Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24...

45
Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar 2012 2013 Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de milieucoördinator in Vlaanderen: van spilfiguur in de bedrijfsinterne milieuzorg tot aanspreekpunt in duurzaam ondernemen. David De Pue Promotor: Prof. dr. Hildegard Deweerdt Tutor: Prof. dr. Hildegard Deweerdt Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master na Master in de Milieusanering en het Milieubeheer

Transcript of Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24...

Page 1: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

Academiejaar 2012 – 2013

Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de milieucoördinator in Vlaanderen: van spilfiguur in de

bedrijfsinterne milieuzorg tot aanspreekpunt in duurzaam ondernemen.

David De Pue Promotor: Prof. dr. Hildegard Deweerdt Tutor: Prof. dr. Hildegard Deweerdt

Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master na Master in de Milieusanering en het Milieubeheer

Page 2: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator
Page 3: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

Voorwoord

Na mijn studies Biochemie en Biotechnologie voelde ik de behoefte om de opgedane kennis

is in een ruimer perspectief te plaatsen, veeleer dan ze nog verder uit te diepen. De

opleiding Milieusanering en Milieubeheer bood daartoe de ideale gelegenheid. Het

studieprogramma en in bijzonder deze masterproef lieten me toe om ruime horizonten te

verkennen die voorheen onbekend terrein waren.

Ik had u deze masterproef graag enkel in elektronische versie aangeboden uit ecologische

overwegingen maar de universiteit laat dat vooralsnog niet toe. Besparen op papier is

‘laaghangend fruit’ dat ik maar al te graag wens te plukken. Omdat ik ervan overtuigd ben

dat ook kleine acties een groot verschil kunnen maken steun ik de actie ‘ik print recto verso’

van Ugent1010, de studentengroepering die zich engageert rond duurzaamheid. Om de

milieu-impact van dit werkstuk verder te beperken heb ik ervoor gekozen deze masterproef

af te drukken op gerecycleerd papier. Het lettertype is niet buitensporig groot, en ook de

regelafstand is vrij compact. De lijvige bijlage treft u enkel aan in de elektronische versie.

Een eerste woord van dank gaat uit naar prof. Hildegard Deweerdt, die ondanks drukke

beroepsactiviteiten de tijd vond om zowel een uitstekende promotor als een toegewijde

tutor van dit masterproefonderzoek te zijn. Voorts zou ik graag alle respondenten van de

interviews willen bedanken. Hun expertise, ervaringen en opinies vormen de kern van deze

studie. Een uitdrukkelijke dank ook aan mijn medestudenten; zonder hen zou dit bijkomende

jaar van studie niet half zo leuk zijn geweest. Tenslotte nog een woord van dank aan mijn

ouders, die moesten tolereren dat ik omwille van mijn bijkomende studie een jaar langer in

het ouderlijk huis bleef hangen, en aan mijn vriendin Iebe, die een jaar langer moest

wachten op mijn toetreding tot de beroepsactieve bevolking en onze plannen om te gaan

samenwonen.

Page 4: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

Inhoudstafel

Afkortingen i

Lijst van figuren ii

Lijst van tabellen iii

Samenvatting iv

1. Inleiding en situering 1

1.1 Economie en milieu: een gespannen huwelijk? 1

1.1.1 Historisch schets 1

1.1.2 De vele gezichten van duurzame ontwikkeling 2

1.1.3 Transitiemanagement als sturingskader 4

1.2 Duurzaam ondernemen 5

1.2.1 Beleidscontext 5

1.2.2 Systemen voor een duurzame bedrijfsvoering 7

1.3 De milieucoördinator: spilfiguur in bedrijfsinterne milieuzorg 8

1.3.1 Wettelijke omkadering 8

1.3.2 Milieucoördinator2.0 9

2. Doelstelling en methodologie 12

3. Resultaten 14

3.1 Het beroep van de milieucoördinator 14

3.1.1 Klassiek takenpakket 14

3.1.2 Werken met een milieuzorgsysteem 15

3.1.3 Positie van de milieucoördinator binnen de inrichting 16

3.1.4 Adviesverlening 17

3.1.5 Industrie versus overheid 17

3.2 Profiel en vorming van de milieucoördinator 18

3.2.1 Persoonlijkheidskenmerken en competenties 18

3.2.2 Opleiding 19

3.3 Wetgeving en beleid 21

3.3.1 Bedrijfsinterne milieuzorg 21

3.3.2 De omgevingsvergunning 22

3.3.3 Duurzame ontwikkeling als beleidsdoelstelling 23

3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24

3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24

3.4.2 Transitie 25

3.4.3 De duurzaamheidscoördinator 26

4. Discussie 28

4.1 Een bijzonder beroep vereist bijzondere competenties 28

4.2 Onze wetgeving strekt tot voorbeeld 29

Page 5: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

4.3 Een interne stimulans tot duurzaam ondernemen 29

5. Conclusie 31

6. Suggesties voor verder onderzoek 32

7. Referenties 33

Page 6: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

i

Afkortingen BBP Bruto Binnenlands Product

CSR Corporate Social Responsability

DABM Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid

DO Duurzame Ontwikkeling

DuWoBo Duurzaam Wonen en Bouwen

EC Europese Commissie

EMAS Eco-Management and Audit Scheme

GRI Global Reporting Initiative

HSE Health, Safety & Environment

INR Instituut voor Nationale Rekeningen

ISEW Index of Sustainable Economic Welfare

ISO International Organization for Standardization

IVPV Instituut voor Permanente Vorming

IWT agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie

LNE Departement Leefmilieu, Natuur en Energie

MINA-plan Milieu- en Natuurbeleidsplan

MIRA Milieurapport Vlaanderen

MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

MZS milieuzorgsysteem

ngo niet-gouvernementele organisatie

OVAM Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

PCDA Plan Do Check Act

SDC Sustainable Development Commission

UNEP United Nations Environment Programme

VIA Vlaanderen In Actie

VITO Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek

VLAREL Vlaamse Reglement inzake Erkenningen Leefmilieu

VLAREM Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning

VMM Vlaamse Milieumaatschappij

VMx beroepsvereniging voor Vlaamse Milieuprofessionals

WBCSD World Business Council on Sustainable Development

WCED World Commission on Environment and Development

WKK Warmtekrachtkoppeling

WSE Departement Werk en Sociale Economie

Page 7: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

ii

Lijst van figuren

Figuur 1.1: De drie dimensies van duurzame ontwikkeling 2

Figuur 1.2: De 3P’s 4

Figuur 1.3: De cyclus van transitiemanagement 5

Figuur 1.4: PCDA cyclus 8

Figuur 2.1: Overzicht van de onderwerpen die in de masterproef worden behandeld 12

Page 8: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

iii

Lijst van tabellen

Tabel 1.1: Aandeel van de bedrijfstakken in de bruto toegevoegde waarde 11

Tabel 2.1: Overzicht van diepte-interviews 13

Tabel 3.1: Vergelijking van de taken van de milieucoördinator en de eisen van een MZS 16

Tabel 3.2: Programma-inhoud van de aanvullende vorming voor milieucoördinator 20

Page 9: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

iv

Samenvatting

Bedrijven hebben een belangrijke verantwoordelijkheid te dragen op het gebied van

duurzame ontwikkeling. Via de principes van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

(MVO) kan een bedrijf systematische verbetering nastreven op ecologisch, sociaal en

economisch vlak. Wat betreft het ecologische luik bestaan goed uitgebouwde systemen voor

bedrijfsinterne milieuzorg, zoals formele milieuzorgsystemen. In de Vlaamse wetgeving is

een centraal figuur voorzien die de bedrijfsinterne milieuzorg coördineert. Deze

milieucoördinator heeft een geïntegreerde functie, en streeft, naast conformiteit met de

milieuwetgeving, continue verbetering na op het gebied van milieu. Dit onderzoek beoogt

een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de milieucoördinator doormiddel van

diepte-interviews.

Uit dit onderzoek blijkt dat een milieucoördinator pas echt rond milieuzorg en duurzaamheid

kan werken als conformiteit met de milieuwetgeving verzekerd is. Geformaliseerde

milieuzorgsystemen vormen in ieder geval een goed werkkader om die milieuzorg te

organiseren. In principe heeft de milieucoördinator ook de opdracht om adviezen te geven

over elke voorgenomen investering die vanuit milieu-oogpunt relevant kan zijn. Veel

milieucoördinatoren hebben echter niet voldoende financieel-economische kennis om die

taak op zich te nemen. Het strekt dan ook tot aanbeveling dat daaraan in de toekomst meer

aandacht wordt besteedt in de opleiding van milieucoördinatoren. Een milieucoördinator

heeft geen standaardfunctie. Hij is tegelijkertijd initiator, communicator en facilitator.

Daarnaast is hij eerder een generalist dan een specialist.

Over het algemeen leeft de perceptie dat de Vlaamse wetgeving omtrent bedrijfsinterne

milieuzorg, die als doel heeft de milieubelasting van bedrijven in al haar aspecten van

binnenuit te beheersen en te beperken, slaagt in haar opzet. De geïntegreerde functie van

de milieucoördinator wordt positief gewaardeerd. Duurzaamheid is natuurlijk meer dan het

vermijden of beheersen van milieuhinder. Men kan in overweging nemen om in de toekomst

een nieuwe geïntegreerde functie te creëren die duurzaamheid binnen de onderneming

coördineert. Deze milieucoördinator2.0 of duurzaamheidscoördinator zou als een

aanspreekpunt maatschappelijk verantwoord ondernemen kunnen fungeren. De

milieucoördinator is vandaag enkel verplicht in productiebedrijven met een hoge milieu-

impact. Grote bedrijven en organisaties hebben er sowieso belang bij iemand in huis te

hebben die zich met duurzaamheidsthema’s bezighoudt. De duurzaamheidscoördinator kan,

al dan niet verplicht, worden ingezet in de tertiaire sector, die in het Vlaamse economische

landschap aan belang wint ten opzichte van de industrie.

Page 10: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

1

1. Inleiding en situering

1.1 Economie en milieu: een gespannen huwelijk?

1.1.1 Historische schets

Gedurende haar geschiedenis heeft de mensheid steeds een invloed gehad op haar

natuurlijke omgeving. Deze milieu-impact is toegenomen na de belangrijkste transities in

bestaanswijze die de mens heeft doorlopen, van jager-verzamelaar over de agrarische

samenleving tot een geïndustrialiseerde maatschappij1. Toch is de opkomst van het

milieubewustzijn en de eerste wetgeving ter bescherming van het leefmilieu van relatief

recente datum; met name de tweede helft van de twintigste eeuw. “Dilution is the solution

to pollution” is een adagium dat tot diep in de twintigste eeuw de traditionele aanpak van

vervuiling verwoordde. Vaak geciteerd als één van de eerste uitingen van ecologisch

bewustzijn is het boek ‘Silent Spring’ van Rachel Carson, waarin de auteur beargumenteerde

dat het veelvuldig gebruik van het pesticide DDT (dichloordifenyltrichloorethaan) een sterk

negatieve impact had op het vogelbestand in de Verenigde Staten van Amerika2. De eerste

milieuwetgeving had in eerste instantie tot doel emissies naar de verschillende

milieucompartimenten (water, bodem, lucht) te beperken, ter handhaving van de

milieuhygiëne.

Met het beroemde rapport van de Club van Rome uit 1972, ‘The Limits to Growth’3 werden

voor het eerst kanttekens geplaatst bij de impact van het heersende economische systeem

op de natuurlijke hulpbronnen en de draagkracht van de Aarde. De pessimistische prognoses

die met behulp van een computermodel (World3) werden gemaakt zijn niet allemaal

uitgekomen, maar het rapport en de updates die daarna nog zijn verschenen hebben een

belangrijke invloed uitgeoefend op de manier waarop men tegen de complexe relatie tussen

economie en milieu aankijkt. In 1987 werd voor het eerst gewag gemaakt van het concept

van duurzame ontwikkeling in ‘Our Common Future’, een rapport van de WCED (the World

Commision on Environment and Development) dat ook gekend staat als het Brundtland

rapport4. De in het rapport geponeerde definitie van duurzame ontwikkeling luidt als volgt:

“Een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee

voor toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften

te voorzien”. Het begrip vond al snel algemeen ingang, en werd in het bijzonder op de ‘Earth

Summit’ van 1992 in Rio de Janeiro, georganiseerd door de Verenigde Naties, door ongeveer

alle overheden wereldwijd erkend als de basis voor economische en sociale vooruitgang.

Hoewel duurzame ontwikkeling heel verscheidene interpretaties kent en in veel gevallen als

containerbegrip fungeert, is men het in regel eens met het principe dat de ontwikkeling zich

moet afspelen op drie fronten, met aandacht voor de sociale, ecologische en economische

dimensie. Veelal wordt dit schematisch afgebeeld met een Venn diagram, waarin ook de

overlappingen tussen deze drie dimensies vermeld worden (figuur 1.1).

Page 11: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

2

Een concept dat heel bevattelijk de milieu-impact van economische activiteiten op de

beperkte draagkracht van de Aarde formuleert is dat van de ecologische voetafdruk5. Het

geeft een maat van de hoeveelheid biologisch productieve land- en zeeoppervlakte die nodig

is om de noodzakelijke bronnen te voorzien die nodig zijn om te voldoen aan het

consumptiepatroon van een menselijke populatie, en de oppervlakte nodig om afval

geassocieerd met die consumptie te assimileren. Sinds de jaren ’70 wordt de draagkracht of

biocapaciteit van de Aarde systematisch overschreden. Deze ecologische overshoot bereikte

in 2008 een waarde van maar liefst 50%, wat concreet betekent dat de Aarde anderhalf jaar

nodig heeft om de hernieuwbare bronnen te regenereren die mensen in één jaar gebruiken,

en om de CO2 te absorberen die in datzelfde jaar door menselijke activiteit is geëmitteerd6.

