Een collaborateur: een onderzoek naar collaboratie aan de hand van Willem Sassen
-
Upload
bart-pleiter -
Category
Documents
-
view
346 -
download
6
description
Transcript of Een collaborateur: een onderzoek naar collaboratie aan de hand van Willem Sassen
1
EEN COLLABORATEUR Een onderzoek naar collaboratie aan de hand van Willem Sassen
2
Naam: Bart Pleiter
Studentnummer: 2007444
Begeleider: Mevr. dr. T. de Vries
Bachelor Scriptie Geschiedenis
Rijks Universiteit Groningen
Inleverdatum: 24 – 06 – 2013 (versie 2)
E-mail: [email protected]
Telefoon: 06-10897337
3
Portret van Willem Sassen (1918-2002)
4
INHOUDSOPGAVE
Inleiding: De ontsnapping ……….……….……….……….……….……….……… 5
De ochtend van 16 december 1945
De avond ervoor
Collaboratie en Sassen
Hoofdstuk 1: Collaboratie en ‘goed’ in traditioneel en ander daglicht ……… 8
Denken over goed en fout
Elke collaborateur is uniek: geschiedschrijving van collaboratie
Motieven
Hoofdstuk 2: Het ouderlijk huis ……….……….……….……….……….………. 14
Sassen senior; Zwart Front en burgervader
Een Rooms-katholieke jeugd
Hoofdstuk 3: De collaborateur Sassen ……….………….………….…………. … 19
De stem van de SS in Nederland
Op de vlucht
Hoofdstuk 4: Ghostwriter .………….………….………………..……….…………. 23
Eichmann’s memoires
Glimlachen en doden terwijl ik glimlach
Het einde van een opmerkelijk leven
Conclusie ……….……….……….……….……….……….………….………….….. 29
Bon vivant
De kronkelende lijn
Pragmatische opportunist
Geraadpleegde literatuur en gedrukte bronnen ……….………….………….…………. ..... 33
Geraadpleegde archieven ……….………….………….…………………………….. 36
5
DE ONTSNAPPING
De ochtend van 16 December 1945
In een boerderij nabij Utrecht wilde een boer zijn werkkleren aantrekken. Tot zijn verbazing
kwam hij erachter dat zijn jas en broek weg waren. In de plaats daarvan hing aan de haak een
grauw, wit en blauw gestreept gevangenispak.
De avond ervoor
In Fort Blauwkapel, een gevangenis voor Nederlandse collaborateurs na de oorlog nabij Utrecht,
werd bij wijze van verzoening een toneelstuk gespeeld door de gevangen. De aanwezige
Canadese soldaten van de Field Security kregen een avond vol vermaak voorgeschoteld. Op het
programma stond het toneelstuk ‘Cyrano de Bergerac’ van de Fransman Rostand. Voorafgaand
aan dit stuk werd er een eenakter getiteld ‘De Ontsnapping’ opgevoerd door een paar gevangen.
De Canadezen gunden de gevangen een lolletje in de barre tijden. Onder de toneelspelers was
Willem Antonius Maria Sassen, ‘oorlogsreporter, radioverslaggever en schrijver van
hoorspelen’. Sassen kondigde zichzelf op deze wijze aan en voegde daaraan toe: ‘and last but
not least, een gevierd toneelspeler die op de planken stond in de grote schouwburgen van
Brussel, Berlijn en Parijs!’
Willem Sassen speelde zelf de SS’er die in een interneringskamp door de Canadezen
gevangen werd gehouden en wilde ontsnappen. Op het hoogtepunt van de eenakter riep Sassen:
‘Ik ga naar Londen, vader! De radio roept mij! Hier kan ik niet langer blijven! Adieu vader, ik
ga!’. Sassen verdween van het podium en het doek viel. Hij snelde de gang achter het podium
door en verdween door een tralievenster. Twee vrienden hadden tijdens het toneelstuk de tralies
doorgezaagd. De ontsnapping was tot op het kwart van de minuut gepland en alles verliep zoals
dat moest. Het toneelstuk was werkelijkheid geworden. Sassen ontsnapte uit Fort Blauwkapel en
voordat de Canadese soldaten het doorhadden was hij al een eind van de gevangenis verwijderd.
6
Collaboratie en Sassen
Willem Sassen zag het levenslicht in 1918 in de Noord-Brabantse plaats
Geertruidenberg. Hij studeerde in Nijmegen en Breda voordat hij naar de universiteit van Gent
en Leuven vertrok. Nog voor hij zijn studie kon voltooien brak de oorlog uit. Sassen vocht in
mei 1940 aan Nederlandse zijde maar na de oorlogsverklaring van Duitsland aan de Sovjet-Unie
meldde hij zich vrijwillig aan als oorlogsverslaggever bij de Waffen-SS. Sassen zou kortstondig
hoofdredacteur van De Courant / Het Nieuws van den Dag zijn voordat hij werd opgepakt en
geïnterneerd in Fort Blauwkapel.
Tegen het einde van 1945 bestonden er nog circa 130 gevangenkampen in Nederland,
waar allerlei collaborateurs verbleven. Ruim 90.000 personen werden in de – vaak provisorisch
- opgerichte kampen gevangen gehouden.1 Fort Blauwkapel stond bekend als een kamp waar
geweld en misdaden schering en inslag waren tot aan 1946. De omstandigheden waren zeer
slecht en er overleden zelfs personen in de kampen aan ondervoeding en geweld.2 De
hoeveelheid collaborateurs die in aanraking kwamen met de bijzondere rechtspleging en met de
gevangenkampen was enorm. Het zou hier gaan om ruim 300.000 Nederlanders. 280.000
duizend dossiers werden opgesteld over personen met lichte vergrijpen. Te denken valt aan
NSB-lidmaatschap. 64.000 personen kregen zwaardere straffen opgelegd, hierbij ging het vaak
om moord, mishandeling of verraad.3
Collaboratie werd pas na de oorlog een groot probleem. Koningin Wilhelmina sprak in
1941 nog over ‘een handvol landverraders, waar in een bevrijd Nederland geen plaats meer voor
zal zijn’. Na de oorlog bleken er meer personen van collaboratie verdacht dan men ooit had
kunnen denken.4 De ‘dolle, zomer’ van 1945 werd vooral gekenmerkt door het afrekenen met
voormalige collaborateurs. De woede in Nederland richtte zich volledig op de Nederlandse
collaborateurs, vooral ook omdat de meeste Duitsers uit Nederland waren verdwenen.5 De
geringste verdenking ‘fout’ te zijn geweest , was aanleiding om personen op te pakken en in
voorarrest te plaatsen.
‘Fout’ is de term die vaak gebruikt werd in de beschrijving van de Tweede
Wereldoorlog. Men was nu eenmaal ‘goed’ of ‘fout’ in de oorlog. De jaren na de Tweede
Wereldoorlog werden door dit morele standpunt gekenmerkt. Het werk van Loe de Jong, Het
1 Grevers, H, “Enkel en alleen in dit geval: Pleidooien voor de vrijlating van voormalig collaborateurs na de
Tweede Wereldoorlog in Nederland”. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden
124, no. 3 (2009): 368-389. 2 Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 12 eerste helft. (Den Haag:
SDU Uitgeverij, 1969-1994), 518. 3 Grevers, H, “Enkel en alleen in dit geval”, 370.
4 Belinfante, A.D., In plaats van bijltjesdag: de geschiedenis van de bijzondere rechtspleging na de Tweede
Wereldoorlog. (Assen: Van Gorcum, 1978), 1. 5 Wolfswinkel, R, Tussen landverraad en vaderlandsliefde: De collaboratie in naoorlogs proza. (Amsterdam:
Amsterdam University Press), 53.
7
Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, is het duidelijkste voorbeeld van het
morele standpunt als uitgangspunt. Sinds de publicatie van dit standaardwerk over de Tweede
Wereldoorlog in Nederland is er veel veranderd in de geschiedschrijving over die oorlog. Dit
essay is een vervolg op de ontwikkelingen in die vaderlandse geschiedschrijving over de
periode 1940-1945. Na de oorlog werd een duidelijke streep getrokken. Goed en fout werden
van elkaar gescheiden. ‘Foute’ personen werden opgepakt en gevangen gezet, ‘goede’ personen
vereerd om hun werkzaamheden tijdens de oorlog. Maar met het vergaan van de jaren zijn er
kronkels in diezelfde streep geconstateerd. En in sommige gevallen is de streep een brede baan.
Willem Sassen was één van de zo vele Nederlandse collaborateurs die gevangen werd
genomen. Elke opgepakte collaborateur had een eigen verhaal, motief of wereldbeeld. Het is
daarom lastig om duidelijke categorieën te onderscheiden. Het historische debat over
collaboratie is echter wel omvangrijk. Na de oorlog verschenen veel publicaties over
collaboratie en in de loop der jaren is de aandacht voor de collaborateur alleen maar
toegenomen. De centrale vraag van deze scriptie luidt dan ook als volgt; hoe past Willem Sassen
in het historische debat over collaboratie?
In het eerste hoofdstuk staat het historische debat centraal. Daarnaast zal de
ontwikkeling in de geschiedschrijving en het beeld en stereotypering van collaborateurs naar
voren komen. Kan er bijvoorbeeld een profiel geschetst worden van een collaborateur of zijn er
overeenkomende motieven te vinden? In het tweede en derde hoofdstuk wordt er dieper in
gegaan op het leven van Willem Sassen. De daarbij horende subvragen gaan over de motieven
en de vormen van collaboratie Welke motieven en ideologie had Sassen bijvoorbeeld en hoe
past dit in het historisch debat? In het vierde hoofdstuk zal de periode na de oorlog van Willem
Sassen worden behandeld. Het zal blijken dat hij na de oorlog bepaald geen anoniem bestaan
opbouwde buiten Nederland. In de conclusie wordt het antwoord gegeven op de hoofdvraag, de
verschillende deelonderwerpen zullen aangeven hoe Sassen in het historische debat van
collaboratie past. Feit is op voorhand al dat Sassen één van de vele collaborateurs tijdens de
oorlog was. Het is de spannende en avontuurlijke persoonlijkheid van Sassen welke zorgt dat
het verhaal zo uniek is en soms wel onwaarschijnlijk lijkt.
Deze scriptie is tot stand gekomen door literatuuronderzoek en het gebruik van
primaire bronnen. Het gebruik van bronnen afkomstig uit archieven geeft daarnaast een
bijzonder goed inzicht in het denkbeeld van Willem Sassen. Hierbij dient op voorhand
opgemerkt te worden dat het veelal gaat om ondervragingen na de oorlog. Een vertekend beeld
om zo zijn positie als gevangene te verbeteren is zeer goed mogelijk. De bronnen uit
archiefinstellingen en de literatuur zijn het in ieder geval eens over het feit dat Willem Sassen
één van de meest buitengewone Nederlanders van de twintigste eeuw moet zijn geweest.
