Een brug tussen gevangenis en arbeidsmarkt W hierin niet te ver gaan uit respect voor het...

16
1 1 ArbeidsmarktTopic FEBRUARI 2004 nummer 1 Aan de bak (van)uit de bak Een brug tussen gevangenis en arbeidsmarkt Zware vormen van criminaliteit halen vaak de media en vormen het spontane misdaadbeeld bij het grote publiek. Gevangenen zijn politiek weinig interessant en het straf- en detentie- beleid liet zich in het verleden vaak meevoeren op de golven van de publieke opinie. Dat ge- detineerden ook weer vrijkomen, werd weleens vergeten. In de gevangenis zijn de meest kwetsbare kansarme groepen oververtegenwoordigd. Het is al meermaals aangetoond dat louter opsluit- ing vaak een nieuwe spiraal van achterstelling en stigmatisering op gang brengt en slechts een relatief afschrikeffect heeft. Dat bijna de helft van de ex-gevangenen recidiveert, bevestigt dat een discussie over de zin van de straf in de samenleving noodzakelijk is en de criminaliteit- sproblematiek doordacht aangepakt dient te worden. Gelukkig werden al een aantal stappen in de goede richting genomen. Zo zagen de laatste jaren tal van nieuwe alternatieve gerechtelijke maatregelen en (taak)straffen het levenslicht. ie vroeger uit de gevangenis kwam, had slechts weinig kans op de arbeids- markt aan de slag te gaan. Meestal laaggeschoold, beladen met een strafblad en opboksend tegen de vele vooroordelen bij werkgevers, waren de kansen op werk zeer beperkt. Werkloosheid werd dan vaak de oorzaak van nieuwe problemen en recidive. Ondertussen is het beleid er zich gelukkig goed van bewust geworden dat werk een onmisbare factor is voor een geslaagde reïnte- gratie in de samenleving en dat degelijke ondersteunende maatregelen hierin absoluut noodzakelijk zijn. Onder impuls van Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme Landuyt startte de VDAB in september 2001 in acht Vlaamse gevangenissen een nieuw pro- gramma van arbeidstoeleiding van gedetineer- den. Het programma slaat een brug tussen gevangenis en arbeidsmarkt en biedt veel gedetineerden een beter toekomstperspectief. W Het beleid beseft steeds meer het belang van een constructieve en toekomstgerichte in- vulling van de strafuitvoering. Een goede voor- bereiding op de terugkeer in de samenleving moet dus voorop staan en hiervoor is een totaalaanpak noodzakelijk. (Ex)-gedetineerden kampen immers vaak tegelijkertijd met aller- hande sociale, emotionele en financiële proble- men. Hen na hun detentie zomaar op straat zetten heeft helemaal geen zin. Ook de Vlaamse gemeenschap is zich hiervan goed bewust en wil de reïntegratie vlotter doen verlopen. Het ambitieuze ‘strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden’, eind 2000 goedgekeurd door de Vlaamse regering, voorziet acties op het vlak van onder- wijs, beroepsopleiding, tewerkstelling, welzijn, gees-telijke gezondheidszorg, sociaal-cultureel werk en sport en ontspanning. Het begeleidingsplan ‘arbeidstoeleiding van gedetineerden’ van minister Landuyt, kortweg het ‘aan de bak-programma’, kadert binnen dit ruimere strategische plan. Na twee jaar werking wordt het in deze topic uitgebreid toegelicht. Hiervoor werden o.a. de gedetineer- den zelf geënquêteerd en detentieconsulenten geïnterviewd. 'Je kan het beschavingsniveau van een land meten door haar gevangenissen te bezoeken' – Fjodor Dostojevski >>

Transcript of Een brug tussen gevangenis en arbeidsmarkt W hierin niet te ver gaan uit respect voor het...

11

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

Aan de bak (van)uit de bakEen brug tussen gevangenis en arbeidsmarkt

Zware vormen van criminaliteit halen vaak demedia en vormen het spontane misdaadbeeldbij het grote publiek. Gevangenen zijn politiekweinig interessant en het straf- en detentie-beleid liet zich in het verleden vaak meevoerenop de golven van de publieke opinie. Dat ge-detineerden ook weer vrijkomen, werd weleensvergeten.

In de gevangenis zijn de meest kwetsbarekansarme groepen oververtegenwoordigd. Hetis al meermaals aangetoond dat louter opsluit-ing vaak een nieuwe spiraal van achterstellingen stigmatisering op gang brengt en slechts eenrelatief afschrikeffect heeft. Dat bijna de helftvan de ex-gevangenen recidiveert, bevestigt dateen discussie over de zin van de straf in desamenleving noodzakelijk is en de criminaliteit-sproblematiek doordacht aangepakt dient teworden.

Gelukkig werden al een aantal stappen in degoede richting genomen. Zo zagen de laatstejaren tal van nieuwe alternatieve gerechtelijkemaatregelen en (taak)straffen het levenslicht.

ie vroeger uit de gevangenis kwam,had slechts weinig kans op de arbeids-markt aan de slag te gaan. Meestal

laaggeschoold, beladen met een strafblad enopboksend tegen de vele vooroordelen bijwerkgevers, waren de kansen op werk zeerbeperkt. Werkloosheid werd dan vaak deoorzaak van nieuwe problemen en recidive.

Ondertussen is het beleid er zich gelukkiggoed van bewust geworden dat werk eenonmisbare factor is voor een geslaagde reïnte-gratie in de samenleving en dat degelijkeondersteunende maatregelen hierin absoluutnoodzakelijk zijn. Onder impuls van Vlaamsminister van Werkgelegenheid en ToerismeLanduyt startte de VDAB in september 2001 inacht Vlaamse gevangenissen een nieuw pro-gramma van arbeidstoeleiding van gedetineer-den. Het programma slaat een brug tussengevangenis en arbeidsmarkt en biedt veelgedetineerden een beter toekomstperspectief.

WHet beleid beseft steeds meer het belang vaneen constructieve en toekomstgerichte in-vulling van de strafuitvoering. Een goede voor-bereiding op de terugkeer in de samenlevingmoet dus voorop staan en hiervoor is eentotaalaanpak noodzakelijk. (Ex)-gedetineerdenkampen immers vaak tegelijkertijd met aller-hande sociale, emotionele en financiële proble-men. Hen na hun detentie zomaar op straatzetten heeft helemaal geen zin.