Volgens de ‘Global Environment Outlook 2000’7 die in 2000 door UNEP (United Nations

Environment Programme) is gepubliceerd is een tienvoudige reductie in

grondstoffenverbruik in de geïndustrialiseerde landen een noodzakelijke

langetermijndoelstelling.

Figuur 1.1: De drie dimensies van duurzame ontwikkeling.

1.1.2 De vele gezichten van duurzame ontwikkeling

Zoals eerder vermeld is het concept van duurzame ontwikkeling algemeen aanvaard, maar

liggen de meningen over de precieze invulling van dit concept ver uiteen. Zo gaat de

vooraanstaande ecologische econoom Herman Daly er in zijn boek ‘Toward a Steady State

Economy’8 vanuit dat er radicale veranderingen nodig zijn om de economie binnen de

grenzen van het ecosysteem Aarde te houden. Hij stelt hierbij de noodzakelijkheid van

economische groei openlijk in vraag. De BBP-groei die standaard als waardemeter voor de

economie wordt beschouwd, wordt door Daly ‘oneconomisch’ genoemd, omdat ze gepaard

gaat met een toename van grondstoffenverbruik die volgens hem een groter waardeverlies

Page 12: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

3

voor gevolg heeft dan de waardecreatie die de groei op zich met zich meebrengt9. In ‘For the

Common Good: Redirecting the Economy Towards Community, the Environment and a

Sustainable Future’10 gaan Daly en Cobb uit van een alternatieve manier van

welvaartsmeting, de zogenaamde ISEW (Index of Sustainable Economic Welfare). In deze

index maakt men een onderscheid tussen positieve en negatieve economische

bedrijvigheden, terwijl ook de ongelijkheid van inkomensverdeling in rekening wordt

gebracht. Sinds 2012 wordt deze Index voor Duurzame Economische Welvaart voor het

Vlaamse gewest gerapporteerd in het Milieurapport Vlaanderen (MIRA) van de Vlaamse

Milieumaatschappij (VMM), en vergeleken met het BBP11.

Dat groei niet consistent is met (duurzame) ontwikkeling blijkt ook uit het feit de

wereldeconomie tussen 1900 en 2000 vervijfvoudigd is, zonder dat de massa-armoede

daarmee werd geëlimineerd, terwijl de groei gepaard ging met de grootste milieudegradatie

in de menselijke geschiedenis12. Een zelfde verhaal is te lezen in Tim Jacksons ‘Prosperity

Without Growth’, waarin onomwonden wordt gesteld dat welvaart zonder groei in Westerse

ontwikkelde economieën een financiële en economische noodzaak is13. Ecologische

economisten gaan uit van een harmonieuze verzoening tussen ecologie en economie, twee

begrippen die nota bene niet toevallig van hetzelfde Oudgriekse ‘oikos’ (huishouden)

afstammen. Aan de andere kant van het spectrum zijn er mensen die beweren dat

economische groei net noodzakelijk is om de milieuproblematiek op te lossen, zoals Björn

Lomborg in zijn controversiële boek ‘The Skeptical Environmentalist’14.

Overheden wereldwijd hanteren een eerder gematigde definitie van duurzame ontwikkeling,

en noemen een absolute ontkoppeling van economische groei en milieudruk als hoofddoel.

Hierbij is een centrale rol weggelegd voor bedrijven. Zo is er de WBCSD (World Business

Council on Sustainable Development). De WBCSD groepeert bedrijven die actief werken rond

eco-efficiëntie, innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Centraal

staat de gedachte dat duurzaamheid via marktwerking kan worden gerealiseerd. In het

rapport ‘Sustainability Through The Market’15 word geponeerd dat een verhoogde eco-

efficiëntie kan worden bewerkstelligd via zeven punten: een verlaagde materiaalintensiteit,

een verlaagde energie-intensiteit, tegengaan van de verspreiding van toxische stoffen,

verhogen van de recycleerbaarheid van materialen, duurzaam gebruik van hernieuwbare

bronnen, verhoogde levensduur van producten en tenslotte een grotere dienstverlening

door de producten. Een vaak geciteerd principe dat de gematigde, bedrijfsgerichte visie op

duurzame ontwikkeling samenvat is dat van de 3 P’s: People, Planet, Profit (figuur 1.2), een

allusie op de drie dimensies van duurzame ontwikkeling. Het concept werd bedacht door

John Elkington, een pionier op het gebeid van CSR (Corporate Social Responsibility, de

Engelse term voor MVO). Hierbij wordt maatschappelijk verantwoord ondernemen als

fundament voor duurzame ontwikkeling gehanteerd. Het ‘people’ aspect gaat over de

sociale rol ten opzichte van mensen binnen en buiten de onderneming, het ‘planet’ luik gaat

Page 13: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

4

over de indijking van de gevolgen voor het leefmilieu, terwijl de ‘profit’ factor gaat over het

voortbrengen van economische waarde16.

Figuur 1.2: De 3P’s. Overgenomen van www.mvo-

ondernemen.nl

1.1.3 Transitiemanagement als sturingskader

Het is belangrijk om te onderstrepen dat een omslag naar een meer duurzame economie

een inspanning van verschillende actoren vergt. Zo spreekt de Britse Sustainable

Consumption Roundtable, dat deel uitmaakt van de Sustainable Development Commission

(SDC), in haar rapport ‘I will if you will, towards a sustainable consumption’17 over een

‘triangle of change’. Duurzame ontwikkeling dient in samenspraak en samenwerking te

gebeuren tussen overheden, bedrijven en burgers. Bedrijven hebben net als de andere twee

‘hoekpunten’ van de driehoek een belangrijke verantwoordelijkheid te dragen. Het rapport

drukt het als volgt uit: “The green consumer has not been the tipping point in driving green

innovation. It follows, therefore, that business, as providers of products and services, must

have a critical role”. Ook voor de overheid is een belangrijke taak weggelegd, zowel om

burgers aan te zetten tot duurzame consumptie als om bedrijven aan te zetten tot duurzame

bedrijfsvoering. Dit kan via de zogenaamde 4 E’s, uitgewerkt door het Britse departement

voor milieu, voedsel en landbouw (DEFRA)18: “enable” (mogelijk maken van duurzame

veranderingen), “encourage” (aanmoediging van duurzame keuzes, bijvoorbeeld via

regelgeving en fiscale ingrepen), “exemplify” (zelf het goede voorbeeld geven) en “engage”

(verschillende actoren en stakeholders betrekken en engageren).

Het is duidelijk dat “Business as usual” geen optie meer is en dat ingrijpende transities naar

een meer duurzame wereldwijde economie zich opdringen19. Het probleem is dat duurzame

ontwikkeling in een soort van ecologische niche blijft steken, terwijl het de basis zou moeten

vormen van een fundamentele omslag op het niveau van de overheid en het beleid in het

algemeen20. Een nuttig instrument in die context is transitiemanagement, dat werd bedacht

door Nederlandse onderzoekers21. Kort gesteld is transitiemanagement een

sturingsraamwerk dat gericht is op langetermijn duurzame oplossingen.

Transitiemanagement doorloopt een cyclus die bestaat uit achtereenvolgens

Page 14: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

5

probleemstructurering, ontwikkeling van transitiepaden, transitie-experimenten en tenslotte

evaluatie en monitoring van die transitie-experimenten (figuur 1.3). In Vlaanderen zijn een

aantal transitiemanagement programma’s opgestart22. Eén daarvan, Plan C, heeft als doel

Vlaanderen tegen 2020 naar een koppositie te loodsen op het gebied van duurzaam

materialenbeheer. Verschillende actoren zijn betrokken in het transitienetwerk, waaronder

individuen, bedrijven, consumenten, overheidsinstanties, kenniscentra en maatschappelijke

organisaties23. Plan C wordt sinds 2006 actief ondersteund door de Vlaamse regering en

door OVAM, de openbare Vlaamse afvalmaatschappij24. Ook in het kader van een duurzaam

woonbeleid werd een transitienetwerk opgestart door de Vlaamse overheid, DuWoBo

(Duurzaam Wonen en Bouwen). DuWoBo groepeert verschillende stakeholders zoals

banken, woonprojecten, de overheid, ngo’s, kenniscentra en producentenorganisaties25.

Figuur 1.3: De cyclus van transitiemanagement. Overgenomen van Rotmans et al., 2005

21.

1.2 Duurzaam ondernemen

1.2.1 Beleidscontext

Sinds 2007 is het idee van duurzame ontwikkeling verankerd in de Belgische grondwet, in

artikel 7bis26: “Bij de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden, streven de federale

staat, de gemeenschappen en de gewesten de doelstellingen na van een duurzame

ontwikkeling in haar sociale, economische en milieugebonden aspecten, rekening houdend

met de solidariteit tussen de generaties”. De Vlaamse invulling van dit grondwetartikel is

terug te vinden in Pact202027, een tekst die de toekomstvisie van de Vlaamse regering

weergeeft. Pact2020 maakt deel uit van Vlaanderen In Actie (VIA) en omvat een aantal

Page 15: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

6

concrete doelstellingen die tegen 2020 dienen te worden gerealiseerd. Pact2020 wil

Vlaanderen transformeren naar een Europese topregio op economisch, ecologisch, sociaal

en maatschappelijk vlak. Eén van de strijdpunten is het realiseren van een

kringloopeconomie met een zo laag mogelijk grondstoffen-, energie-, materiaal- en

ruimtegebruik en een zo beperkt mogelijke impact op milieu en natuur in Vlaanderen en de

rest van de wereld. De mogelijke strategische rol van bedrijven in duurzame ontwikkeling

wordt hierbij onderstreept, met MVO als concrete uitwerking van deze rol. Wat betreft het

raakveld tussen economie en ecologie wordt gestreefd naar een ontkoppeling van de

economische groei en de milieudruk (emissies en afvalproductie), door stijgende materiaal-

en energie-efficiëntie. Het meest recente milieurapport (MIRA)11, met name dat van 2012,

geeft aan dat er nog heel wat werk te verrichten is. De milieudruk is nog niet losgekoppeld

van de industriële productie. De korte heropleving van de economie in 2010 na het dipje van

2008-2009 ging gepaard met een stijgende milieudruk. Overigens is de vergroening van het

belastingstelsel sinds 2004 gestagneerd.

Elke vijf jaar wordt door de Vlaamse overheid een milieubeleidsplan opgesteld. Dit plan

bespreekt de hoofdlijnen van het milieubeleid dat door het Vlaamse gewest gedurende vijf

jaar zal worden gevoerd. Geheel in overeenstemming met de doelstellingen die opgelijst

staan in Pact2020 staat in het Milieubeleidsplan 2011-201528 de ambitie om van Vlaanderen

zowel een economische en ecologische topregio te maken. Hierbij wordt de nadruk gelegd

op eco-efficiëntie, het sluiten van materiaal- en energiekringlopen, en een beleid dat focust

op internaliseren van milieukosten. Voorts wordt beklemtoond dat milieubeleid geen

bedreiging hoeft te vormen voor de economische groei, en zelfs welvaartsverhogend werkt.

Deze visie laat zich samenvatten met de woorden van Kris Peeters, die in 2006 als toenmalig

minister van Leefmilieu het volgende liet optekenen: “De Vlaamse overheid reikt de

industrie de hand om zowel voor het milieu als voor het bedrijfsleven een win-win-situatie te

creëren”29. Via het Agentschap Ondernemen worden verscheidene subsidies verleend aan

bedrijven die actief inzetten op eco-innovatie. Zo is er, naast allerhande ecologiepremies,

ondermeer de strategische ecologiesteun; een financiële tegemoetkoming voor bedrijven

die investeren in ‘groene spitstechnologie’30. Ook lagere overheden kunnen zich inzetten om

de lokale economie te vergroenen. Een voorbeeld hiervan is het ‘Milieucharter Oost-

Vlaanderen’, een samenwerking tussen Voka en de provincie Oost-Vlaanderen31. Dit

milieucharter verbindt bedrijven die er zich vrijwillig toe verbinden om de bedrijfsvoering op

ecologisch vlak te optimaliseren. Dit zorgt voor een versterking van het milieuvriendelijk

imago van het bedrijf, naast een positieve profilering van de regio naar de buitenwereld.

Belangrijk bij dit soort initiatieven is dat de engagementen verder gaan dan ‘Greenwashing’,

het zich aanmeten van een groen imago zonder dat dit daadwerkelijk in overeenstemming is

met de realiteit. Ook steden en gemeenten kunnen, binnen de lijn van hun bevoegdheden,

een transitie naar een meer duurzame economie stimuleren. Zo heeft het nieuwe

paarsgroene stadsbestuur van Gent de ambitie om volop in te zetten op groene economie.

Bij het aantrekken van nieuwe bedrijven dient de nadruk te liggen op milieuvriendelijke

Page 16: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

7

groeisectoren en duurzaam innoverende bedrijven. Verder wil het bestuur inzetten op

duurzaam bedrijventerreinmanagement en wil ze de Gentse haven laten ontplooien tot de

meest groene haven van Noord-West Europa32.