8
COLLABORATIE EN ‘GOED’ IN TRADITIONEEL EN ANDER DAGLICHT
Denken over goed en fout
Willem Sassen was een ‘foute’ man, maar zeker niet de enige in Nederland tijdens de Tweede
Wereldoorlog. De geschiedschrijving in de eerste 30 jaren na de oorlog met betrekking op
personen werd overheerst door goed en fout. Het waren vooral de helden van het verzet die
voorkwamen in de meeste publicaties. De tendens om de jaren 1940-1945 zo zwart-wit te
schetsen of in termen van goed en fout, begon al snel en hield stand tot de jaren tachtig van de
twintigste eeuw. Na de oorlog was de Nederlandse samenleving vooral uit op wraak op
diegenen die met de bezetter hadden samengewerkt. Collaboratie speelde een grote rol na de
oorlog en wie samen had gewerkt met de bezetter was automatisch fout. In de jaren zestig werd
het denken in termen van goed en fout versterkt. Het monumentale werk Het Koninkrijk der
Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog van Loe de Jong beschrijft de bezettingsperiode
vanuit het morele oordeel over collaboratie en verzet 6
Het was een invalshoek die erg voor de
hand lag, omdat het de mogelijkheid bood om zeer veel gebeurtenissen een plaats te geven.7
Het denken in termen van goed en fout is nog altijd een voor de hand liggende
constructie voor historici om de bezettingsperiode te beschrijven. Hans Blom schrijft hierover in
zijn inaugurele oratie van 1983: ‘In nagenoeg alle publicaties over Nederland in de Tweede
Wereldoorlog was de strijd tussen het nationaal-socialisme en fascisme enerzijds en de
tegenstanders daarvan anderzijds en de posities die daarin werden ingenomen het ordenend
principe’.8 Het was dezelfde Blom die in 1983 met een belangrijk pleidooi voor de
geschiedschrijving over de bezettingstijd kwam. In zijn oratie In de ban van goed en fout?
pleitte hij voor een systematische en internationaal vergelijkende manier van beschrijven en een
analyse van de stemming, mentaliteit en beleving van de bevolking in die bezettingstijd.9 Met
deze stap verzette Blom zich tegen het heersende goed/fout denken. Het volgen van andere
wegen bleek nodig om de bezettingsperiode goed te beschrijven; men bleek nooit helemaal
zwart of wit, laat staan goed of fout. Volgens Blom was een verschuiving nodig van de nadruk
op reconstructie en kwalificatie van gedrag naar meer analyse en inzicht in de achtergronden
van het gedrag. Tenslotte stelt Blom in zijn oratie dat de politiek morele vraag naar goed en fout
6 Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Delen 1-12. (Den Haag: SDU
Uitgeverij, 1969-1994). 7 Blom, J.C.H., In de ban van goed en fout? : wetenschappelijke geschiedschrijving over de bezettingstijd in
Nederland. (Bergen: Octavo, 1983). 8 Blom, J.H.C., In de ban van goed en fout: Geschiedschrijving over de bezettingstijd in Nederland.
(Amsterdam: Boom, 2007), 12. 9 Ibidem, 9-25.
9
dan doorbroken zal worden.10
Verschillende werken zagen daarna het daglicht die de positie,
gedrag en motivatie van de samenleving tijdens de bezetting uitvoerig analyseerden.11
Een derde belangrijke studie waardoor het perspectief op de bezetting veranderde is
Chris van der Heijdens Grijs verleden. Hierin concludeert hij dat er een verkeerd beeld was
ontstaan van de bezetting door in absolute termen van goed en fout te spreken; beter is het
aandacht hebben voor de verschillende grijstinten.12
Het overspannen beeld van de
bezettingstijd wil van der Heijden op die manier bestrijden en corrigeren. Duidelijke
collaboratie met de bezettende macht en het verzet ertegen hebben wel degelijk bestaan maar de
overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking modderde maar wat aan in een grijs
gebied waar juist niet de morele keuze de positie bepaalde. Op zich is dit geen nieuwe
invalshoek voor de geschiedschrijving over de bezettingsperiode. Ruwweg vanaf Blom in 1983
was het analyseren van gedrag tijdens de bezetting opgekomen. Van der Heijden sluit zich met
zijn werk Grijs verleden aan in de rij boeken welke een analytisch karakter hadden en zette zo
de trend van Blom voort in de 21e eeuw.
Met de nuancering in het denken van een dichotomie als goed en fout kwam er meer
begrip voor collaborateurs. Waar de conclusie dat Sassen fout was in de oorlog tot de jaren
tachtig voldoende was geweest, is dat nu niet meer het geval.13
De historicus dient in andere
lijnen te denken en het beeld drastisch te nuanceren. Met de verandering van het perspectief op
de bezettingstijd gaat een verandering van het denken over collaborateurs gepaard.
Elke collaborateur is uniek: geschiedschrijving van collaboratie
Een belangrijk element van het fout-denken is dat alle collaborateurs over dezelfde
kam geschoren werden. De NSB-Leider Anton Mussert staat in deze zin op gelijke voet als een
eenvoudige ambtenaar, die in dienst bleef tijdens de bezetting; allebei waren ze ‘fout’. In de
eerste plaats dient dus opgemerkt te worden dat het aanbrengen van gradaties in het collaboreren
noodzakelijk zijn. Het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies, heeft
daarom ook vanaf haar oprichting verschil gemaakt tussen een oorlogsmisdadiger, landverrader
10
Blom, J.H.C., In de ban van goed en fout?, 25. 11
Zie onder andere Groen; Landverraad (1984). Hofman; de collaborateur (1981). Houwink ten Cate; FOUT
(1992). Kampman; Kritische beschouwingen over collaboratie (2011).Noorlag; Een leven lang gezwegen
(2007). Romijn; Snel, streng en rechtvaardig (1989). Wolfswinkel; Tussen landsverraad en vaderlandsliefde
(1994). 12
Grevers, H, “Enkel en alleen in dit geval: Pleidooien voor de vrijlating van voormalig collaborateurs na de
Tweede Wereldoorlog in Nederland”. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden
124, no. 3 (2009): 368-389. 13
Sassen wordt als een beruchte en foute Nederlander gezien tijdens het Eichmann-proces. Zo schrijft het Vrije
Volk op 23 november 1960: “Sassen had een beruchte naam in de oorlog door zijn lidmaatschap van de SS en
zijn stroom van publikaties in alle mogelijke nationaal-socialistische organen.”
10
en collaborateur.14
Binnen deze drie categorieën zijn weer verschillende gradaties te
onderscheiden. Een oorlogsmisdadiger kreeg na de oorlog een hogere straf dan een landverrader
of collaborateur. Het puur samenwerken (In het Frans collaborer) was de minst erge vorm van
de drie. Een collaborateur hoefde niet een landverrader of oorlogsmisdadiger te zijn om samen
te werken met de bezettingsmacht. Andersom was dit –vanzelfsprekend- wel het geval,
oorlogsmisdadigers en landverraders waren per definitie ook een collaborateur. Willem Sassen
was zo’n collaborateur, hij werkte samen met de Duitse bezettingsmacht en publiceerde, in
Nederland en vanuit het Oostfront, voor alle mogelijke toegestane organen.
De vele verschillende vormen van collaboratie zorgen ervoor dat een eenduidig beeld
of stereotype collaborateur niet bestaat. De sociale klasse waaruit NSB’ers en andere
collaborateurs voortkwamen en ook de motieven voor collaboratie verdienen extra aandacht.
Allereerst een historiografisch overzicht van onderzoeken naar de afkomst van collaborateurs.
Een sociaal-psychologisch onderzoek naar misdadig gedrag in dienst van de Duitse bezetter
werd voor het eerst goed beschreven door Jacob Hofman in 1981.15
Tot de jaren tachtig was het
overheersende beeld van een collaborateur een geïsoleerd mens die opportunistisch ingesteld
was. Na de Duitse aanval was het vooral opportunisme dat personen er toe dreef zich bij de
NSB aan te melden en voor de Duitse bezettingsmacht te werken.16
Terwijl deze
opportunistische instelling aan discussie onderhevig was, bleef het beeld van vervreemde,
geïsoleerde personen in de samenleving bestaan. Van der Heijden stelt in zijn meer recentere
werk dat individuele NSB’ers met de nek werden aangekeken.17
In Het echec van een ‘volkse’ beweging werd door de auteur, Gerrit Andries Kooy, de
bonte verzameling van collaborateurs uiteengezet. 18
Kooy geeft een overzicht van alle, na de
bevrijding, gearresteerde inwoners van Winterswijk, die werden verdacht van samenwerking
met de Duitsers. Alle 772 personen heeft Kooy vervolgens opgedeeld in drie categorieën. De
eerste categorie bestond uit personen, die geen lid waren van een landsverraderlijke of
vijandelijke organisatie. Hieronder vielen bijvoorbeeld vrouwen, die een relatie onderhielden
met de bezettingsmacht, maar ook mannen die misprijzende opmerkingen hadden gemaakt over
de koningin. De tweede categorie bestond uit NSB-ers of oud-NSB-ers en de derde categorie
werd gevormd door personen welke geen deel uit maakten van de NSB maar wel van een andere
landsverraderlijke organisatie. Uit het onderzoek van Kooy bleek dat collaboratie en
14
Pam, M, De onderzoekers van de oorlog: het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie en het werk van dr. L.
de Jong. (Den Haag: SDU Uitgeverij, 1989), 30. 15
Hofman, J, De collaborateur: een sociaal-psychologisch onderzoek naar misdadig gedrag in dienst van de
Duitse bezetter. (Amsterdam: Boom, 1981). 16
Damsma, J. en Schumacher, E, “De strijd om Amsterdam: Een nieuwe benadering in het onderzoek naar de
NSB.” Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124, no. 3 (2009): 329-348. 17
Van der Heijden, C, Grijs verleden: Nederland en de Tweede Wereldoorlog. (Amsterdam: Contact, 2001),
210. 18
Kooy, G.A., Het echec van een "volkse" beweging : nazificatie en denazificatie in Nederland 1931-1945.
(Assen: van Gorcum, 1964).
11
samenwerken met de bezettende macht een bonte verzameling te zien geeft van allerlei soorten
activiteiten en personen. Zowel mannen als vrouwen en zelfs jeugd, die was aangesloten bij de
Nederlandse Jeugdstorm, werden verdacht van collaboratie. Volgens Hofman, die het onderzoek
van Kooy gebruikt in zijn werk, is het echter niet mogelijk om een groep collaborateurs aan de
hand van specifieke kenmerken te karakteriseren.19
Specifiek voor de SS in Nederland geldt een onderzoek van Pierik uit 1995 van een
steekproef uit honderd rouwadvertenties van overleden Nederlandse SS-soldaten. De conclusie
laat zien dat het gaat om mannen met eenvoudige ambtelijke beroepen. Een enkele
middenstander overleed aan het Oostfront vechtend voor de Duitsers en zelfs een enkele
leraar.20
De Randstad was oververtegenwoordigd en daarmee is het beeld van de katholieke
plattelandsjongen die voor de Waffen-SS vocht achterhaald. Het profiel van een SS-soldaat aan
het Oostfront, de groep waartoe Willem Sassen ook in zekere zin behoorde, is net als de
complete groep collaborateurs moeilijk te schetsen. Feit was wel dat de motieven niet alleen
ideologisch waren. Slechts 30 procent was nationaalsocialistisch georiënteerd. De andere
mannen waren overwegend a-politieke figuren.21
Motieven
Hoewel de motieven tot collaboratie sterk uiteenlopen en per collaborateur verschillen,
zijn er wel enige duidelijke patronen in terug te vinden. Het eerste belangrijke motief voor
collaboratie tijdens de oorlog was de politieke en economische situatie in de jaren voorafgaand
aan de oorlog. De politiek kwam in de jaren dertig ook in Nederland in de verdrukking,
regeringen wisselden elkaar in hoog tempo af en van echte verbetering was geen sprake. De
regeringen konden ondermeer geen goed plan ontwikkelen om de slechte economische situatie
te doen keren.22
In het begin van de jaren twintig waren in Nederland de eerste fascistische
organisaties ontstaan. In de jaren dertig bleven fascistische splinterpartijen, naast de bestaande
bekendere NSB en Zwart Front, via kranten en brochures hun ongenoegen tentoonspreiden.23
Vooral in de gebieden die zwaar getroffen waren door de crisis; Drenthe, Zuid-Groningen en
Noord-Brabant had de NSB succes. De economische en politieke situatie waren dusdanig dat
men sneller besloot om voor de NSB te kiezen en ten tijde van bezetting te kiezen voor de
19
Hofman, J, De collaborateur, 146. 20
Pierik, P, Van Leningrad tot Berlijn: Nederlandse vrijwilligers in dienst van de Duitse Waffen-SS 1941-1945.
