Een blok aan het been?

15
Een blok aan het been?

description

Een inkijkexemplaar

Transcript of Een blok aan het been?

Page 1: Een blok aan het been?

Een blok aan het been?

Page 2: Een blok aan het been?

Voor George en Hanna

Page 3: Een blok aan het been?

Een blok aan het been?

Gereformeerde mannenbroeders

in debat over de islam

Dirk van Keulen

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Page 4: Een blok aan het been?

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door:

Stichting ‘Ad Pias Causas’

Stichting Geertruida Berendina de Tombe Rasker Fonds

www.uitgeverijboekencentrum.nl

Vormgeving omslag: Oblong, Jet Frenken

Foto omslag: moskee Elmouhssinine, Amsterdam-Noord (©

Nationale Beeldbank / Berbara Houweling)

Vormgeving binnenwerk: Dirk van Keulen

ISBN 978 90 239 2608 5

NUR 704, 717

© 2011 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens-

bestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,

hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of

op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toe-

stemming van de uitgever.

Page 5: Een blok aan het been?

Inhoud

Inleiding 7

1. Abraham Kuyper en de islam 15

Om de oude wereldzee 15

Ervaringen met de islam 20

In de wortel één 32

‘Het Aziatisch gevaar’ 35

Antithese 38

‘Ondiep deïsme’ 41

Panislamisme 48

‘De vrouw de slavin van de man’ 58

Meer principiële punten van verschil 66

Waarheidselementen 70

‘Het raadsel van de islam’ 76

Samenvatting 78

2. Herman Bavinck en de islam (1):

bij leven gepubliceerd werk 81

Bavincks interesse in de islam 81

Algemene openbaring 83

Niet-christelijke godsdiensten 86

De islam in Bavincks Gereformeerde Dogmatiek 92

Een zwerfkei 98

Samenvatting 99

3. Herman Bavinck en de islam (2):

de correspondentie met Snouck Hurgronje 102

Studenten in Leiden 102

Snouck reageert op publicaties van Bavinck 104

Bavincks reacties op vroeg werk van Snouck 108

Page 6: Een blok aan het been?

6

Reactie op Snoucks Mekka en Het Gajoland 113

Discussies over politiek en zending 116

Discussies over het panislamisme 119

Voortgaande discussies over internationale politiek 124

Samenvatting 134

4. Vergelijking van de visies van Kuyper en Bavinck 136

Wel of geen directe ervaring 136

Het bredere kader: visie op niet-christelijke godsdiensten 137

Visie op de islam 140

Panislamisme 147

5. Receptiegeschiedenis 149

Frederik Lambertus Bakker 149

Isolement en antithese 152

De islam in de 1e druk van de Christelijke Encyclopaedie 156

Van isolement naar vergelijkende godsdienstwetenschap 163

Ontluikend islamonderzoek 173

6. Balans 177 Naar wie gaat de voorkeur uit? 178

Nogmaals: armpje drukken 185

Page 7: Een blok aan het been?

Inleiding

Op maandag 19 april 2010 bezoek ik het Museum of Mo-

dern Art in New York. Naast de vaste collectie is op dat

moment op de zesde etage van het museum een over-

zichtstentoonstelling te zien van het werk van de Servi-

sche Marina Abramović (geb. 1946). Zij heeft een grote

naam op het gebied van de video- en de performance-

kunst. Zelf noemt ze zich de ‘grootmoeder van de perfor-

mancekunst’.1

Gedurende de periode van de overzichtstentoonstel-

ling is Abramović zelf aanwezig. Op de tweede etage van

het museum voert zij haar nieuwste performancewerk uit:

The Artist Is Present. Zodra je bovenaan de trap naar de

tweede etage bent gekomen, zie je de performance voor

je. Op de grond is een groot vierkant afgetekend. In de

vier hoeken staan vier grote schijnwerpers. Zij beschijnen

het midden van het vierkant. In het midden van het vier-

kant staat een houten tafel. Aan de tafel zitten op houten

stoelen twee mensen tegenover elkaar. De een is Abramo-

vić. Ik zie haar roerloos zitten in een rode jurk, de zwarte

paardenstaart over haar schouder, de handen in haar

schoot. De ander is een mij onbekende man. Ze kijken

elkaar onafgebroken in de ogen. Langs de lijnen zitten en

staan mensen. Zij kijken toe.