1.2.2 Systemen voor een duurzame bedrijfsvoering

Sinds de formele incorporatie van duurzame ontwikkeling in de Belgische grondwet wordt

elke bedrijf in feite verondersteld noties te hebben van Maatschappelijk Verantwoord en

Duurzaam Ondernemen33. MVO is een continu verbeterproces dat als doel heeft op

systematische wijze economische, milieu- en sociale overwegingen op te nemen in de

bedrijfsvoering34. Het proces van continue verbetering volgt het principe van de

kwaliteitscirkel van Deming, dat ook gekend staat als de PCDA cyclus (figuur 1.4). In de ‘Plan’

fase worden gekeken welke processen kunnen worden bijgestuurd en welke de

doelstellingen zijn. In de ‘Do’ fase wordt de organisatie en de structuur van het systeem

opgesteld, waarna de ‘Check’ fase dient ter evaluatie van het systeem. In de ‘Act’ fase wordt

tenslotte bekeken welke andere processen kunnen worden verbeterd, waarna de cyclus

wordt herhaald. Een belangrijk gegeven is dat de verbetering zich traag en stapsgewijs

voltrekt. Een bedrijf doet aan MVO vanuit een vrijwillig engagement. Voorts is de dialoog

met de verscheidene stakeholders (aandeelhouders, klanten, omwonenden, werknemers,

ngo’s, overheid, etc.) van centraal belang. De Europese Commissie (EC) benadrukt het belang

van MVO, zowel voor de samenleving als voor de bedrijven zelf35. Voorts wijst ze op het

multidisciplinaire karakter van MVO. Zo komen daarin aspecten aanbod zoals

mensenrechten, arbeid en werkgelegenheid (het sociale luik), biodiversiteit,

klimaatverandering, eco-efficiëntie en levenscyclusanalyse (het ecologische luik) en de strijd

tegen corruptie (het economische luik). Voor de overheden voorziet de EC een

ondersteunende rol, via een slimme mix van beleidsmaatregelen en aanvullende

regelgeving. MVO moet ook verder geïntegreerd worden in onderwijs, onderzoek en

opleidingen.

Een concrete uitwerking van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen die zich richt op

het ecologische deelluik is het gebruik van een milieuzorgsysteem (MZS). Een MZS is een

formeel managementsysteem om de verschillende milieuaspecten gerelateerd aan de

activiteiten van een bedrijf te beheersen. Er hangen verscheidene voordelen vast aan het

hanteren van een MZS, waaronder een verhoogde doeltreffendheid, gereduceerde kosten

en een meer gefundeerde besluitvorming als het aankomt op het aanpakken van

milieugerelateerde problemen en aspecten36. Om een continue verbetering van de

milieuprestaties te garanderen wordt gebruik gemaakt van de PCDA cyclus. Indien het

milieuzorgsysteem is gestructureerd volgens de ISO14001-norm, een internationale

standaard, kan het gecertificeerd worden. Een andere gekend model is EMAS, wat staat

voor Eco-Management and Audit Scheme. Dit werd in het leven geroepen door de Europese

Commissie medio de jaren negentig. EMAS is een vrijwillig communautair

millieubeheerssysteem en milieuauditsysteem dat bedrijven en andere organisaties toelaat

om hun milieuprestaties te evalueren, rapporteren en verbeteren. In feite zijn de eisen die

Page 17: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

8

worden gesteld aan het milieumanagementsysteem identiek aan deze die vereist zijn voor

ISO14001-certificatie, afgezien van het gegeven dat de lat iets hoger wordt gelegd op het

gebied van wettelijke conformiteit, betrokkenheid van werknemers en publiek rapporteren

van milieuprestaties. Bedrijven en andere organisaties die hun milieubeheerssysteem

organiseren volgens de EMAS-principes kunnen zich officieel laten registreren, waarna ze het

EMAS-logo kunnen hanteren als een handelsmerk van ‘milieu-excellentie’37.

Figuur 1.4: PCDA cyclus. Overgenomen en bewerkt van

http://ec.europa.eu/environment/emas/about/enviro_en.htm38

1.3 De milieucoördinator: spilfiguur in bedrijfsinterne milieuzorg

1.3.1 Wettelijke omkadering

Het moederdecreet dat de basis vormt voor alle Vlaamse wetgeving betreffende het milieu

is het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM), sinds 1995 van kracht. Titel III van

dit decreet bevat bepalingen betreffende de bedrijfsinterne milieuzorg39. Bedrijfsinterne

milieuzorg beoogt het gebruik van duurzame productiepatronen en de beheersing van de

milieubelasting van een bedrijf in al zijn aspecten40. De rol van de centrale figuur in de

bedrijfsinterne milieuzorg, met name de milieucoördinator, wordt ook geregeld door het

decreet. De verplichting tot aanstelling van een milieucoördinator hangt nauw samen met

de milieuvergunning. Het milieuvergunningsdecreet dateert van 1985. VLAREM I en VLAREM

II (Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning) zijn de uitvoeringsbesluiten van dit

decreet. VLAREM I bepaalt de procedures van de melding en de

milieuvergunningsaanvraag41. De indelingslijst, die als bijlage bij VLAREM I is gevoegd,

bepaalt welke exploitaties en inrichtingen als hinderlijk dienen te worden beschouwd. Op

basis van de precieze activiteiten van het bedrijf en de daarmee gepaarde milieu-impact

wordt een bedrijf ingedeeld als klasse 1, klasse 2 of klasse 3, in volgorde van dalende milieu-

Page 18: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

9

impact. Inrichtingen die als klasse 1 staan geklasseerd zijn in principe verplicht tot aanstelling

van een milieucoördinator. Voorts staat in een specifieke kolom van de indelingslijst

aangegeven of de milieucoördinator van het eerste niveau (A) dan wel van het tweede

niveau (B) dient te zijn. Klasse 1 inrichtingen die in de kolom ‘coördinator’ met een letter ‘N’

staan aangeduid zijn vrijgesteld van de verplichting tot aanstelling van een

milieucoördinator. De Vlaamse overheid kan ook inrichtingen die in een lagere klasse

worden ingedeeld alsnog verplichten een milieucoördinator aan te stellen. VLAREM II omvat

de milieuvoorwaarden waaraan hinderlijke inrichtingen zijn onderworpen42. Er zijn vier types

milieuvoorwaarden: de algemene milieuvoorwaarden, de sectorale voorwaarden, de

bijzondere voorwaarden en de integrale voorwaarden. De algemene en sectorale

voorwaarden zijn rechtstreeks van toepassing op vergunnings- en meldingsplichtige

inrichtingen en moeten niet expliciet in de vergunning staan opgelijst om van toepassing te

zijn. De bijzondere milieuvoorwaarden stellen bijkomende eisen, terwijl de integrale

milieuvoorwaarden voor specifieke sectoren gelden, voor welke welomschreven

standaardinrichtingen vastgelegd zijn die meldingsplichtig maar niet vergunningsplichtig

zijn30.

De exploitanten van klasse 1 inrichtingen zijn verplicht een milieucoördinator aan te stellen,

die ofwel als werknemer binnen het bedrijf actief is (intern), of als externe coördinator

optreedt. Tot de decretaal vastgelegde taken van de milieucoördinator behoren40:

Bijdragen aan milieuvriendelijke productiemethoden.

Waken over de naleving van de milieuwetgeving en de milieuvoorwaarden zoals

voorgeschreven in de milieuvergunning.

Waken over of instaan voor de uitvoering van de voorgeschreven emissie- en

immissiemetingen.

Bijhouden van het afvalstoffenregister en naleven van de meldingsplicht betreffende

afvalstoffen.

Voorstellen doen en bijdragen tot de interne en externe communicatie in verband

met de gevolgen voor mens en milieu van de inrichting.

Het decreet gaat ook in op specifieke eisen wat betreft de kwalificaties,

aanstellingsprocedure, ondersteuning en bescherming van de milieucoördinator. Voorts

bevat het gedeelte van DABM betreffende de bedrijfsinterne milieuzorg39 ook nog

bepalingen met betrekking tot de milieuaudit en het milieujaarverslag. Hierbij worden

organisaties die over een erkend milieuzorgsysteem beschikken (EMAS-geregistreerd of ISO

14001-gecertificeerd) vrijgesteld van de verplichting tot het opstellen van een periodieke

milieuaudit.

1.3.2 Milieucoördinator2.0

Naar schatting zijn zo’n 2000 interne milieucoördinatoren tewerkgesteld, terwijl het aantal

externe milieucoördinatoren rond de 800 kan worden geschat. De totale jaarlijkse omzet van

de sector milieuadvies kan worden geraamd op zo’n 200 miljoen euro43. VMC, de

Page 19: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

10

beroepsvereniging voor milieucoördinatoren, tegenwoordig opgegaan in VMx (de

beroepsvereniging voor alle milieuprofessionals), heeft haar standpunten over de rol van de

milieucoördinator in bedrijfsinterne milieuzorg samengevat in haar visietekst ‘De

milieu(zorg)coördinator als katalysator voor bedrijfsinterne milieuzorg en duurzaam

ondernemen. Naar een nieuwe invulling van bedrijfsinterne milieuzorg’44. Het finale doel is

tot een nieuw profiel te komen van de milieucoördinator, en dat profiel af te stemmen op

andere of aangepaste wettelijke functies. Leidmotief in de tekst is dat de milieucoördinator

hoe dan ook de spilfiguur dient te zijn van de bedrijfsinterne milieuzorg, ook daar waar er

geen coördinator wettelijk verplicht is. Dit nieuwe profiel zou kunnen worden vastgelegd in

de bestaande wetgeving (DABM en VLAREM). De milieucoördinator is een generalist die

zowel over managementcompetenties als milieugerelateerde competenties dient te

beschikken. De milieucoördinator heeft talent voor leiderschap, is effectief en laat zich

wanneer nodig bijstaan door specialisten. Verder beschikt hij uiteraard over de nodige

vereiste vakkennis aangaande milieu (technieken, milieu-aspecten, milieu-economie,

wetgeving, etc.). De auteurs van de visietekst poneren bovendien dat het voor een

milieu(zorg)coördinator onontbeerlijk is om te beschikken over een goed en praktisch

hanteerbaar milieuzorgsysteem. Een andere factor van belang is dat de functie van de

coördinator goed is afgesteld op de taken van andere actoren binnen het bedrijf.

De Vlaamse Regering heeft het plan opgevat de bestaande milieuvergunning en

stedenbouwkundige vergunning te integreren in één ‘omgevingsvergunning’45. In

tegenstelling tot de huidige milieuvergunning zou deze omgevingsvergunning van

onbepaalde duur zijn. Het gaat met andere woorden over een permanente vergunning. Deze

ingrijpende verandering zou kunnen worden opgevat als een ‘window of opportunity’ om de

bestaande wetgeving betreffende de rol van de milieucoördinator te actualiseren. Op dit

ogenblik is de juridische taakomschrijving van de milieucoördinator grotendeels beperkt tot

dat van toezichthouder van de milieuhygiëne in (productie)bedrijven die als hinderlijk

geklasseerd zijn. De realiteit in het Vlaanderen van vandaag is dat het aandeel van de

secundaire sector (de industrie) stelselmatig afneemt, terwijl het relatieve aandeel van de

tertiaire sector (handel en diensten) toeneemt. In de periode tussen 2005 en 2010 steeg het

relatieve aandeel (percentage van bruto toegevoegde waarde) van de tertiaire sector in het

Vlaamse gewest van 70.51% tot 73.11%, terwijl het aandeel van de secundaire sector daalde

van 28.56% tot 26.01%46. Naar verwachting zal het aandeel van de dienstensector in de

komende decennia blijven stijgen. In tabel 1.1 wordt een schatting gemaakt van het relatieve

aandeel van verschillende bedrijfstakken in 2030. Binnen de meer milieu-intensieve

bedrijfstakken kan een daling in de verwerkende nijverheid worden verwacht, alsook in de

energiesector en de landbouw. De bijdrage van vervoer en communicatie zou toenemen.

Verder is het vooral de tertiaire sector die het grootste deel van de koek voor haar rekening

zou nemen.

Page 20: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

11

Tabel 1.1: Aandeel van de bedrijfstakken in de bruto toegevoegde waarde tegen constante prijzen (België).

Overgenomen van Milieubeleidsplan 2011-2015

28.

In deze nieuwe economische realiteit zou de functie van de milieucoördinator kunnen

evolueren naar die van een duurzaamheidscoördinator. Naast de klassieke milieuhygiënische

‘beslommeringen’ zou de coördinator zich ook meer en meer met duurzaamheidtopics

kunnen bezighouden. Als aanspreekpunt duurzaam ondernemen kan de

milieucoördinator2.0 vanuit de bedrijven (één van de hoekpunten van het “triangle of

change” model van de SDC17) een belangrijke rol vervullen in de transitie naar een ecologisch

duurzame en sociaal rechtvaardige samenleving. Deze moderne milieucoördinator vindt niet

alleen tewerkstelling in productiebedrijven, maar in diverse andere organisaties, zowel in de

private als publieke sector.

Page 21: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

12

2. Doelstelling en methodologie

Het doel van dit masterproefonderzoek is om het beroep van de milieucoördinator in

Vlaanderen vanuit verschillende invalshoeken door te lichten. Ten eerste wordt gekeken

naar het takkenpakket van de milieucoördinator. Daarbij wordt onder meer aandacht

besteedt aan milieuzorgsystemen, de positie van de milieucoördinator binnen de inrichting

en adviesverlening door de milieucoördinator. Een tweede pijler van het onderzoek wordt

gevormd door de vereiste persoonlijkheidskenmerken en competenties waar een

milieucoördinator moet over beschikken om zijn beroep naar behoren uit te oefenen. Voorts

is er aandacht voor de opleiding van de milieucoördinator, alsook voor de wetgeving

omtrent bedrijfsinterne milieuzorg. Daarnaast is het de bedoeling om het beroep van de

milieucoördinator in een bredere context te plaatsen. Deze context wordt gevormd door het

beleid en door tendensen met betrekking tot duurzame bedrijfsvoering, zoals

maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Tenslotte wordt nagegaan of het

wenselijk is om het beroep van milieucoördinator te herdefiniëren tot dat van een

duurzaamheidscoördinator. Figuur 2.1 geeft een schematisch overzicht van de belangrijkste

onderwerpen die in deze masterproef worden behandeld.