(Nieuwegein: Aspekt, 1995), 82. 21
Zee, S. van der, Voor Führer, Volk en Vaderland: de SS in Nederland, Nederland in de SS. (Den Haag:
Kruseman’s uitgeversmaatschappij, 1975), 133. 22
Ibidem, 138. 23
Groeneveld, G, Zwaard van de geest: Het bruine boek in Nederland 1921-1945. (Nijmegen: Vantilt, 2001),
31.
12
Duitsers.24
Boeren in Drenthe gingen bijvoorbeeld één keer per jaar naar de grote stad om kleren
te kopen. Met een stem op de NSB hoopten ze simpelweg op een ommekeer, die ervoor zou
zorgen dat ze vaker dan die ene keer konden winkelen.25
Ook zagen deze mensen dat Hitler het
in Duitsland een stuk beter aanpakte. Hoewel de economie in Duitsland eerder uit het slop was
getrokken, dient hier gezegd te worden dat het in grote mate ging om de basis van de
oorlogsindustrie.
Een tweede motief, afgezien van de stemming over de politiek en economie
toentertijd, was de angst voor het communisme. In de kerk werd op zondag het communisme
afgeschilderd als ‘ideologie van de antichrist die een rechtstreekse bedreiging vormde voor de
Nederlandse samenleving’.26
Het is dan ook niet raar dat de Duitsers in hun
propagandacampagne van juni 1941 de aandacht vestigden op het communisme, om zo
vrijwilligers te ronselen voor de strijd aan het Oostfront. De ‘kruistocht tegen het Bolsjewisme’
was volgens de Duitsers van groot belang. De campagne had succes, binnen een maand hadden
bijna 1300 vrijwilligers zich aangemeld.27
Een derde motief was het opportunisme. In juni 1940 telde de NSB ruim 27.000 leden.
Aan het einde van datzelfde jaar was dat aantal opgelopen tot 50.000. Deze nieuwe leden
werden door de oudere garde minachtend betiteld als meikevers.28
Hoewel het NSB-
lidmaatschap nadelen bezat - men werd namelijk met de nek aangekeken, gehaat en zelfs
gevreesd-, had het lidmaatschap ook veel voordelen. Zo werden leden vrijgesteld van
dwangarbeid in Duitsland, de maatschappelijke positie kon door het lidmaatschap verbeterd
worden en NSB-ers konden rekenen op extra toezeggingen. Zij mochten bijvoorbeeld hun radio
en fiets houden en kregen extra voedsel en kolen.
De opportunistisch ingestelde collaborateur was vaak een a-politiek figuur. Hij/zij
collaboreerde niet omdat hij of zij het oneens was met de politiek of gedwongen werden door de
economische situatie, maar omdat de voordelen van collaboratie de enkele nadelen
overschaduwden. Deze a-politieke groep werd verder aangevuld met avonturiers,
mislukkelingen en door justitie vervolgde personen.29
In grote mate gold dit voor de SS; hierbij
sloten vele jonge avonturiers zich aan. Belust op avontuur en met de wil om iets te beleven,
trokken vele Nederlandse mannen naar het Oostfront om te vechten aan Duitse zijde.30
Toch zijn
er meer motieven dan alleen de bovengenoemde. Waar iedere collaborateur uniek is, zijn de
motieven dat ook voor diegene.
24
Van der zee, Voor Führer, Volk en Vaderland, 138 25
Zie voor het verhaal hoe een Drentse boerenzoon bij de Waffen-SS en NSB kwam: Rözer, M, “Hoe de keeper
van Titan bij de Waffen SS kwam”, Hard Gras no. 65 (april 2009). 26
Van der zee, Voor Führer, Volk en Vaderland, 138. 27
Pierik,P, Van Leningrad tot Berlijn, 78. 28
Hofman, De collaborateur, 46. 29
Veld, N.K.C.A. in ’t, De SS en Nederland. (Amsterdam: Sijthoff, 1987), 406. 30
De woorden van generaal Seyffardt van de Waffen-SS in een interview met het NSB-weekblad Volk en
Vaderland. In: Van der zee, Voor Führer, Volk en Vaderland, 133.
13
Naast deze motieven kwam in de jaren tachtig accommodatie en de
onontkoombaarheid van collaboratie op in het denken over collaboratie. In de
geschiedschrijving is de term accommodatie van Ernst Heinrich Kossmann een volledig
ingeburgerd begrip. Accommodatie behelst niet alleen gehoorzaamheid en medewerking aan
Duitse maatregelen, maar ook de overname van de maatregelen.31
Belangrijk hierbij was de
gedachte dat de Duitse bezetting vele jaren zou behelzen en dat het daarom beter was om samen
te werken. Onder de gegeven omstandigheden was elk alternatief slechter.32
Het zo goed
mogelijk schikken naar de omstandigheden was niet altijd een vrije keuze. De keuze werd ook
vaak gemaakt zonder de bedoeling met de vijand samen te werken.33
De onontkoombaarheid van collaboratie was vooral op het economische vlak van
belangrijke betekenis. Het was noodzakelijk om de Duitse orders te accepteren en zo
bedrijfsleven in gang te houden. Dit bedrijfsleven wenste men op peil te houden omdat anders
de bedrijven onder Duits beheer waren gekomen of de deportatie van werkkrachten naar
Duitsland toe zou nemen.34
Collaboratie was in andere woorden onvermijdelijk. Of men nu een
pakje sigaretten aan een Duitse soldaat verkocht, meewerkte aan het functioneren van
spoorwegen waar de bezetter ook gebruik van maakte of als ambtenaar op zijn plek bleef, in alle
gevallen diende men de belangen van de bezetter.35
31
Kossmann, E.H., De Lage Landen: 1780-1980. 2 delen. (Amsterdam:Agon, 1986), 157. 32
Romijn, P, Snel, streng en rechtvaardig: Politiek beleid inzake de bestraffing en reclassering van ‘foute’
Nederlanders 1945-1955. (Rheden: de Haan, 1989), 31. 33
Pam, De onderzoekers van de oorlog, 30. 34
Hofman, De collaborateur, 59. 35
Ibidem, 55.
14
HET OUDERLIJK HUIS
Sassen senior; Zwart Front en burgervader
Terug in de tijd. Op zes september 1910 verschenen Jan Coenraad Hubert Marie
Wilhelmus Sassen (1884) en Johanna Margaretha Maria van Bavel (1884) voor de ambtenaar
van de burgerlijke stand. Voor de beide families was het een feestdag, voor beide
hoofdpersonen misschien wel de mooiste dag van hun leven. Beiden waren dat jaar 26
geworden, nog een heel leven lag voor hen. Jan Coenraad was een manufacturier uit
Raamsdonk, Johanna de dochter van een winkelier uit Geertruidenberg.36
Hun eerste dochter
werd een jaar na de bruiloft geboren. Antoinette Maria Catherina Rosalia Sassen heette ze. In
1915 kwam daar Georgette Johanna Maria bij. Drie jaar later krijgen Jan Coenraad en Johanna
nog een kind. Ditmaal een zoon. Willem Antonius Maria Sassen ziet het levenslicht op zestien
april 1918.
Jan Coenraad Sassen werd op tien juli 1884 geboren te Ubbergen, een dorp ten oosten
van Nijmegen. Na het middelbaar onderwijs verzeilt Sassen senior in Geertruidenberg. Aldaar
werd hij raadslid en locoburgemeester.37
In de jaren twintig is Sassen senior eigenaar van een
winkel in Geertruidenberg, gespecialiseerd in woninginrichting. Sassen was bijzonder
gecharmeerd van het in 1934 opgerichte Zwart Front.38
In Geertruidenberg stond hij vooral
bekend wegens het gooien van het kerkboek naar het hoofd van de pastoor. Deze had kort
daarvoor tegen de opkomende Duitsgezinde Nationaal Socialistische Beweging (NSB)
gepredikt.39
De NSB werd twee jaar na de oprichting, in 1934 van kerkelijke zijde verboden.
Tegen een andere fascistische beweging, het Zwart Front, werd vanuit de kerk geen actie
ondernomen.40
Zwart Front werd in 1934 opgericht. Het was één van de vele fascistische
splinterpartijen, die voornamelijk in het zuiden van Nederland grote aanhang kregen. Leider van
Zwart Front was de geboren Haarlemmer – en overtuigd katholiek – Arnold Meijer. Meijer was
27 jaar oud toen hij het boek Wij Vergaan schreef. Daarin beschreef hij zijn politieke
opvattingen, die ondanks zijn jonge leeftijd al helemaal vaststonden. De democratie had het
kwaad in de wereld gebracht en het Russische communisme stond op het punt het Europese
36
Huwelijksakte Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen en Johanna Magaretha Maria van Bavel. Regionaal
Archief Tilburg (RAT), Huwelijksakten Geertruidenberg 1910, akte nr. 6. 37
Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 3 juli 1946. Brabants Historisch Informatie
Centrum (BHIC), inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2. 38
Schipper, P. de, SS-verslaggever uit Geertruidenberg. BN/DeStem, 29 januari 2005. 39
Ibidem. 40
Eerenbeemt, H.F.J.M. van den, Slotbeschouwing: Drijvende krachten in de samenleving. In: Geschiedenis van
Noord-Brabant; Deel II: emancipatie en industrialisering 1890-1945. (Amserdam: Boom, 2001), 429.
15
christendom weg te vagen. Slechts een kleine vastberaden, autoritair denkende elite kon het
gevaar keren volgens Meijer.41
In 1937 deed de partij mee aan de verkiezingen in Nederland.
Maar een groot electoraat zat er niet in voor Zwart Front. De partij van Meijer wist slechts 8.178
stemmen te winnen. Daarvan kwamen bijna vijf duizend stemmen uit Noord-Brabant.42
Sassen senior was een fanatiek aanhanger van het gedachtegoed van Zwart Front sinds
1934. Hij werd niet meteen lid. Dit gebeurde pas in 1940.43
In 1935 richtte Sassen senior, samen
met professor Veraard, het Nederlandsche-Vlaamsche Eenheidsfront op. Dit eenheidsfront had
als doel de invloed van de grote warenhuizen te bestrijden en daardoor de middenstand een
betere bestaansmogelijkheid te geven.44
In datzelfde jaar werd Sassen uit de Provinciale Staten
van Noord-Brabant geweerd, naar eigen zeggen omdat hij te lastig was in verband met zijn notie
voor de middenstanders.45
Sassen zou zich in latere jaren nog vele malen vaker sterk maken
voor de middenstanders. Samen met andere middenstanders kwam Sassen in gesprek met de
leider van Zwart Front, Arnold Meijer, over zaken die direct over de middenstand ging. In 1940
werd Sassen lid van Zwart Front, toentertijd al omgedoopt tot Nationaal Front. 46
Een jaar later -
op 1 augustus 1941 – werd Sassen lid van de NSB.47
Sassen verwachtte door zijn lidmaatschap
een betere sociaal-economische toestand.48
Dit vertelde hij in mei 1946 tijdens een verhoor dat
bij het proces verbaal hoort.