Ook de Vlaamse gemeenschap is zich hiervangoed bewust en wil de reïntegratie vlotter doenverlopen. Het ambitieuze ‘strategisch planhulp- en dienstverlening aan gedetineerden’,eind 2000 goedgekeurd door de Vlaamseregering, voorziet acties op het vlak van onder-wijs, beroepsopleiding, tewerkstelling, welzijn,gees-telijke gezondheidszorg, sociaal-cultureelwerk en sport en ontspanning.

Het begeleidingsplan ‘arbeidstoeleiding vangedetineerden’ van minister Landuyt, kortweghet ‘aan de bak-programma’, kadert binnen dit ruimere strategische plan. Na twee jaarwerking wordt het in deze topic uitgebreidtoegelicht. Hiervoor werden o.a. de gedetineer-den zelf geënquêteerd en detentieconsulentengeïnterviewd.

'Je kan het beschavingsniveau van een land meten doorhaar gevangenissen te bezoeken' – Fjodor Dostojevski

>>

2

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

Een brug naar werk

'Aan de bak' is eigenlijk een logisch vervolg ophet Europees project Desmos, een voormaligarbeidstoeleidingsproject waarbij de VDAB inde periode 1998-2000 in 5 strafinrichtingen(Gent, Dendermonde, Hoogstraten, Oudenaar-de en Ruiselede) gedetineerden intramuraalbegeleidingen en opleidingen aanbood.

Binnen het project werd reeds met een aantalvaste partners samengewerkt en veel prakti-sche ervaring opgedaan. Zo had men een idealevertrekbasis voor het huidige, meer uitgebrei-de, begeleidingsplan.

DOEL

De kern van het ‘aan de bak-programma’ isgedetineerden al tijdens hun detentie op weg tehelpen naar een gepaste job na hun vrijlating.Na een grondig onderzoek van hun mogelijkhe-den en behoeften wordt een stappenplan uit-gestippeld, de kortste weg naar een job. Hierinwordt rekening gehouden met de beroepskeuzevan de gedetineerde.

Het programma wil in feite het recht op universele dienstverlening (informatie- enarbeidstrajectbegeleiding) ook voor gedeti-neerden realiseren, uiteraard met aandachtvoor hun specifieke problematiek. Er wordt alshet ware een soort intramurale werkwinkel voorhen gecreëerd waarin alle hulp- en dienstver-lening wordt samengebracht.Afstemming op de 'externe' dienstverlening vande VDAB is hierbij erg belangrijk.

DETENTIECONSULENTENDe individuele begeleiding van gedetineerdenbinnen de gevangenis is fysiek en emotioneelerg belastend.

Binnen het programma worden hiervoor mo-menteel in totaal 4 halftijdse en 4 voltijdsedetentieconsulenten ingeschakeld. Zij volgdeneen aantal specifieke opleidingen als voorberei-ding op hun erg zware opdracht. Maar huninzet, openheid voor de problematiek en ervar-ing spelen uiteindelijk een doorslaggevende rolbij de uitoefening van hun job.

De gesprekken die we met twee van hen had-den (zie volgende pagina's) illustreren hunbelang en het lovenswaardig werk dat ze ver-richten.

VOORWAARDEN

Gedetineerden die aan het programma deelne-men moeten aan een aantal voorwaarden vol-doen. Zij moeten:• zich max. 1 jaar voor de geplande datum

van invrijheidsstelling bevinden, m.a.w. bin-nen afzienbare tijd beschikbaar zijn voor dearbeidsmarkt;

• voldoende Nederlands spreken;• begeleiding/opleiding nodig hebben;• geen belemmeringen van fysieke, psychische

of sociale aard vertonen;• bereid zijn in groep te werken.

Ex-gedetineerden verdienen een eerlijke kans op dearbeidsmarkt

In de eerste twee jaar na lancering (septem-ber 2001 – augustus 2003) namen reeds 1264gedetineerden deel aan het programma! Ophet einde van die periode werden er nog 747actief begeleid.

BETROKKEN GEVANGENISSEN

Het programma loopt in negen van de 17Vlaamse gevangenissen: Merksplas, Wortel,Hoogstraten, Brugge, Gent, Dendermonde,Leuven-Centraal, Leuven-Hulp en Antwerpen-Arresthuis.

Het Arresthuis van Antwerpen werd pas in 2003in het programma opgenomen. Vermits hierhoofdzakelijk mensen in voorlopige hechteniszitten, wordt er enkel eerstelijnshulp voorzien.Deze wordt uitbesteed aan de lokale vzw'Werkwijzer'.

3

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

Franky VAN BELLEGHEM (47)begeleidt in Brugge als voltijds detentieconsulentdoorlopend meer dan 150 gedetineerden en zital tien jaar in het vak.

Is dat niet bijzonder zwaar voltijds met zo'nmoeilijke doelgroep bezig zijn?

'Het is niet te onderschatten. Enerzijds moet je naast hetarbeidstoeleidende aspect van de job altijd openstaanvoor de specifieke problematiek van de gedetineerden.Je moet hen als het ware ‘genegen’ zijn. Anderzijds magje hierin niet te ver gaan uit respect voor het slachtofferen diens nabestaanden. Je moet die grens goed bewak-en.'

'Je ziet veel miserie, veel verwoeste levens en dat laat jeniet altijd zomaar los als je uit de gevangenis stapt. Alsje het erg ter harte neemt, steek je er automatisch ookveel tijd in en kom je er lang niet met 38 uur. Maar ik doehet met heel veel plezier.'

Wat beschouw je als je belangrijkste taak?

'Die van motivator. Veel gedetineerden gaan zich bijvoor-beeld engageren voor een opleiding omdat het één vande middelen is om vrij te komen. Je mag hier niet blindvoor zijn: het eerste doel van elke gedetineerde is: 'ik wilhier zo snel mogelijk buiten zijn'! Ongeacht de manierwaarop. Kan ik mijn VDAB-begeleider hiervoor gebruikendan doe ik dat. Het is de taak van de consulent degedetineerde toch te motiveren en naar de juiste oplei-ding toe te leiden. Uiteindelijk halen we in de loop vande begeleiding zeker 95% over de streep, krijgen we henecht gemotiveerd voor de juiste opleiding, de juiste te-werkstelling.'

'Nu worden zelfs langdurig gedetineerden vaak toch noggeplaatst. Het vertrouwen van de verschillendebetrokken VDAB-diensten is over de jaren heen ookduidelijk gegroeid en dat is hierin toch een uitermatebelangrijke ondersteuning.'

Het psychologisch grote belang van de consu-lenten blijkt ook uit de vraag hoe belangrijk hijhet programma acht voor de gedetineerden …

'Het is gewoon al heel belangrijk voor hen als mens. Zegaan al een grote stap vooruit als ze merken dat ergewoon iemand in hen gelooft! Klinkt misschien eenbeetje missionarisachtig, maar het is zo.