Figuur 2.1: Schematisch overzicht van de belangrijkste onderwerpen die in deze masterproef worden

behandeld.

Het onderzoek gebeurt doormiddel van diepte-interviews. Bij deze vorm van kwalitatief

onderzoek vindt een gesprek plaats tussen één interviewer en één tot enkele

De mileucoördinator

Het beroep

Profiel en vorming

Context

Wetgeving en beleid

Duurzame bedrijfsvoering

Page 22: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

13

respondenten47. Hierbij wordt, afhankelijk van de respondent, gepeild naar ervaringen,

kennis en persoonlijke opinies van de respondenten48. Tabel 2.1 geeft een overzicht van de

geïnterviewden en de datums waarop de interviews plaatsvonden. De brede reikwijdte van

het onderzoek wordt geïllustreerd door de diversiteit aan verschillende respondenten. Naast

milieucoördinatoren uit verscheidene sectoren werd ook gesproken met

vertegenwoordigers van de overheid (LNE), de belangenvereniging (VMx), een MVO-

adviesbureau (Sustenuto) en academici.

Tabel 2.1: Overzicht van diepte-interviews

Datum Respondent(en)

14 maart 2013 Jochen De Smet, adviseur bij de beroepsvereniging voor milieuprofessionals VMx.

Prof. Dr. Hildegard Deweerdt, milieu-expert bij KBC en gastprofessor

milieucoördinatie en integrale milieuzorg aan de Universiteit Gent.

3 april 2013 Riet Van de Velde, milieucoördinator bij de Universiteit Gent.

3 april 2013 Prof. Dr. Luc Lavrysen, docent Milieurecht aan de Universiteit Gent.

4 april 2013 Freya Masson, HSE specialist bij INEOS in Zwijndrecht.

15 april 2013 Kristof Jacobs en Paul Kiekens van de afdeling Milieuvergunningen van het

departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE).

19 april 2013 Koen Van Coillie, zelfstandig milieuconsultant en extern milieucoördinator.

19 april 2013 Koen Vanbrabant, Sustainability Coach bij Sustenuto.

22 april 2013 Marijke De Prins, milieucoördinator bij Stad Gent.

Elisabeth Kuijken van de milieudienst van de Stad Gent.

2 mei 2013 Katrien Ponnet, milieucoördinator bji VPK in Dendermonde.

Transcripten van de interviews, die een uitgeschreven weergave van de gesprekken vormen,

zijn opgenomen in de elektronische versie van deze masterproef als bijlage. Deze

transcripten vormden het bronmateriaal voor de resultatensectie van deze masterproef. De

resultatensectie is thematisch ingedeeld, volgens de hoofdonderwerpen voorgesteld in

figuur 2.1.

Page 23: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

14

3. Resultaten

3.1 Het beroep van de milieucoördinator

3.1.1 Klassiek takenpakket

Je zou het werk van de milieucoördinator kunnen samenvatten als de combinatie van

conform te zijn met de milieuwetgeving en het streven naar continue milieuzorg binnen de

inrichting. Het klassieke takenpakket van de milieucoördinator richt zich in de eerste plaats

vooral op conformiteit. De focus ligt hierbij op het naleven van de milieuvergunning,

inclusief alle voorwaarden die aan die vergunning vasthangen. Dit geldt zowel voor interne

als externe milieucoördinatoren. Koen Van Coillie is als zelfstandige actief in de

milieuadviessector en begeleidt diverse bedrijven als extern milieucoördinator. Hij

beschouwt het opvolgen van alle milieuverplichtingen die de overheid aan bedrijven oplegt

als zijn belangrijkste taak. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om de milieuvergunning en allerlei

heffingen. Ook mogelijkheden tot het krijgen van subsidies worden door hem opgevolgd.

Vooral middelgrote industriële bedrijven die verplicht zijn een milieucoördinator te hebben

doen beroep op zijn diensten. Het wettelijke kader van decretale taken is een basis waarop

de milieucoördinator kan terugvallen. Toch mag de focus niet te veel naar wetgeving

overhellen. Van Coillie: “De wetgeving is in de loop van de jaren steeds meer uitgebreid en is

een ideale leidraad om op terug te vallen, maar soms heb ik het gevoel dat wetgeving een

doel op zich is geworden. Mijn ervaring van de laatste twintig jaar leert mij dat men zich te

veel begint toe te spitsen op het letterlijk naleven van de wetgeving. Het is niet omdat je

volkomen aan de wetgeving voldoet, dat je op een duurzame wijze bezig bent”.

Riet Van de Velde, milieucoördinator bij de Ugent en lesgeefster in de opleiding

milieucoördinator aan het IVPV (Instituut voor Permanente Vorming) benadrukt dat de

milieucoördinator er in de eerste plaats voor moet zorgen dat de inrichting conform de

regelgeving opereert. Voorts merkt Van de Velde een belangrijk verschil op tussen interne

en externe milieucoördinatoren. Ze merkt op dat externe milieucoördinatoren zich

voornamelijk beperken tot hun klassieke takenpakket. Dit komt voornamelijk omwille van

het feit dat externe milieucoördinatoren heel veel bedrijven onder hun hoede nemen,

waardoor er minder ruimte meer is voor andere zaken naast conformiteit. Eens conformiteit

verzekerd is, kan de milieucoördinator echte milieuzorg nastreven. Daarnaast moet de

milieucoördinator ook een facilitator zijn en duurzaamheid op de agenda plaatsen. Van de

Velde vat het als volgt samen: “We maken lawaai”. In het ideale geval vindt dat ‘lawaai’

gehoor in alle lagen van de organisatie.

Het komt vrij vaak voor dat de persoon die als milieucoördinator aan de slag is in een bedrijf

zich daarnaast ook nog bezighoudt met de gezondheid en de veiligheid van werknemers.

Deze gecombineerde functie van preventieadviseur en milieucoördinator wordt vaak

Page 24: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

15

benoemd met HSE (Health, Safety & Environment). Freya Masson is HSE specialist bij INEOS

NV in Zwijndrecht, een chemisch bedrijf dat ethyleenoxide produceert. Ze is naast intern

milieucoördinator bij INEOS ook nog extern coördinator bij zes andere bedrijven op dezelfde

site. Dit heeft als voordeel dat de bedrijven op het terrein op gecoördineerde wijze samen

hun milieu-impact kunnen inperken. Zo wordt energie uitgewisseld via WKK

(warmtekrachtkoppeling) en is er een gezamenlijke waterzuiveringsinstallatie. Omwille van

het feit dat Masson ook instaat voor de gezondheid en het welzijn van de werknemers is ze

zowat dagelijks op de werkvloer terug te vinden, veel meer dan voor een milieucoördinator

decretaal verplicht is. Persoonlijk vindt ze rondgangen op de vloer het aantrekkelijkste

aspect van haar werk. Riet Van de Velde van de Ugent, noemt de combinatie van het

milieuthema an sich en het streven naar duurzaamheid het leukste aan de job.

3.1.2 Werken met een milieuzorgsysteem

Als je als organisatie streeft naar continue vooruitgang op milieuvlak op een systematische

wijze, dan is een geformaliseerd milieuzorgsysteem (MZS), zoals ISO14001 of EMAS, een

geijkt werkkader. Voor professor Hildegard Deweerdt, expert op het gebied van

milieuzorgsystemen, is een milieuzorgsysteem onontbeerlijk voor het goed functioneren van

de milieucoördinator binnen de inrichting. Het is een kader dat toelaat om gestructureerd te

werken. De eisen van een milieuzorgsysteem zijn trouwens grotendeels in overeenstemming

met de decretale taken van de milieucoördinator (tabel 3.1). Deweerdt: “Het is belangrijk

dat je als milieucoördinator de principes van een milieuzorgsysteem begrijpt en toepast. Als

je geen kennis hebt van de principes van een milieuzorgsysteem, dan weet je gewoon niet

waaraan je prioritair moet werken.” Jochen De Smet, adviseur bij VMx, de

beroepsvereniging voor milieuprofessionals, ziet voordelen van een MZS naar duurzaamheid

toe: “Aan de systematische aanpak van een milieuzorgsysteem hangt ook het

duurzaamheidsprincipe vast. Je kan de positie van je bedrijf op het vlak van duurzaamheid

erg verbeteren door de drie P’s (People, Planet en Profit) continu te verbeteren.” Bij VPK

Packaging, een bedrijf dat papier recycleert tot kartonnen verpakkingen, is de

energieafdeling ISO14001-gecertificeerd, en denkt men erover om het zorgsysteem in de

toekomst uit te bouwen voor het hele bedrijf. Katrien Ponnet, intern milieucoördinator bij

VPK, getuigt: “In de energieafdeling werd het zorgsysteem aanvankelijk gepercipieerd als

een lastige en moeilijke verplichting, omdat er heel wat procedures en documenten in orde

moesten gebracht worden. Stilaan worden de voordelen nu wel duidelijker. In het begin is

dat allemaal erg abstract, maar na een tijd groeit het besef dat zo’n milieuzorgsysteem een

nuttig instrument is om zaken te faciliteren”.

Page 25: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

16

Tabel 3.1: Vergelijking van de taken van de milieucoördinator en de eisen van een milieubeheersysteem.

Overgenomen en bewerkt van Deweerdt, 201037

.

Takenpakket milieucoördinator volgens

VLAREM

Eisen van een milieubeheersysteem

Bijdragen aan milieuvriendelijke

productiemethodes en producten

Beheersing van de werkzaamheden

Naleving van de milieuwetgeving door controle

uit te voeren en tekortkomingen te rapporteren

Wettelijke eisen: Identificatie en beoordeling van

de naleving

Uitvoeren van emissie- en immissiemetingen en

registratie van resultaten

Monitoring en meting

Bijhouden afvalstoffenregister Beheersing van de milieuregistraties

Voorstellen interne en externe communicatie Communicatie

Investeringsadvies Directiebeoordeling

Jaarverslag opmaken voor bedrijfsleiding en

CPBW

Directiebeoordeling

Jaarlijks 30 u bijscholing volgen Vakbekwaamheid, opleiding en milieubewustzijn

Het moet wel worden opgemerkt dat de principes van een milieuzorgsysteem belangrijker

zijn dan het daadwerkelijk formaliseren en certificeren van dat milieuzorgsysteem. Koen Van

Coillie ziet weinig verschil tussen bedrijven die wel dan niet ISO14001-gecertificeerd zijn,

zolang de principes maar gevolgd worden. Ook Marijke De Prins, actief als milieucoördinator

bij Stad Gent, vindt een formeel milieuzorgsysteem niet essentieel. Toch noemt ze een

aantal belangrijke voordelen. De jaarlijkse directiebeoordeling zorgt voor de zekerheid dat je

de directie aan jouw zijde hebt. Die steun van bovenuit kan je zeker gebruiken als je verder

wil gaan dan louter de wettelijke verplichtingen nakomen. Ook het feit dat binnen een MZS

duidelijke doelstellingen en afspraken worden gemaakt naar verbetering toe is een pluspunt.

3.1.3 Positie van de milieucoördinator binnen de inrichting

De milieucoördinator heeft een unieke functie en vormt vaak een schakel tussen de

bedrijfsleiding en de werkvloer. Katrien Ponnet: “Als milieucoördinator sta je vaak alleen en

heb je dikwijls het gevoel dat je aan het roepen bent in de woestijn. Als je de boodschap

naar de bedrijfsleiding moet overbrengen, moet je vooral cijfermatig gaan communiceren.

Communicatie naar beneden toe moet je helemaal anders aanpakken. Als milieucoördinator

ben je een schakel tussen hoog en laag. Helaas ben je ook vaak de ‘pispaal’ van beiden. Vele

mensen in een bedrijf zitten vast in de hiërarchische lijn. Als milieucoördinator zweef je

zowat naast het organigram”. Ponnet geeft ook aan dat wat je als milieucoördinator doet

zelden onmiddellijk aanleiding geeft tot een succes. Van bovenuit wordt er vooral toegezien

op toegezien dat de cijfers kloppen, terwijl er van onderuit vaak weerzin is bij de

werknemers als zij bepaalde dingen krijgen opgelegd met betrekking tot milieu. Riet Van de

Velde vindt het een groot voordeel dat je als milieucoördinator vrij hoog in de hiërarchische

lijn zit. Je bent namelijk verplicht om rechtstreeks te rapporteren aan het management.

Page 26: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

17

Het helpt daarbij natuurlijk om als intern milieucoördinator goed omringd te zijn binnen de

organisatie. Riet Van de Velde: “Je kan niet tegelijkertijd mobiliteitsdeskundige en

energiedeskundige zijn, en daarnaast nog alles weten over bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen.

Als milieucoördinator zet je dingen in gang, je bent een initiator.” Bij INEOS NV kan Freya

Masson beroep doen op een groot aantal deskundigen, projectmanagers en ingenieurs. Dat

laat toe dat ze te rade kan gaan bij heel wat interne specialisten voor procesgerichte

informatie. Voor een externe milieucoördinator ligt dat natuurlijk anders. Koen Van Coillie

heeft er voor gekozen met drie collega’s samen te werken in een netwerk van

milieudeskundigen, NIMBO. De samenwerking is zinvol omdat ervaring en informatie kan

worden uitgewisseld. Bovendien kunnen ook potentiële klanten naar elkaar worden

doorverwezen. Het feit dat je als extern milieucoördinator werkt voor een bedrijf heeft

volgens Van Coillie ook een belangrijk voordeel: “Als extern milieucoördinator kan je

gemakkelijker je eigen mening geven, omdat je minder rekening moet houden met alle

gevoeligheden binnen het bedrijf”.

