Willemlaan

79

3341 CD Hendrik Ido

Ambacht

06-1125747

3

Dhr. C. van `t Hof

[email protected]

Mosselkreekstraat 31

4675 BNSint

Philipsland

0167-572883

Mevr. C.M. Muijt-Aarnoudse

[email protected]

Touwslagersdreef 19

4691 LWTholen

0166-603616

Dhr. J.M. de Groen

[email protected]

Burg. van Boeijenstraat

70

4691 DMTholen

0166-610943

Dhr. C.B. Bakker(IB-er)

[email protected]

Emmastraat 1

4675 CJSint

Philipsland

0167-573140

Mevr. C.J. Baaij-Luters

[email protected]

Kon. Julianastraat

129

4691 GPTholen

0166-751324

Mevr. I.L.R. van de Breevaart

[email protected]

Kotterstraat 51

4691 JNTholen 06-

40138973

Mevr. A. Harmsen-Hoek

[email protected]

Hoenderweg 60

4697 BLSt-Annaland

0166-751300

Mevr. T.J. Kooistra- van de Merbel

[email protected]

Wal 17 4691 EG Tholen

06-2252170

7

Mevr. P.J. van der Wilhelminast 4675 BT 0167-

Schoolgids 2018-2019 100

Reest-Dorst

[email protected]

raat 36 Sint Philipsland

573493

Mevr. E.A. Roozemond-Koekoek

[email protected]

Eendrachtstraat 39

4675 CRSint

Philipsland

06-2727230

8

Mevr. J.L. Slingerland-Dooge

[email protected]

Molenweg 60 4307AKOosterland

0111-407155

Mevr. P. Kunst-Reijngoudt

[email protected]

Schoolstraat 38

4675 BMSint

Philipsland

0167-572606

Mevr. W.P. Molenaar-Koppenaal

[email protected]

Oudelandsedijk 1

4691 RTTholen

0166-654804

Mevr. P.S. Geluk-Ampt

(vakleerkracht handwerken)

[email protected]

Zijpestraat 18

4675 CVSint

Philipsland

0167-572979

Mevr. T.J. Duijster-den Braber

( onderwijs-assistente/anti pest coördinator)

[email protected]

Oranjestraat 13

3244 BJNieuwe-Tonge

0187-657076

Mevr. D.C. van Dijke-Bolier

[email protected]

Molenvlietsedijk 13a

4691 HSTholen

0166-604310

Schoolgids 2018-2019 101

Schoolbestuur:Dhr. A. de Meyer (voorzitter) Berkenpad 23 4675 AT Sint Philipsland 06-20860969Dhr. L.W. van Duuren (secr.) Julianastraat 5 4675 CH Sint Philipsland 0167-572170Dhr. E. Ottema Voorstraat 13 4675 CA Sint Philipsland

06-15834973Dhr. P. Quist (pen.meester) Deldensestraat 12 4675 BH Sint Philipsland 0167-785048Dhr. C.J. van Dijke Krammerstraat 34675 CP Sint Philipsland

0167-750808

Medezeggenschapsraad:Dhr. J. Bogert Eendrachtstraat 75 4675 CR Sint Philipsland 0167-572814Dhr. D.C. Bolier Krammerstraat 10 4675 CP Sint Philipsland

0167-573824Dhr. R. den Haan (voorzitter) Emmastraat 13 4675 CJ Sint Philipsland 0167-573720Mw. A. Harmsen-Hoek Hoenderweg 60 4697 BL Sint Philipsland

0166-751300Dhr. J.M. de Groen( secretaris) Burg. v.Boeijenstr. 70 4691 DM Tholen 0166-610943

Ouderwerkgroep: Mevr. L. Andriesse Krammerstraat 64675 CP Sint Philipsland

0167-573634Mevr. A.C. van Dijke Plataanstraat 33 4675 AW Sint Philipsland

0167-573710Mevr. M. de Joode Plataanstraat 23 4675 AW Sint Philipsland

06-28094785Mevr. A. Noorthoek Korte Schoolstraat 2 4675 BK Sint Philipsland 0167-573737Mevr. L. de Rooij Gladiolenstraat 15 4675 BA Sint Philipsland

0167-572245Mevr. A. Steijn Eendrachtstraat 56 4675 CS Sint Philipsland 0167-851610Mevr. M. Verkerke Schelpkreekstraat 7 4675 CZ Sint Philipsland 0167-573422

Schoolgids 2018-2019 102

Mevr. M. Voorwinden Plataanstraat 35 4675 AW Sint Philipsland0167-851998

12.2 Van externe personen Inspectie van het onderwijs

[email protected] over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis)

Vertrouwensinspecteur Centraal Meldpunt 0900 – 1113111Van 8.00 uur tot 17.00 uur is er een vertrouwensinspecteur beschikbaar Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 1113111 (lokaal tarief)

Schoolbegeleiding: De naam Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland

Regiokantoor Driestar-Educatief is veranderd in de naam:Biezelingsestraat 24 Stichting Intervence4421 BS KAPELLE Postbus 62telefoon: 0113 – 242828 4330 AB Middelburgfax: 0113 – 242829

www.intervence.nl/[email protected]:

Ridderkerk Tel. 0180-442600

12.3 Overige namen en adressenOnderwijsondersteunend personeel:Conciërge Dhr. V.M. Jansen schoolschoonmaakster

Mevr. J.P. Kosten-VlasveldNieuwstraat 45e Plataanstraat 244697 CB Sint-Annaland 4675 AX Sint