Ik heb ooit iemand bij me gehaddie me na vijftien jaar opsluiting inheel wat verschillende gevan-genissen letterlijk zei dat het nogmaar de tweede maal in zijn levenwas dat er iemand naar hem luis-terde, en de eerste maal was doorde psychologe van de gevangenis

van Brugge. Dat wil iets zeggen. Gedetineerden inzichzelf en hun kansen doen geloven is van levensbe-lang in onze taak. Zonder hulp is hervallen onver-mijdelijk.'

Detentieconsulentenzijn een ras apart.

'Ik heb al zeer veel fantastische mensen leren kennen inde gevangenis.'

Franky laat tekeningen en een postkaartje van een aan-tal gedetineerden zien waaruit blijkt hoeveel ze aan hemen de VDAB-begeleiding hebben gehad.

Dat moet toch heel veel voldoening geven?

'Mijn grootste voldoening is ze niet meer terugzien.'

Merk je dat het programma daarin resultatenhaalt?

'Absoluut. Ik heb ooit eens een aantal mensen gevolgdover een periode van drie of vier jaar.Toen kwam ik aan een non-recidive van 7 op 10 en dat is hettegenovergestelde van normaal.En dat heeft te maken met debegeleiding in zijn totaliteit.Iedere stap in die begeleiding isbelangrijk. Als er bv. geen specifieke ondersteuning isvoor drugs- of alcoholverslaafden heeft VDAB-begelei-ding geen zin.'

Wat vind je dat er in het algemeen nog aan hetprogramma kan verbeteren?

'Ik vind dat het goed loopt nu. We hebben al zeer veelgedetineerden bereikt en iedereen die in aanmerkingkomt en wil begeleid worden, wordt ook bediend. Er zijndaar geen plafonds.''Extra consulenten in de betrokken gevangenissen zijnvoorlopig minder nodig. Wel erg belangrijk is dat er optermijn in alle gevangenissen zeker één consulent aande slag gaat. Maar budgettair zitten we momenteel nogerg krap.’

'Van sommige dingen kan je natuurlijk alleen dromen. Zozou ik willen dat iedereen die intramuraal een opleidingvolgt, een vaste vergoeding krijgt. Dan zouden er nogheel wat meer mensen instappen. Nu zijn er veel gedeti-neerden met schulden. Vaak hebben zij betaald werk binnen of buiten de gevangenis en gaan dan zonder voldoende vergoeding niet in een opleiding stappen.'

Wat kan er preventief nog verbeteren?

'Investeren in onderwijs is een goed begin. Wij krijgenondanks alles nog veel te veel met analfabeten temaken. Creëer ook een beter maatschappelijk draagvlak.Velen krijgen onvoldoende mee van thuis om goed tekunnen functioneren. Het gaat typisch al in de kinder-jaren mis.''Er zijn heel wat mensen die 'criminele'feiten plegen, maar in feite weinig echtecriminelen. Heel veel daders zijn eerstslachtoffer geweest. Veel feiten zijn ookdrug- of alcoholgerelateerd. Mensen diemits een goede opvang vooraf daar nooitingeraakt zouden zijn. Vele gedetineer-den komen uit een marginale, vaak zelfs morbide,gezinsstructuur en hebben geen universele waardenmeegekregen zoals respect voor anderen. Als je enkelgeleerd hebt je zin te krijgen door klappen uit te delengaat het mis.'

'Luisteren,motiveren, inhen geloven isvan cruciaal

belang'

‘Het programmahaalt duidelijkresultaten’

'Er zijnweinigechtecriminelen'

4

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

Chris PINTENS (39)werkte gedurende 2 jaar als detentieconsulent in de gevangenissenvan Wortel en Hoogstraten. Een boeiende maar niet zo evidentejob, getuigt ze.

Kan je ons kort vertellenwat de verschillen zijntussen deze 2 gevan-genissen ?

'Wortel is een vrij kleinegevangenis waar voornamelijk 'kort gestraften' verblij-ven. In het Penitentiair Schoolcentrum Hoogstraten(PSC) verblijven langer gestraften, die veelal vanuitandere gevangenissen werden overgeplaatst tijdens deeindfase van hun straf en dit in functie van een oplei-dingsvraag. Wortel heeft een gesloten regime. Het PSCdaarentegen is een 'half-open' gevangenis, elke gedeti-neerde dient er te werken of opleiding te volgen. InWortel bestaat geen verplichting tot werken of het vol-gen van een opleiding. Men beschikt er ook niet over denodige accommodatie om dit te realiseren. Het PSC isstrenger dan andere gevangenissen maar dan wel in depositieve zin.'

Merk je dat verschil in de praktijk ?

'Zeker. In Hoogstraten werken ze met een eigen interneberoepsopleiding. Gedetineerden kunnen er het vak vanmetser, stukadoor, automechanicien, elektricien ofschilder leren. De voltooiingstages gebeuren bij VDAB, zokrijgen ze een erkend VDAB-attest. Door de sterkeautonomie inzake beroepsopleiding was het inHoogstraten moeilijker om het juiste samenwerkingsver-band te vinden. Wortel was bij de start van onze werkingeen onbeschreven blad, dit vereenvoudigde de introduc-tie van het programma.'

'De praktijk leerde me dat het verschil in leeftijd van degedetineerden vaak een rol speelde in hun begeleiding.Zo zitten er in Wortel meer jonge mensen dan inHoogstraten. Vanuit mijn ervaring zijn jongeren moeilijk-er te motiveren omdat ze soms nog rebelser zijn enmaturiteit missen. Velen onder hen kregen een kortestraf. Pas op ik pleit niet voor langer, er zijn ook anderemanieren om te straffen. Bij deze groep van gedetineer-den kreeg ik regelmatig het gevoel dat ze de ernst vande straf te veel relativeren en daardoor sneller de kanslopen te hervallen. De ouderen daarentegen beseffenmeestal sneller dat de kansen die worden geboden eenuitweg bieden.'

Heb je het gevoel dat gedetineerden voldoendevoorbereid worden op hun vrijlating ?

'Dat is een moeilijke vraag. Naar opleiding en tewerk-stelling toe, onze eigen verantwoordelijkheid dus, denk

ik dat we heel hard ons best doen.Heel wat moeite wordt echter tenietgedaan door de sociale, emotioneleof financiële problemen waar de ge-detineerden mee kampen. Ook dereglementeringen binnen justitiestaan soms haaks op onze werking.Al deze problemen vragen een totaleaanpak. Wij werken slechts aan eendeelaspect binnen dit geheel. Desamenwerking met de PsychoSociale

Dienst (PSD) is voor ons dan ook van immens belang,zonder hen kunnen we als detentieconsulenten weinigbeginnen.