De NSB verzocht Sassen naar eigen zeggen een aantal keer om burgermeester te
worden. Ondermeer de kans om burgermeester van Breda, Roosendaal, Weert en Tilburg te
worden liet hij lopen.49
Ondertussen was Sassen vertegenwoordiger geworden van een grote
oliemaatschappij. Sassen heeft meerdere malen geprobeerd een onderhoud aan te vragen met
Rost van Tonningen om olie aangelegenheden te bespreken. Een echt onderhoud met Rost van
Tonningen heeft hij echter nooit gehad. Naast vertegenwoordiger voor een oliemaatschappij
gaat Sassen in 1943 aan de slag als NSB-burgermeester van Veghel. Van één september 1943
tot september 1944 was Sassen de door de Duitsers en NSB benoemde burgervader. En hoewel
Sassen het beste voor had met de bevolking uit de gemeente Veghel werd zijn benoeming hem
niet in dank afgenomen. Sassen was een duidelijke collaborateur die samenwerkte met de Duitse
mogendheid. De tegenstellingen tekenden zich af. Sassen was benoemd door de NSB en heulde
41
Schippers, H, Zwart en Nationaal Front: Latijns georiënteerd rechts-radicalisme in Nederland 1922-1946.
(Zeist: Vonk B.V., 1986), 69. 42
Ibidem, 111. 43
Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 27 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie
Veghel, akte nr. 239 xl2. 44
Ibidem. 45
Ibidem. 46
Ibidem. 47
Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 3 juli 1946. Brabants Historisch Informatie
Centrum (BHIC), inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2. 48 Proces verbal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 27 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie
Veghel, akte nr. 239 xl2. 49
Ibidem.
16
met de Duitsers, maar waar kon hielp hij de bevolking. Zo tekende hij stukken waarin getracht
werd personen welke naar Duitsland moesten vrij te krijgen.50
De streep tussen goed en fout was
ook in dit geval dus geen rechte, harde lijn. De lijn kronkelde en kon zowel aan de ‘goede’ kant
als de ‘foute’ kant lopen.
Dat het merendeel van de gemeente Veghel Sassen wel als een landverrader zag komt
goed tot uitdrukking in een anonieme brief aan de burgervader. De brief, getiteld Aan den
‘landverrader’ burgervader Sassen, is op één juli 1944 geschreven door een anonieme
Veghelaar. De brief is stevig van tekst. De bevolking van Veghel kon niet alle acties van
burgervader Sassen kan waarderen:
Waar bemoei jij je eigen mee, smerige indringer? Heb je begrepen dat dit uit moet zijn? als die
grapjes nog langer duren, zullen wij Veghelaars jou wel eens gauw aan je verstand brengen,
dat wij daarvan niet gediend zijn.51
Tot acties door de bevolking tegen burgermeester Sassen kwam het niet. Twee maanden na de
anonieme brief vluchtte Sassen. Op zaterdagavond drie september 1944 klonken de woorden:
‘Gij weet dat de bevrijding voor de deur staat’ uit de luidsprekers van Radio Oranje. Door het
bericht ontstond een ware bevrijdingsroes in Nederland. Het gevolg was dat onder de Duitsers
en de collaborateurs hevige paniek ontstond en deze allemaal naar veilige oorden probeerden te
vluchten. Burgervader Sassen werd uiteindelijk opgepakt en geïnterneerd in Fort Blauwkapel tot
1947 en daarna in het interneringskamp Vught.52
Zijn celstraf duurde tot vijf mei 1949.53
Jan Coenraad Sassen vertrok na de oorlog naar Duitsland. In 1962 stierf hij aan een
hartaanval te Bad Wissée, in Beieren. 54
Een Rooms-katholieke jeugd
Opgroeien in een katholiek dat gecharmeerd is van een beweging als Zwart Front
miste haar uitwerking bij Sassen junior niet. Willem Sassen werd geboren en groeide op in
Geertruidenberg. Op elf jarige leeftijd ging hij naar het Sint Dominiuscollege. Een opleiding tot
50
Getuigeverklaring van Fransicus Hendrikus van Lith in: Proces verbal Jan Coenraad Hubert Marie Willem
Sassen, 23 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2. 51
Anonieme brief; Aan den ‘landverrader’ Burgervader Sassen, 1 juli 1944. BHIC, inventaris nr. 1569
Documentatie Veghel, akte nr. 0662. 52
Uitspraak van het tribunaal voor het arrondissement te Breda inzake Jan Coenraad Hubert Marie Willem
Sassen. 27 mei 1947. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2. 53
Besluit inzake Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen. 13 november 1948. BHIC, inventaris nr. 7770
Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2. 54
Bidprentje Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen. 27 januari 1962. BHIC, inventaris nr. 1569
Documentatie Veghel, akte nr. 0662.
17
priester was het doel. Een prille ontdekking van het vrouwelijk schoon bracht hem echter op
meer wereldlijke ideeën.55
Sassen verhuisde naar het Canisiuscollege in Nijmegen. De eerste
elementen voor een heftig anti-communistische en pro-nationalistische opvattingen vonden in
Nijmegen hun oorsprong. Sassen kwam in conflict met het schoolbestuur en een verslechting in
de financiële toestand van zijn ouders was de reden dat hij het laatste jaar van zijn opleiding
genoot aan het Lyceum van Breda.56
De oorspronkelijk aanwezige neiging tot rebellie en
compromisloosheid ontwikkelden zich in dit stadium van zijn leven tot een scherpe
karaktertrek.57
Tijdens zijn studietijd was een andere grote gebeurtenis van grote invloed op de
ontwikkeling van Willem Sassen. Ter gelegenheid van de Olympische Zomerspelen van 1936
bracht hij een bezoek aan Berlijn. Sassen werd daar ten zeerste getroffen door de heerschende
jonge, vitale geest en door de Europese jeugdsolidariteit, die naar eigen zeggen een grootsche
apotheose vond tijdens de spelen.58
De bewondering voor Hitler en het Derde Rijk stak Sassen
niet onder stoelen of banken. Voor een groep studenten in Gent trad hij op met een felle, pro-
Duitse toespraak.59
Sassen studeerde in Gent rechten en sloot zich al snel aan bij de Duitsch-
Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag). Deze gemeenschap was een organisatie van Duitse
en Vlaamse academici en studenten, opgericht om de Duits-Vlaamse culturele toenadering te
bevorderen. Sassen was als student een gevierde jongen, hij dronk zijn medestudenten graag
onder tafel, was een ware vrouwenversierder, speelde toneel en regisseerde stukken. Hij maakte
zijn studie echter niet af in België, Sassen werd het land uitgewezen door zijn pro-Duitse
activiteiten. 60
Op twintigjarige leeftijd - in 1938 - ontving Willem Sassen een oproep voor militaire
dienst. Hij werd artillerist en was werkzaam tijdens mobilisatie bij het zevende regiment
veldartillerie in Utrecht. Zo’n twee jaar later zou het tot een mobilisatie komen. Ondanks de
grote sympathie welke Sassen koesterde voor Duitsland en Hitler zag hij de inval van de
Duitsers in Nederland toch als een grove schending van de vrijheid. Naar eigen zeggen raakte
Sassen in gewetensnood. Als Nederlander was het zijn plicht om de wapens op te nemen tegen
Duitsland, het land dat hij zeer bewonderde. Sassen verkoos te vechten aan Nederlandse zijde –
zo zou hij na de oorlog tijdens een verhoor verklaren – omdat hij de Duitse inval zag als
imperialisme en gewelddadige overheersing.61
55
Verhoor van Willem Sassen op 20 juli 1946 te Brussel. Nationaal Archief (NA), Centraal Archief Bijzondere
Rechtspleging (CABR), toegangsnr. 20909, inventaris nr. 31614. 56
Ibidem. 57
Ibidem. 58
Ibidem. 59
Groeneveld, G, Kriegsberichter: Nederlandse SS-oorlogsverslaggevers 1941-1945. (Nijmegen: Vantilt, 2004),
357. 60
Ibidem. 61
Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid
(BNV), toegangsnr. 20480, inventaris nr. 3217.
18
Sassen fietste na de Duitse inval naar het station van Den Bosch. Daar strandde hij
tezamen met vele andere gemobiliseerden. Wachten op de Duiters wilde Sassen niet en daarom
vorderde hij een auto om zo Middelburg en Bergen op Zoom te bereiken.62
Sassen kreeg de
taak om als tolk op te treden tussen de Nederlandse en de gestationeerde Franse soldaten in
Zeeland. Ondanks de hulp van Franse soldaten braken de Duitsers makkelijk door de stellingen
in Zeeland. Sassen werd op 17 mei als krijgsgevangene afgevoerd naar Bergen op Zoom. Aldaar
ontsnapte hij uit de barakken. Sassen keerde terug in Bergen op Zoom, haalde zijn
demobilisatiepapieren en kon weer gaan waar hij wilde.63
Sassen vertrok naar Den Haag om
toestemming te vragen naar België te mogen terugkeren. Hij kreeg geen toestemming waarop
hij een relletje veroorzaakte. Als boetedoening moest hij drie dagen in de cel zitten.64
In het eerste jaar van de bezetting deed Sassen vooral journalistiek werk. Voor zowel
Nederlandse als Vlaamse bladen schreef hij nieuwsberichten. Het gaf hem toegang tot enkele
prominenten uit Vlaams-nationalistische kringen. In het eerste jaar van de bezetting trouwde
Sassen. De uit Maastricht afkomstige Paula Fisette werd zijn vrouw. In 1941 verhuisde Sassen
met haar naar Zeist. Naar eigen zeggen onthield Sassen zich van tien mei 1940 tot 21 juni 1941,
van iedere activiteit ten gunste van de Duitsers. Dit stelde hij tijdens het verhoor door de
onderzoeksrechter op 20 juli 1946 in Brussel. Zijn reden om niet voor de Duitse
bezettingsmacht te werken was nog altijd dezelfde gedachte als bij de Duitse inval. Volgens
Sassen was het een grof imperialisme dat de Duitsers bezielde.65
Met deze verklaring probeerde
Willem Sassen zich in een beter daglicht te praten. De bewondering voor het Derde Rijk was
tijdens de oorlog nooit verloren gegaan.
62
Groeneveld, G, Kriegsberichter, 357. 63
Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, BNV, toegangsnr. 20480,
inventaris nr. 3217. 64
Ibidem. 65
Verhoor van Willem Sassen op 20 juli 1946 te Brussel. NA, CABR, toegangsnr. 20909, inventaris nr. 31614.
19
DE COLLABORATEUR SASSEN
De stem van de SS in Nederland
Op de ochtend van 22 juni 1941 hoorde Willem Sassen op de radio een verklaring van
Joseph Goebbels, minister van propaganda in Nazi-Duitsland, over het uitbreken van de oorlog
met Rusland.66
Tot de 22e juni was het vooral journalistiek werk wat Sassen deed. Sassen
schreef voor de Belgische kranten de Schelde, Nieuw Vlaanderen en Candide en voor de
Nederlandse krant de Vrijdag.67
Geïnspireerd door zijn haat voor het communisme meldde
Sassen zich nog op dezelfde dag vrijwillig aan als Nederlands oorlogsreporter.68
Deze haat voor
het communisme wijdde Sassen aan zijn Rooms-katholieke opvoeding. Immers, het
communisme was een ware bedreiging voor het geloof.
Twee weken later werd hij goedgekeurd door een keuringsarts in Den Haag. Omdat
Sassen al voor Radio Bremen had geschreven duurde zijn opleiding niet zes maanden maar kon
hij al na vier weken richting het Oostfront vertrekken.69
Bij Krakau werden de vrijwilligers uit
Nederland verder geschoold.70
Eind 1941 was Willem Sassen al aan het Oostfront gestationeerd;
in de zuidelijke frontsector.
In het voorjaar van 1942, Sassen was toen amper 24 jaar oud, was hij getuige van het
Duitse offensief in de Kaukasus.71
Één van zijn eerste berichten ging over Russische
krijgsgevangenen. Zonder al te veel moeite wist Sassen de vereiste woorden en toon te vinden
om de Russen te beschrijven.