Philipsland(0166) 653092/ 0630629882 0167-572805

12.4 REGELING LEERLING-VERVOERWij hebben op school geen regeling voor leerling-vervoer.

Schoolgids 2018-2019 103

13 JAAROVERZICHT PSALMEN EN KORT BEGRIP SCHOOLJAAR 2018-2019

Data: Groep 3: Groep 4: Groep5/ 6: Groep 7: Groep 8:

PSALM: PSALM: PSALM: PSALM: KORT BEGRIP:

KORT BEGRIP:

27 aug. 134:3 134:3 134:3 1 323 sept. 136:2 136:2 101: 2 2 3310 sept. 42:1a 140:1 95: 4 3 en 4 3417 sept. 42:1 8: 9 39: 3 5 3524 sept. 143:1 86 : 9 146: 3 6 361 okt. 32:6 61: 7 143 : 1 7 378 okt. 8:1 73 : 1 124 : 1 8 3829 okt.. 79:7 38: 1 33 : 6 9 395 nov. 136:26 84 : 1 95 : 4 10 4012 nov. 96:4 139 : 14 133: 1 11 4119 nov. 9:1 1:1 19 : 5 12 4226 nov. 98:2 118:11 118:12 13 433 dec. Kerstdecl. Kerstdecl. Kerstdecl. Kerstdecl. Kerstdecl.10 dec. Lofz. v.

Maria:1 Lofz.v.Maria: 6

Lofz.v. Maria:7

14 44

17 dec. Lofz. v. Zach.:5

Lofz.v. Simeon:2

Lofz..v.Simeon:1

15 45

14 jan. 136:3 10

geb.d.H.:5139:1 16 46

21 jan. 43:4 111:2 84:3 17 4728 jan. 100:3 143:10 123:1 18 48/49 4 febr. 64:10 119:88 25:4 19 5011 febr. 22:16 35:1 97:7 20 OT boeken18 febr. 133:3 21:7 21:13 21 NT boeken25 febr. 101:1 108: 1 62: 5 22 1e 5

geboden18 maart

146:8 31:1 33: 1 23 2e 5 geboden

25 maart

134: 2 38:17 38:22 24 51

1 april 134:2 38:1 99:8 132: 1 25 52/538 april 22:1a 22:16 119:17 26 5415 april 22:1 138: 3a 121: 3 27 5613 mei 47: 3a 138:3 68:10 28 57 20 mei 47:3 47: 5 47: 4 29 5817 juni 87:5 62:4 103:9 30 7024 juni 6: 1 77:7 130:4 31 721 juli 121:4 25 : 7 79 : 4 32 73

Schoolgids 2018-2019 104

Rooster van Psalmen die aangeleerd worden bij de kleuters.

Groep 1:

Psalm 81:12 “Opent uwen mond, eist van Mij vrijmoedig”.(1773)

Psalm 81:12 “Opent uwen mond, zeer wijd onbeladen”.(datheen)

Psalm 105:5 “God zal Zijn waarheid nimmer krenken”. (1773)

Psalm 105: 5 “Want God gedenkt altijd genadig”.( datheen)

Psalm 134:2 “Heft uwe handen naar omhoog”.(1773)

Psalm 98:2 “Hij heeft gedacht aan Zijn genade”.(datheen)

Psalm 116:1 “God heb ik lief”.(1773)

Psalm 42:1 “Als een hert gejaagd o Heere”.(datheen)

Psalm 134: 2 “Heft uwe handen naar omhoog”.( 1773)

Psalm 79: 7 “Dan zullen wij die schapen Uwer weiden”.( datheen)

Ps. 87:3 “De Filistijn, de Tyrier, de Moren”. (1773)

Ps. 136:1 “Danket God nu openlijk”.( datheen)

Ps. 136: 1 “Looft den Heer, want Hij is goed”.( 1773)

Schoolgids 2018-2019 105

Psalm 100:1 “Juich aarde, juicht alom den Heer”.(1773)

Groep 2:

Psalm 121:1 “k Sla d’ogen naar gebergte heen”.(1773)

Psalm 139:1 “Niets is, o Oppermajesteit”.(1773)

Psalm 25:2 “Heer wijs mij toch Uwe wegen”.(datheen)

Psalm 81:11 “Ik, Ik ben de Heer”.( 1773)

Psalm 118:1 “Laat ieder ’s Heeren goedheid loven”.( 1773)

De 10 Geboden des Heeren : 1 en 9 “Heft op uw hart, opent uw oren”.

(datheen) “O God! Uw woord zeer groot van machten”

(datheen)Psalm 75:1 “U alleen, U loven wij”.

( 1773)Psalm 101:1 “Van Gods goedheid en oordeel wil ik zingen”. ( datheen)Gebed des Heeren: 1 “Onze vader in ’t hemelrijk“

( datheen)Psalm 134:3 ‘Dat ’s Heeren zegen op u daal”.

( 1773)Psalm 133: 3 “Waar liefde woont gebiedt de Heer’zijn zegen ( 1773)Psalm 141: 1 “Ik roep U, Heer, in nood niet klein

( datheen)Psalm 81:1 Open said the Lord ( engels)

=======================

Schoolgids 2018-2019 106