3.1.4 Adviesverlening

In §3 van artikel 4.1.9.1.3 van VLAREM II staat het volgende: “De milieucoördinator geeft zijn

advies over elke voorgenomen investering die vanuit milieu-oogpunt relevant kan zijn. Zijn

advies wordt tijdig ingewonnen en wordt voorgelegd aan het orgaan dat de beslissing

neemt”42. Jochen De Smet van de beroepsvereniging VMx signaleert een probleem op dat

vlak: “Langs de ene kant wordt het advies van de milieucoördinator zelden gevraagd, en

daarnaast is de kennis van de milieucoördinator vaak onvoldoende om goed advies te

kunnen onderbouwen.” Koen Van Coillie heeft de indruk dat hij met betrekking tot

adviesverlening vaak achter de feiten aanloopt. In de praktijk wordt zijn advies zelden

voorafgaand aan de investering of aankoop gevraagd. Hij is wel steeds betrokken als het

echt om milieu-investeringen gaat, zoals bijvoorbeeld de installatie of aanpassing van een

waterzuiveringsinstallatie. Freya Masson van INEOS geeft adviezen over projecten van

milieutechnische aard, en kan ook haar zegje doen omtrent aankoopbeleid. Vooral als haar

adviezen van wetgevingstechnische aard zijn worden ze tot in de puntjes opgevolgd. Voorts

rapporteert ze jaarlijks aan de directie waar er mogelijkheden voor verbetering zijn. Katrien

Ponnet krijgt bij VPK regelmatig de vraag om advies met betrekking tot allerhande

investeringen en aankopen, maar dat was in haar eerste jaren bij het bedrijf veel minder het

geval. Ponnet: “Als milieucoördinator in een groot bedrijf moet je eerst enige bekendheid

verwerven vooraleer men de stap naar jou zet om je advies te vragen”.

3.1.5 Industrie versus overheid

Er zijn grote verschillen in algemeen functioneren tussen een milieucoördinator die werkt

voor de overheid ten opzichte van een milieucoördinator die actief is in de bedrijfswereld.

Marijke De Prins van Stad Gent ziet vooral een verschil in schaalgrootte. Ze werkt binnen de

context van een heuse milieudienst, wat toelaat om taken binnen de dienst te gaan

verdelen. In een bedrijf staat de milieucoördinator vaker alleen, of kan hij slechts beroep

doen op een kleinere groep medewerkers. Een ander verschil is het feit dat een

Page 27: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

18

milieucoördinator die werkt voor een overheid zowel intern als naar externe doelgroepen

toe werkt. Riet Van de Velde merkt op dat je als milieucoördinator binnen een

overheidsinstelling een meer proactieve rol op jou kan nemen, omdat niet alles wat je doet

wordt afgerekend op zijn rentabiliteit of terugverdientijd.

De aard van het bedrijf waar je bent tewerkgesteld bepaalt voor een groot stuk waarmee je

als milieucoördinator binnen dat bedrijf bezig bent. Katrien Ponnet werkt bij VPK, een bedrijf

dat via een klassiek industrieel proces gerecycleerde kartonnen verpakkingen maakt. Dit

heeft voor gevolg dat ze zich voornamelijk met emissies en rapporteringen bezighoudt.

Ponnet: “Je dagen zijn louter gevuld met het nakomen van de wettelijke verplichtingen en te

zorgen dat alles in orde is. Bij bedrijven als Colruyt of Ikea zit dat anders. Daar gaat de

milieucoördinator zich bijvoorbeeld veel meer mengen in zaken als duurzaam

aankoopbeleid. Ik heb daar gewoon geen tijd voor”. Voor Freya Masson van INEOS zijn

duurzaamheidinitiatieven vooral van milieutechnische aard. Zo ligt ze mee aan de basis van

een ingenieus CO2-captatiesysteem, die ervoor gezorgd heeft dat het bedrijf geen CO2 meer

uitstoot in de atmosfeer. Ook de bedrijfsleiding heeft een bepalende invloed op je

takenpakket, aangezien zij je het nodige geld en tijd ter beschikking moet stellen. De Prins:

“Als de bedrijfsleiding zegt dat je u moet beperkten tot conformiteit met de

milieuwetgeving, dan is dat jouw takenpakket. In andere bedrijven zal de milieucoördinator

ruimte krijgen om verder te gaan dan dat.”

3.2 Profiel en vorming van de milieucoördinator

3.2.1 Persoonlijkheidskenmerken en competenties

Onderzoek heeft uitgewezen dat karaktereigenschappen en waarden van de bedrijfsleider

een belangrijke factor zijn voor de mate waarin een bedrijf rapporteert over maatschappelijk

verantwoord ondernemen49. Zijn, analoog daaraan, bepaalde persoonlijkheidskenmerken

van de milieucoördinator bepalend voor zijn engagementen met betrekking tot

duurzaamheid? Volgens de milieucoördinatoren zelf alvast wel. Ze benadrukken dat het

belangrijk is dat je echt voor duurzaamheid wil gaan, dat je als het ware de ‘klik’ moet

maken. Koen Van Coillie verwoordt het zo: “Iemand die niet erg bezorgd is om de

milieuproblematiek kan misschien wel op papier een goede milieucoördinator zijn, maar hij

zal wellicht iets minder denken op de langetermijn naar duurzaamheid toe.” Katrien Ponnet

denkt dat je het zonder engagement naar milieu toe snel zou opgeven als milieucoördinator.

Volgens Marijke De Prins moet je in zekere mate idealistisch zijn om aan duurzaamheid te

kunnen en te willen werken. Om je idealen zoveel mogelijk in de praktijk om te zetten en

continu aan verbetering op het gebied van milieu en duurzaamheid te werken moet je echt

gedreven zijn. Ponnet voegt daar nog een hele resem karaktereigenschappen aan toe: “Je

moet een dik vel hebben, je moet veel kunnen verdragen. Je moet goed naar mensen

kunnen luisteren. Je moet open staan voor alles en iedereen. Je moet een ‘spons’ zijn, in die

zin dat je veel informatie moet kunnen absorberen.”

Page 28: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

19

Als milieucoördinator ben je een communicator, initiator en facilitator.

Communicatievaardigheden zijn dan ook erg belangrijk. Die communicatie moet goed

afgestemd zijn op de doelgroep: de bedrijfsleiding, mensen op de vloer, stakeholders, … Je

moet uiteraard ook over een grondige kennis van de milieuwetgeving beschikken, maar het

is niet de bedoeling dat je expert bent in alle mogelijke milieuthema’s. Je bent immers een

generalist die voor technische details terecht kan bij specialisten. Het is niet aan de

milieucoördinator om alles zelf uit te voeren, hij moet vooral kunnen coördineren. Daarnaast

is het binnen de context van een bedrijf interessant om ook de nodige financiële en

economische kennis te hebben. Marijke De Prins: “Maatregelen die je neemt als

milieucoördinator hebben altijd een financiële impact. Ik denk dat financiële kennis

belangrijk is om als milieucoördinator de bedrijfsleiding te overtuigen. Je moet zicht hebben

op kosten en baten”.

3.2.2 Opleiding

De programma-inhoud van cursussen van aanvullende vorming voor milieucoördinatoren

staat gepreciseerd in bijlage 2 van VLAREL, het Vlaamse Reglement inzake Erkenningen

Leefmilieu50. De programma-inhoud bestaat uit drie modules, die op hun beurt uit

verschillende deelmodules bestaan. In de bijlage 2 van VLAREL staat de precieze inhoud van

deze deelmodules in detail beschreven. Tabel 3.2 toont een algemeen overzicht van de

modules. De vorming voor milieucoördinator van het eerste niveau omvat minstens 250 uur,

terwijl voor het tweede niveau 150 uur volstaan. Kristof Jacobs en Paul Kiekens, die op de

afdeling Milieuvergunningen van het LNE onder meer met de opleiding en de vorming van

de milieucoördinatoren bezig zijn, benadrukken dat de 100 uur extra bij niveau A worden

gebruikt om op wetenschappelijk niveau wat meer diepgang te creëren. VLAREL regelt ook

de erkenning van opleidingscentra. Wat opvalt is dat de meeste opleidingen die specifiek

gericht zijn op de vorming van milieucoördinator heel sterk de modulaire opbouw van bijlage

2 van VLAREL volgen, terwijl dat voor eerder academische opleidingen (bachelor-master)

veel minder het geval is. Vanuit de overheid wordt er dan ook op toegezien dat de

programma-inhoud zoals gepreciseerd door VLAREL is geïncorporeerd in het curriculum. De

inhoud van de opleidingen wordt trouwens nu en dan geïnspecteerd. De aanvullende

vorming tot milieucoördinator is een beroepsspecifiek georiënteerde opleiding. Voor het

beroep zijn zowel een brede milieukennis als management-ondersteunende competenties

vereist. In principe kan iedereen met een masterdiploma milieucoördinator A worden,

terwijl iedereen met een bachelordiploma milieucoördinator B kan worden. Paul Kiekens:

“Dat is bewust zo gekozen op aandringen van de universiteiten zelf. Zij vonden dat een

inperking van de toelating tot technisch-wetenschappelijke diploma’s niet aangewezen is”.

Page 29: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

20

Tabel 3.2: Algemeen overzicht van de programma-inhoud van de aanvullende vorming voor

milieucoördinator.

PROGRAMMA-INHOUD EERSTE

NIVEAU (A)

TWEEDE

NIVEAU (B)

Module 1: Uitgangspunten, achtergronden en basisbegrippen 50 uur 30 uur

1.1 Grondslagen van milieuwetenschappen

1.2 Milieubeleidsvorming en instrumenten van het milieubeleid en

de overheid

1.3 Milieurecht en de formulering van milieu-eisen

Module 2: Milieubeheerssystemen in de bedrijven en functionele

taken van de milieucoördinator

60 uur 35 uur

2.1 De integratie van milieuzorg in het bedrijfsbeheer

2.2 Het opstarten van een milieuzorgsysteem in de onderneming

2.3 Controle en handhaving van milieuvoorwaarden, met inbegrip

van administratieve en procedurele aspecten

Module 3: Operationalisering en uitdieping van de taakstelling van

een milieucoördinator

140 uur 85 uur

3.1 Technologische facetten

3.2 Bedrijfseconomische en beheersfacetten

3.3 Sociale en communicatieve facetten

3.4 Methodologische aspecten

Zowel Riet Van de Velde als Marijke De Prins vinden dat duurzaam en maatschappelijk

verantwoord ondernemen te weinig aan bod komen in de programma-inhoud van de

aanvullende vorming voor milieucoördinatoren. Jochen De Smet legt dan weer meer de

nadruk op economische aspecten zoals investeringsanalyses, die van pas kunnen komen bij

het geven van onderbouwd advies. Voor Hildegard Deweerdt zou er wat meer aandacht

moeten zijn voor projectmanagement in de opleiding. Kristof Jacobs en Paul Kiekens

benadrukken dat al deze aspecten reeds zijn opgenomen in de programma-inhoud. Dit

neemt niet weg dat die programma-inhoud regelmatig aan een herevaluatie wordt

onderworpen. Indien er bepaalde noden zijn voor aanpassing van het programma, wordt

daar wel rekening mee gehouden, in overleg met de VMx en de opleidingscentra.

Milieucoördinatoren zijn verplicht om zich elk jaar voor minstens 30 uur bij te scholen. Hier

voor komen allerhande cursussen, seminaries en studiedagen in aanmerking die in de brede

zin betrekking hebben op de leefmilieuproblematiek. Paul Kiekens: “Het is in de eerste

instantie aan de milieucoördinator om te weten welke scholing voor hem van pas kan

komen. Die bijscholing is in feite een recht voor de milieucoördinator, geen verplichting.” De

overheid kan onmogelijk toezien op de inhoud van bijscholing van alle milieucoördinatoren.

De milieucoördinator moet wel kunnen bewijzen dat hij die bijscholing heeft gevolgd.

Page 30: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

21

3.3 Wetgeving en beleid

3.3.1 Bedrijfsinterne milieuzorg

Jochen De Smet is van mening dat we in Vlaanderen over een goede wetgeving beschikken

met betrekking tot bedrijfsinterne milieuzorg. In de wetgeving wordt een grote rol

toegedicht aan de milieucoördinator. De Smet: “Je kan geen twee landen noemen elders in

de wereld die zo een uitgebouwd systeem hebben om bedrijfsinterne milieuzorg te gaan

regelen. Niet dat er geen verbeteringen zouden kunnen gebeuren, maar we zijn zeker

voorlopers in Vlaanderen.” Luc Lavrysen, professor milieurecht aan de Universiteit Gent,

beaamt dit: “De functie van de milieucoördinator wordt positief gewaardeerd. Het heeft er

alleszins toe bijgedragen dat milieuzorg ernstiger wordt genomen en dat bedrijven zich veel

bewuster zijn geworden van hun milieuaspecten en de regels waaraan ze moeten voldoen.”

Dankzij de figuur van de milieucoördinator ligt de milieuzorg echt in het kamp van de

bedrijven. Professor Lavrysen ligt zelf aan de basis van de wetgeving omtrent de

bedrijfsinterne milieuzorg. Hij geeft aan dat de figuur van de milieucoördinator geïnspireerd

is op de Duitse wetgeving, met dat verschil dat men in Duitsland uitgaat van een sectorale

benadering. In Duitsland is er als het ware een afvalcoördinator, een watercoördinator, een

SEVESO-coördinator, enz.., terwijl men in Vlaanderen werkt met de geïntegreerde functie

van de milieucoördinator. Volgens Lavrysen staan we met ons systeem echt aan de top. Het

verbaast hem enigszins dat het geen navolging kent in andere landen.