Met zijn veertienen stonden zij op een rij. De vier eersten Tartaren, met een half door pokken
geschonden gezicht. Dan kwamen er drie Oekraïense boeren, wie men de vreugde, levend ontkomen te
zijn uit de Sovjethel, van het gezicht kon lezen. Met een primitieve houding trachtten zij zich op een
afstand te houden van de Tartaren. Dan kwamen er drie Kiergiezen, uit wier oogspleten een valse blik mij
aangluurde, een blik die niets menselijks meer had. De overigen waren vrouwen. Alleszins viel het niet
gemakkelijk, dit op het eerste gezicht vast te stellen. Haar trekken waren grof, verdierlijkt en haar
bewegingen hadden een afstootwekkende lompheid.72
66
Verhoor van Willem Sassen op 20 juli 1946 te Brussel. NA, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging
(CABR), toegangsnr. 20909, inventaris nr. 31614. 67
Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid
(BNV), toegangsnr. 20480, inventaris nr. 3217. 68
Ibidem. 69
Groeneveld, G, Kriegsberichter, 357. 70
Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid
(BNV), toegangsnr. 20480, inventaris nr. 3217. 71
Groeneveld, G, Kriegsberichter, 358. 72
Sassen, W, WAT GEVANGENEN VERTELLEN.... Willen onze vrouwen en meisjes daar eens aan denken?
In: Het Volk. 10 april 1942. Zie ook de tekst online:
http://resources2.kb.nl/010310000/articletext/010311148/DDD_010311148_0015_articletext.xml
20
Sassen werd in korte tijd de Oostfront-stem van de SS in Nederland en Vlaanderen.
Maar net als veel andere vrijwilligers raakte ook Sassen gewond. In de buurt van Rostow liep
hij een schotwond op. De kogel ging door zijn linkerbovenarm en kwam er bij zijn borst weer
uit. Sassen was tot april 1943 uit de roulatie.73
Hij verbleef in ziekenhuizen te Krakau, München
en Berlijn om vervolgens in Breda weer genezen verklaard te worden. De inmiddels weer
genezen Willem Sassen werd tot Unterscharführer bevorderd en keerde in april 1943 terug bij
Charkow aan het Oostfront. In juni 1943 besloot Zender Bremen, waarvoor enkele SS-
oorlogsverslaggevers uit Nederland werkten, hun radioberichten tijdelijk te staken. Sassen ging
voor andere radiozenders werken. Voor de zenders Luxemburg, Wenen, Die Deutsche
Europasender, Kurzwellensender en Bremen maakte hij tot juli 1944 in totaal 113 opnamen.74
Zijn hoofdwerkgever tot de invasie in 1944 was Zender Brussel. Bij deze zender was Sassen
vooral bezig met het schrijven en houden van politieke, anti-geallieerde praatjes. Sassen werkte
mee aan drie programma’s, die niet zozeer actueel waren maar meer gericht als directe
propaganda op vijandelijke troepen.75
Dat Sassen een creatieve jongeman was bleek uit een uitzending over en voor
Nederlandse zeelieden. Hij sleepte een kind in tranen voor de microfoon, het kind begreep maar
niet waarom zijn vader niet terugkwam. De apotheose lag in het einde van de uitzending. Sassen
liet het kind huilend roepen: ‘Vake kom terug!’.76
Oorlogsverslaggever Sassen was op zes juni
1944 te vinden aan het front in Normandië. Hij versloeg de gevechten rond Caen en later rond
Parijs. Korte tijd daarop was hij weer in Brussel. Op zeventien september vertrok Sassen naar
Arnhem om de gevechten aldaar te verslaan. Na drie dagen rond gezworven te hebben in de
buurt van Arnhem vertrok Sassen naar Amsterdam. In de hoofdstad werd hij gevraagd door zijn
vriend Henri Holdert - zoon van Hak Holdert, eigenaar van de Telegraaf en De Courant / Het
Nieuws van den Dag - om hoofdredacteur te worden van de krant De Courant / Het Nieuws van
den Dag. 77
De aanstelling van Sassen was dubieus. In Duitse kringen was hij inmiddels zeer
omstreden geworden door zijn eigenzinnigheid en zijn onverzadigbare geldingsdrang. In
Nederlandse kringen, waaronder de redactie van De Courant / Het Nieuws van den Dag,
bestond ook weinig sympathie voor Sassen. Een redactielid tekende in zijn dagboek op: ‘Deze
onbeschrijflijke schoft, die in een SS-pakje hoofdredacteur van de Courant speelt, gistermiddag
73 Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid
(BNV), toegangsnr. 20480, inventaris nr. 3217. 74
Groeneveld, G, Kriegsberichter, 360. 75
Ibidem, 359. 76
Ibidem, 360. 77
Wolf, M, Het geheim van de Telegraaf: Geschiedenis van een krant. (Amsterdam: Boom, 2009), 289.
21
om 5 uur stomdronken op de redactie kwam (…) zou dus hoofdredacteur van de Telegraaf
worden.’78
Bovendien kreeg Sassen door zijn voorkeur voor jenever en vrouwen de reputatie van
‘society-SS’er’. Vaak samen met de jonge Holdert was hij te vinden in het nachtleven van
Amsterdam en het Gooi.79
Soms droegen ze SS-uniformen voorzien van een opvallende kanten
kraag.80
Dat Sassen zich door zijn gedrag meteen al onmogelijk maakte bij de krant was
duidelijk. In Het Nieuws van den Dag van 23 oktober 1944 riep hij de hongerlijdende bevolking
uit de Amsterdamse volksbuurten op om op rooftocht te gaan naar voedsel en brandstof in de
betere wijken.81
Het oproepen tot een rooftocht beviel de Duitse bezettingsmacht allerminst.
Sassen werd op staande voet ontslagen. De jonge SS’er was nog geen maand hoofdredacteur
geweest.
Na deze korte carrière als hoofdredacteur werd Sassen benaderd om een
propagandakrant, genaamd Het Laatste Nieuws, op te zetten. Door de inhoud van de artikelen
zou het op een illegaal blad lijken.82
Daarnaast ging hij werken voor de radiozender ‘Het Vrije
Zuiden’, die met hetzelfde misleidend doel in het leven was geroepen. Vanuit Utrecht zond en
schreef Sassen tot letterlijk het licht uitviel door gebrek aan elektriciteit op zeven april. Op de
avond van één mei 1945 hoorde Sassen dat Adolf Hitler overleden was. Vanaf dat moment
claimt Sassen dat hij niet langer geloofde in het nationaalsocialisme.83
Samen met zijn broer
Fons vlucht Sassen naar Alkmaar waar hij op vijf juni opgepakt wordt door de Britse Field
Security. Willem Sassen belandde uiteindelijk in Fort Blauwkapel.84
Bij de ondervraging van Sassen in het kamp werd er vooral gevraagd naar een
ondergronds netwerk van Nederlandse nazi’s. Deze organisatie, genaamd Neurop, zou na een
eventuele nederlaag de strijd tegen de geallieerden voortzetten. Begin april werden ook Sassen
en zijn naaste medewerkers gevraagd om mee te doen. Het liep allemaal op niets uit en nadat
bekend werd dat Adolf Hitler was overleden viel de organisatie al snel uit elkaar.85
In zijn
ondervraging op tien en elf juli 1945 claimde Sassen dat hij Neurop had ontworpen en
georganiseerd.86
Of dit grootspraak was of de waarheid is niet bekend. Doordat de groep al snel
uit elkaar viel was er voor de Britten ook weinig aanleiding om dit verder te onderzoeken
78
Ibidem. 79
Wolf, M, Het geheim van de Telegraaf, 289. 80
Ibidem. 81
Groeneveld, G, Kriegsberichter, 361. 82
Ibidem, 362. 83
Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid
(BNV), toegangsnr. 20480, inventaris nr. 3217. 84
Ibidem. 85
Groeneveld, G, Kriegsberichter, 364 86 Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid
(BNV), toegangsnr. 20480, inventaris nr. 3217.
22
Op de vlucht
Willem Sassen ontsnapte op miraculeuze wijze uit Fort Blauwkapel. Hij groette zijn
vader voor de laatste keer in zijn leven en nam de benen. Hij vluchtte naar België, eerst naar
Antwerpen en later naar Brussel. Geholpen door Wim Persijn, een Vlaamse SS-kameraad die
oud-SS’ers hielp, kreeg hij een onderkomen, identiteitspapieren, geld en levensmiddelen. Onder
de naam André Desmedt woonde hij vlakbij het station Brussel-Noord. Toen Sassen ziek op bed
lag deed de Belgische politie een inval in de woning waar hij verbleef. De woning behoorde toe
aan Jean le Beau, een toentertijd beruchte Vlaamse gangster.87
Sassen bleek een onverwachte
vangst voor de Belgische overheid. Hij werd uitgeleverd aan Nederland en bij de grens werd hij
door een Nederlandse militaire vrachtwagen opgewacht. Een sprong uit deze vrachtwagen
zorgde ervoor dat hij opnieuw kon ontsnappen. Met een scheermesje had hij het canvas van de
overkapping opengesneden en sloeg hij opnieuw op de vlucht.88
Sassen sprong uit de
vrachtwagen nabij Utrecht. Hij liep vervolgens naar Amsterdam om aan te kloppen bij zijn
studievriend Anthony Mertens. De wegen van Mertens hadden in de oorlog de hele andere kant
op gelopen dan die van Sassen. Mertens smokkelde Britse piloten en was een actief deelnemer
aan het verzet.89
Tijdens de oorlog waren ze elkaar tegen het lijf gelopen. Sassen had geprobeerd
te interveniëren in het proces tegen de opgepakte schoonbroer van Mertens en had zijn oude
studievriend aan blanco paspoorten, persoonsbewijzen en een authentiek SD-kostuum geholpen.
90 Mertens was nu aan de beurt om Sassen te helpen. Sassen kreeg een schuilplaats en hulp bij
het vluchten. Met een vals paspoort stapte hij op 27 mei 1947 in het vliegtuig naar Dublin.91
Daar zou Sassen een bijkantoor van de firma Eximorg (Export en Import Organisatie) gaan
oprichten. Eximorg was een bedrijf dat als dekmantel werd gebruikt om voortvluchtige ex-
nazi’s te helpen vluchten en om grote sommen geld te verplaatsen. Lang bleef Sassen niet in
Dublin want zijn eigenzinnigheid deed hem besluiten om verder te reizen. Samen met zijn
tweede vrouw Miep van der Voort, die hij in 1941 had leren kennen, en hun inmiddels vijfjarige
dochter vertrok Sassen naar Argentinië. Hij had een kapitein met een SS-verleden bereid
gevonden om voor een forse vergoeding de oversteek naar Zuid-Amerika te wagen. Sassen
zette, na een hachelijke reis, in 1948 voor het eerst voet aan wal in Argentinië.
87
Groeneveld, G, Kriegsberichter, 364. 88
Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann. (Leuven: van Halewyck, 1998), 14. 89
Amerongen, M. van, Hoe Willem Sassen de jacht op Eichmann ten slotte won. Nederlands Instituut voor
Oorlogsdocumentatie (NIOD), knipselmap Willem Sassen. Map: KB I 5993 90
Ibidem. 91 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 25.