Na verloop van tijd bouw je ook met de penitentiairbeambten contacten op, ook van die mensen kom je veelte weten. Je moet immers alle klokken horen luiden omeen goed beeld te krijgen van de gedetineerde die voorje zit. Een uitgebreidere begeleiding zowel intra- alsextramuraal zou ook onze werking ten goede komen. Dekomst van de trajectbegeleiding vanuit het StrategischPlan kan hier wellicht een stuk aan tegemoet komen.'

Staan werkgevers open voor ex-gedetineerden ?

'Er zijn wel degelijk werkgevers die open staan voor ex-gedetineerden, dikwijls afhankelijk van wat ze gedaanhebben. Die beoordeling is heel subjectief. Voor de eneis diefstal een probleem, voor de andere niet, je kan daargeen echte lijn in trekken. Seksueel delinquentenbehoren tot de moeilijkste doelgroep om te plaatsen.'

Je bent na 2 jaar gestopt met je werk als deten-tieconsulent. Een moeilijke keuze ?

'Het was inderdaad een verscheurende keuze. Aan deene kant weet je dat je voor die mensen ontzettendbelangrijk werk verricht en dat je dat doet met veel ple-zier en inzet. Aan de andere kant moet je erover wakendat je je werk voldoende kan loslaten. Het is meer daneen voltijdse job, met redelijk wat stress en emotioneledruk. Teveel moeten opboksen tegen de logheid van hetsysteem is de reden waarom ik er uiteindelijk meegestopt ben.'

Wat vond je het leukst aan je job ?

'Enerzijds is het een job met veel afwisseling en eengrote autonomie. Anderzijds geeft het veel voldoeningals je er toch in slaagt een aantal mensen, uit deze tochmoeilijke doelgroep, aan het werk te krijgen of in eengepaste opleiding binnen te loodsen. Dat en de oprechtedankbaarheid van sommigen onder hen, daar doe je hetvoor.'

Komen er in de toekomst nog meer gevangenis-sen zoals het PSC ?

'Dat weet ik niet. Het PSC levert enorm goed werk ennavolging zou zeker een stap in de goede richting zijn.Anderzijds ben ik al gedetineerden tegengekomen waareen alternatieve strafbeter bij zou gewerkthebben. Als men hierwerk van kan maken zijner eigenlijk minder gevan-genissen nodig.Ook uitbreiding van dewerking van de VDABnaar meer gevangenissen lijkt me een goede zaak.'

'De totaleproblematiekvan gedeti-neerden vergteen totaleaanpak'

'Er zouden beter watminder gevangenis-sen zijn'

5

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

PARTNERS

Bij de arbeidstrajectbegeleiding hebben dedetentieconsulenten verschillende belangrijkepartners waarmee ze samenwerken.

Zo staan Justitieel welzijnswerk (JWW) en dePsychosociale dienst (het Welzijnsteam) inbelangrijke mate in voor de toeleiding en selec-tie van deelnemers. De vzw Vokans neemt deassessments van de deelnemers voor haarrekening. Ook de penitentiaire beambten zijnbelangrijk omdat zij ondermeer instaan voor deveiligheid en de vlotte verplaatsingen van degedetineerden.

BUDGET

Initieel was een budget van 310.000 euro perjaar voorzien. In 2003 werd dit verhoogd tot455.000 euro ondermeer door de aanschaf vanlaptops voor de detentieconsulenten en de ver-breding van het aanbod naar het Arresthuis inAntwerpen.

STAPPENPLAN

Naargelang de individuele behoeften enmogelijkheden van de gedetineerde bestaat hetbegeleidingsaanbod uit een uitgebreide of eenmeer beperkte trajectbegeleiding.

Welke stappen nodig zijn om de gedetineerdeaan een job te helpen wordt bepaald tijdensindividuele gesprekken met de detentiecon-sulent of via oriënterende groepsactiviteiten.

Er zijn twee vormen van groepsactiviteiten:

• assessment: via een reeks denk- en doe-opdrachten wordt een beeld gevormd van wie de gedetineerde is en wat hij kan.

• oriëntatie: samen met de detentieconsulent wordt uitgezocht welke concrete job(s) de gedetineerde zou willen en kunnen uitoe-fenen

Na overleg met alle betrokken VDAB-dienstenwordt een trajectovereenkomst opgemaaktwaarin het stappenplan wordt beschreven.

Mogelijke stappen zijn:

• persoonsgerichte vormingOpleidingen gericht op de sociale en per-soonlijke vaardigheden nodig om te kunnen functioneren op de arbeidsmarkt.Communicatie- en attitudetrainingen, maar ook computerbasisvaardigheden vallen hieronder.

• sollicitatietrainingAlle kennis, vaardigheden en attitudes nodig om succesvol te solliciteren worden bijgebracht.

• beroepsopleidingEen gerichte opleiding kan de slaagkansen van ex-gedetineerden op de arbeidsmarkt aanzienlijk verhogen en is vaak een essen-tiële stap in het traject naar werk.

De opleidingen vinden buiten de gevan-genissen plaats.

Het begeleidingsaanbod wordt aangepast aan de be-hoeften en mogelijkheden van de gedetineerde

WIS-TERMINALS

In de Leuvense gevangenissen kunnen gedeti-neerden ook zelf via een WIS-terminal hetvolledige vacaturebestand raadplegen. Hetgebruik hiervan en de mogelijke uitbreidingnaar andere gevangenissen wordt geëvalueerd.

6

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

Gedetineerden bevraagd

Elke gedetineerde die deelneemt aan hetprogramma wordt officieel ingeschreven bijde VDAB.

De officiële registratiegegevens zijn eenprima basis om zowel het profiel van degedetineerden als de door hen doorlopenstappen binnen de VDAB-begeleiding inkaart te brengen.

In onze referentieperiode, de eerste tweejaar van het programma (september 2001t/m augustus 2003), konden we zo terug-vallen op de gegevens van 1264 gedeti-neerden.

Maar wat die gedetineerden nu zelf van hetprogramma vinden, waarom ze eraan deel-nemen, hoe ze hun toekomst zien, … kon-den we enkel te weten komen door het henzelf te vragen. Dit deden we aan de handvan een beknopte enquête.