Voor wie zich afvraagt: wat is hier aan de hand?, biedt

een tekst op de muur informatie. Abramović nodigt de

toeschouwer uit om in stilte op de stoel tegenover haar

1. Sandra Smallenburg, ‘Een starende ijskoningin’, in: NRC Handelsblad, 2 april

2010, Cultureel Supplement, 6.

Page 8: Een blok aan het been?

8

plaats te nemen. Ik zie dat op een plaats een opening in

de lijnen van het vierkant is aangebracht. Vanaf die plaats

kun je de vierkante ruimte betreden en weer verlaten. Wie

op de stoel plaatsneemt, maakt deel uit van de perfor-

mance, het kunstwerk. Hij of zij mag zelf weten hoe lang

dat zal duren.

Mijn ogen gaan al snel ook langs de toeschouwers om

het vierkant. Sommigen zitten in kleermakerszit op de

grond. Anderen staan. Overal in het museum hoor je

mensen praten. Rondom The Artist Is Present heerst een

gespannen stilte. Vlakbij de opening in het vierkant staat

een vrouw gekleed in een zwarte burka. Dat verrast me.

Het Museum of Modern Art is – misschien een vooroor-

deel van mij – nou niet direct een plaats waar ik haar zou

verwachten. En gezien de aantallen naakte mensen in de

overzichtstentoonstelling al helemaal niet bij werk van

Marina Abramović.

Later, wanneer ik de tentoonstelling op de zesde etage

heb bezocht, keer ik terug bij het vierkant op de tweede

verdieping. De vrouw in de zwarte burka zit tegenover

Abramović. Ik blijf staan om te kijken. Roerloos staren de

twee vrouwen elkaar aan. Door de smalle oogstreep in de

zwarte burka zie ik een paar bruine, zwaar opgemaakte

ogen.

Twee vrouwen ontmoeten elkaar. Hun kleding drukt

een wereld van verschil uit. Ze kijken elkaar alleen aan.

Ze zeggen niets. Wat zouden ze denken? Denken ze over

de ander? Denken ze over zichzelf? Denken ze aan iets

anders? Wat gaat er in hen om? Twee starende ijskonin-

ginnen.2

2. De uitdrukking ontleen ik aan Sandra Smallenburg (zie noot 1).

Page 9: Een blok aan het been?

9

Na een tijd wachten maakt de vrouw in de zwarte

burka zittend in de stoel een kleine buiging, staat op en

verlaat het vierkant. Zodra zij buiten de lijnen is, wordt zij

omringd door een groep mannen. Een van hen heeft een

licht getint gezicht. Allen zijn westers gekleed. Op dat

moment bekruipt me het gevoel dat hier iets in scène is

gezet. Was de vrouw misschien helemaal geen moslima,

maar werd er een spel gespeeld? Eens kijken hoe de kun-

stenaar reageert op een vrouw in een burka. Als dat zo is,

dan is het antwoord wel duidelijk: precies zo, zoals ze op

ieder ander reageert, namelijk als een stoïcijns ijskonijn.

Tijdens de performance, wanneer de vrouw in haar

zwarte burka op de stoel tegenover Abramović zit, heb ik

een ander gevoel. Het lijkt wel of de twee starende ijsko-

ninginnen een gevecht uitvoeren. Wie is de sterkste? Ze

hoeven de ellebogen maar op de tafel te plaatsen om te

beginnen aan een partij armpje drukken.

Zo bezien is het beeld van de twee vrouwen tegenover

elkaar een treffende illustratie van de plaats van de islam

in de huidige wereld. Over de islam is veel te doen – in

Nederland en daarbuiten. Je kunt geen krant of tijdschrift

openslaan, geen televisiezender bekijken, geen nieuwssite

op internet bezoeken, of het gaat al snel over de islam.