23
GHOSTWRITER
Eichmann’s memoires
De eerste maanden van Willem Sassen in zijn nieuwe thuisland Argentinië waren niet
gemakkelijk. Hij woonde in de krottenwijk van Buenos Aires en verdiende een kleine zakcent
met het vertalen van Shakespeare, Goethe en Schiller in het Spaans.92
Sassen zocht contact met
andere SS-ers en nazi’s die een veilig onderkomen hadden gevonden in Argentinië. Hij
hernieuwde zijn vriendschap met Wilfred von Oven die tijdens de oorlog secretaris voor
perszaken onder propagandaminister Goebbels was geweest. Von Oven gaf het Duitstalig blad
Freie Presse in Buenos Aires uit; Sassen ging na een paar maanden voor hem werken.93
Via von
Oven leerde Sassen Eberhardt Fritsche kennen. Fritsche was de uitgever van Der Weg, een
Duits nazi-propagandablad dat ook in Duitsland en Oostenrijk veel lezers had. Ook voor Der
Weg ging Sassen aan de slag. Eind 1948 had Sassen goed betaald werk, schreef voor een blad
dat gretig aftrek vond en stond weer midden in de gemeenschap van Nazi ballingen.
Fritsche en Sassen hadden elkaar in 1948 ontmoet. Dat ze elkaar later nodig zouden
hebben werd al snel duidelijk. Fritsche verbond Sassen aan zijn uitgeverij omdat de Nederlander
iets kon wat de oude auteurs niet voor elkaar kregen; schrijven op een frisse, moderne en
enthousiasmerende manier.94
Sassen kreeg daardoor veel opdrachten en werk van Fritsche. De
eerste grote opdracht was het schrijven van een biografie over Hans-Ulrich Rudel, de luchtheld
aan Duitse zijde in de Tweede Wereldoorlog. Rudel was drager van de hoogste onderscheiding
binnen de orde van het Ridderkruis.95
Het boek over Rudel kreeg de titel Trotzdem. Omdat de
biografie vol stond met nationaal-socialistische taal werd het in 1960 in Duitsland op de lijst
met ‘voor de jeugd gevaarlijke geschriften’ gezet. 96
Twee jaar na Willem Sassen kwam Adolf Eichmann in Argentinië aan. Op veertien
juli 1950 zette hij voet aan wal.97
Eichmann was tijdens de oorlog hoofd van Bureau IV-B-4 dat
verantwoordelijk was voor de vernietiging van de Joodse bevolking. Het was de taak van
Eichmann te zorgen voor de Endlösung (vernietiging) van het ‘Joodse probleem’ in de door
Duitsland bezette delen van Europa. De naam Eichmann verwierf pas bekendheid door het
proces van Neurenberg. Zijn naam stond op alle lijsten van gezochte oorlogsmisdadigers en
92
Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 53. 93
ibidem 94
Stangneth, B, Eichmann in Argentinië: Het onbezorgde leven van een oorlogsmisdadiger. (Zutphen: Drukkerij
Koninklijke Wöhrmann, 2012), 155. 95
Ibidem, 151. 96
Hereth, M, Der Fall Rudel oder die hoffähigkeit der Nazi-diktatur: Protokoll einder Budestagsdebatte.
(Hamburg: Rowolht, 1977), 16. 97
Cesarani, D, Becoming Eichmann: Rethinking the life, crimes, and trial of a ‘desk murderer’. (Boston: Da
Capop Press, 2004), 209.
24
veelal bovenaan. Toen de grond onder de voeten van Eichmann te heet werd in 1950 besloot hij
te vluchtten naar Argentinië. Onder de naam Ricardo Klement, van beroep technicus, kwam
Eichmann door de immigratiedienst. Het was Rudel die Eichmann voorzag van werk. Het
netwerk van oude vriendschappen werkte goed in Argentinië. Ook Eichmann vond ook zijn plek
in de Duitse gemeenschap aldaar. Tijdens het weekend ontmoette hij zijn oude vrienden in de
ABC Bierstube in Buenos Aires.98
De twee werelden, die van Sassen en Eichmann, begonnen op
elkaar te lijken en kwamen steeds dichter naar elkaar toe te staan.
Hans-Ulrich Rudel speelde een belangrijke rol in het Argentijnse leven van Willem
Sassen. Door Rudels connecties met de Argentijns president Juan Domingo Perón kende de
levensloop van Sassen een nieuwe - bijna ongeloofwaardige - wending. Sassen werkte zich op
tot PR-adviseur van Evita Perón.99
Hij liep het presidentieel paleis in en uit en zijn kantoor was
in hetzelfde gebouw gevestigd als dat van Evita Perón. In 1952 bracht de Nederlandse Prins
Bernhard een bezoek aan Argentinië. Sassen was bij deze gelegenheid tolk omdat hij de talen
Nederlands, Duits en Spaans allemaal vloeiend sprak.100
Willem Sassen was een man met veel
talenten, zoveel was duidelijk. Maar de hunkering naar succes en erkenning bleef bestaan.
Sassen was voortdurend opzoek naar het gemakkelijk verdiende snelle geld. 101
Adolf Eichmann
had dezelfde hunkering naar erkenning en herkenning. In de ABC Bierstube schepte hij in het
openbaar op over zijn oorlogsverleden, vertelde dat hij geen oorlogsmisdadiger was maar dat hij
louter bevelen had opgevolgd en zei dat hij op een zekere dag een boek zou schrijven dat alle
andere boeken over Hitlers Derde Rijk overbodig zou maken.102
Het was niet lastig te ontdekken
dat Klement in werkelijkheid Adolf Eichmann heette.
Sassen en Fritsche zagen snel verdiend geld in de behoefte aan aandacht van
Eichmann. In 1956 - Sassen en Eichmann kenden elkaar inmiddels - stelde de Nederlander voor
om een boek te schrijven.103
Sassen zou het boek uit geven onder zijn pseudoniem Sluyse en in
de derde persoon te schrijven. Het boek zou pas na de dood van Adolf Eichmann uitgebracht
mogen worden. Eichmanns honorarium zou dan worden overgemaakt op de bankrekening van
zijn vrouw en Sassen kreeg als ghostwriter een van te voren overeengekomen bedrag.104
De gesprekken vonden vanaf april 1957 bij Sassen thuis plaats. Op de zaterdag en
zondag kwam Adolf Eichmann bij Sassen om urenlang te praten. De gesprekken gingen over
het oorlogsverleden van Eichmann en de Holocaust. Alles werd met een bandrecorder
opgenomen.105
In een keurige woonkamer op de beneden verdieping van het huis van Sassen
98
Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 64-65. 99
Ibidem, 66. 100
Groeneveld, G, Kriegsberichter, 367. 101
Stangneth, B, Eichmann in Argentinië, 303. 102
Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 125. 103
Cesarani, D, Becoming Eichmann, 218. 104
Ibidem, 128. 105
Stangneth, B, Eichmann in Argentinië, 310.
25
troffen de verschillende mannen van middelbare leeftijd elkaar. Het was een kamer vol boeken,
schilderijen en Europees meubilair met een sfeer die de gesprekken iets gewichtigs gaf. 106
Alcohol speelde ook een rol. Op de geluidsbanden is het ploppen van kurken te horen maar het
gespreksverloop zou er echter niet door zijn beïnvloed. De mannen namen de gesprekken uiterst
serieus. Ook de term ‘borrelpraat’, wat Eichmann later zou zeggen over de opnames klopte
niet.107
Het project was grootst opgezet, er werd serieus mee omgegaan en er gingen jaren
overheen. Van 1957 tot 1959 kwam Adolf Eichmann bijna elk weekend bij Sassen op bezoek.
Vaak samen met andere personen, bevriende SS-ers, die aandachtig meeluisterden en spraken.
Dat Miep Sassen hier niet altijd blij mee was mag duidelijk zijn. Toch was zij maandenlang een
attente gastvrouw van tenminste twee massamoordenaars (Eichmann en zijn vriend Rudolf
Mildner; hoofd van de Gestapo in Polen).108
Het eindresultaat van de urenlange gesprekken loog
er niet om. In totaal waren er 73 banden opgenomen en het transcript bestond uit 798 getypte
pagina’s.109
Glimlachen en doden terwijl ik glimlach
Door de week werkte Eichmann in de Mercedes-Benz fabriek, even buiten Buenos
Aires. Hij leefde een onbezorgd leven in Argentinië, niet wetende dat hij in Europa nog steeds
voorkwam op alle lijsten van gezochte oorlogsmisdadigers. Binnen de Duitse gemeenschap in
Buenos Aires wist iedereen wie de man genaamd Klement werkelijk was. Het zou na 1957 niet
lang meer duren voordat men ook in Europa en in Israël op de hoogte was van de verblijfplaats
van Adolf Eichmann.110
De Israëlische geheime dienst – de Mossad - besloot Eichmann levend
naar Israël te ontvoeren. Na een paar jaar van voorbereiding ontvoerde de Mossad hem toen hij
van de bushalte naar zijn huis liep. Binnen een minuut werd hij overmeesterd en ontvoerd.111
Op
23 mei 1960 verscheen de Israëlische premier Ben Goerion voor het parlement. Hij vertelde dat
Israël de man die verantwoordelijk was voor de uitroeiing van zes miljoen Joden in
gevangenschap had genomen en een proces zou krijgen. Een luid applaus volgde.112
Een jaar later, na een proces waarin 112 getuigen werden opgeroepen en wat bestond
uit meer dan 100 zittingen, werd Eichmann ter dood veroordeeld. Tijdens het proces riep de
houding van Eichmann controversie op. In zijn ‘glazen hok’ zat Adolf Eichmann, als een
doodgewone man. Hij leek meer op een kleurloze kantoorklerk dan een kwaadaardige
106
Stangneth, B, Eichmann in Argentinië, 308. 107
Ibidem, 311. 108
Ibidem, 307. 109
Wojak, I, Eichmanns Memoiren: Ein kritischer essay. (Frankfurt: Campus Verlag, 2001), 48. 110
Harel, I, Operatie Eichmann. (Amsterdam: Keesing BV, 1975), 32. 111
Ibidem, 184-185. 112 Cesarani, D, Becoming Eichmann, 236.
26
moordenaar. Filosofe Hannah Arendt schreef tijdens het proces dat het kwaad iets banaals had,
duizenden ijverige ambtenaren waren verantwoordelijk voor de Holocaust.113
Arendt schreef:
‘The Trouble with Eichmann was precisely that so many were like him, and that the many were
neither perverted nor sadistic, that they were, and still are, terribly and terrifyingly normal’.114
Ook Harry Mulisch beaamde dit beeld als reporter voor Elsevier tijdens het Eichmann-proces.
De beklaagde zou maar een klein radertje zijn in een veel grotere machine. Het kwaad zou in
ons allemaal zitten was zijn conclusie. Mulisch schreef dat Eichmann met dezelfde stiptheid in
zijn werk zieke negers naar moderne hospitalen had vervoerd als hij dat bevel had gekregen.115
De twee schrijvers gingen volledig mee in de verdediging die Eichmann voerde. Hij
bleef ontkennen dat hij schuldig was aan de moord op de Joden. Eichmann legde de nadruk op
het ‘Befehl ist Befehl’; hij was naar eigen zeggen een klein onderdeel in de Holocaust en had
enkel bevelen opgevolgd. Was Eichmann dan geen antisemiet maar een ijverige ambtenaar? Dit
was de vraag die bleef hangen na het proces. Juist de Sassen-tapes gaven uitkomst.