Meer dan 500 enquêteformulieren werdenin september 2003 verspreid in de achtVlaamse gevangenissen waar VDAB-deten-tieconsulenten actief zijn. Maar liefst 269gedetineerden stuurden ze ingevuld terug.Uiteraard werden niet steeds alle vragenbeantwoord.

23

45

2624

237

111

1 0

RESPONS IN DE GEVANGENISSEN

Leuven-Centraal

Gent

Brugge

Leuven-Hulp

Wortel

Merksplas

Hoogstraten

Dendermonde

N=269

DE DOELGROEP IN KAART GEBRACHT

Laaggeschoolde jonge mannen

De doelgroep is bijna volledig mannelijk enbestaat voor het overgrote deel uit laag-geschoolde en jonge gedetineerden. Ten op-zichte van de gehele Belgische bevolking zijn erook relatief veel onder hen afkomstig van buitende Europese Unie.

Profiel doelgroep (officiële geg. – N=1264)

Kenmerk AandeelMannen 94 %Laaggeschoold 89 %Max. 35 jaar 67 %Etnisch niet-EU 25 %

Slechte sociale situatie

Zoals uit de interviews met de detentiecon-sulenten blijkt zijn vele gedetineerden zelfslachtoffer van geweld geweest, komen ze uiteen marginale gezinsstructuur of pleegdendrug- of alcoholgerelateerde feiten.

Hun werksituatie vóór detentie bevestigt hunmoeilijke sociale situatie. Een groot deel waswerkloos (36%, beduidend hoger dan hetVlaamse gemiddelde dat onder de 10% ligt) ofvoor een inkomen afhankelijk van een zieken-fonds (6%). Iets meer dan de helft was aan hetwerk, maar daarvan gaf bijna vier op tien aandat het om interimjobs of sporadisch werk ging.

Gevraagd naar welke job ze het langst uitoe-fenden zijn dit meestal jobs in de bouw, voe-dingssector of horeca.

2%

36%

1 % 6%

55%

schoolwerkloos

werkhuisman / vrouw

andere (vnl. mutual.)

WERKSITUTATIE VOOR DETENTIE

N=262

7

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

In de enquête geeft ongeveer de helft aan eenpartner te hebben (48%) en één of meerderekinderen (49%). De meeste onder hen woondenook samen met hun partner (en kinderen) vóórze in de gevangenis terechtkwamen (46%).

N=266

28%

26%2%

20%

15%

3%6%

WOONSITUATIE VOOR DETENTIE

alleen

samen met partner

samen met kinderen

samen met partner en kinderenbij (één van) ouders

opvangcentrum

andere

Hun verwachte woonsituatie na detentie ziet eriets slechter uit. Nog slechts 32% geeft aan tegaan samenwonen met partner (en kinderen).Velen moeten uitwijken naar een opvangcen-trum of weten nog niet waar ze terechtkunnen.

28%

18%

3%1 4%

17%

9%

6%5%

WOONSITUATIE NA DETENTIE

alleen

samen met partner

samen met kinderen

samen met partner en kinderenbij (één van) ouders

opvangcentrum

weet nog niet

andere

N=266

35%

24%

41 %

EERDER IN GEVANGENIS?

nee ja, 1 keer ja, meer dan 1 keerN=262

2% 7%

42%43%

6%

< 6 maand1 jaar - 5 jaar

6 maand - 1 jaar> 5 jaar

nog niet veroordeeld

DUUR STRAF

Hoge recidiveMaar liefst 65% van de doelgroep had al eerderin de gevangenis gezeten, 41% zelfs méér dan 1keer. Deze hoge recidivecijfers bevestigen denood aan een doordacht detentiebeleid.

Een groot deel van de geënquêteerden zit eenstraf uit van meer dan vijf jaar (43%).

De doelgroep bestaat grotendeels uit definitiefveroordeelden (89%) die in volledige detentie(85%) hun straf uitzitten.

N=262

De gedetineerden in het programma zijn overwegendmannelijk, laaggeschoold, relatief jong en vaak recidivist

8

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

BEGELEID DOOR DE VDAB

Beroep aanleren, jobkans verhogen

We vroegen de gedetineerden naar de overwe-gingen die al dan niet een belangrijke rolspeelden bij hun beslissing in het programma testappen. Het vergroten van hun jobkansen enhet aanleren van een beroep zijn hierbij veruithet belangrijkst.

Redenen van deelname (% van totaal)

*** ** * N

Jobkans vergroten 91% 5% 4% 244

Beroep aanleren 82% 10% 8% 232

Nuttig bezig zijn 75% 10% 15% 233

Zelforiëntatie 66% 18% 16% 222

Zelfvertrouwen 54% 16% 30% 221

Begeleidingsnood 36% 17% 47% 213

*** heel belangrijk ** belangrijk * minder belangrijk

Diagnose en trajectbepaling

De detentieconsulent gaat met elke gedeti-neerde die in het programma stapt via een indi-vidueel gesprek tot een zo volledig mogelijkbeeld trachten te komen van diens sterke enzwakke punten. Indien nodig gebeurt descreening meer gespecialiseerd via assess-ments of oriëntatiesessies in groep.

Oriënterende groepsactiviteiten (% van totaal)

Enquête1 Registratie1

Oriëntatie 13,7% 7,0%Assessments 26,4% 13,3%

N=197 N=1264

Doorlopen stappen

Aan de hand van de individuele gesprekken ofde oriënterende groepsactiviteiten wordt hetstappenplan opgemaakt. Een gedetineerde kanéén of meerdere stappen doorlopen.

Doorlopen stappen (% van totaal)

Enquête2 Registratie2

Sollicitatietraining 18,8% 5,1%Pers. vorming 17,3% 12,2%Beroepsopl. 70,1% 22,9%IBO3 & Stages 13,2% 8,2%

N=197 N=1264

Het volgen van een beroepsopleiding is veruithet meest populair. Maar liefst 70,1% van degeënquêteerden geeft aan een beroepsoplei-ding te volgen of te gaan volgen.

Uit de redenen waarom ze in het programmastapten bleek al duidelijk het grote belang datgehecht wordt aan een gerichte opleiding(slechts 8% vond dit minder belangrijk). In hetvolgende punt gaan we er daarom dieper op in.

1 Er wordt pas officieel geregistreerd op het ogenblik dat de actiebezig is of voltooid. De enquête daarentegen peilde eveneensnaar de acties die nog niet begonnen zijn, maar waarvan degedetineerde aangeeft er aan te zullen of willen deelnemen.Hierdoor liggen de resultaten bij de enquête hoger dan de offi-ciële registratiegegevens.