Vooral sinds de terroristische aanslagen in New York en

Washington van 11 september 2001, de aanslagen in Ma-

drid (maart 2004) en Londen (juli 2005) en in Nederland

de moord op Theo van Gogh (2 november 2004), lopen de

meningen en de gevoelens scherp uiteen en tuimelen de

opinieleiders en de politici over elkaar heen.

Discussies over de islam zijn echter niet iets nieuws.

De eeuwen door is er over en met de islam gediscussieerd

Page 10: Een blok aan het been?

10

en gestreden. Het lezen van bijvoorbeeld Andrew Wheat-

crofts studie Ongelovigen doet beseffen hoeveel bloed er

daarbij is gevloeid3 – hoewel joden, christenen en moslims

in Spanje er lange tijd in zijn geslaagd in vrede te leven:

de convivencia.

Dit boek is gewijd aan de visies van een paar gerefor-

meerden op de islam. Gereformeerden heb je in vele soor-

ten. Dé gereformeerden bestaan niet. Met ‘gereformeer-

den’ bedoel ik hier: leden van de Gereformeerde Kerken

in Nederland. Dat kerkgenootschap ontstond in 1892 als

een fusie van twee eerdere afsplitsingen (de Afscheiding

van 1834 en de Doleantie van 1886) van de Nederlandse

Hervormde Kerk. Het zou ruim een eeuw bestaan. In

2004 zijn de Gereformeerde Kerken opgegaan in de Pro-

testantse Kerk in Nederland.

Ten tijde van hun bestaan waren de Gereformeerde

Kerken in Nederland invloedrijk. Veel van hun leden heb-

ben in de loop der jaren vooraanstaande posities bekleed

in de Nederlandse samenleving en deze mede vormgege-

ven.

Dat geldt zeker voor Abraham Kuyper (1837-1920) en

Herman Bavinck (1854-1921). Hun namen worden dik-

wijls in een adem genoemd. Aan het eind van de negen-

tiende en het begin van de twintigste eeuw zijn zij de on-

betwiste leiders van de Gereformeerde Kerken. Hun theo-

logische, wijsgerige en politiek-maatschappelijke inzich-

ten hebben lange tijd velen beïnvloed en hebben de koers

van dit kerkgenootschap sterk bepaald. Beiden zijn hoog-

leraar geweest aan de Vrije Universiteit. Beiden zijn ook

3. Andrew Wheatcroft, Ongelovigen. Het conflict tussen het christendom en de

islam, [Amsterdam] 20072.

Page 11: Een blok aan het been?

11

actief geweest in de politiek. Kuyper schopte het tot mi-

nister-president (1901-1905). Bavinck zat namens de Anti-

revolutionaire Partij in de Eerste Kamer.

Beiden reageren in hun werk op de islam. Dat is niet

verwonderlijk, als men bedenkt dat Nederland met haar

kolonie Nederlands-Indië op dat moment na Groot-Brit-

tannië het op een na grootste moslimland ter wereld was

– iets waar Kuyper zich met zijn politiek instinct overi-

gens ten zeerste van bewust was.4

Het grootste deel van dit boek is gewijd aan de visies

van Kuyper en Bavinck op de islam. Daar is al eerder over

geschreven.

De Leidse islamoloog Sjoerd van Koningsveld greep in

1978 de viering van de dies natalis van de Leidse univer-

siteit aan voor een college onder de titel ‘Het raadsel van

de Islam’.5 In dit college staat hij vooral stil bij de visie

van Kuyper. Ruim twintig jaar later werd hij als kenner

van het werk van Christiaan Snouck Hurgronje (1857-

1936)6 – tijdens diens leven nationaal en internationaal

erkend als een van de grootste geleerden op het gebied

van de islam – gevraagd te spreken bij de presentatie van

4. Zie de opsomming van aantallen moslims in verschillende landen in: A.

Kuyper, Om de oude wereldzee, II, Amsterdam z.j., 33vv.; vgl. id., Pro Rege of

het koningschap van Christus, Eerste deel. Het koningschap van Christus in zijn

hoogheid, Kampen 1911, 9: ‘Onze Koningin regeert over minder Christenen

en meer Mohamedanen, dan de Sultan van Turkije in Europa en Azië saâm.