De functie van de milieucoördinator zou kunnen evolueren naar die van

‘duurzaamheidscoördinator’ en aanspreekpunt ‘duurzaam ondernemen’. Dringt zich een

actualisatie op van de decretale taken van de milieucoördinator? Lavrysen toont zich geen

voorstander: “Ik zou voorzichtig zijn met het aanpassen of verbreden van de taken van de

milieucoördinator, om te vermijden dat de basistaak in verdrukking komt. De wetgeving is zo

opgesteld dat ze enkel de minimumtaken van de milieucoördinator preciseert. Niets belet de

milieucoördinator om verder te gaan dan wat decretaal van hem verwacht wordt.” Voor Paul

Kiekens van LNE is het belangrijk dat de klemtoon blijft liggen op het voorkomen en

beheersen van de milieuhinder. In het kader van de geplande omgevingsvergunning zal wel

een aanpassing gebeuren van de decretale taken. De betrokkenheid van de

milieucoördinator in de periodieke evaluaties van de omgevingsvergunning zou met name

decretaal verankerd worden.

De bestaande milieuwetgeving is niet voldoende om een volledige omschakeling naar

duurzame productie en consumptie te realiseren. Dat is dan ook een heel ambitieuze

doelstelling, waarvan de realisatie helemaal nog niet in zicht is, aldus Lavrysen. Extern

milieucoördinator Koen Van Coillie is echter van mening dat er op dit moment al te veel

regels en wetgeving van kracht zijn, en vindt net dat er zich een vereenvoudiging moet

voordoen op het gebied van wetgeving en administratie. Koen Van Coillie: “In het ideale

geval verwoordt de milieuwetgeving enkele doelstellingen die aangeven waar we naartoe

Page 31: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

22

willen als samenleving. De wijze waarop de doelstellingen worden bereikt moeten bedrijven

kunnen kiezen, zonder dat ze daarbij moeten vervallen in zeer formele taken. Het moet echt

vrijwillig groeien vanuit de bedrijven.” Voor professor Deweerdt is meer wetgeving niet

noodzakelijk beter: “Er is geen rechtstreeks verband tussen het aantal milieuwetten en de

vermindering van de milieudruk. Het is vooral belangrijk om wetten te hebben die duidelijk

zijn.”

De verordening van de Europese commissie uit 2009, inzake de vrijwillige deelneming van

Europese organisaties aan het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem EMAS38

(verordening (EG) Nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de raad) is niet echt een

succes in België. EMAS gaat als MZS verder dan ISO14001 wat betreft ondermeer

verbetering, openheid naar stakeholders en externe controle. Volgens professor Luc

Lavrysen is dit te wijten aan het feit dat er geen publicitair surplus is verbonden aan EMAS,

ten opzichte van ISO14001. Volgens hem komen de verschillen tussen ISO14001 en EMAS

onvoldoende uit de verf. Duitsland is de enige Europese lidstaat waar meer organisaties

EMAS- dan ISO-gecertificeerd zijn, omdat men daar effectief een politiek heeft rond gevoerd.

Eenzelfde aandacht en ondersteuning vanuit de overheid zou ook bij ons tot mooie

resultaten kunnen leiden.

3.3.2 De omgevingsvergunning

Op 19 april 2013 werd het voorontwerp betreffende de omgevingsvergunning principieel

goedgekeurd door de Vlaamse regering45. De omgevingsvergunning integreert en vervangt

de milieuvergunning en de stedenbouwkundige vergunning. De nieuwe

omgevingsvergunning beoogt onder andere een snellere vergunningsprocedure, een

integrale beoordeling van milieutechnische en stedenbouwkundige aspecten,

administratieve vereenvoudiging en het voorkomen van tegenstrijdige beslissingen.

Professor Lavrysen vindt de geïntegreerde vergunning in het licht van de doelstelling van

administratieve vereenvoudiging een goede zaak. Katrien Ponnet toont haar twijfels: “Ik

vrees dat de ambitie om de vergunningsaanvraag te versnellen een utopie zal blijken en dat

er van administratieve vereenvoudiging weinig in huis zal komen”. Ook Koen Van Coillie

toont zich sceptisch: “Het is niet omdat je van twee dossiers één maakt dat het plots veel

eenvoudiger zal worden.”

Over het permanente karakter van de omgevingsvergunning is Lavrysen minder enthousiast:

“Bij een vergunning van beperkte duur heeft de overheid een sterkere positie om

voorwaarden te stellen”. Er komen wel periodieke evaluaties, waarbij de milieucoördinator

zal betrokken worden. De bedoeling is om bedrijven periodiek te gaan toetsen op hun

milieuperformantie. Met de komst van de omgevingsvergunning wordt ook een

grootschalige declassering doorgevoerd, waarbij heel wat huidige klasse 1 bedrijven klasse 2

bedrijven zullen worden. De milieuvergunningsaanvraag voor klasse 2 inrichtingen wordt

behandeld door de lokale overheid. Katrien Ponnet vreest dat vele gemeenten daar niet op

voorbereid zijn. Op dit ogenblik zijn enkel klasse 1 inrichtingen, behoudens vrijstelling,

Page 32: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

23

verplicht tot aanstelling van een milieucoördinator. Moeten een aantal milieucoördinatoren

vrezen voor hun job? Neen, aldus Jochen De Smet van de beroepsvereniging VMx: “De

eerste fase van de declassering is al achter de rug. Men heeft toen besloten dat waar nu een

coördinator is aangesteld, dat zo zal blijven in de toekomst. Meer dan waarschijnlijk zal de

verplichting verdwijnen voor een aantal onbemande installaties, maar daar kunnen onze

mensen niet veel gaan doen natuurlijk”.

3.3.3 Duurzame ontwikkeling als beleidsdoelstelling

Duurzame ontwikkeling is als beleidsdoelstelling verankerd in de Belgische grondwet26. In

principe wil dat zeggen dat de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten de

doelstellingen van duurzame ontwikkeling (sociaal, economisch en ecologisch) zouden

moeten nastreven. Het grondwetartikel is echter niet echt afdwingbaar. Lavrysen: “Die

bepaling is een doelstelling die uitdrukkelijk buiten de rechtstreekse controle van de

gerechtelijke macht is gehouden. We zijn nog heel ver van de toestand waarbij alle

belangrijke beleidsdoelstellingen worden afgetoetst aan het principe van duurzame

ontwikkeling.” Koen Vanbrabant, Sustainability Coach bij Sustenuto, een MVO-advies en

studiebureau, vindt dat het beleid veel te weinig werk maakt van duurzame ontwikkeling.

Zeker op federaal niveau constateert hij een stagnatie. Op Vlaamse niveau is men vanuit de

administraties wel actief op het gebied van duurzaamheid en MVO, vooral dan op het

Departement Werk en Sociale Economie (WSE) en het Departement Leefmilieu, Natuur en

Energie (LNE). Vanbrabant: “Vanuit de administratie kan heel wat bewegen, maar het is

uiteindelijk de politiek die beslist wat er wel of niet gebeurt.” In de politiek wordt het

langetermijndenken vaak naar de achtergrond verwezen omwille van electorale

overwegingen. Jochen De Smet: “Het zou niet mogen dat, als er na verkiezingen een nieuwe

partij aan de macht komt, men helemaal van nul moet herbeginnen. Dat kan niet de

bedoeling zijn. Men begint dat zo stilaan te beseffen. Wat we nu gelukkig meer en meer zien

is dat de bevoegde administraties meer en meer met het bedrijfsleven beginnen te

samenwerken, om er voor te zorgen dat de doelstellingen wat meer consistent blijven.”

Bedrijven hebben een erg belangrijke rol in de omslag naar een duurzame economie. De

vraag is natuurlijk in hoeverre de bedrijfswereld ertoe kan aangezet worden om de

handschoen op te nemen en haar potentiële trekkersrol waar te maken. Volgens Jochen De

Smet is het technologische aspect, naast het economische aspect, erg belangrijk. Voorts

onderstreept hij de essentiële functie van de milieucoördinator, die van binnenuit de

milieuperformantie van de onderneming verhoogt en bedrijven stelselmatig vergroent.

Voorts ziet hij heil in fiscale stimuli voor bedrijven die actief kiezen voor de groene

economie. Volgens professor Deweerdt volstaat dat echter niet: “Fiscale stimuli op zich

zullen de omslag naar een groene economie niet bewerkstelligen. Heel belangrijk is de

kennis van wetenschap en technologie in bedrijven.” Centraal staat kennisoverdracht tussen

onderzoeksinstellingen, zoals VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek), en

innoverende bedrijven. In de praktijk stelt men echter vast dat er in Vlaanderen nogal weinig

ondernemingszin is, of heel wat koudwatervrees. Om de ondernemers over de streep te

Page 33: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

24

trekken is durfkapitaal nodig, bijvoorbeeld afkomstig van het IWT (het agentschap voor

Innovatie door Wetenschap en Technologie). De Smet hekelt vooral het versnipperde

subsidiebeleid, waarbij een manifest gebrek aan structurele financiering ervoor zorgt dat de

groene economie in de marge blijft zitten. Volgens hem zou een klustering van de middelen

toelaten de groene economie meer centraal te ondersteunen.

Reiken de ambities van de Vlaamse overheid op het gebied van de groene economie,

geformuleerd in Pact202027, wel ver genoeg, en zijn ze wel concreet genoeg? Volgens Jochen

De Smet gaat het vooral om mooie woorden: “Als je de vraag stelt of de groene economie

een focus is van de huidige Vlaamse regering, moet ik daar helaas neen op antwoorden. Er is

een goed milieubeleid, maar een centrale visie rond groene economie ontbreekt”. Volgens

Koen Vanbrabant legt het Pact2020 te veel de nadruk op de logistieke functie van

Vlaanderen. Daarnaast vindt hij wat er in het pact staat over duurzaamheid absoluut

onvoldoende. Hij benadrukt dat duurzaamheid in elk beleidsdomein zou moeten zitten.

Hildegard Deweerdt is positiever over het Vlaamse beleid: “Het MINA-plan28 (Milieu en

Natuurbeleidsplan 2011-2015) is best wel knap en ambitieus. De doelstellingen worden

weliswaar niet allemaal gehaald, maar alles wordt wel uitgebreid gemonitord en

gerapporteerd in zeer publieke rapporten. Het feit dat men heel open en ambitieus in het

beleid, ook al lukt het niet om alle vooropgestelde doelen te halen, is waardevol op zich.”.

De Smet is minder enthousiast over het MINA-plan als het over het stimuleren van de

groene economie aankomt: “In het plan staat nergens geuit dat de omslag naar een groene

economie prioritair is”. Toch ziet hij de toekomst rooskleurig tegemoet: “We hebben alle

troeven in huis om er te geraken: we hebben kennis- en onderzoeksinstellingen, we hebben

opleidingsinstellingen en we hebben de professionelen die het kunnen waar maken”.

3.4 Duurzame bedrijfsvoering

3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Een bedrijf doet aan maatschappelijk verantwoord ondernemen vanuit een vrijwillig

engagement. MVO vindt meer en meer ingang in het bedrijfsleven, al gaat de evolutie

eerder traag. Koen Vanbrabant van Sustenuto onderscheidt verschillende motieven die

bedrijven er toe aanzetten om MVO aan de slag te gaan. Het aantal bedrijven dat voor MVO

kiest vanuit een persoonlijke overtuiging of waardeoordeel is vooralsnog beperkt. Heel wat

bedrijven zijn met MVO en duurzaamheid bezig in het oogpunt van risicobeheersing en

reputatiemanagement. Gekende voorbeelden in dat verband zijn McDonalds, Nike en Coca-

Cola, bedrijven die heel erg in de spotlights staan. Vanbrabant: “Multinationals krijgen veel

kritiek. Die bedrijven werken rond duurzaamheid om tegemoet te komen aan opmerkingen

die vanuit de samenleving komen. Het gaat hierbij meer om pragmatisme dan idealisme.”

Een categorie wordt gevormd door bedrijven die het strategisch nut van MVO inziet. Het

gaat hierbij bijvoorbeeld om bedrijven die, in het vooruitzicht van grondstoffenschaarste,

inzetten op gesloten materialenkringlopen of Cradle 2 Cradle producten.

Page 34: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

25

Erg belangrijk zijn externe drivers die MVO van buitenaf stimuleren. Er is een toenemende

maatschappelijke druk van onderuit, in de eerste plaats van consumenten. Een recente

enquête afgenomen door consumentenorganisatie Test-Aankoop geeft aan dat het ethisch

bewustzijn van de consument er sterk op is vooruitgegaan de voorbije tien jaar51. Een

andere belangrijke driver is de overheid. Vanbrabant: “De Vlaamse overheid wil tegen 2020

voor de volle 100% duurzaam inkopen. Het gaat hierbij om zowel producten die

daadwerkelijk worden aangeschaft, als om bedrijven waarvan diensten worden aangekocht.

Dit is een belangrijke driver voor bedrijven om met duurzaamheid aan de slag te gaan”. Niet

enkel de overheid kan andere bedrijven meetrekken in het MVO-verhaal. Heel wat bedrijven

komen met MVO in aanraking via andere bedrijven, bijvoorbeeld omdat bedrijven die reeds

met duurzaamheid bezig zijn eisen stellen aan toevoerbedrijven. Koen Vanbrabant: “Het

ketenperspectief, waarbij het bedrijf niet enkel naar zichzelf kijkt, maar naar de hele keten,

wordt steeds belangrijker. Als er bij toeleveranciers van grote bedrijven misbruiken zijn op

het gebied van milieu of arbeidsomstandigheden worden die grote bedrijven daarvoor

verantwoordelijk gesteld”.