2 De verklaring voor de verschillen tussen de enquête- en gere-gistreerde gegevens is grotendeels dezelfde als bij de oriën-terende groepsactiviteiten.Bij de beroepsopleidingen speelt ook het feit dat deze dikwijlsbuiten de gevangenis worden georganiseerd waardoor gedeti-neerden hier meestal pas na hun vrijlating aan kunnen meedoen,en dus dan pas officieel geregistreerd worden.

3 Individuele beroepsopleiding: training op de werkvloer, gevolgddoor een (al dan niet tijdelijke) aanwerving.

Gedetineerden stappen vooral in het programma om eenberoep aan te leren en zo hun jobkansen te verhogen

9

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

De beroepsopleidingen

Omdat de gedetineerden meestal erg laag-geschoold zijn vormen de beroepsopleidingenvoor hen een zeer belangrijke schakel op wegnaar een mogelijke job. Het officiële oplei-dingsattest van de VDAB garandeert de werk-gever dat de ex-gedetineerde over de nodigeberoepskennis beschikt en geeft vertrouwen indiens motivatie en inzet om zich te willen reïnte-greren.

Het overgrote deel van de gedetineerden ziet ditzelf ook duidelijk in en laat de geboden kanseen beroep aan te leren niet liggen.

De belangrijkste redenen om toch geen be-roepsopleiding te volgen zijn:

• Reeds voldoende geschoold. 33% geeft aan al vóór detentie een beroepsopleiding (al dan niet bij de VDAB) te hebben gevolgd, maar blijft zelfs dan vaak nog geïnteresseerd in verdere opleiding

• Onvoldoende financiële compensatie. Maar liefst 68% geeft aan een job te hebben binnen de gevangenis. De broodnodige inkomsten die dit oplevert (velen hebben schulden te betalen, elke extra luxe in de gevangenis kost geld, …) zijn dikwijls hoger dan de ontvangen cursistenpremies.

Dit laaste geldt natuurlijk enkel voor de oplei-dingen tijdens de detentie. Veel gedetineerdenschrijven zich in voor een opleiding na hun vrijlating omdat de opleidingen enkel buiten degevangenismuren worden georganiseerd enslechts een beperkt aantal gedetineerden opéén of andere manier de vrijheid geniet omoverdag de gevangenis te verlaten (systeem vanhalve invrijheidsstelling of beperkte hechtenis).

De snelste weg naar werk

Zij die beslisten een beroepsopleiding te volgenvroegen we naar de overwegingen die hierbijeen rol speelden. Snel een job vinden en zich viaeen opleiding hier goed op voorbereiden zijnzoals verwacht de belangrijkste beweegrede-nen.

Hun tijd nuttig besteden en, in mindere mate,de hoop hun kans op halve vrijheid te vergroten(om buiten de gevangenis een opleiding te vol-gen) spelen ook mee in de beslissing.

Redenen van deelname (% van totaal)

*** ** * N

Snel aan de slag 95% 3% 2% 155

Goede jobvoorbereiding 86% 9% 5% 153

Nuttig bezig zijn 77% 8% 15% 140

Meer kans op halve vrijheid 50% 12% 38% 136

Overtuigd door consulent 36% 23% 41% 127

*** heel belangrijk ** belangrijk * minder belangrijk

Traditionele beroepen

Bouw-, metaal en logistieke opleidingen zijnheel populair. Niet toevallig beroepsvoorberei-dingen die toeleiden naar sectoren die, volgenseen werkgeversenquête binnen het Desmos-programma, de meeste ervaring hebben methet tewerkstellen van ex-gedetineerden.

Opvallend is dat ook de bediendenopleidingen(administratief bediende, informatica, bureau-tica, talen, social profit, …) goed scoren.

Meest gevolgde opleidingen (% van totaal)

Bouw (metser, schilder, sanitair, …) 31%Bedienden (adm. bed., informatica, talen, …) 15%Logistiek (heftruckbest., magazijnier, …) 11%Metaal (lasser, monteerder, draaien/frezen, …) 10%Horeca 7%Professionele schoonmaaktechnieken 6%(Auto)mechanica 5%

N=143

De beroepen die de gedetineerden graag zou-den uitoefenen na hun vrijlating sluitenlogischerwijs zeer sterk aan bij de gevolgdeopleidingen.

Belangrijkste beroepsvoorkeur (% van totaal)

Bouw (metser, schilder, sanitair, …) 25%Bedienden (adm. bed., informatica, talen, …) 10%Logistiek (heftruckbestuurder, magazijnier, …) 9%Metaal (lasser, monteerder, draaien/frezen, …) 9%Horeca 8%

N=257

14% geeft aan geen specifieke beroepsvoorkeurte hebben.

10

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

4%

29%

67%

BEOORDELING VDAB-BEGELEIDING

heel nuttig nuttig weinig zinvol

Bouw-, metaal en logistieke opleidingen zijn bijzonder populair, maar ook voor bediendenopleidingen is er ruime interesse.De beroepsvoorkeur is navenant.

Programma zeer warm onthaald!

De overgrote meerderheid van de gedetineer-den vindt het programma duidelijk zinvol!Velen getuigen dat het hen sterk motiveert enmenen dat het hun kansen aanzienlijk ver-hoogt.

N=254

Ook de detentieconsulenten bevestigen ditpositieve onthaal. Alleen al het feit dat eriemand met hen bezig is, in hen gelooft ennaar hen luistert is voor de gedetineerden vanzeer groot belang. Hun dankbaarheid is danvaak ook bijzonder groot.

Dat de gedetineerden het programma erggenegen zijn en mede daardoor sterkergeloven in hun toekomst blijkt uit de veleenthousiaste (en vaak zeer uitgebreide)getuigenissen waarmee ze de enquêtesstoffeerden.

Enkele reacties:

'Dankzij de VDAB denk ik sneller aan eenjob te geraken. Proficiat voor de lesgevers:zij hebben stalen zenuwen en zeer veelgeduld'

'Ik krijg zo een extra push om een job tezoeken en vol te houden'

'Ik heb het gevoel nog mee te tellen'

'Het programma geeft me concreet terugkansen op een geslaagde reïntegratie'

'Door de opleiding heb ik meer zelfver-trouwen'

'Het programma geeft me een gevoel vanhoop en menswaardigheid'

'Dankzij de beroepsopleiding zal ik uit degevangenis blijven'

11

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

UIT DE GEVANGENIS

Zoektocht naar werk

Maar liefst 34% van de gedetineerden trachtreeds vanuit de gevangenis een job te vinden.Een erg hoog cijfer als je bedenkt dat veelgedetineerden nog een opleiding zullen volgenna hun vrijlating en solliciteren vanuit de gevan-genis sowieso niet evident is.