Engeland met zijn 63 millioen Mohamedanen alleen in Voor-Indië gaat

vooraan; maar na Engeland, dekt de Kroon van Nederland verreweg het

grootste aantal Mohamedanen van alle mogendheden’.

5. P.Sj. van Koningsveld, ‘“Het raadsel van de Islam”. Een bijdrage tot de

vaderlandse protestantse godsdienstgeschiedenis’, in: Nederlands Theologisch

Tijdschrift 32 (1978), 270-282.

6. Van Koningsveld publiceerde vele malen over hem. Zie: P.Sj. van Konings-

veld, Snouck Hurgronje en de islam. Acht artikelen over leven en werk van een

oriëntalist uit het koloniale tijdperk, Leiden z.j. [1988].

Page 12: Een blok aan het been?

12

de uitgave van de briefwisseling tussen Snouck Hurgron-

je en Herman Bavinck.7

Harry Mintjes sprak op een congres gewijd aan de bij-

dragen aan de zending van de Gereformeerde Kerken uit-

voerig over Kuypers visie op de islam.8

De Amsterdamse islamkenner Anton Wessels hield op

een congres ter herdenking van het feit dat honderdvijftig

jaar eerder Herman Bavinck werd geboren en de Theolo-

gische Universiteit te Kampen werd opgericht een lezing

over ‘Bavinck en de islam’.9

Rimmer de Vries ten slotte verzorgde een samenvat-

ting en vertaling van wat Kuyper in zijn Om de oude we-

reldzee schreef over ‘het raadsel van de islam’.10

Wie de bijdragen van Van Koningsveld, Mintjes, Wes-

sels en De Vries eens achter elkaar doorleest, ontdekt al

snel dat een afgewogen vergelijking van de visies op de

islam van Kuyper en Bavinck ontbreekt. Van Koningsveld

besteedt slechts aandacht aan bepaalde aspecten van de

visie van Kuyper. Mintjes gaat binnen de mogelijkheden

die een lezing biedt grondig in op enkele hoofdlijnen van

Kuypers gedachtegoed. Dat neemt niet weg dat er meer

over Kuypers visie te zeggen valt. Wessels staat uitvoerig

7. P.Sj. van Koningsveld, ‘Bavincks bijdrage aan de studie van de islam in

gereformeerde kring’, in: Radix 25 (1999), 62-67.

8. H. Mintjes, ‘In de lijn van Abraham. Honderd jaar Gereformeerde Kerken

en de Islam’, in: P.N. Holtrop (red.), ZGKN100. Een bundel opstellen over de

zending van de Gereformeerde Kerken in Nederland ter gelegenheid van de hon-

derdjarige herdenking van de Synode van Middelburg 1896, Kampen 1996, 144-

162.

9. A. Wessels, ‘Bavinck en de islam’, in: George Harinck en Gerrit Neven

(red.), Ontmoetingen met Bavinck, Barneveld 2006, 63-85.

10. Rimmer de Vries, ‘Kuyper on Islam: A Summary and Translation’, in:

Gordon Graham (ed.), The Kuyper Center Review, Volume 1: Politics, Religion,

and Sphere Sovereignty, Grand Rapids/Cambridge 2010, 138-150.

Page 13: Een blok aan het been?

13

stil bij Bavinck en vergelijkt diens visie aan het slot van

zijn betoog met de visie van Kuyper. Omdat hij zich voor

wat betreft Kuyper voornamelijk baseert op de genoemde

bijdrage van Mintjes en zich dan in het bijzonder concen-

treert op de pointe van Mintjes’ betoog gaat de vergelij-

king in mijn ogen mank.