De komst van ISO26000, een internationale standaard die richtlijnen bevat hoe een bedrijf

MVO moet aanpakken, betekende een grote doorbraak in de MVO-wereld, omdat het in

2010 voor het eerst een kader schiep dat duidelijk omschreef wat duurzaam en

maatschappelijk verantwoord ondernemen inhoudt. “ISO26000 creëert een soort van

managementsysteem”, aldus Vanbrabant. “het geeft een methodiek aan om belangrijke

MVO-thema’s te identificeren en geeft richtlijnen over de aanpak om die thema’s te

integreren in de bedrijfsvoering. Voor de rapportering kan je vervolgens beroep doen op

GRI”. Het Global Reporting Initiative (GRI)52 schept een kader om aan

duurzaamheidrapportering te doen. De rapportering behandelt informatie over de

organisatie zelf (managementaanpak, omgang met stakeholders, bestuur), en alle

indicatoren die verband houden met ‘people, planet en profit’.

3.4.2 Transitie

In Pact2020 staat te lezen dat Vlaanderen moet inzetten op een competitieve en

tegelijkertijd duurzame economie27. De vraag is natuurlijk of deze twee aspecten überhaupt

wel met elkaar kunnen verzoend worden. Koen Vanbrabant geeft aan dat er op dit ogenblik

nog geen prijs staat op onduurzame praktijken, er zijn te veel externaliteiten. Hij gaat er wel

vanuit dat, omwille van de nakende grondstoffenschaarste, maatschappelijk en duurzaam

ondernemen steeds aan gewicht zal toenemen. Daarnaast stelt hij zich de vraag of duurzame

groei wel mogelijk is. Riet Van de Velde, de milieucoördinator van de Universiteit Gent, stelt

het zo: “We kunnen niet verder blijven groeien want we overschrijden de draagkracht van de

Aarde nu al tweemaal. Ik vrees dat de realiteit is dat je groei en milieudruk niet absoluut kan

loskoppelen.”

Van de Velde gelooft sterk in de rol van transitie-initiatieven. Zelf is ze één van de drijvende

krachten achter Transitie Ugent, een denktank van personeelsleden, studenten, experten en

Page 35: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

26

beleidsmensen die een langetermijn visie ontwikkelen rond duurzaamheid op de

universiteit. Ze werken rond thema’s als mobiliteit, energie, aankoop- en afvalbeheer,

voeding, onderzoek en onderwijs53. Ook de Stad Gent gaat met transitiemanagement aan de

slag, onder meer in haar ambitie om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. De Ugent en Stad

Gent zijn natuurlijk organisaties die het zich kunnen permitteren om een echt proactieve rol

te spelen op het vlak van duurzaamheid. Kan het kader van transitiemanagement werken in

de bedrijfswereld? Volgens de milieucoördinator van Stad Gent, Marijke De Prins, ligt dat

wat moeilijk: “Het uitgangspunt van transitiemanagement is het betrekken van verschillende

doelgroepen. Dat is beperkter als je binnen de context van een bedrijf werkt. Een ander

uitgangspunt zijn de langetermijndoelstellingen, wat ook al moeilijker ligt binnen de

bedrijfscontext. In het transitieverhaal ligt de weg naar de uiteindelijke doelstelling niet vast,

maar wordt die ‘en cours de route’ bepaald via transitie-experimenten. Sommige bedrijven

kunnen misschien wat experimenteren met transitie, maar het zal toch om een kleine

minderheid gaan. Dat neemt niet weg dat bedrijven echt wel een rol hebben te spelen in de

omslag naar een duurzame economie, bijvoorbeeld door innovatie.” Elisabeth Kuijken, ook

actief binnen de milieudienst van Gent, ziet wel mogelijkheden: “Binnen een

milieuzorgsysteem is de laatste stap samenwerking met verschillende partners de blik

verruimen naar de hele keten en alles wat zich daar rond bevindt. Dat valt uiteindelijk te

rijmen met het kader van transitiemanagement. Belangrijk is dat bedrijven moeten bereid

zijn om buiten de grenzen van hun eigen bedrijf te gaan kijken.” Koen Vanbrabant merkt op

dat MVO voor bedrijven meestal gaat om het matigen van de negatieve impact van hun

producten en processen. Bedrijven zijn vaak te vastgeroest aan hun kernactiviteit om de

bedrijfsvoering fundamenteel over een andere boeg te gooien.

3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

De verplichting tot aanstelling van een milieucoördinator hangt vast aan de klasse van de

exploitatie, zoals gepreciseerd in de indelingslijst van bijlage 1 van het VLAREM41. Klasse 1

inrichtingen zijn (hoofdzakelijk) industriële productiebedrijven. De dienstensector wint al

jaren terrein ten opzichte van de industrie in Vlaanderen. Zou de verplichting tot aanstelling

van een ‘duurzaamheidscoördinator’ in niet-industriële grote bedrijven en organisaties een

goed idee kunnen zijn? Kristof Jacobs en Paul Kiekens van het departement Leefmilieu,

Natuur en Energie (LNE) van de Vlaamse overheid zijn daar alvast niet van overtuigd. Jacobs:

“Er zijn andere manieren om bedrijven te stimuleren om aan duurzaam ondernemen te

doen, bijvoorbeeld via charters en subsidies.” Feit is dat veel bedrijven die geen verplichting

hebben tot aanstellen van een milieucoördinator er wel één in dienst hebben. Hildegard

Deweerdt: “Vele bedrijven hebben er hoe dan ook belang bij een aanspreekpunt voor milieu

en duurzaamheid te hebben.” Riet Van de Velde is wel voor het idee gewonnen, net als

Marijke De Prins. Het systeem van de preventieadviseur, dat van toepassing is sinds de

invoegetreding van de federale Welzijnswet in 1996, kan volgens De Prins tot voorbeeld

strekken. Zelfs in kleinere bedrijven moet er een preventieadviseur aanwezig zijn. De Prins:

“Ik denk dat een gelijkaardig systeem voor milieucoördinatoren zeker op zijn plaats zou zijn.”

Elisabeth Kuijken, die bij de milieudienst van de Stad Gent verantwoordelijk is voor

Page 36: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

27

ondermeer duurzaam aankoopbeleid en energie, sluit zich daar bij aan: “Er zal altijd wel

iemand in het bedrijf moeten zijn die de milieuthema’s op zich neemt en die als

aanspreekpunt fungeert. Ik denk dat een centrale figuur als een milieucoördinator daarvoor

het meest geschikt is.” Marijke De Prins is akkoord dat de milieucoördinator een

aanspreekpunt kan zijn voor maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen, maar

is er niet van overtuigd dat het perse de milieucoördinator moet zijn die deze taak op zich

neemt.

Koen Vanbrabant vindt dat duurzaamheid door heel het bedrijf moet gedragen worden, niet

alleen door één iemand die zich daar binnen het bedrijf mee bezighoudt: “Duurzaamheid of

MVO is geen add-on in een bedrijf die vanuit een specifieke expertise of kennisdomein

wordt aangepakt door iemand die zich daar exclusief mee bezighoudt. Ons streven is

duurzaamheid te integreren in elk proces van de bedrijfsvoering. Duurzaamheid moet dus in

elk departement van een bedrijf geïntegreerd worden. Elke persoon binnen een bedrijf zou

moeten kunnen reflecteren hoe een bepaalde activiteit beter en duurzamer kan worden

georganiseerd. Het is logisch dat het blikveld van de milieucoördinator breder gaat dan

milieuthema’s alleen. Duurzaamheid in een bedrijf gaat verder dan milieu, het gaat over hoe

het bedrijf omgaat met haar mensen en met haar omgeving, en ook over de transparantie

die een bedrijf aan de dag moet leggen. De milieucoördinator mag uiteraard een rol spelen

in MVO en DO, ik kan mij wel voorstellen dat er milieucoördinatoren met een ruim blikveld

evolueren naar de functie van MVO-coördinator.”

Page 37: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

28

4. Discussie

4.1 Een bijzonder beroep vereist bijzondere competenties

De milieucoördinator heeft een unieke positie binnen de inrichting, die daarenboven sterk

afhankelijk is van bedrijf tot bedrijf. In het ene bedrijf zal de milieucoördinator een meer

operationele functie hebben, terwijl andere milieucoördinatoren eerder een kaderfunctie

hebben. Het feit dat het precieze takenpakket van de coördinator zo variabel is en sterk

afhankelijk van onder andere de bedrijfsleiding, de sector en de schaalgrootte van het

bedrijf, maakt dat het moeilijk is om de taken van de coördinator in alle mogelijke sectoren

op dezelfde leest te schoeien. De decretale taken van de milieucoördinator vormen een

basis waarop men kan terugvallen. De precieze invulling van die taken is grotendeels

afhankelijk van bedrijf tot bedrijf. Een formeel milieuzorgsysteem kan als kader dienen om

continue verbetering binnen het bedrijf te gaan realiseren. Vooral de principes van zo’n MZS

zijn belangrijk. Een groot voordeel van een milieuzorgsysteem is dat de bedrijfsleiding actief

bij de milieuzorg wordt betrokken. Een milieucoördinator heeft in zekere zin ook de

opdracht om zijn of haar bedrijfsleiding mee te trekken in het duurzaamheidsverhaal, en een

milieuzorgsysteem kan daar zeker bij helpen.

De milieucoördinator ondersteunt en draagt de milieuengagementen van een bedrijf, en is

daarbij tegelijkertijd initiator, facilitator en communicator. Niet iedereen is in de wieg gelegd

voor deze toch wel gewichtige functie. Het is in ieder geval aangewezen om een grondige

intrinsieke interesse te hebben in de milieuproblematiek en actief overtuigd te zijn van het

belang van duurzame ontwikkeling. Om je idealen in de praktijk te kunnen omzetten moet je

bovendien gedreven zijn. Het spreekt voor zich dat communicatievaardigheden van

primordiaal belang zijn. Daarnaast is specifieke kennis over milieu vanzelfsprekend vereist.

Om op gedegen wijze adviezen te kunnen geven over investeringen die vanuit milieu-

oogpunt relevant zijn, één van de decretaal vastgelegde taken, moet de milieucoördinator

de taal van het management verstaan en begrijpen. Hij moet met andere woorden in staat

zijn om een financiële analyse te maken van investeringen.

De opleiding van milieucoördinatoren is beroepsspecifiek georiënteerd en heeft als objectief

bovengenoemde vaardigheden en kennis toe te leveren, aan te scherpen en uit te diepen.

Toch komen economische aspecten op dit ogenblik nog te weinig aan bod in het

opleidingsprogramma. Ook voor de principes van maatschappelijk verantwoord

ondernemen is op dit moment te weinig aandacht. Aanpassingen en verbeteringen van de

programma-inhoud van de beroepspecifieke opleiding van de milieucoördinator moeten er

op gericht zijn de toekomstige coördinator beter voor te bereiden op de

bedrijfseconomische context waarin hij zal terecht komen. Voor milieucoördinatoren die nu

al in het werkveld staan kan deze kennis worden aangeleverd via bijscholing.

Page 38: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

29

4.2 Onze wetgeving strekt tot voorbeeld

In het streven naar een duurzame ontwikkeling zijn zowel overheden, burgers, het

maatschappelijk middenveld en bedrijven betrokken. De milieucoördinator is binnen

bedrijven verantwoordelijk voor alles wat met milieu te maken heeft. Op die manier worden

bedrijven van binnenuit verplicht om hun verantwoordelijkheid op te nemen wat betreft het

ecologische luik van duurzame ontwikkeling. Als spilfiguur van bedrijfsinterne milieuzorg

heeft de milieucoördinator een belangrijke verantwoordelijkheid te dragen. De overheid legt

allerlei zaken op aan bedrijven via de milieuvergunning. In de eerste instantie is het de taak

van de milieucoördinator om er voor te zorgen dat aan alle verplichtingen, die in de

vergunning staan vastgelegd, is voldaan. Daarnaast moet de milieucoördinator streven naar

continue milieuzorg binnen de inrichting. Dit continu verbeterproces kan eigenlijk pas

starten wanneer conformiteit verzekerd is. Een uitbreiding van de milieuwetgeving op het

gebied van bedrijfinterne milieuzorg is voor de milieucoördinator niet aanbevelenswaardig,

omdat de slinger dan volledig naar conformiteit zou overhellen, wat geen ruimte meer laat

om in alle vrijheid duurzaamheidinitiatieven te nemen. Als de wetgeving en de decretale

taken gefocust blijven op het beheersen en verhinderen van milieuhinder, dan kunnen

bedrijven vanuit een vrijwillig engagement streven naar continue verbetering op het gebied

van milieu of andere duurzaamheidaspecten.

De wetgeving met betrekking tot bedrijfsinterne milieuzorg op zich, waarbij een belangrijke

rol is weggelegd voor de milieucoördinator, wordt over het algemeen als heel positief

ervaren. De bedoeling is dat het initiatief bij de bedrijven zelf ligt, en dat lukt met ons

systeem aardig. Het is dan ook enigszins verwonderlijk dat ons systeem geen navolging kent

in het buitenland. In Duitsland werkt men met diverse interne milieuspecialisten, terwijl we

in Vlaanderen via de milieucoördinator een echte ‘milieugeneralist’ hebben. Afgezien van

Duitsland is er geen enkel land dat een vergelijkbaar systeem hanteert. Aangezien onze

wetgeving aardig lijkt te slagen in haar opzet, kan ze eventueel als voorbeeld strekken voor

initiatieven vanwege het Europese niveau. Een Europees wetgevend initiatief dat bedrijven

in heel de EU ertoe aanzet om een milieuspecialist in huis te hebben, naar het voorbeeld van

de milieucoördinator zoals we die in Vlaanderen kennen, zou een merkbare boost kunnen

betekenen voor de bedrijfsinterne milieuzorg in heel Europa.