Slechts een minderheid is niet van plan detoekomstige werkgever in te lichten over zijndetentieverleden. Tijdens gesprekken met dedetentieconsulent en tijdens de sollicitatietrai-ningen wordt hen meestal aangeraden hundetentieverleden niet te verzwijgen en wordthen eventueel geleerd hoe ze dit het best kun-nen 'verkopen'. De meeste gedetineerdenbeseffen maar al te goed dat als de werkgeverontdekt dat ze hun detentieverleden verzwegenhebben dit tot hun ontslag kan leiden.

Optimisme

Vele gedetineerden zijn erg optimistisch overhun tewerkstellingskansen. Ondanks het goedebesef dat een job vinden veel inzet zal vergen enniet eenvoudig is, schat toch meer dan de helftzijn kansen op succes erg hoog in. Hierbij wordtvaak dankbaar verwezen naar het programma.

34%

66%

SOLLICITATIE VANUIT GEVANGENIS?

Ja NeeN=256

nee

35%

13%

52%

WERKGEVER INLICHTENOVER DETENTIEVERLEDEN?

ja weet nog nietN=263

41% geeft zelfs aan al concrete vooruitzichtente hebben op een job na vrijlating. Bij een kwarthiervan is dat bij de vorige werkgever.

36%

24%12%

28%

TEWERKSTELLINGSKANS NA VRIJLATING?

slecht middelmatig hoog heel goed

N=226

59%

41%

Ja Nee

VOORUITZICHTEN OP CONCRETE JOB?

N=226

De pessimisten zien vooral hun verleden of hetbewijs van goed gedrag en zeden, gevraagddoor sommige werkgevers, als een groot strui-kelblok.

Goede resultaten!

Van de 291 gedetineerden die tot nog toe huntraject beëindigden (in onze referentieperiode)was 47% zes maanden na de laatste begelei-dingsstap niet meer ingeschreven als werkzoe-kende. Dit is gezien de moeilijke doelgroep een zeer behoorlijk resultaat en maar net ietsminder goed dan de uitstroomresultaten vanandere kansengroepen binnen de trajectwer-king.

Uitstroomresultaten (% van totaal)

Ex-gedetineerden* 47,1%Allochtonen ** 51,6%Langdurig werkzoekend ** 49,9%Laaggeschoolden ** 55,2%

waarvan mannen 56,5%

* traject beïndigd in sept. 2001-aug. 2003** traject beëindigd in sep. 2002-aug. 2003

12

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

De detentieconsulenten gaven al aan dat hetprogramma eveneens duidelijk bijdraagt tot eenlagere recidive.

Het programma is voor vele gedetineerden een spring-plank naar een betere toekomst en behaalt duidelijkresultaten!

Programmaverbreding en verbeteracties

De tevredenheid over het programma is bij allebetrokken partijen erg groot. De detentiecon-sulenten geven aan dat iedereen die in aan-merking komt maximaal wordt bediend en ookde doelgroep zelf is bijzonder opgetogen.

Het enthousiasme is zodanig groot dat beidepartijen duidelijk aangeven dat de VDAB-dienst-verlening zich structureel zou moeten inbeddenin alle 17 Vlaamse gevangenissen.

Dit stemt alleszins overeen met de beleidsvisierond de verdere operationalisering waarin ditals een belangrijke doelstelling op middellangetermijn (2004-2010) wordt gezien.

Het is momenteel nog te vroeg om in te schattenvolgens welke fasering dit zal verlopen en welkegevangenissen eerst aan bod zullen komen.

Niet alle gevangenissen vereisen overigens eeneven uitgebreid aanbod aan dienstverlening. Denodige behoeftenstudies zullen hier klaarheidin moeten brengen.

Ook het gebruik van WIS-terminals in deLeuvense gevangenissen wordt door de gedeti-neerden en consulenten zeer positief onthaald.Ook hier zit het beleid op één lijn en zal eenmogelijke uitbreiding naar andere gevangenis-sen worden geëvalueerd.

Wat de opleidingen buiten de gevangenis-muren betreft zorgt de onzekerheid over dedatum van vrijlating of eventuele halve vrijheidsoms voor organisatorische problemen. Hetlange wachten op de start van die externe oplei-dingen wordt door sommige gedetineerden ookals erg ontmoedigend ervaren. Op de vrijla-tingsdatum heeft de VDAB natuurlijk weinig ofgeen invloed.

Intramurale opleidingen kunnen hier wel eenoplossing bieden en dit wordt door vele gedeti-neerden dan ook als een significante verbeter-ing naar voren geschoven. Vaak wordt hierbijverwezen naar de modelgevangenis vanHoogstraten waar een ruim opleidingsaanbodal jaren een vast gegeven is. Bijkomendegelijkaardige gevangenissen vereisen echterhoge investeringen wat op korte termijn weinigrealistisch is. Het uitgangspunt moet natuurlijkblijven zoveel mogelijk mensen uit de gevange-nis te houden. Alternatieve straffen, elektron-isch toezicht, voorwaardelijke invrijhei-dsstelling, … kunnen hier een belangrijke rol inspelen.

Ook een betere financiële tegemoetkoming kan,zoals eerder al aangegeven, nog meer gedeti-neerden tot een begeleiding of opleiding aan-zetten.

De werkgevers

Uit een enquête binnen het Desmos-projectblijkt dat werkgevers met ex-gedetineerden indienst hier een overwegend positieve ervaringmee hebben.

Sommige werkgevers gaan ex-gedetineerdenechter minder gemakkelijk een job aanbiedenen vragen bij aanwerving een bewijs van goedgedrag en zeden. Uiteraard is dit nefast voordeze meestal toch al kansarme doelgroep.

Gelukkig brengt het programma hierin verbete-ring. Steeds meer ex-gedetineerden begeven zichgeschoold en goed voorbereid op de arbeids-markt wat vertrouwen schept bij de werkgevers.Ex-gedetineerden die zich duidelijk willen her-pakken geven ze graag de kans daartoe.

13

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

Extra maatregelen kunnen eventuele vooroorde-len nog verder doen wegwerken en werkgeverslaten inzien dat ze ook in de groep van ex-gedetineerden veel goede en zeer gemotiveerdewerknemers kunnen vinden. Zo werd in hetverleden in de gevangenis van Dendermondemet succes een jobbeurs georganiseerd waarbijeen brug tussen beide partijen geslagen wordt.Ook voor de gedetineerden is dit erg belangrijkomdat het aantoont dat er wel degelijk bedrij-ven interesse in hun arbeidskracht hebben. InDendermonde had meer dan de helft van debezoekende gedetineerden dankzij de beursconcrete vooruitzichten op werk na hun vrijla-ting.