In wat volgt, probeer ik een meer afgewogen vergelij-

king van de visies van Kuyper en Bavinck op de islam te

bieden. Ik pretendeer overigens niet dat ik alles heb ge-

zien wat Kuyper en Bavinck over de islam hebben ge-

schreven. Zeker Kuypers oeuvre is dermate omvangrijk

dat er nog wel meer publicaties van zijn hand te vinden

zijn waarin hij over de islam schrijft.

Ik beschrijf eerst de hoofdlijnen in de visie van Kuyper.

In het geval van Bavinck moet onderscheid worden ge-

maakt tussen teksten die tijdens zijn leven zijn gepubli-

ceerd en zijn correspondentie met Snouck Hurgronje.

Omdat die correspondentie pas in 1999 is gepubliceerd,11

heeft deze geen rol kunnen spelen tijdens de gereformeer-

de theologiegeschiedenis. De correspondentie vormt ech-

ter wel een aanvulling op het beeld dat oprijst uit Ba-

vincks boeken en artikelen. Daarom sta ik er in een apart

hoofdstuk bij stil. Vervolgens vergelijk ik de visies van

Kuyper en Bavinck, om daarna in enkele grove lijnen aan

te geven hoe hun gedachtegoed door latere generaties

gereformeerden is ontvangen en verwerkt. Ten slotte

maak ik de balans op.

11. J. de Bruijn en G. Harinck (red.), Een Leidse vriendschap. De briefwisseling

tussen Herman Bavinck en Christiaan Snouck Hurgronje 1875-1921, Baarn 1999.

Page 14: Een blok aan het been?

Abraham Kuyper ten tijde van zijn reis om de

Middellandse Zee; hij liet zijn snor staan. (Foto: Historisch Documentatiecentrum Vrije Universiteit, Amsterdam)

Page 15: Een blok aan het been?

1. Abraham Kuyper en de islam

Om de oude wereldzee

Omstreeks de overgang van de negentiende naar de twin-

tigste eeuw bevindt Kuypers carrière zich op een hoogte-

punt. Alle door hem in het leven geroepen instituten, zo-

als het dagblad De Standaard, het weekblad De Heraut, de

Vrije Universiteit, de Gereformeerde Kerken in Neder-

land en de Antirevolutionaire Partij, functioneren en oe-

fenen invloed uit op het maatschappelijke, politieke en

kerkelijke leven. Alleen het ambt van regeringsleider ligt,

zonder dat hij het weet, nog op hem te wachten.1 Die po-

sitie zou hij bekleden tussen 1901 en 1905. Het eindigde in

een deceptie. Na de voor hem desastreus verlopen ver-

kiezingen van juni 1905 voelt hij zich ‘als een schelm

weggejaagd’.2

Amper twee maanden later gaat hij, acht en zestig jaar

oud, op reis. Tussen augustus 1905 en juni 1906 maakt hij

een lange reis om de Middellandse Zee. Doel van zijn

reis3 is persoonlijk kennis te maken met de religieuze,

sociale en politieke constellatie in de landen om de ‘oude

wereldzee’. Daaruit spreekt ook interesse in de islam.

Twee jaar later (1907-1908) publiceert hij zijn reisverslag

in twee dikke banden onder de titel Om de oude wereldzee.4

1. Vgl. Jeroen Koch, Abraham Kuyper. Een biografie, Amsterdam 2006, 434.

2. George Harinck, ‘Als een schelm weggejaagd?’, in: D.Th. Kuiper en G.J.

Schutte (red.), Het kabinet Kuyper 1901-1905, Zoetermeer 2001, 296.

3. Vgl. over Kuypers reis: Jeroen Koch, Abraham Kuyper, 491-523.

4. A. Kuyper, Om de oude wereldzee, I-II, Amsterdam z.j. [1907-1908]. Overigens

was de uitgave, zoals Kuypers bibliograaf J.C. Rullmann schrijft, ‘bijna in de