4.3 Een interne stimulans tot duurzaam ondernemen

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is aan een gestage opmars bezig in de

bedrijfswereld. De internationale norm ISO26000 wijst bedrijven de weg naar MVO, terwijl

de Global Reporting Initiative (GRI) richtlijnen geeft omtrent duurzaamheidverslaggeving.

Toch gaat de opmars van MVO te traag. Bedrijven worden blootgesteld aan een

toenemende druk om hun verantwoordelijkheid op te nemen op sociaal en ecologisch vlak,

zowel van onderuit via de consument als van bovenuit via de overheid. Ook andere

bedrijven kunnen een aanzet geven om met MVO te starten. In het ideale geval is er ook van

Page 39: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

30

binnenuit een sterke motivatie aanwezig om met duurzaamheid bezig te zijn. In de eerste

plaats moet het engagement van de bedrijfsleiding komen.

Duurzame ontwikkeling is op dit moment nauwelijks geïntegreerd in opleidingen in het

hoger onderwijs53,54. Duurzame ontwikkeling zou in brede zin moeten geïntegreerd zijn in

alle mogelijke opleidingen. In het bijzonder zouden economische opleidingen en

ingenieursopleidingen de noodzakelijke aandacht moeten besteden aan maatschappelijk

verantwoord ondernemen. Zo zijn jonge mensen die het later zullen ‘maken’ in de

bedrijfswereld zich bewust van de sociale en ecologische dimensies van de economie in het

geheel en ondernemen in het bijzonder. Via het project Ecocampus van LNE wordt gelukkig

tegenwoordig meer en meer aandacht besteed aan de mogelijke rol die het hoger onderwijs

kan spelen als katalysator van duurzame ontwikkeling55.

Het kan nuttig zijn om iemand intern in dienst te hebben die zich met duurzaamheid en

maatschappelijk verantwoord ondernemen bezighoudt. De milieucoördinator heeft, met zijn

brede kijk en zijn brede competenties, een ideaal profiel om die taak op zich te nemen. Toch

is het niet realistisch te veronderstellen dat de milieucoördinator zich daar in elk geval mee

moet bezighouden. Sommige milieucoördinatoren hebben het al druk genoeg met

beheersen van de milieuhinder en nakomen van de milieuwetgeving, terwijl anderen naast

milieu ook nog de functie van preventieadviseur op zich nemen. Het systeem van de

preventieadviseur, die in alle bedrijven verplicht belast is met de opgave om het welzijn en

de veiligheid van de werknemers te verzekeren, kan trouwens als voorbeeld dienen voor de

‘duurzaamheidscoördinator’. Deze duurzaamheidscoördinator zou alle engagementen van

een bedrijf op het gebied van MVO kunnen coördineren. Bijkomend onderzoek en

rondetafelgesprekken met verschillende actoren zijn nodig om de wenselijkheid van zo’n

‘duurzaamheidscoördinator’ na te gaan. Voor kleine bedrijven lijkt het systeem niet

realistisch, maar voor middelgrote tot grote ondernemingen zou het een stap vooruit

kunnen betekenen. In feite zou duurzaamheid moeten ingebakken zijn in de basiswaarden

van een bedrijf, naast bijvoorbeeld kwaliteit, welzijn van werknemers en diversiteit. In

afwachting van de eventuele komst van een duurzaamheidscoördinator kan een

geëngageerde milieucoördinator als aanspreekpunt duurzaam ondernemen fungeren.

Page 40: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

31

5. Conclusie

Deze masterproef had als bedoeling via kwalitatief onderzoek het beroep van de

milieucoördinator vanuit verschillende invalshoeken te belichten. Hierbij werd aandacht

besteed aan de eigenheden van de functie op zich, de opleiding en de vereiste

competenties. Daarnaast werd onderzocht welke rol de overheid en de bedrijven kunnen

spelen in duurzame ontwikkeling, en waar precies binnen die context de milieucoördinator

zijn plaats heeft. Deze masterproef heeft bewust een brede scope, en heeft de intentie een

verkennend onderzoek te zijn dat een aanzet kan betekenen voor verder wetenschappelijk

onderzoek enerzijds en een maatschappelijk debat anderzijds.

Uit het onderzoek blijkt dat de milieucoördinator een heel gewaardeerde en gewichtige rol

heeft in bedrijfsinterne milieuzorg. Gezien het wijde bereik van sectoren waarin

milieucoördinatoren tewerkgesteld zijn, is het takenpakket niet over één leest te schoeien

en sterk afhankelijk van bedrijf tot bedrijf. De decretale taken vormen een wettelijke basis

waarop men kan terugvallen. Er is op dit moment weinig draagvlak om deze decretale taken

uit te breiden naar duurzaamheid toe. Om de taak van adviesverlener beter te kunnen

behartigen, zou de opleiding tot milieucoördinator meer aandacht moeten besteden aan

bedrijfseconomische aspecten zoals investeringsanalyses. Daarenboven moet duurzame

ontwikkeling een persoonlijk, intrinsiek streefdoel zijn van de milieucoördinator.

Bedrijfsinterne milieuzorg wordt via de milieucoördinator op een uitstekende manier

geregeld, terwijl het welzijn, de gezondheid en de veiligheid van werknemers op een goede

manier wordt verzorgd via het systeem van de preventieadviseur. Deze twee kunnen als

voorbeeld dienen voor de nieuwe functie van duurzaamheidscoördinator, die engagementen

van een bedrijf omtrent duurzaamheid en MVO zou kunnen coördineren. Bijkomend

wetenschappelijk en maatschappelijk onderzoek is nodig om na te gaan of de invoering van

zo’n duurzaamheidscoördinator wenselijk en praktisch haalbaar is. Los daarvan kan de

milieucoördinator als hij over de nodige tijd en middelen beschikt zeker als aanspreekpunt

duurzaam ondernemen fungeren binnen het bedrijf. Met zijn brede kijk en competenties

beschikt hij over het ideale profiel.

Page 41: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

32

6. Suggesties voor verder onderzoek

Aangezien het aantal respondenten die werden bevraagd voor dit onderzoek beperkt is, is

het voorbarig om sluitende wetenschappelijke conclusies te trekken. Dit

masterproefonderzoek heeft vooral de intentie een aanzet te zijn voor bijkomend

wetenschappelijk en maatschappelijk onderzoek. Om een meer volledig beeld te hebben op

de taken en de competenties van de milieucoördinator kan worden gebruik gemaakt van

een online vragenlijst, waarbij een zo groot mogelijk aantal milieucoördinatoren wordt

bevraagd. Voorts kan het nuttig zijn om, voortgaand op de bevindingen die uit dit onderzoek

zijn voortgevloeid, een aantal mensen samen te brengen voor rondetafelgesprekken. Zo

zouden vertegenwoordigers van ondermeer de beroepsvereniging voor milieuprofessionals

(VMx), de overheid (LNE), ondernemers en academici kunnen discussiëren over de huidige

en toekomstig rol van de milieucoördinator in de bedrijfsinterne milieuzorg en in duurzaam

en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Page 42: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

33

7. Referenties 1. Jones, P.T., Jacobs, R., Terra Incognita: Globalisering, ecologie en rechtvaardige

duurzaamheid, Academia Press, 2006

2. Carson, R., Silent Spring, Houghton Miffin, 1962

3. Meadows, D. H., Meadows, D. L., Randers, J., Behrens III, W. W., Universe Books,

1972

4. World Commission on Environment and Development (WCED), Oxford University

Press, 1987

5. Wackernagel, M., Rees, W.E., ‘Perceptual and structural barriers to investing in

natural capital: Economics from an ecological footprint perspective’, Ecological

Economics, 20, 1997, 3-24

6. Hails, C., Living Planet Report 2008, WWF/Zoological Society of London/Global

Footprint Network, 2008

7. UNEP, ‘Global Environment Outlook’, 2000

8. Daly, H., Toward a Steady State Economy, Herman E. Daly, 1973

9. Daly, H., Beyond Growth, Beacon Press, 1996

10. Daly, H., Cobb, J., For the Common Good: Redirecting the Economy Towards

Community, the Environment and a Sustainable Future, Beacon Press, 1989

11. Vlaamse Milieumaatschappij, ‘MIRA Indicatorenrapport 2012’, Milieurapport

Vlaanderen, 2013

12. Gardner, G., Prugh, T., ‘Seeding the sustainable economy’, State of the world:

Innovations for a Sustainable Economy’, WorldWatch Institute, 2008, 3-17

13. Jackson, T., Prosperity Without Growth: Economics for a Finite Planet, Earthscan,

2009

14. Lomborg, B., The Skeptical Environmentalist, Cambridge University Press, 2001

15. WBCSD, ‘Sustainability Through the Market: seven keys to success’, World Business

Council for Sustainable Development, 2000

16. Elkington, J., Cannibals With Forks: The Triple Bottom Line of 21st Century Business,

New Society Publishers, 1998

17. SDC, ‘I will if you will, towards a sustainable consumption’, 2006

18. Department for Environment, Food and Rural Affairs, ‘A framework for pro-

environmental behaviours’, DEFRA, 2008

19. Jones, P.T., De Meyere, V., Terra Reversa: De transitie naar rechtvaardige

duurzaamheid

20. Loorbach, D., Transition Management, new mode of governance for sustainable

development, International Books, 2007

21. Rotmans, J., Loorbach, D., Van der Brugge, R., ‘Transitiemanagement en duurzame

ontwikkeling: co-evolutionaire sturing in het licht van complexiteit’,

Beleidswetenschap, 19 (2), 2005, 3-23

Page 43: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

34

22. Paredis, E., ‘Transition Management in Flanders. Policy context, first results and

surfacing tensions’, Onderzoekspaper voor het Steunpunt Duurzame Ontwikkeling,

CDO/Ugent, 2009

23. www.plan-c.eu

24. Van Acker et al, ‘A transition towards sustainable materials management in Flanders’,

Proc. Of the 15th AISDRC: Taking up the global challenge, 2009

25. www.duwobo.be

26. De Belgische Grondwet, Titel Ibis, Algemene Beleidsdoelstellingen van het federale

België, de gemeenschappen en de gewesten, Art. 7bis

27. Pact2020. Een nieuw toekomstpact voor Vlaanderen-20 doelstellingen, 2009

28. Milieubeleidsplan 2011-2015, LNE, 2011

29. Peeters, K., Woord vooraf bij ‘Natuur, milieu & industrie: wijzer bij het

Milieubeleidsplan’, 2006

30. Agentschap Ondernemen, infobrochure ‘Bedrijf & Milieu’, 2012

31. Infobundel ‘Milieucharter Oost-Vlaanderen’, Voka in samenwerking met provincie

Oost-Vlaanderen, 2012

32. Stad Gent, Bestuursakkoord 2013-2018, 2012

33. Deweerdt, H., Matheussen M., ‘Duurzaam en maatschappelijk verantwoord

ondernemen’, MilieuDirect (5), 2012, 22-24

34. www.mvovlaanderen.be

35. Europese Commissie, ‘Een vernieuwde EU-strategie 2011-2014 ter bevordering van

maatschappelijk verantwoord ondernemen’; Mededeling van de Commissie aan het

Europees Parlement, de raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het

Comité van de Regio’s; 2011

36. Deweerdt, H., Milieuzorg op de werkvloer, Praktische gids voor de uitbouw van een

ambitieus milieuzorgsysteem, Kluwer, 2010

37. EMAS Verordening (EC) Nr 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van

25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een

communautair milieubeheer en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van

Verordening (EC) Nr 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EC

en 2006/193/EC van de commissie.

38. http://ec.europa.eu/environment/emas/about/enviro_en.htm

39. Decreet algemene bepalingen milieubeleid (DABM), Decreet van 5 april 1995

houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, Titel III. Bedrijfsinterne

milieuzorg

40. De Pue, E., Lavrysen, L., Stryckers, P., Milieuzakboekje 2012, Leidraad voor de

milieuwetgeving in Vlaanderen, Kluwer, 2012

41. VLAREM I, Besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling

van het vlaams reglement betreffende de milieuvergunning

42. VLAREM II, Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en

sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Page 44: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

35

43. LNE, ‘Hoe de Vlaamse milieusector in kaart brengen, een verkennende analyse’,

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, 2011

44. Eersels, S., Heirman, B., De Smet, J., ‘De milieu(zorg)coördinator als katalysator voor

bedrijfsinterne milieuzorg en duurzaam ondernemen’, VMc, 2009

45. Vlaamse Regering, ‘Voorontwerp van decreet betreffende de omgevingsvergunning’,

2013

46. INR, brutotoegevoegde waarde naar hoofdbedrijfstak in het Vlaamse gewest van

2005 tot 2010, Instituut voor Nationale Rekeningen, 2012

47. http://www.belspo.be/belspo/pubobs/meth_use_quality_nl.stm

48. Mortelmans, D., Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden, Acco, 2007

49. Baele, A., The CEO’s perception on CSR: a determinant of CSR reporting, masterproef

Ugent, 2012

50. VLAREL, Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van

het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu

51. ‘Ethisch bewustzijn. Belg slikt claims niet blindelings’, Test Aankoop 575, mei 2013,

10-14

52. www.globalreporting.org

53. Transitie Ugent, ‘Samen voor een duurzame universiteit’, Universiteit Gent, 2013

54. Ceulemans, K., De Prins, M., Cappuyns, V., De Coninck, W., ‘Integration of sustainable

development in higher education’s curricula of applied economics: Large-scale

assessments, integration strategies and barriers’, Journal of Management &

Organization, 17, 2011, 621-640

55. LNE, ‘Ontwerpen voor het onbekende, Referentiekader Duurzaam Hoger Onderwijs’,

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, 2013

Page 45: Een multidisciplinaire doorlichting van het beroep van de ......3.4 Duurzame bedrijfsvoering 24 3.4.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 24 3.4.2 Transitie 25 3.4.3 De duurzaamheidscoördinator

36