Ook in de gevangenis van Gent werd, voor heteerst binnen het huidige programma, vorig jaareen jobbeurs georganiseerd. De beurs leidde totgoede contacten met verschillende werkgevers,o.a. bij de stad Gent.

In de gevangenis van Brugge staat er dit jaareveneens een jobbeurs op stapel. Hiervoor werden een 300-tal bedrijven aangeschreven.

Nazorg

Heel wat aandacht gaat naar het vinden van eenjob en de VDAB biedt hierin uitstekende onder-steuning.

Het behoud van de tewerkstelling is natuurlijkminstens even belangrijk maar daar wordt vaakminder aandacht aan besteed.

Eens ex-gedetineerden aan het werk zijn, kun-nen ze nochtans dikwijls extra ondersteuninggebruiken. Een goede nazorg op de werkvloer isdaarom erg belangrijk.

Het Vlaamse luik van het Equalproject4 'Triple E-Networks' (dat staat voor Enduring Employ-ment for Ex-prisoners, vrij vertaald duurzametewerkstelling van ex-gedetineerden) wil dit inVlaanderen verwezenlijken.

Het project wil concreet de kansen op eenduurzame tewerkstelling verhogen door allebedreigende factoren mee te integreren. Die kunnen zich zowel op het vlak van de tewerkstelling zelf bevinden (verbeteren oplei-dingsniveau, sociale vaardigheden, …) als ophet welzijnsvlak (schuldenlast, gezinsproble-men, verslaving, huisvesting, …).

Binnen het project werken dan ook verschil-lende betrokken partijen samen: o.a. VDAB,SAW (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk),Vokans, Unizo (Unie van Zelfstandige Onder-nemers), …

Belangrijk is dat de nazorg niet te betuttelendwordt. Ex-gedetineerden worden al door veelmensen gevolgd, zeker als ze voorwaardelijkvrij zijn. Elke bijkomende opvolging mag danzeker niet als een extra controle overkomen.

Het project is nog in volle ontwikkeling en loopttot mei 2005. De resultaten zullen dan vertaaldworden in beleidsadviezen, in de hoop dat deoverheid structurele maatregelen neemt.

Een goede nazorg op de werkvloer kan voorkomen datex-gedetineerden hun job terug verliezen, of erger recidi-veren.

4 Equalprojecten zijn gesubsidieerd door het Europees SociaalFonds (ESF) dat investeert in diverse programma's die de tew-erkstelling, ook van laaggeschoolden en andere kansengroepen,moeten verbeteren.

14

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

In een notendop• Het 'aan de bak'-programma wil gedetineerden

via een gericht begeleidingsaanbod al tijdens hun detentie voorbereiden op hun zoektocht naar een gepaste job na hun vrijlating.

• Het programma loopt in 9 van de 17 Vlaamse gevangenissen.

• Meer dan 700 gedetineerden worden actief begeleid door 8 VDAB-detentieconsulenten.

• In de eerste twee jaar van het programma wer-den in totaal al 1264 gedetineerden begeleid.

• De doelgroep bestaat voornamelijk uit laag-geschoolde en relatief jonge mannen, vaak recidivisten.

• Gedetineerden stappen meestal in het pro-gramma om een beroep aan te leren en zo hun jobkansen te verhogen. De beroepsopleidin-gen zijn dan ook veruit het meest populair.

• Vooral bouw-, metaal- en logistieke opleidin-gen scoren goed, maar ook voor de bedien-denopleidingen is ruime interesse.

• Het programma wordt door zowel gedetineer-den als consulenten bijzonder warm onthaalden is een uitstekende motivator.

• Vele gedetineerden (60%) zijn, mede door het programma, opvallend optimistisch over hun tewerkstellingskansen.

• Het programma behaalt bijna even goede resultaten als de trajectbegeleiding voor ver-gelijkbare kansengroepen (47% is na 6 maan-den niet meer werkzoekend).

Literatuurlijst

Desmos – Brug over troebel water, Brochure,VDAB, november 1998

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden –Strategisch plan van de Vlaamse Gemeenschap,Rapport, Vlaamse Gemeenschap, juli 2000

Operationeel model voor de implementatie vanhet strategisch plan 'hulp- en dienstverleningaan gedetineerden', Rapport, Vlaamse Gemeen-schap, juli 2002

Triple E-Networks – (Na)Zorg voor ex-gedeti-neerden, in Van a tot z, maart 2003

Nuttige links

Strategisch planwww.wvc.vlaanderen.be/welzijnenjustitie/gedetineerden

Gevangenis Hoogstratenwww.psc-hoogstraten.be

Ministerie van Justitiewww.just.fgov.be

Equalwww.equal.be

Vokanswww.vokans.be

Steunpunt Algemeen Welzijnswerkwww.steunpunt.be

15

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

Contactinfo

VDAB-detentieconsulenten

Franky Van Belleghem,[email protected],tel. 050 40 00 30 - gevangenis Brugge

Eddy Neyt, [email protected],tel. 09 267 66 60 - gevangenis Gent

Heidi Cools, [email protected],tel. 052 25 91 02 - gevangenis Dendermonde

Kristien Sinnaeve, [email protected],tel. 016 29 86 71 - gevangenis Leuven Centraal

Lut Craeghs, [email protected],tel. 016 61 65 03 - gevangenis Leuven Hulp

Wouter Philippe, [email protected],tel. 014 44 51 32 - gevangenis Hoogstraten

Elke Vaes, [email protected]. 014 44 51 32 - gevangenis Merksplas

Lief Geerinckx, [email protected],tel. 014 44 51 32 - gevangenis Wortel

VDAB-coördinator

Michael De Blauwe,[email protected],tel. 02 506 29 04

Onderzoek

VDAB Databeheer en –analyse, [email protected],tel. 02 506 15 88

16

ArbeidsmarktTopic • FEBRUARI 2004 nummer 1

Colofon

De arbeidsmarktTopics worden uitgegeven door de dienst databeheer en -analyse en verschijnen drie maal per jaar.

Ze zijn gratis downloadbaar vanaf de vdab-site: vdab.be/trends/topics.shtml

Info:VDAB - Databeheer en -analyse, Keizerslaan 11 - 1000 Brussel, Tel. 02 506 15 88 - Fax 02 506 15 28E-mail: [email protected] - Internetsite: vdab.be/trends

Lay-out: dienst communicatie VDAB - FEBRUARI 2004