Sassen herinnerde zich een quote uit Shakespeare’s Richard III. Tijdens één van de
vele zittingen in Buenos Aires confronteerde hij Eichmann met de quote: ‘Ik kan glimlachen en
doden terwijl ik glimlach’. Waarop Sassen vervolgde: ‘Uw zoon heeft vandaag dezelfde leeftijd
als veel van de joodse kinderen die u de dood hebt ingestuurd. Hoe kan u met die gedachte
leven? Hoe kun u doden en glimlachen tegelijk? Houdt u nog steeds vol dat u niet gekweld
wordt door schuldgevoelens?’ De reactie van Eichmann was duidelijk: ‘Ik heb absoluut geen
schuldgevoelens.’116 In een andere sessie was Eichmann nog duidelijker, hij was een antisemiet,
die nog meer dan een ijverige ambtenaar het uitroeien van de Joodse bevolking als zijn
hoofddoel zag. Tegen Sassen vertelde Eichmann dat hij pas tevreden was als alle Joden waren
verdwenen:
Ik moet u zeggen, in alle eerlijkheid, dat als van de 10,3 miljoen joden getoond door (de
statistieken van) Korherr, zoals we nu weten, we 10,3 miljoen gedood hadden, dan zou ik
tevreden zijn. Ik zou zeggen: 'Oke. We hebben een vijand uitgeroeid '.117
In de woonkamer van Sassen had Eichmann zijn ware denkbeelden uitgesproken.
Tijdens het proces voerde hij vooral een verdedigingsstrategie. Het was Willem Sassen gelukt
de memoires van Eichmann op te tekenen. Sassen wist maar al te goed dat hij een bijzonder
transcript in handen had. Sassen zag meteen de mogelijkheden om geld te verdienen aan de
kidnapping van Eichmann. Enkele uren nadat bekend werd dat Eichmann vast zat in Israël reed
113
Arendt, H, Eichmann in Jerusalem: A report of the banality of evil. (Londen: Faber en Faber, 1963). 114
Ibidem, 253. 115
Mulisch, H, De zaak 40/61: een reportage. (Amsterdam: de Bezige Bij, 1962), 125. 116 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 156. 117 Cesarani, D, Becoming Eichmann, 219.
27
Sassen naar het huis van Eichmann. Hij vroeg om toestemming van Eichmann’s vrouw, Vera.
Zij kon het geld goed gebruiken dus gaf ze toestemming om het transcript te verkopen. Sassen
had reeds een koper gevonden en hij beloofde Vera Eichmann minstens 20.000 dollar in cash.
Omdat Adolf Eichmann vastzat in Israël voelde Sassen zich niet langer gebonden aan hun
eerder gemaakte afspraken.118
Hij wilde zo snel mogelijk - over de rug van Eichmann - geld
verdienen aan de tapes. Met de volmacht van Vera Eichmann op zak verkocht Sassen het
manuscript aan het Amerikaanse tijdschrift Time/LIFE. Zodra dit was geregeld reisde Sassen
door naar Europa om ook daar de transcripties te verkopen. Dat het exclusief aangekocht was
door Time/LIFE bleek voor hem geen obstakel. Het weekblad Stern was geïnteresseerd en kocht
het transcript ook.119
Sassen ging na de verkoop van het manuscript als welvarend man door het leven. De
zoon van Eichmann merkte op dat Sassen de bezitter was geworden van een gloednieuwe
Volkswagen na de verkoop van de manuscripten.120
Sassen had het geld waar hij zo op zat te
wachten en daarnaast de publiciteit die hem goed deed. Tot in de Nederlandse kranten werd hij
genoemd tijdens het Eichmann-proces. Vooral na de publicatie van de artikelen in Time/LIFE
magazine vragen Nederlandse kranten zich af of de schrijver, Wilhelm Sassen de
‘Kriegsberichtstatter’ Willem A. Sassen was; dezelfde man die in 1944 kortstondig
hoofdredacteur was van de Telegraaf.121 Hoewel bekend werd dat het de Nederlander Willem
Sassen was die met Eichmann zijn memoires had opgenomen, bleek dit geen aanleiding om
Sassen te arresteren. Toentertijd stond hij nog wel in het opsporingsregister. In 1969 werd
Sassen uit datzelfde register verwijderd. Een reden daarvoor is niet bekend. Vandaag de dag is
hierover alleen nog de aantekening te vinden dat dit is gebeurd.122
Sassen was weer een vrij
man. Nadat hij in 1976 probeerde uit te vinden of hij zich veilig in Nederland kon ophouden
was het antwoord dan ook ja. Er zouden hem van de zijde van justitie en politie geen beletselen
in de weg worden gelegd.123
Sassen ontkwam aan een vervolging in Nederland ondanks dat hij
in Argentinië bepaald geen anoniem leven leidde.
118
Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 226. 119
Ibidem, 229. 120
Ibidem, 226. 121
Is deze schrijver Nederlander? Het vrije volk: democratisch-socialistisch dagblad. 23-11-1960, pagina 15. 122
Kamp, M. van de, Door de Mazen van de wet: SS’er Willem Sassen ontkwam aan strafvervolging. Lees het
na, uitgave 1/2012. 123
Brief van de minister van Justitie aan de Maastrichtse advocaat en procureur Tripels over de vraag of Sassen
Nederland mag betreden, 26 juli 1976. NA, CABR, toegangsnr. 20909, inv. nr. 31614.
28
Het einde van een opmerkelijk leven
Na de dood van Adolf Eichmann in 1962 viel de Duitse gemeenschap in Argentinië
definitief uit elkaar. Sassen en Fritsche speelden geen rol meer en hun nationaal-socialistische
ideeën vonden geen weerklank. Het Derde Rijk en Hitler waren meer dan vijftien jaar daarvoor
ten val gebracht en het nationaal-socialisme was duidelijk op zijn terugweg. Sassen zou het over
een andere boeg moeten gooien wilde hij geld verdienen. Hij vertrok naar Rome en begon daar
een reisagentschap. Hij leefde daar onder de naam Willem S. van Elsloo. Naar eigen zeggen
overleefde hij in Rome tot twee maal toe een aanslag op zijn leven. Twee keer zonder maar ook
één schram.124
Toen hij terugkeerde naar Zuid-Amerika bleef zijn vrouw Miep in Rome. Sassen
werd ingehuurd om het imago van generaal Pinochet in Chili en dat van de Paraquaanse dictator
Stroessner op te poetsen. In Zuid-Amerika kwam Sassen een opschepperige zakenman tegen.
Deze man droeg de naam Klaus Altmann en hij deelde Sassen in vertrouwen mee dat hij één
van Eichmanns beulsknechten was geweest tijdens de oorlog. Hij was naar eigen zeggen een
echte moordenaar, geen type ambtenaar zoals Eichmann achter een bureau. Sassen stelde zijn
zakenvriend voor om samen een boek te schrijven, het snelle geld leek weer binnen bereik.
Toch kwam het dit keer niet zover, Altmann werd opgepakt wegens wapenhandel en al snel
bleek dat Sassens nieuwe vriend in het echt Klaus Barbie heette. Barbie had tijdens de oorlog de
bijnaam ‘de slachter van Lyon’ gekregen.
In de jaren tachtig speelde Sassen nog met het idee zijn manuscript over Eichmann uit
te werken tot een biografie.125
Maar toen hij begon met schrijven voelde hij geen affiniteit meer
met de tekst. Willem Sassen had geen interesse meer in Adolf Eichmann.126
Sassen sleet zijn
laatste dagen in Chili, het land waar hij voor de derde keer trouwde. Miep was achtergebleven in
Rome en zou later verhuizen naar Florida in de Verenigde Staten.127
Met zijn derde vrouw, de
Belgische Els Delbaere, kreeg hij nog een zoon op 55 jarige leeftijd. Willem Sassen overleed in
2002 in Chili. Het hoogst opmerkelijke leven van een collaborateur kwam daarmee tot een
einde.
124
Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 301. 125 Stangneth, B, Eichmann in Argentinië, 521. 126
Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 305. 127
Ibidem, 302.
29
CONCLUSIE
Bon vivant
Willem Sassen leidde bepaald geen anoniem leven, niet in Nederland, niet tijdens de
oorlog en ook na de oorlog bleef hij de Lebemann die tot alles in staat bleek. Sassen was een
veelzijdige levensgenieter, vierde graag feest, speelde toneel en bezat vele talenten. Altijd
opzoek naar het snel verdiende geld en zowel beroepsmatig als privé was hij niet bepaald
iemand van de lange adem. De geboren Brabander maakte veelvuldig gebruik van zijn twee
grootste talenten, het vermogen tot spreken en schrijven. Sassen wist zich overal binnen te
praten, sprak vijf talen vloeiend en kende zijn klassiekers. Hij was een pure bon vivant, een
schuinsmarcheerder of ook wel een ouderwetse boemelaar. Dat hij zich daarmee soms
onmogelijk maakte, zoals in het geval als hoofdredacteur van De Courant / Het Nieuws van den
Dag, deed hem weinig zo leek het. Sassen was alweer onderweg naar het volgende avontuur dat
hem nog meer voldoening, geld of publiciteit zou opleveren.
Sassen vergaarde wereldfaam toen uitkwam dat hij de memoires met Adolf Eichmann
in Argentinië schreef als ghostwriter. In de tijdschriften Time/LIFE en de Stern stond echter
nooit de echte naam van Sassen vermeld. Het werd de Nederlandse kranten echter wel duidelijk
dat het dezelfde man was als Willem A. Sassen, die tijdens de oorlog de stem van de SS was in
Nederland en Vlaanderen. Het grote doel van Sassen was om de transcripten uit te werken tot
een biografie over Eichmann. Dit kwam er echter nooit van.
De kronkelende lijn
Dat Willem Sassen ‘fout’ was tijdens de oorlog staat vast. Toch is het belangrijk om
enige nuance hierin aan te brengen. Het is de ontwikkeling in het historisch debat over
collaboratie welke goed in ogenschouw moet worden genomen. Na de oorlog werden de van
collaboratie verdachte personen opgepakt en veroordeeld. Iedereen was ‘fout’ of ‘goed’ geweest
ten tijde van Duitse bezetting. De ontwikkeling van het historisch debat begint met het
monumentale werk van Loe de Jong. In zijn werk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede
Wereldoorlog worden de jaren van oorlog bekeken vanuit het morele standpunt van ‘goed’ en
‘fout’. In de jaren tachtig bracht Hans Blom daar verandering in. Volgens Blom was een
verschuiving nodig van de nadruk op reconstructie en kwalificatie van gedrag naar meer analyse
en inzicht in de achtergronden van het gedrag. Waar eerst de streep tussen ‘goed’ en ‘fout’ een
rechte lijn was, kon diezelfde streep net zo goed kronkelen. Men bleek nooit helemaal zwart of
30
wit, laat staan ‘goed’ of ‘fout’. Sinds de jaren tachtig was het vooral de analyse en
achtergronden van ‘fout’ gedrag dat de aandacht kreeg. Ook de collaboratie van Sassen bleek
een kronkelende lijn. Hoewel hij duidelijk aan de ‘verkeerde kant’ van de streep stond tijdens de
oorlog was hij ook betrokken bij gebeurtenissen die als ‘goed’ worden beschouwd. Zo vocht hij
tijdens het uitbreken van de oorlog aan Nederlandse zijde. Naar eigen zeggen omdat hij de inval
van Duitsland zag als imperialisme en een gewelddadige overheersing. Tijdens het eerste jaar
van de bezetting onthield hij zich vervolgens van iedere activiteit ten gunste van de bezetter.
Tijdens de oorlog hielp Sassen een vriend uit het verzet aan een authentiek SD-kostuum. Een
ware verzetsdaad waardoor de lijn kan kronkelen en raar kan lopen.
Auteurs die bijdragen aan het historisch debat over collaboratie zijn het over één
waargenomen feit eens. De vele verschillende vormen van collaboratie zorgen ervoor dat een
eenduidig beeld of stereotype collaborateur niet bestaat. Iedere persoon die zich, welwillend of
niet, inmengde met de Duitse bezettingsmacht had daarvoor zijn eigen motief. Een groep
collaborateurs aan de hand van specifieke kenmerken te karakteriseren bleek na de oorlog niet
mogelijk. Sassen, één van de vele collaborateurs, werkte tijdens de oorlog direct voor de Duitse
propagandamachine door ondermeer voor de radio van Bremen en Berlijn te schrijven. Maar
zoals elke collaborateur was Sassen uniek. Zijn vorm van collaboratie had niet iets standaards
en viel niet binnen een grote categorie te plaatsen. Daarnaast was de persoonlijkheid van Sassen
dusdanig uniek dat hij in dit opzicht perfect in het geschetste beeld door historici van
collaborateurs past.
Pragmatische opportunist
Hoewel het niet mogelijk is om een stereotype collaborateur te schetsen is het wel
mogelijk om deze personen in te delen in globale categorieën. De eerste categorie personen die
ervoor kozen om te collaboreren deden dit om de economische situatie. Sassen past niet in dit
verband omdat – naar waar we zijn eigen woorden mogen geloven – dit niet de reden was tot
collaboratie. Zijn vader had een eigen onderneming en had daarnaast een zetel in de Provinciale
Staten van Noord-Brabant. De jonge Willem kon in de jaren dertig studeren en reizen. Van een
slechte financiële toestand was geen sprake.
Een tweede motief tot collaboratie was het anti-communisme. Vooral vanuit de kerk
werd er elke zondag gepredikt tegen het communisme. Sassen, die opgroeide in een streng
katholiek gezin, werd hierdoor naar eigen zeggen erg door beïnvloed. Samen met ongeveer
1300 andere vrijwilligers had hij zich in de eerste maand aangemeld toen de Duitse
bezettingsmacht opriep tot de ‘Kruistocht tegen het Bolsjewisme’. Geïnspireerd door zijn haat
voor het communisme meldde Sassen zich aan als Nederlandse oorlogsreporter. Deze haat voor
31
het communisme wijdde hij aan zijn Rooms-katholieke opvoeding. Immers, het communisme
was een ware bedreiging voor het geloof. Belangrijk is wel dat gesteld wordt dat dit de woorden
waren van Sassen in een ondervraging na de oorlog. Vastzittend in Fort Blauwkapel gaf hij zijn
anti-communistische houding als reden op voor zijn collaboratie. Sassen moet hiermee de
tijdgeest haarscherp hebben aangevoeld. Het anti-communistische gedachtegoed overheerste per
slot van rekening in West-Europa na de Tweede Wereldoorlog.
Een derde motief tot collaboratie was het opportunisme. Zo groeide het ledenaantal
van de NSB alleen al na mei 1940 tot het dubbele dan dat was voor de Duitse inval. Het
lidmaatschap bood enkele voordelen, zo mochten NSB-leden hun fietsen houden en kregen ze
extra voedselbonnen. In dit opzicht past Sassen senior in dit verhaal, zijn zoon Willem ging als
oorlogsreporter naar het Oostfront waardoor hij extra voedselbonnen kreeg. Sassen senior was
zo’n meikever, een NSB-lid die lid werd na mei 1940. Maar ook zijn zoon, Willem Sassen was
een opportunist, niet alleen in de oorlog, ook in de periode na de oorlog. De pragmatisch
ingestelde Willem Sassen was altijd opzoek naar het snel verdiende geld. Zijn vele talenten en
bijna onwaarschijnlijke verhalen maken hem tot één van de meest excentrieke Nederlanders van
de twintigste eeuw. De welbespraakte Willem Sassen was een zeer unieke collaborateur.
32
33
GERAADPLEEGDE LITERATUUR EN GEDRUKTE BRONNEN
Geraadpleegde literatuur
Abma, G, Tussen goed en fout: nieuwe gezichtspunten in de geschiedschrijving 1940-
1945. Franeker: Wever, 1986.
Arendt, H, Eichmann in Jerusalem: A report of the banality of evil. Londen: Faber en
Faber, 1963.
Armando & Sleutelaar, H, De SS’ers: Nederlandse vrijwilligers in de Tweede
Wereldoorlog. Amsterdam: de Bezige Bij, 1978.
Belinfante, A.D., In plaats van bijltjesdag: de geschiedenis van de bijzondere
rechtspleging na de Tweede Wereldoorlog. Assen: Van Gorcum, 1978.
Blom, J.H.C., In de ban van goed en fout: Geschiedschrijving over de bezettingstijd in
Nederland. Amsterdam: Boom, 2007.
Cesarani, D, Becoming Eichmann: Rethinking the life, crimes, and trial of a ‘desk
murderer’. Boston: Da Capop Press, 2004.
Damsma, J. en Schumacher, E, “De strijd om Amsterdam: Een nieuwe benadering in het
onderzoek naar de NSB.” Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der
Nederlanden 124, no. 3 (2009): 329-348.
Eerenbeemt, H.F.J.M. van den, Slotbeschouwing: Drijvende krachten in de samenleving.
In: Geschiedenis van Noord-Brabant; Deel II: emancipatie en industrialisering 1890-
1945. Amserdam: Boom, 2001.
Giefer, R, Die Rattenlinie: Fluchtwege der Nazis eine dokumentation. Frankfurt am
Main: Hain, 1991.
Goñi, U, The Real Odessa: How Perón brought the Nazi war criminals to Argentina.
Londen: Granta Books, 2002.
Grevers, H, “Enkel en alleen in dit geval: Pleidooien voor de vrijlating van voormalig
collaborateurs na de Tweede Wereldoorlog in Nederland”. Bijdragen en Mededelingen
betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124, no. 3 (2009): 368-389.
Groen, K, Landverraad: de berechting van collaborateurs in Nederland. Weesp: Fibula-
van Dishoeck, 1984.
Groeneveld, G, Kriegsberichter: Nederlandse SS-oorlogsverslaggevers 1941-1945.
Nijmegen: Vantilt, 2004.
Groeneveld, G, Zwaard van de geest: Het bruine boek in Nederland 1921-1945.
Nijmegen: Vantilt, 2001.
Harel, I, Operatie Eichmann. Amsterdam: Keesing BV, 1975.
34
Hereth, M, Der Fall Rudel oder die hoffähigkeit der Nazi-diktatur: Protokoll einder
Budestagsdebatte. Hamburg: Rowolht, 1977.
Van der Heijden, C, Grijs verleden: Nederland en de Tweede Wereldoorlog. Amsterdam:
Contact, 2001.
Hofman, J, De collaborateur: een sociaal-psychologisch onderzoek naar misdadig
gedrag in dienst van de Duitse bezetter. Amsterdam: Boom, 1981.
Houwink ten Cate, J.Th.M., Fout: getuigenissen van NSB'ers. Den Haag: SDU uitgeverij
koninginnegracht, 1992.
Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Delen 1-12.
Den Haag: SDU Uitgeverij, 1969-1994.
Kampman, D, Kritische beschouwingen over collaboratie: stereotypering van de NSB.
Assen: van Gorcum, 2011.
Kooy, G. A., Het echec van een "volkse" beweging : nazificatie en denazificatie in
Nederland 1931-1945. Utecht: Hes, 1982.
Kossmann, E.H., De Lage Landen: 1780-1980. 2 delen. Amsterdam: Agon, 1986.
Lauryssens, S, De Eichmann-erfenis. Brussel: Manteau, 1976.
Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann. Leuven: van Halewyck,
1998.
Meding, H.M., Flucht vor Nürnberg?: Deutsche en Österreichische einwanderung in
Argentinien 1945-1955. Köln: Böhlau Verlag, 1992.
Mulisch, H, De zaak 40/61: een reportage. Amsterdam: de Bezige Bij, 1988.
Noorlag, A, Een leven lang gezwegen: getuignissen van voormalige NSB’ers en hun
familie. Bedum: Profiel, 2007.
Pam, M, De onderzoekers van de oorlog: het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie en
het werk van dr. L. de Jong. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1989.
Pierik, P, Van Leningrad tot Berlijn: Nederlandse vrijwilligers in dienst van de Duitse
Waffen-SS 1941-1945. Nieuwegein: Aspekt, 1995.
Reynolds, Q, Minister of Death: The Adolph Eichmann story. Londen: Viking, 1961.
Romijn, P, Snel, Streng en rechtvaardig: politiek beleid inzake de bestraffing en
reclassering van 'foute' Nederlanders, 1945-1955. Houten: De Haan, 1989.
Schellenberg, W, The Schellenberg memoires. Londen: André Deutsch, 1956.
Schippers, H, Zwart en Nationaal Front: atijns geori nteerd rechts-radicalisme in
Nederland (1922-1946). Amsterdam: Stichting Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis, 1986.
Schneppen, H, Odessa: Vom Mythos zur Entmythisierung. In Argentinien und das Dritte
Reich: Mediale und reale Präsenz, ideologietransfer, folgewirkungen. Berlijn:
Wissenschaftlicher Verlag, 2008.
35
Sereny, G, Into that darkness: from mercy killing to mass murder. Londen: André
Deutsch, 1974.
Stangneth, B, Eichmann in Argentinië: Het onbezorgde leven van een oorlogsmisdadiger.
Zutphen: Drukkerij Koninklijke Wöhrmann, 2012.
Veld, N.K.C.A. in ’t, De SS en Nederland. Amsterdam: Sijthoff, 1987.
Vos, R, Niet voor publicatie: de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting.
Amsterdam: Sijthoff, 1988.
Walters, G, Hunting evil: How the Nazi War Criminals escaped and the hunt to bring
them to Justice. Londen: Bantam Books,2009.
Wiesenthal, S, Moordenaars onder ons. Parijs: Opera Mundi, 1966.
Wojak, I, Eichmanns Memoiren: Ein kritischer essay. Frankfurt: Campus Verlag, 2001.
Wolf, M, Het geheim van de Telegraaf: Geschiedenis van een krant. Amsterdam: Boom,
2009.
Wolfswinkel, R, Tussen landverraad en vaderlandsliefde: De collaboratie in naoorlogs
proza. Amsterdam: Amsterdam University Press.
Zee, S. van der, Voor Führer, Volk en Vaderland: de SS in Nederland, Nederland in de
SS. Den Haag: Kruseman’s uitgeversmaatschappij, 1975.
Primaire bronnen
Schipper, P. de, SS-verslaggever uit Geertruidenberg. BN/DeStem, 29 januari 2005.
Is deze schrijver Nederlander? Het Vrije Volk. 23-11-1960, pagina 15.
Sassen, W, WAT GEVANGENEN VERTELLEN.... Willen onze vrouwen en meisjes
daar eens aan denken? In: Het Volk. 10 april 1942. Zie ook de tekst online:
http://resources2.kb.nl/010310000/articletext/010311148/DDD_010311148_0015_articlet
ext.xml
36
GERAADPLEEGDE ARCHIEVEN
Brabants Historisch informatie Centrum (BHIC)
Collectie Veghel, inventarisnummer 7770.
Documentatie Veghel, inventarisnummer 1569.
Zwart Front, inventarisnummer 34.
Nationaal Archief (NA)
Ambassade van Argentinië, toegangsnummer 2.05.158, inventarisnummer 69.
Bureau Nationale Veiligheid, toegansnummer 2.04.80, inventarisnummer 3217.
Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, toegangsnummer 2.09.09,
inventarisnummer 31614.
Ministerie van Justitie, oorlogsmisdadigers, toegangsnummer 2.09.106,
inventarisnummer 266.
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD)
Knipselcollectie Sassen: KBI5993.
Knipselcollectie Eichmann: KBI1983A.
Knipselcollectie Nazi’s in Zuid Amerika: KBII1279.
Regionaal Archief Tilburg (RAT)
Huwelijksakte Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen en Johanna Magaretha
Maria van Bavel. Regionaal Archief Tilburg (RAT), Huwelijksakten Geertruidenberg
1910, akte nr. 6.